CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 090
CRIV 51 COM 090
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
lundi
maandag
08-12-2003
08-12-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Martine Taelman à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
problème de la répression des actes de
vandalisme à l'égard de véhicules" (n° 691)
1
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de problematiek van de bestraffing van
vandalisme aan wagens" (nr. 691)
1
Orateurs:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister
van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "des
enquêtes menées par les services de police
dans le cadre d'une demande de réhabilitation"
(n° 799)
3
Vraag van Bert Schoofs aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "enquêtes
gevoerd door de politiediensten in het kader van
een verzoek tot eerherstel" (nr. 799)
3
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le
recrutement éventuel de handicapés de la vue
dans le cadre des écoutes téléphoniques"
(n° 800)
4
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
eventuele aanwerving van visueel gehandicapten
in het kader van het aftappen van telefoons"
(nr. 800)
4
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
retransmission en direct du procès Dutroux sur
internet" (n° 854)
6
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
rechtstreekse uitzending van het proces Dutroux
via het internet" (nr. 854)
6
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Karel Pinxten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la chambre
d'écoute centrale ou CTIF (Central
Telecommunications Interception Facility)"
(n° 869)
9
Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
centrale aftapkamer of CTIF (Central
Telecommunications Interception Facility)"
(nr. 869)
9
Orateurs: Karel Pinxten, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice
Sprekers: Karel Pinxten, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Magda De Meyer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
violence intrafamiliale" (n° 886)
13
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het intrafamiliaal geweld" (nr. 886)
13
Orateurs: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister
van Justitie
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
LUNDI
8
DECEMBRE
2003
Après-midi
______
van
MAANDAG
8
DECEMBER
2003
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.10 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.10 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de problematiek van de bestraffing van vandalisme aan wagens" (nr. 691)
01 Question de Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
problème de la répression des actes de vandalisme à l'égard de véhicules" (n° 691)
01.01 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, artikel 559, 1° van het Strafwetboek voorziet in de bestraffing
met een geldboete van 10 frank tot 20 frank van zij die andermans
roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernietigen.
Omgerekend naar euro en rekening houdend met opdeciemen is hier
dus slechts sprake van een geldboete van maximum 100 euro of 4.000
frank. Het probleem van deze bepaling is dat dit bedrag een belachelijk
laag en verouderd tarief weerspiegelt en niet is aangepast aan de
hedendaagse maatschappij. Politierechters moeten deze wet vaak
toepassen, bijvoorbeeld in het geval van opzettelijke beschadiging van
wagens.
Het vandalisme komt spijtig genoeg veel voor. Voor wie het ooit heeft
meegemaakt is het bijzonder ergerlijk. Wie heeft nog niet het beeld in
de straat gezien van afgerukte spiegels, antennes of merktekens,
krassen, stukgeslagen ruiten, enzovoort. De schade aan de wagens
loopt al snel op. Er zijn zelfs gevallen bekend waar de schade op niet
minder dan 2.500 euro werd geschat. Een vandaal die kan worden
opgepakt en voor de rechter moet verschijnen, wordt veroordeeld tot
slechts een boete van maximum 100 euro, wat allesbehalve
afschrikwekkend is en wat in een aantal gevallen doet leiden tot het
uitlachen van de politierechter die deze boete oplegt.
Daarnaast is het zo dat iemand die per ongeluk in het verkeer de wagen
van iemand anders beschadigt en dus geen kwade bedoelingen heeft,
voor dezelfde politierechtbank een boete kan krijgen van 250 euro.
Rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid zijn hier dus ver zoek. Er bestaat
een serieuze wanverhouding tussen beide boetes.
Van het gerecht wordt verwacht dat tegen de meest ergerlijke vormen
van criminaliteit krachtdadig wordt opgetreden. Dan is de maximum
boete van 100 euro een lachertje. Het gerecht dient in deze gevallen de
nodige mogelijkheden te krijgen, maar op dit moment staan rechters
machteloos tegen autovandalen.
Een hoofdstuk van het jongste regeerakkoord gaat over leefbare wijken
in leefbare steden. Het kan dus een heel krachtig signaal zijn als tegen
deze vormen van vandalisme, die steeds meer voorkomen en vooral ook
in deze steden, krachtig en hard zou worden opgetreden.
Ik wil de minister de volgende vragen stellen. Ten eerste, bent u op de
01.01 Martine Taelman (VLD):
L'endommagement volontaire des
propriétés mobilières appartenant à
autrui est puni, en vertu de l'article
559, 1°, du Code pénal, d'une
amende de maximum 100 euros,
décimes additionnels inclus. Ce
montant est ridiculement bas et
dépassé. Les juges de police
recourent souvent à cet article pour
pénaliser la déprédation de
véhicules, une forme de vandalisme
particulièrement
déplaisante
engendrant des coûts relativement
importants.
Une personne qui occasionne
accidentellement des dommages à
un autre véhicule dans la circulation
peut se voir imposer une amende
pouvant se chiffrer jusqu'à 250
euros.
La ministre a-t-elle connaissance
de ce problème? A-t-elle l'intention
d'y remédier? Dans la négative, une
initiative parlementaire est
recommandée. Le VLD sera attentif
à la question.
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
hoogte van het probleem dat er maar een belachelijk lage boete bestaat
voor vandalisme gepleegd op wagens? Blijkbaar probeerden de
politierechters deze materie reeds aan te kaarten. Ten tweede, is de
minister van plan deze situatie te verhelpen door middel van een
wetgevend initiatief? Indien niet, dan lijkt het onze fractie noodzakelijk
in deze zaak zelf een parlementair initiatief te nemen.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Taelman, ik deel uw bezorgdheid aangaande de aanpak en de
beteugeling van bepaalde vormen van kleine stadscriminaliteit,
waaronder het vandalisme kan worden gecatalogeerd. Heel vaak dragen
dergelijke vormen van criminaliteit veel bij tot het subjectief
onveiligheidgevoel van de burger. De bestrijding ervan kan dan ook maar
gebeuren indien de gerechtelijke overheden over een aangepast
instrumentarium beschikken.
In uw vraag vertrekt u van het gegeven dat alleen artikel 559, 1°, van het
Strafwetboek van toepassing zou zijn op feiten van vandalisme. Dat is
echter niet zo. Feiten van vandalisme, en zeker vandalisme ten
overstaan van voertuigen, vallen meestal onder de toepassing van
artikel 521, derde lid, van het Strafwetboek. Dit artikel beschouwt
zekere vormen van vandalisme juridisch als een wanbedrijf en niet als
een overtreding zoals artikel 559 dat doet.
De strafmaat is van een andere orde. De gehele of gedeeltelijke
vernieling of de onbruikbaarmaking met het oogmerk om te schaden van
rijtuigen, wagons en motorvoertuigen wordt bestraft met een
gevangenisstraf van 15 dagen tot 3 jaar en met geldboetes van 50 tot
500 euro.
Een overzicht van de doctrine leert dat zowel het openbaar ministerie
als de rechtbanken het toepassingsveld van het artikel 521 ruim nemen.
Het afrukken van een buitenspiegel van een voertuig wordt reeds
beschouwd als een gedeeltelijke vernieling of een onbruikbaar maken
van een voertuig.
Hoewel de wetgeving in theorie over aangepaste instrumenten beschikt,
zal ik in samenwerking met het College van procureurs-generaal
overgaan tot het onderzoeken van de toepassing van deze bepalingen.
Indien het noodzakelijk blijkt, zal ik de gepaste maatregelen nemen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Certaines formes de petite
délinquance urbaine, telles que le
vandalisme, contribuent fortement
au sentiment d'insécurité subjectif
du citoyen. Il importe dès lors de
les combattre.
L'article 559, alinéa 1
er
,
du Code
pénal n'est pas le seul article qui
réprime les actes de vandalisme à
l'égard de véhicules. Il existe
également l'article 521, alinéa 3, du
Code pénal qui sanctionne d'une
peine d'emprisonnement de quinze
jours à trois ans ou d'une amende
de 50 à 500 euros les délits
impliquant la destruction, en tout
ou en partie, ou la mise hors
d'usage à dessein de nuire, de
voitures, wagons et véhicules à
moteur. Dans la jurisprudence, le
champ d'application de l'article 521
est très large : le fait d'arracher un
rétroviseur est considéré comme
une destruction en partie ou une
mise hors d'usage.
La législation offre donc un éventail
de possibilités suffisamment large.
J'en examinerai cependant
l'application avec le Collège des
procureurs généraux et, le cas
échéant, je prendrai des mesures.
01.03 Martine Taelman (VLD): Mevrouw de minister, dank u voor uw
antwoord. Wanneer verwacht u van het College van procureurs-generaal
een antwoord inzake een mogelijke aanpassing van de wetgeving?
01.03 Martine Taelman (VLD):
Quand la ministre attend-elle la
réponse des procureurs généraux?
01.04 Minister Laurette Onkelinx: De vergadering met het College is
gepland op 18 december. Ik zal de procureurs-generaal inlichten over
uw vraag. Begin 2004 hoop ik over voorstellen van de procureurs-
generaal te beschikken.
01.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Une réunion avec le
Collège des procureurs généraux
est prévue pour le 18 décembre. Je
transmettrai votre demande. Je
pense pouvoir présenter quelques
propositions début 2004.
01.05 Martine Taelman (VLD): Dank u, mevrouw de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. 796 van de heer Luc Goutry over de overbelasting van het medisch centrum van
het penitentiair complex te Brugge wordt uitgesteld. Dan komen wij aan de vragen van de heer Bert Schoofs.
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02 Vraag van Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "enquêtes
gevoerd door de politiediensten in het kader van een verzoek tot eerherstel" (nr. 799)
02 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "des
enquêtes menées par les services de police dans le cadre d'une demande de réhabilitation"
(n° 799)
02.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik kan mij voorstellen dat wanneer iemand een
verzoek tot eerherstel wil richten tot de bevoegde gerechtelijke
diensten, er een moraliteitsonderzoek plaatsvindt. Ik weet dat er in
concrete gevallen onderzoeken gevoerd zijn en ik vraag me, ten eerste,
af of het altijd zo is wanneer iemand om eerherstel verzoekt?
Ten tweede, interesseert het mij te weten die opdrachten uitvoert? Is
dat altijd de politie? Is dat soms ook de sociale dienst bij een of andere
rechtbank? Van wie gaat de concrete onderzoeksopdracht uit? Ik
vermoed dat dit telkens van het gerecht zelf uitgaat, ofwel van de
staande magistratuur zoals men dat noemt, de procureur des Konings,
ofwel van de procureur-generaal. Ik zou graag weten of er een uniforme
procedure voor bestaat?
Ten derde, zou ik ook graag weten of die procedure over het hele land
dezelfde is. Worden telkens dezelfde vragen gesteld aan bepaalde
categorieën van verzoekers? Of verschilt dat bijvoorbeeld per misdrijf dat
is gepleegd?
Tot slot had ik graag vernomen in hoeverre inbreuk mag worden
gepleegd op de privacy van de betrokkene? Inbreuk maken is in feite
een foute term. In hoeverre mag men neuzen in het privé-leven van
iemand die om eerherstel verzoekt? Tot daar mijn vragen, mevrouw de
minister.
02.01 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Toute personne qui
introduit une demande en
réhabilitation fait l'objet d'une
enquête par la police dans le cadre
d'une enquête de moralité.
Qui du procureur du Roi près le
tribunal de première instance ou
des procureurs généraux des Cours
d'appel est responsable d'une
enquête de ce type? Les critères
pour les enquêtes sont-ils établis
par ressort ou existe-t-il un
formulaire type pour l'ensemble du
pays? L'avis de la commission de
Protection de la vie privée au sujet
de ces enquêtes a-t-il été
demandé?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de
procedure voor eerherstel is wettelijk geregeld in de artikelen 621 en
volgende van het Wetboek van strafvordering. Zij wordt, conform artikel
630, behandeld door de kamer van inbeschuldigingstelling op grond van
een dossier waarin zich een aantal stukken moeten bevinden.
De aanvraag tot eerherstel wordt ingevolge artikel 628 van hetzelfde
wetboek door de verzoeker gericht aan de procureur des Konings van
het arrondissement waar hij verblijft. Het is dan ook de procureur des
Konings die zich, conform artikel 629, 3° van het Wetboek van
strafvordering, een uittreksel uit het moraliteitsregister doet afleveren.
Hij kan bovendien, conform het laatste lid van voormeld artikel,
ambtshalve alle andere inlichtingen inwinnen. Die inlichtingen hebben
vooral betrekking op de schadeloosstelling van de burgerlijke partijen,
maar ook op het gedrag van de betrokkene, zijn verblijf, zijn
beroepsarbeid en zijn middelen van bestaan. Het samenstellen van een
dossier met al die inlichtingen behoort tot de wettelijke verplichtingen
waaraan de procureur des Konings moet voldoen ingevolge artikel 629.
De procureur des Konings belast de bevoegde politiediensten met het
inzamelen van alle gegevens. Wat de inhoudelijke criteria van het
moraliteitsonderzoek betreft, werd in een uniforme regeling voorzien
voor het gehele land, die sinds 1983 toegepast wordt. Daarvoor wordt
een modelformulier gebruikt.
Gezien het de procureur-generaal is die, overeenkomstig artikel 630 van
het Wetboek van strafvordering, de processtukken voorlegt aan de
kamer van inbeschuldigingstelling, kan deze zonodig aan de procureur
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La procédure de
réhabilitation est définie par les
articles 621 et suivants du Code
d'instruction criminelle. La
demande doit être adressée au
procureur du Roi, qui demande un
extrait du registre de comptabilité
morale. Pour que le dossier de
l'intéressé soit complet, le
procureur du Roi est autorisé
d'office à recueillir des
renseignements par le biais des
services de police.
Depuis 1983, les critères
concernant l'enquête de moralité
sont uniformes dans l'ensemble du
pays, et l'on utilise partout le même
formulaire modèle.
Etant donné que le procureur
général doit transmettre les pièces
du procès à la Chambre des mises
en accusation, il peut demander
des renseignements
complémentaires auprès du
procureur du Roi.
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
des Konings nog aanvullende inlichtingen vragen alvorens de zaak voor
te leggen, en zulks op grond van artikel 629, laatste lid, van hetzelfde
wetboek.
Bij nazicht van de gepubliceerde adviezen van de Commissie tot
bescherming van de persoonlijke levenssfeer blijkt dat er op heden nog
geen advies geformuleerd werd betreffende deze moraliteitsenquête, die
de privacy van de betrokkene overigens niet schendt gezien zij enkel
bestemd is voor de gerechtelijke overheden en een wettelijke basis
vinden in voornoemd artikel 629.
La Commission de protection de la
vie privée n'a pas encore émis
d'avis sur les enquêtes de moralité.
Les enquêtes ne constituent donc
pas des violations de la vie privée
car elles sont uniquement
destinées aux autorités judiciaires.
02.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, er is dus
wel degelijk een modelformulier. Zeer goed. Het is me alleen niet
duidelijk of de aanvullende inlichtingen ook via een modelformulier
worden opgevraagd. Op dat vlak zou er een grotere vrijheid bestaan.
Er is me een geval gesignaleerd van iemand aan wie men vroeg of hij er
weet van had dat zijn vader betrekkingen had met prostituees. Ik vind
dit nogal eigenaardig omdat het geen betrekking had op de betrokkene
zelf. Zij die meestel geen weet hebben van dergelijke feiten, zijn
uiteraard de kinderen en de naaste familieleden. In dat opzicht denk ik
dat er iets te ver gegraven wordt in het privé-leven van betrokkenen
omdat dit ook hun naasten raakt en omdat dit mensen zijn met eigen
persoonlijkheidsrechten.
In het concrete geval dat ik heb aangehaald, wil ik er trouwens op
wijzen dat dit niet strafbaar is. Het raakt misschien wel de goede
zeden, maar ik wil in het midden laten of dit relevant is bij het
beantwoorden van een verzoek tot eerherstel.
02.03 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Je me réjouis d'apprendre
qu'il existe un formulaire type. Un
tel formulaire existe-t-il également
pour les informations
complémentaires, les services se
permettant apparemment de
prendre quelques libertés à cet
égard?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
eventuele aanwerving van visueel gehandicapten in het kader van het aftappen van telefoons"
(nr. 800)
03 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
recrutement éventuel de handicapés de la vue dans le cadre des écoutes téléphoniques" (n° 800)
03.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik heb
deze vraag ook in een vorige legislatuur gesteld. Tot mijn teleurstelling
werd mijn vraag een beetje heen en weer gepingpongd tussen de
minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken. Ik bracht
het volgende idee aan. Telefoons worden afgetapt. In Nederland heeft
men daarnaar onderzoek gedaan en heeft men een project ontwikkeld
met mensen die visueel gehandicapt zijn. Ik meen zelfs dat het om
mensen ging die 100 procent blind waren. Het bleek dat zij, vaak veel
vlugger en efficiënter dan gewone politiemensen, konden vaststellen wie
de meester en wie de slaaf in een relatie was en waar een gesprek was
opgenomen, eventueel in de buurt van een autosnelweg of een
treinstation. Men heeft daarmee blijkbaar resultaten geboekt.
Ik heb geprobeerd hier in België een initiatief los te weken bij de
bevoegde ministers, maar de minister van Justitie stuurde me altijd door
naar de minister van Binnenlandse Zaken en omgekeerd, omdat
enerzijds de aanwervings- en selectievoorwaarden niet zouden zijn
aangepast dat was het antwoord van de minister van Justitie en
omdat anderzijds de minister van Binnenlandse Zaken zei dat het tot de
bevoegdheid van de minister van Justitie behoorde om de nodige
maatregelen te nemen.
03.01 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Il ressort d'une étude
menée aux Pays-Bas que les
handicapés de la vue ont des
aptitudes particulières pour les
écoutes téléphoniques, leur ouïe
compensant leur infirmité visuelle.
La ministre a-t-elle connaissance
de cette étude néerlandaise?
Permettra-t-elle le recrutement de
handicapés de la vue par la police,
en adaptant à leur intention les
conditions de sélection et de
recrutement?
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ik ken het concrete antwoord nog steeds niet, maar ik denk dat u,
mevrouw de minister, toch een bepaalde gevoeligheid hebt, omdat u in
een vorig ministerieel leven als ik mij niet vergis minister van Gelijke
Kansenbeleid was. Dat dossier zal u misschien wel interesseren,
omdat precies in dit geval de mensen die men mindervalide noemt, in
feite meervalide blijken te zijn. Waarom zou men hun in godsnaam het
recht ontzeggen om hun kost te verdienen binnen het gerechtelijk
apparaat, waarvoor zij zeer nuttige diensten kunnen leveren ten bate
van de bevolking?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik heb niet
rechtstreeks kennis genomen van het Nederlands onderzoek waarnaar
u in uw vraag verwijst. Ik kan u daarentegen wel bevestigen dat de vraag
over het aftappen van telefoons door visueel gehandicapten reeds sedert
enkele maanden het voorwerp uitmaakt van een analyse door de
federale gerechtelijke politie. Een ploeg van de directie Algemene
Operaties zou trouwens in de komende dagen een bezoek aan onze
buren brengen om deze praktijk beter te analyseren.
Er moet niettemin worden verduidelijkt dat, ondanks technische
aanpassingen die het werk van de visueel gehandicapten kan
vergemakkelijken binnen de gerechtelijke diensten van de
arrondissementen bijvoorbeeld aanpassing van de toetsenborden van
de computers , de aanwerving in onze diensten van visueel
gehandicapten voor dit soort werk, aan de wettelijke vereisten moet
voldoen. De ambtenaren die gemachtigd zijn om gebruik te maken van
de inhoud van telefoontaps moeten politieagenten zijn of op zijn minst
de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie hebben. In de
veronderstelling dat men in dit kader visueel gehandicapten in dienst
neemt, is het volgens mij noodzakelijk om de wet aan te passen en toe
te laten dat aan de betrokkenen een hoedanigheid als officier van de
gerechtelijke politie wordt verleend, echter beperkt tot het
gebruikmaken van de inhoud van de telefoontaps en tot het opmaken
van de processen-verbaal ad hoc.
Persoonlijk vind ik dat elk initiatief dat de toegang tot werk voor een
gehandicapt persoon begunstigt moet worden aangemoedigd.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je n'ai pas pris
connaissance de cette étude
réalisée chez nos voisins du nord,
mais notre police fédérale analyse,
elle aussi, depuis déjà plusieurs
mois, les capacités spéciales des
handicapés de la vue dans le
domaine des écoutes
téléphoniques.
Il va de soi que le recrutement de
handicapés de la vue par les
services de police doit répondre au
prescrit légal. Seuls les agents et
les officiers de police judiciaire sont
habilités à écouter le contenu de
conversations téléphoniques
enregistrées. Il faut donc adapter la
loi pour que les intéressés puissent
se voir attribuer le grade d'officier
de police judiciaire, étant entendu
que ce grade ne les autoriserait
qu'à travailler sur les écoutes
téléphoniques et à dresser des
procès-verbaux ad hoc.
03.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
verwacht alleen een ja of een neen. U bent er dus concreet mee bezig
om die mensen te integreren in de politiediensten? Er is blijkbaar een
studieopdracht gelanceerd en u zult dus al het nodige doen om te doen
wat in Nederland al gedaan wordt?
03.03 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): La ministre met donc tout
en oeuvre pour faire procéder à des
écoutes téléphoniques par des
handicapés de la vue?
03.04 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal de studies bekijken om in de
toekomst de nodige instrumenten voor te stellen.
03.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Je commencerai par
formuler des propositions sur la
base des résultats de l'étude
réalisée en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n°824 de M. Eric Libert est reportée à une date ultérieure.
04 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
rechtstreekse uitzending van het proces Dutroux via het internet" (nr. 854)
04 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
retransmission en direct du procès Dutroux sur internet" (n° 854)
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de 04.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
minister, ons land kent in het voorjaar van 2004 zijn tweede grote
assisenproces in minder dan een jaar tijd.
Het proces-Dutroux wordt zo mogelijk nog grootser dan het proces-
Cools. Het zal dus kunnen rekenen op massale media-aandacht uit
binnen- en buitenland. Wij hebben allen kunnen lezen dat verschillende
kranten en televisiezenders al heel Aarlen hebben afgehuurd of zelfs
opgekocht om het proces te kunnen volgen.
Ik ga er volledig mee akkoord dat u en uw diensten in de pers verklaren
dat het niet de bedoeling kan zijn om er een Dutroux-film van te maken.
Daarmee ben ik het volledig eens. Dat wil echter niet zeggen dat de
burger geen recht heeft op een vlotte en correcte manier van
informatieverstrekking.
Assisenprocessen van een dusdanige omvang of assisenprocessen in
het algemeen leven bij de bevolking. In dit geval maakt de figuur van
Dutroux bij de mensen veel emoties los. Daarvan was bijvoorbeeld de
witte mars een sprekend bewijs. Sommige scholen voorzien in de
samenstelling van lespakketten om de leerlingen voor te bereiden op
dat proces. Ik kan dat alleen maar toejuichen. Anderzijds lijkt het mij
ook nuttig om een stap verder te gaan ten aanzien van de hele
bevolking en de informatieverstrekking en duiding uit te breiden naar de
volledige bevolking.
Er bestaat een systeem van persrechters. Zij kunnen de pers bij zich
roepen en informatie geven aan de pers. Zij kunnen in de pers geciteerd
worden en interviews geven. Er is echter altijd een tussenkanaal. De
persrechter verstrekt bepaalde informatie en geeft bepaalde duiding die
door de pers al dan niet kan worden overgenomen. Ik denk aan een
rechtstreekse communicatie van de persrechter met de bevolking.
Daarom had ik u graag de volgende vragen gesteld.
Ten eerste, zullen er, gelet op de aard en de omvang van het proces-
Dutroux, door Justitie extra persrechters worden aangesteld om de
zaak voor de buitenwereld toegankelijker en beter verstaanbaar te
maken?
Ten tweede, lijkt het u niet opportuun om, in het kader van een betere
en vlottere informatieverstrekking aan de bevolking en met het oog op
een verhoogde transparantie van het gerecht, te voorzien in een online-
verspreiding van het proces-Dutroux via webcams, wel te verstaan onder
controle van de persrechter en in samenspraak met de voorzitter van
het hof van assisen?
Lijkt het u niet aangewezen om, in dezelfde optiek, online meertalige
duiding over het verloop van de procedure te verstrekken ten behoeve
van de pers en van de hele bevolking?
Au printemps 2004, un deuxième
grand procès d'assises aura lieu en
Belgique en l'espace d'un an.
L'intérêt des médias pour le procès
Dutroux sera considérable. Le
citoyen doit bénéficier d'une
information rapide et correcte. Il
convient d'éviter que le procès ne
se transforme en un show autour
de M. Dutroux. Il est, dès lors,
important qu'un juge de presse
assure la communication avec la
population.
La Justice désignera-t-elle des
juges de presse supplémentaires
pour rendre le procès plus
aisément accessible et
compréhensible pour le monde
extérieur?
Que pense la ministre de la
possibilité de diffuser le procès en
ligne, par le biais de web cams,
sous le contrôle du juge de presse
et en concertation avec le président
de la cour?
Ne serait-il pas indiqué également,
dans la même logique, de fournir en
ligne des explications en plusieurs
langues sur le déroulement de la
procédure à l'intention de la presse
et de la population?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Zoals ik het reeds meerdere malen
hier in het Parlement heb gezegd, gaat het assisenproces dat op 1
maart 2004 in Aarlen van start zal gaan, over het berechten van vier
beschuldigden: Dutroux, Lelièvre, Martin en Nihoul. Het betreft dus een
proces volgens de regels die van kracht zijn in onze rechtsstaat en
zeker geen grootse show met wat gerechtelijke kantjes aan.
De emotie die deze zaak losweekte bij de bevolking en ook de omvang
van de media-aandacht ervoor maken dat het proces en alles wat
ermee te maken heeft, een zeer bijzondere gebeurtenis zal zijn. Om
deze redenen en zeker omdat Justitie een openbare dienst is die voor
elke burger toegankelijk moet zijn, is het nodig dat de burgers kunnen
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le procès d'assises
débutera le 1
er
mars 2004, devant la
Cour d'Assise d'Arlon. Quatre
inculpés seront jugés: Dutroux,
Lelièvre, Martin et Nihoul. Je tiens à
encourager toutes les initiatives
poursuivant le double objectif
d'information et de transparence,
dans le respect de la loi, bien
évidemment.
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
beschikken over informatie die zo volledig en transparant mogelijk is.
Het proces in Aarlen zal de hele bevolking interesseren en dus ook
talrijke vrouwen, mannen en kinderen die niets of bijna niets weten over
de werking van het ik zou zelfs zeggen: hun gerecht. Daarom wil ik
alle initiatieven aanmoedigen die de dubbele doelstelling van informatie
en transparantie nastreven, uiteraard met respect voor de wet, of die
initiatieven bedoeld zijn voor de hele bevolking of voor een deel ervan,
zoals voor de kinderen.
Concreet antwoordend op de drie vragen, kan ik het volgende zeggen.
Een. Er zullen tijdens de hele duur van het proces inderdaad twee
persrechters in Aarlen aan het werk zijn. Hun opdracht zal uiteraard
niet bestaan uit het geven van commentaar op de debatten van het
assisenhof, maar wel uit het verstrekken van elke vorm van technische
uitleg over het verloop van het proces. Dit is niet alleen voor de
buitenlandse pers, die de Belgische procedure niet gewoon is, maar
ook voor de Belgische pers en via hen dus ook voor de bevolking, zodat
die eveneens op de hoogte is van het verloop van het proces en van de
verschillende stappen van de procedure. Een dergelijk systeem met
een enkele persmagistraat werkt momenteel in Luik voor het proces-
Cools en, volgens hetgeen ik hoorde, tot algemene tevredenheid van de
media die dat proces verslaan.
Zoals ik net heb gezegd, heb ik besloten dat er voor Aarlen twee
persmagistraten zullen zijn: een Franstalige en een Nederlandstalige.
Bij het proces zijn er immers zowel Franstalige als Nederlandstalige
slachtoffers betrokken. Deze magistraten zullen ook in het Engels
mededelingen kunnen doen.
Over het uitzenden van het procesverloop via het internet, dat blijkbaar
op Angelsaksische praktijken geïnspireerd is, kan ik twee zaken
zeggen. In de eerste plaats behoort een dergelijke beslissing uitsluitend
tot de bevoegdheid van de voorzitter van het assisenhof. Wegens het
principe van de scheiding der machten is het dus uitgesloten dat ik op
dat vlak op eender welke wijze zou tussenbeide komen. Ik voeg er
echter aan toe dat er nog een ander principe is waar we niet omheen
kunnen, met name het portretrecht. Om te kunnen ingaan op het
voorstel van het gebruik van webcams om het proces te verspreiden,
zou, naast het akkoord van de voorzitter van het assisenhof, geen
enkele van de diverse actoren die bij dit proces betrokken zijn, zich
mogen verzetten tegen het feit dat zijn of haar beeld buiten de
zittingszaal te zien is. In de zittingszaal zelf moet de openbaarheid van
de debatten natuurlijk worden gewaarborgd, uitgezonderd wanneer de
debatten met gesloten deuren plaatsvinden.
Tot slot heb ik besloten om, zowel voor de pers als voor de bevolking,
een maximum aan informatie ter beschikking te stellen via een
viertalige website, in het Frans, het Nederlands, het Duits en het
Engels. Op die site zal men algemene informatie vinden over de
werking van een assisenhof, bijvoorbeeld over de rol van de
verschillende interveniërende personen het hof, het openbaar
ministerie, de burgerlijke partij, de verdediging, de beklaagden,
enzovoort. Men zal er ook informatie vinden over de wijze waarop een
jury wordt samengesteld, over de procedure, over de straffen die
uitgesproken worden, enzovoort. Op de site zal tevens informatie en
specifieke uitleg worden verstrekt over het proces van Aarlen onder
meer over de assisenzaal, de belangrijkheid van het dossier, de naam
van de actoren. Er komen ook links op de site met andere interessante
sites, zoals de site van de balies, het Strafwetboek online, enzovoort.
Er zal ook een FAQ-rubriek op de site worden geplaatst, waarin er
reeds een antwoord zal worden gegeven op de meest gestelde vragen.
Op de site zullen ook de communiqués van de persmagistraten
Pendant toute la durée du procès,
deux juges chargés des relations
avec la presse - un francophone et
un néerlandophone - travailleront à
Arlon. Ces magistrats pourront
également faire des
communications en anglais. Ils
communiqueront toutes les
informations techniques relatives au
déroulement du procès. Ce
système est actuellement
d'application avec un seul
magistrat, dans le cadre du procès
Cools à Liège, à la satisfaction
générale.
La diffusion du procès par le biais
d'internet relève uniquement de la
compétence du président de la
cour d'assises. La proposition
tendant à rendre le procès public
via une webcam doit tenir compte
du droit à l'image. Aucun des
acteurs du procès ne doit avoir
signifié son opposition au fait que
son image soit visible en dehors de
la salle d'audience.
J'ai décidé de diffuser un maximum
d'informations par le biais d'un site
internet en quatre langues sur
lequel seront publiées des
informations sur le déroulement, la
procédure et les acteurs d'un
procès d'assises en général et de
ce procès en particulier. Ce site
proposera également des liens vers
d'autres sites intéressants, une
rubrique FAQ, les communiqués
des magistrats chargés des
relations avec la presse et toute
autre information pertinente.
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
verschijnen en elke andere informatie die zowel voor de pers als voor de
bevolking nuttig kan zijn.
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik ben het met
u eens dat de voorzitter van het hof van assisen zijn toestemming moet
geven voor het maken van beelden tijdens een uitzending zoals dat
meestal gebeurt evenals de meeste actoren in de loop van een
procedure.
Als de voorzitter zijn akkoord geeft, betekent dat uiteraard dat de
infrastructuur op dat ogenblik aanwezig moet zijn. Ik heb evenwel
begrepen dat deze op dit ogenblik niet aanwezig is onder de vorm van
webcams. Ik vrees dan ook voor het klassieke gegeven waarbij
televisiezenders elkaar verdringen om toch maar beelden te mogen
maken waarvoor zij toestemming hebben gekregen. Het ware beter
geweest mocht de infrastructuur van Justitie reeds aanwezig zijn, zodat
de voorzitter van het hof van assisen kan beslissen of bepaalden delen
al dan niet worden uitgezonden. Alsdan krijgen we niet alleen correcte
en objectieve beelden, maar ook de duiding daarrond.
In het Angelsaksisch systeem dat u daarnet zelf aanhaalde is er ook
een adagium dat zegt "justice must not only be done, but also be seen
to be done". Met andere woorden, recht moet niet alleen worden
gesproken, men moet ook kunnen zien dat er recht wordt gesproken.
Daarom blijf ik er voor pleiten en ik hoop dat u dit in de toekomst mee
zult willen opvolgen dat Justitie de kans krijgt om kort op de bal te
spelen en correcte en objectieve informatie verstrekt aan de bevolking.
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
J'adhère au principe selon lequel le
consentement préalable du
président de la cour d'assises,
ainsi que celui de la plupart des
intervenants dans une procédure,
est requis pour pouvoir filmer les
audiences. Si un consensus existe
à ce sujet, l'infrastructure
nécessaire devra être présente sur
le moment venu. Si des webcams
ne sont pas installées,
conformément à la décision qui
semble avoir été prise à ce jour, les
chaînes de télévision se
bousculeront pour prendre les
images qu'elles ont été autorisées
à filmer. La Justice doit faire
diligence et fournir des informations
correctes et objectives à la
population, en utilisant les canaux
les plus appropriés.
04.04 Minister Laurette Onkelinx: Deze morgen ben ik naar Aarlen
gegaan. Ik heb diverse actoren ontmoet. Over diverse maatregelen moet
nog worden beslist. Ik heb aan de voorzitter van de commissie voor de
Justitie gevraagd om een voorstel te formuleren.
Je pense que, semaine après semaine, vous pourriez souvent me poser
des questions, ce qui est d'ailleurs bien normal.
04.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Je me suis rendue à Arlon
ce matin. Plusieurs mesures
attendent encore une décision. J'ai
demandé une proposition au
président de la commission de la
Justice.
Ne serait-il pas bon - et je sais que M. le président veut lancer la
discussion demain sur le sujet, ce qui me paraît une bonne chose -, vu
que certaines dispositions doivent être prises par la Justice, par
l'Intérieur, par la Défense nationale en soutien, que vers la seconde
moitié du mois de février, je vienne devant vous en priorité pour vous
expliquer toutes les dispositions prises et qu'ensuite, après cette
rencontre, je fasse une information générale?
Cette proposition a deux raisons d'être: pour avoir un aperçu de toutes
les dispositions prises et, puisque je suis opposée aux shows en
général, je ne tiens pas à en organiser un en donnant constamment
des informations perlées pour alimenter les médias. Le procès
appartient avant tout aux acteurs de ce procès, même s'il intéresse
toute la population belge et au-delà, comme vous le dites. Il ne faudrait
pas leur voler leur dossier: je sais que personne ne tient à ce qu'on le
leur enlève, ni les familles des parties civiles ni tous les autres acteurs
du procès. Il serait donc utile d'apporter une fois pour toutes une
information générale à la commission de la Justice, puis au public, puis
de m'en tenir là.
Zo kunnen er wel week na week
vragen gesteld worden. Er moeten
maatregelen worden genomen door
Justitie, Binnenlandse Zaken en
Landsverdediging. Zou het derhalve
niet beter zijn als ik die
maatregelen in februari kom
toelichten? Op die manier krijgt u
een algemeen overzicht wat er
beslist wordt, en hoef ik geen
nummertjes op te voeren om de
media voortdurend nieuwe brokjes
informatie te bezorgen. Het zijn in
de eerste plaats de actoren in het
proces die het proces moeten
maken. Het zou dus nuttig zijn om
in één keer een alomvattend beeld
te geven van de situatie en het dan
daarbij te laten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: L'interpellation n° 128 de M. Richard Fournaux est reportée à une date ultérieure.
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
05 Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
centrale aftapkamer of CTIF (Central Telecommunications Interception Facility)" (nr. 869)
05 Question de M. Karel Pinxten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
chambre d'écoute centrale ou CTIF (Central Telecommunications Interception Facility)" (n° 869)
05.01 Karel Pinxten (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, alvorens mijn vraag te stellen wens ik het volgende te zeggen.
Ik denk dat u het met mij eens zult zijn dat het belangrijk is een
evenwicht te houden tussen enerzijds een efficiënte misdaadbestrijding
en, anderzijds het waarborgen van het recht op privacy zoals dit in
artikel 8 van het EVRM is voorzien. Dit evenwicht permanent realiseren
is een heel moeilijke oefening, ook voor de minister van Justitie. Ik ben
me daarvan wel degelijk bewust. Instellingen zoals dit Parlement
moeten op dit evenwicht toezien en terzake bijzonder waakzaam zijn.
Een tweede reden waarom ik u deze vraag stel, zijn de berichten uit de
advocatuur en mensenrechtenorganisaties zoals de Liga voor de
Mensenrechten waaruit ik afleid dat het evenwicht verstoord is of
verstoord dreigt te geraken.Dit zijn de twee contouren binnen dewelke
ik mijn vraag wil stellen.
Mevrouw de minister, mijn zeven vragen zijn zeer eenvoudig maar
precies. Graag kreeg ik precieze antwoorden.
De eerste vraag heeft te maken met het operationeel worden van de
aftapkamer. In maart-april werd proefgedraaid. De toenmalige minister
van Justitie heeft hierover toelichting gegeven in het Parlement. Sinds
wanneer werkt de centrale aftapkamer in Etterbeek effectief? Hoe vaak
werd tot op heden reeds een beroep gedaan op de aftapkamer? Ik weet
dat dit een kostelijke zaak is. Hierover is in de media reeds heel wat te
doen geweest. Los van de kostprijs, kreeg ik van u graag de datum van
de effectieve ingebruikname en het aantal keren dat er beroep werd
gedaan op de aftapkamer.
Mijn tweede vraag kan beantwoord worden met "ja" of "neen". Worden
op dit ogenblik nog andere middelen dan de centrale aftapkamer
ingezet om de burgers af te luisteren? Is dit uitsluitend beperkt tot de
centrale aftapkamer?
Ten derde, welke personen buiten de onderzoeksrechters kunnen
opdracht geven tot het afluisteren van burgers?
Ten vierde, zijn er controlesystemen ingebouwd om misbruiken te
voorkomen? Ik heb reeds verwezen naar kritische berichten van
mensenrechtenorganisaties terzake.
Zij doen dat uiteraard voor hun rekening. Indertijd is er ook heel wat te
doen geweest over de herkomst van die centrale aftapkamer van
Israëlische makelij. Daarover is ook een heel debat geweest u weet
dat ongetwijfeld in de Verenigde Staten in verband met spionage en
contraspionage enzovoort. De vraag is eigenlijk of er controlesystemen
ingebouwd zijn om misbruiken te voorkomen. Ik ga er immers van uit
dat de aftapkamer vandaag ook echt operationeel is. In dat verband heb
ik een volgende en aansluitende vraag. Zijn die controlesystemen ook
waterdicht, of hebt u berichten gekregen als minister van Justitie dat er
met die controlesystemen soms toch problemen zijn?
Ik heb ook een vraag naar de parlementaire controle op het geheel. Dat
is vooral belangrijk vanuit de optiek van de bescherming van de privacy
van de burgers. Het gaat ook over de bescherming van hun integriteit.
We moeten natuurlijk altijd vertrekken vanuit het delicate en belangrijke
05.01 Karel Pinxten (VLD):
Concilier la lutte efficace contre la
criminalité et la protection de la vie
privée constitue un exercice
délicat. Le Parlement doit
contribuer à assurer cet équilibre.
La chambre centrale d'écoutes
téléphoniques a été mise en place
au cours du deuxième semestre de
2002. Le personnel devait être
formé dans l'intervalle et le système
a été testé.
Depuis quand la chambre centrale
d'écoutes est-elle en service et à
quelle fréquence a-t-elle été utilisée
à ce jour? D'autres moyens ont-ils
encore été mis en oeuvre pour
mettre les citoyens sous écoute?
Qui donne l'ordre de mettre
quelqu'un sur écoute? Des
systèmes de contrôle ont-ils été
inclus en vue de prévenir les abus?
Sont-ils infaillibles? Un contrôle
parlementaire est-il prévu en
matière de protection de la vie
privée? La Sûreté de l'Etat a-t-elle
déjà utilisé la chambre d'écoutes?
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
evenwicht tussen een efficiënte misdaadbestrijding en het respecteren
van de privacy en de integriteit van de burgers.
Een laatste vraag sluit aan bij de vorige vraag die ik u gesteld heb.
Heeft de Veiligheid van de Staat ondertussen al gebruikgemaakt van de
aftapkamer, ja of neen? Het antwoord hoeft voor mij niet lang te zijn.
Dat mag natuurlijk lang zijn, maar voor mij hoeft dat niet.
Mevrouw de minister, dit waren de vragen die ik u zou willen stellen. Ik
heb geprobeerd om ze zo accuraat mogelijk te stellen. Het was
natuurlijk ook de bedoeling om een zo helder mogelijk antwoord te
krijgen.
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik zal
precies antwoorden. Het CTIF is in werking sinds medio mei 2003. Het
wordt dagelijks meerdere keren aangewend. Totnogtoe werden er bijna
900 telefoontaps verwerkt. Alle ik herhaal, alle - verbindingen met de
telefoonmaatschappijen en operatoren verlopen via de centrale kamer.
Het eigenlijke beluisteren door de politiediensten gebeurt in de
arrondissementele eenheden van de federale politie.
Het Wetboek van strafvordering bepaalt in de artikelen 90ter en
volgende dat alleen een onderzoeksrechter opdracht kan geven tot het
afluisteren van privé-communicatie. Dit is een uitzonderlijke maatregel
die bijzonder gemotiveerd moet worden in het belang van het
gerechtelijk onderzoek en slechts toegepast kan worden voor een
beperkte lijst van misdrijven. Het wetboek bepaalt restrictief alle
voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Al deze voorwaarden
samen maken dat misbruiken in principe niet mogelijk zijn.
Uiteindelijk is het aan de strafrechter die belast is met de behandeling
van de zaak ten gronde, om uit te maken of de onderzoeksmaatregel
van de telefoontap op een wettelijke manier werd gebruikt.
Ook het Parlement heeft terzake een controlebevoegdheid. Elk jaar
moet de minister van Justitie aan het Parlement verslag uitbrengen
omtrent de toepassing van de wet, het aantal onderzoeken waarin werd
afgeluisterd, de duur van de afluistermaatregelen, het aantal betrokken
personen en de behaalde resultaten. Het rapport over het jaar 2002 zal
eerstdaags aan het Parlement worden voorgesteld.
Er is momenteel geen wettelijke basis om toe te laten dat de Veiligheid
van de Staat privé-communicatie afluistert.
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La chambre centrale
d'écoutes fonctionne depuis la mi-
mai 2003. Elle est utilisée plusieurs
fois par jour. A ce jour, près de 900
écoutes téléphoniques ont été
traitées. Toutes les
communications avec les
entreprises et les opérateurs de
téléphonie passent par la chambre
d'écoutes. Les écoutes proprement
dites auxquelles procède la police
sont effectuées au sein des unités
d'arrondissement de la police
fédérale.
Seul un juge d'instruction peut
ordonner la mise sur écoute d'une
personne. Il s'agit d'une mesure
exceptionnelle qui ne peut être
prise que si toutes les conditions
légales sont remplies. Ces
conditions sont si strictes qu'elles
rendent tout abus impossible. C'est
au juge pénal qu'il incombe de
statuer sur la légalité des devoirs
d'instruction.
Le Parlement a un pouvoir de
contrôle. Le ministre de la Justice
doit faire rapport au Parlement
chaque année. Le rapport 2002
sera présenté prochainement.
Actuellement, aucune base légale
n'autorise la Sûreté de l'Etat à
écouter également des
communications privées.
05.03 Karel Pinxten (VLD): Dat gebeurt dus ook niet?
05.04 Minister Laurette Onkelinx: Neen.
05.05 Karel Pinxten (VLD): Ik dank de minister voor haar heel
duidelijke antwoorden.
Ik heb nog een bijkomende vraag in verband met het controlesysteem
naar mogelijke misbruiken. Dat is immers ook een van de punten die
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
door sommige advocaten worden aangehaald. Zij zeggen dat, wanneer
een dossier voor de strafrechter wordt gebracht, men niet weet of
hetgeen werd afgetapt en meegedeeld in het dossier volledig is.
Ik citeer wat dat betreft een artikel uit een vooraanstaande Vlaamse
krant. Ik citeer de heer Frédéric Ureel van het Syndicat des Avocats
pour la Démocratie, die ik voor het overige ook niet ken. Ik lees het
gewoon in de krant.
(...): (...)
05.06 Karel Pinxten (VLD): Ik word niet geacht hem te kennen. Mijn
aandacht wordt erop gevestigd als ik deze problematiek volg. Hij
beweert het volgende: "Het parket brengt de resultaten van de
bijzondere opsporingen onder in een tweede dossier en brengt enkel
voor de rechter wat voor de aanklager goed uitkomt. De beklaagde kan
niet meer nagaan of het bewijsmateriaal op een wettelijke manier werd
verzameld". Hij beweert in hetzelfde artikel dat "sommige advocaten
daarom tijdens een proces opwerpen dat bewijsmateriaal vaak door de
politie werd gefabriceerd". Mevrouw de minister, ik lees hier gewoon
voor uit de krant en doe dat in verband met de vraag naar de controle
hierop. Het is goed dat het Parlement via het verslag aan het Parlement
weet hoeveel aftappingen er gebeurd zijn, hoeveel personen daarbij
betrokken zijn en hoelang die aftappingen duurden. De vraag is echter
of er ook daadwerkelijk een controle gebeurt met betrekking tot de
opdrachten. Het is evident dat de onderzoeksrechter het materiaal ter
beschikking stelt van de strafrechter die daarover een oordeel moet
vellen. Zo zit ons strafsysteem nu eenmaal in mekaar. Ik blijf echter
toch een beetje op mijn honger met betrekking tot het afdoende
weerleggen van de beweringen die ik lees in een Vlaamse
kwaliteitskrant.
Ik zeg dit omwille van het belangrijke evenwicht. Ik ben een groot
voorstander van een efficiënte misdaadbestrijding. We moeten natuurlijk
ook oog hebben voor de bescherming van de privacy. Ik zou dus heel
graag hebben dat de minister van Justitie die toch wel zware
aantijgingen, die advocaten in de pers doen, kan weerleggen of wijzen
op deze of gene maatregel die werd genomen. Dat is het enige punt.
Voor het overige wil u danken voor het uitvoerige en grondige antwoord.
05.06 Karel Pinxten (VLD): La
presse fait état de déclarations de
plusieurs avocats affirmant que les
écoutes téléphoniques sont parfois
à la base d'éléments de preuve
fabriqués.Il est difficile de vérifier si
des informations ont été obtenues
ou non par la voie légale.
05.07 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb geen specifieke toelichting
betreffende dit probleem. Ik denk dat wij over dit probleem zullen
kunnen discussiëren tijdens het verslag over 2002.
05.08 Karel Pinxten (VLD): Vertrekkend van de zware uitspraken die
advocaten en mensenrechtenorganisaties doen, zou ik u willen vragen
of ik ervan mag uitgaan dat er speciale aandacht zal worden besteed
aan het aspect controle wanneer het jaarverslag wordt voorgesteld en
dat daarover een verklaring zal worden afgelegd in het Parlement? Het
lijkt mij belangrijk, mevrouw de minister, dat u zegt dat de centrale
aftapkamer operationeel is sinds medio mei en dat er meer dan 900
aftappingen zijn gebeurd. Het is dus een nieuw, zeer gesofisticeerd
systeem. Het lijkt mij goed dat het Parlement zich over de
controlemogelijkheden informeert omdat dit tot de taak van het
Parlement behoort.
05.09 Minister Laurette Onkelinx: Ik ben het met u eens maar...
05.09 Minister Laurette Onkelinx:
Comme je l'ai dit, je demanderai donc des informations, mais je n'ai
pas encore été saisie, de la part de l'ordre des avocats ou de ligues, de
Ik heb nog geen klachten gekregen.
Ik zal nadere inlichtingen inwinnen
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
réclamations concernant ces contrôles. Puisque vous m'y invitez, j'y
serai particulièrement attentive et nous en reparlerons à l'occasion du
rapport 2002.
en wij zullen hierop terugkomen in
het kader van het verslag 2002.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het intrafamiliaal geweld" (nr. 886)
06 Question de Mme Magda De Meyer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
06.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik weet
dat het dossier inzake intrafamiliaal geweld de minister ook na aan het
hart ligt.
Mevrouw de minister, belangrijk in verband met de problematiek van
intrafamiliaal geweld is dat op het ogenblik van een crisis de politie kan
interveniëren om de veiligheid en de rust van het slachtoffer te
garanderen. In Oostenrijk gebeurt dit door de politie de wettelijke
mogelijkheid te geven om de dader meteen uit huis te plaatsen en hem
of haar een tijdelijk contactverbod op te leggen.
In ons land werd een eerste en belangrijke stap gezet in die richting
door de wet van 28 januari 2003 tot toewijzing van de gezinswoning aan
de partner die het slachtoffer werd van geweld. In deze regeling dient
het slachtoffer eerst zelf een verzoek tot de rechtbank te richten, maar
hierbij bestond de vrees dat deze procedure, ondanks alle goede
bedoelingen, toch wel enkele dagen of weken zou kunnen aanslepen.
Daarom had ik graag vernomen of er momenteel al wat cijfermateriaal
ter beschikking is. Hoeveel slachtoffers maakten tot op heden gebruik
van de nieuwe wet? Hoe lang duurde de procedure gemiddeld alvorens
werd overgegaan tot uithuisplaatsing? Hoeveel effectieve toewijzingen
van de gezinswoning aan slachtoffers vonden er reeds plaats?
06.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): La violence intrafamiliale
reste un problème. La loi du 28
janvier 2003 représente un progrès
dans la mesure où le logement
familial est attribué au partenaire
victime d'actes de violence. La
victime doit néanmoins elle-même
déposer une requête auprès du
tribunal.
Combien de victimes ont-elles
recouru à la nouvelle procédure?
Combien de temps a-t-il fallu
attendre en moyenne pour qu'il soit
procédé à l'éloignement du
domicile? Combien de logements
familiaux ont-ils été effectivement
attribués aux victimes?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: De wet van 28 januari 2003 biedt
een aanvulling op de wet van 24 november 1997 inzake intrafamilaal
geweld. Als minister van gelijke kansen heb ik in het kader van het
nationaal actieplan inzake de strijd tegen geweld tegen vrouwen, in
2001 een studie toevertrouwd aan de KUL en de ULB. De opdracht
bestond erin na te gaan hoe de gerechtelijke overheden de
problematiek van het partnergeweld en het beleid dat aangenomen werd
op dit vlak door de onderzoeks-, vervolgings- en toepassingsinstanties,
aanpakken.
Om mij ervan te verzekeren dat die aanbevelingen ter harte worden
genomen, beoog ik op de agenda van het volgende College van
procureurs-generaal een voorstelling van die aanbevelingen te laten
inschrijven.
Een van de aanbevelingen bestaat erin in dit verband statistieken
inzake criminaliteit op te stellen met een specifieke notitie voor het
partnergeweld, aangezien er nu alleen verwezen wordt naar het begrip
slagen en verwondingen. Dat begrip omvat evenwel verschillende
situaties. Het is van belang om cijfergegevens inzake echtelijk geweld
te verzamelen. Tot nu toe zijn die cijfers evenwel niet beschikbaar. Ze
kunnen slechts rechtbank per rechtbank opgevraagd worden.
Momenteel verschaffen slechts de statistieken van de politie cijfers over
partnergeweld. De cijfers waarover ik vandaag beschik hebben evenwel
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La loi du 28 janvier 2003
complète la loi du 24 novembre
1997. En 2001, en ma qualité de
ministre ayant l'Egalité des
chances dans ses attributions, j'ai
confié une mission d'étude à la
KULeuven et à l'ULB dans le cadre
du plan d'action national de lutte
contre la violence à l'encontre des
femmes. Les recommandations de
cette étude figurent à l'ordre du jour
de la prochaine réunion du Collège
des procureurs généraux. L'une
d'elles préconise d'utiliser un
numéro de notice spécifique pour la
violence conjugale afin de pouvoir
établir des statistiques. A l'heure
actuelle, ces chiffres ne sont pas
disponibles et il faut s'adresser à
chaque tribunal séparément pour
les obtenir.
Il existe toutefois des statistiques
policières sur la violence conjugale
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
slechts betrekking op de toepassing van de wet van 1997 betreffende
de periode 1997-1999. Ze bieden met andere woorden geen antwoord
op uw vraag. Zoals gezegd, beoog ik verandering op dat vlak.
Om niettemin een idee te geven van het aantal gevallen waarop de wet
betrekking heeft, kan ik u de volgende cijfers meedelen.
In 1997 werden 53.730 gevallen van vrijwillige slagen en verwondingen in
familiale context geregistreerd. In 1998 waren dat 54.605 gevallen. In
1999 betrof het 54.314 gevallen. Telkens sloeg een klein derde van die
cijfers op geweld binnen het gezin.
Ruim tweederde betrof geweld buiten het gezin. Deze en andere cijfers
in dit verband zijn opgenomen in de studie van de KUL en de ULB.
De procedure van uithuisplaatsing hoeft van nature niet veel tijd in
beslag te nemen. Bij de rechter in eerste aanleg kan in kort geding om
dringende, voorlopige maatregelen worden verzocht. Ook als een
strafrechtelijke procedure aanhangig is, hoeft de uithuisplaatsing niet
lang op zich te laten wachten. De algemene regel "le pénal tient le civil"
is in casu niet van toepassing.
Wat de derde vraag betreft, zijn vooralsnog geen statistieken
beschikbaar. Cijfers kunnen slechts rechtbank per rechtbank verkregen
worden. Ik herhaal dat ik hierin verandering beoog te brengen.
dans le cadre de l'application de la
loi de 1997. Au cours de la période
1997-1999, l'on a dénombré
respectivement 53.730, 54.605 et
54.314 cas de coups et blessures
volontaires dans un contexte
familial. Un tiers de ces cas se
sont produits au sein de la cellule
familiale et deux tiers en dehors de
celle-ci.
La procédure d'éloignement du
domicile familial n'est pas
nécessairement
longue. Des
mesures urgentes et provisoires
peuvent être demandées en référé.
Même lorsqu'une procédure pénale
est en cours, il peut être procédé à
l'éloignement car la règle "le pénal
tient le civil" n'est pas d'application.
Nous ne disposons pas encore de
statistiques sur le nombre
d'éloignements du domicile familial,
mais j'entends bien remédier à
cette situation.
06.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor haar antwoord. Het is uiteraard jammer dat wij niet over
concrete cijfers beschikken. Ik noteer dat op het volgende College van
procureurs-generaal zal worden gevraagd naar meer gevarieerde
statistieken, waardoor een registratie van het fenomeen mogelijk zal
worden. Ik hoop dat dit snel kan gebeuren, zodat wij in staat zijn om
volgend jaar een effectieve meting te kunnen maken van de huidige wet.
Op dit moment is dat niet mogelijk door het gebrek aan cijfermateriaal.
Mevrouw de minister, ik had nog een vraagje. U zegt dat de gegevens
rechtbank per rechtbank kunnen worden opgevraagd. Wat betekent dat
dan? Wie kan ze opvragen? Op welke manier kan dat gebeuren?
06.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Je regrette vivement
qu'aucun chiffre ne soit encore
disponible. La ministre doit inviter le
collège des procureurs généraux à
réunir les conditions pour que de
meilleures statistiques soient
disponibles, afin de pouvoir
procéder à des mesures correctes
dès l'année prochaine. La ministre
pourrait-elle demander les données
souhaitées à deux tribunaux, en
guise d'échantillon?
06.04 Minister Laurette Onkelinx: De minister van Justitie kan dat
opvragen.
06.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): U kunt dit niet bij wijze van
steekproef bij een aantal rechtbanken gegevens opvragen om te weten
in welke richting wij evolueren? Het zou interessant zijn om bij twee
rechtbanken, een in Vlaanderen en een in Wallonië, navraag te doen
om het effectieve bereik van de wet na te gaan.
06.06 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb hier een belangrijke tabel
die voor de jaren 1997 tot 1999 de evolutie van intrafamiliaal geweld
tussen vader en moeder, tegen ascendenten, door ouders tegen
onbekwamen, met algemene familiale moeilijkheden enzovoort
weergeeft. Ik zal de tabel aan de voorzitter geven.
06.06
Laurette Onkelinx,
ministre: Je vais vous communiquer
un tableau contenant une
ventilation plus précise des
données sur la violence
intrafamiliale.
06.07 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, wanneer is het volgende overleg met de procureurs-
generaal gepland?
06.07 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Quand la prochaine
concertation avec le collège aura-t-
elle lieu?
08/12/2003
CRIV 51
COM 090
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
06.08 Minister Laurette Onkelinx: Op 18 december.
06.08
Laurette Onkelinx,
ministre: Le 18 décembre.
06.09 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, ik heb nog een vraag nr. 671 van de heer Stef Goris over het personeelstekort in het
Justitiehuis van Leuven. Het probleem is evenwel dat de heer Goris op dit ogenblik de commissie voor de
Financiën moet voorzitten, die hierboven vergadert. We hebben al getelefoneerd, maar het is blijkbaar niet
mogelijk om zijn stoel daar te verlaten. Ik stel voor dat we deze vraag uitstellen, alsook vraag nr. 875 van de
heer Servais Verherstraeten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.09 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.09 heures.