CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 013
CRIV 51 COM 013
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSIONS RÉUNIES DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE ET DES
A
FFAIRES SOCIALES
V
ERENIGDE COMMISSIES VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND EN DE
L
ANDBOUW EN VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
lundi
maandag
06-10-2003
06-10-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellations et questions jointes de
11
Samengevoegde interpellaties en vragen van
11
- M. Jo Vandeurzen à la ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la situation à l'usine
Ford de Genk" (n° 21)
11
- de heer Jo Vandeurzen tot de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de situatie bij Ford
Genk" (nr. 21)
11
- M. Jo Vandeurzen au ministre de l'Emploi et des
Pensions sur "les problèmes à l'usine Ford de
Genk" (n° 40)
11
- de heer Jo Vandeurzen tot de minister van Werk
en Pensioenen over "problemen bij Ford Genk"
(nr. 40)
11
- M. Bert Schoofs au premier ministre sur "l'usine
Ford de Genk" (n° 41)
11
- de heer Bert Schoofs tot de eerste minister over
"Ford Genk" (nr. 41)
11
- M. Hans Bonte au ministre du Travail et des
Pensions sur "les licenciements annoncés à
Ford Genk" (n° 259)
11
- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk
en Pensioenen over "de aangekondigde
ontslagen bij Ford Genk" (nr. 259)
11
- M. Pierre Lano au ministre du Travail et des
Pensions sur "les déclarations diverses de
plusieurs responsables politiques à l'annonce
des licenciements à Ford Genk et, en particulier,
l'opinion de Mme Hilde Houben-Bertrand,
gouverneur de la province du Limbourg, selon
laquelle à terme Ford Genk fermerait
définitivement ses portes" (n° 283)
12
- de heer Pierre Lano aan de minister van Werk
en Pensioenen over "de diverse uitspraken van
verscheidene politici naar aanleiding van de
aangekondigde ontslagen bij Ford Genk en meer
in het bijzonder de mening van de Limburgse
gouverneur Hilde Houben-Bertrand als zou Ford
Genk op termijn definitief de deuren sluiten"
(nr. 283)
11
Orateurs: Jo Vandeurzen, Bert Schoofs,
Hans Bonte, Pierre Lano, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Kathleen Van Brempt, Annemie
Roppe
Sprekers: Jo Vandeurzen, Bert Schoofs,
Hans Bonte, Pierre Lano, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
Kathleen Van Brempt, Annemie Roppe
Motions
33
Moties
33
Orateurs: Jo Vandeurzen, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V, Hans Bonte
Sprekers: Jo Vandeurzen, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Hans Bonte
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSIONS REUNIES DE
L'ECONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE
L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET
DE L'AGRICULTURE ET DES
AFFAIRES SOCIALES
VERENIGDE COMMISSIES VOOR
HET BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW EN VOOR DE
SOCIALE ZAKEN
du
LUNDI
06
OCTOBRE
2003
Après-midi
______
van
MAANDAG
06
OKTOBER
2003
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Hans Bonte, président.
De voorzitter: Dames en heren, welkom op de zitting van deze verenigde commissies. Dit gebeurt niet vaak,
maar aangezien er rond hetzelfde thema interpellaties en vragen waren aan zowel de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid als aan de minister van Werk en Pensioenen, hebben
wij geoordeeld dat het goed was om gezamenlijk in commissie bijeen te komen. Voor de praktische gang van
zaken en de leiding van de vergadering geef ik het woord aan collega Paul Tant, die voorzitter is van de
commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en
Culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.
Er is nog één praktisch element waarvan ik u in kennis wens te stellen. Wij hebben de pers toelating verleend
om gedurende de totaliteit van de zitting aanwezig te zijn. Ik heb er echter het volste vertrouwen in dat dit niet
storend zal werken. Voor de praktische leiding van de vergadering geef ik het woord aan collega Paul Tant.
Voorzitter: Paul Tant.
Président: Paul Tant.
Collega's, ik heb een voorafgaande mededeling. Ik ben vanmiddag in kennis gesteld van het feit dat minister
Vandenbroucke hier niet kon zijn en zich laat vervangen door zijn collega Van Brempt. Men heeft daarover
mijn opinie gevraagd. Ik heb daarover geen opinie te formuleren. Het behoort aan de regering, en aan de
ministers in het algemeen, om uit te maken wie namens wie antwoordt op interpellaties. De commissie in
de eerste plaats de interpellanten moet zelf uitmaken of zij daarmee genoegen neemt. Ik neem aan dat zij
daarover het woord willen vragen.
Le gouvernement a décidé de déléguer Mme Van Brempt pour répondre au nom du ministre Vandenbroucke.
Les interpellateurs peuvent-ils marquer leur accord à ce sujet ?
Eerst heeft de heer Vandeurzen het woord; nadien volgen de heren De Crem en Schoofs.
Jo Vandeurzen (CD&V): Heren voorzitters, dames ministers, ik moet
zeggen dat ik enigszins perplex sta.
Ik realiseer me natuurlijk goed dat een streekparlementslid die zich
bezorgd toont over de problemen die in Limburg aan de orde zijn in de
Jo Vandeurzen
(CD&V):
L'indifférence qu'affiche le
gouvernement, alors qu'une
catastrophe s'abat sur le Limbourg,
me laisse perplexe. Nous
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
perceptie van sommigen niet het belangrijkste is. Ik vind het evenwel
onaanvaardbaar dat minister Vandenbroucke hier niet aanwezig is. Ik
kan agendaproblemen absoluut niet aanvaarden als excuus.
Mijn interpellatieverzoek en mijn vraag aan mevrouw Moerman werden
reeds geruime tijd geleden ingediend. Mijn fractieleider heeft er reeds
geruime tijd geleden bij de voorzitter van de Kamer op aangedrongen
om deze commissie samen te roepen. Ik dacht, in het kader van de
open-debatcultuur, dat wanneer het Parlement al maanden werkloos is,
het eenvoudig zou zijn om een geschikt moment te vinden om de
ministers te ontmoeten. In mijn ogen was dit initieel bedoeld als een
constructief gesprek. Ik kan echter niet begrijpen dat wanneer in
Limburg een drama staat te gebeuren en de parlementsleden reeds
geruime tijd verzoeken om de commissie samen te roepen om hierover
met de minister van gedachten te wisselen, men erin slaagt een
verzamelde commissie te plannen op een ogenblik dat de minister,
bevoegd voor werkgelegenheid, hier niet aanwezig kan zijn.
Ik denk dat wij ons - ook in Limburg tot nog toe steeds zeer
constructief hebben opgesteld tegenover deze moeilijke situatie. We
hebben er geen partijpolitiek probleem van gemaakt. Ik moet echter wel
zeggen dat er grenzen zijn aan mijn geduld en nederigheid. We zitten
reeds maanden zonder werk. In Limburg dreigt een catastrofe. De
minister heeft weken de tijd gehad om zijn agenda te organiseren. Ik
vind dat ik op dat moment als nederig parlementslid mag vragen dat de
minister aan wie ik een vraag wil stellen aanwezig is. Ik dring daar dus
ten stelligste op aan.
n'admettrons pas que le ministre se
retranche derrière des problèmes
d'agenda; sa place est ici, devant la
commission !
Je me rends bien compte,
évidemment, que d'aucuns font peu
de cas d'un parlementaire régional
qui se préoccupe des problèmes
qui se posent dans le Limbourg.
Mais l'absence du ministre Frank
Vandenbroucke est inadmissible à
mes yeux. Je n'accepte en aucun
cas l'excuse de l'empêchement dû
à un agenda surchargé.
Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan mij alleen maar
aansluiten bij het betoog van de heer Vandeurzen die niet alleen de tolk
zal zijn van de Limburgse collega's die hij onder de noemer
streekparlementairen verzamelt, maar van alle volksvertegenwoordigers
niet enkel uit Vlaanderen, maar ook de Franstalige collega's die het
willen hebben over de impact van een dergelijke maatregel, met name
de afdankingen bij Ford Genk.
Ik kan mij moeilijk inbeelden dat wanneer een dergelijke zaak zich zou
voltrekken in de Noordrand rond Brussel of in het Zuiden van het land,
dit Parlement niet zou worden gesommeerd, hetgeen iets totaal anders
is dan te kunnen worden samengeroepen. Alsdan zouden de bevoegde
ministers ter verantwoording zijn geroepen, wat trouwens de taak is van
het Parlement.
Wij hebben het vaak over de verantwoordelijkheid van de politiek, maar
thans ben ik geschokt door de vaandelvlucht van deze regering die zich
niet eens durft te vertonen in het Parlement en tweede- en
derderangsfiguren hierheen stuurt.
Mevrouw Van Brempt, wat zijn wij met u? De Limburgers zullen dit
cynisch vinden. U bent bevoegd voor welzijn op het werk en voor
arbeidsorganisatie. Net op het moment dat mensen in hun welvaart
worden getroffen als door een Scudraket worden 3.000 mensen in hun
welvaart getroffen! moet u hier een nummer opvoeren over welzijn op
het werk. Ik denk dat u, als socialiste, even goed moet weten dat er
geen welzijn zonder welvaart kan zijn. Wat betreft de
arbeidsorganisatie, laten wij daarover een boompje opzetten nadat wij
weten wat de toekomst van de Fordfabrieken in Genk zal zijn.
Mevrouw de staatssecretaris, wil u hier wel zitten? Wie moet hier
vandaag aanwezig zijn?
De minister van Werk en Pensioenen. Wie is tijdens en na de
Pieter De Crem (CD&V): Je suis
choqué de voir le gouvernement se
dérober à ses responsabilités
devant le Parlement où il ne
délègue que des personnalités de
second plan. Mme Van Brempt
vient-elle s'exprimer ici sur le bien-
être au travail ou sur l'organisation
du travail alors que l'emploi aura
peut-être bientôt totalement
disparu ? Ou Mme Moerman
souhaite-t-elle nous entretenir du
commerce extérieur ou du Jardin
botanique de Meise ? Nous
exigeons la présence dans cette
enceinte du véritable ministre de
l'Emploi. La séance ne peut se
poursuivre en son absence et nous
demandons dès lors une
suspension.
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
regeringsformatie en op het bordes van het paleis te Brussel
aangekondigd als de creator van 200.000 - het zullen er ondertussen
waarschijnlijk 203.000 zijn - nieuwe jobs? Minister Vandenbroucke,
want hij is minister van het Werk. Wat komt mevrouw Moerman hier
doen als zij bevoegd is voor de Plantentuin van Meise zoals ze
gezegd heeft in "Villa Politica" en voor de buitenlandse handel? Over dat
laatste kunnen we misschien even discussiëren. Ik denk dat het ons
aanzien in het buitenland en niet in de laatste plaats de schandalige
houding van de vorige regering ten aanzien van de Amerikaanse
overheid zijn die deze beslissing mee hebben beïnvloed.
In naam van alle werknemers en arbeiders van Ford Genk zou ik dus de
aanwezigheid willen eisen van minister Vandenbroucke, de minister
voor en van het Werk. Deze vergadering gaat niet door zolang Frank
Vandenbroucke niet aanwezig is, werkgelegenheidsconferentie of geen
werkgelegenheidsconferentie. Het is trouwens belangwekkend te zien
dat daar waar er nog niets is geregeld er zijn in de voorbije weken
alleen telefonische contacten geweest, er staat geen letter op papier en
er heerst chaos de minister van Werk hier vandaag, maandag, om
14.23 uur niet kan zijn.
Mijnheer de voorzitter, wij wonen deze vergadering niet bij. De minister
voor en van het Werk moet hier gesommeerd worden. Ik stel voor dat u
de vergadering tot 15 uur schorst en dat u met hem in contact treedt.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, alvorens daarover te beslissen gaan we eerst naar de andere collega's
luisteren.
Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, u zult begrijpen
dat ik, in mijn hoedanigheid van lid van de oppositie, niet anders kan
dan aansluiten zeker inzake de grote lijnen bij wat mijn collega's
voor mij naar voren hebben gebracht. Ik spreek hier dat moet duidelijk
zijn niet alleen als streekparlementslid, met alle respect voor collega
Vandeurzen. Ford Genk ligt mij ook na aan het hart en ik ben ook nog
steeds fier Limburger te zijn, maar ik ben ook titularis van de
commissie voor het Bedrijfsleven. In die hoedanigheid had ik in de
eerste plaats een verzoek tot interpellatie gericht aan de eerste minister
omdat ik meende dat deze materie allerhande domeinen
samenbundelde en zelfs oversteeg, op nationaal vlak en als ik ooit de
gelegenheid krijg mijn betoog te houden voor de bevoegde minister zal
dat duidelijk worden ook op internationaal vlak.
Ik stel alleen maar vast dat we thans worden geconfronteerd met enkele
interpellaties die al lang van tevoren zijn aangekondigd, over een
onderwerp dat heel Vlaanderen na aan het hart ligt.
Wat vorige week in Ford Genk is gebeurd, heeft een enorme
draagwijdte, maar ondanks dat worden we thans geconfronteerd met
ministers die ik zal voorzichtiger zijn dan collega De Crem niet als
dusdanig bevoegd zijn. Als ik aan de poorten van de Fordfabriek aan de
arbeiders - aan diegenen die tot mijn achterban behoren moet
uitleggen dat de staatssecretaris voor arbeidsorganisatie en welzijn op
het werk mijn interpellatie heeft beantwoord, dan krijg ik het
schaamrood op de kaken. Wat is momenteel het welzijn in Genk?
Waar is het werk in Genk? Er verdwijnen 3.000 jobs. Daarom had ik
vandaag graag tot de eerste minister gesproken, die altijd met veel
bombarie aankondigt dat er 200.000 nieuwe jobs zullen bijkomen.
Er zijn vorige week weer 3.000 jobs verdwenen. Ik had dit graag aan
hem zelf gevraagd. Ik was nog bereid, heren voorzitters, om vandaag de
minister van Werk en Pensioenen daarover te interpelleren. Blijkt nu dat
die ook afwezig is.
Bert Schoofs (VLAAMS BLOK):
Ford Genk me tient tellement à
coeur que j'avais adressé mon
interpellation au premier ministre.
Je m'étais incliné devant la décision
de faire apporter la réponse par M.
Vandenbroucke mais ce dernier se
fait à son tour remplacer. C'en est
trop et je soutiens dès lors la
demande de suspension.
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Als het om slecht nieuws gaat, stuurt de eerste minister gewoonlijk zijn
kat. Dit is vandaag ook het geval. Ik had niets anders verwacht. Ik wou
me tevreden stellen met de aanwezigheid van de minister van Werk en
Pensioenen, maar die stuurt ook zijn kat. Ik sluit mij aan bij mijn
collega's Vandeurzen en De Crem. Ik heb het niet over tweede- of
derderangsfiguren als het om de hier aanwezige ministers handelt; ik
benadruk dit. Ik sluit mij aan bij de vraag om deze commissie enige tijd
te schorsen, heren voorzitters, om dan om 15.00 uur of zelfs 15.30 uur -
de situatie is precair bij Ford dus moet dit debat vandaag kunnen
plaatsvinden de bevoegde minister hierover te horen. Ik denk dat dit
het minimumrecht is dat wij als parlementsleden hebben in deze
situatie.
Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, het is uiteraard
het recht van elk parlementslid om in het kader van een interpellatie te
vragen en te eisen dat de bevoegde minister aanwezig zou zijn. Ik heb
daar ten volle begrip voor. Ik kan mij zelfs aansluiten bij het feit dat men
vraagt om de commissie uit te stellen tot de bevoegde minister kan
aanwezig zijn.
Ik zou toch erop willen wijzen dat de afwezigheid van de bevoegde
minister enkel en alleen te wijten is aan de
werkgelegenheidsconferentie. Ik ben het er niet mee eens dat hier op
de kap van de minister wordt gedaan alsof hij totaal niet zou
geïnteresseerd zijn in het drama van Ford Genk en hij omwille van een
of ander folietje niet aanwezig zou willen zijn op deze bijeenkomst.
Niets is minder waar. De minister is op dit moment bezig, in het kader
van de werkgelegenheidsconferentie, om te proberen dergelijke drama's
in de toekomst te voorkomen. Dit lijkt mij toch wel een belangrijke
reden. Er kan niet gedaan worden alsof de bevoegde minister hier totaal
niet in zou geïnteresseerd zijn.
In die zin wil ik vragen geen partijpolitieke spelletjes te spelen op de
kap van de mensen van Ford Genk.
Magda De Meyer (sp.a-spirit): Je
puis comprendre le point de vue
des interpellateurs mais je vous
demande aussi de faire preuve de
compréhension à l'égard du
gouvernement. Le premier ministre
et M. Vandenbroucke sont eux
aussi interpellés par le drame de
Ford. Leur présence à la
conférence sur l'emploi participe
précisément de la volonté de
prévenir de nouvelles tragédies de
ce type. Je regrette qu'on se livre
ici à des jeux de politique
politicienne aux dépens des
travailleurs de Ford.
Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik behoor niet tot
de oppositie. Ik behoor wel tot de Limburgse verkozenen. Ik betreur net
als mijn collega's dat de minister niet aanwezig kan zijn bij deze
belangrijke bespreking. Ik had gehoopt dat wij vandaag konden spreken
over de toestand van Ford Genk. Ik denk dat de werknemers van Ford
heel weinig boodschap hebben aan het feit dat hier een vertoning door
politici zou worden opgevoerd. Ik wil er dan ook op aandringen dat wij
de problematiek van Ford Genk ter sprake zouden brengen, waarbij de
aanwezigheid van welke minister dan ook slechts van secundair belang
is.
Annemie Roppe (sp.a-spirit): Il
est un fait que les travailleurs de
Ford n'ont que faire de ce spectacle
politique.
Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind dat mevrouw
Roppe gelijk heeft, maar wij voeren hier geen spel op. Hier moet een
eenakter gespeeld worden onder de titel "De regering doet er iets aan"
met in de hoofdrol Frank Vandenbroucke. Ik zie dat de hoofdrolspeler
vandaag verstek geeft en dat het tweederangs figuren en stand-ins zijn
die het stuk komen spelen. Daar doen wij niet aan mee, mevrouw
Roppe!
Pieter De Crem (CD&V): Ce n'est
pas nous qui en faisons un
spectacle. Le gouvernement joue
une pièce en un acte intitulée
"Emploi" mais les acteurs
principaux font défaut. Nous
refusons de nous contenter des
doublures.
Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben het ook eens
met mevrouw Roppe wanneer zij zegt dat het probleem van de mensen
ter plaatse het belangrijkste is en niet de procedure in het Parlement. Ik
wil wel zeggen, mevrouw Roppe, dat wij een week verwijderd zijn van
een nieuwe State of the Union. Het Parlement is al maanden werkloos.
Uw job en de mijne is op dit forum, in dit halfrond, de problemen die ons
Jo Vandeurzen (CD&V): La
fonction du parlement est
d'examiner les problèmes et de
tenter de dégager des solutions. Je
ne puis donc vraiment pas tolérer
qu'un ministre qui sait depuis une
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
ter ore komen te bespreken en te kijken welke oplossingen wij eraan
kunnen geven. Dat is onze job. Dat verwachten de mensen eerlijk
gezegd meestal van ons. U hebt de media goed gevolgd. U weet zeer
goed dat wij deze zaak niet in deze partijpolitieke sfeer gebracht
hebben. Absoluut niet. Wij beseffen zeer goed dat er geen
mirakeloplossingen bestaan. Dat hoeft u ons niet te vertellen. Dat
zullen wij in onze interpellatie ook niet opwerpen. Maar de regering en
uw meerderheid moeten heel goed weten wat zij willen op een week van
de State of the Union. Gaan wij naar een Parlement waar men de
oppositie niet tracht te betrekken in het debat? Gaan wij naar een
situatie waarin open debatcultuur wil zeggen: de boeken toe, en zo lang
mogelijk de parlementaire confrontatie uitstellen? Of gaan wij werken in
een sfeer waarin de oppositie zich kwetsbaar opstelt en zegt: oké,
laten wij zoeken naar oplossingen? U hebt geen mirakeloplossingen.
Wij zullen daar ook niet naar vragen, maar betrek ons in het debat. Als
dat signaal er niet komt, mevrouw, zeg ik: het zit mij tot hier. Ik ben
jarenlang geduldig geweest in het Parlement.
Niemand kan beweren dat ik niet collegiaal ben en niet constructief wil
meewerken. Zo ben ik niet en zo wil ik niet worden. De minister wist
reeds een week geleden dat hij geïnterpelleerd zou worden over deze
aangelegenheid, maar hij deed niet eens de moeite mee te delen dat de
afspraak hem niet paste en stelde geen andere datum voor. Indien dit
de toon is waarop we starten, zal niet alleen het debat over Ford, maar
zullen alle debatten een plezier worden!
Ik ga voor een constructieve oppositie. Ik weet maar al te goed dat de
regering geen mirakeloplossingen kan brengen. Ik wil u evenmin
beschuldigen van god weet wat allemaal. Voorwaarde is echter dat we
een écht debat aangaan én met de juiste personen. Als dat niet
mogelijk is dan trek ik daar de conclusies uit!
semaine qu'il sera interrogé
aujourd'hui ne prenne même pas la
peine de nous avertir de son
absence!
Bert Schoofs VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik wens met
klem te ontkennen dat wij politieke spelletjes spelen. Wij willen alleen
vragen kunnen stellen aan de minister aan wie ze moeten worden
gesteld. Dat is het voornaamste, maar dat is thans niet het geval.
Mevrouw Roppe, u zegt dat u niet werkloos bent geweest. U moet
echter begrijpen dat de oppositie erop gebrand is in een belangrijk
dossier de regering eindelijk te kunnen aanpakken. Wanneer echter
ministers of staatssecretarissen die terzake niet bevoegd zijn naar de
commissie worden gestuurd, wat zit de oppositie hier dan nog te doen?
Als het al niet mogelijk is - nog voor het parlementair jaar van start gaat
- de bevoegde minister naar de commissie te halen voor het dossier
Ford en het drama dat zich op dit ogenblik in Limburg voordoet, dan
wordt er gehandeld zoals in het verleden, in die zin dat de oppositie
stelselmatig buitenspel wordt gezet en dat van het Parlement een
praatbarak wordt gemaakt waar om het even welke minister over om het
even welk onderwerp kan komen antwoorden.
Ik treed collega Vandeurzen bij. Dit is geen goed begin van het
parlementair jaar. Dit is geen goed begin van onze werkzaamheden. De
minister moet zijn prioriteiten kennen. Volgens mij ligt de prioriteit nog
steeds bij de volksvertegenwoordiging; de gekozenen van het volk.
Werkgelegenheidsconferenties kunnen later gehouden worden. Wij
hebben onze vragen ingediend. De commissie vergadert vandaag en de
minister wist dat. Daarom hoop ik dat hij zich komt verantwoorden ten
aanzien van de gekozenen des volks. Dat is het minste wat we kunnen
vragen.
Bert Schoofs (VLAAMS BLOK):
Nous ne nous livrons nullement à
des jeux de politique politicienne. Il
n'est que normal que l'opposition
souhaite enfin pouvoir interroger le
ministre compétent. Le Parlement
doit avoir la priorité. Une conférence
sur l'emploi peut se tenir à d'autres
moments. Le gouvernement réduit
le Parlement à une sorte de parloir
où n'importe quel ministre est
compétent pour répondre à toutes
les questions.
Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil even het woord in
het proceduredebat nemen omdat ik ook een vraag aan de minister van
Hans Bonte (sp.a-spirit): La
critique de M. De Crem au sujet de
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Werk en Pensioenen heb gericht. Mijnheer De Crem, ik vind het
eigenaardig dat u de draak steekt met de aanwezigheid van mevrouw
Moerman u spreekt over tweederangsfiguren - omdat het precies een
lid van uw fractie is, de heer Vandeurzen, die op de aanwezigheid van
mevrouw Moerman heeft aangedrongen via een interpellatieverzoek. Dat
verwijt lijkt mij dus ongepast.
Ik heb er geen probleem mee als het antwoord niet van de minister zelf
komt omdat ik weet dat het antwoord op mijn vragen van de regering
komen. Ik vind het zelfs een goede zaak dat een aantal leden van de
regering de parlementsleden van antwoord dienen. De minister van
Werk en Pensioenen probeert op dit moment immers om inzake het
algemene probleem op de arbeidsmarkt een doorbraak te forceren in de
werkgelegenheidsconferentie. Dat is mijn stelling. Ik ben bereid om de
aanwezigheid van de minister van Werk en Pensioenen te vragen. Als
dit niet lukt ben ik ook bereid om, wetend dat het antwoord van de
regering komt, mijn vraag aan de staatssecretaris te stellen.
la présence de Mme Moerman est
étonnante. En effet, une des
interpellations lui est explicitement
adressée.
Quoi qu'il en soit, je me félicite
d'obtenir aujourd'hui une réponse
du gouvernement, d'autant que je
sais que le ministre de l'Emploi
évoque en ce moment le problème
au sein de la Conférence sur
l'emploi.
Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is toch toegelaten
om te wijzen op het geduld dat de oppositie aan de dag legt. Deze
interpellaties zijn midden vorige week ingediend.
Omwille van een goede gang van zaken zijn, in samenspraak met de
Kamervoorzitter en de leden van de regering, de interpellaties niet
doorgegaan op donderdag. Ze zijn omwille van internationale
verplichtingen van meerdere excellenties niet doorgegaan op vrijdag.
We kregen in ruil de absolute, staalharde, vlijmscherpe, gestolde
afgesproken zekerheid dat hier vandaag alle te interpelleren ministers
aanwezig zouden zijn. Dat zou niet in de voormiddag gebeuren, zoals
we eerst hadden voorgesteld, maar in de namiddag.
We zien dat hier vandaag de belangrijkste minister in het dossier
afwezig is. Collega Bonte, ik geef toe dat de eerste interpellatie door
het goede werk en dus de enorme voortvarendheid van het Parlement
pas vandaag op de agenda staat. De eerste interpellatie die collega
Vandeurzen reeds weken geleden had gesteld gaat over de situatie in
Ford Genk. Zijn tweede interpellatie is een interpellatie aan de minister
van Werk en Pensioenen, de heer Vandenbroucke. Nu krijgen wij
vandaag het verwijt dat er een vergadering is van de
werkgelegenheidsconferentie.
Mag ik u zeggen dat de werkgelegenheidsconferentie donderdag en
vrijdag ook het voorwendsel was? Het ging toen om de voorbereiding
van de werkgelegenheidsconferentie voor de vergadering van deze
namiddag. Er moesten namelijk zeven telefoontjes worden gepleegd.
De ministers konden bijgevolg niet aanwezig zijn op donderdag en
vrijdag. Geen kat, geen luis, geen rode, geen blauwe, geen groene,
geen oranje luis in dit land gelooft dat de argumentatie die u en de
aanwezige ministers aanbrengen waar is.
Het is heel eenvoudig: de minister van Werk en Pensioenen durft zich
niet te vertonen in het Parlement. Daar gaat het over. Wij willen een
voorstel doen. Het is trouwens een echte schande dat een minister van
Werk en Pensioenen geen vertrouwen durft stellen in het Parlement op
het moment dat zoiets gebeurt. Dat is onuitgegeven in een
parlementaire democratie. We willen echter een voorstel doen. Ofwel
wordt er nu contact opgenomen met de minister van Werk en
Pensioenen, de heer Vandenbroucke en komt hij vandaag, 6 oktober
2003, naar het Parlement. Voor ons kan het om 15 uur, om 16 uur, om
17 uur. Het kan ook na afloop van de werkgelegenheidsconferentie. Het
is niet de eerste keer dat de Kamer samenkomt om 21 uur. Wij willen
echter dat hij vandaag komt naar het Parlement, dat de regering
Pieter De Crem (CD&V): Il semble
que le ministre soit subitement
devenu indispensable à la
Conférence sur l'emploi. Jeudi et
vendredi, cette conférence avait
déjà servi de prétexte.
L'argumentation du gouvernement
est totalement dépourvue de
crédibilité. Le ministre n'ose
manifestement pas se présenter
devant le Parlement!
Si le ministre de l'Emploi et des
Pensions ne vient pas aujourd'hui,
je demanderai à cette commission
de se prononcer sur la question de
savoir s'il ne convient pas que le
ministre de tutelle soit présent lors
des réunions de sa commission.
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
controleert, om uitleg te geven over het standpunt van de regering met
betrekking tot de crisis in Ford Genk.
Mijnheer de voorzitter, dat zal hij doen. Als hij dat niet doet, vraag ik de
stemgerechtigde leden van de commissie te stemmen of zij het
opportuun vinden dat een minister van Werk en Pensioenen, die de
eerste bevoegde minister is, al dan niet naar deze commissie komt. Ik
kijk bijzonder uit naar het stemgedrag van de collega's van VLD, sp.a
en Spirit. Ik kijk er in het bijzonder naar uit zo zij inwoners zijn van de
provincie Limburg.
De voorzitter: Ik geef het woord aan mevrouw de minister Moerman en nadien aan mevrouw Van Brempt.
Mevrouw Van Brempt, even geduld, we moeten de spelregels respecteren. Zo is dat nu eenmaal.
Minister Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, een en ander is hier
al gezegd in mijn plaats. Ik wou er toch even op wijzen dat de heer
Vandeurzen mij een interpellatie heeft gesteld. Ze werd mij gesteld in
mijn hoedanigheid als minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid. Ze dateert blijkbaar van voor deze
week. Het Parlement is meester van zijn werkzaamheden. Ik ben hier.
Ik ben uitgenodigd om voor de commissie te verschijnen om een
antwoord te geven op de interpellatie van de heer Vandeurzen die
volgens mij door een eerlijke en terechte bezorgdheid is ingegeven. Ik
ben ook bereid om dat antwoord te geven.
Mijnheer De Crem, voor het overige zal het mij een bijzondere eer zijn
om als tweederangs te worden beschouwd door een derderangs.
Fientje Moerman, ministre:
J'estime que ma présence ici est
parfaitement légitime.
L'interpellation de M. Vandeurzen
m'est adressée.
Enfin, c'est un honneur pour moi
que d'être qualifiée de personnalité
de second plan par une figure de
troisième ordre.
Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank de heren De Crem en Vandeurzen voor
hun warme welkom in dit Parlement. Ik voel mij daardoor al onmiddellijk
thuis.
Frank Vandenbroucke had mij op het hart gedrukt hem uitgebreid te
verontschuldigen, wat ik bij deze dan ook doe. Ik had dat misschien
vooraf moeten doen, dan kon het een en ander vermeden zijn.
Mijnheer De Crem, u zegt dat de werkgelegenheidsconferentie geen
excuus is. Het is integendeel wel een heel belangrijk excuus. Die
werkgelegenheidsconferentie gaat immers niet alleen over het
werkgelegenheidsbeleid van deze regering in de al dan niet nabije
toekomst. Er liggen op dit moment een aantal maatregelen ter tafel in
de conferentie die te maken hebben met het dossier waarover het hier
vandaag gaat.
Het is echt te elfder ure dat de heer Vandenbroucke hier niet aanwezig
kan zijn omdat de onderhandelingen lopen zoals ze lopen. Hij heeft mij
gebeld en we hebben dermate uitgebreid over dit onderwerp
gediscussieerd en alle punten overlopen dat ik, volgens mij, - ondanks
het feit dat ik volgens de heer De Crem een tweederangsfiguur ben -wel
in staat ben deze discussie met u aan te gaan met alle respect voor uw
werkzaamheden.
Volgens mij is wie hier zit niet onbelangrijk. Ik wil nogmaals
benadrukken dat de heer Vandenbroucke zich uitdrukkelijk wenst te
verontschuldigen en hij zal dit zeker in de toekomst met u goedmaken.
Ik vind het echter veel belangrijker dat we discussiëren over het dossier.
Ik behoor tot het soort politici dat heel veel aandacht wil schenken aan
het constructief samenwerken met de oppositie. Ik betreur wat hier
vandaag gebeurt en beschouw dit als een heel slechte start.
Kathleen Van Brempt, secrétaire
d'Etat: Je remercie MM. De Crem
et Vandeurzen de l'accueil
chaleureux qu'ils m'ont réservé
devant cette commission.
M. Vandenbroucke m'a instamment
prié de l'excuser. Contrairement à
ce que d'aucuns affirment ici, sa
présence à la conférence sur
l'emploi était bien inopinément
requise aujourd'hui.
Je me suis longuement entretenue
avec lui sur ce dossier et je suis
parfaitement en mesure d'engager
la discussion avec vous, même si,
à en croire M. De Crem, je ne suis
qu'une personnalité de second
rang.
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Mijnheer de voorzitter, ik hoop vooralsnog dat we nu de discussie ten
gronde kunnen aanvatten.
De voorzitter: Wij zijn gevat door een vraag vanuit diverse fracties om nogmaals te informeren of de minister
hier aanwezig kan zijn. Er werd om een schorsing gevraagd.
De regel is dat, als een schorsing wordt gevraagd door zelfs maar één lid van een fractie, daarop wordt
ingegaan. Het zou dus volgens mij wijs zijn daarop in te gaan, conform de traditie in dit Huis. Ik zal contact
laten opnemen met de minister om te zien in welke positie wij ons bevinden.
Je demande qu'on prenne contact avec le ministre de l'Emploi et des Pensions.
Daarna behoort het aan de commissie om te beslissen of zij als geheel wenst in te gaan op de suggestie van
de regering om hier andere excellenties aan het woord te laten. Het behoort nadien aan elke fractie om
conclusies te trekken.
Ik schors de vergadering tot 15.00 uur. Daarna zullen wij concluderen.
De vergadering wordt geschorst om 14.42 uur.
La séance est suspendue à 14.42 heures.
De vergadering wordt hervat om 14.59 uur.
La séance est reprise à 14.59 heures.
De voorzitter: Ik geloof dat mevrouw Van Brempt contact heeft gehad met de heer Vandenbroucke.
Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, ik heb
inderdaad contact gehad met minister Vandenbroucke. Hij kan zich
momenteel niet vrijmaken, maar is bereid onmiddellijk na de
werkgelegenheidsconferentie naar hier te komen. Hij kan hier ten
vroegste aanwezig zijn om 17.15 uur.
Het ligt dus in uw wijze handen om al of niet te beslissen de discussie
nu aan te vatten of te wachten tot 17.15 uur of tot een door u nader te
bepalen tijdstip. Ik laat het aan u over.
Kathleen Van Brempt, secrétaire
d'Etat: M. Vandenbroucke ne peut
quitter la conférence sur l'emploi; il
ne pourra pas être ici avant 17.15
heures. Il appartient dès lors à la
commission de décider du
déroulement ultérieur de la réunion.
De voorzitter: Voor alle duidelijkheid laat ik het aan de commissie over om zich uit te spreken over het
tijdstip waarop de interpellaties worden gehouden.
De acute kennis van het Reglement heeft een beetje geleden onder het reces, maar ik heb ondertussen de
kans gehad een en ander na te kijken. Het blijkt dat de eerste minister de minister kan aanduiden die namens
de regering kan antwoorden, maar dat een individueel parlementslid de minister kiest die hij wenst te
interpelleren. Die minister kan natuurlijk aanvoeren dat hij niet bevoegd is waarbij de kwestie dan eindigt. Als
dat echter niet het geval is en de kandidaat-interpellant heeft een minister aangewezen die bevoegd is, dan
moet die minister antwoorden ongeacht de mogelijkheid van de commissie om eender welke beslissing te
nemen.
In principe kan de interpellatie dus niet doorgaan. Ik stel evenwel voor dat de commissie zich nu zou
uitspreken over de vraag of zij de vergadering nu wenst verder te zetten of te wachten tot 17.15 uur. Wie gaat
akkoord om de commissiewerkzaamheden nu verder te zetten?
Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zou toch graag
even iets zeggen.
De voorzitter: Neen mevrouw, we zitten nu in de stemmingsprocedure. Ik herhaal mijn vraag. Wie gaat ermee
akkoord om de interpellaties nu te laten plaatsvinden?
Ik tel twaalf stemmen vóór.
Wie is tegen? Zelfs met mijn stem erbij, komen we niet aan voldoende tegenstemmen.
Une majorité de douze membres contre huit souhaite que les interpellations et la question soient développées
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
sans plus tarder.
Collega's, ik laat de interpellaties, een beetje tegen de regels in, plaatsvinden. Er was een akkoord.
Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil toch nog even
concreet iets vragen. Er zal nu worden geïnterpelleerd vanaf 15 uur. Als
de agenda rond 16.45 uur uitgeput is ik noem maar een uur , dan
heeft deze commissie geen mogelijkheid om minister Vandenbroucke
te interpelleren.
Pieter De Crem (CD&V): Si les
interpellations ne durent que jusque
cinq heures moins le quart, nous
ne pourrons pas interpeller le
ministre Vandenbroucke, par la
faute du sp.a-spirit.
De voorzitter: Zo ziet het ernaar uit, ja.
Pieter De Crem (CD&V): Ik hoop dat alle Ford-werknemers in Limburg de steun van de sp.a-spirit-fractie in
die aangelegenheid bijzonder zullen opmerken.
Wij richten ons met de CD&V-fractie rechtstreeks tot sp.a-spirit. De socialisten hebben niet gewild dat de
minister van Werk komt antwoorden op de vragen die omtrent Ford rijzen. De kiezer zal oordelen.
Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, men moet ons nu
toch eens ten gronde het volgende uitleggen. In deze commissie
kunnen wij een minister en een staatssecretaris ondervragen. De
staatssecretaris en een minister van de regering zijn hier aanwezig in
de commissie. Waarom kunnen wij dan niet ten gronde overgaan tot
het debat, na een uur te hebben stilgezeten? Men moet dát eens aan
de mensen uitleggen. Dat houdt geen steek, mijnheer De Crem! U bent
dus niet bereid om met een minister en een staatssecretaris te
debatteren en tot de orde van de werkzaamheden over te gaan.
Pieter De Crem (CD&V): Maar het is hier niet het schepencollege van
de stad Brussel! We konden hier even goed naar mevrouw Simonis of
mevrouw Laruelle gevraagd hebben, bevoegd voor het Gezin en voor de
Landbouw. Welke mentaliteit is dat in feite, mevrouw Douifi? U bent een
vertegenwoordigster van de Socialistische Partij. (...)
De voorzitter: Mijnheer De Crem, ik roep u tot de orde. Alstublieft. Laten wij er geen spel van maken waarbij
de ene spreker de andere onderbreekt.
Laten wij de spelregels respecteren. Ik geef de ene na de andere het woord, echter kort, want wij zitten niet
meer in de normale procedure.
Mevrouw Roppe, de heer Schoofs en de heer Lenssen hebben het woord gevraagd. Daarna sluit ik dit debat
af.
Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben heel blij te
horen dat de minister onmiddellijk naar hier zal komen als de
tewerkstellingsconferentie vandaag beëindigd is. Ik herhaal wat ik
daarstraks al gezegd heb. Ik denk dat de Ford-werknemers er helemaal
geen boodschap aan hebben dat wij nu al niet inhoudelijk over hún
problematiek zouden spreken.
Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik betreur deze
gang van zaken. Er wordt hier gezegd dat de minister ons vanaf 17.15
uur of 17.30 uur te woord zou kunnen staan. Ik was bereid om die tijd
even te wachten. Ik weet echter dat de stemming voorbij is.
Verontschuldig mij voor deze onderbreking, maar ik hoop dan toch dat
wij in het vervolg wat langer kunnen debatteren en dat u niet
onmiddellijk tot een stemming overgaat. Wat is het probleem om twee
en een half uur te wachten? Wij zijn tenslotte de verkozenen des volks.
Wij moeten hier aanwezig zijn, op onze post! Als de minister om 17.30
uur kan antwoorden, dan is er toch geen enkel probleem? Ik betreur
dat.
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
De voorzitter: Mijnheer Schoofs, als u dat kan troosten, dan kan ik zeggen dat het niet de bedoeling is om
van die procedure de regel te maken. Ik heb duidelijk gezegd in elk geval zal dat gelden voor de commissie
voor het Bedrijfsleven dat wanneer een bepaald minister geïnterpelleerd wordt, die minister hier moet zijn.
Wij zitten nu echter in een gemengde commissie en ook wat in een bijzondere omstandigheid. De
problematiek is anderzijds volgens mij zo dringend dat zij een discussie verdient. Het is spijtig dat wij in deze
omstandigheden, over zo'n delicate problematiek, nu al procedureel van mening moeten verschillen. Ik houd
wel van proceduredebatten, maar ook niet meer dan nodig.
Mijnheer Lenssen, u krijgt het woord.
Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, minister
Vandenbroucke komt niet naar deze commissie vóór 17.30 uur? Dat
betekent het volgende. Als de interpellaties en de vragen gesteld zijn,
en als de meerderheid het spel speelt van de korte interpellaties, dan is
de vergadering afgelopen om 16.45 uur. Dan krijgen wij de minister niet
te zien. Dit is een hoogdag voor de parlementaire democratie!
De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Lenssen, waarna ik het debat onherroepelijk afsluit.
Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik betreur dat hier
politieke spelletjes worden gespeeld op de kap van de Ford-arbeider,
vooral door een partij die gedurende 40 jaar de kans heeft gehad om
structureel iets te doen aan de werkgelegenheid, maar dat heeft
nagelaten.
Vandaag heeft men met alle actoren op het terrein een vergadering
belegd de werkgelegenheidsconferentie om op een structurele
manier iets te doen aan deze werkgelegenheidsproblemen. Welnu, de
minister van Werk en Pensioenen hoort daar te zijn; dat is zijn plaats.
Hij moet daar zijn om de belangen van de Ford-werknemers in het
bijzonder en alle werknemers in het algemeen te verdedigen.
Ik vind het dan ook een schande dat men hier vandaag twee
regeringsleden als tweederangsfiguren afschildert en weigert met hen te
praten. Iedereen weet dat beslissingen die worden genomen op
regeringsniveau collectief worden genomen. Er zijn hier een volwaardige
minister en een volwaardige staatssecretaris aanwezig. Ik vind dat deze
mensen best de minister van Werk en Pensioenen hier kunnen
vervangen. Zij zullen u een passend en goed antwoord geven op de
vragen die u hier vandaag stelt. U moet begrip hebben voor het feit dat
andere zaken met name de werkgelegenheidsconferentie even
belangrijk zijn. Als wij bezorgd zijn over de problematiek van de
werkgelegenheid kunnen wij hier vandaag best samenwerken en op een
collectieve en constructieve manier debatteren om te zien hoe wij er
iets kunnen aan doen.
Georges Lenssen (VLD): Je
déplore qu'un parti qui a eu
l'occasion pendant 40 ans d'oeuvrer
en faveur de l'emploi décide, dans
ces circonstances dramatiques, de
recourir à une bataille de procédure
et que des membres du
gouvernement soient dépeints
comme des personnalités de
second plan. Les décisions du
gouvernement, en effet, sont prises
collégialement.
De voorzitter: Collega's, ik denk dat wij nu moeten overgaan tot onze agenda.
Nous passons à présent aux interpellations.
Ik geef meteen het woord aan de heer Vandeurzen, die zich zal beperken tot één uiteenzetting.
01 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Jo Vandeurzen tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de situatie bij Ford Genk" (nr. 21)
- de heer Jo Vandeurzen tot de minister van Werk en Pensioenen over "problemen bij Ford Genk"
(nr. 40)
- de heer Bert Schoofs tot de eerste minister over "Ford Genk" (nr. 41)
- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk en Pensioenen over "de aangekondigde ontslagen
bij Ford Genk" (nr. 259)
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
- de heer Pierre Lano aan de minister van Werk en Pensioenen over "de diverse uitspraken van
verscheidene politici naar aanleiding van de aangekondigde ontslagen bij Ford Genk en meer in
het bijzonder de mening van de Limburgse gouverneur Hilde Houben-Bertrand als zou Ford Genk
op termijn definitief de deuren sluiten" (nr. 283)
01 Interpellations et questions jointes de
- M. Jo Vandeurzen à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la situation à l'usine Ford de Genk" (n° 21)
- M. Jo Vandeurzen au ministre de l'Emploi et des Pensions sur "les problèmes à l'usine Ford de
Genk" (n° 40)
- M. Bert Schoofs au premier ministre sur "l'usine Ford de Genk" (n° 41)
- M. Hans Bonte au ministre du Travail et des Pensions sur "les licenciements annoncés à Ford
Genk" (n° 259)
- M. Pierre Lano au ministre du Travail et des Pensions sur "les déclarations diverses de plusieurs
responsables politiques à l'annonce des licenciements à Ford Genk et, en particulier, l'opinion de
Mme Hilde Houben-Bertrand, gouverneur de la province du Limbourg, selon laquelle à terme Ford
Genk fermerait définitivement ses portes" (n° 283)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en door de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, toegevoegd
aan de minister van Werk en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique et par la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre
du Travail et des Pensions.)
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mevrouw de staatssecretaris, collega's, ik neem aan dat
niemand in deze commissie een lange inleiding nodig heeft om het
drama in Genk te beschrijven en zijn medeleven te betuigen. Dat
hebben wij allemaal uitvoerig kunnen doen tijdens de voorbije dagen.
Van een gigantisch aantal mensen is de job in gevaar. Ik denk ook aan
de toekomst van de toeleveringsbedrijven en de kleine ondernemingen
die van de economische activiteiten bij Ford afhankelijk zijn.
Wellicht moet ik niemand in deze commissie ervan overtuigen dat de
woordbreuk van de Europese Ford-leiding bij de mensen zeer zwaar is
aangekomen. Die mensen hebben nog niet zo lang geleden
onderhandeld via de vakbonden om een herstructurering mogelijk te
maken en moeten nu het kroonjuweel van Ford Genk, de Transit,
prijsgeven. De Transit gaat naar Turkije. Er waren enorme
investeringsprogramma's in de fabriek in Genk opgezet en thans moet
men vaststellen dat het tweede deel van het verhaal niet dreigt door te
gaan. Ik zal hier niet langer bij stilstaan omdat ik ervan overtuigd ben
dat deze gevoelens van verontwaardiging door iedereen worden gedeeld.
De vraag is natuurlijk wat op dit moment nog kan gebeuren.
Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, zoals ik elders
reeds zei wens ik hier te herhalen dat, zoals minister Gabriëls niet
moet zeggen dat hij Ford redt, zo zal de oppositie evenmin de regering
verantwoordelijk stellen voor de concrete beslissing van de directie van
Ford Europa, want dat is de realiteit geweld aandoen. Ondanks de
moeilijke start van onze besprekingen, wijs ik erop dat dit drama
dermate ingrijpend is, zoveel vragen doet rijzen over de economische
mogelijkheden van ons land, van Vlaanderen en van onze provincie en
zoveel concrete menselijke situaties betreft, dat het nu niet aan de
oppositie is om daar een zwartwitverhaal van te maken. Dat zou niet
ernstig zijn. Wij willen op een correcte en realistische manier aan het
debat deelnemen.
De christen-democraten hebben in Limburg op tal van plaatsen nog
bestuursverantwoordelijkheid. Wij willen die uitdaging niet uit de weg
gaan. Wij hopen ook dat de Vlaamse en de federale regering dit debat
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Le parjure de Ford a été très mal
ressenti. Le modèle Transit va être
assemblé en Turquie sans que le
second volet de l'accord soit
respecté. La situation est à ce
point dramatique qu'il ne saurait
être question pour l'opposition de
brosser un tableau manichéen.
Mon parti assume d'ailleurs
toujours des responsabilités à
divers niveaux de pouvoir dans la
région et il nous importe avant tout
de voir ce qui peut encore être fait
pour l'aider.
Il faut définir une stratégie à court
et à long terme. La Mondéo doit
être assemblée à Genk. Nous
devons offrir des garanties aux
travailleurs et à la région. En
dehors de cette stratégie à court
terme, nous devons agir sur tous
les facteurs ambiants qui
s'inscrivent dans le long terme. A
cet égard, le gouvernement violet
n'en est en pas à son coup d'essai:
il a beaucoup promis mais n'a pas
fait grand-chose pour rendre le
climat plus propice à l'entreprise. Il
se pourrait que ce manque de
détermination, conjugué au
problème des coûts salariaux, ait
joué un rôle dans la décision de la
direction de Ford.
L'absence de progrès dans certains
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
op een constructieve manier wil voeren en dat wij onze parlementaire
mogelijkheden ten volle kunnen benutten om de toekomst van
betrokkenen en van de regio ten volle te vrijwaren.
Dit drama zorgt in de regio voor een wrang gevoel omdat het drama met
de Kempense steenkoolmijnen nog niet zo ver achter ons ligt. Ik kom
zelf uit een van de gemeenten waar dit drama zich ook heeft
afgespeeld. De heer Bonte komt, zoals andere collega's, uit een regio
die het Renault-drama hebben meegemaakt. Als politicus staat men
daar ook vertwijfeld tegenover. Wat kan er gebeuren? Mensen kijken vol
verwachting naar de politiek. Wat zijn onze mogelijkheden om dit
drama af te wenden?
De omstandigheden zijn ook in Limburg gewijzigd. Met de sluiting van
de mijnen konden wij ook nog wat surfen op een economische relance.
Dat is op dit moment jammer genoeg niet het geval. Dat maakt de
uitdaging alleen maar groter. De herstructurering die het bedrijf achter
de rug heeft, maakt de situatie nog meer precair voor de mensen die er
nu hun brood verdienen.
Ik meen dat wij allen het erover eens zijn dat een strategie op korte en
lange termijn zich opdringt. De strategie op korte termijn zal zich vooral
voltrekken aan de onderhandelingstafel waar de vakbonden de Ford-
directie zullen ontmoeten.
Het vertrouwen in de Ford-directie is toch wel erg geschokt. Er moet
worden onderhandeld over zowel de toekomst van degenen die hiervan
het slachtoffer dreigen te worden als over de toekomst van de fabriek
zelf. Er wordt immers aangekondigd dat de nieuwe Mondeo nog kan
worden gemaakt in Genk, maar ik meen dat wij allen het erover eens
zijn dat wij ons niet kunnen neerleggen bij het doemscenario dat deze
fabriek uit onze provincie zou verdwijnen.
Wij moeten al het mogelijke doen om terzake twee elementen na te
streven, namelijk zekerheid ten aanzien van de betrokken werknemers
en de zekerheid dat Ford Genk economisch een sterk bedrijf blijft in de
regio. Dat zijn de twee doelstellingen die wij op korte termijn absoluut
moeten nastreven. In die kortetermijnstrategie heeft de Vlaamse
regering zich reeds ingeschreven.
Daarnaast moet ook een langetermijnstrategie worden gevoerd, in die
zin dat moet worden ingewerkt op alle mogelijke omgevingsfactoren die
van Limburg, maar ook van de rest van ons land, een regio maken
waarin bedrijven - ook multinationale bedrijven - bereid zijn te
investeren.
Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, wat betreft het
inwerken op de omgevingsfactoren heeft paars uiteraard al een
verleden. Wij zullen op onze tanden bijten om tijdens de debatten die
worden gevoerd, op de werkgelegenheidsconferentie en elders, niet te
verwijzen naar wat in dit Parlement al die jaren op de agenda stond. Er
doen geruchten de ronde over het diplomatieke isolement van ons land.
Of dit al dan niet een rol zou hebben gespeeld weet ik niet want ik ben
geen expert terzake. Ik stel evenwel vast dat belangrijke observatoren
daarvan melding maken.
Er is het probleem van de loonkost. De vorige legislatuur vatte aan met
de aankondiging dat heel wat inspanningen zouden worden geleverd
voor het verlagen van de brutoloonkost. Halverwege de legislatuur is
men hierbij voor de helft teruggekomen op zijn intenties. Men heeft die
belofte dus niet helemaal waargemaakt. Men is nu natuurlijk allemaal
druk bezig over de loonkost.
dossiers économiques majeurs
suscite de l'amertume. La relance
de l'économie doit constituer l'une
des grandes priorités politiques
mais la réalité est toute différente.
Le gouvernement doit se décider
enfin à prendre des mesures pour
préserver le tissu économique.
Les coûts salariaux constituent un
premier dossier. Ce levier
permettra--t-il de renforcer l'attrait
de la Belgique sur le plan
industriel ? Un deuxième dossier
est celui des instruments publics
fédéraux : existent-ils encore? Des
mesures fiscales préférentielles
peuvent-elles contribuer à améliorer
la situation ? La déconcentration
des services publics peut-elle
aider ? Des mesures de stimulation
peuvent-elles être prise par
l'entremise de l'Europe en faveur de
certaines régions? Un troisième
dossier qui mérite une attention
particulière est celui de la mobilité.
Le gouvernement laisse le dossier
des chemins de fer en souffrance
depuis des années. Le moment est
venu de présenter des résultats
concrets.
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Voorts denk ik aan sommige verklaringen voor de verkiezingen, waarin
de VLD het getal van 1,5 miljard loonkostverlaging nogmaals lanceerde
en uiteindelijk denk ik aan de cijfers die thans worden aangehaald,
namelijk tussen de 400 en de 800 miljoen euro die in de weegschaal
liggen. Dit is voor ons te laat en te weinig. Het is een verhaal dat we
reeds heel vaak hebben gebracht. Ik kan alleen maar met wrange
gevoelens denken aan de debatten die daarover werden gevoerd. Er
werd al vaak een signaal gegeven.
Ik weet wel dat dit niet de enige factor is. De beslissing van de Ford-
directie is het resultaat van vele factoren. Zowel de diplomatieke
situatie, de loonkost als andere elementen zouden er echter hebben
toe kunnen bijdragen of mee een rol hebben kunnen gespeeld.
Ik heb ook wrange gevoelens over wat er in de pers vandaag te lezen
stond over de papierberg die niet gekrompen is onder de eerste regering
Verhofstadt. Ik vraag mij dan af waarmee wij in dit Parlement al die
jaren bezig geweest zijn.
De omgevingsfactoren waarop moet worden ingewerkt, zijn veelzijdig.
Op zich zijn ze wellicht niet van die aard om een beslissing in de ene of
andere richting te ontlokken, maar het feit dat wij op tal van terreinen de
voorbije jaren geen of onvoldoende vooruitgang boekten is een element
dat een politieke partij die thans deel uitmaakt van de oppositie, maar
die naar de verkiezingen stapte met de boodschap dat de economie
niet goed draait en dat hierin prioriteit moest worden gegeven, met een
wrang gevoel opzadelt.
De staatssecretaris is zinnens een en ander te ondernemen, maar
geeft nu reeds te kennen dat de data met betrekking tot de beloftes of
intenties die in het regeerakkoord werden opgenomen, evenmin kunnen
worden gehaald. Waarmee zijn wij bezig op dat vlak?
Nu is het hoog tijd dat in dit Parlement de essentiële aangelegenheden
omtrent het beleid van het land op de agenda worden geplaatst. Het
gaat niet meer over de leuke dingen, noch over de perceptie en evenmin
over het voluntarisme, maar over de vraag of wij in dit land een
economisch weefsel in stand kunnen houden, of wij industriële
activiteiten hier kunnen houden en of wij op korte termijn acties kunnen
ondernemen inzake Ford Genk.
Ik heb uiteraard ook een aantal vragen. Deze vragen hebben te maken
met de positie van de federale regering. We zijn wat geschrokken over
de beperkte reacties. Er was verontwaardiging maar er kwam verder
weinig bij. Ondertussen merk ik dat iedereen ervan overtuigd is dat we
alle mogelijke inspanningen moeten leveren, ook vanuit de overheid.
Wat kan het federaal niveau bijdragen om hier soelaas te bieden en
elementen van oplossing aan te reiken?
Ten eerste is er de loonkostproblematiek, problematiek die mevrouw de
minister zeer goed kent. Bij de werkgelegenheidsconferentie zijn er
professoren als professor De Grauwe die beweren dat men hier niet aan
moet beginnen omdat het allemaal um sonst is. Ik behoor niet tot die
school. Ik meen dat wij alle factoren die kunnen meespelen in het
beslissingsproces van dit soort groepen moeten kunnen bespelen. Ik
vrees dat het te laat en te weinig is maar ik wil heel graag vernemen of
de federale regering in het kader van de werkgelegenheidsconferentie
inspanningen kan doen die misschien van dien aard zijn dat ze de
beslissingen bij Ford in de komende jaren kunnen beïnvloeden. In ieder
geval zullen ze van dien aard moeten zijn dat ze de industriële
aantrekkelijkheid van ons land kunnen verhogen.
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Ten tweede, de vraag rijst wat wij kunnen doen met de economische
instrumenten die wij op federaal vlak nog hebben. Uiteraard zijn veel van
de hefbomen in handen van de Vlaamse overheid. Toch denk ik,
mevrouw de minister, dat er wellicht nog mogelijkheden zijn. Misschien
zijn er fiscale mogelijkheden. De reconversiemaatschappij is een begrip
dat terug in de mond wordt genomen in de provincie Limburg. We weten
dat we daarvoor naar Europa moeten kijken. Kunnen wij fiscale
maatregelen nemen die het investeren in een regio aantrekkelijk
maken? Misschien zijn er ook mogelijkheden inzake deconcentratie
van overheidsdiensten. Dat is een evergreen die bij de
reconversieopdrachten altijd terugkomt. De vraag is natuurlijk of wij er
ooit in zullen slagen om daar een hard punt van te maken. Ook over de
energieproblematiek zijn de bedrijven bezorgd, over de factuur die op
hen afkomt. Verder is er de administratieve vereenvoudiging als we het
over de lange termijn hebben. De bevoegde staatssecretaris is niet echt
positief over de voorbije jaren. Zijn er op dat vlak maatregelen te
nemen? Ik denk persoonlijk dat wij snel zullen moeten investeren in het
contact met Europa. Wij zullen moeten zoeken naar grotere
draagvlakken voor het probleem van herstructurering in de
autoassemblage, ook buiten de grenzen van ons land. Wij moeten met
het oog op Europa nagaan of wij in staat zijn om terzake een regionale
politiek te voeren. Kunnen wij bekomen dat wij een aantal extra
incentives kunnen geven in een af te bakenen regio zoals de provincie
Limburg? De tijden zijn wat dat betreft wel wat veranderd vergeleken
met de jaren '80. Dat belet niet dat ik de federale regering vraag om
alles te doen opdat wij snel en zeer operationeel nieuwe middelen
kunnen aanreiken om de economie in de provincie op te vijzelen en om
misschien nog enige invloed uit te oefenen op de strategische
beslissingen van Ford.
Ik zal mijn andere vragen kort houden, mijnheer de voorzitter, aangezien
ik meen dat veel andere collega's ze zullen aanvullen. Mevrouw de
minister, het spoor valt natuurlijk niet onder uw bevoegdheid. U weet
echter wellicht dat de NMBS voor Limburg een zorgdossier is van
eerste orde. Het gaat dan om de verbindingen met Brussel maar ook
om die naar het Oosten, de IJzeren Rijn. Vandaag nog zei de
voormalige directeur Heller dat dit cruciaal is voor de ontwikkeling van
onze provincie. Dat is een dossier dat voor de regio en voor de mobiliteit
in de regio essentieel is. Ook dat is een dossier dat natuurlijk niet van
vandaag op morgen gerealiseerd kan worden. Het is echter een dossier
waar de regering al jaren aan sleutelt. Wij moeten echter werkelijk alles
doen wat wij kunnen om de tewerkstelling in de regio een push te geven
en om de beslissingen van Ford vooralsnog te kunnen beïnvloeden.
Wat kan de federale regering doen? Zal de regering de in Vlaanderen
opgerichte task force vervoegen? Zullen wij onze diplomatieke middelen
aanwenden om vooralsnog waar mogelijk beslissingen te beïnvloeden?
Zullen wij proberen de regionale reconversiepolitiek mogelijk te maken?
Zullen wij de mobiliteitsproblemen effectief in een versneld tempo
proberen aan te pakken?
Mijnheer de voorzitter, tot zover mijn eerste reeks vragen.
01.02 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik heb
begrepen dat de interpellaties worden samengevoegd en dat de beide
ministers samen zullen antwoorden.
De voorzitter: We zullen het aan de ministers laten wie antwoordt en in welke volgorde.
01.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, het 01.03 Bert Schoofs (VLAAMS
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
drama van Ford Genk komt niet geheel onverwacht. Het lijkt misschien
gek dit te horen uit de mond van een oppositielid. Er gingen in Limburg
echter al bij het begin van dit jaar, na de vorige herstructurering,
stemmen op dat het slecht ging met "de Ford" zoals het symbool daar
wordt genoemd.
Toch komt de klap nog zeer hard aan, zeker wanneer we voor ogen
houden wat nog niet zo lang geleden door de top van Ford Europa werd
beloofd. Een commentator schrijft in een Limburgse krant dat Limburg
in een klap opnieuw een reconversiegebied wordt. Misschien nemen we
soms iets te weinig afstand van de hele problematiek wanneer we in de
regio zelf wonen. Het toont echter aan hoe hard deze klap aankomt in
Limburg.
De oorzaken werden al vernoemd: de slechte toestand van de
wereldeconomie, de recessie en de auto-industrie die in de klappen
deelt. Ik kan het ermee eens zijn dat dit misschien een excuusje is
voor paars, maar verder dan dat gaat het ook niet. We zien immers dat
er de laatste jaren weinig wijzigingen waren aan de loonkosten in
België. Er was een loonkostenverlaging van 800 miljoen beloofd voor
2003, maar die zou worden gesplitst en zou slechts voor de helft
worden gerealiseerd. Op het einde van de vorige legislatuur werd nog
net beslist dat het maar om 400 miljoen zou gaan in plaats van 800.
Ik begrijp ook wel dat de hoge loonkosten niet het enige element in dit
verhaal zijn. Omdat de auto-industrie begint uit te wijken naar de
lagelonenlanden en omdat er weinig lagelonenlanden zijn in de EU,
zullen we ook op dat vlak de regering nog een beetje krediet gunnen. Ik
wil er echter onmiddellijk aan toevoegen dat het zeer eigenaardig is dat
aan Ford Genk nog geen jaar geleden aanvankelijk 900 miljoen werd
beloofd en dat de productie van het model Focus naar Ford Genk zou
komen. We zien nu dat die productie naar Spanje verhuist.
Oorspronkelijk was er sprake van drie vestigingen, Saarlouis aan de
Rijn, Genk en Valencia in Spanje. Alles blijkt nu naar Valencia te gaan.
Ik kom tot mijn derde punt. Jo Vandeurzen heeft al lichtjes aangekaart
dat België zich op een gegeven ogenblik zodanig arrogant heeft
opgesteld ten aanzien van de Verenigde Staten en op een volgens
mij zodanig onverstandige manier dat we met enige zekerheid kunnen
zeggen dat het minstens onrechtstreeks door de uitlatingen van Louis
Michel is dat Ford nu zo hard wordt getroffen.
Er waren investeringen beloofd ten belope van 900 miljoen en er was
een nieuw model beloofd. Dat wordt allemaal weggeplukt, terwijl oude
en voor Genk minder aangename beslissingen gehandhaafd blijven. Ik
bedoel daarmee de verhuis van de Ford Transit naar Turkije.
Ford Europa wordt het meest gepluimd in België. Over de Verenigde
Staten spreek ik niet. Men wil Genk wel eens vergelijken met de
vestiging van Dagenham in Groot-Brittannië maar dan wil ik er wel op
wijzen dat in Dagenham aanvankelijk 1.900 arbeidsplaatsen zouden
verdwijnen. Uiteindelijk zijn er maar 1.300 jobs verdwenen omdat de
dieselmotoren naar ginder gaan. Ford deelt ondertussen ook bepaalde
cadeautjes, Wiedergutmachungen uit aan andere vestigingen in Europa
behalve aan Ford Genk. Ford Genk wordt helemaal in de kou gezet en
verliest het meeste aantal werknemers. Ik kan enkel vermoeden - en ik
word daarin bijgetreden door professor Vereeck van het LUC - dat de
Irak-crisis zeker heeft meegespeeld. Gedane zaken nemen geen keer
en we moeten nu naar de toekomst van Limburg kijken.
Ik heb een concrete vraag die ik graag aan de eerste minister had
gesteld. Mijn interpellatie was om die reden in de eerste plaats aan
BLOK): La restructuration du siège
de Ford à Genk ne s'explique pas
uniquement par le poids des
charges salariales. On peut
s'étonner que Ford veuille faire
produire ailleurs qu'en Belgique la
Focus dont la fabrication suppose
un programme d'investissement de
900 millions. Je soupçonne que
cette décision soit inspirée par
l'arrogance dont la Belgique a fait
preuve envers les Etats-Unis lors
de la crise en Irak. Les déclarations
de M. Michel auront eu pour
conséquence que Ford Genk est le
seul siège de la société en Europe
à être frappé de plein fouet.
La direction de Ford aurait promis à
M. Verhofstadt qu'une partie des
investissements serait réalisée.
Elle n'a pas tenu le même langage
aux syndicats. Où se situe la vérité
? Une partie de l'emploi pourra-t-
elle encore être sauvée ? Ou la
société Ford espère-t-elle encore,
en faisant cette promesse, obtenir
les subventions qu'elle escompte?
Quelles mesures structurelles le
gouvernement peut-il encore
prendre ? Subsiste-t-il une marge
pour une réduction éventuelle des
coûts salariaux ? Va-t-on enfin
désenclaver la province de
Limbourg par le rail ? Le Limbourg
ne requiert-il pas une stratégie de
réorientation ?
La situation géographique qu'elle
occupe au coeur d'une région
économiquement forte constitue
l'atout du Limbourg, et celui de la
Flandre en général. En revanche, la
faiblesse qu'a mise en évidence
l'analyse de la Société de
Développement régional est que la
province compte encore beaucoup
d'entreprises industrielles. C'est
pourquoi je demande instamment
que le gouvernement fasse en sorte
d'éviter la perte d'autres emplois
dans ce secteur et de mettre en
oeuvre une politique de réorientation
au Limbourg.
Le gouvernement annonce la
création de 200.000 emplois. Mais
3.000 emplois supplémentaires
disparaissent aujourd'hui. Depuis le
mois de septembre de l'année
passée, 25.000 emplois ont été
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
premier Verhofstadt gericht. Op een gegeven ogenblik lazen we in de
pers, na de aankondiging van het drama dat Booth en Shartz, de
topleiders van Ford Europa, andere zaken tegen premier Verhofstadt
zouden hebben verteld dan tegen de vakbondstop. Er zou aan premier
Verhofstadt beloofd zijn dat een deel van de investeringen toch zou
worden uitgevoerd. Ik wil weten van de beide dames ministers wat
hiervan aan is. Dit is een persbericht uit De Morgen waar sommigen
misschien overheen hebben gelezen. De titel luidde: "Geen geld zonder
strikte garanties". In dat artikel werd gesteld dat Booth aan Verhofstadt
zou verteld hebben dat toch nog een deel van de investeringen zou
worden uitgevoerd. De vakbondstop wil daarover duidelijkheid. Ik wil
daar zelf ook duidelijkheid over. Is dat een klein visje dat Ford Europa
wil uitgooien om toch nog subsidies binnen te rijven? Is dat gewoon een
kwakkel die in het nieuws werd gestuurd en zo in de krant is
terechtgekomen? Is dat wel degelijk een reële belofte die door Ford
Europa werd gedaan? Dit zou wel eens tientallen of honderden
arbeidsplaatsen kunnen schelen. Bij Ford zou het als een klein zalfje
op een grote wonde aankomen als zou blijken dat een deel van de
investeringen toch zou worden uitgevoerd. Dit creëert immers nieuwe
hoop ten aanzien van de Mondeo waarover nog niet werd beslist dat die
in Genk blijft.
Ik had naar aanleiding van de vragen van Jo Vandeurzen ook een
hoofdstuk voorbereid in verband met de structurele maatregelen die de
regering wil nemen. Ik heb het dan niet alleen over de
loonkostenverlaging want in de auto-industrie zijn de loonkosten niet
het hoogst doch evenmin van aard om over naar huis te schrijven.
Loonkostenverlaging is dan ook slechts een deel van het verhaal dat
voor een oplossing zou kunnen zorgen. Een tweede element is de
spoorontsluiting. Uit een studie van de Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij Limburg genaamd LISOP, Limburgs
Economisch Strategisch Ontwikkelingsplan, blijkt dat Limburg het hart
is van een regio die in een straal van 500 kilometer de helft van de
koopkracht in de EU herbergt. Dit is geen klein bier. Toch slagen we er
blijkbaar noch op federaal vlak, noch op de lagere echelons
Vlaanderen heeft op dat vlak veel te weinig bevoegdheden - in om een
fatsoenlijke spoorontsluiting voor Limburg te bieden. Dit is
wraakroepend. Dames ministers, wat met die toestand van vandaag?
Het is abnormaal dat men er in Limburg nog niet in is geslaagd om de
industriële aanwezigheid een beetje terug te dringen ten voordele van
andere sectoren.
Het is de sterkte van Limburg dat de regio, samen met Vlaanderen
uiteraard in een zeer aantrekkelijke grotere regio ligt. Dat is de
sterkteanalyse.
De zwaktekant van de slotanalyse die de Gewestelijke
Ontwikkelingsmaatschappij heeft gemaakt, is het feit dat in Limburg
nog veel grote industriële bedrijven zijn gevestigd. Ik vraag dan ook
bijzondere aandacht van de federale regering voor dit punt om in de
toekomst niet nog meer jobs te laten verloren gaan, zeker niet in die
sectoren, en toch een zekere heroriënteringstrategie te voeren voor
Limburg.
Ten slotte is er nog een punt dat mij opvalt. Ik heb de jongste weken
misschien al sinds 18 mei niet meer horen spreken over de actieve
welvaartstaat. Dat ding schijnt definitief dood en begraven te zijn.
Men spreekt over 200.000 extra banen. Geef toe dat velen daarover hun
twijfels zullen hebben nu we 3.000 jobs verloren zien gaan. Ik zou het
zeer pompeus vinden dat zij die zich daarop in het verleden beriepen, er
nog mee afkomen. We zien dat ten opzichte van dezelfde periode vorig
perdus et le nombre de faillites est
en hausse. Comme l'a relevé le
président de la Chambre du
commerce et de l'industrie du
Limbourg, les mesures ont été
insuffisantes et tardives.
Je me limiterai à deux questions.
Le discours tenu aux syndicats
diffère-t-il de celui adressé au
gouvernement ? Quelles mesures
structurelles le gouvernement
prévoit-il pour réorienter l'économie
limbourgeoise ?
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
jaar alweer 25.000 jobs verloren zijn gegaan en dat het aantal
faillissementen nooit zo hoog zijn geweest. Dat is dan ook mijn
fundamentele kritiek aan het adres van paars. Jo Vandeurzen zei het al:
"Het is te weinig en het komt te laat". Het komt uit de mond van
niemand minder dan de gedelegeerd bestuurder van de Kamer van
Handel en Nijverheid in Limburg. Wat nu staat te gebeuren is te weinig
en komt te laat.
Ik wil mij dus samenvattend tot twee vragen beperken.
Ten eerste, welke zijn eventueel de discrepanties tussen wat aan de
vakbond is verteld en wat aan de regering is verteld?
Ten tweede, welke structurele maatregelen denkt de regering te nemen,
ook in het kader van de heroriëntering van de Limburgse economie?
De voorzitter: Het woord is nu aan de heer Bonte, die voor één keer ex cathedra mag spreken.
01.04 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, het is mijn
inschatting dat het drama bij Ford Genk nog eens aantoont op welke
brutale manier internationale concerns zich in dit land kunnen gedragen
bij herstructureringen en collectieve ontslagen. Iedereen weet er is
voldoende naar verwezen dat een ander engagement was genomen
voor de toekomst en voor de verzekering van de werkgelegenheid.
Welnu, het is ook op dit vlak een koude douche als men opmerkt dat
men precies het omgekeerde doet. Ik wil hiermee aangeven dat het
blijkbaar nodig is dat er zich af en toe een sociaal drama van die
omvang voordoet om een aantal mensen het inzicht te geven op welke
brutale manier internationale concerns zich tot op de dag van vandaag
kunnen gedragen.
Langs de andere kant en dit maakt het bijzonder moeilijk vandaag
een positie te bepleiten in dit conflict toont het eveneens aan hoe
kwetsbaar onze economie is; hoe kwetsbaar het open karakter van
onze economie ons bedrijfsleven maakt. In die zin is het opnieuw een
van de voorbeelden in een lange rij. We hebben hier een jaar rond
Sabena gewerkt, we hebben Renault Vilvoorde gekend en we hebben
andere bedrijfssluitingen gekend. De rode draad is dat telkens vanuit
een andere lidstaat beslissingen worden genomen waarvan we in ons
land onmiddellijk het effect voelen. Dat plaatst ons in een bijzonder
kwetsbare positie, zeker in het geval van Ford Genk. Zowel de
werknemers van Ford Genk, alsook alle politici het verheugt mij dat
zich nu meer mensen om die problematiek gaan bekommeren zitten
eigenlijk in een soort chantagepositie. Elk initiatief moet in het licht
worden gezien van het mogelijke effect in de beslissingscenakels van
Ford worldwide. In die zin is het een bijzonder moeilijke en complexe
situatie.
Ik kan mij indenken dat dit voor de bevoegde overheden en zeker ook
voor de vakbondsvertegenwoordigers die nu voor dramatische dagen
staan, absoluut geen evidentie is.
Een eerste zaak die ik daarbij zou willen bepleiten is dat op alle
echelons ik heb het dan inderdaad over de vakbondswereld, maar ook
over de werknemers en zeker ook over de Vlaamse regering, evenals de
federale beleidsverantwoordelijken zo snel als mogelijk een stuk
zekerheid wordt nagestreefd. Die zekerheid moet ook van het bedrijf
komen. Men moet inderdaad zeer snel duidelijkheid hebben over het
engagement van Ford Genk, al is het laatste wat men moet doen
publiek de spiermassa's laten rollen en subsidiestromen in vraag
stellen. Wanneer die laatste legitiem zijn, zijn ze legitiem. Op dat vlak
01.04 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Les événements de Ford Genk
montrent une fois encore à quel
point les grands groupes peuvent
se montrer brutaux. Ford avait pris
des engagements mais finit par
faire le contraire de ce qui avait été
annoncé. Le drame de Ford Genk
illustre toute la fragilité que génère
l'ouverture de l'économie. Comme
la fermeture de Renault et la faillite
de la Sabena, ce drame est la
conséquence de décisions prises
hors de nos frontières. Les centres
décisionnels n'étant pas localisés
chez nous, les travailleurs comme
les responsables politiques de ce
pays subissent en quelque sorte un
chantage. Avant de prendre la
moindre initiative locale, il faut se
demander quel accueil lui sera
réservé dans les cénacles de Ford
de par le monde.
Voici mes propositions. Le premier
objectif doit être d'apporter au plus
vite la sécurité aux travailleurs de
Ford Genk. Il est inopportun de
rouler publiquement des
mécaniques et de remettre en
question des subventions
promises. Le second objectif doit
être de créer un maximum de
perspectives pour les travailleurs
lésés. Il faut réagir avec
promptitude et les initiatives en
faveur de l'emploi et de
l'outplacement doivent être prises
en temps opportun. L'autorité
fédérale doit élaborer les
instruments requis à cet effet. A
moyen terme, je préconise de
nouvelles mesures législatives
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
wordt best duidelijkheid en zekerheid gecreëerd. Hetzelfde geldt voor de
werknemers. Men moet zich volop organiseren, zowel op syndicaal vlak
als op bedrijfsvlak en op het politieke niveau. Men moet de
toekomstkansen van de bedreigde werknemers maximaliseren. Ik heb
het meegemaakt bij Sabena en bij Renault: men verloor daar veel tijd en
mogelijkheden doordat men zich te laat organiseerde richting
hertewerkstelling, bijscholing en outplacement. Ik weet dat dit vandaag
te vroeg is, dat de partners hun rol zullen moeten spelen op het niveau
van het bedrijf in Genk, maar het zou goed zijn mocht de federale
overheid samen met de Vlaamse een instrumentarium voorbereiden dat
zeer snel en volop kan worden ingezet om de mensen die bedreigd zijn
maximale kansen op een beter perspectief te bieden.
Ik denk dat er opnieuw, zoals destijds met Renault, een aantal lessen
kan getrokken worden voor de middellange termijn. Dan heb ik het over
wetgevend werk op het vlak van herstructureringen; dan heb ik het over
de noodzaak om een kostenreductie te bepleiten in het licht van een
industrieel beleid. Er liggen een aantal voorstellen op tafel en ik zal daar
straks nog een concrete vraag aan toevoegen. Ik heb het dan ook over
de infrastructuurproblemen waarnaar wordt verwezen, zoals de
spoorontsluiting. Laten we echter wel wezen: het is niet door een
gebrek aan spoorontsluiting dat Ford Genk vandaag met een groot
probleem zit.
Ik probeer zo precies mogelijke vragen te stellen aan de federale
regering, ongeacht of het de minister of de staatssecretaris is die er zal
op antwoorden. Mij lijkt het wel nodig dat de federale regering
duidelijkheid brengt over de samenwerking die er moet komen met het
Vlaamse niveau. Als u inderdaad een operationeel instrumentarium wil
maken dat op korte termijn behulpzaam kan zijn bij het wegwerken van
het sociale drama in Genk, dan kan u beter vandaag al geregeld
samenzitten met de Vlaamse regering om afspraken te maken inzake
communicatie, inzake het samenbrengen van middelen die zich
enerzijds op Vlaams niveau en anderzijds op federaal niveau bevinden,
om zo een soort aanbod te kunnen doen aan het sociaal overleg dat
vroeg of laat op gang moet komen. Wat mij betreft, gebeurt dat liever
vroeg dan laat wat Ford Genk betreft.
Dat is dus mijn eerste vraag: is er concertatie, is er overleg met het oog
op de oprichting van een instrumentarium?
Tweede vraag. Ik denk dat elk drama ook lessen met zich mee moet
brengen, zeker op dit terrein, op een moment waarbij sociale partners
en overheden elkaar systematisch ontmoeten naar aanleiding van de
werkgelegenheidsconferentie. Ik heb dan een vraag naar het
engagement dat door de premier op een bepaald moment op tafel werd
gelegd, namelijk het fiscaal of het parafiscaal voordeliger maken van
ploegenarbeid en van overurenregeling in een aantal segmenten van de
industriële sector.
Dit kan, mijns inziens, een voorbeeld zijn van kostenreductie. In welke
mate bestaat hierover een consensus? In welke mate is dit reeds
gebudgetteerd? In welke mate maakt dit voorstel voorwerp uit van de
werkgelegenheidsconferentie?
Een tweede vraagt heeft veeleer betrekking op het sociale terrein. Ik
breek een lans voor een zoveelste aanpassing van de
sluitingswetgeving, de wetgeving op het collectief ontslag. De voorbije
jaren werden reeds aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van een
aantal drama's. Een nieuwe aanpassing moet vermijden dat men,
telkens zich een nieuw drama voordoet, altijd opnieuw ingewikkelde
onderhandelingen moet voeren met de diverse bevoegdheidsniveaus om
concernant les restructurations et
fermetures d'entreprise,
l'abaissement des coûts dans le
cadre d'une politique industrielle et
l'amélioration de l'infrastructure.
Voici mes questions. La première a
trait à la nécessaire collaboration
entre le niveau fédéral et le niveau
flamand. L'élaboration
d'instruments en vue de la remise
au travail des salariés licenciés a-t-
elle déjà fait l'objet d'une
concertation?
La deuxième concerne la
proposition du premier ministre
d'accroître l'attrait fiscal du travail
en équipes et des heures
supplémentaires. Dans quelle
mesure existe-t-il un consensus en
la matière ? L'entreprise est-elle
budgétairement réalisable? Et
jusqu'à quel point cette question
est-elle à l'ordre du jour de la
Conférence sur l'emploi ?
Enfin, je souhaite plaider en faveur
d'un aménagement de la législation
relative au licenciement collectif,
afin d'éviter qu'il faille à chaque
nouveau drame une nouvelle
concertation complexe pour mettre
en place des instruments de
remise au travail. Cet automatisme
doit également s'appliquer aux
fermetures de petites entreprises,
qui ne sont pas médiatiséesq, afin
de maximiser les chances des
travailleurs licenciés de retrouver un
emploi. Cette matière sera-t-elle
abordée lors de la Conférence sur
l'emploi ou le Parlement doit-il
prendre ses responsabilités en la
matière ?
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
een soort "herplaatsingsinstrumentarium" te maken. Ik houd een
pleidooi opdat de wetgeving opnieuw onder de loep wordt genomen
zodat, telkens een probleem rijst, ook in kleinere bedrijven die nooit de
massamedia halen, een automatisme in werking treedt waarbij de
hertewerkstellingskansen van mensen maximaal zijn. Dit is de les die
we uit Renault en Sabena hebben geleerd. Door kort op de bal te
spelen worden de hertewerkstellingskansen aanzienlijk vergroot. Zal dit
onderwerp snel aan bod komen in de werkgelegenheidsconferentie of
verwacht de regering dat in eerste instantie het Parlement zijn
verantwoordelijkheid opneemt? Wat moeten we op dat vlak verwachten?
De voorzitter: Collega's, ik geef thans het woord aan de heer Lano voor zijn vraag. Voor alle duidelijkheid:
sommigen blijken geen weet te hebben van deze vraag. Ze werd echter wel degelijk tijdig ingediend. Ik heb ze
in elk geval bij mij thuis tijdig via fax ontvangen door tussenkomst van de diensten. Ik laat deze vraag dan ook
stellen. Iedereen kent mijn goed karakter.
01.05 Pierre Lano (VLD): Mevrouw de staatssecretaris, welkom. Ik
heb evenveel respect als andere sprekers voor de onrust, het onbegrip,
het gevoel van machteloosheid en miskenning, van mislukking, bij de
medewerkers van Ford Genk. Ook voor hun gelatenheid. Maar natuurlijk
ben ik ook ondernemer. Ik tracht de zaak dan ook een beetje anders,
rationeler, te benaderen. Dat is moeilijk in deze omstandigheden, want
er zijn wrange gevoelens, maar wij moeten toch eens durven naar de
feiten te kijken, hoe slecht die ook mogen zijn.
Ik betreur de recuperatie van het hele geval Ford Genk, het bakkeleien
van de politici. Sommige uitspraken zijn schadelijk: "woordbreuk",
"wantrouwen", "het vertrouwen is geschokt". Ik weet niet of dat aarde
aan de dijk brengt. Er zijn de Cassandra-uitspraken, die ik betreur. Al
die stoere uitspraken brengen meer kwaads met zich dan goeds.
(...)
Uitspraken van alle partijen, mijnheer Vandeurzen. Van allemaal,
zonder uitzondering. Zulke stoere uitspraken betreurt men soms later.
Sommige zijn op het randje, bijvoorbeeld: "Ford is schuldig". Alsof Ford
bewust een slecht model zou maken. Ik weet uiteraard wel dat er in
casu een catharsis nodig is, maar alle partijen, niet alleen de regering
maar ook de sociale partners, waren gewaarschuwd wat er komen zou.
Mijnheer De Crem, het is geen Scud-raket waar wij vandaag mee
geconfronteerd worden. Er is niets dat niet tijdig gezegd werd, tegen
alle betrokken partijen. Op 23 januari 2002 werd op het Martelarenplein
in aanwezigheid van een minister en drie kabinetschefs door de top van
Ford Europa een serie vergelijkende slides getoond. Wat stond er op
die slides? Bedenkingen over Ford Genk: lager kwaliteitsniveau, hogere
structurele kosten, minder flexibiliteit. Wat toonden die slides aan? De
totale kosten, vertrekkend van een basis 100, bedroegen in Genk: 248,
in Saarlouis: 203. Ziekteverzuim: 8,5% in Genk, 7% in Saarlouis. 5%
bij Opel. Productiviteit: 100 in Genk, 125 in Saarlouis. Toen al had men
gewoonweg 70 dagen technische werkloosheid ingecalculeerd. Het
businessplan toen hield in 1.700.000 auto's te maken op 4 platformen,
425.000 per platform, ook in Genk en over 4 (...), die wisselbaar zouden
zijn, ook in Genk. De investeringen die men plande bedroegen 1,3
miljard euro. Meer dus dan wat men vandaag in de pers vertelt. Men
heeft toen echter ook gewezen op de problemen van Maribel in verband
met de shiftpremies waaraan men nu iets wil doen, de
investeringssteun en de opleidingskosten.
Kortom, dat gezeur over de subsidies tegenwoordig vind ik totaal niet
relevant. Immers, men heeft de Europese Commissie benaderd. Men
01.05 Pierre Lano (VLD): Je suis
plein de compréhension pour les
sentiments d'inquiétude et de
colère qui animent les travailleurs
de Ford Genk, mais étant moi-
même dirigeant d'entreprise, je
veux tenter d'appréhender cette
situation d'une manière rationnelle,
aussi difficile que cela puisse être.
Je regrette toutes les tentatives de
récupération des uns et des autres,
et j'estime que certaines
déclarations sont même carrément
néfastes. Je sais bien que
l'acceptation d'une tragédie comme
celle-ci passe par une catharsis,
mais il est des déclarations
musclées qu'on regrette par la
suite. Il s'agit de déclarations faites
par des hommes politiques, tous
partis politiques confondus. Toutes
les informations ont été
communiquées dans les délais
requis aux parties concernées. Le
23 janvier 2003, la direction de Ford
a été reçue Place des Martyrs, en
présence d'un ministre et de trois
chefs de cabinet. Une série de
transparents comparatifs a, à cette
occasion, été présentée, mettant
en évidence les handicaps de
l'unité de production de Genk: un
niveau de qualité inférieur, des
coûts structurels plus élevés et
moins de flexibilité. Par rapport à
Saarlouis, l'usine de Genk se
distingue par des coûts plus élevés
et un absentéisme pour cause de
maladie plus important, et par une
productivité inférieure.
Les lamentations concernant les
subventions sont parfaitement hors
de propos aujourd'hui. Le
gouvernement flamand a consenti
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
heeft een subsidie gegeven die iets groter was dan die welke Europees
wettelijk toelaatbaar was, te weten: 4,2%. Toen was dat 52 miljoen
euro. Wanneer men die investering relateert aan de investeringen die
vandaag gebeuren, is dat 38 miljoen euro. Trouwens, de uitbetaling van
die investeringen gebeurt uiteraard pas wanneer de investeringen
gebeurd zijn.
Er is dus geen frank uitbetaald, maar wel beloofd. De Vlaamse regering
heeft nog andere extra-inspanningen gedaan om Ford in Genk te
houden. Zij heeft namelijk ook een opleidingssteun beloofd van 5 à 6
miljoen. Die is ook beloofd of gegeven aan Opel en Volvo. Na
verscheidene meetings met de top van Ford is er ook afgesproken dat
er zou worden bijgedragen, om zelfs de research en de ontwikkeling te
laten plaatsvinden in Genk.
Iedereen heeft zijn best gedaan, maar men wist waar men aan toe was.
Het gaat trouwens over meer dan deze 3.000 mensen en Ford Genk.
Het gaat over twee miljard investeringen die gepland zijn voor alle
assembleurs van ons land. Er zijn uiteraard nog veel meer
toeleveranciers dan autoproducenten. Zo is er inderdaad een
shakehand geweest tussen Ford Genk en de Vlaamse regering. In feite
is er een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten voor vier jaar.
Ik hoor niet graag woorden zoals chantage. Wat is er namelijk
sindsdien gebeurd? De economie slabakt, Ford verliest meer dan 500
miljoen euro in het tweede kwartaal alleen en het plan is herzien
van 1,7 miljoen naar 1,2 miljoen. Ford is in feite een bedrijf in
moeilijkheden, dat transcendeert een beetje het probleem van Genk en
het probleem van de Mondeo of de Transit.
Men moet trouwens weten dat het in dit land in feite over 150.000
mensen gaat. Daar waar de auto-assembleurs per jaar 2,5% minder
mensen tewerkstellen sedert 1993 en terugkomen van 32.000 naar
25.000, is er meer geïnvesteerd in de indirecten; de subleveranciers
voor de automobielindustrie. Daar is er een investering geweest van
120.000 naar 130.000, dat is ongeveer 10% meer in 10 jaar.
Ik vind dat deze zaak serieus moet worden aangepakt en dat alle
betrokken partijen niet alleen de regering, maar ook de sociale
partners voldoende signalen hebben gekregen dat er iets schortte met
Ford Genk. Er is een vergadering afgelast met de premier in Amerika.
Ford heeft zijn trafiek en logistiek verplaatst van Zeebrugge naar
Vlissingen. Het gaat hier over 6% van het BNP en ik sluit mij aan bij de
vorige sprekers door te vragen wat de regering realistisch gezien kan
doen. Ik denk niet dat het te laat is. Ik denk dat er veel is gedaan, maar
men moet kijken naar de feiten.
Door een vorige sprekers is dit reeds gezegd: van feiten die van 10 of 20
jaar geleden dateren en die decennia de zaak hebben scheefgetrokken,
moet men niet denken dat men ze van vandaag op morgen kan
oplossen. Er is meer nodig dan de inspanning van de regering. Ik hoop
dat door dit sociaal debacle alle betrokken sociaal-economische
partijen een gewetensonderzoek doen. Daarom vind ik het goed dat de
enige minister die soms zegt dat het moeilijk wordt, beter zit waar hij
nu zit dan hier vandaag aanwezig te zijn.
Ik sluit mij aan bij wat de heer Bonte zegt, namelijk dat zekerheid nooit
zal kunnen bestaan, maar dat men wel moet zoeken naar een
maximalisering van de kansen van iedereen. Voor alle elementen die op
verschillende niveaus gekend zijn, zullen er dus in de toekomst betere
afspraken moeten komen tussen de Gewesten en de federale regering
om te redden wat er nog te redden valt.
encore davantage d'efforts, comme
son engagement à soutenir la
formation à hauteur de cinq
millions. Bref, chacun a fait de son
mieux. Le ralentissement de
l'économie a porté un coup de
grâce à Ford et il faut reconnaître
que c'est un problème qui dépasse
la multinationale.
Ce dossier doit retenir toute
l'attention du gouvernement mais
aussi celle des partenaires
sociaux. Tous les intervenants ont
été suffisamment avertis
de
l'existence d'un problème. Je forme
le voeu que cette débâcle sociale
suscite un examen de conscience
chez tous les intéressés. Comme
M. Bonte l'a très justement
souligné, la sécurité absolue est un
mythe. Il convient dès lors de
favoriser au maximum les chances
de chacun.
J'aimerais savoir quel est le champ
d'action du gouvernement. Quelles
sont les possibilités réalistes ? A
l'avenir, les gouvernements fédéral
et régionaux devront conclure de
meilleurs accords pour sauver ce
qui peut encore l'être dans ce type
de situations. Aucune législation
sur les fermetures d'entreprises ne
peut apporter de solutions. On ne
peut tout simplement pas aller à
l'encontre des lois du marché. Il me
paraît qu'il faudrait avant tout
adapter la législation dans le
domaine de la réorientation des
entreprises. Le gouvernement a-t-il
des projets en la matière ?
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
De les die wij moeten trekken ik ben het op dat punt niet eens met de
heer Bonte is dat geen enkele wetgeving omtrent de sluiting van
bedrijven een oplossing zal bieden.
Ik denk dat men gewoonweg al streng genoeg is. De ervaring van de
wet-Renault heeft ons geleerd dat er daardoor niet één sluiting minder
gebeurt in dit land. Men gaat echter niet in tegen de markt. Men gaat
niet in tegen de feiten. Men gaat niet in tegen de toekomst of
gewoonweg tegen de economie. Wat er misschien wel zou kunnen
gebeuren, is dat men gewoonweg de wetgeving in verband met de
heroriëntering van bedrijven zou aanpassen. Ik stel ook de vraag welke
plannen de regering in dat verband heeft.
(...) : (...)
De voorzitter: Collega, het spijt mij. U krijgt echter straks het woord voor uw repliek.
(...): Ik heb met de heer Lano een aantal zaken opgevraagd.
De voorzitter: Dat is heel goed. U zal straks heus wel de kans krijgen om te repliceren, als u dat wil. Ik geef
nu het woord aan de vertegenwoordigers van de regering, in de eerste plaats aan mevrouw Moerman.
01.06 Minister Fientje Moerman: Heren voorzitters, ik zou ook alle
leden van de commissie die totnogtoe het woord hebben gevoerd, willen
danken voor hun inbreng in het debat.
Mijnheer Vandeurzen, u bent heel vooruitziend geweest. U bent immers
degene geweest die een interpellatieverzoek heeft ingediend dat dateert
van vóór het uiteindelijke nieuws over Ford Genk. Als ik uw fax mag
geloven, hebt u het bericht doorgestuurd op 9 januari 1990. Ik denk
echter dat dit aan een verkeerde programmering ligt van uw fax en niet
aan het daadwerkelijk doorsturen ervan.
Wat er ook van zij, tussen het stellen van uw interpellatieverzoek en nu
is het inmiddels duidelijk geworden dat er bij Ford Genk
3.000 werknemers rechtstreeks hun job zullen verliezen. Misschien
zullen ook onrechtstreeks nog een considerabel aantal werknemers in
toeleveringsbedrijven hun job verliezen.
Het is vorige week al ten overvloede gezegd. Het is evident dat de
Belgische regering, net zoals de Vlaamse regering, verontwaardigd is
over het feit dat de directie eigenlijk is teruggekomen op eerder
gemaakte beloften. Ik besef echter ook dat de gevolgen voor de
gezinnen, die door de zaak zijn getroffen, bijzonder zwaar zijn. Het is
een regio die in het verleden reeds werd geconfronteerd met zware
reconversies. Nu wordt ze nog eens heel zwaar en heel hard getroffen.
Eens de eerste emotie echter een beetje voorbij is, moeten we hoe
moeilijk het ook is proberen om rationeel tegen het probleem aan te
kijken. In de verschillende interventies die hier zijn gebeurd, heeft
elkeen wel een aantal factoren aangehaald die volgens de betrokken
spreker in meerdere of mindere mate ertoe bijdragen dat bedrijven een
beslissing nemen. Er wordt dan in positieve zin beslist om te investeren
of in negatieve zin om te desinvesteren. Misschien moeten we die
factoren ook een beetje trachten te rationaliseren en proberen ze op
een rijtje te zetten.
Er is in 2002 een studie geweest over deze problematiek in de hele
Europese Unie. Het was een studie van Ernst & Young. In de studie
heeft men vijftien factoren gecatalogeerd die van belang zijn voor
01.06 Fientje Moerman ,
ministre: Tout comme le
gouvernement flamand, le
gouvernement fédéral s'indigne de
ce que la direction de Ford n'ait
pas tenu ses promesses. Mais
quelle que soit l'amplitude du
drame social provoqué par les
décisions récentes de cette
multinationale américaine, il faut
raison garder en tentant entre
autres d'identifier les facteurs qui
amènent les entreprises à investir
ou à désinvestir. Dans une étude
d'Ernst & Young, quinze facteurs
ont ainsi été classés par ordre
d'importance. A la première place,
on trouve les débouchés. Ensuite,
l'infrastructure, qui comprend
notamment l'énergie, les
télécommunications, secteur où la
Belgique est dans le peloton de
tête, le climat social, la stabilité
monétaire... et enfin, à la treizième
place seulement, les subsides.
Après un drame, quelle que soit
son importance, nous devons nous
garder de céder à la panique. Il
importe au contraire de tendre vers
une politique globale à tous les
niveaux.
Il faut rendre attrayant le climat
d'investissement en Belgique et,
pour cela, il nous faut créer les
conditions périphériques qui sont
de nature à attirer chez nous les
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
bedrijven om een investeringsbeslissing te nemen.
De eerste factor is de afzetmarkt. Zo komen we meteen bij het
probleem van Ford Genk en de automobielsector, namelijk het
probleem van overproductie.
De tweede factor van belang is de infrastructuur. Met de infrastructuur
bedoel ik niet alleen de transportinfrastructuur. Ik bedoel ook andere
vormen van infrastructuur, zoals bijvoorbeeld de energie. De heer
Vandeurzen heeft daarnet in zijn uiteenzetting verwezen naar een
aantal instrumenten die inderdaad onder het federale niveau vallen.
Energie is er een van.
Mijnheer Vandeurzen, ik wil er fijntjes op wijzen dat de regering een
heffing heeft ingesteld om het inkomstenverlies dat de gemeenten lijden
door de vrijmaking van de energiemarkt te compenseren. Een van de
personen die uit hoofde van zijn functie als voorzitter van de Vereniging
van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft op aangedrongen is
de heer Jef Gabriels die, als ik mij niet vergis, burgemeester is van
Genk. Hij heeft bij de VVSG aangedrongen op iets dat uiteindelijk de
relatieve concurrentiepositie van de bedrijven verslechtert.
Den derde factor is telecom. Op dit punt zit ons land goed. Inzake
breedbandinfrastructuur zitten wij in de top van de Europese Unie.
De vierde factor is het sociaal klimaat. Het initiatief inzake de
werkgelegenheidsconferentie dat werd genomen en waarop mevrouw
Van Brempt straks zeker zal terugkomen, draagt zeker bij tot een beter
sociaal klimaat.
De vijfde factor, met name de monetaire stabiliteit, ontsnapt ons, zowel
Vlaanderen, de Gewesten als de Belgische overheid, omdat het een
Europees gegeven is geworden.
De
zesde factor is de flexibiliteit in het arbeidsrecht.
De zevende factor is de gekwalificeerde arbeider. Deze materie is een
gemeenschapsbevoegdheid.
Ik ga wat sneller over een aantal factoren heen:
-factor 8: de fiscale lasten.
-factor 9: de administratieve omgeving.
-factor 10: het salarisniveau
-factor 11: verband met andere ondernemingen
-factor 12: de kwaliteit van de diensten
-factor 13: de subsidies
-factor 14: het bestaan van groeipolen
-factor 15: de sociale lasten op de zeer specifieke categorie van de
expats.
Deze opsomming die weliswaar de waarde heeft van de instrumenten
die gehanteerd werden bij het onderzoek, maar toch de verdienste heeft
een aantal punten op een rijtje te zetten in volgorde van relatieve
belangrijkheid, toont aan dat een beleid terzake een aantal onder u
hebben daarop gewezen - niet kan vertrekken van paniekvoetbal naar
aanleiding van een concrete gebeurtenis, hoe erg en dramatisch ze ook
is. Een beleid mag geen one shot, geen paniekvoetbal zijn. Het is
evenmin de consequentie van deze of gene. Men moet een globaal
beleid voeren waarin men niet alleen binnen een beleidsniveau, in casu
de federale overheid, maximaal moet trachten samen te werken maar
ook iedereen weet dat dit in ons land moeilijk ligt - tussen de
verschillende beleidsniveaus onderling. We moeten een algemeen
entreprises étrangères. Je ne suis
pas d'accord avec la gouverneur du
Limbourg quand elle dit qu'investir
dans Ford Genk est peine perdue,
car je pense que même avec un
personnel fortement réduit, Ford
Genk reste important dans la
mesure où elle peut encore
employer quelque 5.000 ou 6.000
personnes.
Le moment d'agir est venu. Les
mesures qui seront prises lors de
la Conférence sur l'emploi
permettront l'installation d'un climat
social plus serein.
Nous devons investir dans la
connaissance et l'innovation. La
semaine dernière, nous avons déjà
pris une mesure qui s'inscrit dans
cette perspective puisqu'elle aura
pour effet de rendre moins coûteux
pour les hautes écoles et les
universités le recrutement et le
maintien en fonction de chercheurs.
Nous devons multiplier ce type
d'initiatives.
Nous devons examiner la
possibilité d'étendre cette mesure
aux centres de recherche
indépendants et en définitive aussi
aux entreprises.
Il est impossible de résorber le
handicap salarial par rapport à des
pays à bas salaires comme la
Chine, mais nous avons également
un handicap salarial de 10% par
rapport aux pays voisins. Il faudra y
remédier, notamment à la
Conférence sur l'emploi.
Je ne suis pas en mesure de
répondre à votre question sur
l'entretien que le premier ministre a
pu avoir avec la direction de Ford.
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
kader scheppen om het ondernemen in België aantrekkelijk te maken
en aantrekkelijk te houden. Het is van essentieel belang dat alle
bevoegde ministers zowel op federaal niveau als op gewestniveau ervoor
zorgen dat de randvoorwaarden van onze economie van die aard zijn om
bedrijven aan te trekken, aan te moedigen om hier te blijven en het
ondernemerschap te stimuleren.
Ik ga helemaal niet akkoord met de uitspraak van de gouverneur van
Limburg dat alles wat men voor Ford Genk zou doen kosten op het
sterfhuis zijn. Een afgeslankt Ford Genk is nog steeds goed voor 5 à
6.000 werknemers en is nog altijd de moeite waard om als attractiepool
in Limburg te fungeren. We mogen zeker niet defaitistisch het hoofd
laten hangen. Het is echter wel hoog tijd om op te treden.
Ik denk dat de maatregelen die in het kader van de
werkgelegenheidsconferentie zullen worden genomen, zeker zullen
bijdragen tot het scheppen van een beter sociaal klimaat. Maar ik laat
het aan mevrouw Van Brempt over om daarop dieper in te gaan.
Ik wil even blijven stilstaan bij enkele zaken die wel nauwer bij mijn
bevoegdheid aansluiten.
Wij moeten in onze economie investeren in kennis en innovatie.
Iedereen zegt dat. Het wordt een gemeenplaats en het intrappen van
een open deur. Het is echter wel heel juist. Wij moeten daarvoor heel
concrete maatregelen nemen. Vorige week is er alvast een maatregel
genomen. Die maatregel strekt ertoe dat het in dienst houden en het in
dienst nemen van onderzoekers aan hogescholen en universiteiten een
stuk goedkoper wordt. Dat is een fiscale maatregel die collega
Reynders en ikzelf in samenspraak hebben uitgevoerd.
Meer precies werkt ze als volgt. Van de bedrijfsvoorheffing die wij op het
loon van onderzoekers aan een universiteit of een hogeschool inhouden,
mag de universiteit of de hogeschool voortaan 50% behouden. Die helft
hoeft dus niet langer te worden gestort ten gunste van de Staat. De
instelling zelf moet beslissen wat ze met dat geld doet. Zij kan
bijkomende onderzoekers in dienst nemen, investeren in
onderzoeksmaterieel, dan wel een combinatie maken van beide. Een
dergelijke maatregel zou moeten worden uitgebreid, eerst en vooral
naar een aantal onafhankelijke onderzoekscentra in ons land. In derde
instantie moet die maatregel ook voor bedrijven gelden. Dat kunnen wij
misschien best doen in een publiek-privaat samenwerkingsverband.
66,2% van het onderzoek en de ontwikkelingen in ons land ik baseer
mij op de cijfers van 1999 gebeurt immers in de private sector. Als wij
willen evolueren naar een kennisgerichte economie, dan moeten wij ook
de moed hebben om daar in de toekomst in te investeren.
Wat de loonkosten betreft, denk ik dat ieder van ons inziet dat het niet
meer mogelijk is, en vanuit sociaal oogpunt ook niet wenselijk, om te
concurreren met de zogenaamde lage-loonlanden. De arbeidskosten
van een arbeider in China bedragen een vijftigste van die kosten hier.
Welke maatregel wij hier ook zouden nemen, wij zouden, wat
loonkosten betreft, nooit meer gelijk komen met China. Ik denk ook niet
dat iemand dat hier wenst. Wij kunnen echter wel inwerken op de
loonhandicap ten opzichte van de ons omringende landen, want die
handicap draait toch nog altijd rond 10%. De maatregelen die in de
werkgelegenheidsconferentie aan de orde zijn, komen terzake opnieuw
op tafel.
Collega Lano heeft in die zin gelijk, dat wij ervoor moeten zorgen dat
iedereen die deelneemt aan die werkgelegenheidsconferentie niet
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
alleen de overheid terzake zijn of haar verantwoordelijkheid neemt.
Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn uiteenzetting hierbij houden. Er werd
mij specifiek gevraagd wat de eerste minister zou hebben gezegd na
zijn ontmoeting met de directie van Ford. U zult begrijpen dat ik daarop
niet kan antwoorden. Ik lees ook de krant. Ik heb wel de tekst van een
reactie van de eerste minister nadat hij bij de Ford-top is geweest.
Indien u wilt weten wat daarvan aan is, zult u dat echter aan de eerste
minister zelf moeten vragen.
De voorzitter: Bedankt, mevrouw Moerman.
Mevrouw Van Brempt, ik geef u het woord.
01.07 Staatssecretaris Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter,
op mijn beurt wil ook ik alle interpellanten danken voor de bijvragen. Er
tekent zich omtrent een aantal zaken, zowel wat betreft de analyse als
wat betreft de oplossingen, een consensus af over de partijgrenzen
heen. Dat is in dat dossier volgens mij bijzonder belangrijk. Niemand wil
uitgaan van doemscenario's. Wij willen allemaal een rustige en
pragmatische houding aannemen om een aantal goede oplossingen te
kunnen bereiken.
Collega Moerman is uitgebreid ingegaan op vijftien factoren. Ik denk dat
het belangrijk is om dat even mee te benadrukken.
De loonkosten worden vaak naar voren geschoven als de belangrijkste
oorzaak van dit debacle. Dat is echter een groot vraagteken. Wij weten
niet wat de belangrijkste oorzaak is. Wat wij wel weten, is dat een
complex samengaan van een aantal factoren tot het drama in Ford
Genk heeft geleid. De overproductie in de automobielsector was heel
acuut bij Ford Europa. Er zijn uiteraard ook de loonkosten en de
loonkostenhandicap. Dat moeten wij niet onder stoelen of banken
steken. Ik wil mij aansluiten bij wat mevrouw Moerman daarover heeft
gezegd.
Een andere factor die nog niet voldoende naar voren is geschoven, maar
die niet onbelangrijk is, is het feit dat de andere Ford-vestigingen op dit
moment beter uitgerust zijn om het Focusmodel nu, gezien de
overproductie, snel in productie te nemen. Belangrijk is dat er
verschillende factoren zijn en dat de regering samen met het Parlement
aan verschillende maatregelen moet werken. Ik wil ook absoluut
benadrukken dat wij niet alleen bij Ford Genk mogen stilstaan. Wij
moeten ook denken aan alle toeleveringsbedrijven en de vele jobs die
daar verloren gaan en de maatregelen ook daarop toespitsen.
Het is voor iedereen duidelijk dat dit een bijzonder zware klap is, in
eerste instantie voor de regio Limburg en in het verlengde daarvan ook
voor Vlaanderen en België. Ik wens geen doemscenario's. Wel moeten
wij een aantal belangrijke maatregelen trachten uit te werken die ook in
de richting van een goed industrieel beleid gaan.
Wat kunnen wij nu doen, waar zijn wij reeds mee bezig en waar moet
verder aan worden gewerkt? Ik denk dat er drie belangrijke invalshoeken
zijn. Ten eerste, moeten wij ons concentreren op wat zal gebeuren naar
aanleiding van de onderhandelingen over de herstructurering. Laat ik
duidelijk zijn: de eerste opdracht ligt bij de vakbonden en de directie die
moeten onderhandelen. De regering moet waar mogelijk met raad en
daad bijstaan via de verschillende kanalen en ook inspireren. Ik denk
dat dit een belangrijke opdracht is. Het zal immers niet alleen gaan om
een goed onderhandelde, sociaal verantwoorde uittredingsregeling. Het
moet daarnaast ook gaan over hertewerkingstellingsinitiatieven.
01.07 Kathleen Van Brempt,
secrétaire d'Etat: Un consensus se
dessine par-delà les clivages
politiques. C'est là l'essentiel:
chacun aspire à de bonnes
solutions.
Les charges salariales sont
souvent citées comme la cause
principale de la débâcle mais il ne
faut pas perdre de vue non plus la
surproduction dans le secteur
automobile. En outre, certains
autres sites disposent d'un
équipement mieux adapté à la
production de la Ford Focus.
Le gouvernement et le Parlement
doivent arrêter de concert des
mesures permettant de faire face
aux conséquences de la décision,
pour les travailleurs de l'usine elle-
même mais aussi pour le personnel
des entreprises de sous-traitance.
Ces mesures doivent s'inscrire
dans une politique industrielle
globale efficace.
Avant tout, les négociations sur la
restructuration doivent être menées
dans un esprit constructif par la
direction et par les syndicats, avec
l'appui du gouvernement. Le
premier objectif doit être de
proposer un régime de retraite
socialement acceptable, le
deuxième, qui est prioritaire aux
yeux du gouvernement, est la
remise au travail. Des mesures
d'activation sont indispensables.
Les gouvernements fédéral et
flamand ainsi que les pouvoirs
locaux devront collaborer
étroitement pour définir en matière
de restructurations une politique
appropriée.
Deuxièmement, tout doit être mis
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Daarnet werd een beetje spottend misschien heb ik dat verkeerd
begrepen - verwezen naar de actieve welvaartsstaat. What's in a name.
Wat wel belangrijk is voor deze regering, is dat er aan activerende
maatregelen wordt gewerkt en zeker in het kader van
herstructureringen. Wij willen niet alleen zien dat er aan een goede
uittredingsregeling wordt gewerkt. Wij willen vooral dat er
hertewerkstellingsinitiatieven worden genomen. Wij zullen dat uiteraard
samen met de regionale en lokale autoriteiten moeten uitwerken. Dat is
meteen ook het antwoord op de vraag van de heer Bonte. Ja, uiteraard
wordt nauw samengewerkt tussen de federale regering en de Vlaamse
overheid in het geheel van regelingen en in het bijzonder inzake de
hertewerkstelling en activerende maatregelen. Daarin zit ook het verder
nadenken en het operationaliseren van een beleid in verband met
herstructureringen. Dat staat duidelijk in het regeerakkoord. Dat ligt ook
op de tafel van de werkgelegenheidsconferentie.
De tweede invalshoek is zo snel mogelijk te werken aan een aantal
maatregelen die tot een maximale garantie van het behoud van de
productie bij Ford Genk moet leiden. Ik vond het interview van de
secretaris van het ABVV in De Morgen vandaag heel goed en
gebalanceerd. Hij zei dat dit verscheurend was, maar dat de nadruk op
het behoud van 6.000 jobs moest worden gelegd. Ik denk dat dit ook de
houding van de regering moet zijn.
Ook daar bestaan een aantal belangrijke instrumenten. Er werd al
gesproken over de arbeidskostenvermindering. Aan de tafel van de
werkgelegenheidsconferentie wordt over de modaliteiten onderhandeld.
Op de werkgelegenheidsconferentie wordt ook gesproken over de
expansiesteun van de Vlaamse regering.
De heer Bonte heeft een vraag gesteld over de parafiscaliteit van de
ploegenpremie. Het is een idee van de eerste minister waarvan we
denken dat het heel belangrijk is dat we het onderzoeken. De opdracht
die minister Vandenbroucke heeft gekregen en waaraan hij snel zal
werken is het punt van de modaliteiten. Die kunnen allerlei richtingen
uitgaan. Wordt er uitgegaan van een twee- of een drieploegenstelsel? Is
het nacht- of weekendarbeid? Dat is niet duidelijk en dat moet vrij snel
worden uitgeklaard.
In het kader van dit dossier rijst de vraag hoe wij zoveel mogelijk
productie in Genk houden, quid in het kader van de
werkgelegenheidsdiscussie in het geheel en het industrieel beleid in het
bijzonder. Die opdracht werd gegeven aan minister Vandenbroucke en
die zal daarvan uiteraard snel werk maken. Wij zeggen daartegen niet
"neen" maar dat moet worden onderzocht.
Zo kom ik bij de "maar" in deze discussie. We zijn gebonden aan een
aantal budgettaire marges. Dat weet iedereen. Dat is niet gemakkelijk.
Daarbinnen functioneren we, ook daarbinnen zullen we de mogelijke
fiscale en parafiscale maatregelen ten opzichte van die ploegenpremie
moeten bekijken. Het is al door een aantal collega's naar voren
geschoven dat met het oog op de contreien waarbinnen we werken,
namelijk de Europese context, meer in het bijzonder inzake subsidies
maar ook inzake het ploegenpremiestelsel, het niet evident is om dat te
gaan verkopen aan Europa. Men mag namelijk niet zomaar een
maatregel bedenken op maat van een bedrijf maar ook niet op maat van
een sector. Het moet een algemene maatregel zijn die geldt voor alle
ploegenarbeid in dit land. Dat heeft uiteraard een aantal verregaande
budgettaire consequenties waarnaar we moeten kijken. We zullen
creatief moeten zijn en alle suggesties ook van uwentwege zijn
uiteraard meer dan welkom.
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Er is natuurlijk de globale context van het werkgelegenheidsbeleid en
de hele werkgelegenheidsconferentie waarbinnen we functioneren. We
mogen niet alleen stilstaan bij het huidige dossier maar natuurlijk
moeten we kijken hoe we de werkgelegenheid hier houden en hoe wij
ervoor zorgen we dat we meer werkgelegenheid in de toekomst kunnen
creëren. Het is als het ware het hele debat in de
werkgelegenheidsconferentie.
Ik wil nogmaals de minister verontschuldigen voor zijn afwezigheid hier.
Ik begrijp die wrevel maar ik hoop dat ook vanuit de oppositie iedereen
ervan overtuigd is dat minister Vandenbroucke zich met al zijn
werkkracht achter dit dossier zal zetten, zowel inzake het dossier van
Genk als inzake het dossier van de werkgelegenheidsconferentie.
Ik wil benadrukken dat de werkgelegenheidsconferentie uiteraard een
eerste aanzet is, een aanloop en zeker geen eindpunt en dat we de
komende jaren dit beleid verder vorm zullen geven.
Ik wil nog heel kort iets zeggen over de Europese context omdat
daarnaar verwezen is. Ik kan alleen maar beamen wat een aantal
collega's daarover hebben gezegd. De heer Lano heeft gesproken over
Europa en de heer Vandeurzen had het rond actief worden op het
Europees vlak. Ik kan dat - misschien toch nog een beetje met mijn
vorig petje op - alleen maar beamen dat inzake de dossiers die ik heb
gekend vanuit het Europees Parlement ik heel vaak met lede ogen heb
aanschouwd hoe slecht wij Belgen daaromtrent georganiseerd zijn. Dat
geldt zowel voor de administratie als voor de sociale partners. Wij
werken in die Europese context, dus wij gaan ons daarop moeten
organiseren. De vakbond zegt terecht dat die Europese
ondernemingsraad een bijzonder logge instelling is vol bureaucratie. Ik
ben zeker vragende partij om samen met u na te denken over de vraag
hoe we dat een stuk kunnen activeren. Het moge evenwel duidelijk zijn
dat wij ons met zijn allen iets meer Europees moeten organiseren om
daar een duidelijke stem te laten horen. We zijn misschien een klein
land maar een economisch sterk land en ik denk dat dat moet kunnen
doorwerken.
niveau européen. Je suis disposée
à collaborer avec le Parlement et
l'ensemble des partenaires afin
d'optimiser cet aspect.
De voorzitter: Ik geef nu het woord aan de interpellanten en de vraagsteller en aan een bijkomende spreker.
Reglementair kan dat eigenlijk niet, maar omdat het om een nieuwkomer in dit Parlement gaat en dan nog
een dame als ze bondig kan zijn, is dat misschien voor herhaling vatbaar.
01.08 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister en de staatssecretaris voor hun antwoord.
Ik ben enigszins verbaasd over de informatie die collega Lano hier
brengt. Ik probeer dat te vertalen. Het wil zeggen dat meer dan een jaar
geleden cijfers die te maken hadden met de kwaliteit en met de
loonlastenproblematiek al werden voorgelegd aan een minister en drie
kabinetschefs. De grote quizvraag is dan natuurlijk welke minister dat is
geweest? In ieder geval betekent het dat als ik probeer te decoderen
dat de heer Lano zegt dat er structurele zaken waren waarop
verschillende actoren moesten inspelen, die al een hele tijd geleden
aan de politiek verantwoordelijken face to face werden meegedeeld.
Ik vind dat belangrijk. Ik ben nog meer geboeid door de suggestie dat
de eerste minister een afspraak zou hebben gehad met iemand van de
wereldtop van Ford, een afspraak die niet zou zijn doorgegaan. Ik ben
een vurig pleitbezorger van contacten op alle mogelijke niveaus om het
dossier gunstig te beïnvloeden. Het zou mij dan ook ten zeerste
benieuwen om te weten wat daarvan de achtergrond is.
01.08 Jo Vandeurzen (CD&V): Si
je comprends bien M. Lano, des
chiffres ont déjà été présentés il y a
un an à un ministre et à trois chefs
de cabinet au sujet de la
problématique des coûts salariaux.
Les responsables politiques
peuvent donc difficilement soutenir
qu'ils n'avaient pas connaissance
de la situation.
Le premier ministre a-t-il eu ou non
des contacts avec la direction
mondiale de Ford ? De tels
contacts peuvent influencer
favorablement le dossier.
Notre pays est de moins en moins
attrayant pour les entreprises et la
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, ons land glijdt af in
de rangschikking van de regio's die concurrentieel en attractief zijn. U
doet precies alsof u een onbeschreven blad bent wat dat betreft. Paars
heeft op dat vlak een verleden. Wij hebben jarenlang gediscussieerd
over de loonkost. Gedurende jaren werd in het Vlaams Parlement
gefoeterd over het feit dat er meer moest worden geïnvesteerd in
opleiding en innovatie. Mobiliteitsdossiers liggen hier ook al jaren op de
tafel. Ford is niet de druppel die de emmer doet overlopen maar ik vind
het hemeltergend dat nu moet worden gepraat over een nieuw
ondernemingsklimaat. Kijkt u maar naar de krant: "Papierberg krimpt
niet onder Verhofstadt I". Dit werd verklaard door een staatssecretaris
van een regering die vier jaar geleden het Parlement heeft gezegd dat
België nieuw zou worden; er wachtte ons een nieuwe toekomst. Na
zoveel jaren moet men nu met dit pijnlijke drama zeggen dat men er
eindelijk allemaal werk van zal maken. Ik kan mij daar moeilijk mee
verzoenen. Ik realiseer mij zeer goed dat daar op dit moment in Limburg
geen kat een boodschap aan heeft. Wat gaat u nu concreet doen?
Ik ben het met mevrouw Van Brempt eens en ik ben ook blij dat zij een
Europese ervaring heeft. Ik weet uit een vorig leven als lokaal politiek
verantwoordelijke toen de mijnen sloten, dat de Europese component
van cruciaal belang is om een regionaal beleid te kunnen voeren. De
schrik slaat mij om het hart als u uit eigen ervaring zegt dat ons land
daarin niet goed georganiseerd is. Collega's, dames ministers, dit is
volgens mij iets van de eerste orde. Wij moeten van Europa marges
krijgen om een beleid te voeren. Hiervoor moet gelobbyd worden en we
zullen hiervoor bondgenoten in andere landen moeten zoeken. Ik wil
een oproep doen om dit snel te doen. Ik onthoud uit de ervaring van
collega Bonte dat snelheid, operationeel zijn en laten zien aan de
mensen dat men in de politiek snel iets kan verwezenlijken zeer
belangrijk is. Dit maakt mij nu bezorgd. Ik zie dat het politieke frame
waarin de provincie, de lokale besturen, de federale regering en de
Vlaamse regering moeten worden verenigd met de sociale partners om
te komen tot een blok, nog niet tot stand is gekomen. Ik vind dat dit
absoluut noodzakelijk is. Er moet een platform komen waarop al die
verschillende partijen dit kunnen aanpakken. Europa zal daarin een
sleutelpositie innemen.
Dit geldt ook voor de NMBS en de loonlastenverlaging. Mevrouw, u
heeft daarover iets gezegd maar wat u zei, wisten wij ook al. Ik had
graag gehoord welke budgettaire marge men voor ogen heeft. Welke
maatregelen meent men te moeten nemen? Ik heb dit niet gehoord. U
zegt dat er een beperking bestaat op het vlak van die budgettaire
marge. Mevrouw de staatssecretaris, uw partij, de liberalen en de
groenen hebben bij de verkiezingen al de vruchten en vreugden van dit
land geclaimd. Er zijn keuzes gemaakt en als de consequentie daarvan
is dat er geen marge meer is om te doen wat moet gebeuren, dan is
dat uw politieke verantwoordelijkheid. Ik kan daarover toch moeilijk een
ander verhaal vertellen. Het zal te weinig zijn en te laat. Net als u
relativeer ik de loonkostenverlaging want bij Ford gaat het ook om
omzet enzovoort. Neem echter alstublieft drastische maatregelen en
niet alleen voor Ford want er staan ons nog andere drama's te wachten
als we op dat vlak niet snel doen wat we maximaal kunnen doen.
Mijnheer de voorzitter, ik zal in die zin een motie indienen om te vragen
dat de regering op tal van terreinen initiatieven zou nemen en het
politieke front zou versterken.
faute en incombe évidemment à la
coalition violette. La ministre
Moerman entend soudainement
créer un climat plus favorable aux
entreprises. Mais pourquoi le
gouvernement n'est-il pas intervenu
plus tôt et de manière plus
draconienne pour réduire les coûts
salariaux, améliorer la formation et
l'innovation et accroître la mobilité ?
Mme Van Brempt affirme à juste
titre que la composante
européenne revêt une importance
essentielle dans le cadre d'une
politique régionale performante.
Nous avons toujours négligé cet
élément. Nous devons, de concert
avec d'autres pays, intensifier la
pression pour obtenir de l'Europe
des marges de manoeuvre nous
permettant de mener une politique
en la matière.
Il convient d'instituer sans délai une
plate-forme réunissant tous les
niveaux de gouvernement et les
partenaires sociaux. Enfin, il y a
lieu d'activer tous les dossiers
pendants tels que la réduction des
coûts salariaux et la mobilité. La
secrétaire d'Etat attire l'attention
sur l'étroitesse de la marge
budgétaire, mais cette
responsabilité appartient aussi au
gouvernement précédent, qui a fait
de mauvais choix. Si nous ne
mettons pas tout en oeuvre
rapidement, il faut s'attendre à
d'autres drames comparables à
celui de Ford. Ma motion a pour
objectif d'inciter le gouvernement à
faire diligence.
01.09 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Excuseert u mij, dames
ministers, maar meer dan wat gemeenplaatsen en het intrappen van
01.09 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): La réponse qui vient d'être
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
open deuren heb ik eerlijk gezegd niet gehoord. Er zijn uiteraard
verzachtende omstandigheden omdat de minister van Werkgelegenheid
hier zelf niet de uitleg is komen geven. Uw excuses worden aanvaard
maar die van de heer Vandenbroucke allerminst.
Het is goed om af en toe eens de persartikels na te lezen wanneer men
een interpellatie gehouden heeft. Ik lees hier in "De Morgen" van vier
dagen gelezen dat minister Vandenbroucke, gevraagd naar de
wenselijkheid van lastenverlagingen, niet wenste te antwoorden. Hij zou
het dus nogal moeilijk gehad hebben om ons hier vandaag van antwoord
te kunnen dienen. Daarom hebben we hier uitlatingen gehoord in de zin
van "We moeten creatief zijn". We zullen inderdaad zeer creatief
moeten zijn. Inderdaad, maar die creativiteit wordt echter voor het
grootste deel verwacht van de paarse regering en van de man die van de
daken schreeuwde dat we 200.000 nieuwe arbeidsplaatsen moeten
creëren, de man die aan het begin van de vorige legislatuur zei dat wij
de actieve welvaartstaat ingaan en dat wij binnen afzienbare tijd een
modelstaat zullen krijgen.
Wel, daar schiet niet veel meer van over. Ik hoor vandaag spreken over
"activerende maatregelen". Wat we daaronder moeten verstaan is niet
duidelijk. Ik veronderstel dat het ook weer zo'n gemeenplaats is. Niets
van het concept van de actieve welvaartsstaat blijft heel. Ik denk zelfs
dat men het kleine schaamlapje dat overgebleven is, de belofte van
Verhofstadt om 200.000 nieuwe banen te creëren, ook wel op zijn buik
kan schrijven. Bij Ford Genk heeft men daar totaal geen boodschap
aan.
Mijnheer Lano, wij wisten ook al dat Ford Genk de duurste Ford-
vestiging was van alle vestigingen. Eind 2001 heeft Ford echter het
masterplan in werking gesteld te Genk, het Ford Production System
dat in Saarlouis werd toegepast. Ford Europa is inderdaad zo brutaal
geweest om niet te wachten op de implementatie van dat plan. Het
duurt immers wel meer dan één jaar om dit volledig te implementeren.
Mijn ergernis wordt vandaag alleen maar groter. Als ik hoor dat dit is
meegedeeld aan de minister en zijn drie kabinetschefs, dan vraag ik mij
af wat de minister en zijn drie kabinetschefs intussen hebben gedaan
om Ford ter wille te zijn en om het signaal te geven dat het in werking
stellen van het masterplan dat in Saarlouis wel werd toegepast
misschien te laat zou zijn gekomen.
Ford heeft ons tot enkele maanden geleden in de waan gelaten dat die
900 miljoen er zou komen. U spreekt over 1,3 miljard. Laten we het bij
900 miljoen houden. Mevrouw de staatssecretaris, men heeft ons in de
waan gelaten dat de Focus naar Genk zou komen. Men heeft gezegd
dat het gespreid zou worden over drie vestigingen. Vandaag zij het er
nog twee, natuurlijk in hoofdzaak Valencia in Spanje. Men moet dus
niet afkomen met het feit dat andere vestigingen beter geplaatst zijn.
Het masterplan voor Ford Genk lag klaar om uitgevoerd te worden. Wat
u hier komt vertellen is dus allemaal mosterd na de maaltijd.
In elk geval verwachten wij dat de regering concrete maatregelen zal
nemen. Daartoe strekt mijn motie ook. Ten eerste moeten bij de
herstructurering bij Ford, de grootste micro-economische actor in
Limburg, de nodige inspanningen worden geleverd om de vestiging
levend en leefbaar te houden. Ten tweede hopen wij dat er ook werk zal
worden gemaakt van de heroriëntering van de Limburgse economie. Ik
dank mevrouw de minister voor het feit dat zij goede initiatieven neemt
voor het wetenschapsbeleid. Dat mag ook gezegd worden. Dat is een
begin. .... zou ik zeggen. Het krediet wordt toegestaan maar dan moet
er ook verder aan gewerkt worden. Wat de administratieve
vereenvoudiging betreft, mevrouw de minister, spreekt u zich weer
fournie ne contenait que des lieux
communs, comme la nécessité de
faire preuve de créativité et de
prendre des mesures d'activation.
La semaine dernière, il ressortait
des interviews publiées dans la
presse que M. Vandenbroucke
n'avait toujours pas d'avis définitif
sur la question de la réduction des
charges salariales. Mais nous
attendons surtout de la créativité
chez le premier ministre qui a
promis 200.000 emplois et a
annoncé l'avènement de l'Etat
modèle.
L'argument de M. Lano, qui estime
que Ford Genk est la filiale la plus
onéreuse, n'est correct que si l'on
ignore que le "Master plan"
convenu n'a pas été mis en oeuvre.
Ford a fait croire que
l'investissement de 900 millions
d'euros allait se faire et que la
Focus serait assemblée à Genk.
L'implantation de Ford doit
continuer à fonctionner et
l'économie du Limbourg doit être
réorientée. Je salue l'annonce de
mesures en matière de politique
scientifique en faveur du Limbourg.
La simplification administrative
passe nécessairement par la mise
en oeuvre des résolutions du
Parlement flamand de 1999 sur les
ensembles de compétences
homogènes.
Sur la base de ce que j'ai entendu,
je dépose une motion de
recommandation.
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
tegen. Dat is te wijten aan de staatsstructuur van dit land, u hebt het
zelf aangehaald.
U zegt dat we enerzijds een globaal plan moeten ontwikkelen voor de
federale overheid. U moet daarna natuurlijk onmiddellijk tot de conclusie
komen dat het Vlaamse niveau ook nog bestaat. Er moeten daar ook
banenplannen opgesteld worden. Er mag maar één globaal plan
bestaan. Er kunnen geen twee globale plannen bestaan.
Ik blijf daarom pleiten voor het eerste programmapunt van mijn partij. Ik
blijf pleiten dat er daarvan werk gemaakt wordt. Ik roep daarom de
Vlaamse partners en politieke partijen op tot moed om eindelijk eens
minstens de resoluties van het Vlaamse Parlement uit de legislatuur
1998-1999 uit te voeren en door te trekken en Verhofstadt nog eens te
wijzen op zijn burgermanifesten.
Deze resoluties zouden ervoor zorgen dat we homogene
bevoegdheidspakketten krijgen. Vlaanderen kan zo met zijn eigen
bedrijfsmentaliteit zijn eigen koers varen. Deze bedrijfsmentaliteit is
ontwikkeld in Vlaanderen. Dat is daar meer gebeurd dan in Wallonië.
Op termijn, en misschien reeds op middenlange termijn, zijn we dan
veel beter af. Dames, excuseer me, ik doe geen uitspraak over uw
competentie. Wat ik vandaag van de regering gehoord heb, is echter
volstrekt onvoldoende. Daarom dien ik een motie in.
01.10 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ten eerste wil ik
de regering bijtreden wanneer ze pleit voor sereniteit en pragmatisme.
Het laatste dat we in deze droevige dagen nodig hebben zijn immers
revolutionairen vanuit één of ander syndicaal kamp en politiek
spierballengerol dat de sereniteit op één of andere manier doet
wegnemen of bedreigt. Wat volgens mij een hart onder de riem zou
moeten zijn van de mensen die vandaag voor een stuk bedreigd worden
in hun job, is het besef dat er vanuit alle politieke groepen, politieke
niveaus en syndicale verenigingen dat is toch zo wanneer we de
leiding horen op een constructieve manier geprobeerd wordt om met
dit drama om te gaan. Men wenst dit te doen in samenspraak. Het siert
de federale regering dan ook dat ze samen met de Vlaamse regering
reeds een aantal stappen gezet heeft.
Ik denk evenwel dat er inderdaad een versnelling moet komen in het
maken van wat collega Vandeurzen het politieke framework noemt.
Hierin wordt alles voor een stuk samengebracht. Hierdoor kan het
ingezet worden in een bedrijf zodat die activering of heractivering of het
maken van een nieuwe toekomst voor die werknemers er snel komt. De
ervaring leert daar evenwel dat men daarmee niet te vroeg mag komen
omdat precies de sterkte van die hertewerkstellingsinitiatieven bestaat
uit een engagement. Er moet een hard engagement zijn van het bedrijf -
dit lijkt mij vandaag nog niet zo evident - samen met de syndicaten en
samen met de bevoegde overheden die daaromtrent expertise hebben.
Ze hebben dat hetzij vanuit de VDAB, hetzij vanuit het
herplaatsingsfonds, hetzij vanuit de federale overheid met een aantal
steunmaatregelen op het vlak van de sociale zekerheid. In die zin mag
het framework er dus ook niet te vroeg komen, omdat men daar hoe
dan ook nog in het zeer zware spanningsveld komt.
Het verheugt mij althans dat het blijkbaar ook voor een stuk zijn invloed
krijgt op de werkzaamheden van de rondetafelconferentie. Daar gaat
men zich nu buigen over die herplaatsingsmethodes. Het is natuurlijk
nodig als les om ervoor te zorgen dat het niet alleen drama's van die
omvang en op die manier zijn waarin hertewerkstelling nagestreefd
wordt. Het moet echter zeker en vast ook bij al die anonieme en
01.10 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Pour pouvoir aborder ce drame de
manière constructive, tous les
groupes et niveaux politiques
doivent pouvoir faire preuve de
sérénité.
A l'instar de M. Vandeurzen, je
plaide en faveur d'un cadre politique
au sein duquel les partenaires
sociaux et les pouvoirs publics
s'attellent avec l'urgence requise à
l'activation et la réactivation de
travailleurs. Il convient à cet égard
de respecter un calendrier
approprié car les entreprises ne
peuvent esquiver leurs
responsabilités en la matière. La
Conférence sur l'emploi se
penchera sur cette question.
L'attention accordée à la remise au
travail doit également s'appliquer
aux nombreuses petites
entreprises anonymes qui sont peu
ou pas médiatisées. Je plaide pour
un travail législatif en la matière.
Il convient également d'envisager
une réduction des charges
salariales pour le travail en équipes.
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
kleinere bedrijven waar er dag na dag op eenzelfde soms brutale manier
mensen aan de deur worden gezet. Daarrond moet men ook
hertewerkstellingskansen organiseren. Daarom is er mijn pleidooi om er
op wetgevend vlak over te waken. Wellicht zit daar de spraakverwarring
met collega Lano.
Als ik spreek over de aanpassing van de sluitingswetgeving of van het
collectief ontslag, heeft het precies te maken met het garanderen dat
men niet zonder meer personen met een factuur of met een enveloppe
naar huis stuurt, maar dat men veel meer aandacht besteedt aan de
hertewerkstelling van de mensen. Ik denk dat dit deel moet uitmaken
van de wetgeving en dus van de rechten van werknemers.
Het verheugt mij eveneens dat ook in de werkgelegenheidsconferentie
de specifieke kosten voor industrieën zoals ploegenarbeid, overuren
en nachtploegen en zo worden onderzocht, teneinde na te gaan in
welke mate de lasten kunnen worden verlaagd. Het drama van Ford
Genk begint terecht invloed te krijgen op de agenda van de
werkgelegenheidsconferentie. Ik hoop dat de gepaste conclusies snel
zullen worden voorgelegd.
Wij zullen deze aangelegenheid aandachtig blijven volgen.
01.11 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, mevrouw de staatssecretaris, naast alle andere
bezorgdheden die hier vandaag naar voor zijn gebracht en die ik deel
met de andere interpellanten, wens ik toch nog even aandacht te vragen
voor twee aspecten die mij enorm gefrappeerd hebben bij mijn bezoek
aan Ford, vorige week.
Onnodig misschien te herhalen hoe machteloos politici en Fordmensen
zich in deze omstandigheden kunnen voelen. Onnodig misschien ook
de nadruk te leggen op de angst voor het verlies van tewerkstelling
enerzijds, maar ook op de noodzaak van de aanwezigheid van hoop
anderzijds. Wanhopige mensen kunnen niet meer nuchter redeneren,
wanhopige mensen kunnen niet meer efficiënt functioneren. Wij mogen
echter niet vergeten dat, naast de gewone angst voor het verlies van
hun job, deze werknemers blijkbaar ook vrezen om hun gevoelens te
uiten, om hun bezorgdheden met elkaar te delen, enkel uit schrik om
niet bij de overblijvenden te zijn. Vroegere intimidaties liggen blijkbaar
mee aan de basis.
Daarom pleiten wij voor een goed en efficiënt georganiseerd
opvangcentrum of tewerkstellingscel waar er tijd is voor opvang, voor
een babbel, voor raad, voor begeleiding, voor hulp bij die moeilijke
zoektocht die de meeste betrokkenen te wachten staat. Hier kan en
moet informatie worden samengebracht omtrent hertewerkstelling
waarnaar de staatssecretaris verwees, omtrent uittredingsvergoedingen,
omtrent andere vergoedingen, omtrent administratieve formaliteiten en
begeleiding en opvang. Dit opvangcentrum of tewerkstellingscel dient
het aanspreekpunt te zijn voor werknemers en familieleden, waar op
gepaste manier de weg kan worden gewezen naar andere opvang- en
begeleidingsmogelijkheden.
Tevens pleiten wij voor verbetering van de communicatie want op dat
vlak zijn er ook veel hiaten. De directie zou in deze bedreigende
omstandigheden elke dag, op één of andere manier, met haar
werknemers moeten communiceren, om te spreken over de stand van
zaken, pogingen, mislukkingen en bezorgdheden. Wij vragen dan ook
graag aan de bevoegde minister hiertoe de nodige initiatieven te nemen.
Ik heb er vertrouwen in dat dit zal gebeuren en zal dit graag mee
01.11 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Lors de ma visite à Ford
Genk, j'ai ressenti une forte
émotion face au
constat
d'impuissance des travailleurs et
des hommes politiques et au
désespoir de tous ceux qui risquent
de perdre leur emploi. Ces
personnes désespérées et
impuissantes ont, par ailleurs, peur
d'exprimer leurs sentiments, par
crainte d'accroître le risque d'être
licenciées. Il faut un système
d'accompagnement adéquat, axé
sur le côté pratique, mais aussi sur
les aspects émotionnels. Toute
société qui prend une décision
d'une telle gravité, devrait
communiquer avec ses travailleurs
sur une base journalière. Je fais
confiance à la secrétaire d'Etat, car
je suis certaine qu'elle prendra les
initiatives nécessaires.
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
opvolgen.
U merkt, mijnheer de voorzitter, dat ik bondig was zoals beloofd.
De voorzitter: Mevrouw Van Brempt, dit was uw eerste parlementair optreden, waarvoor mijn felicitaties.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Koen Bultinck, Guy D'haeseleer, Staf Neel
et Bert Schoofs et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jo Vandeurzen et Bert Schoofs
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
et de la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au Ministre du Travail et
des Pensions, demande au gouvernement
- de mettre en oeuvre tous les moyens dont il dispose pour limiter à un minimum absolu le nombre d'emplois
supprimés à Ford Genk;
- de procéder à une réduction draconienne des coûts salariaux;
- de prendre sans délai des mesures visant à alléger les contraintes administratives;
- de s'atteler à la régionalisation intégrale de la politique de l'emploi."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Koen Bultinck, Guy D'haeseleer, Staf Neel
en Bert Schoofs en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jo Vandeurzen en Bert Schoofs
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en van
de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, toegevoegd aan de minister van Werk en
Pensioenen,
vraagt de regering
- alsnog alle middelen aan te wenden om het verlies aan arbeidsplaatsen bij Ford Genk tot een uiterst
minimum te beperken;
- over te gaan tot een drastische loonlastverlaging;
- dringend maatregelen te nemen om te verhelpen aan de administratieve rompslomp;
- werk te maken van de regionalisering van het volledige tewerkstellingsbeleid."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jo Vandeurzen et Bert Schoofs
et la réponse de la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
et de la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail en au Bien-être au travail, adjointe au Ministre du Travail et
des Pensions, recommande au gouvernement
- de contribuer activement à l'installation d'un climat positif en vue des négociations entre les syndicats et
Ford de manière à sauvegarder un maximum d'emplois et à garantir durablement l'avenir de Ford Genk;
- de participer activement à la task force constituée des responsables et des partenaires socio-économiques
qui recherchent des solutions durables pour remédier à la détresse des travailleurs licenciés par Ford;
- d'améliorer d'urgence la compétitivité de notre pays, notamment en réduisant les charges pesant sur le
travail en général et sur le travail en équipe en particulier;
- de s'attaquer rapidement aux problèmes de mobilité liés à l'aménagement du Rhin de Fer et à la dérivation
vers le Limbourg central de manière à améliorer l'attrait économique du Limbourg et à y attirer de nouveaux
investisseurs;
- de procéder le plus vite possible à de nouveaux investissements dans la SNCB de manière à favoriser le
désenclavement de la province;
- de prendre des mesures concrètes afin d'accompagner les travailleurs ayant perdu leur emploi à la suite du
licenciement collectif chez Ford Genk de manière à leur procurer dès que possible une formation ou un nouvel
emploi;
- de décentraliser les services publics afin d'augmenter le taux d'emploi dans la province du Limbourg;
- de faire le nécessaire à l'échelon européen pour créer l'espace suffisant afin de permettre la mise en oeuvre
d'un programme régional de reconversion (par exemple par des mesures d'incitation fiscale)."
06/10/2003
CRIV 51
COM 013
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jo Vandeurzen en Bert Schoofs
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en van
de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, toegevoegd aan de minister van Werk en
Pensioenen,
beveelt de regering aan
- actief een positief klimaat te scheppen voor de onderhandelingen tussen de vakbonden en Ford, om een
maximaal aantal jobs te behouden en de toekomst van Ford Genk blijvend te verzekeren;
- actief te participeren aan de task force van verantwoordelijken en socio-economische partners die naar
duurzame oplossingen zoekt voor de getroffen Ford-arbeiders;
- dringend werk te maken van de verbetering van het concurrentievermogen van ons land, onder meer door een
verlaging van de lasten op arbeid in het algemeen en op ploegenarbeid in het bijzonder;
- de mobiliteitsknelpunten de aanleg van de IJzeren Rijn en de aftakking naar Midden-Limburg versneld aan te
pakken, om de economische aantrekkelijkheid van Limburg te verbeteren en nieuwe investeerders aan te
trekken;
- andere investeringen van de NMBS die de ontsluiting van de provincie bevorderen zo snel mogelijk te
realiseren;
- concrete maatregelen te nemen om de werknemers die door het collectief ontslag hun werk hebben verloren
te begeleiden om ze zo snel mogelijk een opleiding of een nieuwe job te bezorgen;
- werk te maken van de decentralisatie van overheidsdiensten om de werkgelegenheid in de provincie Limburg
te verhogen;
- op Europees vlak te bewerkstelligen dat er voldoende ruimte is om een regionaal reconversieprogramma
mogelijk te maken (bijvoorbeeld via fiscale stimuli)."
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Georges Lenssen et Bruno Van Grootenbrulle et Mmes
Anne Barzin, Pierrette Cahay-André, Dalila Douifi, Magda De Meyer, Sabien Lahaye-Battheu et Danielle Van
Lombeek-Jacobs.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Georges Lenssen en Bruno Van Grootenbrulle en de
dames Anne Barzin, Pierrette Cahay-André, Dalila Douifi, Magda De Meyer, Sabien Lahaye-Battheu en
Danielle Van Lombeek-Jacobs.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
01.12 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb geen
lessen te leren aan de meerderheidspartijen, maar ik zou toch, collega
Bonte, willen suggereren om in de openbare vergadering over de motie
anders te stemmen dan over te gaan tot de orde van de dag. Ik wil
relativeren dat men de moties van de oppositie niet wil onderschrijven,
maar dit lijkt mij toch niet het teken dat we moeten geven.
01.12 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je voudrais tout de même
demander à M. Bonte d'approuver
autre chose qu'une motion disant
que la Chambre passe à l'ordre du
jour.
01.13 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan mij
aansluiten bij de oprechte bekommernissen die mevrouw Roppe hier
heeft uitgesproken. Ik denk dat zij de tolk is van ieder van ons. We
vergeven het haar een beetje. Ik denk dat zij onmogelijk de notie
opvangcentrum van toepassing wil maken op de betrokkenen. We
weten allemaal wat ze bedoelt.
Ik zou het volgende willen zeggen. Het indienen van een eenvoudige
motie is shockerend. Ik meen dat. Ik ben negen jaar in dit Parlement.
Het is shockerend dat men overgaat tot de orde van de dag.
Drieduizend mensen riskeren hun job te verliezen, de verantwoordelijke
minister is niet in de commissie en de parlementaire meerderheid gaat
over tot de orde van de dag. Dit wil zeggen dat alles wat hier is
besproken niet het voorwerp uitmaakt van verder debat in de plenaire
vergadering. Dit is in dit Parlement het gevolg van het ondertekenen van
een eenvoudige motie.
01.13 Pieter De Crem (CD&V):
Je me joins aux recommandations
formulées par Mme Roppe. Il serait
tout simplement scandaleux
d'adopter une motion pure et
simple. Trois mille personnes
risquent de perdre leur emploi et le
Parlement passe à l'ordre du jour.
Le ministre compétent est absent,
et la majorité semble ne pas juger
nécessaire de traiter ce dossier en
séance plénière. M. Bonte, je
constate que la fermeture d'une
entreprise au Limbourg ne suscite
pas du tout la même émotion de
votre part, tant s'en faut, que la
fermeture de Renault à Vilvorde,
CRIV 51
COM 013
06/10/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
(...)
Ik heb collega Bonte meegemaakt met zijn terechte verontwaardiging
bij de sluiting van Renault, toen hij de parlementaire werkzaamheden in
dit halfrond verliet en rechtstreeks in alle uitzendingen was van VTM en
VRT. Hij was terecht tot tranen toe bewogen in deze Kamer en op
het scherm toen in zijn stad, Vilvoorde, de sluiting zich met een zelfde
impact voltrok. Ik stel alleen vast dat, hoe verder men zich van de
plaats van het ongeluk bevindt, hoe gemakkelijker men dit doet.
dans votre fief.
01.14 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik veronderstel
dat ik voor een persoonlijk feit het woord krijg.
De voorzitter: U krijgt het allerlaatste woord.
01.15 Hans Bonte (sp.a-spirit): Collega De Crem, collega
Vandeurzen, ik vermoed dat het eenieder vrij staat moties in te dienen
zoals het hem uitkomt en dat wij in de plenaire vergadering het debat
over het stemgedrag zullen voeren. We zullen ons daarover wel
beraden. Ik wil voor alle duidelijkheid nog eens zeggen wat een
eenvoudige motie in mijn ogen betekent. Het betekent dat men het
vertrouwen heeft in de regering dat ze zal doen wat ze moet doen en
dat ze zich maximaal zal inspannen om het drama dat zich daar
voordoet te helpen lenigen. Dat is de inhoud van een eenvoudige motie.
Uw voorstelling alsof het te maken heeft met een gebrek aan
inlevingsvermogen of verontwaardiging omdat het 100 kilometer verder
ligt, is uw platste parlementaire uitspraak die ik tot nu toe heb gehoord
en ik heb er al veel van u gehoord.
01.15 Hans Bonte (sp.a-spirit): Il
est loisible à chacun de déposer
des motions. Une motion pure et
simple signifie tout simplement que
nous accordons la confiance au
gouvernement dans son approche
du problème. M. De Crem semble
suggérer c'est indigne - que les
licenciements massifs chez Ford
Genk nous laissent indifférents.
De voorzitter: Laten we hierover niet meer debatteren. We kunnen daarmee eindeloos doorgaan. Ik moet
alleen zeggen aan mijn nieuwe collega-voorzitter dat een eenvoudige motie wel degelijk betekent dat men
overgaat tot de orde van de dag. Het staat er zo in. In de praktijk interpreteert men dat vaak anders, maar
eigenlijk gaat het daarover.
Une motion pure et simple signifie bel et bien que le Parlement passe à l'ordre du jour.
Laten wij de vergadering sluiten, anders gaan we eindeloos blijven hakketakken. Ik moet de kerk in het
midden houden.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.35 heures.