IC097_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders en Spirit

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000

Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

PLEN

Plenum (witte kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Dominique Tilmans à la
secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au
Bien-être au travail, adjointe au ministre de
l'Emploi et des Pensions, sur "la problématique
de l'alcool au travail" (n° 782)

Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen, over "de problematiek
van alcohol op het werk" (nr. 782)

Orateurs: Dominique Tilmans, Kathleen Van
Brempt

Sprekers: Dominique Tilmans, Kathleen Van
Brempt

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Nahima Lanjri à la secrétaire d'Etat à
l'Organisation du travail et au Bien-être au travail,
adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions
sur "la loi sur le travail portuaire" (n° 789)

- mevrouw Nahima Lanjri aan de
staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en
Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister
van Werk en Pensioenen over "de wet op de
havenarbeid" (nr. 789)

Orateurs: Nahima Lanjri, Luc Sevenhans,
Kathleen Van Brempt

Sprekers: Nahima Lanjri, Luc Sevenhans,
Kathleen Van Brempt

Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
à la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et
au Bien-être au travail, adjointe au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la douleur au
travail" (n° 794)

Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de staatssecretaris voor
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk,
toegevoegd aan de minister van Werk en
Pensioenen over "beroepsgebonden pijn"
(nr. 794)

Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Kathleen Van Brempt

Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Kathleen Van Brempt

Question de Mme Valérie De Bue à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
délivrance des cartes de stationnement pour
personnes à mobilité réduite" (n° 722)

Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
afleveren van parkeerkaarten aan personen met
een beperkte mobiliteit" (nr. 722)

Orateurs: Valérie De Bue, Isabelle Simonis

Sprekers: Valérie De Bue, Isabelle Simonis

Interpellation de M. Luc Goutry à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'emploi de
handicapés dans les services publics" (n° 120)

Interpellatie van de heer Luc Goutry tot de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"tewerkstelling van gehandicapten in
overheidsdiensten" (nr. 120)

Orateurs: Luc Goutry, Isabelle Simonis

Sprekers: Luc Goutry, Isabelle Simonis

Motions

Moties

Question de M. Jean-Marc Delizée à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'introduction des demandes d'allocations aux
personnes handicapées" (n° 793)

Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
indiening van aanvragen voor
tegemoetkomingen aan gehandicapten" (nr. 793)

Orateurs:

Jean-Marc Delizée, Isabelle

Simonis

Sprekers: Jean-Marc Delizée, Isabelle
Simonis

Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'accès des
chiens d'assistance" (n° 844)

Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
verlenen van toegang aan assistentiehonden"
(nr. 844)

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DES AFFAIRES

SOCIALES

COMMISSIE VOOR DE SOCIALE

ZAKEN

MERCREDI

DECEMBRE

2003

Après-midi

______

van

WOENSDAG

DECEMBER

2003

Namiddag

______

De vergadering wordt geopend om 14.07 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.07 heures par M. Hans Bonte, président.

01 Question de Mme Dominique Tilmans à la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-

être au travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions, sur "la problématique de l'alcool
au travail" (n° 782)

01 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en

Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen, over "de problematiek
van alcohol op het werk" (nr. 782)

01.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, madame la

secrétaire d'Etat, nos assemblées se sont longuement penchées sur la
problématique du tabac, sur la problématique de la drogue mais pas
sur la problématique de l'alcool qui, en lui-même, est une drogue. C'est
un problème qui a des retombées tant au niveau psychologique qu'aux
niveaux familial, juridique ou professionnel. C'est une question qui
touche pratiquement l'ensemble des ministres, elle est pluridisciplinaire
et la réponse doit être pluridisciplinaire. J'ai donc interrogé différents
ministres sur la question.

J'étais partie d'une réflexion sur la province du Luxembourg et d'une
enquête qui a été faite par l'Université de Liège où on indiquait que
29,5% de la population luxembourgeoise présente un problème lié à la
consommation d'alcool. Plus précisément, 7% de la population est
dépendante de l'alcool, ce qui correspond d'ailleurs aux chiffres
nationaux et cela semble impressionnant. En ce qui concerne les
jeunes, qui seront les adultes de demain, à 18 ans, 69% des garçons
et 57% des filles déclarent que l'alcool fait partie de leur univers. Ce
sont des chiffres fort interpellants et je voulais vous poser des
questions concernant l'alcool au travail.

Il est clair que les gens qui souffrent de problèmes d'alcoolisme
subissent des retombées au niveau du travail, au niveau de la
productivité et au niveau de l'absentéisme. On estime que
l'absentéisme des alcooliques est de deux à trois fois plus élevé que
celui des personnes qui ne boivent pas.

J'ai lu avec beaucoup d'attention votre note de politique générale. Les
chiffres qui y sont renseignés sont étonnants. Par contre-, je n'ai rien
trouvé concernant l'alcool mais bien sur la cigarette et sur les
problèmes des maladies professionnelles. Mais vous avez
probablement vu, comme tout le monde, l'étude réalisée par la
Fondation Rodin en collaboration avec l'ULB.

Il ressort de cette étude que les entreprises sont très mal informées et
qu'une entreprise et c'est important sur quatre connaît des
problèmes d'alcool en son sein. Cela se traduit souvent par des
licenciements, ce qui n'arrange rien.

01.01 Dominique Tilmans (MR):

Op het werk heeft alcoholgebruik
gevolgen voor de productiviteit en is
het verantwoordelijk voor twee à
drie maal meer werkverzuim dan
normaal. Uit een onderzoek door de
Stichting Rodin en de ULB blijkt dat
de ondernemingen slecht
geïnformeerd zijn en dat een kwart
ervan met problemen kampen die
tot ontslagen kunnen leiden.

Is u bevoegd om terzake op te
treden?

Een onderneming op tien verstrekt
informatie, maar doet helemaal niet
aan preventie. Welke zijn de
verplichtingen van de
ondernemingen? Moeten zij of de
overheid de last van nieuwe
verplichtingen dragen of moeten de
werknemers naar professionele
gezondheidswerkers worden
doorverwezen?

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Disposez-vous dans vos compétences de la possibilité d'intervenir en la
matière? L'alcool au travail est une compétence de la Communauté
française mais, par le biais de votre compétence de bien-être au travail,
pouvez-vous intervenir dans cette problématique au niveau de
l'information des entreprises et des travailleurs?

Quelle est votre analyse du dossier quand on sait qu'une entreprise sur
dix pratique l'information et que, malheureusement, la norme est
beaucoup moins importante quand on parle de prévention? La
prévention est pratiquement inexistante dans les entreprises.

Quelles obligations pèsent aujourd'hui sur les entreprises? En réalité,
cette question est double. Estimez-vous qu'il revient aux entreprises
d'assumer et la charge et le coût que représente le problème de l'alcool
dans les milieux professionnels ou souhaitez-vous que l'Etat
intervienne, les pouvoirs publics en l'occurrence? Autrement dit,
comptez-vous agir en imposant de nouvelles obligations aux
entreprises ou, au contraire, estimez-vous qu'il vaut mieux aiguiller les
travailleurs vers les professionnels de la santé, habilités à répondre en
cette matière?

01.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat: Monsieur le

président, il est vrai qu'il n'existe pas de chapitre vraiment spécifique en
ce qui concerne le problème de l'alcoolisme, mais si cela se produit sur
le lieu du travail, cela relève de ma compétence. Je voudrais poser une
vision générale sur ce que vous nous avez lu. J'ai insisté sur le fait qu'il
revient à l'employeur de créer des situations de travail qui garantissent
le bien-être au travail. Un problème de bien-être est avant tout un
problème d'organisation du travail plutôt qu'un problème individuel. Cela
est pour moi crucial dans la problématique de l'alcoolisme aussi. La
consommation d'alcool sur le lieu du travail est un des problèmes du
bien-être au travail. S'il est vrai que la part contributive de cette
consommation est insuffisamment connue en termes d'accidents du
travail, perte de productivité, absentéisme, cela ne doit pas évi ter la
discussion du problème dans les entreprises. L'alcool ne peut plus être
un tabou, ce qui est actuellement le cas dans les entreprises. Il est
important de dévoiler le problème de l'alcoolisme. L'employeur, lorsqu'il
établit sa politique de bien-être au travail doit considérer toutes les
situations qui prévalent dans son entreprise et notamment dans le
domaine psychosocial. Je suis compétente pour intervenir dans cette
problématique et je le ferai, non en proposant des mesures individuelles
répressives, ce qui est à l'opposé de ma philosophie d'approche, mais
en responsabilisant les employeurs pour qu'ils prennent des initiatives.

Quelles initiatives? Développer une politique de prévention; choisir des
mesures positives collectives spécialement adaptées aux
caractéristiques du milieu du travail et des structures
organisationnelles; enfin, faire intervenir de manière coordonnée les
conseillers en prévention mais aussi les services du "human resources
management", la ligne hiérarchique et les représentants des
travailleurs.

Je crois qu'il est également important que l'expérience et les réflexions
portant sur les mesures de prévention et de prise en charge du
problème conduites dans les entreprises soient échangées entre toutes
les personnes concernées afin que la réussite des uns puisse
encourager le développement d'une politique de consommation de
l'alcool qui vise toutes les personnes de l'entreprise. C'est par l'échange
de solutions concertées et novatrices aux problèmes de bien-être
actuels que l'on parvient à convaincre qu'il est possible d'agir et de

01.02 Staatssecretaris Kathleen

Van Brempt: Vermits het
probleem van het alcoholmisbruik
verband houdt met de werkplaats,
valt het onder mijn bevoegdheid.
Het is de taak van de werkgever om
arbeidsomstandigheden te creëren
die het welzijn van de werknemers
kunnen verzekeren, door met alle
mogelijke factoren rekening te
houden. Het is meer een
organisatorisch dan wel een
individueel probleem.

Ook al weet men niet in hoeverre
alcoholmisbruik meespeelt bij
arbeidsongevallen, verlies van
productiviteit en absenteïsme, toch
mag het niet langer een taboe zijn.

Ik zou voorstellen dat men geen
individuele repressieve maatregelen
treft, maar dat men de werkgevers
op hun verantwoordelijkheid wijst,
zodat zij een preventiebeleid
kunnen ontwikkelen, collectieve en
aangepaste maatregelen kunnen
uitdokteren, en de
preventieadviseurs, de afdeling
human resources, de hiërarchie en
de vertegenwoordigers van de
werknemers kunnen inschakelen.
Het is tevens erg nuttig ervaringen
uit te wisselen.

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

progresser dans le domaine de la qualité de la vie au travail.

01.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, je remercie

Mme la secrétaire d'Etat pour sa réponse.

Il faudrait effectivement investiguer davantage et peut-être ne pas laisser
l'ensemble de la responsabilité aux entreprises. Face à ce problème
particulièrement important qui prend une ampleur énorme, encore sous-
estimée aujourd'hui, et qui envahit et détruit beaucoup de vies, je pense
que nous devrions mener des actions ponctuelles et précises au niveau
fédéral, en collaboration avec les pouvoirs communautaires.

Ces actions pourront épauler efficacement les acteurs des entreprises.

01.03 Dominique Tilmans (MR):

Men moet wellicht niet alle
verantwoordelijkheid voor dit toch
wel aanzienlijke probleem bij de
bedrijven leggen. Uit een
samenwerking met de
Gemeenschappen zouden heel wat
gerichte acties kunnen voortvloeien.

01.04 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat: Dans cette

problématique de l'alcoolisme, il y a tout un volet de prévention. Il faut
absolument que je coordonne l'ensemble avec les Régions.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Luc Sevenhans aan de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk,
toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen over "de verwerping van de nieuwe
havenrichtlijn door het Europees Parlement" (nr. 826)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk,
toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen over "de wet op de havenarbeid" (nr. 789)

02 Questions jointes de

- M. Luc Sevenhans à la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail,
adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "le rejet par le Parlement européen de la
directive tendant à la libéralisation des activités portuaires" (n° 826)
- Mme Nahima Lanjri à la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail,
adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la loi sur le travail portuaire" (n° 789)

De voorzitter: Vermits mevrouw Lanjri het eerst haar vraag heeft ingediend, geef ik haar als eerste het woord.

02.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

staatssecretaris, op 20 november was er verheugend nieuws te horen
vanuit het Europees Parlement. U weet het reeds, de nieuwe
Havenrichtlijn of de wet in verband met de liberalisering van de
havendiensten werd weggestemd met 211 stemmen voor, 229 stemmen
tegen en 16 onthoudingen. Alle politici en zeker de Belgische,
reageerden heel enthousiast en België was het enige land waarvan alle
europarlementsleden, over de partijgrenzen heen, tegen de
Havenrichtlijn stemden. Het ging meer in het bijzonder over de groenen,
de sp.a, maar ook over mensen van CD&V, onder andere Marianne
Thyssen en Miet Smet. Iedereen heeft tegengestemd, behalve jammer
genoeg enkele VLD'ers, waaronder Willy Declercq en Ward Beysen; zij
stemden voor.

Het is goed nieuws, omdat de tekst die voorlag - dat weet u beter dan
geen ander, want u kent de zaak van de zelfafhandeling tot gevolg
had dat havens waar tot nu toe een goede reglementering bestond,
werden afgestraft ten voordele van concurrenten die tot dan toe een
laksere houding hadden aangenomen en waar geen regels bestonden.
Onze havens hebben op dat vlak een goede reputatie en hanteren heel
wat regels in verband met veiligheid, opleiding, sociale omkadering en
arbeidsorganisatie en hebben daarin altijd het voortouw genomen. Het
is goed dat zij met de recente door Europa genomen beslissing
daarvoor niet worden voor afgestraft.

02.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le

20 novembre, le Parlement
européen a rejeté la nouvelle
directive portuaire. L'ensemble des
membres belges du Parlement
européen a voté contre, à
l'exception de quelques membres
du VLD. Le rejet de cette directive
constitue une bonne nouvelle, car
les ports dotés d'une bonne
réglementation auraient pu être
lésés par des concurrents
appliquant des règles plus laxistes.

Le risque est toutefois réel que la
Commission européenne soutienne
les opposants à la loi sur le travail
portuaire, voire entreprenne des
démarches juridiques contre la
Belgique au motif que cette loi
constituerait une entrave à la libre
circulation des services. Il convient
donc d'adapter la loi. Les arrêtés
pris en exécution de la loi doivent
être adaptés de manière telle que

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Toch moeten wij op onze hoede blijven. De verwerping door het
Europees Parlement heeft niet alle problemen uit de weg geruimd. Het
risico bestaat namelijk dat de Europese Commissie mensen die tegen
de havenarbeid zijn, zal ondersteunen. Het is ook mogelijk dat de
Europese Commissie zelf een initiatief zou kunnen nemen om België in
gebreke te stellen, omdat de wet op de havenarbeid een inbreuk zou
kunnen zijn op het vrije verkeer van diensten.

Uw uitspraken en wat ik erover gelezen heb, wijzen in die richting. Het
is dus belangrijk dat de wet wordt aangepast, zodanig dat er juridisch
gezien geen problemen meer zijn met betrekking tot het vrij verkeer van
diensten.

In de publieke opinie lees ik ook dat er ten onrechte wordt gezegd dat
de havenarbeid beperkt is en dat het gaat over beschermde jobs. Is dat
wel zo? We moeten daarover ook eens de discussie durven te voeren.
Er zou meer duidelijkheid moeten komen om de vooroordelen weg te
werken. Het is zo dat iedereen kan solliciteren voor zo'n job. Uiteraard
moet men dan aan bepaalde eisen voldoen, zoals fysiek in orde zijn,
psycho-sociale testen ondergaan en een juiste opleiding hebben gehad.
Ik ben de zaak in Antwerpen ook gaan bezoeken en ik neem aan dat je
daar niet zomaar kan beginnen werken. Je moet daar wel de nodige
opleidingen voor hebben gehad.

Ik heb ook met heel wat vrouwelijke havenarbeiders gesproken. U bent
misschien al een tijdje weg, want er zijn zeker meer dan twee vrouwen
die daar werken. Ik dacht dat er zeventien waren. Het is dus in elk geval
niet zo dat die jobs voorbehouden zijn aan een bepaalde groep of aan
de houders van bepaalde lidkaarten.

Het komt er nu wel op aan om de wet en haar uitvoeringsbesluiten
zodanig te herschrijven dat het voor iedereen duidelijk is, ook voor
Europa, dat vooral de veiligheid moet gegarandeerd worden en dat dat
niet in strijd is met het principe van het vrije verkeer.

Daarom heb ik een paar concrete vragen voor u, mevrouw de
staatssecretaris.

Er is, ten eerste, een prejudiciële vraag gesteld aan het Europese Hof
van Justitie in verband met een Belgische rechtszaak. Als ik het goed
lees, is het een zaak in Brussel, bij het Brusselse gerecht. De zaak is
nu ook in beroep aanhangig gemaakt. Mijn vraag is of er al een
antwoord op is. Geeft u deze procedure enige kans op slagen? Is er
dan bijvoorbeeld gevaar voor het behoud van de wet op de havenarbeid?
Welke aanpassingen plant u aan die wet? U hebt gesproken over
uniformisering, vooral met betrekking tot de concrete
uitvoeringsbesluiten, onder meer wat opleiding, talenkennis en veiligheid
betreft. Kunt u daar iets concreter over zijn? Hoe ziet u bijvoorbeeld die
talenkennis? Betekent dit meertaligheid en een opleiding? Zegt u dat dit
moet gaan in de richting van wat er nu is, of wil u dit versoepelen of
verstrengen? Die vraag geldt ook voor de veiligheid. Graag wat meer
informatie over hoe u die concrete criteria gaat vastleggen. Wanneer
zullen de aanpassingen aan de uitvoeringsbesluiten er zijn?

Vandaag bestaan er afhankelijk van de havens verschillende
uitvoeringsbesluiten voor de verschillende gebieden. Wordt er bij de
opstelling waar u naar streeft, met meer uniformiteit, wat zeker te
verdedigen is, wel rekening gehouden met de diversiteit van de
verschillende havens? Vindt u dat dit moet kunnen en kunt u dat
garanderen? Tot slot nog een vraag over de genoemde zaak. Stel dat u
de uitvoeringsbesluiten gaat aanpassen, met de criteria. Denkt u dat
het dan nog te vrezen is dat Europa toch nog bezwaar gaat aantekenen

l'Europe aussi se rende compte
que la sécurité est une priorité et
qu'elle ne s'oppose en rien au
principe de la libre circulation des
services.

La Cour européenne de justice a
été saisie d'une question
préjudicielle concernant une
procédure judiciaire belge relative à
la loi sur le travail portuaire. La
secrétaire d'Etat pense-t-elle que
cette procédure a une chance
d'aboutir?

Quels aménagements la secrétaire
d'Etat pense-t-elle apporter à la loi
sur le travail portuaire? Quand ces
aménagements seront-ils prêts?
Vont-ils se traduire par une plus
grande uniformité? L'Europe va-t-
elle encore introduire une
réclamation? La connaissance
linguistique requise ne sera-t-elle
pas perçue comme une manière
d'évincer les travailleurs étrangers?

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

op één of andere manier? Met andere woorden, zouden zij kunnen
argumenteren dat de criteria die u hanteert er veeleer op gericht zijn om
de jobs van de huidige havenarbeiders veilig te stellen en dat u dit dus
in theorie wel openstelt voor buitenlandse havenarbeiders die de
erkenning zouden kunnen verkrijgen, maar dat het in de praktijk
eigenlijk erg moeilijk wordt om de opleiding te volgen? Ik denk dan aan
bijvoorbeeld de talen met misschien ook Nederlands. Zou men zo
kunnen stellen dat het beroep eigenlijk toch nog niet voor buitenlandse
havenarbeiders opengesteld wordt? Ik veroordeel dit niet, ik vraag
gewoon of u ook nog eventuele bijkomende bezwaren van Europa
vreest.

02.02 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik

ben steeds verheugd als er bij andere parlementsleden interesse
bestaat voor de beschermende wet-Major. Ik ben ook sterk overtuigd
van de goede bedoelingen van de staatssecretaris terzake. Mevrouw de
staatssecretaris, misschien komt onze vraag wel een beetje vroeg,
want ik weet dat u bezig bent met een aantal
beschermingsmaatregelen om de wet-Major overeind te houden. Het
eerste gevaar is geweken maar er zijn nog andere gevaren. We hebben
daar in een vorige discussie ook reeds over gepraat. U bent wellicht
samen met mij vorige week zaterdag in het havenlokaal de overwinning
gaan vieren. Het was er terecht een groot feest. De meesten beseffen
echter wel dat het gevaar nog niet geweken is. De stemming in het
Europees parlement was wel een overwinning maar normalerwijze
moesten we mathematisch 314 stemmen hebben. We hadden er 229.
Dat bewijst dat een vrij groot deel van het Europees Parlement toch
bedenkingen heeft. Vandaar ook het gevaar dat de moloch Europa het
hier niet bij zal laten. De rechtszaak in Brussel waar mevrouw Lanjri
naar verwijst is iets dat al lang als een zwaard van Damocles boven ons
hoofd hangt.

Ik weet er ook niets meer van. Misschien kunt u daarop antwoorden. Ik
ben er mij wel van bewust dat het een reëel gevaar is.

Hoe dan ook, ik heb mij aangesloten bij de vraag van mevrouw Lanjri.
Mevrouw de staatssecretaris, ik meen dat er voldoende overleg is
geweest tussen u en de bevoegde minister over hetgeen u zult doen. Ik
weet uit uw verklaringen dat u volop met de problematiek bezig bent. Ik
hoop dat u al iets kunt toelichten over de mogelijkheden.

Het was ook mijn bedoeling te vernemen in hoeverre de havenarbeiders
gerust kunnen stellen dat de wet-Major niet ter discussie kan staan.
Een aantal maatregelen kan uiteraard onmiddellijk worden ingevoerd,
onder andere op het vlak van de veiligheid. Er bestaat scholing voor
havenarbeiders en dokwerkers. Als men geen erkenning van die school
heeft, kan men niet aan de haven werken. Dat is al een drempel. De
taal is ook een moeilijk gegeven. Hoe moet men dat inpassen? Men
kan moeilijk verlangen dat een havenarbeider talenkennis heeft. In de
praktijk heeft iedereen het wel. De haven heeft een eigen taaltje. Die is
meestal bekend, zeker bij de ploegbaas of de salesbaas. Officieel is er
evenwel geen verplichting voor de kaderfuncties of de ploegbaas. In de
praktijk wordt het wel reeds gevraagd. Ik hoop dat u vandaag de
mogelijke maatregelen kunt toelichten.

02.02 Luc Sevenhans (VLAAMS

BLOK): Je me réjouis de l'intérêt
que portent la secrétaire d'Etat et
les membres du Parlement à la loi
Major. Ma question est peut-être
prématurée mais je vais malgré tout
la poser.

Le rejet par le Parlement européen
de la nouvelle directive relative au
travail portuaire fut sans conteste
une victoire. Mais tout danger n'est
pas écarté pour autant. Le vote de
samedi révèle qu'un nombre
relativement élevé de membres du
Parlement européen éprouvent
toujours certaines réticences.

Plusieurs mesures - notamment en
matière de sécurité et de langue -
peuvent dès à présent être mises
en oeuvre. La secrétaire d'Etat
peut-elle commenter la situation?
Est-elle en mesure de fournir aux
dockers des garanties quant au
maintien de la loi Major?

02.03 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter,

ik kan nog niet heel concreet zijn, omdat een aantal punten op dit
moment wordt onderzocht. Ik neem de vragen van mevrouw Lanjri als
leidraad, omdat ze heel concreet zijn.

De Belgische regering en alle europarlementsleden hebben inderdaad

02.03 Kathleen Van Brempt,

secrétaire d'Etat: Je ne peux vous
apporter de réponse très concrète
car les études réalisées en la
matière ne sont pas encore
terminées.

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de niet onbelangrijke verdienste om als kleine Belgen vaak helemaal
alleen hun mannetje te staan, met als resultaat de grote overwinning
van 20 november, het verwerpen van de richtlijn.

Mevrouw Lanjri, inzake uw eerste vraag vrees ik dat u verkeerd bent
ingelicht. Er is op dit moment geen prejudiciële vraag hangende bij het
Europees Hof. Er is ooit een prejudiciële vraag geweest die betrekking
had op de vraag of het huidige poolsysteem strijdig was met de
Europese regels inzake non-discriminatie en de Europese regelgeving
inzake mededinging. Hierop heeft het hof destijds negatief geantwoord.
Over die regels in het verdrag moeten wij ons dus geen zorgen meer
maken.

Welke grote zorg zouden wij allemaal moeten delen? Dat zijn de regels
inzake het vrij personenverkeer. Het is wel waar dat op dit moment een
zaak inzake het vrij personenverkeer in beroep hangende is bij het
arbeidshof in Brussel.

Het is nogal evident dat ik niet de bedoeling heb om tussenbeide te
komen in de rechtsgang. De Belgische Staat is echter wel in beroep
gegaan. Ik ben ervan overtuigd dat we als Belgische Staat op dit
moment ook de goede argumenten hebben ter verdediging van het
dossier.

Wat uw tweede en derde vraag betreft, heb ik daarnet al gezegd dat we
vrij zijn van grote dreiging op het vlak van non-discriminatie. We zijn
inzake mededinging vrij van grote dreiging voor het aftoetsen van de wet
op de havenarbeid. Het grote probleem blijft zich situeren op het vlak
van het vrij verkeer van personen.

Wat dat betreft, zijn er twee vragen.

Ten eerste, is er op dit moment een reden om aan te nemen dat de
bestaande wetgeving een belemmering is voor het vrij verkeer van
personen? Men zou dat kunnen argumenteren. Wij kunnen als
tegenargument opwerpen dat wij er in het kader van het algemeen
belang alle reden toe hebben. Dat wordt ook aanvaard en staat ook in
de Europese regelgeving omschreven.

Wat is dat algemeen belang, waarop wij ons beroepen? Het gebeurt
allemaal onder de grote noemer van de veiligheid. Enerzijds gaat het
om de veiligheid en gezondheid van de havenarbeiders zelf. Anderzijds
gaat het ook om de veiligheid in de haven, op het schip en om de
veiligheid van de scheepsbemanning. Bovendien, als derde punt in het
kader van de veiligheid, spelen ook een aantal aspecten inzake de
beveiliging van het havengebied mee.

Deze drie punten worden ook in de hele juridische argumentatie, zowel
in het huidige dossier bij het Hof als in de toekomstige argumentatie,
opgenomen. Wij hebben echter geoordeeld dat de juridische
argumentatie op dit moment onvoldoende is voor een eventuele,
toekomstige dreiging. Wat zou die dreiging immers kunnen zijn? De
richtlijn is van de baan dat is nogal evident en komt ook niet terug.
Het kan natuurlijk altijd gebeuren dat de Europese Commissie opnieuw
een eigen initiatief formuleert. Ik ben er echter bijna zeker van dat dit in
de komende jaren niet zal gebeuren. Via de juridische weg daarentegen
is wel nog een en ander mogelijk.

Zowel Frank Vandenbroucke als ikzelf hebben geoordeeld dat we een
stapje verder moeten gaan. In het kader van de verdediging van de wet-
Major moeten we eigenlijk streven naar uniforme uitvoeringsbesluiten.
Ten eerste, u moet die wet immers ook aan Europa kunnen

Par le passé, le gouvernement
belge était généralement seul à
défendre les intérêts des
travailleurs portuaires. Il peut donc
également faire sienne la victoire de
samedi.

A l'heure actuelle, il n'y a pas de
question préjudicielle pendante
devant la Cour européenne. Il y en
a cependant déjà eu une par le
passé. A l'époque, la Cour avait
examiné si l'actuel système du
pool n'était pas contraire aux règles
européennes en matière de non-
discrimination et de concurrence.

En revanche, une question est
pendante en appel devant la Cour
du travail de Bruxelles et porte sur
la libre circulation des personnes.
Je ne compte naturellement pas
m'immiscer dans cette procédure
mais je crois que l'Etat belge
dispose de solides arguments.

La législation existante constitue-t-
elle une entrave à la libre circulation
des personnes? Si l'Europe est de
cet avis, nous pouvons argumenter
que notre démarche s'inscrit dans
l'intérêt général. Cet argument est
accepté et est précisé dans la
réglementation européenne. Nous
pouvons invoquer la sécurité des
travailleurs portuaires et des
équipages, et ce, tant dans le port
qu'à bord des navires. La
sécurisation de la zone portuaire
joue également un rôle.

Cette argumentation juridique ne
nous préserve pas pour autant de
menaces futures. C'est pourquoi je
souhaite, tout comme M.
Vandenbroucke, tendre vers des
arrêtés d'exécution uniformes. En
effet, sur le plan de la sécurité et
de la transparence, notre position
est particulièrement faible. Nous
étudions actuellement comment
nous procéderons exactement.
Cette question fait l'objet d'un large
consensus et une concertation
informelle a d'ailleurs déjà eu lieu.

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

argumenteren. Als het over veiligheid gaat, staan we dan bijzonder
zwak als de veiligheid in Zeebrugge op een andere manier wordt
geïnterpreteerd dan in Antwerpen. Zowel voor de argumentatie van de
veiligheid als voor de transparantie zullen we overgaan tot eenvormige
uitvoeringsbesluiten. Voor het overige kan ik er nog niet veel over
zeggen, omdat op dit moment nog wordt onderzocht hoe de besluiten
zullen worden aangepast. Er is evenwel een grote consensus om ze
aan te passen en informeel is de kwestie ook al afgetoetst. Ze is zelfs
al afgetoetst vóór werkgevers en werknemers hebben gestemd of ze
bereid zouden zijn om de stap te zetten. De bereidheid was algemeen.

Ook de timing is bijzonder moeilijk. Het zou gaan om de aanpassing
van drie koninklijke besluiten.

02.04 Nahima Lanjri (CD&V): (...).

02.05 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: We zullen de

uitvoeringsbesluiten uniform maken. Ik heb vooralsnog niet de intentie
om de huidige uitvoeringsbesluiten en de modaliteiten te verminderen of
te verbeteren.

Hoogstwaarschijnlijk zullen de voor Antwerpen bestaande
uitvoeringsbesluiten als voorbeeld worden genomen. Dat heeft niks te
maken met het feit dat ik van Antwerpen ben, maar wel met het feit dat
die bijzonder nuttig en toepasbaar zijn in het andere havengebied. We
zullen niet strenger of zwakker worden, dat is absoluut niet de
bedoeling.

Wat we wel wensen te doen, is de toegang tot het beroep voor de EU-
onderdanen expliciet in te schrijven. Het is mijn overtuiging, ook gezien
de veelheid aan nationaliteiten die in de havens van Antwerpen,
Zeebrugge en zo meer werken, dat het zo moet en het is ook vandaag
al de praktijk dat EU-onderdanen toegang hebben tot het beroep van
havenarbeider. Daarover bestaan al wel wat indianenverhalen u hebt er
zelf naar verwezen en we willen dit dan ook expliciteren, ook in de
uitvoeringsbesluiten. Dat zal er dus hoogstwaarschijnlijk wel bijkomen.

De timing is bijzonder moeilijk in te schatten, omdat het over drie
koninklijke besluiten gaat voor zes verschillende havengebieden. Dat
betekent dat we achttien adviezen nodig hebben. Dat is een heel
proces van advies en overleg, dat ik ook heel nauwgezet zal doorlopen.
Ik denk dat jullie allemaal wel weten dat dit voor mij een absoluut
prioritair dossier is en dat ik daar zelfs geen dag mee zal talmen.

Wat uw laatste vraag betreft: natuurlijk zal bij de uitwerking van de
uitvoeringsbesluiten het advies van alle bevoegde paritaire subcomités
worden ingewonnen, zodat uw bekommernis voor de onderscheiden
belangen toch voldoende in rekening zal worden gebracht.

02.05 Kathleen Van Brempt,

secrétaire d'Etat: Je n'ai pas
l'intention de renforcer ou d'affaiblir
des arrêtés d'exécution. Les
arrêtés relatifs à Anvers serviront
probablement de référence. Ils
peuvent, en effet, être aisément mis
en oeuvre dans les autres zones
portuaires.

Dans la pratique, les ressortissants
de l'Union européenne peuvent dès
à présent exercer la profession de
travailleur portuaire. Nous leur
ouvrirons explicitement l'accès à la
profession.

Je vais faire diligence, mais je ne
veux pas me prononcer sur le
calendrier exact. Il s'agit, en effet,
de trois arrêtés royaux concernant
six zones portuaires. Nous devrons
dès lors obtenir dix-huit avis, ce qui
requiert une concertation étendue.

En ce qui concerne la dernière
question de Mme Lanjri, nous
recueillerons l'avis de toutes les
sous-commissions paritaires
compétentes.

02.06 Nahima Lanjri (CD&V): U hebt op dat ene vraagje nog niet

geantwoord, mevrouw de staatssecretaris. Ik weet dat dat niet op
papier stond. Als de aanpassingen gebeurd zijn, hebt u dan toch nog
de vrees dat er nog bezwaar zou kunnen komen van Europa?

02.06 Nahima Lanjri (CD&V):

Après les adaptations, y aura-t-il
encore des objections pour
l'Europe?

02.07 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Ik ben zelf geen jurist,

maar ik geloof zeer sterk in de juridische argumentatie die op dit
moment wordt opgebouwd. Zowel de juridische argumentatie die draait
rond de veiligheid, als het uniform maken van de uitvoeringsbesluiten en
het expliciteren van de toegang tot het beroep voor EU-onderdanen
sterken mij in de overtuiging dat dit een bijzonder goed dossier is. Ik
heb echter geen glazen bol en dat hebben juristen ook niet. Als het

02.07 Kathleen Van Brempt,

secrétaire d'Etat: J'ai une confiance
inébranlable dans l'argumentation
juridique. Le dossier est bien ficelé.
Mais s'il le faut, nous nous
expliquerons devant les tribunaux.

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

moet - liever niet natuurlijk -, zal het voor het gerecht worden
uitgevochten. Ik heb er wel vertrouwen in.

02.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Ik heb er wel vertrouwen in

dat, als u die aanpassing doet, de wet-Major overeind zal blijven. We
moeten niet wachten tot het probleem zich voordoet; we moeten het op
voorhand oplossen. Daar is de regering deze keer mee bezig. Als het
goed is, zeg ik het ook. Ik ben nogal hoopvol gestemd.

Anderzijds hebt u wel een probleem aangeraakt, mevrouw Lanjri, toen u
sprak over het al dan niet beschikken over een lidkaart. U kent nog wel
de slogan van de haven van Antwerpen: "Niet rood, geen brood". Er is
dus op dat vlak nog wel een probleem. Wanneer men momenteel een
erkenning wil, moet men zich eerst aansluiten bij een vakbond. Dat
taboe moeten we durven te bespreken. Ik zal zeker geen aanval
lanceren tegen de vakbond. Dat is geenszins mijn bedoeling; ik was
trouwens ooit lid van de vakbond. Waarom zou ik dat trouwens doen?

Ik denk echter dat men dat ook moet durven te bespreken, want het
kan wel eens een struikelblok zijn. Dat wil ik u toch nog meegeven als
laatste opmerking.

02.08 Luc Sevenhans (VLAAMS

BLOK): Je suis certain que la loi
Major subsistera après les
adaptations. Le gouvernement
s'attaque aux problèmes et c'est
une bonne chose.

Pourtant, un problème subsiste.
Celui qui souhaite un agrément doit
adhérer à un syndicat. Ne serait-il
pas temps de parler de ce sujet
tabou?

02.09 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Ik heb wat dat betreft

geen enkel dogma, maar ik herinner er toch aan dat, mocht de vakbond
er niet geweest zijn, mijnheer Sevenhans, wij vandaag een Europese
richtlijn hadden.

02.09 Kathleen Van Brempt,

secrétaire d'Etat: Je n'adopte pas
d'attitude dogmatique mais je fais
observer que, sans l'intervention
des syndicats, la directive
européenne aurait été adoptée.

02.10 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Daarbij kan ik mij volledig

aansluiten, daarmee heb ik geen enkel probleem.

02.10 Luc Sevenhans (VLAAMS

BLOK): Je partage votre point de
vue.

02.11 Nahima Lanjri (CD&V): Ik dank u voor uw antwoord. Wanneer

u meer duidelijkheid heeft over de timing en de concrete
aanpassingsbesluiten, kunt u dat dan ook in de commissie komen
voorstellen? Ik denk dat dat interessant is voor heel wat mensen.

02.11 Nahima Lanjri (CD&V):

Avez-vous une idée du calendrier et
êtes-vous disposée à présenter les
arrêtés d'exécution en
commission?

02.12 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Als jullie dat wensen,

dan zorg ik daarvoor. Koninklijke besluiten hoef ik echter niet aan het
Parlement voor te leggen.

02.12 Kathleen Van Brempt,

secrétaire d'Etat: Ce sera
probablement en janvier ou en
février.

De voorzitter: Het staat de minister vrij om het Parlement kennis te
laten nemen van koninklijke besluiten of andere besluiten.

Le président: Il vous est loisible de
présenter les arrêtés royaux en
commission.

U geeft maar een seintje, mevrouw de staatssecretaris.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs à la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail

et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la douleur au
travail" (n° 794)

03 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs aan de staatssecretaris voor

Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
over "beroepsgebonden pijn" (nr. 794)

03.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président, 03.01 Danielle Van Lombeek-

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

madame la secrétaire d'Etat, une enquête réalisée par l'Institut national
de recherche scientifique auprès de 3.000 personnes pour le "Pain
Advisoryboard" qui est une association d'experts médicaux spécialisés
dans la douleur aiguë, montre que 35% des personnes interrogées ont
souffert, au cours des 12 derniers mois, de douleurs liées à leur travail.
Tous les secteurs professionnels sont touchés et il faut remarquer que
de nombreux problèmes de dos sont rencontrés par un ouvrier sur
quatre et des maux de tête qui sont sans doute liés au stress dont
souffrent les employés. Ainsi, 40% des congés de maladie leur sont
imputables. Ceci entraîne une diminution des performances ou une
incapacité d'accomplir correctement le travail, voire même la maladie
ou l'accident si le travailleur s'obstine à poursuivre son travail.

Enfin, cet état de choses engendre très souvent un sentiment de
culpabilité chez le travailleur qui s'ajoute à un mal-être général. D'un
point de vue économique, il est évident que la facture est lourde pour
l'entreprise mais également pour l'INAMI en termes d'incapacité de
travail, en termes de soins médicaux et de consommation de
médicaments. Les solutions imaginées pour contrer ce phénomène
suggèrent de mettre en place des indicateurs permettant une détection
précoce des problèmes afin d'agir préventivement. Pour ce faire, une
collaboration entre employeurs et travailleurs est nécessaire, parce que
tous deux ont leur part de responsabilité. D'une part, les travailleurs
craignent de se plaindre pour diverses raisons, d'autre part, l'employeur
ne se préoccuperait que très peu de ce problème par manque de
moyens, de temps ou d'intérêt.

Je me demandais, madame la secrétaire d'Etat, quel était votre avis sur
la question. Ne pensez-vous pas qu'il serait intéressant d'instaurer une
politique de prévention efficace dans le milieu du travail qui tire plein
profit des dispositions légales et des ressources qui existent sur le
terrain?

Jacobs (PS): Een onderzoek toont
aan dat 35% van de werknemers
tijdens de jongste twaalf maanden
klachten had over pijn ten gevolge
van het werk (vooral rugklachten
voor arbeiders en hoofdpijn voor
bedienden). Daardoor presteerden
zij minder goed, waren zij niet in
staat hun werk correct uit te
voeren, werden zij ziek of waren zij
het slachtoffer van ongevallen en
hadden zij ook schuldgevoelens.

Dat kost niet alleen de
ondernemingen maar ook het RIZIV
handenvol geld. De werkgevers en
de werknemers zouden de krachten
moeten bundelen om een systeem
uit te werken waarbij aan de hand
van indicatoren het probleem in een
vroeg stadium kan worden
opgespoord en preventief kan
worden aangepakt.

Wat is het standpunt van de
minister ter zake?

03.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat: Monsieur le

président, dans ma note de politique générale, j'ai clairement fait
l'analyse des problèmes liés à un manque de bien-être au travail et
leurs effets pour les travailleurs, l'entreprise et la société. J'ai souligné
que ces problèmes coûtent énormément d'argent aux entreprises, à la
société et aux travailleurs. Je suis convaincue que les entreprises sont
conscientes aujourd'hui de l'influence de l'absentéisme sur la masse
salariale mais les mêmes entreprises ne se rendent pas assez compte
que cet absentéisme est en grande partie un effet secondaire de ce
problème.

La politique générale pour améliorer cette situation implique de
développer au sein des entreprises une politique du bien-être au travail
qui renforce la situation du travailleur, améliore le contrat d'entreprise et
crée une situation de "win-win". Chacun des acteurs de l'entreprise doit
être considéré comme un partenaire de la politique à développer: les
employeurs et les travailleurs, les conseillers en prévention, les
partenaires sociaux et les services d'inspection.

Première condition, il faut que les problèmes liés à la douleur au travail
apparaissent clairement, autrement dit qu'ils soient connus. Là se pose
un premier problème. La réglementation en la matière attribue un rôle
spécifique au médecin du travail. Tout travailleur exprimant des plaintes
sur des problèmes qu'il impute à son travail peut solliciter une
consultation spontanée chez le médecin du travail. Le recours à cette
pratique est le fait quasi exclusif des grandes entreprises dans
lesquelles le médecin du travail est pratiquement présent en
permanence. Pour les travailleurs des plus petites entreprises, c'est

03.02 Staatssecretaris Kathleen

Van Brempt: De bedrijven beseffen
dat het absenteïsme een weerslag
op de loonmassa heeft, maar zijn
zich er onvoldoende van bewust dat
dit slechts een neveneffect van het
probleem is.

Binnen de bedrijven dient er dus
een beleid rond welzijn op het werk
te worden ontwikkeld, waarin elk
van de actoren als een
evenwaardige partner dient te
worden beschouwd.

Teneinde de problemen aan het
licht te brengen, wens ik het
spreekuur zonder afspraak te
vergemakkelijken. De werknemer
kan hierom vragen, maar in de
praktijk is dit enkel mogelijk binnen
de grote bedrijven, waar de
arbeidsgeneesheer permanent
aanwezig is. Binnen de kleinere
bedrijven beperkt deze mogelijkheid
zich tot het periodiek medisch
onderzoek.

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

plus théorique que réel. Les possibilités d'exprimer ses plaintes
éventuelles y sont plutôt limitées à l'examen médical périodique. Mon
ambition est donc de faciliter cette consultation spontanée. Cette tâche
n'est certes pas facile mais elle constitue pour moi une nécessité.

Je chargerai l'administration du contrôle du bien-être au travail de
consacrer une analyse approfondie au problème et d'élaborer des
solutions. Une fois les problèmes identifiés, il convient également de
leur apporter une solution. Si l'on souhaite résoudre le problème
important que vous venez de soulever, il est évident que la mission
réglementaire confiée aux autres disciplines de prévention comme la
sécurité au travail, l'hygiène industrielle, l'ergonomie ou les problèmes
psycho-sociaux, doit être axée sur la contribution à une adaptation du
travail en fonction de l'homme, tant au niveau collectif qu'au niveau
individuel. Cette question est d'une importance cruciale.

Une politique de bien-être doit également être adaptée et spécifique:
elle sera différente d'un secteur d'activités à l'autre, d'une entreprise à
une autre. Je ferai des propositions pour renforcer le cadre légal
existant en matière de bien-être au travail pour faciliter les échanges
entre entreprises et faire connaître les bonnes pratiques.

Comme il est indiqué dans ma note de politique générale, le fonds des
maladies professionnelles fournira en 2004 un effort particulier en faveur
des travailleurs devant constamment soulever des patients. Il s'agit
surtout des infirmières et infirmiers souffrant du dos, qui ressentiront de
la douleur dans l'exercice de leur travail. Au sein du fonds des maladies
professionnelles, un système est en cours d'élaboration afin d'offrir un
accompagnement préventif à ces personnes. Ce système prendra effet
avant l'été prochain. Il s'agit d'un projet-pilote. J'espère qu'il sera une
source d'inspiration pour d'autres initiatives dans le futur.

De administratie zal het probleem
grondig analyseren en de nodige
oplossingen uitwerken. De
reglementering inzake de overige
preventiedisciplines dient te worden
gericht op een aanpassing van het
werk aan de mens. Een
welzijnsbeleid dient tevens
aangepast en eigen te zijn aan de
activiteitensectoren en de bedrijven.

Ik zal voorstellen doen om het
wettelijk kader te verstevigen, zodat
de bedrijven makkelijker informatie
kunnen uitwisselen en iedereen van
de goede praktijken op de hoogte
is.

Het Fonds voor Beroepsziekten zal
tegen de zomer van 2004 een
regeling uitwerken ten gunste van
werknemers die patiënten moeten
optillen (verpleegkundigen), waarbij
met name in een preventieve
begeleiding wordt voorzien. Het
betreft een proefproject.

03.03 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Madame la secrétaire

d'Etat, vous avez beaucoup de projets pouvant agir sur différentes
facettes du problème mais je me demande si, concrètement, il n'y
aurait pas déjà des choses à faire maintenant qui ne coûteraient pas
nécessairement beaucoup d'argent.

Vous songiez à investir dans la médecine du travail. Je crois que cela
peut être un lien intéressant avec ce qui existe déjà comme outil
concret sur le terrain pour améliorer le bien-être au travail. Mais je
pense qu'il existe sur le terrain d'autres types d'acteurs, notamment et
très concrètement dans le monde associatif mutualiste, certaines
associations développent des projets comme par exemple des écoles
du dos ou des ateliers de gestion du stress. Ne serait-il pas possible
de provoquer une rencontre entre ces différents acteurs et le monde du
travail les différents employeurs aux fins de favoriser des
collaborations futures éventuelles?

03.03 Danielle Van Lombeek-

Jacobs (PS): Hoe kan men de
problemen die op korte termijn
rijzen, oplossen?

Nog andere actoren dan de
arbeidsgeneeskundige diensten, en
meer bepaald de ziekenfondsen,
organiseren cursussen "rugschool"
of workshops voor het omgaan met
stress. Kunnen in de toekomst
eventuele samenwerkingsverbanden
tussen die actoren en de
werkgevers en werknemers op het
getouw worden gezet?

03.04 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat: Absolument. Je

compte d'ailleurs proposer l'élaboration de projets communs à mon
collègue Rudy Demotte car nos compétences sont très liées.

03.04 Staatssecretaris Kathleen

Van Brempt: Absoluut. Ik ben
trouwens zinnens mijn collega
Rudy Demotte voor te stellen om
gezamenlijk plannen uit te werken.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de Mme Valérie De Bue à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes

handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la délivrance
des cartes de stationnement pour personnes à mobilité réduite" (n° 722)

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

04 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met

een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
afleveren van parkeerkaarten aan personen met een beperkte mobiliteit" (nr. 722)

04.01 Valérie De Bue (MR): Madame la secrétaire d'Etat, dans le

contexte de la demande de la carte de stationnement pour personne
handicapée, telle que prévue à l'arrêté ministériel du 3 mars 2003,
certaines personnes concernées se plaignent de la longueur de la
procédure d'octroi.

Cela concernerait les divers modes de la demande, à savoir la
demande auprès de l'administration des personnes handicapées par
des candidats excipant de l'un des titres concernés, la demande de
personnes visées par un examen médical par le médecin de la direction
de l'administration, la demande d'un duplicata par le titulaire ayant
perdu ou s'étant fait dérober sa carte.

Mme la secrétaire d'Etat peut-elle nous informer quant au délai habituel
moyen de ces procédures, quant aux causes possibles de délais
anormaux et quant aux moyens améliorant, le cas échéant, la diligence
de ces octrois?

04.01 Valérie De Bue (MR): Er

wordt geklaagd over de lange
wachttijd om een parkeerkaart voor
gehandicapten of een kopie ervan
te verkrijgen.

Hoe lang duurt deze procedure?
Wat zijn de oorzaken van de
abnormaal lange wachttijden en
hoe kunnen ze worden verholpen?

04.02 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,

chère collègue, le délai moyen d'instruction des dossiers de demande
de carte de stationnement est d'un mois et demi pour les sept premiers
mois de l'année 2003.

Cependant, je sais que cette moyenne, honorable, cache un certain
nombre de disparités importantes et que, dans un certain nombre de
dossiers, ces moyennes sont dépassées. J'ai fait examiner cette
question et j'ai identifié comme causes de retard général, c'est-à-dire
hors de problèmes ponctuels touchant à un dossier plus spécifique, les
éléments suivants.

Vous le savez, un critère supplémentaire a été introduit pour l'octroi des
cartes de stationnement depuis le mois de mars 2003 pour objectiver
encore plus l'octroi de ces cartes. Il a donc été décidé à ce moment
que toutes les demandes, pour lesquelles il n'y a pas encore
d'attestation d'une instance officielle prouvant qu'on répond au critère
nouveau et pour lesquelles il y a seulement une déclaration du médecin
généraliste, feront désormais l'objet d'un contrôle médical par un
médecin de l'administration.

Une première cause de retard se situe justement au niveau de ces
examens médicaux. Cela constitue une suite logique du renforcement
du contrôle qui s'étalera dans le temps, au fur et à mesure du
renouvellement des cartes.

J'ai toutefois pu constater que l'attribution des dossiers à examiner au
médecin contrôle pouvait se dérouler plus rapidement, de manière à
pouvoir ainsi réaliser un gain de temps. J'ai voulu aussi augmenter la
capacité de traitement du service médical et, pour ce faire, j'ai libéré en
interne les budgets nécessaires à l'engagement des médecins
désignés supplémentaires. Donc, dans le budget 2004, des moyens
structurels supplémentaires sont prévus à cet effet.

Enfin, mais cela est d'un intérêt secondaire par rapport à votre
question, je pense qu'un petit gain de temps pourrait encore être réalisé
au moment de l'entrée de la demande. Les demandes doivent être
enregistrées et encodées à ce moment-là dans le système
informatique. Selon moi, des améliorations peuvent être apportées à

04.02 Staatssecretaris Isabelle

Simonis: Van januari tot juli 2003
duurde het gemiddeld anderhalve
maand om een dossier te
onderzoeken. Achter dit
gemiddelde gaan echter grote
verschillen schuil.

De algemene oorzaak van de
vertraging is een bij koninklijk
besluit van maart 2003 ingevoerd
bijkomend criterium voor de
toekenning van de parkeerkaart,
waardoor de aanvragers die nog
geen officieel attest hebben door
een geneesheer van de
administratie moeten worden
onderzocht. Deze oorzaak zal
mettertijd verdwijnen.

Opdat de dossiers sneller aan de
controlerend geneesheer zouden
worden toegewezen, heb ik het
nodige budget vrijgemaakt om meer
geneesheren aan te werven.
Hiervoor werden structurele
maatregelen in de begroting 2004
opgenomen.

Door de codering van de aanvragen
te verbeteren zou ook nog wat tijd
kunnen worden gewonnen. Daar
wordt aan gewerkt.

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cette opération. Nous y travaillons, notamment dans le cadre du
processus d'amélioration des procédures de travail actuellement mis en
chantier par l'administration.

04.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, je remercie Mme

la secrétaire d'Etat pour la clarté et la précision de sa réponse.
Cependant, je pense que lorsque les délais sont anormaux, c'est-à-
dire, supérieurs à la moyenne que vous évoquez, ne pourrait-on pas
prévoir une information plus systématique et précise pour les
demandeurs? Ce qui inquiète le citoyen, c'est de savoir s'il y a droit ou
non. Il veut être informé et connaître l'état de son dossier. Ne peut-on le
prévoir dans la procédure? Ne peut-on imposer des délais plus
rigoureux d'un à deux mois afin de savoir si on a droit à une carte de
stationnement pour handicapé?

04.03 Valérie De Bue (MR): Zou

men geen informatie kunnen
verstrekken wanneer de termijnen
ongewoon zijn en termijnen van één
tot twee maanden kunnen opleggen
voor de beslissing tot al dan niet
toekenning van een parkeerkaart?

04.04 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: C'est ce que j'espère avec

le renforcement en termes de médecins. Lorsque je propose de revoir
les procédures de travail, je songe au dépassement du délai. Il faut en
effet en informer le demandeur. C'est ce vers quoi nous tendons
actuellement dans notre travail avec l'administration.

04.04 Staatssecretaris Isabelle

Simonis: Dat is wat ik beoog met
de verhoging van het aantal artsen
en de herziening van de
werkmethodes. De aanvrager moet
inderdaad op de hoogte worden
gehouden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Interpellatie van de heer Luc Goutry tot de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een

handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "tewerkstelling
van gehandicapten in overheidsdiensten" (nr. 120)

05 Interpellation de M. Luc Goutry à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes

handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'emploi de
handicapés dans les services publics" (n° 120)

05.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

staatssecretaris, collega's, mijn interpellatie handelt over
tewerkstellingsmogelijkheden voor personen met een handicap in
overheidsdiensten. Het is algemeen bekend dat tewerkstelling
belangrijk is voor de mens als vorm van zelfrealisatie en als
mogelijkheid een inkomen te verwerven. Dat geldt des te meer voor
mensen met een handicap. Zij moeten leven met beperkingen en vinden
nog moeilijker dan anderen een passende job. Heel wat van de
gehandicapte medemensen ontvangen een uitkering. In een aantal
gevallen zouden ze liever geen aanspraak hoeven te maken op het
systeem. Ze willen graag inspanningen leveren om een passende
betrekking te vinden.

De federale administratie is werkgever van meer dan 85.000 mensen.
Logisch doordenkend vraag ik me af of die federale overheid geen
plaatsen kan reserveren voor mensen met een handicap. Met het
koninklijk besluit van 11 augustus 1972 werd een eerste initiatief
terzake genomen en werd een quotum van 3% van alle betrekkingen
van de federale administraties bestemd voor mensen met een handicap.
De kandidaten moeten wel voldoen aan de voorwaarden, zoals slagen in
een examen.

Probleem is dat het quotum snel was ingevuld en nooit vernieuwd werd.
Denken we aan de visueel gehandicapten die telefooncentrales
bedienen en mensen in een rolstoel die belastingambtenaar zijn
geworden. Voor hen is dat een prachtige oplossing. Het quotum was
snel uitgeput. Daarna volgde een standstill.

05.01 Luc Goutry (CD&V):

Travailler est important pour tout le
monde, y compris pour les
personnes handicapées. Il leur est
souvent très difficile de trouver un
travail adapté. En 1972, l'Etat a pris
une initiative importante en vue
d'aider les personnes handicapées
à trouver du travail dans un service
public en instaurant un quota. Un
nombre fixe d'emplois leur fut ainsi
réservé. Le système a rencontré un
certain succès mais les 3 pour
cent sur lesquels on avait tablé
n'ont jamais été atteints. Il y a
parmi le personnel de l'Etat 1,4%
de personnes handicapées. Parmi
tous les efforts consentis
actuellement en faveur de l'emploi,
il serait bon qu'une partie de ces
efforts soient plus directement axés
sur les personnes handicapées. En
1999, le Parlement a voté une
nouvelle loi mais les arrêtés
d'exécution nécessaires n'ont
jamais été pris.

Est-il exact que l'ancien système

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

In 1999 kwam een nieuwe wet tot stand waarbij een bepaald quotum
van betrekkingen binnen de federale overheidsdiensten bij prioriteit ter
beschikking kan worden gesteld voor mensen met een handicap.
Opnieuw duiken er echter problemen op. Tot op heden zijn de
uitvoeringsbesluiten van de wet nog niet verschenen, waardoor de wet
dode letter blijft. Een gehandicapt persoon kan zich niet op de wet
beroepen om een betrekking te claimen. Enerzijds kunnen we begrip
opbrengen voor deze toestand. Toenmalig minister Van den Bossche
had gevraagd te wachten zodat de aanwervingen in het grote geheel van
de Copernicus-hervorming konden worden ingepast. Anderzijds
beginnen we ons echt zorgen te maken, omdat de wet reeds van 1999
dateert en er nog steeds geen uitvoeringsbesluiten beschikbaar zijn.

Van de 85.000 fulltime equivalenten ambtenarenjobs van de federale
overheid heeft slechts 1,4% personen met een handicap een dergelijke
job kunnen claimen.

Vandaar mijn vraag aan u, mevrouw de staatssecretaris. Klopt het dat
we nog steeds te maken hebben met het oude en nu toch wel
achterhaalde systeem?

Hoever staat het dan met die uitvoeringsbesluiten? Dit is toch wel een
zeer belangrijke vraag.

Binnen welke timing zullen maatregelen genomen worden om opnieuw
een quotum in te voeren voor personen met een handicap? Houdt u zelf,
wellicht namens de regering, ook vast aan de vooropgestelde 3%
gereserveerde arbeidsplaatsen voor mindervaliden? Immers, indien wij
geen arbeidsplaatsen voor mindervalide personen voorbestemmen, dan
is het voor hen vaak zeer moeilijk om een job te claimen. Ze komen
dikwijls in tweede of in derde instantie, hebben af te rekenen met
specifieke problemen en zullen in selecties vaak niet eens aan bod
komen.

de quotas est en réalité toujours en
vigueur mais qu'il n'est plus
appliqué? Qu'en est-il des arrêtés
d'exécution de la loi de 1999, qui
impliquaient une adaptation des
quotas? Quelles mesures la
secrétaire d'Etat envisage-t-elle de
prendre et dans quel délai? A-t-elle
l'intention de maintenir le chiffre de
3 pour cent fixé en 1972?

05.02 Staatssecretaris Isabelle Simonis: De tewerkstelling in de

overheidssector behoort tot de bevoegdheden van minister Arena, ook
de tewerkstelling van personen met een handicap. Niettemin ben ik als
staatssecretaris bevoegd voor het beleid ten aanzien van personen met
een handicap, vanzelfsprekend erg begaan met de problematiek.

05.02

Isabelle Simonis,

secrétaire d'Etat: L'emploi dans le
secteur public relève de la
compétence de la ministre Arena.
La politique des handicapés
relevant de mes attributions, cette
question me tient à coeur.

En effet, la loi de 1999 n'a pas encore été exécutée. Sous la législature
précédente, il y a eu des projets d'arrêtés royaux qui n'ont jamais été
finalisés. Par conséquent, comme vous l'indiquez à juste titre, le
régime de l'arrêté royal de 1972 est toujours d'application. Si vous
souhaitez un bilan détaillé de la façon dont cet arrêté est appliqué pour
l'instant, je vous demanderai toutefois de vous adresser à la ministre
compétente en la matière.

Vendredi dernier, dans une note au Conseil des ministres, j'ai demandé
une prolongation du plan d'action en faveur des personnes
handicapées, ce que le gouvernement précédent avait déjà approuvé
pour l'année 2003. Faire entrer la loi de 1999 en vigueur peut
parfaitement entrer dans ce cadre. J'insisterai donc également auprès
de la ministre compétente à ce sujet, mais la compétence de décision
finale ne m'appartient pas.

Par ailleurs, je ne tiens pas à m'exprimer spécifiquement sur l'utilisation
des quotas ou sur le niveau auquel ils devraient ou non se situer.
J'aimerais, cependant, émettre quelques réserves. Les quotas ont

De wet van 1999 werd nog niet
uitgevoerd, de regeling zoals
bepaald bij het koninklijk besluit
van 1972 is nog altijd van kracht.

Ik heb de Ministerraad gevraagd het
actieplan 2003 ten gunste van de
gehandicapten te verlengen. Ik zal
er bij de bevoegde minister
eveneens op aandringen dat de van
kracht zijnde wet van 1999 in dat
plan zou worden ingepast.

Voorts hebben quota inderdaad het
voordeel dat duidelijke
doelstellingen worden vastgesteld,
maar toch moet men zich op
meetbare aantallen kunnen
baseren. Om te weten hoeveel

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

effectivement l'avantage de fixer des objectifs clairs, quantifiables. Il n'y
a pas de discussion possible sur le fait d'atteindre le résultat ou non,
puisque les chiffres parlent d'eux-mêmes, mais une mesure objective,
quantitative ne fonctionne évidemment qu'à la condition de se rapporter
à des grandeurs mesurables.

Vous pouvez donc sonder le nombre de travailleurs handicapés si vous
disposez d'une définition claire et sans équivoque de ce qu'est un
handicap et si vous localisez toutes les personnes handicapées. Cela
pose déjà un problème, puisque l'on ne peut se référer au système des
allocations. En effet, pour être reconnu dans ce régime, non seulement
des critères médicaux mais des critères financiers interviennent. Une
personne handicapée ayant un revenu suffisamment élevé n'est pas une
personne handicapée dans le sens du système des allocations. Mais
indépendamment de cela, une personne handicapée ne peut être tenue
de se faire enregistrer en tant que telle.

Nous remarquons d'ailleurs les conséquences de ceci dans la pratique.
De nombreuses personnes travaillant dans diverses administrations ont
un handicap, mais ces personnes sont engagées via les procédures
ordinaires de recrutement et ne sont pas prises en compte sur le quota
des personnes handicapées. Des quotas comportent donc des
avantages indéniables mais l'élaboration pratique de ceux-ci n'est pas
toujours évidente.

Pour conclure, il ne faut surtout pas perdre de vue que la prévision
d'aménagements et d'outils raisonnables pour les épreuves de sélection
ainsi que le fait de prévoir des aménagements raisonnables sur le lieu
de travail peuvent aussi contribuer, parfois de manière beaucoup plus
importante, à l'emploi des personnes handicapées que les seuls
quotas.

C'est pourquoi j'espère, entre autres dans le cadre du plan d'action, que
l'on pourra aussi obtenir rapidement des résultats dans ce domaine.

gehandicapten er zijn, moet het
begrip "handicap" duidelijk en
ondubbelzinnig worden gedefinieerd
en moeten alle gehandicapten
kunnen worden geïdentificeerd.
Men kan zich echter niet baseren
op de regeling van de uitkeringen,
want om in dat kader te worden
erkend worden medische maar ook
financiële criteria gehanteerd. Tal
van gehandicapten werden via de
gewone aanwervingsprocedures bij
de administratie in dienst genomen
en worden niet meegeteld in de
quota van de gehandicapten.

De quota-regeling biedt dus
ontegensprekelijk voordelen maar
de praktische uitwerking ervan ligt
niet altijd voor de hand.

Het feit dat wordt voorzien in
redelijke aanpassingen en
aangepaste instrumenten in het
kader van de selectieprocedures en
dat ook de nodige aanpassingen op
de werkvloer worden aangebracht,
kunnen ertoe bijdragen dat meer
gehandicapten aan een baan
kunnen worden geholpen. Ik hoop
dus dat ter zake snel resultaten
zullen worden bereikt.

05.03 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de minister, ik onthoud uit uw

antwoord drie belangrijke punten. Ten eerste, ik zal mij - terecht -
moeten wenden tot mevrouw Arena, minister van Ambtenarenzaken.
Het is nochtans geen toeval dat ik mij tot u wend, noch een vergissing.
Ik heb mijn vraag aan u gericht, omdat u de minister bent voor het
gezins- en gehandicaptenbeleid. U hebt in uw beleidsnota gezegd dat u
een inclusief beleid wil voeren en dat u al uw collega's in de regering er
voortdurend attent op wil maken dat zij maatregelen moeten nemen ten
gunste van mensen met een handicap. Het is dan ook een beetje in die
zin dat ik hoop dat u mijn pleidooi steunt en het project zal verdedigen
bij de minister van Ambtenarenzaken, tot wie ik mij uiteraard ook zal
richten.

Ten tweede, u zegt dat een quotum niet alles oplost. Dat is juist. Ik zie
ook wel de limieten van een quotum. Ik weet ook dat de aanpassing van
de arbeidsplaats even belangrijk is. Een quotum is natuurlijk, zoals u
zelf zegt, een kwantificeerbaar streefdoel. Men kan dat vooropplaatsen,
men kan zeggen: minstens zoveel van de personeelsleden moeten
gehandicapt zijn. Als we dat niet doen, zo hebben wij al dikwijls kunnen
vaststellen, komt het er toch niet van. Door allerlei omstandigheden
men ziet op tegen de aanpassing van de werkplaatsen of collega's
protesteren en hebben liever niet met die zorg te maken van een
gehandicapte collega komt het er niet van. Goed, men moet dus bijna
positief gaan discrimineren. Men moet het een push geven. Vandaar
dat quotum. Het verleden bewijst, doordat het quotum toen snel
uitgeput was, dat daar heel veel mensen mee kunnen worden geholpen.

05.03 Luc Goutry (CD&V): Je

m'adresserai à la ministre Arena,
mais puisque la politique en
matière de personnes handicapées
ressortit à la compétence de la
secrétaire d'Etat, celle-ci a
également un rôle à jouer. Je
compte sur son appui pour faire
avancer ce dossier.

S'il est vrai qu'un quota ne résout
pas tous les problèmes, il constitue
toutefois un objectif quantifiable. Si
nous ne fixons pas de quota, rien
ne bougera. L'instauration d'une
discrimination positive constitue
presque une nécessité. Par le
passé, le quota était atteint en peu
de temps, ce qui prouve
l'opportunité de l'instauration d'un
tel système. J'espère avoir
convaincu la secrétaire d'Etat de la
nécessité de recourir à l'instrument
que constitue le quota.

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Daarom denk ik dat wij ons daar achter moeten blijven zetten.

Dus - ik concludeer ik veronderstel dat u bereid bent ook het quotum,
naast andere instrumenten, mee te ondersteunen bij uw collega's,
zodat ook in de federale administraties voortdurend de reflectie bestaat
of bepaalde taken niet kunnen worden gereserveerd voor personen
mensen met een handicap? Ik durf uw antwoord toch in die zin te
interpreteren.

Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par M. Luc Goutry et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Luc Goutry
et la réponse de la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
considérant
- qu'il importe que le maximum de personnes handicapées aient un emploi;
- que le pouvoir fédéral se doit, en tant qu'employeur, de réserver au sein de ses administrations un nombre
substantiel d'emplois appropriés à des personnes handicapées;
- que le nombre d'emplois réservés à des personnes handicapées, tel que fixé dans l'arrêté royal du
11 août 1972, est totalement épuisé;
- qu'une nouvelle loi a été approuvée en 1999 mais qu'elle n'est toujours pas entrée en vigueur faute d'arrêtés
d'exécution;
- qu'actuellement 1,4% seulement des emplois fédéraux sont attribués à des personnes handicapées, alors
que ce pourcentage a été fixé à 3%;
demande au gouvernement
- de publier d'urgence les arrêtés d'exécution nécessaires à l'entrée en vigueur de la loi de 1999;
- de tout mettre en oeuvre pour attribuer les 3% d'emplois prévus dans les administrations fédérales à des
personnes handicapées."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Luc Goutry en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Luc Goutry
en het antwoord van de Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
overwegende dat
- het belangrijk is dat zoveel mogelijk personen met een handicap aan het werk kunnen;
- de federale overheid als werkgever een substantieel aantal passende jobs moet voorbehouden in haar
administraties voor personen met een handicap;
- het voorbehouden aantal arbeidsplaatsen voor personen met een handicap, zoals vastgelegd in het koninklijk
besluit van 11 augustus 1972, totaal uitgeput is;
- er sinds 1999 een nieuwe wet werd gestemd, maar nog steeds niet van kracht is wegens gebrek aan
uitvoeringsbesluiten;
- er momenteel slechts 1,4% van de federale jobs toegewezen zijn aan personen met een handicap, terwijl
het vastgesteld aantal 3% moet bedragen;
vraagt de regering
- dringend de nodige uitvoeringsbesluiten te publiceren zodat de wet van 1999 van kracht kan worden;
- alles in het werk te stellen opdat zo snel mogelijk de vooropgestelde 3% voorbehouden arbeidsplaatsen in
de federale administraties zouden ingevuld worden ten bate van personen met een handicap."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Greet van Gool et Danielle Van Lombeek-Jacobs et par
M. Jean-Marc Delizée.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Greet van Gool en Danielle Van Lombeek-Jacobs en
door de heer Jean-Marc Delizée.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

06 Question de M. Jean-Marc Delizée à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes

handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'introduction
des demandes d'allocations aux personnes handicapées" (n° 793)

06 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met

een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
indiening van aanvragen voor tegemoetkomingen aan gehandicapten" (nr. 793)

06.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, madame la

secrétaire d'Etat, chers collègues, le récent débat que nous avons eu
sur la note de politique générale relative à la gestion des demandes
d'allocations pour personnes handicapées a mis en exergue les
difficultés rencontrées, de manière récurrente, par votre département
pour traiter, en principe, dans des délais fixés par la loi, un volume
impressionnant de dossiers.

Madame la secrétaire d'Etat, je vous rassure. Ce problème existe
depuis une bonne quinzaine d'années; il n'est donc pas nouveau. Tous
vos prédécesseurs - ministres, secrétaires d'Etat, commissaires de
gouvernement - ont été confrontés à ce même type de problème.

Depuis 15 ans, dès le moment où cette volonté d'améliorer la gestion
des dossiers existait déjà, ces responsables au niveau du
gouvernement ont essayé de prendre des mesures pour résorber
l'arriéré dans les deux rôles linguistiques, accélérer les procédures et
renforcer les services.

Il est vrai que, dans le passé, la non-gestion des dossiers a pu être un
levier d'austérité ou d'économie pour l'Etat, mais nous n'en sommes
plus là. Il est vrai aussi que parfois "le mieux est l'ennemi du bien",
autrement dit, quand on procède à des réformes, il faut le temps à
l'administration pour s'y adapter.

Dans le débat que nous avons mené récemment au sujet notamment
de l'amélioration du traitement des dossiers, nous avons parlé de
renforcer les équipes car il est sans doute nécessaire de disposer du
personnel suffisant, et de moderniser l'équipement; je pense, par
exemple, au service de l'imprimerie qui est important dans votre
département.

J'ajoute que l'on peut également réfléchir à d'autres formules de
simplification des procédures. C'est le sens de ma question. Après
l'avoir introduite, je me suis rendu compte que son intitulé n'était peut-
être pas tout à fait adéquat: j'ai parlé de l'introduction des demandes
alors que j'aurais dû parler de l'amélioration ou de la simplification des
procédures de gestion des demandes. A ce sujet, en tant que
bourgmestre d'une petite commune, je me suis rendu dans les services
concernés afin de rassembler les formulaires qui devaient être remplis;
ils sont nombreux. Même s'il faut examiner les demandes en tenant
compte de tous les aspects médicaux, je me demande s'il ne serait
pas possible d'améliorer les procédures, tant pour les services
communaux de petites ou grandes communes que pour votre
département.

Un des problèmes identifiés est le fait que les administrations
communales doivent vous renvoyer le formulaire 1 dans les cinq jours
ouvrables; ceci complique un peu la tâche et n'est pas toujours
possible. De plus, les documents sont transmis à des moments
différents, d'où un risque accru de perte de dossier. A l'heure où les
échanges électroniques se multiplient, ne pourrait-on imaginer un

06.01 Jean-Marc Delizée (PS):

Uw voorgangers hebben al vijftien
jaar lang met weinig succes
getracht het probleem van de
behandeling binnen de wettelijk
voorgeschreven termijn van de
aanvragen voor het verkrijgen van
uitkeringen voor gehandicapten op
te lossen.

Men kan de teams beter bemannen
en de uitrusting moderniseren,
maar men zou ook een
vereenvoudiging van de procedures
kunnen overwegen.

In de praktijk moeten de
gemeentebesturen het formulier 1
binnen vijf werkdagen terugsturen
en worden de documenten op
verschillende momenten
toegezonden, wat de zaken
bemoeilijkt en waardoor dossiers
verloren dreigen te gaan. Bovendien
is de administratie geregeld door
haar voorraad formulieren heen.

Zou men niet via internet kunnen
werken, met een ontvangstbewijs
en de onmiddellijke toezending van
een dossiernummer, dat thans pas
weken na de indiening van de
aanvraag wordt meegedeeld? Wat
zijn uw plannen ter zake en welke
oplossingen overweegt u?

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

système - peut-être sur une base volontaire pour les communes dont
l'équipement le permet - afin que cette première demande puisse
s'effectuer de façon électronique, ce qui permettrait de rencontrer le
souci du citoyen: rapidité, sécurité et moins de documents?

Ma question est d'ordre pratique. Il faut savoir que la demande se fait
actuellement en remplissant un formulaire sur la première page duquel
on n'identifie pas le nom du demandeur, ni son numéro de dossier, ni
son numéro de registre national. Ne pourrait-on pas envisager que cette
première étape puisse se faire par voie électronique avec un accusé de
réception rapide et l'envoi immédiat d'un numéro de dossier? Pour
l'instant le numéro de dossier est communiqué plusieurs semaines
après l'introduction de la première demande. Ensuite, on passe aux
phases suivantes, examens médicaux, etc.

J'ajoute que la direction de l'administration des prestations aux
personnes handicapées semble actuellement dans l'incapacité
matérielle de fournir aux services communaux les formulaires
nécessaires. Il semble, en effet, que ces derniers sont régulièrement en
rupture de stock. Certaines communes ont même décidé d'imprimer
elles-mêmes les documents sur leurs fonds propres.

Ne pourrait-on pas, en vue d'une amélioration et d'une accélération des
procédures, utiliser l'outil informatique et donc internet?

Pour revenir à un élément du débat sur la politique générale, madame
la secrétaire d'Etat, quels sont vos projets en la matière? Quelles
solutions envisagez-vous à moyen ou long terme?

06.02 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Les problèmes que les

communes éprouvent actuellement sont réels. Mais ils ne sont qu'en
partie la conséquence de la réforme du dispositif.

Par ailleurs, en ce qui concerne la fourniture du document, la réforme
en soi n'aurait pas posé de problème. Nous avons dû faire face à un
problème purement matériel. En fait, l'imprimerie du ministère ne
pouvait plus suivre. Afin d'augmenter la capacité, on est passé à un
système avec deux équipes pour que la même machine puisse être
utilisée de façon permanente plusieurs heures par jour. Cependant, un
malheur n'arrivant jamais seul, la machine a "lâché". On a donc utilisé
une autre presse qui, jusqu'à présent, fonctionne encore. Mais le
problème de capacité persiste. Afin d'y remédier, l'administration fournit
aux communes qui le désirent des versions digitales des formulaires de
demande qu'elles peuvent imprimer elles-mêmes. Cela signifie que les
frais doivent être supportés par les communes et non par
l'administration. Je reviendrai sur cette question dans un instant.

En ce qui concerne les registres, on ne m'a signalé aucun problème
jusqu'ici, mais il est vrai que certaines communes ont demandé des
registres supplémentaires car elles tiennent des guichets à plusieurs
endroits ou le CPAS a été mandaté par la commune pour recevoir les
demandes. Toujours est-il que, généralement, on a pu donner suite à
ces demandes. Ce registre constitue donc une garantie importante
pour l'usager puisqu'une preuve de sa démarche initiale est ainsi
conservée.

Cela dit, je ne peux que constater avec vous que cette méthode de
travail est dépassée. C'est une méthode coûteuse et qui ne permet pas
de réagir rapidement aux changements introduits dans la
réglementation. On se retrouve en effet constamment avec un stock de
formulaires désuets, alors que les nouveaux formulaires ne peuvent être

06.02 Staatssecretaris Isabelle

Simonis: De problemen waarmee
de gemeenten te maken hebben
zijn slechts voor een deel te wijten
aan de hervorming van de
procedure.

Wat de afgifte van het document
betreft was het zo dat de drukkerij
van het ministerie niet meer kon
volgen. We hebben bijgevolg in een
tweeploegenstelsel gewerkt, maar
de drukpers heeft de geest
gegeven, waarna we een andere
drukpers gebruiken die het tot nu
heeft volgehouden. De administratie
bezorgt aan de gemeenten die
hierom verzoeken elektronische
versies van de formulieren die ze
dan zelf kunnen afdrukken.

Enkele gemeenten hebben
bijkomende registers gevraagd
omdat hun loketten zich op
verschillende plaatsen in de
gemeente bevinden. Aan die
verzoeken kon gevolg gegeven
worden. Op die wijze wordt er een
bewijs van de oorspronkelijke
aanvraag bewaard.

Deze werkwijze is ouderwets en

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

disponibles immédiatement. C'est la raison pour laquelle
l'administration a proposé de passer à une méthode digitale par
analogie avec l'envoi digital de dossiers, comme cela se pratique déjà
mais de manière ponctuelle et sur demande.

Toutefois, je pense que nous pouvons aller encore beaucoup plus loin.
Idéalement, nous devrions aboutir pour le début 2005 à un système où
le fonctionnaire communal peut accéder à un site internet qui est
immédiatement connecté à la banque de données du ministère. Il
pourra alors remplir une version digitale du formulaire de demande et s'il
clique, par exemple, sur la touche "validation", la demande sera
immédiatement vérifiée et enregistrée. Le fonctionnaire reçoit alors
dans les secondes qui suivent un accusé de réception imprimable,
mentionnant aussi instantanément le numéro de dossier du
demandeur. À l'accusé de réception sont joints les documents digitaux
nécessaires sur lesquels seront également complétés les coordonnées
et le numéro de dossier de l'intéressé. Le fonctionnaire peut alors
imprimer le tout sur le champ et le fournir au demandeur.

Étant donné que les frais structurels passent alors de l'administration
aux communes, nous examinerons la possibilité d'établir des
conventions avec les communes qui adhèrent à ce projet, au travers
desquelles nous pouvons leur payer une indemnité pour les frais
d'impression des documents qu'elles supportent à la place de notre
service. J'espère pouvoir rapidement libérer les moyens nécessaires au
développement de cet instrument et je ne manquerai pas de vous tenir
informés de l'évolution de ce projet.

duur. Men blijft immers voortdurend
met een stapel afgeschafte
formulieren zitten terwijl de nieuwe
formulieren niet onmiddellijk kunnen
worden aangeboden. Daarom heeft
de administratie voorgesteld de
elektronische verzending van de
dossiers te veralgemenen.

Als alles meezit zou de
gemeenteambtenaar begin 2005
toegang moeten hebben tot een
webstek die verbonden is aan de
gegevensbank van het ministerie
waarop hij een elektronische versie
van het formulier kan invullen die
onmiddellijk gecontroleerd en
geregistreerd wordt. Het is maar
een kwestie van seconden voordat
hij een afdrukbaar ontvangstbewijs
krijgt waarop het dossiernummer
staat en waarbij de nodige
elektronische documenten zijn
gevoegd. De ambtenaar kan dan
alles onmiddellijk afdrukken en aan
de aanvrager overmaken.

We zullen de mogelijkheid
onderzoeken om aan de
gemeenten die zich bij het project
aansluiten een vergoeding voor de
drukkosten van de documenten te
betalen. Ik hoop dat ik snel de
nodige middelen kan vrijmaken voor
de ontwikkeling van dit
werkinstrument.

06.03 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je remercie

Mme la secrétaire d'État pour ses réponses précises à ma question.

Madame la secrétaire d'Etat, j'espère que le département des Finances
vous donnera les moyens de remplacer la machine défectueuse ou de
la faire réparer. Il faut en tout cas des moyens, des outils modernes qui
fonctionnent pour ne pas enrayer davantage le système. Je n'ai pas
parlé des registres parce que je pense qu'ils ne posent pas de
problème mais il faut garder cet élément de preuve, quel que soit le
système.

La question du transfert de charges vers les communes n'était
absolument pas mon propos. Je ne suis pas venu ici pour défendre les
communes. Ma réflexion porte simplement sur la manière d'améliorer le
fonctionnement du système du point de vue des personnes
handicapées. Il m'arrive de défendre les communes pour la réforme des
polices ou dans d'autres matières mais ce n'est pas mon propos ici. Ce
sujet-là est tout à fait secondaire pour moi. Vous nous indiquez
l'orientation que vous souhaitez prendre et je pense qu'elle est bonne.
Je ne peux donc que vous encourager à travailler dans ce sens. C'est
vraiment l'avenir, cela peut permettre de gagner beaucoup de temps,
d'éviter des pertes de papier et de documents. Cela peut certainement
permettre d'accélérer et d'améliorer le traitement des dossiers des
personnes qui demandent ces allocations.

06.03 Jean-Marc Delizée (PS):

Ik hoop dat Financiën u de nodige
middelen zal verschaffen om de
defecte machine te vervangen of te
laten herstellen.

Het was helemaal niet mijn
bedoeling om de overdracht van de
lasten naar de gemeenten aan de
orde te stellen.

Ik denk dat u voor de juiste weg
hebt gekozen en dat de dossiers
sneller en beter zullen kunnen
worden behandeld.

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Mevrouw Van der Auwera had een vraag (nr. 847) ingediend die aanvankelijk bij de volgende
vraag van mevrouw Van Gool was gevoegd, maar de indienster heeft ons laten weten dat zij haar vraag naar
een latere datum wenst te verschuiven.

07 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met

een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
verlenen van toegang aan assistentiehonden" (nr. 844)

07 Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes

handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'accès des
chiens d'assistance" (n° 844)

07.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw

de staatssecretaris, de antidiscriminatiewet van februari 2003 kan ook
ingeroepen worden tegen het weigeren van de toegang van
assistentiehonden.

Zo zou aan de ene kant het weigeren van een assistentiehond duidelijk
beschouwd kunnen worden als een vorm van indirecte discriminatie en
zou aan de andere kant het treffen van schikkingen om
assistentiehonden te kunnen toelaten, beschouwd kunnen worden als
een redelijke aanpassing zoals bedoeld in de wet. Dit heeft de vorige
minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, alleszins
geantwoord op een schriftelijke vraag van collega Els Van Weert van 7
april 2003.

Naar verluidt zou de Brailleliga onlangs het bericht hebben verspreid dat
deze wet niet afdoende is. Dit schept natuurlijk heel wat verwarring.
Graag vernam ik dan ook van u of de antidiscriminatiewet van 15
februari 2003 nu al dan niet van toepassing is. Graag kreeg ik van u ook
wat meer informatie over de inhoud van het koninklijk besluit dat u
samen met de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zou
willen nemen om de toegang voor assistentiehonden tot cafés en
restaurants te regelen.

07.01 Greet van Gool (sp.a-

spirit): Il ressort de la réponse
fournie par le précédent ministre
des Affaires sociales, M. Frank
Vandenbroucke, à une question
écrite de Mme Els Van Weert, que
la loi anti-discrimination pourrait
également être invoquée lorsque
l'accès est refusé aux chiens
d'assistance. La Ligue Braille
estimerait cependant que la loi
n'est pas décisive.

La loi anti-discrimination s'applique-
t-elle ou non? La secrétaire d'Etat
pourrait-elle également préciser la
portée de l'arrêté royal qu'elle
souhaite promulguer en
collaboration avec le ministre des
Affaires sociales et de la Santé
publique pour régler la question de
l'accès des chiens d'assistance
aux commerces du secteur horeca.

07.02 Staatssecretaris Isabelle Simonis: De antidiscriminatiewet -

ADW - is van toepassing op onder andere het leveren of het ter
beschikking stellen van goederen en diensten aan het publiek en de
toegang tot, de deelname aan alsook elke andere uitoefening van een
economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor
het publiek.

07.02

Isabelle Simonis,

secrétaire d'Etat: La loi anti-
discrimination s'applique à la
livraison de biens et de services au
public et donc aussi à l'accès et à
la participation à des activités
culturelles, économiques,
politiques et sociales.

Peu d'activités humaines échappent à l'application de cette loi. Le
secteur horeca est un exemple simple de fourniture de biens et de
services au public. Il n'y a dès lors aucune raison pour que la loi
antidiscrimination ne s'applique pas non plus à cette activité.

De plus, la loi interdit toute discrimination directe ou indirecte: à mon
avis, refuser les chiens d'assistance peut mener à une discrimination
indirecte si, à cause de cela, l'accès est refusé aux personnes
handicapées. Mais même si l'on en concluait qu'il n'y a pas de
discrimination indirecte dans ce cas précis, la loi ne pourrait encore
être transgressée. En effet, autoriser la présence d'un chien
d'assistance peut tout à fait être un aménagement raisonnable. La
notion d'aménagement raisonnable ne se limite pas seulement à des

Er is geen enkele reden waarom de
antidiscriminatiewet niet op de
horeca van toepassing zou zijn.

Het weigeren van
assistentiehonden kan in mijn ogen
tot indirecte discriminatie leiden,
wat bij wet is verboden. Het nemen
van maatregelen om een
assistentiehond te kunnen toelaten
kan bovendien worden beschouwd
als een redelijke aanpassing. De
weigering zo een aanpassing door

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aménagements d'infrastructure mais comprend également, par
exemple, des aménagements au règlement d'ordre intérieur, des
aménagements à une politique d'admission, adaptation même d'un
comportement. Refuser de tels aménagements peut donc également
représenter une discrimination.

Vous posez aussi la question de savoir si la loi antidiscrimination suffit
à elle seule. Evidemment pas. La loi antidiscrimination est un
instrument fort mais, en tant que telle, cette législation ne change pas
les préjugés ou les pratiques. Aucune loi ne peut abolir toutes les
discriminations de par sa simple publication. Comme je l'ai déjà dit, la
loi antidiscrimination est un puissant levier afin de réaliser des percées
dans des situations qui, sans cela, ne changeraient jamais.

On verra la force de cette loi, une fois les premières actions en justice
menées. Comment interprètera-t-on la notion d'"aménagement
raisonnable" et qu'entendra-t-on par "justification objective et
raisonnable"? Il ressort de la nature de ces termes que le législateur ne
pourra jamais donner lui-même une définition concluante: la raison,
l'équité est en effet une notion contextuelle par excellence.

Bien que ni le législateur ni le gouvernement ne puissent décréter ce
qui est raisonnable et ce qui ne l'est pas, nous pouvons, dans un esprit
de concertation, tenter d'aboutir à des normes relatives à ce que sont
des aménagements réalisables et raisonnables dans certains secteurs
vis-à-vis de situations spécifiques. Ici, je fais notamment référence au
groupe de travail "Distributeurs billets", où j'essaie d'aboutir, en
concertation avec les fabricants, les banques et les utilisateurs à un
consensus sur des normes d'installation.

Par le biais de normes et de directives sectorielles semblables, nous
ne pouvons pas nous substituer aux juges, mais un travail préventif et
éducatif particulièrement important peut en ressortir. En outre, ces
normes donnent une indication claire parce qu'elles sont soutenues par
toutes les parties concernées. Ce sont des minima qui doivent être
respectés afin de rester dans des limites légales du raisonnable.

Toutes les parties ont donc intérêt à travailler ensemble à de telles
normes. Les consommateurs ont ainsi la garantie que ces normes
tiennent effectivement compte de leurs besoins, d'une part, et, d'autre
part, les fournisseurs de services ont ainsi plus de transparence quant
aux normes qu'ils doivent respecter afin de ne pas transgresser la loi
antidiscrimination.

Enfin, vous me demandez de plus amples détails sur le projet d'arrêté
royal que le ministre Demotte prépare sur les chiens d'assistance.

Je peux vous communiquer les éléments suivants. En parfaite
collaboration avec mon collègue Rudy Demotte, nous avons procédé à
une adaptation dans l'arrêté royal relatif à l'hygiène générale des
denrées alimentaires du 7 février 1997. Cette adaptation de la
législation vise à l'avenir que toute personne accompagnée d'un chien
d'assistance ne pourra plus se voir refuser l'accès d'un établissement
horeca.

A l'heure actuelle, la législation en vigueur prévoit que la présence
d'animaux est interdite dans les locaux où des denrées alimentaires
sont fabriquées ou mises dans le commerce. Une dérogation est déjà
prévue pour les chiens d'assistance destinés à aider les personnes
handicapées dans leurs déplacements et ce, dans les locaux de mise
dans le commerce de denrées alimentaires telles que les grandes
surfaces notamment.

te voeren kan op haar beurt als
discriminatie worden beschouwd.

Naar aanleiding van de eerste
rechtszaken zullen we de werking
van de wet kunnen evalueren, en de
begrippen "redelijke aanpassing" en
"objectieve en redelijke
verantwoording" kunnen
verduidelijken. In afwachting kunnen
we voor sommige sectoren en voor
welomschreven gevallen normen
proberen uit te werken, op grond
waarvan aan preventie en opvoeding
kan worden gedaan en die de na te
leven minimumregels
weerspiegelen.

De consument zou de zekerheid
hebben dat met zijn noden rekening
wordt gehouden en de normen die
de dienstenverstrekkers moeten
naleven, zouden scherper omlijnd
zijn.

In samenwerking met de heer
Demotte hebben wij een wijziging
aangebracht in het koninklijk
besluit inzake de algemene
voedingsmiddelenhygiëne.

Eenieder die vergezeld is van een
assistentiehond mag niet langer de
toegang tot een horecabedrijf
worden ontzegd. Er werd reeds
voorzien in een afwijking voor
assistentiehonden die
gehandicapten in hun beweging
begeleiden, met name in
supermarkten.

Voortaan wordt in plaats van een
afwijking op een algemeen verbod
het toegangsprincipe de regel met
het risico van besmetting als enig
voorbehoud. Bovendien willen wij
dat het begrip assistentiehond in de
wetgeving - die momenteel wordt
aangepast - wordt gedefinieerd,
zodat de eigenaars en het
personeel van horecabedrijven deze
dieren gemakkelijker kunnen
herkennen. In dit opzicht herinner ik
u aan het principe van de omkering
van de bewijslast, bepaald bij de
antidiscriminatiewet. Het is aan de
verantwoordelijke van het
horecabedrijf om de reden van zijn
weigering voor de rechtbank aan te
tonen.

Anderzijds bestaat de essentie van

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La législation prévoit également une dérogation pour tous les animaux
de compagnie dans les locaux où sont exclusivement consommées
des denrées alimentaires, à condition qu'ils ne représentent pas de
risque de contamination. C'est uniquement pour des raisons d'hygiène
qu'un établissement horeca peut refuser la présence d'un chien
d'assistance dans ses locaux. Afin d'éviter toute interprétation pouvant
aller à l'encontre des droits élémentaires d'une personne handicapée,
mon collègue et moi-même avons décidé de clarifier la législation en
question afin de garantir l'accès aux personnes accompagnées d'un
chien d'assistance dans les établissements horeca.

Plutôt qu'une dérogation à une interdiction générale, c'est désormais un
principe d'accès qui est affirmé sous la seule réserve de la
contamination. De plus, nous voulons introduire la définition du chien
d'assistance dans la législation actuellement sujette à modification,
relative à l'identification et à l'enregistrement des chiens; cela afin de
faciliter son identification par les exploitants et le personnel des
établissements horeca et d'éviter toute discussion sur le statut de ces
chiens.

Je vous rappelle, par ailleurs, le principe de renversement de la charge
de la preuve, prévue dans la loi antidiscrimination. En cas de plainte
donc, ce principe contraint, dans ce cadre-ci, le ou la responsable de
l'établissement horeca qui refuserait l'accès à un chien d'assistance à
prouver la raison de son refus devant le tribunal. Il me semble que ce
principe est le garant principal de la bonne application de l'arrêté royal
de février 1997.

De plus, l'essence même de la loi antidiscrimination revêt un caractère
raisonnable dans son application. En effet, il ne serait pas raisonnable,
dans l'intérêt de la collectivité, de pousser la contrainte de la présence
du chien d'assistance à l'extrême. En tout cas, cette adaptation de
l'arrêté royal me semble être la meilleure réponse, compte tenu de la
possibilité de combiner la loi de 1997 avec la loi antidiscrimination de
2003.

de antidiscriminatiewet erin, dat de
toepassing ervan redelijk dient te
zijn. In het algemeen belang zou
het inderdaad niet redelijk zijn de
regel van de aanwezigheid van de
assistentiehond tot in het extreme
door te trekken. Deze aanpassing
van het koninklijk besluit lijkt mij de
beste oplossing, omdat het de
mogelijkheid biedt de wet van 1997
met de antidiscriminatiewet van
2003 te combineren.

07.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik dank de staatssecretaris voor

haar antwoord.

Mevrouw de staatssecretaris, het verheugt mij dat u hebt bevestigd dat
de antidiscriminatiewet van februari 2003 daadwerkelijk kan worden
ingeroepen, wat natuurlijk niet wegneemt dat daarover hebben wij het
in het verleden reeds gehad het nuttig zou zijn om rond die wet wat
meer publiciteit te voeren en aan te tonen waar die allemaal kan voor
worden ingeroepen. Het is misschien ook wel een goede zaak dat het
koninklijk besluit kan worden aangepast om zo tot meer duidelijkheid te
komen.

Hebt u enig zicht op de timing waarbinnen de aanpassing van het
koninklijk besluit zou kunnen gebeuren?

07.03 Greet van Gool (sp.a-

spirit): La réponse ministérielle
confirme que la loi
antidiscrimination peut en l'espèce
être invoquée. Il me paraît utile de
faire un peu plus de publicité à cet
égard et de clarifier la portée de la
loi. Quand cette loi pourra-t-elle
être adaptée comme cela semble
nécessaire?

07.04 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: L'arrêté royal est

actuellement soumis au Conseil d'Etat. Il devrait pouvoir être
d'application dans les semaines qui viennent.

07.04 Staatssecretaris Isabelle

Simonis: Het koninklijk besluit
bevindt zich bij de Raad van State
en zou de komende weken van
toepassing moeten kunnen worden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

10/12/2003

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met

een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
afschaffing van de betalingen ten huize van de tegemoetkomingen aan personen met een
handicap" (nr. 907)

08 Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes

handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la suppression
du paiement à domicile des allocations aux personnes handicapées" (n° 907)

08.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, vrijdag

heeft de eerste minister aangekondigd dat tegemoetkomingen, zoals
ook pensioenen, vanaf april volgend jaar in principe door middel van een
overschrijving uitbetaald zullen worden. Slechts in uitzonderlijke
omstandigheden zouden nog betalingen gebeuren door de postbode.

Ik heb alle begrip voor de veiligheidsproblemen die betaling ten huize
met zich meebrengt, en er moet ook inderdaad aandacht aan besteed
worden, maar men mag toch niet uit het oog verliezen dat er nog altijd
heel wat mensen zijn die geen rekening hebben bij een financiële
instelling, of er zelfs geen kunnen krijgen. Ook de toegankelijkheid van
die financiële instellingen laat te wensen over, zoals recent geleken is
uit een onderzoek van Test Aankoop. Ik zou daarom graag wat meer
informatie krijgen over de nieuwe maatregel.

Aan hoeveel mensen worden de tegemoetkomingen nog ten huize
uitbetaald? Hoe zal de nieuwe maatregel aan de nieuwe gerechtigden
vanaf april 2004 meegedeeld worden? Volstaat het dat zij het
rekeningnummer van hun financiële instelling meedelen, of zullen zij,
zoals het nu ook al het geval is, speciale formulieren moeten invullen?
Zal die werkwijze ook gelden voor zij die momenteel hun uitkering via
een postassignatie krijgen? Zal men bijzondere aandacht besteden aan
de begeleiding van mensen die niet vertrouwd zijn met financiële
instellingen en aan de toegankelijkheid van de financiële instellingen?

08.01 Greet van Gool (sp.a-

spirit): A partir d'avril 2004, les
allocations aux personnes
handicapées seront payées par
virement. De nombreuses
personnes handicapées ne
possèdent pas de compte bancaire
et l'accessibilité des banques
laisse fort à désirer.

Combien de personnes perçoivent-
elles encore les allocations à
domicile? Comment la nouvelle
mesure sera-t-elle communiquée?
Les personnes concernées devront-
elles uniquement indiquer un
numéro de compte bancaire ou
devront-elles également remplir
d'autres formulaires? L'assignation
postale sera-t-elle également
remplacée? Accordera-t-on une
attention particulière à
l'accompagnement des personnes
qui ne sont pas familiarisées avec
les institutions financières et à
l'accessibilité des ces institutions?

08.02 Staatssecretaris Isabelle Simonis: Mijnheer de voorzitter,

collega, in de maand oktober 2003 werden nog zowat 80.000
tegemoetkomingen aan personen met een handicap betaald via
assignatie ten huize.

08.02

Isabelle Simonis,

secrétaire d'Etat: En octobre 2003,
quelque 80.000 personnes
handicapées percevaient encore
leurs allocations à leur domicile par
le biais d'une assignation.

Pour répondre à votre deuxième question, je vous informe qu'il n'est pas
du tout nécessaire de communiquer la nouvelle mesure au bénéficiaire.
En effet, depuis juillet 2003, le formulaire de demande a été adapté en
application de l'article 24 de l'arrêté royal concernant la procédure du 22
mai 2003. Dès lors, les demandeurs d'allocations doivent seulement
compléter une case spécifique, en remplissant leur numéro de compte.
C'est dorénavant mon administration qui se charge des contrôles
auprès des institutions financières. Il est à noter que, pour le moment,
cet échange de données entre mon administration et les banques se
fait encore par lettre postale, mais dans quelques mois, l'échange de
données se fera via la voie électronique.

Pour les bénéficiaires actuels 80.000 personnes qui sont toujours
payés par assignation, une campagne de publicité sera menée en 2004
par le service des allocations aux personnes handicapées. Afin de
pouvoir assurer le suivi des réponses à la lettre de publicité, ce service
sera renforcé par la mise à disposition de quelques agents
supplémentaires venant du service de radio-télévision redevance.

Het is helemaal niet noodzakelijk
om de nieuwe maatregel aan de
rechthebbende mee te delen. Het
aanvraagformulier werd sedert juli
2003 aangepast en het enige wat
de aanvragers moeten doen is hun
rekeningnummer opgeven.
Voortaan neemt mijn administratie
de controle van de financiële
instellingen voor haar rekening;
binnen enkele maanden zullen de
gegevens via elektronische weg
worden uitgewisseld.

Voor de 80.000 begunstigden die
nog steeds met een assignatie
worden betaald zal de dienst
uitkeringen voor gehandicapten,
met versterking van enkele

CRIV 51

COM 097

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ambtenaren van de dienst Kijk- en
Luistergeld, in 2004 een
reclamecampagne voeren.

Wat uw derde vraag betreft, kan ik u verzekeren dat er bijzondere
aandacht zal worden besteed aan de leesbaarheid van de brief voor de
publiciteitscampagne.

La lisibilité de la lettre destinée à la
campagne d'information fera l'objet
d'une attention particulière.

J'ajoute que mon administration dispose d'une certaine expérience en
la matière puisqu'elle a déjà mené une campagne entre 1996 et 1998.
Malgré le fait que le paiement par assignation était la règle standard à
cette époque, les paiements par assignation avaient baissé de 20% en
deux ans.

En ce qui concerne l'accessibilité aux bâtiments des institutions
financières elles-mêmes, il va de soi que c'est du ressort de ces
institutions. J'ai remarqué que certains services sont déjà accessibles
à des handicapés physiques. D'autres institutions ont certainement
encore des aménagements raisonnables à réaliser. Quoi qu'il en soit, je
suis convaincue que ces institutions feront le nécessaire, puisque c'est
dans leur propre intérêt. Dans le cas contraire, elles pourraient être
poursuivies dans le cadre de la loi anti-discrimination.

Mijn administratie heeft daar
ervaring mee.

De financiële instellingen moeten
voor de toegankelijkheid van hun
gebouwen zorgen. Ik ben ervan
overtuigd dat ze het nodige zullen
doen, want daar hebben ze alle
belang bij. Anders kunnen ze
worden vervolgd op grond van de
antidiscriminatiewet.

08.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

staatssecretaris voor haar antwoord. Ik denk dat het een goede zaak is
dat men rekening houdt met een toch wel bijzondere categorie van
mensen, zowel op het vlak van leesbaarheid als wat betreft het invullen
van formulieren en de proactieve houding van de administratie. Ik denk
ook, zoals u hebt verzekerd, dat u wel oog zult hebben voor de
toegankelijkheid en de begeleiding van mensen die geen of nog geen
bankrekening hebben.

08.03 Greet van Gool (sp.a-

spirit): Je salue l'attitude
prévoyante de l'administration.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De overige vragen worden naar een latere datum verschoven.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.42 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.42 heures