CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1026
CRIV 51 COM 1026
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
28-06-2006
28-06-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Patrick De Groote au secrétaire
d'État à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "la qualité du service dans
les services publics, les heures d'ouverture et
l'accueil téléphonique" (n° 11981)
1
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de dienstverlening in de openbare
diensten, de openingsuren en het telefonisch
onthaal" (nr. 11981)
1
Orateurs: Patrick De Groote, Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État à la
Simplification administrative
Sprekers: Patrick De Groote, Vincent Van
Quickenborne, staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de Mme Greet van Gool au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les écoutes
téléphoniques effectuées par des handicapés de
la vue" (n° 11794)
5
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het afluisteren van telefonische
gesprekken door mensen met een visuele
handicap" (nr. 11794)
5
Orateurs: Greet van Gool, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Greet van Gool, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Walter Muls au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le traitement
réservé aux demandeurs d'asile tibétains"
(n° 12024)
6
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de behandeling van Tibetaanse
asielzoekers" (nr. 12024)
6
Orateurs: Walter Muls, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Walter Muls, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Annelies Storms au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence de la protection civile en Flandre
orientale" (n° 12090)
8
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de civiele
bescherming in Oost-Vlaanderen" (nr. 12090)
8
Orateurs: Annelies Storms, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Annelies Storms, Patrick Dewael,
vice-eerste minister
en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
délai dans lequel les zones de police sont tenues
d'introduire leur dossier dans le cadre du fonds de
la sécurité routière" (n° 12124)
9
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de termijn binnen dewelke de
politiezones hun dossier moeten indienen in het
kader van het verkeersveiligheidsfonds"
(nr. 12124)
9
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
inscriptions provisoires dans les registres de la
population" (n° 12135)
13
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voorlopige inschrijvingen in de
bevolkingsregisters" (nr. 12135)
13
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
compétences des services de police par rapport
aux véhicules de transports en commun"
(n° 12216)
15
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bevoegdheden van de
politiediensten op voertuigen van het openbaar
vervoer" (nr. 12216)
15
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
l'Intérieur
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
réforme des services d'incendie" (n° 12231)
17
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de brandweerhervorming" (nr. 12231)
17
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Camille Dieu au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
nominations des enseignants des écoles
francophones de la périphérie bruxelloise"
(n° 12143)
19
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de benoemingen van de leerkrachten
van de Franstalige scholen in de Brusselse rand"
(nr. 12143)
19
Orateurs: Camille Dieu, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Camille Dieu, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les difficultés
financières de la commune de Juprelle"
(n° 12174)
21
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiële moeilijkheden van de
gemeente Juprelle" (nr. 12174)
21
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
23
Samengevoegde vragen van
23
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le danger que
représentent pour les riverains les rivets détachés
des paratonnerres radioactifs" (n° 12138)
23
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het gevaar dat losgekomen bouten van
radioactieve bliksemafleiders vormen voor de
buurtbewoners" (nr. 12138)
23
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'enlèvement des
paratonnerres radioactifs" (n° 12199)
23
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de verwijdering van radioactieve
bliksemafleiders" (nr. 12199)
23
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
professeurs de religion islamique de Borgerhout
soupçonnés de maltraitance" (n° 12235)
26
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de leraren islamitische godsdienst
van Borgerhout die verdacht worden van
mishandeling" (nr. 12235)
26
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la mobilité
au sein des services de police" (n° 12176)
27
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mobiliteit binnen de
politiediensten" (nr. 12176)
27
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la formation
des agents auxiliaires de police" (n° 12195)
28
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de opleiding van de hulpagenten van
politie" (nr. 12195)
28
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
renforcement de la brigade métro" (n° 12196)
30
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de versterking van de metrobrigade"
(nr. 12196)
30
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le libre
parcours des fonctionnaires de police sur le
réseau de la SNCB" (n° 12197)
31
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het vrij verkeer van
politieambtenaren op het NMBS-net" (nr. 12197)
31
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la mise à
disposition d'un logement de service à des
fonctionnaires de police" (n° 12198)
32
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de terbeschikkingstelling van een
dienstwoning aan politieambtenaren" (nr. 12198)
32
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
28
JUIN
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
28
JUNI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Joseph Arens, président.
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door de heer Joseph Arens, voorzitter.
01 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister over "de dienstverlening in de openbare
diensten, de openingsuren en het telefonisch onthaal" (nr. 11981)
01 Question de M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "la qualité du service dans les services publics, les heures d'ouverture et l'accueil
téléphonique" (n° 11981)
01.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, oorspronkelijk was mijn vraag bedoeld voor de
vergadering van vorige week dinsdag.
In De Standaard van 3 juni meldde u dat u een plan zou opstellen in
verband met het niveau van de dienstverlening in openbare diensten,
met betrekking tot de openingsuren en het telefonisch onthaal. U
deelde zelfs uw eigen gsm-nummer mee. U zei ook dat de
gemeentelijke diensten en de provinciale besturen andere
openingsuren zouden moeten hebben.
De door u aangehaalde problematiek is niet nieuw. Reeds in 1992 en
1993 vond de toenmalige minister van Openbaar Ambt, de heer
Tobback, het nodig om twee rondzendbrieven te publiceren, nr. 360
van 28 april 1992 en nr. 370 van 12 januari 1993. Deze hadden
betrekking op een grotere doorzichtigheid en toegankelijkheid van de
administratie en betroffen ook het Handvest van de gebruiker van de
openbare diensten.
De wetgever zelf stelde dan bij wet van 11 april 1995 het Handvest
van de gebruiker, de sociaal verzekerde, op. Al die teksten bevatten
regels inzake de manier waarop de administraties de gebruikers van
dienst moeten zijn inzake de wijze van antwoord op vragen en brieven
en de termijnen die gelden. Het handvest van de sociaal verzekerden
bevat zelfs sancties ingeval de voorgestelde termijnen niet worden
gehaald.
De rondzendbrieven van minister Tobback regelden ook de manier
waarop de normen moesten worden opgevolgd. Een bijzondere
werkgroep, Interdep genaamd, zou het geheel opvolgen. Het laatste
wat van deze werkgroep werd gehoord is te vinden in de stukken van
01.01 Patrick De Groote (N-VA):
Dans "De Standaard" du 3 juin
2006, le secrétaire d'État a déclaré
qu'il préparait un plan destiné à
améliorer les services et
l'accessibilité des services publics.
Il n'a pas hésité, à cette occasion,
à communiquer le numéro de son
téléphone mobile, ajoutant que les
services communaux et
provinciaux devraient avoir aussi
d'autres heures d'ouverture.
Sur ce thème, deux circulaires ont
été publiées en 1992 et en 1993.
En 1995 a été rédigée une charte
des assurés sociaux prévoyant
des sanctions en cas de non-
respect des délais. Le groupe de
travail Interdep a été créé pour
assurer le suivi des normes en
matière de services publics. Les
circulaires et la charte n'avaient
trait qu'aux services publics
fédéraux.
Est-ce à dire que, pendant douze
ans, plus rien n'a été fait pour
améliorer la convivialité des
services publics fédéraux? Des
normes contraignantes ont-elles
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de Kamer 1976-77 727-17. Op dat moment was er een groot
werkprogramma voorzien. Al deze teksten hebben echter geen
betrekking op de lokale en provinciale besturen, maar enkel op de
federale diensten. Dat is logisch, vermits het federale niveau niet
bevoegd is voor de lokale en provinciale besturen.
Mijnheer de staatssecretaris, ten eerste, na twaalf jaar werd de
problematiek van de klantvriendelijkheid van de openbare diensten
onder het stof uitgehaald. Is er ondertussen niets meer gebeurd? Zijn
er, zoals de rondzendbrief van minister Tobback voorschreef, al dan
niet dwingende normen opgelegd inzake de openingsuren van de
diensten, de manier van antwoorden aan de telefoon en de termijnen?
Welke waren de resultaten van de bijzondere werkgroep Interdep?
Waarom werd die werkgroep eigenlijk ontbonden? Is het omdat er
geen resultaten werden bekomen? Werden er wel resultaten
bekomen? Hoe verhoudt uw huidig initiatief zich daartoe?
Ten tweede, beschikt de regering over een overzicht van
openingsuren, manieren en termijnen waarop vragen van het publiek
worden beantwoord?
Ten derde, bestaan er gratis nummers of zijn er permanente gsm-
nummers, buiten het uwe? Ondertussen is mevrouw Van Weert er
ook bijgekomen, heb ik gezien.
Ten vierde, worden de dwingende termijnen die in het Handvest van
de sociaal verzekerde zijn opgenomen, opgevolgd? Op welke
manier? Wat zijn de concrete resultaten daarvan? Zijn de in de wet
voorziene sancties opgelegd?
Ten vijfde, het behoort niet tot de bevoegdheid van de federale
overheid om aan lokale en provinciale besturen normen op te leggen.
Dat is de bevoegdheid van de Gemeenschappen en Gewesten. Werd
er over de plannen van de federale regering met de
Gemeenschappen en Gewesten overlegd? Wat waren daarvan de
resultaten?
été imposées en matière d'heures
d'ouverture, de délais et de
contacts avec les citoyens? Quels
résultats le groupe de travail
Interdep a-t-il enregistrés et
pourquoi a-t-il été dissous?
Le gouvernement est-il informé
des heures d'ouverture des
services et de la manière dont ils
s'adressent aux citoyens? Y a-t-il
des lignes téléphoniques gratuites
ou des numéros de téléphone
mobile permanents non privés?
Assure-t-on un suivi des délais
fixés dans la charte des assurés
sociaux afin de vérifier s'ils sont ou
non respectés? Les sanctions
prévues par la loi en cas de non-
respect de ces délais ont-elles été
appliquées? Le secrétaire d'État
s'est-il concerté avec les
Communautés et les Régions?
01.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer De Groote, de problematiek die u aanhaalt, is al
een paar keer aan bod gekomen in initiatieven zoals rondzendbrieven
360 en 370 en het Handvest van de gebruiker van de openbare
diensten. U weet echter ook dat er een groot verschil is tussen wat op
papier staat, hoe het zou moeten zijn en de realiteit, de praktijk op het
terrein. De aankondigingspolitiek in de rondzendbrieven is niet altijd
werkelijkheid geworden.
Betekent dit dat er sinds de periode 1992-1993 niets meer gebeurd
is? Ik denk dat er bij de verschillende federale overheidsdiensten werk
wordt gemaakt van een klantvriendelijker bestuur. Ik kan ook een
aantal voorbeelden geven van initiatieven die in de praktijk voor
verbetering hebben gezorgd.
In de eerste plaats is er het feit dat wij vandaag met een
portaalwebstek werken, www.belgium.be, waar heel wat informatie
terug te vinden is. Dat zorgt uiteraard ook voor klantvriendelijkheid.
Voorts is er de pensioentelefoon, het initiatief van de heer Tobback.
Dat is een zeer goed initiatief, waarover een grote tevredenheid is. U
moet zelf maar eens naar die mensen bellen. U zult zien dat zij zeer
01.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'État:
La politique d'annonce des
circulaires de 1992 et de 1993 ne
correspond pas tout à fait à la
réalité mais les services publics
fédéraux se sont efforcés
d'améliorer la convivialité.
Des informations sont
actuellement disponibles via le site
portail fédéral. Plusieurs SPF ont
déjà pris des initiatives, telles que
le numéro de renseignements sur
les régimes de retraite et le projet
Communit-e.
La charte "pour une administration
à l'écoute des usagers" est
élaborée dans un autre esprit que
les circulaires. Il n'est désormais
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
vriendelijk, voornaam en correct te werk gaan. Er is ook het project
voor mensen met een handicap. Dat is het project Communit-e, waar
de aanvraag voor een uitkering voor mensen met een handicap
heden via een elektronische aanvraag aan het gemeenteloket
gebeurt. Dat heeft gezorgd voor een serieuze verkorting van de
duurtijd. Dat is dus ook een klantvriendelijker bestuur voor mensen
met een handicap. Zo kan ik nog doorgaan.
Er zijn in de verschillende FOD's dus initiatieven genomen om ervoor
te zorgen dat werk wordt gemaakt van een klantvriendelijker bestuur.
Met de goedkeuring van het charter voor een klantvriendelijke
overheid willen wij anders te werk gaan dan met de initiatieven van
1992 en 1993. Waarom anders, mijnheer De Groote? Omdat wij in de
eerste plaats willen spreken van de klant en niet meer van de
gebruiker. U weet dat het lange tijd taboe is geweest bij de overheid
om te spreken van de klant. Het moest de gebruiker zijn. Wij hebben
nu eindelijk de geesten kunnen wijzigen. Een burger, een ondernemer
en een vereniging zijn klanten bij de overheid. Zij moeten op dezelfde
manier worden behandeld.
Ten tweede, wij kiezen met het charter voor een andere aanpak. Wij
hebben het charter goedgekeurd in de Ministerraad. Wij zullen nu
FOD per FOD nagaan hoe wij het concreet kunnen omzetten.
Vandaag beantwoorden een aantal overheidsdiensten reeds aan
hetgeen in het charter voorgeschreven is. Zeker heel veel diensten
die in de sfeer van de sociale zekerheid werken, hebben al bijzonder
veel inspanningen gedaan op dat vlak. Zij doen het vandaag
waarschijnlijk al beter dan het charter voorschrijft. Andere diensten
zullen zichzelf moeten verbeteren. Wij zullen op basis van gesprekken
met de voorzitters van die overheidsdiensten en met de directeurs
van die overheidsdiensten trachten, tegen 1 januari, ervoor te zorgen
dat in de praktijk, op het terrein, al die concrete engagementen
bewaarheid worden. Ik meen dat dit het verschil is met de
rondzendbrieven. De rondzendbrieven waren vrome wensen. Men
moet er concreet werk van maken, gesprekken hebben en ervoor
zorgen dat het ook werkelijkheid wordt.
Ik kom tot uw vraag over Interdep, de interdepartementale
adviesgroep voor de toepassing van het Handvest van de gebruiker
van de openbare dienst. Interdep werd opgericht in 1995, met als
specifiek doel de naleving van het Handvest. Hoewel Interdep slechts
één jaar zou werken, werd in 1997 door de toenmalige regering tot de
voortzetting van het project besloten. Blijkbaar stagneerde op dat
ogenblik de politieke interesse. In 1999 wijzigde de coalitie en heeft
men gewerkt op basis van de Copernicus-hervorming, van toenmalig
collega Van den Bossche, voor de modernisering van de overheid.
Dat weet u.
U vraagt of de openingsuren terug te vinden of te consulteren zijn. Als
u surft naar www.belgium.be, dan zult u zien dat er onder federale en
programmatorische overheidsdiensten voor heel wat diensten al
contactinformatie en openingsuren te vinden zijn. Het is uiteraard de
bedoeling van het charter om dat nog verder te verfijnen en te
verbeteren waar nodig.
Ten derde, de vraag was of er gratis nummers bestaan. Ja, er
bestaan inderdaad gratis nummers. De verschillende
plus question d'utilisateurs mais
de clients. Chaque SPF doit
réfléchir aux mesures à prendre
pour atteindre les objectifs de la
charte. Certains SPF ont déjà
beaucoup progressé dans ce
domaine. Une concertation sera
organisée avec les autres services
pour que les engagements
puissent être concrétisés d'ici au
1
er
janvier 2007.
Le groupe de travail
Interdépartemental a été créé en
1995 pour veiller au respect de la
charte. La poursuite du projet a
été décidée en 1997 mais celui-ci
a été abandonné lors de la
réforme Copernic en 1999.
Le site portail contient
généralement des renseignements
sur les heures d'ouverture. La
mise en oeuvre de la charte
améliorera encore l'information.
Le site portail fédéral et l'annuaire
téléphonique renvoient à une série
de numéros gratuits, tandis que
d'autres services utilisent pour leur
part des numéros payants.
Différents collègues, dont MM.
Tommelein et Leterme,
communiquent aussi leur numéro
de GSM par le biais des médias.
D'importants efforts sont fournis
pour que les délais contraignants
mentionnés dans la charte soient
respectés et pour écourter le délai
de traitement des dossiers. Je me
réfère en l'occurrence au projet
Comunit-e, auquel toutes les
communes participent désormais,
et grâce auquel le traitement de
toute demande d'allocation
introduite par une personne
handicapée s'effectue entièrement
par la voie électronique.
Nous ne sommes effectivement
pas compétents pour imposer des
normes aux administrations
locales mais, étant donné que les
guichets où il convient d'adresser
ce type de demandes se situent
dans les communes, des accords
devront être conclus avec les
Communautés et les Régions, par
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
telefoonnummers zijn te vinden via de federale portaalsite. De
verschillende telefoonnummers zijn ook terug te vinden in de
telefoonboeken.
Er bestaat bij de overheid inderdaad een aantal 0800-nummers. Bij de
federale overheid denk ik aan de groene lijn voor de pensioenen:
0800/50 246 voor de Nederlandstaligen en 0800/50 247 voor de
Franstaligen, als ik mij niet vergis. Er bestaan dus inderdaad 0800-
nummers. Andere nummers zoals de infokiosk van de DIV zijn dan
weer te betalen 02-nummers. Dat verschilt van dienst tot dienst.
Ten vierde, uw vraag ging over de permanente gsm-nummers. Ik heb
gezien dat ook collega Tommelein vandaag in de krant staat met zijn
gsm-nummer. Het wordt stilaan een rage. De heer Leterme van uw
kartelpartner heeft ook zijn gsm-nummer meegedeeld aan de pers. Er
zijn verschillende collega's die dat doen. Het geven van een gsm-
nummer heeft vooral de bedoeling om de signaalfunctie van betere
bereikbaarheid uit te dragen.
De vraag was of de dwingende termijnen uit het handvest van de
sociaalverzekerden worden opgevolgd. Dit heb ik ook juist gezegd.
Door de grote inspanningen die werden geleverd door de FOD
Sociale Zekerheid worden de termijnen uit het handvest van de
sociaalverzekerden over het algemeen goed nageleefd. Daar waar er
nog problemen zijn, bijvoorbeeld bij het DG Uitkeringen en Personen
met een Handicap worden er met behulp van de diensten voor
administratieve vereenvoudiging, mijn diensten, grote inspanningen
geleverd om de behandelingstermijn voor een groot deel in te korten.
Ik wil verwijzen naar het project Communit-e. Vroeger moest een
persoon met een handicap om een uitkering te bekomen
verschillende malen naar het gemeenteloket gaan en verschillende
malen naar de huisarts en de controlearts gaan. Dankzij het project
Communit-e, waarop alle Belgische gemeenten moeten aangesloten
zijn tegen 1 juli van dit jaar, gebeurt de afhandeling elektronisch.
Gegevens worden via de elektronische identiteitskaart ingelezen. Dat
zorgt ervoor dat op dat vlak de termijnen ook kunnen worden
gerespecteerd.
Het behoort inderdaad niet tot onze bevoegdheid, dat is juist, maar
met betrekking tot de betrokkenheid van de Gemeenschappen en
Gewesten is het zo dat wij het charter op een van de volgende
overlegcomités met de Gemeenschappen en Gewesten zullen
voorleggen in de hoop dat wij samen een inspanning kunnen leveren.
Mijnheer De Groote, ik wil u één voorbeeld geven. U weet dat voor
personen met een handicap het loket waar men zich toe moet richten
bij de gemeente is. Strikt gezien hebben wij geen bevoegdheid over
de gemeenten, in verband met de openingsuren bijvoorbeeld. Wij
zouden wel graag met de Gewesten en Gemeenschappen afspraken
maken omtrent openingsuren. Wij gaan dat doen op een van de
volgende overlegcomités.
exemple en ce qui concerne les
heures d'ouverture.
01.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dank
u wel voor uw uitgebreid antwoord. Mijn vraag stond vorige week
dinsdag als eerste aan de agenda van de commissie. Te elfder ure
werd de vraag echter, eigenlijk op uw verzoek, wegens
agendaproblemen uitgesteld. Een uurtje later hoorde ik u in de ether,
01.03 Patrick De Groote (N-VA):
La semaine dernière, ma question
au secrétaire d'État avait dû être
reportée en raison d'une interview
à la radio. Il aurait peut-être été
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
op studio Brussel. Misschien had ik beter naar uw gsm gebeld met
mijn parlementaire vragen. Ik begrijp dat u misschien liever zelf de
maatregelen aankondigt. Dat is dan ook op vrijdag gebeurd. Mijn
vragen betroffen natuurlijk de maatregelen die u wenste te nemen. Ik
vond het eigenlijk erg, mijnheer de staatssecretaris, dat u het
belangrijker vond om op de radio aanwezig te zijn dan op de vragen te
antwoorden in de commissie. Ik zou zeggen dat de
klantvriendelijkheid van onze staatssecretaris niet zo groot is. U
bezorgt de diensten van het Parlement immers extra administratieve
rompslomp.
Alle gekheid op een stokje, paars heeft zeven jaar de kans gehad,
mijnheer de staatssecretaris, om iets te doen aan deze
klantvriendelijkheid. De interdepartementale werkgroepen werden
afgeschaft. U verwijst naar Copernicus. De heer Verhofstadt heeft
indertijd Copernicus met veel poeha aangekondigd. Hij zou er
helemaal voor gaan. Vier jaar later zijn de principes en het plan echter
afgevoerd door Verhofstadt II. In de interdepartementale werkgroep
werd de klantvriendelijkheid van onze administratie onderzocht. Dat
werd door de heer Van den Bossche afgeschaft.
Ik stel ook vast dat men dit binnen het half jaar voor de verkiezingen
gaat invoeren. Dat is dus eigenlijk het werk van de volgende regering,
als ik het zo mag stellen. U hebt zo-even gesteld dat het op papier
zetten u had het over de omzendbrief van de heer Tobback
natuurlijk makkelijk is maar dat het hem om het realiseren gaat.
Uiteindelijk zal het realiseren echter een taak voor de volgende
regering zijn. Zij zal dat daadwerkelijk in praktijk moeten omzetten.
Wat het gsm gebruik betreft, maakt de pers er blijkbaar een gewoonte
van mee te delen dat parlementsleden of ministers hun gsm ter
beschikking stellen. Ik weet één ding, op het moment waarop ik hier in
de Kamer ben beland, vond ik het maar normaal dat mijn gsm-
nummer vermeld werd. Ik weet niet waar men eigenlijk naartoe wil.
Mijnheer de staatssecretaris, ik geef toe dat er een aantal nieuwe
zaken is gebeurd. Ik blijf er echter bij dat de werkelijke uitvoering
eigenlijk werk voor de volgende regering zal zijn. Het is eigenlijk
alleen op papier zetten, de realiteit zal uitwijzen in hoeverre u met de
regering daarin zult slagen. Ik dank u alvast voor uw antwoord.
préférable que je pose ma
question par GSM. Le
gouvernement violet a disposé
d'un délai de sept ans pour
améliorer le service à la clientèle
mais, dans l'intervalle, le plan
Copernic, annoncé en grande
pompe, a de nouveau été enterré
et les mesures prévues seront
principalement exécutées lors de
la prochaine législature.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt geschorst van 10.39 uur tot 10.43 uur.
La séance est suspendue de 10.39 heures à 10.43 heures.
02 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het afluisteren van telefonische gesprekken door mensen met een visuele handicap"
(nr. 11794)
02 Question de Mme Greet van Gool au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les écoutes
téléphoniques effectuées par des handicapés de la vue" (n° 11794)
02.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik heb u al
verschillende keren een vraag gesteld over de mogelijkheid om
personen met een visuele handicap in te zetten voor het afluisteren
van telefonische gesprekken. Dat is een dossier dat wel al even
meegaat, maar dat toch positief evolueert, want op mijn jongste vraag
02.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): J'ai interrogé le ministre à
plusieurs reprises sur la possibilité
d'engager des personnes souffrant
d'un handicap visuel pour les
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
daarover, in februari van dit jaar, hebt u geantwoord dat de
haalbaarheidsstudie van de werkgroep binnen de federale politie was
afgerond met een positieve evaluatie en dat u samen met minister
Onkelinx voort zou werken aan een wetsontwerp en aan de nodige
teksten voor de uitvoering daarvan. Ik had graag van u vernomen wat
de stand van zaken is.
écoutes téléphoniques. L'étude de
faisabilité a dans l'intervalle abouti
à une évaluation positive et un
projet de loi serait en préparation
en concertation avec Mme
Onkelinx.
Quel est l'état d'avancement de ce
dossier?
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
noodzakelijke wetswijzigingen waardoor personen met een visuele
handicap kunnen worden ingezet voor het afluisteren van telefonische
gesprekken, zijn allemaal geïntegreerd in het wetsontwerp houdende
toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie
aan de leden van het administratief en logistiek kader voor de
vaststellingen van technische en wetenschappelijke politie van de
labo's.
Over het wetsontwerp is onderhandeld met de vakbonden. Er is een
akkoord met alle vakbonden bereikt, behalve met het ACV-CCOD.
Het wetsontwerp is ook reeds goedgekeurd door de Ministerraad en is
op 15 juni ingediend in het Parlement. Het hangt dus nu van het
Parlement af en van de commissie, wanneer het op een nuttige wijze
op de agenda kan worden geplaatst.
02.02 Patrick Dewael, ministre:
Les modifications législatives
nécessaires ont à ce jour été
intégrées au projet de loi qui
octroie la qualité d'officier judiciaire
aux membres du cadre
administratif et logistique pour les
constats de la police technique et
scientifique. Hormis la CSC-
CCSP, tous les syndicats ont
marqué leur accord sur le projet
de loi qui a été approuvé par le
Conseil des ministres. Le projet a
été déposé le 15 juin au
Parlement.
02.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik wil u
graag danken voor uw antwoord. Ik ben blij dat het dossier inderdaad
positief evolueert.
Natuurlijk moet er eerst de wettelijke basis worden gelegd. Daarna zal
effectief, veronderstel ik, nog onderhandeld moeten worden en
nagegaan worden op welke manier men de contacten zal leggen en
wanneer de proeven afgelegd zullen worden. Ik zal daar wellicht dus
later nog op terugkomen.
02.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Je me réjouis de cette
évolution positive. Avant de
négocier les modalités
d'application précises, il faut régler
le cadre légal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de behandeling van Tibetaanse asielzoekers" (nr. 12024)
03 Question de M. Walter Muls au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le traitement
réservé aux demandeurs d'asile tibétains" (n° 12024)
03.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het UDEP heeft een betoging georganiseerd samen met
mensen die in kerkasiel zijn.
Op het ogenblik dat ik mijn vraag indiende, waren er ongeveer
130 asielzoekers in de Sint-Lambertuskapel in Leuven, waaronder
ook een aantal mensen uit Tibet.
Onder meer door het bezoek van de Dalai Lama aan ons land weet u
ongetwijfeld dat Tibet sedert meer dan 40 jaar wordt bezet door China
en dat de politieke, culturele en religieuze rechten van de
oorspronkelijke bevolking niet worden gerespecteerd. Ook de
mensenrechten worden niet gerespecteerd. Het gevolg daarvan is
een uitgebreide repressie.
03.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Lorsque j'ai déposé ma question,
environ 130 demandeurs d'asile,
dont quelques Tibétains,
séjournaient à la chapelle `Sint-
Lambertus' de Louvain. Le Tibet
est occupé par la Chine depuis
plus de quarante ans déjà. Les
droits de la population autochtone
ne sont pas respectés.
Quelle attitude notre pays adopte-
t-il lors du traitement de dossiers
de réfugiés tibétains? Les
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Mijnheer de minister, gezien de situatie in Tibet verneem ik graag van
u welke houding ons land aanneemt bij de behandeling van dossiers
van vluchtelingen uit Tibet. Worden die in het algemeen aanvaard als
politieke vluchtelingen? Welke criteria worden gehanteerd? Aan
hoeveel Tibetanen werd in ons land politiek asiel toegekend sinds
1999? Hoeveel aanvragen van Tibetanen zijn op dit ogenblik nog in
onderzoek?
Tibétains sont-ils reconnus
comme réfugiés politiques? Quels
critères sont-ils d'application?
Combien de Tibétains ont-ils reçu
l'asile politique dans notre pays
depuis 1999? Combien de
demandes sont-elles encore à
l'examen?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, er
geldt geen speciaal regime voor Tibetanen. Zoals altijd wordt voor
elke asielaanvraag individueel onderzocht of er risico voor vervolging
bestaat.
De daarbij door de asielinstanties gehanteerde criteria zijn de criteria
vertaald in het Verdrag van Genève van 1951 en in artikel 3 van het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Sommige Tibetanen worden erkend en anderen worden geweigerd,
vaak omwille van ernstige problemen van geloofwaardigheid. Er wordt
bijvoorbeeld vastgesteld dat de verklaringen met betrekking tot de
identiteit, de origine of de aangehaalde feiten niet waar zijn.
Er zijn geen exacte statistieken met betrekking tot Tibetanen
beschikbaar aangezien de statistieken worden opgemaakt per
nationaliteit. Overeenkomstig de nationaliteitsvereisten van de
Verenigde Naties valt Tibet onder China. Momenteel zijn nog
186 asielaanvragen van Chinezen in behandeling. Sinds 1999 werden
128 Chinezen erkend als vluchteling. Het gaat daarbij hoofdzakelijk,
maar niet uitsluitend, om Tibetanen.
03.02 Patrick Dewael, ministre:
Aucun régime particulier n'est
applicable aux Tibétains. Dans
tous les dossiers de demande
d'asile, le risque de poursuite
éventuel est évalué. Les critères
appliqués sont ceux du traité de
Genève de 1951 et de l'article 3 de
la CEDH. Certains Tibétains sont
reconnus. Les refus sont souvent
dus à de graves défauts de
crédibilité, comme de fausses
déclarations.
Il n'existe pas de statistiques
exactes sur les Tibétains étant
donné que les listes sont établies
par nationalité. Sur les listes de
nationalité des Nations Unies, le
Tibet est assimilé à la Chine.
Actuellement, 186 demandes
déposées par des Chinois sont à
l'examen. Depuis 1999, cent vingt-
huit Chinois ont été reconnus
comme réfugiés. Il s'agit
essentiellement, mais pas
uniquement, de Tibétains.
03.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Als asielaanvragen van Tibetanen
worden afgewezen, naar waar worden zij uitgewezen?
03.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
Les Tibétains déboutés doivent-ils
retourner dans leur pays d'origine?
03.04 Minister Patrick Dewael: Als hun aanvraag wordt afgewezen,
krijgen zij het bevel om het land te verlaten.
03.05 Walter Muls (sp.a-spirit): Ik vermoed dat zij, als zij dat bevel
niet opvolgen en worden opgepakt, op een vliegtuig worden gezet.
Worden zij dan naar het land van oorsprong uitgewezen?
03.06 Minister Patrick Dewael: In principe wel.
03.07 Walter Muls (sp.a-spirit): Ik dank u voor uw antwoord.
03.08 Minister Patrick Dewael: Een afgewezen asielzoeker krijgt
inderdaad het bevel om het land te verlaten. Pas op als hij
gedwongen gerepatrieerd moet worden, moet er voor documenten
gezorgd worden, zoals reisdocumenten, om hem daadwerkelijk naar
03.08 Patrick Dewael, ministre:
Un demandeur d'asile débouté
reçoit l'ordre de quitter le territoire,
sans qu'une destination ne soit
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
het land van herkomst te kunnen repatriëren. Normaal gezien, na het
verstrijken of het verlopen van een asielprocedure met een negatief
resultaat; krijgt de betrokkene alleen een bevel om het land effectief
te verlaten, zonder een bepaalde bestemming. Pas op het ogenblik
dat hij daar geen gevolg aan geeft, moet er, in geval van repatriëring,
uiteraard een bepaalde reisbestemming zijn.
précisée. Ce n'est qu'en cas de
rapatriement forcé que des
documents de voyage doivent être
établis et que l'intéressé est en
principe rapatrié vers le pays
d'origine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de civiele bescherming in Oost-Vlaanderen" (nr. 12090)
04 Question de Mme Annelies Storms au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence de la protection civile en Flandre orientale" (n° 12090)
04.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, enkele
weken geleden heeft de heer Denys, gouverneur van Oost-
Vlaanderen, in de media verklaard dat er een tekort is aan militairen in
onze provincie. Hij deed die vaststelling naar aanleiding van een
rampbestrijding, waarbij hij merkte dat er geen beroep gedaan kon
worden op militairen in Oost-Vlaanderen om hem te helpen bij de
efficiënte bestrijding van een ramp.
Op 14 juni heeft de gouverneur een bijeenkomst georganiseerd,
waarop onder andere ook parlementsleden waren uitgenodigd. Daar
heeft hij zijn voorstel uit de doeken gedaan. Heel opmerkelijk was wel
dat hij niet meer echt vroeg naar een verhoging van het aantal
militairen, maar dat hij de nadruk legde op het behoud van het aantal
militairen in de provincie Oost-Vlaanderen.
Bij de voorstellen van de gouverneur viel het mij wel op dat hij met
geen woord repte over de taak van de civiele bescherming in geval
van rampen. Juist het tekort aan militairen bij rampenbestrijding was
de aanleiding voor zijn aanklacht. Verder heeft hij daarover in zijn
voorstellen echter niets meer gezegd.
Oost-Vlaanderen wordt bediend door de eerste permanente eenheid
van de civiele bescherming in Liedekerke. Zij staan de overheden bij
in de coördinatie van hulpoperaties.
De vraag luidt natuurlijk of de hulpverlening aan burgers niet beter of
evenzeer kan gebeuren door civiel opgeleide mensen. Moet er per se
een beroep gedaan worden op de militairen, die uiteindelijk nog altijd
opereren vanuit een militaire logica, of tenminste vanuit een militaire
opleiding?
Mijnheer de minister, graag had ik van u vernomen of u ook op de
hoogte bent gebracht door de gouverneur over het tekort aan
militairen in de provincie Oost-Vlaanderen om een eventuele ramp op
een snelle en efficiënte manier te kunnen bestrijden. Er doet zich dus
specifiek een probleem voor op het gebied van rampenbestrijding.
Bent u van oordeel dat de hulpverlening bij rampen niet beter zou
gebeuren door civiel opgeleide mensen in plaats van door militairen?
Acht u het mogelijk om het aantal vrijwilligers en
beroepsmedewerkers bij de civiele bescherming eventueel te
verhogen zodat men minder een beroep hoeft te doen op militairen?
04.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Il y a quelques semaines, le
gouverneur de Flandre orientale
déclarait à la presse qu'il y avait
trop peu de militaires dans sa
province. Lorsqu'il a présenté des
propositions concrètes, le 14 juin,
il a cependant demandé non plus
une augmentation, mais le
maintien des effectifs actuels. Il
n'a en outre aucunement évoqué
la tâche qui incombe à la
protection civile lors de
catastrophes. La pénurie de
militaires pouvant intervenir lors de
catastrophes constituait pourtant
le motif de sa plainte.
En matière de protection civile, la
Flandre orientale est desservie par
la première permanence de
Liedekerke. Des personnes ayant
bénéficié d'une formation civile ne
peuvent-elles pas tout aussi bien
se charger de secourir les
citoyens? Faut-il encore faire
appel aux militaires?
Le gouverneur a-t-il mis le ministre
au courant du manque de
militaires disponibles en cas de
catastrophe? Entend-il augmenter
le nombre de volontaires et de
professionnels à la protection
civile, de manière à devoir faire
appel moins souvent à l'assistance
de militaires? Va-t-on accroître le
nombre de militaires à
Liedekerke?
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ik heb nog een heel specifieke vraag over de eerste permanentie in
Liedekerke. Momenteel werken daar een honderdtwintigtal
beroepsmensen en 210 vrijwilligers. Is er in de plannen geen
verhoging te verwachten om het tekort aan militairen in de provincie
Oost-Vlaanderen te compenseren?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
uiteraard dit zult u toch van mij aannemen, in mijn hoedanigheid van
minister van Binnenlandse Zaken ben ik niet bevoegd om mij uit te
spreken over een mogelijk tekort aan militairen in de provincie Oost-
Vlaanderen.
Ik ben van mening dat de hulp aan de bevolking in geval van rampen,
catastrofes en calamiteiten in eerste instantie behoort tot mijn
bevoegdheid. Het klopt dat ik voor de civiele bescherming een project
heb ontwikkeld dat het toekomstbeeld wijzigt. Dat zou moeten
uitmonden in de verhoging van de bezetting van vrijwilligers en
professionelen.
Het leger zou, als men rekening houdt met het subsidiariteitsprincipe,
alleen mogen worden ingezet wanneer er zich een gebeurtenis
voordoet waarvan de omvang ofwel de duur van zodanige aard is dat
de middelen van de civiele bescherming niet voldoen. Dan speelt, ik
herhaal het, het subsidiariteitsprincipe.
De situatie in Liedekerke is niet verschillend van de algemene situatie.
De determinatie van de bezetting is op een globale manier gedaan, op
basis van een objectieve studie van de noden, in verhouding tot de
missies van de civiele bescherming.
04.02 Patrick Dewael, ministre:
Je ne suis pas habilité à me
prononcer sur une éventuelle
pénurie de militaires en Flandre
orientale. En revanche, l'aide à la
population en cas de désastre, de
catastrophe et de calamité relève
en premier lieu de ma
compétence. En ce qui concerne
la protection civile, j'ai développé
un projet qui devrait se traduire par
une augmentation du nombre de
volontaires et de professionnels.
En vertu du principe de
subsidiarité, l'armée ne peut être
mobilisée que si les moyens de la
protection civile s'avèrent
insuffisants.
La situation à Liedekerke ne
diffère pas de la situation
générale. L'occupation a été fixée
sur la base d'une étude objective
des besoins en rapport avec les
missions de la protection civile.
04.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor u antwoord. Het verheugt mij dat u de visie deelt dat
rampenbestrijding in de eerste plaats toekomt aan de civiele
bescherming. U spreekt van plannen om het aantal beroepskrachten
en vrijwilligers te verhogen. Ik veronderstel dat dat samenhangt met
de commissie-Paulus en de planning die daaruit voortvloeit, en dat wij
in het Parlement daarover binnenkort meer te weten zullen komen.
04.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Je me félicite que le
ministre considère la lutte contre
les catastrophes comme une
mission incombant en premier lieu
à la protection civile. Je présume
que l'augmentation des effectifs
professionnels et bénévoles est
liée aux projets dont la
commission Paulus a jeté les
bases. Le Parlement en apprendra
bientôt davantage à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de termijn binnen dewelke de politiezones hun dossier moeten indienen in het kader van
het verkeersveiligheidsfonds" (nr. 12124)
05 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le délai
dans lequel les zones de police sont tenues d'introduire leur dossier dans le cadre du fonds de la
sécurité routière" (n° 12124)
05.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag over het verkeersveiligheidsfonds. U
weet dat ik daarover al meermaals vragen heb gesteld. Ik heb er in
05.01
Katrien Schryvers
(CD&V): J'ai déjà demandé
instamment au ministre de donner
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
het verleden ook al op aangedrongen dat politiezones heel tijdig alle
instructies zouden krijgen en dat zij vooral in de vakantieperiode niet
plots zouden worden geconfronteerd met de noodzaak om
actieplannen op te maken en die voor te leggen aan de
veiligheidsraad, de politieraad enzovoort.
Mijnheer de minister, u hebt daarover toezeggingen gedaan. In het
kader van de nieuwe wet werd ook geopperd dat die problemen eens
en voor altijd achter de rug zouden zijn. Ik heb echter moeten
vaststellen dat u mij hebt ontgoocheld, niettegenstaande het feit dat u
hier hebt verklaard dat de zones twee maanden de tijd zouden krijgen
om een plan in te dienen. Verba volant. Als er notuleringen worden
opgemaakt, staat het op papier. U hebt begin dit jaar in de commissie
gezegd: "Wij zullen erop toezien dat de zones over een termijn van
twee maanden beschikken".
Op 13 juni verscheen een rondzendbrief in mijn zone. In de meeste
zones is die waarschijnlijk op vrijdag 16 juni aangekomen. Daarin
staat dat de zones een dossier moeten inleveren op uiterlijk 15 juli.
Dat is dus weer van hetzelfde laken een broek. Amper een maand of
nog geen maand tijd om holderdebolder een en ander rond te krijgen,
de veiligheidsraad bij elkaar te roepen enzovoort.
Dat geeft de zones niet meer de mogelijkheid om het actieplan voor te
leggen aan de politieraad, hoewel dat strikt juridisch of wettelijk niet
nodig is. U weet dat de politieraden al heel wat opmerkingen hebben
gemaakt over de democratische werking en de zeggenschap van de
politieraden. Dit dossier verdient ook een volwaardige bespreking in
de politieraad en dat kan nu niet.
Mijnheer de minister, erkent u de uitspraak die u hier enkele maanden
geleden deed? Is niet voldoende overlegd met de minister van
Mobiliteit, zodat toch een periode van twee maanden kon worden
gegarandeerd? Hoe is het zover gekomen dat dit weer niet mogelijk is
gebleken?
à temps ses instructions aux
zones de police concernant le
Fonds de la sécurité routière. Il
n'est pas acceptable que les
zones soient chargées subitement,
en périodes de vacances,
d'échafauder rapidement des
plans d'action et de les soumettre
à un certain nombre d'instances.
Le ministre a promis que la
nouvelle loi permettrait de
résoudre définitivement les
problèmes existants. Au début de
cette année, il avait déjà déclaré
en commission qu'il veillerait à ce
que les zones disposent d'un délai
de deux mois. Toutefois, le 13 juin
2006, a été publiée une circulaire
enjoignant aux zones de déposer
leurs dossiers au plus tard le 15
juillet 2006. Par conséquent, il ne
reste plus qu'un mois pour mettre
tout en boîte. Les zones ne
pourront plus soumettre le plan
d'action au conseil de police
quoiqu'il mérite d'être examiné
également par cette instance.
Le ministre nie-t-il avoir dit que les
zones disposeraient désormais de
deux mois? Comment se fait-il
qu'une fois de plus, ce délai n'est
pas respecté? Serait-ce dû à une
concertation insuffisante avec le
ministre de la Mobilité?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, het gebeurt natuurlijk vaak dat vragen worden gesteld die niet
tot mijn bevoegdheid behoren. Het is niet de taak van de voorzitter
van de commissie of van het secretariaat om die te weigeren. Ik
probeer altijd beleefd te blijven en te antwoorden dat die bevoegdheid
mij niet toebehoort. Ik heb dat daarjuist ook gedaan, partieel in elk
geval, in verband met vragen die het leger of Landsverdediging
betreffen. Ik heb u ook al bij herhaling gewezen op de
verantwoordelijkheid en de bevoegdheid van de minister van Mobiliteit
in verband met de werking en het functioneren van het
Verkeersveiligheidsfonds.
Ten tweede, ik heb nu het verslag even meegebracht. Wat mevrouw
Schryvers nu doet, is volgens mij immers helemaal over de schreef. Ik
heb het verslag meegebracht om letterlijk te kunnen citeren wat ik heb
gezegd. De manier waarop zij dat interpreteert is dat ik erkend en
meegedeeld heb dat er effectief twee maanden uitstel komt. U hebt
het nu ook zo in uw vraagstelling geformuleerd.: "Ik kan wel meedelen
dat de deadline zal worden uitgesteld zodat de politiezones, zoals
gepland, twee maanden de tijd zullen krijgen". Dat is het citaat zoals u
het in uw vraag schrijft.
05.02 Patrick Dewael, ministre: Il
s'agit une nouvelle fois d'un
problème qui ne relève pas de ma
compétence. J'ai déjà à maintes
reprises attiré l'attention de Mme
Schryvers sur le fait que le
fonctionnement du fonds de la
sécurité routière relève de la
responsabilité et de la compétence
du ministre de la Mobilité. Elle
commet en outre une lourde erreur
en me citant erronément dans sa
question écrite. Elle y précise en
effet que j'aurai affirmé que les
zones de police pourraient
disposer d'un délai supplémentaire
de deux mois. En réalité, j'ai
simplement indiqué avoir appris
que le SPF Mobilité prévoyait un
report du délai fixé au 1
er
avril
2006. J'ai en outre dit à Mme
Schryvers qu'il était préférable
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Mevrouw Schryvers, in uw vraag stond vorige keer dat u vernomen
had dat er gesproken werd over een uitstel van de datum van 1 april
2006. Ik heb u geantwoord: "Ik kan u meedelen dat ik heb vernomen"
u hebt in uw vraagstelling gezegd dat u dat ook hebt vernomen
"dat de FOD Mobiliteit ervan uitgaat dat de datum van 1 april 2006 zal
worden uitgesteld". Dat heb ik geantwoord. Ik heb dus enkel en alleen
gezegd dat ik ook vernomen heb dat de FOD Mobiliteit er zou van
uitgaan dat de datum van 1 april zou worden uitgesteld. Ik heb mijn
antwoord afgesloten door te zeggen dat u dat aan de heer Landuyt
moest vragen want als ik in zijn plaats zou antwoorden, zou ik aan
bevoegdheidsoverschrijding doen.
Hoe wordt dit citaat nu geïnterpreteerd door mevrouw Schryvers? Ik
zou gezegd hebben dat ik meedeel dat de deadline zou worden
uitgesteld. Dat is hetzelfde als wat er met de heer Tant gebeurd is. De
heer Tant heeft hier ook eens één zin uit zijn context gerukt. Ik vind
dat eigenlijk een schande. U zit ermee te lachen maar ik vind dit
eigenlijk een schande. Als u mij citeert uit een verslag, dan citeert u
mij letterlijk, tekstueel, zoals ik het gezegd heb. U gaat daar dan geen
interpretatie aan geven zoals u dat nu doet. Ik zal in de toekomst als
er zo'n vraag wordt gesteld gewoonweg zeggen dat dit mijn
bevoegdheid niet is.
qu'elle s'adresse à M. Landuyt.
J'outrepasserai mes compétences
en répondant à sa place.
M. Tant a également il y a
quelque temps sorti de son
contexte un élément de réponse
que j'avais fourni. J'estime qu'une
telle attitude est scandaleuse. Les
personnes qui souhaitent me citer
doivent le faire correctement en
évitant toute interprétation
personnelle. A l'avenir, je me
contenterai de répondre que la
question ne relève pas de ma
compétence.
05.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp
niet dat de minister daar op die manier op reageert. Dit is letterlijk het
verslag. U zegt dat ik daar een interpretatie aan geef. Mensen die hier
niet aanwezig waren maar gewoon het verslag lezen, doen dat op
dezelfde manier. Ik heb vastgesteld dat in de Mobimail, de
elektronische nieuwsbrief in verband met mobiliteit die wordt
verstuurd door de VVSG, op bepaalde tijdstippen letterlijk hetzelfde is
aangehaald. Aan de zones is gezegd dat zij een termijn van twee
maanden zouden krijgen vanaf de omzendbrief om de actieplannen
op te stellen...
05.03 Katrien Schryvers
(CD&V): Je ne comprends pas la
réaction du ministre. Je cite
littéralement le rapport.
On peut d'ailleurs lire exactement
la même chose dans la lettre
d'information électronique de la
VVSG, à savoir que les zones
disposeraient d'un délai de deux
mois pour élaborer leurs plans
d'action.
05.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik vraag het
woord voor een persoonlijk feit. Men beschuldigt mij van leugens en
dat pik ik dus niet.
Ik wil dat dit ook letterlijk in het verslag komt. U neemt de vraag van
mevrouw Schryvers, zoals ze is ingediend. Ze schrijft: "Ik citeer
letterlijk uit het verslag: "Ik kan wel meedelen dat de deadline zal
worden uitgesteld zodat de politiezones twee maanden de tijd zullen
krijgen." Ik neem het verslag van de commissie: "Ik kan u meedelen
dat ik heb vernomen, en u hebt in uw vraagstelling gezegd dat u dat
ook al hebt vernomen, dat de FOD Mobiliteit ervan uitgaat dat de
datum van 1 april 2006 zal worden uitgesteld. Mocht u daar
bevestiging van willen, verwijs ik u naar collega Landuyt."
Citeer correct en kom hier geen spelletjes spelen. Dat pik ik niet. Ik
ben geen leugenaar en ik wil niet als dusdanig behandeld worden.
Stop met dat soort van insinuaties.
05.04 Patrick Dewael, ministre:
Je demande la parole pour un fait
personnel. On m'accuse de mentir
et cela, je ne puis l'accepter! Mme
Schryvers affirme dans sa
question que le rapport précise
explicitement que j'aurai affirmé
que la date limite sera reportée
afin que les zones de police
puissent disposer d'un délai
supplémentaire de deux mois. Or,
le rapport précise clairement que
j'ai simplement appris que le SPF
Mobilité s'attendait à un report et
que Mme Schryvers devait
s'adresser à cet effet au ministre
de la Mobilité.
Mme Schryvers doit me citer
correctement. Je ne souhaite pas
être considéré comme un
menteur!
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
05.05 Katrien Schryvers (CD&V): Mijn vraag was niet om dingen op
de spits te drijven. Mijn vraag komt voort uit een positieve
ingesteldheid die ik destijds heb proberen aan te brengen door te
vragen de zones voldoende tijd te geven. Ik heb het verslag hier niet
bij mij. Ik dacht dat daar juist uit geciteerd was. Ik zal dat verder
nagaan, maar ik wil dat hier niet op de spits drijven. Ik had u alleen
willen vragen...
05.05
Katrien Schryvers
(CD&V): Je n'avais pas l'intention
de monter cette affaire en épingle.
Je souhaite simplement demander
que l'on accorde suffisamment de
temps aux zones. Il me semblait
que j'avais cité correctement des
extraits du rapport. Je ne
manquerai pas de le vérifier.
05.06 Minister Patrick Dewael: Mijn geloofwaardigheid wordt hier in
twijfel getrokken. Ik drijf het op de spits.
05.06 Patrick Dewael, ministre:
Pour ma part, je ne souhaite pas
en rester là car il en va de ma
crédibilité.
05.07 Katrien Schryvers (CD&V): Ik had u alleen willen vragen,
mijnheer de minister, of u terzake overleg wenste te plegen met uw
collega van Mobiliteit. U zegt telkens dat het uw bevoegdheid niet is,
maar ik stel wel vast dat uw naam mee onder de omzendbrief staat. Ik
vind dit spijtig. Ik heb ook vernomen in de wandelgangen dat...
05.07 Katrien Schryvers
(CD&V): Je voulais seulement
savoir si le ministre envisageait de
se concerter avec le ministre de la
Mobilité. Il ne cesse de répéter
que la question ne relève pas de
sa compétence mais il a bel et
bien co-signé la circulaire.
05.08 Minister Patrick Dewael: Wanneer zullen we de uitspraken van
de minister nog eens kunnen vertrouwen? Wanneer mag ik ervan
uitgaan dat u mij correct citeert?
05.08 Patrick Dewael, ministre:
Mme Schryvers se demande dans
sa question quand elle pourra se
fier à mes déclarations. Je me
demande quant à moi quand elle
me citera correctement.
05.09 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, dat stuk van
de vraag wil ik absoluut terugtrekken, want dat is erbij gekomen. Dat
was niet de bedoeling.
05.09
Katrien Schryvers
(CD&V): Je souhaite retirer cette
partie de la question.
05.10 Minister Patrick Dewael: Ik neem daar akte van.
05.11 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dat mag
ook in het verslag staan. Ik wil dat stuk hier absoluut terugtrekken. Ik
heb dat ook uitdrukkelijk niet in de mondelinge vraag gesteld,
mijnheer de minister.
05.11 Katrien Schryvers
(CD&V): La question que j'ai
déposée était effectivement
rédigée ainsi mais je n'en ai
sciemment pas parlé lorsque j'ai
posé ma question orale.
05.12 Minister Patrick Dewael: Een beetje respect, mevrouw
Schryvers, om een woord te gebruiken dat u nogal veel in de mond
neemt. Een beetje respect!
05.12 Patrick Dewael, ministre:
Je demande un minimum de
respect de la part de Mme
Schryvers!
05.13 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, ik ga dat nu
niet op de spits drijven, want dat geldt ook omgekeerd, ook richting de
politiezones. Ik vind het heel spijtig dat op een dergelijke manier
hierop wordt gereageerd, op een correcte vraag in verband met de
termijnen.
05.13
Katrien Schryvers
(CD&V): Je regrette que l'on
réagisse de la sorte à une
question correcte concernant les
délais.
05.14 Minister Patrick Dewael: U citeert mij leugenachtig.
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
05.15 Katrien Schryvers (CD&V): Ik heb vernomen, mijnheer de
minister, dat men op de FOD Mobiliteit zegt dat als de zones op 15 juli
niet helemaal klaar zijn of alleen provisoir een actieplan hebben, ze
contact mogen opnemen en men het dan wil uitstellen. Mijn vraag
was of het dan zo moeilijk is om formeel dat uitstel te geven. We
zullen de vraag stellen aan minister Landuyt, want ik stel vast dat hier
toch geen concrete aanwijzingen kunnen gegeven worden.
05.15 Katrien Schryvers
(CD&V): Il me revient que les
zones peuvent demander un
report au SPF Mobilité si elles
n'ont pas encore élaboré de plan
d'action le 15 juillet. Je poserai la
question à M. Landuyt, car ce n'est
pas ici que je vais obtenir une
réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voorlopige inschrijvingen in de bevolkingsregisters" (nr. 12135)
06 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
inscriptions provisoires dans les registres de la population" (n° 12135)
06.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, als u het mij
nog toestaat, wil ik u een vraag stellen over de voorlopige
inschrijvingen in de bevolkingsregisters. Ik verwijs naar de
rondzendbrief van 15 maart jongstleden waarin u de gemeenten hebt
opgeroepen om de procedure in verband met de voorlopige
inschrijvingen strikt te volgen. De voorbije weken zijn hier nog vragen
daarover geweest.
Ik heb u eerder een vraag gesteld waarop u hebt geantwoord op
29 maart dat op die datum niet minder dan 11.457 bewoners
voorlopig waren ingeschreven in de bevolkingsregisters. Krachtens de
procedure wordt voor die mensen de inschrijving definitief indien er na
3 jaar geen vervolging heeft plaatsgevonden.
In aanvulling op mijn vraag van 29 maart ontving ik recent schriftelijk
de informatie dat op die manier van de 695 personen die in 2002
voorlopig waren ingeschreven, er eind 2005 257 definitief waren
ingeschreven. Of de anderen zich vrijwillig lieten uitschrijven en een
andere woonst vonden, op een ander fictief of niet fictief
inschrijvingsadres, of dat zij effectief vervolgd werden, is mij niet
bekend.
In antwoord op een vraag van mij antwoordde de minister van Justitie,
mevrouw Onkelinx, dat er wat de vervolging van de inbreuken inzake
de bevolkingsregisters betreft tot heden geen initiatief werd genomen
tot het voeren van een eenvormig beleid vanuit de parketten. Met
andere woorden, de problematiek van het al of niet vervolgen wordt
overgelaten aan de appreciatie en de prioriteitenlijst van elk van de
parketten.
Ik wil u, mijnheer de minister, daarover graag de volgende vragen
stellen.
Ten eerste, in het licht van het gegeven dat in de loop van 2002
slechts 695 personen voorlopig werden ingeschreven en dat er op
29 maart jongstleden niet minder dan 11.457 een voorlopige
inschrijving hadden, had ik graag de cijfers voor 2003, 2004 en 2005
vernomen. Hoeveel personen werden er respectievelijk in die jaren
voorlopig ingeschreven? Immers, het verwondert mij dat er enerzijds
06.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Dans une circulaire du 15
mars 2006, le ministre demande
aux communes de se conformer
strictement à la procédure
d'inscription provisoire dans les
registres de la population. Le 29
mars 2006, le ministre a déclaré à
cette commission qu'à ce moment,
11.457 personnes étaient inscrites
à titre provisoire dans les registres
de la population. Selon la
procédure, ces personnes doivent
être inscrites à titre définitif après
un délai de trois ans, à moins que
le parquet n'ait engagé entre-
temps des poursuites à leur
encontre.
D'après mes informations, 695
personnes étaient inscrites à titre
provisoire en 2002. Fin 2005, 257
d'entre elles étaient définitivement
inscrites.
La ministre de la Justice m'a
déclaré que les parquets ne
menaient encore aucune politique
uniforme au niveau de la poursuite
des infractions relatives aux
registres de la population.
Combien d'inscriptions provisoires
a-t-on recensé en 2003, 2004 et
2005? Peut-on parler d'une
augmentation? Le ministre a-t-il
insisté, comme il l'avait annoncé,
auprès de la ministre de la Justice
pour que les dossiers qui sont
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
in 2002 slechts 695 waren, terwijl er anderzijds in maart jongstleden in
totaal meer dan 11.000 waren. Is daar sprake van een toename?
Ten tweede, hebt u, zoals aangekondigd in uw antwoord op mijn
vraag van 29 maart, bij uw collega van Justitie erop aangedrongen dat
de dossiers die worden overgelegd aan het parket, niet pro forma
maar daadwerkelijk, zodat ze deel zouden uitmaken van een
vervolgingsbeleid?
Ten derde, is, gelet op het feit dat er op dit moment slechts
sporadisch vervolgd wordt, het behoud van de procedure voor de
voorlopige inschrijving, die toch heel wat administratieve rompslomp
met zich brengt, volgens u aangewezen? Of ik doe maar een
suggestie is het niet beter het al of niet vervolgen te beperken tot de
stedenbouwkundige inbreuken, dus niet de inbreuken inzake
bevolking?
Ten vierde, wat is de meerwaarde van een afzonderlijke voorlopige
inschrijving als die nadien toch heel vaak definitief wordt? Kunnen er
zo geen situaties ontstaan waarbij in gezinnen bepaalde personen wel
en bepaalde personen niet definitief worden ingeschreven?
transmis au parquet débouchent
réellement sur des poursuites? La
procédure d'inscription provisoire
doit-elle encore être maintenue si
le parquet n'engage des
poursuites que de façon
sporadique comme il le fait
actuellement? Ne serait-il pas
davantage indiqué de ne
poursuivre que les infractions en
matière d'urbanisme?
Quelle est la plus-value d'une
inscription provisoire si elle devient
de toute façon définitive par la
suite? Ne risque-t-on pas d'arriver
à des situations dans lesquelles
certains membres d'une même
famille sont inscrits de manière
définitive et d'autres pas?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
aantal nieuwe voorlopige inschrijvingen bedroeg in 2003 2.508 en in
2004 2.328. De cijfers voor 2005 zullen zo spoedig mogelijk worden
bezorgd.
Ik stel echter vast dat er niet altijd een toename is. Het cijfer 11.457
waarvan sprake in mijn antwoord op een mondelinge vraag van
29 maart, heeft betrekking op het totale aantal personen dat op dat
ogenblik voorlopig was ingeschreven.
Ik heb een schrijven gericht aan de minister van Justitie en haar in
kennis gesteld van de rondzendbrief van 15 maart 2006 betreffende
de voorlopige inschrijvingen. In de rondzendbrief werden de
gemeenten gewezen op de mogelijkheid om bij de vaststelling van
een overtreding een proces-verbaal te laten opmaken of klacht neer
te leggen bij het parket.
In mijn brief heb ik uiteraard met eerbied voor de onafhankelijkheid
van het gerecht erop aangedrongen dat het parket dergelijke
overtredingen niet systematisch zou seponeren.
Door de voorlopige inschrijving worden de bewoners erop gewezen
dat zij ergens verblijven waar definitieve bewoning niet is toegestaan,
dat zij daardoor de wet overtreden en dat bijgevolg sancties mogelijk
zijn.
Het lijkt mij dus nuttig de procedure van voorlopige inschrijving te
behouden. Een eventuele vervolging om stedenbouwkundige of
andere redenen behoort uiteraard tot de bevoegdheid van het parket.
Het zijn de gemeenten die beslissen of zij na een voorlopige
inschrijving binnen de drie maanden de administratieve of
gerechtelijke procedure zullen inzetten die nodig is om een einde te
maken aan de onrechtmatige toestand. Indien de gemeente dat niet
doet, wordt de inschrijving definitief.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
En 2003, il y a eu 2.508
inscriptions provisoires. Pour
2004, on en dénombre 2.328. Les
chiffres pour l'année 2005 seront
communiqués le plus rapidement
possible. Il n'y a pas toujours une
augmentation. Le 29 mars 2006, le
nombre total de personnes
provisoirement inscrites était de
11.457.
J'ai envoyé un courrier à la
ministre de la Justice pour
l'informer à propos de la circulaire
du 15 mars 2006 sur les
inscriptions provisoires. Cette
circulaire attire notamment
l'attention des communes sur la
possibilité, en cas d'infraction, de
faire dresser un procès-verbal ou
d'introduire une plainte auprès du
parquet. J'ai insisté auprès de la
ministre pour que les parquets ne
classent pas systématiquement
les infractions sans suite.
Lors d'une inscription provisoire,
on attire l'attention des habitants
sur le fait qu'ils résident en un lieu
où il n'est pas permis d'habiter, et
également sur la possibilité de
sanctions. Il est donc utile de
maintenir la procédure.
L'engagement de poursuites pour
des motifs urbanistiques relève de
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
De inschrijving wordt eveneens definitief indien de gerechtelijke of
administratieve overheid binnen drie jaar na de voorlopige inschrijving
niet de nodige beslissingen of maatregelen heeft genomen om aan de
betwiste toestand een einde te maken.
Gelijkaardige gevallen dienen uiteraard op dezelfde wijze worden
behandeld en een gemeente die anders handelt, schendt het
gelijkheidsbeginsel en kan daarvoor door de toezichthoudende
overheid worden terechtgewezen.
la compétence du parquet.
Les communes doivent décider si
oui ou non elles engagent une
procédure judiciaire dans les trois
mois qui suivent une inscription
provisoire. Si la commune ne le
fait pas, l'inscription devient
définitive. C'est le cas également
si le pouvoir judiciaire ou
administratif n'a pas pris de
mesures au bout de trois ans. Les
cas semblables doivent être traités
de la même manière par les
communes, sans quoi on porte
atteinte au principe d'égalité.
06.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, ik leid uit uw
antwoord af dat u de afzonderlijke procedure van inschrijving wil
behouden en nuttig vindt.
06.03
Katrien Schryvers
(CD&V): Le ministre veut donc
maintenir la procédure d'inscription
séparée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bevoegdheden van de politiediensten op voertuigen van het openbaar vervoer"
(nr. 12216)
07 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
compétences des services de police par rapport aux véhicules de transports en commun" (n° 12216)
07.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, naar
aanleiding van de gebeurtenissen in Antwerpen het voorbije weekend
horen wij allemaal dat er maatregelen zullen komen: meer toezicht bij
De Lijn door wat men de lijnspotters noemt en ook meer
samenwerking met de politie. Wat is nu juist de bevoegdheid van
politie-inspecteurs of politieagenten op de voertuigen van het
openbaar vervoer?
Bij de spoorwegen treedt de lokale politie op tot aan de perrons,
waarna de spoorwegpolitie normaal gezien de veiligheid verder, ook in
de treinen, garandeert. Bij de bussen ligt dat mogelijk anders. Kan de
lokale politie optreden in bussen van de
openbarevervoersmaatschappijen, als het niet gaat over feiten op
heterdaad? Is dat een taak van de federale of de lokale politie? Wat
gebeurt er indien het parcours van de bus de grenzen van de lokale
politiezone overschrijdt? Moet een chauffeur of De Lijn toelating
geven aan de politiediensten om op te treden in een bus? Hoe is een
en ander geregeld?
07.01
Katrien Schryvers
(CD&V): Après le drame survenu
le week-end dernier à Anvers,
j'aimerais poser quelques
questions relatives à la
compétence des services de
police dans les transports publics.
La police peut-elle intervenir dans
les bus et les trams des sociétés
de transports en commun? Cette
mission relève-t-elle de la police
fédérale ou locale? Que se passe-
t-il lorsqu'un bus franchit les
limites d'une zone de police
locale?
07.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
betreft een actuele problematiek. De bussen van de
openbarevervoersmaatschappijen - laat ik daarmee beginnen - zijn
plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn. Overeenkomstig artikel
26 van de wet op het politieambt zijn de politieambtenaren dan ook
bevoegd om te allen tijde die plaatsen te betreden en om toe te zien
op de handhaving van de openbare orde en de naleving van
politiewetten en politieverordeningen.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
Les bus des sociétés de transports
en commun sont accessibles au
public. Conformément à l'article 26
de la loi sur la fonction de police,
les agents de police sont habilités
à y pénétrer et à y veiller au
maintien de l'ordre.
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Het handhaven van de openbare orde en veiligheid op de
transportmiddelen van de openbarevervoersmaatschappijen is een
taak die behoort tot de basispolitietaak, die overeenkomstig artikel 3
op de geïntegreerde politie op het lokale niveau wordt verzekerd door
de lokale politie. Overeenkomstig hetzelfde artikel is de federale
politie alleen belast met de gespecialiseerde en supralokale
opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie en uiteraard ook
met de ondersteunende opdrachten voor de lokale politiediensten en
de politieoverheden.
Ik geef nog even het wettelijke kader mee op basis waarvan een en
ander is geregeld.
De territoriale bevoegdheid van de leden van het operationele kader
van de politiediensten steunt op artikel 45 van de wet op het
politieambt. Dat artikel bepaalt dat, hoewel de leden van het
operationele kader van de lokale politie hun opdrachten in principe op
het grondgebied van een politiezone vervullen, zij bevoegd zijn om op
het geheel van het grondgebied van het Rijk opdrachten uit te voeren.
Ook indien een transportmiddel de grenzen van de lokale politiezone
overschrijdt dat is belangrijk in uw vraag , blijven de
politieambtenaren van de betrokken lokale politie bevoegd om op te
treden.
Om de veiligheid van de reizigers en van de personeelsleden van de
vervoersmaatschappijen te verhogen, heeft de regering een wettelijk
kader gemaakt, een wettelijke mogelijkheid geboden om aan die
openbare vervoersmaatschappijen de gelegenheid te bieden om een
eigen veiligheidsdienst op te richten. Er zijn bepaalde politionele
bevoegdheden of bijzondere bevoegdheden aan leden van de
veiligheidsdiensten toegekend, zoals het opstellen van een proces-
verbaal, identiteitscontroles, het gebruik van handboeien, het gebruik
van pepperspray. Dat is het wettelijk kader, dat limitatief is
omschreven, dat aan de openbarevervoersmaatschappijen werd
aangereikt.
Het spreekt voor zich dat een dergelijke veiligheidsdienst moet
passen in een globaal veiligheidsplan voor iedere individuele
vervoersmaatschappij. Bewakingsdiensten en politiediensten moeten
optimaal samenwerken. Die samenwerking wordt ook best in
protocolakkoorden vastgelegd.
Ik heb op 7 juni 2004 een samenwerkingsakkoord met betrekking tot
de domeinen veiligheid en verkeer tussen De Lijn en de
geïntegreerde politie ondertekend. Op het vlak van veiligheid werd
onder meer overeengekomen dat ieder personeelslid van het
operationeel kader dat aanwezig is in een voertuig van De Lijn,
bijstand zal bieden in het geval van agressie op het voertuig. De Lijn
biedt daartoe gratis openbaar vervoer aan. Politiemensen in burger
moeten zich via hun dienstkaart kenbaar maken bij de chauffeur en
bijstand bieden aan de reizigers en aan de chauffeur ingeval
problemen op een bus rijzen.
Met uitvoering van dat akkoord bestaan in een groot aantal
politiezones reeds protocollen met openbarevervoersmaatschappijen.
Het zijn juist dergelijke protocollen die een oplossing kunnen bieden
voor lijnen die de grenzen van een politiezone kunnen overschrijden.
Le maintien de l'ordre public et de
la sécurité dans les bus et les
trams constitue une mission de
police de base, assurée par la
police locale en vertu de l'article 3
de la loi sur la police intégrée. La
police fédérale se charge
exclusivement de missions
spécialisées et de missions
d'appui aux services de police
locaux.
En vertu de l'article 45 de la loi sur
la fonction de police, la police
locale est habilitée à s'acquitter de
ses missions dans l'ensemble du
pays même si, en principe, elle le
fait principalement sur le territoire
de sa zone de police. La police
locale reste habilitée à intervenir,
même si un bus franchit les limites
d'une zone.
Pour améliorer la sécurité, les
sociétés de transports en commun
peuvent constituer leur propre
service de sécurité et le doter de
certaines compétences
particulières en matière de
rédaction de procès-verbaux, de
contrôles d'identité, d'utilisation de
menottes et de sprays. Ces
différents aspects doivent
s'inscrire dans le cadre d'un plan
de sécurité global. Les services de
surveillance doivent coopérer avec
la police, de préférence en vertu
d'un protocole d'accord conclu à
cet effet.
Le 7 juin 2004, j'ai signé un accord
de coopération relatif à la sécurité
et à la circulation entre "De Lijn" et
la police intégrée. Il a été convenu
que tout membre du personnel
viendra en aide au cadre
opérationnel présent dans un
véhicule de "De Lijn" en cas
d'agression. Les fonctionnaires de
police peuvent emprunter
gratuitement les transports en
commun et doivent se faire
connaître après du chauffeur ou
du conducteur.
Des protocoles d'accord ont déjà
été conclus avec des sociétés de
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Zo heb ik bijvoorbeeld kennis van een protocol met betrekking tot de
bussen die bezoekers uit het Brussels van en naar het
recreatiedomein te Huizingen transporteren tussen De Lijn, de TEC
en een drietal politiezones uit Vlaams-Brabant.
Meer algemeen, dit werd hier al vaak gezegd, de NMBS heeft een
eigen beveiligingsdienst onder de naam Securail. Ook de STIB-MIVB
in Brussel is hiertoe overgegaan. Tot nu toe - maar het overleg tussen
de beide kabinetten is momenteel nog bezig - heeft De Lijn bij monde
van minister Van Brempt, bevoegd voor De Lijn, te kennen gegeven
dat zij geen voorstander was van het oprichten van een dergelijke
veiligheidsdienst. Gisteren was er een overleg tussen beide
kabinetten. Ik zal haar in de loop van de week zelf ontmoeten. Ik zal u
van het resultaat van de besprekingen op de hoogte houden.
transport dans un grand nombre
de zones de police. Ils peuvent
apporter une solution pour les
lignes franchissant les limites
d'une zone de police.
Tout comme la STIB à Bruxelles,
la SNCB dispose de son propre
service de sécurité, Securail.
Jusqu'à présent, la société "De
Lijn" et la ministre Van Brempt
n'étaient pas favorables à cette
solution, mais nos deux cabinets
se sont concertés hier et j'aurais
l'occasion de m'entretenir avec la
ministre au cours de cette
semaine. J'informerai Mme
Schryvers des résultats de nos
entretiens.
07.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw uitvoerig en belangrijk antwoord. Ik noteer dat het mogelijk is
dat de lokale politie ook territoriaal de grenzen van een zone kan
overschrijden.
Dat maakt afspraken tussen zones mogelijk om regelmatig een
controle te doen, wat belangrijk en aangewezen is.
Op mijn niet schriftelijk ingediende vraag vraag ik nu geen antwoord,
maar er worden in de wetgeving op de administratieve sancties
mogelijkheden terzake geboden aan ambtenaren van
vervoersmaatschappijen. Daarbij moeten uitvoeringsbesluiten worden
gepubliceerd. Zijn die er al of zijn die op komst? Kunt u daar nu op
antwoorden of is dat iets voor nadien?
07.03
Katrien Schryvers
(CD&V): La police locale peut
donc franchir les limites
territoriales d'une zone. Il serait
souhaitable que les zones
conviennent d'effectuer des
contrôles réguliers. La loi relative
aux sanctions dans les communes
permet-elle que le personnel des
sociétés de transports en commun
intervienne? Des arrêtés
d'exécution ont-ils déjà été
publiés?
07.04 Minister Patrick Dewael: Personeelsleden van
openbarevervoersmaatschappijen kunnen bevoegd worden gemaakt
om vaststellingen te doen in het kader van de wet op de
gemeentelijke administratieve sancties. Die mogelijkheid staat in de
wet. De administratie werd opdracht gegeven om de
uitvoeringsbesluiten klaar te maken.
07.04 Patrick Dewael, ministre:
La loi relative aux sanctions
administratives dans les
communes permet d'habiliter le
personnel des sociétés de
transports en commun à établir
des constats. L'administration a
été chargée de préparer un arrêté
d'exécution.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de brandweerhervorming" (nr. 12231)
08 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
08.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag in verband met de
brandweerhervorming. Wij kennen allemaal het verslag van de
commissie-Paulus, dat hier al uitvoerig werd toegelicht. U hebt altijd
gezegd dat u ten gronde de bespreking zult aangaan en de ontwerpen
08.01
Katrien Schryvers
(CD&V): Le rapport de la
commission Paulus sur la réforme
des services d'incendie a déjà été
exposé longuement dans cet
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
in het Parlement zou indienen, na bespreking met, zoals u dat zegde,
de nieuwe gelegitimeerde gemeentebesturen. Die nieuwe
gelegitimeerde gemeentebesturen zullen er dan ook pas in januari
zijn, natuurlijk.
Vorige week vond er een studiedag plaats van de VVSG over civiele
veiligheid. Daar mochten wij vernemen dat er ondertussen toch al
heel wat voorbereidingen zijn van teksten.
Mijnheer de minister, daarbij heb ik de volgende vragen.
Wat is de timing ervan? Blijft u erbij dat momenteel alleen de
technische uitwerking volstaat, en dat u de teksten begin 2007 zult
bespreken met de steden en de gemeenten?
Hoe ziet u die bespreking? Als de teksten nu al worden opgesteld, is
er dan nog ruimte? Er wordt dan namelijk al uitgegaan van een
bepaalde basis, in plaats van dat de gesprekken aan de teksten
voorafgaan.
Wat is de stand van zaken aangaande de risicoanalyse en de
financiële nulmeting? Zijn er daarover al meer gegevens
beschikbaar? Kunnen die eventueel aan het Parlement ter
beschikking worden gesteld?
hémicycle. Le ministre avait dit
qu'il ne déposerait le projet au
Parlement
qu'après l'avoir
examiné avec les nouveaux
pouvoirs communaux. Et lors
d'une journée d'études organisée
la semaine dernière par l'Union
flamande des Villes et Communes
(VVSG), il est apparu que de très
nombreux textes sont en
préparation.
Quel calendrier a été fixé, en fin
de compte? Dans quelle mesure
pourra-t-on encore débattre de ces
textes s'ils sont déjà écrits
aujourd'hui? Dispose-t-on déjà de
données concernant l'analyse de
risques et le "zérotage" financier?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
herhaal nog even waar ik in het verleden al vaak naar heb verwezen.
Het ontwerp van wetgeving zal in het Parlement kunnen worden
ingediend na het parlementair reces. Ik heb altijd gesteld dat de
basistekst en de basiswetgeving zou moeten worden afgehandeld
binnen deze legislatuur, dus vóór het einde van de legislatuur. Ik heb
er ook naar verwezen dat door de gemeenteraadsverkiezingen van
oktober en de vorming van nieuwe gemeentebesturen begin 2007, het
voornamelijk de nieuwe gemeentebesturen zullen zijn die, nadat het
Parlement de wetgeving zal hebben goedgekeurd, betrokken zullen
worden bij de concrete uitvoering van de hervorming.
Mevrouw Schryvers, u zegt dat de gesprekken na, en niet vóór, de
totstandkoming van de teksten plaatsvinden. Dat moet ik
tegenspreken. Gouverneur Paulus heeft er namelijk alles aan gedaan
om het gemeentelijk niveau heel nabij te betrekken bij het concept
van de hervorming. Er werd een volledig concept uitgewerkt, waarin
de gemeentebesturen via de VVSG en hun Waalse en Brusselse
tegenhanger wel degelijk geparticipeerd hebben aan de
besluitvorming binnen de commissie-Paulus.
Het concept van de hervorming wordt op dit ogenblik in teksten
vertaald. Daar wordt naarstig aan gewerkt. Er wordt regelmatig ook
verder overleg gepleegd met de Vereniging Van Steden en
Gemeenten.
Ook de uitvoering van de risicoanalyse zit in de laatste fase. De
computerapplicatie zou tegen het einde van volgende maand volledig
geleverd zijn, met handleiding en opleiding van enkele leden van mijn
diensten inbegrepen.
Voor de financiële nulmeting werd nog een tweede luik opgestart,
namelijk het onderzoek naar de investeringskosten van de
08.02 Patrick Dewael, ministre:
Comme cela a été communiqué,
le projet sera déposé au
Parlement après les vacances
parlementaires. Nous devrions
pouvoir traiter complètement le
texte de base et la législation de
base avant la fin de la législature.
En raison des élections
communales d'octobre, ce seront
principalement les nouveaux
pouvoirs communaux qui seront
associés à la mise en oeuvre
concrète de la réforme après
l'adoption des textes au
Parlement. Il est inexact que les
débats au sujet de ces textes
auront lieu après leur élaboration.
Le gouverneur Paulus a associé
étroitement le niveau de pouvoir
communal, notamment par le biais
de la VVSG, au processus
décisionnel relatif au concept de la
réforme. Nous travaillons
actuellement d'arrache-pied pour
traduire ce concept en textes,
dans le cadre d'une concertation
régulière avec la VVSG.
L'exécution de l'analyse des
risques se trouve dans sa phase
ultime puisque l'application
informatique sera livrée
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
gemeenten voor hun brandweerdienst. Voornoemd onderzoek zal ook
tegen begin oktober 2006 zijn afgerond, zodat wij, gewapend met alle
nodige kennis en cijfermateriaal, de dialoog met de nieuwe
gemeentebesturen zullen kunnen aangaan.
De timing is dus dat het indienen van de ontwerpteksten en de
stemming over de basiswetgeving uiteraard nog tijdens de huidige
legislatuur gebeuren, waarna dan parallel en op basis daarvan met de
nieuwe, gelegitimeerde gemeentebesturen de verdere uitvoering kan
worden verzekerd.
Mevrouw Schryvers was zo vriendelijk mij in het verleden al eens te
vragen of ik in de periode tussen december 2006 en februari 2007
nog wel gelegitimeerd zal zijn. Mevrouw Schryvers, ik kan u naar
waarheid verzekeren dat ik denk dan nog voldoende gelegitimeerd te
zijn om de voor ons land belangrijke hervorming van de civiele
veiligheid tot een goed einde te brengen.
complètement avant la fin du mois
prochain. Dans le cadre du
"zérotage" financier, nous avons
entamé également une étude
portant sur le coût des
investissements que les
communes doivent réaliser pour
financer leur service d'incendie.
Cette étude sera clôturée pour le
début du mois d'octobre 2006,
après quoi nous pourrons engager
un dialogue avec les nouveaux
pouvoirs communaux.
08.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik had dat toen alleen maar gevraagd om hetzelfde te
kunnen herhalen bij de gemeentebesturen, die zich momenteel en de
voorbije maanden ook voldoende gelegitimeerd vonden en dat nu ook
nog vinden. Ik wil daarom blijven aandringen op heel regelmatig
overleg.
08.03
Katrien Schryvers
(CD&V): Je continue à insister
pour qu'une concertation puisse
avoir lieu régulièrement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12136 de Mme Déom est reportée à une date ultérieure.
09 Question de Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
nominations des enseignants des écoles francophones de la périphérie bruxelloise" (n° 12143)
09 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de benoemingen van de leerkrachten van de Franstalige scholen in de Brusselse rand"
(nr. 12143)
09.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, lors de la séance
plénière du 15 juin dernier, je vous avais adressé une question à
propos de l'arrêt de la Cour d'arbitrage intervenu en mai à la suite de
questions préjudicielles posées par le Conseil d'Etat, qui avait été lui-
même saisi de recours par des enseignants francophones des
communes de la périphérie de Bruxelles, qui avaient vu leur
nomination cassée par la tutelle. Ces enseignants ont introduit un
recours au Conseil d'Etat. Celui-ci a saisi la Cour d'arbitrage de
plusieurs questions préjudicielles. La Cour d'arbitrage a donc sorti un
arrêt.
M. Vanvelthoven avait répondu à votre place, mais ne pouvait m'en
dire plus, si ce n'est que vous étiez au courant et que vous alliez
procéder à la modification de l'article 53 incriminé par la Cour
d'arbitrage qui considérait que cet article des lois linguistiques en
matière de connaissance administrative des langues était
anticonstitutionnel.
Aussi, M. Vanvelthoven n'ayant pu m'informer davantage, je me
permets de réintervenir à ce propos aujourd'hui. En effet, deux jours
plus tard, vous faisiez part à la presse de votre intention de procéder
à la modification de l'article 53. J'aimerais savoir dans quel sens.
09.01 Camille Dieu (PS): In zijn
arrest nr. 65/2006 heeft het
Arbitragehof besloten dat artikel
53 van de gecoördineerde wetten
op het gebruik van de talen in
bestuurszaken, ongrondwettelijk
is. De punten 2 en 3 van het arrest
bepalen dat het artikel 53 de
artikels 10 en 11 van de Grondwet
schendt.
Wij willen graag weten hoe uw
administratie dit probleem zal
aanpakken. Tijdens de plenaire
vergadering van 15 juni jl. heeft de
heer Vanvelthoven in uw plaats
geantwoord, maar aangezien hij
me niet de nodige preciseringen
kon verschaffen stel ik u vandaag
de vraag opnieuw.
En dan is er nog het dossier van
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Pourquoi? Parce que le point 2 de l'arrêt de la Cour d'arbitrage est
pour moi tout à fait clair: "L'article 53 viole les articles 10 et 11 de la
Constitution en ce qu'il ne permet pas de dispenser de l'examen
organisé par le Selor les candidats à une fonction des membres du
personnel enseignant dans une école communale de l'enseignement
francophone dans une commune périphérique, qui ont fait la preuve,
devant la commission d'examen compétente" - c'est-à-dire pas le
Selor, mais la commission prévue dans les lois linguistiques de 1963
en vue de la nomination des enseignants - "d'une connaissance
approfondie du néerlandais, seconde langue obligatoire dans
l'enseignement primaire."
Le point 3 de l'arrêt décrète également que l'article 53 viole les articles
10 et 11 de la Constitution, parce qu'il n'habilite pas le Roi à permettre
au Selor d'adapter le niveau des connaissances linguistiques à la
nature des fonctions exercées par un membre du personnel
enseignant dans une des écoles précitées.
Pour moi, la différence entre les points 2 et 3 résidait dans le fait
qu'un enseignant détenteur d'un certificat de connaissances
linguistiques, d'après la loi de 1963 qui concerne uniquement
l'enseignement, devrait être dispensé de l'examen du Selor. En
l'absence de ce certificat, il doit réussir l'examen du Selor, lequel doit
être un examen adapté. En effet, on ne peut tout de même pas
demander à un enseignant de connaître à fond la langue
administrative. A la limite, on pourrait dire que s'il ne connaît pas bien
la langue en vertu de la première loi de juillet 1963, qu'il la connaisse
en fonction de la loi d'août 1963 relative à la connaissance des
langues en matière administrative. Cette matière n'est pas
compliquée quand on la maîtrise, mais elle le paraît quand on doit
l'exposer!
Monsieur le ministre, je voudrais donc avoir un peu plus
d'informations quant à la modification que vous avez annoncée.
Par ailleurs, le nouveau dossier des CPMS, dans le cadre duquel il
est demandé aux écoles francophones de la périphérie de rompre
leur contrat conclu avec des CPMS francophones et de travailler
désormais avec des CPMS flamands, vient encore compliquer un peu
plus la problématique. De plus, cela contribue à faire monter
inutilement la tension, ce dont notre pays n'a vraiment pas besoin
aujourd'hui.
Monsieur le ministre, je vous remercie d'ores et déjà de bien vouloir
m'éclairer sur ces dossiers.
de Franstalige scholen uit de rand
die tegenwoordig met Vlaamse
CLB's zouden werken. Zal dit niet
tot onnodige spanningen leiden?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, j'ai donné instruction à mon administration d'étudier une
modification de l'article 53, ce sur la base de l'enseignement qui se
dégage de l'arrêt rendu par la Cour d'arbitrage le 3 mai 2006.
Il ressort clairement du dispositif de cet arrêt que l'article 53 doit être
adapté en vue de dispenser de l'examen organisé par le Selor les
candidats à une fonction de membre du personnel enseignant dans
une école communale francophone de l'enseignement fondamental
d'une commune périphérique, qui ont prouvé devant la commission
d'examen compétente et instituée par la Communauté flamande leur
connaissance approfondie du néerlandais - seconde langue
09.02 Minister Patrick Dewael: Ik
heb aan mijn administratie de
opdracht gegeven om een
wijziging van artikel 53 te
bestuderen, met de bedoeling om,
enerzijds, de kandidaten voor een
functie van lid van het
"onderwijzend personeel in een
Franstalige gemeentelijke
basisschool van een
randgemeente" die voor de
bevoegde examencommissie blijk
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
obligatoire dans l'enseignement primaire.
Une adaptation est aussi nécessaire pour ceux qui n'ont pas fourni
cette preuve. Pour cela, il faudra habiliter le Roi à permettre au Selor
d'adapter des niveaux de connaissances linguistiques à la nature des
fonctions qu'ils doivent exercer. Et ceci, dans la mesure où ils
disposeront de leur enseignement en français et où leur connaissance
du néerlandais se justifie essentiellement par les rapports qu'ils
entretiendront dans cette langue avec les autorités hiérarchiques dont
ils relèveront.
Quant aux dossiers relatifs aux centres psycho-médico-sociaux, ils ne
relèvent pas de ma compétence comme ministre fédéral de l'Intérieur.
Là, vous le savez, l'enseignement est un domaine ressortissant aux
Communautés.
Voici donc les éléments très techniques de ma réponse. Mais c'est la
conclusion qui a été établie après l'arrêt rendu par la Cour d'Arbitrage.
hebben gegeven van een
"grondige kennis van het
Nederlands", vrij te stellen van het
examen dat door Selor wordt
georganiseerd; en,anderzijds, om
de Koning machtiging te verlenen
om Selor toe te staan het niveau
van de talenkennis aan te passen
aan de aard van de uit te voeren
functies.
Het dossier in verband met de
CLB's behoort niet tot mijn
bevoegdheid. Dat is een
gemeenschapsmaterie.
09.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, si j'ai bien compris,
vous allez suivre l'arrêt intégralement. Je trouve cette situation très
satisfaisante pour les enseignants et les écoles concernées.
09.03 Camille Dieu (PS): U zal
het arrest integraal volgen; dat is
bevredigend voor de betrokken
onderwijzers en scholen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12171 du collègue Van den Bergh est reportée.
10 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
difficultés financières de la commune de Juprelle" (n° 12174)
10 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiële moeilijkheden van de gemeente Juprelle" (nr. 12174)
10.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, la
Commission d'accompagnement de la réforme des polices au niveau
local a mentionné dans son dernier rapport qu'une solution, en
attendant la loi de financement et le calcul de la dotation fédérale par
commune, serait "d'examiner la possibilité de sauvegarder certaines
communes qui se sentent désavantagées par la clef de répartition
interzonale et qui peuvent avancer des arguments fondés (par
exemple, taille différente, nature ou spécificités telles qu'une prison ou
un asile) en matière de dépenses exceptionnelles".
Si certaines communes estiment disposer d'arguments fondés pour
contester leur quote-part dans le budget policier d'une zone
pluricommunale, ceux-ci peuvent être soumis aux services fédéraux
compétents.
Or, il me revient que la commune de Juprelle, qui est tout à fait
spécifique eu égard aux critères invoqués, puisqu'y sont situés un
établissement pénitentiaire important - Lantin - et un emplacement de
défense sociale - à Paifve -, connaît des difficultés financières propres
aux communes où se trouve une prison, d'autant qu'en l'occurrence, il
y en a deux dans cette petite commune.
Aussi, vu la prolongation du gel du financement des zones de police
prévu par la loi-programme de ce mois de mai, comptez-vous mettre
10.01 Melchior Wathelet (cdH):
De gemeente Juprelle heeft op
haar grondgebied zowel de
gevangenis van Lantin als de
instelling voor sociale
bescherming van Paifve. Bijgevolg
kampt ze met financiële
problemen die te maken hebben
met haar aandeel in de begroting
van haar politiezone. De
begeleidingscommissie van de
politiehervorming op lokaal niveau
raadt aan "om de mogelijkheid te
onderzoeken om een uitzondering
te maken voor bepaalde
gemeenten" die benadeeld zouden
worden door de verdeelsleutel en
die gefundeerde argumenten
zouden kunnen aanvoeren. Het
ontwerp van programmawet
voorziet in een verdere bevriezing
van de financiering van de
politiezones, bent u derhalve van
plan om de voorgestelde oplossing
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
à exécution la solution préconisée par la Commission
d'accompagnement telle que mentionnée ci-dessus? Si oui, comment
et dans quel délai? Dans le cas contraire, que prévoyez-vous pour les
communes en difficultés financières pour les raisons évoquées, en
attendant la prochaine loi de financement?
uit te voeren? Zo ja, hoe en binnen
welke termijn? Zoniet, aan welke
oplossing denkt u in afwachting
van de volgende financieringswet?
10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, M. Wathelet
sait que je connais très bien la situation de la commune de Juprelle,
ainsi que son appartenance à une zone de police possédant
effectivement des caractéristiques exceptionnelles. La présence
conjuguée sur son territoire des établissements de Lantin et de Paifve
la défavorise tout particulièrement dans le mécanisme de contribution
communale au budget de la zone de police. C'est la raison pour
laquelle je n'exclus pas une solution appropriée, tant pour la zone de
police de Basse-Meuse que pour la commune de Juprelle qui en fait
partie.
Cependant, je ne souhaite pas actuellement proposer une solution
isolée. La réflexion qui doit être menée sur le financement de la police
locale, préalablement à l'adaptation de la loi qui en définira les
modalités, doit aussi être mise à profit pour résoudre des situations
dont la nature spécifique est établie. C'est certainement le cas pour
cette zone de police et pour Juprelle. Vous pourrez vérifier que le
caractère bien particulier de Juprelle a été pris en compte lors du
débat que le parlement consacrera à l'adaptation de ce mécanisme
légal de financement.
D'ailleurs, j'ai eu plusieurs contacts avec les responsables de la
commune qui sont prévenus que nous tiendrons compte de leur
situation au moment de la mise au point du financement des zones de
police.
10.02 Minister Patrick Dewael:
Door zijn bijzondere situatie, wordt
de gemeente Juprelle inderdaad
benadeeld in het mechanisme dat
de bijdrage tot de begroting van de
politiezone bepaalt. Ik sluit niet uit
dat in een specifieke oplossing
moet wordt voorzien, maar zo'n
oplossing kan niet even
afzonderlijk worden uitgewerkt.
Tijdens het denkproces dat de
aanpassing van de
financieringswet van de lokale
politie voorafgaat zal een
oplossing voor dergelijke
bijzondere situaties moeten
worden uitgewerkt.
10.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie de reconnaître la spécificité de la commune de Juprelle.
Nous avons d'ailleurs déjà eu l'occasion d'en parler lors d'une
précédente question et vous aviez émis les mêmes remarques.
Si je comprends bien, il n'y aura pas de "mesure transitoire" ou
"d'adaptation" avant la prochaine loi de financement.
10.03 Melchior Wathelet (cdH):
U erkent de bijzondere situatie van
de gemeente Juprelle maar u zal
dus in afwachting van de volgende
financieringswet geen enkele
maatregel treffen.
10.04 Patrick Dewael, ministre: Je ne dispose d'aucune base pour
modifier la loi de financement, même si des éléments spécifiques
existent dans telle ou telle zone de police. La problématique doit être
revue de manière globale.
10.04 Minister Patrick Dewael:
Ik beschik over geen enkele basis
om maatregelen te treffen. Er is
een wettelijk kader nodig om het
financieringssysteem te wijzigen.
10.05 Melchior Wathelet (cdH): Dans ce cas, je ne peux qu'insister
sur la nécessité de trouver rapidement une solution pour ce type de
communes dont on reconnaît aujourd'hui qu'elles sont désavantagées
et qu'elles sont confrontées à un problème d'inadéquation entre leur
taille et leur contribution à la zone. Pour ces communes, il est
indispensable d'aller vite et de revoir un certain nombre de critères au
niveau de la loi de financement. En effet, il faut faire en sorte qu'elles
ne soient plus lésées dans les clefs de répartition du financement.
10.05 Melchior Wathelet (cdH):
Ik benadruk de noodzaak van een
snelle herziening van de criteria
van de financieringswet om een
einde te stellen aan het nadeel dat
sommige gemeenten ondervinden
wanneer hun grootte niet
evenredig is met hun bijdrage aan
de politiezone.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
11 Questions jointes de
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le danger que représentent
pour les riverains les rivets détachés des paratonnerres radioactifs" (n° 12138)
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'enlèvement des
paratonnerres radioactifs" (n° 12199)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
gevaar dat losgekomen bouten van radioactieve bliksemafleiders vormen voor de buurtbewoners"
(nr. 12138)
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
verwijdering van radioactieve bliksemafleiders" (nr. 12199)
11.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, le 20 juin dernier,
vous répondiez à ma question relative aux paratonnerres radioactifs
situés au sommet des clochers de certains édifices publics. Pourtant,
la question que je considérais être la plus importante est restée sans
réponse.
À plusieurs endroits, on se rend compte que les rivets de ces
paratonnerres se sont détachés et ont disparu dans les environs des
églises ou des édifices, engendrant ainsi une certaine crainte des
riverains quant à la possible radioactivité de ces rivets.
Monsieur le ministre, je dois vous signaler que mes questions font
également suite à un article de presse paru dans le journal "L'Avenir
du Luxembourg". De la lecture de cet article, il ressort que plusieurs
entreprises selon moi, il s'agit d'entreprises ayant l'agrément pour
retirer ces paratonnerres sont dans une situation conflictuelle et font
ainsi planer le doute sur certains dangers pouvant provenir des
éléments détachés des paratonnerres.
Dès lors, monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.
Pourquoi le rapport de l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire ne
signale-t-il pas l'absence des rivets? Sont-ils radioactifs ou
dangereux?
Que va faire l'Agence en cas de radioactivité de ces éléments pour
les récupérer afin qu'ils ne présentent plus de danger pour les
riverains et la population qui pourraient les approcher?
Les rivets se détachant des paratonnerres entraînent-ils la libération
de pastilles radioactives dans l'environnement?
Comment l'Agence de Contrôle nucléaire contrôle-t-elle l'enlèvement
des paratonnerres par les entreprises afin d'assurer l'absence de tout
danger pour les riverains? Une liste reprenant les différents
paratonnerres à enlever existe-t-elle?
Les entreprises agréées pour effectuer ce type de travail (enlèvement
des paratonnerres et traitement des têtes radioactives) sont-elles
nombreuses? Est-il possible d'en obtenir la liste?
Quel est le coût de l'enlèvement de tels paratonnerres et de
l'élimination de ces déchets?
11.01 Joseph Arens (cdH): Deze
vraag is een aanvulling op die
welke ik u op 20 juni jongstleden
heb gesteld. Op verscheidene
plaatsen zijn de bouten van
radioactieve bliksemafleiders
losgekomen en verdwenen.
Sommige mensen die in de
nabijheid van die bliksemafleiders
wonen, vrezen dat die bouten
mogelijkerwijs radioactief zijn.
Ondernemingen die erkend zijn
voor de verwijdering van die
bliksemafleiders hebben in de pers
gewag gemaakt van het mogelijke
gevaar van die losgekomen
onderdelen.
Waarom wordt het ontbreken van
die bouten niet in het verslag van
het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle (FANC)
vermeld? Zijn zij radioactief of
gevaarlijk? Als zij radioactief zijn,
welke maatregelen zal het
Agentschap dan nemen om ze te
recupereren? Leidt een en ander
ertoe dat er radioactieve deeltjes
in het milieu vrijkomen? Op welke
manier controleert het FANC dat
de bliksemafleiders zonder gevaar
voor de omwonenden worden
verwijderd? Bestaat er een lijst van
te verwijderen bliksemafleiders?
Hoeveel bedrijven zijn erkend om
dat werk uit te voeren? Is het
mogelijk om de lijst ervan te
verkrijgen? Wat is de kostprijs van
de verwijdering van de
bliksemafleiders en van het afval?
11.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Arens, j'espère qu'il n'y 11.02 Minister Patrick Dewael:
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
aura pas d'incident entre nous car, étant donné l'absence des autres
membres, personne ne pourrait, le cas échéant, arbitrer.
Je reviens sur les éléments que j'ai déjà procurés la semaine
dernière.
Lors de l'enlèvement de certains types de paratonnerres radioactifs, il
arrive que l'on constate que des pièces manquent à ces
paratonnerres ou que le mât ou le recouvrement de la toiture présente
une contamination limitée. Cette contamination est due aux
substances radioactives provenant du paratonnerre radioactif mais
elle concerne moins de 1% des enlèvements réalisés jusqu'à présent.
L'Agence a spécialement élaboré une fiche d'information pour tenter
de répondre aux questions concernant les risques et les
contaminations éventuelles. Cette fiche est disponible en deux
versions sur le site internet de l'Agence.
La première version est concise et vulgarisée; la seconde est une
version scientifique plus détaillée sur le rayonnement ionisant.
J'en arrive maintenant aux questions spécifiques.
Premièrement, dans son rapport d'inspection, l'inspecteur nucléaire
déclare qu'il a constaté la présence d'un paratonnerre radioactif sur
un certain édifice défini. Selon le modèle de paratonnerre, il sait
présumer la radionucléide utilisée. Mais ce n'est qu'au moment de
l'enlèvement par une firme spécialisée que l'on peut constater avec
certitude l'isotope utilisé et contrôler l'état dans lequel se trouve
réellement le paratonnerre.
Le rapport de l'Agence ne signale pas l'absence de rivets ou de
source radioactive. Au moment de l'enlèvement, on peut constater
avec certitude si une matière radioactive a été utilisée lors de la
fabrication du paratonnerre ou s'il y a des parties manquantes. Il faut
noter qu'il est même possible que les éléments radioactifs n'aient
jamais été présents.
Deuxièmement, les rivets ne sont pas des éléments radioactifs, mais
puisqu'ils ont été attachés au paratonnerre, il est possible qu'ils soient
devenus radioactifs lors de leur exposition, pendant des décennies,
aux pluies, aux vents et à d'autres conditions météorologiques. La
corrosion a éventuellement pu contaminer ces rivets.
Troisièmement, l'Agence a donné des instructions aux entreprises
d'enlèvement spécialisées. Au moment de l'enlèvement du
paratonnerre, l'entreprise a comme mission de contrôler si le
paratonnerre est encore en bon état. Si des pièces sont manquantes,
l'entreprise devra contrôler l'entourage du paratonnerre au moyen
d'appareils de mesure relativement simples permettant de les
retrouver et de les récupérer.
J'en arrive maintenant à vos autres questions.
Si les rivets sont détachés, cela peut entraîner la libération de sources
radioactives. Les sources sont des plaques métalliques de quelques
cm². Le plus probable est que ces sources se trouvent près du
paratonnerre ou sur le toit de l'immeuble. Mais vu la masse faible de
In minder dan 1 procent van de
gevallen waarin radioactieve
bliksemafleiders worden
verwijderd, wordt vastgesteld dat
er onderdelen ontbreken of een
beperkte radioactiviteit vertonen.
Een informatiefiche dienaan-
gaande is beschikbaar op de
website van het FANC.
Wanneer wordt vastgesteld dat het
om een radioactieve
bliksemafleider gaat, wordt in het
inspectieverslag van het FANC
inderdaad niet vermeld of er
bouten of stralingsbronnen
ontbreken. Slechts na de
verwijdering kan met zekerheid
worden vastgesteld of er eventueel
bepaalde onderdelen ontbreken en
welke isotoop werd gebruikt.
De bouten zijn geen radioactieve
onderdelen, maar ze kunnen door
corrosie en blootstelling aan de
elementen besmet geraken. Bij de
verwijdering van de radioactieve
bliksemafleider speurt de erkende
onderneming de omgeving naar
eventueel ontbrekende stukken af
om ze vervolgens te bergen.
Als door het loskomen van de
bouten radioactieve bronnen
vrijkomen, worden ze door het
gespecialiseerd bedrijf in de
omgeving van de bliksemafleider
en daar waar ze eventueel door
regenwater naartoe zijn gespoeld,
opgespoord. Ik wil erop wijzen dat
de bronnen er heel gewoon uitzien
en dat het erg twijfelachtig is dat
voorbijgangers ze zouden
opmerken. Voorts kan het bedrijf
dat de bliksemafleiders verwijdert,
het FANC verwittigen zodat het de
zaak dan nader kan onderzoeken.
Het FANC kan bij de verwijdering
van bliksemafleiders inspecties
uitvoeren en steekproefsgewijs
nagaan of de gespecialiseerde
bedrijven zich al dan niet goed van
hun taak kwijten.
Het FANC beschikt over een
databank met gegevens
betreffende de huidige of de
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
ces sources, elles peuvent aussi avoir été emmenées par l'eau, se
retrouver dans l'égout ou sur le sol.
Il est fort douteux que ces sources attirent l'attention des passants, vu
leur apparence ordinaire.
Dans le cas où des particules radioactives du paratonnerre sont
manquantes, les firmes spécialisées recherchent ces particules dans
l'entourage du paratonnerre et sur leur possible cheminement, ce au
moyen de mesures relativement simples. Elles peuvent également
avertir l'Agence qui, comme dans le cas de contaminations plus
complexes, délègue un inspecteur sur place qui procède alors à des
investigations plus sophistiquées.
L'Agence demande d'avance aux entreprises d'enlèvement, le
planning des enlèvements qu'ils vont effectuer.
Cela permet de procéder à des inspections inopinées lors de
l'enlèvement d'un paratonnerre. Une fois que l'enlèvement a eu lieu,
l'Agence contrôle par sondage le travail réalisé par l'entreprise
spécialisée.
Les différents types de paratonnerre qu'on rencontre en Belgique sont
repris dans une fiche réalisée par l'Agence et très largement diffusée,
et destinée en particulier aux firmes enregistrées auprès de l'Agence
pour l'enlèvement. Cette fiche est également consultable sur le site de
l'Agence. L'Agence compte une banque de données qui reprend bon
nombre d'adresses, d'emplacements ou d'anciens emplacements de
paratonnerres radioactifs. Ces adresses sont communiquées par des
tiers ou collectées par les inspecteurs de l'Agence.
Tout au long de cette campagne d'enlèvement, l'Agence a sollicité le
support des autorités et d'institutions publiques ou privées en vue de
la seconder dans la recherche et l'identification de paratonnerres
radioactifs. Ainsi, l'Agence a adressé à quatre reprises un courriel à
tous les bourgmestres pour les sensibiliser et pour solliciter leur aide.
Certains bourgmestres ont répondu positivement à cet appel, d'autres
n'ont pas encore fourni la moindre réponse à ce jour.
Au départ de la campagne, quatre entreprises étaient enregistrées
pour accomplir ce genre de travail. Une de ces quatre entreprises
n'est plus en mesure de satisfaire aux obligations imposées par
l'Agence. Les trois autres sociétés reconnues pour effectuer ces
travaux sont la SA L'Aigrette, Gérard Dekoninck SA et Heleblitz
BVBA. On peut trouver les coordonnées de ces entreprises sur le site
de l'Agence.
Le coût d'enlèvement d'un paratonnerre varie en fonction de
l'emplacement, des difficultés d'accès, des éventuelles
contaminations. Les lois du marché interviennent également. Les prix
peuvent aussi varier selon le type de paratonnerre et il est déterminé
par l'organisme national responsable de la gestion des déchets
radioactifs. Voilà tous les éléments de la réponse.
vroegere locatie van radioactieve
bliksemafleiders. Die adressen
worden meegedeeld door derden
of verzameld door het
Agentschap. Gedurende de
volledige inzamelingscampagne,
heeft het FANC contact
opgenomen met de openbare
overheden en de particuliere en
openbare instellingen. Zo heeft het
Agentschap meermaals contact
opgenomen met de
burgemeesters om hun hulp in te
roepen bij het opsporen en het
identificeren van de radioactieve
bliksemafleiders.
Oorspronkelijk waren vier
bedrijven voor het verwijderen van
radioactieve bliksemafleiders
geregistreerd. Vandaag voldoen
nog slechts drie daarvan aan de
door het FANC opgelegde
vereisten: L'Aigrette, Gerard
Dekoninck en Heleblitz.
De prijs voor het wegnemen van
een bliksemafleider is afhankelijk
van de site, de eventuele
besmetting, de marktprijs, enz. De
prijs voor elk type bliksemafleider
wordt vastgesteld door de NIRAS
(Nationale Instelling voor
radioactief afval en splijtstoffen).
11.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour cette
réponse qui est effectivement très complète. Comme je l'ai déjà dit
dans ma question, je me rends compte que les informations parues
dans les journaux de ma province proviennent d'une firme qui n'est
11.03 Joseph Arens (cdH): Ik
stel vast dat de informatie die de
pers vrijgaf afkomstig is van een
bedrijf dat zijn erkenning is
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
plus reprise dans la liste des entreprises agréées pour l'enlèvement
des paratonnerres. Votre réponse était donc très importante pour
rassurer la population sur ce qui a été avancé.
kwijtgespeeld. Uw antwoord was
erg belangrijk om de bevolking
gerust te stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Président: André Frédéric.
Voorzitter: André Frédéric.
12 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
professeurs de religion islamique de Borgerhout soupçonnés de maltraitance" (n° 12235)
12 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de leraren islamitische godsdienst van Borgerhout die verdacht worden van mishandeling"
(nr. 12235)
12.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, récemment, trois membres d'une école coranique liée à la
mosquée Bilal de la Van Montfortstraat à Borgerhout ont été
soupçonnés d'avoir maltraité des enfants dans le cadre de cours de
religion islamique.
Étant donné les informations que j'ai déjà pu évoquer ici selon
lesquelles une part non négligeable des imams se trouveraient
illégalement sur notre territoire entre 10 et 15% selon l'Exécutif des
musulmans de Belgique (EMB) pourriez-vous nous informer du
statut des trois personnes concernées par les poursuites judiciaires
et, le cas échéant, des décisions de votre administration à leur égard?
Plus clairement, ces personnes sont-elles en situation irrégulière?
Je vous remercie.
12.01 Denis Ducarme (MR): Drie
leden van een koranschool die
verbonden is aan de Bilal-moskee
van Borgerhout zouden kinderen
hebben mishandeld in het kader
van de lessen islamitische
godsdienst. Kan u ons, gelet op
het feit dat tal van imams onwettig
op ons grondgebied verblijven,
meedelen wat de status is van de
drie betrokkenen die gerechtelijk
worden vervolgd en welke
maatregelen uw administratie ten
aanzien van hen heeft genomen?
12.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, je ne peux me prononcer sur les éventuelles poursuites
judiciaires qui seront engagées à l'encontre des imams dont vous me
rapportez les méfaits.
En ce qui concerne la situation au point de vue de leur séjour en
Belgique, laquelle relève de ma compétence, s'il s'avère que les
imams séjournent de façon illégale sur le territoire, il est évident que
je prendrai les mesures nécessaires pour procéder à leur
éloignement, comme c'est d'ailleurs la règle pour les étrangers en
séjour illégal.
Si, par contre, ils séjournent légalement sur le territoire, un
éloignement n'est possible que s'ils représentent un danger pour
l'ordre public ou pour la sécurité nationale en fonction de la gravité
d'une éventuelle condamnation judiciaire. J'ai demandé à mon
administration de suivre cette affaire avec la plus grande attention et
d'y réserver la suite qui s'impose.
12.02 Minister Patrick Dewael:
Ik kan mij niet uitspreken over de
gerechtelijke vervolging ten
aanzien van die imams.
Als zij onwettig op ons
grondgebied verblijven, zullen zij
overeenkomstig de wet uit het land
worden gezet. In het
tegenovergesteld geval, kunnen zij
enkel het land worden uitgezet als
zij een gevaar voor de openbare
orde of voor de nationale veiligheid
vormen. Mijn administratie zal aan
die zaak het noodzakelijke gevolg
geven.
12.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Vous n'êtes donc pas en mesure de me dire aujourd'hui si ces
professeurs de religion islamique sont en situation irrégulière.
Je reprendrai contact avec vous ultérieurement afin de faire la clarté
sur cette affaire.
12.03 Denis Ducarme (MR): U
kan mij dus vandaag niet zeggen
of die leraars islamitische
godsdienst al dan niet onwettig op
ons grondgebied verblijven. Ik zal
u daar later meer ophelderingen
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
J'ai déposé une question similaire auprès de la ministre de la Justice
et des Cultes afin d'attirer son attention sur la nécessité de donner un
coup d'accélérateur à l'organisation du culte musulman dans notre
pays. Deux personnalités du monde musulman anversois
dénonçaient d'ailleurs la situation actuelle en indiquant qu'on ne
pourrait avancer dans ce sens que lorsque la reconnaissance des
mosquées et des imams pourra permettre à l'EMB de jouer
pleinement son rôle quant à la gestion des écoles coraniques et du
personnel qui y travaille.
Je m'efforcerai de demander à la ministre des Cultes de veiller à ce
que ces personnes ne puissent, en tous les cas, pas reprendre une
part active au sein du culte musulman dans notre pays, que ce soit au
titre d'imam, de professeur ou encore d'aumônier. Il me semble que
cette communauté religieuse n'a pas à souffrir des dérives de
minorités radicales dont semblent indéniablement faire partie ces trois
personnes.
over vragen.
Ik heb een soortgelijke vraag
ingediend ter attentie van de
minister van Justitie, die bevoegd
is voor de erediensten, opdat de
organisatie van de islamitische
eredienst in ons land zou worden
bespoedigd. Twee prominenten uit
Antwerpse islamitische kringen
hebben aangegeven dat er enkel
schot in de zaak kan komen als de
Moslimexecutieve, dank zij de
erkenning van de moskeeën en de
imams, ten volle haar rol kan
spelen op het stuk van het beheer
van de koranscholen en het
personeel ervan.
Ik zal vragen dat de betrokkenen
niet opnieuw actief kunnen worden
binnen de islamitische eredienst in
ons land, omdat die godsdienstige
gemeenschap niet het slachtoffer
hoeft te worden van de uitwassen
waaraan radicale minderheden
waarvan de drie betrokkenen deel
uitmaken, zich schuldig maken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la mobilité au
13 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de mobiliteit binnen de politiediensten" (nr. 12176)
13.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, actuellement, un temps de présence de trois années dans
l'emploi est requis avant qu'un membre des services de police puisse
valablement introduire une demande d'emploi dans le cadre de la
mobilité.
Le gouvernement a récemment décidé de porter ce temps de
présence à cinq années dans le cadre des mesures prises à la suite
du drame intervenu à la gare centrale de Bruxelles. Les membres du
CALog ne sont pas concernés par cette mesure.
Or, il se fait que les membres du personnel qui ne satisfont pas à
cette condition et qui introduisent malgré tout une demande dans le
cadre de la mobilité sont convoqués dans la zone de police ou le
service de la police fédérale convoité, passent les épreuves de
sélection et parfois sont retenus comme aptes et recrutés par ceux-ci.
En dernière instance, le service de gestion des carrières et de la
mobilité analyse les dossiers de candidature et communique aux
parties intéressées que le candidat ne satisfait pas aux conditions. Il
n'est pas rare que les lauréats ne puissent obtenir leur emploi, car ils
13.01 Joseph Arens (cdH): Op
dit ogenblik moet een
personeelslid van de
politiediensten gedurende drie jaar
een betrekking hebben
uitgeoefend vóór hij een geldige
mobiliteitsaanvraag kan indienen.
De regering heeft die termijn
recentelijk op vijf jaar gebracht; de
Calog-personeelsleden vallen niet
onder die maatregel.
Personeelsleden die een aanvraag
indienen zonder aan die
voorwaarde te voldoen, nemen
echter wel deel aan de
selectieproeven en worden soms
ook geschikt verklaard in de
politiezone of de federale
politiedienst van hun voorkeur. Het
is niet uitzonderlijk dat de directie
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
ne disposent pas du temps de présence requis et ce à deux ou trois
mois près.
Outre la frustration que pareille situation engendre dans le chef des
intéressés, il est à noter que ceux-ci doivent participer aux sélections
en dehors des heures de service. Ils doivent donc prendre congé ou
prendre des jours de récupération pour y participer.
De plus, ceci contribue à augmenter la charge administrative au
niveau des zones de police, qui doivent traiter tous les dossiers qui
leur sont transmis et l'emploi reste souvent vacant en attendant le
cycle de mobilité suivant si le lauréat ne répond pas à cette condition
administrative.
Monsieur le ministre, voudriez-vous m'expliquer pourquoi ce tri n'est
pas effectué au niveau des DGP sur la base des dossiers de
candidature avant transmission aux zones de police?
van de mobiliteit en het
loopbaanbeheer (DGP/DPM) die
de dossiers van de kandidaten
onderzoekt, de geslaagden laat
weten dat ze de gewenste
betrekking niet kunnen krijgen
omdat ze hun huidige betrekking
nog niet lang genoeg uitoefenen.
Een en ander leidt tot frustratie bij
de betrokkenen, zeker ook omdat
ze vakantiedagen hebben moeten
opofferen om aan de
selectieproeven te kunnen
deelnemen. Die gang van zaken
leidt bovendien tot een bijkomende
administratieve belasting van de
politiezones, die alle
overgezonden dossiers immers
moeten behandelen.
Waarom gebeurt de schifting niet
door de DGP op basis van de
dossiers van de kandidaten, vóór
ze aan de politiezones worden
overgezonden?
13.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, les textes
statutaires confèrent un rôle central dans la transmission des dossiers
de mobilité à la Direction de la mobilité et de la gestion des carrières.
Il prévoit aussi que c'est aux seules autorités chargées de procéder à
la sélection des candidats qu'il appartient d'examiner la recevabilité
des candidatures qui leur sont adressées. La DPM doit donc
transmettre à l'autorité locale toutes les candidatures, même celles
qui s'avèrent irrecevables. Ceci n'empêche toutefois pas cette
direction d'effectuer une vérification avant d'envoyer des dossiers à
l'autorité locale. Celle-ci sera donc informée de l'irrecevabilité
éventuelle de certaines demandes lorsque le candidat ne compte pas
le temps de présence nécessaire dans son emploi actuel.
13.02 Minister Patrick Dewael:
De statutaire teksten kennen de
directie van de mobiliteit en het
loopbaanbeheer een centrale rol
toe bij de overzending van de
mobiliteitsdossiers. Ze bepalen
voorts dat uitsluitend de met de
selectie van de kandidaten belaste
overheden bevoegd zijn voor het
beoordelen van de
ontvankelijkheid van de
kandidaturen. DPM moet de lokale
overheid dus alle kandidaturen
overzenden, ook degene die
onontvankelijk blijken te zijn. Die
directie toetst die dossiers wel
voor ze aan de lokale overheid
over te zenden. Die laatste is dus
op de hoogte van de eventuele
onontvankelijkheid van bepaalde
aanvragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la formation
14 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de opleiding van de hulpagenten van politie" (nr. 12195)
14.01 Joseph Arens (cdH): Les agents auxiliaires de police se sont 14.01 Joseph Arens (cdH): De
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
vu attribuer de nouvelles compétences par la loi du premier avril 2006
publiée au Moniteur belge le 10 mai 2006 et entrée en vigueur à cette
même date.
Ils peuvent désormais prêter assistance aux fonctionnaires de police
dans l'exécution de certaines fouilles de bâtiments et de moyens de
transport; retenir jusqu'à l'intervention d'un fonctionnaire de police la
personne qui vient de commettre un crime ou un délit; retenir le
véhicule ou le moyen de transport dont la personne a fait usage;
recourir à la contrainte en cas de nécessité. Ils sont également
habilités pour constater et dresser procès-verbal d'un accident de la
circulation et des conséquences de celui-ci.
Le personnel qui a été engagé pour exercer les fonctions d'agent de
police, l'a été sur base des anciennes compétences confiées à ces
agents et n'a donc pas bénéficié de la formation spécifique. Or, il est
manifeste que les nouvelles missions dont ce personnel sera
dorénavant chargé nécessitent un minimum de formation.
Il m'est revenu qu'aucune disposition n'aurait été prise en vue
d'assurer la formation de ce personnel. Ces personnes vont se
trouver confrontées à des situations nouvelles, parfois conflictuelles,
sans disposer du minimum de formation requise pour ce type
d'intervention.
Il n'est pas rare qu'à l'occasion d'un simple constat de police, les
membres de services de police soient confrontés à des actes de
violence, voire d'agression à leur égard. Je constate également que
ces agents de police ne disposent d'aucun équipement spécifique
comme, par exemple, une matraque qui leur assurerait un minimum
de protection. En définitive, les agents de police seront moins bien
protégés que le personnel des sociétés privées de gardiennage.
Monsieur le ministre, pouvez-vous me préciser:
1. s'il est prévu d'organiser des formations destinées à rencontrer les
besoins créés par l'attribution de nouvelles compétences à ces agents
de police;
2. dans quel délai et à quelles conditions ces formations seront-elles
accessibles au personnel concerné;
3. par quelle autorité le coût de ces éventuelles formations sera-t-il
pris en charge;
4. si vous envisagez de doter les agents de police des moyens de
protection minimum qu'exigent les nouvelles missions qui leur seront
confiées?
hulpagenten van politie hebben
onlangs een aantal nieuwe taken
gekregen, waarvoor ze ook
zouden moeten opgeleid worden.
Zijn er opleidingen gepland en aan
welke voorwaarden moeten de
agenten voldoen om eraan te
kunnen deelnemen? Wie zal de
opleiding betalen? Zullen die
agenten een nieuwe
beschermingsuitrusting krijgen?
14.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, la formation
policière de base est actuellement revue en profondeur. L'une des
pistes retenue est de faire de la formation de l'agent de police, la
première partie de la formation d'inspecteur de police. Des cours
communs seront ainsi suivis tant par les aspirants agents que par les
aspirants inspecteurs. À cette occasion, on va transférer vers le tronc
commun des modules de formation qui étaient jusqu'alors seulement
dispensés aux inspecteurs. Ils sont désormais aussi utiles aux agents
vu leurs nouvelles compétences.
Cette formation de base ne vise que les nouveaux agents de police.
Pour les agents déjà en fonction, des sessions d'actualisation des
connaissances seront organisées dans le cadre de la formation
14.02 Minister Patrick Dewael:
Zowel de aspirant-agenten als de
aspirant-inspecteurs volgen
voortaan gemeenschappelijke
cursussen. De nieuwe
basisopleiding zal begin 2007
worden ingevoerd.
Voor de reeds in dienst zijnde
agenten zullen er in het kader van
de voortgezette opleiding
bijscholingscursussen worden
georganiseerd die in september
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
continuée.
Deuxièmement, la priorité est donnée à l'organisation de ces modules
de mise à niveau du personnel par les écoles de police. Une première
organisation est planifiée en septembre prochain au sein de l'école
fédérale.
Cette formation continuée devra être sollicitée, auprès de l'école
agréée, par le chef de corps qui estimera, en fonction des
compétences et des aptitudes du personnel, s'il convient de lui
enseigner l'entièreté ou une partie de la formation. La nouvelle
formation de base des agents de police devrait, quant à elle, être
mise en oeuvre au début de l'année 2007.
Troisièmement, comme il s'agira soit d'une formation de base, soit
d'une formation continuée prioritaire, les coûts seront à la charge de
l'autorité fédérale via les subsides aux écoles de police. Bien entendu,
le salaire du personnel en formation demeurera, durant celle-ci, à la
charge de son employeur.
Enfin, la loi du 1
er
avril 2006 n'apporte aucune modification en matière
d'armement des agents de police qui se limite aux moyens
incapacitants des sprays lacrymogènes, etc. La logique n'a pas
changé: l'agent de police a une compétence de police restreinte qui
doit être maintenue dans les sphères d'actions qui ne nécessitent pas
réellement d'autres moyens de contrainte.
Il faut rappeler aussi l'intention du législateur. S'ils constatent certains
faits, les agents de police ont désormais les compétences et les
moyens légaux d'intervenir. C'est d'ailleurs à l'autorité, tant
administrative que policière, de s'assurer qu'il en est bien ainsi. Elle
se doit également de prendre les mesures nécessaires à assurer leur
sécurité si nécessaire.
Pour rappel, la police comprend aussi des fonctionnaires de police
avec une compétence policière entière et plus à même, par leur
formation et leur équipement, à faire face à certaines situations.
2006 aanvangen.
De federale overheid zal de
opleidingen via subsidies aan de
politiescholen bekostigen.
De wet van 1 april 2006 wijzigt
niets aan de bewapening van de
politieagenten.
14.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse. L'extension des missions des agents auxiliaires,
ceux que j'appelle les "nouveaux agents de police", est en soi une
bonne chose. Cependant, en ce qui concerne leur protection, il me
semble qu'il faudrait revoir certains risques dans les années à venir.
14.03 Joseph Arens (cdH): Wat
de bescherming van de agenten
betreft, moet men volgens mij een
aantal risico's herzien.
14.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Arens, une période
d'évaluation a été prévue dans cette loi.
14.04 Minister Patrick Dewael:
De wet voorziet in een
evaluatieperiode.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
15 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de versterking van de metrobrigade" (nr. 12196)
15.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, vous avez
annoncé récemment votre volonté de renforcer la brigade métro par
15.01 Joseph Arens (cdH): Is het
niet beter om de
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
des membres du service de la DAR. Je constate que les services de
la DAR renforçaient déjà auparavant la brigade métro et que cette
mesure n'est donc pas une véritable nouveauté et ne constitue en rien
un renforcement réel et effectif de la brigade métro.
Par ailleurs, d'après les informations qui me sont parvenues, le
tableau organique de la brigade métro n'est pas complet. Avant de
renforcer avec de nouveaux effectifs de la DAR et priver
éventuellement d'autres services de renforts nécessaires, ne serait-il
pas plus intéressant de doter la brigade métro d'un effectif complet et
de remplir le cadre organique? Peut-être n'est-ce pas évident mais
cela me semblerait plus logique.
personeelsformatie van de
metrobrigade volledig in te vullen
zodat ze over al haar
personeelsleden kan beschikken,
voordat men ze met personeel uit
de algemene reserve (DAR)
versterkt?
15.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, le tableau
organique du poste métro de la police fédérale des chemins de fer
prévoit 2 officiers, 16 cadres moyens, 96 cadres de base et 1 employé
administratif. L'effectif réel du poste est actuellement de 2 officiers, 14
cadres moyens, 98 cadres de base et 1
employé administratif. Parmi
ces membres du personnel, 1 cadre moyen et 13 cadres de base sont
détachés de la réserve fédérale (la DAR).
Afin de remplir le cadre organique, des emplois sont ouverts à
l'occasion des cycles de mobilité au sein de la police intégrée et ceci
en fonction de moyens budgétaires disponibles. Ainsi 2 emplois de
cadre moyen et 8 emplois de cadre de base ont été publiés lors du
dernier cycle de mobilité en 2005 et 7 emplois de cadre de base ont
été publiés à l'occasion du premier cycle de mobilité en 2006.
Néanmoins, il ne faut pas perdre de vue qu'à chaque cycle de
mobilité, des policiers quittent le poste métro pour rejoindre une zone
de police locale ou un autre service de la police fédérale. Le risque
d'avoir un déficit à l'occasion de chaque cycle n'est jamais exclu.
Ainsi, c'est pour garantir le bon fonctionnement du poste métro que le
déficit en personnel est systématiquement compensé par des
détachements de membres du personnel de la DAR.
En outre, la capacité récente de la DAR et du corps d'intervention
auprès du dirco de Bruxelles est quotidiennement engagée depuis
mai 2006 entre 7.00 heures du matin et 1.00 heure du matin, pour
renforcer les patrouilles pédestres de la police des chemins de fer
dans les gares et les stations de métro bruxelloises. C'est donc ainsi
que les choses sont organisées.
15.02 Minister Patrick Dewael:
Het personeelsbestand van de
post Metro van de spoorwegpolitie
telt 2 officiers, 16 middenkaders,
96 basiskaders en een
administratief bediende. In de
huidige bezetting werken er 2
officiers, 14 middenkaders (onder
wie een gedetacheerde van de
DAR), 98 basiskaders (onder wie
13 gedetacheerden van de DAR)
en een administratief bediende.
In het kader van de mobiliteitscycli
bij de politie worden er functies
vacant teneinde de personeels-
formatie te vervolledigen, maar
zijn er ook politieagenten die de
metrobrigade verlaten. Het
personeelstekort wordt
gecompenseerd door agenten die
vanuit de Directie algemene
reserve (DAR) worden
gedetacheerd.
Bovendien staan de DAR en het
interventiekorps van de Brusselse
DirCo in voor de versterking van
de patrouilles van de
Spoorwegpolitie in de trein- en
metrostations.
15.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour sa réponse
et pour les précisions qu'il a apportées sur le tableau organique de
cette brigade du métro.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le libre
parcours des fonctionnaires de police sur le réseau de la SNCB" (n° 12197)
16 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het vrij verkeer van politieambtenaren op het NMBS-net" (nr. 12197)
16.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le 16.01 Joseph Arens (cdH):
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
ministre, j'ai hésité à vous poser cette question car elle concerne
aussi la SNCB.
Monsieur le ministre, les fonctionnaires de police bénéficient d'un libre
parcours lorsqu'ils circulent en uniforme dans les transports en
commun de la SNCB. Ce libre parcours est limité aux fonctionnaires
de police en uniforme. Or, de nombreux fonctionnaires de police sont
amenés à se déplacer en train pour se rendre à leur lieu de travail ou
pour tout autre motif. Ils ne sont pas nécessairement en uniforme à
cette occasion.
Leur présence dans les trains pourrait cependant se révéler d'une très
grande utilité pour le personnel de surveillance de la SNCB à
condition, bien sûr, qu'ils s'identifient auprès du chef de train et que le
personnel de la SNCB soit averti de leur présence et de la possibilité
qu'ils ont de faire appel à leur aide en cas de besoin.
Monsieur le ministre, ne serait-il pas utile, dans cette optique,
d'étendre l'accès au libre parcours aux fonctionnaires de police qui se
déplacent en train à la condition qu'ils signalent leur présence au chef
de train de manière à ce que l'on puisse leur demander d'intervenir en
cas de nécessité.
Politieagenten in uniform mogen
gratis met het openbaar vervoer
van de NMBS reizen. Ware het
niet nuttig die regeling uit te
breiden tot politieagenten in
burger, op voorwaarde dat ze hun
aanwezigheid aan de
treinbestuurder kenbaar maken,
zodat ze in geval van nood kunnen
worden ingeschakeld?
16.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, un protocole conclu avec la SNCB se trouve à la base de la
gratuité de transport que vous évoquez.
Aux termes du protocole, le policier bénéficie de la gratuité lorsqu'il
voyage en uniforme, ce qui l'identifie clairement en tant que policier
pouvant prêter assistance si nécessaire.
De nombreux policiers font le trajet entre leur domicile et leur lieu de
travail en train avec une intervention complète de l'employeur dans les
frais de parcours. Bien qu'ils ne fassent pas le trajet en uniforme, ils
pourraient aussi prêter pareille assistance. Pour cette raison, mes
services ont sollicité de la SNCB une extension du libre parcours
également pour ces policiers qui se déplacent en civil. C'est d'ailleurs
déjà le cas pour ceux qui circulent sur le réseau "De Lijn".
C'est plutôt à mon collègue Bruno Tuybens qu'il conviendrait
d'adresser votre question. Pour ma part, je suis convaincu de la
pertinence de pareille extension. J'ai d'ailleurs l'intention d'adresser un
courrier en ce sens à M. Tuybens. Les tragiques évènements qui se
sont récemment produits à Anvers dans un transport public sont
venus rappeler l'urgence de redynamiser la discussion.
16.02 Minister Patrick Dewael:
De kosteloosheid wordt
toegestaan op grond van een
protocol dat met de NMBS werd
afgesloten. Mijn diensten hebben
de NMBS verzocht die regeling tot
politieagenten in burger uit te
breiden. Ik ben ervan overtuigd dat
dergelijke uitbreiding gepast is. U
moet zich hiervoor echter tot de
heer Tuybens richten. Ik zal hem
trouwens zelf ook schriftelijk
contacteren.
16.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la mise à
disposition d'un logement de service à des fonctionnaires de police" (n° 12198)
17 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de terbeschikkingstelling van een dienstwoning aan politieambtenaren" (nr. 12198)
17.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, certains membres 17.01 Joseph Arens (cdH): Een
CRIV 51
COM 1026
28/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
des services de police qui ont conservé l'ancien statut bénéficient de
la mise à leur disposition d'un logement. Le nombre de bénéficiaires
de cette mesure est limité, la mise en oeuvre de cette disposition
rencontre quelques difficultés pratiques. Les logements susceptibles
d'être mis à disposition et proposés aux fonctionnaires concernés
sont malheureusement situés souvent très loin du lieu d'installation
des intéressés et de leur famille.
Pour bénéficier de la mesure qui est censée revêtir un caractère
social, les fonctionnaires concernés sont alors obligés de faire quitter
à leur famille leur lieu de vie habituel, ce qui peut entraîner pour
certains la perte de l'emploi du conjoint et par conséquent des effets
diamétralement opposés à l'objectif social de la mesure.
Monsieur le ministre, combien de fonctionnaires de police qui ont opté
pour l'ancien statut sont-ils encore concernés par cette mesure? Vos
services ont-ils été attentifs à ses effets pervers quand le logement
proposé est très éloigné de leur lieu de vie habituel? Envisagez-vous
de prendre des mesures pour corriger cet effet pervers? Si oui,
lesquelles?
aantal personeelsleden van de
politiediensten die hun vroeger
statuut hebben behouden, krijgen
een woning te hunner beschikking.
Die woningen liggen echter vaak
ver van de woonplaats van de
betrokkenen en van hun gezin. Dat
kan met name banenverlies voor
hun echtgenoten tot gevolg
hebben, wat haaks staat op de
sociale doelstelling van de
maatregel.
Op hoeveel politiemensen is die
maatregel van toepassing?
Hebben uw diensten oog voor de
kwalijke effecten van die
maatregel wanneer de ter
beschikking gestelde woning ver
ligt van hun normale woonplaats?
Overweegt u maatregelen te
treffen om een en ander bij te
sturen?
17.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, selon les dernières informations en ma possession qui datent
de début avril, 963 logements d'État sont occupés par des membres
du personnel des services de police.
Je ne puis toutefois pas vous indiquer combien de membres du
personnel bénéficient pour cette occupation d'une complète gratuité
parce qu'ils ont opté pour le maintien de leur ancien statut et combien
font l'objet d'une retenue sur salaire d'un maximum de 200 euros
parce qu'ils ont opté pour le nouveau statut.
Cet héritage du passé est diversement apprécié et interprété. Les
membres du personnel concernés et les organisations syndicales y
voient un droit imprescriptible. Certaines zones de police voient, quant
à elles, leur éventuel projet immobilier être compromis, étant donné
que dans le complexe administratif se trouve un logement dont la
propriété ne leur a pas été transmise.
De plus, l'Inspection des Finances considère que pareille occupation
est toujours précaire et qu'il peut y être mis fin à tout instant. La Régie
des Bâtiments est évidemment soucieuse du droit des habitants, mais
elle est soumise à des impératifs de gestion de vente d'immeubles
publics. Je m'en réfère à l'article prévu dans le projet de loi-
programme qui sera discuté cet après-midi en séance plénière.
Pour tenter de concilier les intérêts des uns et des autres, le projet de
loi-programme prévoit que la Régie ou toute autre autorité pourra
disposer du logement occupé, mais uniquement à la condition
d'attribuer aux membres du personnel un autre logement,
suffisamment grand en fonction de leur situation familiale, et qui soit
situé dans le même arrondissement judiciaire ou à proximité de leur
lieu de travail.
Une grande attention a donc été prêtée à la préservation de la
17.02 Minister Patrick Dewael:
Volgens de informatie waar ik over
beschik, werden er begin april 963
dienstwoningen door leden van de
politiediensten bewoond. Die
erfenis uit het verleden wordt door
de betrokkenen en de
vakbondsorganisaties als een
onaantastbaar recht beschouwd.
Verscheidene politiezones bezitten
daardoor niet alle gebouwen in
eigendom, zodat hun
vastgoedprojecten soms in het
gedrang komen.
In een poging om met de
uiteenlopende belangen rekening
te houden, bepaalt het ontwerp
van programmawet dat de Regie
der Gebouwen of enige andere
overheid over de bewoonde
woning kan beschikken, op
voorwaarde dat aan het
personeelslid een gelijkwaardige
woning in hetzelfde gerechtelijk
arrondissement wordt
toegewezen. Die verplichting om
een andere woonst ter beschikking
te stellen geldt zowel voor wie
gratis huisvesting geniet als voor
wie voor het nieuwe statuut heeft
gekozen.
28/06/2006
CRIV 51
COM 1026
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
situation sociale et familiale des membres du personnel.
Il convient enfin d'observer que cette obligation de relogement vaut
tant pour ceux qui bénéficient d'une totale gratuité c'est le maintien
de l'ancien statut que pour ceux qui subissent une retenue sur
salaire choix du nouveau statut.
17.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Certes, au niveau de la situation
géographique, on aurait peut-être dû préciser "le même
arrondissement" ou "l'arrondissement contigu", ce qui aurait parfois
résolu pas mal de problèmes.
17.03 Joseph Arens (cdH): Wat
de geografische nabijheid betreft,
zou men niet kunnen preciseren
dat het om een aangrenzend
gerechtelijk arrondissement kan
gaan?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 12.05 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.05 uur.