CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 083
CRIV 51 COM 083
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
03-12-2003
03-12-2003
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 083
03/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de Mme Nahima Lanjri au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le Maribel social" (n° 90)
1
Interpellatie van mevrouw Nahima Lanjri tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de sociale Maribel" (nr. 90)
1
Orateurs: Nahima Lanjri, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nahima Lanjri, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Carl Devlies au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
transferts en matière de sécurité sociale"
(n° 765)
3
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
transfers in de sociale zekerheid" (nr. 765)
3
Orateurs: Carl Devlies, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Carl Devlies, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
revenus perçus par les travailleurs en incapacité
primaire de travail" (n° 776)
5
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het inkomen bij primaire
arbeidsongeschiktheid" (nr. 776)
5
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Carl Devlies
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Carl Devlies
CRIV 51
COM 083
03/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
3
DECEMBRE
2003
Matin
______
van
WOENSDAG
3
DECEMBER
2003
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.25 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.25 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Interpellatie van mevrouw Nahima Lanjri tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de sociale Maribel" (nr. 90)
01 Interpellation de Mme Nahima Lanjri au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, op de
werkgelegenheidsconferentie is afgesproken dat de regering via de
sociale Maribel een lastenverlaging zou doorvoeren van 77,5 miljoen
euro voor 2004 en nog eens 40 miljoen extra in 2005. Wij vinden dat
positief. Zoals gisteren ook al door mijn collega en mezelf beklemtoond
is, vinden wij de sociale Maribel een maatregel die nodig is en die
toelaat heel wat werkgelegenheid te creëren in een sector die echt
nood heeft aan bijkomende mensen en middelen. Die sector is ook dé
sector van de toekomst, omdat de vraag naar personeel daar altijd maar
toeneemt. Wij zullen in de toekomst dus vaker die lijn moeten volgen.
Daarom hebben we voorgesteld - het is niet helemaal uw bevoegdheid,
maar het houdt er verband mee - in een extra maatregel voor die sector
te voorzien, in die zin dat wij van CD&V in elk geval de lastenverlaging
voor de ploegenarbeid en de onregelmatige prestaties van toepassing
willen zien.
Ik kom terug op de sociale Maribel. Een gedeelte van de lastenverlaging
is voorbehouden aan logistieke assistenten in de ziekenhuissector en
de psychiatrische sector. Voor die twee sectoren heeft men gezegd dat
er in logistieke assistenten moet worden voorzien, althans toch via een
gedeelte van de lastenverlaging. Ook nu is er gezegd dat de mensen
die op die manier aangeworven zijn, behouden moeten worden. Nu,
vanuit de ziekenhuissector ik heb de kans gekregen om effectief in
een ziekenhuis stage te doen en op die manier de sector wat beter te
leren kennen bereikt ons de vraag: wij vinden dat een goede
maatregel, maar waarom die beperkingen.
Nu bepaalt de wetgever de functie van logistiek assistent. Het zou
echter aan de ziekenhuissector moeten worden overgelaten waarvoor zij
dat bijkomende personeel het is hoe dan ook een
tewerkstellingsmaatregel inzetten. In heel wat ziekenhuizen is er
vandaag veeleer vraag naar bijkomend verplegend personeel of
verzorgenden en niet zozeer naar bijkomende logistieke assistenten.
Deze laatsten kunnen de taak van een verpleegkundige weliswaar voor
een stuk overnemen, maar het probleem dat mij wordt gesignaleerd is
dat dit op de werkvloer voor problemen zorgt. De verpleegkundigen zijn
met steeds minder waardoor zij hun basiswerk niet aankunnen. Zij
moeten voor van alles en nog wat instaan en daar bovenop komt wel
personeel maar dan om de zogenaamde "luxeproblemen" op te lossen.
Ik zeg niet dat men dat extra personeel niet kan gebruiken. Sommige
01.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Lors de la conférence sur l'emploi,
il a été convenu que le
gouvernement procéderait à une
réduction des charges de type
Maribel social à concurrence de
77,5 millions d'euros à partir de la
moitié de l'année 2004, auxquels
viendraient s'ajouter 40 millions dès
2005. Le CD&V salue cette
mesure. Le Maribel social permet
de créer des emplois et de mettre
au travail davantage de personnes
dans le secteur des soins de
santé.
Une partie de l'enveloppe est
cependant réservée à la rétribution
des assistants logistiques.
L'ancienneté constitue également
une condition restrictive. Les
hôpitaux et les établissements
psychiatriques préféreraient
toutefois décider librement des
catégories professionnelles entrant
en ligne de compte. Ils ont
davantage besoin de personnel
infirmier et soignant que de renforts
logistiques.
J'adhère à l'observation selon
laquelle les employeurs ne peuvent
faire appel au Maribel social que
pour créer des emplois
supplémentaires destinés à un
nombre limité de travailleurs.
Le ministre ne peut-il pas laisser la
plus grande liberté possible aux
employeurs?
03/12/2003
CRIV 51
COM 083
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
ziekenhuizen hebben dat personeel echt hard nodig. U zou de
ziekenhuizen echter de vrijheid moeten laten om zelf te bepalen hoeveel
logistieke assistenten en hoeveel verpleegkundigen er nodig zijn. Op
die manier kan het dan ook de bedoeling zijn van de regering om te
zorgen voor bijkomende werkgelegenheid. CD&V is van mening dat
men die garantie wel kan vragen want het moet in elk geval dienen voor
bijkomende tewerkstelling maar men moet niet tot in de details gaan
bepalen over welk type job het moet gaan, wat nu wel het geval is.
Een ander probleem dat mij werd gesignaleerd, is dat in bepaalde
functies de anciënniteit beperkt bleef. Ik vraag mij af of de minister dit
probleem kan verhelpen.
Ik heb ondertussen wel gehoord dat het een zaak is die in sectorale
akkoorden wordt afgesproken, maar ik vraag mij af of vanuit uw
departement iets kan worden gedaan om die beperkingen niet aan de
sector zelf op te leggen.
Ik zal eerst het antwoord van de minister afwachten.
01.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de regering heeft
nooit de bedoeling gehad om een bepaalde aanwending inzake het aan
te werven personeel in het kader van de verhoging van de
bijdragevermindering sociale Maribel op te leggen.
De verplichte aanwending van de bijdragevermindering ten gunste van
aanwervingen van logistieke assistenten werd enkel en alleen beslist
door een van mijn voorgangers bij de invoering van het systeem. In het
kader van de andere verhogingen van de bijdragevermindering sociale
Maribel werd altijd de grootste vrijheid aan de sociale partners gelaten
om eventueel een of andere beroepskwalificatie te bevorderen.
De enige beperkingen die gelden inzake de aanwending van de sociale
Maribel zijn de volgende. Ten eerste, het moet gaan om de aanwerving
van bijkomend personeel. Ten tweede, de middelen moeten in de
federale sectoren worden besteed om een verlaging van de werklast en
een verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening te
bewerkstelligen.
Rekening houdend met de veelvuldigheid van de situaties en het brede
toepassingsgebied van de maatregel is het onmogelijk een verplichte
aanwending inzake beroepskwalificatie op te leggen. De sociale
partners op het niveau van de sectoren en de instellingen zijn beter
geplaatst om de beroepskwalificaties te bepalen die eventueel moeten
worden bevorderd bij de creatie van bijkomende jobs.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
Le gouvernement n'a jamais eu
l'intention d'imposer des conditions
dans le cadre de la réduction de
charges du maribel social. Un de
mes prédécesseurs a imposé la
disposition relative aux assistants
logistiques. Dans le cadre d'autres
réductions de charges du maribel
social, les partenaires sociaux ont
toujours disposé de la plus grande
liberté.
Deux restrictions seulement sont
applicables: il doit s'agir du
recrutement de personnel
supplémentaire et, dans le secteur
fédéral, les moyens doivent servir à
réduire la charge de travail et à
améliorer la qualité du service. Pour
le surplus, je ne souhaite pas
imposer de qualifications
professionnelles. Les secteurs
sociaux sont les mieux placés pour
juger eux-mêmes de cet aspect.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, u stelt blijkbaar
dat de grootst mogelijke vrijheid wordt gegeven. In de reglementering
die ik lees, staat echter dat een bepaald gedeelte van de
lastenverlaging, namelijk 80,57 euro van de ruim 240 euro per kwartaal,
moet worden behouden voor de logistieke assistenten. Vergis ik mij
daarin of niet? Is dat nu opgeheven? In dat geval ben ik blij met uw
antwoord. De ziekenhuizen kunnen dan deels zelf bepalen in welke
richting de invulling gaat.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V) : Je
lis pourtant dans la réglementation
que 80,57 des 241,70 euros de
réduction trimestrielle sont destinés
aux assistants logistiques. Cette
disposition ne s'appliquerait-elle
plus? Si ce devait être le cas, la
réponse du ministre me satisferait.
De voorzitter: Normaal heeft het lid het laatste woord. Ik wil er alleen op wijzen dat dat de regels van het spel
zijn. Indien de minister het wenst, zal ik hem nog even het woord geven.
01.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal kort
reageren. Ik heb eerst enkele technische inlichtingen nodig. Ik vraag
hiervoor 30 seconden.
CRIV 51
COM 083
03/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
De voorzitter: U krijgt ze.
01.05 Minister Rudy Demotte: Maribel 1 is voorbehouden aan
logistieke assistenten. Voor de andere verhoging is bepaald dat de
sectoren over de grootst mogelijke vrijheid beschikken.
01.05 Rudy Demotte, ministre: Le
Maribel I est réservé aux assistants
logistiques. Pour les autres
augmentations, les secteurs
disposent de la plus grande liberté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
transfers in de sociale zekerheid" (nr. 765)
02 Question de M. Carl Devlies au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
transferts en matière de sécurité sociale" (n° 765)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, volgens een
recente publicatie van de KBC-studiedienst stroomde in 2002 via de
sociale zekerheid 2,91 miljard euro van Vlaanderen naar de andere
gewesten, waarvan 1,52 miljard euro naar Wallonië en 1,39 miljard euro
naar Brussel. Dat is meteen goed voor circa 54% van het totaal aan
transfers dat jaarlijks vanuit Vlaanderen naar Wallonië en Brussel vloeit.
Na een stabilisering van de groei van de transfers tijdens de laatste
jaren van de jaren negentig, valt er sinds 2000 opnieuw een sterke
stijging te noteren. Het Vlaamse aandeel in de financiering van de
sociale zekerheid nam de voorbije jaren verder toe tot 64%.
Daartegenover staat weliswaar ook een groeiend aandeel in de
uitkeringen, waardoor er aan de uitgavenzijde sprake is van een
Vlaamse inhaalbeweging. Dat blijft echter met 97,9% in 2002 nog ruim
beneden het Vlaamse aandeel in de bijdragen. De jongste
verschuivingen in de regionale verdeling van de sociale
zekerheidsuitkeringen zijn in belangrijke mate toe te schrijven aan de
demografische evolutie en de arbeidsmarktontwikkelingen. Inzake de
demografische evolutie zorgt de relatief snellere veroudering van de
Vlaamse bevolking in vergelijking met de rest van het land voor een
groeiend aandeel van Vlaanderen in de pensioenuitgaven en uitgaven
voor ziekte en invaliditeit, terwijl het aandeel in de kinderbijslagen
terugloopt.
De uiteenlopende arbeidsmarktsituatie in de Gewesten vertaalt zich in
de regionale verdeling van de uitgaven voor werkloosheid, brugpensioen
en loopbaanonderbreking-tijdskrediet. Het aandeel van Vlaanderen in de
categorieën brugpensioen en loopbaanonderbreking klom weliswaar van
64% en 64,6% in 1995 tot 66,5% en 71,4% in 2002. De ontwikkeling
van de werkloosheidscijfers woog echter zwaarder door, zodat het
Vlaamse aandeel in de arbeidsmarktuitgaven voortdurend afnam tussen
1995 en 2001, gevolgd door een kleine kentering in 2002.
Het aandeel van het Vlaamse Gewest in de totale uitgaven voor
werkloosheid, brugpensioen en loopbaanonderbreking-tijdskrediet
bedroeg 50,6% in 2002. Dat is nog altijd flink minder dan het Vlaamse
bevolkingsaandeel, dat 57,9% beloopt.
Graag had ik van de minister een antwoord gekregen op de volgende
vragen.
Is de analyse en zijn de cijfers die ik geef, juist?
Indien die cijfers niet juist zijn, zal de federale overheid dan een
02.01 Carl Devlies (CD&V): Il
ressort d'une étude réalisée par la
KBC qu'il a été constaté en 2002
un flux de 2,91 milliards d'euros de
la Flandre vers les autres Régions
par le biais de la sécurité sociale.
Ce montant représente 54 pour
cent de la totalité des transferts.
Depuis 2000, on observe à nouveau
une forte hausse. La part flamande
du financement de la sécurité
sociale s'élève à présent à 64 pour
cent. Toutefois, la Flandre ne
bénéficie que de 57,9 pour cent des
allocations.
Le vieillissement relativement plus
rapide de la population flamande
entraîne des dépenses plus élevées
en matière de pensions, de maladie
et d'invalidité. En revanche, la part
des allocations familiales est moins
élevée.
La part de la Flandre dans le
domaine des prépensions et des
interruptions de carrière augmente.
Cependant, le taux de chômage
pèse d'un plus grand poids et la
part dans le taux d'emploi a
diminué. Un léger changement n'a
pu être observé qu'en 2002. La part
de la Flandre représentait, cette
année-là, 50,6 pour cent, beaucoup
moins donc que l'importance
relative de la population flamande.
Ces chiffres sont-ils exacts? Dans
la négative, les autorités se
pencheront-elles dès lors elles-
mêmes sur les transferts?
03/12/2003
CRIV 51
COM 083
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
objectieve studie naar de transfers laten uitvoeren?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, ik kan in antwoord op uw vraag het volgende meedelen.
Ten eerste, de evoluties die vermeld worden in de KBC-studie lijken niet
strijdig te zijn met andere bestaande studies die betrekking hebben op
dezelfde problematiek.
Ten tweede, het geraamde aandeel van Vlaanderen in de financiering
van de sociale zekerheid komt min of meer overeen met het aandeel
van Vlaanderen in het bruto nationaal product.
Ten derde, zoals u vermeldde in uw mondelinge vraag verhoogt het
aandeel van Vlaanderen in de uitgaven van de sociale zekerheid,
aangezien de behoeften van de bevolking inzake sociale bescherming
verhogen.
Ten vierde, indien sommigen er nog aan zouden twijfelen, deze situatie
bevestigt dat de sociale zekerheid sinds haar oorsprong een
solidariteitsmechanisme is tussen rijken en armen, zieken en
gezonden, jongeren en ouderen, gezinnen en personen zonder
kinderen, actieven en niet-actieven. Dit is zo ongeacht hun woonplaats
of hun sociale categorie.
Ten vijfde, uit al die elementen leid ik af dat het geen zin heeft
overheidsgeld te verspillen om een nieuwe studie uit te voeren of te
laten uitvoeren die alleen zal bevestigen dat ons sociale
zekerheidsstelsel goed functioneert en veel gezinnen van ons land
tegen armoede beschermt, ongeacht de gemeenschap waartoe zij
behoren.
02.02 Rudy Demotte, ministre:
Les chiffres de la KBC ne semblent
pas être en contradiction avec
d'autres études similaires.
L'augmentation de la part de la
Flandre dans les dépenses de
sécurité sociale reflète le besoin
accru de protection sociale parmi la
population flamande. La
contribution estimative au
financement correspond plus ou
moins à la part de la Flandre dans
le PNB.
Les chiffres confirment que la
sécurité sociale constitue un
mécanisme de solidarité entre les
riches et les pauvres, les actifs et
les inactifs, les jeunes et les
personnes âgées, quel que soit le
lieu de résidence ou la catégorie
sociale.
Il serait vain de gaspiller des
deniers publics pour faire procéder
à une nouvelle étude qui ne fera
que confirmer le bon
fonctionnement de notre système
de sécurité sociale.
02.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik mag
concluderen dat de cijfers van deze studie juist zijn bevonden. U legt
het verband met het bruto nationaal product. Dat is evident, het ligt ook
in het verlengde van deze studie en het ligt trouwens aan de basis van
de problematiek van de transfers tussen de Gewesten. Het is ook een
versterking van het resultaat van deze studie. U hebt ook de algemene
doelstellingen van de sociale zekerheid geformuleerd. Uiteraard kunnen
wij achter deze algemene doelstellingen van de sociale zekerheid
staan.
Wij stellen echter vast dat er toch wel een bijzonder belangrijke transfer
is tussen regio's. De cijfers werden hier vermeld. Die transfers moeten
doorzichtig en verklaarbaar zijn. Dat is niet altijd het geval. Een en
ander heeft te maken met het beleid dat in de verschillende regio's
wordt gevoerd. Uiteindelijk zou men er moeten toe komen dat het beleid
in de verschillende regio's hetzelfde is en dat deze transfers worden
afgebouwd, tenzij men objectieve oorzaken kan aanduiden waarom die
transfers dienen voort te bestaan. In die richting hebt u geen
antwoorden gegeven, maar ik geef toe dat mijn vraag vandaag alleen
betrekking had op de statistische gegevens. Ik zal later verder gaan
over dit onderwerp, maar om hieruit meer conclusies te kunnen trekken
is het natuurlijk belangrijk om te weten of men vertrekt van de juiste
gegevens.
Ik heb ook vernomen dat u het niet opportuun acht om een nieuwe
studie te doen, omdat u ervan overtuigd bent dat nieuwe studies geen
nieuwe elementen kunnen bijbrengen. Ik denk dat wij het recht hebben
om op basis van de KBC-studie voort te werken, u op basis van de
02.03 Carl Devlies (CD&V): Si j'ai
bien compris, le ministre considère
les chiffres comme exacts. Il est
logique qu'il établisse un lien avec
le PNB. Ce lien est à la base du
problème des transferts et conforte
les résultats de cette étude.
Tout comme le ministre, nous
souscrivons aux objectifs généraux
de la sécurité sociale.
Mais d'importants transferts entre
les régions persistent. Ces
transferts ne sont pas toujours
transparents ni explicables dans la
mesure où la politique diffère selon
les régions.
Il faut mettre progressivement un
terme à ces transferts à moins
qu'ils se justifient pour des raisons
objectives. Aujourd'hui, je
souhaitais seulement vérifier
l'exactitude des chiffres mais je
reviendrai ultérieurement sur cette
question.
CRIV 51
COM 083
03/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
resultaten van de studie bijkomende vragen te stellen bij andere
aangelegenheden en eventueel een aantal voorstellen te formuleren,
waarmee ik later naar voren zal komen.
Le ministre estime qu'une nouvelle
étude n'apporterait aucune donnée
complémentaire. Nous nous
baserons donc sur l'étude de la
KBC pour les propositions futures.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het inkomen bij primaire arbeidsongeschiktheid" (nr. 776)
03 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les revenus perçus par les travailleurs en incapacité primaire de travail" (n° 776)
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de regering besliste om een bedrijfsvoorheffing van 11.08% in
te houden op de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid voor
wie vanaf 1 januari 2004 arbeidsongeschikt is. Het gaat hier dus om
een nieuwe beslissing om ook die uitkeringen aan bedrijfsvoorheffing
onderhevig te maken.
Mijnheer de minister, ik moet eerlijk zeggen dat ik niet kan geloven dat
dit, zoals sommige regeringswoordvoerders in de loop van de voorbije
weken lieten weten, zou ingegeven zijn door de bekommernis van de
regering om de burger te vrijwaren van onaangename verrassingen op
het ogenblik dat zij de eindafrekening voor de belastingen krijgen. Een
dergelijke bekommernis voor de burger ontroert mij, maar we hebben
hier wel te maken met een heel specifieke situatie. Van
arbeidsongeschikte personen die alleenstaand of gezinshoofd zijn en
die moeten leven van een heel laag loon dat ingeval van ziekte
vervangen wordt door een uitkering primaire arbeidsongeschiktheid, of
die soms bijna een heel jaar van die uitkering moeten leven, is het
inkomen zodanig laag dat zij gewoonlijk geen belastingen meer
verschuldigd zijn bij de eindafrekening.
Een aantal categorieën van mensen hebben door hun
gezondheidsproblemen heel wat bijkomende uitgaven. Wanneer zij te
veel hebben betaald of wanneer er te veel bedrijfsvoorheffing werd
ingehouden, krijgen zij hun geld pas twee jaar later terug. Die mensen,
wiens inkomen meestal niet riant is, zorgen eigenlijk twee jaar mee
voor het rollend kapitaal van de Staatskas. Het kan niet de bedoeling
zijn dat men zich voorziet van financiële middelen door in het kader van
de begroting die categorieën te laten betalen.
Het gaat hier niet om peanuts. De regering schrijft immers
78 miljoen euro in op haar begroting, die zij sneller zal ontvangen in de
Staatskas wat haar zeer goed uitkomt om de begroting 2004 in
evenwicht te houden.
Op zich heb ik er niet veel moeite mee dat men een bedrijfsvoorheffing
inhoudt op bepaalde vervangingsuitkeringen. Men moet echter zijn
instrumenten fijn genoeg afstellen.
Het moet in dit tijdperk van informatisering van de meeste gegevens
over onze burgers perfect mogelijk zijn om te bepalen dat voor bepaalde
categorieën, voor wie het bijna vaststaat dat de grootste groep ervan
geen bijkomende belastingen moet betalen bij de eindafrekening, de
bedrijfsvoorheffing niet wordt ingehouden, zodat die mensen hun volle
inkomen kunnen behouden en geen twee jaar nadien een correctie van
de fiscus moeten krijgen.
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Le
gouvernement a décidé de prélever
un précompte professionnel de
11,08 pour cent sur les indemnités
d'incapacité de travail primaire à
partir du 1
er
janvier 2004. A mon
sens, ce n'est pas pour éviter des
surprises désagréables au citoyen
lorsqu'il recevra sa feuille d'impôts
que le gouvernement a pris cette
mesure mais bien pour influer
positivement sur le budget de 2004.
Je ne suis en principe pas opposée
au prélèvement d'un précompte
professionnel sur les indemnités
d'incapacité primaire mais le
système doit être affiné pour
permettre des exceptions en faveur
de certaines catégories de
personnes. Ainsi, il ne serait pas
honnête que des personnes en
incapacité de travail qui n'ont pas
dû payer d'impôts au cours des
dernières années et dont la
situation familiale est restée
inchangée doivent acquitter ce
prélèvement et attendre ensuite
deux ans pour récupérer les indus.
Le gouvernement annulera-t-il l'effet
négatif de sa décision pour les
personnes en incapacité de travail
dont l'indemnité perçue à ce titre
constitue la seule ressource?
03/12/2003
CRIV 51
COM 083
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Mijn vraag is niet direct of u zult terugkomen op die beslissing; zo naïef
ben ik ook niet. Hebt u instrumenten er zijn er voorhanden als men
dat wil om ervoor te zorgen dat bepaalde categorieën niet
onderworpen worden aan de 11,08%-bedrijfsvoorheffing?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik kan mevrouw
D'hondt en de andere commissieleden geruststellen. Ik heb namelijk bij
de uitwerking van de uitvoeringsmodaliteiten van de bedrijfsvoorheffing
op uitkeringen van primaire arbeidsongeschiktheid en andere
uitkeringen die worden uitbetaald in het kader van de ziekteverzekering,
aandacht besteed aan de toegankelijkheid tot de gezondheidszorgen.
De bedrijfsvoorheffing kan als een sociale maatregel worden beschouwd
in de mate dat daardoor onaangename verrassingen vermeden of
beperkt worden. Dankzij de bedrijfsvoorheffing wordt de bijbetaling van
belastingen vermeden of minstens verminderd.
De vier voornaamste uitvoeringsmodaliteiten zijn de volgende. Ten
eerste, de bedrijfsvoorheffing is toepasselijk in alle sectoren en niet
enkel in het kader van het algemeen stelsel van de werknemers maar
ook in dat van de zeelieden en de zelfstandigen. De bedrijfsvoorheffing
wordt ook ingevoerd voor het stelsel van de ambtenaren in
disponibiliteit.
Ten tweede, de bedrijfsvoorheffing is niet enkel toepasselijk op de
uitkeringen van primaire arbeidsongeschiktheid, maar ook op de
uitkeringen toegekend in het kader van moederschapsverlof,
vaderschapsverlof, adoptieverlof, borstvoedingsverlof, profilactisch verlof
enzovoort.
Ten derde, de bedrijfsvoorheffing mag niet tot gevolg hebben dat de
netto-uitkering lager ligt dan het minimum dat toepasselijk is voor de
niet-regelmatige werknemer overeenkomstig de familiale toestand van
betrokkene.
Concreet mag de bedrijfsvoorheffing niet leiden tot een uitkering die
lager is dan 23,05 euro per dag voor een titularis zonder personen ten
laste en 30,74 euro per dag voor een titularis met personen ten laste.
Ten vierde, indien een werkloze ziek wordt, geldt gedurende de eerste
zes maanden van de periode van arbeidsongeschiktheid de volgende
regeling. De bedrijfsvoorheffing geldt enkel ten aanzien van de werkloze
wiens werkloosheidsuitkeringen onderworpen waren aan
bedrijfsvoorheffing, dus de samenwonenden in de
werkloosheidsreglementering. Het percentage bedrijfsvoorheffing is
gedurende diezelfde periode gelijk aan het percentage toepasselijk op
werkloosheidsuitkeringen, dat wil zeggen 10,09% vanaf 1 januari 2004.
De specifieke regeling toepasselijk op de werklozen, spruit voort uit de
zogenaamde aligneringsreglementering. Volgens deze regeling is
gedurende de eerste zes maanden van arbeidsongeschiktheid het
bedrag van de ziekte-uitkering gelijk aan het bedrag van de
werkloosheidsuitkering. De uitvoeringsmodaliteiten werden in
samenwerking met het RIZIV uitgewerkt.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Dans le cadre de la définition des
modalités d'exécution relatives à ce
précompte professionnel, il a été
tenu compte de l'accessibilité aux
soins de santé. Le précompte
professionnel constitue une mesure
sociale : il s'agit d'éviter ou de
réduire le paiement d'impôts
supplémentaires.
Il existe quatre modalités
d'exécution importantes.
Premièrement, le précompte
professionnel s'applique à tous les
secteurs. Deuxièmement, le
précompte professionnel ne
s'applique pas uniquement aux
indemnités d'incapacité de travail
primaire mais également aux
allocations liées aux congés de
maternité, de paternité, d'adoption
et d'allaitement et au congé
prophylactique. Troisièmement, le
prélèvement du précompte
professionnel ne peut avoir pour
conséquence que l'allocation nette
soit inférieure à 23,05 euros par
jour pour un bénéficiaire sans
personnes à charge et à 30,74
euros par jour pour un bénéficiaire
ayant des personnes à charge.
Enfin, un chômeur tombé malade
paiera, au cours des six premiers
mois de la période d'incapacité de
travail, un précompte professionnel
de 10,09 euros seulement sur les
allocations de chômage sur
lesquelles un précompte
professionnel a déjà été prélevé.
Nous avons élaboré ces modalités
d'exécution en collaboration avec
l'INAMI.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, uw uitleg is
boeiend voor degenen aan wie het nog aan informatie ontbrak over de
gevolgen van de maatregelen.
Zoals ik reeds zei ben ik in principe geen tegenstander van het
afhouden van bedrijfsvoorheffing op allerlei vormen van
vervangingsuitkeringen. De realiteit is dat mensen, ten onrechte want zij
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Le
ministre vient de nous réexpliquer
la teneur exacte de la nouvelle
réglementation. Mais quel sort
réservera-t-il aux personnes dont on
sait déjà qu'elles ne devront pas
payer d'impôts et qui vont pourtant
CRIV 51
COM 083
03/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
wisten het of hadden het moeten weten, verrast zijn wanneer zij hun
eindafrekening van de fiscus krijgen en moeten bijbetalen. Op hun
vervangingsinkomen, gevoegd bij een ander inkomen uit arbeid of uit
een andere bron, werd immers geen bedrijfsvoorheffing betaald. Zij
moeten, zeker met de cumul, op dat volledige inkomen dan nog
belastingen betalen.
Ieder van ons werd in de dagelijkse realiteit wel al eens geconfronteerd
met zulke onaangename verrassingen. Het is altijd erg moeilijk om aan
mensen met een vrij beperkt inkomen uit te leggen dat zij nog eens zo
een niet onbelangrijke som moeten betalen.
Waarom vragen we de personen die het voorgaande jaar geen belasting
hebben betaald en wier gezinssituatie niet is veranderd er zijn geen
gezinsleden bijgekomen en geen gezinsleden weggevallen, gezinsleden
hebben geen bijkomend inkomen verworven en dergelijke om
bedrijfsvoorheffing te betalen, die zij dan twee jaar later terugkrijgen?
Dat komt erop neer dat zij met hun beperkt inkomen de staat
prefinancieren. Dat lijkt mij dus eigenlijk een beetje van het goede te
veel.
Wij kennen de mensen die geen belastingen hoeven te betalen. Uit de
gegevens van de kruispuntbank voor Sociale Zekerheid weten we, zeker
wat de werknemers betreft, of de gezinssituatie wijzigingen ondergaan
heeft in de voorbije maanden. Wanneer er dus het voorgaande jaar geen
belastingen betaald werden en wanneer er niets gewijzigd is aan de
gezinssituatie of de inkomenssituatie een zieke is een zieke
gebleven, en een werkloze werkloos , waarom zouden wij aan die
mensen dan vragen om voorheffing te betalen?
être confrontées à ce nouveau
précompte professionnel?
Nous savons qui sont ces
personnes et, sur la base des
données de la Banque-carrefour de
la Sécurité sociale, nous pouvons
vérifier si leur situation familiale
s'est modifiée au fil du temps.
De voorzitter: We hebben het hoofdstuk vragen en interpellaties afgewerkt.
03.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de vraag van
mevrouw D'hondt is nog niet beantwoord door de minister. Ze heeft toch
nog een repliek gegeven.
03.05 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen
maar repliceren als het nodig is. We konden de situatie van de zieken
natuurlijk niet op voorhand voorzien. Dat is onze moeilijkheid. U hebt
gelijk als u zegt dat ons stelsel niet ideaal is. We kunnen echter niets
anders doen.
03.05 Rudy Demotte, ministre:
Le système est bon mais il n'est
pas parfait. Je crains qu'il soit
difficile de tenir compte de chaque
aspect.
03.06 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat we
daaraan wel iets kunnen doen.
03.06 Greta D'hondt (CD&V): Je
suis quant à moi persuadée du
contraire.
De voorzitter: We zullen daarop nog terugkomen. Naar aanleiding van de bemerking van collega Devlies, wil
ik er nog maar eens op wijzen dat de spelregels zijn: eerst de vraag, dan het antwoord en ten slotte de
repliek. Ik zorg wel voor enige souplesse en vrijheid. We moeten echter vermijden dat we in een procedure
vervallen die we niet meer in de hand hebben, noch naar spreektijd, noch naar vorm.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 10.59 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 10.59 heures.