CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1028
CRIV 51 COM 1028
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
03-07-2006
03-07-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Roel Deseyn au ministre de la Mobilité sur "le
tuning des voitures" (n° 11681)
1
- de heer Roel Deseyn aan de minister van
Mobiliteit over "het tunen van wagens" (nr. 11681)
1
- M. Roel Deseyn au ministre de la Mobilité sur "la
nouvelle circulaire relative au 'tuning' de voitures"
(n° 12249)
1
- de heer Roel Deseyn aan de minister van
Mobiliteit over "de nieuwe omzendbrief
betreffende de tuning van wagens" (nr. 12249)
1
Orateurs: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Mobilité sur "l'incorporation du permis de conduire
dans la carte d'identité électronique" (n° 12257)
5
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Mobiliteit over "de integratie van het rijbewijs
op de eID" (nr. 12257)
5
Orateurs: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question et interpellations jointes de
7
Samengevoegde vraag en interpellaties van
7
- M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur
"la conformité de la réglementation en matière de
permis de conduire par rapport aux règles
européennes" (n° 11971)
7
- de heer François Bellot aan de minister van
Mobiliteit over "de overeenstemming van de
rijbewijsreglementering met de Europese regels"
(nr. 11971)
7
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "la disparition de la formule auto-école/stage
accompagné comme principe de base de
l'apprentissage de la conduite automobile"
(n° 887)
7
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van
Mobiliteit over "het verdwijnen van de combinatie
rijschool-begeleide stage als model van de
rijopleiding" (nr. 887)
7
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité sur
"ses projets de réforme de l'apprentissage de la
conduite" (n° 888)
7
- de heer Jan Mortelmans tot de minister van
Mobiliteit over "zijn plannen tot hervorming van de
rijopleiding" (nr. 888)
7
Orateurs: François Bellot, Jef Van den
Bergh, Jan Mortelmans, Renaat Landuyt
,
ministre de la Mobilité
Sprekers: François Bellot, Jef Van den
Bergh, Jan Mortelmans, Renaat Landuyt
,
minister van Mobiliteit
Motions
16
Moties
16
Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
de la Mobilité sur "le câble ABS" (n° 12008)
17
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Mobiliteit over "de ABS-kabel"
(nr. 12008)
17
Orateurs:
Véronique Ghenne, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Véronique Ghenne, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Questions jointes de
19
Samengevoegde vragen van
19
- Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "un service de médiation à
l'aéroport" (n° 12163)
19
- mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "een ombudsdienst op
de luchthaven" (nr. 12163)
19
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Mobilité
sur "un service de médiation à l'aéroport"
(n° 12164)
19
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Mobiliteit over "een ombudsdienst op de
luchthaven" (nr. 12164)
19
Orateurs: Hilde Vautmans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Hilde Vautmans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de
la Mobilité sur "la présence d'un tachygraphe
digital" (n° 12030)
21
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Mobiliteit over "de aanwezigheid van
een digitale tachograaf" (nr. 12030)
21
Orateurs: Nathalie Muylle, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Nathalie Muylle, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de
la Mobilité sur "l'utilisation du tachygraphe digital
en cas de location d'un véhicule" (n° 12029)
23
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Mobiliteit over "het gebruik van de
digitale tachograaf bij een gehuurd voertuig"
23
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(nr. 12029)
Orateurs: Nathalie Muylle, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Nathalie Muylle, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de
la Mobilité sur "les indemnités d'expropriation à
octroyer à des propriétaires riverains de la ligne
de chemin de fer 50A" (n° 12172)
25
Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de
minister van Mobiliteit over "de
onteigeningsvergoedingen aan eigenaars langs
de spoorlijn 50A" (nr. 12172)
25
Orateurs:
Ortwin Depoortere, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Ortwin Depoortere, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Mobilité sur "la consultation publique lancée par
la Commission européenne portant sur les droits
des voyageurs dans le transport international par
autobus et autocar" (n° 12242)
26
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Mobiliteit over "de openbare
raadpleging door de Europese Commissie over
de rechten van de passagiers in het internationaal
vervoer per autobus en autocar" (nr. 12242)
26
Orateurs: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Mobilité sur "les plaintes des voyageurs
aériens" (n° 12243)
28
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Mobiliteit over "de klachten van
luchtreizigers" (nr. 12243)
28
Orateurs: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
la Mobilité sur "les séparateurs installés à
Auderghem" (n° 12262)
31
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit over "de nieuwe
afscheidingen in Oudergem" (nr. 12262)
31
Orateurs: Valérie De Bue, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Valérie De Bue, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
la Mobilité sur "les vols dans les couloirs prévus à
cet effet" (n° 12272)
32
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Mobiliteit over "het vliegen in de
daartoe voorziene corridors" (nr. 12272)
32
Orateurs: Simonne Creyf, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Simonne Creyf, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Katrien Schryvers, reprise par
M. Jef Van den Bergh, au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le financement de la
signalisation variable des zones 30 aux abords
des écoles par le fonds de la sécurité routière"
(n° 12085)
34
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers,
overgenomen door de heer Jef Van den Bergh,
aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de financiering met
middelen uit het verkeersveiligheidsfonds van
variabele borden voor de zone-30 in de
schoolomgevingen" (nr. 12085)
34
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
la Mobilité sur "le contrôle des émissions des
moteurs de péniches" (n° 12259)
36
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Mobiliteit over "de controle van de
uitstoot door de motoren van binnenvaartuigen"
(nr. 12259)
36
Orateurs: Muriel Gerkens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Muriel Gerkens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "les autorisations de transport
exceptionnel" (n° 12266)
38
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "vergunningen voor
uitzonderlijk vervoer" (nr. 12266)
38
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "l'interdiction de dépassement pour
les camions sur les autoroutes comptant
40
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "het inhaalverbod voor
vrachtwagens op autosnelwegen met 2 x 2
40
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
2 x 2 bandes de circulation" (n° 12274)
rijstroken" (nr. 12274)
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
3
JUILLET
2006
Après-midi
______
van
MAANDAG
3
JULI
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Roel Deseyn aan de minister van Mobiliteit over "het tunen van wagens" (nr. 11681)
- de heer Roel Deseyn aan de minister van Mobiliteit over "de nieuwe omzendbrief betreffende de
tuning van wagens" (nr. 12249)
01 Questions jointes de
- M. Roel Deseyn au ministre de la Mobilité sur "le tuning des voitures" (n° 11681)
- M. Roel Deseyn au ministre de la Mobilité sur "la nouvelle circulaire relative au 'tuning' de voitures"
(n° 12249)
01.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn tweede vraag is een update van mijn eerste vraag, want
toen was de rondzendbrief van 15 mei nog niet verschenen.

Sinds 15 mei is er dus een nieuwe rondzendbrief die een kader wil
bieden voor het tunen van wagens. De vragen die ik in eerste
instantie had ingediend, vervallen dus.

Laten wij even kijken naar de tekst van de rondzendbrief van 15 mei.
De vraag is hoe de mensen dit nu moeten interpreteren. Wat is de
rechtsstatus daarvan? Zijn hiermee alle regels die in de vorige
rondzendbrief waren vervat, definitief uit ons rechtssysteem gewist,
niet meer toepasbaar of als onbestaand beschouwd? Ongetwijfeld
hebt u, net zoals ik, in de voorbije maanden, op basis van de vorige
versie een aantal mensen een advies gegeven of de tekst bezorgd,
om minstens een kader te kunnen aanbieden waarbinnen ze hun
activiteit op een legale manier kunnen uitoefenen.

De nieuwe rondzendbrief bevat heel wat wijzigingen. Op bepaalde
punten zijn er zeker verbeteringen aangebracht, als het gaat over
vereenvoudigingen bijvoorbeeld, zodat men niet meer in verschillende
categorieën werkt. Ik licht daar een punt uit, de keuring. Betekent dit
dat er geen aparte niet-periodieke keuring meer is, dat er geen aparte
tuning-keuring meer zou zijn? Moeten de tuners hun wagen alleen
nog aan de keuring onderwerpen bij de normale reguliere periodieke
keuring? Zijn daaraan speciale of supplementaire kosten verbonden?

De rondzendbrief maakt alleen nog een onderscheid naargelang de
administratieve lasten die gepaard gaan met bepaalde verbouwingen.
01.01 Roel Deseyn (CD&V): La
nouvelle circulaire relative aux
voitures transformées par tuning a
été publiée le 15 mai dernier.
Toutes les règles définies dans la
circulaire précédente sont-elles
dès lors caduques?

La nouvelle circulaire comporte de
nombreuses modifications. Le
contrôle distinct et non périodique
des véhicules non tunés
n'existera-t-il plus? Ne sera-t-il
plus procédé qu'à un contrôle
technique périodique et combien
coûtera-t-il? La circulaire n'opère
plus de distinction que sur la base
des frais administratifs afférents à
une transformation donnée. Ainsi,
une attestation d'homologation, un
rapport de validation ou un manuel
de montage sera requis dans
certains cas. Le ministre peut-il
indiquer pour chaque procédure
les formalités et les procédures
requises et préciser où l'adepte du
tuning doit s'adresser à cet effet?

Les voitures pour lesquelles vaut
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Op dat vlak maakt men het onderscheid tussen een homologatie, een
validatie door een labo, al dan niet met montagehandleiding. Het zou
interessant zijn bij elk van de onderscheiden procedures uit te leggen
welke formaliteiten of handelingen moeten gebeuren om in orde te
zijn, en, ook zeer belangrijk, bij wie de tuner terecht kan om deze
papieren te bekomen. U zult waarschijnlijk ook heel wat mails krijgen
met vragen waar men de formulieren kan krijgen, welke procedure
men moet volgen en waar ze moet worden ingeleid.

Voor wagens die een nationale goedkeuring hebben, geldt in een
aantal gevallen een uitzonderingsregime. Ik denk dat dit toch een
woordje uitlegt verdient, want de rondzendbrief blijft nogal vaag wat
betreft niet-e of E-goedgekeurde onderdelen. Wordt hier in een
uitzonderingsprocedure voorzien? Hiervoor heeft men pas vanaf
1 september 2007 een validatieverslag nodig. De producenten zelf
hebben nog tot 31 augustus 2006 de tijd om een goedkeuring van de
FOD Mobiliteit te krijgen. Deze onderdelen zouden worden verboden
vanaf 1 september 2006, indien er nog geen goedkeuring is.

De vraag is wat de bedoeling van deze regeling is? Zullen de
producenten voldoende tijd hebben om hun dossier in te dienen? Zal
de FOD wel voldoende tijd hebben om de onderdelen op tijd te
onderzoeken en eventueel goed te keuren? Als iemand tegen de
deadline een aanvraag indient en er vanaf 1 september 2006 een
verbod van onderdelen is en voor bepaalde zaken vanaf 1 september
2007 een validatieverslag nodig is, dan lijkt mij dat een nogal ongelijke
behandeling te zijn wat betreft de onderdelen.

Mijnheer de minister, ik resumeer nogmaals mijn vragen

Ten eerste, wat is de rechtsstatus van de bepalingen die zijn vervat in
de rondzendbrief van 15 mei 2006?

Ten tweede, wanneer moeten de tuners hun wagen aan de keuring
presenteren? Na iedere verbouwing of enkel bij de periodieke
keuring?

Ten derde, wat zijn de kosten die verbonden zijn aan een specifieke
tuning-keuring, indien daar ten minste nog sprake van is? U weet dat
dit een nogal essentieel onderdeel was voor de tuning-gemeenschap,
maar we lezen daar niets meer over in de nieuwe rondzendbrief.

Ten vierde, wat zijn de verschillende procedures om aan de
homologatieattesten, validatieverslagen en montagehandleiding te
geraken? Bij wie kan men daarvoor terecht?

Ten vijfde, wat is de bijzondere regeling voor wagens met een
nationale goedkeuring, die dus geen Europees gelijkvormigheidsattest
hebben?

Ten zesde, zullen de producenten van niet-e of E-goedgekeurde
onderdelen wel voldoende tijd hebben om een validatieverslag te
bekomen? Met andere woorden, kan de FOD Mobiliteit echt
garanderen dat zij in een zeer korte periode, voor wie zijn aanvraag
einde augustus indient, of tegen begin september dit jaar daarover
een duidelijke uitspraak kunnen doen?
encore un agrément national font
l'objet d'un régime d'exception
pour ce qui concerne les pièces
détachées, selon que celles-ci
sont agréées ou non au niveau
européen. Un rapport de validation
sera requis dans ce cas de figure
à partir du 1
er
septembre
2007. Les
producteurs pourront obtenir un
agrément auprès du SPF Mobilité
jusqu'au 31 août 2006 et certaines
pièces seraient interdites à partir
du 1
er
septembre 2006 si elles
n'ont pas encore été agréées.
Quel est le but de cette
réglementation?

Les adeptes du tuning doivent-ils
faire contrôler leur voiture après
chaque transformation ou
uniquement lors du contrôle
périodique? Combien coûte le
contrôle du tuning?

Comment peut-on obtenir les
attestations d'homologation, les
rapports de validation et les
manuels de montage? Quelle
réglementation s'applique aux
voitures qui font l'objet d'un
agrément national? Les
producteurs de pièces non
agréées au niveau européen
disposeront-ils de suffisamment
de temps pour obtenir un rapport
de validation et le SPF Finances
peut-il garantir qu'il communiquera
une décision avant le
1
er
septembre 2006?
01.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
collega's, uw eerste vraag komt te vervallen, gezien ik vlugger handel
dan u vragen kunt stellen.
01.03 Roel Deseyn (CD&V): Het voordeel is dat de update dan
vlugger kan worden ingediend.
01.04 Minister Renaat Landuyt: Zoals oorspronkelijk voorzien en in
real time te volgen op de website www.how2tune.be, is door de
rondzendbrief van 15 mei de rondzendbrief van 15 februari 2006
opgeheven en vervangen. Het geneert mij het te moeten zeggen in
antwoord op uw vraag naar de waarde van een rondzendbrief, maar
een rondzendbrief heeft altijd een interpretatief reglementair karakter.
De kwestie is daar de hiërarchie der wetten te kennen.

Ten tweede, men heeft de keuze wanneer een keuring te laten
uitvoeren. Zowel bij een periodieke als bij een niet-periodieke keuring,
kan een tuningrapport worden afgeleverd. Tijdens deze keuringen
wordt de conformiteit van de gedane wijzigingen en verbouwing aan
de voorschriften van de omzendbrief vastgesteld.

Ten derde, de kosten zijn afhankelijk van het type verbouwing. Voor
elke verbouwing wordt een tuningrapport afgeleverd. Hieraan zijn
meerkosten van 6 euro verbonden.

Ten vierde, er zijn drie soorten validatieprocedures. Een eerste soort
betreft een validatieprocedure aan de hand van een e- of E-
goedgekeurd onderdeel via een homologatie-attest. Voor volgende
onderdelen wordt een dergelijk homologatieattest geëist: niet-originele
zetels, niet-originele uitlaten, vervangen veiligheidsgordels.

Een tweede soort betreft een validatieprocedure aan de hand van een
GOCA-validatieverslag voor
niet-e of niet-E-goedgekeurde
onderdelen, die wel zijn goedgekeurd door TUV, Dekra, enzovoort.
Voor volgende onderdelen wordt dergelijk validatieattest geëist:
kunststofmotorkappen, buitenzijspiegels, verlagingen, vlinderdeuren,
niet-originele zetels, niet-originele uitlaten en velgen.

Een derde soort betreft een validatieprocedure aan de hand van een
montagehandleiding. Deze geldt in het bijzonder voor de
veiligheidskooi.

Wat betreft uw vijfde vraag, inzake de bijzondere regeling voor
wagens met een nationale goedkeuring zonder Europees
gelijkvormigheidsattest, verschilt de situatie naargelang de datum
waarop het voertuig in dienst werd gesteld. Wat betreft de voertuigen
in dienst gesteld voor 15 juni 1968, dienen deze verbouwde
voertuigen uitsluitend te voldoen aan de basisprincipes. Wat betreft
de voertuigen in dienst gesteld voor 15 mei 1981, deze verbouwde
voertuigen met nationale goedkeuring zijn voor de verbouwde
onderdelen niet onderworpen aan de validatieprocedures. Deze
voertuigen dienen wel te voldoen aan de overige in de omzendbrief
vermelde voorwaarden, behoudens aan de E-voorwaarden. Wat
betreft de voertuigen in dienst gesteld vanaf 15 mei 1981, deze
verbouwde voertuigen met nationale goedkeuring zijn voor de
verbouwde onderdelen niet onderworpen aan de validatieprocedure,
met uitzondering van de vervanging van de veiligheidsgordels
waarvoor via een homologatieattest de conformiteit met het technisch
reglement geattesteerd wordt. Ze zijn evenmin onderworpen aan de
01.04 Renaat Landuyt, ministre:
Ceux que la chose intéresse
peuvent suivre l'évolution de ce
dossier sur le site web
how2tune.be. La circulaire du 15
mai 2006 a effectivement
remplacé celle du 15 février 2006.

Le rapport de tuning, qui peut être
délivré lors d'un contrôle
technique, périodique ou non,
établit la conformité des
transformations du véhicule avec
les dispositions de la circulaire. A
toute transformation correspond
un certificat de tuning dont le
surcoût se monte à 6 EUR.

Il existe trois procédures de
validation. Des attestations
d'homologation peuvent être
exigées pour les sièges, tuyaux
d'échappement et ceintures de
sécurité qui ne sont pas d'origine
mais répondent aux normes
européennes. Pour les
composants non agréés e ou E,
un rapport de validation établi par
des laboratoires agréés est exigé.
Enfin, il est également possible de
valider des transformations sur la
base d'un mode d'emploi de
montage, surtout en ce qui
concerne la cage de sécurité de la
cabine.

Les véhicules qui sont l'objet d'un
agrément national mais non d'un
certificat de conformité européen,
mis en circulation avant le 15 mai
1968, doivent répondre aux
principes de base uniquement.
Les véhicules avec agrément
national et mis en circulation avant
le 15 mai 1981 ne sont pas soumis
à des procédures de validation
pour les pièces transformées mais
doivent satisfaire aux conditions
énumérées dans la circulaire. Pour
les véhicules avec agrément
national et mis en circulation à
partir du 15 mai 1981, un certificat
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
e- of E-goedkeuringsvoorwaarden met uitzondering van de lichten.

Ten zesde vroeg u of de producenten van niet e- of E-goedgekeurde
onderdelen wel voldoende tijd zullen hebben om hun validatieverslag
te bekomen. In principe zouden zich hier geen problemen mogen
stellen. Voor het vaststellen van de in de omzendbrief bepaalde
termijn werd zowel rekening gehouden met de belangen van de
producenten van de onderdelen als met de belangen van de tuners.
Langere termijnen zouden zowel voor de tuners - rechtsonzekerheid -
als voor de producenten nadelig zijn geweest.
d'homologation est requis si les
ceintures de sécurité sont
remplacées ; seuls les phares sont
soumis aux conditions d'agrément
e et E.

Il a été tenu compte lors de la
rédaction de la circulaire des
intérêts des tuners et des
producteurs de pièces. Des délais
plus importants leur seraient
défavorables.
01.05 Roel Deseyn (CD&V): Bedankt voor deze toelichting, mijnheer
de minister.

Als het gaat over de periodieke of niet-periodieke keuring - aangezien
daarover niets meer wordt gepreciseerd in de nieuwe omzendbrief -,
is de vraag wanneer ze dit nu moeten doen. Dit gebeurt in hoge mate
op eigen verantwoordelijkheid en de individuele persoon zal zelf,
naast het interpretatieve karakter van de omzendbrief, vooral veel
ruimte hebben voor interpretatie om uit te maken of deze of gene
wijziging een attest vereist bij de controle. Het is jammer dat men daar
een kans op rechtszekerheid misloopt voor het indekken van de
betrokken persoon. In de vorige versie was dit volgens mij iets beter
geregeld. Er zaten toen nog fouten in de uitwerking, maar er was
tenminste een kader voor de keuring, dat nu volledig wegvalt.

Wat betreft het validatieverslag afgeleverd door GOCA op basis van
een aantal erkende labo's zoals TUV en andere, is het volgens mij
een goede zaak dat die validatieprocedure in aanmerking wordt
genomen. De vraag is hoe zij zowel het homologatieattest als het
validatieverslag kunnen bekomen. Ik hoop dat de site intussen is
geüpdatet, zodat de aanvraag daar kan worden geïnitieerd want dit
was allerminst evident. Zal men via GOCA moeten passeren of kan
men zich rechtstreeks wenden tot een TUV-labo? Mag men zich
richten tot een buitenlands filiaal van TUV, dat al een onderdeel heeft
gekeurd, of moet men telkens via GOCA passeren om het
validatieverslag te bekomen? Dit vraagt toch nog een woordje uitleg
dacht ik.

Ik hoop dat de site voor die concrete zaken constant wordt aangepast
en er een routeplannetje wordt meegegeven aan de individuele
persoon, zodat hij via een invulformulier op een vlotte manier zijn zaak
kan regelen, 100% sluitend, tot en met het keuringsbewijs dat hij op
zak heeft. Zoniet vrees ik dat de onduidelijkheid een stukje is
toegenomen.
01.05 Roel Deseyn (CD&V): La
circulaire ne précise pas quand un
véhicule doit être soumis au
contrôle technique. Il subsiste une
grande marge d'interprétation et
les décisions sont laissées au
propriétaire. La précédente
circulaire était plus claire à cet
égard.

Le rapport de validation établi par
des laboratoires agréés doit être
pris en considération mais
comment l'obtenir? Peut-on
s'adresser directement à ces
instances ou faut-il demander les
rapports par l'entremise d'un
établissement belge? Il faut
espérer que le site internet
précisera ce point et que
l'utilisateur pourra ainsi faire
mettre tous les documents en
ordre.
01.06 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik neem er
akte van dat de heer Deseyn de eerste richtlijn beter vond dan de
tweede. Voor het overige verwijs ik naar de "opgetunede" website.
01.06 Renaat Landuyt, ministre:
M. Deseyn estime donc que la
première directive est meilleure
que la deuxième. Je me réfère au
site internet.
01.07 Roel Deseyn (CD&V): Ik betwist zeker die interpretatie. Ik heb
gezegd dat de tweede zeker een aantal verdiensten biedt op het vlak
van vereenvoudiging: de vier categorieën die tot een worden herleid.
Alleen rond het luikje keuring is het kader weggevallen. Ik heb niet
01.07 Roel Deseyn (CD&V): La
deuxième est méritoire mais elle
est incomplète en ce qui concerne
le contrôle des véhicules.
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
gezegd dat de globale appreciatie van het tweede beter zou zijn dan
van het eerste. Ik wens dit uitdrukkelijk mee te delen.
01.08 Minister Renaat Landuyt: U vond het tweede beter dan het
eerste? Wat is het nu? U moet durven zeggen dat iets goed is.
01.09 Roel Deseyn (CD&V): (...).
01.10 Minister Renaat Landuyt: Dan nemen we er akte van dat het
goed is.
01.11 Roel Deseyn (CD&V): Het bevat goede zaken, maar alles kan
beter. Er zijn ook zaken die minder zijn. Het komt erop aan om de
zaken te kunnen onderscheiden. Iemand is nooit absoluut goed of
absoluut slecht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik neem aan dat de collega's er geen probleem mee hebben dat de heer Deseyn nu zijn
vraag nummer 12257, punt 14 van onze agenda, stelt.
02 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Mobiliteit over "de integratie van het rijbewijs
op de eID" (nr. 12257)
02 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Mobilité sur "l'incorporation du permis de conduire
dans la carte d'identité électronique" (n° 12257)
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als het geen
bezwaar is voor de collega's, zal ik mijn vraag op een heel beknopte
manier stellen.

De minister had mij uitgenodigd om op deze zaak terug te komen,
omdat hij vorige keer, net voor de Europese Ministerraad, nog niet
kon antwoorden. Binnen afzienbare tijd, na voornoemde Ministerraad,
zou hij zeker kunnen antwoorden.

Mijnheer de minister, u gaf daarbij aan dat in het kader van de
invoering België inspanningen leverde om niet te verhinderen dat de
eID met het rijbewijs zou worden gecombineerd.

Op de bewuste Ministerraad werd de invoering van het eenvormig
rijbewijs tegen 2013 overeengekomen. De kaart zou de vorm van een
kredietkaart aannemen. De nieuwe richtlijn laat de lidstaten de vrijheid
om al dan niet de microchip op het nieuwe rijbewijs aan te brengen.

Mijnheer de minister, in dat verband heb ik drie vragen.

Ten eerste, welke gegevens zullen op het Europees rijbewijs uiterlijk
zichtbaar moeten zijn? Zullen de gegevens ook op de eID aan de
buitenzijde worden opgenomen?

Ten tweede, welke stappen werden sinds 27 maart 2006 al
ondernomen voor de integratie op de eID?

Ten derde, wanneer verwacht u de invoering, met name de
implementatie van het volledige rijbewijs op de elektronische
identiteitskaart?
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
ministre a déclaré précédemment
que la Belgique s'efforce à
l'échelle européenne de ne pas
faire obstacle à la combinaison de
la carte d'identité électronique et
du permis de conduire. Lors du
Conseil de ministres européen du
27 mars 2006, il a été décidé
d'instaurer un permis de conduire
uniformisé sous la forme d'une
carte de crédit d'ici à 2013. Les
États membres sont libres
d'appliquer ou non un
microprocesseur au permis de
conduire.

Quelles données doivent-elles être
visibles extérieurement sur le
permis de conduire européen et
figureront-elles sur la carte
d'identité électronique? Quelles
initiatives ont-elles déjà été prises
pour intégrer le permis de
conduire et la carte d'identité
électronique? Quand le permis de
conduire intégré entrera-t-il en
vigueur?
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
02.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, collega, in antwoord op uw eerste vraag wijs ik erop dat de
derde richtlijn geen verandering zal brengen aan de gegevens die op
het Europees rijbewijs uiterlijk zichtbaar moeten zijn, in vergelijking
met de bepalingen van de vroegere richtlijn 91/481. Of het nu gaat om
een rijbewijs zoals wij het vandaag kennen, of om een rijbewijs in de
vorm van een bankkaart, de zichtbare gegevens blijven dezelfde.

In antwoord op uw tweede vraag merk ik op dat ik moeilijk van
concrete stappen in de richting van de integratie kan spreken. De
richtlijn werd immers nog maar pas goedgekeurd. Bij de voorbereiding
hebben wij de integratie altijd in het oog gehouden.

Nu komt uw vraag dus wel heel vlug. Ik ben het van u niet gewoon dat
u met uw vraag vóór de feiten komt. In dit geval geef ik het echter
heel graag toe.
02.02 Renaat Landuyt, ministre:
La directive européenne ne
modifie nullement les dispositions
relatives aux données qui
apparaissent sur un permis de
conduire.

Cette donnée anticipe les faits car
la directive ne peut être exécutée
à ce jour. La publication de la
directive est attendue pour début
2007 au plus tard. La directive
entrera en vigueur vingt jours
après sa publication et devra
ensuite être transposée en droit
belge dans un délai de quatre ans.
02.03 Roel Deseyn (CD&V): Ik anticipeer heel vaak op de feiten.
02.04 Minister Renaat Landuyt: In uw derde vraag vroeg u wanneer
ik de invoering verwachtte. Dat staat in de richtlijn. "De publicatie van
de richtlijn wordt verwacht ...". U ziet dat ze nog moet worden
gepubliceerd en u vraagt al hoe wij ze zullen uitvoeren. Dat is
ongelooflijk. Straks vraagt u nog hoe we richtlijnen zullen uitvoeren die
nog niet werden goedgekeurd.

Ik kom terug op uw derde vraag.

(...): (...).
02.05 Minister Renaat Landuyt: Dat weet ik al. Dat werd al geregeld.

De publicatie van de richtlijn wordt tegen eind 2006 verwacht, of
uiterlijk 2007, zo wordt mij gezegd. De datum van inwerkingtreding is
twintig dagen na de publicatie. De omzetting naar Belgische
regelgeving moet uiterlijk vier jaar na de datum van inwerkingtreding
gebeuren.

Als mijn opvolger geluk heeft, kan hij het afronden.

Mijnheer Van den Bergh, u maakt zich zenuwachtig. Ik herhaal dat de
omzetting naar Belgisch recht uiterlijk vier jaar na de datum van de
inwerkingtreding een feit zal zijn. Vervolgens beschikken de lidstaten
over nog een twee jaar om de bepalingen daadwerkelijk toe te
passen. Dat is dan voor de opvolger van Jef.

Kortom, uiterlijk in 2014 zal het nieuwe rijbewijsmodel in België zijn
intrede doen. Indien het tijdig gepubliceerd wordt, is het 2013, zoals
altijd vooropgesteld.
02.05 Renaat Landuyt, ministre:
Les États membres disposeront
ensuite encore d'un délai de deux
ans pour appliquer les
dispositions. Le nouveau permis
de conduire sera donc en usage
en Belgique en 2014 au plus tard.
02.06 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is
interessant te horen met welke reserves en voorbehoud men in onze
commissie antwoordt op de vragen. Dat staat in schril contrast met de
communicatie hieromtrent een tijdje geleden. Het zou goed zijn mocht
men eenzelfde reserve en voorbehoud tonen in de communicatie van
projecten.

Reserve en voorbehoud zijn op hun plaats. We moeten de Europese
02.06 Roel Deseyn (CD&V):
Contrairement au passé, on
s'exprime actuellement avec une
certaine réserve. On a donné
l'impression jadis que la Belgique
se préparait déjà à l'intégration. À
présent que l'affaire a été
remportée au niveau européen
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
richtlijn afwachten. Men gaf de indruk dat België zich al serieus aan
het voorbereiden was op de integratie. De communicatie van minister
Vanvelthoven ging ook in die richting. Nu de zaak bijna gewonnen is
op Europees niveau dankzij Belgisch lobbywerk, gebruikt men precies
hetzelfde argument om te temporiseren met het project tot alles
voltooid is op Europees niveau. Dat is een interessante vaststelling,
mijnheer de minister U geeft ook toe dat het niet meer voor deze
legislatuur zal zijn.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik hoop dat u de
komende maanden de reserve consequent zult blijven aanhouden.
grâce au lobbying belge, on
adopte une attitude attentiste.
Étant donné que le permis de
conduire ne sera plus introduit au
cours de cette législature, j'espère
que l'on maintiendra cette attitude
au cours des prochains mois.
02.07 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, dat is een
verkeerde en misplaatste opmerking in het raam van de Europese
politiek.
02.07 Renaat Landuyt, ministre:
Il s'agit là d'une remarque
déplacée dans le cadre de la
politique européenne.
De voorzitter: Het is een politieke appreciatie, mijnheer de minister.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

À la demande de Mme Saudoyer, sa question n° 11792 est transformée en question écrite.

De vragen nrs. 11937 en 12111 van mevrouw De Meyer worden omgezet in schriftelijke vragen.

La question n° 11990 de M. Melchior Wathelet est reportée.

Vraag nr. 12201 van de heer De Padt wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
03 Question et interpellations jointes de
- M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur "la conformité de la réglementation en matière de
permis de conduire par rapport aux règles européennes" (n° 11971)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la disparition de la formule auto-école/stage
accompagné comme principe de base de l'apprentissage de la conduite automobile" (n° 887)
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité sur "ses projets de réforme de l'apprentissage de la
conduite" (n° 888)
03 Samengevoegde vraag en interpellaties van
- de heer François Bellot aan de minister van Mobiliteit over "de overeenstemming van de
rijbewijsreglementering met de Europese regels" (nr. 11971)
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van Mobiliteit over "het verdwijnen van de combinatie
rijschool-begeleide stage als model van de rijopleiding" (nr. 887)
- de heer Jan Mortelmans tot de minister van Mobiliteit over "zijn plannen tot hervorming van de
rijopleiding" (nr. 888)
03.01 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, chers collègues, à
la fin du mois d'avril, la Direction générale de l'Énergie et des
Transports de la Commission européenne adressait une note aux
autorités belges en vue d'obtenir des explications dans un délai d'un
mois quant à la conformité à la directive 91/439/CE de la disposition
de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire et qui
autorise un candidat au permis à conduire sans guide dans le cadre
du permis provisoire modèle 2.

Un paragraphe indique notamment: "La disposition spécifique en
cause concerne cette deuxième filière, plus précisément le permis de
conduire provisoire modèle 2 car la présence du guide ne serait pas
obligatoire dans le véhicule." En clair, si tel était le cas, cela signifierait
03.01 François Bellot (MR): In
april vroeg de Europese
Commissie de Belgische overheid
om uitleg over de
overeenstemming met richtlijn
91/439/EEG van het koninklijk
besluit van 23 maart 1998
betreffende het rijbewijs, waarbij
personen die vooralsnog niet
geslaagd zijn voor alle examens
met het oog op het verkrijgen van
een rijbewijs, en die meer bepaald
het praktische examen niet met
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
qu'une personne n'ayant pas encore réussi l'ensemble des épreuves
du permis de conduire de l'annexe 2 de la directive évoquée ci-
dessus et surtout l'épreuve pratique serait néanmoins autorisée à
conduire seule un véhicule sur la voie publique en Belgique sous le
couvert de ce permis de conduire provisoire modèle 2. La
commissaire poursuivait: "Je m'interroge sur la façon dont cette
disposition s'inscrit dans nos efforts communs pour lutter contre
l'insécurité routière."

Monsieur le ministre, quelle réponse avez-vous adressée à la
Commission européenne? Quelles sont à ce jour les conséquences
de la procédure engagée par la Commission vis-à-vis de la Belgique?
Dans quelle mesure l'avant-projet d'arrêté royal relatif au permis de
conduire devra-t-il être modifié afin d'être conforme à cette directive
européenne?
goed gevolg hebben afgelegd,
zonder begeleider mogen rijden
met een voorlopig rijbewijs model
2.

Wat heeft u de Commissie
geantwoord? Wat zijn de
consequenties van de procedure
die de Commissie ten aanzien van
België heeft ingesteld? Moet het
koninklijk besluit betreffende het
rijbewijs worden gewijzigd om in
overeenstemming met de
voormelde Europese richtlijn te
worden gebracht?
03.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, dit is de zoveelste aflevering in het verhaal van
de rijopleiding.

De nieuwe regeling moet blijkbaar nog steeds op 1 september van
start gaan, ondanks een aantal vraagtekens die daarbij worden
geplaatst. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de vraag van collega Bellot
over de twijfels vanuit Europa met betrekking tot het model met
20 uren rijles. Ik verwijs ook naar de wetswijziging die nog altijd moet
gebeuren en die ten laatste op 1 december van kracht moet zijn,
terwijl daarvoor nog een hele procedure moet worden doorlopen.

Ondertussen rijzen er nog vragen bij het ontwerp van koninklijk
besluit. De minister heeft vroeger steeds gezegd dat het in de
commissie zou kunnen worden besproken. Dat is nu blijkbaar niet
meer het geval.

Er zijn volgens mij een aantal redenen om nog eens goed na te
denken over de invoering van het rijbewijs, tenminste als men de
wijziging van de rijopleiding niet wil beperken tot een verkiezingsstunt
die net voor de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober moet
doorgevoerd zijn, waardoor men leuke briefjes kan uitdelen aan
stations en op markten en waaruit de doelstellingen van de
hervorming van de rijopleiding duidelijk blijken.

De doelstellingen in verband met het rijbewijs van minister Landuyt
zijn heel duidelijk. Het moet gemakkelijker en goedkoper. Ik vraag me
af of verkeersveiligheid nog wel een doelstelling van de hervorming is
en ik meen dat het alsmaar duidelijker wordt dat dit niet zo is.

Zelfs de grootste verdedigers van de hervorming van bij het begin - de
VAB - heeft twee weken geleden ernstige vraagtekens geplaatst bij
het ontwerp van koninklijk besluit zoals het thans voorligt. Er was in
het begin sprake van een gecombineerd model met een gedeeltelijke
professionele opleiding - of het aantal uren nu zes of tien is, is minder
relevant - en een lange oefenperiode - we denken daarbij aan een
periode van meer dan drie maanden om het rijden goed onder de knie
te krijgen. Dat uitgangspunt is volledig verloren gegaan in het
koninklijk besluit.

Uiteraard kan men de vrije rijopleiding nog combineren met een
rijschoolopleiding. Die rijschoolopleiding wordt echter slechts een
03.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre a toujours
l'intention d'appliquer la réforme
de la formation à la conduite à
partir du 1er septembre, malgré
les nombreuses interrogations qui
subsistent à ce propos. Il ferait
bien de réexaminer l'ensemble du
dossier, à moins que cette réforme
ne soit qu'une opération de
séduction en vue des élections
communales. Les objectifs du
ministre sont clairs: la formation à
la conduite doit être plus facile et
meilleur marché mais la sécurité
routière fait-elle dans ces
conditions encore partie des
objectifs?

Même le VAB, initialement
partisan de la réforme, se montre
sceptique aujourd'hui, le modèle
qui combine une formation à la
conduite professionnelle à une
longue période d'apprentissage -
de plus de trois mois - ne figurant
plus dans le projet d'arrêté royal. Il
est encore possible de combiner la
filière libre à des leçons de
conduite mais cette dernière
option n'est que facultative.

À la suite des critiques formulées
par le VAB, on peut se demander
si la proposition est encore
soutenue par les différents acteurs
concernés par la problématique de
la circulation routière. Il semble en
tout état de cause que la
commission fédérale pour la
sécurité routière ne la soutienne
plus.
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
optie in het vrije model. Dit is volgens ons toch geen zachte kritiek van
de VAB. Ook anderen hadden die kritiek reeds eerder geuit.

Ik vraag me dan ook af of dit ontwerp van koninklijk besluit nog wel
wordt gesteund door de verschillende actoren in de verkeerswereld. Ik
zie daarvoor bijvoorbeeld in de Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid niet meteen een draagvlak bestaan.

Mijnheer de minister, daarom wil ik u nogmaals voorstellen om de
hervorming van het rijbewijs uit stellen, om het KB voor te leggen aan
de commissie en om het samen te behandelen met de hervorming
van het rijexamen, die ook nog moet gebeuren voor 1 december,
zodat wij alles nog eens op een rustige manier kunnen herbekijken
omwille van de verkeersveiligheid en niet met het oog op
gemakkelijker en goedkoper.

Je préconise dès lors de reporter
la réforme, pour que nous
puissions encore examiner l'arrêté
royal ensemble au Parlement.
03.03 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, tijdens het debat over de rijopleiding
maakte onze fractie een aantal opmerkingen gebaseerd op onder
meer de resultaten van de hoorzittingen, waarin trouwens alle actoren
hun zegje hebben kunnen doen.

Die kritiek en opmerkingen gingen over de volgorde waarin de
rijopleiding versus het rijexamen werd aangepakt, over de kwaliteit
van de rijopleiding, over de duur van het voorlopig rijbewijs, over de
oefenperiode, over de vervroegde rijopleiding die komt te vervallen en
over het behoud van model-2, over het aantal begeleiders, over het
proefjaar, over de kostprijs enzovoort.

Aan al die opmerkingen is bitter weinig tegemoetgekomen. Dat heb ik
kunnen vaststellen. Alleen is het voorlopig rijbewijs voortaan slechts
drie jaar geldig. U hebt ook bepaald dat niemand de houder van een
voorlopig rijbewijs tegen betaling mag begeleiden.

De beperking tot drie jaar is natuurlijk een goede zaak. Of de bepaling
inzake de betaling veel effect zal hebben is echter natuurlijk de vraag.
Hoe zal dat trouwens gecontroleerd worden? Het is trouwens niet
alleen een kwestie om eventueel zwartwerk tegen te gaan. Het gaat
echter ook over het aanleren van technieken door verschillende
begeleiders. Dat kan voor verwarring zorgen in het leerproces. Het
gaat trouwens ook over de verantwoordelijkheid van de begeleider. In
de toekomst kan die wel eens een gevaar voor de passagier worden,
waardoor het systeem wordt uitgehold, wat tot potentieel gevaarlijke
situaties zou kunnen leiden.

Aan de andere fundamentele bezwaren werd niet tegemoetgekomen.
Er is de oefenperiode van drie maanden. Ervaring doet men natuurlijk
op door veel en lange tijd te rijden. Daarvoor heeft men natuurlijk een
goede basis nodig. Door die basis te leggen zal het opdoen van
ervaring voor veel aspirant-bestuurders veel vlotter en gemakkelijker
gaan. Daarvoor is de huidige minimale periode van drie maanden veel
te kort.

Het meest merkwaardige is echter nog steeds dat hetgeen algemeen
wordt beschouwd als de beste rijopleiding, namelijk de VERO of
vervroegde rijopleiding, in de hervormingsplannen komt te vervallen
en dat juist de slechtste module, het huidige model 2, wel behouden
blijft.
03.03 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Il n'a guère été tenu
compte des observations
formulées par notre groupe
politique à la suite des auditions,
notamment en ce qui concerne
l'ordre à respecter au niveau de la
formation à la conduite et de
l'examen, la qualité et la durée de
la formation, la période
d'apprentissage pratique et le
maintien du modèle 2. Le seul
point positif est que la durée du
permis provisoire est limitée à 3
ans. De plus, personne ne peut
accompagner le titulaire d'un
permis de conduire provisoire
moyennant paiement. On peut
réellement se demander si cette
dernière disposition produira des
effets, puisqu'il est impossible de
contrôler cet état de fait. Loin de
se contenter d'une lutte contre le
travail au noir, il convient
également de tenir compte d'un
autre aspect, à savoir la confusion
que risque de provoquer la
multiplicité des accompagnateurs
au niveau du processus
d'apprentissage.

La période d'apprentissage
pratique de 3 mois est beaucoup
trop courte pour acquérir une base
sérieuse. Il est également
regrettable que le meilleur modèle,
à savoir la conduite anticipée, soit
supprimé. Seul le pire des
modèles subsiste aujourd'hui. Ce
n'est pas nous qui le disons, mais
bien tous les experts. Selon le
professeur Pauwels, ce choix va à
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Als ik spreek over het slechtste model, dan zijn het niet alleen de
rijscholen of rijschoolinspecteurs die dat zeggen, maar ook eminente
professoren zoals professor Pauwels. Volgens hem gaat model 2,
solorijden na slechts 20 uren rijles, in tegen alle wetenschappelijke
evidentie en het gezond verstand. Daar komen nu blijkbaar nog de
bezwaren van de Europese Commissie bij.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik sluit mij dus
aan bij de reeks vragen die hierover gesteld zijn.

Mijnheer de minister, bent u nu eindelijk van plan om die
hervormingsplannen drastisch aan te passen of eventueel uit stellen
en drastisch aan te passen zodat de rijopleiding ervoor kan zorgen dat
er goede chauffeurs worden afgeleverd in plaats van nu op dit
ogenblik?
l'encontre des données
scientifiques et du bon sens.

À cela s'ajoutent à présent les
objections de l'Europe.

Le ministre est-il disposé à
reporter cette réforme et à
modifier radicalement ses
propositions?
De voorzitter: Daar vraag nr. 12201 van de heer De Padt wordt omgezet in een schriftelijke vraag is deze
reeks vragen en interpellaties achter de rug. Mijnheer de minister, ik geef u het woord voor het antwoord
van de regering.
03.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mag ik mijn
antwoord niet omzetten in een schriftelijk antwoord?
De voorzitter: Dat is, vrees ik, niet mogelijk. U weet dat u antwoordt wat u wil. De politieke
verantwoordelijkheid blijft toch bij u.
03.05 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, je pense
qu'il y a une différence entre la question de M. Bellot et les autres
questions.

En ce qui concerne la question de M. Bellot, je voudrais souligner qu'il
s'agit, dans le cas qui nous occupe, d'une lettre de la Direction
générale de l'Énergie et des Transports de la Commission
européenne adressée au président de l'administration de la Mobilité et
des Transports.

La Commission s'interroge quant à savoir si le permis de conduire
provisoire prévu dans notre modèle 2 constitue un permis de conduire
définitif. Selon la directive de 1991, un permis de conduire est le
résultat d'un examen théorique et d'un examen pratique. En ce qui
concerne le modèle 2 du permis de conduire obtenu après 18 heures
de formation par une école, l'administration européenne dit qu'il n'y a
pas d'examen avant que la personne roule seule. À cet égard, nous
lui avons expliqué qu'en la matière, il ne s'agit pas d'un permis de
conduire, mais d'une sorte de stade au niveau de la formation. Après
cet éclairage donné par mon administration à l'administration
européenne, il ne subsistera que de légers problèmes, car il s'agit de
tout autre chose.
03.05 Minister Renaat Landuyt:
De vraag van de heer Bellot
verschilt van de andere vragen.

De vraag van de heer Bellot gaat
over een brief van het DG Energie
en Vervoer van de EU aan de
voorzitter van de Overheidsdienst
Mobiliteit en Vervoer.

De Europese richtlijn van 1991
zegt dat een rijbewijs behaald
wordt na een theoretisch en een
praktisch examen. Ons voorlopig
rijbewijs model 2, dat afgegeven
wordt na 18 uur rijopleiding bij een
rijschool, is geen echt rijbewijs,
maar een stadium in de opleiding.
Mijn administratie zal in die zin
opheldering verschaffen; daarna
moeten enkel nog een paar
kleinere problemen aangepakt
worden.
03.06 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, la lecture du
courrier de l'administration européenne nous indique qu'elle aurait
appris que quelqu'un disposant d'un permis provisoire conduirait sans
guide. C'est ce que je comprends.
03.06 François Bellot (MR): De
Europese administratie laat
verstaan dat personen met een
dergelijk voorlopig rijbewijs zonder
begeleider zouden autorijden.
03.07 Renaat Landuyt, ministre: Tel est le système en vigueur 03.07 Minister Renaat Landuyt:
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
depuis des années en Belgique!
Zo werkt ons systeem al sinds jaar
en dag!
03.08 François Bellot (MR): C'est donc cela qu'ils reprochent, c'est
que...
03.08 François Bellot (MR):
Maar de Commissie verwijt ons
dat!
03.09 Renaat Landuyt, ministre: Les comptes rendus dans la
presse ne sont pas toujours fiables.
03.10 François Bellot (MR): Cela ne vient pas de la presse, j'ai la
note de la Commission européenne.
03.11 Renaat Landuyt, ministre: La Commission ne peut se baser
que sur la directive de 1991 relative au permis de conduire.

Le fait qu'une personne puisse conduire seule une voiture après la
formation écolière ne signifie pas qu'elle possède déjà un permis de
conduire dans le sens de la directive de 1991. C'est ce que nous
avons expliqué. S'ils ne sont pas d'accord, je suis le premier à dire
qu'ils ont raison.
03.11 Minister Renaat Landuyt:
De Commissie kan zich enkel op
haar richtlijn uit 1991 beroepen.

Het feit dat men na de opleiding
alleen de baan op mag, betekent
niet dat men een over een rijbewijs
in de zin van de richtlijn van 1991
beschikt. We hebben de
Commissie daarop gewezen.
03.12 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, j'ai bien précisé
qu'il s'agissait de l'arrêté royal de 1998. Celui-ci indique qu'une
personne qui ne dispose pas d'un permis définitif, c'est-à-dire
sanctionné par un examen, ne peut conduire sans guide sur la voie
publique.
03.12 François Bellot (MR): Maar
in het koninklijk besluit van 1998
staat dat iemand die niet over een
definitief rijbewijs beschikt, niet
zonder begeleider een voertuig
mag besturen!
03.13 Renaat Landuyt, ministre: Ils peuvent dire ce qu'ils veulent.
S'ils souhaitent avoir du poids dans ce qu'ils disent, ils doivent se
baser sur une directive européenne. Or, la seule directive dont nous
disposons et qui parle du permis de conduire est celle de 1991.
03.13 Minister Renaat Landuyt:
De enige richtlijn waarover we
beschikken en waarin over het
rijbewijs wordt gesproken, is die uit
1991. We kunnen ons dus enkel
daarop baseren.
03.14 François Bellot (MR): Je comprends la nuance mais je vous
répondrai qu'on ne peut lancer quelqu'un dans le trafic sans un
permis de conduire. La directive de 1991 dit que nul ne peut conduire
seul sans être détenteur d'un permis de conduire.
03.14 François Bellot (MR): Ik
begrijp de nuance, maar je kan
iemand niet zonder rijbewijs
loslaten in het verkeer. De richtlijn
van 1991 zegt dat niemand alleen
mag rijden zonder rijbewijs.
03.15 Renaat Landuyt, ministre: C'est l'interprétation qu'ils font de
cette directive pour la première fois. Peut-être se trompent-ils.
03.16 François Bellot (MR): Je suppose que l'arrêté royal en
préparation tiendra compte de l'observation, lorsqu'il y aura la réplique
de la Commission européenne par rapport à la position de la
Belgique.
03.16 François Bellot (MR): Ik
veronderstel dat er in het koninklijk
besluit dat in aantocht is, rekening
zal worden gehouden met de
opmerking.
03.17 Renaat Landuyt, ministre: Il a été convenu au gouvernement
de conserver ce système de 18 heures en l'allongeant à 20 heures.
C'est l'accord politique qui est intervenu à la demande des libéraux.
03.17 Minister Renaat Landuyt:
De regering heeft afgesproken dat
de rijopleiding behouden blijft en
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Qui suis-je pour ne pas suivre l'Europe si elle a un point de vue plutôt
social-démocrate?
op verzoek van de liberalen met
20 uur verlengd wordt. Europa
volgt veeleer een sociaal-
democratisch standpunt.
03.18 François Bellot (MR): Libéraux, sociaux-démocrates,
socialistes, tous sont tenus de respecter les directives européennes,
que ce soit en Finlande, en Espagne, en Pologne ou en Belgique.
03.18 François Bellot (MR): Maar
iedereen moet de Europese
richtlijnen naleven!
03.19 Renaat Landuyt, ministre: Je suis de votre avis. Il en est de
même pour les néerlandophones!
03.19 Minister Renaat Landuyt:
Welzeker!
Op de vragen van de collega's Mortelmans en Van den Bergh kan ik
het volgende antwoorden.

Mijnheer Van den Bergh vraagt om de zaak af te voeren. Wat moet ik
daarop antwoorden? Neen, natuurlijk. Op zijn vraag luidt mijn
antwoord dus neen. Alles is in voorbereiding en in uitvoering. Alles is
voorzien om in uitwerking te treden vanaf 1 september. Het zou zeer
onwijs zijn, omwille van de uitingen van één actiegroep die nu
rijschool is geworden, om nu beslissingen op de helling te zetten.
Il ne saurait bien entendu être
question de reporter ou
d'abandonner la réforme, qui
entrera en vigueur comme prévu
le 1
er
septembre. Il serait stupide
de remettre tout en question à la
suite des déclarations d'un groupe
d'action isolé, qui s'est transformé
récemment en une école de
conduite.

Après l'audition, une seconde
lecture a eu lieu au sein du
gouvernement et nous avons
apporté les adaptations qui nous
ont semblé utiles.
03.20 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): (...) Het gaat niet over die
actiegroep.
03.21 Minister Renaat Landuyt: Jef, hij wil u verdedigen.
03.22 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): (...) We hebben een
hoorzitting gehouden met misschien wel vijfentwintig verschillende
rijscholen.
03.23 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik ben nog
niet aan het antwoord van de heer Mortelmans. Dat is niet te doen!
03.24 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Er is er hier maar één niet
te doen, en dat bent u.
03.25 Minister Renaat Landuyt: Persoonlijk feit!
De voorzitter: (...), dus u moet het persoonlijk feit niet inroepen.
03.26 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, u
intervenieert niet. Ik vind dat u moet ingrijpen. Dat kan toch niet?
De voorzitter: Ik moet strenger zijn?
03.27 Minister Renaat Landuyt: Natuurlijk.
De voorzitter: Goed, mijnheer de minister, ik zal strenger zijn.
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
03.28 Minister Renaat Landuyt: Het is niet omdat de ministers
volgens u geen vragen mogen stellen in het Parlement, dat de
parlementsleden de beantwoording van vragen zo maar mogen
onderbreken terwijl ze nog niet behandeld zijn.
De voorzitter: Absoluut!
03.29 Minister Renaat Landuyt: Na de hoorzitting is er een tweede
lezing geweest in de regering in verband met de beslissing over de
rijopleiding. Wij voerden de aanpassingen door die we wijs vonden en
die beschreven werden door de heer Mortelmans in zijn antwoord. De
andere hebben we niet doorgevoerd.
03.30 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
desinteresse van de minister voor het Parlement is vandaag nog
legendarischer dan anders. Het is echt frappant.
03.30 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le manque de
considération du ministre pour le
Parlement atteint un nouveau
sommet.
03.31 Minister Renaat Landuyt: (...) voor de beantwoording van
vragen.
De voorzitter: Ik moet strenger zijn. Ik mag niet dulden dat er onderbroken wordt.
03.32 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, stellen dat
wij op basis van één actiegroep ons voorstel doen, is natuurlijk niet
ernstig. Die actiegroep is de laatste die er nog bij is gekomen.
Aanvankelijk had die actiegroep uw hervorming mee gesteund en
dacht ze zelfs mee in de richting waarvan de rijopleiding zou moeten
evolueren. Het was net om het uitgangspunt van het gecombineerd
leren in de rijschool...
03.32 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il n'est pas sérieux
d'affirmer que nous formulons
cette proposition en nous basant
sur un seul groupe d'action. Il a
d'ailleurs été le dernier à se rallier
aux critiques émises.
L'organisation en question
soutenait les réformes au départ.
03.33 Minister Renaat Landuyt: Er is één zaak veranderd bij de
tweede lezing ten opzichte van de eerste lezing door de regering. Na
de tweede lezing werd de Vlaamse Automobilistenbond erkend als
rijschool. Plots was de Vlaamse Automobilistenbond niet meer
akkoord met de reglementering.

Voor de rest is er inhoudelijk aan deze reglementering niets
veranderd.
03.33 Renaat Landuyt, ministre:
Une chose a changé, à savoir que
le Vlaamse Automobilistenbond
(VAB) a été agréé comme auto-
école après la deuxième lecture.
Subitement, le VAB s'est opposé à
la nouvelle réglementation, bien
que son contenu n'ait pas été
modifié.
03.34 Jef Van den Bergh (CD&V): Ze hebben tijdens de
hoorzittingen ook al een aantal kritische bedenkingen geformuleerd.
03.35 Minister Renaat Landuyt: Dat zijn wel anderen geweest. U
moet goed luisteren naar wat ze gezegd hebben. Het is hallucinant
om vast te stellen hoe een dergelijke organisatie in een week tijd, na
een handtekening te hebben bekomen voor de erkenning als
rijschool, kan veranderen van mening.
03.35 Renaat Landuyt, ministre:
Il est hallucinant de constater
qu'une telle organisation change
ainsi d'avis en l'espace d'une
semaine.
03.36 Jef Van den Bergh (CD&V): Het is al even hallucinant hoe u
in deze aangelegenheid echt op de man speelt van de organisatie in
plaats van eens te kijken naar...
03.36 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre joue ici
l'homme plutôt que la balle.
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
03.37 Minister Renaat Landuyt: Maar wat wilt u nu? De waarheid
heeft haar rechten.

Ik herhaal dat de VAB het systeem na de eerste beslissing heeft
toegejuicht en na de erkenning als rijschool heeft dezelfde organisatie
het systeem afgezworen. U kunt dit niet ontkennen want dat is het
echte verhaal. Dit is een ontgoocheling omdat de vraag zich dan stelt
wanneer men oprecht is. Hoe kan de opinie van een organisatie na
een erkenning als rijschool zomaar veranderen? Dat is het enige wat
is veranderd. Het systeem dat zij aanvankelijk hebben goedgekeurd,
is niet veranderd. Zij zijn veranderd. Plots waren zij tegen. Er is
fundamenteel niets veranderd na de erkenning.
03.37 Renaat Landuyt, ministre:
La vérité a ses droits. Le VAB a
applaudi au nouveau système à
l'issue de la première décision.
Tout ceci est navrant. Le VAB est
largement intervenu après cette
première décision.
03.38 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijn interpretatie van die
gewijzigde houding is dat hun ogen pas zijn opengegaan bij de lezing
van de tekst van het KB. Pas dan hebben zij volgens mij vastgesteld
dat de hervorming slechter is dan zij aanvankelijk dachten.
03.38 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il ne subsiste plus guère
de partisans de la réforme.
03.39 Minister Renaat Landuyt: Ik weet niet of uw opmerking over
die lezing een compliment is voor hen, maar dat is dan wel heel erg. U
zegt dan immers dat zij de eerste keer hun teksten niet hebben
gelezen. Zij zijn zeer uitgebreid tussenbeide gekomen na de eerste
beslissing. U zegt nu eigenlijk dat die organisatie optredens in de
media heeft gedaan zonder de beslissing te lezen die zij aanvankelijk
toejuichte. Het enige wat is veranderd, is de erkenning als rijschool.
03.39 Renaat Landuyt, ministre:
C'est faux, car nous sommes
confrontés à de nombreuses
questions de personnes qui
attendent de commencer une
formation, d'écoles qui demandent
un soutien sur le plan du contenu
pour la formule de six heures et
d'instructeurs à la conduite qui
souhaitent apporter leur
collaboration au système.
03.40 Jef Van den Bergh (CD&V): Blijft de vaststelling dat zowat het
hele verkeersmiddenveld eensgezind...
03.41 Minister Renaat Landuyt: Nee, daar heb ik iets te weinig
gezegd.
03.42 Jef Van den Bergh (CD&V): Maar, voorzitter...
De voorzitter: Conform het Reglement hebt u het laatste woord, mijnheer Van den Bergh.
03.43 Minister Renaat Landuyt: Ik wil u iets positief medelen.
03.44 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, dat
is onmogelijk met de minister.
03.45 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik wil helpen,
ook iets inhoudelijk.
03.46 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, misschien
kunt u een ernstig antwoord geven.
03.47 Minister Renaat Landuyt: U vergist zich.

We worden bestookt ­ op een positieve manier wel te verstaan - met
vragen van mensen die wachten met de opleiding, van scholen die
inhoudelijke steun vragen voor het 6-urenpakket dat veel spontaner
zal worden toegepast dan men denkt en van veel rij-instructeurs die
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
aan het systeem wensen mee te werken.
03.48 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, uiteraard
zullen dynamische rijscholen en rij-instructeurs inspelen op het
nieuwe gegeven dat vanaf september gecreëerd wordt. Het
tegenovergestelde zou pas erg zijn.

Dit neemt niet weg, mijnheer de minister, dat wij bij de vaststelling
blijven dat de enige doelstelling van de hervorming duidelijk niet de
verkeersveiligheid is maar dat alles draait rond goedkoop en
gemakkelijker. Dat geeft soms leuke beelden. Op een Brugse website
heb ik een foto gezien waar u zelfs in solden worden gezet. Het is
duidelijk dat het alleen rond goedkoop en gemakkelijker draait.

Ik kom terug op de opmerkingen van Europa. U zegt dat uw
administratieve diensten hierop zullen antwoorden. Het zou, mijns
inziens, wijs zijn te wachten op het antwoord van de Europese
Commissie alvorens het nieuwe KB van kracht te laten gaan. Dat is al
zeker een argument om op zijn minst even op de rem te gaan staan
en het KB een drietal maanden uit te stellen.

Op dat ogenblik kan bovendien duidelijk zijn hoe het nieuwe rijexamen
er exact zal uitzien. Kandidaat-chauffeurs moeten vanaf september
immers beginnen met de rijopleiding terwijl het rijexamen slechts op
1 december verandert. Hoe kan men zich voorbereiden op een
examen als men niet weet wat de inhoud ervan gaat zijn? Dit is een
tweede argument voor uitstel.

Het derde argument ontglipt me even. Er zijn evenwel argumenten
genoeg.

Ik zal een motie van aanbeveling indienen ter besluit van deze lange
discussie.
03.48 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il serait regrettable que
des instructeurs à la conduite et
des auto-écoles dynamiques ne
réagissent pas au cadre qui sera
créé à partir du 1
er
septembre.
L'ensemble de la réforme porte
sur l'aspect économique et la
simplicité et non pas sur la
sécurité routière. Il faudrait
attendre la réponse de la
Commission européenne avant
d'appliquer le nouvel arrêté royal.
Un report de trois mois, par
exemple, permettrait de
déterminer clairement les contours
du nouvel examen à la conduite.
Les nouveaux candidats
commenceront en effet leur
formation à la conduite en
septembre sans que des
précisions n'aient été apportées en
la matière. Je dépose une motion
en conclusion de ce non-débat.
03.49 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik blijf het bijzonder jammer vinden dat de
minister vasthoudt aan zijn oorspronkelijke plannen die weliswaar een
klein beetje gewijzigd zijn. Fundamentele bezwaren laat hij evenwel
links liggen.

Volgens mij is het een puur ideologische kwestie geworden.
Verkeersveiligheid en het afleveren van chauffeurs die de knepen van
het vak onder de knie hebben zijn van ondergeschikt belang
geworden.

Zoals mijn collega Van den Bergh hoop ik alsnog het tij te doen keren
door de indiening van een motie van aanbeveling waarin de regering
gevraagd wordt de plannen uit te stellen en na te gaan of tegemoet
wordt gekomen aan alle fundamentele bezwaren waaronder in het
bijzonder de afschaffing van de VERO-opleiding en het behoud van
het Model 2-rijbewijs.
03.49 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Je regrette vraiment que
sur le fond le ministre maintienne
ses projets initiaux. Cette question
est devenue purement
idéologique. La sécurité routière et
la formation de bons conducteurs
sont passés au second plan.

Je dépose une motion de
recommandation pour demander
au gouvernement de reporter
l'entrée en vigueur du projet et de
répondre aux objections
fondamentales, dont la
suppression de la formation
anticipée à la conduite, et le
maintien du modèle 2.
03.50 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb nog
een vraag over de regeling van de werkzaamheden. Ik wil de minister
nogmaals herinneren aan het engagement om de tekst van het KB ter
bespreking voor te leggen aan deze commissie. Ik zou willen vragen
wanneer wij daartoe de kans krijgen.
03.50 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre s'était engagé
à discuter du texte de l'arrêté royal
au sein de cette commission.
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
03.51 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik heb altijd
gezegd dat het document hier zal worden besproken in het licht van
de wet die dat eerste jaar moet regelen. Waar ligt die tekst van het
wetsontwerp?
03.51 Renaat Landuyt, ministre:
Le document pourra être discuté
dans le cadre de la loi qui doit
régler la première année de
fonctionnement du nouveau
système.
03.52 Jef Van den Bergh (CD&V): Wij zijn er altijd van uitgegaan
dat dit nog voor de zomer kon.
03.52 Jef Van den Bergh
(CD&V): Nous pensions que cela
aurait été possible avant l'été.
03.53 Minister Renaat Landuyt: Ik ook. Daarom vraag ik het. De
tekst is voorgelegd.
03.53 Renaat Landuyt, ministre:
Moi aussi.
De voorzitter: De tekst is voorgelegd, maar de wet is niet ingediend.
Le président: Le texte a été
présenté mais le projet de loi n'a
pas été déposé.
03.54 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer Van den Bergh, u hebt de
tekst al ontvangen.
03.54 Renaat Landuyt, ministre:
M. Van den Bergh a reçu le texte.
03.55 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik heb een versie van een tekst.
03.55 Jef Van den Bergh
(CD&V): J'ai une version du texte
mais je ne l'ai pas reçue par
l'intermédiaire du ministre.
De voorzitter: Wij kunnen het moeilijk op de agenda zetten als het nog niet ingediend is.
03.56 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, dat begrijp ik.
Nu heb ik ook begrepen dat ik mijn woord heb gehouden en dat ik de
tekst heb gegeven. Er wordt hier geïnsinueerd dat dat niet waar is.
03.57 Jef Van den Bergh (CD&V): Excuseer, mijnheer de minister,
maar wij hebben de tekst niet via u gekregen.
03.58 Minister Renaat Landuyt: Ik zal ze aangetekend met een
ontvangstbewijs opsturen.
03.58 Renaat Landuyt, ministre:
Je l'enverrai par recommandé
avec accusé de réception.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Roel Deseyn en Jef Van den Bergh en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jef Van den Bergh en Jan Mortelmans
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
- betreurt de bijkomende daling van de kwaliteit van de rijopleiding;
- dringt er bij de regering op aan de hervorming uit te stellen, teneinde een reflectieperiode te verkrijgen om
zo ook de wetswijziging met betrekking tot het proefjaar en de hervorming van het rijexamen mee in
overweging te kunnen nemen, alsook het uiteindelijke standpunt van de Europese Commissie met
betrekking tot model 2."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Roel Deseyn et Jef Van den Bergh et est
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jef Van den Bergh et Jan Mortelmans
et la réponse du ministre de la Mobilité,
- déplore la nouvelle baisse de qualité de la formation à la conduite;
- demande au gouvernement de reporter la réforme pour se ménager une période de réflexion et pouvoir
également prendre en considération, d'une part, la modification légale concernant l'année probatoire et la
réforme de l'examen du permis de conduire et, d'autre part, la position définitive de la Commission
européenne concernant le modèle 2."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Jan Mortelmans en Francis Van den
Eynde en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jef Van den Bergh en Jan Mortelmans
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
de hervormingsplannen uit te stellen en volledig te herzien opdat tegemoet gekomen wordt aan alle
fundamentele bezwaren waaronder in het bijzonder de afschaffing van de VERO-opleiding en het behoud
van het model 2."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Jan Mortelmans et Francis Van den
Eynde et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jef Van den Bergh et Jan Mortelmans
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
de différer et de revoir entièrement ses projets de réforme de manière à tenir compte de toutes les
objections fondamentales, parmi lesquelles en particulier la suppression de l'apprentissage anticipé de la
conduite automobile et le maintien du permis de conduire modèle 2."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Valérie De Bue, Véronique Ghenne en Hilde
Vautmans.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Valérie De Bue, Véronique Ghenne et Hilde
Vautmans.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
04 Question de Mme Véronique Ghenne au ministre de la Mobilité sur "le câble ABS" (n° 12008)
04 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de minister van Mobiliteit over "de ABS-kabel"
(nr. 12008)
04.01 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la Fédération de l'industrie technologique a récemment
plaidé dans la presse pour que soit rendue obligatoire l'utilisation du
câble ABS sur les semi-remorques afin de garantir un freinage sous
contrôle.

Les semi-remorques sont aujourd'hui équipés du système de gestion
électronique de freinage, du système anti-blocage et de la correction
en fonction de la charge. Cependant, pour que tous ces systèmes
fonctionnent, une liaison est nécessaire entre le tracteur et sa
remorque. Cette liaison s'établit au moyen d'un câble ABS.

Agoria fait ainsi le constat qu'environ la moitié des semi-remorques
circulant sur nos routes ne sont pas équipés de ce câble. De ce fait,
les systèmes EBS, ABS et LSV de leur remorque ne fonctionnent pas.
04.01 Véronique Ghenne (PS):
De trekker en de aanhangwagen
moeten met een ABS-kabel
verbonden zijn opdat het
elektronische remsysteem van de
aanhangwagen zou werken.
Hoeveel opleggers zijn reeds met
zo'n systeem uitgerust? Hoeveel
vrachtwagens die bij ongevallen
betrokken zijn geweest, waren er
niet mee uitgerust? Hoeveel wel?
Welk gevolg zal u geven aan het
voorstel van Agoria om dat
systeem verplicht te maken?
Hebben andere Europese
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Aux Pays-Bas, l'utilisation de ce câble est obligatoire. Lorsque l'on sait
que les accidents impliquant des poids lourds sont malheureusement
quasi quotidiens et souvent dramatiques, il est légitime de tout au
moins s'interroger sur les avantages réels de rendre obligatoire
l'utilisation d'un tel système.

Mes questions sont les suivantes.

1. Disposez-vous de chiffres quant au nombre de semi-remorques
déjà équipés de ce système, quant au nombre de poids lourds
impliqués dans des accidents qui n'étaient pas équipés et à l'inverse
ceux qui l'étaient?
2. Quelle suite entendez-vous donner à la proposition d'Agoria de
rendre obligatoire l'utilisation de ce système?
3. Outre les Pays-Bas, d'autres de nos voisins européens, ont-ils déjà
rendu obligatoire l'utilisation de ce câble?
buurlanden dan Nederland het
reeds verplicht gemaakt?
04.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, madame
Ghenne, il n'y a pas de chiffre disponible concernant le nombre de
véhicules équipés d'un système ABS ou EBS, ni concernant le
nombre de véhicules impliqués dans des accidents et équipés ou non
de tels systèmes.

Les dispositions de la directive 71/320, dernièrement modifiée par la
directive 88/194, sont obligatoires pour les voitures mises en service à
partir du 1
er
janvier 1993. Cela implique l'installation obligatoire de
l'ABS sur certaines catégories de véhicules.

Aucune obligation ne peut être imposée via le règlement technique.
Le chauffeur doit disposer de toute la conscience professionnelle pour
établir toutes les connexions nécessaires à une utilisation sûre de son
véhicule sur la voie publique.

Un contrôle pour vérifier si le chauffeur a relié les deux véhicules dans
les règles de l'art et participe donc à la circulation dans les meilleures
conditions, peut intervenir lors du contrôle technique prévu pour le
mois de septembre.

En Grande-Bretagne, il existe une obligation de liaison au moyen du
câble. L'Allemagne à également l'intention d'imposer une telle
obligation.
04.02 Minister Renaat Landuyt:
De door u gevraagde cijfers zijn
niet beschikbaar. De bepalingen
van richtlijn 71/320, gewijzigd bij
richtlijn 88/194, maken ABS
verplicht voor bepaalde
categorieën van voertuigen en
gelden voor voertuigen die vanaf 1
januari 1993 in gebruik zijn
genomen.

Via het technisch reglement kan
geen enkele verplichting worden
opgelegd, maar bij de technische
keuring in september kan men
nagaan of de chauffeur de twee
voertuigen volgens de regels van
de kunst heeft verbonden en dus
in optimale omstandigheden aan
het verkeer deelneemt.

In Groot-Brittannië is de verbinding
door middel van de ABS-kabel
reeds verplicht. Duitsland is van
plan het systeem in te voeren.
04.03 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.

Monsieur le ministre, je ne vous ai pas très bien compris. Vous avez
dit que le système est obligatoire depuis 1993 tout en signalant qu'il
ne l'est pas pour certains véhicules. Pourriez-vous préciser votre
réponse?
04.03 Véronique Ghenne (PS):
Voor welke voertuigen is het
systeem verplicht? Bent u
voornemens een studie te laten
uitvoeren over het aantal
vrachtwagens met of zonder ABS-
kabel dat in ongevallen verwikkeld
raakt?
04.04 Renaat Landuyt, ministre: Je vous donnerai ces précisions
par écrit parce que l'installation obligatoire est liée à des types de
véhicules ou de remorques.
04.04 Minister Renaat Landuyt:
Ik zal u die preciseringen
schriftelijk bezorgen. Het lijkt me
inderdaad logisch dat ik nadere
inlichtingen inwin over de controle
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
op de weg van de vrachtwagens.
04.05 Véronique Ghenne (PS): Envisagez-vous de faire une étude
pour essayer de voir quels sont les camions impliqués dans des
accidents lorsque qu'ils n'utilisent pas l'ABS?
04.06 Renaat Landuyt, ministre: Pour ce qui est du contrôle sur les
routes concernant les camions, surtout les poids lourds, il me semble
logique de m'informer plus avant. Je me charge de votre question.
04.07 Véronique Ghenne (PS): J'attends la réponse écrite et en
fonction de celle-ci, j'interviendrais à nouveau peut-être. Merci.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "een ombudsdienst op de luchthaven" (nr. 12163)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Mobiliteit over "een ombudsdienst op de luchthaven"
(nr. 12164)
05 Questions jointes de
- Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "un service de médiation à l'aéroport" (n° 12163)
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Mobilité sur "un service de médiation à l'aéroport" (n° 12164)
05.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag is een heel belangrijke vraag. De vakantie komt
eraan. Ze is er eigenlijk reeds, behalve voor ons. Een aantal mensen
is reeds vertrokken. Heel veel Belgen vertrekken nu op reis.

Test-Aankoop heeft een onderzoek gedaan naar de tevredenheid bij
de klanten, de passagiers. Daaruit blijkt heel duidelijk dat de
Belgische luchthavens een heel goede beurt maken. Alleen wanneer
er problemen plaatsgrijpen, wordt de reiziger niet opgevangen zoals
hij zou moeten opgevangen worden.

De rechten van de reizigers worden geregeld door het verdrag van
Montreal en door een aantal verordeningen. De resultaten van de
enquête van Test-Aankoop tonen aan dat die regels helemaal niet
gerespecteerd worden en vooral niet in het geval van een
instapweigering.

Test-Aankoop heeft mij daarover geschreven nadat ik reeds mijn
voorstel had gelanceerd. Zij zeggen het volgende: "Indien tot een
instapweigering moet worden overgegaan bepaalt de verordening dat
er eerst een oproep moet worden gedaan aan vrijwilligers om hun
plaats af te staan." Uit onderzoek blijkt dat slechts 1,3% van de
passagiers dat aanbod heeft gekregen om vrijwillig zijn of haar plaats
af te staan.

Mijn oplossing voor dit probleem is heel eenvoudig. Ik zou heel graag
hebben dat er wordt overgegaan tot de oprichting van een
ombudsdienst op de luchthaven. Nu zijn er reeds heel veel instanties.
Voor de omwonenden is er de ombudsdienst waar men terecht kan
voor klachten en suggesties over het gebruik van de luchthaven. U
kent het door de talrijke klachten over geluidshinder.
05.01 Hilde Vautmans (VLD):
Nombre de personnes partent en
vacances actuellement.
Test-
Achats s'est penché sur le degré
de satisfaction des passagers
aériens. Les aéroports belges
enregistrent de très bons résultats
mais en cas de problème, les
voyageurs ne sont pas
convenablement pris en charge.

Les droits des voyageurs sont
régis par le Traité de Montréal et
un certain nombre de règlements
complémentaires. L'enquête
indique que ces dispositions ne
sont nullement respectées, en
particulier en cas de refus
d'embarquement. L'enquête
montre également qu'il a été
proposé à seulement 1,3 % des
passagers de renoncer
volontairement à leur siège, alors
qu'il s'agit de la première mesure
à prendre.

Un service de médiation devrait
être instauré au sein de l'aéroport.
Il existe aujourd'hui de
nombreuses instances qui
enregistrent nombre de plaintes
mais les voyageurs ne savent
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
De man van de ombudsdienst heeft mij ook gecontacteerd. Hij zegt
dat hij per jaar 20 tot 50 klachten krijgt van reizigers die niet weten
waar ze moeten zijn en die bij hem terechtkomen. Zij hebben echter
klachten over de reis, over een overboeking, over een annulering,
over een vlucht die te laat vertrokken is. 20 tot 50 klachten per jaar
komen bij hem terecht.

Er zijn nog instanties. Er is ook het bemiddelingsbureau. Wanneer
men als reiziger strandt op de luchthaven en men heeft problemen
met zijn vlucht, dan weet men heel vaak niet waar men moet zijn. Een
ombudsdienst kan de talrijke dingen die nu reeds bestaan
centraliseren op één punt en de reiziger wegwijs maken in heel het
kluwen waarin men terechtkomt.

Ik heb de cijfers van het aantal klachten gekregen. Ik vind ze nu niet
direct terug. Ik was echter verwonderd over het aantal klachten dat
naar de reisorganisaties en reisbureaus gaat.

Ik had mijn vragen gericht aan u en minister Van den Bossche, die
voor consumentenzaken bevoegd is. Eigenlijk is dat een gedeelde
bevoegdheid.

Hoe staat u tegenover het idee om op de luchthaven één
gecentraliseerde dienst op te richten om gestrande reizigers wegwijs
te maken in hun rechten die bepaald zijn door de Europese Unie?
généralement pas à qui s'adresser
en cas de problème. Un service de
médiation pourrait centraliser les
différentes initiatives et informer le
passager sur ses droits.

Que pense le ministre de ma
proposition?
05.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, er is nood aan enige vorm van ombudsdienst of coördinatie.
Vandaag stellen we vast, althans mijn administratie, dat de
inhoudelijke vernieuwing inzake bijvoorbeeld luchtvaart niet enkel de
veiligheidsaspecten van het materiaal betreft, maar ook de
dienstverlening als geheel. Via de uitvoering van de Europese
richtlijnen inzake denied boarding zijn we ervaring aan het opdoen in
meer consumentgericht optreden van de overheid, ook inzake
luchtvaart. We maken zelf de balans op en gaan na wie wat zou
moeten doen. Enerzijds is er het aspect reisagentschap, wat voor een
deel regionaal wordt georganiseerd. Verder is er het algemeen
consumentenbeleid, en dan is er ook nog het vervoersbeleid dat ook
is gericht op vervoer, bijvoorbeeld luchtvaart. Dan zijn er nog de
privéspelers zoals de luchthavenuitbater en de verschillende
maatschappijen.

Ik werk aan een vorm van coördinatie om een voorstel te doen van
ombudsdienst of klachtendienst, opgericht in het kader van het recht
op mobiliteit. Ik sta dus positief tegenover uw voorstel.
05.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il faut un service de médiation ou
une coordination, sous l'une ou
l'autre forme. La modernisation
fondamentale de l'aviation ne
porte pas uniquement sur la
sécurité mais aussi sur le service
dans sa globalité.

Dans le cadre de l'exécution des
directives européennes, nous
apprenons à intervenir dans le
souci du consommateur. Un bilan
est établi par nos soins afin de
déterminer de qui relèvent les
différentes missions. Le volet
relatif aux agences de voyages est
partiellement organisé au niveau
régional. La politique de protection
du consommateur et celle relative
au transport entrent également en
ligne de compte. Les acteurs
privés ont aussi un rôle à jouer. Je
prépare une coordination sous la
forme d'un service de médiation et
de plaintes, créé dans le cadre du
droit à la mobilité. J'applaudis dès
lors à la proposition de Mme
Vautmans.
05.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik denk dat dit
nodig is. Ik hoop alleen en vind het heel belangrijk dat die dienst, u
05.03 Hilde Vautmans (VLD):
J'espère que le nouveau service
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
denkt nu over de bevoegdheden ervan, zichtbaar op onze luchthaven
aanwezig is. Dit moet uiteraard in verschillende talen worden
aangeduid. Dit moet zichtbaar op een plaats zijn waarheen men zich
kan wenden en waar men dan doorverwijst naar waar men eigenlijk
moet zijn. Dat was eigenlijk de bedoeling van mijn vraag. Ik denk dat
u het ook zo ziet.

Binnen welke tijdsspanne mogen we dit zien?
sera présent de manière
manifeste à l'aéroport et que les
passagers pourront être
renseignés correctement. Un
calendrier est-il prévu?
05.04 Minister Renaat Landuyt: Ik probeer voorstellen te doen bij de
start van het nieuwe parlementair jaar.

Wat betreft mobiliteit verzamelen wij nu alles omtrent consumenten.
Er is op dat vlak een enorme evolutie aan de gang, die we liever wat
sturen en coördineren.

Nogmaals, voor de hele werking van de administratie Mobiliteit is dit
een soort Copernicaanse revolutie, omdat men van het product naar
de klant moet leren redeneren.
05.04 Renaat Landuyt, ministre:
Je m'efforcerai de présenter des
propositions au début de l'année
parlementaire. Le fait que
l'administration de la Mobilité doive
apprendre à travailler en fonction
du client et non plus du produit est
en quelque sorte une révolution
copernicienne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Mobiliteit over "de aanwezigheid van een
digitale tachograaf" (nr. 12030)
06 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de la Mobilité sur "la présence d'un tachygraphe
digital" (n° 12030)
06.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn twee vragen zijn totaal verschillend, het enige
vergelijkingspunt is dat ze allebei over de digitale tachograaf gaan.
Daarom zou ik willen voorstellen de vragen afzonderlijk te stellen,
zodat de minister er een antwoord op kan geven. Het gaat over twee
verschillende aspecten.

Mijnheer de minister, het gaat om twee schriftelijke vragen die al heel
lang onderweg zijn en daarom opnieuw in mondelinge vragen zijn
omgezet. Ik heb die vragen eigenlijk gesteld naar aanleiding van twee
concrete situaties.

Een eerste vraag houdt verband met de verplichte aanwezigheid
vanaf 1 januari 2006 van de digitale tachograaf, in uitvoering van het
KB van 2005 ter uitvoering van een Europese verordening betreffende
het controleapparaat in het wegvervoer.

We stellen het volgende vast, mijnheer de minister. Om het wat
gemakkelijker te maken geef ik een concreet voorbeeld. Enkele
autobusbedrijven in België maken vooral schoolbussen. Zij werken
vooral op een Duits chassis, vaak van vrachtwagens, waarop zij
eigenhandig schoolbussen bouwen voor 30 tot 35 leerlingen.

Wij zijn wat vroeger met de uitvoering van de Europese verordening
en heel wat van onze Europese buurlanden hebben vandaag de
verplichting van de digitale tachograaf nog niet ingevoerd. Duitse
constructeurs die aan de basis liggen van het chassis van heel wat
van die bussen, kunnen momenteel de digitale tachograaf nog niet
leveren. De kit om nadien zo'n tachograaf in de autobus te plaatsen,
is vandaag ook nog niet voorradig. Op het ogenblik dat de kit
06.01 Nathalie Muylle (CD&V):
L'arrêté royal du 14 juillet 2005,
portant exécution d'une directive
européenne, précise que le
tachygraphe digital est obligatoire
depuis le 1
er
janvier 2006. Un
grand nombre de nos entreprises
de construction d'autocars
construisent toutefois des cars
montés sur le châssis de
constructeurs de pays européens
­ tels que l'Allemagne ­ où le
tachygraphe n'est pas encore
obligatoire. Ces constructeurs ne
sont donc pas en mesure de livrer
le tachygraphe digital et le kit
d'installation. Nos entreprises
d'autocars rencontrent des
problèmes pour faire agréer leurs
véhicules sans tachygraphe digital.
Quel est le commentaire du
ministre à ce sujet?

L'annexe 1 à l'arrêté royal stipule
que certains véhicules doivent être
équipés d'un tachygraphe mais
qu'il ne doit pas être utilisé. Le
ministre estime-t-il cette
disposition utile? Un tachygraphe
analogique n'est-il dès lors pas
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
voorradig zou zijn, zal dat wel tegen een zeer hoge kostprijs zijn, maar
de Duitse constructeurs hebben die thans nog niet.

Daarnaast zit er in het KB ook een bijlage, die bepaalt dat bepaalde
voertuigen wel uitgerust moeten zijn met de digitale tachograaf, maar
hem eigenlijk niet moeten gebruiken.

Daarom zijn er heel wat problemen telkens wanneer men met zulke
autobussen naar de autokeuring gaat, omdat die moeten voorzien zijn
van zo'n digitale tachograaf, maar ze eigenlijk niet in de mogelijkheid
verkeren om via de constructeurs een digitale tachograaf te plaatsen.
De kit om de tachograaf achteraf te monteren, bestaat ook niet. Dat
leidt tot tal van discussies. Eerst wordt het voertuig afgekeurd en
daarna wordt opnieuw de toestemming gegeven om een analoge
tachograaf te plaatsen. Telkens wanneer de bedrijven een schoolbus
aanbieden op de autokeuring, zijn er problemen.

Vandaar mijn twee vragen.

Hoe ziet u een specifieke oplossing?

U hebt een aantal uitzonderingen opgenomen in de bijlage van het
KB. Er moet een digitale tachograaf zijn, maar hij moet niet worden
gebruikt. Is dat zinvol? Is het niet beter dat daarvoor een analoge
tachograaf blijft volstaan?

Hoe ziet u vandaag de concrete situatie, waarbij wij sneller zijn dan
Europa en in bepaalde situaties de mogelijkheid niet bestaat om de
digitale tachograaf te plaatsen, met alle problemen van dien?
suffisant?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
uw specifieke vraag in verband met de schoolbusconstructeur betreft,
werd geen antwoord voorbereid omdat deze vraag niet was
opgenomen in de schriftelijke neerslag van uw vraag.
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
La question spécifique relative au
constructeur d'autobus scolaires
ne figurait pas dans la version de
la question écrite qui a été
déposée et elle n'a donc pas été
préparée.
06.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijn geschreven vraag was meer
theoretisch gesteld. Eigenlijk is het identiek.
06.04 Minister Renaat Landuyt: Er bestaat een koninklijk besluit met
een lijst van de voertuigen die aan dit voorschrift moeten voldoen.
Wat de specifieke schoolbusconstructeur betreft, durf ik geen
uitspraak doen.
06.04 Renaat Landuyt, ministre:
Je n'oserai pas m'exprimer à ce
sujet. En revanche, il existe
effectivement un arrêté royal
comprenant un aperçu des
véhicules qui doivent répondre aux
prescriptions
06.05 Nathalie Muylle (CD&V): Kunt u dat nagaan? Het is immers
belangrijk. Deze vraag werd vijf maanden geleden schriftelijk aan u
gericht. Ik heb daarop geen antwoord gekregen en daarom stel ik ze
nu mondeling.
06.05 Nathalie Muylle (CD&V):
Le ministre pourrait-il tout de
même procéder aux vérifications
nécessaires?
06.06 Minister Renaat Landuyt: Niet de vraag in verband met de
constructeur.
06.07 Nathalie Muylle (CD&V): Het voorbeeld zat erin verwerkt.
06.07 Nathalie Muylle (CD&V):
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

Hoe spreken we concreet af? Die mensen wachten immers op een
antwoord. Zij leveren maandelijks twee tot drie nieuwe bussen aan bij
de autokeuring. Het gaat niet om veel bedrijven. Het gaat in
Vlaanderen om drie of vier bedrijven. Het moment is voor hen nu
opnieuw aangebroken. September staat voor de deur en de
constructie van nieuwe voertuigen is volop aan de gang.

Het gaat om een Mercedes-chassis waarin de digitale tachograaf niet
kan worden voorzien. Dit zorgt voor problemen bij de autokeuring.

Moet ik een nieuwe schriftelijke vraag indienen of mag ik een
antwoord van u verwachten?
J'avais d'abord déposé une
question écrite qui faisait état du
problème spécifique mais je
n'avais toujours pas reçu de
réponse après cinq mois. Seules
trois à quatre entreprises sont
concernées en Flandre mais elles
souhaitent évidemment savoir à
quoi s'en tenir. Elles doivent à
présent construire des nouveaux
véhicules et septembre approche.
Il s'agit de châssis Mercedes.
Dois-je déposer une nouvelle
question écrite?
06.08 Minister Renaat Landuyt: Ik zal deze specifieke vraag per e-
mail stellen aan de bevoegde diensten en hen vragen welke oplossing
mogelijk is.
06.08 Renaat Landuyt, ministre:
Je propose de poser la question
par courriel, de sorte que nous
puissions contacter le service
compétent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Mobiliteit over "het gebruik van de digitale
tachograaf bij een gehuurd voertuig" (nr. 12029)
07 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de la Mobilité sur "l'utilisation du tachygraphe digital
en cas de location d'un véhicule" (n° 12029)
07.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het gaat opnieuw om een concreet geval.

Mijn vraag gaat over het gebruik van de digitale tachograaf en vooral
over de begeleidende kaarten die aanwezig moeten zijn indien men
een voertuig huurt waarin een digitale tachograaf verplicht is.

Om gebruik te maken van een voertuig met een digitale tachograaf,
moet elke bestuurder in het bezit zijn van een persoonlijke
bestuurderskaart. Elke chauffeur met een rijbewijs C moet een
bestuurderskaart hebben. Daarnaast moeten bedrijven een of meer
bedrijfskaarten hebben, al naar gelang het aantal voertuigen en, nog
belangrijker, het aantal personen dat gegevens invoert in de digitale
tachograaf.

Dit veroorzaakt geen probleem voor professionele bedrijven zoals
transportfirma's. Er zijn echter wel problemen bij verhuurfirma's. Wij
hebben weet van een paar concrete gevallen. Het gaat vaak om
particulieren of om kleine bedrijven. Een boekhoudkantoor verhuist en
huurt via een verhuurfirma een vrachtwagen voor een dag. Het
kantoor beschikt over iemand die met dat voertuig kan rijden en in het
bezit is van een rijbewijs C. Dat is dan geen probleem aangezien deze
persoon heel gemakkelijk een bestuurderskaart kan aanvragen.

Het probleem betreft echter de bedrijfskaart. De verhuurfirma's
zeggen vandaag dat zij met heel die regelgeving in verband met
bestuurderskaart en bedrijfskaart niets te zien hebben.

Ik kreeg onlangs de vraag van een KSA-vereniging die voor een
07.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Pour utiliser un véhicule équipé
d'un tachygraphe digital, chaque
conducteur doit être en
possession d'une carte de
conducteur personnelle. En outre,
les entreprises doivent posséder
une ou plusieurs cartes
d'entreprise en fonction du nombre
de véhicules et du nombre de
personnes qui introduisent des
données dans le tachygraphe
digital.

Cette mesure ne pose aucun
problème pour les entreprises de
transport professionnelles mais
bien pour les sociétés de location.
Un bureau de comptabilité qui
déménage et qui dispose d'un
chauffeur peut aisément obtenir
une carte de conducteur mais pas
une carte d'entreprise. Un groupe
de la KSA qui a loué un camion
équipé d'un tachygraphe digital
pour l'organisation d'un week-end
festif n'a pas reçu de carte
d'entreprise de la firme de
location. La KSA doit-elle dès lors
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
feestweekend een nieuwe vrachtwagen huurde. Er was een nieuwe
digitale tachograaf aanwezig, maar de vraag was hoe het zit met de
bedrijfskaart. De verhuurfirma levert die bedrijfskaart niet mee. De
vraag is dan of de KSA-beweging daarnaast nog een bedrijfskaart
moet hebben? Het is de bedoeling die gegevens te kunnen
verwerken.

Blijkbaar geven de verhuurfirma's in dat verband geen correcte
informatie. Wij zijn ook in contact gekomen met uw diensten. Daar
heeft men ons de hele problematiek uitgelegd over de
bestuurderskaart, maar wat de bedrijfskaart betrof voor VZW's en
verenigingen, was men zeer onduidelijk in het antwoord en men heeft
ons uiteindelijk doorverwezen naar u, mijnheer de minister.
se procurer une telle carte
d'entreprise ? Les sociétés de
location n'étaient pas en mesure
de nous fournir des informations
correctes. Les services du ministre
ont également fourni une réponse
peu précise et ont finalement
renvoyé au ministre lui-même.
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, of de vrachtwagen gehuurd, gekocht of geleast is, in eerste
instantie maakt het geen verschil voor het uitvoeren van het
ondernemingsschap. De chauffeur moet zijn kaart hebben. De
werkgever van de chauffeur moet ook zijn kaart hebben. Hiermee
bedoel ik dus de bedrijfsexploitant.

Als de verhuurfirma een wagen plus chauffeur verhuurt, is de
verhuurfirma verantwoordelijk voor de kaart. Als een KSA-vereniging
of een boekhoudkantoor eenmalig een vrachtwagen gebruikt, gaat het
niet om een onderneming die een kaart moet hebben. Wie
professioneel rijdt, moet een kaart hebben. Het is niet moeilijker dan
dat. Kortom, het is hier geen kwestie van extra lasten te leggen op
KSA-verenigingen of op eenmalig verhuizende personen.

Moge dit een officieel antwoord zijn voor de buitenwereld en blijkbaar
ook voor mijn administratie.
07.02 Renaat Landuyt, ministre:
Peu importe que le camion soit
loué, acheté ou acquis en leasing.
Le chauffeur et l'exploitant de
l'entreprise doivent tous deux
disposer d'une carte. Si une
société de location loue un
véhicule avec chauffeur, elle est
responsable de la carte. Un
mouvement de jeunesse ou un
bureau comptable qui utilise
occasionnellement un camion
n'est pas une entreprise qui
nécessite une carte. Celui qui
effectue des transports à titre
professionnel doit en revanche bel
et bien être détenteur d'une carte.
Il ne s'agit donc pas d'imposer des
charges supplémentaires à des
associations ou à des
déménageurs occasionnels.
07.03 Nathalie Muylle (CD&V): Misschien kan ik het voor het
verslag nog eens heel concreet samenvatten. Wanneer een
boekhoudkantoor verhuist en een huurwagen huurt, moet de
chauffeur, met rijbewijs C, in het bezit zijn van een bestuurderskaart
en omdat het om een professioneel bedrijf gaat, moet het ook bij uw
diensten de bedrijfskaart aanvragen? Dat gaat dan over bijna 180
euro samen. Wanneer het over particulieren gaat, of wanneer het
over een vereniging gaat, moet men wel de bestuurderskaart hebben
die gepaard gaat met het rijbewijs C, maar moet men de bedrijfskaart
niet hebben?
07.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Lorsqu'un bureau de comptabilité
loue un véhicule, le chauffeur
titulaire d'un permis de conduire
de type C doit disposer d'une carte
de conducteur et la société doit
demander une carte d'entreprise.
Les particuliers ou les associations
doivent seulement se procurer une
carte de conducteur. Mon résumé
est-il exact?
07.04 Minister Renaat Landuyt: Voor Iemand die om privé-redenen,
bijvoorbeeld een verhuis, een vrachtwagen huurt die wordt bestuurd
door een persoon met een rijbewijs C, meen ik dat de tachograaf
weinig nut heeft. Vrijwilligerswerk remt men niet af.
07.04 Renaat Landuyt, ministre:
Si une personne loue un camion
qui est conduit par le détenteur
d'un permis C et que le transport a
lieu à des fins privées telles qu'un
déménagement, il n'est guère utile
de disposer d'un tachygraphe. Le
travail volontaire n'est pas entravé.
La question est de savoir s'il s'agit
ou non d'une entreprise.
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
07.05 Nathalie Muylle (CD&V): Dat was de vraag. Verhuurfirma's
hebben nu al nieuwe vrachtwagens die zij uitlenen, waarin de digitale
tachograaf zit. Zij geven een document mee met instructies inzake
bestuurderskaarten en bedrijfskaarten, maar voorts wijzen zij iedere
verantwoordelijkheid af en verzoeken zij betrokkenen zich te
informeren.
07.06 Minister Renaat Landuyt: De vraag is: gaat het om een
onderneming of gaat het niet om een onderneming.
07.07 Nathalie Muylle (CD&V): Het is duidelijk. Dank u wel.
07.07 Nathalie Muylle (CD&V):
Je vous remercie pour cette
réponse claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Wij komen thans tot de samengevoegde vragen van de heren Versnick en Depoortere. De
heer Versnick heeft zich echter laten verontschuldigen.
08 Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de minister van Mobiliteit over "de
onteigeningsvergoedingen aan eigenaars langs de spoorlijn 50A" (nr. 12172)
08 Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de la Mobilité sur "les indemnités d'expropriation à
octroyer à des propriétaires riverains de la ligne de chemin de fer 50A" (n° 12172)

Deze vraag over de onteigeningsvergoedingen heeft alles te maken met het feit dat deze spoorlijn door
Drongen loopt.
08.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u
bent te goed op de hoogte.

Mijnheer de minister, u zult zich herinneren dat ik u eind maart reeds
heb gevraagd waarom het ministerieel besluit inzake de
onteigeningsvergoedingen voor de eigenaars langs spoorlijn 50A die
zullen worden onteigend, nog altijd niet werd ondertekend. Er zullen
een 17-tal woningen op het Gentse grondgebied en vooral in Drongen
moeten worden onteigend voor de uitbreiding van de spoorlijn.

Mijnheer de minister, u hebt mij toen een kort antwoord gegeven,
namelijk dat schepen Temmerman u had gecontacteerd en dat het
dossier bij u is terechtgekomen. U zou het dan nakijken op technische
fouten, waarna u het zou ondertekenen. Wij zijn intussen een aantal
maanden verder en ik heb vandaag nog gekeken op de digitale versie
van het Belgisch Staatsblad en ik heb nog geen ministerieel besluit
terzake gezien.

Vandaar mijn vragen. Wat is de stand van zaken? Wat is de reden
waarom het bewuste ministerieel besluit nog altijd niet is getekend?

Voorzitter: Jan Mortelmans.
08.01
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Fin mars, j'ai
demandé pourquoi l'arrêté
ministériel relatif aux
expropriations à réaliser pour
l'extension de la ligne ferroviaire à
Tronchiennes n'avait pas encore
été signé. Trois mois se sont
écoulés, depuis.

Quel est l'état du dossier?
Pourquoi cet arrêté n'est-il
toujours pas signé?
Président: Jan Mortelmans.
08.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het dossier is
inderdaad nog steeds in beraad. Het project dient te worden gezien in
het kader van de gehele capaciteitsuitbreiding tussen Zeebrugge en
Antwerpen. Dat wil zeggen het geheel van investeringen in de haven
Zeebrugge, het derde spoor tussen Zeebrugge en Brugge, het vierde
08.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le dossier est toujours en
délibération. Il convient de le
considérer dans le cadre de
l'extension de la capacité entre
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
spoor tussen Brugge en Gent en de capaciteitsinvesteringen tussen
Gent en Antwerpen en in de haven van Antwerpen. Op dit moment is
er nog geen duidelijkheid over de uitvoering van bepaalde besliste
projecten op die lijn.

Wat de investeringen in en rond de haven van Zeebrugge betreft, blijft
de vraag aan de Vlaamse bevoegde minister inzake de uitvoering van
een globaal ruimtelijk uitvoeringsplan of eerder specifieke
projectgebonden RUP's tot op heden onbeantwoord. Inzake de Bocht
Ter Doest is er nog steeds geen duidelijkheid geboden door de
Vlaamse administratie inzake de MER-studie. Recent is door die
administratie gevraagd om een nieuwe optie te onderzoeken.

Wat het derde spoor betreft, heeft de Vlaamse bevoegde minister nog
geen uitsluitsel geboden over de geldigheid van de MER die in 1998
daarvoor is gemaakt.

De planning van de onteigening op de lijn tussen Brugge en Gent in
Beernem zit op dit moment in de consultatiefase. Het spreekt voor
zich dat de onteigeningen in het kader van het derde en vierde spoor
tussen Brugge en Gent geen zin hebben indien de nodige
capaciteitsinvesteringen niet verder gebeuren.

Aangezien er over essentiële elementen nog geen duidelijkheid
bestaat, vooral dan van de kant van de Vlaamse administratie, hou ik
het dossier inzake de onteigening in Drongen onvermijdelijk in beraad.
Zeebrugge et Anvers. La
réalisation de certains projets dont
il a été décidé pour cette ligne
n'est pas encore clairement
définie. Le ministre flamand
compétent n'a pas encore répondu
en ce qui concerne le plan
d'exécution spatiale du port de
Zeebrugge. Pour la courbe de Ter
Doest, les questions posées à
l'administration flamande sur le
rapport EIE restent sans réponse.
En ce qui concerne la troisième
voie, le ministre flamand n'a pas
encore donné de réponse
définitive quant à la validité de
l'étude d'incidence réalisée en
1998. L'échéancier des
expropriations à Beernem en est à
la phase de consultation. Le
dossier des expropriations à
Tronchiennes restera en
délibération tant que
l'administration flamande ne se
prononcera pas clairement.
08.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
bedankt voor uw ­ vooral technisch ­ antwoord dat me toch al iets
duidelijker lijkt dan een aantal maanden geleden.

Blijkbaar schort er iets bij de Vlaamse administratie en moet er
inderdaad worden gewacht. Ik wil er u enkel aan herinneren dat er
ook een menselijke kant is aan de zaak: de betrokken eigenaars zijn
meermaals opgeroepen om naar hoorzittingen te gaan en er is hen
aangekondigd dat zij onteigend zullen worden. Uiteraard zitten zij nu
wel een klein beetje verveeld met de hele situatie. Ik begrijp uiteraard
de technische kant van de zaak en ik zal dat ook zo communiceren.
08.03
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): L'administration
flamande se fait attendre. Je peux
comprendre que le ministre ne
puisse aller de l'avant dans ce
dossier mais je pense qu'il ne
devrait pas perdre de vue son
aspect humain. Ceux qui se sont
vu notifier leur expropriation sont
aujourd'hui dans l'incertitude.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de la Mobilité sur "la consultation publique lancée
par la Commission européenne portant sur les droits des voyageurs dans le transport international
par autobus et autocar" (n° 12242)
09 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Mobiliteit over "de openbare raadpleging
door de Europese Commissie over de rechten van de passagiers in het internationaal vervoer per
autobus en autocar" (nr. 12242)
09.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, dans son Livre
blanc "La politique européenne de transport à l'horizon 2010: l'heure
des choix", la Commission européenne envisageait l'établissement de
droits des voyageurs dans tous les modes de transport. Actuellement,
les mesures de protection des droits des voyageurs se limitent
malheureusement aux transports aériens.

Il y a un an, en juillet 2005, la Commission s'est toutefois engagée à
étudier la meilleure façon de garantir les droits des voyageurs dans
09.01 Talbia Belhouari (PS): Op
dit ogenblik zijn de maatregelen tot
bescherming van de rechten van
de reizigers tot het luchtverkeer
beperkt. In juli 2005 heeft de
Commissie zich ertoe verbonden
na te gaan hoe de rechten van de
reizigers in de internationale
autobus- en autocardiensten het
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
les services internationaux d'autobus et d'autocar. À cette fin, elle a
lancé une consultation publique des États membres et des autres
parties intéressées. Cette consultation est aujourd'hui terminée et la
synthèse enfin disponible.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

Pourquoi la Belgique n'a-t-elle pas participé à cette consultation?
Estime-t-on qu'il n'y a pas de problème à résoudre en cette matière?

Étant donné que les utilisateurs des autres modes de transport
bénéficient de droits spécifiques au terme de réglementations
communautaires et nationales, êtes-vous d'avis qu'il conviendrait
d'accorder les mêmes droits aux usagers d'autobus et d'autocars et
ainsi instaurer une égalité de traitement?

En cas de décès ou de blessures de voyageurs, le régime
d'assurance obligatoire dans notre pays est-il satisfaisant?

Avez-vous eu écho de plaintes quant au refus d'embarquement de
personnes à mobilité réduite?

En cas d'interruption de voyage, existe-t-il une obligation
d'assistance? Dans l'affirmative, à qui revient cette responsabilité: à
l'entreprise de transport, à l'agence de voyages?

Etes-vous favorable à la mise en place au niveau national et/ou/puis
européen de normes de qualité et de fiabilité?
best kunnen worden gewaarborgd.
Ze heeft een raadpleging gestart,
die ondertussen werd afgerond.
Waarom heeft België daaraan niet
deelgenomen? Wordt er van
uitgegaan dat er geen problemen
zijn? Wie van andere
vervoermiddelen gebruik maakt,
geniet specifieke rechten in
toepassing van Europese en
nationale regelgevingen. Meent u
dat aan de autobus- en
autocarreizigers dezelfde rechten
moeten worden toegekend?

Volstaat de verplichte
verzekeringsregeling in ons land
wanneer een reiziger overlijdt of
gewond raakt? Kwamen u
klachten ter ore in verband met het
weigeren van de toegang aan
minder mobiele personen?
Bestaat er een verplichting tot
bijstand in geval de reis wordt
onderbroken? Zo ja, bij wie berust
die verantwoordelijkheid? Bent u
voor de invoering van kwaliteits-
en betrouwbaarheidnormen
gewonnen?
09.02 Renaat Landuyt, ministre: Chère collègue, au sujet de votre
première question, la Belgique a participé à la consultation publique et
elle était encore présente lors de la réunion des experts qui s'est
tenue le 29 mars dernier à Bruxelles. Il faut constater que 12 pays ont
déjà répondu au questionnaire. En Belgique, seule la société
flamande De Lijn a répondu entièrement. Je reconnais que mon
administration n'a pas encore fourni toutes les réponses.

Après votre demande, j'ai souligné l'importance de collaborer en ce
sens, ce qui répond à votre dernière question. En effet, je suis
favorable à l'établissement de normes européennes de qualité et de
fiabilité. Je crois que c'est au niveau européen qu'il faut régler un
maximum de problèmes vu que nous sommes un pays de transit.
Quant à votre deuxième question, je suis entièrement d'accord avec
vous.

Celle-ci m'a d'ailleurs amené à demander à mon administration une
sorte planning en ce qui concerne les droits des consommateurs dans
ce domaine également.

Pour ce qui est du problème des assurances, je vous signale que le
contrat d'assurance responsabilité civile de toutes les entreprises
belges de transport de voyageurs par route prévoit une couverture
illimitée, ce qui n'est pas le cas dans d'autres pays de l'Union
européenne et dans les pays tiers.

Mon administration n'a pas été saisie de plaintes quant au refus
d'embarquement de personnes à mobilité réduite. Cela est peut-être
09.02 Minister Renaat Landuyt:
België heeft aan die raadpleging
deelgenomen. Enkel de Vlaamse
vervoersmaatschappij De Lijn
heeft een volledig antwoord
verstrekt. Mijn administratie heeft
nog niet alle antwoorden gegeven.
Nadat ik uw vraag heb ontvangen,
heb ik op het belang van een
goede samenwerking gewezen.
Ik ben voorstander van de
invoering van Europese normen,
aangezien België een doorreisland
is.
Wat uw tweede vraag betreft, ben
ik het helemaal met u eens.

Ik heb mijn administratie om
inlichtingen betreffende de
consumentenrechten op dit vlak
gevraagd.
Het verzekeringscontract
burgerrechtelijke aansprakelijkheid
van alle Belgische bedrijven die
voor het personenvervoer over de
weg instaan, voorziet in een
onbeperkte dekking. In andere
landen is dat niet het geval.
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
dû à l'absence de point de rencontre à cet égard. Des efforts sont
cependant consentis par le secteur du transport par autocar afin de
mettre en service des véhicules de tourisme spécialement adaptés à
l'accueil de ces personnes.

Les problèmes relatifs à l'exécution des obligations découlant du
contrat de transport sont, en premier ressort, de la compétence des
Régions lorsqu'un des contractants est une agence de voyages
agréée par l'administration compétente pour le tourisme. Lorsque ce
n'est pas le cas, les tribunaux sont compétents. Cela étant dit, à la
suite des événements qui se sont produits avec une firme marocaine
qui effectue la liaison Belgique-Maroc, j'ai demandé à mon
administration d'être plus sévère en ce qui concerne la sécurité. La
sécurité est le premier droit de chaque consommateur. Je peux vous
confirmer que, pour la première fois, nous avons retiré le permis à
une firme marocaine établie en Belgique parce qu'elle n'était pas en
règle en ce qui concerne son gérant. C'est la première fois que cela
arrive. Il y a une semaine, nous avons retiré le permis à une société
marocaine qui ne respecte pas, selon nous, le droit de
consommateurs.
Mijn administratie heeft geen
klachten ontvangen over minder
mobiele personen die niet aan
boord mochten gaan.

Indien een van de contracterende
partijen een erkend reisbureau is,
vallen de problemen inzake de
uitvoering van het
vervoerscontract in de eerste
plaats onder de bevoegdheid van
de Gewesten. Als dat niet het
geval is, zijn de rechtbanken
bevoegd.

Dit gezegd zijnde, heb ik mijn
administratie verzocht strenger op
te treden bij de veiligheidscontrole,
en dit naar aanleiding van het
ongeval met een Marokkaanse
firma die de verbinding tussen
België en Marokko verzorgt. Zo
hebben we voor het eerst de
vergunning van een in België
gevestigde Marokkaanse firma
ingetrokken omdat de
bedrijfsleiding niet in orde was.
Een week geleden hebben we de
vergunning van een Marokkaans
bedrijf ingetrokken omdat het de
rechten van de consumenten met
de voeten had getreden.
09.03 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour vos réponses à mes différentes questions. Si je vous les ai
posées, vous vous doutez que cela fait suite à l'interpellation en
séance plénière mais c'est également dans un souci de protéger
davantage les voyageurs. Je suis ravie que votre administration ait pu
poser un geste fort, notamment la semaine dernière, avec ce retrait
de permis.

En effet, je pense que cela va se savoir. Je vous invite, vous et votre
administration, à continuer à être très attentifs parce qu'il y a encore
de la fraude dans ce secteur. Nous sommes justement à la veille des
vacances et cela vaut la peine de contrôler davantage les agences
d'autocars.
09.03 Talbia Belhouari (PS): Het
verheugt me ten zeerste dat uw
administratie daadkrachtig is
opgetreden.

Uiteraard. Ik vraag u zeer
aandachtig te zijn. Er is nog fraude
in die sector. Op de vooravond van
het verlof lijkt een strengere
controle aangewezen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de la Mobilité sur "les plaintes des voyageurs
aériens" (n° 12243)
10 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Mobiliteit over "de klachten van
luchtreizigers" (nr. 12243)
10.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, le
mécontentement suscité par la piètre prestation des services et la
méconnaissance par les passagers de leurs droits ont incité la
10.01 Talbia Belhouari (PS): Het
ongenoegen veroorzaakt door de
gebrekkige dienstverlening en het
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Commission européenne à agir en vue de rétablir un équilibre entre,
d'une part, les intérêts des passagers et, d'autre part, ceux des
compagnies aériennes et des aéroports.

Un règlement du Conseil (n° 261/2004) a ainsi établi en 2005 des
règles communes d'indemnisation et d'assistance des passagers en
cas de refus d'embarquement et d'annulation ou de retard important
d'un vol. Vous vous souviendrez que j'ai eu l'occasion de vous
interpeller à ce sujet l'année dernière.

Ce texte prévoit, en outre, dans son article 16 que chaque État
membre désigne un organisme chargé de l'application dudit
règlement et prend les mesures nécessaires au respect des droits
des passagers. Ces derniers doivent, en effet, avoir la possibilité de
saisir d'une plainte concernant la violation du règlement l'organisme
précédemment désigné.

La Belgique a attribué cette dernière tâche à la Direction générale
Transport aérien. Or il semblerait que celle-ci n'apporte pas
satisfaction dans le traitement des plaintes des voyageurs, et ce à
plusieurs niveaux. Mes questions sont donc les suivantes.

De combien de plaintes cette direction a-t-elle déjà été saisie? A
combien d'entre elles a-t-elle donné suite, et de quelle manière?

Quelle est la durée moyenne de traitement d'un dossier?

Par quels moyens la Direction assure-t-elle la publicité de sa mission?

Estimez-vous qu'un passager aérien lambda dont les droits auraient
été bafoués bénéficie, d'une part, de l'information nécessaire lui
permettant de porter plainte auprès de l'organisme compétent et, de
l'autre, d'une garantie de voir sa plainte traitée de manière
satisfaisante, à savoir de comprendre la décision prise grâce aux
motivations de la Direction générale Transport aérien?
miskennen van de rechten van de
passagiers hebben de Europese
Commissie ertoe aangezet te
reageren om aldus een evenwicht
tot stand te brengen tussen de
belangen van de reizigers en die
van de luchtvaartmaatschappijen
en van de luchthavens.

Verordening 261/2004 van de
Raad heeft in 2005
gemeenschappelijke regels
vastgesteld voor de vergoeding en
de bijstand aan de reizigers
wanneer deze niet mogen
inschepen of wanneer een vlucht
een aanzienlijke vertraging
oploopt. Elke lidstaat moet een
orgaan aanwijzen dat met de
toepassing van de verordening
wordt belast en moet de nodige
maatregelen nemen om de
rechten van de reizigers te doen
naleven. Die laatste kunnen een
klacht indienen wanneer voormeld
orgaan de verordening met voeten
zou treden.

België heeft die opdracht aan het
Directoraat-generaal Luchtvaart
toevertrouwd, die de klachten
echter niet naar behoren zou
afhandelen.
Hoeveel klachten werden er al
ingediend?

Welk gevolg werd daaraan
gegeven?
Wat is de gemiddelde
behandelingsduur van een
dossier?

Hoe geeft het Directoraat-generaal
ruchtbaarheid aan zijn opdracht?
Meent u dat een gegeven
vliegtuigreiziger waarvan de
rechten werden geschonden over
voldoende informatie beschikt om
bij het bevoegde orgaan een
klacht in te dienen, enerzijds, en
over voldoende waarborgen
beschikt met betrekking tot een
gedegen afhandeling van zijn
klacht, anderzijds?
10.02 Renaat Landuyt, ministre: Chère collègue, en guise de
remarque préliminaire, je tiens à souligner que le travail de la
Direction générale Transport aérien (DGTA) en tant qu'organisme
10.02 Minister Renaat Landuyt:
Als orgaan belast met de
toepassing van verordening
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
chargé de l'application du règlement 261/2004 s'inscrit dans le cadre
d'une procédure de médiation extrajudiciaire.

Pour répondre à votre première question, au 20 juin 2006, la DGTA a
reçu 640 plaintes. Toutes ont fait l'objet d'une réponse. Selon le cas,
elle informe le passager, soit qu'elle prend contact avec la compagnie
aérienne pour connaître sa version des faits, soit qu'elle ne peut
donner une suite favorable à sa plainte avec indication des motifs, soit
encore que la plainte a été transmise à l'organisme national de
contrôle d'un autre État membre compétent pour la traiter, en
communiquant au passager les coordonnées de cet organisme.

En ce qui concerne votre deuxième question, la durée de traitement
d'un dossier varie considérablement, entre deux semaines ou
plusieurs mois, en fonction de la réactivité des compagnies aériennes
ou de la complexité des dossiers requérant des informations
techniques particulières.

La publicité de la mission de la DGTA est assurée par différents
canaux: le site internet du SPF Mobilité et Transports, le site internet
de la Commission européenne et les sites internet des différents
organismes de protection du consommateur. D'autres actions de
publicité ont également été initiées par le SPF Mobilité et Transports
et, de manière plus générale, par les autorités fédérales comme le
"Belgopocket" dont l'édition 2006 est en préparation.

L'article 14 du règlement européen 261 relatif à l'obligation d'informer
les passagers de leurs droits stipule ce qui suit: "Le transporteur
effectif veille à ce qu'un avis reprenant le texte suivant imprimé en
caractères bien lisibles soit affiché bien en vue dans la zone
d'enregistrement".

Le transporteur aérien effectif qui refuse l'embarquement ou qui
annule un vol, présente à chaque passager concerné une notice
écrite reprenant les règles d'indemnisation et d'assistance,
conformément aux dispositions du présent règlement. Il présente
aussi cette notice à tout passager subissant un retard d'au moins
deux heures.

Le passager dispose donc des informations nécessaires pour
s'adresser à l'organisme compétent pour l'application du règlement
européen.

Pour ce qui concerne la motivation des décisions de la DGTA, au
regard des très rares réactions aux décisions prises, on peut déduire
qu'une majorité des passagers comprend les motifs de la décision qui
leur a été communiquée.
261/2004 maakt het Directoraat-
generaal Luchtvaart (DGLV)
gebruik van de buitengerechtelijke
bemiddeling.

Op 20 juni 2006 had het DGLV
640 klachten ontvangen, die alle
werden beantwoord.
Naargelang het geval, deelt het
DGLV de passagier mee, hetzij
dat het met de
luchtvaartmaatschappij contact
opneemt om haar versie van de
feiten te vernemen, hetzij dat het
geen gunstig gevolg kan geven
aan de klacht, met mededeling
van de redenen van die beslissing,
of nog dat de klacht werd
overgezonden aan het nationaal
toezichtorgaan van een andere
lidstaat die voor de behandeling
van de klacht bevoegd is.

De behandelingstermijn van een
dossier bedraagt twee weken tot
meerdere maanden, afhankelijk
van de snelheid waarmee de
luchtvaartmaatschappijen
reageren of van de complexiteit
van de dossiers.

Aan de opdracht van het
Directoraat-generaal Luchtvaart
(DGLV) wordt de nodige
ruchtbaarheid gegeven via de
website van de FOD Mobiliteit en
Vervoer, de website van de
Europese Commissie en de
websites van de
consumentenorganisaties.
Daarnaast hebben de FOD
Mobiliteit en Vervoer en de
federale overheid nog andere
acties voor meer bekendheid
opgezet, zoals de Belgopocket.

Artikel 14 van de Europese
verordening nr. 261/2004 met
betrekking tot de verplichting om
de passagiers over hun rechten te
informeren bepaalt dat een
luchtvaartmaatschappij die een
vlucht uitvoert die overgaat tot
instapweigering of annulering van
een vlucht, iedere daardoor
getroffen passagier een
schriftelijke mededeling bezorgt
waarin de regels voor
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
compensatie en bijstand
overeenkomstig deze verordening
zijn uiteengezet. Ook passagiers
wier vlucht minstens twee uur
vertraging heeft, krijgen een
soortgelijke mededeling.
Bovendien moet bij het inchecken
een goed leesbaar bericht duidelijk
zichtbaar voor de passagiers
uitgehangen worden, zodat de
luchtreiziger over alle nodige
informatie beschikt om zich tot de
bevoegde instantie te wenden met
het oog op de toepassing van de
Europese verordening.

Wat de motivering van de
beslissingen van het DGLV betreft,
komen er zo weinig reacties dat
men er redelijkerwijs mag van
uitgaan dat de meeste passagiers
de redenen van de meegedeelde
beslissing wel begrijpen.
10.03 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ses réponses.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Valérie De Bue au ministre de la Mobilité sur "les séparateurs installés à
Auderghem" (n° 12262)
11 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Mobiliteit over "de nieuwe afscheidingen in
Oudergem" (nr. 12262)
11.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, des associations de motards m'ont interpellée sur
l'installation de nouveaux séparateurs à Auderghem. Le boulevard du
Souverain, en direction de l'avenue de Tervueren, à hauteur du
château de Val Duchesse, était équipé de dispositifs en béton appelés
"demi-lunes" pour délimiter les sites propres des bus. Récemment,
ces nouveaux séparateurs ont été remplacés par de nouveaux
dispositifs biseautés en plastique. D'après les associations de
motards, ceux-ci seraient aussi dangereux que les anciens pour les
conducteurs de motos. En cas d'évitement d'obstacles, ils constituent
de véritables tremplins pour ces usagers.

Même l'IBSR, dans une brochure spécifique qu'elle avait réalisée pour
une prise en compte des motards dans l'infrastructure, pointe le
problème en mettant en évidence que les délimiteurs de trafic sont
souvent peu visibles, en particulier la nuit et que leur usage doit être
bien étudié. S'ils constituent un danger pour les motocyclistes, c'est
également le cas pour les cyclistes, qui risquent de tomber s'ils
touchent les délimiteurs de trafic avec leurs pédales. Les
inconvénients étaient donc plus importants que les avantages.

Dans un souci de sécurité routière, les associations proposent plutôt
de mettre les deux larges bandes en peinture blanche à la place de
11.01 Valérie De Bue (MR):
Volgens de verenigingen van
motorrijders en het BIVV zijn de
nieuwe afscheidingen in
Oudergem even gevaarlijk als de
vorige. Ook voor fietsers houden
ze risico's in. Teneinde de
verkeersveiligheid te vrijwaren,
stellen de verenigingen voor om
de afscheidingen door twee brede,
witte stroken te vervangen.

Kan u die maatregel in overweging
nemen?

Wat is uw standpunt terzake?
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
ces délimiteurs. Connaissant les recommandations de l'IBSR, quelle
est votre position par rapport à ces nouveaux dispositifs? Pourquoi le
gestionnaire de voirie a-t-il installé ces dispositifs qui sont en
contradiction avec l'objectif d'augmenter la sécurité routière? Peut-on
envisager le remplacement de ceux-ci par de larges bandes blanches
de peinture?
11.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, je peux vous dire que nous tentons de convaincre chaque
Région ou commune, notamment au moyen de la brochure de l'IBSR,
d'adapter l'infrastructure routière en vue de plus de sécurité pour les
motards. Par contre, me demander aujourd'hui mon opinion
concernant des situations spécifiques me gêne un peu politiquement.
Je ne connais pas la situation d'Auderghem et je ne suis pas un
membre du Parlement bruxellois qui pourrait s'occuper de cette
situation.
11.02 Minister Renaat Landuyt:
We trachten alle Gewesten en
gemeenten ertoe aan te zetten de
weginfrastructuur aan te passen
teneinde de veiligheid van
motorrijders te bevorderen, met
name door middel van de
brochure van het BIVV. Over een
specifieke situatie kan ik me niet
uitspreken. Ik ben geen lid van het
Brussels parlement.
11.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, les voiries sont
effectivement gérées par d'autres niveaux de pouvoir que le fédéral. Il
semblerait cependant que les recommandations de l'IBSR ne soient
pas suivies, ce qui est dommageable. Pour améliorer la sécurité des
motards, ne pourrait-on pas envisager d'autres mesures? Par
exemple, leur permettre de circuler sur les sites propres des bus.

Il est dommage d'installer de nouveaux équipements ou de faire des
travaux qui vont à l'encontre de l'objectif de la sécurité routière.
11.03 Valérie De Bue (MR): Toch
worden de aanbevelingen van het
BIVV blijkbaar niet gevolgd.
11.04 Renaat Landuyt, ministre: Le fédéral n'a pas de tutelle sur les
Régions ou les communes en ce qui concerne leurs choix en matière
d'infrastructure.

Au moyen de brochures telles que celle de l'IBSR, nous tentons de
convaincre tout le monde de travailler d'une certaine manière.
Cependant, changer les règles en cette matière relève de ma
compétence ou de la compétence fédérale. Nous cherchons
comment combiner le fait d'accorder une certaine priorité aux bus tout
en tenant compte de la situation spécifique des cyclistes et des
motards. Nous tentons de trouver une place sur nos routes pour les
motards car nous les considérons de plus en plus comme des
usagers faibles.
11.04 Minister Renaat Landuyt:
De federale overheid houdt geen
toezicht op de Gewesten en de
gemeenten voor wat hun keuzes
op het stuk van de infrastructuur
betreft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit over "het vliegen in de daartoe
voorziene corridors" (nr. 12272)
12 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité sur "les vols dans les couloirs prévus à
cet effet" (n° 12272)
12.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens de hoorzitting met de actiegroepen is herhaaldelijk de
vraag geuit waarom de vliegtuigen niet steeds in de daartoe voorziene
corridors vliegen. De actiegroepen spraken over "non aedificandi
corridors".

Het volgende voorbeeld werd gegeven. De landingen op baan 07
12.01 Simonne Creyf (CD&V):
Certains groupes d'action se
demandent pourquoi les avions
n'empruntent pas toujours les
couloirs prévus. Les atterrissages
sur la piste 07 s'effectuent par le
couloir habituel mais les
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
verlopen volgens een daartoe bepaalde corridor. Voor de vertrekken
evenwel, worden die corridors niet gevolgd. Er wordt een andere route
gevolgd, met afdraaien naar rechts, in de richting van het baken van
Huldenberg.

Herhaaldelijk werd er gevraagd waarom er niet rechtdoor wordt
gevlogen.

Mijnheer de minister, ik heb daarover de volgende vragen.

Waarom wordt ook voor de opstijgende bewegingen via baan 07 geen
gebruikgemaakt van die corridors?

Werd heel het probleem van het vliegen naast de corridors u reeds
rechtstreeks bekendgemaakt? Zijn er daarvoor voorstellen,
suggesties gedaan? Als dat het geval is, door welke groeperingen?

Volgens sommige actiegroepen wordt op sommige routes gevlogen
naast de daartoe bepaalde corridors. Er wordt gezegd dat dit met de
spreiding te maken heeft. In de geest van de spreiding werd nu zelfs
besloten om te vliegen boven de huizen, veeleer dan over onbevolkte
zones. Er is in de buurt van de luchthaven een grote niet-bevolkte
zone, zone S richting Steenokkerzeel. In het licht van het
spreidingsplan wordt die zone nu net niet overvlogen, maar er wordt
wel gevlogen over bevolkte zones. Dat is nu toch wel al te gek.

Bestaat er een plan waarop die corridors staan? Kunt u ons dat
bezorgen? Bestaat er ook een overzicht van de effectief door de
vliegtuigen gevolgde routes? Kunt u ons daarvan een schema, een
schets, een plan of een kaart bezorgen?
décollages se font suivant un autre
itinéraire, les avions négociant
alors un virage à droite. Pourquoi
les avions ne volent-ils pas tout
droit? Des groupes d'action ont-ils
déjà attiré l'attention du ministre
sur ce problème?

Selon certains groupes, les avions
volent parfois à côté des couloirs,
ce qui fait qu'ils ne survolent plus
des zones inhabitées. Le ministre
pourrait-il présenter un plan avec
des itinéraires programmés et les
directions réellement suivies?
12.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, collega's, op dezelfde vraag, gesteld door mevrouw Nagy, werd
reeds geantwoord op 12 juni. Ik kan dus verwijzen naar mijn antwoord
op de vraag van mevrouw Nagy.

Voor de rest vroeg u of een gelijkaardige vraag reeds werd gesteld.
Ja, door mevrouw Nagy. Ik kon dat niet zeggen tegen mevrouw Nagy,
want die vraag heeft zij niet gesteld.

Ten derde vroeg u of ik u meer documentatie of radartracks kon
geven. Ja, want normaal wordt er zo weinig mogelijk afgeweken van
de voorgeschreven routes, dat kan enkel om billijkheidsredenen.
12.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je renvoie à la réponse que j'ai
donnée à une question identique
posée le 12 juin 2006 par Mme
Nagy. C'est uniquement pour des
raisons de sécurité qu'il est dévié
d'une route aérienne fixe.
12.03 Simonne Creyf (CD&V): Alleen om billijkheidsredenen wordt
afgeweken?
12.04 Minister Renaat Landuyt: Ik kom in ieder geval niet
tussenbeide. Er zijn verschillende niveaus van veiligheid, waaronder
de controletoren en de piloot zelf. Dat is de enige reden waarom
bepaalde routes niet worden gevolgd, als dat al zou gebeuren. Alles
wordt immers opgevolgd.
12.05 Simonne Creyf (CD&V): En het vertrek van 07? Waarom
draait men af naar Huldenberg?
12.05 Simonne Creyf (CD&V):
Pourquoi les avions décollant à
partir de la piste 07 virent-ils en
direction de Huldenberg?
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
12.06 Minister Renaat Landuyt: Omdat er een probleem is. U moet
ook altijd kijken waar de dalende vliegtuigen en het gebruik van de
020 zou daarin ergens een rol spelen. Dat is echter allemaal
technisch.
12.06 Renaat Landuyt, ministre:
Il convient de tenir compte des
avions en phase d'atterrissage.
12.07 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, kunt u ons die
mappen en schema's bezorgen? Bezorgde u die aan mevrouw Nagy?
12.07 Simonne Creyf (CD&V):
Pourriez-vous nous fournir des
cartes des routes aériennes?
12.08 Minister Renaat Landuyt: Nee, maar van elke dag bestaan er
radartracks en men kan alle routes controleren. Dat is zelfs lopende
en u kunt dat allemaal volgen op de mails van de ombudsdienst.
12.08 Renaat Landuyt, ministre:
Les traces radar des vols peuvent
être consultées quotidiennement.
12.09 Simonne Creyf (CD&V): Worden die corridors, waar men kan
vliegen of niet vliegen, niet opgesteld in het licht van structuurplannen
of zo?
12.09 Simonne Creyf (CD&V):
Existe-t-il des plans
structurels pour les couloirs
aériens?
12.10 Minister Renaat Landuyt: Nee, want wat dat betreft is er geen
structuurplan in Vlaanderen, dat is het probleem. Er is slechts de
situatie dat Brussel geluidsnormen heeft en Vlaanderen niets.
12.10 Renaat Landuyt, ministre:
La Flandre ne dispose pas de
plans structurels.
12.11 Simonne Creyf (CD&V):Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers, overgenomen door de heer Jef Van den Bergh, aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de financiering met middelen uit het
verkeersveiligheidsfonds van variabele borden voor de zone-30 in de schoolomgevingen" (nr. 12085)
13 Question de Mme Katrien Schryvers, reprise par M. Jef Van den Bergh, au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le financement de la signalisation variable des zones 30 aux abords des
écoles par le fonds de la sécurité routière" (n° 12085)
13.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, reeds vorig
jaar ondervroeg ik u over de mogelijkheid tot financiering van de vrij
dure, variabele borden, die schoolomgevingen met zone 30
aanduiden. Ik citeer even uit het letterlijke antwoord: investeringen
inzake infrastructuur zoals verkeerssignalisatie en wegenwerken
passen niet in de doelstelling van het verkeersboetefonds en kunnen
overeenkomstig de wetsbepalingen niet in aanmerking genomen
worden

Dit antwoord is voor veel gemeenten het sein geweest om dan maar
met eigen middelen deze variabele borden te gaan financieren. Maar
blijkbaar is dit jaar de wind gedraaid en mogen de variabele borden nu
wel uit het verkeersveiligheidsfonds worden gefinancierd. Dit blijkt
althans uit de omzendbrief van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de
FOD Binnenlandse Zaken, die binnen de kortst mogelijke termijn in de
gemeentehuizen zal terechtkomen, maar die nu reeds op de
elektronische nieuwsbrief van de VVSG staat.

Conclusie is dan ook dat al die gemeenten die bij de invoering van de
schoolomgevingen met zone 30 dergelijke variabele borden met eigen
middelen hebben aangekocht, zichzelf op financieel vlak enigszins in
de voet hebben geschoten. Vandaar dat we van vele
gemeentebesturen de vraag krijgen of het mogelijk is de kosten voor
de signalisatie in die zones 30 door het verkeersveiligheidsfonds op
13.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le 16 mars 2005, il a été
demandé si les panneaux
variables visant à limiter la vitesse
pouvaient être financés par le
fonds de la sécurité routière. Le
ministre Dewael a déclaré que les
moyens du fonds ne pouvaient pas
être affectés aux investissements
en matière d'infrastructure, tels
que les panneaux de signalisation.
Dès lors, plusieurs communes ont
puisé dans leurs fonds propres
pour l'installation des panneaux.

Or, il ressort d'une circulaire déjà
consultable par le biais du bulletin
d'information électronique de
l'Union flamande des villes et
communes que les panneaux
variables seront bien financés par
le fonds de la sécurité routière en
2006. Les communes ayant déjà
installé cette signalisation peuvent-
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
zich te laten nemen. Gemeenten die snel voor de signalisatie hebben
gezorgd, mogen volgens ons niet worden gestraft ten opzichte van de
tragere gemeenten. Tot daar mijn vraag, mijnheer de voorzitter.

Voorzitter: Francis Van den Eynde.
elles prétendre à une
compensation pour les
investissements effectués?
Président: Francis Van den Eynde.
13.02 Minister Renaat Landuyt: Wat is nu eigenlijk de vraag?
13.03 Jef Van den Bergh (CD&V): De concrete vraag is of de
gemeentebesturen de elektronische borden, die zij reeds dit jaar of
vorig jaar hebben aangekocht, op rekening van het
Verkeersveiligheidsfonds kunnen zetten. De vraag is dus of zij ook de
rekening van vorig jaar kunnen inbrengen.
13.04 Minister Renaat Landuyt: Ik ben de passage aan het zoeken.
Het is de bedoeling dat er in een bepaald forfait voorzien is.

De facturen voor vaste of variabele signalisatie van de zones 30 in
schoolomgevingen, die sinds 1 januari 2006 zijn binnengekomen,
mogen worden betaald met middelen uit het Verkeersveiligheidsfonds
voor zover de lokale politie deze aankopen inschrijft in haar actieplan
2006. Wij proberen dit dus te regelen via de lokale politiezones die de
factuur op zich nemen.
13.04 Renaat Landuyt, ministre:
Les factures pour la signalisation
fixe et variable des zones 30
remises depuis le 1
er
janvier 2006
peuvent être financées par les
moyens du Fonds de sécurité
routière, pour autant que la police
locale les inscrive dans son plan
d'action 2006.
13.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Gemeentebesturen, die
dergelijke borden tussen 1 januari 2005 en 1 januari 2006 hebben
aangekocht, kunnen dit geld niet meer recupereren via middelen van
het Verkeersveiligheidsfonds? Is dit de conclusie?
13.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Cela signifie donc que les
investissements consentis par les
communes après l'introduction des
zones 30 mais avant le 1
er
janvier
2006, ne pourront pas être
financés par le Fonds de sécurité
routière.
13.06 Minister Renaat Landuyt: Dat zou de conclusie moeten zijn uit
de zin die ik zopas heb voorgelezen. Het is echter nog ingewikkelder
dan dat want de investering moet op de politiezone worden
ingeschreven. Men kan geen investeringen van gemeentebesturen
terugbetalen via het Verkeersveiligheidsfonds.
13.06 Renaat Landuyt, ministre:
Les choses sont plus compliquées
que cela: l'investissement doit être
inscrit au nom de la zone de
police.
13.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Misschien kan de zone die
toestellen dan overkopen?
13.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les communes
pourraient vendre la signalisation
aux zones de police.
13.08 Minister Renaat Landuyt: Hoe zal ik het diplomatisch
uitdrukken? Ik moet het goedkeuren.
13.08 Renaat Landuyt, ministre:
Comment le formuler avec
diplomatie ... cela nécessite mon
autorisation.
13.09 Jef Van den Bergh (CD&V): Goed, ik dank de minister voor
zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer de minister, mijn vraag nr. 12173 heb ik laten omzetten in een schriftelijke vraag
vermits ze per vergissing als een mondelinge vraag werd ingediend. Er blijven nog drie vragen over,
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
waarvan twee van de heer Van den Bergh die de hekkensluiter is.
14 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de la Mobilité sur "le contrôle des émissions des
moteurs de péniches" (n° 12259)
14 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Mobiliteit over "de controle van de uitstoot
door de motoren van binnenvaartuigen" (nr. 12259)
14.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans ma lutte contre les particules fines, je poursuis mes
investigations.

Tout comme les voitures, les péniches sont équipées de moteurs
diesel particulièrement gros. Les voies navigables constituent un
moyen de transport à privilégier pour le transport des marchandises
car on arrive à déplacer de plus grandes quantités de marchandises
avec un seul véhicule. Néanmoins, de plus en plus de riverains sont
attentifs aux particules émises par ces bateaux. Cette attention fait
notamment suite à de nombreux projets de dégagement du port
d'Anvers vers Liège. On parle aussi du Hainaut et de la plate-forme
multimodale. Cela concerne donc pratiquement toutes les régions de
Belgique. Par conséquent, tout en promouvant ce mode de transport,
on doit veiller au respect des normes en matière d'émission.

En étudiant ce dossier, je m'aperçois que les prescriptions techniques
des bateaux pour la navigation intérieure sont de compétence
fédérale et sont prévues dans l'arrêté royal du 5 décembre 2004 qui
transpose des directives européennes en la matière. Cet arrêté
précise que les agents chargés du contrôle de la navigation de la
Direction générale Transport maritime du SPF Mobilité et Transports
sont désignés à cet effet et qu'ils doivent veiller au respect des
dispositions par les bateaux de navigation intérieure.

Dès lors, mes questions sont les suivantes.

En 2005, quelle a été l'ampleur des contrôles de ces bateaux? Quels
en ont été les résultats? D'une manière générale, peut-on en conclure
que les péniches respectent les normes d'émission de particules fines
et de CO
2
? Contrôle-t-on un pourcentage significatif de ces
véhicules?

J'aurais également voulu avoir des informations sur les modalités de
contrôle. Les services du SPF Mobilité et Transports disposent-ils de
suffisamment de personnel? Combien de personnes sont-elles
affectées à ces tâches? Par ailleurs, disposent-ils des moyens
budgétaires suffisants?

Une concertation a-t-elle eu lieu entre les instances fédérales et
régionales?

Des mesures sont-elles prévues pour soutenir ce mode de transport
tout en veillant au respect des normes d'émission comme, par
exemple, l'installation de filtres à particules, l'encouragement des
moteurs LPG. Je sais qu'en Hollande, ils ont notamment encouragé le
LPG sur les péniches et le remplacement des vieux moteurs diesel
par des nouveaux. Les bateliers sont-ils concertés pour mettre en
oeuvre une politique pour que les péniches émettent le moins possible
de particules et de CO
2
?
14.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Dat men de binnenscheepvaart
moet bevorderen, spreekt voor
zich. Maar men moet er evengoed
op toezien dat de dieselmotoren
van de binnenschepen de
emissienormen eerbiedigen.
Hoeveel controles (in cijfers en in
procent) werden er in 2005 op die
schepen uitgevoerd? Wat waren
de resultaten van die controles?
Eerbiedigen de binnenschepen de
emissienormen voor fijne
stofdeeltjes en CO
2
? Beschikken
de controlediensten van de FOD
Mobiliteit en Vervoer over
voldoende personeel en financiële
middelen? Hoeveel ambtenaren
worden bij die controles ingezet?

Vindt er overleg plaats tussen de
federale en de gewestelijke
overheden?

Staan er maatregelen op stapel
om dit vervoermiddel te promoten
en er tegelijkertijd op toe te zien
dat de emissienormen niet worden
overschreden?
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
14.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, il faut distinguer les visites des inspections. Les visites se
font sur demande de l'intéressé en vue de la délivrance d'un certificat
attestant que le bateau de navigation intérieure et son équipement
satisfont aux exigences réglementaires. Si, à cette occasion, il est
constaté que les normes d'émission ne sont pas respectées, le
certificat ne sera pas délivré. En 2005, il y a eu 719 vérifications à
bord de bateaux. En raison du nombre important d'éléments à vérifier,
il n'existe pas de liste pour chacun d'eux. Dans le cadre d'un projet
d'amélioration en cours de réalisation, les inspecteurs seront munis
d'un ordinateur portable qui les mettra en contact direct avec la
banque de données, ce qui permettra d'évaluer les résultats des
différents éléments contrôlés.

Lors des inspections, qui ne sont pas annoncées, la présence à bord
des certificats exigés est vérifiée ainsi que l'état technique général du
bateau. En 2005, 1.346 bateaux ont été inspectés. Outre les
inspections par le SPF Mobilité et Transports, la police maritime
réalise des inspections de manière indépendante. Il y a actuellement
un projet visant à baser la politique d'inspection sur une analyse de
risques pour laquelle des accords seront passés avec la police
maritime.

En ce qui concerne votre deuxième question, les fonctionnaires de la
Direction générale Transport maritime du SPF Mobilité et Transports
chargés du contrôle de la navigation vérifient le respect de l'arrêté
royal du 10 août 2005 ­ il s'agit de la directive 26/2004. Plus
particulièrement, l'article 15 prévoit les visites périodiques,
conformément à l'arrêté royal du 1
er
juin 1993.

Les bateaux de navigation intérieure sont soumis à une visite
approfondie tous les cinq ans. À l'occasion de celle-ci, le respect des
normes d'émission est vérifié. De plus, chaque modification du bateau
donnera lieu à une nouvelle visite.

Lors de la construction du bateau ou lors du placement d'un nouveau
moteur dans un bateau en exploitation, un nouveau certificat sera
délivré après que le service de l'inspection se sera assuré que le
moteur a reçu une réception par type et qu'il a été monté de la
manière décrite dans la documentation qui l'accompagne.

De cette manière, le bon fonctionnement du moteur avec un
coefficient d'émission bas est garanti. Lors de la visite approfondie, au
bout de 5 ans, ces données seront à nouveau contrôlées.

La réception par type est délivrée par l'autorité compétente d'un État
membre sur base d'essais qui sont détaillés dans les directives et
effectués par des laboratoires reconnus.

En Belgique, le SPF Mobilité et Transports est compétent pour les
réceptions par types. Pour les bateaux qui naviguent sur le Rhin, il
existait déjà des normes d'émission avant l'entrée en vigueur de la
directive 26 de 2004. La directive les reconnaît comme étant
similaires et prévoit le contrôle de la même manière.

Votre quatrième question. Les visites et inspections sont exécutées
par deux groupes de fonctionnaires. En général, ils sont au nombre
de 22.
14.02 Minister Renaat Landuyt:
In 2005 vonden 719 bezoeken
plaats. Een en ander gebeurt op
aanvraag, met het oog op de
uitreiking van een attest waaruit
blijkt dat de reglementaire
voorschriften worden nageleefd.
Er bestaan plannen om de
inspecteurs met laptops uit te
rusten, waardoor ze de databank
zouden kunnen raadplegen en ze
de resultaten van de controles
zouden kunnen beoordelen.

Daarnaast zijn er de inspecties; in
2005 werden er 1 346 uitgevoerd.
Ze worden niet aangekondigd en
betreffen de aanwezigheid van
verplichte attesten en de
technische toestand van de boot.
De zeevaartpolitie voert eveneens
inspecties uit. Er bestaan plannen
om de inspecties op een
risicoanalyse te baseren. Daarover
zullen met de zeevaartpolitie
akkoorden worden gesloten.

Het Directoraat-generaal Maritiem
Vervoer waakt over de naleving
van het KB van 10 augustus 2005,
in het bijzonder van artikel 15, dat
voorziet in periodieke bezoeken.
De boten worden om de vijf jaar
grondig gecontroleerd. Elke
wijziging geeft aanleiding tot een
bezoek. Er wordt een attest
uitgereikt wanneer het vaartuig
wordt gebouwd of wanneer een
nieuwe motor wordt geplaatst.

De bezoeken en inspecties
worden door twee groepen
ambtenaren uitgevoerd.
Gewoonlijk zijn ze met 22.

De begrotingsmiddelen vallen
integraal binnen de globale
begroting van de FOD.

De inspecties gebeuren in overleg
en samenwerking met de
zeevaartpolitie.

Op federaal niveau heeft de
ministerraad onlangs ingestemd
met de belastingaftrek van de
meerwaarden die op sommige
schepen worden gerealiseerd, op
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38

Les aspects budgétaires sont totalement pris en compte par le budget
global du SPF.

Cinquième question. Comme déjà mentionné ci-avant, les inspections
se font en concertation et en collaboration avec la police maritime.
Suite à l'harmonisation de la politique d'inspection sur base d'un
modèle de risques, des accords sont passés pour adapter la
collaboration.

Sixième question. La promotion du transport fluvial est du ressort
aussi bien du fédéral que du régional selon les compétences
respectives. Au niveau fédéral, le Conseil des ministres a donné
récemment son accord en vue de l'exonération fiscale des plus-
values réalisées sur certains bateaux de navigation fluviale à
condition que le réinvestissement réponde à une série de normes
écologiques
voorwaarde dat de herinvestering
aan een reeks milieunormen
voldoet.
14.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour ces différentes indications. Je voudrais obtenir une
dernière précision. Des inspections, des visites ont lieu et chaque
bateau doit donc se présenter tous les cinq ans à une visite de
contrôle. Cela signifie-t-il que tous les bateaux actuellement en
circulation sur nos fleuves sont munis de certificats qui peuvent dater
de cinq ans?
14.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Moet ik uit uw antwoord afleiden
dat de schepen waarmee onze
waterlopen worden bevaren, over
attesten beschikken die vijf jaar
oud kunnen zijn?
14.04 Renaat Landuyt, ministre: Oui!
14.04 Minister Renaat Landuyt:
Inderdaad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "vergunningen voor
uitzonderlijk vervoer" (nr. 12266)
15 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les autorisations de transport
exceptionnel" (n° 12266)
15.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, over deze
problematiek wens ik u een aantal concrete vragen voor te leggen.
Onlangs kreeg collega Verhaegen nauwelijks antwoord op zijn
vragen. Daarom wil ik de stand van zaken in dit dossier kennen en
vernemen of er reeds veel verbetering merkbaar is bij de dienst
Uitzonderlijk Vervoer.

Ik kom tot mijn vragen. Ten eerste, wat is ondertussen de evolutie van
de gemiddelde duur van een aanvraag van uitzonderlijk vervoer? Is
ondertussen verbetering merkbaar?

Ten tweede, in uw antwoord van ongeveer 1 jaar geleden hebt u een
paar elementen van aanpak opgesomd. U vermeldde dat er gestreefd
zou worden naar een schifting van de vergunningsaanvragen, tussen
reële aanvragen, spookaanvragen en aanvragen in afwachting. Lukt
deze schifting? Welke tijdswinst wordt hiermee gerealiseerd?

Ten derde, u gaf als mogelijk element van oplossing het heffen van
een retributie voor elke vergunningsaanvraag. Wordt hieraan nog
steeds gedacht? Zo ja, over welke bedragen gaat het? Staat
tegenover zo'n retributie een waarborg inzake vlotte afwerking van elk
15.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): M. Verhaegen n'ayant
récemment pas reçu de réponse
satisfaisante à sa question
concernant les autorisations pour
les convois exceptionnels, je me
permets de revenir sur le sujet.

Y a-t-il du progrès en ce qui
concerne le délai moyen de
traitement des demandes?

Dans sa réponse à une question
que je lui ai posée il y a un an, le
ministre avait annoncé que des
efforts seraient faits pour séparer
les demandes d'autorisation
réelles des demandes dites
fantômes. Parvient-on
effectivement à faire ce tri? Quel
est le cas échéant le gain de
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
dossier? Komt er een maximum afwerkingstermijn van 5 of 10
dagen?

Ten vierde, in uw beleidsnota van 28 oktober 2004 kondigde u voor
de periode 2005-2007 aan dat in 2005 een KB zou worden
gepubliceerd om de bestaande reglementering bij te sturen en aan te
vullen met het oog op meer veiligheid en een meer efficiënte uitreiking
van de vergunningen. Van dit KB hebben we nog niets gemerkt.
Wordt het KB nog steeds voorbereid? Zo ja, wanneer mogen we het
verwachten? Zo neen, waarom komt het aangekondigde KB er niet?
Zal de aanpassing van de reglementering worden uitgewerkt in
samenwerking met de Gewesten via samenwerkingsakkoorden? Dat
kan een mogelijke piste zijn omdat er immers vraagtekens worden
geplaatst bij de bevoegdheidsverdeling tussen de federale en de
gewestelijke overheden als wegbeheerder.
temps?

Envisage-t-on toujours le paiement
d'une redevance pour chaque
demande? A combien s'élèverait
une telle redevance ? Sera-t-elle
contrebalancée par la garantie
d'un traitement diligent de la
demande?

Pourquoi l'arrêté royal annoncé
par le ministre dans sa note de
politique générale 2005-2007 se
fait-il toujours attendre? Il
s'agissait de corriger la
réglementation, par la voie de cet
arrêté royal, pour offrir de
meilleures garanties de sécurité et
garantir une plus grande efficacité
dans la délivrance des documents.
Cette situation s'expliquerait-elle
par le fait que la réglementation
relative aux convois exceptionnels
est en fait, comme l'avance la
Région flamande, une
compétence régionale?
15.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
den Bergh, op wiens vraag had ik gebrekkig geantwoord?
15.02 Renaat Landuyt, ministre:
A quelle question exactement n'ai
je pas de donné de réponse
satisfaisante?
15.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega Verhaegen heeft u hierover twee à drie weken
geleden ondervraagd.
15.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): A une question de M.
Verhaegen, posée il y a trois
semaines.
15.04 Minister Renaat Landuyt: Collega, in uw eerste vraag vroeg u
naar de evolutie van het dossier. Er wordt gezegd dat er een
merkelijke verbetering is.
15.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Hebt u cijfers in dat verband?
15.06 Minister Renaat Landuyt: Ja. Er is een verkorting van vijf naar
drie weken. Dat is een merkelijke verbetering. Dat is een verbetering
met twee vijfde of met 40%. Er is een verkorting van vijf naar drie
weken.

Wat betreft uw tweede vraag over de schifting tussen
spookaanvragen ­ dat waren uw woorden ­ en serieuze aanvragen,
kan het onderscheid vooraf niet worden beoordeeld. Er is immers
altijd een argumentatie. Een soort retributie zou, denken wij althans,
de pro forma aanvragen echter al kunnen inperken.

Ten derde, de regering heeft op 16 juni 2006 beslist dat een retributie
zou worden ingevoerd. Wij overwegen een retributie voor een bedrag
tussen 100 en 200 euro in te voeren. Tegenover de retributie staat
echter dat de afleveringstermijn maximaal vijf of tien werkdagen zou
15.06 Renaat Landuyt, ministre:
Tout d'abord, il y a une évolution
positive, à savoir un
raccourcissement du délai de cinq
à trois semaines.

Une rétribution peut réduire le
nombre de demandes introduites
pour la forme, que M. Van den
Bergh qualifie de «demandes
fantômes».

Il a été décidé le 16 juin
d'introduire une rétribution, mais
celle-ci ne sera pas d'application si
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
moeten bedragen. Er zal dus maar retributie moeten worden betaald
in de mate dat de betrokkene tijdig een antwoord krijgt.

De termijn van vijf of tien werkdagen heeft te maken met het al dan
niet consulteren van de infrastructuurbeheerders om te weten of de
route al dan niet doenbaar is.

Dat systeem willen wij invoeren. Wij hebben dus beslist tot de
invoering van een retributie, op voorwaarde dat wij erin slagen om
binnen vijf of tien dagen de beslissing te nemen. Als het langer duurt,
hoeft de retributie niet te worden betaald. Dat is een evenwichtig
systeem voor de gebruiker, de klant, de burger.

Ten vierde, de ontwerpteksten van het koninklijk besluit en het
samenwerkingsakkoord, goedgekeurd door de Ministerraad, werden
voor advies aan de Gewesten overgezonden. Het koninklijk besluit
regelt het verkeer van uitzonderlijk vervoer. De richtlijnen in verband
met de infrastructuur worden geregeld in een samenwerkingsakkoord
met de Gewesten.

De mogelijke goedkeuring en publicatie van voornoemde teksten
hangen af van het verdere verloop van de onderhandelingen met de
Gewesten.
aucune décision ne peut être prise
dans un délai de cinq à dix jours
ouvrables.

Le projet d'arrêté royal a été
soumis aux Régions. Son
éventuelle adoption et sa
publication dépendent donc des
négociations avec celles-ci.
15.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik vreesde even dat ik u zou moeten feliciteren met
een vooruitgang van vijf naar drie weken, maar gelukkig gaf de rest
van uw antwoord meer voldoening.

De term spookaanvragen is misschien een wat denigrerende term,
maar het is eigenlijk een logisch gevolg van de lange
afhandelingstermijnen dat de mensen wat meer aanvragen indienen,
in de hoop dat ze tenminste een goedkeuring hebben op het moment
dat ze die nodig hebben.

Ik kan alleen maar toejuichen dat er eindelijk schot in de zaak zit.

Ik heb nog één vraagje ter verduidelijking. Wil dat zeggen dat
bedrijven zullen kunnen kiezen of zij al dan niet een snelle vergunning
willen of komt er gewoon één aanvraag? Kunnen bedrijven een
speciale aanvraag doen voor een snelle afhandeling of zal alles op
dezelfde manier behandeld worden?
15.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): Nous nous réjouissons
en tout état de cause de constater
que le dossier évolue enfin. Les
entreprises qui souhaitent un
traitement rapide de leur demande
peuvent-elles introduire une
demande spéciale?
15.08 Minister Renaat Landuyt: Er is in principe in een retributie
voorzien, maar ze is niet verschuldigd als men te laat een beslissing
krijgt. Het is dus niet de bedoeling om een onderscheid te maken
tussen betaalde en niet-betaalde aanvragen, die men "op zijn gemak"
mag behandelen. Dat is niet de bedoeling. De praktijk zal moeten
uitwijzen of dit systeem zowel de spookaanvragen elimineert als de
spookwerkzaamheden van de administratie.
15.08 Renaat Landuyt, ministre:
Si, en principe, la rétribution doit
être payée, elle n'est pas due en
cas de décision tardive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het inhaalverbod voor
vrachtwagens op autosnelwegen met 2 x 2 rijstroken" (nr. 12274)
16 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "l'interdiction de dépassement
pour les camions sur les autoroutes comptant 2 x 2 bandes de circulation" (n° 12274)
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
16.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik wil over dit thema niet polemiseren en hoop dat u mij
ook niet beschouwt als woordvoerder van deze of gene groep of een
andere minister. Bij ons zijn wel wat vragen gerezen bij de beslissing
om een inhaalverbod in te voeren.

Veel mensen storen zich er effectief aan als zij op een autosnelweg
met 2 x 2 rijstroken rijden en soms minutenlang achter een inhalende
vrachtwagen moeten rijden. Aan de andere kant is het natuurlijk voor
veel vrachtwagenbestuurders ook storend dat zij niet kunnen inhalen
en kilometers achter een tragere collega moeten rijden met een
snelheidsverschil dat tot twintig kilometer per uur kan oplopen en dat
ook bepaalde irritaties kan opwekken.

Inzake doorstroming en verkeersveiligheid denk ik niet dat er echt
goede studies beschikbaar zijn, tenzij u mij zult tegenspreken, maar ik
voel het duidelijk aan als zou dit de doorstroming en
verkeersveiligheid ten goede komen op een moment waarop het erg
druk is op de wegen. Men krijgt dan immers een homogener
verkeersbeeld met een tragere reeks vrachtwagens op de
rechterrijstrook en snellere wagens op de linkerrijstrook. Dat is
natuurlijk enkel het geval als er minder afslaand verkeer is naar op-
en afritten.

Als ik het goed heb begrepen zou er worden voorzien in een
uitzondering op het inhaalverbod op de trajecten met op- en afritten.
Dat zou enkel zo zijn bij korte op- en afritten of iets dergelijks. Graag
kreeg ik wat meer toelichting bij wat u verstaat onder een "korte
invoegstrook", want dat zou voor discussie vatbaar kunnen zijn en de
duidelijkheid van de verkeersregel mogelijk wat ondermijnen.

Als ik het goed heb begrepen, zou het inhaalverbod op een
autosnelweg met meer dan twee rijstroken enkel gelden voor de
meest linkse rijstrook. De linkse rijstrook zou dus vrij van
vrachtwagens worden gemaakt, maar men zou wel nog mogen
inhalen op de tweede rijstrook, als men over een tweemaal drie
spreekt. Klopt dit? Kunt u dit bevestigen?

Ik kom tot de basisvraag. Volgens het huidige verkeersreglement kan
men een algemeen inhaalverbod niet opleggen en men kan vooral
niet de uitzonderingen aanduiden, omdat daarvoor geen verkeersbord
bestaat. Dat is ook niet geregeld in de Europese verdragen en het
Europese Verdrag van Wenen. Hoe zult u dit oplossen? Welke
nieuwe verkeersborden zullen er komen? In hoeverre zullen er
effectief uitzonderingsborden geplaatst kunnen worden? Momenteel
werkt men in Vlaanderen met beperkte inhaalverboden, zowel beperkt
in plaats als in tijd. Die werden ingevoerd door toenmalig minister van
Verkeer Stevaert, als ik mij niet vergis, die de zones heeft
afgebakend, naargelang van de verkeersdensiteit.

Daarvoor heeft men dan een aantal criteria uitgewerkt. Ik meen dat
het een goed systeem is maar ik meen dat die criteria misschien wel
wat ruimer genomen konden worden en dat die stroken nog verder
uitgebreid konden worden. De vraag is natuurlijk of het zinvol is om
bijvoorbeeld ook 's nachts een inhaalverbod te gaan opleggen? Ik
weet niet of er bijvoorbeeld cijfers bestaan over incidenten met
inhalende vrachtwagens tijdens de nachtelijke uren.
16.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il semble que le
gouvernement a décidé
d'introduire une interdiction de
dépasser pour les poids lourds. Le
fait de devoir se traîner pendant
des minutes derrière un poids
lourd qui est en train de dépasser
constitue, en effet, une source
d'irritation pour de nombreux
conducteurs. D'autre part, il est
évident qu'une interdiction de
dépassement agace les
camionneurs. L'effet positif de
l'interdiction de dépassement sur
la fluidité de la circulation et la
sécurité routière est surtout
important sur les axes à forte
densité du trafic, à condition
cependant qu'il y ait moins de
véhicules qui se rabattent pour
emprunter les bretelles d'accès.

Le ministre peut-il me donner de
plus amples explications sur la
dérogation prévue à l'interdiction
de dépassement sur les tronçons
à bretelles d'accès?

L'interdiction de dépassement sur
les autoroutes à plus de deux
voies ne concernerait que la
bande de circulation située le plus
à gauche.

Le ministre peut-il confirmer cette
information?

Conformément au Code de la
route actuel, aucune interdiction
de dépassement générale ne peut
être imposée et les exceptions
doivent être signalées par le biais
de panneaux de signalisation
adéquats. Quels nouveaux
panneaux de signalisation seront-
ils introduits? Des panneaux
signalant une exception seront-ils
apposés? Actuellement, des
interdictions de dépassement
limitées qui dépendent de la
densité de la circulation sont en
effet en vigueur en Flandre.

Il s'agit d'un bon système, mais
peut-être pourrait-on envisager un
élargissement des critères.
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42

Op rustiger autosnelwegen meen ik dat het inhaalverbod een
capaciteitsverlaging tot gevolg zou kunnen hebben. Dan denk ik
vooral aan stukken autosnelweg waar bijzonder veel vrachtwagens
over rijden. Ik denk bijvoorbeeld aan een autosnelweg dat ik vrij goed
ken, in de buurt van de Liefkenshoektunnel. Dat is een 2 x 2
autosnelweg waar bijzonder veel vrachtwagens rijden. Ik vraag mij
echt af of alle vrachtwagens daar op één rijstrook de
Liefkenshoektunnel zouden kunnen passeren. Kan dat, bijvoorbeeld,
ook een criterium zijn om uw uitzonderingstoestand op toe te passen?

Ik meen dat dit voorlopig mijn belangrijkste vragen waren naar meer
verduidelijking inzake het inhaalverbod dat er aan zou komen. Graag
kreeg ik ook een timing. Daar ben ik ook wel benieuwd naar.

Est-il cependant opportun
d'instaurer également une
interdiction de dépassement
pendant la nuit? L'interdiction
pourrait entraîner une diminution
de la capacité sur les autoroutes
sur lesquelles la circulation est
moins dense. Une exception sera-
t-elle également prévue dans ce
cas? Je suis également curieux de
connaître l'échéancier en la
matière.
16.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, vooreerst
apprecieer ik het feit dat de vraagsteller zich distantieert van de
uitspraken van minister Peeters, die optrad als woordvoerder van de
Unizo-afdeling SAV.

Wat de vragen betreft, wens ik het geachte lid erop attent te maken
dat het algemeen inhaalverbod niet enkel zal gelden op
autosnelwegen met 2 x 2 rijstroken maar ook op andere wegen met
2 x 2 rijstroken. Een dergelijk verbod als algemene regel bestaat in...
Ik weet niet waar dat allemaal bestaat. Ik kan niet zeggen in welk
ander Europees land een dergelijke algemene regel bestaat, omdat er
diverse regels bestaan. Ik kan daar vandaag niet op antwoorden, mijn
excuses.
16.02 Renaat Landuyt, ministre:
Tout d'abord, J'apprécie que
l'auteur de la question se
désolidarise des déclarations du
ministre Peeters. Par ailleurs,
l'interdiction générale de
dépassement ne s'appliquera pas
uniquement sur les autoroutes,
mais également sur les autres
routes comportant deux fois deux
bandes de circulation. J'ignore si
une règle semblable existe dans
un autre pays européen.
16.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Misschien wordt het overal enkel
opgelegd met verkeersborden en niet via een algemene
verkeersregel?
16.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Peut-être cette
interdiction est-elle dans d'autres
pays uniquement imposée au
moyen d'un panneau de
signalisation.
16.04 Minister Renaat Landuyt: Het is ingewikkelder dan dat. Met
alle respect voor wat u bekend is, durf ik dat als bevoegde minister
niet zomaar te zeggen. Ik zal het eens vragen aan mijn collega's van
Transport.

Wat uw tweede vraag betreft, zullen de gewestelijke wegbeheerders
de kans krijgen lokaal af te wijken van de algemene regel? Uiteraard.
Zoals aangekondigd is er sprake van inhaalzones, die aangeduid
worden door nieuwe verkeersborden: eentje voor de inhaaltoelating
en eentje voor het einde van de inhaaltoelating.

For the record: ik toon u een voorbeeld.
16.04 Renaat Landuyt, ministre:
Je vais me renseigner auprès de
mes collègues qui ont les
Transports dans leurs attributions.
Les gestionnaires des routes
régionaux seront évidemment
autorisés à instaurer des
dérogations locales à la règle
générale.

Je montre à présent à la
commission les nouveaux
panneaux de signalisation, le
premier autorisant le dépassement
et le second mettant fin à cette
autorisation.
16.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat is het bord voor het einde
van de toelating?
16.06 Minister Renaat Landuyt: Dat is het bord voor het einde van de
toelating. En dat is het bord voor het begin van de inhaalzone. Ik weet
16.06 Renaat Landuyt, ministre:
Les textes ont été transmis aux
CRIV 51
COM 1028
03/07/2006
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
niet hoe dat in het verslag zal staan...De minister toont een
voorbeeld?

De teksten werden doorgestuurd naar de Gewesten voor verdere
bespreking. Uiteraard moeten we met hen ook verder bespreken hoe
de verschillende uitzonderingen kunnen worden ingevuld.

Het principe wordt anders dan vandaag. Het principe is nu het verbod.
Het wordt dan uitkijken naar hoe en waar toelatingszones en
inhaalzones kunnen worden voorzien. Men vertrekt van het principe
en de pijnlijke vaststelling dat veel ongevallen kunnen worden
vermeden door het invoeren van een inhaalverbod. Ook voor een vlot
verkeer is het beter om een muur van vrachtwagens te hebben naast
de auto's is in plaats van ervoor.
Régions, mais le principe de
l'interdiction de dépassement est
maintenu. Une concertation pourra
ensuite avoir lieu à propos des
dérogations qui pourraient être
accordées. Il n'en demeure pas
moins que beaucoup d'accidents
peuvent être évités par le biais
d'une interdiction de
dépassement.
16.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik weet niet waaruit u dat afleidt.

Er zijn evenveel onderzoeken die het tegenovergestelde aantonen. In
Nederland heeft men het ook overwogen en daar is men uiteindelijk
van dat idee afgestapt omdat een aantal studies hadden uitgewezen
dat de verkeersveiligheid niet zou verbeteren. Ik weet niet of het wel
zo duidelijk is dat het in de ene of de andere richting een verbetering
zou zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit wel het geval zou zijn op
momenten dat het druk is en dat er veel verkeer is. Ik ben er iets
minder van overtuigd op andere momenten overdag en vooral
's nachts. Vandaar dat ik daarbij toch een paar vraagtekens plaats.
16.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il y a autant d'études qui
démontrent le contraire et qui ont
d'ailleurs poussé les politiques
néerlandais à abandonner cette
idée. Si l'interdiction peut favoriser
l'écoulement du trafic routier à des
heures de pointe, cette mesure est
beaucoup moins utile pendant la
nuit.
16.08 Minister Renaat Landuyt: U moet oppassen met het argument
van de nacht. De zwaarste ongevallen gebeuren 's nachts. 's Nachts
is altijd het veiligste moment om snel te rijden, maar er gebeuren dan
ongevallen omdat er nog iemand snel rijdt.

De inhaalsituatie is niet anders 's nachts als overdag. Ik vind het een
heel gevaarlijk argument, net alsof men 's nachts alleen op de weg is.
Op onze wegen is men 's nachts nooit meer alleen. Ik herhaal dat de
zwaarste ongevallen 's nachts gebeuren op een ogenblik dat iedereen
wellicht denkt dat er niemand anders op de weg is.

Zowel voor het inhaalverbod als voor snelheid meen ik dat het niet
wijs is om een onderscheid te maken tussen dag en nacht.
16.08 Renaat Landuyt, ministre:
Les accidents les plus graves se
produisent précisément pendant la
nuit, parce que le conducteur se
croit seul sur l'autoroute. Le même
principe vaut pour l'interdiction de
dépassement et les vitesses
maximales. Il ne faut pas faire de
distinction entre le jour et la nuit.
16.09 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik denk dat het wijs zou zijn om in
verband met het inhaalverbod een onderscheid te maken, niet tussen
dag of nacht, maar wel naargelang de intensiteit van het verkeer.
Volgens mij is het beste systeem een systeem waarbij overal
elektronische borden worden geplaatst en het aantal voorbijrijdende
voertuigen wordt geteld. Op dat moment kan worden beslist om al of
niet een inhaalverbod op te leggen. De vraag is natuurlijk hoe dat
allemaal moet gebeuren. Ook daar evolueert de technologie heel snel
en zijn er camera's die dat allemaal automatisch kunnen detecteren.

U verwees naar de 2 x 2-wegen en niet alleen naar de snelwegen.

Ik geef dan hetzelfde probleem. Ik verwees naar de
Liefkenshoektunnel. U hebt daar eigenlijk niet op gereageerd. Zou
daar dan bijvoorbeeld een uitzondering kunnen komen? Ik verwijs
tegelijkertijd ook naar bijvoorbeeld de Scheldelaan en de Noorderlaan
16.09 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il serait préférable
d'opérer une distinction sur la base
de l'intensité du trafic routier. La
solution optimale consisterait à
généraliser l'installation de
panneaux électroniques capables
d'effectuer un comptage du
nombre de véhicules et d'imposer
le cas échéant une interdiction de
dépassement. Grâce aux progrès
technologiques, des caméras
automatiques permettraient de
contrôler le respect de cette
interdiction.
03/07/2006
CRIV 51
COM 1028
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
in de haven van Antwerpen, waar misschien 80% van het verkeer op
bepaalde uren van de dag uit vrachtwagens bestaat. Als men daar
een inhaalverbod gaat instellen, denk ik niet dat het verkeer daar nog
vooruit komt, tenminste het vrachtverkeer niet. Het autoverkeer dat
dan op de andere rijstrook zou moeten rijden kan dan nergens nog
een oprit op of af. Ik heb bij die concrete plaatsen toch al meteen
ernstige vraagtekens.

Verder denk ik dat de discussie zich wel zal voortzetten op andere
niveaus. Ik kreeg echter graag nog een antwoord met betrekking tot
die specifieke 2 x 2-zones waar het vrachtwagenverkeer echt druk is.
Misschien kunt u ook nog iets zeggen over de inhaalzones. Worden
daarvoor dan criteria uitgewerkt? Zijn die criteria er al? Zo ja, welke
zijn het?
Le ministre n'a pas précisé si une
dérogation pourrait être accordée
pour le tunnel du Liefkenshoek. À
certains moments de la journée,
les camions représentent 80 % du
trafic sur la Scheldelaan et la
Noorderlaan. Si on introduit une
interdiction de dépassement à ces
endroits, le trafic des poids lourds
risque d'être complètement
paralysé. Qu'en est-il pour les
zones spécifiques à deux fois
deux bandes où circulent un
nombre important de poids lourds?
Des critères relatifs à des zones
de dépassement ont-ils déjà été
définis ou le seront-ils dans un
proche avenir?
16.10 Minister Renaat Landuyt: Twee punten zijn nu essentieel, de
bespreking met de Gewesten vanuit het aspect van de wegbeheerder
en anderzijds, wat men wat vergeten is, dat de regering beslist heeft ­
dus ook de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken ­ om de
controles op het inhaalverbod voor vrachtwagens effectief te laten
gebeuren. Er zijn dus twee aspecten nodig, goed overleg met de
wegbeheerder en een goede planning van de effectieve controle en
handhaving. Dat zal de volgende maanden moeten blijken.

We hebben de regel over het inhaalverbod bij regenweer technisch
veranderd in een inhaalverbod bij neerslag omdat dit een term is die
in de wegcode aanwezig is en die dus beter bewaakbaar zou moeten
zijn. Een en ander zal in het najaar moeten blijken. We zullen dan zien
wat de effecten zijn op het terrein. Los van alle principes en
polemische gesprekken zal het belangrijkste zijn dat we de veiligheid
verbeteren op de wegen door het inhaalverbod voor vrachtwagens
waar het geldt effectief te controleren.
16.10 Renaat Landuyt, ministre:
La concertation avec les Régions
en tant que gestionnaires des
routes, ainsi que l'échéancier
relatif à la récente décision
gouvernementale instaurant des
contrôles effectifs de l'interdiction
de dépassement pour les camions
sont essentiels. L'interdiction de
dépassement par temps de pluie a
été techniquement modifiée en
interdiction de dépassement en
cas de précipitations. Ce terme
figure en effet dans le Code de la
route et l'on devrait dès lors
s'atteler à un meilleur contrôle. Les
effets de celui-ci devraient être
perceptibles dès l'automne. Il
s'agit en effet d'améliorer la
sécurité sur les routes en
instaurant des contrôles effectifs
de l'interdiction de dépassement
pour les camions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.33 heures.