CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 080
CRIV 51 COM 080
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mardi
dinsdag
02-12-2003
02-12-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Daan Schalck au ministre de la Mobilité et de
l'Economie sociale sur "la libéralisation du
transport ferroviaire de personnes" (n° 643)
1
- de heer Daan Schalck aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
liberalisering van het personenvervoer per spoor"
(nr. 643)
1
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "la libéralisation du
transport ferroviaire" (n° 608)
1
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
liberalisering van het spoorvervoer" (nr. 608)
1
- Mme Colette Burgeon au ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale sur "la libéralisation du
rail" (n° 701)
1
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
liberalisering van het spoor" (nr. 701)
1
Orateurs: Daan Schalck, Guido De Padt,
Colette Burgeon, Bert Anciaux
, ministre de
la Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Daan Schalck, Guido De Padt,
Colette Burgeon, Bert Anciaux
, minister van
Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Daan Schalck au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sur "la généralisation de
l'autorisation pour les cyclistes d'emprunter les
rues à sens unique à contresens" (n° 679)
5
Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
veralgemening om fietsers in éénrichtingsstraten
te laten rijden" (nr. 679)
5
Orateurs: Daan Schalck, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Daan Schalck, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'Adaptation
intelligente de la vitesse (ISA)" (n° 734)
8
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de Intelligente Snelheid Aanpassing (ISA)"
(nr. 734)
8
Orateurs: Guido De Padt, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Guido De Padt, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
réglementation relative aux remorques de vélo
pour les enfants handicapés" (n° 743)
11
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de reglementering inzake de fietskarren voor
gehandicapte kinderen" (nr. 743)
11
- Mme Greet van Gool au ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale sur "les tricycles pour
handicapés" (n° 827)
11
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
rolstoelfietsen" (nr. 827)
11
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Greet
van Gool, Bert Anciaux
, ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Greet
van Gool, Bert Anciaux
, minister van
Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'indicateur
de vitesse placé à l'arrière des véhicules" (n° 768)
13
Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de Kilometer AanduidingsDisplay" (nr. 768)
13
Orateurs: Guido De Padt, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale
Sprekers: Guido De Padt, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Mobilité et de l'Economie sociale sur "l'astreinte
imposée dans le cadre des nuisances sonores
causées par les avions à Zaventem" (n° 842)
14
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Mobiliteit en Sociale Economie over
"de opgelegde dwangsom in het dossier van het
vliegtuiglawaai van Zaventem" (nr. 842)
14
Orateurs: Bart Laeremans, Bert Anciaux,
ministre de la Mobilité et de l'Economie
sociale, Jos Ansoms
Sprekers: Bart Laeremans, Bert Anciaux,
minister van Mobiliteit en Sociale Economie,
Jos Ansoms
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MARDI
2
DECEMBRE
2003
Après-midi
______
van
DINSDAG
2
DECEMBER
2003
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.10 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.10 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Daan Schalck aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de liberalisering
van het personenvervoer per spoor" (nr. 643)
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de liberalisering
van het spoorvervoer" (nr. 608)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
liberalisering van het spoor" (nr. 701)
01 Questions jointes de
- M. Daan Schalck au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la libéralisation du
transport ferroviaire de personnes" (n° 643)
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la libéralisation du
transport ferroviaire" (n° 608)
- Mme Colette Burgeon au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la libéralisation du
rail" (n° 701)
01.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, wij hebben allemaal gezien dat het Europees
Parlement op 23 oktober het licht op groen heeft gezet voor een
versnelde liberalisering van het spoorverkeer.

Wij wisten al een tijdje dat het goederenvervoer in 2006 volledig
geliberaliseerd zou worden. Voor een groot stuk is het
goederenvervoer nu al geliberaliseerd.

Toch was ik verrast om in de aanbevelingen van het Europees
Parlement ook te lezen dat men aandringt op de liberalisering van
het personenvervoer vanaf 2008.

Wij hebben op dat vlak, zowel wat betreft het streekvervoer in
Vlaanderen als het spoorvervoer federaal, nogal een speciaal model
in België. Via een decreet basismobiliteit of via een beheerscontract
leggen wij namelijk toch een aantal normen op aan de
vervoersmaatschappijen die daarvoor instaan. Mijn grote schrik van
een onbezonnen liberalisering heeft dan ook vooral te maken met de
vraag of de dienstverlening zal blijven bestaan ten aanzien van de
reizigers.

Daarom wil ik de volgende vragen stellen.
01.01 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Le 23 octobre 2003, le Parlement
européen a donné son feu vert à
la libéralisation accélérée du
transport ferroviaire. Le transport
de personnes sera libéralisé en
2008.

La recommandation du Parlement
européen est-elle contraignante?
Un cycle de consultations avec les
Etats membres sera-t-il encore
organisé? Quelle est la position du
gouvernement à cet égard?

En Belgique, les pouvoirs publics
imposent des normes aux sociétés
de transport, comme le prévoit un
contrat de gestion. La
libéralisation remet-elle ce modèle
en question? Je crains que le
service aux voyageurs se
détériore.
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ten eerste, in welke mate is die aanbeveling bindend voor de
lidstaten? Vindt er nog een consultatieronde of een procedure plaats
met de nationale regeringen?

Ten tweede, wat is de houding van de regering terzake? Wij hebben
al een aantal opmerkingen en commentaren van ministers en
individuele regeringsleden mogen vernemen. Als wij echter zien hoe
disparaat de politieke families in het Europees Parlement gestemd
hebben, ook de partijen die hier vertegenwoordigd zijn, lijkt het mij
toch zinvol om het standpunt van de regering te kennen.

Ten derde, en dat is mijn belangrijkste vraag, zal onze werkwijze met
beheerscontract eventueel in het gedrang komen door een
vergaande liberalisering?

Kan de overheid vanaf 2008 nog een minimum dienstverlening
opleggen, hetzij bij beheerscontract hetzij bij wet?
01.02 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het Europees Parlement heeft op 23 oktober jongsleden
ingestemd met een versnelde liberalisering van het spoorvervoer.
Ook zou het internationaal vrachtvervoer vanaf 2006 en het
passagiersvervoer vanaf 2008 voor de markt openstaan. Ik heb
gelezen dat een en ander zou worden gekoppeld aan extra
veiligheidsvoorschriften. Ik denk aan het uniform rijbewijs voor
machinisten. Ook een Europees spoorwegagentschap zou moeten
toezien op het vrijgemaakte net. Het lijkt ons evident dat daarbij
sociale garanties en aspecten van openbare dienstverleningen
moeten worden gewaarborgd.

De ontwerprichtlijn van het Europees Parlement werd met een
absolute meerderheid goedgekeurd door de christen-democraten, de
liberalen en de sociaal-democraten, met uitzondering van de Franse
en de Belgische socialisten en groenen die tegenstemden omdat
men twijfelt aan het feit dat de veiligheid en de service zou zijn
gewaarborgd.

Aan de basis van de richtlijn ligt de wil om een grondige hervorming
door te voeren van die Europese spoormonopolies. Dat is
noodzakelijk om het vervoer per spoor opnieuw aantrekkelijk te
maken. Vastgesteld wordt immers dat het aandeel van het spoor in
Europees personenvervoer sinds de jaren 70 is gedaald van 10%
naar 6,1% en dat het Europees vrachtvervoer per spoor in dertig jaar
15% van zijn aandeel verloor en nog slechts een aandeel van
nauwelijks 14% heeft. Deze neergang is er gekomen ondanks de
zware inspanningen met overheidsgeld. Thans moet het Europees
Parlement onderhandelen en precies daarover gaat mijn vraag.

Mijnheer de minister, moet het Europees Parlement onderhandelen
met de Raad van ministers, waarvan u deel uitmaakt, om een
akkoord te bereiken over de data van de liberalisering van het
vrachtvervoer en het passagiersvervoer per spoor? Er zijn wel al
aanzetten gegeven, maar de Raad van ministers moet natuurlijk nog
ten aanzien van het Europees Parlement zijn goedkeuring geven of
zijn visie ontwikkelen.

Persoonlijk ben ik van oordeel dat een strikt conservatieve gedachte
uit den boze is, willen we de boot ­ of liever de trein ­ niet missen.
01.02 Guido De Padt (VLD): La
libéralisation du trafic ferroviaire
doit évidemment s'accompagner
de garanties en matière sociale et
sur le plan du service public. Les
trois grandes familles politiques
ont approuvé le projet de directive
au Parlement européen. Les
socialistes et les écologistes
français et belges ont voté contre,
estimant les garanties en matière
de sécurité et de service
insuffisantes.

La directive vise une réforme en
profondeur des monopoles
ferroviaires européens, une
réforme nécessaire si l'on entend
rendre au chemin de fer tout son
attrait. Au cours des dix dernières
années, la part du rail dans le
transport des personnes et des
marchandises en Europe a en
effet reculé, malgré d'importantes
injections de fonds publics. Le
Parlement européen doit à
présent entamer une négociation
avec le Conseil de ministres pour
dégager un accord sur les dates
de la libéralisation du transport
ferroviaire de marchandises et de
personnes. Si nous ne voulons
pas rater le train, nous avons tout
intérêt, à mon avis, à ne pas nous
montrer conservateurs.

Quelle sera la position de la
Belgique au Conseil des
ministres? La SNCB est-elle prête
à respecter l'agenda de la
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Mijns inziens moet het immers de bedoeling zijn om de spoorwegen
ertoe te bewegen hun aandeel op de vervoersmarkt opnieuw te
veroveren. Kan u mij meedelen welk standpunt België in de Raad
van ministers zal innemen? Is de NMBS er klaar voor om het
voorgestelde liberaliseringstijdpad te respecteren?
libéralisation?
01.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'actualité européenne a mis en lumière les risques
d'accélération que pourrait connaître la libéralisation du rail. En effet,
le deuxième paquet ferroviaire, qui rassemble toute une série de
directives, allant de la création d'une agence européenne ferroviaire
à la libéralisation du transport voyageurs et marchandises en passant
par une harmonisation des conditions de sécurité, vient d'être
amendé et voté par le Parlement européen. C'est un vote tout à fait
surprenant car le Parlement européen s'éloigne du texte du Conseil
qui prévoyait une plus grande ouverture du marché de transport
marchandises en 2006 pour les lignes internationales et, en 2008,
pour toutes les lignes. Or, le Parlement européen a refusé de suivre
cette proposition et a inscrit 2008 comme date butoir d'une
libéralisation totale, tant pour le transport des voyageurs que pour
celui des marchandises.

Le paquet est aujourd'hui en phase de conciliation, afin d'essayer de
dégager un compromis entre les deux institutions européennes.

Cette accélération de la libéralisation relève, à mes yeux, d'une
certaine forme d'idéologie qui veut que concurrence rime d'office
avec efficacité.

Quels exemples de libéralisation du rail se sont-ils traduits par un
succès? Avant d'envisager la libéralisation du trafic voyageurs, je
crois savoir que les autorités européennes devaient procéder à
différentes évaluations et études.

Comment un pays à la taille aussi réduite que le nôtre, avec une
entreprise ferroviaire en pleine mutation et en pleine restructuration,
pourrait-il résister à une ouverture aussi brutale du marché, d'autant
plus qu'il y a chez ses voisins des géants comme la Deutsche Bahn
et la SNCF?

Au-delà du danger pour la SNCB et ses travailleurs, une telle
libéralisation ne risque-t-elle pas de compromettre la qualité du
service et la sécurité même du transport par rail?

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes. Pouvez-vous
nous expliquer la position que la Belgique défend au sein du Conseil
à l'occasion de la procédure de conciliation? Pouvez-vous nous
communiquer les études qui pourraient expliquer cette accélération
de la libéralisation, tant pour les marchandises que pour les
voyageurs? La première étape d'ouverture du marché du fret
intervenue en mars dernier fait-elle déjà l'objet d'études d'impact et
d'évaluations? Je vous remercie pour les réponses que vous allez
m'apporter.
01.03 Colette Burgeon (PS):
Het tweede pakket maatregelen
met betrekking tot het spoor werd
recentelijk geamendeerd en
aangenomen door het Europees
Parlement, dat 2008 voorop-
gesteld heeft als uiterste datum
voor de liberalisering van het
railvervoer, met inbegrip van het
reizigersvervoer, terwijl de
Commissie enkel een liberali-
sering van het goederenvervoer in
het vooruitzicht stelde.

Maar ziet u voorbeelden van een
geslaagde liberalisering van het
spoorwegvervoer? Kan een klein
landje als België, waar de
spoorwegen volop geherstructu-
reerd worden, zijn machtige
buurlanden weren? Staat de
toekomst van de NMBS op het
spel, en komt ook de veiligheid
van het vervoer zelf niet in het
gedrang?
Welk standpunt verdedigt België
in de open verzoeningsprocedure
tussen het Europees Parlement en
de Commissie? Welke studies
worden er aangehaald om die
stroomversnelling te verant-
woorden? Wordt de evolutie van
de toestand op de sinds maart
opengestelde markt van het
vrachtvervoer onderzocht en
geëvalueerd?
01.04 Bert Anciaux, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, l'accélération de la libéralisation du trafic de marchandises
et de voyageurs résulte du deuxième paquet ferroviaire et des
propositions du Parlement européen votés par celui-ci.
01.04 Minister Bert Anciaux:
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4

Aangezien de standpunten van de Raad en het Europees Parlement
te ver uit elkaar liggen, zal een verzoeningsprocedure tussen beide
instellingen opgestart worden, die haar beslag zal krijgen onder Iers
voorzitterschap tijdens de eerste helft van 2004. Mede onder impuls
van België, Frankrijk en Luxemburg kwam de Raad overeen om de
versnelde liberalisering van het spoorwegvervoer per spoor met het
Parlement te bespreken in de bemiddelingsprocedure. Tijdens deze
bemiddelingsprocedure hebben de nationale regeringen de kans hun
standpunten en hun belangen te verdedigen. België zal dan ook
trachten met behulp van de voorhanden zijnde formele en informele
middelen een beter resultaat te bekomen dan wat in het Europees
Parlement nu voorligt. Een belangrijk aandachtspunt voor België
daarbij zijn de veiligheidsregels die eveneens onderdeel vormen van
het tweede spoorwegpakket.

De Belgische regering heeft in dit dossier steeds consequent haar
houding verdedigd via haar vertegenwoordiging en zij zal dit blijven
doen. Zij is meer bepaald geen voorstander van een versnelde
liberalisering onder meer omdat dit tot zware procedurele problemen
zou kunnen leiden. België is eerder voorstander van een
stapsgewijze, progressieve aanpak met tussentijdse evaluaties. Die
evaluaties waren trouwens aangekondigd, maar zij werden nog niet
uitgevoerd. Bovendien zijn zij courante praktijk in andere Europese
beleidsdomeinen om tot het voorstellen van nieuwe regelgeving over
te gaan.
Le Conseil des ministres et le
Parlement européen n'étant pas
parvenus à se mettre d'accord,
une procédure de conciliation sera
lancée. Celle-ci devra aboutir
durant le premier semestre de
2004, sous la présidence
irlandaise. Dans le cadre de cette
procédure, la Belgique veut tenter
d'obtenir un meilleur résultat que
celui actuellement soumis au
Parlement européen. Une des
questions prioritaires à envisager
concernera les règles en matière
de sécurité. Le gouvernement
belge ne prône pas la
libéralisation accélérée, mais
plaide en faveur d'une approche
par paliers, ponctuée
d'évaluations périodiques.
La première étape de l'ouverture du marché du fret fait actuellement
l'objet d'une étude d'impact et d'évaluation gérée par la Commission.
De eerste fase van de opening
van de markt van het
vrachtvervoer is momenteel het
voorwerp van een studie en een
evaluatie.
Inzake de techniek van het beheerscontract om een minimale
dienstverlening te kunnen organiseren, wil ik niet speculeren over
een Europese regelgeving, die momenteel niet bestaat en waarvan
we dus ook niet de precieze draagwijdte kennen. Het lijkt echter
uitgesloten dat het in de toekomst voor de lidstaten niet meer
mogelijk zou zijn een minimumdienstverlening te organiseren. Het
personenvervoer per spoor is tenslotte een sleutelgegeven voor de
basismobiliteit. De precieze techniek die hiervoor zal worden
gebruikt, zal afhangen van de op dat moment geldende Europese
regelgeving.
En ce qui concerne le recours à la
technique du contrat de gestion
pour assurer un service minimum,
je ne souhaite pas spéculer sur
une réglementation européenne
qui n'existe pas encore. Il semble
toutefois exclu qu'il ne soit plus
possible, pour les Etats membres,
de garantir un service minimum.
La manière dont nous
organiserons alors ce service
dépendra de la réglementation
européenne en vigueur à ce
moment-là.
01.05 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, eigenlijk verheugt het standpunt van de regering mij. Het
verwondert mij dan ook een beetje dat ik hier pleidooien hoor van
sommige christen-democratische collega's, die plots een probleem
zien in de opsplitsing van de NMBS in twee delen, wat door Europa
wordt opgelegd. Dan trekt men plots de vakbondskaart, maar in het
Europees Parlement merkt men daar niet veel meer van. Ik ben in
elk geval tevreden dat de Belgische regering veeleer de stapsgewijze
aanpak blijft verkiezen, ook na het debat waarin het Europees
Parlement de vlucht vooruit heeft genomen.
01.05 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Je me félicite de ce que le
gouvernement continue de
privilégier l'approche par étapes,
même après le débat qui a mis en
évidence une fuite en avant du
Parlement européen. J'espère que
l'évaluation sera prise au sérieux.
En Angleterre, la libéralisation a
eu pour conséquence que les
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Ten tweede, ik hoop dat die evaluatie ernstig zal gebeuren. Als ik de
verslaggever van het Europees Parlement voor die aangelegenheid,
Dirk Sterckx, het voorbeeld van Engeland hoor noemen om aan te
tonen hoe goed die liberalisering kan zijn, dan huiver ik een beetje. In
Engeland hebben we drie zaken gezien sedert men daar het spoor
vrij heeft gemaakt. Het is ongelooflijk vuil geworden, het is
ongelooflijk duur geworden en er zijn ongelooflijk veel ongevallen
gebeurd in vergelijking met het verleden.

Als men de evaluatie van Engeland ernstig zou durven maken, dan
denk ik dat men nog veel jaren zal wachten om een gelijkaardig
experiment te doen. Ik hoop dat de Belgische regering dit echt van
nabij zal volgen met gezond verstand. Ik meen dat het dogma dat
ons wordt verweten, zich soms aan de overkant situeert en dat
liberalisering een doel op zich is geworden in plaats van de
dienstverlening.
chemins de fer sont plus sales,
moins sûrs et plus coûteux. Si l'on
voulait bien évaluer sérieusement
la situation anglaise, on ne
s'aventurerait sans doute pas à
nouveau aussi rapidement dans
une expérience de ce type. J'ai
parfois l'impression que la
libéralisation est devenue un
dogme.
01.06 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
uiteraard voor uw antwoord maar ik blijf een beetje op mijn honger
omdat u zegt dat we gaan trachten om het beter te doen. Betekent dit
dat we gaan trachten om het sneller of trager te doen? Zijn 2006 en
2008 data waarop men zich ook in België vastpint?

Ik ga ermee akkoord dat liberalisering geen fetisj of geen dogma mag
zijn, maar we moeten toch voor ogen houden dat de NMBS het
momenteel niet zo goed doet. Wanneer wij zouden achterblijven ten
aanzien van andere landen in het hele proces, om onze markt hier te
zien krimpen en gehypothekeerd te zien door andere operatoren en
actoren op die markt, dan vrees ik dat wanneer wij te stapsgewijs
zouden meedoen, wij ietwat te laat zouden kunnen komen ten
aanzien van anderen. Daarvoor wil ik waarschuwen.

Het is onze bedoeling dat de openbare dienstverlening en de service
gevrijwaard blijven en dat de veiligheidsaspecten ten aanzien van
iedereen - zowel het personeel als de passagier, als wie dan ook ­
wordt gevrijwaard. Ik wil ervoor waarschuwen dat wij die trein niet
mogen missen. Wij moeten mee opstappen naar een modernisering
binnen die geliberaliseerde markt.
01.06 Guido De Padt (VLD): Le
ministre déclare ambitionner de
meilleurs résultats. Que convient-
il d'entendre par là? Veut-il
procéder avec plus de diligence
ou au contraire plus lentement?
La Belgique s'en tient-elle
également aux dates de 2006 et
de 2008? Pour moi, la
libéralisation n'est pas un fétiche,
mais la SNCB ne se porte pas
bien. Si la Belgique reste à la
traîne, les autres acteurs du
marché profiteront de la situation.
Je ne nie pas qu'il est essentiel de
garantir la qualité du service et la
sécurité, mais la modernisation à
court terme de nos chemins de fer
s'impose.
01.07 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à mon avis, il importe de soutenir le gouvernement pour le
travail qu'il réalise. Par rapport à l'Europe, la Belgique est un petit
pays, mais il faut tenir bon, car la population ne veut pas d'une
Europe libéralisée. Ce qu'elle veut, c'est une garantie en matière de
sécurité et de travail. Par conséquent, tant pour les utilisateurs que
pour les travailleurs de la SNCB, il est important que le
gouvernement belge continue à défendre ce qu'il a défendu jusqu'à
présent. Dès lors, je vous souhaite beaucoup de courage, monsieur
le ministre.
01.07 Colette Burgeon (PS): De
bevolking wil niet weten van een
geliberaliseerd Europa. De
bevolking wil waarborgen op het
stuk van veiligheid en werk. De
regering moet het standpunt dat
ze tot nu toe verdedigde, blijven
verdedigen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Daan Schalck aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
veralgemening om fietsers in éénrichtingsstraten te laten rijden" (nr. 679)
02 Question de M. Daan Schalck au ministre de la Mobilité et de l'Economie sur "la généralisation
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
de l'autorisation pour les cyclistes d'emprunter les rues à sens unique à contresens" (n° 679)
02.01 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, mijn vraag lijkt op het eerste gezicht misschien
wat technisch, maar zij is niet onbelangrijk voor een aantal
gemeentebesturen en ook voor de rechtszekerheid van de fietsers.
Op 18 december 2002 is er een ministerieel besluit gekomen,
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 december 2002, dat
een aantal voorwaarden oplegt inzake onder meer
minimumafmetingen en bijzondere plaatsingvoorwaarden van
verkeerstekens. Nu, om fietsers en bromfietsers van klasse A toe te
laten het verkeersbord C1 ­ wat staat voor eenrichtingsverkeer ­ te
negeren, is er een onderbord M2 of M3 nodig, naargelang alleen
fietsers of fietsers en bromfietsers er toegelaten zijn.

Het ministerieel besluit van december 2002 draait de oude logica
eigenlijk om. Vroeger konden de gemeenten in eenrichtingsstraten
fietsers toelaten als zij een studie uitvoerden omtrent de veiligheid
van de maatregel en als zij zo'n onderbord hingen. Eigenlijk was het
de bedoeling van minister Durant en van vele mensen in deze
commissie om dat overal toe te laten tenzij de gemeente ­ of de
wegbeheerder, want het is niet alleen de gemeente ­ het expliciet
verbiedt omdat het gevaarlijk is. Dat is ook logisch. Daar botst men
echter wat met de Europese regels die niet toelaten het bord
"eenrichtingsstraat" te negeren zonder dat er een onderbord is. Dus
een algemene regel dat men dat bord mag negeren als fietser kan
eigenlijk niet. Vandaar dat het ministerieel besluit ­ als ik het juist
interpreteer ­ de gemeenten oplegt om tegen 1 juli 2004 een soort
studie te maken van die straten waar het gevaarlijk is en om daar het
onderbord niet aan te brengen. Eigenlijk zou het dus zo moeten zijn
dat in alle straten waar de breedte voldoende is en waar er geen
gevaar is het onderbord aangebracht zou moeten zijn tegen 1 juli
2004.

Daarom stel ik mijn vragen.

Ten eerste, is mijn interpretatie juist?

Ten tweede, heeft u er zicht op of de gemeenten klaar zijn om deze
aanpassingen te doen tegen 1 juli 2004? Als mijn interpretatie juist is,
vrees ik het ergste. Wij hebben vanochtend bij wijze van steekproef
zeven gemeentebesturen gecontacteerd. Zes van hen vielen
compleet uit de lucht. Zij wisten van niets en hadden er nog niets
over gehoord. Ik weet wel dat zij geacht worden het Belgisch
Staatsblad te lezen en dat de ambtenaren de reglementering terzake
opvolgen. Juridisch is het absoluut geen verwijt naar u toe. Het is
enkel een vaststelling op het terrein.

Ten derde, wie zal de dossiers behandelen van de gemeenten die
voor bepaalde straten om veiligheidsredenen een uitzondering
vragen? Is er toezicht op van de federale of van de gewestelijke
overheid?

Ten vierde, als gemeenten tegen 1 juli 2004 hun huiswerk niet
zouden hebben gedaan, wat zal er dan gebeuren?
02.01 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Pour autoriser les cyclistes et les
cyclomotoristes à ne pas tenir
compte des signaux C1 (sens
unique), il faudrait placer des
panneaux additionnels. L'arrêté
ministériel du 18 décembre 2002
oblige les gestionnaires de la
voierie à placer d'ici au 1
er
juillet
2004 des panneaux additionnels
dans les rues où la vitesse
maximum est 50 km/h ou moins
et où la chaussée est d'une
largeur de trois mètres minimum.
J'ai l'impression que beaucoup de
communes ne sont pas informées
de cette obligation.

Le ministre peut-il nous garantir
que les communes seront prêtes
le 1
er
juillet prochain? Qui du
pouvoir fédéral ou de l'autorité
régionale traitera les dossiers des
communes qui demandent des
exceptions pour certaines rues?
Qu'adviendra-t-il des communes
qui ne seront pas encore prêtes le
1
er
juillet 2004?
02.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's,
vooraf wens ik collega Schalck in te lichten dat er in de loop van
02.02 Bert Anciaux, ministre:
Une concertation a été organisée
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
2002 bij de opmaak van het ontwerp van voornoemd ministerieel
besluit alsook bij het voeren van de betrokkenheidprocedure met de
Gewesten overleg werd gepleegd met alle wegbeheerders. Er werd
dus overleg gepleegd met de Gewesten, de provincies en de
Verenigingen van Steden en Gemeenten. De datum van 1 juli 2004
zou in gemeenschappelijk overleg met hen zijn overeengekomen.

Verder verwijs ik naar de tijdsspanne van anderhalf jaar tussen de
data van afkondiging en publicatie enerzijds, namelijk 18 en 25
december 2002, en de datum van inwerkingtreding anderzijds,
namelijk 1 juli 2004. Een en ander is natuurlijk gerechtvaardigd,
omdat er voor de wegbeheerder heel wat bijkomend werk uit
voortvloeit. Dat bijkomend werk is er zowel op het gebied van de
opmaak van een inventaris en een selectie als op het gebied van de
bijkomende signalisatie en gebeurlijk ook de aanpassing van de
infrastructuur als op het opstellen van een of meer aanvullende
reglementen.

Ik kan er ook nog aan toevoegen dat er in het voorjaar van 2003 in
elke Vlaamse provincie door het Belgisch Instituut voor
Verkeersveiligheid voordrachten zijn gehouden over dat onderwerp in
het kader van de Praktijkschool Gemeentelijk Verkeersbeleid van de
Vlaamse Stichting Verkeerskunde.

Het BIVV publiceert daarenboven een praktische brochure over de
maatregel en over het geheel van de straatcode, die in het voorjaar
van 2004 naar alle wegbeheerders zal worden gestuurd.

In uw tweede vraag vroeg u wie de dossiers zal behandelen van de
gemeenten die voor bepaalde straten om veiligheidsredenen een
uitzondering vragen: de federale of de gewestelijke overheid. Ik kan
u antwoorden dat de wegbeheerders zelf zullen moeten oordelen
waar ze het systeem van beperkt eenrichtingsverkeer om
veiligheidsredenen niet wensen in te voeren. In voorkomend geval,
namelijk wanneer een aanvullend reglement in die zin wordt
vastgesteld, is de gewone voogdijprocedure van toepassing op het
gebied van de aanvullende verkeersreglementering.

Het gaat dus om de goedkeuringsprocedure door mijn diensten.

Ten slotte, wat zal er gebeuren met gemeenten die tegen 1 juli 2004
niet alle borden hebben aangebracht? Gelet op het feit dat de datum
van 1 juli 2004 in gemeen overleg met alle wegbeheerders is
vastgelegd in 2002 en gelet op het feit dat mijn diensten, die normaal
contacten hebben met de wegbeheerders, tot op vandaag geen
signalen hebben ontvangen als zou de toepassing van het
ministerieel besluit problemen opleveren, zal de Federale
Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer de komende maanden de
vertegenwoordigers van de wegbeheerders uitnodigen tot het
meedelen van een stand van zaken nopens de implementatie van
die maatregel en de limietdatum. In die zin zullen wij ook alle
gemeenten een rondzendbrief sturen.
avec les gestionnaires de la voirie
dans le cadre de la rédaction de
l'arrêté ministériel. La date
d'entrée en vigueur a été fixée
lors de cette concertation. Par
ailleurs, je rappelle le laps de
temps d'un an et demi qui s'est
écoulé entre la promulgation et la
publication de l'arrêté, d'une part,
et son entrée en vigueur, de
l'autre. Cet intervalle est
nécessaire, car les adaptations
exigent un travail supplémentaire
important de la part des
gestionnaires de la voirie. Au
printemps 2003, l'Institut belge
pour la sécurité routière (l'IBSR) a
donné des conférences à ce sujet
dans toutes les provinces de
Flandre, dans le cadre des
formations pratiques liées à la
politique communale en matière
de circulation routière
(Praktijkschool Gemeentelijk
Verkeersbeleid) de la Vlaamse
Stichting Verkeerskunde.

L'IBSR va publier une brochure
pratique au sujet de la mesure et
du Code de la route en général.
Au printemps 2004, elle sera
envoyée à tous les gestionnaires
de la voirie.

Les gestionnaires de la voirie
doivent décider eux-même des
endroits où, pour des raisons de
sécurité, ils ne souhaitent pas
instaurer le système de circulation
à sens unique limitée. La
réglementation complémentaire
est soumise à la procédure de
tutelle ordinaire.

Le SPF Mobilité et Transports
demande aux gestionnaires de la
voirie de communiquer un état
des lieux concernant la mise en
oeuvre de la mesure et la date-
butoir. Les communes recevront
également une circulaire.
02.03 Daan Schalck (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Het lijkt mij goed dat u de datum aanhoudt omdat
dit gewoon een goede maatregel is. Het verheugt mij dat we niet
alles voor ons uit gaan schuiven door het feit dat een aantal
wegbeheerders gewoon stilzitten op dit ogenblik. Het lijkt mij ook
02.03 Daan Schalck (sp.a-spirit):
Il est heureux que la mesure soit
maintenue et que l'attention des
gestionnaires de la voirie soit
attirée sur la question. Il importe
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
goed dat u hen nogmaals een brief schrijft. Het valt toch wel op dat,
ondanks de rol van de VVSG, men er blijkbaar heel moeilijk in slaagt
om de informatie te laten doorsijpelen. Als ik hoor wat u opsomt, stel
ik vast dat men er op federaal niveau alles aan heeft gedaan om dit
op een goede manier kenbaar te maken. We stellen enkel vast dat
veel gemeenten het blijkbaar in Keulen horen donderen op het
ogenblik dat zij eigenlijk al een jaar de tijd hebben gekregen om de
voorbereidingen te treffen. Ik denk dat we er alle belang bij hebben
om zoveel mogelijk ruchtbaarheid te geven aan deze maatregel
zodat de wegbeheerders wakker worden. Ik zeg niet dat dit overal
problemen oplevert. Bijvoorbeeld in Mechelen is 90% aangepast en
in Gent is zelfs alles aangepast. Er zijn echter andere gemeenten die
eigenlijk nog nergens staan. Dit is geen verwijt maar wij hebben er
volgens mij alle belang bij om genoeg ruchtbaarheid aan deze
maatregel te geven zodat iedereen tegen 1 juli klaar is.
de faire connaître la mesure afin
que chacun soit prêt au 1
er
juillet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 707 de Mme Marie Nagy est, à sa demande, reportée à la semaine
prochaine.
03 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
Intelligente Snelheid Aanpassing (ISA)" (nr. 734)
03 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'Adaptation intelligente de la vitesse (ISA)" (n° 734)
03.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de voorbije jaren werden verschillende maatregelen
genomen om de verkeersonveiligheid terug te dringen. Ondanks
inspanningen zoals de ­ af en toe in vraag gestelde ­ flitspalen en
het aanleggen van drempels, plateaus en asverschuivingen als
snelheidsremmende maatregelen, is het aantal slachtoffers van
verkeersongevallen nog steeds veel te hoog. Het verkeer in de
Europese Unie veroorzaakt jaarlijks 42.000 dodelijk slachtoffers en
1,6 miljoen gewonden.

Een van de belangrijkste oorzaken van ongevallen is te snel rijden
met de auto. Het bepaalt ook de ernst van het ongeval. Een
voetganger die aangereden wordt tegen 64 kilometer per uur heeft
slechts 10% kans om deze aanrijding te overleven. Als de aanrijding
gebeurt tegen 48 kilometer per uur, dan verhoogt zijn
overlevingskans al tot 55%. Tegen 30 kilometer per uur overleeft
95% van de aangereden voetgangers het ongeval.

Nieuwe technologie maakt het evenwel mogelijk om alternatieven te
bieden voor de traditionele snelheidsremmende maatregelen.
Intelligente Snelheidsaanpassing ­ ISA ­ is één van die mogelijke
alternatieven. De voordelen van ISA - een gegarandeerde lagere
snelheid - zijn de volgende. Ten eerste, veel minder dodelijke en
ernstige verkeersongevallen; naar schatting van 21% tot ruim 50%
minder doden en gewonden. Ten tweede, minder uitstoot van
schadelijke stoffen. Ten derde, een lager brandstofverbruik. Ten
vierde, betere doorstroming van het verkeer, wat ook leidt tot veel
minder stress in het verkeersgebeuren.

De essentie van ISA is het beperken van de snelheid van voertuigen
03.01 Guido De Padt (VLD): En
dépit d'efforts supplémentaires, le
nombre de victimes d'accidents
de la circulation est toujours
beaucoup trop élevé dans l'UE.
L'une des causes principales est
la vitesse excessive. L'Adaptation
intelligente de la vitesse (ISA)
limite la vitesse d'un véhicule au
moyen d'une intervention
technique. En conséquence, le
nombre d'accidents de la route
mortels diminue, la consommation
de carburant et les émissions de
substances nocives sont moins
élevées, la fluidité de la circulation
est meilleure et les conducteurs
sont moins stressés. Autre
avantage, il faut mettre moins de
moyens en oeuvre pour faire
respecter les règles de circulation.

Dans le cas de la variante semi-
ouverte, le dispositif ISA exerce
une pression contraire sur
l'accélérateur, alors qu'avec la
variante ouverte, un signal visuel
et/ou sonore avertit le conducteur.
Dans le cas de la variante fermée,
la vitesse est automatiquement
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
op een intelligente manier via een technische ingreep. Er wordt een
toestel ingebouwd in de wagen, dat informatie ontvangt uit de
omgeving over de gewenste of verplichte maximumsnelheid en dat
hierop reageert. Bij de halfopen variant die momenteel wordt
toegepast in Gent, oefent het ISA-toestel bij een te hoge snelheid
een tegendruk uit op het gaspedaal. Er bestaat ook een open variant
die de bestuurder met zichtbare en/of hoorbare signalen waarschuwt
dat hij te snel rijdt. De gesloten variant van ISA betekent dat de
snelheid automatisch verlaagd wordt als de limiet dreigt
overschreden te worden.

Onderzoeken hebben uitgewezen dat meer dan 70% van de Belgen
voorstanders zijn van het ISA-systeem. Bij de bestuurders is een
meerderheid van meer dan 60% voorstander van dit systeem.
Belangrijke daarbij is dat die meerderheid groeit naarmate men
ervaring opdoet met het ISA-systeem.

Een bijkomend voordeel bij de algemene toepassing van het ISA-
systeem is dat beleidsmatig ­ ik denk vooral aan de gemeenten ­
veel minder middelen en personeel zullen moeten worden ingezet
om de geldende snelheidslimieten te doen handhaven. ISA maakt
immers veel wegversmallingen, verkeersdrempels,
snelheidscontroles en zelfs flitspalen overbodig.

Mijnheer de minister, bent u voor een algemene invoering van het
ISA-systeem? Op welke wijze en binnen welke termijn ziet u de
mogelijkheid tot de effectieve implementatie van een dergelijk
systeem?. Bent u van oordeel dat hiervoor een Europees draagvlak
kan worden gecreëerd? Bent u bereid om terzake een voortrekkersrol
te spelen ten aanzien van uw Europese collega's? Zo ja, op welke
manier zal u dit doen?
réduite lorsque la limite est sur le
point d'être dépassée.

Le ministre est-il favorable à
l'instauration généralisée du
système ISA? Comment le
système pourrait-il être mis en
oeuvre? Le ministre souhaite-t-il
jouer un rôle de pionnier sur le
plan européen?
03.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik ben een groot
voorstander van het ISA-systeem omdat het aantal verkeersdoden in
België daardoor zonder twijfel drastisch zal dalen. Door het ISA-
systeem worden de snelheden tussen de verschillende
vervoersmiddelen homogener, waardoor de conflicten beperkt
kunnen worden. Bovendien zal bij een mogelijk ongeval door de
lagere snelheid de impact van het ongeval zonder meer geringer zijn.
Dat is een antwoord op uw eerste vraag.

Op uw tweede vraag kan ik het volgende antwoorden. Enkele jaren
geleden was er een zeer grote terughoudendheid van de
automobielsector om te participeren aan de ISA-projecten, laat staan
om ISA als een toekomstige ontwikkeling te aanvaarden. Momenteel
stel ik vast dat in verschillende ISA-demonstratieprojecten bepaalde
automerken een veel grotere inbreng hebben. Die positieve evolutie
is ook af te leiden uit het feit dat de verschillende merken meestal
hun duurdere modellen uitrusten met een snelheidsregelaar. De
bestuurder kan alzo handig een maximumsnelheid voor de wagen
instellen. Daarmee werd een eerste belangrijke stap gezet in de
beheersing van snelheid. Of de einddoelstelling een gesloten ISA-
systeem,een halfopen of een open systeem zal zijn, speelt volgens
mij minder een rol indien de automobielsector via de
snelheidsregelaar de eerste stappen in snelheidsbeheersing wil
zetten.

Voorts stel ik vast dat steeds meer merken de snelheidsregelaar
03.02 Bert Anciaux, ministre:
Personnellement, je suis très
favorable au système ISA. J'ai
l'impression que dans le secteur
automobile, encore très réticent il
y a quelques années, les esprits
évoluent. De plus en plus de
marques proposent un régulateur
de vitesse manuel. Il incombe aux
pouvoirs publics de créer à court
terme un fichier des limitations de
vitesse, le système ISA étant
tributaire d'une information
précise sur la vitesse autorisée.

Je souhaite en effet prendre les
devants au niveau européen. Je
me concerterai avec des pays qui
ont acquis de l'expérience dans ce
domaine, notamment la Suède, le
Danemark et les Pays-Bas, en
vue de l'élaboration éventuelle
d'une stratégie commune.

Si les résultats de la mise en
oeuvre du système ISA à Gand
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
ofwel standaard aanbieden ofwel in optie aanbieden. Doordat die
handmatig ingesteld moet worden, is het gebruik ervan wellicht
beperkt.

De eerste stap, de inbouw van een autonoom ISA-systeem, is
intussen gevolgd door een tweede stap, met name het gebruik van
en de inschakeling van die handmatige snelheidsregelaar in een ISA-
configuratie. Die tweede stap is erg belangrijk omdat aangetoond kan
worden dat de bestaande techniek bruikbaar is voor de ISA-
toepassing.

Naast de medewerking van de automobielsector in ISA moet de rol
van de overheid vanzelfsprekend ook beklemtoond worden. Een van
de grote taken die de overheid dringend moet aanpakken is de
opbouw van een databestand met snelheidslimieten. Een ISA-
systeem staat of valt met accurate snelheidsinformatie. Zonder die
informatie is er natuurlijk geen ISA-systeem.

In de statische ISA-fase moet de wegbeheerder, dus de Gewesten,
de Gemeenschappen en de provincies, via een specifieke procedure
de snelheden kunnen aanpassen.

Het is vanzelfsprekend dat het niet louter zal gaan om de gewijzigde
snelheid, maar ook om de exacte locatie. Het opbouwen van een
databestand is immers essentieel voor het goed functioneren van
ISA.

Wat uw laatste vraag betreft, ik wil als minister van Mobiliteit op
Europees vlak een voortrekkersrol spelen. Daarvoor zal ik overleg
plegen met de landen die reeds enige ervaring hebben met ISA. Dat
zijn Zweden, Groot-Brittannië, Denemarken en Nederland. Vanuit dit
overleg kan een gezamenlijke strategie naar Europa ontwikkeld
worden.

Ten slotte, ik kan u reeds melden dat er momenteel
onderhandelingen lopen met de universiteit van Gent om het ISA-
project, dat momenteel uitstekende resultaten boekt, uit te breiden
naar Brussel. Als de haalbaarheidsstudie positief is, wil ik in deze het
voortouw nemen om een ISA-systeem in mijn dienstwagen te laten
inbouwen.
sont concluants, j'envisage de
l'élargir à Bruxelles et de faire
installer un système ISA dans ma
voiture de fonction.
De voorzitter: Ik ben ontroerd, mijnheer de minister.
03.03 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, mag ik daaruit
opmaken dat u zegt dat u dat ook gaat doen?
De voorzitter: De voorzitter is een verwoed fietser.
03.04 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, het feit dat u in
uw eigen dienstwagen een ISA-systeem zult laten plaatsen, is een
primeur die u ons geeft. Wij nemen daar met genoegen kennis van,
omdat wij ook denken dat er vanuit het beleid een soort
voorbeeldfunctie mag komen zonder dat het natuurlijk opgedrongen
of opgelegd moet worden. We leven nog in een vrij land. Ik denk dat
de zwakke weggebruikers ­ de bestuurders misschien nog niet ­ dat
gebaar zeker zullen appreciëren.
03.04 Guido De Padt (VLD):
J'apprends avec satisfaction que
le ministre fera peut-être installer
le système ISA dans sa voiture de
fonction, un geste qui sera
apprécié, notamment par les
usagers de la route faibles.
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
reglementering inzake de fietskarren voor gehandicapte kinderen" (nr. 743)
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
rolstoelfietsen" (nr. 827)
04 Questions jointes de
- Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la
réglementation relative aux remorques de vélo pour les enfants handicapés" (n° 743)
- Mme Greet van Gool au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "les tricycles pour
handicapés" (n° 827)
04.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de Vlaamse regering gaf advies bij het ontwerp
van koninklijk besluit van 18 december 2002 houdende een aantal
wijzigingen in het algemeen reglement van het wegverkeer. Zo
ontstond het reglement van de fietskarren. Voortaan mogen deze
maximum twee personen jonger dan acht jaar vervoeren en de
massa van de fietskar met de personen mag niet meer dan tachtig
kilogram bedragen.

Het gebruik van fietskarren verhoogt de mobiliteit van kinderen,
vooral van kinderen met een handicap. Voor kinderen met een
handicap die ouder zijn dan 8 jaar zijn fietskarren ook zeer zinvol, als
deze kinderen niet te groot of te zwaar zijn. Dit is echter vaak het
geval. De leeftijdsgrens is hier niet het meest aangewezen criterium
en werkt duidelijk discriminerend. De betreffende reglementering
dient aldus te worden veranderd en zelfs verbeterd.

Mijnheer de minister, op een vraag van mevrouw Riet Van
Cleuvenbergen, Vlaams volksvertegenwoordiger, heeft de Vlaamse
minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen op 26
september 2003 geantwoord dat zij u hierover heeft aangeschreven
met het oog op een wijziging van de reglementering. Ik had graag
vernomen of u inderdaad al contact had met de Vlaamse minister en
welke de stand van zaken is? Minister Byttebier zou hebben
voorgesteld dat niet alleen het criterium leeftijd wordt gehanteerd,
maar dat er ook afwijkingen moeten zijn op de maximum draaglast.
04.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Le règlement relatif aux
remorques de vélo stipule qu'une
telle remorque peut transporter au
maximum deux personnes âgées
de moins de huit ans et que la
remorque ne peut peser plus de
quatre-vingts kilogrammes,
chargement compris. L'utilisation
de remorques de vélo accroît la
mobilité des enfants et
principalement des enfants
handicapés. La limite d'âge ne
constitue pas le critère le plus
approprié et a un effet
discriminatoire.

Est-il exact que le ministre s'est
déjà entretenu à ce sujet avec la
ministre flamande Byttebier? Quel
est l'état d'avancement du
dossier?
04.02 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik werd ook al gecontacteerd door ouders van personen
met een handicap, met betrekking tot een aantal voorzieningen. De
nieuwe wetgeving werpt inderdaad heel wat problemen op.

Collega Van der Auwera zei reeds dat door de wijziging van het
algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, alleen nog
aanhangwagens gekoppeld aan fietsen passagiers mogen vervoeren.
Het mogen niet meer dan twee passagiers zijn en zij moeten jonger
zijn dan acht jaar. Er staat ook een limiet op het gewicht, in die zin
dat de aanhangwagen samen met de passagiers, niet meer dan
tachtig kilogram mag bedragen. Het komt er effectief op neer dat het
gebruik van rolstoelfietsen wettelijk niet meer toegelaten is.
Rolstoelfietsen zijn fietsen waaraan een rolstoel bevestigd wordt. Het
probleem is dat die doorgaans te zwaar zullen wegen. Veel jonge
rolstoelgebruikers die ouder zijn dan acht jaar maken gebruik van de
04.02 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les nouvelles règles
posent de nombreux problèmes.
Seules les remorques accouplées
aux vélos peuvent encore être
utilisées pour transporter des
passagers, la limite étant toutefois
fixée à deux enfants de moins de
huit ans. La remorque et les
passagers ne peuvent dépasser
un poids total de quatre-vingts
kilos. L'usage d'un tricycle pour
handicapé n'est donc plus
possible. Les tricycles pour
handicapés sont par ailleurs
également beaucoup utilisés par
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
rolstoelfiets. Als die leeftijdsgrens wordt ingebouwd, dan beperkt men
ook voor hen de vervoersmogelijkheden. Er zijn ook heel wat
jongeren met een handicap die nooit zelf zullen kunnen fietsen. Zij
zullen bijgevolg geen gebruik meer mogen maken van de gewone
fietskar zodra zij ouder zijn dan acht jaar.

Die wijziging ontneemt eigenlijk aan personen met een handicap een
van de weinige alternatieve vervoersmogelijkheden waarover zij
beschikten. Het is eigenlijk een aantasting van hun recht op mobiliteit
en bovendien gaat het regelrecht in tegen de inspanningen om
integratie van personen met een handicap in de samenleving te
vergroten.

Mijnheer de minister, bestaat er binnen de nieuwe wettelijke regeling
nog een mogelijkheid om rolstoelfietsen te gebruiken? Mocht dat niet
het geval zijn, op welke manier zullen personen met een handicap
van acht jaar en ouder, die nooit zelf zullen kunnen fietsen door hun
handicap, zich dan nog recreatief en milieuvriendelijk kunnen
verplaatsen? Bent u bereid de wetgeving zo nodig te verfijnen voor
de specifieke noden van het vervoer per rolstoelfiets of fietskar, van
mensen met een handicap?
de jeunes handicapés moteurs de
plus de huit ans.

Les jeunes âgés de plus de huit
ans ne peuvent pas davantage
utiliser une remorque de vélo
ordinaire. Les personnes
handicapées se retrouvent ainsi
privées de l'un des rares moyens
de transport de substitution dont
elles disposaient.

Peut-on encore utiliser un tricycle
pour handicapé? Dans la
négative, quelle est la solution de
rechange?

Le ministre est-il disposé à
nuancer la législation en vue de
permettre l'utilisation d'un tricycle
pour handicapé ou d'une
remorque de vélo par les
handicapés?
04.03 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
vorige regering was van oordeel dat het opportuun is om beperkingen
op te leggen aan het gebruik van fietskarren. Artikel 7, lid 2 van het
koninklijk besluit van 18 december 2002 bepaalt dat alleen in een
aan fietsen gekoppelde aanhangwagen passagiers mogen worden
vervoerd. Hun aantal mag niet meer dan twee bedragen en zij
moeten minder dan 8 jaar oud zijn. Artikel 12, lid 2 van hetzelfde
koninklijk besluit voegt daaraan toe dat de massa van de
aanhangwagen, die door fietsers wordt getrokken, niet meer dan 80
kilo ­ lading inbegrepen - mag bedragen. Collega Van der Auwera
heeft dit daarnet gezegd.

Er is een vraag van de Vlaamse regering aanhangig gemaakt waarin
wordt aangedrongen op de herziening van de normen voor het
gebruik van een fietskar voor kinderen met een handicap. Het
voorstel zal in een eerste fase met verzoek om advies worden
voorgelegd aan de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid.
Ik zie op het eerste gezicht geen bezwaar om bepaalde normen aan
te passen. Ik vraag aan mijn administratie om een wijziging van de
norm te onderzoeken. Ik wil hieraan nog toevoegen dat er een echte
evolutie blijkt te zijn in de fabricatie van allerlei nieuwe en
comfortabele vervoersmiddelen voor minder mobiele mensen. Naast
de bekende fietskar heb ik weet van het bestaan van allerlei
tandems, duofietsen en aankoppelrolstoelfietsen.

Mijnheer de voorzitter, ik sta zeer positief ten opzichte van de vrouw,
ik bedoel de vraag van de twee collega's.

(...): Dit leek mij een freudiaanse verspreking.
04.03 Bert Anciaux, ministre: Le
précédent gouvernement avait
estimé opportun d'imposer des
restrictions à l'utilisation de
remorques de vélo. Le
gouvernement flamand a
demandé la révision de ces
normes pour les enfants
handicapés. Cette demande a été
soumise pour avis à la
Commission fédérale pour la
Sécurité routière. A première vue,
je ne vois aucune objection à ce
qu'elle soit examinée par mon
administration.

La fabrication de nouveaux
moyens de transport pour les
handicapés est en plein essor.

Même si je suis très favorable à la
question posée par nos deux
collègues, je dois suivre la
procédure.
04.04 Minister Bert Anciaux: Het was in ieder geval positief.

(...): Ik vind dat ook.
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13

De voorzitter: Het was intimistisch.
04.05 Minister Bert Anciaux: Het was weeral ontroerend. Ik moet
opletten. Ik wil mij een zakelijk imago aanmeten en het lukt niet echt.

Ik wil hiermee in elk geval gezegd hebben dat ik heel positief sta
tegenover de vragen van de twee collega's. Ik moet echter een
bepaalde procedure volgen waardoor het soms iets langer duurt dan
we zelf wensen. Ik zal deze zaak in elk geval positief volgen.
04.06 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
ben uiteraard blij met het antwoord. We wachten samen met de
ouders van gehandicapte kinderen af wat ervan terecht zal komen.
04.06 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Avec
les parents
d'enfants handicapés, nous
attendons l'avis.

04.07 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik vind het zeer positief dat de
minister positief staat tegenover onze vragen en voorstellen.
Mijnheer de minister, ik zou willen vragen om ons op de hoogte te
houden van het gevolg dat u verder aan deze zaak zult geven.
04.07 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Je demande au ministre de
nous tenir au courant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
Kilometer AanduidingsDisplay" (nr. 768)
05 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'indicateur de vitesse placé à l'arrière des véhicules" (n° 768)
05.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, een
kilometeraanduidingsdisplay of KAD is een soort snelheidsmeter ­ ik
weet dat ook nog niet zo lang ­ in de vorm van een rechthoekig
bakje dat wordt gemonteerd op de achterruit van de auto en
verbonden wordt met een kilometerteller. Een van de voordelen van
een dergelijk instrument is dat je als bestuurder zicht hebt op de
snelheid van je voorligger, zodat eventuele kop-staartbotsingen
kunnen worden vermeden. Daarnaast is er sprake van een informele
sociale controle op het rijgedrag en kunnen de politiediensten zonder
dure flitstoestellen controles uitvoeren op de aangepaste snelheid.

Het Limburgs Centrum voor Beleidsmanagement heeft over de KAD
reeds een studie gemaakt. Het centrum kwam tot de conclusie dat
kop-staartbotsingen kunnen worden voorkomen, zij het in beperkte
mate, en dat de sociale controle wordt vergroot, hetgeen tot een
mentaliteitswijziging zou kunnen aanzetten.

Ik had dan ook graag van de minister vernomen ­ dit is wel een
beetje een onbeleefde vraag ­ of hij op de hoogte is van de KAD. Ik
neem aan dat dat het geval zal zijn.

Zijn er eventueel, misschien vanuit de diensten zelf, nog andere
studies hierover gedaan? Hebt u dienaangaande al contact gehad
met het Centrum voor Beleidsmanagement?

Zijn er op Europees vlak al initiatieven genomen of projecten
lopende?
05.01 Guido De Padt (VLD): Ma
question porte sur les visuels
placés sur la vitre arrière des
véhicules et qui indiquent la
vitesse. Destinés à éviter les
carambolages, ces dispositifs
induisent un contrôle social
informel du comportement au
volant. Les services de police
pourront s'en servir pour effectuer
des contrôles de vitesse sans
devoir recourir à des radars
coûteux. Selon une étude du
centre limbourgeois pour la
gestion politique (Centrum voor
beleidsmanagement), le système
peut en effet éviter, dans une
mesure limitée, les carambolages,
tout en renforçant effectivement le
contrôle social.

Le ministre connaît-il ce système,
et peut-il nous dire s'il existe
encore d'autres études, le cas
échéant réalisées par les services
mêmes? A-t-il déjà eu des
contacts avec le centre précité?
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Ziet de minister voor een dergelijk instrument een toekomst in ons
land?
Des initiatives ont-elles été
lancées au niveau européen? Le
ministre pense-t-il que le système
en question a un avenir en
Belgique?
05.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik ben ervan op
de hoogte dat het Limburgs Centrum voor Beleidsmanagement een
studie heeft gemaakt over het aangehaalde onderwerp. Andere
studies of initiatieven zijn mij echter niet bekend, ook niet op
Europees vlak.

Ofschoon van een dergelijk systeem verwacht kan worden dat er in
bepaalde mate een preventief effect van uitgaat, doordat de snelheid
van de voertuigen als het ware geafficheerd wordt, moet ook worden
erkend dat er belangrijke nadelen aan vast zouden kunnen zitten. Er
is allereerst het nadeel dat er na verloop van tijd stellig een slijtage-
effect optreedt. Voorts is het risico van afleiding reëel, te meer daar
de lichtgevende snelheidsindicatie bestendig in werking is en
daarenboven steeds wijzigende informatie geeft. Het blijkt dat dat
toch ook aandachtafleidend kan gaan werken.

Wat de toekomst van een dergelijk systeem betreft, wens ik op te
merken dat men ook niet kan of mag voorbijgaan aan de vraag of
dergelijke vormen van sociale controle wel een bevredigend
maatschappelijk draagvlak zouden kunnen hebben. Persoonlijk ben
ik wel een groot voorstander van het verhogen van de sociale
controle. Men kan zich ten slotte afvragen in welke mate KAD van
nut kan zijn bij het bestraffen van snelheidsovertredingen. Welke
bewijswaarde kan men bijvoorbeeld hechten aan die aanduiding?
Persoonlijk acht ik het niet opportuun om vandaag een definitief
standpunt in te nemen met betrekking tot de vraag of er al dan niet
toekomst is voor het KAD-systeem in ons land. Ik denk dat we eerst
het onderzoek moeten afwachten om nadien heel objectief een
standpunt in te nemen.
05.02 Bert Anciaux, ministre: Je
connaissais cette étude, mais je
n'ai pas connaissance d'autres
études en la matière.

Si un tel visuel indicateur de
vitesse peut avoir un effet
préventif, cet effet risque
cependant de ne pas durer,
l'accoutumance jouant, et le
risque de distraction constitue un
autre inconvénient majeur. Reste
à savoir, par ailleurs, si une telle
forme de contrôle social est
suffisamment acceptée et
soutenue par la population. Je ne
sais pas non plus si ce dispositif
peut s'avérer utile pour les
constats d'excès de vitesse.

Il ne me paraît dès lors pas
opportun d'adopter un point de
vue définitif à l'heure actuelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
opgelegde dwangsom in het dossier van het vliegtuiglawaai van Zaventem" (nr. 842)
06 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur
"l'astreinte imposée dans le cadre des nuisances sonores causées par les avions à Zaventem"
(n° 842)
06.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, op
18 november heeft het hof van beroep van Brussel de overheid
veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van 50.000 euro per
dag indien de lawaaihinder vanuit Zaventem niet evenwichtig wordt
gespreid of indien de nodige beslissingen niet zijn genomen tot
spreiding. Op zondag 30 november hebben de actiegroepen
Daedalus en Noordrand bekendgemaakt dat zij het vonnis
eerstdaags zouden laten betekenen. Dat zou vandaag gebeurd zijn.
Zij hebben eveneens bekendgemaakt dat zij de uitvoering van die
dwangsom zouden vragen.

Mijnheer de minister, ik vernam graag van u of het vonnis al werd
06.01 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Le 18 novembre, la Cour
d'appel de Bruxelles a condamné
l'Etat belge au paiement d'une
astreinte de 50.000 euros par jour
s'il ne procédait pas à une
répartition équilibrée des
nuisances sonores provenant de
Zaventem ou s'il ne prenait pas de
décision allant dans ce sens.
L'arrêt de la Cour devait être
signifié aujourd'hui.
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
betekend, hoe u op deze betekening reageert en hoever de
besprekingen in dit dossier staan? Wat werd er inmiddels door de
federale regering beslist? Hoever staan de besprekingen met het
Vlaams en Brussels Gewest? U zou dit weekend, tot gisteren en
misschien zelfs vandaag nog, met hen uitvoerig contact hebben
gehad. Ik hoop dat u daarover meer uitleg kunt verschaffen.

Ik wil nog een paar bijkomende vragen stellen die daarmee
samenhangen. U zou uw spreidingsplan verbeteren. Ondertussen is
dat nieuwe, aangepaste spreidingsplan echter nog altijd niet
bekendgemaakt. Zult u ook binnen elke nacht meer spreiden dan tot
voorheen was gepland? Denkt u aan een stappenplan waarbij
duidelijk zal worden gemaakt wat op termijn aan extra spreiding kan
worden verkregen door de inrichting van die taxibaan en het
Instrument Landing System - ILS - op baan 25R?

Mijnheer de minister, ten slotte waren er om 13.00 uur op de radio
allerlei speculaties over de wijze waarop de dwangsom zou worden
betaald. Het schijnt dat er nog niet vaak in het verleden
dwangsommen werden uitbetaald, maar dat de overheid wel
goederen aanwijst waarop eventueel beslag kan worden gelegd. Hoe
bent u op dat vlak voorbereid? Zult u die dwangsom effectief betalen
per dag vertraging of hebt u een aantal goederen aangewezen
waarop beslag kan worden gelegd?

Comment le ministre réagit-il à
cette signification? A-t-elle eu
lieu? Quelle décision le
gouvernement fédéral a-t-il prise?
Où en sont vos discussions avec
les Régions flamande et
bruxelloise? A quel résultat ont
abouti les contacts que vous avez
pris au cours du week-end? Y
aura-t-il une plus grande
répartition chaque nuit? Un plan
stratégique prévoyant une
répartition supplémentaire sera-t-il
échafaudé? Comment vous
préparez-vous au paiement d'une
astreinte? Paierez-vous ou
désignerez-vous des biens
pouvant faire l'objet d'une saisie?
06.02 Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik ben de
jongste weken bewust heel zwijgzaam over dit dossier gebleven. Het
is heel verwonderlijk dat op het moment dat er in het Parlement een
vraag wordt gesteld over deze problematiek, daaraan zo weinig
aandacht wordt gegeven, ook van andere partijen, die nochtans de
gewoonte hebben om in de pers met allerlei verklaringen naar buiten
te komen.

Ik wens op zeer korte termijn tot een akkoord te komen in dit dossier.
Ik ben bijgevolg uiterst voorzichtig met informatie. U weet echter dat
mijn respect voor het Parlement zodanig groot is dat ik moet
antwoorden.
06.02 Bert Anciaux, ministre:
Comme je souhaite conclure un
accord à court terme, je me dois
de faire preuve de prudence
quand je communique des
informations.
De voorzitter: Mijnheer Ansoms, als ik uw lach durf te interpreteren, was dat volgens mij een sceptische
lach.
06.03 Minister Bert Anciaux: U hebt daarvoor geen enkele
aanwijzing.
06.04 Jos Ansoms (CD&V): We zullen het dadelijk bewijzen.
06.05 Minister Bert Anciaux: Mijnheer Laeremans, ik wil in elk geval
antwoorden op uw heel uitdrukkelijke vragen.

Hoe reageer ik op de dwangsom? Ten eerste, ik vind dat iedereen
die zichzelf een democraat noemt, rekening moet houden met en
uitvoering moet geven aan gerechtelijke beslissingen.

Ten tweede, wat betreft de dwangsom is er vanmorgen inderdaad
een betekening geweest, wat inhoudt dat men die dwangsom zou
kunnen opvorderen binnen de 24 uren. Het komt er dus op aan
ervoor te zorgen dat wordt beslist over de nodige maatregelen
06.05 Bert Anciaux, ministre:
Tout démocrate exécute les
décisions judiciaires.

La signification a eu lieu ce matin.
L'astreinte peut être recouvrée
dans les vingt-quatre heures. Des
concertations très intensives se
déroulent au sein du
gouvernement fédéral. Nous
tentons de nous mettre d'accord
02/12/2003
CRIV 51
COM 080
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
alvorens de dwangsom dient te worden betaald.

Ik kan u verzekeren dat binnen de federale regering zeer intensief
overleg wordt gepleegd. Dat overleg is trouwens nog volop aan de
gang en wij proberen om zo snel mogelijk tot een globaal akkoord te
komen. Er is ook reeds veelvuldig overleg geweest met het Vlaams
Gewest en met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ook werd een
eerste vergadering belegd om te komen tot een harmonisering van
de geluidsnormen. Wat dat betreft zal ik een concreet voorstel
uitwerken.

In het arrest werd mij gevraagd om een initiatief te nemen, ook al
behoren de geluidsnormen niet helemaal tot mijn bevoegdheid, maar
is het veeleer een gewestelijke bevoegdheid. Hoe dan ook, ik zal
terzake initiatieven nemen.

Wat betreft de verbeteringen die zouden aangebracht worden aan
het spreidingsplan kan ik slechts een antwoord geven als er een
akkoord is bereikt over het geheel. Op dit ogenblik is er daarover nog
geen beslissing genomen. Deze verbeteringen houden in ieder geval
rekening met een aantal opmerkingen die werden gegeven op het
terrein. Ik geef u een heel concreet voorbeeld. Ik heb u van in het
begin steeds gezegd dat mijn spreidingsplan een mathematisch
model was waarvoor de toetsing op het terrein nodig was. Deze
toetsing is ook gebeurd. Op basis daarvan wil ik een aantal
verbeteringen aanbrengen. Een onderdeel van het spreidingsplan
moet zonder enige twijfel de investeringen naar de toekomst
inhouden. Daarover zullen nog een aantal studies moeten uitgevoerd
worden. We moeten weten wat de kosten zijn en wat de baten
daarvan kunnen zijn. Ik heb mij voorbereid op de dwangsom door ze
te voorkomen.
sur tout. Le gouvernement fédéral
s'est déjà concerté largement
avec la Région flamande et la
Région de Bruxelles-Capitale. Une
première réunion a été program-
mée pour essayer d'harmoniser
les normes acoustiques. Je
m'efforce moi-même de prendre
une initiative, comme le demande
l'arrêt, même si ce n'est pas de
ma compétence.

Une décision définitive n'a pas
encore été prise concernant les
aménagements du plan de
répartition. Les améliorations
apportées tiendront compte des
observations émises par les
intéressés. Le plan de répartition
repose sur un modèle mathé-
matique qui requérait d'être testé
dans la réalité. Ce test vient d'être
effectué et le plan sera adapté
aux résultats. L'Etat procédera à
des investissements sur la base
du plan.

Je me suis préparé à l'astreinte en
prenant les précautions
nécessaires pour que l'Etat ne
doive pas la payer.
06.06 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, uw
antwoord schept veel meer nieuwe vragen dan dat het vragen
beantwoordt. Er zijn heel veel raadsels. U zegt bijvoorbeeld dat u
zich hebt voorbereid op de dwangsom door ze te voorkomen. Als u
vandaag of morgen geen akkoord bereikt, dan zal u vanaf morgen en
ten laatste overmorgen moeten betalen. Er is daar dus een probleem
en ik ben zeer benieuwd hoe dit zal uitdraaien. We zullen u de
volgende dagen wel extra vragen moeten stellen. Vandaag weten we
immers niet veel meer.

Mijnheer de minister, ik zou wel nog willen wijzen op het feit dat in
Brussel niet alleen de heer Gosuin woont, actief is en minister is. Er
is daar ook een soort paritaire regering waarin personen van uw
politieke partij of van het kartel zetelen. Een kartelgenoot is minister
van Mobiliteit, met name de heer Smet. Ik hoop dat u zeer snel ook
met hen tot een akkoord komt en dat u zich niet alleen de wil van de
heer Gosuin laat welgevallen. U hebt eigenlijk niet veel gezegd over
de stand van zaken wat betreft de besprekingen met het Brusselse
Gewest.

Ik hoop ook dat u zich niet laat dicteren en snel tot een akkoord komt
waarin ook de Vlamingen zich kunnen terugvinden en waarin Brussel
een rechtmatig deel van de spreiding op zich neemt.

Wij zullen de eerstkomende uren en dagen die zaak zeer nauw
volgen.
06.06 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): La réponse du ministre
soulève plus de questions qu'elle
n'en résout. Il dit s'être préparé,
mais si un accord n'intervient pas
aujourd'hui ou demain, les
pouvoirs publics devront payer.

Un partenaire de cartel du
ministre Anciaux est membre du
gouvernement bruxellois. J'espère
que le ministre ne se pliera pas
aux diktats de Bruxelles.
CRIV 51
COM 080
02/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.02 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.02 heures.