CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1049
CRIV 51 COM 1049
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
R
ÉUNION COMMUNE DES COMMISSIONS DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES ET DE LA
D
ÉFENSE
NATIONALE DE LA
C
HAMBRE ET DU
S
ÉNAT
G
EMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN DE
COMMISSIES VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN EN VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING VAN DE
K
AMER EN VAN DE
S
ENAAT
lundi
maandag
28-08-2006
28-08-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Exposé de M. Guy Verhofstadt, premier ministre,
sur la décision du gouvernement belge de fournir
des troupes à la force de paix de l'ONU au Liban -
Echange de vues et questions et interpellations
jointes de
1
Uiteenzetting door de heer Guy Verhofstadt,
eerste minister, over de beslissing van de
Belgische regering troepen te leveren aan de VN-
vredesmacht in Libanon - Gedachtewisseling en
samengevoegde vragen en interpellaties van
1
- M. Francis Van den Eynde au ministre des
Affaires étrangères sur "l'envoi de troupes au
Liban" (n° 917)
1
- de heer Francis Van den Eynde tot de minister
van Buitenlandse Zaken over "het zenden van
troepen naar Libanon" (nr. 917)
1
- M. Pieter De Crem au premier ministre, au
ministre des Affaires étrangères et au ministre de
la Défense sur "la contribution de la Belgique à la
Force intérimaire des Nations unies au Liban
(FINUL)" (n° 921)
1
- de heer Pieter De Crem tot de eerste minister,
de minister van Buitenlandse Zaken en de
minister van Landsverdediging over "de Belgische
bijdrage aan de VN-troepenmacht voor Libanon
(UNIFIL)" (nr. 921)
1
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense
sur "l'envoi de troupes au Liban" (n° 12411)
1
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Landsverdediging over "het sturen van troepen
naar Libanon" (nr. 12411)
1
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "l'envoi d'un contingent belge au sein de la
FINUL" (n° 12412)
1
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "de deelname van een
Belgisch contingent aan de UNIFIL" (nr. 12412)
1
Orateurs: Guy Verhofstadt, premier ministre,
Anne-Marie Lizin
, présidente du Sénat,
Philippe Monfils,
Philippe Mahoux,
sénateur, Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Francis Van den Eynde,
Patrick Moriau, Hilde Vautmans, Brigitte
Wiaux, Hervé Hasquin, David Geerts, Alain
Destexhe,
sénateur, Lionel Vandenberghe,
sénateur, Margriet Hermans, sénatrice, Josy
Dubié
, sénateur, Mohammed Boukourna,
Wouter Beke,
sénateur, Pierre Galand,
sénateur, Inga Verhaert, Stef Goris, Karel
De Gucht
, ministre des Affaires étrangères,
André Flahaut
, ministre de la Défense
Sprekers: Guy Verhofstadt, eerste minister,
Anne-Marie Lizin,
voorzitter van de Senaat,
Philippe Monfils, Philippe Mahoux, senator,
Pieter De Crem
, voorzitter van de CD&V-
fractie, Francis Van den Eynde, Patrick
Moriau, Hilde Vautmans, Brigitte Wiaux,
Hervé Hasquin, David Geerts, Alain
Destexhe,
senator, Lionel Vandenberghe,
senator, Margriet Hermans, senator, Josy
Dubié,
senator, Mohammed Boukourna,
Wouter Beke,
senator, Pierre Galand,
senator, Inga Verhaert, Stef Goris, Karel De
Gucht
, minister van Buitenlandse Zaken,
André Flahaut
, minister van
Landsverdediging
Motions
43
Moties
43
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
REUNION COMMUNE DES
COMMISSIONS DES RELATIONS
EXTERIEURES ET DE LA
DEFENSE NATIONALE DE LA
CHAMBRE ET DU SENAT
GEMEENSCHAPPELIJKE
VERGADERING VAN DE
COMMISSIES VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
EN VOOR DE
LANDSVERDEDIGING VAN DE
KAMER EN VAN DE SENAAT
du
LUNDI
28
AOUT
2006
Matin
______
van
MAANDAG
28
AUGUSTUS
2006
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.32 heures par Mme Anne-Marie Lizin et par MM. Philippe Monfils et Patrick
Moriau, présidents.
De vergadering wordt geopend om 10.32 uur door mevrouw Anne-Marie Lizin en door de heren Philippe
Monfils en Patrick Moriau, voorzitters.
01 Exposé de M. Guy Verhofstadt, premier ministre, sur la décision du gouvernement belge de fournir
des troupes à la force de paix de l'ONU au Liban - Echange de vues et questions et interpellations
jointes de
- M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "l'envoi de troupes au Liban"
(n° 917)
- M. Pieter De Crem au premier ministre, au ministre des Affaires étrangères et au ministre de la
Défense sur "la contribution de la Belgique à la Force intérimaire des Nations unies au Liban (FINUL)"
(n° 921)
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "l'envoi de troupes au Liban" (n° 12411)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "l'envoi d'un contingent belge au sein de la FINUL"
(n° 12412)
01 Uiteenzetting door de heer Guy Verhofstadt, eerste minister, over de beslissing van de Belgische
regering troepen te leveren aan de VN-vredesmacht in Libanon - Gedachtewisseling en
samengevoegde vragen en interpellaties van
- de heer Francis Van den Eynde tot de minister van Buitenlandse Zaken over "het zenden van troepen
naar Libanon" (nr. 917)
- de heer Pieter De Crem tot de eerste minister, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van
Landsverdediging over "de Belgische bijdrage aan de VN-troepenmacht voor Libanon (UNIFIL)"
(nr. 921)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "het sturen van troepen naar
Libanon" (nr. 12411)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de deelname van een Belgisch
contingent aan de UNIFIL" (nr. 12412)
01.01 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, om
deze regeringsmededeling in te leiden, heb ik voor de
commissarissen van Kamer en Senaat de vier documenten
meegenomen. De diensten van de Kamer kunnen ze fotokopiëren en
ter beschikking stellen van de leden van de verschillende commissies
die hier aanwezig zijn.

Wat zijn die vier documenten? Een eerste document is een document
van het departement Buitenlandse Zaken dat het politieke kader
01.01 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Je suis en possession de
quatre documents que je tiens à la
disposition des membres.

Le premier est un document du
département des Affaires
étrangères qui décrit le contexte
politique, notamment celui de la
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
beschrijft, onder meer van resolutie 1701 en van de politieke
noodzaak en de politieke omstandigheden waarin een VN-
vredesmissie in Zuid-Libanon wordt opgezet en van de politieke
noodzaak om daaraan deel te nemen. Het is een nota die de minister
van Buitenlandse Zaken voorgelegd heeft aan het kernkabinet. Ik
vond het belangrijk dat de parlementsleden kennis zouden hebben
van die politieke nota.

De tweede nota die ik zou willen meedelen aan de leden van de
commissies, is een nota van de minister van Landsverdediging, die de
omstandigheden en de militaire aspecten weergeeft van onze
beslissing om deel te nemen aan de uitvoering van resolutie 1701 en
dus het sturen van een VN-vredesmacht naar Zuid-Libanon. Ze geeft
dus met andere woorden de omstandigheden weer van hoe het
mandaat tot stand is gekomen, welke de belangrijke elementen zijn
van de rules of engagement en dergelijke meer.

Het derde document is er een van de Verenigde Naties en omschrijft
welke troepen de operatie noodzakelijk maakt. Het legt uit dat de VN-
vredesmacht in drie golven zal worden ontplooid, een eerste golf
begin september, een tweede golf uiterlijk begin oktober en een derde
golf begin november. De VN-vredesmacht wordt dus in drie etappes
opgebouwd. Het toont bovendien aan wat voor elke golf de behoeften
zijn, waarin de VN zal voorzien. U zult merken dat die verschillend
zijn: in de eerste golf gaat het bijvoorbeeld om gemechaniseerde
infanterie; in de tweede golf gaat het niet alleen om gemechaniseerde
infanterie, maar ook om de behoeften op onder andere medisch en
logistiek vlak. De bijdrage van België is gekaderd in die drie golven.
Meer bepaald nemen we deel aan de tweede golf van de opstart van
de interventiemacht, die uiterlijk op 4 oktober op het terrein moet zijn.

Het vierde document telt 1 pagina en bevat enkel een tabel die alles
van de ontplooiing van de Belgische troepen in Zuid-Libanon
weergeeft, zowel in tijd als in aantallen, vanaf het ogenblik van de
verkenning, die nu bezig is - er is ook aangegeven hoeveel personen
daarvoor op het terrein aanwezig zijn -, tot oktober volgend jaar. We
hebben immers beslist tot een periode van zes maanden, eenmaal
verlengbaar met zes maanden, dus totaal 1 jaar. U zult zien hoe we
van 302 soldaten tot bijna 400 soldaten zullen ontplooien in de VN-
vredesmacht in Zuid-Libanon.

Dat zijn de vier documenten. Mijnheer de voorzitter, ik zou het goed
vinden als die documenten onmiddellijk gefotokopieerd worden en ter
beschikking van de leden worden gesteld. Het is trouwens op basis
van die vier documenten dat de Belgische regering haar beslissing tot
deelname heeft genomen.

Ik wil aanvangen met te zeggen dat wij inderdaad onze
verantwoordelijkheid hebben opgenomen om deel te nemen aan die
VN-vredesmacht.

Eerst en vooral willen wij een einde maken aan oorlog, conflict en
lijden in Zuid-Libanon. Ongeveer een maand geleden is dat conflict
opnieuw opgeflakkerd ­ en dan gebruik ik eigenlijk een veel te zwak
woord. Intussen zijn er bijna duizend doden gevallen in dat conflict, en
dan heb ik het alleen maar over de gebeurtenissen van de voorbije
weken.
résolution 1701. Il explicite la
nécessité politique d'une mission
de paix des Nations Unies au Sud-
Liban, dont il précise les
conditions, ainsi que la nécessité
politique d'y participer. Le ministre
des Affaires étrangères a soumis
ce document au Conseil des
ministres restreint.

Le deuxième document est une
note du ministre de la Défense qui
expose les circonstances et le
contexte militraire de la décision
de participer à la force de paix et
de l'adoption de la résolution 1701.
Il retrace l'historique du mandat de
l'ONU et en présente les éléments
essentiels, comme les règles de
l'engagement.

Le troisième émane des Nations
Unies et précise la nature des
troupes requises pour cette
opération. Les effectifs seront
déployés en trois vagues: début
septembre, début octobre au plus
tard et début novembre. Les
besoins à satisfaire selon les
Nations Unies seront définis pour
chaque vague. La Belgique
fournira une contribution à la
deuxième vague qui devra se
trouver sur le terrain le 4 octobre
au plus tard.

Quant au quatrième document, il
s'agit d'un tableau comportant le
calendrier et indiquant les effectifs
de l'armée belge qui seront
déployés au Sud-Liban au cours
de la période comprise entre la
reconnaissance, qui est déjà
effective actuellement, et octobre
de l'année prochaine, puisque
nous prévoyons une participation
de six mois renouvelable une fois.
Au cours de notre participation, le
nombre de nos soldats passera de
302 à près de 400.

Le gouvernement a pris la
décision de participer à l'opération
sur la base de ces quatre
documents.

Nous avons voulu assumer nos
responsabilités. Nous pensons en
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
We willen ook een hefboom creëren om een oplossing te vinden voor
het probleem in het Midden-Oosten. Dat probleem blijft aanslepen, nu
al decennialang. Ik had de gelegenheid om de voorbije weken van
Amos Oz het werk "Een verhaal van liefde en duisternis" te lezen. Het
is geen roman, maar wel een interessant werk. Hoewel Amos Oz een
romancier is, is het een autobiografisch werk. Iedereen die dat leest,
zal merken dat het conflict in het Midden-Oosten diepgeworteld is,
sinds het begin van deze eeuw. Het is niet alleen in 1947-1948
ontstaan met de oprichting, op basis van een verslag van de
Verenigde Naties overigens, van de Staat Israël, maar het heeft veel
verregaandere en diepere wortels. Wij willen dat er eindelijk een
oplossing gevonden wordt voor dat conflict, dat nu al meerdere
tientallen jaren aansleept en met vallen en opstaan nieuwe impulsen
krijgt. Wij willen ook dat Europa daarin zijn volle verantwoordelijkheid
opneemt. Wij willen onze volle verantwoordelijkheid opnemen, ook al
hebben niet alle partijen dat graag. Maar als wij dat doen, dan denk ik
dat de stabilisatie van de toestand en het terugbrengen van vrede en
stabiliteit in Zuid-Libanon, een eerste belangrijke voorwaarde is.

De eerste reden is dus een einde maken aan het conflict dat daar is
uitgebarsten.

Ten tweede, wij willen Europa ook een nadrukkelijke rol laten spelen
in het vinden van een politieke oplossing. Alleen een politieke
oplossing zal uiteindelijk een einde kunnen maken aan het conflict in
het Midden-Oosten. De Belgische regering vindt dat wij onze
verantwoordelijkheid moeten opnemen, samen met een hele reeks
andere Europese landen. Op die manier willen wij een belangrijk
onderdeel uitmaken van de VN-vredesmacht die ontplooid zal worden
in Zuid-Libanon.

Tot daar de politieke context van deze beslissing. We hebben die
perfect kunnen voorbereiden met de diensten van de Verenigde
Naties. Ik had daarbij trouwens de gelegenheid persoonlijk met de
secretaris-generaal van de VN over deze missie te kunnen praten en
we zijn, met andere woorden, dus niet over één nacht ijs gegaan bij
het nemen van deze beslissing.

Een tweede punt dat ik wil toelichten betreft de inzet van België bij
deze missie. Als derde punt zal ik het dan hebben over het kader
waarin dat gebeurt en de voorzorgsmaatregelen die België daarbij
heeft genomen.
effet qu'il est essentiel de stabiliser
la situation pour mettre fin à la
guerre et à la souffrance du
peuple du Sud du Liban, qui vient
encore de connaître près d'un
millier de victimes, pour créer un
effet de levier en vue d'une
solution au problème du Moyen
Orient qui persiste depuis
plusieurs décennies et, enfin, pour
faire en sorte que l'Europe prenne
pleinement ses responsabilités.

Nous entendons ainsi mettre un
terme au conflit et faire jouer à
l'Europe un rôle prépondérant
dans la recherche d'une solution
politique. Le gouvernement belge
estime dès lors que nous devons
assumer nos responsabilités au
même titre qu'une série d'autres
pays européens.

Nous avons eu l'occasion de
préparer parfaitement l'opération
avec les services de l'ONU et avec
le secrétaire général en personne.
Nous n'avons pas pris cette
décision à la légère.

La question de la contribution de la
Belgique à cette mission constitue
un deuxième point.
Nous allons débuter cette opération de paix avec 302 soldats. Ce
nombre augmentera jusqu'environ 400 soldats dans le courant de
l'année 2007. En ce qui concerne le choix des tâches à accomplir,
nous avons demandé aux Nations unies quelles étaient les priorités
adressées aux différents participants et à notre pays. J'ai d'ailleurs fait
distribuer la liste des tâches élaborée par les Nations unies.

Un premier groupe se concentrera sur le déminage car beaucoup de
mines sont présentes au Sud Liban. Un deuxième groupe s'occupera
d'installer un hôpital, demandé pour le 5 octobre par les Nations
unies. Un troisième groupe participera aux troupes de
communication. Le quatrième groupe est un groupe du génie et un
cinquième groupe aura la responsabilité de protéger les différentes
troupes envoyées: les démineurs, ceux de l'hôpital, ceux du génie. Ce
groupe de protection sera composé au départ de 80 soldats et, par la
We zullen met 302 soldaten
beginnen en in de loop van 2007
het aantal tot 400 optrekken.

We hebben met de Verenigde
Naties afgesproken welke taken
we moeten vervullen. De VN
hebben de prioriteiten vastgesteld:
er komt een ontmijningsdienst,
een medische groep (men heeft
gevraagd tegen 5 oktober een
hospitaal in te richten), een sectie
genie en een eenheid die de
troepen moet beschermen en in
de eerste fase uit 80 en
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
suite, s'élèvera à 138 soldats. Ils seront évidemment équipés en
fonction des tâches à accomplir.
vervolgens uit 138 soldaten zal
bestaan. Die laatste eenheid zal
over het gepaste materieel
beschikken.
Belangrijk is dat de troepen van de VN uiteraard een aantal
opdrachten krijgen. De voornaamste opdracht is ervoor zorgen dat het
leger van de Libanese autoriteiten, dat in volle ontwikkeling is,
geleidelijk aan de volledige controle van Zuid-Libanon kan
overnemen. De bedoeling is niet om een blijvende stabilisatiemacht in
Zuid-Libanon te installeren en de wapeninvoer en ­uitvoer te blijven
controleren op de Libanese en Syrische grens. De bedoeling is om
van bij de aanvang een hulp te zijn voor Libanon en de Libanese
autoriteit. Dat is ook de reden waarom, op basis van resolutie 1701,
zowel Israël als Libanon zich hebben uitgesproken voor het sturen
van een VN-stabilisatiemacht naar Zuid-Libanon. Het is dus niet
alleen de internationale gemeenschap die dit vraagt op basis van de
resolutie van de Veiligheidsraad. Zowel de Staat Israël als de staat
Libanon geven dus hun instemming om deze VN-vredesmacht op het
terrein te hebben. Het is dus niet alleen de bedoeling om geleidelijk
aan te stabiliseren, maar de situatie ook over te dragen aan de
Libanese autoriteiten.

De voorzorgsmaatregelen die wij hebben genomen, stoelen op de
volgende elementen. Ten eerste, het is een robuust mandaat dat aan
de VN-vredesmacht werd gegeven. Het betreft namelijk het hoofdstuk
VI, maar grotendeels met de inhoud van hoofdstuk VII. Dat betekent
concreet dat alle maatregelen kunnen worden genomen, dus niet
alleen inzake zelfverdediging maar ook om alle situaties die zich
daarbij zouden kunnen voordoen de baas te kunnen. Dit is immers
geen missie zonder risico's. Dat wil ik ook heel duidelijk aan de leden
van de commissie vertellen. Het is uiteraard een missie die een aantal
risico's inhoudt. Het was dus van uitzonderlijk belang dat er zowel
inzake het mandaat, de rules of engagement als inzake de
bewapening, voldoende voorzorgsmaatregelen werden genomen.

Die voorzorgsmaatregelen zijn, in de eerste plaats, een mandaat dat
stoelt op hoofdstuk VI, maar grotendeels met de inhoud van
hoofdstuk VII en met de mogelijkheid om, naast de klassieke
zelfverdediging, acties te ontwikkelen om te komen tot de stabilisatie
in Zuid-Libanon. Daarbij wordt een heel brede waaier van
mogelijkheden toegelaten.

Een tweede belangrijke punt was dat wij bij de troepen die wij sturen
ook een eigen protectiemacht van 138 soldaten meesturen, die naast
de VN-troepen ook de protectie van de Belgische troepen zullen
waarborgen.

Een derde heel belangrijk punt ­ voor degenen die destijds, zoals
ikzelf, de operatie in Rwanda in detail hebben geanalyseerd ­ naast
een robuust mandaat en een veiligheidsmacht is bovendien het
voorzien in het nodige materiaal. In totaal zullen ongeveer 30
gepantserde voertuigen, naast andere voertuigen, de operatie
vergezellen.

Waarover gaat het? Het gaat over 14 M113's. Dat zijn gepantserde
infanterievoertuigen die troepen op de grond vervoeren. Er zijn ook 3
Pandurs, gepantserde voertuigen op wielbasis die essentieel
La force de paix des Nations
Unies a pour principale mission de
permettre aux autorités libanaises
de reprendre progressivement le
contrôle de l'ensemble du Sud-
Liban. Il ne s'agit pas d'installer
une force de stabilisation des
Nations Unies dans la région.
Israël comme le Liban se sont
exprimés en faveur de l'envoi
d'une force de stabilisation des
Nations Unies au Sud-Liban sur la
base de la résolution 1701 des
Nations Unies. La communauté
internationale n'est donc pas seule
à réclamer une force de
stabilisation.

L'opération de paix des Nations
Unies repose sur un mandat
important qui porte principalement
sur le Chapitre VI et s'étend
essentiellement au contenu du
Chapitre VII. Il autorise toute
mesure requise pour se défendre
ou pour parer à toute éventualité.
La mission n'est en effet pas sans
risques et il est dès lors capital
que des précautions suffisantes
soient prises.

La Belgique enverra également au
Liban sa propre force de
protection, forte de 138 hommes,
qui garantira la sécurité des
troupes belges, conjointement
avec les troupes des Nations
Unies.

Par ailleurs, le matériel nécessaire
sera également fourni. Environ
trente véhicules blindés
accompagneront partiellement
l'opération.

Il s'agit de quatorze véhicules
blindés d'infanterie du type M113,
de trois véhicules blindés sur
roues de type Pandu qui serviront
principalement d'ambulances et de
treize véhicules à chenilles de type
AIFV pourvus d'une puissance de
feu.
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
ambulancevoertuigen zijn. Dan zijn er nog 13 AIFV's, gepantserde
voertuigen die vuurkracht bezitten. In casu gaat het om 30mm-
vuurkracht. Met andere woorden, het zijn gepantserde rupsvoertuigen,
net als de M113's dus behalve dan dat dit gepantserde
rupsvoertuigen zijn die de infanterie op het terrein kunnen brengen en
dat de 13 AIFV's gepantserde voertuigen zijn die over eigen
vuurkracht beschikken.

Die 30 gepantserde voertuigen vormen de basis van de
veiligheidstroepen, het veiligheidsdispositief dat daar specifiek
ontplooid zal worden voor de verschillende taken die het Belgische
leger daar zal uitvoeren.

Uiteraard zal het Belgische leger maar een onderdeel zijn van een
veel ruimere VN-macht, die in totaal zal bestaan ­ zoals u zult merken
in de documenten die ik nu laat uitdelen ­ uit 8 gemechaniseerde
infanteriebataljons en daarnaast minstens nog drie
verkenningsbataljons en natuurlijk ook de nodige bataljons die zich
bezig houden met engineering, waaronder onze genie en onze
ontmijningsdiensten, alsmede uiteraard de verschillende logistieke en
medische diensten, waarvan ook wij met onze medische faciliteiten
deel zullen uitmaken.

Voor het totaal, mijnheer de voorzitter, voorzien de VN ­ althans, dat
is wat wij van Kofi Annan, de secretaris-generaal, rechtstreeks te
horen gekregen hebben ­ dat zij alle troepen op vrij korte termijn ter
beschikking zullen hebben om de drie golven te kunnen ontplooien in
Libanon.

Ik meen in elk geval dat wij binnen het mandaat, en binnen de
aanbevelingen die door de Senaat in verband met de Rwandaoperatie
tot stand gebracht zijn, hier een beslissing hebben genomen die niet
alleen belangrijk is maar die zich ook opdringt en die, naast de
operatie die wij uitvoeren in Afghanistan, naast de operatie die wij
uitvoeren in Kosovo en uiteraard naast onze deelname aan de
Europese operatie in Bosnië, de vierde grote operatie is die wij als
België uitvoeren.

Ik meen ook dat de voorbije weken hebben getoond dat Europa
bereid is, en is staat is, op het vlak van Defensie ­ want daar gaat het
hier over ­ en binnen het multilaterale kader dat gecreëerd is door de
VN, een eigen, autonome, inspanning te leveren. Persoonlijk verheug
ik mij daarover. Ik ben er al lang voorstander van, niet los van de
NAVO maar als een pijler van de NAVO, een eigen Europese
defensie-identiteit te ontwikkelen. Ik meen dat, zonder dat het de
initiële bedoeling was van alles wat er de voorbije weken is gebeurd,
deze operatie ook een belangrijke stap is om binnen het kader van
het Atlantisch bondgenootschap als geheel die Europese defensie-
identiteit en die Europese defensiepijler te ontwikkelen.

Voorzitter Anne-Marie Lizin: Ik dank de eerste minister voor zijn
betoog en vraag aan de heer De Gucht, minister van Buitenlandse
Zaken en aan de heer Flahaut, minister van Landsverdediging, of zij
hieraan iets willen toevoegen, maar dat blijkt niet het geval te zijn.

L'armée belge fera partie d'une
force de l'ONU beaucoup plus
large composée de huit bataillons
d'infanterie mécanisée, de trois
bataillons de reconnaissance, de
bataillons chargés de l'ingénierie
incluant nos troupes du génie et
nos services de déminage, ainsi
que de plusieurs services
logistiques et médicaux auxquels
nous participeront également.

Le secrétaire général de l'ONU, M.
Kofi Annan, nous a donné
l'assurance que toutes les troupes
seront disponibles à bref délai, de
manière telle ques les trois vagues
pourront être déployées au Liban.

Il a été tenu compte des
recommandations formulées par le
Sénat concernant les opérations
au Rwanda. Il s'agira pour la
Belgique de la quatrième grande
opération, après l'envoi de troupes
en Afghanistan, au Kosovo et en
Bosnie.

Au cours des dernières semaines,
l'Europe a fait la preuve de sa
capacité à fournir en toute
autonomie des efforts en matière
de défense et de sa volonté de le
faire. Je me félicite qu'elle soit en
mesure de développer sa propre
identité dans le domaine de la
défense en tant que pilier de
l'OTAN.
Philippe Monfils, président: Nous allons donner la parole aux
collègues qui la demandent. Comme nous le faisons à la Chambre,
nous commencerons d'abord par un membre de l'opposition et nous
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
alternerons ensuite, en n'oubliant pas les sénateurs, comme M.
Mahoux, par exemple.
01.02 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Monsieur le président, je
vous remercie.

Philippe Monfils, président: Je suis trop bon, n'est-ce pas?

Je donne la parole en premier lieu à M. De Crem.
01.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, heeft het zin
dat wij deze vergadering opsplitsen in twee vergaderingen?

Mijn constructief voorstel is om de discussie aan te gaan. U had
voorgesteld om een pauze in te lassen. Ik zou de vergadering gewoon
samen laten verlopen.
01.03 Pieter De Crem (CD&V): Je
me demande s'il est bien judicieux
de scinder cette réunion en deux
parties. Je propose de tenir une
seule réunion.
Philippe Monfils, président: Monsieur De Crem, vous mettez le
doigt sur une situation un peu cocasse, puisque les sénateurs sont
présents, mais n'ont pas à déposer des motions motivées à la suite
d'une demande d'interpellation au ministre. C'est la raison pour
laquelle, formellement, deux réunions étaient prévues. Maintenant, si
les interpellateurs et les membres devant poser leurs questions
considèrent qu'il faut une réunion d'ensemble, et que les motions
motivées éventuelles doivent être déposées ultérieurement et
débattues le cas échéant en l'absence des sénateurs, ce n'est pas la
peine de tenir deux réunions. Je crois que M. Moriau avait
parfaitement raison de proposer cette formule.

Si les collègues sont d'accord, nous suivons le débat dans sa totalité,
puis nous laisserons les sénateurs partir pour que nous puissions lire
les motions motivées qui auront été éventuellement déposées. Le cas
échéant, s'il y a quelque chose à ajouter, cela se fera entre
parlementaires de la Chambre.
Voorzitter Philippe Monfils: De
formele reden waarom we deze
vergadering in twee splitsen is dat
de senatoren na de interpellaties
geen moties van aanbeveling
kunnen indienen. Maar als de
leden het daarmee eens zijn,
kunnen we slechts een
vergadering houden, waarna de
senatoren zich terugtrekken en we
vervolgens de moties die
eventueel werden ingediend,
kunnen lezen.
01.04 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Monsieur le président, au
nom du Sénat, je voudrais rappeler que, puisque nous nous trouvons
en réunion de commission, nous avons l'occasion de déposer aussi
une motion en fin de réunion, mais qui ne vaudra évidemment que
pour le Sénat.

Comment pourrait-il en être autrement, d'ailleurs?

Philippe Monfils, président: Vous passerez du côté gauche pour
déposer une motion.
01.04 Philippe Mahoux, senator
(PS): De senatoren kunnen moties
indienen die echter uiteraard
alleen de Senaat aangaan.
01.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, over de werkzaamheden moeten er mij toch twee zaken
van het hart.

Ten eerste, ik betreur het dat de documenten die de regering
meebrengt, nu pas uitgedeeld worden. We kunnen elektronisch, per
fax of per kabel communiceren. Ik dacht dat het in dit geval misschien
interessant zou geweest zijn om die documenten wat vroeger te
krijgen. Dat is maar één opmerking.

Ten tweede, ik ben van mening ­ en u had het daarstraks over
ontmijners ­ dat men hier aan het proberen is om een kamerdebat,
01.05 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Pourquoi ne
distribuez-vous les documents que
maintenant?

J'ai l'impression que le
gouvernement cherche à
désamorcer le débat. Avec
quelques autres députés, j'ai
d'abord déposé une demande
d'interpellation. Le gouvernement
a ensuite annoncé qu'il ferait une
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
een parlementair debat te ontmijnen, vanuit regeringsstandpunt
gezien. Want als men de historiek van dit debat bekijkt, kan ik alleen
maar vaststellen dat onder meer ikzelf maar ook andere collega's van
de Kamer eerst een interpellatie ingediend hebben, dat daarna de
regering meegedeeld heeft dat ze een verklaring zou afleggen, wat
haar recht is te allen tijde, en dat men dan Kamer en Senaat heeft
laten samenbrengen.

Ik heb daar allemaal geen bezwaar tegen maar ik denk, ten eerste,
dat het dan ook billijk is dat de interpellaties in één keer gehouden
worden en dat het inept is om het debat in twee te kappen. Ten
tweede zou men dan het Reglement van de Kamer moeten toepassen
in verband met de interpellaties en de uiteenzettingen. Ons
Reglement bepaalt dat dit allemaal chronologisch zou verlopen. Ik
denk dat het passend, billijk en rechtvaardig zou zijn dat dat hier
gebeurt.
déclaration et convoquerait la
Chambre et le Sénat. Je propose
de ne pas scinder cette réunion en
deux parties et de faire en sorte
que les interpellations puissent
être développées
chronologiquement, comme le
prévoit le Règlement de la
Chambre.
Philippe Monfils, président: Monsieur Van den Eynde, sur ce plan,
je suis d'accord avec vous. À partir du moment où l'on opte pour une
séance unique, il est normal que les collègues qui ont déposé des
questions ou des interpellations soient les premiers à intervenir. Je
n'ai aucune objection à ce que MM. Van den Eynde et De Crem
interviennent en premier lieu, suivis de Mmes Vautmans et Wiaux et
des autres collègues. Une seule réunion étant consacrée à cette
problématique, si chacun est d'accord, la logique veut que l'on
entende tout d'abord les collègues qui ont déposé les questions et
interpellations en respectant le temps imparti à ces dernières. Les
autres intervenants ne s'accrochant pas à une interpellation peuvent
donc intervenir sans limite de temps de parole. Monsieur Van den
Eynde, vous avez tout à fait raison. Le Règlement est ainsi fait. Je
vais donc donner la parole...

Patrick Moriau, président: Monsieur le président, si vous le
permettez, je vais donner lecture des noms des intervenants sans
ordre de préséance. Il convient d'en définir un: MM. Mahoux, Hasquin,
Van den Eynde, Galand, De Crem, Destexhe, Dubié, Vautmans,
Verhaert, Lionel Vandenberghe, Boukourna et Wiaux.

Philippe Monfils, président: Pour simplifier les choses, nous
donnerons tout d'abord la parole aux interpellateurs et ensuite aux
collègues qui ont posé des questions sur le sujet. Deux interpellations
seront donc développées et trois questions seront posées. Ce n'est
qu'ensuite que nous donnerons la parole aux collègues qui ne figurent
pas parmi cette liste, mais qui ont demandé la parole.

Pas d'observation? (Non).

M. Van den Eynde sera notre premier intervenant, puis M. De Crem.
J'ignore si la question de M. De Groote est relative à la même
problématique. Je suppose que oui.
01.06 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, ik dank u voor de toepassing van het Reglement.

U zult begrijpen dat de tekst die ik breng, willens nillens gebaseerd is
op wat wij de jongste dagen over deze operatie in Libanon hebben
kunnen vernemen en helemaal niet op de tekst die jammer genoeg zo
01.06 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Mon
interpellation est, nolens, volens,
basée sur l'actualité des derniers
jours et non sur le texte du
gouvernement dont je regrette qu'il
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
laat door de regering hier is ingediend. Ik vind dat men dit iets vroeger
had kunnen doen.

Mijnheer de eerste minister, ik heb vernomen uit de krant ­ u hebt dat
hier bevestigd ­ dat het in feite de bedoeling is dat België een
substantiële bijdrage zou leveren aan deze operatie. Dat blijkt wel,
want naast een aantal grote Europese landen ­ Frankrijk, Spanje en
Italië ­ doen, voor zover wij nu al weten, misschien wel een aantal
kleine landen mee, maar met een heel klein contingent. Ik heb zelfs
gelezen dat één land vijftien soldaten stuurt. Wij vallen op tussen die
niet-grote landen met een contigent dat uiteindelijk de 400 eenheden
zal benaderen, wat enorm is in verhouding tot die andere landen. Het
is dus een substantiële bijdrage.

U hebt zowel in de pers als hier vandaag herhaald dat dit niet zonder
risico is. U zult begrijpen dat een parlementslid met zekere zin voor
verantwoordelijkheid ten overstaan van wat gaat gebeuren, zich
zorgen maakt over wat u als "niet zonder risico" betitelt.

Ik wil u eraan herinneren, mijnheer de eersteminister, collega's, dat
we ter zake in Libanon ervaring hebben. Op 23 oktober 1983
organiseerde Hezbollah ­ het gaat hier over Hezbollah ­ twee
spectaculaire aanslagen in Beiroet, de ene tegen de Amerikaanse
kazerne en een andere tegen een Franse kazerne. In totaal vielen er
toen 241 soldaten, in twee bomaanslagen. Dat is bijna evenveel als
het begin van het Belgische contigent dat u naar ginder stuurt. Dit was
maar het tweede hoofdstuk van een verhaal dat een paar maanden
vroeger was begonnen, met een aanslag op de Amerikaanse
ambassade, waarbij 63 doden gevallen waren. Met andere woorden,
dat was daar een serieuze slachtpartij op soldaten, collega's, die daar
ook waren in het kader van een operatie om de Israëli's en het
conglomeraat ­ ik kan het niet anders noemen ­ van moslimgroepen
uit Libanon te scheiden.

De Hezbollah moet ontwapend worden ­ dat zou de bedoeling zijn ­,
of, ten minste ­ ik citeer de minister van Buitenlandse Zaken, vorige
week vrijdag over de radio ­ "een gebied zou moeten ontwapend
worden, met name Zuid-Libanon". Heren van de regering, het
probleem is dat de Hezbollah duidelijk niet ontwapend wíl worden. De
Hezbollah, die in 1983 al zo gevaarlijk was, is op dit ogenblik nog veel
sterker geworden. Ik wil u eraan herinneren dat het Israëlisch leger
het meest gemotiveerde en het meest getrainde leger van de wereld
is. Het leger van Israël is het leger met de meeste oorlogservaring ter
wereld. Niet ten onrechte zei de eerste minister daarnet dat het
conflict al duurt van voor de stichting van Israël, van voor 1947. Ik
herinner u eraan dat de avond dat de Verenigde Naties de stichting
van Israël goedkeurden, het land Israël onmiddellijk werd aangevallen
door alle Arabische buurlanden. Met andere woorden, het leger met
de meeste ervaring en het meest gemotiveerde leger ter wereld is er
deze keer niet in geslaagd om in een militaire operatie in Libanon de
Hezbollah uit te schakelen. Integendeel, tot het laatste ogenblik, tot
net voordat het staakt-het-vuren in voege ging, is de Hezbollah erin
geslaagd om Noord-Israël te beschieten met raketten, en als dat
voorbij was, om nog te schieten op Israëlische troepen die nog
overbleven in Libanon. Met andere woorden, de Hezbollah van nu
staat veel sterker dan de Hezbollah van toen. Dat is een risico dat
volgens mij niet zomaar weggeveegd mag worden.
vienne seulement d'être rendu
public. La Belgique veut donc
fournir une contribution
substantielle à cette opération des
Nations Unies au Liban en
fournissant quelque 400 casques
bleus. Ce chiffre est énorme en
comparaison des contributions des
autres petits Etats membres. Le
premier ministre admet que cette
opération n'est pas dénuées de
risques, de sorte qu'une certaine
inquiétude se justifie. En 1983,
différents attentats à la bombe
contre une caserne française et
une caserne américaine et contre
l'ambassade américaine avaient
fait trois cents morts à Beyrouth.
Les victimes étaient des soldats
déployés dans la capitale libanaise
pour séparer les Israéliens du
conglomérat de musulmans qui
allait devenir le Hezbollah que
nous connaissons aujourd'hui. De
plus, le Hezbollah n'a absolument
pas l'intention de désarmer le Sud-
Liban. Israël a beau posséder
l'armée la mieux mobilisée, la
mieux entraînée et la plus
expérimentée du monde, il n'a pas
réussi à vaincre le Hezbollah qui
est plus fort que jamais.

Nos soldats devront prêter main-
forte à l'armée libanaise. Cette
armée représente une nation dont
le gouvernement compte dans ses
rangs des ministres du Hezbollah.
Un tiers du parlement libanais est
en outre lié au Hezbollah. Il ne fait
donc aucun doute que le
Hezbollah a également infiltré
l'armée libanaise. Par conséquent,
nous ne devons pas compter sur
l'armée libanaise pour assurer la
sécurité de nos soldats. Le terrain
est très difficile pour les troupes
occidentales alors que le
Hezbollah connaît le terrain
comme sa poche. Enfin, l'armée
envoyée au Liban est constituée
de soldats de différentes
nationalités et comporte un fort
contingent de militaires originaires
de Malaisie, d'Indonésie et du
Bangladesh.

L'Indonésie et le Bangladesh sont
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ten tweede, er wordt gesproken over het Libanese leger. Men rekent
zo'n beetje op het Libanese leger om de zaken over te nemen, en
toch ook een beetje om bij te staan. Ik wil er toch aan herinneren dat
het Libanese leger een natie vertegenwoordigt, Libanon, waarvan de
regering onder meer gevormd is door Hezbollah-ministers. Eenderde
van de parlementsleden van het Parlement van Libanon zijn mensen,
rechtstreeks van Hezbollah of ermee gelieerd. Met andere woorden,
men moet ons niet komen vertellen dat Hezbollah niet sterk
vertegenwoordigd is in het Libanese leger. Op die kaart moet u dus
niet te veel rekenen voor de veiligheid van uw troepen.

Bovendien is er het feit dat het terrein waar we gaan opereren, Zuid-
Libanon, tactisch niet zo eenvoudig te gebruiken is. Dat is niet het
vlakke land zoals het onze. Het is een terrein dat sterk lijkt op de
Ardennen. De mensen van Hezbollah zijn daar thuis, ze weten wat ze
daar doen, ze kennen er elke rots, elke grot, elke plooi van het terrein.
Onze troepen ­ daarmee bedoel ik de Westerse troepen, dus niet
alleen de Belgische ­ zullen daar in het begin toch even verloren
lopen, en "in het begin" gebruik ik dan nog eufemistisch.

Zij moeten dat dan nog doen in het kader van een disparaat leger,
samengesteld uit troepen uit verschillende landen. Ik heb reeds een
aantal Europese landen genoemd, maar naar verluidt wordt in dat
leger ook een sterk contingent verwacht uit Maleisië, uit Indonesië en
uit Bangladesh. Dit was tot zaterdag officieel nieuws. U zegt nu niet
Maleisië, wel Indonesië en Bangladesh? Ik wil er u aan herinneren dat
deze landen niet alleen islamitisch zijn, maar in het jongste conflict
tussen Hezbollah en Israël, voorzichtig uitgedrukt, alleszins geen partij
hebben gekozen voor Israël en zich zeker niet neutraal hebben
opgesteld. Die landen erkennen Israël trouwens niet. Er zijn heel wat
betogingen geweest in, onder meer, Indonesië uit sympathie voor
Hezbollah. Ik heb, weer eens voorzichtig uitgedrukt, ook daar de
indruk dat de motivering niet zo formidabel zal zijn om de strijd zeer
zwaar te voeren.

Mijnheer de eerste minister, een laatste opmerking over de veiligheid.
Oorspronkelijk had men ons gezegd dat de Duitse troepen niet in het
zuiden van Libanon opgesteld wilden worden om te vermijden dat
Duitse en Joodse soldaten oog in oog zouden staan. Dan heeft men
ons verteld dat zij de Syrische grens zouden bewaken, maar daarop
werd meegedeeld dat Libanon dit niet apprecieerde en Hezbollah nog
minder. Er zou dus geen bewaking zijn van de Duitsers aan de
Syrische grens. De vraag is dan of de Syrische grens bewaakt zal
worden, want de wapens van Hezbollah komen uiteraard daarlangs
binnen.

Ik had het tot hier over de kant van Hezbollah, maar er is ook nog de
kant van Israël. Ik ben ervan overtuigd dat Israël zijn woord gestand
zal doen inzake de aankomst van dit korps. De eerste minister heeft
er al naar verwezen dat Israël van een ander allooi is dan Hezbollah,
dat geen natie of staat is, maar een terroristische groepering. Ik hecht
op dat vlak meer waarde aan het woord van Israël. Wij weten echter
ook dat Israël ondanks het feit dat er een heel leger zal staan om
Hezbollah tegen te houden, bij gebeurlijke infiltratie in Israël slechts
op zichzelf zal rekenen om Israël te verdedigen. Ik kan dat wel
begrijpen. U weet dat Israël er niet voor zal terugdeinzen om terug te
slaan. Wat er dan gebeurt met de troepen die tussen de vuurlijnen
zitten, is een andere zaak. Ik vestig er uw aandacht op dat bij het
des pays musulmans qui ne
reconnaissent même pas
l'existence d'Israël. Ils n'ont pas
fait preuve de neutralité dans le
conflit entre Israël et le Hezbollah
et, en Indonésie, on a même
assisté à de très importantes
manifestations en faveur du
Hezbollah. On peut donc se poser
des questions sur la motivation de
ces troupes.

Par ailleurs, on ignore toujours qui
exactement surveillera la frontière
syrienne. C'est précisément par
cette frontière que transitent les
armes destinées au Hezbollah.
S'il devait y avoir des infiltrations
sur le territoire israélien, Israël ne
compterait que sur lui-même et
répliquerait, malgré la présence
d'une importante force
internationale. Les récents
bombardements ont déjà coûté la
vie à plusieurs membres du
personnel de l'ONU.

Alors donc que les risques sont
très importants, M. Goris, dans
une interview au journal De
Standaard
du 18 août, ramène
tout le dossier à la volonté de la
Belgique de jouer dans la cour des
grands. L'enjeu ne serait donc
pas tant la pacification que le
prestige du gouvernement et du
premier ministre. La coalition
violette mène d'ailleurs depuis des
années une politique étrangère
francophile, fondée sur des liens
d'amitié avec la France et sur la
nostalgie d'un rôle à jouer sur
l'échiquier mondial. Les
francophones aimeraient faire de
ce petit pays une puissance
mondiale mais l'entreprise n'est
pas sans danger. Qu'il me soit
permis de rappeler la fable de la
Fontaine sur la grenouille qui
voulait se faire aussi grosse que le
boeuf.
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
jongste conflict mensen van de Verenigde Naties het leven hebben
gelaten bij bombardementen. In deze situatie stuurt u onze troepen:
een situatie met een zeer zwaar risico.

Men kan zich afvragen waarom.

Patrick Moriau, président: Monsieur Van den Eynde, je vous signale
qu'il vous reste une minute. Nous avons en effet une vingtaine
d'intervenants et je dois appliquer le Règlement.
01.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Het waarom is, zo
zegt men ons, de vrede en onze verantwoordelijkheid. Maar ik lees in
het interview van de heer Goris, woordvoerder van uw partij voor
defensieaangelegenheden, mijnheer de eerste minister, in De
Standaard van 18 augustus dat "wij willen meepraten met de groten".

Het komt dus aan op niet zozeer de vrede, maar het prestige van de
regering en van de eerste minister, waarschijnlijk in de hoop op een
Europese carrière later. Of misschien ­ ook dit is in ons verhaal van
belang ­ is het omdat de paarse regering sinds haar installatie in
België, eerst nog met Michel, een buitenlandse politiek voert die veel
meer op Frankrijk gericht is dan de vorige, enerzijds uit vriendschap
voor Frankrijk en anderzijds uit heimwee, die zo typisch is voor de
francofonie, naar een grote politieke rol in de wereld van ons klein
land, waarvan zij plots een grote wereldmacht wil maken. Ik verwijs in
dat verband naar het mooie gedicht van Jean de la Fontaine over de
kikker die zichzelf wou opblazen tot een rund.
01.08 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, wij hebben enige weken geleden in de Kamer ook
een debat gevoerd naar aanleiding van de oorlog in Libanon en de
eventuele mogelijkheid van de deelname van Belgische troepen aan
een internationale troepenmacht voor Zuid-Libanon. Wij hebben toen
met de Vlaamse christen-democraten gezegd dat wij principieel met
een Belgische bijdrage akkoord konden gaan, mits inachtneming van
een aantal belangrijke voorwaarden. Wij vonden dat er een
belangrijke, sterke troepenmacht moest zijn met een duidelijk
mandaat en dat er minimale veiligheidsgaranties moesten zijn voor de
ook door ons in te zetten troepen. Die inzet van de Belgische troepen
diende natuurlijk te kaderen in een gecoördineerd aanbod van de
Europese Unie. Er mocht volgens ons ­ daar is al een antwoord op
gekomen ­ ook geen afbreuk worden gedaan aan de andere
internationale verbintenissen die wij in het kader van Europa of de
UNO vervullen.

Het standpunt van de Vlaamse christen-democraten is duidelijk. Als
België geloofwaardig in de Europese Unie wil overkomen en als de
unie een rol wil spelen in de wereld, dan kunnen de unie en België
niet afzijdig blijven van een zo belangrijke crisis in het Midden-Oosten.

Wij juichen natuurlijk toe ­ het is misschien wat overdreven te zeggen
dat de vijandelijkheden in Zuid-Libanon ondertussen zijn gestopt ­ dat
de VN zich eenparig achter resolutie 1701 hebben geschaard, waarin
een aantal basiselementen voor een duurzame regeling van het
conflict staat en waaruit ook een troepenmacht voortvloeit die zo snel
mogelijk in Zuid-Libanon moet worden ontplooid.

Wij zijn echter van oordeel ­ dit is niet alleen ons standpunt ­ dat de
01.08 Pieter De Crem (CD&V): Il
y a quelques semaines déjà, nous
avons débattu d'une participation
éventuelle de la Belgique aux
opérations de l'ONU dans le Sud-
Liban. Le CD&V s'était rallié au
principe d'un tel accord à certaines
conditions: fort contingent avec un
mandat précis, garanties de
sécurité pour nos soldats et offre
coordonnée de l'UE. Par ailleurs,
notre participation ne devait
nullement porter préjudice à nos
autres engagements
internationaux dans le cadre de
l'Europe ou de l'ONU. Si nous
voulons que l'UE joue un rôle dans
le monde, nous ne pouvons rester
sur la touche au Moyen Orient.

Nous nous réjouissons bien sûr de
l'arrêt des hostilités et de la
résolution 1701 des Nations Unies.
Il s'agit d'un premier pas sur la
voie de l'intervention rapide d'une
force armée internationale et du
règlement durable du conflit. La
résolution étant trop vague et
ambiguë, des accords
complémentaires ont été conclus.
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
VN-resolutie op sommige punten vaag en ambigu is en te veel ruimte
laat voor uiteenlopende interpretaties door de strijdende partijen, en
dat ze ook een aantal onduidelijkheden in het mandaat van de
troepenmacht in zich houdt. De aanvullende overeenkomsten, die er
nadien zijn gekomen, hebben dat ten dele kunnen opvangen, maar er
blijft toch nog heel wat onduidelijkheid. Dat zal toch als een schaduw
blijven hangen over de manier waarop de weerbaarheid, alsook de
veiligheid van onder andere onze troepen zal kunnen worden
gegarandeerd.

Wij stellen ook met genoegen vast dat de EU ongeveer de helft van
de troepenmacht zal leveren en door de internationale gemeenschap
als een ruggengraat van de troepenmacht wordt beschouwd. Wij
rekenen er ook op dat de volledige troepensterkte, die in de resolutie
van de VN wordt voorgesteld, op korte termijn wordt bereikt, met ook
betekenisvolle bijdragen van Arabische of nog andere islamitische
landen. Ik denk dat men ter zake ook op goede weg is.

Waarop wij vandaag echter vooral willen wijzen, is dat de situatie op
het terrein in Zuid-Libanon, in weerwil van de grote en noodzakelijke
inspanningen die er door de internationale gemeenschap op
humanitair en diplomatiek vlak zijn gepleegd, toch bijzonder moeilijk
en bijzonder gevaarlijk blijft. Een aantal vragen en onduidelijkheden
blijven. Ik vind dat wij daarover naar aanleiding van het debat meer
klaarheid moeten krijgen.

Laten we nogmaals duidelijk zijn. Zoals we het in het debat van enige
weken geleden hebben gezegd, de ontwapening van Hezbollah en het
herstel van het gezag van de Libanese regering over het hele
Libanese grondgebied zijn de sleutelelementen van een houdbare
pacificatie in de Libanees-Israëlische regio. Maar Hezbollah heeft tot
nader order nog altijd geen overtuigende blijk gegeven van een
bereidheid tot ontwapening of tot terugtrekking uit Zuid-Libanon. Alles
wijst erop dat de Libanese regering ook vandaag nog niet in staat is of
bereid is om ook maar de ontwapening van Hezbollah in het
perspectief te zetten.

De geschiedenis leert ons - en we moeten vandaag ook veel uit de
geschiedenis leren denk ik - dat Hezbollah, ook voor de internationale
gemeenschap, een bijzonder onvoorspelbare en levensgevaarlijke
dreiging vormt voor de vrede in de regio, voor de vrede in het Midden-
Oosten en eigenlijk ook voor de stabiliteit op wereldvlak.

Wij menen dat, zolang er geen duidelijke overeenkomst is gemaakt
en zolang er geen nauwkeurig scenario over de ontwapening van
Hezbollah bestaat, de internationale troepenmacht en bijgevolg ook
de Belgische soldaten, zich in Zuid-Libanon op zeer gevaarlijk terrein
bevinden, hoe sterk de vredesgaranties en de veiligheidsgaranties op
papier ook mogen zijn.

De eerste vraag aan de regering, vertegenwoordigd door de eerste
minister, de minister van Buitenlandse Zaken en door de minister van
Defensie, blijft: door wie en op welke manier zal Hezbollah ontwapend
worden? Dat is dus de belangrijkste vraag in het debat.

Israël van zijn kant wil zich pas volledig uit Zuid-Libanon terugtrekken
en zijn blokkade van Libanon volledig opheffen wanneer de
internationale troepenmacht samen met het Libanese leger is
Il subsiste toutefois des zones
d'ombre, notamment en ce qui
concerne la capacité de résistance
et la sécurité des troupes.

Nous nous félicitons par ailleurs
de ce que l'Union européenne
constitue l'ossature de la force
militaire. Pour réunir l'effectif
requis, il faudra toutefois pouvoir
tabler sur un apport plus important
des pays arabes et islamiques.

La situation sur le terrain au Sud-
Liban reste extrêmement
complexe et dangereuse. Une
pacification véritable passe
nécessairement par le
désarmement du Hezbollah et le
rétablissement de l'autorité du
gouvernement libanais sur
l'ensemble du territoire libanais. Le
Hezbollah, qui constitue une
menace pour la stabilité dans la
région et à l'échelle mondiale,
n'est pas disposé à désarmer et le
gouvernement libanais ne semble
pas capable de restaurer son
autorité. Des garanties de sécurité
existent sur le papier pour la force
armée qui s'aventurera dans ce
guêpier mais comment le
Hezbollah sera-t-il désarmé
concrètement ?

Reste Israël, qui veut à tout prix
empêcher le réarmement du
Hezbollah en stationnant des
troupes à la frontière libano-
syrienne, ce dont la Syrie ne veut
pas entendre parler. Israël persiste
à se réserver le droit de mener
des opérations militaires
défensives, ce que semble
autoriser la résolution. C'est la
preuve ­ une de plus - de la
fragilité du cessez-le-feu. Peut-on
espérer une cessation des
hostilités plus durable ? En
d'autres termes, les troupes
internationales feront-elles en
sorte qu'Israël puisse retirer ses
propres effectifs ?

Cette mission permet à l'Europe
de jouer un rôle à part entière sur
le plan mondial. La Belgique ne
pouvait se tenir en retrait. Nous
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
ontplooid en efficiënt genoeg blijkt om de uitvoering van resolutie
1701 af te dwingen, met inbegrip van de ontwapening van Hezbollah,
waar ik het net over had, maar wil daarbij ook de herbewapening van
Hezbollah absoluut vermijden.

Wat die herbewapening betreft, eist Israël dat de internationale
troepenmacht ook wordt ingezet aan de Syrisch-Libanese grens, wat
door Syrië thans ­ vanmorgen nog bevestigd ­ wordt verworpen als
een vijandig gebaar. Bovendien neemt Israël, ook voor de inzet van
onze troepen bijzonder belangrijk in de hele appreciatie ervan, de
vrijheid om, ondanks de stopzetting van de vijandelijkheden,
zogenaamde defensieve militaire operaties te blijven uitvoeren. Het
zijn net die operaties, waarvoor resolutie 1701 Israël eigenlijk nog
altijd voldoende ruimte biedt, die maken dat het bestand dat er nu is,
bijzonder fragiel is en eigenlijk, naar onze mening, nauwelijks
werkbaar zal zijn.

Onze tweede vraag aan de regering is: beantwoordt de geplande
ontplooiïng en de opdracht van de internationale troepenmacht in
Zuid-Libanon, in die mate aan de eisen van Israël dat een spoedige
terugtrekking van Israël op korte termijn kan worden bewerkstelligd en
dat het voorlopige bestand tussen Israël en Hezbollah wordt
geëerbiedigd en een meer duurzaam karakter krijgt?

Ik denk dat die twee vragen in het debat moeten uitgeklaard worden
en dat ze bijzonder belangrijk zijn voor het inzetten van onze troepen.

Ten slotte, voorzitters, mijnheer de eerste minister, heren ministers,
menen wij dat het leveren van een substantiële bijdrage tot de nodige
versterking van de VN-vredesmissie UNIFIL in Zuid-Libanon ­ in de
taal van Shakespeare gezegd ­ een uitgelezen window of
opportunities is en een waaier van mogelijkheden biedt voor de
Europese Unie om een rol te spelen in de wereld op maat van haar
potentieel en van haar ambities.

België is overtuigd van het belang van een Europees buitenland- en
defensiebeleid. Wij kunnen dus niet afzijdig blijven ten opzichte van
een Europees initiatief in de gegeven crisis.

Wij loven als Vlaamse christendemocraten de inzet en het
engagement dat de Verenigde Naties en de Europese Unie zich
hebben getroost om een bijdrage te leveren tot de pacificatie in het
Midden-Oosten en wij steunen de regering in haar bereidheid
concreet bij te dragen tot de invulling van het engagement.

Belangrijke vragen in verband met de politieke en de militaire
basisvoorwaarden, van zowel de ontplooiing als van de operaties zelf,
van de internationale troepenmacht, blijven echter onbeantwoord. Ik
heb geprobeerd dat heel kort samen te vatten. Onze problemen
daarmee blijven dezelfde.

Wij mogen niet uit de weg gaan ­ en het siert de regering dat zij dat
ook niet doet ­ dat aan militaire opdrachten altijd risico's zijn
verbonden. Maar het bestaan van die risico's kan geen vrijgeleide zijn.
Die risico's moeten voor ons wel zo sterk mogelijk worden
gereduceerd. Wij erkennen dus dat de ontplooiing van een
internationale troepenmacht zeer dringend is, maar wij zijn van
oordeel dat de Belgische regering pas Belgische militairen naar Zuid-
nous félicitons dès lors de
l'engagement de l'ONU, de l'UE et
du gouvernement belge. Mais
nous estimons toujours qu'aucune
réponse satisfaisante n'a été
fournie à certaines questions. Si
toute mission militaire comporte
des risques, le gouvernement a le
devoir de les limiter. Des militaires
belges ne devront donc être
envoyés que si une réponse
précise est apportée aux
questions relatives à la sécurité.
Les règles d'engagement doivent
être formulées plus clairement. Il
convient de mieux définir aussi le
scénario d'entrée et de sortie. De
quel chapitre de la charte de
l'ONU cette mission et son
« solide» mandat relèvent-ils
exactement ? Nous devons tirer
les leçons des événements du
Rwanda.

Reste Israël, qui veut à tout prix
empêcher le réarmement du
Hezbollah en stationnant des
troupes à la frontière libano-
syrienne, ce dont la Syrie ne veut
pas entendre parler. Israël persiste
à se réserver le droit de mener
des opérations militaires
défensives, ce que semble
autoriser la résolution. C'est la
preuve ­ une de plus - de la
fragilité du cessez-le-feu. Peut-on
espérer une cessation des
hostilités plus durable? En d'autres
termes, les troupes internationales
feront-elles en sorte qu'Israël
puisse retirer ses propres
effectifs?

Cette mission permet à l'Europe
de jouer un rôle à part entière sur
le plan mondial. La Belgique ne
pouvait se tenir en retrait. Nous
nous félicitons dès lors de
l'engagement de l'ONU, de l'UE et
du gouvernement belge. Mais
nous estimons toujours qu'aucune
réponse satisfaisante n'a été
fournie à certaines questions. Si
toute mission militaire comporte
des risques, le gouvernement a le
devoir de les limiter. Des militaires
belges ne devront donc être
envoyés que si une réponse
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Libanon mag en kan sturen, wanneer zij zich kan verzekeren van
toereikende antwoorden op een aantal vragen in verband met de
veiligheid van de troepen ter plaatse.

Met andere woorden, de rules of engagement ­ het entry- en
exitscenario dat de eerste minister in een vorig leven als bijzonder
belangrijk lid van de Rwandacommissie zo naar voren heeft
geschoven en eigenlijk heeft laten inschrijven in het collectief
geheugen van ons buitenlands beleid en van onze buitenlandse
troependeelnames ­ zijn volgens mij nog onvoldoende duidelijk. Ik
kan ook nog altijd niet zien waarom de opdrachten die wij uitvoeren,
nu eigenlijk onder hoofdstuk 6 van het Handvest van de Verenigde
Naties vallen, dat inhoudt dat het de "vreedzame regeling van
geschillen" betreft, terwijl hoofdstuk 7 de maatregelen bevat die
verband houden met "bedreigingen van de vrede, vredesbreuk en
daden van agressie."

Het is een "robuust" mandaat dat gegeven wordt. Die notie wordt
toegeschreven aan de Franse minister van Defensie, die zei dat de
troepenmacht in elk geval "robuust" moet zijn. Maar ik meen dat in elk
geval, met het verleden in Rwanda achter ons, dat wij moeten
uitkijken dat wij niet in een positie terechtkomen waarbij wij in een nog
veel pijnlijker situatie kunnen eindigen.

Ik zal afronden, mijnheer de voorzitter. Dat was wat ik namens de
christendemocraten wou zeggen in dit belangrijke debat. Ik hoop dat
de regering rekening zal wensen te houden met de opmerkingen die
niet alleen wij, en ook anderen vanuit de oppositie hebben
geformuleerd, maar die, zo meen ik, de deklaag zijn waardoor de
Belgische deelname in die regio tot stand zou moeten kunnen komen.
précise est apportée aux
questions relatives à la sécurité.
Les règles d'engagement doivent
être formulées plus clairement. Il
convient de mieux définir aussi le
scénario d'entrée et de sortie. De
quel chapitre de la charte de
l'ONU cette mission et son
«solide» mandat relèvent-ils
exactement? Nous devons tirer les
leçons des événements du
Rwanda.
01.09 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, vanuit de VLD
steunen wij de regeringsbeslissing voor het sturen van troepen. Als
voorstander van het Europees veiligheids- en defensiebeleid en als
toekomstig lid van de VN-veiligheidsraad moeten wij hier onze
verantwoordelijkheid absoluut opnemen, om te proberen vrede in het
Midden-Oosten te bewerkstelligen.

Mijnheer de eerste minister, ik ben heel tevreden met de manier
waarop u hier de beslissingen hebt voorgesteld, rekening houdend
met de aanbevelingen van Rwanda. Het is heel duidelijk dat de
Belgische beslissing steunt op een grondige analyse met oog voor de
humanitaire, politieke en militaire aspecten. Ik verzeker u: ik heb ooit
àndere beslissingen weten nemen een aantal jaren geleden. We
mogen ook heel blij zijn dat er voldoende bewapening, voldoende
personeel, een goed mandaat en, heel belangrijk, een meegestuurde
eigen quick reaction force zijn. Een eigen QRF had de manschappen
in Rwanda voor hun dood kunnen behoeden. Vandaar dat ik deze
beslissing heel goed vind.

Ik heb wel een aantal vragen. Op basis van de aanbevelingen van
Rwanda wil ik u vragen wanneer de eigen verkenningsmissie vertrekt.
Wie zal deze eigen verkenningsmissie uitvoeren en wanneer
verwacht u de resultaten daarvan? Vandaag werd er nog niet
gesproken over wie er nog allemaal deelneemt. Ik heb wel een idee
via de pers, maar ik zou graag zicht krijgen op welke andere landen
meedoen en wat hun aandeel is. Een vredesmacht is maar
01.09 Hilde Vautmans (VLD): Le
VLD appuie la décision du
gouvernement d'envoyer des
troupes belges au Liban dans le
cadre d'une mission de l'ONU.
Notre pays doit en effet prendre
ses responsabilités au regard de
la pacification de la situation au
Moyen-Orient. Il sera tenu compte
à cet égard des recommandations
de la commission Rwanda. Les
aspects humanitaires, politiques et
militaires seront également pris en
considération et les effectifs ainsi
que l'armement dont ils seront
équipés seront suffisants. La
solidité du mandat et notre propre
Quick Reaction Force devraient
offrir une protection suffisante à
nos troupes sur place.

Je souhaiterais formuler un certain
nombre de questions concrètes.

En quoi consistera notre propre
mission de reconnaissance?
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
interessant wanneer de operationaliteit en betrouwbaarheid van alle
partners heel duidelijk is. Ook dat hebben wij in de Rwandacommissie
gezien. Daarover graag wat meer informatie.

Dan is er het communicatiemateriaal. Communicatie is heel
belangrijk. Ik zou dus heel graag weten welk communicatiemateriaal
wordt meegestuurd en of er ook manschappen worden meegestuurd
die de taal van het land machtig zijn. Het lijkt mij heel belangrijk ginds
de pers te kunnen doornemen en te voelen wat er op het terrein leeft
bij de bevolking. Daarop dring ik aan.

Er zijn nog wat punten waarover niets werd gezegd. Wat met de
huisvesting? Zal onze verkenningsmissie terugkomen met een
specifieke locatie voor de huisvesting? En wat met een worst case
scenario? Heeft de regering dit al uitgesproken?

Twee andere punten zijn voor mij heel belangrijk, mijnheer de minister
van Landsverdediging. Welke eenheden zullen worden gestuurd? Ik
heb contact gehad met militairen uit Leopoldsburg en daar staat men
te springen om te kunnen vertrekken. Welke voorbereiding plant u?
Wat is de duur van de inzet van deze operatie? Ten slotte, komen er
andere lopende operaties in het gedrang? Zullen bepaalde lopende
operaties door deze operatie niet worden verlengd of zelfs stopgezet?
Quand aura-t-elle lieu et quand les
résultats en seront-ils connus?

Quels autres pays participeront à
la mission de l'ONU et quelle sera
exactement leur contribution?

Quel matériel de communication
sera emporté? Dispose-t-on de
personnes maîtrisant la langue du
pays?

Quelles sont les options en
matière de logement?

A-t-on arrêté un scénario du pire?

Quelles unités entrent en ligne de
compte et quelle sera la durée de
leur mission?

La mission au Liban pourrait-elle
compromettre d'autres opérations
en cours?
01.10 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, je vais essayer
de respecter les délais. Nous soutenons la décision du gouvernement
belge de participer au renforcement du contingent militaire de la
FINUL par l'envoi de troupes belges au Liban. Le groupe cdH se
félicite que la Belgique ait répondu positivement à l'appel lancé par le
secrétaire général de l'ONU.

La présence de troupes belges au sein de la FINUL démontre la
volonté de la Belgique de participer de manière significative aux
efforts de reconstruction et de stabilisation de la région. De plus, à
quelques mois de la participation de la Belgique au Conseil de
sécurité de l'ONU, cette décision renforce la crédibilité de la Belgique
sur la scène internationale.

Je souhaite profiter de cet échange de vues pour souligner quelques
points importants de ce conflit et la solution que réprésente l'envoi de
troupes. L'usage disproportionné de la force et le désastre engendré
pour l'État libanais exigent que le processus de paix soit
immédiatement relancé et que des leçons soient tirées des échecs
passés. Il devient évident que la situation au Proche-Orient nécessite
de nouvelles grilles de lecture, entre autres par une approche
beaucoup plus globale.

En ce qui concerne la résolution 1701 du Conseil de sécurité, le
secrétaire général, M. Kofi Annan, a rappelé aux membres du Conseil
de sécurité à quel point il était déçu que le Conseil ne soit pas
parvenu à adopter cette résolution beaucoup plus tôt. Durant des
semaines, de nombreuses personnalités ont demandé à maintes
reprises un cessez-le-feu dans l'intérêt des populations civiles des
deux côtés, qui ont enduré des souffrances et des pertes aussi
terribles qu'inutiles. Malheureusement, cet appel n'a pas été entendu.

Par ailleurs, le président libanais, M. Émile Lahoud, a réclamé hier
01.10 Brigitte Wiaux (cdH): De
cdH steunt de regeringsbeslissing
om in te gaan op de oproep van de
UNO-secretaris-generaal om deel
te nemen aan de versterking van
het militair contingent van Unifil.
Met het sturen van troepen toont
België aan dat het wil bijdragen tot
de inspanningen voor de
wederopbouw en de stabilisatie en
wordt de geloofwaardigheid van
ons land op het internationale
toneel versterkt.

Gelet op de huidige catastrofe in
Libanon moet het vredesproces
onmiddellijk opnieuw op gang
worden gebracht, waarbij de
nodige lessen uit vroegere
mislukkingen dienen te worden
getrokken.

De secretaris-generaal van de
UNO betreurde dat de
Veiligheidsraad er niet in geslaagd
is de resolutie 1701 veel eerder
aan te nemen. Tal van
prominenten hebben herhaaldelijk
gevraagd dat er in het belang van
de burgerbevolking langs beide
kanten een staakt-het-vuren zou
worden afgekondigd. Dat heeft
echter geen resultaat opgeleverd.
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
l'application pleine et entière de la résolution1701, visant en particulier
le manque d'engagement de la part des Israéliens, qui maintiennent le
blocus sur le Liban. Selon M. Lahoud, ce fait, combiné à la présence
de soldats israéliens et d'artillerie sur le sol libanais, de même que le
déploiement tardif des forces de la FINUL, entretiennent une situation
déjà fragile.

Il convient d'exiger la fin du blocus israélien. Je souhaiterais savoir
quelle est la position de la Belgique sur ce sujet.

Il est évident que notre participation militaire, comme toutes les
participations à des opérations de l'armée belge, même dans des
domaines où elle a une très grande expertise comme le déminage, la
construction d'un hôpital ou la communication, est délicate. Sur ce
point, je souhaiterais savoir si vous avez obtenu plus de précisions
quant aux règles d'engagement et à l'usage de la force. Nous le
savons, il s'agit d'un point délicat, ayant souvent prêté à de
nombreuses critiques lors des opérations des casques bleus.

Compte tenu des risques réels encourus par les militaires belges qui
vont renforcer la FINUL, nous espérons qu'une information régulière
sur l'état de la situation au Sud Liban, où seront déployés nos
militaires, sera communiquée aux parlementaires des commissions
de la Défense et des Affaires étrangères de la Chambre et du Sénat.

Anne-Marie Lizin, présidente: Je donne la parole à M. le sénateur
Mahoux et je demanderai aux sénateurs d'être aussi concis que les
collègues de la Chambre.
Gisteren nog eiste de Libanese
president dat die resolutie
onverkort zou worden toegepast
en hij doelde daarmee vooral op
het gebrek aan engagement van
de Israëliërs, die de blokkade van
Libanon handhaven. Men moet de
opheffing van die blokkade eisen.
Wat is het standpunt van ons land
dienaangaande?

Heeft u voorts meer toelichtingen
verkregen over de "rules of
engagement" en het gebruik van
geweld in het kader van onze
militaire deelname?

Wij hopen dat de parlementsleden
van de commissies voor de
Buitenlandse Betrekkingen en de
Landsverdediging van de Kamer
en de Senaat geregeld van de
situatie in Zuid-Libanon op de
hoogte zullen worden gehouden.
01.11 Philippe Mahoux, sénateur (PS): Monsieur le premier
ministre, il est très important que la Belgique participe à une mission
de maintien de la paix au Liban, dans la mesure où l'objectif est de
tenter de trouver une solution au conflit récent mais aussi, de manière
générale, au conflit israélo-palestinien. C'est une étape absolument
indispensable, il est donc bien que la Belgique y participe.

J'ai cru comprendre qu'elle y participe dans le cadre d'un mandat de
l'ONU, ce qui est un élément fondamental et une exigence que nous
avons toujours eue. Par ailleurs, elle le fait conjointement avec des
décisions identiques de gouvernements de l'Union européenne, ce qui
est très positif en termes de présence de l'Union européenne dans
cette région.

Je ne vais pas reprendre l'ensemble des six thèmes des
recommandations de la commission Rwanda, beaucoup d'entre eux
viennent d'être évoqués, notamment par Mme Vautmans. J'ajouterai
simplement l'importance des services de renseignement puisque
vous savez qu'à l'époque du Rwanda, les services de renseignement
avaient montré quelques lacunes à la fois en termes d'expertise et de
transmission des communications.

Je reviens sur le mandat car je pense que c'est un élément
extrêmement important. Je considère aussi qu'il persiste des
ambiguïtés et qu'en termes de sécurité, nous aurions préféré avoir un
chapitre VII qu'un chapitre VI. J'entends que le gouvernement libanais
se serait opposé au fait qu'on utilise le chapitre VII. Vrai ou faux? Il
serait important d'avoir une confirmation de cette information.
01.11 Philippe Mahoux, senator
(PS): Het is erg belangrijk dat
België aan een vredesmissie in
Libanon deelneemt. Het doel van
die missie is immers niet alleen
het huidige maar ook het
Israëlisch-Palestijnse conflict in
het algemeen te beëindigen. Onze
deelname in het kader van een
VN-mandaat is een fundamenteel
gegeven. Bovendien versterkt ze
identieke beslissingen die door
andere EU-lidstaten werden
genomen, wat de aanwezigheid
van de Unie in die regio alleen
maar ten goede komt.

We moeten benadrukken dat de
inlichtingendiensten op het stuk
van kennis en telecommunicatie
een belangrijke rol vervullen. Er is
echter nog onduidelijkheid over het
mandaat van de missie en wat de
veiligheid betreft, hadden we liever
op hoofdstuk VII (activiteiten en
technieken voor de
vredeshandhaving) een beroep
gedaan. Hoofdstuk VI
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16

Pourquoi plutôt un chapitre VII qu'un chapitre VI? Même si le chapitre
VI permet l'utilisation de la force, on sait que, par le passé, les
interprétations de ce chapitre VI, de la part du terrain et de la part du
DPKO, ont été restrictives et qu'en réalité, c'est ce type
d'interprétation restrictive qui a été un des éléments ayant entraîné
l'absence de réaction de la MINUAR lors du déclenchement du
génocide au Rwanda.

Il importe d'obtenir des précisions à cet égard. J'entends que le
chapitre VI permet l'utilisation de la force lorsque, sur le plan matériel,
la FINUL elle-même est menacée. Toutefois, j'attire l'attention sur le
fait que, de manière explicite, il faudrait que la FINUL puisse intervenir
si des civils non-participants à la FINUL, donc également des civils
locaux, sont menacés et ce, tant au niveau de leur intégrité physique
que de la sécurité de leurs biens. Cet élément est de la plus haute
importance. Or, des ambiguïtés persistent à ce niveau. Que cette
mission comporte des risques, autant le dire et le rappeler avec force!
Aussi, toutes les précautions doivent-elles être prises, car il s'agit
d'une mission à très grands risques.

En effet, depuis le début de l'existence de la FINUL, l'on comptabilise
250 morts au sein des composantes des forces des Nations unies.
Cela signifie que le risque est extrêmement important. Il l'est d'autant
plus que je n'insisterai pas sur les ambiguïtés de la résolution des
Nations unies concernant les belligérants. Il est évident que ni Israël,
ni le Hezbollah, de manière volontaire et spontanée, n'ont envie que le
conflit cesse. En vérité, la volonté d'Israël est que le Hezbollah soit
annihilé et jamais le Hezbollah ne rentrera dans des considérations de
cette nature.

J'attire simplement l'attention sur le fait que le Hezbollah a déclaré
parfaitement accepter la FINUL, le renforcement, le rôle de la FINUL
et sa déclaration pour autant qu'il ne soit pas désarmé. Si le
Hezbollah ne désarme pas, comment peut-on avoir la garantie que ce
dernier ne réagira pas à un moment donné?

On connaît aussi - prétexte ou pas prétexte - le raid israélien après le
cessez-le-feu au niveau de la frontière syrienne par rapport à l'apport
d'armes. Soit cela précède l'apport d'armes, soit c'est un prétexte!
Mais enfin, il y a là une situation de danger qui me paraît devoir
susciter notre vigilance. Je dirai même que le danger est d'autant plus
important qu'Israël est doté d'une importante force aérienne. Aussi,
l'hypothèse de l'utilisation de cette force aérienne suppose que la
protection des troupes de la FINUL comporte impérativement d'autres
éléments que ceux que nous avions utilisés précédemment dans
d'autres missions. Je présume que cela a été pris en compte et qu'en
termes de localisation, la commission spéciale du Sénat, qui
recueillera peut-être des informations sur la nature du déploiement
des troupes, pourrait en être informée.

Je me réjouis de ce que la force de protection de nos troupes ­ avant
appelée force de réaction rapide ­ soit importante et largement prise
en compte.

Le problème des communications a été évoqué par Mme Vautmans.
Les trois secteurs dans lesquels les soldats vont travailler sont établis:
nous sommes experts dans le secteur du déminage; pour le secteur
(samenstelling en commando van
een vredesoperatie) laat weliswaar
het gebruik van geweld toe, maar
we mogen niet vergeten dat de
beperkende interpretaties van dat
hoofdstuk door de troepen in het
veld en door de DPKO er
gedeeltelijk toe hebben geleid dat
de UNAMIR bij het uitbreken van
de volkerenmoord in Rwanda
afzijdig is gebleven.

Hoofdstuk VI laat het gebruik van
geweld toe, indien de Unifil zelf
materieel bedreigd wordt. Ze zou
ook moeten kunnen optreden,
indien burgers die niet aan de
Unifil-missie deelnemen, bedreigd
worden. Alle nodige
voorzorgsmaatregelen moeten
genomen worden, want het gaat
om een levensgevaarlijke missie.
Noch Israël, noch Hezbollah willen
het conflict vrijwillig en uit eigen
beweging stopzetten. Als
Hezbollah niet ontwapent, hoe kan
men dan de zekerheid hebben dat
ze op een bepaald ogenblik niet
terugslaat? De Unifil-missie loopt
des te meer gevaar daar Israël
over een sterke luchtmacht
beschikt, zoals blijkt uit de
luchtaanval die Israël na het
staakt-het-vuren in de grensstreek
met Syrië heeft uitgevoerd om de
toevoer van wapens te stoppen.
Door de mogelijke inzet van die
luchtmacht moeten er bijkomende
garanties voor de bescherming
van de Unifil-troepen komen.

Het verheugt me dat er ook aan
een beschermingsmacht is
gedacht en dat er voldoende
manschappen voor worden
vrijgemaakt.

Bovendien is het hoog tijd dat
diegenen die de infrastructuur
vernielen zelf ook de nodige
financiële middelen leveren voor
de heropbouw.

Welke betrekkingen zullen het
Department of peace keeping
operations (DPKO) in New York en
de bevelhebbers op het terrein
onderhouden, ook wat betreft de
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
de la santé, je me réjouis de notre participation; pour le secteur de la
reconstruction, je trouve qu'il commence à y avoir un cycle de
destruction et construction. L'Union européenne finance une série
d'éléments d'infrastructure, Israël les démolit, on envoie et on finance
la reconstruction. Il serait temps que ceux qui ont détruit puissent
participer, au moins sur le plan financier, aux dégâts liés à la
destruction.

Les ambiguïtés de la structure de commandement ont été largement
évoquées. Nous savons qui va diriger la force des Nations unies: la
France puis l'Italie. Quels vont être les rapports entre le terrain et le
DPKO (Department of Peacekeeping Operations)? Je parle bien de
New York, y compris dans la problématique d'interprétation du
chapitre VI et des règles d'engagement. Qui se trouve à New York?
Comment sera formalisée la connexion entre le terrain, c'est-à-dire la
force, et New York, c'est-à-dire le DPKO? Quelle sera la relation, à un
niveau qui est un peu différent, monsieur le ministre de la Défense,
entre le terrain et Evere? De quoi sera formée la structure d'Evere,
avec l'ambiguïté inhérente à la participation à une force internationale
des Nations unies, où la structure de commandement dépend des
Nations unies et non d'Evere, et donc de la composante belge?

Il y a là des précisions qu'il serait intéressant d'obtenir pour avoir
toutes les garanties que le va-et-vient assez flou qui avait existé entre
Evere et le terrain, le terrain et le DPKO, et New York, ne se
reproduise plus au cours de cette mission. Cette mission me paraît
comporter beaucoup de risques, pour lesquels les précautions à
prendre doivent être très grandes.
interpretatie van hoofdstuk VI en
de rules of engagement? Wie zit
er in New York? Hoe zal de
verbinding tussen New York en het
terrein geformaliseerd worden?
Wat zal de relatie zijn tussen het
terrein en Evere? Hoe zal de
structuur in Evere samengesteld
zijn, rekening houdend met de
ambiguïteit die eigen is aan de
deelname aan een internationale
troepenmacht van de VN, waarbij
de commandostructuur van de VN
en niet van Evere, en dus van de
Belgische component, afhangt?
Verduidelijking en waarborgen zijn
vereist om te voorkomen dat
opnieuw de fouten uit het verleden
worden gemaakt. Men moet dus
alle nodige voorzorgsmaatregelen
nemen ten aanzien van de talrijke
risico's die deze opdracht inhoudt.
01.12 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, je serai bref et ce n'est pas une formule rhétorique.

Beaucoup de choses ont déjà été dites. Au nom du MR, j'apporte un
soutien total à des propositions qui ont été faites par un
gouvernement qui a pris une décision unanime. Je me permets
d'insister sur ce point, c'est un élément capital sur un dossier aussi
sensible.

Je ne crois pas que ce soit l'heure de refaire l'histoire du conflit au
Moyen-Orient. Il y a une résolution des Nations unies du 11 août, et il
y a, comme on l'a dit, une fenêtre ouverte. Il faut donc essayer de
saisir à pleines mains l'occasion qui nous est offerte.

Ce qui se passe ­ et le premier ministre y a fait allusion ­ est aussi
important. On ne peut en permanence critiquer et vouer aux
gémonies un impérialisme américain ­ vrai ou faux ­ en leur
reprochant d'être présents partout et, en tant qu'Européens, se
contenter de prêcher la morale internationale et rester spectateurs. Il
faut parfois pouvoir se mouiller, c'est-à-dire prendre ses
responsabilités, donc aussi prendre des risques. À cet égard, un pas
important me paraît avoir été franchi. Et il y va de l'honneur de la
Belgique, en tant que détentrice de la capitale de l'Europe, de
participer à cette force qui n'est pas sans risque, j'y reviendrai dans
un instant.

Le premier ministre s'est suffisamment occupé du dossier Rwanda
pour ne pas avoir envie d'emmener notre pays dans une aventure
01.12 Hervé Hasquin (MR): De
MR staat volledig achter de
eenparige beslissing van de
regering. De UNO-resolutie van 11
augustus biedt
stabilisatiemogelijkheden in de
regio en de gelegenheid die ons
wordt geboden moet worden
gegrepen.

Men moet soms zijn
verantwoordelijkheden op zich
nemen en in sommige gevallen
dus ook risico's nemen. In dat
verband lijkt mij een belangrijke
stap te zijn gezet. De eer van ons
land staat op het spel met de
deelname aan die macht, die niet
van risico's is gespeend.

Ik stel de gebruikte uitdrukking
"robuust mandaat" op prijs;
daardoor zullen situaties zoals wij
die in het verleden hebben
gekend, met name in Rwanda,
kunnen worden verhinderd.

We kunnen dan ook hopen dat de
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
analogue. L'expérience au Rwanda qui a été désastreuse, qui a été
malheureuse, tragique, reste ancrée dans les mémoires des citoyens
belges. J'ai apprécié l'expression de "mandat robuste". Cela nous
change d'un certain nombre de situations que nous avons connues
par le passé.

C'est nécessaire dans une mission à risque, et j'en terminerai par là.
En effet, nous pouvons espérer que les deux belligérants - en
l'occurrence, un pays et un groupe terroriste - cesseront de se battre.
Encore faut-il, évidemment, que les résolutions des Nations unies
soient respectées. Pour ce qui concerne le volet délicat qui vient
d'être évoqué, nous pouvons penser que l'un des belligérants, en
dépit de certaines promesses, n'ira pas jusqu'au bout de ses
engagements: je parle du désarmement du Hezbollah. Il existe donc
un risque qui nécessite des garanties.

Pour ma part, j'ai une totale confiance dans le gouvernement pour
aller de l'avant en ce domaine.
twee oorlogvoerende partijen hun
strijd zullen staken. Dat
veronderstelt uiteraard dat de
resoluties van de Verenigde Naties
worden nageleefd. Ter zake vormt
de ontwapening van Hezbollah
een risico waarover afspraken
moeten worden gemaakt.
01.13 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eersteminister, heren ministers, ik wil zeer kort het woord voeren. Ik
spreek alleen over het defensieve luik, daar collega Inga Verhaert
over het politieke luik zal spreken.

Ten eerste, het mandaat. Ik denk dat het belangrijk is dat er
instrumenten van hoofdstuk VII in dat mandaat geïntegreerd zijn. Als
de troepen enkel onder hoofdstuk VI worden uitgestuurd, kan dat
mandaat volgens mij echt robuust genoemd worden.

Belangrijk is ook dat er eigen beschermingstroepen meegaan die
onder Belgisch commando vallen.

Een tweede aspect dat ik zeer kort wil toelichten, is het multinationale
karakter van de troepenmacht. Uit de informatie waarover ik beschik,
blijkt dat momenteel ongeveer 60% uit het Europese leger is. Ik denk
dat het belangrijk is dat ook andere lidstaten en andere landen in die
troepenmacht vertegenwoordigd zijn, om niet alleen tot een perceptie
­ ik benadruk dat het een perceptie is ­ van een soort
bezettingsmacht te komen. Indien het suppletieleger daadwerkelijk tot
stand komt, is het belangrijk dat ook andere landen deelnemen.

Een derde element betreft de toch wel onduidelijkheid in verband met
de ontwapening van Hezbollah. Op dit moment lijkt mij dat in het
mandaat niet duidelijk. Derhalve meen ik dat er op diplomatiek vlak
nog een aantal stappen gezet dienen te worden, zodat ook de
ontwapening van Hezbollah veel duidelijker en klaarder in de
internationale regelgeving tot stand komt.

Een laatste element gaat over de invloed van deze operatie op andere
operaties. Met de bijkomende driehonderd man die wij naar het
buitenland zullen sturen, denk ik dat er meer dan duizend mensen in
het buitenland zitten. Bovendien zitten die vrij verspreid over de
verschillende geografische terreinen. Ik wil dus vragen welke invloed
er is op andere operaties.
01.13 David Geerts (sp.a-spirit):
Il est important que des éléments
du chapitre VII soient intégrés
dans ce mandat, qui relève du
chapitre VI. Le mandat est solide
et nous disposons de troupes de
protection belges.

Les armées européennes
fournissent 60% des troupes. Il est
important que d'autres pays
également fournissent des
troupes, pour ne pas créer
l'impression qu'il s'agit d'une sorte
de force d'occupation.

Le mandat manque de clarté en ce
qui concerne le désarmement du
Hezbollah et il convient dès lors de
le préciser sur ce point.

Nous allons à présent, en ordre
relativement dispersé, envoyer
mille hommes à l'étranger. Quelle
sera l'incidence de cette opération
sur les autres opérations en
cours?
01.14 Alain Destexhe, sénateur (MR): Madame la présidente, je
voudrais à mon tour féliciter le gouvernement de sa décision
courageuse d'envoyer des troupes au Liban. Ainsi, la Belgique tient
01.14 Alain Destexhe, senator
(MR): Ik feliciteer de regering met
haar moedige beslissing om
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
son rang sur la scène internationale et fournit un effort considérable
par rapport à la taille du pays. Compte tenu de l'implication du premier
ministre dans la commission Rwanda, j'ai pleine confiance en ses
capacités et en celles du gouvernement pour piloter une opération
complexe et pour assurer la coordination entre la Défense, les
Affaires étrangères et les autres départements concernés.

Cependant, je voudrais adresser deux questions au gouvernement, la
première au ministre de la Défense plus particulièrement. Au sujet
des missions qui seront dévolues à nos troupes, j'aimerais des
précisions sur le volet médical. Le déminage et le génie ne posent
aucun problème et sont totalement adaptés à la situation. Quant au
volet médical, s'agit-il d'une mission de secours et de soins
uniquement destinée aux victimes éventuelles parmi les troupes
belges ou les autres troupes de la FINUL ou s'agit-il d'une mission
médicale dirigée vers les populations civiles libanaises?

Dans ce dernier cas, j'émettrai certains doutes car le Liban n'est pas
démuni sur le plan médical, il possède des ressources humaines
importantes, des médecins, des infirmiers, du personnel de tout ordre
ainsi que des ressources financières. La priorité en ce domaine doit
être dévolue aux autorités libanaises, aux organisations
internationales comme l'Unicef, l'OMS, la Croix-Rouge internationale
ou les ONG. J'aimerais que vous apportiez des éclaircissements sur
ce volet médical.

La deuxième question est plus spécialement adressée au premier
ministre et au ministre des Affaires étrangères et elle concerne le
"worst case scenario" et sur la stratégie de sortie. Monsieur le premier
ministre, lors de la commission Rwanda, vous êtes celui qui avez le
plus insisté sur cette notion de "worst case scenario". Cette fois, il y a
deux dangers. On a déjà parlé de la sécurité. Je crois que la
différence avec les missions au Rwanda ou en Bosnie ­ la
FORPRONU ou l'UNAMIR ­ c'est que dans ces deux cas, les forces
de l'ONU avaient les moyens d'imposer la paix, un cessez-le-feu et
une solution politique mais n'avaient pas la volonté de le faire.

Ici, dans un conflit qui implique Israël et le Hezbollah, la paix et le
cessez-le-feu reposent bien davantage sur la volonté des parties que
sur une éventuelle volonté de l'ONU. J'aimerais savoir, en cas de
détérioration de la situation - par le fait soit d'Israël soit du Hezbollah -,
jusqu'à quel point la FINUL - et en particulier la Belgique - doit
occuper le terrain, eu égard à la situation qui pourrait très vite devenir
dangereuse pour nos soldats.

Autrement dit, je pense que le succès de cette mission repose,
beaucoup plus que dans le cas du Rwanda ou de la Bosnie, sur la
volonté des deux parties de respecter leurs engagements.

Il y a un deuxième risque, qui a déjà été souligné par MM. De Crem,
Mahoux et Hasquin. Si le Hezbollah ne respecte pas la résolution de
l'ONU, à savoir son propre désarmement, il pourrait considérer la
mission de la FINUL comme une sorte d'alibi pour se maintenir
comme un État dans l'État. J'aimerais connaître vos réactions face à
cette éventualité très sérieuse.
troepen naar Libanon te sturen.
België gedraagt zich
overeenkomstig zijn internationale
positie en levert een aanzienlijke
inspanning in verhouding tot de
grootte van ons land. Ik heb
vertrouwen in de capaciteiten van
de eerste minister en van de
regering om een dergelijke
operatie in goede banen te leiden.

Ik heb echter nog twee vragen. Ik
zou eerst meer toelichtingen willen
over de medische taken die aan
onze militaire troepen zullen
worden toevertrouwd: zullen zij
moeten instaan voor de medische
bijstand en verzorging van de
Libanese militairen dan wel van de
Libanese burgerbevolking?
Libanon beschikt immers over
degelijke
gezondheidszorgvoorzieningen en
op dat vlak moet men de voorrang
laten aan de Libanese autoriteiten,
de internationale organisaties en
de NGO's.

Mijn tweede vraag heeft
betrekking op het "worst case
scenario" en de exitstrategie. Het
verschil met de missies in Rwanda
of Bosnië is dat in die twee
gevallen de UNO-troepen de
middelen hadden om de vrede op
te leggen, maar dat de politieke wil
ontbrak om dat te doen.

In dit geval hangt de vrede meer af
van de bereidheid van de
betrokken partijen (Israël,
Hezbollah) om hun woord te
houden dan van een engagement
van de VN. Indien de toestand
verslechtert, zou de veiligheid van
onze soldaten wel eens in het
gedrang kunnen komen. Wat zal
er in dat geval gebeuren? Tot op
welke hoogte dient de Unifil dan
ter plaatse te blijven?

Indien Hezbollah niet ontwapend
wordt, zal ze de Unifil-missie
misschien als een alibi kunnen
beschouwen om een staat in een
staat te blijven. Denkt u dat die
kans daartoe bestaat?
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
01.15 Lionel Vandenberghe, senator (sp.a-spirit): Mevrouw de
voorzitter, heren ministers, collega's, ik wil vooraf zeggen dat wij op
uitdrukkelijk verzoek van enkele leden van de commissie voor de
Buitenlandse Zaken in de Senaat, een bijeenkomst hebben gevraagd
om uitleg aan de regering te vragen. Omwille van de efficiëntie was
het niet slecht dat wij dat samen met de collega's van de Kamer
deden. Voor ons is het trouwens boeiend om de vergaderstijl te
vergelijken.
01.15 Lionel Vandenberghe,
sénateur (sp.a.-spirit): Pour des
raisons d'efficacité, ce débat avec
les députés est utile mais je tiens
à dire que des explications avaient
été demandées en commission
sénatoriale des Affaires
étrangères où nous nous
occupons intensément des
problèmes actuels du monde.
Philippe Monfils, président: Je rappelle tout de même qu'un certain
nombre d'interpellations ont étés déposées par les collègues de la
Chambre.
01.16 Lionel Vandenberghe, senator (sp.a-spirit): Wij zijn hier met
volle overtuiging omdat wij in de commissie voor de Buitenlandse
Zaken intens met actuele wereldproblemen bezig zijn.

Er is hier al veel gezegd. Wat mij bekommert, is dat heel de bevolking
deze oorlog via de televisie heeft meegemaakt. Het is opnieuw een
gemediatiseerde oorlog. Ik denk dat de mensen heel sterk
bekommerd zijn om wat er gebeurt, niet alleen in Libanon, maar ook
in Israël, Palestina, de Gaza-strook. Dat blijft erg leven bij de
bevolking. Wij hebben de beelden gezien. Ik heb ook al gehoord, hier
en op straat, dat bepaalde landen de infrastructuur kapotschieten en
wij moeten dan opnieuw tussenkomen om alles weder op te bouwen.
Wij willen altijd interveniëren als het is om vrede te brengen in landen
en tussen volkeren.

Ik heb België hier al horen ophemelen. Het is goed dat België zich
positioneert. Wij kunnen een belangrijke rol spelen, vooral in het
kader van Europa. Daarom zeg ik, beter een gemeenschappelijke
Europese buitenlandse politiek, wat wij nog altijd niet hebben, dan een
gemeenschappelijke Europese defensie. Laten wij beginnen met een
Europese politiek op te bouwen. België neemt hieraan deel in het
kader van Europa, in het kader van de VN.

U zult niet verwonderd zijn dat ik eigenlijk pleit voor meer diplomatie
en minder soldaten.

Mijn vraag is of er voldoende diplomatieke druk is uitgeoefend op
beide actoren. We hebben de minister van Buitenlandse Zaken al een
paar keer ­ in de Senaat interpelleert men niet maar stelt men vragen
­ gevraagd of er geen sterkere druk kan worden uitgeoefend op Israël
via het Associatieakkoord? Het antwoord is altijd negatief, maar ik
veronderstel dat daar nog wel iets te doen valt. Dus, liever diplomatie
en minder soldaten, dialoog en minder interventies.

Ik kom tot mijn tweede punt. In de pers lazen we dat onze soldaten
vooral zullen ingezet worden voor ontmijning. We moeten toegeven
dat België hier een belangrijke rol kan spelen, ook in herinnering
brengend dat de wet op de clusterbommen hier werd goedgekeurd.
België was een van de eerste landen dat een pleidooi gehouden heeft
tegen de clusterbommen. Men ziet nu in de realiteit wat voor ellende
clusterbommen aanrichten aan soldaten en vooral aan burgers en
kinderen en niet alleen op het moment van de oorlog, maar wellicht
ook nog maanden nadien. Dus het tweede punt is de medische
01.16 Lionel Vandenberghe,
sénateur (sp.a-spirit): Tous les
Belges ont assisté au spectacle de
cette guerre médiatisée et ils s'en
sont profondément émus.
D'aucuns relèvent aujourd'hui
qu'un pays a détruit les
infrastructures d'un autre et qu'il
est fait appel à nous pour les
reconstruire.

La Belgique peut être amenée à
jouer un rôle important dans le
contexte européen. Une politique
étrangère commune étant
préférable à une défense
commune, je préconise plus de
diplomatie et moins de soldats.
Des pressions suffisantes ont-elles
été exercées sur les deux parties?

Nous apprenons en parcourant la
presse que des soldats de la
FINUL seront chargés de missions
de déminage et que la Belgique
pourra y contribuer utilement. La
Belgique a été le premier pays à
interdire les bombes à
fragmentation dont nous
observons aujourd'hui les ravages.
Le deuxième point comprend donc
deux pôles: l'intervention médicale
et la reconstruction.

Le troisième point concerne les
pressions qu'il ifaudra exercer sur
les ailes politiques du Hezbollah et
du Hamas. Or un certain nombre
de membres de ces derniers ont
été élus par les citoyens et ne
peuvent dès lors être arrêtés sans
autre forme de procès. Il faut donc
aussi exiger d'Israël la libération
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
interventie en de wederopbouw.

Een derde punt is de politieke en diplomatieke druk op de politieke
vleugels van Hezbollah en van Hamas. Een aantal leden ­ in
Palestina een zeer groot aantal ­ werden immers verkozen door het
volk. Stel u voor dat wij, als verkozenen van het volk, van de ene op
de andere dag opgepikt worden en in de gevangenis worden gezet.

Het is een kleine suggestie om druk uit te oefenen op de politieke
vleugels van Hezbollah en Hamas. Ik herinner er de minister van
Buitenlandse Zaken aan hoe wij op de laatste zittingsdag van de
Senaat nog vlug een dertigtal handtekeningen van collega-senatoren
hebben kunnen verzamelen om druk uit te oefenen opdat de
democratisch verkozen parlementsleden zouden vrijkomen. De
situatie is niet verbeterd, maar nog verergerd: zelfs de vice-eerste
minister werd nog opgepakt. De minister heeft toen beloofd stappen
te ondernemen. Ik hoop dat dat gebeurt om ook die mensen vrij te
krijgen.
de ces parlementaires élus
démocratiquement. Le ministre a
promis d'entreprendre des
démarches et j'espère qu'il y en
aura d'autres.
01.17 Margriet Hermans, senator (VLD): Voorzitters, heren
ministers, als laatste spreker heeft men natuurlijk het nadeel dat alles
of bijna alles al gezegd is. Het voordeel is natuurlijk dat men
ondertussen de standpunten van al zijn collega's kent.

Ik kan alleen maar zeggen dat ook ik de beslissing van de regering en
haar engagement om troepen te sturen naar dat toch al jaren
moeilijke gebied steun. Dus zeg ik ja op het sturen van troepen.

Voorzitter Anne-Marie Lizin: Mevrouw Hermans, u bent zeker niet
de laatste spreekster.
01.17
Margriet Hermans,
sénateur (VLD): Je soutiens la
décision du gouvernement
d'envoyer des troupes dans cette
région qui connaît une situation
difficile depuis des années. Les
risques sont bien réels et nous
devons garantir au maximum la
sécurité de nos troupes.
01.18 Margriet Hermans, senator (VLD): Dat is een troost.

Het veiligheidsrisico is reëel. Wij moeten inderdaad de maximale
veiligheid van onze troepen garanderen. Ik meen dat de regering zich
terdege van die opdracht bewust is.

Sta mij toch toe een viertal vraagjes te stellen. Ik zal proberen ze kort
te houden, want het zal toch al een lange voormiddag en misschien
ook namiddag worden.

Mijn eerste vraagje betreft de levering van soldaten voor de
vredeshandhaving in Libanon. Daar zijn 15.000 soldaten voor nodig.
Ondertussen is dat aantal voor ongeveer de helft ingevuld. Er moeten
dus nog zo'n 7.500 soldaten uit andere landen komen. De Franse
minister van Buitenlandse Zaken dringt er ook op aan dat
moslimlanden troepen zouden bijdragen aan die vredesmacht. Zo
heeft Indonesië al aangegeven dat het troepen wil leveren, doch dat
stuitte op scepticisme van Israël, daar Indonesië en ook heel veel
andere moslimstaten Israël niet erkennen.

Mijn vraag aan u is dan ook: meent u niet dat het belangrijk is voor de
kracht van de vredestroepen en voor de neutraliteit ervan dat er ook
moslimlanden troepen zouden leveren aan UNIFIL? In hoeverre vindt
u het standpunt van Israël ter zake terecht?

Mijn tweede vraagje betreft de veiligheid. Onze troepen begeven zich
01.18 Margriet Hermans,
sénateur (VLD): Il faudra 15 000
hommes, dont la moitié environ
sont d'ores et déjà mobilisés.
Selon le ministre français des
Affaires étrangères, des pays
musulmans devraient également
fournir des troupes fournies par.
L'Indonésie est disposée à
envoyer des effectifs mais Israël
affiche son scepticisme à ce
propos puisque ce pays, comme
d'ailleurs de nombreux autres pays
musulmans, ne reconnaît pas
l'État d'Israël. Le ministre pense-t-
il que la présence de troupes
musulmanes soit utile? Les
réticences d'Israël sont-elles
justifiés?

Nos troupes vont se rendre dans
une région où règne une certaine
hostilité. La situation est
comparable à celle de 1983. Dans
quelle mesure nos troupes sont-
elles préparées à d'éventuels
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
in een situatie waar er een zekere vijandigheid bestaat vanwege
bepaalde delen van de bevolking ten opzichte van hen, waar
bepaalde extremistische media mogelijk na verloop van tijd zich tegen
hen keren, waar zich verborgen wapenopslagplaatsen zouden kunnen
bevinden en waar zelfs tot de tanden bewapende militairen aanwezig
zouden kunnen zijn. Dat is vergelijkbaar met de situatie van 1983.
Toen kwamen er ten gevolge van zelfmoordaanslagen 56 Franse en
256 Amerikaanse soldaten om.

Mijn vraag luidt in hoeverre onze troepen voorbereid zijn op mogelijk
zelfmoordaanslagen. Ik hoorde dat er een dertigtal pantservoertuigen
meegaan. In die smalle straatjes en steegjes is dat voor snel transport
niet zo aangewezen. Is er daarnaast geen behoefte aan gepantserde
jeeps? Hebben wij die voorhanden?

Ten derde, onze soldaten, zo heb ik begrepen, zullen niet
rechtstreeks optreden in het kader van de ontwapeningsoperaties van
Hezbollah. Wat zijn de rules of engagement indien zij toch botsen op
raketten of wapentuig tijdens hun missie?

Mijn laatste vraag is de volgende. Recent heb ik nogal diepgaande en
boeiende gesprekken gevoerd met Belgische Libanezen. Zij hebben,
althans wat mij betreft, een nieuw licht geworpen op bepaalde
praktijken in Libanon. Het blijkt dat Syriërs geen visum nodig hebben
om naar Libanon te reizen. Dat heeft dus tot gevolg dat een
substantieel deel van het leger bestaat uit Syriërs. Iedereen weet dat
Syrië de Hezbollah steunt; dat is geen geheim. In hoeverre zal het
Libanese leger bij machte zijn om die ontwapening te realiseren?
Hezbollah wordt op dit moment steeds herbewapend vanuit Syrië.
Meent u niet, als wij daadwerkelijk tot een echt vredesbestand willen
komen, dat de troepen van UNIFIL ook de grenzen met Syrië zullen
moeten controleren?
attentats suicides?

Les trente véhicules blindés sont-
ils bien adaptés aux missions de
transport rapide dans les rues
étroites du Liban? Ne faudrait-il
pas aussi prévoir des jeeps
blindées?

Les troupes belges ne seront pas
directement impliquées dans les
opérations de désarmement du
Hezbollah. Dans l'hypothèse
toutefois d'une confrontation à des
combattants armés, à quelles
directives devront-elles se
conformer?

Les Syriens ne doivent pas être en
possession d'un visa pour se
rendre au Liban. Par ailleurs,
l'armée libanaise comprend un
nombre assez important de
Syriens et la Syrie soutient le
Hezbollah. L'armée libanaise sera-
t-elle dès lors en mesure de
désarmer le Hezbollah? Ne sera-t-
il pas impératif aussi que les
troupes des Nations Unies
contrôlent les frontières avec la
Syrie?
01.19 Josy Dubié, sénateur (ECOLO): Monsieur le président, il faut
se réjouir de la proclamation du cessez-le-feu entre les belligérants,
même si nous regrettons profondément le problème de sémantique
entre "cessez-le-feu" et "cessation des hostilités". Pendant des jours
et des jours, on a discuté de ce sujet, pendant que des victimes
innocentes tombaient des deux côtés de la frontière. Nous nous
réjouissons bien entendu de ce cessez-le-feu qui ne porte pas
vraiment son nom, même s'il est extrêmement fragile.

Le gouvernement belge a été sollicité par les Nations unies pour venir
en aide à la constitution d'une force multinationale pour faire en sorte
que ce cessez-le-feu ait une chance de se prolonger et nous
soutenons ­ je tiens à le préciser au nom de mon groupe ­ cette
initiative du gouvernement belge, mais nous pensons que cela ne doit
être qu'une première étape. Pourquoi? Qu'y a-t-il de positif dans cette
décision? Je pense que cela permettra certainement de conforter ce
cessez-le-feu, mais c'est la première fois que les Israéliens acceptent
qu'une force multinationale soit chargée de maintenir la paix à l'une
de ses frontières. C'est une première. Il faut le souligner. C'est la
raison principale pour laquelle nous soutenons cette décision.

Quand je dis qu'il doit s'agir d'une première étape, je ne suis pas
d'accord avec M. Hasquin, qui prétend qu'il ne faut pas refaire
l'histoire, ce qui est surprenant pour un historien. Je dirai que ceux qui
ne connaissent pas l'histoire sont condamnés à la revivre si nous ne
01.19 Josy Dubié, senator
(ECOLO): We zijn verheugd over
het staakt-het-vuren, ook al is het
die naam niet echt waardig, en we
steunen de Belgische deelname
aan de interventiemacht. Het is
immers de eerste keer dat Israël
ermee instemt dat een
multinationale troepenmacht een
opdracht in het kader van de
vredeshandhaving langs zijn
grenzen uitoefent. Bovendien mag
dit slechts een eerste aanzet zijn.
Het bloedvergieten en de
bombardementen in Gaza en op
de Westelijke Jordaanoever gaan
gewoon door. Het probleem vraagt
een allesomvattende benadering
waarbij zijn voornaamste oorzaak
wordt aangepakt, met name het
conflict tussen Israël en Palestina.

Zal de Belgische regering het
verzoek steunen om een nieuwe
internationale conferentie bijeen te
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
comprenons pas que la base de tout ce qui se passe dans la région
du Proche-Orient, est le conflit israélo-palestinien. Donc, monsieur le
premier ministre, tout en soutenant la décision qui a été prise, nous
voudrions insister aussi sur le fait qu'il faut être extrêmement
conscient de l'importance de poursuivre dans cette voie, car s'il y a le
cessez-le-feu aujourd'hui au Liban, on continue à tuer tous les jours à
Gaza et en Cisjordanie, où le cessez-le-feu est inexistant. On a
rappelé la destruction des infrastructures, mais on en détruit encore
tous les jours tant à Gaza qu'en Cisjordanie. Les installations
électriques ont été détruites. Le port n'a jamais existé. Le peu que l'on
a fait a été détruit. L'aéroport est détruit, etc., etc. Le problème doit
être global.

Monsieur le premier ministre je voudrais vous poser une question
précise. M. D'Alema, ministre italien des Affaires étrangères a
proposé, dans le cadre d'une discussion globale, qu'une nouvelle
conférence internationale, du type de celle qui s'est tenue à Madrid, il
y a pas mal d'années et qui a débouché progressivement sur les
accords d'Oslo, puisse se tenir aujourd'hui avec tous les acteurs
concernés sur la base de l'application de toutes les résolutions des
Nations unies.

En effet, monsieur le premier ministre, Israël me semble culotté de
réclamer l'application des résolutions des Nations unies qui
l'arrangent, tout en faisant en sorte d'ignorer depuis des années et
des années les résolutions des Nations unies qui la dérangent, en
particulier la résolution 242, qui prévoit l'échange de la paix contre les
territoires et la résolution 194, qui est encore bien plus ancienne et qui
prévoit le retour des réfugiés ou leur juste rétribution ou
indemnisation. Quand on sait ce que ce conflit a déjà coûté depuis
1948, je pense que chacun des réfugiés libanais aujourd'hui dans le
monde aurait droit à une maison avec piscine.

Des solutions existent: elles sont proposées par le droit international à
travers les résolutions des Nations unies.

Monsieur le premier ministre, allez-vous soutenir la demande de M.
D'Alema de réunir une grande conférence internationale, profitant du
momentum actuel, pour essayer de résoudre le problème quant au
fond?

Nous allons envoyer 400 soldats et compte tenu de la taille du pays,
nous sommes en fait les premiers contributeurs. Les Italiens vont
envoyer 2.000 ou 2.500 soldats, tout comme les Français.
roepen waaraan alle betrokken
actoren deelnemen op grond van
de toepassing van alle door de
UNO aangenomen resoluties, met
inbegrip van de resoluties nrs 242
en
194, die respectievelijk
voorzien in de bezette gebieden in
ruil voor vrede en de terugkeer van
de vluchtelingen en hun
schadeloosstelling?

Onze militaire bijdrage is
aanzienlijk ­ vierhonderd militairen
­ en houdt risico's in. Hebben wij
de garantie dat Israël de plannen
van de mijnenvelden die de
jongste twintig jaar in Zuid-Libanon
werden aangelegd, zal meedelen?
01.20 Guy Verhofstadt, premier ministre: (...)
01.21 Josy Dubié, sénateur (ECOLO): D'accord. Quoi qu'il en soit,
c'est une contribution importante et qui n'est pas sans risque.

M. Mahoux a rappelé qu'il y avait eu 250 morts. J'ai consulté le site de
la FINUL, il s'agit en fait de 257 morts jusqu'à ce jour au sein de la
FINUL première mouture, dont certains disent, notamment les
Israéliens, qu'elle ne sert à rien. 257 morts depuis 1978 qui n'ont servi
à rien, je trouve que c'est fort cher payé!

Monsieur le premier ministre, nos troupes, si j'ai bien compris, vont
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
notamment s'occuper du déminage. Je voudrais savoir si vous avez
des garanties qu'Israël va communiquer les plans des champs de
mines qu'ils ont installés au cours des vingt années d'occupation du
Sud-Liban. J'espère que vous allez exiger ces plans, ce qui nous
permettra de travailler avec le minimum de risque pour nos soldats.

Voici les questions que nous souhaitons vous poser.

Premièrement, je voudrais rappeler que si nous sommes favorables
au déploiement d'une force internationale à la frontière nord d'Israël,
c'est parce que nous espérons qu'il s'agira d'un précédent pour
trouver une solution globale.

Deuxièmement, nous souhaiterions savoir quelle est la position du
gouvernement par rapport à la demande de M. D'Alema d'essayer de
réunir une grande conférence internationale pour résoudre l'ensemble
des problèmes, y compris celui du Golan.

Troisièmement, allez-vous faire en sorte d'obtenir les plans des
champs de mines installés par Israël dans le Sud-Liban au cours des
vingt années d'occupation?
01.22 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,
monsieur le premier ministre, chers collègues, nous nous réjouissons
de la cessation des hostilités et nous pensons à l'amélioration toute
relative des conditions de vie des victimes et des civils que cette
accalmie a pu apporter après 34 jours de folie meurtrière. Comme il
l'a exprimé dans son communiqué de presse, le Parti socialiste a
plaidé dès le 17 juillet en faveur d'un cessez-le-feu immédiat et de
l'envoi d'une force internationale de stabilisation. Nous sommes donc
bien évidemment favorables à la participation de la Belgique à cette
force d'interposition.

Néanmoins, dès lors que nos soldats seront exposés au danger, à
des risques réels soulevés lors des interventions précédentes,
certaines conditions doivent être réunies. Les deux conditions qui
nous semblent indispensables sont les suivantes. Les casques bleus
auront-ils les moyens d'intervenir contre toute tentative de rompre le
cessez-le-feu? Aurons-nous également la garantie qu'Israël renonce
à ce deuxième round, malheureusement annoncé maintes fois, tant
par ses généraux que par sa classe politique?

Monsieur le premier ministre, l'adhésion des États-Unis à cette
résolution ne manque pas de nous étonner. En effet, comme l'a
exprimé M. Dubié à l'instant, des dizaines de propositions de
résolution qui avaient pour ambition de régler des volets importants
du problème central - le conflit israélo-palestinien -, ont été étouffées
dans l'oeuf par le veto des États-Unis pendant ces soixante dernières
années. Il nous faut aussi reconnaître que l'adhésion générale de
l'Union européenne et du Conseil ainsi que de certains pays
européens à la FINUL laisse le volet diplomatique entièrement et
exclusivement entre les mains des États-Unis et d'Israël.

Monsieur le premier ministre, comment la Belgique et l'Union
européenne pourront-elles, si telle est leur volonté ­ ce dont je ne
doute pas ­ tirer une plus-value diplomatique de cet engagement afin
de jouer enfin un rôle égal à leur statut, à leur contribution financière
dans la région, comme souligné précédemment et compte tenu de
01.22 Mohammed Boukourna
(PS): Wij verheugen ons over het
staken van de vijandelijkheden en
de relatieve verbetering van de
leefomstandigheden van de
vluchtelingen na vierendertig
dagen van moorddadige waanzin.
De PS staat achter het sturen van
een troepenmacht, op de
tweeledige voorwaarde evenwel
dat de blauwhelmen over de
middelen beschikken om in te
grijpen bij elke poging tot
schending van het staakt-het-
vuren en dat Israël garandeert dat
het afziet van de door de
Israëlische generaals en
bewindslieden aangekondigde
tweede fase.

Ik ben nog steeds verbaasd over
de Amerikaanse instemming, want
in het verleden hebben ze
tientallen voorstellen van resolutie
met hun veto gekelderd. Hoe
kunnen België en de Europese
Unie die verbintenis diplomatiek
uitspelen om in die regio een rol te
spelen die meer met hun
financiële bijdrage ­ zodat ze in
plaats van een payer een player
worden - en hun historische
banden met die regio
overeenstemt?

Wat zal België ondernemen om de
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
leurs liens historiques et géographiques avec la région? Pensez-vous
que nous puissions espérer passer dans un avenir proche et à partir
de l'engagement militaire européen actuel, d'un rôle de payeur à celui
de "player", d'acteur à part entière face à cette affaire tragique?

J'en viens à ma deuxième question, monsieur le ministre, qui
concerne le blocus. Je rappelle que, selon le droit international, cette
mesure représente un acte hostile. Que pense faire la Belgique pour
lever ce blocus, qui est maintenu dans la résolution 1701 et qui a été
encore débattu au cours du dernier conseil de l'Union européenne?
D'après nombre d'observateurs, ce blocus hypothèquerait toutes les
chances de retour du Liban à sa souveraineté pleine et entière. À
défaut, la frontière libano-syrienne deviendrait le seul lien de
communication humain et commercial du Liban avec le monde
extérieur.

Enfin, je voudrais me joindre à l'initiative prise par les sénateurs afin
de dénoncer la violation de plusieurs droits que représentent
l'enlèvement et l'emprisonnement de mandataires politiques choisis
souverainement par leur peuple dans le cadre d'élections reconnues
internationalement et permises par Israël comme étant un scrutin
légal.

Monsieur le ministre, pourrions-nous faire un effort, en tant que
représentants d'un État, pour exiger la libération de ces personnes qui
ont été enlevées en violation de toutes les règles internationales?

Je vous remercie de votre réponse, monsieur le ministre.
blokkade op te heffen die de
soevereiniteit van Libanon
bezwaart en waardoor er enkel
nog via de grens met Syrië verkeer
mogelijk is?

Net zoals de senatoren vragen we
dat de ontvoering en aanhouding
van politieke mandatarissen die
wettelijk en regelmatig verkozen
werden, aan de kaak worden
gesteld en hun vrijlating wordt
geëist.
01.23 Wouter Beke, senator (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de eersteminister, heren ministers, ik zal kort enkele
praktische vragen stellen die niet onbelangrijk zijn.

Eerst en vooral, weten wij wat onze genietroepen en ontmijners
precies gaan doen en in welke situatie zij terecht zullen komen?
Weten wij bijvoorbeeld, wat de ontmijners betreft, welke wapens daar
werden gebruikt en wat daar precies te ontmijnen valt? Geruchten
doen de ronde dat verarmd uranium en chemische wapens zouden
zijn gebruikt. Zijn onze troepen daarop voorbereid? Hebben wij dat
precies in kaart gebracht? Klopt dat of niet? Het is goed te weten wat
daar juist is gebeurd en welke opdracht deze troepen daar exact
hebben.

Ten tweede, wij sturen beveiligingstroepen mee om aldaar voor een
urgente periode bescherming te kunnen bieden. Is er voorzien in een
escalatiescenario waarbij zij op korte of zeer korte termijn
ondersteuning kunnen krijgen indien het daar uit de hand zou lopen?

Ten derde, er werden ook engagementen genomen om bijvoorbeeld
naar Afghanistan troepen te sturen. Nu horen wij dat de troepen die
daarvoor werden voorzien, naar Libanon gaan. Hoe zit het dan met de
engagementen ten opzichte van andere operaties in het buitenland?

Ten vierde, welke bataljons en compagnies gaan daarheen? Collega
Vautmans heeft dat ook al gevraagd. Volgens haar staat men
daarvoor te springen in Leopoldsburg. Welnu, ik ben van
Leopoldsburg en ik kan u zeggen dat niet iedereen daarvoor staat te
01.23 Wouter Beke, sénateur
(CD&V): Les troupes belges
envoyées au Liban connaissent-
elles la portée exacte de leur
mission et sont-elles informées de
la situation dans le pays ? Les
démineurs savent-ils à quels types
d'armes ils seront confrontés ? Il
aurait été fait usage d'armes
contenant de l'uranium appauvri
ainsi que d'armes chimiques.

Nos troupes seront protégées par
des troupes de sécurité belges. Un
scénario prévoit-il l'envoi rapide de
renforts en cas de dégradation de
la situation?

Les troupes qui devaient
initialement partir en Afghanistan
seront en fait déployées au Liban.
Qu'en est-il dès lors des
engagements qui nous avions pris
dans le cadre d'autres opérations?

Quels bataillons et compagnies
exactement seront envoyés au
Liban? Le département de la
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
springen. Of ze nu staan te springen of niet, is niet relevant. Als men
zegt dat zij moeten gaan, dan is dat zo. Het is wel belangrijk te weten
welke bataljons of compagnies daarheen kunnen gaan.

Een laatste vraag kwam nog niet aan bod, maar is toch het
overwegen waard. Men vergeet al wel eens dat er bij deze opdrachten
ook gezinnen en partners achterblijven. Landsverdediging heeft de
voorbije jaren mooi werk geleverd om de achterblijvende gezinnen ­
kinderen en partners ­ te steunen. Dat kan op een aantal vlakken
zeker beter. Ik vraag ook hiervoor de nodige aandacht.
Défense veillera-t-il à
l'accompagnement des familles
des soldats en mission?
01.24 Pierre Galand, sénateur (PS): Monsieur le premier ministre,
messieurs les ministres, quand il y a le feu, il faut envoyer les
pompiers; je pense donc que c'est une excellente mesure que
d'envoyer une mission de paix. Toutefois, je souhaiterais savoir
quelles sont les autres mesures que le gouvernement entend prendre,
en particulier à un moment où nous savons tous qu'en Israël le
gouvernement Olmert est en difficulté, et que la situation instable à
l'intérieur d'Israël risque de poser de réels problèmes pour la mise en
oeuvre de cette résolution 1701.

Par ailleurs, il faut s'interroger sur la cohérence européenne. Il est
assez étonnant que, d'une part, on nous appelle à un effort européen,
à faire en sorte qu'on construise la paix au Proche-Orient, et que,
dans le même temps, l'Allemagne se permette de livrer deux sous-
marins, susceptibles d'être porteurs d'armes nucléaires, à Israël. Il y a
là une certaine incohérence au niveau européen. Comment pourrions-
nous, au niveau européen, non seulement obtenir l'application de la
résolution 1701, mais également, concernant le Hezbollah,
l'application de la résolution 1559? Pourquoi l'Europe a-t-elle été
incapable de faire en sorte qu'on applique les conventions de
Genève? Il n'est pas normal que, dans une guerre comme celle qui
vient de se produire entre des États qui nous sont extrêmement
proches, on n'ait pas été en mesure d'invoquer et de faire appliquer
les conventions de Genève relatives à la protection des populations
civiles en cas de guerre.

Dans la résolution 1701, un problème va se poser. La FINUL peut
intervenir pour défendre les militaires. L'Europe étant le principal
acteur sur le plan humanitaire, qu'en est-il de la défense des acteurs
humanitaires dans la région, qui eux n'ont pas pour l'instant de cadre
légal de protection?

Monsieur le premier ministre, je suis d'accord avec vous sur le fait
que ce problème du Proche-Orient date d'avant la Deuxième Guerre
mondiale et, comme l'a dit M. Dubié, est centré sur la Palestine. Je
trouve particulièrement choquant que la communauté internationale
soit capable de se pencher sur le Liban et que dans le même temps,
elle ne puisse pas obtenir un cessez-le-feu à Gaza et en Palestine. Il y
a là un problème majeur, dans la mesure où on sait que derrière la
question palestinienne se trouve tout le problème de nos relations
entre les deux rives de la Méditerranée. Vouloir uniquement
implémenter la résolution 1701, c'est un peu mettre un emplâtre sur
une jambe de bois.

Le gouvernement, à la veille de sa participation au Conseil de sécurité
des Nations unies, devrait essayer de voir avec les collègues
européens comment nous pouvons, dans le courant de ces dix
01.24 Pierre Galand, senator
(PS): Als het brandt, moet de
brandweer uitrukken en daarom
sta ik achter het sturen van die
troepenmacht. Maar wat zal de
regering doen, nu de regering-
Olmert in moeilijkheden verkeert,
wat de tenuitvoerlegging van de
resolutie 1701 alleen maar kan
bemoeilijken? De houding van de
Europese Unie lijkt mij weinig
consequent: enerzijds wil zij vrede
tot stand brengen, maar anderzijds
levert Duitsland aan Israël twee
onderzeeërs waarop kernwapens
kunnen worden geïnstalleerd.

Hoe kan men ervoor zorgen dat de
resoluties nrs 1701 en 1559
worden toegepast? Hoe valt te
verklaren dat de Unie niet in staat
is gebleken de conventies van
Genève met betrekking tot de
bescherming van de
burgerbevolking in oorlogstijd te
doen toepassen? Krachtens de
resolutie nr. 1701 mag Unifil
weliswaar ingrijpen om de
militairen te verdedigen, maar hoe
zal men de mensen die er
werkzaam zijn voor de humanitaire
organisaties, die vooral uit Europa
komen, beschermen?

De internationale gemeenschap
buigt zich thans over de Libanese
kwestie, maar is niet in staat om
een staakt-het-vuren te doen
afkondigen in Gaza en Palestina,
terwijl de kern van het probleem
zich daar situeert.

Door enkel de toepassing van
resolutie 1 701 te eisen, zal er in
de praktijk weinig of niets
veranderen. De regering is een
verbintenis aangegaan en beschikt
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
prochains mois, prendre des initiatives qui permettent d'assurer à la
population palestinienne les mêmes mesures de sécurité et de
sauvegarde que celles que l'on tente aujourd'hui d'apporter pour les
populations libanaises. M. Boukourna a parlé à juste titre de violation
de la résolution 1701 en maintenant le blocus à l'encontre des
populations libanaises. Je vous assure qu'il y a un blocus réel à
l'encontre des populations de Gaza aujourd'hui. La situation
humanitaire dans cette région est absolument catastrophique.

Étant donné que le gouvernement s'est engagé, il dispose d'un droit
de parole. Quelles sont les initiatives qui peuvent être prises afin
d'améliorer la situation à Gaza, qui est humainement inacceptable et
intolérable?

Comme le disait M. Dubié, il s'agit de ramener une certaine égalité
dans le traitement des résolutions. Je pense en particulier aux
résolutions relatives à la mise en oeuvre de l'avis de la Cour de justice
internationale concernant le mur. Si des pas ne sont pas faits des
deux côtés, l'effort utile et risqué que nous avons fourni ne sera pas
mené à son terme.
over spreekrecht. We moeten ons
de vraag stellen welke initiatieven
de Europese Unie zou moeten
nemen om de Palestijnse
bevolking die in onmenselijke
omstandigheden leeft, dezelfde
veiligheidsgaranties toe te kennen
als de Libanese.

We moeten ervoor zorgen dat de
resoluties op gelijke wijze worden
toegepast.
01.25 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Ik denk dat de beslissing om België
te laten deelnemen aan de internationale troepenmacht geen
eenvoudige beslissing, maar wel een juiste beslissing is geweest. Er
zijn zoveel plaatsen van ellendige conflicten in de wereld waar men
als klein land weinig of niks kan gaan uithalen. Maar hier, mits de
juiste voorwaarden en onder VN-vlag, kunnen we wel wat betekenen,
kunnen we nuttig en beduidend zijn. Ik denk dus dat we het moeten
doen.

Cruciaal is natuurlijk hoe robuust het mandaat is. Collega Geerts heeft
al enkele vragen gesteld ter verheldering. Maar ik zou toch graag de
collega's erop willen wijzen dat de internationale vredesmacht maar
een stap is. Er is nog veel meer nodig. Er is vooral politieke,
diplomatieke dialoog nodig en op voldoende hoog niveau. Ik denk dat
ik niemand hier ervan zal moeten overtuigen dat dat een werk zal zijn
van zeer lange adem, van volgehouden inspanning en ik denk dat het
juist is dat de EU in deze een sturende kracht is, al was het maar om
de Verenigde Naties tot verdere aandacht en inspanning te bewegen.
Immers, de Verenigde Naties - laten we ons geen illusies maken - zijn
eigenlijk de enigen die op dit ogenblik met alle partijen door de deur
kunnen.

Dat praten met alle partijen in een regionale context, is absoluut
nodig. We moeten Syrië en Iran kennen in de dialoog over de situatie
Unilateralisme is met andere woorden uit den boze. Wij hebben de
afgelopen maanden en jaren gezien waartoe unilateralisme leidt. Men
bereikt daarmee net het tegenovergestelde van wat men wilde
bereiken. Wat moest verminderen in het conflict, is net toegenomen:
de invloed van Hezbollah in Libanon, het aantal extremisten in de
regio, de invloed van Iran in de regio. Wat men net wou versterken, is
verzwakt: de autoriteit van de Libanese regering, de kracht van de
seculiere elementen in de samenleving.

Eigenlijk zien we hier een herhaling van wat er gebeurd is door
unilateraal optreden van de Verenigde Staten in Irak. Men bereikt
daar net het tegenovergestelde van wat men wou bereiken: de
01.25 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Notre participation procède d'une
décision qui ne fut pas facile à
prendre mais qui est juste.
Moyennant le respect de certaines
conditions, nous pourrons
intervenir utilement au Sud-Liban.
La solidité du mandat revêt ici une
importance capitale. L'envoi d'une
force de paix internationale ne
constitue qu'une première étape,
l'essentiel étant d'amorcer un
dialogue politique et diplomatique
à un niveau suffisamment élevé. Il
s'agit d'une entreprise de longue
haleine. L'UE est l'une des
chevilles ouvrières de ce
processus auquel l'ONU peut
apporter son soutien. Il faudra
dialoguer avec tous les acteurs de
l'ensemble de la région, en ce
compris la Syrie et l'Iran. Le
dialogue revêt une importance
capitale. Des décisions
unilatérales ne pourraient que
déboucher sur un résultat inverse
de l'objectif poursuivi. Le caractère
unilatéral des discussions menée
au cours des derniers mois n'a fait
que renforcer l'influence du
Hezbollah au Liban ainsi que
l'extrémisme et l'influence de l'Iran
dans la région, tout en affaiblissant
les éléments séculiers de la
société. On a en somme assisté à
la répétition des événements
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
seculiere krachten in de samenleving boeten in, de radicale sjiieten
worden sterker, de invloed van Iran stijgt en laten we dan maar even
zwijgen over de massavernietigingswapens, die nooit gevonden zijn.

Maar laten we vooral niet vergeten dat in beide gevallen unilateraal
optreden leidt tot duizenden dode burgers. Collateral damage wordt
dat dan cynisch genoemd. Ik vind dat Robert Fisk, een zeer intelligent
en interessant journalist, gelijk heeft wanneer hij zegt dat in het
conflict in Zuid-Libanon vooral de Israëlische militairen en de
Hezbollah-milities eigenlijk de collateral damage zijn. De echte schade
wordt berokkend aan de onschuldige burgers.

Wat is dan de conclusie? Ik denk dat we intussen weten wat niet
werkt. De uitsluitend militaire oplossingen werken niet.

De oplossingen die uitsluitend de belangen van deze of gene partij
weerspiegelen, werken ook niet. De zogenaamde oplossing door
bezettingen, grensoverschrijdingen, scheidingsmuren, het collectief
straffen van bevolkingen of het massaal vernietigen van
infrastructuur, werkt evenmin. Dat zijn geen duurzame oplossingen.

In verband met dat laatste punt, wil ik de minister van Buitenlandse
Zaken toch nog vragen om eens te laten onderzoeken wat de
mogelijkheden tot herstelbetalingen zijn. Enkele collega's hebben het
punt al aangehaald. Het is eigenlijk nogal gortig dat Europa jaar in jaar
uit betalingen doet om infrastructuur op te bouwen, dat ziet vernietigd
worden en dan weer gevraagd wordt de buidel open te trekken om
opnieuw te betalen. Er moet minstens eens onderzocht worden wat
de mogelijkheden tot herstelbetalingen zijn, door de strijdende partijen
aan burgers, aan nabestaanden, maar ook met betrekking tot de
infrastructuur.

Ik heb net een opsomming gegeven van de zogenaamde oplossingen
waarvan we weten dat ze niet werken.

Wat werkt dan wel? Ik denk aan een politieke oplossing, een
diplomatieke en regionale benadering, met oog voor de bestraffing
van schendingen van internationaal humanitair recht. Ik keer even
terug op de interventie die collega Dirk Van der Maelen eerder deze
zomer deed en ik vraag nogmaals aan de minister van Buitenlandse
Zaken om de administratie te laten uitzoeken wat daarvan aan is. Er
werd melding gemaakt van het gebruik van chemische wapens. Kan
alstublieft onderzocht worden welke mogelijke schendingen van
internationaal recht er gebeurd zijn?
consécutifs à l'intervention
unilatérale des USA en Irak. Il ne
faut surtout pas oublier que ces
interventions unilatérales
provoquent des «dommages
collatéraux», en clair, la mort de
milliers de civils.

Nous savons donc ce qui mène à
l'échec: les solutions purement
militaires qui ne servent que les
intérêts d'une seule partie,
l'occupation de territoires,
l'érection de murs de démarcation,
le sanctionnement collectif d'un
peuple ou encore la destruction
massive d'infrastructures. A
propos de ce dernier point, le
ministre des Affaires étrangères
doit faire examiner la possibilité de
faire verser des indemnisations
aux victimes par les belligérants.
Car il est inconcevable que l'UE,
près avoir financé pendant des
années la reconstruction du Liban,
doive aujourd'hui recommencer à
verser de l'argent frais. Une
approche diplomatique régionale
est également nécessaire pour
sanctionner les violations du droit
humanitaire international. Il
convient notamment de vérifier si,
comme d'aucun le prétendent, il a
été recouru à des armes
chimiques.
01.26 Stef Goris (VLD): Mijnheer de eerste minister, collega's, ik
houd het zeer kort, omdat ik mij uiteraard aansluit bij de verklaringen
en de vragen van onze collega's van de meerderheid, alsook van
collega's De Crem en Wiaux, en omdat ik ­ maar dat wist u ­ voluit
de beslissing van de regering steun.

Ten eerste plaats ik de beslissing over het contingent van bijna 400
militairen even in de juiste context na de opmerkingen die hier werden
gemaakt. Ten eerste, van ons wordt verwacht dat wij conform de
burden sharing en het Europees veiligheids- en defensiebeleid zo'n
3% leveren van de troepen. Wanneer wij spreken over 12.000 in te
zetten militairen, dan is 3% 400 militairen. Met andere woorden, onze
deelname is uiteraard substantieel, maar het is ook een normale
01.26 Stef Goris (VLD): Notre
contingent de près de quatre cents
militaires correspond à ce qu'on
attend normalement de nous dans
le cadre de la politique étrangère
et de défense européenne. Nous
devons en effet fournir 3 % des
troupes, soit quatre cents hommes
sur un total de douze mille.

Cette participation nous donnera
en effet le droit d'intervenir dans le
processus décisionnel ultérieur,
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
deelname volgens hetgeen Europa van ons zou mogen verwachten.

Ten tweede, het geeft ons inderdaad ­ de heer Van den Eynde heeft
daar ietwat potsierlijk aan gerefereerd ­ het recht mee aan tafel te
zitten en militair mee te bepalen wat er gaat gebeuren, ook met ons
contingent. Het is immers voldoende substantieel om iemand af te
vaardigen naar de discussie over wie, waar en wat er gebeurt. Nog
belangrijker geeft het België de kans diplomatiek mee sturing te
geven aan hetgeen moet gebeuren om een vredevolle en duurzame
oplossing te vinden voor het conflict. Daarom vind ik het een bijzonder
goede beslissing van de regering om zo deel te nemen aan de
operatie in Libanon.

Ten derde en tot slot benadruk ik dat dat er een geloofwaardig
Europees buitenlandbeleid tot stand moet komen. Maar, collega's,
naar mijn inzicht in elk geval, is er in de eerste plaats een sterk
Europees veiligheids- en defensiebeleid nodig, want alleen dat is een
garantie dat het buitenlandbeleid geloofwaardig zou zijn. Wij kunnen
pas geloofwaardig met een mogelijke diplomatieke oplossing naar
een discussietafel over een conflict stappen indien wij ook een
geloofwaardig veiligheids- en defensiebeleid achter de hand houden,
een Europees buitenlandbeleid, dat uiteraard geschraagd moet
worden door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,
dat wij op die manier vorm willen geven.

Het is de eerste keer dat wij op die manier, met heel Europa,
zichtbaarheid kunnen geven aan dat buitenlandbeleid. Wel, laten wij
die kans dan ook grijpen en een duurzame oplossing nastreven in
Libanon.
notamment en ce qui concerne le
rôle futur de nos militaires. Et nous
pourrons dès lors aussi contribuer
à la recherche d'une solution
pacifique par la voie diplomatique.

Il importe de définir une politique
étrangère européenne crédible,
fondée sur la CEDH, ce qui
présuppose toutefois la mise en
place d'une politique européenne
de sécurité et de défense qui soit
elle-même crédible et résolue.
C'est la condition à l'obtention de
succès diplomatiques. L'UE peut
être amenée à jour un rôle dans le
monde et c'est pourquoi nous
devons saisir aujourd'hui
l'occasion qui est offerte de
rechercher une solution durable à
la situation au Liban.
Philippe Monfils, président: La liste des orateurs est épuisée.
Monsieur le premier ministre, messieurs les ministres des Relations
extérieures et de la Défense, j'ignore comment vous envisagez de
répondre. Il vous appartient de vous organiser!
01.27 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, er zijn
inderdaad twee belangrijke taken die door de vredesmacht vervuld
moeten worden: ten eerste, de creatie van een zone waarin geen
militaire activiteit meer is, tussen de Litani-rivier en de Libanees-
Israëlische grens; ten tweede, ervoor zorgen dat er geen nieuwe
wapentransporten meer naar Libanon komen, en die komen ­ dat
weten we ­ langs de Syrische grens, dus de bewaking van de
Syrische grens is ook een prioriteit.

Ik heb gesprekken gevoerd met alle betrokken partijen, Israëliërs
zowel als Libanezen. Onder de Libanezen heb ik mensen gezien die
tot de verschillende groepen behoren, zowel de eersteminister, die
een maronitische christen is, als Berri, de voorzitter van het
parlement, die een sjiiet is, als de heer Murr, de minister van
Landsverdediging, die ook een christen is, als de heer Salloukh, die
ook een sjiiet is, van wie wordt verondersteld dat hij dicht aanleunt bij
Hezbollah. Ook sprak ik de huidige bevelvoerder van UNIFIL, namelijk
de Franse generaal Pellegrini.

Het is duidelijk dat alle betrokkenen akkoord gaan over het feit dat die
doelstellingen inderdaad bereikt moeten worden. De bereidheid is
aanwezig opdat die doelstellingen ook bereikt worden.
01.27 Karel De Gucht, ministre:
Deux tâches importantes
attendent la FINUL: créer une
zone démilitarisée entre le fleuve
Litani et la frontière israélo-
libanaise et empêcher tout
nouveau transport d'armes le long
de la frontière syrienne. Toutes les
parties intéressées, tous les
courants libanais et israéliens, de
même que le général français
Pérégrini, s'accordent pour dire
que ces objectifs doivent être
impérativement réalisés, ce qui
implique concrètement la création
d'une zone où il pourra être
procédé à la confiscation d'armes.

A propos de la question de savoir
si le Hezbollah se laissera
désarmer, on peut en tout état de
cause citer la déclaration de
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

Concreet betekent dat volgens mij het volgende. Het gebied tussen
de Litani-rivier en de Libanees-Israëlische grens moet een gebied
worden waar geen militaire activiteit is en waar wapens effectief in
beslag genomen kunnen worden als zij ontdekt worden. Niemand
mag er zich met een wapen op straat begeven. Dat is concreet wat
daar moet gebeuren.

De vraag luidt of Hezbollah bereid is om zich te laten ontwapenen.
Welnu, er is een verklaring van de heer Nasrallah, die toch het dichtst
staat bij Hezbollah, in Le Monde. Hij zegt het volgende: "Il n'y aura pas
de présence armée du Hezbollah au Liban-Sud. Si des soldats de
l'armée libanaise y rencontrent un homme armé, ils auront le droit de
le désarmer."

Dat is ook wat ik van mijn gesprekspartners heb vernomen. Er is
trouwens al een aantal arsenalen in beslag genomen. De bedoeling
van de Libanese troepen, daarbij gesteund door UNIFIL, is wel
degelijk dat ontdekte wapens in beslag worden genomen en dat niet
wordt aanvaard dat wie dan ook met wapentuig verschijnt. Wapentuig
betekent niet alleen pistolen en geweren, maar inderdaad ook
raketten, die dikwijls zijn gemonteerd op dragers die ook voor
burgerlijk gebruik worden aangewend. Daar manifesteert zich een
zekere verwarring.

De bedoeling is wel degelijk tot een wapenvrij gebied zonder militaire
activiteit te komen. Zoals ik eerder al heb onderstreept, is het
engagement van alle partijen op dit ogenblik om dat wel degelijk te
laten gebeuren. Ik zeg wel: op dit ogenblik. Daar kom ik later nog op
terug, want ik meen dat er inderdaad ook een politieke agenda is.

Betekent dat nu dat de Libanese troepen systematisch het zuiden van
Libanon zullen uitkammen? Neen. Het betekent wel dat er geen
enkele militaire activiteit kan zijn of een vermoeden dat er een
activiteit zou worden ontplooid.

Ten tweede, wat de grens met Syrië betreft, daarover zegt de
Libanese regering voorlopig de assistentie van UNIFIL niet te zullen
inroepen. Dat kan wel het geval zijn als blijkt dat men die taak niet
aankan. Op dit ogenblik heeft men al 8.600 soldaten naar de Syrisch-
Libanese grens gestuurd. Er zijn vanuit Duitse hoek gesprekken met
de Libanese en de Israëlische regering om het proces sterk te
steunen met moderne apparatuur. Het bereiken van een akkoord
daaromtrent zal trouwens niet zonder belang zijn voor het opheffen
van de blokkade van Libanon; die elementen zijn met elkaar
verbonden.

Is dergelijke observatie van de grens mogelijk? Ja, dat is mogelijk.
Volgens mij is het niet zo dat, zelfs wanneer UNIFIL bepaalde
opdrachten zou vervullen, dat automatisch een evidentie zou worden.
U moet eens goed kijken naar de kaart van de Syrisch-Libanese
grens. Behalve het stukje in de Bekaa-vallei is het een bergachtig
gebied van 320 kilometer. Het is dus geen toeval dat niemand er op
dit ogenblik echt in slaagt om al die wapens tegen te houden. Men zal
dat inderdaad in belangrijke mate elektronisch moeten doen. Moderne
detectieapparatuur moet dat mogelijk maken. Dat louter en alleen met
militaire middelen realiseren, is niet evident. Er zijn heel wat officiële
overgangen, maar u kunt ervan uitgaan dat er minstens evenveel niet
Nasrallah au journal Le Monde. Il y
affirme en effet que l'armée
libanaise peut désarmer des
hommes au Sud-Liban. L'objectif
est clairement que l'armée
libanaise, soutenue par Unifil,
puisse saisir des armes. Elle ne
tolérera pas que des hommes en
armes circulent dans la région.
Pour l'heure, toutes les parties se
sont engagées à créer une zone
démilitarisée. Cela ne signifie
toutefois pas que l'on passera le
Sud-Liban au peigne fin à la
recherche d'armes mais plutôt
qu'aucune action militaire ne sera
tolérée dans cette zone.

En ce qui concerne la surveillance
de la frontière avec la Syrie, le
Liban n'a pas demandé l'aide
d'Unifil. Des milliers de soldats ont
déjà été rassemblés à la frontière
et des discussions sont en cours
entre l'Allemagne, Israël et le
Liban à propos de la fourniture
d'appareils électroniques
modernes. Un tel appui est
absolument nécessaire pour
permettre de surveiller 320
kilomètres de frontières dans une
région montagneuse.

Il est important d'intercepter les
transports d'armes afin
d'empêcher le Hezbollah de
s'armer à nouveau. Pour Israël,
ceci est plus important qu'un
désarmement systématique de la
milice. Israël lui-même se rend
bien compte qu'un tel
désarmement est tout sauf
évident.

Le Hezbollah fait partie du
gouvernement libanais. Outre les
deux ministres qui font
officiellement partie du Hezbollah,
d'autres également sont proches
du Hezbollah. Ceci souligne la
volonté de l'organisation de
coopérer puisque le gouvernement
libanais décide collégialement.

La réussite de l'opération dépend
fortement du calendrier. Une
solution devra être trouvée à court
terme pour la question des
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
officiële overgangen zijn.

Het is belangrijk dat men erin slaagt om de wapentransporten uit te
sluiten en wel om verschillende redenen. Ten eerste zou men anders
een herbewapening van Hezbollah krijgen. Bovendien ­ dit blijkt uit
contacten met de Israëlische collega en de minister van
Landsverdediging ­ hecht Israël op dit ogenblik meer belang aan het
feit dat Hezbollah niet opnieuw zou bewapend worden, dan wel aan
een systematische ontwapening van Hezbollah. Het realiseert zich
immers ook dat dat geen evidentie is.

We moeten niet doen alsof wij die klus plotseling perfect zouden
kunnen klaren, terwijl men dat eigenlijk al tientallen jaren probeert te
doen.

Daarom wil ik ook iets zeggen over de bereidheid van Hezbollah om
daarmee op dit ogenblik in te stemmen, wat trouwens ook blijkt uit de
beslissingen van de Libanese regering, waarvan men terecht zegt dat
Hezbollah daarin vertegenwoordigd is. Dat betekent ook dat, als een
Libanese regering een beslissing neemt, Hezbollah daar dan wel mee
instemt, want zij maken deel uit van die regering en een regering is
een college. Twee ministers zijn officieel van Hezbollah en iedereen
weet dat ook een paar anderen vrij dicht bij Hezbollah staan.

Ik denk dat er een belangrijk tijdsperspectief speelt, waarbij men
politieke doelen zal moeten realiseren, op korte en op middellange
termijn. Op korte termijn zijn er twee doelen, ten eerste de afwikkeling
van enerzijds het dossier over de Israëlische soldaten die gevangen
worden gehouden en anderzijds een aantal Libanezen die zich in
Israëlische gevangenissen bevinden. Dat is trouwens de aanleiding
geweest voor het conflict dat is ontstaan. Dat zal op relatief korte
termijn moeten gebeuren. Daarover blijken er onderhandelingen te
zijn. Het is belangrijk dat men daar inderdaad uitraakt.

Ten tweede is er de discussie over de Shebaa farms in een onooglijk
klein gebied dat betwist wordt tussen Syrië en Libanon, waarbij Israël
eigenlijk zegt dat het Syrisch gebied is. Internationaalrechtelijk is dat
op dit moment ook het geval. Wanneer het bepaalde gebieden zoals
de Golanhoogte bezet, is zijn positie in verband met de Shebaa farms
dezelfde. U weet dat men aan een internationaal statuut voor de site
van de Shebaa farms denkt, waarbij de discussie over de vraag of het
Syrisch of Libanees grondgebied is, vooruitgeschoven wordt. Dat
betekent natuurlijk wel ­ men moet zich dit goed realiseren ­ dat men
het van Syrië weghaalt, terwijl het internationaalrechtelijk op dit
ogenblik bijzonder moeilijk te betwisten is dat het Syrisch is. Ik denk
dat de secretaris-generaal van de UNO daar ook nog een
gespreksonderwerp aan heeft, wanneer hij een dezer dagen naar
Damascus gaat, maar het zou inderdaad een oplossing kunnen zijn.
Dat is de korte termijn.

Op iets langere termijn zal ook een oplossing moeten gevonden
worden voor de resem problemen die zich in het Midden-Oosten
blijven voordoen. Die problemen zijn natuurlijk onderling met elkaar
verbonden. Het is evident dat men misschien intellectueel een
onderscheid kan maken tussen de situatie in Gaza en in Libanon,
maar in de praktijk kan dat niet. Men zal stappen moeten
vooruitzetten om tot een globale vrede in het Midden-Oosten te
komen. Daarbij is Gaza sterk verbonden met Libanon. Ook de situatie
détenus et les Sheeba farms. La
Syrie et le Liban se disputent la
souveraineté de ce petit territoire.
Israël part du principe que le
territoire est syrien et que la
question de Sheeba doit dès lors
être résolue en même temps que
celle relative au plateau du Golan.
Il a été proposé de conférer un
statut international à cette région
et de repousser ainsi à plus tard le
règlement de la question de
l'appartenance. Une telle décision
implique toutefois que l'on retire ce
territoire à la Syrie alors qu'il est
difficilement contestable sur le
plan du droit international que le
territoire appartient à la Syrie.

En outre, il conviendra à plus long
terme d'apporter une solution à
toute une série d'autres
problèmes. Au Moyen Orient,
aucun élément ne peut être
considéré isolément. Si, en
théorie, toutes les composantes
peuvent être dissociées, il sera
impossible, en pratique, de
résoudre la question libanaise
sans résoudre en même temps les
dossiers de la bande de Gaza et
du plateau du Golan. Il apparaît
dès lors évident que le niveau de
sécurité de nos troupes pourrait
varier dans une large mesure si
aucun progrès n'était enregistré à
cet égard.

Nous devrons savoir très
précisément dans un an ou un an
et demi si une dynamique
permettra de trouver une solution.
C'est pourquoi le gouvernement a
décidé l'envoi de soldats pour un
terme de six mois renouvelable
une seule fois. Il faudra ensuite
mener un débat politique
approfondi.

Israël s'est déclaré disposé à
collaborer si le cessez-le-feu est
respecté. Son gouvernement a
indiqué qu'il ne mènerait plus
d'actions militaires ni défensives ­
encore faut-il savoir ce qu'il entend
par là ­ pour autant qu'il ne soit
pas attaqué directement et que
l'embargo sur les armes soit
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
tussen Israël en Syrië speelt nog altijd een rol, bijvoorbeeld in verband
met de Golanhoogte. Daarom is het ook evident dat de
veiligheidssituatie van onze troepen sterk zou kunnen veranderen,
indien blijkt dat na enige tijd geen politieke vooruitgang wordt geboekt
in het Midden-Oosten. Ik heb dat trouwens al verschillende keren in
mijn uiteenzettingen gezegd.

Er zijn volgens mij twee fasen, de eerste fase nu en de tweede fase
die over een jaar of anderhalf jaar begint. Dat is moeilijk in te
schatten. Daarvan zal het afhangen of men er echt in slaagt om een
dynamiek van oplossing van het conflict in het Midden-Oosten tot
stand te brengen of niet.

Als men daar niet in slaagt, is het niet uitgesloten dat men vroeg of
laat in een situatie belandt zoals die vroeger al eens bestond, met
Hezbollah tegenover de Franse en de Amerikaanse troepen. Maar
dan spreken wij over een verdere toekomst. U zult trouwens zien in de
regeringsbeslissing dat wij zeggen: wij sturen mensen voor 6
maanden, één keer verlengbaar. Dan zal er sowieso een ernstige
politieke discussie gevoerd moeten worden, met vragen als: wat is de
nieuwe toestand, gaan we inderdaad naar een oplossing van het
conflict, wat zijn de taken die eventueel aangepast moeten worden
binnen de vredesmacht, enzovoort. Wij hebben ons dat, meen ik, wel
degelijk gerealiseerd toen wij die beslissing hebben genomen.

Ook is de vraag gesteld of Israël bereid is daaraan mee te werken?
Ja, Israël zegt zeer uitdrukkelijk dat het bereid is daaraan mee te
werken en dat, eenmaal er een staakt-het-vuren is, het geen militaire
acties meer zal ondernemen, ook geen defensieve militaire acties ­
wat dat ook moge betekenen, mijnheer Van den Eynde, een
defensieve militaire actie. Israël zegt uitdrukkelijk dat het zich daarvan
zal onthouden; tenzij het rechtstreeks aangevallen wordt of het
wapenembargo structureel niet wordt gerespecteerd. Vandaar
natuurlijk ­ ik hoef het verhaal niet te herhalen ­ de noodzaak ook
politiek vooruitgang te kunnen boeken.

Volgens verschillende leden ­ een bepaald lid is mij in het bijzonder
opgevallen ­ is het zeer dringend, maar moet België wachten. Dat
snap ik dus niet. Als het dringend is dan moesten wij inderdaad de
beslissing nemen die wij genomen hebben. Ik meen dat het collega
De Crem was die opmerkte dat het dringend was, maar dat wij
moeten wachten. Dat snap ik niet. Men moet natuurlijk meewerken
aan het hele proces. Ik zal op verschillende van die elementen
terugkomen. Als het dringend is, moeten wij nu een beslissing nemen.
Dat is volgens mij wat men van de politiek mag verwachten, zeker als
men meent dat Europa daarin een rol moet spelen.

Ook werd de vraag gesteld naar de verhouding tussen hoofdstuk VI
en hoofdstuk VII. Het element van hoofdstuk VI dat van toepassing is,
is dat het gebeurt op vraag van de Libanese regering. Hoofdstuk VII
betekent dat men zelfs zonder vraag van een land als internationale
gemeenschap beslist zich te mengen in de interne zaken ervan, en
ernaartoe gaat. Dat is de situatie van MONUC bijvoorbeeld. MONUC
is daar als internationale vredesmacht zonder welke goedkeuring dan
ook van een lidstaat van de VN.

Hier is er wel degelijk dat element dat de VN daar is op vraag van,
met instemming van, en met ondersteuning van, Libanon. Dat is het
structurellement respecté.

Je ne comprends pas le point de
vue de M. De Crem qui, tout en
affirmant qu'il est urgent
d'intervenir, estime que notre pays
doit attendre. Nous devons
contribuer à l'ensemble du
processus.

Il a également été demandé si
l'opération relève du chapitre VI ou
du chapitre VII de la Charte de
l'ONU. Elle relève du chapitre VI
si l'on veut bien considérer qu'elle
fait suite à une demande du
gouvernement libanais qui l'a
approuvée alors que cet accord
n'est pas requis pour une
opération menée dans le cadre du
chapitre VII. Mais, pour le surplus,
l'intervention s'inscrit plutôt dans le
cadre de ce dernier chapitre.
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
element van hoofdstuk VI. Er zijn ook andere elementen, zoals het
recht op zelfverdediging, het recht tussenbeide te komen wanneer het
mandaat in gevaar komt, het recht tussen te komen ter bescherming
van burgers.

Tout cela repose sur le chapitre VII de la Charte. La plus brève
définition que l'on puisse donner de ce mandat est la suivante: c'est
un mandat robuste basé sur le sixième chapitre, mais avec un
contenu s'appuyant sur le septième.

M. Mahoux a mentionné un autre élément important: les relations
entre le DPKO à New York et la force sur place. Il y a, à cet égard,
une nouveauté très importante. Je veux parler de la décision qui a été
prise suivant laquelle tous les pays membres de la force
internationale seront représentés au DPKO. Une cellule spéciale sera
créée pour cette opération, avec la participation de toutes les nations
groupées dans la force internationale, peut-être pas pour un pays qui
n'a qu'un seul représentant. De toute façon, la Belgique sera
représentée à New York. La structure de commandement sur le
terrain sera exactement la même que celle qui sera établie à New
York.

Existe-t-il une stratégie de sortie, monsieur Destexhe? Je l'ai déjà dit,
nous devons absolument trouver une solution de paix durable au
Moyen-Orient.

M. Dubié a posé une question sur la proposition de M. D'Alema en
vue d'organiser une conférence internationale. Je pense que c'est une
bonne proposition, pourvu que, lors de la tenue de cette conférence,
toutes les conditions soient réunies pour arriver à des conclusions et
aboutir à des résultats. En ce domaine, il y a encore matière à
discuter. Ce ne serait donc pas pour tout de suite; mais qu'une
conférence internationale dresse, mettons dans un an, le bilan de la
situation au Moyen-Orient et débouche sur des solutions, cela me
semble parfaitement indiqué.

Nous allons certainement soutenir cette proposition, notamment
vendredi et samedi prochains, lors de la réunion du Gymnich en
Finlande. Il y sera principalement question du Moyen-Orient.
J'imagine que M. D'Alema répètera certainement sa proposition.
Kort samengevat is dit robuuste
mandaat vanuit juridisch oogpunt
op hoofdstuk VI gestoeld, terwijl
de inhoud op hoofdstuk VII is
geïnspireerd.

De heer Mahoux had het over een
belangrijk punt, met name de
betrekkingen tussen het DPKO en
de internationale troepenmacht ter
plaatse. Er is beslist dat alle
deelnemende landen in het DPKO
vertegenwoordigd zullen zijn en
dat de commandostructuur ter
plaatse op die van New York zal
zijn gebaseerd.

Wat de door de heer Destexhe
genoemde exitstrategie betreft,
moet er eerst een duurzame
vredesoplossing in het Midden-
Oosten worden bewerkstelligd.

Op de vraag van de heer Dubié
over de internationale conferentie
die door de heer D'Alema werd
voorgesteld, kan ik antwoorden
dat we dat voorstel tijdens de
informele vergadering van de
ministers van Buitenlandse Zaken
van de Europese Unie (Gymnich),
komende vrijdag en zaterdag,
zullen steunen. Om resultaten te
boeken, moet die conferentie
nauwgezet worden voorbereid. Het
lijkt me dan ook aangewezen ze
niet overhaast te organiseren,
maar pas over een jaar.
Collega Vandenberghe, u spreekt over diplomatieke druk. Ja, die
diplomatieke druk is absoluut noodzakelijk. Maar diplomatieke druk
kan men ook alleen maar uitoefenen als men op een bepaald
ogenblik politieke verantwoordelijkheid neemt, zelfs als dat militaire
elementen impliceert. Diplomatieke druk - zelfs al is dat de meest
intelligente analyse die men zich kan inbeelden -, zo marcheert dat
dus niet... Het gaat tussen landen die politieke engagementen nemen
en deze desnoods ook militair durven te ondersteunen en daardoor
gewicht aan de diplomatieke tafel krijgen. Men kan het betreuren dat
dit geen academische oefening is, maar het is geen academische
oefening, het is inderdaad een verhouding van krachten. Het is maar
in de mate dat men met gezag kan spreken omdat er ook een
bepaalde kracht achterstaat, dat men kan wegen op de oplossingen.
On ne peut exercer des pressions
diplomatiques que si l'on ose
prendre ses responsabilités. Nous
aurons d'autant plus de poids sur
la scène diplomatique que nous
fournirons une contribution
militaire importante.

Il est essentiel que l'Europe puisse
parler d'une voix forte et d'une voix
qui porte si elle veut pouvoir influer
sur la solution.

Nous devons rechercher une
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Ik denk dat het uitermate belangrijk is dat Europa meer gaat wegen
op wat in het Midden-Oosten gebeurt. De benadering alleen die nu
zeer sterk geïnspireerd is door Israël en tot en met ruggensteun krijgt
van de Verenigde Staten, zal ons niet de oplossing brengen. Er zullen
wel degelijk oplossingen moeten gezocht worden waarmee beide
partijen kunnen akkoord gaan. Eenzijdige oplossingen, wat de
officiële thesis was van Kadima bij de verkiezingen, zullen niet
werken. Ik stel trouwens vast dat Israël zelf tot die vaststelling is
gekomen dat men er niet geraakt met eenzijdige oplossingen en men
op die manier de veiligheid van Israël niet kan waarborgen. Men heeft
dat plan zelfs officieel verlaten. Men gelooft er zelfs niet meer in, wat
natuurlijk niet eenvoudig is omdat men ermee naar de verkiezingen is
getrokken.

Men moet dus een oplossing zoeken die door alle betrokken partijen
kan geaccepteerd worden. Dat veronderstelt onderhandelingen, dat
veronderstelt toegevingen van beide kanten. Men moet ook proberen
om die problematiek, die natuurlijk een verband heeft met de terreur,
uit de war on terror te halen. Een van de redenen waarom men de
strikt militaire logica hanteert, is dat dit, vooral vanuit Israël, in de war
on terror wordt ingebed op een manier die zeer unilateraal is. Dat
biedt geen oplossing. Het is een regionaal conflict, de oplossing moet
ook regionaal gevonden worden en beide partijen zullen moeten
toegevingen doen.

Collega Hermans vraagt: wat met landen die Israël niet erkennen? Ik
vind dat het moeilijk is dat een land aan de vredesmacht zou
deelnemen en een van de twee landen in het conflict niet als
souvereine staat erkent. Dat lijkt mij een ondoenbare zaak en zal ook
nooit aanvaard worden door Israël. Men kan zeggen dat Israël dit niet
noodzakelijkerwijze moet aanvaarden. Strik juridisch is dat zo omdat
het een beslissing van de VN is. Men moet niet enerzijds een land niet
willen erkennen en anderzijds interveniëren om de vrede met dat land
te bewaren. Dat lijkt me een contradictio in terminis te zijn.

U hebt ook de vraag gesteld of onze troepen voorbereid zijn op
zelfmoordaanslagen?

Van zulke vragen kan men er honderd uit een blikken trommel halen.
Geen enkele van onze troepen is daarop voorbereid. Nergens ter
wereld is men daarop voorbereid. De vraag is natuurlijk of men
daarmee onmiddellijk wordt geconfronteerd. Ik denk eerlijk gezegd
dat dat niet zal gebeuren. Men heeft in het verleden echter ook gezien
dat toplegers zoals het Franse leger en het leger van de Verenigde
Staten van Amerika hierop niet voorbereid zijn. Natuurlijk neemt men
daarvoor maatregelen, maar men kan zich niet volledig tegen
zelfmoordaanslagen beschermen. Men kan wel de nodige voorzorgen
nemen. Ik denk dat het sturen van de beschermingsmacht een zeer
belangrijk element is. België levert daarmee trouwens een belangrijke
financiële inspanning. Ontmijningsactiviteiten zijn ook activiteiten die
goed liggen bij de plaatselijke bevolking, want zij worden met de
mijnen, die splinterbommen, die niet-ontplofte munitie geconfronteerd.
Op de vraag of onze troepen daarop voorbereid zijn, kan ik echter
geen sluitend antwoord geven. Tot nu toe is niemand daarin al
geslaagd.

De heer Beke stelde ook de vraag wat onze militairen daar concreet
zullen doen. U kent de opdracht. De details kan ik u niet geven. Ik
solution qui emporte l'adhésion
des deux parties. Une solution
unilatérale, telle que celle
préconisée par Kadima aux
dernières élections, n'a aucune
chance de s'imposer. Le
gouvernement israélien vient
d'abandonner officiellement cette
idée.

Une solution susceptible de
recueillir l'assentiment de toutes
les parties concernées
présuppose des négociations et
des concessions des deux
protagonistes. Ce problème est lié
au terrorisme mais si on l'analysait
uniquement dans le contexte de la
« guerre contre le terrorisme », on
ne ferait que suivre une logique
strictement militaire et une
approche très unilatérale. Il s'agit
d'un conflit régional et tout
règlement de ce conflit passera
obligatoirement par une prise en
compte de cette donnée.

Je pense qu'il n'est pas
souhaitable que des pays qui ne
reconnaissent pas comme Etat
souverain un des deux
protagonistes de ce conflit fassent
partie de la FINUL. Ce serait une
contradiction, inacceptable aux
yeux d'Israël.

Aucun pays ne peut se protéger
totalement contre des attentats-
suicides mais nous pouvons
prendre certaines précautions. Il
est très probable que la population
libanaise apprécie notre travail de
déminage.

Pour les détails concrets de la
mission belge, je vous renvoie au
ministre Flahaut.

Par le passé, les montants versés
à titre de réparation ont toujours
résulté d'un accord de paix. Je ne
pense pas que de telles
réparations sont envisageables
dans les circonstances actuelles.
En revanche, j'estime que nous
devons engager un dialogue
sérieux avec Israël car il semble
que certains bombardements
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
neem aan dat de heer Flahaut daarop zal ingaan. Op dit moment
werkt de militaire staf daar ook nog voort aan.

Mevrouw Verhaert stelde een vraag over herstelbetalingen en de
schendingen van het internationaal recht. Als u kijkt naar het
mechanisme van herstelbetalingen, is dat altijd het gevolg van een
vredesakkoord. Kijk naar de Eerste Wereldoorlog en de Tweede
Wereldoorlog. Bij een staakt-het-vuren en een vredesverdrag komen
er inderdaad herstelbetalingen op het tableau. Ik denk niet dat dat kan
in de gegeven omstandigheden. Daar zijn in ieder geval geen
historische voorbeelden van.

Ik geef u wel gelijk dat over de manier waarop een en ander gebeurt,
namelijk wij herstellen dingen ­ in Libanon is dit het geval en nog veel
meer in Gaza ­ waarna die opnieuw schaamteloos plat worden
platgebombardeerd, een ernstig gesprek met Israël moet worden
gevoerd. Dat is totaal onaanvaardbaar. Van een aantal
bombardementen ziet men trouwens helemaal het militaire nut niet in.
Wij kunnen niet eindeloos degene blijven die betaalt, terwijl de
anderen een politiek spel spelen. Mijn antwoord daarop is dat het
engagement van de Europese Unie in het conflict de meest
praktische manier is om dergelijke situaties te vermijden, door meer
invloed aan de diplomatieke tafel te gaan uitoefenen.

U hebt vorige keer gevraagd of wij zouden kijken naar de
schendingen van het internationaal recht, mevrouw Verhaert. Wij zijn
volop bezig om daarover een reflectienota te maken.
n'aient pas eu la moindre utilité
militaire. Il ne serait pas
acceptable que nous assumions la
reconstruction de toutes les
infrastructures et que la région soit
ensuite à nouveau bombardée.
S'agissant des violations du droit
international, nous préparons
actuellement une note de
réflexion.
01.28 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je serai très
bref pour l'instant. En effet, dans une opération comme celle-ci, il est
très important de respecter les étapes: la décision des Nations unies,
la résolution, le cessez-le-feu, le mandat, les règles d'engagement et
les règles de commandement ­ le document concernant les règles
d'engagement et les règles de commandement va être examiné une
fois encore ­ et enfin la décision unanime du gouvernement. On peut
aussi remercier le parlement pour son soutien, tous partis confondus,
majorité et opposition. Partant des décisions prises à la fin de la
semaine, la Défense a fait cette proposition qui sera maintenant mise
en oeuvre en prenant les contacts là où ils doivent être pris.

Pour répondre à M. Mahoux, on a précisé la structure nouvelle de la
représentation des États contributeurs, aussi bien à New York que sur
le terrain ou dans nos propres structures. J'ai moi-même insisté pour
que les personnes qui seront désignées dans les prochains jours
comme représentants en ces différents endroits soient des militaires
de haut niveau, afin qu'ils aient un accès rapide aux différents lieux
d'information pour permettre une réaction rapide et adaptée quand
des problèmes se poseront ou tout simplement pour une direction
efficace des opérations.

En réponse à certaines questions posées, je dirai que le militaire n'est
pas un pion qu'on pose du jour au lendemain sur le terrain des
opérations. Une préparation doit avoir lieu et elle doit être
accompagnée de certaines précautions, quant à l'information de la
famille, quant aux conditions dans lesquelles ces militaires vont
travailler, quant à la culture et au contexte géopolitique. Lors de
l'envoi de nos militaires en Afghanistan, nous avions pris déjà des
01.28 Minister André Flahaut: Bij
de deelname aan een dergelijke
operatie moeten een aantal
stappen worden gevolgd: de
beslissing van de Verenigde
Naties, de resolutie, het staakt-
het-vuren, het mandaat, de "rules
of engagement" en de regels
inzake het commando en ten
slotte de eenparige beslissing van
de regering. Tevens gaat onze
dank uit naar het Parlement voor
zijn steun.

Wij hebben de nieuwe structuur
voor de vertegenwoordiging van
de deelnemende landen effectief
uitgewerkt, zowel in New York als
in het veld en binnen onze eigen
structuren. Wij zullen worden
vertegenwoordigd door
topmilitairen teneinde snel toegang
te kunnen hebben tot de diverse
informatiecentra en aldus het
goede verloop van de operaties te
kunnen vergemakkelijken.

Een militair is geen pion die men
van de ene op de andere dag in
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
initiatives originales pour la Belgique mais aussi pour les autres
armées et nous comptons faire de même pour cette opération au
Liban. Nous ferons en sorte que l'ambassadeur du Liban comme des
spécialistes en histoire politique viennent indiquer qui est qui, qui fait
quoi et pourquoi nous sommes là. Il est important d'expliquer cela à
tout le monde.

Il reste alors les dispositions pratiques, matérielles pour assurer ce
que nous appelons le "well being" et j'y inclus les missions de
reconnaissance et les précautions qui devront être prises pour le
démantèlement de certaines munitions. Nous avons aussi tiré les
leçons des Balkans, lors du débat sur le fameux "syndrome des
Balkans", en matière de précautions pour nos militaires envoyés en
opération.

Tout cela est en cours de préparation. Vous conviendrez donc que
pour ce qui concerne le départ exact de la mission, je n'ai pas de
réponse précise aujourd'hui. Qui et quelles sont les unités? Surtout, je
demande que les gens gardent leur calme, que ceux qui sont trop
enthousiastes se calment. Ceux qui sont plus réservés se verront
expliquer les garanties qui sont prises. Ce travail demandera un peu
de temps. Les moyens de communication seront définis globalement.
Quant au logement, je peux dire qu'il s'agira du même type que celui
de Kalemie.

Pas plus tard qu'aujourd'hui, les responsables des opérations et
entraînements font le déplacement vers Paris pour discuter avec les
responsables des opérations du site précis. Nous avons également
eu des contacts avec d'autres pays. Il est évident qu'à partir du
moment où nous déployons un hôpital "rôle II" pour nos troupes, nous
devenons effectivement attractifs et certains pays, comme l'Espagne,
demandent à pouvoir travailler avec nous. Le Luxembourg nous
accompagne également et bien entendu, les coopérations avec la
France sont bonnes.

Il importe également de préciser, madame Wiaux, que nous
apporterons un soin particulier à l'information régulière des familles et
du Parlement. Depuis les opérations en cours, nous n'avons jamais
été avares d'informations. Bien entendu, lorsqu'une série d'éléments
concernent la sécurité de nos hommes, nous nous devons de
respecter une certaine prudence. En effet, si nous pouvons
effectivement donner le nombre de véhicules que nous allons
envoyer, il n'en va pas de même pour les questions d'armement, de
renseignements, de reconstruction des sites. C'est la raison pour
laquelle la commission de Suivi des opérations militaires a été mise
en place. Notre président sait que chaque fois qu'il y fait appel, il lui
est répondu dans les meilleurs délais.

Ce que nous décidons d'envoyer et la configuration de la contribution
que nous décidons d'envoyer font suite aux leçons tirées de la
situation au Rwanda. Depuis les conclusions de la commission
Rwanda, un centre d'opérations suit heure après heure toutes les
opérations de nos militaires, quels que soient les endroits où ils se
trouvent. Il en ira de même ici. Nous constituerons donc, en plus de
ce qui existe déjà, pour le Congo, le Kosovo, la Bosnie et
l'Afghanistan, une cellule spéciale pour cette opération au Liban.

Pour la mission médicale précise, il y a encore du contenu à ajouter.
het operatiegebied dropt. Een en
ander moet worden voorbereid en
er moeten bepaalde
voorzorgsmaatregelen worden
getroffen, zowel wat de informatie
van de families, als wat de
omstandigheden waarin die
militairen zullen werken en de
cultuur en de geopolitieke context
betreft. Tevens zullen ook
praktische en materiële
schikkingen worden getroffen om
voor de zogenaamde "well being"
te zorgen, met name inzake de
verkenningsopdrachten en de
ontmanteling van bepaalde types
munitie. Wij hebben ook lering
getrokken uit onze missies in de
Balkan op het stuk van de
voorzorgsmaatregelen die moeten
worden getroffen voor onze
militairen die aan een dergelijke
operatie deelnemen.

Over de precieze startdatum van
de opdracht of de eenheden die
zullen worden ingezet, kan ik u
vandaag nog geen definitief
antwoord geven. Het komt er
vooral op aan kalm te blijven.

De communicatiemiddelen zullen
globaal worden vastgelegd. De
troepen worden op dezelfde
manier gelegerd als op het
grondgebied van Kalemie
(Katanga).

De mensen die verantwoordelijk
zijn voor de opleiding en de
training bevinden zich momenteel
in Parijs. Daarnaast onderhouden
we contacten met andere landen,
onder andere wat de installatie van
een veldhospitaal "rol twee" voor
onze troepen betreft.

Voorts zullen we erop toezien dat
zowel de gezinsleden van de
militairen als de parlementsleden
regelmatig geïnformeerd worden.
Het spreekt voor zich dat we enige
omzichtigheid aan de dag moeten
leggen ten aanzien van elementen
die de veiligheid van onze
militairen aanbelangen. Zo kunnen
we bijvoorbeeld wel meedelen
hoeveel voertuigen we ter plaatse
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Pour ce qui concerne les 3%, je voudrais simplement attirer l'attention
sur le fait que pour cette opération précisément, nous ne nous
sommes inscrits dans aucun automatisme et nous avons souhaité
ciseler la force que nous voulions envoyer, en tenant compte des
différents paramètres. Nous n'avons à aucun moment considéré qu'il
fallait atteindre un chiffre de x ou de y.

Nous avons dit qu'il convenait de préparer une force qui répondait à
nos préoccupations, notamment les recommandations de la
commission Rwanda, mais qui devait aussi être utile. C'est la raison
pour laquelle nous sommes allés chercher, dans la deuxième vague,
de façon réaliste parce que nous pouvons le faire avec une grande
expertise et parce que cela s'inscrit dans un calendrier faisable, des
missions pour lesquelles nous sommes une référence: le déminage,
puis la reconstruction d'infrastructures élémentaires, qui permettront à
d'autres de reconstruire dans d'autres contextes, et également le
médical parce que c'est sans doute ce qui était le plus demandé. On
voit aujourd'hui que nous avons réellement répondu à un besoin.

Ensuite, il est clair que la force a une dimension significative. Cette
force a sa propre protection, c'est un choix politique belge que nous
devions prendre. Il n'est donc pas question de 3%. Cela aurait pu être
2,5%, 5%. C'était ce que nous envoyions qui était important. Il fallait
aussi veiller à ce que cette mission puisse être menée en respectant
les autres engagements que nous avons pris. C'est ce que nous
entendons faire, dans la faisabilité budgétaire.

Il est clair que pour cette année 2006, nous sommes à environ quatre
millions d'euros, sans demande qui sera faite par le département de
la Défense à l'égard du budget. Pratiquement deux tiers de cette
somme seront remboursés dans un terme plus ou moins long par les
Nations unies. Pour les dix mois de l'année 2007, cela représentera
un montant d'une vingtaine de millions d'euros. À ce moment-là, des
propositions seront faites. Il faut poser les questions sans
précipitation, au bon moment et au bon endroit.
zullen sturen, maar kunnen we
geen details bekendmaken over
de bewapening, de inlichtingen of
de heropbouw van bepaalde sites.
Daarom werd de commissie
Opvolging Militaire Operaties
opgericht.

Sinds de conclusies van de
Rwandacommissie volgt een
operationeel centrum alle
operaties waaraan onze militairen
deelnemen op de voet, waar ter
wereld ze zich ook bevinden. Voor
de operatie in Libanon zullen we
een speciale cel in het leven
roepen.

Wij beschikken nog niet over alle
informatie met betrekking tot de
medische missie.

Wat die precieze operatie betreft,
wilden wij de troepenmacht die wij
wilden sturen nauwkeurig
samenstellen op grond van de
diverse parameters.

Wij wilden een troepenmacht
samenstellen die nuttig werk kan
leveren. Wij hebben dus, in de
tweede fase, naar opdrachten
gezocht waarvoor ons land als
referentie geldt: ontmijning, nadien
de wederopbouw van elementaire
infrastructuur die aan anderen de
mogelijkheid zal bieden aan
wederopbouw te doen in een
andere context, en ook medische
taken, teneinde aan de prioritaire
behoeften tegemoet te komen.

Die troepenmacht is behoorlijk
groot en beschikt over haar eigen
beschermingseenheid (dat is een
keuze die wij hebben gemaakt). Er
is dus geen sprake van 3%; wat
belangrijk is, is welke
troepenmacht wij sturen, met
inachtneming van onze andere
verbintenissen en de budgettaire
haalbaarheid.

Voor 2006 bedraagt het
kostenplaatje vier miljoen euro. De
Verenigde Naties zullen twee
derde van dat bedrag
terugbetalen. Voor de tien
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
maanden van 2007 zal een en
ander goed zijn voor een bedrag
van zowat twintig miljoen. Op dat
ogenblik zullen er voorstellen
worden geformuleerd. Men moet
de nodige vragen op het gepaste
ogenblik en op de juiste plaats
stellen.
Anne-Marie Lizin, présidente: Monsieur le ministre, je vous
remercie. J'espère que nos troupes seront également bien équipées
de capacités de contre-espionnage en raison des manipulations dont
la FINUL risque, tout de même, de faire l'objet.

La parole est au premier ministre pour les conclusions.
01.29 Eerste minister Guy Verhofstadt: Omdat veel collega's erop
zijn ingegaan, wil ik nog even terugkomen op de vraag of wij
voldoende rekening hebben gehouden met de aanbevelingen van het
Rwanda-rapport. Bij de uitstippeling van deze operatie hebben wij die
aanbevelingen scrupuleus opgevolgd. De aanbeveling van de
Rwanda-commissie luidt niet dat we nooit meer mogen deelnemen
aan een VN-operatie. De aanbeveling luidt wel dat zo'n deelname
moet plaatsvinden in goede, verstandige omstandigheden, met goede
rules of engagement, op basis van een mandaat, op basis van klare
opdrachten en met juiste uitrusting en materiaal.

Overigens, zoals hier al enkele keren werd gezegd, de grote schande
van het Rwanda-rapport is eigenlijk het vertrek geweest van de
Belgische troepen uit Rwanda, op het moment dat wetens en willens
de internationale gemeenschap wist dat er een genocide plaatsgreep
in Rwanda. Dat de internationale gemeenschap dat wist, is uiteindelijk
uit het hele onderzoek gebleken. Het is niet zozeer een schande
geweest voor België, meen ik, maar voor de internationale
gemeenschap in het algemeen en de werking van de VN in het
bijzonder.

Elk punt van de aanbevelingen hebben we besproken. Een van de
aanbevelingen luidt dat er een duidelijk mandaat moet zijn,
voornamelijk uitgedrukt in rules of engagement. Welnu, ik heb hier de
rules of engagement. Het is een UN-restricted document, dus ik kan
het u niet ter beschikking stellen.

Op alle punten zijn wij de aanbevelingen nagegaan, voornamelijk om
te kijken of zelfverdediging erin zit en of die zelfverdediging
onmiddellijk uitgevoerd kan worden zonder dat er eerst een heleboel
procedures doorlopen moeten worden, zoals we dat in oude rules of
engagement hebben meegemaakt. Ook hebben wij gekeken of het
verder gaat dan alleen zelfverdediging, namelijk ervoor zorgen dat er
zich geen vijandige activiteiten in Zuid-Libanon afspelen. Ook
daarvoor kan er geweld worden gebruikt, dus niet alleen voor
zelfverdediging, maar ook om het doel te bereiken.

De eerste analyses die wij gemaakt hebben, duiden toch aan dat er
voldoende duidelijke rules of engagement zijn, die wij soms in het
verleden ontbeerd hebben. Zoals minister De Gucht heeft gezegd is
het belangrijk dat België vertegenwoordigd is bij het departement van
de operatie peace keeping van de VN, die dat leidt. Tegelijk zullen
01.29 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Il a été demandé à
plusieurs reprises si nous avons
suivi les recommandations de la
commission Rwanda. Le scandale
du Rwanda a précisément été que
la communauté internationale a
fait défaut en retirant toutes ses
troupes alors que l'on savait qu'un
génocide était en cours. Notre
commission d'enquête n'a jamais
affirmé que la Belgique ne pouvait
plus participer à des opérations de
l'ONU mais qu'une telle
participation nécessitait un mandat
solide, des règles d'engagement
claires et du matériel en quantité
suffisante. Nous avons
minutieusement vérifié si ces
conditions étaient réunies.

Nous avons examiné de manière
approfondie le mandat tel qu'il est
décrit dans un United Nations
Restricted Document
. Il y est
notamment précisé que la légitime
défense est autorisée et qu'elle
peut s'exercer immédiatement.
L'utilisation de la force est même
autorisée pour atteindre l'objectif
de la mission, à savoir empêcher
toute action hostile au Sud-Liban.
La Belgique sera en outre
représentée sur le plan militaire
auprès du commandement d'Unifil
et bénéficiera aussi d'une
représentation auprès du
département Peace Keeping de
l'ONU.

Autre point important dont nous
sommes convenus: nos hommes
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
onze militairen ook vertegenwoordigd zijn in heel de commandoketen
van UNIFIL om van daaruit de nodige initiatieven te kunnen nemen.

De tweede aanbeveling luidt dat er absoluut een eigen snelle
reactiemacht aanwezig moet zijn. Als er iets verkeerd loopt, dan moet
die snelle reactiemacht kunnen interveniëren. Dat is precies wat wij
hebben beslist. Onze eigen reactiemacht zal uitgerust zijn met dertig
gepantserde voertuigen. Drie ervan dienen voor ambulancediensten.
De andere zullen specifiek een eigen snelle reactiemacht in staat
stellen die ­ laten we hopen dat het niet nodig is ­ kan optreden
wanneer het nodig is, en die onder Belgisch commando zal staan.

Er zal dus niet ergens in New York groen licht moeten worden
gegeven vooraleer die in beweging kan komen. Wanneer de
veiligheid van onze troepen het noodzaakt, zal die eigen snelle
reactiemacht onder Belgisch bevel reageren. Ze wordt ook betaald en
gefinancierd door België en valt dus buiten het door de VN opgestelde
financieringskader.

Ten derde, we hebben de deelname ingeschat voor een beperkte
periode van zes maanden, eenmalig verlengbaar. Minister De Gucht
stelt terecht dat wij de kans willen bieden om tot een politieke
oplossing te komen. Het moet mee een hefboom zijn om daartoe te
komen, inclusief alle aspecten van dergelijke politieke oplossing.
Daarbij zal, onder meer, de ontwapening van Hezbollah daarvan deel
moeten uitmaken. Tot daar de ingebouwde waarborgen op basis van
de ervaring die het Parlement heeft opgedaan.

Nogmaals, als wij lessen moeten trekken uit het verleden, dan is het
dat wij onze verantwoordelijkheid in geen geval mogen ontlopen. In
het verleden deden wij dat misschien op de slechtst mogelijke
ogenblikken. Vandaag mag dat absoluut niet. Als er misschien een
"positieve" kant ­ ik zet dat tussen aanhalingstekens! ­ aan het
huidige conflict in Zuid-Libanon kan worden gevonden, dan is het dat
het misschien een nieuw platform kan creëren voor een politieke
oplossing, die we nu al een aantal decennia ontberen in het Midden-
Oosten. Dat kan met een hernieuwde rol voor de Europese Unie, die
door niemand anders kan gespeeld worden dan door de Europese
Unie vandaag. Die verantwoordelijkheid mogen wij niet ontlopen en
wij doen dat in een Europees verband en Europees concept.
pourront disposer d'une quick
reaction force
spécifiquement
belge que la Belgique devra
d'ailleurs financer séparément
mais qui sera placée sous
commandement belge de façon à
permettre une intervention rapide
de nos militaires qui auront à leur
disposition vingt-sept véhicules
blindés.

Il faut dire aussi que ce mandat
n'est donné que pour une période
limitée de six mois, renouvelable
une fois. Ce délai devrait suffire
pour que notre mission serve de
levier à une solution politique,
notamment pour résoudre le
problème posé par le
désarmement du Hezbollah.

Notre pays ne s'est donc
certainement pas soustrait à ses
responsabilités. C'est ainsi que ce
conflit douloureux revêt tout de
même un aspect positif en ce sens
qu'il pourrait peut-être déboucher
sur un règlement politique de
toutes les difficultés au Moyen-
Orient. A cet égard, l'Europe sera
appelée à jouer un rôle renouvelé
et de premier plan.
Il ne s'agit donc pas de quelques pays. Pour la première fois, je
constate au sein du Conseil européen, et plus spécifiquement dans le
Conseil des Affaires générales, une concertation très détaillée sur une
opération commune. Tous les pays vont y participer, et j'ai d'ailleurs
donné une liste expliquant le rôle de chacun d'eux. Certains pays
semblent fournir moins d'efforts, mais je vais prendre le cas de
l'Autriche: elle a déjà envoyé 400 soldats pour une longue période au
Golan. Il ne faut donc pas commencer à jeter l'opprobre sur ces pays.

Une véritable concertation globale a eu lieu, si bien que cette force
internationale sera quasiment une force de l'Union européenne. Et je
m'en réjouis, parce que si nous parlons souvent ici d'une approche
multilatérale et de la nécessité d'une politique de défense
européenne, voici enfin une telle politique mise en pratique - au-delà
de tous les grands discours prononcés dans le passé.
Het gaat dus niet om enkele
landen. Voor het eerst werd er
binnen de Europese Raad een
gemeenschappelijke operatie tot in
het kleinste detail besproken. Alle
landen zullen eraan deelnemen en
die internationale strijdmacht zal
bijna uitsluitend een strijdmacht
van de Europese Unie zijn. Dat
stemt me tevreden vermits op die
wijze de Europese
defensiepolitiek, waar we het zo
vaak over gehad hebben, in de
praktijk wordt gebracht.
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
01.30 Josy Dubié, sénateur (ECOLO): Monsieur le président, je n'ai
pas reçu de réponse précise à une question importante que j'ai
posée. Les deux ministres qui se sont rendu sur place ont-ils, oui ou
non, reçu des garanties des autorités civiles et militaires israéliennes
que seraient communiqués à nos troupes les plans des champs de
mines qui se trouvent là-bas?
01.30 Josy Dubié, senator
(ECOLO): Op een belangrijke
vraag heb ik geen duidelijk
antwoord gekregen. Hebben de
twee ministers die ter plaatse zijn
geweest de waarborg gekregen
dat de Israëlische overheid de
kaarten van de mijnenvelden ter
beschikking zal stellen?
01.31 Karel De Gucht, ministre: J'ai posé la question aux autorités
libanaises et israéliennes. Ces dernières ont répondu très clairement
qu'elles livreraient les cartes des champs de mines. Je l'ai vérifié à
Beyrouth, où l'on m'a informé que la première partie était déjà
parvenue par le biais des Nations unies.

Je me suis fait la même réflexion que vous: comme nous partons
pour déminer, il faut que nous disposions des cartes, d'autant plus
que le gouvernement libanais les demandait depuis des années. Il
existe à présent un accord, qui est exécuté par les Nations unies.


Anne-Marie Lizin
, présidente: Le travail est terminé pour les
sénateurs.

Patrick Moriau, président: Il faut respecter la forme et donc écouter
les répliques. MM. De Crem et Van den Eynde se sont inscrits. Je
signale avoir pris connaissance du dépôt de deux motions par les
deux susnommés.

Philippe Monfils, président: Nous aurons l'occasion de discuter de
cette question dans les commissions respectives, au fur et à mesure
de l'évolution de la situation.
01.31 Minister Karel De Gucht: Ik
heb de Libanese en Israëlische
autoriteiten die vraag voorgelegd.
De Israëli's lieten er geen twijfel
over bestaan dat ze de kaarten
van de mijnenvelden zouden
bezorgen. We hebben trouwens
reeds een eerste reeks ontvangen.
Er is dus een overeenkomst die
door de Verenigde Naties zal
worden uitgevoerd.
01.32 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Voorzitters, ik
bedank de ministers voor hun antwoord. Ik zou toch nog een en ander
willen opmerken.

Ten eerste, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, u zegt dat
de Syrische grens door het Libanese leger zal worden bewaakt.
Vandaar komt de bewapening van Hezbollah uit Syrië en uit Iran;
laten we de zaken zeggen zoals ze zijn. Het Libanese leger zal
daarvoor zorgen. Mijnheer de minister, het Libanese leger is het leger
van de regering van Libanon. Hezbollah zit in die regering. Hezbollah
is stevig vertegenwoordigd in het Libanese parlement. Hezbollah is
ongetwijfeld zeer sterk in het Libanese leger geïnfiltreerd. Als
Hezbollah wapens uit Syrië wil krijgen, zal het Libanese leger dat niet
kunnen tegenhouden. Ik zeg niet dat ze allemaal medeplichtig zullen
zijn, maar dan zal dat zeker gebeuren. Ik vrees dat dat zo zal zijn.

Ten tweede, u zegt dat Hezbollah uiteraard wil ontwapenen, omdat ze
in de Libanese regering zit en de regering wil dat. Dat de regering dat
wil, wil ik graag geloven. Mijnheer de minister, u weet toch beter. De
regering van Libanon was ook helemaal niet gelukkig met de
beschieting van Israël door Hezbollah. De regering van Libanon was
ook sterk tegen de operatie van Hezbollah in Israël, die in feite het
begin van het conflict is geweest en waarbji Israëlische soldaten
werden gedood. Dat heeft Hezbollah niet belet om dat te doen. Als
01.32 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Le
gouvernement a affirmé un certain
nombre de choses qui paraissent
peu crédibles ou pour le moins
naïves. C'est ainsi que l'armée
libanaise est chargée de surveiller
la frontière avec la Syrie. On
oublie manifestement que le
Hezbollah est présent au sein du
gouvernement libanais et du
parlement et qu'il a donc
également infiltré l'armée. On peut
donc légitimement se poser des
questions à propos de l'efficacité
de cette surveillance.

Notre ministre affirme également
que le Hezbollah se laissera
certainement désarmer puisqu'il a
soutenu cette décision au sein du
gouvernement libanais. Si le
Hezbollah adopte vraiment une
attitude aussi collégiale au sein du
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
Hezbollah het wil, zal ze die praktijken voortzetten.

U zegt dat op het terrein waarop ons leger opereert, geen wapens
meer zullen mogen worden gedragen. Ik geloof dat. Dat zal zo zijn in
de straten en de dorpen. Op dat terrein, dat perfect is voor de
guerrilla, kan geen enkel geregeld leger een guerrilla-actie beletten.
Dat is nog nooit in de geschiedenis gelukt. Daarvan zijn voorbeelden.
Ik denk aan Noord-Afrika. Tijdens de Algerijnse oorlog heeft Frankrijk
een elektrische grens gebouwd tussen Algerije en Tunesië. Niettemin
bleven de wapens toch binnenstromen. Het is dus ondenkbaar.

Ten slotte, ik heb moeten vaststellen dat er aan Franstalige zijde een
algemeen enthousiasme is. Dat had ik daarstraks ook gezegd. Het is
een operatie die voortspruit uit een Franstalige visie op de
buitenlandse politiek, de grandeur van het samenwerken met
Frankrijk, le Liban terre francophone. Dat speelt een rol. (Protest van
de eerste minister
)

Mijnheer de eerste minister, u weet dat zeer goed. U weet beter dan
wat u nu vertelt.

Ik dank, ten slotte, de woordvoerder van de VLD voor militaire
aangelegenheden, die hier bevestigd heeft dat heel de operatie
opgezet is om te kunnen meespreken met de groten.
gouvernement libanais, pourquoi
ce dernier n'a-t-il rien fait pour
empêcher les tirs sur Israël et
l'enlèvement de soldats israéliens?

Les forces de l'ONU opéreront
dans une zone démilitarisée. Or,
on oublie manifestement que dans
cette région montagneuse, une
armée est relativement
impuissante face à des actions de
guérilla.

L'enthousiasme des francophones
pour l'opération est illustrative de
leur conception de la politique
étrangère. Ils sont toujours
nostalgiques de l'époque de la
grandeur et de la collaboration
avec la France. Le Liban terre
francophone.
Même M. Goris
pense que nous allons enfin
pouvoir jouer dans la cour des
grands.
01.33 Stef Goris (VLD): Dat is niet waar.
01.33 Stef Goris (VLD): Ce n'était
absolument pas la teneur de mon
intervention.
01.34 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat hebt u wel
gezegd. U droomt nog altijd van een België waar men zingt: "Is uw
wereld niet groot, ginds doch wacht u een strand..."
01.35 Stef Goris (VLD): In het belang van de veiligheid van de
militairen...
Patrick Moriau, président: Chers collègues, ne ternissons pas un
débat qui, jusqu'à présent, s'est très bien passé. Je demande à M.
Van den Eynde de conclure.
01.36 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, ik zou graag concluderen. Er wordt hier luidop, ook bij
monde van de VLD ­ niet alleen Franstalig ­ gesproken van een soort
politiek gebaseerd op dat oud patriottisch lied "Naar wijd en zijd". Daar
kwam onder meer de volgende passage in: "Is uw landje niet groot,
ginds doch wacht u een strand als een wereld zo groot, waar uw vlag
staat geplant." Dat is uw politiek. Wij zien de zaken realistischer.

Ik heb een voorstel van motie ingediend om ons te verzetten tegen
het risico dat u onze soldaten voor die grootheidswaanzin doet lopen.
01.36 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): La participation
de la Belgique tout entière relève
de la mégalomanie. Le Vlaams
Belang, quant à lui, garde les
pieds sur terre, comme l'indiquera
notre motion de recommandation.
Philippe Monfils, président: Avant de passer la parole à l'orateur
suivant, je voudrais tout de même dire à M. Van den Eynde que le
rétablissement de la paix n'est pas une affaire francophone, mais une
affaire de tous.
01.37 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitters, mijnheer de 01.37 Pieter De Crem (CD&V):
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
eersteminister, heren ministers, ik meen dat wij voor een bijzonder
risicovolle opdracht staan.

Ik zou, ten eerste, willen voorstellen dat België in elk geval ook op
topniveau in de commandostructuur van de internationale macht een
belangwekkende rol moet kunnen spelen en dat ook de verhoudingen
uitgeklaard moeten worden.

Ten tweede ­ dat hebben wij geleerd uit het verleden ­, meen ik dat
wij het slechtst mogelijke scenario, het meest dramatische scenario,
moeten kunnen voorzien. Dat meest dramatische scenario is dat
ingevolge de opdracht landgenoten gewond, levensgevaarlijk gewond,
kunnen worden of in bevolen opdracht sterven. Werd daarover
nagedacht? Bestaat daarvoor een scenario? Wanneer er, zoals in de
opsomming die ik heb gemaakt, zware aanvallen, zwaar gekwetsten,
dodelijk gekwetsten vallen, wat zal de regering dan doen? Opteert zij
voor een onmiddellijke terugtrekking?

(...): (...)
Nous nous trouvons face à une
mission particulièrement risquée.
La Belgique doit jouer un rôle
important dans la structure de
commandement.

Nous devons envisager le
scénario du pire, celui où il y aurait
des blessés graves ou des tués. Y
a-t-on réfléchi? Un plan a-t-il été
envisagé? Que fera le
gouvernement dans pareil cas?
Optera-t-il pour un retrait des
troupes ou pour une modification
du mandat? Qu'a-t-il été convenu
au sein du gouvernement ? Quel
est le message adressé aux
partenaires?
01.38 Pieter De Crem (CD&V): Dat doet wel ter zake! Opteert zij
voor een specificatie van ons mandaat? Wat heeft de regering
daarover intern afgesproken in het politieke overleg tussen de
meerderheidspartijen? Wat is de boodschap die men ter zake heeft
gegeven aan de mensen en aan de landen met wie de vredesmacht
wordt uitgebouwd?

Nog zonder het meest dramatische scenario, dus nog zonder
dodelijke afloop: wanneer wij zien dat bij het inzetten van onze
manschappen
­ vooral dan de meest kwetsbare, de
ontmijningscapaciteit ­ er meer dan schermutselingen zijn en dat er
aanvallen zijn op hun fysieke integriteit, vraag ik dat de regering zich
onmiddellijk naar het Parlement zou begeven. Heren voorzitters, dat is
ook een vraag van u. Ik zal dat aan de voorzitter van de Kamer laten
weten. Wanneer wij merken dat het mandaat moeilijk verloopt, dat het
tot gevolg heeft dat de troepen die ingezet zijn het slachtoffer worden
van wat ik daarnet gezegd heb, dan moet het Parlement onmiddellijk
bijeenkomen om de situatie te evalueren en desgevallend een andere
beslissing te nemen dan die welke er nu is.
01.38 Pieter De Crem (CD&V):
Les démineurs sont vulnérables.
S'ils sont attaqués, le
gouvernement devra
immédiatement s'expliquer devant
le Parlement. Celui-ci pourra alors
évaluer la situation et prendre
éventuellement une autre décision.
01.39 Hilde Vautmans (VLD): Ik heb het debat aandachtig gevolgd.
Eén ding is me bijgebleven en dat is dat Vlaams Belang eigenlijk heel
weinig vertrouwen heeft in het kunnen van onze militairen. Ik geloof
heel sterk in het kunnen van onze manschappen en ik denk dat zij de
risicovolle opdracht perfect zullen vervullen.

Ik heb nog twee vragen over aangelegenheden die voor mij niet heel
duidelijk zijn. Ten eerste, de lopende operaties komen niet in het
gedrang, zo heb ik begrepen. Ten tweede, wat me te binnen schoot
terwijl ik de uitleg hoorde over het aantal manschappen, is de
koehandel die tijdens de Rwanda-operatie is gebeurd. Ik had nog
graag de bevestiging gehad dat de Generale Staf en ook de VN
tevreden zijn met het aantal manschappen dat wij nu sturen. Mijnheer
de eerste minister, u zult zich de koehandel over het aantal
manschappen herinneren die in de Rwanda-commissie is gebleken.
Ik hoop dat dat in dit dossier niet gebeurd is.
01.39 Hilde Vautmans (VLD): Le
Vlaams Belang ne croit
manifestement pas aux capacités
de nos militaires. Pour ma part, je
leur fais confiance.

J'ai compris que les opérations en
cours ne pâtiront pas de la
nouvelle opération.

L'État-major et les Nations Unies
sont-ils satisfaits de l'effectif que
nous envoyons? Je garde en
mémoire le véritable
maquignonnage à propos du
Rwanda.
01.40 Eerste minister Guy Verhofstadt: Kofi Annan is hier geweest 01.40 Guy Verhofstadt, premier
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
en heeft alle voorstellen gehoord van de landen van de Europese
Unie. Hij was uiteraard tevreden met de inzet. Dit is ook anders, het is
een multinationale vredesmacht waarbij België niet de lead heeft van
een heel beperkte operatie. UNAMI was een heel beperkte operatie.
Hier betreft het een veel bredere operatie.

Het is evident dat de regering aan het Parlement alle informatie in real
time zal bezorgen. Dat zullen we doen in de commissie die daarvoor
is opgericht onmiddellijk na het Rwanda-rapport. Er is een speciale
commissie in de Senaat opgericht die de militaire operaties volgt. Ik
heb verschillende keren aan de Kamerleden aangeboden om daar
ook deel van uit te maken. Daar zullen wij ook de rules of
engagement uitdelen, omdat de leden een geheimhoudingsplicht
hebben. Ik heb verschillende keren aangeboden dat ook Kamerleden
er deel van zouden uitmaken, zodoende dat we bestendig, minuut per
minuut, dag per dag, week per week, de leden van het Parlement
kunnen inlichten. Ik vind dat maar de normaalste zaak van de wereld.

Voor het overige wil ik aan de heer De Crem nog het volgende
zeggen. De grote fout in Rwanda, mijnheer De Crem, is dat we, op
het ogenblik dat de genocide startte, vertrokken zijn. Vergeet die les
nooit. U spreekt nu al over terugtrekken, nog vooraleer we vertrokken
zijn.
ministre: M. Kofi Annan a entendu
toutes les propositions et s'en est
montré satisfait. Il s'agit d'une
force de paix internationale et non
d'une opération restreinte sous la
supervision de la Belgique.

Le gouvernement transmettra
toutes les informations à la
commission spéciale de suivi des
opérations militaires. Cette
commission existe au Sénat. J'ai
déjà proposé à plusieurs reprises
que les membres de la Chambre
en fassent également partie.

Au Rwanda, nous avons commis
la grave erreur de quitter le
territoire lorsque le génocide a
commencé. C'est une leçon à ne
pas oublier. M. De Crem parle de
retrait avant même l'heure du
départ.
01.41 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik heb
het duidelijk willen stellen en ik herhaal nogmaals mijn vragen. Wat
zal de regering doen, welk overlegsysteem wil zij op gang brengen als
we zien dat onze inzet leidt tot het dodelijk verwonden, tot de
zogenaamde casualties, bij onze manschappen ter plaatse? Ik
veronderstel dat er daarover een scenario afgesproken is binnen de
regering. Ik had graag geweten wat dat scenario is. Ik hoop dat het
nooit zover komt. Maar omdat het een risicovolle opdracht is, denk ik
dat wij heel het spectrum van ons engagement moeten kunnen
bekijken, niet meer of niet minder.
01.41 Pieter De Crem (CD&V):
Que fera le gouvernement si notre
participation se solde par des
victimes parmi nos hommes?
J'imagine que le gouvernement a
arrêté un scénario. Quel est-il?
Patrick Moriau, président: Il y a la commission des Opérations
militaires. Je me permets de répondre au nom du gouvernement mais
il me semble qu'on a déjà répondu trois fois au moins à votre
question!
Patrick Moriau (PS): Er bestaat
een commissie voor militaire
operaties. Er werd zeker al drie
keer op uw vraag geantwoord,
mijnheer De Crem!
01.42 Pieter De Crem (CD&V): Dat is geen commissie waar
Kamerleden zitting in hebben.
01.43 Eerste minister Guy Verhofstadt: U mag ernaartoe komen.
01.43 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Je vous invite à assister
aux réunions de la commission de
suivi des opérations militaires.
01.44 Pieter De Crem (CD&V): Daar wordt geen politieke controle
gedaan. Ik zal mijn voorstel dat we in de Kamer, in de daarvoor
bevoegde commissies, de politieke controle zullen uitoefenen,
aanhouden.
01.44 Pieter De Crem (CD&V):
J'insiste pour que la Chambre
exerce son contrôle politique au
sein de la commission
compétente.
Philippe Monfils, président: Monsieur De Crem, vous posez
systématiquement le même type de questions dans d'autres secteurs.
Voorzitter Philippe Monfils: Er
bestaat inderdaad een specifieke
28/08/2006
CRIV 51
COM 1049
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
Il y a une commission spécifique! S'il y a des problèmes, le
gouvernement - pouvoir exécutif - prend ses responsabilités et,
évidemment, il en informe le Parlement. Le parlementaire peut
également interpeller le gouvernement en lui demandant les décisions
qu'il a prises dans telle ou telle situation.

La commission de la Défense se réunit chaque semaine, sauf si le
ministre est absent. Vous imaginez bien que s'il y a un problème, soit
de votre côté, soit du côté des déclarations du ministre en
commission, vous pourrez évidemment avoir tous les
éclaircissements que vous souhaitez en exerçant votre droit de
parlementaire.
commissie. Bij moeilijkheden zal
de regering haar
verantwoordelijkheid op zich
nemen. De
volksvertegenwoordigers kunnen
natuurlijk altijd interpelleren.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Francis Van den Eynde, Staf Neel en
Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van den Eynde en Pieter De Crem
en het antwoord van de eerste minister, van de minister van Buitenlandse Zaken en van de minister van
Landsverdediging,
gaat niet akkoord met het zenden van Belgische troepen naar Libanon."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Francis Van den Eynde, Staf Neel et
Gerolf Annemans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis Van den Eynde et Pieter De Crem
et la réponse du premier ministre, du ministre des Affaires étrangères et du ministre de la Défense,
s'oppose à l'envoi de troupes belges au Liban."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Pieter De Crem en door mevrouw Nathalie
Muylle en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Francis Van den Eynde en Pieter De Crem
en het antwoord van de eerste minister, van de minister van Buitenlandse Zaken en van de minister van
Landsverdediging,
beveelt de regering aan
1. duidelijkheid te brengen over het precieze mandaat en de opdracht van de Belgische troepen;
2. in afwachting hiervan, de deelname uit te stellen;
3. de nodige veiligheidsgaranties in te bouwen voor de bescherming van de Belgische militairen;
4. geen afbreuk te doen aan de lopende Belgische buitenlandse militaire operaties."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Pieter De Crem et Mme Nathalie Muylle et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Francis Van den Eynde et Pieter De Crem
et la réponse du premier ministre, du ministre des Affaires étrangères et du ministre de la Défense,
recommande au gouvernement
1. d'apporter toutes les précisions sur le mandat et sur la mission des soldats belges;
2. de reporter cette participation en attendant que cette clarification ait été faite;
3. de prévoir les garanties en matière de sécurité nécessaires à la protection des soldats belges;
4. de ne pas porter atteinte aux autres opérations menées actuellement à l'étranger par l'armée belge."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Hilde Vautmans en Inga Verhaert en door de heren
CRIV 51
COM 1049
28/08/2006

CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Mohammed Boukourna en Hervé Hasquin.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Hilde Vautmans et Inga Verhaert et par
MM. Mohammed Boukourna et Hervé Hasquin.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

La réunion publique de commission est levée à 13.24 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.24 uur.