CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1014
CRIV 51 COM 1014
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
mercredi
woensdag
21-06-2006
21-06-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "le rôle de la Défense en Flandre
orientale" (n° 12092)
1
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "de rol van Defensie
in Oost-Vlaanderen" (nr. 12092)
1
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Walter Muls au ministre de la
Défense sur "l'Air Traffic Control Center à Gavere"
(n° 12055)
2
Vraag van de heer Walter Muls aan de minister
van Landsverdediging over "het Air Traffic Control
Center in Gavere" (nr. 12055)
2
Orateurs: Walter Muls, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Walter Muls, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "les tentes militaires mises à la
disposition des mouvements de jeunesse en
Belgique" (n° 12109)
4
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "het uitlenen van
militaire tenten aan jeugdbewegingen in
België" (nr. 12109)
4
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. David Geerts au ministre de la
Défense sur "les projets en matière de formation
des membres du personnel de la
Défense" (n° 12133)
5
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Landsverdediging over "de vormingsprojecten
van personeelsleden bij Defensie" (nr. 12133)
5
Orateurs: David Geerts, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: David Geerts, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
21
JUIN
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
21
JUNI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.03 heures par M. Philippe Monfils, président.
De vergadering wordt geopend om 10.03 uur door de heer Philippe Monfils, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "de rol van Defensie
in Oost-Vlaanderen" (nr. 12092)
01 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "le rôle de la Défense en Flandre
01.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op woensdag 14 juni vond onder leiding van de
provinciegouverneur André Denys een informeel overleg plaats met
betrekking tot de militaire installaties in Oost-Vlaanderen. Op het
overleg waren alle volksvertegenwoordigers van de commissie voor
de Landsverdediging, de Oost-Vlaamse federale en Vlaamse
ministers, de federale Vlaamse parlementsleden, de leden van de
Bestendige Deputaties en de burgemeesters van de drie
garnizoensteden uitgenodigd, evenals de kabinetten van
Landsverdediging en van de eerste minister.
Het doel van de vergadering was een algemene visie te ontwikkelen
en een concreet voorstel te formuleren om in het strategisch plan en
in het stuurplan Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen opnieuw op de
kaart te zetten. Oost-Vlaanderen telt immers maar 1.015 militairen en
burgerpersoneel van Defensie, wat nog altijd het laagste aantal van
alle Belgische provincies is.
Op de vergadering werd alvast besloten dat in het kader van
werkgelegenheid, regionale spreiding - wat toch belangrijk is voor het
gemengd loopbaanconcept - en strategische ligging van de drie
garnizoensteden van de Oost-Vlaamse kazernes, Gent-Destelbergen,
Gavere-Semmerzake en Sint-Niklaas, het provinciebestuur Oost-
Vlaanderen en de garnizoengemeenten de nodige acties zullen
ondernemen, opdat die kazernes en de tewerkstelling van die
1.015 militairen zouden worden behouden en verzekerd.
Vooral in het kader van de TSS- en CSS-studies zouden de kazernes
een belangrijke logistieke en ondersteunende functie kunnen
vervullen. Dat heb ik reeds meermaals in de verschillende
commissievergaderingen bepleit.
Mijnheer de minister, naar aanleiding van het informeel overleg heb ik
01.01 Ingrid Meeus (VLD): Une
concertation informelle sous la
direction du gouverneur de la
province, M. André Denys, a eu
lieu le 14 juin 2006 dans les
installations militaires en Flandre
orientale. Les membres de notre
commission, les ministres et
parlementaires de Flandre
orientale, les membres de la
députation permanente et
quelques bourgmestres y étaient
invités.
La Flandre orientale compte
seulement 1 015 personnes qui
travaillent pour la Défense, c'est-à-
dire moins que dans toutes les
autres provinces belges. Il a été
décidé lors de la réunion que
l'administration de la province et
les communes de garnison
prendront les initiatives
nécessaires dans le cadre de la
répartition régionale de l'emploi
afin que l'emploi dans les
casernes de Flandre orientale
reste garanti. Celles-ci pourraient
remplir une fonction logistique et
d'appui importante dans le cadre
des études CSS (Combat Service
Support) et TSS
(Territorial
Service Support).
21/06/2006
CRIV 51
COM 1014
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de volgende vragen. Werden de krijtlijnen van de CSS- en TSS-
studies reeds uitgetekend? Wat zijn de conclusies met betrekking tot
de kazernes van Oost-Vlaanderen, Leopoldskazerne, Westakker-
Destelbergen en Gavere-Semmerzake?
Wat is uw visie inzake de militaire aanwezigheid in Oost-Vlaanderen?
Hoe zult u het behoud van de kazernes en de werkgelegenheid in
Oost-Vlaanderen realiseren?
Les grandes lignes de ces études
ont-elles déjà été définies?
Quelles sont les conclusions
relatives aux casernes de Flandre
orientale? Quel est le point de vue
du ministre en ce qui concerne la
présence militaire en Flandre
orientale? Comment compte-t-il
garantir l'emploi en Flandre
orientale?
01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de doelstelling
van zowel de studie CSS - Combat Service Support -, als van de
studie TSS - Territorial Service Support - is om de structuur van de
ondersteunende functie van Landsverdediging aan te passen aan de
lopende transformatie van Landsverdediging, conform de in het
Stuurplan gestelde objectieven. De studie CSS slaat enkel op de
logistieke steun aan in operaties ingezette eenheden en beoogt een
flexibele logistieke inzet. De studie TSS beoogt een rationeler gebruik
van de beschikbare middelen op het nationaal grondgebied, regionaal
niveau, los van enige operationele ontplooiing. Beide studies zijn nog
niet afgerond en de resultaten zijn nog niet bekend. Mogelijk effecten
van de studies op de diverse eenheden en kwartieren kunnen nog niet
ingeschat worden.
In afwachting van de resultaten van de lopende studies, blijft de visie
coherent met het Stuurplan. Ik heb niet de intentie een polemiek aan
te gaan als reactie op een vergadering die door een gouverneur van
een provincie op 14 juni 2006 werd georganiseerd. De wijze waarop,
met welke middelen en hoeveel militairen worden ontplooid in de
Belgische provincies, is nog steeds een bevoegdheid van het federaal
niveau, de federale regering en de minister van Landsverdediging. Er
wordt van nabij over gewaakt dat de relaties tussen het departement
van Landsverdediging en de provinciale overheden optimaal en
efficiënt verlopen.
01.02 André Flahaut, ministre:
L'objectif des études CSS et TSS
consiste à adapter la structure de
la fonction de soutien du
département de la Défense aux
réformes actuelles. L'étude CSS a
pour but d'attribuer un appui
logistique flexible aux unités qui
participent aux opérations
militaires. L'étude TSS vise une
utilisation plus rationnelle des
moyens aux niveaux national et
régional. Les résultats des deux
études ne sont pas encore
connus.
En attendant ces résultats, nous
poursuivons l'exécution des
dispositions du Plan directeur. Je
ne souhaite pas soulever de
polémique à propos de la réunion
convoquée par le gouverneur de la
province de Flandre orientale. La
mobilisation de moyens et de
militaires dans les diverses
provinces ressortit toutefois à la
compétence du pouvoir fédéral.
On veille à ce que les relations
entre le département de la
Défense et les autorités
provinciales se déroulent de façon
optimale.
01.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, aangezien de
studies nog niet afgerond zijn en er dus nog geen algemene visie is
omtrent deze kazernes, pleit ik voor het behoud ervan en eventueel
ook voor het behoud van de tewerkstelling die er momenteel is, zoals
trouwens voor een stuk bepaald in het strategisch plan en het
Stuurplan.
01.03 Ingrid Meeus (VLD): Je
plaide en faveur du maintien des
casernes en Flandre orientale et
de l'emploi actuel tel que prévu
dans le plan stratégique et dans le
Plan directeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Walter Muls aan de minister van Landsverdediging over "het Air Traffic Control
Center in Gavere" (nr. 12055)
02 Question de M. Walter Muls au ministre de la Défense sur "l'Air Traffic Control Center à Gavere"
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, net zoals
mevrouw Meeus was ik ook aanwezig op de vergadering met
gouverneur Denys van Oost-Vlaanderen, die de leden van onze
commissie ook had uitgenodigd. Hij drukte zijn bezorgdheid uit over
het lage aantal militairen in de provincie. De cijfers zijn bekend: 866
militairen en 198 mensen die als burgerpersoneel werken.
Er is vooral onduidelijkheid gerezen over het Air Traffic Control Center
in Gavere. De kolonel die toelichting gaf, was zeer duidelijk over
Westakker. Over Gavere was men iets minder duidelijk. Het ATCC in
Gavere verzekert reeds sedert 1963 de luchtverkeersleiding van het
militair vluchtverkeer en de coördinatie tussen militairen en de
burgerluchtvaart. Het centrum, dat tevens de belangrijkste werkgever
van de gemeente is, zou volgens bepaalde geruchten worden
verplaatst naar Glon in Henegouwen. Ik heb ook al vernomen dat er
een samensmelting met Belgocontrol zou komen.
Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat het ATCC zal verhuizen?
Zo ja, om welke redenen? Wat zal er gebeuren met de 340 militairen?
Ofwel gaan zij naar Glon ofwel naar Belgocontrol in de buurt van
Zaventem.
02.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Le
gouverneur de Flandre orientale,
M. Denys, a récemment exprimé
sa préoccupation face au faible
nombre de militaires que compte
sa province, soit à peine 866 et
198 membres du personnel civils.
En outre, l'Air Traffic Control
Center de Gavere serait transféré
à Glons dans le Hainaut ou
fusionné avec Belgocontrol dans le
voisinage de Zaventem. Le
ministre peut-il confirmer ces
rumeurs? Pourquoi ce
déménagement? Qu'adviendra-t-il
des 340 militaires concernés?
02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, er bestaan
geen concrete plannen of studies om het Air Traffic Control Center
van Gavere op korte of middellange termijn naar Glon te verhuizen.
Dat is duidelijk.
02.02 André Flahaut, ministre: Il
n'existe pas de projets concrets de
transfert à court ou à moyen terme
de l'Air Traffic Control Center de
Gavere à Glons.
En ce qui concerne une fusion avec Belgocontrol, une décision du
gouvernement nous charge d'étudier comment développer au
maximum les synergies avec Belgocontrol et même avec Eurocontrol
demain. Mais cela s'inscrit, me semble-t-il, dans un objectif à long
terme.
Je n'organise pas de réunion séparée et vous devez savoir que la
commune de Gavere a souhaité que les militaires n'utilisent plus les
antennes en raison des nuisances qu'elles engendraient auprès du
voisinage. Ils étaient d'accord pour qu'on assure le contrôle aérien
mais ne voulaient plus des antennes. Il est vrai qu'à cette époque, j'ai
dit aux autorités locales qu'on allait déménager si cette situation ne
leur plaisait plus. Tout comme j'ai dit aux autorités locales de
Bütgenbach qu'on pouvait déménager si elles ne supportaient plus
que des tirs soient effectués dans le champ de tir militaire. On ne peut
pas avoir le beurre, l'argent du beurre et, selon le choix, le sourire de
la crémière ou autre chose!
In het vooruitzicht van de fusie,
heeft de regering er ons mee
belast samenwerkingsverbanden
met Belgocontrol, en op lange
termijn zelfs met Eurocontrol, op te
zetten. Ik organiseer geen
afzonderlijke vergaderingen.
Gavere was het ermee eens dat
wij voor de luchtverkeersleiding
zouden instaan, maar wel omwille
van de hinder, en niet voor de
antennes! Je kan nu eenmaal niet
alles hebben.
Het is de waarheid.
Les communes veulent maintenir leur caserne, l'emploi, mais ne
veulent pas d'antenne, de nuisance, de bruit, ni d'essais, etc. C'est
impossible! Il en va de même pour ceux qui veulent avoir des avions
de chasse mais qui refusent les entraînements. Il faut faire un choix!
C'est la raison pour laquelle, à un moment donné, j'ai fait savoir aux
autorités locales qu'il n'y avait pas de projet de déménagement mais
que, si elles nous créaient des difficultés, nous prendrions la décision
de partir. C'est peut-être de là que vient la rumeur.
Ik heb de lokale overheden laten
weten dat er geen verhuis gepland
was maar dat we zouden
vertrekken indien zij het ons
moeilijk maken. Vandaar
misschien het gerucht...
21/06/2006
CRIV 51
COM 1014
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord en voor uw uitleg over de boter en het geld van de boter.
Ik zou oppassen met boter, want het schijnt dat het niet goed is voor
de cholesterol, maar dat is een ander debat, voor een andere
commissie.
In ieder geval, ik onthoud uit uw antwoord dat, indien de gemeente
Gavere geen problemen maakt over de antennes, er op korte termijn
geen plannen zijn te verhuizen, maar dat een eventuele synergie met
Belgocontrol wordt onderzocht.
02.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Si
la commune de Gavere ne crée
pas de difficultés en ce qui
concerne les antennes, il n'y aura
pas de projets de déménagement
à court terme, mais une possible
synergie avec Belgocontrol est
encore à l'examen.
02.04 André Flahaut, ministre: Belgocontrol peut établir une
meilleure coopération au niveau des instruments, des techniques
mais sans nécessairement qu'il soit question de délocalisation.
Belgocontrol doit être conscient qu'il n'est pas possible d'avoir à la fois
le beurre et l'argent du beurre! Evidemment, ils voudraient assurer
leur mainmise car les militaires sont moins bien payés que d'autres
contrôleurs aériens.
02.04 Minister André Flahaut:
Belgocontrol kan een betere
samenwerking tot stand brengen
zonder dat er noodzakelijkerwijze
sprake is van een overbrenging
van de activiteiten naar een
andere locatie. Zij willen de
touwtjes in handen houden want
de militairen worden minder goed
betaald.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "het uitlenen van
militaire tenten aan jeugdbewegingen in België" (nr. 12109)
03 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "les tentes militaires mises à la
disposition des mouvements de jeunesse en Belgique" (n° 12109)
03.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, onlangs liet uw
kabinet weten dat Defensie deze zomer de jeugdverenigingen die
geen tenten meer hebben, militaire tenten ter beschikking zou stellen.
Daarmee speelt u natuurlijk in op een nijpend tekort aan tenten bij de
Belgische jeugdverenigingen, zowel in de Franse als de Vlaamse
Gemeenschap. Verschillende jongerenkampen dreigden immers net
zoals vorig jaar in het water te vallen door een tekort aan tenten.
Vandaar mijn vragen. Hoeveel tenten kan Defensie ter beschikking
stellen?
Waar en op welke wijze moeten deze tenten aangevraagd worden? Is
dat bij het provinciecommando of bij de eenheid zelf?
Wat is de kostprijs voor het gebruik van de tenten? Wordt er een
waarborg gevraagd?
Worden de jeugdverenigingen zelf op de hoogte gebracht van de
nieuwe mogelijkheid?
Werden er in het verleden ook reeds tenten uitgeleend aan
verenigingen? Zo ja, was dat een positieve of negatieve ervaring?
Hoeveel tenten werden er dan vorig jaar uitgeleend aan de
jeugdverenigingen?
03.01 Ingrid Meeus (VLD): La
Défense a annoncé récemment
qu'elle avait l'intention de mettre
des tentes militaires à la
disposition des mouvements de
jeunesse qui manquent de tentes
pour leurs camps d'été. De
combien de tentes s'agit-il? Où et
comment doit-on en faire la
demande? Quel est le prix facturé
pour leur utilisation? A-t-on averti
les mouvements de jeunesse de
cette possibilité qui leur est
offerte? La Défense a-t-elle déjà
réalisé une telle opération dans le
passé? Combien de tentes a-t-on
prêtées à cette occasion? Ces
expériences étaient-elles
positives?
03.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, talrijke
jeugdverenigingen hebben recent hun vrees uitgedrukt dat zij niet in
03.02 André Flahaut, ministre:
Pour la période d'été, la Défense
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
staat zullen zijn om dit jaar een zomerkamp te organiseren. Het
probleem is een gebrek aan tenten, hoofdzakelijk in de Franse
Gemeenschap.
Gealarmeerd door voornoemde situatie, heeft de bevoegde minister
van de Franse Gemeenschap, mevrouw Fadila Laanan, mij voor de
komende zomer om logistieke steun gevraagd.
Defensie kan tijdens de zomerperiode voldoende tenten ter
beschikking stellen om aan de tot nu toe gekende aanvragen te
voldoen. Ik heb beslist om op basis van een conventie militaire tenten
ter beschikking te stellen van jeugdbewegingen die niet aan het
noodzakelijke materiaal geraken bij de daartoe voorziene organismen.
Elke terbeschikkingstelling van tenten dient het voorwerp van een
schriftelijke, aan mij gerichte aanvraag uit te maken. De aanvraag
dient te zijn vergezeld van een kopie van de brief afkomstig van het
bevoegde, regionale organisme, waarin staat dat het niet in staat is de
tenten ter beschikking te stellen.
Voor de uitlening zullen geen kosten worden aangerekend. Wel dient
bij aanvang van de uitlening een verbintenisverklaring te worden
ondertekend, waarin de verplichting tot het sluiten van een
verzekering die de eventuele schade aan de tenten dekt, wordt
hernomen. Het afhalen en terugbrengen van het materiaal is ten laste
van de aanvrager.
De uitlening van militaire tenten aan jeugdbewegingen is zowel van
toepassing in het noorden als in het zuiden van het land.
Voorgaande informatie werd reeds hernomen door verschillende
media en staat eveneens op onze website. De dienstverlening in
kwestie is trouwens gekend bij de jeugdverenigingen. Getuige
daarvan is het aantal uitleendossiers dat in 2005 werd behandeld.
In 2005 werden 150 uitleendossiers, goed voor de uitlening van 450
tenten, met positief gevolg door Defensie behandeld.
dispose pour l'instant de
suffisamment de tentes pour
satisfaire à toutes les demandes.
Le prêt des tentes s'effectue sur la
base d'une convention et les
demandes doivent être introduites
par écrit auprès de la Défense.
Une lettre dans laquelle
l'organisation régionale déclare ne
pas pouvoir fournir les tentes doit
accompagner la demande.
Le prêt des tentes est gratuit mais
le mouvement de jeunesse signe
préalablement une déclaration par
laquelle il s'engage à contracter
une assurance pour couvrir des
dégâts éventuels. Par ailleurs, le
matériel doit être enlevé et restitué
par les demandeurs.
Ce règlement s'applique à tous les
mouvements de jeunesse belges.
L'information, qui a déjà été
diffusée par différents médias, se
trouve aussi sur notre site internet.
Les mouvements de jeunesse en
sont d'ailleurs bien au fait, puisque
150 dossiers de prêt ont déjà été
acceptés en 2005.
03.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Ook ditmaal is Defensie de redder in nood voor onze
jeugdverenigingen. Dat is een positieve zaak en helpt mee aan de
positieve public relations en het positieve imago van Defensie.
03.03 Ingrid Meeus (VLD):
Pareilles actions contribuent à
doter, à juste titre, la Défense
d'une image positive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le développement des questions et interpellations est suspendu de 10.18 heures à 10.42 heures.
De behandeling van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 10.18 uur tot 10.42 uur.
04 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de vormingsprojecten
van personeelsleden bij Defensie" (nr. 12133)
04 Question de M. David Geerts au ministre de la Défense sur "les projets en matière de formation des
04.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag over de vormingsprojecten voor
04.01 David Geerts (sp.a-spirit):
Une bonne formation est
21/06/2006
CRIV 51
COM 1014
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
personeelsleden bij Defensie. In ons Huis hebben wij reeds meerdere
debatten gevoerd over de noodzaak van een goede vorming, om
mensen te motiveren, te houden en zelfs te laten doorstromen naar
de externe arbeidsmarkt.
Mijnheer de minister, tijdens een aantal sessies gaf u te kennen dat er
een transformatie van de vorming zou komen. Daarom wil ik u een
aantal vragen stellen om de stand van zaken op te maken.
Ten eerste, wat waren de fundamentele beweegredenen om de
vorming te veranderen?
Ten tweede, volgens welke krachtlijnen wenst u de vorming bij
Defensie in de toekomst te organiseren?
Ten derde, op welke wijze zijn alle belanghebbenden, dus militairen
en burgers, betrokken geweest bij de oefening om de vorming te
hervormen?
Ten vierde, in welke mate wordt ook gebruikgemaakt van het
reguliere onderwijs of het burgeronderwijs, want er is mogelijk ook
een synergie met het burgeronderwijs? Of worden alle
vormingsprojecten intern opgesteld?
Ten vijfde, een hertekening van de vormingsstructuren kan mogelijk
verschuivingen in het departement van bepaalde
vormingsorganismen en desgevallend ook van het personeel
teweegbrengen. Zijn er eventuele sluitingen, overplaatsingen van
scholen en vormingscentra enzovoort gepland? Zo ja, welke sociale
maatregelen worden dan genomen voor het betrokken personeel?
primordiale pour la motivation des
membres du personnel du
département de la Défense, tant
pour les maintenir au sein du
département que pour leur
permettre d'intégrer le marché du
travail externe. Le ministre a
annoncé une réforme des
formations. Quelle est sa
motivation à cet égard et comment
la formation sera-t-elle dispensée
à l'avenir? Les intéressés ont-ils
été consultés à ce sujet? Les
projets de formation sont-ils
exclusivement organisés au
niveau interne ou existe-t-il une
collaboration avec l'enseignement
civil? Cette réforma aura-t-elle des
conséquences pour plusieurs
écoles et centres de formation?
Des mesures d'accompagnement
social pour le personnel sont-elles
prévues en cas de fermetures ou
de transferts?
04.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, monsieur
Geerts, suite au plan directeur de 2003 et dans le souci d'une plus
grande continuité et de cohérence, les institutions de formation ont
été regroupées sous une seule autorité: la Direction générale de la
Formation.
Aujourd'hui, suite à ce regroupement, il importe d'aborder une
nouvelle étape dans la poursuite de la réorganisation de la fonction
"formation" pour répondre de manière optimale aux besoins en
formation de notre défense tout en utilisant au mieux les moyens
disponibles.
Cette évolution doit permettre de progresser tant au niveau de la
motivation du personnel que de la qualité et de la cohérence des
différentes formations.
Les principes de base de cette transformation de la formation à la
Défense sont les suivants.
1. Une utilisation et une rentabilisation optimale des moyens. Il y a
dans le secteur de la formation beaucoup trop de pertes de moyens et
d'énergie, de duplications même si ce n'est pas le seul secteur où ce
genre de problèmes se présentent.
2. Une formation jointe au maximum pour favoriser l'acquisition d'une
culture commune par une meilleure compréhension mutuelle, donc le
développement d'un socle de base lors de la formation de tous les
04.02 Minister André Flahaut:
Nadat de opleidingsinstituten
onder de algemene directie
Vorming werden samengebracht,
moet nu de hervorming van de
eigenlijke opleiding worden
aangepakt. Daarbij zal worden
uitgegaan van een optimale
aanwending van de middelen en
van het beginsel van een
gezamenlijke opleiding. Het is de
bedoeling dat alle militairen een
gemeenschappelijke cultuur
verwerven, onder meer wat
sommigen misschien een glimlach
zal ontlokken
wat het
fundamentele begrip `burgerschap'
betreft.
We zullen ook de dode momenten
proberen te vermijden. Een aantal
opleidingen zou immers korter
kunnen mits een beter
tijdsgebruik. We moeten af van de
hokjesmentaliteit en de
opleidingen moeten worden
opengesteld voor het
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
militaires. Qu'il s'agisse de candidats officiers, sous-officiers, de civils
ou de volontaires, des concepts de base doivent être donnés,
notamment je sais que cela peut faire sourire, mais il est pourtant
fondamental le concept qui touche à la notion de citoyenneté.
Par ailleurs, on recherchera à donner une plus grande cohérence aux
formations afin d'éviter au maximum les temps morts. Aujourd'hui,
certaines formations sont très longues mais ce serait mentir que
d'affirmer que tout le temps passé au sein de la formation est bien
utilisé. On envoie des gens à des endroits pour une formation de
quinze jours ou trois semaines alors qu'en réalité, on pourrait très bien
donner cette formation en une semaine.
Lorsqu'on parle de décloisonnement, il faut également préciser que
les formations doivent être non seulement adaptées mais aussi
ouvertes à tout le personnel de la Défense, tant civil que militaire.
Vous n'imaginez pas le nombre de fois que je dois renvoyer des
textes qui arrivent chez moi parce qu'on parle encore du personnel
militaire alors que je souhaite qu'on parle du personnel de la Défense,
incluant les civils et les militaires.
Dans ce même esprit, il faut également veiller à obtenir une
reconnaissance des formations et des diplômes militaires à l'extérieur
du département, que ce soit par les autres universités nationales ou
européennes (pour l'École royale militaire) mais aussi par des
organismes de formation ou par des secteurs qui veulent prodiguer
de l'emploi. Cette reconnaissance permettra une reconversion au
moment où on quitte la Défense.
Il faut également assurer une ouverture des formations à l'étranger.
Pour rappel, nous avons décidé de mettre en commun la formation de
nos pilotes d'avions. Cette formation se déroule en France. Il est déjà
prévu de faire de même pour les pilotes d'hélicoptères. Demain, c'est
peut-être la formation de démineur qui pourrait se faire en Lettonie
pourquoi pas? ou encore la formation des plongeurs. Il faut donc un
maximum d'intégration des formations au niveau européen, aussi bien
pour les recevoir que pour les donner.
Ensuite, un accent particulier doit être mis en avant sur la sélection, la
formation et la valorisation des personnels qui sont des formateurs.
La formation des formateurs est indispensable et trop souvent, ce
travail d'instructeur est perçu, par ces instructeurs, comme étant une
punition, parce qu'on ne valorise pas leur travail. En outre, ils doivent
très souvent se délocaliser pendant de longues périodes, alors qu'on
pourrait finalement imaginer des formations plus courtes, qui
permettraient à quelqu'un habitant à Bourg-Léopold de ne pas devoir
aller s'installer pendant trois ans à Arlon, par exemple. Il est possible
d'organiser les choses différemment. Il est possible de mieux les
équiper, de mieux les rémunérer, de valoriser en quelque sorte l'effort
qu'ils font pour devenir des formateurs.
La formation de base, dans tous ses aspects, se donne dans les
écoles dont le projet pédagogique correspond aux besoins. Toutes les
écoles feront donc partie de la Direction générale de la Formation, ce
qui n'était pas le cas partout. Jusqu'à présent, il y avait un certain
nombre d'écoles qui dépendaient de tel commandant de composante
ou de tel autre. Cela donnait une impression de patchwork, de
mosaïque. Dorénavant, tout ce qui concerne la formation ressortira de
burgerpersoneel van Defensie.
Daarnaast moeten we ervoor
zorgen dat de opleidingen op alle
niveaus ook buiten Defensie
worden erkend, met het oog op de
beroepsomschakeling wanneer
men Defensie verlaat. Voorts
zullen de opleidingen in het
buitenland toegankelijk moeten
worden voor onze piloten. Zo werd
de opleiding van de Belgische
piloten al in Frankrijk
geconcentreerd. Die regeling moet
ook voor andere sectoren worden
overwogen.
Bijzondere aandacht moet worden
besteed aan de selectie, de
opleiding en de valorisatie ervan.
Het werk als instructeur wordt al te
vaak als een straf beschouwd en
geeft aanleiding tot te langdurige
delocalisaties die met een betere
organisatie kunnen worden
voorkomen.
Alles wat de basisopleiding betreft
zal voortaan ressorteren onder de
Algemene Directie Vorming. Voor
de gespecialiseerde professionele
vorming bestaan er twee
studierichtingen: de ene legt de
klemtoon op het operationele en
de andere op de ondersteuning
van de operaties. De basis voor
die twee richtingen kan
gemeenschappelijk zijn, behalve
voor sommige specialiteiten.
De op de operaties gerichte
vorming waarvoor materieel nodig
is dat enkel beschikbaar is in de
operationele eenheden, wordt aan
de componenten toevertrouwd.
Dat lijkt elementair maar er was ter
wille van de samenhang een debat
nodig om uit te maken wat de
componenten voor hun rekening
zouden nemen en wat
gemeenschappelijk kon worden
gedaan, namelijk de
ondersteuning van de operaties en
de basisopleidingen.
Alle opleiders krijgen een opleiding
en worden vergoed als
professionele opleiders. Er moet
een algemene visie zijn die een
21/06/2006
CRIV 51
COM 1014
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
la Direction générale de la Formation.
Il faut distinguer la formation de base de la formation professionnelle
spécialisée. Deux filières sont dégagées pour cette dernière: l'une est
orientée vers les opérations. Le militaire y apprend à travailler en
opérations, il apprend à manier tel et tel type d'armement; ce qu'il doit
pouvoir faire le plus sérieusement possible. L'autre filière est celle de
l'appui aux opérations. Elle englobe tout ce qui concerne la logistique.
Les bases de ces deux filières peuvent être communes, sauf pour
certaines spécialités.
La formation au métier de l'appui a effectivement ce caractère
éminemment commun et relève aussi de la responsabilité de la
Direction générale de la Formation.
Comme je viens de le dire, la formation orientée vers les opérations
nécessite souvent la mise à disposition de matériel uniquement
présent dans les unités opérationnelles. Cette formation est donc
confiée aux composantes. Par exemple, s'il s'agit d'une formation de
pilote, il est clair que cette formation doit avoir lieu là où il y a des
avions et si c'est dans le but de devenir marin, il faut des bateaux. Si
c'est pour travailler sur des Pandour, il vaut mieux que la formation
soit assurée de manière cohérente sous la direction de la
composante Terre qui possède des véhicules de ce type. Cela paraît
élémentaire mais croyez-moi, cela a fait l'objet d'un débat lorsqu'on a
réorganisé la formation. Il a fallu distinguer ce qui serait pris en
charge spécifiquement par les composantes dans un souci de
cohérence et ce qui pouvait être mis en commun, à savoir l'appui et
les formations de base.
Tous les formateurs qui exercent dans les différents organismes de
formation, qu'ils soient attachés à la Direction générale pour la
formation de base et l'appui ou aux composantes pour la formation
aux opérations, sont formés et valorisés en tant que professionnels
de la formation. Les formateurs ne sont plus formés à droite ou à
gauche par tel ou tel groupe, ce pour garantir une certaine
interchangeabilité. Sans cela, ils seraient juste bons à former telle
unité à l'utilisation de tel type de fusil. Il faut tenter d'avoir une vue
globale. De plus, permettre aux personnes d'être polyvalentes les
valorise. Ils sont ainsi des acteurs importants de la Défense.
Dans ce contexte, nous avons créé un seul état-major pour la
Direction générale de la Formation.
Qu'est-il prévu? D'abord, pour la formation de base pour les officiers:
regroupement sur le site dit "Renaissance" de l'École royale militaire,
de l'Institut royal supérieur de Défense (ISRD), ainsi que du Centre de
développement des ressources humaines. Ce regroupement sera fait
avant la rentrée académique prochaine. La formation de base des
officiers et la formation continuée sera donc assurée par l'École
royale militaire.
L'Institut royal supérieur de Défense reçoit une nouvelle orientation en
tant que centre de réflexion de la Défense en matière de sécurité et
de défense. Il faut faire sortir cet institut de son 'ronron'; je veux dire
que de temps en temps, il reçoit une personnalité, puis une autre.
Parfois, il s'agit d'un vieux général qui part à la retraite. Or, je souhaite
que l'Institut royal supérieur de Défense soit véritablement ouvert aux
bepaalde uitwisselbaarheid
mogelijk maakt. We hebben één
staf opgericht voor de Algemene
Directie van de Vorming.
Voor de basisopleiding officieren
zouden, vóór het begin van het
academiejaar, de Koninklijke
Militaire School, het Koninklijk
Hoger Instituut voor Defensie en
het Centre for Human Resources
Development op de campus
Renaissance worden
samengebracht.
Het Koninklijk Hoger Instituut voor
Defensie slaat een nieuwe weg in
en wordt de denktank van
Defensie op het gebied van
veiligheid en defensie. Het moet
uit zijn lethargie ontwaken en
voortaan een belangrijke rol gaan
spelen op diplomatiek, politiek,
cultureel, filosofisch en
economisch vlak, alsook op het
vlak van wetenschappelijk en
technologisch onderzoek, waar
een en ander op dit ogenblik erg
versnipperd is.
Wat de instrumenten betreft, is er
enerzijds internet en wordt
anderzijds een enige academische
bibliotheek opgericht, die de
bestaande bibliotheken zal
verenigen.
Ziedaar wat de officieren betreft.
De kosten liggen minder hoog
wanneer alles gegroepeerd wordt
op één site dan wanneer een en
ander over verscheidene sites is
verspreid.
De filosofie is dezelfde voor de
onderofficieren: een groepering op
de site Zavelenberg van de
Koninklijke Technische School en
de Koninklijke Scholen.
Wat de officieren, onderofficieren
en de voorbereidende divisie voor
de toekomstige officieren betreft,
worden de centra voor
basisopleiding en het Koninklijke
Militaire Instituut voor Lichamelijke
Opleiding gegroepeerd en zullen
zij de School voor de
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
milieux politiques, diplomatiques, culturels, philosophiques,
économiques, scientifiques, à l'intérieur et à l'extérieur du pays. Je
veux que ce soit un point de rencontre, un point de contact entre les
différents acteurs de sécurité et de défense. Cet Institut royal
supérieur de Défense jouera également un rôle important dans le
domaine de la recherche scientifique et technologique de la Défense.
Jusqu'à présent, tout ce qui concerne la recherche est quelque peu
explosé; il y a de la recherche à Ops & Training, il y en a à STRAT, il y
en a à l'École royale militaire, il y en a dans la composante médicale.
Maintenant, on regroupe. On a augmenté les budgets de la recherche
dans le département, on l'a multiplié par cinq depuis 1999. Nous
devons donc maintenant avoir une vision globale afin d'éviter que l'on
mène des recherches inutiles; ça existe, également dans les
universités. Il faut surtout éviter les duplications, éviter que deux
chercheurs dans des bureaux différents travaillent sur le même sujet
sans le savoir. Il y aura donc une meilleure visibilité.
Dans le domaine de la formation, pour bien travailler, il faut les outils
adéquats. Je pense au web, mais également à la création d'une
bibliothèque académique unique pour la Défense, regroupant et liant
les diverses bibliothèques actuelles. Aujourd'hui, nous avons des
bibliothèques un peu partout: à Evere, à l'ISRD, à l'École royale
militaire. Pendant des années, il a fallu regrouper, faire l'inventaire,
voir les livres que nous avons en double ou en triple. Ces livres-là,
nous pouvons également les mettre à disposition dans le cadre de
certains de nos partenariats. La mise en commun nous permettra de
mettre en valeur certains éléments de ces bibliothèques. Par
exemple, les livres précieux se trouvent à Evere, alors qu'ils ne
doivent pas nécessairement revenir au musée de l'armée. Ils peuvent
être présentés au musée de l'armée dans de bonnes conditions,
puisqu'on a fait réaliser des travaux à Evere pour qu'ils soient
vraiment conservés dans de bonnes conditions. Peut-être qu'un jour,
si la commission de la Défense en a le temps, elle pourra se rendre
sur place pour voir ces réserves.
Voilà pour ce qui concerne les officiers en formation de base, en
formation continuée, les moyens qui leur sont attribués pour travailler
et l'ouverture de la Défense vers l'extérieur par sa recherche, cela sur
le campus "Renaissance".
Cela provoquera une série d'économies de fonctions au niveau des
gardes, de la restauration, de l'hébergement, etc. Il est clair que les
frais sont moins importants quand tout est regroupé sur un site que
lorsqu'il y en a une multitude.
La philosophie est la même pour les sous-officiers, mais elle est déjà
connue. Dans ce cas, il s'agit du regroupement sur le site Saffrenberg
de l'École royale technique et des Écoles royales. C'est ainsi que les
Écoles des sous-officiers de Zedelgem et de Dinant ainsi que la
division préparatoire pour l'École royale militaire seront regroupées
avant la rentrée académique.
Il faut également parler des centres d'instruction de base et de
l'Institut royal militaire d'éducation physique qui sont regroupés pour
former l'Ecole de préparation aux opérations chargée, d'une part, de
la formation de base des volontaires et, d'autre part, des supports à la
formation de base des cadres.
voorbereiding van de operaties
vormen.
Er is geen sprake van een vertrek
uit Eupen. We leven immers in het
virtuele tijdperk.
Wij willen af van dat groot aantal
entiteiten die telkens door een
generaal worden geleid. Ik ontken
het gerucht dat er in Doornik een
prachtige school voor de
ondersteuning van de operaties
zou worden opgericht, want de
lokalen zouden niet volstaan.
De wapenscholen, die met de
specifieke operationele opleiding
van de Landcomponent zijn belast,
worden ondergebracht in een
competence center, met een
centraal directieorgaan in Aarlen
en operationele,
opleidingsorganismen, verspreid
over verschillende sites. Het
gerucht dat alle personeelsleden
van Brasschaat naar Aarlen
moeten verhuizen, is dus uit de
lucht gegrepen!
Dat centrum zal logischerwijze
afhangen van de commandant van
de component waarvan het deel
uitmaakt, net zoals de andere
opleidingscentra onder de
bevoegdheid van hun respectieve
componenten vallen. De
Algemene Directie Vorming zal
over de kwaliteit en de samenhang
van de opleidingen moeten waken
en zal haar gezag uitoefenen via
een stuurcomité van de vorming,
waarvan, naast de directeur-
generaal vorming, ook volgende
personen deel uitmaken: de
secretaris-generaal, die
het
burgerpersoneel vertegenwoordigt
en, in hoogsteigen persoon, de
commandanten van de
verschillende componenten en de
IRC-commandant, zodat de
eigenheid van de
paracommando's niet in het
gedrang komt. Daarmee is meteen
een ander gerucht uit de wereld
geholpen.
Wanneer zich een probleem
21/06/2006
CRIV 51
COM 1014
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Il n'est pas question de partir d'Eupen. Je veux être clair à ce sujet. A
l'époque du virtuel, des opérations peuvent très bien être organisées
via de bons relais. Une école de support aux opérations peut très bien
avoir une section CIAS à Peutie et des regroupements sur Tournai.
Nous ne voulons plus avoir une multitude de petites chapelles avec, à
chaque fois, un général qui commande son état-major, qui dispose de
sa structure et qui développe sa propre politique. Il faut assurer une
cohérence en matière d'appui aux opérations.
Je tue le canard qui veut que l'on crée une superbe école d'appui aux
opérations à Tournai. On m'a déjà fait savoir que les locaux ne
suffiront pas et qu'il faudra construire. Or je n'ai pas envie que l'on
construise là-bas une nouvelle caserne. C'est donc au concept de
l'organisation que nous travaillons.
Les écoles d'armes chargées de la formation opérationnelle
spécifique pour la composante Terre sont regroupées en un centre de
compétences de formation aux opérations terrestres, lui-même
composé d'un organisme central de direction à Arlon, et d'organismes
d'opérations, de formation opérant sur plusieurs sites. Donc, je tue le
canard selon lequel tous les types de Brasschaet devaient partir à
Arlon. C'est faux! Sans doute, quelques types devront-ils prester en
leur qualité d'instructeurs pendant des périodes plus courtes, mais ils
ne vont pas devoir aller massivement à Arlon pendant trois ans. Donc,
je tue ici aussi ce canard et j'espère que ce sera bien répercuté à
l'extérieur.
Ce centre sera placé pour la bonne cohérence sous la dépendance
hiérarchique du commandant de la composante Terre à l'instar de
celui qui prépare les marins à partir en mer, à savoir le commandant
de la composante Mer, de celui qui prépare les médecins, à savoir le
commandant de la composante médicale et de celui qui prépare les
pilotes, à savoir le commandant de la composante Air. Mais ces gens
ne peuvent plus travailler tout seul dans leur coin. Donc, je veux qu'il y
ait à la Direction générale de la Formation une obligation de veiller à
la qualité et à la cohérence des différentes formations dispensées à la
Défense, non seulement le socle dont on a parlé, officiers, sous-
officiers, formations continuées, recherche et supports, mais
également une cohérence dans l'ensemble des formations de
préparation des opérations et de support aux opérations.
La Direction générale de la Formation exerce ainsi une autorité
fonctionnelle par le biais d'un comité directeur de la Formation, où l'on
retrouve le directeur général de la Formation et les commandants des
composantes eux-mêmes et pas leurs délégués. A cette table, j'ai
ajouté ainsi, je tue l'éventuel canard qui va sortir le commandant
de l'IRC, qui représente les para-commandos afin d'effectivement
garder cette spécificité aux paras. Ce comité directeur de la
Formation compte également le secrétaire général qui représente
l'ensemble du personnel civil.
J'ai insisté pour que ce comité soit limité, que ce soient les acteurs qui
y siègent et non leurs délégués. Donc, ce sont eux qui prennent la
responsabilité pour la cohérence.
Si un problème se pose, les directeurs généraux ou les ACOS
concernés peuvent s'associer. Tel va être le cas dans un délai très
voordoet, kunnen de directeurs-
generaal of de onderstafchefs
samenwerken, wat trouwens het
geval zal zijn voor Human
Resources en Material Resources
in het kader van de virtuele school
steun aan operaties.
Dankzij die beslissingen, waarvan
de commissie de primeur krijgt,
zullen de reorganisatie van de
opleiding en het statuut van het
opleidingspersoneel hun beslag
kunnen krijgen. Ik wil er trouwens
op wijzen dat de opleider voor mij
een centrale rol speelt bij
Defensie.
Het personeel en de vakbonden
zullen op de hoogte worden
gebracht. Wanneer, los van de
concentratie van de
onderscheiden instellingen op de
campus Renaissance, personeel
zal moeten verhuizen, zal een en
ander via overleg kunnen worden
bijgestuurd.
CRIV 51
COM 1014
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
limité pour finaliser cette école virtuelle de l'appui aux opérations
puisque ce comité directeur va s'associer avec les directeurs
généraux de "Human Resources" et de "Material Resources" (pour
les infrastructures et liens informatiques, etc.).
Toutes ces décisions, que je communique en primeur à la
commission, vont permettre de finaliser la réorganisation de la
formation dans les différents secteurs et ce, dans cet esprit "joint" que
nous avons voulu pour éviter des pertes d'énergie et de moyens. Des
choses ont déjà été engagées, notamment le déménagement qui est
en cours. Ces décisions vont également permettre de finaliser le
statut de l'instructeur qui, pour moi, est un personnage central du
département de la Défense pour dispenser une formation de qualité.
Le personnel et les organisations syndicales seront informés. Lorsque
des déplacements devront se faire, indépendamment de ce
regroupement sur le site "Renaissance", des consultations seront
engagées pour laisser le temps nécessaire aux personnes pour se
retourner, notamment par rapport aux obligations scolaires des
enfants.
Je remercie M. Geerts de m'avoir posé cette question. Je constate
une fois de plus que lorsqu'on parle de choses sérieuses, certains
bancs sont vides.
Le président: Mais comme je connais la commission, monsieur le ministre, j'ai l'impression que certains
parlementaires vont faire revivre certains canards que vous avez essayé d'abattre. Votre intervention
contient en effet beaucoup de choses et je crains fort que, dès la rentrée, certains la découpent en tranches
et reposent chaque fois une question sur un petit morceau.
04.03 André Flahaut, ministre: Néanmoins, certains parlementaires
auront reçu une information complète.
Le président: Je m'efforcerai d'ailleurs de rappeler que cette
intervention est reprise de manière intégrale dans le compte rendu
avec un certain nombre de considérations que vous avez ajoutées,
pour éviter qu'on ne réponde à des questions que vous avez
abordées et auxquelles vous avez déjà répondu dans votre exposé.
De voorzitter: Ik wil erop wijzen
dat dit antwoord in het verslag
wordt opgenomen, om te
vermijden dat niet nog eens wordt
geantwoord op vragen waarop u al
in uw uiteenzetting hebt
geantwoord.
04.04 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw heel uitgebreide antwoord.
De hervorming van de vorming is een goed project, waarbij de
klemtoon werd gelegd op de transparantie, de efficiëntie en de
effectiviteit.
Belangrijk is dat u in uw antwoord en met uw lichaamstaal een aantal
speculaties heeft weggenomen. On a tué beaucoup de canards
aujourd'hui. Het is belangrijk dat voor iedereen duidelijkheid wordt
geschapen.
04.04 David Geerts (sp.a-spirit):
Il est positif que cette réforme
mette l'accent sur la transparence
et l'efficacité. Le ministre a
également dissipé certaines
spéculations, si bien que chacun y
voit désormais plus clair.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.07 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.07 heures.