IC1057_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Interpellation de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
conséquences financières du nouveau statut du
personnel CALog des services de police" (n° 909)

Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiële implicaties van het
nieuwe statuut voor het CALog-personeel van de
politiediensten" (nr. 909)

Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken

Motions

Moties

Question de Mme Trees Pieters au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'étude sur la
sécurité des entrepreneurs indépendants"
(n° 12431)

Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het onderzoek naar de veiligheid van
de zelfstandige ondernemers" (nr. 12431)

Orateurs: Trees Pieters, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Trees Pieters, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la création
de l'agence européenne Frontex" (n° 12458)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de oprichting van het Europees
Agentschap Frontex" (nr. 12458)

Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le déficit en
personnel et en formation de la DAR" (n° 12470)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het personeelstekort en de
ontoereikende opleiding bij de DAR" (nr. 12470)

Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'accès des
membres germanophones du CALog aux
examens de promotion sociale" (n° 12471)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mogelijkheid voor het Duitstalige
CALog-personeel om examens in het kader van
het onderwijs voor sociale promotie af te leggen"
(nr. 12471)

Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la diminution
de l'ancienneté pécuniaire de certains membres
de la police intégrée" (n° 12472)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vermindering van de geldelijke
anciënniteit van bepaalde personeelsleden van de
geïntegreerde politie" (nr. 12472)

Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. François-Xavier de Donnea au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"la procédure observée lors de l'arrivée des
passagers hors Schengen à l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 12486)

Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de procedure bij de
aankomst op de luchthaven van Brussel-
Nationaal van passagiers uit niet-Schengen-
landen" (nr. 12486)

Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Patrick Dewael, vice-premier ministre et

Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ministre de l'Intérieur

minister van Binnenlandse Zaken

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les exercices
simulant un incident nucléaire" (n° 12490)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "simulatieoefeningen van een nucleair
incident" (nr. 12490)

Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le manque
criant de policiers à Charleroi" (n° 12513)

Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het nijpend tekort aan
politieambtenaren in Charleroi" (nr. 12513)

Orateurs: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la grève de
la faim de sans-papiers à la basilique Saint-
Christophe à Charleroi, l'attitude inqualifiable du
directeur de l'Office des étrangers et les
perspectives de solution" (n° 12522)

Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de hongerstaking van mensen
zonder papieren in de basiliek Saint-Christophe in
Charleroi, het ongehoorde gedrag van de
directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken en
de mogelijke oplossing" (nr. 12522)

Orateurs: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Jean-Marc Nollet, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE L'INTERIEUR,

DES AFFAIRES GENERALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

COMMISSIE VOOR DE

BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET

OPENBAAR AMBT

LUNDI

SEPTEMBRE

2006

Après-midi

______

van

MAANDAG

SEPTEMBER

2006

Namiddag

______

La séance est ouverte à 15.09 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 15.09 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.

01 Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de financiële implicaties van het nieuwe statuut voor het CALog-personeel van de
politiediensten" (nr. 909)

01 Interpellation de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les

conséquences financières du nouveau statut du personnel CALog des services de police" (n° 909)

01.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag de

minister van Binnenlandse Zaken interpelleren over de financiële
meerkost van het nieuwe statuut voor het CALog-personeel, het
bediendepersoneel van de politiediensten. Dat nieuwe statuut zou
ingaan op 1 januari 2007. Hier is een aanzienlijke meerkost mee
gemoeid aangezien er meer dan 5.000 CALog-personeelsleden zijn
bij de politiediensten. Voor de gemeenten zal dit dus toch wel enkele
financiële implicaties inhouden.

Een tijd geleden is de minister al begonnen met de onderhandelingen
over een aantal wijzigingen van het mammoetbesluit dat de
rechtspositie van de leden van de geïntegreerde politiediensten heeft
vastgelegd. Ik denk dat iedereen ervan overtuigd is dat er een aantal
wijzigingen moet komen, vooral inzake de flexibele inzetbaarheid van
het politiepersoneel.

Onze aandacht gaat nu echter uit naar de wijzigingen die zouden
worden doorgevoerd in het statuut van het CALog-personeel, normaal
gezien vanaf 1 januari 2007. Mijnheer de minister, er is inderdaad een
vrij grote loonspanning tussen het administratief en logistiek kader,
enerzijds, en het operationeel kader bij de politiediensten, anderzijds.
Het operationeel kader heeft natuurlijk het gunstigste statuut. Dat is te
verklaren door het feit dat de taken die door beide worden uitgevoerd
niet dezelfde zijn. Met de wijzigingen die te verwachten zijn, zouden
de lonen van het CALog-personeel gevoelig stijgen vanaf 1 januari
2007.

We hebben daarover toch wel een aantal vragen. Kan de minister een
raming geven van de financiële meerkost van het nieuwe statuut?
Hoeveel bedraagt de kost voor de federale diensten en hoeveel
bedraagt de kost voor de lokale politiediensten? Wordt met deze
meerkost rekening gehouden bij de toekenning van de federale
dotatie aan de lokale politiezones? Met andere woorden, wordt de

01.01 Dirk Claes (CD&V): Le

nouveau statut du personnel
CALOG des services de police
locaux et fédéraux, qui devrait
entrer en vigueur le 1

janvier

2007, prévoit notamment une
augmentation salariale. Son
instauration intervient à un
moment délicat. Les nouvelles
administrations seront d'emblée
confrontées à des coûts
supplémentaires. En outre,
l'augmentation des traitements de
ce type de personnel risque de
générer des tensions salariales
avec les autres catégories de
personnel.

Le ministre peut-il fournir une
estimation des coûts
supplémentaires? Comment se
répartissent-ils entre les services
de police fédéraux et locaux? La
dotation fédérale aux zones sera-t-
elle majorée en proportion?

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

federale dotatie aan de zones in gelijke mate verhoogd?

Het is natuurlijk zo dat de kostprijs van de politiehervorming al voor
heel wat heisa heeft gezorgd. Daarbij is de houding van de federale
overheid, meer in het bijzonder van uw voorganger minister
Duquesne, steeds geweest dat de statutaire meerkost altijd ten laste
van de federale overheid zou vallen. Of dat ook altijd zo is geweest,
daar is eveneens al heel wat discussie over gevoerd. Wat wel
vaststaat is dat deze loonsverhoging opnieuw het gevolg is van een
federale beslissing en thans dreigt op de gemeentefinanciën te vallen.

Ik vind het ook een wat moeilijke periode om die beslissing te laten
ingaan. Ze zal ingaan op 1 januari 2007. We zitten dan met nieuwe
gemeentebesturen. Ook de politiezones, de politieraden en de
politiecolleges worden onder andere dan opnieuw samengesteld. Ze
zullen dus nog maar pas begonnen zijn als ze al met een meerkost
worden geconfronteerd.

Indien het antwoord van de minister geen financiële tegemoetkoming
aan de lokale zones doet vermoeden, zou ik dit erg betreuren. Ik wijs
op de mogelijke perverse effecten van deze beslissing. De
loonspanning die door de stijging in de hand wordt gewerkt tussen het
personeel van de politiezones en de rest van het gemeentepersoneel
dreigt opnieuw voor conflicten te zorgen. Een en ander mag dan wel
tot een ander bestuursniveau behoren, er moet, ons inziens, rekening
gehouden worden met de impact van dergelijke beslissing. Volgens
ons had een voorstudie moeten plaatsvinden.

01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de

krachtlijnen voor een belangrijke aanpassing van het statuut van de
CALog-medewerkers zijn vastgelegd. Daarmee volgt de politie een
evolutie die zich de afgelopen jaren in de lokale besturen heeft
voorgedaan. Ook zonder politiehervorming zouden de gemeenten een
vergelijkbare aanpassing hebben doorgevoerd bij de gemeentepolitie.
Bovendien werd bij de politiehervorming het statuut van de
administratieve medewerkers uitgesteld omdat eerst het statuut van
de operationelen moest worden vastgesteld. Er was bijgevolg een
inhaalbeweging nodig voor de administratieve en logistieke
personeelsleden, zeker met de CALogiseringsoperatie in het
achterhoofd.

Deze operatie gaat uit van de filosofie dat operationelen moeten
worden ingezet voor operationele taken op het terrein. Ik heb dat vaak
betoogd. Als men politiepersoneel opleidt een vrij dure opleiding -,
lijkt het vrij evident dat men politiemensen inzet voor effectieve
politietaken en niet voor administratieve en logistieke taken. Deze
taken moeten worden uitgevoerd door burgerpersoneel, het
zogenaamde CALog-personeel.

Bij de federale politie heb ik hierover afspraken gemaakt. Hier loopt
de operatie op kruissnelheid. Ik heb me ook tot de zones gericht en
van de lokale politie inspanningen ter zake gevraagd. Dit betekent dat
het burgerpersoneel van de politie meer en meer belangrijke
verantwoordelijkheden zal moeten opnemen. Om goed personeel aan
te werven en te behouden was het noodzakelijk hun statuut aan te
passen. De financiële kosten van de nieuwe loopbanen van het
administratief en logistiek kader lopen over een zeer lange periode
vermits het onder meer gaat over een nieuwe geldelijke loopbaan.

01.02 Patrick Dewael, ministre:

La modification du statut du
personnel CALOG s'inscrit dans
une évolution qui s'est également
produite dans les administrations
locales. Elle est indépendante de
la réforme de la police. Après le
statut pour les policiers
opérationnels, il y a à présent, en
toute logique, un statut pour les
membres du personnel
administratif et logistique.

Dans le cadre de l'opération de
calogisation, du personnel civil
administratif et logistique prend en
charge des responsabilités qui
appartenaient aux policiers et ces
derniers se concentreront
exclusivement sur les missions
opérationnelles de terrain, la
mission pour laquelle ils ont en
définitive été formés. Cette
opération a déjà atteint sa vitesse
de croisière à la police fédérale.
J'ai aussi demandé aux polices
locales de consentir des efforts en
la matière. Il était nécessaire,
pour pouvoir recruter et conserver
des collaborateurs administratifs

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De nieuwe loopbanen zijn bovendien afhankelijk van het al dan niet
volgen van opleidingen en van het al dan niet aangaan van bepaalde
engagementen door het personeelslid, zoals bijvoorbeeld het al dan
niet in Brussel blijven werken. Dat maakt dat de maximumfactuur niet
noodzakelijk zal worden bereikt. Mijn diensten gaan uit van een
benaderende kostprijs voor 2007 van ongeveer 11 miljoen euro voor
de federale politie en 13 miljoen euro voor de korpsen van de lokale
politie.

Hierbij de volgende opmerkingen. Bij het ontwikkelen van een nieuw
statuut van het CALog-personeel is erover gewaakt dat de
loonspanning met het operationele kader blijft. Kortom, een burger zal
minder blijven verdienen dan een operationele. Dit is logisch. Een
burger loopt niet de risico's die een operationele politieagent loopt. In
de optiek van mijn ministeriële rondzendbrief CP2 waarbij wij aan de
zones vragen op termijn het CALog-personeel op te drijven tot 16%
van het totale affectief van de zone, betekent dat nieuwe statuut op
termijn geen meerkosten voor de politiezones.

Deze statutaire evolutie heeft, denk ik, geen invloed op het actuele
mechanisme van de federale dotaties aan de politiezones.

Bovendien werd vorige week op de Ministerraad ook een dossier
goedgekeurd waarbij op een structurele basis militairen ter
beschikking kunnen worden gesteld van de politiezones voor
administratieve en logistieke taken. Wij hebben daarover vaak
gediscussieerd in deze commissie. We hebben dat goedgekeurd voor
een proefperiode van één jaar. Dat project werd positief geëvalueerd
in een aantal zones. U weet dat in het eerste jaar van de
terbeschikkingstelling, de loonkosten ten laste worden of werden
genomen door het departement van Defensie. Na verloop van dat jaar
gaat de militair, na goedkeuring of mits goedvinden van de zone,
definitief over naar het personeelskader van die zone. De loonkosten
worden in de toekomst als volgt verdeeld: een derde zal blijvend
worden gedragen door het departement van Defensie; voor een derde
kan de zone een beroep doen op de middelen die haar worden
uitgekeerd uit het Veiligheidsfonds en een derde moet door de zone
zelf worden gedragen. Die beslissing geeft de politiezones een duwtje
in de rug met het oog op de zogenaamde CALogiseringoperatie. Zij
kunnen beschikken over direct inzetbare, gespecialiseerde militairen
tegen financieel interessante voorwaarden.

Mijnheer de voorzitter, tot daar een aantal elementen in antwoord op
de interpellatie van de heer Claes.

compétents, de modifier leur
statut. Le coût financier de
l'opération est réparti sur une très
longue période. De plus, ces
carrières dépendent des
formations suivies et des
engagements pris par le
collaborateur concerné. Mes
services se fondent, pour 2007,
sur un coût proche de 11 millions
d'euros pour la police fédérale et
de 13 millions d'euros pour les
corps de police locaux.

La tension salariale avec le cadre
opérationnel subsiste. Un civil
continuera à gagner moins et c'est
logique puisque les effectifs
opérationnels courent un plus
grand risque. Le personnel
CALOG passera à 16 % de
l'effectif total de la zone. Le coût
total n'augmentera dès lors pas
pour une zone. Les dotations
fédérales ne seront donc pas
adaptées.

Par ailleurs, des militaires seront
également mis à la disposition des
zones de police pour des missions
administratives et logistiques, sur
une base structurelle. La première
année de mise à disposition, les
militaires seront rémunérés par le
département de la Défense.
Ensuite, ils pourront être intégrés
définitivement au personnel de la
zone et rémunérés pour un tiers
par le département de la Défense,
pour un tiers par le fonds de
sécurité et pour un tiers par la
zone elle-même. Cette décision
récente aidera dans une large
mesure les zones à mener à bien
la calogisation.

01.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het verbaast mij

toch dat er volgens de minister geen meerkosten aan verbonden zijn,
terwijl hij zelf zegt dat die meerkosten, in 2007, 13 miljoen euro per
jaar zullen bedragen voor de zones. 13 miljoen euro per jaar voor de
zones, dat is verdorie toch wel een serieuze kost.

De minister heef natuurlijk wel gelijk als hij zegt dat het operationeel
personeel zich moeten bezighouden met operationeel werk. Vandaar
dat de zones inspanningen moeten leveren om hun CALog-personeel
op peil te brengen of te houden, wat ook logisch is. Op die wijze meen
ik evenwel dat de zones twee of zelfs drie keer zullen moeten betalen.
Zij moeten meer personeel aantrekken - dus die kosten dragen ze al -

01.03 Dirk Claes (CD&V): Je suis

surpris d'entendre le ministre
affirmer qu'il n'y aura pas de coûts
supplémentaires pour les zones,
alors qu'il a lui-même avancé le
chiffre de 13 millions pour 2007,
ce qui constitue tout de même un
montant considérable.

Il est exact que les tâches
opérationnelles incombent aux
personnes formées à cet effet et

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

, maar als de kosten dan ook nog eens stijgen voor datzelfde
personeel, omwille van een nieuw statuut, dan vind ik toch dat de
federale overheid moet bijspringen voor de gemeenten.

Bij het nieuwe politiestatuut werden de meerkosten die eruit
voortvloeiden vooral kosten voor politieagenten die hogere lonen
krijgen precies gedragen door de federale overheid. Wij vinden dat
dit nu een uitvloeisel is van de politiehervorming en dat het niet opgaat
dat de gemeenten zouden moeten opdragen voor die kosten. Wij
vinden dat de federale overheid, vanaf 2007, absoluut moet bijdragen
om die 13 miljoen euro niet volledig door te schuiven naar de
politiezones, want anders werd het nieuw akkoord onrechtstreeks op
de kap van de gemeenten gesloten. De overheid neemt wel
11 miljoen voor haar rekening, maar ik hoorde u toch zeggen,
mijnheer de minister, dat de politiezones en de gemeenten 13 miljoen
euro zullen moeten betalen.

Ik kom aan die nieuwe regeling met de militairen. Zij waren gedurende
het eerste jaar volledig gratis voor de politiezones. U zegt nu dat een
derde door Defensie zal worden betaald. Goed, dat is dan een derde.
Die andere twee derde blijft echter twee derde die de zone zelf moet
betalen, of dat nu uit het verkeersboetefonds komt of door de zone
zelf wordt betaald. Anders zou men immers het een derde uit het
verkeersboetefonds voor andere doeleinden kunnen gebruiken. Dat is
dus ook een verdoken kost.

Mijnheer de minister, ik zou daarop nog eens een duidelijk antwoord
van u willen krijgen. Ik zal dan ook een motie daaromtrent neerleggen.

que les zones doivent mettre ou
maintenir leurs effectifs CALOG à
niveau. Il en résulte toutefois que
les zones paient deux ou trois fois.
Elles doivent recruter du personnel
supplémentaire mais eu égard
au nouveau statut également
payer davantage pour chaque
membre du personnel. Il s'agit
d'une conséquence tardive de la
réforme des polices. Les autorités
fédérales devraient donc
également fournir une contribution.

La première année, les militaires
ne coûtaient rien aux zones de
police. À présent, le ministre
indique que le département de la
Défense ne contribuera qu'à
concurrence d'un tiers, ce qui
signifie que deux tiers seront à
charge des zones. L'argent qui
devra désormais être puisé dans
le fonds des amendes routières
aurait pu servir à d'autres
objectifs. Je dépose une motion.

01.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Claes, voor een goed begrip, u bent niet verplicht om die militairen te
nemen. Op de plaatsen waar men ze heeft genomen, is men daar
zeer tevreden over. Ik heb steeds gezegd dat men na afloop van de
proefperiode een gemengd financieringssysteem zou uitwerken. Als
er zones zijn die dat een derde graag willen dragen, dan kunnen ze
daarop een beroep doen. Als u zegt dat u daarin niet geïnteresseerd
bent, dan is dat uiteraard uw volstrekte autonomie.

Een tweede element van repliek dat ik nog even wilde meegeven is
het volgende. Ik heb in mijn antwoord duidelijk te kennen gegeven dat
op termijn de politiezones die gebruikmaken van of opteren voor een
systeem waarbij hoe langer hoe meer niet-politietaken vervuld worden
door CALog-personeel winnaar zijn, omdat men op dat ogenblik de
capaciteit politiepersoneel uitsluitend kan reserveren voor het echte
politiewerk. Als men anderzijds niet wil dat politiemensen die niet-
politietaken vervullen, dan moeten die vervuld worden door dat
specifieke CALog-personeel.

U weet even goed als ik dat men een evolutie heeft bij het gewone
gemeentepersoneel, naar loon en pecuniaire voorwaarden. Men heeft
het statuut van politiepersoneel. Als men op termijn niet wil komen in
een situatie waarbij niemand, maar dan ook niemand, nog
geïnteresseerd zal zijn om in dat CALog-statuut te treden, dan moet
men iets doen.

Als men op termijn zegt, daarom de beslissing die genomen is, dat
men daarvan ook iets interessants maakt, dan zeg ik u het volgende
over de gemeenten met CALog-taken door CALog-personeel met een

01.04 Patrick Dewael, ministre:

En ce qui me concerne, M. Claes
n'est absolument pas tenu de
recourir à des militaires mais ceux
qui le font en sont très satisfaits.
Par ailleurs, j'ai toujours dit qu'un
système de financement mixte
interviendrait après la période
expérimentale.

J'ai déjà indiqué voici quelques
minutes que les zones qui
confieront davantage de missions
non policières à du personnel
CALOG seront gagnantes parce
qu'elles pourront permettre aux
policiers de se consacrer
entièrement aux véritables tâches
policières. Le traitement et les
conditions de travail du simple
personnel communal ont évolué. Il
convient de rendre plus attrayant
le statut CALOG si nous voulons
éviter qu'il n'intéresse plus
personne, à la longue.

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

beetje een verbeterd statuut aan de ene kant en met politietaken door
de politiemensen daartoe opgeleid aan de andere kant. Ik verzeker u
dat alle mogelijke berekeningen aantonen dat die zones en die
gemeenten uiteindelijk winnaar zullen zijn.

01.05 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik vind dat u het nogal voluntaristisch voorstelt. Het blijft toch
zo dat er een meerkost zal zijn vanwege het nieuwe statuut van dat
CALog-personeel. Trouwens, die lonen liggen een stuk hoger dan die
van het huidige personeel van de gemeenten.

Omdat het nieuwe statuut werd uitgesteld en niet in 2002 is ingegaan,
en nu pas ingaat, is er nu een meerkost voor de gemeenten en voor
de zones. Die moeten zij nu dragen, of zij er nu veel of weinig hebben.
Men kan er meer gaan aannemen om de operationelen meer vrij te
stellen van administratief werk. Dat is allemaal correct. Het blijft
echter zo dat de gemeenten zullen opdraaien voor de meerkost van
dat personeel door dit nieuwe statuut. Daar vinden wij dat de federale
overheid tekortschiet.

01.05 Dirk Claes (CD&V): Le

ministre nous présente une vision
assez volontariste. Le nouveau
statut entraîne inévitablement un
surcoût. Les traitements CALOG
seront nettement supérieurs, en
effet, à ceux de l'actuel personnel
communal. Les communes et les
zones devront supporter le surcoût
maintenant, parce que le nouveau
statut n'a pas été instauré en
2002. En réalité, le gouvernement
fédéral ne respecte pas ses
engagements.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en door de heren Dirk Claes en
Tony Van Parys en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Dirk Claes
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
beveelt de regering aan
de nodige budgettaire inspanningen te doen teneinde de meerkost van de statuutwijzigingen voor het
CALog-personeel van de lokale politiezones te bekostigen en dit door een verhoging van de federale
dotaties aan de lokale politiezones vanaf 1 januari 2007."

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Trees Pieters et par MM. Dirk Claes et Tony Van
Parys et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Dirk Claes
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement
de consentir les efforts budgétaires requis pour financer le surcoût entraîné par les modifications du statut
du personnel CALog des zones de police locale, en augmentant les dotations fédérales aux zones de
police locale à partir du 1

janvier 2007."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Willy Cortois, Jean-Claude Maene en François-Xavier
de Donnea.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Willy Cortois, Jean-Claude Maene et François-Xavier de
Donnea.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "het onderzoek naar de veiligheid van de zelfstandige ondernemers" (nr. 12431)

02 Question de Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'étude sur la

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sécurité des entrepreneurs indépendants" (n° 12431)

02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik heb u al verschillende keren ondervraagd over het dossier
van de fiscale aftrek voor veiligheidsinvesteringen bij zelfstandige
ondernemers. Mijn laatste vraag dateert van april dit jaar. Toen hebt u
mij geantwoord dat u een evaluatie van de verhoogde fiscale aftrek
voor veiligheidsinvesteringen zou afwachten om na te gaan hoe de
procedure vereenvoudigd zou kunnen worden.

Intussen werden de resultaten van het onderzoek dat door de
FOD Binnenlandse Zaken werd opgemaakt, bekendgemaakt. Het is
een vrij lijvige studie die loopt over verschillende sectoren van
zelfstandige ondernemers. Deze studie over winkelcriminaliteit, die nu
dus is afgerond, bewijst inderdaad dat er nog heel veel werk aan de
winkel is. Bovendien is deze studie gelijklopend met studies die door
andere organisaties verricht zijn, onder meer door Unizo.

Uit uw studie blijkt dat 12% van de ondervraagde ondernemers in
2005 te maken kreeg met criminaliteit en fysiek geweld in hun zaak,
maar dat slechts 39% van hen hiervan aangifte doet bij de politie.
Vele ondernemers vinden de procedure omslachtig. Zij vinden ook dat
er geen gevolg wordt gegeven aan hun aangifte. Zij hebben dus
weinig vertrouwen in politie en Justitie. Dat zijn de voornaamste
oorzaken van het gebrek aan aangiften.

Een tweede belangrijke bevinding is dat de meerderheid van de
ondernemers niet op de hoogte is van de verhoogde fiscale aftrek
voor investeringen in veiligheid. Van de ondervraagde juweliers was
53% niet op de hoogte. Van zij die de maatregel wel kennen, heeft
slechts 23% er gebruik van gemaakt. Ook onder de
tankstationuitbaters is de fiscale gunstmaatregel weinig bekend. Maar
liefst 54% weet niets af van de verhoogde aftrek. Het is nochtans een
zeer gevoelige sector. Nog een kleiner aantal, 24%, heeft gebruik
gemaakt van de mogelijkheid. Een uitzondering zijn de apothekers. Zij
zijn wel vaker op de hoogte van de verhoogde fiscale aftrek. 69% van
hen is wel op de hoogte. Dat lijkt mij logisch, omdat zij frequenter te
maken krijgen met inbraken. 40% heeft ervan gebruik gemaakt.

Op mijn vraag van 19 april hebt u geantwoord dat u, naar aanleiding
van dit onderzoek, conclusies zou trekken. Ik heb ook gehoord dat de
eerste minister daarover al een uitspraak heeft gedaan, namelijk dat
die vorm van criminaliteit jegens zelfstandige ondernemers beteugeld
moet worden en dat op dit elan in de komende jaren voortgewerkt zal
worden.

Ik heb daarover een aantal precieze vragen.

Welke conclusies trekt u uit de studie van de FOD Binnenlandse
Zaken? Welke concrete gevolgen zult u hieraan geven?

U beloofde eerder werk te maken van een uniforme, elektronische
aangifte voor winkeldiefstallen, wat natuurlijk veel gemakkelijker zou
zijn voor de zelfstandige ondernemers. Dit zou in werking moeten
treden vóór 1 januari 2007. Dat systeem zou moeten kunnen werken.
Wat is op dit ogenblik de stand van zaken?

Komt er een vereenvoudiging van de verhoogde fiscale aftrek voor

02.01 Trees Pieters (CD&V): Au

mois d'avril 2006, le ministre a
indiqué qu'il attendrait une
évaluation de la déduction fiscale
majorée pour les investissements
en matière de sécurité avant
d'étudier les possibilités de
simplifier la procédure. Il ressort à
présent de l'évaluation que 12 %
des entrepreneurs indépendants
ont été confrontés en 2005 à des
actes criminels et à des violences
physiques mais que seulement
39 % des victimes ont fait une
déclaration à la police. La
complexité de la procédure et le
manque de confiance à l'égard de
la Justice en sont les principales
causes. En outre, il est apparu que
seulement 53 % des bijoutiers et
54 % des exploitants de stations-
service ont connaissance de la
déduction fiscale majorée. Et
parmi ceux qui connaissent la
mesure, moins de la moitié y
recourent effectivement. Seuls les
pharmaciens sont plus au fait de la
déduction majorée et y recourent
davantage.

Dans l'intervalle, le premier
ministre a annoncé son souhait de
réprimer la petite criminalité à
l'égard des petits entrepreneurs.
Quelles conclusions M. Dewael
tire-t-il de l'étude? Il a promis
précédemment que la déclaration
électronique uniforme des vols à
l'étalage serait opérationnelle pour
le 1

janvier 2007. Quel est l'état

de la situation? Le système de la
déduction fiscale sera-t-il
simplifié? Comment et quand?
Comment le ministre compte-t-il
faire mieux connaître la déduction
fiscale majorée aux indépendants?

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

veiligheidsinvesteringen, een vereenvoudiging die sterk bepleit werd
door de ondernemingen? Hoe zult u die vereenvoudigingen
desgevallend realiseren? Wanneer zal die vereenvoudiging
totstandkomen?

Tot slot, wat zult u ondernemen om de verhoogde fiscale aftrek bij
meer zelfstandige ondernemers bekend te maken?

02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, een

eerste belangrijke conclusie die uit de cijfers blijkt, is het grote aantal
slachtoffers van geweld dat het voorbije jaar geen klacht indiende.
Vier op de tien slachtoffers deden dat niet. De belangrijkste reden
voor dit vrij hoog dark number, is een gebrek aan vertrouwen in
justitie als dusdanig. Het toont aan dat de hervormingen verder
moeten worden doorgevoerd.

In ieder geval start ik op 1 januari 2007 om op een van uw laatste
vragen te antwoorden met de elektronische aangifte zodat het voor
de slachtoffers zo eenvoudig mogelijk is om via elektronische weg
aangifte te doen van winkeldiefstallen.

Vervolgens is meer dan 95 procent van de bevraagde zelfstandige
ondernemers van mening dat preventieve maatregelen het
veiligheidsgevoel positief kunnen beïnvloeden. Op dit ogenblik voelt
45 procent van de steekproef zich niet onveilig. De promotie van
preventieve maatregelen kan en moet daarop verder inspelen.

Ten slotte peilde de enquête ook naar de kennis van de fiscale aftrek
voor veiligheidsinvesteringen voor en door zelfstandigen. Minder dan
de helft van de bevraagde zelfstandigen kent deze maatregelen. Een
derde van degenen die de maatregelen kent, heeft er ook effectief
gebruik van gemaakt. Die cijfers leren dan weer dat het niet
voldoende is om veiligheidsmaatregelen in het leven te roepen. Ik
denk aan de buurtinformatienetwerken en de fiscale aftrek. We
moeten ook meer inspanningen leveren om die voordelen bekend te
maken en ondernemers aan te zetten daarvan effectief gebruik te
maken. Het feit dat degenen die de maatregelen kennen, er ook
gebruik van maken en er ook tevreden over zijn, sterkt mij in die
overtuiging.

De organisaties van de zelfstandigen, de politie en de
gemeentebesturen zijn de ideale bondgenoten om de zelfstandigen
nog beter op de hoogte te brengen. In samenwerking met de
betrokken doelgroepen wordt een plan van aanpak uitgewerkt dat in
oktober aan het platform Veiligheid voor Zelfstandige Ondernemers
zal worden voorgelegd.

Ik denk dat dat ook een gedeelde verantwoordelijkheid is. Ik heb
gezegd dat de overheid, in dit geval mijn departement, via onder meer
websites een bijdrage moet leveren om die maatregel te promoten.
Het verbaasde mij evenzeer - ik heb dat ook aan sommige
zelfstandigenorganisaties gezegd -, dat, terwijl het maatregelen in het
voordeel van de zelfstandigen zijn, men daarvan op de website van de
betrokken organisatie vaak geen spoor van terugvindt. Ik denk dat het
een gedeelde verantwoordelijkheid is van de overheid, enerzijds, en
de organisaties, anderzijds.

Ik denk ook dat het belangrijk is - dit is gebleken uit de praktijk - dat

02.02 Patrick Dewael, ministre: Il

est frappant, en effet, de constater
que 40 % des victimes de
violences n'ont pas porté plainte
l'an dernier. C'est surtout dû à un
manque de confiance dans la
justice. Il faudra donc poursuivre
les réformes en la matière.

La déclaration électronique des
vols à l'étalage sera opérationnelle
à partir du 1

janvier 2007. Elle

simplifiera considérablement la
procédure.

Plus de 95 % des indépendants
interrogés estiment que les
mesures préventives ont une
influence favorable sur le
sentiment de sécurité. Il convient
donc de poursuivre la promotion
de ces mesures, mais aussi de
mieux faire connaître la possibilité
de déduction fiscale. De plus, il
faut inciter les entrepreneurs à y
recourir réellement. Les
organisations d'indépendants, la
police et les conseils communaux
sont les partenaires idéaux en la
matière. En octobre, un projet sera
certainement soumis à la plate-
forme «Sécurité des travailleurs
indépendants». Les autorités
doivent mettre sur pied des sites
internet informatifs, mais je
m'étonne que les sites web des
organisations d'indépendants
répercutent tout aussi peu ce type
de renseignements. Il s'agit
réellement d'une responsabilité
partagée.

Le conseil des ministres a déjà
approuvé le principe de la
déduction fiscale simplifiée. Il ne
sera plus nécessaire de demander
une attestation d'approbation d'un
conseiller en techno-prévention
pour chaque investissement. La
qualité des investissements, par

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

het systeem, de methode die voor de fiscale aftrekbaarheid moet
worden gevolgd, verder wordt vereenvoudigd. Het is al
vereenvoudigd, maar sommige zelfstandigen blijken dat nog altijd een
te complex systeem te vinden. Het principe van vereenvoudiging werd
door de Ministerraad goedgekeurd.

De algemene vereiste om voor elke veiligheidsinvestering een
goedkeuringsattest aan te vragen bij een technopreventief adviseur,
zal dus vervallen. U weet dat zeer goed. De gevraagde
kwaliteitsbeoordeling van de veiligheidsinvesteringen moet behouden
blijven. De lijst van de mogelijke veiligheidsinvesteringen en
kwaliteitsvoorwaarden zal in een KB worden opgenomen en aan de
zelfstandigen ter beschikking worden gesteld.

De nieuwe maatregel zal op 1 januari 2007 in werking treden. Dat wil
dus ook zeggen vanaf het aanslagjaar 2008. De
zelfstandigenorganisaties hebben zeer positief op de aankondiging
gereageerd. Nu zal het zaak zijn - ik heb hen nogmaals opgeroepen
om daaraan medewerking te verlenen - om het vereenvoudigd
systeem maximaal te promoten bij hun aangesloten leden.

contre, fera toujours l'objet d'une
évaluation. La liste des
investissements et les conditions
seront insérées dans un arrêté
royal. La nouvelle mesure entrera
en vigueur à partir de l'exercice
d'imposition 2008. Elle est
accueillie favorablement par les
organisations représentatives des
indépendants, qui devront la faire
connaître à leurs affiliés.

02.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor

het uitgebreide antwoord. Ik heb nog een korte repliek.

U zegt terecht dat de aangifte niet altijd gebeurt en dat er een gebrek
aan vertrouwen in het justitiële apparaat is. Ik denk dat er ook heel
vaak geen vertrouwen in het politieapparaat is. Men doet met moeite
een vaststelling en men geeft daaraan ook te weinig gevolg.

Ik ben blij dat u vanaf 1 januari 2007 met de elektronische aangifte
zult starten. Een knelpunt blijft de kennis van de maatregel bij de
zelfstandigen. Ik meen ook dat dat een gedeelde opdracht is. In mijn
vraag van april hebt u ook verwezen naar organisaties die de
maatregel bekend moeten maken. Bij mijn weten hebben de grote
organisaties in Vlaanderen de voorbije periode daarover heel ernstig
gecommuniceerd naar al hun leden. Misschien doet een aantal
kleinere organisaties het niet.

Dan is het aan de overheid om de maatregel te communiceren. Een
gedeelde opdracht is in dezen aan te bevelen.

Mijnheer de minister, nu u de studie hebt, bent u van plan om de
maatregel uit te breiden tot de zelfstandige ondernemers die
momenteel niet onder de toepassing van de wet vallen? Of houdt u
het beperkt tot degenen die daar momenteel voor in aanmerking
komen?

02.03 Trees Pieters (CD&V): Le

nombre de déclarations est
insuffisant, en raison du manque
de confiance dans les services de
la justice et de la police. Il est rare
qu'il soit procédé à des
constatations et celles-ci sont trop
fréquemment classées sans suite.

Je me réjouis de l'entrée en
vigueur de la déclaration
électronique au début de l'an
prochain. Force est de constater
que les indépendants ne sont pas
assez au courant de ces mesures.
Or, les grandes organisations les
ont largement diffusées. Les
pouvoir publics ont, eux aussi, un
rôle à jouer en la matière.

L'étude d'évaluation est désormais
réalité. Le ministre projette-t-il
d'étendre le champ d'application
de la mesure à de nouvelles
catégories d'indépendants?

02.04 Minister Patrick Dewael: Ten eerste, wat u zegt, blijkt niet uit

de studie. Daaruit blijkt dat mensen zeggen wel aangifte te kunnen
doen bij de politie; de politie wordt dus vertrouwd in haar functie. Het
probleem ontstaat voornamelijk bij het gevolg dat na de indiening van
een klacht daaraan gerechtelijk wordt voorbehouden. Ik weet dat men
niet aan elke klacht een gerechtelijk gevolg kan voorbehouden, maar
het is meer die laatste vaststelling die mensen ervan weerhoudt klacht
in te dienen, ten onrechte. Ik zeg altijd dat men klacht moet
neerleggen. De elektronische aangifte zal dat alleen maar makkelijker
maken. Ik heb geen enkele zin of behoefte om nu alles in het andere
kamp te situeren, maar het is meer de follow-up van het ene naar het

02.04 Patrick Dewael, ministre:

L'étude révèle l'existence d'une
réelle confiance en l'appareil
policier, mais celle-ci est
nettement moindre en ce qui
concerne la suite judiciaire qui est
réservée aux plaintes. La
déclaration électronique doit
simplifier davantage encore les
choses pour les indépendants.

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

andere. Dat is een eerste vaststelling.

Ten tweede, ik kan met u vaststellen ik wil dat met u wel eens
overlopen dat alle organisaties, zonder enig onderscheid, de
aanzienlijke verbetering van het fiscale statuut dat we aan die
investeringen hebben voorbehouden, onvoldoende hebben
gepromoot.

Ten derde, ik wil eventuele aanpassingen aan de wet overwegen,
maar ik heb de resultaten van de studie aan de organisaties
gepresenteerd. Wij hebben trouwens met de organisaties een
interessant bezoek aan Utrecht gebracht om te zien welke dingen er
daar op het terrein gebeuren. De afspraak is dat we in gezamenlijk
overleg zullen nagaan of eventuele bijkomende wetgevende
maatregelen zich opdringen. Ik zou al zeer tevreden zijn dat wat al
werd beslist, op het terrein maximaal werd toegepast. Ik wil daar alle
mogelijke steun aan verlenen. Het zijn echter de
zelfstandigenorganisaties, die het dichtst bij de aangesloten leden
staan: zij hebben daar een cruciale taak.

Je persiste à dire que les
organisations d'indépendants n'ont
pas suffisamment promu auprès
de leurs membres la majoration de
la déduction fiscale pour les
investissements en matière de
sécurité. Elles sont pourtant les
plus proches du terrain.

Il s'agit d'abord d'assurer une
application maximale des mesures
existantes. Nous pourrons voir
ensuite, avec les organisations, si
le groupe cible peut être élargi et
si des mesures supplémentaires
sont envisageables.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la création

de l'agence européenne Frontex" (n° 12458)

03 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de oprichting van het Europees Agentschap Frontex" (nr. 12458)

03.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, l'agence Frontex est installée à Varsovie depuis 2005 et sa
mission est de coordonner les efforts de coopération entre les 25
pays de l'Union européenne afin de maximaliser et de sécuriser au
maximum les frontières extérieures de l'Union européenne, ainsi que
nos frontières intérieures, telles les aéroports internationaux par
exemple.

L'une des missions actuelles de Frontex est évidemment de contrôler
l'afflux continuel d'immigrants africains dans les îles Canaries, ainsi
qu'à Malte et en Sicile. Je ne dois pas vous rappeler les images
tragiques et tout à fait interpellantes qu'on voit régulièrement à la
télévision à ce sujet. L'agence consacre d'ailleurs l'essentiel de ses
effectifs, c'est-à-dire 65 personnes, aux deux missions menées en
Méditerranée.

Néanmoins, au-delà des contrôles méditerranéens, l'agence Frontex
identifie trois zones à risque en quelque sorte en matière
d'immigration: les frontières orientales de l'Europe, celles des Balkans
occidentaux et les principaux aéroports internationaux. Ses équipes
doivent intervenir également dans la formation des gardes-frontière
des Vingt-cinq, analyser les risques migratoires ou accompagner les
opérations conjointes de retour.

L'agence aujourd'hui ne bénéficierait cependant pas de tout l'appui
nécessaire des États européens à la réalisation de sa tâche
immense. Et l'agence reproche d'ailleurs à la Belgique de ne pas
avoir mis le moindre personnel à son service, alors que la Belgique se
serait engagée à le faire lors de la création et de la mise sur pied de
Frontex. Il y a un an en effet, la Belgique promettait d'envoyer un

03.01 Melchior Wathelet (cdH):

Frontex, het Europees Agentschap
voor het beheer van de
operationele samenwerking aan
de. buitengrenzen van de lidstaten
van de Europese Unie, dat sinds
2005 in Warschau is gevestigd,
heeft als opdracht de
samenwerking tussen de
vijfentwintig lidstaten aan de
buitengrenzen van de Unie te
coördineren.

Eén van de taken van het
agentschap bestaat erin de
voortdurende toestroom van
Afrikaanse immigranten op de
Canarische eilanden, op Malta en
op Sicilië te controleren. Het
merendeel van de vijfenzestig
personeelsleden houdt zich
daarmee bezig.

Toch zijn er volgens Frontex nog
andere risicozones op het stuk van
immigratie, met name de
oostgrenzen van Europa, de
grenzen van de westelijke Balkan
en de grootste internationale
luchthavens. Vergeten we ook niet

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

expert auprès de Frontex et elle semble ne l'avoir jamais fait.

Monsieur le ministre, confirmez-vous la véracité de ces faits? Si oui,
pouvez-vous expliquer la raison pour laquelle la Belgique n'a pas
encore envoyé d'expert auprès de l'agence Frontex? Si non, en quoi
se matérialise actuellement le soutien de la Belgique à cette agence
Frontex?

de opleiding van de
grenswachters, de analyse van de
migratierisico's, enz.

Het agentschap zou niet op de
nodige steun van de Europese
landen kunnen rekenen. Zo
vaardigde ons land niet één
personeelslid af, ondanks de
belofte daaromtrent een jaar
geleden.

Bevestigt u die informatie? Zo ja,
waarom heeft België nog geen
expert ter plaatse gestuurd?

03.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, l'Agence européenne pour la gestion de la coordination
opérationnelle aux frontières extérieures des États membres de
l'Union européenne, Frontex, a été créée en octobre 2004 et a son
siège à Varsovie.

Frontex est une très jeune agence dont les activités opérationnelles
ont débuté en octobre 2005. Lors de sa création, Frontex a procédé à
un appel pour vingt postes d'experts nationaux détachés dont la
totalité sont actuellement occupés.

Il est vrai qu'à l'époque, la Belgique n'y a pas détaché d'expert, les
pays Benelux étant représentés par trois experts: deux des Pays-Bas
et un pour le Luxembourg. La Belgique a néanmoins lancé un appel à
candidature en vue de la constitution d'une réserve pour douze
nouveaux postes contractuels à Frontex et, compte tenu de l'évolution
constante des missions de l'agence et l'évaluation permanente de la
situation, la Belgique envisage la possibilité d'envoyer dans un avenir
proche un expert national. Je rappelle que la contribution et le soutien
de la Belgique à l'agence Frontex se sont d'ores et déjà concrétisés
par une participation active, d'une part, au conseil d'administration et,
d'autre part, par diverses initiatives mises sur pied par l'agence.

Je citerai ainsi l'envoi d'un expert belge lors des initiatives suivantes.

1. La participation aux missions lors des Jeux Olympiques d'hiver à
Turin.
2. La mise au point de procédures communes en matière d'analyse
de risque.
3. Le développement et la participation aux formations conjointes.
4. L'organisation et la formation de vols conjoints de retour afin
d'harmoniser les pratiques.

03.02 Minister Patrick Dewael:

Frontex werd in oktober 2004
opgericht en heeft zijn zetel in
Warschau. Het gaat om een erg
jong agentschap, dat pas in
oktober 2005 operationeel werd.
Bij zijn oprichting deed Frontex
een oproep voor twintig
betrekkingen van gedetacheerde
nationale experts, die op dit
ogenblik allemaal bezet zijn.
België heeft destijds geen expert
afgevaardigd, omdat de Benelux al
door drie experts
vertegenwoordigd wordt; toch
heeft ons land een oproep tot
kandidaatstelling gedaan om een
reserve samen te stellen voor
twaalf nieuwe contractuele
betrekkingen en is het mogelijk dat
in de nabije toekomst een
nationale expert wordt
afgevaardigd.

De bijdrage en de steun van ons
land aan het agentschap Frontex
kregen al concreet vorm in onze
actieve deelname aan de raad van
bestuur en in verscheidene
initiatieven die het agentschap
ontwikkelde.

Zo werd onder meer een
Belgische expert uitgestuurd naar
aanleiding van de Olympische
Winterspelen in Turijn voor het
uitwerken van
gemeenschappelijke procedures
inzake risicoanalyse, voor de
ontwikkeling van en de deelname
aan gemeenschappelijke
opleidingen, enz.

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, il paraissait en

effet aberrant que la Belgique ne remplisse pas ses obligations en
n'envoyant pas cet expert. Il est dommage de pouvoir lire de telles
affirmations dans la presse internationale alors que, d'après ce que
vous me dites, la Belgique l'a déjà fait par le biais de la Hollande si
j'ai bien compris et elle continuera à le faire en envoyant cet expert
national dans les missions que vous venez de signaler.

Je voudrais souligner à nouveau l'importance de ce type d'agence.
Pour qu'elle soit opérationnelle, il faut que l'ensemble des pays
remplissent leurs obligations. Dès lors, la Belgique doit contribuer
également à alimenter cette nouvelle agence avec le personnel
nécessaire, avec cet expert international que, manifestement,
l'agence attend aujourd'hui.

03.03 Melchior Wathelet (cdH):

Het lijkt mij nogal aberrant dat
België zijn verplichtingen niet
nakomt. Ik wil het belang van een
dergelijk agentschap
onderstrepen; wel veronderstelt de
goede werking ervan dat de
betrokken landen hun
verplichtingen nakomen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le déficit en

personnel et en formation de la DAR" (n° 12470)

04 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "het personeelstekort en de ontoereikende opleiding bij de DAR" (nr. 12470)

04.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, avant la réforme des polices, la DAR était composée de plus
du double des membres dont elle est composée actuellement.
Pourtant, la DAR est restée en charge du même nombre de missions
qu'auparavant.

En effet, vous n'êtes pas sans savoir qu'elle est compétente pour:
1. l'exécution des missions de protection en matière de transport de
fonds, de transfèrement des prisonniers dangereux et de surveillance
des ambassades belges à l'étranger;
2. dans le cadre du maintien de l'ordre public:
- la mise à disposition d'un know-how, d'une expérience et de
connaissances techniques;
- le conseil technique des directeurs coordonnateurs des chefs de
zones locaux en matière d'opérations de maintien de l'ordre public;
- la mise à disposition de moyens spécialisés en matière de missions
de maintien de l'ordre public;
- la mise à disposition d'unités constituées spécialement pour des
missions de maintien d'ordre public;
- la contribution à une mise au point efficace de la formation continuée
des unités de marche aux moyens spécialisés de la police fédérale;
3. la mise à disposition subsidiaire des membres du personnel en
appui des missions de police;
4. la tenue d'une réserve d'intervention mobilisable en permanence;
5. l'exécution de l'Escorte royale.

Au regard de leur nombre, il est facilement compréhensible que la
DAR soit dans l'incapacité de remplir la totalité de ses missions. Par
exemple, la DAR, trop souvent sollicitée pour exécuter des missions
non spécialisées éprouve parfois des difficultés à fournir un appui
spécialisé à ses clients vu le manque d'effectifs. A certaines
occasions, il semble même que cet appui ait été refusé alors qu'il
s'agit d'une mission essentielle de cette unité.

04.01 Joseph Arens (cdH): Vóór

de politiehervorming lag het
personeelsbestand van de DAR
(algemene reserve) meer dan
tweemaal zo hoog als nu, terwijl
het aantal taken dat die Directie
vervult, niet is verminderd. Het valt
dan ook makkelijk te begrijpen dat
die DAR onmogelijk al haar taken
kan vervullen.

Eind september studeren
vierhonderd aspirant-inspecteurs
af. Waar zullen ze worden
ingezet? Zullen sommigen onder
hen bij de DAR worden ingedeeld?
Zo ja, hoeveel? Zo neen, op welke
manier zal u het personeelstekort
bij de DAR wegwerken? Welke
initiatieven zal u nemen in verband
met de interventiereserves?

Voorts rijzen er ook problemen
met betrekking tot de bestaande
voortgezette opleiding van de
personeelsleden. Gelet op het
personeelstekort, kan er geen
enkele capaciteit meer worden
vrijgemaakt met het oog op het op
peil houden van de kennis van de
personeelsleden. Zo voldoen tal
van personeelsleden van de DAR
niet meer aan de normen inzake
het gebruik van vuurwapens en

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Quant à la tenue d'une réserve d'intervention mobilisable en
permanence, ce qu'on appelle le "piquet", elle serait composée de
moins de dix personnes.

Monsieur le ministre, quatre cents aspirants inspecteurs sortent fin
septembre. Comment seront-ils répartis? La DAR pourra-t-elle
bénéficier de nouveaux membres issus de ce groupe? Si oui,
combien de nouveaux membres lui seront attribués? Si non, comment
prévoyez-vous de combler le déficit en personnel de la DAR? Quelles
sont vos initiatives en ce qui concerne les réserves d'intervention?

La formation continuée des membres du personnel déjà en place
pose également problème. En effet, vu le manque d'effectifs, plus
aucune capacité ne peut être dégagée pour maintenir les
connaissances du personnel à niveau. Ainsi, beaucoup de membres
du personnel de la DAR ne sont plus en ordre de tir et certains
chauffeurs "Arreau" finalement les arroseurs seront arrosés! n'ont
plus conduit leur véhicule depuis un certain temps.

Monsieur le ministre, quelles mesures prévoyez-vous pour améliorer
la formation des membres de la DAR et la rendre à la hauteur de
l'entièreté des missions qui sont les siennes?

hebben sommige chauffeurs hun
voertuig al enige tijd niet meer
bestuurd.

Welke maatregelen zal u treffen
om de opleiding van de
personeelsleden van de DAR te
verbeteren?

Le président: On peut apprécier la grande forme du collègue Arens en cette rentrée!

04.02 Patrick Dewael, ministre: M. Arens a toujours d'excellentes

sources!

Cher collègue, la décision de créer le corps d'intervention englobait
l'option de déconcentrer les services non spécialisés de la DAR
auprès des dircos des chefs-lieux de province ainsi que directement
dans certaines zones de police. Cette décision visait à engager la
capacité de la réserve d'intervention de la police fédérale au
maximum au profit de la police locale.

A l'heure actuelle, la DAR connaît effectivement un déficit important
en personnel, de l'ordre de cent trente policiers qui ont été
déconcentrés dans les corps d'intervention, dans le but de renforcer
les zones de police. Sachant que le corps d'intervention compte
actuellement trois cents policiers, la réserve d'intervention de la police
fédérale composée de la DAR centralisée et du CIK déconcentré a
donc été renforcée.

Ceci n'empêche que la DAR doit exécuter un nombre de missions,
comme l'escorte de transports de fonds, le transfert de détenus et de
mineurs d'âge du centre fermé d'Everberg, la protection de certains
bâtiments à Bruxelles, la mise à disposition de moyens spéciaux et de
patrouilles de cavalerie aux zones de police et le renfort d'autres
services comme la Sûreté de l'Etat pour la protection des VIP lors des
sommets européens.

Le déficit en personnel de la DAR pourra être comblé via l'afflux
d'aspirants inspecteurs. Cette année, j'ai obtenu une augmentation du
budget pour engager cent cinquante aspirants supplémentaires. De
même, j'ai demandé des moyens supplémentaires sur le budget 2007
pour pouvoir engager plus d'aspirants.

Entre fin septembre et fin octobre, quatre cent cinquante-neuf

04.02 Minister Patrick Dewael:

Bij de beslissing om het
interventiekorps op te richten werd
ook de mogelijkheid opengelaten
om de niet-gespecialiseerde
diensten van de DAR te
decentraliseren en onder te
brengen bij de DirCo van de
provinciehoofdplaats en in
bepaalde politiezones, teneinde op
die manier de capaciteit van de
interventiereserve van de federale
politie maximaal te benutten ten
behoeve van de lokale politie. De
DAR kampt momenteel met een
groot personeelstekort 130
politieagenten werden gespreid
over de interventiekorpsen. De
interventiereserve van de federale
politie, die uit de gecentraliseerde
DAR en de gedecentraliseerde
CIK bestaat, werd dus versterkt.

Gezien het uitgebreide
takenpakket van de DAR zal het
personeelstekort opgevangen
kunnen worden door de instroom
van aspirant-inspecteurs. Ik heb
dit jaar extra begrotingskredieten
bekomen, genoeg om 150
bijkomende aspiranten in dienst te
nemen. Daarnaast heb ik extra
middelen gevraagd op de

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aspirants inspecteurs de police devraient être diplômés des écoles de
police. En tenant compte des demandes de détachement des zones
de police locale portant sur environ deux cents membres du
personnel, des quarante-deux places vacantes pour le corps
d'intervention qui doivent être honorées et d'autres demandes
émanant de services de la police fédérale, trente et un inspecteurs et
aspirants inspecteurs seront affectés à la DAR au 1

novembre 2006.

Enfin, le corps de sécurité sera renforcé et pourra soulager aussi la
DAR pour ce qui concerne le transfert de détenus et des mineurs
d'âge d'Everberg.

La capacité consacrée à la formation continuée des membres de la
DAR a effectivement diminué ces derniers temps puisque les
missions opérationnelles étaient prioritaires. Dès l'arrivée des trente et
un nouveaux membres début novembre, ce problème sera en grande
partie résolu.

begroting 2007, teneinde nog
meer aspiranten te kunnen
aannemen. Per 1 november 2006
worden 31 inspecteurs en
aspirant-inspecteurs ingedeeld bij
de DAR. Ook het veiligheidskorps
wordt versterkt, en zal de DAR
kunnen ondersteunen bij de
overbrenging van de
gedetineerden en van de
minderjarigen in Everberg.

Het probleem van de verminderde
capaciteit voor na- en bijscholing
zal grotendeels opgelost zijn met
de komst van de 31 nieuwe
personeelsleden begin november.

04.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Cependant, j'insiste énormément sur le fait qu'il y
a un manque d'effectifs.

Je comprends dès lors que l'insatisfaction règne parfois. En effet, le
nombre de missions n'a pas diminué alors que le nombre d'effectifs,
lui, a diminué. Au travers de votre réponse, monsieur le ministre, vous
me dites que tout cela va s'améliorer. Nous suivrons bien entendu
cela de près.

En ce qui concerne les formations, je comprends que les missions sur
le terrain soient prioritaires. Cependant, il ne faut pas négliger la
formation. C'est important et il me semble que vous en êtes bien
conscient.

04.03 Joseph Arens (cdH): Ik wil

benadrukken dat dit een belangrijk
dossier is, dat ik van nabij zal
blijven volgen. Het belang van de
opleiding kan niet overschat
worden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'accès des

membres germanophones du CALog aux examens de promotion sociale" (n° 12471)

05 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de mogelijkheid voor het Duitstalige CALog-personeel om examens in het kader van het
onderwijs voor sociale promotie af te leggen" (nr. 12471)

05.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, lorsque des

membres CALog germanophones souhaitent passer un examen de
promotion sociale, ces derniers se trouvent dans l'obligation de faire
le choix de la langue de leur examen entre le néerlandais ou le
français. Il leur est donc impossible de passer leur examen dans la
langue maternelle, à savoir l'allemand.

Il est pourtant évident qu'au niveau des résultats, la personne qui
passe son examen dans sa langue maternelle a plus de chances de
réussir brillamment que celle qui le passe dans sa deuxième langue.
Les membres CALog germanophones sont donc discriminés par
rapport à leurs collègues néerlandophones et francophones.

Monsieur le ministre, quelles mesures prévoyez-vous pour supprimer
cette discrimination?

05.01 Joseph Arens (cdH): De

leden van het Administratief en
Logistiek Kader (Calog) die een
examen voor sociale promotie
willen afleggen, moeten kiezen
tussen de Franse en de
Nederlandse taal; zij krijgen niet
de mogelijkheid om voor de Duitse
taal te kiezen, wat discriminerend
is, want de verkregen resultaten
zijn altijd beter als men een
examen in de moedertaal kan
afleggen. Hoe zal u die
discriminatie wegwerken?

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, la sélection préalable au recrutement des membres du
personnel du cadre administratif et logistique pour les empois
germanophones a bien entendu lieu en allemand. Cela dit, dans le
cadre de la promotion sociale du cadre administratif et logistique, il
n'est pratiquement pas envisageable d'organiser des épreuves en
allemand, ce pour les raisons suivantes.

Vous savez que le nombre d'emplois CALog germanophones est
structurellement faible au sein des services de police. Par ailleurs,
lors de la promotion sociale que vous évoquez, ce sont moins de 100
brevets d'accession au niveau supérieur - 96 pour être précis - qui ont
été délivrés pour l'ensemble du personnel CALog. Il y a donc trop peu
de personnel germanophone pour justifier qu'une partie des brevets
leur soit réservée, sachant que ces brevets sont répartis entre le
personnel des trois régimes linguistiques et ce, en fonction de la part
qu'ils représentent dans l'effectif total du personnel CALog.

Si l'on ajoute que ces brevets doivent être valorisés endéans un délai
limité et qu'à défaut de l'être, ils perdent leur validité, on comprendra
que là aussi le nombre restreint d'emplois germanophones déforce la
possibilité de valoriser effectivement le brevet obtenu. Même dans
l'hypothèse où l'on réserverait des brevets d'accession au profit des
germanophones, il n'est pas certain que des emplois permettant leur
valorisation s'ouvriront pour autant.

La réforme en cours du statut CALog a notamment pour effet de
prolonger le terme de validité de ce brevet qui passe de deux à cinq
ans. Par l'effet de cette adaptation, il devient plus envisageable de
prévoir une sélection en allemand, même s'il est clair que, vu les
éléments précités, elle n'aura pas lieu avec la même fréquence que
les sélections en français et en néerlandais.

05.02 Minister Patrick Dewael:

De selectie die voorafgaat aan de
indienstneming van de Calog-
leden voor de Duitstalige
betrekkingen vindt plaats in de
Duitse taal. Het kan daarentegen
niet overwogen worden om
proeven in het kader van de
sociale promotie in de Duitse taal
te organiseren, want het aantal
Duitstalige betrekkingen bij de
politiediensten ligt structureel laag.
Aangezien de brevetten die
toegang verlenen tot het hogere
niveau over het personeel van de
drie taalrollen verdeeld zijn, is het
ondenkbaar dat een deel van die
zeldzame brevetten voor
Duitstalige personeelsleden
zouden worden voorbehouden,
rekening houdend met het aandeel
van die personeelsleden in het
totale Calog-personeelsbestand.
Bovendien moeten die brevetten
binnen een beperkte tijdspanne
worden gevaloriseerd, zoniet zijn
zij niet langer geldig. Mocht men
brevetten voor Duitstaligen
voorbehouden, dan nog is het niet
zeker dat er betrekkingen zullen
vrijkomen waar die brevetten
kunnen worden gevaloriseerd.

Aangezien de geldigheidsduur van
die brevetten in het kader van de
hervorming van het Calog-statuut
van twee tot vijf jaar wordt
verlengd, wordt het haalbaarder
om in een selectie in de Duitse taal
te voorzien. Die zal echter minder
vaak kunnen worden
georganiseerd als de selecties in
de Franse en de Nederlandse taal.

05.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour cette réponse.

Si je comprends bien, une sélection sera tout de même effectuée en
allemand à un moment donné.

05.03 Joseph Arens (cdH):Er

komt dus wel degelijk een selectie
in het Duits?

05.04 Patrick Dewael, ministre: Oui.

05.04 Minister Patrick Dewael:

Ja.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la diminution

de l'ancienneté pécuniaire de certains membres de la police intégrée" (n° 12472)

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de vermindering van de geldelijke anciënniteit van bepaalde personeelsleden van de
geïntegreerde politie" (nr. 12472)

06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, des inspecteurs de police ayant bénéficié depuis la réforme
des services de police d'une nomination au grade d'INPP, soit par la
promotion sociale, soit par la procédure INEX ou via les mesures
prises dans le cadre de la loi Vésale, font actuellement l'objet d'un
contrôle d'insertion par le SSGPI.

Or, à l'occasion de celui-ci, il se fait que les anciens membres des
polices communales, qui avaient pu auparavant bénéficier de la
valorisation d'années prestées dans le secteur privé par leur
administration communale d'origine, se voient actuellement privés de
cette valorisation par le secrétariat social. Leur ancienneté pécuniaire
est donc diminuée en conséquence.

Ayant un effet rétroactif à la date de nomination au grade d'INPP, ce
nouveau calcul de l'ancienneté pécuniaire engendre la création d'un
indu au niveau des fichiers du SSGPI. Des demandes de récupération
des sommes qui auraient été versées indûment sont actuellement
transmises aux intéressés. Ces sommes importantes s'élèvent
parfois, selon nos informations, à 8.000 euros.

Il s'agit là de l'exécution d'une interprétation du service juridique de la
police fédérale

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer la base légale sur
laquelle ce service se fonde pour procéder de la sorte? Quelle est la
valeur normative de telles interprétations? Quelle est leur valeur
contraignante?

Certains membres du personnel concernés par cette diminution
d'ancienneté ont, en outre, constaté que les allocations qui leur
étaient dues pour le mois d'août 2006 avaient fait l'objet d'une retenue
d'office sans concertation, explication, ni avertissement préalable et
ce, à la suite de la création de l'indu.

Cette retenue sur la rémunération des collègues est, d'une part,
exécutée de façon totalement illégale. L'article 3bis de la loi du 12
avril 1965 prévoit que le travailleur a droit au paiement par l'employeur
de la rémunération qui lui est due. Ce droit au paiement porte sur la
rémunération, avant imputation des retenues visées à l'article 23.
D'autre part, cette retenue tombe bien mal à point étant donné les
frais engendrés par la rentrée scolaire de septembre.

Monsieur le ministre, confirmez-vous la véracité des faits? Dans
l'affirmative, quelle décision comptez-vous prendre afin de faire
cesser ce comportement qui me semble illégal?

06.01 Joseph Arens (cdH): Het

SSGPI stelt momenteel een
onderzoek in naar de inschaling
van politie-inspecteurs die sinds
de politiehervorming benoemd
werden tot HINP. Het sociaal
secretariaat weigert nu de jaren
die in de privé-sector gewerkt
werden te valoriseren voor
gewezen personeelsleden van de
gemeentepolitie, die nochtans voor
die valorisatie in aanmerking
kwamen. Hun geldelijke
anciënniteit werd opnieuw
berekend, met terugwerkende
kracht vanaf de datum van de
benoeming in de graad van HINP,
met als gevolg dat er een niet-
verschuldigd bedrag vermeld staat
in de bestanden van het SSGPI.
Momenteel krijgen de betrokkenen
het verzoek om de onterecht
betaalde bedragen - die kunnen
oplopen tot achtduizend euro ! -
terug te storten.

Wat is de wettelijke grondslag van
die praktijken? Wat is de
normatieve waarde van die
interpretatie door de juridische
dienst van de federale politie?

De voor augustus 2006
verschuldigde toelagen werden
voor een aantal betrokkenen
zonder voorafgaande uitleg
ambtshalve ingehouden. Dat is
onwettig, krachtens artikel 3bis
van de wet van 12 april 1965, en
komt ook erg ongelegen, nu het
begin van het schooljaar voor
velen extra kosten meebrengt.

Wat gaat u doen om paal en perk
te stellen aan die illegale
praktijken?

06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, le statut est

identique pour tous les membres du personnel des services de police.
Par conséquent, l'interprétation des règles doit également être la
même pour tous.

En la matière, l'arrêté royal du 3 septembre 2000 désigne le service
juridique de la police fédérale comme l'instance compétente. Ces

06.02 Minister Patrick Dewael:

De regels moeten voor alle
personeelsleden van de
politiediensten op dezelfde manier
geïnterpreteerd worden. Krachtens
het koninklijk besluit van 3
september 2000 is de juridische

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dispositions sont concrétisées dans la circulaire GPI17 du 13 mars
2002. Ceci n'empêche pas que le ministre de l'Intérieur puisse
prendre, en tout temps, la décision finale.

Lorsque les membres du personnel ont été insérés dans le nouveau
statut, leurs années de carrière dans le privé ont été comptabilisées
pour leur ancienneté pécuniaire.

Cette valorisation ne visait toutefois que le personnel déjà en service
au 1

avril 2001. Elle ne jouait pas pour le personnel recruté après

cette date. Les textes sur ce point sont clairs. Par contre, ils ne le sont
pas lorsqu'une personne qui a bénéficié de pareille valorisation de ses
prestations dans le secteur privé obtient une promotion.

Appelé à se prononcer sur le sujet, le service juridique a, pour sa part,
considéré qu'en cas de promotion, les membres du personnel perdent
cet avantage. Lors d'un contrôle, il est alors apparu que, pour 230
personnes, les années du secteur privé avaient été maintenues dans
le calcul de leur ancienneté barémique et qu'elles étaient sous la
menace d'un remboursement.

Ce n'est qu'à ce moment que j'ai été saisi de la question. J'ai alors dû
constater que les textes permettaient les deux lectures et que tant la
thèse de la perte que celle de la conservation de l'avantage
pécuniaire en cas de promotion étaient défendables. Il ne m'est pas
apparu équitable que le personnel se trouve pénalisé par cette
absence de précision réglementaire. Pour cette raison, j'ai requis que
les textes soient appliqués à son avantage, avec une régularisation en
faveur des membres du personnel.

Pour ce qui a trait à la compensation automatique des régularisations
positives et négatives des allocations, celle-ci est inhérente aux
automatismes du moteur de traitement du Service central des
dépenses fixes. Il en sera tenu compte dans le concept du nouveau
moteur de traitement pour les services de police, projet qui est en
cours.

dienst van de politie de bevoegde
instantie. Wel kan de minister van
Binnenlandse Zaken altijd nog de
eindbeslissing nemen.

De loopbaanjaren in de privé-
sector tellen mee voor de
berekening van de geldelijke
anciënniteit van het personeel in
het nieuwe statuut, behalve voor
het personeel dat na 1 april 2001
in dienst genomen is.
Voor personen wier loopbaanjaren
in de privé-sector gevaloriseerd
werden en die bevorderd werden,
zijn de teksten niet zo duidelijk. De
juridische dienst gaat ervan uit dat
het personeel dat voordeel na een
bevordering verliest.

Nu is gebleken dat die valorisatie
wel is toegepast voor 230
personen. Zij dreigen dat bedrag
nu te moeten terugbetalen. Men
heeft mij het dossier voorgelegd.
Ik heb vastgesteld dat de teksten
in geval van een bevordering op
twee manieren gelezen kunnen
worden, en heb geëist dat ze in
het voordeel van de betrokkenen
zouden worden toegepast, met
een regularisatie ten voordele van
de personeelsleden.

De automatische compensatie van
de regularisaties (positief en
negatief) van de toelagen is
inherent aan de automatische
verwerking door de
verwerkingseenheid van de
Centrale Dienst der Vaste
uitgaven. Daarmee zal rekening
worden gehouden in het ontwerp
van de nieuwe eenheid.

06.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour cette réponse, tout en estimant que la façon de
procéder est illégale. Nous considérons les retenues sur salaires,
telles qu'elles sont appliquées aujourd'hui, illégales.

06.03 Joseph Arens (cdH): Ik blijf

ervan overtuigd dat die
handelwijze via een inhouding op
het loon, onwettig is.

06.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Arens, nous n'avons pas

d'autre solution pour le moment. Je vous ai développé la situation
dont j'ai hérité. J'ai élaboré une solution.

06.04 Minister Patrick Dewael:

De oplossing die ik u zojuist heb
voorgesteld, lijkt mij perfect.

06.05 Joseph Arens (cdH): Nous surveillerons bien sûr l'évolution

de ce dossier. D'après toutes les informations en notre possession, je
suis convaincu que, dans quelque temps, nous reviendrons sur le
dossier, dans cette commission, afin d'y apporter une solution réelle.

06.05 Joseph Arens (cdH): Ik

denk dat wij over enkele maanden
deze kwestie opnieuw zullen
moeten bekijken.

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

06.06 Patrick Dewael, ministre: La solution qui a été élaborée me

semble parfaite. Elle prend en compte ceux qui se sont plaints, à juste
titre.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 12473 de M. T'Sijen est transformée en question écrite.

07 Question de M. François-Xavier de Donnea au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la

procédure observée lors de l'arrivée des passagers hors Schengen à l'aéroport de Bruxelles-National"
(n° 12486)

07 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea aan de vice-eerste minister en minister van

Binnenlandse Zaken over "de procedure bij de aankomst op de luchthaven van Brussel-Nationaal van
passagiers uit niet-Schengen-landen" (nr. 12486)

07.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,

monsieur le ministre, certains candidats réfugiés politiques arrivant
par avion restent plusieurs jours dans la zone de transit et détruisent
leurs papiers avant de se présenter aux services ad hoc, ce afin de
brouiller les pistes quant à leur origine. D'autres détruisent carrément
leurs papiers d'identité dans l'avion.

Il me revient qu'en Afrique du Sud, au départ des vols internationaux,
les passeports de tous les passagers sont scannés juste avant la
montée dans l'avion. L'opération est effectuée dans la file d'attente, à
la porte d'embarquement; le scanner est mobile et l'opération ne
retarde donc en rien la procédure d'embarquement.

Quelle est la procédure observée dans notre pays en ce qui concerne
les vols arrivant de l'extérieur de l'espace Schengen lorsque des
passagers sont dépourvus de tout papier d'identité?

Le gouvernement belge pourrait-il exiger des compagnies aériennes
desservant Bruxelles qu'elles scannent, à l'aéroport de départ, les
passeports de leurs passagers à destination de Bruxelles? Cette
mesure paraît-elle opportune au ministre?

07.01 François-Xavier de

Donnea

(MR): Sommige

kandidaat-politieke vluchtelingen
zouden naar verluidt in het
vliegtuig of in de transitzone hun
papieren vernietigen om
verwarring te zaaien omtrent hun
herkomst. In Zuid-Afrika worden
de paspoorten van de rij
wachtenden, net voor het
opstappen, met een mobiele
scanner gescand, zodat het
inschepen geen vertraging
oploopt.

Welke procedure wordt in België
voor de niet-Schengenvluchten
gevolgd wanneer de passagiers
niet over identiteitsdocumenten
beschikken?

Zou de regering van
luchtvaartmaatschappijen die op
Brussel vliegen, kunnen eisen dat
ze de paspoorten van hun
passagiers in de luchthaven van
vertrek scannen?

07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur de

Donnea, lorsqu'un étranger déparque à un aéroport belge venant
d'une zone extra-Schengen, la police chargée du contrôle frontalier
examine s'il répond aux conditions d'entrée sur le territoire Schengen.

Si l'étranger ne dispose pas d'un document de voyage, une décision
de refoulement lui est notifiée par laquelle l'accès au territoire lui est
refusé. Il doit, dès lors, retourner dans le pays d'où il vient ou dans
tout autre pays où il peut être admis. A cette fin, l'Office des étrangers
peut le priver de sa liberté dans l'attente de son refoulement, c'est-à-
dire de son vol retour. Cette privation de liberté dans un lieu
extraterritorial est une disposition exécutoire de la décision de
refoulement.

07.02 Minister Patrick Dewael:

Wanneer een niet-
Schengenvreemdeling niet over
reisdocumenten beschikt, wordt
hem een beslissing tot
terugdrijving betekend en wordt de
toegang tot het grondgebied hem
geweigerd. Hij moet dus
terugkeren naar het land waar hij
vandaan komt of naar elk ander
land waar hij kan worden
toegelaten. De Dienst
Vreemdelingenzaken kan hem, bij

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Afin de réduire les amendes administratives auxquelles s'exposent les
compagnies aériennes qui transportent des passagers vers la
Belgique, qui sont dépourvus des documents requis, le ministre ou le
directeur général de l'Office des étrangers peut conclure un protocole
d'accord avec les compagnies aériennes en application de l'article
54/4bis de la loi du 15 décembre 1980. Il n'est pas rare que dans ce
cadre les compagnies aériennes qui transportent des passagers à
partir de pays avec un haut risque migratoire prennent des mesures
de contrôle supplémentaires. Ainsi, la compagnie aérienne peut
procéder à la prise de photocopies ou au scanning des documents de
voyage des passagers.

Ces copies sont remises au personnel de bord qui les remet, une fois
arrivé à destination, aux autorités chargées du contrôle des frontières.
La compagnie aérienne est alors, en tant que transporteur, tenue de
se présenter accompagnée des passagers concernés.

Lorsque qu'une compagnie aérienne néglige régulièrement ses
obligations vis-à-vis des autorités belges, le service d'inspection des
frontières de l'Office des étrangers peut également procéder à des
contrôles aux portes d'embarquement sous la direction de la police
aéroportuaire.

wijze van uitvoerende maatregel
van de beslissing tot terugdrijving,
in afwachting van zijn terugdrijving
van zijn vrijheid beroven.

Luchtvaartmaatschappijen die
passagiers vervoeren die niet over
de nodige documenten
beschikken, kunnen een
administratieve boete oplopen.
Om die boetes te beperken, kan
de Dienst Vreemdelingenzaken
met de luchtvaartmaatschappijen
met toepassing van artikel 74/4bis
van de wet van 15 december 1980
een protocolakkoord sluiten. Bij
het vertrek uit landen met een
hoog migratierisico nemen de
luchtvaartmaatschappijen vaak
bijkomende controlemaatregelen
en scannen of kopiëren ze de
reisdocumenten.

Deze kopieën worden bezorgd aan
het boordpersoneel dat ze op zijn
beurt overhandigt aan de
autoriteiten die instaan voor de
grenscontroles. Wanneer een
luchtvaartmaatschappij haar
verbintenissen ten aanzien van de
Belgische autoriteiten niet nakomt,
kan de grensinspectie van de
dienst Vreemdelingenzaken de
inscheping onder de leiding van de
luchthavenpolitie controleren.

07.03 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je

remercie le ministre pour ces précisions qui, me semble-t-il, vont tout
à fait dans un sens souhaitable. La question complémentaire serait: y
a-t-il des compagnies aériennes qui ont refusé de faire cette
vérification, éventuellement ce scanning des passeports au départ?

07.03 François-Xavier de

Donnea

(MR): Zijn er

luchtvaartmaatschappijen die die
verificatie of die scanning van de
paspoorten hebben geweigerd?

07.04 Patrick Dewael , ministre: Je dois le vérifier.

07.04 Minister Patrick Dewael: Ik

moet dat nagaan.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les exercices

simulant un incident nucléaire" (n° 12490)

08 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "simulatieoefeningen van een nucleair incident" (nr. 12490)

08.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, le 7 septembre

2006, un exercice simulant un incident nucléaire a été organisé à la
centrale nucléaire d'Electrabel à Doel. Il avait pour but de tester le
fonctionnement des procédures d'urgence, en l'occurrence tant le
plan d'urgence interne de la centrale que celui des autorités. Après

08.01 Joseph Arens (cdH): Op 7

september 2006 werd in de
kerncentrale van Electrabel in Doel
een simulatieoefening van een
nucleair incident georganiseerd.

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'exercice, une évaluation en vue de rectifier la méthode de travail là
où cela se serait révélé nécessaire était prévue.

Quelles conclusions ont été tirées de l'exercice de simulation? Des
corrections méthodologiques sont-elles prévues?

Ce type d'exercice est essentiel pour garantir la sécurité des habitants
d'une commune sur laquelle est localisée une centrale nucléaire.
Aussi, monsieur le ministre, d'autres exercices sont-ils prévus ou ont-
ils déjà eu lieu pour chacune des centrales nucléaires présentes sur
le territoire belge? Qu'en est-il donc des autres sites nucléaires?

Bedoeling was de werking van de
noodprocedures te testen. Na de
oefening zou een evaluatie volgen.

Wat waren de besluiten? Komen
er aanpassingen?

Dit soort oefeningen is essentieel
voor de veiligheid van de burgers.
Komen er nog oefeningen of
waren er vroeger al oefeningen in
de andere kerncentrales in ons
land?

08.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président,

conformément au plan d'urgence nucléaire et radiologique pour le
territoire belge, le SPF Intérieur organise chaque année un exercice
de plan d'urgence pour les centrales nucléaires de Doel et de
Tihange. Cette décision est prise en concertation avec les partenaires
aux niveaux fédéral, provincial et local. Les autres principales
installations nucléaires belges organisent un même exercice tous les
deux ans.

De plus, la Belgique participe, dans la mesure du possible, aux
exercices bilatéraux des installations nucléaires limitrophes: à Chooz
en 2000 et 2003; à Gravelines en 2004; à Borssele en 2005.

L'exercice annuel pour la centrale nucléaire de Doel s'est déroulé le 7
septembre dernier. Son objectif général était de tester l'ensemble du
cycle de décision et de communication. En outre, l'exercice visait
plusieurs objectifs socio-économiques spécifiques:

- la vérification des disponibilités de distribution des comprimés d'iode;

- l'évaluation des conséquences d'une situation d'urgence pour les
entreprises dans les environs de la zone à risque autour de la centrale
nucléaire;

- le contrôle de la circulation routière dans les environs de la zone à
risque et la concordance des plans de circulation routière entre les
provinces concernées.

Au centre "gouvernement de crise", les cellules de crise suivantes ont
été activées:

- la cellule d'évaluation;

- la cellule de gestion fédérale;

- la cellule d'information;

- et la cellule socio-économique.

Immédiatement après l'exercice, un débriefing "hot wash" a été
organisé à divers niveaux, afin de noter les premières impressions
des participants. Le débriefing des accompagnateurs de l'exercice a
été organisé le 14 septembre dernier. Un autre, d'ordre général pour
les participants à l'exercice, s'est déroulé le 22 septembre. Les

08.02 Minister Patrick Dewael:

Zoals voorgeschreven in het
nucleair en radiologisch noodplan
organiseert de FOD Binnenlandse
Zaken elk jaar een
noodplanoefening voor de
centrales van Doel en Tihange. De
andere nucleaire installaties
organiseren om de twee jaar zo'n
oefening. Bovendien neemt ons
land deel aan bilaterale
oefeningen in de nucleaire
installaties in de grensgebieden.

Tijdens de oefening op 7
september in Doel werd de
beslissings- en
communicatiecyclus getest.
Daarnaast waren er ook
verschillende socio-economische
doelstellingen.

Meteen na de oefening werd een
debriefing georganiseerd. De
belangrijkst besluiten waren de
volgende. In het raam van het
project "methodologie
noodplanoefeningen", wordt een
handboek opgesteld. De oefening
in 2006 werd gevolgd aan de hand
van een ontwerphandboek, op
grond waarvan een aantal
doelstellingen duidelijker kon
worden omschreven. Dat in het
crisisbeheer rond de oefening ook
met socio-economische factoren
rekening werd gehouden, is
positief.

Een ander positief punt is dat er
nieuwe actoren aan de oefening
deelnemen.

Tijdens de oefening werden

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

présidents des cellules de crise respectives y ont participé.

Les principales conclusions de cet exercice étaient les suivantes.

Dans le cadre du projet "méthodologie exercices plan d'urgence", un
manuel est actuellement élaboré. L'exercice centrale nucléaire de
Doel 2006 a été suivi sur la base d'un projet de manuel permettant de
préciser certains objectifs.

L'apport de facteurs socio-économiques dans la gestion de crise au
cours de l'exercice, grâce à la participation de la cellule socio-
économique et de certaines cellules de crise départementales, est
tout simplement positif.

Un autre point positif est l'introduction de nouveaux participants aux
exercices, ce qui donne un nouvel élan à l'événement "Plan
d'urgence".

Les éléments positifs susmentionnés n'empêchent pas de constater
certains points névralgiques lors de l'exercice. Par exemple, les
procédures des cellules de crise et les participants aux exercices
doivent accorder une plus grande attention à l'interaction avec les
autres cellules: il faut rédiger une procédure d'utilisation de la
vidéoconférence et on ne doit pas exclure des moyens de
communication alternatifs. On ignore parfois qui fait quoi; ceci est
quelquefois lié à une délimitation imprécise des compétences des
instances ou cellules.

Les modalités de l'exercice sont expliquées dans une convention
d'exercice: participation et objectifs généraux et spécifiques de
l'exercice, décisions relatives à la durée. Les participants doivent être
totalement au courant et avoir la discipline nécessaire pour respecter
les décisions prises dans la convention.

Sur la base des rapports de débriefing et des constatations faites, une
concertation aura lieu avec les différentes instances concernées pour
savoir quelles adaptations il convient d'opérer dans la réglementation
du plan d'urgence nucléaire.

bepaalde pijnpunten blootgelegd.
De deelnemers moeten meer
aandacht besteden aan de
interactie met de overige cellen, er
moet een procedure voor het
gebruik van videoconferentie
worden uitgewerkt en men mag
geen alternatieve
communicatiemiddelen uitsluiten;
soms weet men niet wie wat doet
omdat de bevoegdheden van de
instanties of de cellen
onnauwkeurig zijn afgebakend.

De modaliteiten van de oefening
worden vastgelegd in een
overeenkomst. De deelnemers
moeten daarvan op de hoogte zijn
en zich aan de genomen
beslissingen houden.

Op grond van de
debriefingverslagen en de
vaststellingen, zal overleg
plaatsvinden met de betrokken
instanties om te weten welke
aanpassingen aan de regelgeving
inzake het nucleair noodplan
moeten worden aangebracht.

08.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour ses

réponses. Je voulais lui demander s'il prévenait le pays voisin lors
d'exercices dans notre pays. Des centrales étant situées à quelques
dizaines de kilomètres de la frontière et pouvant présenter des
dangers pour la population de notre pays, sommes-nous également
prévenus en cas d'exercices dans les pays voisins de ce qui
fonctionne ou ne fonctionne pas?

08.03 Joseph Arens (cdH):

Brengt men de buurlanden op de
hoogte van de organisatie van de
oefeningen? En brengen zij ons
ervan op de hoogte dat oefeningen
plaatsvinden in centrales die op
enkele kilometers van onze
grenzen gevestigd zijn?

08.04 Patrick Dewael, ministre: J'imagine que les services des pays

voisins nous préviennent. Je me renseignerai pour savoir si cela
fonctionne des deux côtés de la frontière.

08.04 Minister Patrick Dewael:

Ik veronderstel van wel, maar ik
zal dat laten natrekken.

08.05 Joseph Arens (cdH): Cela me semble important, monsieur le

ministre.

08.06 Patrick Dewael, ministre: Pour être tout à fait sûr, je répondrai

par écrit à cette question supplémentaire.

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08.07 Joseph Arens (cdH): (...) cette centrale est située à quelques

kilomètres à peine de la frontière et nous avons très peu
d'informations à ce sujet, ce qui nous surprend parfois.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: L'interpellation n° 930 de Mme Gerkens est retirée.

09 Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le manque

criant de policiers à Charleroi" (n° 12513)

09 Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "het nijpend tekort aan politieambtenaren in Charleroi" (nr. 12513)

09.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, monsieur

le ministre, en 2001, la ville de Charleroi était sous le feu des médias
pour dénoncer une véritable explosion de la criminalité violente: car-
jackings, hold-up, attaques à main armée s'étaient multipliés dans la
région, installant la population dans une peur et un sentiment
d'insécurité.

Des mesures ont été prises. Au fil des mois, des bandes ont été
arrêtées, les policiers se sont montrés plus présents dans les rues.
Vous étiez vous-même descendu à Charleroi pour prendre le pouls
d'une ville qui inquiétait et qui s'inquiétait.

Les choses allaient mieux, mais et c'est l'objet de ma question il
semble que la cote d'alerte soit en train de remonter. Les vols à main
armée se multiplient: fin août, leur nombre sur le territoire de la zone
avait déjà dépassé le total de l'année précédente et la fin d'année est
d'ordinaire particulièrement chargée.

Sur place, la police locale de Charleroi ne peut plus faire face, par
manque de personnel, à toutes ses missions. Le délai d'intervention
pour les services d'urgence est parfois de plusieurs heures. Un
nombre important de demandes ne peuvent tout simplement pas être
suivies d'intervention. Les patrouilles de sécurisation se font de plus
en plus rares.

Monsieur le ministre, après analyse du dossier et rencontre avec la
commissaire chef de zone, j'estime que la zone de Charleroi peut
raisonnablement se considérer comme lésée, en termes d'effectifs, si
on la compare aux deux autres agglomérations de sa taille, Gand et
Liège.

La Cour des comptes relevait elle-même, dans son rapport de 2004
et rien n'a changé depuis , que "les normes qui, depuis 2001,
définissent le service minimum de police de base et celles qui
déterminent l'effectif minimal de chaque zone de police ne sont
cohérentes ni entre elles ni par rapport aux objectifs poursuivis. En
outre, leur respect n'est pas surveillé. Enfin, l'affectation des policiers
à une zone de police s'effectuant uniquement sur base volontaire,
l'effectif minimal n'est pas toujours atteint dans chaque zone.
L'objectif qui était de garantir à la population un service minimum de
police équivalent sur l'ensemble du territoire ne pourra être atteint
sans l'adoption de nouvelles mesures et un meilleur suivi par l'autorité
fédérale."

09.01 Jean-Marc Nollet

(ECOLO): In 2001 waren alle
schijnwerpers gericht op Charleroi
omdat de criminaliteit met geweld
er fors was toegenomen. Nadat
maatregelen waren genomen,
verbeterde de situatie, maar nu
lijkt het alarmpeil bijna opnieuw
bereikt.

Bij gebrek aan personeel kan de
lokale politie al haar taken niet
meer uitvoeren. De zone Charleroi
mag zich ter zake als benadeeld
beschouwen, wanneer men ze
vergelijkt met Gent en Luik.

Het Rekenhof zelf wees er in 2004
op dat de normen die gelden voor
de minimale dienstverlening
inzake basispolitiezorg en het
minimale personeelsbestand van
elke politiezone niet coherent zijn,
noch wanneer men ze met elkaar
vergelijkt, noch ten aanzien van de
doelstellingen, namelijk het
garanderen van een gelijke
minimale dienstverlening inzake
politiezorg aan de bevolking over
het hele grondgebied.

Wat de grote steden betreft, heeft
men bij gebrek aan relevante
"KUL-normen"

- voor de

berekening van de minimale
capaciteit die als basis voor de
federale dotatie dient,

het

toenmalig aantal leden van de
gemeentepolitie bij de in 2001
geïntegreerde
brigaderijkswachters opgeteld.

Charleroi, dat vijftienduizend
inwoners meer telt dan Luik,

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Pour les grandes villes, en l'absence de normes KUL pertinentes, le
calcul de la capacité minimale servant de base pour la dotation
fédérale a été opéré en additionnant le nombre de policiers
communaux existant à l'époque au nombre de gendarmes de brigade
intégrés en 2001.

Pour Charleroi, cela a donné 863 personnes, 956 pour Gand et 1.113
pour Liège. En 2005, les effectifs opérationnels étaient de 924 pour
Charleroi, 998 pour Gand et 1.099 pour Liège. La ville de Charleroi
compte cependant 15.000 habitants de plus que celle de Liège et
souffre d'un handicap relatif à la dotation du fonds des communes.
Vous me direz que ce volet-là, ce n'est pas votre affaire et je vous
donnerai raison.

Malgré ces facteurs, elle compte 150 policiers de moins que Liège et
même une soixantaine de moins que Gand dont les problèmes de
sécurité n'ont rien de comparable à ceux des villes wallonnes citées
qui y sont malheureusement beaucoup plus exposées. 150, c'est
précisément le nombre de policiers que réclame à cor et à cri la zone
de police de Charleroi pour pouvoir envisager son travail avec plus de
sérénité.

Par ailleurs, le total des subventions fédérales accordées à ces trois
villes et leur comparaison sont également éclairantes. En 2005, Liège
a reçu 22.521.000 euros, Charleroi 18.368.000 euros et Gand
18.077.000 euros. Ces chiffres englobent cependant les subventions
relatives aux actions de sécurité routière. Or, en cette matière, les
subsides sont liés aux actions et aux résultats obtenus par la zone.
C'est là que Charleroi s'était distinguée en coiffant toutes les autres
zones du pays. Si on déduit ces subventions, on obtient une
comparaison absolument correcte. Liège obtient 21.882.000 euros,
Charleroi 17.429.000 euros, Gand 17.631.000 euros. Charleroi reste
donc en dernière position en termes de subventions.

Dès lors, je m'interroge et je vous interroge: ne serait-il pas
opportun de revoir le système de financement des grandes villes, d'y
apporter plus d'équité en fixant enfin des critères objectifs (population,
taux de criminalité violente, charges dues aux événements
extraordinaires)?

Afin de rendre attrayantes les grandes villes, ne faudrait-il pas
accorder une prime pour grandes villes, à l'exemple de ce qui a été
fait à Bruxelles? On entend pourtant dire qu'il est absolument exclu
que les autres grandes villes puissent jouir de ce privilège.

Ne faudrait-il pas se pencher d'urgence sur le sort de Charleroi dont la
zone de police ne parvient pas à combler son déficit en personnel?

moest het in 2005 stellen met 150
politieagenten minder dan Luik, en
zelfs met een vijftigtal agenten
minder dan Gent, waar de
veiligheidsproblemen niet te
vergelijken zijn. Honderd vijftig
agenten, dat vraagt de politiezone
Charleroi om op een serenere
manier te kunnen werken.

Al even verhelderend is een
vergelijking van de subsidies voor
die drie steden. In 2005 kreeg Luik
22 miljoen euro, Charleroi en Gent
18 miljoen. Na aftrek van de
subsidies voor acties voor meer
verkeersveiligheid geeft dat 21
miljoen voor Luik, 17,6 miljoen
voor Gent en 17,4 miljoen voor
Charleroi, dat dus weer het
schaarst bedeeld wordt.

Moet de regeling voor de
financiering van de grote steden
derhalve niet herzien worden, met
het oog op een billijker verdeling
van de middelen, op grond van
objectieve criteria (bevolking,
cijfers inzake criminaliteit met
geweld, buitengewone
gebeurtenissen)? Moeten grote
steden geen premie krijgen, zoals
het geval is voor Brussel? Moeten
we ons niet dringend buigen over
de situatie in Charleroi, waar de
politiezone met een
personeelstekort kampt?

09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je voudrais

d'abord formuler quelques remarques générales. Le bon
fonctionnement d'une zone de police, entre autres par
l'investissement de moyens suffisants dans la police, est une
compétence partagée: elle relève en premier lieu du niveau local et en
en second lieu du niveau fédéral.

Spécifiquement pour Charleroi, on ne peut nier que les dernières
années, de nombreux efforts ont été fournis par le niveau fédéral. Je
pense par exemple notamment à la mise à disposition permanente du

09.02 Minister Patrick Dewael:

Vooraf een paar algemene
opmerkingen. De bevoegdheid
voor de werking van een
politiezone is deels lokaal, deels
federaal. De voorbije jaren deed
het federale niveau een aantal
inspanningen voor de zone
Charleroi. Zo werd op een
permanente basis personeel van

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

personnel de la police fédérale. Vous connaissez toutes ces mesures.
N'oublions pas que, de toutes les zones de police, Charleroi obtient la
majorité des moyens provenant du fonds de sécurité routière.

L'accord du 9 mars 2001 concernant la dotation fédérale à la police
locale sur base du calcul de capacités de la police locale tenant
compte d'une analyse de régression prend en compte une vingtaine
de paramètres. Ces paramètres sont bien connus et répertoriés.
Parmi ceux-ci, on retrouve notamment, outre la superficie des villes,
l'urbanisation, les revenus ainsi que la population, le taux de
criminalité basé sur des données potentielles et la charge des
événements extraordinaires.

Pour les cinq grandes villes, la norme a été calculée sur base du
cadre réel existant. En ce moment, il semble que la dotation que les
zones obtiennent par la norme KUL, qui a été corrigée à maintes
reprises, suffise pour la plupart d'entre elles. Je n'exclus pourtant pas
que ce mode de calcul ne réponde actuellement peut-être plus aux
besoins réels de certaines zones de police locale mais je peux vous
assurer qu'il est de la volonté de ce gouvernement de revoir ce mode
de calcul en l'adaptant à la situation actuelle. Cela se fera sous forme
d'un projet de loi qui est actuellement en préparation et qui devrait
vous être soumis l'année prochaine.

Deuxièmement, je tiens à préciser que la prime octroyée à Bruxelles
découle du fait que les zones de police bruxelloises étaient fortement
déficitaires déjà avant la réforme de 2001 et que, de ce fait, pour
assurer notamment les missions de maintien de l'ordre, il fallait faire
systématiquement appel aux autres corps de police locale. Le but
était donc non seulement d'attirer des candidats policiers vers la
capitale mais également de pouvoir les y maintenir.

Personnellement, je n'ai aucune objection quant à l'octroi éventuel
d'une prime dans les autres villes. Je tiens cependant à préciser que
cette prime devra être prise en charge par les autorités locales qui
souhaiteraient souscrire à ce principe. Je tiens également à attirer
l'attention sur l'effet pervers possible d'une telle action, dans la
mesure où elle risque de générer un écoulement du personnel vers
les villes qui l'appliquent et, de ce fait, créer un déficit dans les zones
de police avoisinantes.

Troisièmement, je ne crois pas que le sort de Charleroi ait laissé
indifférentes les autorités; en disant cela, je me réfère à la réunion qui
a été récemment consacrée à ce problème avec le bourgmestre local
et le procureur du Roi, en présence de représentants de la police
fédérale et des zones de l'arrondissement.

Je tiens à rappeler ici les nombreux efforts de soutien qui ont été
réalisés par la police fédérale, sous la forme de détachements
structurels ou ponctuels, notamment dans le cadre du plan d'action
Charles Quint, que je soutiens totalement. Par ailleurs, je rappelle
l'adaptation du statut qui a été négociée à cet égard avec les
syndicats et qui permet également aux zones de police déficitaires de
solliciter, à leurs frais, auprès de la police fédérale, une procédure
d'engagement complémentaire d'un nombre d'aspirants policiers
équivalent à ce déficit.

de federale politie ter beschikking
gesteld. Bovendien krijgt Charleroi,
van alle politiezones, de meeste
middelen uit het
verkeersveiligheidsfonds.

In het akkoord van 9 mei 2001
betreffende de federale dotatie
aan de lokale politie, op basis van
de capaciteitsberekening van de
lokale politie, wordt met een
twintigtal parameters rekening
gehouden (oppervlakte van de
steden, verstedelijking, inkomen,
bevolking, criminaliteitsgraad,
uitzonderlijke gebeurtenissen).

Voor de vijf grote steden werd de
norm op basis van de
daadwerkelijke personeelsformatie
berekend. Voor de meeste zones
is de dotatie op grond van de KUL-
norm blijkbaar voldoende. Ik sluit
echter niet uit dat er aanpassingen
komen. In dat verband wordt
trouwens een wetsontwerp
voorbereid.

In Brussel wordt een premie
toegekend, omdat de Brusselse
politiezones al voor 2001
onderbemand waren en
voortdurend een beroep moesten
doen op andere politiekorpsen. De
bedoeling was dus niet alleen
politiemensen naar de hoofdstad
te lokken, maar ze er ook te
houden.

Ik heb er geen bezwaar tegen dat
een dergelijke premie in de andere
steden zou worden toegekend,
maar zij zal moeten worden
bekostigd door de lokale
overheden die erom vragen. Ik
wijs er tevens op dat die werkwijze
ertoe zou kunnen leiden dat
personeel wegtrekt naar de steden
die de premie toepassen zodat er
in de naburige politiezones een
personeelstekort ontstaat.

De betrokken overheden hebben
wel degelijk oog voor de situatie in
Charleroi, getuige daarvan de
vergadering die onlangs aan dat
probleem was gewijd, de vele
inspanningen van de federale

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

politie met het oog op het verlenen
van ondersteuning en de
aanpassing van het statuut
waarover met de vakbonden was
onderhandeld, dat het eveneens
mogelijk maakt het tekort van de
gemeenten weg te werken op
kosten van de federale politie.

09.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour cette réponse complète, dans laquelle vous survolez la
législation et vous examinez les causes.

Vous avez raison de dire que la compétence est partagée entre les
communes et le fédéral; je l'ai dit moi-même dans ma question. Étant
donné que mon collègue, M. Chastel, s'était plu à interroger au niveau
local, je me suis dit qu'il était logique d'interroger également au niveau
fédéral. Il n'est pas tout de dire que cela relève de l'engagement ou de
la responsabilité du bourgmestre. Comme vous venez de le dire, je
pense effectivement qu'il s'agit d'une responsabilité partagée. Si l'on
veut être cohérent, il faut pouvoir interpeller les deux niveaux, même
si, d'un côté, on se trouve dans l'opposition et, de l'autre, dans la
majorité.

Monsieur le ministre, votre réflexion part du cadre réel. Or, le
problème est justement ce point de départ. Au moment de la réforme,
Charleroi connaissait une situation historique: Charleroi était très
faible en termes de nombre, à comparer avec les autres villes de
même niveau.

Je prends à bras-le-corps l'ouverture que vous faites vers ce nouveau
projet de loi en élaboration et le fait que vous n'excluiez pas de
répondre différemment pour certaines zones.

On verra, dans le cadre des travaux, ce qu'il en sera précisément. En
tout cas, j'ai l'impression qu'il est possible de répondre à la situation
particulière de la ville de Charleroi.

Vous parlez d'un effet pervers, c'est vrai pour ce qui concerne les
primes. C'est possible. Cependant, notez bien qu'actuellement, il se
passe l'inverse: il n'y a pas de prime dans toute la région, mais tous
les policiers de Charleroi vont ailleurs. Pourquoi? Simplement parce
qu'il y a beaucoup moins de travail, de criminalité, de danger et donc
aussi de risques pour eux ailleurs que dans leur ville. Il faut réagir à
cet exode.

Vous avez tenu une réunion récente et j'en suis heureux. Il n'en reste
pas moins que - c'est peut-être le seul élément que vous n'avez pas
abordé dans votre réponse qui était déjà fort complète, j'en conviens -
, le nombre de crimes commis sur les six premiers mois de l'année a
déjà atteint des plafonds qui nous renvoient aux années 2000, 2001 et
2002, années les plus inquiétantes. Dès lors, je pense qu'il faudra
prendre encore quelques mesures ponctuelles d'ici la réforme de la
loi, parce que c'est nécessaire à court terme.

09.03

Jean-Marc Nollet

(ECOLO): Het betreft inderdaad
een gedeelde bevoegdheid. De
heer Chastel heeft het lokale
niveau daarover aan de tand
gevoeld en het was dan ook
logisch dat ook de federale
overheid zou worden
geïnterpelleerd.

Het klopt dat u zich in de vijf
grootsteden op de reële
personeelsformatie heeft
gebaseerd. Maar het is precies dat
wat in Charleroi problemen doet
rijzen.

Ik neem er nota van dat u niet
uitsluit dat andere oplossingen
worden aangereikt voor bepaalde
zones via het aangekondigde
voorontwerp van wet.

Het is een goede zaak dat er
onlangs een vergadering heeft
plaatsgevonden, maar dat neemt
niet weg dat de criminaliteitscijfers
in Charleroi voor de eerste zes
maanden van het jaar zeer
onrustwekkend zijn.

09.04 Patrick Dewael, ministre: Nous ou...

09.05 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Les deux. Les deux sont

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

responsables.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

10 Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la grève de

la faim de sans-papiers à la basilique Saint-Christophe à Charleroi, l'attitude inqualifiable du directeur
de l'Office des étrangers et les perspectives de solution" (n° 12522)

10 Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de hongerstaking van mensen zonder papieren in de basiliek Saint-Christophe in
Charleroi, het ongehoorde gedrag van de directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken en de
mogelijke oplossing" (nr. 12522)

10.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Le vendredi 15 septembre 2006,

une rencontre a été organisée entre le directeur de l'Office des
étrangers, M. Roosemont et les sans-papiers occupant la basilique
Saint-Christophe à Charleroi, ainsi que des membres de leur comité
de soutien.

Si l'on peut souligner le fait que M. Roosemont ait accepté d'aller à la
rencontre de ces hommes et de ces femmes qui sont actuellement
dans une détresse immense, je n'aurai par contre pas de mots assez
durs pour qualifier le cynisme dont a fait preuve ce dernier en réponse
aux questions posées. Proposer d'aider ces personnes en affrétant un
avion qui les ramènerait dans leur pays, alors qu'à leurs yeux ce
retour mettrait gravement en cause leur intégrité physique, quelle que
soit l'opinion que l'on peut avoir sur la politique menée par le
gouvernement fédéral en matière d'asile, c'est tout simplement de la
provocation. On sait pourtant qu'ils l'ont fait venir pour discuter de leur
situation et de leur grève de la faim.

C'est à mes yeux indigne d'un État démocratique censé respecter le
droit fondamental à un minimum de dignité humaine. En tant que
député fédéral, je ne peux accepter une telle attitude de la part d'un
représentant de l'administration fédérale, qui travaille sous votre
responsabilité directe.

Pouvez-vous me dire, monsieur le ministre, si vous avez reçu un
rapport de la visite de M. Roosemont à Charleroi ce vendredi 15? Le
cas échéant, quelle en était la teneur? Son attitude et le discours qu'il
a tenu étaient-ils le résultat de consignes données par votre ministère
en vue d'un durcissement de l'attitude à l'égard des grévistes de la
faim? Dans le cas contraire, cautionnez-vous cette attitude et ce
discours ou envisagez-vous un rappel à l'ordre ou une sanction à
l'égard du directeur de l'Office des étrangers? Enfin et surtout,
comment comptez-vous rencontrer la situation spécifique des
occupants de la basilique Saint-Christophe en grève de la faim depuis
à présent plus d'un mois, et dont la situation empire jour après jour?

Monsieur le ministre, mon sentiment est mêlé de rage à l'égard de
l'attitude du représentant de l'Office des étrangers et de crainte pour
le devenir de vies humaines. Je vous remercie dès lors du soin que
vous prendrez pour répondre à ces différentes questions.

10.01

Jean-Marc Nollet

(ECOLO): Op 15 september
ontmoette de directeur-generaal
van de Dienst
Vreemdelingenzaken, de heer
Freddy Roosemont, de mensen
zonder papieren die de basiliek
Saint-Christophe in Charleroi
bezetten.

Ik heb geen woorden voor het
cynisme waarvan hij blijk gaf door
hen bij wijze van antwoord voor te
stellen hen per vliegtuig naar hun
land van herkomst terug te sturen,
terwijl zij zich daar onveilig achten.

Heeft de heer Roosemont u
verslag over dat bezoek
uitgebracht? Was zijn houding het
resultaat van door uw ministerie
gegeven instructies? Zo neen,
steunt u deze houding en
overweegt u een sanctie? Hoe
denkt u de toestand van de
bezetters van de basiliek Saint-
Christophe te verhelpen?

10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président,

M. Roosemont m'a fait rapport de sa rencontre. Je tiens à souligner
que le directeur général de l'Office des étrangers a rendu visite, à de
nombreuses reprises, à des sans-papiers qui occupent des églises

10.02 Minister Patrick Dewael:

De heer Roosemont heeft mij
verslag uitgebracht. Ik wil erop
wijzen dat hij tijdens zijn vele

25/09/2006

CRIV 51

COM 1057

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dans notre pays. Il a toujours veillé à ce que ces rencontres se
déroulent dans une atmosphère sereine et constructive. Au cours de
ces derniers mois, il a notamment eu un contact régulier avec les
occupants de la basilique Saint-Christophe à Charleroi.

Depuis la dernière rencontre avec les occupants, le contexte légal a
été modifié. Le 14 juillet dernier, le Parlement a adopté le projet de loi
modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur les étrangers. Cette nouvelle
loi a changé la situation en ce sens qu'elle ne contient pas de
dispositions particulières pour une opération de régularisation.

M. Roosemont a expliqué cette nouvelle donnée. Il a indiqué qu'il n'y
aurait pas de régularisation collective, quelle que soit la nationalité
des requérants. Le Parlement a décidé que l'examen individuel des
dossiers était la seule approche équitable et que le pouvoir
discrétionnaire du ministre permettait de répondre à la diversité des
situations individuelles.

À l'occasion des débats parlementaires, j'ai clarifié les critères qui
sont appliqués par mon administration lors de l'examen des
demandes d'autorisation de séjour à titre humanitaire. Une
autorisation de séjour peut être obtenue en cas de procédure d'asile
déraisonnablement longue (trois ans pour les familles avec enfants et
quatre ans pour les isolés), pour des motifs médicaux graves ou en
raison de circonstances humanitaires particulières.

Les occupants de la basilique Saint-Christophe ont interrogé le
directeur général sur leurs chances de voir leur situation régularisée
alors qu'ils ne répondent à aucun de ces trois critères.

Le directeur général a répondu, à juste titre, que dans ce cas ils
devaient prendre leurs dispositions pour quitter le territoire. Ils
peuvent par exemple s'inscrire dans un programme de retour
volontaire de l'Organisation internationale pour les migrations, qui
fournit une aide administrative et financière aux retours. Le directeur
général m'a certifié que la discussion n'a jamais porté sur les
modalités de retour.

Enfin, en ce qui concerne les occupations d'église et les grèves de la
faim, je souhaite insister une fois de plus sur le fait que tant le
gouvernement que l'administration refusent d'être mis sous pression
par de telles actions. J'invite toujours mon administration à entamer
un dialogue et je soutiens le directeur général dans une telle
démarche mais il ne peut être question de négociations. Je
souhaiterais que toutes les parties qui assistent à ce dialogue fassent
preuve de sérénité et n'excitent par l'opinion, ce qui n'a, selon moi,
aucun sens.

bezoeken aan mensen zonder
papieren steeds voor een serene
en constructieve sfeer heeft
gezorgd.

De nieuwe wet tot wijziging van de
wet van 15 december 1980 over
de vreemdelingen voorziet niet in
specifieke bepalingen voor een
regularisatieoperatie.

De heer Roosement heeft dat
nieuw gegeven toegelicht. Hij heeft
aangegeven dat er geen
collectieve regularisatie komt.

De mensen die de basiliek Saint-
Christophe bezetten, hebben de
directeur-generaal gevraagd of er
een kans bestaat dat hun toestand
wordt geregulariseerd terwijl zij
aan geen enkel criterium dat een
individuele regularisatie mogelijk
maakt, beantwoorden.

De directeur-generaal heeft
terecht geantwoord dat ze in dat
geval de nodige voorbereidingen
moesten treffen om het
grondgebied te verlaten. Hij heeft
mij verzekerd dat de discussie
nooit over de modaliteiten voor de
terugkeer is gegaan.

Zowel

de regering als de

administratie weigeren om onder
druk gezet te worden. Ik zet mijn
administratie er altijd toe aan de
dialoog aan te gaan, maar er kan
geen sprake zijn van
onderhandelingen. Ik zou willen
dat alle partijen die bij die dialoog
betrokken zijn, de nodige sereniteit
betrachten.

10.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, cette

réponse m'inquiète.

Je suis inquiet car j'ai l'impression qu'on découvre, dans les propos
du ministre, la véritable nature de la loi qui a été adoptée. Le ministre
semble s'appuyer sur ce nouveau texte de loi pour affirmer que la
situation est plus fermée que par le passé. C'est inquiétant. Pour avoir
entendu différents intervenants de certains groupes politiques dans le
débat, je croyais que des portes étaient ouvertes. Des portes certes
individuelles et non collectives mais des portes ouvertes en raison de

10.03

Jean-Marc Nollet

(ECOLO): Ik maak me zorgen,
want de ware aard van de
goedgekeurde wet schemert door
de uitspraken van de minister
heen. Verscheidene sprekers van
bepaalde fracties hebben tijdens
het debat laten verstaan dat er
deuren openstonden. In het
antwoord van de minister vind ik

CRIV 51

COM 1057

25/09/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

besoins humanitaires. Je n'ai pas entendu dans la réponse du
ministre la moindre ouverture en ce sens.

Monsieur le ministre, vous refusez que vous ou l'Office soyez mis
sous pression. C'est votre choix. Mais cette pression résulte du fait
qu'il n'y a aucune discussion, négociation ou rencontre avant que ces
gens entrent en grève de la faim ou entament des actions comme on
les connaît dans quelques-unes des églises encore occupées
aujourd'hui.

Je suis inquiet et j'aimerais vous inviter à avoir le même genre de
réflexion - j'ai vu les informations, ce midi - que celle que vous avez
concernant la situation à Etterbeek. Je verrais d'un mauvais oeil que
l'on ne puisse pas imaginer le même genre d'ouverture pour les gens
qui se trouvent en province, par exemple quelque part à Charleroi. Je
répète que selon les informations dont je dispose, pour Bruxelles, il
semblerait que vous ayez pu trouver un certain nombre de solutions.
Mais peut-être que je m'avance. J'ai vu cela, ce midi, en regardant les
informations télévisées. Je vais donc m'assurer de la véracité de ces
dernières avant de (.....).

geen spoor van die openheid
terug.

U wil niet onder druk gezet
worden. Maar die druk wordt net
uitgeoefend omdat er, vóór deze
mensen met acties beginnen,
helemaal niet onderhandeld wordt.

Ik stel voor dat u voor dezelfde
aanpak zou kiezen als die in
Etterbeek, waar u, volgens het
televisiejournaal van vanmiddag,
erin geslaagd is de zaak op te
lossen. Ik zal nagaan of die
informatie klopt.

10.04 Patrick Dewael, ministre: (....) Il faut que je vous contredise

car, dans le cas contraire, vous risqueriez de dire dans le futur - il en
restera toujours une trace quelque part - que je n'ai pas démenti les
propos que vous teniez.
Ne vous fatiguez pas!

10.04 Minister Patrick Dewael: Ik,

in Etterbeek? U hoeft dat niet na te
trekken, want ik kan u zeggen dat
dat niet klopt.

10.05 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le ministre, j'ai dit que

j'allais vérifier les informations qui ont été données ce midi au journal
télévisé, et selon lesquelles environ la moitié.....

10.06 Patrick Dewael, ministre: Avec tout le respect que je dois à ce

média, je dois dire que les informations qu'il communique, c'est une
chose, mais que les réponses du ministre dans l'enceinte du
Parlement, c'est autre chose.

10.07 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Tout à fait. C'est la raison pour

laquelle je fais preuve de la réserve nécessaire pour ne pas vous
mettre en cause avant de procéder à des vérifications.

Toutefois, il me semblerait légitime que l'on réfléchisse un peu plus en
profondeur à d'autres situations en province, dont on parle parfois un
peu moins, mais qui sont tout aussi importantes.

Pour terminer, monsieur le président, je voudrais exprimer toute mon
inquiétude au regard de la nouvelle lecture que peut donner le
ministre sur la situation en relation avec le vote de la loi.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.27 heures.