CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 031
CRIV 51 COM 031
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
21-10-2003
21-10-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de Mme Muriel Gerkens à la
ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture
sur "la position de la Belgique au sein de l'UE
relative à la levée du moratoire OGM" (n° 33)
1
Interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens tot de
minister van Middenstand en Landbouw over "het
standpunt van België binnen de EU met
betrekking tot de opheffing van het moratorium
inzake ggo's" (nr. 33)
1
Orateurs: Muriel Gerkens, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Muriel Gerkens, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Interpellation de M. Joseph Arens à la ministre
des Classes moyennes et de l'Agriculture sur
"l'intervention du fonds des calamités agricoles
suite aux dégâts causés par les scolytes" (n° 42)
7
Interpellatie van de heer Joseph Arens tot de
minister van Middenstand en Landbouw over "de
tegemoetkoming van het landbouwrampenfonds
ten gevolge van de door de spintkevers
aangerichte schade" (nr. 42)
7
Orateurs: Josy Arens, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Josy Arens, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de M. Josy Arens à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
cumul entre une pension d'indépendant et les
revenus d'une activité autorisée" (n° 292)
10
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
cumulatie van een pensioen van zelfstandige met
een toegestane activiteit" (nr. 292)
10
Orateurs: Josy Arens, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Josy Arens, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur
"l'assurance faillite" (n° 305)
12
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Middenstand en Landbouw over "de
faillissementsverzekering" (nr. 305)
12
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
15
- M. Josy Arens à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "le préjudice
encouru par le monde agricole en raison de la
canicule de cet été" (n° 444)
15
- de heer Josy Arens aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "de schade in de
landbouwsector ten gevolge van de zomerhitte"
(nr. 444)
15
- Mme Trees Pieters à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "les effets de la
sécheresse sur l'agriculture" (n° 450)
15
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "de impact van
de droogte op de landbouw" (nr. 450)
15
Orateurs: Josy Arens, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture, Trees Pieters
Sprekers: Josy Arens, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw,
Trees Pieters
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'ECONOMIE, DE
LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE
L'EDUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
21
OCTOBRE
2003
Après-midi
______
van
DINSDAG
21
OKTOBER
2003
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.08 heures par M. Paul Tant, président.
01 Interpellation de Mme Muriel Gerkens à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture
sur "la position de la Belgique au sein de l'UE relative à la levée du moratoire OGM" (n° 33)
01 Interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van Middenstand en Landbouw over
"het standpunt van België binnen de EU met betrekking tot de opheffing van het moratorium
inzake ggo's" (nr. 33)
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, depuis juin 1999, l'Union européenne applique un moratoire
sur toute nouvelle autorisation d'OGM et ceci grâce à sept Etats,
dont la Belgique, qui exerçaient une minorité de blocage.

La Belgique a conditionné la levée du moratoire à la transposition de
la fameuse directive 2001/18 et à la mise en place d'un régime de
traçabilité et d'étiquetage.

Le 12 mars 2001, le Parlement européen a adopté la directive qui
encadre la dissémination volontaire d'organismes génétiquement
modifiés dans l'environnement. La transposition obligatoire de cette
directive a été fixée au 17 octobre 2002.

La Belgique n'a toujours pas transposé cette directive dans la
législation nationale. Or, bien que cette directive ne soit évidemment
pas idéale - en tout cas pour nous - puisqu'elle autorise la
dissémination, elle a le mérite d'introduire des procédures qui
conditionnent l'acceptation de la dissémination d'OGM à la
démonstration de l'absence d'effet sur l'environnement et sur la santé
humaine et animale.

Cette directive indique également que la Commission européenne
présentera, avant fin 2001, une proposition législative sur la
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Sedert 1999 past de Europese
Unie een moratorium toe op elke
nieuwe vergunning voor GGO's.
België heeft de opheffing van het
moratorium gekoppeld aan de
omzetting van de richtlijn 2001/18
en de oprichting van een systeem
voor de opspoorbaarheid en de
etikettering. De richtlijn werd op
12 maart 2001 door het Europees
Parlement aangenomen en de
omzetting ervan werd op 17
oktober 2002 verplicht.

België heeft deze richtlijn nog
steeds niet in zijn nationale
wetgeving omgezet, hoewel de
richtlijn de verdienste heeft
procedures in te voeren waarbij de
introductie van GGO's alleen
wordt aanvaard als kan worden
aangetoond dat dit geen gevolgen
voor het milieu en de gezondheid
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
responsabilité environnementale couvrant les dommages causés par
les OGM.

Aujourd'hui, les règles concernant la traçabilité et l'étiquetage ont été
établies; par contre, l'engagement de la Commission concernant la
responsabilité environnementale n'a pas été respectée dans le cas
présent.

Le 23 juillet dernier, la Commission européenne adoptait une
recommandation qui prévoit que les Etats membres peuvent prendre
des dispositions nationales pour légiférer sur la responsabilité en cas
de contamination des productions ou dommages à l'environnement
et pour déclarer que certaines zones de leur territoire soient cultures
sans OGM. La réunion du Conseil Agriculture qui a suivi la date de
dépôt de mon interpellation a eu lieu le 27 septembre.

Le calendrier de notre commission ayant été quelque peu chahuté
entre questions et interpellations, je vais répéter certaines des
questions que j'ai déjà eu l'occasion de vous poser lors d'autres
réunions, et notamment celle qui concerne la répartition des
compétences entre les différents ministres des gouvernements
fédéral et régionaux.

Madame la ministre, quelle position la Belgique a-t-elle adoptée lors
du Conseil Agriculture du 27 septembre concernant notamment la
levée du moratoire? Cette levée du moratoire était-elle à l'ordre du
jour? Qu'en est-il de la mise en place des mécanismes de
responsabilité objective en cas de dissémination involontaire et la
possibilité de mettre en place dans les Etats des parties de territoire
sans culture d'OGM? Comment envisagez-vous de déterminer ces
territoires sans OGM en Belgique? Quels budgets seront affectés au
contrôle des OGM dans les denrées alimentaires et animales?

Pouvez-vous me dire si vous avez soutenu ou si vous allez soutenir
la demande de Belgobiotec qui consiste à mettre en place un avis
éthique pour les demandes d'essai et de commercialisation d'OGM?
Des dispositions relatives à une responsabilité objective sont-elles
prévues en attendant qu'un tel mécanisme soit mis en place au
niveau européen et belge?

Enfin, je sais que la présidence européenne envisage de déterminer
le seuil de contamination acceptable pour les cultures biologiques
dans le cadre des discussions sur le moratoire OGM. Or, ce seuil,
qui, selon nous, devrait être compris entre 0 et 1%, doit émaner du
Comité permanent pour l'agriculture biologique. J'aurais voulu
connaître la position du gouvernement belge en cette matière.
van mens en dier heeft.

Deze richtlijn hield ook in dat de
Europese Commissie voor eind
2001 een wetgevend voorstel zou
doen over de milieu-
verantwoordelijkheid en de
schade die door GGO's wordt
veroorzaakt. Momenteel zijn de
regels betreffende de etikettering
en de opspoorbaarheid ingevoerd,
maar de Commissie is haar
verbintenis aangaande de milieu-
verantwoordelijkheid niet
nagekomen. Sedert 23 juli
jongstleden zegt een aanbeveling
van de Europese Commissie
echter dat de lidstaten nationale
maatregelen kunnen nemen om
regels op te stellen over de
aansprakelijkheid indien er
gewassen worden besmet of het
milieu schade ondervindt en om te
verklaren dat bepaalde
landbouwvelden van hun
grondgebied GGO-vrij zijn.

De vorige Landbouwraad vond op
27 september jongstleden plaats.

Kunt u mij zeggen hoe de
bevoegdheden hieromtrent bij de
federale regering zijn verdeeld en
hoe de coördinatie met de
gewestelijke overheden is
georganiseerd?

Welk standpunt heeft België
tijdens de landbouwraad van 27
september ingenomen over de
opheffing van het GGO-
moratorium, de oprichting van een
objectief aansprakelijkheids-
mechanisme in geval van niet-
doelbewuste verspreiding door
genetisch gemodificeerde teelten
en de mogelijkheid om GGO-vrije
landbouwvelden aan te leggen?
Hoe denkt u de GGO-vrije
landbouwvelden te bepalen?
Welke budgetten worden
vrijgemaakt om de aanwezigheid
van GGO's in voedingsmiddelen
voor menselijke en dierlijke
consumptie te controleren? Staat
u achter de vraag van
Belgobiotech om een ethisch
advies op te stellen voor
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
aanvragen om GGO's te testen en
in de handel te brengen? Werden
er voorlopige maatregelen
genomen in verband met de
objectieve aansprakelijkheid tot er
een dergelijk mechanisme op
Europees niveau bestaat.

Het Europese voorzitterschap, ten
slotte, overweegt voor de
biologische gewassen een
drempelwaarde voor een
mogelijke besmetting met GGO's
in te voeren. Die norm ­ die
tussen 0 en 1 % zou moeten
liggen ­ moet echter uitgaan van
het Permanent Comité voor de
biologische landbouw. Welk
standpunt zal de regering
verdedigen?
01.02 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, en ce qui
concerne la répartition des compétences en matière d'OGM, ce sont
mes collègues en charge de la Santé publique et de l'Environnement
qui ont la responsabilité en ce qui concerne leurs matières
respectives. Les ministres régionaux de l'Agriculture ont la
responsabilité en ce qui concerne les modes de production; à titre
d'exemple, la problématique de la coexistence et des risques liés à
cette coexistence sont de compétence régionale.

En ce qui me concerne, en tant que porte-parole de la Belgique au
Conseil européen des ministres de l'Agriculture, je veille bien
évidemment à ce que la concertation ait réellement lieu entre les
différents ministres et les différents niveaux de pouvoir concernés.
La coordination est organisée au sein du SPF Affaires étrangères ­
notamment les réunions P11 ­ tel que prévu par l'accord de
coopération du 8 mars 1994 entre l'Etat fédéral, les Communautés et
les Régions.

Par ailleurs, je convoque autant que faire se peut une conférence
interministérielle avant chaque Conseil européen des ministres de
l'Agriculture. Bien que la composition de cette conférence ne soit pas
encore fixée de manière définitive pour cette législature, j'y invite
évidemment mes collègues régionaux compétents pour l'Agriculture,
y compris le ministre bruxellois, mes collègues de la Santé publique
et de l'Economie.

En ce qui concerne le Conseil européen des ministres de l'Agriculture
du 29 septembre, la présidence italienne a souhaité aborder la
problématique de la coexistence en matière d'OGM mais également
en matière de contamination. Ce chapitre a été abordé sous forme
de quatre questions, la question spécifique de la levée de moratoire
n'a pas été abordée.

Comme vous le soulignez dans votre question, il faut savoir que la
transposition en droit belge de la directive relative à la dissémination
n'est pas encore acquise.
01.02 Minister Sabine Laruelle:
Mijn collega's bevoegd voor
Volksgezondheid en Leefmilieu
zijn, elk voor wat hun terrein
betreft, bevoegd voor de GGO's.
De gewestministers van
Landbouw zijn bevoegd voor de
productiemethodes en het naast
elkaar bestaan van verschillende
soorten gewassen; ikzelf ben
verantwoordelijk voor het overleg
tussen de verschillende ministers
en beleidsniveaus, waarbij de
FOD Buitenlandse Zaken een
coördinerende taak op zich neemt.

Voor elke vergadering van de
Raad van de ministers van
Landbouw beleg ik overigens een
vergadering van de
interministeriële conferentie
inzake landbouwbeleid.

Het Italiaanse voorzitterschap
heeft de besprekingen van de
Raad van ministers van Landbouw
van 29 september georganiseerd
rond vier vragen.

De Belgische delegatie heeft er
eerst en vooral aan herinnerd dat
zij vragende partij is om een
kaderregeling op Europees niveau
aan te nemen.

In antwoord op de eerste vraag,
betreffende het vastleggen van
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
J'en viens à la réponse de la délégation belge à ces quatre
questions. Nous avons avant tout voulu réinterpeller la Commission
sur notre demande d'adoption par la Commission d'une
réglementation-cadre au niveau communautaire. Par exemple, les
lignes directrices en matière de coexistence ne nous semblent pas
répondre à nos préoccupations. Cette réglementation-cadre
permettrait justement d'établir les objectifs et les principes de base
en ce qui concerne la coexistence entre cultures OGM éventuelles et
cultures conventionnelles et, bien évidemment, une agriculture
biologique. En outre, elle assurerait un certain degré d'harmonisation
entre Etats membres et permettrait également de répondre à un
certain nombre de problèmes de distorsion de concurrence.

J'en viens aux quatre questions. La première portait sur les mesures
assurant la coexistence. Doivent-elles inclure des zones
géographiques particulières et, dans ce cas, permettre la définition
de zones sans OGM?

La Belgique pense que l'adoption de mesures afin d'assurer la
coexistence doit pouvoir inclure la définition de zones sans OGM,
que cette définition ne devrait pas être considérée comme une
infraction au principe de la libre circulation de marchandises et que,
par ailleurs, les critères et les modalités permettant de définir ces
zones devraient être précisés. Sous-entendu, la position prise par
l'Autriche ne rentre pas dans notre réponse. Nous souhaitons des
critères et des modalités avant de définir des zones sans OGM.

En ce qui concerne la seconde question au sujet du seuil de
tolérance pour la contamination des semences par des semences
OGM, la Belgique pense que la définition de ce seuil est évidemment
liée au problème de la coexistence et que les seuils doivent être
reconsidérés dans ce débat en complément de l'analyse technique
réalisée au niveau du comité permanent des semences. En ce qui
concerne le seuil, la Belgique soutient la définition rapide de seuils
de contamination les plus bas possibles, parce que ces semences
constituent évidemment le point de départ pour la contamination
éventuelle de la filière. On ne s'est pas positionné sur un seuil mais
on a demandé la définition rapide d'un seuil le plus bas.

La troisième question portait sur le seuil de tolérance pour la
présence d'OGM dans l'agriculture biologique. La Belgique soutient
la définition de seuils les plus bas possibles dans les semences
destinées à l'agriculture biologique. On défend bien évidemment le
concept de l'agriculture biologique qui est de ne pas utiliser d'OGM.
La Belgique a demandé à la Commission d'ouvrir le débat sur le seuil
de contamination des produits finis au sein du comité permanent sur
l'agriculture biologique. Ça nous semblait être le lieu le plus adéquat.
Au stade actuel de réflexion, la Belgique pense qu'un seuil uniforme
à celui pour les produits issus de l'agriculture conventionnelle, soit
actuellement la présence accidentelle et techniquement inévitable de
0,9 % d'OGM, permettrait la définition de mesures de gestion
identiques pour les agricultures biologiques et conventionnelles.

En qui concerne la quatrième question, est-il nécessaire d'établir des
règles en matière de responsabilité dans le cas de contaminations
par des cultures OGM?

La Belgique, et cela rejoint notre préambule bien évidemment,
zones zonder GGO's, meent
België dat er niet alleen
maatregelen dienen te worden
getroffen om de coëxistentie te
verzekeren, maar evenzeer om
zones zonder GGO's te bepalen.
De criteria voor en de modaliteiten
van deze bepaling dienen duidelijk
te worden omschreven.

De tweede vraag die de Raad zich
stelde, was of de
tolerantiedrempels voor de
besmetting van zaden door GGO-
zaden dienen te worden herzien.
Voor België staat de bepaling van
tolerantiedrempels in verband met
het probleem van de coëxistentie.
De herziening van deze drempels
dient dan ook te worden
beschouwd als aanvulling op de
technische analyse van het
Permanent Comité voor
Teeltmateriaal.

Wat uw derde vraag betreft, de
vraag of er een zekere tolerantie
moet zijn met betrekking tot de
aanwezigheid van GGO's in de
biologische landbouw, roept
België de Commissie op het debat
over de drempelwaarden voor de
contaminatie van eindproducten
aan te gaan binnen de
Permanente Raad voor de
Biologische Landbouw. Ons land
stelt voor dezelfde drempelwaarde
te hanteren als voor de
conventionele landbouw, namelijk
0,9%.

Moet er een Europese
aansprakelijkheidsregeling komen
in geval van contaminatie met
GGO's? België is voorstander van
een harmonisatie op Europees
niveau.

De afbakening van GGO-vrije
zones is in België een
gewestelijke bevoegdheid.

Wat de vergunningen voor
doelbewuste introductie betreft,
moet het onderzoek naar GGO's
in een serene sfeer hervat en
verdiept kunnen worden, op grond
van duidelijke en coherente
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
soutient l'harmonisation communautaire en matière de responsabilité
en cas de contamination de cultures conventionnelles. Pour
déterminer en Belgique des territoires sans OGM, le plus cohérent
serait de se référer à la réponse qui est de dire "oui" si on a des
critères, des modalités. Comme je vous le disais en préambule, la
gestion de la production et de la co-existence étant de la compétence
des régions, il reviendra aux régions de mettre en oeuvre des zones
sans ou avec OGM.

Le contrôle de la présence d'OGM dans les denrées alimentaires et
les aliments pour animaux relève de mon collègue de la Santé
publique. Je ne suis pas à même de vous donner les budgets qui
seront dévolus à ces contrôles.

Ma position concernant les autorisations pour la dissémination
volontaire est de dire qu'il faut absolument pouvoir recréer un climat
serein, pouvoir travailler sur base de dispositions réglementaires
claires et transparentes. Il est aussi urgent que nos connaissances
scientifiques en matière de dissémination en milieux non-confinés
soient étoffées. On nous demande de mettre en place des mesures
de co-existence alors qu'on ne veut pas, par contre, que l'on fasse de
la recherche scientifique sur les OGM. Pour ma part, je trouve qu'il
faudrait absolument réinvestir dans la recherche, notamment la
recherche publique.

En ce qui concerne la transposition de la directive, je confirme qu'elle
n'est pas encore transposée en droit belge. Pour la question sur les
biotechnologies et l'éthique, cette directive prévoit notamment la
possibilité de consulter, au niveau européen, un comité instauré par
la commission sur les implications éthiques des biotechnologies et
sur les questions éthiques de nature générale. Cette approche
pourrait être suivie au niveau belge mais ce n'est pas dans mes
compétences de dire s'il faut le faire ou pas.

Par contre, une réflexion générale en matière d'éthique dans les
biotechnologies a bien évidemment sa place dans le cadre d'un
débat plus général sur les biotechnologies qui ne doit pas se limiter
aux seuls aspects scientifiques et techniques.

En ce qui concerne la responsabilité objective, qui est un élément
capital en matière de coexistence, il faut bien évidemment que le
consommateur ait le libre choix - ce qui est fait grâce à la traçabilité
et l'étiquetage. Mais il faut aussi que les producteurs aient le libre
choix de leur mode de production ­ qu'il soit conventionnel,
biologique ou OGM. Les règles de coexistence sont donc
extrêmement importantes. C'est d'ailleurs pourquoi la délégation
belge a fortement insisté auprès de la commission pour que ces
dispositions soient prises à l'échelle européenne, et non pas avec
trop de subsidiarité, comme c'est le cas pour l'instant.

Dans l'attente de telles mesures, une réflexion est actuellement
menée au niveau des Régions. On analyse les dispositions
existantes relatives à la responsabilité civile, les possibilités offertes
par le secteur des assurances notamment, et aussi l'éventualité
d'accords sur le long terme. Au niveau du Conseil, certains pays se
sont fortement prononcés pour la mise en oeuvre d'accords
volontaires, plutôt que d'une ligne plus dure en matière de
coexistence.
reglementaire bepalingen. België
moet de Europese richtlijn
betreffende de doelbewuste
introductie van GGO's dan ook
ten spoedigste in nationaal recht
omzetten. Het Comité voor bio-
ethiek of een ander
gespecialiseerd orgaan zou
adviezen kunnen uitbrengen om
het onderzoek in een duidelijk
kader in te passen.

Ten slotte heeft de Belgische
delegatie er bij de Commissie op
aangedrongen dat maatregelen
zouden worden getroffen op het
stuk van de objectieve
aansprakelijkheid: alle produ-
centen moeten een weloverwogen
keuze kunnen maken. Intussen
moet men zich in België verder
beraden over de maatregelen met
betrekking tot de burgerlijke
aansprakelijkheid, de verzeke-
ringen en het sluiten van vrijwillige
akkoorden.
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

En ce qui concerne les seuils pour l'agriculture biologique, j'ai déjà
répondu via les questions posées par la présidence italienne.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, je vous
remercie pour cette réponse.

Une date a-t-elle été fixée au niveau européen pour apporter une
réponse au problème de la responsabilité? C'est ma première
question. Ensuite, je comprends assez difficilement votre propos.
Vous me dites que, pour les cultures bio et les semences, le seuil de
présence doit être le plus bas possible étant donné que le principe
est, en ce cas, "zéro OGM". Mais, dans les denrées alimentaires qui
sont produites à partir de cultures OGM, vous avez défendu le même
taux de présence acceptable que pour les denrées non-bio. Je me
demande s'il n'y a pas une contradiction. En effet, ces aliments-là ne
peuvent être composés que de produits bio. Donc, si l'on retrouve un
pourcentage de 0,9% par exemple, cela veut dire qu'il y a un
problème dans les cultures et ce n'est dès lors pas très compatible
avec une culture qui doit avoir un seuil normalement nul.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Mag men verwachten dat op
Europees niveau een datum wordt
vastgesteld voor een debat over
de aansprakelijkheids-
mechanismen?

Hoe komt het dat België een
identiek contaminatiepeil
verdedigt voor afgewerkte
producten uit de conventionele
landbouw en voor producten uit de
biologische landbouw, terwijl
laatstgenoemde geen GGO's
zouden mogen bevatten?
01.04 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, il faut
considérer la réponse sous un angle pragmatique. Pour les
semences, on a demandé le seuil le plus bas possible, mais on n'a
pas dit que c'était zéro. Il serait donc illusoire de croire que pour les
produits finis ce seuil pourrait être de zéro.

Nous avons clairement indiqué dans notre réponse qu'au stade
actuel de la réflexion, le même niveau dans les produits finis entre
les différents types de production serait le plus adéquat.

Avant de dire que ce seuil de 0,9% nous semblait adéquat, nous
avons aussi demandé à la Commission d'ouvrir, au sein du comité
permanent pour l'agriculture biologique, le débat sur les seuils de
contamination des produits finis. Comme cette réflexion n'a pas
encore été menée au sein de ce comité, nous avons estimé, dans un
esprit pragmatique, que le même seuil serait judicieux. Mais je
répète qu'il faudrait mener la réflexion au niveau du comité de
permanence.

A mon avis, il ne faut pas attendre dans l'immédiat des débats sur la
problématique des responsabilités puisque dans les lignes directrices
de la Commission européenne, en matière de responsabilité, il est
fait appel au principe de subsidiarité. Fait surprenant, si l'on
considère les quinze pays actuellement membres ­ tous les dix pays
en voie d'adhésion n'ayant pas répondu, ma vision ne peut donc pas
être aussi claire pour ces derniers - aucun n'a répondu la même
chose aux quatre questions. Les réponses à certaines questions
étaient les mêmes, mais aucun pays n'adopte la même position par
rapport aux quatre questions. Il est excessivement difficile d'essayer
d'aboutir à un compromis au niveau européen quand personne n'est
d'accord sur aucune question.

En ce qui concerne la responsabilité, les positions étaient
relativement divergentes. Certains pays comme la Belgique
demandaient une harmonisation européenne. D'autres ont fait savoir
clairement qu'il n'était pas question que la Commission impose ses
règles, en disant qu'ils travailleraient chacun à leur niveau soit par le
01.04 Minister Sabine Laruelle:
Voor de zaaizaden hebben we de
laagst mogelijke drempelwaarde
gevraagd. Als die drempelwaarde
niet nul is kan dit bijgevolg ook
niet gelden voor de afgewerkte
producten. Een peil van 0,9% leek
ons het meest geschikt.

Een debat over de
verantwoordelijkheid kan nog
even uitblijven. De Europese
Commissie wenst immers dat het
subsidiariteitsbeginsel in deze
aangelegenheid wordt toegepast.
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
biais de législations, soit par le biais d'accords volontaires. IIs ne
veulent absolument pas que la Commission fixe des règles plus
claires en la matière.

Cette ligne directrice fera l'objet d'une évaluation, au plus tard dans
deux ans.

Maintenant, il appartient à la Belgique et en tout cas aux deux
Régions ­leur approche ne doit pas forcément être la même- de
définir la problématique de leur coexistence et donc de la
responsabilité qui est une notion excessivement importante pour les
uns et les autres.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Interpellation de M. Joseph Arens à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur
"l'intervention du fonds des calamités agricoles suite aux dégâts causés par les scolytes" (n° 42)
02 Interpellatie van de heer Joseph Arens tot de minister van Middenstand en Landbouw over "de
tegemoetkoming van het landbouwrampenfonds ten gevolge van de door de spintkevers
aangerichte schade" (nr. 42)

Le président: Vous allez tout de même nous expliquer ce que sont les scolytes, monsieur Arens. Vous
n'en avez pas non plus apporté un exemplaire?
02.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, en séance plénière,
je ramènerai un piège à scolytes, et j'essaierai d'en trouver quelques-
uns.

Le président : Vous en avez déjà vu ?
02.02 Josy Arens (cdH): Bien sûr, nous en attrapons dans des
pièges et nous les euthanasions.

Monsieur le président, madame la ministre, j'ai déjà interrogé à
plusieurs reprises le gouvernement sur le dossier relatif à
l'indemnisation des communes et des privés suite aux dégâts causés
à nos forêts par les scolytes. En décembre 2002, Mme Annemie
Neyts, qui vous précédait, me répondait que le conseil d'Etat devait
donner son avis et se prononcer sur le caractère soit agricole, soit
public, de la calamité. La ministre ajoutait qu'elle allait demander à
l'administration de préparer un amendement au dossier, afin que les
tranches d'indemnisation soient les mêmes qu'en cas de calamité
publique et que le plafond puisse atteindre, de cette façon, 114.200
euros, au lieu de 62.600 euros.

Je rappelle que les montants alloués aux communes qui subissent un
préjudice financier suite aux dégâts causés par la présence des
scolytes sont, dans toutes les hypothèses, très largement inférieurs
aux pertes réelles subies. Ainsi, par exemple, pour la commune de
Bertrix, cela représentera 5% en cas de doublement du plafond ;
pour celle de Bouillon, 2% ; pour celle de Chiny, 3%. Ce sont donc
de montants maximum, conformément au plafond des pertes
réellement subies par ces différentes communes suite aux attaques
des scolytes. Les mécanismes de tranches et de plafonds jouent
finalement en défaveur des préjudices élevés et donc, des
propriétaires publics que sont les communes, puisque ce sont surtout
02.02 Joseph Arens (cdH): In
december 2002 vertelde minister
Neyts mij dat de Raad van State
zich diende uit te spreken over de
vraag of de door de spintkever in
onze bossen aangerichte schade
als landbouwramp dan wel als
algemene ramp erkend diende te
worden. De minister zou tevens
de administratie vragen een
besluit voor te bereiden om ervoor
te zorgen dat de
schadevergoeding even hoog zou
liggen als bij een algemene ramp
en opgetrokken zou worden van
62.600 tot 114.200, wat nog
altijd een stuk onder het
schadebedrag ligt.

Heeft de regering inmiddels het
advies van de Raad van Staten
ontvangen? Hoe luidt dat advies?

Wat zegt de Europese Unie?

Is u van plan een besluit uit te
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
celles-ci qui sont visées par l'opération.

Mon interpellation concerne les éléments suivants; je vais poser 5
questions:

1. L'avis du Conseil d'Etat est-il en possession du gouvernement?
Que dit cet avis: calamité agricole ou calamité publique?

2. Je sais aussi qu'était attendu l'avis de l'Union européenne. L'avez-
vous, et en ce cas, quel est-il?

3. Envisagez-vous comme l'envisageait Mme Neyts, ministre de
l'époque, de relever le plafond du montant de ces indemnisations?

4. L'administration qui devait déjà, depuis décembre 2002, préparer
un arrêté pour modifier ces plafonds a-t-il préparé cet arrêté?

5. Quand nos communes pourront-elles inscrire le montant de ces
indemnisations à leur budget?

Je rappelle que j'avais déposé, il y a quelques mois, sous la
précédente législature, une motion de recommandation, qui n'est pas
une motion de méfiance, rassurez-vous, et que l'assemblée plénière
avait adopté ma motion de recommandation pour demander que les
communes visées soient indemnisées. En effet, cela nous a été
promis par le ministre de l'Intérieur de l'époque à grand renfort
médiatique. Or, aujourd'hui, un an et demi plus tard, nous n'avons
toujours rien vu venir.

Mes questions étant claires, monsieur le président, madame la
ministre, j'attends maintenant de votre part des réponses on ne peut
plus précises et favorables.
vaardigen om het maximale
bedrag van de schadeloosstelling
op te trekken? Heeft de
administratie al een tekst in die
zin voorbereid?

Wanneer zullen de gemeenten die
eigenaar zijn van de bossen
waarin schade werd aangericht,
de schadevergoeding op hun
begroting kunnen inschrijven?

De motie van aanbeveling die ik
in de huidige zittingsperiode na
een interpellatie over hetzelfde
onderwerp indiende werd door de
Kamer aangenomen. De minister
van Binnenlandse Zaken deed
een aantal beloftes. Maar er is
nog steeds niets van in huis
gekomen.
02.03 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, monsieur le
député, en ce qui concerne la première question, je puis vous
répondre que le conseil d'Etat a, en tout cas, considéré la demande
d'avis comme irrecevable, car le projet d'arrêté royal considérant
comme une calamité agricole les dégâts causés aux hêtres par les
scolytes, ne correspond pas à la définition du projet d'arrêté
réglementaire (je cite): "Est considéré comme réglementaire au sens
de l'article 3 § 1
er
alinéa 1
er
des lois coordonnées sur le Conseil
d'Etat un arrêté qui formule une règle de droit et qui a une portée
générale, à savoir qu'il règle de manière abstraite une situation
susceptible de se reproduire dans un nombre indéterminé de cas".
Par conséquent, il ne s'est pas prononcé sur le caractère agricole ou
public de la calamité.

Par rapport à votre deuxième question, je puis vous communiquer
une information plus positive, car la Commission européenne a
rendu un avis positif à propos du projet d'arrêté royal. Dès lors, je
vous informe que j'ai signé l'arrêté royal en question et qu'il est
actuellement soumis à la signature du chef d'Etat. En outre, l'arrêté
ministériel relatif aux modalités d'exécution a été soumis à la
concertation des gouvernements régionaux et de l'autorité fédérale. Il
a également été approuvé et signé. Il devrait être publié au Moniteur
belge tout comme l'arrêté royal dès que celui-ci aura été signé par le
Roi.
02.03 Minister Sabine Laruelle:
Wat de eerste vraag betreft, de
Raad van State heeft de vraag
onontvankelijk verklaard omdat
het ontwerp van koninklijk besluit
waarbij de schade veroorzaakt
aan de beuken door de spintkever
als een landbouwramp wordt
beschouwd niet aan de definitie
van een ontwerp van reglementair
besluit beantwoordt. De Raad
heeft dus geen uitspraak gedaan
over de aard ­ landbouwramp of
algemene ramp - van de ramp.

Wat de tweede vraag betreft, de
Europese Commissie heeft een
gunstig advies inzake het ontwerp
van koninklijk besluit uitgebracht.
Ik heb het koninklijk besluit
ondertekend en het is thans ter
ondertekening aan het Staats-
hoofd voorgelegd. Bovendien is
het ministerieel besluit dat de
uitvoerings-modaliteiten bepaalt
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
En ce qui concerne le plafond des indemnisations, l'administration a
bien préparé un projet d'arrêté royal prévoyant de relever le plafond
du montant des indemnisations et, en fait, de l'aligner sur celui
applicable aux calamités publiques. Mais l'inspecteur des Finances a
rendu un avis négatif compte tenu de la situation financière du Fonds
des calamités.

Voilà, monsieur le député, la situation au jour d'aujourd'hui.
ter overleg aan de gewest-
regeringen en de federale
regering overgemaakt. Tot slot
heeft de administratie een ontwerp
van koninklijk besluit voorbereid
dat voorziet in het optrekken van
het grensbedrag der
schadevergoe-dingen om het af te
stemmen op dat van de algemene
rampen. Gelet op de financiële
toestand van het Rampenfonds
heeft de inspecteur van Financiën
echter een negatief advies
gegeven.
Le président: Chers collègues, permettez-moi de faire une petite
remarque! Lorsqu'un ministre a signé un arrêté royal, il ne lui
appartient pas de le dire en public. Ainsi, si le Roi refusait de le
signer, cela signifierait qu'il témoigne d'un point de vue plutôt
politique ou en tout cas d'un point dans la matière. Donc, je me
demande si, suivant l'ancienne déontologie, votre information a été
complète sur ce point, madame la ministre, et nous vous en
remercions. Néanmoins, une petite question subsiste à cet égard.
De voorzitter: Ik meen dat er een
probleem is vanuit de "oude"
deontologie. Het feit dat een
minister een besluit heeft
ondertekend mag niet openbaar
worden gemaakt. Als de Koning
achteraf zou weigeren het te
ondertekenen zou dat immers een
politieke daad zijn.
02.04 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je peux
reformuler ma réponse en évitant le passage que vous venez
d'évoquer.
02.04 Minister Sabine Laruelle:
Mijnheer de voorzitter, ik kan mijn
antwoord opnieuw formuleren,
zonder de gewraakte passage.
02.05 Josy Arens (cdH): Je vous remercie, madame la ministre,
pour l'information complète que vous avez donnée. Contrairement au
président, j'apprécie lorsque l'information est complète.

Si j'ai bien compris, c'est globalement positif puisque vous avez
signé l'arrêté.
02.05 Joseph Arens (cdH): Ik
dank u voor uw volledig antwoord.
Moet ik daaruit afleiden dat het
resultaat positief is?
02.06 Sabine Laruelle, ministre: Il y a des choses positives et
d'autres négatives. Deux éléments sont négatifs: d'une part, le fait
que le conseil d'Etat ait jugé la demande sur le caractère public ou
agricole irrecevable sans s'être prononcé là-dessus et, d'autre part,
l'absence de relèvement étant donné que l'inspecteur des Finances
ne s'est pas positionné en raison de la situation budgétaire du Fonds
des calamités.

Cependant, deux éléments positifs existent également: d'une part,
l'avis positif de la Commission européenne et, d'autre part,
l'avancement du dossier en ce qui concerne son traitement.
02.06 Minister Sabine Laruelle:
Er zijn twee negatieve en twee
positieve punten. De negatieve
punten zijn dat de Raad van State
het verzoek onontvankelijk heeft
verklaard en dat de Inspecteur
van Financiën een ongunstig
advies over het optrekken van het
grensbedrag heeft uitgebracht. De
positieve punten zijn dat het
advies van de Europese
Commissie gunstig is en dat er
schot komt in de behandeling van
het dossier.
02.07 Josy Arens (cdH): L'avis de l'inspecteur des Finances étant
un avis parmi d'autres, j'estime que vous pouvez, comme la ministre
qui vous a précédée, faire des progrès au niveau du plafond de
l'indemnisation puisque, je le répète, celui-ci représente 3-4% dans
certaines communes. Le montant doit être relevé vu l'importance des
02.07 Joeph Arens (cdH): Het
advies van Financiën is maar een
advies. U kan verder gaan, met
name wat het grensbedrag betreft.
In sommige gemeenten is dat
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
dégâts et l'indemnisation réduite que vous proposez.

Vous avez également l'avis favorable de l'Union européenne qui est
très important. Dès lors, nous pouvons dire que, dans quelques
semaines, nous serons informés de la possibilité d'inscrire à nos
budgets communaux 2004 les montants prévus par cette
indemnisation.
goed voor 3-4%, wat veel is. Het
gunstig advies van de Europese
Unie is zeer belangrijk. Kunnen wij
stellen dat wij over enkele weken
zullen worden geïnformeerd over
de mogelijkheid of wij de
bedragen van die
schadeloosstelling in onze
gemeentebegrotingen van 2004
kunnen opnemen?
02.08 Sabine Laruelle, ministre: J'ignore la rapidité d'avancement
du dossier. Cependant, je fais tout ce qui est en mon pouvoir pour
qu'il soit terminé le plus rapidement possible.
02.08 Minister Sabine Laruelle:
Ik kan niet vooruitlopen op de
voortgang van het dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Josy Arens à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le cumul
entre une pension d'indépendant et les revenus d'une activité autorisée" (n° 292)
03 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
cumulatie van een pensioen van zelfstandige met een toegestane activiteit" (nr. 292)
03.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, le 28 juin 2002, le ministre des Pensions a annoncé, par
communiqué de presse et en réponse à des questions au parlement,
que le régime du travail autorisé pour les pensionnés allait être
assoupli avec effet au 1
er
janvier 2002.

La mesure principale était une augmentation substantielle de 50% du
montant autorisé pour certains pensionnés. Mais ce n'est qu'en fin
d'année que l'arrêté royal exécutant la réforme du travail autorisé a
été adopté et publié. Il s'agit de l'arrêté royal du 14 novembre 2002
publié au Moniteur belge, le 27 novembre 2002.

Les caisses d'assurance sociale ont réclamé à certains indépendants,
notamment aux agriculteurs âgés de 66 ans qui souhaitent bénéficier
de cette mesure augmentant ces plafonds, des suppléments de
cotisation sociale et ce au motif que le calcul des cotisations est fait
sur la base des revenus de la troisième année qui précède,
réévalués au montant correspondant à la limite autorisée. Dès lors,
toute augmentation des plafonds entraîne une augmentation des
revenus, ce qui est logique.

Mes questions sont les suivantes:

1. Ne peut-il être renoncé à la réclamation de ces suppléments qui se
révèle être un effet pervers de l'augmentation des plafonds de
rémunération pour les activités autorisées?

2. N'y a-t-il pas de risque qu'en matière d'impôt sur les revenus
d'autres effets pervers se manifestent, notamment en raison du fait
que ces travailleurs indépendants pensionnés ont procédé à des
versements anticipés moindres?

Cette situation demande à être clarifiée. Différentes caisses
d'assurance sociale m'ont d'ailleurs fait parvenir des documents
03.01 Joseph Arens (cdH): De
minister van Pensioenen kondigde
op 28 juni 2002 een versoepeling
aan van de cumulatie tussen
pensioen en inkomen uit arbeid,
met terugwerkende kracht op 1
januari 2002. De meest in het oog
springende maatregel was dat
voor bepaalde gepensioneerden
het toegelaten bedrag met 50 %
werd opgetrokken. Het koninklijk
besluit werd echter pas eind 2002
gepubliceerd en bepaalde
zelfstandigen, onder meer
landbouwers van 66 jaar, werd
gevraagd aanvullende sociale
bijdragen te betalen.

Kan niet worden afgezien van de
invordering van die aanvullende
bijdragen, die een ongewenste
nevenwerking zijn van de
verhoging van het
inkomensplafond uit toegelaten
arbeid? Sommige sociale
verzekeraars lieten me weten dat
ze ­ tevergeefs - aanklopten bij de
FOD Sociale Zekerheid met de
vraag die bijkomende bedragen te
laten vallen. Dreigen ook op
fiscaal vlak geen ongewenste
gevolgen, aangezien die
gepensioneerde zelfstandigen
onvoldoende voorafbetalingen
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
selon lesquels, en raison de l'effet rétroactif de la nouvelle mesure,
elles étaient intervenues auprès du service public fédéral de sécurité
sociale afin qu'il soit renoncé à la réclamation de suppléments, mais
en vain puisqu'il n'y avait pas de directive en provenance du ministre
concerné.
deden?
03.02 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, je suis parfaitement consciente des inconvénients qui
découlent de l'entrée en vigueur, avec effet rétroactif ­ c'est bien de
cela dont il s'agit-, au 1
er
janvier 2002, des arrêtés royaux relatifs à
l'augmentation des montants de revenus autorisés pour les
pensionnés et qui n'ont été publiés qu'à la fin de l'année 2002, et
même en janvier 2003 pour le secteur public. En effet, pour l'année
2002, les pensionnés ont appris, au plus tôt en fin d'année, qu'ils
pouvaient recueillir un revenu sensiblement plus élevé sans perdre
leur droit à la pension. Il est évident que, pour l'année 2002, les
pensionnés n'ont, dès lors, généralement pas pu bénéficier de la
mesure.

En matière de cotisations sociales, mon administration a été tenue
d'informer les caisses d'assurance sociale des nouveaux montants
de revenus autorisés applicables à partir du 1
er
janvier 2002 pour le
plafonnement des revenus de référence en vertu de l'article 11 § 5
de l'arrêté royal n°38.

Les caisses ont dès lors pu procéder, au début de l'année 2003, à la
régularisation des cotisations de l'année 2002 pour certains
pensionnés. Qui sont-ils? Le problème se pose pour les pensionnés
qui avaient bénéficié du plafonnement de leurs revenus de référence
pour les cotisations 2002, en vertu de l'article 11 précité et sur la
base des limites autorisées applicables avant la parution de la note
aux caisses du 10 décembre 2002. Il s'agit donc en général de
pensionnés qui, n'étant pas en période de début d'activités en 2002,
ont recueilli, au cours de l'année de référence (1999 puisque l'on
retourne 3 ans en arrière), des revenus qui dépassent les montants
des anciennes limites autorisées, et ce parce qu'en règle générale ils
ne bénéficiaient pas encore d'une pension pendant cette année de
référence et ne devaient, dès lors, pas respecter de limite de travail
autorisé. Le nombre de cas devant faire l'objet de régularisation me
semble limité.

Par ailleurs, le problème se pose pour les cotisations de l'année
2002. En effet, les pensionnés concernés ne savaient pas encore en
cours d'année qu'ils allaient pouvoir gagner plus. Cependant, ils
voient leurs cotisations 2002 calculées sur un revenu plafonné à un
montant supérieur à la limite qu'ils ont effectivement respectée en
2002.

A partir de 2003; les choses sont évidemment différentes, les
pensionnés ayant connaissance des nouveaux montants de revenus
autorisés.

La perte n'est donc réelle que pour l'année 2002. Pour les autres
années, le supplément de cotisation pourra être compensé par le
supplément de revenus autorisé qui leur est désormais octroyé. Il est
incontestable que le relèvement des montants du travail autorisé
entraîne une augmentation du montant des cotisations lorsqu'il y a
plafonnement des revenus de référence. Il en a été ainsi chaque fois
03.02 Minister Sabine Laruelle:
De gevolgen van de laattijdige
publicatie zijn me bekend. De
gepensioneerden wisten niet voor
eind 2002 dat het bedrag van het
inkomen dat ze mogen cumuleren
met hun pensioen werd
opgetrokken. Mijn administratie
bracht de sociale verzekerings-
kassen op de hoogte van de
nieuwe maximumbedragen inzake
toegelaten arbeid die sinds 1
januari 2002 van toepassing zijn,
dit met het oog op de plafonnering
van het referentie-inkomen, in
toepassing van artikel 11§ 5 van
KB nr. 38. Begin 2003 konden de
kassen dus de bijdragen die
sommige gepensioneerden voor
2002 betaalden, regulariseren.

Voor de gepensioneerden die voor
2002 bijdragen betaalden op basis
van een geplafonneerd referentie-
inkomen, op basis van voornoemd
artikel 11 en rekening houdend
met de maximumbedragen van
toepassing voor 10 december
2002, datum waarop de nota aan
de verzekeringskassen werd
gepubliceerd, is er een probleem.
Het gaat doorgaans om
gepensioneerden die sinds
geruime tijd arbeidsprestaties
verrichten en die tijdens het
referentiejaar (1999, want men
gaat drie jaar terug) een hoger
inkomen hadden dan volgens de
vroegere grenzen toegelaten was.
Dat is meestal te wijten aan het
feit dat ze in het referentiejaar nog
geen pensioen genoten en dat de
maximumgrenzen dus niet van
toepassing waren. Het probleem
bestaat echter alleen voor 2002
en het aantal te regulariseren
dossiers is beperkt. Voor 2003
liggen de kaarten anders,
aangezien de extra bijdragen
worden gecompenseerd door een
hoger inkomen.
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
que les montants ont été augmentés. Ce qui est évidemment
contestable ici, c'est uniquement le caractère rétroactif des nouveaux
montants.

Je chargerai l'INASTI d'examiner avec la plus grande bienveillance
les demandes d'effacement de cotisations que les intéressés
souhaitent éventuellement introduire. On peut également conseiller
aux intéressés de demander la dispense de cotisations auprès de la
commission des dispenses de cotisations.

En ce qui concerne votre question sur l'impôt sur le revenu, je vous
renvoie à mon collègue Didier Reynders.
Het staat buiten kijf dat een
verhoging van de toegestane
activiteit aanleiding geeft tot een
verhoging van de bijdragen,
wanneer het referentie-inkomen
begrensd is. Dit gebeurde telkens
wanneer de bedragen werden
opgetrokken. In deze context is
het retroactieve bedrag
betwistbaar. Ik zal het RSVZ
opdragen zich welwillend op te
stellen bij het behandelen van de
aanvragen tot kwijtschelding van
bijdragen die de betrokkenen
eventueel zouden willen indienen.
Men kan de betrokkenen tevens
aanraden de Commissie voor
vrijstelling van bijdragen om een
vrijstelling van bijdragen te
verzoeken. Wat uw vraag over de
inkomstenbelasting betreft, verwijs
ik u naar mijn collega van
Financiën.
03.03 Josy Arens (cdH): Merci, madame la ministre. Si j'ai bien
compris, les indépendants concernés doivent introduire une
demande auprès de votre administration pour que soit effectivement
régularisée leur situation et qu'ils puissent profiter pour l'année 2002
de ce que prévoyait l'arrêté royal.
03.03 Joseph Arens (cdH): De
betrokkenen dienen dus zelf de
aanvraag tot kwijtschelding van
bijdragen te richten tot het RSVZ.
03.04 Sabine Laruelle, ministre: C'est bien cela. Évidemment, il
faut que les intéressés fassent une demande d'effacement de
cotisations. Je demanderai à l'INASTI d'analyser cela avec
bienveillance. On peut aussi demander la dispense de cotisation à la
commission des dispenses.
03.04 Minister Sabine Laruelle:
Inderdaad, het zijn de
betrokkenen die een aanvraag
dienen te doen.
03.05 Josy Arens (cdH): Cela me semble être une opération très
délicate pour régulariser une situation comme celle-ci qui n'est quand
même pas aussi importante que cela, soyons clairs. Toute la
procédure consistant à passer devant la commission des dispenses
me semble un peu lourde pour régulariser une telle situation. Je
compte sur vous pour que ces situations puissent être régularisées
« à l'amiable » puisqu'elles étaient couvertes par l'arrêté royal.
03.05 Joseph Arens (cdH):Een
dergelijke procedure, waarbij men
een aanvraag tot vrijstelling dient
te richten aan de Commissie voor
vrijstelling van bijdragen, lijkt mij
erg zwaar. De procedure zou zo
soepel mogelijk moeten kunnen
verlopen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
faillissementsverzekering" (nr. 305)
04 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur
"l'assurance faillite" (n° 305)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, de
faillissementsverzekering is tijdens de legislatuur van 1995-1999 in
werking getreden. De modaliteiten om hierop beroep te doen waren
echter nogal moeilijk toegankelijk en daarom werden deze
04.01 Trees Pieters (CD&V):
L'assurance faillite existe depuis
1999 déjà mais s'est révélée d'un
accès trop difficile. Entre-temps,
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
modaliteiten tijdens de vorige legislatuur versoepeld. Het budget
werd echter niet aangepast. In 1995 bedroeg het budget zowat 190
miljoen Belgische frank. Dit bedrag werd tijdens de voorbije
legislatuur niet aangepast. Wij stellen nochtans een drastische
verhoging van het aantal faillissementen vast. Eind september 2003
steeg het aantal faillissementen met 6,5% in vergelijking met vorig
jaar. In een armoedestudie bij zelfstandigen worden een aantal
schrijnende resultaten aangetoond. Ongeveer een derde van de
zelfstandigen zou onder de armoedegrens leven. Eerder onderzoek
toonde reeds aan dat vooral actieve zelfstandigen door ziekte of
faillissement hiervan het slachtoffer zijn. Zij vormen een zeer
kwetsbare groep.

Mijn vraag hierover is tweeledig. Hoeveel aanvragen tot
faillissementsverzekering werden er ingediend sedert de nieuwe
regeling van toepassing is? Hoe is de vergelijking percentsgewijs met
het verleden? Welk budget wordt daarvoor uitgetrokken? Is dit
budget toereikend of moet het worden aangepast?
une étude a démontré qu'un
indépendant sur trois vit sous le
seuil de pauvreté. Il y a quelques
mois, des assouplissements ont
été apportés à l'assurance faillite.
Combien de demandes ont-elles
déjà été introduites? Ce
pourcentage est-il sensiblement
plus élevé que par le passé? Le
budget dégagé à cet effet est-il
suffisant?
04.02 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en vertu de l'arrêté du 7 avril 1995, les indépendants faillis
peuvent profiter, sous certaines conditions, d'une assurance
continuée sans paiement de cotisation pendant un maximum de
quatre trimestres. Cette assurance leur ouvrait des droits en matières
de pension, soins de santé, assurances, indemnités et allocations
familiales.

L'arrêté du 18 novembre 1996 a attribué aux indépendants faillis une
prestation de deux mois. Un arrêté du 14 janvier 1999 a étendu cette
prestation aux indépendants non commerçants. Une loi du 14 janvier
2002 a, elle, allongé la durée des prestations de deux à six mois et
l'arrêté royal du 7 septembre 2003 a rendu cette mesure
d'allongement de prestations à six mois applicable aux indépendants
non commerçants.

Les dernières statistiques dont je dispose concernent 2002. Elles font
état d'un montant total versé de 996.115,14 . Cette somme est
inférieure au crédit inscrit au budget. J'ai demandé à mon
administration d'enquêter sur les nouveaux chiffres 2003 en tenant
compte des mesures susmentionnées prises en septembre 2003.

Par ailleurs, j'ai pris connaissance avec intérêt du contenu de l'étude
"pauvreté" chez les indépendants et je partage bien évidemment
votre opinion: les indépendants actifs qui sont victimes d'une maladie
ou d'une faillite constituent de toute évidence un groupe très
vulnérable. Les conclusions de l'étude sont très préoccupantes. J'ai
pris bonne note des recommandations que l'étude a formulées et j'ai
chargé mes collaborateurs de mener une réflexion approfondie quant
à ce.

Pour en revenir à l'assurance faillite, je veux attirer votre attention
sur le fait que je projette une initiative d'information supplémentaire
tant à propos de l'assurance sociale des indépendants en cas de
faillite que sur les possibilités qu'offre cette assurance aux
indépendants.
04.02 Minister Sabine Laruelle:
Krachtens het besluit van 7 april
1995 kunnen zelfstandigen na een
faillissement onder bepaalde
voorwaarden een voortgezette
verzekering genieten. Bij de wet
van 14 januari 2002 werd de duur
van de prestaties verlengd. In
2002 werd in totaal 996.115,14
uitgekeerd; dat is minder dan het
op de begroting ingeschreven
krediet.

Mijn administratie onderzoekt de
nieuwe cijfers voor 2003.

Ik heb kennis genomen van de
studie over armoede bij
zelfstandigen. De conclusies van
die studie zijn zorgwekkend. Ik zal
een extra informatiecampagne op
touw zetten over de sociale
verzekering van de zelfstandigen
na een faillissement.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, eerst een
opmerking die niets te maken heeft met de inhoud van de vraag. De
04.03 Trees Pieters (CD&V):
J'ignore toujours si le budget est à
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
gewoonte in dit huis is dat de ministers tweetalig zijn en toch
minstens een inspanning doen om een collega met de andere
landstaal minimaal te woord te staan in zijn of haar taal. Ik verwacht
dan ook van de ministers van deze regering dat als zij het
Nederlands niet machtig zijn, zij het antwoord laten uitschrijven en
desnoods aflezen, maar ik wil toch dat de tweetaligheid ook in deze
legislatuur gerespecteerd wordt.

Dan nu mijn tweede opmerking ten gronde, mevrouw de minister, u
hebt het over 9.650. Is dit nu meer of minder dan in de vorige wet?
De vorige wet had geen enkel succes omdat hij niet toepasselijk was,
te streng, te weinig soepele modaliteiten kende. Men zou dit
verbeteren. Het aantal faillissementen is ondertussen heel sterk
toegenomen. U geeft mij cijfers van 2002, maar ik had graag een
vergelijkingspunt gezien met het cijfer van 1999 of van 2000, om na
te gaan of dit werkelijk door de nieuwe modaliteiten een verbeterde
operatie geworden is.

Als u mij zegt dat er een supplementaire informatie nodig is om de
gefailleerden aan te zetten beroep te doen op de
faillissementsverzekering, dan zitten we in het stadium van 1995-
1999. Toen stelden wij ook dat hierover beter moet gecommuniceerd
worden. Ik zou verondersteld hebben dat dit met het in voege treden
van de nieuwe faillissementsverzekering, waar de regering zoveel
tumult over gemaakt heeft de voorbije legislatuur, de redding was
voor een aantal zelfstandigen en dat men daar ook werk van zou
gemaakt hebben. Het verbaast mij dat dit nu nog moet gebeuren.
Essentieel is de vraag in welke procentuele verhouding de
toegankelijkheid nu verbeterd is.
présent plus important qu'avant la
modification de la loi. J'aurai
également aimé disposer d'une
comparaison avec la situation en
1999 et en 2000. Quel est le
pourcentage d'amélioration?

La ministre affirme que des efforts
doivent encore être fournis pour
communiquer l'information aux
personnes concernées. Je pensais
que cela avait été fait depuis
longtemps.
04.04 Minister Sabine Laruelle: Ik ga helemaal akkoord met uw
eerste opmerking en mijn volgende antwoord zal ook in het
Nederlands zijn als de vraag in het Nederlands gesteld wordt, maar ik
heb hier alleen het antwoord in het Frans. U moet mij hiervoor
verontschuldigen.

Ik zal aan mijn administratie een vergelijking vragen voor 1999,
2000, 2001, 2002 en misschien ook voor 2003.
04.04 Sabine Laruelle , ministre:
Je vais charger mon
administration d'effectuer la
comparaison avec les années
1999 et 2000.
04.05 Trees Pieters (CD&V): Ik heb ze ook niet gekregen. Ik wil
alleen het effect meten van de nieuwe faillissementsverzekering. Is
het nu zoveel beter dan in het verleden of niet? Dus u kunt mij daar
niet op antwoorden?
04.06 Minister Sabine Laruelle: Ik heb alleen het cijfer voor 2002 en
ik zal een vergelijking vragen aan mijn administratie. Het budget dat
gebruikt is, is niet heel hoog. Er is dus een probleem. We willen de
reglementering versoepelen van twee tot zes maanden, maar
misschien is dat nog niet voldoende. Een van de problemen
waarover u sprak is het feit dat de informatie de KMO's niet bereikt.
04.07 Trees Pieters (CD&V): Ik vraag die vergelijkingspunten want
zonder die kunnen we nergens over praten. Ik vraag mij af hoe dat
mij of de commissie zal bereiken. Zult u het opsturen naar het
secretariaat van de commissie of stuurt u het naar mij?

(Het geluid van een GSM weerklinkt)
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
(Une sonnerie de GSM retentit)
04.08 Minister Sabine Laruelle: We kunnen de voorzitter de
vergelijking bezorgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mag ik alle collega's, ook de medewerkers van de ministers, vragen om als de commissie
zetelt uw gsm af te zetten. Ik meen te weten dat dit een ongelooflijk moeilijk te verdragen lawaai geeft in
de koptelefoons van de tolken en ander personeel. Ik vergeet het ook geregeld, maar sta mij toe daarop
aan te dringen. Dat kan de goede gang van zaken in de commissie alleen ten goede komen.
05 Questions jointes de
- M. Josy Arens à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le préjudice encouru
par le monde agricole en raison de la canicule de cet été" (n° 444)
- Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "les effets de la
sécheresse sur l'agriculture" (n° 450)
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Josy Arens aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de schade in de
landbouwsector ten gevolge van de zomerhitte" (nr. 444)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de impact van de
droogte op de landbouw" (nr. 450)
05.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, si vous êtes
d'accord, je souhaite utiliser la langue luxembourgeoise pour poser
ma question.
05.02 Sabine Laruelle, ministre: (...)
05.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, je serais d'accord que
vous répondiez en français! Je suis très tolérant, monsieur le
président, j'accepte une réponse en français!

Monsieur le président, madame la ministre, avec une certaine
insistance, des experts évaluent, pour le monde agricole, les
répercussions de la canicule de cet été à hauteur de 130 millions
d'euros. Or, d'après les articles que j'ai pu lire ces derniers jours dans
divers journaux, le gouvernement a déjà estimé que ce coût était
surévalué et ne juge pas opportun, du moins pour l'instant, de
considérer comme calamité agricole les préjudices encourus.

Premièrement, sur quelle base la ministre de l'Agriculture peut-elle
estimer que le montant du préjudice n'est pas de 130 millions
d'euros, étant donné qu'elle ne dispose pas encore des évaluations
provinciales des dégâts constatés? La ministre disposerait-elle, pour
fonder son jugement, d'autres études? Si oui, lesquelles et quelles en
sont les conclusions? Quels secteurs pourraient être les plus
touchés? A quelle hauteur? Certaines régions pourraient-elles être
davantage concernées par ces préjudices? Si oui, lesquelles? Je
reviendrai ultérieurement sur cette dernière question.

Deuxièmement, comment la ministre juge-t-elle la méthodologie
développée par l'expert agricole Luc Buschaert? En quoi cette
méthodologie est-elle comparable ou différente de la procédure
d'évaluation établie par les pouvoirs publics?
05.03 Josy Arens (cdH): Het
kostenplaatje van het hete
zomerweer voor de landbouwers
werd op 130 miljoen euro
geraamd. De regering vond die
raming overdreven. Ik zou willen
weten op welke gronden die
nieuwe raming is gebaseerd? Wat
vindt de minister van de
methodologie die door Luc
Busschaert werd toegepast? Hoe
moet de voorbije zomer volgens
het KMI worden gekwalificeerd en
heeft dat een rechtstreekse
weerslag op het compensatie-
beleid? Wanneer zullen wij over
het definitieve advies van de
federale regering kunnen
beschikken? Tijdens het
parlementair reces heeft mevrouw
Neyts het grensbedrag van de
tegemoetkomingen per
ministerieel besluit opgetrokken.
Hoe zit het daar nu mee?
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Troisièmement, l'Institut Royal Météorologique est en mesure, à la fin
de chaque mois de septembre, de qualifier si l'été vécu a été normal,
anormal, très anormal ou exceptionnel. Quel est pour l'IRM le
qualificatif approprié à cet été? Envisagez-vous que cette
qualification ait une incidence directe sur la politique de
compensation que vous êtes en mesure de susciter?

Quatrièmement, pour quand la ministre a-t-elle exigé de recevoir des
gouverneurs provinciaux le résultat des commissions communales
de constat des dégâts et de reconnaissance des calamités agricoles?
Quand pourrons-nous disposer de l'avis définitif du gouvernement
fédéral sur cette question?

Cinquièmement, il y a un an, lors de la discussion de la
problématique des indemnisations pour les scolytes, nous avons
constaté que, durant les congés parlementaires, Mme Neyts avait
pris un arrêté ministériel relevant le plafond de 2 à 30% pour les
calamités agricoles. Maintenez-vous ces 30% ou êtes-vous d'accord
de revenir aux 2%, ce qui est nettement différent pour le monde
agricole?
05.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn vraag handelt over dezelfde aangelegenheden.

Wij hebben ook gelezen dat een bron, met name
landbouwdeskundige Luc Busschaert, op basis van driehonderd
parameters berekende dat de landbouw in de voorbije zomer 130
000 000 miljoen euro of 5,3 miljard Belgische frank kostte. Hij heeft
zijn werk blijkbaar zeer gedetailleerd opgemaakt omdat hij per sector
berekende wat de schade van de hittegolf was. Hij heeft dat gedaan
voor de rundveehouderij, voor de runderen in open lucht, voor de
varkenssector en voor de kippensector. Hij komt tot de conclusie dat
daar waar er lichte gronden zijn ­ voornamelijk in de provincies
Antwerpen en Limburg ­ de schade het grootst zou zijn.

Mijn eerste vraag, mevrouw de minister, is of u deze cijfers kunt
bevestigen. Kunt u tevens een verdeling geven van de schade die
becijferd wordt zowel in Vlaanderen als in Wallonië.

Op 7 oktober antwoordde u in deze commissie op een vraag van
onder anderen de heer Arens, dat u aan het onderzoeken was of
deze kwestie al dan niet als landbouwramp kon worden beschouwd.
Op dat ogenblik kon u nog geen uitsluitsel geven. Kan u thans
meedelen of het rampenfonds al dan niet zal tussenkomen? Indien
niet, wanneer kan u dan wel uitsluitsel geven?

U weet, mevrouw de minister, dat er nog een fiscale piste is voor
landbouwers die schade hebben geleden. Voor de individuele
landbouwer bestaat er een schattingscommissie. Voor de
verschillende categorieën van landbouwers is er de vaststelling van
het barema, begin 2004.

In die twee procedures is de rol van de minister van belang.

Mevrouw de minister, zult u op fiscaal vlak initiatieven nemen om
tegemoet te komen aan de aanzienlijke schade die landbouwers
zowel in Vlaanderen als in Wallonië opgelopen hebben?
05.04 Trees Pieters (CD&V): La
sécheresse estivale aurait causé
des dommages importants à
l'agriculture, de l'ordre de 130
millions d'euros. La ministre peut-
elle confirmer ce chiffre et
préciser comment se répartissent
les dommages entre la Flandre et
la Wallonie?

En attendant, la ministre peut-elle
déjà donner des précisions quant
à une prime éventuelle du Fonds
des calamités? La ministre
envisage-t-elle de faire un geste
en faveur du secteur agricole sur
le plan fiscal, par exemple lors de
la fixation du barème fiscal pour
2004?
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
05.05 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, si vous le
permettez, je répondrai simultanément aux questions de M. Arens et
de Mme Pieters, étant donné qu'elles traitent de la même
problématique.
05.05 Minister Sabine Laruelle:
Aangezien het twee
samengevoegde vragen betreft
zal ik de twee sprekers
tegelijkertijd antwoorden.
Mevrouw de volksvertegenwoordiger, zoals u het aanhaalt, heb ik op
7 oktober al geantwoord dat ik mijn administratie verzocht heb te
bestuderen of de droogte van de afgelopen zomer als landbouwramp
kan worden beschouwd. De provinciegouverneurs hebben mij de
processen-verbaal van de schattingscommissies nog niet bezorgd.
Daardoor kan ik het cijfer van een onafhankelijke deskundige niet
verifiëren, bevestigen, noch weerleggen. Ik kan u ook de verdeling
tussen Vlaanderen en Wallonië niet geven.
J'examine en effet la possibilité de
considérer la sécheresse comme
une catastrophe naturelle. Je ne
puis toutefois prendre aucune
décision ni déterminer les
dommages spécifiques subis par
la Flandre et la Wallonie tant que
les gouverneurs de province ne
m'auront pas transmis les procès-
verbaux des commissions de
constatation des dégâts.
Monsieur le député, ne disposant pas de l'étude de cet expert
indépendant, je m'abstiendrai de commenter la méthodologie
appliquée. Toutefois, je constate que les avis divergent entre experts
sur l'estimation du montant des dégâts.

Par ailleurs, j'observe que ma réponse du 7 octobre va dans le
même sens que les constatations de cet expert à propos des
principaux secteurs touchés: les bovins et élevages intensifs ou
industriels, d'une part, légumes en plein air et pommes de terre,
d'autre part. En ce qui concerne certains secteurs comme celui de la
pomme de terre, si cela se fait en l'absence de contrat, il est clair
qu'une perte de production ne constitue pas nécessairement une
perte de revenus, ceci doit faire l'objet d'une analyse contextualisée.

En ce qui concerne les conditions météorologiques, monsieur le
député, l'Institut Royal Météorologique a déjà relevé le caractère
exceptionnel de l'été 2003. Toutefois, cette constatation a été
réalisée sur base des observations relevées à Uccle alors que, dans
le cadre d'une calamité agricole, l'ensemble des stations
météorologiques du royaume est pris en compte.

Dès lors, vous comprendrez pourquoi je n'ai pas encore reçu de
réponse définitive de l'IRM à ma demande de calculer la fréquence
de retour du phénomène météorologique et d'en délimiter l'étendue
géographique. Ces éléments interviennent effectivement pour la
reconnaissance comme calamité.

Enfin, monsieur le député, je le répète, je n'ai pas encore reçu les
procès-verbaux des commissions de constat de dégâts. Je vous
rappelle également que la constatation des dégâts doit être dressée
au moment des faits et lors de la récolte, ce qui explique l'absence
de délai pour me les transmettre.
Aangezien ik niet over de studie
van die onafhankelijke expert
beschik, zal ik geen commentaar
geven over de toegepaste
methodologie. Ik stel echter vast
dat de experts het daarover
onderling oneens zijn, alsook over
de raming van het bedrag van de
schade.

Voorts stemt mijn antwoord van 7
oktober in grote trekken overeen
met de vaststellingen van die
expert met betrekking tot de
belangrijkste getroffen sectoren,
runderen en intensieve veeteelt,
enerzijds, en in open grond
geteelde groenten en
aardappelen, anderzijds.

Wat de weersomstandigheden
betreft, heeft het KMI al op het
uitzonderlijk karakter van de
zomer van 2003 gewezen ; het
gaat echter om een vaststelling op
grond van waarnemingen te
Ukkel, terwijl in het kader van een
landbouwramp de waarnemingen
van alle weerstations van het land
in aanmerking worden genomen.
U zal dan ook begrijpen waarom ik
nog geen antwoord van het KMI
heb gekregen op mijn vraag om
de frequentie van een herhaling
van het weerverschijnsel te
berekenen en er de geografische
uitgestrektheid van af te bakenen.
Met die elementen wordt immers
rekening gehouden in het proces
van de erkenning als ramp.
21/10/2003
CRIV 51
COM 031
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Ten slotte heb ik de processen-
verbaal van de Commissies voor
de vaststelling van de schade nog
niet ontvangen. In dat verband
wijs ik erop dat die vaststelling
moet gebeuren op het ogenblik
dat de feiten zich voordoen en bij
de oogst, wat verklaart waarom er
geen termijn is vastgesteld voor
het bezorgen van die
vaststellingen.
Mevrouw de volksvertegenwoordiger, ik kan u op dit moment niet
zeggen vanaf wanneer het Rampenfonds zal vergoeden, gezien de
verschillende stappen die in deze procedure moeten worden gevolgd.
De voornaamste stappen zijn: het akkoord van de regering en daarna
van de Europese Commissie, de indiening van de dossiers
gedurende een termijn van drie maanden en de uiteindelijke
behandeling ervan.
Je ne puis vous dire quand le
Fonds des calamités pourra
intervenir car de nombreuses
étapes de la procédure restent à
franchir.
Si les conditions de reconnaissance sont remplies, je veillerai bien
évidemment à présenter dès que possible au gouvernement le projet
d'arrêté royal visant à reconnaître la sécheresse de cet été comme
calamité agricole.

Je pense que les procès-verbaux des commissions ne seront utilisés
que pour le reste.
Als de erkenningsvoorwaarden
vervuld zijn, zal ik zo snel
mogelijk het ontwerp van
Koninklijk besluit houdende
erkenning van de droogte als
ramp voor de landbouw aan de
regering voorleggen.
05.06 Josy Arens (cdH): Je remercie madame la ministre pour
cette réponse. Il y a juste une question à laquelle je n'ai pas eu de
réponse. C'est vrai que ce n'était pas dans ma question écrite mais
comme nous sommes dans les questions orales, je vais la reposer.
Le plancher reste-t-il relevé, dans ce cas-ci aussi, de 2 à 30%?
Madame Neyts l'avait relevé, en 2002, en été, de 2 à 30% pour les
calamités agricoles. Je me souviens d'ailleurs, Madame, qu'à
l'époque vous aviez écrit à la ministre concernée précisément à
propos de ce problème.
05.06 Josy Arens (cdH): Ik heb
geen antwoord gekregen op mijn
vraag of ook in dit geval de
verhoging van de franchise van 2
naar 30 % van kracht blijft.
05.07 Sabine Laruelle, ministre: En ce qui concerne ici les
conditions de reconnaissance, ce sont les conditions classiques, ce
sont les 50 millions de francs belges de dégâts au minimum et c'est
la récurrence de 20 ans.
05.07 Sabine Laruelle , ministre:
U kent de
erkennings-
voorwaarden: schade ten belope
van minimum 50 miljoen BEF en
een bewezen herhaling van die
schade over een periode van
twintig jaar.
05.08 Josy Arens (cdH): Mais ici, c'est au niveau du dégât dans
l'exploitation individuelle. Est-ce que la franchise reste à 30% ou
sera-t-elle à 2%? À l'époque, madame Neyts avait élevé cette
franchise à 30%, ce qui est vraiment catastrophique pour l'agriculteur
concerné.
05.08 Josy Arens (cdH): Goed,
maar hoe staat het met de schade
binnen een afzonderlijk bedrijf?
Blijft de franchise 30 % bedragen
of zal ze maar 2 % bedragen?
05.09 Sabine Laruelle, ministre: J'analyserai, le cas échéant, quelle
franchise il convient d'appliquer vu qu'à ce jour je n'ai reçu aucun
procès-verbal et, comme je vous le disais, à mon avis, les procès-
verbaux serviront plus d'un point de vue fiscal que d'un point de vue
05.09 Ministre Sabine Laruelle,
In voorkomend geval zal ik
uitzoeken welke franchise
toegepast moet worden vermits ik
CRIV 51
COM 031
21/10/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
calamités. À l'heure d'aujourd'hui, je ne vais pas vous répondre que
la franchise restera à 30% ou passera à 2%, tout dépendra du
nombre de constats. Il faut voir déjà si l'on est dans les conditions
requises, c'est-à-dire la récurrence de vingt ans et les 50 millions de
francs belges.
totnogtoe geen enkel proces-
verbaal heb gekregen. De
processen-verbaal zullen een
grotere nut hebben vanuit fiscaal
oogpunt dan vanuit het oogpunt
van de ramp zelf.
05.10 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal heel kort
zijn.

Mevrouw de minister, kunt u mij zeggen wanneer de
provinciegouverneurs klaar zullen zijn met hun werk?
05.10 Trees Pieters (CD&V):
Quand recevrez-vous les dossiers
des gouverneurs de province?
05.11 Minister Sabine Laruelle: Er is geen termijn voor het dossier,
omdat de schade moet worden vastgesteld na de oogst. Gesteld dat
er bijvoorbeeld schade is in de sector van de suikerbieten, maar de
suikerbieten worden nu pas geoogst. Er is dus geen deadline voor de
gouverneurs. Als ik op het einde van het jaar nog geen dossier heb,
zal ik aan de gouverneurs vragen waar het verslag blijft.
05.11 Sabine Laruelle , ministre:
Cela dépend de la récolte. Ce
n'est qu'à ce moment que l'on
pourra mesurer l'ampleur du
dommage. J'interviendrai auprès
des gouverneurs si je n'ai pas
reçu les dossiers à la fin de
l'année.
05.12 Trees Pieters (CD&V): Als u dus het verslag van de
gouverneurs hebt ontvangen, zal u perfect kunnen uitmaken wat de
schade is in Vlaanderen en niet in Wallonië?
05.13 Minister Sabine Laruelle: Ja, zeker, als ik het verslag heb.
05.14 Trees Pieters (CD&V): Ik heb nog een tweede vraag. U
spreekt over een rampenfonds. Betekent dit dat u de fiscale piste
verlaat?
05.14 Trees Pieters (CD&V): La
ministre ne pense-t-elle pas que la
piste fiscale pourrait apporter une
solution?
05.15 Minister Sabine Laruelle: Ik heb die piste niet verlaten. Ik heb
geantwoord. U spreekt echter met uw mensen. Ik heb gezegd dat de
verslagen van de schadecommissie meer voor de fiscaliteit zullen
dienen.
05.15 Sabine Laruelle, ministre:
Si. Il sera également tenu compte
des rapports des commissions
chargées de l'évaluation des
dégâts en matière fiscale.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 15.07 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.07 uur.