IC1010_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

REUNION COMMUNE DU COMITE

D'AVIS FEDERAL CHARGE DES

QUESTIONS EUROPEENNES, DE

LA COMMISSION DES RELATIONS

EXTERIEURES ET DES

COMMISSIONS HOMOLOGUES

DU SENAT

GEMEENSCHAPPELIJKE

VERGADERING VAN HET

FEDERAAL ADVIESCOMITÉ VOOR

DE EUROPESE

AANGELEGENHEDEN, DE

COMMISSIE VOOR DE

BUITENLANDSE BETREKKINGEN

EN VAN DE HOMOLOGE

COMMISSIES VAN DE SENAAT

MARDI

JUIN

2006

Midi

______

van

DINSDAG

JUNI

2006

Middag

______

01 Echange de vues sur l'avenir de l'Union européenne
01 Gedachtewisseling over de toekomst van de Europese Unie

Présidence de M. Herman De Croo, président de la Chambre des représentants et du Comité d'Avis chargé
des Questions européennes et de Mme Anne-Marie Lizin, présidente du Sénat.
Voorzitters: de heer Herman De Croo, voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van het
Adviescomité voor Europese Aangelegenheden en mevrouw Anne-Marie Lizin, voorzitter van de Senaat.

M. De Croo, président de la Chambre des représentants, et Mme Lizin, présidente du Sénat, accueillent M.
José Manuel Barroso, président de la Commission européenne, à l'entrée de l'hémicycle. Ils prennent place
au bureau.
De heer De Croo, voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordiger, en mevrouw Lizin, voorzitter van
de Senaat, onthalen de heer José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, aan de ingang
van het halfrond. Zij nemen plaats aan het bureau.

La séance est ouverte à 12.33 heures.
De vergadering wordt geopend om 12.33 uur.

Ont pris place sur le banc du gouvernement:
Hebben plaatsgenomen op de regeringsbank:
- de heer Hendrik Daems, voorzitter van de betrokken Kamercommissie, MM. François Roelants du Vivier
et Philippe Mahoux, présidents des commissions concernées du Sénat;
- de heer Norbert De Batselier, voorzitter van het Vlaams Parlement;
- Herr Ludwig Siquet, Präsident des Parlaments der Deutschsprachigen Gemeinschaft.

Voorzitter Herman De Croo: Collega's, mijnheer de voorzitter van de
Europese Commissie, hartelijk welkom. Ik doe dit terwijl de vertaling
wordt getest. Dat werkt blijkbaar perfect. Ik groet met genoegen onze
collega's van de andere assemblee, zijnde de voorzitters van de
commissies.

We hebben hier een middagvergadering. We danken u voor uw
aanwezigheid. Wat ons hier brengt, is de periode van reflectie die op
de jongste top werd verlengd. Hartelijk welkom. Ik weet dat u het druk
hebt maar het voordeel van de Europese instellingen en het Belgisch

Herman De Croo, président:
Nous recevons le président de la
Commission européenne avec qui
nous nous entretiendrons de la
période de réflexion qui a été
prolongée lors du récent sommet
européen.

Le Parlement européen et le
Parlement belge sont voisins,

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

parlement is dat wij in dezelfde straat wonen. We zijn dus buren, niet
alleen geografisch maar ook mentaal zou ik durven zeggen.

We hebben een debat dat al lang bezig is. We hebben in oktober
gedebatteerd over de parlementaire toekomst van Europa. We
hebben hier in België dat is uniek moet ik zeggen nog een
samenwerkingsakkoord afgesloten tussen de gefedereerde eenheden
en het federaal parlement. Ik denk dat dit een voorbeeld mag zijn voor
velen buiten ons. Op 8 februari jongstleden hebben we bij collega De
Batselier in het Vlaamse parlement de jongste goedkeuring gehad
van het verdrag.

Wij zijn ervan overtuigd, mijnheer de voorzitter, dat de Europese Unie
nodig is en dat op communautaire leest geschoeid. Dat betekent dat
er een duidelijke bevoegdheidsverdeling is met een efficiënte
besluitvorming op basis van een gekwalificeerde meerderheid en
codecisie. Daarom willen wij niet raken aan het initiatiefrecht van de
Commissie.

géographiquement et
spirituellement. Pas plus tard
qu'en octobre, nous avons tenu ici
un débat sur l'avenir de l'UE. Nous
sommes convaincus que l'UE
répond à un besoin et qu'elle doit
être pensée selon un modèle
communautaire, avec une
répartition des compétences
précise, un processus décisionnel
sur la base d'une majorité qualifiée
et de la codécision. Nous ne
souhaitons pas qu'il soit touché au
droit d'initiative de la Commission.

Pour le dire clairement, nous avons toujours soutenu la Commission
et nous aimons beaucoup que la Commission nous soutienne.

Au cours de la dernière année, la crise a été grave. Nous avons pu
constater que la Commission a compris que le Parlement est
l'interface naturelle entre la décision que vous prenez dans les
instances convenables telles que la Commission, le Conseil et le
Parlement, mais également les parlements nationaux dans le sens
large du terme. En dix mois, nous avons reçu, au sein de la
commission des Affaires européennes que Philippe Mahoux et moi-
même nous présidons, davantage de commissaires qu'auparavant en
dix ans, ce qui prouve que nous sommes très accueillants. Nous
sommes heureux de vous recevoir chez nous. C'est ce côté positif
que nous voulons entendre aujourd'hui.

Avant de donner la parole à Mme Lizin, car nous sommes là pour
vous écouter, je vous fais part de ce que nous avons convenu entre
nous, députés et sénateurs. Nous avons prévu de vous poser
quelques questions vous y êtes habitué et, bien entendu,
d'écouter vos réponses, c'est pour nous l'essentiel! Nous nous
sommes réparti le travail entre les différents groupes politiques, en
nous limitant à la concision que je ne qualifierai pas "d'européenne",
de deux minutes, ce qui serait quelque peu difficile. Nous tenterons
cependant de nous limiter à trois minutes, dans la mesure du possible
étant donné le sujet.

C'est avec beaucoup de bonheur et de respect pour votre action, celle
que vous représentez, que nous vous accueillons ici et que nous
débattrons avec vous dans une Europe en crise, il est vrai, mais les
crises sont des défis et les défis sont des leviers pour l'amélioration
de l'avenir. Au nom de chacun d'entre nous, je vous souhaite la
bienvenue, monsieur Barroso!

We hebben de Commissie steeds
gesteund en we stellen het op prijs
dat de Commissie ons steunt.

De crisis die Europa onlangs
doormaakte, heeft de Commissie
duidelijk gemaakt dat voor het
Parlement een belangrijke rol als
aanspreekpunt is weggelegd. De
kamerleden en senatoren hebben
onderling afgesproken dat ze u
een reeks korte vragen zouden
stellen die binnen de diverse
politieke fracties werden
voorbereid.

We zijn tevreden dat we u hier
kunnen ontvangen en drukken
onze grootste hoogachting uit voor
het werk dat u levert. We zullen
met u een debat voeren op het
ogenblik dat Europa in een crisis
verkeert. Elke crisis houdt echter
een uitdaging in en de uitdagingen
zijn de hefbomen voor de
toekomst. Namens ons allen heet
ik u hartelijk welkom!

01.01 Voorzitter Anne-Marie Lizin: Ik wil alle collega's danken voor

hun aanwezigheid.

01.01 Anne-Marie Lizin,

présidente: Je remercie les
sénateurs et les députés pour leur
présence.

Je remercie en particulier les sénateurs et collègues de la Chambre

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de leur présence importante.

Vanuit het standpunt van een nationaal parlement zou ik in het
bijzonder de vooruitgang inzake meer transparantie, een betere
opvolging van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid en de
verder doorgedreven vereenvoudiging van de wetgeving willen
aanhalen.

Du point de vue du Parlement
national, je souhaiterais mettre en
évidence les progrès qui ont été
réalisés jusqu'à présent et qui ont
mené à une plus grande
transparence, à un meilleur suivi
de la subsidiarité et de la
proportionnalité, ainsi qu'à une
simplification poussée de la
législation.

Nous avons beaucoup travaillé au thème de la subsidiarité, thème
annexe à celui de l'important soutien que la Belgique - son premier
ministre l'a répété très souvent et continuera à le faire, je l'espère,
pendant très longtemps encore - apporte à la Commission et qui est
la clef de notre position depuis toujours.

Je peux dire pour l'avoir vécu à la Commission en 1973 que, déjà à
l'époque du commissaire Simonet, nous parlions de réussir une
politique de l'énergie. Nous n'avons pas réussi en 1973 en raison
d'une sérieuse opposition de l'Angleterre.

Cette politique de l'énergie figure parmi les projets que l'on pourrait
peut-être remettre aujourd'hui de façon significative sur la table en
respectant ce volet subsidiarité qui a été examiné par le Sénat, la
Chambre et les parlements.

Nous avons tous travaillé à la possibilité, dans un pays où la pratique
du fédéralisme s'avère particulièrement délicate, de mettre en oeuvre
la subsidiarité.

En dat is nu het geval voor ons.

C'est le cas pour nous. Nous souhaitons que ce message soit bien
reçu par la Commission car c'est l'une des bases de la légitimité du
travail qui sera réalisé à partir d'aujourd'hui.

Outre l'énergie, nous abordons d'autres thèmes, par exemple le
contrôle des vols de la CIA. À cette occasion, on découvre pièce
après pièce qu'un volet très important du contrôle aérien n'est pas
géré de manière coordonnée au niveau européen. Il y a donc
beaucoup de choses à faire, indépendamment de la Constitution ou
en préparation du nouveau débat. Je voulais vous faire part des deux
principaux objets des interrogations actuelles du Sénat mais il y en a
certainement beaucoup d'autres.

Le plaisir me revient également de rappeler quelques étapes de votre
carrière. Votre parcours universitaire était déjà très international: New
York, Washington, Luxembourg, Florence. Vous êtes membre du
Parti social-démocrate, élu six fois consécutives à l'assemblée depuis
1985, premier ministre en 2002; avant cela, vous avez été aussi
secrétaire d'État aux Affaires intérieures, secrétaire d'État aux Affaires
étrangères puis ministre des Affaires étrangères. Nous sommes très
fiers de vous accueillir en tant que président de la Commission. Je
disais en plaisantant que nous recevions de plus en plus de
commissaires: c'est aussi parce qu'il y en a beaucoup plus aujourd'hui

We hebben veel aandacht besteed
aan de subsidiariteit, een thema
dat verbonden is met de Belgische
steun aan de Commissie. Die
steun is voor onze houding sinds
jaar en dag een sleutelelement.
Ten tijde van

commissaris

Simonet was er reeds sprake van
het uitstippelen van een
energiebeleid op Europees niveau.
Die poging is toen mislukt omwille
van de Britse tegenstand.
Vandaag is het moment misschien
gekomen om dit dossier te
herbekijken, in naleving van het
subsidiariteitsbeginsel.

In een land waar het federalisme
in de praktijk bijzonder moeilijk is,
hebben wij allen geijverd voor
subsidiariteit, dat een van de
grondslagen zal zijn van de
legitimiteit van de werkzaamheden
die in de toekomst zullen worden
uitgevoerd.

Een ander thema dat in de Senaat
op veel belangstelling kan
rekenen, is dat van de CIA-
vluchten. Dat dossier heeft
aangetoond dat een belangrijk
onderdeel van de controle van het
luchtruim op Europees niveau niet
op een gecoördineerde manier
werd aangepakt.

Naast andere kwesties, doen die
twee dossiers momenteel heel wat
vragen rijzen in de Senaat.

Sta mij toe enkele aspecten van
uw loopbaan in herinnering te
brengen. Uw universitair traject
was sowieso al sterk internationaal
getint: New York, Washington,

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

qu'à l'époque! Si cela peut contribuer à renforcer le rôle du président,
c'est tout ce que je vous souhaite. C'est maintenant avec grand plaisir
que nous allons vous écouter.

Luxemburg, Firenze. U bent lid
van de sociaal-democratische
partij en werd sinds 1985 zes maal
in de assemblee verkozen. In
2002 werd u eerste minister en
daarvoor was u al staatssecretaris
voor Binnenlandse Zaken,
staatssecretaris voor Buitenlandse
Zaken en nadien minister van
Buitenlandse Zaken.

Wij zijn trots u hier vandaag te
mogen verwelkomen en zullen met
groot genoegen naar u luisteren.

01.02 José Manuel Barroso, président de la Commission

européenne: Madame la présidente, mijnheer de voorzitter,
mesdames et messieurs les députés et les sénateurs, geachte dames
en heren volksvertegenwoordigers, geachte leden van de Senaat, ik
ben zeer blij hier te zijn. Mijn Nederlands zal volgende keer beter zijn.
Ik zal nu overgaan naar een andere landstaal.

Quelques jours après le Conseil européen, je suis très heureux
d'accepter l'invitation de vos deux assemblées et de vous rencontrer
dans cet hémicycle. Je suis heureux tout d'abord en tant que citoyen
de l'Union européenne, qui doit une reconnaissance aux pays
fondateurs de l'Europe. Cette reconnaissance prend, à mes yeux, un
sens particulier en ce qui concerne votre pays, la Belgique. Depuis un
demi-siècle, sa foi dans le projet européen l'a toujours placé aux
avant-postes. On dit parfois que c'est la foi qui transporte les
montagnes, même au plat pays qui est le vôtre. L'image me paraît
bien choisie. Il fallait une conviction inébranlable pour inventer une
construction européenne qui n'a jamais eu d'équivalent dans l'histoire
de ce monde.

Ensuite, je suis heureux de vous rencontrer en ma qualité de
président d'une institution européenne, la Commission, qui fait partie
intégrante du paysage belge, au sens propre du terme. Je me félicite
d'ailleurs du dialogue ouvert et constructif qui s'est instauré entre la
Commission européenne et les autorités de notre pays hôte, et avec
notre ville et région d'adoption, Bruxelles.

Ensuite et surtout, je suis heureux de rendre visite à des partenaires
de l'Europe. Votre parlement a créé dès 1985 le Comité mixte chargé
des questions européennes. Vous avez aussi contribué, avec un
dynamisme entraînant, aux travaux qui ont permis la création de la
COSAC. Je sais que de ce point de vue aussi, le Parlement belge est
un pionnier.

Aujourd'hui, les parlements nationaux sont des relais de plein droit
des actions importantes qui sont aussi lancées par la Commission
européenne. Je veux parler par exemple de la stratégie de Lisbonne
renouvelée pour la croissance et l'emploi ou du Plan D comme
démocratie, dialogue et débat. Là, je tiens à vous dire que depuis que
nous sommes dans cette Commission, nous avons déjà visité plus de
cent fois les parlements nationaux, ce qui est sans doute le résultat
du fait que nous avons plus de commissaires mais aussi du plus
grand engagement de la Commission européenne à aller à la

01.02 José Manuel Barroso,

voorzitter van de Europese
Commissie: Je suis ravi d'être ici.
Je promets que la prochaine fois,
mon néerlandais sera meilleur,
mais en attendant, je poursuis
dans votre autre langue nationale.

Het verheugt me, enkele dagen na
de Europese Raad, de twee
Belgische assemblees te mogen
ontmoeten. Deze ontmoeting
verheugt me vooreerst als
Europees burger, die de landen
die aan de wieg van Europa
hebben gestaan, dankbaar is. Het
bedenken van de Europese
constructie, die een unicum is in
de geschiedenis, was zonder
onwrikbare overtuiging niet
mogelijk geweest. Ook in mijn
hoedanigheid van
commissievoorzitter ben ik
verheugd u te ontmoeten en ben ik
opgetogen over de constructieve
dialoog die met de overheden van
ons gastland en van onze
adoptiestad en gewest, Brussel,
tot stand is gekomen. Tot slot
verheugt het me een bezoek te
brengen aan partners van het
Europese project. Reeds in 1985
heeft uw Parlement het gemengde
Adviescomité voor Europese
Aangelegenheden opgericht.
België stond ook mee aan de wieg
van de Conferentie van de
Commissies voor Europese
Aangelegenheden (Cosac). Het
Belgische Parlement speelde hier
een voortrekkersrol.

Vandaag nemen de nationale

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rencontre des parlements démocratiques de toute notre Europe.

Comme vous le savez, nous avons engagé un rapprochement avec
les parlements nationaux pour vous associer à l'élaboration de nos
politiques, pour vous donner la possibilité de participer plus
activement aux affaires européennes, pour nouer, à travers vous,
représentants élus directement par les citoyens européens, un
dialogue avec ce même citoyen pour parvenir finalement à une
véritable mise en réseau.

J'ai formulé une proposition concrète qui va dans le sens d'un
nouveau rapprochement. Je suis fier que cette proposition ait été
approuvée et saluée positivement par le Conseil européen. La
proposition est que la Commission transmette directement ses
propositions législatives aux parlements nationaux pour recueillir leurs
observations. Je crois que c'est un véritable effort de transparence et
une réelle avancée démocratique. Cette mesure va de pair, bien sûr,
avec le renforcement des prérogatives du Parlement européen.

Mesdames et messieurs, le Conseil européen devrait dresser un
premier bilan du temps de réflexion que nous nous sommes donnés
au lendemain des référendums français et néerlandais.

A mes yeux, les conclusions du Conseil soutiennent pleinement à la
fois l'ambition et les propositions concrètes de la Commission. Il faut
ouvrir le chapitre "Construction de l'avenir" avec réalisme et ambition.

Parlons tout d'abord du Traité constitutionnel! Je ne joindrai pas ma
voix au concert de diagnostics sur son état de santé. Ce que je tiens à
dire avec la plus grande détermination, c'est que la Commission
européenne reste foncièrement attachée aux principes, aux valeurs et
au contenu du Traité constitutionnel. Au-delà de la simplification des
mécanismes de décision et d'une cohérence renforcée, ce traité
apporte un net supplément démocratique à notre fonctionnement.
C'est ce que réclament les citoyens.

D'après moi, la position dégagée du Conseil européen de fixer au
deuxième semestre 2008 au plus tard la relance d'un projet
institutionnel est une bonne décision. Pour l'heure, nous n'avons pas
le choix. Sous prétexte que la question institutionnelle interne à
l'Union européenne n'est pas résolue, faut-il attendre des vents plus
favorables et regarder passer le train de la mondialisation sans
réagir? Evidemment, non! Collectivement, je crois pouvoir dire que,
pendant la période de réflexion, nous n'avons pas démérité, loin de là!

Nous avons d'abord posé un jalon très important pour l'avenir grâce
aux perspectives financières pour sept ans. Nous avons trouvé un
équilibre en ce qui concerne la directive sur les services, et vous
savez combien elle a été controversée. Nous avons posé la première
pierre d'une politique énergétique pour l'Europe, à l'initiative de la
Commission. Pour reprendre les commentaires de Mme la présidente
du Sénat, il est très intéressant de constater la progression en la
matière. Il y a quelques années, le fait que la Commission se mêle de
questions d'énergie était presque considéré comme tabou. A présent
c'est devenu une exigence de l'ensemble des États membres de
l'Union. C'est pourquoi je ne suis pas tellement pessimiste. Il y a
effectivement des domaines où les citoyens et même les États
membres, y compris ceux qui avaient une position plus prudente par

parlementen van rechtswege de
belangrijke projecten van de
Europese Unie, zoals de strategie
van Lissabon of het plan D, voor
democratie, dialoog en debat,
over. De huidige Europese
commissarissen brachten al meer
dan honderd bezoeken aan de
nationale parlementen. Die
toenadering is niet alleen te
danken aan de toename van het
aantal commissarissen. Ze getuigt
eveneens van onze bedoeling de
nationale parlementen nauwer bij
de uitwerking van de Europese
beleidslijnen te betrekken en via
hen een dialoog met de burger op
gang te brengen.

De Europese Raad heeft onlangs
mijn voorstel goedgekeurd om de
wetgevende voorstellen
rechtstreeks aan de nationale
parlementen over te zenden, zodat
ze hun opmerkingen kunnen
meedelen. Deze inspanning voor
meer transparantie betekent
volgens mij een echte stap
voorwaarts voor de democratie,
zeker omdat ze gepaard gaat met
de versterking van de
prerogatieven van het Europees
Parlement.

De Europese Raad zou een eerste
balans moeten opmaken van de
bezinningsperiode die ingelast
werd na het Franse en het
Nederlandse referendum. In zijn
conclusies steunt de Raad de
ambitie en de voorstellen van de
Commissie. Het hoofdstuk "de
toekomst van de Unie" moet op
een realistische maar ambitieuze
manier worden opengeslagen.

Laten we het even hebben over
het Verdrag tot vaststelling van
een Grondwet voor Europa. De
Commissie blijft bij de principes,
de waarden en de inhoud van het
Verdrag, waarmee onze
democratische werking beter
onderbouwd wordt. Het voorstel
van de Raad om het institutionele
project in de loop van het tweede
semester van 2008 nieuw leven in
te blazen, is een goede beslissing.

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rapport à l'Europe politique, réclament une avancée dans notre
processus d'intégration.

Dans la foulée du consensus du Conseil informel de Hampton Court,
nous avons aussi ouvert un nouveau chantier porteur d'avenir pour
une vraie politique de recherche, dont le budget pour les sept années
à venir augmentera de 50%. Ensuite, nous avons déployé la nouvelle
gouvernance, la stratégie de Lisbonne pour la croissance et l'emploi
(cadre et suivi précis, mesures très concrètes, objectifs quantifiés).
Qui osera dire que nous manquons de détermination et d'ambition?
Toutes ces mesures paieront, j'en suis convaincu! Leur mise en place
prouve que l'Europe agit. Pourtant, il faut le dire aussi avec clarté, le
Traité de Nice est insuffisant et l'Europe doit réformer son
fonctionnement institutionnel pour être plus efficace.

Nous sommes au coeur de l'analyse faite par la Commission pendant
la période de réflexion. Nous voulons aller de l'avant pour que
l'Europe apporte à ses citoyens toute sa valeur ajoutée. Nous avons
besoin de nouvelles règles pour permettre à l'Union européenne de
réaliser pleinement ses ambitions politiques.

C'est pourquoi j'ai proposé une approche à deux volets, en anglais
"double track approach". D'une part, répondre par des résultats
concrets aux préoccupations de nos citoyens (emploi, sécurité, justice
sociale) et, d'autre part, laisser mûrir cette dynamique positive jusqu'à
ce qu'elle redonne confiance aux citoyens en l'Europe et débouche
naturellement sur une résolution de la question constitutionnelle. Bref,
l'Europe des projets contribuera aux grands projets européens.

La semaine dernière, le Conseil européen a salué et a adopté le
projet citoyen de la Commission pour une Europe des résultats. Il
répond à une question-clé. Comment tirer le plus grand parti des
traités en vigueur et les traduire en avantages tangibles pour les
citoyens?

Tout d'abord, l'Union européenne dispose d'un atout majeur: le
marché unique. Nous sommes déterminés à enlever les obstacles qui
freinent encore l'initiative dans certains secteurs. Il faut permettre aux
entreprises et surtout aux petites et moyennes entreprises de se
déployer sans contraintes inutiles sur tout le territoire de l'Union et de
créer de l'emploi et une richesse qui nourrira l'investissement.

De leur côté, les consommateurs y trouveront plus que largement leur
compte. Une concurrence accrue engendrera une baisse des prix. Il
suffit de regarder la tendance des tarifs pratiqués dans les domaines
des télécommunications et du transport aérien pour s'en convaincre.
Ce que nous voulons, c'est une Europe des résultats pour tous!

Parce que l'Europe est l'Europe, son développement économique ne
peut pas être dissocié de sa cohésion sociale. Je ne manque jamais
de le répéter: l'Europe, c'est bien sûr un marché unique mais
l'Europe, c'est également une ambition sociale et un projet politique.
Mais en ce qui concerne la cohésion sociale, il faut aller plus loin; il
faut que nos politiques épousent les réalités d'aujourd'hui en se
préparant à celles de demain.

La Commission européenne a donc proposé un audit social pour
améliorer l'accès des citoyens aux droits et aux avantages de la

Maar ook tijdens de
bezinningsperiode hebben we niet
stilgezeten. We hebben de
krijtlijnen getrokken voor de
toekomst (financiële vooruitzichten
voor zeven jaar, een evenwichtige
dienstenrichtlijn, de eerste aanzet
tot een Europees energiebeleid),
en daarom ben ik ook niet
pessimistisch: op sommige
gebieden willen de lidstaten en de
burgers wel degelijk meer
integratie. Voorts hebben we de
eerste steen gelegd van een
degelijk onderzoeksbeleid, en
inzake groei en werkgelegenheid
hebben we werk gemaakt van een
nieuwe governance. Kortom, aan
vastberadenheid en ambitie
ontbreekt het ons alvast niet.

Europa staat dus niet stil, maar het
weze duidelijk: het Verdrag van
Nice is ontoereikend. De Unie
moet haar institutionele werking
hervormen om efficiënter te
kunnen optreden. We hebben
nieuwe regels nodig, opdat Europa
haar politieke ambities kan
waarmaken.

Daarom heb ik een tweeledige
benadering voorgesteld: enerzijds,
concreet aan de bekommernissen
van de burgers (werkgelegenheid,
veiligheid, sociale
rechtvaardigheid) tegemoetkomen
en anderzijds, de positieve
dynamiek aanzwengelen die een
oplossing voor het grondwettelijk
vraagstuk kan aandragen.

Vorige week keurde de Europese
Raad het burgerproject van de
Commissie voor een
resultaatgericht Europa goed.
Daarin wordt de vraag gesteld hoe
men de bestaande verdragen
concreet in het voordeel van de
burger kan aanwenden. De
eenheidsmarkt vormt daarbij een
belangrijke troef; we moeten dan
ook de obstakels wegnemen
waarmee de ondernemerszin
overal in de Unie wordt
geconfronteerd. Ook de
consumenten zullen daardoor aan
hun trekken komen; door de

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dimension européenne; nous l'avons proposé récemment pour la
portabilité du droit à la pension à l'intérieur de l'Union, par exemple.
En outre, nous présenterons très prochainement les dernières
conclusions de notre réflexion sur les changements démographiques
qui ont des conséquences très importantes pour l'avenir du modèle
social en Europe.

Les questions de sécurité préoccupent également les Européens. La
Commission a proposé de renforcer le recours à la méthode
communautaire dans certains aspects du domaine "Liberté, sécurité,
justice". Nous avons les moyens d'améliorer la prise de décision pour
faire de l'Europe un endroit sûr, en luttant ensemble contre la
criminalité organisée, le terrorisme et la traite d'êtres humains,
notamment grâce à une meilleure coopération judiciaire ou policière.

Là, je dois vous dire très honnêtement que, malheureusement,
l'ambition de la Commission européenne mais aussi celle du
gouvernement belge n'ont pas encore été partagées par tous nos
partenaires. Nous aurions pu faire plus. En tout cas, il est vrai que,
dans ce Conseil européen, la porte est restée ouverte pour des
avancées en ce qui concerne l'amélioration du processus de décision
en matière de sécurité et de justice. Néanmoins, on pourrait et on
devrait faire plus. A nouveau, je remercie la Belgique pour être aux
avant-postes en matière de projets et d'ambitions pour l'Europe.

Enfin, on ne peut parler de vision de l'Europe sans parler de son
élargissement, qui s'inscrit aussi dans une approche offensive face à
la mondialisation.

L'élargissement nous donne véritablement du poids sur la scène
mondiale. C'est ce que je perçois lorsque je rencontre les dirigeants
chinois, indiens, brésiliens, etc. Il s'agit ici de mon expérience
concrète. Je me souviens de la situation en 1992, durant la
présidence portugaise, par rapport à aujourd'hui. Aujourd'hui, l'Europe
a plus de puissance sur la scène mondiale.

L'élargissement de l'Europe est une condition pour plus de puissance
globale. Il faut bien entendu résoudre nos problèmes de
fonctionnement interne, mais une Europe élargie peut faire plus pour
les valeurs et les intérêts européens dans ce monde globalisé.

Nous avons pris des engagements. Nous devons les tenir, ce qui ne
doit pas nous empêcher de parler sans tabou de notre capacité
d'absorption. C'est évidemment un élément à prendre en compte
mais, ce qui importe, c'est que l'élargissement ne soit pas perçu
comme une décision technocratique. Comme tout aujourd'hui dans la
construction européenne, l'élargissement ne doit être ni
technocratique, ni bureaucratique, même pas diplomatique: il doit être
démocratique. C'est pourquoi il faut que les citoyens s'engagent et
je le répète il faut discuter sans tabou de notre capacité
d'absorption.

Mesdames et messieurs les parlementaires, je pourrais continuer à
énumérer toutes les initiatives de la Commission que le Conseil
européen vient d'approuver. Je pourrais aussi énumérer toutes les
réformes de fond qu'elle a engagées pour mieux légiférer, pour
traduire son objectif de transparence dans la gestion européenne. Je
pourrais encore vous parler de nos propositions pour donner à

toegenomen concurrentie kunnen
ze immers een prijsdaling
genieten.

De economische vooruitgang mag
niet los van de maatschappelijke
samenhang worden gezien. Op
dat vlak moeten we nog verder
gaan. De Europese Commissie
heeft dan ook een sociale audit
voorgesteld betreffende de
toegang van de burgers tot de
rechten en voordelen die Europa
biedt. Voorts wordt nagedacht over
de demografische ontwikkelingen
en hun belangrijke gevolgen voor
de toekomst van het
maatschappijmodel.

Ook de veiligheid houdt de
Europese burger bezig. De
Commissie heeft voorgesteld om
de communautaire methode
inzake justitie, vrijheid en
veiligheid te versterken. Europa
moet een veilige haven worden,
dankzij een betere samenwerking
tussen de gerechten en de
politiediensten. Ons streven op dat
vlak wordt echter nog niet door
iedereen gedeeld.

Ten slotte is er de kwestie van de
uitbreiding, die in de lijn ligt van
een offensieve houding ten
opzichte van de globalisering en
die de positie van Europa in de
wereld verstevigt. Ik merk dit
wanneer ik de leiders ontmoet van
China, Indië, Brazilië, enz. Sinds
1992, het jaar van het Portugees
voorzitterschap, legt Europa meer
gewicht in de schaal op
wereldniveau. We zijn op dit vlak
engagementen aangegaan en we
moeten ze houden. Dit wil echter
niet zeggen dat we geen open
debat kunnen voeren over onze
absorptiecapaciteit. De uitbreiding
is inderdaad geen
technocratische, bureaucratische
of diplomatische beslissing, maar
een democratische.

Ik ga niet alle initiatieven van de
Commissie opsommen, noch de
fundamentele hervormingen die ze
heeft ingezet, of onze voorstellen

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'Europe une projection extérieure à la hauteur de sa puissance. Je
pourrais évoquer l'ambitieux projet, lancé par la Commission, d'un
Institut européen de Technologie pour que l'Europe redevienne le
premier pôle mondial d'excellence pour la recherche et l'innovation.
Mais le temps manque et, aujourd'hui, j'ai surtout envie de vous dire
que la Commission reste la force motrice de l'Union européenne.

Mesdames, messieurs les parlementaires, je voudrais aussi vous
lancer un appel pour qu'avec moi, vous fassiez barrage au virus
insidieux de l'europessimisme. Ne laissons pas saper notre projet
d'Europe confiante en elle-même. Je parle ici de la rhétorique
désenchantée de ceux qui croient au projet européen, mais invoquent
comme une litanie la panne de l'Europe.

Il est vrai que nous avons des problèmes. Toutefois, ce n'est pas
avec du pessimisme que l'on pourra faire du leadership en Europe;
c'est plutôt avec la confiance. C'est en montrant que nous avançons
sur des projets et des résultats concrets. C'est ainsi que l'on pourra
réaliser la vision des pères fondateurs de l'Europe.

L'Europe avance, l'Europe fonctionne, l'Europe agit.

Avec son sens de la formule, Oscar Wilde a dit: "Le pessimiste est
celui qui, entre deux maux, choisit les deux". Au regret de ne pas
encore avoir de Constitution, faut-il ajouter une absence totale de
confiance dans l'imagination de l'Europe et sa volonté de rebondir?

Ce n'est pas l'attitude de la Commission européenne. Je suis sûr que
ce n'est pas la vôtre.

Je veux croire qu'ensemble, grâce à la volonté des dirigeants
européens, nous avancerons. Quand je parle des dirigeants
européens, je ne parle pas seulement de la Commission ou du
Parlement européen, mais nous sommes tous des dirigeants
européens. Je l'ai dit à l'Assemblée nationale française, je l'ai dit
récemment au Folketing danois: les dirigeants nationaux en Europe
sont aussi des dirigeants européens; ils ont aussi une éthique de
responsabilité vis-à-vis de l'Europe. C'est un projet commun. Avec
cette responsabilité commune, nous pourrons passer de la période de
réflexion à une période active d'engagement.

C'est pourquoi je suis heureux que le Conseil européen ait retenu la
proposition de la Commission d'une déclaration politique solennelle
des dirigeants politiques européens et des institutions européennes.
Signée en 2007, à l'occasion du cinquantième anniversaire du Traité
de Rome, cette déclaration réaffirmera les principes de l'Union et
notre ambition commune de réaliser ce but. J'y vois un signe très
positif pour l'avenir proche. Ce sera, j'espère, pas seulement une
déclaration tournée vers le passé pour la commémoration, mais aussi
une déclaration tournée vers l'avenir.

Je suis sûr que la Belgique et la Commission européenne
continueront, toutes deux, à apporter une contribution importante pour
l'avenir de notre Europe.

Je vous remercie.

Herman De Croo, président: Merci, monsieur Barroso. A présent,

voor de toekomst. Vandaag wil ik
u zeggen dat de Commissie de
drijvende kracht van de Unie blijft.

Ik zou ook willen vragen om de
opkomst van het europessimisme
mee te helpen tegenhouden. We
hebben bepaalde problemen,
maar er is nood aan een
fundamenteel vertrouwen om de
visie van de stichters van Europa
waar te maken. Oscar Wilde heeft
ooit gezegd: "De pessimist is
diegene die tussen twee kwalen
allebei kiest." We betreuren het
dat we nog niet over een eigen
Grondwet beschikken, maar we
moeten niet nog eens daar
bovenop blijk geven van een
gebrek aan vertrouwen in de
verbeeldingskracht van Europa en
in haar wil om een nieuwe start te
nemen.

Wij zijn allen Europese leiders en
delen een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid ten aanzien
van Europa. Samen kunnen we de
daad bij het woord voegen.

De Europese Raad heeft zich bij
het voorstel van de Commissie
aangesloten om in 2007 in een
plechtige politieke verklaring (ter
gelegenheid van de vijftigste
verjaardag van het Verdrag van
Rome) de beginselen van de Unie
en onze gemeenschappelijke
ambities te herbevestigen. Ik zie
daar een positieve en
toekomstgerichte ontwikkeling in.

Ik ben er zeker van dat België en
de Europese Commissie een
belangrijke bijdrage zullen blijven
leveren aan de toekomst van ons
Europa.

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

avec votre permission, vous allez être soumis aux questions!

Ik zal een verdeling maken met betrekking tot de sprekers, die
natuurlijk altijd wordt gekenmerkt door mijn grote zin voor objectiviteit
en dus zal worden gecontesteerd.

De sprekers spreken vanop hun bank en krijgen drie tot vier minuten
spreektijd om hun standpunt en hun vraag te uiteen te zetten.

De heer Van Rompuy krijgt als eerste het woord. De heer Van
Rompuy is gewezen vice-premier en minister van Begroting. Hij
behoort tot de christen-democraten.

Daarna zal de heer Mahoux, eveneens gewezen minister, het woord
nemen. M. Mahoux est co-président de la commission des Affaires
européennes.

Ensuite, je donnerai la parole à M. Daems, ancien ministre et
président de la commission des Affaires étrangères et à M. Wathelet,
président du groupe social-chrétien dans l'opposition.

Ik zal ook het woord geven aan de heer Van der Maelen, fractieleider
van de sp.a. Je donnerai également la parole à M. Hasquin, ancien
ministre-président et libéral francophone. De volgende spreker is de
heer Van den Eynde van het Vlaams Belang. Ensuite, la parole sera à
Mme Nagy. Madame, je vous cherchais à gauche, je vous trouve à
droite!

01.03 Herman Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, waarde

collega's, de Europese Unie is in crisis, zegt Jacques Delors, maar
wie of wat is in crisis? De jongste tien jaar kenden we immers in de
Unie twee revolutionaire ontwikkelingen, het invoeren van de euro en
de uitbreiding met tien andere naties, vooral behorend tot het
vroegere communistische blok. De euro schiep één munt voor twaalf
landen zonder politieke eenheid, een historisch novum en historisch
unicum. Vandaag is het een sterke munt, internationaal de rivaal van
de Amerikaanse dollar. De uitbreiding vormde ons continent om tot
haast één democratisch geheel en maakte een einde aan de
nachtmerrie van het communisme.

Het merkwaardige en het nieuwe is dat deze twee realisaties een te
groot deel van de publieke opinie niet overtuigde. De euro wordt
dikwijls aanzien als de oorzaak van de levensduurte en de uitbreiding
als een bedreiging voor onze veiligheid en werkgelegenheid. De crisis
in Europa ligt dus vooral in the hearts and the minds. Een flink deel
van de openbare opinie is eurosceptischer dan tot voor kort. Ze is niet
anti-Europees, maar wel wantrouwig, soms verloren in een te groot
geheel. Die twijfel is ook aanwezig binnenin de stichtende leden van
de Unie, in het kern-Europa. De reconquista, de herovering van de
Europese burgers, is derhalve haast een voorafgaande voorwaarde
geworden om verdere stappen te zetten naar meer eenmaking.

Op vijftig jaar tijd zijn we overgegaan van een democratie van
notabelen naar een democratie van politieke partijen en ten slotte
naar een democratie van het publiek, ook als het om Europa gaat. Dat
besef moet doordringen, ook bij de bestuurders. De wereld is
veranderd. De herovering van de burgers voor Europa zal er niet
komen door de proclamatie van vage Europese idealen of door meer

01.03 Herman Van Rompuy

(CD&V): Selon Jacques Delors,
l'Union européenne est en crise.
Mais qu'est-ce qui est précisément
en crise? Ou qui? Ces dernières
années, l'UE a mené à bien deux
projets impressionnants: la mise
en place d'une monnaie forte
l'euro - dans douze pays sans
qu'ils ne forment une entité
politique, et l'adhésion de dix
nouveaux Etats membres, mettant
ainsi fin au cauchemar
communiste.

Toutefois, une partie de l'opinion
publique ne partage pas un tel
enthousiasme face à ces
réalisations. Pour beaucoup en
effet, l'arrivée de l'euro a favorisé
l'augmentation du coût de la vie,
tandis que les habitants des
nouveaux Etats membres sont
perçus comme une menace pour
leur sécurité d'emploi. La crise se
situe donc dans les coeurs et les
esprits. Ce dont il est question ici,
c'est d'euroscepticisme, et pas
d'une attitude anti-européenne. Ce
scepticisme a gagné l'ensemble

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

marketing of spindokters, maar door op het terrein zelf te komen tot
concrete realisaties. Europa is niet langer een zaak van het aanbod,
maar ook van de vraag, om het in economische termen te zeggen.
Daarom is het belangrijk dat de concurrentiekracht van elke nationale
economie versterkt wordt in het kader van de Lissabon-agenda. Als
elke lidstaat voldoende intern hervormt, dan wordt het geheel sterker.
Hoe meer jobs, hoe minder Oost-Europa en de rest van de wereld als
bedreigend zal ervaren worden en hoe positiever Europa zelf zal
worden onthaald als een politiek project.

Die economische hervormingen vragen politieke moed. De vertraging
van de economische groei is in West-Europa een feit. Bij de vorige
hoogconjunctuur in eigen land, in 1999-2000, nam het nationaal
inkomen toe met 7 procent, en nu, bij deze hoogconjunctuur 2006-
2007, met 4,5 procent. De rest van de geïndustrialiseerde wereld doet
de helft beter en de wereld dubbel zoveel. De eurozone groeit zelfs
inzake economie en jobs trager dan de rest van de Unie.

In plaats van een politieke voorhoede in Europa dreigt de eurozone
een economische achterhoede te worden. Op die manier verzekeren
we de toekomst van onze sociale welvaartstaat niet en worden we
geen politieke wereldspeler.

We moeten ook meer veiligheid bieden en daarbij alle mogelijkheden
van de bestaande verdragen uitputten. Zo is het onaanvaardbaar en
u hebt er allusie op gemaakt dat we in de Unie al twee jaar praten
over hoe we de opsporingsautoriteiten beter kunnen laten
samenwerken en daar niet in slagen omdat een of twee landen, zelfs
van het kern-Europa, dwars blijven liggen. Als we vooruitgang kunnen
boeken door desnoods elke juridische spitstechnologie binnen de
huidige verdragen te ontwikkelen, moeten we dat doen.

We zouden ook reeds beschikkingen uit het ontwerpverdrag
informeel, avant la lettre, in toepassing kunnen brengen. We mogen
niet stilzitten tot een nieuwe uitgave van een institutioneel verdrag
totstandkomt. We moeten pragmatisch zijn omdat Europa te
belangrijk is om dogmatisch te zijn.

Anderzijds kan er geen verdere uitbreiding van de Unie komen als de
interne besluitvorming binnen de Unie niet eerst wordt hervormd. Tot
zolang doet men er best aan geen enkel land illusies te geven over
een mogelijke toetreding en tot zolang stelt men verdere uitbreiding
niet op de politieke agenda teneinde de negatieve houding van heel
wat burgers over de huidige Unie niet nog meer te vergroten.

In mijn ogen trouwens zijn er wel degelijk geografische grenzen aan
Europa, zoniet worden we een soort Verenigde Naties in plaats van
een verenigd Europa.

De Unie moet intern worden versterkt om extern sterker te staan. De
praktische idee van de Hoge Vertegenwoordiger bracht een
eensgezind Europa voort ten aanzien van het democratisch proces in
Oekraïne, ten aanzien van het gebrek daaraan in Wit-Rusland, ten
aanzien van de nucleaire dreiging van Iran en ten aanzien van de
nieuwe Palestijnse regering. Jammer dat ook hier de afwezigheid van
het grondwettelijk verdrag ons belet nog verder te gaan.

Wat kan gebeuren met de middelen van dit ogenblik, moet gebeuren.

de l'Union européenne, y compris
les membres fondateurs.

La reconquête du citoyen
européen est une condition
importante de la résolution de la
crise européenne. Le monde a
changé. L'Europe a évolué,
passant d'abord d'une démocratie
de notables à une démocratie de
partis, et puis, à une démocratie
du peuple. Et l'on ne pourra
reconquérir ce peuple qu'avec des
réalisations concrètes, et pas avec
de vagues idéaux et le langage
racoleur des spin doctors.

L'Union européenne ne peut plus
être une simple affaire d'offre ; elle
doit également devenir une
question de demande. C'est
pourquoi la compétitivité de
chaque économie nationale doit
être renforcée dans le cadre de la
stratégie de Lisbonne. Si chaque
État membre se réforme,
l'ensemble en sortira renforcé.
Plus il y aura d'emplois, plus vite
se dissipera la crainte du chômage
et de la menace que
représenteraient les autres
citoyens européens.

Les réformes économiques
requièrent du courage politique. Le
ralentissement de la croissance
économique en Europe
occidentale est une réalité: sous la
précédente période de haute
conjoncture en Belgique, entre
1999 et 2000, le revenu national
avait augmenté de 7 % ;
l'augmentation n'est plus que de
4,5 % au cours de l'actuelle. La
progression est moitié plus élevée
dans le reste du monde
industrialisé et même deux fois
ailleurs. En outre, l'emploi et
l'économie croissent moins
rapidement dans l'eurozone que
dans le reste de l'Union.
L'eurozone risque, dans ces
conditions, d'être
économiquement reléguée à
l'arrière-plan et l'Union
européenne de ne jamais devenir
une grande puissance politique.

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De reflectieperiode moet dus een tijd worden om te overtuigen en om
concreet vooruit te gaan. Elke stap naar meer Europa is
meegenomen. De Unie is ontstaan en gegroeid uit concrete ideeën.

Natuurlijk moeten we ook verder gaan op institutioneel vlak. Qui
n'avance pas, recule. Ook daarin moeten we flexibel zijn. Wij zijn
geen fundamentalisten van het ontwerpverdrag in de zin van alleen de
Grondwet, geheel de Grondwet, en niets anders dan de Grondwet.
Het is wel mijn overtuiging dat men hoe dan ook op het allergrootste
deel van de tekst en van de onderliggende visie over de Unie zal
terugvallen.

Vroeg of laat zal men ook de Unie meer middelen moeten geven dan
het povere één procent van het bruto binnenlands product. Die krapte
staat in schril contrast tot de rol die wij de Unie willen zien spelen voor
450 miljoen inwoners en voor de rest van de wereld.

Kortom, wij moeten een juiste diagnose maken van de huidige
toestand, het toenemende euroscepticisme van tal van burgers en het
gebrek aan politieke moed van een aantal lidstaten om intern
economische hervormingen tot stand te brengen. Wij moeten elke
letter van de bestaande verdragen uitputten om tot meer Europa te
komen, informeel delen van het ontwerpverdrag toepassen en
tegelijkertijd werken aan een aangepaste nieuwe tekst.

Mijnheer de voorzitter, de Europese gedachte blijft de meest nobele
politieke gedachte sedert 60 jaar. Dat moet zo blijven.

L'Europe doit pouvoir offrir
davantage de sécurité à ses
citoyens. Il faudra bien un jour,
dans ce dossier, que les
négociations interminables
prennent fin. L'absence à ce jour
d'un consensus en matière de
coordination des recherches dans
le domaine de la criminalité, en
raison de l'obstruction d'un certain
nombre de pays, est inadmissible.
Il doit être possible d'aller de
l'avant dans le cadre des traités
existants, en recourant à quelque
ingénierie juridique.

De même, il ne faudra pas hésiter
à mettre en oeuvre certains pans
du projet de traité, de manière
informelle et en concertation avec
les pays qui y sont disposés. Nous
ne pouvons pas attendre, les bras
croisés, qu'une version adaptée
voie le jour. Nous devons faire
preuve de pragmatisme à cet
égard car l'Europe est trop
importante que pour que nous
puissions être dogmatiques.

Tant qu'il n'y aura pas d'accord sur
la réorganisation du processus de
décision interne, il sera vain de
porter la question de
l'élargissement de l'Union à l'ordre
du jour politique. Nous ne devons
pas donner d'illusions aux pays
concernés et, en même temps,
nous devons nous garder de
conforter les citoyens dans leur
rejet de l'Europe par une
augmentation effrénée du nombre
des États membres. En ce qui me
concerne, il existe d'ailleurs des
limites géographiques à ce que
nous appelons l'Europe. Nous ne
devons pas évoluer vers une entité
qui tiendrait des Nations Unies. La
mise en place d'une Europe
unifiée reste notre objectif.

L'Union doit se renforcer au niveau
interne pour être plus forte par
rapport au monde extérieur. Grâce
à l'instauration d'un Haut
Représentant de l'Union
européenne, l'Europe a su parler
d'une seule voix à propos de la
situation en Ukraine, en

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Biélorussie, en Iran et en
Palestine.

La période de réflexion actuelle
doit permettre de convaincre les
gens et de progresser
concrètement dans la construction
de l'Europe, notamment au niveau
institutionnel. Cet objectif doit être
atteint sans se focaliser de
manière fondamentaliste sur le
projet de Traité. Je suis toutefois
convaincu qu'il faudra toujours en
revenir à la majeure partie du texte
de la constitution et à la vision
sous-jacente.

Tôt ou tard, l'Union devra disposer
de davantage de moyens que le
piètre pour cent du PIB. Ce chiffre
contraste avec le rôle que l'Union
doit jouer envers ses 450 millions
d'habitants et le reste du monde.

Un diagnostic correct de la
situation actuelle devra donc être
posé : l'euroscepticisme gagne du
terrain auprès des citoyens, alors
que plusieurs États membres
manquent du courage politique
nécessaire pour réaliser des
réformes économiques. Les traités
existants doivent être épuisés pour
aboutir à davantage d'Europe et,
parallèlement, nous devons dès à
présent déjà appliquer des
passages du projet de Traité de
manière informelle et nous atteler
à l'élaboration d'un texte adapté.

L'idée européenne demeure l'idée
politique la plus noble depuis 60
ans et elle doit le rester.

Herman De Croo, président: Cher collègue, votre intervention aurait
pu être un peu plus brève.

Je donne maintenant la parole à M. Philippe Mahoux, co-président
avec moi de la commission des Affaires européennes.

01.04 Philippe Mahoux (PS): Monsieur le président, nos présidents

d'assemblée vous ont rappelé que la Belgique soutenait les
institutions européennes et plus particulièrement la Commission.

Lors des discussions du Conseil européen sur la subsidiarité, l'attitude
de notre gouvernement a démontré que si nous souhaitions des
avancées c'est un membre assidu de la COSAC qui vous le dit

01.04 Philippe Mahoux (PS): We

willen het grondwettelijk verdrag
niet destabiliseren. Als men een
belangrijker rol voor de nationale
parlementen opeist, geldt dat ook
voor het Europees Parlement. Dat
evenwicht moet bewaard blijven.

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

par rapport au rôle des parlements nationaux, nous ne voulions pas
de déséquilibre avec le contenu du Traité constitutionnel. Quand nous
avons souhaité une augmentation du rôle des parlements nationaux,
nous souhaitions, en même temps, une augmentation du rôle du
Parlement européen. Nous voulions maintenir un équilibre. En effet,
prendre ce qui plaît dans le Traité constitutionnel en laissant ce qui ne
plaît pas risque d'aboutir à une distorsion et de briser l'équilibre
premier du projet de Traité constitutionnel.

J'aborde maintenant la problématique de la lisibilité. Quand on parle
d'avenir de l'Union européenne, un problème important se pose:
l'adhésion des citoyens à l'Union européenne ne va pas en
augmentant. Je relève quelques initiatives positives pour améliorer la
lisibilité. Premièrement, la mesure prévoyant que la Commission
communiquera aux parlements nationaux ce qu'elle a en préparation
est intéressante. Monsieur le président, je vous supplie de
communiquer en temps et en heure ces dossiers. C'est primordial!
Les parlements nationaux doivent avoir le temps de diffuser
l'information à la population. Deuxièmement, je sais que cela dépend
du Conseil des ministres, mais la publicité de la partie législative des
Conseils des ministres est très importante en termes de
transparence.

Toutefois, je note un élément négatif. J'ai lu qu'on souhaitait que les
lobbies se déclarent et qu'ils avaient la possibilité de le faire. J'estime
que l'obligation pour eux de se déclarer irait davantage dans le sens
de la lisibilité au niveau des institutions européennes. De plus, je
souligne l'existence du Livre vert sur l'initiative européenne en matière
de transparence.

J'en viens à la sécurité. On a évoqué le pilier européen de la défense
à l'intérieur de l'OTAN mais il faut prévoir un véritable pilier. En effet,
l'OTAN n'est pas constituée par un seul partenaire qui doit diriger la
manoeuvre; il s'agit de deux piliers qui doivent co-exister.

Par ailleurs, quand je dis sécurité, je parle de défense et du sentiment
de sécurité des citoyens. Il ne s'agit pas de sécurité physique mais du
sentiment que tout ce qui a été construit au cours des dizaines
d'années à l'intérieur de certains États membres pas dans tous les
États, hélas pour ceux qui ne l'ont pas construite , à savoir la
sécurité d'existence, ne soit pas détricoté ou, en tout cas, que les
initiatives européennes ne soient pas interprétées de cette manière
par les citoyens. En effet, quand on parle de perspective de
développement et de capacité d'absorption, c'est aussi de cela dont
on parle.

La capacité d'absorption par rapport à l'élargissement, c'est-à-dire le
sentiment de confiance que peut éprouver le citoyen, la citoyenne
envers les institutions européennes, est liée au fait que c'est un plus
ou un risque supplémentaire pour son existence personnelle. Cette
notion d'insécurité liée à l'Europe elle-même est évidemment une
dérive extrêmement dangereuse. A cet égard, les dernières initiatives
prises à travers la directive "services", à travers la loi-cadre qui
n'existe pas sur les services économiques d'intérêt général sont
autant d'éléments qui doivent permettre d'avancer en la matière, tout
en sécurisant l'ensemble de nos concitoyens par rapport à l'idée de
l'Europe.

De betrokkenheid van de burgers
neemt niet toe. Om daar iets aan
te doen moeten we de
leesbaarheid van de Europese
dossiers vergroten. Terzake kan
de aankondiging dat de
Commissie de nationale
parlementen op de hoogte zal
stellen van wat er in de pipeline zit,
als een stap in de goede richting
bestempeld worden. Maar dat zal
wel op tijd moeten gebeuren. Ook
zou het wetgevend werk van de
Ministerraden moeten
bekendgemaakt worden. De
drukkingsgroepen zouden
verplicht geregistreerd moeten
worden.

Wat de veiligheid betreft, moet er
een Europese defensie in
samenwerking met de NAVO
worden opgezet die op twee pijlers
rust. Maar daarnaast moeten we
ook de strijd aanbinden met een
andere soort bedreiging, namelijk
die van de bestaanszekerheid.

Buiten Europa, moet een en ander
concreet worden ingevuld via
steunmaatregelen ten gunste van
de Palestijnse bevolking, maar
men moet daarbij de noodzaak
voor

ogen houden om

democratische structuren te
verdedigen en tegelijkertijd het
nodige voorbehoud in acht blijven
nemen ten aanzien van niet-
democratische krachten, ook al
zijn laatstgenoemde aan het
bewind.

Ten slotte is er nog een cruciaal
probleem: het Bureau voor de
grondrechten stuit op enige
weerstand in het noorden des
lands. Het is belangrijk dat de
verhoudingen tussen de Europese
instellingen en de Raad van
Europa nader worden
gepreciseerd. De externe controle
zal niet langer op dezelfde manier
moeten geschieden als er via dat
Bureau voor de grondrechten een
controlesysteem wordt opgezet.

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Je me permettrai de dire un mot qui ne concerne pas directement la
Commission - mais tout même! -, en insistant sur la nécessité
d'augmenter l'aide européenne à la population palestinienne. Gardons
à l'esprit qu'il faut pouvoir renforcer les structures démocratiques
palestiniennes, avec toutes les réserves que représentent à un certain
moment certaines forces non démocratiques, même si ce sont elles
qui sont, dans l'état actuel des choses, à même d'exercer le pouvoir.

Quant à l'Agence des droits fondamentaux, il s'agit d'un problème
capital qui rencontre des résistances émanant de manière plutôt
directe d'une partie des assemblées du Nord de la Belgique. J'ai
parcouru le rapport Juncker et il importe de préciser les rapports non
pas entre deux cours de justice il est possible de trouver des
accords à cet égard mais entre deux institutions: l'Institution
européenne et le Conseil de l'Europe.

Si l'on intègre cela à l'intérieur de l'Union européenne, à travers la
Charte des droits fondamentaux ou à travers l'intégration de la
Convention de sauvegarde, il est bien certain que l'externalisation du
contrôle ne devra plus s'exercer de la même manière, dans la mesure
où on aura créé au sein de l'Union européenne, à travers peut-être
cette Agence des droits fondamentaux, un système de contrôle.

Voorzitter Herman De Croo: Het woord is aan de heer Daems,
gewezen minister en voorzitter van de commissie van Buitenlandse
Zaken.

01.05 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb drie

bedenkingen en drie vragen.

Eerste bedenking, het Europees algemeen belang is verschillend aan
de samenvoeging van de individuele landsbelangen. Vandaar dat
naar onze mening, het debat rond de Grondwet en het toch trachten
verder te gaan in het ratificeren van de Grondwet door een aantal
landen, van fundamenteel belang is omdat ze bijvoorbeeld een aantal
unanimiteitsregels vermindert, afzwakt, omdat ze met de clause
passerelle van unanimiteit naar meerderheidsregel kan gaan en
omdat men een minister van Buitenlandse Zaken krijgt die het
Europees buitenlands algemeen belang zou verdedigen. Het is toch
vanzelfsprekend dat het Europees algemeen belang inzake Justitie,
Defensie en Energie, verschillend kan en zal zijn van het individueel
landsbelang op het vlak van Justitie, Defensie en Energie. Met andere
woorden, het Europees algemeen belang wordt tegenwoordig te
weinig gepropageerd en er wordt geen vorm aan gegeven als staande
tegenover, en vaak beter zijnde dan, het individueel landsbelang.

Tweede bedenking, Europa is een geo-economisch project. Alleen
nog maar rekening houden met de BRIC-landen Brazilië, Rusland,
India en China, en met de politieke samenklitting in de wereld in
Zuid-Amerika, in Centraal-Azië, in Zuid-Oost-Azië, in Afrika dan is
het duidelijk dat men evolueert naar een wereld waarin een aantal
blokken naast mekaar zullen komen te staan op economisch vlak.

Het is ook zo dat ons model voor een stuk wordt gekopieerd in de
wereld, men gaat via de economie naar de politiek. Met andere
woorden, een sterk economisch blok dat Europa betekent, is
fundamenteel om in die grote wereld die economisch almaar
competitiever wordt, te kunnen overleven. Dat betekent meteen ook

01.05 Hendrik Daems (VLD):

L'intérêt général européen n'est
pas simplement la somme des
différents intérêts individuels. D'où
l'importance du débat relatif à la
Constitution européenne, d'une
évolution de règles d'unanimité
vers des règles de majorité et de
la désignation d'un ministre
européen des Affaires étrangères.
L'intérêt général européen, par
exemple en matière de justice, de
défense et d'énergie, sera différent
des intérêts nationaux individuels
dans ces domaines. Cette notion
d'intérêt général européen est
aujourd'hui encore beaucoup trop
peu répandue.

L'Europe constitue un ensemble
géo-économique. Nous constatons
de plus en plus, partout dans le
monde, l'apparition de blocs et
d'associations de pays. Ces
coopérations entre États copient
en partie le modèle européen,
puisqu'on assiste partout à une
évolution qui voit les collaborations
économiques se muer en
coopérations politiques. Dans un
monde de plus en plus

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dat men, beleidsmatig gezien, een soort verenigde staten van Europa
nodig heeft om dit economisch project staande te houden.

Als men dat zegt, derde bedenking, dan zegt men een reëel Europees
Parlement, dan zegt men een reële Europese regering die de
Europese Commissie vandaag voor een deel is mocht het van mij
afhangen, mijnheer Barroso, dan zou u eigenlijk de eerste minister
van Europa moeten zijn en niet de voorzitter van de Europese
Commissie dan zegt men een staatshoofd op Europees niveau, hoe
zulks ook vorm krijgt, en in ieder geval meerderheidsregels en geen
ondemocratische vetoregels.

Er is het verhaal als zou de burger tegen Europa zijn. Welnu, hou
eens een referendum om te vragen wie terug naar zijn nationale munt
wil, dan zult u meteen wel weten hoe men wel achter Europa kan
staan als het maar de goede dingen zijn en als men inderdaad niet
altijd Europa negatief afschildert, vaak vanuit nationalistische
belangen die, nogmaals, tegengesteld zijn aan het Europees
algemeen belang.

Ik heb drie vragen.

Mijnheer de voorzitter, wil de Europese Commissie onder uw leiding,
de lijn volgen om de landen ervan te overtuigen om alsnog verder te
gaan met het ratificatieproces? Als viervijfde van de Europese
deelstaten inderdaad hebben geratificeerd, dan komt u in een
herevaluatieproces terecht en de kracht die daarvan uitgaat zal u
misschien toelaten, althans naar mijn mening, om het debat over de
Europese Grondwet wel degelijk leven te geven, wat vandaag niet het
geval is. Soms bestaat de indruk dat de Europese Commissie die lijn
niet wil volgen.

Mijn vraag is dus, denkt u, als voorzitter van de Commissie, dat
proberen tot viervijfde te geraken een goede beleidslijn zou zijn?
Denkt u dat de Commissie in die richting zou moeten actie
ondernemen, uiteraard in samenspraak en samenwerking met de
Europese Raad en de verschillende parlementen?

Ten tweede, wij weten dat de goedkeuring van een Europese
Grondwet op zich zal laten wachten. U hebt gesproken over een
double track die u vorm hebt gegeven.

Denkt u dat een deel van de huidige lidstaten in uw visie op informele
basis, waarnaar de heer Van Rompuy heeft verwezen, wel degelijk
uitvoering kunnen geven aan bepaalde delen van de Europese
Grondwet?

Is het naar uw mening goed dat een deel van de lidstaten wel in
onderlinge afspraak uitvoering zouden trachten te geven aan een deel
van de Grondwet? Denkt u veeleer dat wij naar een Grondwet bis
moeten gaan, die in mijn visie dan spijtig genoeg alleen maar een
Grondwet in mineur zou riskeren te zijn? Is volgens uw visie een van
deze twee pistes te volgen, om toch te proberen, parallel met het
verder ratificeren van de Grondwet, een politieke grond aan het debat
te geven?

Ten derde, de grenzen van Europa zijn het voorwerp van een heel
groot debat. Mijn bedenking is dat de grenzen van Europa al 500 tot

concurrentiel, nous avons besoin
d'un bloc européen solide et uni.
Cela suppose que la puissance
économique soit soutenue par une
unité politique sous la forme, pour
ainsi dire, d'Etats-Unis d'Europe.
Dans ce cadre, il est nécessaire
de mettre en place un vrai
Parlement européen, un vrai
gouvernement européen, un vrai
chef d'État européen et des règles
basées non plus sur l'unanimité,
mais sur la majorité. M. Barroso
serait ainsi le premier ministre
d'Europe, et non le président de la
Commission européenne.

Il convient également de
démontrer que les Européens ne
sont pas opposés à l'unification.
Un référendum sur un éventuel
retour aux monnaies nationales
montrerait par exemple clairement
que les citoyens européens sont
capables de se rallier à la cause
européenne lorsqu'ils constatent
que l'Europe a permis des
réalisations positives. On dresse
trop souvent un tableau beaucoup
trop noir de l'Europe pour défendre
des intérêts nationalistes étroits.

La Commission européenne
s'efforcera-t-elle de convaincre les
États membres de poursuivre le
processus de ratification? Si les
quatre cinquièmes des États
membres ratifient le traité, un
processus d'évaluation se
réalisera qui pourrait créer une
nouvelle dynamique.

Que pense le président de l'idée
avancée par M. Van Rompuy
visant à mettre en pratique, de
façon informelle, certaines parties
du projet de traité en concertation
avec seulement quelques pays?
Ou le président estime-t-il plutôt
que nous évoluerons vers une
Constitution bis, qui sera plus que
probablement une Constitution en
mode mineur?

Les frontières européennes ayant
été définies depuis des siècles, la
définition classique de l'Europe
n'est-elle pas dépassée? Ne faut-il

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

3.000 jaar geleden werden vastgelegd. Als u het mij vraagt, is dat een
affaire die wij gewoon in onze aardrijkskundeboeken hebben gelezen.
Ik heb nooit een vis geweten die aan de grens stopte met zwemmen.
Met andere woorden, Europa is een oude definitie.

Vindt u dat de oude definitie vandaag nog van kracht is, wanneer het
gaat over het politieke project dat Europa is?

Anders gezegd, in het debat over uitbreiding versus verdieping is het
de mening van onze fractie dat uitbreiding eigenlijk de motor van
verdieping is en stoppen met uitbreiding dus wel eens de dood van
verdieping zou kunnen zijn.

Is de oude, klassieke definitie van Europa niet een verkeerde?
Moeten wij niet durven denken aan een andere definitie van Europa?
Dat betekent meteen dat misschien meer landen dan vandaag in
aanmerking zouden komen om te behoren tot het grote geheel dat de
Verenigde Staten van Europa zou moeten zijn.

pas réfléchir à une toute nouvelle
définition qui permettrait que
davantage de pays puissent
adhérer aux États-Unis d'Europe?
L'élargissement de l'UE n'est-il
pas le moteur de
l'approfondissement?

01.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, madame la

présidente, monsieur le président de la Commission, en tant que
jeune parlementaire de 28 ans, je reste fasciné par la magie du
message européen. Je suis conscient que l'Europe sera notre moyen
de peser sur le monde de demain mais aussi du fait que le monde
aura besoin de la spécificité européenne, de l'approche européenne
en matière de conflits armés ou de justes échanges. Le monde aura
besoin de l'Europe mais l'Europe doit être unie pour peser dans le
monde.

Je reviendrai sur votre intervention, monsieur le président, et sur cette
nouvelle approche de la Commission fondée sur les résultats, cette
volonté nouvelle de la Commission d'atteindre les objectifs qu'elle
s'est elle-même fixés. Il y a les résultats en matière de justice,
d'affaires intérieures, de politique étrangère. Vous avez souligné que
vous aviez été fortement soutenu par la Belgique et peut-être un peu
moins par d'autres pays. Il faut insister sur les résultats
indispensables en matière socio-économique et particulièrement en
matière de recherche et d'innovation.

Vous avez rappelé dans votre allocution que la Commission devait
défendre deux priorités: l'énergie et la recherche. Vous avez souligné
l'importance de la recherche. Au regard des autres grandes
puissances comme la Chine ou les États-Unis, nous présentons un
déficit en matière de recherche et d'investissement. Tout le monde
s'accorde à dire que la recherche est indispensable à notre économie
et à l'emploi dans l'Union européenne.

Malgré ces signes importants, malgré votre message politique fort, on
observe que les États sont toujours réticents à accorder les budgets
nécessaires pour atteindre les objectifs en matière de recherche. Les
nouveaux objectifs sont donc inférieurs à ceux initialement prévus
pour 2010 par la Commission. Là, en matière de budget mais aussi
en matière institutionnelle, on n'assume pas nécessairement les
résultats visés. À cet égard, je voudrais attirer l'attention sur une
proposition de notre premier ministre. Je suis un parlementaire de
l'opposition mais je vais soutenir notre premier ministre dans son
plaidoyer selon lequel la méthode intergouvernementale - je le cite -
"sans l'engagement qui constitue le fondement de la stratégie de

01.06 Melchior Wathelet (cdH):

Als parlementslid van 28 blijf ik
geboeid door de magie van de
Europese boodschap en ben ik
ervan bewust dat Europa onze
enige kans is om te wegen op de
wereld van morgen, maar ook dat
de wereld van morgen nood heeft
aan Europa.

Ik kom terug op uw betoog en op
de nieuwe, resultaatgerichte
aanpak van de Commissie. U
heeft erop gewezen dat u veel
steun hebt gekregen van ons land,
maar misschien niet altijd op de
steun van de andere lidstaten kon
rekenen. Ik ben ervan overtuigd
dat de nadruk moet worden gelegd
op de resultaten op het vlak van
technologie en innovatie. U wees
al op het belang van onderzoek.
Op dat vlak staan we, in
vergelijking met andere
grootmachten, niet zo ver.
Onderzoek is broodnodig voor
onze economie. Ondanks de
sterke politieke boodschap blijven
de lidstaten zich echter tegen het
vrijmaken van de nodige financiële
middelen verzetten. De begroting
2010 die de Commissie had
vooropgesteld, werd niet gehaald.

Ook op institutioneel vlak werden
niet alle doelstellingen bereikt.

Als lid van de oppositie steun ik
echter de idee van onze eerste

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Lisbonne, ne fonctionne pas correctement. Par contre, nous avons
besoin d'une approche plus contraignante et communautaire."

La volonté du premier ministre est donc d'inscrire la stratégie de
Lisbonne dans une optique communautaire et contraignante, avec
des objectifs qu'il faut impérativement atteindre.

Je pourrais même aller plus loin à titre personnel: même si cette
approche communautaire implique des coopérations renforcées,
même s'il ne faut exclure personne, il faut oser avancer, oser aller de
l'avant et oser poursuivre les résultats que nous nous fixons entre
nous en cette matière de recherche.

En tout cas, il me semble qu'il conviendra de consolider avant
d'élargir afin d'être sûr d'atteindre ces objectifs qui sont les résultats
socio-économiques que l'Europe doit atteindre demain.

En ce sens, j'ai trois questions très concrètes, monsieur le président.

Une proposition a été lancée par le premier ministre. J'aurais voulu
connaître votre position quant à cette possibilité de communautariser
le volet "stratégie de Lisbonne", approfondir encore les compétences
de l'Union européenne.

Ensuite, vous avez plaidé devant le Parlement européen et vous
venez de le faire encore pour un élargissement. Comment
envisagez-vous alors d'atteindre ces objectifs, ces résultats que vous
escomptez, déjà difficiles à atteindre à 25? Vous avez repris les
exemples de la justice, des affaires intérieures, de la politique
extérieure et de la sécurité commune où vous avez été soutenu par la
Belgique, mais peut-être insuffisamment par d'autres. Comment
atteindre ces objectifs à 28, 29 ou 30, pourtant si difficiles à atteindre
à 25?

Enfin, monsieur le président, quelles initiatives allez-vous prendre
pour valoriser cette image de l'Union européenne auprès des
citoyens? Vous comme moi, nous sommes conscients du caractère
essentiel de l'Union européenne pour demain. Comment arriver, par
le biais de la Commission qui doit jouer un rôle capital, à faire en sorte
que les citoyens comprennent le caractère indispensable de l'Europe,
qu'ils ont besoin de l'Europe, mais qu'en plus, ils doivent avoir envie
de l'Europe?

minister volgens welke de
intergouvernementele methode
zonder dwingend karakter niet
goed werkt: de Lissabonstrategie
moet in een dwingend kader
worden ingebed. Ik zou zelfs
verder kunnen gaan: wij moeten
de resultaten nastreven die wij
onszelf, onder elkaar, inzake
wetenschappelijk onderzoek
opleggen.

We zullen hoe dan ook eerst een
en ander moeten consolideren
alvorens tot een verdere
uitbreiding over te gaan, zodat wij
er zeker van zijn dat die
doelstellingen worden bereikt.

Ik heb drie zeer concrete vragen.
Onze eerste minister heeft een
voorstel geformuleerd. Ik zou
willen weten wat u vindt van die
mogelijkheid om het onderdeel
"Lissabonstrategie" te
communautariseren.

Vervolgens heeft u voor een
uitbreiding gepleit. Hoe zullen
volgens u die doelstellingen dan
worden gehaald, terwijl het al zo
moeilijk is om ze met vijfentwintig
landen te bereiken?

Ten slotte, welke initiatieven zal u
nemen om het imago van de
Europese Unie bij de burgers op te
krikken? Hoe kan de Commissie
ervoor zorgen dat de burgers niet
enkel inzien dat ze Europa nodig
hebben maar dat Europa hen ook
na aan het hart ligt?

Voorzitter Herman De Croo: Dirk Van der Maelen is fractieleider van
de sp.a, de Vlaamse socialisten.

01.07 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, gelet

op het gevorderde uur zal ik kort zijn. Ik zal proberen dat ook in de
praktijk te bewijzen.

Ik vraag mij af of het toeval is dat op hetzelfde moment dat wij in
peilingen zien dat de onzekerheid bij de mensen groeit, het
vertrouwen in Europa daalt, zelfs in eurofiele landen zoals België. Ik
denk dat het geen toeval is. Ik denk dat de verklaring te zoeken is in
het feit dat het Europa van vandaag het succesverhaal van de
nationale welvaartstaten is vergeten.

Het succes van de nationale welvaartstaten is gebouwd op een

01.07 Dirk Van der Maelen (sp.a-

spirit): L'incertitude s'accroît au
sein de la population et la
confiance dans l'Europe s'affaiblit,
même dans des pays europhiles
comme la Belgique. Il ne s'agit pas
d'un hasard. À mon sens,
l'explication réside dans le fait que
l'Europe ignore ce qui constitue la
`success story' des États-
providence nationaux, qui
reposent tous sur une économie

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gemengde economie met een sterke private sector, maar ook met
sterke en actieve overheden die zorgden voor broodnodige publieke
goederen zoals onderwijs, vervoer, bescherming tegen de risico's van
het leven. Zo en niet anders werd de basis gelegd voor ons zo vaak
geroemd Europees sociaal model.

Mijnheer de voorzitter van de Commissie, tot u spreekt een overtuigd
Europeaan, maar ook een overtuigd socialist. Ik vrees dat als Europa
blijft kiezen voor het eenzijdig vermarkten en dereguleren, als Europa
blijft kiezen voor de ontmanteling van de sociale welvaartstaat, dan
zal Europa de steun van de Europeanen niet terugkrijgen. Die steun
moet Europa verdienen door zich in te zetten voor wat de mensen
belangrijk vinden: zinvol werk, kansen om te leren, investeren in een
duurzame economie, een rechtvaardige inkomensspreiding, een
actieve armoedebestrijding, sociale zekerheid en goede zorg. Als
Europa dat niet alleen in de ogen van de mensen maar ook
daadwerkelijk niet kan realiseren, dan zal Europa de steun van de
Europeanen niet terugkrijgen.

Wat verwacht ik van de Commissie, mijnheer de voorzitter? Ik
verwacht van de Commissie dat ze een sociale dynamiek op gang
probeert te brengen. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn oordeel over de
activiteiten van de Commissie op dit vlak eerder naar het negatieve
neigt.

Nu ga ik iets zeggen wat ik al heb aangegeven en wat ik echt meen.

Ik denk dat de problemen van Europa te maken hebben met het al te
eenzijdig kiezen voor een neoliberaal beleid. Als men daar niet van
afstapt en doorgaat op die piste, gaan we nooit het mooie Europese
project, dat ons continent zo nodig heeft, redden.

Mijnheer de voorzitter van de Commissie, om te sluiten heb ik nog
een vraag. Ik heb met veel aandacht naar u geluisterd en heb ook uw
speech in het Europees Parlement gelezen. Nogal cru gesteld: zal uw
idee van de Europese projecten meer zijn dan bezigheidstherapie?

Stichters van Europa waren zich er al van bewust: Europa heeft een
constructiefout. Als het gaat over geld, goederen en diensten, dan
beslist men bij meerderheid, maar over al de rest moet worden beslist
bij unanimiteit. Inderdaad, Europa heeft nood aan een
gemeenschappelijk energiebeleid, aan een gemeenschappelijk beleid
inzake migratie, aan een gemeenschappelijk beleid inzake
rampenbestrijding, terrorismebestrijding en een buitenlands beleid.
Aangezien u dat echter, in afwachting van een institutionele
doorbraak, bij unanimiteit zal moeten realiseren, sta me dan toe mijn
twijfels te hebben over het feit of u ver zal geraken met die werven.

Mijn vraag is dus of het meer zal zijn dan bezigheidstherapie, in
afwachting van de door ons allen verhoopte grote sprong voorwaarts.

mixte et un secteur privé fort mais
également sur des pouvoirs
publics forts, qui ont veillé aux
biens publics, tels que
l'enseignement, les transports et la
protection sociale. Ceux-ci
constituent la base du fameux
modèle social européen.
Toutefois, si l'Europe continue à
opter pour une privatisation
unilatérale, la dérégulation et le
démantèlement de l'État-
providence, elle jouira d'un soutien
de plus en plus faible. L'Europe
doit concentrer ses efforts sur les
préoccupations du citoyen : un
emploi enrichissant, des
possibilités d'apprentissage, une
économie durable, une répartition
équitable des revenus, une lutte
active contre la pauvreté, une
protection sociale et des soins de
qualité.

Le président de la Commission
européenne engagera-t-il une
dynamique sociale au lieu d'opter
unilatéralement pour une politique
néolibérale? Dans cette enceinte
comme au Parlement européen, il
a lancé son idée des projets
européens. Ne s'agit-il pas
simplement d'une thérapie
occupationnelle? Toute décision
qui porte sur les finances, les
biens et les services est prise à la
majorité au sein de l'Union
européenne; pour tous les autres
domaines, l'unanimité est requise.
Il s'agit là d'un vice de construction
essentiel, qui hypothèque
d'emblée toute chance de réussite
dans de nombreux domaines
majeurs. Pourtant, l'Europe a
besoin d'une politique commune
en matière de migration, d'énergie,
d'affaires étrangères et de lutte
contre les catastrophes et le
terrorisme. Aussi espérons-nous
une percée institutionnelle, car tant
que la règle de l'unanimité est
maintenue, je n'escompte guère
de résultats dans ces domaines.

01.08 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, évidemment

lorsqu'on est le sixième ou le septième intervenant, beaucoup de
choses ont déjà été dites mais je vais essayer d'aborder les choses
sous un autre aspect qui va peut-être vous surprendre.

01.08 Hervé Hasquin (MR): Veel

zaken werden reeds besproken. Ik
ga de zaken vanuit een andere
invalshoek benaderen, die u

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

D'emblée, je tiens à dire que je me réjouis des efforts récents de la
Commission, notamment en ce qui concerne la poursuite de la
stratégie dite "de Lisbonne". Étant moi-même professeur d'université,
je sais combien ces choses sont extrêmement importantes.
Cependant, il faut se souvenir qu'une stratégie qui mise sur la
croissance et l'emploi est une stratégie qui doit savoir qu'elle repose
sur un triptyque: l'enseignement, la recherche, la formation. Sans
cela, c'est un leurre de parler d'une politique d'emploi et de
croissance. Je me réjouis donc de voir les initiatives qui ont été prises
par la Commission dans le domaine de la recherche scientifique. Je
n'en dirai pas davantage mais je tenais, pour ma part, à le souligner.

Monsieur le président, vous nous avez dit qu'on se rend compte qu'il y
a un déficit dans l'opinion par rapport à l'Europe. Un premier pas est
fait en direction des parlements mais oserais-je dire qu'il me paraît
insuffisant parce que soyons clairs! il y a un phénomène qu'on
n'éliminera pas. De fait, quand les choses vont bien, c'est aux
gouvernements et aux parlements nationaux que l'avantage revient
tandis que lorsque les choses vont mal, c'est à l'Europe qu'on le doit.

À mon avis, lorsque vous étiez premier ministre, vous n'avez peut-être
pas échappé, à votre tour, à cette habitude! Quoi qu'il en soit, on dit
aussi que les braconniers deviennent d'excellents gardes-chasse et
nous comptons sur vous pour, en tout cas, faire passer un message.

Monsieur le président, pour ma part, je suis libéral et, en tant que tel,
j'apprécie beaucoup un certain nombre de mesures qui ont été prises
dans cette Union européenne, que ce soit l'Europe ou le travail qui a
été accompli récemment en ce qui concerne la libéralisation des
services. Mais cela plus la croissance économique ne suffiront pas à
rendre l'Europe populaire parce que l'image que l'Europe a dans
l'opinion publique est un peu trop celle d'un "boulier compteur". Et ce
n'est pas le libéral que je suis qui va négliger l'économie, le quantitatif.
Cependant, je crois aussi qu'en tout être humain, indépendamment
des parlements, des ministres et de tout le travail démocratique que
l'on peut faire, nous avons besoin d'une part de rêve, de sentimental,
d'émotionnel. Sur ce point, il y a, depuis vingt ans, un déficit
extraordinaire de communication dans l'Union européenne. Il faut
créer une identité européenne; il faut donner le sentiment à ces
Européens qu'en raison de leur passé, du présent ou d'un certain
nombre de valeurs qui sont les leurs, ils doivent être fiers d'être
européens! Cette dimension nous a échappé.

Je terminerai mon intervention par la question suivante: finalement,
votre Europe, est-elle géographique, est-elle purement politique, est-
elle économique, est-elle culturelle, est-elle philosophique? Si vous
privilégiez un choix et que vous en oubliez d'autres, je crains fort que
l'on continue à avoir ce déficit dans l'opinion publique.

misschien zal verrassen.

Ik verheug me over de
inspanningen van de Commissie
op het vlak van de voortzetting van
de Strategie van Lissabon. Een
strategie die gericht is op groei en
werkgelegenheid moet echter
weten dat ze onwerkbaar is zonder
de ondersteuning van het drieluik
"onderwijs

- onderzoek

opleiding", anders is ze maar een
zeepbel. Ik verheug me dan ook
over de initiatieven van de
Commissie met betrekking tot het
wetenschappelijk onderzoek.

U heeft gezegd dat men merkt dat
het enthousiasme van de burger
voor Europa afneemt. Er werd
reeds een eerste stap gezet in de
richting van de parlementen. Maar
die is ontoereikend want hij zal niet
beletten dat de nationale
parlementen en regeringen er wel
bij varen wanneer de zaken goed
gaan, terwijl Europa steevast de
schuld krijgt wanneer de zaken
slecht gaan.

Toen u eerste minister was, heeft
u zich daar ongetwijfeld ook aan
bezondigd. Maar men weet dat
stropers uitstekende boswachters
zijn. U is allicht uitstekend
geplaatst om de boodschap uit te
dragen!

Ik ben een liberaal en als zodanig
heb ik een grote waardering voor
een aantal maatregelen van de
Europese Unie op het stuk van de
vrijmaking van de diensten. Maar
die maatregelen en de
economische groei volstaan niet
om Europa populair te maken,
vermits in de ogen van de burgers
Europa teveel op een boekhouder
lijkt. Ieder mens heeft echter nood
aan dromen en emoties. En
precies op dat stuk schiet de
communicatie binnen de Europese
Unie schromelijk tekort. De
burgers moeten er trots op kunnen
zijn dat ze Europeaan zijn.

Tot slot, is uw Europa een
geografische entiteit, een puur

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

politiek gegeven, een
economische ruimte, een culturele
eenheid, een filosofisch begrip?
Als u een aspect boven de andere
verkiest, zal u uw doelstelling niet
kunnen waarmaken.

01.09 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de

voorzitter van de Commissie, ik ben een volksvertegenwoordiger uit
Vlaanderen, het landsgedeelte dat daarstraks op een nogal
Tartuffiaanse wijze door de heer Mahoux le nord de la Belgique werd
genoemd. Cachez cette Flandre que je ne pourrais voir.

Het is inderdaad zo dat in dat Vlaanderen, zoals u daarstraks bij de
aanvang zelf terecht hebt aangestipt, men net zoals in andere
gebieden van Noordwest-Europa zeer enthousiast Europees is
geweest. Het is echter evenzeer zo dat de heer Van Rompuy geen
ongelijk had wanneer hij uiting gaf aan een zekere ontgoocheling over
Europa. Ik denk dat de heer Van Rompuy het had over Europa in het
algemeen of de Europese burger in het algemeen maar die
ontgoocheling bestaat ongetwijfeld sterk bij ons. Dat is vrij
merkwaardig want ik herhaal dat wij met enthousiasme vertrokken
zijn.

Men zou natuurlijk heel wat analyses kunnen maken om naar de
oorzaken van die ontgoocheling te peilen. De heer Van der Maelen
heeft daarstraks zijn analyse gemaakt. Ze zal wel niet helemaal
onjuist zijn. Er zijn echter nog andere oorzaken. Er is eerst en vooral
een duidelijk politiek deficit.

Ik zal slechts twee oorzaken noemen. Er is een politiek deficit dat toch
zeer voelbaar geworden is door de jaren heen. Toen de crisis in de
Balkan een oorlog veroorzaakte, neemt u het mij niet kwalijk, mijnheer
de voorzitter, toen zat Europa erbij en keek ernaar. De reactie was op
zijn minst timide. Als ik heel even verder ga in de geschiedenis, dan
kan ik er niet omheen vast te stellen dat de Poolse paus u weet dat
de paus zoals Stalin zeer terecht heeft opgemerkt niet over divisies
beschikt waarschijnlijk veel meer gedaan heeft voor het
omverwerpen van de Berlijnse Muur dan gans de Europese machine.

Een ander deficit, dat er waarschijnlijk mee verbonden is, is een
democratisch deficit. Het spijt mij maar op dat vlak beginnen wij een
geschiedenis op te bouwen. Ik wil u eraan herinneren het is
misschien anekdotisch dat Maastricht botste op een Deens neen en
dat men de verkiezingen dan maar liet herbeginnen. U zou dat un
accident de parcours kunnen noemen maar met het verdrag van Nice
deed men in Ierland precies hetzelfde.De Ieren hadden verkeerd
gestemd en ze moesten dan maar herbeginnen.

Nu zitten wij al een hele tijd opgescheept met een "neen" van twee
stichtende lidstaten, Nederland en Frankrijk, tegen het project van een
Europese Grondwet. Laat mij toch toe vast te stellen dat op hoger
Europees echelon men nog steeds voldoende heimwee heeft naar het
project om daaraan verder te bouwen. Ook dat is niet echt
democratisch.

Maar een heel belangrijke zaak is de uitbreiding. Ik noem hier een kat
een kat, mijnheer de voorzitter. De uitbreiding van Europa tot Turkije

01.09 Francis Van den Eynde

(Vlaams Belang) : La Flandre -
cette région de notre pays que M.
Mahoux a appelée « le nord de la
Belgique » - est une région où l'on
a été longtemps euro-
enthousiaste. Mais aujourd'hui, la
Flandre est gagnée par un profond
désenchantement, comme l'a déjà
dit dans son discours M. Van
Rompuy. Certes, il y a un fond de
vérité dans l'analyse à laquelle
s'est livré à cet égard M. Van der
Maelen, mais d'autres paramètres
jouent. C'est ainsi qu'au fil des
ans, un déficit politique s'est fait
sentir. Lorsque la crise des
Balkans a débouché sur une
guerre, la réaction de l'Europe a
été timide, et c'est un
euphémisme. Et le pape Jean-
Paul II, qui était de nationalité
polonaise, a sans doute joué un
rôle bien plus grand dans la chute
du Mur de Berlin que la machinerie
européenne.

Par ailleurs, il y a un déficit
démocratique qui est
probablement lié au déficit
politique. Quand le traité de
Maastricht s'est heurté au non des
Danois, ceux-ci ont tout
simplement recommencé le
processus électoral. Un scénario
identique s'est déroulé en Irlande
à l'époque du traité de Nice.
Aujourd'hui, il y a le non au projet
de constitution européenne des
États membres fondateurs de
l'Union que sont la France et les
Pays-Bas. Cela dit, à un échelon
européen supérieur, on ne
désespère pas de réactiver ce
projet. Mais est-ce vraiment
démocratique?

En outre, une grande majorité des
citoyens européens ne soutient
pas l'adhésion de la Turquie pour
trois raisons: la situation des droits

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

wordt op dit ogenblik niet gedragen door een grote meerderheid van
de Europese burgers, om verschillende redenen: wegens de
mensenrechtensituatie in dat land, wegens de houding van dat land
ten overstaan van een van de lidstaten Cyprus is nog altijd militair
bezet maar vooral wegens het feit dat de grote meerderheid van
onze Europese burgers ervan overtuigd is, naar mijn mening terecht,
dat Turkije doodgewoon niet Europees is.

In die omstandigheden, mijnheer de voorzitter, zou ik er durven op
aandringen dat er referenda worden georganiseerd in alle Europese
lidstaten over de toetreding van Turkije vooraleer men voort werkt aan
dat project.

de l'homme n'est pas bonne en
Turquie, ce pays occupe Chypre et
les citoyens de l'UE sont
majoritairement convaincus que la
Turquie n'est tout simplement pas
un pays européen. Je demande
instamment que des référendums
soient organisés dans tous les
États membres avant de
poursuivre la réalisation du projet
d'adhésion turque.

01.10 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la

présidente, monsieur le président de la Commission, bien qu'ayant
une très forte conviction européenne, je dois constater que la situation
actuelle, à savoir le fonctionnement selon le Traité de Nice et tous les
inconvénients qui en découlent, risque de se prolonger dans les
années à venir. Finalement, elle montrera aux partisans du statu quo
que bien que mal, l'Union peut continuer à fonctionner comme elle le
fait depuis deux ans. Pour tous ceux qui veulent autre chose par
rapport à cette Europe, cela constitue un énorme danger auquel
contribue également l'action de la Commission que vous présidez. En
effet, les propositions incluses dans votre programme de travail qui
s'étale jusqu'en 2009 s'inscrivent dans la voie institutionnelle tracée
par les traités actuels.

Quel que soit l'avenir du Traité constitutionnel, il convient de ne pas
perdre de vue deux éléments qui doivent être absolument modifiés.
Le premier, c'est la participation des citoyens, notamment via
l'approfondissement du mécanisme proposé dans le projet de traité,
qui devrait être améliorée pour obliger tant le Parlement que la
Commission à donner suite à ces initiatives citoyennes. Je pense que
le corollaire logique à cette demande est que le Parlement européen
puisse aussi avoir un droit d'initiative.

Le deuxième élément, c'est la question des "coopérations renforcées"
ou des "noyaux durs". Pour certains, c'est en contradiction avec l'idée
d'approfondissement de l'intégration européenne, mais force est de
constater que le fonctionnement à 25, voire plus tard à 27, devra
amener à réfléchir à cette question de la facilitation des coopérations
renforcées.

On aurait pu espérer qu'avec l'adoption du Traité constitutionnel, la
période de questionnement sur l'Union et son avenir allait trouver un
temps d'arrêt. Au contraire, le Traité ce n'était pas dans les
intentions de ceux qui l'ont promu a suscité un débat peuplé
d'incertitudes sur l'avenir de l'Europe. Certains collègues se sont
exprimés à ce sujet. Peut-être le côté positif de cette question est-il
que cela obligera tout le monde, y compris les Européens convaincus,
à descendre dans l'arène, à venir expliquer devant les parlements,
dans les milieux politiques, auprès des populations, dans les écoles,
en quoi consiste ce projet européen.

A cet égard, plusieurs questions se posent. Je me permets de vous
les adresser. La première question, la plus évidente, est celle du futur
des sociétés européennes et de la préservation du mode de vie
auquel les Européens tiennent.

01.10 Marie Nagy (ECOLO): Al

ben ik een fervent voorstander van
Europa, toch meen ik dat de
huidige Europese constellatie,
gestoeld op het Verdrag van Nice,
als ze al te lang ongewijzigd
behouden blijft, de indruk kan
geven dat we nog een hele tijd op
de ingeslagen weg kunnen
voortgaan. Voor diegenen die een
andere richting uit willen, houdt
dergelijke benadering gevaren in.
Het werkprogramma dat u tot in
2009 voor de Commissie hebt
uitgestippeld, sluit trouwens bij de
huidige verdragen aan.

Er moeten twee wijzigingen
worden doorgevoerd. Enerzijds
moeten het Parlement en de
Commissie ertoe worden verplicht
gevolg te geven aan de
burgerinitiatieven en moet het
Parlement een initiatiefrecht
krijgen.

Anderzijds moet de versterkte
samenwerking worden
vergemakkelijkt, in het kader van
de werking van het Europa van de
vijfentwintig, en binnenkort van de
zevenentwintig. Al wat er rond het
Verdrag is gebeurd, heeft het
debat aangezwengeld en heeft
iedereen verplicht om in het
strijdperk te treden en het
Europese project toe te lichten.

Zal onze Europese levensstijl, die
op een sterke sociale bescherming
en een bepaald milieubewustzijn is
gestoeld, ook in de nieuwe
lidstaten ingang vinden?

Wat is uw standpunt over de

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ce mode de vie que l'on définit comme une société de redistribution
sociale, à forte protection sociale avec une prise en compte des
contraintes en matière d'environnement, peut-il être préservé,
développé dans les nouveaux pays? Cela va au-delà de l'Europe
sociale. Cela suppose une politique en matière économique, en
matière énergétique, en matière de transports.

Je voudrais également vous poser une deuxième question concernant
les élargissements et je souhaiterais que vous précisiez votre position
à ce sujet.

Peut-on imaginer qu'au-delà de 27, avec les modes de décision
d'aujourd'hui, on devra forcément imaginer un fonctionnement avec
plus de pays sans se poser de questions sur la manière dont cela est
ressenti et vécu non seulement par ces pays, ce qui est - je le
reconnais - fort important, mais aussi par les populations de l'Europe
actuelle?

Enfin, comment pensez-vous pouvoir améliorer ce fonctionnement à
27?

Herman De Croo, président: Je vous remercie beaucoup, madame
Nagy.

Je tiens à saluer la présence du gouvernement fédéral, représenté
par M. Armand De Decker.

Nous avons entendu des questions durant trois-quarts d'heure. Les 8
principales tendances politiques du Parlement sont intervenues. Nous
allons maintenant entendre la réponse du professeur.

diverse stappen in de Europese
uitbreiding? Hoe staan de nieuwe
landen, en de oude, tegenover de
werking van een Europa met meer
dan zevenentwintig lidstaten? Hoe
kan de werking van zo'n Europa
worden verbeterd?

01.11 José Manuel Barroso, président de la Commission

européenne: Monsieur le président, madame la présidente, monsieur
le ministre, mesdames, messieurs les parlementaires, je voudrais tout
d'abord vous remercier pour vos questions.

01.11 José Manuel Barroso,

voorzitter van de Europese
Commissie: Talrijke antwoorden
zitten reeds vervat in de gestelde
vragen, aangezien hier een hele
reeks bijzonder Europees getinte
standpunten zijn vertolkt.

Dans beaucoup de cas, les réponses ont déjà été données. En effet,
à côté de vos questions, vous avez exprimé vos positions, en général
très européennes, ce dont je tiens à vous remercier. Cela confirme la
vocation européenne de la Belgique; la Belgique à l'avant-poste de
l'intégration européenne. C'est dans ce cadre que la Commission
européenne et la Belgique sont naturellement complices.

Je voudrais maintenant essayer de répondre aux très nombreuses
questions précises qui m'ont été posées. S'il m'arrivait d'en oublier
l'une ou l'autre, je vous demanderai d'ores et déjà de bien vouloir
m'en excuser.

Monsieur Van Rompuy, vous avez parlé de la crise. C'est l'un de
sujets centraux de mon message. Si crise il y a en Europe, c'est une
crise de confiance. Ce n'est pas à nous, leaders européens dont
vous faites partie - d'approfondir cette crise. En effet, ce n'est pas
avec le pessimisme que nous pourrons montrer le chemin à nos
concitoyens. C'est pourquoi je voudrais demander cette demande

Ik wil u daarvoor bedanken. Dat
bevestigt de Europese roeping van
België eens te meer. Van oudsher
bestaat er immers een goede
verstandhouding tussen België en
de Commissie.

De heer Van Rompuy had het over
een crisis. Als er al sprake is van
een crisis, gaat het om een
vertrouwenscrisis. Het is niet onze
rol deze nog te verdiepen, door het
europessimisme van de
ontgoochelde voorvechters van
Europa te voegen bij het
euroscepticisme van wie Europa
nooit genegen was. Die vicieuze
cirkel moet worden doorbroken en

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

s'adresse en particulier à tous ceux qui sont vraiment engagés dans
le projet européen de ne pas ajouter l'europessimisme des pro-
Européens à l'euroscepticisme traditionnel de ceux qui n'ont jamais
aimé l'Europe.

Ce qui se passe aujourd'hui en Europe, c'est un peu cela: nous avons
non seulement l'euroscepticisme traditionnel de ceux qui n'ont jamais
senti l'Europe comme projet politique, comme projet de vie en
commun, mais nous avons aussi l'europessimisme des Européens
très convaincus, mais déçus de la non-ratification de la Constitution,
pour plusieurs raisons, et dont le pessimisme ajoute aux raisons
négatives de l'euroscepticisme traditionnel.

Il faut briser ce cercle vicieux. Il faut construire un cercle vicieux de
confiance en montrant quand même les résultats comme vous
l'avez dit, monsieur le député d'une Europe aussi dirigée par la
demande, "Demand-Driven Europe".

En effet, les citoyens européens demandent évidemment des
institutions plus fortes, mais, clairement, leur première demande ne
concerne pas tant un projet institutionnel ou des détails de la
discussion juridico-institutionnelle ce que moi-même ou certains
d'entre vous aimerions , mais elle vise à voir une Europe renforcée
en matière d'emploi, avec plus de sécurité, plus de croissance. Ces
projets concrets ne constituent donc pas une alternative au grand
projet européen, mais une façon de relier, d'unir l'opinion publique
européenne et les institutions européennes.

Voilà pourquoi j'insiste: nous devons voir ce que nous avons réussi,
même après le "non" français et le "non" néerlandais.

Nous avons réussi à étudier les perspectives financières de 27 pays
pour sept ans; il faut le faire!

Nous avons trouvé un accord sur la question difficile de la directive
"services", présentée par la Commission précédente. Il a été possible
avec les parlements européens, avec les États membres et, bien sûr,
la Commission de trouver cet équilibre.

Nous avons lancé la politique de l'énergie commune, considérée
comme un tabou ou une hérésie quelques années auparavant.

Autre initiative de la Commission et on l'oublie souvent je tiens là à
faire une référence particulière au commissaire belge, Louis Michel,
avec lequel nous travaillons de façon très étroite , nous avons pris
l'initiative avec les États membres de doubler l'aide au développement
dans les années à venir. Cela a été fait maintenant.

Nous avons aussi lancé le nouveau système de gouvernance avec la
stratégie de Lisbonne, bien plus clair en termes de croissance et
d'emploi. Effectivement, déjà depuis les nouvelles négatives issues
des référendums, nous avons connu la création de presque
deux millions de nouveaux postes de travail en Europe (1.800.000
emplois).

Tout n'est pas négatif en Europe. Des problèmes se posent; je ne les
sous-estime pas! Mais ce que je demande avec beaucoup de
conviction à tous les dirigeants pro-européens, c'est d'essayer de

het vertrouwen moet worden
hersteld. Wat de burgers vragen
is, uiteraard, sterkere instellingen,
maar vooral ook een Europa voor
meer werk, meer veiligheid en
groei. We moeten de publieke
opinie en de Europese instellingen
dichter bij elkaar brengen.

We mogen ook de successen niet
uit het oog verliezen: er zijn
financiële vooruitzichten voor
zevenentwintig landen over zeven
jaar; er werd een akkoord bereikt
over de dienstenrichtlijn; er werd
van start gegaan met een
gemeenschappelijk energiebeleid,
wat tot voor kort onbespreekbaar
was; de ontwikkelingshulp werd
verdubbeld; er kwam een nieuwe
governanceregeling in het kader
van de strategie van Lissabon (er
kwamen 1,8 miljoen jobs bij). Er
zijn dus ook positieve
verwezenlijkingen. Laten we het
vertrouwen herstellen.

De heer Mahoux had het over de
subsidiariteit. Ik wil België danken
voor de steun voor deze kwestie
op de Europese Raad.
Subsidiariteit is voor ons een zeer
belangrijke zaak. Subsidiariteit,
gepaard gaande met transparantie
en het vermogen om beter
wetgevend werk te leveren, is van
fundamenteel belang om te tonen
dat ons Europa niet het
bureaucratische Europa is
waarmee men zo graag de draak
steekt in de karikaturen.
Subsidiariteit mag evenwel geen
middel zijn om de slagkracht van
de Europese instellingen te
beknotten. In het licht hiervan
heeft de Commissie het initiatief
genomen om haar voorstellen
naar de nationale parlementen te
sturen, teneinde een nauwere
politieke dialoog tot stand te
brengen tussen de onderscheiden
beleidsniveaus in Europa. We
willen ook strengere en
transparantere regels inzake het
lobbyen.

Wat de Europese defensiepijler
betreft, die stricto sensu niet tot de

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

reconstruire la confiance en l'Europe et cela ne peut être qu'avec un
message de confiance!

Monsieur Philippe Mahoux, vous avez parlé de la subsidiarité. Encore
une fois, je tiens à remercier la Belgique pour l'appui donné, par la
voix du premier ministre belge, lors du Conseil européen. Nous
tenons beaucoup à la subsidiarité. Je crois que la subsidiarité, la
transparence et le "mieux légiférer" ce qu'on appelle en anglais
"better regulation" sont essentiels pour montrer que l'Europe n'est
pas l'Europe bureaucratique qu'on présente dans les caricatures; que
l'Europe n'est pas une chose lointaine. Il nous faut donc faire plus en
matière de subsidiarité, de transparence et de "mieux légiférer".

Il est vrai que parfois d'aucuns veulent poser la subsidiarité comme
une façon de réduire l'action des institutions communautaires. Sur ce
point, nous ne sommes pas d'accord. C'est pourquoi la Commission
et moi-même, nous avons pris l'initiative sans consulter les États
nationaux d'annoncer que nous allions envoyer aux parlements
nationaux nos propositions. Cette démarche est, selon moi, tout à fait
normale. Si nous écoutons tellement d'ONG, pourquoi ne pas écouter
aussi l'opinion des parlements nationaux qui sont directement élus
par les citoyens. Nous avons lancé cette proposition mais nous
n'anticipons pas, nous ne faisons pas de "cherry picking" de la
Constitution parce que nous ne voulons pas le faire. Nous avons fait
cette proposition comme une formule de dialogue politique accru
entre les différents niveaux en Europe mais pas comme des barrières
pour les institutions communautaires. Sur ce sujet, la Belgique et la
Commission, nous étions encore une fois du même côté. Nous ferons
de notre mieux pour que les propositions vous parviennent à temps,
comme vous l'avez demandé.

Par ailleurs, nous sommes aussi en faveur de plus de rigueur et de
transparence en ce qui concerne l'action des lobbies sur le plan
européen. Vous savez que c'est ma Commission qui a pris l'initiative
en cette matière. Jusqu'à présent, il n'y en avait pas eu.

En ce qui concerne le pilier européen de la défense que vous avez
mentionné, ce n'est pas, en termes stricts, de la compétence de la
Commission mais comme rien de ce qui est européen n'est étranger,
je peux vous donner mon opinion. Nous sommes pour, qu'il n'y ait pas
de doute! La Commission européenne soutient tous les efforts que les
États membres pourront développer pour avoir une plus grande
cohérence de la dimension européenne de la défense. Néanmoins, il
s'agit de la responsabilité des États membres.

J'en arrive à la Palestine, à laquelle vous avez fait référence. Il s'agit
également d'une compétence de la Commission. C'est grâce à elle
qu'un équilibre et un consensus ont pu être trouvés au sujet d'un
système d'aide internationale au peuple palestinien, mais pas à
travers un gouvernement qui, jusqu'à présent, ne s'est pas engagé
sur la voie de la paix.

J'en arrive maintenant à la question sociale. Je voudrais répondre aux
interrogations de plusieurs députés, dont M. Van der Maelen, sur la
question sociale, la question de l'insécurité liée à la mondialisation. Je
voudrais être très clair: il est réellement injuste de faire croire que la
Commission est moins sensible à la question sociale.

bevoegdheid van de Commissie
behoort, kan ik u zeggen dat wij
alle inspanningen met het oog op
een grotere coherentie van de
Europese dimensie van het
defensiebeleid steunen. Hiervoor
zijn echter de lidstaten
verantwoordelijk.

Voor de Palestinakwestie zijn wij
daarentegen wel bevoegd. Wij
hebben een evenwichtige
consensus bereikt voor het
opzetten van een internationaal
systeem van hulpverlening aan de
Palestijnen, waarbij geen steun
wordt verleend aan een regering
die nog niet voor de weg van de
vrede heeft gekozen.

Wat de door verscheidene
parlementsleden aangehaalde
sociale aangelegenheden en de
onzekerheid die gepaard gaat met
de globalisering betreft, doet men
de Europese Commissie groot
onrecht aan door haar af te
schilderen als een instelling die
minder oog heeft voor de sociale
aspecten. De Commissie put haar
bevoegdheden uit de verdragen.
Concurrentie en de interne markt
zijn haar exclusieve bevoegdheid
en een sterke Commissie is
noodzakelijk in die
aangelegenheden teneinde te
kunnen optornen tegen de
regeringen die niet geneigd zijn de
regels van het Verdrag van Rome,
dat zij zelf hebben aangenomen, in
acht te nemen. A contrario willen
de Europese burgers dat de
sociale dimensie, zoals
bijvoorbeeld de sociale zekerheid
of de gezondheidswetten, een
nationale bevoegdheid blijft.

Ik ben voor een Europa van de
sociale cohesie. De markt alleen
volstaat niet. Een herverdeling is
van essentieel belang. De
Commissie is gehecht aan die
principes. Binnen de grenzen van
onze bevoegdheden hebben wij
een fonds voor aanpassing aan de
globalisering voorgesteld.

Tegelijkertijd is een herziening van

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Comme vous le savez, les compétences de la Commission lui sont
attribuées par les traités. Il y a un noyau dur de compétences ou "core
competences" de la Commission, comme le respect du marché
intérieur, la concurrence. Ce sont les raisons pour lesquelles elle peut
apparaître comme étant plus intéressée par les questions de
concurrence et du marché intérieur. Il s'agit de compétences qui lui
sont spécifiques et qu'elle est la seule à détenir. Si elle ne les exerçait
pas avec rigueur, je peux vous assurer que l'on assisterait à la fin du
marché européen et même de l'intégration européenne. En effet, très
souvent, quand il est question d'intérêt soi-disant national, la réaction
de certains gouvernements est de résister aux principes et aux règles
auxquels ils ont souscrit lorsqu'ils ont signé le Traité de Rome. C'est
la raison pour laquelle nous avons besoin d'une Commission forte si
nous voulons faire respecter le marché intérieur et les règles
communautaires.

Cela dit, la dimension sociale reste, dans une large mesure, du
domaine national.

Actuellement, les citoyens européens veulent que les compétences
comme la sécurité sociale et tous les systèmes de soins de santé
soient exercés au plus près d'eux. Tout ce qui touche de près ou de
loin au "welfare state" est, dans une large mesure, de la compétence
nationale.

Voilà les raisons pour lesquelles je ne peux accepter la caricature qui
est faite et suivant laquelle certains disent que la Commission
s'intéresse plus à certains domaines qu'à d'autres.

Je veux vous dire que je suis pour l'Europe de la cohésion sociale.
L'économie de marché, ce n'est pas suffisant. Comment pourrais-je
ne pas me prononcer en faveur de l'Europe de la cohésion sociale
alors que je viens d'un pays qui connaît encore de gros problèmes de
pauvreté et que je sais que la redistribution est essentielle pour
n'importe quelle société civilisée?

Nous sommes attachés à ces principes. C'est pourquoi nous avons,
dans la limite de nos compétences, proposé un fonds d'ajustement à
la mondialisation. C'est la raison pour laquelle nous avons pris
l'engagement de lancer jusqu'à la fin du premier semestre 2007, un
audit, une évaluation de la situation sociale en Europe et nous
pensons que ces deux mouvements doivent aller de pair. Il faut une
révision du marché intérieur. Quels sont les obstacles qui persistent à
la mise en place d'un véritable marché européen? Il faut savoir qu'il
existe encore un grand nombre d'obstacles qui rendent la vie de nos
PME et des consommateurs très difficile. Simultanément, nous
devons effectuer des recherches sur la situation européenne,
notamment sur la façon de faire face aux changements
démographiques et rendre les citoyens plus conscients de leurs
droits.

Pour vous le dire très franchement, je ne vois pas dans un futur
immédiat la possibilité d'une harmonisation sociale acceptée par les
États membres. Et c'est très curieux mais il ne s'agit pas uniquement
des États membres dont on pense qu'ils veulent des standards plus
bas. Parfois, ce sont ceux qui ont des standards plus élevés je veux
parler des États scandinaves qui ne veulent pas d'harmonisation
sociale. Je n'ai rien contre plus d'ambition en matière sociale en

de interne markt noodzakelijk. Er
zijn nog altijd hinderpalen die het
de kleine en middelgrote
ondernemingen moeilijk maken en
nefast zijn voor de consument. Wij
moeten echter ook onderzoeken
hoe wij de demografische evolutie
het hoofd kunnen bieden en de
burgers beter bewust kunnen
maken van hun rechten.

Op korte termijn is het volgens mij
niet mogelijk in Europa een sociale
harmonisatie tot stand te brengen,
niet alleen wegens het verzet van
de landen die lagere normen
hanteren, maar ook omwille van
de Scandinavische landen die
strengere normen kennen. Ik ben
er niet tegen dat de lat op sociaal
vlak hoger wordt gelegd, maar ik
moet werken op basis van de
bestaande verdragen. De
Commissie beschikt niet over enig
instrument om sociale
beleidsmaatregelen te nemen.

Wie deze Commissie als
neoliberaal bestempelt, maakt er
een karikatuur van. In haar
structuur en in haar samenstelling
weerspiegelt ze de
verscheidenheid van de Europese
werkelijkheid. In mijn ogen is het
essentieel dat uitdrukking kan
worden gegeven aan de
uiteenlopende standpunten die in
Europa leven, maar ik vind het
even belangrijk dat de pro-
Europeanen niet verdeeld raken
over aangelegenheden van
ondergeschikt belang. We moeten
samen, over de partijgrenzen
heen, het Europese

project

verdedigen.

De Commissie die ik voorzit, is
gehecht aan een Europa dat niet
alleen de economische integratie
en de vier vrijheden van het
Verdrag van Rome hoog in het
vaandel voert, maar ook een
politiek project heeft dat
gebaseerd is op een
wezenskenmerk van het Europees
sociaal model, nl. de onderlinge
solidariteit. De verbondenheid met
de gemeenschappelijke grondslag

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Europe. Seulement, je dois travailler avec les traités existants, la
Commission étant la gardienne des traités. Et les traités existants
nous donnent des missions très concrètes en matière de politique de
concurrence, en matière de défense du marché intérieur mais ne
donnent pas à la Commission les instruments équivalents en matière
de politique sociale.

Soyons clairs à ce sujet: il est faux et caricatural de présenter la
Commission comme étant néo-libérale. Non seulement par sa
structure mais aussi par sa composition, la Commission reflète la
diversité de l'Europe. Le premier vice-président pour les questions
économiques qui travaille avec moi est un social-démocrate
allemand. Le commissaire en charge de l'Économie et des Finances
est un socialiste espagnol et un ex-président du Parti socialiste
ouvrier espagnol. Le commissaire pour les Affaires sociales et
l'Emploi est un ancien premier ministre socialiste tchèque. Le
commissaire en charge de la Fiscalité est un ancien président du Parti
socialiste hongrois. Nous avons des libéraux, des démocrates-
chrétiens, nous avons des indépendants.

Ce message est très important et je tiens à le dire car si je trouve
essentiel d'exprimer la pluralité des points de vue en Europe, je trouve
aussi essentiel que ceux qui sont pour l'Europe ne se divisent pas sur
des questions mineures qui ne sont pas vraiment déterminantes pour
le projet européen. C'est un appel que je lance à toutes les familles
politiques. Ce que nous devons faire, c'est défendre ensemble le
projet européen contre ceux qui tentent de le remettre en cause. Et
certains ne veulent pas que l'Europe avance.

Ma Commission reste attachée à l'idée d'une Europe économique et
aux quatre libertés inscrites dans le Traité de Rome, mais pas
seulement. Elle est attachée à une Europe qui a un projet politique,
c'est évident, qui s'appuie sur une idée essentielle sans laquelle il n'y
a pas d'union: la solidarité. C'est un des très beaux mots européens,
quelle que soit la langue dans laquelle il est traduit. C'est ce qui fait la
différence par rapport à ce que certains appellent le modèle social
européen ou le mode de vie européen. Le socle commun des valeurs
européennes est la solidarité.

Sur ce point, on peut être plus libéral, plus social, mais il faut
réaffirmer notre attachement à ces principes et ces valeurs. Comme
l'a dit M. le député Hasquin, l'Europe, c'est aussi plus que cela, c'est
aussi la culture. À ce niveau-là, la Commission n'a que peu de
compétences, étant donné que les États membres souhaitent garder
l'essentiel en matière d'éducation et de culture.

Pourtant, nous devons défendre l'Europe de la culture. L'Europe n'est
pas simplement un marché, ce n'est pas non plus simplement un
projet politique. C'est aussi la littérature, la musique, la culture, c'est
ce qui nous différencie et ce que l'on retrouve dans les ouvrages des
grands écrivains européens. L'Europe à laquelle je crois, c'est celle-
là! C'est l'Europe d'une grande vision de l'identité européenne, où l'on
est fier d'être européen, comme vous l'avez dit à juste titre. C'est cette
fierté d'être européen que nous devons promouvoir.

Mon expérience en tant que président de la Commission est récente
mais très intense. Lorsque je me rends en Amérique latine, les Latino-
américains me demandent comment nous avons réussi. Ils

van de Europese waarden moet
de politieke tegenstellingen
overstijgen.

Zoals de heer Hasquin reeds zei,
is Europa ook het Europa van de
cultuur. De Commissie beschikt
over weinig bevoegdheden in dat
domein, maar we moeten het
niettemin opnemen voor het
Europa van de cultuur. Dat is het
Europa waarin ik geloof, dat de
Europese identiteit gestalte geeft,
ons trots maakt Europeanen te
zijn. Ondanks de moeilijkheden
verbonden aan de uitbreiding, kan
ons experiment op veel achting in
het buitenland van Latijns-
Amerika tot China rekenen. We
moeten fier zijn op ons Europa,
onze cultuur, onze historische
identiteit en onze gehechtheid aan
onze waarden.

Om die waarden te handhaven in
een context van globalisering
moeten we onze beleidslijnen en
instrumenten bijsturen, teneinde
stand te houden tegenover de
demografische veranderingen, de
globalisering en de concurrentie
met landen die niet dezelfde
sociale en milieunormen hanteren
als wij. We moeten ons
aanpassen, bijvoorbeeld via
research, om Europa de flexibiliteit
te geven die ze nodig heeft.

Wat de differentiatie en de
nauwere samenwerking betreft, wil
ik onderstrepen dat de Commissie
openstaat voor alle ideeën die
getuigen van een grotere ambitie
voor Europa. U mag evenwel niet
verwachten dat de Commissie, om
de huidige moeilijkheden op te
lossen, voorstelt Europa op te
splitsen. Door een groep landen
die al verder staan, af te scheiden,
zal men het probleem niet
oplossen. En moet Frankrijk, toch
een van de oprichtende landen
van Europa, dan uit die groep
landen geweerd worden, omdat de
Fransen het voorstel voor een
Europese Grondwet verworpen
hebben? Dat is niet realistisch.

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aimeraient bien avoir une intégration régionale comme la nôtre. Ils se
demandent pourquoi ils n'y arrivent pas et pourquoi on ne les aide pas
davantage. Le regard de la Chine sur l'Europe est empreint du
respect pour une communauté qui est en train de s'agrandir. Il est
évident que lorsque l'on s'agrandit, on rencontre davantage de
difficultés et de complexité. Néanmoins, l'Europe actuelle en ressort
plus forte.

Il faut être fier de notre Europe, de notre culture et de notre identité
non seulement comme mémoire historique mais aussi, aujourd'hui,
comme attachement à nos valeurs. Comment maintenir nos valeurs
dans le monde de l'ère globale? C'est le discours que tient la
Commission européenne et c'était d'ailleurs notre message lors du
Sommet d'Hampton Court. Adapter, c'est réformer. La formule que j'ai
utilisée est très simple: si nous voulons maintenir nos valeurs, nous
devons changer nos politiques et nos instruments.

Parce que là, mesdames et messieurs les parlementaires, il y a
effectivement des défis très importants: le défi démographique, à
l'intérieur de l'Europe, qui pèse sur beaucoup de nos systèmes
sociaux et le défi de la mondialisation, avec la concurrence accrue qui
vient de pays qui n'ont pas les mêmes standards sociaux et
environnementaux. Nous voulons maintenir nos standards sociaux et
environnementaux très élevés. Il faut donc trouver les moyens de
nous adapter à cette concurrence accrue. C'est la raison pour laquelle
la recherche et je salue le fait que vous ayez été nombreux à
soutenir nos initiatives en la matière est une réponse importante
parmi d'autres afin de donner plus de flexibilité et de valeur ajoutée à
l'Europe.

MM. Daems et Wathelet ont posé la question de la différenciation et
des coopérations renforcées. Je vais vous donner clairement mon
idée sur ce point. La Commission accepte avec grand plaisir toutes
les idées qui sont présentées. Certaines, présentées par le premier
ministre belge, M. Verhofstadt, traduisent, à notre avis, plus
d'ambition pour l'Europe, ce qui est une chose positive. Je
souhaiterais que plus de premiers ministres fassent de telles
propositions en disant que ce que nous avons, ce n'est pas assez, en
disant qu'il faut faire plus. Nous sommes d'accord sur ce point. Cela
étant dit, je dois vous dire que vous ne devez pas attendre comme
message de la Commission que la réponse aux difficultés actuelles
sera la division de l'Europe. Nous sommes pour les coopérations
renforcées telles qu'elles sont reprises dans les traités mais il me
paraît difficile de soutenir, au stade actuel, que la réponse aux
difficultés est d'isoler un groupe de pays soi-disant "plus avancés".
Quel serait ce groupe? Ce groupe peut-il inclure les pays qui ont voté
contre la Constitution mais qui sont membres fondateurs? Ou alors,
ces pays seront-ils exclus de ce groupe? Quelqu'un croit-il qu'il est
possible de faire avancer l'Europe sans qu'il y ait la France, par
exemple, dans le noyau le plus avancé? Ce n'est pas possible,
soyons clairs sur ce point.

Mon rôle et celui de la Commission européenne, tout en saluant des
initiatives comme celles de M. Verhofstadt qui traduisent une plus
grande ambition pour l'Europe, est d'essayer que nous restions unis
autant que possible. La Commission a l'obligation de défendre l'intérêt
général européen. Et l'intérêt général européen aujourd'hui est l'intérêt
des vingt-cinq, presque vingt-sept, États membres. Ce n'est pas

Mijn rol, en bij uitbreiding de rol
van de Commissie, bestaat erin de
eenheid van Europa te
bewerkstelligen, het Europees
algemeen belang te verdedigen in
een Unie van vijfentwintig en
weldra van zevenentwintig
lidstaten. Maar dat wil niet zeggen
dat ik geen oren zou hebben naar
ambitieuze voorstellen, en
concrete plannen dienaangaande
kunnen op tal van gebieden
onderzocht worden.

Met betrekking tot de
Lissabonstrategie, die de heer
Wathelet te berde bracht, steunt
de Commissie de communautaire
methode, wat niet gezegd kan
worden van verscheidene
lidstaten. Wij roeien met de riemen
die we hebben. Ik kan de lidstaten
er alleen maar toe aanzetten
bepaalde maatregelen te treffen,
zoals ik onlangs nog gedaan heb
op het stuk van justitie en
veiligheid.

U heeft mij gevraagd wat mijn
standpunt is over de ratificatie van
de Grondwet door 80 procent van
de lidstaten. Ik zou willen dat de
Grondwet door alle lidstaten
geratificeerd wordt! Alleen kan de
Commissie niets opleggen. Met
het Oostenrijkse voorzitterschap
hebben we nu een tijdschema, en
op de Europese Raad heeft
niemand de principes van het
voorstel voor een Grondwet ter
discussie gesteld.

Dit om u even te schetsen binnen
welk systeem we werken. De
Commissie zal altijd aan de zijde
staan van diegenen die de meest
ambitieuze toekomst voor Europa
nastreven, maar wie ondertekent
de verdragen? De nationale
regeringen, gevolgd door de
nationale parlementsleden, die ze
moeten bekrachtigen. We moeten
er dus voor zorgen dat we de
lidstaten meekrijgen.

De Commissie moet erop toezien
dat het Europees algemeen
belang door eenieder wordt

20/06/2006

CRIV 51

COM 1010

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'intérêt de quatre, cinq, six, neuf ou douze États membres. Cela dit, je
ne suis pas contre l'ambition. Au contraire, on peut étudier des
formules concrètes. Et j'ai dit qu'il y a beaucoup de domaines dans
lesquels les États membres peuvent faire plus s'ils le veulent.

Monsieur Wathelet, vous m'avez posé une question sur Lisbonne.
Évidemment que la Commission soutient la méthode communautaire.
Mais que s'est-il passé? Quand nous avons discuté de la relance de
la stratégie de Lisbonne, certains États membres ont mis comme
condition sine qua non de ne pas utiliser une méthode
communautaire. Nous faisons donc le maximum avec les instruments
à notre disposition. Je n'ai pas la possibilité d'obliger les États
membres; je peux les inciter à faire plus. Je l'ai fait récemment, avec
le soutien de la Belgique, en matière de justice et de sécurité.

Ne demandez pas à la Commission ce qu'elle ne peut pas vous
donner. Vous m'avez interrogé sur ma position quant au fait que 4/5
des États membres doivent ratifier la Constitution. Ma position, c'est
qu'ils ne doivent pas être 4/5 mais 5/5! Ce que nous voulons, c'est
qu'ils soient 5/5: la Commission reste entièrement attachée à la
Constitution. Mais je ne peux pas remplacer la ratification nationale.
Bien sûr, nous avons salué les pays qui ont ratifié le traité et participé
à ce mouvement vers la ratification. Maintenant, nous avons un
calendrier. Ce Conseil européen, sous présidence autrichienne, a fait
avancer les choses. Nous avons au moins un calendrier et au Conseil
européen j'y étais personne autour de la table n'a mis en cause
les principes et les normes fondamentales du projet d'une
Constitution européenne.

Ceci pour vous dire d'une façon très directe et spontanée, puisque,
comme vous pouvez le voir, c'est ainsi que j'aime parler avec vous,
quel est le système dans lequel nous travaillons. La Commission sera
toujours du côté des plus ambitieux pour l'Europe, presque par
définition. Mais à la fin, qui signe les traités? Ce n'est pas la
Commission, ni le Parlement européen: ce sont les gouvernements
nationaux suivis par vous, les parlementaires nationaux, qui êtes
amenés à le ratifier selon la procédure parlementaire qui constitue la
règle dans la plupart des pays. Nous devons "embarquer" les États
membres, il faut qu'ils montent à bord avec nous.

Le rôle de la Commission, qui est devenu bien plus difficile
qu'auparavant, c'est de faire en sorte que l'intérêt général européen
soit défendu par tous les États membres en tant que partenaires. Et
c'est là ma réponse à une autre des questions posées: "Quelle est
votre méthode?". Ma méthode, c'est le partenariat, le leadership
collectif en Europe, avec une Commission qui continue à jouer son
rôle traditionnel de défense de l'intérêt collectif européen. Mais avec
les gouvernements et les parlements nationaux, avec les autres
institutions européennes.

C'est la seule voie pour une Europe dont on continue à avoir des
raisons d'être fiers. C'est là l'Europe en laquelle je crois. Je suis sûr,
après le débat très intéressant que nous venons d'avoir, que la
majorité des Belges soutient cette Europe plus avancée, une Europe
économique, sociale, politique, une Europe culturelle dans le bon
sens du terme. Je vous remercie. (Applaudissements)

verdedigd. Mijn methode bestaat
in het partnerschap, het collectieve
leiderschap in Europa, met de
regeringen, de parlementen en de
andere instellingen. Dat is het
Europa waarin ik geloof! Na ons
debat ben ik ervan overtuigd dat
de meerderheid van de Belgen dat
economische, sociale, politieke en
culturele

- in de positieve

betekenis van het woord - Europa
zullen steunen.

Voorzitter Herman De Croo: Dank u wel, mijnheer Barroso. Ik zal

CRIV 51

COM 1010

20/06/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mevrouw Lizin vragen u formeel te bedanken en ook de collega's die
hebben gesproken met een piramide van bedenkingen en vragen, en
zij die hebben geluisterd.

01.12 Voorzitter Anne-Marie Lizin: Mijnheer de voorzitter van de

Europese Commissie, ik zal in naam van alle leden van de Kamer en
van de Senaat hier aanwezig, u bedanken voor uw enthousiasme.

01.12 Anne-Marie Lizin,

présidente: Au nom de tous les
membres de la Chambre et du
Sénat, je voudrais remercier le
président de la Commission pour
l'enthousiasme dont il fait preuve.

Nous savions déjà que vous aviez un membre belge de la
Commission particulièrement enthousiaste, efficace et capable de
créer en Belgique cet entrain; nous savons maintenant pourquoi il est
heureux, Louis Michel. Il est heureux parce qu'il travaille avec un
homme de votre trempe.

Je vous souhaite pleine réussite. Je connais leur aspect critique et je
sais combien il est difficile de les convaincre. Pourtant, vous avez
réussi: voilà qui constitue un très bel exploit.

Bonne chance pour les prochains mois.

De Belgische commissaris, de
heer Louis Michel, geeft blijk van
een groot enthousiasme en kan
mensen warm maken voor de
Europese idee. Daar bent u
vandaag ook in geslaagd en men
kan begrijpen waarom hij zo graag
met u samenwerkt. Ik wens u veel
succes tijdens de komende
maanden!

(Applaus)
(Applaudissements)

Herman De Croo, président: Monsieur le président, je ne vous
laisserai pas vous en aller avant de vous offrir une médaille de notre
Parlement: elle vous revient parce que vous êtes le premier parmi
ceux que nous aimons bien.

01.13 José Manuel Barroso, président de la Commission

européenne: Je vous remercie infiniment.

(Le président Herman De Croo remet la médaille du parlement belge à M. José Manuel Barroso sous les
vifs applaudissements de l'assemblée)
(Voorzitter Herman De Croo overhandigt de medaille van het Belgisch Parlement aan de heer José Manuel
Barroso onder levendig applaus van de vergadering)

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.04 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14.04 heures.