CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 1008
CRIV 51 COM 1008
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mardi
dinsdag
20-06-2006
20-06-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
licence de débit de boissons" (n° 11808)
1
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de tapvergunning" (nr. 11808)
1
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "une
descente de police dans une église" (n° 11804)
3
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een inval van de politie in een
kerk" (nr. 11804)
3
Orateurs: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
condition physique des sapeurs-
pompiers" (n° 11825)
5
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de fysieke paraatheid van
brandweerlui" (nr. 11825)
5
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Annick Saudoyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
règles électorales applicables dans les
communes à statut spécial" (n° 11829)
7
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bij de verkiezingen geldende
regels die van toepassing zijn in de gemeenten
met een bijzonder statuut" (nr. 11829)
7
Orateurs: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes occasionnés par la carte d'identité
électronique à l'étranger" (n° 11836)
9
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen met de eID in het
buitenland" (nr. 11836)
9
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Staf Neel au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la déclaration
électronique des vols à l'étalage et la mise en
place d'une base de données contenant les
multirécidivistes" (n° 11842)
11
Vraag van de heer Staf Neel aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de elektronische aangifte van winkeldiefstallen
en de instelling van een databank voor
veelplegers" (nr. 11842)
11
Orateurs: Staf Neel, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Staf Neel, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Annick Saudoyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
données relatives aux plaques d'immatriculation
dans le cadre du traité de Prüm" (n° 11860)
13
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de informatie over nummerplaten in
het kader van het verdrag van Prüm" (nr. 11860)
13
Orateurs: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Theo Kelchtermans au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
transfert croissant de charges vers les zones de
14
Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toenemende afschuiving van
14
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
police" (n° 11946)
lasten naar de politiezones" (nr. 11946)
Orateurs: Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur, Theo
Kelchtermans
Sprekers:
Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken,
Theo Kelchtermans
Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'état du
dossier de l'occupation permanente des
résidences de week-end" (n° 11920)
18
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de stand van zaken met betrekking
tot de permanente bewoning van
weekendhuisjes" (nr. 11920)
18
Orateurs: Inga Verhaert, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Inga Verhaert, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Ingrid Meeus au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les militaires
travaillant dans les zones de police" (n° 11958)
20
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de militairen tewerkgesteld bij de
politiezones" (nr. 11958)
20
Orateurs: Ingrid Meeus, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Ingrid Meeus, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
demandes répétées sur la base de l'article 9,
alinéa 3, de la loi sur les étrangers" (n° 12049)
22
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de herhaalde aanvragen op basis
van artikel 9, 3e lid, van de
vreemdelingenwet" (nr. 12049)
22
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
problématique des paratonnerres radioactifs au
sommet des clochers" (n° 12059)
24
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het probleem van de radioactieve
bliksemafleiders op klokkentorens" (nr. 12059)
24
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nombre
d'allochtones dans nos services de
police" (n° 11896)
26
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aantal allochtonen in onze
politiediensten" (nr. 11896)
26
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la présence
d'un corps d'intervention sur les sites
touristiques" (n° 12062)
29
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het inzetten van een interventiekorps op
toeristische locaties" (nr. 12062)
29
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les appels à
destination d'un numéro d'urgence dans la région
de Courtrai" (n° 12072)
31
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het bellen naar een noodnummer in
het Kortrijkse" (nr. 12072)
31
Orateurs: Roel Deseyn, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Roel Deseyn, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
négociations relatives à la révision du statut des
services de police" (n° 12086)
33
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onderhandelingen rond het
herwerken van het statuut van de
politiediensten" (nr. 12086)
33
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
fonctionnement du conseil consultatif des
bourgmestres" (n° 12087)
35
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de adviesraad van
burgemeesters" (nr. 12087)
34
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
revalorisation de la fonction d'agent de
quartier" (n° 12088)
35
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de herwaardering van de
wijkagenten" (nr. 12088)
35
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
conséquences de la suppression des timbres-
amende" (n° 12112)
37
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de gevolgen van de afschaffing van de
boetezegels" (nr. 12112)
37
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'avantage
fiscal pour l'installation d'un système d'alarme
dans des habitations privées" (n° 12113)
39
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het belastingvoordeel voor het plaatsen van een
alarmsysteem in privé-woningen" (nr. 12113)
39
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
supporters de football togolais coincés au
centre 127 et en zone de transit" (n° 12114)
41
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de Togolese voetbalsupporters die
vastzitten in het centrum 127 en in de
transitzone" (nr. 12114)
41
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'indemnisation à la suite des pluies torrentielles
des 3 et 4 juillet 2005" (n° 12115)
43
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de schadevergoeding ten gevolge
van de hevige neerslag op 3 en
4 juli 2005" (nr. 12115)
43
Orateurs: Nathalie Muylle, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nathalie Muylle, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MARDI
20
JUIN
2006
Matin
______
van
DINSDAG
20
JUNI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.20 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
Le président: La question n° 11981 de M. De Groote a été reportée à la demande du secrétaire d'Etat à la
simplification administrative. M. Verhaegen n'est pas encore arrivé.
01 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de tapvergunning" (nr. 11808)
01 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
01.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag handelt over de formaliteiten inzake het
afleveren van een tapvergunning. Ik heb niet alleen gelezen, maar
ook vastgesteld dat de procedure vereenvoudigd is om een vaste of
een reizende drankslijterij te openen of om een vergunning te
bekomen om sterke drank te verkopen. Sinds 7 januari 2006 is de
procedure vereenvoudigd in het raam van de administratieve
vereenvoudiging. Het onderzoek van de aanvraag na controle van de
hygiënevereisten en de moraliteit gebeurt voortaan volledig door de
gemeenten. De ontvanger van accijnzen komt niet langer tussenbeide
zodat de mensen zich tot hem niet meer moeten richten. Op zich is dit
een goede zaak. Het betekent evenwel dat de gemeente moet
nagaan in hoever de voorwaarden vervuld zijn waaraan voldaan moet
worden. Ik heb het meer bepaald over de controle van een aantal
hygiënische eisen en de moraliteitsvoorwaarden.
Tot op het ogenblik dat de nieuwe wetgeving van kracht werd, werden
deze verslagen opgemaakt door de politiediensten. Ik vermoed dat dit
de praktijk was in alle gemeenten en zones. Ik vind het niet meer dan
logisch dat een wijkagent over meer gegevens beschikt om een
moraliteitsverslag op te stellen dan een gemeentelijke ambtenaar. Dat
is een feit. Vorige week heb ik er nog naar verwezen in het raam van
de besprekingen inzake de asielwetgeving, ook inzake de procedure
voor eerherstel, waar de wijkagent informatie aanreikt aan de
burgemeester.
Op het terrein stellen we vast dat op tal van plaatsen de afschaffing
van de interventie van de ontvanger van accijnzen door de
politiediensten wordt aangewend om de opmaak van het
moraliteitsverslag door te schuiven naar de gemeenten. Men verwijst
01.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Depuis le 7 janvier
dernier, la procédure pour
l'ouverture d'un débit de boissons
ou pour l'obtention d'une patente
pour le débit de boissons
spiritueuses a été simplifiée. La
commune se charge de l'examen
de la demande; le receveur des
accises n'intervient plus.
Les communes sont donc
chargées du contrôle des
exigences en matière d'hygiène et
des conditions de moralité. Avant
le 7 janvier, les services de police
rédigeaient généralement les
rapports en question. L'agent de
quartier dispose de davantage de
données pour rédiger un rapport
de moralité.
On constate à présent que les
services de police se déchargent
de la rédaction du rapport de
moralité sur les communes. Il est
fait référence à la liste des tâches
administratives de la police pour
justifier que la délivrance de ces
attestations ne relève pas des
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
naar de lijst van administratieve taken om aan te tonen dat het
afleveren van die attesten niet tot de politietaken zou behoren.
Mijnheer de minister, over deze problematiek wil ik u de volgende
vragen stellen.
Biedt de nieuwe wet inzake de administratieve vereenvoudiging enige
basis om de gangbare praktijk van de opmaak van het
moraliteitsverslag door de politie te veranderen? Kan dergelijk attest
van moraliteit nog worden afgeleverd door de politie? Bent u van
mening dat de politie terzake meer nuttige informatie kan verstrekken
dan alleen een uittrekstel uit het strafregister dat ook door de
gemeentelijke ambtenaar kan worden bijgevoegd? Herkent u het
belang van de politiediensten om op de hoogte te zijn van opening,
sluiting of overname van dergelijke zaken? Mijn bemerking geldt in
twee richtingen. Indien de politie niet langer tussenbeide komt, is zij
mogelijks niet op de hoogte van de opening of sluiting van dit soort
zaken, een element dat, mijns inziens, voor politiediensten van belang
kan zijn.
tâches de la police.
La modification de la loi permet-
elle d'apporter des changements à
la pratique courante de la
rédaction du rapport de moralité
par la police? La police peut-elle
encore délivrer l'attestation de
moralité? Le ministre estime-t-il
que la police peut fournir des
informations utiles en l'occurrence
ou la vérification du casier
judiciaire est-elle suffisante? Le
ministre reconnaît-il qu'il est
important pour la police d'être au
courant de l'ouverture, de la
fermeture ou de la reprise de tels
établissements?
01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
wet van 15 december 2005 houdende administratieve
vereenvoudiging voorziet erin dat de gemeenten de aanvragen tot
opening van drankslijterijen behandelen. Die behandeling houdt in dat
wordt nagegaan in welke mate de slijter al dan niet bepaalde
veroordelingen heeft opgelopen die hem ingevolge de wet van 1953
het recht ontzeggen om een drankslijterij te houden.
Met de procedure die sinds 7 januari van dit jaar wordt toegepast,
heeft de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging de
bedoeling gehad om de afhandeling van die vergunningen aan een
uniek loket bij de gemeenten mogelijk te maken. Ik denk dat dit een
goed principe is. De controle met betrekking tot de moraliteit van de
slijter komt dus toe aan de gemeente. Zij mogen autonoom bepalen
onder welke vorm zij een beslissing nemen. De wet houdt dus geen
enkele wijziging in met betrekking tot wie binnen de gemeenten de
moraliteit en de hygiëne moet controleren. Dat was niet het oogmerk
van die wet.
Ten tweede, wat het moraliteitsverslag betreft, is het inderdaad niet
wettelijk vereist dat het moraliteitsonderzoek door de politie wordt
uitgevoerd. Momenteel buigen de begeleiderscommissie en de
federale politieraad zich over het kerntakendebat van de lokale politie,
incluis ook een ontwerp van rondzendbrief houdende de
administratieve taken waarmee politieambtenaren kunnen worden
belast. Dat is blijkbaar een moeizame discussie, want die sleept zeer
lang aan. Er wordt blijkbaar nogal wat getrokken en geduwd. Er is wel
een breed overleg bezig. Ik denk dat er geen andere keuze is dan een
breed overleg, ook met de gerechtelijke overheden die daarin ook hun
rol moeten kunnen spelen.
In het actuele ontwerp het is nog altijd een ontwerp van
rondzendbrief is bepaald dat het moraliteitsonderzoek moet worden
uitgevoerd door de bevolkingsdienst van het gemeentebestuur. Dat is
een verdedigbaar standpunt, aangezien de wet er niet uitdrukkelijk in
voorziet dat het de taak van de politie is. Ik weet dat er
politieoverheden zijn die voorstander zijn om die taak bij de politie te
laten. De discussie daarover is nog altijd niet afgesloten. Ik wacht op
01.02 Patrick Dewael, ministre:
La loi du 15 décembre 2005 en
matière de simplification
administrative précise que les
communes traitent les demandes
d'ouverture de débits de boisson,
ce qui signifie qu'il faut contrôler si
le débitant a encouru certaines
condamnations. La procédure a
été modifiée depuis le 7 janvier
2006, de sorte que les communes
disposent d'un guichet unique pour
traiter les demandes de patente.
Les communes peuvent
déterminer de manière autonome
les modalités de l'enquête de
moralité. Cette loi n'apporte
aucune modification aux
dispositions relatives à la
personne chargée du contrôle de
la moralité et de l'hygiène.
Il n'est pas légalement exigé, en
effet, que l'enquête de moralité
soit menée par la police. La
commission d'accompagnement et
le conseil fédéral de police se
penchent pour l'instant sur le
débat relatif aux tâches centrales
de la police locale. Un projet de
circulaire dispose que l'enquête de
moralité doit être réalisée par les
services de la population.
Certaines autorités policières
souhaitent que cette tâche
revienne à la police. Le débat n'est
pas encore clos.
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
de uitkomst van dat debat om dan een beslissing te nemen.
Ten derde, in theorie moet men zich alleen baseren op het
strafregister om de nodige verificaties te doen. De gemeente kan dat
dus blijven doen. De bijkomende vraag is of de politie, om ingelicht te
zijn, het onderzoek zelf moet voeren. De communicatie van de
gemeenten aan de politie zou bijvoorbeeld kunnen volstaan.
Ten vierde, ik denk dat het inderdaad nodig is dat de politie op de
hoogte is en moet blijven van de opening, de sluiting en de overname
van horecabedrijven. Het uitvoeren van het vereiste
moraliteitsonderzoek door de politie zelf is daartoe een mogelijkheid,
maar het is niet de enige mogelijkheid. De informatie zou via de
gemeente bij de politie kunnen terechtkomen en ook via de
wijkwerking kunnen worden bekomen.
Het debat is dus nog niet helemaal afgesloten, maar ik neem uw
elementen alleszins mee in overweging in de discussie.
Les enquêtes de moralité
impliquent uniquement la
consultation du casier judiciaire et
les communes peuvent
parfaitement s'acquitter de cette
tâche. Si la police souhaite rester
informée, les communes
pourraient lui transmettre des
renseignements. La police doit
être informée de l'ouverture, de la
fermeture et de la reprise
d'établissements du secteur de
l'horeca. Cependant, elle peut
l'être par le biais de plusieurs
canaux.
01.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik stel vast dat u zegt dat er
momenteel geen elementen zijn die ertoe zouden leiden een wijziging
aan te brengen in de praktijk, waar sinds 7 januari 2006 de nieuwe
regelgeving van toepassing is. Ik stel in de praktijk vast dat de
politiediensten dit in bepaalde zones wel aangrijpen.
U erkent ook dat politiediensten en wijkagenten heel wat meer nuttige
informatie kunnen geven. U zegt daarnaast ook dat in principe voor
het moraliteitsverslag alleen het nazicht van het strafregister
noodzakelijk is.
Ik denk dat dit toch een ernstig discussiepunt is. Op het strafregister
staat immers niet alles vermeld. Wijkagenten kunnen veel meer
nuttige informatie aanreiken dan alleen maar elementen vermeld op
iemands strafblad.
U zegt dat de discussie aan de gang is. Ik wil u daarom vragen deze
elementen daarin mee te nemen. Ik wil u nog vragen of u ermee
akkoord gaat dat intussen de gangbare praktijk in alle zones kan
worden voortgezet en dat de politiediensten zich nu niet kunnen
verschuilen achter de nieuwe regelgeving?
01.03
Katrien Schryvers
(CD&V): La modification de la
procédure a entraîné l'un ou l'autre
changement dans certaines zones
de police. Tout ne figure pas dans
le casier judiciaire et l'agent de
quartier peut apporter des
informations utiles.
J'espère que le ministre tiendra
compte de ces éléments lors du
débat en cours. Le ministre
accepte-t-il que les services de
police se retranchent derrière la
nouvelle réglementation?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een inval van de politie in een kerk" (nr. 11804)
02 Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "une
02.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 19 maart jongstleden verstoorde de politie de eredienst in
een Afrikaanse Pinksterkerk in de Slachthuislaan 26 in Brussel. Deze
kerk is lid van een door de Belgische overheid erkende eredienst.
Zonder enige identificatie of verantwoording drongen een vijftiental
politieagenten de ruimte van de eredienst binnen. Volgens mij is dit
een overtreding van artikel 143 van hoofdstuk 1 van het Strafwetboek.
De weigering van de predikant, noch de bemiddelingspoging van de
02.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Le 19 mars 2006, à Bruxelles, la
police a perturbé le service dans
une église pentecôtiste africaine,
reconnue par les autorités belges.
Une quinzaine d'agents ont fait
irruption dans l'église, sans
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
toevallig aanwezige schepen van Brussel, Bertin Mampaka, mochten
baten. Alle mannelijke bezoekers, allemaal christenen en Afrikaanse
migranten, werden gefotografeerd. De eredienst werd danig
verstoord.
Ik heb ook de minister van Justitie hierover ondervraagd, maar zij
verschool zich achter het geheim van het onderzoek. Dat is eerbaar
en ik heb alle begrip voor een lopend onderzoek naar een crimineel
feit, maar toch zijn de rechten van deze mensen danig geschonden.
Vandaar dat ik u enkele vragen wil stellen.
Ten eerste. Wat zult u doen om te voorkomen dat dergelijke
schendingen van rechten door de politie zich nog zouden herhalen?
Ten tweede. Zal er ook een officiële verontschuldiging volgen voor het
wangedrag van de agenten? Of zal men stilletjes doen alsof er niets is
gebeurd en alles laten overwaaien? In dat laatste geval wil ik er zeker
op wijzen dat de betrokken kerkelijke verantwoordelijken deze feiten
heel ernstig nemen.
s'identifier. Les tentatives de
médiation de l'échevin bruxellois,
M. Bertin Mampaka, se sont
révélées infructueuses. Le service
religieux a été fortement perturbé.
La ministre de la Justice se
retranche derrière le secret de
l'enquête judiciaire.
Comment empêchera-t-elle à
l'avenir de telles violations des
droits par les services de police?
Des excuses officielles seront-
elles présentées pour ce
débordement? Les responsables
religieux concernés prennent
l'affaire très au sérieux.
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, dit is een
moeilijke vraag. Er werden inlichtingen overgemaakt door de
korpsleiding van de lokale politie, zoals ook in de vraagstelling
aangehaald. Het klinkt wel nogal pejoratief om te spreken over "zich
verschuilen achter een gerechtelijk onderzoek", want een gerechtelijk
onderzoek heeft nu eenmaal rechten en prerogatieven. Het geheim
van dergelijk onderzoek is een van de fundamentele pijlers daarvan.
Er is inderdaad een gerechtelijk onderzoek hangende ingevolge een
crimineel feit. Ik mag mij dus niet lenen tot enige commentaar op de
gegrondheid van de interventie van de politie, die trouwens plaats
heeft gevonden onder het gezag van de bevoegde gerechtelijk
overheid. Bovendien heb ik tot op heden evenmin klachten ontvangen
over mogelijk wangedrag vanwege de ingrijpende politieambtenaren.
U weet dat als er bepaalde klachten zouden zijn of als mensen menen
het slachtoffer te zijn van onrechtmatige acties van de politie, ze
daarvoor klacht kunnen indienen.
Daar zijn geëigende kanalen voor. Onder meer de gerechtelijke
overheid weet ook dat de politiediensten in het algemeen ageren
onder de controle van nog andere toezichtsorganen, de geëigende
kanalen dus.
Ik heb daarover tot op heden geen bericht gekregen, behalve via uw
vraag.
Uw tweede vraag is op dit ogenblik, wat mij betreft, zonder voorwerp.
Ik kan u daar niet meer over zeggen.
02.02 Patrick Dewael, ministre:
La ministre de la Justice doit
respecter le secret de l'enquête
judiciaire. En affirmant qu'elle se
retranche derrière ce motif, M.
Verhaegen adopte un ton plutôt
péjoratif.
Selon la direction du corps de
police, cette intervention
s'inscrivait dans le cadre d'une
enquête judiciaire ouverte à la
suite d'un fait criminel. Je ne puis
dès lors fournir aucun
commentaire à ce propos. À ce
jour, je n'ai reçu aucune plainte
pour débordement d'agents de
police lors de cette intervention.
Les personnes qui estiment
éventuellement avoir été victimes
d'actions injustifiées peuvent
porter plainte auprès des autorités
judiciaires.
Jusqu'à présent, personne ne m'a
interpellé à propos de cet incident.
Je ne puis donc m'avancer quant
à d'éventuelles excuses officielles.
02.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Maar ik verneem van de persmagistraat van de
procureur des Konings dat hij niets zou weten over dat politieoptreden
in die kerk op 19 maart.
Anderzijds zwijgt de politie van Brussel blijkbaar in alle toonaarden.
Volgens de politie was de procureur de opdrachtgever, maar de
procureur ontkent dit. Hij verwijst terug naar de Brusselse politie die
02.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Étant donné que le magistrat de
presse ignorait que la police était
intervenue dans l'église, je suis
enclin à croire que la police a
mené cette opération de son
propre chef. Dans la presse
étrangère, cet incident a été
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
eigenmachtig zou zijn opgetreden. Ik denk dat het de moeite loont om
diepgaander te onderzoeken of die inderdaad eigenmachtig is
opgetreden, want ik vermoed dat het in die richting gaat.
Het incident heeft ook heel wat weerklank gekregen in de
internationale pers. Ik heb in het Nederlands Dagblad gelezen dat
daaraan zwaar wordt getild. Men uit de beschuldiging dat religieuze
minderheden gediscrimineerd zouden zijn. Ik spreek het woord
racisme niet eens uit want ik ga ervan uit dat daarvan geen sprake is.
Voor die mensen ligt het in elk geval heel gevoelig. Ze zijn er echt
door geschokt.
Ik hoop dat u deze aangelegenheid verder laat onderzoeken. Ik zal
eventueel aan de minister van Justitie de vraag herhalen, maar ik
wacht uw actie af.
considéré comme un acte
d'oppression d'une minorité
religieuse. J'attends que le
ministre prenne d'autres mesures
et qu'une enquête interne soit
menée.
02.04 Minister Patrick Dewael: Ik heb niet gezegd dat ik zou ageren.
Ik heb u een antwoord gegeven op basis van de informatie waarover
ik beschik. Ik wil geen valse verwachting creëren, dat wil ik nog even
duidelijk maken.
02.04 Patrick Dewael, ministre:
Je m'abstiendrai de toute action.
02.05 Mark Verhaegen (CD&V): Mijn vraag is gewoon of er een
intern onderzoek komt om die zaak uit te spitten. Dat is toch de kern
van de zaak.
02.06 Minister Patrick Dewael: Ik heb u geantwoord wat ik kan
antwoorden. Er loopt een gerechtelijk onderzoek en ikzelf heb geen
enkele klacht ontvangen.
02.06 Patrick Dewael, ministre:
Une enquête judiciaire est en
cours et aucune plainte n'a été
reçue.
02.07 Mark Verhaegen (CD&V): Goed, dan zullen wij verder zoeken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de fysieke paraatheid van brandweerlui" (nr. 11825)
03 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
condition physique des sapeurs-pompiers" (n° 11825)
03.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ongeveer een maand geleden vernamen we via
de pers dat in Brussel slechts 5% van de kandidaat-brandweerlieden
kon worden toegelaten. De reden was niet de motivatie of zo, maar
gewoon ronduit slechte scores op fysieke proeven. De Brusselse
commandant reageerde toen zo lazen we in de pers door te
zeggen dat de fysieke proeven recent werden aangepast aan die van
de andere Europese grootsteden. Een paar dagen geleden kwam
Gent in het nieuws naar aanleiding van problemen in verband met
eisen gesteld aan brandweerlui, namelijk gedurende de loopbaan.
Mijnheer de minister, ik heb daarover volgende vragen.
Zijn de resultaten van de fysieke proeven van de Brusselse
kandidaat-brandweerlieden vergelijkbaar met andere steden en
gemeenten?
Riskeert men door het grote aantal afvallers, personen die niet
03.01 Katrien Schryvers
(CD&V): En raison des mauvais
résultats obtenus lors des
épreuves physiques, 5%
seulement des candidats pour le
corps des pompiers bruxellois ont
pu être admis. Le commandant du
corps a déclaré que ces épreuves
avaient été adaptées récemment
aux normes d'autres grandes villes
européennes. À Gand également,
les exigences posées aux
sapeurs-pompiers posent des
problèmes.
Les résultats obtenus aux
épreuves physiques par les
candidats bruxellois sont-ils
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
slagen, voor een tekort te komen staan?
Kan een gemeente of een stad verdergaande fysieke eisen stellen
dan die waarin is voorzien in het KB?
In de omzendbrief van 16 september '71 hebben steden en
gemeenten mogelijkheden om de fysieke paraatheid van
brandweerlieden tijdens de loopbaan verder te beoordelen of daaraan
eisen te stellen. Zijn er gevallen bekend van incidenten waarbij een
gebrek aan fysieke paraatheid van het brandweerpersoneel aan de
basis lag?
Ten slotte, vindt u het niet aangewezen om in het raam van de
geplande hervorming ook de normen inzake fysische geschiktheid te
harmoniseren? Ik begrijp wel dat er een onderscheid kan ontstaan in
functie van het risico, maar enige harmonisering lijkt me misschien
toch op zijn plaats. Wat is mening daaromtrent?
comparables à ceux obtenus par
les candidats dans d'autres
grandes villes et communes? Une
ville ou une commune peut-elle
poser d'autres exigences
physiques que celles prévues par
l'arrêté royal et la circulaire de
1971? La condition physique des
sapeurs-pompiers peut-elle être
évaluée pendant leur carrière?
Leur manque de condition
physique a-t-elle déjà été à
l'origine d'un incident? Le ministre
estime-t-il qu'il convient
d'harmoniser les normes en
matière d'aptitude physique?
03.02 Minister Patrick Dewael: Het slaagpercentage van de meest
recente fysieke proeven in Brussel lijkt eerder laag, maar de
algemene tendens in alle grote korpsen is wel dat de fysieke testen
voor veel kandidaten een belangrijk, maar ook een terecht obstakel
vormen voor hun toetreding tot het brandweerkorps. Die situatie
creëert voorlopig geen risico op tekorten aan geslaagde kandidaten.
In Brussel waren er 1.876 aanwezig op de fysieke testen voor het
aanleggen van een werfreserve van Franstalige brandweerlieden,
waarvan 176 kandidaten slaagden in die proeven. Voor de officieren
van beide landstalen waren er 22 van de 237 aanwezige kandidaten
geslaagd voor de fysieke proeven.
Bovendien verhogen de fysieke proeven de veiligheid van het
brandweerlid zelf - dat hoeft geen betoog - van zijn collega's en
uiteraard ook van de personen die moeten worden gered. Er kan dus
geen sprake zijn van het afstemmen van fysieke proeven op de
minder fysieke paraatheid van kandidaten. Dat moet duidelijk zijn. Dat
vroeg u ook niet, maar ik wilde het toch even preciseren.
Ten derde, het KB van 6 mei 1971 bepaalt dat de gemeenten in hun
organiek reglement bepalen dat het geneeskundig onderzoek en de
proeven inzake lichamelijke geschiktheid eliminerend zijn en dat zij
elke andere selectieproef voorafgaan.
De gemeenten zijn volledig vrij om de fysieke proeven bij de
aanwerving te bepalen. Een ministeriële omzendbrief van 16
september 1971 geeft een voorbeeld van de fysieke proeven. Die
omzendbrief houdt geen verplichting in maar geldt wel als een
aanbeveling. Veel gemeenten hebben zich hierop dan ook
geïnspireerd om de fysieke testen van hun brandweerpersoneel te
bepalen.
Ten vierde, de gemeenten hebben de mogelijkheid om de fysieke
geschiktheid van het brandweerpersoneel periodiek te evalueren en
ook om oefeningen te organiseren. Het belang van de fysieke
paraatheid wordt benadrukt door de monitor lichamelijke opvoeding
die in beroepskorpsen moet aanwezig zijn om de lichamelijke
geschiktheid van de leden op peil te houden.
03.02 Patrick Dewael, ministre:
Les épreuves physiques
empêchent de nombreux
candidats d'intégrer un corps de
pompiers. Toutefois, les services
d'incendie ne risquent pas de
manquer de candidats. À
Bruxelles, 176 candidats sur 1.876
ont réussi l'épreuve physique. En
ce qui concerne les officiers, 22
candidats sur 237 ont réussi ces
épreuves.
Les épreuves physiques
accroissent la sécurité du pompier,
de ses collègues et de la victime.
Le niveau de ces tests ne peut
être ajusté en fonction de
candidats ayant une moins bonne
condition physique.
L'arrêté royal du 6 mai 1971
stipule que les tests physiques
sont préalables à toute autre
épreuve de sélection et qu'ils sont
éliminatoires. Les communes
peuvent en fixer elles-mêmes le
contenu précis. Toutefois, la
circulaire du 16 septembre 1971
fait quelques recommandations en
la matière, recommandations qui
ont été adoptées par différentes
communes.
L'aptitude physique des pompiers
peut être évaluée périodiquement
et des exercices peuvent être
organisés. Chaque corps de
métier dispose d'un moniteur
d'éducation physique.
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Ten slotte, er zijn geen statistieken beschikbaar van incidenten
veroorzaakt door een onvoldoende fysieke paraatheid. Het zou
moeilijk zijn om onvoldoende fysieke paraatheid eenduidig als
oorzaak van een incident aan te wijzen. Niettemin is het duidelijk dat
een onvoldoende fysieke paraatheid het risico op incidenten verhoogt
en dat dit risico bijgevolg tot een minimum moet worden herleid.
Il n'existe pas de statistiques
relatives à des incidents causés
par un manque de condition
physique. Ce serait d'ailleurs très
difficile à constater.
03.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb nog twee korte vragen.
Ten eerste, u hebt gezegd dat de fysieke geschiktheid periodiek kan
worden geëvalueerd en dat in de grote korpsen zelfs speciaal mensen
daarvoor in dienst zijn. Wat zijn de gevolgen wanneer wordt
vastgesteld dat sommige brandweerlui niet meer zouden voldoen?
Ten tweede, wat is uw standpunt inzake mijn vraag met betrekking tot
de geplande hervorming en de harmonisering van eventuele normen
inzake fysieke paraatheid?
03.03 Katrien Schryvers
(CD&V): Qu'advient-il si, lors d'une
évaluation périodique, il s'avère
que les capacités physiques d'un
pompier sont insuffisantes?
Que pense le ministre d'une
harmonisation des normes en
matière d'aptitude physique?
03.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, op dat laatste
ben ik geneigd om positief in te gaan. Het is belangrijk. Als men de
brandweerhervorming doorvoert om voor een stuk dezelfde minimale
normen overal te hebben, lijkt het mij misschien wel aangewezen dat
men dat niet overlaat aan de gemeenten of de steden, want dan krijgt
men natuurlijk een heel grote diversiteit.
Ten tweede, de gevolgen van het vaststellen of constateren van
onvoldoende fysieke paraatheid zullen verschillend zijn van gemeente
tot gemeente. Men moet aanzetten tot meer oefening en meer
beweging en tot minder goed leven.
03.04 Patrick Dewael, ministre:
Je suis partisan de l'harmonisation
des normes. Lorsque la fixation
des normes est laissée aux
communes, il y a une grande
disparité.
Les suites données aux
évaluations périodiques sont
laissées à l'appréciation des
communes.
03.05 Katrien Schryvers (CD&V): Dank u, mijnheer de minister.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Annick Saudoyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les règles
électorales applicables dans les communes à statut spécial" (n° 11829)
04 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bij de verkiezingen geldende regels die van toepassing zijn in de gemeenten met een
bijzonder statuut" (nr. 11829)
04.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à la suite des réformes institutionnelles, les Régions sont
compétentes en matière de législation électorale communale. Les
règles relatives aux opérations électorales ont ainsi été récemment
modifiées pour les communes situées en Région wallonne.
Cependant, certaines communes qui se trouvent sous ce qu'il est
convenu d'appeler un statut spécial relèvent de la compétence du
seul Etat fédéral. Il s'agit de Comines-Warneton, des Fourons et des
six communes à facilités de la région bruxelloise.
Il faut préciser que, lors des élections communales du 8 octobre
2000, les ressortissants de l'Union européenne n'ont pu prendre part
aux opérations de vote relatives à l'élection des conseillers de CPAS,
même s'ils étaient inscrits pour l'élection du conseil communal. Autre
particularité, lors de ces élections de 2000, la loi du 24 mai 1994
visant à promouvoir une répartition équilibrée des hommes et des
04.01 Annick Saudoyer (PS):
Sinds de institutionele
hervormingen zijn de Gewesten
bevoegd voor de gemeentelijke
kieswetgeving. In Wallonië werd
die regelgeving onlangs gewijzigd.
Sommige gemeenten vallen echter
onder de federale bevoegdheid:
Komen-Waasten, Voeren en de
zes faciliteitengemeenten van het
Brussels Gewest.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen
van 8 oktober 2000 konden
Europese staatsburgers niet aan
de verkiezing van de OCMW-
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
femmes sur les listes n'était pas d'application pour le conseil du
CPAS.
Je voudrais attirer votre attention sur l'article 17bis de la loi organique
des centres publics d'action sociale du 8 juillet 1976 qui précise: "Par
dérogation aux articles 11 à 17, les membres du conseil de l'aide
sociale des communes périphériques visées à l'article 7 des lois sur
l'emploi des langues en matière administrative coordonnées le 18
juillet 1966 et des communes de Comines-Warneton et des Fourons
sont élus directement par l'assemblée des électeurs de la commune.
L'élection des membres du conseil de l'aide sociale a lieu le même
jour que les élections communales. Le Roi arrête les modalités
relatives à cette élection par analogie avec la procédure prévue dans
la loi électorale communale pour l'élection des conseillers
communaux."
Par assemblée des électeurs de la commune, il faut comprendre les
Belges, les citoyens de l'Union qui se sont inscrits et les citoyens
extra-communautaires comptabilisant cinq ans de séjour légal et
inscrits.
Monsieur le ministre, avez-vous pris toutes les dispositions
nécessaires pour que les prochaines élections se déroulent
conformément à la loi dans ces communes?
Dans la mesure où ces communes bénéficient d'un statut spécial, qui
relève toujours de la compétence fédérale, quelles sont les règles
électorales actuellement applicables en Région wallonne qui le seront
également à Comines-Warneton et dans les communes à facilités?
Plus précisément, la parité hommes/femmes, l'alternance
hommes/femmes sur les listes seront-elles applicables à la commune
comme au CPAS?
raadsleden deelnemen. De wet
van 24 mei 1994 ter bevordering
van een evenwichtige verdeling
van mannen en vrouwen op de
kandidatenlijsten voor de
verkiezingen was evenmin van
toepassing op de OCMW-raad.
Artikel 17bis van de organieke
OCMW-wet bepaalt evenwel dat
de leden van de raad van
maatschappelijk welzijn in de
Brusselse randgemeenten,
Komen-Waasten en Voeren
rechtstreeks door de kiezers van
de gemeente worden verkozen, en
dit op dezelfde dag als de
gemeenteraadsleden.
Hebt u de nodige maatregelen
genomen opdat de wettelijke
bepalingen bij de komende
verkiezingen in de
faciliteitengemeenten zouden
worden nageleefd? Welke regels
van het Waals Gewest zullen ook
in Komen-Waasten en de
faciliteitengemeenten gelden?
Zullen de pariteit tussen
mannelijke en vrouwelijke
kandidaten en de afwisseling
ervan op de kieslijsten van
toepassing zijn?
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, en ce qui concerne les élections du 8 octobre dans la
commune de Comines-Warneton, il faut faire une distinction entre
l'élection du conseil communal et l'élection directe du conseil de l'aide
sociale.
Tout d'abord, pour le conseil communal, je répète ce que j'ai répondu
à deux questions écrites de MM. Michel et Van Hauthem: les
dispositions du Code wallon de la démocratie locale s'appliquent à
Comines-Warneton pour autant qu'elles soient compatibles avec la
législation fédérale du 9 août 1988 dite "de pacification". Celle-ci
prévoit notamment l'élection directe des échevins. Par exemple, la
parité hommes/femmes sur les listes de candidatures s'applique à
l'élection du conseil communal de Comines-Warneton.
Toutefois, l'exposé des motifs du décret wallon modifiant le code
précité souligne que les dispositions de ce décret qui règlent la
désignation du bourgmestre et des échevins et qui figurent au
chapitre 3 du titre II dudit code ne s'appliquent pas à Comines-
Warneton.
Ensuite, en ce qui concerne la participation des étrangers européens
ou non européens à l'élection directe du conseil de l'aide sociale, je
renvoie à ma réponse du 10 mai dernier à une question posée par M.
Libert dans cette même commission: dans l'état actuel de la
04.02 Minister Patrick Dewael:
Voor de verkiezingen van 8
oktober in Komen-Waasten moet
een onderscheid worden gemaakt
tussen de verkiezing van de
gemeenteraad en de verkiezing
van de OCMW-raad. Voor de
gemeenteraad zijn de bepalingen
van het Waalse Wetboek van de
plaatselijke democratie van
toepassing, voor zover ze niet
indruisen tegen de federale
pacificatiewetgeving van 9
augustus 1988. De pariteit
mannen/vrouwen is van
toepassing voor de lijsten voor de
verkiezing van de gemeenteraad.
De bepalingen van het Waalse
decreet betreffende de aanwijzing
van de burgemeester en de
schepenen zijn niet van
toepassing op Komen-Waasten.
Aan de rechtstreekse verkiezing
van de OCMW-raad kunnen de
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
législation, ils ne peuvent y participer. Cette conclusion s'impose sur
la base d'un avis du Conseil d'État du 13 juin 2000 à propos d'un
avant-projet de loi de mon prédécesseur. Cet avant-projet vise à
permettre aux citoyens non belges de l'Union de voter à l'élection
directe du conseil de l'aide sociale. Selon cet avis, seul le législateur
fédéral pourrait légiférer en ce sens au bénéfice des étrangers,
citoyens de l'Union ou non. Mais la Constitution ne l'y autorise que s'il
y est tenu, envers les citoyens de l'Union n'ayant pas la nationalité
belge, en vertu d'une obligation internationale ou supranationale
s'imposant à notre pays, ce qui n'est pas le cas en l'occurrence.
De même, la parité hommes/femmes n'est pas d'application pour
cette élection. L'élection directe du conseil de l'aide sociale est réglée
par les dispositions y relatives de la loi du 8 juillet 1976 et par l'arrêté
royal d'exécution du 26 août 1988.
Ces dispositions ne prévoient aucune règle en matière de répartition
équilibrée des hommes et des femmes sur les listes de candidatures
à cette élection. Bien entendu, ceci n'empêche nullement les
formations qui déposent une liste pour ces élections de la composer
en tenant compte d'une répartition équilibrée des candidats et des
candidates. C'est donc un choix des partis.
vreemdelingen, in de huidige stand
van de wetgeving, niet deelnemen.
Dat besluit is gebaseerd op een
advies van de Raad van State van
13 juni 2000 over een voorontwerp
van wet van mijn voorganger in dat
verband: enkel de federale
wetgever zou wetgevend kunnen
optreden ten voordele van de
vreemdelingen, op grond van een
internationale of supranationale
verplichting van ons land, wat in
deze niet het geval is.
De pariteit mannen/vrouwen is niet
van toepassing voor die
verkiezing, die geregeld wordt
door de bepalingen van de wet
van 8 juli 1976 en het koninklijk
besluit van 26 augustus 1988, die
in dat verband niets bepalen. Dat
belet echter niet dat de partijen
zelf die keuze kunnen maken.
04.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour vos réponses. Les dispositions ne le permettent effectivement
pas; il s'agirait donc de les modifier. Nous savons très bien qu'en
l'absence d'obligation, les partis ne sont pas enclins à respecter la
parité dans leurs listes.
04.03 Annick Saudoyer (PS): Als
de bepalingen het niet toelaten,
moeten ze worden aangepast. Als
er geen verplichting bestaat, zijn
de partijen immers niet geneigd
om de pariteit te waarborgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen met de eID in het buitenland" (nr. 11836)
05 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes occasionnés par la carte d'identité électronique à l'étranger" (n° 11836)
05.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag betreffende problemen die mij
gesignaleerd werden met het gebruik van de elektronische
identiteitskaart. Hierover werden al herhaaldelijk vragen gesteld,
mijnheer de minister. Ik weet dat u altijd zegt dat we eigenlijk piloot
zijn en dat dit een goede zaak is. Ik zal dat niet ontkennen, maar dat
betekent natuurlijk niet dat we blind moeten zijn wanneer er zich
bepaalde problemen voordoen. We moeten proberen die te
voorkomen en bij te sturen waar nodig.
Personen spraken mij aan die problemen hadden gekend naar
aanleiding van een opname in een ziekenhuis in het buitenland. Men
eiste een legitimatie met een adres. De persoon in kwestie kon zijn
elektronische identiteitskaart daarvoor dus niet gebruiken. Een
resolutie van de Raad van Europa van 28 september met betrekking
tot het opmaken en harmoniseren van identiteitskaarten zou nochtans
uitdrukkelijk vermelden dat het adres van een burger een facultatief
gegeven is en op zich is er natuurlijk heel wat voor te zeggen om
geen adres meer te vermelden. Zo moet men bijvoorbeeld bij
05.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Lorsqu'on signale des
problèmes liés à la carte d'identité
électronique, le ministre réagit
souvent en rappelant qu'il s'agit
d'un projet pilote. Il convient
cependant de remédier à ces
problèmes.
L'admission dans un hôpital
étranger peut causer des
problèmes lorsque aucune
adresse n'est mentionnée sur la
carte d'identité électronique. Selon
une résolution du Conseil de
l'Europe du 28 septembre 1977, la
mention de l'adresse n'est pas
obligatoire sur une carte d'identité.
Si l'absence d'adresse sur la carte
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
adresverandering geen nieuwe identiteitskaart hebben en dergelijke.
Wellicht spelen daarbij ook een aantal elementen inzake privacy mee.
Hoe kan voorkomen worden dat mensen daarmee problemen hebben
in het buitenland? Werden u al meermaals dergelijke problemen
gemeld? Welke afspraken bestaan er in het raam van de Raad van
Europa? Hoe wordt daaraan eventueel intern gevolg gegeven? Men
heeft immers misschien geen problemen met een politiedienst of met
de douane, hoewel die binnen Europa natuurlijk niet meer bestaan,
maar men kan bijvoorbeeld wel problemen hebben wanneer men in
een ziekenhuis wordt opgenomen. Dat moeten we toch absoluut
vermijden. Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.
permet de réaliser des économies
lorsqu'un citoyen déménage, elle
peut toutefois également entraîner
des difficultés à l'étranger.
Le ministre a-t-il connaissance de
ces problèmes ainsi que d'autres
difficultés pouvant survenir à
l'étranger? Quels accords le
Conseil de l'Europe a-t-il conclus
en la matière et quel est le suivi
donné à ces dossiers?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
eerst en vooral wil ik nog eens de regel in herinnering brengen dat het
inderdaad juist is dat het adres op zich geen identiteitsgegeven is en
dus niet moet worden vermeld op de identiteitskaart. Ook in andere
Europese landen, zoals Nederland, wordt dat niet vermeld.
Om problemen aan de grenzen te voorkomen, vooraleer het gegeven
ingeburgerd is in de hele Europese Unie, werden vanaf de invoering
van de nieuwe kaart het is ook in het verleden al gebeurd via de
FOD Buitenlandse Zaken, voorbeelden verdeeld over onze
diplomatieke posten in het buitenland.
Onze ambassades en onze consulaten hebben ook de buitenlandse
autoriteiten daarover geïnformeerd. Het is mogelijk dat in een aantal
gevallen een plaatselijke overheid of een douanebeambte daarvan
niet op de hoogte is. U geeft een concreet voorbeeld, maar aan mij
werden alleszins zeer weinig problemen gesignaleerd. Ik denk dat een
en ander mettertijd zal verdwijnen, naarmate de elektronische
identiteitskaart zal worden verspreid.
05.02 Patrick Dewael, ministre:
L'adresse ne fait pas partie des
données d'identité et ne doit donc
pas obligatoirement être
mentionnée sur la carte d'identité.
D'autres pays européens, tels que
les Pays-Bas, n'inscrivent pas
l'adresse sur le document
d'identité. Dans le souci d'éviter
tout problème, le SPF Affaires
étrangères a distribué, dès
l'instauration de la nouvelle carte,
plusieurs spécimens auprès de
nos postes diplomatiques
étrangers. Nos ambassades et
consulats ont informé les autorités
étrangères des caractéristiques de
cette carte. Il se peut que
certaines autorités locales n'aient
pas encore été averties, mais très
peu de problèmes m'ont été
signalés. Ces derniers
disparaîtront au fur et à mesure de
la diffusion de la carte d'identité
électronique.
05.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik heb nog een bijkomende suggestie. Wanneer u
melding zou krijgen van bepaalde landen waarmee er problemen zij,
dan kunt u misschien via de geëigende weg die u zojuist hebt
geschetst toch nog eens laten herhalen hoe de identiteitskaart
eruitziet en welke gegevens ze moet bevatten. Het is natuurlijk
belangrijk dat men intern, in die staten, daarover verder
communiceert, want het probleem doet zich niet voor bij de politie of
de douane, maar wel bij instellingen, in casu een ziekenhuis in dat
land.
05.03
Katrien Schryvers
(CD&V): Lorsque des problèmes
sont signalés dans certains pays, il
faudrait repréciser aux autorités de
ces pays quelles sont exactement
la configuration et l'apparence de
cette carte et quelles informations
elle doit comporter. Dans ces
pays, il importe de communiquer
ces précisions en interne car ces
difficultés ne se posent pas au
niveau de la police et de la douane
mais au sein d'institutions telles
que les hôpitaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Staf Neel aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
"de elektronische aangifte van winkeldiefstallen en de instelling van een databank voor veelplegers"
(nr. 11842)
06 Question de M. Staf Neel au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la déclaration
électronique des vols à l'étalage et la mise en place d'une base de données contenant les
multirécidivistes" (n° 11842)
06.01 Staf Neel (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het magazine van Unizo van 19 mei laatstleden las ik dat
de vereniging tevreden is met de belofte van de minister om werk te
maken van twee recente Unizo-voorstellen voor meer veiligheid in
winkels.
Het Unizo-actieplan winkelveiligheid lanceerde het idee van het
eenvoudig en uniform elektronisch aangifteformulier voor
winkeldiefstallen. Dit voorstel werd eveneens door mijn partijgenoot
Gerolf Annemans recent als wetsvoorstel naar voor gebracht. Uit
onderzoek bij driehonderd ondernemers bleek immers dat 57%
zelden of nooit aangifte doet van winkeldiefstallen wegens de
omslachtige procedure en geringe opvolging. Dit schept een
vertekend beeld van de omvang van het fenomeen. Zo kan het door
de overheid gevoerde veiligheids- en preventiebeleid het aantal
winkeldiefstallen onmogelijk doeltreffend beteugelen. Een eenvoudig
in te vullen elektronisch aangifteformulier zal in elk geval de
aangiftebereidheid vergroten.
Tevens wenst Unizo ook een databank voor veelplegers, waarvan in
Engeland en Nederland al varianten bestaan. Dergelijke databank kan
gekoppeld worden aan een winkelverbod voor recidivisten.
Elektronisch aangifteformulier, databank en alle informatie voor
aspecten van winkelcriminaliteit moeten terug te vinden zijn op een
website, www.stopdewinkeldief.be. Volgens Unizo liet de minister de
vereniging weten de haalbaarheid van dergelijke databank te
onderzoeken en alvast werk te maken van een elektronisch
aangifteformulier en de vereenvoudiging van de verhoogde fiscale
aftrek voor veiligheidsinvesteringen. Natuurlijk is Unizo tevreden met
de engagementen, maar er wordt een concrete timing gevraagd. Zo
moet het elektronisch aangifteformulier voor het zomerreces kunnen
werken, aldus Unizo.
Mag ik van u vernemen of u deze datum zult halen? Zo nee, waarom
niet? Wat zijn de moeilijkheden voor het mogelijke uitstel? Hoe zal het
winkelverbod voor recidivisten worden ingesteld? Is dit op basis van
foto's? Is dit op basis van het vertoon van de identiteitskaart? Tegen
welke datum meent u over een operationele databank te kunnen
beschikken?
06.01 Staf Neel (Vlaams Belang):
Le ministre s'est engagé à mettre
en oeuvre la proposition de l'Unizo
relative à un formulaire de
déclaration électronique clair et
uniforme pour les vols à l'étalage.
Une enquête a montré que 57%
des entrepreneurs ne déposent
que rarement, voire jamais, de
déclaration parce qu'ils jugent la
procédure trop complexe et le
suivi limité. Par conséquent,
l'image que nous avons du
phénomène est tronquée et il est
difficile de mener une politique
efficace.
L'Unizo demande également la
création d'une banque de données
contenant les multirécidivistes,
associée à une interdiction
d'accès aux magasins pour ces
derniers. L'organisation veut par
ailleurs que toutes les informations
figurent sur un seul et même site.
Le ministre veut examiner la
faisabilité d'une telle banque de
données, mettre en oeuvre le
formulaire de déclaration
électronique et simplifier la
déduction fiscale accrue pour les
investissements de sécurité.
Disposerons-nous, comme le
demande l'Unizo, d'un formulaire
de déclaration électronique avant
les vacances d'été? Une
interdiction d'accès aux magasins
entrera-t-elle en vigueur pour les
récidivistes sur la base de photos
ou sur présentation de la carte
d'identité? Quand la banque de
données opérationnelle sera-t-elle
au point?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, momenteel
analyseert de FOD Binnenlandse Zaken de resultaten van het
marktonderzoek dat bij zelfstandige ondernemers werd uitgevoerd
met betrekking tot hun veiligheid. Ik ga trouwens dezer dagen
opnieuw met de organisaties rond de tafel zitten.
De resultaten van dit onderzoek zijn een belangrijk gegeven voor de
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Le SPF Intérieur examine
actuellement les résultats de
l'étude de marché relative à la
sécurité dans les commerces
indépendants. Je rencontre
prochainement à nouveau les
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
finalisering van een afsprakennota inzake de aanpak van
winkelcriminaliteit. In het actieplan wordt voorzien in een uniforme
elektronische aangifte van kleine criminaliteit zoals, onder meer, de
winkeldiefstallen. Dit initiatief werd goedgekeurd op de Ministerraad
van 28 april jongstleden en voor 2006 werd daarvoor een budget van
440.000 euro vrijgemaakt. Aan de bevoegde diensten werd nu
opdracht gegeven te starten met de ontwikkeling van de
noodzakelijke informaticatoepassing. Voor de uitwerking werd een
minimumtermijn van zes maanden vooropgesteld.
De informatica heeft haar mogelijkheden, maar kent ook haar
begrenzingen. Als het systeem start, wil ik dat het ook optimaal kan
functioneren. Het is dus niet mogelijk om het elektronische
aangifteformulier reeds voor het zomerreces in werking te laten
treden.
Wat een databank voor de veelplegers betreft, zal de haalbaarheid
goed moeten worden onderzocht. In het raam hiervan zal aan de
Privacycommissie een principieel advies moeten gevraagd worden
over de mogelijkheden van zo'n databank en daaraan gekoppeld de
invoering van het zogenaamde winkelverbod. Er moet altijd een
evenwicht bestaan tussen veiligheid en privacy. Beide hebben hun
rechten. Vandaar het belang van een advies van de
Privacycommissie.
Ik zou ook willen verwijzen naar het antwoord dat collega Onkelinx
heeft gegeven op een vraag waarin zij refereert aan de wet op de
verwerking van de persoonsgegevens.
Tot daar mijn concrete antwoorden op uw vragen.
organisations. Les résultats de
l'enquête sont importants pour la
finalisation d'un accord écrit relatif
à la lutte contre la criminalité dans
les commerces. Le plan d'action
prévoit une déclaration
électronique uniforme pour la
petite criminalité, dont les vols à
l'étalage. Le Conseil des ministres
du 28 avril a décidé d'engager
440.000 euros à cet effet en 2006.
Les services compétents ont été
chargés de développer
l'application informatique
indispensable. Un délai de
minimum six mois sera nécessaire
pour l'élaboration du système
étant donné que celui-ci doit
fonctionner de manière optimale.
Le formulaire de déclaration
électronique ne sera dès lors pas
disponible avant les vacances
d'été.
La faisabilité d'une banque de
données de multirécidivistes doit
faire l'objet d'une étude
approfondie. L'avis de la
commission de la protection de la
vie privée aura toute son
importance. Dans sa réponse à la
question n° 11.011, la ministre de
la Justice se réfère à la loi relative
à la protection de la vie privée à
l'égard des traitements de
données à caractère personnel.
06.03 Staf Neel (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
heer minister voor zijn antwoord.
Mijnheer de minister, spijtig genoeg zal de vooropgestelde termijn niet
gehaald worden. Mensen vroegen het vóór het zomerreces.
Anderzijds zou ik toch willen voorstellen dat uw mensen die instaan
voor de ontwikkeling van de computers toch eens zouden kijken wat
Nederland en Engeland doen. Dan zou het misschien veel sneller
gaan.
06.03 Staf Neel (Vlaams Belang):
Malheureusement, le délai prévu
ne sera pas respecté. Je propose
que les experts en informatique se
penchent sur les applications telles
qu'elles fonctionnent actuellement
aux Pays-Bas et en Angleterre.
06.04 Minister Patrick Dewael: Ik heb de bedoeling om, indien
mogelijk, nog voor het reces met de zelfstandigenorganisaties naar
Nederland te gaan om daar een werkbezoek af te leggen.
06.04 Patrick Dewael, ministre:
Je souhaiterais dans la mesure du
possible effectuer avant les
vacances d'été une visite de travail
aux Pays-Bas, en compagnie de
représentants des organisations
d'indépendants.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
07 Question de Mme Annick Saudoyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
données relatives aux plaques d'immatriculation dans le cadre du traité de Prüm" (n° 11860)
07 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de informatie over nummerplaten in het kader van het verdrag van Prüm" (nr. 11860)
07.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'année dernière, je vous avais interrogé sur la banque de
données relative aux plaques d'immatriculation communes au
Benelux, à la France, l'Allemagne, l'Espagne et l'Autriche. Cette
banque de données est organisée dans le cadre du Traité de Prüm.
Ce traité, signé le 27 mai 2005, vise à intensifier l'échange
d'informations dans le but, entre autres, de lutter contre la criminalité
transfrontalière. Je reste particulièrement attentive à ce sujet
notamment en ce qui concerne les accidents de la route dans
lesquels sont impliqués des véhicules étrangers, aussi bien à travers
le pays que dans les régions transfrontalières.
J'ai lu récemment dans la presse que 942 accidents impliquant des
poids lourds se sont produits sur nos routes en 2004. Dans 42% de
ces accidents les chauffeurs n'étaient pas belges. Les statistiques
2004 permettent également de se rendre compte que les accidents
impliquant des chauffeurs étrangers font 40% des victimes de la
route, presque une victime sur deux.
Les véhicules immatriculés à l'étranger doivent pouvoir être
clairement identifiés par nos services de police au même titre que les
véhicules belges. Cette collaboration au niveau européen m'apparaît
indispensable pour interpeller les auteurs d'accidents avec délit de
fuite, les conducteurs en excès de vitesse et les auteurs d'autres
infractions perturbant le trafic et nuisant à la sécurité générale sur la
voie publique.
Monsieur le ministre, la consultation directe des registres nationaux,
notamment des données relatives aux plaques d'immatriculation est-
elle déjà effective en Belgique? Si oui, quelles sont les premières
conclusions qu'on peut tirer de cette expérience? À quel stade se
trouve la ratification de ce Traité de Prüm?
07.01 Annick Saudoyer (PS):
Vorig jaar ondervroeg ik u naar de
databank van nummerplaten die in
het kader van het verdrag van
Prüm werd opgezet. Dat verdrag
bevat afspraken over een
intensievere uitwisseling van
gegevens, onder meer met het
oog op de bestrijding van de
grensoverschrijdende criminaliteit.
Ik vernam uit de pers dat er zich in
ons land in 2004 942 ongevallen
met vrachtwagens hebben
voorgedaan. In 42 procent van de
gevallen ging het om buitenlandse
chauffeurs. Samenwerking op
Europees niveau lijkt mij
onontbeerlijk, onder meer om
chauffeurs die vluchtmisdrijf
plegen en snelheidsovertreders op
te pakken. Kunnen de
rijksregisters in België al
rechtstreeks geraadpleegd
worden? Wat zijn de eerste
conclusies van dit experiment? In
welk stadium verkeert de ratificatie
van het verdrag van Prüm?
07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame
Saudoyer, la consultation automatisée directe de données provenant
des registres des plaques d'immatriculation, telle que prévue par le
Traité de Prüm, n'est actuellement pas encore possible. Un groupe de
travail technique, composé de représentants de sept parties
contractantes met, en ce moment, la dernière main aux modalités
pratiques de la consultation. On s'attend à ce que le système soit au
point en automne.
Le projet de loi portant approbation du traité est inscrit à l'agenda de
la commission Affaires étrangères du Sénat d'aujourd'hui. J'ai, en
effet, demandé le traitement parlementaire urgent afin que la
procédure de ratification puisse encore être achevée avant les
vacances d'été.
07.02 Minister Patrick Dewael:
Het is momenteel nog niet
mogelijk om de gegevens uit de
registers van de nummerplaten
rechtstreeks en geautomatiseerd,
zoals bepaald in het verdrag van
Prüm, te raadplegen. Een
technische werkgroep legt de
laatste hand aan de praktische
modaliteiten van de raadpleging.
Tegen de herfst moet het systeem
op punt staan.
Het wetsontwerp houdende
goedkeuring van dat verdrag wordt
heden door de Senaatscommissie
voor de Buitenlandse
Betrekkingen besproken en zou
nog voor het reces moeten
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
geratificeerd worden.
07.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, jamais deux sans trois! J'aurai donc l'occasion de vous
interroger une troisième fois sur la concrétisation du traité.
07.03 Annick Saudoyer (PS): Ik
zal u dus een derde keer kunnen
ondervragen over de concrete
toepassing van het verdrag.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: L'arrivée de M. Marinower est annoncée. Mme Verhaert n'est pas là non plus.
Par élégance, je vais attendre. Mais mon élégance a des limites.
08 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toenemende afschuiving van lasten naar de politiezones" (nr. 11946)
08 Question de M. Theo Kelchtermans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
transfert croissant de charges vers les zones de police" (n° 11946)
Monsieur le ministre, notre collègue attend que vous ayez fini votre aparté avec Mme Saudoyer.
08.01 Minister Patrick Dewael: Je vous prie de m'excuser. Mme
Saudoyer m'a bouleversé.
Le président: Elle vous a bouleversé? Ce n'est pas la première fois que cela arrive.
08.02 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag is drieledig en werd ingegeven door een aantal
politiezones uit de omgeving. De titel van mijn vraag is misschien iets
te beknopt en dekt niet helemaal de lading, maar het gaat toch ook
voor een deel over de afschuiving van lasten naar de politiezones.
Ten eerste, inzake de gebouwen. Heel wat gebouwen in de lokale
zones zijn eigendom van de federale overheid. Als de procedure niet
beëindigd is, beschouwt de federale overheid zich nog altijd als
eigenaar. Zij vraagt dan huur. Dat is logisch, vermits zij zich als
eigenaar beschouwt. Het groot onderhoud dat normaal gezien ten
laste van de eigenaar is, zoals lekkende daken, gebeurt echter niet.
De lokale zone is dan verplicht om zelf initiatief te nemen en de lasten
daarvan te dragen.
Men zegt mij dat, als het gebouw eenmaal wordt overgedragen, de
huur niet van de finale kostprijs wordt afgetrokken. De gedane kosten
die men in de plaats van de eigenaar heeft gedaan, worden ook niet
verrekend in een minprijs op de definitieve aankoopprijs. Ik vind dat
dit niet kan. Van twee zaken een. Ofwel is men eigenaar, ofwel is men
dat niet. Als men dat niet is, dragen de zones de lasten. Als de
federale overheid nog altijd eigenaar is en huur vraagt, moet zij ook
de lasten dragen. Het lijkt mij dan ook logisch dat de huurkosten bij de
overdracht van de definitieve prijs worden afgetrokken.
Ten tweede, de politiezones maakten mij ook attent op de recente
rondzendbrief. De politiezone waarvan ik zelf voorzitter ben, zegt dat
het hier om een genuanceerde verfijning gaat van de rondzendbrief
MFO2 van 2 augustus 2005. Deze verfijnt het solidariteitsmechanisme
tussen de politiezones inzake versterkingen van opdrachten van
bestuurlijke politie. Dat artikel 7.2 is intrigerend want er staat dat het
vervoer van het ter versterking gestuurde personeel ten laste is van
08.02 Theo Kelchtermans
(CD&V): Alors que de nombreuses
zones de police locale ne sont
toujours pas propriétaires de leurs
bâtiments, l'autorité fédérale
répercute les frais afférents au
gros entretien sur les zones. Il est
inacceptable que l'autorité
publique, qui est propriétaire de
ces bâtiments, n'en supporte pas
les charges. Il n'est pas non plus
logique que, lors du transfert
effectif du bâtiment, le loyer ne soit
pas déduit du prix définitif.
Une circulaire du 2 août 2005
affine le mécanisme de solidarité
entre les zones de police en
matière de renforts pour des
missions de police administrative.
Conformément à l'article 7, 2,
chaque zone de police est tenue
de se procurer des véhicules
spécifiques pour des missions
extraordinaires, ce qui relève en
fait de la mission de coordination
du DirCo.
On dit que le fonds de la sécurité
routière sera restructuré. S'agit-il
de simples rumeurs? La zone de
police devrait être autorisée, en
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
de politiezones die de versterking levert, ongeacht een specifiek
akkoord met de versterkte politiezone. Dit wordt dus van bovenuit
opgelegd, om geen discussies te vermijden, neem ik aan. Mij lijkt het
in dit geval logischer, als een politiezone een andere komt versterken,
dat de Dirco, die daarin altijd een voorbereidend overleg heeft
gevoerd, ook de beslissing neemt.
Het lijkt mij logischer, en dat is geen afwenden van, dat de Dirco een
logistiek park ter beschikking heeft waaruit vervoersmiddelen ter
beschikking kunnen worden gesteld voor de capaciteit die de zone
opeist. Dat lijkt mij logisch. Nu moeten al die politiezones immers over
die vervoersmiddelen beschikken voor de uitzonderlijke gevallen
waarbij zij een aantal opdrachten ter versterking moeten vervullen. Zij
hebben die niet en moeten dus een aantal voertuigen aankopen die,
zoals u zult zien, op het eind van het jaar weinig kilometers zullen
hebben afgelegd en waarvoor men toch kosten heeft gemaakt. Dat
lijkt mij niet logisch, zeker niet als men het vanuit het oogpunt van de
coördinatie door Dirco bekijkt.
Een laatste bemerking betreft de geruchten die in het roddelcircuit van
de politiezones circuleren en waaromtrent ik van u graag wat
verheldering krijg. Naar verluidt zou het Verkeersveiligheidsfonds
worden geherstructureerd. Iedereen houdt dan zijn hart vast, want dat
wil zeggen dat er meer naar boven dan naar beneden zal gaan.
Bestaat die intentie inderdaad? U hoeft daarop niet te antwoorden,
maar ik neem aan dat u zo vriendelijk zult zijn om dat recht te zetten.
Wat het gebruik van de middelen betreft, hoor ik in discussies vaak
wat frustratie doorklinken. Er wordt van bovenuit bevoogd wat precies
mag en wat niet. Dit zou nogal arbitrair zijn en ik hoor dat sommige
zones wat meer clementie krijgen bij het voorstel van toewijzing van
middelen dan andere zones.
Persoonlijk meen ik dat men een volwassen houding zou moeten
aannemen en dat de politiezone, met het politiecollege en vooral de
politieraad waar men toch de bewaking kan doen, een aantal grote
lijnen uitzet. Voor het overige zou die politiezone zelf autonoom de
middelen moeten kunnen vastleggen in overleg met een aantal lokale
besturen waar ook een deel van de pot in grote lijnen ter beschikking
kan worden gesteld, om in de gemeenteraad op dat vlak bijvoorbeeld
wat preventieacties te organiseren.
concertation avec les
administrations locales, à décider
de l'affectation des moyens.
08.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, dat zijn heel
wat vragen. Zij vragen natuurlijk een uitvoerig antwoord.
Eerst en vooral, wat de geruchten, zeker de wilde geruchten aangaat,
is er natuurlijk maar een adres: de laatste bladzijden van het
weekblad Knack. Ik kan u misschien daarnaar verwijzen, mijnheer
Kelchtermans. Men gelieve dit trouwens als een gekheid te notuleren
want anders krijg ik nog problemen.
Eerst en vooral wil ik het volgende zeggen. Ik ben het niet helemaal
eens met een zekere teneur u hebt die zelf al wat genuanceerd toen
u de vraag stelde als zou de federale regering haar financiële lasten
systematisch en eenzijdig afschuiven op de politiezones. Ik kan u
onmiddellijk een aantal voorbeelden geven van het omgekeerde,
bijvoorbeeld de tenlasteneming door de federale regering van de
bestaffing van de CIC's, de indeplaatsstelling van het interventiekorps,
08.03 Patrick Dewael, ministre:
Je n'approuve pas le principe
suivant lequel le gouvernement
fédéral fait supporter
systématiquement ses charges
financières par les zones de
police. Depuis 2004, le fonds de la
sécurité routière a donné aux
zones de police une réelle
impulsion financière en matière de
sécurité routière. Lors de visites
de travail, il m'a été confirmé que
le mécanisme actuel de
financement est tout à fait
suffisant pour la plupart des
zones.
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
het Veiligheidskorps, en ook het Verkeersveiligheidsfonds. Ik zal daar
straks nog op terugkomen. Dat heeft de politiezones toch een
serieuze bijkomende financiële impuls gegeven op het vlak van
verkeersveiligheid.
Bij mijn bezoeken die ik regelmatig afleg bij de politiezones wordt mij
toch meer en meer bevestigd dat het huidige
financieringsmechanisme voldoende is. Wij hebben in deze
commissie reeds gediscussieerd, - enkele dagen geleden nog - over
de zogenaamde KUL-norm die nadien nog een paar keer is
gecorrigeerd, na overleg met de steden en gemeenten. Het lijkt mij
dat die financiering voldoende is. Volgens een aantal zones is de
financiering zelfs ruimschoots voldoende om de behoeften te dekken.
Wat de gebouwen betreft, zou ik willen opmerken - niet om u
wandelen te sturen - dat de minister van Financiën via de Regie der
Gebouwen daar een belangrijke bevoegdheid in draagt; eigenlijk dé
bevoegdheid draagt.
Misschien toch de volgende toelichting. Bij de bepaling van de
huurprijzen door de aankoopcomités werd er rekening mee gehouden
dat de politiezones het eigenaarsonderhoud voor hun rekening
moeten nemen. Het gaat vooral over contracten met een beperkte
termijn waarbij de politiezone die de overdracht van een gebouw
geweigerd heeft dit tijdelijk toch nog blijft bezetten in afwachting dat
een andere en definitieve verblijfplaats wordt gevonden. In die context
werd bepaald dat de Regie der Gebouwen, de verhuurder, slechts de
allernoodzakelijkste instandhoudingwerken en veiligheidswerken mag
uitvoeren. Daarvoor wil ik verwijzen naar artikel 3 van het koninklijk
besluit van 9 november 2003 tot regeling van de overdracht van
gebouwen.
De geweigerde gebouwen die zijn bestemd voor de verkoop op korte
termijn blijven dus niet ten laste van de federale overheid. Het is,
meen ik, niet zinvol dat de Staat voor de korte periode waarin hij aan
een zone toelaat dat gebouw nog tijdelijk te blijven bezetten, verdere
onkosten op zich zou blijven nemen vermits de gebouwen te koop
worden aangeboden in de staat waarin zij zich bevinden.
In deze regeling neemt de Regie der Gebouwen derhalve de grote
eigenaarskosten ten laste. Het betreft met name de eigenaarswerken
die raken aan de stabiliteit van de constructie zoals onder meer het
vervangen van daken en werken aan de dragende
structuurelementen.
Blijft de politie het gebouw tijdelijk bezetten, dan wordt er zoals
gezegd bij de berekening van de huurprijs rekening mee gehouden
dat de Regie geen eigenaarsonderhoud ten laste neemt buiten die
allernoodzakelijkste werken en dat de politiezone indien gewenst dat
onderhoud zelf voor haar rekening moet nemen.
Voorbeelden van eigenaarsonderhoud dat door de zone zelf moet
worden uitgevoerd, zijn onder meer alle herstellingen die niet te wijten
zijn aan een fout van de huurder zoals herstellingen aan de
verwarmingsinstallatie, aan de elektrische installatie, het vervangen
van gebroken ruiten.
Een groot deel van de zones heeft zich akkoord kunnen verklaren met
En ce qui concerne l'observation
émise au sujet des bâtiments, je
vous invite à interroger le ministre
des Finances. Lorsque les comités
d'acquisition ont fixé les loyers, il a
bien été tenu compte du fait que
les zones de police doivent
satisfaire à l'obligation d'entretien
incombant à tout propriétaire.
Dans ce contexte, il a été décidé
que la Régie des Bâtiments ne
devrait effectuer que les travaux
d'entretien et de sécurité les plus
indispensables. Les bâtiments
refusés sont destinés à être
vendus à court terme et, par
conséquent, il n'est pas judicieux
que l'État assume encore d'autres
frais généraux pour ces bâtiments.
Si une zone de police continue à
occuper temporairement un
bâtiment, la Régie des Bâtiments
n'honorera plus son obligation
d'entretien concernant ce
bâtiment, en dehors des travaux
les plus nécessaires. Dans cette
hypothèse, la zone de police
assumera elle-même cet entretien.
Une grande partie des zones de
police a déclaré souscrire à cet
arrangement.
Dans votre deuxième question,
vous oubliez que la directive
relative à l'HyCap a permis de
réduire la charge HyCap pour les
zones. La règle de base selon
laquelle le transport du personnel
pour l'HyCap est à charge de la
zone de police qui fournit le
renfort, n'est pas nouvelle. Chaque
DirCo met à disposition des
véhicules spécialement équipés à
cet effet. Les frais de carburant
pour l'utilisation de ces véhicules
sont couverts par le budget
"fonctionnement intégré et appui"
de la police fédérale. Les Iveco
actuels de la police fédérale seront
remplacés par de nouveaux
véhicules pour lesquels le
conducteur ne devra plus être en
possession d'un permis de
conduire C. En outre, les zones de
police sont libres d'acheter de tels
véhicules pour le maintien de
l'ordre public.
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
deze voorwaarden en betaalt op regelmatige wijze de huurprijs.
Ten tweede, wat de MFO2-Hycap betreft, gaat u, mijns inziens, voor
een stuk voorbij het gegeven dat deze van augustus 2005 daterende
richtlijn ervoor gezorgd heeft dat was ook de doelstelling dat er
door de zones minder Hycap moet worden geleverd. Het was de
finaliteit van de aanpassing. Dat blijkt ook uit de verslagen van de
algemene inspectie en de permanente begeleidingscommissie. Wat
uw specifieke vraag aangaat, de principiële regel dat het vervoer van
personeel voor Hycap ten laste valt van de zone die de versterking
levert, is niet nieuw. Ik heb ook al geantwoord op voorgaande
parlementaire vragen in dat verband van de heren Peeters en
Anthuenis.
Elke Dirco stelt specifiek uitgeruste voertuigen ter beschikking voor
het vervoer van Hycap-personeel en het personeel van het
interventiekorps. Tevens kunnen de politiezones via de Dirco
beschikken over specifieke voertuigen, Hycap-voertuigen, voor het
vervoer van een pelotonscommandant en van administratief
aangehouden personen.
Ten derde, de kost van de brandstoffen voor het gebruik van die
voertuigen wordt gedragen door het budget "geïntegreerde werking en
steun" van de federale politie. In principe worden deze voertuigen
enkel gebruikt voor ordediensten voetbal en voor andere
ordediensten, wanneer er wordt gevreesd voor incidenten. In alle
overige gevallen maken de zones gebruik van eigen voertuigen die
niet specifiek uitgerust moeten zijn voor zware ordediensten.
De huidige Iveco's van de federale politie zullen worden vervangen
door nieuwe Hycap-wagens, waarvoor de bestuurder niet meer zal
moeten beschikken over een rijbewijs C. Het zal bovendien voor de
politiezones ook mogelijk zijn om dergelijke wagens voor de openbare
orde aan te kopen.
Het Verkeersveiligheidsfonds behoort tot de bevoegdheid van mijn
collega van Mobiliteit, Landuyt. Het ministerieel besluit en de
rondzendbrief waarin de bedragen per zone en de te volgen
procedure worden bekendgemaakt, worden eerstdaags gepubliceerd.
Dit jaar zijn de middelen, tegenover 2005, substantieel toegenomen.
Ook in de pers werd de voorbije dagen daarvan melding gemaakt. De
bestedingscriteria waren in het begin heel stringent en werden
opgelegd door de FOD Mobiliteit. Die regeling werd ondertussen op
mijn verzoek versoepeld. Er is nu veel meer mogelijk qua besteding
en aanwending, zolang er een link is met de verkeersveiligheid. Dat is
de bestaansreden van het Fonds. In het verleden heb ik al de
voorbeelden gegeven die het nu mogelijk maken om effectief nieuwe
zaken vanuit het Fonds te financieren, terwijl dit vroeger niet mocht. Ik
meen dat het politiecollege hier een rol te spelen heeft. Elke
politiezone moet immers een actieplan verkeersveiligheid indienen om
middelen uit het Fonds te kunnen krijgen. Het is aan de voorzitter van
het college om hierover de korpschef ter verantwoording te roepen.
Het actieplan past ook in de uitvoering van de zonale
veiligheidsplannen die besproken
worden in de zonale
veiligheidsraad.
Wat een eventuele herstructurering betreft, kan ik u alleen maar
zeggen dat zijn de geruchten dat hierover al verschillende keren
Votre question relative au fonds de
la sécurité routière relève avant
tout de la compétence de mon
collègue de la Mobilité. Je puis
simplement vous dire que l'arrêté
ministériel et la circulaire seront
publiés prochainement. Les
moyens ont encore été augmentés
cette année par rapport à l'an
dernier. Les critères d'affectation
ont été assouplis et il existe donc
un large éventail de possibilités à
ce niveau pour autant qu'il y ait un
rapport avec la sécurité routière.
Le collège de police a son rôle à
jouer à cet égard. Chaque zone de
police doit introduire un plan
d'action pour la sécurité routière
pour pouvoir bénéficier des
moyens du fonds. Ce plan d'action
s'inscrit dans le cadre de
l'exécution des plans de sécurité
zonaux. La question d'une
éventuelle restructuration a été
soulevée lors d'une réunion du
Comité de concertation au cours
de laquelle le gouvernement
flamand a insisté pour obtenir une
implication accrue et d'autres clés
de répartition. Tant que cette
question n'aura pas fait l'objet
d'une décision politique, il ne s'agit
que de rumeurs.
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
gesproken werd in het Overlegcomité. Het is de Vlaamse regering die
aandringt op meer betrokkenheid en op andere verdeelsleutels.
Collega Landuyt leidt de werkzaamheden tussen het federale niveau
en de verschillende Gewesten en Gemeenschappen. Er bestaat een
werkgroep. Zolang er geen definitieve politieke beslissing is, gaat het
voorlopig alleen maar over geruchten.
08.04 Theo Kelchtermans (CD&V): Ik heb geen echte repliek. Het is
een uitgebreid antwoord. Indien ik het zou kunnen bekomen, kan ik
het ook eens laten bekijken.
Ten tweede, toch nog een opmerking. Mijnheer de minister, ik weet
dat het de bevoegdheid is van de Regie van de Gebouwen maar het
zijn uw korpsen bij wijze van spreken. In die zin denk ik dat u toch de
woordvoerder moet zijn binnen de regering
U hebt gezegd hoe de administratie van de Dienst van de gebouwen
zou moeten zijn, maar zo is het op het terrein niet. Het gebeurt
allemaal zo traag, aan schildpadsnelheid. Er wordt nauwelijks
geantwoord op vragen die men daaromtrent stelt. Wat dat betreft, is
de frustratie van de verantwoordelijken die zich met de problematiek
van de overdracht van de gebouwen op het lokale niveau van de
politiezone bezighouden, bijzonder groot. Ik denk dat dit even moet
gemeld worden aan de minister van Financiën. Ik neem aan dat zijn
instructies zeer duidelijk zijn maar de uitvoering is lamentabel.
08.04 Theo Kelchtermans
(CD&V): Le ministre nous a
expliqué comment les choses
devraient se produire en théorie,
mais, sur le terrain, il n'en va pas
ainsi. Les lenteurs sont trop
importantes. Cette situation
provoque une grande frustration
chez ceux qui sont responsables
de la cession des bâtiments. Je
crois qu'il faut signaler le problème
au ministre des Finances. Je
présume que ses instructions sont
claires, mais leur exécution est
lamentable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de stand van zaken met betrekking tot de permanente bewoning van
weekendhuisjes" (nr. 11920)
09 Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'état du
dossier de l'occupation permanente des résidences de week-end" (n° 11920)
09.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer voorzitter, mijnheer de
minister, ik kom even terug op de problematiek van de permanente
bewoning van weekendhuisjes. Zoals u misschien weet kom ik uit een
regio waar er nogal wat van die weekendhuisjes staan. Ik heb u
daarover een tijdje geleden al een vraag gesteld, naar aanleiding van
een rondzendbrief die u had rondgestuurd. In die brief werden de
gemeenten herinnerd aan de mogelijkheden die ze hebben om op te
treden tegen de permanente bewoning van weekendhuisjes.
In uw antwoord zei u toen dat indien de gemeente niet optreedt en de
bewoners niet inlicht, de voorlopige inschrijving definitief
gelijkgeschakeld wordt met een inschrijving in een gewone woning.
Dat betekent dan dat de bewoners gemeentebelasting zouden
moeten betalen. Het zou hen ook verplichten om een stem uit te
brengen in die gemeente. We zijn nu een paar maanden later en ik
neem aan dat u misschien al een evaluatie hebt kunnen maken van
de effecten van de rondzendbrief. Daarom heb ik een aantal vragen.
Hebt u dat al kunnen doen? Zijn daar al resultaten van bekend?
Hoeveel gemeenten hebben gereageerd na het rondsturen van deze
brief? Zijn er eventueel ook sancties voorzien voor gemeenten die niet
coöperatief zijn en door wie de bewoners niet geïnformeerd werden?
Hoeveel bevolkingsgeschillen heeft uw administratie reeds beslecht in
09.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
J'ai déjà posé, à propos d'une
circulaire du ministre, une question
sur l'occupation permanente de
résidences de week-end. A
l'époque, le ministre avait indiqué
que si la commune n'intervient pas
et n'informe pas les occupants,
l'inscription provisoire est
définitivement assimilée à
l'inscription dans une habitation
normale. Par conséquent, les
occupants seraient tenus de
verser la taxe communale et de
participer aux élections dans la
commune.
J'imagine que le ministre a pu
procéder à une évaluation des
effets de la circulaire. Les résultats
de cette évaluation sont-ils
connus? A-t-il aussi été prévu, le
cas échéant, de sanctionner les
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
verband met die permanente bewoning van weekendhuisjes sinds de
rondzendbrief? Hebt u eventueel al overleg gepleegd met uw
Vlaamse collega's terzake? Ligt, om een adequate oplossing te
zoeken voor de ruimtelijke en sociale problemen van bepaalde
weekendverblijven, mogelijks een oplossing het is een open vraag
in een andere definiëring van de zones waarin sommige
weekendverblijven gelegen zijn?
communes qui ne coopèrent pas
et qui n'informent pas les
occupants? Le ministre s'est-il
concerté avec ses collègues
flamands? Une redéfinition des
zones où sont établies certaines
résidences de week-end pourrait-
elle contribuer à une solution?
09.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
circulaire met betrekking tot de voorlopige inschrijving in de
bevolkingsregisters werd naar de gemeenten verstuurd op 15 maart
jongstleden. Op 18 mei werd die circulaire ook in het Belgisch
Staatsblad bekendgemaakt en vervolgens vermeld op de website van
het Rijksregister. Burgers kunnen dus eveneens worden
geïnformeerd of worden eveneens geïnformeerd. Er werden slechts
weinig relevante reacties ontvangen. Op dit ogenblik is het nog te
vroeg om tot een evaluatie over te gaan.
Ten tweede, de circulaire van 15 maart maakt geen melding van
sancties tegen onwillige gemeenten. Ik heb geen reden om aan de
goede medewerking van de gemeenten te twijfelen. Het is volgens mij
ook juridisch-technisch onmogelijk om die sancties op te leggen in
een circulaire.
Ten derde, er werd beslist dat de procedure pas in werking zou treden
op 28 mei 2006. Dat is tien dagen na de publicatie in het Belgisch
Staatsblad. Sinds deze datum werden nog geen geschillen beslecht.
Ten slotte, er is reeds vrij veel overleg geweest tussen mijn diensten
en die van de bevoegde collega's uit de Gewesten. Het is echter
alleen de gewestminister die een bepaalde zone kan herdefiniëren in
het kader van het woonbeleid. Daar moet ik natuurlijk wel rekening
mee houden.
09.02 Patrick Dewael, ministre:
La circulaire relative à l'inscription
provisoire aux registres de la
population a été envoyée aux
communes le 15 mars dernier. Le
18 mai, elle a été publiée au
Moniteur belge puis sur le site web
du Registre national. Il n'y a guère
eu de réactions pertinentes. Pour
l'heure, il est encore trop tôt pour
procéder à une évaluation.
La circulaire ne fait pas état de
sanctions à l'égard des communes
rétives. Je n'ai aucune raison de
douter de la volonté des
communes de collaborer. J'estime
également qu'il est impossible
d'imposer ces sanctions par le
biais d'une circulaire.
Il avait été décidé que la
procédure n'entrerait pas en
vigueur avant le 28 mai 2006.
Depuis cette date, aucun litige n'a
encore été tranché.
Mes services et ceux de mes
collègues des Régions
compétents en la matière se sont
déjà longuement concertés.
Cependant, seul le ministre
régional peut redéfinir une zone
donnée dans le cadre de la
politique du logement.
09.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik merk dat ik
op tijd ben met mijn opmerking. Ik neem aan dat u, sinds de
rondzendbrief en de werking ervan, een evaluatie zult maken. Hebt u
enig idee wanneer dat zal gebeuren?
09.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Je présume que le ministre
procédera à une évaluation. Peut-il
préciser quand cette évaluation
aura lieu?
09.04 Minister Patrick Dewael: Dat zal een beetje afhangen van de
gegevens die binnenkomen. Ik verwacht nu wel dat er in de komende
maanden maar het is moeilijk om daar een precieze timing bij te
hanteren reactiegegevens zullen binnenkomen. Ik meen dat toch
niet te kunnen doen voor het einde van dit jaar. Dat lijkt me toch wel
een noodzakelijke periode om tot een eerste evaluatiemoment over te
gaan. Ik ben ervan overtuigd dat u mij daaraan tijdig zult herinneren.
09.04 Patrick Dewael, ministre:
Je pense que ce ne sera pas
avant la fin de cette année.
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
09.05 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Dat zal ik zeker doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 11944 van de heer Van den Bergh wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
10 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de militairen tewerkgesteld bij de politiezones" (nr. 11958)
10 Question de Mme Ingrid Meeus au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les militaires
10.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorig jaar hebt u met de minister van Landsverdediging een
protocolakkoord gesloten waardoor bij wijze van proefproject 250
plaatsen in de politiezones ter beschikking worden gesteld aan
militairen. De bedoeling was dat de militairen administratieve en
logistieke functies zouden uitoefenen, waardoor de politieagenten
meer op het veld actief zouden kunnen zijn voor het echte politiewerk.
Dat is een goede zaak, want de bevolking vraagt meer blauw op
straat en daar speelt u heel goed op in.
Momenteel hebben achttien politiezones zich ingeschreven voor dit
proefproject. Elf politiezones nemen een afwachtende houding aan.
Zeven politiezones zijn actief voor 136 functies waarvan er 79 door
militairen werden ingenomen. Negen militairen hebben hetzij
gedwongen, hetzij vrijwillig afgehaakt. Momenteel zijn er van de 250
plaatsen dus 70 door militairen bezet.
Als maar een derde van die plaatsen door militairen wordt bezet, is
dat omdat er ongerustheid is, zowel bij de politiezones als bij de
militairen zelf over wat er verder gebeurt met dit project na dit jaar van
terbeschikkingstelling. Het protocolakkoord bepaalt dat het eerste jaar
de wedde integraal betaald wordt door Landsverdediging. Daarna en
mits positieve evaluatie, zou de wedde worden overgenomen door de
geïntegreerde politie. Ook het financieel statuut van de militair zou
dan ingeschakeld worden in het politiestatuut.
Veel van de ter beschikking gestelde militairen zijn momenteel wat
ongerust en maken zich zorgen over de financiële implicaties na het
jaar van terbeschikkingstelling. Volgens hen is het KB dat in de
overplaatsing van deze militairen naar de politiezones voorziet, nog
niet klaar en is er nog geen duidelijkheid over wie na het jaar van
terbeschikkingstelling de wedde van de gewezen militairen zou
uitbetalen.
Ik besef dat de vraag een beetje voorbarig is: uiteindelijk hebt u nog
zes maanden de tijd om dit alles in orde te brengen. Misschien kunt u
met het antwoord op mijn vraag toch enige ongerustheid bij de 70
momenteel tewerkgestelde militairen wegnemen, vandaar mijn
vragen.
Hebt u er enig zicht op wanneer het KB dat in de overplaatsing van
deze militairen naar de politiezones voorziet, zal zijn afgerond?
Kunt u enige duidelijkheid scheppen over de financiële implicaties na
het jaar van terbeschikkingstelling? Hebt u er al enig zicht op wie
10.01 Ingrid Meeus (VLD):
L'année dernière, les ministres de
la Défense et de l'Intérieur ont
conclu un protocole d'accord
prévoyant, à titre de projet pilote,
l'ouverture à d'anciens militaires
de 250 postes au sein des zones
de police. Actuellement, septante
militaires sont encore concernés
par ce projet.
Le protocole d'accord prévoit
qu'au cours de la première année,
les traitements des militaires mis à
disposition seront payés
intégralement par le département
de la Défense et qu'en cas
d'évaluation positive, la police
intégrée prendrait ces traitements
à sa charge et les insérerait dans
le nouveau statut de la police.
L'arrêté royal n'ayant toutefois pas
encore été promulgué, les
éventuelles implications
financières pour les militaires et
les zones de police après la
première année de mise en oeuvre
du projet pilote suscitent
l'inquiétude.
Quand l'arrêté royal réglant le
transfert de militaires vers les
zones de police sera-t-il prêt? Qui
paiera les traitements des
militaires après l'année de mise à
disposition et à quel budget
seront-ils imputés?
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
eventueel de wedden van deze militairen zal uitbetalen en hoe dat zal
gebeuren?
10.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik kan
bevestigen dat mijn collega, de heer Flahaut, en ikzelf op 22
november een protocolakkoord hebben gesloten. De bedoeling was
duidelijk om een aantal oudere militairen, 250 personen, in een eerste
fase over te plaatsen naar het administratieve en logistieke kader van
de politie.
Het protocolakkoord beoogt een dubbele finaliteit. Ten eerste, een
verjongingsoperatie van het Belgische leger. Ten tweede, goed
opgeleide mensen, die administratief werk met de nodige ervaring
kunnen overnemen, ter beschikking te stellen van de lokale politie.
Van bij het begin werd duidelijk gemaakt, zowel aan de lokale politie
als aan de militairen, dat het om een pilootproject gaat. Soms heeft
men wat moeite om de betekenis van het woord pilootproject te
vatten. Wij doen dus een experiment en evalueren na verloop van tijd
of dat al dan niet wordt voortgezet. Hier ging het om een testperiode
van een jaar. Gedurende dat jaar worden de militairen betaald door de
administratie van de heer Flahaut, dus door Landsverdediging.
De eerste resultaten werden goed bevonden. Zowel de militairen in
kwestie als de ontvangende zones lijken nogal tevreden over de hele
operatie. Het is nu nog wat vroeg om conclusies te trekken. Wij zijn
nog maar in de helft van de proefperiode. Ik denk dat verdere
beslissingen pas kunnen komen na de definitieve evaluatie.
Er is in se geen onmiddellijke nood aan een KB, want de wet van
15 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar
een openbare werkgever, in relatie ook met het protocol, voorziet in
de nodige statutaire overgangsmaatregelen. Er is dus een wet die
terzake is goedgekeurd.
Op het ogenblik van de overplaatsing zullen de militairen overgaan
naar het statuut van het administratief en logistiek personeel van de
politie.
Wat ik nogmaals wil beklemtonen, is dat het gaat om een
proefproject. Het moet duidelijk zijn dat nog een aantal zaken moet
worden besproken met de heer Flahaut. De financiering is daarbij
natuurlijk een belangrijk gegeven: de financiering van de militairen na
het eerste jaar proefdraaien, maar ook nog een aantal andere zaken
zoals hoeveel militairen kunnen overgaan, in welke periode, of dat kan
worden uitgebreid naar alle zones van het land, wanneer, enzovoort.
Een aantal pistes wordt op dit ogenblik dus bekeken, uitgepraat en
uitgediept. Het protocol voorziet er ook in dat de proefperiode
stilzwijgend kan worden verlengd. Er zijn dus nog tal van
mogelijkheden voorhanden. Laten wij dus niet overhaast te werk
gaan. Wij moeten dit goed evalueren. De opmaak van de begroting
van 2007 is ook een belangrijk moment om na te gaan hoe een en
ander kan worden gefinancierd. Projecten zijn natuurlijk goed, maar
de begroting moet ook toelaten om ze in de loop van het volgende
jaar te financieren. Definitief uitsluitsel daarover kan men alleen maar
krijgen op het ogenblik dat de begroting in het Parlement zal worden
ingediend.
10.02 Patrick Dewael, ministre:
Le 22 novembre 2005, le ministre
de la Défense et moi-même avons
conclu un protocole d'accord
autorisant le transfert de 250
militaires d'un certain âge en vue
de les réaffecter dans le cadre
administratif et logistique de la
police. L'idée de ce transfert était
double : d'une part, nous voulions
rajeunir l'armée belge, et, d'autre
part, nous voulions faire bénéficier
la police locale du soutien de
personnes bien formées. Dès le
départ, il a été dit clairement qu'il
s'agissait d'un projet pilote d'un an
et que la Défense continuerait à
payer les traitements tout au long
de cette année d'essai. Tant les
militaires que les zones de police
réagissent positivement à ce projet
pilote, mais je veux attendre
l'évaluation finale avant de
remettre un avis définitif.
Nous n'avons pas immédiatement
besoin d'un arrêté royal, dès lors
que la loi du 15 juillet 2005
contient les mesures transitoires à
mettre en oeuvre lorsque des
militaires sont transférés et entrent
au service d'un employeur public.
La question du financement des
traitements des militaires à l'issue
de la première année doit encore
être débattue avec le ministre de
la Défense, tout comme le nombre
de militaires susceptibles d'être
réaffectés et l'extension du projet
à toutes les zones de police. Il est
également possible que la période
d'essai soit simplement prorogée
tacitement. Nous devons attendre
l'évaluation finale et examiner les
implications budgétaires lors des
discussions sur le budget en
octobre prochain.
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
10.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, als ik het goed
begrepen heb, is men uiteindelijk volop bezig met een evaluatie van
het systeem. In oktober, na de begrotingsbesprekingen, kunnen
knopen worden doorgehakt over hoe het verder moet met het project.
10.03 Ingrid Meeus (VLD): Il
sera donc procédé à une
évaluation finale et, lors de la
discussion du budget en octobre,
certaines questions seront
tranchées. Cette réponse nous
satisfait.
10.04 Minister Patrick Dewael: Inderdaad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: L'interpellation n° 883 de M. De Crem a été reportée à demain, à sa demande. M. Muls
n'étant pas présent, nous passons à la question de Mme Schryvers.
11 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de herhaalde aanvragen op basis van artikel 9, 3
e
lid, van de
vreemdelingenwet" (nr. 12049)
11 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
demandes répétées sur la base de l'article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers" (n° 12049)
11.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, in het raam
van de bespreking over de wetsontwerpen inzake asiel en de Raad
van State hebt u, veertien dagen geleden, meegedeeld dat er op dit
moment 25.400 aanvragen op basis van artikel 9,3
e
van de
Vreemdelingenwet hangende zijn. Vorige week hebt u dat aantal
nader gepreciseerd en u hebt gezegd in antwoord op een vraag van
collega Lanjri dat het aantal eind april 24.819 bedroeg.
Ik heb daarbij nog de volgende vragen, mijnheer de minister.
Ten eerste, hebt u er intussen zicht op om hoeveel personen het gaat.
Met andere woorden: hoeveel mensen vertegenwoordigen die 24.819
aanvragen?
Ten tweede, weet u voor hoeveel van die 24.819 personen het om
een tweede, een derde of een vierde aanvraag gaat?
Ten derde, worden die tweede, derde en misschien zelfs vierde
aanvraag ik weet niet hoeveel keer sommige mensen zo'n aanvraag
doen prioritair afgehandeld of komen die gewoon in de rij, zoals
men dat zegt?
11.01
Katrien Schryvers
(CD&V): Le nombre de demandes
d'asile s'élevait à environ 24.800
fin avril. Combien de personnes
ces 24.800 demandes
représentent-elles? Dans combien
de cas s'agit-il d'une deuxième,
troisième ou quatrième demande?
Ces deuxièmes, troisièmes et
quatrièmes demandes sont-elles
traitées en priorité ou sont-elles
examinées comme les autres?
11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Schryvers, ik heb vorige week, meen ik, ook al meegedeeld dat DVZ
niet kan meedelen op hoeveel personen die aanvragen betrekking
hebben. Het is pas op het ogenblik dat een aanvraag wordt
beantwoord dat ook dat statistisch materiaal wordt verzameld.
In de toekomst, meen ik, zal dat wel beter kunnen. Ik meen dat er wel
wat nood is bij DVZ aan meer statistisch onderzoek. Dat alles is
natuurlijk een kwestie van de beschikbare mankracht en vrouwkracht.
Ik moet er u geen tekening bij maken, maar DVZ heeft heel wat
katten te geselen en alles wordt uiteraard ook met het oog op die
prioriteiten bekeken. Wat betreft de statistische verwerking van
gegevens, van aanvragen en dergelijke, kan het inderdaad zeker nog
11.02 Patrick Dewael, ministre:
Mon administration n'est pas en
mesure de communiquer le
nombre de personnes que
représentent ces 24.800
demandes. La collecte des
données statistiques n'a en effet
lieu qu'au moment où il est
répondu à une demande. Il n'y a
pas non plus de statistiques sur le
nombre de demandes répétées.
Le fait d'introduire une demande
n'implique pas un droit de séjour
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
beter.
Cijfers worden ook niet bijgehouden wat het aantal meervoudige
aanvragen betreft. Ik wijs er nogmaals op dat het indienen van een
aanvraag geen enkel verblijfsrecht doet ontstaan. De indiening van
meervoudige aanvragen zorgt voor een overbelasting van de
administratie, maar heeft geen invloed op de verblijfstatus van de
betrokken vreemdeling. Om het aantal dilatoire verzoeken af te
remmen werd in de wetsontwerpen bepaald dat elementen die reeds
werden aangebracht in een aanvraag, niet een tweede keer op nuttige
wijze kunnen worden aangehaald. Dus, indien het Parlement de
ontwerpen goedkeurt, kan de dienst Vreemdelingenzaken het
oneigenlijke gebruik van dat artikel veel beter tegengaan en dat is de
bedoeling.
Mijn diensten geven op dit moment voorrang aan de aanvragen die
prima facie tot een gunstige beslissing aanleiding kunnen geven. Als
het gaat om een onredelijk lange procedure bijvoorbeeld, kan men
eigenlijk een mathematische afweging maken op basis van de duurtijd
van de procedure, wat makkelijker zal zijn dan wanneer men op een
bepaald moment op basis van humanitaire omstandigheden moet
beoordelen. Daaraan wordt voorrang gegeven. Personen met een
heel goed onderbouwd dossier mogen, meen ik, niet het slachtoffer
zijn van het feit dat anderen de mogelijkheden die door de wetgever
worden geboden, misbruiken of oneigenlijk gebruiken.
et les demandes répétées n'ont
aucune influence sur le statut de
l'intéressé en matière de droit de
séjour. Dans le but de mettre un
frein à la pratique des demandes
purement dilatoires, le projet de loi
propose de ne plus accepter que
des éléments déjà invoqués pour
une demande puissent être
mentionnés une deuxième fois. Si
ce projet de loi est adopté, nous
disposerons d'un moyen de lutte
plus efficace contre le recours
abusif à l'article 9 de la loi sur les
étrangers. Mon administration
donne actuellement la priorité aux
demandes susceptibles de
déboucher sur une décision
positive.
11.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, het verwondert mij. Het lijkt mij toch niet zo ontzettend
moeilijk om gewoon op het moment dat de aanvraag ontvangen wordt
te registreren hoeveel personen achter die aanvraag zitten en op
dezelfde manier te registreren of het een tweede, derde of zelfs vierde
aanvraag betreft.
Ik ga ermee akkoord dat het logisch is dat men geen aanvraag kan
doen om dezelfde redenen en argumenten als degene waardoor een
eerdere aanvraag is afgewezen. Wanneer u stelt dat eerst aanvragen
worden behandeld die prima facie gegrond lijken, dan betekent dit dat
u daarmee nog meer mogelijkheden geeft aan degenen die een
tweede, derde of vierde aanvraag doen om dilatoire redenen en daar
ook het risico laat ontstaan dat er ondertussen nieuwe elementen
plaatsgrijpen die een gegrondheid met zich zouden kunnen
meebrengen.
U zegt natuurlijk wel dat het niet kan vanwege dezelfde elementen en
dat het geen verblijfsrecht geeft. In de praktijk weten wij natuurlijk dat
er heel veel mensen intussen wel hier blijven en afwachten en dat het
voor hen voor een stuk een laatste reddingsmiddel is.
Ik zou toch willen aandringen op het bijhouden van dergelijke
aanvragen. Met een krachtdadiger uitwijzingsbeleid en met een zeer
correcte en snelle afhandeling van tweede, derde of vierde aanvragen
zou u de toeloop van dergelijke meervoudige aanvragen kunnen
voorkomen.
11.03 Katrien Schryvers
(CD&V): Est-il si difficile
d'enregistrer les données au
moment de la demande de façon
à être à même de découvrir
combien de personnes se cachent
exactement derrière le nombre de
demandes. La procédure actuelle
a pour effet que les demandes
purement dilatoires peuvent aussi
interrompre le traitement des
dossiers légaux et le ministre sait
très bien qu'en pratique, les
retards font naître un certain droit
au séjour. Aussi demandons-nous
que ces informations soient
enregistrées et que cet
enregistrement soit associé à un
traitement rapide des dossiers
ainsi qu'à une politique d'expulsion
à la fois correcte et stricte.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
problématique des paratonnerres radioactifs au sommet des clochers" (n° 12059)
12 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het probleem van de radioactieve bliksemafleiders op klokkentorens" (nr. 12059)
12.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les églises et édifices publics sont équipés de paratonnerres
radioactifs qui ont été installés dans les années 60. En 1985, on a
décidé l'interdiction d'installer ce type de paratonnerres mais pas
nécessairement leur évacuation.
Pour le moment, une campagne d'évacuation de ces paratonnerres
est en cours et l'Agence fédérale de contrôle nucléaire signale
régulièrement à des communes ou à des fabriques d'églises qu'elles
doivent les faire enlever par une firme spécialisée dans les plus brefs
délais.
Il faut dire aussi que ces paratonnerres radioactifs n'ont jamais
bénéficié d'entretiens et, dernièrement, à l'église Saint-Pierre à
Libramont, le capteur radioactif Horemans-Souply fixé au-dessus du
coq surmontant le clocher a, d'après les riverains, perdu des pièces.
Un rapport d'inspection a été établi et précise "la présence d'un
paratonnerre dont le modèle répond visuellement à une type de
paratonnerre radioactif, type présumé: Model 11-Horemans-Souply,
isotope présumé: Am 241". Cet isotope est donc, selon l'Agence
fédérale de contrôle nucléaire, de l'Américium 241 alors que d'autres
spécialistes parlent eux de Radium 226. Les pièces manquantes sont
des rivets et pourraient peut-être se retrouver à une centaine de
mètres de l'édifice.
Monsieur le ministre, finalement, pour l'église Saint-Pierre de
Libramont, de quel type de paratonnerre s'agit-il? L'Agence fédérale
de contrôle nucléaire peut-elle donner la réponse aujourd'hui?
Pourquoi le rapport de l'Agence fédérale de contrôle nucléaire ne
signale-t-il pas l'absence de ces rivets? Sont-ils radioactifs?
N'y a-t-il pas d'autres pièces qui, suite à l'absence de ces rivets,
pourraient être tombées de cet édifice et présenter ainsi un danger
pour la population riveraine?
Quel est le rôle exact de l'Agence fédérale de contrôle nucléaire
lorsque survient ce type de problème?
12.01 Joseph Arens (cdH):
Sinds de jaren zestig zijn de
kerken en de openbare gebouwen
uitgerust met radioactieve
bliksemafleiders. In 1985 heeft
men dit type bliksemafleider
verboden zonder echter de reeds
geïnstalleerde afleiders te
verwijderen. Momenteel werkt
men aan hun verwijdering en het
Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle vraagt aan de
gemeenten of de kerkfabrieken
om ze zo snel mogelijk weg te
nemen.
De bliksemafleiders werden nooit
onderhouden en onlangs zijn in
Libramont bepaalde onderdelen
van de radioactieve sonde boven
de windhaan van de Sint-
Pieterskerk los gekomen. Een
inspectierapport maakt melding
van een bliksemafleider met een
isotoop van Americium 241, terwijl
andere specialisten spreken van
Radium 226. De ontbrekende
onderdelen (klinkbouten) zouden
op een honderdtal meter van het
gebouw kunnen worden
teruggevonden.
Welk type bliksemafleider bevindt
zich op die kerk? Waarom maakt
het rapport geen melding van die
klinkbouten? Zijn zij radioactief?
Zouden er nog meer onderdelen
kunnen gevallen zijn die een
gevaar inhouden voor de
volksgezondheid? Wat is de rol
van het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle als er zich zo'n
probleem voordoet?
12.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, l'installation d'un paratonnerre radioactif est interdite depuis
octobre 1985, en vertu du Règlement général de la protection de la
population, des travailleurs et de l'environnement contre le danger des
rayonnements ionisants. La possession d'un paratonnerre radioactif
était également interdite, sauf si le propriétaire disposait d'une
autorisation, ce qui était rarement le cas.
L'arrêté royal du 20 janvier 2006 a clos tout débat possible: tous les
paratonnerres radioactifs doivent être enlevés, même les cas rares
12.02 Minister Patrick Dewael:
Het plaatsen van radioactieve
bliksemafleiders is verboden sinds
oktober 1985. Alle radioactieve
bliksemafleiders moeten
verwijderd worden.
Zowel het verwijderen van een
bliksemafleider als het bergen en
vervoeren van de radioactieve
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
qui étaient autorisés avant octobre 1985.
L'enlèvement d'un paratonnerre ainsi que le conditionnement et le
transport des pièces radioactives doivent être pris en charge par une
entreprise d'enlèvement spécialisée.
Cette entreprise doit répondre aux prescriptions suivantes, édictées
par l'Agence fédérale de contrôle nucléaire:
- l'entreprise doit exercer ses activités sous le contrôle de l'Agence ou
d'un organisme agréé de contrôle physique;
- l'entreprise procède au transport du paratonnerre radioactif,
conformément aux règles de sécurité en vigueur;
- l'entreprise assure le stockage de l'appareil dans un dépôt prévu à
cet effet en attendant son élimination définitive;
- l'entreprise est responsable pour la gestion de l'appareil démonté
jusqu'à son transfert à l'Organisme national des déchets radioactifs et
des matières fissiles enrichies (l'ONDRAF).
Le paratonnerre sur l'église de Saint-Pierre à Libramont est soit un
modèle Horemans-Souply, soit une copie de ce modèle.
Dans ces deux types de paratonnerres, les radionucléides ont été
employés. Ce n'est qu'après l'enlèvement que l'on pourra déterminer
le nucléide utilisé. Néanmoins, ce paratonnerre est de type radioactif
et doit être éliminé. L'Agence a envoyé un procès-verbal à la
commune. Celle-ci a décidé, lors de la séance du collège échevinal
du 3 février 2006, de prendre les dispositions nécessaires pour faire
enlever ce paratonnerre.
Les entreprises autorisées par l'Agence à enlever le paratonnerre
doivent suivre les instructions de ladite Agence. Elles sont obligées de
contrôler si le paratonnerre est intact au moment de l'enlèvement.
Elles doivent également contrôler les alentours du paratonnerre pour
déceler une contamination causée par une éventuelle corrosion de ce
dernier ou par une dispersion de particules radioactives dans
l'environnement.
Si la contamination est facile à éliminer, l'entreprise prend directement
en charge les parties contaminées et les enlève avec le paratonnerre
pour être évacuées via l'ONDRAF.
Si la contamination n'est pas facile à enlever je pense, par exemple,
à une partie du toit l'entreprise doit avertir l'Agence. Un organisme
agréé procédera aux mesures spécifiques plus spécialisées. En
fonction des résultats de ces mesures, l'Agence obligera ou non le
propriétaire à faire enlever l'agent contaminant.
L'Agence suit de près les différentes actions entreprises par les divers
acteurs.
L'Agence a publié sur son propre site web un dossier d'information
élaboré à propos de cette problématique.
bestanddelen moeten door een
gespecialiseerd ontmanteling-
bedrijf uitgevoerd worden. De
bliksemafleider op de Sint-
Pieterskerk van Libramont moet
weggenomen worden. Het
Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle heeft een
proces-verbaal in die zin
opgestuurd naar de gemeente.
Daarop heeft de gemeente
besloten de nodige maatregelen te
treffen.
De bedrijven die bevoegd zijn om
de bliksemafleiders weg te nemen
moeten de instructies van het
Agentschap volgen. Ze moeten
met name de omgeving van de
bliksemafleider controleren op
mogelijke sporen van radioactieve
besmetting. Indien een dergelijke
besmetting eenvoudig vast te
stellen is, neemt het bedrijf in
kwestie rechtstreeks de besmette
gedeelten onder handen en neemt
ze met de bliksemafleider mee om
ze via de Nationale Instelling voor
radioactief afval en verrijkte
splijtstoffen te ontmantelen. Indien
de besmetting niet gemakkelijk
weg te nemen is moet het bedrijf
het Agentschap verwittigen. Een
goedgekeurde instelling zal dan
bijzondere en meer
gespecialiseerde maatregelen
treffen. In functie van het resultaat
van deze maatregelen zal het
Agentschap al of niet de eigenaar
verplichten om het materiaal dat
de besmetting veroorzaakt te laten
wegnemen.
Het Agentschap volgt de acties die
door de verschillende actoren
ondernomen worden van nabij op.
Ze heeft over deze problematiek
op haar eigen website een
specifiek informatiedossier
geplaatst.
12.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse, tout en ajoutant que je conserve des doutes quant
à cette Agence de contrôle nucléaire.
En fait, la question la plus importante que j'ai posée n'a pas obtenu de
12.03 Joseph Arens (cdH): Ik
heb toch nog twijfels over dat
Agentschap voor Nucleaire
Controle. Houdt die
bliksemafleider geen
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
réponse et je sais que c'est l'Agence qui a préparé votre réponse. Les
rivets manquants à ce paratonnerre et ce n'est pas un cas unique,
car il se produit aussi sur d'autres, installés sur des édifices publics et
des églises présentent-ils un certain danger du point de vue de la
radioactivité? En effet, ce sont eux qui sont éparpillés autour de
l'édifice.
Je suis donc surpris de l'absence de réponse de la part de l'Agence.
D'ailleurs, j'ai contacté par téléphone des personnes de l'Agence et
j'ai pu me rendre compte que les réponses étaient loin d'être claires.
Ainsi, nous ne pouvons être rassurés face à cette absence de
réponse à l'élément le plus important de ma question.
stralingsrisico in nu er bouten
ontbreken? Het verbaast me dat
het Agentschap die vraag niet
beantwoordt. Bovendien heb ik
tijdens telefonische contacten met
enkele medewerkers van het
Agentschap moeten vaststellen
dat hun antwoorden verre van
duidelijk waren. Uw antwoord kan
ons dus niet geruststellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aantal allochtonen in onze politiediensten" (nr. 11896)
13 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nombre
d'allochtones dans nos services de police" (n° 11896)
13.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken, een paar weken
geleden werd mijn aandacht getrokken door een onderzoek dat in
Nederland gevoerd werd naar het succes van campagnes om
allochtone jongeren te interesseren voor een baan bij de politie.
Nova heeft alle korpsen ondervraagd om het aantal allochtonen en
hun herkomst te kennen. Met uitzondering van de korpsen van
Amsterdam en Rotterdam kreeg Nova de cijfers van alle korpsen. Ik
bespaar u de Nederlandse cijfers, maar ik houd ze ter beschikking,
voor zover ze u zouden interesseren.
Uw collega Remkes zei daarover: "De cijfers zijn te laag. Op die
manier wordt een afspiegeling van de bevolking niet gehaald. Er is tot
dusver te weinig aan gedaan. Het ministerie hanteert
streefpercentages voor het aantal allochtone agenten. Slechts 8 van
de 26 korpsen halen hun streefcijfers." Het betreft hier weliswaar
Nederlandse cijfers.
Wij horen dikwijls dat ook politiediensten een weerspiegeling zouden
moeten zijn van onze samenleving. De politie levert blijkbaar al
verschillende jaren inspanningen om kandidaten te werven die bij hun
geboorte een andere nationaliteit hadden of waarvan ten minste een
van de ouders nog steeds een vreemde nationaliteit heeft.
Ik heb de volgende vragen. Worden er op dit ogenblik inspanningen
geleverd door de politiediensten om allochtonen aan te trekken voor
het korps? Zo ja, welke? Wat is het resultaat van die campagnes?
Hoeveel indien die cijfers voorhanden zijn politiemensen van
Marokkaanse of Turkse origine werken er bij de politie? Ik heb die
twee landen gekozen, niet om er een categorie van te maken, maar
omdat ze bekend zijn als de grootste landen van herkomst. Worden
er door de politie streefcijfers gehanteerd voor de aanwerving van
allochtone agenten? Zo ja, welke korpsen halen deze streefcijfers en
welke niet?
13.01 Claude Marinower (VLD):
Des chiffres concernant le nombre
de personnes d'origine étrangère
employées par la police aux Pays-
Bas ont été rendus publics dans
l'émission télévisée néerlandaise
"Nova". Le ministre néerlandais de
l'Intérieur, M. Johan Remkes, a
admis que ces chiffres n'étaient
pas satisfaisants.
Nos services de police doivent être
le reflet de la société et, partant,
employer un nombre suffisant de
policiers d'origine étrangère.
Depuis plusieurs années, la police
s'efforce d'engager des candidats
de nationalité différente à la
naissance ou dont au moins un
des parents a une nationalité
différente.
Quels efforts fait-on actuellement
pour attirer davantage de
candidats d'origine étrangère?
Quels sont les résultats de ces
actions? Dispose-t-on de chiffres
concernant le nombre de policiers
d'origine marocaine ou turque? A-
t-on fixé des objectifs en ce qui
concerne l'embauche de policiers
d'origine étrangère? Ces objectifs
sont-ils atteints partout?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de 13.02 Patrick Dewael, ministre:
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
politie streeft effectief naar meer diversiteit. In het kader daarvan
worden er een aantal acties ondernomen om de gelijkheid van kansen
te bevorderen voor iedereen die wil deelnemen aan selectieproeven
tot opleiding van politie-inspecteur. Die acties worden mogelijk
gemaakt door de samenwerking van de federale met de lokale politie
en ook met talrijke sociale organisaties. In hoofdzaak zijn ze gericht
op de rekrutering van mensen die onze taal onvoldoende machtig zijn,
waaronder dus Belgen van vreemde origine.
Om die potentiële kandidaten aan te trekken worden
sensibiliseringsacties gevoerd om hen te informeren over een
loopbaan bij de politie, over de toelatingsvoorwaarden en ook over de
mogelijkheid om de eigen slaagkansen te testen of een vooropleiding
te volgen. De evaluatietest is een simulatie van de eerste
selectieproef en laat de kandidaten toe hun slaagkansen voor die
cognitieve proef na te gaan. De test wordt voornamelijk in de grotere
steden afgenomen.
De vooropleiding bereidt de kandidaat voor op de vier selectieproven
voor het basiskader. Gedurende vier à vijf maanden worden onder
meer de cognitieve en communicatieve vaardigheden bijgeschaafd.
De vooropleiding bevat een cognitieve module, die de kandidaat
voorbereidt op een selectieproef, en ook een communicatieve module
ter voorbereiding van het persoonlijkheidsonderzoek en de
selectiecommissie. Een aantal bijkomende acties richt zich op de
integratie van die rekruten: ze maken het personeel gevoelig voor
diversiteit en beïnvloeden op die manier de bedrijfscultuur.
Sinds de hervorming van de politiediensten werd de kwaliteit van die
initiatieven al een aantal malen officieel erkend. Zo kreeg de federale
politie in 2002 de integratieprijs toegekend door de Turkse Unie van
Belgen en in oktober 2004 werd zij bekroond als laureaat Goede
Praktijk naar aanleiding van een wedstrijd georganiseerd door de
FOD P&O, die openstond voor alle openbare diensten van ons land.
Tussen 2001 en 2005 traden 189 kandidaten die een vooropleiding
hadden gevolgd, toe tot de politie, waarvan 26% allochtonen van
buiten de Europese Unie. De politiek van diversiteit werpt mijns
inziens dus ontegensprekelijk vruchten af en heeft ook geleid tot een
natuurlijke instroom van allochtonen. In 2003 was 4,2% van het totaal
aantal toegelaten kandidaten allochtoon, in 2004 was dat 4,4% en in
2005 bedroeg dat 3%.
De vertegenwoordiging van niet-Europese allochtonen is opmerkelijk
in vergelijking met hun aantal binnen de Belgische bevolking, dat
volgens statistische analyses van het département des Sciences de la
Population van de UCL slechts 1,9% bedraagt. Het aantal allochtonen
van Marokkaanse en Turkse origine dat bij de politie werkt, kan niet
als dusdanig worden geduid gezien de wet op de privacy.
Ten slotte streeft de politie ernaar een weerspiegeling te zijn van de
diversiteit bij de bevolking, maar daar worden uiteraard geen
streefcijfers of quota bij gehanteerd.
Dans le cadre des efforts de
diversification des services de
police, un certain nombre d'actions
sont entreprises pour promouvoir
l'égalité des chances entre les
participants aux épreuves de
sélection. À cet effet, les polices
fédérale et locale collaborent avec
des organisations sociales. Les
actions sont principalement axées
sur le recrutement de personnes
qui ne maîtrisent pas
suffisamment notre langue.
Des actions de sensibilisation sont
menées pour informer les
candidats potentiels sur la carrière
policière, sur les conditions
d'admission et sur la possibilité de
tester leurs chances de réussite
ou de suivre une formation
préparatoire. Le test d'évaluation
constitue une simulation de la
première épreuve de sélection et
est principalement organisé dans
les grandes villes. La formation
préparatoire, qui dure environ cinq
mois, permet de perfectionner les
capacités cognitives et
communicatives. D'autres actions
sont axées sur l'intégration de ces
recrues et la sensibilisation du
personnel à la diversité.
Depuis la réforme des services de
police, ces initiatives ont déjà été
officiellement reconnues à
plusieurs reprises. En 2002, la
police fédérale s'est vu décerner le
prix de l'intégration par l'Union
turque de Belgique et, en 2004,
elle a été proclamée lauréate en
matière de bonnes pratiques lors
d'un concours organisé par le SPF
P&O.
Entre 2001 et 2005, 189
candidats, dont 26% d'allochtones
hors Union européenne, sont
entrés en service dans la police
après avoir suivi une formation
préparatoire. La politique de
diversité s'est traduite par un afflux
naturel d'allochtones. En 2003,
4,2% des candidats admis étaient
d'origine étrangère. Ils étaient
4,4% en 2004 et 3% en 2005.
Selon une analyse statistique
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
effectuée en 2000 par l'UCL, les
allochtones non-ressortissants de
l'UE ne représentent que 1,9% de
la population belge.
Le nombre d'allochtones d'origine
marocaine ou turque employés
dans les services de police ne
peut être mentionné en tant que tel
eu égard à la loi relative au
respect de la vie privée.
Ni objectifs chiffrés ni quotas ne
sont appliqués.
13.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik begrijp dus
goed uit uw antwoord dat u niet in detail kan treden. Ik heb geen enkel
probleem met het feit dat u mij antwoordt dat de privacy niet toelaat
dat u daarover cijfers communiceert. Het is wel interessant dat in
Nederland, dat altijd als terughoudend wordt bestempeld, de cijfers
wel kunnen worden gecommuniceerd.
Ik zal het niet hebben over de prijzen waarover u het had. Heb ik
echter de percentages goed genoteerd, namelijk 4,2% voor 2003,
4,4% voor 2004 en 3% voor 2005? Dat is dus een daling. De reden
daarvoor werd niet specifiek opgegeven. Begrijp ik goed uit uw
antwoord dat u de mening bent toegedaan dat het aantal allochtonen
dat bij de politie werkt, correct het aantal allochtonen in onze
bevolking weerspiegelt?
13.03 Claude Marinower (VLD):
Je ne remets pas en cause la loi
sur la protection de la vie privée,
mais je constate néanmoins
qu'aux Pays-Bas, il est possible de
donner des chiffres concernant le
nombre d'allochtones d'origine
marocaine ou turque travaillant à
la police.
En 2005, on a manifestement noté
une baisse du nombre de
candidats d'origine allochtone qui
ont été admis.
13.04 Minister Patrick Dewael: (...).
13.05 Claude Marinower (VLD): Ja, natuurlijk.
Wat ik u wel wou meegeven, is een opmerking van een Nederlandse
hoogleraar in het strafrecht. Naar aanleiding van de bekendmaking
van de cijfers in Nederland zei hij ik citeer : "Een Marokkaanse of
Turkse agent voelt beter aan of iemand verregaand religieus
geïnspireerd is of dat er sprake is van terroristische radicalisering."
Voor de verdediging tegen terrorisme is zijn uitspraak van belang. Hij
was geschrokken van de cijfers. Hij vond ze niet goed, want ze
betekenden dat allochtonen op de ene of andere manier niet bij de
politie terechtkwamen, terwijl zij daar ook terecht horen.
Ik noteer uit uw antwoord vooral ook dat er geen streefcijfers worden
vooropgesteld. Voor een groot deel bent u ook tevreden met de
bereikte resultaten tot op vandaag.
13.05 Claude Marinower (VLD):
Un professeur néerlandais de droit
pénal a déclaré, concernant les
statistiques de son pays, que les
agents d'origine turque ou
marocaine pouvaient apporter une
contribution très importante à la
lutte contre le terrorisme parce
qu'ils sont plus familiarisés avec
certaines conceptions.
D'après ce que j'ai compris, le
ministre estime que la police
reflète correctement la société,
tout en ne fixant aucun objectif
chiffré.
13.06 Minister Patrick Dewael: De mening over de streefcijfers en de
quota is voor u niet nieuw.
Ten tweede, het knikje v an 3% is nog altijd meer dan het percentage
van het aandeel dat ik heb gegeven. Het toont wel aan dat
permanente sensibilisering nodig zal blijven.
13.06 Patrick Dewael, ministre:
Ma position concernant les
objectifs chiffrés n'a pas changé.
Nous avons noté une baisse en
2005, même si 3% des candidats
admis étaient encore d'origine
allochtone, soit un pourcentage
plus élevé que celui des
allochtones présents dans la
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
population belge. Cette baisse
montre qu'une sensibilisation
permanente est nécessaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het inzetten van een interventiekorps op toeristische locaties" (nr. 12062)
14 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la présence d'un
corps d'intervention sur les sites touristiques" (n° 12062)
14.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over het inzetten van het interventiekorps op
toeristische locaties.
In de zomer van 2005 kondigde u aan dat een zestigtal federale
politiemensen uit de algemene reserve zouden worden gedetacheerd
naar politiezones met een toeristische uitstraling. U stelde dat dit een
voorafname zou zijn op de toekomstige toewijzing vanuit dit korps.
Ondertussen is dat wel min of meer gebeurd. De aanvraag voor deze
versterking van de lokale zones, zou door de directeur-coördinator of
dirco moeten worden gedaan.
Ik kom tot mijn vragen.
Hoeveel agenten maken op dit ogenblik deel uit van het
interventiekorps? Zal de volledige getalsterkte van 700 politiemensen
worden gehaald in 2007?
Hoeveel leden van de algemene reserve werden in 2005 uiteindelijk
gedetacheerd naar zones van toeristische locaties? Ik weet dat ik u
daarover vorig jaar nog op 14 juli heb ondervraagd omdat het toen
opnieuw was gebeurd. Ze zijn dan wel na 15 juli op een aantal
plaatsen ingezet en hebben daar toch nuttige diensten kunnen
bewijzen. Misschien is het ook nuttig om te weten welke
selectiecriteria er bij die toewijzing gelden.
Ten derde, zijn er voor 2006 al aanvragen ingediend alsook aanvaard
om bijkomende versterking te krijgen voor lokale politiezones? Ik denk
van wel, want ik heb al een antwoord ontvangen. Zo ja, welke zones
deden al een aanvraag? Om hoeveel mensen gaat het? Zal deze
mogelijke versterking opnieuw komen uit de algemene reserve of uit
het interventiekorps?
14.01 Dirk Claes (CD&V): En
2005, le ministre annonçait qu'une
soixantaine de policiers fédéraux
de la réserve générale allaient être
détachés sur un site touristique
dans l'attente de la désignation
future de policiers du corps
d'intervention. Le directeur
coordinateur de la zone locale
devait introduire une demande de
renfort.
Combien de policiers le corps
d'intervention compte-t-il
actuellement? Les effectifs
atteindront-ils 700 policiers en
2007? Combien de membres de la
réserve générale ont été détachés
sur des sites touristiques en 2005?
Des demandes de renfort ont-elles
déjà été introduites pour 2006?
Dans l'affirmative, combien d'entre
elles ont déjà été acceptées? Les
renforts seront-ils de nouveau
issus de la réserve générale ou
proviendront-ils déjà du corps
d'intervention?
14.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, hic
et nunc zijn 286 van de betrekkingen ingevuld. Alleen in de provincie
Luxemburg ontbreken nog een aantal leden, vooral op het niveau
CSD. Eind dit jaar zal het korps bestaan uit 500 personeelsleden.
Eind volgend jaar dat was de timing zal de getalsterkte van 700
ambtenaren moeten worden gehaald. Daarvoor wordt uiteraard ook
een dossier ingediend in het kader van de begrotingsopmaak voor
2007.
Bij de oprichting van het interventiekorps werd de capaciteit van de
interventiediensten van de Algemene reserve verminderd. Het is die
capaciteit die vorig jaar, omdat het interventiekorps toen nog niet in
plaats was gesteld, in voorafname uit de Algemene reserve werd
14.02 Patrick Dewael, ministre:
Le corps d'intervention compte
actuellement 286 agents. Il n'y a
que dans la province de
Luxembourg que nous manquons
encore d'effectifs. D'ici la fin de
l'année, le corps d'intervention
comptera 500 membres, et à la fin
2007, il devrait en compter 700.
J'introduirai un dossier à ce sujet
lors de la confection du budget
2007.
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
geput om extra federale agenten naar toeristische politiezones te
detacheren, vooral aan de kust. In 2005 werden op die manier 64
personeelsleden van de Algemene reserve naar die toeristische
politiezones gedetacheerd.
Daarnaast worden er vanuit de Algemene reserve gans het jaar door
politiemensen gedetacheerd naar zones die daarom vragen, dit in het
raam van de omzendbrief GPI 39. Op 2 juni 2006 waren op vraag van
de lokale politiezones 252 personeelsleden van de DAR naar lokale
politiezones gedetacheerd. Het detail kan ik u in een bijlage
uitgesplitst bezorgen. Die versterking staat los van het
interventiekorps, waarvan de verdeling per zone via de provinciale
beheersstructuur wordt bepaald. Er zijn provinciale beheersstructuren
die zich daarmee bezighouden. Dit staat daar dus eigenlijk los van.
Op dit ogenblik is er nog altijd een aantal zones dat bij de federale
politie aanvragen heeft lopen voor detachering. Ik heb er vorige
vrijdag nog een schitterende bezocht die luistert naar de naam VLAS.
Zij hebben aanvragen ingediend maar ik heb daar op de tribune ook
gezegd dat de vraag momenteel groter is dan het aanbod. Veel van
die vragen kunnen bovendien worden ondervangen door een beroep
te doen op het interventiekorps. Met andere woorden, de aanvragen
worden bekeken in functie van het beschikbare aanbod. Wat VLAS
betreft, heb ik beloofd dat met de nodige welwillendheid te laten
onderzoeken.
Lors de la création du corps, la
capacité des services
d'intervention de la réserve
générale (DAR) a été réduite. En
2005, alors que le corps
d'intervention n'existait pas
encore, 64 agents fédéraux de la
DAR ont été détachés et affectés
à des zones de police dans des
sites touristiques. Par ailleurs, tout
au long de l'année, des effectifs de
police de la DAR sont détachés et
mis à la disposition de zones qui
en font la demande dans le cadre
de la circulaire GPI 39.
Le 2 juin 2006, 252 membres du
personnel de la DAR ont été
détachés et envoyés dans des
zones de police locales. Je
remettrai à M. Claes un aperçu
des zones locales et du nombre
de membres du personnel de la
DAR qui ont été mis à leur
disposition. Ces renforts sont
indépendants du corps
d'intervention, dont la répartition
par zone a été fixée en fonction de
la structure administrative
provinciale.
Certaines zones ont encore des
demandes de détachement en
cours. Pour l'instant, la demande
excède l'offre. Bon nombre de ces
demandes peuvent être satisfaites
par l'envoi de membres du corps
d'intervention. Les demandes sont
examinées en tenant compte de
l'offre disponible.
14.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, als ik u goed
begrepen heb, is het toch zo dat het interventiekorps nu aan een
driehonderdtal mensen zit, namelijk 286, en dat er een nog een
tweehonderdtal zullen bijkomen tegen het einde van het jaar. Hopelijk
zullen er dan 700 zijn in 2007.
Natuurlijk is het ook belangrijk om te weten of die politiegenten al zijn
toegewezen aan de toeristische locaties. Misschien hebt u daar
schriftelijk een antwoord op? We moeten toch zien dat ze er niet te
laat aankomen, het toeristisch seizoen is immers al min of meer
begonnen.
Kan u mij verzekeren, mijnheer de minister, dat die daar al ter plaatse
zijn? Dat is het belangrijkste, denk ik. Ik neem aan dat ik het
schriftelijk gedeelte van het antwoord straks kan komen afhalen.
14.03 Dirk Claes (CD&V): D'ici
fin 2006, le corps d'intervention
sera donc renforcé avec
l'adjonction de 200 nouveaux
membres, et, en 2007, il en
comptera 700.
14.04 Minister Patrick Dewael: Had u nog een bijkomende vraag?
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
14.05 Dirk Claes (CD&V): Ja, of die leden van het Interventiekorps al
ter plaatse zijn in die kustgemeenten? Of die daar nu op dit moment al
ingezet zijn?
14.06 Minister Patrick Dewael: Ik heb u de cijfers gegeven van vorig
jaar, die sloegen op het jaar 2005. Dat was voor de eerste fase
eigenlijk in werking is getreden. Het is een beslissing die we vorig jaar
hebben genomen in voorafname...
14.06 Patrick Dewael, ministre:
Les chiffres de 2005 concernent la
période antérieure au lancement
de la phase 1.
14.07 Dirk Claes (CD&V): Maar zijn er nu, in 2006, al toezeggingen
gedaan?
14.07 Dirk Claes (CD&V): A-t-on
déjà prévu des affectations
d'effectifs dans les sites
touristiques en 2006?
14.08 Minister Patrick Dewael: Nee, want nu wordt dat geregeld
vanuit de beheersstructuren. Dit was een tijdelijke, urgente ingreep
omdat er veel vraag was en de eerste fase nog niet in werking was
getreden. Daar dient een beheersstructuur voor, om na te gaan wat
mogelijk is waar, in functie van welke piekmomenten.
14.08 Patrick Dewael, ministre:
Pour 2006, aucun engagement n'a
encore été pris en ce qui concerne
les sites touristiques. Cette tâche
incombe aux structures de
gestion.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het bellen naar een noodnummer in het Kortrijkse" (nr. 12072)
15 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les appels à
destination d'un numéro d'urgence dans la région de Courtrai" (n° 12072)
15.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, collega's, ik wil u een problematiek voorleggen
uit het zuiden van de zone Vlas waarover de minister het net had.
Wie in de buurt van Kortrijk in Zuid-West-Vlaanderen met een gsm
belt naar een van de noodnummers 100, 101, 105 of 112 heeft heel
wat kans om terecht te komen bij de Franstalige noodcentrale van
Bergen en niet, zoals zou moeten, bij de dispatching in Brugge.
Uiteraard wordt men daar met een taalprobleem geconfronteerd. Zelfs
als, zoals de West-Vlamingen wel eens plachten te doen, zij een
bijzondere inspanning leveren en zich in het Frans uitdrukken, dan
nog dreigt het gevaar dat het gevolg dat aan de communicatie wordt
gegeven de verkeerde kant opgaat.
Er zijn verschillende gevallen gekend van mensen die bij de
dispatching van Henegouwen terechtkomen en zich uitdrukken in het
Frans, toch als antwoord krijgen dat men niet operationeel is voor de
zone Kortrijk of dat men die gemeente niet weet liggen en dat de
oproeper met iemand anders contact moet opnemen. De bijstand
voldoet dus allesbehalve. Beeldt u zich in dat u zich in een
noodsituatie bevindt. Het kan echter ook gaan over het signaleren van
criminele feiten, over medische interventies, over loslopende honden
als over de meest diverse problemen. De mensen krijgen echter geen
voldoening schenkend antwoord.
Ik heb dus de volgende vragen. Welke technische mogelijkheden hebt
u om dit probleem aan te pakken? Ik heb begrepen dat er reeds een
15.01 Roel Deseyn (CD&V): Les
appels formés à partir d'un GSM
vers un numéro d'urgence au
départ des entités du sud de
Courtrai aboutissent parfois au
central d'urgence de Mons au lieu
de celui de Bruges. Bien souvent
les opérateurs ne connaissent pas
le néerlandais et même lorsque
l'interlocuteur leur parle en
français, l'assistance fournie n'est
pas adaptée.
De quelles possibilités techniques
le ministre dispose-t-il pour
résoudre ce problème? Quel était
le résultat de la réunion entre M.
Verwilghen et les opérateurs de
téléphonie mobile? Quand le
problème sera-t-il résolu?
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
coördinatievergadering werd belegd met uw collega van Economie en
Telecommunicatie, minister Verwilghen. Er zou ook een vergadering
zijn geweest met de gsm-operatoren. Welke mogelijkheden zijn er uit
de bus gekomen? Tegen wanneer kan dit probleem een definitieve
oplossing kennen?
15.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Deseyn, ik ben op de hoogte van de problematiek.
De opkomst van de gsm is inderdaad vrij snel gegaan en de sector
heeft ontdekt dat nog een aantal zaken moet worden opgelost in het
belang van de burger. Het gebruik van de gsm heeft echter ook een
pak voordelen opgeleverd. U kijkt nu naar een aantal disfuncties,
maar u zult het met mij eens zijn dat toen er nog geen gsm's
bestonden er minder kon worden gerealiseerd dan op dit ogenblik.
Als minister van Binnenlandse Zaken heb ik geen technische
mogelijkheden. Noodcentrales zijn ontvangers van een product,
namelijk een gsm-oproep van een burger in nood. Die oproep wordt
via een systeem aan hen doorgeschakeld. Het systeem dat de gsm-
oproep met de noodcentrale verbindt, zit vervat in de werking van de
zendmasten. Dat systeem, dat wordt geprogrammeerd en beheerd
door de telecomoperatoren, blijkt nog een aantal technische
onvolkomenheden te vertonen. Willen de noodcentra, die provinciaal
zijn georiënteerd, optimaal kunnen werken, dan moet er worden
voldaan aan een aantal basisvoorwaarden. De snel evoluerende
sector vervult deze basisvoorwaarden niet altijd waardoor het voor de
noodcentrales niet altijd gemakkelijk en eenvoudig werken is.
Problemen over het fout doorverbinden van oproepen komen op
regelmatige basis voor, maar zijn vooral vervelend wanneer men
terechtkomt in anderstalige regio's.
Gelet op zijn bevoegdheid inzake het BIPT, wordt het probleem zoals
u weet opgevolgd door collega Marc Verwilghen. Er bestond al een
werkgroep onder leiding van het BIPT met de telecomoperatoren en
de vertegenwoordigers van de nooddiensten, waar bepaalde
technische aspecten werden besproken en onderzocht. Aan deze
werkgroep werd nu de opdracht gegeven om oplossingen te zoeken
voor de routeringsproblemen. Er werd ook een stappenplan
afgesproken. Uiteraard volgt mijn kabinet de hele evolutie van nabij
op. Wenst u meer omstandige of technische informatie, dan moet ik u
verwijzen naar collega Verwilghen die eigenlijk bevoegd is in deze
aangelegenheid.
15.02 Patrick Dewael, ministre:
L'essor du GSM a été très rapide
et les opérateurs doivent dès lors
encore résoudre quelques
problèmes dans l'intérêt des
citoyens. Le GSM offre toutefois
également de nombreuses
possibilités nouvelles.
Je ne dispose d'aucune possibilité
technique pour résoudre le
problème étant donné que les
centraux d'urgence ne reçoivent
que des appels transférés. Le
transfert des appels est réalisé par
le biais d'un dispositif dans les
antennes émettrices qui est géré
par les opérateurs et présente
encore des failles.
Le secteur des
télécommunications qui évolue
rapidement ne remplit pas toujours
les conditions de base pour
assurer le fonctionnement optimal
des centraux d'urgence. Il arrive
souvent que des connexions
erronées soient établies avec des
centraux d'urgence mais cette
situation pose essentiellement
problème lorsqu'une région d'une
autre langue est impliquée. M.
Verwilghen suit le problème.
Un groupe de travail dirigé par
l'IBPT a été chargé de trouver une
solution au problème de routage.
Mon cabinet supervise le
fonctionnement du groupe de
travail. Une feuille de route a déjà
été rédigée.
15.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw engagement om het dossier en het
stappenplan op te volgen.
Wat men kan doen, vergt eigenlijk weinig technische ingrepen. Als
men een noodoproep krijgt in Bergen vanuit het zuiden van West-
Vlaanderen, kan men daar op de dispatching mensen doorschakelen
naar de centrale van Brugge. Nu bevestigen diverse getuigenissen
dat men zegt de gemeente niet te kennen of dat de taak niet voor hen
is. Men laat dan de persoon in een noodsituatie opnieuw bellen, met
15.03 Roel Deseyn (CD&V): Les
centraux d'urgence devraient à
tout le moins transférer les appels
vers le central adéquat. Une
solution doit être trouvée le plus
rapidement possible.
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
het grote risico dat hij opnieuw bij hen uitkomt.
Een minimum aan klantvriendelijkheid in urgente situaties zou toch
zijn dat men rechtstreeks hetzij aansluit op een vast nummer of met
iemand van de centrale van Brugge. De zuid-West-Vlamingen moeten
zich dan nog vaak in het Frans uitdrukken, maar als ze dan dergelijk
antwoord in het Frans terugkrijgen, ondermijnt dit jammer genoeg het
vertrouwen in het hele apparaat. De nieuwe technologie schept wel
mogelijkheden, dus we moeten zo vlug mogelijk de discriminatie voor
die regio opheffen. Met een beetje goede wil kan er op korte termijn al
veel veranderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onderhandelingen rond het herwerken van het statuut van de
politiediensten" (nr. 12086)
16 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
négociations relatives à la révision du statut des services de police" (n° 12086)
16.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, in het kader van de onderhandelingen over het herwerken
van het statuut van de politiediensten zouden naar verluidt eisen
worden gesteld door de vakbonden om de toelage voor de agenten
van politie te verhogen. Dat zou dan gerechtvaardigd worden door de
nieuwe invulling en taakuitbreiding van de agenten. Ik hoop dat het
niet gaat over de naamswijziging van hulpagent in agent, maar wel
over de taakuitbreiding. Er zijn inderdaad bijkomende mogelijkheden
op dat vlak. Naar verluidt zou men aandringen op de toekenning van
de nabijheidtoelage.
Mijnheer de minister, mijn vragen aan u zijn de volgende.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg over de
herwerking van het statuut?
Wordt dat nog vóór het zomerreces afgerond?
Zullen daarin bepalingen worden opgenomen omtrent bijkomende
toelagen naar de agenten van politie? Vindt u dat opportuun?
16.01
Katrien Schryvers
(CD&V): Les syndicats réclament
une augmentation des primes pour
les agents de police en raison du
fait qu'ils ont vu augmenter le
nombre de leurs missions. Où en
est la concertation concernant la
refonte du statut des services de
police? Sera-t-elle terminée avant
les vacances parlementaires? Que
pense le ministre de l'octroi d'une
prime de proximité aux agents de
police?
16.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, na
de grote betoging van de politievakbonden van februari 2004 is er met
de vakbonden een methode afgesproken om het statuut te evalueren
in 2005.
Die onderhandelingen zijn afgerond. De vakbonden hebben gisteren,
maandag, formeel hun standpunt meegedeeld. Eén vakbond is tegen.
De andere hebben hun akkoord gegeven met opmerkingen. Morgen,
woensdag 21 juni, zal dat in een officieel protocol worden
genotuleerd.
Bovendien werd de voorbije maanden een afzonderlijk protocol
gesloten na de evaluatie van het statuut van het burgerpersoneel, het
zogenaamde CALog-personeel.
In andere belangrijke dossiers, zoals de hervorming van de federale
16.02 Patrick Dewael, ministre:
Après février 2004, il a été
convenu avec les syndicats
d'évaluer ce statut en 2005. Les
négociations sont terminées. Le
19 juin 2006, les syndicats ont fait
part de leur position. Le 21 juin
2006, elle sera incluse dans un
protocole officiel. Après
l'évaluation du statut du personnel
civil employé dans les services de
police, un protocole a déjà été
rédigé. Des négociations sur la
réforme de la police fédérale ont
été menées et des décisions
gouvernementales produisant des
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
politie, de regeringsbeslissingen met statutaire gevolgen, de
regeringsbeslissingen die werden genomen na de moord op
Joe Van Holsbeeck, werd met de syndicaten onderhandeld.
De beslissingen zullen in gedetailleerde reglementaire teksten worden
gegoten. Een van de uitgangspunten van de federale overheid in de
onderhandelingen over de evaluatie was het principe van de gesloten
enveloppe. Er worden dus geen pecuniaire voordelen toegekend,
maar anderzijds worden er ook geen toegekende pecuniaire
voordelen afgenomen. Binnen die twee marges was er toch
voldoende ruimte om een aantal maatregelen te bespreken met het
oog op meer flexibiliteit en meer inzetbaarheid van de politie.
Tegelijk worden de veelvuldige overgangstoelagen ik denk aan de
toelagen die als overgangsmaatregel werden toegekend stilaan
afgebouwd door de pensionering van de begunstigden. We komen
dus geleidelijk aan tot een meer rationele toestand.
De nabijheidstoelage voor de agenten van politie, de voormalige
hulpagenten, vormt hierop een uitzondering. De syndicaten vroegen
die toelage na de recente wet waarmee de bevoegdheden van de
voormalige hulpagenten werden uitgebreid. De eis werd voorgelegd
aan de adviesraad van burgemeesters die hierover een positief
advies heeft gegeven. Nu die agenten van politie meer bevoegdheden
hebben op het terrein, denk ik dat het aangewezen is hun ook de
nabijheidstoelage, de toelage voor contacten met de burger, toe te
kennen. Die toekenning zal echter pas gebeuren vanaf 1 januari
2007.
effets statutaires ont été prises.
Les autorités veulent un système
d'enveloppes fermées. Aucun
nouvel avantage pécuniaire ne
sera attribué, mais étant donné
qu'aucun avantage n'est retiré,
nous disposons d'une marge de
manoeuvres suffisante pour
examiner des mesures adaptées à
la flexibilité des fonctionnaires de
police. Les allocations accordées
dans le cadre de mesures
transitoires disparaissent peu à
peu au fur et à mesure du départ à
la retraite des bénéficiaires.
La prime de proximité des agents
de police constitue une exception
étant donné que les compétences
de ces fonctionnaires se sont
élargies. Le Conseil consultatif des
bourgmestres a rendu un avis
favorable pour l'octroi de cette
prime dès le 1
er
janvier 2007.
16.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, ik neem aan
dat we dan de volgende dagen wel meer zullen horen over de
uiteindelijke resultaten van die onderhandelingen.
U stelt dat er een uitzondering is gemaakt inzake de
nabijheidstoelage. Omdat het takenpakket van de voormalige
hulpagenten, nu agenten, is uitgebreid en ze meer in contact zullen
komen met de bevolking, zal erin voorzien worden dat ze ook recht
krijgen op de nabijheidstoelage vanaf 1 januari 2007. Toch blijf ik het
heel bijzonder vinden dat politiemensen een bepaalde toelage moeten
krijgen om in contact te komen met mensen. Ik dacht altijd dat het
een van de kerntaken was dat ze op straat komen en in contact
komen met mensen. Ik heb dat van in het begin niet goed begrepen.
Nu dat systeem een aantal jaren van toepassing is, begrijp ik wel de
eis van de agenten van politie.
U stelt dat een en ander met een gesloten enveloppe moest
gebeuren, maar dat dat niet gold voor de nabijheidstoelage. Ik neem
aan dat dat komt op het conto van de enveloppe te betalen door de
zones, met andere woorden door de gemeenten, en dat voor de
dotaties de enveloppe wel degelijk gesloten blijft. Of zou ik mij
vergissen, mijnheer de minister?
16.03 Katrien Schryvers
(CD&V): Je me suis toujours
demandé pourquoi les
fonctionnaires de police devaient
recevoir une prime pour entrer en
contact avec les citoyens. Comme
le système existe, l'exigence des
anciens agents auxiliaires est
cependant logique. Cette prime
sera-t-elle prélevée sur
l'enveloppe de la zone?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de adviesraad van burgemeesters" (nr. 12087)
17 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
fonctionnement du conseil consultatif des bourgmestres" (n° 12087)
17.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, u hebt
daarjuist verwezen naar de adviesraad voor burgemeesters. Wat
betreft de nabijheidstoelage voor de agenten, blijkt de adviesraad een
positief advies gegeven te hebben. Mijn vraag is: hoe werkt de
adviesraad voor burgemeesters momenteel? In het verleden was er
nogal wat kritiek op. De werking was zeker niet goed te noemen, als
wij de geruchten daaromtrent mogen geloven. Is er ondertussen
beterschap? Hoeveel keer is de adviesraad het voorbije jaar
samengekomen? Hoeveel besluiten werden er voorgelegd? Hoeveel
adviezen heeft de adviesraad het voorbije jaar gegeven?
17.01
Katrien Schryvers
(CD&V): Le conseil consultatif des
bourgmestres doit conseiller le
ministre sur chaque arrêté
réglementaire concernant la police
locale. Comment ce conseil
fonctionne-t-il et à combien de
reprises s'est-il réuni en 2005?
Combien d'arrêtés ont été soumis
au conseil et combien d'avis a-t-il
rendus?
17.02 Minister Patrick Dewael: De adviesraad vergadert in principe
elke eerste woensdag van de maand. In 2005 is hij tien keer
bijeengekomen. In 2006 is hij al drie keer bijeengekomen. In 2005
werden er in totaal 23 ontwerpen van wet, koninklijke besluiten of
ministeriële besluiten voor advies voorgelegd. In 2006 werden er tot
nu toe 12 voorgelegd. De adviesraad heeft evenveel adviezen
uitgebracht als er gevraagd waren, respectievelijk 23 en 12.
17.02 Patrick Dewael, ministre:
Le conseil consultatif des
bourgmestres se réunit en principe
le premier mercredi de chaque
mois. Il s'est réuni à dix reprises
en 2005 et déjà à trois reprises en
2006. En 2005, 23 projets de loi,
arrêtés royaux ou arrêtés
ministériels ont été soumis pour
avis et 12 jusqu'à présent en 2006.
Le conseil a rendu un avis dans
chacun de ces cas.
17.03 Katrien Schryvers (CD&V): Ik zal nagaan of dit effectief een
verbetering is ten opzichte van de voorgaande jaren, mijnheer de
minister, maar ik stel toch vast dat de adviesraad in 2005 inderdaad
bijna maandelijks bijeengekomen is.
17.03
Katrien Schryvers
(CD&V): J'examinerai s'il s'agit là
d'une amélioration par rapport aux
années précédentes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de herwaardering van de wijkagenten" (nr. 12088)
18 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
revalorisation de la fonction d'agent de quartier" (n° 12088)
18.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, in uw antwoord op mijn vraag over de wijkagenten zult u
wellicht verwijzen naar de onderhandelingen over het statuut.
Misschien zullen wij morgen of overmorgen een doorbraak vernemen
in de onderhandelingen over de honorering van de wijkagenten.
In ieder geval hebt u geruime tijd geleden al aangekondigd dat de
betrekking zou moeten worden geherwaardeerd. Wij vinden allemaal
de functie van wijkagent heel belangrijk. Wij stellen allen vast dat
tegenover de interventieploegen de honorering zeg maar de
geldelijke waardering van de wijkagenten vaak heel wat minder was,
omdat de interventieploegen nacht- en weekendwerk kunnen doen.
Binnen de bepalingen van het mammoetbesluit is momenteel al een
en ander mogelijk. In heel wat zones doen wijkagenten al
weekendwerk of worden 's avonds ingeschakeld, bijvoorbeeld bij
evenementen in een wijk. Naar verluidt zou de nieuwe regelgeving er
echter in bestaan dat de wijkagent voortaan een soort recht op nacht-
18.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Il y a quelque temps déjà,
le ministre avait annoncé une
revalorisation de la fonction
d'agent de quartier. Selon la
nouvelle réglementation, l'agent de
quartier aurait désormais, en
quelque sorte, le droit de travailler
la nuit et le week-end et d'être
indemnisé pour ces prestations,
même lorsqu'il n'a pas été sollicité
dans la répartition des tâches au
sein du corps. Les jours de
maladie ou de congé ne donnent
droit à aucune indemnisation.
Cette réglementation va-t-elle
effectivement être imposée telle
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
en weekendwerk krijgt. Hij zou de vergoeding sowieso ontvangen,
ook indien hij bijvoorbeeld niet wordt ingezet door taakverdelingen
binnen het korps. Enkel bij ziekte of bij een baaldag zou hij de
vergoeding niet krijgen.
Mijn vragen zijn de volgende.
Zal de nieuwe regeling inderdaad in die zin worden uitgewerkt en
opgelegd aan de zones?
Welke argumentatie ligt aan de grondslag van de nieuwe regeling?
Werden ook op dat punt de onderhandelingen al afgerond?
quelle aux zones? Les
négociations sont-elles déjà
clôturées?
18.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, bij het begin
van haar vraagstelling heeft mevrouw Schryvers al aangegeven dat zij
wist wat ik zou antwoorden. Dat maakt antwoorden dus
gemakkelijker.
Meer algemeen wil ik toch even in herinnering brengen dat in het
kader van de herevaluatie de garantie op weekenduren ten voordele
van de wijkinspecteurs inderdaad werd ingevoerd. Ze bedraagt 20 uur
per referteperiode van 2 maanden. Van dat aantal moet minstens 14
uur worden besteed aan zuiver wijkwerk. Indien door een oorzaak te
wijten aan de werkgever de uren niet effectief worden gepresteerd,
moet de werkgever de overeenkomstige uurtoelage toch betalen.
De maatregel wordt genomen, omdat wij vaststellen dat een beperkt
aantal zones een wijkdienst organiseren die vrijwel beperkt is tot de
kantooruren. Dat is onlogisch. Wijkinspecteurs moeten immers ook in
het weekend in hun wijk aanwezig kunnen zijn.
Wij beogen dus de toepassing te waarborgen van de regel van de
identieke, gelijkwaardige dienstverlening in de wijkdienst van elke
zone van het land. Op die manier heeft de werkgever er immers geen
enkel belang meer bij om het niet zo te doen.
Het is dus duidelijk dat in de zones waar de wijkagent al buiten de
kantooruren wordt ingezet, de maatregel niets zal veranderen.
Ik stel trouwens vast dat in heel wat zones dat meer en meer gebeurt.
Ik wil alleen maar een aantal zones die wat achterblijft, weer bij de les
brengen, om het zo uit te drukken. Want een performante wijkdienst
is een hoeksteen voor de toepassing van het concept van de
community policy, daar zijn we het over eens. In alle mogelijke
debatten komt de wijkdienst altijd terug naar voor. Ik vind dat
inderdaad een van de punten waar we de politiehervorming misschien
nog wat meer moeten op acceren. De onderhandelingen zijn
afgerond. Morgen wordt daarover een protocol met de
representatieve vakorganisaties afgesloten, zoals ik al aangaf in mijn
vorig antwoord.
18.02 Patrick Dewael, ministre:
Lors de la nouvelle évaluation, en
ce qui concerne les heures
prestées par les agents de quartier
le week-end, nous avons institué
une garantie de 20 heures par
période de référence de deux
mois. Sur ces 20 heures, 14 au
moins doivent être consacrées
exclusivement à du travail de
proximité. Si, pour une raison liée
à l'employeur, les heures ne sont
pas accomplies, celui-ci doit
malgré tout payer l`allocation
horaire. Nous avons imposé ce
système car, dans quelques
zones, le service de quartier n'est
pratiquement assuré que dans la
limite des heures de bureau. Nous
voulons garantir une uniformité
dans la qualité des services de
quartier pour toutes les zones du
pays. Cette mesure n'apporte
aucun changement dans les zones
dans lesquelles l'agent de quartier
travaille déjà en dehors des
heures de bureau. Un service de
quartier performant constitue la
pierre angulaire de la "community
policing". Les négociations sont
terminées. Un protocole sera
conclu demain avec les
organisations syndicales
représentatives.
18.03 Katrien Schryvers (CD&V): Ik denk dat het een goede zaak is
dat men inderdaad probeert te bewerkstelligen dat wijkagenten ook
meer 's avonds of in het weekend aanwezig kunnen zijn in hun wijk.
Over de manier waarop kan worden gediscussiëerd.
Mijn vraag is, zal ook hier de ingangsdatum 1 januari zijn?
18.03 Katrien Schryvers
(CD&V): J'applaudis à cette
tentative d'accroître la présence
de l'agent de quartier dans son
quartier en soirée et pendant le
week-end. Quant à la mise en
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
oeuvre pratique de cette mesure,
on peut en discuter. La mesure
entrera-t-elle en vigueur le 1
er
janvier?
18.04 Minister Patrick Dewael: Ja.
18.05 Katrien Schryvers (CD&V): Dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12024 de M. Muls est reportée. Il en est de même pour la question n° 12090
de Mme Storms.
19 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de gevolgen van de afschaffing van de boetezegels" (nr. 12112)
19 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les conséquences
19.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de gevolgen voor de afschaffing van de
boetezegels. Het is zo dat de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging samen met de minister van Binnenlandse Zaken
verantwoordelijk is voor de afschaffing van de boetezegels bij een
verkeersovertreding. Voortaan zullen alle boetes dan ook via een
overschrijving kunnen worden betaald. De nodige brieven, alsook het
overschrijvingsdocument, worden bijgevolg door de lokale politie via
De Post verstuurd. Het probleem is nu dat het proces-verbaal eerst
wordt verstuurd. De vraag voor betaling gebeurt met een tweede brief.
Tot 31 oktober 2006 kunnen de twee documenten waarschijnlijk niet
samen worden verstuurd. Dat veroorzaakt hogere kosten voor de
lokale zones. De politiezones klagen dat de kosten oplopen tot 50.000
extra dit jaar.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze verhoogde kosten
voor de lokale zones? Werden de meerkosten in rekening gebracht bij
de afweging tot afschaffing van de boetezegels? Voorziet u in enige
compensatie en dus meer middelen voor de lokale zones?
Ik neem aan dat die kosten mee in rekening mogen worden gebracht
bij het bedrag voor het verkeersboetefonds. Dat zal ook wel geen
probleem zijn, denk ik. Zal dit al bij de start van de tweede fase van
deze omschakeling die ingaat op 31 oktober 2006 kunnen? Zullen alle
lokale zones uitgerust zijn met de nodige geautomatiseerde
systemen? Wie zal de kosten voor zijn rekening nemen? Het gaat hier
wel over de dubbele kosten die er zijn.
19.01 Dirk Claes (CD&V): Le
secrétaire d'État à la Simplification
administrative est responsable,
avec le ministre de l'Intérieur, de la
suppression des timbres-
amendes. Il sera désormais
possible de payer toutes les
amendes par virement. La police
locale envoie le courrier et le
formulaire de virement par la
poste. Jusqu'au 31 octobre 2006, il
ne sera probablement pas
possible d'envoyer ensemble le
procès-verbal et la demande de
paiement.
Le ministre sait-il que cette
opération sera plus onéreuse pour
les zones locales? En a-t-on
mesuré l'effet lors de la
suppression? Des compensations
sont-elles prévues?
Je suppose que les frais peuvent
être imputés au fonds des
amendes routières. Sera-t-il déjà
possible de le faire lors du
lancement de la deuxième phase
de la transition? Les zones locales
disposeront-elles des systèmes
automatisés nécessaires? Qui
supportera les frais?
19.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik kan u
meedelen dat ik op de hoogte ben van wat u omschrijft als verhoogde
kosten voor de lokale politie. Het afschaffen van boetezegels bij een
verkeersovertreding betekent een belangrijke vereenvoudiging die
zowel door de overtreders als door de politiediensten werd gevraagd
19.02 Patrick Dewael, ministre:
La suppression des timbres-
amendes constitue une
simplification importante qui est
intervenue à la demande des
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
en voor deze laatste op termijn ook kostenbesparend zal zijn.
De praktische modaliteiten zijn met de heer Landuyt voorbereid in
nauw overleg met de Vaste Commissie voor de Lokale Politie.
De politiediensten zullen in eerste instantie meer kosten hebben voor
de verzending van de overschrijvingsformulieren, maar zullen daarna
een aanzienlijke winst boeken doordat de administratieve opvolging
en afhandeling volledig door De Post wordt gedaan.
Bovendien voorziet de rondzendbrief betreffende de procedure voor
het indienen van de actieplannen in het kader van de
verkeersveiligheidovereenkomsten in een vergoeding van deze
meerkosten.
De bijlagen A en B van die omzendbrief voorzien in de mogelijkheid
om die kosten op te nemen in het actieplan. Op die wijze kunnen de
verzendingskosten worden gerecupereerd op het
Verkeersveiligheidsfonds.
De tweede fase van de omschakeling zal pas van start gaan op het
ogenblik dat alle politiekorpsen zullen zijn uitgerust met de nodige
informatica. Wat betreft de software is dat geregeld via het
programma PolOffice en wat betreft de hardware worden momenteel
de nodige markten geopend om te voorzien in alle apparatuur. Het is
noodzakelijk dat alle korpsen kunnen beschikken over het
softwarepakket PolOffice en een printer met een dubbele lader voor
het afdrukken van die formulieren.
Ook de aankoop van alle noodzakelijke informatica kan worden
begroot via de actieplannen van het Verkeersveiligheidsfonds. Ook
daarvoor voorziet de desbetreffende omzendbrief in zijn bijlage in de
mogelijkheid om die kosten te recupereren. Samen met collega
Landuyt zal ik de implementatie van het project nauwgezet verder
opvolgen, ik neem aan onder uw waakzaam oog en toezicht.
contrevenants et des services de
police. Cette opération permettra,
à terme, aux services de police de
réaliser des économies.
Les modalités pratiques ont été
préparées avec M. Landuyt en
concertation étroite avec la
Commission permanente de la
police locale. L'envoi des
formulaires de virement
entraînera, dans un premier
temps, des frais supplémentaires
pour les services de police mais
ceux-ci réaliseront des bénéfices
considérables parce que La Poste
prendra entièrement à sa charge
le suivi et le traitement
administratifs. Une circulaire
prévoit la compensation des coûts
supplémentaires qui peuvent être
inscrits dans le plan d'action. Les
frais d'envoi peuvent ainsi être
récupérés sur le fonds de la
sécurité routière.
La deuxième phase de la
transition ne débutera que lorsque
tous les corps de police seront
équipés du matériel informatique
nécessaire. Le programme
PolOffice sera utilisé comme
logiciel et en ce qui concerne le
matériel, les marchés nécessaires
sont ouverts dès à présent pour
l'acquisition de tous les appareils.
Les achats informatiques peuvent
également être inscrits au budget
par le biais des plans d'action du
fonds de la sécurité routière.
M. Landuyt et moi-même suivons
de près la mise en oeuvre du
projet.
19.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt.
Enerzijds ben ik tevreden dat u wel zegt dat u weet en beseft dat er
op dit moment verhoogde kosten zijn voor de politiezones. U zegt dat
die kosten wel kunnen worden gerecupereerd via het
Verkeersveiligheidsfonds, maar ik vind dat eigenlijk een verkeerd
woord. De kosten kunnen wel worden aangerekend, maar
`recupereren' is een beetje een verkeerde voorstelling van de feiten,
want daarmee kan men geen andere kosten of andere investeringen
doen die wel noodzakelijk zijn voor de verkeersveiligheid. Gedurende
die maanden zit men dus toch wel met het probleem van die dubbele
kosten.
Misschien is de vraag wel de volgende. Als De Post in de toekomst de
19.03 Dirk Claes (CD&V): Il est
possible de répercuter les coûts,
mais il n'est pas véritablement
question de les récupérer. Entre-
temps, aucun autre investissement
ne peut être réalisé en sécurité
routière. Durant ces mois, les
coûts seront doubles.
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
verwerking volledig gaat doen via een geautomatiseerd systeem,
zullen er toch ook kosten aan verbonden zijn. Die kan men ook wel
recupereren, maar we hebben ook geen zicht op de grootte van die
kosten: wat zal De Post er precies voor aanrekenen? Misschien is dat
teveel om er nu reeds op te antwoorden.
19.04 Minister Patrick Dewael: Ik heb gezegd dat er meerkosten zijn,
maar ook een winst. Daarenboven is er de mogelijkheid om het te
verhalen op het Verkeersveiligheidsfonds.
19.04 Patrick Dewael, ministre:
J'ai évoqué des surcoûts ainsi que
des bénéfices. Nous avons la
possibilité de répercuter les coûts
sur le fonds de la sécurité routière.
19.05 Dirk Claes (CD&V): Dat is correct.
19.06 Minister Patrick Dewael: Er is echter een winst omdat de
administratieve opvolging en de afhandeling volledig worden
afgehandeld door De Post.
19.07 Dirk Claes (CD&V): Mits een vergoeding.
19.08 Minister Patrick Dewael: Als we natuurlijk alleen praten over
de meerkosten en nooit over de winst...
19.08 Patrick Dewael, ministre:
Nous ne pouvons pas encore
prédire quel sera le rapport entre
les surcoûts et les bénéfices.
19.09 Dirk Claes (CD&V): Nee, dat is correct.
19.10 Minister Patrick Dewael: Wat het globaal gezien juist zal zijn,
zal uit de werking moeten blijken, maar ik heb er vertrouwen in...
19.10 Patrick Dewael, ministre:
J'ai confiance en la capacité de La
Poste à mener à bien ce projet.
19.11 Dirk Claes (CD&V): ...dat De Post niet teveel zal
doorrekenen?
19.12 Minister Patrick Dewael: Dat De Post dat goed zal doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het belastingvoordeel voor het plaatsen van een alarmsysteem in privé-woningen" (nr. 12113)
20 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'avantage fiscal
pour l'installation d'un système d'alarme dans des habitations privées" (n° 12113)
20.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb nog een
vraag over het belastingvoordeel voor het plaatsen van
veiligheidsinstallaties in privé-woningen. De Ministerraad zou beslist
hebben, een paar weken geleden, eindelijk een fiscaal voordeel toe te
kennen aan particulieren die hun woning willen beveiligen tegen
inbraak en brand. Wie dat doet, zou vanaf 1 januari 2007 recht
hebben op een belastingvermindering die zou gelijk zijn aan 40% van
de werkelijk gedane kosten, met een maximum van 400 euro.
Daarmee komt u eindelijk en concreet tegemoet aan uw eigen
veelvuldige aankondigingen van die maatregel in de diverse media.
Wij slepen dat toch al enkele jaren mee, het bericht dat dit zou
worden ingevoerd.
20.01 Dirk Claes (CD&V): Le
Conseil des ministres aurait
décidé, il y a quelques semaines,
de finalement octroyer un
avantage fiscal aux particuliers
désireux de protéger leur
habitation contre le cambriolage et
l'incendie. Le ministre avait déjà
annoncé cette mesure dans les
médias il y a quelques années.
Quand une initiative législative en
ce sens sera-t-elle prise? Le
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Mijnheer de minister, wanneer zult u die beslissing bevestigen met
een wetgevend initiatief? Bent u bereid het voorstel dat wij zelf
hebben ingediend in de Kamer te ondersteunen en eventueel te
amenderen? In hoeveel middelen voorziet u, mijnheer de minister, in
2007 voor die maatregel? Wanneer zullen de verschillende
voorwaarden gekend zijn? Hoe en wanneer zal dat aan het brede
publiek kenbaar worden gemaakt?
ministre soutiendra-t-il la
proposition que nous avons
déposée à la Chambre ou y
apportera-t-il des amendements?
Quel sera le montant des moyens
dégagés en 2007? Quand les
modalités d'intervention seront-
elles annoncées? Quand et
comment la population sera-t-elle
informée?
20.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
Ministerraad heeft inderdaad op 2 juni het principe goedgekeurd om,
in navolging van de regeling voor zelfstandige ondernemers, aan
particulieren een belastingvermindering toe te kennen voor uitgaven
voor de beveiliging van privé-woningen tegen inbraak en brand. Die
vermindering is van toepassing vanaf 1 januari 2007. De Ministerraad
heeft de minister van Financiën ermee belast na te gaan of de
maatregel het best wordt geïmplementeerd via een aanpassing van
het Wetboek op de Inkomstenbelastingen van 1992 dan wel van het
Wetboek op de Belasting op de Toegevoegde Waarde.
Het bedrag van die belastingvermindering zal gelijk zijn aan 40% van
de werkelijk gedane investeringen, met een maximum van 400 euro.
De maximale budgettaire impact wordt geraamd op 15,3 miljoen euro.
Een werkgroep beleidscoördinatie die zal vergaderen op mijn initiatief
en die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de leden van het
kernkabinet, waarin uiteraard begrepen de minister van Financiën,
wordt belast met het opstellen van de lijst van mogelijke
veiligheidsinvesteringen en ook van het lastenboek van de
kwaliteitsvereisten.
Ook het wetsvoorstel van uw fractie, mijnheer Claes, zal nader
worden onderzocht in het raam van de werkzaamheden van die
werkgroep. Eenmaal de Ministerraad zijn akkoord zal hebben betuigd
met de lijst van investeringen en ook met het lastenboek, zal de
burger daarover op gepaste wijze worden geïnformeerd. Verwacht
wordt dat dit bij de aanvang van het nieuwe parlementaire jaar zal
kunnen gebeuren. Nu wordt nog onderzocht hoe die
informatieverstrekking het beste verloopt.
20.02 Patrick Dewael, ministre:
En date du 2 juin, le Conseil des
ministres a approuvé le principe
de l'octroi d'un avantage fiscal aux
particuliers à partir du 1
er
janvier
2007 pour les dépenses réalisées
pour la protection d'habitations
privées contre le cambriolage et
l'incendie. Le ministre des
Finances doit examiner s'il est
préférable d'instaurer la mesure
par le biais d'une adaptation du
CIR '92 ou du Code de la taxe sur
la valeur ajoutée. Le montant de la
réduction fiscale sera équivalent à
40% des investissements
réellement consentis, moyennant
un plafond de 400 euros.
L'incidence budgétaire maximale
est estimée à 15,3 millions
d'euros.
La cellule de Coordination de la
politique dresse la liste des
investissements de sécurité
susceptibles d'entrer en ligne de
compte ainsi que le cahier des
charges pour les critères de
qualité. Le groupe de travail
examinera par ailleurs la
proposition de loi du CD&V. Dès
que le Conseil des ministres aura
approuvé la liste des
investissements et le cahier des
charges, la mesure sera
communiquée de manière
adéquate à la population. Selon
nos prévisions, celle-ci sera
informée au début de la nouvelle
législature. Le mode de
communication est encore à
l'examen actuellement.
20.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik ben enerzijds blij
dat dit initiatief genomen wordt. Het zal wel zijn nut bewijzen, meen ik.
Anderzijds, vind ik dat het te laat komt en dat het pas gevolgen zal
hebben voor een volgende regering. De regeling wordt van kracht, als
20.03 Dirk Claes (CD&V):
L'initiative est louable mais elle
arrive trop tard. Elle n'aura une
incidence que sur les déclarations
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
ik het goed begrijp, op 1 januari 2007, voor de kosten die men dan
doet. Dus is de eerste weerslag pas bij de aangifte van 2008
merkbaar. Dat is toch correct?
de 2008.
20.04 Minister Patrick Dewael: Maar u bent toch blij dat het principe
beslist is?
20.05 Dirk Claes (CD&V): Ja, wij zijn heel blij dat het principe beslist
is. Mijn dank daarvoor.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les supporters
de football togolais coincés au centre 127 et en zone de transit" (n° 12114)
21 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de Togolese voetbalsupporters die vastzitten in het centrum 127 en in de
transitzone" (nr. 12114)
21.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les grands événements sportifs et festifs, assez répandus à
notre époque, constituent des moments de rassemblement des
peuples mais, malheureusement, pas pour tout le monde.
En effet, 12 supporters de l'équipe de foot togolaise, en provenance
du Togo et à destination de Francfort, ont atterri à Zaventem où ils
comptaient prendre le train. Mal leur en a pris.
Ils disposaient d'un visa de l'ambassade allemande pour se rendre en
Allemagne, mais la Belgique ne leur a pas permis l'accès au territoire.
Il a d'abord été fait état d'un problème de passeport et de visa et, par
la suite, de ressources insuffisantes. La Fédération togolaise de
football s'est pourtant portée garante pour ces personnes en
spécifiant qu'elle assurerait les frais en cas de difficulté. Malgré ce
geste, ces personnes n'ont pu pénétrer sur notre territoire pour
assister aux rencontres de leur équipe. Elles ne demandaient pourtant
pas l'asile.
Il s'agissait d'un informaticien, d'un entrepreneur en menuiserie, d'un
transporteur, d'un chef de village, toutes des personnes qui avaient
économisé des années durant pour se permettre ce voyage. Leur
déplacement s'est mal terminé puisque six d'entre elles ont accepté
volontairement, après avoir passé quelques jours dans les centres
belges, de rentrer chez elles. Les six autres se trouvent toujours à
Steenokkerzeel, mais ne comprennent pas ce qui leur arrive: il est
inconcevable de débourser des fortunes pour assister à des matches
de football et in fine se trouver coincés dans un centre fermé!
J'aurais voulu revenir avec vous sur cet incident.
Pour quelles raisons ces personnes n'ont-elles pas été autorisées à
pénétrer sur le territoire?
Sont-elles restées en zone de transit? Si oui, combien de temps avant
d'être placées dans les centres?
Une affaire du même type souligne la difficulté pour les personnes à
peau noire d'accéder au territoire belge. Il s'agit d'un autre incident
que je n'ai pas eu l'occasion de vérifier; j'espère que vous avez pu le
21.01 Zoé Genot (ECOLO):
Twaalf supporters van de
Togolese nationale voetbalploeg,
die vanuit Togo onderweg waren
naar Frankfurt, zijn in Zaventem
geland, waar ze de trein wilden
nemen. Ze hadden een visum van
de Duitse ambassade om naar
Duitsland te reizen, maar ze
mochten ons land niet in.
Nochtans had de Togolese
voetbalbond zich borg gesteld voor
deze mensen; in geval van
moeilijkheden zou de voetbalbond
de kosten betalen. Na enkele
dagen te hebben doorgebracht in
Belgische opvangcentra hebben
zes van de twaalf Togolezen
ermee ingestemd vrijwillig naar
hun land terug te keren. De zes
andere zitten nog altijd in
Steenokkerzeel. Waarom mogen
die mensen ons land niet in? Zijn
ze in de transitzone gebleven? Zo
ja, hoelang zijn ze daar gebleven,
voor ze in een opvangcentrum
werden geplaatst? Er is nog een
ander incident, dat ik niet heb
kunnen natrekken, waarbij een
Française betrokken was, en
waaruit blijkt hoe moeilijk het
kennelijk is voor zwarten om tot
het Belgische grondgebied
toegelaten te worden.
Er is met andere woorden een
reëel probleem met betrekking tot
de controles als de mensen ons
land binnenkomen via de nationale
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
faire. Mme Marcellus Ange Mireille, de nationalité française, habite au
Luxembourg. Elle est de race noire; pas de chance pour elle. Elle
rentre de vacances en Bulgarie, atterrit à Zaventem et se retrouve
plusieurs jours en centre fermé. On veut lui faire signer un document,
rédigé en flamand, attestant que son passeport est un faux.
À mon avis, il existe un réel problème dans le travail effectué à
l'accueil de l'aéroport national. J'aimerais étudier avec vous les
mesures à envisager pour y remédier.
luchthaven. Ik zou graag samen
met u nagaan hoe we daar wat
aan kunnen doen.
21.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, il est toujours
bon de savoir ce qui s'est réellement passé.
Nous avons eu un débat similaire suite à une question posée en
séance plénière sur un cas, qui n'était pas précisé à ce moment-là, de
décès d'un sans-papiers et pour lequel j'ai envoyé le détail de ma
réponse à l'interpellant.
Il ne faut pas tirer de conclusions hâtives. Premièrement, dans ce cas
précis, les 12 supporters se sont vu refuser l'accès au territoire parce
qu'ils ne possédaient pas de moyens de subsistance suffisants ni de
document prouvant le but réel de leur voyage. Ils ne possédaient en
effet pas de billet de train ou d'avion à destination de l'Allemagne ni
d'argent pour les payer. Aucune réservation d'hôtel n'avait été faite et
leur ticket d'entrée pour le match de football n'était pas nominatif, ce
qui aurait dû être le cas. Par ailleurs, pour sept d'entre eux, les
autorités allemandes ont constaté que les visas avaient été obtenus
de manière frauduleuse. Les tickets avaient été payés avec une
fausse carte de crédit. Tout cela ne constitue probablement qu'un
détail pour Mme Genot!
Deuxièmement, aucun de ces ressortissants ne s'est retrouvé en
zone de transit. Six d'entre eux se trouvaient au centre INAD de
l'aéroport de Bruxelles-National et sont déjà repartis. Quant aux six
autres, ils sont actuellement au centre de rapatriement 127bis de
Steenokkerzeel.
Troisièmement, concernant Mme Marcellus Ange Mireille, les
autorités françaises ont confirmé qu'elle avait obtenu son passeport
français de manière frauduleuse grâce à un faux acte de naissance.
Elle n'est dès lors pas française!
Je constate que les autorités chargées du contrôle frontalier ont
accompli correctement leur mission et dès lors, je suis d'avis qu'il n'y
a aucune raison de procéder à un contrôle supplémentaire dans cette
affaire.
21.02 Minister Patrick Dewael:
De twaalf supporters beschikten
niet over voldoende
bestaansmiddelen en hadden
geen document bij zich waarmee
ze het werkelijke doel van hun reis
konden bewijzen. Ze hadden geen
trein- of vliegtuigticket naar
Duitsland, noch het nodige geld
om er een te betalen. Ze hadden
geen enkele hotelreservatie
gemaakt en hun toegangskaart
voor de voetbalmatch was niet op
naam, wat nochtans het geval had
moeten zijn. Bovendien heeft de
Duitse overheid vastgesteld dat ze
hun visa op onrechtmatige manier
verkregen hebben. En op de koop
toe waren de toegangskaarten
betaald met een valse
kredietkaart.
Ten tweede is geen enkele van
hen ooit in de transitzone beland.
Zes onder hen zijn reeds terug
vertrokken. De zes anderen
bevinden zich momenteel in het
repatriëringscentrum 127bis van
Steenokkerzeel.
Wat mevrouw Marcellus Ange
Mireille betreft, heeft de Franse
overheid ons bevestigd dat zij haar
Frans paspoort op onrechtmatige
wijze verkregen heeft dankzij een
valse geboorteakte. Ze is dus
geen Franse.
Ik stel vast dat de diensten die
belast waren met de grenscontrole
hun werk correct hebben
uitgevoerd. Er is dan ook geen
enkele reden om een bijkomend
onderzoek op te starten in deze
zaak.
21.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, j'entends bien que
sept visas étaient frauduleux. L'ambassade allemande a-t-elle apposé
21.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
heb begrepen dat zeven visa
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
des cachets sur des visas frauduleux?
onrechtmatig waren. Heeft de
Duitse ambassade stempels
geplaatst op die visa?
21.04 Patrick Dewael, ministre: Madame Genot, je vous ai lu ma
réponse et en ce qui me concerne, c'est suffisant.
21.04 Minister Patrick Dewael: Ik
heb u mijn antwoord voorgelezen.
21.05 Zoé Genot (ECOLO): L'avocat a mis 12 heures pour pouvoir
accéder au dossier. Donc, quand j'ai introduit ma question, on n'avait
toujours pas connaissance des raisons exactes invoquées par la
police pour refuser l'accès au territoire. On a dit à l'avocat de
consulter ses clients pour connaître les raisons du refus mais eux-
mêmes n'en savaient rien. Il est donc assez difficile de poser des
questions précises quand les intéressés eux-mêmes ne sont pas
informés clairement des raisons du refus.
En ce qui concerne les visas non frauduleux, je suis étonnée; en effet,
il y avait un accord avec la FIFA sur les tickets que vous incriminez.
De plus, une assurance liée aux revenus avait été délivrée par la
Fédération sportive togolaise. Dès lors, je ne comprends pas pourquoi
l'accès n'a pas été autorisé à ces personnes.
Par contre, pour ce qui est de l'autre cas, vos explications me
paraissent convaincantes.
21.05 Zoé Genot (ECOLO): De
advocaat heeft twaalf uur nodig
gehad om toegang te krijgen tot
het dossier. Op het moment dat ik
mijn vraag heb ingediend, wist
men nog steeds niet precies
waarom de politie hen de toegang
tot het grondgebied heeft
geweigerd. Het is behoorlijk
moeilijk om precieze vragen te
stellen wanneer de betrokkenen
zelf niet duidelijk ingelicht worden
over de redenen van de weigering.
Ik ben toch wel verbaasd over de
visa die op een rechtmatige
manier werden verkregen. Er
bestond immers een akkoord met
de FIFA over de betwiste tickets.
Bovendien had de Togolese
sportfederatie een
inkomensverzekering afgeleverd.
Ik begrijp dan ook niet waarom die
personen de toegang werd
geweigerd. Wat het andere geval
betreft, kan ik wel genoegen
nemen met uw uitleg.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de schadevergoeding ten gevolge van de hevige neerslag op 3 en 4 juli 2005" (nr. 12115)
22 Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'indemnisation à la suite des pluies torrentielles des 3 et 4 juillet 2005" (n° 12115)
22.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, dit is een
minder spectaculaire vraag dan die van mijn voorgangster. Ik wil u op
basis van uw antwoorden op mijn schriftelijke vragen betreffende de
neerslag van bijna een jaar geleden, op 3 en 4 juli 2005, nog een en
ander vragen, precies omdat ik via dossiers uit de streek waar ik
woon, toch wel andere signalen krijg.
In West-Vlaanderen werden zowat 3.000 dossiers ingediend naar
aanleiding van de overvloedige neerslag in juli 2005. Er is ook nog
een deel dossiers hangende uit 2004. Nog niet lang geleden hebt u
nieuwe rampen erkend uit 2004 en 2005, waardoor er toch nog
enkele honderden dossiers bij zullen komen. De procedure van drie
maanden loopt thans. Dat betekent dat het voor West-Vlaanderen
over meer dan 4.000 dossiers gaat, die op vrij korte termijn zouden
moeten worden afgehandeld.
22.01 Nathalie Muylle (CD&V):
En Flandre occidentale, quelque
3.000 dossiers ont été introduits à
la suite des pluies diluviennes de
juillet 2005. Si on y ajoute les
dossiers de 2004, cela fait, pour
cette seule province, plus de 4.000
dossiers qui devraient être
clôturés à relativement court
terme.
Répondant par écrit à ma question
relative au traitement des dossiers
et à la procédure, le ministre a
indiqué que les demandes étaient
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
Ik heb u gevraagd hoever het stond met de afhandeling en de
procedure en daarop hebt u mij schriftelijk volledig en correct
geantwoord dat de aanvragen in volgorde van ontvangst
administratief worden nagekeken en doorgestuurd aan een expert
met het oog op de vaststelling van de raming van de schade.
Vervolgens komt de expert ter plaatse en dient zijn verslag in, waarna
de beslissing wordt genomen. Zodra de beslissing bij uw diensten
bekend is, gebeurt de betaling binnen de vijftien werkdagen. Dat is de
procedure zoals ze zou moeten verlopen.
Mij bereiken echter andere signalen. Ik heb een lijst in mijn bezit van
individuele dossiers met alle nodige nummers en informatie, waaruit
blijkt dat de procedure niet zo vlot verloopt als u wel omschrijft. Er zijn
problemen. Na een jaar blijkt bijvoorbeeld dat particulieren nog altijd
geen expert hebben gezien.
Op de infovergaderingen, die door de diensten van de
arrondissementscommissaris werden gegeven, heeft men duidelijk
gezegd aan particulieren om niet alle schade te herstellen zolang er
geen expert is gekomen. Wat ziet men nu na een jaar? Ik ben bij
mensen thuis geweest waar de keuken werd vervangen, maar waar
er nog 50 centimeter schimmel op de muur staat, omdat men nog niet
alle werken mag uitvoeren vooraleer er een expert is gekomen.
Bovendien, wanneer er een expert langs is geweest, duurt het vaak
enorm lang vooraleer er een verslag wordt ingediend.
Ik heb hier dossiers van februari, januari en december. Er is daar een
expert geweest, maar er is vandaag nog steeds geen dossier
ingediend.
Ten slotte, ik ken ook een groep mensen die zegt dat de expert bij
hen is geweest ook hier gaat het over december, februari, maart, ik
heb van elke maand wel een aantal voorbeelden en dat het verslag
ook werd ingediend. Zij hebben ook het verslag ontvangen, maar er is
vandaag nog geen beslissing genomen door de diensten van de
arrondissementscommissaris en de beslissing is nog niet
doorgestuurd aan u. Daarop zegt u heel duidelijk dat het reglement
bepaalt dat de beslissing zeer snel zou moeten vallen bij de diensten
van de arrondissementscommissaris.
Mijnheer de minister, dit alles lijkt erop te wijzen dat organisatorisch er
toch wel een en ander fout loopt. Ik heb de indruk dat er binnen die
diensten een probleem is van onderbezetting.
De diensten van de arrondissementscommissaris hebben mij zelf
gezegd, u hebt daarop ook reeds geantwoord, dat er vier mensen aan
die dienst zijn toegevoegd. Die vier mensen zouden goed zijn voor het
verwerken van ongeveer 1.000 dossiers. Wij gaan in West-
Vlaanderen op korte termijn meer dan 4.000 dossiers moeten
verwerken. Daar blijkt structureel een zeer grote achterstand in de
verschillende stappen van het proces te zitten.
Mijnheer de minister, het tweede probleem zouden de experts zijn die
worden opgevorderd. Er is een verschil tussen particuliere schade en
landbouwschade. De experts die bij de mensen ter plaatse gaan
zeggen zelf dat zij dit na hun uren en in het weekend moeten doen en
examinées par ordre d'arrivée et
qu'elles étaient transmises à un
expert, pour qu'il établisse une
estimation des dommages. Dès
que la décision est connue, le
paiement est effectué dans les
quinze jours ouvrables qui suivent.
Je dispose pourtant d'une liste de
dossiers individuels qui montre
que la procédure n'est pas aussi
fluide que ne le prétend le
ministre. C'est ainsi qu'après un
an, certains particuliers n'ont
toujours pas eu la visite d'un
expert. J'ai rencontré des gens qui
ont remplacé leur cuisine, mais qui
doivent vivre avec un mur toujours
recouvert d'une épaisse couche de
moisissures, étant donné qu'ils ne
peuvent pas effectuer tous les
travaux nécessaires avant la visite
de l'expert. Même lorsque l'expert
est venu, il y a souvent un énorme
délai avant que son rapport ne soit
déposé.
Enfin, certains rapports
d'expertises n'ont pas débouché
sur une décision du commissaire
d'arrondissement, alors que le
règlement dispose clairement
qu'une décision doit tomber très
rapidement après l'expertise. Tout
ceci semble indiquer certains
dysfonctionnements organisa-
tionnels ainsi qu'un problème de
manque d'effectifs au sein des
services concernés.
Le groupe d'experts capables de
constater les dégâts survenus
chez des particuliers ou dans
l'agriculture est trop restreint. La
liste d'attente est particulièrement
longue. Quelles mesures le
ministre entend-il prendre dans les
semaines à venir?
CRIV 51
COM 1008
20/06/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
dat er reeds experts weggevallen zijn waardoor de poule aan experts
die ter beschikking zijn voor beide categorieën zeer klein is. Ook bij
die experts zit men met bijzonder lange wachtlijsten vooraleer iemand
ter plaatse komt.
Mijnheer de minister, dat zijn de problemen. Ik had graag van u
vernomen wat u daaraan wilt doen. Wat zullen uw acties op het terrein
zijn de komende weken?
22.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
antwoord kan vrij bondig zijn. Volgens de dienst Rampenschade van
de provincie West-Vlaanderen zal de heel nabije toekomst uitwijzen
dat de tot nu gevolgde en gevoerde strategie wel degelijk efficiënt is.
Volgens de informatie van deze dienst is de opening van alle dossiers
afgewerkt. Zodra alle elementaire stukken zich in het dossier
bevinden, wordt dat ook aan een expert overgemaakt.
Een aantal medewerkers is specifiek belast met het nazicht van de
binnengekomen expertiseverslagen. Tenzij aan het expertiseverslag
verbeteringen moeten worden aangebracht, wordt het dan aan een
andere medewerker toevertrouwd voor het opmaken van het besluit.
Er moet worden opgemerkt dat een geteisterde zijn eigendom mag
herstellen vooraleer een expert ter plaatse is geweest. Het is
voldoende dat hij bewijsstukken bewaart van de geleden schade. Dat
werd vaak meegedeeld. Dat staat trouwens ook op de website. De
betrokkenen zijn daarvan perfect op de hoogte.
Op dit ogenblik zijn elf deskundigen aangesteld inzake particuliere
schade en bedrijfsschade. Tien deskundigen houden zich bezig met
het ramen en vaststellen van de landbouwschade.
Opdat de afhandeling van de schadedossiers effectief nog sneller zou
kunnen verlopen, zullen nog een aantal bijkomende experts worden
aangesteld.
22.02 Patrick Dewael, ministre:
Selon le service des Calamités de
la province de Flandre occidentale,
il apparaîtra dans un avenir proche
que la stratégie suivie est efficace.
Tous les dossiers ont été ouverts.
Plusieurs collaborateurs sont
spécifiquement chargés du
contrôle des rapports d'expertise à
l'entrée.
Par ailleurs, un sinistré peut
réparer son bien avant le passage
d'un expert. Il lui suffit de
conserver des pièces justificatives
du sinistre subi. Les intéressés
sont parfaitement informés de cet
état de fait.
Actuellement, onze experts ont été
désignés pour les dommages
subis par les particuliers et les
industriels. Dans le souci
d'accélérer le traitement des
dossiers de dommages, plusieurs
experts supplémentaires seront
encore désignés.
22.03 Nathalie Muylle (CD&V): Vandaag hebben we op het terrein
nog helemaal geen resultaat van die acties. Ik veronderstel dat de
komende weken zal blijken dat dankzij het aanstellen van bepaalde
mensen in bepaalde fasen van het proces de dossiers sneller worden
afgehandeld.
Mijnheer de minister, als dat niet zo is, zult u mij zeker nog weer zien.
Ik krijg zoveel signalen van mensen die problemen hebben...
22.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Ces actions n'ont encore produit
aucun résultat visible jusqu'ici. Je
présume que le traitement des
dossiers sera plus rapide la
semaine prochaine. Dans le cas
contraire, je ne manquerai pas de
me rappeler à votre souvenir.
22.04 Minister Patrick Dewael: Ik hoop u alleszins nog weer te zien.
22.05 Nathalie Muylle (CD&V): Met dat dossier! Ik kom zeker nog
terug met dat dossier.
U zei dat men geen bewijsstukken moet bijleveren. Dat is niet de
informatie die door de diensten in de infosessies gegeven is. Ik was
op zo'n infosessie aanwezig. Er is heel duidelijk gezegd aan de
bevolking dat men bewijsstukken zoals foto's, moest bijhouden, en
dat men ervoor moest zorgen dat er nog een fysiek bewijsstuk van
schade was tot een expert ter plaatse kwam. Dat betekent dat men
een groot deel van de problemen kan oplossen maar niet allemaal.
20/06/2006
CRIV 51
COM 1008
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Sommige mensen zitten een jaar met schimmel in de gang en in de
keuken. Dat zijn niet de ideale omstandigheden om in te leven.
Ik zou zeggen, wordt vervolgd. We zullen zien wat er op het terrein de
komende weken gebeurt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.28 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.28 heures.