CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 017
CRIV 51 COM 017
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
07-10-2003
07-10-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de Mme Muriel Gerkens à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "l'achat de crédits de carbone
russes afin de respecter les engagements dans
la concrétisation du protocole de Kyoto" (n° 15)
1
Interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens tot de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de aankoop
van Russische koolstofkredieten teneinde de
verbintenissen na te leven die in het raam van de
concrete invulling van het Kyoto-protocol werden
aangegaan" (nr. 15)
1
Orateurs: Muriel Gerkens, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
6
Moties
6
Interpellation de Mme Simonne Creyf à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la suppression du contrôle des
prix" (n° 22)
6
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
afschaffing van de prijzencontroles" (nr. 22)
6
Motions
11
Moties
11
Orateurs: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Magda De Meyer
Sprekers: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
Magda De Meyer
Question de M. Yves Leterme à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les revenus
des communes issus de la "cotisation" sur
l'électricité" (n° 77)
11
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de inkomsten van de
gemeenten uit de "bijdrage" op electriciteit"
(nr. 77)
11
Orateurs: Yves Leterme, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Yves Leterme, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Interpellation de Mme Simonne Creyf à la
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la libéralisation du marché de
l'électricité" (n° 24)
13
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
vrijmaking van de elektriciteitsmarkt" (nr. 24)
13
Orateurs: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
21
Moties
21
Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce Extérieur
et de la Politique scientifique sur "la
rémunération équitable" (n° 202)
22
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de billijke
vergoeding" (nr. 202)
22
Orateurs: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Trees Pieters
Sprekers: Simonne Creyf, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
Trees Pieters
Interpellation de Mme Trees Pieters à la ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les
difficultés persistantes liées au lancement de la
Banque-Carrefour des Entreprises et des
Guichets d'entreprises" (n° 16)
24
Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
aanslepende moeilijkheden met de opstart van
de Kruispuntbank voor Ondernemingen en de
Ondernemingsloketten" (nr. 16)
24
Orateurs: Trees Pieters, Fientje Moerman,
Sprekers: Trees Pieters, Fientje Moerman,
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
35
Moties
35
Question de M. André Fréderic à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la mise en
application de la loi modifiant la loi du
25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre
et la loi du 12 juillet 1976 relative à la réparation
de certains dommages causés à des biens
privés par des catastrophes naturelles" (n° 86)
36
Vraag van de heer André Fréderic aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
toepassing van de wet tot wijziging van de wet
van 25 juni 1992 op de
landverzekeringsovereenkomst en de wet van
12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere
schade veroorzaakt aan private goederen door
natuurrampen" (nr. 86)
36
Orateurs: André Frédéric, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: André Frédéric, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Carl Devlies à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la suppression
de l'obligation de viser les livres de commerce"
(n° 251)
38
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschaffing van de
verplichting om handelsboeken te viseren"
(nr. 251)
38
Orateurs: Carl Devlies, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Carl Devlies, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE
L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET
DE L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
07
OCTOBRE
2003
Après-midi
______
van
DINSDAG
07
OKTOBER
2003
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.07 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.07 heures par M. Paul Tant, président.
01 Interpellation de Mme Muriel Gerkens à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "l'achat de crédits de carbone russes afin de respecter
les engagements dans la concrétisation du protocole de Kyoto" (n° 15)
01 Interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de aankoop van Russische koolstofkredieten teneinde de
verbintenissen na te leven die in het raam van de concrete invulling van het Kyoto-protocol werden
aangegaan" (nr. 15)
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, votre première intervention médiatique dans la presse
francophone concernant le protocole de Kyoto a eu lieu le 10
septembre. A cette occasion, vous avez déclaré qu'il faudrait que la
Belgique achète des crédits de carbone russes pour atteindre ses
engagements dans le cadre du protocole de Kyoto.

J'ai alors pensé que vous auriez également pu citer les Ukrainiens
puisque votre choix portait sur des achats de crédits non contrôlables
et peu rentables en termes d'engagements et d'objectifs relatifs à
Kyoto.

Madame la ministre, je m'interroge sur la volonté réelle du
gouvernement, au-delà des paroles qui peuvent faire illusion quant au
respect du protocole de Kyoto. Il est vrai que l'accord gouvernemental
de juillet prévoit, dans son chapitre "Environnement, développement
durable et transports", que la Belgique respectera le protocole de Kyoto
et que l'achat de crédits de carbone ne sera donc qu'accessoire et
limité. Dans ces conditions, à quoi sert-il de vous exprimer de la sorte
en vous mettant en contradiction avec l'accord gouvernemental?

De la même manière, dans la dernière phrase, le gouvernement dit qu'il
se mettra d'accord sur la répartition interne belge de l'objectif des 7,5%
avant septembre. Cette première échéance n'a pas encore été
respectée puisque le Comité de concertation s'est mis d'accord sur un
calendrier et de nouvelles échéances qui sont reportés à fin 2003.
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
In uw eerste interview met de
Franstalige pers over het Kyoto-
protocol, op 10 september,
verklaarde u dat België Russische
koolstofkredieten zou moeten
aankopen om zijn verplichtingen te
kunnen nakomen.

Ik vraag mij af in hoeverre de
regering de doelstellingen van het
Kyoto-protocol eigenlijk echt wil
halen. Het regeerakkoord zegt dat
België het Kyoto-protocol wel
degelijk zal naleven en dat de
aankopen van koolstofkredieten
beperkt zullen blijven. Maar waarom
zegt u dan zoiets?

In het regeerakkoord staat ook te
lezen dat er uiterlijk eind augustus
een akkoord gesloten moet worden
over de binnenlandse verdeling van
de inspanningen die nodig zullen
zijn om de vooropgezette 7,5% te
halen. Het Overlegcomité schuift de
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2

Je me permets de rappeler que l'avis du Conseil fédéral de
développement durable, qui a été approuvé par les représentants des
travailleurs et du patronat - il s'agit donc d'une position que l'on pourrait
qualifier de minimaliste puisqu'il a fallu mettre tout le monde d'accord ­
indique également que les mesures internes pour le respect du
protocole de Kyoto doivent représenter au minimum 50% des efforts à
fournir.

Enfin, l'avis du 23 juillet du Conseil central de l'économie où ne siègent
que les partenaires sociaux et économiques, donc sans les ONG
environnementales que l'on pourrait suspecter de ne pas prendre en
compte les composantes socio-économiques, indique également que
les achats de crédit de carbone russes ne doivent être envisagés qu'en
dernier recours.

Mais il dit surtout qu'il est possible de se ménager une avance
stratégique en consentant d'ores et déjà de grands efforts de réduction
des émissions de gaz à effet de serre. En effet, ces efforts offrent des
avantages sur le plan économique, des avantages de croissance,
d'emploi, d'économie d'énergie; également des avantages sur le plan
technologique, en termes de recherche, d'innovation et d'exportation, et
des avantages politiques lors des négociations sur le climat.

Et donc, même s'il constate que la Belgique ne pourra atteindre les
objectifs de - 7,5% d'ici 2010 sans recourir à des mécanismes de
flexibilité, il dit qu'il faut privilégier le développement, dans les pays
pauvres, de modes de production propre, plutôt que d'envisager des
achats de crédits de carbone.

Vous exprimez des préoccupations concernant le coût à supporter et
les risques pour l'emploi. Le Conseil central de l'économie dispose des
mêmes données que les miennes, semble-t-il, et il dit que 55,4% de
l'effort à faire par la Belgique pour respecter les objectifs de Kyoto sont,
d'un point de vue économique, rentables, c'est-à-dire qu'elles ont un
coût négatif puisqu'elles rapportent de l'argent, notamment via les
économies d'énergie que cela entraînerait.

Enfin, madame la ministre, vous devez bien constater avec moi que
l'ensemble des acteurs, et même ceux dont vous dites qu'ils craignent
Kyoto, veulent des mesures tout de suite, car les conséquences
négatives des changements climatiques frappent davantage et en
premier lieu les plus pauvres de tous les pays ­ donc y compris chez
nous ­ et coûtent à leur économie. Ils demandent donc tous,
rapidement, une commission nationale "climat" et un plan national
"climat" et ne demandent pas qu'on leur parle de carbone russe qui
nous dispenserait de faire ce que nous avons à faire.

Mme la ministre peut-elle dès lors me dire sur quoi elle se base pour
justifier sa déclaration qui trahit ainsi l'accord de gouvernement datant
de deux mois? Où situe-t-elle la cohérence de ses propos quand, tout
en disant cela, elle affirme également la nécessité d'investir dans le
développement de nouveaux modes de production propre d'électricité,
par exemple, étant entendu que la sortie du nucléaire est un processus
irréversible?
termijnen evenwel op tot eind 2003.

Het overigens als minimalistisch
bestempelde advies van de
Federale Raad voor Duurzame
Ontwikkeling voert aan dat de
inspanningen met het oog op het
respecteren van het Kyoto-protocol
voor ten minste 50% uit interne
maatregelen zullen moeten
bestaan.

Uit het advies van 23 juli van de
Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven ten slotte blijkt ook
dat aankopen van Russische
koolstofkredieten maar een laatste
redmiddel mogen zijn om de norm
te halen.

Uit het advies blijkt echter vooral
dat we een strategische voorsprong
kunnen boeken door nu al
inspanningen te doen om de
uitstoot van broeikasgassen te
beperken en door in de arme
landen voor propere
productiemethodes te promoten.

U maakt zich zorgen over de
kostprijs en de mogelijke gevolgen
voor de werkgelegenheid. De
Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven gaat er echter van uit
dat 55,4 % van de te leveren
inspanning vanuit economisch
oogpunt rendabel zal zijn, meer
bepaald dankzij een
energiebesparend effect.

Alle actoren willen dat hic et nunc
maatregelen worden genomen,
want de negatieve gevolgen van de
klimaatwijziging treffen in alle
landen vooral de arme bevolking en
hun economie. Die bevolking heeft
geen boodschap aan Russische
koolstof die ons van onze
verplichtingen zou kunnen ontslaan.

Waarop baseert u uw verklaring, die
haaks staat op het regeerakkoord?
Hoe valt dit alles te rijmen met uw
verklaring dat het noodzakelijk is te
investeren in de ontwikkeling van
nieuwe, schone productiemethodes
van elektriciteit?
01.02 Fientje Moerman , ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, tout d'abord, j'insiste sur le fait que je n'ai jamais parlé de
l'achat des crédits de carbone russes, ni ukrainiens d'ailleurs. Je ne
01.02
Minister
Fientje
Moerman: Ik heb het nooit gehad
over de aankoop van Russische
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
suis pas responsable de ce qui est repris par la presse. En réalité, j'ai
donné une interview à la radio de la VRT, durant laquelle je n'ai pas
spécifié ce point de détail que vous venez de mentionner.

En ratifiant le "Burden-Sharing" européen le 31 mai 2002, la Belgique
s'est engagée à réduire, sur une période cumulée de 2008 à 2012, son
niveau d'émissions de gaz à effet de serre de 7,5% par rapport au
niveau atteint en 1990. Mais, depuis 1990, période de référence, nos
émissions ont continué à croître. Aujourd'hui, l'effort cumulé de
réduction est de l'ordre de 14,5%. Ce chiffre pose un réel problème pour
la Belgique. En effet, une étude de la Commission européenne a
démontré que le coût marginal pour la Belgique serait un des plus
élevés parmi les pays européens. Cela s'explique principalement par la
structure de notre production industrielle et par le type de produits mis
sur le marché, des produits semi-finis et des produits de base très
sensibles à la concurrence du marché international.

Principalement, le protocole de Kyoto permet de remplir ces obligations
par deux voies différentes. D'abord des mesures de réduction à
l'intérieur de notre pays, ensuite des mécanismes flexibles.

En tant que ministre de l'Économie, je suis préoccupée par la position
de l'industrie belge. Vu les efforts consentis dans le passé, entre
autres par l'industrie chimique et notamment en matière de réduction
du rejet des gaz à effet de serre et d'augmentation de l'efficacité
énergétique, vu que le coût d'une réduction supplémentaire est si élevé,
je suis d'avis qu'il serait négatif pour l'économie belge et pour l'emploi
de vouloir atteindre les objectifs de Kyoto, en grande partie au moyen
de mesures à l'intérieur de notre pays. En effet, on peut difficilement
accepter que l'industrie belge soit obligée de remplir des obligations
exorbitantes alors que ses concurrents, dans les pays voisins où le
coût marginal est beaucoup moins élevé, n'ont pas les mêmes
contraintes.

Par exemple, l'Allemagne n'éprouve pas de grandes difficultés à
prendre des mesures domestiques puisque les Allemands ferment des
usines à l'est du pays qui, de toute façon, n'étaient plus
économiquement rentables. En d'autres termes, le coût des mesures
domestiques permettant de remplir les objectifs de Kyoto est bien
moindre pour les pays voisins. Il faut être réaliste. Le gouvernement
fédéral veut créer 200.000 emplois: il est évident que cela implique que
l'on n'affaiblisse pas la position concurrentielle des entreprises belges.

Dans la discussion sur la complémentarité des mesures -quelle partie
fait-on en Belgique et quelle partie par le biais de mécanismes
flexibles? -, il semble peu souhaitable de fixer un pourcentage maximal
ou minimal des mesures à réaliser en Belgique.

La question se pose de savoir s'il faut respecter les objectifs de Kyoto
et se reconvertir par des mesures domestiques ou par la réalisation de
projets là où cela coûte le moins cher et là où l'environnement y
gagnera le plus.

J'insiste sur le fait que l'accord de gouvernement fait état de la
hiérarchie prévue par le protocole de Kyoto. Cette hiérarchie s'applique
uniquement si le pays en question n'a pas rempli ses engagements
chiffrés. L'important, pour nous, est de remplir les engagements de
Kyoto mais il est également important d'aider les pays en
développement à s'engager sur la même voie. C'est l'esprit même du
protocole de Kyoto. Il est inefficace de financer en interne un effort non
rentable sur le plan financier et de manquer ensuite de ressources
financières pour aider la communauté internationale à apporter une
koolstofkredieten.

België heeft zich ertoe verbonden
de uitstoot van broeikasgassen van
2008 tot 2012 met 7,5% te
verminderen in vergelijking met het
peil van 1990. Sinds 1990 is die
uitstoot in ons land echter alleen
maar toegenomen. Vandaag
bedraagt de gecumuleerde
inspanning 14,5%. Dat percentage
vormt voor ons land een echt
probleem.

Krachtens het Kyoto-protocol kan
België aan zijn verplichtingen
voldoen dank zij binnenlandse
maatregelen tot vermindering van
de uitstoot en andere flexibele
mechanismen.

Rekening houdend met de
inspanningen die in het verleden
reeds werden geleverd en met de
aanzienlijke meerkost die een
bijkomende vermindering
meebrengt, ben ik van mening dat
het voor de Belgische economie en
werkgelegenheid een slechte zaak
zou zijn de doelstellingen van
Kyoto grotendeels via binnenlandse
maatregelen te willen halen.

In de buurlanden is de kostprijs
verbonden aan de interne
maatregelen om de doelstellingen
van Kyoto te halen heel wat lager.
De federale regering wil 200.000
banen scheppen, hetgeen betekent
dat men de concurrentiepositie van
de Belgische bedrijven niet mag
verzwakken.

Het lijkt weinig wenselijk dat de
vastlegging van een minimaal of
maximaal percentage aan
maatregelen die in België moeten
worden genomen deel zou
uitmaken van de bespreking over de
complementariteit van de
maatregelen.

Het komt er niet alleen op aan de
verbintenissen van Kyoto te halen
maar ook de ontwikkelingslanden
te helpen dezelfde weg op te gaan.
Het is niet efficiënt intern
inspanningen te financieren die op
financieel vlak niet renderen om
vervolgens geen financiële middelen
te hebben om de internationale
gemeenschap te helpen. Deze
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
contribution essentielle aux objectifs de Kyoto. Cette contribution
additionnelle au niveau mondial permet, au contraire, d'aller plus loin
dans la réalisation des objectifs de Kyoto.

En d'autres termes, j'estime peu souhaitable de délimiter le
pourcentage maximal à effectuer par les "clean development
mechanisms"; cela ne veut pas dire que l'on est peu courageux mais
témoigne, selon moi, d'une vue réaliste économique. Il va de soi que les
projets à l'étranger doivent contribuer à la réduction globale des rejets
de CO
2
et d'autres gaz à effet de serre. Il ne s'agit donc aucunement
d'acheter de "l'air propre" mais, au contraire, d'exporter notre savoir-faire
et de financer des projets visant à réduire le rejet des gaz à effet de
serre.

La mise en oeuvre des "clean development mechanisms" apporte à
l'économie mondiale et à l'environnement un double bénéfice: elle
permet de réaliser les objectifs de Kyoto dans les pays qui n'ont pas
les ressources pour le faire et elle permet à nos entreprises de
développer les technologies nécessaires pour construire une "low
carbon economy" rentable et performante. La voie inverse, c'est-à-dire
favoriser les seules mesures domestiques, mène à l'impasse et à
l'autarcie; en un mot, elle mènerait même à tuer le protocole de Kyoto.

J'insiste sur le fait qu'il faut également prendre des mesures internes.
Par ailleurs, les entreprises ont intérêt à investir dans des techniques
qui sont "state of the art". Or, il est évident que ces investissements ne
peuvent pas porter atteinte à notre compétitivité. Pour moi, il faut
appliquer le principe du "best available technique not entailing
excessive costs", ce qui signifie "la meilleure technique sur le marché,
qui n'entraîne pas des coûts excessifs".
bijkomende bijdrage op
wereldniveau schept de
gelegenheid om de doelstellingen
van Kyoto op grotere schaal te
realiseren. Het is evident dat de
projecten in het buitenland tot een
globale daling van de uitstoot van
broeikasgassen moeten bijdragen.
Het gaat helemaal niet om de
aankoop van zuivere lucht maar
integendeel om de uitvoer van onze
knowhow.

Dankzij de clean development
mechanisms
krijgen ook landen die
niet over de nodige middelen
beschikken de mogelijkheid de
Kyoto-normen te halen en kunnen
onze bedrijven technologieën
ontwikkelen met het oog op een
rendabele en performante low
carbon economy
. Indien we anders
te werk gaan, raken we er niet uit
en belanden we, economisch
gezien, in autarkie.

Daarnaast zijn ook op nationaal
vlak maatregelen nodig, die onze
concurrentiekracht echter niet
mogen aantasten. Ik ben van
oordeel dat we moeten kiezen voor
de beste techniek die beschikbaar
is, voor zover die geen torenhoge
kosten met zich brengt.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, comme tout le monde, je partage avec vous l'idée que nous
n'atteindrons pas les objectifs en ne prenant que des mesures internes.
Comme indiqué dans ma question, je partage aussi le concept que
nous devons privilégier, dans ces mécanismes de flexibilité, le fait
d'investir et d'utiliser notre savoir-faire pour permettre à des pays plus
pauvres de développer des modes de production propre.

Là où je ne vous rejoins pas du tout, c'est dans le fait de considérer
que des mesures qui seront prises en Belgique coûteront
automatiquement beaucoup d'argent, diminueront l'emploi et
représenteront des risques. Il existe toute une série de mesures qui ont
un effet inverse; les études économiques le prouvent de plus en plus. Il
est donc important que les premières mesures soient prises en
Belgique, qu'on ne se contente pas de prendre des mesures théoriques
nous concernant et d'investir à l'extérieur en se désintéressant des
mesures à prendre.

Concernant le carbone russe, j'ai lu d'autres interventions de votre part
dans lesquelles vous avez insisté sur la recherche pour pouvoir produire
l'énergie autrement mais je n'ai pas lu que vous remettiez en cause
l'achat des carbones russes. C'est vraiment la mesure la plus négative
à prendre vu la manière dont la Russie gère sa production, ses
émissions de gaz à effet de serre et vu sa non-ratification encore
actuelle du protocole de Kyoto.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik ben het met u eens wanneer u
zegt dat louter interne maatregelen
niet zullen volstaan om de
doelstellingen te halen en ook met
uw visie dat, bij de toepassing van
de flexibiliteitsmechanismen, de
voorkeur moet gaan naar
investeringen in knowhow.

Anderzijds ben ik het niet met u
eens dat maatregelen op het
Belgische niveau automatisch
geldverslindend zullen zijn, de
werkgelegenheid in het gedrang
zullen brengen en risico's
inhouden.

De aankoop van Russische
emissierechten schijnt u niet ter
discussie te stellen, ook al is dat,
in het licht van de huidige houding
van Rusland, een verwerpelijke
maatregel.

Om die reden dien ik een motie van
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Je vais me permettre de déposer une motion de recommandation qui
demande au gouvernement de ne pas recourir aux achats de crédits de
carbone russes et ukrainiens. J'ajoute les Ukrainiens car c'est la même
logique même si vous ne les avez pas cités. Vu votre réponse,
j'ajouterai également une demande au gouvernement de d'abord recourir
aux mécanismes internes et aux mécanismes de flexibilité de manière
supplétive, ce qui ne veut pas dire qu'on ne peut pas y recourir. Les
deux doivent être utilisés mais le recours aux mécanismes de flexibilité
ne peut être accepté que s'il y a aussi des engagements internes des
Etats.
aanbeveling in, waarin de regering
wordt gevraagd niet tot de aankoop
van koolstofkredieten van Rusland
en Oekraïne over te gaan en om
enkel gebruik te maken van de
flexibiliteitsmechanismen ter
aanvulling van de interne
mechanismen.
01.04 Fientje Moerman , ministre: Madame Gerkens, je ne dis pas
automatiquement que ce que l'on fait en Belgique entraînerait plus de
coûts et des pertes d'emplois. Ce que je dis, c'est que dans le choix à
faire, on ne peut pas se laisser guider par des considérations
idéologiques ou d'ordre politique mais par des considérations qui
prennent en compte les réalités économiques. Il faut faire un choix
rationnel qui n'est pas limité par des accords conclus par avance sur
des minima et de maxima.

Par ailleurs, je n'ai fait aucune déclaration après le 9 septembre pour la
simple raison ­ et c'est une leçon que j'ai tirée de cette histoire de
Kyoto ­ que je n'étais plus là. Du 10 au 17 septembre, je participais à
cette conférence de l'OMC à Cancún. On a essayé de rectifier le tir de
ce que la presse avait publié en faisant un communiqué mais,
personnellement, je n'ai plus fait de déclaration après le 9, puisque que
je n'étais pas là.
01.04
Minister
Fientje
Moerman: Ik zeg niet dat wat men
in België doet automatisch de
kosten de hoogte in zal jagen en
tot banenverlies zal leiden, maar
wel dat men zich niet louter door
ideologische of politieke
overwegingen mag laten leiden
zonder rekening te houden met de
realiteit.

Voorts heb ik na 9 september geen
enkele verklaring meer afgelegd om
de eenvoudige reden dat ik in
Cancun was.
01.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, nous
pourrons en discuter ultérieurement et de manière plus longue mais, si
pratiquement toutes les études, en tout cas celles que j'ai lues, arrivent
à la conclusion que plus de la moitié des mesures que l'on peut
prendre de manière très simple dans la consommation domestique -
par exemple le chauffage privé - ou dans les institutions, les industries,
le transport, etc. sont considérées comme économiquement positives
en termes de recettes, d'emplois, de développement, cela signifie qu'au
moins cette partie de mesures est à prendre. Cela ne coûtera rien, cela
sera même positif et créera de l'emploi.

C'est uniquement alors que l'on pourra s'interroger sur le rapport
investissements/recettes, que l'on pourra dire qu'il ne faut pas se
mettre en péril pour des raisons idéologiques.
01.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Alle studies komen tot het besluit
dat meer dan de helft van de
maatregelen die op binnenlands
vlak kunnen worden genomen
gunstige economische effecten
hebben.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Muriel Gerkens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Muriel Gerkens
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique,
recommande au gouvernement fédéral
- de ne jamais recourir à l'achat de crédits de carbone russes et ukrainiens pour atteindre les objectifs du
protocole de Kyoto;
- de recourir aux mécanismes de flexibilité de manière supplétive aux mesures internes de réduction
d'émission de gaz à effet de serre."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Muriel Gerkens en luidt als volgt:
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
beveelt de federale regering aan
- nooit over te gaan tot de aankoop van Russische of Oekraïense koolstofkredieten om de in het raam van de
concrete invulling van het Kyoto-protocol aangegane verbintenissen na te komen;
- gebruik te maken van de flexibiliteitsmechanismen ter aanvulling van de interne maatregelen voor de
vermindering van de uitstoot van broeikasgassen."

Une motion pure et simple a été déposée par M. Pierre-Yves Jeholet et Mmes Anne Barzin, Magda De
Meyer, Dalila Douifi et Sophie Pécriaux.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Pierre-Yves Jeholet en de dames Anne Barzin, Magda De
Meyer, Dalila Douifi en Sophie Pécriaux.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
02 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de afschaffing van de prijzencontroles" (nr. 22)
02 Interpellation de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la suppression du contrôle des prix" (n° 22)
02.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt
aangekondigd dat u als liberaal minister de prijzencontroles wil
afschaffen. U wil de mensen en de middelen die daardoor vrijkomen
overhevelen naar het Toezicht op de Mededinging. In principe is in
België de prijsvorming voor producten en diensten vrij, maar er zijn
uitzonderingen zoals het groot wit huishoudbrood dat een
maximumprijs heeft. Er zijn ook maximumprijzen voor kabeltelevisie,
voor een rit in de taxi, voor geneesmiddelen, voor implantaten zoals
bijvoorbeeld hardkleppen, voor de prijs van het rusthuis, voor de
verplichte verzekeringen, enzovoort. Het gaat dus om producten en
diensten uit zeer diverse sectoren.

De prijsreglementering of het invoeren van maximumprijzen is meestal
gemotiveerd door ofwel sociale belangen zoals de prijs van het rusthuis
en de prijs van het brood als basisproduct, ofwel omdat er een
marktmonopolie is zoals bijvoorbeeld bij de televisiedistributie het geval
is.

Mevrouw de minister, u was in uw interview niet duidelijk of u alle
maximumprijzen wil afschaffen, dan wel slechts enkele. In elk geval
was de aankondiging die ik in de pers gelezen heb vrij ferm en
uitdrukkelijk. U zou van de afschaffing van de prijzencontrole en een
versterking van de mededinging een speerpuntbeleid maken. Althans zo
stond het in de krant. Daarom weet ik niet goed of u al dan niet alle
maximumprijzen wil afschaffen. U hebt wel gezegd dat u rond de
broodprijs geen symbolenstrijd wilde voeren. Toch wil ik u ervoor
waarschuwen om naast de broodprijs niet alle maximumprijzen
eenzijdig en veralgemeend af te schaffen. Ik denk bijvoorbeeld aan het
verblijf in het rusthuis. Indien de maximumprijzen wegvallen, zullen veel
rusthuizen de prijs van het rusthuis verhogen. Vele rusthuizen hebben
trouwens reeds een prijsverhoging aangevraagd bij het ministerie van
Economische Zaken. Sommige hebben die gekregen, andere niet.
Essentieel hier is dat de mensen in het rusthuis geen keuze hebben.
Als morgen de prijs van het rusthuis door een stijging van de
maaltijdprijs of de prijs van andere hotelvoorzieningen omhoog gaat,
hebben de mensen geen keuze. Zij kunnen namelijk niet weg. De
rusthuizen vinden wel dat de procedures tot aanvraag van
prijsverhogingen veel te omslachtig en administratief heel zwaar zijn.
02.01 Simonne Creyf (CD&V): La
ministre a annoncé son intention de
supprimer les contrôles des prix et
de transférer les effectifs et les
moyens ainsi libérés au Contrôle
de la Concurrence. Bien que la
formation des prix soit en principe
libre en Belgique, les prix des
produits et services de différents
secteurs sont plafonnés. La
ministre entend-elle supprimer la
totalité ou seulement une partie de
ces plafonds? A mon estime, il
serait préférable de ne pas tous les
supprimer. Les maisons de repos,
par exemple, peuvent augmenter
leurs prix, alors que leurs patients
n'ont souvent d'autre choix que de
rester. En matière de médicaments
aussi, je pense que les pouvoirs
publics devraient continuer à
contrôler les prix. Ce principe
devrait d'ailleurs s'appliquer à tous
les biens et services subventionnés
par les pouvoirs publics ou par la
sécurité sociale.

La ministre considère-t-elle la
suppression du contrôle des prix
comme une priorité? Tout contrôle
sera-t-il supprimé ou un contrôle
sélectif subsistera-t-il? Quels
produits et services sont-ils
concrètement visés? Comment la
stabilité des prix sera-t-elle garantie
dans les maisons de repos et dans
le secteur de la télédistribution?
Combien de personnes sont-elles
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Misschien, mevrouw de minister, zou u daaraan iets kunnen doen.

Wat de geneesmiddelen betreft, vraag ik mij eveneens af of het niet
belangrijk is dat de overheid die prijzen in het oog houdt. Wij vinden dat
prijzencontrole zeker nodig blijft voor diensten en goederen die door de
overheid of door de sociale zekerheid gesubsidieerd worden.

Daarom zou ik u volgende vragen willen stellen. Gaat u inderdaad van
het afschaffen van de prijzencontrole een speerpuntbeleid maken? Gaat
u de prijzencontrole voor alle producten afschaffen of zal u selectief
zijn? Ofwel doet u wat u hebt gezegd, maar dan kunnen er sociale
problemen rijzen. Ofwel doet u niet wat u hebt gezegd, maar dan hebt u
een beetje aan window dressing gedaan. Ik zou dus willen weten hoe u
dat precies ziet, om welke producten en diensten het gaat, hoe u de
stabiliteit van de prijzen zal garanderen in sectoren met een groot
sociaal belang zoals de rusthuizen en in monopolistische sectoren
zoals de teledistributie.

Mevrouw de minister, u wil het personeel en de middelen van de
prijzencontrole overhevelen naar het toezicht op de mededinging.
Hoeveel personen werken op de prijzencontrole en hoeveel onder hen
zijn inzetbaar op de dienst voor de mededinging? Welk budget kan
worden overgeheveld van de prijzencontrole naar de dienst voor de
mededinging?
affectées au contrôle des prix?
Quel effectif peut-on mobiliser au
service de la concurrence? Quel
budget peut-il être transféré du
contrôle des prix à la concurrence?
02.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, volgens
mevrouw Creyf was de boodschap onduidelijk, maar dat was misschien
omdat ze genuanceerd was.

Een aantal van de argumenten die u aanhaalde, mevrouw Creyf, haalde
ik ook aan in de verklaringen die ik over deze materie heb afgelegd.

In ons land bestond tot midden van de jaren negentig een
prijzencontrole die eigenlijk dateerde van de naoorlogse periode. Ik
meen dat het onder minister Wathelet was dat een groot aantal
prijzencontroles werd afgeschaft. Er blijven echter nog prijzencontroles.

Ik zal u de afgeronde cijfers geven voor het jaar 2002. Er werden toen
iets meer dan 1.200 aanvragen ingediend en behandeld. De exacte
cijfers na het honderdtal ben ik vergeten, maar ik zal u deze schriftelijk
bezorgen indien u dat wenst. Ruim 650 aanvragen betroffen de
prijzendossiers van prijzencontrole in rusthuizen.

Ik zal u een dossier betreffende de prijzencontrole in rusthuizen, dat
men als federaal minister in handen krijgt, beschrijven. Het gaat enkel
om bepaalde types van dossiers. Er is immers een delegatie binnen de
administratie voor de instellingen die beneden een bepaald zakencijfer
blijven. Ik zie dus slechts het topje van de ijsberg.

Een federaal minister mag bijvoorbeeld bepalen dat voor een bepaald
rusthuis, gelegen in een bepaald dorp ­ dus niet voor alle rusthuizen -
de huurprijs voor de televisie in de kamer van de bejaarden niet mag
verhogen, maar dat de prijs van een bezoekersmaaltijd wel mag
verhogen. Welnu, er bestaat een zekere discrepantie tussen het niveau
waarop de beslissing moet worden goedgekeurd en het type van
beslissing. Ik deel overigens uw bezorgdheid in het geval van de
rusthuizen.

Daarom ben ik van mening dat in dat geval niet moet worden overgaan
tot een totale afschaffing van de prijzencontrole, maar wel tot een ander
type van prijsbeheersing dat er in alle geval toe leidt ­ en dat
02.02
Fientje Moerman,
ministre: Ma communication n'était
pas imprécise, mais nuancée.
Sous le ministre Wathelet, de
nombreux contrôles ont déjà été
supprimés, mais certains datant de
l'après-guerre ont été maintenus.

En 2002, près de 1.200 demandes
ont été introduites, dont 650
dossiers relatifs au contrôle des
prix dans les maisons de repos. Un
décalage existe actuellement entre
le niveau d'approbation d'une
décision et la nature de celle-ci.
Dans le cadre de la simplification
administrative, il n'est pas opportun
qu'un ministre fédéral se prononce
sur une adaptation de prix liée à un
produit spécifique dans une maison
de repos en particulier. Une
certaine forme de maîtrise des prix
peut toutefois être maintenue, et ce
également dans le secteur des
médicaments.

Le consommateur n'a aucune
liberté de choix quant aux
médicaments non remboursables
dispensés par un hôpital ou encore
dans le cadre du monopole existant
dans le secteur de la
télédistribution. C'est la raison pour
laquelle il convient de maintenir une
forme de maîtrise des prix. Mais
celle-ci doit être l'exception et non
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
beantwoordt ook aan de noodzaak tot administratieve vereenvoudiging -
dat men zich niet meer moet uitspreken over de individuele
prijsaanpassing van een bepaald individueel product in een bepaald
individueel rusthuis, maar dat een globale regeling met de sector kan
worden uitgewerkt. Sociaal gezien is het nuttig om op dat gebied een
bepaalde vorm van prijsbeheersing te behouden. Dat is evenzeer nuttig
voor de Staat. Trouwens, alle geïndustrialiseerde landen voeren in een
of andere vorm een prijzenbeleid voor terugbetaalbare geneesmiddelen.
Dat is overigens evident want er is een directe correlatie tussen de prijs
van het geneesmiddel en de kost voor de Staatsbegroting.

Idem dito als voor niet-terugbetaalbare geneesmiddelen die worden
verschaft aan een patiënt die in een ziekenhuis verblijft, omdat daar de
keuzevrijheid van de patiënt is uitgeschakeld. Ook wanneer het
monopolistische sectoren betreft zoals degene die u daarnet
aanhaalde, bijvoorbeeld de teledistributie, heeft de consument geen
keuze. Ook daar is een bepaalde vorm van prijsbeheersing aan te
raden.

Prijsbeheersing dient echter de uitzondering te blijven en niet de regel.
Ik stel mij trouwens vragen naar de reële inhoud van de studie van die
dossiers. U vroeg hoeveel personen zich daarmee bezighielden. Dat
waren er vorige maand zes op niveau 1, maar ik merk dat dit aantal is
teruggevallen op vijf. Ik ben in mijn berekening uitgegaan van zes omdat
dit makkelijker rekent. Als er twaalfhonderd dossi ers of aanvragen per
jaar worden ingediend, die door zes personen van niveau 1 worden
behandeld, die een 200-tal dagen per jaar werken, dan wordt er eigenlijk
een dossier per dag behandeld.

Degene die een dergelijk dossier behandelt moet de sociale aspecten
en de budgettaire en economische implicaties nagaan. Ik vraag mij af
wat in vele van die dossiers de reële inhoud is van de controle die wordt
uitgeoefend of van het onderzoek dat wordt verricht. Ik trek op generlei
wijze de bekwaamheid van de ambtenaren in twijfel die het onderzoek
uitvoeren, maar als men op 7 uur en 38 minuten een dossier moet
afhandelen ­ men moet het ter hand nemen, lezen, alle elementen
beoordelen - dan vraag ik mij af wat de reële inhoud is van de studie die
men aan het dossier wijdt. Ik heb het gevoel dat men in een aantal van
die dossiers eigenlijk in een soort routine is vervallen zodat de studie
van het dossier weinig toegevoegde waarde heeft.

Dat is de reden waarom ik voorstel dit systeem te herbekijken,
uitgaande van het principe dat een ex ante-interventie in de
marktwerking misschien niet de beste optie is. Laten wij van vrijheid van
prijsbepaling op de markt het algemene principe maken en alleen in
gevallen waarbij er een duidelijk aanwijsbare reden is die inhoudelijk
wordt gestaafd, overgaan tot een prijscontrole.

Op uw vraag hoeveel personen daar werkzaam zijn, antwoordde ik u
reeds dat er vijf personen zijn van niveau 1 en dat er nog zes of zeven
zijn van niveau 2. Daarnaast is er ook nog een prijzencommissie. Mits
omscholing zijn deze personen inzetbaar op de dienst van de
mededinging.

Voorts wil ik nog even ingaan op het aspect van de mededinging. Als ik
binnen het beleid de nadruk wil verleggen van prijscontrole naar
mededingingsbeleid dan is dat niet gratuit en ook geen window
dressing. Volgens mij is dit nodig en moet het vlug worden
doorgevoerd. Immers, op het niveau van de Europese Unie gaat vanaf 1
mei van volgend jaar een wijziging in het concurrentiebeleid in waardoor
de lidstaten meer bevoegdheden krijgen toegewezen op dat vlak en
waarbij zij ook aan de commissie verslag zullen moeten uitbrengen over
pas la règle.

Le mois dernier, six personnes ­ il
n'en reste même plus que cinq
aujourd'hui
­ de niveau 1
s'occupaient de ces dossiers. Cela
signifie qu'une personne examine
un dossier par jour. L'examen d'un
tel dossier s'effectue plutôt de
façon routinière que détaillée et
j'émets des réserves quant à sa
plus-value. Outre les cinq
collaborateurs de niveau 1, il faut
encore compter six à sept
personnes de niveau 2 ainsi que la
commission des prix. Tous ces
collaborateurs, s'ils bénéficient d'un
recyclage, peuvent être affectés à
la commission de la Concurrence.
Il conviendrait de mettre rapidement
l'accent sur la concurrence plutôt
que sur le contrôle des prix. Une
modification relative à la politique
de concurrence, qui octroie
davantage de compétences en la
matière aux Etats membres de
l'Union européenne, entrera en effet
en vigueur le 1
er
mai.

En ce qui concerne la concurrence,
les quatre membres permanents
siègent déjà au Conseil de la
Concurrence et nous disposons
également d'un corps limité de
rapporteurs et de fonctionnaires, ce
qui ne représente quelque 30
collaborateurs au total.

Les Pays-Bas disposent d'une
instance comparable qui emploie
400 personnes. Il nous est bien
entendu impossible d'y parvenir en
un tournemain mais nous pouvons
orienter les effectifs et les moyens
pour pallier les insuffisances en la
matière.
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
hun capaciteit qua instellingen en wetgeving om die bevoegdheden aan
te kunnen. Op het vlak van de algemene mededinging ­ ik spreek niet
over instellingen als de CREG of het BIPT ­ beschikken wij over de
Raad van de Mededinging die vier vaste leden telt, over een beperkt
korps verslaggevers en over een aantal ambtenaren die de onderzoeken
uitvoeren. In totaal zijn dat dus niet meer dan dertig permanente
personen.

Ik vergelijk de situatie met deze in Nederland, een land dat toch niet
veel groter is dan België. In Nederland heeft men een vergelijkbare
instantie die 400 mensen ter beschikking heeft. Ik kan moeilijk
verkondigen de Raad voor de Mededinging in een klap te willen
hervormen en uit te breiden van 30 naar 400 mensen. U weet dat dat
onmogelijk is. We kunnen wel proberen de mensen én de middelen
dermate te oriënteren dat het korps van de ambtenaren die de
onderzoeken moeten uitvoeren, wordt versterkt.
02.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, indien u van de
versterking van de mededinging een punt wilt maken, vindt u in mij een
medestander. Mijn fractie heeft een wetsvoorstel ingediend voor het
beter functioneren van de Raad voor de Mededinging. Tijdens de vorige
legislatuur is CD&V herhaaldelijk op de problematiek teruggekomen.
Tot op heden kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de overheid
niet echt geïnteresseerd is in een echte en sterke instelling voor de
mededinging.

Wat de afschaffing van de prijzencontrole betreft, moet ik vaststellen
dat u bijzonder vaag blijft. U stelt dat u deze controle niet echt wenst af
te schaffen en dat er een reglementering behouden zal blijven. Op dit
ogenblik behelst de reglementering het opstellen van een
maximumprijs. Of men dit voor een individueel rusthuis oplegt of in het
algemeen voor een sector, komt, mijns inziens, neer op het behoud van
een maximumprijs. U zegt de prijsreglementering te willen behouden,
maar op een andere manier uit te voeren. Mevrouw de minister, u hebt
geen enkel voorbeeld gegeven van een prijscontrole die u wel wenst af
te schaffen. U hebt meegedeeld dat u de prijzencontrole inzake
geneesmiddelen en de televisiedistributie niet zult afschaffen. Welke
prijzencontrole zult u wel afschaffen? Voor de sectoren waarvoor er
prijzencontrole bestaat, zou het nuttig zijn te weten wat u echt van plan
bent. Zult u aan prijzencontrole doen of niet? Zal de
prijzenreglementering voor de brandstofhandelaars worden afgeschaft of
niet? Ik herhaal mevrouw de minister, dat uw antwoord bijzonder vaag
was.
02.03 Simonne Creyf (CD&V):
Notre groupe est le premier à
demander l'optimisation du
fonctionnement du Conseil de la
concurrence. Nous avons d'ailleurs
déjà concrétisé cette volonté en
déposant une proposition de loi. Je
n'ai toutefois pas l'impression que
le gouvernement est vraiment
intéressé par la création d'une
instance forte pour gérer la
concurrence.

En ce qui concerne la suppression
du contrôle des prix, la ministre
reste évasive. Il est impossible de
savoir précisément quels contrôles
des prix elle compte réellement
supprimer.
02.04 Minister Fientje Moerman: Mevrouw Creyf, ik meen een aantal
sectoren te hebben opgesomd. Ik zal ze nog eens herhalen. Ik wil de
prijzencontrole afschaffen voor de niet-terugbetaalbare geneesmidden,
behalve in het uitzonderlijk geval van verblijf in het ziekenhuis. Ondanks
het symboolgehalte van het dossier, heeft het, mijns inziens, geen
enkele zin meer om inzake broodprijzen nog geregionaliseerde
broodprijzen te handhaven, aangezien brood slechts een zeer klein deel
is in het aanbod van producten die bij bakkers worden verkocht. Het
heeft evenmin zin prijzencontrole te handhaven voor afvalverwerking. De
afvalophaling is reeds vrij van controle. We zouden er goed aan doen
om in de sector van de afvalverwerking eveneens de prijzencontrole af te
schaffen.

Mevrouw Creyf, ik begrijp dat het moeilijk is. Ik probeer echter een
genuanceerde boodschap te brengen. Indien u van mij vandaag wilt
horen dat ik radicaal alle prijzencontroles zal afschaffen, ook die met
betrekking tot de terugbetaalbare geneesmiddelen en de prijzen die
02.04 Fientje Moerman ,
ministre: J'ai dit que je souhaitais
supprimer le contrôle des prix pour
les médicaments non
remboursables et le traitement des
déchets. Il me paraît inutile aussi
de maintenir des prix fixes pour le
pain.

Je n'ai bien évidemment pas
l'intention de renoncer à tous les
contrôles des prix. Pour certains
secteurs, il conviendrait d'étudier
les modalités d'un système de
gestion administrativement simple
et de mettre en oeuvre des accords
globaux plutôt que de procéder
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
gelden in rusthuizen, herhaal en beklemtoon ik dat ik dat niet van plan
ben. In die sectoren moet worden onderzocht hoe men een
beheersingssysteem op een administratief eenvoudige wijze kan doen
functioneren en globale akkoorden uitwerken in plaats van individuele
dossiers te behandelen.
isolément pour chaque dossier.
02.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, kan u dat
doen via een uitvoeringsbesluit of gebeurt dat via een wet?
02.06 Minister Fientje Moerman: Er zijn verschillen naargelang de
sector en naargelang de producten. Sommige gebeuren via besluiten,
andere vereisen een wetswijziging.
02.07 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Wat moet er bijvoorbeeld
gebeuren voor de niet-terugbetaalbare geneesmiddelen?
02.08 Minister Fientje Moerman: Die vereisen een wetswijziging.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Simonne Creyf et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Simonne Creyf
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique,
recommande au gouvernement
d'organiser une concertation avec les différents secteurs intéressés et de ne supprimer aucun contrôle des
prix sans être parvenu à un consensus avec l'ensemble des parties concernées, à savoir les consommateurs
et les partenaires sociaux."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Simonne Creyf en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Simonne Creyf
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
beveelt de regering aan
met de diverse sectoren overleg te plegen en geen prijscontrole af te schaffen zonder consensus van alle
betrokken partijen, zijnde consumenten en sociale partners."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Anne Barzin, Dalila Douifi, Magda De Meyer et Sophie
Pécriaux.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Anne Barzin, Dalila Douifi, Magda De Meyer en Sophie
Pécriaux.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
03 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de inkomsten van de gemeenten uit de "bijdrage" op electriciteit"
(nr. 77)
03 Question de M. Yves Leterme à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les revenus des communes issus de la "cotisation" sur
l'électricité" (n° 77)
03.01 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens u en de
collega's te danken voor het begrip dat voor mijn agendaproblemen werd
opgebracht. Mevrouw de minister, het is de eerste keer dat ik u in deze
03.01 Yves Leterme (CD&V):
Dans sa déclaration de politique
générale, le premier ministre avait
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
hoedanigheid een vraag mag stellen. Ik wens u trouwens veel succes
met de uitoefening van uw ambt. We kennen mekaar van vroeger.
Daarrond hoeft geen enkele indiscretie te hangen. Wij kennen mekaar
vanuit de commissie voor Financiën. Ik heb u daar gewaardeerd als een
collega die het debat inhoudelijk voerde. Ik denk dat we daar heel wat
verrijkende momenten hebben meegemaakt. Ik ga daar nu natuurlijk
niet verder op in.

Mijn vraag betreft inderdaad de problematiek van de inkomsten uit de
Elia-heffing voor de gemeenten. Het is binnenkort tijd voor de State of
the Union. Vorig jaar verliep de State of the Union in de gekende stijl
van Verhofstadt. Hij zei dat er een oplossing was voor het probleem van
de gemeenten, voor het wegvallen van de dividenden als inkomsten. Hij
zei dat men daarvoor een oplossing had. Iets later, mijnheer de
voorzitter, u hebt dat toen ook van zeer nabij meegemaakt, werd
unisono ­ en ik zou zeggen met de ogen dicht ­ een artikel in de
toenmalige programmawet goedgekeurd waarbij die Elia-heffing
mogelijk werd gemaakt.

Daarna wordt het relatief stil rond dat dossier. Dan blijkt dat in de
rondzendbrief van minister Van Grembergen, de Vlaamse minister die
de voogdij heeft over de gemeentebesturen, wordt gestipuleerd dat de
gemeenten bij de opmaak van hun begroting, wat nu aan de orde is,
rekening mogen/moeten houden met de inkomsten uit die heffing,
waarvoor ondertussen de wettelijke basis was gecreëerd via de
invoeging van dat artikel in de programmawet. We horen daar opnieuw
een tijd niets meer van. Vorige week of twee weken geleden lazen we
een verslag van een zogenaamd besluit van een overlegcomité, waaruit
blijkt dat de Vlaamse kant, de Vlaamse consument en het Vlaamse
bedrijfsleven, eenzijdig ­ via de invoering van een heffing van 4,3 euro
per megawattuur, als ik het goed voorheb ­ de minderinkomsten vanuit
de dividenden zal financieren. Die inkomsten zijn natuurlijk
noodzakelijk, onder andere om het faliekant beheer van de
politiehervorming op gemeentelijk vlak wat op te vangen.

Het blijkt ook dat men aan Waalse kant terzake geen vragende partij is,
ook vanwege het verschillend ritme van de liberalisering van de
energiemarkt. Ik vraag mij trouwens af hoe het zit met het
gelijkheidsbeginsel in andere dimensies van het dossiers. In elk geval
blijkt dat er in het overlegcomité een akkoord zou zijn.

Mevrouw de minister, wat is de concrete stand van zaken in het
dossier? In welke mate is artikel 12bis van de wet van 29 april 1999,
zoals vorig jaar met de programmawet ingevoegd, in uitvoering? Hoe ver
staat het daarmee? Welke stappen zijn gezet? Ik heb er een aantal
geschetst, maar er zijn wellicht nog andere. Binnen welke termijn zal
dienaangaande aan de gemeenten uitsluitsel worden gegeven, tot en
met het bedrag dat ze kunnen inschrijven? Is dit mogelijk voor de
opmaak van de begroting?

Ik heb iets vernomen over een raming, die ook was opgenomen in een
artikel van de Financieel Economische Tijd over de resultaten van het
overlegcomité. Men zou spreken over een heffing die ongeveer zou
neerkomen op een opbrengst van 170 miljoen euro, een pak minder dan
de verwachte verliezen voor het wegvallen van de dividenden, waarvoor
de VVSG een raming van 250 miljoen euro naar voren had geschoven.
Hoe wordt het verschil tussen 170 miljoen euro en 250 miljoen euro
gecompenseerd? Zal de heffing met terugwerkende kracht ingaan of
niet? Hoe worden de middelen over de Vlaamse gemeenten verdeeld?

Dit zijn een aantal bijkomende vragen die ik u wou voorleggen.
annoncé l'année dernière une
solution aux problèmes financiers
des communes par la suppression
des dividendes. Peu après, la loi-
programme prévoyant le
«prélèvement Elia» était approuvée.

Après un certain silence
concernant le dossier, le ministre
flamand, M. Van Grembergen, a
annoncé que les communes
pouvaient inscrire au budget les
recettes de cette taxe. Il y a deux
semaines, nous avons pu lire dans
un rapport du Comité de
concertation qu'en Flandre, les
consommateurs et les entreprises
compenseront le manque à gagner
occasionné par la suppression des
dividendes par l'imposition d'une
taxe de 4,3 euros par MWh.

Du côté wallon, on n'est pas
demandeur, en raison notamment
de la différence dans le rythme
auquel il est procédé à la
libéralisation du marché de
l'énergie.

Quel est l'état du dossier? Dans
quelle mesure l'article 12bis de la
loi du 29 avril 1999, inséré par la
loi-programme au cours de l'année
dernière, est-il d'application?
Quand le montant pouvant être
inscrit au budget sera-t-il
communiqué aux communes?

Selon le quotidien Financieel
Economische Tijd,
le montant des
recettes s'élèverait à quelque 170
millions d'euros. Les pertes
résultant de la suppression des
dividendes sont estimées à 250
millions d'euros. Comment
comptez-vous compenser cette
différence?

La taxe a-t-elle un effet rétroactif?
Comment les recettes vont-elles
être réparties entre les communes?
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
03.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, ik dank de
heer Leterme voor zijn vraag. Het is inderdaad zo dat binnen het
overlegcomité een akkoord werd bereikt over de uitvoering van artikel
431 van de programmawet betreffende de compensatie van het
inkomstenverlies van de gemeenten.

Het akkoord bepaalt dat via Elia een heffing zal worden gelegd op het
transmissienet, dat elk Gewest de mogelijkheid geeft om te beslissen
tot een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de toepassing van de
heffing. Tevens werd overeengekomen dat, teneinde de
concurrentiepositie van onze ondernemingen te vrijwaren, een
degressief maximumtarief voor de bedrijven wordt ingevoerd. Wat het
inkomstenverlies van de gemeenten betreft, heb ik aan de CREG
gevraagd om daarvan een berekening te maken, aangezien de cijfers
daarover sterk uiteenliepen. Op grond van de berekening van de CREG
heeft het overlegcomité beslist om te voorzien in de compensatie van
ongeveer 170 miljoen euro door de introductie van een heffing van ­ ik
denk dat u het juiste bedrag hebt geciteerd - 4,3 euro per megawattuur
op het verbruik van de distributienetklanten. Dat verbruik bedroeg in
Vlaanderen in 2002 40.100 gigawattuur. Ik heb mijn diensten belast met
de uitvoering van deze beslissing en met de berekeningen en de
opstelling van de nodige regels daarvoor. Het is de bedoeling om dat
tegen het einde van deze maand af te ronden.
03.02 Fientje Moerman,
ministre: Un tarif maximum
dégressif est instauré pour les
entreprises afin de préserver la
position concurrentielle.

Sur la base d'un calcul de la CREG
sur la perte de revenus des
communes, le Comité de
concertation a décidé de prévoir la
compensation de 170 millions
d'euros par le biais d'un
prélèvement de 4,3 euros par
mégawattheure sur la
consommation de la distribution
aux clients. En 2002, cette
consommation s'élevait à 40.100
gigawattheures en Flandre.

Mes services finaliseront la mise en
oeuvre de cette décision d'ici à la
fin du mois.
03.03 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, ik had graag
vernomen of deze bepaling terugwerkende kracht heeft. Kunt u ook wat
meer duidelijkheid geven over het onderzoek naar de juridische
houdbaarheid van de voorgestelde oplossing? In welke juridische vorm
moet dit worden gegoten? Is dat een koninklijk besluit of een ander
juridisch instrument? Ik veronderstel dat de juridische houdbaarheid,
onder andere inzake gelijkheidsbeginselen, moet worden onderzocht. In
het verlengde van uw antwoord inzake de elektriciteitssector zou ik u
ook willen vragen of de regering initiatieven neemt om de verliezen voor
de gemeenten door de liberalisering van de aardgassector te
compenseren? Het gaat immers over tientallen miljoen euro aan
dividenden en inkomsten die wegvallen.
03.03 Yves Leterme (CD&V): La
disposition a-t-elle un effet
rétroactif? Sous quelle forme
juridique cette réglementation est-
elle adoptée? Les principes
d'égalité sont-ils respectés? Les
pertes liées à la libéralisation du
secteur du gaz naturel seront-elles
également compensées?
03.04 Minister Fientje Moerman: Mijnheer Leterme, de juridische
houdbaarheid zoals u dat noemt, wordt momenteel onderzocht, evenals
de regelvorm waarin dit moet worden gegoten. Dat maakt deel uit van
het uitvoeringsproces van het principeakkoord dat in het overlegcomité
werd bereikt. Wat het inkomstenverlies in de aardgassector betreft,
betreft de Elia-heffing alleen elektriciteit en niet aardgas.
03.04 Fientje Moerman ,
ministre: Mes services examinent
les aspects juridiques et la forme
sous laquelle cette réglementation
doit apparaître.
03.05 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, uit mijn laatste
vraag bleek voldoende dat ik dit wist. Ik begrijp dat u mij niet te hoog
inschat.
03.06 Minister Fientje Moerman: Ik denk dat mijn antwoord ook
duidelijk was.
03.07 Yves Leterme (CD&V): U antwoordt niet op mijn vraag. Mijn
vraag was of de regering initiatieven neemt om ook in de aardgassector
de minderinkomsten te compenseren.

Mijnheer de voorzitter, ik neem akte van het feit dat tegen het einde van
deze maand, ook al moet nu nog de juridische vorm worden
onderzocht, dit alles zijn beslag zal hebben gekregen.
03.07 Yves Leterme (CD&V): Je
n'ai pas obtenu de réponse à la
question de savoir si des mesures
sont également prises concernant
les pertes liées au gaz naturel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
04 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt" (nr. 24)
04 Interpellation de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la libéralisation du marché de l'électricité" (n° 24)
04.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb gehoord
dat u net verhuisd bent en dat u uw intrek neemt in de Brederodestraat.
Dat is natuurlijk vrij dicht bij het Troonplein, waar een belangrijke speler
inzake de energiemarkt gehuisvest is. Ik wens u goede buurschap toe.
04.02 Minister Fientje Moerman: Dat was niet de reden voor de
verhuis, mevrouw Creyf. De reden voor de verhuis was onder andere een
aanhoudend, persistent vlooienprobleem.
04.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb niet
geïnsinueerd dat u verhuisd bent om dichter bij Electrabel te wonen. Ik
wens u gewoon een goede nabuurschap en tegelijk de nodige afstand.

Mevrouw de minister, de liberalisering van de energiemarkt had de
bedoeling de prijzen voor de kleine en grote afnemers te verlagen en
monopoliewinsten en efficiënties in de productie en distributie weg te
werken. We moeten vandaag echter vaststellen dat de Vlaamse en
Belgische elektriciteitsmarkt nog in de kinderschoenen staat. De
prijzen dreigen eerder te stijgen dan te dalen. Grootverbruikers en
consumenten staan aan de klaagmuur. De bevoorradingszekerheid en
de stabiliteit van het transmissienet komen in het gedrang. De
marktwerking in de productie is mede door het lakse beleid van
Verhofstadt I nagenoeg onbestaand.

In het begin van 2003 werd duidelijk dat van de verlaging van de
elektriciteitsprijzen ten gevolge van de vrijmaking van de
elektriciteitsmarkt weinig in huis zou komen. Bij de lancering van de
informatiecampagne over de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt pleitte
toenmalig Vlaams minister Stevaert voor het invoeren van
maximumprijzen. Terwijl de Vlaamse minister de pers te woord stond,
waren wij in de Kamer een wetsontwerp aan het bespreken dat
maximumprijzen oplegde aan de eindafnemers. Dit ontwerp werd
unaniem goedgekeurd in het Parlement. We moeten wel vaststellen dat
de regering tot nu toe geen uitvoering heeft gegeven aan de bepaling in
verband met de maximumprijzen. De vorige regering verkoos ­ na het
vertrek van de groenen ­ afspraken te maken met Electrabel. De prijzen
zouden zes maand lang niet stijgen, tot 31 december 2003.

De vraag is wat de huidige regering zal doen. Houdt zij maximumprijzen
achter de hand uit vrees voor prijsstijgingen waar zij zelf mee
verantwoordelijk voor is? Maximumprijzen zijn vicieus. De
maximumprijs zou wel eens de richtprijs kunnen worden en ik denk niet
dat dat de bedoeling is. In dat geval is de vraag wie toezicht zal houden
op de marge van de monopoliehouder. De discussie over de
maximumprijzen is mee het gevolg van onvoldoende concurrentie en
onvoldoende marktwerking, in het geheel van het proces maar vooral in
de productie. De vraag is nu wat de liberale minister doet om in de
sector van de productie maar ook in de sector van de verkoop en
andere meer concurrentie te krijgen.

In de voorbije vier jaar is er onvoldoende gebeurd om tot een werkelijke
vrijmaking van de markt te komen. Het beleid van de voorbije vier jaar is
er mee verantwoordelijk voor dat de energieprijzen eerder stijgen dan
dalen. Ik geef een paar elementen waardoor de prijs gestegen is of nog
zal stijgen in de toekomst. Allereerst is er de vervroegde uitstap uit de
04.03 Simonne Creyf (CD&V):
L'objectif de la libéralisation du
marché de l'énergie était un
abaissement des prix pour tous les
consommateurs et la disparition
des situations monopolistiques
dans les secteurs de la production
et de la distribution. On constate
toutefois aujourd'hui que les prix
montent plus qu'ils ne descendent
et que pratiquement tous les
consommateurs se plaignent. La
sécurité d'approvisionnement et la
stabilité du réseau de transmission
sont mêmes menacées.

Il est clairement apparu au début
de 2003 que la libéralisation du
marché ne se traduirait pas par une
baisse des prix. Le Parlement a
approuvé à l'unanimité un projet de
loi fixant des prix maximums pour
le consommateur final. Le
précédent gouvernement ne l'a
toutefois pas mis en oeuvre. Il a
convenu avec Electrabel que les
prix ne grimperaient pas jusqu'au
31 décembre 2003. L'actuel
gouvernement confirme-t-il cet
accord? Quelles sont ses
intentions à propos des prix
maximums? Que fera la nouvelle
ministre de l'Energie pour mieux
coordonner la libéralisation du
marché que ne l'a fait l'équipe
précédente?

La sortie progressive du nucléaire
aura incontestablement pour
conséquence une hausse des prix.
L'énergie éolienne est plus
onéreuse que toutes les autres
formes de production. La
dépendance croissante à l'égard du
gaz naturel va faire monter les prix
de ce dernier et les prix du gasoil
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
kernenergie waarbij de liberale partner zich heeft laten inpakken door de
groenen. Welnu, die vervroegde uitstap uit de kernenergie is alleen
kostenverhogend.

Windenergie ­ zeker die op het land ­ is merkbaar duurder dan andere
productiemethodes van energie. De overschakeling op aardgas doet de
afhankelijkheid vergroten en tezelfdertijd zullen de toenemende
aardgasprijzen mee verantwoordelijk zijn voor de stijgende
energieprijzen. Er is de onzekere prijs van de stookolie. Er zijn allerlei
heffingen die op het transmissienet worden gelegd en die de prijs doen
verhogen. Die heffingen kennen we voldoende. Het zijn onder andere de
Elia-heffingen, maar ook de heffingen voor het nucleair passief, voor het
sociaal fonds, enzovoort. Ik zeg niet dat deze posten niet moeten
worden voorzien van middelen. Ik stel alleen maar vast dat dit allemaal
komt als heffingen op het transmissienet. Iedereen zal dit betalen, de
kleine huishoudens maar ook de bedrijven.

Mevrouw de minister, het gevolg van het voorbije beleid is dat
consumenten en grootverbruikers aan de klaagmuur staan. De bedrijven
dreigen te verhuizen. De energiekosten voor bedrijven zijn immers
belangrijk. De rechtstreekse energiekosten zijn belangrijk, maar ook de
onrechtstreekse energiekosten. Duurdere stookolie bijvoorbeeld doet de
lonen stijgen.

Het afgeschafte controlecomité heeft er in het verleden voor gezorgd dat
de bedrijven de goedkoopste energie kregen, zelfs ten koste van de
kleine verbruiker of de laagspanningsklant. Dit gebeurde omwille van de
werkgelegenheid.

Wie zal nu toezien op de elektriciteitsprijzen voor de bedrijven? Een
laks beleid ten aanzien van de energiemarkt zal onze bedrijven en de
tewerkstelling nog meer in het gedrang brengen.

Mijnheer de voorzitter, de overheid wil 200.000 banen scheppen. Welnu,
mevrouw de minister, jobs creëren zonder goede, goedkope en zekere
energielevering kan niet lukken.

Ik ben daarmee beland bij het tweede punt van mijn interpellatie, met
name de bevoorradingszekerheid. De recente stroomonderbrekingen in
de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Scandinavië en Italië hebben het
strategisch maatschappelijk belang onderlijnd van een veilige
bevoorrading in energie. De economische kostprijs op het ogenblik dat
de stroom uitvalt, is enorm.

Wie hoopte dat het in België niet zo'n vaart zou lopen, komt bedrogen
uit. Volgens de voorzitter van Elia dreigde vorig jaar tot vier maal toe
een zware stroompanne in België. Hij kan het wel weten.

De beslissing tot vroegtijdige uitstap uit de kernenergie is een
vergissing. Het is een illusie te denken dat men in de toekomst kan
zonder kernenergie. De ons omringende landen zijn ondertussen volop
bezig met de vierde generatie kernreactoren die nieuwer, veiliger en
performanter zijn. Wat doen wij? Wij verliezen onze toppositie inzake
nucleaire knowhow.

Mevrouw de minister, rekenen op invoer uit Frankrijk zal ook een illusie
blijken te zijn. Op dit ogenblik immers is er in Frankrijk een
energiedebat aan de gang. Wellicht volgt u dat en als u dat doet, zult u
hebben gemerkt dat men zich in Frankrijk in de toekomst wil toeleggen
op de productie van nucleaire energie voor eigen verbruik. Frankrijk
heeft er genoeg van te zien dat alle omringende landen hun eigen
kerncentrales sluiten en er nucleaire energie vanuit Frankrijk wordt
prix de ce dernier et les prix du
gasoil de chauffage ne sont guère
stables. Des prélèvements divers
sur le réseau de transmission
favorisent également une hausse
des prix. La hausse du gasoil de
chauffage entraîne par ailleurs
indirectement, par le méchanise de
l'indexation, une hausse salariale.
Le Comité de contrôle qui faisait en
sorte par le passé que les
entreprises bénéficiaient des prix
les plus avantageux pour l'énergie a
été supprimé. Qui reprendra sa
tâche? Une politique laxiste influera
indirectement de manière négative
sur l'emploi.

On a pu constater dernièrement
aux Etats-Unis, en Grande-
Bretagne, en Scandinavie et en
Italie toute l'importance
économique des effets d'une
coupure de courant. Selon
certaines sources, notre pays a
échappé à quatre reprises à une
telle panne en 23002.

La sortie anticipée du nucléaire est
une grosse erreur. Compter sur la
France en est une autre : les
Français veulent développer de plus
en plus l'énergie nucléaire pour
leurs besoins propres. Ils ne
souhaitent plus exporter vers des
pays qui ferment leurs centrales
nucléaires pour se débarrasser du
problème du traitement et de
l'enfouissement des déchets.

On n'investit plus dans la
production depuis des années, de
sorte que le risque de coupures de
courant ne cesse de croître. Les
investisseurs potentiels sont
confrontés au problème qu'aucune
perspective ne s'offre à eux et que
la rentabilité de leurs
investissements n'est pas du tout
assurée. Il faut, d'une manière ou
d'une autre, anticiper l'avenir faute
de quoi on optera pour les
centrales étrangères avec un délai
d'amortissement réduit. Le manque
d'investisseurs a comme corollaire
l'absence de concurrence. Il faut
faire jouer la concurrence en
réalisant de nouveaux
investissements dans le secteur de
la production et en favorisant
l'apparition de nouveaux
opérateurs. Nous plaidons quant à
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
ingevoerd terwijl Frankrijk met het afval blijft zitten.

Mevrouw de minister, het probleem van de bevoorradingszekerheid is
het probleem van investeringen in de productie. De voorbije jaren werd
er niet meer geïnvesteerd in de productie. De liberalisering leidt slechts
tot concurrentie op korte termijn. Investeren op lange termijn is er niet
meer bij. De kosten worden gedrukt door te besparen op personeel en
dergelijke, maar eveneens door besparingen op vermogen, inzonderheid
op piekvermogen en door besparing op de investering in de netten. De
ontbrekende investeringen in de productie doet de kans op
stroomonderbrekingen alsmaar toenemen.

Het probleem voor potentiële investeerders is dat ze geen idee hebben
van rendement op termijn. Ze hebben geen marktperspectief. Er is geen
uitrustingsplan meer maar toch is het belangrijk voor toekomstige
investeerders te weten wat in de toekomst de productiebehoefte zal zijn
en wat de consumptie zal zijn. Op de een of andere manier is er dus
een plan nodig waarbij men strategische afwegingen kan maken. Wie
zal nog investeren in dure basiscapaciteit als men niet meer zeker is
van de toekomst? Men zal de voorrang geven aan productie in het
buitenland, aan centrales met een korte afschrijvingstermijn die daarom
nog niet de meest efficiënte zijn.

Om investeringen aan te trekken moeten potentiële investeerders een
houvast hebben. Wij pleiten voor een strategisch plan. Dit geldt
trouwens niet alleen voor de elektriciteitssector, maar voor alle
energiedragers. Er zal namelijk nationaal en internationaal veel
geïnvesteerd moeten worden in productie-, transmissie- en
distributiesystemen, in de opslag van petroleumproducten, in
hernieuwbare energieën, in de berging van kernafval, enzovoort.

Hoe zal het probleem van de investeringen in de productie beleidsmatig
worden aangepakt?

Als laatste punt zou ik de afwezigheid van de mededinging in de
productie willen aanhalen. De beste garantie voor mededinging is de
aantrekking van nieuwe investeerders in productie en dat er ook nieuwe
alternatieve operatoren op het terrein verschijnen. Dit alles hangt
uiteraard samen met wat ik daarnet gezegd heb betreffende het
investeringsprobleem. De vorige regering besliste te elfder uur dat een
deel van de productiecapaciteit van Electrabel op de markt geveild
diende te worden, maar tevens besliste zij de historische contracten
tussen Electrabel en Electricité de France te verbreken. Die laatste
beslissing verhoogt niet meteen de betrouwbaarheid van de federale
overheid bij de particuliere investeerders.

Mevrouw de minister, ik heb verschillende problemen gesignaleerd en
nu verneem ik graag uw visie over de vrijmaking van de
elektriciteitsmarkt, uw plannen terzake en de maatregelen die u zal
nemen inzake prijsbeleid, inzake investeringen, inzake
bevoorradingszekerheid en inzake voldoende productie in eigen land
aan concurrentiële prijzen.
04.04 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter,de
elektriciteitprijs bestaat uit verschillende componenten.

Eerst is er de prijs van de productie van elektriciteit, daarnaast de prijs
voor het gebruik van het transportnet van elektriciteit, vervolgens de prijs
voor het gebruik van het distributienet en ten slotte een stuk marge voor
de verkoper. In België is een deel van de prijs gereguleerd. De
elektriciteitswet bepaalt dat de tarieven voor het gebruik van het
04.04 Fientje Moerman ,
ministre: Le prix de l'électricité se
compose de plusieurs éléments : le
coût de production, le coût du
transport, le coût de la distribution
et la marge bénéficiaire du vendeur.
Deux éléments de ce prix ont fait
l'objet d'une régulation légale. Les
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
transport- en het distributienet worden gereguleerd en goedgekeurd
door de Commissie voor Regulering van de Elektriciteit en het Gas,
kortweg de CREG. Voor dat deel van de prijs gelden dus voor alle
leveranciers dezelfde tarieven.

Het tarievenbeleid inzake het gebruik van de netten is bepaald in artikel
12 van de elektriciteitswet. Deze tarieven worden jaarlijks opgesteld en
door de CREG goedgekeurd. Bij de goedkeuring dient de CREG
rekening te houden met de reële kosten die zijn gemaakt om de functie
van netbeheerder te kunnen uitvoeren. Daarbovenop houden de tarieven
een billijke winstmarge in ter vergoeding van het in het net
geïnvesteerde kapitaal. Dat is de zogenaamde kostplusregel.
Leveranciers moeten het verschil maken op het vlak van de prijs van
productie en inzake marges, maar leveranciers kunnen ook duidelijk het
verschil maken in het soort product dat zij aanbieden. Zo zijn er
bepaalde leveranciers op de markt die zich specifiek profileren op het
feit dat een belangrijk deel van de door hen geleverde elektriciteit wordt
opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. Tegelijkertijd kunnen
leveranciers ook uitpakken met een welbepaalde dienstverlening aan de
klanten.

In Vlaanderen is de elektriciteitsmarkt volledig geliberaliseerd en
bijgevolg zijn ook de prijzen die de leveranciers aanbieden, vrij. In
Brussel en Wallonië is de markt voor de eindconsumenten nog niet
geliberaliseerd. Voor het deel van de markt dat vrij is, geldt hetzelfde
systeem als in Vlaanderen. Voor het deel van de markt dat nog niet is
vrijgemaakt, de zogenaamde captieve markt, wordt het tarievenbeleid
zoals gevoerd door het vroegere controlecomité voor elektriciteit en gas,
voortgezet. Dat betekent dat de tarieven evolueren onder invloed van de
evolutie van de NC- en NE-index. Deze indexen hebben respectievelijk
betrekking op de brandstofprijzen in de Belgische productiecentrales en
op de overige exploitatiekosten. In de praktijk wordt de tariefevolutie in
België jaarlijks geëvalueerd volgens de tarieven die gelden in het
buitenland. Dat staat in artikel 20, §3 van de elektriciteitswet. In het
verleden voerde het controlecomité deze evaluatie uit. Aangezien het
werd opgeheven door de wet van 20 maart 2003, zal de CREG in de
toekomst deze taken overnemen.

Men moet ook rekening houden met het feit dat inmiddels door de
CREG een nieuwe NC-index werd voorgesteld. De nieuwe index is meer
marktgeoriënteerd, in die zin dat van de marktprijzen wordt uitgegaan.
De vroegere NC-index was gebaseerd op de werkelijke
boekhoudkundige kostprijs van de verbruikte brandstoffen. Mijn diensten
onderzoeken momenteel het voorstel dat de CREG inzake de nieuwe
index heeft gedaan.

Ik wijs erop dat de federale elektriciteitswet werd goedgekeurd in april
1999, dus nog vóór de regering-Verhofstadt I. Indien het beleid dus niet
coherent zou zijn, zou dat mee veroorzaakt zijn door de inhoud van de
basiswet. Het beleid dat de federale regering onder Verhofstadt I heeft
gevoerd, is echter zeer coherent. Er werd uitvoering gegeven aan de
elektriciteitswet en de CREG kon al haar bevoegdheden opnemen,
dankzij de aanstelling van een transmissienetbeheerder. Tegelijk
werden ook de nodige uitvoeringsbesluiten uitgevaardigd, die toelaten
om de transport- en distributienettarieven door de CREG te laten
goedkeuren.

Wat de prijzen betreft die de gebruikers dienen te betalen, kan op het
volgende worden gewezen. Recent heeft de VREG laten weten dat de
huisgezinnen die niet van leverancier veranderen, ongelijk hebben en
een korting op hun elektriciteitsfactuur missen die tot 10% kan
oplopen. Eerder al had een consumentenorganisatie, Testaankoop, ook
fournisseurs ne peuvent faire la
différence que par leur coût de
production et leur
marge
bénéficiaire. Ils peuvent par ailleurs
répercuter leur service dans leurs
prix ou proposer un produit
spécifique.

Le marché de l'électricité étant
totalement libéralisé en Flandre, les
prix des fournisseurs le sont aussi.
En Wallonie et à Bruxelles, le
marché n'est que partiellement
libéralisé et pour la partie non
libéralisée, le prix est fondé sur des
indices.

La loi fédérale sur l'électricité est
antérieure à Verhofstadt I et si la
gestion n'est pas cohérente, c'est
à cause de cette loi. La politique du
précédent gouvernement était
parfaitement cohérente dès lors
que la loi a été exécutée
correctement.

Les consommateurs qui n'ont pas
changé de fournisseur d'énergie ont
tort. Ils perdent ainsi une ristourne
considérable. Le Comité de
concertation a décidé d'instaurer un
tarif maximum dégressif.

Elia veille à la stabilité de notre
réseau et conclut des contrats-
types avec des collègues de
l'étranger pour éviter qu'elle soit
menacée en raison d'échanges de
grandes quantités d'électricité entre
les pays voisins. Elia m'a
communiqué le plan de
développement du réseau de
transmission. J'ai demandé à mes
services de vérifier si les
investissements prévus sont
suffisants.

Electrabel assure toujours
l'essentiel de la production
d'électricité. Le gouvernement
prend des mesures destinées à
accroître la liquidité du marché.
Dans un délai de deux à quatre
ans, l'offre pourra être augmentée
par l'importation d'électricité depuis
la France. La capacité des liaisons
entre les réseaux de transmission
belge et français est limitée mais,
ainsi que j'ai déjà eu l'occasion de
le dire, j'examine le plan de
développement d'Elia.
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
de raad gegeven om van leverancier te veranderen. Wat de grote
verbruikers betreft, is het zo dat in het overlegcomité ­ ik heb dat al aan
de heer Leterme geantwoord ­ werd overeengekomen om een
degressief maximumtarief in te voeren.

De grote verbruikers zijn de grote bedrijven die rechtstreeks afnemen
van het transmissienet. De uitwerking van deze beslissing dient rond te
zijn tegen het einde van de maand oktober. Daarenboven staan in het
regeerakkoord een aantal maatregelen die een bijkomende druk zullen
uitoefenen op de prijzen. Ik kom daar later op terug bij mijn antwoord op
de vraag over de marktwerking in de productie.

Wat de stabiliteit van het transmissienet betreft, in het kader van de
vrijmaking van de elektriciteitsmarkt werden de sectoren van de
productie, de transmissie, de distributie en de verkoop van elkaar
gescheiden. Het transmissienet wordt beheerd door Elia System
Operator NV. Elia waakt over de stabiliteit van ons net. Door de
geografisch centrale ligging van ons land en dus ook van ons
hoogspanningsnet ondervindt ons land de invloed van de uitwisseling
van grote hoeveelheden elektriciteit tussen onze buurlanden. Een te
groot volume onaangekondigde transitstromen kan de stabiliteit van het
Belgische net in gevaar brengen. Uit de jaarverslagen van Elia en de
CREG blijkt dat dit in 2002 meermaals het geval was. Elia heeft reeds
een aantal stappen gezet om te vermijden dat dergelijke niet-
geïdentificeerde stromen op het net komen. Elia heeft met name het
initiatief genomen om typecontracten te sluiten met collega's uit de
buurlanden om zich te beveiligen tegen de gevaren die worden
veroorzaakt door niet-geïdentificeerde stromen. Tegelijkertijd heeft Elia
mij recent het ontwikkelingsplan voor het transmissienet bezorgd. Ik
heb opdracht gegeven om na te gaan of de voorgestelde investeringen
voldoende zijn om de stabiliteit van het net te waarborgen.

Ik kom dan terug op de marktwerking in de productie. Begin dit jaar
werd een zeer belangrijke stap gezet in de vrijmaking van de markt
inzake de productie. Electrabel en SPE hebben hun samenwerking via
CPTE, Coördinatie van Productie en Transport van Elektrische energie,
ontbonden. Deze samenwerking was tot stand gekomen in 1995 en
door de ontbinding van CPTE zijn SPE en Electrabel nu volwaardige
concurrenten geworden van elkaar. Het is wel zo dat Electrabel nog het
leeuwendeel van de productie van elektriciteit voor haar rekening neemt.
Inzake aanbod langs productiezijde is het zo dat de mogelijkheden van
leveranciers om zich te bevoorraden bij andere producenten dan
Electrabel, vrij beperkt zijn. De regering heeft dit voorzien in het
regeerakkoord. Aangezien het bouwen van nieuwe productie-eenheden
veel tijd ­ meerdere jaren ­ vergt, zal de regering maatregelen nemen
die de liquiditeit van de markt moeten verhogen. Een van de
maatregelen die in het regeerakkoord is voorzien, is het verhogen van
de capaciteit van de interconnectoren. Op relatief korte termijn ­ 2 tot 4
jaar ­ kan meer aanbod op de markt worden gecreëerd door meer
stroom in te voeren vanuit Frankrijk. In dit verband rijzen er technische
problemen, aangezien de capaciteit van de verbindingen tussen het
Belgische en het Franse transmissienet ­ de interconnectoren ­
beperkt is. Zoals reeds aangegeven, heb ik recent het
ontwikkelingsplan van Elia ontvangen. Ik zal met bijzondere aandacht
de geplande investeringen inzake de interconnectoren onderzoeken.

Een andere maatregel uit het regeerakkoord is het veilen van een
virtuele productiecapaciteit, de zogenaamde VPP of Virtual Power
Plant. VPP houdt in dat een deel van de capaciteit van Electrabel wordt
geveild en bijgevolg krijgen diverse leveranciers toegang tot een stuk
van de capaciteit. Ik wacht op een operationeel plan van de CREG
terzake. De vorige regering had aan de CREG een plan gevraagd tegen
Par ailleurs, l'accord de
gouvernement prévoit la vente aux
enchères des Virtual Power Plant
(VPP)
, ce qui rendrait accessible à
plusieurs fournisseurs une partie de
la capacité d'Electrabel. J'attendais
pour début septembre un plan
opérationnel de la CREG, qui avait
déjà été demandé par le précédent
gouvernement.

J'étudie enfin la possibilité de créer
une bourse de l'électricité en
Belgique.
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
begin september, maar blijkbaar loopt de opstelling ervan in de CREG
vertraging op.

Tegelijk heb ik aan mijn diensten de opdracht gegeven na te gaan
welke de mogelijkheden zijn om in België een elektriciteitsbeurs op te
richten. Die mogelijkheid is theoretisch voorhanden in de
elektriciteitswet. Onder de regering Verhofstadt I werd de
elektriciteitswet onder meer gewijzigd door de wet van 20 maart 2003.
Daardoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om een wettelijk kader te
scheppen voor een elektriciteitsbeurs.
04.05 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt ons
eigenlijk het ABC van de elektriciteitsmarkt uitgelegd. U hebt wat dat
betreft dus weinig verteld dat wij niet wisten. U hebt uitvoerig uitleg
gegeven over de wet, over hoe de zaken in elkaar zitten, over de NC-
index, enzovoort, maar dat was niet mijn vraag. Ik heb een aantal
problemen gesignaleerd waar wij mee te maken hebben: de
bevoorradingszekerheid, het tekort aan marktwerking in de productie,
de stijging van de prijzen voor bedrijven, enzovoort. U bent de nieuwe
bevoegde minister, een liberale minister bovendien. Ik neem aan dat u
plannen hebt, dat u een visie hebt op wat nu moet gebeuren rond de
hele liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Maar u hebt niets gedaan.
U hebt geen enkel perspectief gegeven; u hebt het niet over uw visie
gehad of over maatregelen, over iets dat u wil organiseren, enzovoort. Ik
herhaal: u hebt ons het ABC van de elektriciteitsmarkt uitgelegd. U
hebt, klassiek, geprobeerd te doen wat wij intussen gewoon zijn. U
hebt geprobeerd de hete aardappel nog eens door te schuiven naar de
vorige regering. Maar die vorige regering, mevrouw de minister, heette
Verhofstadt I. Het was Verhofstadt I die uitvoering moest geven aan de
goedgekeurde elektriciteitswet, maar daar precies is men in grote mate
in gebreke gebleven. Het was de lakse houding van Verhofstadt I die
gemaakt heeft dat er geen echte marktwerking is, dat de prijzen
gestegen zijn, dat de bedrijven, de werkgevers, nu aan de klaagmuur
staan.

Mevrouw, ik zal een voorbeeldje geven. Een van de rechtstreekse
klanten van het vroegere Electrabel was Ford. De eerste minister zei de
lasten die op het bedrijfsleven wegen te willen verminderen maar andere
ministers zijn intussen drukdoende om de lasten op het bedrijfsleven te
verhogen via hogere elektriciteitsprijzen en allerhande heffingen die nu
ook wegen op de grootverbruikers ­ wat vroeger niet het geval was. Er
worden nieuwe lasten gelegd op de grootverbruikers en op het
transmissienet. Mevrouw de minister, in welk gekkenland leven wij als
de ene minister bezig is met lastenverlaging en de andere met
lastenverhoging?

Mevrouw de minister, ik denk dat het echt belangrijk is dat er in ons
land een maatschappelijk debat georganiseerd wordt, dat er een
strategisch plan komt, en dat wij samenkomen met alle actoren uit de
economische sector. In de toekomst moeten nog miljarden euro
geïnvesteerd worden, internationaal en nationaal, in de energiesector. Ik
heb het dan niet alleen over elektriciteit maar over de brede
energiesector. Het zou toch wenselijk zijn dat wij daar eens een debat
over houden want in de toekomst zullen er keuzes moeten worden
gemaakt inzake de prijzenevolutie, inzake veiligheid, inzake
bevoorradingszekerheid, tewerkstelling, nieuwe technologieën,
enzovoort.

Mijnheer de voorzitter, ik zou dan ook graag een motie van aanbeveling
indienen waarbij wij de minister aanbevelen om de vrijmaking van de
energiemarkt bij te sturen met het oog op de bevoorradingszekerheid,
04.05 Simonne Creyf (CD&V): La
ministre nous a longuement
entretenus de la législation mais
elle n'a pas répondu à la question
qui lui était posée. Elle ne nous a
pas exposé sa conception de la
libéralisation du marché de
l'électricité, ni annoncé aucune
perspective. Au contraire, elle a
cherché une fois de plus à imputer
les responsabilités au
gouvernement précédent. Il
s'agissait pourtant du premier
gouvernement Verhofstadt! Et ce
dernier aurait dû approuver la loi sur
l'électricité. Le laxisme de
Verhofstadt I a généré une hausse
des prix et suscité le
mécontentement des employeurs.
Ford était l'un des clients directs
d'Electrabel. Dans quel pays de
fous vivons-nous, un pays où un
ministre dit vouloir alléger les
charges des entreprises alors que
d'autres ministres alourdissent
précisément ces charges par une
augmentation du prix de l'électricité
et autres.

Il faut un débat social. Un plan
stratégique associant tous les
acteurs du secteur économique
doit être arrêté.
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
voldoende productie in eigen land en concurrentiële prijzen. Wij willen
de regering aanbevelen een groot maatschappelijk debat te organiseren
met alle actoren van de economie rond een strategisch plan op lange
termijn. Op dit ogenblik, mevrouw de minister, is zo'n debat aan de
gang in Frankrijk en Nederland. Wij moeten voor alle energiedragers
komen tot afwegingen, scenario's en keuzes inzake prijsevolutie,
veiligheid, bevoorradingszekerheid, tewerkstelling, nieuwe soorten
technologie enzovoort.
04.06 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf vroeg zich af in welk gekkenland wij leven. Weet u, mevrouw
Creyf, ik vraag mij dat soms ook af. U citeerde het voorbeeld van Ford
Genk. Twee zinnen daarvoor maakte u allusie op de steeds zwaardere
lasten die inzake energieprijs op de bedrijven worden gelegd. Welnu,
één van die heffingen, ik heb dat daarnet aan uw collega Leterme
geantwoord, is de Elia-heffing.

Waarvoor dient die Elia-heffing? Die dient om het inkomstenverlies van
de gemeenten te compenseren dat zij lijden door de vroeger verborgen
belasting die zij haalden uit de dividenden in de monopoliesituatie. Wie
is nu één van de mensen die het meest heeft geageerd voor die heffing?
Dat is precies de burgemeester van Genk, de heer Jef Gabriels als ik
mij niet vergis, de voorzitter van VVSG, de belangenvereniging van de
Vlaamse steden en gemeenten.
04.06
Fientje Moerman,
ministre: Moi aussi, je me
demande souvent dans quel pays
de fous nous vivons. Madame Creyf
évoque le dossier Ford Genk et fait
allusion aux prélèvements sur le
prix de l'énergie de plus en plus
lourds qui sont imposés aux
entreprises. Le «prélèvement Elia»,
qui vise à compenser la perte de
revenus subie par les communes,
en constitue une illustration. C'est
précisément le bourgmestre de
Genk qui a le plus plaidé en sa
faveur.
04.07 Simonne Creyf (CD&V): Ik zou toch graag een en ander
rechtzetten. Er is altijd gevraagd naar een compensatie voor het verlies
dat de gemeenten hebben geleden, maar de formule van de Elia-heffing
is afkomstig van de eerste minister. Het is Verhofstadt die de Elia-
heffing heeft ingevoerd. De gemeenten waren uiteraard vragende partij
voor een compensatie van het verlies, maar de compensatie in de vorm
van een Elia-heffing komt van de heer Verhofstadt.
04.07 Simonne Creyf (CD&V):
C'est Monsieur Verhofstadt qui a
instauré le prélèvement Elia.
04.08 Minister Fientje Moerman: De vraag zelf en de oplossing die er
vroeger al op algemeen verzoek is aan gegeven, namelijk een heffing op
het transmissienet, impliceerde dat de bedrijven zouden betalen, want
het zijn de grootste bedrijven die de rechtstreekse afnemers zijn op het
transmissienet. Ik heb gevraagd ­ het staat er ook in ­ dat er een
degressief maximumtarief zou komen, zoals via verschillende
mechanismen in een aantal ons omringende landen ook het geval is,
precies om de last op de bedrijven te beperken.
04.08
Fientje Moerman
,
ministre: En soi, la demande
impliquait que les entreprises
paient en tant qu'acheteurs directs.
J'ai demandé l'application d'un tarif
maximum dégressif pour limiter les
charges des entreprises.
04.09 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even
reageren op dat laatste punt, door te onderstrepen dat het niet onder de
CD&V- regeringen was dat de energieprijs voor de bedrijven dusdanig is
gestegen.
04.09 Simonne Creyf (CD&V):
Ce n'est pas lorsque le CD&V était
au pouvoir que le prix de l'énergie a
augmenté de manière draconienne.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Simonne Creyf et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Simonne Creyf
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique,
demande au gouvernement
- d'aménager sa politique de libéralisation du marché de l'énergie afin de garantir;
. la sécurité d'approvisionnement,
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
. une production suffisante à l'intérieur de nos frontières,
. des tarifs concurrentiels
- d'organiser avec tous les acteurs économiques un large débat social en vue d'arrêter un plan stratégique à
long terme (cf. France, Pays-Bas) pour tous les vecteurs énergétiques et de procéder à des évaluations,
définir des scénarios, opérer des choix en matière d'évolution des prix, de sécurité, d'approvisionnement,
d'emploi et de technologies nouvelles, etc."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Simonne Creyf en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Simonne Creyf
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
beveelt de regering aan
- de vrijmaking van de energiemarkt bij te sturen met het oog op
. bevoorradingszekerheid,
. voldoende productie in eigen land,
. concurrentiële prijzen;
- een groot maatschappelijk debat te organiseren met alle actoren van de economie rond een strategisch
energieplan op lange termijn (cf. Frankrijk, Nederland), en voor alle energiedragers, ten einde te komen tot
afwegingen, scenario's, keuzes inzake prijsevolutie, veiligheid, bevoorradingszekerheid, tewerkstelling, nieuwe
technologiëen, enz."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Anne Barzin, Dalila Douifi et Sophie Pécriaux et par M.
Maurice Dehu.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Anne Barzin, Dalila Douifi en Sophie Pécriaux en de
heer Maurice Dehu.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
05 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de billijke vergoeding" (nr. 202)
05 Question de Mme Simonne Creyf à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
Extérieur et de la Politique scientifique sur "la rémunération équitable" (n° 202)
05.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, net zoals
vanmorgen, had ik mijn oorspronkelijke vraag aan de verkeerde minister
gesteld. Immers, in het verleden was de minister voor Justitie bevoegd
voor de billijke vergoeding, maar nu blijkt dat de minister voor
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid te
zijn.

Hoe dan ook, het belangrijkste is de inhoud van het antwoord dat wordt
verstrekt.

Mevrouw de minister, een tijdje geleden werd ik aangesproken door een
Nederlandstalige organisatie in Vlaams-Brabant die de formulieren
inzake de billijke vergoeding had aangevraagd. Groot was haar
verwondering toen in een enveloppe met Franstalige opdruk, naast een
brief in het Nederlands; ook een invulformulier en een brochure in het
Frans te vinden. Ik kan u deze documenten tonen.

Mevrouw de minister, is het normaal dat men in een Nederlandstalige
gemeente geconfronteerd wordt met Franstalige formulieren en
brochures? Ik denk van niet. Zijn deze regeling en inning onderworpen
aan de taalwetgeving? Mijnheer de voorzitter, ik meen dat deze materie
ook uw bijzondere interesse wegdraagt. Onder welke voorwaarden werd
de inning van de billijke vergoeding uitbesteed? Werden er
taalvoorwaarden gesteld? Op welke wijze gebeurt de evaluatie en
opvolging van het bureau waaraan de inning werd uitbesteed? Welke
maatregelen zult u nemen opdat dergelijke situaties zich in de
05.01 Simonne Creyf (CD&V):
J'avais adressé ma question à la
ministre Onkelinx, mais
apparemment la rémunération
équitable semble à présent
ressortir à la compétence de la
ministre Moerman.

Quand une organisation
néerlandophone établie dans le
Brabant flamand a demandé les
formulaires relatifs à la
rémunération équitable, elle a reçu
une enveloppe libellée en français
qui, si elle contenait une lettre en
néerlandais, renfermait aussi un
formulaire à compléter et une
brochure rédigés en français. Est-il
normal, dans une commune
néerlandophone, de recevoir des
formulaires et des brochures en
français? La réglementation relative
à la rémunération équitable et la
perception de celle-ci ne sont-elles
pas soumises aux lois
linguistiques? Quelles conditions
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
toekomst niet meer zouden voordoen?
linguistiques ont été posées lors de
l'attribution de la mission de
perception de cette rémunération
équitable? Comment est-il procédé
à l'évaluation de l'agence à laquelle
a été confiée cette mission?
Quelles mesures comptez-vous
prendre pour éviter la répétition de
telles situations?
De voorzitter: Mevrouw Creyf, als voorzitter van deze commissie moet ik zwijgen. Dat is soms een beetje
lastig. Als voorzitter mag ik zelfs op uw opmerkingen niet antwoorden. Alleen de minister mag antwoorden.
05.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik herinner u eraan dat de billijke vergoeding zoals omschreven in
artikel 42 en volgende van de wet op de auteursrechten, een vergoeding
heeft ingevoerd voor uitvoerende kunstenaars en producenten telkens
wanneer hun werk op een publieke plaats ten gehore wordt gebracht.
De beheersvennootschappen voor uitvoerende producenten en
kunstenaars, Uradex en Simim, hebben de inning per mandaat
uitbesteed aan twee ondernemingen, Honebel/PHI voor de horecasector
en Outsourcing Partners voor de andere sectoren. Het mandaat stelt
geen specifieke taalvereisten, behoudens dat de documenten en
formulieren in het Nederlands of het Frans moeten worden opgesteld.

Strikt juridisch gezien is er geen absolute zekerheid dat de
gecoördineerde wetten van 18 juni 1996 op het gebruik van de talen in
bestuurszaken van toepassing zijn op de beheersvennootschappen
Uradex en Simim. Alleen reeds vanuit praktisch oogpunt ten aanzien
van de inning hebben de maatschappijen er belang bij zich tot de
gebruiker te richten in zijn taal of in het geval zij die niet kennen in de
taal van de regio waar hij of zij is gevestigd, naar analogie van artikel 41
van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in
bestuurszaken.

De controledienst van de beheersvennootschap inzake auteursrechten
die onder mijn bevoegdheid ressorteert, controleert niet rechtstreeks de
onderaannemers van Uradex en Simim. Dit belet echter niet dat de
controledienst op basis van haar algemene opdracht de opgeworpen
problematiek van het taalgebruik van Uradex en Simim, de
gemandateerde vennootschappen van Honebel en Outsourcing Partners
zou kunnen bespreken.

Het door u aangehaalde voorbeeld is wellicht te wijten aan een
materiële vergissing van de maatschappij die belast is met de inning
van de billijke vergoeding. Mijn diensten hebben geen kennis van andere
klachten inzake taalgebruik ten aanzien van het beheer van de billijke
vergoeding.
05.02
Fientje Moerman,
ministre: Les sociétés de gestion
des droits des producteurs et
artistes exécutants, UREBEX et
SIMIN, ont confié la perception de
la rémunération équitable à deux
entreprises: Honeybell et
Outsourcing Partners. Le mandat
qui leur a été donné ne prévoit
aucune exigence linguistique
spécifique, sinon que les
documents doivent être rédigés en
néerlandais ou en français.
Juridiquement, il n'est pas certain
que les lois sur l'emploi des
langues en matière administrative
soient applicables à URABEX et à
SIMIN mais, d'un point de vue
pratique, ces sociétés ont intérêt à
s'adresser au consommateur dans
sa langue. Le service de contrôle
des sociétés de gestion des droits
d'auteur ne contrôle pas
directement URABEX ni SIMIN,
mais il peut s'entretenir avec elles
et avec les sociétés mandatées de
la problématique de l'emploi des
langues. L'exemple que vous avez
cité résulte d'une erreur matérielle
qui ne s'est produite qu'une seule
fois. Mes services n'ont pas
connaissance d'autres
réclamations.
05.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik zal maar aannemen dat dit een spijtige vergissing is
geweest. Het gaat over Meise. Meise is onbetwistbaar Vlaams
grondgebied. Ik zal ervan uitgaan dat er een vergissing werd begaan.
Mocht dit niet het geval zijn, is het misschien aangewezen de nodige
richtlijnen te geven zodat alle documenten en formulieren die naar
Vlaamse gemeenten worden verzonden in het Nederlands zijn
opgesteld. Ik herhaal dat ik de Franstalige documenten kan tonen die
deze Vlaamse organisatie heeft ontvangen. Ik ben bereid te aanvaarden
dat dit een spijtige vergissing is geweest en hoop dat het bij dit ene
voorval zal blijven.
05.03 Simonne Creyf (CD&V): Il
s'agissait de la commune de
Meise, qui est indiscutablement
située sur le territoire flamand. Je
veux bien qu'il se soit agi d'une
erreur. Mais si ce n'était pas le
cas, il serait opportun que vous
donniez les directives qui
s'imposent pour que tous les
documents qui sont envoyés dans
des communes flamandes soient
rédigés en néerlandais.
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
De voorzitter: Mevrouw, er werd even naar mij verwezen. Ik had
destijds de gewoonte de taalwetgeving van nabij te volgen. Een
materiële vergissing is altijd mogelijk, maar principieel moet men in de
taal van het gebied bediend worden in dezen, tenzij men in een
faciliteitengemeente woont. Daarvoor is echter voorzien in een aparte
regeling. In dit geval is het zelfs Nederlands als er een niet-
overheidslichaam tussenkomt dat taken vervult in de plaats van die
overheid. Dit intermediaire orgaan moet dan de taal van de
rechtzoekende gebruiken. Ik wilde toch laten blijken dat ik er nog iets
van wist, mevrouw.
Le président: Une erreur
matérielle ne peut être tout à fait
exclue, mais la règle est qu'en
matière administrative, c'est la
langue de la Région qui est utilisée.
Les communes à facilités
constituent une exception à cette
règle. En l'occurrence, c'est même
le néerlandais qui s'impose,
puisqu'il s'agit de l'intervention d'un
organe ne ressortissant pas aux
pouvoirs publics mais
accomplissant des missions à la
place de ces derniers.
05.04 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, ik twijfel daar
niet aan. Er zijn geen andere gevallen bekend. Mochten er nog komen,
signaleer het. Wij kunnen de zaak dan nader laten onderzoeken. Op dit
moment kunnen wij niet anders dan concluderen dat het om een
eenmalige materiële vergissing gaat.
05.04
Fientje Moerman,
ministre: Si d'autres cas se
présentent, je vous invite à me les
signaler et je demanderai qu'ils
soient examinés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Wij gaan nu over tot de laatste vraag. Die is van de heer Devlies. Nee, ik heb mevrouw Pieters
nog. Hoe kan ik dit vergeten. Ik kan niet anders, mijnheer Devlies, dan u nog even geduld te laten oefenen. De
andere vragen stonden immers vroeger op de agenda. Neem het mij niet kwalijk. Mijn voortvarendheid speelt
mij parten, maar dat was omdat mevrouw Pieters iets later is toegekomen.

Mevrouw Pieters, we zijn blij dat u onder ons bent. We waren deze morgen ongerust, maar ik zie dat u het
allemaal goed en wel hebt overleefd.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Dank u, mijnheer de voorzitter. Het heeft
zich inderdaad beperkt tot wat materiële schade en een licht verschot.
06 Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de aanslepende moeilijkheden met de opstart van de
Kruispuntbank voor Ondernemingen en de Ondernemingsloketten" (nr. 16)
06 Interpellation de Mme Trees Pieters à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les difficultés persistantes liées au lancement de la
Banque-Carrefour des Entreprises et des Guichets d'entreprises" (n° 16)
06.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stelde de
minister een korte vraag in verband met de evolutie van de
Kruispuntbank, haar pijnpuntbank, maar nu zal ik een breder verhaal uit
de doeken doen, dat de essentie weergeeft van die korte vraag.

Mevrouw de minister, bij wijze van inleiding wil ik het volgende zeggen.
Gisterenavond zag ik de heer Van Quickenborne op televisie, de nieuwe
staatssecretaris voor de Administratieve Vereenvoudiging. Ik
veronderstel dat hij een wijs man is. Hij wil, naar aanleiding van een kort
bezoek aan een UNIZO-kantoor in Kortrijk, dat de starters slechts één
formulier moeten invullen zodat zij binnen de drie dagen startklaar zijn.
De ex-senator "Quick" denkt daarmee het warm water uitgevonden te
hebben. Ik zou zijn twaalf werken de werken van barmhartigheid kunnen
noemen, al past er geen barmhartigheid meer in dit dossier dat al zes
maanden rolt.

De staatssecretaris heeft eigenlijk nog niet begrepen dat er al een
Kruispuntbank opgestart is, dat deze niet functioneert en dat de
06.01 Trees Pieters (CD&V): Je
souhaiterais inscrire ma brève
question sur l'évolution de la
Banque-Carrefour dans une
perspective plus large. Le
secrétaire d'Etat à la Simplification
administrative veut faire en sorte
que les entrepreneurs qui entament
une activité puissent régler les
formalités administratives en 3
jours. Le secrétaire d'Etat n'a
toujours pas compris qu'il existe
déjà une Banque-Carrefour et
qu'elle ne fonctionne pas. Le cadre
légal de la création de la Banque-
Carrefour des Entreprises (BCE) et
des guichets d'entreprise a été créé
fin 2002. La BCE a été lancée,
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
starters nog vele dagen meer dan één formulier zullen moeten invullen.
Die drie dagen zijn dus voorbarig.

Eind december 2002 werd het wettelijk kader gecreëerd voor de
oprichting van de Kruispuntbank voor Ondernemingen en de daarbij
behorende ondernemingsloketten. Oorspronkelijk zou die KBO van start
gaan op 1 januari 2003, maar aangezien de wet zo laat werd
goedgekeurd, werd dat met zes maanden vertraagd. De KBO kon dus
op 1 juli 2003 worden opgestart.

Wij kunnen ons nog allemaal het feestelijk persbericht herinneren dat
de voormalige ministers, de heren Picqué en Daems, hebben
uitgestuurd om de opstart van de officiële KBO aan te kondigen.
Eindelijk ­ vlak voor de verkiezingen uiteraard ­ zou de papiermolen
voor de bedrijven krimpen. Eindelijk zou er uitvoering worden gegeven
aan de belofte die in het regeerakkoord van 1999 was ingeschreven om
de administratieve lasten met 25% te verminderen. De eerste drie jaren
hadden de verantwoordelijke ministers voor de afbouw van die
administratieve lasten nauwelijks iets gedaan. Ik zal niet herhalen wat
er in de vorige legislatuur allemaal gebeurde, zoals onder meer met
regeringscommissarissen. Met de Kruispuntbank voor Ondernemingen
­ overigens nog een idee van de regering-Dehaene ­ speelden ze
evenwel hun beste troef uit. Het was de kroon op het werk inzake
administratieve vereenvoudiging.

Bij de adviesfase en tijdens de bespreking van het ontwerp in het
Parlement, eind december 2002, is er vanuit verschillende hoeken op
aangedrongen om de KBO eerst van start te laten gaan en de
ondernemingsloketten pas enkele maanden later te lanceren. Dus,
eerst proefdraaien op de KBO en dan de ondernemingsloketten in gang
zetten. Voor die ondernemingsloketten is een goede en kostenefficiënte
werking van de KBO uitermate belangrijk.

Mevrouw de minister, ik wil u nog even het advies van de Hoge Raad
voor de Zelfstandigen en de KMO in herinnering brengen. Of moet ik u
het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven in herinnering
brengen? Laat mij toe een stukje te citeren uit het advies van de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.

Ik citeer: "De hervorming moet ten uitvoer worden gelegd volgens een
nauwkeurig en uitvoerig plan. Om de continuïteit van de openbare dienst
veilig te stellen en ervoor te zorgen dat op elk moment de
rechtszekerheid gewaarborgd is, pleit de Raad ervoor dat de hervorming
op een realistische manier in fasen wordt gepland, en vooral dat de
Kruispuntbank van de Ondernemingen volledig startklaar is en dat de
integratie van alle betrokken overheidsdiensten een feit is voor de
ondernemingsloketten van start gaan".

Mevrouw de minister, voor het in de wind slaan van die adviezen bent u
niet verantwoordelijk, wel uw voorgangers. Wij hebben herhaaldelijk
gezegd dat er bij de start problemen zouden komen. Wij hebben akte
genomen van uw verklaring in de pers dat voor u de Kruispuntbank een
pijnpuntbank geworden is. Wat u als kersvers minister heeft gezocht,
heeft u niet gevonden.

Ik moet toegeven, mevrouw de minister, dat uw bekentenissen mij
gecharmeerd hebben. Ik hoop dat u die open stijl blijft aanhouden en ik
hoop ook dat u wel rekening zal houden met de adviezen die
gerespecteerde instanties in de toekomst zullen verschaffen. Ik hoop
dat u niet koste wat het kost een zuivere politieke logica zult volgen,
namelijk dat de Kruispuntbank in gang moet schieten op 1 juli, vlak voor
de verkiezingen, omdat dat de partij ten goede zal komen en een
avec 6 mois de retard, le 1
er
juillet
2003. Il avait été dit que les
tracasseries administratives
auxquelles les entreprises ont à
faire seraient réduites. La
promesse de diminuer de 25 pour
cent les charges administratives,
contenu dans l'accord de
gouvernement de 1999, devait être
mise en oeuvre. Dans ce contexte,
la BCE devait constituer la pierre
angulaire du processus de la
simplification administrative.

Des instances comme le Conseil
central de l'économie ont
instamment demandé au
gouvernement de commencer par
rendre la BCE opérationnelle et de
ne lancer les guichets d'entreprise
que quelques mois plus tard. En
effet, le bon fonctionnement et
l'efficacité coûts-bénéfices de la
BCE sont essentiels pour ces
guichets. Si ces avis ont été
ignorés, la responsabilité en
incombe à vos prédécesseurs. Le
démarrage de la BCE
s'accompagne de graves
problèmes qui hypothèquent
l'efficacité des guichets
d'entreprises. Le retard administratif
s'accumule. Il n'est pas question
d'une accélération du traitement
des dossiers.

Les autorités n'ont pas diffusé
suffisamment d'informations sur le
nouveau système. Par ailleurs, en
raison des graves problèmes
techniques, les guichets
d'entreprise accordent souvent à
tort des autorisations de créations
d'entreprise et omettent de
procéder à certains contrôles.
Certaines starters cherchent à tirer
profit de cette situation en
s'adressant au guichet où, selon
eux, leur dossier a le plus de
chances d'être approuvé. A mon
estime, les autorités se rendent en
l'occurrence coupables de
négligence. Qui est responsable
des conséquences lorsqu'il apparaît
ultérieurement que la procédure n'a
pas été respectée?

A ce jour, la simplification
administrative est restée très
limitée, l'image des guichets
d'entreprise a été gravement ternie
et leurs frais de fonctionnement
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
antwoord geven op de gestelde beloften.

De KBO heeft kennelijk zeer ernstige opstartproblemen. De ordentelijke
werking van de ondernemingsloketten wordt bedreigd. De
administratieve achterstand loopt op en in plaats van een versnelling in
de afhandeling van de dossiers doet zich een vertraging voor. Sommige
starters die begin juli een dossier indienden, zouden nog altijd op hun
ondernemingsnummer wachten. Ik heb een concreet dossier bij van
iemand die half juni een BTW -nummer heeft aangevraagd voor een
nieuw op te richten vennootschap. Het ondernemersloket zou starten
op 1 juli. De BTW -administratie heeft toen gezegd dat zij geen BTW -
nummers meer kon toekennen in het oude systeem. De persoon wenst
uiteraard zo snel mogelijk zijn uitgaande facturen te verzenden - hij
moet ook zijn geld binnenkrijgen - maar voor elke factuur die hij
opmaakt is hij in overtreding met de wet op de handelspraktijken. Hij
kan geen handelsregisternummer vermelden en hij kan geen BTW -
nummer vermelden. Ik besluit. Dit bedrijf heeft een nummer gekregen
op 5 september. Het heeft dus geduurd van half juni tot 5 september.
Het kan een uitzondering zijn, maar volgens mij zijn het niet allemaal
uitzonderingen.

De opstartproblemen zijn talrijk, mevrouw de minister. Ik ben in een
loket geweest, vermits wij toch tijd zat hadden in de maand september
en de eerste weken van oktober, en toch iets moesten doen.

Ik heb daar de betrokken persoon ondervraagd over de problemen die er
bestaan. Een eerste zaak is, wat de loketten betreuren, dat
niettegenstaande de beloften van de overheid dat zij zou informeren en
communiceren zij dat niet deed. Over de nieuwe structuren werd niet
gecommuniceerd. Men moest zijn plan trekken. De loketten zijn ooit in
Brussel uitgenodigd voor informatie, maar dat heeft precies drie uur
geduurd. De ondernemersloketten hebben zelf hun personeel ­ ik heb
het van die mensen gehoord en ik heb trouwens een schoondochter die
werkt in zo'n ondernemingsloket ­ naast die drie uur informatie
vanwege de overheid alle overige informatie moeten geven. Zij moesten
zelf die informatie aanvullen.

De KBO heeft gewerkt: één voormiddag is zij toegankelijk geweest, te
weten op 1 juli van dit jaar, tot 12 uur. Vanaf dat ogenblik was de KBO
weer onbereikbaar. Men heeft dat opgelost via Excel-bestanden
waarmee de loketten zich moesten beredderen. Die Excel-bestanden
waren bijzonder moeilijk. Wat wij nu constateren is dat controle op
diploma's, op bedrijfsbeheer en kennisbeheer, nog altijd niet mogelijk
is. Er worden nu dus, drie maanden later, nummers gegeven zonder dat
er diploma's nagetrokken worden. Er worden, vaak ten onrechte,
goedkeuringen tot starten gegeven. De vraag die daarbij rijst is: wat
gaat men doen als men later constateert dat de diplomavereiste
waaraan iemand moet voldoen om een beroep op te starten niet vervuld
werd? Wie zal dan opdraaien voor de fouten? Ik hoop dat het niet het
bedrijf zelf zal zijn, maar dat de overheid daarin haar
verantwoordelijkheid zal opnemen. Ik weet niet hoe. Het zal in vele
gevallen te laat zijn en het zal soms al geleid hebben tot een
faillissement.

Erger nog: wat met de ondernemers die foute, ongecontroleerde,
diploma's opgeven? Diplo, waarop men zich moet baseren om die
diploma's te controleren, is immers een informaticabestand dat niet
geactualiseerd is. Wat met de oneerlijke concurrentie? Wat met de
faillissementen die eruit zullen voortvloeien?

Bovendien, mevrouw de minister, zijn er tien loketten, waarvan de
kantoren verspreid zijn over het land. Heel veel kandidaat-starters
semblent avoir été sous-estimés.

Il n'est dès lors pas surprenant que
le gouvernement ait désigné une
sorte de manager de crise le 25
juillet. Il me revient que ce
manager, M. Vincke, n'aurait
toujours pas quitté son emploi à
l'office du Ducroire. L'incertitude
plane sur la relation entre la
fonction du manager et le rôle de la
commission de coordination prévue
par la loi.

Il y a deux semaines, M. Vincke
aurait transmis au Conseil des
ministres un inventaire des
problèmes permettant d'estimer le
délai nécessaire pour rendre la
Banque-carrefour opérationnelle. Je
souhaiterais consulter ce rapport.

Le gouvernement est-il disposé à
dédommager les guichets
d'entreprise pour la faillite de la
Banque-Carrefour? Que va-t-on faire
pour rendre enfin cette dernière
opérationnelle? Que compte faire la
ministre pour remédier aux erreurs
résultant du mauvais
fonctionnement de la Banque-
Carrefour.

Monsieur Vincke exerce déjà ses
activités depuis sa désignation. Les
problèmes liés au bureau où il
travaille n'ont rien à y voir.

Une première entrave au bon
fonctionnement de la Banque-
Carrefour était que les parties
concernées n'appliquaient pas un
système uniforme pour les
demandes et leur traitement.

Il existe actuellement douze
formulaires standard permettant de
répartir les demandes en
catégories en vue de leur
traitement. En outre, un système
automatique de surveillance
enregistre les entrées et sorties
dans la cellule BCE. Le helpdesk
est également plus performant.
Certains problèmes ponctuels
doivent encore être résolus grâce
aux outils informatiques promis qui
devraient enfin être opérationnels.

Le problème informatique lié à
l'application BCE, qui constitue la
deuxième faiblesse, résultait d'une
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
shoppen van loket tot loket om toch maar te kunnen starten. Zij
proberen de gemakkelijkste persoon of het gemakkelijkste loket te
vinden. Wat gebeurt er met de controle van de bijkomende documenten
zoals attesten van Douane en accijnzen, attesten van de
Eetwareninspectie voor ondernemers die willen starten in de
horecasector maar die de nodige attesten gewoon niet hebben? Voor
bepaalde beroepen moet men niet alleen een attest van bedrijfsbeheer
voorleggen maar ook andere attesten. De loketten kunnen dat niet
natrekken. Zij kunnen niet weten of een bedrijf voor het start al die
attesten bezit, wat in het verleden wel het geval was. Men zal dus
starten zonder die attesten. Wellicht komen die er dan niet meer. Eens
een bedrijf gestart is, vergeet men dat men een attest nodig had van de
Eetwareninspectie, of van Douane en accijnzen. Het probleem ontstaat
pas concreet op het ogenblik dat die bedrijven controle krijgen. Zij
krijgen een inspectie ter plaatse en zij zullen zich dan in regel moeten
stellen. De vraag is opnieuw: wie is in fout? Het bedrijf niet, want het
bedrijf werd er niet op gewezen door de bevoegde instanties en heeft de
nodige attesten niet voorgelegd omdat er nooit naar werd gevraagd.

De vrees is groot, mevrouw de minister, dat aan een aantal essentiële
verplichtingen niet zal worden voldaan en dat door nalatigheid van de
overheid. Mijn vraag is dan ook heel pertinent en duidelijk: wie zal daar
in de toekomst voor opdraaien?

Ik wil ook iets positiefs zeggen. De Excel-bestanden zijn intussen
gewijzigd en praktischer en handiger geworden.

Mijnheer de voorzitter, ik heb een interpellatieverzoek ingediend en ik
mag dus een beetje langer praten. Ik heb eigenlijk zoveel energie
opgespaard gedurende al die maanden...
défaillance dans le cadre du
traitement technique des
messages.

Une étude menée par des
informaticiens a révélé que les
problèmes de performance actuels
étaient dus à toute une série de
causes techniques. Un plan
expérimental a été établi, dans
lequel on s'intéresse aux
problèmes qui entravent le
fonctionnement performant de la
BCE.

De voorzitter: Ik wou u er enkel opmerkzaam op maken dat u overdrijft wanneer u spreekt over de controle
van de diploma's. Dat creëert ook kansen, weet u. Sommigen kunnen daarmee, minstens tijdelijk, een hoge
functie waarnemen. Is dat niet geweldig?
06.02 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het gaat over
bedrijven.

Ten slotte durf ik te vragen waar de vereenvoudiging zit. Vroeger hadden
we het handelsregister. Vandaar ging een ondernemer naar de kamers
van ambachten en neringen. Nu schrijven rechtbanken de KMO's in
wanneer het gaat om een vennootschap, niet wanneer het gaat om een
eenmanszaak. De ondernemingsloketten activeren het
ondernemingsnummer na het toetsen van de vestigingsplaats, van de
activiteit en van de diploma's, voor zover dat mogelijk is via het
informaticasysteem Diplo. Dan gaat de starter naar het BTW -kantoor
om het document van de KBO te overhandigen. Daarmee kan men zijn
BTW-nummer activeren. Er is inderdaad één stap ingekort, maar
daarover blijft grote onzekerheid.

Niet alleen voor de starters is de nieuwe situatie die de wet creëert, een
strop, ook voor de ondernemingsloketten is het een zeer ongelukkig
begin. Hun imago loopt eens te meer schade op en hun
werkingskosten liggen veel hoger dan eerst geraamd. Wij hadden
trouwens al bij de bespreking van het wetsontwerp gezegd dat de
loketten zouden kampen met financiële moeilijkheden, omdat de
overheid voor hen geen centen had vrijgemaakt.

Zo kom ik bij de crisismaatregelen die genomen werden. Op 25 juli
besliste de Ministerraad om iemand te belasten met de coördinatie van
het project, wellicht op uw voorstel, mevrouw de minister. Blijkbaar was
06.02 Trees Pieters (CD&V): Les
résultats de tests déjà effectués
n'excluent pas une poursuite de la
collaboration avec Computer
Associates. Il est toutefois
souhaitable que la société s'engage
formellement à garantir les objectifs
de performance et de disponibilité
mis en avant. La durée du plan
expérimental est d'un mois
minimum. Au terme des tests, les
réceptions devront de nouveau avoir
lieu.

En ce qui concerne les points
d'action, l'environnement technique
doit suivre l'environnement juridique.
En d'autres termes, il faut effectuer
une analyse approfondie des
différents flux d'information vers la
cellule BCE et au départ de celle-
ci, dans un scénario d'urgence et
en situation optimale. Cela
nécessite, à court terme, un
brainstorming des guichets
d'entreprises avec M. Vincke et les
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
dat geen al te dringende maatregel. Wat bleek immers? Begin
september lezen we in de pers ­ verder hebben wij geen mogelijkheden
om de regering te bevragen ­ dat de betrokken persoon, de heer
Christian Vincke, nog niet eens de Delcrederedienst heeft verlaten en
dat hij zich nog nooit op de KBO heeft laten zien. Bovendien blijkt uit
de pers ook dat de betrokken adviseur op uw kabinet zou worden
tewerkgesteld. Is dit zo? Hoe die aanstelling zich verhoudt tot de
coördinatiecommissie die luidens artikel 26 van de wet op de
Kruispuntbank voor Ondernemingen wordt opgericht, is mij onduidelijk.

De nieuwe coördinator of crisismanager moest tegen 19 september een
inventaris van de problemen voorleggen. Uit zijn rapport moet blijken of
het een paar maand zal duren vooraleer de Kruispuntbank operationeel
wordt of dat het langer zal duren.

Mevrouw de minister, ik heb ter afronding een aantal pertinente vragen.
Ik heb vernomen dat er op de Ministerraad van twee weken geleden een
rapport van de heer Vincke is ingediend. Ik had graag kennis gehad van
dit rapport, want ik denk dat dit essentieel is voor de werking van de
kruispuntbank. Als parlementslid die de oprichting van de
Kruispuntbank en de ondernemingsloketten hebben goedgekeurd,
moeten we dat kunnen inkijken, willen wij de uitvoering van de wet van
nabij kunnen volgen.

Mijn tweede vraag is of de regering bereid is een schadevergoeding te
betalen aan de ondernemingsloketten voor het in gebreke blijven van de
KBO. We lezen in de krant dat de ondernemingsloketten momenteel
gelden inhouden die de overheid toekomen. Dat is uiteraard een
onhoudbare situatie, mevrouw de minister, en ik had graag vernomen
welke definitieve regeling u daarvoor zult uitwerken? Hoe zult u
uiteindelijk die KBO op gang trekken en welke noodmaatregelen zult u
nemen u opdat starters op zeer korte termijn hun nummer kunnen
krijgen?

Ik hoop dat u zich niet zult beperken tot de pamfletistische uitspraken
die uw collega bevoegd voor Administratieve Vereenvoudiging
gisterenavond deed.

Ten slotte is er nog de dringende vraag wat u zult doen om de fouten te
vermijden die de ondernemingsloketten momenteel ondervinden naar
aanleiding van het niet kunnen controleren van diploma's en van
noodzakelijke attesten en welke uw houding zal zijn ten aanzien van
die startende ondernemers.
hauts fonctionnaires de la BCE et
des Classes moyennes.
06.03 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, de
interpellatie die mevrouw Pieters had ingediend telde elf lijntjes en ik
meende dat een antwoord van meer dan drie bladzijden voldoende zou
zijn, maar blijkbaar heb ik de uitgebreidheid van haar vraagstellingen
nog onderschat.

Eerst en vooral, mevrouw Pieters, zult u begrijpen dat men met een
pijnpuntbank - zoals ik ze genoemd heb - niet anders kunt dan tot,
zoals u ze noemde bekentenissen overgaan. Als men de
duimschroeven aanzet dan volgen bekentenissen.

Hopelijk is mijn antwoord volledig. Als basis nam ik het verslag dat op
26 september aan de Ministerraad werd voorgelegd. Het is een
samenvatting ervan, maar ik heb er geen bezwaar tegen dat u de
volledige nota ontvangt.

Eerst en vooral wil ik het volgende rechtzetten. Het is pertinent onjuist
06.03 Minister Fientje Moerman:
Les instructions fournies en la
matière devraient apporter une
réponse aux questions les plus
courantes. La poursuite de la mise
en place d'un système de
monitoring destiné à la fois à la
cellule BCE et aux guichets
d'entreprise permettra de déceler
rapidement les lacunes ou les
retards dans le traitement des
dossiers. Les éventuels recours
pour non-respect de la convention
conclue précédemment feront
l'objet d'accords.

Le Service de la Simplification
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
dat de loketten niet werden geïnformeerd en dat er met hen niet werd
gecommuniceerd. Eén of twee dagen na mijn eedaflegging nam ik zelf
deel aan een dergelijke vergadering met de loketten. Toen hadden er
reeds dagelijkse coördinatievergaderingen plaatsgevonden op het
secretariaat van het NIS, het Nationaal Instituut voor de Statistiek, met
afgevaardigden van alle loketten.

Ik nam deel aan een dergelijke vergadering om te weten wat daar zoal
werd besproken en om te horen wat men te vertellen had. Dat was
overigens in het gezelschap van staatssecretaris Van Quickenborne.
De dagelijkse vergaderingen met de loketten vonden plaats tot begin
september omdat daaraan nood was. Sindsdien vindt onderling overleg
wekelijks plaats. Thans gebeurt dit op basis van lijsten van de
problemen die zich stellen en die de personen aan de loketten zelf
mogen vergaren en voorleggen. De vergaderingen wordt dus
georganiseerd in functie van de noden en naar verluidt is dat een soepel
systeem dat efficiënt functioneert.

Samen met mijn bevoegde collega's Laruelle, Van Quickenborne en
Vanvelthoven - inmiddels is het aantal bevoegden terzake toegenomen
­ heb ik op de Ministerraad van 25 juli, alsook op 26 september, naar
aanleiding van het verslag van de heer Vincke, verslag uitgebracht van
de problemen die zich voordeden bij de opstart van de Kruispuntbank
voor Ondernemingen. Deze problemen hebben ertoe geleid dat de
Ministerraad op 25 juli reeds zijn goedkeuring heeft gehecht aan de
aanstelling van wat we gemakshalve een "mijnheer Kruispuntbank"
hebben genoemd, met name de heer Christian Vincke.

Mijnheer Christian Vincke zal immers de werkzaamheden omtrent de
opstart van de Kruispuntbank Ondernemingen coördineren.

Ik kan u formeel meedelen dat die mijnheer niet op mijn kabinet zit. Het
is wel zo dat ik ben verhuisd, omwille van een reeds gemeld probleem.
Het is de bedoeling dat de heer Vincke na desinfectering op de locatie
aan de De Meeûssquare 23 waar de FOD Economie is gehuisvest, of
toch de hoofddienst daarvan, de nodige ruimte krijgt om zijn activiteit uit
te oefenen.

Betekent dit dat de heer Vincke pas deze week zijn activiteiten
uitoefent? Integendeel! Ikzelf heb de heer Vincke meermaals ontmoet
vóór september, vóór zijn aanstelling dus en ook enkele keren na zijn
aanstelling. De heer Vincke is, op welke locatie dan ook, reeds actief
vanaf het ogenblik dat de Ministerraad de beslissing had genomen. Ik
behoor tot een generatie die ervan uitgaat dat men, om werk te
verrichten, niet noodzakelijk aan een bepaald bureau of aan een
bepaalde plaats of locatie gekluisterd moet zijn. Als het werk maar
wordt gedaan. Dat belet niet dat de heer Vincke alle nodige uitrusting,
een bureau enzovoort, ter beschikking moet krijgen en krijgt.

Ik geef u een beknopt overzicht van de vastgestelde pijnpunten in de
dagelijkse werking van de Kruispuntbank voor Ondernemingen, zowel
technisch als functioneel, alsook een aantal voorstellen tot verbetering,
die de Ministerraad op 26 september heeft goedgekeurd.

Eerst en vooral, wat betreft de organisatie en de werking van de
kruispuntbank voor Ondernemingen. Het was moeilijk een beeld te
krijgen op het geheel van de aanvragen die in behandeling waren, omdat
de KBO-cel en de ondernemingsloketten geen uniform systeem
toepassen op de verschillende types van aanvragen, verwerkingen en
output van verwerkingen.

Recent werden op dit vlak twee verbeteringen doorgevoerd.
Le Service de la Simplification
administrative établit, avec les
services publics concernés, une
liste des problèmes juridiques les
plus urgents. La cellule BCE est
réorganisée et il est fait
directement rapport à M. Vinck,
avec copie au SPF Economie.

Un plan d'action a également été
rédigé pour l'informatique. Il
convient par ailleurs d'accorder à la
communication plus d'attention que
par le passé.

Le fonctionnement quotidien de la
BCE est assuré par un comité
exécutif au sein duquel siège
notamment M. Vinck. Ce comité
fait rapport à un comité stratégique
composé de plusieurs membres du
gouvernement, dont la ministre de
l'Economie, qui définit la politique
générale. Le coordinateur du
comité bénéficie de l'appui des
services publics concernés ainsi
que des présidents des SPF.

Une deuxième phase va suivre.
Entre-temps, la demande de
restructuration du fonctionnement
de la cellule BCE a été accueillie
favorablement.

Un deuxième rapport sera publié
avant le congé de Toussaint. Il
précisera les dates-butoir et
énumérera les étapes importantes.

En été, avec Mme Laruelle et MM.
Vanvelthoven et Van Quickenborne,
j'ai organisé une rencontre avec la
plate-forme des guichets
d'entreprise. Jusqu'à ce que la
Banque-Carrefour des entreprises
soit opérationnelle, conformément
au système prévu, nous avons fixé
le délai d'obtention d'un numéro
d'entreprise à cinq jours ouvrables.
Ensuite, le délai devra être ramené
à 24 heures.

Le délai de cinq jours ouvrables est
en général respecté. En dehors de
certaines difficultés rencontrées
dans des dossiers spécifiques, les
problèmes structurels qui se
posaient initialement ont été
résolus.

Ni mes collègues, ni moi-même ne
voulons déclarer la Banque-
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

Ten eerste, sinds 1 september heeft de KBO-cel, in overleg met de
ondernemingsloketten, een set van 12 standaardformulieren ingevoerd.
Deze set laat toe om de stroom van aanvragen in aparte beddingen te
kanaliseren voor verwerking.

Ten tweede, een automatisch monitoringsysteem laat toe om een
betere rapportering te krijgen op de input en output van de KBO-cel. Dit
systeem werd op 10 september operationeel, maar laat momenteel nog
geen volledige rapportering toe.

Er vond ook een hervorming plaats van de helpdesk, die de verwachte
resultaten opleverde. Deze hervorming beoogde een ontdubbeling door
één telefoonnummer voor het publiek en een ander exclusief voor de
ondernemingsloketten te creëren. Daarnaast werkt de KBO-cel met
zowel een eerstelijns- als een tweedelijnsbijstand.

Voorts zijn er nog een aantal punctuele problemen waarvan u er reeds
een aantal aanhaalde, zoals bijvoorbeeld de aanvaarding van KBO-
uittreksels door buitenlandse overheidsdiensten of het viseren van
koopmansboeken, die in de praktijk tot juridische onzekerheid leiden.

Tevens kan worden vastgesteld dat sommige ondernemingsloketten
bepaalde gemaakte afspraken gebrekkig opvolgen, bijvoorbeeld inzake
het gebruik van standaardformulieren.

Bepaalde van deze problemen zullen geheel of gedeeltelijk verholpen
worden als de aanvankelijk beloofde informatica eindelijk, operationeel
wordt.

Zo kom ik tot het tweede luik, met name met betrekking tot de
informatica. Midden juli 2003 is gebleken dat de oorzaak van de
problemen met de KBO-toepassing zich bevinden aan de back endzijde
van de applicatie. In iets eenvoudiger taal is dat de technische
behandeling van de berichten eens ze binnenkomen op de mainframe
van de FOD Economie en de verwerking via de centrale KBO-databank.

Voor de applicatie-architectuur van deze verwerking was de firma
Computer Associates de hoofdcontractant in samenwerking met IBM,
dat instond voor de hardware componenten. Eind juli werden de
beslissingen van de Ministerraad van 25 juli 2003 uitgevoerd, namelijk
een formele ingebrekestelling van Computer Associates, de aanstelling
van een externe auditor met de nodige expertise en de uitbreiding van
de verwerkingscapaciteit en het geheugen van de mainframe bij de FOD
Economie teneinde de alternatieve oplossing via Quickweb op een
performante manier te kunnen blijven ondersteunen.

Een code review op de toepassingen die voor rekening van de FOD
Economie werden ontwikkeld door de firma Computer Associates en
een eerste analyse van de ICT-experts van Fedict en Economie bracht
aan het licht dat de huidige performantieproblemen aan een reeks
oorzaken te wijten waren. In onderling overleg tussen de KBO-
coördinator, Fedict, de FOD Economie en de groep experts werd
besloten om in een eerste fase aandacht te besteden aan de
blokkerende problemen die een performante werking van de KBO voor
de ondernemingsloketten, de griffies, de KBO-cel en de diverse FOD's
in de weg staan. Na aanpassingen aan de code van de programma's en
een fine tuning van diverse systeemcomponenten is een testplan
opgesteld. Deze testen moeten toelaten dat de ICT-omgeving en het
geheel van toepassingen van de KBO voldoet aan duidelijk
gedefinieerde performantie- en beschikbaarheidsvereisten bij een
normale belasting die mag worden verwacht door een gebruik op
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
kruissnelheid door de ondernemingsloketten, de griffies, de KBO-cel en
de diverse FOD's.

De resultaten van testen, die ondertussen al zijn uitgevoerd, sluiten een
verdere samenwerking met Computer Associates niet uit. Wel is het
wenselijk dat de firma zich in de vorm van een bijlage op het
oorspronkelijke contract formeel engageert om de vooropgestelde
doelstellingen van performantie en beschikbaarheid te garanderen.
Gedurende de volgende weken zal de gehele ICT-omgeving en het
geheel van toepassingen verder grondig worden getest volgens een
afgesproken testplan en methodiek met duidelijk vastgelegde go/no-
gomomenten. De doorlooptijd van het testplan is minstens een maand.
Na de testen dient een nieuwe oplevering van de toepassingen te
geschieden met inbegrip van documentatie en deploymentinstructies.
Daarnaast neemt de FOD Economie zo snel mogelijk de nodige
maatregelen voor de verdere uitwerking van back-up en restore
procedures en voor het respecteren van bepaalde regels inzake het
beheer van de ICT-configuratie en de toepassingen die erop draaien.

Ten derde, de actiepunten. Omdat de technische omgeving de
juridische dient te volgen, moet er een grondige analyse van de
verschillende informatiestromen van en naar de KBO-cel gebeuren in
zowel een noodscenario als in de optimale situatie, zoals omschreven
in de wet-KBO. Deze analyse moet aan de hand van stroomschema's
toelaten de verschillende flessenhalzen in de procedure te lokaliseren
en te identificeren. Dit vereist op korte termijn een brainstorming van de
ondernemingsloketten met meneer Vincke en de topambtenaren van
KBO en Middenstand.

Het resultaat ervan moet bestaan uit, ten eerste, een coherente en
volledige instructieset die voor de meest courante aanvragen een
antwoord biedt.

Ten tweede, is er de verdere uitbouw en verfijning aan beide zijden ­
daarmee bedoel ik de KBO-cel, enerzijds en de ondernemingsloketten,
anderzijds ­ van een coherent en volledig monitoringsysteem, een
boordtabel die het mogelijk maakt eventuele lacunes of vertragingen in
de behandeling van dossiers snel te detecteren.

Ten derde, er worden afspraken gemaakt omtrent de acties die zullen
worden ondernomen bij de niet-naleving van de eerder gemaakte
overeenkomst.

Parallel met deze activiteiten zal de Dienst Administratieve
Vereenvouding in samenwerking met alle betrokken overheidsdiensten
een lijst opstellen van de meest acute juridische problemen en voor elk
probleem een oplossing voorstellen die rechtszekerheid biedt. Op basis
van de beide teksten komt er een reorganisatie van de KBO-cel. De
rapportering van alle activiteiten gebeurt rechtstreeks aan de heer
Vincke, met een kopie aan de voorzitter van het directiecomité van de
FOD Economie.

Voor het deel in verband met de informatica zijn de volgende
actiepunten prioritair. Ten eerste, de uitvoering van het testplan door
Computer Associates met minimaal een wekelijkse rapportering. Ten
tweede, de uitwerking en de onderhandeling door de heer Vincke van
een bijlage aan een overeenkomst met de private partner Computer
Associates, met duidelijke vermelding van de vereisten inzake
performantie en beschikbaarheid van de toepassingen. Ten derde, de
FOD zal de nodige maatregelen nemen voor de uitwerking van een
degelijke back up- en restoreprocedure, een goed beheer van de ICT-
configuratie en de toepassingen die erop draaien. Ten vierde, een
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
grondige analyse en opvolging van de problemen met de
databankattesten, een databank die in principe samen met de KBO-
toepassing operationeel moet worden.

Voorts dient de communicatie veel meer dan in het verleden aandacht
te krijgen. De heer Vincke heeft daarom voorgesteld om een nieuwe
managementstructuur voor het project op te starten en daarbinnen een
communicatieverantwoordelijke aan te wijzen die niet alleen instaat voor
de werking van de KBO-cel, maar tevens het aanspreekpunt is voor de
loketten en het publiek bij specifieke probleem. Deze
communicatieverantwoordelijke fungeert verder als filter naar andere
groepen binnen de projectgroep en werkt nauw samen met KBO.

Voor de dagelijkse werking van de KBO is er een executief comité dat
bestaat uit de volgende mensen: de coördinator, de heer Vincke; een
ICT-verantwoordelijke, de heer Robben; een verantwoordelijke voor de
operationele aspecten van de KBO-cel, de heer D'Hondt; een
verantwoordelijke voor de coördinatie van de juridische problemen, de
heer Depu en een verantwoordelijke voor de contacten met de
ondernemingsloketten en de ondernemingswereld in het algemeen, de
heer Wauthier. Het is de coördinator die het comité samenroept en de
agenda bepaalt.

Via de coördinator rapporteert dit comité aan een strategisch comité
dat bestaat uit vertegenwoordigers van de voogdijministers van de KBO,
met name de minister van Economie, de minister van Middenstand, de
staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat, de
staatssecretaris voor de Administratieve Vereenvoudiging, uitgebreid
met een vertegenwoordiger van de minister van Justitie vanwege de link
die bestaat naar de griffies.

Het strategisch comité bepaalt, op voorstel van het eerder genoemd
executief comité, het algemeen beleid voor de goede werking en de
verdere uitbouw van de KBO.

Voorts is bepaald dat in het kader van zijn opdracht, de coördinator
contact kan opnemen met alle betrokken overheidsdiensten en de
voorzitters van de FOD's. Deze moeten hem de noodzakelijke
ondersteuning bieden om zijn opdracht tot een goed einde te brengen.

Tot zover, mevrouw Pieters. Ik meen dat het een vrij volledig overzicht is
van de nota die in de Ministerraad is goedgekeurd. Ik zou daaraan twee
korte elementen willen toevoegen.

Ten eerste, er volgt een tweede fase. Het is dus eigenlijk een stand van
zaken vanwege de KBO-coördinator geweest van de tweede helft van
september 2003. Het is een overzicht van wat er ondertussen is
gebeurd inzake punctuele maatregelen om de werking te verbeteren.
Ondertussen is er ook een vraag goedgekeurd om de werking van de
KBO-cel op een bepaalde manier te herstructureren.

Er komt een tweede verslag. Het wordt normaal verwacht vóór de
herfstvakantie. In het verslag zullen de elementen worden aangehaald
waarnaar u in uw vraag reeds verwees, zijnde: over welke deadlines en
milestones spreken we nu eigenlijk in het volledig operationeel worden
van de KBO, zoals het was voorzien? Dat stond immers nog niet in de
nota die op 26 september 2003 werd goedgekeurd.

Mevrouw Pieters, voorts heb ik één belangrijk element niet vermeld. Ik
wil het toch ook zeggen. Tijdens de zomervakantie heb ik samen met
mijn drie collega's ­ mevrouw Laruelle en de heren Vanvelthoven en
Van Quickenborne ­ een ontmoeting gehad met het platform van de
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
ondernemingsloketten. De tien ondernemingsloketten zijn nu allen
samen in een forum of platform verenigd. We hebben toen in onderlinge
afspraak met hen de termijn van 24 uur, die oorspronkelijk naar voren
was geschoven als de termijn waarbinnen men een
ondernemingsnummer kon krijgen, tijdelijk vastgesteld op
vijf werkdagen. Deze termijn geldt zolang we niet operationeel zijn
volgens het oorspronkelijk voorziene systeem.

In het algemeen slaagt men erin om de termijn van vijf werkdagen te
respecteren. Dat neemt niet weg dat er nu ook nog bepaalde punctuele
probleemdossiers zijn. Ik heb echter de indruk dat de structurele
problemen, die er in het begin waren, zich niet meer voordoen. Er zijn
een aantal dossiers die problemen bleven opstapelen. Dat is echter
veeleer van punctuele dan van structurele aard.

Het ligt natuurlijk in de bedoeling om de termijn van vijf dagen opnieuw
terug te schroeven naarmate de Kruispuntbank voor Ondernemingen
operationeel wordt volgens het voorziene schema.

Mevrouw Pieters, tot besluit ben ik en geen enkele van mijn collega's
van plan om de Kruispuntbank voor Ondernemingen operationeel te
verklaren vooraleer wij ze van voren naar achteren en van achteren naar
voren hebben getest. Ik hoop dat ook dit uit mijn enigszins technische
uitleg naar voren is gekomen.

De voorzitter: Mevrouw Pieters, hou het kort, alstublieft.
06.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn.
De voorzitter: Ik heb even te veel de vrije teugel gelaten. Ik moet de verloren tijd nu beslist inhalen.
06.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, wat de informatie betreft, u hebt waarschijnlijk deelgenomen
aan één vergadering. Er zijn zoveel loketten en zoveel plaatsen waar
zich loketten bevinden. Al deze mensen hebben zich voor hun
informatie moeten aanbieden. Dat heeft van de overheid wellicht een
aantal vergaderingen gevraagd. De facto is er echter per persoon niet
meer dan drie uur informatie gekomen van de overheid. Men heeft wel
via de loketten zelf informatie gekregen. Al degenen die er werkzaam
waren, hebben via de loketten informatie doorgespeeld. Ook de loketten
onderling hebben dat gedaan.

Eigenlijk is het probleem te reduceren tot de haast van de eerste
minister om in zijn verkiezingspropaganda te kunnen aankondigen dat
de KBO opgestart was.

Mijnheer de voorzitter, u moet weten dat het laatste koninklijk besluit ­
de voorafgaande besluiten waren een paar dagen en een paar weken
voordien verschenen ­ de dag vóór 1 juli 2003 verschenen is. Hoe wil je
dan dat de loketten en het systeem ­ de KBO laten we erbuiten ­
kunnen werken?

Mevrouw de minister, u zegt zelf dat u geen bank zal opstarten
vooraleer ze is uitgetest. Dat is dus de grote fout. De KBO was klaar
volgens alle mensen die ze hebben opgezet. U hebt er een aantal
genoemd zoals Robben en D'Hondt. Zij hebben met man en macht en
dag en nacht aan de KBO gewerkt.

Zij hebben echter niet kunnen testen of het toepasbaar was en daar zit
volgens mij de grote fout.
06.05 Trees Pieters (CD&V):
L'information fournie par le
gouvernement ne représente pas
plus de trois heures par personne.

Le problème peut se résumer à la
hâte du premier ministre de pouvoir
annoncer le lancement de la BCE
dans le cadre de sa campagne
électorale. Le dernier arrêté royal a
paru la veille du 1
er
juillet. Comment
les guichets et le système
pourraient-ils dès lors fonctionner?

La ministre affirme ne pas vouloir
lancer la banque avant une
évaluation détaillée mais, aux dires
de tous ceux qui ont contribué à sa
mise sur pied, elle était
parfaitement opérationnelle. Elle n'a
cependant pas pu être testée.

L'exécution des mesures
recommandées par M. Vinck dans
son rapport me paraît très
compliquée, les compétences en la
matière étant réparties entre quatre
ou cinq ministres ou secrétaires
d'Etat.
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Ten derde, u hebt niets gezegd over de compensaties die zullen worden
toegekend als bedrijven starten met onvolledige documenten waardoor
nadien wellicht een pak problemen zullen rijzen. Ik heb inderdaad van
het loket dat ik heb bezocht, vernomen dat zij een aantal dossiers
binnen de vijf werkdagen kunnen afwerken. Voor een ander aantal
dossiers is dat echter niet mogelijk.

Ten slotte, u zegt mij dat de heer Vincke een eerste rapport heeft
opgesteld met functionele maatregelen. Ik accepteer dat. Ze lijken mij
bijzonder gecompliceerd, te meer dat daarvoor vier of vijf ministers of
staatssecretarissen bevoegd zijn. Ook de structuur van de comités en
het strategisch comité lijkt mij nogal gecompliceerd.

Het tweede verslag van de heer Vinck wordt verwacht tegen december.
Je crains que la Banque-Carrefour
ne soit plus opérationnelle avant la
fin de l'année.
06.06 Minister Fientje Moerman: Neen, het wordt verwacht tegen de
herfstvakantie.
06.07 Trees Pieters (CD&V): Ik verontschuldig mij. Ik heb mij vergist.
U hebt inderdaad gezegd tegen het allerheiligenverlof. Pas vier
maanden na datum zal men kunnen spreken over een eventuele timing.
Ik vrees ervoor dat het dit jaar niet meer operationeel wordt en dat we
zullen moeten wachten tot volgend jaar.
06.08 Minister Fientje Moerman: Mevrouw Pieters, in antwoord op uw
eerste opmerking denk ik niet dat het ingewikkeld is. Zoals
tegenwoordig in vele sectoren van de maatschappij is het meer en meer
nodig dat mensen met elkaar samenwerken. Dat is het geval in
bedrijven en in universiteiten. Het is niet anders voor de overheid. Dat is
de reden waarom men goede overlegstructuren moet hebben waarlangs
men informatie kan kanaliseren. Het is precies omdat dat vroeger
allemaal niet bestond, dat het ook een beetje in het honderd is gelopen.

Ten tweede, u zegt dat het een tijdje zal duren. Dat is juist, maar men
moet echter weten wat men wil. Moet het vlug gaan of moet het goed
zijn? Ik probeer het zo snel mogelijk en zo goed mogelijk te doen.

Ik weiger echter de Kruispuntbank voor operationeel te verklaren zonder
dat ze helemaal werd getest. Dat is volgens mij een zeer wijze
maatregel.

De mensen ­ u hebt er zelf al een aantal vernoemd ­ hebben allemaal
zonder uitzondering sinds het begin van de zomer, vaak in zeer
moeilijke omstandigheden en soms dag en nacht, gewerkt om ervoor te
zorgen dat tenminste het back-upsysteem operationeel bleef.

De klachten van de ondernemingsloketten, waarmee u de individuele
mensen bedoelt die de aanvragen ontvangen, vormden het eerste punt
waarop men heeft geageerd. Ik zei reeds bij het begin van mijn
antwoord dat men probeert de werking van de helpdesk te verbeteren.
Men heeft dus de vragen van het publiek gescheiden van die van de
ondernemingsloketten zodat deze laatsten een betere informatie
zouden kunnen krijgen.
06.08
Fientje Moerman,
ministre: Dans de nombreux
secteurs, il est de plus en plus
important de collaborer. C'est la
raison pour laquelle il est impératif
de disposer de bonnes structures
de concertation pour canaliser
l'information. Si des dérives graves
se sont produites par le passé,
c'est parce que de telles structures
n'existaient tout simplement pas.

Cela prendra effectivement encore
un certain temps. Nous travaillons
aussi vite que possible. Mais ne
trouvez-vous pas aussi qu'il faut
travailler bien?

Afin de pouvoir mieux tenir compte
des réclamations, une distinction a
été faite entre les questions du
public et celles des guichets
d'entreprise. Nous nous efforçons
d'améliorer le fonctionnement du
help desk.
06.09 Trees Pieters (CD&V): U hebt het niet over de vergoeding van
de ondernemingsloketten die schade hebben geleden en u hebt het ook
niet over de problemen die binnen de bedrijven zullen rijzen naar
aanleiding van onvoldoende of noodzakelijke documenten waarover zij
niet beschikken tengevolge het fout werk.

Ik geef u dit mee. Het loont de moeite dit te onderzoeken. Er kunnen
06.09 Trees Pieters (CD&V): La
ministre n'a pas parlé de l'octroi
éventuel d'une indemnité aux
guichets d'entreprise qui ont subi
des dommages ni d'une
compensation en faveur des
entreprises qui ont dû commencer
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
immers nogal wat schadeclaims uit voortvloeien.
à fonctionner avec des documents
incomplets. Je remettrai un
exemplaire de ces documents à la
ministre car je pense qu'ils
puissent servir de fondement à des
actions en dommages-interêts.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par M. Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Trees Pieters
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique,
recommande au gouvernement
- d'indemniser intégralement les guichets d'entreprises pour les dommages résultant de l'absence de
fonctionnement de la Banque-Carrefour des Entreprises;
- de faire rapport, tous les mois, au Parlement sur la poursuite de la mise en place de la Banque-Carrefour
des Entreprises."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
beveelt de regering aan
- de ondernemingsloketten integraal te vergoeden voor de schade door het niet functioneren van de
Kruispuntbank voor Ondernemingen;
- maandelijks aan dit Parlement te rapporteren over de voortgang in de uitbouw van de Kruispuntbank voor
Ondernemingen."

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Sophie Pécriaux et Dalila Douifi et par M. Maurice Dehu.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Sophie Pécriaux en Dalila Douifi en door de heer
Maurice Dehu.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
07 Question de M. André Fréderic à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la mise en application de la loi modifiant la loi du
25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre et la loi du 12 juillet 1976 relative à la réparation de
certains dommages causés à des biens privés par des catastrophes naturelles" (n° 86)
07 Vraag van de heer André Fréderic aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de toepassing van de wet tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op
de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere
schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen" (nr. 86)
07.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, le titre est
quasiment plus long que la question!

Madame la ministre, sous la précédente législature, la commission de
l'Economie a longuement débattu du projet de loi relatif au contrat
d'assurance en cas de dommages causés à des biens privés par des
catastrophes naturelles.

Des auditions ont eu lieu, avec notamment l'Union professionnelle des
entreprises d'assurance et des représentants du secteur de la
07.01 André Frédéric (PS): De
meeste consumenten zijn van
mening dat ze zich niet tegen het
overstromingsgevaar dienen te
beschermen, waardoor het moeilijk
is een solidariteitsmechanisme in
te stellen. De uitvoering van het
wetsontwerp betreffende de
verzekeringsovereenkomst tegen
schade veroorzaakt aan private
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
réassurance, sans compter des échanges de vue informels en
présence de représentants des ministres régionaux chargés de
l'aménagement du territoire et la gestion des eaux. Il s'agissait de sortir
d'une impasse, à la suite des inondations et des difficultés rencontrées
par les citoyens pour obtenir une indemnisation.

En effet, la plupart des consommateurs estiment qu'ils n'ont pas à se
protéger contre ce risque, d'où la difficulté d'instaurer un mécanisme de
solidarité entre nos concitoyens. Apparemment, la difficulté de mise en
oeuvre du projet réside dans la nécessité de délimiter les zones à
risque avec l'aide des entités fédérées et de créer un bureau de
tarification, à l'instar de l'outil créé dans le cadre de l'assurance
automobile.

Impatient de répondre aux interrogations de la population, qui nous
interpelle sur le sujet, j'aimerais savoir où en est la mise en oeuvre de la
loi. A-t-on déjà reçu les cartes des zones à risque de la part des
Régions? Il s'agissait tout de même d'un élément crucial pour
l'exécution de la loi. Il me semble qu'en mai 2002, le ministre Picqué en
charge du dossier avait adressé un courrier aux ministres régionaux
compétents dans cette matière. Existe-t-il un échéancier pour la
finalisation des arrêtés royaux? Enfin, j'ajouterai que l'analyse de cette
loi a également été l'occasion d'insister sur la mise en place d'une
politique de prévention de la part des pouvoirs publics. Qu'en est-il
exactement à ce jour?
goederen door natuurrampen zou
worden bemoeilijkt door de
noodzaak om in samenwerking met
de deelstaten de risicozones af te
bakenen en om een
tariferingsbureau op te richten.

Ik zou willen vernemen hoe ver het
staat met de uitvoering van dit
ontwerp. Hebben de Gewesten de
kaart met de risicozones al
bezorgd? Minister Piqué had in mei
2002 de bevoegde gewestministers
aangeschreven. Bestaat er een
tijdschema voor de voltooiing van de
koninklijke besluiten? Hoe ver staat
het met de uitvoering van een
openbaar preventiebeleid?
07.02 Fientje Moerman , ministre: Monsieur le président, je
remercie M. Frédéric pour sa question, qui permet quand même de
mettre quelque peu en lumière le travail déjà effectué en cette matière.
L'entrée en vigueur de la loi du 21 mai 2003 instaurant une couverture
obligatoire du risque d'inondation dans les zones à risque dépend ­ et
je le souligne - de l'entrée en vigueur des arrêtés royaux visés à l'article
68-7 de la loi.

Il s'agit des arrêtés qui doivent, d'une part, déterminer les critères sur la
base desquels les Régions doivent formuler leurs propositions de
délimitation des zones à risque et, d'autre part, la définition des zones
à risque elles-mêmes. Il est clair que ces critères doivent être
homogènes d'une Région à l'autre, afin que l'établissement des cartes
le soit aussi dans chaque Région.

Une réunion est fixée, demain, à mon cabinet avec les représentants
des cabinets concernés des Régions (ministres-présidents et ministres
de l'Urbanisme). Il a été demandé à chaque Région, premièrement, de
remettre les critères sur la base desquels elle a délimité ou elle
envisage de délimiter les zones à risque et, deuxièmement, de remettre
les cartes ou projets de cartes relatifs aux zones à risque. Le but est
de comparer les cartes et les critères dont les Régions ont fait usage,
afin de trouver un terrain d'entente.

L'objectif est également de faire avancer les travaux dans les différentes
Régions. Le fédéral est tributaire des Régions et ces dernières doivent
être conscientes de leurs responsabilités à cet égard envers la
population. Je ne manquerai pas de le leur rappeler. Dans ces
conditions, aucun échéancier n'a pu être établi pour la finalisation des
arrêtés royaux. Je ferai en tout cas de mon mieux pour suivre ce
dossier que j'estime prioritaire et je maintiendrai, dans le cadre de notre
structure de gouvernement, la pression sur les Régions.

La création du bureau de tarification est, à ce stade, prématurée ; elle
ne devrait toutefois pas rencontrer trop de difficultés, puisque nous
07.02 Minister Fientje Moerman:
De inwerkingtreding van de wet van
21 mei 2003 die een verplichte
dekking van het
overstromingsgevaar in risicozones
invoert hangt af van de
inwerkingtreding van de koninklijke
besluiten bedoeld in artikel 68-7 van
de wet. Deze besluiten moeten de
criteria vastleggen om de
risicogebieden voor elk Gewest op
gelijkaardige wijze te kunnen
bepalen. Morgen zal er op mijn
kabinet een vergadering
plaatsvinden met de
vertegenwoordigers van de
Gewesten. Bedoeling van deze
vergadering is de kaarten en de
criteria die de Gewesten hebben
gehanteerd te vergelijken om zo tot
een gemeenschappelijk standpunt
te komen en de zaken te doen
vooruit gaan. Ik zal druk blijven
uitoefenen op de Gewesten. We
zijn immers van hen afhankelijk.

De oprichting van een
tariferingsbureau is voorbarig, maar
dat zal niet zo moeilijk zijn omdat
we ons kunnen laten inspireren
door het voorbeeld van het
tariferingsbureau voor de autosector
dat op 1 november 2003 in werking
treedt.
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
pourrions nous inspirer du Bureau de tarification en matière automobile,
qui sera opérationnel au 1
er
novembre 2003. La politique de prévention
des pouvoirs publics à laquelle vous faites allusion se situe au niveau
régional.

Elle est indirectement visée à l'article 68-7, §3 de la loi qui prévoit que
la couverture contre l'inondation n'est pas due lorsque le bâtiment ou
une partie du bâtiment a été construit ou étendu plus de 18 mois après
la délimitation des zones à risques.
Het openbaar
preventiebeleid
waarnaar u verwijst is een
gewestmaterie.

Het komt indirect ter sprake in
artikel 68-7, § 3, van de wet dat
stelt dat de
verzekeringsovereenkomst de
dekking tegen het
overstromingsgevaar mag uitsluiten
als het gebouw of een gedeelte van
het gebouw meer dan 18 maanden
na de afbakening van de risicozone
werd opgetrokken of uitgebreid.
07.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, je répliquerai très
brièvement. Je remercie Mme la ministre pour l'intérêt qu'elle accorde à
ce dossier extrêmement important pour beaucoup de monde. Je suis
originaire d'une région fréquemment touchée par ces inondations. Je
peux donc vous confirmer l'importance de ce dossier.

Je me réjouis qu'une réunion ait lieu demain au cabinet de la ministre.
Je sais que la mise en oeuvre des arrêtés royaux va dépendre de la
bonne volonté des Régions. En tout cas, vous pouvez être assurée de
notre sollicitude à cet égard et nous veillerons à ce que, du moins du
côté wallon, les réponses concrètes puissent arriver dans les meilleurs
délais. Nous serons aussi attentifs que vous, madame la ministre, à
l'évolution positive en la matière dans les semaines à venir.
07.03 André Frédéric (PS): Het
verheugt mij dat er morgen een
vergadering op het kabinet van de
minister plaatsvi ndt. De
tenuitvoerlegging van de koninklijke
besluiten zal afhangen van de
goede wil van de Gewesten. Wij
zullen erop toezien dat van Waalse
kant zo spoedig mogelijk concrete
antwoorden worden aangereikt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschaffing van de verplichting om handelsboeken te viseren"
(nr. 251)
08 Question de M. Carl Devlies à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la suppression de l'obligation de viser les livres de commerce"
(n° 251)
08.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn vraag sluit aan bij het betoog van mevrouw Pieters die
gewezen heeft op de chaotische toestanden die het gevolg zijn van de
overhaaste en slecht georganiseerde invoering van de
ondernemingsloketten. Gelukkig voor de minister zal mijn vraag
gemakkelijker en korter te beantwoorden zijn vermits ik mij beperk tot
een probleem in de marge.

Krachtens de artikelen 4, 5 en 6 van de wet van 17 juli 1975 op de
boekhouding van ondernemingen moeten een aantal dagboeken voor
een ingebruikname worden geviseerd door de griffie van de Rechtbank
van Koophandel. In een recente informatienota aan de
ondernemingsloketten wordt gesteld dat deze bepalingen sinds de
inwerkingtreding op 1 juli 2003 van de wet tot oprichting van de
Kruispuntbank onuitvoerbaar zijn geworden omdat
handelsondernemingen niet langer bij een griffie zijn ingeschreven in het
handelsregister en het specifiek register van burgerlijke
vennootschappen geïntegreerd werd in het algemeen
rechtspersonenregister van de Kruispuntbank. Er wordt gesteld dat
deze bepalingen als impliciet opgeheven moeten worden beschouwd.
Concreet betekent dit volgens diezelfde informatienota dat in afwachting
van een eventuele wijziging van de betreffende regelgeving
08.01 Carl Devlies (CD&V): La loi
du 17 juillet 1975 relative à la
comptabilité des entreprises prévoit
que le greffe du tribunal de
commerce doit viser un certain
nombre de journaux avant leur
utilisation. Selon une note
d'information adressée récemment
aux guichets d'entreprise, l'entrée
en vigueur au 1
er
juillet 2003 de la
loi relative aux banques carrefour
rendrait cette disposition
inapplicable dans la pratique. En
effet, les sociétés commerciales ne
sont plus inscrites dans le registre
de commerce d'un greffe et le
registre spécifique pour les
sociétés civiles a été intégré dans
le registre général des personnes
morales de la Banque-Carrefour.
Cette même note indique qu'une
proposition de suppression
07/10/2003
CRIV 51
COM 017
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
ondernemingen en in het bijzonder hun boekhouders deze verplichting
niet langer moeten naleven. Tot slot wordt in de bovenvernoemde nota
gemeld dat na overleg met de beroepsverenigingen een voorstel tot
definitieve afschaffing van de verplichting voor dringend advies zou
worden voorgelegd aan de commissie van Boekhoudkundige Normen.

Mevrouw de minister, kunt u verzekeren dat de belastingplichtige die
niet langer over geviseerde boeken kan beschikken hiervan geen
nadelige gevolgen zal ondervinden op het vlak van bewijskracht? Werd
hiertoe overleg gepleegd met de fiscale administratie en de minister van
Financiën? Hebben de fiscale administraties op dit ogenblik de taak de
boeken te viseren op vraag van de belastingplichtige? Zou het niet
eenvoudiger zijn de handelsboeken gratis te laten viseren door de
ondernemingsloketten? Hoe ver staat het overleg met de commissie
van Boekhoudkundige Normen?
définitive
de la disposition
concernée serait soumise pour avis
urgent à la Commission des
normes comptables.

La ministre peut-elle confirmer
cette analyse? La suppression des
journaux visés ne sera-t-elle pas
préjudiciable au contribuable? Une
concertation a-t-elle été organisée
à ce sujet avec le ministre des
Finances? Les administrations
fiscales viseront-elles désormais
les journaux à la demande du
contribuable? Où en est la
concertation avec la Commission
des normes comptables?
08.02 Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, vóór de inwerkingtreding van de wet op de Kruispuntbank voor
de Ondernemingen op 1 juli 2003 bestonden er 2 autoriteiten die de
handelsboeken viseerden, in casu de handelsregisters voor de
handelaars en Financiën voor de vrije beroepen. Met de wet op de KBO
verdween deze functie voor het hervormd handelsregister zodat de
informatienota aan de ondernemingsloketten terecht erop wijst dat deze
verplichting impliciet werd opgeheven.

Voor het viseren van de boeken van vrije beroepen bestaat er inderdaad
nog onzekerheid. In dit verband wordt een koninklijk besluit voorbereid
door de DAV. De Dienst Administratieve Vereenvoudiging meldt me dat
hierover op maandag 13 oktober een vergadering doorgaat met
vertegenwoordigers van Justitie, Financiën en de commissie van
Boekhoudkundige Normen.

De bewijskracht van handelsboeken mag niet overroepen worden.
Recente beslissingen van Financiën tonen aan dat niet-ondertekende
boeken probleemloos tot staving worden aanvaard. Bovendien kunnen
vragen worden gesteld bij het nut van een dergelijke procedure in de
elektronische omgeving van de KBO. In de praktijk blijkt immers 90%
van de aldus geviseerde boekhoudboeken blanco te zijn vermits de
boekhouding via een informaticasysteem wordt bijgehouden.

De bepaling is volledig zinloos geworden. Wat in de wetgeving moet
worden opgenomen, is het principe van de onveranderbaarheid van de
boekhouding. De technische normen hiervoor worden uitgewerkt door
de commissie Boekhoudkundige Normen.
08.02
Fientje Moerman,
ministre: Jusqu'au 1
er
juillet 2003,
deux instances visaient les livres
comptables : les registres de
commerce pour les commerçants
et le département des Finances
pour les professions libérales. La
loi relative aux banques carrefour a
entraîné la disparition de cette
tâche pour le registre de commerce
«nouvelle mouture». La situation
n'est pas tout à fait claire en ce qui
concerne les livres à viser pour les
professions libérales. Le service
chargé de la simplification
administrative prépare actuellement
un arrêté royal en la matière. Une
réunion y sera consacrée lundi
prochain, notamment avec des
représentants de la Commission
des normes comptables.

Il ne faut pas surestimer la force
probante des livres comptables:
des livres non visés sont acceptés
comme preuve sans aucun
problème. Pratiquement 90 % des
livres sont visés en blanc, la
comptabilité étant informatisée.

Par ailleurs, le principe de
l'invariabilité de la comptabilité doit
être arrêté par la loi. Les normes
techniques sont définies par la
Commission des normes
comptables.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.28 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.28 heures.
CRIV 51
COM 017
07/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37