CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1046
CRIV 51 COM 1046
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mercredi
woensdag
02-08-2006
02-08-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Exposé du ministre des Affaires étrangères sur la
crise au Liban ­ Echange de vues et question de
M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires
étrangères sur "le conflit opposant Israël et le
Liban" (n° 12379)
1
Uiteenzetting door de minister van Buitenlandse
Zaken over de crisis in Libanon
­
Gedachtewisseling en vraag van de heer Dirk Van
der Maelen aan de minister van Buitenlandse
Zaken over "het conflict tussen Israël en Libanon"
(nr. 12379)
1
Orateurs: Karel De Gucht, ministre des
Affaires étrangères, Dirk Van der Maelen,
président du groupe sp.a-spirit, Hervé
Hasquin, Pieter De Crem
, président du
groupe CD&V, Mohammed Boukourna,
Claude Marinower, Brigitte Wiaux, Jan
Mortelmans, Patrick Moriau, Geert Lambert
Sprekers: Karel De Gucht, minister van
Buitenlandse Zaken, Dirk Van der Maelen,
voorzitter van de sp.a-spirit-fractie, Hervé
Hasquin, Pieter De Crem
, voorzitter van de
CD&V-fractie, Mohammed Boukourna,
Claude Marinower, Brigitte Wiaux, Jan
Mortelmans, Patrick Moriau, Geert Lambert
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1

COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MERCREDI
02
AOUT
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
02
AUGUSTUS
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 9.19 uur door de heer Hendrik Daems, voorzitter.
La séance est ouverte à 9.19 heures par M. Hendrik Daems, président.

De voorzitter: Welkom collega's. Onder meer op basis van een vraag die werd ingediend door de heer Van
der Maelen én in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken, zijn de Kamervoorzitter en ikzelf van
oordeel geweest de commissie samen te roepen. Ik weet dat dit uitzonderlijk is. De situatie in het Midden-
Oosten is dat evenwel ook. Afwezig blijven als Parlement zou geen correcte houding zijn. Ik dank de
minister dat hij zich deze ochtend heeft kunnen vrijmaken. De timing is zeer moeilijk. De minister heeft
gevraagd onze vergadering omstreeks 11.00 uur te kunnen afronden. Ik vraag eenieder dit zo mogelijk te
respecteren.

Ik stel u de volgende agenda voor. Eerst krijgt de minister het woord voor een uiteenzetting. Gisteren heeft
een Europese Ministerraad plaatsgehad, expliciet over dit onderwerp.

Par la suite, chaque groupe aura la possibilité de s'exprimer par la voix d'un de ses membres et, le cas
échéant, de poser des questions au ministre. Celui-ci pourra alors conclure et ajouter des remarques
complémentaires si nécessaire.

Is dat een agenda waarover wij het eens kunnen zijn? (Instemming)
01 Uiteenzetting door de minister van Buitenlandse Zaken over de crisis in Libanon ­
Gedachtewisseling en vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken
over "het conflict tussen Israël en Libanon" (nr. 12379)
01 Exposé du ministre des Affaires étrangères sur la crise au Liban ­ Echange de vues et question de
M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "le conflit opposant Israël et le Liban"
(n° 12379)
01.01 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
het inderdaad goed is dat wij vanmorgen deze vergadering hebben,
ten eerste, omdat, zoals u zelf hebt aangehaald, er gisteren een
Europese Ministerraad is geweest. De ministers van Buitenlandse
Zaken zijn uitzonderlijk bijeengekomen en hebben gedurende toch
meer dan vier uur gediscussieerd over het standpunt dat Europa zou
innemen. Ik meen trouwens dat het een verwezenlijking is, in een toch
ingewikkeld conflict, dat de Europese ministers erin geslaagd zijn een
gemeenschappelijk standpunt in te nemen, en niet een
gemeenschappelijk standpunt dat een heleboel tegenstellingen
toedekt, maar een gemeenschappelijk standpunt dat door alle
aanwezigen gedragen wordt. Ik zal daarop straks terugkomen.

Een tweede reden waarom het voor mij aangewezen was vandaag
deze vergadering te houden, voorzitter, is dat wij op dit ogenblik toch
wel te maken hebben met een zeer zware crisis in het Midden-
01.01 Karel De Gucht, ministre:
Le Conseil européen des Affaires
étrangères s'est réuni
exceptionnellement hier. Une
discussion de plus de quatre
heures a été menée sur la position
que devait adopter l'Europe.
Toutes les parties présentes ont
souscrit à une position commune.

Nous sommes actuellement
confrontés à une crise grave au
Moyen-Orient, concrétisée par la
lutte entre le Hezbollah et Israël,
par la victoire du Hamas lors des
élections dans les territoires
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Oosten. Er is de strijd tussen Hezbollah en Israël, er is de overwinning
van Hamas bij de verkiezingen in de Palestijnse gebieden en er zijn
de politieke problemen die daarna ontstaan ­ of geëscaleerd ­ zijn. Er
is ook de rol van een aantal landen in het Midden-Oosten, die toch
niet onderschat mag worden. Sinds twee jaar probeert Europa te
bemiddelen om een oplossing te vinden voor de nucleaire ambities
van Iran, een dossier waarin Europa trouwens een belangrijke rol
speelt en waarin nu een concreet voorstel voorligt, waarop Iran tegen
22 augustus een antwoord zal formuleren.

Dit betekent dus dat het een globaler conflict is. Gelukkig is het
globale aspect op dit ogenblik vooral diplomatiek en is het militaire
aspect vooralsnog beperkt ­ geografisch beperkt dan, bedoel ik ­ tot
de strijd in Israël en Palestina.

Met "gelukkig" bedoel ik dat sommigen nog al eens spreken over een
risico tot het uitbreken van een regionaal, militair conflict, wat
natuurlijk een nog veel ergere zaak zou zijn. Persoonlijk meen ik
evenwel niet dat het risico daarvan op dit moment bijzonder groot is.
Ik zeg wel: op dit moment. Immers, als wij geen goede oplossing
kunnen vinden voor alles wat zich in het Midden-Oosten op dit
ogenblik voordoet, zal dat op termijn ongetwijfeld ook regionale,
militaire gevolgen hebben.

Wij worden dus geconfronteerd met een bijzonder zware crisis.
Bekijken wij toch nog even de aanleiding voor de zware crisis
waarmee wij nu te maken hebben en die alles te maken heeft met ­
dat is mijn persoonlijke analyse ­ onenigheid tussen de sjiitische
opposanten binnen Palestina over de te volgen tactiek, met name
binnen Hamas zelve.

Bepaalde delen van Hamas waren blijkbaar bereid om op termijn te
evolueren naar een onderhandelingspositie, terwijl andere delen dat
helemaal niet wilden. Daaruit kwam dan de ontvoering van een
Israëlische soldaat voort, gevolgd door de militaire reactie van Israël.
Ik kan mij ook moeilijk van de indruk ontdoen dat er een band is
tussen wat zich in Palestina heeft afgespeeld en wat zich nu in
Libanon met Hezbollah afspeelt. Ook nu werden twee Israëlische
soldaten ontvoerd en ook nu voert Hezbollah dagelijks raketaanvallen
uit op Israëlisch grondgebied, tot en met op de havenstad Haïfa, die
toch behoorlijk diep op het Israëlische grondgebied ligt. Er zijn
bovendien ernstige indicaties dat Hezbollah zou beschikken over
raketten met een grotere draagkracht.

Dat heeft geleid tot de militaire escalatie die wij kennen en waarvan ik
reeds een aantal keren heb verklaard dat ze buiten proportie is. Het is
ook juist dat ze buiten proportie is. Dat kan ons echter niet naast het
feit doen kijken dat de aanleiding voor het militaire conflict waarmee
wij nu te maken hebben wel degelijk in de raketaanvallen en in de
ontvoering van Israëlische soldaten ligt. Wie een beetje de
geschiedenis van het Midden-Oosten kent, weet dat op dergelijke
ogenblikken harde reacties van Israël niet alleen kunnen volgen, maar
in de praktijk ook effectief volgen.

Wanneer ik het woord disproportioneel gebruik, slaat dat onder
andere op het heel hoog aantal burgerslachtoffers. Het is trouwens
een kenmerk van de oorlogen van deze periode dat vooral burgers
het slachtoffer worden, veel meer dan de soldaten.
palestiniens et les problèmes
politiques qui en ont résulté
ultérieurement et par le rôle
important que jouent plusieurs
pays au Moyen-Orient. L'Europe
essaie depuis deux ans de
négocier dans le cadre du
problème des ambitions nucléaires
de l'Iran. Une proposition concrète,
à laquelle l'Iran devrait réagir
avant le 22 août, est actuellement
sur la table.

Fort heureusement, le conflit
militaire est limité
géographiquement. Fort
heureusement, dis-je, parce que
d'aucuns redoutent un conflit
militaire régional.
Personnellement, je ne crois pas
que le risque est très élevé pour le
moment. Si toutefois une solution
acceptable n'est pas trouvée, les
conséquences militaires
régionales seront certainement
inévitables.

À mon avis, ce sont des
dissensions entre factions chiites
rivales en Palestine, notamment
au sein du Hamas lui-même, en
ce qui concerne la tactique à
mettre en oeuvre qui sont à
l'origine de la crise actuelle.
Certains ont semblé disposés à
évoluer vers une attitude favorable
à des négociations, d'autres non.
Le rapt d'un soldat israélien en a
résulté et ce rapt a provoqué la
réaction militaire que l'on sait. J'ai
l'impression qu'il y a un lien entre
ces événements-là et les
développements au Liban, avec
l'enlèvement par le Hezbollah de
deux soldats israéliens et des tirs
de roquettes quotidiens jusqu'à
Haïfa. Et des indices sérieux
portent à croire que le Hezbollah
dispose de missiles de plus longue
portée.

Une escalade militaire
disproportionnée en a résulté. Elle
est disproportionnée notamment
en raison du fait qu'elle a fait un
grand nombre de victimes civiles.
C'est là une caractéristique des
guerres d'aujourd'hui. Selon les
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Sommigen beweren dat dit te maken heeft met de tactiek van
Hezbollah die raketten stationeert in bewoonde gebieden, in dorpen.
Dat klopt. Zij zouden daarbij zelfs niet terugschrikken om burgers als
menselijk schild te gebruiken.

Sommigen zijn ervan overtuigd dat dit sowieso het geval is. Anderen
zeggen dat dit niet het geval is. Ik denk dat degenen die zeggen dat
dit zich in bepaalde gevallen voordoet in functie van de plaatselijke
toestand en in andere gevallen niet, wellicht dichter bij de
werkelijkheid zitten.

Ik wil even dieper ingaan op het bijzonder pijnlijke geval in Qana. Ik
heb contacten gehad met Belgische diplomaten die in de regio
belangrijke internationale taken vervullen. Wat opvalt in Qana en bij
het bombardement van gisteren - en ik weet niet of u vandaag het
artikel in de New York Times hebt gelezen - is dat de
burgerslachtoffers vaak oudere mensen, gehandicapten of kinderen
zijn. Dit heeft gedeeltelijk te maken met het feit dat deze mensen zich
het minst gemakkelijk uit de voeten kunnen maken.

Ik probeer de situatie te beschrijven. Dat klopt volgens onze diplomaat
in de regio. Het resultaat van dat alles is echter onaanvaardbaar. Er
vallen namelijk tientallen slachtoffers bij een luchtaanval. Er zijn
intussen al meer dan 800 dodelijke slachtoffers in Libanon en tussen
50 en 60 in Israël.

Wij kunnen dus wel degelijk spreken over een open oorlogssituatie. Ik
kan alleen maar vaststellen dat de escalatie verder gaat en dat er nu
ook al aanvallen en acties plaatsvinden zeer diep op het Libanese
grondgebied.

Mijnheer de voorzitter, met mijn tweede punt kom ik op het
diplomatieke spoor. Eigenlijk is iedereen het erover eens dat er geen
militaire oplossing is voor het conflict, in de zin dat Hezbollah, want
daarover gaat het concreet, uitgeschakeld zou kunnen worden. Als ik
zeg iedereen, dan geldt dat zelfs voor Israël. Ook Israël gaat ervan uit
dat een definitieve uitschakeling van Hezbollah niet tot de
mogelijkheden behoort en redeneert veeleer in termen van het
creëren van een veiligheidszone in Zuid-Libanon. Het is trouwens niet
zo verwonderlijk dat Israël die mening heeft, want in het verleden
heeft men al geprobeerd Zuid-Libanon zelf volledig onder controle te
krijgen. Dat is een bijzonder moeilijke zaak gebleken.

Wat is er ondertussen diplomatiek gebeurd? Wat heeft er zich sinds
half juli tot nu op het diplomatieke front afgespeeld? Zit er een evolutie
in die ons kan doen hopen dat men op redelijk korte termijn naar een
nieuwe situatie gaat, waarbij de vijandelijkheden gestopt zouden
worden?
uns, le déploiement de missiles
dans des zones habitées et
l'utilisation de civils comme
boucliers humains sont une
tactique du Hezbollah. Pour les
autres, il n'en est pas ainsi. La
vérité se situe sans doute entre les
deux: il en est ainsi dans certains
cas et dans d'autres, non.

J'ai eu des contacts avec des
diplomates dans la région, et
également avec des diplomates
belges chargés de missions
internationales importantes.

Il est frappant de constater que les
victimes de Cana et du
bombardement d'hier sont souvent
des personnes âgées ou
handicapées et des enfants. Elles
éprouvent le plus de difficultés à
fuir. Le résultat est inacceptable.
On compte déjà plus de 800 morts
au Liban et 50 à 60 en Israël. Il
s'agit d'une situation de guerre
ouverte dont l'escalade se
poursuit. Des actions ont à présent
également lieu sur une large partie
du territoire libanais.

Tout un chacun s'accorde pour
dire qu'une solution militaire est
impossible dans la mesure où le
Hezbollah ne pourra pas être
éliminé. Même Israël part de ce
point de vue et souhaite plutôt
créer une zone de sécurité au sud
du Liban. Il s'est toutefois déjà
avéré par le passé qu'il est très
difficile de contrôler le sud du
Liban.

Des actions diplomatiques sont
menées depuis la mi-juillet. Y a-t-il
une évolution qui laisse espérer la
fin des hostilités?
Je commence avec le G8 de Saint-Pétersbourg du 16 juillet qui a
placé clairement la responsabilité du déclenchement du conflit sur les
éléments du Hamas et du Hezbollah et a appelé Israël à la retenue. Il
a d'ailleurs stipulé les conditions pour un retour durable à la paix.

Pour les territoires palestiniens: le retour des soldats détenus, l'arrêt
des attaques de roquettes sur le territoire israélien, la cessation des
opérations militaires israéliennes, le retrait des forces israéliennes de
Op de G-8 van 16 juli in Sint-
Petersburg werden Hamas en de
Hezbollah verantwoordelijk
gesteld, en werd Israël tot enige
terughoudendheid aangemaand.
De voorwaarden voor een
stopzetting van het conflict werden
uiteengezet. Er werd opgeroepen
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Gaza, la libération des ministres et députés palestiniens. Pour le
Liban: la restauration de la pleine souveraineté du gouvernement sur
l'ensemble de son territoire libanais, la mise en oeuvre des résolutions
1559 et 1680 du Conseil de sécurité.

Le président Bush et le premier ministre Blair déclarent, le 28 juillet,
vouloir accélérer les débats au Conseil de sécurité et souhaiter une
réunion de contributaires potentiels à une force internationale. Ils
annoncent préparer une seule résolution incluant tous les éléments
d'un règlement, c'est-à-dire du cessez-le-feu au déploiement de la
force. Une réunion des possibles contributaires à une force
internationale est d'ailleurs prévue pour après-demain à New York.

La France a proposé une séquence s'appuyant sur la mise en oeuvre
des résolutions de l'ONU 1559 et 1680 et sur l'appui au renforcement
des autorités libanaises, y compris les forces armées, et à la
reconstruction du pays. Cette démarche suppose un cessez-le-feu
immédiat permettant l'échange de prisonniers via une tierce partie et
un engagement de la FINUL dans la zone-tampon pour les tâches
humanitaires, la définition du cadre politique du règlement par la
communauté internationale et un accord des parties, suivi du
déploiement de la force internationale.

À regarder de près les conclusions du Conseil des Affaires générales
d'hier, vous constaterez que c'est cette logique française qui a été
suivie. Vous constaterez d'ailleurs que tout le monde a marqué son
accord sur cette approche, y compris la Grande-Bretagne. En effet,
Mme Beckett a clairement exprimé que, selon elle, la proposition de
résolution pour le Conseil de sécurité déposée par la France
constituait une bonne base pour parvenir à un accord.

Cette logique semble aussi être suivie par les États-Unis.

Contrairement à la proposition française qui date de la fin du mois de
juillet, les conclusions que nous avons adoptées hier différencient
"une cessation des hostilités" d'un "cessez-le-feu". Une "cessation
des hostilités" est une situation de fait; c'est l'accord des parties
concernées - le Hezbollah et Israël - d'arrêter les tirs. Un "cessez-le-
feu durable" sous-entend un accord sur les conditions, notamment en
ce qui concerne les soldats israéliens, certains prisonniers libanais,
les politiciens palestiniens enfermés dans des prisons israéliennes, le
problème des fermes de Cheba ainsi que plusieurs problèmes
politiques qui doivent être réglés.

Pour rendre possible le déploiement d'une force d'interposition, un tas
de conditions politiques doivent être réunies, ce que nous ne pouvons
pas conclure en quelques heures. Par contre, la communauté
internationale et, plus précisément, le Conseil des Affaires générales
demande la cessation immédiate des hostilités. J'ai donc été
favorable à cette double approche, à savoir demander une cessation
immédiate des hostilités et arriver rapidement, lors du Conseil de
sécurité à New York, à une résolution qui établit les conditions du
déploiement d'une force d'interposition. Ce sera très difficile; le point
épineux étant d'établir les conditions permettant le déploiement d'une
force d'interposition, qui devrait à la fois protéger la partie sud du
Liban et protéger Israël des attaques de cette région.

La Conférence de Rome du 26 juillet a lancé à Israël un appel à la
tot de tenuitvoerlegging van de
resoluties nrs 1559 en 1680 van
de VN-Veiligheidsraad.
Overmorgen is er trouwens een
vergadering gepland in New York
met landen die mogelijk troepen
voor een internationale
vredesmacht zouden leveren.

Frankrijk heeft een voorstel
gedaan dat stoelt op de resoluties
nrs 1559 en 1680 en strekt tot een
vesterking van de Libanese
autoriteiten en de wederopbouw
van het land. Die demarche
veronderstelt een onmiddellijk
staakt-het-vuren, de uitwerking
van een politiek kader voor de
regeling van het conflict en een
akkoord van de betrokken partijen,
gevolgd door een ontplooiing van
de internationale vredesmacht.

De conclusies van de Raad
Algemene Zaken van gisteren
sluiten aan bij die logica van het
Franse voorstel. Iedereen heeft
met die aanpak ingestemd.

In tegenstelling tot het Franse
voorstel, dat van eind juli dateert,
wordt in de conclusies die gisteren
werden goedgekeurd een
onderscheid gemaakt tussen de
begrippen "stopzetting van de
vijandelijkheden", een feitelijke
situatie die voortvloeit uit het
akkoord van de betrokken partijen
om de wapens neer te leggen, en
"staakt-het-vuren", dat een
duurzamer karakter heeft en een
akkoord veronderstelt over de
voorwaarden met betrekking tot de
ontplooiing van een troepenmacht.

Ik was voorstander van de dubbele
aanpak die erin bestaat een
onmiddellijke stopzetting van de
vijandelijkheden te vragen en snel
te komen tot een resolutie waarin
de voorwaarden inzake de
ontplooiing van een troepenmacht
worden omschreven.

Een en ander zal zeer moeilijk zijn,
en het knelpunt daarbij is dat het
zuidelijk gedeelte van Libanon
moet worden beveiligd, terwijl ook
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
plus grande retenue et a salué la décision d'Israël d'ouvrir des
corridors humanitaires. Notons que ce n'est toujours pas le cas. Deux
avions C-130 sont toujours bloqués sur le tarmac de Melsbroek car
leur sécurité n'est pas garantie. Nous avons connu le même problème
pendant l'évacuation de nos compatriotes. La situation a été très
difficile, notamment dans le sud du Liban, que ce soit par voie
terrestre ou par voie maritime. Nous avons éprouvé beaucoup de
difficultés pour obtenir d'Israël des confirmations sur la garantie de
sécurité de nos transports.

Rome a également appelé à une autorisation urgente, sous mandat
du Conseil de sécurité, d'une force internationale d'appui aux forces
armées libanaises, chargée de créer un environnement sécurisé tout
en confirmant les conditions énoncées par le G8. Toutefois, la
Conférence n'a pas pu s'accorder sur la question du cessez-le-feu
que les uns exigeaient immédiatement, à savoir le Liban, les Nations
unies, la France et plusieurs partenaires européens, les autres
l'estimant simplement urgent, à savoir les États-Unis et le Royaume-
Uni. Notons que Kofi Annan indique que l'Iran et la Syrie font partie de
l'équation.

Je voudrais porter un jugement sur la Conférence de Rome.

Premièrement, le message de cette conférence a été tout à fait mal
compris par le gouvernement israélien qui l'a interprété comme un feu
vert pour continuer les hostilités. Quand on parle avec les participants,
il est clair que tel n'était pas le cas. C'est la raison pour laquelle je
crois que l'approche que nous avons eue hier (une cessation des
hostilités tout de suite, puis négocier directement après sur les
conditions d'un cessez-le-feu) est plus réaliste et a une plus grande
chance de réussite.

Deuxièmement, je ne peux pas être d'accord sur le format de cette
conférence de Rome. Je l'ai dit très clairement hier au Conseil des
Affaires générales. On a en effet constaté un "core group" pour le
Liban dont font partie certains pays mais il y avait également d'autres
participants, invités notamment par le gouvernement italien et par le
gouvernement américain qui étaient les co-sponsors de cette réunion
­, à savoir notamment la Grèce, Chypre, le Canada et l'Espagne.

Je trouve cela tout à fait inacceptable: on a une politique étrangère
commune ou non! Il n'est pas possible de rassembler des gens "à la
carte" pour discuter et prendre des décisions qui, finalement, peuvent
lier la communauté internationale et l'Union européenne. Cela
m'étonne beaucoup d'un gouvernement, notamment du
gouvernement italien, dirigé par un ancien président de la
Commission. Je pense que M. D'Alema a très bien compris ce que j'ai
voulu dire.

Après les événements de Cana et à l'issue de sa visite à Jérusalem le
30 juillet, Condoleezza Rice a annoncé oeuvrer pour un plan en trois
parties: un cessez-le-feu, des principes politiques permettant un
règlement à long terme et l'autorisation de composer une force
internationale. Washington semble ainsi se rapprocher de la position
française, ce qui a été confirmé par la suite. Mme Rice a avancé la
date de jeudi pour parvenir à une résolution du Conseil de sécurité de
l'ONU.
Israël tegen de aanvallen vanuit
die regio moet worden beschermd.
De Conferentie van Rome van 26
juli heeft Israël ertoe opgeroepen
wat meer terughoudendheid aan
de dag te leggen en de Israëlische
beslissing om humanitaire
corridors te openen ­ beslissing
die trouwens nog altijd niet is
uitgevoerd ­ toegejuicht.

De Conferentie heeft eveneens
een oproep gedaan opdat
dringend zou worden ingestemd
met de ontplooiing van een
internationale troepenmacht ter
ondersteuning van de Libanese
krijgsmacht, die belast zou zijn
met het tot stand brengen van een
klimaat van veiligheid, waarbij de
door de G8 gestelde voorwaarden
zouden worden bekrachtigd. De
Conferentie is het echter niet eens
geraakt over de kwestie van het
staakt-het-vuren.

Volgens mij heeft de Israëlische
regering de boodschap van die
Conferentie volledig verkeerd
begrepen: zij heeft een en ander
geïnterpreteerd als een fiat om de
vijandelijkheden voort te zetten.
Daarom is de aanpak waarvoor wij
gisteren hebben gekozen
realistischer.

Voorts kan ik mij niet vinden in het
"format" van die Conferentie.

Er werden landen "à la carte"
uitgenodigd, met name door de
Italiaanse en de Amerikaanse
regering. Ik vind het
onaanvaardbaar dat er op die
manier beslissingen worden
genomen die mogelijkerwijs de
internationale gemeenschap en de
Europese Unie binden.

Na afloop van haar bezoek aan
Jeruzalem op 30 juli heeft
mevrouw Rice meegedeeld dat zij
ijvert voor een drieledig plan: een
staakt-het-vuren, politieke
principes die een
langetermijnregeling mogelijk
maken en de toestemming om een
internationale troepenmacht
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Je pense que notre position d'hier, qui était de différencier la
cessation des hostilités et le cessez-le-feu, peut d'ailleurs être de
nature à faciliter une telle évolution.

Encore un mot, monsieur le président, sur les attitudes des
gouvernements israélien et libanais. Pour le gouvernement israélien,
une force internationale n'est concevable que dans la prolongation
des objectifs militaires israéliens, c'est-à-dire la neutralisation
immédiate des effectifs du Hezbollah, la création d'une zone-tampon
sécurisée le long de la frontière israélienne, le contrôle des passages
frontaliers entre le Liban et la Syrie.

Sans parler de la neutralisation des effectifs du Hezbollah, tout le
monde semble être d'accord: pour réaliser ces objectifs - je parle
surtout de la création d'une zone-tampon et du contrôle des passages
frontaliers entre le Liban et la Syrie -, il faut une force internationale
d'une certaine envergure: on parle de 12 à 15.000 hommes. C'est
considérable lorsqu'on voit la taille limitée de la région dont on parle.

Pour le gouvernement libanais, une force internationale doit
davantage garantir l'intégrité territoriale du Liban et accélérer le retrait
des forces israéliennes. Un cessez-le-feu immédiat est exigé afin de
permettre au processus diplomatique d'arriver à un accord de paix
négocié dont la force de stabilisation aurait à encadrer l'application.

L'approche libanaise est globale et recherche en priorité un cessez-le-
feu et l'obtention de garanties politiques.

Notons d'ailleurs que le plan en sept points du gouvernement libanais
a été accueilli favorablement par le Conseil des Affaires générales,
hier.
samen te stellen. Washington lijkt
op die manier naar het Franse
standpunt toe te groeien.

Voor de Israëlische regering is een
internationale troepenmacht
slechts aanvaardbaar voor zover
ze kadert in een voortzetting van
de Israëlische militaire
doelstellingen: de neutralisering
van de Hezbollah, de
totstandbrenging van een
bufferzone tussen Libanon en
Israël en een controle van de
grensovergangen tussen Libanon
en Syrië.

Iedereen is het erover eens dat
voor die laatste twee
doelstellingen een internationale
troepenmacht van enige omvang,
zo'n 12 000 tot 15 000
manschappen sterk, noodzakelijk
is. Dat is veel in verhouding tot de
beperkte oppervlakte van de regio.

Voor de Libanese regering komt
het er vooral op aan de territoriale
integriteit van Libanon te
waarborgen en het Israëlische
leger te verdrijven.

Libanon kiest voor een globale
benadering en wenst bovenal een
staakt-het-vuren en politieke
waarborgen. Het plan van de
Libanese regering werd gisteren
trouwens gunstig onthaald door de
Raad Algemene Zaken.
Mijnheer de voorzitter, collega's, tenslotte kom ik terug op de
vergadering van gisteren van de ministers van Buitenlandse Zaken.

Het Fins voorzitterschap heeft voorgesteld om tot een bijzondere
vergadering van de RAZEB over te gaan. Ik denk dat dit een zeer
goed initiatief is geweest dat op het gepaste moment is gekomen, in
casu net voordat de besprekingen binnen de Veiligheidsraad een
aanvang moeten nemen.

Het is mijn overtuiging dat het standpunt dat gisteren werd
ingenomen, een belangrijk standpunt is omdat men een semantische
doorbraak heeft gerealiseerd tussen enerzijds een vredesplan en,
anderzijds, een staakt-het-vuren. Men heeft het staakt-het-vuren
gekoppeld aan voorwaarden. Men heeft echter ook gezegd dat er
onmiddellijk een einde moet komen aan de vijandelijkheden zoals ze
zich thans voordoen.

Het is, mijns inziens, belangrijk dat er een unaniem standpunt is. Het
Nous saluons l'initiative de la
présidence finnoise. Celle-ci a en
effet décidé de convoquer le
Conseil Affaires générales et
Relations extérieures (Cagre).
Nous la saluons d'autant plus que
cette réunion s'est déroulée
parallèlement aux négociations au
Conseil de sécurité. Le Conseil de
sécurité compte actuellement cinq
États membres de l'UE dont deux
sont des membres permanents.
Par conséquent, un tiers du
Conseil de sécurité a participé aux
tractations. Les positions adoptées
par le Cagre sont importantes
dans la mesure où elles opèrent
une réforme sémantique
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
is correct dat de vergadering lang geduurd heeft. Er is niks abnormaal
aan dat zo'n vergadering lang duurt. Er zijn 25 landen. Over een
dergelijk probleem zegt elk land zijn mening. Het is logisch dat er
enige discussie ontstaat over de juiste tekst. Ik vind het een onterecht
verwijt te zeggen dat we te lang gediscussieerd hebben. Als we niet
mogen discussiëren, moeten we niet samenkomen. De verdienste is
dat we met 25 landen die een verschillende historische context
hebben en een verschillende verhouding met Israël en Libanon,
alsook een verschillende publieke opinie, na discussie erin geslaagd
zijn om tot een volledig gemeenschappelijk standpunt te komen dat
door iedereen naar buiten uit ondersteund is. Dit is voor mij belangrijk.
Soms neemt de RAZEB beslissingen, maar als men nadien naar de
verschillende persconferenties luistert, is het alsof elkeen in een
verschillende vergadering heeft gezeten. Dat is gisteren niet het geval
geweest ondanks het gegeven dat het allesbehalve een eenvoudige
aangelegenheid is.

Ook belangrijk is dat de RAZEB duidelijk heeft gezegd dat Javier
Solana het mandaat heeft in deze te onderhandelen; dat Javier
Solana de spreekbuis is van de Europese Unie. Dit betekent niet dat
niemand hierover nog iets mag zeggen. Anders zou ik er ook niets
meer mogen over zeggen. Uitspraken moeten wel liggen in de lijn die
de RAZEB heeft vastgelegd en alleen ter versterking van die lijn.
Degene die de volmacht heeft is Javier Solana, zowel inzake de
actoren in de regio waarbij geen enkele actor is uitgesloten - ik kom
hier onmiddellijk op terug ­ als inzake de internationale
gemeenschap, kortom wat betreft de onderhandelingen binnen de
Veiligheidsraad die thans een aanvang zullen nemen.

Van de 15 leden van de Veiligheidsraad zijn 5 lidstaten van de
Europese Unie, 2 permanente leden en 3 niet-permanente leden. Een
derde van de Veiligheidsraad zat gisteren aan tafel.

Wat betreft de actoren in de regio heeft de Raad ook geoordeeld dat
er met iedereen gesprekken moeten kunnen zijn. Niemand wordt
uitgesloten. Er werd de nadruk gelegd op het feit dat contacten met
Syrië belangrijk zijn. Voor Iran diende veeleer een benadering van
"containment" te worden gevolgd. Dat betekent niet dat er geen
gesprekken met Iran kunnen zijn. Er werd echter wel in alle
duidelijkheid gesteld dat er geen wisselwerking kan zijn tussen,
enerzijds, de positie van Iran in het huidige conflict ­ we kunnen ons
moeilijk van de indruk ontdoen dat Iran wel degelijk een positie in het
conflict heeft ­ en, anderzijds, het nucleaire dossier met betrekking tot
Iran.

Het aanvoelen is immers, ook door een aantal diplomatieke
demarches, dat het deels de bedoeling is van Iran om het conflict te
gebruiken als een soort quid pro quo voor zijn nucleaire ambities.
Daarover heeft de Raad in alle duidelijkheid verklaard dat er een
totale muur is tussen de twee dossiers. Wil Iran aan een oplossing
meewerken, dan is Iran welkom. De Raad zal daarvoor echter geen
enkele prijs op het vlak van het nucleaire dossier betalen. Iran moet
dat ook weten.

Mijnheer de voorzitter, tot slot wil ik nog een woordje zeggen over de
multinationale vredesmacht waarover wordt gesproken.

De benadering van de RAZEB is heel duidelijk. Een dergelijke macht
déterminante en établissant une
distinction entre un plan de paix et
un cessez-le-feu, celui-ci étant lié
à certaines conditions. Mais le
Cagre a aussi déclaré qu'il fallait
mettre fin immédiatement aux
hostilités. En outre, le fait que la
position adoptée par le Cagre soit
unanime est essentiel. Par
ailleurs, il est tout à fait normal
qu'il se soit réuni longuement. Ce
qui compte, c'est qu'in fine, vingt-
cinq pays qui se distinguent tant
par leur histoire que par leur
attitude vis-à-vis d'Israël aussi bien
que du Liban ont réussi à parler
d'une seule voix. Cette prise de
position du Cagre a aussi été
soutenue publiquement par tout le
monde à l'issue de la réunion, ce
qui n'est pas toujours le cas car il
arrive que lors des conférences de
presse, on ait l'impression après
coup que chaque participant a pris
part à une réunion différente.
Autre élément important: Javier
Solana a été mandaté pour
négocier au nom de l'Union
européenne et agir en tant que
porte-parole de l'Union, ce qui ne
signifie pas que tous les autres
doivent se taire. Néanmoins, il
importe d'observer la ligne de
conduite tracée par le Cagre.

Des discussions doivent avoir lieu
avec toutes les parties concernées
dans la région. Les contacts avec
la Syrie sont à cet égard très
importants. En ce qui concerne
l'Iran, nous avons opté pour une
stratégie du containment, ce qui
signifie qu'il ne saurait être
question d'une interaction entre,
d'une part, la position de l'Iran
dans ce conflit et, d'autre part, le
dossier nucléaire.

On sent que l'Iran souhaite utiliser
ce conflit comme monnaie
d'échange pour ses ambitions
nucléaires. Le Conseil a
clairement précisé qu'une
distinction absolue doit être opérée
entre les deux dossiers. L'Iran est
le bienvenu s'il souhaite apporter
sa collaboration à l'élaboration
d'une solution, mais aucune
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
kan alleen worden ontplooid, indien er vooraf een consensus is
tussen alle betrokken partijen over de politieke voorwaarden
waaronder dat gebeurt. Met andere woorden, de ontplooiing van een
dergelijke vredesmacht gebeurt niet noodzakelijk na het sluiten van
een vredesakkoord, maar in ieder geval nadat er duidelijke en
definitieve afspraken zijn over de voorwaarden van een staakt-het-
vuren.

Over de positie van België heb ik verklaard dat de beslissing over de
al dan niet deelname van Belgische troepen moet worden genomen in
functie van wat het mandaat zal zijn. Wat zal het mandaat zijn? Onder
welke voorwaarden zullen de troepen op het terrein actief kunnen
zijn? Slaagt men erin om een internationaal mandaat te bekomen?

Ik heb ook duidelijk gesteld dat het moet gaan over een UNO-macht.
Dat is ook het standpunt van de RAZEB, die in zijn conclusies stelt dat
Europese landen ­ dus niet alle Europese landen, maar wel vrij veel ­
bereid zijn mee te werken aan een vredesmacht met andere,
internationale partners. Het is belangrijk dat ook andere,
internationale partners zouden deelnemen. Als u het mij vraagt, gaat
het bij voorkeur om een aantal partners uit islamlanden. Op die
manier zou de vredesmacht niet als een louter Europese macht
kunnen worden aanzien.

In functie daarvan zal de regering een beslissing moeten nemen. We
hebben in de P11 - zoals het overleg wordt genoemd - gezegd dat wij
daar per definitie niet weigerachtig tegenover staan, maar dat we
daarover pas kunnen oordelen wanneer alle gegevens bekend zijn.

Ik wil hieraan een politieke slotbemerking toevoegen. Het is zeer
duidelijk dat als de voorwaarden verenigd zijn om een dergelijke
internationale macht te ontplooien, degenen die zeggen dat zij
daarmee niets te maken hebben, daarvoor een politieke prijs zullen
betalen. Zij zullen politiek niet meer meetellen wanneer over het
Midden-Oosten wordt gesproken. Dat is echter een afweging die in
politieke context moet worden gemaakt.

Ik wil het hierbij houden.
concession ne sera faite en
contrepartie dans le dossier
nucléaire.

En ce qui concerne la force de
paix multinationale, le Conseil
Affaires générales précise que
cette force ne peut être déployée
que si toutes les parties
concernées concluent
préalablement un consensus sur
les conditions politiques. Il ne
pourra être procédé au
déploiement qu'après la
conclusion d'accords clairs et
définitifs sur les conditions d'un
cessez-le-feu. La décision d'une
éventuelle participation belge
dépendra du mandat et des
conditions dans lesquelles les
troupes pourront agir. Comme le
Conseil Affaires générales, je suis
d'avis qu'il doit s'agir d'une force
des Nations Unies. Le Conseil
précise dans ses conclusions que
les pays européens sont disposés
à collaborer à la force de paix
avec d'autres partenaires
internationaux. J'estime qu'il serait
préférable que plusieurs pays
islamiques y participent
également, de sorte qu'il ne
s'agisse pas uniquement d'une
force européenne. Le
gouvernement belge a déclaré lors
du P-11 qu'il n'est pas récalcitrant
par définition, mais qu'il ne pourra
se prononcer que lorsqu'il
disposera de toutes les données.
Si les conditions pour l'installation
d'une force de paix sont remplies,
les pays qui ne participent pas en
paieront le prix politique et ne
pourront plus faire entendre leur
voix lors de futures discussions
sur le Moyen-Orient.
De voorzitter: De volgende sprekers willen het woord nemen in het debat: de heren Van der Maelen,
Hasquin, De Crem, Boukourna en Marinower, mevrouw Wiaux, de heren Lambert, Moriau en Mortelmans.

Zoals gebruikelijk zal ik afwisselend Nederlandstalige en Franstalige sprekers het woord verlenen.
Oppositie of meerderheid zal ik niet laten spelen. Ik meen dat dit immers geen kwestie van oppositie of
meerderheid is. De heer Van der Maelen heeft het woord.
01.02 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil reageren volgens drie hoofdlijnen. Ik wil,
ten eerste, wat aandacht besteden aan de militaire aspecten, ten
tweede, aan de diplomatiek-politieke aspecten en, ten derde, een
01.02 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Nous assistons à un
deuxième épisode d'un feuilleton
américain qu'on pourrait intituler
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
aantal ideeën ontwikkelen rond respect voor het internationaal recht.

Wat de militaire aspecten betreft, ik meen dat wij hier de tweede
aflevering beleven van een Amerikaans feuilleton: een nieuwe orde in
het Midden-Oosten. Ik vrees te moeten vaststellen dat voor een
tweede maal bewezen wordt dat het overmatige geloof in het militaire
om een nieuw Midden-Oosten tot stand te brengen, niet werkt.
Slechter nog, men bereikt het omgekeerde resultaat van wat men
beoogt. In Irak was een van de openlijke doelstellingen van de
Verenigde Staten ­ naast een aantal andere, die achteraf vals bleken
te zijn ­ strijden tegen de terreur. Men zou in Irak Al Qaeda
uitschakelen. Als wij vandaag kijken naar de resultaten, dan zien wij
dat Al Qaeda nooit sterker gestaan heeft.

Een officiële doelstelling van deze actie van Israël in Libanon was
Hezbollah uitschakelen. Het volstaat te kijken, niet alleen naar de
andere Arabische landen, maar zelfs naar het land waar Hezbollah
actief is, Libanon, om te zien dat Hezbollah nooit sterker gestaan
heeft dan vandaag. Dat is een eerste belangrijke conclusie die ik wil
meegeven. Degenen die denken dat men een nieuwe orde in het
Midden-Oosten tot stand brengt via militaire interventies, falen.

Een tweede zaak die ik over het militaire wil zeggen, betreft de
internationale macht. Het toeval wil dat ik het boek "De grote
beschavingsoorlog" van Robert Fisk aan het lezen ben, dat zeer aan
te bevelen is. Er zijn andere pogingen geweest om Zuid-Libanon wat
onder controle te krijgen. In de jaren '80 was er een "multinational
force", onder de leiding van de Amerikanen, met Groot-Brittannië,
Italië en Spanje. Dat zijn landen die nu ook zullen meedoen. De
bedoeling daarvan, heel simpel gezegd, was ­ het klinkt ons bekend
in de oren ­ de Israëli's buiten te houden. Op dat ogenblik moest men
Libanon zuiveren van (...) Men zou de Israëli's buiten houden en de
milities onder houden en men zou de staat Libanon erboven stellen
door het leger te versterken en de soevereiniteit over Zuid-Libanon te
organiseren. Dat is jammerlijk mislukt.

Een zware vrachtwagen met een zware lading heeft ervoor gezorgd
dat er een einde gekomen is aan die operatie.

Dan is Israël binnengetrokken in Zuid-Libanon. Er zijn volgens mij niet
veel legers met meer ervaring en meer slagkracht dan het Israëlische
leger. Dat is een echte vechtmachine. Twintig jaar lang hebben ze het
geprobeerd, ze zijn er niet in geslaagd.

Over het derde hoef ik niet lang te spreken. UNIFIL is, gezien de
huidige resultaten, ook mislukt.

Ik ben een internationalist en ik vind dat wij met de internationale
gemeenschap dat risico en die stap moeten nemen, maar als wij dat
doen, dan wil ik erop wijzen ­ mijnheer de minister, ik herhaal voor
een stuk hetgeen u gezegd hebt, het deed mij genoegen om het u zelf
te horen zeggen ­ dat de voorwaarden moeten vervuld zijn om er iets
van te maken.

Ik verwoord het enigszins anders, maar eigenlijk bedoelen wij
hetzelfde. De volgorde moet gerespecteerd worden. Eerst moeten de
vijandelijkheden stoppen, dan moet er een politieke oplossing
uitgewerkt worden, dan komt er een duurzaam staakt-het-vuren en
« mise en place d'un ordre
nouveau au Moyen-Orient ». La
preuve nous est livrée pour la
deuxième fois qu'il est tout à fait
inefficace de placer une confiance
exagérée dans une solution de
type militaire pour établir un ordre
nouveau au Moyen-Orient.

Le résultat est aux antipodes des
objectifs initialement fixés. Bien
qu'un des buts officiellement
affichés par les États-Unis ait
consisté à neutraliser les visées
terroristes d'Al Qaida en Irak, force
est de constater que ce
groupement est actuellement au
faîte de sa puissance. De même,
si l'objectif officiellement poursuivi
par Israël dans le cadre de cette
action consistait à démanteler le
Hezbollah au Liban, ce dernier est
actuellement à son apogée.

Nous n'en sommes pas à la
première tentative de reprendre le
contrôle de la situation dans le
Sud du Liban. Dans les années
80, une force multinationale
placée sous le commandement
des États-Unis, de la Grande-
Bretagne, de l'Italie et de
l'Espagne avait déjà été dépêchée
sur place. Le but de cette
intervention consistait à empêcher
les Israéliens de pénétrer dans
ces territoires, à maîtriser les
milices et à consolider l'État
libanais en renforçant l'armée et
en organisant sa souveraineté sur
le Sud du Liban. Cette opération
s'est hélas soldée par un échec.
L'armée israélienne, animée d'une
immense combativité, a ensuite
fait son entrée dans le Sud du
Liban. Ses opérations menées
durant vingt ans ont également
échoué. La FINUL n'a pas eu
davantage de succès.

En tant qu'internationaliste,
j'estime que nous devons prendre
le risque d'envoyer au Moyen-
Orient une force de paix
internationale mais pour que cela
ne soit pas en vain, les conditions
pour ce faire doivent être remplies.
Il faut notamment respecter la
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
dan komt er een ontplooiing op basis van een duidelijk mandaat. Dat
is de volgorde waarin het moet verlopen.

Als iemand denkt dat men door het sturen van troepen de problemen
zal oplossen alvorens men de politieke contouren van een oplossing
heeft, dan kan ik zeggen dat de geschiedenis bewijst dat hij of zij die
dat beweert totaal fout zit.

Mijnheer de minister, ik stel ook met genoegen vast dat u zegt dat het
onder VN-mandaat moet gebeuren. De Europese strijdkrachten zijn
reeds overbevraagd. Het zou dus een ruime coalitie moeten zijn, liefst
ook met een aantal islamitische landen, dat onderschrijf ik.

Ik heb in dit verband wel de volgende vraag. Als wij zeggen dat er een
politieke oplossing moet zijn en dat de aanwezigheid van die militaire
interpositiemacht door iedereen moet aanvaard worden, dan wil ik
duidelijkheid daaromtrent. Dit wil zeggen dat ze aanvaard wordt door
Israël. Dit wil zeggen dat ze aanvaard wordt door Libanon. Wil dit
zeggen dat ze ook aanvaard moet zijn door Hezbollah? Gaan wij
praten met Hezbollah? Hoe gaan wij dat doen? Of gaan wij
aanvaarden dat Libanon namens Hezbollah praat?

Ik ben het samen met u eens dat, als wij willen komen tot een
duurzame oplossing, er ook moet worden gepraat en er ook
overeenkomsten moeten worden gesloten met Syrië en liefst ook met
Iran, zoals u zelf gezegd hebt. Ik ben het ook volledig met u eens dat
het geen quid pro quo mag zijn. Het mag niet zijn vanwege het feit dat
Iran op dit vlak meewerkt aan een internationale oplossing dat wij de
ogen sluiten voor de nucleaire ontwikkeling die in dat land bezig is. Ik
zit op dat vlak op dezelfde lijn als u.

Tot zover het militaire aspect. Ik herhaal nogmaals dat men het
probleem niet militair zal oplossen. Er wordt nu voor de tweede keer
bewezen dat men daarmee het omgekeerde effect bereikt. Een
militaire vredesmacht kan, maar laten we de lessen uit het verleden
niet vergeten en laten we de voorwaarden daarvoor duidelijk
omschrijven.

Ten tweede, over het diplomatiek-politiek aspect wil ik twee zaken
zeggen. Ik wil het eerst over de korte termijn hebben. Ik ben het met u
eens dat het heel goed is dat de Raad van ministers van Buitenlandse
Zaken gisteren tot een eensgezind standpunt is gekomen. U zegt
terecht dat een derde van de Veiligheidsraad rond de tafel zat.

Ik dring erop aan ­ en dat is mijn persoonlijke mening - dat Europa nu
moet doorduwen in de Veiligheidsraad en dat wij ons zelfs niet door
een dreiging van een Amerikaans veto in de Veiligheidsraad mogen
laten tegenhouden. Volgens mij is het moment aangebroken dat
iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen in dit verband. De
vijandelijkheden moeten stoppen. De hele internationale
gemeenschap vraagt daarom.

Ik hoop dat Groot-Brittannië, waarvan we weten dat het nogal onder
de invloed staat van de Verenigde Staten, de Europese lijn kiest. Ik
hoop ook dat de Verenigde Staten niet hervallen in de slechte
gewoonte om zelfs in onverdedigbare dossiers de kant van Israël te
kiezen en misschien wel op vraag van Israël de totstandkoming van
een veiligheidsresolutie tegengaan.
chronologie suivante: cesser les
hostilités, élaborer une solution
politique, imposer un cessez-le-feu
durable et déployer la force de
paix sur la base d'un mandat
international. Nous sommes
condamnés à échouer si nous
envoyons des soldats sans avoir
défini au préalable les contours
politiques d'une solution. Le
ministre dit avec juste raison que
cet envoi devra s'effectuer sous
mandat onusien. On exige déjà
beaucoup trop des forces armées
européennes. Il faut donc
organiser une large coalition,
incluant de préférence plusieurs
pays islamiques.

Si l'on décide d'apporter une
solution politique à ce conflit et de
conditionner cette solution à
l'acceptation du principe d'une
force militaire d'interposition par
toutes les parties concernées, je
réclame la clarté la plus totale à ce
sujet. Hormis Israël et le Liban, le
Hezbollah devra-t-il lui aussi
accepter ce principe? Devrons-
nous également négocier avec le
Hezbollah? Si l'on souhaite une
solution durable, je pense qu'on ne
pourra pas faire l'économie d'un
accord avec la Syrie et aussi l'Iran.
Car il s'agit d'éviter tout donnant-
donnant.

D'un point de vue diplomatique et
politique, je suis d'accord avec le
ministre pour dire qu'à court terme
il est positif que le Conseil des
ministres des Affaires étrangères
ait adopté une position unanime
hier. Un tiers du Conseil de
sécurité des Nations Unies y était
réuni autour de la table. J'insiste
pour que l'Europe poursuive ses
efforts au sein du Conseil de
sécurité et qu'elle ne jette pas
l'éponge sous la menace d'un veto
américain, car l'ensemble de la
communauté internationale
demande que les hostilités
cessent. Espérons que la Grande-
Bretagne opte pour la ligne
européenne et que les États-Unis
ne reprennent pas la mauvaise
habitude de défendre Israël même
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11

Op iets langere termijn, en dat hebt u ook gezegd, zal men geen
duurzame oplossing krijgen voor dit probleem als men de brede regio
er niet bij betrekt. Dat betekent ook praten met landen waarmee
sommigen nu absoluut niet willen praten, Syrië en Iran. Er moet zeker
een oplossing komen voor het Palestijns conflict. Ik heb met
genoegen vastgesteld dat men in de verklaring van de Raad van
ministers onder andere vraagt om terug te keren naar het
stappenplan.

Er zal in die regio geen stabiliteit en geen vrede komen als men niet
eerst dat probleem oplost. Ik ben een man die altijd positief kijkt naar
de zaken. Er zijn nu toch kleine signalen dat men zich nu zelfs in
Washington begint te realiseren dat dit toch moet worden geprobeerd.

Ik had beloofd het kort te houden en kom dus tot mijn derde en laatste
punt, het internationaal recht en de naleving ervan.

Ik kom net terug uit Congo. Wij hebben gezegd dat, als wij in Oost-
Congo de stabiliteit en vrede willen terugbrengen, wij zullen moeten
kunnen bewijzen, aan alle partijen die zich misdragen, dat
straffeloosheid niet aanvaard mag worden en dat er opgetreden moet
worden.

Mijnheer de minister, ter afsluiting wil ik hier vandaag voor u een
pleidooi houden om ­ met een actieve rol van België en hopelijk met
een overtuiging van de Europese Unie ­ wat er sinds 12 juli in de
regio is gebeurd, eens tegen het licht te houden van het internationaal
recht.

Zoals het in de Belgische diplomatie gevraagd wordt, zal ik een
zekere equidistance hanteren. Ik weet wel dat Hezbollah geen Staat
is, maar als ik kijk naar Hezbollah, dan springen er mij direct drie
zaken in het oog. Ten eerste, de provocatie komt van hen. Zij hebben
Israëlische soldaten gedood en zij hebben er twee gekidnapt. Ten
tweede, zij vuren katjoesja-raketten af op burgers. Ten derde, zij
gebruiken ­ dat is te onderzoeken, zoals u zelf al hebt gezegd ­
mogelijk of waarschijnlijk, mij is het eender welk woord u wilt
gebruiken, burgers als schild.

Als ik kijk naar de Israëlische kant, dan vind ik dat wij toch eens het
volgende moeten onderzoeken. Het beletten van het toekomen van
humanitaire hulp bij mensen in een oorlogsgebied is, naar mijn
oordeel, strijdig met het internationaal humanitair recht. Ik wil dat uw
juristen van het departement dat echt eens onderzoeken. Elke Staat,
dus ook Israël, heeft het recht om zich te verdedigen, maar het moet
een proportionele verdediging zijn. Ik meen, zoals u zelf zegt, dat die
proportionele verdediging zoek is.

Op 12 juli werden drie, volgens andere bronnen vijf, Israëlische
soldaten gedood. Twee soldaten werden ontvoerd. Het antwoord van
Israël is een blokkade en een massale vernietiging van civiele
infrastructuur: havens, luchthavens, bruggen en elektriciteitscentrales.
Ik heb daarover al gedebatteerd met een aantal mensen. Om het hen
duidelijk te maken, maak ik altijd een vergelijking. Ik weet dat
vergelijkingen gevaarlijk zijn, maar om te tonen hoezeer ik geschokt
ben, maak ik de volgende vergelijking. Stel u even voor dat de Britse
regering op de aanslagen van het IRA ­ ook het IRA heeft raketten
dans des dossiers indéfendables.
À moyen terme, il
sera
effectivement impossible de
trouver une solution durable si on
n'implique pas l'ensemble de la
région. Il faudra également
négocier avec des pays avec
lesquels certains ne veulent
absolument pas parler aujourd'hui.

Le conflit palestinien devra
certainement être réglé. Il est
positif que le Conseil des ministres
demande notamment d'appliquer à
nouveau la Feuille de route. En
l'absence de solution, la stabilité et
la paix ne pourront être obtenues
dans la région. De faibles signaux
indiquent que Washington
commence également à en
prendre conscience.

Au Congo, nous avons dit que si
nous souhaitons apporter la
stabilité et la paix dans la région,
nous devrons être en mesure de
prouver que l'impunité est
inacceptable. Je préconise
d'analyser les événements qui ont
eu lieu depuis le 12 juillet à la
lumière du droit international.

La provocation vient de la part du
Hezbollah: il a tué des soldats
israéliens et en a capturé deux, il
lance des missiles Katyusha sur
les citoyens et utilise peut-être ou
vraisemblablement des citoyens
comme bouclier.

Le fait qu'Israël empêche
l'acheminement de l'aide
internationale vers les personnes
qui se trouvent dans des zones de
conflit me semble contraire au
droit humanitaire international.
C'est aux juristes des Affaires
étrangères d'examiner cette
question. Tout État a le droit de se
défendre mais cette défense ne
doit pas être disproportionnée. Or
la destruction massive
d'infrastructures civiles me paraît
disproportionnée. Le
comportement d'Israël me semble
pouvoir être comparé à une
situation où la Grande-Bretagne
déciderait après des attentats de
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
gestuurd naar Downing Street 10 en bommen geplaatst in Londen ­
gereageerd zou hebben met het bombarderen van katholieke wijken
in Belfast.

Dat is wat er is gebeurd. Het is een flagrante schending van het
internationaal recht. Het is een schending van de verplichting tot het
houden van proportionaliteit in de repliek.

Ik zou graag hebben dat dit even tegen het licht wordt gehouden.

Ten derde, het laatste punt dat ik graag zou hebben dat de juridische
dienst van Buitenlandse Zaken onderzoekt en eventueel in onze
diplomatie gebruikt, is het ontzien van de burgerbevolking. Het
internationaal recht geeft een Staat het recht zich te verdedigen en te
proberen militairen te treffen. De Staat moet evenwel de burgers
ontzien.

Op dat vlak is er een zekere evolutie onder Amerikaanse druk. Nu al
wordt gesteld dat er ­ ik vind het een afgrijselijk woord ­ collateral
damage mag zijn. In het Nederlands kan dat worden vertaald als
"nevenschade". Het internationaal recht in zijn meest brede
interpretatie betekent dus dat er oorlog mag worden gevoerd waarbij
militairen moeten worden geviseerd, maar dat er in de rand ook een
aantal burgerslachtoffers mogen vallen.

Als ik echter de huidige cijfers bekijk, dan valt de nevenschade, de
collateral damage, op militaire doelwitten van de Hezbollah. De
slachtoffers zijn echter in grote getale de burgers. Ik weet dat cijfers
gevaarlijk zijn en dat men niet altijd de exacte cijfers kent, maar ik
dacht dat er 800 burgerslachtoffers zijn gevallen. Israël beweert ­ het
is onduidelijk of dat juist is, want meestal hebben alle partijen de
neiging om de getallen te overdrijven ­ 400 Hezbollah-slachtoffers te
hebben uitgeschakeld.

De collateral damage ligt dus bij Hezbollah-militanten en niet bij de
burgers. Ik wil dat dit ook eens wordt onderzocht. Ik zou dus graag
hebben dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de lijn in onze
diplomatie duidelijk maakt, namelijk dat België wil dat het
internationaal recht wordt gerespecteerd. Waar duidelijk over de
schreef wordt gegaan, willen wij dat er wordt opgetreden.

Mijnheer de minister, wat vele mensen buiten het politieke milieu ook
shockeert is het volgende. Wij, Europa, betalen de opbouw van een
Staat. Wij hebben veel betaald om Libanon op te bouwen. Wij hebben
veel betaald om de infrastructuur in Gaza op te bouwen. Dan zijn er
partijen die met een totale miskenning van het internationaal recht die
infrastructuur opnieuw vernietigen. Wat is daarbij onze reactie? Wij
tonen ons bereid om nogmaals in onze zak te tasten en de
infrastructuur te heropbouwen. De verantwoordelijke voor de
vernietiging van de infrastructuur, met miskenning van het
internationaal recht, gaat echter vrijuit.

Het is nodig dat ook daaraan een einde komt.
l'IRA de bombarder des quartiers
catholiques de Belfast. Israël
bafoue le droit international de
façon flagrante.

Et il faut ajouter à cela que si un
État a le droit de se défendre en
prenant pour cibles des militaires,
il doit veiller à ce que ses frappes
n'atteignent pas des civils. Une
certaine évolution est aujourd'hui
perceptible sous la pression des
Américains et actuellement,
certains dommages collatéraux ­
une notion effroyable ­ sont
tolérés. Toutefois, dans le cadre
du conflit actuel, les victimes sont
dans beaucoup de cas des civils.
Nous devons manipuler les
chiffres avec circonspection mais
le bilan actuel fait état de huit
cents victimes civiles contre quatre
cents tués dans les rangs du
Hezbollah.

Les Affaires étrangères se doivent
d'examiner les aspects de ce
dossier que je viens d'aborder et
d'affirmer clairement la volonté de
la Belgique de faire respecter le
droit international. Si des excès
sont, à l'évidence, commis, il faut
intervenir.

L'Europe a financé dans une
mesure très importante la
reconstruction du Liban et celle
des infrastructures de
Gaza. Aujourd'hui que ces
infrastructures sont de nouveau
détruites, nous nous engageons à
les reconstruire mais
les
responsables ­ qui bafouent le
droit international
­ restent
impunis. Cela ne peut plus durer.
De voorzitter: Mijnheer Van der Maelen, ik heb u langer aan het woord gelaten, omdat u een vraag had
ingediend. De volgende spreker is de heer Hasquin.
01.03 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, monsieur le 01.03 Hervé Hasquin (MR): Wij
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
ministre, avant de me livrer à un certain nombre de commentaires, je
voudrais dire combien nous avons apprécié les positions qui ont été
les vôtres et celles de l'Union européenne. Vous les avez rappelées,
voici quelques instants.

La position exprimée me semble équilibrée et juste face à une
situation terriblement chaotique. Je crois que, dans ce genre
d'événement, il faut se garder d'être manichéen: tous les torts d'un
côté et l'attitude correcte d'un autre.

Monsieur le ministre, vous y avez déjà fait allusion au début de notre
entretien mais il est tout de même important de rappeler certaines
choses qui se sont passées ces dernières années au Liban et que
l'on a généralement cachées pudiquement aux opinions publiques. Il
faut dire que les instances internationales ont d'ailleurs tout autant
fermé pudiquement les yeux. Avant ces incidents tragiques et cette
guerre qui a lieu aujourd'hui au Liban, je n'ai guère entendu beaucoup
de voix dénoncer ce qui s'y passait.

Je vais vous parler de ma propre expérience. Il y a trois ans, j'étais au
Liban à l'occasion d'une conférence internationale à Beyrouth. Étaient
présents environ une cinquantaine de chefs d'État et de
gouvernement. J'ai alors été surpris d'apprendre que le chef du
Hezbollah était assis au premier rang pendant la cérémonie officielle
où trônaient le chef de l'État et tous les ministres du gouvernement
libanais, alors que lui-même et ses sbires étaient tout de même
dénoncés comme faisant partie de la liste noire du terrorisme. Il était
là au premier rang, invité spécial! Chose tout de même un peu
surprenante.

Personnellement, j'en ai tiré des conclusions: je suis parti et j'ai refusé
de participer à toutes les cérémonies officielles auxquelles nous
étions invités. Bien que cela me fût déconseillé, j'ai fait en sorte de me
rendre jusqu'à Baalbeck. Ce fut une expérience intéressante qui m'a
permis de constater qu'à trente kilomètres maximum au-delà de
Beyrouth, l'État libanais n'existait plus. Durant le trajet jusque
Baalbeck, je fus contrôlé à trois reprises par des groupes de milices
armées du Hezbollah.

À cette époque, voilà trois ans, dès qu'on se soulevait un peu pour
regarder autour de soi, à quelque distance, on remarquait encore des
groupes de tanks ou de soldats syriens dissimulés dans la nature.
Depuis lors, on sait qu'ils sont partis.

Il convient donc de prendre conscience que c'est cela la situation du
Liban depuis plusieurs années. Je n'ai pas entendu dans la presse
internationale ou dans aucune réunion internationale beaucoup de
gens s'émouvoir de cette situation. Je rappelle par ailleurs que
quelques milliers d'hommes de la FINUL sont déjà présents sur le
terrain et doivent certainement devenir frustrés, paranos, aveugles et
sourds: ils patrouillent sans empêcher pour autant le Hezbollah de
construire des souterrains et des fortins, ainsi que de déployer dans la
partie sud du Liban, depuis de nombreuses années, les armements et
les positions de guerre que l'on connaît.

Il s'agit de rappeler les faits tels qu'ils existaient jusqu'à quelques
semaines d'ici. Les attaques du Hezbollah se sont produites, avec
l'enlèvement de soldats, puis ­ et je reprends les mots utilisés par
hebben de evenwichtige en
terechte standpunten gewaardeerd
die u samen met de Europese
Unie heeft verdedigd.

De jongste jaren werden heel wat
zaken voor de publieke opinie
verborgen gehouden, ook door de
internationale instanties die de
situatie niet hebben aangeklaagd.
Ik heb drie jaar geleden aan een
internationale conferentie in
Beiroet deelgenomen en heb er
kunnen vaststellen dat Hezbollah-
leiders, wier namen op de zwarte
lijst van het terrorisme staan,
prominent aanwezig waren te
midden van de staatshoofden en
regeringsleiders. Ik heb dan ook
geweigerd om aan de rest van de
officiële plechtigheden deel te
nemen en ben naar Baalbeck
gegaan. Ik heb gemerkt dat de
macht van de Libanese
autoriteiten op 30 km van Beiroet
al niets meer voorstelde. Ik werd
driemaal gecontroleerd door
gewapende Hezbollah-groepen en
heb her en der enkele Syrische
tanks gezien. In de internationale
pers werd nauwelijks aandacht
besteed aan die situatie die al
jarenlang aansleept.

De enkele duizenden leden van de
UNIFIL ter plaatse, die haast gek
moeten worden, hebben Hezbollah
er niet van kunnen weerhouden
voorbereidingen te treffen om
oorlogsstellingen in te nemen.

De Hezbollah-aanvallen en de
ontvoeringen van soldaten werden
gevolgd door "overdreven reacties
van de Staat Israël", om het met
de woorden van verscheidene
Belgische ministers en de
Europese instanties te zeggen. Ik
vind dat de Israëlische regering in
de val werd gelokt. De heer Olmert
en de socialistische ministers van
zijn regering hebben hun woede
niet kunnen beheersen en hebben
inschattingsfouten gemaakt.

Blijft de vraag hoe de
internationale instellingen dit
vraagstuk kunnen aanpakken. Het
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
plusieurs ministres belges et les instances européennes ­ s'en
suivirent "les réactions disproportionnées de l'État israélien". Le
gouvernement israélien est, selon moi, tombé dans un piège: ne pas
savoir jusqu'où il ne faut pas aller trop loin. Il faut pouvoir maîtriser sa
colère et son dépit, en tout cas lorsqu'on est à la tête d'un
gouvernement. Et cela, ni M. Olmert ­ c'est évident ­ ni les ministres
socialistes israéliens qui l'entourent n'ont été capables de le faire.
C'est regrettable, vous l'avez dit, et je ne puis que me rallier aux
propos qui étaient les vôtres déjà à ce moment-là.

L'erreur de jugement et d'appréciation, c'était d'oublier que, dans les
milieux du Hezbollah et des islamistes, la vie n'a aucun prix, l'avenir
réside dans le martyre et, par conséquent, on n'hésite pas à se servir
de personnes, d'enfants, de vieillards qui deviennent des cibles. Cela
fait partie d'une stratégie. Je ne comprends pas comment Israël est
tombé dans ce piège alors qu'il prétend défendre, à juste titre, des
valeurs très différentes de celles de ses adversaires.

Le mal est fait et on assiste à une véritable tragédie!

Il est temps que les organisations internationales se saisissent du
problème. Mais comment? Si c'est pour recommencer avec des
observateurs qui n'ont aucun pouvoir, qui comptent les coups ou qui
font semblant de ne rien voir, ne perdons pas notre temps! Je crois
qu'ici, le véritable enjeu ­ qui sera celui des semaines à venir ­ est de
montrer que les autorités internationales sont capables de mettre en
place une véritable force d'interposition qui aura un pouvoir
d'intervention, celui, à la rigueur, de recourir elle-même à la force pour
faire respecter des accords de cessez-le-feu. Si nous ne sommes pas
en mesure, au niveau européen et au niveau des Nations unies, de
mettre sur pied une véritable force d'intervention, j'ai le sentiment,
monsieur le ministre, que nous continuerons, tous, à nous lamenter
encore pendant de longues semaines et de longs mois sur la tragédie
humaine à laquelle nous assistons mais elle sera sans solution.

Par conséquent, je crois qu'il est important que l'Europe joue son rôle.
Cela a bien commencé. Il est important de poursuivre dans cette voie
et de prendre le leadership. Il y a une place à occuper, encore faut-il
oser aller jusqu'au bout de ses intentions. Cette force d'interposition
devrait être composée de soldats venant des 25 pays de l'Union
européenne car, comme vous le disiez, il faudra qu'ils soient
nombreux. Vous avez cité le nombre de 12 à 15.000 hommes. Il est
vrai que le territoire est restreint mais il ne faut pas se faire d'illusions.
Étant donné les événements qui viennent de se produire et la
nécessité de tenir à distance les combattants, je crois que les chiffres
que vous avez cités ne sont pas exagérés. Néanmoins, cela signifie
aussi que dans le cadre de cette préparation, il faudra modérer Israël
mais aussi faire en sorte que le gouvernement libanais soit un vrai
gouvernement qui assume véritablement ses responsabilités sur
l'ensemble du territoire.

Sur ce point, je vous avouerai que j'ai eu l'occasion d'entendre M.
Siniora à de nombreuses reprises ces trois dernières semaines. Je
suis suffoqué de constater combien ce premier ministre oublie que
jusqu'il y a peu, il n'avait rien fait avec son gouvernement pour
redonner au Liban un véritable État et un gouvernement qui exerce le
pouvoir.
sturen van machteloze
waarnemers is louter tijdverlies.
De internationale overheden
moeten tonen dat ze in staat zijn
tussenbeide te komen en dat ze zo
nodig geweld kunnen gebruiken
om het staakt-het-vuren te doen
naleven.

Europa moet doorgaan met de rol
die het heeft opgenomen en moet
wellicht het voortouw nemen met
een Europese interventiemacht.
De cijfers die u aanhaalt, van
12 000 tot 15 000 manschappen,
zijn zeker niet overdreven. Het is
ook belangrijk Israël in te tomen
en ervoor te zorgen dat de
Libanese regering haar
verantwoordelijkheid opneemt ten
aanzien van het volledige
grondgebied, wat ze tot op heden
niet heeft gedaan.
Het gaat om een ingewikkelde
opdracht en we hebben niet veel
tijd.
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Il s'agissait de fantoches qui laissaient faire des groupes terroristes
dans le sud de leur pays!

La tâche est complexe, le temps nous est compté. Je réponds aux
invitations du président et j'en resterai là, monsieur le ministre.

De voorzitter: Ik begrijp dat elkeen een uitgebreide mening terzake heeft. Ik heb de heer Van der Maelen
wat langer laten spreken omdat hij de enige was die een vraag had ingediend.

Collega's, ik vraag uitdrukkelijk om bondig te zijn, anders zullen we nooit binnen een fatsoenlijke timing de
minister de kans kunnen geven om te antwoorden op een aantal belangrijke vragen.

Volgende sprekers vragen nog het woord: de heer De Crem, M. Boukourna, de heer Marinower, Mme
Wiaux, de heer Lambert, M. Moriau, de heer Mortelmans.

Collega's, u begrijpt dat zelfs met 10 minuten per spreker we al over 12.00 uur uitlopen. Dit gaat niet
lukken. Ik verontschuldig me ten aanzien van de volgende sprekers die een beetje bondiger moeten zijn.
Anders wordt het een onmogelijke zaak. Hopelijk zijn wij het allen daarover eens.

De heer De Crem heeft het woord.
01.04 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal uw
consigne volgen. Hierdoor kan misschien enige vorm van
noodzakelijke nuancering in dit dossier verloren gaan, waarvoor mijn
verontschuldigingen.

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw toelichting, voor het
chronologisch overzicht en voor de extra duiding die u hebt gegeven
op basis van de vele bijeenkomsten die u hebt bijgewoond en waarin
u een belangrijke rol hebt gespeeld.

Mijnheer de voorzitter, ik zal in een quasi telegramachtige vorm
spreken.

CD&V gaat ervan uit dat zolang de Hezbollah de handen vrij heeft in
Zuid-Libanon er voortdurend oorlogsgevaar blijft bestaan in de regio.
Er moet zo vlug mogelijk een bestand komen. Zonder op de theorie
van de naam te willen "braqueren", vindt CD&V dat er snel een staakt-
het-vuren moet komen, een duurzame oplossing en een stopzetting
van de gewapende acties zoals ze zich thans voordoen.

Het is ook belangrijk dat de interne staatsorde van Libanon opnieuw
wordt hersteld of voor het eerst wordt hersteld. De heer Hasquin heeft
terzake een aantal elementen naar voren gebracht die uit de praktijk
waren gegrepen.

De rol van Hezbollah in dit dossier kan natuurlijk niet in de hoek
worden gedrumd. De minister doet dit ook niet. Dit vergt soms wel wat
moed zeker na de verschrikkelijke gebeurtenissen in Qana. De rol
van Hezbollah is nog steeds de volgende: Hezbollah is op een
beduidende manier een soort verlengstuk van de politieke actie die
Syrië en Iran in de regio willen voeren.

Een quasi allesomvattend akkoord tussen Israël en Libanon moet tot
stand komen. Dat zal moeten gebeuren via een internationale
vredesmacht. Zo'n internationale vredesmacht kan alleen tot stand
komen "gefosterd" door de besluitvormingsprocedures binnen de VN.
Mijnheer de minister, ik heb vernomen dat uw Franse collega spreekt
01.04 Pieter De Crem (CD&V): Il
ne fait aucun doute que tant que le
Hezbollah aura les mains libres
dans le Sud-Liban, les risques
d'une guerre dans la région seront
importants. La conclusion d'une
trêve ou d'un cessez-le-feu entre
les parties belligérantes s'impose
d'urgence. L'ordre interne libanais
doit par ailleurs être rétabli dans
les meilleurs délais, même si je ne
suis pas indifférent aux
considérations intéressantes que
M. Hasquin vient d'exposer à ce
sujet.

Je félicite le ministre pour le
courage dont il a fait preuve, en
particulier après les événements
récents à Cana, en mettant sans
hésitation le doigt sur la plaie et en
clarifiant le rôle joué par le
Hezbollah en tant que
prolongement de la Syrie et de
l'Iran dans la région.

Tout le monde parle aujourd'hui de
l'envoi d'une force de paix
internationale. La France elle-
même a déjà plaidé en faveur d'un
« solide contingent ». Quel rôle
notre pays est-il disposé à jouer
dans ce cadre? Si un engagement
de cette nature était souscrit au
nom de la solidarité européenne et
était soutenu par une résolution
sans équivoque des Nations unies,
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
over een robuuste inzet van troepen. Ik denk dat we dit ook zullen
moeten doen.

De vraag van CD&V is uiteraard in welke mate België daaraan kan of
zal participeren.

Laten wij duidelijk zijn: wanneer dit tot stand komt binnen het
Europese overlegmodel en gebeurt onder de vlag van een resolutie
die wordt goedgekeurd door de Verenigde Naties, dan zijn wij daar
principieel niet tegen. U weet dat dit een standpunt is dat wij steeds
hebben ingenomen.

Een vraag die natuurlijk wel blijft is de volgende. Aan welke
voorwaarden moet voldaan zijn opdat wij aan een dergelijke opdracht
zouden deelnemen? Wat is de impact daarvan op andere operaties
waarin de Belgische overheid, de Belgische regering en de Belgische
strijdkrachten aanwezig zijn? Ik denk heel kort ­ veel te kort nu ­ aan
de opdrachten die wij uitvoeren in Afghanistan en in Kosovo.

Ten slotte, er zijn mogelijkheden aanwezig voor een Europese
stellingname. Er is een window of opportunities aanwezig. Dit is een
oproep aan u. Ik hoop dat u die zult verspreiden en zult kunnen
doordrukken. Dit is een mogelijkheid om ook op Europees vlak te
tonen dat wij in een buitenlands conflict, dat plaatsvindt buiten het
grondgebied van de Europese Unie, maar wel aan onze achterpoort,
een gemeenschappelijke veiligheidspolitiek naar voren kunnen
brengen.

Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat ik mij gehouden heb aan uw
consigne. Het was veel te kort, maar dat waren een aantal punten die
ik naar voren wilde brengen.
le CD&V ne serait certainement
pas opposé à une participation
belge. La question serait, dans
cette hypothèse, de savoir quelle
incidence cette participation aurait
sur notre contribution à d'autres
opérations internationales, comme
en Afghanistan ou au Kosovo.

Il est évident qu'à l'heure où je
parle, les aléas de la politique
internationale offrent à l'Union
européenne mille occasions
d'adopter une position européenne
digne de ce nom et unanime, et de
mettre en oeuvre une politique de
sécurité commune.
De voorzitter: Collega De Crem, ik hoop dat de andere collega's u hierin zullen volgen.
01.05 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, j'ai écouté attentivement votre déclaration
relative à la situation présente; j'ai également écouté les propos des
collègues qui ont pris la parole avant moi.

Monsieur Hasquin, si vous me le permettez, simplement, vous avez
vécu une expérience au Liban que vous nous avez relatée et vous
avez tiré les conclusions que, dans une certaine partie du monde et
pour une certaine religion, la vie n'a aucune valeur. Je pense que
vous avez là outrepassé la conduite qui sied au respect d'une religion
et d'une civilisation. Je n'irai pas plus loin.
01.05 Mohammed Boukourna
(PS): Door te concluderen dat een
menselijk leven voor bepaalde
religies geen enkele waarde heeft,
heeft de heer Hasquin blijk
gegeven van een gebrek aan
respect ten aanzien van een religie
en een beschaving.
01.06 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, c'est un fait
personnel: je n'ai pas parlé de l'islam ni des musulmans: j'ai parlé d'un
certain nombre de groupes terroristes.
01.06 Hervé Hasquin (MR): Ik
had het over terroristen en niet
over moslims.
01.07 Mohammed Boukourna (PS): Non, monsieur, vous avez
parlé de l'islam: nous pouvons réécouter l'enregistrement.

Je voulais simplement vous dire cela. Si vous estimez que le
Hezbollah et un certain nombre de musulmans utilisent les vieillards,
les femmes et les enfants comme bouclier humain, je vous
demanderais alors ce que fait Israël en laissant peupler ses colonies
par des civils.
01.07 Mohammed Boukourna
(PS): U heeft wel degelijk de islam
met de vinger gewezen. Hezbollah
zou dan al gebruik maken van
menselijke schilden, maar wat
doet Israël dan door de kolonies
met burgers te bevolken?
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17

Monsieur le ministre, j'ai été fort attentif à vos déclarations. Nous
avons suivi depuis hier les travaux des ministres des Affaires
étrangères, en tout cas quant à une volonté exprimée par une très
grande majorité des membres de l'Union européenne, hormis la
Grande-Bretagne et un peu l'Allemagne aussi, pour arriver à un
cessez-le-feu. Le mot "cessez-le-feu" n'a pas pu être utilisé ou, du
moins, accepté par les uns et les autres; nous sommes donc arrivés à
une "cessation immédiate des hostilités", selon les mots officiellement
retenus dans la déclaration.

Selon moi, on joue un peu avec les mots. Comme vous l'avez dit
vous-même, il existe une sorte de jeu sémantique. Sans doute est-ce
pour ne pas fâcher Israël. Mais au-delà, il faut aussi penser qu'il y va
de la vie de milliers de personnes ­ 500.000 personnes sont
actuellement sur les routes - et que des centaines de personnes ont
déjà perdu la vie, dont majoritairement des civils. Quoi qu'il en soit,
j'accepterais qu'on utilise le terme "cessation immédiate des
hostilités" au lieu de "cessez-le-feu" du moment que cela permet
d'arrêter les hostilités.

Je l'accepterai et nous serons tous heureux que les hostilités
s'arrêtent. C'est le but essentiel, le vôtre comme le nôtre.

Monsieur le ministre, en ce qui concerne l'ONU, je regrette que dans
ce conflit, on n'ait pas prêté attention au rôle qu'Israël a réservé à
l'ONU en tuant délibérément quatre de ses soldats de la paix.
L'attention du gouvernement israélien avait été attirée, par l'entremise
de Kofi Annan lui-même ou de son second, sur le danger que vivaient
ces soldats. Au-delà de la mort tragique de ces soldats de la paix, il
s'agit d'une atteinte grave au rôle de l'ONU, à son institution!
Comment voulez-vous que, demain, nous puissions lui donner le
crédit nécessaire pour que cette institution puisse jouer son rôle
(garantir la paix, faire respecter les lois internationales) dans quelque
partie du monde que ce soit si nous laissons un État agresser les
représentants de cette institution sans le condamner? C'est unique!
Aucun pays au monde ne pourrait se permettre un tel écart et un tel
mépris du droit international et, en tout cas, des règles garantissant
l'exercice de l'ONU, c'est-à-dire le respect de ses soldats et de ses
représentants, quelle que soit la région où ils exercent leurs
responsabilités! Personne au monde n'aurait pu agir ainsi sans subir
les foudres de la communauté internationale et sans être à tout le
moins condamné.

Par ailleurs, permettez-moi de marquer mon désaccord sur la
manière dont vous avez estimé la genèse de ce conflit.

Nous avons eu l'occasion de débattre très souvent de la crise du
Moyen-Orient ici-même, avec nos collègues, avec vous-même, avec
tous nos invités. Nous avons souvent fait valoir l'hypothèse que
chaque fois qu'un groupe se manifeste par des actions de résistance,
il est manipulé par les États voisins, qu'il s'agit d'un complot ourdi par
un ensemble de pays appartenant à la même zone géographique: le
Moyen-orient. Nous disions qu'il fallait réagir en remettant ce pays au
pas et en y instaurant un ordre à partir de l'extérieur. Il existe d'autres
explications et d'autres solutions. M. Van der Maelen a longuement
évoqué la crise de l'Irak. Il me semble que les leçons de cet échec
n'ont pas été retenues. Selon moi, on va réitérer les mêmes erreurs.
De Europese Unie heeft het over
een "onmiddellijke stopzetting van
de vijandelijkheden" en niet over
een "staakt-het-vuren" en maakt er
dus een semantische kwestie van.
Zij heeft zich wellicht de woede
van Israël niet op de hals willen
halen, maar het leven van
duizenden mensen staat op het
spel. Honderden burgers zijn al
omgekomen. Ik ben bereid die
termen te aanvaarden als zij
effectief - zoals iedereen wenst -
tot een stopzetting van de
vijandelijkheden leiden.

Ik betreur dat Israël, dat vier
vredessoldaten heeft omgebracht,
niet meer aandacht had voor de
rol van de UNO. De instelling
wordt aldus zwaar aangetast. Hoe
kunnen we morgen de UNO nog
de nodige middelen toekennen als
we toestaan dat een Staat UNO-
vertegenwoordigers aanvalt, wat
nooit eerder is gebeurd, zonder
dat hij daarvoor wordt
veroordeeld?

Ik ben het niet eens met de
analyse van de minister over de
oorsprong van het conflict. We
hebben het daar al meermaals
over gehad: het is gebleken dat de
hypothese dat, telkens een groep
in opstand komt, er sprake is van
een manipulatie door een
buurland, enkel de thesis voedt dat
andere Staten van de regio een
complot smeden en dat van buiten
uit orde op zaken moet worden
gesteld. Er werden geen lessen
getrokken uit de ervaringen in Irak.

We moeten terug naar de bron
van het conflict: dit is een
kolonialistisch conflict, dat
voortvloeit uit de bezetting van een
grondgebied door een andere
Staat, los van alle goedgekeurde
voorstellen van resolutie en
vredesplannen voor de
Gazastrook en de Westelijke
Jordaanoever. Tenzij het de
bedoeling is het conflict tot de rest
van de wereld uit te breiden? Heel
wat regio's hebben met dit conflict
te maken.
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Au lieu d'élargir le problème, je voudrais revenir à l'essentiel. Nous
avons eu l'occasion d'en débattre très souvent, monsieur le ministre.
Et il me semble qu'il faut revenir à la source de ce conflit, c'est-à-dire
le problème israélo-palestinien, qui n'est rien d'autre ­ ainsi que j'ai eu
l'occasion de le dire très souvent ­ qu'un problème de colonialisme,
qui n'a rien à voir avec la religion, monsieur Hasquin. C'est le
problème de l'occupation d'une terre par un pays, l'occupation d'une
manière tout à fait illégale et qui enfreint toutes les résolutions, en
dehors des plans de paix acceptés par les différents belligérants et
qui n'ont pas pu être mis en oeuvre.

Un certain nombre de propositions de résolution doivent être
acceptées à Gaza et en Cisjordanie, pour revenir à l'essentiel. Nous
l'avons évoqué à de maintes reprises: il existe des plans, des feuilles
de route, des solutions qui ont été acceptées par les Palestiniens eux-
mêmes et qu'il importe de mettre en oeuvre pour éviter l'extension du
problème. À moins que le but recherché par les uns et les autres ne
soit de porter la guerre en Indonésie et dans toutes les parties du
monde.

Je crois que nous sommes affectés ­ car nous avons
malheureusement eu l'occasion de vivre cette expérience ­ dans
plusieurs parties du monde par cette crise qui trouve son origine dans
une partie bien précise du monde. Il ne sert à rien d'extrapoler et
d'agrandir le conflit. Essayons plutôt de le ramener à sa juste
proportion, qui est celle d'un conflit de colonialisme d'un État envers
un autre. Et il faut garantir l'existence de ces deux États côte à côte,
vivant dans la paix, dans la sécurité réciproque, dans deux États
viables. Ça, c'est sans doute simple, mais il faut peut-être avoir le
courage de défendre ce point de vue là plutôt que de défendre celui
d'un complot organisé par le monde musulman contre un autre
monde. Non, il ne s'agit pas seulement de cela, monsieur Hasquin! Il
ne s'agit pas de cela!

Monsieur le ministre, je voudrais dire un mot à propos de la
participation belge à ce contingent des forces d'interposition.
J'aimerais d'abord savoir si le principe est acquis. Ensuite, vous avez
laissé entendre qu'il s'agissait d'une opportunité qu'aucun pays
européen, s'il voulait avoir voix au chapitre et pouvoir conserver des
moyens d'influence, ne devrait refuser. La Belgique est-elle déjà, dans
ce cadre, partie prenante et sera-t-elle membre de cette force
d'interposition?

Het bestaan en de veiligheid van
beide Staten moeten worden
gewaarborgd. Wat de heer
Hasquin daar ook moge over
denken, er bestaat geen
moslimcomplot tegen niet-
moslims.

Staat het vast dat ons land aan
een interventiemacht zal
deelnemen?
01.08 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, als vierde of
vijfde spreker zal ik proberen niet in herhaling te vallen. Een aantal
zaken werd reeds gezegd door de collega's die vóór mij het woord
namen.

Ik dank de minister voor de vrij uitvoerige uitleg die hij ons hier gaf en
de bijkomende elementen die van belang waren.

Ik denk dat het belangrijk is, en collega Hasquin heeft dat gedaan, dat
in deze de zaken worden teruggebracht naar de situatie die bestond
tot 11 juli. Op 25 juni was er een actie in de Gazastrook waarbij
soldaten werden gedood en anderen gekidnapt. Dit gebeurde ook op
12 juli. Er bestaan verschillende meningen over het feit of er tussen
beide gebeurtenissen een verband is.
01.08 Claude Marinower (VLD):
Pour bien comprendre ce conflit,
nous devons nous pencher sur la
situation telle qu'elle était avant le
12 juillet 2006. Durant une action
menée dans la Bande de Gaza le
25 juin, un soldat israélien est
enlevé et d'autres sont tués. Le 12
juillet, deux soldats israéliens sont
enlevés par le Hezbollah et huit
autres sont abattus.

Israël se retire du Liban en 2000.
En 2004, une résolution de l'ONU
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Op 12 juli is er een actie geweest waarbij acht soldaten werden
gedood en twee soldaten gekidnapt in een regio die de Staat Israël in
2000 heeft verlaten en waarvoor er in 2004 een resolutie is gekomen
van de Verenigde Naties. We kennen allemaal die resolutie waarin
ernaar wordt gestreefd om de macht die daar toen al werd ontplooid
door Hezbollah, te breken en hen te ontwapenen.

Collega Hasquin heeft ons nogmaals met een persoonlijke ervaring
gewezen op de realiteit van vóór 2004. Die realiteit werd tussen 2004
en 2006 op geen enkel moment en op geen enkele manier gewijzigd.
Vóór de gebeurtenissen van 12 juli was er geen conflict of bestond er
geen contentieux tussen beide landen.

Sindsdien werden vanuit die regio 1.000 tot 2.000 katjoesja's
afgevuurd, allemaal op burgerdoelwitten. Sta mij toe van bij het begin
een parenthese te openen. Van de 1.500 tot 2.000 die allemaal op
burgerdoelwitten werden afgevuurd, troffen slechts een aantal -
gelukkig maar - doel. We kunnen ons de vraag stellen wat er zou zijn
gebeurd indien 10 of 15% meer katjoesja's raak waren geweest en
bijvoorbeeld de petrochemische installaties in de haven van Haifa
hadden geraakt.

Er zijn al veel te veel slachtoffers gevallen aan beide kanten. Er zijn te
veel vluchtelingen. Er zijn te veel mensen op zoek naar veiliger
oorden. Dit is het geval aan beide kanten en dat moet in herinnering
worden gebracht.

Het is opvallend dat de gebeurtenissen van eind juni en midden juli
samenvielen met besprekingen aan Palestijnse kant tussen de groep
rond president Abbas en de groep rond eerste minister Haniyeh.
Daarbij was sprake van het opstellen van een document dat
misschien de impliciete erkenning van de Staat Israël met zich zou
meebrengen.

Die besprekingen werden onmiddellijk gevolgd door een mededeling
vanuit Damascus ­ uitgerekend vanuit Damascus ­ van degene
waarvan men zegt dat hij de sterke man is van Hamas, namelijk
Mashal, die zegt dat daarvan geen sprake is.

Er moet ook aan herinnerd worden dat die twee groeperingen, die op
lijst van terroristische organisaties staan, zowel in Europa als in de
Verenigde Staten, tot op vandaag nog steeds als doel de vernietiging
van de Staat Israël hebben. Er is hier dus, zoals vele commentatoren
zeggen, geen echt toeval te ontwaren.

Hezbollah is een organisatie die zich voornamelijk opstelt tussen de
burgerbevolking. Ik wil een klein citaat geven van een op dat vlak
totaal neutrale waarnemer, namelijk Jan Egeland, het hoofd van de
VN-afdeling voor humanitaire zaken. Hij zei vorige week: "In het hart
van het gebied van Hezbollah heb ik ook duidelijk een coherente
boodschap uitgestuurd dat Hezbollah ermee moet ophouden zich
laffelijk te verschuilen onder vrouwen en kinderen."

Er moet op dit moment ook gesteld worden dat in een oorlog, wat dit
conflict inmiddels ook geworden is, steeds te veel onschuldige doden
vallen, kinderen, ouderlingen, vrouwen. Elk onschuldig
burgerslachtoffer is er een te veel. Voor elk slachtoffer, tot welk kamp
vise le désarmement du
Hezbollah. Plus aucun conflit n'a
éclaté entre Israël et le Liban
jusqu'en 2006.

Depuis le 12 juillet 2006, jusqu'à
2 000 missiles Katyusha ont été
lancés du Liban sur des cibles
civiles en Israël, dont seulement
quelques-uns ont atteint leur but.
Si davantage de fusées
atteignaient leurs cibles, Israël
subirait des dégâts considérables.

Comme dans toute guerre, le
nombre de victimes et de réfugiés
est trop élevé. Nous ne devons
pas oublier qu'à cet égard, les
deux pays sont logés à la même
enseigne.

Des pourparlers engagés entre
l'entourage du premier ministre
palestinien, M. Haniyeh, et celui du
président, M. Abbas, entre la fin
juin et la mi-juillet, ont évoqué la
reconnaissance de l'État d'Israël. Il
est saisissant de constater que
l'homme fort du Hamas, M.
Mashal, s'est empressé de
déclarer depuis Damas qu'il ne
pouvait en être question.

Le Hamas palestinien et le
Hezbollah libanais figurent tous
deux sur la liste des organisations
terroristes. Leur objectif est la
destruction d'Israël. Dans le cadre
du conflit actuel, le Hezbollah se
fond délibérément dans la
population civile. Ce fait a été
confirmé par Jan Egeland, le chef
du département des Nations unies
compétent pour les questions
humanitaires. Comme toute
guerre, le conflit actuel fait de trop
nombreuses victimes civiles
innocentes.

Hier, les États membres de l'Union
européenne sont parvenus à une
position commune après de
longues heures de réunion. Cette
position établit une distinction
entre l'arrêt des hostilités, un
cessez-le-feu et l'envoi d'une force
internationale. Il importe de donner
à cette force des directives très
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
het ook behoort, tot welk land of groep, dient dezelfde rouw gehouden
te worden.

Ten overstaan van de situatie zoals deze zich vandaag stelt, hebben
wij ook met genoegen vastgesteld dat er gisteren, na lange
discussies, uiteindelijk een gezamenlijk Europees standpunt tot stand
gekomen is. Dat gezamenlijk Europees standpunt heeft een
onderscheid gemaakt tussen het stopzetten van de vijandelijkheden,
een staakt-het-vuren en het uitsturen van een internationale
troepenmacht.

Collega Hasquin heeft terecht herinnerd aan het probleem met de
observatoren en waarnemers die er momenteel zitten en die op geen
enkel moment hebben kunnen beletten, blijkbaar ook niet hebben
kunnen signaleren, er zijn daar tenminste geen reacties geweest, dat
bepaalde groepen in het zuiden van Libanon zich bewapenden en
raketten opstelden. Die raketten zijn er ongetwijfeld. Het resultaat is
dag in dag uit zichtbaar. Het opstellen van die macht moet dan ook
binnen zeer duidelijke krijtlijnen worden afgesproken, gelet op
hetgeen zich daar tot nog toe heeft afgespeeld.

Mijnheer de voorzitter, ik probeer het kort te houden om na het
antwoord van de minister mogelijkerwijze nog de kans te krijgen kort
te repliceren.

Ook wij zullen met aandacht uitkijken naar de evolutie die zich op heel
korte termijn in Libanon zal afspelen. Daarbij moet een situatie
worden gecreëerd waarbij het gevaar ten overstaan van een
soevereine Staat ook in ogenschouw moet worden genomen. De
raketten staan er en werden tot nu toe afgevuurd tot 50 of 60 km in
het binnenland van Israël. Het hoofd van Hezbollah heeft reeds
herhaaldelijk de dreiging geuit dat Hezbollah bij de eerste de beste
gelegenheid kan beschikken over raketten die veel verder zouden
kunnen reiken. Wij willen er ook aan herinneren dat vanuit Israëlisch
standpunt een verloren oorlog ten overstaan van bepaalde
dreigementen die geuit zijn, er een te veel is voor degenen die de
vernietiging van die Staat voor ogen hebben.

Dat gezegd zijnde, zal ik uw antwoord afwachten en dan de zaak
verder bekijken.
claires. Les observateurs onusiens
présents dans la région n'ont pas
signalé que le Hezbollah était en
train de s'armer.

Nous sommes curieux de voir ce
qui va se passer à brève
échéance. Il ne faut jamais perdre
de vue qu'Israël, qui est un État
souverain, est menacé, cette
menace prenant la forme de
roquettes visant aujourd'hui sa
population. Le chef du Hezbollah a
déjà prévenu qu'il disposerait à
l'avenir de missiles de plus longue
portée. Des groupuscules comme
le Hamas ou le Hezbollah ayant
pour but la destruction d'Israël,
pour Israël une guerre perdue est
toujours une guerre perdue de
trop.
01.09 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous remercie pour votre exposé et les précisions que
vous nous avez communiquées.

Je souhaiterais revenir sur le drame du 30 juillet 2006: une
cinquantaine de civils, dont une trentaine d'enfants, sont décédés
dans le bombardement d'un immeuble résidentiel par l'armée
israélienne à Cana. Ce sont essentiellement des femmes et des
enfants qui ont été pris pour cible en pleine nuit. Ce drame, monsieur
le ministre, vous l'avez condamné comme nous le condamnons
également. En effet, quelles que soient les causes de la guerre qui
sévit au Proche-Orient, rien ne peut justifier de s'en prendre à des
populations innocentes qui, en toutes circonstances, doivent être
protégées. Il s'agit d'un principe d'humanité qui, en temps de guerre
comme en tout temps, doit être respecté.

J'estime aussi que d'autres violations du droit humanitaire sont
01.09 Brigitte Wiaux (cdH): Bij
de aanval op Qana van 30 juli had
men het vooral op vrouwen en
kinderen gemunt. Zoiets valt niet
te verantwoorden, het gaat om een
humanitair principe dat zelfs in
oorlogstijd moet worden
geëerbiedigd. Het is eveneens
onaanvaardbaar dat de aanvoer
van humanitaire hulp wordt
bemoeilijkt, dat men burgers die
de gevechtszones ontvluchten
probeert te treffen en dat verboden
wapens worden gebruikt.

Men had het gebruikte geweld
krachtiger moeten veroordelen.
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
inadmissibles, telles que le fait d'entraver l'acheminement de l'aide
humanitaire, de prendre pour cible les populations qui fuient les zones
de combat et d'utiliser des armes prohibées. Cela mérite aussi, me
semble-t-il, d'être condamné.

Quelles que soient les causes et les responsabilités de ce conflit ­
celles du Hezbollah devant évidemment être soulignées ­, la violence
des combats à laquelle nous assistons aurait dû être condamnée plus
fermement. L'offensive israélienne viole le droit international car Israël
n'a pas été agressé par l'État libanais mais attaqué par le Hezbollah.
En s'en prenant à l'ensemble du territoire libanais, sa riposte a été
tout à fait disproportionnée.

Les appels à la retenue, à une réaction proportionnée de l'Union
européenne n'ont eu aucun effet. Au-delà de la condamnation, un
cessez-le-feu aurait dû être exigé plus rapidement afin d'éviter le
drame vécu par les populations civiles des deux côtés. Les stratégies
militaires qui sont mises en oeuvre ne vont attiser que la haine, la
colère et le terrorisme, on peut le craindre. Il est urgent d'y mettre un
terme et d'appeler à la restauration de la souveraineté du Liban et à
l'application de la résolution 1559 du Conseil de sécurité des Nations
unies.

Dans ce contexte, il faut saluer la fermeté de la présidence finlandaise
et de la commissaire Ferrero. Je partage leur analyse lorsqu'ils
estiment que si l'Union européenne n'agit pas, elle aura perdu toute
crédibilité sur la scène internationale, ce pour longtemps. Je regrette
que les Vingt-cinq n'aient pas eu cette fermeté car, comme je l'ai
entendu ce matin, l'Union n'a pas su se mettre d'accord sur la position
la plus ferme, à savoir la demande de cessez-le-feu immédiat.

Enfin, je suis choqué d'apprendre que le gouvernement israélien a
décidé hier de lancer une opération terrestre, c'est-à-dire le
déploiement de 18.000 hommes au sud du Liban. Je m'interroge sur
la capacité des États-Unis à exercer quelque influence que ce soit sur
le gouvernement israélien dont la détermination fait courir des risques
énormes à toute la région.

Monsieur le ministre, je souhaiterais savoir si la Belgique a pris des
initiatives diplomatiques précises en vue de soutenir l'action du
gouvernement libanais pour tenter de sortir de la crise. Avez-vous eu
une entrevue avec l'ambassadeur d'Israël? Dans l'affirmative, lui
avez-vous demandé de mettre un terme aux attaques
disproportionnées menées par l'armée israélienne?

Bien que vous en ayez déjà touché un mot, je souhaiterais connaître
les engagements pris à ce stade par la Belgique dans le cadre de la
force européenne ou internationale de paix. Pouvez-vous nous
préciser davantage ce que vous avez dit concernant les conditions sur
le mandat?

Israël a déclaré vouloir créer une zone de sécurité au sud du Liban.
Quelles seront les implications pour les civils? Après la destruction de
leurs villages, va-t-on les encourager à venir s'y établir à nouveau?

Enfin, vous avez également parlé des deux C-130 belges chargés
d'aide humanitaire et qui sont dans l'incapacité de se rendre au Liban
car Israël refuse d'assurer leur sécurité dans l'espace aérien libanais.
Israël schendt met zijn offensief
duidelijk het internationaal recht.
Israël werd aangevallen door
Hezbollah, en niet door de
Libanese Staat.

Men had sneller een staakt-het-
vuren moeten eisen om die
tragische gebeurtenissen te
voorkomen. De militaire
strategieën die worden toegepast,
zullen de haat en de woede alleen
maar aanwakkeren. Er moet
dringend een oproep komen om
de soevereiniteit van Libanon te
herstellen en om de resolutie nr.
1559 van de Veiligheidsraad toe te
passen.

De vastberadenheid van het Finse
voorzitterschap en van
commissaris Ferrero moet worden
toegejuicht. Ik ben het met hun
analyse eens: indien de Europese
Unie geen actie onderneemt, zal
ze voor lange tijd haar
geloofwaardigheid verliezen. Ik
betreur dat de 25 het niet eens
raakten over het meest krachtige
standpunt: de vraag om een
ogenblikkelijk staakt-het-vuren.

Wanneer ik de Israëlische
regering hoor aankondigen dat ze
18 000 manschappen wil inzetten
in het zuiden van Libanon, vraag ik
me af in welke mate de Verenigde
Staten de Israëlische regering
kunnen beïnvloeden, die met haar
vastberadenheid de hele regio aan
enorme risico's blootstelt.

Nam België al diplomatieke
initiatieven? Had u al een
ontmoeting met de ambassadeur
van Israël en, zo ja, heeft u hem
gevraagd een eind te maken aan
de onevenredige aanvallen van
het Israëlische leger?

Kan u, wat de Belgische
verbintenissen in het kader van de
Europese of internationale
troepenmacht betreft, meer
duidelijkheid verschaffen bij de
voorwaarden van het mandaat?

Wat houdt de oprichting door
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Possédez-vous des informations montrant une évolution favorable de
la situation?
Israël van een "veiligheidszone" in
Zuid-Libanon in voor de
burgerbevolking? Zal die ertoe
worden aangezet naar de intussen
verwoeste dorpen terug te keren?
Beschikt u over nieuwe elementen
wat onze twee C-130's betreft?
01.10 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de vraag is niet alleen of Israël het
Midden-Oosten destabiliseert, maar ook hoe stabiel de regio zal zijn
op langere termijn. Voor ons Europeanen moet dat de eerste zorg
zijn, naast de humanitaire bewogenheid voor de burgerslachtoffers
die vanzelfsprekend op de allereerste plaats komen. We willen ons
bezinnen over het kruitvat Midden-Oosten op langere termijn. Zachte
heelmeesters maken immers stinkende wonden.

Voor het Vlaams Belang zijn politieke tegenstellingen niet op te lossen
met religieus extremisme. De remedie die wij altijd hebben
voorgesteld, is de volkssoevereiniteit maximaal speelruimte te geven.
Dit betekent dat elk volk recht heeft op een eigen Staat. Zowel in
Palestina als bij Hezbollah gaat achter dit streven al te vaak
islamisme schuil. Wij vrezen dat een zuivere volksnationale
gedrevenheid niet aan de grondslag ligt van de strijd van Hezbollah
tegen Israël. De vrijwaring van de integriteit van het Israëlisch
grondgebied tegen het terroristische geweld is een legitiem politiek
oogmerk. We moeten de Israëlische reactie niet noodzakelijk
afkeuren om haar oogmerken. We moeten veeleer ontleden of er
geen afwending plaatsvindt van het oogmerk de terroristische
bedreiging tegenover Israël vernietigend af te slaan. Dient Israël
andere doelen die niet noodzakelijk de legitimiteittoets kunnen
doorstaan? Daarover moet het debat ook gaan.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik sluit me aan bij de
vragen die gesteld werden over de precieze rol van dit land en van de
EU in dit conflict.
01.10 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang) : La question n'est pas
uniquement de savoir si Israël
déstabilise le Moyen-Orient par ce
conflit. La stabilité dans la région à
long terme constitue notre premier
souci mais il est évident que nous
nous préoccupons également des
nombreuses victimes civiles.

Pour le Vlaams Belang,
l'extrémisme religieux ne peut
résoudre les oppositions
politiques. Pour notre part, chaque
peuple a droit à un état national
souverain propre. Ce conflit ne
cache toutefois pas une aspiration
nationaliste populaire mais un
extrémisme religieux et
l'islamisme.

L'intention d'Israël de se défendre
contre la violence terroriste est
légitime. Nous devons toutefois
nous demander si, par cette
guerre, Israël ne vise pas à
atteindre d'autres objectifs moins
légitimes.

Je me rallie aux questions sur le
rôle de la Belgique et de l'Union
européenne dans ce conflit.
01.11 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je serai bref parce que je pense que l'essentiel a été dit.

Avant tout, je voudrais vous exprimer tout mon soutien. Je suis très
heureux, malgré le contexte dramatique que nous connaissons, que
l'Europe ait enfin pris une position. Au-delà du fait de dire qu'il y a une
place à occuper, entre en jeu une conception de la vie sur la planète:
l'opposition entre l'unilatéralisme et le multilatéralisme. L'Europe est la
seule entité humaine à avoir été construite, non sur la base de
conquêtes territoriales mais sur la base de dialogues, grâce au
rapprochement franco-allemand à l'issue de la Seconde Guerre
mondiale. Si je cite ce fait, c'est simplement parce que j'estime que
c'est la seule solution pour le Moyen-Orient.

Je suis conscient de la difficulté d'aborder ce problème:
immédiatement, on est taxé d'anti-américanisme, de pro-arabisme,
d'antisémitisme ou d'anti-arabisme, selon le côté où l'on se place.
01.11 Patrick Moriau (PS): Ik
ben blij dat men op Europees
niveau eindelijk een standpunt
heeft ingenomen. Europa heeft
aldus getoond dat men voor het
multilateralisme moest kiezen. Als
men zich in het Midden-Oosten
blijft afvragen wie er nu eigenlijk
begonnen is, dan raakt het
probleem nooit opgelost.

De huidige situatie vloeit duidelijk
voort uit de Amerikaanse
interventie in Irak. Wij hebben al
die gebeurtenissen al drie of vier
jaar geleden voorspeld.
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Mais en continuant à se demander qui a commencé, qui a kidnappé
deux soldats, qui a envoyé des roquettes, il sera impossible de s'en
sortir. Le vrai problème, c'est que nous subissons actuellement les
conséquences de l'intervention américaine en Irak.

Nous avons été de ceux qui l'ont dénoncée à l'époque. On a dit qu'il y
avait un risque de choc des civilisations: c'est ce qu'on entend déjà
même lors de débats entre nous; ça commence. On a dit que cela
allait amener la guerre civile en Irak: nous l'avons. On a dit que ce
serait le chaos au Moyen-Orient: c'est ce qui se passe. La
radicalisation des extrémismes, y compris au sein de l'islam entre les
chiites et les sunnites: nous la connaissons. Le rôle prééminent de
l'Iran avec toute sa problématique nucléaire: il apparaît aussi. Le
problème économique lié au coût énergétique: nous le subissons.
Tout cela était annoncé voilà trois ou quatre ans. Qu'Israël serait
amené inéluctablement, même sans le souhaiter, à jouer les
gendarmes au Moyen-Orient: c'est exactement ce qui se passe.

J'entends encore Condoleezza Rice, il y a un an, à la réunion de
l'Assemblée générale de l'OSCE à Washington, venir nous dire que
"depuis la lutte américaine contre le terrorisme, la démocratie avance
partout dans le monde"; elle citait en exemple le Liban. Mais voilà où
l'on en est. C'est là, la vision unilatérale que nous connaissons.

À mon avis, l'Europe doit intervenir non pour avoir un rôle
diplomatique mais simplement au nom de nos convictions, au nom
des valeurs qui ont fait que nous sommes là où nous sommes et que,
pour la première fois en plus de cinquante ans, nous n'avons pas
connu de guerre sur notre territoire. Il est donc grand temps. Nous
avons laissé passer la Yougoslavie. J'ai le sentiment, à faire l'analyse
entre ce qui s'est passé en Yougoslavie et ce qui se passe au Moyen-
Orient ­ ce que nous n'avons pas le temps de faire ici ­ qu'on se
trouve exactement dans le même cas de figure.

Lors de la crise en Yougoslavie, nous avons encore été absents.

Rappelez-vous M. Rumsfeld, lorsque nous avons eu l'outrecuidance
d'intervenir au sujet de l'Irak. Il est venu ici nous mettre en garde et
nous menacer d'installer l'OTAN ailleurs.

Nous devons intervenir non pas pour jouer un rôle dans le concert
diplomatique où l'on s'étonne aujourd'hui de politiques étrangères à la
carte. Comment peut-on encore s'étonner? Rappelez-vous M. Chirac
dénoncer les nouveaux pays avant qu'ils n'entrent dans l'Europe ­
c'était avant le 1
er
mai ­ parce qu'ils nous tiraient déjà dans le dos en
soutenant l'axe ABB (Aznar, Berlusconi et Blair) qui était pour une
intervention en Irak. Cette diplomatie à la carte n'est pas neuve! Je le
répète, aujourd'hui, nous devons absolument intervenir ­ nous serons
à vos côtés ­ non pas au nom d'une place à occuper ou d'un rôle à
jouer mais au nom des valeurs que nous avons à défendre.

Au nom de ces valeurs, je crois qu'on ne sortira pas de ce problème
libanais si on ne se préoccupe pas en même temps de trouver des
solutions sur la question palestinienne qui est la base de toute cette
problématique, y compris de l'intervention en Irak que j'évoquais tout
à l'heure.

Monsieur le président, j'ai été très bref mais on pourrait parler
Ik hoor Mevrouw Rice een jaar
geleden, tijdens de algemene
vergadering van de OVSE in
Washington, nog verklaren dat de
democratie overal in de wereld
veld wint sinds het begin van de
Amerikaanse strijd tegen het
terrorisme.

In Joegoslavië hebben wij een
kans laten voorbijgaan. Toen de
Amerikanen Irak zijn
binnengedrongen, hebben wij "het
lef gehad" om onze stem te laten
horen en herinner u hoe men
ermee gedreigd heeft de zetel van
de NAVO naar elders over te
hevelen.

In naam van de waarden die
ervoor gezorgd hebben dat wij al
vijftig jaar geen oorlog meer
hebben gekend, moet er absoluut
een oplossing voor het Palestijns
probleem worden gevonden,
zoniet kan er ook geen oplossing
voor Libanon worden gevonden.
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
pendant des heures de ce sujet.
01.12 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal ook
proberen het zeer kort te houden. Eerlijk gezegd, toen een paar
weken geleden collega Van der Maelen, als eerste in feite, het
bijeenkomen van deze commissie vroeg, was dat een artikeltje waard
in, zou ik bijna zeggen, de roddelrubriek van een van onze kranten.

Soms kan men toch eens stilstaan bij de relativiteit der dingen. Het is
soms eigenaardig hoe wij politiek bezig zijn en hoe wij naar
wereldconflicten kijken, als men bijvoorbeeld ziet dat er elke dag
gemiddeld honderd doden vallen in het Irakese conflict en dat wij daar
amper nog bij stil staan, terwijl als er een terroristische aanslag
gebeurt - en laat het heel duidelijk zijn dat ik dat op geen enkele
manier zal goedkeuren of er zelfs een begin van goedkeuring aan
geven - waarbij er enkele tientallen doden vallen, zulks wereldnieuws
zou zijn.

Het is soms eigenaardig hoe wij kijken naar de wereldproblematiek
die zich thans afspeelt in het Midden-Oosten. Het is geen regionaal
conflict, laat dat duidelijk zijn. Het is echt wel een wereldconflict. Het is
een wereldconflict waarbij het ­ en daar ben ik wel bijzonder verheugd
over, mijnheer de minister, en ik wil u daarvoor ook feliciteren want ik
ben ervan overtuigd dat wij daar als klein land wel een bijzondere rol
in gespeeld zullen hebben ­ inderdaad wel nuttig is dat wij als
Europese Unie eindelijk uit één mond aan het praten zijn.

De vraag is echter of dat zal volstaan. De vraag is hoelang die ene
duidelijke, krachtige, taal ­ en ik hoor u graag zeggen, mijnheer de
minister, dat wij afgesproken hebben dat de heer Solana onze
woordvoerder is en zal zijn ­ zal duren? Ik wil op dat vlak er echt de
nadruk op leggen ­ collega Van der Maelen heeft het ook reeds
gedaan bij het begin van deze vergadering ­ dat wij op het
diplomatieke vlak bijzonder ver moeten blijven gaan. Wij moeten op
het diplomatieke vlak ­ u hebt verwezen, mijnheer de minister, naar
de aanwezigheid van verschillende van de Europese lidstaten in de
Veiligheidsraad ­ ook uit één mond kunnen blijven spreken. Wij
moeten ook daar het been kunnen stijf houden. Wij moeten er ook
voor zorgen dat de VN optimaal hun diplomatieke rol kunnen blijven
vervullen.

Waarom benadruk ik dat? Omdat er nu ­ en vandaar het grote belang
van deze vergadering ­voor het eerst zware stemmen opgaan om
eventueel naar een vredesmacht te grijpen in dit conflict.

Mijnheer de minister, ik steun dat idee, maar met de meeste schroom,
omdat ik vrees dat wij enkel aan een vredesmacht kunnen beginnen
denken op het moment dat wij zeer duidelijke contouren hebben
afgetekend en wij heel duidelijk weten dat die vredesmacht op een of
andere manier een slaagkans heeft.

Wij moeten dus ook heel duidelijk weten dat de vijandelijkheden die
gebeurd zijn in de laatste weken, ook op VN-instellingen ter plaatse,
niet verder zo zullen evolueren. Daarvoor ben ik immers bijzonder
bevreesd, namelijk dat een militaire tussenkomst ter plaatse helemaal
geen stabiliteitsfactor zal zijn, maar in tegendeel zelfs een extra factor
tot escalatie van het conflict.
01.12 Geert Lambert (sp.a-
spirit): Tout en étant purement
régional, ce conflit relève d'un
problème mondial. Il est d'autant
plus important que l'Europe soit
parvenue à parler d'une seule voix
et que M. Solana puisse jouer son
rôle de porte-parole. Mais cela
suffira-t-il? Combien de temps
cette unanimité va-t-elle durer?

J'estime que nous devons épuiser
toutes les solutions diplomatiques.
Les pays européens doivent se
montrer forts également au sein
du Conseil de Sécurité. L'ONU doit
en effet continuer à jouer son rôle
diplomatique.

Des voix s'élèvent actuellement en
faveur de l'envoi d'une force de
maintien de la paix. C'est non
sans réserves que je soutiens
cette idée. Je crains en effet
qu'une intervention militaire
entraîne une nouvelle escalade de
la situation. Une force de maintien
de la paix ne peut donc être mise
en place qu'à la condition que des
directives claires aient été fixées
au préalable.

Même s'il s'agit d'un conflit
mondial, les solutions n'en
demeurent pas moins régionales.
Les ingrédients en sont
notamment la reconnaissance des
frontières de la Palestine, la
reconnaissance du droit
d'existence d'Israël, la position de
la Syrie ­ n'oublions pas qu'Israël
occupe toujours le plateau du
Golan ­ et enfin, l'équilibre fragile
de la démocratie libanaise. Toute
solution dépend d'un règlement de
ces questions.

Je plaide donc pour qu'on
privilégie au maximum la voie
diplomatique, sans pour autant
rester les bras croisés. L'UE a
beau parler désormais d'une
même voix, les États-Unis ne sont
toujours pas à même de lancer un
signal aussi clair à leur allié. L'UE
doit en conséquence exercer une
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Ik vind dat wij daarin bijzonder voorzichtig moeten zijn. Ik heb het
daarnet gezegd. Dit is geen regionaal conflict. Dit is een wereldconflict
waarvan de oplossingen weliswaar regionaal liggen.

Wij hebben de erkenning van de Palestijnse grenzen.

Wij hebben de erkenning van de Israëlische Staat. Dat is even
belangrijk.

Wij hebben de positie die Syrië kan innemen. Ik wil even verwijzen
naar de conflicten tussen Syrië en Israël op de Golan-hoogte waar
ook mogelijkheden liggen om naar oplossingen te gaan streven.

Wij hebben het bijzonder broze evenwicht van de democratie in
Libanon.

Dat zijn zaken die wij prealabel voor een oplossing zouden moeten
hebben. Wij zouden bijna een uitgetekend plan moeten hebben van
hoe een situatie tot stabiliteit kan leiden vooraleer er over zo'n
vredesmacht kan gesproken worden.

Betekent dit dat ik lijdzaam wil blijven toezien op hetgeen daar
gebeurt? Geenszins. Ondanks het feit dat we vanuit Europa met één
duidelijke stem hebben gesproken, stel ik alleen maar vast - laten wij
de semantische discussies achterwege laten ­ dat we nog steeds
geconfronteerd worden met een grote speler in dit veld, namelijk de
Verenigde Staten, die er niet in slaagt om even duidelijk een signaal
te geven aan een zeer goede bondgenoot die wel naar hen zou
luisteren.

Ik dring er enorm op aan dat wij, vooraleer verder te spreken over
vredesmachten of wat dan ook, alle diplomatieregisters zouden
opentrekken en de druk op een bondgenoot van ons, de Verenigde
Staten, bijzonder hoog zouden leggen om hen te overtuigen om even
zwaar diplomatiek te gaan wegen in deze regio, maar dan op een
andere wijze dan ze gedaan hebben in het conflict in Irak.
pression maximale sur les États-
Unis.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik zou graag twee kleine
bedenkingen aan u willen meegeven.

Ik ben er sterk van overtuigd dat de vergadering van gisteren van de
Europese Raad in die mate belangrijk was dat de unanimiteit van de
besluitvorming mogelijks een begin maakt van een politieke entiteit
genaamd Europa. Ik zeg dat omdat ik ervan overtuigd ben dat het tijd
wordt dat op het geopolitieke vlak naast de Verenigde Staten ook
andere entiteiten met enige slagkracht zich ontwikkelen.

Dat was in het verleden niet het geval met Europa, omdat heel vaak
verschillende Europese landen verschillende meningen hadden. Ik
hoop dat u vanuit uw rol als minister van Buitenlandse Zaken van ons
land ook kunt blijven aandringen op een eensgezindheid op het
buitenlandse politiek vlak van een politieke entiteit die Europa kan
heten.

Dat betekent meteen ook dat België daarin een rol moet spelen. Ik
heb u goed begrepen toen u zei dat we op het ogenblik dat de vraag
tot samenstelling van een internationale vredesmacht zou komen,
twee keuzes zouden hebben. Ofwel blijft men afwezig, ofwel niet. Als
Le président: Je suis convaincu
que le fait que l'UE a réussi à
adopter une position commune
dans le conflit actuel au Moyen-
Orient inaugure l'avènement d'une
Europe politique. Il est temps
qu'outre les États-Unis, d'autres
entités politiques fortes se
manifestent. Par le passé,
l'Europe n'a pas été à même de
jouer ce rôle en raison de
dissensions internes. Aussi,
j'espère que le ministre des
Affaires étrangères continuera de
prôner avec vigueur l'unanimité.

Si l'on en arrive à constituer une
force de paix, la Belgique devra
répondre présente. Sinon, elle
sera exclue du débat. Si, donc,
une force de paix est mise sur
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
men afwezig blijft, moet men nadien als land ook geen stem meer
verwachten in het debat over de problematiek van het Midden-
Oosten.
Mijn persoonlijke conclusie is dat België in deze niet afwezig kan
blijven. Nog duidelijker, indien er na een duidelijk mandaat een
internationale vredesmacht wordt geïnstalleerd, moet ons land in deze
volgens mij zijn verantwoordelijkheid opnemen. Zoniet zal België zijn
ambitie om het politieke en diplomatieke centrum van Europa te zijn,
nooit kunnen waarmaken.

Dat is een belangrijk politiek gegeven en ik wil dan ook graag uw
mening kennen. Dat zal misschien niet altijd gemakkelijk of mogelijk
zijn omdat de regering terzake uiteraard een stelling moet innemen.
Het is echter mijn mening dat België niet de ambitie kan hebben om
het politiek en diplomatiek centrum te worden van de politieke entiteit
die Europa is, als het afwezig zou blijven in dit debat, zeker niet
wanneer we de volgende twee jaar als land deel uitmaken van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Dat is een tweede
bedenking.

U weet dat ik mijn carrière bij de UNO ben begonnen. Ik vind het
verschrikkelijk dat op dit ogenblik de reputatie van de Verenigde
Naties alsmaar verslechtert. Laten we eerlijk zijn. Vandaag is de VN
onvoldoende een internationale instelling die de slagkracht heeft om
met onbetwiste autoriteit in deze te kunnen optreden.

Volgens mij heeft Europa met een derde van de leden van de
Veiligheidsraad een rol te spelen om te maken dat de VN meer dan
gisteren, meer dan vandaag, wel de slagkracht krijgt als internationale
instelling met autoriteit om terzake effectief te kunnen optreden,
weliswaar nadat bepaalde stappen zijn gezet.

Dit is een bijzonder ingewikkeld en moeilijk conflict. Het is veel breder
dan de regio zelf. Ik ben het eens met degenen die het een
wereldconflict noemen. Dit moet dus ook op de juiste en gepaste
manier worden aangepakt. Volgens mij kan ons land, hoe klein ook,
daarin een niet onaanzienlijke rol spelen. Daarom vraag ik u om uw
mening hoe die rol vorm zou kunnen krijgen en verdedig ik ook de
stelling dat, indien men komt tot een vredesmacht, ons land daarin
niet afwezig kan blijven.

Dat was mijn mening in het kort.
pied et reçoit un mandat clair,
notre pays devra assumer ses
responsabilités. Sinon, il ne
deviendra jamais, comme il en
nourrit l'ambition, le centre
politique et diplomatique de
l'Europe. La Belgique peut
d'autant moins rester sur la touche
qu'elle brigue un siège au Conseil
de sécurité.

Il est regrettable que la réputation
des Nations unies soit flétrie à tel
point. L'ONU n'a pas l'autorité
requise pour intervenir avec la
vigueur nécessaire. Sur ce point
aussi, l'Europe a donc un rôle à
jouer.

Je suis d'accord avec ceux qui
estiment que ce conflit revêt une
dimension qui dépasse le cadre de
la région. Il requiert donc une
approche adéquate et je suis
convaincu que notre pays peut
jouer dans cette optique un rôle
non négligeable.
01.13 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, ik zal niet op
alle bemerkingen ingaan, maar mij concentreren op de politiek
relevante elementen die in verschillende uiteenzettingen naar voren
zijn gekomen.

Collega Van der Maelen heeft drie grote lijnen getrokken: de militaire,
diplomatieke en politieke lijn en het internationale recht. Deze
onderverdeling is terug te vinden in heel wat andere betogen.

De eerste vraag van de heer Van der Maelen, hoe het juist met
Hezbollah zit, is de meest essentiële. Ik heb daar geen antwoord op.
Ik ben niet de enige die daar geen antwoord op heeft. Ik had gisteren
niet de indruk dat er iemand rond de tafel zat die op deze vraag wel
een antwoord heeft. In zijn inleiding heeft Javier Solana zeer duidelijk
in die richting gewezen. Hoe geraken we zo ver dat er een
01.13 Karel De Gucht, ministre:
M. Van der Maelen a raison: la
question cruciale consiste à se
demander ce qu'il en est du
Hezbollah. Je pense qu'hier,
personne autour de la table n'était
en mesure d'apporter une réponse
à cette question. Cette incertitude
rend-elle impossible le
déploiement d'une force
internationale?

Il existe clairement un lien entre le
Hamas et le Hezbollah. De plus,
loin d'être monolithiques, ces
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
internationale macht kan ontplooid worden en men tengevolge hiervan
tot een duurzaam staakt-het-vuren komt? Hoe krijgt men die
verschillende delen van de puzzel in mekaar? Daarover zal, mijns
inziens, de discussie de volgende dagen en weken gaan.

Is het een totaal onmogelijke kwestie? Dat beweer ik niet omwille van
verschillende redenen. Ten eerste, er is een verband tussen Hamas
en Hezbollah. Dat is correct. We hebben altijd de neiging om dit soort
organisaties te beschouwen als monolieten. Dat is niet correct.
Recent is dit gebleken binnen Hamas. Er zijn strekkingen in de
verschillende terroristische organisaties.

Een ander punt is de recente geschiedenis van de politiek in Libanon.
Op een bepaald ogenblik heeft men Hezbollah betrokken bij de
regering. In de regering Siniora zitten een of twee ministers van
Hezbollah. U kent het onderscheid tussen de militaire en de politieke
vleugel van Hezbollah. Ik heb dit altijd hogere wiskunde gevonden.
Het uitgangspunt van het opnemen van Hezbollah in de regering was
hun ertoe te dwingen een politieke rol te spelen en in het politieke spel
een eigen standpunt te verdedigen en dit te aanvaarden als men tot
politieke besluiten kwam. Van deze strategie heeft Hezbollah opnieuw
afstand genomen door onder meer de twee Israëlische soldaten te
ontvoeren. Hierdoor keert Hezbollah terug naar zijn traditionele
strategie, in casu tot onderhandelingen met Israël te komen over het
uitwisselen van gevangenen. Zo moet u het begrijpen.

De vraag is of men, desnoods met wat hardere hand, erin kan slagen
om Hezbollah in een politieke rol terug te dringen. Ik meen dat dit de
cruciale vraag is.

Een aantal elementen speelt daarin een rol. Ten eerste, ik meen dat
op een of andere manier een ruil van gevangenen deel zal uitmaken
van de voorwaarden die moeten toelaten dat een internationale
vredesmacht ontplooid wordt. Ik zeg op een of andere manier, omdat
het niet noodzakelijk veronderstelt dat er rechtstreekse
onderhandelingen zouden zijn met Hezbollah. Het zou eventueel ook
met derde partijen kunnen gebeuren. In welke sequentie? Dit is ook
een belangrijk politiek probleem dat nog niet is opgelost. Een
uitwisseling van gevangenen zal hiervan op een of andere manier
deel uitmaken, misschien niet op hetzelfde ogenblik, maar op een of
andere manier zal er een politieke band zijn tussen die elementen.

Een van de moeilijke discussies is het statuut van de Sheba Farms.
Israël zegt dat die eigenlijk tot Syrië behoren en dat het daar zijn
aanwezigheid wenst te behouden. De Sheba Farms zijn ook een
hoger gelegen gebied en betekenen een uitkijkpost over Zuid-
Libanon. Op dat vlak zijn ze min of meer te vergelijken met de
Golanhoogten, die hetzelfde strategische voordeel hebben. Libanon
claimt dat dit Libanees grondgebied is. Een van de zogenaamde
redenen van Hezbollah om een gewapende strijd te voeren, is precies
dat Israël een stuk Libanees grondgebied zou bezetten. Men zal dus
een oplossing moeten vinden voor het statuut van de Sheba Farms.
Het probleem zal niet definitief opgelost zijn op het ogenblik van een
staakt-het-vuren. Een van de ideeën waarmee men speelt, is een
internationaal statuut eraan te geven, minstens in een overgangsfase.
Men zou er dus, met andere woorden, geen uitspraak over moeten
doen of het Syrisch dan wel Libanees grondgebied is, maar men zou
er zo wel in slagen het gebied te demilitariseren en militaire
organisations comptent différents
courants en leur sein. Le
Hezbollah a été impliqué dans le
gouvernement libanais pour forcer
l'organisation à jouer un rôle
politique et partant, à respecter les
décisions politiques qui sont
prises. À présent, le Hezbollah
semble revenir à son ancienne
stratégie qui consiste à tenter
d'arriver à un échange de
prisonniers avec Israël.

La question est donc de savoir
comment obliger le Hezbollah à
revenir à son rôle politique. Je
pense qu'un échange de détenus
fera partie, quoi qu'il en soit, des
conditions posées pour le
déploiement d'une force de
maintien de la paix. Cette
opération ne doit pas
nécessairement impliquer des
négociations directes avec le
Hezbollah, mais peut passer par
des négociations indirectes. Un
problème important à cet égard
concerne l'ordre dans lequel les
détenus seraient relâchés.

Ce troc ne sera peut-être pas
simultané mais ces éléments
seront liés politiquement.

Le statut des Sheba farms est un
aspect épineux du dossier mais il
est impératif d'y apporter une
solution. Israël dit qu'elles
appartiennent en réalité à la Syrie
mais qu'il souhaite néanmoins y
maintenir sa présence. Les Sheba
farms
sont en effet un poste
d'observation de tout le Sud-Liban.
Le Liban affirme quant à lui
qu'elles font partie du territoire
libanais. Si le Hezbollah mène une
lutte armée, c'est entre autres,
précisément, parce qu'il craint
qu'Israël n'occupe un pan du
territoire libanais. Un cessez-le-feu
ne permettrait pas de résoudre ce
problème définitivement. Il est
donc envisagé, à tout le moins
dans une phase de transition, de
conférer aux farms un statut
international, ce qui dispenserait
de se prononcer sur la question de
savoir si elles font partie intégrante
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
aanwezigheid daar uit te sluiten, behalve de aanwezigheid van de
internationale vredesmacht.

Dit zijn twee elementen die ik u wil meegeven, om te zeggen dat er
wel degelijk bepaalde elementen zijn die ervoor kunnen zorgen dat
Hezbollah zich min of meer zou inschrijven in een dergelijke logica. Ik
ben het met u eens dat dit een cruciaal stuk is van het dossier en van
de voorwaarden die gecreëerd moeten worden om een succesvolle
internationale vredesmacht te ontplooien. U verwijst naar het boek
van Fisk. Ik heb het ook al eens gelezen.

Dat is natuurlijk zo. Men is er nooit echt in geslaagd die zaak onder
controle te krijgen. Het is ook mijn overtuiging dat men daar alleen in
zal slagen als er een duidelijk perspectief is op een definitief
vredesakkoord tussen Israël en Libanon en op een oplossing voor de
tweestatenformule in het Midden-Oosten, dus voor een Palestijnse en
een Israëlische Staat met grenzen die door beide partijen ­ zij het na
negotiëren ­ ook aanvaard worden. Denken dat men daar een
schakel kan uithalen en denken dat men erkenning krijgt van de Staat
Israël door Libanon als dat geen deel uitmaakt van een groter politiek
geheel, is, meen ik, zijn wensen voor werkelijkheid nemen. Dat zie ik
niet zo direct gebeuren.

U hebt, ten tweede, verwezen naar het diplomatieke en het politieke
aspect. Dat sluit trouwens zeer goed aan bij wat collega Moriau heeft
gezegd. Ik meen dat het hele conflict dat zich nu afspeelt een
kantelmoment kan zijn tussen het unilateralisme en het
multilateralisme. Ik meen dat het een kantelmoment kan zijn omdat ­
zonder in details te treden, want dat zou ons zeer ver leiden ­
iedereen, ook de Verenigde Staten, moet vaststellen dat er bij de
effectiviteit van het unilateralisme ernstige vragen gesteld moeten
worden. Zelfs de Verenigde Staten moeten dat toch erkennen op
basis van wat hen is overkomen in Irak, op basis ook van de hele
Midden-Oostenproblematiek.

Ik meen dat het multilateralisme een nieuwe kans heeft en dat de rol
van Europa er inderdaad in zou moeten bestaan die kaart van het
multilateralisme volledig te trekken. Maar als ik zeg: volledig, betekent
dat ook: volledig. Dat betekent met andere woorden dat als de
Europese Unie zich in een dergelijke politieke discussie lanceert en
daar een rol in speelt en met duidelijke standpunten naar voren komt,
men niet alleen met de "carrot" kan spelen maar ook met de "stick"
zal moeten spelen en dat men dus politieke en militaire
verantwoordelijkheid op zich zal moeten nemen om dat
multilateralisme op het terrein echt een kans te geven.

Dat is volgens mij de grote politieke uitdaging waar Europa voor staat.
Er is een nieuwe kans voor het multilateralisme. Wij zijn daar als
Belgen traditioneel grote voorstanders van. Terecht. Kijk trouwens
maar naar de mislukkingen van het unilateralisme van de voorbije
periode. Maar dan moet men daar ook de consequenties van durven
te dragen. Als men tot een onderhandelde resolutie komt waarin
Europa een belangrijke rol gespeeld heeft en die duidelijk de
contouren schetst van de internationale vredesmacht, moet men ook
de verantwoordelijkheid durven te nemen die de installeren. En dan is
het ook duidelijk dat wij, als wij als Belgen een rol willen spelen in dat
multilateralisme, ook dat stuk van de verantwoordelijkheid op ons
zullen moeten nemen.
du territoire syrien ou libanais tout
en permettant de démilitariser la
zone et de limiter la présence
militaire à la force de paix
internationale.

Certains éléments indiquent donc
que le Hezbollah pourrait entrer
plus ou moins dans cette logique.
C'est à la fois un aspect capital du
dossier et une des conditions à
remplir pour qu'une force de paix
internationale puisse être déployée
avec succès.

On n'est jamais parvenu à
contrôler cette situation. Il ne sera
possible de le faire qu'en créant
une perspective claire d'un accord
de paix définitif entre Israël et le
Liban et d'une solution
comprenant une formule biétatique
dont les deux parties acceptent les
frontières. Il est illusoire de penser
en l'occurrence que l'on peut
retirer un maillon de la chaîne.

D'un point de vue diplomatique et
politique, l'ensemble du conflit
peut constituer une charnière
entre l'unilatéralisme et le
multilatéralisme. Tout un chacun ­
y compris les États-Unis ­ doit
constater que l'efficacité de
l'unilatéralisme soulève de
sérieuses questions. Une nouvelle
occasion s'offre au
multilatéralisme et l'Europe doit
jouer cette carte à fond. Si l'Union
européenne entame le débat, elle
doit prendre des responsabilités
politiques et militaires. La Belgique
est
­ à juste titre
­
traditionnellement un fervent
partisan du multilatéralisme mais il
faut également oser en assumer
les conséquences si une
résolution négociée définissant
clairement les contours d'une
force de paix internationale est
adoptée.

On peut en effet se demander
sérieusement quel est le contexte
juridique, en termes de droit de la
guerre et de droit humanitaire,
dans lequel certains événements
des derniers jours se sont
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29

Een derde element betreft het internationaal recht. Ik vind inderdaad
dat er de voorbije dagen een aantal zaken zijn gebeurd waarvan men
zich, zoals collega Marinower heeft benadrukt, ernstig moet afvragen
wat daarvan de juridische context is in termen van oorlogsrecht en
humanitair recht.

Er werd gevraagd om daarnaar wat diepgaander onderzoek te doen.
Wij zullen dat zeker proberen, maar om daarover een ernstige
uitspraak te doen, moet men over alle juiste gegevens beschikken.
Het is niet zo evident om te weten wat de juiste gegevens zijn.

Het door Hezbollah doelbewust lanceren van raketten op
burgerdoelwitten is een aanfluiting van het oorlogsrecht en niet alleen
van het humanitair recht. Dat is evident. De heftigheid van de
uitspraak van Kofi Annan over de aanval op een UNIFIL-stelling is mij
ook opgevallen. Uit de verklaringen van mensen die ter plaatse
waren, zoals een kolonel die de aanslag heeft overleefd en die
daarover verregaande uitspraken heeft gedaan, blijkt het toch
allerminst duidelijk te zijn wat zich daar precies heeft afgespeeld. Ik
vind dat daarover duidelijkheid moet worden verschaft.

Wat er in Qana is gebeurd heeft de gemoederen ongelooflijk beroerd,
wat begrijpelijk is omdat zeer veel kinderen het slachtoffer werden.
Daarover moet een onderzoek komen dat duidelijkheid moet
verschaffen over hetgeen daar precies is gebeurd. Wat is daar militair
gebeurd? Was er een voorafgaande waarschuwing? Waren daar
effectief raketten opgesteld? In welke mate konden die worden
getroffen, zonder de daarmee gepaard gaande collateral damage? Ik
vind dat overigens ook een vreselijke uitdrukking. Er moeten
antwoorden worden gegeven door beide partijen op een aantal vragen
wat betreft oorlogsrecht en humanitair recht.

Het tweede waarover ik iets zou willen zeggen, is hoe wij dat conflict
in het Midden-Oosten nu eigenlijk moeten inschatten.
déroulés. Nous tenterons
d'approfondir cette question.
Toutefois, aucune déclaration
sérieuse ne pourra être faite tant
que nous ne disposerons pas de
toutes les données exactes. Or il
s'agit d'un objectif difficile.

En lançant des missiles sur des
objectifs civils, le Hezbollah fait fi
du droit humanitaire ainsi que du
droit de la guerre. Les
circonstances de l'attaque d'une
position de la FINUL sont des plus
floues. Il conviendra de faire toute
la lumière sur cet événement. Une
enquête doit également apporter
davantage de clarté sur l'opération
de Cana.

Les deux parties doivent répondre
à plusieurs questions concernant
le droit de la guerre et le droit
humanitaire.

Une autre question est de savoir
comment appréhender le conflit au
Moyen-Orient.
J'ai constaté, par exemple, que MM. Boukourna et Hasquin ont des
analyses un peu différentes. C'est un conflit qui doit être résolu dans
la région même mais qui a également des retombées partout dans le
monde. Ces deux éléments doivent être pris en compte.

Certains éléments de ce conflit ont déjà été résolus, notamment la
relation entre Israël et l'Égypte ainsi que celle avec la Jordanie.
Personnellement, je suis convaincu que ce qui reste de ce conflit doit
être résolu en une fois, à savoir la configuration d'un État palestinien
sur la base d'une négociation et non pas sur des prises de position
unilatérales. Pour ce faire, nous disposons d'un plan, d'une "road
map". Vous remarquerez par ailleurs que c'est la première fois depuis
longtemps que la "road map" a été explicitement mentionnée dans les
conclusions du CAGRE. C'est également un retour au
multilatéralisme. Il faut aussi régler les relations entre l'État d'Israël et
ses voisins, la Syrie et le Liban. Le tout doit être traité en une fois.
Nous ne pouvons plus arriver à des solutions partielles. Les liens
entre les différents éléments du reste de ce conflit au Moyen-orient
sont tellement intrinsèques et intimes qu'une résolution globale est
nécessaire. Cela ne sera pas une mince affaire, disons-le! Il est
urgent qu'une négociation internationale ait lieu sous l'égide des
Nations unies pour arriver à une solution. Le rôle du Quartet sera
Ik stel vast dat de analyses van de
heer Boukourna en van de heer
Hasquin enigszins verschillen van
de mijne. Hoewel dit conflict in de
regio zelf moet worden opgelost,
heeft het gevolgen voor de rest
van de wereld.

Voor de betrekkingen tussen Israël
en Egypte en tussen Israël en
Jordanië werd een oplossing
gevonden. Er moet nog werk
worden gemaakt van een
Palestijnse Staat op grond van
onderhandelingen; daartoe
beschikken we over de "road
map
"; op te merken valt dat de
road map voor het eerst
uitdrukkelijk ter sprake kwam in de
besluiten van de Raad Algemene
Zaken en Externe Betrekkingen
(RAZEB). Daarnaast moet ook
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
certainement déterminant dans les prochains jours.

Ce conflit a également des retombées universelles. Il ne s'agit pas
d'analyser le clash des civilisations, etc. L'existence de ce conflit au
Moyen-Orient perturbe gravement nos relations avec le monde
islamique et rend très difficile une discussion avec ce monde
diversifié, j'y reviendrai ultérieurement. Or, ce dialogue est
absolument nécessaire.

Je constate, par exemple, que, dans le cadre du partenariat Euromed,
les discussions sont quasi impossibles, précisément à cause de ce
conflit au Moyen-Orient.

Cela rend très difficiles pas mal de discussions, ce qui est de nature à
perturber les relations internationales.

Ce n'est pas tout. Le conflit en Irak entre en jeu: il est de nature à
faire renaître d'anciens clivages dans le monde islamique. Ce qui
n'est pas une bonne chose et ne sert pas nos buts. Je parle bien du
clivage chiite/sunnite, élément très grave dans le monde islamique et
entraînant des retombées sur notre position en termes de sécurité. Je
pense qu'il s'agit d'une priorité absolue pour toute la communauté
internationale ­ Union européenne, Russie, Chine et États-Unis ­: il
faut résoudre ce problème du Moyen-Orient. Ce sera difficile d'y
parvenir, mais ce n'est pas impossible.

On m'a également posé des questions quant aux engagements pris
par la Belgique. En ce moment, la Belgique n'a pris aucun
engagement. Soyons clairs: aucun engagement.

J'ai fait une analyse de la situation. Le P11, concertation des
différents gouvernements sur la politique internationale, a abouti à la
conclusion de ne pas être nécessairement contre.
nog een oplossing worden gezocht
voor de betrekkingen tussen Syrië
en Libanon. We kunnen ons niet
langer met deeloplossingen
tevreden stellen: er moet een
globale oplossing komen voor dit
conflict, dat verstrekkende
gevolgen heeft. Er moet dringend
internationaal overleg komen
onder het toezicht van de
Verenigde Naties om tot een
oplossing te komen. De rol van het
Kwartet zal zeker in de loop van de
volgende dagen worden
vastgelegd.

In het kader van het EUROMED-
partnerschap, bijvoorbeeld, maakt
het conflict in het Midden-Oosten
elke bespreking schier onmogelijk.
Dit conflict verstoort de
internationale betrekkingen, het
conflict in Irak verscherpt de
tegenstelling in de islamitische
wereld tussen soennieten en
sjiieten en een en ander brengt
onze veiligheid in het gedrang.
De oplossing van het conflict in het
Midden-Oosten, een moeilijke
maar niet onoverkomelijke
opgave, moet voor de hele
internationale gemeenschap een
absolute prioriteit vormen.

Wat de verbintenissen van België
betreft, kwam P11, waar de
verschillende regeringen over het
internationaal beleid overleggen,
tot het besluit dat men niet
noodzakelijk tegen was.
Wij staan er niet weigerachtig tegenover.
Mais en ce moment, la Belgique ne peut pas prendre d'engagement.
Il faut d'abord que nous ayons une vue plus claire sur le mandat de
cette force internationale, sur les possibilités de cette force
internationale de contribuer à la solution durable du conflit au Moyen-
Orient, sur la position que l'Union européenne prendra dans sa totalité
quant à une solution diplomatique et sur le terrain de ce conflit. C'est
à ce moment que la Belgique devra se décider.

Nous devons être ouverts à la discussion et nous devons nous
engager dans cette discussion. Nous ne pouvons pas être
multilatéralistes et ne pas prendre de position, rester inactifs quand un
problème se présente. Mais, pour l'instant, la Belgique n'a pris aucun
engagement. Je l'ai indiqué très clairement dans toutes mes
interventions jusqu'ici.
België heeft zich daar na afloop
van de onderhandelingen
weliswaar niet tegen gekant, maar
ons land heeft nog geen enkele
verbintenis aangegaan. Wij
moeten eerst een duidelijker
inzicht krijgen in het mandaat van
de internationale troepenmacht, in
de mogelijkheden van die
internationale macht om bij te
dragen tot een duurzame
oplossing van het conflict in het
Midden-Oosten en in het
standpunt dat de Europese Unie
zal innemen in verband met een
CRIV 51
COM 1046
02/08/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
diplomatieke en praktische
oplossing van het conflict. Wij
moeten bereid zijn tot een
discussie en mogen niet lijdzaam
blijven toezien, maar momenteel
hebben wij geen enkele
verbintenis aangegaan.
Mijnheer de voorzitter, u hebt op het einde ook nog een paar
bemerkingen gemaakt. Ik meen dat u terecht de nadruk erop legt ­
het is een belangrijk gegeven voor onze internationale politiek ­ dat
wij in de komende twee jaren, 2007 en 2008, lid zullen zijn van de
Veiligheidsraad. Alles laat dat toch voorzien, aangezien er ­ zo noemt
men dat in diplomatieke termen ­ een clean slate is. Dat betekent dat
er voor de twee posten van niet-permanent lid van de Veiligheidsraad
ook maar twee Europese kandidaten zijn, met name Italië en België.

Wij zullen geen permanent lid zijn van de Veiligheidsraad. Wij moeten
ook niet doen alsof een niet-permanent lid dezelfde impact heeft als
een permanent lid van de Veiligheidsraad. Ik meen wel dat een lid van
de Veiligheidsraad een bijzondere verantwoordelijkheid heeft. Het feit
dat men zich daarvoor kandidaat stelt, brengt ook tot uiting dat men
die bijzondere verantwoordelijkheid wil opnemen. Het is ook de
bedoeling van België om inderdaad een actieve rol te spelen in de
Veiligheidsraad, wat betreft conflicten, internationale concepten en
state building.

Ik zal er vandaag niet verder op ingaan, maar ik meen dat dit een van
de grote opgaven is van de UNO in de volgende jaren. Het
veronderstelt dat wij onze verantwoordelijkheid zullen moeten
opnemen, met overleg en politieke backing en binnen de Europese
context en de Europese Unie. Wij zullen moeten trachten vorm te
geven aan een daadwerkelijke, gemeenschappelijke buitenlandse
politiek, die ook binnen de Veiligheidsraad wordt uitgedragen. Dat is
ook een belangrijk element van de Europese buitenlandse politiek.
Hetgeen men binnen de Europese Unie beslist, moet achteraf door
alle leden van de Veiligheidsraad op een consequente manier in de
Veiligheidsraad verdedigd worden.

Sommige leden van de Veiligheidsraad, met name de permanente
leden, hebben wel eens de neiging om te zeggen, als het echt erop
aankomt: wat wij daar doen, is onze eigen nationale
verantwoordelijkheid. Dat is niet juist. Men kan geen
gemeenschappelijke buitenlandse politiek hebben van de Europese
Unie met permanente en niet-permanente leden van de
Veiligheidsraad aan tafel, die als het erop aankomt in UNO-verband
zeggen dat het hun eigen nationale verantwoordelijkheid is. Dat is niet
correct. Als men afspraken maakt op het Europese niveau, dan moet
men die ook consequent verdedigen. Dat zal zeker de lijn zijn die
België daarin volgt, mijnheer de voorzitter.
Le président a mis, à juste titre,
l'accent sur le fait qu'en 2007 et
2008, la Belgique sera membre du
Conseil de sécurité de l'ONU,
l'Italie et la Belgique étant les deux
seuls candidats européens aux
deux postes de membre non
permanent du Conseil de sécurité.

En tant que membre non
permanent, nous n'aurons pas
autant de pouvoir d'influence que
les membres permanents mais
nous aurons néanmoins une
responsabilité particulière à
assumer. Nous entendons ainsi
jouer un rôle actif au Conseil de
sécurité, par exemple en matière
de conflits et de state building.
Nous devrons donc assumer nos
responsabilités, en concertation
avec l'Union européenne et en
étant politiquement couverts par
l'Union.

Tous les membres de l'Union sont
tenus de défendre a posteriori au
Conseil de sécurité les décisions
prises par l'Union européenne. Il
arrive toutefois que les membres
permanents aient tendance à
invoquer leurs responsabilités
nationales, ce qui peut
difficilement être considéré
comme une attitude correcte.
De voorzitter: Mijnheer de minister, het is 11.15 uur. Het is niet mogelijk om de collega's nog te laten
repliceren, want dat is niet haalbaar in de timing.

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw aanwezigheid.

Collega's, ik dank u voor uw interventies. Het is nuttig geweest dat wij vandaag de minister hebben kunnen
horen en ondervragen.
02/08/2006
CRIV 51
COM 1046
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.17 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.17 heures.