IC091_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders en Spirit

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000

Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

PLEN

Plenum (witte kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la fermeture de
Belgonucléaire" (n° 797)

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de sluiting
van Belgonucléaire" (nr. 797)

Orateurs: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de Mme Muriel Gerkens à la ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
gratuité d'accès dans les musées fédéraux"
(n° 830)

Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gratis
toegang tot de federale musea" (nr. 830)

Orateurs: Muriel Gerkens, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Muriel Gerkens, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de M. Daniel Bacquelaine à la ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les
microfilms relatifs aux recherches en généalogie
des Archives générales du Royaume" (n° 620)

Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
microfilms van het Algemeen Rijksarchief die
bestemd zijn voor genealogisch onderzoek"
(nr. 620)

Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Fientje Moerman, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique

Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Fientje Moerman, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Muriel Gerkens à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la politique de
placement de l'ONDRAF" (n° 839)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het beleggingsbeleid
van de NIRAS" (nr. 839)

Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Muriel
Gerkens, Fientje Moerman, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique

Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Muriel
Gerkens, Fientje Moerman, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid

Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la vente et l'entreposage de
matériel pyrotechnique" (n° 822)

Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de verkoop
en opslag van vuurwerk" (nr. 822)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Fientje
Moerman, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique

Sprekers: Servais Verherstraeten, Fientje
Moerman, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Question de M. Koen Bultinck à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le prix unique
du livre" (n° 843)

Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vaste boekenprijs"
(nr. 843)

Orateurs: Koen Bultinck, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique

Sprekers: Koen Bultinck, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE L'ECONOMIE,

DE LA POLITIQUE

SCIENTIFIQUE, DE

L'EDUCATION, DES

INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES

ET CULTURELLES NATIONALES,

DES CLASSES MOYENNES ET

DE L'AGRICULTURE

COMMISSIE VOOR HET

BEDRIJFSLEVEN, HET

WETENSCHAPSBELEID, HET

ONDERWIJS, DE NATIONALE

WETENSCHAPPELIJKE EN

CULTURELE INSTELLINGEN, DE

MIDDENSTAND EN DE

LANDBOUW

MARDI

DECEMBRE

2003

Matin

______

van

DINSDAG

DECEMBER

2003

Voormiddag

______

De vergadering wordt geopend om 10.08 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.08 heures par M. Paul Tant, président.

01 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "de sluiting van Belgonucléaire" (nr. 797)

01 Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "la fermeture de Belgonucléaire" (n° 797)

01.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, ik heb een vraag in verband met de sluiting of de mogelijke
sluiting van Belgonucleaire. Wij hebben tijdens de besprekingen van de
begroting en de beleidsbrief ook reeds de kans gehad om dit thema
even aan te snijden. Ik wil mijn vraag toch opnieuw stellen, mevrouw de
minister, omdat ik nu iets meer punctuele vragen heb.

Wij hebben vernomen dat de sluiting van Belgonucleaire gepland is in
2005, omdat er op dit ogenblik geen bestellingen meer zijn.
Belgonucleaire in Dessel produceert MOX voor kerncentrales. De
wetgeving zegt dat 3 jaar vóór een sluiting een sluitingsplan moet
worden meegedeeld. Wij zitten nu een beetje in een vreemde situatie.
Voor een sluiting in 2005 moet men nu reeds een sluitingsplan
voorleggen. Men hoopt echter en men doet er alles aan, opdat er nog
een redding uit de bus zou vallen, via Frankrijk, eventueel via Groot-
Brittannië dat de eigen MOX- centrale niet opgestart krijgt, en er is ook
nog een mogelijkheid via Japan.

Men is nu bij Belgonucleaire bezig te onderzoeken welke pistes er toch
nog als redding uit de bus kunnen vallen, maar er is het risico dat dit
wel eens te laat zou kunnen zijn. Zelfs al komt Japan of Groot-
Brittannië toch nog met bestellingen over de brug, zal het mogelijks al
te laten zijn. Dat is een beetje het hallucinante van deze situatie. Hoe
dan ook, zoals de situatie er nu voorstaat, moet Belgonucleaire vóór het
eind van het jaar een sluitingsplan voorleggen.

Mevrouw de minister, ik wil daarover de volgende vragen stellen, in de
hypothese dat er in 2005 een sluiting komt. Een eerste vraag betreft het
milieuaspect. Zal al het MOX verkocht zijn tegen 2005? Zal al het
plutonium dat verwerkt wordt in MOX, opgebruikt of verwerkt zijn tegen
2005?

01.01 Simonne Creyf (CD&V):

Belgonucléaire fabrique le
combustible Mox pour les centrales
nucléaires. Il nous revient que
l'entreprise ne dispose plus de
commandes que jusqu'en 2005 et
que, conformément aux
dispositions légales, elle s'est
attelée à l'élaboration d'un plan de
fermeture, lequel doit être prêt pour
la fin de cette année. Même si de
nouvelles commandes lui
parviennent, il se peut qu'il soit déjà
trop tard pour sauver l'entreprise.

Combien restera-t-il de Mox et de
plutonium lors de la fermeture? Un
budget est-il prévu pour
l'assainissement et le démantèle-
ment de l'entreprise? Qui se
chargera de cette tâche? Les 325
travailleurs pourront-ils trouver du
travail ailleurs dans la région?

La fermeture signifie une perte
considérable de revenus pour le
Centre d'étude de l'énergie
nucléaire, lequel détient la moitié
des parts de Belgonucléaire. À cela
s'ajoute également une perte
importante de savoir-faire nucléaire.
Comment compensera-t-on ces

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Wat zal de netto balans van MOX en plutonium in 2005 zijn?

Een tweede vraag gaat over het financiële aspect. Wie zal de boel
opkuisen en met welk geld zal dat gebeuren? Er zijn gebouwen die met
plutonium besmet zijn. Er zijn materialen die met plutonium besmet
zijn. Er zijn splijtstofoverschotten. Wie zal geld op tafel leggen voor de
reiniging? Zal de burger dit moeten betalen? Werd voldoende provisie
voor reiniging en ontmanteling aangelegd?

Ik heb nog een vraag inzake het sociale aspect. Er staan 325 jobs op
het spel, mogelijk nog meer door het domino-effect. Wat zal met deze
mensen gebeuren? Kunnen deze mensen in andere nucleaire bedrijven
in de stad of de streek worden ingezet?

Een ander aspect is het verlies van de nucleaire knowhow. De sluiting
van Belgonucleair brengt ook het Centrum voor Kernenergie in Mol in de
problemen. Het SCK is voor de helft aandeelhouder en haalde hieruit
ongeveer de helft van zijn inkomsten. Dit is opnieuw een verlies van
nucleaire knowhow. Hoe kunnen wij dit opvangen? Wat zijn de
financiële gevolgen voor de SCK-dividenden bij een sluiting van
Belgonucleair?

pertes?

01.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, mevrouw

Creyf, Belgonucleair is een naamloze vennootschap met de hoofdzetel
in Brussel, waarvan de aandeelhouders zijn: de Belgische Staat via het
SCK voor 50%, Electrabel voor 34% en Tractebel voor 16%.
Belgonucleair exploiteert een MOX-fabriek in Dessel en een
studiebureau in Brussel.

De maatschappij stelt momenteel 325 personen te werk en de
industriële MOX-productie werd gestart in 1986. De fabriek heeft meer
dan 560 ton MOX-brandstof geproduceerd voor 22 Belgische en
buitenlandse kerncentrales. In het kader van MOX-fabricagecontracten
verwerkt Belgonucleaire in haar fabriek de nucleaire materialen uranium
en plutonium. Deze materialen blijven evenwel eigendom van de
klanten. De op dit ogenblik gesloten contracten verzekeren de activiteit
van de fabriek tot eind 2005. Voor het jaar 2006 bestaat er op dit
ogenblik geen zekerheid op nieuwe contracten. Er werd geen beslissing
genomen met betrekking tot de sluiting van Belgonucleaire.

Uit voorzorg en als een goede huisvader werkt de maatschappij aan een
ontmantelingsplan zoals voorgeschreven door het koninklijk besluit van
30 maart 1981 houdende de bepaling van opdrachten en
werkingsmodaliteiten van NIRAS, gewijzigd door een koninklijk besluit
van 16 oktober 1991.

Na deze inleiding om de zaak te situeren, ga ik nader in op de vragen
van mevrouw Creyf.

Ten eerste, het milieuaspect. De hele productie van de fabriek is
verkocht tot eind 2005. Al het plutonium en uranium dat door de klanten
ter beschikking wordt gesteld, wordt in principe opgebruikt. Eventuele
overschotten worden teruggegeven aan de klanten. Wat dat betreft, is
er dus geen probleem.

Ten tweede, het financiële aspect. Belgonucleaire is verantwoordelijk
voor de kosten van de ontmanteling van haar installatie. De procedure
van ontmanteling en de raming van de kosten die met deze
ontmanteling overeenstemmen, worden gecontroleerd door NIRAS.
Belgonucleaire beschikt over de nodige financiële middelen om de
kosten van de reiniging en de ontmanteling te dekken.

01.02

Fientje Moerman,

ministre: Via le CEN,
Belgonucléaire appartient pour
moitié à l'Etat, et pour moitié à
Electrabel et Tractebel. Pour
l'heure, des contrats garantissent la
survie de l'entreprise jusqu'en 2005.
Plus rien n'étant sûr au-delà de
cette date, la société élabore par
mesure de précaution un plan de
démantèlement. Cependant,
aucune décision n'a été prise à ce
jour en ce qui concerne la
fermeture de Belgonucléaire.

L'uranium et le plutonium traités par
l'entreprise demeurent la propriété
des clients. S'il reste des surplus
lors de la fermeture, ils seront
restitués aux clients.

Belgonucleaire est responsable du
démantèlement de ses
installations. L'Ondraf se chargera
du contrôle de la procédure de
démantèlement ainsi que de
l'estimation des coûts y afférents.
Belgonucleaire dispose des
moyens nécessaires pour couvrir
les frais liés au nettoyage et au
démantèlement de ses
installations.

Il va sans dire qu'en cas de
fermeture, Belgonucleaire respec-
tera à l'égard du personnel les
procédures légales prévues.

L'année dernière, l'actionnariat du

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ten derde, het sociaal aspect. In geval van sluiting van een fabriek ik
herhaal dat er terzake nog geen beslissing is genomen zal
Belgonucleaire de door de wet vastgelegde procedures moeten naleven.
Voorts is er nog niets gedaan, omdat er ook nog geen beslissing tot
sluiting is genomen.

Ten vierde, het verlies van de nucleaire knowhow. Het
aandeelhouderschap van het SCK.CEN in Belgonucleaire leverde in
2002 een dividend op van bruto 3.345 k of netto 2.508,75 k. Dit
dividend zal alleszins verdwijnen zodra Belgonucleaire geen winst meer
maakt. Anderzijds leverde het SCK.CEN jaarlijks voor ongeveer 1.000
k diensten aan de MOX-fabriek van Belgonucleaire in Dessel. Deze
activiteiten hebben betrekking op de procescontrole en op het toezicht
van een eventuele besmetting van het personeel. Deze opdrachten
zullen vanzelfsprekend uitdoven na een productiestop bij
Belgonucleaire.

Ten slotte treedt het studiebureau van Belgonucleaire op als coördinator
van internationale onderzoeksprogramma's die gedeeltelijk worden
uitgevoerd op het SCK.CEN. Dit leidde de jongste 5 jaar tot
fluctuerende inkomsten van 700 tot 1.300 k per jaar. Men mag
aannemen dat, na de eventuele stopzetting van Belgonucleaire, het
SCK.CEN erin zal slagen deze inkomsten te behouden. De jaarlijkse
totale inkomsten vanwege Belgonucleaire, namelijk 5.200 k in 2002,
betekenen 6,5% van de totale werkingsmiddelen van het SCK.CEN of
13% van de inkomsten buiten de dotatie van de FOD Economie. Dit is
veel minder dan de helft, zoals mevrouw Creyf in haar vraag stelt.

Nochtans zijn die inkomsten belangrijk voor het SCK en staat alleszins
de werkgelegenheid van ongeveer 40 personen op het spel. De
problemen die veroorzaakt zijn bij het SCK ingevolge van het eventueel
wegvallen van de inkomsten van Belgonucleaire en de oplossing voor
die problemen moeten nog voort worden onderzocht, aangezien ik
herhaal het er geen beslissing is tot sluiting.

CEN dans Belgonucleaire a produit
un dividende brut de 3,345 millions
d'euros, ce qui correspond à 2,508
millions d'euros nets. Bien
évidemment, ce dividende disparaît
à partir du moment où l'entreprise
ne réalise plus aucun bénéfice.
Chaque année, le CEN fournit des
services à concurrence d'environ 1
million d'euros à l'usine de MOX
exploitée par Belgonucleaire à
Dessel. Ces services ont trait au
contrôle du processus et à la
surveillance de la contamination
éventuelle du personnel. En cas de
fermeture de Belgonucleaire, ces
missions disparaîtront.

Le rôle du bureau d'études de
Belgonucléaire, en qualité de
coordinateur des programmes
internationaux de recherche
réalisés en partie au CEN, a
rapporté au cours des cinq
dernières années entre 700 000 et
1,3 millions d'euros par an. Ces
recettes seront en principe
maintenues, même après
l'éventuelle fermeture de
Belgonucléaire.

Le montant des recettes globales
annuelles de Belgonucléaire, à
savoir 5,1 millions d'euros en 2002,
représentent 6,5% de l'ensemble
des moyens de fonctionnement du
CEN ou 13% des recettes en
dehors de la dotation du SPF
Economie. Il est évident que ces
recettes sont importantes et que
l'emploi d'une quarantaine de
travailleurs en dépend
partiellement. Il reste à étudier
l'incidence d'une perte de ces
recettes sur le fonctionnement du
CEN.

01.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor

de precieze antwoorden. Laten wij hopen dat er alsnog een redding uit
de bus valt voor Belgonucleaire.

01.03 Simonne Creyf (CD&V):

J'espère de tout coeur que
Belgonucléaire pourra continuer à
fonctionner.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Question de Mme Muriel Gerkens à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "la gratuité d'accès dans les musées fédéraux" (n° 830)

02 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "de gratis toegang tot de federale musea" (nr. 830)

02.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, je voudrais 02.01 Muriel Gerkens (ECOLO):

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aborder avec vous différents éléments, avec pour objectif essentiel
d'évaluer la politique de facilitation d'accès aux musées fédéraux.
Jusqu'en 1997, il y avait gratuité des musées royaux; depuis lors, cet
avantage a été supprimé. D'après les renseignements fournis par les
responsables de ces musées, cette suppression au eu pour
conséquence une chute importante le chiffre de 30% est cité de
fréquentation et notamment une forte diminution des visites scolaires.

Chaque premier mercredi du mois, pour le moment, il y a néanmoins
gratuité de l'accès aux musées. Je suppose que le choix de ce jour a
été retenu selon des consignes de l'administration, portant sur le fait
que les enfants ont congé le mercredi après-midi. Cependant, du côté
des parents, on entend des plaintes puisque la plupart d'entre eux
travaillent à ce moment-là. J'aimerais savoir pour quelle raison le choix
s'est porté sur un mercredi plutôt que sur un samedi ou un dimanche.

De plus, deux gratuités, celle pour les chômeurs et celle pour les
personnes handicapées ont été supprimées et sont remplacées par
une réduction à deux euros. Cette disposition date de la législature
précédente, suite à un arrêté pris par le ministre Picqué.

Madame la ministre, j'aimerais vous poser quelques questions.

Pourquoi avoir supprimé cette gratuité pour la remplacer par une
réduction? Cela a-t-il réellement un effet sur les recettes des musées?
Par ailleurs, peut-on évaluer si cela a eu un effet négatif sur ce type
d'usagers, pour lesquels l'accès aux structures culturelles est
particulièrement important?

In 1997 werd de gratis toegang tot
de koninklijke musea afgeschaft.
Sindsdien is het bezoekersaantal
met 30 % gedaald en zijn er ook
aanzienlijk minder school-
bezoeken. Heeft deze maatregel
nog andere gevolgen gehad?

Waarom is de gratis toegang op de
eerste woensdag van de maand
toegekend, terwijl de volwassenen
die de kinderen zouden kunnen
vergezellen, op dat ogenblik
werken? De gepensioneerden
genieten andere kortingen.

Waarom werd de gratis toegang
voor werklozen en gehandicapten
vervangen door een korting tot twee
euro? Zijn de inkomsten hierdoor
toegenomen? Of heeft dit een
ontradend effect gehad?

02.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, la première

question a trait aux résultats de la suppression de la gratuité par
l'arrêté royal du ministre en 1997. Ces résultats dépendent de la
fréquentation, variable d'une institution à une autre. A titre d'exemple,
bien que les Musées royaux des Beaux-Arts aient enregistré, en 1997,
une baisse du nombre de visiteurs dans les salles d'expositions
permanentes, l'Institut des sciences naturelles n'a cessé d'attirer un
public de plus en plus nombreux. Par ailleurs, les musées fédéraux ont
développé leur offre, en organisant des expositions temporaires de
niveau international et en dynamisant les services éducatifs, ce qui a
permis d'augmenter la fréquentation globale au sein des musées
fédéraux, avec près d'un million de visiteurs par an.

La problématique de la gratuité est aussi liée au financement de ces
institutions. Vu leurs besoins, exprimés dans les recommandations du
Livre blanc sur leur modernisation, il apparaît indispensable de
maintenir leur niveau de recettes.

L'instauration d'un prix d'entrée entre 4 et 5 maximum pour les salles
permanentes a permis à ces institutions de développer leurs activités
en faveur de différents publics.

Vous demandez ensuite pour quelle raison la gratuité est fixée tous les
premiers mercredis du mois, alors que les adultes pouvant
accompagner leurs enfants travaillent généralement.

La proposition d'instaurer la gratuité tous les premiers mercredis du
mois a été élaborée par les musées fédéraux eux-mêmes, sur la base
de leur expérience de terrain. En effet, durant la semaine, le mercredi
après-midi est le moment où les enfants sont le plus susceptible, en
dehors des visites scolaires organisées, de venir visiter le musée avec
des grands-parents ou un parent qui peut se libérer à ce moment,

02.02 Minister Fientje Moerman:

Het bezoekersaantal varieert van de
ene instelling tot de andere.
Dankzij de organisatie van tijdelijke
tentoonstellingen en

het

dynamischer maken van de
educatieve diensten, halen deze
musea bijna één miljoen bezoekers
per jaar. De financiële noden van de
musea rechtvaardigen het behoud
van de inkomsten. Met een
toegangsprijs tussen vier en vijf
euro hebben zij hun activiteiten
verder kunnen ontwikkelen.

De musea hebben, uitgaande van
hun ondervinding, gratis toegang op
de eerste woensdag van de maand
voorgesteld. Het observatorium van
het publiek van de federale
wetenschappelijke instellingen
bekijkt momenteel wat er in het
buitenland gebeurt, teneinde de
musea aantrekkelijker te maken
voor het publiek.

De vaststelling van het
toegangsgeld voor werklozen en
gehandicapten op 2 strekt ertoe
de tarievenstructuur in de musea
eenvormiger te maken. Gratis
toegang voor werklozen is nooit een

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

travailleur à temps partiel ou enseignant.

Dans ce cadre, l'observatoire des publics des établissements
scientifiques fédéraux, créé par l'arrêté ministériel du 23 janvier 2003,
étudie en ce moment les expériences étrangères qui seraient
pertinentes afin d'améliorer l'attractivité et la fréquentation des musées.

La dernière partie de votre question concerne la gratuité d'accès pour
les chômeurs et les personnes handicapées, remplacée aujourd'hui par
une réduction à 2, via un arrêté d'un de mes prédécesseurs, le
ministre Picqué. Cette mesure a été prise en vue d'uniformiser certains
tarifs dans les musées. La gratuité pour les chômeurs n'a jamais été
une pratique généralisée. Il est utile aussi de préciser que les
associations qui défendent l'accès à la culture pour les personnes
défavorisées ne prônent pas la gratuité mais un prix abordable. Une
réduction de plus de 50% du droit d'entrée pour les chômeurs me
semble raisonnable, par exemple, 1,5 au lieu de 4.

Cette mesure a-t-elle permis une augmentation des recettes? Il me
paraît plus important de demander aux institutions et à l'observatoire
des publics de ces musées de poursuivre leur réflexion et leur action
pour favoriser l'accès aux personnes défavorisées.

Dans ce cas, le prix n'est qu'un des aspects et le travail de médiation
culturelle avec les associations qui aident ces personnes doit être
poursuivi afin d'améliorer l'accessibilité. À titre d'exemple, en 2002, les
Musées royaux des Beaux-Arts ont mené une opération active auprès
d'un public défavorisé, ce qui a permis de toucher 2.105 nouveaux
visiteurs. Dans ce cadre, les musées avaient demandé un prix
symbolique d'un euro.

Pour les personnes souffrant d'un handicap, la réduction des tarifs est
une facilité financière qui s'inscrit dans une politique globale en faveur
des handicapés qui a notamment pour but d'améliorer les équipements
et la circulation au sein des musées. En conclusion, madame
Gerkens, grâce aux politiques menées par ces musées, il n'y a pas
d'indication d'une baisse de fréquentation de ces publics spécifiques.

algemeen principe geweest, en de
cultuurbewegingen die ijveren voor
cultuur tegen democratische
prijzen, hebben dat ook nooit
gevraagd. De entreeprijs is maar
een van de multipele factoren in de
laagdrempeligheid van
cultuuruitingen. Belangrijker is dat
er verder gewerkt wordt met de
betrokken verenigingen om cultuur
naar de mensen toe te brengen.

De lagere tarieven voor
gehandicapten kaderen in een
ruimer beleid met het oog op betere
voorzieningen en een vlottere
doorstroming in de musea.

Er zijn dus geen aanwijzingen dat
deze musea minder worden
bezocht.

02.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Je remercie Mme la ministre pour

sa réponse complète. Il est vrai que si on arrive à améliorer
l'accessibilité des espaces et des expositions, notamment pour les
personnes handicapées, c'est un plus. Malheureusement, il apparaît
que les responsables ou les personnes qui sont à la réception dans
ces institutions ne sont pas toujours au courant de ce que représentent
les différents tarifs et que les indications des tarifs ne sont pas toujours
correctes. Il y aurait une disposition à prendre à cet égard pour que les
visiteurs et le personnel soient sur la même longueur d'onde.

02.03 Muriel Gerkens (ECOLO):

Het museumpersoneel is niet altijd
op de hoogte van de verschillende
tarieven die trouwens ook niet altijd
correct zijn aangegeven. Er dienen
maatregelen getroffen te worden om
iedereen op één lijn te krijgen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de M. Daniel Bacquelaine à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "les microfilms relatifs aux recherches en généalogie
des Archives générales du Royaume" (n° 620)

03 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "de microfilms van het Algemeen Rijksarchief die bestemd zijn
voor genealogisch onderzoek" (nr. 620)

03.01 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la ministre, il me revient

que dans le cadre des recherches généalogiques ou historiques
impliquant la consultation de microfilms conservés aux Archives

03.01 Daniel Bacquelaine (MR):

De microfilms van het Algemeen
Rijksarchief werden ingevolge de

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

générales du Royaume, on assiste actuellement à un éparpillement de
ces microfilms en fonction du "communautarisme" belge. Certains
microfilms, comprenant notamment des parties de communes
francophones et des parties de communes flamandes, sont rangés d'un
côté ou de l'autre. Il n'y a plus aucune centralisation. Pour Bruxelles-
Capitale notamment, la consultation des microfilms est rendue
extrêmement difficile.

Je voulais donc simplement vous demander quelle était votre politique
en la matière. Ne serait-il pas possible d'envisager une centralisation
des données de telle sorte que la vie des chercheurs en soit facilitée?

Belgische communautarisering
verspreid over de verschillende
landsdelen, afhankelijk van de
aanwezigheid van Nederlands-talige
of Franstalige tekst. Die
versnippering bemoeilijkt de
raadpleging van de films, zeker in
het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest.

Kan een centralisatie worden
overwegen om de taak van de
onderzoekers wat te verlichten?

03.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur Bacquelaine, je lis que

les Flamands ont emporté la bande dans votre question...

Tout d'abord, les microfilms des registres paroissiaux et des
documents d'état civil conservés autrefois aux Archives générales du
Royaume, rue de Ruisbroek, n° 2, ont été transférés dans d'autres
dépôts des Archives de l'Etat au cours de ces dernières années
jusqu'en 2001, à savoir, dans le dépôt nouvellement créé à Anderlecht,
Quai de Metz, n° 7 et dans celui de Beveren, en province de Flandre
orientale, où sont entreposés depuis longtemps les microfilms relatifs
aux provinces flamandes. On a constaté qu'à l'occasion de ces
transferts, certains microfilms ont été mal orientés. De plus, nombre
d'entre eux contenant des reproductions d'actes d'état civil concernant
des communes du Brabant flamand et des communes bruxelloises,
et/ou des communes du Brabant wallon n'ont pas fait l'objet d'une
duplication et ont été envoyés à Beveren. Il est également apparu que
le dépôt nouvellement créé à Leuven a, quant à lui, été doté d'une
collection complète pour l'ancienne province du Brabant le Brabant
flamand, le Brabant wallon et Bruxelles. La correction de cette situation
en vue de la constitution aux Archives de l'Etat à Anderlecht d'une
collection complète de microfilms contenant les communes
bruxelloises est en cours.

Ensuite, la centralisation des données évoquée par M. Bacquelaine
c'est-à-dire le rassemblement et la consultation en un seul lieu de tous
les microfilms relatifs aux registres paroissiaux et aux registres d'état
civil conservés par les Archives générales de l'Etat en Belgique
nécessiterait l'exécution de nombreuses copies et, partant, une
dépense supplémentaire que cet établissement ne peut supporter dans
l'état actuel. Des crédits supplémentaires destinés à l'achat des
microfilms manquants à Anderlecht ainsi que dans d'autres dépôts ont
été demandés en 2002 et en 2003. Ces demandes sont restées sans
suite.

Si l'on veut concilier les arrêtés royaux du 12 décembre 1957 et du 28
novembre 1963 avec la volonté de mettre à la disposition des
utilisateurs l'ensemble des microfilms de notre patrimoine national en
un seul endroit et améliorer de manière substantielle l'accès au public
aux données détenues par cette institution, il convient d'étudier
préalablement la faisabilité et le coût d'une telle opération de
duplication.

C'est la raison pour laquelle mes prédécesseurs ont chargé la
responsable du dépôt d'Anderlecht d'étudier l'état des collections de
microfilms en Belgique.

03.02 Minister Fientje Moerman:

Een aantal microfilms kreeg naar
aanleiding van de verhuizing een
verkeerde bestemming. Een aantal,
met informatie over de gemeenten
van Vlaams-Brabant en van Brussel
(en/of van gemeenten van Waals-
Brabant) ging naar het centrum van
Beveren in Oost-Vlaanderen, waar
de microfilms met informatie over
de gemeenten van de Vlaamse
gemeenten worden bijgehouden,
zonder dat echter een duplicaat
werd gemaakt. Het nieuwe depot in
Leuven kreeg een volledige collectie
voor de hele vroegere provincie
Brabant. De problemen worden nu
verholpen, met het aanleggen van
een volledige collectie in het
centrum van het Rijksarchief van
Anderlecht.

Een centralisatie kan alleen indien
een groot aantal kopieën wordt
gemaakt en een dergelijke uitgave
kan het Rijksarchief op dit ogenblik
niet dragen. Aan de
kredietaanvragen met het oog op de
aankoop van microfilms die onder
meer in Anderlecht ontbreken, werd
in 2002 en 2003 geen gevolg
gegeven.

Er dient een studie gewijd te
worden aan de haalbaarheid van en
de kost verbonden aan het
afstemmen van het koninklijk
besluit van 12 december 1957 op
dit van 28 november 1963, waarbij
alle microfilms die tot ons
patrimonium behoren op een en
dezelfde gemakkelijk toegankelijke
plaats ter beschikking worden
gesteld van het publiek. Mijn
voorgangers hebben de opdracht
voor een dergelijke studie gegeven.

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je suis très

satisfait de la réponse.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Questions jointes de

- M. Jean-Jacques Viseur à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les conséquences, pour l'ONDRAF et le consommateur, de la politique
budgétaire de l'Etat fédéral" (n° 812)
- Mme Muriel Gerkens à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la politique de placement de l'ONDRAF" (n° 839)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Jean-Jacques Viseur aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de gevolgen van het begrotingsbeleid van de federale Staat voor de
NIRAS en de verbruiker" (nr. 812)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het beleggingsbeleid van de NIRAS" (nr. 839)

04.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, madame la

ministre, comme vous le savez, l'ONDRAF est une grosse tirelire, bien
nécessaire puisque sa mission principale est d'assurer la gestion des
déchets radioactifs et des matières fissiles, donc d'utiliser au mieux et
sur une très longue période les moyens financiers récoltés à charge
des producteurs d'électricité pour assurer la gestion optimale des
déchets.

L'ONDRAF dispose donc de moyens financiers considérables,
utilisables dans le temps et devant faire l'objet d'une gestion de
trésorerie particulièrement sérieuse, car il ne faut pas se lancer dans
des placements hasardeux. La gestion doit être menée en bon père de
famille, selon une expression parfaitement applicable en la matière.
Parallèlement, tous les calculs ont été effectués sur la base d'une
rentabilité normale de placements à court, très court terme, et à moyen
et long termes.

Or l'arrêté royal du 4 avril 2003 a obligé l'ONDRAF, en ce qui concerne
la gestion des comptes, à s'investir en instruments financiers émis par
l'Etat fédéral - ce qui ne constitue pas nécessairement la rentabilité
optimale -, mais surtout les disponibilités à court terme doivent être
placées sur un compte de trésorerie ouvert auprès du Trésor et les
disponibilités à vue placées sur un compte du Trésor ouvert auprès de
l'Office des Chèques postaux. Il en résulte évidemment que, par rapport
à des placements normaux, le taux qui en résulte est plus faible, avec
pour conséquence que la masse des moyens mis à disposition de
l'ONDRAF diminue à due concurrence.

Plusieurs questions peuvent être posées à partir de cette situation.

D'abord, et c'est curieux pour un gouvernement à dominance libérale,
pourquoi une telle présence de l'Etat? En effet, l'ONDRAF a
suffisamment de capacités et de contrôles pour gérer en bon père de
famille tout en plaçant de façon un peu plus avantageuse.

Ensuite, à partir du moment où les avoirs de l'ONDRAF sont bloqués et
ne sont plus injectés dans l'économie, qu'ils sont rémunérés par un
taux plancher, on ne peut pas dire que chaque euro investi en
instrument financier assure la croissance. Or il s'agit de montants très
importants.

Enfin, estimez-vous que la situation financière ainsi créée, qui prive

04.01 Jean-Jacques Viseur

(cdH): De NIRAS beschikt over heel
omvangrijke middelen die een zeer
ingewikkeld thesauriebeheer
vereisen.Volgens het koninklijk
besluit van 4 april 2003 moeten die
middelen in door de federale Staat
uitgegeven financiële instrumenten
worden belegd. Die instrumenten
zijn niet noodzakelijk zeer
rendabel.

Vanwaar die nadrukkelijke
aanwezigheid van de overheid?
Vanwege een liberale regering is dit
tamelijk verbazend. Aangezien het
vermogen van de NIRAS
geblokkeerd wordt, kan het niet
meer tot de groei bijdragen. Bent u
van mening dat de NIRAS daardoor
toch in staat is zijn betalingen uit te
voeren? Vreest u niet dat dit een
impact op de kWh-prijs, en dus
nadelige gevolgen voor de gebruiker
kan hebben? Bent u van plan het
koninklijk besluit van april 2003 te
evalueren en aan te passen? Zo ja,
in welke richting?

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'ONDRAF de moyens, lui permettra de faire face à ses échéances, ce
qui est capital en ce qui concerne le stockage des déchets? Question
qui en découle: à partir du moment où l'on prive ainsi l'ONDRAF de
revenus, pourtant estimés nécessaires, l'Etat ne se trouvera-t-il pas
dans l'obligation soit de combler, au moins partiellement, les besoins,
soit d'augmenter la cotisation des producteurs d'électricité, ce qui
entraînera un impact sur le prix du kilowattheure?

Ne craignez-vous pas que le consommateur soit, en définitive, le
perdant d'une opération dont le seul objectif est d'assurer l'équilibre du
budget?

A partir de tous ces éléments, envisagez-vous d'évaluer l'arrêté royal du
4 avril 2003 et de le modifier éventuellement?

04.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la

ministre, si j'aborde le même sujet que M. Viseur, mes préoccupations
sont différentes.

Personnellement, je me réjouis de cet arrêté royal du 4 avril 2003 qui
impose à l'ONDRAF, comme à toutes les autres administrations
publiques et organismes fédéraux, d'investir leurs disponibilités à
moyen et long termes dans des instruments financiers émis par l'Etat
fédéral. Il est vrai que les taux de rentabilité sont inférieurs à ceux que
l'on peut avoir si l'on investit dans des sicavs, comme l'ONDRAF l'a fait
antérieurement, considérant qu'elle n'entrait pas dans la catégorie des
organismes obligés de procéder à ce type d'investissement.

Selon les informations dont je dispose, il s'avère que, par le passé,
avant la parution de cet arrêté, des investissements ont été réalisés
dans des sicavs pour une valeur d'inscription de 16 millions d'euros et
qu'à l'heure actuelle, on enregistrerait déjà une moins-value d'environ 7
millions d'euros. Certes, on peut dire que le taux de rentabilité pourrait
être plus élevé si on utilisait les outils financiers du marché.
Néanmoins, la sécurité et la garantie de ces recettes et du maintien
des provisions ne sont pas du tout assurées. Or, il me semble qu'en
matière de traitement des déchets nucléaires, il est important d'avoir la
garantie que l'argent placé soit conservé.

Il faut reconnaître que si l'on devait s'apercevoir que les taux ne
permettent pas d'atteindre les objectifs fixés à long terme, il faudra
sans doute augmenter les moyens de l'ONDRAF et la participation des
producteurs d'électricité. Toutefois, je ne partage pas la crainte de M.
Viseur en termes d'impact sur les clients puisque nous nous orientons
vers une période de libéralisation qui devrait, selon de nombreux
observateurs, entraîner, en principe, une diminution des prix. J'ajoute
que l'on sait également qu'Electrabel a la possibilité de diminuer le prix
de l'électricité auprès des consommateurs et qu'elle ne le fait pas. Dès
lors, utiliser ces arguments pour dire que l'on assistera à une hausse
des tarifs me semble excessif. Par contre, je pense que l'ONDRAF
souhaiterait que l'on supprime cet arrêté royal.

Madame la ministre, pouvez-vous me dire si l'ONDRAF a demandé la
suppression de cet arrêté royal? Pouvez-vous également me fournir des
informations complètes concernant les moyens financiers qui ont été
investis par l'ONDRAF dans des sicavs et l'état des moins-values
actuelles? Enfin, quelle est votre position à propos de ces dispositions?

04.02 Muriel Gerkens (ECOLO):

Persoonlijk ben ik erg blij met dat
besluit van april 2003. In het
verleden zou er voor zestien miljoen
geïnvesteerd zijn in beveks. Daar
zou nu een waardevermindering op
geboekt worden van zeven miljoen.
De ontvangsten en het behoud van
de voorzieningen zijn dus niet
gewaarborgd. Dat is anders wel
belangrijk.

Als de langetermijndoelstellingen
gezien de rentevoeten niet gehaald
kunnen worden, moet de dotatie
van de NIRAS worden opgetrokken.
Ik geloof echter niet dat dat
gevolgen zal hebben voor de
consument, want we staan aan het
begin van een liberaliserings-fase,
die ook een prijsdaling zou moeten
inluiden, als Electrabel haar eisen
beperkt, zoals zij het zou moeten
doen.

Toch wil de NIRAS mij dunkt dat
dat koninklijk besluit opgeheven
wordt. Klopt dat? Hoeveel geld werd
er belegd in beveks, en wat is de
huidige latente waarde-
vermindering? Wat is het standpunt
van de minister?

04.03 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, je

commencerai par répondre aux questions de M. Viseur.

04.03 Minister Fientje Moerman:

Het besluit van 4 april 2003 moest
genomen worden om risico-

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'arrêté royal du 4 avril 2003 était nécessaire. Son but est d'éviter que
les fonds prévus pour le dépôt final des déchets ne fassent l'objet de
placements risqués. Les possibilités de placements sont strictes. Elles
n'engendrent pas un bénéfice optimal mais présentent moins de
risques. Il est impensable que l'argent versé par le consommateur pour
le dépôt final des déchets soit investi dans des placements risqués et
puisse se déprécier. Le but de l'arrêté royal est d'éviter cette dérive.

L'ONDRAF pourra tout financer. Tous les frais liés au passif nucléaire
sont couverts par la cotisation fédérale récemment décidée. Cette
dernière a même été augmentée. Pour le reste, l'ONDRAF fonctionne à
prix coûtant.

Nous sommes prêts, monsieur Viseur, à réexaminer l'arrêté royal pour
tenir compte des éventuels problèmes qui en découlent pour
l'ONDRAF. Toutefois, nous veillerons à ce que l'argent du
consommateur affecté au dépôt final ne fasse l'objet de placements
risqués. Il s'agit là d'une responsabilité envers le consommateur. Nous
veillons aussi à éviter que ce dernier doive payer d'éventuels frais
supplémentaires par kilowattheure.

J'en viens à la question factuelle de Mme Gerkens. Combien de
moyens financiers ont été investis par l'ONDRAF dans des sicavs et
quelle est la moins-value latente actuelle? Ces données feront l'objet
d'une recherche et vous seront communiquées.

L'ONDRAF a-t-il demandé à la ministre de modifier cet arrêté royal et
dans quel sens? Oui, l'ONDRAF a émis une proposition d'adaptation de
l'arrêté royal. Il souhaite, pour des crédits à long terme, une liberté
accrue quant aux possibilités de placement, plus précisément une
expansion aux autres pays de l'Union européenne, aux Régions et aux
Communautés ainsi qu'une éventuelle autorisation du ministre
compétent afin de pouvoir recourir à d'autres instruments de placement.
Il ne souhaite effectuer le transfert des actuels placements aux
placements imposés par arrêté royal que lorsque les premiers auront
atteint leur valeur initiale plus les intérêts au lieu de "sans perte
financière", tel que mentionné dans l'arrêté royal.

S'agissant des fonds disponibles à court terme, ils émettent certaines
objections d'ordre pratique, notamment concernant leur comptabilité.

Vous me demandez quelle est ma position. Comme cela a déjà été
indiqué, nous sommes disposés à tenir compte des éventuels
problèmes qui en découlent pour l'ONDRAF. Toutefois, je le répète,
nous veillerons à ce que l'argent du consommateur affecté au dépôt
final des déchets ne fasse pas l'objet de placements risqués.

beleggingen te vermijden. De
NIRAS kan alles financieren. Wij
zijn bereid het koninklijk besluit te
herzien om rekening te houden met
mogelijke problemen maar wij
willen risicobeleggingen en
mogelijke bijkomende kosten per
KW/uur voor de gebruiker
vermijden.

De cijfers met betrekking tot de
financiële middelen die door de
NIRAS zijn belegd kunnen beter het
onderwerp uitmaken van een
schriftelijke dan van een
mondelinge vraag. Het antwoord
wordt schriftelijk aan mevrouw
Gerkens overgemaakt.

De NIRAS heeft een voorstel tot
wijziging van het koninklijk besluit
geformuleerd om een grotere
vrijheid in te voeren met betrekking
tot de belegging-mogelijkheden. Zij
wenst de huidige beleggingen pas
over te dragen als ze hun
oorspronkelijke waarde vermeerderd
met de interesten hebben bereikt.
Voor de fondsen die op korte
termijn beschikbaar zijn, zijn er
praktische bezwaren.

04.04 Jean-Jacques Viseur (cdH): L'objectif premier est à la fois de

protéger les fonds de l'ONDRAF et de faire en sorte qu'il n'y ait pas
enchérissement de la part qui est à charge du consommateur. A cet
égard, je dis en passant que je ne partage pas du tout l'optimisme de
Mme Gerkens quant à la libéralisation du marché. La conséquence en
Europe est que les prix de l'électricité augmentent mais c'est un autre
aspect.

Ceci dit, la remarque et la demande faites par l'ONDRAF me paraissent
légitimes dans la mesure où la garantie de la sécurité des placements
s'obtient à travers certains instruments financiers qui existent sur le
marché. Ils existent avec plus ou moins d'intervention des pouvoirs
publics mais dire que la garantie est de déposer la totalité des sommes
de l'ONDRAF sur des comptes à vue auprès du Trésor ou sur des

04.04 Jean-Jacques Viseur

(cdH): Wat de vrijmaking van de
markt betreft kan ik me helemaal
niet scharen achter het optimisme
van mevrouw Gerkens. Al het
kapitaal van de NIRAS op
zichtrekeningen van de Thesaurie of
op rekeningen van het
Postcheckambt plaatsen getuigt
niet van een gezond beheer. Naar
ik hoop vindt men een manier om
de fondsen van de NIRAS op een
voordeliger en even veilige wijze te
rendabel te maken.

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

comptes ouverts auprès de l'Office des chèques postaux, c'est vraiment
aller à l'encontre d'une saine et d'une juste gestion. Je prends un
exemple: il existe sur le marché et je ne fais pas de propagande un
instrument financier d'Ethias qui garantit une rentabilité assurée qui est
huit fois supérieure à celle que produit l'ouverture d'un compte auprès
de l'Office des chèques postaux. Garantie oui, mais il ne faut pas que
l'Etat en profite pour pratiquer une politique à court terme, alors qu'il y a
une obligation de sécurité à long terme. J'espère donc, qu'en dialogue
avec l'ONDRAF, on trouvera le moyen de rémunérer de façon plus
importante et tout aussi sûre les fonds dont elle dispose.

04.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, je suis

satisfaite lorsque vous déclarez vouloir conserver l'arrêté royal.
Néanmoins, vous dites que vous êtes prête à accepter des
assouplissements. Iraient-ils dans le sens demandé par l'ONDRAF? Si
oui, de quelle manière?

Je pense qu'à partir du moment où on entre dans des placements qui
ne sont pas garantis par l'Etat, on ne peut jamais dire que la garantie
est complète. Dès lors qu'on utilise un outil de placement assimilé à
une part de risque, on introduit ce risque dans le financement de
l'ONDRAF. Si les informations que je vous ai données tout à l'heure
sont correctes, il est clair que, si pour un placement de 16 millions, on
a des pertes de 7 millions, le rapport est particulièrement faible. Mais
j'entends bien que ce n'est pas dans ce sens-là que vous voulez aller.

Savez-vous déjà ce que vous êtes prête à accepter comme
assouplissement ou êtes-vous toujours au stade de la négociation du
système qui pourrait modifier ou assouplir l'arrêté et non pas le
supprimer?

04.05 Muriel Gerkens (ECOLO):

U spreekt over versoepelingen.
Stemmen die overeen met wat de
NIRAS hieromtrent vraagt? Zo ja, in
welke mate en hoe? Beleggingen
zonder staats-waarborg zijn nooit
100% veilig. Heeft u reeds enig idee
tot hoever u wil gaan?

04.06 Fientje Moerman, ministre: Non, madame Gerkens, nous

n'avons encore rien décidé. Comme je vous l'ai dit, l'ONDRAF nous a
fait parvenir des suggestions. Je suis ouverte à la possibilité de
réexaminer l'arrêté royal si nécessaire mais aucune décision n'a été
prise pour le moment. Je vous répète que cet argent est destiné au
dépôt final des déchets nucléaires. Il faut être prudent avec cet argent
et ne pas en perdre dans des placements trop risqués, afin d'éviter la
disparition des réserves disponibles pour le dépôt final de ces déchets.
Il faut essayer de trouver un équilibre entre une certaine marge de
manoeuvre de l'ONDRAF, en évitant des placements trop risqués qui
entraîneraient la disparition des réserves pour le dépôt final des déchets
nucléaires.

04.06 Minister Fientje Moerman:

Er werd nog niets beslist. Ik sta
open voor elk voorstel omtrent het
heronderzoek van het koninklijk
besluit. Het betreft geld dat
bestemd is voor de eindberging van
het kernafval. Deze fondsen moeten
dus voorzichtig worden beheerd,
want men mag niet het risico lopen
dat de eindwaarde ervan daalt. Er
moet naar een evenwicht worden
gezocht tussen een bepaalde
speelruimte inzake het gebruik van
dit geld en het instellen van
waarborgen om elke
waardevermindering te voorkomen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse

Handel en Wetenschapsbeleid over "de verkoop en opslag van vuurwerk" (nr. 822)

05 Question de M. Servais Verherstraeten à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce

extérieur et de la Politique scientifique sur "la vente et l'entreposage de matériel pyrotechnique"
(n° 822)

05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,

mevrouw de minister, met het eindejaar stijgt traditiegetrouw de verkoop
van vuurwerk. Heel wat handelaars hebben op dat ogenblik grote
hoeveelheden vuurwerk in stock. Er wordt niet altijd rekening gehouden

05.01 Servais Verherstraeten

(CD&V): L'approche des fêtes de
fin d'année incite à nouveau bon
nombre de nos concitoyens, en

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

met de regels en er wordt meer vuurwerk opgeslagen dan toegelaten,
ook in woonbuurten. Vooral grensregio's met Nederland zijn gevoelige
zones waar dikwijls te veel vuurwerk is opgeslagen. De politie die
controle doet op de naleving van de wetgeving terzake wordt belemmerd
in haar werk door artikel 15 van de Grondwet inzake het respect van de
privacy waardoor alleen de winkelruimtes en de opslagbunkers mogen
worden gecontroleerd. Heel wat handelaars slaan het vuurwerk op in
hun woonruimtes en kunnen op die manier aan controle ontsnappen.

Mevrouw de minister, het door mij aangekaarte probleem is niet zo
klein. Een tiental dagen geleden werd in de gemeente Beerse tussen
de 20 en de 25 ton vuurwerk gevonden in een woonzone. Eind vorig jaar
bevond zich in de Turnhoutse politiekazerne, waar dagelijks tientallen
mensen werken, meer dan 3 ton in beslag genomen vuurwerk. Dit in
beslag genomen vuurwerk zorgt eveneens voor problemen. Tot juni 2002
kon men bij DOVO terecht. Minister Flahaut heeft echter gemeld dat
het ophalen en opslaan van vuurwerk een taak is voor de dienst
Springstoffen van Economische Zaken. In de praktijk betekent dit dat
de politiediensten een oplossing moeten zoeken. Destijds kampte
Economische Zaken met moeilijkheden om het kader van controleurs
van springstoffen in te vullen, zeker voor Vlaanderen.

Mevrouw de minister, in het licht van de reeds fenomenale
hoeveelheden vuurwerk die werden gevonden, enerzijds, en de te
verwachten tonnen die zullen moeten worden opgeslagen in de
politiekantoren indien er geen initiatief komt, anderzijds, wens ik u een
aantal vragen te stellen. Uw voorganger had immers beloofd begin 2003
het probleem te zullen oplossen door de wetgeving aan te passen.
Behoudens vergissing van mijnentwege is deze oplossing er nog steeds
niet. Wanneer mogen we een wetswijziging verwachten? Welke
initiatieven plant u terzake? Overweegt u een wetswijziging? Zo ja, in
welke zin? Heeft Economische Zaken in het vooruitzicht van de
eindejaarsperiode een regeling getroffen om het vuurwerk op te halen, te
stockeren en te verwerken? Waar kunnen politiemensen en
verbalisanten met het in beslag genomen vuurwerk terecht zodat
gevaarlijke situaties kunnen worden vermeden?

particulier dans la région frontalière
avec les Pays-Bas, à stocker des
quantités importantes de feux
d'artifice interdits. Les services de
police ont du mal à contrôler ce
phénomène, de nombreux
commerçants stockant ces
marchandises dans leurs locaux
privés, où les forces de l'ordre n'ont
pas accès. Les zones d'habitation
risquent ainsi de devenir de
véritables dépôts de produits
explosifs.

En outre, il se pose un problème de
stockage au sein de la police
même. Le SEDEE ne veut plus
stocker de feux d'artifice saisis
puisque le ministre Flahaut a
annoncé que cette tâche incombait
au service des explosifs du
ministère des Affaires
économiques.

Quand verra-t-on la modification de
la loi annoncée par le ministre
précédent? Le ministère des
Affaires économiques a-t-il déjà
élaboré un règlement concernant la
collecte, le stockage et le
traitement des feux d'artifice?
Quelle est la tâche exacte des
forces de police en cette période de
fête?

05.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Verherstraeten, de FOD Economie voert sedert enige jaren een
proactieve politiek met betrekking tot vuurwerk. Deze politiek heef
geleid tot de inbeslagname van grote hoeveelheden vuurwerk, vooral
zoals u terecht zegt op het einde van het jaar. In december 2002
heeft DOVO, de ontmijningsdienst van het Belgische leger, te kennen
gegeven niet langer te willen instaan voor het transport, de opslag en
vernietiging van in beslag genomen vuurwerk. De redenen daarvoor zijn
de volgende.

Ten eerste, is er de drastische vermindering van de opslagcapaciteit
van het Belgische leger voor explosieven ten gevolge van nieuwe
richtlijnen terzake. Ten tweede, zijn er de milieuproblemen die worden
veroorzaakt door de vernietiging in openlucht van dat vuurwerk. Ten
derde, is er het geringe gevaar dat is verbonden aan de behandeling van
in beslag genomen vuurwerk, hetgeen een tussenkomst van DOVO niet
rechtvaardigt.

Mijn collega, minister Flahaut, zegt dat de behandeling van vuurwerk
een taak is van de minister van Economie. Ik verwijs in dit verband naar
artikel 297 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende
het algemene reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich
houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen. Een
wetswijziging dringt zich dan ook niet op.

05.02

Fientje Moerman,

ministre: Le SPF Economie mène
une politique proactive depuis
plusieurs années déjà dans le
domaine des produits
pyrotechniques. D'importantes
quantités de pièces d'artifice sont
saisies, surtout en période de fin
d'année.

Il est exact que le service de
déminage du SEDEE ne veut plus
transporter, entreposer et détruire
les artifices saisis. En vertu de
nouvelles directives, l'armée belge
peut en effet entreposer beaucoup
moins de produits explosifs
qu'auparavant. En outre, leur
destruction en plein air génère des
problèmes environnementaux.
Enfin, la manipulation des artifices
saisis ne comporte qu'un risque
mineur.

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Omdat de opslagplaatsen, andere dan militaire, vol waren, zijn de
meest recente inbeslagnames van vuurwerk terechtgekomen in een
verlaten militair depot in Arendonk, een depot bij de brandweer van
Doornik en een depot heel recentelijk in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest. Het gaat om het commissariaat van Molenbeek, maar daar ligt
slechts honderd kilogram die binnenkort worden verwijderd.

De dienst Springstoffen van de FOD Economie stelt nu voor om een
nieuw depot in het zuiden van het land in dienst te nemen. De FOD
Justitie, die de inbeslagnames beveelt, zal instaan voor de kosten van
het vervoer en de opslag van het vuurwerk. Deze kosten worden dan
achteraf verhaald op de overtreders. Over dit depot kan ik u verder nog
melden dat het een opslagruimte voor verschillende tientallen tonnen
vuurwerk heeft en over de nodige vergunningen beschikt, maar het heeft
wel het nadeel dat het ver is verwijderd van die plaatsen waar
traditioneel veel inbeslagnames gebeuren. Op dit ogenblik
onderhandelen mijn diensten intensief met de betrokken departementen
om zo snel mogelijk tot een structurele oplossing te komen.

D'après le ministre Flahaut, le
traitement des produits pyro-
techniques relève de la
compétence du ministre de
l'Economie. Je me réfère à l'article
297 de l'arrêté royal du 23
septembre 1958. En consé-quence,
aucune révision de la loi ne
s'impose.

Les dépôts non militaires étant
saturés, les artifices ont
récemment été stockés dans un
dépôt militaire désaffecté à
Arendonk, dans un dépôt des
pompiers de Tournai et au
commissariat de Molenbeek. Dans
ce dernier cas, il ne s'agit que de
100 kilogrammes qui seront
enlevés prochainement.

Le Service des explosifs propose
de créer un nouveau dépôt dans le
sud du pays. Le SPF Justice
assumera les frais de transport et
de stockage et se remboursera à
charge des contrevenants. Le dépôt
peut accueillir plusieurs dizaines de
tonnes d'artifices et dispose des
permis nécessaires. Il est toutefois
éloigné des lieux de saisies
habituels.

Toutes les parties concernées
s'emploient à trouver au plus vite
une solution structurelle.

05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,

mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. De problematiek was
uw voorganger reeds enkele jaren genoegzaam bekend. Ik stel vast dat
de structurele oplossing er bis zum heute nog steeds niet is. Ik kan dat
alleen maar betreuren. Ik hoop in elk geval dat die oplossing er tegen
de eindejaarsperiode van volgend jaar wel zal zijn.

Mevrouw de minister, mag ik uit uw antwoord afleiden dat het in beslag
genomen vuurwerk van de hele eindejaarsperiode onmiddellijk naar het
depot in het zuiden van het land kan worden gevoerd? Ik hoor dat het in
Bastenaken ligt. Met andere woorden, er moet niet meer opgeslagen
worden in de lokale politiekazernes?

05.03 Servais Verherstraeten

(CD&V): Votre prédécesseur était
au fait de ces problèmes depuis
plusieurs années déjà. À l'heure
actuelle, aucune solution
structurelle n'a encore été trouvée.
J'espère que nous ne devrons pas
reposer les mêmes questions
l'année prochaine.

Les artifices saisis seront-ils
désormais transportés au dépôt de
Bastogne?

05.04 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Verherstraeten, de

informatie die men hier geeft ik citeer: "stelt voor om in dienst te
nemen" , betekent dat het depot nog niet in dienst zou zijn. Het
betekent niet dat het vuurwerk bij de politie blijft liggen, behalve de
honderd kilo in Molenbeek, die we zo snel mogelijk laten verwijderen.
Er was nog één verlaten militair depot in Arendonk en één bij de
brandweer van Doornik.

05.04

Fientje Moerman,

ministre: Le dépôt n'a pas encore
été mis en service, ce qui ne
signifie toutefois pas que le
matériel pyrotechnique doit rester
dans les commissariats. Il existe
d'autres lieux d'entreposage.

05.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, kunt u

bevestigen dat er daar voldoende opslagcapaciteit is, evenals de

05.05 Servais Verherstraeten

(CD&V): La capacité de stockage y

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vergunning, om het vuurwerk daar naartoe te brengen? Ik meen dat er
wat dat betreft een probleem is.

est-elle suffisante et les
autorisations requises sont-elles
disponibles? Je crains que le
matériel pyrotechnique ne reste de
facto dans les commissariats de
police. Le gouvernement sera dans
ce cas responsable de tout
accident éventuel.

05.06 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Verherstraeten, ik zal dat

laten navragen en het bevestigen of ontkennen.

05.06

Fientje Moerman,

ministre: Je vais m'informer.

05.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank

u daarvoor. Als er een probleem rijst, zal dit de facto tot gevolg hebben
dat het in beslag genomen vuurwerk wellicht in de politiekantoren zal
blijven, wat een heel onveilige toestand is. Ik betreur dat en deze
regering is daarvoor verantwoordelijk.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel

en Wetenschapsbeleid over "de vaste boekenprijs" (nr. 843)

06 Question de M. Koen Bultinck à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur

et de la Politique scientifique sur "le prix unique du livre" (n° 843)

06.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mevrouw de minister, u weet evengoed als alle collega's dat de
discussie over de vaste boekenprijs nu reeds ruim twee jaar in het
Parlement gevoerd wordt. U zult zich ongetwijfeld ook herinneren dat er
in de vorige legislatuur een alternatieve meerderheid bestond, ook in de
Kamer, om de vaste boekenprijs wel degelijk een parlementaire
treffelijke afhandeling te geven.

Mevrouw de minister, ik moet er u allicht niet van overtuigen dat ook de
zelfstandige boekhandelaars en de krantenwinkels wel degelijk
vragende partij zijn voor een vaste boekenprijs.

Anderzijds, bij de nalezing van uw beleidsbrief heb ik hopeloos moeten
zoeken naar ook maar het item vaste boekenprijs.

Ik heb ook akte genomen van het feit dat, op het moment dat in de
Kamer het wetsontwerp houdende opheffing van de nietigheid van
sommige wetsontwerpen goedgekeurd werd, het item vaste boekenprijs
daaruit nadrukkelijk weggelaten was.

Om in de politieke stijl van deze dagen te blijven, zou ik zeggen dat het
een vaste traditie is, zeker met betrekking tot uw bevoegdheden, dat er
telkenmale enige politieke heisa is binnen de coalitie. Ik verwijs naar de
rel over de prinselijke missies in het buitenland, waarover u blijkbaar in
onmin leeft met uw Vlaamse VLD-collega. Ik verwijs ook naar de rel
binnen de regering wat de prijzencontrole op de geneesmiddelen
betreft, in verband waarmee het voor de verandering nog eens
"koekenbak" is tussen de VLD en de sp.a. Ik verwijs tevens naar het
dossier van de natuurrampenverzekering, waarover VLD en sp.a
eveneens van mening verschillen. Wat de vaste boekenprijs betreft,
moet ik vaststellen, als ik de media mag geloven, dat er een verschil is
tussen uw stelling op dit moment als regeringslid en de stelling die
mevrouw Van Weert als voorzitter van spirit naar voren brengt.

Ik kan begrijpen dat spirit volmondig beseft dat zij in de regering niet te

06.01 Koen Bultinck (VLAAMS

BLOK): Au cours de la législature
précédente, il existait à la Chambre
une majorité alternative pour
approuver l'instauration d'un prix
fixe du livre. Les librairies et les
magasins de journaux
indépendants sont favorables à
cette idée.

La note de politique de la ministre
ne dit toutefois mot de cette
matière. Par ailleurs, le projet de loi
visant à lever certains projets de loi
de caducité ne reprend pas le texte
relatif au prix fixe du livre.

Vos compétences font
fréquemment l'objet de discussions
au sein de la coalition. Songez aux
missions princières à l'étranger, au
contrôle des prix des médicaments
et à l'assurance catastrophe
naturelle. A cela s'ajoute à présent
le prix fixe du livre. La ministre
estime qu'une telle mesure n'est
nullement envisageable ; Mme Van
Weert déclare que ce thème ne
figure pas dans l'accord de
gouvernement et que donc tout
reste possible.

La position de la ministre reflète-t-
elle le point de vue officiel du
gouvernement?

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

veel gewicht kan inbrengen en misschien af en toe wat profileringdrang
vertoont. Toch zou het nuttig zijn dat wij vandaag een zeer kort, maar
zeer duidelijk antwoord van u krijgen.

U hebt onomwonden laten weten dat, als het van u afhangt, in deze
legislatuur, er geen sprake meer kan zijn van een vaste boekenprijs.
Daartegenover staat de stelling van mevrouw Van Weert van spirit, die
luidt dat de vaste boekenprijs geen deel uitmaakt van het
regeerakkoord, dus dat alle mogelijkheden tot parlementaire
behandeling openstaan.

Mevrouw de minister, vandaar wil ik de volgende zeer korte maar
duidelijke vraag stellen.

Is uw stelling met betrekking tot de vaste boekenprijs, waarover u zeer
duidelijk zegt dat daarvan tijdens deze legislatuur geen sprake kan zijn,
een officieel regeringsstandpunt, of laat u toch nog enige ruimte voor
een parlementair debat dienaangaande?

06.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Bultinck, ik pleit als

liberaal inderdaad voor het behoud van de vrije boekenprijs. Het weze
echter duidelijk dat ik niet gezegd heb dat de vaste boekenprijs er niet
komt in deze legislatuur.

Ik ben zelf geen voorstander van de vaste boekenprijs. Dat hebt u
inderdaad correct gezien en dat heb ik ook verschillende malen
herhaald. Maar sinds 5 november 2003 is die thematiek wel opnieuw
bespreekbaar. De heer Michel Guilbert, Frans gemeenschapssenator
voor Ecolo in de Senaat, heeft een nieuw wetsvoorstel tot
reglementering van de boekenprijs ingediend, dat de tekst herneemt van
een vorig voorstel dat in de vorige legislatuur in de Kamer werd
ingediend.

Dat voorstel werd op 14 maart 2003 met een wisselmeerderheid
goedgekeurd in de Kamer. Ten gevolge van evocatie door de Senaat
werd het een wetsontwerp.

Einde maart 2003 werd het voor de eerste maal besproken in de
senaatscommissie Economie en Financiën. Voor de federale
verkiezingen van mei 2003 werd een zogenaamd herenakkoord met
betrekking tot de vaste boekenprijs gesloten, dat enkel tot doel had de
behandeling van het wetsontwerp na de verkiezingen voort te zetten. Op
12 september heeft deze regering dit akkoord opgeheven, waardoor de
vaste boekenprijs enkel terug bespreekbaar kon worden via een nieuw
wetsvoorstel. Het wetsvoorstel van de heer Guilbert ligt thans voor.

Mijn standpunt voor het behoud van een vrije boekenprijs is een
persoonlijk standpunt en geen regeringsstandpunt. U zult trouwens
tijdens de vorige legislatuur hebben gemerkt dat de opinies terzake zich
niet zozeer binnen de partijgrenzen situeerden als wel door de
partijgrenzen heen liepen. U kent waarschijnlijk mijn argumenten reeds.
In grote lijnen meen ik dat de vaste boekenprijs zal leiden tot een
stijging van de gemiddelde boekenprijs en geen oplossing biedt voor de
verschraling van het aanbod, noch voor het behoud van een fijnmazig
netwerk van boekhandelaars. De vaste boekenprijs biedt dus geen
oplossing voor de problemen van de kleine zelfstandige
boekhandelaars, noch voor die van de literaire wereld in het algemeen
die zich met een tanende leescultuur geconfronteerd ziet, noch voor de
consument. Ik ben van mening dat het blokkeren van de
vrijemarktwerking in de boekensector geen goed instrument is om de
mensen aan te zetten tot het vaker kopen en lezen van boeken. Om de

06.02

Fientje Moerman,

ministre: En tant que libérale, je
plaide en effet pour le maintien du
prix libre du livre. Cela ne signifie
pas que le régime du prix fixe du
livre ne verra pas le jour sous ce
gouvernement. Mon opinion est
personnelle et ne reflète pas le
point de vue du gouvernement.
Depuis le mois de novembre 2003,
ce thème peut à nouveau être
abordé grâce à la proposition de M.
Guilbert, sénateur. Sa proposition
reprend le texte de la précédente
proposition qui n'est pas parvenue à
franchir le cap de la précédente
législature.

Selon moi, instaurer un prix unique
risque d'entraîner une hausse du
coût moyen du livre. Je ne crois
pas qu'une telle initiative permette
de contrer l'appauvrissement de
l'offre et de garantir le maintien d'un
vaste réseau de libraires. Ainsi, le
régime du prix fixe n'est bénéfique
pour personne. Pour promouvoir la
culture de la lecture, il faut prendre
un ensemble de mesures.

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

leescultuur te bevorderen is een totaalpakket van maatregelen
essentieel. Daarbij mag inderdaad een debat tussen cultuur en
economie niet uit de weg worden gegaan.

Tot slot, in een aantal andere Europese landen heeft men met de vaste
boekenprijs geëxperimenteerd en komt men daar nu van terug.

06.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, mijn

repliek zal kort zijn. Uw belangrijkste verklaring is dat het hier gaat over
een persoonlijk standpunt en dat er geen officieel regeringsstandpunt
is. U zal de wetsvoorstellen terzake hun normaal parlementaire
behandeling laten doorlopen zonder daarvan een regeringszaak te
maken. Dit is voor het Parlement vrij goed nieuws. Wij zullen moeten
vaststellen of de alternatieve meerderheid die bestond tijdens de vorige
legislatuur, nog altijd bestaat. Dat zal dan de afhandeling van normale
parlementaire werkzaamheden zijn.

06.03 Koen Bultinck (VLAAMS

BLOK): Il s'agit donc d'un point de
vue personnel et la proposition fera
l'objet d'un simple examen
parlementaire. Je salue cette
nouvelle.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Question de M. Eric Massin à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et

de la Politique scientifique sur "l'enregistrement et la gestion des noms de domaine" (n° 846)

07 Vraag van de heer Eric Massin aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en

Wetenschapsbeleid over "de registratie en het beheer van domeinnamen" (nr. 846)

07.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, madame la ministre,

chers collègues, à l'heure actuelle, la Belgique possède, concernant
les noms de domaines, une référence à une ASBL qui s'appelle DNS
BE.

Depuis la fin de l'année 2000, le marché de l'enregistrement des noms
de domaines en Belgique, ce qui semble être la majorité des cas aussi
dans d'autres pays, est libéralisé. Nous avons donc une ASBL, alors
qu'auparavant c'était un professeur d'université qui s'en occupait, qui est
chargée de l'enregistrement des noms de domaines dans la zone BE.
Au départ, notre politique d'accès aux noms de domaines était assez
restrictive et, hélas, cette ASBL est passée à l'application du principe
"premier arrivé, premier servi", s'alignant sur la pratique communautaire
dominante. Cela crée énormément de problèmes, tant et si bien que
l'Etat belge a été confronté à cette situation à un certain moment,
puisque le nom de domaine relatif à "Belgique" avait été réservé par
quelqu'un d'autre.

L'absence de régulation, en tout cas au niveau de l'Etat, en matière
d'enregistrement et de gestion des noms de domaines laisse la porte
ouverte à de nombreux abus, tels le "cybersquatting" et entraîne un
manque de transparence dans les modalités d'attribution, sans parler
des difficultés de règlement et de gestion des conflits que cela suscite.
En effet, étant donné qu'aucune commission de gestion consensuelle
des conflits n'est mise sur pied par l'acteur en charge, c'est-à-dire
l'ASBL DNS BE, nous sommes obligés de recourir aux tribunaux de
l'ordre judiciaire, ce qui entraîne un coût particulièrement important pour
les utilisateurs et éventuellement le concitoyen qui souhaite faire
enregistrer un nom de domaine.

Vous n'êtes pas sans savoir, madame la ministre, qu'un sommet
mondial sur la société de l'information aura lieu du 10 au 12 décembre
2003 à Genève. A cette occasion, je souhaiterais que vous me
précisiez, d'une part, la position du gouvernement en ce qui concerne la
gestion des noms de domaines et la nécessité, face aux gros
problèmes qui se posent, d'introduire une forme de régulation dans ce

07.01 Eric Massin (PS): Mijn

vraag betreft de registratie van
domeinnamen. De markt hiervoor is
sinds eind 2000 vrijgemaakt. Een
vzw, "DNS BE", verzekert het
beheer van de zone ".be" en volgt
het communautaire "first come, first
serve" beleid. De deregulering laat
nochtans ruimte voor misbruiken,
zoals het "cybersquatting", en leidt
tot ondoorzichtige toekennings-
modaliteiten.

In het vooruitzicht van de Wereldtop
over de Informatiemaatschappij, die
op 10, 11 en 12 december 2003 in
Genève zal plaatsvinden, zou ik het
standpunt van de regering inzake
deze deregulering willen kennen.
Wie zal België op deze top
vertegenwoordigen en welk
standpunt zal er worden verdedigd?

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

secteur.

D'autre part, la représentation de la Belgique lors du prochain sommet
mondial devrait, en principe, être assurée par l'IBPT. Pouvez-vous me le
confirmer? Si tel est le cas, quelle sera la position défendue à ce sujet
au niveau de la Belgique, compte tenu aussi que l'ASBL DNS BE figure
dans l'IBPT de même que d'autres entreprises? En effet, il peut sembler
assez paradoxal de se faire représenter par un acteur privé.

07.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, je me rendrai, jeudi prochain, en personne au sommet en
question et je compte intervenir!

07.03 Eric Massin (PS): Madame la ministre, c'est une excellente

nouvelle! Je vous y accompagnerais d'ailleurs bien volontiers, en dépit
de la séance publique! Mais selon les informations que l'on m'avait
transmises, c'est l'IBPT qui devait représenter la Belgique à ce sommet
et y faire part de notre position. C'est la raison pour laquelle je vous
demande quelle sera cette position.

07.04 Fientje Moerman, ministre: A moins que je ne me trompe,

mon agenda indique que je pars très tôt. Je reviens d'ailleurs le même
jour, ce dans un souci d'économie pour ceux qui s'inquiètent des
finances de l'Etat!

07.05 Eric Massin (PS): Pas du tout! Nous avons voté le budget, ne

vous inquiétez pas!

07.06 Fientje Moerman, ministre: C'est moi qui interviens pour la

Belgique lors de ce sommet.

La réunion est prévue le jeudi aux alentours de 16 heures. Pour cet
aspect-là, sauf si mon agenda est complètement chamboulé, c'est moi
qui m'y rendrai.

En ce qui concerne votre première question, la libéralisation de
l'enregistrement et de la gestion des noms de domaines, datant de fin
2000, a d'abord été induite par certaines circonstances contraignantes
sur le plan juridique. On a reproché aux règles d'octroi strictes
imposées par DNS BE de ne pas être transparentes, d'être
discriminatoires et de violer des droits potentiellement subjectifs. DNS
BE a dès lors été confronté à un nombre croissant d'affaires juridiques.

Par ailleurs, des facteurs économiques ont également joué un rôle. Le
nombre de demandes introduites a augmenté de façon spectaculaire en
2000, ce qui a requis un personnel croissant. Les coûts
d'enregistrement ont donc continué à grimper sans effets d'échelle
positif. Par conséquent, une baisse du prix de l'enregistrement,
condition pourtant fondamentale pour stimuler le marché, était
impossible. Depuis la libéralisation, le prix d'un enregistrement facturé
par DNS BE aux agents d'enregistrement a toutefois diminué, passant
de plus de 25 à 6, alors que le nombre d'enregistrements est passé
de moins de 40.000 fin 2000 à près de 300.000 aujourd'hui. Les tarifs
sont par ailleurs parmi les plus bas en Europe.

En outre, l'ancien système entretenait aussi un paradoxe économique.
Chaque mois, le nombre de demandes d'enregistrement refusées était
supérieur au nombre d'enregistrements de domaines effectifs. Vu
l'évaluation manuelle de chaque demande, cela signifie que les
demandes non fondées gonflaient les coûts, au détriment des
demandes fondées. Une efficacité en termes de coûts faisait donc

07.06 Minister Fientje Moerman:

Ik zal zelf België vertegen-
woordigen op de top van Genève. Ik
zal in economy class reizen!

In antwoord op uw eerste vraag kan
ik meedelen dat de vrijmaking van
de registratie en het beheer van
domeinnamen van eind 2000
dateert. Zij werd ingegeven door
juridische (DNS BE werd als te
strikt ervaren, wat tot heel wat
rechtszaken leidde) en
economische (spectaculaire
stijging van het aantal aanvragen)
omstandigheden. Sinds de
vrijmaking is de registratieprijs van
25 naar 6 euro gedaald, terwijl het
aantal registraties van 40.000 naar
300.000 is gestegen. De tarieven
zijn bovendien de laagste van
Europa. In het vorige systeem deed
ook het aantal geweigerde
aanvragen de kosten toenemen.

In feite heeft België pas laat op de
internationale trend van de
vrijmaking ingehaakt. Alleen
Frankrijk en Spanje verzetten zich
er nog tegen.

De deregulering heeft geen
aanleiding gegeven tot overmatige

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

défaut à ce moment-là.

Enfin, il convient d'observer la situation internationale. La Belgique s'est
ralliée avec un certain retard à la tendance internationale de
libéralisation. Actuellement, seules la France et l'Espagne appliquent
toujours des règles d'octroi étendues et strictes.

La dérégulation n'a pas donné lieu à des situations de cybersquatting
démesurées. Lors de la libéralisation, DNS BE a, en effet, mis en place
deux importants "safeguards".

Tout d'abord, la vente de domaines ".be" enregistrés a été interdite. Les
cybersquatteurs potentiels ont donc pu enregistrer des noms de
domaines mais pas les valoriser. À la mi-octobre 2002, cette
interdiction a toutefois été supprimée car le marché avait acquis entre-
temps une maturité suffisante.

Par ailleurs, DNS BE avait aussi élaboré un mode alternatif de
règlement des litiges, l'ADR (Alternative Dispute Resolution), en
collaboration avec le Cepani, (Centre belge d'arbitrage et de médiation).
À cet égard, la Belgique occupe une position unique au monde. Jusqu'à
présent, presque aucun autre "top level domain" ne dispose d'un tel
règlement ADR.

L'instauration de l'ADR n'est d'ailleurs pas passée inaperçue. Début
septembre, une loi spécifique sur l'enregistrement abusif de noms de
domaine est parue au Moniteur. Comme l'ADR, elle vise à doter les
éventuelles victimes du "cybersquatting" d'un moyen efficace leur
permettant de récupérer le nom de domaine auquel ils peuvent
prétendre. A cet égard, les similitudes entre les conditions imposées
par cette loi et la procédure ADR de DNS BE sont particulièrement
frappantes.

En conclusion, le cadre actuel dans lequel s'intègre l'enregistrement de
noms de domaines ".be" semble dès lors suffisamment tenir compte
des abus potentiels, tel que le "cybersquatting".

Par ailleurs, le législateur a déjà adopté une réglementation sectorielle
par la loi du 26 juin 2003 sur l'enregistrement abusif de noms de
domaines.

Ensuite, sur le plan économique, DNS BE a recruté jusqu'à présent
quelque 350 agents d'enregistrement. L'utilisateur dispose donc d'un
choix suffisamment large pour l'enregistrement de domaines ".be". Ce
nombre élevé d'agents offre également les garanties nécessaires à une
concurrence effective dans ce segment du marché.

Enfin, la suppression des anciennes règles d'octroi, donc la
simplification de la procédure a accru la transparence. Imposer des
règles d'octroi particulières par une régulation sectorielle ne ferait que
diminuer cette transparence. Actuellement, il n'est dès lors pas
nécessaire d'adopter une régulation sectorielle.

Je tiens toutefois à mentionner le consortium EURid, DNS BE y
occupant la fonction principale, qui a récemment été chargé de la
gestion de la future zone ".eu" par la Commission européenne. Cette
décision a été prise après l'évaluation des performances techniques et
des procédures des différents systèmes présentés. Le dossier de
candidature d'EURid était essentiellement basé sur le modèle
actuellement utilisé par DNS BE.

Vous m'interrogez au sujet de la position de la Belgique sur le sommet

"cybersquatting", omdat er
"safeguards" werden ingebouwd: de
verkoop van domeinnamen die
eindigen op ".be" werd verboden tot
de markt zich voldoende had
ontwikkeld (oktober 2002) ; een
alternatieve geschillenregeling
(ADR) was reeds voorhanden.
België is het enige land ter wereld
dat hierover beschikt. Begin
september verscheen er een wet
betreffende de registratie van
domeinnamen in het Belgisch
Staatsblad.

Kortom: het huidige kader voor de
registratie van ".be"-domeinnamen
lijkt rekening te houden met de
potentiële misbruiken. De wetgever
heeft een wet betreffende het
wederrechtelijk registreren van
domeinnamen aangenomen.
DNS.BE heeft een groot aantal
registratieagenten aangeworven,
waardoor een ruime keuze
aangeboden kan worden en een
daadwerkelijke mededinging
mogelijk is op deze markt.
Bovendien, hebben de afschaffing
van de oude toekenningsregels en
de vereenvoudiging van de
procedure de transparantie
vergroot.

Een regulering van deze sector lijkt
mij dus niet nodig.

Ik zou eveneens het consortium
"EURid" willen vermelden waarin
DNS BE zijn plaats heeft en dat
door de Europese Commissie met
het beheer van de zone "eu" belast
werd. De technische prestaties en
de procedures van de verschillende
systemen werden geëvalueerd. De
kandidatuur van EURid, gebaseerd
op het model van DNS BE, werd
geselecteerd.

Wat het standpunt van België op de
Top betreft, moet u weten dat er
inzake registratie en beheer van
domeinnamen een internationaal
debat aan de gang is. Nu zorgt de
ICANN (privé-organisatie uit
Californië) voor de coördinatie en
heeft de overheid slechts een
raadgevende functie. Bepaalde
landen willen dat toezicht echter
aan openbare besturen
toevertrouwen. Omdat België de
mening toegedaan is dat een

09/12/2003

CRIV 51

COM 091

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mondial qui va se tenir à Genève dans les prochains jours. Un débat
international est actuellement mené quant au rôle d'ICANN (Internet
Corporation for Assigned Names and Numbers), dans l'enregistrement
et la gestion de noms de domaines. L'ICANN, organisation privée sans
but lucratif établie en Californie, s'est vue confier une tâche de
coordination. Les pouvoirs publics ont uniquement une fonction
consultative dans le fonctionnement d'ICANN via le GAC (Government
Advisory Committee). Certains pays souhaitent cependant retirer cette
mission de coordination à l'ICANN et la confier au NU (ITU). De cette
manière, internet serait placé sous le contrôle des instances publiques.

La Belgique, quant à elle, est opposée à ce plan et estime qu'il
convient de poursuivre le partenariat privé/public. Une intervention
directe des pouvoirs publics sur internet pourrait affecter la liberté
d'opinion et la liberté de la presse. La Belgique estime en outre que la
coordination de l'enregistrement et de la gestion des noms de
domaines par une instance telle que le NU ou l'ITU serait néfaste pour
la dynamique de l'internet.

rechtstreekse optreden van de
overheid de vrije meningsuiting en
de dynamiek rond het internet zou
kunnen aantasten, verzet het zich
tegen dat plan en pleit het voor het
behoud van het partnerschap
tussen de privé-sector en de
publieke sfeer.

07.07 Eric Massi n (PS): Monsieur le président, je remercie Mme la

ministre pour sa réponse particulièrement étoffée à la première partie
de ma question. Quant à la deuxième partie concernant la position qui
sera défendue par la Belgique au sommet mondial sur la société de
l'information, j'ai pris bonne note de ce que la Belgique serait
représentée par Mme la ministre et je m'en satisfais.

En ce qui concerne la situation de l'ICANN et l'intervention des pouvoirs
publics dans la régulation d'internet, il y a une latitude assez
importante entre l'interventionnisme de l'État et la régulation faite par
l'État.

S'il y a interventionnisme, le problème de la liberté d'opinion et de la
liberté de la presse peut éventuellement se poser mais je crois que,
dans le cadre de nos démocraties occidentales et des différentes
constitutions qui nous règlent, ce problème ne devrait pas se poser.
Lorsqu'il est question de régulation, cela signifie qu'il y a une
intervention de l'État qui se borne à fixer un cahier des charges, un
code de bonne conduite, ce qui n'est pas toujours le cas dans le
développement effectué par l'ICANN, laquelle a aussi des domaines
réservés. Il y a des pressions qui doivent être exercées, entre autres,
par exemple, pour qu'un label ou un nom de domaine ".kit" soit créé au
niveau international, ce qui serait la moindre des choses et, jusqu'à
preuve du contraire, ce n'est toujours pas en application.

Par ailleurs, on sait pertinemment bien aussi les différents problèmes
qui peuvent se poser au niveau d'internet avec les corrélations qui
peuvent se faire vis-à-vis d'autres États. Je n'en vise aucun en
particulier mais il sera très facile de les identifier quand on sait que ce
sont des petites îles qui se situent pas tellement loin des Etats-Unis,
où il n'y a pratiquement aucun contrôle, tant sur les sites proposés que
sur les développements qui y sont faits. Je ne crois pas que cela
ressorte à ce niveau-là d'un problème de liberté d'opinion ou d'un
problème de liberté de la presse mais plutôt de protection du
consommateur.

07.07 Eric Massin (PS): Het

verheugt me te horen dat mevrouw
de minister het stand-punt van
België zal verdedigen.

Wat het internet betreft, moet men
niet uit het oog verliezen dat er een
grote manoeuvreerruimte is tussen
interventionisme en regulatie. In
sommige landen is er helemaal
geen controle.

07.08 Fientje Moerman, ministre: Monsieur Massin, je n'ai

évidemment traité que notre position sur l'aspect qui concerne votre
question. Mais je voudrais cependant souligner que le problème de la
liberté de la presse et de la liberté d'expression va se poser à de
nombreuses reprises lors de ce sommet.

07.08 Minister Fientje Moerman:

Ik heb enkel het aspect behandeld
dat in uw vraag ter sprake kwam.

De persvrijheid en de vrijheid van
meningsuiting zullen tijdens die top

CRIV 51

COM 091

09/12/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Je ne vous donne qu'un exemple: la législation ou les règles sur le
spam en e-mail. Nous souhaitons que le spam soit défini. Maintenant,
si on définit quelque chose, cela signifie en même temps que l'on
circonscrit et limite la chose. Il y a des pays, je vais m'exprimer
prudemment qui ne ressemblent guère au modèle d'une démocratie
telle que nous l'imaginons, qui s'y opposent parce qu'ils souhaitent
évidemment que le spam comprenne aussi tout e-mail envoyé par
l'opposition, pour informer les gens de ce qui se passe ou de leur
position. C'est l'une des forces de l'internet, cela échappe au pouvoir
centralisé des autorités.

Il doit évidemment y avoir une protection du consommateur et, dans
notre logique, en tant que démocratie occidentale, c'est presque
inévitable et logique comme conclusion.

zeker worden aangekaart.

Wij zijn bijvoorbeeld te vinden voor
een definitie van spam, maar een
aantal landen is daar tegen gekant,
omdat ze niet de bescherming van
de consument voor ogen hebben.
Niet alle landen delen onze
waarden. Internet ontsnapt
bovendien aan het centrale gezag.

Mais n'oubliez pas que, dans la plus grande partie du monde,
beaucoup n'ont pas les mêmes conceptions que nous de la liberté
d'expression, de la liberté de la presse et voudraient utiliser l'opinion
publique à d'autres fins que la protection du consommateur.

07.09 Eric Massin (PS): Je remercie Mme la ministre d'être attentive à

la liberté de la presse et à la liberté d'expression. J'y suis tout aussi
attentif qu'elle.

07.09 Eric Massin (PS): Ik dank

de minister in ieder geval voor haar
bekommernis om de persvrijheid en
de vrijheid van meningsuiting.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Mevrouw de minister, in dit geval bestaan er ontegensprekelijk goede redenen om de reeks
vragen (nr. 909 en 914) en interpellaties (nr. 127 en 133) tot u gericht, uit te stellen.

M. Alain Courtois nous a fait savoir qu'il ne lui est pas possible d'être présent. Dès lors, sa question (n° 865)
est reportée.

07.10 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, ik dank de

commissieleden voor deze beslissing. Zoals u weet werd ik vannacht in
mijn bed "vergast" door inbrekers. Ik zit hier dus nog een beetje spacy.

Willen de leden hun interpellaties evenwel formuleren, dan ben ik bereid
erop te antwoorden en ik sta te uwer beschikking om de agenda voort
af te werken. Ik zou wel willen deze vergadering niet te laat verlaten om
nog enkele politionele en administratieve formaliteiten te vervullen.

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik meen dat de posities duidelijk zijn. Alle leden gaan ermee akkoord om
te handelen zoals daarnet werd beslist.

07.11 Pieter De Crem (CD&V): Mevrouw de minister, kunt u

misschien een tijdstip voorstellen waarop de interpellaties en de vraag
kunnen worden geformuleerd?

07.12 Minister Fientje Moerman: Voor mij blijft het hetzelfde. De

interpellaties mogen ook nu worden geformuleerd. Ik heb er geen
probleem mee.

07.13 Pieter De Crem (CD&V): Neen, mevrouw de minister, dat

zullen we nu niet doen.

De voorzitter: Mevrouw de minister, wij zullen proberen om de interpellaties en de vraag volgende week op de
agenda te plaatsen, als u daarmee akkoord gaat.

Ik noteer dat iedereen het daarmee eens is.