CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 066
CRIV 51 COM 066
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
19-11-2003
19-11-2003
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- Mme Greet van Gool au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "l'incidence de la réforme
fiscale sur les pensions" (n° 680)
1
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van
Werk en Pensioenen over "de weerslag van de
belastinghervorming op de pensioenen" (nr. 680)
1
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et
des Pensions sur "la discrimination fiscale en
matière de pensions de ménage" (n° 727)
1
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk en Pensioenen over "fiscale discriminatie
met betrekking tot de gezinspensioenen"
(nr. 727)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Greet van Gool,
Frank Vandenbroucke
, ministre de l''Emploi
et des Pensions
Sprekers: Greta D'hondt, Greet van Gool,
Frank Vandenbroucke
, minister van Werk en
Pensioenen
Interpellation de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "le permis de travail
pour les personnes dont l'ordre de quitter le
territoire est suspendu, dont les Afghans" (n° 97)
7
Interpellatie van mevrouw Zoé Genot tot de
minister van Werk en Pensioenen over
"werkvergunningen voor de personen tegen wie
het bevel op het grondgebied te verlaten werd
opgeschort, onder wie de Afghanen" (nr. 97)
7
Orateurs: Zoé Genot, Frank Vandenbroucke,
ministre de l''Emploi et des Pensions
Sprekers: Zoé Genot, Frank Vandenbroucke,
minister van Werk en Pensioenen
Motions
9
Moties
10
Question de M. Olivier Chastel au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la modernisation
du régime de l'OSSOM" (n° 706)
10
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
modernisering van het DOSZ-stelsel" (nr. 706)
10
Orateurs:
Olivier Chastel, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Olivier Chastel, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique et au
ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la
réduction de l'indexation des subsides pour les
accidents du travail" (n° 726)
11
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
en aan de minister van Werk en Pensioenen over
"het terugschroeven van de indexering van de
toelagen voor arbeidsongevallen" (nr. 726)
11
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi et des Pensions sur "la prise en compte
de la période des études pour le calcul de la
pension" (n° 729)
15
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk en Pensioenen over "de
regularisatie van de studietijd voor de berekening
van het pensioen" (nr. 729)
15
Orateurs:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre de l''Emploi et des
Pensions
Sprekers:
Greta D'hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Werk en
Pensioenen
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
19
NOVEMBRE
2003
Matin
______
van
WOENSDAG
19
NOVEMBER
2003
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.11 heures par M. Jean-Marc Delizée, président.
De vergadering wordt geopend om 10.11 uur door de heer Jean-Marc Delizée, voorzitter.
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van Werk en Pensioenen over "de weerslag van de
belastinghervorming op de pensioenen" (nr. 680)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk en Pensioenen over "fiscale discriminatie met
betrekking tot de gezinspensioenen" (nr. 727)
01 Questions jointes de
- Mme Greet van Gool au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "l'incidence de la réforme fiscale
sur les pensions" (n° 680)
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la discrimination fiscale en
matière de pensions de ménage" (n° 727)
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had twee
vragen over de pensioenen. De ene vraag over de gezinspensioenen
werd geagendeerd, de tweede over de brugpensioenen niet. Zij werden
beiden op dezelfde dag en uur ingediend. Ik vermoed dat de tweede
vraag volgende week aan de agenda staat?
De voorzitter: Dat klopt. Ik heb de agenda niet zelf samengesteld, maar de tweede vraag staat inderdaad aan
de agenda van volgende week.
01.02 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag
staat als eerste aan de agenda en werd tevens als eerste ingediend.
De voorzitter: U hebt uw vraag inderdaad als eerste ingediend. Mevrouw Van Gool, u hebt het woord.
01.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, uit
simulaties die door Kluwer Software uitgevoerd zijn, blijkt dat de
belastinghervorming nadelig kan uitvallen voor mensen die voor een
gezinspensioen geopteerd hebben.

U hebt reeds verklaard dat mensen die eerder opteerden voor een
gezinspensioen, nu kunnen opteren voor aparte pensioenen. Vermits
het gezinspensioen slechts toegekend wordt indien dat voordeliger is
dan het pensioen als alleenstaande van beide echtgenoten, zal het
wellicht gaan om gevallen waarin een van de echtgenoten slechts korte
tijd gewerkt heeft.

Graag vernam ik van u wat meer informatie over welk type gevallen het
hier het juist gaat.

Mijn tweede vraag heeft betrekking op de wijze waarop de berekening
01.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Kluwer Software a calculé
que la réforme fiscale pouvait être
désavantageuse pour les
contribuables ayant opté pour la
pension de ménage. Or le ministre
a déjà dit que ceux qui avaient opté
précédemment pour la pension de
ménage pouvaient adopter
maintenant le système des
pensions distinctes. Mais cela
n'est possible que si la pension de
ménage est supérieure aux
pensions d'isolé des deux
conjoints. Dès lors, il est probable
qu'entreront surtout en
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
van de voordeligste toestand ­ één gezinspensioen dan wel twee
pensioenen als alleenstaande ­ gebeurt. De Rijksdienst voor
Pensioenen en het Rijksinstituut voor Sociale Verzekering voor
Zelfstandigen voeren die berekening normaal automatisch uit. Indien
blijkt dat het gezinspensioen voordeliger is, wordt de andere
echtegenoot geacht aan zijn pensioen te verzaken. Die berekening van
de voordeligste toestand gebeurde tot nu toe op basis van de bedragen
van het pensioen en desgevallend het vakantiegeld. In de toekomst zal
blijkbaar ook nagegaan moeten worden wat de weerslag zal zijn op het
vlak van de belastingen.

Vandaar mijn vraag: zullen de RVP en het RSVZ over de nodige
programma's beschikken om die berekeningen uit te voeren?

Wordt er daarbij ook rekening gehouden met het feit dat de keuze voor
het een dan wel het andere pensioen ook gevolgen kan hebben voor de
verzekering voor geneeskundige verzorging?

Mijn laatste vraag heeft betrekking op de informatie aan de
gepensioneerden. U hebt reeds aangekondigd dat u een
informatiecampagne zal lanceren. Zal dat een algemene campagne
zijn, of zullen enkel de mensen gecontacteerd worden die er belang bij
hebben hun gezinspensioen te laten omzetten in twee pensioenen als
alleenstaande?

Is de Rijksdienst voor Pensioenen in staat om die betrokken dossiers
op te sporen?
considération pour la pension de
ménage les ménages dont un seul
conjoint a travaillé pendant une
courte période. De quels cas s'agit-
il exactement?

L'Office national des Pensions et
l'Institut national d'assurances
sociales pour travailleurs
indépendants calculent
automatiquement l'option la plus
avantageuse sur la base de la
pension et, le cas échéant, du
pécule de vacances. Si la pension
de ménage s'avère la plus
avantageuse, l'autre conjoint est
censé renoncer à sa pension.
L'ONP et l'INASTI disposeront-ils
de programmes informatiques pour
calculer l'incidence fiscale de cette
mesure? Tiendront-ils compte du
fait que le choix de la pension aura
des effets sur l'assurance soins de
santé?

La campagne d'information
envisagée par le ministre sera-t-elle
uniquement axée sur ceux qui
tireront profit de la conversion d'une
pension de ménage en deux
pensions? L'ONP pourrait-il
rechercher et identifier les dossiers
concernés?
01.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, in februari en
maart heb ik u en uw toenmalige en huidige collega Reynders in deze
commissie ondervraagd over de discriminatie als gevolg van de fiscale
hervorming voor gezinspensioenen en brugpensioenen, die nog altijd
bestaat. De berekeningen die een paar dagen geleden door Kluwer zijn
gelanceerd en die zeer veel mediabelangstelling hebben gekregen,
bevestigen op eurocentiemen na de cijfers die wij met onze diverse
vragen in februari en maart hebben bekendgemaakt.

Mijnheer de minister, ik zat net in mijn wagen en kwam terug van de
11-novemberoptocht in mijn gemeente toen ik op de radio hoorde dat de
minister zei dat die keuze wel mogelijk is. Ik was enerzijds aangenaam
verrast. Anderzijds dacht ik of u nu op uw oren had gezeten of had
geslapen. Slapen is nog gezond. De vraag was of ik ­ nu ja, de leeftijd
slaat toe - niets meer kende van de pensioenwetgeving. Toen ik dus
thuiskwam, heb ik in mijn documentatie het verslag van de commissie
voor de Sociale Zaken van 11 maart gezocht om de letterlijke tekst van
uw antwoord te lezen. De geest van uw antwoord was mij echter nog
altijd heel goed bijgebleven, omdat het een van de vreemdste
antwoorden was die ik ooit in de loop der jaren van u heb gekregen en
ook een antwoord waar u zich toen nogal sterk in opwond.

De herlezing van het uittreksel uit het verslag van de commissie voor de
Sociale Zaken van 11 maart is nog altijd, en niet alleen voor de
archieven, het lezen waard. Daar stonden toen ook uitschuivers in: wij
naderden toen de verkiezingen. U hebt daar wel mijn uitdrukkelijke
vraag gehad na het aanklagen van de discriminatie. Ik ga het hier niet
01.04 Greta D'hondt (CD&V):
Nous avons déjà interrogé le
ministre ainsi que son collègue des
Finances sur la discrimination
qu'engendrait la réforme de l'impôt
des personnes physiques pour les
bénéficiaires d'une pension de
ménage. Les calculs de Kluwer ont
entre-temps confirmé ce que nous
affirmons depuis le début l'année.

Alors que le ministre avait déclaré
le 11 mars 2003 en commission
des Affaires sociales que ceux qui
optent en faveur d'une pension de
ménage ne peuvent plus revenir sur
ce choix, l'inverse semble
aujourd'hui être vrai. La déclaration
précitée du ministre était-elle
erronée? Le dossier a-t-il évolué
dans l'intervalle? A-t-on constaté
l'existence d'une discrimination
dans le cadre de la réforme fiscale
et, dès lors, décidé de permettre
une révision du choix initial à titre
rétroactif? Quand la campagne
d'information sera-t-elle lancée?
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
meer hebben over cijfers, want ondertussen werd het ook door Kluwer
aangetoond.

Mijn vraag betrof het feit dat, wanneer die discriminatie dan toch
bestond, mensen oorspronkelijk kozen voor een gezinspensioen dat
volgens de berekeningen van toen beter was dan twee individuele
pensioenen. Nu stellen die mensen vast dat de belastinghervorming een
discriminatie ten overstaan van gezinspensioenen behelst. Ik zeg daar
al onmiddellijk bij wat de discriminatie is. Men moet niet meer zeggen
dat zij niet worden gediscrimineerd. De discriminatie is in mijn ogen, nu
zoals in februari en maart, dat gezinspensioenen minder voordeel halen
uit de belastinghervorming dan de andere. Ik had gevraagd of het niet
mogelijk zou zijn, wanneer zou blijken dat twee individuele pensioenen
voordeliger waren, op de initiële keuze terug te komen. U was toen heel
affirmatief: gekozen was gekozen en veranderen was niet mogelijk. Dan
hoorde ik met een half oor op 11 november dat men daar wel op terug
mag komen en het voordeligste stelsel mag kiezen. Toen dacht ik dat
mijn verstand stil stond en dat ik het niet meer begreep. De kranten
brachten iets meer duidelijkheid, net als bepaalde berichten op radio en
televisie. Gezegd werd dat er een informatiecampagne zou komen.

Mijnheer de minister, ik heb altijd geprobeerd om de wetgeving en
minstens de sociale wetgeving te kennen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik
uw kennis van de sociale wetgeving enorm respecteer. U zei dat het
niet kan dat de minister toen verkeerd is geweest, dat hij een verkeerd
spiekbriefje bij zich had, want de minister kent zijn materies toch wel
voldoende opdat hij voor zoiets fundamenteel geen spiekbriefje bij zich
moet hebben. Mocht hij dan nog een verkeerd spiekbriefje bij zich
gehad hebben, dan zou hij terwijl hij het aflas of uitsprak zich
gerealiseerd hebben dat dit niet kan.

Ondertussen echter deed zich blijkbaar een evolutie voor. Ik zou graag
van de minister vernemen wat er nu gebeurd is. Ik geloof niet dat u zich
toen vergist hebt. Wat is de evolutie? Heeft men inderdaad, samen met
ons, vastgesteld dat de fiscale discriminatie er was? Heeft men gezegd
dat dit niet kan en dat men de mensen dus opnieuw zal laten kiezen
voor het voordeligste systeem, wat de basisfilosofie is van onze
pensioenwetgeving? Men mag altijd het voordeligste kiezen, maar nu
mag men retroactief zijn keuze herzien.

Mijnheer de minister, op 11 november viel ik uit de lucht. Tot op heden
heb ik niets gezien, gehoord of gelezen omtrent een campagne waarbij
men de mensen duidelijk maakt dat men dat mag doen. Is die
campagne nieuw? Zo ja, wanneer zal die dan starten?

Kunt u ons ten slotte een idee geven van het aantal potentiële
betrokkenen?
Combien de personnes sont-elles
concernées?
01.05 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
waarschijnlijk zijn er door de jaren ook wat haperingen in mijn geheugen
want ik meende dat ik mevrouw D'Hondt na haar vraag en mijn
antwoord in de Kamer nog eens had teruggebeld. Blijkbaar heb ik dat
niet gedaan. Nochtans had ik mij voorgenomen dat te doen omdat mijn
antwoord inderdaad op een bepaald punt onduidelijk was. Ik heb dat
pas achteraf begrepen. U mag dat gerust als een vergissing in mijn
hoofde catalogeren.

Op de vraag of men te allen tijde kan verzaken, is het antwoord: ja.
Daar hebben wij toen over gediscuteerd, maar ik heb u toen niet
duidelijk geantwoord. Ik heb gezegd dat ik de wetgeving niet moest
wijzigen en dat wij die wetgeving niet met terugwerkende kracht kunnen
01.05 Frank Vandenbroucke ,
ministre: Je pensais avoir contacté
Mme D'hondt à la suite de la
question qu'elle avait posée en
commission du 11 mars afin de
préciser certains points. J'ai
manifestement omis de le faire. A
la question de savoir si l'on peut à
tout moment renoncer à la pension
de ménage en faveur de deux
pensions spéciales à titre de
personne isolée, je réponds par
l'affirmative. Le débat à ce sujet
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
wijzigen, enzovoort. Dat was, denk ik, een beetje een verwarde
discussie, waarna ik mij achteraf heb gerealiseerd dat u op één punt
een duidelijk antwoord moest krijgen, te weten of men te allen tijde kan
verzaken aan het gezinspensioen om twee pensioenen als
alleenstaanden te genieten. Daarop is het antwoord natuurlijk: ja.

Eigenlijk meende ik dat ik u daarover nog gebeld had en dat het
misverstand opgeklaard was, maar dat blijkt niet zo te zijn, tenzij u dat
vergeten bent. Ik gun u evenwel het voordeel van de twijfel en ik ga
ervan uit dat ik gemeend heb te bellen, maar het niet heb gedaan.

Ondertussen hebben wij wel een aantal voorbereidingen getroffen in de
RVP. Als u vraagt waarom wij daarmee niet eerder begonnen, hoop ik u
dat straks impliciet duidelijk te maken. Eigenlijk kan de RVP de
mensen pas echt informeren wanneer de RVP beschikt over de tabellen
in verband met de bedrijfsvoorheffing, maar die hebben wij pas op het
eind van het jaar.

Mijnheer de voorzitter, na even te zijn ingegaan op de
aanknopingspunten die mevrouw D'hondt gaf met betrekking tot het
vorige debat, kom ik nu tot het antwoord op de vragen van mevrouw van
Gool en mevrouw D'hondt. Laat ik beginnen met een algemeen punt dat
wij ook vorige keer hebben vermeld.

De Rijksdienst voor Pensioenen en het Rijksinstituut voor de Sociale
Verzekering der Zelfstandigen hebben geen kennis van eventuele
andere belastbare inkomsten dan pensioenen. Ik bedoel dan
extralegale pensioenen of de beroepsactiviteit die door één of door
beide echtgenoten nog wordt uitgeoefend. Om die reden wordt de
voordeligste pensioenbeslissing genomen op basis van de toe te
kennen brutopensioenbedragen. De Rijksdienst voor Pensioenen en het
Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen geven dus
ofwel het gezinspensioen ofwel twee pensioenen als alleenstaande op
basis van wat bruto het meest interessant is. U weet dat, zelfs als
binnen het huwelijk beide partners recht hebben op een pensioen, het
gezinspensioen in bepaalde gevallen gunstiger kan zijn dan twee
pensioenen voor alleenstaanden. In dat geval geeft de RVP op basis
van de brutobedragen het gezinspensioen.

Dat het gezinspensioen gunstiger kan zijn dan de twee alleenstaande
pensioenen, komt door de belastinghervorming in een ander licht te
staan. Vanaf het aanslagjaar 2005, inkomsten 2004, wordt de
belastingvermindering voor pensioenen voor iedere echtgenoot
afzonderlijk berekend, de zogenaamde decumul. Deze berekening zal
gebeuren op basis van de belastingvermindering die geldt voor
alleenstaanden. Ik heb zelf simulaties laten uitvoeren om na te gaan of
de toekenning van een gezinspensioen de voordeligste, financiële
toestand blijft voor een gehuwd koppel. Hieruit blijkt dat sommige
gepensioneerden er wel baat bij zullen hebben om te verzaken aan het
gezinspensioen ten voordele van twee alleenstaande pensioenen,
wanneer men de nettobedragen bekijkt.

Ik heb alvast aan de Rijksdienst voor Pensioenen gevraagd de
betrokken personen in de gegevensbestanden op te sporen. Op
15 december 2003 zal de RVP een brief versturen naar alle
gepensioneerden die een gezinspensioen ontvangen. De RVP zal hun
de mogelijkheid bieden om een exacte berekening van de belasting te
krijgen, opdat zij ook de juiste keuze zouden kunnen maken tussen het
gezinspensioen en de twee pensioenen als alleenstaande. Ook andere
inkomsten, zoals bijvoorbeeld inkomsten uit toegelaten arbeid, zullen
de keuze beïnvloeden. Daartoe dienen de gepensioneerden de bij de
brief van 15 december 2003 gevoegde vragenlijst nauwkeurig in te vullen
prêtait effectivement à confusion
mais la réponse est positive.
L'ONP procède aux préparatifs
nécessaires. Toutefois, il ne sera
en mesure de communiquer de
réelles informations en la matière
que lorsque les tableaux des
précomptes professionnels seront
disponibles, à savoir pas avant la
fin de l'année.

Tant l'ONP que l'INASTI disposent
uniquement d'informations relatives
aux pensions et non aux pensions
extra-légales ou aux revenus issus
d'activités professionnelles. Ils
calculent la formule de pension la
plus avantageuse sur la base des
montants bruts. S'il ressort de ces
calculs que la pension de ménage
constitue l'option la plus
avantageuse, c'est cette dernière
qui est octroyée par l'ONP.

Le décumul s'appliquera dès 2004
(exercice de revenus)-2005
(exercice d'imposition). La
réduction d'impôt pour les pensions
sera donc calculée distinctement
sur la base de la réduction d'impôt
pour personnes isolées. Si l'on
considère les montants nets,
certains couples de pensionnés
ont, en effet, avantage à percevoir
deux pensions distinctes plutôt
qu'une pension de ménage.

J'ai chargé mes services d'identifier
les personnes qui sont
actuellement dans ce cas. L'ONP
adressera un courrier à tous les
pensionnés percevant une pension
de ménage. Il leur présentera un
calcul exact de l'impôt sur la base
de l'ensemble de leurs revenus. A
cet effet, ils sont invités à
compléter un questionnaire qui doit
être retourné au plus tard le 1
er
mars 2004. Les pensionnés qui ont
intérêt à renoncer à la pension de
ménage se verront adresser un
formulaire par lequel ils pourront
faire connaître ce choix. Quant à
ceux qui sont dans le cas
contraire, il se verront également
adresser un avis en ce sens.

Dès que l'ONP aura reçu le
formulaire de renonciation, une
décision d'octroi d'une pension
d'isolé sera signifiée à chacun des
conjoints avant le 1
er
mai 2004.
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
en terug te sturen ten laatste op 1 maart 2004.

Na ontvangst van de noodzakelijke gegevens van de betrokkene zal de
RVP de berekening naar de voordeligste nettopensioentoestand
uitvoeren. Die zal aan de betrokkene worden medegedeeld. Als ze
gunstiger is, zal hem worden gevraagd een formulier in te vullen, waarbij
hij verzaakt aan zijn gezinspensioen ten voordele van de pensioenen als
alleenstaande.

Indien de betrokkene geen voordeel haalt uit de overstap zal hem dat
ook worden meegedeeld.

Zodra de RVP het formulier tot verzaking aan het gezinspensioen heeft
ontvangen, zullen twee beslissingen alleenstaande aan de beide
echtgenoten worden verstuurd. Die beslissingen zullen door de RVP
betekend worden vóór 1 mei 2004. In sommige gevallen zou het wel
kunnen zijn dat, omwille van het ontbreken van gegevens omtrent de
belastbare inkomens, toch niet de juiste toestand werd meegedeeld
aan de RVP. Met de minister van Financiën wordt onderhandeld om
een eenvoudige procedure uit te werken zodat die gepensioneerden bij
hun ontvangkantoor terechtkunnen.

Ten slotte wens ik er de aandacht op te vestigen dat een aanvraag tot
wijziging van een gezinspensioen naar twee pensioenen als
alleenstaande steeds zal ingaan op 1 januari 2004 zodat de
gepensioneerden voor het hele jaar als alleenstaande zullen worden
beschouwd.

Des négociations sont en cours
avec mon collègue des Finances
afin de permettre aux pensionnés
dont le dossier est incomplet de
s'adresser à leur bureau des
recettes.

La demande de conversion de la
pension de ménage en deux
pensions pour personne isolée
entrera en vigueur le 1
er
janvier
2004, date à partir de laquelle les
pensionnés seront considérés
comme des personnes isolées
pendant une année.
01.06 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn gedetailleerd antwoord. Het is inderdaad een heel
ingewikkelde zaak waar heel wat informatie voor nodig is. In die zin ben
ik blij dat de Rijksdienst voor Pensioenen zelf de nodige inspanningen
zal doen om die mensen op te sporen en hen aan te schrijven.
Misschien is het op termijn ook mogelijk om de nodige informatie
rechtstreeks van de belastingdiensten te krijgen zodat de betrokkenen
er zelf niet voor moeten zorgen. Er gaat nogal wat tijd over voor alle
gegevens binnen zijn. Het is een goede zaak dat de genomen
beslissingen vanaf 1 januari 2004 kunnen ingaan zodat dit kan worden
rechtgezet.
01.06 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Il s'agit là d'une question fort
complexe. L'ONP s'efforce
heureusement d'identifier les
pensionnés concernés et de
s'adresser directement au fisc pour
obtenir les informations
nécessaires. Je suis heureuse que
cette réglementation puisse déjà
entrer en vigueur à partir du 1
er
janvier 2004.
01.07 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de mededeling dat mensen die een voordeel zouden kunnen
doen door afstand te doen van het gezinspensioen en te kiezen voor
twee individuele pensioenen door de RVP in de loop van de maand
december verwittigd zullen en een vragenlijst zullen krijgen waardoor de
toestand in mei 2004, weliswaar met terugwerkende kracht tot 1 januari
2004, in orde zal komen is slechts een balsem op de wonde van de
discriminatie.

Mijnheer de minister, ik dring erop aan dat alle inspanningen worden
gedaan opdat de vragenlijst eenvoudig zou zijn. Ik zie het reeds
gebeuren. Alle rechthebbenden op een gezinspensioen zullen een brief
ontvangen. Ik vermoed dat ik een dag of drie niet zal kunnen opdagen in
dit Parlement en zoet zal zijn met zitdagen te houden om de mensen
wegwijs te maken. De RVP zal echt een inspanning moeten leveren
zodat de brief en de vragenlijst zo begrijpbaar mogelijk wordt opgesteld.

Voor degenen waarvoor het afstand doen van een gezinspensioen en de
overschakeling naar twee individuele pensioenen een voordeel oplevert,
is er een oplossing gevonden. Voor degenen waarvoor het
gezinspensioen de enige keuze is omdat niet kan worden teruggevallen
01.07 Greta D'hondt (CD&V): Les
intéressés seront informés en
décembre et une solution avec effet
rétroactif interviendra en mai 2004,
ce dont il faut se féliciter. Il est très
important que la correspondance et
le questionnaire soient rédigés de
manière simple et compréhensible.

Une solution a été trouvée pour
ceux pour qui le passage à deux
pensions individuelles représente
un avantage. Pour ceux qui n'ont
d'autre choix que la pension de
ménage parce la formule des deux
pensions individuelles est
inenvisageable, une discrimination
subsistera après la réforme fiscale.
Lorsque deux pensions
individuelles ne dépassent pas
20.000 euros, il n'y a pas d'impôt à
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
op twee individuele pensioenen, blijft het probleem echter bestaan. Na
vergelijking van de situatie voor de belastinghervorming met die erna
blijkt dat de groep met twee individuele pensioenen in 2005 geen
belastingen meer zal moeten betalen op voorwaarde dat het pensioen
niet hoger is dan ongeveer 20.000 euro. De groep die een
gezinspensioen geniet van hetzelfde bedrag zal weliswaar 384 euro
winst aan de belastinghervorming overhouden maar in 2005 echter nog
steeds 1.484 euro belastingen moeten betalen. Dit blijft 1.484 euro
verschil per jaar voor hetzelfde pensioeninkomen. De discriminatie blijft
bestaan. Ik zal deze situatie blijven betreuren en blijven aanklagen.
payer. Une pension de ménage qui
ne dépasse pas 20.000 euros
donne lieu à la perception de 1.484
euros d'impôts, ce que je dénonce.
01.08 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik wil
daarover niet in polemiek treden, maar het is natuurlijk niet juist dat dit
een discriminatie is. Er is een verschil in karakter tussen een
gezinstoeslag op een pensioen en het feit dat twee mensen gewerkt
hebben en daardoor beiden een pensioenrecht hebben. Het is eigenlijk
de normaalste zaak van de wereld dat dit fiscaal anders uitdraait. Maar
goed, daar kan men lang over discussiëren.
01.08 Frank Vandenbroucke,
ministre: Il n'y a pas de
discrimination mais, évidemment,
une différence entre un complément
ménage ajouté à une pension et un
droit à la pension pour la
constitution duquel deux personnes
ont travaillé.
De voorzitter: Het laatste woord is voor het Parlement.
01.09 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, wij kunnen daar
lang over discussiëren, maar ik ga dat nu niet doen. Wij zullen daar in
de toekomst nog wel lang genoeg over kunnen discussiëren. Ik hoop
echter dat u samen met mij zult erkennen dat de mensen die nu een
gezinspensioen genieten ­ ik heb het niet over de toekomst ­ mensen
zijn van wie de sociale, maatschappelijke en economische situatie en
de voorzieningen om gezin en arbeid met elkaar te combineren een
hemelsbreeds verschil vertoonden met de situatie van vandaag. Men
kan dus eigenlijk moeilijk zeggen dat iedereen op dat ogenblik, zelfs
als men de wil had om economische arbeid te verrichten, dezelfde
kansen had als nu om economische arbeid te verrichten. Een
gezinspensioen van mensen die nu 70 of 75 jaar oud zijn moet men dus
in een andere dimensie bekijken qua economische activiteit en inzet
dan als men dit van toepassing zou maken op een koppel van 25, 30
jaar dat nu die keuze moet maken. Als men nu zegt dat men niet
werkt, is dat dikwijls een zeer bewuste keuze omdat men rond komt en
het niet nodig heeft. Een generatie of twee geleden was dat echt niet
het geval.
01.09 Greta D'hondt (CD&V): Le
ministre n'est pourtant pas sans
savoir qu'auparavant il n'allait pas
de soi que les deux partenaires
travaillent. Même si le conjoint ne
travaillant pas avait la volonté
d'exercer une activité économique,
il n'en avait pas toujours la
possibilité. Aujourd'hui, on a le
choix, ce qui n'était pas vraiment le
cas autrefois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Interpellation de Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "le permis de
travail pour les personnes dont l'ordre de quitter le territoire est suspendu, dont les Afghans" (n° 97)
02 Interpellatie van mevrouw Zoé Genot tot de minister van Werk en Pensioenen over
"werkvergunningen voor de personen tegen wie het bevel op het grondgebied te verlaten werd
opgeschort, onder wie de Afghanen" (nr. 97)
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous vous rappelez sans doute qu'en août dernier, des
Afghans avaient entrepris une grève de la faim et avaient négocié avec
le ministre de l'Intérieur, via le médiateur fédéral.

Un des éléments de la négociation lors de ces discussions - d'ailleurs
repris dans le communiqué de presse de M. Dewael - était la possibilité
de délivrer un permis de travail à ces Afghans qui voyaient leur ordre de
quitter le territoire suspendu pour une période plus ou moins longue,
suivant qu'il s'agit d'individus ou de familles.
02.01 Zoé Genot (ECOLO): In
augustus laatstleden maakten de
Afghanen na de bemiddeling door
de federale ombudsmannen een
einde aan hun hongerstaking.
Tijdens de onderhandelingen kwam
het verlenen van een voorlopige
arbeidskaart ter sprake. Dit
element werd trouwens in het
persbericht van de heer Dewael
opgenomen. Heeft de heer Dewael
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Dans le communiqué de presse rédigé à l'issue des négociations, il est
indiqué: "Pour les demandes d'asile déclarées irrecevables, une
réglementation ad hoc (permis de travail provisoire) sera élaborée par le
ministre de l'Emploi".

J'aurais voulu savoir si le ministre Dewael avait bien pris contact avec
le cabinet de M. Vandenbroucke, durant ou à l'issue de ces
négociations, pour lui communiquer les résultats obtenus. Dans
l'affirmative, le contact a-t-il eu lieu avant le 23 septembre, date où les
Aghans ont commencé à s'inquiéter de la stagnation de ce dossier et
sont venus le voir?

L'octroi de ce permis de travail était un des points essentiels puisque la
plupart de ces gens ne bénéficient d'aucune aide sociale, etc. Pour ne
pas les plonger dans l'illégalité la plus totale et le travail au noir, ce
permis de travail était un des points essentiels de l'accord intervenu en
août, dont les modalités avaient fait l'objet de longues discussions.

Nous avons donc été quelque peu étonnés en prenant connaissance de
la circulaire que le ministre Vandenbrouche a rapidement ­il faut
l'avouer- rédigée. Dans cette circulaire du 6 octobre 2003, il n'est plus
question de permis de travail mais d'autorisation provisoire d'occupation
à demander pour un seul employeur. Pour tout ce qui touche à l'intérim,
le processus est beaucoup plus lourd. On s'interroge sur ce choix
plutôt que celui du permis de travail. Pourtant, sous la précédente
législature, un travail avait été entamé pour simplifier les systèmes de
permis. Pourquoi a-t-on choisi cet outil de l'autorisation provisoire
d'occupation plutôt qu'un permis de travail?

Par exemple, le permis C semble tout à fait approprié à cette situation.
En effet, il est valable pour tout employeur et pour les étrangers qui se
trouvent pour une durée limitée sur notre territoire. Il était donc tout à
fait possible d'accorder un permis C, valable aussi longtemps que
l'ordre de quitter le territoire était suspendu. On connaît les dates.
C'était donc assez facile à réaliser.

A mon avis, cela aurait pu alléger sérieusement les procédures.
Pourquoi n'avez-vous pas choisi cet outil du permis C pour permettre
aux personnes dont l'ordre de quitter le territoire est suspendu de
travailler?

Il existe également un sous-permis qui a d'ailleurs été reconnu par votre
prédécesseur, comme un permis peu pratique. Je veux parler du permis
B. Ce dernier aurait aussi pu être utilisé, même si cette solution n'est
pas idéale.

Vous avez opté pour une circulaire destinée uniquement aux
ressortissants afghans qui ont déposé une demande d'asile avant le 1
er
janvier 2003. Je ne suis pas certaine que cette façon de procéder, qui
se concentre sur une seule nationalité, soit des plus opportunes. Il
aurait sans doute été plus utile de prévoir un critère clair, par exemple,
prévoir une circulaire pour les personnes dont l'ordre de quitter le
territoire a été suspendu pour une durée déterminée. Ainsi, d'autres
nationalités qui auraient obtenu une suspension de l'ordre de quitter le
territoire, auraient pu répondre à ce critère. Je ne comprends pas
pourquoi on a ainsi choisi un critère de circonstance.

Pouvez-vous rappeler l'ensemble des démarches à effectuer pour
obtenir ces autorisations provisoires? Ainsi, je relève qu'une des
difficultés est de considérer qu'une autorisation est valable aussi
longtemps qu'on n'a pas essuyé de refus pendant trois mois. Pour un
employeur, cette procédure n'est pas rassurante, car il commence à
contact opgenomen met uw kabinet
om u de uitkomst van de
onderhandelingen mee te delen?
Gebeurde dat vóór 23 september,
dag waarop de Afghanen u zijn
komen opzoeken?

De modaliteiten van deze
toekenning waren het voorwerp van
langdurige besprekingen. Het gaat
hier om een kwestie van essentieel
belang als men wil voorkomen dat
deze personen geen andere keuze
blijft dan in de illegaliteit te
verdwijnen door bijvoorbeeld tot
zwartwerk gedwongen te worden. Ik
was bijgevolg verbaasd dat er in uw
omzendbrief van 6 oktober 2003
enkel nog sprake is van "voorlopige
arbeidsvergunningen" die slechts
voor één werkgever gelden.

Waarom heeft u niet gezorgd voor
de afgifte van een C-vergunning?
Die blijft geldig zolang er geen bevel
om het grondgebied te verlaten
wordt gegeven en was in deze
situatie het meest aangewezen. U
had zelfs aan een B-vergunning
kunnen denken, hoewel dat niet de
ideale oplossing is.

Het verlenen van een dergelijke
arbeidskaart mag niet beperkt
blijven tot de Afghanen alleen. Het
ware nuttiger dat er een duidelijk
toekenningscriterium zou worden
opgesteld waardoor bijvoorbeeld
ook de Iraniërs onder de toepassing
ervan zouden vallen. Waarom heeft
u een omzendbrief opgesteld die
enkel voor deze gelegenheid geldt
en een criterium bevat dat enkel op
deze situatie van toepassing is?

Kan u ten slotte de verschillende
stappen nogmaals overlopen? Ik
wijs erop dat een van de
moeilijkheden bestaat in de
vaststelling dat een toelating geldig
blijft zolang men geen weigering
heeft gekregen over een periode van
drie maand. Voor een werkgever is
dat een procedure die weinig
vertrouwen wekt. Hij kan immers
met de opleiding van een persoon
beginnen zonder dat hij weet of die
in zijn bedrijf mag blijven. Het is al
moeilijk om werk te vinden en deze
procedure zal de zaken niet
vergemakkelijken.
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
former une personne, sans être certain qu'elle pourra rester au sein de
son entreprise. Il est déjà difficile de trouver du travail; cette procédure
ne facilite pas les choses.

En conclusion, des demandes ont-elles déjà été traitées? Mais vu que
ces demandes sont introduites au niveau régional, j'ignore si vous êtes
en possession de ces éléments.
Tot besluit: zijn er al aanvragen
behandeld? Maar vermits deze
aanvragen op gewestelijk niveau
worden ingediend weet ik niet of u
over deze informatie beschikt.
02.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur le président, en
réponse à sa question, je puis communiquer ce qui suit à l'honorable
membre. En effet, le ministre de l'Intérieur et moi-même avons eu, avant
le 23 septembre 2003, un contact préalable au sujet de l'accès des
demandeurs d'asile afghans au marché du travail. L'accord qui a été
conclu entre le ministre de l'Intérieur et les grévistes de la faim afghans
par le truchement des médiateurs fédéraux ne fait pas état de l'octroi
d'un permis C ou B. Il a uniquement été convenu d'accorder, par une
réglementation "ad hoc", l'accès au marché du travail à certaines
catégories de ressortissants afghans ayant introduit une demande
d'asile avant le 1
er
janvier 2003 et ayant reçu une décision négative.

Cet accès est accordé par la délivrance à l'employeur d'une autorisation
provisoire d'occupation, comme le prévoit la circulaire du 6 octobre
2003. Les modalités de délivrance de cette autorisation provisoire
d'occupation sont définies dans cette circulaire. Le contenu de cette
circulaire a été mis au point au préalable avec le collège des
médiateurs fédéraux. L'accord a, dès lors, été entièrement mis à
exécution.

L'article 7 de l'arrêté royal du 6 février 2003 modifiant l'arrêté royal du 9
juin 1999 relatif à l'occupation des travailleurs étrangers énumère les
catégories de ressortissants étrangers pouvant se voir accorder le
permis C. En tout, il existe huit catégories. Il ressort clairement du
texte que ces catégories représentent des personnes ayant un droit de
séjour limité et que le droit au permis C dépend du titre de séjour
décerné et éventuellement des mentions qui y sont portées. L'octroi du
permis C est donc la conséquence de la situation de l'intéressé au
regard de la réglementation sur le séjour des étrangers.

La circulaire de l'Intérieur du 25 août 2003 prolonge le délai des
catégories visées pour quitter le territoire jusqu'au 1
er
mars 2004, pour
les personnes isolées et les couples sans enfants ou jusqu'au 1
er
juillet
2004, pour les familles avec enfants. Cette prolongation ne leur ouvre
pas le droit à un permis C. C'est le caractère exceptionnel de la
mesure qui explique le choix d'une circulaire. De telles circulaires ont
déjà été prises dans le passé, par exemple pour les réfugiés
bosniaques.

Par ailleurs, je tiens à souligner que le permis B est accordé seulement
à la demande d'un employeur. Il n'est donc valable que pour cet
employeur. Sur ce point, il n'y a pas de différence effective entre le
permis B et l'autorisation provisoire d'occupation. L'octroi des
autorisations d'occupation et des permis de travail ressort de la
compétence des Régions.
02.02
Minister
Frank
Vandenbroucke: De minister van
Binnenlandse Zaken en ikzelf
hebben vóór 23 september 2003 al
contact met elkaar gehad. In het
akkoord dat met de Afghaanse
hongerstakers werd gesloten, is er
geen sprake van de toekenning van
een C- of B-vergunning. Er werd
enkel overeengekomen om
bepaalde categorieën van
Afghaanse onderdanen die vóór 1
januari 2003 een asielaanvraag
hebben ingediend en wier aanvraag
werd afgewezen via een ad hoc
regelgeving toegang tot de
arbeidsmarkt te verlenen. Die
toegang wordt verleend door de
afgifte aan de werkgever van een
voorlopige toelating tot
tewerkstelling.

Het blijkt duidelijk dat het recht op
een C-vergunning afhankelijk is van
de uitgereikte verblijfsvergunning en
eventueel van de vermeldingen die
daarop zijn aangebracht. De
toekenning van een C-vergunning is
dus het gevolg van de situatie van
de betrokkene ten aanzien van de
regelgeving betreffende het verblijf
van vreemdelingen. De aan de
Afghaanse hongerstakers
toegekende verlenging geeft hen
geen recht op een C-vergunning.

De keuze voor een circulaire is
ingegeven door het uitzonderlijk
karakter van de maatregel. Ook in
het verleden werd daarvoor al
gekozen, bijvoorbeeld voor de
Bosnische vluchtelingen.

De B-vergunning wordt enkel
toegekend op verzoek van een
werkgever en is dus enkel geldig
voor die werkgever. Op dat punt is
er geen verschil tussen de B-
vergunning en de voorlopige
toelating tot tewerkstelling. De
Gewesten zijn bevoegd voor de
toekenning van de toelatingen tot
tewerkstelling en de
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
arbeidsvergunningen.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'entends bien que les Afghans qui ont obtenu une suspension
de leur ordre de quitter le territoire jusqu'en mars ou juin, ne répondent
pas totalement aux critères du permis C.

Toutefois, il me semble que, de la même manière que vous avez
préparé une circulaire de circonstance, il aurait bien été possible de
leur permettre d'accéder à ce permis C, vu qu'il est créé pour les
personnes qui disposent d'une autorisation de séjour d'une durée
déterminée, ce qui est le cas de ces ressortissants.

C'est pourquoi je trouve dommage d'établir une circulaire accordant une
autorisation d'occupation exclusivement pour les ressortissants
afghans alors que, dans le communiqué de presse envoyé par
M. Dewael au lendemain des négociations, il est question d'un permis
de travail provisoire.

Tout cela me met très mal à l'aise. C'est la raison pour laquelle je me
permettrai de déposer une motion de recommandation pour demander
d'accorder ce permis C à l'ensemble des gens pour lesquels il y a
suspension de l'ordre de quitter le territoire, afin qu'ils ne soient pas
laissés en situation précaire.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): De
Afghanen beantwoorden niet
volledig aan de voorwaarden voor
het verlenen van een C-vergunning.
Ik meen echter dat ze in
aanmerking kunnen komen voor
deze C-vergunning omdat ze hier
slechts voor een bepaalde duur
verblijven.

Het is jammer dat de omzendbrief
enkel op de Afghanen van
toepassing is. Ik zal bijgevolg een
motie van aanbeveling indienen
waarin gepleit wordt voor het
verlenen van een C-vergunning
opdat ze niet volledig zonder
bestaansmiddelen zouden komen
te zitten.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Zoé Genot et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Zoé Genot
et la réponse du ministre de l'Emploi et des Pensions,
demande au gouvernement
d'octroyer aux personnes pourvues d'un ordre de quitter le territoire suspendu jusqu'à une date déterminée,
un permis de travail C d'une durée de validité équivalente à la date prévue."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Zoé Genot en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Zoé Genot
en het antwoord van de minister van Werk en Pensioenen,
vraagt de regering
aan de personen aan wie een bevel om het grondgebied te verlaten werd afgegeven dat tot een bepaalde
datum werd opgeschort, een arbeidsvergunning C toe te kennen met een geldigheidsduur die tot die datum
loopt."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Annelies Storms, Greet van Gool et Danielle Van
Lombeek-Jacobs et par M. Bruno Van Grootenbrulle.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Annelies Storms, Greet van Gool en Danielle Van
Lombeek-Jacobs en door de heer Bruno Van Grootenbrulle.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
03 Question de M. Olivier Chastel au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la modernisation du
régime de l'OSSOM" (n° 706)
03 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister van Werk en Pensioenen over "de
modernisering van het DOSZ-stelsel" (nr. 706)
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
03.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, ma question porte
sur la modernisation de l'Office de sécurité sociale d'Outre-Mer
(OSSOM) et sur les priorités que vous avez émises lors de la
présentation de votre note de politique générale pour l'année budgétaire
2001 qui comportait, à l'époque, un certain nombre de considérations
sur la modernisation des pensions à charge de l'OSSOM.

Pour rappel, lors de la présentation de cette note fin 2000, vous aviez
indiqué que la réglementation de l'OSSOM devait être modernisée et
adaptée aux évolutions récentes de la société. La suppression des
inégalités au sein de ce régime ferait - c'était le terme utilisé à l'époque
- l'objet d'un examen approfondi.

Plusieurs discriminations inacceptables sont à dénoncer; on pense
notamment à l'absence de péréquation depuis 1979, la non prise en
compte du service militaire ou encore l'inégalité entre hommes et
femmes dans le calcul de la pension de survie.

Si c'était une priorité en 2001, j'imagine que l'on va retrouver cette
même volonté dans votre note de politique générale pour 2004. A tout le
moins et avant de la lire, s'agissant de causes plus que légitimes,
j'aurais voulu connaître, monsieur le ministre, un certain nombre
d'éléments quant aux avancées concrètes réalisées dans le dossier
depuis l'établissement de cette note en 2001, les montants des crédits
qui seront décidés prochainement dans le budget 2004 (que nous
avons reçu depuis le dépôt de ma question) et les initiatives qui seront -
j'ose dire - "enfin" prises en la matière.
03.01 Olivier Chastel (MR): Zou
u ons met betrekking tot de
modernisering van de pensioenen
die ten laste van de DOSZ vallen
kunnen meedelen welke concrete
vooruitgang in dat dossier werd
geboekt? Welke kredieten zullen in
dat kader in de begroting 2004
worden uitgetrokken en welke
initiatieven zullen eindelijk worden
genomen om een einde te maken
aan de discriminaties?
03.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur le président, dans
ma note de politique générale 2004, je confirme que certaines
dispositions concernant l'OSSOM doivent d'urgence être revues en
raison, soit de la multiplication des litiges qu'elle suscite, soit de la
nécessité de les mettre en conformité avec de nouvelles
réglementations ou des accords internationaux.

Il convient de régler, dans les meilleurs délais, les problèmes de
l'égalité homme/femme dans le régime des pensions, l'application du
principe de non-discrimination, la valorisation des périodes de service
militaire ainsi que la péréquation des pensions coloniales. Un montant
de 8.690.000 euros a été repris à cet effet dans le budget 2004 définitif.

L'administration me communique, par ailleurs, que les textes légaux
approuvés par le comité de gestion de l'OSSOM me parviendront dans
les jours qui viennent, si bien qu'il y a tout lieu de penser que les
problèmes évoqués pourront enfin être traités dans le courant de
l'année prochaine.
03.02
Minister Frank
Vandenbroucke: In mijn
beleidsnota 2004 bevestig ik dat
sommige bepalingen met
betrekking tot de overzeese sociale
zekerheid dringend moeten worden
herzien. De problemen in verband
met de gelijkheid van mannen en
vrouwen in de pensioenstelsels, de
toepassing van het non-
discriminatie beginsel, de validatie
van de periodes van militaire
dienstplicht en de perequatie van
de koloniale pensioenen dienen zo
spoedig mogelijk te worden
geregeld. Daartoe werd in de
begroting 2004 een bedrag van
8.690.000 euro uitgetrokken.

Voormelde problemen zullen in de
loop van volgend jaar kunnen
worden aangepakt aangezien ik in
de komende dagen de door het
beheerscomité van de DOSZ
goedgekeurde wetteksten zal
ontvangen.
03.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je me réjouis
d'être arrivé à l'heure pour poser ma question, d'autant que la réponse
du ministre est on ne peut plus précise sur le sujet et augure de
solutions pour cette année. Je l'en remercie vivement.
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en
aan de minister van Werk en Pensioenen over "het terugschroeven van de indexering van de
toelagen voor arbeidsongevallen" (nr. 726)
04 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et au
ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la réduction de l'indexation des subsides pour les
accidents du travail" (n° 726)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Werk en Pensioenen)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Emploi et des Pensions)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er is al heel wat inkt gevloeid en zijn er al heel wat woorden
gevallen over de beslissing van de regering om de indexering van de
toelage voor arbeidsongevallen terug te schroeven.

In de komende weken en maanden zal dit wellicht nog gebeuren, tenzij
de regering zou terugkomen op die beslissing. De grens waarop er niet
meer geïndexeerd wordt, ligt op dit ogenblik op 15%. In de loop van de
voorbije jaren is er al een evolutie geweest. Vroeger werd alles
geïndexeerd, dan werd het 10%, nu 15% en het zou dus opgetrokken
worden tot 20%.

Mijnheer de minister, het valt mij op en het is goed dat ook heel dit
Parlement beseft dat het beheerscomité van het Fonds voor
Arbeidsongevallen een unaniem negatief advies gegeven heeft over het
voornemen van de regering om die grens voor niet-indexatie op te
trekken van 15% naar 20%. Dat betekent dat het in het beheerscomité
van het Fonds voor Arbeidsongevallen niet alleen gaat over werkgevers
en werknemers ­ het klassieke patroon ­, maar ook over de
verzekeraars, wat uitzonderlijk is in het kader van het beheer van
arbeidsongevallen. Het is echter niet onbelangrijk in deze materie. Ook
de verzekeraars hebben zich dus aangesloten bij dit unaniem negatief
advies. Dat gebeurt uiterst zelden in het beheerscomité van het Fonds
voor Arbeidsongevallen, zeker wanneer het een financiële impact heeft.

Ik denk dat de regering, in haar beslissing om de grens op te trekken
van 15 naar 20%, te gemakkelijk ervan uitgaat dat voor wie minder dan
20% werkonbekwaamheid heeft dit niet overeenkomt met het reële
inkomensverlies, en dat er dus geen dwingende reden is om die kleine
toelage te indexeren. Mijns inziens, vandaar dat ik mij veroorloof om
deze vragen te stellen, gaat de regering hiermee voorbij aan de realiteit
dat slachtoffers na een arbeidsongeval in totaal verschillende sociale
situaties kunnen terechtkomen. Voor sommigen die zwaar fysiek werk
verrichten, is 20% al van die aard dat ze zich genoodzaakt zien hun
werk stop te zetten. Voor deze werknemers is de toelage
werkonbekwaamheid een kleine maar noodzakelijke aanvulling op hun
werkloosheidsuitkering.

Een tweede categorie zijn werknemers die geconfronteerd worden met
verschillende handicaps van minder dan 20%, na verschillende
arbeidsongevallen. Dit zijn geen uitzonderingen. Als men het verslag
van het Fonds voor Arbeidsongevallen bekijkt, dan zijn mensen die na
arbeidsongevallen meerdere handicaps cumuleren ­ als men hier al
mag spreken van cumulatie ­ geen uitzondering. Voor de mensen voor
wie de werkonbekwaamheid finaal groter is dan het enkelvoud van
minder dan 20%, is het niet indexeren van 2 of 3 keer een vergoeding
wegens een handicap van minder dan 20% een niet onbelangrijk verlies.
04.01 Greta D'hondt (CD&V):
Dans le cadre du conclave
budgétaire 2004, le gouvernement a
décidé de ne plus indexer les
indemnités pour accidents du
travail et maladies professionnelles
octroyées à des travailleurs ayant
moins de vingt pour cent
d'incapacité de travail. Le plafond
est aujourd'hui fixé à quinze pour
cent. Le comité de gestion du
Fonds des accidents du travail a
rendu à ce sujet un avis négatif.
Cet avis a été soutenu à l'unanimité
par les employeurs, les travailleurs
et les assureurs, ce qui est tout à
fait exceptionnel.

Le gouvernement considère qu'il
n'est pas nécessaire d'indexer
lesdites indemnités parce qu'elles
ne correspondent pas à la perte de
revenus réelle pour ceux qui ont
moins de vingt pour cent
d'incapacité de travail. Pour les
travailleurs qui exercent une activité
physique astreignante, et qui
doivent cesser le travail après un
accident du travail, l'indemnité pour
incapacité de travail ne représente
effectivement qu'un petit
complément de leur allocation de
chômage. En revanche, pour les
travailleurs qui, après plusieurs
accidents, cumulent plusieurs
handicaps de moins de vingt pour
cent, la perte financière résultant
de la non-indexation de l'indemnité
est considérable.

Cette mesure a également pour
effet que le montant de l'allocation
restera toujours inférieur à la
somme que peut réclamer la
victime devant les tribunaux. Les
indemnités doivent en effet
permettre d'éviter une guerre
d'usure juridique avec l'employeur
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Een tweede zaak waaraan de regering met die beslissing voorbijgaat, is
de vaststelling dat de beslissing om die kleine vergoedingen niet meer
te indexeren de goesting kan doen toenemen om rechtsprocedures in
te stellen.

Het systeem van de uitkeringen was precies bedoeld om gerechtelijke
procedures in het kader van arbeidsongevallen, zeker voor kleine
arbeidsongevallen of arbeidsongevallen met kleine schadegevolgen, zo
maximaal mogelijk te vermijden. De procedures over arbeidsongevallen
via de rechtbank zijn zeer zware, logge en langdurige procedures.
Eigenlijk hebben wij altijd geijverd voor de vermijding daarvan en om het
eenvoudig te houden bij die kleinere gevolgen van arbeidsongevallen.

Wij bespaarden daardoor een juridische uitputtingsslag. Wij
bespaarden de rechtbanken werk. Ook vermeden wij discussies tussen
werkgever en verzekeringsmaatschappij. Natuurlijk, hoe groter het
verschil dreigt te worden tussen wat men zou kunnen bekomen via een
juridische procedure en wat eigenlijk toegekend wordt volgens de
huidige, gekende formule, dus naarmate de kans vergroot dat men met
een juridische procedure meer zou kunnen bekomen, des te groter is
het risico dat wij het beoogde doel van de juridische uitputtingsslag niet
kunnen vermijden, en dreigen wij erop terug te komen de rechtbanken
niet te overbelasten en geen te grote en zware polemieken aan te gaan
met werkgevers en verzekeringsmaatschappijen.

Vandaar wil ik de volgende vragen stellen.

Ik heb de volgende overwegingen gemaakt. Ten eerste, sommige
mensen die fysiek zware arbeid verrichten, worden bij een
arbeidsongeschiktheid van 20% reeds gedwongen hun werk op te
geven. Ten tweede, er is de cumul van meerdere kleinere
arbeidsongeschiktheden na meerdere arbeidsongevallen. Ten derde, er
bestaat het gevaar voor de juridische slag.

Heeft de regering daarmee bij haar beslissing voldoende rekening
gehouden?
ou l'assureur. Une différence trop
importante inciterait un nombre
croissant de victimes d'un accident
de travail à néanmoins tenter leur
chance par la voie juridique.

Le gouvernement tient-il compte de
cette conséquence de sa décision?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik kan
het volgende mededelen.

Ten eerste, de gevallen die worden geviseerd door de nieuwe
maatregelen kunnen op dit ogenblik nog niet nader worden
geïdentificeerd, gezien de regeling van het arbeidsongeval zelf op dit
ogenblik nog niet werd afgesloten. Het gaat over nieuwe gevallen. Zich
baserend op gegevens van dossiers waarvan de regeling reeds heeft
plaatsgevonden, kan worden gesteld dat het aantal slachtoffers van
meer dan één ongeval waarbij het percentage arbeidsongeschiktheid
schommelt tussen 16% en 19%, in aantal beperkt is. Volgens een
ruwe schatting zou het aantal zich beperken tot 3 gevallen per jaar.

Ten tweede, uit beschikbare gegevens aangaande de reeds geregelde
gevallen, kan worden opgemaakt dat een kwart van de dossiers van de
geviseerde categorie arbeidsongeschiktheid, het voorwerp uitmaakt van
een procedure voor de arbeidsgerechten. Het gaat dan over ongeveer 40
gevallen per jaar. Naar mijn mening zullen de nieuwe maatregelen geen
aanleiding geven tot een buitengewone toename van dat aantal.

Ten derde, de maatregelen die uit overwegingen van budgettaire aard
worden genomen, zullen allicht een enigszins zachtere impact hebben
wanneer wij erin slagen om meer te doen inzake de wedertewerkstelling
van slachtoffers van een arbeidsongeval of een beroepsziekte. Het
04.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: La réglementation relative
aux accidents de travail n'ayant
pas encore été finalisée, les cas
ressortissant à la nouvelle mesure
ne peuvent être spécifiés plus
avant. Une estimation
approximative sur la base des
dossiers déjà réglés indique que le
nombre de victimes de plus d'un
accident et frappés d'une
incapacité de travail oscillant entre
16 et 19 pour cent n'excède pas
trois par an.

Un quart des dossiers de la
catégorie incluant les cas
d'incapacité de travail visés fait
l'objet d'une procédure devant les
tribunaux du travail. Il s'agit d'une
quarantaine de dossiers par an. Je
ne m'attends pas à une
augmentation sensible de ce
nombre à la suite de la nouvelle
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
beheercomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen en het
beheercomité van het Fonds voor Beroepsziekten werken momenteel
aan een advies waarin, op mijn verzoek, voorstellen zullen worden
geformuleerd voor de bevordering van de wedertewerkstelling van
slachtoffers van een arbeidsongeval of een beroepsziekte. Ik ben ervan
overtuigd dat de slachtoffers van een arbeidsongeval of een
beroepsziekte bijzonder gebaat kunnen zijn met betere perspectieven
inzake verdere tewerkstelling.
mesure mise en oeuvre par le
gouvernement.

L'impact de la mesure devra être
compensé par une amélioration de
la remise au travail des victimes
d'un accident du travail ou d'une
maladie professionnelle. Les
comités de gestion respectifs du
Fonds des accidents du travail et
du Fonds des maladies
professionnelles préparent
actuellement un avis qui formulera
des propositions en vue d'améliorer
cette remise au travail. Les
victimes d'un accident du travail ou
d'une maladie professionnelle se
réjouiront sans aucun doute de se
voir offrir de meilleures perspectives
en matière d'emploi.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het laatste dat u zei, is iets om de boer mee van zijn paard te
slaan. Uiteraard zijn slachtoffers van arbeidsongevallen, andere mensen
met een handicap, andere chronische zieken en dergelijke meer gebaat
met een inschakeling in de samenleving en in de economie. Ik ben het
daarmee roerend eens. We hebben het daarover trouwens ook gisteren
nog gehad in deze commissie in het kader van de discussie over de
beleidsbrief van de staatssecretaris. Dat staat dus buiten enige
discussie.

Het gaat hem in feite over die personen die daarin niet slagen, ondanks
het feit dat wij ­ en waarschijnlijk zij ook ­ vinden dat het beter zou zijn
dat zij "completer" geïntegreerd worden in de samenleving en in de
economie. Voor hen is de vergoeding voor arbeidsongevallen een zeer
belangrijk aanvullend deel van hun inkomen. Het gaat over die mensen.
U zegt dat dit niet het geval zal zijn. Het aantal mensen die
verschillende zaken cumuleren op het vlak van arbeidsongevallen is
zeer gering. U zegt dat het drie gevallen per jaar zijn. Ik neem daarvan
akte. Ik had iets anders gelezen in het verslag, maar ik zal het nog
eens nakijken. U zegt dat het drie gevallen per jaar zijn en dat er geen
toename zal zijn van de juridische procedures. Tenminste, u verwacht
geen toename.

Mijnheer de minister, ik denk echter dat het begin belangrijk is. U zegt
dat het eigenlijk nog niet definitief beslecht is.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
rejoins le point de vue du ministre.
Les victimes d'un accident de
travail ou d'une maladie
professionnelle bénéficient
effectivement d'initiatives qui
favorisent une meilleure intégration
dans le circuit du travail. Toutes les
victimes ne sont pas cependant
pas en mesure de le faire ou n'en
reçoivent pas la possibilité. Pour
ces personnes, l'allocation revêt
une très grande importance.

Selon le ministre Vandenbroucke,
on n'enregistre que trois cas par an
de travailleurs qui combienent
plusieurs handicaps jusqu'à 20
pour cent. Pour ma part, je dispose
d'autres données en la matière.
04.04 Minister Frank Vandenbroucke: (...)
04.05 Greta D'hondt (CD&V): De beslissing is genomen. De concrete
uitvoering hebben we echter nog niet. Of hebben we ze wel?
04.06 Minister Frank Vandenbroucke: Neen.
04.07 Greta D'hondt (CD&V): Op 1 januari 2004 wordt de maatregel
van kracht en een paar maanden later zullen wij de evolutie nagaan.
Dan zal ik u opnieuw ondervragen, althans mochten de zaken anders
verlopen dan u in uw optimisme verhoopt. Ik zal ondertussen de cijfers
ook nog eens nakijken.
04.08 Minister Frank Vandenbroucke: Bent u zeker dat u het hebt 04.08 Frank Vandenbroucke,
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
over het aantal personen dat meer dan één arbeidsongeval heeft? Ik heb
het hier over het aantal personen met meer dan één arbeidsongeval
waarvan het percentage zich situeert tussen 16 en 19%. Dat wordt op
drie per jaar geschat.
ministre: Je parle des travailleurs
qui présentent plusieurs types de
handicap et qui entrent dans la
catégorie des 16 à 19 pour cent
d'incapacité de travail.
04.09 Greta D'hondt (CD&V): Er zijn er natuurlijk nog anderen die
zich situeren tussen 1% en 15% en die er meer dan een, twee of drie
hebben van minder dan 20%. Daarover ging het tijdens het debat, maar
niet over de categorie die zich situeert tussen 15% en 20%, want u
indexeert niet meer onder de 20%. De groep stijgt dus. Ik zal daar
begin 2004 wellicht nog eens op terugkomen.
04.09 Greta D'hondt (CD&V): Les
chiffres dont je dispose concernent
la catégorie des 1 à 20 pour cent.
Je présume qu'après l'entrée en
vigueur de cette mesure, nous
pourrons procéder à son évaluation
détaillée et en vérifier les effets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk en Pensioenen over "de
regularisatie van de studietijd voor de berekening van het pensioen" (nr. 729)
05 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "la prise en compte
de la période des études pour le calcul de la pension" (n° 729)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, nog vrij
regelmatig word ik ­ en ik denk dat dit ook voor andere collega's het
geval zal zijn ­ geconfronteerd met mensen die te laat beseffen dat er
een wettelijke regeling is voor de regularisatie van de studietijd. In de
loop van de voorbije jaren is de tijdspanne die men heeft om de
studietijd te regulariseren ingekort. Het is niet meer zoals het ooit is
geweest, namelijk dat men bijna tot aan het pensioen kon wachten om
te vragen om de studiejaren te regulariseren. Er zijn mensen die dat
blijkbaar niet weten. Nu goed, u kunt uiteraard zeggen dat elke Belg
gehouden is de wet te kennen. Laten wij de boeken dan maar sluiten.
Dat blijft moeilijk om de mensen uit te leggen. Wanneer men start als
loontrekkende, moet men eigenlijk binnen de tien jaar de regularisatie
van de studiejaren aanvragen binnen de tien jaar na het beëindigen van
de studies.

Dat is de wetgeving die wij allemaal mee goedgekeurd hebben. Men
zegt echter dat dit niet eerlijk is, want wanneer men niet als
loontrekkende in de privé-sector begint maar ambtenaar wordt, dan
regulariseert men de studietijd zelfs zonder dat men dit aanvraagt en
zonder dat men daarvoor moet betalen. Als men begint als
zelfstandige, dan kan men de studietijd onbeperkt in de tijd
regulariseren. Men moet daar uiteraard een bijdrage voor betalen, maar
dit kan onbeperkt in de tijd gebeuren. Eigenlijk is dit een discriminatie
van de wetgever ten overstaan van de loontrekkenden in privé-dienst. Zij
moeten immers betalen en dit binnen de tien jaar regulariseren.
Ambtenaren hoeven niet te betalen en moeten dit zelfs niet aanvragen
aangezien dit automatisch wordt gedaan. Zelfstandigen betalen wel,
maar mogen tot het einde van hun loopbaan de regularisatie aanvragen.

Vandaar mijn vraag, mijnheer de minister. Dit wordt moeilijk uit te
leggen aan de loontrekkenden, zeker als men weet hoe de systemen
gefinancierd worden, zowel voor de openbare diensten als voor de
zelfstandigen.
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Les
travailleurs salariés peuvent
régulariser leurs années d'études
ultérieurement en payant une
cotisation. Ils ne disposent, à cet
effet, que de dix ans et de
nombreuses personnes constatent
souvent avec regret que leur
demande arrive trop tard. Cette
limitation dans le temps ne
s'applique toutefois pas aux
indépendants et, pour les
fonctionnaires, c'est encore plus
facile: pour eux, la régularisation
s'effectue automatiquement, et
sans qu'ils aient à payer une
cotisation.

Le ministre peut-il justifier ces
différences de traitement?
Comment expliquer aux travailleurs
du secteur privé que leur
réglementation est beaucoup moins
favorable que celle qui s'applique
aux indépendants et aux
fonctionnaires?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, het is
een interessante vraag.

Ik wil er eerst op wijzen dat de gelijkstellingen van studieperiodes met
periodes van effectieve tewerkstelling in de regelingen voor werknemers
05.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Il existe, en effet,
plusieurs réglementations
assimilant les périodes d'études à
des périodes d'emploi, chacune se
CRIV 51
COM 066
19/11/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
en zelfstandigen enerzijds en voor de openbare sector anderzijds, een
verschillend uitgangspunt hebben.

In de openbare sector wordt de studieperiode kosteloos gelijkgesteld
door middel van het verlenen van bonificaties, op voorwaarde dat de
betrokken ambtenaar in het bezit is van een diploma dat vereist was
voor de aanwerving of de latere benoeming. Er moet dus een
rechtstreeks verband bestaan tussen de uitgeoefende functie ­ de
graad ­ en het behaalde diploma.

In de regelingen voor werknemers en zelfstandigen is dat niet het geval.
Tegen betaling van bijdragen kunnen de studiejaren worden
geregulariseerd, ook wanneer het behaalde diploma in geen enkel
opzicht verband houdt met de later uitgeoefende beroepsactiviteit. Deze
regularisaties moeten worden aangevraagd.

De filosofie is dus toch wel erg verschillend.

Tot en met 1990 liepen de regelingen voor werknemers en zelfstandigen
grotendeels gelijk. De aanvraag was niet beperkt in de tijd en de
bijdragen werden berekend in functie van de te regulariseren periode.

Om studieperiodes als zelfstandige te kunnen regulariseren, moet ofwel
het bewijs van een beroepsactiviteit als zelfstandige worden geleverd op
het ogenblik waarop de studieperiode begint. Deze toestand doet zich
betrekkelijk weinig voor, aangezien een zelfstandige beroepsactiviteit
wordt aangevat na het beëindigen van de studies. Toch kan het
gebeuren dat de zelfstandige beroepsactiviteit wordt onderbroken om de
beroepskennis te vervolmaken. Ofwel moet de hoedanigheid van
zelfstandige bestaan binnen de 180 dagen na het einde van de
studieperiode of na het einde van de militaire dienst, indien deze op een
studieperiode volgt. Het is dus het een of het ander in de regeling voor
zelfstandigen. Het moet op voorhand bestaan of het moet 180 dagen na
het einde van de studieperiode bestaan, met eventueel een
tussenliggende militaire dienst.

Wat de werknemers betreft, werd de regularisatie voor studieperiodes
grondig hervormd door het koninklijk besluit van 23 januari 1991. De
regularisatiebijdrage, die slechts mogelijk is vanaf 1 januari van het jaar
van de twintigste verjaardag, wordt met ingang van 1 januari 1991
berekend op het bedrag van het gewaarborgd minimumloon. Omdat de
wetgeving sterk werd vereenvoudigd door het in aanmerking nemen van
één loon voor eender welke periode, werd de termijn op 10 jaar
gebracht. Bovendien heeft de praktijk uitgewezen dat de regularisatie
als heel duur wordt ervaren door de aanvragers en dat er uiteindelijk
slechts een klein aantal van de dossiers effectief worden gerealiseerd.

Ik heb dan ook niet het voornemen om nieuwe termijnen in te voeren,
waarbinnen aanvragen tot regularisatie kunnen worden ingediend. De
mogelijkheid tot regularisatie van een periode is een gunstmaatregel
voor tijdvakken waarin geen bijdragen werden afgehouden en die dan
ook bij voorkeur niet worden uitgebreid.
fondant sur des prémisses
différentes.

Dans le secteur public, la période
d'études est assimilée, sans que
cela n'engendre de frais, par le
biais de bonifications, à la condition
qu'il existe un lien direct entre le
grade occupé et le diplôme obtenu.
Quant aux salariés et aux
indépendants, ils peuvent
régulariser leur situation moyennant
paiement des cotisations
correspondant à leurs années
d'études, et ce, même en
l'absence de lien entre le diplôme
et l'activité professionnelle.

Jusqu'en 1990, les travailleurs
salariés et les indépendants
ressortissaient à des
réglementations en grande partie
analogues : la demande n'était pas
limitée dans le temps et la
cotisation était calculée sur la base
de la période devant être
régularisée. Les indépendants
peuvent régulariser leurs années
d'études si leur activité
professionnelle pouvait déjà être
exercée en qualité d'indépendant
au début de leurs études ou
lorsque cette activité a été entamée
dans les 180 jours après la fin de
leurs études. La réglementation
relative aux travailleurs salariés a
été revue par l'arrêté royal du 23
janvier 1991. Depuis, la cotisation
est calculée sur la base du
montant du salaire minimum
garanti. Cette simplification
appelant l'instauration d'un délai, il
a été opté pour une période de dix
ans. Une régularisation de ce type
constitue une opération onéreuse
et quelques dossiers seulement
sont effectivement régularisés.

Je n'ai nullement l'intention de
modifier les délais existants.
Autoriser la régularisation de
périodes au cours desquelles
aucune cotisation n'a été versée
constitue, en effet, une mesure de
faveur.
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, uw uitleg over de
huidige wettelijke regeling en de achtergronden daaromtrent is
interessant. Dat doet echter niets af van het feit dat wij hier te maken
hebben met een ongelijke behandeling. Ik besef heel goed dat een
regularisatie een heel dure zaak is. Ik weet ook waarom indertijd de
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Le
ministre nous a donné des
explications intéressantes mais il
ne remédie nullement à la
discrimination. Les travailleurs
19/11/2003
CRIV 51
COM 066
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
periode, ook voor loontrekkenden, werd beperkt tot tien jaar. Als men
het doet voor één categorie, begrijp ik echter niet waarom men in de
lengte van de jaren een andere regeling laat bestaan, die heel duur is
voor andere categorieën.

Mijnheer de minister, in het stelsel van de loontrekkenden wachtte men
grotendeels tot men een zo volledig mogelijk zicht had op de loopbaan
om aldus te kunnen berekenen of men er voordeel bij deed te
regulariseren of niet. Men is daarop teruggekomen en ik begrijp daar
heel goed. De ene is natuurlijk niet heiliger dan de andere en hetzelfde
zal zich in de groep van de zelfstandigen voordoen. Men zal ook
nagaan hoever men geraakt om te zien of men regulariseert of niet.

Hetzelfde geldt voor de ambtenaren. Mijnheer de minister, sta mij toe
een kanttekening te maken bij de ambtenaren. Ik misgun hun de
regeling niet. U zegt echter dat dit een totaal ander systeem is waar
het gaat over bonificaties en waar ook de voorwaarde geldt dat men over
het voor de aanwerving vereiste diploma moet beschikken. Mijnheer de
minister, dit is ook zo georganiseerd voor de private sector. Men moet
daar ook voldoen aan de aanwervingsvereisten, misschien niet aan
exact dezelfde diplomavereisten, maar men komt ook nergens binnen
als men niet in de proeven slaagt.

Ik misgun niemand iets, maar mijn conclusie blijft echter ook na uw
uitleg dat de bestaande regeling veel minder gunstig is voor de
loontrekkenden in privé-dienst dan vandaag nog voor de zelfstandigen
en de ambtenaren. Dat is volgens mij niet correct, zeker niet wanneer
het gaat over gemengde loopbanen.
calculent pour savoir si, dans leur
cas individuel, une régularisation
serait avantageuse mais les
indépendants font de même. La
seule différence, c'est que les
indépendants disposent à cette fin
d'un délai beaucoup plus important.
Quant aux fonctionnaires, ils ne
doivent rien faire du tout: si leur
diplôme correspond à leur fonction,
ils reçoivent leur bonification sans
la demander. Or on exige aussi des
travailleurs du secteur privé qu'ils
aient certains diplômes et certaines
aptitudes. Je ne reproche pas aux
fonctionnaires leur régime favorable
mais je soutiens que les différents
régimes en vigueur créent une
inégalité injustifiée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 11.10 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 11.10 heures.