CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1062
CRIV 51 COM 1062
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mercredi
woensdag
11-10-2006
11-10-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la
transposition de la directive européenne relative
aux pratiques commerciales déloyales" (n° 12608)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eersteminister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de omzetting van de
Europese richtlijn betreffende oneerlijke
handelspraktijken" (nr. 12608)
1
Orateurs: Trees Pieters, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Trees Pieters, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'entrée
en vigueur de la loi instaurant une indemnité
compensatoire de pertes de revenus en faveur
des travailleurs indépendants victimes de
nuisances dues à la réalisation de travaux sur le
domaine public" (n° 12325)
4
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
inwerkingtreding van de wet betreffende de
uitkering van een
inkomenscompensatievergoeding aan
zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder
ten gevolge van werken op het openbaar domein"
(nr. 12325)
4
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
rapport du Comité socio-économique national
pour la distribution" (n° 12326)
8
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "het verslag
van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité
voor de Distributie" (nr. 12326)
8
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'avis
du Conseil d'État sur le projet d'arrêté royal visant
à modifier les conditions d'exercice des activités
d'agent immobilier" (n° 12415)
9
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "het advies
van de Raad van State over het ontwerp-KB dat
een wijziging voorstelt van de voorwaarden om de
activiteiten van vastgoedmakelaar uit te oefenen"
(nr. 12415)
9
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
projet de loi sur les faux indépendants" (n° 12430)
12
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "het
wetsontwerp betreffende de schijnzelfstandigheid"
(nr. 12430)
12
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
commission d'arbitrage prévue dans la nouvelle
loi sur la franchise" (n° 12493)
14
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
arbitragecommissie die werd voorzien in de
nieuwe franchisewet" (nr. 12493)
14
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la loi relative à
l'autorisation d'implantations commerciales"
16
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de wet
inzake vergunningen van handelsvestigingen"
16
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(n° 12453)
(nr. 12453)
Orateurs:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la description
des missions de la politique scientifique fédérale"
(n° 12321)
19
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
taakomschrijving van het federaal
wetenschapsbeleid" (nr. 12321)
19
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
21
Samengevoegde vragen van
21
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le traitement des
plaintes en matière d'assurances" (n° 12327)
21
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de klachtenbehandeling
in de verzekeringssector" (nr. 12327)
21
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'examen des plaintes
dans le secteur des assurances" (n° 12381)
21
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de klachtenbehandeling
in de verzekeringssector" (nr. 12381)
21
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Karine Lalieux
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Karine
Lalieux
Interpellation de Mme Simonne Creyf au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le
passif nucléaire" (n° 907)
24
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het lot van
het nucleair passief" (nr. 907)
24
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Muriel Gerkens
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Muriel
Gerkens
Motions
29
Moties
29
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les deux
nouveaux prélèvements en matière de production
d'électricité" (n° 12408)
30
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de twee
nieuwe stroomtaksen" (nr. 12408)
30
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les critiques en
matière de libéralisation du marché de l'énergie"
(n° 12409)
35
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de kritiek op
de liberalisering van de energiemarkt" (nr. 12409)
35
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Interpellation de M. Paul Tant au ministre de 37
Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister 37
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique et à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "le report de l'entrée en
vigueur des dispositions de la loi 'Apetra'
concernant la détention de stocks de produits
pétroliers" (n° 950)
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en tot de vice-eersteminister
en minister van Begroting en Consumentenzaken
over "het nieuwe uitstel van de inwerkingtreding
van de bepalingen in de zogenaamde Apetra-wet
met betrekking tot het aanhouden van de
olievoorraden" (nr. 950)
Orateurs: Paul Tant, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Paul Tant, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
46
Moties
46
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Marc Verwilghen, ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique, Muriel
Gerkens, Simonne Creyf
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid, Muriel Gerkens,
Simonne Creyf
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le protocole
d'accord entre Suez et Publigaz" (n° 12585)
48
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
protocolakkoord tussen Suez en Publigaz"
(nr. 12585)
48
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Marc Verwilghen, ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la scission de
Fluxys en 3 sociétés" (n° 12586)
51
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
opsplitsing van Fluxys in drie maatschappijen"
(nr. 12586)
51
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Marc Verwilghen, ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique, Muriel
Gerkens
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid, Muriel Gerkens
Questions jointes de
56
Samengevoegde vragen van
56
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la concertation autour
de la fusion Suez-Gaz de France" (n° 12584)
56
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het overleg over de
fusie van Suez en Gaz de France" (nr. 12584)
56
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la concurrence sur le
marché belge du gaz suite à la fusion potentielle
de Suez et Gaz de France" (n° 12587)
56
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de concurrentie op de
Belgische gasmarkt naar aanleiding van de
mogelijke fusie van Suez en Gaz de France"
(nr. 12587)
56
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la 'Pax Electrica II'"
(n° 12597)
56
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de 'Pax Electrica II'"
(nr. 12597)
56
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la 'Pax Electrica II'"
(n° 12603)
56
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de 'Pax Electrica II'"
(nr. 12603)
56
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Simonne Creyf, Muriel
Gerkens, Marc Verwilghen, ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Simonne Creyf, Muriel
Gerkens, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'espace unique
de paiement en euros" (n° 12605)
73
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de
'Single European Payments Area'" (nr. 12605)
73
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MERCREDI
11
OCTOBRE
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
11
OKTOBER
2006
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.08 heures par M. Paul Tant, président.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eersteminister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de omzetting van de Europese richtlijn betreffende oneerlijke
handelspraktijken" (nr. 12608)
01 Question de Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "la transposition de la directive européenne relative aux pratiques
commerciales déloyales" (n° 12608)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een pertinente vraag in verband met de omzetting van
de Europese richtlijn op de oneerlijke handelspraktijken.
Op 11 mei 2005 werd de Europese richtlijn over oneerlijke
handelspraktijken goedgekeurd. Dit is het document 2005/29 van de
Europese Gemeenschap. Die richtlijn moet tegen 12 juni 2007 in ons
recht omgezet zijn om uiterlijk op 12 december 2007 in werking te
treden. De algemene directie Regulering en Organisatie van de Markt
heeft momenteel reeds een voorontwerp van wet klaar. Dit
voorontwerp zou voor advies overgemaakt zijn aan de Raad voor het
Verbruik en aan de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO.
De Europese richtlijn blijkt echter heel wat soepeler te zijn dan de
huidige Belgische wetgeving. De richtlijn pleit voor een maximale
harmonisatie, wat wil zeggen dat de lidstaten geen strengere
bepalingen mogen aannemen of behouden dan deze die in de richtlijn
staan. Volgens de distributieorganisatie Fedis en het VBO heeft de
administratie zich er gewoon toe beperkt de bestaande
handelswetpraktijken aan te vullen met de nieuwe Europese
verbodsbepalingen. Niet alleen wordt daardoor de structuur en de
leesbaarheid van de wet hopeloos ingewikkeld, de organisaties
vrezen ook dat een dergelijke omzetting de rechtszekerheid absoluut
niet ten goede komt. Immers, eenmaal de omzettingstermijn
verstreken is, zullen de actoren zich genoodzaakt zien de
overblijvende verbods- en beperkende bepalingen die niet stroken
01.01 Trees Pieters (CD&V): La
directive européenne sur les
pratiques commerciales déloyales
devra être transposée avant le 12
juin 2007. L'administration a déjà
rédigé un avant-projet de loi qui a
été transmis pour avis au Conseil
de la Consommation et au Conseil
supérieur des Indépendants et des
PME. Cette directive est plus
souple que la législation belge en
vigueur et elle oblige en outre les
États membres à ne pas maintenir
de dispositions plus sévères.
Mais selon la Fedis et la FEB,
l'administration s'est bornée à
compléter la loi existante sur les
pratiques du commerce par les
nouvelles dispositions
d'interdiction européennes, ce qui
non seulement complique
l'intelligibilité du texte mais nuit
aussi à la sécurité juridique. Une
fois le délai de transposition
écoulé, les acteurs se verront
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
met de Europese richtlijn, zelf juridisch aan te vechten.
Ik heb dan ook de volgende vragen, mevrouw de minister.
Ik vermoed dat u over het advies van de Raad voor het Verbruik
beschikt. Zult u rekening houden met het advies van de Raad voor het
Verbruik die toch stelt dat de vertegenwoordigers van de productie en
distributie helemaal niet tevreden zijn met dit voorgesteld ontwerp?
Ik wil ook vragen of de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO
al een advies heeft ingediend.
Ten tweede, zal dit voorontwerp nog voor het einde van deze
legislatuur in het Parlement kunnen behandeld worden, vermits
daarop de data staan van 12 juni 2007 en inwerkingtreding op 12
december 2007. Dat is wellicht wel na de verkiezingen, maar het zou
toch wel voor de verkiezingen moeten geregeld zijn.
In hoeverre gaat u akkoord met de kritiek die geformuleerd is door
Fedis en VBO, in eerste instantie omtrent de onleesbaarheid van de
wet en, ten tweede, inzake de zware en onaangepaste sancties die
deze nieuwe wet inhoudt?
contraints d'attaquer eux-mêmes
en justice les dispositions
contradictoires restantes.
La ministre tiendra-t-elle compte
de l'avis du Conseil de la
Consommation? A-t-elle déjà reçu
un avis du Conseil des
Indépendants et des PME? Le
projet de loi pourra-t-il encore être
traité au Parlement sous cette
législature-ci? La date ultime de
transposition est le 12 juin 2007,
ce qui signifie que ce dossier
devrait être bouclé avant les
élections. Dans quelle mesure la
ministre est-elle d'accord avec les
critiques de la Fedis concernant
l'illisibilité du texte de loi et avec
les sanctions exagérément lourdes
qu'elle prévoit?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik
heb vorige week het advies van de Raad voor het Verbruik officieel
ontvangen. Het werd uitgebracht op 7 september.
Ik beschik niet over een advies van de Hoge Raad voor zelfstandigen
en KMO, maar het advies van de Raad voor het Verbruik bevat
tevens het standpunt van de middenstand over het voorontwerp van
wet tot omzetting van de richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken.
Ik denk dat dit dus wel een goede indicatie geeft.
Momenteel wordt het voorontwerp van wet door mijn administratie
aangepast, onder meer wat betreft de opmerkingen van de Raad voor
het Verbruik. Einde deze maand zullen de werkzaamheden binnen de
werkgroep beleidscoördinatie aanvatten op basis van een aangepast
voorontwerp. Het ligt alleszins in onze bedoeling om het voorontwerp
nog tijdens deze legislatuur in het Parlement te behandelen en binnen
de termijn van omzetting, bepaald in de richtlijn, te blijven.
We moeten er wel over waken dat de richtlijn correct wordt omgezet
en dus ook binnen die bepaalde termijn. U weet dat er verschillende
meningen bestaan over hoe de richtlijn moet worden omgezet. Dat
komt ook tot uiting in het advies van de Raad voor het Verbruik.
Vertegenwoordigers van de consumenten en de middenstand gaan in
het algemeen akkoord met de gevolgde manier van omzetting zoals
bepaald door de administratie. De distributie en productie vinden dat
ook de gereglementeerde handelspraktijken zoals gezamenlijk
aanbod, aankondigingen van prijsverminderingen en andere
handelspromoties, moeten worden herzien op basis van de omzetting
van de richtlijn.
Ik ga ter zake niet akkoord met het standpunt van Fedis over de
omzetting van de richtlijn. Ik ben wel gevoelig voor twee argumenten.
Ten eerste worden de structuur en de leesbaarheid van de wet op de
handelspraktijken moeilijker. Dat is natuurlijk ook het gevolg van het
feit dat verschillende Europese richtlijnen werden omgezet in de wet
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je n'ai reçu que l'avis du
Conseil de la Consommation mais
il comprend également la position
des organisations représentatives
des travailleurs indépendants. Mon
administration adapte
actuellement le texte sur la base
des avis formulés. L'objectif est
d'encore réaliser la transposition
au cours de cette législature et
dans les délais. La directive doit
évidemment être transposée
correctement et, comme chacun
sait, les avis divergent sur la
méthode exacte de transposition.
Je ne suis pas d'accord avec le
point de vue de la Fedis. Je
reconnais en revanche que la
structure et la lisibilité du texte se
compliqueront mais cela
s'explique également par le fait
que les diverses directives
inscrites dans la loi sur les
pratiques du commerce (LPC)
utilisent des définitions différentes.
Il est également exact que
certaines règles doivent être
adaptées à l'évolution de la
société. C'est la raison pour
laquelle j'ai commandé une étude
sur la réforme générale de la LPC.
Cette étude devra être terminée
début 2007 mais il est évidemment
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
op de handelspraktijken en dat deze richtlijnen zelf een verschillend
toepassingsgebied hebben en verschillende definities hanteren. Dat
maakt het ingewikkelder.
Een tweede zaak waarvoor ik zeker gevoelig ben is dat voor sommige
handelspraktijken zeker moet worden onderzocht of de regels nog
aangepast zijn aan de nieuwe handelspraktijken en aan de
maatschappelijke evoluties. Ik begrijp ter zake gedeeltelijk het
standpunt van Fedis. Daarom heb ik in het verlengde van de
omzetting van de richtlijn een voorbereidende studie over de
algemene hervorming van de wet op de handelspraktijken gevraagd
aan een aantal experts in samenwerking met de FOD Economie.
Begin 2007 zou deze socio-economische en juridische studie klaar
moeten zijn. Dat is vrij snel: ik heb hen gevraagd om daar vrij snel aan
te werken.
Een voorontwerp van wet houdende een algemene hervorming en
aanpassing van ons consumentenrecht aan de gewijzigde markt moet
daarvan het resultaat zijn. U begrijpt dat ik een timing hiervoor
moeilijker kan geven, omdat dit ook afhangt van wanneer de studie
klaar is en dergelijk voorstel kan worden gelanceerd. In ieder geval
vind ik dat de consumenten een belangrijke rol moeten kunnen spelen
op de markt van goederen en diensten en dat een eerlijke
concurrentie gegarandeerd moet blijven.
encore trop tôt pour prévoir un
calendrier exact en ce qui
concerne l'avant-projet de loi relatif
à la réforme du droit des
consommateurs. Le texte devra en
tout cas tenir compte de l'intérêt
du consommateur sur le marché
des biens et des services et devra
également garantir une
concurrence loyale.
L'avis a été rédigé le 7 septembre
et a été transmis à mon cabinet la
semaine dernière.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik onthoud uit uw antwoord dat het advies van de Raad voor
het Verbruik op 7 september is binnengekomen.
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Het advies werd opgesteld
op 7 september en ik heb het vorige week ontvangen op mijn kabinet.
01.05 Trees Pieters (CD&V): Het advies ligt dus op uw kabinet. Het
is bekend. Het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand is er
niet, maar er is wel een advies van de middenstand bij de Raad voor
het Verbruik. Zoals u terecht zegt, is dat ook al een indicatie.
Ik begrijp uit uw uiteenzetting ook dat u staat achter het principe dat
de administratie zal werken op de uitgestippelde manier, zijnde het
toevoegen vanuit Europa aan de bestaande wet op de
handelspraktijken. Ik vraag mij dan echter af waarom u opdracht hebt
gegeven om een studie te laten maken. U zegt immers dat door te
kiezen voor de ingeslagen weg, met name de toevoeging, het niet
gemakkelijker maar gecompliceerder zal worden.
01.05 Trees Pieters (CD&V): On
ne dispose pas de l'avis du
Conseil supérieur des Classes
moyennes mais bien d'un avis des
classes moyennes au sein du
Conseil de la Consommation. J'ai
compris que la ministre soutient le
principe que l'administration
travaille sur la base d'ajouts
émanant de l'Europe à la loi
existante sur les pratiques du
commerce. Je me demande dans
ce cas pourquoi la ministre a
commandé une étude.
01.06 Minister Freya Van den Bossche: We doen dit in twee
bewegingen.
Ik wil de omzetting doen binnen de termijn en ik wil die omzetting
doen zoals we dat altijd doen in de wet op de handelspraktijken. Ik
erken echter, en ik heb dat trouwens al eerder gedaan, dat de wet op
de handelspraktijken door de vele richtlijnen steeds ondoorzichtiger
wordt. Die wet moet worden aangepast. Dat is een huzarenstuk en
men doet dat niet in een aantal weken. Dat vraagt niet alleen om
economisch doorwrocht advies, maar ook een juridisch advies. Dat
vraagt volgens mij ook bijzondere aandacht van het Parlement.
01.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Je souhaite procéder
dans les délais à la transposition
dans la loi sur les pratiques du
commerce mais je reconnais que
cette loi manque de plus en plus
de transparence en raison des
nombreuses directives. Son
adaptation ne peut être réalisée en
un tournemain: elle requiert un
avis économique et juridique et
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik wil die richtlijn op tijd omzetten en daarna wil ik de volledige
evaluatie van de wet op de handelspraktijken wat betreft de interne
logica en samenhang ervan. Ik ben voorstander van een globale
wetgeving, maar zoals die er nu uitziet, wordt het te ingewikkeld en
lijkt het te veel op een samenraapsel van teksten en is de coherentie
intern niet meer wat ze zou moeten zijn.
Ik wil daar graag iets mee doen, maar dat is een werk van lange
adem. Indien mogelijk wil ik dat nog binnen deze legislatuur doen,
maar ik weet niet of dat mogelijk zal zijn. Ik wil echter niet, omdat ik
beloof daarvan werk te maken, verhinderen dat de richtlijn op tijd
wordt omgezet, dus ik doe het in twee tijden.
l'attention particulière du
Parlement. Je souhaite transposer
la directive en temps voulu. Et je
compte également, dans la
mesure du possible, m'atteler
encore au cours de cette
législature à une législation
intrinsèquement cohérente.
01.07 Trees Pieters (CD&V): U zult dus in een eerste fase
aanvullen. U beseft dat het ondoorzichtig wordt en laat toch een
studie maken om de wet aan te passen.
U moet echter een zaak voor ogen houden, namelijk dat die studie en
de beslissing die erop moet volgen, namelijk het doorzichtiger maken
van de wet op de handelspraktijken, niet tot in het oneindige mag
uitdeinen. Anders zitten we opgescheept met een omzetting van een
richtlijn die de onleesbaarheid in de hand werkt. U kunt zich dus
werkelijk niet veroorloven om die studie een of twee jaar te laten
aanslepen.
01.07 Trees Pieters (CD&V): La
décision qui doit faire suite à
l'étude ne pourra se faire attendre
indéfiniment.
01.08 Minister Freya Van den Bossche: De timing die ik heb
voorgesteld, is dat de studie begin 2007 klaar moet zijn. Dat is vrij
snel om zowel een economische als een juridische analyse van deze
volledige wetgeving te maken. Ik denk dat een snellere timing voor de
experts onmogelijk zou blijken.
01.08 Freya Van den Bossche,
ministre: L'étude doit être prête
pour début 2007.
01.09 Trees Pieters (CD&V): Ik neem dat aan, maar het mag niet te
lang uitlopen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik stel vast dat de andere vraagstellers niet aanwezig zijn. Het spijt mij, maar als men vragen
wil stellen moet men hier zijn. Dat is goed nieuws voor u, mevrouw de minister. Dan komen wij aan de
vragen voor mevrouw Laruelle, die al aanwezig is.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
inwerkingtreding van de wet betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan
zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein"
(nr. 12325)
02 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'entrée
en vigueur de la loi instaurant une indemnité compensatoire de pertes de revenus en faveur des
travailleurs indépendants victimes de nuisances dues à la réalisation de travaux sur le domaine
public" (n° 12325)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de eerste vraag
is een gecompliceerde vraag. Ze gaat over de
inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het
slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar
domein.
De koninklijke besluiten van de wet-Dedecker zijn verschenen.
02.01 Trees Pieters (CD&V):
Avant les vacances
parlementaires, j'ai déploré dans
une interpellation que les lois
restent lettre morte parce que les
arrêtés ministériels d'exécution ne
sont pas publiés.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Daarop kwamen tijdens de vakantieperiode heel wat reacties. De
reacties waren de volgende: de koninklijke besluiten komen veel te
laat; zijn veel te complex en hun inhoud is onvoldoende.
Ik heb net vóór het reces via een interpellatie nog aangeklaagd dat
ministeriële uitvoeringsbesluiten veel te laat komen, zodat wetten
dode letter blijven. U herinnert zich nog wel de lijvige interpellatie.
Heel specifiek is dat helaas ook voor het dossier-Dedecker het geval.
De minister heeft de zelfstandigen beloofd dat zij vanaf 1 juli 2006 de
inkomenscompensatie bij hinder door openbare werken zouden
krijgen. Het koninklijk besluit is op 26 juni 2006 verschenen in het
Belgisch Staatsblad. In de publicatie wordt de datum van
inwerkingtreding op 1 juli 2006 vastgelegd.
Mijnheer de voorzitter, het koninklijk besluit kan dus niet van
toepassing worden, omdat de uitvoeringsbesluiten zo laat zijn
verschenen, namelijk op 26 juni 2006 en het fonds zes maanden
nodig heeft om te worden gestijfd, dus om zijn gelden van de diverse
instanties, onder meer van de gemeenten, binnen te krijgen, vooraleer
er een vergoeding aan de zelfstandigen kan worden uitgekeerd. Het
zal dus op zijn minst tot 1 januari 2007 duren, vooraleer de eerste
zelfstandige een cent zal zien wegens hinder door openbare werken.
Dat is dus later te laat dan beloofd in het wetsontwerp en dan
ingeschreven in het koninklijk besluit.
Voorts, de regering voert administratieve vereenvoudiging bijzonder
hoog in het vaandel. De algemene reactie dit was te verwachten en
we hadden het dan ook voorspeld was dat het wetsontwerp en de
KB's die eruit voortvloeien, een ongelooflijk hoog Kafkagehalte
hebben. Ze zijn om de woorden van Van Quickenborne te gebruiken:
onleesbaar, ondoorzichtig, onwerkzaam. Eerst moet een zelfstandige
een attest van gehinderde onderneming aanvragen bij de gemeente.
Daarna moet het Participatiefonds de onderneming als gehinderde
inrichting erkennen. Ten slotte moet de zelfstandige nog een
procedure starten om een vergoeding te ontvangen. Bij dat alles komt
dat de KB's, met de vele bijlagen, een treurige illustratie zijn van het
feit dat de wet veel te complex is.
Ik herhaal hier mijn kritiek, namelijk dat de huidige wet lang niet ver
genoeg gaat. De verplichting om ten minste 14 dagen zijn
handelszaak te sluiten voor een brutodagvergoeding van 44 euro is
en blijft niet realistisch. Om die reden zou ik durven te pleiten voor een
aanpassing van de wet, opdat de verplichting tot sluiting wordt
opgeheven. Wij hebben het daarover reeds meermaals gehad in onze
commissie. Dergelijke aanpassing in de toekomst was voor onze
fractie van meet af aan de bedoeling, toen we destijds instemden met
het wetsontwerp.
In de vakantie lazen wij in diverse kranten, onder andere De
Standaard van 28 juli 2006, dat de gemeentebesturen bekritiseren dat
alle openbare werken onder die regeling vallen, dus ook de heel
kleine werken. Mijnheer de voorzitter, een herstellingswerk van
bijvoorbeeld 5.000 euro brengt het Participatiefonds 6,25 euro op,
maar brengt een heleboel administratieve rompslomp met zich mee.
U als burgemeester, mijnheer de voorzitter, zult hier wel oor naar
hebben.
Pendant la période de vacances,
les arrêtés royaux relatifs à la loi
Dedecker ont suscité certaines
réactions. Ils sont publiés
tardivement, sont trop complexes
et ne sont pas satisfaisants quant
à leur contenu. La ministre s'est
engagée à octroyer aux
indépendants, à partir du 1er juillet
2006, une indemnité
compensatoire de perte de
revenus en cas de nuisances dues
à la réalisation de travaux publics.
L'arrêté royal a été publié le 26 juin
2006 au Moniteur et fixe la date
d'entrée en vigueur au 1
er
juillet
2006. Le fonds doit d'abord être
alimenté pendant six mois avant
que des indemnités soient
octroyées aux indépendants, donc
au plus tôt le 1
er
janvier 2007. Les
arrêtés royaux et leurs
nombreuses annexes illustrent la
trop grande complexité de la loi.
La loi actuelle ne va pas assez
loin. L'obligation de fermeture du
commerce pendant au moins
quinze jours pour obtenir une
indemnité journalière brute de 44
euros n'est pas réaliste.
Je plaide en faveur de la
suppression de l'obligation de
fermeture.
Dans le quotidien flamand De
Standaard, les administrations
communales ont critiqué le fait que
tous les travaux publics même
les plus petits ressortissent à la
réglementation. Des travaux de
réfection pour un montant de
5 000 euros rapportent 6,25 euros
au fonds de participation mais
engendrent énormément de
tracasseries administratives. Il me
revient que la ministre ne serait
pas insensible à ces critiques et
qu'elle aurait fait préparer des
textes adaptant la loi.
La ministre est-elle disposée à
adapter la législation existante ?
Dispose-t-elle d'une majorité
politique pour ce faire ? Cette
adaptation se fera-t-elle par arrêté
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Ik lees ook in persartikels dat de minister dat inziet en dat zij oor heeft
naar het feit dat het een te complexe regeling is voor zowel de
gemeenten als het Participatiefonds. Mevrouw de minister, u hebt op
een bepaald ogenblik gezegd dat u teksten klaar hebt om de wet aan
te passen. Om die reden had ik u dan ook een aantal vragen willen
stellen.
Bent u inderdaad bereid aanpassingen aan te brengen aan de
regeling zoals die nu bestaat?
Hebt u ter zake concrete plannen? Zo ja, welke? Bestaat er een
politieke meerderheid om die aanpassing door te voeren? Zullen die
aanpassingen via een KB of een wetswijziging gebeuren? Indien u
kiest voor een wetswijziging, zou het goed zijn dat wij hierbij
betrokken worden. Binnen welk tijdsbestek zullen de aanpassingen
plaatsvinden?
royal ou par le biais d'une
modification de la loi ? Si la
ministre optait pour cette seconde
solution, elle devrait nous associer
à la réflexion. Dans quel délai ces
aménagements seront-ils réalisés
?
02.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, het koninklijk
besluit van 10 juni 2006, dat op 26 juni 2006 in het Belgisch
Staatsblad is verschenen, bepaalt de datum van de inwerkingtreding
van de wet op 1 juli 2006. Zoals artikel 14, tweede lid van de wet
bepaalt, zullen de artikelen 6, 7 en 8 van voornoemde wet betreffende
de erkenning en de vergoedingsprocedure, zes maanden later in
werking treden, meer op bepaald op 1 januari 2007. We moeten eerst
geld hebben alvorens zelfstandigen geld te geven.
De termijn die in het toepassingsbesluit is opgenomen, is geenszins
laattijdig. Er is al lange tijd sprake om de wet op 1 juli 2006 in werking
te laten treden. Deze datum werd onder meer aangehaald bij het
overleg met de vertegenwoordigers van de plaatselijke overheden en
de middenstandorganisaties. Ik zou hieraan willen toevoegen dat de
Verenigingen van Steden en Gemeenten in Vlaanderen, Wallonië en
Brussel precies het tegenovergestelde voorstaan. Volgens hen zou de
inwerkingtreding van de wet voorbarig zijn.
U begrijpt dus wel dat ik in een dergelijke context genoodzaakt was
een evenwicht te vinden. De datum van 1 juli lijkt mij zodoende een
wijze beslissing te zijn.
U vindt het mechanisme dat in de wet is tot stand gekomen te
complex. U doet dit door onder meer het aanzienlijk aantal bijlagen te
bekritiseren. Het is evenwel nodig eraan te herinneren dat het bestaan
van die bijlagen door de wet zelf is opgelegd.
Tot slot bent u van mening dat de wet niet ver genoeg gaat. Mijn
prioriteit gaat uit naar een goede uitvoering van de wet, ook al vind ik
dat deze tekst slechts een eerste stap is. Het zou overmoedig zijn
onmiddellijk verder te willen gaan, zonder af te wachten wat de
weerslag van de wet is.
U stelde vervolgens een vraag inzake het koninklijk besluit tot
vaststelling van de categorieën van werkzaamheden die uit het
toepassingsgebied van de wet worden uitgesloten.
Ik meen dat een voorafgaande aanpassing van de wet onontbeerlijk is
opdat men niet meer van het recht op de vergoeding kan worden
uitgesloten. Het gaat daarbij met name om alle zelfstandigen wiens
02.02 Sabine Laruelle, ministre:
La date d'entrée en vigueur a été
fixée au 1
e
juillet 2006. Les articles
6, 7 et 8 relatifs à la procédure
d'agrément et d'indemnisation
entreront en vigueur six mois plus
tard.
Le délai prévu par l'arrêté
d'application n'est nullement trop
long. Il est question depuis
longtemps de faire entrer en
vigueur la loi le 1
e
juillet 2006.
Cette date a été notamment
évoquée lors de la concertation
avec les représentants des
administrations locales et des
classes moyennes. Les unions
des villes et des communes des
différentes Régions estiment
d'ailleurs que l'entrée en vigueur
de la loi est prématurée. Dans ce
contexte, j'ai dû rechercher un
équilibre.
Quant aux annexes, elles sont
imposées par la loi.
Ma priorité consiste à veiller à une
exécution correcte de la loi. Il ne
s'agit que d'une première étape,
mais il serait téméraire de vouloir
aller plus loin sans attendre les
répercussions de la loi. L'arrêté
royal fixant les catégories
d'activités exclues du champ
d'application de la loi nécessite
une adaptation préalable de la loi.
Il est inacceptable que le texte
actuel mène à une exclusion
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
zaak wordt gehinderd door werkzaamheden waarvoor de bouwheer
werd vrijgesteld van storting van het bedrag dat in artikel 3, eerste lid,
van de wet wordt beoogd. De bestaande tekst leidt inderdaad tot
uitsluiting, wat voor mij onaanvaardbaar is.
Dat gezegd zijnde, kan ik de bijzondere, politieke context van het
dossier niet ontkennen. Zelfs als ik bereid ben de wet aan te passen
in de zin die ik hierboven aanhaalde, blijf ik mij uiteraard bewust van
het bijzonder gevoelige karakter van de aanpassing.
Voor mij is het belangrijkste dat de wet, zoals ze bestaat, onmiddellijk
in werking kan treden. Dat de wet ter discussie wordt gesteld, zou een
uiterst slecht signaal aan de zelfstandigen kunnen zijn. Beter een
vogel in de hand dan tien in de lucht!
d'indemnité. Je ne puis nier le
contexte politique particulier qui
entoure ce dossier. L'adaptation
est particulièrement délicate.
Il est surtout important que la loi
existante puisse immédiatement
entrer en vigueur. Si cela ne devait
pas être le cas, nous donnerions
un très mauvais signal aux
indépendants. Un tiens vaut mieux
que deux tu l'auras.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Dat is een mooie Nederlandse spreuk,
beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. Dat is een zeer wijze
spreuk.
De voorzitter: U moet wel opletten, mevrouw de minister, dat het geen beschermde vogelsoort is want dan
mag u ze niet in de hand nemen.
02.04 Trees Pieters (CD&V): De datum van 1 juli 2006 is
vooropgesteld. Vermits de wet voorschrijft dat men eerst centen in het
Participatiefonds moet hebben vooraleer men iets kan uitkeren, is dat
enigszins een zinsbegoocheling voor de zelfstandigen want zij zullen
moeten wachten tot 1 januari 2007.
Ik besluit uit uw antwoord, dat nogal dubbelzinnig is, dat u eindelijk
inziet dat de wet zoals hij werd goedgekeurd met alle opmerkingen
van dien onvolmaakt is, heel veel hiaten inhoudt, bijzonder complex
is en dat ze een enorme administratieve rompslomp veroorzaakt,
zowel voor de zelfstandige die veertien dagen moet sluiten als voor de
gemeenten die te maken hebben met heel kleine werken. Het wordt
ongelooflijk omslachtig.
Ik lees de Vlaamse pers, maar niet elke dag de Waalse pers, en ik
heb nergens gelezen dat Wallonië tevreden is met een uitstel van de
toepassing van die wet. In Vlaanderen is dat niet het geval. Daar
staan alle middenstandsorganisaties er achter dat er zo snel mogelijk
wordt opgetreden. Ik las echter in de Vlaamse pers dat u dat
aanvoelde en dat u bereid was om een verbetering aan te brengen.
Het enige wat ik hieruit moet concluderen is dat u dat niet zult doen en
dat u zult werken met die ene vogel. De negen andere zult u laten
vliegen. Na een bepaalde periode zult u dan zien of u nog een paar
van die negen vogels kunt vangen. Het is natuurlijk moeilijker om
vogels te vangen dan ze in de hand te houden.
Ik had gehoopt dat u zou gebruikgemaakt hebben van het verlof om
via KB's of via wijzigingen aan het wetsontwerp de situatie te
vereenvoudigen. Het was een ongelooflijke show, maar iedereen wist
op het ogenblik waarop het werd goedgekeurd, dat het voor
problemen zou zorgen. Ik heb uw antwoord gehoord en wij zullen
rekening houden met het feit dat de wetteksten niet aangepast
worden en dat in een later stadium een evaluatie zal plaatsvinden.
02.04 Trees Pieters (CD&V): La
date du 1
er
juillet 2006 était fixée
mais, en vertu de la loi, le fonds de
participation doit être alimenté
avant le versement d'indemnités.
Les indépendants devront donc
attendre jusqu'au 1
er
janvier 2007.
Je conclus de la réponse ambiguë
de la ministre que celle-ci se rend
enfin compte que la loi adoptée
est incomplète et complexe et
impose de nombreuses formalités
administratives aux indépendants
et aux communes. Toutes les
organisations représentatives des
classes moyennes flamandes
souhaitent que la loi soit adaptée
le plus rapidement possible et j'ai
lu dans la presse flamande que la
ministre était prête à y apporter
des améliorations. Il s'avère
toutefois aujourd'hui que ce n'est
pas le cas. La ministre laisse aller
la situation dans l'espoir de
pouvoir la rectifier plus tard.
J'avais toutefois espéré qu'elle
aurait mis les vacances à profit
pour procéder à une simplification.
Lorsque la loi a été adoptée à
grand bruit, tout le monde savait
que des problèmes se poseraient.
Het incident is gesloten.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het
verslag van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie" (nr. 12326)
03 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
rapport du Comité socio-économique national pour la distribution" (n° 12326)
03.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij werden
opnieuw met Ikea geconfronteerd, althans in Vlaanderen, op de
vooravond van de verkiezingen. Er werd toen meegedeeld dat er in
Gent een groot complex van Ikea ingeplant zou worden.
Wij kennen dat verhaal. Mijnheer de voorzitter, u herinnert zich wat de
nieuwe burgemeester daarover heeft verteld op de televisie. Het deed
mij even schrikken. De deal is rond en Ikea zal zich daar, met de hulp
van het stadsbestuur en "donnant, donnant" vestigen. Dat was mijn
vraag echter niet.
In antwoord op mijn interpellatie 867 van juli 2006 heeft de minister
van Middenstand verklaard dat zij het verslag van het Nationaal
Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie zou afwachten
alvorens de Ikea-wet te willen evalueren. Het comité zou eind juli
vergaderen om het verslag goed te keuren. Zolang de minister niet
over dat verslag beschikte, wilde zij geen enkele vraag van
Kamerleden dus ook niet mijn interpellatie beantwoorden. De
minister heeft dan ook verklaard bereid te zijn om over dat verslag te
discussiëren in de commissie voor het Bedrijfsleven.
Mevrouw de minister, ik wil u daarom het volgende vragen.
Werd het verslag goedgekeurd door het Nationaal Sociaal-
Economisch Comité voor de Distributie? Beschikt u ondertussen over
dat verslag?
U hebt gezegd dat wij daarover een debat konden houden. Wij vragen
dan ook dat wij dat debat zo spoedig mogelijk kunnen voeren, indien
aan de vorige voorwaarden wordt voldaan.
03.01 Trees Pieters (CD&V): Peu
avant les élections, nous avons
appris qu'Ikea allait construire une
grande succursale à Gand avec
l'aide de l'administration
communale. Le candidat
bourgmestre a clairement fait
savoir à la télévision que le
marché avait été conclu.
La ministre avait répondu à mon
interpellation de juillet 2006 qu'elle
souhaitait attendre le rapport
annuel du Comité socio-
économique national pour la
distribution avant d'évaluer la loi
Ikea. En attendant, elle ne voulait
pas répondre à mes questions. Le
Comité devait approuver le rapport
fin juin.
Ce rapport a-t-il été approuvé
entre-temps? La ministre l'a-t-elle
déjà en sa possession? J'espère
qu'un débat sera organisé en
commission dans les meilleurs
délais.
03.02 Minister Sabine Laruelle: Ik wil ook een debat met de
volksvertegenwoordiging, maar het verslag werd nog niet
goedgekeurd door het Sociaal Economisch Comité en ik beschik er
dus nog niet over. Ik heb de voorzitter van het Comité al
herinneringsbrieven verstuurd, maar wacht nog op het verslag van het
Sociaal Economisch Comité. Vanzelfsprekend ben ik ertoe bereid het
mee te delen aan de commissieleden en erover te discussiëren, maar
ik wacht dus nog op de officiële versie van het verslag. Ik vind het wel
spijtig, zoveel wachten.
03.02 Sabine Laruelle, ministre:
Le Comité n'a pas encore
approuvé le rapport. Je ne l'ai dès
lors pas encore en ma possession.
J'ai toutefois envoyé un rappel au
président, car je déplore que nous
devions attendre aussi longtemps.
Je suis par ailleurs toujours
disposée à envoyer le rapport aux
membres de la commission et à
en débattre.
03.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, als u een rappel gestuurd hebt, hebt u daarop dan geen
datum geplakt waarop u dat advies wil hebben, bijvoorbeeld binnen
één maand?
03.03 Trees Pieters (CD&V): La
ministre a-t-elle imposé une date
butoir dans le rappel?
03.04 Minister Sabine Laruelle: Ik heb de datum niet bij mij, maar ik
kan u of uw medewerkers het rappel en de datum wel toezenden.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
03.05 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik doel niet op
de datum van het rappel. Hebt u in het rappel niet gezegd dat u dat
rapport wilde hebben tegen een bepaalde datum?
Dat is ook een element van de werking van dat nationaal comité. Zij
hebben van u een opdracht gekregen en u moet zeggen tegen
wanneer die opdacht klaar moet zijn. De beste manier van werken is
dat u als minister een datum vooropstelt.
03.06 Minister Sabine Laruelle: Normaliter moest dit tegen medio
2006 klaar zijn. We zijn bijna eind oktober en ik heb nog niets
ontvangen. Dat is niet normaal.
03.06 Sabine Laruelle, ministre:
Le rapport aurait dû être finalisé à
la mi-2006. Il me semble anormal
que je ne l'aie toujours pas reçu.
03.07 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, CD&V zal deze
problematiek blijven opvolgen. Ik onthoud dat we hierover verder
kunnen debatteren.
03.07 Trees Pieters (CD&V):
Nous suivrons ce dossier de près.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het advies
van de Raad van State over het ontwerp-KB dat een wijziging voorstelt van de voorwaarden om de
activiteiten van vastgoedmakelaar uit te oefenen" (nr. 12415)
04 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'avis
du Conseil d'État sur le projet d'arrêté royal visant à modifier les conditions d'exercice des activités
d'agent immobilier" (n° 12415)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ook dat punt is
al een oud zeer. In BIV-News 2 lees ik dat de Raad van State een
advies zou hebben uitgebracht over een ontwerp van koninklijk besluit
dat een wijziging voorstelt van de voorwaarden om de activiteiten van
vastgoedmakelaar uit te oefenen door de beoefenaars van andere
gereglementeerde beroepen.
Door dat ontwerp zouden vastgoedactiviteiten in bijberoep kunnen
worden uitgeoefend door landmeters-experts, architecten,
boekhouders, advocaten, enzovoort, alsook door notarissen. Voor die
laatste beroepsgroep zou de uitoefening van vastgoedactiviteiten niet
beperkt worden tot enkel een nevenactiviteit.
Volgens het advies van de Raad van State kan het aan boekhouders
en advocaten niet worden toegestaan dat de gereglementeerde
activiteiten van vastgoedmakelaar uitgeoefend worden, omdat het
voor beide beroepen verboden is commerciële activiteiten uit te
oefenen. Advocaten en boekhouders mogen geen commerciële
activiteiten uitoefenen, terwijl vastgoedmakelaars wel degelijk een
commerciële activiteit uitoefenen. Volgens de Raad van State moeten
die beide beroepen uitgeroepen worden van het koninklijk besluit.
Mevrouw de minister, is de inhoud van het advies van de Raad van
State zoals ik die interpreteer? Wat is het volledige advies van de
Raad van State? Zult u het ontwerp van koninklijk besluit aanpassen
aan dat advies? Mij lijkt dat een logische zaak.
De Raad van State past de redenering die hij hanteert voor
boekhouders en advocaten, niet toe voor notarissen, maar ook zij
mogen geen commerciële activiteiten uitoefenen. Waarom wordt voor
04.01 Trees Pieters (CD&V): J'ai
lu dans BIV-News 2 que le Conseil
d'État a émis un avis concernant
un projet d'arrêté royal permettant
aux géomètres-experts, aux
architectes, aux comptables, aux
avocats et aux notaires d'exercer
une activité immobilière
accessoire. Les notaires ne
seraient même pas tenus de se
limiter à une activité accessoire.
Le Conseil d'État estime qu'il y lieu
d'exclure les comptables et les
avocats du champ d'application du
projet d'arrêté royal, étant donné
qu'ils ne peuvent pas exercer
d'activités commerciales. Cette
information est-elle correcte? La
ministre adaptera-t-elle le projet
d'arrêté royal? Pourquoi le Conseil
d'État fait-il une exception pour les
notaires, qui ne sont pas non plus
autorisés à exercer des activités
commerciales? La ministre suit-
elle la position du Conseil d'État?
Si les notaires peuvent exercer
des activités immobilières, ils
disposeront d'un monopole. Tel ne
saurait être l'objectif. J'attends
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
die beroepsgroep een uitzondering gemaakt door de Raad van State?
Zult u dat advies volgen? Ik wil hier opmerken, mevrouw de minister,
dat notarissen zich in een monopoliepositie zullen bevinden als zij ook
vastgoedactiviteiten kunnen uitoefenen en dat kan toch niet de
bedoeling zijn?
Er is niemand aanwezig van de collega's van andere partijen, maar ik
meen te weten dat men daar vanuit de socialistische partijen absoluut
niet mee akkoord kan gaan. Ik wil mij daar nu van distantiëren; zij zijn
hier niet en zij hebben nu geen inbreng.
Kortom, ik wil u vragen wat u denkt over dat advies en of u rekening
zult houden, in uw koninklijk besluit, met dat advies van de Raad van
State?
avec intérêt la réaction du groupe
socialiste.
04.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, de Raad van
State heeft op 6 maart 2006 een advies gegeven bij het ontwerp tot
wijziging van artikel 4 van het koninklijk besluit van 6 september 1993
tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het
beroep van vastgoedmakelaar.
Artikel 4 laat toe dat uitoefenaars van vrije beroepen die ook bepaalde
makelaarsactiviteiten tot hun personeelsterrein rekenen als zodanig
actief mogen zijn. Desbetreffend artikel laat toe dat deze personen
makelaarsactiviteiten mogen uitoefenen zonder bij het BIV
ingeschreven te zijn.
In mijn ontwerp heb ik de beroepen die makelaarsactiviteiten mogen
uitoefenen limitatief opgesomd: landmeterexperts, architecten,
boekhouders, advocaten en notarissen. Voor de eerste vier
geciteerde beroepen wordt een onderscheid gemaakt tussen het
uitoefenen van vastgoedactiviteiten in hoofdberoep en in
nevenberoep. Alleen indien deze activiteiten in nevenberoep worden
uitgeoefend moeten ze niet bij het BIV aansluiten.
Voor de notarissen wordt opgenomen dat ze desbetreffende
activiteiten mogen uitoefenen in overeenstemming met de notariële
deontologie.
De Raad van State is van oordeel dat het beroep van boekhouder
overeenkomstig hun reglement van plichtenleer onverenigbaar is met
elke ambachtelijke of handelsactiviteit en bijgevolg uit het ontwerp
moet worden geschrapt.
De Raad van State is dezelfde mening toegedaan voor de advocaten,
gelet op het feit dat het beroep van advocaat overeenkomstig artikel
437 eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek onverenigbaar is met het
drijven van handel of nijverheid.
Voor de overige beroepsgroepen wordt het licht op groen gezet. De
Raad van State heeft verder geen inhoudelijke bemerkingen.
Door dit advies kreeg het debat weer een andere wending. Het advies
heeft heel wat reacties uitgelokt. Momenteel wordt dit advies met de
betrokken actoren besproken. Zodra deze gesprekken afgelopen zijn
zal ik een definitieve beslissing in dit dossier nemen.
04.02 Sabine Laruelle, ministre:
Le 6 mars 2006, le Conseil d'État
a effectivement rendu un avis sur
le projet de modification de
l'article 4 de l'arrêté royal du
6 septembre 1993. Cet article
autorise les titulaires de
professions libérales à exercer des
activités de courtage sans être
inscrits à l'IPI. Dans mon projet,
j'énumère les professions
autorisées à exercer des activités
de courtage: les géomètres-
experts, les
architectes, les
comptables, les avocats et les
notaires. Il s'agit d'une liste
limitative. Pour les quatre
premières professions, une
distinction est opérée entre les
activités d'agent immobilier
exercées à titre principal et à titre
complémentaire. Seules les
personnes qui exercent des
activités à titre complémentaire ne
doivent pas s'inscrire à l'IPI. Les
notaires peuvent exercer les
activités conformément à la
déontologie notariale.
Le Conseil d'État estime que la
profession de comptable est
incompatible avec toute activité
artisanale ou commerciale, vu le
règlement de déontologie. Le
Conseil conclut qu'il en va de
même pour les avocats en vertu
de l'article 437 du Code judiciaire.
Selon le Conseil, ces deux
professions doivent être gommées
du projet. Pour les autres
catégories professionnelles, le
Conseil donne son feu vert sans
émettre d'autres observations
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
quant au fond.
L'avis a suscité de nombreuses
réactions et fait actuellement
l'objet d'une discussion avec les
personnes concernées. Je
prendrai ensuite une décision
définitive.
Autrement dit, il s'agit de l'avis du Conseil d'État et je n'ai pas de
remarque à formuler sur la pertinence des avis à émettre.
Néanmoins, tout comme vous, je comprends difficilement le fait qu'on
ait traité le cas des comptables et des avocats d'un côté et qu'on n'ait
pas considéré celui des notaires de la même façon. L'avis appelle
donc certains débats. Si pour les comptables cela pose moins de
problèmes, voor sommige advokaten zal het een probleem zijn,
notamment dans la gestion des immeubles.
Net als u heb ik er moeite mee dat
de Raad van State de
boekhouders en de advocaten
anders behandelt dan de
notarissen. Dit is vooral een
probleem voor de advocaten, met
name wat het beheer van
onroerende goederen betreft.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, het is een oud
zeer. Artikel 4 was voorwerp van discussie tijdens de vorige
legislatuur onder de voogdij van minister Daems. Hij heeft het
doorverwezen naar een aparte commissie. We zijn meer dan 4 jaar
verder en er is nog steeds geen afdoende oplossing gevonden die
voor een bepaalde beroepsgroep genoegdoening kan geven.
Mevrouw de minister, we gaan straks samen naar het
Vastgoedmakelaarscongres. We zullen naar de teneur peilen. Ik ben
ervan overtuigd dat dat onderwerp ten volle zal besproken worden,
samen met nog andere onderwerpen die hen aanbelangen.
Mevrouw de minister, u zegt dat het advies van de Raad van State
momenteel wordt besproken. Mijn vraag is waar en met wie.
04.03 Trees Pieters (CD&V):
L'article 4 a déjà fait l'objet d'une
discussion lorsque M. Daems était
encore ministre. Quatre ans plus
tard, une solution efficace se fait
toujours attendre. Cette question
sera certainement abordée lors du
congrès des agents immobiliers.
Avec quelles instances l'avis est-il
actuellement examiné?
04.04 Minister Sabine Laruelle: Met de vastgoedmakelaars, met de
advocaten en met de notarissen, maar ook met mijn collega's in de
regering. We moeten een nieuwe consensus vinden. Ik heb een
consensus gevonden over het ontwerp voor de zes beroepen. Ik weet
wel dat de vastgoedmakelaars het onderscheid tussen de neven- en
bijberoepen niet zo goed vinden, maar volgens mij is dat de enige
manier om een consensus te vinden voor alle actoren. Met dit advies
van de Raad van State, "on peut mettre le chat au milieu des poules".
Ik heb twee oplossingen, ofwel volg ik het advies van de Raad van
State en neem ik alleen de notarissen, de landmeterexperts en de
architecten en verwerp ik de twee andere categorieën, ofwel blijft het
zoals nu, zonder een limitatieve lijst en zonder onderscheid tussen
neven- en bijberoep, maar die oplossing vind ik niet goed. Voor mij is
het volgen van het advies van de Raad van State de beste oplossing,
maar ik weet wel dat dit advies veel problemen creëert.
04.04 Sabine Laruelle, ministre:
Les agents immobiliers, les
avocats et les notaires mais aussi
mes collègues au sein du
gouvernement. J'ai obtenu un
consensus sur le projet pour les
six professions. Les agents
immobiliers estiment que la
distinction entre la profession
exercée à titre principal et à titre
complémentaire n'est pas claire,
mais il s'agit néanmoins du
meilleur consensus possible.
Soit je suis l'avis du Conseil d'État
et ne maintiens que les notaires,
les géomètres-experts et les
architectes et j'exclus les deux
autres catégories, soit je maintiens
la situation telle quelle, sans liste
limitative ni distinction selon que la
profession est exercée à titre
principal ou à titre
complémentaire. Je préférerais
suivre l'avis du Conseil d'État.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
04.05 Trees Pieters (CD&V): Welke minister is erbij betrokken?
04.05 Trees Pieters (CD&V):
Quels sont les ministres associés
à la décision?
04.06 Minister Sabine Laruelle: De andere ministers van de regering.
04.06 Sabine Laruelle, ministre:
Le Conseil des ministres dans son
ensemble.
04.07 Trees Pieters (CD&V): Wie zijn dat? De anderen? Iedereen?
04.08 Minister Sabine Laruelle: De drie andere partijen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het
wetsontwerp betreffende de schijnzelfstandigheid" (nr. 12430)
05 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
projet de loi sur les faux indépendants" (n° 12430)
05.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, dit is nog een
heikel punt dat telkens opduikt als er een stille periode is. In de
recesperiode werden we meerdere keren geconfronteerd met de
problematiek van de schijnzelfstandigen. In de pers werd geschreven
dat de minister een tekst klaar had. Ik las dat in verschillende
publicaties. Zeer recent moet de Ministerraad het eens zijn geraakt
over de krachtlijnen van een wet die de principes inzake kwalificatie
van de samenwerkingsvorm zal bepalen. De definitieve tekst van het
politiek akkoord is echter nog niet vrijgegeven. Het voorontwerp van
wet zou grotendeels de huidige rechtspraak bevestigen die groot
belang hecht aan de kwalificatie die de partijen zelf geven aan hun
samenwerking.
Dit is de zoveelste keer dat we horen dat dit ter sprake komt op de
Ministerraad. Herinner u Gabriels met zijn veertig criteria. Dan is
Vandenbroucke even op de proppen gekomen met een voorstel. Uw
voorganger Daems heeft daar in de Ministerraad ook over
gediscussieerd. Hij heeft wel geen tekst ingediend. Door u zouden er
nu echter teksten klaar zijn.
Mijn vraag is dus of u een tekst hebt. Is het juist dat de Ministerraad
het eens is over die tekst? Mag ik u vragen in welke zin het ontwerp
gaat? Indien het ontwerp goedgekeurd is door de Ministerraad,
wanneer komt het dan voor het Parlement?
05.01 Trees Pieters (CD&V): La
presse a annoncé que la ministre
disposait d'un texte sur le
problème des faux indépendants.
Le Conseil des ministres se serait
mis d'accord sur une loi qui définit
les principes de qualification de la
forme de collaboration. L'avant-
projet de loi confirmerait dans une
large mesure la jurisprudence
actuelle et tiendrait compte de la
qualification que les parties
confèrent elles-mêmes à leur
collaboration.
Ce problème a déjà été abordé à
plusieurs reprises au Conseil des
ministres. Est-il exact que la
ministre dispose à présent d'un
projet de texte? Le Conseil des
ministres y a-t-il souscrit? Quelle
en est la teneur? Quand sera-t-il
examiné au Parlement?
05.02 Minister Sabine Laruelle: De Ministerraad van 7 juli heeft zijn
goedkeuring gegeven aan het ontwerp van kaderwet betreffende de
aard van de arbeidsrelaties. Het is een evenwichtsontwerp, dat tot
stand komt in samenwerking met de betrokken sectoren en actoren
op het terrein.
Deze tekst berust op de vijf volgende basisideeën.
Ten eerste, een onontbeerlijke rechtszekerheid betreffende de aard
van de arbeidsrelaties invoeren en de algemeen voor de hoven en
rechtbanken bestaande principes bevestigen.
05.02 Sabine Laruelle, ministre:
Le Conseil des ministres du 7
juillet 2006 a approuvé le projet de
loi-cadre sur la nature des
relations de travail. Il s'agit d'un
projet équilibré qui a été élaboré
en collaboration avec les
intéressés.
Le présent projet tend à instaurer
une sécurité juridique pour ce qui
regarde la nature des relations de
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Ten tweede, in geen enkel geval de sector en/of beroepen of
beroepscategorieën overhoop gooien binnen dewelke er geen enkele
onzekerheid in dit opzicht bestaat. Er mag dus geen heksenjacht
gevoerd worden.
Ten derde, een pro-economische wet aannemen die evenwichtig is en
in overeenstemming met de werkelijkheid van het terrein, zonder een
statuut ten opzichte van een ander te bevoordelen.
Ten vierde, een zekere soepelheid behouden bij het beoordelen van
een arbeidsrelatie.
Ten slotte, een ware sociale ruling invoeren om de arbeidsrelaties
veilig te maken.
Concreet gezien bepaalt het ontwerp bij het beoordelen van een
arbeidsrelatie vier algemene criteria die in overeenstemming zijn met
de huidige rechtspraak.
Ten eerste, de echte wil van de partijen. Ten tweede, de vrijheid om
de arbeidsduur te organiseren. Ten derde, de vrijheid om het werk te
organiseren. Ten vierde en ten slotte, de mogelijkheid om een
hiërarchische controle uit te oefenen. Deze algemene criteria kunnen
evenwel binnen bepaalde sectoren of beroepen onvoldoende zijn.
Zodoende voert het ontwerp van kaderwet de mogelijkheid in om
specifieke criteria volgens een procedure te bepalen, terwijl de
raadpleging van de betrokken sectoren en de goedkeuring van een
commissie, die op een paritaire wijze wordt samengesteld tussen de
vertegenwoordigers van de zelfstandigen en van de loontrekkenden,
worden gewaarborgd.
Om iedere rechtsonzekerheid maximaal te beperken zal er een
administratieve afdeling van de voornoemde commissie worden
belast met het uitbrengen van beslissingen betreffende de aard van
een bijzondere arbeidsrelatie. Ten slotte zullen de partijen worden
aangespoord om zich aan de wet aan te passen of de administratieve
kamer te raadplegen.
Na goedkeuring van deze wet zullen inderdaad, in geval van vrijwillige
regularisatie, de zware gevolgen die voortvloeien uit een nieuwe
beoordeling, verzacht worden, rekening houdend met de
rechtsonzekerheid die vandaag bestaat.
Kortom, ons ontwerp is een ontwerp dat de werknemers toelaat te
weten op welk pad zich te wagen. Het is niet de bedoeling een
heksenjacht op gang te brengen tegen degenen die men ten onrechte
de schijnzelfstandigen noemt en die men veeleer zelfstandigen-tegen-
hun-wil-in zou moeten noemen. De vrijheid inzake de keuze van zijn
arbeid en zijn statuut blijft behouden maar er wordt een einde gesteld
aan een aantal misbruiken die zich in de praktijk voordoen.
Ten laatste, wij willen de bijzondere eigenschappen van ieder beroep
en iedere sector eerbiedigen. De beoordeling van de arbeidsrelaties
mag nooit leiden tot een lijst van beperkende en precieze criteria.
Het wetsontwerp wordt momenteel voor advies voorgelegd aan de
Nationale Arbeidsraad, de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO's
alsook aan het Algemeen Beheerscomité voor het Sociaal Statuut der
travail et à entériner les principes
existants qui sont généralement
appliqués par les cours et
tribunaux. Il n'a pas pour finalité
d'y associer inutilement les
secteurs où ces relations sont
limpides. Il s'agit d'une loi censée
fouetter notre économie, conforme
à la pratique et ne nuisant à aucun
secteur. Il faut se garder
d'apprécier les relations de travail
avec une sévérité excessive.
Grâce à ce projet, un ruling social
préservant les relations de travail
pourra être instauré.
Le présent projet tient compte de
la volonté des parties en leur
laissant le soin d'organiser
librement le temps de travail et le
travail lui-même, et d'exercer un
contrôle hiérarchique. Il instaure
en outre la possibilité de définir
des critères spécifiques pour
certains métiers ou secteurs qui
doivent être consultés. Ces
critères doivent par ailleurs être
approuvés par une commission
paritaire de représentants
d'indépendants et de salariés.
Une section administrative de
cette commission décidera de la
nature d'une relation de travail
particulière. Les personnes qui se
régulariseront volontairement
après l'adoption de cette loi
pourront bénéficier d'un traitement
indulgent.
Ce projet offre une sécurité
juridique aux travailleurs et ne tend
nullement à organiser une chasse
aux sorcières contre les
indépendants. Le libre choix du
travail et du statut reste entier et il
est mis fin à certains abus. Le
projet de loi entend respecter la
spécificité de chaque secteur et ne
cherche pas à imposer des
critères trop stricts pour
l'évaluation de la relation de
travail.
Le projet de loi a été soumis pour
avis au Conseil national du Travail,
au Conseil supérieur des
indépendants et des PME et au
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Zelfstandigen. Het ontwerp zal vervolgens voor advies aan de Raad
van State worden voorgelegd, waarna het opnieuw aan de
Ministerraad zal worden voorgelegd. Pas daarna kan het in de Kamer
worden ingediend.
Comité général de gestion pour le
statut social des indépendants.
Ensuite, il sera soumis au Conseil
d'État ainsi qu'au Conseil des
ministres. Après quoi, il pourra
être discuté à la Chambre.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, als ik u zo hoor,
lijkt mij dat fantastisch. Maar dat zijn algemene contouren. Het is een
kaderwet op haar breedst beschouwd. Het is zeer vredelievend, zeer
mild. U zegt heel duidelijk dat u speciale criteria wenst voor bepaalde
sectoren waar de fenomenen zich voordoen en dat u een specifieke
commissie zult installeren waar de zaken beslist en behandeld
kunnen worden.
Ik ga volledig akkoord met die doelstelling, maar die doelstelling lijkt
mij zeer vaag. Het probleem zal zijn dat wanneer die mooie
doelstellingen, zoals u die daarnet hebt bepaald, geconcretiseerd
moeten worden en dat de kaderwet een zeer brede omschrijving zal
zijn die nog in de finale versie uitgewerkt moet worden. Dan zal om
het met een ander spreekwoord te zeggen de kat op de koord
komen. Wij zijn nog niet zover, maar dan zal de aap uit de mouw
komen; dan zal het moeilijke moment aanbreken.
Ik kan akkoord gaan met de algemene definitie. Ik concludeer daaruit
dat bijvoorbeeld advocaten in een advocatenkantoor die op
zelfstandige basis werken, niet vervolgd zullen worden en dat
geneesheren in een ziekenhuis, die op zelfstandige basis werken,
zelfstandig zullen blijven. Dat is een eerste conclusie. Die conclusie is
ook al gemaakt door minister Vandenbroucke destijds. Immers, het
zou anders de kosten voor de sociale zekerheid voor die mensen en
die instanties enorm optrekken.
Kortom, ik ga akkoord, ik vind het een positief gegeven, maar het
moet concreet ingevuld worden en dan zien wij wel waar wij staan. Wij
hebben er dan toch al enig zicht op. Het zal natuurlijk nog een hele tijd
duren alvorens dat naar het Parlement komt, wanneer alle adviezen
rond zijn. Hopelijk kunnen wij er nog tijdens deze legislatuur over
beslissen.
05.03 Trees Pieters (CD&V):
D'une manière générale, tout cela
paraît très positif. La loi-cadre est
particulièrement généreuse. Je
suis entièrement d'accord avec les
objectifs même s'ils me paraissent
plutôt vagues. Il conviendra
également de concrétiser tous ces
nobles objectifs et cela ne sera
pas simple.
La définition générale emporte
mon assentiment. J'en conclus
que les avocats au sein d'un
bureau d'avocats qui travaillent en
tant qu'indépendants ne seront
pas poursuivis et que les
médecins travaillant en tant
qu'indépendants dans un hôpital
resteront indépendants.
J'espère que cette loi pourra
encore être votée au cours de la
présente législature.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
arbitragecommissie die werd voorzien in de nieuwe franchisewet" (nr. 12493)
06 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
commission d'arbitrage prévue dans la nouvelle loi sur la franchise" (n° 12493)
06.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op 24 juli 2006
verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit tot
oprichting van de arbitragecommissie, zoals bepaald in de wet van 19
december 2005 betreffende de precontractuele informatie, de
zogenaamde franchisingwet.
Wat mij meteen opvalt, is dat in het koninklijk besluit op geen enkele
manier wordt verwezen naar de rol die de arbitragecommissie wordt
geacht te spelen op het vlak van bemiddeling bij geschillen.
Voornoemde rol was toch een van de doelstellingen die wij via het
06.01 Trees Pieters (CD&V):
L'arrêté royal instituant la
commission d'arbitrage est paru
au Moniteur Belge du 24 juillet
2006. Il n'est fait nulle part allusion
au rôle de la commission
d'arbitrage sur le plan de la
médiation en cas de litige, alors
qu'il s'agissait d'un des objectifs
de l'amendement présenté par la
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
meerderheidsamendement, komende van de socialisten, hebben
goedgekeurd.
Het koninklijk besluit spreekt alleen over adviesverstrekking bij de
interpretatie en de toepassing van de wet. Het advies mag evenwel
geen betrekking hebben op geschillen tussen partijen.
Wanneer ik nu het verslag van de bespreking van het wetsontwerp
betreffende de nieuwe franchising in onze commissie erop nalees,
moet ik constateren dat de socialisten absoluut vragende partij waren
voor een dergelijke arbitragecommissie. Herinner u Dylan Casaer en
Magda De Meyer. Zij wilden, net zoals wij, voortgaan in de
reglementering over de franchiseovereenkomst. Aangezien op dat
punt echter geen consensus binnen de meerderheid kon worden
bereikt, vroegen en kregen zij de genoemde arbitragecommissie.
In het verslag van onze commissie staat expliciet vermeld dat de
minister de arbitragecommissie ziet als een instantie die eveneens als
bemiddelingsorgaan én als rechtbank van eerste aanleg dienst kan
doen.
De oprichting van de arbitragecommissie met bevoegdheden inzake
geschillenbeslechting was in feite de sleutel tot de consensus tussen
de meerderheidspartijen omtrent het wetsontwerp. Blijkbaar worden
voornoemde, alternatieve geschillenbeslechtingen nu door de
regering overboord gegooid, zeer tot onvrede van de
middenstandsorganisaties.
Daarnaast vinden wij het heel opmerkelijk dat de arbitragecommissie
reeds tegen 1 september 2006 een evaluatieverslag aan de Kamer
moet voorleggen, terwijl zij pas op 24 juli 2006 werd opgericht en de
wet daarenboven pas op 1 februari 2006 in werking trad. Het lijkt mij
dus dat een dergelijke evaluatie weinig effectief en zeker en vast
voorwaardelijk is.
Mevrouw de minister, daarom heb ik een aantal vragen voor u.
Heeft de arbitragecommissie effectieve bevoegdheden om tot een
alternatieve geschillenafhandeling inzake commerciële
samenwerkingsovereenkomsten over te gaan? Zo ja, welke
bevoegdheden heeft zij? Is de arbitragecommissie daartoe
gewapend? Hoe verloopt de procedure in dat geval?
Zo neen, waarom heeft de arbitragecommissie voornoemde
bevoegdheden niet? Waarom wijkt het koninklijk besluit van de
doelstelling van de wet af?
Heeft de minister over de kwestie met de socialistische
regeringspartners overleg gepleegd?
Werd de wet inzake evaluatie door het arbitragecomité afgerond?
Wanneer zullen wij de resultaten van de wet zien? Wanneer kunnen
wij over de wet debatteren?
Mijnheer de voorzitter, dat waren mijn vier vragen.
majorité.
Il ressort clairement du rapport de
l'examen que les socialistes
étaient demandeurs d'une
commission d'arbitrage. Ils
entendaient également aller plus
loin dans la réglementation relative
à l'accord de franchise. D'après le
rapport, la ministre voit dans la
commission d'arbitrage une
instance qui peut également faire
office d'organe de médiation et de
tribunal de première instance.
L'instauration d'une commission
d'arbitrage dotée de compétences
en matière d'arbitrage des litiges
constituait précisément la clé du
consensus entre les partis de la
majorité. Ce concept est
désormais abandonné, au grand
dam des organisations
représentatives des classes
moyennes.
La commission d'arbitrage devait
déjà présenter un rapport
d'évaluation à la Chambre pour le
1
e
septembre 2006, alors que la loi
n'est entrée en vigueur que le 1
e
février 2006.
La commission d'arbitrage
dispose-t-elle de compétences
effectives pour assurer un
traitement alternatif des litiges en
matière d'accords de partenariat
commercial? Pourquoi l'arrêté
royal s'écarte-t-il de l'objectif
contenu dans la loi? S'est-on
concerté à ce sujet avec les
partenaires socialistes du
gouvernement? La commission
d'arbitrage a-t-elle terminé son
évaluation? Quelle est l'utilité
d'une évaluation après moins d'un
an?
06.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, de
arbitragecommissie heeft niet tot taak geschillen op te lossen. Dat is
06.02 Sabine Laruelle, ministre:
La commission d'arbitrage ne
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken. De wet betreffende de
franchise geeft de Koning niet de macht om een instelling tot stand te
brengen dat de hoven en rechtbanken vervangt.
Een koninklijk besluit heeft het voorwerp uitgemaakt van een overleg
met mijn collega belast met Economie - hij is hier aanwezig en die
eveneens bevoegd is in dit dossier.
De evaluatiecommissie is momenteel bezig de wet te beoordelen.
Haar verslag zou niet lang meer uitblijven, maar ik heb het echter nog
niet. Tijdens haar eerste vergadering heeft de commissie zich
uitgesproken over deze bevoegdheid en heeft ze die rol van
scheidsrechter massaal verworpen.
résout pas de litiges. Cette
mission incombe aux cours et
tribunaux. La loi relative à la
franchise ne permet pas au Roi de
la remplacer par une autre
instance.
La commission d'évaluation
examine actuellement la loi. Le
rapport devrait bientôt être
disponible. Lors d'une première
réunion, la commission a
catégoriquement rejeté le rôle
d'arbitre.
06.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u weet dat wij hiervan geen voorstanders waren. Die
arbitragecommissie had volgens ons geen zin. Ze is er nu. Ik kan
alleen maar constateren dat ze niet zal werken zoals door een van de
meerderheidspartijen gevraagd. Zij moeten dan de
verantwoordelijkheid daarvoor nemen. Wij zullen de evaluatie
afwachten. Als het verslag komt, zullen wij hierover vragen stellen en
het verder bespreken.
06.03 Trees Pieters (CD&V):
Nous étions opposés à la
commission d'arbitrage.
Maintenant qu'elle existe, il s'avère
qu'elle ne fonctionnera pas. Les
partis de la majorité doivent
prendre
leurs responsabilités.
Nous attendons le rapport.
De voorzitter: Collega's, ik moet u nog in kennis stellen van een brief
die Kamervoorzitter De Croo over de aangelegenheid heeft
ontvangen.
In de brief van de FOD Economie laat men weten dat de commissie
op die datum werd opgericht. Tijdens de installatievergadering van 26
juli werd ik als voorzitter verkozen.
Essentieel en kort samengevat, komt de inhoud van de brief hierop
neer dat men niet echt de mogelijkheid ziet om de commissie goed te
doen werken.
Le président: Le président de la
Chambre, M. De Croo, a reçu une
lettre spécifiant que la commission
a été installée et que son président
a été élu. La lettre précise en outre
que le bon fonctionnement de la
commission est impossible. Cette
lettre a été envoyée à l'ensemble
des membres de la commission.
06.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik vragen
dat u die brief bezorgt aan alle leden van de commissie?
De voorzitter: Ik denk dat die vorige week al werd verstuurd aan alle leden.
06.05 Trees Pieters (CD&V): Goed.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 12563 van mevrouw Genot is uitgesteld.
07 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de wet inzake vergunningen van handelsvestigingen" (nr. 12453)
07 Question de M. Patrick De Groote au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la loi relative à l'autorisation d'implantations commerciales"
(n° 12453)
07.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het betreft een informatieve vraag betreffende de wet inzake
de vergunningen van handelsvestigingen. Ik heb een concreet
voorbeeld. In Ronse wou een elektrozaak zich in de César
07.01 Patrick De Groote (N-VA):
À cause de la loi Ikea, une chaîne
de magasins d'appareils
électroménagers n'a pas obtenu
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Snoecklaan vestigen. In het kader van de Ikea-wet leverde het college
van burgemeester en schepenen een negatief advies en weigerde
dus een bouwvergunning en een sociaal-economische vergunning
aan de winkelketen af te geven.
Ook Unizo gaf een negatief advies. De aanvrager ging in beroep bij
het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie en deze
besliste dat de vestiging wel kon.
Het college van burgemeester en schepenen oordeelde op basis van
de wet in artikel 7, §2, ten vierde, dat de elektrozaak concurrentie zou
betekenen voor de handelszaken in het centrum. Twaalf
handelszaken zouden hetzelfde aanbod hebben. Vervolgens telt de
César Snoecklaan al vier dergelijke baanwinkels met een gelijkaardig
aanbod. Bovendien heeft ook de stad Ronse gezegd dat ze jarenlang
in het handelscentrum heeft geïnvesteerd voor de heraanleg van
nieuwe straten; de inpassing van een handelsvestiging in de
plaatselijke ontwikkelingsprojecten of in het kader van het
stedenpatroon speelt ook een rol.
Mijnheer de minister, ten eerste, hoeveel bedrijven of winkels gingen
in het Vlaams Gewest bij het Nationaal Sociaal-Economisch Comité
voor de Distributie in beroep en in hoeveel gevallen kreeg het bedrijf
of de winkel alsnog een positief antwoord? In hoeveel gevallen werd
het oordeel van het college van burgemeester en schepenen
bevestigd?
Ten tweede, welke criteria waren voor het Nationaal Sociaal-
Economisch Comité voor de Distributie doorslaggevend om de
elektrozaak in Ronse alsnog een vergunning te geven?
Ten derde, hoeveel tewerkstelling zou de inplanting van de
elektrozaak creëren? Hoopt het Nationaal Sociaal-Economisch
Comité voor de Distributie dat de vestiging een invloed zal hebben op
de keuzemogelijkheid van de consument, of op een duurzame invloed
op de prijzen, of rekent het Nationaal Sociaal-Economisch Comité
voor de Distributie op een demografische groei in Ronse die een groei
in het aanbod moet verantwoorden?
de permis de bâtir ni de permis
socio-économique pour s'installer
sur un site déterminé situé dans
l'entité de Renaix. L'Unizo a, elle
aussi, émis un avis négatif.
L'entreprise demandeuse est allée
en appel au Comité socio-
économique national pour la
distribution et elle a obtenu gain de
cause.
Combien d'entreprises ou de
magasins ont introduit un recours
contre la décision d'une
commune? Dans combien de cas
ont-ils malgré tout pu s'installer?
Selon quels critères cette chaîne
de magasins d'électroménager a-t-
elle fini par obtenir le permis
nécessaire? Combien d'emplois
devrait-elle permettre de créer à
Renaix?
De voorzitter: Mijnheer De Groote, ik heb de vraag laten stellen
omdat een aantal vragen inderdaad algemeen is. Het is wat op het
scherp van de snee, want het gaat eigenlijk over een concreet geval.
Le président: Cette question ne
peut en fait être posée dans la
mesure où elle concerne un cas
concret. Je l'ai acceptée au seul
motif que certains aspects de la
question sont de nature générale.
07.02 Patrick De Groote (N-VA): Juist. Ik heb dit willen gebruiken
als voorbeeld.
De voorzitter: U weet dat dit in principe niet kan.
07.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb dit
ook al gehoord in andere commissies van andere collega's. Ik heb
zelfs vragen aan de heer Tuybens ingetrokken omdat die te concreet
waren. Door andere parlementsleden werd de vraag dan wél gesteld.
U hebt gelijk, maar er zit eigenlijk geen lijn in.
07.03 Patrick De Groote (N-VA):
J'ai déjà retiré des questions parce
qu'elles étaient trop concrètes,
mais elles sont alors parfois
reposées par un collègue. Les
règles manquent de clarté.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
De voorzitter: De meerderheid van uw vragen heeft een algemeen karakter, maar u begrijpt dat het zeer
delicaat is om een individuele vergunning tot voorwerp van een vraag in het Parlement te maken.
07.04 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dat begrijp
ik.
De voorzitter: Ik moet dus principieel deze opmerking maken. Ik laat het aan de minister over om te
antwoorden op hetgeen hij opportuun acht.
07.05 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zou willen beginnen met een rechtzetting, louter volledigheidshalve.
Het is het Interministerieel Comité voor de Distributie dat bevoegd is
om de beroepen te onderzoeken, niet het Nationaal Sociaal-
Economisch Comité voor de Distributie. Dat was weleer zo maar dat
is gewijzigd.
Wat uw eerste vraag betreft, sinds de inwerkingtreding van de nieuwe
wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van de
handelsvestigingen zijn er 28 beroepen ingediend door aanvragers
bedrijven en winkels voor projecten in het Vlaamse Gewest. Van
deze 28 beroepen zijn er 21 gegrond verklaard en 7 ongegrond. Bij
die ongegronde beroepen werd de gemeentelijke beslissing dus
bevestigd.
Ten tweede, de beslissing van het Interministerieel Comité voor de
Distributie is het gevolg van een afweging van verschillende aspecten
van het dossier na onderzoek op basis van de vier hoofdcriteria van
de wetgeving. Het gaat ten eerste om de ruimtelijke ligging van de
handelsvestiging, ten tweede om de belangen van de consument, ten
derde om de invloed van het project op de werkgelegenheid en ten
vierde om de weerslag van het project op de bestaande handel. Ook
in het dossier dat door u is aangehaald is de beslissing van het
Interministerieel Comité voor de Distributie zoals trouwens bij elk
beroep gebaseerd op de toetsing van alle aspecten van de
aanvraag aan voornoemde criteria.
Wat uw derde en laatste vraag betreft, volgens de aanvrager zou de
inplanting van de elektrozaak tewerkstelling scheppen voor vijf
voltijdse en vier deeltijdse werknemers. Een gunstige evolutie van het
personeelsbestand wordt ook verwacht, afhankelijk van de
omzetverhoging. Er werd ook op gewezen dat deze nieuwe zaak de
keuzemogelijkheden van de consument doet toenemen. Dit enkel
volledigheidshalve.
07.05 Marc Verwilghen, ministre:
Le traitement des recours relève
aujourd'hui du comité
interministériel pour la Distribution.
Depuis l'entrée en vigueur de la loi
du 13 août 2004 relative à
l'autorisation d'exploitations
commerciales, 28 recours ont été
introduits par des demandeurs
dans la Région flamande, dont 21
ont été déclarés fondés.
Le comité évalue à chaque fois les
différents aspects sur la base des
quatre critères principaux de la loi,
à savoir la situation de
l'exploitation commerciale, les
intérêts du consommateur et
l'incidence du projet sur l'emploi et
sur le commerce existant.
Dans le cas concret de Renaix, les
critères décisifs ont été
l'occupation de cinq personnes à
temps plein et de quatre
personnes à temps partiel et le
choix plus large offert aux
consommateurs.
07.06 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het antwoord.
Het is correct dat men rekening zou moeten houden met de vier
criteria die u hebt aangehaald, meer specifiek ruimtelijke ligging,
belangen van de consument, invloed op de werkgelegenheid en de
gevolgen voor bestaande handelszaken. Het stadsbestuur heeft een
negatief advies gegeven op basis van het eerste en het vierde
criterium. Thans blijkt dat u op basis van de twee andere criteria tot
een andere conclusie bent gekomen.
Ik zal niet verder in detail treden omdat het over een individueel
dossier gaat.
07.06 Patrick De Groote (N-VA):
L'administration communale avait
émis une appréciation défavorable
sur la base de deux critères sur
quatre. Sur la base des deux
autres critères, elle est
apparemment arrivée à une autre
conclusion. Mais je m'en tiendrai
là pour ce qui concerne ce dossier
spécifique.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
De voorzitter: Ik neem u dat niet kwalijk, maar u moet begrijpen...
07.07 Patrick De Groote (N-VA): Ik begrijp u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de taakomschrijving van het federaal wetenschapsbeleid" (nr. 12321)
08 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la description des missions de la politique scientifique fédérale"
(n° 12321)
08.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag dateert van 6 juli. Er is dus reeds een eeuwigheid
overgegaan.
Mijnheer de minister, op woensdag 5 juli konden wij in de rubriek
Kreten en Gefluister in De Standaard lezen dat de heer Hans
Bracquené sinds kort deeltijds op uw kabinet aan het werk is als
adviseur Wetenschapsbeleid.
Aangezien de heer Bracquené ook manager is van een bedrijfje dat
advies verleent aan technologie- en wetenschapsbedrijven, werd hem
de vraag gesteld of er geen sprake is van onverenigbaarheid. De heer
Bracquené antwoordde dat hij hiervoor geen enkele reden zag, omdat
nu komt het het federale wetenschapsbeleid alleen slaat op de
tien federale wetenschappelijke instellingen.
Mijnheer de minister, kunt u dat bevestigen? Is de heer Bracquené
inderdaad werkzaam op uw kabinet? Zo ja, wat is zijn precieze taak?
Is het juist dat hij leiding geeft aan een bedrijf gespecialiseerd in het
verlenen van advies aan technologie- en wetenschapsbedrijven?
Wat vindt u van de uitspraak van uw nieuwe kabinetsmedewerker?
Werd hij op de hoogte gebracht van het feit dat het federale
wetenschapsbeleid meer inhoudt dan alleen de ondersteuning van de
tien federale wetenschappelijke instellingen? Mijnheer de minister, ik
heb het besluit nog eens nagekeken om zelf zeker te zijn. Het staat er
allemaal in. Blijkbaar had hij dat dus niet gelezen.
Mijnheer de minister, wat is uw mening in verband met de
onverenigbaarheid van enerzijds adviseur zijn bij de cel
Wetenschapsbeleid en anderzijds een bedrijf leiden dat
gespecialiseerd is in het verlenen van advies aan technologie- en
wetenschapsbedrijven?
08.01 Simonne Creyf (CD&V):
Nous avons pu lire en juillet
dernier dans le journal De
Standaard que M. Hans
Bracquené travaillait à présent à
temps partiel au cabinet du
ministre. Le fait qu'il dirige
également une petite société de
conseil aux entreprises actives
dans les domaines technologique
et scientifique ne constituait pas
selon lui une cause
d'incompatibilité parce que la
politique scientifique fédérale ne
porte que sur les dix
établissements scientifiques
fédéraux.
Cette personne travaille-t-elle
effectivement au cabinet du
ministre? Dirige-t-elle
effectivement la société dont
question ci-dessus? Que pense le
ministre de ses déclarations?
L'intéressé sait-il entre-temps que
la politique scientifique a une
portée plus large qu'il ne le
pensait? Le ministre estime-t-il
qu'un problème d'incompatibilité
se pose?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, deze vraag dateert van juli. Normaal zou men nu frisser
moeten zijn dan in die maand. Dat is niet het geval. Ik denk dat én
verkiezingen én een dossier dat moest behandeld worden, daar niet
vreemd aan zijn. Het is niet de eerste keer dat ik in de rubriek "Kreten
en gefluister" zaken heb gelezen die misschien toch met een korrel
zout moeten worden genomen.
Ten eerste, Hans Bracquené is sedert 1 juni deeltijds op mijn kabinet
tewerkgesteld en doet ook de coördinatie van de cel
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
Ce n'est pas la première fois que
dans la rubrique Kreten en
Gefluister, des informations qui ne
sont pas tout à fait conformes à la
vérité sont rapportées.
Hans Bracquené travaille à temps
partiel à mon cabinet, où il est
notamment chargé de coordonner
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Wetenschapsbeleid.
Ten tweede, Hans Bracquené is inderdaad zaakvoerder van een
advieskantoor dat juridisch advies geeft aan bedrijven en
onderzoeksinstellingen, maar dat juridisch advies heeft betrekking op
de exploitatie van intellectuele eigendomsrechten.
Ten derde, ik denk dat Hans Bracquené voldoende op de hoogte is
van mijn bevoegdheden op dit terrein. Ik wil erop wijzen dat hij de
eerste maal in 1988 werkte op het kabinet van Wetenschapsbeleid en
dus ook de bijzondere wetten van 1988 mee tot stand heeft helpen
brengen. Wat dat betreft, kent hij natuurlijk de materie. Hij heeft die
verklaring ook niet afgelegd, wat door de betrokken journalist werd
bevestigd. Wel heb ik hem als belangrijkste opdracht de hervorming
van de tien federale wetenschappelijke instellingen gegeven. Dat is
wat hij heeft verklaard.
Ten vierde, van enige onverenigbaarheid kan geen sprake zijn. Dat
werd vooraf en bij zijn indiensttreding door mij met hem besproken.
Binnen mijn bevoegdheidspakket heb ik geen rechtstreeks contact
met bedrijven die vragen moeten stellen over hun exploitatie van
intellectuele eigendomsrechten, zodat het risico hier niet aanwezig is.
U weet dat die bevoegdheid niet onder mij ressorteert.
la cellule Politique scientifique,
depuis le 1
er
juin. Il est par ailleurs
gérant d'une société qui donne
des avis juridiques à des
entreprises et à des organismes
de recherche en ce qui concerne
l'exploitation des droits de
propriété intellectuelle.
Hans Bracquené maîtrise
excellemment le domaine de mes
attributions ministérielles et il a
travaillé précédemment au cabinet
où il a contribué à l'élaboration des
lois spéciales de 1988. Il n'a pas
tenu les propos qu'on lui prête et
le journaliste concerné l'a d'ailleurs
reconnu. La seule chose qu'il a
dite, c'est que sa mission
principale est la réforme des dix
institutions scientifiques fédérales.
Il n'est pas question dans son cas
d'incompatibilité puisque
l'exploitation des droits de
propriété intellectuelle n'est pas
une matière relevant de mes
compétences.
08.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, u ontkent dus
dat de heer Bracquené dat zou gezegd hebben. Het is achteraf altijd
gemakkelijk te zeggen dat men iets niet gezegd heeft, maar dat het
de pers was.
08.03 Simonne Creyf (CD&V): Le
ministre nie donc que M.
Bracquené ait fait cette
déclaration.
08.03 Minister Marc Verwilghen: Ja en de journalist bevestigt dat.
08.04 Marc Verwilghen, ministre:
Oui, et le journaliste le confirme.
08.05 Simonne Creyf (CD&V): Dat hebben wij dan niet gelezen in de
pers, natuurlijk.
08.06 Minister Marc Verwilghen: Misschien had men "Kreten en
Gefluister" beter niet opgevolgd, maar dat gaat zo met kreten en
gefluister.
08.07 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Als u zegt dat er absoluut geen sprake is van
belangenvermenging, dan moet ik u op uw woord geloven. Ik vind
echter wel dat er tezelfdertijd onverenigbaarheid is, als er ook kans is
op belangenvermenging. Ik neem u op uw woord, als u zegt dat dit
geenszins het geval is. Mijnheer de minister, u weet waarschijnlijk ook
dat in het verleden wetenschapsbeleid meer dan eens heeft gediend
voor het uitdelen van postjes, gaande van zaalwachter tot andere,
hogere functies. Ik meen dat wetenschapsbeleid beter verdiend, maar
ik aanvaard uw antwoord.
08.07 Simonne Creyf (CD&V):
Le ministre affirme qu'aucune
confusion d'intérêts n'est possible
et je dois le croire sur parole. Le
risque de conflit d'intérêts
débouche automatiquement sur
une incompatibilité. J'espère que
la politique scientifique ne servira
plus à distribuer des postes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
De voorzitter: In principe volgen nu samengevoegde vagen, maar u bent de enige aanwezige, mevrouw
Creyf. Ik stel dus voor dat u meteen uw vraag stelt aan de minister.
09 Questions jointes de
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le traitement des plaintes en matière d'assurances" (n° 12327)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'examen des plaintes dans le secteur des assurances" (n° 12381)
09 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de klachtenbehandeling in de verzekeringssector" (nr. 12327)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de klachtenbehandeling in de verzekeringssector" (nr. 12381)
09.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het koninklijk besluit van 21 juni 2006 legt de basis voor de
oprichting van de enige ombudsdienst in de verzekeringssector, ter
vervanging van het huidige systeem.
Daarin nemen de drie verschillende actoren, in casu de CBFA, de
dienst Verzekeringen van de FOD Economie en de ombudsman
Verzekeringen elk voor hun domein een deel van de
klachtenbehandeling voor hun rekening.
De afgelopen jaren hebben wij herhaaldelijk gepolst naar de
vooruitgang in het dossier. Het lijkt nu eindelijk de goede richting uit te
gaan. Werken met een enkele ombudsdienst is immers veel
transparanter en hopelijk ook doeltreffender dan het huidige systeem.
Toch is het opvallend dat de vertegenwoordigers van de
consumentenorganisaties in de Raad voor het Verbruik, hoewel ze
uitdrukkelijk vragende partij waren, erg ontevreden zijn over de
invulling, de samenstelling en de organisatie van de ombudsdienst,
zoals door u voorgesteld.
Zij stellen een identiek systeem voor, zoals het in de banksector
bestaat en dat volgens alle betrokkenen zijn deugdelijkheid reeds
bewezen heeft. Zij geven duidelijk de voorkeur aan een tweekoppig
systeem met enerzijds een permanente vertegenwoordiger van de
consumentenbelangen naast de ombudsman en anderzijds een
bemiddelingscollege. Bovendien betreuren zij de afwezigheid van
pariteit op alle werkingniveaus van het systeem. De
consumentenorganisaties beschikken immers alleen over een
beperkte vertegenwoordiging, namelijk 2 mandaten op 7, in de raad
van toezicht. Volgens hen ontberen ze elke betrokkenheid bij de
dagelijkse klachtenbehandeling en in de raad van bestuur, die onder
meer over de benoeming van de ombudsman beslist.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen
Waarom werd niet gekozen voor een gelijkaardig systeem als dat van
de bemiddelingsdienst banken, krediet en beleggingen, zoals
gevraagd door de consumentenorganisaties? Hebben de
consumenten nu wel voldoende gewicht in de schaal? Is hun rol niet
te marginaal geworden ten opzichte van die sterke
verzekeringssector? Wat vindt u van de kritiek van de
consumentenorganisaties?
09.01 Simonne Creyf (CD&V):
L'arrêté royal du 21 juin 2006 jette
les bases en vue de la création
d'un service de médiation pour
l'ensemble du secteur des
assurances. Les représentants
des organisations de défense des
consommateurs au sein du conseil
de la concurrence ne sont
toutefois pas satisfaits de la
manière dont le ministre entend
organiser le service en question ni
de la manière dont il entend en
régler la composition. Ils
proposent un système similaire à
celui qui existe dans le secteur
bancaire avec une représentation
permanente des organisations de
défense des consommateurs et un
collège de médiation pour épauler
le médiateur. Ils regrettent
également l'absence de parité à
tous les niveaux de
fonctionnement du système.
Pourquoi n'a-t-on pas opté pour un
système tel que celui qui existe
dans le secteur bancaire? Les
consommateurs pèseront-ils à
présent d'un poids suffisant?
Comment le ministre réagit-il vis-à-
vis de leurs critiques? Quand le
service de médiation sera-t-il
opérationnel? Une campagne
d'information sera-t-elle menée
afin de faire connaître le service
auprès du grand public? Combien
de membres du personnel le
service comptera-t-il et combien
s'occuperont concrètement du
traitement des plaintes?
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Tegen wanneer moet de ombudsdienst operationeel zijn? Is dat reeds
het geval? Ik vermoed van niet. Zal er een informatiecampagne op
poten worden gezet om de ombudsdienst bij het grote publiek bekend
te maken? Hoeveel mensen zullen op de ombudsdienst werken en
zich effectief bezighouden met de klachtenbehandeling?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik ga uit van het feit dat als ik op deze vraag antwoord, ik ook
heb geantwoord op de vraag van mevrouw Lalieux. Ik zal het
uitsluitend in het Nederlands ten behoeve van mevrouw Creyf doen.
De voorzitter: Ja, mijnheer de minister.
09.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, wat de
eerste vraag betreft, er werd niet geopteerd voor een systeem van
bemiddelingsdienst zoals dat ook voor de banken bestaat. Daar zijn
eigenlijk twee essentiële redenen voor. Ten eerste bestaat er
vandaag een zeer goed werkend klachtenbehandelingssysteem dat
het voordeel heeft dat het snel, soepel, efficiënt en competent
functioneert. Zo wordt het ook algemeen ervaren door degenen die er
een beroep moeten op doen. De tweede reden is dat het invoeren van
een paritaire samenstelling zoals bij de Bemiddelingsdienst Banken,
de procedure alleen maar zwaarder en duurder maakt.
Ik wil u toch even herinneren aan het systeem in de banksector, dat
impliceert dat de ombudsman bijgestaan wordt door een
vertegenwoordiger van de consumenten. In de praktijk gaat het
eigenlijk om een advocaat die moet betaald worden en die de
diensten begint af te wegen vanuit de benadering van de consument.
Wanneer men niet tot een akkoord komt, is er nog een procedure via
een bemiddelingscollege om tot een oplossing te kunnen komen. Dat
is niet alleen duur, het is ook vrij omslachtig.
Dit systeem van behandeling van klachten vormt bovendien geen
echte jurisdictie. Het is geen rechtspraak. Dat betekent dat als er later
nog echte betwistingen ontstaan, dit ook aanleiding geeft tot het
uitputten in rechte van eventuele rechten.
Ten tweede, het hangt van de consumenten af of zij al dan niet
vertegenwoordigd zijn in de algemene vergadering en in de raad van
bestuur van de op stapel staande rechtspersoon. Ze zijn hoe dan ook
meer dan voldoende vertegenwoordigd in de raad van toezicht, waar
zij de enige belangengroep vormen die twee vertegenwoordigers telt.
U kunt mij geen andere belangengroep aantonen die twee
vertegenwoordigers heeft.
Bovendien is er ook een vertegenwoordiger van de minister van
Economie, een vertegenwoordiger van de CBFA en een expert in
verzekeringszaken. Die drie worden geacht en ik denk dat dit in de
praktijk ook zo zal zijn neutraal en in het algemeen belang te
opereren. De tussenpersonen in verzekeringen, die normaal de
belangen van de consumenten verdedigen, hebben dus ook een taak
waar te nemen die toch vrij dicht aansluit bij de eindgebruiker. Ik denk
dus dat zes van de zeven leden van het toezichtcomité eigenlijk
mogen aanzien worden als onafhankelijk van de verzekeringssector.
Wat uw derde vraag betreft, de nieuwe ombudsdienst verzekeringen
zal operationeel zijn vanaf het ogenblik waarop de rechtspersoon
09.03 Marc Verwilghen, ministre:
Nous n'optons pas pour un service
de médiation comme dans le
secteur bancaire étant donné que
le système actuel de traitement
des plaintes dans le secteur des
assurances fonctionne déjà très
bien et est efficace. L'instauration
d'une composition paritaire aurait
pour seul effet d'alourdir la
procédure et d'en accroître le coût.
Dans le secteur bancaire, le
médiateur est assisté par un
représentant des consommateurs
qui est un avocat rémunéré. Si
aucune solution n'est trouvée, il
faut avoir recours à un collège de
médiation. Cette procédure est
onéreuse, complexe et n'offre par
ailleurs pas de véritable
jurisprudence.
Les organisations de
consommateurs décident elles-
mêmes de leur représentation au
sein de l'assemblée générale et du
conseil d'administration. Elles sont
en tout cas très bien représentées
au sein du conseil de surveillance,
en tant que seul groupement
d'intérêts avec deux
représentants. Des représentants
du ministre de l'Économie et de la
Commission bancaire financière et
des assurances (CBFA) ainsi
qu'un expert en assurances
siègent également au sein de ce
conseil. Ils interviennent en toute
neutralité et dans l'intérêt général.
Six membres sur les sept que
compte ce conseil sont
indépendants du secteur.
Le service de médiation deviendra
opérationnel dès que la personne
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
opgericht is en door mij als minister van Economie erkend zal zijn via
het koninklijk besluit dat voorgeschreven wordt om de
klachtenbehandeling uit te oefenen. Ik wacht nu op de aanduiding van
de vertegenwoordigers die de raad van toezicht moeten bemannen.
De verschillende instanties of belangengroepen werden door mij
aangeschreven met het verzoek hun vertegenwoordiger zo vlug
mogelijk aan te duiden.
Dat is tot nu toe nog niet door iedereen gedaan.
Ik kom tot uw vierde vraag. De media zullen in kennis worden gesteld
van het bestaan van de nieuwe ombudsdienst, maar zowel de
Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen als de
Federale Overheidsdienst Economie zullen op hun website verwijzen
naar de ombudsdienst Verzekeringen. De CBFA zal eveneens een
brochure uitgeven die bestemd is voor het grote publiek. Ten slotte
zal de ombudsdienst Verzekeringen op zijn eigen website een reeks
van frequently asked questions and answers verspreiden ten aanzien
van zowel de eindgebruikers de verzekerden als de bemiddelaars.
Ik kom op uw vijfde en laatste vraag. Er zullen in een eerste fase zes
mensen werkzaam zijn bij de ombudsdienst. Wellicht zal ten gevolge
van de werkzaamheden moeten uitgekeken worden of dat aantal in
de toekomst niet moet worden uitgebreid.
morale aura été constituée et
agréée par mon département par
le biais de l'arrêté royal relatif à
l'exercice du traitement des
plaintes. J'attends à présent les
réponses des groupes d'intérêt
relatives aux représentants qu'ils
désigneront au sein du conseil de
contrôle.
Les médias seront informés de
l'existence du nouveau service de
médiation. La Commission
bancaire, financière et des
assurances et le SPF Économie
signaleront également sur leur site
web l'existence du service de
médiation. La CBFA éditera une
brochure à l'intention du grand
public. Le site web du service de
médiation des assurances
comportera une rubrique
frequently asked questions and
answers.
Dans un premier temps, le service
comptera six agents, mais ce
nombre pourrait augmenter
ultérieurement.
09.04 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor die informatie. Dat volstaat.
Le président: Madame Lalieux, je suis désolé mais vous arrivez trop tard.
09.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je suis désolée
d'arriver en retard, j'étais occupée ailleurs. Je voudrais juste faire une
remarque au ministre.
J'ai appris que les associations de consommateurs ont décidé de ne
pas envoyer de candidat dans les nouvelles structures. Monsieur le
ministre, comment comptez-vous dès lors réagir à l'égard de cette
décision des associations qui, dès le départ, ont remis en question la
structure?
09.05 Karine Lalieux (PS): De
consumentenverenigingen zouden
beslist hebben geen kandidaat
naar de nieuwe structuren af te
vaardigen.
Wat is uw reactie op die beslissing
van de verenigingen die van bij de
aanvang die structuren ter
discussie hebben gesteld?
09.06 Marc Verwilghen, ministre: Ils ne m'ont pas encore
communiqué leur position officielle, mais si tel est le cas que vous
mentionnez, c'est regrettable!
09.06 Minister Marc Verwilghen:
Ze hebben me hun houding nog
niet officieel meegedeeld, maar als
dat klopt, kan ik het alleen maar
betreuren.
09.07 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, j'adresserai une
question plus précise au ministre par rapport à ce sujet.
09.07 Karine Lalieux (PS): Ik zal
de minister hierover een meer
specifieke vraag stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
10 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het lot van het nucleair passief" (nr. 907)
10 Interpellation de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le passif nucléaire" (n° 907)
10.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het Parlement werd al meer dan eens de vraag gesteld
naar de bestemming, het lot, de toestand van de 4,3 miljard euro
provisie die is aangelegd op de rug van de verbruiker van elektriciteit
en die bestemd is voor de ontmanteling van de kerncentrales. Zeker
naar aanleiding van de aangekondigde fusie tussen Suez en
Gaz de France rezen bedenkingen bij het feit dat langs Synatom, dat
de provisie beheert en voor 100% dochter is van Electrabel, de
gigantische spaarpot in Franse handen terecht dreigde te komen. Tot
op de dag van vandaag hebben wij nog steeds geen duidelijk
antwoord daarop. Nog niemand, denk ik, weet het antwoord op dit
ogenblik.
Over de spaarpot van 4,3 miljard euro wordt ook vandaag nog steeds
de vraag gesteld of ze op een of andere manier gelinkt zou worden
aan de begroting.
Er is bovendien nog een andere zaak. Het Opvolgingscomité, dat
onder andere moet toezien op het door Synatom uitgeoefende
beheer, trekt aan de alarmbel. In haar advies van 30 mei 2005 stelt
het Opvolgingscomité dat een te groot aandeel van de aangelegde
provisie is uitgeleend aan één enkel bedrijf, wat in strijd is met de wet
van 11 april 2003. De wet voorziet in artikel 14, §1, dat Synatom
maximaal 75% van het totale bedrag mag uitlenen aan de
kernexploitant, in casu dus Electrabel. Daarnaast stelt datzelfde
artikel op bladzijde 5 dat het resterende deel, namelijk 25%, dat niet
mag worden uitgeleend, moet worden belegd in activa buiten de
kernexploitanten met aandacht voor voldoende diversificatie en
spreiding, teneinde het risico te minimaliseren. Volgens het
Opvolgingscomité is precies dat laatste principe met voeten getreden
door het feit dat maar liefst 77% van dat kwart, ofwel 808 miljoen
euro, is uitgeleend aan één enkel bedrijf, zijnde Elia, een bedrijf
waarvan Electrabel bovendien nog eens 27% bezit.
Procedureel gezien bepaalt de wet dat het advies van het
Opvolgingscomité bindend is, maar dat haar verzet bij de minister
dat is dus gebeurd opschortend werkt. Dat brengt ons bij een
volgend probleem.
Hoewel de wet erin voorziet dat de minister het verzet binnen een
korte termijn voorlegt aan de Ministerraad, die een beslissing moet
nemen, laten de minister en de Ministerraad al sinds 13 juni 2005, dat
is de datum van het beroep, na om een beslissing te nemen omtrent
het aangetekende verzet waardoor de door het Opvolgingscomité
aangeklaagde toestand ongestoord kan blijven voortduren. Men kan
zich de vraag stellen, mijnheer de minister, wat dan nog de rol is van
het Opvolgingscomité.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende. Wat zal er
ingevolge de mogelijke fusie tussen Suez en Gaz de France
gebeuren met de nucleaire provisies? Kunt u daarover eindelijk eens
duidelijkheid scheppen? Wanneer zult u een beslissing nemen inzake
10.01 Simonne Creyf (CD&V):
Synatom, qui est détenue à 100 %
par Electrabel, gère les 3,4
milliards d'euros de provision
destinés au démantèlement des
centrales nucléaires. À la suite de
la fusion de Suez et Gaz de
France, cette cagnotte risque
d'être détenue entièrement par
des Français. Nous n'avons
toujours pas reçu de précisions du
ministre sur la suite des
événements. Nous ne savons pas
non plus si le passif nucléaire sera
lié au budget.
L'essentiel est toutefois que le
comité de suivi chargé du contrôle
de la gestion de la provision a tiré
la sonnette d'alarme. Dans son
avis du 30 mai 2005, il a annoncé
qu'une part trop importante de la
provision a été prêtée à une seule
entreprise, ce qui est contraire à la
loi. Un montant de maximum 75 %
peut être prêté à l'exploitant
d'énergie nucléaire. Les 25 %
restants doivent être répartis sous
la forme d'investissements dans
des actifs en dehors du secteur
des exploitants d'énergie
nucléaire. Ce principe a été violé
puisque 77 % des 25 %
susmentionnés 808 millions
d'euros ont été prêtés à Elia qui,
en outre, est la propriété
d'Electrabel à raison de 27 %.
Bien que l'avis du comité de suivi
soit contraignant, le ministre peut
faire opposition, ce qu'il a fait. Dès
lors, la décision incombe à présent
au Conseil des ministres. Celui-ci
n'ayant toutefois pris aucune
décision depuis le 30 juin 2005, la
situation illicite se poursuit tout
bonnement.
Qu'adviendra-t-il du passif
nucléaire après la fusion entre
Suez et Gaz de France? Quand
prendra-t-on une décision
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
het verzet dat werd ingesteld door Synatom tegen het advies van het
Opvolgingscomité? In welke zin zult u beslissen en waarom? Is het
bedrag van 800 miljoen euro, dat Elia in zijn bezit heeft, in strijd met
de wettelijke diversificatieplicht? Hoe verantwoordt u het feit dat er
nog steeds geen beslissing is genomen, hoewel we ondertussen al
ruim een jaar verder zijn?
In het principeakkoord tussen Suez en de Belgische regering over de
fusie tussen Suez en Gaz de France staat dat in de loop van 2007
een nieuwe vennootschap zal worden opgericht waarin de nucleaire
provisies zullen worden ondergebracht. Het aandeel van de Staat zou
50% belopen. Mijnheer de minister, hoe moeten wij dit begrijpen? Hoe
zit deze constructie precies in mekaar? Is dit al een verworven
constructie? Betekent dit dat de Belgische Staat zal moeten betalen
voor die 50% aandelen in Synatom? Hoe moeten wij heel deze
constructie, zoals ze heel summier in de pers is verschenen,
opvatten?
concernant l'opposition formée par
le ministre à l'avis du comité de
suivi ? Quelle en sera la teneur?
L'accord de principe avec Suez et
Gaz de France prévoit la création
d'une nouvelle société où sera
logée la provision nucléaire. L'État
en sera actionnaire à 50 %.
Comment cette construction se
présentera-t-elle précisément?
L'État devra-t-il payer pour les
50 % d'actions dans Synatom?
10.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik kan de
eerste vraag van mevrouw Creyf kort beantwoorden.
Ik kan u verzekeren dat een wijziging van de aandeelhoudersstructuur
van Electrabel niets verandert aan de verplichtingen van Electrabel
ten opzichte van de Belgische Staat. We hebben dat trouwens
vastgelegd in de wet. Als de wet niet wordt gewijzigd, blijft die
bepaling ook van toepassing. Er bestaat geen enkele intentie om de
wet op dat vlak te wijzigen. De verantwoordelijkheid blijft dus integraal
bij Electrabel voor de verplichtingen die zij is aangegaan en die zij niet
contractueel, maar wettelijkheidshalve draagt.
Ik zal nu eerst de vierde vraag beantwoorden. De adviezen van het
Opvolgingscomité inzake de financiële investeringen van de
kernprovisievennootschap in het gedeelte van de voorzieningen dat
niet het voorwerp mag uitmaken van leningen aan de kernexploitant
en de categorieën van activa waarin de kernprovisievennootschap het
deel van de fondsen dat zij niet mag lenen aan de kernexploitanten
investeert en de beroepen die de kernprovisievennootschap heeft
aangetekend tegen die adviezen, vormen een moeilijke en
ingewikkelde materie. Ik moet dat eerlijkheidshalve toegeven.
Ik kan dat illustreren met drie korte voorbeelden, die echter tot de
verbeelding spreken. Ten eerste, na het advies van het
Opvolgingscomité over de financiële investeringen van de
kernprovisievennootschap Synatom is de afhankelijkheid van Elia ten
opzichte van Electrabel geëvolueerd. De deelname van Electrabel in
Elia is gedaald van 64% naar 27,5%. Het Opvolgingscomité heeft zijn
advies echter niet gewijzigd, terwijl de situatie toch helemaal
veranderd is. Ten tweede, er was geen unanimiteit in het
Opvolgingscomité over de twee adviezen. Een lid heeft het eerste
advies expliciet niet goedgekeurd en het tweede advies zelfs niet
ondertekend. In zijn beroep tegen het advies over de categorieën van
activa heeft Synatom verwezen naar een analyse van de juridische
dienst van de Nationale Bank van België waarin voorbehoud wordt
gemaakt over de kwaliteit van het advies. Hiermee wordt aangetoond
dat hetgeen voorligt, geen piece of cake is. Ten derde, ik heb de wens
uitgedrukt dat het tot een consensus zou komen tussen Synatom en
het Opvolgingscomité over de keuze van de financiële investeringen.
Ik heb echter moeten vaststellen dat er niet alleen geen consensus is
10.02 Marc Verwilghen, ministre:
La modification de l'actionnariat ne
change rien aux obligations
d'Electrabel vis-à-vis de l'État
belge. Celles-ci sont en effet
inscrites dans la loi.
En ce qui concerne l'avis du
comité de suivi, il ne faut pas
perdre de vue qu'il s'agit en
l'espèce d'une matière
particulièrement complexe, ce que
je puis illustrer à l'aide de
quelques exemples. Depuis que le
comité a rendu son avis, la
dépendance d'Elia à l'égard
d'Electrabel s'est
considérablement réduite mais le
comité n'a cependant pas modifié
son avis. Par ailleurs, il n'y avait
pas d'unanimité sur les deux avis
au sein du comité. Un membre n'a
expressément pas approuvé le
premier avis et n'a même pas
signé le second. La qualité de
l'avis est en outre remise en cause
dans une analyse effectuée par le
service juridique de la Banque
nationale de Belgique (BNB).
J'ai dit combien je souhaite que
Synatom et le comité de suivi
parviennent à un consensus sur le
choix des investissements mais je
constate que les deux parties n'ont
même pas commencé à dialoguer.
Il convient d'examiner de manière
encore plus approfondie les avis et
les appels interjetés contre eux, ce
qui demande évidemment du
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
bereikt, maar dat er zelfs geen dialoog tot stand kon komen over het
onderwerp.
U begrijpt dat de adviezen en de beroepen dus een grondige analyse
vergen. Dat neemt veel tijd in beslag en daarom kon nog geen
beslissing worden genomen. Ik begrijp dat het u ergert dat het
allemaal zo lang aansleept en dat het sneller zou moeten kunnen
gaan. Men moet echter wel beschikken over de middelen om het
sneller te doen gaan.
Ten tweede, de grondige analyse zal nog enige tijd duren. Daarmee is
men volop bezig. Wanneer die afgerond kan worden, zal het dossier
worden voorbereid voor de Ministerraad. Ik kan op dit ogenblik
moeilijk een precieze datum geven wanneer een beslissing zal
worden genomen.
Ik kom op uw derde vraag: is de 808 miljoen euro die Elia in zijn bezit
heeft in strijd met de diversificatieplicht en in welke zin zal er een
beslissing genomen worden? Ik kan mij daarover moeilijk uitspreken.
Ik wens het resultaat van de grondige analyse af te wachten, want elk
engagement dat ik ondertussen zou aangaan, zou totaal
contraproductief kunnen zijn of gewoon tegengesproken worden door
de loutere vaststellingen in het dossier.
U hebt één bijkomende vraag terecht toegevoegd inzake het eenzijdig
engagement dat door de groep Suez-Electrabel is genomen en dat
namens deze groep, samen met Gaz de France, is voorgesteld aan
de Europese Commissie. Daarin is effectief sprake van het nucleair
passief. De constructie die voor ogen wordt genomen de vraag
wordt mede ondersteund door de regio's, inbegrepen de Vlaamse
minister voor Energie is dat men tot een soort van vehikel zou
kunnen komen dat de taken van het Opvolgingscomité voor een stuk
overneemt. Die taken zijn uitsluitend gefocaliseerd op controle en
beheer en ook de opvolging van dat beheer, met een bijkomende
vraag naar meer investeringen die zich naar België toe vertalen. Ik
moet u niet zeggen dat als men ooit zal moeten overgaan tot het
aanwenden van deze nucleaire provisies, het zal zijn voor de
ontmanteling van de kerncentrales in België. Wij hebben er ook alle
belang bij dat het naar Belgische investeringen kan gaan, die
natuurlijk zullen moeten voldoen aan de voorwaarden die door de wet
zijn voorgesteld. Dat wil zeggen dat er ook voldoende rendement uit
moet voortkomen. Het overleg met de Gewesten en de
Gemeenschappen heeft duidelijk aangegeven dat men deze formule
eigenlijk gunstig gezind is en ik denk, eerlijkheidshalve, dat het ons
ook verder zal brengen dan de werking van het Opvolgingscomité tot
nu toe. Ik heb hier al aangetoond dat die werking niet van een leien
dakje loopt, maar het loopt ook niet van een leien dakje vanwege de
ingewikkeldheid van de materies die moeten behandeld worden.
temps. Ce dossier ne pourra être
examiné au Conseil des ministres
que lorsque cette analyse
approfondie aura été effectuée.
Aussi, je ne suis pas en mesure
de vous dire à quelle date
exactement une décision sera
prise.
Je ne puis me prononcer sur la
question de savoir si la gestion
des 808 millions d'euros par Elia
est contraire à l'obligation légale
de diversification car toute
déclaration que je pourrais faire à
ce sujet pourrait être contredite
par les conclusions finales dans ce
dossier.
Il est exact que dans l'engagement
unilatéral de Suez-Gaz de France,
il est question d'un nouveau
véhicule pour la gestion du passif
nucléaire, chargé de reprendre
partiellement les missions du
comité de suivi. Il s'agit
exclusivement des missions de
contrôle et de gestion car il
importe en effet que les
investissements soient profitables
pour l'économie belge, ce qui
présuppose évidemment que leur
rendement soit suffisant. La
concertation avec les
Communautés et les Régions a
montré que cette formule emporte
l'adhésion. Je pense par ailleurs
que cette formule devrait nous
permettre d'améliorer la situation
par rapport au fonctionnement du
comité de suivi jusqu'à ce jour.
Comme je l'ai dit, le comité est loin
de fonctionner sans anicroche.
10.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, bij uw laatste conclusie stel ik mij toch vragen. Synatom is
eigenlijk voor 100% een dochter van Electrabel. Die verwevenheid is
toch bijzonder nauw. Er wordt een comité opgericht dat op Synatom
moet toezien. Dat comité geeft adviezen, waarvan u zegt dat ze
verdeeld zijn en dat de kwaliteit laag is. Het advies dateert echter al
van 30 mei 2005, voor de laatste recente evoluties op het vlak van de
fusie van Suez en Gaz de France op tafel zijn gekomen. Dit kan men
dus nog moeilijk als een argument inroepen. Ik denk dat het gegeven
10.03 Simonne Creyf (CD&V):
Synatom appartient à 100 pour
cent à Electrabel: une imbrication
plus importante est difficilement
envisageable. Le ministre prétend
à présent que la qualité des avis
du comité chargé de contrôler
Synatom laisse à désirer et que
les membres du comité ne sont
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
om controle en toezicht vraagt. Dat is bijzonder belangrijk. Als de
formule van het overlegcomité niet werkt, kunnen wij inderdaad de
vraag stellen wat de waarde nog is van een advies van dat
Opvolgingscomité door middel van het indienen van een beroep.
Mijnheer de minister, u moest op een korte termijn reageren. Ik vind
dat de geest van de wet met voeten wordt getreden als er vandaag,
oktober 2006, nog geen enkele reactie van u is gekomen. De vraag
rijst zelfs of dit niet bewust is gebeurd. Ik denk dat de Ministerraad al
veel sneller een beslissing had moeten nemen. De korte termijn wordt
dus niet gerespecteerd. De wet wordt dus met voeten getreden.
Bij de bespreking van de wet in 2003 heeft CD&V gepleit voor een
nog groter deel dat niet mocht wordt uitgeleend, namelijk 50% in de
plaats van 25%. Wij hebben ook gepleit voor een belangrijkere rol
voor het Opvolgingscomité, precies om te vermijden dat het nucleair
passief in vreemde handen zou terechtkomen. Aanvankelijk was het
trouwens de bedoeling dat het aandeel dat voor Electrabel ter
beschikking zou zijn op een systematische manier zou worden
afgebouwd, wat uiteindelijk ook nog niet is gebeurd.
Mijnheer de minister, er moet in elk geval duidelijkheid komen over de
4,3 miljard euro naar aanleiding van de fusie. U hebt een tipje van de
sluier opgelicht, maar ik vind dat het toch nog altijd onvoldoende
duidelijk is wat met de 4,3 miljard euro zal gebeuren, hoe dat precies
zal gebeuren en wat er uiteindelijk toch in Franse handen zal
verdwijnen.
Mijnheer de minister, ik heb een motie van aanbeveling voorbereid,
waarin ik de regering verzoek om de nucleaire provisies die bij
Synatom zijn ondergebracht in België te houden, want ze horen toe
aan de Belgische gemeenschap. De regering moet erop toezien dat
de eventuele besteding, vooral de Belgische economie ten goede
komt.
Tevens moet de Belgische regering garanderen dat de middelen
beschikbaar en mobiliseerbaar zijn op het ogenblik dat ze nodig zijn
voor de ontmanteling van de kerncentrales. Bovendien moet ervoor
gezorgd worden u hebt er zopas op gealludeerd dat de
aansprakelijkheid voor eventuele bijkomende afvalbeheerkosten of
ontmantelingskosten door Suez niet kan worden afgewenteld op de
Belgische staat en bijgevolg op de Belgische gezinnen en bedrijven.
Daarom dien ik een motie van aanbeveling in.
par ailleurs pas d'accord. Mais
l'avis date déjà du 30 mai 2005. Si
la formule du comité de suivi ne
fonctionne pas, nous pouvons en
effet nous demander quelle est la
valeur de ses avis.
Le ministre a omis de réagir dans
un délai rapide, comme l'impose la
loi. Le Conseil des ministres aurait
dû prendre une décision beaucoup
plus rapidement. La loi est
manifestement bafouée.
Lors de la discussion de la loi en
question en 2003, nous avons
préconisé de ne pas autoriser le
prêt d'une plus grande partie du
montant, à savoir la moitié. Nous
avons également insisté sur le
renforcement du rôle du comité de
suivi, précisément pour éviter que
le passif nucléaire ne tombe entre
des mains étrangères. La part
disponible pour Electrabel devait
d'ailleurs être systématiquement
réduite, ce qui n'est toujours pas le
cas.
Il faut savoir clairement ce qu'il
adviendra de la somme de 4,3
milliards d'euros après la fusion.
Nous devons savoir exactement
quels montants seront aux mains
des Français.
Je dépose une motion de
recommandation pour demander
au gouvernement de maintenir les
provisions Synatom en Belgique et
de veiller à ce que d'éventuels
investissements profitent
essentiellement à l'économie
belge. Par ailleurs, le
gouvernement doit garantir que les
moyens seront disponibles et
mobilisables au moment où les
centrales nucléaires devront être
démantelées et que Suez ne
puisse reporter la responsabilité
de frais supplémentaires éventuels
sur les consommateurs belges.
10.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, avant les vacances, j'avais déposé une interpellation et étant
donné le délai, j'avais également introduit une question écrite, à
laquelle j'ai obtenu une réponse. Aussi ai-je retiré mon interpellation
de manière à pouvoir vous interroger plus tard en rebondissement à
10.04 Muriel Gerkens (ECOLO):
Wat het bedrag van 4,3 miljard en
wat Synatom betreft, ben ik, net
als mevrouw Creyf, bezorgd, ook
met betrekking tot de
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
la réponse, puisque des rapports complémentaires avaient été
demandés par le Comité du suivi et que ces rapports sont toujours en
attente.
Indépendamment de cela et sur la partie relative aux 4,3 milliards et à
Synatom, je voudrais me joindre à la préoccupation de Mme Creyf en
lien avec les discussions relatives à la Pax Electrica II. On y reviendra
peut-être lors d'une prochaine question. Je pense qu'il faut veiller à ce
que cet argent soit correctement investi en Belgique de manière à
servir au démantèlement. Il importe également de protéger cet argent
des besoins financiers et des intentions du gouvernement belge
d'investir ou de s'accaparer une part du capital de Synatom. En la
matière, il incombe au gouvernement d'assumer les responsabilités
techniques et financières du démantèlement des centrales.
Eu égard à ce qui précède, j'aurais voulu un complément de réponse
de votre part, monsieur le ministre. Si le gouvernement belge prend
une part de l'actif de Synatom, ne prend-il pas aussi la responsabilité
technique et financière du démantèlement des centrales? Auquel cas,
le citoyen devra payer une seconde fois pour ce démantèlement. Pour
la suite, nous interviendrons via d'autres questions ou dans un autre
contexte.
besprekingen rond de
Pax
Electrica bis.
We moeten erover waken dat dat
geld in België wordt geïnvesteerd,
met het oog op de ontmanteling
van de kerncentrales. De regering
heeft haar oog laten vallen op een
deel van het kapitaal van
Synatom. We moeten die plannen
verijdelen en het geld veilig stellen.
Indien de regering zich een deel
van de activa van Synatom toe-
eigent, neemt ze dan niet ook de
technische en financiële
verantwoordelijkheid voor de
ontmanteling van de centrales
over? In dat geval zal de burger
een tweede keer voor die
ontmanteling moeten betalen.
10.05 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik was van
plan nog drie dingen op te merken voor mevrouw Creyf. Ik zal tegelijk
ook antwoorden op de opmerking van mevrouw Gerkens.
Ik heb niet gezegd dat het advies niet juridisch kwaliteitsvol is. Ik zeg
alleen dat er een lid is tussengekomen van het Opvolgingscomité dat
niet alleen heeft geweigerd te tekenen, maar ook het eerste advies
expliciet niet heeft goedgekeurd. Dan is er een opmerking gekomen
van de juridische dienst van de Nationale Bank van België met
betrekking tot de waarde van het juridisch advies. Niet ik zeg dat dus
maar wel de juridische dienst van de Nationale Bank van België.
Wat wordt verstaan onder korte termijn? De werkzaamheden zijn niet
bijzonder duidelijk. Er is nog zo'n woord dat in het verleden aanleiding
tot discussie heeft gegeven: het woord "onverwijld". Hier is het "korte
termijn". Wat is dat in deze materie? Ware het niet beter geweest
mocht de wetgever een termijn hebben bepaald? Die vragen kunnen
we ons nu wel stellen, maar ze brengen niet onmiddellijk aarde aan
de dijk.
Ik kom tot de derde opmerking en daar hebt u wel een punt. Het wordt
ook door mevrouw Gerkens aangehaald. Het eenzijdig engagement
dat nu wordt voorgesteld en waarvan we zullen zien of Europa dat
aanneemt, voorziet effectief in de constructie van een nieuw vehikel,
wat ik heb gezegd. Het belangrijkste is te weten dat een provisie dient
voor het moment waarop men de ontmanteling van de kerninstallaties
zal moeten aanvatten. Die provisie werd aangelegd en dus is daar
door de consument voor betaald. Men kan daarvoor geen tweede
keer laten betalen. Wat dat betreft moet het bedrag van 3,4 miljard zo
worden belegd en beheerd dat op het ogenblik waarop men dit nodig
heeft, men daarmee ook de kosten zal kunnen dragen van die toch
wel zeer kostelijke operatie die dan zal moeten worden voltrokken.
10.05 Marc Verwilghen, ministre:
Ce n'est pas moi, mais le service
juridique de la BNB qui a dit que
les avis du comité ne seraient pas
de qualité. Je dis seulement qu'un
membre du comité a refusé de
signer un des avis et qu'il a
formellement rejeté le premier
avis.
Il est vrai que la notion de « à
court terme » est floue. Il aurait été
préférable que la loi soit plus claire
sur ce point, mais il faut faire avec.
Le consommateur a déjà payé
pour la provision pour le
démantèlement. Il est exclu de le
faire payer deux fois. Il faudra que
les 4,3 milliards d'euros soient
investis et gérés de telle sorte que
le montant final suffise à couvrir le
coût du démantèlement.
C'est une des raisons pour lesquelles, madame Gerkens, tant la
proposition qui a été faite que les pourparlers que nous avons eus
De technische
verantwoordelijkheden blijven bij
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
avec les responsables de Suez, Electrabel et Gaz de France
spécifiaient que les responsabilités techniques continueraient à être
assurées par Synatom. Il appartient à ce dernier de consentir les
efforts nécessaires. De plus, il a été rétribué pour ce faire. Il a reçu
une provision. Il n'est donc pas question de faire payer une seconde
fois les consommateurs!
Ma deuxième constatation est que les responsabilités sont d'ordre
technique: en effet, la technicité sera indispensable pour le travail à
accomplir. Cet élément reste donc dans le portefeuille de Synatom,
donc dans le portefeuille de Suez-Electrabel et, si la fusion se réalise,
dans le portefeuille de cette nouvelle structure.
En même temps, nous avons demandé que le contrôle et la gestion
soient effectués par un autre moyen que celui utilisé actuellement.
Ces deux éléments seront introduits dans le nouveau "vehicle" dont je
vous ai parlé: en effet, les trois Régions et le fédéral se sont accordés
pour une telle solution, bien entendu, seulement à partir de l'obtention
du feu vert de la Commission européenne pour poursuivre en cette
matière.
Synatom berusten. De consument
zal daar geen gevolgen van
ondervinden.
De controle en het beheer zullen
worden toevertrouwd aan het
nieuwe 'vehicle' waarover de drie
Gewesten en de federale overheid
het eens zijn geworden. Wij
wachten op het groene licht van de
Europese Commissie om verdere
stappen te zetten.
10.06 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan de
minister natuurlijk volgen. Wat dit betreft, zijn we dezelfde mening
toegedaan. De gelden moeten beschikbaar zijn en mobiliseerbaar. De
gelden zijn afkomstig van de energiegebruikers. Het kan niet dat de
consument binnen afzienbare tijd nog een tweede keer zou moeten
betalen. Op dit punt delen wij volkomen de mening van de minister.
Mijnheer de minister, u kan het ons evenwel niet kwalijk nemen dat
we niet voor 100% gerust zijn in de uitvoering ervan en nog een aantal
reserves behouden omtrent de zekerheid die deze regering ons
hierover op dit ogenblik garandeert.
10.06 Simonne Creyf (CD&V):
Nous pouvons suivre le ministre
dans son raisonnement. L'argent
des consommateurs d'énergie doit
être "mobilisable". Il est exclu que
le consommateur doive payer une
seconde fois dans un délai
rapproché. Nous nous inquiétons
toutefois de la mise en oeuvre
pratique.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Simonne Creyf, Muriel Gerkens en Trees
Pieters en door de heer Melchior Wathelet en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Simonne Creyf
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
verzoekt de regering
- de nucleaire provisies die zijn ondergebracht bij Synatom in België te houden, want ze horen toe aan de
Belgische gemeenschap;
- erop toe te zien dat de eventuele besteding vooral de Belgische economie ten goede komt;
- te garanderen dat de middelen beschikbaar zijn op het ogenblik dat ze nodig zijn voor de ontmanteling van
de kerncentrales;
- ervoor te zorgen dat de aansprakelijkheid voor eventuele bijkomende afvalbeheer- en
ontmantelingskosten niet zal afgewenteld worden door Suez op de Belgische Staat en dus op de Belgische
gezinnen en bedrijven."
Une motion de recommandation a été déposée par Mmes Simonne Creyf, Muriel Gerkens et Trees Pieters
et par M. Melchior Wathelet et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Simonne Creyf
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
et la réponse du ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique,
demande au gouvernement
- de maintenir en Belgique les provisions nucléaires placées chez Synatom qui appartiennent à la
communauté belge;
- de veiller à ce qu'une éventuelle affectation profite principalement à l'économie belge;
- de garantir que les moyens seront disponibles lorsqu'ils seront nécessaires pour le démantèlement des
centrales nucléaires;
- de veiller à ce que Suez ne répercute pas la responsabilité d'éventuels coûts supplémentaires afférents à
la gestion des déchets et au démantèlement sur l'État belge et, dès lors, sur les ménages et les entreprises
belges."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Georges Lenssen.
Une motion pure et simple a été déposée par M. Georges Lenssen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
11 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de twee nieuwe stroomtaksen" (nr. 12408)
11 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les deux nouveaux prélèvements en matière de production
d'électricité" (n° 12408)
11.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens de tweede begrotingscontrole voor 2006 besliste de
regering om twee, min of meer nieuwe, heffingen in het leven te
roepen.
De eerste heffing betrof de reeds eerder aangekondigde heffing op de
niet-gebruikte sites. Aanvankelijk was begroot dat deze 150 miljoen
euro zou opbrengen voor zover Electrabel de concurrentie geen
terreinen ter beschikking zou stellen die een capaciteit van 1500
megawatt konden leveren.
Mijnheer de minister, u herinnert zich waarschijnlijk nog het debat dat
wij toen daarover hebben gevoerd. Wij hebben daarover vragen
gesteld. Wij hebben u gevraagd of het zou gaan om een of/of-
operatie, ofwel om een en/en-operatie. Wij vreesden namelijk dat het
een en/en-verhaal zou worden. U herinnert zich ongetwijfeld dat
debat. Wij hebben dat debat gevoerd in de commissie. Wij hebben
het ook in de plenaire vergadering gevoerd. U hebt toen bij hoog en
bij laag wij kunnen dat waarschijnlijk nog terugvinden beweerd dat
het om een of/of-operatie ging.
Er is nu toch iets aan het veranderen. Er is ergens iets aan het
wijzigen. Er wordt nu immers gesproken over een jaarlijkse
wederkerende belasting. Dat is toch wel enigszins verwonderlijk als
men ervan uitgaat dat ondertussen sites zouden kunnen ter
beschikking gesteld worden van de concurrentie.
De tweede heffing betreft een heffing op centrales die elektriciteit
opwekken via steenkool of zware stookolie. Naar schatting zou deze
heffing dit jaar nog 20 miljoen euro opleveren. Voor de volgende jaren
is er zelfs sprake van 30 tot 40 miljoen euro, en dat elk jaar. Dit is
zogezegd een gegeven uit milieuoverwegingen
Beide heffingen treffen overduidelijk Electrabel die immers de enige is
11.01 Simonne Creyf (CD&V):
Lors du deuxième contrôle
budgétaire de 2006, le
gouvernement a créé deux taxes
plus ou moins neuves. Le
prélèvement sur les sites non
utilisés avait déjà été annoncé
auparavant et devait rapporter 150
millions d'euros pour autant
qu'Electrabel ne mette aucun
terrain capable de livrer 1 500
mégawatts à la disposition de la
concurrence. Nous craignions à
l'époque de voir l'avènement d'une
taxe doublée d'une mise à
disposition. Le ministre a
cependant prétendu qu'il s'agissait
d'une réelle alternative. À
présent, quelque chose a
manifestement changé, car on
parle désormais d'un prélèvement
annuel. On peut s'en étonner, car
entre-temps, certains sites
pourraient être mis à la disposition
de la concurrence.
Une taxe frappera également les
centrales générant de l'électricité à
partir de charbon ou de fuel lourd.
On estime que ce prélèvement
rapporterait 20 millions d'euros
cette année. Pour les années à
venir, il est question de 30 à 40
millions d'euros par an. Seul
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
die beschikt over dergelijke installaties. Alleen is de grote vraag en
dit is onze bezorgdheid, mijnheer de minister of men via Electrabel
niet opnieuw de consumenten zal treffen. Het is immers zeer
waarschijnlijk dat Electrabel de nieuwe heffingen zal doorrekenen aan
de consument.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende.
Welke sites heeft Electrabel ter beschikking gesteld en welke zijn
effectief reeds verkocht of aangekocht door andere spelers? In de
mate dat er inderdaad sites ter beschikking zijn gesteld, waarom dan
nog een heffing?
Wat is de reden waarom er nu wordt gesproken over een jaarlijks
wederkerende heffing op niet-gebruikte sites, die elk jaar 70 miljoen
euro moet opbrengen? Vanwaar komt dat bedrag? Is daarvan nu een
raming gemaakt? Wij vonden toen reeds dat het bedrag van 150
miljoen niet gemotiveerd was, hoe wordt nu die 70 miljoen euro
gemotiveerd?
Waarom gaat het om een jaarlijks terugkerende heffing? Slaat die
heffing alleen op nucleaire sites?
Zal de heffing worden geschrapt eens de vereiste capaciteit ter
beschikking is gesteld?
Wat betreft de bevoorradingszekerheid, is het verantwoord om
centrales die elektriciteit opwekken via steenkool of zware stookolie
extra te belasten, gelet op het feit dat wij nog steeds worden
geconfronteerd met de nucleaire uitstap? Moeten wij juist niet, in het
kader van de nucleaire uitstap, aan diversificatie doen? Is het
Electrabel toegestaan om deze heffing door te rekenen aan haar
klanten? Zal dit wettelijk worden verboden? Op welke manier zal
worden voorkomen dat Electrabel deze heffingen doorrekent aan de
consumenten?
Electrabel dispose de ce type
d'installations. Il est très probable
qu'Electrabel va répercuter les
deux taxes sur le consommateur.
Quels sites Electrabel a-t-il mis à
disposition? Lesquels ont
effectivement été achetés? D'où
vient toutefois la taxe? Comment
arrive-t-on au montant de
70 millions d'euros de taxe
annuelle récurrente sur les sites
non affectés? La taxe ne
s'applique-elle qu'aux sites
nucléaires? La taxe sera-t-elle
supprimée lorsque la capacité
exigée aura été mise à
disposition? Se justifie-t-il du point
de vue de la sécurité
d'approvisionnement de lever des
taxes supplémentaires sur des
centrales qui génèrent de
l'électricité avec du charbon ou du
fuel lourd? Ne faudrait-il pas
précisément diversifier dans le
cadre de la sortie du nucléaire?
Electrabel peut-elle légalement
répercuter les taxes sur les
clients? Dans la négative,
comment va-t-on l'empêcher?
11.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, in antwoord op uw
eerste vraag wijs ik erop dat van de drie niet-benutte sites voor de
elektriciteitsproductie, die momenteel door Electrabel ter beschikking
worden gesteld, het volgende kan worden gezegd.
De site Beringen is ondertussen verkocht aan de vennootschap EON.
Voor de andere sites, namelijk het u welbekende Sint-Pieters-Leeuw
en Marchienne-au-Pont, worden de onderhandelingen met de
vennootschap Endessa gevoerd.
Behalve de door Electrabel reeds ter beschikking gestelde, niet-
benutte sites beschikken de elektriciteitsproducenten van België nog
over een reeks andere niet-benutte sites. Dat betekent concreet dat,
om de concurrentie binnen het bewuste productiesegment te
verhogen, ook voornoemde niet-benutte sites ter beschikking van de
markt moeten worden gesteld. Ofwel gebruiken de producenten ze
zelf, ofwel stellen zij de sites ter beschikking van andere spelers.
Dat laat mij toe om uw tweede vraag over de jaarlijks terugkerende
heffing te beantwoorden.
Wij zijn nu van een of-of-verhaal in een en-en-verhaal beland. De
11.02 Marc Verwilghen, ministre:
En ce qui concerne les sites
inexploités mis à disposition par
Electrabel, le site de Beringen a
entre-temps été vendu à la société
E.ON. Pour les sites de Sint-
Pieters-Leeuw et de Marchienne-
au-Pont, des négociations sont en
cours avec la société Endesa. Les
producteurs d'électricité sis en
Belgique disposent encore d'une
série d'autres sites inexploités.
Ceux-ci doivent également être
mis à la disposition du marché
pour accroître la concurrence. En
ce qui concerne le prélèvement
annuel, nous avons aujourd'hui
abouti à une situation « et/et ». Le
prélèvement diminue
proportionnellement à
l'accroissement du nombre de
sites inexploités mis à disposition,
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
heffing daalt naarmate meer niet-benutte sites ter beschikking worden
gesteld. Dat is een stok achter de deur of een incentive om de
elektriciteitsproducenten van België aan te zetten tot het bereiken van
de doelstelling die met de maatregel wordt beoogd, namelijk het
mogelijk maken van de verhoging van de concurrentie binnen het
productiesegment van de elektriciteitsmarkt.
Ten derde, bij de opmaak van de wettekst hebben de
elektriciteitsproducenten van België een lijst van niet-benutte sites
medegedeeld. Het is evident dat, wanneer het voorwerp van de
heffing niet meer bestaat, doordat alle sites zijn benut, er ook geen
heffing meer zal moeten worden geheven. Er werd trouwens ook een
evenredigheidsmechanisme afgesproken. Naarmate er meer
megawatt uit het systeem verdwijnt, daalt de opbrengst.
Ten vierde, wat betreft het bijzonder accijnsrecht op steenkool en op
zware stookolie bestemd voor de energieverslindende
ondernemingen, zoals onder meer de installaties en
elektriciteitsproductie van Electabel, is in de fiscale wetgeving
voorzien in een taxatie van energieproducten en elektriciteit.
Of het opportuun is het accijnsrecht te handhaven, aan te passen of
af te schaffen, zal moeten worden onderzocht op het ogenblik van de
indiening van het verslag van de commissie die werd opgericht voor
het analyseren van het Belgische energiebeleid tegen 2030. De
commissie zit nu in de laatste fase. Op basis van de besluiten van de
commissieleden dient de regering vervolgens de inhoud van de
fiscale maatregelen te beoordelen die het meeste geschikt zijn om de
energiebevoorradingszekerheid van het land veilig te stellen.
Ten vijfde, het is wettelijk omschreven dat het de taak is van elke
elektriciteitsproducent, dus ook van Electrabel, om de verkoopprijs
van elektriciteit te bepalen. Zij doet dat op basis van al haar kosten,
dus inbegrepen de verschillende taksen die bestaan, ongeacht of ze
nu lokaal, provinciaal, regionaal of federaal zijn of ongeacht het om
bijdragen of heffingen gaat. Al het voornoemde wordt in aanmerking
genomen om tot de prijsbepaling te komen.
Zo werkt het systeem, en zo zal het ook blijven werken.
ce qui doit renforcer la
concurrence dans le segment de
production du marché de
l'électricité. Lors de la rédaction du
texte de loi, les producteurs
d'électricité ont communiqué une
liste de sites inexploités. Il va de
soi que le prélèvement disparaît
avec la disparition de son objet.
Il a été convenu d'un mécanisme
de proportionnalité. Les recettes
diminuent à mesure que
disparaissent les mégawatts. En
ce qui concerne les droits
d'accises spéciaux sur le charbon
et le fuel lourd destiné aux
entreprises grosses
consommatrices d'énergie, une
taxation des produits énergétiques
et de l'électricité est prévue. La
question de l'opportunité de la
perception du droit d'accises
pourra être examinée lorsque la
commission chargée d'analyser la
politique énergétique de la
Belgique d'ici à l'an 2030 aura
remis son rapport. Le
gouvernement devra alors, sur la
base des conclusions de ce
rapport, examiner quelles mesures
fiscales sont les mieux à même de
garantir la sécurité de
l'approvisionnement énergétique
du pays. Il appartient à chaque
producteur d'électricité de fixer le
prix de vente de l'électricité. Ce
prix est fixé sur la base de tous les
coûts, y compris les taxes.
11.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uw antwoord verrast mij heel erg. Ik ben in zekere zin ook
verrast dat u voor het eerst heel duidelijk bent.
Ten eerste, u hebt gezegd dat het niet "of of" is maar "en en". U zegt
dat het verhaal van "of of" een verhaal van "en en" is geworden. Het is
dus een begrotingsmaatregel.
Ten tweede, u zegt ook dat de taksen en alle kosten van Electrabel
zullen worden verrekend in de prijs. Mijnheer de minister, ik heb het
nog nooit zo duidelijk gehoord. De nieuwe heffingen die de overheid
oplegt, zullen worden doorverrekend in de prijs voor de consument.
Met andere woorden, de premier probeert zijn begrotingstekort binnen
de perken te houden via deze begrotingsmaatregel, maar de
verbruiker zal dat betalen. Suez is voornamelijk een Franse
onderneming en is inderdaad geen liefdadigheidsinstelling. U
bevestigt dat als door de Belgische Staat nieuwe heffingen worden
11.03 Simonne Creyf (CD&V):
Cette réponse m'étonne car pour
la première fois, le ministre fait
preuve de clarté. Il ne s'agit donc
pas d'alternatives mais bien de
conditions complémentaires. Il
s'agit par conséquent d'une
mesure budgétaire. Tous les frais
et taxes seront répercutés sur les
prix à la consommation. Le
premier ministre tente ainsi de
limiter son déficit budgétaire. Les
100 millions d'euros dont Suez fait
cadeau aux pouvoirs publics pour
la réduction de la facture gazière
offerte par les autorités belges à
ceux qui se chauffent au gaz
seront soigneusement répercutés
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
opgelegd dit zal worden verrekend in de kostprijs voor elektriciteit.
We moeten dan ook aannemen dat de 100 miljoen euro die Suez aan
de Belgische overheid schenkt - de vermindering van de gasfactuur
die de Belgische overheid heeft toegestaan aan wie met gas
verwarmt - zal worden doorverrekend in de kostprijs voor energie.
Wie is het slachtoffer? Wie zal betalen? De verbruiker. Verhofstadt zal
zijn begrotingstekort kunnen beperken maar de verbruiker zal betalen.
Het is nog nooit zo duidelijk geweest en zo scherp gesteld als nu door
uw antwoord.
dans le prix de l'énergie. Le
consommateur paiera donc la
facture!
11.04 Minister Marc Verwilghen: Ik kan aannemen dat dit de uitleg is
die u daaraan geeft, mevrouw Creyf.
11.05 Simonne Creyf (CD&V): U hebt het zelf gezegd, mijnheer de
minister.
11.06 Minister Marc Verwilghen: U moet mij geen woorden in de
mond leggen die ik niet heb uitgesproken. U zegt dat het een
begrotingsmaatregel is, ik zeg dat het dat niet is. Het is een maatregel
om de concurrentie op de markt te bevorderen en degene die x-aantal
duizenden megawatt in zijn bezit heeft en ze niet gebruikt, te
verplichten ze op de markt te brengen. Dat is de maatregel en niets
anders. Indien u daarvan een begrotingsmaatregel wil maken, wil ik u
dat goed recht gunnen, maar dat is het niet. Het is in wezen een
maatregel die ertoe strekt dat men het aantal megawatt die men in
zijn bezit heeft en niet gebruikt, op de markt moet brengen. Brengt
men ze niet op de markt, dan moet men een heffing betalen.
Ik geef toe, in het verleden ging het enkel over 1.500 megawatt of drie
installaties. Zij zijn die verplichtingen ondertussen nagekomen. Ik heb
u gezegd wat de stand van zaken is. Wij hebben echter gemerkt dat,
als men het daarbij laat, zij geen enkele bijkomende inspanning zullen
doen om die extra duizenden megawatt die ze nochtans ter hunner
beschikking hebben, op de markt te brengen. Ze hebben er trouwens
geen belang bij om ze op de markt te brengen, want ze hebben er
eenvoudig voordeel bij om ze geblokkeerd te houden. Concurrenten
kunnen er niet bij komen en zij hebben ze niet nodig. Ze kunnen de
markt eigenlijk voor een stuk zelf bepalen. Dat willen wij niet.
Ten tweede, u neemt een enorme aanloop wanneer u opmerkt dat in
de elektriciteitsprijs een aantal kosten inbegrepen lasten, bijdragen en
heffingen zitten. Dat is zo voorzien. Lees de wet na. Men kan dat niet
anders interpreteren dan op die manier.
11.06 Marc Verwilghen, ministre:
Je n'ai pas dit ça. Il ne s'agit pas
d'une mesure budgétaire mais
d'une mesure visant à promouvoir
la concurrence sur le marché et à
contraindre ceux qui détiennent x
milliers de mégawatts et ne les
utilisent pas à les commercialiser.
S'ils ne les commercialisent pas,
ils seront tenus d'acquitter une
taxe. Il est bien exact que dans le
passé, le plafond était de 1 500
mégawatts ou trois installations.
Mais entre-temps ces obligations
ont été honorées. Si les choses en
restaient là, les intéressés ne
fourniraient aucun effort de plus
pour commercialiser ces milliers
de mégawatts supplémentaires
qu'ils détiennent. Nous voulons
éviter à tout prix ces situations.
Concernant les coûts, charges,
cotisations et prélèvements inclus,
la loi est claire.
11.07 Simonne Creyf (CD&V): Wij waren niet akkoord met die
bepaling, mijnheer de minister.
11.07 Simonne Creyf (CD&V):
Nous n'étions pas d'accord avec
cette disposition.
11.08 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, het zal misschien
de regionale overheden ertoe aanzetten om naar aanleiding van de
dertien bestaande belastingen, waarvan die van het federale niveau
uitdovende en tijdelijke belastingen zijn, in te zien dat men zal moeten
stoppen de energie als melkkoe te gebruiken. Ik heb overigens niet
vijf, maar tien uitnodigingen aan de regionale ministers gezonden om
te vragen eens rond de tafel te gaan zitten om het maximumplafond
van de belastbaarheid van energie te bespreken. Ik ben daar tot nu
11.08 Marc Verwilghen, ministre:
Mais cette disposition amènera
peut-être les autorités régionales à
ne plus considérer l'énergie
comme une vache à lait. Sur les
treize impôts existants, ceux du
fédéral sont voués à disparaître et
sont donc temporaires. J'ai bien
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
toe spijtig genoeg nog altijd niet in geslaagd, maar dat is de reële
gang van zaken. Een andere uitleg is er niet.
Ik kom nog op de laatste 100 miljoen van de gasfactuurkorting terug.
Dat heeft niets te maken met het feit dat het doorverrekend wordt.
Integendeel, de groep Electrabel is in deze positie gekomen door de
jarenlange monopolievorming die er geweest is, waarvan zij het
voordeel heeft genoten. Ik spreek nu niet over tien jaar, maar over de
veertig tot vijftig jaar dat die zaak al aanhoudt. In die omstandigheden
is aan hen gevraagd om ook bij te dragen aan de solidariteit die de
inspanning van vorig jaar moest inhouden eerst voor de
petroleumproducten en daarna voor de afgeleide producten, meer
bepaald gas en dus een inspanning te doen. Daarbij is van een
doorrekening hoegenaamd geen sprake.
envoyé dix invitations aux
ministres régionaux afin
d'examiner avec eux le plafond
maximum imposable de l'énergie.
En vain, hélas !
En ce qui concerne les 100
millions de la facture de gaz,
Electrabel a bénéficié de quarante,
cinquante ans de monopole. C'est
la raison pour laquelle nous lui
avons demandé de faire un effort
aussi. Il n'y aura donc pas de
répercussion sur les prix facturés
aux clients.
11.09 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ten eerste, u
verwijst naar de wet die goedgekeurd is en waar inderdaad in staat
dat alle kosten mee verrekend kunnen worden in de kostprijs van het
eindproduct. U zult zich ook herinneren, mijnheer de minister, dat wij
daar toen tijdens de discussie helemaal niet mee akkoord gingen. Wij
gingen daar helemaal niet mee akkoord, onder meer omdat wij daar
een achterpoortje in zagen om alle mogelijke kosten, van welke aard
ook, daarin te gaan onderbrengen en mee te verrekenen in de
kostprijs van de energie.
Trouwens, de CREG had daar ook vragen bij. Doch, het stond in uw
wetsontwerp en het is goedgekeurd. Wij hadden daar zeer grote
bezwaren tegen omdat die meerkosten niet onder controle worden
gehouden.
Ten tweede, u zegt dat het een concurrentiemaatregel is, en daarin
kan ik u nog volgen. Ik kan u er nog in volgen dat de
terbeschikkingstelling een concurrentiemaatregel is, in essentie. Het
gevolg is wel dat er voor 100 miljoen euro extra heffingen komen en
dat die nieuwe heffingen betaald zullen worden door de consument.
Het is dus weeral de consument die dat zal betalen. Dat is het verhaal
waar het uiteindelijk op neerkomt. Heel de liberalisering en ook de
concurrentie in de sector had de bedoeling te komen, niet alleen tot
lagere prijzen maar tot meer concurrentie en tot lagere prijzen. Maar
die lagere prijzen komen onrechtstreeks terug naar de consument als
verhogingen door heffingen waarvan de staatskas eigenlijk de enige
begunstigde is. Ik vind dat wij op dit ogenblik eigenlijk een beetje in
een vicieuze cirkel zitten. Het is een pervers systeem: men legt
heffingen op aan de sector, de Staat heeft de inkomsten, de
verbruiker betaalt. En dat terwijl de prijs van de energie zou moeten
dalen.
11.09 Simonne Creyf (CD&V): La
loi précise en effet que tous les
coûts peuvent être pris en compte
dans le prix du produit final, mais
nous n'étions pas du tout d'accord
à ce sujet lors de la discussion du
texte. La CREG avait également
émis des observations mais le
projet de loi a néanmoins été
approuvé.
Je puis comprendre que la mise à
disposition soit essentiellement
une mesure relative à la
concurrence mais il en résulte que
le consommateur devra payer des
prélèvements supplémentaires de
l'ordre de 100 millions d'euros. La
libéralisation devait accroître la
concurrence et provoquer une
baisse des prix mais ces effets
sont annihilés par des
prélèvements qui ne profitent qu'à
l'État. Il est particulièrement
regrettable que le consommateur
en subisse toutes les
conséquences négatives.
11.10 Minister Marc Verwilghen: Wat dat laatste betreft, zou ik u
toch willen tegenspreken. Iedereen weet dat de energieprijs bepaald
wordt door de prijs van de ruwe aardolie. We hebben gezien wat voor
bokkensprongen die heeft gemaakt. Wellicht zal de prijs nooit meer
terugkeren naar het niveau van vroeger. Momenteel is de prijs terug
aan het dalen, maar we zitten daar in een verschrikkelijke trend die op
internationaal vlak wordt bepaald en ons land heeft daarop spijtig
genoeg - geen enkele impact.
11.10 Marc Verwilghen, ministre:
Tout le monde sait que le prix de
l'énergie est déterminé par le prix
du pétrole brut, qui a énormément
fluctué. Les prix n'atteindront
probablement plus jamais leur
niveau antérieur. Il s'agit d'une
tendance internationale sur
laquelle notre pays n'a
malheureusement aucune prise.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
De voorzitter: Collega's, dit is een vraag. Wij zijn al een kwartier bezig met de behandeling ervan. In het
kader van het ontwerp zullen wij de kans hebben om daarover uitgebreid van gedachten te wisselen,
mevrouw Creyf.
11.11 Simonne Creyf (CD&V): Tijdens het begrotingsdebat?
De voorzitter: Tijdens het begrotingsdebat, maar ook tijdens de bespreking van het ontwerp dat straks op
tafel ligt en betrekking heeft op de sites in kwestie. Zo heb ik het toch begrepen, mijnheer de minister.
Probeer uw jeugdig ongeduld nog even te beheersen, mevrouw Creyf.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de kritiek op de liberalisering van de energiemarkt" (nr. 12409)
12 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les critiques en matière de libéralisation du marché de l'énergie"
(n° 12409)
12.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze vraag
dateert van eind augustus. In de kranten konden wij toen wat kritiek
lezen, geformuleerd door een aantal grote industriële
stroomverbruikers, op de liberalisering van de energiemarkt in ons
land. Die kritiek klonk nogal luid en hard. Op het eerste gezicht is dat
opmerkelijk, omdat precies de grote industriële verbruikers jaren
geleden de drijvende kracht achter de liberalisering waren. Bij nader
toezien vind ik hun reactie niet zo opmerkelijk, want de prijsdalingen
die verwacht mochten worden, blijven uit.
De voornaamste redenen die worden aangehaald als verklaring voor
het uitblijven van effectieve prijsdalingen, zijn het gebrek aan
concurrentie op de markt, de dominantie van een speler, de banden
tussen de netbeheerders en de producenten en een aantal
karakteristieken eigen aan het product elektriciteit.
Het gevolg is dat hier en daar zelfs al de roep weerklinkt naar een
herregulering en een systeem van prijscontrole. Volgens de
chemiefederatie werkt de markt immers niet en zal het probleem in
een periode van vijf à tien jaar niet verbeteren.
Mijnheer de minister, ik heb daarover de volgende vragen.
Deelt u de kritiek van de industriële grootverbruikers dat de
liberalisering van de energiemarkt hoegenaamd niet brengt wat ervan
mocht worden verwacht? Waarom bent u het eens of waarom bent u
het niet eens?
Welke maatregelen zult u nemen om de elektriciteitsmarkt effectief te
regulariseren of te liberaliseren?
Welke stappen zult u doen om de concurrentie te vergroten en de
dominantie positie van een speler aan te pakken?
Wat zult u doen op het vlak van de bundeling tussen netbeheerders
en producenten?
12.01 Simonne Creyf (CD&V):
Fin août, dans la presse écrite, de
gros consommateurs industriels
d'électricité ont émis de vives
critiques à l'égard de la
libéralisation du marché de
l'énergie dans notre pays. Le fait
que les prix tardent à baisser est
lié à un manque de concurrence, à
la domination d'un opérateur, aux
liens entre les gestionnaires de
réseau et les producteurs, et aux
caractéristiques propres au
produit. Certains vont jusqu'à
plaider en faveur d'une nouvelle
régulation et d'un retour du
contrôle des prix. A en croire la
fédération des entreprises
chimiques, le marché ne
fonctionne pas et il ne
fonctionnera pas davantage au
cours des cinq, voire des dix
prochaines années.
Le ministre adhère-t-il aux
critiques émises par ces gros
consommateurs? Quelles
mesures compte-t-il prendre pour
réguler ou libéraliser réellement le
marché? Comment s'y prendra-t-il
pour accroître la concurrence et
lutter contre la position dominante
d'un opérateur? Que fera-t-il en
matière de
unbundling
des
gestionnaires de réseau et des
producteurs? Comment le prix de
l'électricité a-t-il évolué de 2000 à
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Kunt u meedelen wat de evolutie is van de elektriciteitsprijs van 2000
tot nu?
aujourd'hui?
12.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, wat uw eerste vraag betreft, kan ik het volgende meedelen. De
elektriciteitsprijzen die in België aan de industriële verbruikers worden
aangerekend, zijn hoofdzakelijk sedert 2006 onmiskenbaar gestegen.
Die prijsstijging is kenmerkend voor België, maar doet zich ook voor
in alle andere Europese landen. Die tendens hangt samen met het
prijsniveau dat momenteel op de groothandelsmarkten in Europa
wordt toegepast. Daar worden we allemaal over dezelfde kam
geschoren. De prijsstijging van de brandstoffen, meer bepaald van
aardgas, die in de elektriciteitscentrales gebruikt worden, ligt ook mee
aan de basis van die stijging.
In tegenstelling tot de prijzen die worden toegepast voor de
residentiële gebruikers en voor de kleine en middelgrote
ondernemingen, vormt het element energie het hoofdbestanddeel van
de prijs, terwijl de transport- en desgevallend distributiekosten een
veel minder belangrijk onderdeel van de prijs vormen dan bij de
verbruikers met een lager elektriciteitsverbruik. Vandaar dat er toch
wel een vrij spectaculair verschil bestaat tussen beide types.
Uw derde vraag. Het is onontbeerlijk dat er maatregelen worden
genomen om de dominante positie van de historische speler op de
Belgische markt niet te verstevigen, maar integendeel te reduceren.
Overeenkomstig de Pax Electrica werd deze speler immers verzocht
zijn niet-gebruikte sites te verkopen, ten einde andere ondernemingen
de mogelijkheid te bieden om een hoger vermogen het ging over
1.500 megawatt te produceren.
In het kader van het overleg Suez-Gaz de France dat ter kennis is
gebracht van de Europese Commissie zijn er toegevingen gevraagd
aan de beide ondernemingen die op de Belgische markt actief zijn.
Zoals u weet wordt het dossier momenteel door de Europese
Commissie onderzocht. Het is voorbarig om ter zake een uitspraak te
doen, zo lang niet geweten is welke voorstellen door beide spelers
zullen worden weerhouden. Dat hangt af van de beslissing die zal
moeten genomen worden door de Commissie.
Uw vierde vraag. De bepalingen inzake een bundeling van de wet van
1 juni 2005 hebben de transmissienetbeheerder regels inzake
corporate governance opgelegd. Die moeten zorgen voor een niet
discriminerende toegang voor de verbruikers van het net. Net zoals
alle andere maatregelen die genomen zijn in het raam van de
voornoemde richtlijn, moeten deze bepalingen niet opnieuw in vraag
worden gesteld door een herregulering en een systeem van
prijscontrole. Dat is absoluut niet nodig.
Uw vijfde vraag is er een met een statistisch karakter. Dat behoort
normaal niet in een mondelinge vraag. Ik heb niettemin de cijfers van
mijn administratie gekregen en zal ze u bezorgen per
consumentencategorie, dus het type van 24 megawatt en het type
verbruiker tot 70.000 megawatt. Ik heb dat gedaan van 2000 tot 2006
zoals gevraagd. Die cijfers zijn zeer illustratief. Ik laat u de
interpretatie over, maar u zult een duidelijke trend zien die nogal
verschilt van land tot land. België komt daar, mijns inziens, niet als de
slechtste leerling uit, verre van.
12.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il est indéniable que les prix
facturés aux consommateurs
industriels ont augmenté, surtout
depuis cette année, tant chez nous
que dans tous les autres pays
européens. Cette évolution est due
au niveau des prix appliqués sur
les marchés de gros européens
ainsi qu'à la hausse des prix du
gaz naturel utilisé dans les
centrales électriques. L'énergie
constitue la principale composante
du prix, contrairement à la
situation qui prévaut pour les petits
consommateurs, les clients
résidentiels et les moyennes
entreprises. Les coûts de transport
et de distribution constituent quant
à eux une partie nettement moins
importante du prix, à l'inverse de
leur importance pour les clients
ayant une moindre consommation.
Des mesures sont nécessaires
pour limiter la position dominante
du fournisseur historique du
marché belge. Conformément aux
principes de la « pax electrica », il
a été demandé à cet acteur de
vendre ses sites inutilisés dans le
but de donner à d'autres sociétés
la possibilité de produire une
puissance plus élevée. Dans le
cadre de la concertation Suez-Gaz
de France, les deux entreprises
présentes sur le marché belge ont
été priées de faire des
concessions. Le dossier est en
cours d'examen à la Commission
européenne. Il est inutile de faire
des déclarations tant que nous ne
savons pas quelles propositions
seront acceptées par les deux
acteurs. Tout dépend de la
décision que devra prendre la
Commission.
Des règles en matière de
«Corporate Governance» ont été
imposées aux gestionnaires des
réseaux de transport. Ils doivent
garantir un accès non
discriminatoire aux utilisateurs du
réseau. Il n'est nullement
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Voorzitter: Trees Pieters
Présidente: Trees Pieters.
nécessaire de remettre en
question les dispositions relatives
au regroupement de la loi du 1
e
juin 2005 par un retour à une
régulation et à un contrôle des
prix.
En ce qui concerne l'évolution du
prix de l'électricité, je
communiquerai à Mme Creyf des
chiffres par catégorie de
consommateurs. Elle découvrira
une tendance assez variable en
fonction des pays, mais elle
remarquera également que la
Belgique est loin d'être le plus
mauvais élève.
12.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik heb straks
nog een vraag over de Pax Electrica II waarin een aantal van deze
zaken terugkomt. Ik zal bij de andere vraag op een aantal van deze
punten ingaan.
12.03 Simonne Creyf (CD&V): Je
reviendrai sur ce dossier quand je
poserai ma question concernant la
pax electrica II.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Depoortere heeft zijn vraag nr. 12460 ingetrokken.
13 Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en tot de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken
over "het nieuwe uitstel van de inwerkingtreding van de bepalingen in de zogenaamde Apetra-wet met
betrekking tot het aanhouden van de olievoorraden" (nr. 950)
13 Interpellation de M. Paul Tant au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique et à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le report de l'entrée en vigueur des dispositions de la loi 'Apetra' concernant la
détention de stocks de produits pétroliers" (n° 950)
13.01 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, wij hebben in de loop van de voorbije periode
herhaaldelijk vragen gesteld over de Apetra-wet en daarmee
gerelateerd de financiële inspanning die de petroleumsector moest
doen om de jaarrekening van de overheid in evenwicht te brengen.
Het wordt in elk geval meer en meer duidelijk dat er een relatie tussen
het een en het ander bestaat. Het is op de duur echter wel bijzonder
merkwaardig dat men tot vier keer toe een datum vooropstelt voor de
inwerkingtreding van deze wet.
Herinner u, mijnheer de minister, wij hebben gezamenlijk en met veel
goodwill, ook vanuit de oppositie, deze Apetra-wet goedgekeurd
omdat wij dachten dat het een goede zaak was. Dit was o zo dringend
omdat er een dreigende veroordeling van de Belgische overheid was
wegens het niet voldoende bijhouden van de zogenaamde
strategische voorwaarden aan petroleumproducten. Dat was de reden
waarom u in het kader van de bespreking van het ontwerp zei dat de
wet tegen 1 april 2006 operationeel moest zijn. Dat was de eerste
datum die werd vooropgesteld.
Nadien, naar aanleiding van een antwoord dat u gaf op een
13.01 Paul Tant (CD&V): Nous
avons déjà posé à plusieurs
reprises des questions sur la loi
relative à l'Apetra et sur les efforts
financiers à fournir par le secteur
pétrolier pour équilibrer le budget.
Nous avions, à l'époque,
également voté en faveur de la loi
parce que nous estimions qu'il
s'agissait d'une bonne chose. En
outre, les autorités belges
risquaient une condamnation, ce
qui a incité le ministre à conclure,
lors de la discussion, que la loi
devait être opérationnelle pour le
1
er
avril 2006. Il m'a dit
ultérieurement que la date butoir
avait été reportée au 1
er
juillet.
J'avais déjà fait observer à ce
moment que je soupçonnais un
lien entre le report et les efforts
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
parlementaire vraag van mijzelf, bleek de datum al naar 1 juli te zijn
verplaatst. U herinnert zich dat ik toen al het aanvoelen heb
geformuleerd dat er een verband bestond tussen de financiële
inspanningen die de petroleumsector ten aanzien van de Belgische
overheid moest opbrengen en het uitstellen van de concrete
uitvoering van de wet in kwestie.
Tijdens de plenaire vergadering van 30 maart komt mevrouw Van den
Bossche over diezelfde wet en de uitvoering ervan aan het woord en
zegt ze dat het toch tot 1 oktober 2006 zal moeten duren voor wij
zover zijn. Vorige week lezen wij in het Belgisch Staatsblad een
koninklijk besluit dat de uitvoeringsdatum nog eens met zes maanden
verlengt, met name tot 1 april 2007. Dat is dus één jaar na de
vooropgestelde datum waarop alles moest zijn uitgevoerd. Wij hebben
u geloofd, mijnheer de minister. Wij hebben zelfs meegewerkt vanuit
de oppositie, omdat wij dachten dat het inderdaad heel dringend was
en dat het bovendien een goede tekst was.
De motivatie voor het nieuwe uitstel met iets meer dan zes maanden
ik zal u de uitgebreide motivatie besparen, collega's is het feit dat
het directiecomité nog moet worden opgericht. Dat directiecomité
moet het hele voorraadsysteem besturen en sturen. Voorts komt men
nu pas tot de ontdekking dat men een Europese aanbesteding moet
doen, die een viertal maanden duurt.
Mijnheer de minister, wij vinden die uitleg maar mager. Wij hebben
ook al een aantal keer onze twijfels uitgedrukt over de wil van de
regering om hiervan snel werk te maken.
De redenen waarom wij twijfelen zijn duidelijk. Bij de bespreking van
het ontwerp werd reeds gesteld dat het voorbereidende werk aan de
gang was en eind 2005 moest zijn beëindigd.
Het is dan ook merkwaardig dat nu het huren en het inrichten van
lokalen als argument voor een verder uitstel worden aangehaald. Het
feit dat een Europese aanbesteding moet worden gedaan, is geen
nieuw gegeven. De regering wist dat al de hele periode. Het is een
regel die reeds bestond, die dus perfect voorzienbaar was en al veel
vroeger kon worden uitgevoerd. Dat aangrijpen om de wet uit te
stellen, lijkt mij een zwak argument.
Bovendien kunnen wij niet om de vaststelling heen dat in de periode
januari-juli 2006 collega's, daarop moet ik in het bijzonder de
aandacht vestigen geen enkele vooruitgang werd geboekt.
Dat was ook de periode waarin de onderhandelingen met de
petroleumsector over de zogenaamde vrijwillige bijdrage liepen.
Nadien is gebleken dat het een lening bleek te zijn. Daarna kwam er
een afgeslankte bijdrage. Dat werd althans zo voorgesteld. In plaats
van 100 miljoen euro werd het plots 12 miljoen euro.
U zal echter begrijpen dat er minstens een relatie in de tijd blijkt te
bestaan. Een en ander gebeurde namelijk net in de periode waarin de
regering koortsachtig op zoek was om in de eerste plaats het gezicht
van mevrouw Van den Bossche te redden voor mijn part is dat nog
een valabel argument, mocht het daarover gaan , maar vooral ook
om te laten blijken dat de regering niet nodeloos een beroep op de
sector kon doen, weliswaar voor een sterk gereduceerd bedrag van
financiers demandés au secteur
pétrolier. Lors de la séance
plénière du 30 mars, Mme Van
den Bossche a annoncé le
troisième report. Le 1
er
octobre
2006 devenait la nouvelle date
butoir.
La semaine passée, un arrêté
royal a été publié au Moniteur
belge reportant la date d'exécution
au 1
er
avril 2007. Nous accusons
donc déjà un retard d'un an ! La
motivation du nouveau report est
en outre peu étoffée. On souligne
que le comité de direction n'a pas
encore été mis en place et qu'en
outre une adjudication européenne
est nécessaire mais ces conditions
étaient déjà connues dès le
départ. Lors de la discussion du
projet de loi, il a du reste été dit
que les travaux préparatoires
étaient déjà en cours et qu'ils
devaient être terminés pour fin
2005.
Aucun progrès n'a été enregistré
entre janvier et juillet 2006. Il faut
souligner que c'est précisément à
cette époque que des négociations
ont été menées avec le secteur
pétrolier sur la contribution à
l'allègement de la facture de
mazout.
Le 13 février, j'ai interpellé le
ministre sur cette loi. La loi n'a été
publiée que la veille, à la suite de
mon interpellation. La publication
tardive était, selon les explications
du ministre, due au fait que le
texte s'était égaré pendant
quelque temps.
La composition du conseil
d'administration n'a été approuvée
qu'à la fin du mois de juin.
Pourquoi l'a-t-elle été si
tardivement ? L'adjudication
européenne aurait déjà pu avoir
lieu
beaucoup plus tôt et
l'argument n'est donc pas crédible
pour le nouveau report. Il y avait
par ailleurs urgence et le
gouvernement savait que la loi
devait être d'application pour le 1
er
avril.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
ik herhaal het 12 in plaats van 100 miljoen euro.
Ik moet even langer blijven stilstaan bij voornoemd gebrek aan
vooruitgang in de periode januari-juli 2006.
Mijnheer de minister, de wet werd namelijk ook dat is heel raar
pas gepubliceerd onder druk van een interpellatie ook op dat punt is
de relatie in de tijd duidelijk die ik in deze commissie hield op 13
februari 2006.
De publicatie gebeurde de dag vóór mijn interpellatie. De interpellatie
was aangekondigd en dus heeft de regering vlug de wet gepubliceerd,
zich beroepende op het feit dat de tekst een aantal weken zo niet een
aantal maanden in de circulatie tussen de verschillende kabinetten
verloren was geraakt. Dat argument werd toen aangehaald. De wet
werd uiteindelijk op 13 februari 2006 gepubliceerd.
De samenstelling van de raad van bestuur werd pas eind juni 2006
goedgekeurd, ondanks het feit dat werd beloofd dat Apetra feitelijk
tegen eind 2005 zou zijn opgericht.
Mijnheer de minister, hoe kan het dat de raad van bestuur pas eind
juni werd geïnstalleerd? Wat is daarvan de reden? Ik begrijp dat niet.
Men wist dat het ding zo snel mogelijk moest bestaan en dus
bestuurd kunnen worden. De periode die verloren is gegaan kon
perfect worden gebruikt om die Europese aanbesteding te behouden.
Ik neem aan dat die twee parallel konden lopen. Dat was geen enkel
probleem. Het argument nogmaals gebruiken om het laatste uitstel te
rechtvaardigen is niet geloofwaardig en is zeker geen voorbeeld van
goed en zorgvuldig bestuur.
Bovendien was er die zogezegde hoogdringendheid en wist de
regering dat op 1 april, later 1 oktober, Apetra operationeel moest zijn.
Volgens ons, ik zeg het in alle klaarheid, is er bewust getalmd met dit
dossier. Mijnheer de minister, het is mijn welgemeende overtuiging
dat u daarmee opgezadeld bent.
U bent een goed minister van Economie. Mag ik dat even zeggen? Ik
meen dat. U hebt ook de goede gewoonte om echt de dialoog met het
Parlement te voeren. Dat waarderen wij in deze commissie oprecht.
Mijnheer de minister, u hebt naar mijn aanvoelen de Apetra-wet met
veel overtuiging, terecht, verdedigd. Wij hebben dat samen
goedgekeurd.
Wat ik echter niet kan aanvaarden is het volgende. Het Parlement
heeft zich uitgesproken. De tekst zou uitgevoerd worden op korte
termijn en daardoor hebben wij ons laten leiden in de houding die wij
aangenomen hebben. Mijnheer de minister, u wordt door sommige
van uw collega's, de eerste minister op kop, eigenlijk gebruikt, en ik
zou zelfs durven zeggen misbruikt. Over Suez zal ik later nog meer
vertellen, dat komt nog wel als die sites aan de orde komen. Wij
hebben daarnet een prelude gehoord. Wij zullen ook daar heel snel
tot het inzicht komen wat de echte drijfveren zijn van deze regering,
namelijk iets doen aan haar precaire financiële situatie. Mijnheer de
minister, de geschiedenis herhaalt zich.
Voor mij en wellicht voor elke aandachtige toehoorder is het stilaan
duidelijk dat er een echte relatie bestaat, die u niet gecreëerd hebt. In
Je pense qu'on a délibérément
tardé à exécuter cette loi. M.
Verwilghen est à mes yeux un bon
ministre de l'Économie, qui
dialogue en outre avec le
Parlement. Il a bien défendu la loi
Apetra mais je ne puis accepter le
retard dans sa mise en oeuvre.
Le ministre Verwilghen a été
abusé en raison de la situation
financière précaire du
gouvernement. J'ai déjà interpellé
la ministre Van den Bossche sur
cette question et celle-ci a
principalement souligné les
éventuelles conséquences
positives de cette loi. Je constate à
présent que sa mise en oeuvre est
une nouvelle fois reportée.
A l'issue de difficiles négociations,
la Fédération pétrolière belge était
disposée à apporter une
contribution de 12 millions d'euros
pour la prime « mazout ». La
procédure du confessionnal a été
utilisée à cet effet parce que les
intérêts au sein du secteur ne sont
pas les mêmes pour toutes les
entreprises.
A l'origine, le secteur pétrolier était
opposé à la loi Apetra parce qu'il
allait alors être obligé de constituer
des stocks sans aucune
compensation financière, alors
qu'aujourd'hui il bénéficie d'une
indemnité. Le constitution d'un
stock coûte 0,8 million d'euros par
jour. La loi Apetra devait en outre
supprimer le système du ticketing,
par lequel les grandes
compagnies allaient - contre
rémunération - constituer des
réserves pour les petites
compagnies.
Le secteur a fini par marquer son
accord sur une contribution de 12
millions d'euros. Il a sans doute
reçu une compensation consistant
dans le report de l'exécution de la
loi Apetra. Une compensation
aussi importante me dérange. En
effet, un report de douze mois de
l'Apetra coûtera beaucoup trop
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
dat opzicht interpelleer ik de verkeerde minister. Mevrouw de
voorzitter, ik had mijn interpellatie ook aan mevrouw Van den
Bossche gericht. Zij is hier niet komen opdagen. Mijnheer de minister,
u weet het of u weet het niet, maar ik heb ook uw collega mevrouw
Van den Bossche daarover geïnterpelleerd. De essentie van haar
antwoord waren de bijzonder positieve gevolgen die zouden
voortspruiten uit de oprichting van Apetra en dat woog tegen alles op.
Ik moet eens te meer vaststellen dat die voordelen nog maar eens
voor ons uitgeschoven worden. Ik kom daar straks op terug.
Mijnheer de minister, er werd bewust getalmd omwille van de
mogelijkheid om snelsnel nog wat geld bijeen te sprokkelen voor de
jaarrekening 2005 moest worden afgesloten. Dit heeft ertoe geleid dat
men weliswaar geen 100 maar 12 miljoen heeft kunnen lospeuteren
van de Belgische Petroleumfederatie. Daarover twee woorden meer.
Het is goed dat dit even in alle klaarheid wordt gezegd. Waarom was,
althans volgens onze interpretatie, de Belgische Petroleumfederatie,
of beter gezegd sommige bedrijven die tot deze federatie behoren
want de bedrijven van de Unie zijn daarin niet willen meestappen,
uiteindelijk bereid om met een beetje geld over de brug te komen?
Nog even een zijsprongetje. Ik weet niet of u het instrument van de
biechtstoel kent. U zal daarmee wellicht in uw collegetijd wel mee
geconfronteerd zijn geweest. Voor mij was het een ontdekking dat de
biechtstoel dezer dagen gerevaloriseerd wordt. In de onderhandeling
om het geld bijeen te krijgen van de petroleumsector werd gewerkt
zo heb ik vernomen met de biechtstoelprocedure. Dat wil het
volgende zeggen. In plaats van de vertegenwoordigers van de sector
gezamenlijk rond de tafel te roepen, mochten ze per belangengroep
bij de minister hun standpunt komen uiteenzetten. Waarom werd voor
deze procedure gekozen? De belangen in de sector zijn niet voor
iedereen dezelfde. Ik zal dit uitleggen voor degenen die het niet
zouden begrijpen.
De Belgische Petroleumfederatie was tegen de Apetra-wet gekant
omwille van twee redenen. Enerzijds voorziet de Apetra-wet in de
verplichting dat het grootste gedeelte van de bedrijven uit de
petroleumsector kosteloos voorraden moeten aanhouden. Op dit
ogenblik ontvangen ze een vergoeding voor die voorraden. Op het
ogenblik dat de wet van toepassing wordt, moeten de bedrijven een
deel van hun voorraden gratis aanhouden. Het gratis aanhouden van
voorraden betekent dat de maatschappijen hiervoor kosten moeten
maken maar er geen vergoeding voor in de plaats krijgen. Dat ziet de
sector niet zitten of ondergaat hij node.
Hoewel het geen exacte berekening is, heeft CD&V de moeite gedaan
de kostprijs van het aanhouden van 1 dag voorraad te berekenen. Dit
bedrag moet vermenigvuldigd worden met de duur van de termijn die
wordt opgelegd.
De kostprijs voor een oliemaatschappij met een verkoop van 1 miljoen
ton per jaar om de voorraad een dag individueel aan te houden
bedraagt 0,8 miljoen euro en dan nog alleen maar voor producten van
categorie 2 zoals stookolie, diesel en kerosine.
Ik wil dit toch even bevattelijk proberen samenvatten. De Belgische
Petroleumfederatie was tegen die wet omdat er een nieuwe
aux pouvoirs publics et aux
consommateurs, et elle entraînera
une augmentation du prix des
combustibles, ce qui
décrédibilisera la Belgique en tant
que pays d'investissements.
L'ambassadeur des Etats-Unis en
a déjà parlé avec le premier
ministre et il lui a fait comprendre
qu'elle provoque un certain
mécontentement à Washington.
Pourquoi ce report de la loi
Apetra? Qu'en pense l'Union
européenne? La Belgique
n'encourt-elle pas une
condamnation pour non-respect
de l'obligation de constituer des
stocks? Que coûtera ce report?
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
verplichting werd opgelegd. Men moest namelijk gratis voorraad
aanhouden, terwijl men daar thans voor wordt betaald.
Anderzijds wordt het voor de grote maatschappijen erg lucratieve
ticketingsysteem afgeschaft. Wat is dat ticketingsysteem? Het is heel
simpel. De kleine maatschappijen kunnen geen voorraad aanhouden
en sluiten een deal met de grote maatschappijen die de voorraden in
hun plaats aanhouden maar daarvoor betaald willen worden. Die
grote firma's, die hoofdzakelijk terug te vinden zijn in de Belgische
Petroleumfederatie, hebben er dus vanuit dat oogpunt alle belang bij
dat dit systeem nog even verder loopt. Zij worden dan immers
gefinancierd en krijgen een vergoeding van de kleinere
maatschappijen die zelf geen voorraad kunnen aanhouden.
Dat waren twee belangrijke redenen voor het verzet van de Belgische
Petroleumfederatie. Er moet echter even stil worden gestaan bij het
feit dat het diezelfde Petroleumfederatie of de bedrijven die hierdoor
vertegenwoordigd worden, bereid was met 12 miljoen euro voor de
dag te komen om de regering een soort OCMW-steun te verlenen.
Dit valt niet te rijmen. Waarom is de Federatie, die de deuren van alle
fracties heeft platgelopen om ze te overtuigen de wet niet goed te
keuren om de hierboven aangehaalde redenen, enkele maanden later
bereid geld op tafel leggen? Er is ons toen een licht opgegaan.
Sommige leden van de Petroleumunie hebben ons trouwens
woordelijk gezegd dat er niet aan moest worden getwijfeld dat het
uitstel van de uitvoering van de Apetra-wet de reden vormde voor de
compensatie van 12 miljoen. We wisten echter niet dat die
compensatie zo groot zou zijn en dat stoort ons meer en meer.
Wij dachten dat de compensatie van de 12,5 miljoen reeds was
gebeurd met het uitstel tot eind september. Wij stellen echter vast dat
er nog eens zes maanden bovenop komt. Wat kunnen we daaruit
afleiden, collega's? Het zal de Belgische overheid, maar ook de
consument gedurende nog eens 12 maanden meer kosten. Dit
vertaalt zich in de hogere stookolieprijzen en dat alles voor een
regering die het lef heeft om na de onderhandelingen over de kwestie
waarover we het daarnet hadden, te zeggen dat dit tot een daling
moet leiden van de brandstofprijzen. U moet er geen seconde aan
twijfelen dat het integendeel zal leiden tot een stijging van die prijzen.
Door dit niet uit te voeren, maakt men een daling van de prijs
onmogelijk.
Mijnheer de minister, het spijt mij dat u op deze interpellatie zult
antwoorden, ook omdat ik het tegen u iets moeilijker heb om kritisch
uit de hoek te komen. Ik moet het echter doen want u bent de
vertegenwoordiger van de regering en het beleid. Als dit nog beleid
kan worden genoemd, collega's. Meer en meer komt de regering naar
voren als een pingelaarster die elke gelegenheid grijpt om het geld te
pakken, onder chantage van nieuwe maatregelen van fiscale of
parafiscale aard, waar het zich bevindt. Ondertussen doet de eerste
minister zoveel pogingen om onder andere naar Amerika te reizen om
daar de notionele intrest voor te stellen als argument om hier in België
te komen investeren. Dit staat helemaal haaks op mekaar. De
geloofwaardigheid van België als investeringsland wordt daardoor
fundamenteel ondergraven. U weet trouwens, mijnheer de minister,
dat de eerste minister naar aanleiding van deze kwestie op zijn
kabinet een bezoek heeft gekregen van de ambassadeur van de
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Verenigde Staten. De ambassadeur heeft duidelijk gemaakt dat dit
niet meer wenselijk was.
Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de minister. Eigenlijk kon u ze
al afleiden uit mijn uiteenzetting. Wat is de echte reden waarom de
Apetra-wet wordt uitgesteld?
Ik ken het antwoord dat u zult geven, maar ik ken ook stilaan de echte
motivering. Waren de zogenaamde problemen die de motivering
vormen voor het nieuwe uitstel van de opstart van Apetra niet te
voorzien? Hoe kan een dergelijke onzorgvuldigheid worden gerijmd
met de zogenaamde hoogdringendheid? Wat vindt de Europese
Commissie van het nieuwe uitstel? Interessante vraag!
Dreigt België nu niet te worden veroordeeld voor het niet-naleven van
zijn voorraadplicht? Kunt u er zeker van zijn dat er geen uitstel komt?
Mijn laatste vraag, mijnheer de minister, had ik eigenlijk in mijn
verzoek tot interpellatie moeten opnemen. Dat zou u toegelaten
hebben een beetje te rekenen. Ik zou echt wel eens willen weten wat
ons het uitstel kost? Wat is de kostprijs voor de overheid en wat is de
kostprijs voor de consument? Ik meen dat dat een vraag is die, als het
kan, toch een antwoord verdient.
13.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Tant, ik heb de klok niet in het oog gehouden voor uw interpellatie. Ik
meen dat het onderwerp op zich belangrijk is. Ik kan mij dus ook
indenken dat in de marge daarvan een aantal vragen worden gesteld.
U bent begonnen met een groot overzicht te geven van de
werkzaamheden. Ik geef u mijn gevoelen dat op twee elementen is
gesteund.
Ten eerste, vooraleer ik met dit wetsontwerp begonnen ben, bestond
er felle tegenstand vanuit de Belgische Petroleumfederatie. De
hoorzitting heeft dat getemperd, want in die hoorzitting heb ik niemand
horen zeggen dat men tegen het systeem was van het tot stand
brengen van Apetra. Wij hebben wel gevoeld dat er een spanning
bestond tussen de Belgische Petroleumfederatie en de Belgische
Petroleumunie rond twee belangrijke punten: de ticketing en de
vergoeding. Dit ontkennen, zou het zonlicht ontkennen zijn.
Ten tweede, ik herinner mij ook dat, naar aanleiding van die
werkzaamheden, de heer Hots, die namens de administratie de
werkzaamheden van heel dichtbij heeft gevolgd, ons altijd heeft
gezegd dat het goed is om data te weerhouden, maar dat het niet zo
eenvoudig zal zijn, omdat het systeem bij zijn inwerkingtreding toch
enige tijd van implementatie zal vergen. Wij hebben toen met de
Kamer geopteerd ik meen terecht om die zo kort mogelijk te
houden, om vooruitgang in het dossier te kunnen bereiken. Als men
iets ver uitstelt en veel tijd geeft om het in orde te brengen, dan krijgt
men namelijk meestal het effect dat het tegen die periode nog niet in
orde is en dat het vertraging oploopt.
Wat uw eerste vraag betreft, er is een zaak die mij van het hart moet.
De wet van 26 januari 2006 over de verplichte voorraden en de
oprichting van Apetra voorziet eigenlijk niet in een overgangsperiode
tussen het oude en het nieuwe systeem. Met andere woorden, beide
13.02 Marc Verwilghen, ministre:
Dès le début de la conception de
ce projet de loi, j'ai rencontré une
vive opposition de la part du
secteur pétrolier. Nul n'était
opposé à la création d'Apetra,
mais la Fédération pétrolière belge
et l'Union pétrolière belge étaient
divisées à propos du ticketing et
de la rémunération.
M. Ots, qui a suivi le dossier pour
mon administration, avait déjà
souligné à l'époque qu'il fallait
prévoir une longue période de
mise en oeuvre. Nous avons
décidé à l'époque, avec la
Chambre, de limiter tant que
possible cette période.
La loi du 29 janvier 2006 sur les
stocks obligatoires et la création
d'Apetra ne prévoit pas de période
transitoire et part du principe que
le passage de l'un à l'autre
système peut se faire sans la
moindre difficulté. Dans le cas
contraire, la Belgique ne pourrait
pas respecter ses obligations
internationales.
Dans le nouveau système, le stock
sera entretenu en partie par les
grandes compagnies pétrolières et
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
systemen moeten op een bepaald ogenblik naadloos op elkaar
aansluiten. Als dat niet het geval is, dan is België ook niet in staat om
aan zijn internationale verplichtingen te voldoen.
Zoals u weet, zal in het nieuwe systeem de nationale verplichte
voorraad gehouden worden deels door een aantal grote
aardoliemaatschappijen dat zal nog altijd het geval zijn en deels
door Apetra, via tenders op werkvoorraden van de industrie en
gradueel opgebouwde voorraden, die zij in eigen bezit heeft. Om die
nieuwe voorraadsystemen van start te laten gaan, zijn er drie zaken
noodzakelijk.
Ten eerste, de nationale voorraadplicht van België en de individuele
voorraadplicht van de grote operatoren en van Apetra moeten bekend
zijn. Dat is de conditio sine qua non.
Ten tweede, de Europese tenders voor de voorraden die Apetra vanaf
1 april 2007 moet beheren, moeten opgesteld, gepubliceerd en
uitgeschreven worden. Dat is een moeilijkere oefening gebleken dan
aanvankelijk gedacht werd, zelfs door een specialist als de heer Hots.
Ten derde, deze tenders moeten volledig volschreven zijn en de eruit
voortvloeiende contracten moeten ondertekend zijn, want anders is er
geen naadloze overgang.
Dat geeft mij ook de mogelijkheid u te zeggen waar we momenteel
staan. Wat het wetgevend pakket betreft, is de publicatie van de wet
niet van 29 januari maar van 26 januari 2006. Dat doet er nu echter
niet veel toe. Er zijn ook 19 uitvoeringsbesluiten gepubliceerd en er
zijn er nog 3 die gepubliceerd moeten worden. Dat gebeurt kortelings.
De institutionele opstart is gebeurd, zoals voorzien, op het moment
dat door de wet werd voorgeschreven. De statuten van de naamloze
vennootschap Apetra zijn bij koninklijk besluit vastgelegd,
goedgekeurd door de Ministerraad op 31 maart 2006. De Ministerraad
heeft op 23 juni 2006 ook de samenstelling van de raad van bestuur
van Apetra goedgekeurd. De voorzitter van de raad van bestuur is bij
ministerieel besluit van 17 juli benoemd. De eerste algemene
vergadering werd gehouden op 18 juli 2006.
Laat mij toe, mevrouw de voorzitter, er toch bij te zeggen dat
sedertdien ook de raad van bestuur op zeer regelmatige tijdstippen en
ondanks de zomervakantie op mijn uitdrukkelijk aandringen vergaderd
heeft, niet één of twee keer maar praktisch wekelijks. Dat was niet
eenvoudig.
Inmiddels is ook de notariële oprichtingsakte opgesteld en verleden.
Dat is een absoluut noodzakelijke wettelijke verplichting. Men kan
zonder dat zelfs geen ondernemingsnummer krijgen. Het kapitaal van
de naamloze vennootschap Apetra is volgestort. Het informatieloket
en de website zijn opgestart. Daar moet men immers uiteindelijk de
aanmelding doen.
De raad van bestuur treft momenteel nog twee bijkomende
maatregelen. Het directiecomité van Apetra moet namelijk worden
samengesteld. Daarvoor moet ook een bepaalde wettelijke procedure
gevolgd worden. Ik zal niet zeggen dat dit in eerste instantie was
ontsnapt aan de aandacht van de raad van bestuur want dan zou ik
en partie par Apetra par le biais de
tenders (appels d'offres) sur les
stocks opérationnels de l'industrie
et de stocks constitués
graduellement en gestion propre.
L'obligation de constituer des
stocks à l'échelon national qui
incombe à la Belgique et
l'obligation individuelle de
stockage des grands opérateurs
devront être nécessairement
connues au préalable. Les tenders
européens pour les stocks
qu'Apetra devra gérer à compter
du 1er avril 2007 devront être
établis et publiés. Il s'agira là d'un
exercice extrêmement compliqué.
Enfin, les tenders devront être
pourvus de toutes les signatures
requises et les contrats qui en
découleront devront être signés.
La loi a été publiée le 29 janvier
2006. Dix-neuf arrêtés d'exécution
ont déjà été publiés et trois autres
suivront sous peu.
Le démarrage institutionnel a eu
lieu au moment prescrit par la loi.
Les statuts de la société anonyme
Apetra ont été définis par arrêté
royal et approuvés par le Conseil
des ministres du 31 mars 2006. Le
23 juin 2006, le Conseil des
ministres a également approuvé la
composition du conseil
d'administration d'Apetra. Le
président du conseil
d'administration a été nommé par
arrêté ministériel du 17 juillet. La
première assemblée générale
s'est tenue le 18 juillet 2006.
Entre-temps, ce conseil
d'administration s'est réuni
hebdomadairement de façon
presque ininterrompue.
L'acte constitutif notarié a été
établi et passé. Le capital de la
société anonyme Apetra est
entièrement libéré et le guichet
d'information et le site internet ont
été mis en route.
Le conseil d'administration s'attelle
à composer le comité de direction
conformément à la procédure
légale, particulièrement lourde,
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
mij verkeerd uitdrukken maar zij hebben zich eigenlijk toch een beetje
verkeken op de procedure die moest gevolgd worden. Ten tweede
moeten het directiecomité en het verdere personeel van Apetra op het
moment van indiensttreding niet alleen gehuisvest worden, ze moeten
ook kunnen werken met het benodigde materieel.
Ik kom nu tot de organisatie van de tenders want daar schuilt het
probleem. Ik durf hier te zeggen dat we dat probleem hebben
onderschat. Het blijkt in de fase van het opstarten tijdrovend te zijn.
De procedures moeten volledige conform de wet op de
overheidsopdrachten zijn. Er moet zowel een nationale als een
Europese publicatie komen. Navraag in de buurlanden heeft ons
geleerd dat de organisatie van de tenders voor de aankoop van de
tickets en de voorraden aardolieproducten een uitgebreide
voorbereiding vergt en een doorgedreven juridische counseling.
Ik geef een voorbeeld. De agentschappen EBV en COVA, van twee
buurlanden, zijn inmiddels twee geroutineerde agentschappen. Toch
heeft de hele procedure daar vier tot vijf maanden in beslag genomen,
tot op het moment van het afsluiten van het contract. Het gaat dan al
om mensen die het gewoon zijn van daarmee om te springen.
Gelet op het feit dat het directiecomité nog niet is benoemd de
selectieprocedure is momenteel nog lopend , heeft de raad van
bestuur zijn verantwoordelijkheid opgenomen en is begonnen met de
voorbereiding, het juridisch nakijken en de organisatie van de tenders.
Al die voorgaande stappen waren dus essentieel en noodzakelijk.
Zonder die voorgaande stappen kon het eenvoudig niet, want er is
geen rechtspersoon, gesticht naar Belgisch recht.
Ik geef al die informatie om duidelijk te maken dat de wijziging van de
datum voor de inwerkingtreding van bepaalde artikelen van Apetra
louter en alleen om praktische redenen heeft plaatsgevonden.
Ik wil nog een referentie geven. Misschien hadden wij, net als de
Duitse stockagemaatschappij dat heeft gekregen, twee jaar de tijd
moeten geven om op te starten. Daar hebben wij echter niet voor
gekozen. De redenen daarvoor had ik al vernoemd: we wilden de
zaken doen vooruitgaan. We hebben nu wel geëist dat de raad van
bestuur, die pas sinds midden juli voltallig is, dezelfde inspanningen
zou doen als de Duitse stockagemaatschappij, maar ze zal ze dus op
een termijn van acht maanden en zonder overgangsfase moeten
beëindigen.
Als bevoegd minister heb ik bovendien op 15 september 2006, het
moment waarop het koninklijk besluit waarnaar u verwijst werd
goedgekeurd in de Ministerraad, aan de raad van bestuur andere
deadlines opgelegd. Dat is in overleg gebeurd. Met name gaat het om
een informatieloket en opstarting van het depotregister per
1 oktober 2006. Die deadline is gehaald. Benoeming van de directie
moet gebeuren tegen 15 november 2006; men zegt mij dat dat binnen
die periode wel rond zal komen. De publicatie van de tenders,
waarrond momenteel het juridisch advies loopt, moet klaar zijn tegen
15 december 2006. We moeten dus kunnen uitkomen op de datum
die vooropgesteld is geweest.
In uw tweede vraag vroeg u of er daarover gesprekken zijn gevoerd
met de petroleumsector en zo ja, wanneer en met welk resultaat.
qu'il a par ailleurs sous-estimée.
Le conseil réfléchit en outre à la
question du logement et du
matériel pour le personnel.
Le problème réside dans
l'organisation des tenders, que
nous avons sous-estimée. Il s'agit
d'une procédure longue et
complexe qui requiert une
préparation approfondie et une
assistance juridique étendue. Les
agences spécialisées dans les
pays voisins ont eu besoin de
quatre à cinq mois pour conclure
le contrat.
Étant donné que le comité de
direction n'est pas encore
constitué, le conseil
d'administration a commencé à
préparer l'organisation des appels
d'offres.
La modification de la date d'entrée
en vigueur de certains articles de
la loi relative à l'Apetra n'est due
qu'à des causes pratiques. Le
choix a été fait de ne pas prévoir
une période préparatoire de
plusieurs années.
En tant que ministre compétent,
j'ai par ailleurs imposé le 15
septembre 2006 d'autres dates
butoir au conseil d'administration.
Cette décision a été prise en
concertation. Il s'agit de l'ouverture
d'un guichet d'information et de la
tenue d'un registre de dépôt à
partir du 1er octobre 2006. Ces
dates butoir ont été respectées. La
direction doit être nommée pour le
15 novembre 2006. La publication
des tenders, sur lesquels porte
l'avis juridique, doit être faite pour
le 15 décembre 2006.
Il n'y a pas eu de discussions avec
le secteur pétrolier mais bien avec
un certain nombre d'entreprises
qui dans le cadre du nouveau
système devront répondre à
l'obligation de constituer des
stocks.
L'indemnisation pour la
constitution du stock a été
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Welnu, daarover zijn er geen gesprekken met de petroleumsector
gevoerd. Als enige vonden er wel gesprekken plaats met een beperkt
aantal bedrijven die in het nieuwe systeem van de voorraadplicht hun
verantwoordelijkheid moeten opnemen. Zij zijn wel op de hoogte
gebracht, omwille van de rechtszekerheid aangaande hun
verplichting.
Uw derde vraag betreft de vergoeding die de Petroleumfederatie
ontving voor het aanhouden van de voorraad. Zoals reeds enkele
maanden geleden werd aangekondigd, is op 1 oktober de vergoeding
voor de verplichte voorraad van 1 euro weggevallen. Iedereen heeft
dat kunnen volgen en ik neem aan dat de specialisten en uzelf dat
zeker en vast in het licht van uw vraag hebben gedaan. Dat is gedaald
ten voordele van de eindgebruiker. Het restant van de vergoeding
gaat nog naar de bedrijven zolang ze de stock aanhouden en tot op
het ogenblik dat het systeem verder in werking zal treden.
U vroeg ten slotte hoe het nu Europees gezien zit? Ik moet u erop
wijzen dat de verplichting van het aanhouden van de voorraad een
dubbele grond kent. Enerzijds is een bepaling binnen de OESO te
controleren door het Internationaal Energieagentschap. Anderzijds is
er de verplichting ten aanzien van de Europese Commissie. Ik wil er
nogmaals op wijzen dat België op de vingers werd getikt door het
Internationaal Energieagentschap.
Mijnheer Tant, het volgende is voor mij belangrijk en ik hoop dat u het
ook meeneemt. Het is trouwens gemakkelijk te controleren. De
contacten die er zijn geweest met Claude Mandil, de huidige directeur
van het Internationaal Energieagentschap, zijn voor mij heel
belangrijk. Hij is naar België gekomen voor het indept review van
België. Een van de belangrijke punten is dat hij uiteindelijk kon
aanstippen dat België de wetgevende beslissing heeft genomen maar
dat hij zich ook rekenschap geeft van het feit dat de uitvoering van die
wet niet in een handomdraai tot stand kan worden gebracht.
Ik moet u eerlijkheidshalve bekennen dat ik ook liever zou hebben
gehad dat dit sneller en naadlozer had kunnen evolueren. Ik ben
daarvan een grote voorstander. Ik zeg er u tegelijkertijd bij dat, ik mijn
petje afneem voor de daadkracht en de ernst waarmee dit dossier
werd behandeld door de mensen die daarmee in mijn administratie
bezig zijn zoals de heer Hots en mevrouw Meuleman. Die twee
specialisten, die over een enorme ervaring en een enorme kennis van
zaken beschikken, hebben echter wel dezelfde vaststelling moeten
maken als zovelen onder ons. Bij het uitvoeren van een beslissing
bestaat er soms nog wel verschil tussen de realiteit en de
verwachtingen en dromen. In dat daglicht begrijp ik heel goed uw
interpellatie. Ik denk evenwel dat men de zaken moeten durven
bekijken zoals ze zich in de praktijk hebben voorgedaan, met alle
daaraan verbonden gevolgen.
supprimée au 1er octobre, ce qui
devrait bénéficier à l'utilisateur
final.
L'obligation de constituer des
stocks est le fait d'une part de
l'OCDE, à contrôler par l'Agence
internationale de l'énergie, et
d'autre part de la Commission
européenne. La Belgique a été
tancée par l'Agence. Les contacts
avec le directeur, M. Claude
Mandil, ont été très importants. Il a
constaté que le travail législatif
avait été fait mais que la mise en
oeuvre allait demander un certain
temps.
J'aurais également préféré que ce
dossier soit traité plus rapidement
et avec moins de problèmes mais
j'ai en même temps beaucoup de
respect pour la grande capacité
d'action dont ont fait preuve les
personnes chargées au sein de
mon administration de traiter ce
dossier. Ces personnes ont
constaté que la différence entre le
rêve et la réalité pouvait être
grande. Je comprends que l'on ait
interpellé à ce sujet mais il
convient de considérer le
problème dans sa globalité.
13.03 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal zeer direct zijn. Inside informatie leert mij dat de laatste
maanden inderdaad hard wordt gewerkt in dit dossier en vooruitgang
wordt geboekt. Maar, mijnheer de minister, diezelfde bronnen
bevestigen helemaal dat er tussen januari en juni niets is gebeurd.
Dat is de kern van mijn interpellatie.
Het was precies op dat moment dat de overheid koortsachtig op zoek
13.03 Paul Tant (CD&V): Ces
derniers mois, on travaille
d'arrache-pied à ce dossier, tandis
qu'entre janvier et juin, lorsque le
gouvernement était fébrilement à
la recherche de moyens et pensait
les trouver dans le secteur
pétrolier, rien n'a bougé. À
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
was naar middelen en die meende te moeten zoeken in de
petroleumsector. Die petroleumsector was maar bereid wanneer er
een compensatie werd gegeven. Mijnheer de minister, de motieven
die u aanhaalt, zijn juist. Alleen heeft men bewust dat is mijn innige
overtuiging getalmd of hebt u gedurende die zes maanden moeten
talmen. Anders is er geen uitleg mogelijk waarom tussen januari en
juni niets is gebeurd en vanaf juni er wel effectief en vrij grondig wordt
gewerkt.
Overigens, mijnheer de minister, ons vermoeden is gebaseerd op
toch wel vrij duidelijke feiten en aanduidingen en wordt nog eens
bevestigd nu met de recidive inzake de gaspremie. Ook daar is het
om de lieve centen te doen. De kranten hebben er dagenlang terecht
over geschreven: onderhandelen met een partner terwijl men
tegelijkertijd als een schooier aan de poort staat, is niet de beste
uitgangspositie. Een aantal journalisten heeft dit beeld ook gebruikt en
ik denk dat ze gelijk hebben.
Mijnheer de minister, ik heb wat met u te doen. Het is wellicht niet
nodig. Als u mijn beeld gehoord zult hebben, zult u begrijpen dat het in
de figuurlijke betekenis van het woord is. Ik kan mij uw gevoelens
inbeelden, al ben ik nooit minister geweest. U moet zich voelen,
mijnheer de minister, als iemand die met een bekakt kind op de
schoot zit. Dat is ambetant, maar nog niet erg als het uw kind is
waarvan u de geur waarneemt. Als het echter tegen wil en dank op
uw schoot is gezet, is op de duur de geur ondraaglijk. Dat is uw
positie op dit ogenblik. Het gaat zelfs niet over het vaderschap, want
ik zeg zelf dat het niet van u is, tenzij ik mij zou vergissen.
Ik zal dus ook een motie indienen, mevrouw de voorzitter, waarin ik de
vertraging betreur en vooral ook aandring op een onmiddellijke
stopzetting van heel de schijnvertoning in dit verband. Dat is de motie
van aanbeveling die ik wil indienen.
l'époque, le ministre a été obligé
de faire traîner les choses en
longueur. Nous observons à
présent la même situation
concernant la prime pour le gaz.
Dans ce dossier également, tout
tourne autour du nerf de la guerre.
Négocier tout en mendiant n'est
pas vraiment une position de
départ idéale.
J'imagine quels sont les
sentiments du ministre. Il se
retrouve dans la position de celui à
qui l'on confie un enfant dont le
lange est souillé. Lorsqu'il s'agit de
votre enfant, l'odeur n'est pas trop
incommodante ; si en revanche,
ce n'est pas le vôtre, ces effluves
deviennent insupportables.
Par la motion de recommandation
que je dépose, je demande qu'il
soit mis fin à cette mascarade.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Simonne Creyf, Muriel Gerkens en Trees
Pieters en door de heren Paul Tant en Melchior Wathelet en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Paul Tant
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
- betreurt het opeenvolgend uitstellen van de concrete uitvoering van de zogenaamde Apetra-wet die de
overheid en de consument niet alleen geld kost, maar bovendien leidt tot een feitelijke compensatie van de
zogenaamde "vrijwillige bijdrage", die sommige petroleumbedrijven bereid bleken te betalen op het ogenblik
van het afsluiten van de laatste jaarrekeningen van de federale overheid;
- dringt aan op een zo snel mogelijke stopzetting van deze schijnvertoning die alleen ingegeven is door de
financiële krapte waarmee de regering zichzelf heeft opgezadeld;
- dringt dienvolgens aan op de onmiddellijke concrete uitvoering van de Apetra-wet."
Une motion de recommandation a été déposée par Mmes Simonne Creyf, Muriel Gerkens et Trees Pieters
et par MM. Paul Tant et Melchior Wathelet et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Paul Tant
et la réponse du ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique,
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
- déplore les reports successifs de la mise en oeuvre concrète de la loi Apetra qui, outre le coût qu'elle
représente pour les pouvoirs publics et le consommateur, entraîne une compensation de fait de la
"cotisation volontaire" que certaines entreprises pétrolières étaient disposées à verser lors de la clôture des
derniers comptes annuels du pouvoir fédéral;
- demande instamment qu'il soit rapidement mis fin à cette mascarade qui n'est inspirée que par les
difficultés financières que le gouvernement s'est lui-même imposées;
- plaide dès lors pour la mise en oeuvre concrète et immédiate de la loi Apetra."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Georges Lenssen.
Une motion pure et simple a été déposée par M. Georges Lenssen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
La présidente: Nous passons à la question n° 12584 de M. Melchior Wathelet sur "la concertation autour
de la fusion Suez-Gaz de France".
13.04 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, je souhaite
intervenir en ce qui concerne l'ordre des travaux. Mme Gerkens ayant
aussi quelques questions sur le sujet, le ministre préfère-t-il que je
pose mes questions une par une ou dois-je tenter de les regrouper en
une seule question, auquel cas elle sera très longue, puisque
contenant des éléments techniques?
13.04 Melchior Wathelet (cdH):
Ik wil het over de regeling van de
werkzaamheden hebben.
Mevrouw Gerkens heeft ook
vragen over dat onderwerp.
Verkiest de minister bijgevolg dat
ik mijn vragen één na één stel of
dat ik ze groepeer?
13.05 Marc Verwilghen, ministre: Je préfère que l'on aborde le sujet
question par question.
13.05 Minister Marc Verwilghen:
Ik verkies vraag per vraag.
13.06 Muriel Gerkens (ECOLO): J'ai déposé une question globale
sur la Pax Electrica. Donc, forcément, elle aborde des éléments
concernant le gaz, l'électricité, etc. Si je pose ma question en
31
e
point, j'aurai déjà obtenu les réponses à travers celles qui auront
été apportées à M. Wathelet.
Ma question est très courte. Je préfère réagir aux réponses du
ministre. C'est pourquoi nous gagnerions efficacement du temps en
joignant ma question à celles de Melchior Wathelet, qui sont autant de
sections d'une question plus générale. Sinon, le ministre devra
répondre une seconde fois à toutes les questions de M. Wathelet
dans la mesure où il aura répondu complètement à la mienne.
13.06 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik heb een zeer korte algemene
vraag over de Pax Electrica. Wij
zouden tijd winnen door ze samen
te voegen met de vragen van de
heer Wathelet.
13.07 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik heb ook de
vragen van de heer Wathelet gelezen, tenminste het overzicht dat wij
van zijn vragen hebben gekregen.
Ik heb een vraag, nr. 12597, die met de vraag van mevrouw Gerkens
werd samengevoegd, over de Pax Electrica II. Het is wel een globale
vraag, die echter werd samengevoegd. Punt 31 op de agenda betreft
de vragen van mevrouw Gerkens en mij.
13.06De voorzitter: Worden de vragen ingeschoven in de vragen van de heer Wathelet?
13.08 Simonne Creyf (CD&V): Misschien kunnen wij punten 30 en
31 samen behandelen? Heeft de minister aparte antwoorden, die niet
overlappend zijn, op punten 30 en 31?
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
13.09 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, mes
questions n
os
12584 et 12587 ont plus trait à la Pax Electrica II. Par
contre, mes questions n
os
12585 et 12586 concernent le protocole
d'accord Suez-Publigaz-Fluxys en trois sociétés, les négociations du
gouvernement et les réponses aux remarques de la Commission.
Je propose de commencer par les questions n
os
12585 et 12586 et de
continuer ensuite avec les questions n
os
12584 et 12587 d'un point de
vue plus global sur la Pax Electrica II.
13.09 Melchior Wathelet (cdH):
Ik stel voor te beginnen met de
vragen 12585 en 12586 en
vervolgens over te gaan tot de
vragen 12584 en 12587, die meer
in het algemeen op de Pax
Electrica II betrekking hebben.
De voorzitter: Mijnheer de minister, wat denkt u?
13.10 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, die vragen
moet beantwoord raken. Zoveel is duidelijk. De vragen 28 en 29 staan
wel op zich. De vragen 27, 30 en 31 kunnen voor mij samengenomen
worden.
De voorzitter: Mijnheer Wathelet, ik stel voor dat u begint met vraag 28 en daarna vraag 29.
14 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le protocole d'accord entre Suez et Publigaz" (n° 12585)
14 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het protocolakkoord tussen Suez en Publigaz" (nr. 12585)
14.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, le 8
septembre, Suez-Tractebel et Publigaz, le holding représentant les
intérêts des communes belges dans le secteur gazier, ont conclu un
protocole d'accord portant sur deux volets:
- le transfert de Distrigaz à Fluxys de l'activité de transit actuellement
gérée par Distrigaz & Co, filiale à 98% de Distrigaz;
- un échange d'actions entre Suez et Publigaz par lequel Suez, tout en
gardant le contrôle de Fluxys, diminuait sa participation dans Fluxys
au profit de Publigaz. En échange, Suez augmentait sa participation
dans Distrigaz.
Si on n'a aucune connaissance préalable de ce dossier, il est vrai qu'il
est compliqué.
Cet accord doit maintenant être approuvé formellement par le conseil
d'administration des deux sociétés. Celles-ci soulignent par ailleurs
que ce projet s'inscrit dans la volonté du groupe de poursuivre, dans
un esprit constructif, le dialogue entamé avec les autorités concernant
le secteur gazier en Belgique. Il s'inscrit dans le prolongement des
engagements pris par le groupe Suez à l'égard du gouvernement
belge dans le cadre de la Pax Electrica I, convenue en 2005 à
l'occasion de l'offre publique d'acquisition lancée par Suez sur
Electrabel.
À cet égard et en raison du fait que le gouvernement belge possède
des droits exclusifs dans Distrigaz et dans Fluxys par le biais d'une
"golden share", je me permets de vous interroger sur les deux points
suivants, à savoir le transfert de Distrigaz à Fluxys de l'activité de
transit et l'échange d'actions entre Suez et Publigaz.
Premièrement, en ce qui concerne le transfert de Distrigaz à Fluxys
de l'activité de transit je rappelle que l'activité de transit est
essentiellement gérée par Distrigaz & Co (filiale à 98% de Distrigaz)
mais l'accord est conclu entre Fluxys et Distrigaz, société mère de
14.01 Melchior Wathelet (cdH):
Op 8 september hebben Suez-
Tractebel en Publigaz, de holding
die de belangen van de Belgische
gemeenten in de gassector
vertegenwoordigt, een
protocolakkoord gesloten over de
overdracht van de
doorvoeractiviteit van Distrigaz
aan Fluxys en over een
aandelenruil tussen Suez en
Publigaz. Beide vennootschappen
onderstrepen dat dat project een
voortzetting is van de in het raam
van de in 2005 gesloten Pax
Electrica I aangegane
verbintenissen. In dat verband en
in het licht van de exclusieve
rechten van de Belgische regering
in Distrigaz en Fluxys, wil ik u twee
vragen stellen.
De eerste betreft de overname van
de doorvoerovereenkomsten van
Distrigaz door Fluxys voor een
bedrag van 900 miljoen euro. Vijf
dagen nadat daarover een
protocolakkoord werd gesloten,
publiceerde de Commissie voor de
Regulering van de Elektriciteit en
het Gas (CREG) een beslissing
met als besluit dat het beheer van
de doorvoeractiviteit door Distrigaz
onwettig is en dat het aan Fluxys
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
Distrigaz & Co , un accord aurait été conclu selon lequel Fluxys
rachèterait à Distrigaz les contrats de transit pour un montant de 900
millions d'euros. Cela paraît surprenant car le 14 septembre 2006,
soit cinq jours après le protocole d'accord, la CREG a publié une
décision relative au rôle de la SCA Distrigaz & Co en matière de
transit de gaz naturel. Cette décision concluait qu'il était illégal que
l'activité de transit soit gérée par Distrigaz et que les sociétés
devaient, pour le 31 décembre 2006 au plus tard, remédier à cette
irrégularité en transférant cette activité à Fluxys. Les contrats de
transit devaient revenir à Fluxys.
Monsieur le ministre, confirmez-vous qu'un accord a été conclu pour
transférer cette activité pour 900 millions d'euros? Si Fluxys rachète
ces contrats, alors que la CREG nous indique qu'elle est contrainte de
le faire, on comprend mal comment cette opération peut coûter 900
millions d'euros. Ce montant est conséquent et signifierait que Fluxys
doive emprunter de grosses sommes d'argent et utiliser l'ensemble de
ses crédits pour payer ces 900 millions d'euros à Distrigaz alors que,
légalement c'est en tout cas ce que la CREG affirme , cette activité
lui revenait. Comment peut-on estimer que cette opération vaut 900
millions d'euros?
Je le répète, lors de la création de Fluxys, cette activité de transit
aurait dû, dès le départ, être transférée à Fluxys.
Monsieur le ministre, ce rachat rendrait impossible pour Fluxys
d'autres lignes de crédit. Il lui serait quasi impossible d'investir dans le
réseau en raison de sa faible marge financière due au
remboursement de ces 900 millions d'euros. Or, on sait à quel point il
est important d'investir dans le réseau en Belgique.
Deuxièmement, en ce qui concerne les valorisations des parts de
Fluxys et de Distrigaz, il est assez curieux de constater que le prix
payé par Publigaz pour chaque action Fluxys est très supérieur à la
valeur moyenne de l'action Fluxys sur les douze derniers mois, tandis
que le prix payé par Suez par action Distrigaz est assez inférieur à la
moyenne sur les douze derniers mois, ce qui est à l'avantage de Suez
et au détriment de Publigaz.
Vous allez me dire qu'aujourd'hui Fluxys vaut plus puisqu'elle a
maintenant dans son giron tous les contrats de transit d'une valeur de
900 millions d'euros. C'est vrai, mais pour ce faire Fluxys a payé ce
montant.
Si le fait de transférer dans Fluxys l'ensemble de Distrigaz & Co
représente 900 millions d'euros, cela veut dire que la valeur de Fluxys
vaut autant aujourd'hui qu'hier. C'est vrai que Fluxys a tous les
contrats de transit qui représentent 900 millions d'euros mais elle les
a payés! Donc la valeur est la même! Le raisonnement est valable
pour Distrigaz. Il est vrai qu'il a perdu tout l'apport de Distrigaz & Co et
les contrats de transit, mais il a récupéré 900 millions d'euros, ce qui
équivaut à la valeur de tous ces contrats. À partir de ces données, je
ne comprends pas comment on a établi les valorisations de parts
entre Fluxys et Distrigaz.
moet worden overgedragen.
Bevestigt u dat daarover een
akkoord werd gesloten waaraan
een prijskaartje van 900 miljoen
euro hangt? Waarom kost die
operatie zoveel, terwijl de
doorvoerovereenkomsten aan
Fluxys toekomen? Bovendien zal
Fluxys daartoe een beroep moeten
doen op haar volledige
schuldcapaciteit, waardoor elke
andere lening of investering in het
netwerk onmogelijk wordt.
Mijn tweede vraag betreft de
herwaardering van de aandelen
van Fluxys en Distrigaz. Waarom
betaalt Publigaz voor elk aandeel
van Fluxys meer dan de
gemiddelde prijs van het aandeel
over de jongste twaalf maanden,
terwijl de prijs die Suez voor elk
aandeel van Distrigaz betaalt,
onder dat gemiddelde ligt? Hoe
zijn die herwaarderingen tot stand
gekomen?
14.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur Wathelet, vous posez
deux questions.
14.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik heb de CREG om een studie
over de contracten van Distrigaz &
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
En réponse à votre première question, je peux vous communiquer
que j'ai demandé à la CREG une étude concernant les contrats de
Distrigaz & Co. Par le biais de cette étude, je souhaite obtenir des
réponses à cinq questions:
- Les contrats conclus par Distrigaz & Co sont-ils, oui ou non, légaux?
S'ils ne le sont pas, pourquoi?
- Quel cadre légal et réglementaire sera d'application pour ces
contrats, une fois qu'ils auront été cédés à Fluxys? En d'autres mots,
dans quel cas, y a-t-il une dérogation, telle que prévue par l'article 32,
§ 1 de la directive de 2003, c'est-à-dire la directive 55 de la
Commission européenne?
- Le transfert de ces contrats à Fluxys aura-t-il un impact sur les
contrats précédemment conclus par Distrigaz ou par Distrigaz & Co
avec les shippers? Si oui, dans quel sens?
- Quel est l'avis de la CREG à propos de la valeur financière de ces
contrats en cas de cession à Fluxys? Cette valeur financière aura-t-
elle un impact sur les tarifs des réseaux? Je dois absolument
connaître la réponse à cette question.
- La cession de ces contrats à Fluxys aura-t-elle un impact sur le
fonctionnement du marché et sur les investissements futurs de
Fluxys?
Compte tenu de l'urgence en cette matière, j'ai demandé à la CREG
de me procurer cette étude pour le 15 octobre prochain. Étant donné
que je ne suis pas encore en possession de cette étude, ma réponse
ne peut être que provisoire.
Il en est d'ailleurs de même pour la deuxième question. Par
l'application de l'article 524 du Code des sociétés, et ce tant au
conseil d'administration de Distrigaz qu'à celui de Fluxys, siège un
comité composé de trois administrateurs indépendants qui rédigeront
un avis écrit et motivé concernant l'opération évoquée
précédemment. Je suis dans l'attente des résultats de ce rapport.
Pour pouvoir apporter une réponse complète à vos deux questions,
j'attends des éléments-clés que je dois obtenir par le biais
d'organismes qui ont été légalement prévus. Le législateur a créé,
d'une part, la CREG et d'autre part, le comité en question, qui
travaillent en toute indépendance.
Ces réponses seront déterminantes pour pouvoir répondre aux
questions que vous me posez aujourd'hui.
Je pourrais vous donner une réponse, mais puisque le législateur a
voulu travailler de cette façon - ce, à juste titre me semble-t-il - il est
essentiel d'attendre la réponse pour prendre position. Ce sera
déterminant, j'en conviens avec vous.
Co verzocht en haar gevraagd
volgende vragen te beantwoorden.
Zijn die contracten wettelijk? Als
dat niet zo is, hoe komt dat? Welk
wettelijk en regelgevend kader zal
van toepassing zijn na de
overdracht van die contracten aan
Fluxys? Zal die overheveling een
weerslag hebben op de contracten
die met de shippers worden
gesloten? Welke? Wat is het
advies van de CREG over de
financiële waarde van die
contracten? Zal die waarde een
weerslag hebben op de tarieven
van het netwerk? Zal de
overdracht een weerslag hebben
op de marktwerking en op de
toekomstige investeringen van
Fluxys?
Ik heb de CREG gevraagd mij die
studie tegen 15 oktober te
bezorgen. Vandaag kan mijn
antwoord enkel maar voorlopig
zijn.
Ik verwacht bovendien de
resultaten van het verslag van een
comité dat is samengesteld uit drie
onafhankelijke bestuurders, die
werden belast met het opstellen
van een schriftelijk en met
redenen omkleed advies over de
operatie die zojuist ter sprake werd
gebracht.
De antwoorden van de wettelijke
organen zullen dus van
doorslaggevend belang zijn om u
volledige informatie te verstrekken.
Overeenkomstig de wil van de
wetgever moeten we dus wachten
op het antwoord om onze houding
te kunnen bepalen.
14.03 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je vous remercie pour cette réponse. Cette étude de la
CREG nous sera-t-elle communiquée ou sera-t-elle publique?
Je vous demande de bien prendre en considération les "capacités"
financières de Fluxys: d'abord, la valeur est-elle bien de 900 millions
d'euros? Je crois que vous avez clairement posé la question dans
l'étude. Ensuite, Fluxys a-t-il les moyens d'investir une telle somme,
alors que nous savons la nécessité d'investir dans notre réseau pour
réussir cette libéralisation du transport? C'est un élément important à
14.03 Melchior Wathelet (cdH):
Zal de CREG-studie openbaar
worden gemaakt? Het is van
essentieel belang dat men goed
rekening houdt met het financieel
vermogen van Fluxys: bedraagt de
waarde wel degelijk 900 miljoen
euro en beschikt de operator
Fluxys wel over de nodige
middelen om een dergelijke
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
prendre en considération: ont-ils les moyens de réaliser un tel
investissement?
investering te doen?
14.04 Marc Verwilghen, ministre: Votre prudence est ma prudence.
14.04 Minister Marc Verwilghen:
Ik ben even voorzichtig als u.
14.05 Melchior Wathelet (cdH): Et pourrons-nous obtenir le rapport?
14.05 Melchior Wathelet (cdH):
Krijgen we inzage van dat verslag?
14.06 Marc Verwilghen, ministre: C'est la CREG qui détermine si un
rapport est public ou non. Il faudra d'abord attendre que je le reçoive.
Tout dépendra de leur règlement qu'ils appliquent assez
scrupuleusement.
14.06 Minister Marc Verwilghen:
De CREG beslist of een verslag al
dan niet openbaar wordt gemaakt.
14.07 Melchior Wathelet (cdH): Pour terminer, permettez-moi de
souligner l'aspect positif de cette attitude prudente.
14.07 Melchior Wathelet (cdH):
Ik wil toch even de positieve kant
van die voorzichtige houding
benadrukken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la scission de Fluxys en 3 sociétés" (n° 12586)
15 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de opsplitsing van Fluxys in drie maatschappijen" (nr. 12586)
15.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, comme vous
le savez également, afin de répondre aux griefs de la Commission en
ce qui concerne la majorité que détient Suez dans Fluxys, Suez et
GDF proposent de séparer Fluxys en trois sociétés distinctes, à savoir
Fluxys Asset Owner, Fluxys System Operator et Fluxys International.
Cette scission de Fluxys en trois différentes sociétés appelle toutefois
des questions très importantes, me semble-t-il.
Au niveau tarifaire, le contrôle de la CREG ne s'exerce légalement
que sur les gestionnaires de réseau. Dans la structure proposée par
Suez-GDF, la CREG ne contrôlerait que Fluxys S.O. (Fluxys System
Operator), le gestionnaire du réseau. Or, cette dernière ne détiendrait
pas les actifs (conduites, sites de stockage, terminal GNL) qu'elle est
appelée à gérer. Les coûts de financement liés à ces actifs lui
seraient respectivement facturés par Fluxys International et par
Fluxys Asset Owner. La CREG ne pourra que contrôler le fait que
Fluxys System Operator a bel et bien payé les factures qui lui sont
présentées par Fluxys Asset Owner et Fluxys International, sans
pouvoir vérifier les comptes de ces deux dernières sociétés.
Cette analyse est-elle correcte? Si oui, cela ne risque-t-il pas de
limiter fortement l'action possible de la CREG en matière tarifaire?
Dans l'hypothèse où la fusion serait avalisée par la Commission,
comptez-vous réagir à ce problème? Je le répète, la CREG n'aura
pratiquement aucun contrôle; elle ne pourra que vérifier si Fluxys
System Operator paye bien ses factures, mais je suppose que tel
sera le cas sans problème. Par contre, il ne sera plus vraiment
possible de voir si les prix proposés par Fluxys Asset Owner ou
Fluxys International sont ceux qui doivent être réellement facturés afin
15.01 Melchior Wathelet (cdH):
Om aan de bezwaren van de
Europese Commissie betreffende
de meerderheidspositie van Suez
in Fluxys tegemoet te komen,
stellen Suez en Gaz de France
voor Fluxys in drie afzonderlijke
vennootschappen op te splitsen,
namelijk Fluxys Asset Owner,
Fluxys System Operator en Fluxys
International.
De tariefcontrole van de CREG
beperkt zich wettelijk tot de
netwerkbeheerders. In de door
Suez-GdF voorgestelde structuur
zou de CREG dus enkel toezicht
uitoefenen op Fluxyx System
Operator. Die vennootschap zou
echter geen eigenaar zijn van de
activa die ze moet beheren. De
financieringskosten met betrekking
tot die activa zouden haar immers
respectievelijk door Fluxys
International en door Fluxys Asset
Owner worden aangerekend. De
CREG zou dus bij wijze van
spreken enkel kunnen nagaan of
Fluxys System Operator de
facturen van Fluxys Asset Owner
en van Fluxys International wel
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
de pouvoir fournir à tout opérateur sur le marché le bon tarif pour le
transport qui sera facturé par Fluxys System Operator. En fait, cette
capacité de contrôle de la part de la CREG sera terriblement
diminuée.
Ne pensez-vous pas que le fait que Fluxys International possédera
Huberator, qui gère le hub de Zeebrugge, risque de poser un sérieux
problème de concurrence? En effet, Suez-GDF disposera
d'informations confidentielles sur les opérations commerciales
réalisées par leurs concurrents et, à terme, cela risque de mettre en
péril le hub, par manque de confiance des acteurs du marché.
De fait, le hub sera totalement contrôlé par Fluxys International. Or,
Fluxys International n'est pas contrôlée par la CREG; de plus, des
informations confidentielles sont fournies à Suez-GDF. Le niveau
d'informations ne sera dès lors pas le même pour Suez-GDF et les
autres acteurs du marché. Ces derniers pourraient être enclins à ne
pas utiliser le hub de Zeebrugge, étant donné que Suez-GDF est un
concurrent direct déjà très présent qui possède peut-être davantage
d'informations. Le risque existe que deux concurrents qui utilisent ce
même hub de Zeebrugge ne disposent pas du même niveau
d'informations.
Quelles sont les garanties que Fluxys International sera gérée à partir
de Bruxelles? Étant donné que GDF a également des activités
d'infrastructure, quelle est la garantie, pour la Belgique, que Fluxys
International jouira de perspectives de développement aussi
favorables que la société française?
Rappelez-vous, monsieur le ministre, vous m'avez répété à plusieurs
reprises que le hub de Zeebrugge était un atout majeur pour le
marché belge. Je le pense aussi. Il est important de le valoriser. Pour
qu'il soit valorisé et utilisé par l'ensemble des acteurs du marché, il
faut qu'il soit dans la situation la plus neutre et la plus indépendante
possible. Pour que le marché soit concurrentiel en Belgique, il faut
que ce hub de Zeebrugge soit accessible de la même manière pour
l'ensemble des sociétés qui souhaitent se concurrencer sur le marché
belge.
degelijk heeft betaald, maar zou
de rekeningen van die laatste
twee vennootschappen niet
kunnen nakijken.
Klopt die analyse? Zo ja, wordt het
actieterrein van de CREG op het
stuk van de tarifering daardoor niet
sterk ingeperkt? Bent u van plan
dat probleem aan te kaarten indien
de fusie door de Commissie wordt
goedgekeurd? Hoe zal het toezicht
desgevallend worden
georganiseerd?
Ontstaat er door het feit dat Fluxys
International Huberator, de
beheerder van de hub van
Zeebrugge, in handen heeft, geen
oneerlijke concurrentie? Suez-
GDF zal immers over
vertrouwelijke informatie
beschikken over de
handelsactiviteiten van hun
concurrenten, wat op termijn in het
nadeel van de hub kan werken,
omdat aldus het vertrouwen van
de marktspelers wordt aangetast.
Het gevaar bestaat dus dat twee
concurrenten die gebruik maken
van de hub van Zeebrugge, niet
over dezelfde informatie zullen
beschikken.
Beschikken we trouwens over
garanties dat Fluxys International
zijn activiteiten vanuit Brussel zal
blijven leiden? Zal Fluxys
International bovendien over
dezelfde gunstige
toekomstperspectieven
beschikken als het Franse bedrijf?
Om door alle marktspelers
gevaloriseerd en gebruikt te
worden moet de hub van
Zeebrugge zich zo neutraal en
onafhankelijk mogelijk kunnen
opstellen. En om onze markt
concurrentieel te maken moeten
alle ondernemingen die elkaar op
de Belgische markt
beconcurreren, op dezelfde wijze
toegang tot die hub krijgen.
15.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, monsieur
Wathelet, à propos de la première des trois questions sur la scission
de Fluxys, sachez qu'en l'état actuel des négociations, la scission est
15.02 Minister Marc Verwilghen:
Het is thans voorbarig om u een
antwoord te geven in verband met
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
évoquée mais il n'est pas exclu que, par exemple, Fluxys System
Operator et Fluxys Asset Owner ne forment qu'une unité. Il serait
donc prématuré de répondre à une question portant sur la structure
finale de Fluxys. Il faut voir d'abord dans quelle direction les choses
évoluent.
À la deuxième question, Suez s'est engagée à se concerter avec
Publigaz afin d'aménager l'actionnariat de Fluxys International dans la
perspective d'associer des investisseurs intéressés au
développement de l'entreprise, en ce compris les infrastructures
d'importation à Zeebrugge. Dans cette perspective, l'objectif est
d'arriver à une structure de 60% Suez-Tractebel, 25% Publigaz et
15% pour de nouveaux associés. Les autres acteurs du marché
auront donc la possibilité de prendre une participation dans le
terminal.
Pour la troisième question, je voudrais d'abord souligner que Fluxys
International n'englobera pas toute l'infrastructure gazière. Cette
infrastructure résidera en grande partie chez Fluxys Asset Owner.
Suez ne disposera pas d'une majorité absolue dans Fluxys Asset
Owner et devra donc décider collégialement avec Publigaz qui est un
actionnaire belge. Les deux auront le même pourcentage de
représentation, le solde étant mis en bourse.
Dans l'engagement de Suez, il a expressément été prévu de procéder
à l'extension du terminal dès que toutes les licences requises auront
été obtenues et qu'on saura quelle extension est jugée utile sur le
plan économique.
Dans leur proposition, il est repris que si le groupe Suez n'exécute
pas ce plan d'extension en temps voulu, par exemple pour des
raisons de rentabilité, d'autres s'engagent à réaliser cet
investissement. L'actionnariat de Fluxys International sera alors
adapté en conséquence. Je pense que l'on peut difficilement
souhaiter des garanties encore plus confortables que celles-ci. Car
elles rendent possibles l'exploitation future de Zeebrugge et
certainement aussi l'élargissement du hub.
de uiteindelijke structuur van
Fluxys. U moet weten dat in de
huidige stand van de
onderhandelingen weliswaar
gewag wordt gemaakt van een
opsplitsing, maar dat het niet
uitgesloten is dat Fluxys System
Operator en Fluxys Owner Asset
bijvoorbeeld maar één eenheid
zouden vormen.
Voorts heeft Suez er zich toe
verbonden overleg te plegen met
Publigaz met het oog op een
aanpassing van het
aandeelhouderschap van Fluxys
International teneinde
investeerders die belangstelling
hebben voor de ontwikkeling van
het bedrijf nauwer bij een en ander
te betrekken. De overige
marktspelers zullen de
mogelijkheid krijgen om een
participatie in de terminal te
nemen.
Ten slotte dient te worden
onderstreept dat Fluxys
International niet de hele
gasinfrastructuur zal omvatten. Die
infrastructuur zal in grote mate bij
Fluxys Asset Owner worden
ondergebracht. Suez zal niet over
een absolute meerderheid in
Fluxys Asset Owner beschikken
en zal dus collegiaal met Publigaz,
die een Belgische aandeelhouder
is, moeten beslissen. Beide zullen
over hetzelfde
vertegenwoordigingspercentage
beschikken en de rest wordt op de
beurs gebracht.
Suez heeft er zich eveneens toe
verbonden de terminal uit te
breiden zodra alle vereiste
vergunningen zullen zijn verkregen
en zodra men weet welke
uitbreiding op economisch vlak
nuttig wordt geacht.
Er werd bepaald dat, indien Suez
de geplande uitbreiding niet op het
juiste moment realiseert, anderen
zich ertoe verbinden de nodige
middelen te investeren. Het
aandeelhouderschap van Fluxys
zal in het licht daarvan worden
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
aangepast. Dankzij die
waarborgen is de toekomstige
exploitatie van Zeebrugge, evenals
de uitbreiding van de hub,
verzekerd.
15.03 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, ce sujet est toujours à l'étude, mais les trois sociétés, dont
j'ai essayé de comprendre le système et la répartition de rôle,
constituent les réponses que Suez et GDF ont apportées à la
Commission. J'imagine que ce système a été pensé, réfléchi et que
cette position, Suez et GDF souhaitent la voir mise en avant.
Ainsi, vous me dites que Fluxys Asset Owner serait partiellement
propriété de Suez et de Publigaz, le reste étant coté en bourse pour
être certains en quelque sorte que Suez ne soit pas le seul détenteur
et le seul décideur en matière d'investissements, ce que je trouverais
sain. Par ailleurs, si Fluxys Asset Owner et Fluxys System Operator
ne font qu'un, Suez détiendra à ce moment une nouvelle fois une part
beaucoup plus importante. Elle occupera donc une position beaucoup
plus importante dans le partenariat et aura une capacité de levier
importante pour procéder à des investissements ou mener une
politique d'investissements en matière d'infrastructure au profit d'un
opérateur qui serait Suez.
Certes, l'un dépend de l'autre, mais les propos que vous tenez, par
exemple, en ce qui concerne la question n° 2 au niveau du hub de
Zeebrugge, me semblent emprunter la bonne direction, offrant la
possibilité d'avoir des sources d'information fiables pour tout qui
voudrait pouvoir entrer en concurrence sur le marché. Cela me paraît
indispensable. Le hub de Zeebrugge, par exemple, est suffisamment
important pour que toute société désireuse de s'implanter sur le
marché belge ait une possibilité de participer à la gestion du hub de
Zeebrugge dans le cadre d'un actionnariat afin de disposer, au moins,
de toutes les informations nécessaires à la gestion de ce hub. Cela
me paraît indispensable.
Néanmoins, j'attire une fois de plus votre attention sur le fait que tout
dépendra de tout.
Par conséquent, s'il y a vraiment une scission en trois sociétés,
l'ensemble des entreprises du marché devront bénéficier d'une même
information et des investissements en réseaux devront avoir lieu en
fonction du profit de la totalité du marché et non d'une entreprise bien
précise.
15.03 Melchior Wathelet (cdH):
De drie vennootschappen,
waarvan ik de regeling en de
taakverdeling heb proberen te
begrijpen, vormen het antwoord
dat Suez en GdF aan de
Commissie bieden.
U zegt dat Fluxys Asset Owner
gedeeltelijk in handen zou zijn van
Suez en Publigaz en dat de rest
beursgenoteerd zou zijn. Zo wil
men zich ervan verzekeren dat
Suez niet de enige eigenaar wordt
en de enige die over de
investeringen gaat. Indien echter
Fluxys Asset Owner en Fluxys
System Operator een enkele
vennootschap zijn, neemt Suez in
het partnerschap opnieuw een
veel belangrijker plaats in en heeft
het een belangrijke hefboom in
handen voor investeringen en voor
het ontwikkelen van een
investeringsbeleid op het vlak van
de infrastructuur, ten voordele van
een enkele operator: Suez.
Met het oog op een
daadwerkelijke mededinging,
moeten alle marktspelers over
betrouwbare informatiebronnen
kunnen beschikken, meer bepaald
wat het beheer van de Zeebrugse
hub betreft.
Echter, als het werkelijk tot een
opsplitsing in drie ondernemingen
komt, zullen alle marktspelers over
dezelfde informatie moeten
beschikken en moet de markt in
zijn geheel en niet een welbepaald
bedrijf van de investeringen in de
netten kunnen profiteren.
15.04 Marc Verwilghen, ministre: Dans les contacts que nous avons
eus avec la Commission européenne, j'ai été frappé par le fait que
l' "unbundling" (la scission, le fait de répartir les différents métiers
dans la chaîne) n'est pas vraiment la première demande de la
Commission. Je n'ai pas véritablement eu l'impression qu'elle insistait
sur ce point, du moins pour ce qui nous concerne. Il faudra beaucoup
attendre pour savoir si nous opèrerons cette scission entre les
15.04 Minister Marc Verwilghen:
We moeten vaststellen dat de
Commissie niet bijzonder
aandringt op "unbundling" (de
splitsing, de spreiding van de
verschillende activiteiten in de
keten). Geen enkele mogelijkheid
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
différentes étapes ou non. Aucune possibilité n'est exclue.
Je suis d'accord pour reconnaître que, concernant la totalité de
l'opération, nous devons recevoir les informations nécessaires.
D'ailleurs, pour Fluxys Asset Owner et Fluxys System Operator, les
choses sont claires, puisque les deux groupes seront mis en balance.
La représentation de Publigaz et de Suez sera identique. En
revanche, pour le volet international, une construction est prévue par
l'engagement pris par Suez-Electrabel, repris par Suez-
Gaz de France. Là, nous devrons attendre que la Commission
européenne ait pris sa décision, car cela lui revient.
wordt dus uitgesloten.
We moeten informatie krijgen over
het geheel van de operatie. De
zaken zijn trouwens duidelijk wat
betreft Fluxys Asset Owner en
Fluxys System Operator, daar
beide groepen zullen worden
vergeleken. Publigas en Suez
zullen op identieke wijze worden
vertegenwoordigd.
Op
internationaal vlak is daarentegen
reeds in een constructie voorzien
door de verplichtingen die Suez-
Electrabel is aangegaan en die
door Suez-Gaz de France zijn
overgenomen.
We moeten wachten tot de
Europese Commissie een
beslissing heeft genomen want ze
is daarvoor bevoegd.
15.05 Melchior Wathelet (cdH): Je terminerai sur le fait que la
scission n'est pas ce que demande la Commission. La volonté pour
arriver à une vraie concurrence est de diminuer la part d'un opérateur
dominant dans le cadre de ces sociétés tant de transit que de
transport, que ce soit Fluxys International, que ce soit dans le cadre
de l'infrastructure ou dans le cadre du transport. Diminuer la part d'un
partenaire dominant est préférable à séparer: dans ce cas, il subsiste
le risque de créer un nouvel opérateur prédominant parmi ces trois
sociétés. C'est le danger potentiel d'une division. La décision sera à
prendre par la Commission européenne.
15.05 Melchior Wathelet (cdH):
De Commissie vraagt geen
opsplitsing. Het is beter het
aandeel van de dominante partner
te verminderen dan op te splitsen.
In dat laatste geval bestaat
immers de kans dat één van de
drie vennootschappen op haar
beurt een nieuwe dominante
operator wordt. Dat is het gevaar
van een opsplitsing. Het is echter
aan de Europese Commissie om
daarover te beslissen.
15.06 Muriel Gerkens (ECOLO): J'y reviendrai dans ma question
mais je pensais que la Commission européenne avait émis un avis
négatif sur la scission de Fluxys en trois sociétés.
15.06 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik dacht dat de Europese
Commissie over de opsplitsing van
Fluxys in drie vennootschappen
een negatief advies had
uitgebracht.
15.07 Marc Verwilghen, ministre: Elle ne s'est pas vraiment
prononcée sur ce sujet. Au tout début, elle a dit qu'il faudrait vendre
Distrigaz, ce qui veut dire que le monopole existant passait d'une
main à une autre. La Commission s'est sans doute rendu compte
entre-temps que ce n'était pas la bonne position. Elle en a toujours
parlé indirectement lors de ses contacts avec le gouvernement belge
mais dans ses contacts avec SuezGaz de France, elle n'a pas
vraiment abordé le sujet. L'engagement actuel de Suez
Gaz de France est probablement né d'observations à ce sujet émises
à l'occasion d'une de leurs rencontres. Attendons que la Commission
tranche la question; cela nous aiderait en cette matière.
15.07 Minister Marc Verwilghen:
Ze heeft zich daarover niet echt
uitgesproken. Eerst zei ze dat
Distrigaz zou moeten worden
verkocht, waardoor het monopolie
gewoon verhuisde. Intussen heeft
de Commissie ongetwijfeld
ingezien dat dat niet het juiste
standpunt was. De huidige belofte
van Suez-Gaz de France vloeit
wellicht voort uit opmerkingen die
in dat verband werden geuit naar
aanleiding van één van hun
contacten. We doen er goed aan
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
de beslissing van de Commissie af
te wachten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik stel voor dat de agendapunten 27, 30 en 31 samen te behandelen,
als u dat goed vindt. Het gaat om twee vragen van de heer Wathelet, een vraag van mevrouw Creyf en een
vraag van mevrouw Gerkens. U antwoordt zoals u wilt: aan de vraagstellers apart of op de vier vragen
samen.
16 Questions jointes de
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la concertation autour de la fusion Suez-Gaz de France" (n° 12584)
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la concurrence sur le marché belge du gaz suite à la fusion potentielle de
Suez et Gaz de France" (n° 12587)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la 'Pax Electrica II'" (n° 12597)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la 'Pax Electrica II'" (n° 12603)
16 Samengevoegde vragen van
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het overleg over de fusie van Suez en Gaz de France" (nr. 12584)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de concurrentie op de Belgische gasmarkt naar aanleiding van de mogelijke
fusie van Suez en Gaz de France" (nr. 12587)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de 'Pax Electrica II'" (nr. 12597)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de 'Pax Electrica II'" (nr. 12603)
16.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, comme vous le savez, après avoir pris connaissance de la
fusion Suez-Gaz de France, la Commission européenne a lancé une
première enquête sur l'impact de ce projet en termes de concurrence.
Lors de cette enquête, elle est arrivée à la conclusion que, dans sa
forme initiale, la fusion envisagée entravait significativement la
concurrence sur les marchés belges et français du gaz et de
l'électricité. C'est ainsi que la Commission européenne a adressé une
série de griefs à l'encontre des deux groupes.
Le 20 septembre, les deux groupes ont répondu à la Commission en
proposant cinq mesures afin que leur fusion ne nuise pas à la
concurrence sur les marchés de l'énergie belge et français. Quatre de
ces mesures concernaient le marché belge.
Pour la Belgique, cette fusion offrait une occasion unique et
probablement ultime d'obtenir enfin de Suez et de GDF de véritables
concessions permettant d'instaurer plus de concurrence, tant en gaz
qu'en électricité, au bénéfice des consommateurs. C'est dans cet
esprit, me semble-t-il, que M. Verhofstadt a rencontré Suez ce lundi
18 septembre. Il s'agissait de définir les grandes lignes d'un nouvel
accord, une Pax Electrica II, par laquelle le gouvernement accepte les
mesures proposées par Suez-GDF à la Commission européenne
mais demanderait vraisemblablement à Suez des concessions
supplémentaires dans le domaine nucléaire.
16.01 Melchior Wathelet (cdH):
Na kennis van de fusie van Suez
en GDF te hebben genomen,
besluit de Europese Commissie
dat de geplande fusie ernstige
nadelen heeft voor de concurrentie
op de Belgische en de Franse
markt en heeft zij een aantal
bezwaren geopperd.
Op 20 september hebben beide
groepen vijf maatregelen
voorgesteld, waarvan vier
betrekking hebben op de
Belgische markt.
Die fusie bood voor ons land een
unieke en wellicht ultieme
gelegenheid om eindelijk van Suez
en GDF echte concessies te
verkrijgen die het mogelijk maken
meer concurrentie tot stand te
brengen.
De heer Verhofstadt heeft op
maandag 18 september de
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
Monsieur le ministre, comment se fait-il que, malgré le volet
éminemment stratégique d'un tel accord, M. Verhofstadt ait négocié
seul la Pax Electrica II, comme en 2005 lors de la conclusion de la
Pax Electrica I, sans aucun débat parlementaire, sans véritable
concertation des acteurs concernés? Comment est-il possible qu'on
ait repris la même tactique pour la Pax Electrica II alors qu'elle avait
déjà été critiquée lors de la conclusion de la Pax Electrica I?
Pourtant, selon de nombreux communiqués, l'accord de la Pax
Electrica II est déjà vivement critiqué. Je peux reprendre les
commentaires de la Banque Degroof selon lesquels Suez est
gagnante, les déclarations de Test-Achats selon lesquelles Suez est
également gagnante. Dans son propre communiqué Suez reconnaît
elle-même que sur les 58.000 mégawatts de capacité qu'elle détient
au niveau mondial, elle n'abandonnera que 535 mégawatts, soit 1%. Il
est donc manifeste qu'elle n'est pas trop mécontente de cet accord.
Il faut savoir également que les trois éléments essentiels de la
Pax Electrica I, à savoir la suppression de la minorité de blocage
d'Electrabel dans Elia, la vente de sites inutilisés par Electrabel d'une
capacité de 500 mégawatts et l'offre de 500 mégawatts par Electrabel
sur Belpex, n'ont pas encore été implémentés. De plus, le premier
ministre a conclu une nouvelle fois un accord sans concertation, sans
débat parlementaire, sans rencontrer les acteurs concernés, accord
qui est déjà stigmatisé par un certain nombre d'acteurs du marché, et
alors que la Pax Electrica I n'a pas encore été totalement exécutée.
Dans le même ordre d'idée, comment se fait-il, monsieur le ministre,
que l'on entende toujours le premier ministre sur ce sujet et que l'on
vous entende très peu? En effet, ministre en charge de l'énergie, vous
semblez totalement absent dans ce dossier. On a vu M. Verhofstadt
conclure et signer cet accord - j'imagine qu'il vous a quand même
appelé; en tout cas, je l'espère sans que vous ne soyez présent
alors que je le répète cette matière est censée relever de votre
compétence.
L'autre volet, c'est la question qui concerne les propositions de Suez-
GDF de constituer un nouveau concurrent en Belgique au travers de
la création d'une nouvelle société issue de la scission de Distrigaz. En
effet, ils céderaient au terme d'un processus concurrentiel privilégiant
un échange d'actifs. Dans cette nouvelle société, ils disposeraient
d'un portefeuille de contrats de vente aux clients industriels de
Distrigaz en Belgique, ainsi que de contrats de vente de gaz conclus
par Distrigaz et GDF avec SPE. Il s'agit donc de nouveaux
concurrents qui pourraient obtenir des contrats, mais uniquement
avec les clients industriels; or on sait que la marge bénéficiaire est
plus importante avec les clients résidentiels qu'industriels.
Pensez-vous que cette mesure permettra réellement à la concurrence
de se développer sur le marché belge, sachant les faibles marges
bénéficiaires que le nouveau concurrent sur le marché percevra vu
qu'il ne pourra se concentrer que sur les clients industriels? Il en
découlera aussi un faible potentiel d'investissement et de
développement de marché. Suez-GDF connaîtra exactement la
teneur des contrats cédés et conserve à sa disposition une
information importante quant aux contrats conclus par ses
concurrents.
vertegenwoordigers van Suez
ontmoet. Het was de bedoeling om
de krachtlijnen van een pax
electrica II vast te stellen waarbij
de regering wellicht bijkomende
concessies op nucleair gebied zou
vragen.
Hoe komt het dat de heer
Verhofstadt helemaal alleen over
de
pax electrica II heeft
onderhandeld, zonder dat er
daarover een parlementair debat
heeft plaatsgevonden en zonder
dat met de betrokken actoren
overleg werd gepleegd? Hoe is het
mogelijk dat men voor de pax
electrica II dezelfde tactiek heeft
toegepast als bij het sluiten van de
pax electrica I, tactiek die toen al
werd bekritiseerd?
De drie onderdelen van de pax
electrica I zijn nog niet volledig
uitgevoerd of premier Verhofstadt
sluit al een nieuw akkoord!
Wat me trouwens ook opvalt,
mijnheer de minister, is uw totale
afwezigheid in dit dossier, terwijl u
toch voor deze materie bevoegd
is.
Suez-GdF stelt voor in België een
nieuwe concurrent in het leven te
roepen, in de vorm van een
nieuwe vennootschap
voortvloeiend uit de splitsing van
Distrigaz, die zou beschikken over
een portefeuille van
verkoopovereenkomsten met
industriële klanten van Distrigaz in
België en van
verkoopovereenkomsten voor gas
die Distrigaz en GDF met SPE
hebben gesloten. Denkt u dat die
maatregel de concurrentie
werkelijk zal aanwakkeren,
rekening houdend met de geringe
winstmarge van de industriële
klanten?
Bovendien is Suez-GDF perfect op
de hoogte van de inhoud van de
overgedragen overeenkomsten.
Wat de residentiële klanten
betreft, blijft het bijna-monopolie
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
En ce qui concerne les clients résidentiels, le quasi-monopole sera
toujours bien implanté. Le nouvel acteur sur le terrain ne s'attaquera
donc pas à la même clientèle, ce qui me fait dire que l'ouverture à la
concurrence est tout à fait relative.
Le dernier élément est qu'une des sources les plus importantes de
profit pour un fournisseur sur le marché de gros est la possibilité de
réaliser des arbitrages à court terme.
C'est-à-dire vendre du gaz sur le hub (essentiellement de Zeebrugge)
lorsque le prix du marché à court terme est supérieur au prix
d'approvisionnement du fournisseur. Comme je l'ai dit précédemment,
si on veut qu'un concurrent puisse être efficace sur le marché, il est
indispensable qu'il ait à sa disposition les informations concernant le
hub de Zeebrugge, sinon il devra faire face à un concurrent (Suez-
GDF) qui, lui, aura à sa disposition ces informations indispensables
pour lui permettre d'être actif, de comprendre le marché, et de vendre
et acheter au bon moment sur le marché.
Ces différents éléments, monsieur le ministre, ne montrent-ils pas,
selon vous, que Suez-GDF resterait très largement en position
dominante en Belgique, bien que 40% environ des contrats seraient
revendus à un concurrent? En effet, ils disposeraient toujours
d'avantages stratégiques substantiels en matière d'informations
confidentielles ou de possibilités d'arbitrage.
Il appartient à la Commission européenne de se prononcer très
prochainement sur la prétendue concession de Suez et GDF et de
vérifier si cela nuirait ou non à la concurrence sur le marché de
l'électricité et du gaz, mais il me semble que le gouvernement belge
doit adopter une position en la matière et que, le cas échéant, il peut
la communiquer à la Commission européenne. À ce sujet, avez-vous
des contacts avec la Commission? Dans l'affirmative, quelle est la
position que vous défendez?
Par ailleurs, si je ne me trompe pas, le gouvernement a déclaré lui-
même en septembre que son intention était "de mettre à profit la
fusion pour créer un véritable marché du gaz et de l'électricité
concurrentiel". Selon la presse, M. Verhofstadt a essayé de définir ces
grandes lignes avec Suez et GDF. Cette cession de 40% des contrats
fait partie des accords que le premier ministre a conclus dans le cadre
de cette Pax Electrica II, mais avec les restrictions que j'ai évoquées:
- seuls les clients industriels sont concernés;
- Suez-GDF connaîtra toujours l'ensemble des informations relatives
à ses contrats;
- les contrats visés ne sont pas nécessairement ceux qui offrent les
plus grandes marges bénéficiaires;
- une prise de connaissance permanente des informations relatives
au hub de Zeebrugge.
Estimez-vous que cette cession de 40% des contrats peut jouer un
véritable rôle au niveau d'une augmentation de la concurrence sur le
marché à l'occasion de cette fusion possible entre Suez et GDF?
J'aurais voulu entendre votre point de vue, non pas celui du premier
ministre, non pas celui qui fait suite à la Pax Electrica II, mais votre
point de vue sur cette prétendue concession de Suez et GDF.
overeind.
Bovendien is de winst voor een
leverancier op de
groothandelsmarkt grotendeels
afhankelijk van de mogelijkheid
om op korte termijn arbitrages tot
stand te brengen.
Dat wil zeggen dat gas wordt
verkocht wanneer de prijs op de
kortetermijnmarkt hoger ligt dan
de bevoorradingsprijs voor de
leverancier. Met het oog op een
daadwerkelijke mededinging moet
de concurrent over de nodige
informatie kunnen beschikken om
op het aangewezen ogenblik te
kopen en te verkopen.
Blijkt uit die verschillende
elementen niet voldoende dat
Suez-GDF een erg dominante
positie zou behouden in ons land?
De Europese Commissie moet
zich over dit dossier uitspreken,
maar de Belgische regering kan
haar standpunt aan de Commissie
meedelen. Zijn er in dat verband
contacten met de Commissie? Zo
ja, welk standpunt verdedigt u?
In september verklaarde de
regering dat ze de fusie wilde
aangrijpen om een echte
concurrentiele gas- en
elektriciteitsmarkt tot stand te
brengen. Bent u van oordeel dat
deze overdracht van
overeenkomsten een
betekenisvolle rol kan spelen als
het erop aankomt de mededinging
aan te zwengelen?
Graag had ik het standpunt van de
minister, en niet dat van de eerste
minister, vernomen.
16.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag is 16.02 Simonne Creyf (CD&V): Le
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
ingediend op 6 oktober toen de federale regering, met name de eerste
minister, aan het onderhandelen was met Suez omtrent de gevolgen
van de fusie van Suez met GDF op de Belgische elektriciteits- en
gasmarkt. De eerste minister zou net voor de
gemeenteraadsverkiezingen het goede nieuws van de Pax Electrica II
brengen. Hij werd echter door EU-commissaris Neelie Kroes
teruggefloten, omdat hij zijn boekje te buiten was gegaan. Op het
ogenblik is er dus geen ondertekend akkoord tussen de eerste
minister en Suez; wel zijn er een aantal beloftes. Van die beloftes
konden we tot nu toe enkel in de pers iets vernemen. Ze lijken me
bovendien weinig concreet en kunnen ook nog worden betwist of
tegengehouden door Europa.
De Pax Electrica II is er dus nog niet. Erger nog, ook Pax Electrica I
is, hoewel er beweging is voor een aantal punten ervan, nog niet
helemaal uitgevoerd, zoals collega Wathelet zopas opmerkte. Daarin
waren nochtans een aantal belangrijke punten opgenomen. Het gaat
onder meer over de energiebeurs Belpex, de veiling van de
500 megawatt, de"golden share"en de installatie van de
regeringscommissaris.
Daarom heb ik de volgende vragen over de Pax Electrica I. Ten
eerste, wanneer wordt de regeringscommissaris nu aangeduid die bij
Suez zal worden geïnstalleerd na de overname van Electrabel? Die
zou, luidens een antwoord van u op 8 maart 2006, ook bevoegdheden
moeten krijgen voor de hele groep na de fusie met GDF.
Ten tweede, wat is de stand van zaken met betrekking tot de
energiebeurs Belpex en de veiling van de 500 megawatt?
Ik kom terug op de Pax Electrica II. Mijnheer de minister, kunt u ons
meer informatie geven over dat akkoord? Wat is de precieze inhoud
ervan?
Wij horen dat Suez bereid zou zijn om 30% van haar
productiecapaciteit ter beschikking te stellen van SPE en een derde
buitenlandse speler. De vraag is natuurlijk tegen welke prijs dit moet
gebeuren. Zal dit tegen productieprijs of tegen marktprijs gebeuren?
Als deze capaciteit ter beschikking wordt gesteld tegen productieprijs,
kan degene die de productie overneemt inderdaad een goede zaak
doen en op de markt komen met concurrentiële prijzen wat goed zou
zijn voor de consument? Als men echter deze productiecapaciteit ter
beschikking stelt tegen de marktprijs, is dat helemaal geen goede
zaak voor zij die de 15% moeten aankopen. Integendeel, de kans is
zelfs groot dat zij die 15% weigeren want ze kunnen niet
concurrentieel op de markt komen.
De vraag is ook wat het aandeel zal zijn van de nucleaire productie in
het ter beschikking stellen van de productiecapaciteit. Zal de te veilen
capaciteit, zoals overeengekomen in de Pax Electrica I, op hetzelfde
niveau gehandhaafd blijven op het ogenblik dat men 30% van die
productiecapaciteit ter beschikking stelt van andere spelers?
De Belgische regering zou ook over een gouden aandeel beschikken
in de nieuwe fusie. De vraag is wat de precieze draagwijdte is van dat
gouden aandeel. Wanneer en hoe geldt het vetorecht? Zal Europa dit
aanvaarden? Trouwens, het gouden aandeel uit de Pax Electrica I is
nog niet uitgevoerd. Er kunnen dus toch wel vragen worden gesteld bij
6 octobre 2006, le premier ministre
a négocié avec Suez à propos des
conséquences de la fusion de
Suez et de Gaz de France (GDF)
pour le marché belge de
l'électricité et du gaz. Le premier
ministre avait l'intention de
communiquer la bonne nouvelle
concernant la Pax Electrica II juste
avant les élections communales.
Mme Kroes, commissaire
européenne, l'a toutefois rappelé à
l'ordre parce qu'il était allé trop
loin.
Aucun accord n'a encore été signé
à ce jour entre Suez et le premier
ministre. Il existe, en revanche,
des promesses qui, à en croire la
presse, sont peu concrètes et que
l'Europe pourrait encore bloquer
dans le pire des cas. Entre-temps,
la Pax Electrica I n'a même pas
encore été exécutée
complètement.
Quand le commissaire du
gouvernement qui serait installé
chez Suez après la reprise
d'Electrabel sera-t-il désigné? Où
en est le salon de l'énergie Belpex
et la vente publique de 500
megawatts? Le ministre peut-il
nous communiquer le contenu
exact de la Pax Electrica II? Nous
apprenons que Suez serait prête à
mettre 30 % de sa capacité de
production à la disposition de la
SPE et d'un troisième acteur
étranger. La question est de savoir
si elle le fera au prix de production
ou au prix du marché. Si elle le fait
au prix de production, le repreneur
peut faire une bonne affaire et
proposer un prix concurrentiel sur
le marché. Si la capacité de
production est mise à disposition
au prix du marché, il est possible
que l'acheteur refuse les 15 %,
étant donné qu'il ne pourra être
concurrentiel ensuite.
Quelle sera la part de la
production nucléaire? La capacité
à vendre sera-t-elle maintenue si
30 % de cette capacité est mise à
la disposition d'autres acteurs?
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
de geloofwaardigheid van dit alles op een ogenblik dat er in de Pax
Electrica II opnieuw sprake is van een gouden aandeel terwijl het
gouden aandeel van de Pax Electrica I nog niet is uitgevoerd. Wat zal
de houding van Europa ter zake zijn?
Hoe zullen de afspraken tussen Suez en Gaz de France verder
verlopen? Er zou blijkbaar een standstill gevraagd zijn door Europa. Is
er nu een standstill? Of worden er op het terrein nog afspraken
gemaakt?
Denkt u dat de genomen maatregelen voldoende zullen zijn om
concurrentie op de markt te creëren en die concurrentie te
garanderen? Mag ik verwijzen naar de studie van London Economics
International LLC waarin stond te lezen dat er minstens vier spelers
nodig zijn, wil er sprake zijn van concurrentie op de
elektriciteitsmarkt?
Wat zijn de gevolgen voor de prijs die de consument zal betalen? Er
wordt geschermd met uitspraken als "geen stijging van de prijs".
Mijnheer de minister, door de vrijmaking van de markt zou de prijs
echter moeten dalen. Ik vind het nogal wiedes dat men het heeft over
een stabilisatie van de prijs en niet over een stijging ervan. Men zou
een prijsdaling moeten aankondigen.
Als de prijs van de basisproducten op de internationale markt daalt en
er komt een daling van de prijs, terwijl men hier echter een
prijsstabiliteit afspreekt, wie zal deze winst dan opstrijken? Ik vind dat
men de consument zand in de ogen strooit wanneer men zegt dat de
prijs niet zal stijgen.
Welke maatregelen zullen worden genomen om de concurrentie op
de gasmarkt te bevorderen? Gas is toch een bijzonder belangrijke
energiepoot die alsmaar belangrijker wordt. De gasprijs is alsmaar
gestegen. Hoe zit het met Fluxys, Distrigas en Zeebrugge? Ik sluit mij
wat dat betreft aan bij de vragen van collega Wathelet over deze
materie.
Ik wil nog graag weten of in het kader van de Pax Electrica nog
andere afspraken werden gemaakt of overwogen en welke deze dan
wel mogen zijn.
Dans la nouvelle fusion, le
gouvernement belge disposerait
d'une golden share. Quelle en est
la portée? Quand et comment le
droit de veto s'applique-t-il?
L'Europe l'acceptera-t-elle? Par
ailleurs, des problèmes de
crédibilité se posent car l'action
privilégiée prévue par la Pax
Electrica I n'a même pas encore
été exécutée. Quels seront les
futurs accords entre Suez et Gaz
de France? Est-il exact que
l'Europe a demandé un standstill?
Des accords sont-ils encore
conclus sur le terrain?
Le ministre pense-t-il que les
mesures prises seront suffisantes
pour créer et garantir la
concurrence sur le marché? Selon
une étude de London Economics,
il faut au moins quatre acteurs
pour permettre la concurrence.
Quelle est l'incidence sur le prix
pour le consommateur? On a dit
que `le prix n'augmente pas' mais
la libéralisation du marché devrait
aboutir à une diminution du prix.
Si le prix des produits de base sur
le marché international diminue,
alors qu'il a été décidé de
maintenir une stabilité des prix, qui
empoche donc le bénéfice? Dire
que le prix n'augmentera pas,
c'est jeter de la poudre aux yeux
du consommateur.
Quelles mesures seront-elles
prises pour favoriser la
concurrence sur le marché du
gaz ? Il s'agit d'une forme
d'énergie de plus en plus
importante, dont le prix n'a fait
qu'augmenter. Qu'en est-il de
Fluxys, de Distrigaz et de
Zeebrugge? Je m'associe aux
questions de M. Wathelet à ce
sujet.
D'autres accords ont-ils été
conclus dans le cadre de la Pax
Electrica? Lesquels?
16.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la présidente, je vais
essayer de ne pas répéter ce que mes collègues ont déjà dit, sauf sur
16.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik zal niet herhalen wat mijn
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
un aspect. De nouveau, je ne comprends pas que ce soit le premier
ministre qui aille négocier des Pax Electrica avec ses propres
collaborateurs, au lieu d'utiliser les vôtres. Nous voyons que des
mesures sont d'abord proposées, puis contredites soit par les
représentants des ministres régionaux de l'Énergie qui connaissent
les dossiers mieux que lui, soit par la Commission européenne, soit
par différents acteurs. Cette procédure est lamentable, mais nous
nous chargerons de le lui faire remarquer. J'aimerais connaître votre
sentiment sur cette exclusion des discussions.
D'un côté, il y a les négociations sur la Pax Electrica II, alors que la
concrétisation des termes du premier accord n'est pas encore
terminée. J'aimerais connaître le contenu de ce second accord. Quel
est son statut? S'agit-il d'une convention liant les parties, d'un simple
engagement, d'un outil de travail? Je dois avouer que je m'y perds.
Tout à l'heure, je demandais qu'une liaison soit établie entre le gaz, la
division éventuelle de Fluxys entre sociétés, et la Pax Electrica. Il me
semble que, dans les faits, les discussions sur la scission de Fluxys et
le sort réservé au terminal de Zeebrugge sont liées aux mesures qui
seront prises ou non dans l'augmentation de la concurrence sur le
marché de l'électricité. Nous sommes face à des intérêts politiques,
wallons, voire socialistes wallons, à propos de SPE, qui est le seul
concurrent d'Electrabel sur nos terres, et ceux plus flamands à propos
du terminal de Zeebrugge.
À mon avis, c'est là que se situent les vraies préoccupations, au lieu
d'une véritable ouverture et régulation du marché. Le rôle du politique
est que cette augmentation de la concurrence se passe correctement,
dans le respect des acteurs et des consommateurs.
Quand je vois que l'on va vendre à 32 euros 250 mégawatts à SPE
sur les 5.160 qui sont produits via le nucléaire par Electrabel et donc
Suez en Belgique, je me dis que ce n'est pas cela qui va améliorer la
concurrence chez nous.
C'est un tout petit machin qui ne vaut pas trop la peine. Il y a d'autres
préoccupations et la vraie ouverture du marché n'est pas prise en
compte.
Le premier ministre a renoncé à différents points ou les a mis en
suspens, par exemple les négociations sur l'arrivée du troisième
acteur, et cela sur intervention de la Commission européenne. Je ne
comprends pas et je voudrais votre avis sur la question: il me semble
que la Commission européenne n'intervient que pour la partie relative
au gaz. Il lui appartient d'indiquer la manière de procéder. De manière
générale, par rapport à la concurrence sur le marché énergétique, elle
peut avoir quelque chose à dire mais à mon avis, la Belgique a tout à
fait le droit et c'est même ce qu'on attend d'elle d'avancer, de
suivre des politiques ambitieuses en matière d'ouverture du marché,
de règles d'une plus grande concurrence sur le marché belge. Je
trouve donc étrange de s'arrêter en la matière, en tout cas sur la
partie "électricité".
Pour ce qui est de la "golden share", on nous l'annonce à nouveau.
J'aimerais des précisions à ce sujet. Par exemple, sur quoi de toute
façon pourrait porter la "golden share" belge dans cet accord de
Pax Electrica II, vu qu'elle ne peut intervenir que sur les capacités de
collega's hebben gezegd, behalve
dan wat één aspect betreft: ik
begrijp niet dat de eerste minister
over pax electrica onderhandelt
met zijn eigen medewerkers, en
niet met de uwe. Er worden
maatregelen voorgesteld, die
nadien door de gewestministers,
de Europese Commissie of nog
andere actoren worden
tegengesproken. Wat vindt u
ervan dat u van die besprekingen
werd uitgesloten?
Men onderhandelt over de pax
electrica II, terwijl de concrete
uitvoering van het eerste akkoord
nog niet rond is. Wat is de inhoud
van dat tweede akkoord en welk
statuut heeft het (bindende
overeenkomst voor de partijen,
eenvoudige verbintenis,
werkinstrument)?
Ik heb daarnet gevraagd het
gasdossier en de pax electrica aan
elkaar te koppelen. De
besprekingen over de opsplitsing
van Fluxys en de toekomst van de
terminal van Zeebrugge hebben
namelijk te maken met de
toename van de concurrentie op
de elektriciteitsmarkt. Er zijn hier
politieke belangen in het spel
(Waalse socialisten voor SPE en
Vlaamse socialisten voor de
terminal van Zeebrugge).
En het is niet de verkoop van 250
megawatt op de 5.160
geproduceerde megawatt die de
concurrentie bij ons zal doen
toenemen!
Na een interventie van de
Europese Commissie heeft de
eerste minister afgezien van
verscheidene punten, zoals de
onderhandelingen over de derde
actor. Volgens mij mag de
Europese Commissie echter enkel
maar tussenbeide komen voor het
gasgedeelte! Naar mijn mening
heeft ons land het recht om een
ambitieus beleid op het stuk van
de openstelling van de
elektriciteitsmarkt te voeren.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
ventes d'actifs qui se situent dans le périmètre de ce qui reste du
capital de Suez à l'intérieur de cette fusion Suez-GDF. Or, j'ai
l'impression que ce qui va se passer en Belgique de par cette fusion,
c'est une augmentation du capital dans le transport belge du gaz.
Alors, de toute façon, la "golden share" telle qu'elle a été présentée
par le gouvernement belge, par son premier ministre, ne serait pas
d'application en la matière.
J'ai l'impression que cette "golden share" présentée comme un
élément rassurant permettant une certaine régulation ne concerne
pas ce qui se passe pour l'instant, ni la variable électricité dans cette
affaire de fusion. J'aimerais vous entendre sur cette question.
Dans la question que je vous posais, je faisais également référence
aux 900 millions de Fluxys pour Distrigaz. En effet, je lis les dossiers.
Mais vous y avez répondu. Quand les parlementaires pourront-ils
disposer de bases de discussion claires, d'un document écrit et en
débattre? Peut-on avoir accès à ces documents qui doivent déjà
exister?
Men kondigt opnieuw een golden
share aan, maar waarop zou dat in
dit akkoord betrekking kunnen
hebben, aangezien het enkel kan
gelden voor het vermogen om
activa van het kapitaal van Suez in
die fusie Suez-GDF te verkopen?
Wat er echter zal gebeuren is dat
het kapitaal in het Belgisch
gasvervoer zal worden verhoogd.
Bijgevolg zou de "golden share",
zoals de Belgische regering die
voorstelt, ter zake niet van
toepassing zijn!
U heeft al geantwoord op de vraag
van de 900 miljoen van Fluxys die
voor Distrigas werd betaald. Maar
wanneer zullen de
parlementsleden over een duidelijk
document kunnen beschikken
teneinde een en ander te kunnen
bespreken?
16.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega's
Wathelet, Creyf en Gerkens, ik wil eerst zeggen dat het allemaal
mondelinge vragen zijn. Als wij het Reglement daarop letterlijk
toepassen, zijn de vragen die gesteld zijn en de antwoorden die ik zal
moeten geven natuurlijk te lang. Wij zijn daar wel een lange tijd mee
bezig. Ik vind het dossier belangrijk genoeg om er een gesprek over
te hebben, hier in de commissie. Ik zal dus mijn tijd nemen om te
antwoorden op de vragen.
Ik wil wel zeggen dat dit een van de belangrijkste dossiers is, inzake
deze materie, van de jongste decennia, als ik mij zo mag uitdrukken.
Naar mijn persoonlijk aanvoelen ik geef u dat mee voor wat het
waard is, maar het is mijn persoonlijk aanvoelen is dit een dossier
waarin bijzonder omzichtig moet worden opgetreden. Er moet een
grote voorzichtigheid aan de dag worden gelegd. Ik heb uit ervaring
geleerd dat wanneer men zich out in dit dossier, dat niet van gevaar
ontbloot is.
16.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je vais répondre plus longtemps
que d'usage lors d'une question
orale mais les auteurs des
questions ont également pris leur
temps. Il s'agit en outre d'un des
dossiers les plus importants des
dernières décennies qui doit être
traité avec une circonspection
toute particulière. Je sais
d'expérience qu'il peut être
dangereux de prendre position
publiquement dans ce dossier.
Monsieur Wathelet, madame Gerkens, je puis vous assurer que, de
prime abord et dès la première réunion qui s'est tenue avec les
représentants de Suez-Gaz de France, j'ai été chaque fois présent,
j'ai chaque fois participé aux négociations, j'ai chaque fois demandé à
assister aux travaux. J'ai donc fait ma part de travail. Je peux
d'ailleurs vous garantir que depuis que ce dossier est sur la table,
c'est-à-dire du mois de mars jusqu'à aujourd'hui, on a dû travailler très
durement et très intensément. Je peux même vous dire que
pratiquement depuis la fin août, quotidiennement, jusqu'aujourd'hui,
nous avons été impliqués dans le dossier.
Il va de soi que ces pourparlers sont menés par des délégués des
pouvoirs publics. Comme vous le savez, il s'agit du premier ministre
et moi-même, ainsi que son chef de cabinet et le mien, de même que
les représentants des sociétés concernées toujours les trois mêmes
Al vanaf de eerste vergadering
met vertegenwoordigers van Suez-
Gaz de France ben ik telkens
aanwezig geweest en heb ik aan
de onderhandelingen
deelgenomen. Sinds dit dossier ter
tafel ligt, hebben wij trouwens zeer
hard gewerkt, en zulks dagelijks
sinds eind augustus.
De gesprekken worden gevoerd
door afgevaardigden van de
overheid (de eerste minister en
ikzelf, zijn kabinetschef en de
mijne) met vertegenwoordigers
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
personnes c'est-à-dire M. Mestrallet, M. Hansen et M Davignon. À
quelques reprises, nous avons également vu le directeur de GDF.
Pour les travaux, nous avons utilisé de nombreuses études qui ont
été réalisées à notre intention, surtout par les régulateurs. Nous
avons également reçu de la part des organisations de
consommateurs, des agents du secteur et de tous ceux qui étaient
impliqués, leurs considérations quant à cette opération.
Enfin, je souhaite également souligner qu'au cours des discussions, le
premier ministre et moi-même avons à plusieurs reprises fait rapport,
non seulement aux membres du Comité ministériel restreint le kern
mais aussi aux ministres régionaux compétents en matière
d'énergie. Ainsi, toutes les familles politiques étaient pour ainsi dire
représentées.
Je reviens maintenant sur les questions plus précises posées par M.
Wathelet. En effet, la nouvelle société le New Co comme on dit
recevra des contrats de vente aux clients industriels, mais elle recevra
aussi une partie des contrats d'approvisionnement. Elle pourra de ce
fait se tourner vers la clientèle résidentielle. En développant des
activités sur le marché résidentiel, elle peut également engranger
davantage de bénéfices.
De plus, l'engagement de Suez prévoit également un transfert de
capacité de transport et de stockage, ce qui contribuera aussi à une
position concurrentielle plus forte.
Par conséquent, votre crainte, bien que légitime, ne me semble pas
fondée, notamment en raison de ces éléments. Il a été prévu que le
nouvel acteur du marché puisse non seulement s'adresser aux clients
offrant une marge bénéficiaire réduite, mais bénéficiera aussi de la
même souplesse que Distrigaz, compte tenu du stockage dont il
disposera. Dans ces conditions, ils seront donc à armes égales.
S'agissant de votre question de savoir si l'État défend suffisamment
ses intérêts à la lumière de l'enquête en cours et de la décision à
prendre par la Commission européenne, je soulignerai tout d'abord
qu'il revient exclusivement je souligne exclusivement à la
Commission européenne de prendre une disposition dans ce dossier
de fusion et de soumettre, le cas échéant, les sociétés concernées à
certaines conditions, voire de refuser la fusion.
Toutefois, conformément à l'article 19 du Règlement européen sur les
fusions, nous sommes en contact étroit avec la Commission
européenne dans le cadre de son analyse de compatibilité de la
fusion avec le marché communautaire et des remèdes potentiels à ce
problème.
De plus, par des discussions avec le groupe Suez, nous veillons à ce
que les intérêts stratégiques belges soient préservés. Avec le premier
ministre, je veille au bon développement d'un marché présentant une
concurrence effective. Je pense dès lors pouvoir vous répondre que
nous mettons tout en oeuvre pour aboutir à la mise en place d'une
concurrence saine sur le marché concerné.
À mon avis, il n'existe pas de solution miracle dans ce dossier.
Probablement que la libéralisation du marché prendra son temps.
van de betrokken bedrijven: de
heren Mestrallet, Hansen en
Davignon. Wij hebben tevens
verscheidene keren de directeur
van GDF ontmoet.
Wat de werkzaamheden betreft,
hebben wij gebruik gemaakt van
diverse studies en hebben wij de
opmerkingen van de
consumentenverenigingen, de
mensen uit de sector en al de
andere betrokkenen ontvangen.
Tijdens de gesprekken hebben de
eerste minister en ikzelf
verscheidene malen verslag
uitgebracht aan het kernkabinet en
aan de bevoegde gewestministers.
Dan kom ik tot de vragen van de
heer Wathelet. De nieuwe
vennootschap de "New Co" zal
de contracten van de verkoop aan
de industriële afnemers en een
deel van de
bevoorradingscontracten krijgen.
Zij zal zich dus op de
huishoudelijke afnemers kunnen
richten. Bovendien heeft Suez zich
tot een overheveling van de
transport- en opslagcapaciteit
verbonden.
Uw vrees is ongegrond. Er wordt
gezorgd voor een nieuwe
marktspeler, die de klanten een
beperkte winstmarge zal kunnen
bieden en die op dezelfde
soepelheid als Distrigaz zal
kunnen rekenen.
Wat de belangen van de Staat
betreft, is de Europese Commissie
als enige bevoegd om in dit
dossier beslissingen te nemen en
om een fusie te weigeren. Wij
onderhouden nauwe contacten
met de Commissie. Via
besprekingen met Suez zorgen we
er bovendien voor dat de
strategische belangen van ons
land gevrijwaard worden.
In dit dossier bestaat geen
mirakeloplossing. De liberalisering
zal tijd vragen. Dit is een
beslissende stap, die echter nog
niet al zijn vruchten heeft
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
Nous assistons pour l'instant à un pas décisif dans ce processus,
mais franchir un pas n'entraîne pas nécessairement une récolte
immédiate des fruits. Il s'agira de veiller, au jour le jour, à l'évolution
du processus. Je me rappelle une période où je ne disposais pas des
compétences qui sont actuellement les miennes et où la libéralisation
était considérée comme un jeu de faible importance. Nous avons dû
constater qu'entre la théorie et la pratique, la différence est énorme.
afgeworpen.
Ik kom tot de vragen van mevrouw Creyf. De vraag van mevrouw
Creyf wordt ook gesteld door mevrouw Gerkens. Zij wil weten of er
geen afbreuk wordt gedaan aan de exclusieve bevoegdheid van de
Europese Commissie om een beslissing in dit dossier te nemen en
desgevallend corrigerende voorwaarden aan de betrokken
vennootschappen op te leggen. Dat is ook de reden waarom men niet
kan spreken van een Pax Electrica II tussen de Belgische Staat en de
vennootschappen. Daarvan is hier geen sprake. Waarover het hier
wel gaat, in tegenstelling tot de vroegere Pax I dat is een
wederzijdse verbintenis is dat de fusiegroep een aanbod aan de
overheid heeft gedaan waarin ze zich engageert om een aantal
stappen te zetten om de werking van de gas- en elektriciteitsmarkt te
kunnen verbeteren, op eenzijdig initiatief van de groep. De daarin
opgenomen voorwaarden kunnen niet als een akkoord worden
beschouwd. Er is dus geen sprake van enige
bevoegdheidsoverschrijding. Wat dat betreft, zal de Europese
Commissie de beslissing nemen. Wij blijven van dat terrein af. Dat is
ook de reden waarom er niet kan of mag gesproken worden over een
overeenkomst. Er is er trouwens geen. Het is een engagement dat is
genomen en we zullen zien wat de verdere stappen daarin zijn eens
de Europese Commissie haar standpunt heeft ingenomen.
In uw vraag hebt u ook een parallel gemaakt met het fusiedossier
EON-Endesa. U bent er vandaag niet erg op ingegaan, maar dat zijn
twee totaal verschillende dossiers, want in het fusiedossier EON-
Endesa dan bevinden we ons in Spanje zijn een aantal
voorwaarden opgelegd terwijl de Europese Commissie de overname
reeds had toegelaten. Daar had de Europese Commissie al gezegd
dat de twee vennootschappen mochten samengaan en had Spanje
een aantal maatregelen getroffen om die beslissing voor een stuk
terug te draaien. Toen heeft de Europese Commissie terecht gezegd
dat het niet bevoegdheid van Spanje was en dat die maatregelen
bovendien de liberalisering van de markt beletten. We zitten dus
hoegenaamd niet in dezelfde cas de figure.
U hebt terecht een vraag gesteld over de verdere uitvoering van de
Pax Electrica I van 2005. Iedereen weet dat wat daarin is afgesloten,
nog niet allemaal is uitgevoerd. Men is bezig met de veiling van de
1.500 megawatt, er is een engagement om tewerkstelling te bekomen
voor een aantal ingenieurs, die eigenlijk ingenieurs van Electrabel zijn,
om te verhinderen dat er verlies is aan competentie. Die zaken lopen
allemaal. Ook het team van Belgische experts voor de ontmanteling
van de kerncentrales wordt momenteel samengesteld. Er moeten nog
een aantal zaken gebeuren. Er is in elk geval de 500 megawatt op de
elektriciteitsbeurs Belpex. Er is nogmaals bevestigd door de groep
Suez-Electrabel, naar aanleiding van de onderhandelingen die
hebben plaatsgevonden, dat men dit engagement zal uitvoeren, net
zoals men trouwens ook de reductie zal moeten doen binnen ELIA
van de aanwezigheid van Suez-Gaz de France. Wij hebben er ook op
aangedrongen dat er een opvolging zou komen. Dat is ook de reden
Mme Creyf souhaite savoir s'il
n'est pas porté atteinte à la
compétence exclusive de la
Commission européenne. Il n'en
est nullement question en
l'occurrence. Ce n'est pas une Pax
Electrica II car il ne s'agit pas d'un
engagement réciproque mais
d'une offre du groupe fusionné par
laquelle celui-ci s'engage à
améliorer le fonctionnement du
marché du gaz et de l'électricité. Il
n'y a donc pas d'excès de
compétence.
Mme Creyf a également fait
référence au dossier de fusion
E.ON-Endesa. Il s'agit là d'un
dossier complètement différent qui
s'est déroulé en Espagne.
Plusieurs conditions y ont été
imposées alors que la
Commission européenne avait
déjà autorisé la fusion.
Chacun sait que la Pax Electrica I
de 2005 n'a pas encore été
complètement exécutée. La mise
aux enchères de 1 500 megawatts
a lieu actuellement à la bourse de
l'électricité Belpax. Suez-
Electrabel a confirmé une fois de
plus qu'elle respectera son
engagement. Nous avons insisté
pour qu'il y ait un suivi et c'est la
raison pour laquelle le groupe
fusionné a proposé d'assurer un
mécanisme de suivi.
La Pax electrica I dispose en effet
qu'un représentant du
gouvernement doit être désigné au
sein de Suez-Electrabel. Nous
attendons de voir l'évolution du
dossier avant de prendre une
initiative en la matière.
La SA Belpex a été reconnue
début 2006 en tant que
gestionnaire du marché pour
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
waarom de fusiegroep andermaal een aanbod doet om een
opvolgingsmechanisme te verzekeren. Wij willen daarvan dus geen
afstand doen.
U hebt terecht gezegd dat, in het kader van de implementatie van de
Pax Electrica I, de enige die op dit ogenblik bestaat, ook voorzien is in
de aanstelling van een regeringsvertegenwoordiger in Suez-
Electrabel. Die aanstelling staat momenteel on hold, want wij willen de
verdere evolutie van de zaak kennen. Misschien volgen er andere
opportuniteiten. Dat weten wij niet. Wij laten het in elk geval niet los,
maar wij vullen het voorlopig nog niet verder in.
Wat Belpex betreft, kan ik u meedelen dat de NV Belpex begin 2006
erkend werd als marktbeheerder voor de uitwisseling van de
energieblokken. De liquiditeit van de stroombeurs moet nu worden
uitgevoerd, met die 500 megawatt. Ik heb u gezegd dat er daarvoor
een engagement is.
U stelt vervolgens dat u verklaringen hebt gehoord dat Suez bereid
zou zijn om 30% van haar nucleaire capaciteit ter beschikking te
stellen van andere marktspelers, onder meer van SPE. Dat blijkt uit
het huidige aanbod van de groep. Wat het aandeel van SPE in die
30% betreft, zou er allereerst tussen SPE en Electrabel een swap,
een uitwisseling, plaatsgrijpen van 100 megawatt. Dat zijn de fameuze
100 megawatt die men in de kerncentrale van Chooz in Frankrijk
heeft. Ze bestaan dus wel op papier, maar ze zijn niet altijd
aanspreekbaar, ook wegens problemen van congestie of
interconnectie en dergelijke. Er komt dus een uitwisseling met 100
megawatt waarover Electrabel in de kerncentrales van Doel en
Tihange beschikt. Die komen naar SPE, in zijn Belgische portefeuille.
SPE zou ook zijn bestaand aandeel in de kerncentrale van Doel-
Tihange mogen verhogen met 250 megawatt, buiten de 166 die men
vandaag al bezit, tegen dezelfde voorwaarden als de voorwaarden die
SPE destijds in de onverdeeldheid van de nucleaire centrales heeft
verkregen, weliswaar aangepast.
Vervolgens zou Electrabel gedurende 10 jaar ook 285 megawatt
contractueel ter beschikking stellen van SPE, tegen een lagere prijs
dan de industriële prijs. De gebruikers hebben daar dus ook voordeel
van. Na 10 jaar wordt het aandeel van 285 megawatt omgezet, zoals
ten tijde van de onverdeeldheid, dus in onverdeeldheid, weliswaar niet
tegen dezelfde condities, maar ook tegen voordelige tarieven, die een
stuk onder de industriële gebruikersprijs liggen.
Als men dit allemaal samentelt, dan betekent dit dat SPE een totaal
van 800 megawatt aan Belgische nucleaire elektriciteitsproductie zou
krijgen. Dat stemt overeen met 15%.
Over de golden share of het gouden aandeel werden twee vragen
gesteld. Ik meen dat het belangrijk is dat er een vetorecht kan
bestaan, want dat is van het grootste belang voor een strategisch
belangrijke sector als de energiesector.
Met een gouden aandeel kan men de openbare veiligheid - in dit
geval de bevoorrading van het land - zeker en vast veilig stellen met
gas, kan er ook worden ingegrepen indien die doelstellingen voor het
Belgisch energiebeleid gevaar lopen. Het aandeel dat België zou
verkrijgen, is trouwens helemaal in overeenstemming met het aandeel
l'échange des blocs d'énergie. Il
existe un engagement en vue
d'assurer la liquidité de la bourse
de l'électricité avec les 500
mégawatts en question.
Il ressort de l'offre du groupe
fusionné que Suez est disposé à
mettre 30% de sa capacité
nucléaire à la disposition d'autres
acteurs tels que SPE. Il convient
tout d'abord de procéder à un
swap entre SPE et Electrabel pour
100 mégawatts. SPE pourrait
également accroître sa part
actuelle dans la centrale nucléaire
de Doel-Tihange de 250
mégawatts.
Ensuite, Electrabel mettrait
pendant dix années
contractuellement 285 mégawatts
à la disposition de SPE, à un prix
inférieur au prix de l'industrie.
Après 10 ans, cette part de 285
mégawatts est transformée en des
tarifs avantageux. SPE disposera
donc au total de 800 mégawatts
au niveau de la production belge
d'électricité d'origine nucléaire, soit
15%.
L'existence d'un droit de véto en
ce qui concerne le golden share
est importante.
Une telle golden share permettra
la sauvegarde de la sécurité
publique et de l'approvisionnement
du pays, et nous permettra
d'intervenir si les objectifs fixés
pour la politique énergétique belge
risquent un jour de ne pas être
atteints. La part qui devrait échoir
à notre pays est conforme à la part
détenue par l'État français dans
Gaz de France.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
dat de Franse Staat aanhoudt in Gaz de France.
Les conditions sont les mêmes. La Commission européenne a
accepté le système des "golden shares" de l'État français dans la
société GDF; elle devra également l'accepter pour les intérêts
stratégiques de la Belgique. Soyons clairs, les "golden shares" ne
sont pas si extraordinaires. Une "golden share" n'est acceptée que si
les conditions prévues par la Commission européenne sont réunies.
Je vous rappelle que, dans le secteur du gaz, ce n'est
malheureusement pas le cas pour l'électricité, nous avons deux
"golden shares": une dans Distrigaz et une dans Fluxys. Il me semble
donc normal que nous insistions pour que cela se fasse. Les autorités
françaises ont d'ailleurs dit que ce système pouvait être accepté.
De voorwaarden zijn dezelfde. De
Europese Commissie heeft
ingestemd met het systeem van
de golden shares van de Franse
Staat in de vennootschap GDF en
zal er eveneens moeten mee
instemmen voor de strategische
belangen van België.
In de gassector hebben wij twee
golden shares: één in Distrigaz en
één in Fluxys.
Wat daarin zal staan aan vetorecht, is nog niet exact bepaald, maar
het zal een "copie conforme" zijn van wat in Frankrijk tot stand
gebracht is en daar ook geaccepteerd werd.
De controle op de nucleaire provisies zal worden versterkt. Ik zal niet
verder uitweiden op mijn antwoord van daarstraks. Toen heb ik de
grote lijnen geschetst.
Uiteraard denken wij ook dat al die zaken toch wel zullen leiden tot
meer concurrentie op de markt. Wij gaan er ook van uit dat als er
meer concurrentie op de markt ontstaat, er ook meer competitie voor
de eindgebruiker het gezin of het bedrijf bekomen moet kunnen
worden. Natuurlijk zullen meer competitieve prijzen niet van vandaag
op morgen totstandkomen. We kunnen alleen maar benadrukken dat
zo'n neerwaartse invloed op de prijs bijzonder welkom is, zeker op
een ogenblik dat de energiemarkt onder druk staat door de basisprijs
voor de energie, maar ook omdat wij gezien hebben dat dit de
algemene tendens is die zich in de buurlanden heeft gemanifesteerd
zodra er een echte liberalisering tot stand kon komen.
Op uw vraag of er nog andere afspraken zijn, herhaal ik dat het geen
akkoord is, maar een aanbod dat uitgaat van de fusiegroep. In dat
aanbod is het nogal vanzelfsprekend dat ook side-effects werden
behandeld, zoals bijvoorbeeld dat van Synatom.
Aangaande uw vraag naar de gasmarkt, kan ik antwoorden dat het
aanbod van de fusiegroep grotendeels overeenkomt met de
maatregelen die de fusiegroep al op 20 september aan de Europese
Commissie heeft voorgesteld. Dat houdt dus in dat de
verkoopcontracten aan SPE en aan de industriële klanten in een
nieuwe vennootschap zullen worden ingebracht, met name Newco. Er
zullen ook een aantal koopcontracten in gestopt worden. Vervolgens
wordt die vennootschap aan een marktspeler verkocht, tegen de
marktprijs. Wij zijn van oordeel dat, net zoals voor de
elektriciteitssector, de vrije concurrentie pas ten volle zal kunnen
spelen indien er andere volwaardige spelers op de gasmarkt
aanwezig zijn. Verder zal Distrigas & Co, zoals u weet, worden
overgedragen aan Fluxys.
Les droits de veto n'ont pas
encore été déterminés avec
précision mais seront équivalents
à ceux d'application en France. Le
contrôle des provisions nucléaires
sera renforcé.
Dès lors, la concurrence sera
accrue sur le marché et les prix
devraient, à terme, être plus
compétitifs. La réduction du prix
de l'énergie est particulièrement
bienvenue. Dans les pays voisins
aussi, le prix de l'énergie a baissé
à la suite de la libéralisation du
marché.
Mme Creyf demande si d'autres
accords ont également été
conclus. Je répète qu'il s'agit ici
uniquement d'une offre du groupe
fusionné. D'autres éléments
entrent en ligne de compte dans
cette offre, notamment Synatom.
En ce qui concerne le marché du
gaz, l'offre du groupe fusionné
correspond en grande partie aux
mesures proposées par le groupe
à la Commission européenne le 20
septembre 2006. Les contrats de
vente à la SPE et aux clients
industriels seront introduits dans
une nouvelle société, tout comme
un certain nombre de contrats
d'achat. Cette société sera ensuite
vendue au prix du marché.
Comme dans le secteur de
l'électricité, la concurrence ne
pourra être entièrement libre que
lorsqu'un autre acteur à part
entière sera présent sur le marché
gazier. Distrigaz & co sera cédé à
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
Fluxys.
Je voudrais maintenant aborder quelques questions concernant
l'engagement unilatéral, bien que je pense m'être déjà largement
expliqué à ce propos.
Vous avez dit que la Commission européenne ne se concentre que
sur le gaz. C'est exact. Elle se penche beaucoup plus sur le gaz que
sur l'électricité. Au sujet de cette dernière, elle se contente de dire que
la SPE existe et que, par conséquent, les quotes-parts de celle-ci, à
présent entre les mains de GDF, doivent quitter le groupe fusion et
être attribuées à un tiers. Voilà ce que dit, en quelque sorte, la
Commission.
Pour ma part, je voudrais vous communiquer ce qui est prévu en
matière de gaz et d'électricité.
En ce qui concerne le gaz, outre Distrigaz, il est prévu qu'un
deuxième vendeur fasse son entrée dans les conditions que vous
connaissez. La part du groupe Suez dans Fluxys devrait diminuer et
passer à 44,5% maximum. Mais il se pourrait aussi que ce
pourcentage soit moindre.
En ce qui concerne le terminal GNL de Zeebrugge, j'ai déjà dit que
l'on procèderait suivant les conditions que nous avons formulées. Une
étude sur l'extension du terminal est actuellement en cours. Ce
dernier passera de 9 milliards de mètres cubes par an à 18 milliards
de mètres cubes par an.
En ce qui concerne l'électricité, nous avons veillé à ce que tant la SPE
qu'un troisième acteur puissent se développer sur le marché; ces
acteurs auront pratiquement 30% du marché. Vous savez qu'environ
moins de 10% est importé dans notre pays. Mais ce sont déjà
d'autres acteurs qui s'occupent de cette matière. Le solde est en
grande partie entre les mains de Suez-Electrabel. On devrait atteindre
une diminution (à quelque 60%) pour permettre que les 30% passent
dans les deux autres groupes. Cela implique pour SPE une mise à
disposition de capacités nucléaires complémentaires, qui devrait avoir
lieu à partir du 1
er
janvier 2007 et davantage à partir du 1
er
juillet 2007.
Le troisième acteur pourra se manifester sur le marché par le biais
d'échanges. Il s'agit ici plutôt d'un swap organisé avec Suez-
Electrabel, à raison d'environ 15%. Cette opération doit être conclue
le 1
er
juillet 2007. Le groupe se concertera avec le gouvernement sur
des mesures alternatives qui devraient conduire à l'émergence du
troisième producteur. À cette fin, des dispositions devront être prises,
notamment pour, le cas échéant, obliger le groupe à prendre les
mesures nécessaires en vue de l'arrivée de ce troisième acteur.
Enfin, vous m'avez demandé si j'avais des textes à vous transmettre.
Les textes de l'engagement ont été transmis à la Commission
européenne, dont nous attendons l'avis. Les textes seront ensuite mis
à votre disposition mais il faut d'abord attendre que la Commission
européenne termine ses travaux.
Wat de eenzijdige verbintenis
betreft, klopt het dat de Europese
Commissie zich enkel op het gas
toespitst. Voor de elektriciteit
beperkt zij zich ertoe te stellen dat
SPE bestaat en dat de aandelen in
handen zijn van Gaz de France, uit
de fusiegroep moeten worden
gelicht en aan een derde moeten
worden toegekend.
Wat het gas betreft, zeg ik dat
naast Distrigas in een tweede
verkoper is voorzien. Het aandeel
van de Suez-groep in Fluxys zou
tot maximum 44,5 procent moeten
worden teruggebracht.
Er is een studie over de uitbreiding
van de GNL-terminal van
Zeebrugge aan de gang. Hij zal
van negen miljard kubieke meter
tot achttien miljard kubieke meter
worden uitgebreid.
Wat de elektriciteit betreft, zal er
worden op toegezien dat SPE en
een derde speler ongeveer 30
procent van de markt in handen
kunnen krijgen. Suez-Electrabel
zal bijgevolg zijn huidig aandeel in
de markt van 90 procent (de 10
overige procent wordt ingevoerd)
tot 60 procent moeten
terugbrengen. Zo nodig zullen we
het daartoe moeten kunnen
dwingen.
De teksten werden aan de
Europese Commissie bezorgd die
ons een advies moet verstrekken.
Daarna kan u erover beschikken.
De voorzitter: Het was een boeiend debat. Ik veronderstel dat er nog replieken zijn. Ik stel voor het kort en
bondig te houden en dat de sprekers niet in herhaling vallen.
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
16.05 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, je vais
essayer d'être bref.
Monsieur le ministre, vous parliez bien des textes de la Pax Electrica
II?
Je sais, nous ne pouvons pas l'appeler ainsi. Toutefois, dans les
communiqués du premier ministre, il parle de la Pax Electrica II. Je ne
fais que le citer. Étant donné que vous travaillez ensemble, même si
l'intitulé pose problème, où va-t-on?
Ces textes sont pour l'instant soumis à la Commission et nous
pourrons en disposer en copie dès que la Commission aura rendu
son avis.
Je voudrais faire les remarques suivantes.
Premièrement, en termes de stratégie, était-il opportun que le
gouvernement se mette d'accord avec Suez et GDF pour faire des
concessions et envoyer le résultat de leur accord à la Commission,
alors qu'on sait que c'est la Commission qui gère ce dossier et que
les seules compétences des États nationaux après que la
Commission ait émis ses "guidelines" quant à des concentrations sont
limitées à rendre encore plus concurrentiel le marché.
Je m'explique. Imaginons que la Commission donne son autorisation
et considère que les concessions faites par Suez et Gaz de France lui
conviennent. À ce moment, le gouvernement belge sera lui aussi lié
par la décision de la Commission car il aura déjà marqué son accord
sur les concessions de Suez et Gaz de France. Cela aurait été tout à
fait différent si seuls Suez et GDF avaient fait ces concessions auprès
de la Commission. La Belgique aurait alors gardé une capacité de
négociation avec Suez et Gaz de France dans sa propre compétence
nationale puisque, comme vous le savez, le règlement permet à la
Belgique d'être encore plus restrictive que la Commission. La
Commission propose en effet les conditions minimales pour qu'une
concentration ait lieu. Je me demande donc si, en termes de
stratégie, cette tactique était la bonne, si ce n'est que le premier
ministre a pu annoncer une Pax Electrica II quelques jours avant les
élections. Il a pu affirmer que tout était beau dans le meilleur des
mondes; qu'on avait réussi et que les citoyens ne devaient plus se
tracasser en matière de gaz et d'électricité car on s'occupait de tout.
Deuxièmement, je ne vais pas rentrer dans des détails techniques,
monsieur le ministre, mais je m'inquiète pour une autre raison. Vous
indiquez que vous avez assisté à toutes les réunions, que les mêmes
personnes étaient toujours présentes M. Mestrallet, M. Hansen et
M. Davignon et que, de temps en temps, il y avait quelqu'un de
GDF. Je suis inquiet car pour autant que je le sache, cette fusion n'est
pas celle de Suez toute seule! Je ne comprendrais pas que GDF n'ait
pas toujours été présent car c'est le seul concurrent potentiel de la
SPE dans bien des domaines.
Les membres de Suez auraient été les seuls présents! En termes de
tactique et de négociations, c'est préoccupant.
Mon troisième élément concerne la "golden share". J'ai entendu que
la France s'opposerait au fait pour la Belgique de disposer d'une
16.05 Melchior Wathelet (cdH):
Ik veronderstel dat het wel degelijk
om de teksten van de pax electrica
II gaat.
Waarom heeft niet enkel Suez-
GDF teksten naar de Europese
Commissie gestuurd? In dat geval
zou België niet gebonden zijn door
het advies van de Commissie en
had het gebruik kunnen maken
van zijn hoedanigheid als Staat om
de markt nog concurrentiëler te
maken. Ik zie daarvoor geen
enkele andere reden dan de
mogelijkheid voor de eerste
minister om de pax electrica II
enkele dagen vóór de verkiezingen
te kunnen aankondigen.
Wat de onderhandelingen betreft,
is het zorgwekkend dat GDF,
zijnde SPF, zijnde de derde actor,
enkel maar af en toe aan de
vergaderingen heeft
deelgenomen.
Frankrijk zou gekant zijn tegen de
toekenning aan ons land van een
golden share in de nieuwe
vennootschap. Over welke macht
beschikken we in dat verband?
Wordt dit voor België een non
possumus, terwijl Frankrijk wel
over een golden share beschikt?
Als men de marktaandelen leven
wil inblazen en de mededinging wil
aanwakkeren, moet men over de
nodige informatie beschikken. Zo
zou het zinloos zijn nucleaire
elektriciteit te kopen aan de
marktprijs, die veel hoger ligt dan
de productiekosten.
Het verheugt me dat de
concurrentie ook speelt voor de
residentiële klanten.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
"golden share" dans la nouvelle société. Peuvent-ils s'y opposer?
Après que le Parlement français eut marqué son accord pour la fusion
Suez-GDF, pourrait-il le retirer? Je l'ignore. En quoi consiste son
pouvoir? Pour la Belgique, s'agirait-il d'un cas de "non possumus"? Vu
que la France dispose d'une "golden share", en cas de refus de sa
part, la Belgique pourrait retirer son accord ou imposer certaines
conditions supplémentaires.
Dernier élément: comme Mme Gerkens le disait tout à l'heure, il ne
faut pas se tromper: C'est bien de concéder des parts de marché,
encore faut-il pouvoir les utiliser. Pour arriver à une vraie
concurrence, des parts de marché, tant en matière de gaz que
d'électricité, doivent vivre. À cette fin, il convient d'avoir accès aux
informations en matière de réseau, du hub de Zeebrugge, de transit,
de coût de production d'énergie, comme le nucléaire par exemple. Si
vous achetez de l'énergie produite par le nucléaire au prix du marché,
les concurrents n'en retirent aucun avantage: le prix du marché est
bien supérieur au coût de production. Il est donc indispensable de
disposer des informations pour l'acheter au niveau du coût de
production afin de pouvoir dégager une marge bénéficiaire par rapport
aux autres types d'électricité, soit le gaz soit le pétrole.
Il s'agit donc d'être présent sur le marché, d'obtenir les informations
qui le concernent et de pouvoir y jouer. Obtenir 15%, c'est très bien,
mais encore faut-il les maintenir et rester un concurrent efficace.
Outre les informations, il convient aussi de supprimer les barrières à
l'entrée: en matière de concurrence sur le marché de l'énergie, tant du
gaz que de l'électricité, tous les investissements sont très
conséquents et importants.
Mes réserves sur la tactique à adopter par le gouvernement belge
consistent à dire que l'important est de s'assurer que ces concurrents,
s'ils disposent des capacités adéquates et de ces 15% du marché,
puissent les conserver et avoir accès aux informations pour faire vivre
ces parts et rester un concurrent effectif pour qu'existe une vraie
concurrence au bénéfice des clients résidentiels et des clients
entreprises.
Enfin, je me réjouis du fait que les concurrents auront aussi accès aux
clients résidentiels, monsieur le ministre. Ou je me suis trompé dans
ma question ou j'ai mal compris les informations: je suis heureux que
l'ouverture à la concurrence ne vise pas uniquement les clients
entreprises, car la marge bénéficiaire y est trop faible. J'entends que
vous nous fournissez une autre information qui me convient
parfaitement.
16.06 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik kom even
terug op de engagementen van Suez zoals dat nu heet. De
productiecapaciteit zal herverdeeld worden. De vraag is of dit
voldoende is: 70/15/15, is dat voldoende als herverdeling? Dat is een.
Ten tweede blijft de vaststelling dat Electrabel dominant aanwezig
blijft in zowel de productie als de transmissie en de distributie. Daar
moeten maatregelen worden genomen. Bovendien is er, zoals door
collega Wathelet ook gezegd, geen duidelijkheid over de prijs
waartegen de productiecapaciteit zal herverdeeld worden.
Mijnheer de minister, er is bovendien in heel het akkoord ook geen
16.06 Simonne Creyf (CD&V):
L'engagement de Suez implique
une redistribution de la capacité de
production mais la question
consiste à savoir si le rapport 70-
15-15 suffit. La société Electrabel
continue à dominer la
transmission, la production et la
distribution.
Nous n'avons pas obtenu
d'éclaircissements sur le prix de la
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
sprake van bijkomende productiecapaciteit. U komt het net te zeggen:
de kloof tussen de stroom die we produceren en de stroom die we
consumeren is zowat tien procent. Zolang de stroom schaars blijft, zal
de stroomprijs ook hoog blijven, ongeacht hoe de productiecapaciteit
verdeeld is. Dat wil dus zeggen dat wat dat betreft er andere
maatregelen nodig zullen zijn.
Ook voor aardgas wordt niet in bijkomende investeringen voorzien.
Een gouden aandeel biedt ter zake geen waarborgen. Het ontbreken
van bijkomende investeringen houdt niet alleen de gasprijs onder
druk, maar brengt op termijn ook de gasvoorziening in gevaar, zeker
als de kernuitstap doorgaat en de nucleaire centrales vervangen
zullen worden door gasgestookte centrales.
Dat een gouden aandeel eventueel gebruikt kan worden om deze
investeringen te voorkomen, is een magere troost. Bovendien kennen
we de rechten niet die aan een dergelijk aandeel zullen verbonden
zijn. U hebt daarin eigenlijk geen klaarheid kunnen brengen.
U spreekt over de Europese Unie. Het is ook niet zeker dat de
Europese Unie een dergelijk voorrecht dat niet in verhouding staat tot
het daadwerkelijke aandeelhouderschap nog zal aanvaarden. U hebt
verwezen naar Frankrijk omdat de Commissie wel toegevingen zou
hebben gedaan ten aanzien van het gouden aandeel van de Franse
staat in Suez-Gaz de France, maar de Franse staat was
hoofdaandeelhouder, terwijl de Belgische Staat geen
hoofdaandeelhouder is in Suez-Gaz de France. Het is dus nog maar
de vraag of Europa inderdaad een dergelijk voorrecht zal willen
aanvaarden.
Voor elektriciteit werd bedongen dat de prijzen gedurende een
beperkte periode niet zullen stijgen. Ik herhaal nogmaals dat het de
bedoeling is de prijzen te doen dalen, niet alleen ze niet te doen
stijgen.
Mijnheer de minister, de brandstofprijzen zijn ondertussen aan het
dalen zodat prijsstijgingen niet in de lijn der verwachtingen liggen. Op
dat vlak mag men de consument geen zand in de ogen strooien.
Hoe dan ook, zoals het er nu naar uitziet zit er in deze Pax Electrica II
of, zoals u het noemt, de engagementen van Suez, niet veel in voor
de consumenten.
redistribution de la capacité de
production. Il n'est pas davantage
question d'accroître la capacité de
production. Tant que la différence
entre production et consommation
sera limitée, le prix restera élevé.
Des mesures sont nécessaires à
cet égard.
Aucun investissement
supplémentaire n'est en outre
consenti en ce qui concerne le gaz
naturel. Le prix du gaz est ainsi
mis sous pression et
l'approvisionnement en gaz est
mis en péril. L'action privilégiée
n'offre aucune garantie et on
ignore quels droits y sont
rattachés. En outre, il reste à
savoir si la Commission
européenne donnera son feu vert.
Il a été convenu que le prix de
l'électricité n'augmenterait pas
pendant un certain temps mais il
me semble que l'objectif est
précisément de faire baisser le
prix ! Eu égard à la baisse du prix
des combustibles, une
augmentation est d'ailleurs peu
probable actuellement.
Bref, la Pax electrica II ne
présente guère d'avantages pour
le consommateur.
16.07 Muriel Gerkens (ECOLO): Je rejoins M. Wathelet quand il dit
que l'intervention, les avis, les accords donnés ou pas par la
Commission européenne n'empêchent en aucun cas la Belgique
d'avoir des ambitions plus élevées dans l'ouverture du marché belge
de l'électricité. La manière dont le premier ministre a présenté les
choses, dont il s'est vanté d'avoir obtenu tel ou tel accord, telle ou
telle réalisation, est sans proportion avec le contenu minimaliste de
ces accords. Il est faux de prétendre que nos exigences sont limitées
par la Commission européenne. Là où on doit être prudent, c'est sur
le gaz car la Commission européenne s'est directement emparée du
sujet.
En ce qui concerne SuezGDF et la "golden share", j'aimerais des
précisions sur les actifs pour lesquels l'État belge pourrait disposer
d'une "golden share" dans le montage de cette fusion. L'État français
16.07 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik ben het eens met de heer
Wathelet dat de al dan niet
instemming van de Europese
Commissie België niet belet om
hogere eisen te stellen inzake de
openstelling van de markt.
De eerste minister heeft zichzelf
op de borst geklopt terwijl het hier
om minimalistische akkoorden
gaat.
Als België over een golden share
kan beschikken, op welke activa
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
étant actionnaire principal, il dispose d'une "golden share" mais nous
n'avons pas ce statut. J'ai lu que ce ne serait guère possible. Quoi
qu'il en soit, sur quels actifs pourrait-on finalement disposer d'un droit
de veto en cas de vente?
La diversification de la production d'électricité est l'un des éléments
capitaux nécessaires à l'ouverture de la concurrence et à la
libéralisation du marché de l'électricité. Je trouve dommage de ne rien
entendre au sujet des mécanismes que l'État belge pourrait instaurer
pour amener et éventuellement contraindre les acteurs à produire de
l'électricité autrement qu'avec le nucléaire, qui est hyper-dominant ou
même la production de SPE. On rate là des opportunités de jouer un
rôle dans la discussion avec des acteurs aussi importants que Suez.
En matière de provisions nucléaires, vous avez répondu quant à la
manière d'assurer le suivi de ces provisions. À l'heure actuelle, ce qui
m'inquiète beaucoup plus, même si cela peut paraître paradoxal, ce
sont les visées du gouvernement belge sur ces fonds en vue de
combler des trous et de faire autre chose que de l'action en énergie et
la tenue à disposition de ces provisions pour un éventuel
démantèlement et traitement des déchets. Paradoxalement, Suez
pourrait garantir qu'on n'investisse pas ces provisions nucléaires dans
la résorption de certains déficits budgétaires. Nous y reviendrons
dans d'autres questions à d'autres moments.
La Commission européenne devrait rendre son avis le 17 novembre.
Il serait bon de prévoir un débat plus approfondi en commission une
fois que nous aurons reçu les études que vous avez demandées à la
CREG et qui devraient arriver pour le 15 octobre. Il faut prévoir un
moment en novembre pour débattre du sujet.
van de constructie zal dat dan
betrekking hebben?
De voorzitter: Mevrouw Gerkens, ik was net aan het denken dat dit
niet een eenmalig moment kan zijn waar wij over energie
discussiëren. Het zal zeker een vervolg kennen. Ik denk dat wij dit op
een gestructureerde manier moeten kunnen blijven verwerken.
Dit zal moeten gebeuren via deze commissie, of via de commissie
voor het Wetenschapsbeleid. We zullen dit morgen eens bespreken
met de voorzitter van de commissie. Dit is te belangrijk en het gaat
ons allen zo sterk aan dat er volgens mij een gevolg moet aan worden
gegeven.
La présidente: Il est important
que nous puissions poursuivre le
débat en matière d'énergie de
manière structurée et régulière,
soit au sein de cette commission,
soit au sein de la commission
compétente
en matière de
politique scientifique. Demain,
nous nous concerterons à ce sujet
avec le président de la
commission.
16.08 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, we zullen de
gelegenheid krijgen om hierop uitvoerig in te gaan, zeker en vast
nadat de Europese Commissie op 17 november haar oordeel zal
hebben geveld.
16.08 Marc Verwilghen, ministre:
Nous aurons de toute façon
l'occasion de réexaminer ce
dossier de façon approfondie
après que la Commission
européenne aura fait part de son
appréciation le 17 novembre.
Je voudrais encore ajouter que stratégiquement, il y a eu concertation
avec la Commission de façon permanente, ce jusqu'à aujourd'hui.
Des pourparlers ont eu lieu avec Suez-Gaz de France et des
engagements ont été pris. Je constate, pour ma part, que les
engagements vont beaucoup plus loin que les remèdes qui, dans le
temps, ont été apportés suite aux observations de la Commission
européennes.
Uit strategisch oogpunt wordt
permanent overleg met de
Commissie gevoerd. De
verbintenissen gaan verder dan de
oplossingen die worden
voorgesteld om aan de
opmerkingen van de Europese
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
Ne soyez pas inquiet, monsieur Wathelet! Une clause prévoit que
tous les engagements qui ont été pris par Suez-Electrabel soient
repris par Suez-Gaz de France. Autrement dit, il y a le "sterkmaking",
la "golden share sterkmaking".
En ce qui concerne la "golden share", je voudrais dire que ni le
président français, Jacques Chirac que le premier ministre,
M. de Villepin, ne s'opposent à la "golden share" pour la Belgique.
D'ailleurs, celle-ci doit être donnée par le groupe. Soyons clairs!
Dans quels domaines s'impose-t-on? Cela se fera sur
l'investissement, la distribution, le stockage, l'importation du gaz. En
cette matière, il ne peut en être qu'ainsi. En effet, il est
stratégiquement important pour la Belgique, puisqu'il s'agit
essentiellement de l'approvisionnement du pays.
Commissie tegemoet te komen.
Een clausule bepaalt dat alle
verbintenissen die door Suez-
Electrabel werden aangegaan
door de groep Suez-Gaz de
France zullen worden
overgenomen. De Franse regering
verzet zich trouwens niet tegen
een golden share ten voordele van
de Belgische Staat. Dat zal
betrekking moeten hebben op de
investeringen, de distributie, de
opslag en de invoer.
De vraag naar bijkomende capaciteit is een heel terechte vraag van
mevrouw Creyf. Daarover zou ik alleen willen zeggen dat er twee
zaken zijn die bijkomend toch in overweging genomen moeten
worden.
Ten eerste, zijn er de niet-benutte sites. Wat is het doel van de niet-
benutte sites? Bijkomende capaciteit, die er is maar die niet gebruikt
wordt, toch ter beschikking te stellen van anderen. Door het feit dat
men ze niet ter beschikking stelt, produceert men er op dit moment
geen en kan er dus geen bijkomend voordeel worden uitgehaald.
Ten tweede, is er natuurlijk de stroombeurs, Belpex, die ook een van
de middelen is om bijkomende capaciteit te creëren, samen met de
interconnectie.
Inzake de gasinvesteringen wil ik toch eens duidelijk herhalen dat
Fluxys International zich zal bezighouden met de uitbating. Wij
hebben geen eigen productie van gas. Wij krijgen leveringen van gas
uit het buitenland via Fluxys International. Daarvoor is in een formule
voorzien waarbij de openbare sector, Publigas, een blokkerend
minderheidsaandeel krijgt dat is een niet- onbelangrijke vaststelling
maar waarbij tegelijkertijd een derde groep kan toetreden. Die derde
groep kan zelfs investeringen doen op een ogenblik dat men van
oordeel is, bij voorbeeld bij de groep Suez-Gaz de France, de merging
company, om ter zake niets te doen omdat dat economisch niet
rendabel is. Zo heeft men toch een breekijzer tussen de deur.
Er is een laatste zaak die ik wil meegeven. Het klopt dat de
liberalisering zou moeten, en zal moeten, leiden dat is de finaliteit
ervan tot concurrentie inzake de prijzen. Ik meen dat op een
ogenblik dat de prijzen dalen, een concurrent, die op de markt komt
en dezelfde mogelijkheden en hetzelfde assortiment kan aanbieden
tegen dezelfde goede voorwaarden, wel kan inbreken in de markt.
Hopelijk zullen als gevolg daarvan de prijzen dalen. Dat is een
normaal gevolg. Dat is een tendens die in het buitenland is
vastgesteld. Ik kan alleen maar hopen dat die zich in België ook zal
manifesteren naar aanleiding van de voorstellen die er nu zijn, voor
zover ik zeg het altijd onder voorbehoud de Europese Commissie
die voorstellen aanneemt. Stel dat de Europese Commissie de
voorstellen aanvaardt, dan veronderstel ik dat er nog wel een aantal
andere belangrijke groepen zich zullen concentreren op wat ons is
La demande de capacité
supplémentaire est justifiée.
Citons en premier lieu les sites
non utilisés, qui peuvent être mis à
la disposition d'autres parties. En
deuxième lieu, il faut évoquer la
bourse de l'électricité Belpex, ainsi
que l'interconnexion.
Fluxys International reçoit des
livraisons de gaz de l'étranger.
Publigaz, le secteur public, se voit
accorder une participation
minoritaire de blocage dans
Fluxys; la formule prévoyant
également qu'un troisième groupe
peut faire son entrée et investir à
tout moment. Ce principe
représente un moyen de pression.
La libéralisation devrait déboucher
sur une concurrence des prix et en
définitive, on peut l'espérer, sur
une baisse des tarifs. On espère
que la Belgique suivra cette
tendance déjà observée à
l'étranger, sous réserve d'une
acceptation de nos propositions
par la Commission européenne.
S'il en va ainsi, d'autres groupes
seront peut-être également
intéressés par des reprises.
Nous ne sommes qu'au début de
la libéralisation.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
toegestaan. Zij zullen zeggen tegen die voorwaarden of tegen
bijkomende voorwaarden ook te willen overnemen.
Ik meen dat wij eigenlijk nog maar aan het begin van de geschiedenis
van de liberalisering staan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de 'Single European Payments Area'" (nr. 12605)
17 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'espace unique de paiement en euros" (n° 12605)
17.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, in 2008 moet de
SEPA een feit zijn. De SEPA is de verzamelnaam voor pan-Europese
girale betaalinstrumenten. Het gaat om eengemaakte
overschrijvingen, domiciliëringen en betaalkaarten.
Dit nieuwe project verontrust een aantal handelsorganisaties. SEPA
zou zorgen voor trager en duurder elektronisch geldverkeer. SEPA wil
immers komen tot een gemiddeld Europees betaalsysteem, dat voor
België een nivellering naar beneden betekent. Een aantal nationale
verworvenheden kan daarmee op de helling komen te staan. Zo
zouden er geen sluitende garanties zijn dat de aanpassingen aan
terminals en software probleemloos en gratis kunnen gebeuren.
Daarenboven vreest men dat het systeem van de forfaitaire tarifering
zou kunnen verdwijnen. In plaats hiervan zou de handelaar per
transactie een percentage van het door de klant betaalde bedrag als
kosten aangerekend krijgen. Voorbeelden uit het buitenland tonen
één voor één aan dat een dergelijk systeem tot hogere kosten zal
leiden.
Ik wou u dan ook vragen hoe u en de regering tegenover dit nieuwe
systeem van Single European Payment Area staan. Steunt de
regering dit project? Welke rol speelt de regering in de
totstandkoming van SEPA? Is de vrees van de handelsorganisaties
gegrond? Bestaat er inderdaad een kans dat dit zou leiden tot een
trager en duurder elektronisch verkeer? Indien die vrees gegrond is,
kan en zal de regering maatregelen nemen om te voorkomen dat
elektronisch betaalverkeer in de toekomst onbetaalbaar wordt?
17.01 Trees Pieters (CD&V): En
2008, l'instrument de paiement
scriptural paneuropéen Single
European Payments Area (SEPA)
devra être devenu réalité. Le projet
SEPA inquiète la Fedis parce qu'il
contribuera à augmenter le coût et
à ralentir le débit des transactions
électroniques. Le SEPA sera en
effet un système de paiement
européen « moyen », ce qui
signifiera pour la Belgique un
nivellement par le bas. Un certain
nombre d'acquis, tels que la
tarification forfaitaire pour les
commerçants, pourraient
disparaître.
Le gouvernement soutient-il le
projet SEPA? Quel rôle jouera-t-il
dans son élaboration? Les
craintes de Fedis sont-elles
fondées? Les transactions seront-
elles plus chères et plus lentes?
Le gouvernement est-il en mesure
d'empêcher que les transactions
concernées deviennent
impayables?
17.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, het doel van
SEPA hebt u omschreven. Ik zal daarop niet verder ingaan. Ik wil
alleen zeggen dat de regering, dat wil zeggen de ministers van
Financiën, Economie en Consumentenzaken, dit project steunen.
Er is trouwens een opvolging van dit dossier op verschillende niveaus.
Dat gebeurt door de vertegenwoordigers van de minister van
Financiën via de Europese overlegorganen, maar ook op Belgisch
vlak. Er worden gesprekken gevoerd over het SEPA-project op het
niveau van de Nationale Bank van België binnen het steeringcomité
over de toekomst van de betalingsmiddelen. Daar is trouwens een
vertegenwoordiger van mij aanwezig.
Daarnaast is er in België ook een interbancair forum, het SEPA-
forum, opgericht. Dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van
17.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les ministres des Finances, de
l'Economie et de la Consommation
soutiennent le SEPA. Ce projet est
l'objet d'un suivi à différents
niveaux. A l'échelon européen, ce
suivi est assuré par les
représentants du ministre des
Finances et en Belgique, il est
traité à la Banque nationale de
Belgique et au sein du comité de
pilotage chargé de préparer
l'avenir des moyens de paiement.
En outre, un forum interbancaire,
le forum SEPA, a été créé en
11/10/2006
CRIV 51
COM 1062
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
Febelfin en van de Nationale Bank van België. Dat forum bestudeert
het verloop van het project. De werkzaamheden hebben geresulteerd
in een interimair Belgisch SEPA-migratieplan. Na deze preliminaire
studie moet overgegaan worden tot de effectieve invoering van SEPA.
Ten slotte wordt er voor het SEPA-project ook een wettelijk kader
gecreëerd, namelijk een voorstel van richtlijn voor betalingsdiensten
op de interne markt. Daar doet de CBFA momenteel haar
werkzaamheden en zal er dus een voorstel zo snel mogelijk worden
voorgelegd.
Ik kom tot uw tweede vraag. U vraagt of de vrees van Fedis gegrond
is. Het antwoord daarop in negatief en daarvoor zijn er verschillende
redenen.
Ten eerste moet er gekeken worden naar het wettelijke kader dat
nodig is om SEPA te ondersteunen. Dat wordt dus die richtlijn. Dat is
echter gebaseerd op al die werkzaamheden en controles die
momenteel samengaan. Op basis van die richtlijn wordt het volgende
gesteld.
Ten eerste, er zal meer mededinging mogelijk worden op de markt
van het betalingsverkeer. Zoals mededinging in andere sectoren moet
dit ook hier het opengooien van de markt met zich meebrengen.
Trouwens, er is een voorbeeld, namelijk het Verenigd Koninkrijk. Daar
werd een dergelijke regeling toegepast. Dit heeft geleid tot meer
concurrentie.
Bovendien zal er ook meer prijstransparantie komen met betrekking
tot de kosten die worden aangerekend. De verbruiker zal daarvan ook
in kennis worden gesteld en zal dus beter zijn keuze kunnen maken.
Vervolgens voorziet het voorstel van richtlijn in een
herzieningsclausule die uiterlijk drie jaar na de omzetting van de
richtlijn kan toegepast worden. Als men werkelijk ziet dat er geen
verbetering van de toestand wordt vastgesteld is er ook nog in een
herzieningsclausule voorzien.
Los daarvan hebben studies, uitgevoerd in opdracht van de Europese
Commissie, uitgewezen dat het in principe niet kostenverhogend
werkt, integendeel.
Ten slotte moet ook verwezen worden naar twee studies, twee drafts
die op 12 september en op 29 september 2006 zijn behandeld, die
eerstdaags door de Ecofin-raad zullen worden goedgekeurd en die
ook de goedkeuring van de Belgische regering dragen. Deze wijzen er
duidelijk op dat er een aantal voordelen aan dit systeem zijn
verbonden.
Uw derde vraag lijkt mij derhalve overbodig. De regering zal
desgevallend ook de nodige maatregelen inzake opvolging en
bijsturing van dit dossier op Europees vlak meenemen. Men is met
andere woorden niet bezig met een oefening van schaatsen op ijs van
één nacht.
collaboration avec des
représentants de Febelfin et de la
Banque nationale. Les travaux de
ce forum ont abouti à un plan de
migration SEPA intérimaire belge.
Lorsque cette étude aura été
réalisée, le SEPA pourra être
introduit.
Un cadre légal approprié pour le
SEPA sera aussi créé. Il s'agira
d'une proposition de directive pour
les services de paiement dans le
marché intérieur. La CBFA
soumettra une proposition dès que
possible.
La crainte de la Fedis n'est pas
justifiée et ce cadre légal la
dissipera.
La libéralisation devrait aboutir à
une concurrence sur le plan des
prix. Une plus grande concurrence
pourra en effet voir le jour sur le
marché des opérations de
paiement. Au Royaume-Uni, par
exemple, l'ouverture du marché a
entraîné une concurrence accrue.
Il faut ajouter à cela qu'il y aura
également une transparence
accrue en matière de coûts. Par
conséquent, les utilisateurs seront
mieux qu'aujourd'hui à même de
choisir.
De plus, une clause de révision a
été incorporée au cas où la
situation sur le marché ne
s'améliorerait pas. Cette clause
pourra être appliquée au plus tard
trois ans après la transposition de
la directive. Selon l'étude de la
Commission européenne, le
principe de ce nouveau système
ne devrait pas se traduire par une
augmentation des coûts. Deux
études, que le conseil Ecofin
traitera prochainement,
démontrent que ce système
présente certains avantages.
Le gouvernement prendra les
mesures nécessaires pour assurer
le suivi de ce dossier à l'échelon
européen et pour y apporter des
correctifs si nécessaire.
CRIV 51
COM 1062
11/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
17.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat het
verloopt zoals u zegt. U haalt het Verenigd Koninkrijk aan als
voorbeeld, maar daar zijn de kosten voor de handelaars en de
verbruikers toch wel sterk gestegen. Er is sprake van een verhoging
van 60% voor de handelaars.
17.03 Trees Pieters (CD&V):
J'espère que c'est exact mais au
Royaume-Uni, les coûts imputés
aux commerçants ont augmenté
de 60 %.
17.04 Minister Marc Verwilghen: Ik heb inderdaad het VK
gesignaleerd, maar dat is een voorbeeld waar het opengooien van de
markt op een bepaald ogenblik tot een zekere spanning heeft geleid.
Er zijn ook voorbeelden waar ondertussen, door het openstellen van
de markt, resultaten geboekt konden worden met voldoende garanties
inzake bescherming van de gebruiker. Meer bepaald want daarover
ging het eigenlijk zijn het de kleine en middelgrote ondernemingen
die vaak in een verdrukte positie kunnen komen te staan. Dat is wat in
die praktijkvoorbeelden verhinderd werd.
17.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je pourrai vous citer des exemples
de situations où l'ouverture du
marché est allée de pair avec des
garanties données aux utilisateurs.
Les tensions que l'on constate
sont généralement dues au fait
que les petites et moyennes
entreprises se trouvent dans une
situation inconfortable.
17.05 Trees Pieters (CD&V): Goed, we zullen deze aangelegenheid
verder volgen en ons concentreren op het verloop ervan. Het is een
kluwen van adviezen en structuren om uiteindelijk tot een goed
betaalverkeer te komen.
17.05 Trees Pieters (CD&V):
Nous serons attentifs à l'évolution
de ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.30 heures.