CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1035
CRIV 51 COM 1035
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mercredi
woensdag
05-07-2006
05-07-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'État à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "l'étude du Voka sur la
simplification administrative" (n° 11728)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de Voka-studie over administratieve
vereenvoudiging" (nr. 11728)
1
Orateurs: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
, secrétaire d'État à la
Simplification administrative
Sprekers: Trees Pieters, Vincent Van
Quickenborne
, staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de M. Servais Verherstraeten au
secrétaire d'État à la Simplification administrative,
adjoint au premier ministre sur "la réglementation
excessive à l'égard des ASBL" (n° 11997)
4
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de overreglementering van VZW's"
(nr. 11997)
4
Orateurs: Servais Verherstraeten, Vincent
Van Quickenborne
, secrétaire d'État à la
Simplification administrative
Sprekers: Servais Verherstraeten, Vincent
Van Quickenborne
, staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de M. Philippe Monfils au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le blocage du
projet NEURON" (n° 12127)
7
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
blokkering van het NEURON-project" (nr. 12127)
7
Orateurs:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la décision du
gouvernement en matière de stockage des
déchets faiblement radioactifs" (n° 12213)
9
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de beslissing van de
regering inzake de berging van laagradioactief
afval" (nr. 12213)
9
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le projet de dépôt de
déchets nucléaires" (n° 12151)
9
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het plan betreffende de
berging van kernafval" (nr. 12151)
9
Orateurs:
Muriel Gerkens, Servais
Verherstraeten, Marc Verwilghen, ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique,
Simonne Creyf
Sprekers:
Muriel Gerkens, Servais
Verherstraeten, Marc Verwilghen, minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid, Simonne Creyf
Question de M. David Geerts au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'indication de la
contenance en centilitres sur un verre à bière"
(n° 12193)
13
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afbakening van het
aantal centiliters op een bierglas" (nr. 12193)
13
Orateurs: David Geerts, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: David Geerts, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
14
Samengevoegde vragen van
14
- Mme Marie Nagy au ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la réalisation du Livre
blanc pour la modernisation des établissements
scientifiques fédéraux" (n° 12175)
14
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van het
Witboek voor de modernisering van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 12175)
14
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la mise en oeuvre du
livre blanc 'Horizon 2005'" (n° 12271)
14
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van het
witboek 'Horizon 2005'" (nr. 12271)
14
Orateurs: Marie Nagy, Simonne Creyf, Marc
Verwilghen
, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Marie Nagy, Simonne Creyf, Marc
Verwilghen
, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les incidences
pratiques de la loi sur l'assurance contre les
catastrophes naturelles" (n° 12200)
22
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
praktische gevolgen van de wet op de
natuurrampenverzekering" (nr. 12200)
22
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Dirk Claes au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les négociations
avec le secteur horeca" (n° 12220)
24
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de onderhandelingen
met de horecasector" (nr. 12220)
24
Orateurs: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "une assurance
pour les volontaires" (n° 12245)
26
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "een
verzekering voor vrijwilligers" (nr. 12245)
26
Orateurs: Greta D'hondt, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, David Geerts
Sprekers: Greta D'hondt, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, David Geerts
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MERCREDI
5
JUILLET
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
5
JULI
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 15.37 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.37 heures par M. Paul Tant, président.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister over "de Voka-studie over administratieve vereenvoudiging"
(nr. 11728)
01 Question de Mme Trees Pieters au secrétaire d'État à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "l'étude du Voka sur la simplification administrative" (n° 11728)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik heb u op 10 mei 2006 een vraag gesteld omdat in
april 2006 Voka een studie heeft uitgebracht in verband met
administratieve vereenvoudiging. De uiteindelijke opdracht van Voka
was een beleidsdocument op te stellen met duidelijke aanbevelingen
voor de overheid. Van deze aanbevelingen richten er zich 31 tot de
verantwoordelijken voor administratieve vereenvoudiging. Voka heeft
aan de ondernemingen zelf gevraagd welke administratieve
vereenvoudigingen prioriteit moeten krijgen.

De aanbevelingen draaien rond 6 uitgangspunten. In eerste instantie
moet de overheid geen onnodige gegevens opvragen of opleggen aan
bedrijven om die te archiveren. Ten tweede, de overheid moet geen
gegevens verschillende keren opvragen. Ten derde, elektroniseren
van documenten is goed voor zover die elektronische systemen op
punt staan en aan elkaar gekoppeld zijn. Ten vierde, verouderde
wetgeving moet worden geschrapt. Ten vijfde, korte en duidelijke
procedures en termijnen. Ten slotte, de regelgeving tussen het
Europese, het federale en het Vlaamse niveau moet op elkaar worden
afgestemd.

Deze studie is niet zonder belang. Recente enquêtes wijzen er onder
meer op dat de ondernemer op het terrein weinig voelt van de
vereenvoudigingsmaatregelen. Een studie van het federaal
Planbureau heeft dat ook bewezen. Integendeel, de perceptie geldt
01.01 Trees Pieters (CD&V): Une
étude du Voka d'avril 2006 formule
des recommandations à l'intention
des responsables en matière de
simplification administrative.

Le Voka a demandé aux
entreprises quelles étaient leurs
priorités en la matière. Les
entreprises demandent que les
autorités n'exigent pas de données
inutiles ou un archivage obligatoire
et qu'elles ne réclament pas les
données à plusieurs reprises. La
numérisation de documents ne
fonctionne bien que si les
systèmes sont au point et reliés
les uns aux autres. L'annulation
des lois obsolètes est également
demandée. Les délais et les
procédures doivent être courts et
précis. Les réglementations
européenne, fédérale et flamande
doivent être harmonisées.
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
dat de administratieve lasten nog zijn toegenomen. Dit zou er wel
eens kunnen op wijzen dat de regering niet de juiste klemtonen legt in
haar beleid.

Ik ben ervan overtuigd, mijnheer de staatssecretaris, dat u de Voka-
studie met grote interesse hebt gelezen. Ik som dan ook niet alle
aanbevelingen op. Graag had ik een reactie gekregen van u op deze
studie. Zult u de aanbevelingen die Voka heeft geformuleerd in zijn
brochure, ter harte nemen? Welke aanbevelingen krijgen van u de
prioriteit?
Selon des enquêtes récentes et
une étude du Bureau du Plan, les
chefs d'entreprise ne ressentent
que peu les effets des mesures de
simplification et ont même le
sentiment que les charges
administratives ont encore
augmenté, peut-être parce que le
gouvernement ne pose pas les
bons accents.

Comment le secrétaire d'État
réagit-il à cette étude? À quelles
recommandations donne-t-il la
priorité?
01.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mevrouw
Pieters, uiteraard heb ik de studie met veel aandacht doorgenomen,
dat reeds op de dag van de publicatie. Mijn beleidscel heeft op 20
april een uitvoerig antwoord doorgemaild aan de verantwoordelijken
van Voka. Het gaat zoals u zegt inderdaad om een zeer degelijke
publicatie die de problemen goed analyseert en concrete voorstellen
bevat. Het werk van Voka overstijgt dus de slogantaal die altijd maar
zegt dat er te veel papier is. Om maar iets te zeggen, de vergunning
die recent werd ingevoerd voor jachtwapens is ook papier maar wel
zeer nuttig papier. Aan de studie werd tegelijkertijd ook een debat
gewijd in de schoot van Voka, dat in gezelschap van mijn Vlaamse
collega.

Sta mij toe enkele vaststellingen te doen die volgens mij belangrijk
zijn. Ten eerste bevestigt de studie dat België het in vergelijking met
onze buurlanden beter doet. Met een lastenmeting tussen 2,1 en
2,7% van het bruto binnenlands product zitten we voor op Duitsland
met 2,5 tot 3,2%, Frankrijk met 2,2 tot 2,9% en Nederland met 2,9 tot
3,7%. U kunt dit vinden in de studie, met name op pagina 8.

Ten tweede blijkt uit het rapport dat de administratieve lasten gespreid
zitten over verschillende beleidsniveaus. Met andere woorden, de
rompslomp is een verantwoordelijkheid van alle bestuurslagen in ons
land, van het lokale niveau over het federale tot het Europese. De
nulmeting, die op pagina 77 van de studie terug te vinden is, toont aan
dat een goede 60% van de administratieve verplichtingen voor
bedrijven op het regionale en het lokale beleidsniveau wordt
gecreëerd. De milieueffectenrapportage, 44%, tekent voor een zeer
zware administratieve last. Ik hoop met u dat hier dringend iets aan
verbeterd wordt.

Ten derde heeft een aantal voorstellen van Voka betrekking op zaken
die eigenlijk geen probleem vormen of op projecten die intussen
reeds principieel zijn beslist. Voka heeft onder meer geconstateerd
dat er een administratieve last is door de zogenaamde jaarlijkse
verklaring op erewoord voor het ten laste nemen van kinderen. Enig
opzoekwerk heeft ons geleerd dat die bewering van Voka ten
onrechte is. We hebben hen via mail ook duidelijk gezegd dat een
eenmalige verklaring in verband met het ten laste nemen van de
kinderen voldoende is. Bovendien is het zo dat er projecten zijn
waarover reeds principiële beslissingen zijn genomen en waar Voka
toch naar verwijst. Ik denk onder meer aan het principe van de
01.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État:
Le 20 avril, ma cellule stratégique
a transmis une réponse détaillée
par e-mail à Voka. Il s'agit d'une
étude de qualité qui fait une bonne
analyse des problèmes et
comporte des propositions
concrètes.

L'étude confirme que la Belgique
fait mieux que ses voisins. On y
relève aussi que les charges
administratives sont réparties
entre différents niveaux de
pouvoir, du pouvoir local au
pouvoir européen en passant par
le fédéral. L' « évaluation zéro » à
la page 77 de l'étude montre que
plus de 60 pour cent des
obligations administratives pesant
sur les entreprises sont créées au
niveau régional et local. L'étude
d'incidence sur l'environnement
pèse lourd sur les entreprises et
j'espère qu'on y remédiera
rapidement.

Troisièmement, un certain nombre
de propositions de Voka se
rapportent à des matières pour
lesquelles une décision de principe
a déjà été prise ou qui ne
constituent pas un problème réel.
C'est ainsi que Voka estime que la
déclaration annuelle sur l'honneur
pour la prise en charge des
enfants constitue une charge
administrative alors qu'une
déclaration unique est en fait
suffisante. Voka a ensuite insisté
sur une simplification du bilan
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
vereenvoudiging van de sociale balans die via artikel 242 van de
programmawet van 27 december 2005 werd goedgekeurd en waar
alle sociale partners zich unaniem achter hebben geschaard.

Ten vierde, de studie bevat een aantal voorstellen die de problematiek
van de administratieve vereenvoudiging enigszins overstijgen omdat
het gaat om zeer sociaalgevoelige thema's, waar de NAR telkens om
advies wordt gevraagd. Ik denk onder meer aan de problematiek van
de verslaggeving in verband met veiligheid en preventie op het werk.
Sommigen noemen dat administratieve rompslomp, maar de
vakbonden vinden dat zeer belangrijke verslaggeving. Daarin zomaar
een beslissing nemen, is niet evident.

Voka verwijst ook naar de woon-werk-enquête, die inderdaad
administratieve lasten met zich brengen. De woon-werk-enquête is er
gekomen om net de verplichte bedrijfsvervoerplannen, die een aantal
politieke partijen had voorgesteld, niet te hoeven opmaken.
Voka verwijst ook naar rompslomp inzake educatief verlof. U weet dat
het educatief verlof, zeker vanuit bepaalde hoeken, sterk wordt
gesteund.

Tot slot bevat de studie een aantal heel interessante voorstellen, die
ik absoluut ter harte wil nemen. Ik denk aan twee concrete voorstellen
van Voka, die volgens mij nog tijdens deze legislatuur zouden kunnen
worden gerealiseerd. Als wij het federale aandeel in de
administratieve lasten terzake zouden kunnen oplossen, zouden wij
een kleine 19% van de administratieve federale lasten kunnen
wegnemen.

Ten eerste is er de problematiek van de papieren rompslomp die
gepaard gaat met de maaltijdcheques. Er moet een systeem mogelijk
zijn waarbij maaltijdcheques op een elektronische manier worden
bedeeld. Wij zijn daarin uiteraard ook afhankelijk van de private
spelers, die welvaren bij de papieren maaltijdcheques. Het omzetten
tot elektronische maaltijdcheques is intussen op de Ministerraad
principieel beslist, met goedvinden van alle partners in de regering.

Ten tweede is er de belangrijke vereenvoudiging die noodzakelijk is in
verband met de fiscale vrijstelling voor wetenschappelijk personeel.
Vandaag is er een bepaling in de wet die ertoe strekt dat, wanneer
men een wetenschappelijk personeelslid aanwerft, men een fiscale
vrijstelling van 10.000 euro krijgt van de winst van een bepaalde
vennootschap. Daarvoor moeten heel wat formulieren worden
ingevuld en toegevoegd aan de vennootschapsbelastingaangifte. Dat
brengt rompslomp met zich mee. Dat wordt ook mooi geïllustreerd in
de publicatie van Voka. Daarvoor willen wij volgend jaar een oplossing
hebben gevonden.
social, laquelle figure déjà à
l'article 242 de la loi-programme
du 27 décembre 2005.

L'étude comporte plusieurs
propositions qui dépassent le
simple cadre de la simplification
administrative, puisqu'il s'agit de
thèmes fort sensibles, tels que la
communication relative à la
sécurité et à la prévention au
travail.

L'enquête sur les déplacements
entre le domicile et le lieu de
travail évoquée par Voka entraîne
également des charges
administratives, alors que cette
enquête doit précisément servir à
rendre superflus les plans de
transports d'entreprise. Le congé-
éducation quant à lui engendrerait
également beaucoup de
tracasseries administratives.

Enfin, je prendrai à coeur
d'examiner de plus près plusieurs
propositions fort intéressantes
avancées par l'étude et qui
permettraient de réduire la part du
fédéral dans les charges
administratives de près de 19%: la
délivrance par voie électronique
des chèques-repas, à laquelle le
Conseil des ministres a déjà
donné son accord de principe, et
la simplification des dispositions
relatives à l'exonération fiscale
pour le personnel scientifique.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. U hebt, net zoals ik, de
Voka-studie met interesse doorgenomen. Ik ben ook tot de conclusie
gekomen dat er voor het beleid heel wat interessant materiaal in
staat. U zegt mij dat u een antwoord naar Voka hebt gemaild. Ik
veronderstel dat dit in dezelfde zin is als wat u nu aan mij zegt.

U zegt dat het formulier inzake jachtwapens een nuttig papier is.
Jammer genoeg is de wetgeving te laat gekomen. Dat circuleert al
jaren in de wandelgangen en is goedgekeurd op het ogenblik dat er
01.03 Trees Pieters (CD&V): Je
constate que le ministre a lu
l'étude de Voka avec intérêt. Il est
vrai qu'elle contient de nombreux
éléments intéressants au niveau
politique.

Le formulaire relatif aux armes de
chasse est un document certes
utile, mais nous regrettons que la
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
een ongeluk gebeurt. Dit terzijde.

Niet alle administratieve vereenvoudiging is te situeren op het federale
niveau, dat is duidelijk. Dat hebben wij ook in het verleden gezegd,
naar aanleiding van het rapport van het federaal Planbureau. Er zit
enorm veel op regionaal en lokaal vlak, maar ook daar doet men
inspanningen om de administratieve rompslomp te verminderen. Dat
is inderdaad niet uw domein. Voka, een Vlaamse organisatie,
bekommert zich echter terecht om de administratieve rompslomp,
zowel op het niveau van Gewesten en Gemeenschappen als op
federaal niveau.

Ik apprecieer dat u een aantal voorstellen op federaal niveau ter harte
zult nemen. Ik weet dat beslist werd tot elektronische verwerking van
de maaltijdcheques. De fiscale vrijstelling voor wetenschappelijk
personeel is een nieuwe maatregel van deze regering, die zeer veel
formulieren vereist. Als u daaraan nu wil tegemoetkomen, kan ik niet
anders dan dit positief noemen. Dat had echter ook van de beginfase
zo gekund.

Inzake veiligheid, woon-werkverkeer en educatief verlof zegt u dat dit
uw bevoegdheid als staatssecretaris voor Administratieve
vereenvoudiging te boven gaat, omdat dit heel vaak het resultaat is
van sociaal overleg. Ook wat er gebeurt op het sociaal overleg zou
moeten resulteren in minimale administratieve rompslomp. Een aantal
zaken uit de Voka-studie zal ter harte worden genomen en wij zullen
dat met veel interesse volgen.

Tot slot onderlijn ik nog even dat een aantal door Voka opgesomde
zaken inzake de administratieve mallemolen het resultaat zijn van
beslissingen genomen door de paarse coalities. U zegt dat ze herzien
zullen worden en in de toekomst zullen wij merken of dit effectief zal
gebeuren.
législation à ce sujet soit arrivée
trop tard.

Des efforts doivent également être
faits aux niveaux régional et local.
Le VOKA se préoccupe avec
raison des lourdeurs
administratives. J'apprécie le fait
que le ministre prenne à coeur un
certain nombre de propositions au
niveau fédéral.

La sécurité, les déplacements
entre le domicile et le lieu de
travail et le congé éducatif sont
souvent le résultat de la
concertation sociale, et le
secrétaire d'État à la Simplification
administrative estime ne pas être
compétent en la matière. Or, ce
qui ressort de la concertation
sociale devrait également
déboucher sur le moins de
tracasseries administratives
possible.

De nombreuses décisions des
coalitions violettes donnent lieu à
un important surcroît de
contraintes administratives. Le
secrétaire d'État déclare que ces
décisions seront revues. Nous
vérifierons si c'est effectivement le
cas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister over "de overreglementering van VZW's"
(nr. 11997)
02 Question de M. Servais Verherstraeten au secrétaire d'État à la Simplification administrative,
adjoint au premier ministre sur "la réglementation excessive à l'égard des ASBL" (n° 11997)
02.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, VZW's
worden op dit ogenblik zwaar belast met een hoop wettelijke en
facultatieve verplichtingen, niet het minst door de recentste
wetswijzigingen aan de VZW-wetgeving met toch vrij zware
boekhoudkundige verplichtingen voor relatief kleine VZW's. Ik denk
ook aan allerlei taksen, de billijke vergoeding, SABAM en dies meer.

Ik heb destijds de minister van Justitie verwittigd dat de nieuwe VZW-
wetgeving aanleiding zou geven tot vele ontbindingen en
vereffeningen van VZW's en niet tot meer transparantie. Op het
terrein ziet men nu ook dat heel wat VZW's afhaken.

Mijnheer de minister, zult u, in het kader van uw bevoegdheden,
stappen ondernemen om het verenigingsleven nieuw leven in te
02.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Depuis la dernière
modification de la loi, les asbl sont
encore confrontées à un plus
grand nombre d'obligations
formelles. Toute une série de
taxes leur sont également
imposées. L'avertissement que
j'avais lancé se vérifie: de
nombreuses asbl jettent l'éponge.

Quelles mesures le ministre a-t-il
l'intention de prendre pour
redonner du souffle à la vie
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
blazen en een hoop verplichtingen te vereenvoudigen? Zo ja, welke?
Overweegt u de opstelling van een inventaris met alle rechten en
verplichtingen, ten behoeve van de verenigingen? Ondertussen heb ik
vernomen dat er een nieuw KB met betrekking tot de
boekhoudkundige verplichtingen voor kleine VZW's in de maak zou
zijn, teneinde de verplichtingen te verminderen. Wat zijn de precieze
bepalingen van het voorontwerp van KB? Tegen wanneer mogen wij
de publicatie ervan in het Staatsblad verwachten?
associative? Un inventaire de
toutes les obligations sera-t-il
dressé?

Est-il exact qu'un arrêté royal
réduisant les obligations sur le
plan comptable est en cours
d'élaboration? En quoi consiste-t-
il? Quand sera-t-il publié au
Moniteur belge?
02.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer
Verherstraeten, ik heb met aandacht kennisgenomen van uw vraag.
Ik sluit mij graag aan bij uw pleidooi om het verenigingsleven de
ruimte te geven die het verdient.

Uw vraag is een interessante vraag. Ze sluit aan bij de even
interessante vraag van uw collega Jef Van den Bergh, die ik op 17
mei jongstleden heb beantwoord in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken en gedeeltelijk hetzelfde onderwerp had.

In de eerste plaats wil ik verwijzen naar het antwoord van collega
Onkelinx op uw vraag op 20 juni, dat ook in de pers aandacht heeft
gekregen. De minister benadrukte in haar antwoord het belang van de
transparantie bij het beheer van VZW's. Tegelijkertijd ziet zij ook de
noodzaak in om de boekhoudkundige verplichtingen voor kleine
VZW's lichter te maken. Er is inderdaad een ontwerp van koninklijk
besluit in voorbereiding. Het ligt nog altijd ter advies bij de Raad van
State. Het komt weldra op de Ministerraad. Daarnaast is zij ook bereid
om het voorstel voor de nieuwe VZW-wetgeving aan een grondige
evaluatie te onderwerpen en eventueel de wetgeving aan te passen.
Ik sluit mij graag aan bij haar analyse.

U vraagt mij of ik initiatieven neem om het verenigingsleven wat nieuw
leven in te blazen door de administratieve lasten te verlagen. Ik meen
dat wij met de federale regering al een aantal zaken hebben
gerealiseerd, die enig soelaas kunnen bieden. Ik verwijs naar de
verenigingen die feesten organiseren. U weet dat het seizoen van de
feesten en de barbecues in Vlaanderen, Wallonië en Brussel volop
bezig is.

Welnu, voor de feestvierders hebben wij een aantal vergunningen
voor gegiste en sterke dranken afgeschaft. Vroeger moesten die
worden aangevraagd, maar sinds dit jaar zijn ze niet meer nodig.

In verband met handel door verenigingen die hun kas trachten te
stijven met allerhande acties, bijvoorbeeld wafelverkoop, gold vroeger
de wetgeving op de ambulante handel. Die wetgeving hebben wij met
een nieuwe wet en een koninklijk besluit sterk vereenvoudigd,
versoepeld. Erkende jeugdverenigingen zullen dus geen jaarlijkse
erkenning meer moeten aanvragen, welke ze vroeger wel nodig
hadden. Er komt ook geen voorafgaandelijke toestemming van de
burgemeester meer om bijvoorbeeld een wafelbak of een
bloemenverkoop te organiseren.

De derde verplichting die op verenigingen weegt, is de problematiek
van SABAM en de billijke vergoeding. U hebt er zelf naar verwezen.
De regering heeft terzake, onder leiding van collega Verwilghen, een
02.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État:
Cette question est intéressante et
vous avez eu raison de la poser.

Ma collègue de la Justice avait
déjà mis l'accent sur l'importance
d'une gestion transparente et
d'une réduction des contraintes
comptables pour les asbl. Un
arrêté royal est effectivement en
préparation. Il se trouve
actuellement pour avis au Conseil
d'Etat et sera ensuite soumis au
Conseil des ministres.

Ma collègue est également
disposée à soumettre la nouvelle
législation sur les asbl à une
évaluation approfondie et à
l'adapter le cas échéant. Je me
rallie à cette volonté.

Le gouvernement fédéral a déjà
en partie porté remède à ce
problème. Depuis cette année-ci,
en effet, les associations qui
organisent des fêtes ne doivent
plus demander d'autorisation pour
les boissons fermentées et
alcoolisées. La loi sur le
commerce ambulant a été
assouplie en ce sens que les
associations reconnues de jeunes
ne devront plus renouveler à
chaque fois leur agrément. Et pour
certaines actions spécifiques, le
fiat du bourgmestre ne sera plus
requis.

Un nouveau projet de loi devra
être adopté pour simplifier la
perception des droits d'auteur et la
rémunération équitable. Lorsque la
base légale aura été donnée, la
concertation entre les
organisations, ma cellule politique
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
wetsontwerp laten opstellen, dat trouwens later deze namiddag ter
bespreking staat op de agenda. Wij geven de mogelijkheid aan de
regering om organisaties zoals SABAM en andere aan te manen tot
vereenvoudiging bij de eventuele inning van de bedragen die zij
opleggen. Eenmaal de wettelijke basis is gelegd, kan het overleg
tussen de betrokken organisaties, de beleidscel van de minister van
Economie en mijn beleidscel, van start gaan.

Ik denk dat de basis van de inventaris waarnaar u verwijst, zeker
gelegd wordt door een initiatief van het Parlement, namelijk de nieuwe
vrijwilligerswet, die in twee fasen werd aangenomen. Recent heeft de
Kamer een wijziging van de wet van 3 juli 2005 goedgekeurd. Het
betreft een wijziging die een hele vereenvoudiging voor het
verenigingsleven inhoudt. Die wet is over de partijgrenzen heen
goedgekeurd. U weet ten andere dat de vrijwilligerswet van 3 juli 2005
een parlementair initiatief was.

Ik heb dan ook op 31 maart van dit jaar aan de voorzitters van Kamer
en Senaat gesuggereerd om, zoals bij de wetsontwerpen en de
ontwerpen van koninklijk besluit, aan alle wetsvoorstellen die
passeren via het Parlement een kafka-test te laten toevoegen. De
voorzitter heeft dat voorgelegd aan de Conferentie van voorzitters. In
zijn schrijven van 24 april jongstleden heeft hij mij laten weten dat de
kafka-test een nuttig instrument kan zijn om de administratieve lasten
in wetsvoorstellen die enkel via het Parlement passeren te vermijden.

Ik wil erop wijzen dat de VZW-wetgeving eveneens een parlementair
initiatief was en geen initiatief van de regering. In het Parlement zou
het dus goed zijn, vooraleer er zaken worden goedgekeurd, dat wordt
nagegaan of er al dan niet nieuwe administratieve lasten bijkomen.

Daarnaast sta ik voortdurend open om via het kafka-meldpunt
geïnformeerd te worden over resterende problemen, waarbij alle
voorstellen worden geanalyseerd. Ik zal niet nalaten om verdere
vereenvoudigingen voor te stellen en, vooral, ze te realiseren.
et celle de la ministre de la Justice
pourra commencer.

C'est la loi sur les volontaires du 3
juillet 2005 qui donne la base
légale de l'inventaire des
obligations. Une modification
récente de cette loi a été adoptée
au-delà des clivages partisans.

Au début de 2006, la Conférence
des présidents a souscrit à mon
idée de soumettre également
toutes les propositions de loi au
test Kafka. Ce serait utile car cela
permettrait d'éviter des pesanteurs
administratives excessives. A titre
d'exemple, c'est une proposition
de loi qui est à l'origine de la
législation sur les asbl.

Je suis toujours disposé à
examiner les problèmes restants
et les propositions, et à réaliser les
simplifications.
02.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik kijk
reikhalzend uit naar het ontwerp van koninklijk besluit.

Wat betreft het wetgevend initiatief van de VZW-wetgeving dien ik u
te melden dat u fout geïnformeerd bent. Het betrof destijds een
ontwerp dat ontheven is van zijn caduciteit, nadat het eerst in de
Kamer ­ niet in de Senaat ­ was goedgekeurd vóór het einde van een
legislatuur, en dat zijn vervolg heeft gekend in de daaropvolgende
legislatuur, met belangrijke amenderingen ten laste van de VZW's.
Dat was een ontwerp op initiatief van de regering, niet van het
Parlement als dusdanig.
02.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je me réjouis beaucoup
de prendre connaissance du projet
d'arrêté royal.

Le ministre est mal informé. La loi
sur les asbl a été adoptée sous
une législature à la Chambre ­
non au Sénat ­ et amendée sous
la législature suivante. C'était un
projet relevé de caducité. Et c'était
un projet d'initiative
gouvernementale.
02.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, ik wil even corrigeren. Ik herinner mij nog zeer goed, toen ik
in de Senaat zat, dat mijn collega's in de commissie voor de Justitie
heel hard bezig waren met de wijziging van de VZW-wet en het
aanbrengen van allerlei amendementen ­ stichting, discussie,
enzovoort. Dat kunt u zeker terugvinden in de stukken tussen 1999 en
2003.
02.04
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État:
Je me rappelle parfaitement que
lorsque j'étais sénateur, la
commission de la Justice s'attelait
aux modifications. Les rapports
doivent certainement en faire état.
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
De voorzitter: Mijnheer de staatssecretaris, als een ontwerp van
caduciteit ontheven wordt, behoort het tot het initiatief van de
regering.

(...):(...)

De voorzitter: De vraag is niet wie er eerst in de fout is gegaan. De
vraag is wat er fout is. Dat is belangrijker.
Le président : La question n'est
pas de savoir qui s'est trompé
mais bien de savoir quelle est
l'erreur.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Philippe Monfils au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le blocage du projet NEURON" (n° 12127)
03 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de blokkering van het NEURON-project" (nr. 12127)
03.01 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en juin 2003, la France a lancé un projet de démonstrateur
technologique: NEURON. C'est un projet de haute technologie qui
permet de définir les évolutions futures dans le domaine de
l'aéronautique, il s'agit en fait des avions sans pilote dans une dizaine
d'année. L'objectif est la maîtrise des technologies de la furtivité,
domaine dans lequel l'Europe souffre souvent de la concurrence
américaine. De nombreux pays européens ont répondu à ce projet:
l'Italie, la Suède, l'Espagne, la Grèce et la Suisse. La Belgique avait
signalé dès le départ qu'elle pourrait se joindre à ce programme. On
citait d'ailleurs le chiffre de 2,5%. Mais malheureusement, à défaut
d'un accord financier entre les Régions et l'État fédéral, la
participation au projet n'a toujours pas été annoncée.

Monsieur le ministre, cela devient urgent. Il me revient ­ j'ai visité le
salon de l'armement Satory à Paris ­ que si la Belgique ne montre
pas sa volonté de participer à ce projet d'avenir dans les prochains
jours, elle sera définitivement écartée du dossier. Quand je parle des
prochains jours, il s'agit de fin juillet; en tout cas, avant les vacances.
Après les vacances, il ne sera plus possible d'entrer dans ce
programme. Beaucoup d'industriels du Sud mais aussi du Nord du
pays sont très intéressés par ce projet qui permettrait de développer
des créneaux technologiques nouveaux tout en offrant une belle
occasion de valoriser le savoir-faire belge, j'insiste, du Sud comme du
Nord du pays. Les retombées économiques seront évidemment très
importantes à moyen et long termes.

Monsieur le ministre, mes questions sont dès lors très simples.

Où en sont les négociations avec les Régions? A-t-on avancé dans ce
dossier? Finalement, la Belgique va-t-elle marquer son intérêt pour ce
type de programme?

Il faut qu'on le sache car si votre réponse est négative en disant que
vous n'arrivez pas à obtenir la participation de tout le monde, il est
clair que les industriels devront abandonner toute prétention de
participation à ce projet qui me paraît être essentiel en termes
technologiques, en termes d'avenir et, bien entendu, en termes
économiques.
03.01 Philippe Monfils (MR): In
juni 2003 lanceerde Frankrijk
Neuron, een hoogtechnologisch
project dat de toekomstige
evoluties kan vastleggen in het
domein van de luchtvaartkunde,
met name op het vlak van
onbemande vliegtuigen. Een van
de voornaamste doelstelling vormt
het beheer van de "stealth"-
technologie, een
onderzoeksdomein waarin Europa
sterke Amerikaanse concurrentie
ondervindt.

Diverse landen hebben op de
oproep gereageerd.

Bij gebrek aan een financieel
akkoord tussen de Gewesten en
de federale Staat, heeft België nog
steeds haar medewerking aan dit
project niet kunnen aankondigen.

Als ze dit de komende dagen niet
doet, zou ze definitief van het
project kunnen worden
uitgesloten, terwijl veel industriëlen
zowel uit Vlaanderen als Wallonië
hierin geïnteresseerd zijn.

Hoe ver staan de besprekingen
met de Gewesten? Gaat België nu
haar belangstelling voor dit project
tonen? Is het daarvoor niet de
hoogste tijd?
03.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, monsieur 03.02 Minister Marc Verwilghen:
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Monfils, je voudrais tout d'abord vous remercier pour votre question
sur le programme NEURON. Il s'agit d'une initiative française axée
sur le développement d'un démonstrateur ou d'un prototype d'avion
de combat sans pilote.

À l'occasion du signal donné par les autorités françaises quant à une
possibilité de participation de certaines industries belges, j'ai adressé
un courrier à mes collègues des trois Régions (compte tenu de
l'impératif du financement de 100% des coûts de développement
belges) afin de connaître leur position à l'égard d'un financement
partiel éventuel. J'ai également chargé mon département de
l'Économie d'examiner plus en détail les modalités et la portée d'une
éventuelle participation.

Ces démarches ont laissé apparaître que seules les autorités
fédérales disposaient des mécanismes appropriés pour remplir la
condition de financement à 100% imposée par les autorités
françaises. Il est également avéré que le programme NEURON
relevait du champ d'application de l'article 296 du Traité instituant
l'Union européenne et que, par conséquent, les règles d'intervention
européennes classiques n'étaient pas applicables. Au vu de ces
éléments, la poursuite des pourparlers avec les régions au sujet d'un
financement partiel n'est donc plus opportune.

Je me rallie à votre remarque sur la nécessité d'une décision rapide
de la Belgique quant à sa participation à ce projet. Dans le cadre des
débats en vue du budget initial 2007, j'ai donc demandé des crédits
supplémentaires pour le budget du SPF Économie. Je souhaite
toutefois souligner, étant donné la réalité budgétaire, que le secteur
aérospatial est assuré d'un soutien substantiel pour les années à
venir, notamment grâce aux décisions prises pendant le Conseil des
ministres de l'ESA et à la participation de différents programmes
aéronautiques tels que l'A380, l'A400M, l'acquisition d'hélicoptères et
peut-être aussi l'A350.

J'insiste donc sur le dossier, mais j'ai une certaine crainte, je ne vous
le cache pas. On verra dans les semaines à venir si une ouverture
dans le dossier est encore possible ou non. De toute façon, j'insisterai
lors du contrôle budgétaire.
Gelet op de
financieringsverplichting ten
belope van 100% van de
ontwikkelingskosten, heb ik bij de
drie Gewesten gepeild naar hun
positie inzake een eventuele
gedeeltelijke financiering. Ik heb
mijn administratie ook opgedragen
om de impact van een eventuele
medewerking te onderzoeken.

Het blijkt dat enkel de federale
overheid over de gepaste
mechanismen beschikt om aan de
voorwaarde van een financiering
van 100 % te voldoen en dat de
klassieke regels voor Europese
tussenkomst niet van toepassing
zijn. Het is bijgevolg niet langer
nuttig om de gesprekken met de
Gewesten voort te zetten.

Ik sluit me aan bij uw opmerking
over de noodzaak van een snelle
beslissing van België in deze
kwestie. In het kader van de
besprekingen voor de initiële
begroting 2007 heb ik dan ook
bijkomende kredieten gevraagd.
Ik dring dus terzake aan maar ik
ben een beetje bevreesd.
03.03 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
de votre réponse. Si je vous comprends bien, la question est de
savoir si, oui ou non, seul l'État fédéral va intervenir. Vous
m'expliquez que c'est dans les prochaines semaines que l'on pourra
espérer un signal positif ou négatif. Est-ce bien cela? (Acquiescement
du ministre)

En ce cas, nous attendrons les prochaines semaines en espérant que
la situation sera débloquée, même si je reconnais par ailleurs que des
efforts ont été fournis par la Défense et les Affaires économiques
dans leurs compétences respectives - que ce soit pour l'A400M,
l'hélicoptère d'Eurocopter ou d'autres éléments.

En bref, le projet NEURON est essentiel et de haute technologie. Cela
vaudrait donc la peine que nous y participions, ne fût-ce que pour une
part forcément infime. Car, la Belgique étant ce qu'elle est, nous ne
pouvons pas prévoir de participation massive dans ces secteurs de
haute technologie spatiale.
03.03 Philippe Monfils (MR): De
vraag is dus of de federale
overheid al dan niet als enige een
financiële bijdrage zal leveren.

U zegt mij dat wij in de komende
weken een signaal mogen
verwachten. Wij hopen dat de
situatie zal worden gedeblokkeerd.
Het loont de moeite om aan dat
project mee te werken.
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de beslissing van de regering inzake de berging van laagradioactief afval"
(nr. 12213)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het plan betreffende de berging van kernafval" (nr. 12151)
04 Questions jointes de
- M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la décision du gouvernement en matière de stockage des déchets
faiblement radioactifs" (n° 12213)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le projet de dépôt de déchets nucléaires" (n° 12151)
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président,
effectivement, je pense que nous voulons poser la même question,
mais nous n'espérons peut-être pas les mêmes réponses.

Ma question date du 21 juin dernier et le Conseil des ministres du 23
juin a pris des décisions que j'ignorais au moment où j'ai posé ma
question. Néanmoins, une partie de cette question reste d'actualité.
J'ai relevé que l'ONDRAF vous a transmis durant le mois de juin un
dossier en matière de gestion à long terme des déchets de catégorie
A. J'ai déjà posé différentes questions, ainsi que d'autres de mes
collègues, sur ce que représentent exactement ces déchets. Nous
n'avons jamais eu de réponse très claire. J'imagine que le rapport de
l'ONDRAF ne peut que reposer sur des indications précises.
J'aimerais que vous puissiez dès lors donner des réponses bien
concrètes à mes questions.

Comment les déchets faiblement et moyennement radioactifs sont-ils
définis d'un point de vue légal? Quels en sont les propriétés et les
critères? Quelles sont les concentrations maximales par isotope dans
les déchets (bq/kg) et l'activité totale par isotope à l'entrée et à la
libération du dépôt? Quelle est la base juridique pour ces critères
(normes européennes, législation belge,...)?

D'autre part, dans ce dossier, il devrait y avoir un pan concernant les
compensations économiques. J'aimerais connaître le contenu précis
de ce que le Conseil des ministres du 23 juin a décidé en termes de
sites et en termes de méthodes, mais aussi s'il y a eu des décisions
concernant les compensations économiques.

Il me semble que ce projet d'entreposage des déchets radioactifs
nous concerne et concerne également les générations futures. Il
serait utile, voire nécessaire et indispensable, que le gouvernement
demande l'avis du Conseil fédéral du développement durable sur ce
dossier. Le Conseil des ministres s'est déjà prononcé, mais
envisagez-vous de demander cet avis? Enfin, serait-il possible de
disposer, en tant que parlementaire, du dossier de l'ONDRAF et de la
décision du Conseil des ministres? Le dossier de l'ONDRAF ayant été
approuvé par le conseil d'administration, je suppose qu'il est définitif.
D'après mes informations, il daterait du 8 mai.
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De ministerraad van 23 juni heeft
beslissingen genomen waarvan ik
niet op de hoogte was op het
moment dat ik mijn vraag stelde.

Ik heb opgemerkt dat de NIRAS u
in juni een dossier heeft bezorgd
over het beheer op lange termijn
van het afval van categorie A. We
hebben nooit een duidelijk
antwoord ontvangen over wat dit
soort afval precies voorstelt. Ik
veronderstel dat het rapport van
de NIRAS stoelt op precieze
aanwijzingen. Ik zou dan ook
graag hebben dat u heel concrete
antwoorden geeft.

Hoe omschrijft de wet laag- en
middelradioactief afval? Wat zijn
daar de eigenschappen en criteria
van? Wat zijn de maximum
concentraties per isotoop in het
afval en de totale activiteit per
isotoop bij aanvang en bij
beëindiging van de berging? Wat
is de juridische basis voor die
criteria?

Wat heeft de ministerraad van 23
juni precies beslist op vlak van
bergingsplaatsen en -methodes?
Zijn er beslissingen voor
economische compensaties
genomen?

De regering moet over dit dossier
absoluut het standpunt van de
Federale Raad voor duurzame
ontwikkeling opvragen. Bent u van
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
plan dit te doen? Zouden wij over
het dossier van de NIRAS en over
de beslissingen van de
ministerraad kunnen beschikken?
04.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik sluit mij graag aan bij de vraag van mevrouw
Gerkens. Zij vraagt naar de details van de beslissing van de
Ministerraad met betrekking tot de berging van laagradioactief afval
uit Dessel. Gezien de voorgeschiedenis van het dossier lijkt mij dat
een logische beslissing.

Mijn specifieke vragen zijn de volgende. Zal de berging bovengronds
of ondergronds gebeuren? Wat is de timing hiervoor? Hoe zal de
verdere samenwerking verlopen met de gemeente Dessel in de vorm
van Stola/Stora? Wat is de verdere samenwerking met de andere
lokale overheden? Hoe zullen de gemeente Mol en MONA daarbij
verder worden betrokken?

U had het, tijdens eerdere vragen over deze problematiek, over de
sociaal-economische factoren van dit dossier. Wat is hierover beslist?
Worden de twee respectievelijke gemeentebesturen en/of andere
betrokken overheden gecompenseerd? Hoe, hoeveel en op welke
termijn? Welke andere elementen maken deel uit van dit dossier en
werden beslist?

Ik heb nog een vraag die niet in de schriftelijke neerslag van mijn
vraag stond. Ik ben ervan overtuigd dat u de materie nauwlettend
opvolgt en dat u, aangezien er 600 mensen op het SCK werken, weet
dat er besprekingen aan de gang zijn met betrekking tot de
financiering van het SCK.

Een van de voorwaarden binnen Stora was onder meer ervoor zorgen
dat de expertise en de knowhow op het terrein aanwezig zouden zijn
wanneer ook daar laagradioactief afval wordt geborgen. Het lijkt mij
logisch dat een studiecentrum dat op een boogscheut daarvandaan
ligt in ere wordt gehouden.

Gezien ook het verlies aan inkomsten - omwille van diverse
omstandigheden - dat jaarlijks en recurrent op ongeveer 7,5 miljoen
euro wordt geraamd, heb ik de volgende vraag. In welke mate werden
reeds beslissingen genomen om aan deze problematiek een
antwoord te bieden en om een van de door de partenariaten
gesuggereerde voorwaarden - voldoende expertise op het terrein - te
kunnen vervullen?
04.02 Servais Verherstraeten
(CD&V): A la lumière de
l'historique du dossier, la décision
du Conseil des ministres
concernant le stockage de déchets
faiblement radioactifs provenant
de Dessel me paraît logique.

Ce stockage est-il prévu en
surface ou sous terre ? Quel est
l'échéancier? Comment va se
dérouler à l'avenir la collaboration
avec la commune de Dessel par le
biais de Stola-Stora? Qu'en sera-t-
il de la coopération avec les autres
administrations locales? Quelle
sera l'implication de Mol et de
« Mols Overleg Nucleair Afval »
dans ce dossier? Comment seront
indemnisées les deux
administrations communales et/ou
les autres autorités impliquées? Le
dossier socio-économique
comprend-il encore d'autres
éléments?

Le financement du Centre d'étude
de l'Énergie Nucléaire (CEN) fait
actuellement l'objet de
négociations. La présence
d'experts sur le terrain lors de
l'enfouissement de déchets
faiblement radioactifs faisait partie
des conditions prévues dans le
cadre de Stora. Dans ce contexte,
il y a tout intérêt à soutenir le CEN.
La perte de recettes de ce dernier
est estimée à 7,5 millions d'euros.
Des décisions ont-elles déjà été
prises à cet égard?
04.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Gerkens, mijnheer Verherstraeten, ik zal een globaal antwoord aan
beide vraagstellers verlenen.

Tout d'abord, je voudrais dire que la définition légale des déchets
faiblement et moyennement radioactifs, leurs propriétés, les
concentrations maximales et activités utilisées pour l'acceptation des
déchets dans une installation de dépôt final font partie de la réponse
que j'ai déjà fournie à la question n° 10017 que Mme Gerkens m'a
posée le 26 janvier 2006. Vous y retrouverez donc le détail demandé.
04.03 Minister Marc Verwilghen,:
In mijn antwoord op vraag nr.
10017 van mevrouw Gerkens van
26 januari 2006 heb ik reeds de
wettelijke omschrijving van laag-
en middelradioactief afval
gegeven, de eigenschappen ervan
meegedeeld en verduidelijkt welke
maximumconcentraties en
-
activiteit in aanmerking worden
genomen bij de beslissing om het
afval in de definitieve
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
bergingsinstallatie onder te
brengen.
In de vergadering van 23 juni 2006 heeft de Ministerraad beslist dat
de berging van het laag en middelactief en kortlevend afval, ook wel
afval categorie A genoemd, zal plaatsvinden in Dessel in de vorm van
oppervlakteberging. De nodige detailstudies ­ de ontwerpfase ­ zullen
nu worden uitgevoerd vooraleer met de bouw en exploitatie van deze
oppervlakteberging te kunnen starten. De ontwerpfase zal ongeveer
vijf jaar duren, waarna de bouwperiode kan aanvangen. De exploitatie
van de bergingsinstallatie zelf zal ten vroegste vanaf 2016
operationeel zijn.
Lors du conseil des ministres du
23 juin 2006, il a été décidé que
les déchets radioactifs de faible et
moyenne activité et de courte
durée de vie seront stockés en
surface à Dessel. La construction
et l'exploitation du dépôt en
surface seront précédées d'une
phase de projet d'environ cinq ans.
L'exploitation du dépôt ne
débutera pas avant 2016.
L'ONDRAF est chargé de maintenir le processus participatif avec la
commune de Dessel, qui sera le premier partenaire pour les
négociations sur les conditions associées (qui couvrent donc le volet
socio-économique), et avec la commune de Mol qui doit pouvoir
également défendre ses intérêts. L'élargissement aux communes
voisines qui le souhaitent et qui ont un intérêt légal s'inscrit aussi dans
le maintien de ce processus.
De NIRAS moet ervoor zorgen dat
de gemeente Dessel, de
belangrijkste partner in het kader
van de onderhandelingen over de
bijbehorende voorwaarden,
waaronder de sociaal-
economische aspecten, blijvend
inspraak heeft. Hetzelfde geldt
voor de gemeente Mol. De
uitbreiding naar de
buurgemeenten die het wensen en
die een wettelijk belang hebben,
maakt tevens deel uit van de
instandhouding van dat proces.
De kostprijs van de bijhorende voorwaarden moet gebaseerd worden
op het evenredigheidsprincipe: het eerbiedigen van de juiste
verhouding ten opzichte van de investeringskost van de
bergingsinstallatie. Dit betekent dat deze kostprijs binnen de limiet van
zeventig miljoen euro moet blijven. De nauwkeurige raming van deze
kostprijs wordt gevraagd voor einde 2006. De
financieringsmechanismen van de bijhorende voorwaarden zullen
moeten bepaald worden via het fonds op middellange termijn.
Les coûts afférents aux conditions
connexes devant être conformes
au principe de proportionnalité, ils
ne pourront dépasser la limite de
70 millions d'euros. Une
estimation précise a été
demandée pour fin 2006. Les
mécanismes de financement des
conditions connexes seront
déterminés à moyen terme par le
biais du fonds.
Le projet de dépôt final a fait l'objet d'une large consultation dans le
cadre des partenariats locaux établis avec les communes de Dessel
et de Mol. Ce processus sera maintenu, voire élargi. D'autres
consultations sont également prévues dans le cadre des procédures
relatives à la délivrance des autorisations par l'Agence fédérale du
contrôle nucléaire. Dans ce contexte, il n'est pas à exclure qu'une
demande, comme suggéré par Mme Gerkens, soit introduite. Les
dossiers en question, ainsi que tous les autres rapports de l'ONDRAF,
ont été publiés et peuvent être consultés sur le site web
www.nirond.be de l'organisme.
Over het plan voor de definitieve
berging werden de gemeenten
Dessel en Mol ruimschoots
geraadpleegd. Dat proces zal
worden gehandhaafd en zelfs
uitgebreid.

Er zijn nog andere raadplegingen
gepland in het kader van de afgifte
van vergunningen door het
Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle. In die context
is het niet uitgesloten dat een
aanvraag wordt ingediend.

De desbetreffende dossiers
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
werden net als alle andere NIRAS-
verslagen gepubliceerd en kunnen
geraadpleegd worden op de site
www.nirond.be.
Ik wil dan nog tegemoetkomen aan de slotopmerking van de heer
Verherstraeten, die dit graag zal horen. Uiteindelijk werd voor het SCK
een structurele oplossing gevonden met betrekking tot de problemen
die zich gesteld hebben. Er worden bijkomende middelen vrijgemaakt
in 2006, 2007 en 2008. Nadien wordt naar een blijvende oplossing
gezocht om het SCK toe te laten zijn activiteiten verder te zetten en
zich op de markt te blijven profileren. Ik herinner er andermaal aan dat
naar aanleiding van de laatste missie toch blijkt hoeveel belangstelling
er bestaat voor het SCK.

Vanzelfsprekend zal voor oplossingen die moeten gevonden worden
bij de berging en behandeling van het laag radioactief afval een
beroep moeten worden gedaan op de neighbor next daar die wellicht
meer dan om het even welke andere instelling in dit land door zijn
expertise geschikt is om de nodige bijstand te verlenen. Wat dat
betreft denk ik dat dan misschien twee vliegen in een klap zullen zijn
gevangen.
Une solution structurelle a été
trouvée pour le CEN. En 2006,
2007 et 2008, il bénéficiera de
moyens supplémentaires et
ultérieurement, une solution
durable sera recherchée. Lors de
la dernière mission, le CEN a
suscité beaucoup d'intérêt.

Afin de trouver des solutions en ce
qui concerne le dépôt et le
traitement de déchets faiblement
radioactifs, il y aura lieu de faire
appel au neighbour next door. Ce
serait en l'occurrence peut-être
l'occasion de faire d'une pierre
deux coups.
04.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Dans la réponse que vous m'avez
donnée en janvier, il n'y a rien au sujet d'une qualification claire,
concrète et précise de ces déchets. Je vous ferai parvenir la réponse
que vous m'aviez fournie en son temps. Pour le reste, au sujet de la
décision prise par le Conseil des ministres, en particulier du résumé
de cette décision présent sur le site du gouvernement, tous les détails
n'y figurent pas. Or, dans la manière de traiter ce dossier, de vérifier
que les procédures sont respectées et de se réserver un accès aux
déchets en cas de problèmes, tous les détails sont importants.

Le rapport disponible sur le site de l'ONDRAF est-il bien le rapport
complet tel qu'il a été transmis au gouvernement ou alors s'agit-il
d'une synthèse destinée au public, comme c'est souvent le cas dans
ces matières-là?
04.04 Muriel Gerkens (ECOLO) :
Dans la réponse que vous m'avez
donnée en janvier ne figure pas de
qualification claire, concrète et
précise de ces déchets.

Au sujet de la décision prise par le
Conseil des ministres, tous les
détails ne figurent pas sur le site
du gouvernement. Or, tous les
détails sont importants.

Le rapport disponible sur le site de
l'ONDRAF est-il bien le rapport
complet tel qu'il a été transmis au
gouvernement ou s'agit-il d'une
synthèse destinée au public?
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Uiteraard zullen wij en ook de lokale overheden
aldaar de dossiers, in overleg met de federale overheid, nauwlettend
opvolgen opdat de voorwaarden wat milieu en veiligheid betreft, en
ook onder meer wat betreft de sociaal-economische factoren, strikt
kunnen worden nageleefd.

Mijnheer de minister, ik ben inderdaad een tevreden man als ik van u
verneem dat het SCK bijkomende middelen krijgt, waar het mijns
inziens ook recht op heeft. Daarin hebben we een gelijkluidende visie,
denk ik.

U spreekt echter van een structurele oplossing. Over welke bedragen
hebt u het voor 2006, 2007 en 2008?
04.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Tout comme les autorités
locales, nous nous concerterons
avec le pouvoir fédéral afin de
suivre de près ces dossiers et de
garantir le strict respect des
conditions environnementales et
de sécurité. Je me réjouis de ce
que le CEN puisse obtenir des
moyens supplémentaires.

De quels montants s'agit-il en
2006, 2007 et 2008?
04.06 Marc Verwilghen, ministre: Pour répondre à Mme Gerkens, je
vous ferai parvenir la copie de ma réponse du 26 janvier 2006.
04.06 Minister Marc Verwilghen:
Mevrouw Gerkens, ik zal u een
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Cependant, je vous conseille de consulter également le site web dont
j'ai donné la référence. Vous pourrez constater que de nombreux
éléments y sont repris. Je ne suis pas convaincu que l'entièreté du
rapport s'y trouve mais, d'après ce que j'ai pu voir, le contenu est
substantiel.
afschrift van mijn antwoord van 26
januari 2006 bezorgen. Ik raad u
ook aan de website die ik vermeld
heb te raadplegen. Ik ben niet
zeker dat het hele rapport er op
staat maar zeker de essentie.
Ten tweede, de bedragen waarover het gaat. U weet dat er een
probleem was ontstaan rond 7 miljoen euro. Daar is een oplossing
voor gevonden voor dit jaar. De bijkomende bedragen voor de
komende jaren zijn respectievelijk 3 en 4 miljoen euro. Dat moet in
surplus worden gestort. Tegelijkertijd is echter ook afgesproken met
het SCK dat een beheersplan zal worden overgemaakt en dat men
een aantal voorstellen zal doen. Die zullen met zich brengen dat de
commercialiseerbaarheid van het product hoger wordt. Ik moet
zeggen dat ze daar al belangrijke inspanningen voor hebben gedaan.
Die zullen nog verhoogd worden.

Een laatste zaak die ik u niet wil onthouden, omdat de twee
instellingen toch eigenlijk deels aan elkaar gelieerd zijn en vaak
dezelfde soort problemen hebben, is dat er eveneens opdracht is
gegeven om tot een structurele oplossing te komen voor het Nationaal
Instituut voor Radio-elementen in Fleurus, waar een gelijkaardige
operatie zal plaatsgrijpen tegen september van dit jaar. Dat zal
natuurlijk later, trager en in geringere omvang gebeuren dan dit voor
het SCK diende te gebeuren.
Le problème concernait un
montant de 7 millions. Au cours
des années à venir, le centre
recevra 3 et 4 millions d'euros
supplémentaires. Un accord a été
conclu avec le CEN sur
l'élaboration d'un plan de gestion
et la formulation d'un certain
nombre de propositions. Cela
favorisera la commercialisation du
produit. Des efforts importants ont
été fournis.

En outre, une solution structurelle
sera recherchée pour l'Institut
national des Radioéléments à
Fleurus. L'opération s'y déroulera
plus tard, moins rapidement et elle
sera de moindre envergure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Normaal gezien is nu de vraag van mevrouw Creyf aan de orde. Mevrouw Creyf, uw vraag
werd samengevoegd met de vraag van mevrouw Nagy. Gaat u ermee akkoord dat we nog vijf minuten
wachten op mevrouw Nagy die werd verwittigd?
04.07 Simonne Creyf (CD&V): Ja.
De voorzitter: Dan komt nu de vraag van de heer Geerts. Als mevrouw Nagy daarna nog niet is
aangekomen, kunt u uw beide vragen stellen.
05 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afbakening van het aantal centiliters op een bierglas" (nr. 12193)
05 Question de M. David Geerts au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "l'indication de la contenance en centilitres sur un verre à bière" (n° 12193)
05.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil u een vraag stellen over het aantal centiliters in een
bierglas.

HoReCa Vlaanderen heeft het debat hieromtrent gelanceerd. De
aanleiding daarvoor was weliswaar een specifiek bierglas met een
andere inhoud, maar ik meen dat het feit dat op een aantal glazen
geen aanduiding staat van de minimumhoeveelheid, verder diende te
worden opgevolgd.

HoReCa Vlaanderen zegt dat cafébazen de dupe kunnen worden van
een eenzijdige beslissing van brouwerijen. Ook consumenten kunnen
de dupe zijn van een niet-correcte aanduiding van het aantal
centiliters op een glas. De kermispinten zijn deze tijd van het jaar
05.01 David Geerts (sp.a-spirit):
Je souhaiterais poser une
question au ministre sur le nombre
de centilitres contenus dans un
verre à bière. HoReCa Vlaanderen
a affirmé que les exploitants de
cafés pourraient être les dupes
d'une décision unilatérale des
brasseries de livrer dorénavant
des verres plus grands. L'absence
de la mention ou l'indication
incorrecte du nombre de centilitres
sur un verre pourrait également
nuire aux intérêts des
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
legio.

Ik heb een heel concrete vraag. Wat denkt u van de maatregel waar
de brouwerijen om vragen, met name het aanbrengen van een
aanduiding in centiliters op hun glazen?
consommateurs. Que pense le
ministre de la mesure demandée
par les brasseries, à savoir
l'indication d'une mention en
centilitres sur leurs verres?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Geerts, ik moet durven erkennen dat dit een originele vraag is. Ik
denk dat elke maatregel, die meer transparantie kan opleveren op de
markt, bijna automatisch de goedkeuring moet kunnen wegdragen
van de minister.

De aanduiding van de inhoud van bierglazen zou inderdaad voor meer
transparantie kunnen zorgen en dit zowel voor de consument als de
horeca-uitbater. Ik moet wel vaststellen dat het op basis van de wet
14 juli 1991, de wet op de handelspraktijken, niet mogelijk is een
maatregel uit te vaardigen in de zin zoals door u gewenst. De
wettelijke regels omtrent de hoeveelheidsaanduiding worden in de wet
bepaald maar zij gelden enkel voor producten, terwijl het glas bier dat
in de horecazaak wordt besteld, als een dienst wordt beschouwd.

Ik wijs erop dat deze wetgeving een bevoegdheid is van mijn collega-
minister, Freya Van den Bossche. Wat dat betreft, zult u zich dus tot
haar moeten wenden.

Ik betwijfel bovendien of de aanduiding in centiliters een oplossing zou
bieden aan de bezorgdheid van de horecavereniging omtrent dat ene
type bierglas dat wel degelijk een aanduiding in centiliters vertoont. U
hebt mij hierover in het verleden al een vraag gesteld.
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je dois reconnaître qu'il s'agit là
d'une question originale. La
mention de la contenance sur les
verres à bière augmente la
transparence tant pour le
consommateur que pour
l'exploitant d'un établissement
horeca. La loi sur les pratiques du
commerce du 14 juillet 1991 ne
permet toutefois pas d'édicter une
mesure telle que souhaitée par M.
Geerts. Les règles légales
relatives à l'indication des
quantités ne s'appliquent qu'à des
produits, le verre à bière étant
quant à lui considéré comme un
service. Cette législation relève de
la compétence de la ministre de la
Consommation. Je doute par
ailleurs que la mention en
centilitres rencontrerait les
préoccupations du secteur horeca
concernant ce type de verre bien
précis comportant une mention en
centilitres.
05.03 David Geerts (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. We zullen dit tijdens de zomer verder, proefondervindelijk
opvolgen.
05.03 David Geerts (sp.a-spirit) :
J'expérimenterai tout cela cet été.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la réalisation du Livre blanc pour la modernisation des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 12175)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la mise en oeuvre du livre blanc 'Horizon 2005'" (n° 12271)
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van het Witboek voor de modernisering van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 12175)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van het witboek 'Horizon 2005'" (nr. 12271)
06.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je découvre dans "La Libre Belgique" du mardi 20 juin
dernier un nouvel article sur les établissements scientifiques fédéraux.
Comme dans les précédents, on peut y lire que nos musées
regorgent de collections exceptionnelles mais que, faute de moyens,
06.01 Marie Nagy (ECOLO): De
bouwvallige staat van onze musea
neemt dergelijke vormen aan dat
de veiligheid van de kunstwerken
en van de mensen in gevaar is.
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
non seulement elles ne peuvent être exposées, mais sont même
menacées. L'état de délabrement de nos musées est telle que la
sécurité des oeuvres et des personnes est en danger.

Le problème, monsieur le ministre, est que cette situation est bien
connue, et ce, depuis des années. Il a été analysé de manière précise
et les solutions ont été élaborées en étroite collaboration avec les
établissements, l'administration et le ministre responsable de
l'époque. Comme vous le savez, elles ont été consignées dans le
"Livre blanc pour la modernisation des établissements scientifiques
fédéraux", qui analyse les besoins, les hiérarchise en termes de
priorités et établit les moyens nécessaires pour leur mise en oeuvre.
C'était en 2002.

Sur la base de celui-ci, des engagements ont été pris par
Mme Moerman, ministre qui vous a précédé. Elle a affirmé que ce
dossier retiendrait toute son attention au cours de la législature.
Interrogée en commission, elle a déclaré, d'une part, qu'elle ferait
aboutir le plan de digitalisation et, d'autre part, que les travaux de
sécurité et d'infrastructure, dont l'inventaire avait été fait à la suite de
l'audit de la société Ingenium, seraient pris en considération et
planifiés par la Régie des Bâtiments dans une approche pluriannuelle.
C'était en janvier 2004.

Or, quatre ans après le Livre blanc et deux ans après les déclarations
de Mme Moerman, le dossier semble avoir peu avancé. La pertinence
du Livre blanc est d'établir des priorités et une planification sur
plusieurs années de réalisation des objectifs. Une première phase
planifiait notamment en priorité la rénovation du Musée d'Afrique
centrale et du Musée du Cinquantenaire, avec la création des salles
islamique et art nouveau.

Nous apprenons aujourd'hui que, si un plan de rénovation du Musée
de Tervuren a bien été déposé en 2003, avec l'accord de la Régie des
Bâtiments, ce point n'est toujours pas passé au gouvernement. En ce
qui concerne le Musée d'Art et d'Histoire, le point aurait été adopté
par le gouvernement en 2003, mais n'aurait pas été suivi.

Les musées ont investi des sommes importantes, disent-ils, sur leurs
fonds propres pour améliorer la sécurité, mais ne reçoivent pas les
crédits promis et le personnel supplémentaire qui devait provenir
d'autres départements de la fonction publique.

Monsieur le ministre, confirmez-vous ces assertions? Dans
l'affirmative, pouvez-vous nous en donner les raisons? Cette situation
est intenable et nuit à l'image de la Belgique. Nous disposons là d'un
patrimoine remarquable tant architecturalement qu'au niveau des
collections et d'un vivier économique qu'il serait ridicule de négliger et
qui pourtant semble négligé.

En outre, quel est l'intérêt de réaliser un Livre blanc, de mobiliser
pendant des mois l'administration et le personnel des établissements
ou de faire miroiter une volonté politique si c'est finalement pour le
ranger dans un grand tiroir?

Aussi, monsieur le ministre, je souhaiterais savoir, un an avant la fin
de la législature, comment vous avez réalisé le point 1 du chapitre 2
de l'accord de gouvernement qui stipule que "le gouvernement

Die situatie is niet nieuw. Er
werden oplossingen uitgewerkt in
het in 2002 verschenen "Witboek
voor de modernisering van de
federale wetenschappelijke
instellingen".

Op basis hiervan werden door uw
voorganger mevrouw Moerman
bepaalde engagementen
aangegaan. Zij verklaarde in
januari 2004 dat het
digitaliseringsplan zou worden
afgerond en dat de Regie der
Gebouwen een planning zou
opstellen voor de beveiligings- en
infrastructuurwerken.

Er blijkt echter weinig vooruitgang
geboekt te zijn in dit dossier.

Er is weliswaar een renovatieplan
voor het museum van Tervuren
neergelegd in 2003, maar de
regering heeft er zich nog steeds
niet over gebogen. Voor de
Koninklijke Musea voor Kunst en
Geschiedenis, zou dit punt in 2003
door de regering zijn goedgekeurd,
maar bleef het zonder gevolg.

De musea hebben naar eigen
zeggen belangrijke bedragen uit
hun eigen fondsen geïnvesteerd
om de veiligheid te verbeteren,
maar zij hebben de beloofde
bijkomende kredieten en
personeel niet ontvangen.

Bevestigt u die beweringen? Zo ja,
kan u ons de redenen ervan
uiteenzetten?

Op welke manier heeft u, één jaar
voor het einde van de
regeerperiode, het punt van het
regeerakkoord gerealiseerd dat
bepaalt dat de regering alle
mogelijkheden zal onderzoeken
om de aanbevelingen van het
Witboek uit te voeren?

Wat is de balans inzake de
verwezenlijking van de acht
actieprogramma's? Werd het
tienjarenplan voor de
renovatiewerken opgesteld? Hoe
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
examinera toutes les possibilités pour exécuter les recommandations
du Livre blanc".

Quel est le bilan des réalisations des huit programmes d'action? Où
en est le plan décennal d'investissement de planification des travaux
de rénovation en fonction des objectifs prioritaires qui devaient être
établis avec la Régie des Bâtiments? A-t-il été élaboré? Où en est sa
finalisation?

Nous savons tous que la difficulté, dans ce dossier, c'est le
financement. Sur cet aspect également, le Livre blanc formule des
pistes alternatives pour dégager d'autres sources de financement. Je
souhaiterais également que vous fassiez le bilan de ce qui a été
entrepris et des résultats engrangés.

Votre prédécesseur, monsieur le ministre, envisageait la possibilité
d'obtenir des fonds par le biais de la Banque européenne
d'investissement (BEI). En janvier 2004, elle répondait à une de mes
questions en disant qu'elle avait demandé à l'administration, juste
avant les vacances de Noël, de préparer le dossier administratif visant
à introduire une demande de prêt auprès de la Banque européenne
d'investissement pour un montant de 73 millions d'euros. Ce montant
devait servir notamment à la digitalisation des collections. Pouvez-
vous me dire si le dossier a effectivement été introduit? Quelle a été
la réponse de la BEI et où en est la digitalisation?

Enfin, il était également question d'aller voir du côté de la Loterie
Nationale pour dégager des moyens supplémentaires. À ce propos,
pouvez-vous me dire si la demande formelle a été formulée auprès de
Mme Van den Bossche, ministre du Budget, et si elle a été soumise
au Conseil des ministres?

Je remercie le ministre pour les réponses qu'il apportera à mes
questions.
zit het met de afronding ervan?

In het Witboek worden alternatieve
financieringsmogelijkheden
aangereikt. Ik zou willen dat u de
balans zou opmaken van hetgeen
al werd ondernomen en van de
bereikte resultaten.

Uw voorganger overwoog de
mogelijkheid om een beroep te
doen op de Europese
Investeringsbank voor het
verkrijgen van fondsen. Werd dat
dossier effectief ingediend? Wat
was het antwoord van de
Europese Investeringsbank?

Er was tevens sprake om de
Nationale Loterij daarover te
polsen. Werd een formeel verzoek
gericht tot de minister van
Begroting en werd dat aan de
ministerraad voorgelegd?
06.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, in 2002 stelde toenmalig minister van
Wetenschapsbeleid Charles Picqué samen met de heer Yvan Ylieff
het Witboek voor de modernisering van de federale
wetenschappelijke instellingen voor onder de noemer Horizon 2005.

Zoals uit de naam blijkt, was het de bedoeling dat de maatregelen die
in het groots opgezette actieplan naar voren werden geschoven in
2005 een concrete vorm zouden krijgen en een oplossing zouden
bieden voor de talrijke structurele problemen waarmee onze federale
instellingen te kampen hebben.

Om zicht te krijgen op de stand van zaken inzake de uitvoering van de
diverse actieprogramma's en om te weten te komen welke initiatieven
reeds werden genomen en welke doelstellingen werden bereikt,
stelde ik u begin vorig jaar verschillende schriftelijke vragen. Twee
van die vragen blijven tot op vandaag onbeantwoord.

Uit de antwoorden die ik wel kreeg in verband met Horizon 2005 bleek
echter dat er nog heel wat werk aan de winkel is en dat er bovendien
zeer veel geld en tijd nodig zal zijn.

U stelde in juni 2005 ook vijf prioriteiten voorop in verband met de te
06.02 Simonne Creyf (CD&V): En
2002, le ministre de la Politique
scientifique en fonction à l'époque,
M. Picqué, avait présenté son
Livre Blanc pour la modernisation
des institutions scientifiques
fédérales, intitulé Horizon 2005.
Comme son intitulé l'indiquait, le
but visé était de proposer avant
2005 des solutions concrètes qui
permettent de résoudre les
nombreux problèmes structurels
auxquels sont confrontées ces
institutions.

L'an dernier, pour avoir une idée
précise de la situation, j'ai posé
plusieurs questions écrites au
ministre. Deux de ces questions
sont restées sans réponse jusqu'à
ce jour. Il ressort des réponses
que j'ai reçues qu'un long chemin
reste à parcourir et que beaucoup
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
leveren inspanningen inzake de uitvoering van het Witboek, met
name de uitwerking van een driejaarlijks kaderprogramma waar
binnen elke instelling de prioriteiten zullen worden bepaald, de
hervorming van de beheerstructuur en van het statuut van het
wetenschappelijk personeel, het overleg met uw collega Didier
Reynders betreffende de uitvoering van infrastructuur- en
veiligheidswerken, de aanpassing door de Kamer en Senaat van het
wetsontwerp betreffende het mecenaat teneinde een fiscaal kader te
creëren vergelijkbaar met dat van de andere Europese landen, en de
digitalisering van het patrimonium.

In opvolging van mijn schriftelijke vragen en naar aanleiding van de
recente berichten, waarin verscheidene actoren uit het veld vragen
stellen omtrent de realisatie van de plannen, wil ik u de volgende
vragen stellen.

Ten eerste, wat is anno 2006, in het algemeen en per
actieprogramma, de stand van zaken in de uitvoering van het
Wetboek?

Ten tweede, welke vorderingen werden gemaakt met betrekking tot
de vijf prioriteiten die u in 2005 vooropstelde? Kan u al concrete
resultaten voorleggen?

Ten derde, over verschillende projecten bestonden reeds akkoorden,
zoals bijvoorbeeld de renovatie van het Koninklijk Museum voor
Midden-Afrika en van bepaalde zalen van de musea in het Jubelpark.
Wat is de reden voor de vertraging in voornoemde projecten?

Ten vierde, ook de initiatieven inzake veiligheid van de gebouwen en
de digitalisering van het erfgoed blijken vast te roesten. Wat is
daarvan de reden?

Ten vijfde, zal u in de nabije toekomst extra maatregelen treffen om
de doelstellingen van het Wetboek effectief te realiseren?

Ten zesde en ten slotte, zal u beantwoorden aan de vraag van de
federale, wetenschappelijke instellingen naar meer middelen en meer
personeel?

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dat waren mijn
vragen.
de temps et d'argent sont en outre
nécessaires.

En juin 2005, le ministre a défini
cinq priorités en ce qui concerne
l'exécution du Livre Blanc :
l'élaboration d'un programme-
cadre trisannuel qui fixe les
priorités pour chaque institution ; la
réforme de la structure de gestion
et du statut du personnel
scientifique ; la concertation avec
le ministre des Finances au sujet
de l'exécution des travaux
d'infrastructure et de sécurité ;
l'adaptation par la Chambre et le
Sénat du projet de loi concernant
le mécénat afin de créer un cadre
fiscal comparable à celui d'autres
pays européens et la numérisation
du patrimoine.

Quel est actuellement, en 2006,
l'état de la situation en général et
par programme d'action? Quelles
avancées observe-t-on en ce qui
concerne les cinq priorités
formulées par le ministre en 2005?
Quelle est la raison du retard pris
dans la mise en oeuvre des projets
faisant déjà l'objet d'un accord,
comme la rénovation du Musée
d'Afrique et de certaines salles du
Musée du Cinquantenaire?
Pourquoi les projets de
sécurisation et de numérisation ne
progressent-ils guère? Le ministre
prendra-t-il des mesures
supplémentaires afin de réaliser
effectivement les objectifs du Livre
Blanc? Accèdera-t-il à la demande
des établissements visant à
obtenir davantage de moyens et
de personnel?
06.03 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, mon action en tant que ministre de la Politique scientifique
s'inscrit dans le droit fil du Livre blanc pour la modernisation des
établissements scientifiques fédéraux qui, depuis le début de mon
mandat, ont fait l'objet de toute mon attention.

C'est ainsi qu'après une longue période d'incertitude juridique, j'ai
réussi, voilà un peu plus d'un an, à désigner les dix nouveaux
directeurs généraux qui ont été appelés à gérer les établissements
scientifiques fédéraux pour un mandat de six ans et ce, sans recours
auprès du Conseil d'État. Ainsi, grâce aux nouveaux programmes-
cadres qui sont soumis à mon approbation, les perspectives de
développement de ces établissements ont été stabilisées.
06.03 Minister Marc Verwilghen:
Mijn actie ligt in het verlengde van
het Witboek.

Na een lange periode van
juridische onzekerheid heb ik de
tien nieuwe directeurs-generaal
kunnen aanduiden zonder dat de
Raad van State eraan te pas
kwam. Dankzij de nieuwe
kaderprogramma's die mij ter
goedkeuring werden voorgelegd,
werden de
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Sur le plan budgétaire, ce ne sont pas moins de 12 millions d'euros
qui ont pu être injectés pour le refinancement récurrent des
établissements scientifiques fédéraux, le financement de la
digitalisation, des nouveaux pôles d'excellence (à partir de 2007), des
mesures fiscales et des financements spécifiques au profit
notamment de Tervuren, du Cinquantenaire et du Musée des
sciences naturelles, tous d'ailleurs prévus dans le Livre blanc.

Dois-je encore préciser que cet apport est sans précédent par rapport
à ce qui a pu être fait sous la législature précédente?
ontwikkelingsvooruitzichten van
die instellingen veilig gesteld.

Er werd een bedrag van maar
liefst twaalf miljoen euro
geïnvesteerd.

In vergelijking met de bedragen
die tijdens de vorige regeerperiode
konden worden vrijgemaakt, is dit
de grootste bijdrage die ooit al
werd geleverd.
De volgende vijf prioriteiten werden vooropgesteld in uitvoering van
het plan Horizon 2005. Ten eerste, alle instellingen hebben hun
driejaarlijks kaderprogramma opgesteld. Ze zijn bijna allemaal
afgerond zodat ik een overzicht kan krijgen van de vooruitzichten.

Ten tweede, de volledige hervorming van het statuut van het
wetenschappelijk personeel wordt momenteel onderworpen aan de
administratieve en budgettaire controle. De fundamentele wetteksten
ter hervorming van dit statuut zijn in voorbereiding. Deze wetteksten
moeten nog worden goedgekeurd door de Ministerraad.

Ten derde, wat de gebouwen betreft, werd door de regering een
meerjarenplan goedgekeurd dat de behoefteneveloppe, ingeschreven
in de begroting van de Regie der Gebouwen, bepaalt. De financiering
zal mogelijk worden gemaakt door de lopende BEVAK-operatie. De
veiligheidsaspecten werden geanalyseerd op basis van de resultaten
van het onderzoek Möbius over het toezicht op de musea en
leeszalen. De nodige behoeften worden momenteel onderzocht in het
kader van de begrotingsopmaak voor 2007.

Ten vierde, de voorstellen betreffende het mecenaat bevat de fiscale
incentives ten gunste van de privé-sector. Ze moeten de inbreng van
bijkomende middelen mogelijk maken. Ik hoop dat uw fractie ­ dan
wend ik mij voornamelijk tot mevrouw Creyf ­ hiermee akkoord zal
kunnen gaan zodat deze voorstellen onverwijld kunnen worden
goedgekeurd.
Cinq priorités ont été fixées dans
la cadre du plan Horizon 2005.
Tous les établissements ayant
éléboré leur programme cadre
triennal, je disposerai d'un aperçu
des perspectives.

La réforme du statut du personnel
scientifique sera soumise à un
contrôle administratif et
budgétaire. Les textes légaux sont
préparés et doivent encore être
approuvés en Conseil des
ministres.

Le gouvernement a approuvé un
plan pluriannuel fixant les besoins
en matière de bâtiments.
L'opération SICAFI permettra de
réaliser le financement. La
sécurité est analysée sur la base
des résultats de l'étude moBius
relative à la surveillance des
musées et des salles de lecture.

Les propositions relatives au
mécénat doivent permettre l'apport
de moyens supplémentaires et
comportent les incitants fiscaux
pour le secteur privé. J'espère que
le groupe CD&V votera également
en faveur de ces propositions.
Au sujet de la digitalisation, les premières enveloppes financières ont
pu être libérées pour le démarrage de dix projets ponctuels et
j'attends de nouvelles propositions de mon administration pour
permettre le lancement d'une approche transversale qui ne brade pas
les images de notre patrimoine majeur au profit du secteur privé et
respecte le principe de la mise en concurrence.

L'emprunt envisagé auprès de la BEI (la Banque européenne
d'investissements) n'est négociable que pour des montants bien
inférieurs compte tenu des perspectives de rentabilisation qui doivent
être apportées pour garantir le remboursement. Je constate et j'avoue
que nous sommes en partie coincés. Enfin, le recours au financement
Voor de digitalisering werden de
eerst financiële middelen
vrijgemaakt. Ik verwacht van mijn
administratie dat ze een aantal
voorstellen formuleert, waarbij ze
zich ervoor moet hoeden de
boegbeelden van ons cultureel
erfgoed uit te verkopen aan de
particuliere sector en ze het
mededingingsbeginsel in acht
moet nemen.
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
supplémentaire de la Loterie Nationale peut être envisagé, par
exemple à travers la rubrique "Patrimoine et Prestige", ces dossiers
étant du ressort de mes collègues du Budget, des Entreprises
publiques et des Finances auxquels je vous invite à poser votre
question, madame Nagy.
De mogelijke leningsaanvraag bij
de EIB betreft een veel lager
bedrag dan het door u
aangehaalde, rekening houdend
met de vooruitzichten op het stuk
van rentabiliteit die moeten worden
aangedragen om de terugbetaling
van de lening te waarborgen.

Tot slot kan worden gedacht aan
een bijkomende financiering via de
Nationale Loterij, maar die
dossiers behoren tot de
bevoegdheid van mijn collega's
van Begroting, van
Overheidsbedrijven en van
Financiën.
Mevrouw Creyf, uw derde vraag had betrekking op het
renovatieproject van de musea. Het project ligt momenteel op tafel bij
de Regie der Gebouwen, in uitvoering van het meerjarenplan
trouwens.

Uw vragen vier en vijf hadden betrekking op de veiligheid van de
gebouwen. De veiligheid hangt, zoals u wel zal begrijpen, grotendeels
van de renovatie af. Inzake de digitalisering van de collecties moeten
de middelen die de Belgische overheid aan de modernisering van de
instellingen besteedt, ook aanzienlijk zijn. Op voornoemde vlakken
zijn samenwerkingsakkoorden tussen de private en de publieke
sector onontbeerlijk om terzake een ambitieus beleid te kunnen
voeren. In elk geval kan ik u meedelen dat de
samenwerkingsakkoorden in vergevorderde staat van bespreking zijn.
Wellicht zullen een aantal van de uitgewerkte projecten op dat vlak
kunnen worden afgerond.

Een bedrag van 30 miljoen euro zal ook gedeeltelijk worden
aangewend voor de instellingen die in partnership met de privé-sector
werken aan de ontwikkeling en de exploitatie van de innovatieve
ideeën, het Ideeënfonds, bijvoorbeeld in de relatie tot de digitalisering,
meer bepaald het project onder de benaming "Musea van de
Toekomst".

In antwoord op uw zesde en laatste vraag wijs ik erop dat de
aanvragen van de federale, wetenschappelijke instellingen voor meer
middelen en personeel momenteel worden onderzocht in het kader
van de budgetopmaak 2007.
Le projet de rénovation des
musées est actuellement à l'étude
auprès de la Régie des Bâtiments.
La sécurité des immeubles est en
effet un élément indissociable de
la rénovation. Par ailleurs, les
autorités fédérales devront prévoir
suffisamment de moyens pour la
numérisation des collections. La
coopération entre le secteur public
et le secteur privé sera
indispensable dans ces domaines.
Cela dit, les pourparlers en vue de
conclure des accords de
coopération sont déjà bien
avancés. Plusieurs projets
pourront bientôt être finalisés.

Une partie des 30 millions d'euros
pourra être affectée aux
institutions qui développent et
exploitent des idées innovantes en
coopération avec le secteur privé.
Il s'agit notamment des moyens du
Fonds des idées.

La demande en faveur de
davantage de moyens et de
personnel formulée par les
institutions scientifiques fédérales
est examinée dans le cadre de la
confection du budget 2007.
Voilà, monsieur le président, la réponse que je souhaitais donner aux
questions de Mme Nagy et de Mme Creyf.
06.04 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, la difficulté dans
la réponse du ministre, c'est le manque de précisions et de données
exactes. Je lui posais des questions qui, me semble-t-il, lui auraient
permis de dire clairement: "voilà le tableau", "voilà les échéances",
06.04 Marie Nagy (ECOLO): Het
antwoord is onduidelijk en bevat
geen exacte gegevens. Ik had
nochtans precieze vragen gesteld,
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
"voilà ce qui a été réalisé", et pas simplement des indications de
"volonté de...", de "début de...", de programme, etc. A ce stade, ce
qu'il faut, c'est de l'opérationnel, c'est de savoir si vous avez oui ou
non l'accord de vos collègues quand il est nécessaire et une bonne
programmation. Je suis dès lors peu satisfaite de vos réponses.

Je vous posais par exemple une question par rapport à la Banque
européenne d'investissement. Le dossier a-t-il été introduit? Quel était
le point de vue de la BEI? Vous avez indiqué qu'il y a un problème
parce que les montants ne sont pas suffisants. Mais je voudrais
savoir s'il s'agit d'un refus de la BEI de travailler avec vous. Voilà le
type de réponse que j'attendais.

Voyez la France et son nouveau musée ethnographique. Certains
disent que les collections présentes en Belgique sont de valeur
parfois égale, mais que c'est la mise en évidence qui n'est pas la
même. Je me dis que c'est dommage, parce qu'un musée, c'est un
organisme de connaissance, mais c'est aussi un moteur pour
l'emploi, pour l'image, pour le tourisme et pour toute une série
d'éléments qui pourraient vous intéresser.

Monsieur le ministre, je reviendrai donc avec des questions écrites
pour essayer d'obtenir des réponses précises et exactes afin de
savoir où vous en êtes en matière de mise en oeuvre du Livre Blanc.
waarop ik een even precies
antwoord verwacht.

Wat bijvoorbeeld de EIB betreft,
hebt u gezegd dat er een
probleem bestaat doordat de
bedragen ontoereikend zijn. Ik wou
echter weten of de EIB heeft
geweigerd om met u samen te
werken.

Ik zal u dan ook een reeks
schriftelijke vragen stellen.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik blijf achter
met hetzelfde gevoel als mevrouw Nagy, met name dat het allemaal
vrij vaag blijft. Ik heb u schriftelijke vragen gesteld en ik geef toe dat in
het bestek van een mondelinge vraag men niet zoveel kan zeggen en
niet zo concreet kan zijn. Bij schriftelijke vragen kan men dat echter
wel en ik heb op twee van mijn schriftelijke vragen nog steeds geen
antwoord gekregen. Ik zal mijn vragen dus ook opnieuw schriftelijk
indienen.

Ik blijf vaststellen dat er wel degelijk een en ander wordt voorbereid,
dat ontken ik niet. Uiteindelijk gaat het echter over het plan Horizon
2005. We moeten vaststellen dat we midden 2006 concreet nog niet
veel verder zijn gevorderd. Akkoord, de tien directeurs zijn aangesteld
en het driejaarlijks kaderprogramma is bezig - we zullen u verwijzen
naar de begroting ­ maar hoe lang sleept het dossier van de
veiligheidsaspecten al niet aan? Hoe lang slepen we dit al niet mee?

Inzake de digitalisering hebben wij er in het verleden al op gewezen
dat u uw beloftes inzake afgesproken bedragen niet hebt kunnen
waarmaken. Het gaat allemaal zo moeizaam en er is zo weinig
concreet zichtbaar. Met mevrouw Nagy hoopte ik dat u iets meer en
iets concreters had kunnen zeggen. Ik zal opnieuw schriftelijke vragen
indienen, waarop u preciezer kunt antwoorden dan in het bestek van
een mondelinge vraag mogelijk is.
06.05 Simonne Creyf (CD&V):
Les réponses restent très vagues.
À l'instar de Mme Nagy, je les
avais espérées plus concrètes.
Deux de mes questions écrites
sont toujours sans réponse, de
sorte que je me vois dans
l'obligation de les redéposer.

Certains préparatifs sont en cours,
mais le plan Horizon 2005 n'a pas
encore réellement progressé. Dix
directeurs ont été désignés et un
programme-cadre triennal a été
arrêté, mais d'autres dossiers, tels
que ceux traitant des aspects
sécuritaires, traînent en longueur.
Dans le passé déjà, le ministre n'a
pas été en mesure de tenir
certains engagements concernant
le financement de la numérisation.
06.06 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, à l'attention
tant de Mme Nagy que de Mme Creyf, je voudrais souligner que le
Livre blanc a été réalisé vu la situation extrêmement critique des
institutions. Je suis certain que mes deux prédécesseurs ont
certainement cru pouvoir avancer beaucoup plus rapidement en cette
matière.
06.06 Minister Marc Verwilghen:
Het Witboek werd opgesteld in het
licht van de uiterst kritieke situatie
van de instellingen. Ik weet zeker
dat mijn twee voorgangers
dachten dat ze veel sneller
vooruitgang zouden kunnen
boeken.
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Alleen is gebleken dat het aanstellen van de directeurs een ware
martelgang is geweest in de procedure die op een bepaald ogenblik
zelfs helemaal moest worden hernomen. Gelukkig kon ze goed
worden afgerond.

Ik vind dat u beiden een punt hebt. Tussen de aanstelling van de
directeurs en vandaag en het instellen van de driejaarlijkse
kaderprogramma's is er effectief onvoldoende doorstroming geweest
van een aantal pertinente vragen naar de stand van zaken, wetende
dat deze mensen sinds hun aanstelling dag en nacht hebben gewerkt
om te proberen prioriteiten te bepalen en geldsommen te laten
blokkeren.
La procédure de désignation des
directeurs a dû être recommencée
intégralement, mais a finalement
été menée à bien. Dès leur
désignation, les directeurs se sont
efforcés de fixer des priorités et de
libérer des fonds. Cela explique
sans doute que pendant une
certaine période on a constaté un
manque d'information sur la
situation.
De toute façon, à mon sens, l'essentiel est que j'ai enfin pu obtenir les
moyens supplémentaires prévus, soit 12 millions d'euros, après un
véritable combat dans le cadre du budget pour démontrer que ces
institutions présentaient des opportunités qui risquaient de se perdre
faute de subsides.

Je comprends que vous me demandiez des explications plus
détaillées et je suis prêt à vous les fournir sur les questions précises
que vous me poserez à ce sujet.
Het belangrijkste is dat ik de
nodige extra middelen in de wacht
heb kunnen slepen - ik heb erom
moeten vechten in het kader van
de begroting - om aan te tonen dat
die instellingen mogelijkheden
bieden die zonder subsidiëring
verloren zouden kunnen gaan.

Ik ben bereid nadere uitleg te
verschaffen in antwoord op de
specifieke vragen die u zal stellen.
Ik wil u in elk geval vragen nog een beetje medelijden te hebben, niet
met mij, maar met de directeurs van de instellingen. Ik stel bij de
lezing van hun driejaarlijkse programma-overeenkomsten immers
vast dat zij daarvan echt werk proberen maken, dat ze echt proberen
komen met "des dossiers en béton" om daadwerkelijk te kunnen
realiseren wat moet worden gerealiseerd.

Dan zullen we misschien bij machte zijn om de achterstand
opgelopen ten aanzien van het Witboek in te halen.
Je vous demande de faire preuve
d'un peu de patience à l'égard des
directeurs. Ils présentent
actuellement des accords de
programme triennaux qui font
preuve d'une grande ambition.
Cela nous permettra peut-être de
rattraper le retard accumulé vis-à-
vis du Livre blanc.
06.07 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Je voudrais qu'une chose soit claire: je ne mets pas du tout en
question le travail des directeurs. Je pense plutôt relayer ou soutenir
l'action des directeurs de différents établissements. Je crois que leur
difficulté est plutôt la programmation des travaux de la Régie des
Bâtiments, par exemple.

Quand les dossiers liés aux établissements scientifiques sont-ils mis
en priorité en pluriannuel et réalisés par la Régie des Bâtiments?
C'est le boulot du ministre qui a la tutelle de négocier une priorité forte
avec son collègue en charge de la Régie des Bâtiments.
06.07 Marie Nagy (ECOLO): Ik
wil het werk van de directeurs
helemaal niet ter discussie stellen.
De moeilijkheid voor hen schuilt
vooral in de programmatie van de
werken van de Regie der
Gebouwen, bijvoorbeeld.

Het is de taak van de toeziend
minister om te onderhandelen met
zijn collega die bevoegd is voor de
Regie der Gebouwen teneinde een
grote prioriteit te verkrijgen.
06.08 Marc Verwilghen, ministre: (...)

Il ne faut pas croire que rien n'est fait sur ce point. Nous les avons
rassemblés, nous avons fait un topo, nous avons décidé des priorités.
Sur ce point, après insistance, j'ai eu l'aval du ministre compétent
pour la Régie des Bâtiments.
06.08 Minister Marc Verwilghen:
Maar wij zijn met hen om de tafel
gaan zitten en wij hebben over
prioriteiten beslist. Op dat punt heb
ik, na aandringen, de instemming
verkregen van de minister die
bevoegd is voor de Regie der
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Gebouwen.
06.09 Marie Nagy (ECOLO): Pour être concret, n'est-il pas possible
d'avoir un tableau récapitulatif de la mise en oeuvre du Livre blanc
avec la programmation pluriannuelle de la Régie des Bâtiments, la
programmation du financement des digitalisations des collections? Il
faudrait un document qui permette de dire qu'à tel moment, ce sera
fait.
06.09 Marie Nagy (ECOLO): Is
het meer concreet niet mogelijk
om over een overzichtstabel van
de uitvoering van het Witboek te
beschikken met de
meerjarenprogrammatie van de
Regie der Gebouwen en de
programmatie inzake de
financiering van de digitalisering
van de collecties?
06.10 Marc Verwilghen, ministre: Je vais demander qu'on vous
fournisse ce document.
06.10 Minister Marc Verwilghen:
Ik zal vragen dat men u dat
document bezorgt.
06.11 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil erkennen dat de federale wetenschappelijke
instellingen een moeilijke periode achter de rug hebben. Op een zeker
ogenblik waren er meer plaatsvervangers en plaatsvervangers van
een plaatsvervanger dan directeurs. Die periode was niet bevorderlijk
voor het beheer en het beleid van de instellingen.

Tijdens een vorige vraag aan u heb ik ook gezegd dat ik hoopte dat
het aanstellen van de nieuwe directeurs een nieuw elan zou geven
aan de instellingen. Ik hoop er nog altijd op dat er met de nieuwe
directeurs een nieuw elan komt voor deze federale instellingen,
uiteraard gesteund door het plan van de Regie der Gebouwen en
gesteund door middelen die bijkomend ter beschikking gesteld
kunnen worden van deze instellingen.

Ik rond af, mijnheer de voorzitter, want ik meen dat de minister moet
vertrekken naar de plenaire vergadering.
06.11 Simonne Creyf (CD&V):
Les établissements scientifiques
fédéraux ont traversé une période
difficile. Le nombre important de
directeurs faisant fonction n'a pas
été bénéfique pour la gestion des
établissements ni pour la politique
menée. J'espère que la
désignation de nouveaux
directeurs donnera un nouvel élan
à ces établissements, qui devront
recevoir un appui grâce au plan de
la Régie des Bâtiments et grâce à
des moyens supplémentaires.
De voorzitter: De minister moet helaas over tien minuten in de plenaire vergadering zijn. Ik wil iedereen de
kans geven om snel zijn vraag te stellen, anders moeten wij terugkomen. Ik dring erop aan dat men zich tot
de essentie beperkt.
06.12 Minister Marc Verwilghen: Ik kom nadien terug. Er zijn slechts
twee mondelinge vragen in de plenaire vergadering. Ik kan aannemen
dat men liever heeft dat ik de vragen beantwoord, maar misschien zijn
er een aantal collega's die ermee akkoord kunnen gaan dat mijn
medewerker een antwoord geeft.
De voorzitter: U kunt nog tien minuten gemist worden in de plenaire vergadering, mijnheer de minister.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de praktische gevolgen van de wet op de natuurrampenverzekering"
(nr. 12200)
07 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les incidences pratiques de la loi sur l'assurance contre les
catastrophes naturelles" (n° 12200)
07.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 07.01 Simonne Creyf (CD&V): Le
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
minister, mijn vraag heeft betrekking op de natuurrampenverzekering.

Sinds 1 maart 2006 is de wet op de natuurrampenverzekering van
toepassing. Sinds die dag is het mogelijk om zich te verzekeren tegen
natuurrampen in het algemeen en overstromingen in het bijzonder. In
de overgangsbepalingen van de wet is erin voorzien dat voor lopende
overeenkomsten de waarborg natuurrampen slechts verworven is
vanaf de eerste vervaldag van de overeenkomst. Concreet betekent
dit dat in de lopende brandpolissen die vervallen op 1 maart 2006 de
dekking natuurrampen tot op het ogenblik van de eerste vervaldag in
principe niet is opgenomen tenzij de verzekeringsmaatschappij
hiervoor in vrijwillige dekking voorziet.

Voor schadegevallen bij verzekerden van wie de polis nog geen
dekking verschaft voor natuurrampen, lijkt het logisch dat het
rampenfonds eens de voorwaarden zijn voldaan, in een vergoeding
voorziet zoals dit tot op 1 maart 2006 het geval was.

In de voorbije dagen, meer bepaald op dinsdag 13 juni 2006, heeft de
streek van Oudenaarde, maar ook andere streken ­ Luik, Doornik en
Moeskroen ­ af te rekenen gekregen met serieuze wateroverlast. De
vraag was op dat ogenblik wie dat zal dekken.

Mijnheer de minister, ik heb heel concrete vragen waarop ik graag
heel concrete antwoorden zou krijgen.

Komt het Rampenfonds nog tussenbeide voor natuurrampen die zich
hebben voorgedaan na 1 maart 2006 voor slachtoffers van wie de
brandpolis de dekking natuurrampen nog niet bevat? Zo neen, wat is
de reden hiervan? Waarop beroept u zich dan om te zeggen dat het
Natuurrampenfonds niet meer tussenkomt?

Als u ja antwoordt, zou ik graag weten op basis waarvan u kan
zeggen dat het Rampenfonds inderdaad nog tussenbeide komt voor
diegenen wiens brandpolis nog niet is aangevuld met de dekking
overstromingen en aardbevingen.
mardi 13 juin 2006, des pluies
torrentielles se sont abattues sur
certaines régions du pays. Le
Fonds des calamités intervient-il
encore, pour des calamités
survenues après le 1er mars 2006,
en faveur des victimes dont la
police incendie ne couvre pas
encore les catastrophes
naturelles?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, voor de
nieuwe verzekeringsovereenkomsten die zijn afgesloten vanaf
1 maart 2006 is er geen probleem. Het gaat over de lopende
verzekeringsovereenkomsten.

Wat de datum van 1 maart 2006 betreft, moet een onderscheid
worden gemaakt. Verzekeringsovereenkomsten die vervielen tussen
1 maart 2006 en 13 juni 2006 ­ dat is de referentiedatum die u
aanhoudt ­ is er geen probleem. Zij vallen onder de nieuwe regeling.
Voor de bestaande verzekeringsovereenkomsten die niet tussen
1 maart 2006 en 13 juni 2006 vervallen, was er op 13 juni 2006 nog
geen natuurrampendekking voorhanden, tenzij de verzekeringsnemer
dit uitdrukkelijk aan de verzekeraar had aangevraagd en bekomen.

Sedert de inwerkingtreding van de natuurrampenverzekeringswet,
dient het rampenfonds niet meer tussen te komen voor de goederen
die in principe kunnen worden verzekerd door een
natuurrampenverzekering. Vermits een overgangsregeling in de
natuurrampenverzekeringswet bepaalt dat de
natuurrampenverzekering pas wordt verworven vanaf de
eerstvolgende vervaldag, zijn de betreffende goederen in de hier
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Pour les nouveaux contrats
d'assurance conclus à partir du 1
er
mars 2006, aucun problème ne se
pose. C'est également le cas pour
les contrats venus à échéance
entre le 1
er
mars 2006 et le 13 juin
2006, auxquels les nouvelles
règles s'appliquent. Les contrats
d'assurance existants dont
l'échéance ne se situe pas entre le
1
er
mars et le 13 juin 2006 ne
comportent pas de couverture
contre les catastrophes naturelles,
à moins que l'assuré en ait fait la
demande expresse.

Depuis l'entrée en vigueur de la loi
sur l'assurance contre les
catastrophes naturelles, le Fonds
des Calamités n'est plus tenu
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
beschouwde hypothese nog niet verzekerd door de
natuurrampenverzekering in de zin van artikel 2, §3 van de wet van 12
juli, maar moet het rampenfonds wel tussenkomen in de mate dat de
regenvallen waarnaar u verwijst, als een natuurramp worden erkend.
Daarvoor moet de procedure worden gevolgd en is het de minister
van Binnenlandse Zaken die de beslissing neemt.
d'intervenir pour des biens
susceptibles d'être assurés par
une assurance contre les
catastrophes naturelles. Il n'est
tenu d'intervenir en faveur des
personnes qui ne disposent pas
encore d'une assurance contre les
catastrophes naturelles du fait que
leur assurance n'est pas encore
venue à échéance, que lorsque les
pluies sont officiellement
reconnues en tant que catastrophe
naturelle. Il appartient au ministre
de l'Intérieur de trancher cette
question.
07.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel mijn
vraag ook omdat een aantal verzekeraars wijzen op de lacune in de
wet. Als gevolg daarvan bieden sommige, grote maatschappijen hun
verzekerden vanaf 1 maart 2006 tot de periode van de eerste
vervaldag van hun polis een gratis verzekering tegen het risico
natuurrampen aan. Daarna wordt voor voornoemd risico een premie
gevraagd.
07.03 Simonne Creyf (CD&V):
Certains assureurs ont relevé la
lacune dans la loi et couvrent
gratuitement leurs assurés contre
les catastrophes naturelles au
cours de la période comprise entre
le 1
er
mars 2006 et la première
échéance de la police. La prime
ne sera due pour la couverture du
risque que passé ce délai.
07.04 Minister Marc Verwilghen: Ik zal u geruststellen. Dat had
voornamelijk te zien met het feit dat ik de sector heb verplicht vanaf
1 maart 2006 in orde te zijn. Dat was de datum waarop het
Tarificatiebureau werd geïnstalleerd. Ik heb hen altijd voorgehouden
dat zij ervoor moesten zorgen dat het dossier vanaf voornoemde
datum in orde was. Een aantal maatschappijen hebben derhalve ook
extra schikkingen gemaakt.

Los daarvan vallen de gevallen die u hebt aangehaald onder de
natuurrampendekking. Als dat niet het geval is, zal het
Natuurrampenfonds nog moeten tussenkomen, voor zover (...).
07.04 Marc Verwilghen, ministre:
Cette situation s'explique
essentiellement par l'obligation
que j'ai faite au secteur de se
mettre en règle à partir du 1
er
mars
2006. Certaines compagnies
d'assurances ont dès lors pris des
dispositions supplémentaires. Les
cas évoqués par Mme Creyf
relèvent de la couverture du risque
inhérent aux catastrophes
naturelles. Dans le cas contraire,
le Fonds des calamités devra
intervenir.
07.05 Simonne Creyf (CD&V): Wat gebeurt er in geval van
aardbevingen?
07.05 Simonne Creyf (CD&V) :
Qu'en sera-t-il en cas de
tremblement de terre?
07.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter,
aardbevingen kunnen zich altijd voordoen. In dat geval zal het
Rampenfonds optreden, als de maatschappijen in de overgangsfase
zitten. Er is een overgangsbepaling.
07.06 Marc Verwilghen, ministre:
Le Fonds des calamités
interviendra si les compagnies
d'assurance sont encore dans la
phase de transition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de onderhandelingen met de horecasector" (nr. 12220)
08 Question de M. Dirk Claes au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Politique scientifique sur "les négociations avec le secteur horeca" (n° 12220)
08.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het is nogal een uitvoerige vraag. Ik denk dat u
beter meteen het antwoord kan geven zodat ik nog een bijkomende
vraag kan stellen, in plaats van het allemaal te gaan zeggen. U zal het
wel gelezen hebben.
08.01 Dirk Claes (CD&V) : Où en
sont les négociations avec le
secteur horeca?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Ik zal antwoorden in drie etappes.

De staatssecretaris bevoegd voor de strijd tegen de fiscale fraude
heeft samen met de administratie Financiën tijdens het voorjaar het
vooropgestelde systeem getoetst aan de realiteit. Daartoe werden
meerdere concrete praktijkvoorbeelden onderzocht. Op 30 mei
hebben de federaties daarvan op een algemene vergadering kennis
genomen. In hun brief van 9 juni hebben de federaties mij
meegedeeld dat zij, rekening houdende met de gemaakte
opmerkingen, bereid zijn de besprekingen tot het verfijnen van de
nota voort te zetten. Wat dat betreft denk ik dat we naar oplossingen
gaan.

Ten tweede, begin juni is er een vergadering georganiseerd met de
ministers Vanvelthoven, Demotte en ikzelf waarop Horeca
Vlaanderen, Horeca Wallonië en Horeca Brussel werden uitgenodigd
om hun verzuchtingen met betrekking tot de sociale thema's uiteen te
zetten. Tijdens die vergadering is een voorstel gedaan tot
forfaitarisering van gelegenheidsarbeid. Er werd afgesproken dat alle
nuttige gegevens om dat verzoek te onderbouwen zouden worden
toegezonden aan de beide ministers, zodat het door hun diensten kan
worden onderzocht. Er is ook afgesproken om het na de vakantie
verder te bespreken.

Ten derde, de 75% aftrekbaarheid is nog steeds in het vooruitzicht
gesteld, afhankelijk welteverstaan van het bereiken van het akkoord
met de sector.
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
En collaboration avec
l'administration des Finances, le
secrétaire d'Etat compétent pour
la lutte contre la fraude fiscale a,
au printemps, soumis à l'épreuve
de la réalité le système proposé. A
cette fin, il a examiné plusieurs
exemples pratiques. Le 30 mai
2006, les fédérations en ont pris
connaissance lors d'une
assemblée générale. Dans une
lettre du 9 juin, elles m'ont
communiqué que compte tenu des
observations émises, elles sont
disposées à poursuivre les
discussions en vue d'affiner la
note. Je pense donc qu'une
solution est proche.

Au début du mois de juin, une
réunion a été organisée. Y ont
participé les ministres
Vanvelthoven, Demotte et moi-
même, et y ont été conviés les
secteurs horeca de Flandre, de
Wallonie et de Bruxelles. Des
représentants de ces secteurs ont
ainsi eu l'occasion de faire part de
leurs souhaits concernant les
thèmes sociaux. Et lors de cette
réunion, une proposition de
«forfaitarisation» du travail
occasionnel a été formulée. Il a
été convenu que toutes les
informations de nature à étayer
cette proposition seraient
envoyées aux deux ministres de
manière à ce qu'elle puisse être
examinée rapidement par leurs
services. Il a également été
convenu d'en poursuivre l'examen
après les vacances.

La déductibilité à hauteur de 75 %
est toujours envisagée même si
elle est tributaire de la conclusion
d'un accord avec le secteur.
08.03 Dirk Claes (CD&V): U hebt dus ook de resultaten ontvangen
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
van de minister van Financiën omtrent die..
08.04 Minister Marc Verwilghen: Die zijn ondertussen ook met de
sector besproken.
08.05 Dirk Claes (CD&V): Dat zal dan normaal gezien worden
ingevoerd?
08.06 Minister Marc Verwilghen: Ja. Er zijn ten aanzien van het
oorspronkelijke voorstel een aantal aanpassingen nodig, omdat die
niet met de realiteit in overeenstemming konden worden gebracht. De
sector heeft zich er echter akkoord mee verklaard dat er een
aanpassing moet gebeuren. Zij brengen momenteel de parameters
daarvoor aan.
08.06 Marc Verwilghen, ministre:
Un certain nombre
d'aménagements devront être
apportés à la proposition originale.
Le secteur en est d'accord et est
actuellement occupé à établir les
paramètres nécessaires à cette
fin.
08.07 Dirk Claes (CD&V): Rond die 75% aftrekbaarheid kan u nog
niet veel zeggen?
08.08 Minister Marc Verwilghen: U weet dat ik altijd heb gezegd dat
het over het gehele akkoord moet zijn. Wat de sociale maatregelen
betreft zullen de drie horecaverenigingen nu de cijfers meedelen aan
de beide ministers. Dat zal nu gebeuren, dat is momenteel bezig. Dan
is er afgesproken dat het op 1 september zal worden beoordeeld. Het
kon niet anders dan op dat moment omdat er een aantal correcties en
controles moeten worden uitgevoerd en dan kan het worden
voortgezet.
08.09 Dirk Claes (CD&V): Men is daar nu toch al een paar jaar op
aan het wachten. Er is, mijns inziens, nu toch wel enige
hoogdringendheid.
08.09 Dirk Claes (CD&V) : Mais
ce dossier presse! Cela fait des
années que le secteur attend une
réglementation.
08.10 Minister Marc Verwilghen: Ik heb zo nog een aantal dossiers
jarenlang meegesleept, zoals bijvoorbeeld het jeugdsanctierecht.
08.11 Dirk Claes (CD&V): En de flitspalen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "een verzekering voor vrijwilligers" (nr. 12245)
09 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "une assurance pour les volontaires" (n° 12245)
09.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de verzekering en de verzekeringspolis
in het statuut van de vrijwilligers.

Mijnheer de minister, tijdens de bespreking eind mei, begin juni in de
commissie voor de Sociale Zaken is dit ter sprake gekomen. Op ons
aandringen is door uw medewerker heel uitdrukkelijk gezegd dat hij
de stelling onderschreef die wij daar verdedigden, namelijk dat het
niet aangewezen is om tot een collectieve polis en één verzekeraar te
komen. Het zou eerder aangewezen zijn om te komen tot het aanbod
09.01 Greta D'hondt (CD&V): Un
collaborateur du ministre a
confirmé en commission des
Affaires sociales notre thèse qui
consistait à dire qu'il n'est pas
indiqué d'en arriver à une police
collective ni à un assureur unique.
Une police de base doit créer la
marge de manoeuvre requise pour
négocier avec différents assureurs
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
van een basispolis zodat onderhandelingen kunnen worden gevoerd
met de verschillende verzekeraars over een prijs binnen een
bepaalde vork. Volgens hem zou het ook op die manier gebeuren.

Tot mijn grote consternatie, mijnheer de minister, lees ik vorige week
in een communicatie van staatssecretaris Tuybens ­ ik weet trouwens
niet waar hij de bevoegdheid haalt over deze materie, behalve dan dat
hij geld uit de Lottopot wil halen ­ dat hij geld ter beschikking stelt
vanuit de Lotto, maar dan moet de procedure wel via een
aanbesteding voor een collectieve polis verlopen.

Mijnheer de minister, in de commissie voor de Sociale Zaken is dit
punt goedgekeurd na de verklaring van uw medewerker. Zo niet was
de stemming over dat onderdeel waarschijnlijk anders verlopen.

Ik kom dan tot mijn vragen. Is de verklaring van staatssecretaris
Tuybens het nieuwe standpunt van de regering dat dus ook door u
wordt gedeeld, mijnheer de minister? Mocht dit zo zijn, mocht de
procedure verlopen via een aanbesteding en als men moet intekenen
op deze collectieve polis om te kunnen genieten van het financiële
voordeel; wat gaat er dan gebeuren met de verzekeringscontracten
die door de organisaties al werden afgesloten? Zij zullen deze
contracten dan eerst moeten opzeggen vooraleer zij kunnen
intekenen op de collectieve polis. Mijnheer de minister, wat is nu de
toestand? Zijn wij bij de neus genomen bij de bespreking en de
stemming over het statuut van de vrijwilligers?
dans le cadre d'une fourchette de
prix donnée.

Je lis avec consternation que M.
Tuybens entend recourir à des
fonds du Lotto. Cette procédure
requiert cependant une
adjudication en vue d'une police
collective.

Ce point n'a probablement été
adopté en commission qu'à la
suite des déclarations faites par
votre collaborateur.

Les propos tenus par M. Tuybens
reflètent-ils la position du
gouvernement et partant, celle du
ministre? Qu'en sera-t-il des
contrats d'assurance déjà conclus
si la procédure doit de toute
manière inclure une adjudication
et la souscription à une police
collective? Faudra-t-il d'abord
résilier les autres contrats? Nous
a-t-on menés en bateau lors du
vote?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijn antwoord is in drie delen.

De verklaring van de staatssecretaris van Overheidsbedrijven past in
het kader van de beslissing aangaande de voorlopige verdeling van
de subsidies van de Nationale Loterij voor het jaar 2006, die door de
Ministerraad op 23 juni 2006 werd genomen. In het verdelingsplan is
in een bedrag van 850.000 euro voorzien voor de verzekering van
vrijwilligers. Het initiatief van de regering om in het verdelingsplan van
de subsidies van de Nationale Loterij dat bedrag te bestemmen voor
de verzekering van vrijwilligers, kan mijns inziens alleen maar worden
toegejuicht. Maar het zal absoluut niet voldoende zijn. Voor de meer
concrete invulling van de maatregel moet ik u uiteraard verwijzen naar
de staatssecretaris die bevoegd is voor de verdeling van de subsidies.

Ten tweede, de mogelijke financiering via de Nationale Loterij wijzigt
niets aan de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers en aan de
wijzigingen, die onlangs in de Kamer zijn goedgekeurd. De wet laat
trouwens toe dat ook andere overheden dan de federale overheid een
collectieve polis aanbieden mits eerbiediging uiteraard van de
minimumgarantievoorwaarden, die in het uitvoeringsbesluit van de
wet zullen worden vastgelegd. Gezien de traditionele relatie van de
Nationale Loterij met vrijwilligers, leek het de regering opportuun om
in het subsidieverdelingsplan van de Nationale Loterij een som vrij te
maken om een verzekering voor vrijwilligers op te starten.

Ten derde, ik werk thans voort aan de uitvoeringsbesluiten van de
wet. Mijn administratie is volop bezig met de voorbereiding van een
ontwerp van KB houdende de minimumgarantievoorwaarden. Ik heb
ook al een eerste contact gehad met Assuralia voor de oppuntstelling
van de collectieve polis, die bedoeld is in artikel 6 §5 van de wet. De
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le 23 juin 2006, le Conseil des
ministres a réglé la répartition
provisoire des subventions de la
Loterie Nationale. Il a été décidé à
cette occasion d'affecter 850 000
euros à l'assurance des
volontaires. Je m'en félicite, même
si j'estime que ce montant est
insuffisant. Pour de plus amples
renseignements, je vous renvoie
au secrétaire d'État compétent.

Le financement éventuel par la
Loterie Nationale ne modifie en
rien la loi relative aux droits des
volontaires ni les modifications à
cette loi récemment adoptées à la
Chambre. Cette solution nous a
paru opportune, eu égard aux liens
qui unissent traditionnellement la
Loterie au secteur du volontariat.
La loi permet d'ailleurs également
à d'autres institutions publiques de
proposer une police collective.

Je prépare actuellement les
arrêtés d'exécution de cette loi.
Mon administration élabore un
projet d'arrêté royal sur les
05/07/2006
CRIV 51
COM 1035
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
komende weken zullen nieuwe vergaderingen plaatsvinden om de
voorwaarden uit te stippelen waaronder die polis aangeboden kan
worden. Ik heb er nota van genomen dat zowel het uitvoeringsbesluit
houdende de minimumgarantievoorwaarden als de collectieve polis,
klaar en operationeel moet zijn tegen 1 januari 2007. Er zullen
verschillende pistes mogelijk zijn. Maar het belangrijkste zal zijn dat
vrijwilligers nu voor hun werk zullen verzekerd zijn en, met andere
woorden, gemakkelijker geneigd zullen zijn om dat vrijwilligerswerk
ook te blijven uitvoeren.
conditions minimales de garantie.
J'ai également eu des contacts
avec Assuralia à propos de la
police collective. Des réunions
sont prévues dans les prochaines
semaines pour discuter des
conditions de la police. Les arrêtés
d'exécution, comme la police
collective, doivent être
opérationnels au 1
e
janvier 2006.
Différentes possibilités seront
envisageables, mais l'essentiel est
que les volontaires seront assurés.
09.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, er is natuurlijk
niemand die enig bezwaar zou hebben ­ integendeel ­ wanneer er
gelden van de Nationale Loterij of van elders zouden vrijkomen ter
delging van de kost die verbonden is aan het sluiten van een
verzekering voor de vrijwilligers zoals bepaald in de wet op het statuut
van de vrijwilligers. Tot daar is er denk ik geen enkel probleem.

Een tweede zaak is echter dat een woord een woord moet zijn. Dat
woord hield in dat men, in het kader van de wet op het statuut van de
vrijwilliger, de vrijwilligers of de organisaties van de vrijwilligers niet
zou verplichten, ook niet om recht te hebben op een financiële
tegemoetkoming, om bij één en dezelfde verzekeringsmaatschappij
aan te sluiten. Dat is het engagement dat we genomen hebben. We
moeten dat blijven nakomen. Wat staatssecretaris Tuybens via de
pers breed gecommuniceerd heeft, is dat er een aanbesteding zou
gebeuren. Mijnheer de minister, bij mijn weten dient een aanbesteding
nog steeds om te komen tot de keuze van één
verzekeringsmaatschappij die dan die voordelige polissen of
gesubsidieerde polissen zal aanbieden. Dat is tegen de afspraak die
wij gemaakt hebben, ook met uw medewerker, in de commissie voor
de Sociale Zaken.
09.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
ne pense pas que quelqu'un
puisse objecter à ce que de
l'argent de la Loterie Nationale soit
utilisé pour réduire le coût de
l'assurance des volontaires.

Le fait est qu'en commission des
Affaires sociales, nous sommes
convenus que les volontaires ne
seraient pas obligés de s'adresser
à une compagnie d'assurances
déterminée, même pour avoir droit
à une intervention financière. Or le
secrétaire d'Etat Tuybens vient
d'annoncer qu'il lancerait une
adjudication. Et une adjudication
aboutit généralement au choix
d'une seule entreprise, en
l'occurrence une compagnie
d'assurances. Ce n'est pas du tout
ce que nous étions convenus!
09.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw D'hondt, op dat vlak zal ik
u onmiddellijk geruststellen. Het is de bedoeling dat daar vrijheid
bestaat om de keuze te maken bij wie men zich laat verzekeren en
onder welke voorwaarden men dat doet. Indien men nu een aanbod
zou doen van de kant van de Nationale Loterij en daarvoor een
aanbesteding zou uitschrijven, kunnen diegenen die daar zin in
hebben zich daar laten verzekeren. Met Assuralia lopen echter mijn
gesprekken om het volle aanbod via de normale verzekeringsweg te
kunnen aanbieden, weliswaar met respect voor de voorwaarden die in
de wet zijn overeengekomen. Eigenlijk zeggen wij dus hetzelfde.
09.04 Marc Verwilghen, ministre:
Le but recherché est bien de faire
en sorte que les volontaires
puissent s'assurer là où ils le
souhaitent et suivant les modalités
qu'ils souhaitent. Si la Loterie
Nationale fait une proposition et
qu'une adjudication est lancée,
toute personne peut s'y assurer si
elle le souhaite. Toutefois, je suis
aussi en discussion avec Assuralia
de façon à pouvoir proposer aux
volontaires de s'assurer par la voie
normale.
09.05 Greta D'hondt (CD&V): Nee, ik denk niet dat we hetzelfde
zeggen, mijnheer de minister. Het zou echter goed zijn als wij
hetzelfde zeggen en dus ook hetzelfde zouden zeggen aan
staatssecretaris Tuybens. Als er gelden van de Loterij gaan naar één
algemene polis bij één verzekeringsmaatschappij, dan is dat
oneerlijke concurrentie. Men beperkt dan immers de vrijheid. Men
09.05 Greta D'hondt (CD&V): Si
l'argent de la Loterie Nationale sert
à financer une seule police
d'assurances chez un seul
assureur, nous sommes en
présence d'un cas de concurrence
CRIV 51
COM 1035
05/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
zegt dan tegen een vrijwilligersorganisatie dat als men zich aansluit bij
de collectieve verzekering van staatssecretaris Tuybens, het
goedkoper is dan wanneer men bij de eigen verzekeraar blijft. Dit is
dus oneerlijke concurrentie. Mijnheer de minister, ik zeg u in alle
eerlijkheid dat ik dan zal mobiliseren om dit aan te vechten. Dit is
oneerlijke concurrentie. Het is ook tegen de afspraken die we
gemaakt hebben. Als wij echter hetzelfde menen, laten wij dan ook
hetzelfde zeggen, u in de regering en ik nog eens tegen
staatssecretaris Tuybens.
déloyale. De plus, c'est contraire à
nos accords. Je pense que nous
devons le faire savoir clairement
au secrétaire d'Etat Tuybens.
09.06 Minister Marc Verwilghen: Ik kan u in elk geval zeggen dat
een en ander in de gesprekken met Assuralia heel duidelijk blijkt.
Wees gerust, als Assuralia dit als oneerlijke concurrentie zou ervaren,
zullen zij ook de eersten zijn om het mij te zeggen.
09.06 Marc Verwilghen, ministre:
Si Assuralia estime également
qu'il y a concurrence déloyale, il ne
fait aucun doute que cela me sera
communiqué au cours de nos
discussions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer Geerts, de heer minister wordt naar de plenaire vergadering geroepen, tenzij u uw
vraag nr. 12296 in één zin kunt stellen. Gaat dat niet?
09.07 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is
samengevoegd met die van mevrouw Ghenne. Zij moest nu in de
plenaire vergadering een vraag stellen. Ik wil mijn vraag omzetten in
een schriftelijke vraag als ik geen zes maanden op het antwoord moet
wachten.
09.07 David Geerts (sp.a-spirit):
Ma question n° 12296 est jointe à
celle de Mme Ghenne qui est
attendue avec monsieur le
ministre en séance plénière. Je
suis disposé à transformer ma
question en question écrite pour
autant que la réponse ne se fasse
pas attendre six mois.
De voorzitter: Dat lijkt mij een uitstekend idee. Probeer mevrouw
Ghenne ervan te overtuigen om hetzelfde te doen.

Dan kunt u gaan in vrede, mijnheer de minister. Ite in pacem.
Le
président: J'essaie de
convaincre Mme Ghenne d'agir de
la sorte.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.03 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.03 heures.