CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1013
CRIV 51 COM 1013
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
21-06-2006
21-06-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'extension
annoncée du système du 'tax shelter'" (n° 11930)
1
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde uitbreiding van het 'tax shelter'-
systeem" (nr. 11930)
1
Orateurs: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la discrimination
fiscale dont sont victimes les enfants de couples
mariés en matière de revenus issus d'un travail de
vacances" (n° 11939)
5
- de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de fiscale
discriminatie van kinderen van gehuwden wat de
inkomsten uit vakantiewerk betreft" (nr. 11939)
5
- M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la 'discrimination
fiscale' à l'encontre des enfants de personnes
mariées en ce qui concerne les revenus des jobs
d'étudiant" (n° 12122)
5
- de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
zogezegde fiscale discriminatie van kinderen van
gehuwden wat de inkomsten uit vakantiewerk
betreft" (nr. 12122)
5
Orateurs: Mark Verhaegen, Bart Tommelein,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances, Marleen Govaerts
Sprekers: Mark Verhaegen, Bart Tommelein,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën, Marleen Govaerts
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
8
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la majoration de la
quotité exemptée pour enfants à charge dans le
chef des travailleurs frontaliers" (n° 12021)
8
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
verhoging van de belastingvrije som voor kinderen
ten laste voor grensarbeiders" (nr. 12021)
8
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "la discrimination
fiscale accrue à l'égard des ouvriers frontaliers"
(n° 12053)
8
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
toegenomen fiscale discriminatie van
grensarbeiders" (nr. 12053)
8
Orateurs: Joseph Arens, Marleen Govaerts,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Joseph Arens, Marleen Govaerts,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Annemie Roppe au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "les déclarations
fiscales à remplir par les mineurs d'âge"
(n° 12054)
11
- mevrouw Annemie Roppe aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
invullen van de belastingaangifte door
minderjarigen" (nr. 12054)
11
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'impôt sur les revenus
propres aux enfants" (n° 12128)
11
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de belasting van
eigen inkomsten van kinderen" (nr. 12128)
11
Orateurs: Annemie Roppe, Carl Devlies,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Annemie Roppe, Carl Devlies,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
formulaires de déclaration pour l'exercice
d'imposition 2006" (n° 12069)
14
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aangifteformulieren voor het aanslagjaar 2006"
(nr. 12069)
14
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la TVA sur
les transferts de sportifs" (n° 12048)
16
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW op transfers van sportbeoefenaars"
(nr. 12048)
16
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
répartition linguistique au Service des décisions
anticipées ou commission de ruling" (n° 12057)
17
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de taalverhouding in de dienst
Voorafgaande Beslissingen of rulingcommissie"
(nr. 12057)
17
Orateurs:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la demande
d'agrément en tant qu'institution pouvant recevoir
des libéralités déductibles fiscalement" (n° 12063)
18
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aanvraag tot erkenning als instelling die fiscaal
aftrekbare giften mag ontvangen" (nr. 12063)
18
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la réduction
d'impôt pour l'acquisition d'un véhicule propre"
(n° 12091)
20
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
belastingvermindering voor de verwerving van
een milieuvriendelijke wagen" (nr. 12091)
20
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
22
Samengevoegde vragen van
22
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le bâtiment
'Palladium'" (n° 12066)
22
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "het
'Palladiumgebouw'" (nr. 12066)
22
- M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la vente de certains
biens immobiliers de l'État" (n° 12105)
22
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
verkoop van bepaalde overheidsgebouwen"
(nr. 12105)
22
Orateurs: Carl Devlies, Melchior Wathelet,
président du groupe cdH, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Melchior Wathelet,
voorzitter van de cdH-fractie, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier
ministre et ministre des Finances et au Ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les
déclarations à l'impôt des sociétés et le dépôt des
comptes annuels" (n° 12125)
28
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën en aan
de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de aangiften
in de vennootschapsbelasting en de neerlegging
van de jaarrekeningen" (nr. 12125)
28
Orateurs: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction des intérêts notionnels et la constitution
d'une réserve d'investissement" (n° 12126)
30
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
notionele intrestaftrek en het aanleggen van een
investeringsreserve" (nr. 12126)
30
Orateurs: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
21
JUIN
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
21
JUNI
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.46 uur door de heer Carl Devlies, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.46 heures par M. Carl Devlies, président.
De voorzitter: Beste collega's, de minister heeft mij laten weten rond half elf in de commissie te zullen zijn.
Het is nu twintig voor elf. We hebben momenteel geen nieuws van de minister. Misschien kan zijn
medewerker ons zeggen wat het probleem is? Ik neem aan dat iedereen verkiest dat de
commissievergadering doorgaat. Misschien moet ik schorsen tot 11 uur?
Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik kan begrip
opbrengen voor een minister die een kwartier of een half uur
vertraging heeft door een vergadering van het kernkabinet. Hij moet
ons dan echter duidelijk zeggen wanneer hij hier wel kan zijn. Ik zit
hier niet graag een uur aan een stuk gewoon te wachten omdat de
vergadering van de ministers blijkbaar uitloopt. Dit is het Parlement.
Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik stel toch voor
het antwoord van de minister zelf even af te wachten en dan
eventueel de vergadering te beëindigen.
De voorzitter: Ik zal de vergadering schorsen.
Bart Tommelein (VLD): Neen, hij moet komen.
De voorzitter: Hij moet komen. Er zijn belangrijke vragen vandaag, onder meer van de heer Tommelein.
Ik kom te vernemen dat de minister onderweg is.
Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais vous
prier de m'excuser pour ce retard, mais une concertation était
demandée avec les groupes parlementaires, majorité et opposition.
On a discuté de cela en kern ce matin. Je suis désolé. J'avais tenté
d'annoncer le retard et je tenais à le préciser.
01 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'extension
01 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde uitbreiding van het 'tax shelter'-systeem" (nr. 11930)
01.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en juin 2005, festival de Cannes oblige, je vous avais déjà
interrogé entre autres choses quant au bilan positif que vous tiriez
alors du système du "tax shelter" ainsi que sur votre volonté
apparente d'en étendre le système aux particuliers. Une année et un
01.01 Valérie Déom (PS): Ik heb
u vorig jaar al ondervraagd over de
positieve balans van de "tax
shelter"-regeling en over uw
voornemen om ze uit te breiden.
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
festival de Cannes plus tard, vous vous félicitez une nouvelle fois du
succès du "tax shelter" et annoncez à nouveau votre volonté
d'étendre ce mécanisme fiscal conçu pour aider et soutenir l'industrie
du cinéma et de l'audiovisuel en Belgique.
Outre une hypothétique extension du système aux particuliers, déjà
avancée en 2005, vous annoncez par contre comme effectives dans
les prochaines semaines trois nouvelles mesures élargissant le
système du "tax shelter", à savoir l'ouverture du "tax shelter" aux
fictions télévisuelles de 22 minutes, l'éligibilité des dépenses
effectuées en Belgique par un coproducteur étranger ainsi que la
possibilité de signer plusieurs conventions-cadres successives entre
un investisseur et un producteur, ce sur un même projet.
Monsieur le ministre, l'extension du système du "tax shelter" s'avère
indispensable, afin de soutenir davantage l'émergence de nos
professionnels du cinéma et de l'audiovisuel. Il convient de procéder à
mon sens sans précipitation. En effet, comme je vous l'indiquais
l'année dernière, ouvrir aux particuliers le système du "tax shelter",
c'est augmenter de façon significative le nombre de dossiers et le
nombre de difficultés dans la gestion administrative et fiscale d'un
budget de production cinématographique.
De plus, on le constate et vous l'avez mis en évidence, on rencontre
énormément de problèmes avec certaines sociétés intermédiaires qui
n'hésitent pas à facturer des commissions mirobolantes en faisant
miroiter aux investisseurs des avantages fiscaux imaginaires. Cela
démontre la nécessité d'assainir le milieu des sociétés intermédiaires
avant de procéder à un élargissement qui rendra encore plus difficile
tout contrôle des activités des personnes ou sociétés intermédiaires.
Il faut également tenir compte du fait que toutes les mesures
d'élargissement envisagées devront obligatoirement faire l'objet de
négociations, non seulement avec les entités fédérées, mais
également avec la Commission européenne.
Monsieur le ministre, je voudrais vous poser plusieurs questions.
- Dispose-t-on d'une évaluation précise et chiffrée du système actuel
du "tax shelter"?
- La réflexion quant à l'extension de ce système aux particuliers a-t-
elle progressé par rapport à l'année dernière? Si tel est le cas,
pouvez-vous nous donner plus d'informations à ce sujet?
- Vous dites vouloir sévir contre les personnes ou les sociétés
intermédiaires malhonnêtes. Comment s'effectue le contrôle visant à
repérer ces agissements plus ou moins délictueux? Quelles mesures
comptez-vous prendre?
- Pourriez-vous détailler les mesures d'élargissement du "tax shelter"
qui seront effectives dans un avenir proche?
Si je me réjouis que vous évoquiez la possibilité d'augmenter le
plafond d'investissement, comme je vous l'avais déjà signalé lors
d'une intervention l'an passé, réclamée par l'ensemble de la
profession, j'aimerais toutefois savoir si cette augmentation dépasse
actuellement le stade du simple projet?
Enfin, le volet fiscalité de la proposition modifiée de directive relative
aux services dans le marché unique européen, présenté le 4 avril
Dit jaar heeft u op het festival van
Cannes opnieuw gewag gemaakt
van een hypothetische uitbreiding
tot de particulieren en drie nieuwe
maatregelen aangekondigd die in
de komende weken effectief zullen
worden ingevoerd: de gelding
ervan voor televisiefictie met een
duur van 22 minuten, het
toekennen van die regeling voor
uitgaven gedaan in België door
een buitenlands coproducent en
de mogelijkheid om verscheidene
opeenvolgende
kaderovereenkomsten te
ondertekenen tussen een
investeerder en een producent
met betrekking tot eenzelfde
project.
Men mag echter niet overhaast te
werk gaan. De uitbreiding tot de
particulieren zou een significante
stijging van het aantal dossiers
met zich brengen. De praktijken
van bepaalde intermediaire
bedrijven tonen aan dat een
sanering van de sector
noodzakelijk is. Ten slotte zal het
absoluut noodzakelijk zijn om
zowel met de deelgebieden als
met de Europese autoriteiten te
onderhandelen.
Beschikt men over een precieze
evaluatie van het huidige
systeem? Is de bezinning in
verband met de uitbreiding tot de
particulieren opgeschoten in
vergelijking met vorig jaar? Zo ja,
kan u ons daar meer uitleg over
geven? U zegt te willen optreden
tegen oneerlijke tussenpersonen:
hoe geschiedt de controle ter
zake? Welke maatregelen zullen
in een nabije toekomst effectief
worden genomen?
De mogelijkheid om het
investeringsplafond op te trekken
verheugt mij. Is dit meer dan een
louter plan? Dreigt het fiscaal
onderdeel van het onlangs door de
Commissie goedgekeurd gewijzigd
voorstel voor een richtlijn
betreffende de diensten de "tax
shelter"-regeling niet in het
gedrang te brengen?
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
dernier par le commissaire Charlie McCreeviy et adopté par la
Commission européenne, ne risque-t-il pas de mettre en danger le
système même du "tax shelter", véritable outil en faveur de l'exception
culturelle visant à encourager la production cinématographique et
audiovisuelle en Belgique?
01.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Déom, comme vous le savez, l'enrôlement de la déclaration fiscale
des revenus 2004, qui reprennent les montants des investissements,
se termine en juin. J'aurai l'occasion de présenter des chiffres précis
en ce qui concerne l'impact du "tax shelter" lorsque l'enrôlement sera
terminé. Mais on a vu une évolution, l'ensemble des acteurs le
précisent.
En ce qui concerne les possibilités de contrôle sur des intermédiaires,
je vous laisse le choix des termes que vous avez utilisés à leur égard.
Je n'ai pas dit exactement la même chose que vous. Je constate que
plusieurs producteurs font remarquer que les marges apparaîtraient
fort importantes dans certains cas. Je rappelle qu'il s'agit de relations
entre opérateurs privés et que les moyens d'action ne sont pas très
étendus, si ce n'est qu'ils peuvent être soumis à la réglementation sur
l'appel public à l'épargne et au contrôle de la CBFA selon le nombre
d'investisseurs contactés et les montants concernés.
Ma préoccupation est de rappeler systématiquement au secteur que
tout dérapage dans l'utilisation du "tax shelter" aura des
conséquences. En effet, si on devait constater des fraudes, cela
aurait des conséquences pour les investisseurs, mais cela permettrait
à beaucoup de remettre en cause le principe même. Donc, nous
sommes très vigilants en la matière. La CBFA effectue ses contrôles
lorsqu'on va au-delà d'une certaine limite en matière de volume des
investissements. Par ailleurs, il est évident que je rappelle
systématiquement les règles. Cela doit se faire surtout à travers
l'information plus directe à l'égard du producteur et des investisseurs
potentiels, ce que nous faisons avec les fédérations d'entreprises ou
les chambres de commerce, par exemple.
En ce qui concerne l'extension du système du "tax shelter", la
méthode de travail a toujours été la même. Les propositions vont
venir à travers les groupes parlementaires; on a systématiquement
travaillé en réunissant autour de la table les parlementaires intéressés
par la démarche. A mes yeux, c'est la meilleure façon de trouver un
consensus en l'espèce. Quelles sont les possibilités?
Premièrement, en ce qui concerne l'extension aux particuliers, je vous
rassure, mon idée n'est pas d'étendre directement le système aux
particuliers en première ligne vers des producteurs mais à travers des
systèmes de fonds d'investissements. En l'espèce, cela simplifiera la
vie des producteurs et des opérateurs. Si quelque chose doit voir le
jour, je crois que ce sera à travers un fonds d'investissements
transparent sur le plan fiscal sur lequel la CBFA pourrait d'ailleurs
exercer son rôle de contrôle. Cela permettrait à des particuliers de
participer mais évidemment pas directement à la production d'un
film.
Deuxièmement, en ce qui concerne l'extension des projets ou des
produits actuels, on peut rapidement s'atteler au format des téléfilms.
Tout le monde le reconnaît aujourd'hui, le format est d'environ 22
01.02 Minister Didier Reynders:
De inkohiering van de
belastingaangiften betreffende de
inkomsten 2004, met de bedragen
van de investeringen, zal in juni
klaar zijn. Op dat ogenblik zal ik u
een balans kunnen voorleggen.
Wat uw opmerkingen betreft over
de vennootschappen die als
tussenpersoon optreden: het zijn
uw woorden, niet de mijne. Het
klopt wel dat een aantal van die
vennootschappen exorbitante
winsten lijken te maken. Onze
slagkracht is echter beperkt,
aangezien het om particuliere
operatoren gaat. De regelgeving
betreffende het openbaar beroep
op het spaarwezen en het toezicht
van de CBFA afhankelijk van de
bedragen zijn echter wel op die
vennootschappen van toepassing.
Zelf beperk ik mij er grotendeels
toe de sector erop te wijzen dat
mogelijke ontsporingen niet
zonder gevolg zullen blijven.
Wat de uitbreiding tot de
particulieren betreft, is het niet de
bedoeling ze rechtstreeks toegang
te verlenen tot de regeling. Wel
zullen ze een deelneming kunnen
nemen via transparante
investeringsfondsen, waarop de
CBFA toezicht zou kunnen
uitoefenen. Zodoende zouden de
door u aangehaalde gebreken
kunnen worden verholpen.
Men zou kunnen overwegen de
regeling uit te breiden tot de
kortere films, op voorwaarde dat
het fictie betreft.
Het optrekken van de bedragen en
van het investeringsplafond een
steeds terugkerend verzoek van
de sector kan wellicht worden
overwogen. Het systeem van de
notionele interest vermindert het
effect van de "tax shelter" al in
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
minutes (cela pourrait être moins un jour). Tant qu'il s'agit de téléfilms
de fiction, il est normal d'étendre le système du "tax shelter". Sur ce
point, je crois que nous pourrons trouver rapidement une formule de
proposition avec les groupes parlementaires.
Par ailleurs, la demande d'une extension des montants et des
plafonds d'investissements est également une demande soutenue du
secteur. Elle ne devrait pas poser de gros problèmes budgétaires. En
effet, d'une part, le système des intérêts notionnels réduit déjà
l'impact des mesures de "tax shelter" et, d'autre part, la mesure est
budgétairement neutre. Comme nous l'avions expliqué lors de la
présentation des mesures avec mon collègue du Budget à l'époque,
M. Johan Vande Lanotte, on met effectivement un impôt à la porte
(l'impôt sur les sociétés qui investissent) mais d'autres rentrent par la
fenêtre. Il s'agit de tous les impôts perçus sur les activités réalisées
en Belgique en termes de précompte professionnel, de charges
sociales mais également de TVA ou d'autres sources fiscales. On
pourrait donc imaginer d'augmenter le plafond.
Comme je l'ai déjà indiqué plusieurs fois, je suis assez favorable à
une démarche sur les spectacles vivants. Il serait intéressant de voir
dans quelle mesure on pourrait étendre le bénéfice du "tax shelter" à
l'organisation d'un spectacle vivant, à l'aménagement d'un lieu, d'une
infrastructure permettant un spectacle de longue durée. Ce débat a
également lieu au sein de la commission des Finances en matière de
sport puisque le président d'un club Genk pour ne pas le citer est
venu nous expliquer l'intérêt que le "tax shelter" pourrait représenter
dans ce domaine.
J'aborde maintenant la situation vis-à-vis de la Commission
européenne.
Le débat sur le statut fiscal, quel qu'il soit, reviendra devant le Conseil
Écofin. Je n'ai évidemment pas l'intention d'abandonner en quoi que
ce soit la capacité pour les États de mettre en oeuvre l'exception
culturelle, en ce compris à travers des mesures comme celles-ci, qui
ont été acceptées par la Commission et dont les extensions ont déjà
été acceptées également.
Je voudrais conclure simplement en vous disant que je vais proposer
aux différents groupes parlementaires de refaire le point sur ces
aspects. Je crois que certaines mesures pourraient avancer assez
vite, à savoir l'extension aux courts-métrages et, probablement
également, l'augmentation du plafond d'investissement.
Il faudra alors vérifier comment mettre en oeuvre un système de fonds
d'investissements permettant aux particuliers d'intervenir. Peut-être
mais je ne prétends pas que cela se fera en une fois pourrions-nous
réfléchir ensemble à la manière d'élargir vers les spectacles vivants,
voire aux sports, ainsi que le proposaient des responsables de clubs
sportifs lors des débats que nous avons eus sur les activités sportives
au sein de notre commission.
sterke mate. Het zal een
nuloperatie zijn, want wat langs de
ene kant buiten gaat, komt langs
de andere kant weer binnen.
Tevens wordt een uitbreiding tot
livevoorstellingen en de sport
overwogen.
De discussie over het fiscaal
statuut zal weliswaar opnieuw op
het niveau van de Ecofin-Raad
worden gevoerd. Die regeling werd
al door de Europese Commissie
goedgekeurd, net als de
uitbreidingen ervan.
De uitbreiding tot de kortfilms en
de wijziging van de plafonds
zouden op vrij korte termijn
kunnen plaatsvinden. Daarna
kunnen we ons bezinnen over de
uitbreiding tot de particulieren, de
livevoorstellingen en de sport.
01.03 Valérie Déom (PS): Je vous remercie, monsieur le ministre,
pour cette réponse.
Si je comprends bien, le projet que vous comptez mettre sur la table
n'envisage pas une modification du système pour répondre à la dérive
01.03 Valérie Déom (PS): Het
ontwerp beoogt niet het systeem
te veranderen om de uitwassen
van de vennootschappen die als
tussenpersoon optreden aan te
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
des sociétés intermédiaires. Vous considérez qu'un contrôle va
s'effectuer et qu'une relation privée ...
pakken. Wordt er bijvoorbeeld niet
gedacht aan een erkenning?
01.04 Didier Reynders, ministre: Il y aura un contrôle de la CBFA et
un contrôle de mes services.
01.05 Valérie Déom (PS): C'est cela. Mais on ne prévoit pas une
agréation des sociétés intermédiaires dans la loi.
01.06 Didier Reynders, ministre: Pour l'instant, non. Mais je ne
l'exclus pas.
01.06 Minister Didier Reynders:
Neen maar dat is nooit helemaal
uitgesloten.
01.07 Valérie Déom (PS): Par ailleurs, je pense que les
professionnels demandent la clarification de certaines choses qui
faciliteraient le système, à savoir l'éligibilité des dépenses effectuées
en Belgique par un co-producteur étranger ou la possibilité de signer
plusieurs conventions-cadres successives entre un investisseur et un
producteur sur un même projet. Cela pourrait-il aussi être envisagé
dans le projet que vous allez déposer?
01.07 Valérie Déom (PS): En
inzake de aanvaardbare uitgaven
van een buitenlandse coproducent
en de mogelijkheid om
opeenvolgende overeenkomsten
te tekenen?
01.08 Didier Reynders, ministre: Je l'ai déjà annoncé lors de
rencontres avec les producteurs. Il n'est même pas exclu que l'on
puisse déjà le faire par voie de circulaire sur le plan interne. Je
confirme donc que nous allons réunir les groupes de travail sur le
sujet.
01.08 Minister Didier Reynders:
Het is niet uitgesloten dat we dat
kunnen regelen via een
omzendbrief.
01.09 Valérie Déom (PS): D'accord. Je vous remercie, monsieur le
ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de fiscale
discriminatie van kinderen van gehuwden wat de inkomsten uit vakantiewerk betreft" (nr. 11939)
- de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de zogezegde
fiscale discriminatie van kinderen van gehuwden wat de inkomsten uit vakantiewerk betreft"
(nr. 12122)
02 Questions jointes de
- M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la discrimination fiscale
dont sont victimes les enfants de couples mariés en matière de revenus issus d'un travail de
vacances" (n° 11939)
- M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la 'discrimination fiscale' à
l'encontre des enfants de personnes mariées en ce qui concerne les revenus des jobs d'étudiant"
(n° 12122)
02.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag heeft blijkbaar heel inspirerend gewerkt. Vorige
week heeft collega Govaerts uw staatssecretaris Jamar hierover al
ondervraagd. Gisteravond heb ik nog een fax gezien waaruit blijkt dat
ook collega Tommelein niet wil achterblijven. Hij zal straks ook in
diezelfde vijver gaan vissen. Dat maakt het alleen maar boeiender.
Artikel 151 van de gecoördineerde wet op de inkomstenbelasting van
1992 bepaalt dat kinderen van belastingplichtigen die als
alleenstaande worden belast, meer belastingmiddelen mogen hebben
dan kinderen van gehuwden. Indien een kind van gehuwden meer
02.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Quand un enfant d'un couple
marié gagne plus de 2 610 euros
par mois, il n'est plus à charge de
ses parents. Or, un enfant de
cohabitants de fait peut, lui,
gagner jusqu'à 3 770 euros avant
d'être considéré comme n'étant
plus à charge.
Le ministre estime-t-il que les
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
dan 2.610 euro het basisbedrag is 1.800 euro verdient, is hij of zij
niet meer ten laste van zijn ouders. Een kind van twee feitelijk
samenwonenden mag daarentegen 3.770 euro of een basisbedrag
van 2.600 euro verdienen. Dit laatste kind mag dus eigenlijk meer dan
1.000 euro meer verdienen tijdens zijn of haar vakantiewerk zonder
dat dit tot gevolg heeft dat zijn ouders zwaarder zullen worden belast
omdat het kind fiscaal niet langer als ten laste kan worden
beschouwd.
Is de minister van mening dat kinderen van gehuwden en van feitelijk
samenwonenden evenveel mogen bijverdienen via studentenarbeid
en dat hetzelfde bedrag aan bestaansmiddelen moet worden
gehanteerd om uit te maken of het kind ten laste is van zijn of haar
ouders, ongeacht of zij gehuwd zijn of feitelijk samenwonen?
Ten tweede, is het verschillend bedrag aan bestaansmiddelen tussen
kinderen van gehuwden en alleenstaanden nog langer verantwoord,
mijnheer de minister, nu het onderhoudsgeld ten belopen van
2.610 euro niet langer als bestaansmiddel wordt aangemerkt?
enfants de couples mariés et de
cohabitants doivent avoir la
possibilité de gagner le même
montant dans le cadre d'un job
d'étudiant? La différence entre les
uns et les autres sur le plan du
montant autorisé de moyens
d'existence est-elle encore
justifiée à l'heure où des aliments
d'un montant de 2 610 euros ne
sont plus considérés comme
moyen d'existence?
02.02 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer Verhaegen, het is eraan te
zien dat u niet aan de zee woont, want ik ben niet gewoon om in een
vijver te vissen. Ik ben gewoon om in de zee te vissen; die is veel
groter en dan heeft men ook meer kans om vissen te vangen.
Mijnheer de minister, ik stel u die vraag omdat ik heb vastgesteld dat
men het in sommige media discriminatie noemt. Volgens mij is
discriminatie het ongelijk behandelen van mensen in een gelijke
situatie of, omgekeerd, het gelijk behandelen van mensen die zich in
een ongelijke situatie bevinden.
Ik ga nog altijd ervan uit dat mensen die alleen voor een zaak staan
zich niet in dezelfde situatie bevinden als mensen die gehuwd of
samenwonend zijn, zodat men, volgens mij, niet echt van
discriminatie kan spreken.
Ik stel u dus, ten eerste, de vraag of u het ermee eens bent dat het
hier over discriminatie gaat. Ten tweede, acht u het onredelijk dat een
ouder de belastingvermindering voor een kind ten laste verliest, indien
hij meer dan een bedrag van 3.262,50 euro verdient? Ten laatste,
overweegt u om de grensbedragen op te trekken?
02.02 Bart Tommelein (VLD): Un
étudiant qui acquiert des revenus
bruts imposables de plus de
3 262,5 euros n'est plus
fiscalement à charge de ses
parents. Mais quand il est à
charge d'un parent isolé, il peut
gagner jusqu'à 4 712,5 euros.
Le ministre estime-il comme moi
qu'il y a en l'occurrence
discrimination? Envisage-t-il de
relever les montants?
02.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, dit is dezelfde
vraag als degene die mevrouw Govaerts vorige week stelde.
Ik hanteer dezelfde definitie van discriminatie als de heer Tommelein.
Dat is normaal. Ik wil drie zaken vermelden. Wij hebben al een aantal
inspanningen geleverd, zoals de afschaffing van veel discriminatie
tussen gehuwde koppels, samenwonenden en alleenstaanden. Dat
was al het geval bij de fiscale hervorming van 2001 en dit met een
budgettaire kostprijs van 1,6 miljard euro.
We hebben nog meer gedaan sinds 2001, zoals bijvoorbeeld de echte
decumul voor de bruggepensioneerden. Dat is nu zo voor iedereen.
Wij gaan nog verder met een aantal maatregelen.
De problematiek waarnaar u verwijst, is ontstaan ingevolge de
verhoging van het bedrag van de netto-bestaansmiddelen van
02.03 Didier Reynders, ministre:
Mme Govaerts a posé la même
question la semaine dernière.
Je définis la discrimination tout
comme M. Tommelein. Nous
avons déjà déployé des efforts
pour mettre fin aux discriminations
entre personnes mariées,
cohabitants et isolés. Lors de la
réforme fiscale de 2001, il en a
coûté 1,6 milliards d'euros. Par la
suite, nous avons également
réalisé le véritable décumul en
faveur des prépensionnés.
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
kinderen van alleenstaanden en ingevolge het niet meer in
aanmerking nemen van de eerste schijf alimentatierente voor het
bepalen van het netto-bestaansminimum. Beide maatregelen werden
afzonderlijk ingevoerd om kinderen van alleenstaande of gescheiden
ouders dezelfde kansen te bieden om onder meer een vakantiejob uit
te oefenen.
Ik heb al vaker gezegd dat wij dankzij deze mogelijkheid in onze
wetgeving nu zeer hoge bedragen hebben wat vakantiewerk betreft. Ik
denk dus dat wij een oplossing hebben gevonden voor veel
verschillende gevallen. Ik weet niet of het mogelijk is om nog tot een
hoger bedrag te komen inzake vakantiewerk. Het is voor beide
gevallen al een heel hoog bedrag.
De heer Jamar heeft reeds aan mevrouw Govaerts gezegd dat wij
bereid zijn om samen met het Parlement na te gaan of deze
maatregelen aanleiding hebben gegeven tot andere problemen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren door middel van hoorzittingen met
instanties zoals de Gezinsbond of La Ligue des Familles. Daarna
kunnen dan de nodige en correcte conclusies worden genomen.
Wij hebben de laatste jaren altijd positieve maatregelen genomen ten
voordele van de verschillende gezinssamenstellingen waarvan de
kinderen een studentenjob willen uitoefenen. Ik heb er geen probleem
mee om verder te gaan, maar ik denk dat dit pas na een consultatie
van de verschillende actoren mogelijk zal zijn.
Le problème est né de la
majoration du montant net de
moyens d'existence chez les
enfants d'isolés et de l'abstraction
de la première tranche d'aliments
pour la détermination du minimum
d'existence net. Ces mesures ont
été prises individuellement pour
offrir aux enfants de parents isolés
ou séparés les mêmes possibilités
qu'aux autres en matière de jobs
d'étudiant.
Les montants pris en
considération concernant les jobs
d'étudiant sont d'ores et déjà très
élevés. Nous avons trouvé une
solution à de nombreux cas mais
j'ignore s'il sera possible d'encore
augmenter les montants.
Nous sommes disposés à
examiner avec le Parlement si les
mesures ont généré d'autres
problèmes. Des auditions
pourraient par exemple être
organisées avec le Gezinsbond et
la Ligue des Familles. Des
conclusions pourraient être tirées
ensuite et peut-être pourrions
nous alors aller plus loin.
02.04 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een
gevoel van déjà vu. Vorige week haalde u ook een aantal positieve
elementen aan.
U zegt dat het onder druk is gebeurd. U weet dat onze fractie er altijd
voor pleit om de discriminatie tussen de verschillende categorieën van
belastingplichtigen af te schaffen.
02.04 Mark Verhaegen (CD&V):
Le dossier comporte un certain
nombre de points positifs mais
notre groupe a toujours préconisé
la suppression des
discriminations.
02.05 Minister Didier Reynders: Dat is sinds 1999 niet meer het
geval.
02.06 Mark Verhaegen (CD&V): Ik ben ook van oordeel dat men die
categorieën verder moet afschaffen.
U haalt de historische context aan. Uiteindelijk zegt u geremedieerd te
hebben aan de problemen van die studentenwerkers, in hoofde van
de ouders dan uiteraard. Maar wij blijven erbij dat op dit moment er
geen argument meer is om het onderscheid te blijven behouden
tussen die 2.600 en die 3.770 euro. Dat onderscheid is er niet meer.
U zegt zelf die elementen weg te halen. Vroeger werd
onderhoudsgeld als bestaansmiddel beschouwd. Men hoefde gewoon
na te kijken of een kind ten laste was of niet, en daarom mochten
bepaalde categorieën meer bijverdienen. Vandaag is dat uit de
bestaansmiddelen gehaald. Dus valt de grond weg voor dat
onderscheid.
02.06 Mark Verhaegen (CD&V):
Aucun argument ne justifie le
maintien de la distinction. Les
auditions auraient pour effet de
reporter le dossier aux calendes
grecques. Il faut mettre un terme
d'emblée aux inégalités.
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ik had eigenlijk maar één goed antwoord verwacht, met name dat u
zou zeggen dat hoorzittingen inderdaad op de lange baan schuiven is.
De zaak is voor mij duidelijk. Er is maar één antwoord en dat is direct
actie ondernemen om die ongelijkheid onmiddellijk weg te nemen, om
die ongelijkheid ongedaan te maken, om die som op te trekken zodat
ook de kinderen van gehuwden evenveel mogen bijverdienen.
U moet zich eens in de plaats stellen van die jongeren. Twee jongeren
gaan samen op reis met de som die zij door vakantiewerk verdiend
hebben. Goed, dan is er een onderscheid. Daar kan men niet buiten.
Het is niet omdat de ouders uit de ene categorie in een of ander
statuut verzeild geraakt zijn en de anderen niet dat men daar
onderscheid moet gaan maken. Wij vinden dat totaal fout. Ik hoop
dan ook, met de zomervakantie voor de deur, dat er eindelijk een
positief signaal gegeven zal worden en dat we weer niet moeten
zeggen dat het alweer op de lange baan wordt geschoven, maar dat
die discriminatie ik blijf erbij, het is een discriminatie in hoofde van
de jongeren die studentenwerk doen onmiddellijk wordt
weggewerkt.
Ik kan maar zeggen dat ik blijf hopen. Wij zullen ervoor blijven ijveren.
Als er voort gewerkt moet worden aan het opheffen van discriminaties
zullen wij ook het nodige doen.
De voorzitter: Mevrouw Govaerts, ik kan u alleen het woord geven inzake de procedure want u mag
normaal niet tussenbeide komen in de discussie. Het Reglement laat dat niet toe. Maar misschien wil u iets
zeggen over de procedure? Dan mag u dat doen.
02.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
ben verwonderd dat de heer Tommelein zei dat er geen discriminatie
was. Hij vergeet dat er gehuwde koppels zijn waar er maar één
inkomen is. Er is dus wel een discriminatie. Hij gaat ervan uit dat er
twee inkomens zijn telkens waar mensen gehuwd zijn of wettelijk
samenwonen. Dat is niet waar.
02.07 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): M. Tommelein considère
à tort que chaque couple marié
dispose de deux revenus. Il est
donc bien question d'une
discrimination.
De voorzitter: (...)
02.08 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Goed, maar ik heb het
gezegd. Ik hoop dat het in het verslag staat. Er is wel een
discriminatie.
De voorzitter: Tenzij de minister nog wenst te repliceren, is het incident gesloten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la majoration de la quotité
exemptée pour enfants à charge dans le chef des travailleurs frontaliers" (n° 12021)
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la discrimination
fiscale accrue à l'égard des ouvriers frontaliers" (n° 12053)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de verhoging van
de belastingvrije som voor kinderen ten laste voor grensarbeiders" (nr. 12021)
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toegenomen fiscale discriminatie van grensarbeiders" (nr. 12053)
03.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le 03.01 Joseph Arens (cdH):
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
ministre, tous les enfants qui sont considérés comme fiscalement à
charge donnent droit à un supplément de quotité exemptée d'impôts.
En effet, conformément à l'article 134 du Code des impôts sur les
revenus, la quotité du revenu exemptée d'impôt est fixée par
contribuable et comprend le total du montant de base, à savoir 5.780
euros pour l'exercice d'imposition 2006, qu'il convient de majorer d'un
montant supplémentaire pour les enfants à charge.
Lorsqu'une imposition commune est établie, les suppléments de
quotité exemptée pour enfants à charge sont imputés dans le chef du
contribuable qui a le revenu imposable le plus élevé.
C'est ainsi que lorsque l'un des conjoints dispose de revenus
étrangers exonérés d'impôts en Belgique en vertu d'une convention
préventive de double imposition et que ces revenus sont les plus
élevés du ménage, la charge des enfants est attribuée à ce conjoint
alors que ses revenus sont exonérés d'impôts avec pour
conséquence qu'aucun des conjoints ne peut bénéficier de cet
avantage fiscal.
À cet égard, monsieur le ministre, je souhaiterais savoir si vous
confirmez la situation. Dans l'affirmative, n'estimez-vous pas que cette
situation entraîne une discrimination, d'une part, par rapport aux
ménages disposant exclusivement de revenus imposables en
Belgique et, d'autre part, par rapport aux ménages où l'un des
conjoints n'est pas imposable en Belgique en vertu d'une convention
préventive à la double imposition mais dispose néanmoins du revenu
le plus faible du ménage? Dans la négative, pourquoi? Dans
l'affirmative, envisagez-vous de prendre une initiative afin de remédier
à cette situation? Si oui, laquelle et dans quel délai?
Overeenkomstig het Wetboek van
de inkomstenbelastingen geeft elk
kind dat fiscaal ten laste is recht
op een bijkomende belastingvrije
som. In geval van een
gemeenschappelijke aanslag
wordt dit supplement aangerekend
aan de echtgenoot met het
hoogste belastbare inkomen.
Daarom geniet dan ook geen
enkele van de echtgenoten dit
fiscaal voordeel wanneer de
belastingplichtige
buitenlandse
inkomsten heeft die vrijgesteld zijn
van belastingen krachtens een
overeenkomst tot voorkoming van
dubbele belasting.
Bevestigt u deze situatie? Zo ja,
bent u dan niet van oordeel dat er
sprake is van discriminatie ten
opzichte van gezinnen met
uitsluitend in België belastbare
inkomens en ten opzichte van
gezinnen waarbij de echtgenoot
die niet in België belastbaar is,
over het laagste inkomen
beschikt? Overweegt u
maatregelen ter zake te nemen?
Wat zijn die maatregelen en
wanneer zullen ze worden
genomen?
03.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in oktober 2005 heb ik u gevraagd de bestaande
fiscale discriminaties die vooral grote gezinnen treffen weg te werken.
Ook de grensarbeiders met een paar kinderen of ouderen ten laste
zijn slachtoffer van ons systeem. Met de nieuwe aftrekken voor
kinderopvang tot 12 jaar en de verhoging van de belastingvrije som
voor familie ouder dan 65 jaar voorzien in de aangiften van het
aanslagjaar 2006, inkomsten 2005 is het verschil in fiscaal voordeel
nog groter geworden tussen de gewone belastingplichtige en de
grensarbeiders die in het buitenland hun hoogste inkomen verdienen.
Als het hoogste belastbaar inkomen in Nederland wordt verdiend en
hier is vrijgesteld, dan levert de aftrek voor kinderen of de verhoging
van de belastingvrije som bij ouderenopvang geen fiscaal voordeel
op. Wanneer het hoogste belastbaar inkomen in België wordt
verdiend, dan kan de grensarbeider wel genieten van het fiscaal
voordeel. Zo kan het verlies aan fiscaal voordeel variëren van 882
euro voor twee kinderen ten laste tot 4.900 euro voor een kind en
twee ouderen van 65 jaar of ouder ten laste.
Mijnheer de minister, vindt u dat grensgezinnen onderling worden
gediscrimineerd bij het toekennen van de belastingvermindering voor
personen ten laste?
Vindt u dat grensarbeidersgezinnen waarvan het hoogste inkomen
03.02 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): En octobre 2005 déjà, j'ai
demandé au ministre de mettre fin
aux discriminations fiscales qui
touchent principalement les
familles nombreuses. Toutefois, la
déduction ou quotité du revenu
exemptée d'impôt appliquée à
partir de l'exercice d'imposition
2006 pour la prise en charge
d'enfants et de personnes âgées
accentue encore les différences
entre les contribuables ordinaires
et les travailleurs frontaliers qui
perçoivent leur revenu principal à
l'étranger. Si le revenu imposable
le plus élevé est perçu à l'étranger,
la déduction ou quotité du revenu
exemptée d'impôt ne génère
aucun avantage fiscal. Le
travailleur peut en revanche
prétendre à un avantage fiscal si le
revenu principal est perçu en
Belgique. La perte de l'avantage
fiscal varie entre 882 euros pour
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
van vrijgestelde buitenlandse oorsprong is, recht hebben op een
effectief financieel voordeel voor personen ten laste?
Vindt u dat de belastingvermindering voor personen ten laste moet
worden berekend op het laagste inkomen als dit voor het gezin
financieel gunstiger is?
deux enfants à charge et 4 900
euros pour un enfant et deux
personnes âgées à charge.
Le ministre ne pense-t-il pas que
les ménages frontaliers sont
discriminés en ce qui concerne
l'octroi d'une réduction d'impôt
pour personnes à charge? Estime-
t-il que les ménages qui perçoivent
leur revenu principal à l'étranger
ont droit à un avantage fiscal
effectif? Est-il d'avis que la
réduction d'impôt pour personnes
à charge doit être calculée sur la
base du revenu le plus faible si
cette option est financièrement
plus avantageuse pour le
ménage?
03.03 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président,
concrètement, tant M. Arens que Mme Govaerts font d'abord allusion
à une situation dans laquelle le contribuable est fiscalisé dans le pays
où l'activité est exercée. Dans ce cas, les enfants à charge ont
normalement été pris en considération pour le calcul de l'impôt dû
dans ce pays qui applique bien entendu des règles de prise en
compte d'enfants à charge dans le calcul de l'impôt sur le revenu. Ces
enfants sont donc déjà pris une première fois en considération. Je ne
vois pas très bien les raisons qui feraient que l'on accorderait une
deuxième fois un avantage fiscal pour enfants à charge dans le calcul
de ce qui doit encore intervenir en Belgique.
Quand on invoque une discrimination, j'aimerais à tout le moins qu'on
montre des cas concrets dans lesquels des personnes ne
bénéficieraient de rien en matière d'enfants à charge dans les pays
voisins. À ma connaissance, dans les conventions que nous avons
examinées avec les Pays-Bas, l'Allemagne, le Luxembourg ou qu'on
tente d'examiner maintenant avec la France, il y a toujours dans ces
pays des mesures fiscales favorables à l'existence d'enfants dans un
ménage. Je ne vois pas très bien sur quelle base on pourrait
demander qu'on applique des mesures favorables pour les enfants à
charge à l'étranger puis le faire une deuxième fois en Belgique.
03.03 Minister Didier Reynders:
Wanneer de belastingplichtige in
het buitenland wordt belast,
worden de kinderen ten laste in
aanmerking genomen om de
belasting te berekenen die
verschuldigd is in het land waar de
activiteit wordt uitgeoefend. Al
onze buurlanden hanteren
gunstige maatregelen voor
kinderen ten laste; er is geen
reden om dit fiscaal voordeel een
tweede maal toe te kennen.
De vraag van mevrouw Govaerts gaat over een specifieke toestand.
Mevrouw Govaerts vroeg of het mogelijk is dat de
belastingvermindering voor personen ten laste zou worden berekend
op het laagste inkomen, als dit voor het gezin financieel gunstiger is.
Dat is een specifiek geval. Ik ben bereid om een wetsvoorstel te
onderzoeken. Wij zullen zien, als het wordt ingediend. Het is een
mogelijkheid, maar er moet eerst een begrotingsanalyse worden
gemaakt. Wat de fiscalisering van de inkomsten in het buitenland
betreft, er is al een eerste voordeel voor de kinderen ten laste.
La question de Mme Govaerts
porte sur une situation particulière.
Je suis disposé à examiner une
proposition de loi. Il convient de
procéder d'abord à une analyse
budgétaire. Concernant la
fiscalisation des revenus à
l'étranger, il existe déjà un premier
avantage pour enfants à charge.
Concrètement, en ce qui concerne ce dossier, on peut éventuellement
imaginer d'examiner la question sur base d'une proposition de loi
relative à la possibilité pour les familles de prendre en compte les
revenus les plus bas si cela est plus avantageux pour elles. Nous
verrons quelles en sont les conséquences budgétaires.
Deze kwestie zou onderzocht
kunnen worden vertrekkend van
een wetsvoorstel dat de gezinnen
de mogelijkheid biedt het laagste
inkompen te hanteren.
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
En revanche, en ce qui concerne la remarque générale, je rappelle
que les conventions sont des conventions préventives de double
imposition. Nous essayons d'éviter cela tout en essayant d'avoir au
moins une fois une imposition.
Par ailleurs, si l'avantage pour les familles avec enfants est donné à
l'étranger, il n'est pas question que nous l'accordions une deuxième
fois en Belgique et réciproquement, bien entendu.
03.04 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
Il est vrai que la question m'a surtout été posée par des personnes
dont le revenu le plus faible est à l'étranger. C'est dans cette mesure
que l'on peut estimer qu'il y a là un problème de discrimination.
03.04 Joseph Arens (cdH): ik
werd in dit verband vooral
ondervraagd door personen wier
inkomen in het buitenland het
laagste is. Er is dus in dat geval
discriminatie.
03.05 Didier Reynders, ministre: Je répète que je suis prêt à
examiner toute proposition de loi en la matière.
03.05 Minister Didier Reynders:
Ik ben bereid een wetsvoorstel te
bespreken.
03.06 Joseph Arens (cdH): Je vous remercie.
03.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
vraag gaat duidelijk over extra voordelen die het land aan de inwoners
van België heeft toegekend, die daarmee extra fiscaal voordeel voor
kinderen of ouderen kunnen genieten.
In de andere landen zullen niet zoveel voordelen worden toegekend,
hoewel hun kinderen in België leven en naar school gaan. Misschien
is in de andere landen bijvoorbeeld het onderwijs gratis. In dat geval is
het fiscale voordeel niet nodig. Onze mensen moeten hetzelfde
voordeel kunnen genieten.
Ik zal over het thema zeker een wetsvoorstel indienen, waarin ik de
mensen de keuze wil laten. In de belastingaangifte zijn er nog
rubrieken waarbij mag worden gekozen voor het voordeligste
systeem. Wij zullen proberen de keuzemogelijkheid ook voor dat punt
te laten invoeren.
Ik dank de minister voor zijn antwoord.
03.07 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Ma question portait sur
les avantages supplémentaires
octroyés par les pays étrangers
aux habitants de la Belgique. Nos
concitoyens doivent pouvoir
bénéficier des mêmes avantages.
Je dépose une proposition de loi,
de sorte que le système le plus
avantageux puisse être choisi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Luk Van Biesen.
Président: Luk Van Biesen.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Roppe aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het invullen
van de belastingaangifte door minderjarigen" (nr. 12054)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de belasting van
eigen inkomsten van kinderen" (nr. 12128)
04 Questions jointes de
- Mme Annemie Roppe au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les déclarations fiscales
à remplir par les mineurs d'âge" (n° 12054)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'impôt sur les revenus
propres aux enfants" (n° 12128)
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
04.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag gaat niet meteen over de discriminaties, maar
wel over procedures en administratieve overlast. Ik weet dat er een
staatssecretaris is die zich specifiek bezighoudt met kafkaiaanse
toestanden, maar ook hier vallen er maatregelen te nemen.
Minderjarigen moeten tegenwoordig blijkbaar ook een belastingbrief
invullen. Uit bevraging van de administratie blijkt de redenering
hierachter te zijn dat kinderen van gescheiden ouders alimentatiegeld
ontvangen en dit dus ook moeten aangeven. Dat is een argumentatie
die uiteraard volledig correct is.
Daarnaast is het ondertussen voor iedereen duidelijk dat er op dit
ogenblik heel wat middelen nodig zijn om de procedure van de
verwerking van aangiftedossiers te versnellen. Een van de redenen
waarom deze procedure zo traag verloopt is natuurlijk de aanzienlijke
hoeveelheid dossiers dat moet verwerkt worden, waaronder dus deze
dossiers van minderjarige kinderen.
Mijnheer de minister, daarom had ik graag van u gehoord of u zich
bewust bent van deze problematiek. In welke maatregelen voorziet u
eventueel om hieraan een oplossing te geven? Op welke termijn acht
u dit mogelijk?
04.01 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Les enfants mineurs de
parents divorcés doivent
compléter une déclaration fiscale
s'ils perçoivent une pension
alimentaire. Vu le grand nombre
de déclarations à traiter, des
moyens importants doivent être
mis en oeuvre pour accélérer ce
traitement.
Le ministre est-il conscient de ce
problème et quelles mesures va-t-
il prendre pour remédier à cette
situation?
04.02 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zit niet helemaal op dezelfde golflengte als mevrouw
Roppe. Ik was ook een beetje verwonderd over de discussie die
ontstaan is in de pers. In regel is het zo dat de ouders van niet-
ontvoogde minderjarigen het genot van de goederen van hun
kinderen hebben, overeenkomstig artikel 384 van het Burgerlijk
Wetboek.
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt echter ook dat bepaalde inkomsten
eigendom blijven van het kind, zoals bijvoorbeeld de
onderhoudsgelden, de goederen die de kinderen door afzonderlijke
arbeid en nijverheid verwerven, de ontvangsten uit goederen die hun
geschonken of vermaakt werden onder de uitdrukkelijke voorwaarde
dat de ouders daarvan het genot niet zullen hebben artikel 387 van
het Burgerlijk Wetboek , en de goederen door de kinderen in eigen
hoofde geërfd wegens de onwaardigheid van hun ouders artikel 730
van het Burgerlijk Wetboek.
Vanaf de meerderjarigheid, ontvoogding of volledige ontzetting uit de
ouderlijke macht dienen ook de inkomsten van al hun eigen goederen
hieraan te worden toegevoegd. Het ouderlijk genot van de goederen
van de kinderen eindigt op dat moment.
Mijnheer de minister, deelt u mijn mening dat de regeling in het
Burgerlijk Wetboek een goede waarborg is dat geen beslag kan
worden gelegd op onderhoudsgelden of inkomsten uit arbeid van het
kind indien de ouders schulden hebben?
Bent u van mening dat het niet wenselijk is de eigen inkomsten toe te
voegen aan de inkomsten van de ouders, waardoor zij veel zwaarder
zouden worden belast?
Biedt de afzonderlijke aangifteplicht volgens u de administratieve
04.02 Carl Devlies (CD&V): La
déclaration fiscale distincte pour
les enfants a été à l'origine de
maintes discussions dans la
presse. Malgré que les parents
d'enfants non émancipés aient la
jouissance des biens de leurs
enfants, les
enfants restent
propriétaires des pensions
alimentaires, des biens qu'ils
pourront acquérir par un travail
distinct, ainsi que des moyens ou
des biens dont il leur a été
explicitement fait don sans que les
père et mère n'en aient la
jouissance. De plus, appartiennent
également aux enfants les biens
dont ils héritent personnellement
pour cause d'indignité des parents.
Les parents n'ont plus la
jouissance des biens de leurs
enfants lorsque ces derniers
atteignent la majorité ou sont
émancipés, ou en cas de
déchéance de l'autorité parentale.
Le ministre estime-t-il également
que la réglementation existante
permet assurément d'éviter que
les ressources d'un enfant
puissent être saisies lorsque ses
parents ont des dettes? Il n'est
pas souhaitable d'assimiler les
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
waarborg dat de ouders of de administratie niet de vergissing zouden
begaan die inkomsten te belasten in hoofde van de ouders?
revenus propres de l'enfant à ceux
des parents étant donné que ceux-
ci seraient dès lors plus
lourdement imposés. L'obligation
de déclaration séparée offre-t-elle
la garantie que les parents ou
l'administration n'imposent pas les
revenus au nom des parents?
04.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, wat de eerste
vraag van de heer Devlies betreft, ben ik helaas niet bevoegd om mij
uit te spreken over het feit of de bepalingen van het Burgerlijk
Wetboek terzake de nodige garanties bieden. Hij zou die vragen
moeten richten aan mijn collega bevoegd voor Justitie, denk ik.
Wat de tweede en de derde vraag betreft, bepaalt artikel 126, §4, van
het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 uitdrukkelijk dat de
inkomsten van kinderen bij de inkomsten van hun ouders worden
gevoegd, zolang de ouders het wettelijk genot daarvan hebben. In die
omstandigheid meen ik dat de vrees dat bepaalde inkomsten van
kinderen ten onrechte bij de ouders zouden worden belast, ongegrond
is.
Wat de vraag van mevrouw Roppe betreft, wil ik erop wijzen dat,
zoals zij reeds heeft vermeld, het de bedoeling is een aangifte toe te
sturen aan alle personen, ongeacht hun leeftijd, die onderworpen zijn
aan de personenbelasting. In dit geval betreft het minderjarige
kinderen die onderhoudsuitkeringen ontvangen. Het is niet correct de
toezending aan die groep van belastingplichtigen, die maar een
beperkte groep van de belastingplichtigen vertegenwoordigt, te zien
als een overbodige toezending, aangezien de administratie op het
moment van de verzending niet steeds beschikt over de volledige
gegevens van de ontvangen inkomsten van de minderjarige, noch
over het aangegeven bedrag van onderhoudsuitkeringen bij de
schuldenaar ervan. Bovendien wordt door die wijze van verzending
iedere belastingplichtige belast op de inkomsten die hij zelf heeft
ontvangen, in de veronderstelling dat het bedrag het vrijgesteld
bedrag overtreft.
Tot slot zou ik er nog op willen wijzen dat de administratie alles in het
werk stelt om een correcte grondslag van de aanslag te bepalen per
belastingplichtige en waar nodig de belastingplichtige bij te staan bij
het invullen van de aangifte van de personenbelastingen. Ik heb
gevraagd aan mijn administratie om, in samenwerking met
staatssecretaris Van Quickenborne, eventueel een andere procedure
of een ander mechanisme te onderzoeken.
U weet dat er inkomsten zijn, niet alleen ten gevolge van een aantal
burgerlijke verplichtingen van de ouders, maar ook andere inkomsten
voor soms zeer jonge kinderen. We moeten toch een correcte
informatie hebben. Ik ben bereid naar andere mechanismen te gaan
dan de verzending van een aangifte. Dat is misschien mogelijk. Maar
we moeten nu eenmaal een zeer goed zicht hebben op alle inkomsten
van alle belastingplichtigen.
04.03 Didier Reynders, ministre:
La ministre de la Justice doit
décider si le Code civil offre ou
non les garanties nécessaires. En
vertu du Code des impôts sur les
revenus 1992, les revenus des
enfants sont cumulés avec ceux
des parents aussi longtemps que
ces derniers en ont la jouissance
légale.
Tout qui est soumis à l'impôt des
personnes physiques, notamment
les mineurs qui bénéficient d'une
pension alimentaire, reçoit un
formulaire de déclaration. Cette
disposition n'est pas inutile étant
donné qu'au moment de l'envoi du
formulaire, l'administration ne
connaît ni les revenus perçus par
le mineur ni le montant de pension
alimentaire déclaré par les
parents. Tout contribuable est
imposé sur les revenus qu'il a
perçus si la limite du montant
exonéré est dépassée.
L'administration s'efforce de
déterminer une base d'imposition
correcte pour chaque contribuable
et si besoin en est, apporte son
aide aux citoyens lorsqu'il s'agit de
compléter la déclaration.
J'ai demandé à l'administration
d'examiner si une autre procédure
est envisageable. Le formulaire de
déclaration est également
nécessaire parce que les enfants
peuvent encore posséder d'autres
revenus.
04.04 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord. Ik ben blij dat onderzocht wordt of er
geen andere mechanismen nodig zijn. Hier ging het alleen over de
04.04 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Je me félicite que la mise
en oeuvre d'un autre système soit
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
gevallen waarin alimentatie wordt uitgekeerd. Op het ogenblik dat de
ouders hun aangifte doen, zal daarvan uiteraard ook een spoor te
vinden zijn. Dan is het een beetje overbodig dat dat door de kinderen
ook nog eens gebeurt.
examinée. Je pense qu'il n'est pas
nécessaire que les enfants
déclarent leur pension alimentaire
si les parents la déclarent déjà.
04.05 Minister Didier Reynders: Als het zeker is dat er geen andere
inkomsten zijn. U weet dat zelfs van zeer kleine inkomsten aangifte
moet worden gedaan.
04.05 Didier Reynders, ministre:
Vous avez raison, à condition que
les enfants n'aient pas d'autres
revenus.
04.06 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Dat klopt. Op voorhand weet
men dat niet.
04.07 Carl Devlies (CD&V): Ik deel de visie van de minister. Ik ben
het volledig eens met het antwoord dat hij heeft gegeven. Het gaat
inderdaad niet alleen over het onderhoudsgeld, maar ook over
mogelijke andere inkomsten die eigen zijn. Ik denk inderdaad dat best
met afzonderlijke aangifteformulieren wordt gewerkt, tenzij men een
betere methode vindt. Met de huidige kennis denk ik echter dat een
afzonderlijke aangifteformulier de beste werkwijze is. Op die manier
hebben wij immers de garantie dat de aanslag op een correcte wijze
gebeurt en dat er ook geen administratieve vergissingen gebeuren,
zoals de vermenging van de inkomsten van ouders en kinderen. Ik
denk dat dit op dit ogenblik de beste oplossing is.
04.07 Carl Devlies (CD&V): Je
suis d'accord avec le ministre.
Étant donné qu'il est possible que
les enfants perçoivent d'autres
revenus, il est préférable d'utiliser
des formulaires de déclaration
séparés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 12023 van de heer Jean-Jacques Viseur wordt ingetrokken.
05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aangifteformulieren voor het aanslagjaar 2006" (nr. 12069)
05 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les formulaires
de déclaration pour l'exercice d'imposition 2006" (n° 12069)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het blijkt dat heel wat belastingplichtigen hun
aangifteformulieren nog niet hebben ontvangen.
Kunt u in die omstandigheden garanderen dat de belastingplichtigen
over de minimale termijn van een maand zullen beschikken om hun
aangifte in te dienen?
Bovendien zijn vele zelfstandigen nog niet in het bezit van de
noodzakelijke attesten en fiscale fiches die bij de belastingaangifte
moeten worden gevoegd.
Ook stel ik vast dat heel wat organisaties om die reden aandringen op
het uitstellen met enkele weken van de aangiftetermijn.
Wat is het standpunt van de minister?
05.01 Carl Devlies (CD&V): Des
contribuables ne sont pas encore
en possession de leur déclaration.
Le ministre peut-il leur garantir
qu'ils disposeront d'un mois pour
la compléter?
Certains indépendants n'ont
toujours pas reçu les attestations à
joindre à la déclaration, de sorte
que leurs organisations
représentatives demandent une
prolongation du délai
d'introduction. Qu'en pense le
ministre?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, overeenkomstig artikel 308, §1, van het Wetboek van
Inkomstenbelasting 1992 moeten de belastingplichtigen hun aangifte
in de personenbelasting bij de betrokken dienst doen toekomen
binnen de op het formulier aangegeven termijn die niet korter mag zijn
dan een maand, te rekenen vanaf de verzending ervan. Indien de
05.02 Didier Reynders, ministre:
Selon le Code des Impôts sur les
revenus 1992, le délai de dépôt
d'une déclaration fiscale est au
minimum d'un mois après envoi
de la déclaration. Si certains
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
aangifte in de personenbelastingen voor het aanslagjaar 2006 van
sommige belastingplichtigen na 19 juni 2006 zou worden ontvangen,
dan zal voor deze belastingplichtigen de termijn voor terugzending
ervan moeten worden verlengd. Dat heb ik altijd gezegd.
Ik heb ook sommige diensten instructies gegeven, bijvoorbeeld in
geval van staking van De Post, zoals bijvoorbeeld gedurende meer
dan een week in mijn stad Luik. Dat heeft uiteraard consequenties
voor de verzending van de documenten. In dat verband is er dus geen
probleem.
Wat betreft het indienen van aangiften na de voorgeschreven termijn
wordt volgens de bepalingen van artikel 311 aan de directeur-
generaal van de directe belastingen of aan zijn gedelegeerde, de
bevoegdheid gegeven tot het verlengen van de aangiftetermijn. Dit
kan aan de hand van een algemene of individuele aanvraag.
Voor veel professionelen zoals de zelfstandigen heb ik altijd gezegd
dat het mogelijk is om de indiening door een mandataris te laten doen
tot 31 oktober, op voorwaarde dat het via Tax-on-web gebeurt. Tot op
vandaag hebben we al meer dan 100.000 elektronische aangiften
ontvangen. Er zijn wel veel vragen inzake ontvangst van de aangifte,
maar we halen al meer dan 100.000 elektronische aangiften. Daarin
moeten we dus verdergaan.
De datum is nu 19 juli en normaal is dat geen probleem qua termijn,
zelfs niet bij problemen als staking bij De Post. Daarbij is het voor vele
professionelen altijd mogelijk om hun aangifte tot 31 oktober door hun
mandatarissen elektronisch te laten indienen.
reçoivent leur déclaration après le
19 juin 2006, le délai de dépôt
sera prolongé spécialement pour
eux. Par exemple, il y a eu du
retard dans certaines villes à
cause de grèves à La Poste.
Le directeur général des
contributions directes peut
prolonger le délai de déclaration
après qu'une demande générale
ou individuelle lui a été adressée.
Quant aux indépendants, ils ont
jusqu'au 31 octobre 2006 pour
faire compléter leur déclaration sur
Tax-on-Web par leur mandataire.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel vast dat u
niet bereid bent in te gaan op de vraag van vele organisaties om de
termijn met enkele weken te verlengen en vrij strikt bent in de
toepassing van de wetgeving.
Mijnheer de minister, ik dring erop aan dat de FOD Financiën zelf
dezelfde striktheid hanteert. De wet voorziet erin dat een aantal
attesten voor 1 maart moet worden afgeleverd. Deze deadline werd
dit jaar andermaal niet gerespecteerd. Ik herhaal dat dezelfde eisen
en dezelfde zorgvuldigheid ook worden gevraagd van de FOD
Financiën zoals dit het geval is voor de belastingplichtigen.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre n'est donc pas disposé à
prolonger le délai et veut appliquer
strictement la législation.
J'aimerais que l'administration
l'applique tout aussi strictement
car certaines attestations qui
auraient dû être envoyées avant le
1
er
mars 2006 ne l'ont toujours pas
été.
05.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de wettelijke
termijn is 30 juni. Ik heb reeds een aanvullende termijn tot en met 19
juli toegestaan en tot en met 31 oktober voor de elektronische
aangifte van een mandataris. Volgens mij is dit een zeer lange
termijn.
05.04 Didier Reynders, ministre:
J'ai déjà prolongé le délai légal,
qui courait jusqu'au 30 juin 2006,
jusqu'au 19 juillet et même
jusqu'au 31 octobre en ce qui
concerne les déclarations
électroniques complétées par un
mandataire.
05.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik meen dat dit het
minste is wat u kon doen. Door de laattijdige verzending van de
aangifteformulieren was het verlengen van de termijn met een drietal
weken het absolute minimum.
05.05 Carl Devlies (CD&V): Il le
fallait étant donné que les
déclarations ont été envoyées
tardivement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
06 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW op transfers van sportbeoefenaars" (nr. 12048)
06 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la TVA sur
06.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, een transfer waarbij een betaalde sportbeoefenaar van de
ene club naar de andere overgaat mits betaling van een transfersom,
is een dienst in de zin van artikel 8, §1, van het BTW-Wetboek. Indien
de club van de sportbeoefenaar BTW-plichtig is, dient BTW te worden
geheven op de transfersom.
Over dit punt had ik graag vier vragen gesteld.
Ten eerste, is de vergoeding die een club krijgt als een speler gebruik
maakt van de wet van 24 februari 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars aan BTW
onderworpen? In dit geval wordt immers geen dienst verleend maar
gaat het om een schadevergoeding.
Ten tweede, is ook een transfer van een amateur-sportbeoefenaar
aan BTW onderworpen?
Ten derde, in welk land is de BTW verschuldigd indien een Belgische
club een speler naar een club uit een ander EU-land transfereert en
vice versa? Hoe is de situatie bij transfers naar niet-EU-landen?
Ten slotte, zijn eventuele sommen die later worden verkregen
ingevolge een opschortende voorwaarde aan BTW onderworpen? Ik
geef een voorbeeld. Wat gebeurt er indien de oude club nog een extra
transfervergoeding ontvangt als de betrokken sportbeoefenaar door
zijn nieuwe club tegen een nog groter bedrag wordt getransfereerd?
06.01 Bart Tommelein (VLD): La
TVA doit être perçue sur le
montant du transfert qu'un club
sportif paie pour transférer un
sportif rémunéré d'un autre club
assujetti à la TVA. Les dommages
et intérêts q'un club doit payer
lorsqu'un joueur invoque la loi du
24 février 1978 sont-ils soumis à la
TVA? Le transfert d'un sportif
amateur est-il soumis à la TVA?
Quelle est la réglementation en
matière de transfert vers et en
provenance d'autres pays à
l'intérieur et en dehors de l'Union
européenne? Que se passe-t-il si
l'ancien club reçoit une somme de
transfert supplémentaire lorsque le
sportif concerné est transféré pour
un montant encore plus élevé par
son nouveau club?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Tommelein, er zijn drie
vragen, eigenlijk vier, maar twee met hetzelfde onderwerp. Ik zal
proberen alle vragen te beantwoorden.
Wat uw eerste vraag betreft, de vergoeding zoals bedoeld in artikel 4
van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst
voor betaalde sportbeoefenaars waarop een benadeelde partij
wegens het verbreken van de arbeidsovereenkomst recht heeft, is
niet aan de BTW onderworpen.
Wat uw tweede en derde vraag betreft, de vrije, definitieve of tijdelijke
transfer van voetbalspelers ouder dan 16 jaar, is een dienst in de zin
van artikel 18, §1, tweede lid, 7, van het BTW-wetboek ongeacht of ze
beroepssporters zijn of niet. Er is dus geen verschil tussen de twee.
De plaats van die handeling wordt bepaald op grond van artikel 21, §2
en §3, 7, a, van het BTW-wetboek. Ik verwijs voor bijkomende
toelichting naar beslissing nummer E.T. 10612 van 6 april 1993 die u
kunt raadplegen via de fiscale documentatiebank Fisconet. Er kan
ook een kopie worden verstuurd, maar via elektronische weg is dit
gemakkelijk.
Wat uw vierde vraag betreft, overeenkomstig de normale regels die
gelden inzake de BTW is de extra transfervergoeding in het door u
aangehaalde geval eveneens aan de belasting onderworpen.
06.02 Didier Reynders, ministre:
L'indemnité visée à l'article 4 de la
loi du 24 février 1978 ne constitue
pas un service mais un
dédommagement et n'est donc
pas soumise à la TVA. Par contre,
le transfert libre, définitif ou
temporaire de footballeurs âgés de
plus de 16 ans constitue un
service au sens de l'article 18, §1,
alinéa 2, 7° du Code de la TVA,
indépendamment du fait qu'il s'agit
de sportifs professionnels ou non.
Le lieu de la prestation est défini
par l'article 21, §2 et §3, 7°, a du
Code de la TVA. Le site fiscal
Fisconet fournit plus de détails à
ce sujet. Dans le cas évoqué par
M. Tommelein, l'indemnité
supplémentaire pour les transferts
est aussi soumise à la TVA.
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
06.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw heel duidelijk en technisch antwoord. Het
is misschien beter dat ik een kopie van het antwoord aan uw
medewerker vraag.
06.03 Bart Tommelein (VLD): Je
souhaiterais obtenir une copie de
cette réponse technique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de taalverhouding in de dienst Voorafgaande Beslissingen of rulingcommissie" (nr. 12057)
07 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
répartition linguistique au Service des décisions anticipées ou commission de ruling" (n° 12057)
07.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, momenteel werken er 65 ambtenaren in de
dienst Voorafgaande Beslissingen: 27 Franstaligen of 42% en 38
Nederlandstaligen of 58%.
In werkelijkheid en in verhouding zijn er meer Nederlandstalige
aanvragen dan Franstalige. In 2005 waren er 251 Nederlandstalige
aanvragen of 66% en slechts 124 Franstalige aanvragen of 33%. In
2006 zijn er tot nu toe 142 Nederlandstalige aanvragen of 70%, en
maar 60 Franstalige aanvragen of 30%,.
Vindt u de huidige taalverhouding in de rulingcommissie
gerechtvaardigd of zult u het taalkader aanpassen aan de reële noden
van de laatste twee jaar? Wanneer is die eventuele aanpassing
gepland? Komen er nieuwe aanwervingen of alleen verschuivingen?
07.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Actuellement, le Service
des Décisions Anticipées en
matière fiscale emploie 27
fonctionnaires francophones et 38
néerlandophones bien que,
proportionnellement, les
demandes de
ruling en
néerlandais soient plus
nombreuses que celles introduites
en français. En 2005, les
demandes en néerlandais se sont
chiffrées à 251 pour 124
demandes en français et, en 2006,
elles se chiffrent à ce jour à 142
pour 60 respectivement.
Le ministre compte-t-il adapter le
cadre linguistique aux besoins
réels? Prévoit-on de nouveaux
recrutements ou de simples
glissements?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Govaerts, de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken
maakt deel uit van de centrale diensten van mijn departement.
De huidige taalkaders van de FOD Financiën laten toe om tegemoet
te komen aan de behoeften op taalvlak van voornoemde dienst, zowel
voor de betrekkingen van de tweede trap van de hiërarchie de
directiebetrekkingen als voor de betrekkingen van de lagere trap
de uitvoerende betrekkingen.
Tot nu toe heb ik op dat vlak geen problemen opgemerkt.
07.02 Didier Reynders , ministre:
Le service Décisions anticipées en
matière fiscale fait partie des
services centraux du département.
Les cadres linguistiques actuels
du SPF Finances permettent de
satisfaire les besoins sur le plan
linguistique de ce service, au
niveau de sa direction aussi bien
qu'à l'échelon des emplois
d'exécution. Je n'ai pas
connaissance de difficultés
particulières.
07.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
gaat u uit van de globale verhouding binnen de FOD Financiën of van
de aparte verhouding binnen de rulingcommissie? Voornoemde
verhouding is immers duidelijk scheefgetrokken.
07.03 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Mais les rapports
linguistiques au sein de la
commission de ruling ne sont-ils
pas manifestement déséquilibrés?
07.04 Minister Didier Reynders: Wat betreft de voorgaande 07.04 Didier Reynders, ministre:
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
beslissingen hebben wij nog geen problemen gemerkt omtrent de
taalwetgeving en de taalbehandeling van de verschillende dossiers.
Het was zo gevraagd en zo gezegd door de leden van de
zogenaamde rulingcommissie. Totnogtoe is er nog geen probleem.
Dat zal misschien in de toekomst wel het geval zijn, maar dat zullen
we dan wel zien.
À ce jour, nous n'avons pas
remarqué de problèmes sur le
plan de la législation linguistique et
du traitement des dossiers. C'est
le service lui-même qui a
demandé cette répartition entre
fonctionnaires des deux rôles.
07.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Er is toch duidelijk een
scheeftrekking. Het staat toch niet echt in verhouding tot het aantal
aanvragen. Er zijn meer Nederlandstalige vennootschappen.
07.05 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Le rapport linguistique au
sein du cadre du personnel n'est
pas adapté au nombre de
demandes, les sociétés
néerlandophones étant plus
nombreuses.
07.06 Minister Didier Reynders: Er zijn verschillende aanvragen in
verschillende dossiers, maar totnogtoe hebben we nog geen
problemen wat de behandeling van de dossiers betreft.
07.06 Didier Reynders, ministre:
Je ne puis que répéter qu'aucun
problème ne se pose sur le plan
du traitement des dossiers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aanvraag tot erkenning als instelling die fiscaal aftrekbare giften mag ontvangen" (nr. 12063)
08 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la demande
d'agrément en tant qu'institution pouvant recevoir des libéralités déductibles fiscalement" (n° 12063)
08.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, giften aan bepaalde instellingen zijn fiscaal aftrekbaar, als de
instelling een fiscaal attest aflevert. Het gaat om de instellingen
bedoeld in artikel 104, punten 3, 4, 4bis, 4ter en 5 van het Wetboek
van Inkomstenbelastingen 92.
De instellingen die aan de criteria voldoen en die niet bij naam in de
wet werden genoemd, moeten eerst van u een erkenning krijgen. De
erkenning geldt voor een termijn van maximaal 2, 4 of 6
kalenderjaren. Wanneer de termijn ten einde loopt, moet de instelling,
als zij fiscale attesten wil blijven uitreiken, de hernieuwing aanvragen.
Ik verneem dat de behandeling van erkenningaanvragen en van
hernieuwingaanvragen een bijzonder lange tijd in beslag neemt. Voor
de hernieuwingaanvragen is dat bijzonder onlogisch, aangezien het
meestal gaat om dezelfde gegevens als bij de vorige aanvraag.
Daarom had ik u graag de volgende vragen gesteld.
Hoe lang duurt het gemiddeld om een erkenning overeenkomstig het
genoemde artikel te bekomen?
Hoe lang duurt het gemiddeld om een hernieuwing van de periodieke
erkenning te bekomen?
Kunt u een initiatief nemen om de procedure enigszins te
bespoedigen?
08.01 Bart Tommelein (VLD):
Les libéralités effectuées au profit
de certaines institutions sont
fiscalement déductibles à
condition que ces dernières
délivrent une attestation fiscale.
Les institutions qui satisfont aux
critères à cet effet et qui ne sont
pas mentionnées nommément
dans le CIR 1992 reçoivent un
agrément du ministre, valable pour
deux, quatre ou six années civiles.
À l'issue de ce délai, les
institutions qui souhaitent
continuer à délivrer une attestation
fiscale doivent solliciter le
renouvellement de leur agrément.
Il est illogique que l'obtention de
cet agrément dure aussi
longtemps puisque les données
sont généralement identiques à
celles de la demande précédente.
Quel est le délai moyen
d'obtention d'un agrément et d'un
renouvellement? Le ministre
prendra-t-il une initiative pour
accélérer la procédure?
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de procedure
van het onderzoek voor de hernieuwing van de erkenning is dezelfde
als deze van de eerste erkenning. Men moet zich er immers van
vergewissen of de instelling de erkenningsvoorwaarden nog vervult.
De plaatselijke taxatiedienst voert een grondig onderzoek uit van de
boekhouding en het bevoegde orgaan van de Staat, het Gewest of de
Gemeenschap onderzoekt de voorwaarden betreffende de
activiteiten. Vervolgens doet de centrale dienst van de administratie
van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit een laatste globaal
onderzoek van het dossier. Naargelang het resultaat van het
onderzoek leggen zij mij een ontwerp van erkenning of afwijzing ter
ondertekening voor. Deze procedure duurt gemiddeld zes maanden
tot een jaar. Deze procedure wordt niet alleen bij Financiën, maar ook
in veel andere departementen toegepast, inzake verschillende
materies.
Voor de culturele instellingen en instellingen die het behoud of de zorg
voor monumenten en landschappen tot doel hebben, duurt de
procedure langer omdat de erkenning per collectief koninklijk besluit
wordt toegestaan. De ontwerpen van koninklijk besluit tot erkenning
van dergelijke instellingen worden slechts periodiek voorbereid.
Bovendien moeten zij vooraf de goedkeuring krijgen van de
inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de FOD Financiën, en
van de minister van Begroting.
Deze procedure voor de toekenning van een erkenning, die zo gewild
werd door de wetgever, brengt jammer genoeg met zich mee dat de
termijn om een erkenning te verkrijgen aanzienlijk wordt verlengd. Ik
ben echter bereid om een wetsvoorstel in dat verband te
onderzoeken, bijvoorbeeld voor een andere procedure voor de
culturele instellingen die het behoud en de zorg voor monumenten en
landschappen tot doel hebben. Wij moeten misschien een vergelijking
maken tussen een collectieve procedure en een individuele
procedure. Een individuele procedure zou misschien tot een kortere
behandeling kunnen leiden. Ik ben bereid om dat te onderzoeken naar
aanleiding van een wetsvoorstel.
08.02 Didier Reynders, ministre:
La procédure de renouvellement
est identique à celle suivie pour le
premier agrément, puisqu'il
convient de s'assurer que
l'institution satisfait toujours aux
conditions d'agrément. Le service
local de taxation analyse donc
minutieusement la comptabilité et
l'instance fédérale, régionale ou
communautaire compétente
examine les activités de
l'institution. Ensuite, le service
central de l'Administration de la
fiscalité des entreprises et des
revenus (AFER) procède à un
dernier examen global. Enfin, une
proposition d'agrément ou de refus
m'est soumise pour signature. La
procédure dure en moyenne six
mois à un an.
Pour les institutions culturelles et
celles qui ont pour but la
conservation ou la protection des
monuments et sites, la procédure
est plus longue étant donné que
l'agrément est octroyé par le biais
d'un arrêté royal collectif. Ces
projets d'arrêtés royaux ne sont
rédigés que périodiquement. Ils
doivent par ailleurs être
préalablement approuvés par
l'inspecteur des Finances et par le
ministre du Budget. Cette
procédure prolonge
considérablement le délai
nécessaire à l'obtention de
l'agrément. Je suis disposé à
examiner une proposition de loi
instaurant une autre procédure
pour cette catégorie spécifique
d'institutions. Si la procédure est
individuelle, peut-être la durée de
traitement du dossier pourra-t-elle
être raccourcie.
08.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk inderdaad dat de procedure te log is. Als een aanvraag zes
maanden tot een jaar aansleept vooraleer men een erkenning kan
krijgen voor iets dat twee tot zes jaar zal duren, is de doorlooptijd in
verhouding te zwaar.
Verwacht u van mij dat ik een initiatief neem en een wetsvoorstel
indien ter bespreking? Dan zullen we die procedure herbekijken en
een voorstel terzake indienen.
08.03 Bart Tommelein (VLD):
Étant donné la lourdeur excessive
de la procédure actuelle, je
déposerai une proposition en ce
sens.
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
08.04 Minister Didier Reynders: Individueel is altijd een procedure
mogelijk bij bijvoorbeeld een federale collega voor
Ontwikkelingssamenwerking of bij gewestelijke of
gemeenschappelijke collega's voor vele andere materies. Het is dus
altijd mogelijk om voor een dergelijk onderzoek om een echte termijn
te vragen. We kunnen misschien een termijn vastleggen.
08.04 Didier Reynders, ministre:
Nous pouvons éventuellement
fixer une échéance.
08.05 Bart Tommelein (VLD): Ik denk inderdaad dat we daarop een
maximumtermijn moeten kunnen plakken en dat iedereen rond de
tafel moet kunnen zitten.
Er zijn trouwens organisaties die heel snel moeten handelen en een
erkenning moeten krijgen omdat er plots iets opduikt. Ik denk dat we
daarop een maximumtermijn zouden moeten kunnen plaatsen in het
kader van goed bestuur en administratieve vereenvoudiging.
Ik zal eens naar de mening van uw collega en mijn gouwgenoot
Vincent Kafka vragen.
08.05 Bart Tommelein (VLD): Un
délai maximal devrait en effet être
prévu car, pour certaines
institutions, il est vraiment urgent
d'obtenir l'agrément. Ce problème
relève de la bonne administration
et de la simplification
administrative. Je demanderai dès
lors l'avis du secrétaire d'État
compétent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Normaal volgt nu vraag nr. 12066 van de heer Carl Devlies over het gebouw "Palladium",
maar die is gekoppeld aan vraag nr. 12105 van de heer Melchior Wathelet over de verkoop van bepaalde
overheidsgebouwen. Mijnheer Devlies, bent u bereid nog even te wachten tot hij hier is? Hij is nu in de
Conferentie van voorzitters. Wij zullen trachten hem te bereiken.
Dan kan ik nu de heer Bart Tommelein ook de volgende vraag laten stellen, voor hij opnieuw de krant gaat
lezen, want zijn volgende vraag is nu aan de beurt.
09 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
belastingvermindering voor de verwerving van een milieuvriendelijke wagen" (nr. 12091)
09 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réduction
d'impôt pour l'acquisition d'un véhicule propre" (n° 12091)
09.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, met het nieuwe
artikel 145/28 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 werd
een nieuwe belastingvermindering ingevoerd voor de verwerving van
een nieuwe wagen die een maximale CO
2
-uitstoot heeft van 115 gram
per kilometer conform artikel 63/13 van het koninklijk besluit tot
uitvoering van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992. Die
belastingvermindering heeft een aantal mensen, gelukkig overigens,
gestimuleerd om over te schakelen op een nieuwe, meer
milieuvriendelijke wagen, wat ook de bedoeling was van de wetgever.
Bij gehuwden rijst echter de vraag aan wie van beiden die
belastingvermindering toegekend moet worden. Het kan gebeuren dat
de echtgenoot op wiens naam de wagen ingeschreven is, de voorbije
belastbare periode weinig of geen inkomsten heeft gehad, terwijl de
andere echtgenoot in die periode wel beroepsinkomsten heeft gehad.
Daarom had ik u graag de volgende vraag gesteld: kan de
belastingvermindering voor de verwerving van een dergelijke schone
wagen vrij verdeeld worden onder de echtgenoten?
09.01 Bart Tommelein (VLD): En
vertu du nouvel article 145/28 du
CIR 92, une réduction d'impôt est
instaurée pour l'acquisition d'un
véhicule neuf qui émet au
maximum 115 grammes de CO
2
par kilomètre.
Pour les personnes mariées, il
s'agit de savoir auquel des deux
époux la réduction d'impôt doit
être octroyée. Cette réduction
d'impôt peut-elle être répartie
librement entre les époux?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, zoals de heer
Tommelein zelf geciteerd heeft, wordt onder bepaalde voorwaarden
09.02 Didier Reynders, ministre:
Sous certaines conditions, une
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
krachtens artikel 145.28 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992, een belastingvermindering verleend voor
de uitgaven die tijdens de belastbare periode werkelijk zijn betaald
voor de verwerving in nieuwe staat van een personenwagen, een
wagen voor dubbel gebruik of een minibus met een maximale uitstoot
van 115 gram CO
2
per kilometer.
De vermindering kan bijgevolg alleen worden toegestaan voor zover
de belastingplichtige geheel of gedeeltelijk eigenaar is van het
betrokken voertuig. Om die reden moeten de echtgenoot en de
wettelijk samenwonende voor wie een gemeenschappelijke aanslag
wordt gevestigd, het berekende bedrag van de belastingvermindering
per voertuig onder elkaar verdelen in verhouding tot hun
eigendomsaandeel in het voertuig. Dit wordt uiteengezet op bladzijde
74 van de toelichting bij de aangifte van personenbelasting
aanslagjaar 2006, inkomsten 2005. Een vrije verdeling van de
belastingvermindering onder de echtgenoten is bijgevolg niet
mogelijk.
Gehuwden die samen een voertuig verwerven dat deel uitmaakt van
het gemeenschappelijk vermogen, worden elk voor de helft als
eigenaar van het voertuig aangemerkt en worden geacht elk de helft
van de uitgaven te hebben gedragen. Bijgevolg wordt de
belastingvermindering in dit geval aan ieder voor de helft toegekend.
Dit is normaal. We evolueren steeds meer naar een individualisering
van de belastingen. Dit heeft uiteraard een aantal consequenties voor
de verdeling van een aantal fiscale voordelen. Dit is wellicht geen
grote vereenvoudiging, maar het is een stap naar de individualisering
van de verschillende belastingen.
réduction d'impôt est accordée, en
vertu de l'article 145/28 du CIR
1992, pour l'acquisition à l'état
neuf d'une voiture particulière,
d'une voiture à usage mixte ou
d'un minibus dont les émissions
de CO2 ne sont pas supérieures à
115 grammes par kilomètre.
La réduction ne peut être
accordée qu'à la condition que le
contribuable soit en tout ou en
partie propriétaire du véhicule. Les
conjoints et les cohabitants légaux
pour qui une imposition commune
est établie, doivent répartir entre
eux le montant de la réduction
d'impôt à proportion de la part du
véhicule dont ils sont propriétaires.
Par conséquent, une libre
répartition entre conjoints de cette
réduction d'impôt n'est pas
possible.
Les personnes mariées qui
acquièrent ensemble un véhicule
qui fait partie du patrimoine
commun sont propriétaires de ce
véhicule, chacun pour la moitié.
Dans ce cas, la réduction d'impôt
est accordée pour moitié à chacun
des conjoints.
Il s'agit de la conséquence
normale de l'évolution vers une
individualisation de l'impôt.
09.03 Bart Tommelein (VLD): Als ik het goed begrijp moet men als
men zoiets verwerft heel duidelijk specificeren wie de wagen koopt en
in welke verhouding dat gebeurt. Als men die anders koopt dan in de
gewone gemeenschap van het huwelijk, moet men dat duidelijk laten
specificeren op de aankoopfactuur door de verkoper.
09.03 Bart Tommelein (VLD):
Lorsqu'un couple marié achète
une voiture en dehors de la
communauté de biens, il doit donc
demander au vendeur de le
mentionner clairement sur la
facture.
09.04 Minister Didier Reynders: In veel gevallen is het 50% voor
iedereen. Men kan echter een ander verhaal volgen maar dan wel
met bewijs, bijvoorbeeld met een factuur op één naam.
09.04 Didier Reynders, ministre:
Normalement, c'est 50 % pour les
deux parties. Un autre
arrangement peut être trouvé mais
dans ce cas, il faut une preuve
comme une facture sur laquelle
figure le nom de l'acheteur.
09.05 Bart Tommelein (VLD): Gehuwden die een dergelijke
belastingvermindering willen, doen er dus goed aan om bij de
aankoop van die wagen heel duidelijk te stipuleren wie de wagen juist
koopt en in welke verhouding? Dat is toch de conclusie?
09.05 Bart Tommelein (VLD):
Quiconque souhaite bénéficier
d'une réduction d'impôt est donc
tenu de collectionner des preuves
au moment de l'achat du véhicule.
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
09.06 Minister Didier Reynders: Er is altijd iemand die betaalt.
09.07 Bart Tommelein (VLD): Ik weet dat er altijd iemand is die
betaalt.
09.08 Minister Didier Reynders: Op betaling in cash na is er in zeer
veel gevallen een bewijsstuk, bijvoorbeeld een
bankrekeninguittreksel, waarmee men de betaling kan aantonen.
09.08 Didier Reynders, ministre:
Sauf si le véhicule a été payé
comptant, il y a généralement un
justificatif comme un extrait de
compte bancaire qui suffit à
prouver le paiement.
09.09 Bart Tommelein (VLD): Dat begrijp ik, mijnheer de minister,
maar het is duidelijk dat men zeer goed moet communiceren opdat
discussies achteraf worden uitgesloten. Vandaar dat ik heel duidelijk
stel...
09.09 Bart Tommelein (VLD): Il
est important de préciser très
clairement cet aspect, afin d'éviter
toute discussion ultérieure.
09.10 Minister Didier Reynders: Ja, ik dank u dus voor uw vraag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
'Palladiumgebouw'" (nr. 12066)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de verkoop
van bepaalde overheidsgebouwen" (nr. 12105)
10 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le bâtiment 'Palladium'"
(n° 12066)
- M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la vente de certains
biens immobiliers de l'État" (n° 12105)
10.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de vraag gaat over een gebouw dat in het verleden werd
verkocht door de dienst Overzeese Sociale Zekerheden en thans
opnieuw wordt ingehuurd. Het is het gebouw dat vroeger werd
betrokken door Buitenlandse Zaken. Het wordt nu ingehuurd ten
voordele van de FOD Justitie.
Mijnheer de minister, ik had graag van u een antwoord gekregen op
de volgende vragen.
Welke huurprijs wordt er betaald?
Wat is het bedrag waarvoor het gebouw destijds werd verkocht?
Bepaalt het huurcontract dat men op het einde van het contract het
gebouw in zijn oorspronkelijke staat dient te herstellen?
Ik had ook graag van u een kopie van het huurcontract ontvangen.
10.01 Carl Devlies (CD&V):
L'Office de sécurité sociale
d'outre-mer (OSSOM) a, dans la
passé, vendu le Palladium ; celui-
ci est actuellement loué par le SPF
Finances.
Quel est le montant du loyer? Est-
il stipulé dans le contrat de
location que le locataire doit
remettre le bâtiment dans son état
original à la fin de la convention?
Pouvez-vous me procurer une
copie du contrat de location?
Voorzitter: Bart Tommelein.
Président: Bart Tommelein.
10.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, le 13 juin
dernier, la presse vous attribuait le projet, recalé au gouvernement, de
10.02 Melchior Wathelet (cdH):
Volgens persberichten van 13 juni
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
transférer les bâtiments de la Cour des comptes et du Conseil d'État
vers une société immobilière à capital fixe (Sicafi).
L'information n'aurait eu qu'un caractère anecdotique vu que le
projet en question a été abandonné , d'une part, si elle ne révélait
pas une nouvelle fois la difficulté qu'éprouve le gouvernement à
équilibrer son budget par des opérations "one-shot" de plus en plus
hasardeuses et si, d'autre part, elle ne s'inscrivait pas à la suite de
décisions bien réelles celles-là puisque traduites notamment dans
l'actuel projet de loi-programme qui visent, dans le cadre de
l'opération Sicafi, à céder l'ensemble des biens occupés par des
juridictions. Ce thème a d'ailleurs encore été évoqué hier au sein de
cette même commission.
Pour rappel, lors de son dernier exercice budgétaire, le gouvernement
avait déjà décidé d'affecter quelque 80 bâtiments dont il était
propriétaire à une Sicafi avec l'espoir d'en retirer 585 millions d'euros
d'argent frais pour le budget de l'État, à charge de relouer l'ensemble
de ces immeubles dans le futur.
Contraint par les instances européennes de diminuer la participation
de l'État dans la Sicafi et ne parvenant pas à trouver les immeubles
permettant de récolter ces 585 millions escomptés (il est aujourd'hui
question de 150 à 160 millions), il semble que vous cherchiez à
vendre tout ce qu'il est possible de vendre en tentant tant bien que
mal de ménager deux principes, par nature difficilement conciliables,
à savoir la continuité du service public et la protection du droit de
propriété. C'est également ce qui a été discuté hier.
Monsieur le ministre, l'information selon laquelle vous auriez proposé
la vente des bâtiments du Conseil d'État et de la Cour des comptes
est-elle exacte? Si oui, pourquoi vos collègues ont-ils rejeté cette
proposition? Hier, vous avez une nouvelle fois vanté le système de la
Sicafi qui consiste à vendre ces bâtiments pour ensuite les louer, en
nous disant qu'il s'agissait là d'une manière tout à fait correcte de
gérer le patrimoine de l'État. À de nombreuses reprises, vous avez dit
ne pas être braqué sur les principes et qu'il ne fallait pas
nécessairement être propriétaire de bâtiments pour pouvoir bien les
gérer. On peut également avoir une bonne et saine gestion en les
louant. Si le système est si opportun, pourquoi a-t-il été rejeté pour la
vente des bâtiments de la Cour des comptes et du Conseil d'État?
Pourquoi ce "non possumus" au sein du gouvernement a-t-il eu lieu?
Indépendamment de la question des critères s'ils existent
auxquels vous vous référez pour décider de ce qui peut être vendu et
de ce qui ne peut l'être, pouvez-vous nous communiquer:
- la liste des bâtiments publics cédés par l'État et dont il est
aujourd'hui locataire de la Sicafi gestionnaire;
- la liste des bâtiments publics qui seront cédés par l'État dans le
cadre de l'opération Sicafi 2006 ou l'état d'avancement du dossier;
- le montant du produit de la vente des bâtiments publics cédés
depuis le début de l'opération Sicafi;
- le montant des loyers versés mensuellement par l'État à cette Sicafi;
- le mode de calcul des loyers versés par l'État à la Sicafi?
Enfin, monsieur le ministre, le fait qu'un certain nombre de bâtiments
étaient dans un état d'entretien assez mauvais a-t-il été pris en
compte dans l'ensemble des calculs? En effet, la Sicafi gère ce
was u van plan om de gebouwen
van het Rekenhof en van de Raad
van State onder te brengen in een
vastgoedmaatschappij met vast
kapitaal (vastgoedbevak). De
regering zou dat plan echter
hebben afgewezen. Daaruit blijkt
eens te meer hoe moeilijk deze
regering het wel heeft om een
begroting in evenwicht voor te
leggen. Ze waagt zich aan steeds
stoutmoediger one-shotoperaties
en heeft blijkbaar de bedoeling alle
gebouwen waarin rechtscolleges
gehuisvest zijn, van de hand te
doen.
Tijdens het vorige begrotingsjaar
had de regering al zo'n tachtig
gebouwen in een vastgoedbevak
ondergebracht. De verwachte
opbrengst bedroeg 585 miljoen
euro. De Europese overheid heeft
u echter verplicht de deelneming in
de vastgoedbevak te verminderen
en u slaagt er niet in gebouwen te
vinden waaruit u de verwachte
opbrengst kan halen. Het heeft er
alle schijn van weg dat u wanhopig
probeert te verkopen wat kan.
Klopt het dat u voorgesteld hebt
om de gebouwen van de Raad van
State en het Rekenhof te
verkopen? Gisteren in commissie
prees u de verdiensten van het
vastgoedbevak-systeem
gebouwen verkopen om ze
vervolgens te huren dat het
geschikte middel zou zijn om het
Staatspatrimonium te beheren.
Hoe verklaart u dan de weigering
van uw collega's in verband met
de Raad van State en het
Rekenhof? Zou u ons volgende
elementen kunnen meedelen: de
lijst van de door de Staat
verkochte openbare gebouwen en
waarvan hij vandaag huurder is
van de beherende bevak en die
van de openbare gebouwen die de
Staat zal verkopen in het kader
van de verrichting vastgoedbevak
2006; de opbrengst van de
verkoop van de openbare
gebouwen die sinds het begin van
de bevak-operatie verkocht
werden, de maandelijkse
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
patrimoine immobilier et rénovera probablement ces bâtiments, je
l'espère, ce qui nécessitera un certain nombre d'investissements
financiers qui devront, à un moment donné, se répercuter clairement
au niveau du montant du loyer.
À ce moment, une double perte s'inscrit dans le cadre de la vente
ainsi que dans celui de la relocation qui devra être assumée par l'État.
Cet élément a-t-il été pris en considération dans l'évaluation de ces
différentes ventes?
Monsieur le ministre, certains bâtiments ne peuvent-ils en aucune
manière être vendus? Lesquels? Pourquoi? Dans l'affirmative,
comment expliquer cette fin de non-recevoir au sein du
gouvernement?
huurgelden die door de Staat aan
de vastgoedbevak betaald zijn en
de berekeningswijze van de
betaalde huurgelden? Wordt in het
kader van de berekeningen
rekening gehouden met het feit dat
een aantal gebouwen in slechte
staat verkeren, dat de
vastgoedbevak ze zal moeten
renoveren en dat die investeringen
de huurprijzen dus achteraf zullen
beïnvloeden? Vindt u dat bepaalde
overheidsgebouwen in geen geval
verkocht mogen worden? Zo ja,
welke en waarom?
10.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik geef eerst
een antwoord aan de heer Devlies voor zijn precieze vraag over een
welomschreven gebouw.
Vooreerst wil ik wijzen op de naamsverandering van het gebouw om
verwarring te vermijden. Het gebouw wordt heden Portalis genoemd
in plaats van de vroegere benaming Palladium uit 2004. De naam
heeft te maken met een van de opstellers van het Burgerlijk Wetboek
destijds, maar dat is dus uit een andere periode.
Met betrekking tot de huurprijs kan ik meedelen dat er tot op heden
nog geen huurprijs wordt betaald, maar volgens artikel 4a van het
huurcontract van 20 september 2004 is die bepaald op
5.910.985 euro per jaar, zijnde de basishuurprijs aan basisindex
december 2003. Omgerekend naar burelen en archieven zijn de
gemiddelden 203 euro per vierkante meter per jaar voor burelen en
95 euro per vierkante meter per jaar voor de archieven.
Het huurcontract voorziet onder artikel 20 in de modaliteit met
betrekking tot wijzigingen en verbeteringen aan het goed. Het artikel
maakt onderscheid tussen drie categorieën van wijzigingen en
verbeteringen: de telecominfrastructuur die ten behoeve van de
bezettende dienst wordt aangebracht, de rest van de eerste
inrichtingswerken en de overige wijzigingen en verbeteringen die in de
loop van het huurcontract worden aangebracht. Wat de tweede en
derde categorie betreft, heeft de verhuurder de keuze om de
wijzigingen geheel of gedeeltelijk te behouden, dan wel om het goed
door de huurder in de oorspronkelijke staat te laten herstellen. Wat de
telecominfrastructuur betreft, werd in het huurcontract bepaald dat die
in elk geval verwijderd dient te worden op het einde van de huur.
Ik wil hierbij wel opmerken dat het gaat om een huurcontract op lange
termijn: minimaal 18 jaar. Indien een einde wordt gemaakt aan het
huurcontract, kunnen de inrichtingswerken als afgeschreven worden
beschouwd. Het is niet de gewoonte kopieën te bezorgen van
contracten die worden gesloten tussen verschillende partijen, omdat
de belangen van de andere partij hierbij betrokken zijn. Ik zal de regie
en de andere partij vragen of het mogelijk is dergelijke kopie te
bezorgen, met alle namen, of niet. Ik heb geen probleem met het
bezorgen van een kopie aan de heer Devlies, maar ik moet het de
andere partij wel vragen of dat kan met alle elementen. Normaal kan
zoiets ook altijd via het Rekenhof.
10.03 Didier Reynders, ministre:
L'ancien bâtiment Palladium a été
rebaptisé Portalis.
Aucun loyer n'a encore été versé à
ce jour. Le bail signé le 20
septembre 2004 prévoit un loyer
de base de 5,9 millions d'euros
par an, soit 203 euros par mètre
carré et par an pour les bureaux et
95 euros par mètre carré et par an
pour les archives.
Le bail stipule que le loueur peut
choisir si les premiers travaux
d'aménagement et les autres
modifications ou améliorations
apportées au cours de la période
de location doivent rester en l'état
après l'échéance du contrat de
location ou si le locataire doit
restituer le bâtiment dans son état
initial. L'infrastructure de
télécommunications doit
cependant être démontée à l'issue
du bail.
Il n'est pas d'usage que soient
transmises des copies de contrats
impliquant différentes parties. Je
vais toutefois m'enquérir de cette
possibilité auprès de la Régie des
Bâtiments et demander si l'autre
partie concernée est d'accord. Il
est toujours possible d'obtenir ces
renseignements par le biais de la
Cour des comptes.
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Monsieur Wathelet, répondre à vos questions ne me pose aucun
problème. Je signale qu'il n'est pas habituel de traiter des questions
orales au moment où un projet de loi est débattu sur le même sujet.
Nous avons passé une partie de l'après-midi d'hier à débattre de cette
Sicafi. Je suis étonné de l'émergence des questions aujourd'hui, qui
ont pour la plupart été traitées hier. Je suis désolé de devoir le
préciser. Néanmoins, je consens à revenir sur un certain nombre de
points, même si ce n'est peut-être pas l'habitude. De plus, étant
donné que je sens qu'on a pensé que j'ai voulu "vendre" le premier
président de la Cour des comptes, voire les greffiers du Conseil
d'État, je tiens évidemment à calmer l'inquiétude qui pourrait circuler à
cet égard.
Tout d'abord, je partage l'appréciation de M. Wathelet: l'équilibre
budgétaire n'est pas simple à atteindre. Le gouvernement le fait
depuis 2000. Certes, ce n'est pas facile, puisque, voilà plus de 50 ans
que cela ne s'est pas vu! Je n'étais pas né lorsqu'un gouvernement
précédent a présenté et tenu un budget en équilibre. Il faut remonter à
1950-1951. Donc, je vous remercie de l'appréciation qui consiste à
constater qu'il est très difficile de mettre en place un budget équilibré.
Cela n'existe en Belgique que depuis 2000. La très longue période qui
a vu en place d'autres formations politiques en charge des
responsabilités aux Finances ou au Budget, n'a jamais connu un
budget en équilibre.
Ensuite, vous dites que cela s'est fait grâce à des opérations "one
shot". Je vous renvoie à l'analyse de la Commission européenne en
ce qui concerne notre budget et qui constate que nous y recourons de
moins en moins avec des opérations que l'on peut considérer comme
exceptionnelles. Comme je le disais, nous n'avons plus la possibilité
de faire ce que l'ancien gouverneur de la Banque nationale proposait
toujours à son ministre de tutelle dans les années 90, à savoir vendre
1.000 tonnes d'or. Ce procédé s'avère de moins en moins possible en
vertu d'accords internationaux et depuis que la propriété est plus
limitée en ce qui concerne les tonnes d'or.
Nous n'avons plus tellement l'occasion de faire en termes de "one
shot" ce qui a été fait par mes prédécesseurs à l'égard des institutions
publiques de crédit, comme vendre totalement la CGER et une série
d'autres institutions à des partenaires privés ou même, dans le
secteur des télécoms, faire ce que l'on appelait des consolidations
stratégiques, c'est-à-dire céder près de la moitié d'une entreprise
comme Belgacom.
En ce qui concerne les bâtiments, je voudrais rappeler que depuis
1995, chaque année, l'État vend 100.000 m². Selon les chiffres en ma
possession, entre 1995 et 2005, 1.000.000 m² ont été vendus, soit
100.000 m² par an, quels que soient les ministres en charge et les
gouvernements. Donc, il n'y a rien de neuf sous le soleil en la matière.
Nous sommes encore propriétaires de quelques millions de mètres
carrés. Aussi, relativisons le débat!
En ce qui concerne la Sicafi elle-même, j'ai présenté au
gouvernement la liste globale des biens de l'État. Il s'agit d'une liste
descriptive montrant quels sont les bâtiments en propriété qui
pourraient faire l'objet, si on le souhaitait, d'une démarche de vente.
Je répète que ce document faisait état de 407 bâtiments dont ceux
Ik heb er geen moeite mee de
vraag van de heer Wathelet te
beantwoorden maar ik wil er toch
op wijzen dat het niet de gewoonte
is mondelinge vragen te
behandelen wanneer een
wetsontwerp over hetzelfde
onderwerp in bespreking is. Veel
vragen die nu worden gesteld, zijn
gisteren al in de commissie
beantwoord. Maar omdat
sommigen geloofden dat ik de
eerste voorzitter van het Rekenhof
en zelfs de griffiers van de Raad
van State wou verkopen, wil ik de
gemoederen bedaren.
Het is immers allesbehalve
eenvoudig om de begroting in
evenwicht te brengen: in 2000
gebeurde dit voor het eerst sinds
vijftig jaar. U zegt dat dat
evenwicht enkel door one-
shotoperaties kon worden bereikt
maar ik zal u de analyse van onze
begroting door de Europese
Commissie bezorgen waarin staat
dat dit hoe langer hoe minder het
geval is.
Het spreekt vanzelf dat wij niet
meer de gelegenheid hebben
gehad te doen wat mijn
voorgangers deden door tonnen
goud of publieke
kredietinstellingen zoals de ASLK
te verkopen of door «strategische
consolidaties» in de telecomsector
door te voeren...
Wat de gebouwen betreft,
verkoopt de overheid sinds 1995
jaarlijks 100 000 m
2
, ongeacht de
bevoegde ministers en regeringen.
Niets nieuws onder de zon dus. De
overheid heeft nog wel een paar
miljoen m
2
in handen.
Wat de vastgoedbevak betreft,
heb ik de regering een lijst
voorgelegd van de (407)
gebouwen die in aanmerking
komen voor verkoop en waaruit de
regering kan kiezen. Ik kan niet
voorkomen dat iemand zich
vervolgens onledig houdt met het
uitzoeken van het een of andere
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
que vous avez cités, mais il y a également le Cinquantenaire, le Palais
de justice de Bruxelles, la Cour d'arbitrage, etc. Ce sont les bâtiments
dont l'État est propriétaire.
Pourquoi ai-je soumis cette liste? Pour que le gouvernement fasse un
choix.
Rien n'empêche que l'un ou l'autre veuille passer son temps à tenter
de relever un des bâtiments de la liste pour dire qu'il ne peut être
retenu.
Pour ma part, j'ai fait des propositions pour atteindre le total voulu par
le gouvernement.
La liste définitive des bâtiments à transférer a fait l'objet d'une
approbation par le Conseil des ministres du 28 avril 2006, liste dans
laquelle ne se retrouvent pas - je vous le confirme - les biens
susmentionnés. Mais il fallait bien faire un choix sur base d'une liste
reprenant toutes les propriétés.
À ce jour, ces bâtiments sont toujours propriété de l'État. Ils ne seront
évidemment transférés à un partenaire que lorsque celui-ci aura été
choisi et que la Sicafi aura été constituée.
Pour le moment, je ne peux évidemment pas vous donner de montant
relatif aux ventes ou aux loyers à payer puisque les négociations sont
en cours et que nous n'avons pas choisi de partenaire. C'est bien
entendu quand on aura une Sicafi constituée que l'on pourra
commencer à se poser la question du loyer.
Comme je l'ai dit, hier, à l'occasion de l'examen du projet de loi, je n'ai
évidemment pas l'intention de donner les estimations que nous avons
réalisées. Je ne vais pas les donner publiquement alors que nous
sommes en train de négocier avec un certain nombre d'opérateurs
potentiels. En effet, comme je l'ai déjà dit, je ne vois pas quel serait
d'ailleurs l'intérêt de communiquer ces données, si ce n'est que de
donner des informations à des opérateurs privés. Cela ne me semble
vraiment pas être la bonne formule alors que, comme je viens de le
dire, l'État et les opérateurs sont en pleine négociation.
Pour le reste, je confirme que je suis toujours d'avis que l'on doit
pouvoir faire la comparaison entre la propriété par l'État, les coûts de
rénovation que cela entraîne et les opérations de location par le biais
d'une Sicafi que nous mettons en oeuvre.
Je voudrais reprendre l'exemple que j'ai donné hier et qui concerne
un bâtiment qui a pourtant été géré pendant plus d'une dizaine
d'années par mes prédécesseurs que vous connaissez bien. Je
pense ici à la Tour des Finances. Quand j'ai pris mes fonctions en
1999, j'ai découvert les conditions de travail détestables dans
lesquelles plus de 3.500 personnes devaient exercer leurs activités.
Pendant plus d'une dizaine d'années, cela ne semblait pas poser
beaucoup de problèmes à mes prédécesseurs. Pour ma part, j'ai
préféré opter pour une autre solution. Tout ce personnel a donc
déménagé pour se rendre vers le North Galaxy. Il est vrai que nous
n'en sommes pas propriétaire, mais je vous signale que ce
déménagement s'est fait sans qu'aucune critique n'ait été émise.
Aujourd'hui, le personnel est satisfait de se trouver dans un nouveau
gebouw dat toch niet kan worden
verkocht.
De onroerende goederen die u
vermeldt, staan niet op de
definitieve lijst van over te dragen
gebouwen die door de
ministerraad op 28 april 2006 werd
goedgekeurd.
Momenteel kan ik u geen
bedragen van verkoop- of
huurprijzen meedelen, vermits de
procedures nog lopen en de
partners nog niet werden
geselecteerd. Ik ben
vanzelfsprekend niet voornemens
onze ramingen bekend te maken
terwijl de onderhandelingen met
de mogelijke operatoren nog aan
de gang zijn. Ik begrijp trouwens
niet welk belang men bij dergelijke
mededeling zou kunnen hebben,
tenzij het de bedoeling is hen die
cijfers door te spelen wat natuurlijk
niet de aangewezen formule is...
Voor het overige is het belangrijk
om een vergelijking te maken
tussen de renovatiekosten die
door de Staat als eigenaar worden
gedragen en de kost van een
huuroperatie door middel van een
bevak.
Ik wil graag het voorbeeld nog
eens aanhalen waarover ik het
gisteren had. In 1999 werkten
3 500 mensen in erbarmelijke
omstandigheden in de
Financietoren. Tot ieders
tevredenheid verhuisden de
betrokken diensten naar de North
Galaxy, een gebouw waar we
geen eigenaar van zijn maar dat
beschikt over moderne uitrusting.
Voor de toekomst is alles mogelijk
daar de wet garandeert dat de
Staat in de gebouwen mag blijven
zolang hij dat wenst.
De identiteit van de eigenaars en
van de huurders is soms
verrassend en resulteert uit
jarenlange operaties in België.
Op de vraag of de Staat het best
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
bâtiment bénéficiant d'un équipement très moderne. C'est à ce niveau
que la comparaison doit se faire. Devoir travailler dans des conditions
inacceptables dans un bâtiment laissé à l'abandon est très différent
de travailler dans un bâtiment moderne au meilleur niveau du marché
actuel en matière de bureaux et avec l'équipement le plus satisfaisant
possible.
Est-il possible à l'avenir d'imaginer encore d'autres bâtiments? Tout
est imaginable puisque la loi prévoit et donne les garanties c'est ce
que la commission a examiné et voté hier que l'État reste dans les
lieux tant qu'il le souhaite. Les contrats de baux sont renouvelés
continuellement et il existe même des solutions en cas de conflit entre
le propriétaire et l'État sur les techniques de location. Par exemple, on
est parfois surpris de voir qui sont les locataires et propriétaires de tel
ou tel immeuble après les événements qui ont eu lieu depuis de très
nombreuses années.
Enfin, l'État est-il mieux placé que des opérateurs dans une Sicafi
pour rénover des immeubles? Personnellement, je n'en ai que
quelques expériences. J'ai notamment dû reprendre le dossier du
Berlaymont qui avait été lancé, je crois, à la fin des années 80 (88,
89) et qui, au milieu des années 2000 faisait encore l'objet de
discussions, de contestations, d'augmentations de coûts. Je crois
qu'on peut de temps en temps tirer des leçons de ce genre de chose.
Monsieur le président, je reviendrai volontiers sur tout cela non
seulement lors du débat en plénière sur le projet de loi que nous
avons adopté hier et, bien entendu, une fois que la Sicafi arrivera au
terme des négociations à la rentrée, on présentera l'ensemble des
éléments à la commission des Finances.
geplaatst is om gebouwen te
renoveren wil ik antwoorden dat er
lessen uit het verleden en dan
vooral uit het Berlaymont-verhaal -
moeten worden getrokken.
In de plenum kom ik nog op die
vragen terug. Zodra de
onderhandelingen over de bevak
rond zijn wordt het dossier in zijn
geheel aan de commissie voor de
Financiën voorgelegd.
10.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister heeft
mij informatie gegeven over de naam van het gebouw, Portalis. Dat is
een mooie naam. Ik stel wel vast dat de huurprijs van 5.910.000 euro
een belangrijke huurprijs is. Ik denk dat dat een voorloper is van
hetgeen op grote schaal zal gebeuren in het kader van de
vastgoedbevaks.
Ik had aan de minister gevraagd wat de verkoopprijs was van dat
gebouw. Ik heb die vraag alleen mondeling gesteld. Het stond niet in
de schriftelijke voorbereiding. Misschien heeft de minister dat
antwoord niet bij zich. Dat is geen probleem. Ik zal dat wel kunnen
verkrijgen, veronderstel ik.
Ik wacht ook het huurcontract dat wordt bezorgd, af, zodat ik het van
dichterbij kan bekijken. Zoals ook in de discussie van gisteren is
gebleken, doet er zich een tekort voor op de begroting en kiest men
voor een bepaalde maatregel, de verkoop van openbare gebouwen.
De vraag is natuurlijk welke de kostprijs is van de ene formule en van
de andere formule. Men moet die twee zaken vergelijken, want
uiteindelijk heeft de belastingplichtige recht op de meest efficiënte en
goedkoopste aanpak door de overheid.
10.04 Carl Devlies (CD&V): En
tout cas, nous connaissons à
présent le nom de l'immeuble et le
montant considérable du loyer.
Nous espérons être informés du
prix de vente ultérieurement. Le
contribuable a le droit, en effet, de
connaître et de comparer le coût
des deux formules.
10.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, j'avais déposé
la question avant la discussion d'hier et tout cela s'imbrique quelque
peu. Un élément "neuf" entre ici en jeu et dépasse le volet du projet
de loi-programme étant donné que l'on parle précisément de ce qui
n'y figure pas: les 407 bâtiments que vous avez soumis à la liste du
10.05 Melchior Wathelet (cdH):
Ik had mijn vraag ingediend vóór
de bespreking van gisteren.
Ondertussen is er een nieuw
element bekend geworden: een
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Conseil des ministres pour être vendus. Vous venez de le confirmer.
Tout est à vendre, il suffit de choisir!
Ce qui m'interpelle, c'est votre intention de vendre 100.000 m² chaque
année; vous dites: "continuons à le faire, puisque cela rapporte,
même s'il faut continuer à louer"! Vous n'êtes pas sans savoir que,
pour chaque vente de 100.000 m² par an, le nombre total de mètres
carrés à vendre diminuera proportionnellement. A un moment donné,
cela va quand même poser problème: ce n'est pas la même chose de
vendre 100.000 m² quand il vous en reste beaucoup par rapport au
fait qu'il vous en reste chaque année un peu moins.
lijst van 407 gebouwen die kunnen
worden verkocht, werd aan de
ministerraad voorgelegd. Zoiets is
kenmerkend voor uw beleid: alles
kan worden versjacherd. De
jaarlijkse verkoop van 100.000 m
2
is op termijn onhoudbaar.
10.06 Didier Reynders, ministre: Il en reste cinq millions!
10.06 Minister Didier Reynders:
We hebben nog altijd vijf à zes
miljoen m² in bezit.
10.07 Melchior Wathelet (cdH): C'est manifestement votre politique:
tout est à vendre!
Une autre chose est inquiétante. Nous avons l'impression que le but
n'est pas de rentrer dans le système de la vente pour louer en
fonction de critères objectifs tels que l'état de vétusté d'un bâtiment,
les travaux à y effectuer, l'investissement à consentir pour tel
bâtiment si on veut le garder en propriété plutôt que de le faire dans le
cadre d'une location, le contrat de location dans lequel on devrait
rentrer pour que cela reste rentable au niveau de l'État, la durée du
bail, etc. Tous ces éléments sont importants pour que cela reste
intéressant pour l'État.
Et bien non! Le seul critère, c'est de remplir une Sicafi suffisamment
importante pour obtenir ces 580 ou 565 millions nécessaires, peu
importe le contrat de location que l'on va souscrire. C'est inquiétant!
Vous voulez arriver à ces 565 millions, peu importe le système, peu
importe ce que cela coûtera au niveau de la location par la suite.
C'est en cela que cette gestion devient problématique. En effet, il y a
une différence fondamentale entre une opération "one shot", où vous
vendez quelque chose purement et simplement et une opération "one
shot", où vous vendez quelque chose, mais où vous vous engagez
pour le futur. C'est effectivement ce qui se passe ici. Pensons au
fonds de pension de Belgacom. Dans le cas de la vente des
bâtiments, on veut arriver à ce montant de 565 millions d'euros,
purement et simplement. On va s'engager ensuite dans des contrats
de location qui, très rapidement, coûteront beaucoup plus cher que la
recette de la vente.
10.07 Melchior Wathelet (cdH):
Ik heb de indruk dat het systeem
waarbij men overheidsgebouwen
verkoopt om ze vervolgens te
huren, niet op objectieve criteria is
gestoeld. Men lijkt evenmin
rekening te houden met de
mogelijke verouderde staat van de
panden, de nodige werken en
investeringen, de huurcontracten,
de rentabiliteit, de duur van de
aangegane verbintenissen, enz.
Bij het gevolgde beleid wordt niet
het staatsbelang vooropgesteld,
maar de noodzaak om een
kapitaal van 565 miljoen voor de
vastgoedbevak te vinden. Dat
beheersprobleem baart me
zorgen. Er is een verschil tussen
een eenmalige verkoop en een
eenmalige operatie waarbij men
verbintenissen voor de toekomst
aangaat. De kostprijs van de
huurcontracten zal snel de
opbrengsten
uit de verkoop
overstijgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over "de aangiften in de
vennootschapsbelasting en de neerlegging van de jaarrekeningen" (nr. 12125)
11 Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances et au Ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique sur "les déclarations à
l'impôt des sociétés et le dépôt des comptes annuels" (n° 12125)
11.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is opnieuw zover, vandaag is het 21 juni. Eigenlijk is er
11.01 Luk Van Biesen (VLD): La
confusion est grande dans le
CRIV 51
COM 1013
21/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
vandaag nog helemaal geen zicht op de datum waarop het
aanslagbiljet voor de vennootschappen over het boekjaar 2005 dient
te worden ingevuld. Voor zover ik weet is er ook nog geen
duidelijkheid over de publicatie daaromtrent.
Eenzelfde probleem doet zich daarbij ook al een aantal jaren voor. De
jaarrekening moet in principe worden ingediend bij de Nationale Bank
zeven maanden na de 31
ste
december 2005, met andere woorden
30 juli 2006. Anderzijds zal de vennootschapsaangifte in de
vennootschapsbelasting er op dat ogenblik opnieuw niet zijn, maar op
een ander tijdstip. Daarvoor bestaat een boeteregeling. Ik heb
dezelfde vraag ook gesteld aan de minister van Economie, omdat er
mijns inziens een logisch verband bestaat tussen de opmaak van de
fiscale declaratie en de finalisering, zeker voor de kleine
ondernemingen, wat de jaarrekening betreft.
Ik heb drie vragen. Wanneer zullen de modellen van formulieren voor
de aangifte in de vennootschapsbelasting worden gepubliceerd?
Welke zal de uiterste indieningsdatum zijn die daarop wordt vermeld?
Zou het niet aangewezen zijn om opnieuw slechts boetes toe te
passen vanaf het ogenblik dat de indieningsdatum overschreden is?
Kunt u daarvoor contact opnemen met de bevoegde minister?
monde des professions du chiffre
à propos des déclarations à l'impôt
des sociétés et du dépôt des
comptes annuels.
Quand les modèles des
formulaires de déclaration à
l'impôt des sociétés seront-ils
publiés? Quelle date limite y sera-
t-elle indiquée pour la remise des
déclarations? Ne serait-il pas
indiqué de retenir la date du 29
septembre 2006, qui coïnciderait
avec la date ultime de dépôt des
comptes annuels, et d'infliger des
amendes à partir de cette même
date?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
Biesen, mijn administratie deelt mij mee dat het ontwerp van koninklijk
besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake
vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2006 zo vlug mogelijk
aan de Koning zal worden voorgelegd, waarna de publicatie in het
Belgisch Staatsblad zal kunnen plaatsvinden.
De datum van terugzending van de aangiften in de
vennootschapsbelasting zal in functie van de productieplanning van
de drukker worden vastgesteld. In principe kan niet worden gestart,
zolang het voornoemde koninklijk besluit niet voorzien is van de
handtekening van de Koning.
Ik kan u wel zeggen dat de datum van terugzending mogelijkerwijze
uiterlijk 29 september 2006 zal worden. Dat zou een heel goede
oplossing zijn. Ik zal in dat verband in de komende dagen of weken
heel brede informatie geven. De datum zal waarschijnlijk ten minste
29 september 2006 moeten zijn.
U weet dat voor de personenbelasting de aangifte door
mandatarissen via tax-on-web mogelijk is tot 31 oktober 2006. Wij
zullen zien, maar een termijn tot minstens 29 september 2006 moet
mogelijk zijn.
11.02 Didier Reynders, ministre:
Le projet d'arrêté royal
déterminant le modèle de la
formule de déclaration à l'impôt
des sociétés sera soumis au Roi
dans les meilleurs délais et pourra
ensuite être publié au Moniteur
belge. La date limite d'introduction
sera fixée ultérieurement mais je
n'exclus pas la date du
29 septembre 2006.
11.03 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er is het element dat de jaarrekening op 31 juli moet worden
ingediend bij de Nationale Bank van België en er is het feit dat de
bedrijven tijd hebben tot 30 september. U weet ook dat zeker voor
KMO's de beide elementen samenlopen.
Bent u bereid om met de minister van Economie opnieuw, zoals een
paar jaar geleden voor de eerste keer is gebeurd, een initiatief te
nemen waarbij slechts boetes worden uitgedeeld vanaf 1 oktober
2006, aangezien de aangifte voor de vennootschapsbelasting tot eind
september mag gebeuren?
11.03 Luk Van Biesen (VLD): Les
amendes ne pourront-elles
également être infligées qu'à partir
de cette date?
21/06/2006
CRIV 51
COM 1013
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
11.04 Minister Didier Reynders: Ik zal contact opnemen met mijn
waarde collega.
11.04 Didier Reynders, ministre:
Nous
devons encore nous
concerter à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
notionele intrestaftrek en het aanleggen van een investeringsreserve" (nr. 12126)
12 Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déduction
des intérêts notionnels et la constitution d'une réserve d'investissement" (n° 12126)
12.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag betreft een praktische probleem waarmee de
cijferberoepen worden geconfronteerd en zeker wat de aangiften
betreft die nu worden voorbereid in afwachting van het aanslagbiljet
dat binnenkort zal worden verzonden.
De wetgeving inzake de notionele intrestaftrek voorziet een uitsluiting
gedurende drie boekjaren indien de desbetreffende KMO-
vennootschap een investeringsreserve aanlegde. De bepalingen
inzake de notionele intrestaftrek treden in werking vanaf aanslagjaar
2006 en betreffen dus het lopende boekjaar.
Kan een KMO-vennootschap die voor het aanslagjaar 2006 nu nog
een investeringsreserve aanlegt, het daaropvolgende aanslagjaar
2007 genieten van de notionele intrestaftrek? Voor het aanslagjaar
2006 zijn de bepalingen en de beperkingen aan notionele intrestaftrek
immers nog niet van toepassing.
Mijnheer de minister, mag ik uw standpunt kennen in deze
aangelegenheid? Dit is op dit ogenblik immers belangrijk voor de
fiscale afsluiting van heel wat KMO's.
12.01 Luk Van Biesen (VLD): La
législation en matière de déduction
des intérêts notionnels prévoit
l'exclusion pour trois années
comptables lorsqu'une PME a
constitué une réserve
d'investissement. Les dispositions
concernées entreront en vigueur à
partir de l'exercice d'imposition
2007.
La PME qui a constitué une
réserve d'investissement pour
2006 peut-elle bénéficier de la
déduction des intérêts notionnels
en 2007?
12.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, het antwoord
op de door de heer Van Biesen gestelde vraag luidt bevestigend,
indien voldaan is aan alle terzake gestelde voorwaarden. Er is dus
geen probleem voor de vennootschappen wat de investeringsreserve
betreft.
Evenwel wens ik er de aandacht op te vestigen dat elke wijziging die
vanaf 29 april 2005 aan de aansluitingsdatum van de jaarrekening
wordt aangebracht, zonder uitwerking is voor de toepassing van de
bepalingen inzake de belastingaftrek voor risicokapitalen.
12.02 Didier Reynders, ministre:
Oui, s'il est satisfait à toutes les
conditions.
Tout changement apporté à la
date de clôture des comptes
annuels à partir du 29 avril 2005
n'a toutefois aucun effet sur
l'application des dispositions en
matière de déduction fiscale pour
capital à risque.
12.03 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, uw antwoord is
duidelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.12 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.12 heures.