IC068_FIN.doc

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders en Spirit

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000

Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

PLEN

Plenum (witte kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Trees Pieters à la ministre de
l'Environnement, de la Protection de la
consommation et du Développement durable sur
"l'utilisation de biocides pour le traitement des
textiles" (n° 730)

Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en
Duurzame Ontwikkeling over "het gebruik van
biociden in textiel" (nr. 730)

Orateurs: Trees Pieters, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Environnement, de la
Protection de la consommation et du
Développement durable

Sprekers: Trees Pieters, Freya Van den
Bossche, minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame
Ontwikkeling

Agenda

Orateur: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR

Spreker: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck à la
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale et de la Politique des grandes villes sur
"le report de la mise en place du Service des
créances alimentaires" (n° 656)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie en
Grootstedenbeleid over "het uitstel van de
oprichting van de Dienst voor
alimentatievorderingen" (nr. 656)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Marie
Arena, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Marie
Arena, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le premier bilan de l'application de la loi sur
l'euthanasie" (n° 58)

Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de eerste balans van de toepassing van de
wet betreffende de euthanasie" (nr. 58)

Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique

Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid

Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'arrêté royal du 9 juin 2003 relatif à l'octroi d'un
subside à une association assurant la
promotion de la profession d'infirmier" (n° 61)

Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het koninklijk besluit van 9 juni 2003
betreffende de toekenning van een subsidie aan
een bepaalde vereniging die het beroep van
verpleegkundige promoot" (nr. 61)

Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique

Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid

Question de Mme Nahima Lanjri au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
projets pilotes dans le cadre desquels des
médecins généralistes intègrent des services
d'urgence" (n° 495)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de proefprojecten waarbij huisartsen op
spoedgevallendiensten ingezet worden" (nr. 495)

Orateurs: Nahima Lanjri, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Nahima Lanjri, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Françoise Colinia au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"des prestations de nature médicale dans les
grandes surfaces" (n° 621)

Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "geneeskundige verstrekkingen in
warenhuizen" (nr. 621)

Orateurs: Françoise Colinia, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Françoise Colinia, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la disponibilité des médicaments à
usage vétérinaire en Belgique" (n° 624)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de beschikbaarheid van
geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

in België" (nr. 624)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "son programme d'action en
matière de violences à l'égard des femmes"
(n° 625)

Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "zijn actieplan inzake
geweld tegen vrouwen" (nr. 625)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la pédicurie médicale" (n° 702)

Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "medische voetverzorging" (nr. 702)

Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Interpellation de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la non-signature et la non-
ratification de la convention OMS de lutte anti-
tabac par la Belgique" (n° 86)

Interpellatie van mevrouw Catherine Doyen-
Fonck tot de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het feit dat België de
WGO-kaderconventie over tabakspreventie nog
niet heeft ondertekend, noch geratificeerd"
(nr. 86)

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Motions

Moties

Interpellation de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la mise en oeuvre du Fonds de
lutte contre le tabagisme" (n° 87)

Interpellatie van mevrouw Catherine Doyen-
Fonck tot de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de inwerkingtreding van
het Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik"
(nr. 87)

Motions

Moties

Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique

Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de M. Yves Leterme au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
certificats de conformité concernant les
prothèses dentaires" (n° 723)

Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"conformiteitstesten in verband met
tandprothesen" (nr. 723)

Orateurs: Yves Leterme, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Yves Leterme, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Question de M. Yves Leterme au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'utilisation de cellules souches et de banques
de sang ombilical et leur commercialisation
éventuelle" (n° 745)

Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gebruik van stamcellen en
navelstrengbloedbanken en de mogelijke
commercialisering ervan" (nr. 745)

Orateurs: Yves Leterme, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique

Sprekers: Yves Leterme, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid

Interpellations jointes de

Samengevoegde interpellaties van

- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le taux de
TVA applicable au matériel médical" (n° 104)

- mevrouw Greta D'hondt tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
BTW-tarief voor medisch materiaal" (nr. 104)

- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le taux de
TVA applicable au matériel médical" (n° 112)

- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
BTW-tarief voor medisch materiaal" (nr. 112)

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

COMMISSION DE LA SANTE

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIETE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

LUNDI

NOVEMBRE

2003

Après-midi

______

van

MAANDAG

NOVEMBER

2003

Namiddag

______

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Luc Goutry, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Luc Goutry, président.

01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en

Duurzame Ontwikkeling over "het gebruik van biociden in textiel" (nr. 730)

01 Question de Mme Trees Pieters à la ministre de l'Environnement, de la Protection de la

consommation et du Développement durable sur "l'utilisation de biocides pour le traitement des
textiles" (n° 730)

01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik verheug mij

ook over de grote aanwezigheid. Blijkbaar zijn er alleen leden van de
oppositie aanwezig, of toch niet, want er komt net iemand van de
meerderheid binnen.

Volgens mij is het geen goede zaak om op een maandag de vragen af
te haspelen want de leden komen slechts toe op het ogenblik dat zij
hun vraag moeten stellen. Hoe dan ook, het is aan de voorzitter om
dergelijke aangelegenheden te regelen.

Mevrouw de minister, ik heb een belangrijke vraag in verband met het
gebruik van biociden in textiel. U weet wellicht dat op 7 mei laatstleden
de Europese Commissie een Reach-programma heeft gelanceerd.
Reach staat voor registratie van chemische stoffen, voor evaluatie van
schadelijke stoffen en autorisatie van chemische producten. Dat is een
goede zaak, maar bij dit Reach-programma is er echter een vierde punt
bijgekomen, met name restricties.

Het luik restricties voorziet in de mogelijkheid dat de lidstaten het
initiatief nemen om het gebruik van bepaalde chemische producten te
beperken of te verbieden. Het voorstel voorziet ook in de mogelijkheid
van een pre-registratiefase, met name de vorming van een consortium
om samen een bepaalde stof te registreren en sancties op te leggen bij
het niet voldoen aan de wetgeving.

Dit is gelanceerd door Europa. In ons land worden hiermee voornamelijk
de textielbedrijven geconfronteerd die met biociden werken bij het
productieproces of op het einde van het productieproces, om aan het
textielproduct een aantal positieve kenmerken te geven, zoals
antibacteriële, schimmeldodende of huisstofmijtdodende
eigenschappen. Dit zijn elementen die de volksgezondheid en de
hygiëne weliswaar ten goede komen.

Wij hebben vandaag in dit land het punt bereikt, ingevolge het Europese
luik Reach en het vierde punt dat daaraan toegevoegd is, dat die

01.01 Trees Pieters (CD&V): En

vertu du programme européen
REACH (enregistrement des
substances chimiques, évaluation
des substances toxiques et
agrément des produits chimiques),
les États membres peuvent limiter
ou interdire une série de produits
chimiques. Dans notre pays, la
demande des autorités d'enregistrer
les produits textiles traités au
moyen de biocides concerne
principalement les industries
textiles.

Grâce à ces biocides - qui
combattent les mites, les bactéries
et les acariens - les produits
textiles acquièrent des propriétés
positives bénéfiques pour la santé
publique et l'hygiène. La question
est à présent de savoir s'ils sont
illégaux. Il apparaît
qu'actuellement, le secteur textile
doit aussi se soumettre à une
procédure d'enregistrement devant
le Conseil supérieur de la Santé
publique. Les fabricants de textile
ne sont cependant pas des
chimistes. Leurs connaissances se
limitent à la valeur ajoutée des
biocides pour leurs produits. Non
seulement les agréments et
l'enregistrement posent problème,
mais également les frais d'analyse.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

biociden contradictorisch zijn met de Belgische wetgeving.

De vraag is of zij al of niet onwettig zijn. Volgens dit Reach-programma
is er een belangrijk element aan toegevoegd, namelijk het feit dat die
producten op hun formules en op hun samenstelling moeten worden
geregistreerd. Het land waarin de textielfabrikant werkt moet dit
opleggen.

Eigenlijk is de sector, de textielindustrie, daarvoor overvraagd.
Textielfabrikanten weven allerhande stoffen maar zijn geen chemici. Zij
gebruiken chemische producten, zij weten wat de uitslag van het
toebrengen van het chemisch product is, maar zij kennen de inhoud van
dit chemisch product niet. De belangrijkste aspecten hiervan zijn dat
door de toevoeging van die biociden het textielproduct op zich verbeterd
wordt en positieve kenmerken krijgt. Doch, de onwettigheid, het niet
vergund zijn, veroorzaakt een hoop problemen.

Als afnemer van biocide producten is de textielsector bijgevolg niet in
regel met de Belgische wetgeving en dient zij ook een
registratieprocedure te ondergaan voor de Hoge Raad van
Volksgezondheid. Ik heb al gezegd dat wat de kennis van een
textielfabrikant betreft, die beperkt is tot de toegevoegde waarde van het
textielproduct. Wanneer hij verplicht wordt om die scheikundige stof te
gaan ontleden, te laten vergunnen en te laten registreren, dan betekent
dit meerkosten, wat voor die sector op dit ogenblik onhaalbaar is.

Ik moet u niet zeggen dat de sector op dit ogenblik in heel Vlaanderen
en ook in het zuiden van het land, waar hij nog bestaat, in zware
moeilijkheden verkeert. De sector is volledig afhankelijk van de
producten die hem worden toegeleverd door de chemische industrie.
Het gevaar bestaat dat het gamma aan chemische basisproducenten
ingeperkt wordt, zodat de textielsector meer zal moeten investeren in
analysekosten.

Het gaat dus over meerdere aspecten: vergunning, registratie,
analysekosten die door de sector moeten gemaakt worden en andere
moeilijkheden die daaruit voortvloeien.

Mevrouw de minister, het lijkt mij in eerste instantie de chemische
sector die daarrond moet bevraagd worden, eerder dan de textielsector.
Deze laatste is daar maar een afgeleide van en moet dus niet met al
die administratieve problemen bezwaard worden. De textielsector is ook
vragende partij om zich zo snel mogelijk in België in orde te stellen via
diverse wetgeving, want zij vinden het vervelend dat zij moeten werken
in een diffuse, eventueel onwettige sfeer.

Mevrouw de minister, ik had graag uw standpunt gekend omtrent deze
problematiek en ik had graag van u geweten wat u zou doen om voor dit
probleem zo snel mogelijk een oplossing te bieden.

Il est évident et inacceptable que
cette procédure entraîne des frais
supplémentaires pour le secteur,
déjà en grande difficulté.

Le secteur textile demande une
régularisation de la situation. Quel
est le point de vue de la ministre?
Que compte-t-elle faire pour
résoudre ce problème?

01.02 Minister Freya Van den Bossche: Collega, u weet dat na 2010

alles wat gemakkelijker wordt, omdat het Europees recht voorziet dat
op dat moment de biociden zullen ingedeeld worden in groepen,
waardoor we de risico's vooraf kunnen inschatten, en waardoor ook
meteen producten met hoge risico's terzijde geschoven kunnen worden.

Die evaluatie is een gigantisch werk dat pas in 2010 afgerond zal zijn.
Intussen doen de lidstaten allemaal voort op dezelfde manier als
voorheen.

Ik moet zowel voor de gezondheid als voor het leefmilieu zorgen. Dat is

01.02 Freya Van den Bossche,

ministre: D'ici à 2010, les biocides
seront subdivisés en groupes en
fonction du risque qu'ils
représentent. Entre-temps, les
Etats membres continueront de
faire ce qu'ils font aujourd'hui. Etant
responsable des aspects qui ont
trait à la santé publique et à
l'environnement, je dois veiller au
bien-être des gens à un double

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

twee keer zorgen voor de mensen. De volksgezondheid heeft immers
een onmiddellijke weerslag op de mensen. Het leefmilieu heeft een
weerslag op iets langere termijn, maar ook daar betekent een gevaar
voor het leefmilieu een gevaar voor de mensen.

Het gebruik van biociden kan in een aantal gevallen goed zijn voor de
gezondheid. Ik zeg "kan" omdat men zich kan inbeelden dat er in
sommige gevallen een aantal nevenwerkingen zijn waarmee men
rekening moet houden, afhankelijk van de wijze waarop ze worden
toegepast en gebruikt. Als we uitgaan van de premisse waarvan u
uitgaat, namelijk dat ze goed zijn voor de volksgezondheid, moet ik mij
nog altijd afvragen of er eventueel geen nadeel, geen schadelijk gevolg
is voor het leefmilieu. Zoals ik al zei, heeft dat zijn weerslag op de
mensen en op hun gezondheid.

U hebt het over een aantal problemen bij de registratie. Die zijn volgens
mij terug te voeren naar een interpretatieprobleem dat is ontstaan bij de
aanpassing van de Belgische wetgeving aan een bestaande Europese
richtlijn. Het gemakkelijkste om ervoor te zorgen dat in de toekomst
zaken zoals die waaraan u nu refereert, niet meer voorkomen, is
volgens mij te zorgen dat de textielindustrie telkens wanneer zij een
biocide wil gebruiken, in een toepassing wil verwerken, van de
chemische industrie een verklaring tot toegang kan krijgen. U zegt dat
die industrie in staat is de juiste analyses te maken en ik geef u daarin
gelijk. Die verklaring tot toegang, zoals bepaald in het koninklijk besluit,
zorgt ervoor dat de textielindustrie recht heeft op alle informatie die de
chemische industrie heeft verzameld met betrekking tot biociden. Zij
moet dan met andere woorden geen aparte analyses overdoen of voor
het eerst doen. Zij kan dan inschatten of de chemische industrie wel
alle analyses heeft gedaan. Mocht dat niet het geval zijn, kan zij
afwegen of het sop wel of niet de kool waard is, met andere woorden of
zij die biocide vraagt maar zelf de analyses moet doen, ofwel wacht tot
de chemische industrie die analyses heeft gedaan.

Mevrouw Pieters, ik denk dat u gelijk hebt. Ik wil deze problematiek
oplossen door ervoor te zorgen dat de textielindustrie de verklaring tot
toegang meteen kan aanvragen samen met de biociden van de
chemische industrie. Op die manier zal niet alleen de onzekerheid voor
de textielindustrie verdwijnen, maar zal ook snelheid om de aanvragen
in te dienen vergroten, zodat er geen bijkomende expertise die op dit
ogenblik mogelijks niet altijd aanwezig is, meer nodig zal zijn.

titre. Partant du présupposé que
les biocides utilisés dans l'industrie
textile sont bons pour la santé, il
me reste à vérifier qu'ils ne sont
pas nuisibles pour l'environnement.
Car une telle nocivité écologique a
aussi une incidence sur les gens et
leur santé.

La solution la plus simple consiste
donc, à mon sens, à prévoir que
l'industrie textile demande une
déclaration d'accès à l'industrie
chimique chaque fois qu'elle veut
utiliser un biocide. De la sorte,
l'industrie textile aura droit à toutes
les informations collectées par
l'industrie chimique et elle pourra,
d'une part, vérifier si toutes les
analyses ont été réalisées et,
d'autre part, elle ne devra pas
refaire les analyses qui ont déjà été
effectuées. Voilà qui dissipera toute
incertitude et permettra une
accélération du traitement des
demandes.

01.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

staatssecretaris voor het antwoord.

01.04 Minister Freya Van den Bossche: Het is "minister", mevrouw

Pieters.

01.05 Trees Pieters (CD&V): Sorry, mevrouw de minister.

01.06 Minister Freya Van den Bossche: Geen erg, mevrouw Pieters.

Ik gedraag me niet als een minister. Ik ben heel bescheiden.

01.07 Trees Pieters (CD&V): U kreeg deze gelegenheid als het ware

aangeboden om iets duidelijk te maken. Ik wens me toch te
verontschuldigen. In de nieuwe structuren vinden we niet altijd onze
weg.

01.08 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Van Brempt is

staatssecretaris, zij is iets groter dan ik en komt uit Antwerpen.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

01.09 Trees Pieters (CD&V): Ja, mevrouw de minister, dat weet ik

wel, maar er was eventjes verwarring tussen u beiden wat betreft de
titels.

Mevrouw de minister, mag ik uit uw antwoord afleiden dat de registratie
een interpretatieprobleem is en niet zo rigoureus zal worden toegepast?

01.09 Trees Pieters (CD&V):

L'enregistrement constitue donc
surtout un problème d'interprétation
et ne sera pas appliqué de manière
aussi rigoureuse.

01.10 Minister Freya Van den Bossche: U mag uit mijn antwoord

concluderen dat wat betreft de zaak die al gepasseerd is, met name
dat aan de textielindustrie werd gevraagd om bijkomende informatie te
verstrekken, deze vraag blijft bestaan, maar dat het vanaf heden
aangewezen is dat de textielindustrie, samen met de biociden die
worden aangevraagd bij de chemische industrie, ook de toegang tot
informatie aanvraagt. Op die manier is er geen extra rompslomp meer.

01.10 Freya Van den Bossche,

ministre: Désormais, l'industrie
textile fera bien de demander
d'emblée l'accès aux informations
pour toute demande adressée à
l'industrie chimique concernant
des biocides.

01.11 Trees Pieters (CD&V): Als ik u goed begrijp moet de

textielindustrie dit niet laten registreren. Registreren betekent, mijns
inziens, aan een bepaalde instantie laten weten welke producten
gebruikt worden. U verschuift de problematiek.

01.11 Trees Pieters (CD&V):

L'enregistrement est-il nécessaire
ou pas? La ministre déplace le
problème.

01.12 Minister Freya Van den Bossche: Er zal natuurlijk nog altijd

een moment van informatie moeten zijn over de manier waarop de
biocide wordt toegepast, want afhankelijk van de toepassing kan die
biocide wel of niet goed zijn voor de mensen. Meer dan dat met name
het doen van analyses en onderzoek vraag ik niet van de
textielindustrie omdat ik ervan uitga dat zij die informatie kunnen
opvragen dat ze daar recht op hebben bij de chemische industrie.
Eigenlijk geef ik u helemaal gelijk, maar gepasseerde zaken zijn
gepasseerd.

01.12 Freya Van den Bossche,

ministre: Je demande des
informations sur les applications
des biocides et non une analyse ou
une étude à effectuer par le secteur
textile.

01.13 Trees Pieters (CD&V): Het is duidelijk dat u voor de toekomst

geen analyses vraagt. U vraagt alleen dat zij van de toeleverancier die
hun die scheikundige producten levert, heel duidelijk een verklaring
zouden krijgen dat het product dat zij verkopen niet schadelijk is. Daar
komt het op neer?

01.13 Trees Pieters (CD&V): Il

incombe donc au fournisseur de
délivrer une attestation certifiant
que le produit n'est pas toxique.

01.14 Minister Freya Van den Bossche: Ik vraag heel duidelijk twee

dingen. Ten eerste moeten zij waakzaam zijn en er telkens op letten
dat de chemische industrie voor die specifieke biocide zelf de analyses
heeft laten uitvoeren, want anders krijgen ze die nog wel op hun dak.
Ten tweede, als dat is gebeurd, moeten zij die verklaring van toegang
vragen waardoor zij altijd de informatie van de chemische industrie
kunnen gebruiken in hun contacten met de overheid. Dan is er geen
enkel probleem.

U hebt wat u wilt. Daar komt het op neer.

01.14 Freya Van den Bossche,

ministre: Le secteur textile doit
faire preuve de vigilance et
demander une déclaration d'accès.

01.15 Trees Pieters (CD&V): Ik wil niet hebben wat ik wil. Ik wil dat

de sector verder kan blijven werken. Persoonlijk heb ik daar niets mee
te maken. Ik zou willen hebben dat de textielindustrie, die het al zo
moeilijk heeft, niet met problemen wordt geconfronteerd die
onoverkomelijke moeilijkheden creëren.

Mijn vraag is de volgende. De chemische industrie doet dat tot op
vandaag niet. Wanneer zal zij in staat zijn om dit te doen en om die
verklaring tot toegang, zoals u het noemt, mee te leveren met hun
producten?

01.15 Trees Pieters (CD&V):

Quand l'industrie chimique sera-t-
elle en mesure de délivrer cette
déclaration?

01.16 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb de chemische

industrie al in juli het was het eerste dossier waarmee ik ben
begonnen rond de tafel gebracht om te zeggen dat ze zich

01.16 Freya Van den Bossche,

ministre: J'ai rappelé le secteur à
l'ordre du mois de juillet. La

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

onmiddellijk moest regulariseren. Die procedure is bezig. Zij zijn op het
matje geroepen omdat anderen er nadeel van ondervonden met name
de textielindustrie dat de chemische industrie niet altijd heeft gedaan
wat zij had moeten doen.

procédure est en cours. Je peux
m'informer, mais le moment
dépend du secteur. Mme Pieters
obtiendra vraiment ce qu'elle
demande.

01.17 Trees Pieters (CD&V): Hebben zij beloofd tegen wanneer zij dit

in orde kunnen brengen?

01.18 Minister Freya Van den Bossche: Ik kan voor u eens

informeren, maar dat hangt echt van henzelf af. De administratie heeft
in ieder geval de opdracht om dit zo snel mogelijk af te handelen opdat
er geen gedupeerden zouden zijn en opdat die tijd toch zo kort mogelijk
zou zijn.

01.19 Trees Pieters (CD&V): Wat gebeurt er als er nu een klacht is?

Ik ga geen verhaaltjes ophangen. Ik meen dat we best rationeel blijven.

01.20 Minister Freya Van den Bossche: Ik ben ook rationeel. Het

hangt af van de Hoge Gezondheidsraad. Het moment waarop zij zeggen
dat het in orde is, is het in orde. Ik kan die mensen ook niet zomaar
een deadline opleggen. Ik kan niet zeggen dat zij dat tegen midden
volgende week in orde moeten brengen.

01.21 Trees Pieters (CD&V): U zegt dat de biociden tegen 2010

moeten (...), dus we kunnen niet wachten tot 2010.

01.22 Minister Freya Van den Bossche: Natuurlijk niet.

01.23 Trees Pieters (CD&V): Wanneer zal het in orde zijn? Volgende

maand, binnen zes maanden of binnen een jaar?

01.23 Trees Pieters (CD&V): Il ne

s'agit pas de cela. Restons
rationnels. Combien de temps
faudra-t-il encore? Un mois? Six
mois? Un an?

01.24 Minister Freya Van den Bossche: Als u wilt, kan ik schriftelijk

informeren bij de voorzitter van de Hoge Gezondheidsraad en u dat
antwoord overzenden.

01.24 Freya Van den Bossche,

ministre: Je vais m'informer auprès
du président du Conseil supérieur
d'hygiène.

01.25 Trees Pieters (CD&V): Doet u dat dan. Bezorg het aan de

voorzitter van de commissie zodat hij ermee kan doen wat hij wil. Hij
kan het aan alle leden bezorgen of alleen aan de geïnteresseerde
leden. Zorg ervoor dat het bij de voorzitter terechtkomt. Dan ben ik
tevreden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Agenda
Agenda

Le président: Chers collègues, avant de donner la parole à Mme Doyen-Fonck, je voudrais vous soumettre
une proposition. Etant donné que quatre autres questions de Mme Doyen-Fonck sont à l'ordre du jour de
notre réunion, je propose qu'elle les pose successivement. La même proposition vaut pour les autres orateurs
dont plusieurs questions figurent à l'agenda.

A l'instar de ce qui s'est passé la semaine dernière, êtes-vous d'accord avec ce principe qui veut que les
questions soient regroupées?

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

01.26 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, mon

problème, c'est que je dois assister à une autre réunion; c'est la raison
pour laquelle je vous demanderais de pouvoir poser mes deux
questions très rapidement.

Le président: Je propose donc que M. Bacquelaine intervienne après la première question de Mme Doyen-
Fonck, qui posera ensuite ses autres questions.

02 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration

sociale et de la Politique des grandes villes sur "le report de la mise en place du Service des
créances alimentaires" (n° 656)

02 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Ambtenarenzaken,

Maatschappelijke Integratie en Grootstedenbeleid over "het uitstel van de oprichting van de Dienst
voor alimentatievorderingen" (nr. 656)

02.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Madame la ministre, j'aimerais

revenir sur le dossier du service des créances alimentaires. Je ne vais
pas développer à nouveau la problématique majeure que cela
représente pour les enfants et les familles car vous connaissez
certainement beaucoup mieux que moi le sujet. J'en viens directement
aux points précis qui concernent la problématique des CPAS.

Sous la précédente législature, un consensus politique avait permis de
voter la loi du 21 février 2003 pour la création d'un service des créances
alimentaires. Légalement, ce service devrait entrer pleinement en
vigueur à partir du 1

septembre 2004.

Cependant, les différentes déclarations entendues ces jours derniers
laissent présager une mise en place graduelle du dispositif, avec
l'établissement, à partir du 1

juin 2004, d'un premier système par

lequel tout créancier pourrait obtenir que le service, au niveau des
Finances, se lance dans le recouvrement de créances et d'arriérés de
créances, selon les termes de la loi. Mais, en ce qui concerne la
problématique du système des avances, il me revient que cette mission
ne serait pas assurée par le SPF Finances, mais par les CPAS, ce qui
correspond à une situation équivalente à ce qui se fait actuellement.

Si le report de la mise en place du service des créances alimentaires
est manifestement et probablement justifié pour des raisons
budgétaires, il n'en reste pas moins que le gouvernement fédéral ne
semble guère s'être inquiété du coût financier et des charges de
personnel qu'un nouveau dispositif engendrerait alors au niveau des
CPAS.

Madame la ministre, j'en viens donc à poser trois sous-questions
concernant ce service de créances alimentaires et relatives à la
problématique du CPAS.

Le gouvernement envisage-t-il:
1. de rembourser les avances consenties par les CPAS à 100%, afin
justement d'éviter que ceux-ci ne doivent assumer, sur fonds propres,
les 10% de celles-ci?
2. de procéder au remboursement des avances dans un délai
raisonnable, car, actuellement, les CPAS attendent, avec un retard de
trois ans, les remboursements de l'Etat?
3. de prendre en compte les charges du personnel social et
administratif?

02.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): De Dienst voor
alimentatievorderingen moet
volledig in werking treden vanaf 1
september 2004, maar naar verluidt
wordt een geleidelijke instelling van
het systeem overwogen. De
federale regering heeft zich
blijkbaar niet veel zorgen gemaakt
over de kosten die een nieuw
systeem voor de OCMW's zou
veroorzaken.

Is de regering van plan de door de
OCMW's toegekende voorschotten
voor 100 % terug te betalen, dit
binnen een redelijke termijn te doen
en de kosten voor sociaal en
administratief personeel in
aanmerking te nemen?

02.02 Marie Arena, ministre: Chère collègue, vous avez rappelé les

dernières décisions en ce qui concerne l'organisation du fonds de
recouvrement des créances alimentaires et, comme vous le disiez, le

02.02 Minister Marie Arena: In

afwachting van de invoering van het
systeem bij de FOD Financiën heb

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

du fonds de créances alimentaires pourrait commencer à fonctionner à
partir du 1er juin 2004, moyennant une attitude progressive pour l'octroi
de ces avances sur créances alimentaires.

Dans l'attente de la mise en oeuvre du système, qui est prévue - et bien
prévue - au sein du SPF Finances par mon collègue Didier Reynders,
j'ai pris toutes les dispositions nécessaires pour que les personnes qui
vivent dans la précarité puissent continuer à bénéficier du système
d'avances auprès des CPAS. Je précise que la notion de "précarité" est
définie au travers de l'article 68 de la loi organique des CPAS et sur
base d'un calcul prenant en compte les revenus minima des personnes
ayant droit à ces avances sur créances alimentaires.

Cela ne signifie pas que le système à venir sera réalisé par le CPAS.
Nous sommes dans l'attente d'une mesure qui sera gérée par le SPF
Finances. En attendant cette mesure généralisée pour l'ensemble du
public, le CPAS continue à faire son travail: le travail qu'il faisait hier et
qu'il fera demain en attendant que le service soit mis en place au niveau
du SPF Finances

J'ai également prévu une série de mesures qui visent à alléger la charge
des CPAS après le 1er juin 2004: vous avez parlé d'un taux de
remboursement; il est vrai qu'aujourd'hui, le taux de remboursement est
de 90% mais les CPAS avaient la possibilité de recouvrer une partie de
ces créances. Toutefois, à partir du 1er juin 2004, l'entièreté de la
procédure de recouvrement est prise en charge par le "service créances
alimentaires" ; cela signifie que le CPAS n'aura plus à sa charge le
recouvrement.

Nous avons aussi prévu que les CPAS puissent rendre le
remboursement exigible dès la dépense réalisée. Ils ne devront plus
attendre deux ans. Les justificatifs pourront être rentrés à l'Etat dès
l'organisation des paiements. En conséquence, les délais de paiement
vis-à-vis des CPAS sont évidemment raccourcis.

Ainsi, le taux de remboursement est de 95%, alors qu'il était de 90%
hier et j'ai obtenu une capacité de remboursement direct par rapport à
l'engagement du CPAS dans le nouveau dispositif vis-à-vis de ce
dernier.

Le dispositif demeure identique, tant pour le public cible que pour le
mode d'organisation. Il n'y a rien de changé pour le CPAS. Par
conséquent, l'engagement de personnel supplémentaire n'est pas
nécessaire dans la mesure où nous allégeons, à la limite, le travail du
CPAS puisqu'il ne doit plus procéder aux recouvrements, alors qu'il ne
disposait pas des outils pour le faire de manière efficace. Etant donné
que nous ne demandons rien de plus au CPAS en matière de créances
alimentaires, il n'y a pas de personnel supplémentaire.

ik de nodige maatregelen getroffen
opdat mensen die in
bestaansonzekerheid leven, zoals
bedoeld in artikel 68 van de
organieke wet betreffende de
openbare centra voor
maatschappelijk welzijn, verder
voorschotten van het OCMW
kunnen blijven ontvangen. Het gaat
om een wachtregeling. Daarnaast
werden er maatregelen genomen
om de last voor de OCMW's na juni
2004 te verlichten: zo zal de dienst
voor Alimentatievorderingen instaan
voor de hele inningsprocedure.
Voorts zullen de OCMW's de
vorderingen opeisbaar kunnen
stellen zodra ze de uitgave hebben
gedaan, met een
terugbetalingsgraad van 95%. Voor
de rest verandert er niets aan de
regeling. De OCMW's krijgen het
wat gemakkelijker. Er is geen nood
aan extra personeel.

02.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Madame la ministre, si j'ai

bien compris, pour les CPAS, le profit est manifestement de l'ordre de
5% puisqu'ils ne devront plus prendre en charge que les 5 derniers %.
Par contre, vous me dites que tout sera mis en oeuvre pour le 1

juin

2004.

02.04 Marie Arena, ministre: Les premiers recouvrements seront mis

en oeuvre le 1

juin 2004 et l'organisation des avances se fera de

manière progressive, comme vous l'avez dit. En attendant cette
démarche, j'ai voulu préserver le droit des personnes les plus
précarisées qui, aujourd'hui, ont droit à ces avances. Je ne voulais pas
que les personnes les plus précarisées qui, aujourd'hui, avaient un

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

droit, se le voient retirer entre-temps. L'organisation du CPAS octroie
ces avances aux personnes qui ont un revenu inférieur à 11.544 par
an. Ainsi, ces personnes ont droit à une avance alors même que le
système de Didier Reynders n'est pas encore d'application. Il importe
de maintenir ce droit en attendant la mise en place progressive du
dispositif du SPF Finances.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur

"le premier bilan de l'application de la loi sur l'euthanasie" (n° 58)

03 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

over "de eerste balans van de toepassing van de wet betreffende de euthanasie" (nr. 58)

03.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, chers

collègues, ma question porte sur l'évaluation en cours de la pratique
euthanasique dans notre pays. Le rapport devait arriver deux ans après
la promulgation de la loi, autrement dit dans moins d'un an, une dizaine
de mois. Il apparaît cependant que le président de la commission
d'évaluation a déjà fourni des commentaires par rapport à un premier jet
d'évaluation: il a mentionné 170 cas enregistrés. Il me revient que ce
chiffre a été dépassé depuis, ces derniers mois ayant vu une
augmentation assez nette. Il a exposé le fait que ces chiffres étaient
probablement en dessous de la réalité, dans le sens où il y a sans
doute plus d'actes d'euthanasie que de déclarations dans notre pays.

On se demande donc immédiatement dans quelle mesure on se trouve
face à une réelle accessibilité par rapport à la démarche de la
déclaration. J'ai noté que dans les 200 cas et plus avérés, on trouvait
80% de néerlandophones et 20% de francophones. L'approche est
sans doute différente entre les deux régions du pays; ce ne serait
qu'une diversité de plus. La conception flamande fait que le nombre de
déclarations d'actes d'euthanasie en Flandre est plus important que du
côté francophone.

Monsieur le ministre, avez-vous d'autres informations sur l'évolution de
cette situation? Avez-vous songé à mettre en route ou suscité une
approche plus pédagogique auprès du corps médical mais aussi
auprès de la population au sujet de la nécessité d'entreprendre des
démarches dans le cas où l'euthanasie serait réellement souhaitée? Je
sais qu'il existe un modèle hollandais selon lequel des médecins sont
spécialement formés pour apporter un conseil au sein des hôpitaux ou
vis-à-vis de leurs confrères. Estimez-vous suffisante l'accessibilité à
ces démarches à l'heure actuelle?

03.01 Daniel Bacquelaine (MR):

Mijn vraag slaat op de lopende
evaluatie van de euthanasiepraktijk
in ons land. Normaal gezien worden
de resultaten ervan pas over een
jaar gepubliceerd, maar de
voorzitter van de
Evaluatiecommissie heeft al enkele
kanttekeningen openbaar gemaakt.

Hij meldde dat er 170
euthanasiedossiers werden
ingediend. In werkelijkheid zou dat
cijfer hoger ligger. 80% van de
dossiers zijn Nederlandstalig en
20% Franstalig.

Denkt u eraan de verschillende
stappen die moeten ondernomen
worden wanneer iemand euthanasie
wil plegen toegankelijker te maken?
Is u van oordeel dat de
verschillende stappen voldoende
toegankelijk zijn?

03.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur

Bacquelaine, je voudrais vous répondre précisément aux quatre
questions.

La première porte sur le nombre d'euthanasies enregistrées: à la date
du 29 septembre 2003, nous avions 203 cas.

En ce qui concerne votre deuxième question, il est clair que
l'information, tant des patients que des médecins, devrait être
intensifiée, même si le temps permet de mieux faire connaître la loi: ce
sera un effet d'adaptation quasi "cybernétique".

J'ai chargé mon cabinet d'analyser le travail d'information réalisé aux
Pays-Bas, qui me paraît un modèle intéressant sans qu'il soit pour
autant définitivement retenu. Dès que j'aurai pu décrypter les

03.02 Minister Rudy Demotte: Ik

kan het volgende antwoorden op de
gestelde vragen:

Vraag 1: eind september 2003
telden we 203
euthanasieverklaringen.

Vraag 2: artsen en patiënten
moeten nog beter worden
voorgelicht. Mijn kabinet analyseert
momenteel de manier waarop in
Nederland over deze kwestie aan
voorlichting wordt gedaan, en buigt
zich inzonderheid over de brochure

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

informations, notamment la brochure éditée dans le cadre de la
campagne d'information aux Pays-Bas, et dès que nous aurons vu les
possibilités de les adapter à nos propres besoins, nous verrons si nous
pouvons aller plus loin dans ce sens.

Votre troisième question porte sur l'évaluation et le contrôle.

A mon sens, il s'agit en effet d'un problème important. En Flandre, un
forum a été mis sur pied, forum similaire à celui auquel vous faisiez
allusion et qui porte un nom comme "Medecins live". Avant de lancer
une initiative sur le plan national, je souhaite tout d'abord mesurer les
besoins dans le domaine et, surtout, les coûts éventuellement
engendrés. J'ai chargé mon cabinet de mener immédiatement les
discussions utiles à cette fin, d'une part, avec la Commission fédérale
de contrôle, d'autre part, avec le SPF afin de voir, dans la mesure des
moyens disponibles, comment, quand et dans quelles conditions
exactes, nous pourrions lancer une pareille initiative.

Votre dernière question a trait à la rédaction du formulaire.

De manière générale, même si on le critique, le formulaire a donné
satisfaction. On constate que la façon de remplir le formulaire va en
s'améliorant. Cependant, aujourd'hui, nous avons encore envie de
faciliter le travail et de le rendre plus efficace. Nous faisons étudier par
la commission, les améliorations possibles pour rendre la démarche
encore plus transparente.

die hierover wordt verspreid. Daarna
zullen we zien of we nog meer
zullen kunnen doen.

Vraag 3: dit lijkt een goed initiatief.
In Vlaanderen bestaat er een
soortgelijk forum, de "Leif-artsen".
Eerst wil ik echter de behoeften in
kaart brengen en het kostenplaatje
inschatten. Daartoe zal mijn
kabinet gesprekken voeren met de
Federale Controlecommissie en de
FOD.

Vraag 4: het formulier wordt al beter
ingevuld, en de Commissie gaat na
hoe een en ander nog kan worden
verbeterd.

03.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je voulais

simplement remercier le ministre pour sa réponse très claire.

Il m'apparaît que, dans ce domaine, nous avons voulu poser des balises
très fermes pour éviter toute dérive, mais nous avons surtout voulu
donner une liberté au patient comme au médecin, qui est libre de
pratiquer ou non l'euthanasie, afin de répondre à une demande de
personnes dans des situations désespérées.

Je me réjouis donc que le ministre et son cabinet restent attentifs au
suivi de l'évolution de ce dossier. Il me semble que, dans ce domaine,
nous devons constamment faire preuve d'une extrême prudence, mais
aussi agir pour que l'esprit de la loi rencontre son application sur le
terrain.

03.03 Daniel Bacquelaine (MR):

Ik dank de minister voor zijn
antwoord. In dit delicate dossier
heeft men krijtlijnen willen trekken,
met inachtneming van de vrijheid
van de patiënt en de arts. Ik ben blij
dat de minister het dossier volgt.
De geest van de wet moet sporen
met de realiteit.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur

"l'arrêté royal du 9 juin 2003 relatif à l'octroi d'un subside à une association assurant la promotion
de la profession d'infirmier" (n° 61)

04 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

over "het koninklijk besluit van 9 juni 2003 betreffende de toekenning van een subsidie aan een
bepaalde vereniging die het beroep van verpleegkundige promoot" (nr. 61)

04.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, le budget général des dépenses pour l'année 2003, comme
celui pour l'année 2004, intègre un montant destiné à la subsidiation
relative à l'encouragement de projets des institutions de soins visant à
l'amélioration de la pratique de l'art infirmier et, notamment, à la
sélection de l'infirmier de l'année, ce qui est un peu plus médiatique.

Sur le fond, il m'apparaît nécessaire et utile d'encourager la vocation
infirmière dans notre pays, même s'il faut surtout en améliorer

04.01 Daniel Bacquelaine (MR):

De algemene uitgavenbegroting
voorziet in subsidies aan
organisaties die het beroep van
verpleegkundige promoten.
Eigenlijk zijn er in ons land niet te
weinig verpleegkundigen, maar
velen onder hen oefenen dat beroep
niet uit, omdat de loon- en de

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'attractivité sur le plan général car, comme dans le cas de la
médecine, je ne pense pas qu'il y ait une réelle pénurie d'infirmiers. En
effet, je crois qu'il y a beaucoup d'infirmières et d'infirmiers qui ne
travaillent pas dans la profession parce qu'ils n'y trouvent pas toujours
un intérêt suffisant sur le plan de l'organisation de leur propre vie et de
leur vie familiale. Il y a certainement un effort à faire pour améliorer les
conditions de travail et pécuniaires des infirmières et infirmiers.

Le 9 juin 2003 - vous n'étiez pas encore ministre compétent en la
matière -, a été pris un arrêté royal qui, sur la base de ce budget,
octroie un subside de 12.000 à une association d'infirmiers en raison,
je cite : "(...) vu les actions positives menées par cette association en
faveur de l'image de la profession d'infirmier auprès de la population qu'il
convient d'encourager".

Sur le fait qu'il convient d'encourager cette profession, je n'ai pas
d'objection. Toutefois, je souhaiterais vous poser les questions
suivantes :
- Quels ont été les critères retenus pour octroyer ces subsides?
- Quelles ont été les actions menées par les associations pour les
mettre en position d'obtenir les subsides?
- D'autres associations ont-elles bénéficié de tels subsides pour l'année
2003?

arbeidsvoorwaarden niet zeer
gunstig zijn.

Op basis van die begroting werd op
9 juni 2003 een koninklijk besluit
genomen, dat een subsidie van
12.000 euro toekent aan een
vereniging die acties voert om het
blazoen van het verpleegkundig
beroep op te poetsen.

Op grond van welke criteria werd
die subsidie toegekend? Welke
acties voeren die verenigingen?
Hoeveel verenigingen kregen in
2003 subsidies?

04.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, en réponse

aux questions diverses qui m'ont été posées, je peux préciser ce qui
suit.

Le subside de 12.000 prévu par l'arrêté royal du 9 juin 2003 a été
octroyé à l'ASBL Caritas West-Vlaanderen, Oostnieuwenkerksteenweg
51, à Roeselaere et a pour but de promouvoir la profession de praticien
infirmier.

Les initiatives publiques soutenues sont nécessairement mises en
exergue pour connaître les possibilités offertes par la profession
d'infirmier et attirer les nouveaux candidats.

Sur quels critères les subsides sont-ils accordés?

Le premier, c'est une analyse approfondie des coûts. Les subsides
s'élèvent à 50% du montant total des frais enregistrés par les projets.

Le deuxième, c'est une étude de l'action mise sur pied. Une des
associations a ainsi créé un site internet et distribué des brochures et
autres affiches. Une autre association a également rédigé des
brochures et réalisé des affiches.

Le troisième critère, c'est le moment de la campagne. La campagne a
été menée au moment adéquat, c'est-à-dire au moment où les
rhétoriciens choisissent l'orientation de leurs études supérieures.

Le quatrième élément, c'est la connaissance du secteur. Des actions
positives ont été entreprises par les personnes actives dans le domaine
des soins de santé et, par conséquent, familiarisées à la pratique de
terrain.

En ce qui concerne la démarche, il y a eu un appel aux candidatures.
En outre, on va lancer un appel aux candidatures pour les hôpitaux,
établissements d'enseignement, associations professionnelles et
syndicales, dans le cadre de projets de promotion de la profession
d'infirmier, de recrutement et de maintien du personnel infirmier dans

04.02 Minister Rudy Demotte: In

2003 ging de subsidie naar de vzw
Caritas West-Vlaanderen, die tot
doel heeft het beroep van
verpleegkundige te promoten.

De toekenningscriteria zijn de
volgende:

1) een diepgaande analyse van de
kosten (de subsidies bedragen 50
% van de totale kostprijs van de
projecten);

2) een studie van de geplande actie
(een bepaalde vereniging creëerde
een webstek en verdeelde
brochures en affiches, een andere
vereniging stelde eveneens een
brochure samen en werkte ook via
affiches);

3) het ogenblik waarop de
campagne wordt gepland (een
gunstig moment is dat waarop de
laatstejaars hun toekomstige
studierichting kiezen)

4) de kennis van het terrein
(personen die in de sector
werkzaam zijn en die vertrouwd zijn
met de dagelijkse praktijk).

Wij zullen een oproep tot
kandidaatstelling doen, ook bij de
ziekenhuizen en de beroeps- en
vakbondsverenigingen, om acties in

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

leurs fonctions.

Cet appel va permettre de mener et de financer des actions sur
l'ensemble du territoire national. Seule une infime partie du budget a été
consacrée à ce projet pilote. L'objectif est d'affecter le budget à d'autres
initiatives qui visent à assurer la promotion de la profession d'infirmier.
Pour l'année 2003, trois organisations ont jusqu'à présent pu bénéficier
des subsides. J'en ai cité une: l'ASBL Caritas West-Vlaanderen qui a
donc son siège à Roeselaere. Il y a également l'ASBL AZ Sint Lukas
Groene Briel à Gent et l'ASBL Virga Jesseziekenhuis à Hasselt. Tout le
monde y trouve son équilibre. Toutefois, il y a une constatation à faire:
indépendamment du fait que ces subsides ont été octroyés avant que
je n'arrive, je suis sans aucun pouvoir sur des décisions antérieures
mais je les accepte pour compte de mon prédécesseur.

Indépendamment de cela, une question se pose: comment va-t-on
pouvoir rendre le système plus transparent? Je pense que l'appel public
est une première réponse. Mon deuxième souci est de faire en sorte
qu'il y ait un minimum d'équilibre entre les Régions. Autant je suis
soucieux d'éviter les interprétations différentes entre Wallons,
Bruxellois et Flamands, autant lorsque cela va tout à fait dans l'autre
sens, je dois le dire aussi. Je crois que même mes amis de la
commission, en ce compris les plus radicaux, reconnaîtront que j'ai
raison.

het hele land te financieren.

In 2003 ontvingen drie verenigingen
deze subsidies: de vzw Caritas
West-Vlaanderen, de vzw St-Lukas
te Gent en de vzw Virga
Jesseziekenhuis te Hasselt. Er is
dus een evenwicht.

Los van het feit dat deze subsidies
door mijn voorganger werden
toegekend, kan men zich afvragen
hoe men het systeem doorzichtiger
kan maken. Men dient ook toe te
zien op het evenwicht tussen de
gewesten.

Le président: Je peux imaginer que cette réponse vous suffit, monsieur
Bacquelaine.

De voorzitter: Voldoet dit antwoord
voor u?

04.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur Goutry, je ne vous savais

pas à court d'imagination, surtout lorsqu'il s'agit d'un transfert Sud-Nord.
Il me semble utile de devoir de temps en temps nous interpeller parce
que cela va un peu à contresens de ce dont nous sommes
fréquemment l'objet au sein de cette commission.

Je prends bonne note de la réponse du ministre mais au-delà du
transfert Sud-Nord qui n'est pas l'objet principal de ma question, je
m'interroge sur le "saupoudrage" en matière de subsidiation. Je pense,
pour ma part, que les pouvoirs publics, en l'occurrence votre ministère,
les Communautés et Régions doivent pouvoir organiser des campagnes
de promotion quand c'est nécessaire au niveau de la profession
d'infirmier, d'infirmière.

En toute objectivité, en toute transparence, je pense que ce serait une
meilleure méthode qu'un saupoudrage auprès d'associations qui, pour
la plupart, n'ont pas une vision d'intérêt général tout à fait évidente mais
poursuivent plutôt des intérêts plus particuliers. Je pense qu'il faut un
équilibre entre les différentes régions du pays en ce qui concerne
l'action que l'on peut mener avec des fonds publics. Je pense aussi qu'il
faut éviter de disperser ces subsides au sein d'associations qui ne
poursuivent pas toujours une véritable vision globale de l'intérêt général.
Et je pense que vous êtes mieux armé pour le faire.

04.03 Daniel Bacquelaine (MR):

Het zijn dus overdrachten van Zuid
naar Noord? De versnippering van
subsidies lijkt mij ongepast. De
overheid moet in staat zijn een
dergelijke campagne te
organiseren; dit moet niet worden
overgelaten aan particuliere
verenigingen die particuliere
belangen verdedigen. Het algemeen
belang dient te worden nagestreefd
en u bent daartoe het best
geplaatst.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"de proefprojecten waarbij huisartsen op spoedgevallendiensten ingezet worden" (nr. 495)

05 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur

"les projets pilotes dans le cadre desquels des médecins généralistes intègrent des services
d'urgence" (n° 495)

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, het is algemeen geweten dat de spoeddiensten van
ziekenhuizen overbelast worden, vaak met zaken waarvoor men
normaal gezien terechtkan bij de huisarts of de huisarts van wacht.
Vaak gaat men daar niet naartoe omdat men niet weet welke arts van
wacht is of omdat men vindt dat men te lang moet wachten. Om allerlei
redenen belanden mensen uiteindelijk op de spoeddiensten van
ziekenhuizen, die op die manier overbelast geraken.

Daarom werd er begin 2003 een proefproject opgestart in drie steden.
Het best kennen wij het voorbeeld van Antwerpen, omdat dat project er
gesitueerd is in Borgerhout, waar ik woon, en Deurne-Zuid. Ook in
Charleroi en Brussel is er zo'n proefproject van start gegaan, waarbij
artsen zich in de omgeving van het ziekenhuis of in het ziekenhuis zelf
in Antwerpen gebeurt dat in de omgeving van het ziekenhuis zich
groeperen. Het gaat soms om tachtig artsen die samenwerken.
Sommige artsen zijn op stap, soms met een chauffeur, zodanig dat er
steeds een arts te bereiken is op een bepaalde locatie.

Als gebruiker van dat initiatief voel ik aan dat dit project vrij goed
functioneert. De mensen hebben hun weg gevonden en de gevolgen zijn
voor de ziekenhuizen ook zeer goed merkbaar. Er komen namelijk
minder mensen op de spoeddiensten.

Mijnheer de minister, mijn vragen zijn vrij algemeen.

Wat is de evaluatie van het beleid? Hoe evalueert u die projecten?

Wat zijn de resultaten van de proefprojecten? Hoe lang lopen ze nu
nog? Worden ze nog verlengd en zo ja, hoe lang nog?

Bent u van plan om die proefprojecten eventueel uit te breiden, zowel
naar andere regio's of steden als bijvoorbeeld naar de nachten tijdens
de week? Is dat een optie? Werd daarvoor voorzien in de nodige
beleidsruimte, volgend jaar of in de toekomst misschien? Naar verluidt
kost dat project namelijk 200.000 euro. Ik weet niet zeker of dat bedrag
geldt per initiatief of voor de drie projecten samen.

Wat zijn volgens u de voordelen en de nadelen van dit project?

Alvast heb ik zelf van de artsen vernomen dat zij het als positief
ervaren. Als zij van wacht zijn, is dat namelijk op een goede manier,
doordat zij kunnen rekenen op de nodige ondersteuning, beschikken
over een lokaal en dergelijke meer, maar vooral ook omdat de mensen
hen op die manier ook weten te vinden. Op de andere momenten,
wanneer zij niet van wacht zijn, kunnen zij dan ook effectief genieten
van hun rust.

Tot slot meen ik dat de patiënten zelf ook hun weg vinden in dit
systeem.

05.01 Nahima Lanjri (CD&V):

Les services des urgences des
hôpitaux reçoivent régulièrement la
visite de patients dont le problème
médical ne nécessite ni
l'équipement, ni le traitement d'un
tel service. Ces patients ne savent
pas qui est le docteur de garde ou
veulent être soignés
immédiatement. Ce recours abusif
aux services d'urgences entraîne
pour ceux-ci un problème de
surcharge, les empêchant d'investir
toute leur énergie dans leur mission
de base.

A Bruxelles, à Anvers et à
Charleroi, un projet pilote a dès lors
été lancé en janvier 2003. Il prévoit
la présence, le week-end, de
médecins de garde dans les
services des 'urgences ou à
proximité de ceux-ci, afin d'y traiter
les patients qui ne nécessitent pas
l'intervention des urgences. Ces
projets pilotes sont financés par les
pouvoirs publics et fonctionnent
jusqu'à présent à la grande
satisfaction de toutes les
personnes concernées.

Quelle évaluation le ministre fait-il
de ces projets? Les projets seront-
ils prolongés dans les trois
villes concernées? Envisage-t-il, le
cas échéant, de les étendre à la
semaine, voire à tous les services
d'urgences? Les moyens
nécessaires à cet effet sont-ils
disponibles? Quels sont, pour le
ministre, les avantages et les
inconvénients de ces projets?

05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de drie vermelde

proefprojecten benaderen de rol van de huisarts in de opvang van
medische urgenties elk vanuit een andere invalshoek.

In Charleroi komt de patiënt via een uniek telefoonnummer terecht in
een centrale die 24 uur op 24 wordt bemand. Die kan onder meer de
oproep doorgeven aan de huisarts die voor de betreffende regio van
wacht is. De centrale waakt tevens over de veiligheid van de arts.

In Brussel wordt in eerste instantie in kaart gebracht welk type patiënt

05.02 Rudy Demotte, ministre:

Les trois projets pilotes considèrent
chacun le rôle du généraliste dans
le cadre des urgences médicales
sous un angle différent. A Charleroi,
le patient est mis en contact avec
le médecin de garde par
l'intermédiaire d'un numéro de
téléphone central. La centrale
assure également la sécurité du

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

om welke reden zich aanbiedt op een spoedopnamedienst van een
ziekenhuis, dan wel een beroep doet op een huisarts voor een acuut
opgetreden medisch probleem.

Alleen in Antwerpen werd een huisartsenwachtpost opgestart die
tijdens de weekends een huisartsenpermanentie verzekert. Vermits
deze projecten voldoende tijd moeten krijgen om zich in te burgeren,
wordt een evaluatie voorzien na een periode van twee jaar. De
resultaten daarvan zijn nog niet gekend. Het is precies op basis van
deze evaluatie dat zal moeten uitgemaakt worden wat exact de
voordelen en de nadelen zijn van elk systeem en of uitbreiding ervan
nuttig is of niet.

médecin.

À Bruxelles, on enregistre le type
de patients se présentant à un
service des urgences ou auprès
d'un médecin généraliste et pour
quelle raison médicale pressante.
Anvers est la seule ville où a été
lancé un véritable système de
poste de garde de médecins
généralistes assurant une
permanence durant les week-ends.
Les projets seront évalués après
une période de deux ans. On
constatera alors les avantages et
les inconvénients de chaque
système, pour ensuite pouvoir
décider d'une extension éventuelle.

05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb begrepen

dat mijn vraag met betrekking tot de evaluatie misschien wat te
voorbarig is. Ik zal te gepasten tijde die vraag opnieuw stellen.

Tot slot, had ik nog graag een verduidelijking. Ik neem aan dat de
projecten minstens nog een jaar lopen. Tot wanneer lopen de huidige
projecten? Zijn die verzekerd van financiële middelen en tot welke
datum?

05.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ma

question était prématurée. J'y
reviendrai. Jusqu'à quand des
subventions seront-elles accordées
pour les projets actuels?

05.04 Minister Rudy Demotte: Ik ken de datum niet. Ik zal deze

informatie opvragen en u ze schriftelijk laten meedelen.

05.04 Rudy Demotte, ministre: Je

vous ferai parvenir ces données par
écrit.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 510 de M. Tant est reportée.

06 Question de Mme Françoise Colinia au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur

"des prestations de nature médicale dans les grandes surfaces" (n° 621)

06 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

over "geneeskundige verstrekkingen in warenhuizen" (nr. 621)

06.01 Françoise Colinia (MR): Monsieur le ministre, le samedi 1

novembre 2003, la télévision française, en l'occurrence TF1, nous
montrait des vaccinations et des prises de sang pour analyses
proposées aux clients d'une grande surface commerciale et réalisées
sur place. Il m'apparaît que cette initiative constitue une déviance de la
pratique médicale et comporte un risque certain pour la santé. On peut
craindre en effet, dans ce contexte purement anonyme, la survenance
d'allergies reconnues, l'ignorance de pathologies dirimantes, bref un
facteur de risque non négligeable puisqu'aucune anamnèse n'a été
pratiquée. Cette pratique constitue par ailleurs un dangereux précédent
d'un type de médecine à caractère commercial, sans préjudice de la
responsabilité civile des actes posés.

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous informer de la pratique
éventuelle d'actes similaires en Belgique? Existe-t-il une possibilité de
voir émerger des pratiques semblables? Qu'en est-il du dispositif légal
pour s'opposer à ces pratiques?

06.01 Françoise Colinia (MR):

Blijkbaar bieden sommige Franse
grootwarenhuizen hun klanten
vaccinaties en bloedafnames aan.

Dergelijke praktijken houden
risico's in voor de gezondheid zoals
allergieën en het miskennen van
vernietigende pathologieën.

Bovendien is het een gevaarlijk
precedent in de evolutie naar een
commerciële geneeskunde,
onverminderd het probleem van de
burgerlijke aansprakelijkheid met
betrekking tot de gestelde
handelingen.

Bent u op de hoogte van het

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

bestaan van dergelijke toestanden
in België? Op grond van welke
wetsbepalingen kunnen die
voorkomen worden?

06.02 Rudy Demotte, ministre: Madame, le code de déontologie

médicale belge prévoit dans son article 23 que "l'exercice de la
médecine foraine est interdit". Je lis l'article comme il est rédigé, ce
n'est pas un mot que j'invente à l'instant. L'article 25 prévoit que "la
pratique de la médecine tant préventive que curative est interdite dans
les locaux commerciaux ou dans leurs dépendances, sans préjudice
des règlements définissant les lieux d'exercice en ce qui concerne la
médecine du travail."

Par conséquent, je pourrais limiter ma réponse à cela et dire que le
type d'activités que vous mentionnez n'est pas autorisé. Comme j'ai le
souci du détail, je vais aller un peu plus loin. On peut dire qu'il en va
autrement pour les activités qui relèvent de la promotion de la santé ou
de la prévention qui sont, elles, du ressort des Communautés, comme
vous le savez très bien. Pour des raisons d'efficacité, il est souhaitable
de toucher un large public. Il ne s'agit cependant pas ici d'activités
médicales à proprement parler. C'est ce qui fait la différence avec votre
question et la nuance dans ma réponse. Dans les cas où des
médecins participent à de telles activités, le programme et ses règles
de fonctionnement ont été établis au préalable ou approuvés par des
pouvoirs publics. Le plus souvent, ces actions sont d'ordre bénévole,
sans but lucratif et donc non rémunérées. Certaines des autres
activités, comme le prélèvement sanguin par des établissements de
transfusion tels que la Croix Rouge, peuvent également se dérouler
dans des lieux publics. Dans ce cas, il s'agit d'une activité bénévole
non rémunérée et qui est autorisée par une législation d'ordre
spécifique. Voilà qui répond clairement, je pense, à votre question.

06.02 Minister Rudy Demotte: De

artikelen 23 en 25 van de Code van
medische plichtenleer verbieden
dergelijke activiteiten.

Promotiecampagnes en preventie
op het vlak van de gezondheid
behoren evenwel tot de
bevoegdheid van de
Gemeenschappen. Dergelijke
activiteiten zijn evenwel niet
medisch van aard. Programma's en
werkingsregels zijn op voorhand
bepaald en door de overheid
goedgekeurd. Het gaat meestal om
vrijwillige activiteiten of activiteiten
zonder winstoogmerk.

Activiteiten zoals bloedafnames
door het Rode Kruis mogen in
openbare plaatsen worden
georganiseerd. Het gaat in dat
geval om vrijwilligerswerk,
toegelaten op basis van een
specifieke wetgeving.

06.03 Françoise Colinia (MR): Et dans le cas ou ce serait

rémunéré? L'émission en France montrait clairement qu'on procédait à
la vaccination contre rémunération.

06.03 Françoise Colinia (MR):

Wat gebeurt er indien die
activiteiten worden vergoed?

06.04 Rudy Demotte, ministre: C'est interdit.

06.04 Minister Rudy Demotte:

Dat is door de wet verboden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé

publique sur "la disponibilité des médicaments à usage vétérinaire en Belgique" (n° 624)

07 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in
België" (nr. 624)

07.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, dans une communication de la fin de l'année
2000, l'Union européenne faisait état d'une réduction importante des
médicaments vétérinaires pour lesquels il faut constater une
disponibilité à géométrie extrêmement variable entre les pays de
l'Union. Pour l'Union européenne, cette évolution s'explique notamment
par le fait que ces marchés sont par rapport aux médicaments
humains, bien sûr beaucoup plus faibles et fragmentés en raison
d'une moindre importance des espèces animales concernées, de la
faible taille de certaines populations animales et de la multiplicité des
pathologies, sans oublier la diversité des situations régionales.

07.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH):Eind 2002 stelde de
Europese Unie vast dat het aantal
diergeneesmiddelen sterk was
afgenomen, meer bepaald ingevolge
het grote aantal pathologieën en de
regionale verschillen. Om
economische redenen laten de
farmaceutische bedrijven bepaalde
moleculen wel in onze buurlanden,
maar niet in België, registreren.

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

La Belgique, du fait de l'exiguïté de son territoire, n'échappe pas à cette
tendance puisque pour des motifs exclusivement économiques, les
entreprises pharmaceutiques ne font pas enregistrer dans notre pays
des molécules pourtant admises dans des pays limitrophes. La
commission d'enregistrement des médicaments vétérinaires en
Belgique n'a enregistré que 800 molécules contre 2000, par exemple,
en France. C'est ainsi que dans certains secteurs je vais citer la
pisciculture mais il y en a d'autres, notamment pour les gros animaux
et pour certaines pathologies bien précises, on ne dispose pas des
molécules adaptées. Par conséquent, dans la pratique, dans les cas
où ces pathologies sont diagnostiquées, à partir du moment où le
vétérinaire doit assumer le suivi de l'animal comme le médecin pour
l'être humain, d'ailleurs , et quand il est impossible de recourir au
principe d'exception de la cascade, les vétérinaires n'ont pas d'autre
alternative que d'importer illégalement des médicaments officiellement
enregistrés dans les pays limitrophes. Je précise également que, de
toute façon, pour certains animaux, certains médicaments sont
administrés par exemple dans un pays comme la France et vont se
retrouver dans la chaîne alimentaire en Belgique.

Dans ce cadre précis, monsieur le ministre, comptez-vous assurer une
plus grande disponibilité des médicaments à usage vétérinaire en
Belgique lorsque ceux-ci sont bien enregistrés dans les pays
limitrophes? Dans l'affirmative, de quelle manière? Envisagez-vous, dès
lors, de préciser dans ce sens l'arrêté royal du 29 juin 1999 fixant les
conditions de la délivrance des médicaments? Envisagez-vous, par
ailleurs, d'étendre l'arsenal des médicaments disponibles en Belgique,
en incluant dans cet arrêté royal les conditions et les modalités
d'importation et de détention des médicaments à usage vétérinaire
enregistrés dans les pays limitrophes? Je pense surtout à la France
puisque un grand nombre de médicaments sont soit importés de façon
illégale, soit administrés dans certains cas en France et, ensuite, les
animaux repassent la frontière.

bedrijven bepaalde moleculen wel in
onze buurlanden, maar niet in
België, registreren.

De dierenartsen kunnen vandaag
dan ook niet anders, om bepaalde
aandoeningen te verzorgen, dan
illegaal geneesmiddelen invoeren.
Bovendien werd vastgesteld dat een
aantal dieren over de grens wordt
gebracht met de enige bedoeling er
een behandeling te krijgen die in
ons land niet wordt toegediend.

Bent u van plan ervoor te zorgen
dat de diergeneesmiddelen die in
onze buurlanden geregistreerd zijn,
ook in België op de markt komen?
Zo ja, welke maatregelen zal u
daartoe nemen? Bent u van plan
het koninklijk besluit van 29 juni
1999 te verduidelijken en uit te
breiden?

07.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame, je

vais vous épargner la réponse que l'on m'a faite qui est, je crois, une
réponse d'un quart d'heure. Je vais m'en tenir d'abord à un élément de
synthèse qui vous montre que beaucoup des questions que vous posez
restent ouvertes en termes de champ d'application. Je vous définirai
également l'agenda car il est important de ne pas dire seulement que
l'on renvoie à des groupes de travail mais de préciser également
comment ils vont travailler et où ils se situent.

Comme vous, je suis tout à fait conscient de la problématique de la
disponibilité et singulièrement ici des médicaments à usage
vétérinaire. C'est un problème européen. Des discussions sont
actuellement en cours à l'échelon européen avec l'ensemble des
partenaires impliqués. Quels sont-ils? Il s'agit de l'EMEA, de la
Commission européenne, de l'industrie, des praticiens. Il y a donc de
nombreux acteurs autour de la table. Un certain nombre de solutions
au problème soulevé existent déjà. On sait donc a priori qu'ils ne
trouveront aucune réponse à l'échelon national pour des raisons
légistiques mais aussi à cause de l'exiguïté du territoire. Comme vous
le savez, la révision de la législation pharmaceutique en cours pourrait
apporter une certaine flexibilité à cette problématique.

Si nous ne tenons pas compte des problèmes particuliers de notre
territoire, les réponses théoriques que nous pourrions donner pourraient
ne pas être totalement satisfaisantes. Un groupe de travail a donc été
mis en place et doit encore déposer ses conclusions.

07.02 Minister Rudy Demotte: Ik

ben op de hoogte van dit
overigens Europees probleem.
Op dit ogenblik worden
besprekingen gevoerd met alle
actoren: EMEA, de Europese
Commissie en de
vertegenwoordigers van de industrie
en van de sector.

Er worden oplossingen uitgewerkt
en ze overschrijden de grenzen van
het nationale grondgebied.

De werkgroep die hierover al twee
keer vergaderde zou in de loop van
december 2003 zijn conclusies
moeten indienen. Daarna zullen we
concrete oplossingen kunnen
overwegen.

Ik zal u ten slotte mijn documenten
ter zake bezorgen.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Pour vous épargner de me poser une sous-question relative au
fonctionnement de ce groupe de travail, je vais dès à présent vous dire
qu'il s'est déjà réuni deux fois et que les conclusions européennes qu'il
doit déposer seront remises en décembre 2003. Sur cette base, la
concertation avec l'acteur que j'ai cité tout à l'heure débutera, en 2004,
avec les unions professionnelles vétérinaires pour arriver à des
solutions concrètes.

J'ajoute que je vous remets le texte écrit de ma réponse que je tiens
également à la disposition des membres de la commission qui seraient
intéressés.

07.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je vous

remercie et je suis heureuse d'apprendre qu'un groupe de travail a été
mis en place car, dans la pratique journalière, la situation est
catastrophique pour les vétérinaires.

07.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Het verheugt me te
vernemen dat al een werkgroep is
samengesteld.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé

publique sur "son programme d'action en matière de violences à l'égard des femmes" (n° 625)

08 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "zijn actieplan inzake geweld tegen vrouwen" (nr. 625)

08.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, le 11 mai 2001, le Conseil des ministres a
approuvé la note de l'État fédéral contenant son programme d'action en
matière de violences à l'égard des femmes, problème bien d'actualité
en ce moment puisque nous terminons la quinzaine de lutte contre les
violences conjugales et plus particulièrement à l'égard des femmes.
L'adoption de ce programme faisait suite à la décision de la Conférence
interministérielle de l'égalité des chances réunie le 14 novembre 2000
de faire de la lutte contre les violences conjugales une priorité. Ledit
plan retenait un certain nombre d'actions à réaliser sur une période de
deux ans et une évaluation globale devait s'ensuivre en mai 2003.

Monsieur le ministre, certaines mesures devaient être prises par le
ministère que vous occupez aujourd'hui, la mesure principale visant à
attirer l'attention du secteur médical sur ce problème social poignant
que constitue la violence conjugale au quotidien, en associant ledit
secteur à l'action et d'autres acteurs concernés, en les incitant à
formuler des propositions. De cette manière, il semblait essentiel de
procéder à une évaluation des certificats médicaux existants.

Un groupe de travail avait été constitué pour présenter notamment des
suggestions quant aux modalités permettant de sensibiliser les
médecins à la problématique de la violence conjugale. Ce groupe devait
rendre ses conclusions fin 2002.

Monsieur le ministre, pouvez-vous m'éclairer sur les conclusions
dégagées par ce groupe de travail, et qui auraient été rendues fin 2002?

De même, Mme la ministre Aelvoet avait émis le souhait de faire appel
à l'expertise des médecins expérimentés qui élaboraient les directives
sous la forme d'une recommandation dans le cadre d'un projet de
recherche, recommandation qui devait être mise à disposition des
médecins sur le terrain, que ce soient les généralistes, les spécialistes
ou les urgentistes. Cette recommandation devait également
s'accompagner d'une proposition de stratégie globale et de plannings
pour la sensibilisation et la formation complémentaire des médecins.

08.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Op 11 mei 2001 keurde de
Ministerraad de federale
beleidsnota goed die het actieplan
inzake het geweld tegen vrouwen
bevat. De goedkeuring van dit
programma volgde op de beslissing
van de Interministeriële Conferentie
voor Gelijke Kansen van 14
november 2000 om de strijd tegen
het partnergeweld bovenaan de
agenda te plaatsen.

Het plan voorzag in een aantal
acties die binnen een termijn van
twee jaar dienden te worden
ondernomen alsook in een
algemene evaluatie die tegen mei
2003 diende te worden uitgevoerd.

Het ministerie diende een aantal
maatregelen te treffen, die er
hoofdzakelijk in bestonden de
aandacht van de medische sector
op dit sociaal probleem te vestigen,
door de sector én andere actoren
ertoe aan te zetten voorstellen te
doen.

Er werd een werkgroep
samengesteld die ideeën zou
verzamelen om de artsen bewust te
maken van dit probleem; deze
werkgroep zou haar conclusies
eind 2002 naar voren brengen.

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire ce qu'il est advenu de ce
projet de recommandation?

Tot welke conclusies kwam deze
werkgroep?

Minister Aelvoet wenste eveneens
een beroep te doen op de ervaring
van geneesheren-specialisten,
teneinde richtlijnen te ontwikkelen
die als een aanbeveling in een
onderzoeksproject zouden kaderen.
Deze aanbeveling zou gepaard
gaan met een voorstel van
algemene strategie en met een
tijdsbestek voor de sensibilisering
en de aanvullende opleiding van de
artsen.

Hoever is dit ontwerp van
aanbeveling gevorderd?

08.02 Rudy Demotte, ministre: Votre question, madame, relève au

premier chef de la Conférence interministérielle et donc de Mme Arena
que vous avez vue tout à l'heure dans cette commission.

Cependant, la deuxième question ne porte plus sur la Conférence
interministérielle mais sur la recherche, en l'occurrence la recherche
sur la violence intra-familiale qui a eu lieu du 15 décembre 2002 au 14
novembre 2003 et qui a été confiée, le 27 novembre 2002, par les
ministres Frank Vandenbroucke et Josef Tavernier à deux équipes de
recherche. La première équipe est celle de la SSMG, Société
scientifique de médecine générale à qui on a confié la partie "violences
conjugales". La partie "maltraitance infantile" a été confiée à la WVVH,
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen. Un autre
aspect apparaissant en filigrane à travers toute cette problématique est
la violence envers les personnes âgées.

Le but de cette étude est l'élaboration d'un guide destiné aux
intervenants de première ligne, en vue de les sensibiliser à la
problématique, de répondre aux problèmes qu'ils rencontrent en
identifiant ces problèmes de manière précoce, et qui vont porter leurs
regards sur des questions tantôt d'ordre déontologique, tantôt d'ordre
éthique. Chacune des deux associations a délégué un collaborateur
scientifique pour assurer la validité du guide, tant au nord qu'au sud du
pays, sur les thèmes abordés. Pour répondre aux objectifs, chacun des
guides comporte des recommandations en matière de diagnostic et
d'accompagnement à l'égard des intervenants sur le terrain.

Les équipes ont interrogé les personnes confrontées au problème: les
médecins généralistes, les urgentistes, les intervenants non médicaux,
les experts en matière juridique et déontologique, et on a soumis le
projet de guide à différents groupes qui sont des groupes de juristes, de
travailleurs sociaux, de médecins qui ont pu jeter un regard sur ce qui
ressortait de ces travaux.

Le contenu du guide sera en grande partie identique en français et en
néerlandais, mais avec des spécificités tenant compte des réalités nord
et sud du pays. Le rapport final sera présenté le 11 décembre de cette
année, lors d'une réunion du groupe de travail.

Le comité d'accompagnement s'est réuni à trois reprises. Lors de la
réunion du 23 octobre 2003, une version provisoire des trois parties du
guide a été présentée. Lorsque l'étude sera finalisée, il conviendra de

08.02 Minister Rudy Demotte:

Uw eerste vraag gaat over de
Interministeriële Conferentie en is
dus bestemd voor mevrouw Arena.

Op uw tweede vraag kan ik
antwoorden dat er van 15 december
2002 tot 15 november 2003 een
onderzoek naar intrafamiliaal
geweld werd gevoerd door twee
teams, één van de SSMG en één
van de WWVH.

Het doel van deze studie bestaat
erin een gids samen te stellen voor
de hulpverleners van de eerste lijn,
die een blik zullen dienen te werpen
op de deontologische en ethische
kwesties.

De teams hebben de in de praktijk
betrokken personen ontmoet en het
ontwerp van gids werd aan
specialisten voorgelegd.

De inhoud van de gids zal dezelfde
zijn in heel België, met uitzondering
van enkele items die eigen zijn aan
het noorden en het zuiden van het
land.

Op 23 oktober werd een voorlopige
versie van de gids voorgesteld. Hij
zal via de pers en het internet
worden verspreid.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

diffuser l'information par l'organisation d'une journée d'information, par
voie de communiqués de presse et de diffusion, par exemple, sur le
site web du service public fédéral, des résultats de cette étude.

08.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, en

pratique, après le mois de décembre, chaque médecin concerné
recevra-t-il, néanmoins, des formulaires-types? En effet, les plaintes
sont toujours extrêmement aspécifiques car, en termes de violences
familiales ou conjugales, les patients sont surtout des femmes. Elles
arrivent souvent avec une plainte étrangère aux cas visés, qu'il s'agisse
de dépression voire de plaintes systémiques mais aspécifiques. En
pratique, la problématique est tellement difficile qu'il faut vraiment
pouvoir aider les intervenants à déceler une problématique de violence
conjugale qui n'apparaît pas dans les premières plaintes des patients.

08.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Zal iedere arts
standaardformulieren krijgen?

08.04 Rudy Demotte, ministre: Concrètement, je ne pense pas qu'un

envoi individualisé soit prévu, mais les guides seront disponibles sous
forme vraisemblablement PDF ou fichiers de textes téléchargeables.
Aujourd'hui, de plus en plus de prestations recourent à l'outil
informatique pour l'accession à la formation. En vue d'utiliser la nouvelle
méthodologie, le SPF devra veiller sérieusement à ce que ce document
soit bien connu au départ. C'est bien votre souci quand vous parlez de
démarche individualisée.

08.04 Minister Rudy Demotte:

Geïndividualiseerde zendingen zijn
niet gepland maar de gids zal
kunnen worden gedownload.

08.05 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Effectivement, monsieur le

ministre! On ne sait chercher que ce que l'on a envie de chercher!

08.06 Rudy Demotte, ministre: Ce que l'on sait exister!

08.07 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Ce que l'on sait en plus

exister!

08.08 Rudy Demotte, ministre: Dans le domaine de la

transcendance, il y a des choses que l'on cherche et dont on doit faire
la démonstration par la foi!

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

sur "la pédicurie médicale" (n° 702)

09 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

over "medische voetverzorging" (nr. 702)

09.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, l'arrêté royal du 15 octobre 2001 a reconnu le titre
professionnel de podologue et les conditions requises pour leur
qualification. La pédicurie médicale n'est cependant pas visée par ce
texte. A ce jour, les pédicures ne sont donc pas reconnus. Cependant,
à la lecture de l'arrêté royal, on peut toutefois constater que certaines
de ces prestations de l'annexe 1A sont accessibles et de pratique
courante pour les pédicures. En outre, l'assurance maladie rembourse
des prestations de soins de pédicure médicale pour les diabétiques
dans le cadre de conventions. Enfin, il existe des formations de
pédicurie médicale dont le diplôme est agréé, notamment au niveau de
la Communauté française.

Monsieur le ministre, envisagez-vous, à l'instar des podologues, de
reconnaître la profession de pédicure? Dans l'affirmative, quelles sont
les conditions de qualification qui pourraient être requises? Quelles

09.01 Jacqueline Galant (MR):

Het koninklijk besluit van 15
oktober 2001

erkende de

beroepstitel van podoloog en
bepaalde de voorwaarden om die
titel te mogen voeren. Die tekst
heeft echter geen betrekking op de
medische voetverzorging en tot op
heden bestaat geen erkenning voor
pedicures. Wanneer men echter de
tekst van het koninklijk besluit
leest, kan men vaststellen dat
sommige van die handelingen vaak
door pedicures worden uitgevoerd.

Bovendien betaalt de

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

seraient les prestations qui pourraient être pratiquées? Enfin, serait-il
envisageable de prévoir des mesures transitoires pour ceux et celles
qui effectuent des actes de pédicure médicale depuis de nombreuses
années?

ziekteverzekering in het kader van
conventies de kosten voor
medische zoetverzorging terug aan
diabetici.

Tot slot bestaan er ook opleidingen
medische voetverzorging waarvan
het diploma door de Franse
Gemeenschap wordt erkend.

Overweegt u het beroep van
pedicure te erkennen?

Zo ja, wat zouden de
kwalificatievereisten zijn?

Welke verstrekkingen zouden
mogen worden uitgevoerd? Komen
er overgangsmaatregelen voor de
mensen die al jaar en dag aan
medische voetverzorging doen?

09.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, la commission

technique des professions paramédicales a émis, comme vous venez
de le rappeler, en date du 7 décembre 2000, un avis sur les conditions
de qualification minimales et sur la liste des actes de la profession de
podologue. Les dispositions transitoires applicables aux professions
paramédicales sont déjà réglées par l'arrêté royal 78. Je cite: "Les
personnes qui ne satisfont pas aux conditions de la qualification mais
qui, au moment de la publication de la liste de prestations ou la liste
des actes de la profession paramédicale dont elles relèvent, ont
exécuté ces prestations ou ces actes pendant au moins trois ans
peuvent continuer les mêmes activités, dans les mêmes conditions que
les praticiens des professions paramédicales effectuant ces prestations
ou ces actes". Je pense que ce texte est extrêmement clair.

Sous peine de perdre le bénéfice de la disposition de ce paragraphe,
les personnes sont tenues de se faire connaître au ministre de la Santé
publique, aux termes d'une procédure qui est fixée par le Roi. Cette
procédure va déterminer notamment la manière dont la preuve de
l'exécution des prestations ou des actes sera rapportée. L'arrêté royal
dont il est question ici n'a pas encore été pris, je le précise pour que
vous le sachiez dès maintenant, et il apparaît donc que des prestations
de podologie pourront être effectuées, par exemple par des pédicures
qui répondent aux conditions fixées dans les dispositions transitoires
que je viens de rappeler.

09.02 Minister Rudy Demotte: De

Technische Commissie voor de
paramedische beroepen bracht op
7 december 2000 een advies uit
over de minimum
kwalificatievereisten en over de lijst
van de handelingen van het beroep
van podoloog. De
overgangsbepalingen van
toepassing op de paramedische
beroepen worden geregeld door
koninklijk besluit nr. 78, waarvan de
tekst zeer duidelijk is.

Op straffe van verlies van het
voordeel verleend bij dit besluit,
moeten die personen zich bij de
minister van Volksgezondheid
bekend maken volgens een door de
Koning vastgestelde procedure. Die
procedure zal onder meer de wijze
vaststellen waarop het bewijs van
de uitvoering van de prestaties of
handelingen moet worden geleverd

Ik wijs erop dat dat koninklijk
besluit nog niet werd genomen.
Podologische zorgen kunnen dus,
bijvoorbeeld, worden toegediend
door pedicuren die voldoen aan de
voorwaarden opgenomen in de
overgangsbepalingen.

09.03 Jacqueline Galant (MR): Pour le moment, les pédicures sont-

ils repris dans tout ce qui est paramédical?

09.04 Rudy Demotte, ministre: Nous sommes ici dans des

dispositions transitoires qui régissent les professions paramédicales.
C'est l'arrêté royal 78. Cet arrêté indique "(...) les personnes qui ne

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

satisfont pas aux conditions de qualification mais qui, au moment de la
publication de la liste, effectuent des prestations depuis au moins trois
ans (...)

09.05 Jacqueline Galant (MR): ... doivent se faire connaître au

niveau du ministère...

09.06 Rudy Demotte, ministre: (...) selon les conditions à prévoir

(...)", mais qui ne sont pas encore connues pour le moment.

09.07 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous

remercie ainsi que Mme Doyen-Fonck.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

10 Interpellation de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé

publique sur "la non-signature et la non-ratification de la convention OMS de lutte anti-tabac par la
Belgique" (n° 86)

10 Interpellatie van mevrouw Catherine Doyen-Fonck tot de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "het feit dat België de WGO-kaderconventie over tabakspreventie nog niet
heeft ondertekend, noch geratificeerd" (nr. 86)

10.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, chers collègues, j'en viens à une problématique
qui me semble essentielle, sous forme de deux interpellations
concernant toutes deux le tabac.

En fait, la consommation de tabac est responsable, au niveau mondial,
de plus de 4 millions de morts prématurées chaque année; c'est la
première cause de mortalité évitable. En Belgique, le problème
concerne un nombre très important: depuis une heure que dure notre
commission, deux personnes sont décédées de façon prématurée.

Vous avez répété à plusieurs occasions, monsieur le ministre, que la
Belgique se veut être un leader en termes de qualité de soins, mais
que les contingents budgétaires sont importants. Ces contingents
peuvent être davantage évités en menant convenablement la politique
de santé publique, essentiellement en travaillant via la prévention.

Le 21 mai 2003, lors de la 56

assemblée mondiale de la Santé, les

190 membres de l'OMS, et notamment la Belgique qui s'est
énormément impliquée par le personnel oeuvrant dans cet organisme,
ont adopté une convention-cadre de lutte anti-tabac. La Belgique a
participé très activement à la négociation de cette convention.

Cette convention-cadre constitue en fait le premier instrument juridique
international conçu pour abaisser la mortalité secondaire due au tabac
dans le monde. La lutte contre le tabagisme doit bien sûr être
multifactorielle et intégrer à la fois des éléments de prévention, de
promotion de la santé, l'interdiction de publicité et de consommation, et
de protection du consommateur.

Cette convention-cadre de l'OMS demande aux pays d'imposer des
restrictions sur la publicité en faveur des produits du tabac, sur le
parrainage et sur la promotion. Elle demande d'imposer de nouveaux
conditionnements et étiquetages; elle propose de contrôler l'air ambiant
à l'intérieur des locaux et de renforcer la législation pour réprimer la
contrebande. Je ne vous lirai pas toute cette convention: elle est
disponible sur le site internet de l'OMS.

10.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Het tabaksverbruik
veroorzaakt jaarlijks meer dan vier
miljoen doden wereldwijd en is de
eerste vermijdbare doodsoorzaak.

In mei jongstleden, hebben de 192
leden van de WGO de
kaderconventie voor de bestrijding
van tabaksverbruik eenparig
aangenomen. Dit is het eerste
internationaal rechtsinstrument dat
ontworpen is om het aantal
sterfgevallen bij rokers in de wereld
te verminderen.

Die conventie vraagt aan de
deelnemende landen om de
reclame, sponsoring en promotie
voor tabaksproducten aan
beperkingen te onderwerpen, om
nieuwe verpakkingen en
etiketteringen op te leggen, om de
omgevingslucht binnen de lokalen
te controleren en om de wetgeving
ter beteugeling van de
smokkelhandel te versterken.

Tot nu toe hebben 77 landen de
conventie ondertekend en hebben
slechts drie landen ze bekrachtigd.
België heeft ze noch getekend
noch geratificeerd.

Hoe verklaart u die achterstand,
terwijl ons land zich als de
wereldleider wil profileren dankzij de
efficiëntie van zijn systeem van

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

Pour que cette convention entre en vigueur, 40 pays doivent la signer
puis la ratifier. Elle a été ouverte aux signatures le 16 juin 2003 au
siège de l'OMS à Genève. Actuellement, 77 pays, car la Chine vient de
se joindre, ont signé la convention et trois l'ont ratifiée.

Mais, monsieur le ministre, de toute l'Union européenne des Quinze, la
Belgique et le Portugal sont les deux seuls pays qui n'ont ni signé ni
ratifié cette convention OMS.

Monsieur le ministre, comment pouvez-vous expliquer ce retard de la
Belgique pour la signature de la convention OMS sur la lutte anti-tabac,
alors qu'elle se veut être un leader au niveau mondial quant à l'efficacité
de son système de santé?

gezondheidszorg?

10.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je

commencerai par une boutade: si elle veut être un leader sur le plan de
son efficacité en matière de santé, elle n'est pas un leader sur le plan
de son efficacité en matière institutionnelle. Cette boutade pèsera
quand même tout à l'heure au moment des conclusions.

La convention-cadre de la lutte anti-tabac constitue, je le reconnais
avec vous, un pas important dans l'appréhension globale de l'action
anti-tabac, tant au niveau national, régional et international qu'au niveau
de la coopération internationale.

Je partage votre préoccupation quant à la nécessité de signer et de
ratifier le plus rapidement possible cette convention qui aborde, comme
vous l'avez signalé, une multitude de mesures de lutte concrète contre
le tabagisme. Cette approche globale contribue à sa richesse, mais
elle alourdit également les processus de signature et de ratification. En
effet, la convention vise des mesures qui relèvent à la fois des
compétences de l'Etat fédéral et des entités fédérées, c'est-à-dire les
Communautés et Régions. Elle doit, par conséquent, être signée et
ratifiée par l'ensemble des autorités compétentes.

Pour rappel, l'Etat fédéral est compétent pour réglementer, notamment
la fabrication, la mise dans le commerce des produits du tabac, la
publicité pour les produits du tabac, le tabagisme dans les lieux publics
et la fiscalité relative aux produits du tabac. La prévention du
tabagisme, les maladies liées au tabagisme ainsi que l'aide au sevrage
tabagique relèvent, par contre, de la compétences des Communautés,
conformément à l'article 5 § 1

de la loi spéciale des réformes

institutionnelles du 8 août 1980, voire des Régions conformément au
décret 2 du Conseil de la Communauté française du 19 juillet 1993, qui
attribue l'exercice de certaines compétences d'une Communauté, en
l'occurrence la Communauté française, à la Région wallonne.

Il convient par ailleurs de remarquer que la réglementation de ces
matières est susceptible d'avoir des répercussions sur d'autres
politiques comme la politique de l'emploi dans le secteur du tabac et
que ces répercussions potentielles sont de nature à freiner parfois des
procédures de signature et de ratification. Mais je tiens à vous rassurer,
mon souci principal est la santé publique. Mais je ne suis pas naïf et je
sais que, parfois, on a un regard inhibé sur ces matières en raison des
risques économiques que l'on encourt.

En ce qui concerne la signature, où en est-on aujourd'hui? Il faut
d'abord que chaque autorité compétente délègue les pleins pouvoirs au
ministre des Affaires étrangères. Ce dernier peut alors signer la
convention à New York, au siège des Nations unies ou encore
mandater l'ambassadeur en poste.

10.02 Minister Rudy Demotte: De

kaderconventie voor de bestrijding
van tabaksverbruik vormt een zeer
belangrijke stap en ik ben het met
u eens wat de ondertekening en de
ratificering ervan betreft.

Dit gezegd zijnde, moet deze
conventie door de federale Staat,
de Gewesten en de
Gemeenschappen ondertekend
worden.

De reglementering van deze
materies kan een weerslag hebben
op andere beleidsvlakken, zoals de
tewerkstelling in de tabakssector,
waardoor de ratificatieprocedure
soms vertraging oploopt. Mijn
grootste bekommernis is de
gezondheid, laat dat duidelijk zijn.
Ik moet echter realistisch blijven.

Iedere bevoegde overheid moet
volmacht verlenen aan de minister
van Buitenlandse Zaken, die het
verdrag aldus kan ondertekenen.
Alleen het Waalse Gewest moet dit
nog doen. Voor de goedkeuring zal
de minister van Buitenlandse zaken
een eensluidend verklaard afschrift
van het verdrag, bestemd voor
België, ontvangen en voorleggen
aan de Raad van State en de
overheden van de deelgebieden, die
hun toestemming zullen moeten
geven. Daartoe heeft mijn
departement reeds een voorontwerp
voor de instemming voorbereid. Van
zodra de goedkeuring is gegeven,
zal de minister van Buitenlandse
Zaken het instrument voor de
ratificatie opstellen, dat ter
ondertekening aan de Koning kan
worden voorgelegd. Dit is geen
uitzonderlijk geval. De procedure
dient te worden geëerbiedigd en

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

A ce jour, seule la Région wallonne doit encore faire parvenir ses pleins
pouvoirs aux Affaires étrangères.

J'en viens à l'assentiment. Le ministre des Affaires étrangères recevra
ensuite la copie conforme de la convention destinée à la Belgique et
communiquera le texte aux autorités régionales et communautaires
ainsi qu'au Conseil d'Etat.

Les assemblées de chaque entité devront alors donner leur
assentiment au texte. A cette fin, un avant-projet de loi d'assentiment
contenant un exposé des motifs a déjà été préparé par mon
administration.

En ce qui concerne la ratification, dès que toutes les assemblées
parlementaires concernées ont donné leur assentiment, le ministre des
Affaires étrangère fait établir l'instrument de ratification ou d'adhésion de
la Belgique et pourra le soumettre à la signature du Roi.

Je voudrais faire une petite remarque sur la procédure globale. Nous ne
sommes pas ici dans un cas d'exception. L'ensemble des processus
de ratification des traités internationaux est je parle ici en me référant
à mon expérience parlementaire et non ministérielle - un processus
relativement complexe et long. Mais en tant que ministre de la Santé
publique, j'insiste pour que nous donnions, indépendamment des
mesures concrètes que nous prenons, l'exemple sur le plan
international.

deze is tamelijk lang en
ingewikkeld. Maar ik sta erop dat
wij op internationaal vlak het
voortouw nemen.

10.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre,

permettez-moi quand même de vous faire remarquer que, quand on veut
réellement faire voter rapidement des lois en Belgique, on y arrive en
quelques jours. La convention OMS existe depuis le 21 mai 2003, je
trouve que pour la signature et la ratification de cette convention, le
temps commence à être long, quelles que soient les difficultés.

Vous avez parlé de pays fédérés. D'autres pays fédérés ont signé cette
convention et manifestement n'ont pas eu plus de difficultés, je dirais
même d'ailleurs beaucoup moins que chez nous.

Enfin, par rapport à l'emploi, j'aimerais insister sur le fait que, quand on
met en balance l'emploi élément certes capital et les priorités en
matière de santé publique par rapport au tabac, à mon sens, il n'y a
pas photo.

10.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): In België kan een wet op een
paar dagen tijd worden
goedgekeurd. Dit geval sleept al
maanden aan. Andere federale
staten hebben dit verdrag zonder
problemen ondertekend. De
volksgezondheid is toch
belangrijker dan de
werkgelegenheid. Ik zal dus een
motie indienen.

10.04 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, évitons de

sombrer dans la caricature ...

10.04 Minister Rudy Demotte: Ik

zou willen voorkomen dat men in
het karikaturale vervalt. Ik plaats
dus drie gedachtepuntjes...

10.05 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, par

rapport à Francorchamps puisqu'on en parle, il y a bon nombre de gens
au fédéral ou au régional qui ont justifié la position actuelle au sujet de
Francorchamps en disant que la convention OMS était signée, alors
que la convention OMS n'a jamais été signée en Belgique. C'est trop
facile de justifier la problématique de Francorchamps en disant que, de
toute façon, on est protégé puisqu'on a signé la convention OMS. Je le
répète, elle n'est toujours pas signée et nous sommes le 24 novembre
2003.

10.05 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Sommigen hebben hun
standpunt over Francorchamps
precies verantwoord op grond van
de ondertekening van de WHO-
Conventie terwijl ze in België nooit
ondertekend werd.

10.06 Rudy Demotte, ministre: Nous sommes dans le cadre d'une

interpellation, un échange plus fouillé est donc nécessaire. Remarquez

10.06 Minister Rudy Demotte: Ik

heb niet naar Francorchamps

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

que je n'ai fait aucune allusion à Francorchamps. J'ai parlé simplement
du souci de ne pas entrer dans la caricature. J'ai dit tout à l'heure que,
à mettre en balance l'économie et la santé, il n'y avait pas dans mon
chef d'hésitation sur la priorité.

Je suis ministre de la Santé. J'étais hier ministre de l'Economie. Je
donne aujourd'hui clairement - et non de par ma fonction mais par
conviction - la priorité à la santé. Ce qui me paraît important, au-delà de
la ratification, au-delà de tout ce qui est procédure juridique, c'est la
mise place de politiques concrètes en matière de santé. Et cette mise
en place ne vient pas seulement des conventions internationales mais
de l'action qu'on mène sur le champ intérieur. Et à cet égard, je dois
dire que l'on sent effectivement que ce pays est en mouvement; que les
différentes forces politiques, quelle que soit leur obédience, ont pris
conscience de l'intérêt de travailler davantage sur des mesures
concrètes que sur de grandes déclarations d'intention, ce qui me paraît
être une victoire du pragmatisme sur les grandes déclarations
théoriques.

verwezen omdat er voor mij geen
twijfel over bestaat dat de
gezondheid belangrijker is dan de
economie. Maar concrete
maatregelen zijn beter dan
intentieverklaringen. De politieke
krachten van dit land hebben dit
begrepen.

10.07 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Puisqu'il est question de

déclarations d'intention, on en arrive à l'interrogation suivante qui n'a
rien à voir avec une grande déclaration d'intention mais touche une
problématique sur le terrain, monsieur le ministre.

Motions
Moties

Le président: En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Catherine Doyen-Fonck et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Catherine Doyen-Fonck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
recommande au gouvernement fédéral et au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique en
particulier de mettre en oeuvre immédiatement la signature et la ratification de la convention OMS pour la lutte
anti-tabac."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Catherine Doyen-Fonck en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Catherine Doyen-Fonck
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de federale regering en inzonderheid de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid onverwijld
werk te maken van de ondertekening en de ratificatie van de WGO-kaderconventie over tabakspreventie."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon, Hilde Dierickx et Karin Jiroflée.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon, Hilde Dierickx en Karin Jiroflée.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

11 Interpellation de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé

publique sur "la mise en oeuvre du Fonds de lutte contre le tabagisme" (n° 87)

11 Interpellatie van mevrouw Catherine Doyen-Fonck tot de minister van Sociale Zaken en

Volksgezondheid over "de inwerkingtreding van het Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik"
(nr. 87)

11.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président,

monsieur le ministre, voilà plus de trois ans que l'on parle non pas
d'une grande problématique d'intentions mais d'un fonds de lutte contre

11.01 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Al meer dan drie jaar heeft
men het over een Fonds ter

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

le tabac. Puisque vous voulez du concret, monsieur le ministre, je vais
vous parler de quelque chose de très concret. En juillet 2000, après le
scandale des tentatives de corruption des scientifiques de l'OMS par
l'industrie du tabac, la ministre fédérale de la Santé avait fait connaître
sa volonté d'intensifier la prévention du tabagisme et de transférer, par
le biais d'un accord de coopération, 12,5 millions d'euros du pouvoir
fédéral vers les Communautés afin d'alimenter ce fonds.

En 2002, les négociations d'un accord de coopération étaient entamées
sans pour autant aboutir à l'alimentation réelle du fonds de lutte contre
le tabagisme. Trois ans plus tard, en juillet 2003, le Parlement belge a
voté une loi organisant une dérogation à la loi interdisant toute publicité
contre le tabac, en vue de permettre l'organisation du Grand Prix de
Francorchamps mais prévoyant, dans le même temps, la création d'un
fonds de lutte contre le tabagisme. Enfin, la note de politique générale
pour le budget 2004 annonce un budget d'un million d'euros pour 2004
qui passera à deux millions d'euros en 2005, afin de financer un fonds
anti-tabac.

Monsieur le ministre, le fonds que vous prévoyez dans votre note de
politique générale est-il différent du fonds prévu par les accords de
coopération négociés en 2002? Est-il également différent du fonds de
lutte contre le tabagisme prévu par la loi du 26 août 2003 modifiant la
loi du 10 décembre 1997 interdisant la publicité pour les produits du
tabac et créant un fonds de lutte contre le tabagisme? Si oui, quelle est
sa ou quelles sont leurs formes juridiques? Qui est ou quels sont le ou
les ministres de tutelle de ces fonds? Qui le ou les gère? Et, outre le
budget d'un million d'euros que vous avez décidé d'affecter au fonds de
lutte contre le tabagisme, d'autres budgets sont-ils prévus pour
alimenter ce ou ces fonds?

Ce budget d'un million d'euros représente un investissement de 0,09
euro par an et par habitant. A titre de comparaison, en 2002, les
recettes fiscales du tabac ont rapporté 1.979 millions d'euros, soit
179,30 euros par habitant. Je vous rappelle l'investissement par
habitant: 0,09 euro. C'est plus de 2000 fois plus! Par ailleurs,
l'Académie royale belge de médecine a estimé à 12,5 millions le
budget minimum indispensable à une aide efficace contre le tabagisme.

Monsieur le ministre, est-il normal que l'affectation des recettes fiscales
à la lutte contre le tabagisme ne soit pas plus importante? Est-il normal
que l'industrie du tabac profite aussi de l'augmentation de prix du
paquet de cigarettes?

bestrijding van het tabaksgebruik.

Verschilt het Fonds waarvan sprake
in uw beleidsnota, van het fonds
waarin de
samenwerkingsakkoorden van 2002
voorzagen en van het Fonds ter
bestrijding van het tabaksgebruik
opgericht bij de wet van 26
augustus 2003 houdende verbod op
de reclame voor tabaksproducten?
Zo ja, wat is hun respectieve
juridische statuut? Wie is de
toezichthoudende minister van dat
fonds/die fondsen? Wie beheert
ze? Gaan er, naast de begroting
van een miljoen die u voor het
tabaksfonds bestemt, nog andere
begrotingsmiddelen naar dat/die
fonds(en)?

Vindt u het normaal dat de fiscale
ontvangsten slechts in zo'n
beperkte mate naar de strijd tegen
het tabaksgebruik gaan? Is het
normaal dat de tabaksindustrie
voordeel haalt uit de hogere
tabaksprijs?

11.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je me réjouis

de la teneur concrète de l'interpellation qui apporte effectivement à la
dynamique générale dont je parlais tout à l'heure. Pour répondre à votre
question, dans le cadre de la mise sur pied d'un plan fédéral de lutte
contre le tabac et de la ratification de la convention-cadre OMS dont
nous parlions, il y a quelques instants, la création d'un fonds anti-tabac
unissant l'Etat fédéral, les Communautés et les Régions est une
priorité.

J'ai soumis un projet d'accord de coopération aux Communautés et
Régions, sachant que ce nouvel accord prévoit la création d'un fonds
budgétaire, au sens de l'article 45 des lois sur la comptabilité de l'Etat.
Un tel fonds est destiné à être alimenté par toutes les parties
contractantes, d'une part l'Etat fédéral, d'autre part, les Communautés
et les Régions. C'est ce qui le différencie du fonds prévu par le
précédent accord signé en mars 2003. Je rappelle que le Conseil d'Etat
avait rendu un avis négatif et il n'y avait pas eu, à l'époque, d'accord du

11.02 Minister Rudy Demotte: De

oprichting van een antitabaksfonds
vormt in het kader van het federaal
plan voor tabaksbestrijding en van
de ratificatie van de WGO-conventie
een prioriteit. Toch heb ik de
Gemeenschappen en de Gewesten
een ontwerp-
samenwerkingsakkoord voorgelegd.
Het zou om een begrotingsfonds
gaan, wat niet het geval was met
het fonds dat men in maart 2003 in
gedachten had. Dat fonds
doorstond de toets van de Raad van
State niet en er werden geen
begrotingsmiddelen voor
uitgetrokken.

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

ministre du Budget.

En effet, l'accord en question prévoyait la création d'un fonds
d'attribution au sens de l'article 38 des lois sur la comptabilité de l'État.
Je rappelle que nous migrons vers une logique de fonds budgétaire au
sens de l'article 45. Il s'agissait d'un fonds alimenté par l'État fédéral
spécifiquement pour des matières qui entraient dans le champ de
compétences des Communautés et des Régions.

Dans le cadre du budget 2004, l'État fédéral s'engage pour sa part à
mettre à la disposition du fonds un crédit d'un million d'euros, et de
deux millions à partir des années suivantes. Des moyens humains et
de gestion peuvent également compléter ces crédits. Ils ne sont pas
comptabilisés sur le plan financier mais ils n'en sont pas moins utiles
dans la mise en oeuvre des objectifs. L'objectif est que le fonds anti-
tabac soit opérationnel en juillet 2004. Pour rappeler qui dans ce cadre
exercera la tutelle, je précise que j'en exercerai la tutelle.

L'accord de coopération vise également à créer un organe de
coordination et de gestion, en l'occurrence le comité de lutte contre le
tabagisme, au sein duquel les représentants des parties contractantes
vont procéder à une concertation permanente dans le but de vérifier la
cohérence des actions globales dans la lutte globale contre le
tabagisme. La création du fonds anti-tabac comme support à une
politique globale constitue une avancée autre que théorique dans la
lutte contre le tabagisme. Ceci dit, je n'ai pas l'intention de m'en tenir à
cet acquis. Pour en revenir à une de vos considérations, il est en effet
choquant de voir les producteurs bénéficier de l'augmentation des prix
dès lors qu'aucun moyen significatif n'est octroyé à la lutte contre le
tabagisme.

C'est pourquoi, dans le cadre du plan global de lutte contre le
tabagisme, j'envisage différentes pistes d'action qui sont liées à l'apport
de moyens spécifiques tant au niveau de l'accès aux méthodes de
sevrage que de la révi sion de la fiscalité sur le tabac. Vous
comprendrez que je ne puisse m'occuper seul de ce dernier point.

In de begroting 2004 wordt bepaald
dat de federale overheid zich ertoe
verbindt 1 miljoen in dat fonds te
storten, en volgend jaar nog eens 2
miljoen. Die kredieten kunnen
worden aangevuld met extra
personeel. Het is de bedoeling dat
het fonds tegen juli 2004
operationeel is.

Ik zal als toeziend minister over dat
fonds gaan. Het beheer ervan wordt
toevertrouwd aan een
beheerscomité, dat permanent
overleg moet plegen met de
betrokken partijen. Daarmee wordt
alvast een grote stap vooruit gezet,
maar ik ben niet van plan het
daarbij te laten.

Het is inderdaad stuitend dat de
tabaksproducenten profiteren van
de prijsstijging, terwijl er geen
noemenswaardige middelen worden
uitgetrokken voor de strijd tegen het
tabaksgebruik. Daarom ben ik van
plan om in het kader van het
globaal plan ter bestrijding van het
tabaksgebruik specifieke middelen
in de strijd te werpen, zoals
steunmaatregelen voor mensen die
met roken willen stoppen of een
herziening van de belastingen op
tabak.

11.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je

reprends une question très précise: le budget que vous aviez prévu
dans la note de politique générale correspond-il au fonds prévu lors du
vote pour Francorchamps?

11.03 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Ik heb nog een concrete
vraag. Is het budget waarvan sprake
in de beleidsnota even hoog als het
bedrag in het zogenaamde
Francorchamps-fonds?

11.04 Rudy Demotte, ministre: Non. Nous quittons cette logique car

elle conduisait à une impasse sur le plan du mode de fonctionnement
dès lors que nous nous référions, d'un point de vue technique, à l'article
38 sur la comptabilité de l'État, créant de ce fait un fonds d'attribution.
Ce problème a déjà été abordé en son temps, tant à la Chambre qu'au
Sénat. Il a été soulevé par le Conseil d'État qui nous dit que nous ne
pouvons pas utiliser cet instrument parce qu'il déborde des
compétences qui sont celles de l'État fédéral. Nous ne pouvons donc
pas alimenter un fonds qui sert à financer les compétences exclusives
d'autres niveaux de pouvoir, notamment en ce qui concerne la
prévention.

C'est la raison pour laquelle nous revenons maintenant à une logique
beaucoup plus concrète et réalisable dans notre chef: la mise en oeuvre
d'un fonds basé cette fois sur l'article 45 des lois sur la comptabilité de
l'État et qui est dit "fonds budgétaire".

11.04 Minister Rudy Demotte:

Neen. Het probleem werd indertijd
aan de orde gesteld. De Raad van
State heeft geoordeeld dat de
federale regering hiermee buiten
haar boekje gaat. De federale
overheid mag immers geen
middelen in een fonds storten dat
moet dienen om materies waarvoor
andere beleidsniveaus bevoegd zijn,
te financieren.

Wij komen weer uit bij een
concretere en haalbare logica: het
begrotingsfonds is een pot waarin
wij om te beginnen 1 miljoen euro
storten. Volgend jaar zullen wij dat

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Dans ce réceptacle, nous apportons immédiatement 1 million d'euros.
L'an prochain, nous doublons le montant mais nous invitons l'ensemble
des parties à l'accord de coopération à apporter des moyens
spécifiques en fonction des politiques qu'elles sont prêtes à mener. A
la question "est-ce le même outil?", la réponse est non.

bedrag verdubbelen, maar wij
nodigen ook de andere partijen uit
hun steentje bij te dragen.

11.05 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, Mme

Maréchal, interrogée récemment à la Communauté française, indique -
vous parlez manifestement d'une contribution des Communautés
qu'elle va vous écrire en ce sens, car elle n'a aucune idée de ce fonds
ni de la façon dont il sera financé.

Vous me dites que le fédéral va apporter un million d'euros et que vous
attendez un investissement comparable de la part des Communautés,
mais il me semble, en tout cas, qu'à la Communauté française, il n'y a
aucune piste actuellement pour financer un fonds. Pire, Mme Maréchal
vous charge de toute la problématique et de tout le financement.

11.05 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Mevrouw Maréchal (Franse
Gemeenschap) zal u hierover
schrijven, want ze weet blijkbaar
niets van dit fonds, noch van zijn
financiering. In de Franse
Gemeenschap staan ze nog
nergens wat dat betreft en ze
zullen u de problematiek van de
financiering voorleggen.

11.06 Rudy Demotte, ministre: Nous sommes dans une

problématique délicate sur le plan juridique. Nous devons circonscrire le
champ de compétences du gouvernement fédéral. Moi, je remplis mon
métier: faire en sorte qu'il y ait des moyens au niveau fédéral, mais je
n'oserais utiliser l'expression un peu trop forte: "dès lors que l'on veut
manger ensemble, il n'y en a qu'un qui paie la note pour tout le monde"!
J'utiliserais plus volontiers une expression chère à nos amis anglo-
saxons en parlant des Hollandais, à savoir le "Dutch eating". Cela
signifie que chacun vient avec sa nourriture.

11.06 Minister Rudy Demotte: Ik

beperk me op juridisch vlak tot de
bevoegdheden van de federale
Staat. Mijn taak bestaat erin op dat
niveau voor de nodige middelen te
zorgen. Er bestaat een uitdrukking
die stelt dat "als men samen wil
eten iedereen zijn steentje moet
bijdragen". Daarnaast is er nog de
uitdrukking Dutch eating, wat
betekent dat iedereen zijn eigen
eten meebrengt.

11.07 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Bien entendu, monsieur le

ministre! Mais quand, en Belgique, plus de deux personnes par heure
décèdent pour ce motif et que, depuis trois ans, on parle de la création
du fonds tabac, je trouve que mettre un million dans la balance par
rapport aux 1.979 millions d'euros que rapportent les recettes fiscales
dues au tabac, c'est une contribution extrêmement faible. Cela ne suffit
absolument pas pour une lutte efficace contre le tabac. Par
conséquent, je vous informe que je vais déposer une motion.

11.07 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Ja, maar intussen sterven er
in België elk uur twee mensen aan
de gevolgen van tabaksgebruik.
Een fonds van een miljoen euro
terwijl er honderden miljoenen euro
via de fiscale ontvangsten op tabak
worden binnengerijfd, dat volstaat
niet! Bijgevolg dien ik een motie in.

11.08 De voorzitter : In het kader van de replieken op deze

interpellatie wil ik namens onze fractie graag nog iets toevoegen,
mijnheer de minister. Ik heb over deze problematiek vorige week vragen
gesteld naar aanleiding van de bespreking van de begroting. Ik ga
volledig akkoord met de denkpiste die mevrouw heeft ontwikkeld in haar
vraagstelling.

In de vorige legislatuur hebben wij inderdaad twee politiek belangrijke
momenten meegemaakt die evenwel zeer bevreemdend waren. Naar
aanleiding van de wet op de euthanasie werd beloofd om grote spoed te
zetten achter de palliatieve zorgen. Er is echter een duidelijk verschil in
de behandeling van het een en het ander. Dit is hier uiteraard ook het
geval. Er worden natuurlijk een aantal juridische argumenten opgesomd
om duidelijk te maken waarom het niet kon. Dit is toch een belangrijk
politiek signaal. Als men het ene doet, zou men op zijn minst ook het
andere moeten doen.

Ik zou u eigenlijk willen vragen naar een stand van zaken inzake de
samenwerkingsakkoorden. In weerwil van wat was aangekondigd, heeft
u zelf het initiatief genomen om een fonds te creëren. Dit siert u. Het is

11.08 Le président: Le groupe

CD&V partage la réflexion de Mme
Doyen-Fonck. La volonté du
ministre de créer lui-même un
fonds l'honore mais où en sont
concrètement les accords de
coopération? Il s'agit principalement
de projets de prévention, ce qui
rend la coopération des
Communautés absolument
indispensable.

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

daarbij wel van belang dat er links worden gelegd naar de
Gemeenschappen. Uiteindelijk gaat het in hoofdzaak om een
preventieproject zoals mevrouw reeds aangaf. Het zal niet voldoende
zijn om daarvoor federale middelen vrij te maken. Er zullen daarvoor
absoluut samenwerkingsakkoorden moeten worden gesloten met de
Gemeenschappen.

11.09 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik ga helemaal

akkoord met u. Het is niet mijn bedoeling om te wachten tot er een
samenwerkingsakkoord wordt gesloten tussen de verschillende
regeringen vooraleer middelen toe te kennen. Om die reden wens ik
kredieten vast te leggen op het budget om ons fonds te kunnen
financieren. Op die manier kan een initiatief worden genomen.
Tegelijkertijd kunnen de Gemeenschappen verklaren dat zij hun deel
van het werk al hebben gedaan en wachten op onze medewerking.

Het is een belangrijk politiek signaal. Het is niet alleen theorie. We
zeggen niet alleen dat er iets moet aan gedaan worden. We wensen
concrete stappen te zetten. Onze eerste stap is om vanaf juli te
beginnen. Ik heb nooit gezegd dat wij vanaf 1 januari zouden beginnen.
Het is een van de redenen waarom we slechts over 1 miljoen
beschikken. Als wij maar een half jaar hebben om ons fonds te
financieren, hebben wij maar 1 miljoen nodig. Het geeft ons ook de tijd
om met de Gemeenschappen te discussiëren. Dat is onze bedoeling.

11.09 Rudy Demotte, ministre: Je

partage cet avis. Je ne veux pas
attendre qu'un accord soit conclu
entre les différents gouvernements.
Je souhaite lancer un important
signal politique et entamer des
démarches concrètes dès le mois
de juillet. Aussi un million suffit-il
pour le moment. Par ailleurs, nous
aurons ainsi le temps de nous
concerter avec les Communautés.

11.10 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, un million

sur six mois, qu'est-ce que cela représente par rapport aux recettes
fiscales?

11.10 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Wat betekent één miljoen op
zes maanden ten opzichte van de
fiscale ontvangsten?

11.11 Rudy Demotte, ministre: Rien du tout!

11.11 Minister Rudy Demotte:

Helemaal niets!

11.12 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Mais alors je vous le demande,

monsieur le ministre!

11.12 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Op een bepaald moment
moet er iets gebeuren!

11.13 Rudy Demotte, ministre: Cela fait des années que l'on en parle!

11.14 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Oui, mais il y un certain

nombre de dossiers à propos desquels on pourrait dire la même chose!
A un moment donné, il faut essayer de faire avancer les choses!

11.15 Rudy Demotte, ministre: J'ai une habitude très modeste qui est

de dire que je préfère un pas, même s'il est un pas insuffisant, à pas de
politique du tout!

Je remarque que beaucoup ont fait des déclarations d'intention et je ne
leur prête même pas la mauvaise en foi en disant qu'ils ont fait cela
sans y croire. Aujourd'hui, pour la première fois, le pouvoir fédéral
établit un fonds qui est un fonds indépendant!

11.15 Minister Rudy Demotte: In

alle bescheidenheid is één, zelfs
ontoereikende, stap beter dan
niets. Voor de eerste keer werd een
onafhankelijk Fonds opgericht!

11.16 Catherine Doyen-Fonck (cdH): C'est vrai et c'est très positif!

Cela étant, monsieur le ministre, ce fonds n'est manifestement pas
encore suffisamment rempli; au contraire, il est complètement vide à
l'heure actuelle. Un million sur six mois, cela ne représente rien du tout!

J'en reviens à la problématique soulevée tout à l'heure. Quand il est
question de faire voter en urgence pour une thématique bien précise
et en l'occurrence il s'agissait du Grand Prix de Francorchamps et de

11.16 Catherine Doyen-Fonck

(cdH): Inderdaad, maar dat Fonds
is momenteel leeg! Als het moet,
laat men bij hoogdringendheid de
Francorchampswet goedkeuren,
maar als een Fonds moet worden
opgericht, wordt er maanden over
gepalaverd.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

son importance pour l'emploi local , c'est très bien, mais quand on y
associe un fonds, on parle pendant des mois et des mois et, en
pratique, on n'a toujours rien!

Motions
Moties

Le président: En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Catherine Doyen-Fonck et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Catherine Doyen-Fonck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
recommande au gouvernement
- de mettre en oeuvre immédiatement un Fonds indépendant de lutte contre le tabagisme;
- de le doter d'un montant suffisant qui corresponde aux recommandations minimales telles que prévues par
l'Académie Royale de Médecine, pour une lutte efficace contre le tabagisme (les sommes prévues dans la
note de politique générale pour 2004 et 2005 sont largement insuffisantes)."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Catherine Doyen-Fonck en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Catherine Doyen-Fonck
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- onverwijld werk te maken van een onafhankelijk Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik;
- dit Fonds voldoende middelen - en minstens het bedrag vooropgesteld door de Académie royale de
Médecine - toe te kennen, om een doeltreffende strijd tegen het tabaksgebruik mogelijk te maken (de
bedragen waarin de beleidsnota voor 2004 en 2005 voorziet, zijn ruim onvoldoende)."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon, Hilde Dierickx et Karin Jiroflée.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon, Hilde Dierickx en Karin Jiroflée.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

12 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"conformiteitstesten in verband met tandprothesen" (nr. 723)

12 Question de M. Yves Leterme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les

certificats de conformité concernant les prothèses dentaires" (n° 723)

12.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, zelfs een leek in deze commissie zoals ik, vindt dat het
overheidsbeleid ten aanzien van de volksgezondheid erop gericht moet
zijn om voor zo veel mogelijk mensen de beste gezondheidszorgen te
garanderen tegen een aanvaardbare prijs. Dat is reden waarom de
overheid tussenbeide komt in alles wat zich in verband met
volksgezondheid afspeelt. Om deze doelstelling te bereiken moet
gewaakt worden over, enerzijds, de kwaliteit van de dienstverlening en,
anderzijds, de prijsvorming.

Uit interesse ben ik me sinds een aantal maanden aan het inwerken in
de problematiek van de prijsvorming in de gezondheidszorg, een vrij
ingewikkeld dossier, en van de fiscale behandelingen van betalingen
onder meer in de sector van de tandheelkunde.

Mijnheer de minister, ik wens u vragen te stellen over de transparante
prijsvorming in de sector van de tandprothesen. In deze sector hanteert
men het regime van gedeeltelijke terugbetaling voor bepaalde
categorieën van gerechtigden. De minister zal beter dan ik weten over

12.01 Yves Leterme (CD&V): La

politique doit poursuivre un objectif
précis: permettre à tous les
citoyens d'accéder aux meilleurs
soins de santé, à un prix
acceptable. Les prothèses
dentaires sont partiellement
remboursées pour certaines
catégories de bénéficiaires. Pour
garantir à la fois la qualité et la
transparence de la formation des
prix, il faudrait pouvoir instaurer des
déclarations de conformité au
devis, qui accompagneraient les
prothèses de la production à la
délivrance par le dentiste.

Quel est le point de vue du
ministre? Quelles initiatives

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

welke categorieën het gaat. Het gaat hoofdzakelijk over mensen die
een bepaalde leeftijd hebben bereikt en WIGW's, mensen met een laag
inkomen. Er zijn fiscale aspecten verbonden aan de fiscale stromen
rond de tandprothesen. Er zijn echter ook de elementen kwaliteit en
transparantie inzake prijsvorming. Wat dit laatste betreft, kan men,
mijns inziens, beter werken met conformiteitverklaringen die de
tandprothesen zouden vergezellen vanaf de productie tot en met de
verstrekking ervan door de tandarts. Op die manier kan een doeltreffend
en goed beleid worden gevoerd, niet alleen inzake kwaliteit maar ook
inzake transparante prijsvorming. Indien ik het goed voorheb, voorziet
de medische hulpmiddelenwet op dit ogenblik reeds in de mogelijkheid
de conformiteitverklaring in te voeren.

Mijnheer de minister, de regeerverklaring bevat een passage hierover.
Wat is uw standpunt inzake de conformiteitverklaring van
tandprothesen? Welke initiatieven hebt u reeds genomen om de in het
regeerakkoord opgenomen beleidsdoelstelling van transparante
prijsvorming te realiseren?

12.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Leterme, op dit ogenblik bestaat er geen wettelijke verplichting voor
tandartsen om hun patiënten een gedetailleerd overzicht te geven van
de factuur van een tandprothese. De tandartsen die tot de
overeenkomst zijn toegetreden moeten echter wel de vastgelegde
honoraria in acht nemen.

In het licht van het rapport "Strategisch plan Mondzorg in België
Aanbevelingen", dat op verzoek van de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen werd opgesteld, hebben de auteurs, de heren Perl en van
Steenberghe de tandartsen hierover bevraagd. Op bladzijde 29 van het
rapport wordt voorgesteld, ik citeer: "Het op punt stellen van wetten om
de kwaliteit van de tandprothesen naar de patiënt toe te garanderen via
transparante facturatie en verplichte traceringprocedures om de import
van minderwaardige medisch niet-verantwoorde producten in te perken".

Beroepsverenigingen van tandprothesedeskundigen zoals de Union
francophone des laboratoires dentaires de Belgique of de Unie van
Dentaaltechnische Bedrijven stellen aan hun leden een model voor om
de prijs van de prothesen te berekenen. Ik ben van plan om verder te
werken in de zin van deze aanbevelingen. Ook zal ik aan het Federaal
Kenniscentrum voor Gezondheidszorgen een doorlichting vragen van de
prijsvorming van de prothesen.

Dat zijn mijn twee huidige pistes. Ten eerste wil ik een advies vragen
aan het Kenniscentrum. Ten tweede ben ik van plan om verder de
aanbevelingen van de twee beroepsverenigingen voor
tandprothesedeskundigen te gebruiken.

12.02 Rudy Demotte, ministre:

La loi n'oblige pas de fournir un
aperçu détaillé de la facturation des
prothèses. Les dentistes
conventionnés tiennent toutefois
compte des honoraires prescrits.
Je vais solliciter l'avis du centre
fédéral d'expertise des soins de
santé. Par ailleurs, j'ai l'intention de
prendre en considération les
recommandations des
organisations professionnelles de
prothésistes dentaires, qui
proposent à leurs membres un
modèle permettant de calculer le
prix des prothèses.

12.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit was een

eerste vraagstelling. Ik ben van plan om het dossier verder op te volgen.

Het antwoord van de minister stemt mij op dit moment gunstig. Als ik
het antwoord goed begrijp, is de minister echt van plan om te
garanderen dat de transparante prijsvorming wat meer aan de orde is.
De richting waarin hij gaat advies vragen aan het Kenniscentrum en
de aanbevelingen uit het rapport van de beroepsverenigingen ter harte
nemen is de goede methode. Voor de prijsvorming is het op het
ogenblik dat de verstrekking wordt aangerekend aan de patiënt vooral
van belang om absolute transparantie te hebben om redenen van goede
besteding van de middelen van Volksgezondheid en omwille van de in
haar categorie weliswaar beperkte terugbetaalbaarheid. De

12.03 Yves Leterme (CD&V):

Cette réponse me satisfait. Je
continuerai en tout cas à suivre
attentivement le dossier.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

transparantie is daarnaast uiteraard ook van belang om redenen van
inkomensvorming en om fiscale redenen. Voor dat laatste zal ik mij
uiteraard in hoofdzaak tot de minister van Financiën wenden.

De voorzitter: Er is dus mogelijk goed nieuws voor de dragers van tandprothesen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

13 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"het gebruik van stamcellen en navelstrengbloedbanken en de mogelijke commercialisering
ervan" (nr. 745)

13 Question de M. Yves Leterme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur

"l'utilisation de cellules souches et de banques de sang ombilical et leur commercialisation
éventuelle" (n° 745)

13.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, al in de vorige

legislatuur heb ik vragen gesteld over de problematiek van de
stamcellen, navelstrengbloedbanken en de commercialisering ervan.
Ook gewezen collega Annemie Descheemaeker was betrokken bij het
dossier en heeft het hier in de Kamer mee bespreekbaar gemaakt. In
mijn zoektocht naar duidelijke informatie daarover ben ik gebotst op een
artikel in het tijdschrift "Goed gevoel" van deze maand. Professor
Bogaerts, die de problematiek goed opvolgt, geeft daarin een
omstandige uitleg over de evolutie van het gebruik van stamcellen in de
bestrijding van belangrijke ziektes en aandoeningen.

Hij wijst in het interview ook op het belang van de laatste evoluties in de
betrokken techniek en meer bepaald het gebruik van navelstrengbloed
en de bewaring ervan in banken met het oog op een doelmatige
aanwending. Het Leuvens universitair ziekenhuis levert daaromtrent
reeds verdienstelijk werk sinds 1996.

Mijnheer de minister, tot nu toe gebeurt dit toch belangrijk werk louter
op basis van financiering uit giften en uit acties die de betrokkenen
ondernemen om schenkers mild te stemmen om het initiatief te willen
steunen. Er is ook een VZW in het leven geroepen die goede
initiatieven neemt om dat geld te verzamelen, onder meer door de
organisatie van concerten. Naast die organisatie met een veeleer
algemeen oogmerk zonder winstbejag voor ogen te hebben is er
ondertussen ook een verspreiding van een aantal commercieel getinte
initiatieven. Er is bijvoorbeeld één bedrijf, namelijk Cryo-Cell, dat
navelstrengbloed zou inzamelen en bewaren voor een termijn van 20
jaar tegen betaling van 1.000 euro. De bewaring zou enkel strekken tot
individueel gebruik voor een bepaalde begunstigde.

Vanuit zowel wetenschappelijke als politieke hoek is daartegen protest
gerezen en zijn er bezwaren geformuleerd. Deze bezwaren zijn zowel
principieel-ethisch als wetenschappelijk en medisch van aard. Er wordt
nogal wat reserve geuit tegen het gebruik van "eigen" navelstrengbloed
in geval van ziekte.

Om die commerciële evolutie tegen te gaan, blijkt dat het huidig
reglementair kader onvoldoende duidelijk zou zijn of op zijn minst hiaten
zou bevatten. In wat ik hierover terugvond is er onder meer sprake van
klachten bij het parket van de procureur des Konings van Mechelen,
een advies of uitspraak van de Raad van State en een wetsvoorstel dat
in 2001 werd ingediend, ik denk op mede-initiatief van gewezen collega
Descheemaeker. Ik meen ook te weten dat u recent een aangetekende
brief zou hebben ontvangen van de VZW om deze problematiek aan te
kaarten.

13.01 Yves Leterme (CD&V): Les

avantages que présente l'utilisation
de cellules souches dans la lutte
contre certaines maladies et
affections sont de plus en plus
reconnus. Cette technique est
étroitement liée à l'utilisation du
sang de cordon ombilical et à la
conservation de ce sang dans les
banques de sang de cordon
ombilical. Au Gasthuisberg,
l'équipe du professeur Boogaerts de
la KUL développe depuis 1996 déjà
une banque de sang de cordon. A
cet égard, cette équipe peut
uniquement compter sur ses fonds
propres ou sur des dons.

Dans l'intervalle, une société privée,
Cryo-Cell, a également débuté la
collecte de sang de cordon et la
conservation de ce sang pour une
période de vingt ans. La
conservation est uniquement
destinée à une utilisation
personnelle et coûte 1000 euros au
patient. Ces pratiques soulèvent un
certain nombre d'objections d'ordre
scientifique, politique et éthique. La
législation en vigueur est cependant
floue et présente des lacunes.
Dans l'intervalle, il serait question
de plaintes déposées par le SPF
Santé publique auprès du procureur
du Roi de Malines, d'une décision
du Conseil d'Etat en la matière et
d'une proposition de loi qui aurait
déjà été déposée en 2001 en vue
d'affiner la législation actuelle.

Quelles suites seront-elles
données aux plaintes déposées à
Malines? Le ministre a-t-il
connaissance des pratiques de
Cryo-Cell? Qu'en pense-t-il? Le

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

Ik denk dat dit een belangrijke problematiek is. Veel mensen zetten
zich daarvoor in en doen dat op een fantastische manier. Ik denk dat wij
hun werk moeten onderbouwen en een verlengstuk geven door
regelgevend op te treden en te vermijden dat de hele problematiek van
navelstrengbloedbewaring in commerciële handen zou vallen of volgens
volstrekt commerciële logica zou lopen. Ik heb dan ook de volgende
vragen.

Ten eerste, mijnheer de minister, ik veronderstel dat ik deze vraag niet
aan de minister van Justitie moet stellen. Welk gevolg werd gegeven
aan de klacht van de diensten van de FOD Volksgezondheid bij de
procureur des Konings?

Ten tweede, is de handelwijze van de genoemde firma u bekend? Ik
wijs op de mogelijke gevaren en minder fraaie praktijken om aan de
nodige informatie te geraken.

Ten derde, wat is de stand van zaken met betrekking tot het voorstel
van de Hoge Gezondheidsraad tot het invoeren van een specifieke
reglementering, dat ter advies aan de Raad van State werd voorgelegd?
Volgens Frank Vandenbroucke, uw voorganger, was dit dossier zo goed
als klaar.

Ten vierde, welke reglementering is er momenteel van toepassing? Is
dat de orgaanwet van 13 juni 1986 of is het de wet van 5 juli 1994 en de
toepasselijke uitvoeringsbesluiten?

Ten vijfde, mijnheer de minister, klopt het dat er een probleem is met de
lacune in de wetgeving? Is het juist dat hierover een uitspraak werd
gedaan door de Raad van State? Zo ja, welke uitspraak?

Ten slotte, dit is heel belangrijk voor onder meer de VZW's die terzake
actief zijn, is er financiële ruimte om deze belangeloze instellingen
beter te ondersteunen, zoals door uw voorganger op Volksgezondheid
mevrouw Aelvoet in het vooruitzicht werd gesteld in antwoord op een
schriftelijke vraag, gepubliceerd op 2 april 2002 in het Bulletin op
bladzijden 14345 en volgende?

Conseil supérieur d'hygiène aurait
élaboré une proposition qui tend à
l'instauration d'une réglementation
spécifique et aurait été transmise
pour avis au Conseil d'Etat. Quel
est l'état d'avancement de ce
dossier? Quelle législation est-elle
actuellement d'application : la loi du
13 juin 1986 ou celle du 5 juillet
1994, en ce compris les arrêtés
d'exécution? Est-il exact que le
Conseil d'Etat s'est déjà prononcé
sur l'insuffisance de la législation?
Dispose-t-on d'une marge
budgétaire pour soutenir des
initiatives telles que la banque de
sang de cordon du professeur
Boogaerts à Louvain? La
précédente ministre de la Santé
publique, Mme Aelvoet, avait en
effet évoqué cette perspective au
mois d'avril 2002.

13.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, welk

gevolg werd er verleend aan de klacht van de diensten van de FOD
Volksgezondheid bij de procureur des Konings? De zaak bevindt zich
nog steeds in handen van Justitie en u zal begrijpen dat ik daarover
onmogelijk andere opmerkingen kan geven.

U vraagt mij of de handelwijze van de betrokken firma mij bekend is,
waarbij er gewezen wordt op de mogelijke gevaren en de minder fraaie
praktijken om de nodige informatie te bekomen. De diensten van de
FOD Volksgezondheid hadden weet van contracten die men door de
navelstreng-bloedgevers laat ondertekenen. Het betreft contracten
waardoor de maatschappij eigenaar wordt van deze cellen. Deze
contracten hebben tot doel de navelstrengen gedurende 20 jaar te
bewaren.

Tegenwoordig is de toepassing van de wet van 13 juni 1986 het
voorwerp van discussie voor de Raad van State. De toepassing van de
wet van 5 juli 1994 en zijn uitvoeringsbesluiten is in ieder geval
uitgesloten, omdat de navelstreng niet als een bloedproduct kan worden
beschouwd. In ieder geval verzetten zowel de diensten van de FOD
Volksgezondheid als ikzelf, ons tegen dergelijke contracten, omdat
deze betrekking hebben op zaken die niet commercieel zijn. Omwille

13.02 Rudy Demotte, ministre: Il

va de soi que je ne peux rien révéler
au sujet des plaintes devant le
procureur du Roi de Malines. La
justice s'en occupe actuellement.

Le SPF Santé publique est informé
des pratiques de Cryo-Cell. On fait
signer au client un contrat par
lequel la société devient propriétaire
du sang ombilical pour une période
de vingt ans. La loi de 1986 fait
l'objet d'un examen au Conseil
d'Etat cependant que l'application
de la loi de 1994 et des arrêtés
d'exécution est exclue en l'espèce
car le sang ombilical n'est pas
considéré comme un produit
sanguin. Le SPF Santé publique
comme moi-même sommes
opposés à des contrats de ce type
entre des particuliers et une

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van de Volksgezondheid, maar ook om het wetenschappelijk onderzoek
mogelijk te maken, zijn de navelstrengcellen onontbeerlijk voor de
gemeenschap. Bovendien bestaan er op wetenschappelijk vlak ernstige
twijfels betreffende het nut van deze contracten, op medisch vlak voor
eventuele behandeling van de begunstigden of rechthebbenden.

In uw vierde vraag vraagt u mij naar de stand van zaken met betrekking
tot het voorstel van de Hoge Gezondheidsraad tot het invoeren van een
specifieke reglementering, dat voor advies aan de Raad van State werd
voorgelegd, en dat volgens mijn voorganger zo goed als klaar was. Het
genoemde advies werd gevolgd en gaf aanleiding tot het koninklijk
besluit van 23 december 2002 betreffende het wegnemen, bewaren,
bereiden, invoeren, distribueren en afleveren van weefsels van
menselijke oorsprong alsook betreffende de banken voor weefsels van
menselijke oorsprong. Dit artikel vormde het ontwerp van een besluit tot
opschorting voor de Raad van State.

Wat betreft uw volgende vraag, of het klopt dat er geen probleem is met
de lacune in de wetgeving en of het juist is dat hierover een uitspraak
werd gedaan door de Raad van State en zo ja, dewelke. Hiervoor verwijs
ik naar het antwoord op de tweede en de derde vraag .

Uw laatste vraag, of er een financiële ruimte bestaat, is geen
onbelangrijke vraag. Ik kan u preciseren dat er voor de
navelstrengbloedbanken zonder winstoogmerk in geen enkele
specifieke financiering voorzien wordt.

Toch voorziet de RIZIV-nomenclatuur in de terugbetaling van sommige
medische prestaties die in bepaalde gevallen met de activiteiten van
deze verenigingen te maken kunnen hebben waardoor men een
financiering van bepaalde van deze activiteiten kan waarborgen.

Dit is geen algemeen antwoord maar een precies antwoord.

banque privée de sang du cordon
ombilical. Il s'agit d'une matière non
commerciale par excellence: le
sang ombilical a une application
médico-scientifique et ne peut donc
pas faire l'objet de contrats de
nature commerciale. En outre, il
existe des doutes quant à
l'utilisation du propre sang ombilical
d'un individu en cas de maladie.

La proposition du Conseil supérieur
d'Hygiène a été soumise pour avis
au Conseil d'Etat et elle est
devenue la base de l'arrêté royal du
23 décembre 2002. L'article relatif
aux banques de tissus d'origine
humaine a toutefois fait l'objet d'un
avis négatif du Conseil d'Etat.

Les banques de sang du cordon
ombilical sans but lucratif, comme
celle du professeur Boogaerts, ne
reçoivent pas d'aides structurelles
des pouvoirs publics. L'INAMI
rembourse toutefois des
prestations médicales spécifiques
dans le domaine de l'utilisation du
sang ombilical.

13.03 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wat dit laatste

betreft, zou ik toch willen blijven pleiten voor een echte structurele
financiering van deze belangenloze instellingen die zich daarin
verdienstelijk maken. Ik wil daar uitdrukkelijk voor pleiten. Er is ook een
maatschappelijk draagvlak voor. Het is een beetje jammer dat dit
belangrijke werk nu voor het overgrote deel moet worden gefinancierd
met giften, schenkingen en fundraisingactiviteiten. De oogmerken die
worden nagestreefd verdienen een structurele financiering.

Wat de andere vragen betreft, had ik graag een duidelijk antwoord
gekregen, mijnheer de minister. Als een commerciële instelling
vandaag contracten aanbiedt, zoals geschetst met betrekking tot de
firma Sirocell, overtreden zij dan de wet of niet? Welke artikelen
overtreden zij? Wordt er opgetreden? Er is een klacht ingediend bij het
parket van de procureur des Konings in Mechelen. U zegt dat deze
zaak nog hangende is. Is er vanuit de commerciële sector activiteit van
die aard? Wordt er opgetreden? Op basis van wat wordt er opgetreden?

13.03 Yves Leterme (CD&V): Je

préconise un soutien structurel des
autorités aux banques de sang
ombilical situées en dehors de la
sphère commerciale. Il faut
actuellement se débrouiller en
récoltant des dons et en organisant
des concerts et autres événements
de ce type.

Actuellement, Cry-Cell enfreint-elle
ou non la loi? Dans l'affirmative, la
justice intervient-elle pour réprimer
cette infraction? Sur la base de
quels articles de loi le fait-elle?

13.04 Minister Rudy Demotte: Ik heb u reeds geantwoord dat dit een

heel delicate vraag is. Ik kan mij natuurlijk niet uitspreken over een
zaak die door Justitie wordt behandeld.

Wat het technische antwoord betreft, kan ik u misschien een schriftelijk
antwoord geven. Ik kan nu niet meedelen over welke artikelen het gaat
omdat ik ze niet onder ogen heb.

13.04 Rudy Demotte, ministre: Je

ne puis rien vous dire au sujet des
démarches entreprises par la
Justice. Je ferai répondre par écrit à
la question de M. Leterme relative
aux articles de loi.

13.05 Yves Leterme (CD&V): Met alle begrip. Ik zal wachten op het

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

schriftelijke antwoord. Dit was wel een beetje opgenomen in vraag vier
die informeerde naar de reglementering die momenteel van toepassing
is. Dit veronderstelde ook welke eventuele verbodsbepalingen er zijn om
dit verbod waar te maken. Ik zal wachten op het schriftelijke antwoord.

13.06 Minister Rudy Demotte: Dit zal worden beschouwd als een van

de elementen in onze programmawet. Er bestond een koninklijk besluit
waarover de Raad van State een negatief advies heeft uitgebracht. Het
ging over de navelstrengbloedbanken en producten. De definitie was
niet duidelijk genoeg bepaald. Wij hebben een betere uitleg moeten
geven en wij zullen dit via de programmawet realiseren.

13.06 Minister Rudy Demotte Le

Conseil d'État a rendu un avis
négatif sur l'article de l'arrêté royal
de 2002 relatif aux banques de
tissus d'origine humaine car la
définition manquait de précision.
Nous y remédierons dans la
prochaine loi-programme.

13.07 Yves Leterme (CD&V): In de programmawet, die op komst is,

zal dus een wettelijke bepaling worden ingeschreven die de handel met
navelstrengbloed en stamcellen verbiedt?

13.08 Minister Rudy Demotte: Wij zullen bepalen wat er precies

verboden is.

13.08 Minister Rudy Demotte: On

saura alors clairement ce qui est
interdit et ce qui est autorisé en
cette matière.

13.09 Yves Leterme (CD&V): Bedankt.

De voorzitter: De navelstreng van uw vraag wordt nog niet doorgeknipt, mijnheer Leterme. Dit wordt vervolgd
tijdens de bespreking van de programmawet.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Wij zijn aan het laatste punt van onze agenda gekomen, collega's. Mevrouw De Block (nr. 733), de heer
Vandeurzen (nr. 738), mevrouw Gerkens (nr. 739), de heer Chastel (nr. 742) en de heer De Padt (nr. 749) zijn
niet aanwezig of zij hebben gevraagd hun vraag uit te stellen.

14 Samengevoegde interpellaties van

- mevrouw Greta D'hondt tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het BTW-
tarief voor medisch materiaal" (nr. 104)
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het BTW-tarief
voor medisch materiaal" (nr. 112)

14 Interpellations jointes de

- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le taux de TVA
applicable au matériel médical" (n° 104)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le taux de TVA
applicable au matériel médical" (n° 112)

14.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, dit zal waarschijnlijk één van de kortste interpellaties in de
parlementaire geschiedenis zijn en ook in mijn loopbaan, die evenwel
aan duidelijkheid echter niets te wensen overlaat, met betrekking tot
het BTW -tarief dat nog altijd geheven wordt op medisch materiaal,
implantaten en dergelijke.

Dat tarief bedraagt nu 21%, zoals voor luxeproducten. Als er nu iets is
dat eigenlijk geen luxeproduct is, dan is het wel medisch materiaal. Dat
heeft uiteraard ook een geschiedenis, maar het gaat om zaken die
zeker de laatste jaren geen luxeproducten meer zijn en die tot de
normale medische praktijken behoren. Het is aldus verkeerd dat hierop
een tarief voor luxeproducten wordt geheven.

Voorts, mijnheer de minister, is het tarief dat daarop geheven wordt

14.01 Greta D'hondt (CD&V): La

TVA sur le matériel médical est de
21 %. C'est le taux appliqué aux
produits de luxe alors que le
matériel médical est constitué de
produits utiles dans le cadre de la
pratique médicale quotidienne. Ce
taux élevé entraîne des
conséquences financières pour les
patients et le budget des soins de
santé. Pourrait-il être ramené à 6
%.

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

uiteraard niet neutraal voor de portemonnee van de patiënt. Het is zeker
niet neutraal, gezien de massa die zich daar verzamelt, voor de
uitgaven voor de gezondheidszorgen. Het is toch gek dat de sector van
de gezondheidszorgen, die zo aankijkt tegen een budgettaire marge die
moeilijk kan worden behouden, de staatskas mee moet financieren.
Daarover gaat het immers bij zo'n hoog BTW -tarief.

Mijnheer de minister, ik heb dan ook een heel duidelijke vraag en ik
koester grote hoop dat u zult zeggen dat er terzake iets zal worden
ondernomen. Kan het BTW -tarief van 21% niet tot 6% worden
teruggebracht zoals dat in het verleden ook gebeurd is voor het BTW -
tarief op producten die vervaardigd worden in de sociale economie en
dergelijke? In die sector werd het BTW -tarief ook verminderd tot 6%.

14.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, aansluitend bij de interpellatie van mevrouw
D'hondt, verwijs ik ook naar een recente studie van de CM, waaruit zeer
duidelijk blijkt dat zeven op de tien chronisch zieke patiënten financieel
zeer ernstige problemen hebben. Uit die gegevens blijkt dat zeker
20.000 van de 90.000 chronisch zieken het ternauwernood met een
leefloon van om en bij de 381 à 762 euro moeten zien te rooien. Slechts
een kleine groep, ongeveer 6%, ontvangt de maximale
invaliditeitsuitkering van 967 euro per maand. Naar aanleiding van dat
onderzoek heeft de CM zeer duidelijk de eis geformuleerd om het hoge
BTW-tarief van 21% voor medisch materiaal minimaal te verlagen en als
het zou kunnen zelfs tot 6%.

Gezien de lijst van goederen en diensten waarvoor het verlaagde BTW -
tarief toegelaten is ik verwijs uiteraard naar de beruchte lijst in bijlage
H - laat Europa zonder enig probleem ook dat verlaagde BTW -tarief toe
voor de verkoop van medisch materiaal en farmaceutische producten. U
zult ongetwijfeld ook op de hoogte zijn van het feit dat de Europese
Commissie op 16 juli jongstleden met een nieuw voorstel voor de dag
kwam waardoor het verlaagde BTW -tarief ook andermaal verlengd zou
kunnen worden en dus is er terug een mogelijkheid zoals die vroeger
bestond.

Vandaar de zeer duidelijke vraag of de regering een duidelijk standpunt
heeft wat het al dan niet verlagen van het BTW -tarief voor medisch
materiaal betreft. Op Europees vlak is er eigenlijk geen probleem omdat
Europa ons dat technisch ook toestaat.

14.02 Koen Bultinck (VLAAMS

BLOK): Je me joins à
l'interpellation de Mme D'hondt tout
en faisant référence à une étude
des mutualités chrétiennes
montrant que sept patients
chroniques sur dix connaissent des
problèmes financiers et que six
pour cent seulement perçoivent
l'allocation maximum de 967 euros
par mois. Les mutualités
chrétiennes proposent de ramener
à 6 % le taux de TVA sur le
matériel médical. La législation
européenne permet de le faire et la
Commission européenne a même
formulé une proposition de taux
réduit. Quelle position adopte le
gouvernement dans ce dossier?

14.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, dit is een zeer

ingewikkelde problematiek. Ik ga akkoord met het voorstel om de BTW
van 21% naar 6% te verlagen want dat zou volgens mij logisch zijn.

Deze aangelegenheid behoort evenwel niet tot mijn bevoegdheid, maar
wel tot die van minister Reynders. Ik nam terzake al het initiatief om
minister Reynders schriftelijk te vragen of hij de BTW op die producten
zou kunnen verlagen van 21% naar 6%. Daarmee gaan wij akkoord.

Men moet echter een ander probleem onder ogen zien, met name dat
van de transparantie van de prijzen. Mijnheer Leterme heeft een vraag
gesteld over de tandprothesen. Hij had gelijk. Er bestaat nu geen
transparantie over heel wat medisch materiaal, over producten die
worden geproduceerd door firma's. Ik vrees alleen dat er een wissel tot
stand zou kunnen komen tussen de vermindering van BTW en de winst
op die producten. We moeten dus ook aandacht schenken aan de
transparantie. Volgens mij kan er veel worden ondernomen om medisch
materiaal transparanter te maken.

14.03 Rudy Demotte, ministre: Il

s'agit d'un problème complexe. Je
suis personnellement favorable à
une réduction des tarifs mais la
compétence en la matière relève du
ministre Reynders, à qui j'ai
adressé une lettre à ce sujet. Il
n'existe toutefois pas de
transparence des prix et je crains
qu'une réduction de la TVA ne soit
immédiatement compensée par
une augmentation des bénéfices
sur ces produits médicaux. De
nombreuses initiatives ont déjà été
prises pour accroître la
transparence mais de nombreux
produits médicaux restent toutefois
très onéreux, sans qu'il n'y ait de
lien avec leur plus-value médicale.

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

Enkele weken geleden vernam ik bijvoorbeeld dat enkele medische
producten zeer duur waren, zonder dat dit is gebaseerd op een echte
medische meerwaarde. Ik geef de commissie een concreet voorbeeld.
U weet dat mensen die moeten vermageren een ring rond hun maag
mogen laten aanbrengen. Ik heb vernomen dat deze ring 1.000 tot
1.500 euro kostte. Dat is toch niet logisch. Dat is te duur! Wie betaalt
daarvoor? In het algemeen betaalt de overheid, maar het kan ook
gebeuren dat sociale verschillen ertoe kunnen leiden dat iemand het
zich kan veroorloven zo'n ring te laten aanbrengen, terwijl het voor
iemand anders onmogelijk is. Men zou dat een detail kunnen noemen,
maar er zijn belangrijke medische materialen die ook zeer duur zijn. Ik
sprak in deze commissie al over de stands, die kleine apparaten die
aders wat verbreden. Welnu, die stands zijn zeer duur. Ik heb
voorgesteld om ze te doen terugbetalen.

Deze problematiek is zeer complex. De vermindering van de BTW is
geen globaal antwoord, maar slechts een deel ervan. Ik ga er wel mee
akkoord.

Une réduction de la TVA ne
résoudrait donc qu'en partie le
problème, même si je peux
approuver une telle réduction.

14.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u. U vindt

het logisch dat ik ook stappen heb ondernomen naar uw collega
Reynders. Ik zal hem deze week ook in de commissie voor de
Financiën over dezelfde problematiek ondervragen.

Ik deel u mening volledig. Vermits dit maar een onderdeel is en de
transparantie van de prijzen en de prijszetting enorm belangrijk zijn, is
het goed om ook eens met uw collega Moerman te praten. Ik vind het
heel sympathiek te zeggen dat de prijzencontrole niet meer moet
gebeuren, maar, je kan geen water en vuur in één hand dragen en
daarna zeggen dat het niet normaal is dat er 1.500 euro gevraagd wordt
voor een maagring. Er zijn nog andere voorbeelden te geven waar het
bedrag nog minder in verhouding staat tot de kostprijs van het
implantaat, maar dat is natuurlijk prijszetting.

Ik ga helemaal akkoord met de prijszetting en de transparantie in de
prijsvorming. Wat vraagt nog onderzoek en wat is de kostprijs van het
verbruikte materiaal? Natuurlijk belet dit niet dat er ook nog een BTW -
probleem is. Zelfs al hebben we een juistere prijszetting voor bepaalde
producten, zelfs al wordt die prijszetting nog transparanter dan
vandaag, dan blijft u nog altijd met de vraag zitten of het op een lager
bedrag normaal is dat u een BTW - aanslagvoet hanteert die geldt voor
luxeproducten. Dat is eigenlijk de zaak. Ik denk dat we die twee of de
drie zaken tegelijkertijd moeten behandelen, én de prijszetting én het
waken over de transparantie in die prijszetting én het BTW -tarief. Ik
meen uit uw antwoord nog niet vernomen te hebben dat dit in de maak
is. Ik ga zeker ook de minister van Financiën daarover ondervragen.

Vermits u het met mij eens is, zal ik ter aanmoediging van uw akkoord
een motie van aanbeveling indienen die niets anders inhoudt dan de
regering te verzoeken de nodige maatregelen of initiatieven te nemen
om het BTW -tarief op medisch materiaal terug te brengen van 21% naar
6%. Ik denk dat niemand tegen zoiets kan tegen zijn. Ik zie echter de
eenvoudige motie al rondgaan. Ik moet eerlijk zeggen, er zijn soms
dingen die mijn verstand te boven gaan. Maar ik heb er niet veel!

14.04 Greta D'hondt (CD&V): Je

poserai également ma question au
ministre Reynders. La formation
des prix manque de transparence,
mais il n'empêche qu'un problème
se pose également concernant la
TVA. Ce problème subsistera,
même si la formation des prix est
rendue plus transparente. Les trois
aspects doivent être abordés
globalement. S'y emploie-t-on? Ma
motion de recommandation va en
tout cas dans ce sens.

14.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):. Mijnheer de minister, ik

dank u in de eerste plaats voor uw zeer correct antwoord. Ik heb
begrepen dat wat u hier zegt wel degelijk een regeringsstandpunt is en
dat de regering zeer duidelijk gewonnen is voor een BTW -voet van 6%
op medisch materiaal. Ik kan mezelf dus een stuk vrijstellen van de
oefening om dezelfde vragen ook nog eens te stellen aan minister

14.05 Koen Bultinck (VLAAMS

BLOK): Est-ce là la position du
gouvernement? Dans ce cas, je
n'importunerai pas le ministre
Reynders. L'objectif ne consiste
évidemment pas à réduire la TVA

24/11/2003

CRIV 51

COM 068

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Reynders vrijdag aanstaande. Als u namens de regering spreekt, dan is
er wat mij betreft geen probleem en heb ik geen zin om de joker naar
de diverse ministers door te schuiven.

Ik volg uiteraard technisch uw analyse, mijnheer de minister, als u zegt
het niet de bedoeling kan zijn dat we een pervers neveneffect krijgen.
De verlaging van de BTW mag er uiteraard niet toe leiden dat alleen de
farmaceutische sector hier winst zou kunnen uit maken. Dat kan
geenszins de bedoeling zijn.

Ik zal als u mij toestaat, mijnheer de voorzitter, uiteraard een motie van
aanbeveling indienen die een tweeluik zou bevatten. Ten eerste, de
vraag aan de Belgische regering om op Europees niveau het verlaagde
tarief te blijven verdedigen, want het is niet omdat de mogelijkheid er is
dat wij het definitief verworven hebben. Binnen de Europese
Ministerraad moet nog altijd een discussie ten gronde gevoerd worden.
Ten tweede, de vraag om op Belgisch niveau het verlaagde BTW -tarief
te gaan toepassen. Ik denk dat daarover bij de regering geen enkel
probleem kan bestaan.

pour augmenter les bénéfices de
l'industrie pharmaceutique. Je
dépose également une motion de
recommandation pour que le
gouvernement continue à plaider
pour un abaissement du taux au
niveau européen et applique un
taux réduit dans notre pays.

14.06 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik wens te

verduidelijken dat ik mij niet namens de regering kan uitspreken. Dat is
geen discussie die al tot een gemeenschappelijk standpunt van onze
regering heeft geleid. Ik zeg hier zonder enige twijfel dat het een goed
idee is, maar men moet natuurlijk ook de problematiek van de
transparantie bekijken, want geld verliezen wat de sociale zekerheid en
in meer beperkte zin de volksgezondheid betreft, zou een vergissing
zijn.

Wij moeten dus aandachtig zijn dat er tegelijkertijd iets gebeurt wat de
BTW-vermindering betreft als wat de transparantie van de prijzen inzake
medisch materiaal en implantaten betreft.

14.06 Rudy Demotte, ministre: Je

ne peux m'exprimer au nom de
l'ensemble du gouvernement. Je
suis personnellement favorable à
une réduction du taux de TVA,
mais le problème de la
transparence des prix ne doit pas
être perdu de vue non plus.

De voorzitter: Mijnheer Bultinck, ik zou mijn agenda voor vrijdag toch nog even goed bekijken.

Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Greta D'hondt et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Greta D'hondt et de M. Koen Bultinck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement de prendre les mesures et les initiatives requises pour ramener de 21% à 6% le
taux de TVA applicable au matériel médical."

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Greta D'hondt en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Greta D'hondt en van de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
verzoekt de regering de nodige maatregelen en initiatieven te nemen om het BTW -tarief voor medisch
materiaal terug te brengen van 21% naar 6%."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Koen Bultinck et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Greta D'hondt et de M. Koen Bultinck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
- de plaider au niveau européen pour un abaissement du taux de TVA applicable au matériel médical;

CRIV 51

COM 068

24/11/2003

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIOD E

- de réduire le taux de TVA applicable en Belgique au matériel médical."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Koen Bultinck en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Greta D'hondt en van de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- op Europees niveau een verlaagd BTW -tarief op medisch materiaal te verdedigen;
- op Belgisch niveau een verlaagd BTW -tarief op medisch materiaal toe te passen."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon et Hilde Dierickx.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon en Hilde Dierickx.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.30 heures.