CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1043
CRIV 51 COM 1043
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mercredi
woensdag
19-07-2006
19-07-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions et interpellation jointes de
1
Samengevoegde vragen en interpellatie van
1
- M. Charles Michel à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les circonstances de
l'évasion de Murat Kaplan" (n° 12363)
1
- de heer Charles Michel aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
toedracht van de ontsnapping van Murat Kaplan"
(nr. 12363)
1
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire
accordé à Murat Kaplan" (n° 12364)
1
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
penitentiair verlof voor Murat Kaplan" (nr. 12364)
1
- M. Gerolf Annemans à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la politique de
libération de la ministre en ce qui concerne les
pédophiles et les grands criminels récidivistes"
(n° 901)
1
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
vrijlatingsbeleid van de minister inzake pedofielen
en recidiverende zware criminelen" (nr. 901)
1
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la non-réintégration à
la prison de Murat Kaplan après un congé
pénitentiaire" (n° 12366)
1
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het niet
terugkeren naar de gevangenis van Murat Kaplan
na penitentiair verlof" (nr. 12366)
1
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire
accordé à Murat Kaplan" (n° 12367)
1
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
penitentiair verlof van Murat Kaplan" (nr. 12367)
1
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "l'évasion de Murat
Kaplan" (n° 12368)
1
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12368)
1
- M. Thierry Giet à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les circonstances de
l'évasion de Murat Kaplan" (n° 12369)
1
- de heer Thierry Giet aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de toedracht van de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12369)
1
- Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les circonstances de
l'évasion de Murat Kaplan" (n° 12371)
1
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de toedracht van de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12371)
1
- M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'évasion de Murat
Kaplan" (n° 12372)
1
- de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12372)
1
- M. Walter Muls à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire
accordé à Murat Kaplan" (n° 12373)
1
- de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "het penitentiair
verlof van Murat Kaplan" (nr. 12373)
2
Orateurs: Charles Michel, Bart Laeremans,
Gerolf Annemans, président du groupe
Vlaams Belang, Claude Marinower, Tony
Van Parys, Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Thierry Giet, président du groupe
PS, Marie Nagy, Dylan Casaer, Walter Muls,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Charles Michel, Bart Laeremans,
Gerolf Annemans, voorzitter van de Vlaams
Belang-fractie, Claude Marinower, Tony Van
Parys, Melchior Wathelet, voorzitter van de
cdH-fractie, Thierry Giet, voorzitter van de
PS-fractie, Marie Nagy, Dylan Casaer, Walter
Muls, Laurette Onkelinx, vice-eerste minister
en minister van Justitie
Motions
33
Moties
33
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MERCREDI
19
JUILLET
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
19
JULI
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.10 heures par Mme Martine Taelman, présidente.
01 Questions et interpellation jointes de
- M. Charles Michel à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les circonstances de
l'évasion de Murat Kaplan" (n° 12363)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire
accordé à Murat Kaplan" (n° 12364)
- M. Gerolf Annemans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique de
libération de la ministre en ce qui concerne les pédophiles et les grands criminels récidivistes"
(n° 901)
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la non-réintégration à
la prison de Murat Kaplan après un congé pénitentiaire" (n° 12366)
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire
accordé à Murat Kaplan" (n° 12367)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'évasion de Murat
Kaplan" (n° 12368)
- M. Thierry Giet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les circonstances de
l'évasion de Murat Kaplan" (n° 12369)
- Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les circonstances de
l'évasion de Murat Kaplan" (n° 12371)
- M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'évasion de Murat Kaplan"
(n° 12372)
- M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire
accordé à Murat Kaplan" (n° 12373)
01 Samengevoegde vragen en interpellatie van
- de heer Charles Michel aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de toedracht van de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12363)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het penitentiair
verlof voor Murat Kaplan" (nr. 12364)
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
vrijlatingsbeleid van de minister inzake pedofielen en recidiverende zware criminelen" (nr. 901)
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het niet
terugkeren naar de gevangenis van Murat Kaplan na penitentiair verlof" (nr. 12366)
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het penitentiair
verlof van Murat Kaplan" (nr. 12367)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de ontsnapping
van Murat Kaplan" (nr. 12368)
- de heer Thierry Giet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de toedracht van de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12369)
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de toedracht van de
ontsnapping van Murat Kaplan" (nr. 12371)
- de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de ontsnapping van
Murat Kaplan" (nr. 12372)
- de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het penitentiair verlof
van Murat Kaplan" (nr. 12373)
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
De voorzitter: Wij zullen de vragen en de interpellatie behandelen volgens de chronologische orde van
indiening. U kent de spreektijd: vijf minuten voor een vraag en tien minuten voor een interpellatie.
01.01 Charles Michel (MR): Madame la présidente, madame la
ministre, tout d'abord permettez-moi de vous remercier toutes deux
d'avoir accepté la tenue de cette commission pour réagir à l'actualité
de ces dernières heures. Il me semblait important et utile que le
Parlement obtienne l'ensemble des informations dont vous disposez
sur l'affaire en question.
Madame la ministre, vous avez accordé un congé pénitentiaire à M.
Kaplan. À l'issue de ce congé, il ne s'est pas présenté à la prison
d'Ittre. Ce lundi 17 juillet, dès la matinée, une course poursuite a été
engagée et a engendré du danger pour les forces de l'ordre et pour
les passants. Un déploiement sans précédent des forces de l'ordre a
eu lieu à Wavre: 2 hélicoptères, 120 hommes sur le terrain, de
nombreux quartiers bouclés, un magasin de 13.000 m² fouillé à deux
reprises dans le courant de la journée.
Je voudrais d'emblée saluer le travail non seulement des forces de
l'ordre mais également du parquet de Nivelles qui ont mené de
manière parfaitement adéquate les opérations sur le terrain tout au
long de cette journée.
Je me réjouis également je crois que chacun partagera ce
sentiment qu'à l'occasion de ces événements, il n'y ait pas eu de
drame. En effet, lorsqu'une personne telle que M. Kaplan s'évade, il
est certain que cela engendre un risque particulièrement élevé.
Qui est M. Kaplan? Vous allez sans doute nous le dire de manière
plus précise. En tout cas, il s'agit d'un criminel qui a été condamné au
total à 19 ans d'emprisonnement. C'est un multirécidiviste. Pour
preuve, voici quelques dates. En 1983, il s'évade de la prison de
Forest et, déjà à ce moment, on le surnomme "l'évadé aux 100
dossiers". En 1988, il s'évade de manière spectaculaire de la cellule
bruxelloise de la BSR au volant d'une golf GTI de la police. En 1993, il
s'évade de Saint-Gilles et chacun a certainement à l'esprit les images
inquiétantes de cet inspecteur des prisons couché sur le capot de la
voiture alors que M. Kaplan s'évade en compagnie des lieutenants de
Haemers. En avril 2005, alors qu'il est libéré conditionnellement, il est
de nouveau intercepté par les forces de l'ordre parce qu'il est en train
de commettre un cambriolage.
Vous comprendrez que la personnalité de l'intéressé et ce qui s'est
déroulé lundi posent des questions. J'en ai relevé quelques-unes.
Elles sont précises et j'attends bien entendu une réponse claire à
toutes mes questions.
Madame la ministre, quelle est la situation juridique dans laquelle se
situait M. Kaplan au moment où il était à l'extérieur de la prison?
S'agissait-il bien d'un congé pénitentiaire? Une permission de sortie
lui avait-elle été également accordée à titre complémentaire? Quand
a-t-il eu son premier congé pénitentiaire depuis son retour en prison?
De combien de congés pénitentiaires a-t-il bénéficié à la suite de ce
premier congé pénitentiaire? Une question importante compte tenu
des règles de droit: est-il exact qu'à l'occasion de ses congés
01.01 Charles Michel (MR):
Mevrouw de minister, de heer
Kaplan is niet meer naar de
gevangenis van Ittre teruggekeerd,
nadat u hem een penitentiair verlof
had toegestaan. Op 17 juli werd in
Waver met een indrukwekkend
machtsvertoon de achtervolging
ingezet. Ik heb niets dan lof voor
de inspanningen die de politie en
het parket van Nijvel die dag
geleverd hebben en het verheugt
me dat er geen drama heeft
plaatsgevonden. De heer Kaplan
is immers geen doetje.
Hij is een herhalingsmisdadiger
die in totaal tot 19 jaar opsluiting
veroordeeld werd. In 1983 is hij uit
de gevangenis van Vorst ontsnapt,
in 1988 uit de Brusselse cel van de
BOB. In 1993 ontsnapt hij uit Sint-
Gillis in het gezelschap van de
kompanen van Hamers. In april
2005 hij is dan voorwaardelijk in
vrijheid gesteld wordt hij tijdens
een inbraak betrapt.
In welke juridische toestand
bevond de heer Kaplan zich buiten
de gevangenis: in penitentiair
verlof? Beschikte hij over een
bijkomende uitgangsvergunning?
Wanneer heeft hij zijn eerste verlof
sinds zijn terugkeer naar de
gevangenis gehad? Hoeveel
verloven heeft hij sindsdien
genoten?
Een vraag in verband met de
toepassing van de rechtsregels:
klopt het dat hem een
voorwaardelijke invrijheidstelling
geweigerd werd, maar dat hij wel
achteraf een penitentiair verlof
heeft gekregen, wat in
tegenspraak is met de ter zake
geldende omzendbrieven?
Op welke juridische rechtsgrond
steunt uw beslissing om hem dat
verlof toe te kennen: op de
omzendbrieven van 1976 en 1984
of de wetgeving betreffende de
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
pénitentiaires, une libération conditionnelle, pourtant déjà octroyée, lui
a été refusée, mais qu'un congé pénitentiaire ultérieur aurait
cependant été maintenu, à l'encontre des circulaires censées
s'appliquer?
Pouvez-vous nous fournir des informations plus précises sur les
antécédents judiciaires de l'intéressé? De façon plus générale, quelle
base juridique avez-vous utilisée pour statuer: les circulaires de 1976
et 1984 ou la législation relative au statut externe des détenus? Nous
savons que cette législation n'est pas encore applicable, puisque les
arrêtés d'exécution ne sont pas encore pris bien qu'ayant fait l'objet
d'un vote de notre assemblée.
Si vous vous êtes fondée sur les circulaires précitées, j'attire votre
attention sur les contre-indications à l'octroi d'un congé pénitentiaire
signalées expressément dans la circulaire de 1984. Parmi elles figure
en toutes lettres l'idée de ne pas accorder de congé pénitentiaire à
quelqu'un qui vient de se voir refuser une libération conditionnelle.
C'est exactement la situation qui nous occupe, prévue par cette
circulaire: Kaplan a obtenu un congé pénitentiaire; dans l'intervalle,
une libération conditionnelle lui est refusée, mais son congé
pénitentiaire est maintenu.
Pouvez-vous nous expliquer pourquoi vous vous êtes écartée des
principes contenus dans la circulaire de 1984, traitant de ce point
précis qui engendre une situation différente?
Dans le cas où vous auriez pris en considération, dans l'appréciation
de la décision qui relevait de votre responsabilité, la législation sur le
statut externe des détenus, l'article 7, voté par le parlement, dispose
clairement qu'aucun congé pénitentiaire ne peut être octroyé lorsqu'il
existe un risque d'évasion ou une dangerosité. Pour ce qui concerne
ces deux éléments, pouvez-vous nous donner les éléments
d'appréciation en fait, et non plus en droit, qui ont abouti pour vous à
considérer l'absence de tout risque d'évasion et de dangerosité?
De façon plus large, pour ce qui concerne les risques d'évasion,
combien eût-il fallu d'évasions dans le passé de l'intéressé pour
considérer que le risque de récidive était bien réel dans cette
situation?
Sur quels rapports des différents services avez-vous fondé votre
décision? Est-il possible de transmettre l'intégralité de ces rapports au
parlement dans les heures ou les jours qui viennent pour amener
toute la clarté et une transparence complète dans les processus de
décision?
Madame la ministre, ne considérez-vous pas qu'il serait adéquat dans
un tel cas de figure d'avoir recours au bracelet électronique pour les
congés pénitentiaires? La nouvelle législation permet-elle, selon vous,
d'y avoir recours à l'avenir? Pour moi, c'est effectivement le cas. Il
serait judicieux de le préciser.
Vous avez déclaré que l'accusé sortirait de toute façon en 2009. Or la
presse a évoqué le fait qu'en avril 2005, il a été pris alors qu'il
commettait un cambriolage. Une procédure correctionnelle devrait
donc être en cours à ce sujet. Il est dès lors possible qu'une
condamnation complémentaire à l'emprisonnement ferme puisse
externe rechtspositie van de
gedetineerden? Indien het om de
omzendbrieven gaat, wijs ik u erop
dat het niet toekennen van een
voorwaardelijke invrijheidstelling
een contra-indicatie is voor de
toekenning van een penitentiair
verlof die uitdrukkelijk in de
omzendbrief van 1984 vermeld
wordt.
Artikel 7 van de wetgeving
betreffende de externe
rechtspositie van de
gedetineerden bepaalt dan weer
dat er geen penitentiair verlof kan
worden toegekend wanneer er
vluchtgevaar of gevaarlijkheid
bestaat. Waarom was u in dit
geval van oordeel dat er geen
vluchtgevaar of gevaarlijkheid
was? Hoeveel ontsnappingen
moesten er gebeuren, vooraleer u
tot de conclusie zou zijn gekomen
dat het risico reëel was?
Op welke verslagen heeft u uw
beslissing gebaseerd? Kan u die
documenten aan het Parlement
bezorgen zodat duidelijk wordt hoe
de beslissing tot stand is
gekomen?
Is het niet beter om in dergelijke
omstandigheden de gedetineerden
tijdens hun penitentiair verlof
onder elektronisch toezicht te
plaatsen? Laat de nieuwe
wetgeving in de toekomst het
gebruik van de elektronische
enkelband toe?
U heeft verklaard dat de
beschuldigde hoe dan ook in 2009
vrijkomt. In april 2005 werd hij
echter opgepakt, toen hij een
inbraak pleegde. Er zou derhalve
een correctionele procedure tegen
hem moeten lopen en de kans
bestaat dat hij nog een
veroordeling oploopt. Heeft u
daarmee rekening gehouden, want
dat kan van belang zijn voor de
werkelijke datum van zijn
invrijheidstelling?
Tot slot heb ik moeite gehad met
uw verklaringen aan de pers.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
intervenir. Par conséquent, avez-vous pris en considération cet
élément, à savoir qu'il y a un peu plus d'un an, alors qu'il se trouvait
en liberté conditionnelle, il commettait encore un cambriolage et que
cela risque d'avoir une incidence sur la date effective de sa sortie de
prison?
Enfin, j'ai été quelque peu troublé par certaines de vos déclarations et
de vos réactions face à la presse ces dernières 48 heures. Je me
réjouis de pouvoir vous entendre à ce propos. Tout d'abord, vous
avez indiqué que cette cavale résultait peut-être du fait que la
libération conditionnelle et le bracelet électronique lui avaient été
refusés. Sont-ce bien là des propos d'un ministre de la Justice? Il y a
là un message trouble qui pourrait laisser entendre l'existence de
circonstances atténuantes quand la libération conditionnelle ou le
bracelet électronique ont été refusés au préalable. À moins qu'il ne
s'agisse d'une critique de ces deux décisions, que vous pourriez
expliquer: le fait de ne pas avoir accordé la libération conditionnelle et
le fait de ne pas avoir utilisé le bracelet électronique. Pouvez-vous
nous en dire plus?
Selon votre deuxième déclaration, cette décision était "normale et
logique". Vu les antécédents de l'intéressé, notamment en matière
d'évasion, vu le cambriolage perpétré en 2005 et à la lumière des
événements de ces dernières heures, la juste appréciation n'aurait-
elle pas été de refuser cette libération conditionnelle?
Je termine en indiquant que je mesure bien que la tâche qui est la
vôtre dans de tels dossiers est délicate et difficile tout comme je
mesure aussi qu'il ne s'agit pas d'une science exacte. Je ne remets
en aucun cas en cause le principe même du congé pénitentiaire mais
j'ai le sentiment, avant de vous avoir entendue, que votre
responsabilité, qui est grande et délicate dans ce genre de dossiers,
est telle que vous avez peut-être manqué de prudence dans
l'appréciation des éléments de droit et de fait.
Je me réjouis déjà d'entendre votre réaction par rapport à ces
différents éléments.
Je vous remercie de votre attention.
Volgens u was die vlucht
misschien ingegeven door het feit
dat de voorwaardelijke
invrijheidstelling en het
elektronisch toezicht hem ontzegd
werden. Is het de taak van de
minister van Justitie om
verzachtende omstandigheden in
te roepen? Of ging het juist om
kritiek op die twee beslissingen?
In uw tweede verklaring heeft u
gesteld dat, gelet op de elementen
uit het dossier waarover u
beschikte, die beslissing normaal
en logisch was.
Ik begrijp best dat u voor een
delicate en moeilijke taak staat en
ik stel het beginsel van het
penitentiair verlof helemaal niet ter
discussie, maar ik zit niettemin
met het gevoel dat u in dit geval bij
de beoordeling van de
rechtsregels en de feiten
misschien onvoorzichtig te werk is
gegaan.
01.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, woorden schieten tekort om de verbijstering en
de verontwaardiging te beschrijven die vandaag alomtegenwoordig
zijn in Vlaanderen sinds is geweten dat Kaplan kan genieten van
penitentiair verlof en sinds hij het hazenpad heeft gekozen.
Verbijstering en verontwaardiging, niet alleen omwille van de totaal
onverantwoorde beslissing zelf, maar nog veel meer over uw houding
en uitleg nadien.
Van een normale en fatsoenlijke minister zou men kunnen
verwachten dat die zich gegeneerd toont, dat die zich uitput in
excuses en mea culpa slaat, maar niet zo bij Laurette Onkelinx die
zonder verpinken komt zeggen dat de beslissing terecht was, want dat
hij daar zogezegd recht op had. Nog sterker: u toonde nog begrip voor
de vlucht ook, want die Kaplan had het volgens u toch wel erg te
verduren gehad. De sukkelaar had zowel de voorwaardelijke
invrijheidsstelling als het elektronisch toezicht aan zijn neus zien
voorbijgaan, waarmee u meteen uw eigen diensten een veeg uit de
01.02 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les mots me manquent
pour exprimer la stupéfaction
suscitée en Flandre par la non-
réintégration en prison de Murat
Kaplan, qui a pris la poudre
d'escampette à l'issue de son
congé pénitentiaire. Plus encore
que la décision injustifiée de la
ministre, c'est l'attitude arrogante
de cette dernière qui heurte les
esprits. Plutôt que de présenter
ses excuses, elle a continué à
prétendre que la décision était
justifiée, allant jusqu'à témoigner
de la compréhension à l'égard du
gangster en fuite qui s'était vu -
pauvre de lui - refuser la libération
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
pan gaf.
Hiermee heeft u in elk geval voor de zoveelste keer het bewijs
geleverd dat u eigenlijk niet thuishoort op de stoel waarop u vandaag
zit, want u vergist zich in dergelijk belangrijk dossier gewoon van rol.
U verplaatst zich in de rol van advocaat van de veroordeelde in plaats
van in de rol van een zorgzaam minister van Justitie die waakt over de
belangen en over de veiligheid van de samenleving. Door zelfs maar
het geringste begrip te tonen voor een dergelijke crimineel, geeft u
ongelooflijk veel hoop aan honderden andere gedetineerden die maar
al te graag zelf ook misbruik zouden maken van penitentiair verlof om
onder te duiken, gedrag dat u op voorhand al legitimeert. U heeft in
ieder geval op een weergaloze manier bevestigd, mevrouw de
minister, wat wij al zo lang zeggen: u gedraagt zich als een
toevluchtspersoon, als een beschermvrouwe voor gangsters en
criminelen.
Mevrouw de minister, ik had vandaag graag geweten op welke
wettelijke basis u zich beroept om te doen wat u heeft gedaan. Als we
de rondzendbrief over penitentiair verlof lezen, staat daar in de
aanhef: "Dit verlof wordt slechts verleend aan de veroordeelden van
wie men verwacht dat ze geen misbruik zullen maken van die gunst
en wier aanwezigheid in het milieu waarin ze het verlof zullen
doorbrengen, de publieke opinie niet in beroering zal brengen".
Mevrouw de minister, u wist zeer goed dat Kaplan aan deze
voorwaarden niet voldeed en dat penitentiair verlof de publieke opinie
zeer zeker wél in beroering zou brengen. U wist dat maar al te goed!
De rondzendbrief gaat nog veel verder.
Hij zegt heel duidelijk: "Dergelijk verlof mag niet in overweging
genomen worden ten opzichte van veroordeelden die door de
parketten werden gesignaleerd als zijnde voor andere feiten
vervolgd". Ook wat dat betreft, wist u zeer goed wat de fouten waren.
U bent hier opnieuw volkomen in de fout gegaan, want u wist dat hij
nog voor moest komen voor de diefstal in Londerzeel. Er was dus
geen enkele wettige reden om die man, die topgangster en
ontsnappingskoning, zomaar te laten gaan. Net zoals in de zaak-Erdal
bent u gevlucht voor uw eigen verantwoordelijkheid.
Mijn vragen zijn kort. Ten eerste, op welke gronden werd het verlof
toegestaan?
Ten tweede, wanneer zou de betrokkene voor de rechter moeten
verschijnen inzake de diefstal in Londerzeel? Is die zaak misschien al
geseponeerd? Kunt u daar iets meer over zeggen?
Ten derde, werd er geen toepassing gemaakt van de rondzendbrief
en werd het nieuwe proces niet afgewacht?
Ten vierde, bestaat die omzendbrief eigenlijk nog wel voor u of maakt
u nu al toepassing van de lichtzinnige wet-Onkelinx van mei van dit
jaar, die hoe dan ook nog niet in werking is getreden en waar u
wettelijk geen toepassing van kunt maken?
conditionnelle.
Mme Onkelinx ne possède
manifestement pas les qualités
requises pour l'exercice de la
fonction qui est la sienne. La
cavale de Murat Kaplan en
constitue la énième preuve. Elle
fait office d'avocat du gangster,
plutôt que de penser en premier,
comme le requiert sa fonction, à la
sécurité publique. En prenant
position de la sorte, elle nourrit
d'espoir des centaines de détenus
qui souhaiteraient également saisir
l'occasion que leur offre le congé
pénitentiaire pour plonger dans la
clandestinité. Ce comportement
est légitimé par avance par la
ministre, qui se profile une fois de
plus comme la protectrice des
truands.
Sur quel fondement légal repose
la décision de la ministre? Selon la
circulaire d'application en l'espèce,
le congé pénitentiaire n'est
envisageable que s'il n'y a aucune
raison de penser que le condamné
pourrait abuser de cette facilité et
si sa présence dans
l'environnement où il passe son
congé n'est pas de nature à
susciter l'émoi de l'opinion
publique. La ministre savait que
Kaplan ne satisfaisait pas à ces
conditions. La circulaire précise en
outre que le congé pénitentiaire ne
peut être accordé aux condamnés
pouvant être poursuivis pour
d'autres faits encore. Or Kaplan
doit encore être jugé pour le vol
commis à Londerzeel. Il n'y avait
donc aucune raison de lui
accorder un congé.
Pourquoi ce congé a-t-il malgré
tout été attribué? Quand Kaplan
devait-il comparaître devant le
juge pour l'affaire de Londerzeel?
Pourquoi la circulaire n'a-t-elle pas
été appliquée? La ministre la
prend-elle encore en considération
ou applique-t-elle déjà
anticipativement la combien laxiste
loi Onkelinx?
De voorzitter: De volgende spreker is de heer Annemans die een interpellatie heeft ingediend.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik
wil de zaken nog iets breder opentrekken, omdat de minister kennelijk
niet beseft dat is uit haar reactie zeer duidelijk gebleken wat voor
een beeld zij geeft in ten minste de helft of iets meer dan de helft van
het land, meer bepaald in de Vlaamse publieke opinie. Haar reactie in
de zaak-Kaplan heeft dat duidelijk geïllustreerd.
Mevrouw de minister, er was een verbazingwekkend contrast tussen
de nederigheid die we zouden verwachten in de zaak-Kaplan, terwijl
die man nog op de loop is, en de hautaine manier waarop u dat hebt
verdedigd. Dat contrast heeft heel de publieke opinie in Vlaanderen
ernstig geschokt. U bent blijkbaar alle besef verloren, wat dat betreft.
Daarom wil ik interpelleren.
Het gaat niet alleen om de zaak-Kaplan, maar ook om de zaak-
Abdallah Ait Oud die ik gemakshalve de zaak-Dutroux-bis zal
noemen. De vrijlating van die man is namelijk volledig in strijd met alle
aanbevelingen die de commissie-Dutroux destijds heeft gedaan. Die
twee zaken komen zo snel bijeen in een algemener beeld van een
minister die niet meer de minister van Justitie is, maar wel de minister
van vrijlatingen aan het worden is.
Dat beeld vervolledigt eigenlijk de hautaine arrogantie waarmee u de
zaken behandelt wanneer er dan echt iets misgaat. Gisteren zei u op
de persconferentie dat iedereen vandaag mocht komen kijken, want
er zou een vrouw worden gestenigd in de Kamer. Dat is een wel
bijzonder hautaine reactie van iemand die zeer goed weet dat zij
helemaal niet zal worden gestenigd, maar hoogstens een paar
interpellaties moet ondergaan.
De PS, die alles aan alles koppelt, zal hier zonder meer naar buiten
wandelen als de grote overwinnaar, om de volgende twee redenen.
U wordt helemaal niet gestenigd. Overigens, u moet het niet over de
boeg van het feminisme gooien. Voor een verdedigster van de islam
getuigt het van weinig goede smaak om in dit geval over steniging te
spreken. Ik zal u niet harder of minder hard aanpakken dan een
mannelijke minister die daar zou zitten.
Ik vind evenwel dat de PS veel te ver gaat in deze zaak. U hebt
gewonnen in die zaak. Uw nieuwe wet-Lejeune, die Bart Laeremans
terecht de wet-Onkelinx blijft noemen, staat u toe om u weg te steken
achter een schijn van automatisme. Die nieuwe wet-Lejeune laat u
inderdaad toe om naar de buitenwereld de indruk van een grote
wereldvreemdheid te geven. U bent echter helemaal niet
wereldvreemd, u bent aan de macht! U weet wat uw macht is. U weet
wat u zich wettelijk door deze regering en door dit Parlement in
handen hebt laten geven. U hebt een vrijlatingsbeleid, of de
mogelijkheid tot een vrijlatingsbeleid, dat helemaal niet meer conform
het aanvoelen van de publieke opinie in Vlaanderen is.
U hebt het vrijlatingbeleid van het progressisme ingevoerd, dat alle
persoonlijke verantwoordelijkheid opzijschuift en vervangt door een
verhouding tussen de overheid en de crimineel en door de
herinschakeling van de crimineel. Iedere vorm van persoonlijke
verantwoordelijkheid, op basis waarvan in Vlaanderen wordt
aangevoeld dat een dergelijk vrijlatingbeleid niet aanvaardbaar is,
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je souhaiterais élargir le
débat. Apparemment, la ministre
n'a aucune idée de l'image qu'elle
donne à l'opinion publique
flamande. Le contraste entre
l'humilité que l'on était en droit
d'attendre et la réaction arrogante
de la ministre est considérable.
Avec l'affaire Ait Oud, que je
qualifierais, par facilité, d'affaire
Dutroux bis, cet épisode vient
compléter l'image d'une ministre
favorable à une politique de
libération. Il est d'ores et déjà
établi que le PS ne souhaite pas
sortir perdant de ce débat. La
nouvelle loi Lejeune, que les
socialistes appelaient de leurs
voeux, permet à la ministre de se
cacher derrière un semblant
d'automatisme. Cette
réglementation permet une
politique de libération contraire au
sentiment dominant en Flandre.
Sous le couvert d'une attitude
progressiste, on fait fi de toute
responsabilité personnelle. Le PS
a déjà obtenu de ses partenaires
flamands au sein de la coalition
qu'une telle politique soit inscrite
dans un cadre légal.
Les partis politiques flamands et
en particulier le VLD ont permis
à la ministre Onkelinx de
transformer le ministère de la
Justice en ministère de la
Libération. La mise en oeuvre
d'une politique de libération relève
d'un choix délibéré de la ministre.
Alors que la criminalité est en
hausse, on ne construit pas de
prisons supplémentaires et le
système du bracelet électronique
ne parvient pas à trouver une
vitesse de croisière. Par
conséquent, les prisons doivent
être délestées d'une autre
manière.
Mme Onkelinx a tombé le
masque. Les serviles partenaires
flamands de la coalition
l'autorisent même à reprocher à la
Flandre de l'interpeller. Le Vlaams
Belang se réjouit de ce que la
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
werd opzijgeschoven.
De PS heeft gewonnen. Zij heeft van de VLD gedaan gekregen dat
een dergelijk vrijlatingbeleid wettelijk wordt gekaderd. Ik ben zeker dat
hier straks een aantal collega's van de PS zal opwerpen: waar hebt u
het over; u hebt vorige week een wet goedgekeurd die al het
voorgaande normaal maakt.
Dat is de situatie. Vlaanderen begrijpt niet wat er gebeurt. Wij hebben
bij het ontstaan van uw wet daarvoor gewaarschuwd. U geeft echter
met arrogantie volle gas over de steniging en de verdediging van
Kaplan en over, zoals wij het ooit hebben genoemd, als de patronesse
van het criminelenbeleid dat u hebt opgezet. Welnu, uw
wereldvreemdheid is geen wereldvreemdheid. U weet immers heel
goed waarmee u bezig bent.
Wie niet goed weet waarmee zij bezig zijn, zijn de vertegenwoordigers
van de VLD en de Vlaamse coalitiepartners van de Parti Socialiste,
die zich achter de PS voortslepen en moedeloos moeten aanzien hoe
de publieke opinie volledig vervreemdt van de gebeurtenissen. Zij
moeten ook aanzien hoe de enige geloofwaardige partij in de hele
zaak het Vlaams Belang is, dat gewoon formuleert wat iedereen in
Vlaanderen daarover denkt, namelijk: hoe is het in vredesnaam
mogelijk dat Kaplan is vrijgekomen?
Ik zal u zeggen waarom het mogelijk is. Het is mogelijk, omdat de
Vlaamse, politieke partijen aan Onkelinx de mogelijkheid hebben
gegeven om van het ministerie van Justitie een ministerie van
Vrijlatingen te maken. Daarom ben ik van oordeel dat wij hier moeten
pleiten voor een politieke verantwoordelijkheid.
U hoeft zich straks bij uw antwoord niet te verschuilen achter allerlei
technische argumenten, die moeten verbergen dat u in feite politiek
hebt besloten om een vrijlatingbeleid op poten te zetten. In dat beleid
legt niet meer de persoonlijke verantwoordelijkheid van criminelen,
maar een of andere verhouding met de overheid alles vast. In dat
beleid worden geen gevangenissen meer bijgebouwd, ook al stijgt de
criminaliteit. U verwijst daarentegen alles naar enkelbanden, ook al
krijgt u het project van de enkelbanden niet eens op kruissnelheid. U
neemt daarvoor ook niet de politieke verantwoordelijkheid. Het
interesseert u immers niet. Wat u interesseert, is de wijze waarop u
de macht uitoefent vanuit uw visie, die ik herhaal het volledig
haaks staat op wat in Vlaanderen wordt gedacht over wat u nu aan
het doen bent.
Ik zal het lijstje niet maken. Ik zal de zaak-Erdal, de Dutroux-bis-
affaire uit Luik en alle, andere affaires niet meer op een rijtje zetten.
Dat hoeft ook niet meer. In Vlaanderen is het beeld sinds de
ontsnapping van Kaplan helder en scherp: Onkelinx staat niet
tegenover de mannelijke parlementsleden die haar stenigen; Onkelinx
staat tegenover de publieke opinie in Vlaanderen. Zij wil dat niet
beseffen en hoeft dat ook niet te beseffen. De Vlaamse
coalitiepartners, inclusief de VLD, liggen immers helemaal
machteloos aan haar voeten. Zij hebben aan u de wet verschaft die al
het voorgaande mogelijk maakt en die het ook mogelijk maakt dat u,
met de vurigheid die u kenmerkt, de rollen nog omkeert. U verwijt
Vlaanderen immers dat het u interpelleert.
situation apparaisse ainsi dans
toute sa clarté: la politique de la
justice de ce ministre n'a jamais
été et ne sera jamais celle de la
Flandre. La lutte contre la
criminalité semble impossible sous
un ministre d'obédience PS.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Wij worden geconfronteerd met een belangrijk verschijnsel: niet alleen
het feit dat Kaplan nu op de loop is, maar vooral dat het masker van
Onkelinx is gevallen. Deze zaak is daarom een heel positieve zaak.
Vlaams Belang vindt dat door de zaak-Kaplan wordt onderstreept
waarom het in essentie gaat. Wij worden in Vlaanderen
geconfronteerd met een justitiebeleid dat het onze niet is, dat het onze
niet kan zijn en met het feit dat het Vlaamse justitiebeleid ook in de
toekomst onmogelijk zal zijn. Wij betreuren wat hier is gebeurd, net
zoals u dat waarschijnlijk ook doet. Wij betreuren het echter omdat
een effectieve en daadwerkelijke bestrijding van de criminaliteit in een
land als België onmogelijk kan met een minister van Justitie van de
Parti Socialiste.
01.04 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister van Justitie, ik wil vooraf een paar dingen stellen.
Een van de commentatoren schreef in zijn commentaar op het
verhaal van Murat Kaplan het volgende: "Penitentiair verlof, dat
gevangenen moet voorbereiden op een terugkeer in de samenleving
en hun de kans moet geven om een job te vinden, is een essentieel
onderdeel van het gevangenissysteem." Dat is een essentieel
onderdeel, de toepassing van de wet-Lejeune als gunst is een
mogelijkheid en elektronische enkelbanden zijn ook mogelijkheden en
gunstmaatregelen.
Ik heb even de moeite genomen om op de website van Justitie te
gaan kijken wat er staat onder de noemer penitentiair verlof. Ik lees
op de website van Justitie het volgende: "Het initieel doel van de
verloven is het sociaal isolement te verzachten, de relaties met de
familie en de rest van de maatschappij te bevorderen, de
gedetineerde de gelegenheid te bieden om zijn reïntegratie voor te
bereiden." Daarover is eenieder het eens. Dit incident of voorval heeft
wat dat betreft daaraan niets veranderd.
Wij zullen ook steeds bij de eersten zijn om te pleiten dat gevangenen
die een langere gevangenisstraf ondergaan hebben niet als tikkende
tijdbommen uit de gevangenis komen. Deze overweging staat dan
ook rechtstreeks tegenover diegene die zegt dat men ook niet zomaar
gunstmaatregelen kan toekennen aan diegenen die er bijvoorbeeld
slechts enkele maanden eerder grovelijk misbruik van hebben
gemaakt.
Laten wij het niet vergeten. Collega Michel heeft daarstraks een
overzicht gegeven van de prestaties, als u mij toestaat dat woord te
gebruiken, van de betrokkene in de loop van de laatste jaren. Twee
beelden blijven daar bij. Ten eerste is er het beeld van het verlaten,
als men dat werkwoord kan gebruiken, van de gevangenis met een
aantal mensen als gijzelaar op en in de wagen. Ten tweede zijn er
beelden van het incident in Londerzeel vorig jaar.
Ik wil beginnen met het verhaal van Londerzeel. Mevrouw de minister,
het is van belang dat u deze commissie volledig inlicht met betrekking
tot de stand van zaken in het dossier-Londerzeel. Indien ik mij niet
vergis, is dit immers een fundamenteel punt in dit dossier.
Tenzij ik mij vergis, is er een ministeriële rondzendbrief, als ik het
goed voorheb nr. 1752, die het heeft over het verschil tussen een
01.04 Claude Marinower (VLD):
Le congé pénitentiaire,
l'application de la loi Lejeune et la
surveillance électronique font
partie du système pénitentiaire
mais sont et restent des mesures
de faveur. Par ailleurs, le congé
pénitentiaire a son importance
pour la réintégration d'un détenu
en cas d'incarcération de longue
durée. Nous avons tout intérêt à
ce qu'au moment de leur sortie de
prison, les détenus libérés ne
soient pas des bombes à
retardement prêtes à exploser.
Aucun incident individuel ne peut
faire reconsidérer cette
philosophie.
Mais qu'en est-il des abus grave,
comme c'est manifestement le cas
de Kaplan ainsi que l'a clairement
souligné M. Michel? L'évasion
avec prise d'otages et le vol à
Londerzeel en disent long.
Où en est l'affaire de Londerzeel?
Il s'agit d'un élément fondamental
de l'ensemble du dossier. La
circulaire n° 1752 établit une
distinction entre une instruction
pénale en cours et une affaire en
instance. Dans ce dernier cas,
aucune mesure de faveur ne peut
être octroyée. Pourquoi l'affaire de
Londerzeel, dans le cadre de
laquelle Kaplan a été pris en
flagrant délit, n'a-t-elle pas encore
été portée devant un tribunal après
un an et demi?
Comment se fait-il que Kaplan ait
obtenu un quatrième congé
pénitentiaire malgré les faits du
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
hangend strafonderzoek en een hangende zaak. Een hangende zaak,
die een beletsel zou zijn voor het toepassen van een gunstmaatregel,
is een zaak die reeds is gedagvaard of doorverwezen door de
raadkamer.
Het is van belang dat u deze commissie en eenieder inlicht over de
stand van zaken van het verhaal van Londerzeel. Indien deze zaak
nog niet is vastgesteld, kan men zich de vraag stellen, wanneer het
gaat over een geval van heterdaad, zoals daar, waarom die zaak
anderhalf jaar na de feiten de zaak nog niet is vastgesteld voor een
rechtbank.
De naam Murat Kaplan doet bij eenieder, behalve diegenen die de
laatste tien jaar op de maan hebben verbleven, een bel rinkelen.
Dan is het verbazend hoe iemand die in april van vorig jaar groot
misbruik heeft gemaakt van een van de penitentiaire verloven, kort
daarop opnieuw van een penitentiair verlof kan genieten. In de pers
lees ik dat het voorval van vorig weekeinde wordt gesitueerd in het
kader van een vierde penitentiair verlof binnen het verloop van een
jaar, in de wetenschap dat penitentiair verlof om de drie maanden kan
worden toegekend.
Een tweede element dat bijzonder vreemd overkomt is het volgende.
Wat doet, met betrekking tot deze aangelegenheid, u ertoe beslissen
om voor zover onze informatie correct is, maar u zult deze aanvullen
of ons nader inlichten , niettegenstaande een negatieve beslissing
van de commissie VI en niettegenstaande een negatieve beslissing
inzake de elektronische enkelband, alsnog te oordelen dat een vierde
penitentiair verlof moet worden toegestaan?
Het is van zeer groot belang, mevrouw de minister, dat u ons inlicht
over de juiste chronologie. Wanneer is de commissie VI
samengekomen? Wanneer is de beslissing genomen om het
penitentiair verlof toe te staan? Wanneer is de negatieve beslissing
over de elektronische enkelband genomen? Is deze verdedigbaar?
Wanneer men weet dat iemand een zo lange straf uitzit, iemand die
een verleden heeft van ontsnappingen, van recidive, is het dan
überhaupt denkbaar dat men de datum van het ingaan van het
penitentiair verlof zo dicht bij een beslissing van de commissie VI legt,
althans volgens de informatie waarover wij beschikken?
De uitleg die achteraf wordt gegeven, ook door uw directe entourage,
gebeurt in het licht van een soort van inleving in de geest van de
betrokkene. Als men twee dergelijke negatieve beslissingen na elkaar
heeft vernomen, waarvan men hoopte dat ze positief zouden
uitdraaien, dan kan het zijn dat de stoppen doordraaien en dat men de
plaat poetst en niet meer terugkomt. Deze inschatting kan men echter
ook vooraf maken. De mogelijkheid dat de commissie VI positief
oordeelt, is immers even groot als de mogelijkheid dat de comissie VI
negatief oordeelt. Is het dan denkbaar dat men op een dergelijke
korte termijn, na een negatieve beslissing van de commissie VI,
alsnog overgaat tot de gunstmaatregel die hier werd toegestaan? Ik
had graag de redenen daarvoor van u vernomen.
Ik heb nog een aantal vragen over de sociale herintegratie. Ik lees dat
betrokkene daarvoor pas in 2009 in aanmerking komt. Vindt u het dan
niet vroeg om drie jaar voor de datum waarop hij in aanmerking zou
mois d'avril de l'an dernier? Sur
quels motifs repose cette décision
alors qu'un avis négatif a été
rendu concernant la libération
conditionnelle et la surveillance
électronique? De quand datent
toutes ces décisions? N'était-il pas
prévisible, d'un point de vue
psychologique, qu'un détenu qui a
fait l'objet de deux décisions
négatives prenne la poudre
d'escampette au premier congé
pénitentiaire, accordé très peu de
temps après? Comment la
ministre a-t-elle motivé ce congé
pénitentiaire?
Kaplan devait être libéré en 2009.
Pourquoi préparer sa réintégration
sociale trois ans à l'avance?
Pourquoi lui avoir accordé un
congé pénitentiaire malgré les avis
négatifs? Quelle a été la
chronologie des faits? Quelle est
la fréquence des évasions à
l'occasion d'un congé
pénitentiaire? Est-il tenu compte,
pour l'octroi de tels congés, des
antécédents et des risques
accrus?
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
kunnen komen, reeds maatregelen tot herintegratie te nemen?
Daarover heb ik volgende vragen, mevrouw de minister. Ten eerste,
welke motieven hebben u ertoe gebracht om Murat Kaplan, gelet op
de weigeringen die er zijn geweest, penitentiair verlof toe te kennen?
Hoe verliep de chronologie terzake. Ten tweede, welke adviezen
bestonden daarover en hebben u tot deze beslissing gebracht? Ten
derde, het zou interessant zijn te weten hoe vaak het voorkomt dat
gedetineerden niet terugkeren uit penitentiair verlof, om het systeem
als dusdanig en het verhaal van de tikkende tijdbommen niet mogelijk
te maken. Wordt bij de toekenning van gerechtelijke verloven effectief
rekening gehouden met gerechtelijke antecedenten en verhoogde
risico's, zoals in dit geval het niet respecteren van de voorwaarden,
niet later dan vorig jaar, en het op heterdaad betrappen van de
betrokkene?
01.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik kan mijn
bemerkingen moeilijk scherper formuleren dan collega Michel dat
gedaan heeft. Ik zal dan ook kort zijn. Ik stel trouwens een grote
eensgezindheid vast ten aanzien van de vaststelling dat de
toekenning van het penitentiair verlof aan Murat Kaplan voor een
redelijk mens werkelijk onbegrijpelijk is. Het is om drie redenen
onbegrijpelijk, mevrouw de minister.
Ten eerste wist men met wie men te doen had. Men wist dat Murat
Kaplan een reputatie had. Als hij in de gevangenis zit, probeert hij te
ontsnappen. Als hij voorwaardelijk vrij is, houdt hij zich niet aan de
voorwaarden. Hij was in 2003 voorwaardelijk vrijgekomen, maar in
2005 heeft men dat herroepen omdat hij nieuwe feiten had gepleegd.
Ten tweede waren er ongetwijfeld ernstige tegenindicaties. De
beslissing van de Commissie Voorwaardelijke Invrijheidsstelling heeft
dat recent heel duidelijk bewezen. Die Commissie, die met kennis van
zaken heeft gewerkt en bestaat uit een multidisciplinair team die
experts kan raadplegen, had gezegd dat het niet aangewezen was
hem voorwaardelijk in vrijheid te stellen. Ook uw administratie had dat
eigenlijk gezegd wanneer zij besliste dat hij niet in aanmerking kwam
voor elektronisch toezicht. Dan is eigenlijk de vaststelling dat hij voor
de enkelband te gevaarlijk was, maar dat er zonder enkelband geen
risico was.
Ik kom tot het voornaamste argument ten aanzien van de verklaringen
die u hebt afgelegd, mevrouw de minister. U hebt gezegd dat dit te
verantwoorden is omdat het penitentiair verlof een belangrijke stap is
in de mogelijke reïntegratie van Murat Kaplan met het oog op zijn
vrijlating. Daar hebt u, naar mijn aanvoelen, een fundamentele
vergissing gemaakt, in die zin dat Kaplan op korte termijn niet zal
vrijkomen. De Commissie Voorwaardelijke Invrijheidsstelling heeft zijn
VI geweigerd, wat betekent dat hij in principe tot 2009 zijn
gevangenisstraf zal moeten uitzitten.
Het voornaamste argument, mevrouw de minister, is dat hem
inderdaad een proces boven het hoofd hangt. Dat proces had
eigenlijk al moeten plaatsvinden. Ik deel het standpunt van collega
Marinower dat op die manier het probleem hoe dan ook had kunnen
worden voorkomen. Er is een proces vanwege zwaarwichtige feiten,
diefstal met geweld, diefstal met bedreiging, diefstal met gebruik van
wapens en diefstal met gebruik van verzwarende omstandigheden, in
staat van herhaling. Dat betekent, collega's, dat bij normale
01.05 Tony Van Parys (CD&V):
Dans le cadre du développement
de ces questions, et en dehors de
celui-ci, chacun est unanime à se
demander pourquoi un congé
pénitentiaire a été accordé en
l'espèce. Murat Kaplan est connu
comme le roi de l'évasion et il avait
montré précédemment qu'il ne
respectait pas les conditions du
congé dont il avait bénéficié. Les
experts de la commission de
Libération conditionnelle et ceux
qui sont appelés à accorder ou
non le bénéfice d'un contrôle
électronique en étaient tout aussi
conscients. Mais la ministre a
superbement ignoré ces éléments
négatifs.
Si la ministre a estimé qu'un
congé pénitentiaire était
nécessaire à la réinsertion de
Kaplan, elle s'est trompée: Kaplan
ne devait pas être libéré à court
terme puisque sa libération
conditionnelle avait été refusée. Il
devait donc purger sa peine
jusqu'à 2009. Par conséquent, la
question de sa réinsertion sociale
ne présentait aucun caractère
d'urgence.
Elément plus important encore:
Kaplan doit répondre d'un
nouveau vol avec circonstances
aggravantes pour lequel il est
passible d'une peine de trois à
cinq ans. S'il avait été statué plus
rapidement sur ce nouveau délit,
on aurait donc pu éviter son
évasion. Quoi qu'il en soit, un
individu tel que Kaplan n'entre pas
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
vooruitzichten een dergelijke aanklacht, rekening houdend met het
verleden van Kaplan, aanleiding geeft tot een gevangenisstraf tussen
drie en vijf jaar. Dat betekent bovendien in dit geval dat Kaplan niet
meer in aanmerking kan komen voor
voorwaardelijke
invrijheidsstelling of penitentiair verlof.
Dit betekent dus eigenlijk dat men vandaag wist en ook op het
ogenblik van de beslissing reeds wist dat Kaplan niet meer vrij kon
komen. Het argument van de reïntegratie houdt dus geen steek want
Kaplan had geen enkel perspectief op vrijlating. Het vonnis kwam
eraan en het had er eigenlijk al moeten zijn.
Het is de vaststelling van mijn fractie en van mezelf, mevrouw de
minister, dat er eigenlijk geen enkel juridisch, objectief of redelijk
argument bestond om Kaplan penitentiair verlof toe te kennen. De
vraag die wij u allemaal willen stellen, is waarom u dat dan wel hebt
gedaan. Dit is wat u ons hier moet uitleggen.
en considération pour bénéficier
d'un congé pénitentiaire.
Aucun motif rationnel ne justifie
donc l'octroi d'un tel congé.
Pourquoi, dès lors, la ministre
Onkelinx en a-t-elle malgré tout
pris la décision?
01.06 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, je vous remercie d'avoir accepté que cette réunion de
commission ait lieu. Il était nécessaire d'apporter toute la clarté sur ce
dossier et d'échanger un certain nombre d'explications ce matin.
Venons-en directement au cas visé par la question.
Madame la ministre, comment expliquez-vous qu'un congé ait été
octroyé alors que la commission de libération conditionnelle avait
refusé la libération conditionnelle mais aussi la surveillance
électronique. Quels sont les nouveaux arguments qui vous ont
décidée à octroyer le congé, alors que vous aviez vraisemblablement
été informée de la décision de la commission de libération
conditionnelle? Quels sont les arguments qui leur ont permis de
refuser la libération conditionnelle mais aussi la surveillance
électronique alors que vous-même accordez le congé? Quels avis
avez-vous recueillis de votre côté? Ces avis étaient-ils positifs? Un
rapport a-t-il été transmis? Une enquête sociale a-t-elle été
demandée? Disposiez-vous des mêmes informations que la
commission de libération conditionnelle?
J'en viens aux explications que j'ai pu lire dans la presse. Selon vous,
le fait qu'on lui refuse sa libération conditionnelle et une surveillance
électronique ont certainement été les éléments qui l'ont amené à ne
pas réintégrer la prison dimanche dernier. Je ne peux évidemment
pas me satisfaire de tels arguments, en ce sens que la libération
conditionnelle et une surveillance électronique sont des possibilités
dans le cadre de la détention mais ne sont en aucun cas des droits.
J'imagine que vous prenez ces éléments en considération lors de
l'octroi ou non d'un congé. Si l'on craignait qu'il ne réintègre pas la
prison à la suite de cette décision de la commission de libération
conditionnelle, le congé n'aurait peut-être pas dû être octroyé. En tout
cas, ces éléments devaient être pris en considération dans le cadre
du congé en plus du dossier pénal toujours pendant, dont il vient
d'être fait mention.
À la suite des discussions de la commission de la Justice, la loi du 17
mai 2006 a été adaptée pour prévoir la possibilité d'imposer des
conditions particulières lorsqu'une personne bénéficie d'un congé. Les
01.06 Melchior Wathelet (cdH):
Waren er nieuwe argumenten om
de heer Murat Kaplan penitentiair
verlof toe te kennen, terwijl hem
eerder de voorwaardelijke
invrijheidstelling en het
elektronisch toezicht werden
geweigerd? Waarom kon hij geen
aanspraak maken op die twee
mogelijkheden? Werden er
adviezen ingewonnen? Waren
deze positief? Werd een
maatschappelijke enquête
gevoerd? Beschikte u over
dezelfde informatie als de
Commissie voor voorwaardelijke
invrijheidstelling?
Volgens u heeft de weigering om
Murat Kaplan voorlopig in vrijheid
te stellen en hem onder
elektronischt toezicht te plaatsen
een rol gespeeld in het feit dat hij
niet naar de gevangenis is
teruggekeerd. Zou men niet
veeleer met die weigeringen
rekening hebben moeten houden
bij de beslissing om hem al dan
niet penitentiair verlof toe te
kennen, temeer daar er nog altijd
een strafdossier hangende is?
Zou de elektronische enkelband
niet kunnen worden opgenomen in
de bijzondere voorwaarden waarin
de wet van 17 mei 2006 voor het
penitentiair verlof voorziet?
Zou de analyse in verband met de
toekenning van het penitentiair
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
termes repris dans le texte de la loi sont assez larges.
Par exemple cela me semble une très bonne piste , ne pourrait-on
imposer le bracelet électronique comme condition particulière dans le
cadre d'un congé? Avec la conséquence assez paradoxale qu'une
personne qui ne peut bénéficier d'une sortie avec bracelet
électronique peut bénéficier d'une sortie sans bracelet électronique.
Madame la ministre, vous avez beaucoup parlé de l'équilibre entre la
protection de la société et la liberté individuelle. Pour atteindre cet
équilibre, ne pourrait-on imaginer que certains congés doivent se faire
avec un bracelet électronique pour permettre à la réinsertion
éventuelle dans la société d'être effective tout en garantissant une
certaine sécurité pour la société?
Les mots repris à l'article 12 concernant les conditions d'octroi du
congé peuvent-ils couvrir cette possibilité?
Nous avons beaucoup discuté du champ d'application dans le cadre
de la loi que nous avons adoptée au Parlement concernant les
tribunaux et les juges d'application des peines. J'avais regretté que le
champ d'application était assez étroit et je souhaitais y ajouter un
certain nombre de modalités d'exécution de la peine. Nous devons
également réfléchir au fait que la permission de sortie puisse, à
certains moments de la procédure ou dans certaines circonstances,
être analysée par les tribunaux ou les juges d'application des peines
car un certain nombre d'avis doivent être recueillis. Il s'agit de
professionnels et les motivations sont liées à la juridiction. Je pense
donc qu'il serait opportun, dans un souci de cohérence du système,
d'accorder ces compétences aux tribunaux et juges d'application des
peines.
Le dernier élément concerne le caractère systématique du congé.
Dans le cadre de la circulaire de 1984 à laquelle il a été fait référence
tout à l'heure, on prévoit que l'accord du congé porte non seulement
sur le premier congé mais également sur les congés suivants,
jusqu'au terme de la détention.
Ne conviendrait-il pas de revoir le caractère systématique de l'octroi
du congé j'avais plaidé en ce sens en commission , surtout lorsque
des éléments aussi importants que le non-octroi d'une libération
conditionnelle ou le non-octroi d'une surveillance électronique ou un
nouveau dossier pendant au niveau correctionnel voient le jour? À
mon sens, voilà des éléments qui, dans de telles circonstances,
forcent à revoir le caractère systématique de l'octroi du congé
pénitentiaire.
Je résume mes trois questions.
1. Que recouvrent exactement ces conditions imposées au congé? Le
bracelet électronique en fait-il partie?
2. Dans un souci de cohérence, ne serait-il pas préférable que ces
congés et permissions fassent l'objet de débats au sein des
institutions nouvellement créées, dont le tribunal d'application des
peines, sous un volet professionnel "cohérence et cohésion des
décisions?"
3. Ne convient-il pas de remettre en question l'aspect répétitif du
congé, particulièrement quant à l'information des victimes et surtout
lorsque de nouveaux éléments importants apparaissent, comme le
verlof in bepaalde
omstandigheden, ter wille van de
coherentie, niet moeten gebeuren
door de strafuitvoeringsrechtbank
of de strafuitvoeringsrechter?
Zou ten slotte het stelselmatig
karakter van het penitentiair verlof
de toekenning van het eerste
verlof houdt in dat het ook de
volgende keren wordt toegekend
niet moeten worden herzien,
vooral als geweigerd wordt de
betrokkene voorlopig in vrijheid te
stellen en hem onder elektronisch
toezicht te plaatsen en er nog een
strafdossier hangende is?
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
refus d'une libération conditionnelle, d'une surveillance électronique
ou un nouveau dossier pendant au correctionnel?
01.07 Thierry Giet (PS): Madame la ministre, ce qui fait l'objet de
toutes ces questions est désormais bien connu, à savoir le non-retour
du sieur Kaplan à la fin de son congé pénitentiaire. Je ne souhaite pas
m'attarder sur les circonstances. Il convient que le Parlement soit
d'abord éclairé sur le cas particulier de Murat Kaplan. Chacun sollicite
de votre part des renseignements sur les antécédents judiciaires et
sur la situation de l'intéressé par rapport à la peine à purger, par
rapport à la libération conditionnelle, par rapport à la réglementation
sur les congés pénitentiaires.
Il nous paraît aussi utile de manière plus générale que vous puissiez
éclairer cette commission sur la politique menée en cette matière
particulièrement sensible, dans laquelle il faut faire la part des choses
entre un souci de réinsertion et la nécessité de punir. À ce stade,
madame la présidente, je crois que toute autre considération ou
conclusion serait malvenue.
01.07 Thierry Giet (PS): Het
Parlement moet eerst meer uitleg
krijgen over deze kwestie, over het
gerechtelijk verleden van Murat
Kaplan, over diens situatie ten
aanzien van de straf die hij moet
uitzitten, over de voorwaardelijke
invrijheidstelling en over de
regelgeving inzake het penitentiair
verlof.
Tevens moet het worden
geïnformeerd over het beleid dat
in deze netelige aangelegenheid
wordt gevoerd, waarbij men zowel
oog moet hebben voor de
resocialisatie als voor de
bestraffing van de betrokkenen.
In dit stadium zou elke andere
overweging ongepast zijn.
01.08 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, madame la
ministre, le caractère spectaculaire de la poursuite de Murat Kaplan,
la personnalité et l'histoire de ce détenu amènent à se poser des
questions sur les circonstances de l'octroi de ce congé pénitentiaire,
objet de notre débat de ce jour.
À ce stade, je voudrais préciser que, selon moi, le système des
congés pénitentiaires n'est pas à remettre en question. Je serais
néanmoins attentive à vos réponses. Par ailleurs, je voudrais être
éclairée sur les circonstances précises de l'octroi du quatrième congé
pénitentiaire à M. Kaplan.
Vous avez déclaré que cette évasion aurait pu être motivée par deux
décisions, prises à quelques jours d'intervalle, de lui refuser la
surveillance électronique et la libération conditionnelle. Néanmoins,
parallèlement à ce refus c'est là que se situe le paradoxe relevé par
d'autres collègues également , on maintient le congé pénitentiaire.
N'y a-t-il pas là une contradiction, d'autant que ce détenu est réputé
pour ses tentatives ou ses évasions réussies?
Dès lors, madame la ministre, confirmez-vous ces deux décisions (la
surveillance électronique et la libération conditionnelle) et le lien
chronologique avec l'octroi du congé pénitentiaire?
Dans quelles circonstances ce congé pénitentiaire a-t-il pu être
accordé? Étiez-vous consciente du risque présenté par celui qu'on
appelle le "roi de la cavale"? Ce surnom dit bien de quel genre de
personnage il s'agit.
Quelle a été la procédure suivie tant pour la décision du refus de la
libération conditionnelle et de la surveillance électronique que pour
l'octroi du congé pénitentiaire?
01.08 Marie Nagy (ECOLO):
Gelet op het spectaculaire
karakter van de ontsnapping en de
persoonlijkheid van de
gedetineerde kan men in dit
welbepaalde geval vraagtekens
plaatsen bij de toekenning van het
verlof, doch de regeling inzake het
penitentiair verlof wordt niet ter
discussie gesteld.
Wat is de toedracht van de
toekenning van dat vierde
penitentiair verlof? Is er geen
tegenstrijdigheid tussen de
weigering om de betrokkene
voorlopig in vrijheid te stellen en
hem onder elektronisch toezicht te
plaatsen, wat, volgens u, hem tot
de ontsnapping zou hebben
aangezet, en de handhaving van
het penitentiair verlof, vooral als
men weet dat het "de koning van
de ontsnappingen" betreft?
Bevestigt u de weigering inzake de
voorlopige invrijheidstelling en het
elektronisch toezicht?
Welke procedure wordt gevolgd
voor de toekenning van dat verlof
en voor de weigering inzake de
voorlopige invrijheidstelling en het
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Par ailleurs, madame la ministre, pour placer ce fait exceptionnel
dans un contexte plus général, combien de jours de congé
pénitentiaire sont-ils accordés par an? Pour combien de détenus?
Combien de faits de non-respect des conditions de ce congé par les
détenus ont-ils été constatés?
elektronisch toezicht?
Hoeveel dagen penitentiair verlof
worden per jaar en per
gedetineerde toegekend? In
hoeveel gevallen houden de
betrokkenen zich niet aan de
voorwaarden met betrekking tot
dat verlof?
01.09 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, de sp.a-
fractie wil van de gelegenheid gebruikmaken om een aantal vragen te
stellen en u de kans te geven om uw beslissing penitentiair verlof toe
te kennen, toe te lichten. Voorts willen wij te weten komen op basis
van welke elementen en adviezen u de beslissing hebt genomen,
idem dito voor de voorgaande penitentiaire verloven en
uitgaansvergunningen. Er is sprake van drie penitentiaire verloven
voorafgaand aan die van het voorbije weekend en een aantal
vergunningen om de gevangenis te verlaten; sp.a wil de elementen
terzake kennen.
We stellen vast dat bepaalde collega's de toelichting niet meer nodig
hebben en reeds een oordeel hebben geveld. Vraag is waarom op
deze bloedhete zomerdag de commissie nog moet samenkomen.
Blijkbaar willen sommigen uit de oppositie de zomer en de
gemeenteraadsverkiezingen ingaan met de scalp van een minister op
de totempaal. Dat is als dusdanig nog enigszins voorbarig.
Eerste element, in 2003 werden meer dan 9.000
uitgaansvergunningen toegekend, om en bij de 12.000 penitentiaire
verloven in België. In 3% van de gevallen loopt het fout.
Tweede element, we moeten opletten bepaalde andere collega's
hebben dit reeds aangestipt dat we het kind niet met het badwater
weggooien. In ons systeem is penitentiair verlof een belangrijk
element om ervoor te zorgen dat gedetineerden voorbereid worden op
een terugkeer naar de samenleving en een bepaalde band behouden
met de samenleving en de familiale omgeving.
Derde element, Murat Kaplan is een naam die doet sidderen en
beven. Die overweging kan ook meespelen. Het is ook een element
dat meespeelt in de bijzondere aandacht en mediatisering die uitgaat
van het dossier en de aandacht die de collega's voor het dossier
hebben. Afgelopen weekend is uit de gevangenis van Brugge een
andere gedetineerde ontsnapt, Niek Bergmans, ook geen kerstekind
en aan een derde ontsnapping toe. We stellen vast dat hieraan heel
wat minder aandacht wordt besteed. Bepaalde collega's maken, mijns
inziens, een andere afweging.
(...): (...)
01.09 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Le groupe sp.a souhaite poser
quelques questions à la ministre et
lui permettre d'expliquer en vertu
de quels éléments ou avis elle a
décidé d'accorder un congé
pénitentiaire à Murat Kaplan et sur
la base de quels avis il avait
bénéficié de congés précédents. A
entendre certains collègues de
l'opposition, il semble qu'ils aient
décidé de se passer de tout
éclaircissement et que leur opinion
soit faite. Pourquoi fallait-il alors
convoquer la commission?
Plus de 9.000 autorisations de
sortie et quelque 12.000 congés
pénitentiaires ont été accordés en
2003. Des problèmes se sont
posés dans environ 3% des cas. Il
faut prendre garde à ne pas jeter
le bébé avec l'eau du bain car le
congé pénitentiaire est important
pour la préparation du retour à la
vie en société.
Indéniablement, Murat Kaplan est
connu du grand public et pas de la
meilleure des façons. La ministre a
pu en tenir compte pour prendre la
décision de lui accorder un congé.
L'image publique de l'intéressé
explique aussi la médiatisation de
l'affaire. Un détenu s'est
récemment échappé de la prison
de Bruges mais on y a accordé
beaucoup moins d'intérêt.
De voorzitter: (...)
01.10 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Dank u, mevrouw de voorzitter. Ik
neem aan dat mijn spreektijd wordt gecompenseerd.
Kon een week geleden de beslissing om de heer Kaplan penitentiair
verlof toe te kennen, op basis van adviezen worden gerechtvaardigd,
01.10 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Pour évaluer la décision, il
convient de retourner au moment
où celle-ci a été prise. Toute
évaluation à un moment où l'on
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
dan wordt daar deze week wellicht anders tegen aangekeken. We
moeten ons, mijns inziens, terugplaatsen naar dat ogenblik. Uiteraard,
de man is weggelopen. Als dusdanig is dat een overweging die
meespeelt. Men moet zich immers plaatsen op het ogenblik dat de
beslissing is genomen.
Iets fundamenteler, en voor de toekomst, moet men zich toch ook de
vraag stellen die ook collega Wathelet al heeft gesteld: is het eigenlijk
wel nog aan de minister van Justitie om een beslissing te nemen
inzake penitentiaire verloven? Zou het niet beter zijn ook die
bevoegdheid toe te kennen aan strafuitvoeringsrechtbanken die op
basis van de dossiers die voor hen liggen een afweging kunnen
maken? De commissie-Holsters, die de wet op de externe
rechtspositie van de gedetineerden heeft voorbereid, de wet van 17
mei laatstleden, was van oordeel dat op basis van het feit dat het om
zoveel dossiers gaat, het niet mogelijk is dat naar de
strafuitvoeringsrechtbanken door te schuiven.
Maar wij moeten daar ook eerlijk in blijven: ongeacht het aantal
positieve adviezen en indicaties die er in een dossier kunnen zijn, zal
het op het moment dat het fout loopt altijd de minister zijn die
daarvoor verantwoording moet komen afleggen. Het is hier niet de
gevangenisdirecteur, het is niet de personeelsconferentie die hier
verantwoording komt afleggen, het is de minister van Justitie.
Ongeacht wie er op die stoel zit, of het nu mevrouw Onkelinx is, de
heer Verwilghen, de heer Van Parys, of de heer Wathelet senior, het
is de minister die daarover toelichting moet komen geven.
Wij hebben gezien, in verband met de beslissing tot voorwaardelijke
invrijheidsstelling dat, door die door te schuiven naar een
strafuitvoeringsrechtbank of op dit ogenblik nog: de commissie voor
voorwaardelijke invrijheidsstelling er een serener debat ontstaat
over dit soort aangelegenheden en dat men ook de kans krijgt dat in
een duidelijker rechtskader te situeren. Ook wat dat betreft, zou onze
oproep toch ook zijn de wet op de externe rechtspositie van de
gedetineerden eens te bekijken om te zien of die niet eerder in
werking kan treden dan de datum die bepaald was om ook wat dat
betreft sneller naar dat duidelijker rechtskader te kunnen gaan.
sait que l'intéressé a abusé de son
congé constitue évidemment un
exercice plus facile. Par ailleurs,
est-ce vraiment la mission d'un
ministre de la Justice de décider
de l'octroi de congés
pénitentiaires? Ne serait-il pas
préférable qu'une telle décision
soit prise par un tribunal
d'exécution des peines? La
commission Holsters, qui a
effectué les travaux préparatoires
à la loi du 17 mai 2006, a jugé
qu'une telle formule était
impossible compte tenu du
nombre trop élevé de dossiers.
Dans le cadre de la
réglementation actuelle, le ministre
de la Justice sera toujours amené
à se justifier en cas d'incident,
indépendamment du nombre
d'avis positifs versés au dossier.
D'ici peu, les décisions de
libération conditionnelle
ressortiront au tribunal d'exécution
des peines. Voilà qui permettra un
débat plus serein et la mise en
place d'un cadre juridique plus sûr.
Je plaide dès lors en faveur d'un
réexamen et d'une mise en oeuvre
accélérée du statut juridique
externe des détenus. L'existence
d'un cadre juridique clair servira
les intérêts de tous.
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Casaer. De twintig seconden van de onderbreking waren erbij
inbegrepen. Als laatste in de rij spreekt de heer Muls.
01.11 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, een beslissing over het al dan niet toekennen van
penitentiair verlof is een moeilijke beslissing. Het is een afwegen van
pro's en contra's. Ik kan begrijpen dat dit niet de meest aangename is
van de taken of de bevoegdheden van een minister.
Mevrouw de minister, zoals u weet ik heb het al verschillende keren
herhaald ben ik een groot voorstander van de wet op de
voorwaardelijke invrijheidstelling. Deze wet biedt zowel voor de
maatschappij als voor de slachtoffers de garantie dat iemand die
veroordeeld is tot een gevangenisstraf en die gevangenisstraf uitzit
vroeger kan vrijkomen in een testperiode, dat er een controle daarop
komt en als de controle negatief uitloopt de veroordeelde opnieuw
naar de gevangenis kan. Dat is ook een argument tegen degenen die
ervoor pleiten om een gevangenisstraf sowieso tot het einde uit te
zitten. In dat geval worden mensen vrijgelaten en is er geen enkele
01.11 Walter Muls (sp.a-spirit):
Nul ici présent ne niera que la
décision d'octroyer ou de refuser
un congé pénitentiaire ne fait pas
vraiment partie des obligations les
plus agréables qu'ait à remplir un
ministre de la Justice. En ce qui
me concerne, je suis un partisan
convaincu du système de la
libération conditionnelle qui permet
d'assortir la libération de quelques
conditions strictes. Et lorsqu'il
ressort du contrôle systématique
qui est opéré que ces conditions
ne sont que partiellement
respectées, voire pas du tout, un
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
controle meer op, terwijl de wet op de voorwaardelijke
invrijheidstelling in een controle voorziet die minstens twee jaar loopt
en kan lopen tot tien jaar, zelfs verder dan het restant van de straf dat
men nog moest uitzitten.
Het is vooral omdat ik een voorstander ben van dit systeem dat ik
nogal bezorgd ben over de implicaties van dit dossier, namelijk dat
het kind met het badwater zal worden weggegooid en dat wij tot een
systeem zullen komen waarin de voorwaardelijke invrijheidstelling zal
worden teruggeschroefd. Het penitentiair verlof, in de aanloop van de
voorwaardelijke invrijheidstelling, heeft zijn functie en zijn nut
bewezen. Vanuit die bezorgdheid wil ik u twee vragen stellen.
Ten eerste, bent u van oordeel dat een penitentiair verlof kan worden
toegekend als er geen voorwaardelijke invrijheidstelling in het
vooruitzicht is?
Ten tweede, indien een penitentiair verlof wordt toegekend kort nadat
een voorwaardelijke invrijheidstelling is geweigerd door de Commissie
Voorwaardelijke Invrijheidstelling, wat is dan de positie van de
Commissie Voorwaardelijke Invrijheidstelling?
retour en cellule peut à tout
moment être décidé. Lorsque la
peine a été intégralement purgée,
aucune forme de contrôle n'est
plus possible. J'espère dès lors de
tout coeur que ce dossier n'aura
pas d'incidence négative sur le
principe de la libération
conditionnelle. Il ne faut pas jeter
le bébé avec l'eau du bain.
J'estime que l'utilité du congé
pénitentiaire en vue d'une
libération conditionnelle n'est plus
à prouver. La ministre estime-t-elle
qu'un congé pénitentiaire peut être
octroyé en dehors de toute
perspective de libération
conditionnelle? L'octroi d'un congé
pénitentiaire dans la foulée du
refus par la commission
compétente d'accorder une
libération conditionnelle ne
constitue-t-il pas un camouflet
pour cette dernière?
01.12 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente,
mesdames, messieurs les députés, plusieurs d'entre vous m'ont
interpellée sur la situation personnelle de Murat Kaplan, qui n'a pas
réintégré la prison d'Ittre à la suite du dernier congé pénitentiaire qui
lui a été accordé que je lui ai accordé, devrais-je dire! Autant être
claire d'emblée, cette décision est la mienne, je la porte, je l'assume.
Il n'est pas dans mes habitudes de me cacher derrière qui que ce soit,
comme d'aucuns ont pu le faire jadis, dans des circonstances
analogues. Je pense que gouverner, c'est décider et c'est assumer sa
décision. Gouverner, c'est aussi venir devant vous et, loin de
l'agitation du dehors, des appétits de crise de certains, expliquer
sereinement comment et pourquoi j'ai pris une décision que certains
me reprochent aujourd'hui d'avoir prise.
Pour vous le faire comprendre, je vais d'abord vous décrire la
situation de Murat Kaplan. Ensuite, parce qu'au-delà d'une situation
individuelle il y a toute une politique, je vous ferai part de mes choix et
des chiffres. Enfin, je terminerai par l'affirmation des convictions qui
sont les miennes et qui fondent l'idéal qui me conduit au quotidien à
essayer, avec humilité, de réaliser l'intérêt général.
Quel est l'état du dossier individuel qui m'a été présenté? Murat
Kaplan est un délinquant, c'est une évidence. Il a fait l'objet de
plusieurs condamnations entre 1981 et 1998 pour vol avec violence et
effraction, port d'arme prohibée et coups et blessures volontaires. La
peine la plus sévère prononcée à son encontre en 1998 a été de
quatre ans et demi à la suite de sa spectaculaire évasion de la prison
de Saint-Gilles, laquelle a donné lieu à une cavale de 12 jours. Ce
n'était d'ailleurs pas la première fois qu'il s'évadait. Tel avait déjà été
le cas en 1983 de la prison de Forest, en 1987 lors d'une extraction
vers les locaux de la gendarmerie, en 1988 des locaux de la
gendarmerie et en 1991 de la prison de Verviers.
01.12
Minister Laurette
Onkelinx: Ik heb de beslissing
genomen om aan Murat Kaplan
penitentiair verlof toe te kennen,
na afloop waarvan hij niet naar de
gevangenis is teruggekeerd. Ik
neem de verantwoordelijkheid van
die beslissing op mij.
Murat Kaplan is een recidiverend
delinquent, maar dat maakt van
hem nog geen moordenaar.
Hij is 44 jaar oud en met
uitzondering van zijn
ontsnappingen en de
voorwaardelijke invrijheidstelling
die hem werd toegekend, zat hij
sinds 1981 opgesloten in de
gevangenis. Als hij tegen dan
geen enkele andere veroordeling
oploopt, zal hij op 21 oktober 2009
vrijkomen. Tussen 1994 en 2005
heeft hij zijn straf zonder
noemenswaardige problemen
uitgezeten. Hij werd op 6 april
2003 voorlopig in vrijheid gesteld.
Op 20 april 2005 werd hij op
heterdaad betrapt in Londerzeel.
Zijn voorlopige invrijheidstelling
werd bijgevolg ingetrokken.
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Il faut aussi, cela a été demandé, s'attarder sur le profil pénal de
l'intéressé. Il a collectionné les condamnations qui se sont
accumulées au point d'arriver, déduction faite d'une mesure de grâce
collective, à un total de 21 ans et 1 mois.
Murat Kaplan, âgé aujourd'hui de 44 ans, est entré en prison en 1981.
Une première remarque doit être faite, même si elle va à contre-
courant d'une image solidement ancrée dans l'opinion: Murat Kaplan
est certes un délinquant d'habitude mais il ne fait pas partie de ces
gibiers de cours d'assises qui, presque chaque semaine en Belgique,
sont condamnés pour un seul fait à une peine de 20 ou 30 ans de
prison. Murat Kaplan n'est pas Marc Dutroux, ni un assassin. Cela
aussi, il faut le dire!
Si l'on excepte ses évasions et la libération conditionnelle qui lui a été
accordée et qui a été révoquée, il est en prison sans discontinuer
depuis 1981. Quoi qu'il arrive, il sera à fond de peine le 21 octobre
2009, que cela plaise ou non. Si aucune autre condamnation
n'intervient d'ici là, cet homme sera libre. Il lui reste aujourd'hui trois
ans et trois mois à effectuer. En l'état actuel du dossier, il a donc
presté plus des quatre cinquièmes de sa peine.
Entre 1994 et 2005, soit pendant 11 ans, il a purgé sa peine sans
poser de problème majeur. On en veut d'ailleurs pour preuve qu'après
15 ans de détention, l'intéressé a été libéré conditionnellement le
6 avril 2003 par la commission de libération conditionnelle. Il est donc
resté en liberté d'avril 2003 à avril 2005.
Selon les rapports de guidance, l'évolution de l'intéressé était positive,
tout au plus lui a-t-on reproché le vol d'un cd dans une grande surface
en décembre 2003, ce qui lui a valu, en janvier 2004, un
avertissement de la commission de libération conditionnelle.
Le 20 avril 2005, il est toutefois arrêté en flagrant délit, alors qu'il
tentait avec un complice de voler, la nuit, des planches dans un dépôt
à Londerzeel. À cette occasion, Murat Kaplan est blessé au visage
par une balle tirée par les forces de l'ordre. Il a été placé sous mandat
d'arrêt le 22 avril 2005 du chef de vol avec violence, effraction et port
d'arme prohibée. Ce mandat d'arrêt a été levé le 29 juin 2005 ainsi
que celui de son complice.
La libération conditionnelle de Murat Kaplan a cependant, et fort
logiquement, été révoquée à la suite de ces faits. Cette affaire est
toujours pendante. L'instruction est clôturée, le parquet a rendu son
réquisitoire et l'audience pour le règlement de la procédure a été fixée
à la rentrée judiciaire.
Ici, un petit arrêt sur image: l'existence de cette procédure ne rend-
elle pas impossible l'octroi d'un congé supplémentaire? La réponse
est clairement non. Cela ressort d'une circulaire de mon
prédécesseur, Marc Verwilghen, édictée en février 2003. Et j'ajoute
que c'est logique.
Depuis sa réincarcération en avril 2005, Murat Kaplan n'a fait l'objet
d'aucun rapport disciplinaire et a eu un comportement irréprochable
en détention. Tel n'était pas le cas par le passé.
Die zaak is nog altijd in
behandeling. Die procedure maakt
het echter niet onmogelijk om een
bijkomend verlof toe te kennen.
Nadat ik een gunstig advies had
ontvangen van de commissie van
het personeel van de gevangenis
en nadat de met het dossier van
de zaak in Londerzeel belaste
onderzoeksrechter had bevestigd
geen bezwaar tegen een
dergelijke maatregel te hebben,
heb ik beslist de betrokkene een
eerste dag penitentiair verlof toe te
kennen.
Tijdens dat eerste penitentiair
verlof hebben zich, net als bij de
twee volgende, geen problemen
voorgedaan. Kaplan heeft
bovendien 13 uitgangs-
vergunningen om medische
redenen gekregen. Het bestuur
der Strafinrichtingen heeft me in
juni jongstleden voorgesteld om
hem het recht op het elektronisch
toezicht toe te kennen en hem
ondertussen systematisch
penitentiair verlof te verlenen. Ik
heb beslist dat voorstel niet te
volgen en heb hem enkel een
nieuw verlof van twee dagen
toegekend dat hij in juli diende op
te nemen. Om dezelfde redenen
leek het me nog te vroeg voor een
voorwaardelijke invrijheidstelling.
De commissie voor de
voorwaardelijke invrijheidstelling is
me daarbij gevolgd. Op 13 juli
werd Kaplan van die beslissing op
de hoogte gesteld. Daags nadien
genoot hij een nieuwe
uitgangsvergunning om zich naar
het ziekenhuis te begeven. Hij is
zonder problemen naar de
gevangenis teruggekeerd.
Zondagavond op het einde van
de tweede dag van zijn vierde
penitentiair verlof dus is Murat
Kaplan dan niet meer naar de
gevangenis teruggekeerd. Tussen
7 februari en 14 juli 2006 had hij
nochtans 17 keer de voorwaarden
om de gevangenis tijdelijk te
verlaten nageleefd.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
En novembre 2005, la commission du personnel de la prison a rendu
un avis positif à l'unanimité pour l'octroi d'un premier jour de congé
pénitentiaire (36 heures) en prenant en considération les éléments
suivants: un milieu d'accueil familial désormais stable auprès de sa
nouvelle compagne, une possibilité concrète d'emploi, la poursuite en
prison du suivi psychologique entamé pendant sa libération
conditionnelle, la poursuite pendant la détention de l'indemnisation
des parties civiles et une prise de conscience de la gravité des faits
commis.
Cette proposition de congé a fait l'objet d'un avis partagé de mon
administration. Alors qu'il n'y avait aucune obligation légale, l'avis des
autorités judiciaires a été sollicité. Par courrier du 29 décembre 2005,
le juge d'instruction en charge du dossier de Londerzeel a écrit: "Pour
ma part, il ne me semble pas que l'affaire en instruction dans mon
cabinet soit de nature à faire obstacle à une quelconque mesure en
faveur de Murat Kaplan".
J'ai pesé dans ce dossier le pour et le contre, comme chacun d'entre
vous ici, me semble-t-il, l'aurait fait. Après cet examen, j'ai décidé de
lui accorder un premier jour de congé pénitentiaire, assorti de
nombreuses conditions et moyennant une double évaluation: interne,
par l'assistante sociale de la prison et externe, par l'assistante de
justice.
Ce premier congé pénitentiaire du 7 février 2006 s'est déroulé sans
aucun problème et a été suivi en avril de deux autres congés aux
mêmes conditions. Par ailleurs, vous devez savoir qu'il s'est vu
accorder depuis mars 2006 treize permissions de sortie pour raisons
médicales. Celles-ci sont limitées dans le temps et justifiées par un
traitement nécessité en raison des blessures reçues à Londerzeel. Il a
toujours réintégré la prison à l'heure fixée.
Ses congés pénitentiaires ayant été évalués positivement,
l'administration pénitentiaire m'a proposé en juin dernier d'accorder à
Murat Kaplan le bénéfice de la surveillance électronique et, dans
l'intervalle, l'octroi systématique de congés pénitentiaires, c'est-à-dire
trois jours tous les trois mois. Une fois encore, j'ai pesé le pour et le
contre. Eu égard à ses antécédents et entre autres à l'affaire de
Londerzeel, j'ai décidé de ne pas suivre cette proposition. Cela me
semblait prématuré. J'ai considéré que l'intéressé devait faire ses
preuves progressivement et je me suis donc limitée à lui accorder un
nouveau congé de deux jours à prendre en juillet.
Un premier jour de congé a été pris le 8 juillet sans problème. Dans le
même ordre d'idées, j'ai considéré qu'il était également prématuré
qu'il soit libéré conditionnellement. Puisque la question m'a été posée,
j'ai émis un avis défavorable à cette libération. La commission de
libération conditionnelle m'a suivie. Murat Kaplan en a été informé le
13 juillet. Le lendemain, il bénéficiait d'une nouvelle permission de
sortie pour se rendre à l'hôpital. Il a réintégré la prison normalement.
Le week-end dernier, il bénéficiait du deuxième jour de son quatrième
congé pénitentiaire et devait réintégrer la prison dimanche soir, ce
qu'il n'a pas fait. C'est un fait. Nous ne vivons pas dans un monde
parfait, nous ne vivons pas dans un monde où les règles sont
respectées par tous. Nous vivons dans un monde où certains posent
Zondagavond heeft hij het
vertrouwen geschonden dat in
hem werd gesteld, wellicht uit
machteloze woede omdat hij niet
kon rekenen op de mildheid van
de autoriteiten, mildheid die ik als
een vorm van laksheid zou hebben
beschouwd.
Hij heeft ons, en mijzelf, ongelijk
gegeven. Vrijdag had niemand dat
echter kunnen bevroeden.
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
des actes contraires à leurs propres intérêts. Murat Kaplan est sorti
de prison dix-sept fois entre le 7 février 2006 et le 14 juillet 2006. Il a
respecté les règles à dix-sept reprises. Dimanche soir, il a trahi la
confiance qui lui était faite. Il l'a trahie sans doute par dépit de ne pas
bénéficier de la mansuétude de l'autorité, une mansuétude que
j'aurais considérée en l'état comme une forme de laxisme.
Il nous a il m'a donné tort mais cela, vendredi encore, personne
ne pouvait le savoir!
Ik wil ook aan de heer Van Parys zeggen dat, ten aanzien van artikel
144ter van het Gerechtelijk Wetboek, het federaal parket niet
onmiddellijk tussen beide moest komen voor de onderzoeken. Deze
onderzoeken werden gecoördineerd door het parket van Nijvel dat,
indien nodig, zich tot andere parketten kan wenden. Het kan zich ook
tot het federaal parket wenden indien er misdrijven worden gepleegd
in meerdere ressorts en indien het nodig zou zijn om voor een
nationale coördinatie te zorgen. Het parket van Nijvel was en is nog
niet de mening toegedaan dat dit moest. Ik heb terzake geen enkele
reden om me in deze keuze te mengen.
Om af te ronden wil ik heel duidelijk zijn over de situatie van de heer
Kaplan. De wetgever heeft in het bestaan voorzien van penitentiaire
verloven. Het is een van de manieren om progressief en op een
rustige manier te zorgen voor de herintegratie van degene die ooit de
gevangenis zal verlaten. Ik kom er straks nog op terug. Het is een
instrument dat door de wil van de wetgever in handen van de minister
van Justitie werd gelegd. Deze laatste moet het dus gebruiken. Indien
u het risico wilt vermijden, dat een gedetineerde op het vastgestelde
tijdstip niet terug in de gevangenis verschijnt, is er maar een
oplossing: weiger elk penitentiair verlof.
Dat, dames en heren volksvertegenwoordigers, is geen beslissing die
tot de bevoegdheid van de uitvoerende macht behoort. U bent de
wetgever en het is dus aan u om deze mogelijkheid af te schaffen. Ik
zeg u echter in eer en geweten dat u een vergissing zou begaan
indien u een dergelijke weg zou inslaan.
Elke beslissing is een gok op de toekomst. Een minister, die zich
moet uitspreken over een penitentiair verlof, moet naar de stem van
zijn geweten luisteren en naar de adviezen die men verstrekt om
uiteindelijk een redelijke beslissing te nemen.
Er is geen resultatenverbintenis. Het is niet zeker dat degene die van
de maatregel geniet het in hem gestelde vertrouwen niet zal
beschamen. Er is ten andere niets perverser dan het oordelen over
het gedrag van een man of een vrouw op basis van elementen die
men niet kent of van feiten die pas later gebeuren. Ik meen dat ik op
basis van het mij voorgelegde dossier en de daarin vermelde
adviezen, naar eer en geweten een juiste beslissing nam.
Om dit af te sluiten, wil ik een gerucht dat sedert enkele dagen de
ronde doet, van tafel vegen. Ik kon het penitentiair verlof van Murat
Kaplan niet weigeren omdat zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling
was geweigerd. Het gaat in de eerste plaats over verschillende
maatregelen. Penitentiair verlof dient, net zoals een voorwaardelijke
invrijheidsstelling, voor het voorbereiden van een definitieve vrijlating.
Het is voor de gedetineerde aan wie de voorwaardelijke
Je peux répondre à M. Van Parys
qu'en vertu de l'article 144ter du
Code judiciaire, le parquet fédéral
ne doit pas intervenir
immédiatement en ce qui
concerne les enquêtes. Dans le
cas qui nous occupe, celles-ci ont
en effet été coordonnées par le
parquet de Nivelles, qui a estimé
qu'une coordination nationale
n'était pas nécessaire. Je n'ai pas
à m'immiscer dans cette décision.
Le législateur a permis le congé
pénitentiaire au sens général pour
préparer la réintégration du détenu
de manière progressive et sereine.
Le législateur a également confié
au ministre la prise de décision sur
des dossiers individuels. J'ai utilisé
cet instrument. S'il veut exclure
tout risque dorénavant, le
législateur doit simplement
supprimer le congé pénitentiaire
mais il commettrait une grave
erreur selon moi.
Toute décision constitue un pari
pour l'avenir. Le ou la ministre qui
se prononce sur un congé
pénitentiaire doit écouter la voix de
sa conscience, les avis qui lui ont
été donnés et prendre ensuite une
décision raisonnable. Il n'existe
toutefois jamais d'obligation de
résultat: qui peut garantir que
l'intéressé n'abusera pas de la
mesure de faveur qui lui est
octroyée? Il est facile d'émettre un
jugement a posteriori mais le
ministre doit prendre sa décision
sur la base d'un dossier et je
considère que sur cette base, en
mon âme et conscience, j'ai pris la
décision juste.
Au cours des derniers jours, le
refus de la libération conditionnelle
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
invrijheidsstelling werd geweigerd trouwens een manier om deze
beslissing later opnieuw te kunnen bekijken.
Het is niet omdat donderdag aan Murat Kaplan een voorwaardelijke
invrijheidsstelling waarop hij hoopte, werd geweigerd, dat hij niet meer
kon hopen er in de toekomst wel van te kunnen genieten. Indien hij
tijdens zijn penitentiaire verloven zijn inspanningen zou voortzetten,
kon hij later met een overtuigender dossier voor de Commissie
Voorwaardelijke Invrijheidstelling verschijnen.
Bovendien werd het penitentiair verlof van een week hem toegestaan
op 29 juni, dus alvorens de door hem gevraagde voorlopige
invrijheidstelling werd geweigerd.
Moet ik er trouwens aan herinneren dat hij sedert februari reeds vier
keer van dergelijk verlof had genoten?
et l'octroi du congé pénitentiaire
ont souvent été associés. Il s'agit
de mesures différentes, même si
toutes deux préparent la libération
définitive. Un refus de libération
conditionnelle n'est pas définitif. Le
bon déroulement d'un congé
pénitentiaire peut être utile pour
faire valoir une demande ultérieure
de libération conditionnelle sur la
base d'un dossier plus solide. Le
congé a d'ailleurs été octroyé à M.
Murat Kaplan dès le 29 juin, c'est-
à-dire avant le refus de la
commission de libération
conditionnelle. Depuis le mois de
février, M. Kaplan avait par ailleurs
déjà bénéficié quatre fois d'un tel
congé.
Au-delà de la situation individuelle, j'aborde maintenant les éléments
de politique générale qui m'ont été également demandés.
Depuis mon entrée en fonction, j'ai inlassablement essayé de trouver
un point d'équilibre entre la nécessaire sévérité dont doit faire preuve
l'État à l'égard des délinquants et la non moins nécessaire humanité à
leur égard qui, seule, évite d'en faire des ennemis irréductibles et
dangereux de la société. Ce souci d'équilibre se traduit dans les
statistiques tant pour ce qui concerne les évasions que l'octroi des
congés pénitentiaires.
À ce propos, il ne faut pas se méprendre. M. Wathelet m'a interpellée
sur l'évasion de Murat Kaplan. Il ne s'agit pas d'une évasion mais
d'une non-réintégration dans un établissement pénitentiaire.
Légalement, juridiquement, ce sont deux notions différentes. Il n'en
demeure pas moins que la Chambre doit être éclairée sur la situation
des évasions de nos prisons. Voici quelques chiffres. En 1995, on
compte 105 évasions d'un établissement pénitentiaire fermé; en 1998,
26; en 1999, 19; en 2003, 13; en 2004, 12; en 2005, 17 et, à la mi-
2006, 5.
Étant donné l'augmentation de la population carcérale, la diminution
des évasions dans notre pays est un élément important. Faut-il en
déduire que les prisons étaient moins bien gardées du temps,
notamment, de M. Van Parys, qu'elles ne le sont aujourd'hui? Je ne
dirais pas ça. Chacun simplement appréciera. Néanmoins, ces
chiffres suffisent à inciter à la modestie ceux qui aujourd'hui martèlent
le tam-tam de la démagogie.
Les chiffres relatifs aux congés pénitentiaires s'inscrivent dans la
même logique. Ils ne sont pas accordés avec plus de légèreté
aujourd'hui qu'hier. Bien au contraire!
En 1995, 2.241 jours de congé ont été accordés; en 1998, 2.690; en
1999, 2.630; en 2003, 2.786; en 2004, 2.661; en 2005, 2.786. Ce
nombre de jours ne connaît pas d'augmentation significative depuis
dix ans puisque la population pénitentiaire est, dans le même temps,
passée de 7.376 à 9.508 détenus. Proportionnellement, moins de
Sinds mijn aantreden heb ik
getracht een evenwicht na te
streven tussen een noodzakelijke
strenge aanpak en een niet minder
noodzakelijke menselijke
benadering van de delinquenten,
omdat zulks de enige manier is om
te voorkomen dat zij tot vijanden
van de maatschappij uitgroeien.
In dit geval is de betrokkene niet
ontsnapt, maar is hij niet naar de
strafinrichting teruggekeerd. Dat
neemt niet weg dat de Kamer
uitleg moet krijgen over de situatie
inzake de ontsnappingen. In 1995
telde men 105 ontsnappingen, in
1998 waren er dat 26, in 1999
bedroeg dat cijfer 19 en in 2003
13. In 2004 werden 12
ontsnappingen geregistreerd en in
2005 waren er dat 17. Medio 2006
werden er 5 ontsnappingen
opgetekend. Gelet op de toename
van de gevangenisbevolking, is er
sprake van een significante daling
van het aantal ontsnappingen.
Moet men daaruit afleiden dat de
gevangenissen ten tijde van het
ministerschap van de heer Van
Parys minder goed bewaakt
werden? Dat zou ik niet durven
beweren. De cijfers moeten
niettemin aanzetten tot enige
bescheidenheid bij degenen die de
demagogische toer opgaan.
De cijfers met betrekking tot het
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
congés pénitentiaires sont accordés aujourd'hui que par le passé et,
cela aussi, je l'assume.
Enfin, en ce qui concerne les non-réintégrations de congés
pénitentiaires, j'ai interpellé hier mon administration pour disposer des
données statistiques. Il n'est pas possible, en si peu de temps, de
faire la différence entre les réintégrations tardives et les non-
réintégrations. Cependant, pour ces deux données cumulées, il
apparaît, depuis cinq ans, que le chiffre global est passé en 2001 de
9,2% à 7,7% en 2005. Il y a donc une amélioration évidente.
Outre ces réalités chiffrées, il faut rappeler, mais je pense que
certains d'entre vous l'ont fait à juste titre, la raison pour laquelle des
congés pénitentiaires sont accordés et pourquoi le mot "congé" ne
convient décidément pas. Je suis convaincue, autant aujourd'hui
qu'hier, que les congés pénitentiaires sont la meilleure manière de
protéger la société en testant la capacité du détenu à se soumettre à
des obligations imposées.
Ils assurent une préparation progressive à une éventuelle libération
anticipée qui garantit, elle, un contrôle au-delà de l'expiration de la
peine des détenus libérés sous conditions.
Ces congés répondent à trois objectifs principaux: assurer un retour
progressif dans la société, préparer la réinsertion sociale du détenu
en lui permettant d'effectuer des démarches, comme un rendez-vous
chez un employeur ou chez un thérapeute, et promouvoir les relations
avec ses proches.
En ce qui concerne la libération anticipée, je voudrais insister sur une
réalité insuffisamment connue: dans certains cas, un détenu sera
contrôlé, notamment lorsqu'une libération conditionnelle lui est
accordée peu avant la fin de sa peine, pendant une période pouvant
s'étirer bien au-delà de la fin de sa peine. Le même détenu qui ne
bénéficie pas d'une libération anticipée ne fait plus l'objet du moindre
contrôle à la fin de sa peine: il a payé sa dette envers la société.
L'avantage des libérations anticipées est donc double: préparer une
réinsertion et protéger la société au-delà même de la fin de la peine.
Pour en revenir à l'octroi des congés pénitentiaires, une enquête
sociale interne analyse les contre-indications à autoriser un tel congé
et une enquête sociale externe, préalable à l'octroi du congé, est
réalisée afin de vérifier notamment la capacité d'accueillir le
condamné dans de bonnes conditions. Après un congé pénitentiaire,
il fait l'objet d'une évaluation tant par les experts pénitentiaires que par
les assistants de justice qui effectuent une enquête au lieu où le
congé s'est déroulé. En fonction des problèmes et difficultés
constatés, les congés peuvent être suspendus ou révoqués; les
conditions peuvent également être modifiées.
On m'a interpellée sur les modifications qui interviendront par la mise
en place des tribunaux d'application des peines. Peut-être qu'avant de
les exposer, il serait bon d'ajouter un mot sur le bracelet électronique
pendant les congés pénitentiaires.
Qu'on ne se trompe pas: un bracelet électronique n'est pas un GPS. Il
n'empêche pas un prisonnier de devenir un fugitif et ne permet pas de
le retrouver plus facilement. Je me permets de le souligner parce que
penitentiair verlof kaderen in
dezelfde logica.
In 1995 werden er 2.241
penitentiaire verlofdagen
toegekend, in 1998 2.690, in 1999
2.630, in 2003 2.786, in 2004
2.661 en in 2005 2.786. De
jongste tien jaar is er geen
significante verhoging, aangezien
het aantal gevangenen in dezelfde
periode van 7.376 naar 9.508 is
gestegen.
Wat tot slot de niet-terugkeer naar
de gevangenis na een penitentiair
verlof betreft, is het niet mogelijk
om in zo'n kort tijdsbestek een
onderscheid te maken tussen de
laattijdige terugkeer en de niet-
terugkeer. Het algemeen cijfer is
gezakt van 9,2 procent in 2001
naar 7,7 procent in 2005.
Het penitentiair verlof is de beste
manier om de maatschappij te
beschermen, omdat het toelaat na
te gaan in hoeverre de gevangene
zich aan zijn verplichtingen kan
houden.
Met de toekenning van dat verlof
worden drie grote doelstellingen
nagestreefd: zorgen voor een
geleidelijke herinschakeling in de
maatschappij, het voorbereiden
van de resocialisatie van de
gedetineerde en het bevorderen
van de relaties met zijn verwanten.
Ik vestig de aandacht op het feit
dat wanneer een gedetineerde
voorlopig in vrijheid wordt gesteld
kort voordat hij zijn volledige straf
zal hebben uitgezeten, hij ook nog
een hele tijd na het einde van zijn
straf wordt gecontroleerd. De
gedetineerde aan wie geen
vervroegde invrijheidstelling wordt
toegekend, wordt bij het einde van
zijn straf helemaal niet meer
gecontroleerd.
In verband met de toekenning van
het penitentiair verlof worden een
intern en extern maatschappelijk
onderzoek verricht. Tevens vindt
een evaluatie a posteriori plaats.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
je pense qu'on l'ignore trop souvent.
Afhankelijk van de vastgestelde
moeilijkheden, kan het verlof
worden opgeschort of ingetrokken
en kunnen de voorwaarden
worden gewijzigd.
Ik wil erop wijzen dat de
elektronische enkelband geen
GPS is: hij kan een gevangene
niet beletten om op de vlucht te
slaan.
De wet over het externe statuut van de gedetineerden, die het
Parlement onlangs goedkeurde, bepaalt dat het de Koning toekomt de
inhoud vast te leggen van het verslag dat de gevangenisdirecteur
moet opstellen in het kader van de toekenningprocedure van een
penitentiair verlof, van een voorwaardelijke invrijheidstelling of van
elektronisch toezicht.
Aan het ontwerp van KB wordt momenteel de laatste hand gelegd.
Het voorziet erin dat het verslag van de directeur de analyse bevat
van de persoonlijke situatie van de veroordeelde naar gelang van het
type maatregel dat wordt overwogen. De analyse betreft de vormelijke
en inhoudelijke voorwaarden die in de wet zijn ingeschreven voor de
toekenning van de gevraagde maatregel en betreft ook het onderzoek
van de contra-indicaties.
De filosofie van de wet op de strafuitvoeringsrechtbanken, die ik u al
kon voorstellen en die het Parlement onlangs goedkeurde, is de
volgende: de strafuitvoeringsrechtbank is bevoegd voor elke
maatregel die over de aard van de straf gaat, bijvoorbeeld het
elektronisch toezicht.
De situatie is niet dezelfde voor de penitentiaire verloven. Het gaat
hierbij over beslissingen die de aard van de straf niet wijzigen. Het lijkt
daarom zeer zwaar om voor die procedure systematisch naar de
rechter te stappen en de rechtbank de beslissing te laten nemen over
het al dan niet toekennen van die maatregel. Ik geef een kleine
kanttekening. De strafuitvoeringsrechtbank zal wel kunnen beslissen
om penitentiaire verloven toe te staan als test voor een eventuele
voorwaardelijke invrijheidstelling of elektronisch toezicht.
Het klopt dat de wet van 17 mei 2006 bepaalt dat het penitentiair
verlof systematisch wordt hernieuwd dat is momenteel niet het geval
, behalve wanneer er een tegengestelde beslissing is van de minister
of zijn afgevaardigde. Het is dus absoluut evident dat, wanneer er
problemen opduiken tijdens het verlof, de systematische hernieuwing
niet zal worden toegepast.
Wat zijn de sancties in de wet op de strafuitvoeringsrechtbanken in
geval de gedetineerde niet terugkeert na een penitentiair verlof?
In die hypothese wordt erin voorzien dat de voorwaarden worden
aangepast, dat het verlof wordt opgeschort voor een periode van drie
maanden, of dat het verlof wordt ingetrokken.
Anderzijds, wat de verloven betreft die worden toegekend als test voor
de toekenning van een vervroegde vrijlating, is het evident dat
La loi sur le statut externe des
détenus que vient seulement
d'adopter le Parlement prévoit que
le Roi fixe la teneur du rapport que
le directeur de prison rédige en
vue de l'octroi d'un congé
pénitentiaire, d'une libération
conditionnelle ou d'une
surveillance électronique. L'arrêté
royal réglant les conditions
pratiques est presque prêt. Le
rapport du directeur devra
comporter une analyse de la
situation personnelle du
condamné, analyse qui sera
réalisée chaque fois en tenant
compte de la mesure envisagée et
qui aura trait aux modalités
formelles et de contenu de la
mesure, ainsi qu'à ses contre-
indications.
Selon la philosophie de la loi sur
les tribunaux de l'application des
peines, ces tribunaux sont
compétents pour toute mesure
ayant trait à la nature de la peine,
comme la surveillance
électronique. Mais dans le cas du
congé pénitentiaire, il s'agit de
décisions qui ne modifient pas
cette nature. La procédure ne
sera-t-elle pas particulièrement
lourde s'il faut à chaque fois se
tourner vers le tribunal lorsque
l'octroi d'un congé est envisagé?
En revanche, le tribunal de
l'application des peines sera
habilité à décider d'accorder un
congé pénitentiaire à titre de test
en vue d'une éventuelle libération
conditionnelle ou d'une éventuelle
surveillance électronique.
Sous l'empire de la nouvelle loi sur
la libération conditionnelle, le
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
wanneer die verloven niet goed verlopen er een andere, indirecte,
vorm van sanctie zal zijn, die de weigering van de voorwaardelijke
invrijheidstelling kan zijn.
Op het vlak van strafuitvoering is het de verantwoordelijkheid van
eenieder die moet deelnemen aan de besluitvorming zowel de
personeelsconferentie van de gevangenis als de minister, en
binnenkort de strafuitvoeringsrechtbanken te zoeken naar een
evenwicht tussen de plicht de maatschappij te beschermen en de
noodzaak aan de gedetineerde de mogelijkheid te bieden opnieuw
een plaats te vinden binnen de maatschappij. Dat is het is waar
een moeilijk te bereiken evenwicht, want elke individuele situatie is
uniek. Evenwel, het penitentiair verlof, dat een belangrijk element is
van de progressieve terugkeer van de veroordeelde naar de vrijheid
en de verantwoordelijkheid, is een nuttig instrument om dat evenwicht
te bereiken.
congé pénitentiaire sera
effectivement renouvelé
systématiquement, sauf décision
contraire du ministre ou de son
représentant. En cas de
problèmes, il ne pourra
évidemment être question de
renouvellement.
La loi sur les tribunaux de
l'application des peines prévoit des
sanctions si le détenu ne réintègre
pas la prison à l'issue de son
congé pénitentiaire: les modalités
pourront être adaptées et le congé
pourra soit être suspendu trois
mois, soit être retiré.
En cas de problèmes lors de
congés accordés à titre de test en
vue d'une libération conditionnelle,
d'autres sanctions peuvent être
appliquées, parmi lesquelles le
refus de la libération
conditionnelle.
Sur le plan de l'exécution des
peines, il est de la responsabilité
de toute personne associée au
processus de décision de
rechercher un équilibre entre le
devoir de protéger la société et la
nécessité de permettre aux
détenus de se réinsérer dans la
société. C'est un exercice difficile
car chaque situation individuelle
est unique. Mais le congé
pénitentiaire reste un instrument
utile dans l'optique de la
réinsertion sociale des détenus.
Mesdames et messieurs, mes chers collègues, je vous l'ai annoncé
d'entrée de jeu, j'entends terminer ma réponse par une profession de
foi. Notre pays a connu ces derniers temps des affaires criminelles
effrayantes, sans commune mesure bien entendu avec le non-retour
à la prison d'un délinquant d'habitude, ni assassin, ni pédophile. Mais
tous, par rapport à ces grandes affaires criminelles, nous sommes
traumatisés.
C'est aussi dans ce climat que la population est, me semble-t-il, en
droit d'attendre du monde politique qu'il ne verse pas dans la
démagogie ou les querelles de clochers. Le combat contre la
criminalité et l'exigence de sécurité n'est pas un fonds de commerce,
fût-il électoral; je pense que c'est un devoir démocratique. Ce devoir
implique, dans le chef des responsables politiques, que cela soit au
sein de votre assemblée ou de l'exécutif, de la modestie, de la dignité
et le courage de prendre ses responsabilités. C'est sur ce point que le
débat d'aujourd'hui est important.
Ik zal met een geloofsbelijdenis
eindigen. De niet-terugkeer van
een gewoontemisdadiger betekent
niets in vergelijking met de
vreselijke misdrijven die ons land
recentelijk hebben opgeschrikt.
De bevolking verwacht van de
politici dat ze zich niet tot
demagogische uitspraken of
caféruzies verlagen. De strijd
tegen de criminaliteit mag geen
electorale inzet worden, maar
moet als een democratische plicht
worden beschouwd, waarbij we de
nodige bescheidenheid en
waardigheid aan de dag moeten
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Ceux qui laissent entendre qu'en semant la désespérance dans les
prisons, nous offrirons à nos concitoyens la sécurité, non seulement
se trompent mais, pire, trompent la population tout entière. En prison,
on entre, parfois pour très longtemps, mais on finit presque toujours
par en sortir. Comme ministre de la Justice, il est de mon devoir de
tout faire, en sachant que toute entreprise humaine est imparfaite,
pour que celui qui passe le portail de la prison dans le sens de la
sortie ne soit pas devenu, du fait de l'État, un fauve désespéré et
dangereux. C'est à cela que je me suis employée jusqu'ici et cela
demeurera dans l'avenir ma seule ligne de conduite.
leggen en de moed moeten
opbrengen om onze
verantwoordelijkheid te nemen.
Wie beweert dat men door de
gevangenen tot wanhoop te
drijven onze burgers beschermt,
vergist zich en misleidt de
bevolking. Wie de gevangenis
ingaat, komt bijna steeds opnieuw
in de samenleving terecht. Als
minister van Justitie moet ik alles
in het werk stellen opdat de
gevangene die vrijkomt niet als
een wanhopig en gevaarlijk
roofdier op de buitenwereld wordt
losgelaten. Mijn beleid is op
dergelijke overwegingen gestoeld.
La présidente: Merci, madame la ministre.
Chers collègues, je tiens à vous rappeler qu'en principe, les membres
qui ont posé une question disposent d'un temps de réplique de deux
minutes.
Voor een interpellatie is dat vijf minuten. Ik zal een beetje coulant zijn,
maar ik zou u toch willen vragen om u zo strikt mogelijk aan de
tijdslimiet te houden.
01.13 Charles Michel (MR): Madame la ministre, je vous remercie
pour les réponses circonstanciées que vous avez fournies aux
différentes questions. Néanmoins, je voudrais formuler certaines
remarques. Premièrement, il ne s'agit pas à mes yeux d'un débat sur
le nombre ou même sur le principe des congés pénitentiaires. Nous
avons été nombreux à dire qu'il n'était pas question de remettre en
cause le principe des congés pénitentiaires. Deuxièmement, il s'agit
d'un débat sur votre appréciation en droit et en fait de la situation
d'une certaine personne, à savoir M. Murat Kaplan. À cet égard, je
note trois éléments.
Premièrement, vous confirmez que sa libération en 2009 n'est pas un
fait acquis car il existe un dossier pour lequel l'instruction est clôturée
concernant un vol avec violence pendant la nuit, ce qui laisse
supposer un risque ou une possibilité d'emprisonnement
complémentaire, ce qui allongerait l'emprisonnement au-delà de
2009. Cela nuance votre argumentation selon laquelle il serait sorti de
toute façon et qu'il fallait le préparer à sa sortie de prison.
Deuxièmement, j'ai l'impression que vous n'avez pas répondu
totalement aux interrogations sur la circulaire de 1984. En effet, cette
circulaire stipule très clairement que sont réputées nouvelles contre-
indications tous les faits, circonstances ou événements portés à votre
connaissance depuis le dernier congé et qui sont de nature à
compromettre la possibilité de le renouveler. On donne comme
exemple exprès le refus de libération conditionnelle. Par conséquent,
je n'ai pas entendu de justification au fait de s'être écarté de cette
circulaire.
01.13 Charles Michel (MR): Ik
dank u voor uw uitvoerige
antwoorden. Het gaat niettemin
niet om een debat over het aantal
gevallen waarin penitentiair verlof
werd toegekend of over het
principe van het penitentiair verlof
dat wij niet ter discussie stellen
maar wel over uw inschatting van
de situatie van de heer Kaplan.
U bevestigt dat zijn vrijlating in
2009 niet vaststaat, aangezien er
nog een dossier in behandeling is
van diefstal met geweldpleging,
waardoor hij mogelijkerwijze tot
een bijkomende gevangenisstraf
kan worden veroordeeld. Dat
nuanceert uw argumentatie
volgens welke hij binnenkort zou
vrijkomen en hij daarop moet
worden voorbereid.
U heeft niet geantwoord op de
vragen over de circulaire van
1984, die bepaalt dat de weigering
om een voorlopige
invrijheidstelling toe te kennen een
vernieuwing van het penitentiair
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Troisièmement, je suis désarçonné par l'impression générale qui
ressort de votre réaction: finalement, ce ne serait qu'un délinquant
d'habitude. Une personne condamnée au total à 21 ans
d'emprisonnement, je la considère comme étant un criminel, a fortiori
quand il y a eu des actes de violence, prise d'otages, évasions
systématiques qui mettent en danger sa propre vie sans doute mais
aussi la vie d'autrui, celle des représentants des forces de l'ordre,
celle des passants. Je me réjouis d'ailleurs de l'absence d'incidents
tragiques et j'espère pouvoir continuer à m'en réjouir dans les jours
qui viennent.
Je ne peux me montrer particulièrement enthousiaste devant votre
comparaison par laquelle, pour minimiser l'affaire, vous indiquez que
Murat Kaplan n'est pas Marc Dutroux. Je vous répondrai que Murat
Kaplan n'est pas non plus Robin des Bois. Je vous invite à aborder ce
genre de dossiers avec des raisonnements moins romanesques.
J'entends vos convictions mais j'estime que vous devez prendre en
compte la synthèse des convictions d'une majorité parlementaire qui
soutient l'action d'un gouvernement. Par conséquent, en guise de clin
d'oeil à l'actualité footbalistique récente, je serais tenté de vous
décerner un carton jaune.
verlof belet. Waarom is u van die
circulaire afgeweken?
Ik sta er ook van versteld dat u de
heer Kaplan als een loutere
gewoontemisdadiger afschildert.
Iemand die in totaal tot 21 jaar is
veroordeeld, met name wegens
geweldpleging, gijzelneming,
herhaalde ontsnappingen waarbij
het leven van anderen in gevaar
wordt gebracht, is in mijn ogen
een crimineel. Om de zaak te
minimaliseren, geeft u aan dat de
heer Kaplan geen Dutroux is. Maar
hij is evenmin Robin Hood! Ik
vraag u dan ook dergelijke
dossiers op een minder
romaneske manier te benaderen.
U dient rekening te houden met de
overtuigingen van de
parlementaire meerderheid die de
regering steunt.
Ik besluit met een knipoog naar
het recente voetbalgebeuren: ik
geef u een gele kaart.
De voorzitter: De heer Laeremans staat mij toe het woord te geven aan de heer Annemans voor zijn
repliek.
01.14 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, het debat is verlopen zoals we
konden verwachten en zoals ik had voorspeld. Kaplan is geen
Dutroux en geen `assassin'. Que ça plaise ou non, we leven niet in
een perfecte wereld. Dat was voor mevrouw Onkelinx het
uitgangspunt, dat is de visie die zij heeft ontplooid.
Zij heeft dat natuurlijk veel omstandiger gedaan. Zij heeft geprobeerd
de vis te verdrinken, zij heeft appelen met peren vergeleken, zij heeft
er cijfers bijgesleept: klassieke trucjes in een parlementair debat. Zij is
heel licht over de essentie van de zaak gegaan, ook technisch over
het feit dat de rondzendbrieven inzake penitentiair verlof nog altijd
gelden en dat zij dus de huidige wet niet mag toepassen op dit
ogenblik. Zij probeert dat een beetje in de boot van Verwilghen te
schuiven, door te doen alsof zijn rondzendbrief de oorspronkelijke en
heel duidelijke voorwaarde dat er eerst nog een nieuwe berechting
moest komen, teniet zou hebben gedaan. Zo probeert zij heel het
debat af te ronden.
Zij wijst een beetje in de richting van de Kamer en van de
parlementsleden: u, parlementsleden, moet dan maar een wet
goedkeuren die het penitentiair verlof afschaft. Wat er nog aan
ontbrak is dat ze de politiediensten in feite verwijt dat die met te veel
machtsvertoon en dus te veel camera's de aandacht op de
ontsnapping van Kaplan hebben gevestigd. Dat is ongeveer de
manier waarop het debat verloopt. Wat er dus overblijft, is essentieel
01.14 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Ce débat s'est déroulé
comme je l'avais prévu. Kaplan
n'est pas Dutroux, ce n'est pas un
assassin et nous ne vivons pas
dans un monde parfait. Voilà à
quoi s'est résumée en substance
la réponse de la ministre. Mais je
trouve que la ministre fait preuve
d'une grande désinvolture en ce
qui concerne le fond de l'affaire,
c'est-à-dire le fait que les
circulaires sur le congé
pénitentiaire sont toujours
d'application et que, par
conséquent, la ministre ne peut
pas encore appliquer la nouvelle
loi.
Et elle nous interpelle, nous les
parlementaires. À l'en croire, nous
n'aurions qu'à adopter une loi qui
abroge le congé pénitentiaire si
cette formule ne nous convient
pas. Il ne manquait plus qu'une
chose: qu'elle reproche aux
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
wat ik heb voorspeld.
Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel is de minister naïef, maar we weten
allemaal dat dit niet het geval is. Slechts de tweede mogelijkheid blijft
dus over: de minister is laks. Zij woont in een ivoren toren: een soort
kabinet van Justitie, prachtig ingericht, waar de cijfers regeren en
waar de werkelijkheid afwezig is. Dat is het grote probleem: zij
banaliseert wat hier is gebeurd en wat er op dit moment nog altijd
gebeurt. Dat is de reden, mijnheer Casaer, waarom ik een motie zal
indienen en waarom ik blij ben dat ik heb kunnen interpelleren, niet
omdat ik de scalp van Onkelinx nog wil. Mijn God, u denkt zeker dat ik
naïef ben en de scalp van Onkelinx mee op vakantie zou willen
nemen!
Ik heb hiervoor een eenvoudige reden: ik wil aantonen en naar buiten
brengen wie de eenvoudige motie zal ondertekenen en wie tot op
welke diepte zal buigen om het beleid hier te blijven steunen. Ik heb
helaas voldoende politieke ervaring om het schema te zien. Muls
springt recht en alle camera's achter Muls: groot nieuws, meerderheid
op stelten. Dan komt Muls hier en spreekt dan woorden als "een
beetje bezorgd". Zelfs Charles Michel, wiens analyse ik nochtans
grotendeels onderschrijf, spreekt van "peut-être un peu". Dan landt
het debat.
Bij de interpellatie spreken zij in de beleefdheidsvorm. Dan krijgen ze
Onkelinx over zich heen, en daarna is het allemaal afgelopen.
Er is maar één manier om dat klaar en duidelijk in beeld te brengen:
door een gemotiveerde motie in te dienen en te zien wie de
eenvoudige motie ondersteunt. Want ondanks alle technische
debatten die eraan worden gewijd, blijft de kern dat men politiek
verantwoordelijk blijft. De samenleving schuift steeds meer politieke
verantwoordelijkheid weg, bijvoorbeeld naar
strafuitvoeringsrechtbanken en dergelijke meer, dan wij vroeger
konden veronderstellen. Politiek blijft het noodzakelijk om zo'n beleid
te voeren en/of te ondersteunen. Wij willen dat er daarover
duidelijkheid is.
Mevrouw de minister spreekt over "désespérance" in de
gevangenissen. Zij vindt dat het haar taak is om die désespérance, de
uitzichtloosheid, in de gevangenissen te bestrijden. Welnu, ik stel het
tot mijn taak om de uitzichtloosheid in de samenleving, zeker in de
Vlaamse samenleving, te bestrijden. Dat is de reden van mijn
gemotiveerde motie.
services de police d'avoir attiré
l'attention sur l'évasion de Kaplan
en se livrant à une démonstration
de force outrancière.
Il y a deux possibilités: soit la
ministre est naïve mais nous
savons tous qu'elle n'est pas
naïve, soit elle est très laxiste. La
vérité, c'est qu'elle est dans une
tour d'ivoire où les chiffres sont
souverains mais où la réalité est
absente.
Je dépose une motion, non parce
que j'aimerais partir en vacances
avec le scalp de Onkelinx dans ma
valise mais parce que je tiens
beaucoup à savoir qui signera la
motion pure et simple de façon à
ce qu'on sache clairement qui
persiste à soutenir sa politique.
Mais d'ores et déjà, je voudrais
dire combien les réactions de MM.
Muls et Michel m'ont paru
vraiment très tièdes.
La classe politique tente de se
décharger d'un nombre sans
cesse croissant de
responsabilités, notamment en
créant des tribunaux de
l'application des peines. Mais la
classe politique doit continuer à
assumer pleinement son rôle qui
est nécessaire pour conduire et
soutenir la politique décidée. La
ministre a évoqué la
désespérance qui règne dans les
prisons. Mais moi, ce qui me
préoccupe surtout, c'est le
désespoir qui règne dans la
société.
01.15 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik heb de
uitleg van de minister zeer aandachtig aanhoord. Er zijn nog een
aantal zaken onduidelijk.
Mevrouw de minister, ik dank u alleszins voor de cijfers die u hebt
gegeven. Ik zal beginnen zoals collega Michel het heeft gedaan, en
zoals ik het in het begin van mijn vraag heb gedaan. Op geen enkel
moment heeft men vanuit onze fractie geprobeerd om een debat aan
te gaan over het bestaan van maatregelen als penitentiair verlof of
voorwaardelijke invrijheidstelling. Ik heb de terminologie gebruikt van
tikkende tijdbommen, die wij onder geen enkel beding uit de
gevangenissen wensen te doen komen.
01.15 Claude Marinower (VLD):
Nous n'avons jamais eu l'intention
d'ouvrir un débat sur l'existence
même de mesures comme le
congé pénitentiaire et la libération
conditionnelle. Nous devons
préparer les détenus à quitter la
prison et à réintégrer la société.
Je me dois néanmoins de
souligner que M. Kaplan a subi un
nombre total de condamnations
comparable à celui que pourrait
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Ook ik heb moeite ik moet niet naar de beeldspraak verwijzen die
collega Michel heeft gebruikt met uw uitdrukking "pas de gibier de
cour d'assises et pas un assassin". Dat is juist, maar hij heeft, zoals
terecht werd opgemerkt, op vrij korte termijn toch een aantal
veroordelingen bij elkaar vergaard die een totaal uitmaken dat een
assisenveroordeelde ook met een van die daden bereikt zou hebben.
Het is mij een beetje onduidelijk. U hebt veel cijfers en data gegeven
en u bent ook ingegaan op de vraag naar de chronologie van de
gegevens. Ik onthoud uit de periode van eind 2005 tot nu: 13 of 14
medische bezoeken, waarvan de laatste, als ik het goed heb
begrepen, op vrijdag 14 juli, de dag nadat werd betekend dat hij niet in
aanmerking kwam voor voorwaardelijke invrijheidstelling en enkele
dagen nadat werd betekend dat hij niet in aanmerking kwam voor een
elektronische enkelband. Het bezoek dat hij op 14 juli bracht aan de
dokters, en waarvan hij terugkwam naar de gevangenis, heeft de
autoriteiten gesterkt in hun vermoeden dat hier niets mis kon lopen.
Ik heb daar een beetje moeite mee, want in een bijdrage in een
Franstalige krant las ik ergens dat een van de elementen die in het
hoofd van Kaplan misschien zou kunnen meegespeeld hebben het
feit is dat hij aanvang juli in principe had geopereerd moeten worden
en dat hij de operatie op de laatste dag heeft geweigerd, omdat hij
naar Brugge had verplaatst moeten worden om te worden
geopereerd. Dat zou een derde omstandigheid zijn die
tussengekomen is in de periode tussen het moment waarop positief
werd geadviseerd over het penitentiair verlof, een situatie die u plaatst
eind juni van dit jaar, en 15 of 16 juli, het ogenblik waarop hij had
moeten teruggaan naar de gevangenis en zich niet heeft
gepresenteerd.
Ik blijf met een probleem zitten wanneer u zegt dat u niet kon of niet
wenste terug te komen op de beslissing van het toekennen van een
penitentiair verlof, dat in dit geval dan het tweede deel van een
penitentiair verlof was: een op 8 juli en een het voorbije weekend. Ik
heb moeite daarmee, want in feite houdt u in dit dossier voor dat,
ongeacht welke externe omstandigheid tussengekomen zou zijn
tussen eind juni en het ogenblik waarop het tweede deel uitgeoefend
zou moeten worden, niets aan die beslissing kon worden gedaan. Dat
lijkt mij een beetje vreemd, wanneer ik een aantal commentaren
hoorde in het begin van de week.
Uw naaste omgeving zegt het volgende. We kunnen ons voorstellen
dat de negatieve beslissingen die hij kort op mekaar heeft gekregen,
hem ertoe gebracht hebben niet terug te keren.
U hebt gesproken over een advies van de onderzoeksrechter in de
zaak van Londerzeel van eind vorig jaar waarin deze zich uitspreekt of
al dan niet moet worden overwogen of Kaplan in aanmerking komt
voor de voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit lijkt me een beetje
vreemd. Ik vermoed dat de rondzendbrief van uw voorganger deze is
waarnaar ik heb verwezen, over de hangende zaken en de zaken die
dagstelling hebben gekregen. Dit lijkt me een beetje vreemd.
U hebt het gehad over de gok op de toekomst. Ik zal het wijten aan
een ongelukkige vertaling van een artikel dat gepubliceerd werd in Le
Soir van vorige dinsdag " La justice est un pari sur l'avenir". Mevrouw
de minister, sta me toe te zeggen dat de Nederlandse vertaling een
subir un condamné aux assises.
Je retiens que M. Kaplan a subi un
examen médical le 14 juillet
dernier, peu de temps après le
refus de la libération conditionnelle
et de la surveillance électronique.
Les autorités ne semblaient pas
inquiètes à ce sujet. C'est d'autant
plus étrange qu'une autre
circonstance a été relevée par un
quotidien francophone: Kaplan
avait annulé une opération prévue
pour le début du mois de juillet.
La ministre n'a pas souhaité
revenir sur l'octroi du congé
pénitentiaire. C'est un peu
étonnant car, au cours de
l'intervalle compris entre les deux
parties de ce congé pénitentiaire,
Kaplan a appris les décisions
défavorables le concernant qui
l'ont semble-t-il décidé de ne pas
retourner à la prison.
La ministre a évoqué l'avis du juge
d'instruction dans l'affaire de
Londerzeel sur la libération
conditionnelle de Kaplan. La
circulaire de votre prédécesseur
est celle à laquelle j'ai fait
référence, qui porte sur les affaires
pendantes.
Le "pari sur l'avenir" dont a parlé
"Le Soir" était sans doute une
interprétation erronée; sans doute
la ministre voulait-elle dire un
"investissement" pour l'avenir.
La ministre a cité des chiffres mais
sans les replacer dans leur
contexte. La population carcérale
croît essentiellement en raison de
l'augmentation du nombre de
détentions préventives, une
catégorie que ne concerne pas
l'ensemble des mesures de
faveur.
Bref, je ne suis pas convaincu.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
beetje vreemd overkomt. U hebt het waarschijnlijk gehad over de
investering in de toekomst.
Mevrouw de minister, u hebt de cijfers meegedeeld. Dat is belangrijk.
De VLD had hierom gevraagd. Belangrijk is evenwel dat u zei dat er
met betrekking tot de niet meer voorlopige of niet ..., er geen
significante verandering is opgetreden gedurende de voorbije tien
jaar, niettegenstaande de gevangenispopulatie is gestegen. Ik wil
beklemtonen dat de gevangenispopulatie voornamelijk gestegen is
door mensen die in voorlopige hechtenis zitten. Al deze maatregelen
zijn niet op hen van toepassing. De statistieken terzake zijn, mijns
inziens, niet in de juiste context geplaatst.
U zegt dat het elektronisch toezicht geen GPS is. Dat is correct. In dit
dossier is dit niet van toepassing omdat betrokkene hiervoor niet in
aanmerking kwam.
Kortom, mevrouw de minister, ik dank u voor de antwoorden die u
hebt gegeven. In dit geval zijn ze evenwel niet overtuigend.
01.16 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, de minister
heeft in het huidige debat op een serene manier geantwoord, wat in
schril contrast staat met haar reactie van enkele dagen geleden.
Zij viel alleen even uit de toon, toen zij het had over de cijfers met
betrekking tot de daling van de ontsnappingen uit de gevangenissen.
Mevrouw de minister, misschien heeft dat iets te maken met het feit
dat de christen-democraten hele belangrijke beslissingen hebben
genomen voor beter beveiligde gevangenissen. Ik geef u een paar
voorbeelden: Ittre, Andenne, Brugge, Nijvel 2 en Hasselt. Misschien is
daardoor wel het aantal ontsnappingen gedaald.
Ik kom nu op het dossier zelf terug.
U hebt sereen geantwoord. De centrale zin in uw antwoord was: "Il
m'a donné tort." U hebt inderdaad door de feiten ongelijk gekregen. U
hebt daarbij gezegd dat u de gebeurtenissen niet kon voorzien. Op
dat punt ben ik het helemaal niet met u eens.
Mevrouw de minister, het was een voorspelbaar verhaal gelet op de
reputatie van de man in kwestie, gelet op de beslissing tot herroeping
van de voorwaardelijke invrijheidstelling destijds en gelet op de
nieuwe beslissingen over het elektronisch toezicht en de weigering
van de voorlopige invrijheidstelling.
Wat echter vooral belangrijk is en waarmee u naar mijn aanvoelen,
volkomen ten onrechte, geen rekening hebt gehouden, is het dossier
van Londerzeel. Op dat punt faalt immers uw voornaamste argument.
Het dossier van Londerzeel, dat er aankwam en dat een zwaar
dossier is u hebt het zelf gezegd: diefstal met geweld bij nacht, met
gebruik van wapens, in staat van herhaling waarop een
gevangenisstraf van drie tot vijf jaar staat, zou hebben betekend dat
Kaplan nooit meer voor de voorwaardelijke invrijheidstelling en ook
niet voor het penitentiair verlof in aanmerking had kunnen komen. Dat
hebt u naast u neergelegd, terwijl de commissie voor de
Voorwaardelijke Invrijheidstelling het dossier precies als argument
gebruikte om de voorwaardelijke invrijheidstelling niet toe te kennen.
01.16 Tony Van Parys (CD&V):
Aujourd'hui, la ministre était très
sereine. Elle n'a été acerbe que
lorsqu'elle a évoqué la baisse du
nombre d'évasions. Mais il n'est
pas impossible que cette baisse
soit due à l'action du CD&V qui n'a
pas ménagé sa peine pour
essayer d'améliorer la sécurité des
établissements pénitentiaires.
La ministre nous dit qu'il est facile
de porter des jugements a
posteriori. Mais il était prévisible
que la réalité donnerait tort à la
ministre. Elle connaissait la
réputation de Kaplan, savait que
sa libération conditionnelle avait
été révoquée et n'ignorait rien des
avis défavorables dont ses
demandes récentes avaient été
l'objet.
Le dossier Londerzeel est
l'élément à charge le plus
important. En raison de ce vol
aggravé, Kaplan n'aurait jamais dû
entrer en considération pour une
libération conditionnelle ni pour un
congé. D'ailleurs, la commission
de libération conditionnelle n'a pas
dit autre chose. Mais la ministre a
fait fi de cet argument. On peut
donc en conclure que l'évasion de
l'intéressé était prévisible.
M. Michel a donné une carte jaune
à la ministre mais les comités P et
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ik ben het dus niet met u eens. Zijn ontsnapping was wél
voorzienbaar.
Mevrouw de voorzitter, ter afronding, ik heb goed nota genomen van
de conclusie van de heer Michel. Hij concludeert dat hij de minister
van Justitie een gele kaart geeft.
Mijnheer Michel, het Comité P en het Comité I trokken reeds
voorheen, in het dossier-Erdal, een gele kaart voor de minister van
Justitie. In het voetbal betekent tweemaal geel rood. Ik heb echter al
lang begrepen dat
onder paars de notie "ministeriële
verantwoordelijkheid" niet meer bestaat.
R lui en avaient déjà donné une
dans l'affaire Erdal. Elle mérite
donc une carte rouge! Mais la
coalition violette a déjà prouvé à
plusieurs reprises que pour elle, la
notion de responsabilité
ministérielle n'existe plus.
01.17 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, j'avais parlé d'une "évasion" et non pas d'une "non-
réintégration" de prison car, conformément à la circulaire 1712,
lorsqu'une personne ne réintègre pas la prison après 22 heures, elle
doit être immédiatement signalée comme évadée. C'est la raison pour
laquelle on peut clairement dire aujourd'hui que M. Murat Kaplan est
évadé; il s'agit bien plus que d'une non-réintégration de prison.
Madame la ministre, vous avez donné toute une série d'explications
quant au dossier même. Cependant, je tiens à insister sur deux
points. Premièrement, les éléments de Londerzeel que nous venons
de rappeler dans le cadre de la libération conditionnelle doivent aussi
être rappelés dans le cadre de la décision de justice qui doit encore
être prise à l'encontre de M. Murat Kaplan. Pour ce dossier, il est
toujours considéré comme innocent car aucune condamnation n'est
intervenue. Toutefois, ce dossier est toujours pendant et les faits ont
eu lieu au cours d'une libération conditionnelle.
Deuxièmement, j'ai du mal à comprendre votre raisonnement
concernant le congé. Le congé doit être une préparation à une
libération conditionnelle ou à une libération sous surveillance
électronique. Or, dans ce cas, celles-ci ont été refusées et vous nous
dites avoir accordé le congé afin qu'il se réinsère dans le processus
de libération conditionnelle ou de libération sous surveillance
électronique. Je ne peux rencontrer votre raisonnement. D'ailleurs, à
d'autres moments, vous dites vous-même que cette personne a peut-
être pris la fuite car on venait de lui refuser la libération conditionnelle
et la surveillance électronique.
C'est bien pour cette raison que le congé qui suivait cette décision
était un moment charnière, crucial. Il nécessitait que l'ensemble des
éléments soit à nouveau pris en considération et qu'une nouvelle
balance soit effectuée entre le volet "réinsertion dans la société" et le
volet "sécurité publique". On savait que ces nouveaux éléments
pouvaient influencer le comportement de Murat Kaplan, dont on
connaissait le passé.
Madame la ministre, je ne vous ai pas beaucoup entendue sur les
solutions pour demain. Il s'agit effectivement d'un cas choquant,
interpellant.
Certaines pistes ont été mises sur la table:
- la surveillance électronique; ce n'est pas un GPS mais cela oblige
les personnes à signaler leur présence ou leur localisation plus
01.17 Melchior Wathelet (cdH):
Ik had het over een ontsnapping
omdat een gedetineerde die niet
naar de gevangenis terugkeert na
22 uur, als ontsnapt moet worden
geseind.
Het Londerzeel-dossier heeft
betrekking op feiten dit moet
even in herinnering worden
gebracht die tijdens een
voorwaardelijke invrijheidstelling
hebben plaatsgevonden.
Uw redenering volgens welke het
verlof toegekend werd opdat de
gedetineerde zich opnieuw zou
kunnen integreren in het proces
van de voorwaardelijke
invrijheidstelling, kan ik niet
aanvaarden. Gelet op het feit dat
de voorwaardelijke invrijheid-
stelling was geweigerd, moest de
toekenning van het verlof immers
in het licht van dat nieuw feit
worden bekeken.
Wat de oplossingen betreft, heb ik
u niet horen verwijzen naar het
elektronisch toezicht, de
uitbreiding van de bevoegdheden
van de strafuitvoeringsrechtbank
of een onderzoek naar het
repetitief karakter van het
penitentiair verlof.
Dit dossier mag niet gebanaliseerd
worden. De parlementaire
meerderheid neemt die zaak ook
heel ernstig. De meerderheid heeft
een gele kaart gekregen en werd
zwaar bestraft.
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
fréquemment afin que le risque de perdre leur piste soit moindre;
- une plus grande compétence du tribunal d'application des peines;
- une analyse plus approfondie du caractère répétitif du congé, surtout
lorsque les circonstances changent.
Ce sont des pistes de solutions que j'aurais voulu entendre de votre
bouche aujourd'hui.
Enfin, nous ne pouvons pas banaliser un dossier comme celui-ci.
Nous ne pouvons pas non plus le comparer. Chaque dossier a ses
spécificités; celui-ci a aussi les siennes. Vous nous avez vous-même
rappelé les chiffres: M. Kaplan est en prison depuis 1981 et s'est
évadé à cinq reprises. Il ne s'agit pas d'un dossier banal. Nous avons
tous des images en tête et celles-ci nous interpellent particulièrement.
C'est la raison pour laquelle j'aurais préféré vous entendre sur des
solutions, afin que ceci ne se reproduise plus.
Enfin, je pense qu'il ne faut vraiment pas banaliser cette affaire; les
débats ne semblent d'ailleurs pas banalisés au sein de la majorité
parlementaire. M. Michel en a parlé, c'est cette majorité qui a reçu
une carte jaune. Étant donné la différence des discours que nous
avons entendus, c'est cette majorité qui est lourdement sanctionnée.
01.18 Thierry Giet (PS): Madame la présidente, je remercie la
ministre pour sa réponse qui, je crois, permet de remettre en
perspective ce qui est en train de se passer et ce qui s'est passé, tant
il est vrai qu'il est toujours très facile de parler après coup, sans peut-
être prendre en compte l'ensemble des éléments d'un dossier et
d'une politique qui est menée.
Dans un premier temps, je dirais que certains chiffres sont
particulièrement éloquents par rapport à des discours que j'ai
entendus des partis extrémistes. Il n'y a pas plus de congés
pénitentiaires mais il y en a moins.
Madame la ministre, de votre réponse il faut conclure, même si tout le
monde s'en défend dans le cadre des répliques on l'a très bien
ressenti , qu'il n'y a pas lieu de remettre en cause le système des
libérations conditionnelles et des congés pénitentiaires. Au contraire,
car cela permet de réaffirmer, d'une part, le souci de protection de la
société et, d'autre part, la nécessaire réinsertion sociale et donc la
préparation de celle-ci.
Vous l'avez dit, même si le terme peut prêter à sourire et je veux
bien utiliser d'autres termes plus sérieux libération conditionnelle et
congé pénitentiaire sont toujours un pari ou un investissement sur
l'avenir. Tout le monde voit bien ce que l'on veut dire. La plupart du
temps, c'est un investissement, un pari qui est gagné. Supprimer ou
restreindre cette possibilité, c'est, à mon sens, mettre en péril la
réinsertion et c'est effectivement contre-productif.
Madame la ministre, en ce qui concerne le dossier de Murat Kaplan,
vous avez démontré, d'une part, que la décision était régulière tant au
niveau de la réglementation que des circulaires existantes,
contrairement à ce qui a été dit, et d'autre part, que cette décision
était raisonnable, sachant, tout le monde en convient, qu'il s'agit d'un
exercice particulièrement difficile. Ces décisions sont particulièrement
délicates et sont prises au cas par cas.
01.18 Thierry Giet (PS): Het
antwoord van de minister heeft
een en ander opnieuw in
perspectief geplaatst, want
achteraf is het altijd makkelijk
praten. De cijfers zijn veelzeggend
en weerleggen de beweringen van
de extremistische partijen: er
wordt minder penitentiair verlof
toegekend.
De regeling inzake de
voorwaardelijke invrijheidstelling
en het penitentiair verlof dient niet
ter discussie te worden gesteld.
Zulks zou contraproductief zijn.
Het is altijd een gok of een
investering voor de toekomst,
maar in de meeste gevallen is die
lonend.
In het geval dat ons hier
bezighoudt, heeft de minister
aangetoond dat de beslissing
strookte met de regelgeving en
getuigde van redelijkheid. Het is
een moeilijke afweging en het gaat
om netelige beslissingen die geval
per geval moeten worden
genomen. Ik druk de wens uit dat
de betrokkene zo spoedig mogelijk
wordt ingerekend.
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Pour le reste, je pense comme tout le monde sans doute qu'il est
souhaitable qu'il puisse être mis fin le plus rapidement possible à la
cavale actuelle.
01.19 Marie Nagy (ECOLO): Paradoxalement, madame la ministre,
dans le cadre de la politique des libérations conditionnelles et des
congés pénitentiaires, je partage vos considérations générales sur
l'équilibre à sauvegarder entre la protection de la société et la
possibilité donnée aux détenus de trouver une voie de réinsertion. Je
dis "paradoxalement" parce que j'ai entendu votre majorité s'exprimer
de manière extrêmement dure à la suite de votre réponse.
Par ailleurs, je partage également votre point de vue quand vous dites
qu'il ne faut pas surestimer cet événement mais tenir compte du
contexte général. Néanmoins, ce contexte général est marqué par la
personnalité de Murat Kaplan, le côté médiatique de ses évasions et
par la période dans laquelle nous nous trouvons, à savoir la veille
d'échéances électorales. Cela donne probablement beaucoup de
volonté à certains de s'exprimer d'une certaine manière.
En outre, madame la ministre, cet événement s'est déroulé dans un
contexte d'affaires qui font également la une de l'actualité, en
particulier le cas de Stacy et Nathalie. Ces faits criminels me
préoccupent davantage. Ils sont beaucoup plus complexes et
dangereux. Nous devrons probablement y revenir. Je ne souhaite
donc pas donner plus d'importance qu'elle n'en a aujourd'hui à l'affaire
qui nous occupe.
Cependant, je ne suis pas tout à fait satisfaite de la réponse que vous
donnez sur l'évaluation de l'octroi de ce congé pénitentiaire. En effet,
de nouvelles circonstances intervenaient et, même si vous avez
donné la chronologie de la manière dont les choses se sont passées,
j'estime qu'on aurait dû prendre en compte le refus d'octroyer la
surveillance électronique et la libération conditionnelle vous avez
donné ces explications a posteriori , sans oublier le dossier pénal
pendant.
Je pense donc que l'évaluation du risque de cette libération
conditionnelle a connu un défaut de prévoyance. Cependant, dans ce
cas, il ne me semble pas utile de réfléchir à des modifications
importantes de la législation. Nous avons eu l'occasion de revenir sur
l'importance du rôle du tribunal d'application des peines,
éventuellement dans le cadre de l'octroi des congés pénitentiaires.
Personnellement, après audition des chiffres que vous avez cités, il
me reste des doutes: vu le nombre de dossiers et je m'adresse à
M. Casaer il ne faudrait pas six tribunaux, mais douze et prévoir les
moyens nécessaires à un fonctionnement réaliste.
Pour l'instant, à mon avis, il subsiste malgré tout une certaine
difficulté d'application due, dans ce cas précis, à un défaut
d'évaluation du risque à la suite de circonstances nouvelles.
01.19 Marie Nagy (ECOLO):
Gelet op de reacties van uw
meerderheid ben ik het paradoxaal
genoeg eens met uw algemene
beschouwingen over het
evenwicht dat gevonden moet
worden tussen de bescherming
van de samenleving en de
noodzaak de gedetineerden de
mogelijkheid te bieden zich weer in
de samenleving in te schakelen.
Zoals u denk ik ook dat men niet
teveel belang moet hechten aan
deze gebeurtenis die plaatsvindt in
een algemene
context die
sommigen wellicht motiveert om
zich op een bepaalde wijze uit te
drukken.
Toch ben ik niet helemaal
tevreden met uw antwoord over de
evaluatie van de toekenning van
dat penitentiair verlof. Men had
meer rekening moeten houden
met de nieuwe omstandigheden
waarnaar u heeft verwezen.
Bij de beslissing tot die
voorwaardelijke invrijheidstelling
werd onvoldoende aan de
mogelijke risico's gedacht. Maar in
dit geval lijkt het me niet
aangewezen om de wetgeving
grondig te herdenken.
01.20 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, ik apprecieer dat u zegt dat u uw verantwoordelijkheid
niet ontvlucht. U verschuilt zich niet achter medewerkers noch achter
adviezen van externen. U zegt dat u die beslissing hebt genomen in
01.20 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Je salue l'attitude de la ministre
qui dit ne pas vouloir éluder ses
responsabilités et ne cherche pas
19/07/2006
CRIV 51
COM 1043
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
eer en geweten en dat u daar nog steeds achter staat. In het verleden
was dat wel eens anders, als wij dan toch spreken over ministeriële
verantwoordelijkheden.
Ten tweede, iedere afweging inzake het toestaan van penitentiair
verlof is een delicaat evenwicht tussen pro's en contra's. Geen van
ons maakt die afweging graag of zou ze graag moeten maken. Dat
blijft vandaag, morgen en ook in de toekomst een moeilijke afweging.
Daarom denk ik dat het verstandiger zou zijn om ook deze
bevoegdheid aan de strafuitvoeringsrechtbanken toe te kennen, ook
al weet ik dat er een bepaalde logica zit in de verdeling van de taken
tussen de strafuitvoeringsrechtbanken, enerzijds en hetgeen nog aan
de Koning toekomt, anderzijds.
In gelijk welk dossier, ook al heeft men honderd positieve adviezen
van verschillende instanties, ook al is honderd keer een verlof gunstig
verlopen, als het fout gaat kan men niet vermijden dat een juridisch
dossier een politiek dossier wordt en dus het voorwerp wordt van een
politiek steekspel in het Parlement.
Ten slotte, ik vind dat het penitentiair verlof moet behouden blijven.
Het kan niet dat door dit evenement, hoe tragisch en erg ook
uiteraard hopen wij allen dat binnen de kortste keren Murat Kaplan zal
kunnen worden gevat het penitentiair verlof als dusdanig in vraag
dient te worden gesteld.
Ik neem er trouwens akte van dat tijdens de parlementaire
werkzaamheden ook de heer Bart Laeremans het ermee eens was
dat het penitentiair verlof wel degelijk nuttig kan zijn. Het is dan ook
niet zijn bedoeling aan een wet te werken die dat verlof afvoert. Ik
neem akte van die verklaring tijdens de parlementaire
werkzaamheden.
à s'abriter derrière ses
collaborateurs ni n'invoque l'un ou
l'autre avis positif. Il est tout à son
honneur d'affirmer avoir pris la
décision en son âme et
conscience et de persister.
La décision d'accorder un congé
pénitentiaire repose toujours sur
l'évaluation d'aspects positifs et
négatifs. Elle n'est pas simple. Je
préconise de confier cette
responsabilité aux tribunaux
d'exécution des peines car s'il se
pose un problème dans quelque
dossier que ce soit, même en
présence de nombreux avis
favorables, le dossier juridique
deviendra en toutes circonstances
un dossier politique et donnera lieu
à des joutes politiques.
Il faut préserver le droit au congé
pénitentiaire. Je me souviens que,
lors des travaux parlementaires,
M. Laeremans s'est également dit
favorable au congé pénitentiaire.
01.21 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, dank u voor uw uitgebreid antwoord, waarbij u ons zeer veel
informatie hebt bezorgd. Ik ben blij dat u uw geloof in de
voorwaardelijke invrijheidstelling blijft belijden, zoals een zeer
uitgebreide meerderheid hier in dit Parlement. Dat is toch een
lichtpunt.
Uiteraard blijf ik vragen hebben bij de chronologie en de beslissing die
u hebt genomen. Ik weiger echter daarover in termen van
voetbalmatchen te spreken, want daarvoor is dit dossier te ernstig.
Het moet de hoop van ons allemaal zijn dat Kaplan Murat, die op dit
ogenblik opgejaagd wild is, de komende uren tot rust komt en zichzelf
aangeeft voordat er ongelukken gebeuren.
Ik dank u.
01.21 Walter Muls (sp.a-spirit):
Je remercie la ministre pour
l'information détaillée qu'elle nous
a communiquée. Je me réjouis
d'entendre que, comme la majorité
des membres du Parlement, elle
continue d'adhérer au principe de
la libération conditionnelle.
Je continue néanmoins à
m'interroger à propos de la
chronologie du dossier et de la
décision de la ministre d'octroyer
un congé pénitentiaire. Ce dossier
est toutefois d'une gravité telle que
nous devons éviter de nous livrer à
son propos à des jeux politiques.
J'espère qu'en gibier traqué qu'il
est actuellement, Murat Kaplan
retrouvera sa sérénité dans les
heures qui viennent et se livrera
spontanément, avant que des
accidents ne se produisent.
CRIV 51
COM 1043
19/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Bart Laeremans en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Gerolf Annemans
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie,
vraagt het ontslag van de minister van Justitie, mevrouw Onkelinx."
Une motion de méfiance a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Bart Laeremans et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Gerolf Annemans
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande la démission de la ministre de la Justice, Mme Onkelinx."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karine Lalieux en door de heren Dylan Casaer,
Thierry Giet, Walter Muls en Dirk Van der Maelen.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Karine Lalieux et par MM. Dylan Casaer, Thierry Giet,
Walter Muls et Dirk Van der Maelen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.08 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.08 heures.