CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 003
CRIV 51 COM 003
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
29-07-2003
29-07-2003
Matin
Morgen
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale et de la
Politique des grandes villes sur "les centres
d'asile 'Zon en zee' et 'Hengelhoef'" (n° 10)
1
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie en Grootstedenbeleid over "de
asielcentra 'Zon en zee' en 'Hengelhoef'" (nr. 10)
1
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marie Arena,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale et de la Politique des
grandes villes
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marie Arena,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie en
Grootstedenbeleid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conséquences de l'utilisation du médicament
Rilatine" (n° 6)
3
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen van het geneesmiddel Rilatine"
(nr. 6)
3
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
aides-soignants" (n° 8)
6
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de zorgkundigen" (nr. 8)
6
Orateurs: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
consommation de drogues" (n° 9)
7
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "druggebruik" (nr. 9)
7
Orateurs: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Paul Tant au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'annulation
par le Cour d'arbitrage de la loi du 9 juillet 2001
confirmant les dispositions relatives aux
cotisations obligatoires de l'arrêté royal du
15 octobre 2000 relatif aux cotisations et
contributions volontaires dues par le secteur de
l'alimentation animale au Fonds pour
l'indemnisation d'entreprises agricoles touchées
par la crise de la dioxine" (n° 14)
10
Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vernietiging door het Arbitragehof van de wet van
9 juli 2001 tot bekrachtiging van de bepalingen
betreffende de verplichte bijdragen van het
koninklijk besluit van 15 oktober 2000 betreffende
de verplichte en de vrijwillige bijdragen
verschuldigd door de veevoedersector aan het
Fonds voor de schadeloosstelling van
landbouwbedrijven getroffen door de
dioxinecrisis" (nr. 14)
10
Orateurs: Paul Tant, Rudy Demotte, ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Paul Tant, Rudy Demotte, minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le caractère prohibitif du coût du droit de contrôle
provisoire pour une petite société artisanale qui
débute son activité" (n° 22)
11
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het bedrag van het voorlopige controlerecht
dat voor een beginnend ambachtelijk bedrijfje
onbetaalbaar is" (nr. 22)
11
Orateurs:
Jean-Marc Delizée, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Jean-Marc Delizée, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
responsabilité médicale" (n° 35)
13
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
medische aansprakelijkheid" (nr. 35)
13
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
29
JUILLET
2003
Matin
______
van
DINSDAG
29
JULI
2003
Morgen
______
La séance est ouverte à 10.53 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 10.53 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.
01 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie en Grootstedenbeleid over "de asielcentra 'Zon en zee' en 'Hengelhoef'" (nr. 10)
01 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale et
de la Politique des grandes villes sur "les centres d'asile 'Zon en zee' et 'Hengelhoef'" (n° 10)
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, het
is voor mij een grote eer om waarschijnlijk de eerste vraag in deze
commissie aan mevrouw de minister te mogen stellen. Ik wens
mevrouw de minister ook veel succes op het uiteraard
persoonlijke vlak.
Mijn vraag was eigenlijk al ingediend of toch minstens al voorbereid
op het ogenblik dat minister Vande Lanotte, dat was tijdens de
campagne en hij was toen de bevoegde minister, aankondigde dat hij
een beslissing genomen had. Hij besliste namelijk over het
desaffecteren van de bestemming die de federale regering wou
geven aan twee asielcentra, met name "Zon en zee" en
"Hengelhoef". De minister kondigde toen aan dat hij besloten had om
niet langer de gerechtelijke procedure te volgen die hem tot in
Cassatie had geleid. Hij betwistte de stelling die de rechters bij
herhaling hadden ingenomen. Ze stelden namelijk dat de ruimtelijke
bestemming van deze twee sites niet toeliet om er asielcentra in
onder te brengen.
Dat was natuurlijk op een moment dat wij als parlementsleden niet in
staat waren om ons controlerecht uit te oefenen. Daarom durf ik de
vraag toch te hernemen ten opzichte van de thans bevoegde
minister. Ik wil mij in eerste instantie natuurlijk beperken tot een
aantal vragen. Deze staan los van de bedenking dat is een
discussie die we vaak gevoerd hebben dat naar ons aanvoelen de
regering in de voorbije periode op een zeer snelle en wellicht door
paniek ingegeven methode is overgegaan tot de realisatie van die
twee domeinen. Achteraf is gebleken dat dit allemaal niet zo'n vaart
heeft gelopen. Er blijkt ook dat die bestemming ruimtelijk niet toelaat
om te doen wat de regering daar had willen plannen. Daarom zijn
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Le ministre a décidé de fermer les
centres d'asile Zon en Zee et
Hengelhoef. Quel budget les
autorités ont-elles investi dans ces
centres ? Quels coûts salariaux et
frais d'exploitation ont-ils déjà été
payés ? Combien de demandeurs
d'asile ont-ils été accueillis dans
ces centres ? Quelle sera la
nouvelle affectation de ces
centres et quelle procédure
décisionnelle sera-t-elle
appliquée ?
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
deze vragen toch wel belangrijk.
Ten eerste, welke investeringen zijn er nu eigenlijk gebeurd in deze
twee centra? Het gaat dan om "Zon en zee" en "Hengelhoef".
Mijn tweede vraag heeft betrekking op de exploitatie. Hoeveel heeft
het ongeveer gekost om die centra uit te baten? Hoeveel
asielzoekers zijn er uiteindelijk via deze centra gepasseerd?
Ik denk dat de belangrijkste vraag voor de regio de volgende is. Die
vraag geldt trouwens voor beide centra. Wat gaat er gebeuren met
deze centra? Welke bestemming wenst de regering aan deze
gebieden te geven? Op welke wijze zal die bestemming worden
gerealiseerd? Gaat men aanbestedingen moeten doen? Gaat men
moeten verkopen? Hoe zal dit dan ook technisch gaan?
Voorzitter, ik heb een vraag niet opgenomen in de schriftelijke versie
van mijn vraag. Als de minister daarop niet kan antwoorden dan is
dat uiteraard ook mijn fout. Het interesseert mij echter te weten wat
er gaat gebeuren met de 192 personeelsleden die daar tewerkgesteld
zijn en die hebben vernomen dat de centra niet langer als asielcentra
zullen worden uitgebaat. Ik dank de minister voor het antwoord.
01.02 Minister Marie Arena: Mijnheer de voorzitter, ik zal in het
Nederlands antwoorden en ook een beetje in het Frans.
De twee centra werden aangekocht namens de Staat door de Regie
der Gebouwen. Dat gebeurde via een opdracht tot aankoop aan het
Aankoopcomité. De aankoopsom bedroeg 13.758.090 euro voor Zon
en Zee in Westende en 90.261.326 euro voor Hengelhoef in
Houthalen. Voor deze aankoopsommen werd rekening gehouden met
de raming van het Aankoopcomité, het sociaal passief, de
mogelijkheid deze centra snel te operationaliseren, de capaciteit en
de geografische spreiding van de opvangcentra.
Voor Houthalen werden geen bijkomende investeringen gedaan.
Voor Westende voerde de Regie der Gebouwen bijkomende
investeringen uit voor volgende bedragen: 145.750,91 euro.
Loon- en exploitatiekosten. De jaarlijkse loonkosten bedragen
2.124.246 euro voor Houthalen en 3.088.662 euro voor Westende.
De exploitatiekosten binnen het ministerie van Sociale Zaken,
momenteel overgenomen door Fedasiel, voor de periode 2001 en
2003 bedragen 4.559.455 euro voor Westende en 1.528.546 euro
voor Houthalen.
01.02 Marie Arena, ministre: La
Régie des Bâtiments a acquis le
domaine de "Zon en Zee" pour un
peu plus de 13,7 millions et celui
de "Hengelhoef" pour plus de
19,2 millions. Des investissements
ont été faits pour Westende
uniquement, plus précisément
pour un montant de 145.750.
Les charges salariales annuelles
s'élèvent à un peu plus de 2
millions pour Houthalen, et à un
peu plus de 3 millions pour
Westende. Enfin, les frais
d'exploitation supportés par
l'Agence fédérale pour l'accueil
des demandeurs d'asile durant la
période 2001-2003 sont
légèrement supérieurs à 4,5
millions pour Westende et 1,5
million pour Houthalen.
A Houthalen, l'accueil couvrait la période de novembre 2001 à mars
2002. Au total, 663 demandeurs d'asile ont bénéficié d'un accueil au
cours de cette période.
A Westende, l'accueil était organisé à partir d'avril 2001 et il prendra
fin au plus tard le 19 décembre 2003, suite au jugement du tribunal
de première instance du 13 juin 2003. Au total, 2.243 demandeurs
d'asile y ont été accueillis. En concertation avec la commune, une
partie de l'infrastructure a également été couverte pour du tourisme
éducatif pour les visiteurs. Ce type d'accueil a commencé en août
2002. Depuis lors, 4.653 nuitées ont pu être enregistrées.
In Houthalen werden tussen
november 2001 en maart 2002
663 asielzoekers opgevangen, in
Westende ging het om 2.243
asielzoekers vanaf april 2001. In
Westende zal het centrum uiterlijk
vanaf 19 december niet langer als
opvangcentrum fungeren. Sinds
augustus 2002 worden er sociaal-
educatieve verblijven
georganiseerd (tot nu toe werden
4.653 overnachtingen
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Votre dernière question concerne la nouvelle affectation.
Immédiatement après la décision de suivre le jugement du tribunal
de première instance, mon prédécesseur, le ministre de l'Intégration
sociale, a chargé la Régie des bâtiments de vendre les deux sites
sans options préétablies en ce qui concerne leur affectation. La
Régie suivra la procédure en vigueur à cet égard et le comité
d'acquisition réalisera une nouvelle estimation sur ces deux sites.
Pour ma part, j'ai parlé de ce dossier dès la semaine dernière avec la
direction de Fedasil et également avec les organisations syndicales
pour répondre à une de vos questions qui n'a pas été posée
oralement.
Les syndicats ont déjà été rencontrés. Je souhaite négocier, dès la
rentrée, un plan social qui ouvre des pistes très concrètes en vue de
la réinsertion professionnelle de ces travailleurs dans d'autres
centres, via le réseau d'accueil pour les demandeurs d'asile, et dans
d'autres services publics ou encore dans le secteur privé. Des
contacts seront également pris rapidement avec le VDAB en Flandre
pour pouvoir trouver des solutions.
geregistreerd).
Als gevolg van de uitspraak van
de rechtbank heeft mijn
voorganger de Regie der
Gebouwen ermee belast de twee
sites volgens de gangbare
procedures te verkopen zonder
dat vooraf een beslissing werd
genomen over de herbestemming
ervan. Het Aankoopcomité zal
overgaan tot een nieuwe
schatting.
Ik heb dit dossier al besproken
met Fedasil en met de
vakbonden. Onmiddellijk na het
reces wens ik onderhandelingen
aan te knopen over een sociaal
plan voor de herinschakeling van
de werknemers van die centra. De
nodige contacten werden al
gelegd, meer bepaald met de
VDAB.
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Ik durf aan te nemen dat we het
antwoord eveneens schriftelijk zullen bezorgd krijgen, onder meer
omwille van de cijfers.
Wellicht zullen we in de toekomst op deze problematiek nog
terugkomen. Het verheugt me dat de minister aankondigt dat er een
inspanning zal worden gedaan inzake het personeel. Dit neemt
echter niet weg dat de bedragen waarvan sprake, alsook het feit dat
thans blijkt dat op het vlak van de ruimtelijke ordening de exploitatie
van een dergelijk centrum niet kan worden georganiseerd, de
verantwoordelijkheid van de vorige regering in de verf zetten. Aan de
hand van de cijfers zullen we de komende maanden nagaan wat de
toekomstige bestemming van het gebied zal zijn, een punt overigens
dat de regio aandachtig zal volgen.
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je me réjouis qu'un effort soit
consenti en faveur du personnel.
Toutefois, les montants cités et
l'impossibilité d'exploiter le centre
pour divers motifs amènent à
s'interroger sur la responsabilité
du gouvernement précédent. Je
resterai attentif à la question de
l'affectation du site.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt geschorst om 11.04 uur.
La séance est suspendue à 11.04 heures.
De vergadering wordt hervat om 12.14 uur.
La séance est reprise à 12.14 heures.
02 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen van het geneesmiddel Rilatine" (nr. 6)
02 Question de Mme Maggie De Block au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conséquences de l'utilisation du médicament Rilatine" (n° 6)
02.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, tijdens de
vorige legislatuur heb ik aan de toenmalige minister van
Volksgezondheid, mevrouw Aelvoet, een schriftelijke parlementaire
02.01 Maggie De Block (VLD):
Le précédent ministre de la Santé
publique a affirmé ne pas disposer
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
vraag gesteld over de gevolgen van het geneesmiddel Rilatine. Het
geneesmiddel wordt voorgeschreven aan kinderen met een ADHD-
aandoening. Het gaat om kinderen met concentratiestoornissen en
andere stoornissen in hun activiteiten.
Een van mijn vragen handelde toen over het bestaan van
cijfermateriaal inzake het gebruik van het geneesmiddel. Uw
toenmalige collega antwoordde dat men nog niet beschikte over
precies cijfermateriaal.
Ik zou er niet op zijn teruggekomen, ware het niet dat ik in de krant
toch cijfermateriaal heb gevonden. Ik heb namelijk cijfers gevonden
in een aantal artikelen in de pers. In de artikelen werd de alarmklok
geluid over het stijgend verbruik van het geneesmiddel. Zo zou
Rilatine tijdens de periode van maart 2002 tot maart 2003 liefst een
half miljoen keer zijn verkocht. Dat zou een vertienvoudiging
betekenen van de verkoop in 12 jaar tijd. Het is toch wel een
merkwaardige vaststelling: in hetzelfde artikel leest men dat in
sommige scholen een vierde van de kinderen het geneesmiddel zou
gebruiken. Men zegt in het artikel zelf: "We stellen vast dat het
geneesmiddel niet steeds correct wordt gebruikt. Een van de vier
kinderen. Deels is dit te verklaren door mond-tot-mond reclame van
de ouders, maar ook door het feit dat niet elke diagnose correct wordt
gesteld."
Graag had ik u dan ook de volgende vragen willen stellen.
Ten eerste, zijn er nu wel concrete cijfers beschikbaar voor de
verkoop van het geneesmiddel Rilatine? Ten tweede, zijn er cijfers
over het voorschrijfgedrag van de geneesheren per regio of per
school? Welke stappen overweegt u eventueel om het misbruik van
het middel aan te pakken? Deze vraag stel ik te meer daar er nu heel
recent ook nog een reclame wordt gemaakt voor hetzelfde
geneesmiddel met dezelfde actieve stof maar in een verlengde
vrijstelling. Rilatine krijgt nu de naam Concerta. Het bevat dezelfde
actieve stof, maar heeft een andere galeniek. Hierdoor duurt de
vrijstelling langer. Er zou bijgevolg slechts een eenmalige in plaats
van een driemalige inname nodig zijn voor de kinderen.
de chiffres relatifs à l'utilisation de
Rilatine, un médicament destiné
aux enfants présentant un TDAH.
La presse a pourtant récemment
fait état d'un décuplement des
ventes en l'espace de 12 ans.
Le ministre dispose-t-il à présent
de chiffres concrets concernant
les ventes de Rilatine ? Des
chiffres sont-ils en outre
disponibles en ce qui concerne les
prescriptions établies par les
médecins, par région et par
école ? Quelles mesures le
ministre envisage-t-il de prendre
pour combattre l'administration
abusive de ce médicament ?
Songe-t-il à cet égard aussi au
Concerta, un médicament
apparenté ?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Block, ik heb de eer u mee te delen dat de algemene directie
Bescherming van de Volksgezondheid Geneesmiddelen niet over
verkoopcijfers van de farmaceutische specialiteit Rilatine beschikt.
Vermits het medicament niet terugbetaalbaar is, beschikt het RIZIV
evenmin over verbruiksgegevens.
De dienst Marktregulering en Organisatie afdeling Prijzen en
Concurrentie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO,
Middenstand en Energie beschikt over de cijfers koop ex usine van
de farmaceutische specialiteiten, verkoopcijfers die jaarlijks door de
farmaceutische bedrijven worden doorgegeven. Het is nuttig te
preciseren dat deze cijfers niet strikt overeenkomen met de
verbruikscijfers van de geneesmiddelen op de Belgische markt.
Mij werd volgende informatie verstrekt: voor het jaar 2002 bedroeg
het aantal verpakkingen met 20 tabletten 484.156 eenheden. De
algemene directie Bescherming van de Volksgezondheid
Geneesmiddelen beschikt niet over gegevens die betrekking hebben
02.02 Rudy Demotte, ministre:
La Direction générale de la
protection de la santé publique ne
dispose pas des chiffres de vente
de ce produit. Etant donné que le
médicament n'est pas
remboursable, l'INAMI ne dispose
pas davantage de ces chiffres.
Les chiffres de vente dont nous
disposons émanent des firmes
pharmaceutiques et ne concordent
pas totalement avec les chiffres
de consommation sur le marché
belge. Selon ces chiffres, 482.156
conditionnements de 20
comprimés ont été vendus en
2002.
La direction générale souhaite
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
op het voorschrijfgedrag van de geneesheren. In het kader van de
herstructurering van de algemene directie Bescherming van de
Volksgezondheid Geneesmiddelen wordt overwogen om een
afdeling goed gebruik van de geneesmiddelen op te richten. Een van
de taken van deze afdeling zal erin bestaan over de gegevens te
beschikken waarmee men de evolutie kan volgen van de
geneesmiddelenvoorschriften die in België niet terugbetaalbaar zijn.
Ik herinner u eraan dat de handel in en de uitreiking van het
geneesmiddel Rilatine in België onderworpen zijn aan een strikte
controle op basis van de reglementering die op bepaalde
psychotrope substanties van toepassing is. Op basis van deze
reglementering moet iedere geneesheer die deze psychotrope
substanties heeft voorgeschreven het gebruik ervan voor de
bevoegde provinciale medische commissie kunnen aantonen. Het
medisch korps wordt bovendien geregeld ingelicht over het ten laste
nemen van de patiënten die aan hyperkinetisch syndroom lijden en
meer in het bijzonder over de plaats van het geneesmiddel Rilatine in
de behandeling van dit syndroom.
Aldus vermeldt de wetenschappelijke bijsluiter van dit geneesmiddel
sinds december 1994 heel duidelijk in de rubriek "indicaties" onder de
titel "bijzondere overwegingen betreffende de diagnostiek" een reeks
informatie over de diagnosestelling van een aandachtstoornis met
hyperactiviteit en over de behandeling ervan. In augustus 1996 en
meer recent in juli 2002 heeft het Belgisch Farmacotherapeutisch
Centrum, een door mijn departement erkende instelling, in het
tijdschrift "Folia Pharmacotherapeutica", een maandelijkse gratis
publicatie bestemd voor de professionele gezondheidswerkers,
eveneens via het internet verspreid, een artikel gepubliceerd dat aan
het ten laste nemen van het syndroom van hyperactiviteit en aan de
aandachtstoornis van het kind is gewijd.
Het artikel was gewijd aan het ten laste nemen van hyperactiviteit en
aan de aandachtstoornissen van het kind. Het artikel bepaalt duidelijk
de plaats van het geneesmiddel Rilatine in het globale ten laste
nemen van het syndroom van hyperkinesie. Ik heb de indruk dat de
geneesheren die het voorschrijven tegenwoordig over de nodige
informatie beschikken om het geneesmiddel Rilatine op rationele
wijze te kunnen voorschrijven. Het is zeker dat in overeenstemming
met de bestaande reglementering de misbruiken en het verkeerd
gebruiken op het vlak van het voorschrijven van die psychotrope
substantie het voorwerp zullen zijn van een rechtvaardiging of
verantwoording bij de bevoegde provinciale medische commissie.
créer un nouveau département qui
doit veiller à une bonne utilisation
des médicaments. On tentera de
dresser un inventaire des
médicaments qui sont prescrits
mais qui ne sont pas
remboursables.
La vente de Rilatine est soumise à
un contrôle strict. Les médecins
qui prescrivent ce médicament
doivent pouvoir en justifier
l'utilisation devant la commission
médicale provinciale. Le corps
médical a reçu des informations
précises sur le traitement des
enfants hyperkinétiques et sur
l'utilisation de ce produit.
02.03 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn omstandig antwoord. Ik ben blij, mijnheer de
minister, dat u zegt dat de geneesheren over genoeg informatie
beschikken. Ik denk ook dat dit zo is. Toch denk ik dat er in de
scholen en in de CLB-centra nogal lichtzinnig wordt aangeraden die
kinderen toch dat geneesmiddel te geven en dat men daar echt denkt
dat de hele behandeling van het hyperkinetisch syndroom enkel uit
dat pilletje zou bestaan. Ik vond het gepast mijn vraag te stellen
omdat het middel voor de kinderen toch slapeloosheid en emotionele
instabiliteit met zich brengt. Rilatine behoort tot de anorexigene
centrale stimulantia waardoor het zoals gezegd aan het bijzonder
toezicht van de provinciale geneeskundige commissie onderworpen
is. Het is niet iets dat men zomaar aan kleine kinderen geeft. Nu
02.03 Maggie De Block (VLD):
Je me réjouis que les médecins
aient été suffisamment informés.
J'ai toutefois l'impression que,
dans certaines écoles et certains
centres d'orientation, on préconise
souvent à la légère
l'administration de ce
médicament, malgré toutes les
conséquences néfastes pour les
enfants concernés. La tendance à
administrer la Rilatine dès la
troisième année de l'école
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
bestaat de neiging om het zelfs al vanaf de derde kleuterklas te
geven aan kinderen. Ik vind dat ronduit gevaarlijk.
maternelle me paraît dangereuse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Ik wens er de aandacht op te vestigen dat conform artikel 127, 8 van het Reglement de totale spreektijd
voor de vraag en het antwoord in commissie niet meer dan 5 minuten mag bedragen.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de zorgkundigen" (nr. 8)
03 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag zal kort zijn.
Tijdens de vorige legislatuur een aantal collega's zal zich dat nog
herinneren hebben wij in een of andere programmawet met hoge
snelheid het begrip "zorgkundige" in het koninklijk besluit nummer 78
ingevoegd omdat wij toen dringend behoefte hadden aan een
regelgeving waardoor bepaalde verpleegkundige handelingen
zouden kunnen worden toevertrouwd aan niet-verpleegkundigen,
maar onder toezicht van een verpleegkundige.
Dat heeft toen heel wat discussie veroorzaakt, ook in de commissie
voor de Volksgezondheid. De idee van de toen bevoegde minister
was dat dit een van de maatregelen zou kunnen zijn die het gebrek
aan verpleegkundigen zou kunnen helpen opvangen, minstens in de
ziekenhuizen.
We zijn thans al een eind verder, maar op federaal vlak werd nog
steeds geen uitvoering gegeven aan de bepaling die destijds
dringend werd aangenomen. Ik heb gemerkt dat er in het Vlaamse
Parlement al wat controverse over is geweest, omdat een aantal
diensten voor thuiszorg signaleert dat er een vorm van
medicalisering dreigt te ontstaan voor taken die in de thuiszorg
worden verleend door verzorgenden. Dat debat heeft ook al in de
Vlaamse regering voor discussie gezorgd. Minister Vogels heeft
opgemerkt dat zij destijds haar federale collega ervoor heeft
gewaarschuwd te vermijden dat bepaalde taken in de thuiszorg
zouden worden gemedicaliseerd of onder toezicht van
verpleegkundigen geplaatst, waar dat echt niet opportuun is.
Mijnheer de minister, hoe ver staan we met de uitvoering van de
bepaling inzake de zorgkundigen in het koninklijk besluit nummer
78? Hoe zullen de taken van de zorgkundigen zich verhouden tot de
taken die via subsidiëring door de Gemeenschappen worden
toevertrouwd aan dienstverlening in de thuiszorg?
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Sous la précédente législature, le
terme "aide-soignant" fut inséré
dans l'arrêté royal n° 78. L'objectif
était de compenser la pénurie
d'infirmiers par des aides-
soignants. A l'époque, il avait fallu
agir dans l'urgence mais
aujourd'hui, la mise en oeuvre se
fait attendre. Le Parlement
flamand a déjà relevé des
problèmes éventuels en matière
de soins à domicile, à savoir que
le nouveau règlement soumettrait
inutilement une série de tâches de
ce secteur au contrôle d'infirmiers.
Qu'en est-il de la mise en oeuvre
de la disposition relative aux
aides-soignants ? Quel est le
rapport entre les tâches confiées à
des aides-soignants et les tâches
attribuées au personnel soignant
dans le cadre des services
organisés par les Communautés ?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal ook
trachten wat bondiger te zijn.
Het koninklijk besluit tot vaststelling van de verpleegkundige
activiteiten die een zorgkundige kan uitvoeren en de voorwaarden
waaronder de zorgkundige deze handelingen kan stellen, werd door
mijn voorganger, minister Tavernier, ondertekend en wordt
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Pour que la profession d'aide-
soignant puisse entrer en vigueur,
deux arrêtés royaux sont
nécessaires. Le premier de ceux-
ci définit les activités infirmières
qu'un aide-soignant peut
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
eerstdaags in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Het koninklijk besluit dat de registratie als zorgkundige regelt is thans
in voorbereiding. De toegang tot het beroep valt onder de
bevoegdheid van de federale overheid. De materie inzake de
gezondheidszorg wordt geregeld in het koninklijk besluit nummer 78
van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de
gezondheidszorgberoepen.
Het koninklijk besluit nummer 78 bepaalt dat niemand de
verpleegkunde mag uitoefenen, die niet in het bezit is van het
diploma of de titel van gegradueerde verpleger of verpleegster, van
het brevet of de titel van verpleger of verpleegster, van het brevet
van verpleegassistent. Met andere woorden, alle verpleegtechnische
prestaties en medisch toevertrouwde handelingen, opgenomen in het
koninklijk besluit van 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst
van de technische verpleegkundige prestaties en de lijst van de
handelingen die door een geneesheer als beoefenaar van de
verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van
uitvoering van die prestaties en handelingen en de
kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde
moeten voldoen, kunnen slechts door houders van voornoemde
diploma's, titels of brevetten wettig verricht worden.
Het verzorgingspersoneel mag die handelingen niet uitvoeren. Het
ministerieel besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de
tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, §12 van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering,
gecoördineerd op 14 juli 1994, zal dat preciseren. De definitie staat
het verzorgend personeel in geen geval toe verpleegkundige
handelingen te stellen. Het beroep van zorgkundige werd ingevoerd
door de wet van 10 augustus 2001. Nadat de twee bedoelde
besluiten in werking zijn getreden, zullen ook de geregistreerde
zorgkundigen bepaalde verpleegkundige activiteiten op wettige wijze
kunnen uitvoeren.
effectuer. Cet arrêté royal a été
ratifié par le ministre Tavernier et
paraîtra sous peu au Moniteur
belge. L'autre arrêté royal, qui
règle l'enregistrement en tant
qu'aide-soignant, est encore en
préparation.
En 1969, l'arrêté n° 78 prévoyait
que nul ne pouvait exercer la
profession d'infirmier sans être en
possession du diplôme d'infirmier
gradué. Les actes concernés ne
peuvent être exécutés par les
aides-soignants. La loi du 10 août
2001 institua la profession d'aide-
soignant. Lorsque les deux arrêtés
seront entrés en vigueur, l'aide-
soignant pourra exercer en toute
légalité certaines activités
infirmières.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik heb slechts één vraag ter
verduidelijking. Misschien kan ik ook een kopie van het antwoord
krijgen. Ik begrijp dat er een besluit is dat door voormalig minister
Tavernier is ondertekend en dat zal worden gepubliceerd en dat er
nog een tweede besluit noodzakelijk is, dat door u moet worden
genomen. U bent slechts sinds kort minister van Volksgezondheid,
maar hebt u een idee van de termijn?
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
Faut-il un arrêté en plus de l'arrêté
signé par le ministre Tavernier ?
03.04 Minister Rudy Demotte: Daar kan ik geen antwoord op geven.
Ik kan u wel een kopie van mijn antwoord bezorgen.
03.04 Rudy Demotte, ministre:
Je ne peux répondre à cette
question pour l'instant, mais je
vous ferai parvenir une copie de
ma réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"druggebruik" (nr. 9)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
consommation de drogues" (n° 9)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag zal kort zijn omdat ze eigenlijk maar een
prelude kan zijn van een debat dat wij ongetwijfeld in september
zullen hervatten.
In de vorige regeringsverklaring in 1999 was het drugprobleem
geklasseerd onder de aidsvraagstukken en werd een heuse drugnota
aangekondigd die wij hebben zien ontstaan met als eindresultaat een
publicatie in de electorale periode van de twee drugwetten en
daaraan verbonden het koninklijk besluit en de nieuwe rondzendbrief
van de minister van Justitie. Wij weten dat onder andere het
gedoogbeleid inzake cannabis ten opzichte van meerderjarigen, voor
zover het gebruik niet problematisch is en geen overlast veroorzaakt,
met deze wettelijke regeling werd geïnstalleerd.
Zoals zoveel cijfers na de verkiezingen de aandacht van de media
hebben gekregen, zijn ook de cijfers inzake druggebruik na de
verkiezingen althans in Vlaanderen opnieuw in de belangstelling
gekomen. Uit de recentste cijfers van de Vlaamse Vereniging voor
Alcohol- en Drugproblemen blijkt dat het aantal jongeren dat
experimenteert met cannabis, is toegenomen. Uit de commentaren
die we de jongste weken hebben kunnen lezen, blijkt dat zowat
eenieder aanneemt dat het gedoogbeleid inzake cannabis en de
communicatie van de regering daaromtrent wellicht mee de oorzaak
is van het feit dat de drempel voor dit gebruik opnieuw is verlaagd.
Ondertussen hebben wij ook kunnen zien dat het gebruik en de
productie van XTC in ons land opnieuw sterk in de actualiteit komen.
België schijnt een van de grootste producenten van deze
synthetische drugs te zijn.
Vandaar dat ik toch bij de start enkele vragen over dit alles wou
stellen aan de minister van Volksgezondheid, wetende dat in het
nieuwe regeerakkoord daarover eigenlijk niets meer wordt gezegd,
behalve in verband met de mogelijk verlenging van de
preventiecontracten of samenlevingscontracten met de lokale
besturen.
Mijnheer de minister, u mag mijn vragen beschouwen als een soort
start van het debat.
Mijn eerste vraag heeft betrekking op de synthetische drugs. Dat is
het ernstigste probleem. Ik wil dat ook met de nuances die het
drugbeleid behoeft, bevestigen. Hoe denkt u dit enorme probleem te
kunnen aanpakken? Dat is natuurlijk niet iets dat zich in
zwartwittermen laat vertalen. Dat begrijp ik zeer goed, maar er rijst
toch een enorm probleem in ons land.
Ten tweede, hoe gaat u trachten het ontradend signaal dat
ongetwijfeld is uitgegaan van de discussie over cannabis te
herstellen, wetende dat de installatie van het gedoogbeleid het
tegenovergestelde signaal heeft gegeven?
Mijn laatste vraag heeft betrekking op de productie van de cannabis.
Ik zie dat de regering de strijd tegen de drugtrafikanten als een van
de grote prioriteiten uitroept, maar wij weten natuurlijk uit het
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Il
ressort des chiffres de la Vlaamse
Vereniging voor alcohol en drugs
(l'association flamande pour
l'alcool en pour les drogues) et de
la police fédérale que la
consommation de drogues ne
cesse d'augmenter. Ceci vaut tant
pour la consommation
expérimentale de cannabis que
pour la consommation d' XTC,
dont la Belgique est devenue l'un
des fournisseurs les plus
importants. Comment les pouvoirs
publics envisagent-ils de freiner la
demande de drogues
synthétiques ? Comment le
ministre entend-il neutraliser l'effet
de la politique de tolérance ?
Quelles mesures le ministre
prendra-t-il pour lutter contre la
production et le trafic de
drogues ? La culture autorisée de
plants de cannabis à domicile ne
stimule-t-elle pas
considérablement la production ?
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Nederlandse voorbeeld dat wanneer men de huisteelt van cannabis
toelaat, de komst van de georganiseerde misdaad in de sterren staat
geschreven. Dat blijkt ook uit de politiecijfers. Het jongste jaar is het
aantal cannabisplantages dat in Vlaanderen is ontdekt, enorm
toegenomen. Wat vindt u ervan dat de productie van cannabis voor
huisteelt wordt toegelaten? Hoe kan dat volgens u worden gerijmd
met de idee dat we de productie voor de handel in cannabis zouden
moeten kunnen beperken?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, collega's, dit is
een gewichtig thema waarover nog veel zal worden gedebatteerd.
Omdat preventie en behandeling in instellingen
gemeenschapsmateries zijn, behoren alleen de controlemaatregelen
betreffende synthetische substanties tot de federale bevoegdheid. Ik
som deze maatregelen nog even op.
De liberalisering van cannabis werd door het Parlement goedgekeurd
na akkoord van alle meerderheidspartijen van de vorige legislatuur.
De regering wil veeleer de aspecten preventie en behandeling
versterken dan de controles van politionele aard.
Gevolg gevend aan de EU-verordening 3677/90 van 13 december
1990 en aan het koninklijk besluit van 26 november 1993
overeenkomstig de bepalingen van de Conventie van 1988 van de
Verenigde Naties werd een controle van de koeriers geïnstalleerd.
Een controle van de amfetamines en derivaten is opgenomen in het
koninklijk besluit van 22 januari 1998 dat deze substanties onder de
streng gereglementeerde psychotropische substanties rangschikt. De
nieuw ontdekte synthetische drugs en hun koeriers mogen ofwel via
het koninklijk besluit van 22 januari 1998, of op een Europese
controlelijst geklasseerd worden. Deze lijst werd opgesteld om de
aandacht van de industrie te vestigen op de substanties die op basis
van vrijwilligheid gecontroleerd moeten worden.
04.02 Rudy Demotte, ministre:
La prévention et le traitement
ressortissent à la compétence des
Régions. Seules les mesures de
contrôle constituent une
compétence fédérale. La
libéralisation du cannabis a été
approuvée par le Parlement au
cours de la précédente législature.
L'objectif explicite consistait
également à mettre davantage
l'accent sur la prévention et le
traitement et moins sur le contrôle
policier.
Un contrôle des passeurs a été
instauré en application du
règlement du 13 décembre 1990
de l'Union européenne et de
l'arrêté royal du 22 janvier 1998.
Aux termes de ce même arrêté
royal, les amphétamines et les
dérivés sont classés parmi les
substances psychotropes et
relèvent de la réglementation
stricte et du contrôle applicables
en la matière. Les drogues
synthétiques et leurs passeurs
sont placés sur une liste de
contrôle.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Mijnheer de minister, hoewel ik begrijp dat een mondelinge vraag in
commissie niet het geschikte middel is om het drugsdebat her op te
starten, wil ik niet verhelen dat de bestaande federale drugsnota op
haar uitvoering moet kunnen worden geëvalueerd. Ik neem aan dat u
vanuit uw bevoegdheidsdomein "volksgezondheid" daar zeker aan
zult willen meewerken.
Bij wijze van start wil ik het volgende onder uw aandacht brengen.
Tijdens de vorige legislatuur werd steeds beklemtoond dat de
halfslachtige houding ten opzichte van cannabis met het
gedoogbeleid iets waar CD&V geen voorstander van is -, een
zogenaamde gedoogde voordeur en een illegale achterdeur, de
mogelijkheid voor jongeren en volwassenen om in contact te komen
met alle soorten drugs, ook ecstasy, alleen maar vergroot. De CD&V
heeft deze keuze van de regering altijd met klem bestreden. Ik hoop
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
L'on ne peut évidemment pas
recommencer tout le débat relatif
aux drogues dans le cadre d'une
question orale, mais la note
fédérale relative aux drogues doit
être évaluée d'urgence. Avec la
libéralisation du cannabis, le
gouvernement a franchi un grand
pas, lourd de conséquences pour
la santé publique.
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
dat we de komende maanden de gelegenheid zullen krijgen een
evaluatie te maken van de gekozen piste. Ik ben ervan overtuigd dat
we tot het besluit zullen komen dat de gevolgen voor de
volksgezondheid zeer ernstig zullen zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vernietiging door het Arbitragehof van de wet van 9 juli 2001 tot bekrachtiging van de bepalingen
betreffende de verplichte bijdragen van het koninklijk besluit van 15 oktober 2000 betreffende de
verplichte en de vrijwillige bijdragen verschuldigd door de veevoedersector aan het Fonds voor de
schadeloosstelling van landbouwbedrijven getroffen door de dioxinecrisis" (nr. 14)
05 Question de M. Paul Tant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'annulation par le Cour d'arbitrage de la loi du 9 juillet 2001 confirmant les dispositions relatives
aux cotisations obligatoires de l'arrêté royal du 15 octobre 2000 relatif aux cotisations et
contributions volontaires dues par le secteur de l'alimentation animale au Fonds pour
l'indemnisation d'entreprises agricoles touchées par la crise de la dioxine" (n° 14)
05.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal niet verhelen dat ik naar hier gekomen was met de
illusie mevrouw Van den Bossche te kunnen ondervragen. Nu blijkt
echter dat de heer Demotte wel degelijk de bevoegde minister is. Dat
laat mij toe om met des te meer concentratie de vraag te stellen.
Mijnheer de minister, om over voldoende middelen te beschikken in
het dioxinefonds, en dus de dioxineschade te kunnen uitbetalen,
werd door de vorige regering beslist dat de zogenaamde
mengvoederbedrijven bedrijven die veevoeders produceren
jaarlijks, pro rato 0,4% van hun omzet, een bedrag moesten storten
in het zogenaamde dioxinefonds. Die verplichting, mijnheer de
minister, werd eerst opgelegd bij koninklijk besluit, maar in dat
koninklijk besluit was vastgelegd dat het moest worden bekrachtigd
binnen de zes maand. Dat is niet gebeurd, maar de vorige regering
heeft in een programmawet of in een afzonderlijke wet een
bekrachtigingswet aangenomen op het einde van de periode van een
jaar, dus na de verlenging met zes maanden.
Om een lang verhaal kort te maken, het Arbitragehof heeft deze
manier van optreden blijkbaar als rechtsvervuiling beschouwd en
gezegd dat dit niet kon. Het heeft dus de bekrachtigingswet
vernietigd omwille van het feit dat hij niet binnen een periode van zes
maanden was totstandgekomen. Dat doet uiteraard problemen rijzen,
mijnheer de minister. In totaal kan de 0,4% van de globale omzet
worden geschat op 8 miljoen euro of 320 miljoen frank. Daarvan is
reeds 3/4
de
betaald. De bedrijven hebben ondertussen hun bijdrage
moeten betalen, 2 miljoen euro is dus nog niet betaald.
Mijn vragen zijn de volgende. Ten eerste, zult u overgaan tot de
terugbetaling van die ten onrechte gestorte en gevraagde som van 6
miljoen euro? De rechtsbasis is namelijk ab initio vernietigd, mijnheer
de minister. Ten tweede, wanneer zal die terugbetaling gebeuren?
Ten derde, hoe zult u het tekort op de begroting, dat daardoor hoe
dan ook ontstaat, proberen te ondervangen?
05.01 Paul Tant (CD&V): La
Cour d'Arbitrage a annulé l'arrêté
royal sur la base duquel les
entreprises d'aliments pour bétail
doivent s'acquitter de cotisations
au Fonds d'indemnisation des
exploitations agricoles touchées
par la crise de la dioxine. C'est la
raison pour laquelle le secteur
réclame aux autorités fédérales le
remboursement d'un montant de
six millions d'euros. Comment le
gouvernement compte-il régler
cette affaire ?
05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, eerst wil ik
opmerken dat ik de inleiding van de heer Tant perfect begrijp. Wat
05.02 Rudy Demotte, ministre:
Une concertation doit être
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
het antwoord betreft, zal er zo snel mogelijk overleg plaatsvinden
tussen de ministers die bevoegd zijn voor volksgezondheid en
landbouw teneinde een oplossing voor dit probleem te vinden. Het is
een zeer moeilijk probleem en de mensen wachten op een oplossing.
Gelet op het feit echter dat het onderwerp van het vernietigde
koninklijk besluit intussen werd geregionaliseerd, zal zo snel mogelijk
overleg plaatsvinden in de interministeriële conferentie voor
landbouwbeleid.
Het Arbitragehof spreekt zich in zijn arrest niet uit over het principe
van de heffing en suggereert zelfs dat de overheid vrij is om een
nieuwe maatregel op te leggen. Dit zal dan ook met de Gewesten
worden besproken.
organisée le plus rapidement
possible entre les ministres
compétents au sein de la
Conférence interministérielle pour
la politique agricole. La Cour
d'Arbitrage n'a formulé aucune
objection à l'encontre de la
mesure en tant que telle et le
gouvernement peut donc adopter
une nouvelle mesure pour
remplacer la précédente.
05.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. De vraag blijft natuurlijk of u ja dan neen de mensen zult
terugbetalen die daarop recht hebben. Er werd hen ten onrechte
gevraagd te betalen, ze werden eigenlijk verplicht te betalen. De
juridische basis ontbreekt echter. Geef toe dat men toch wel ver zou
moeten teruggaan in de tijd om nu nog met terugwerkende kracht
ongeveer drie à vier jaar een nieuwe taxatie op te leggen. Het zal
een nieuwe taxatie moeten zijn, want de vroegere is vernietigd.
Gezien het juridische kluwen wijs ik bovendien op de tussenkomst
van de Gewesten in deze ten gevolge van de regionalisering van
deze aangelegenheid. Ik wens u veel geluk, mijnheer de minister, om
daarvoor inderdaad een oplossing te vinden, maar het zal zeker de
rechtszekerheid niet dienen wanneer met een dergelijke
terugwerkende kracht in deze taxatie zou worden voorzien. Ik wou u
deze bedenking nog meegeven.
05.03 Paul Tant (CD&V): Les
personnes concernées ne seront
donc pas remboursées ? Peut-on
envisager une nouvelle taxation
avec effet rétroactif de trois à
quatre ans ? Cela poserait
incontestablement un problème de
sécurité juridique.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le caractère prohibitif du coût du droit de contrôle provisoire pour une petite société artisanale
qui débute son activité" (n° 22)
06 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het bedrag van het voorlopige controlerecht dat voor een beginnend ambachtelijk bedrijfje
onbetaalbaar is" (nr. 22)
06.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le sujet plus général de ma question est le financement de
l'Institut d'expertise vétérinaire, matière complexe réglée par nombre
d'arrêtés royaux, notamment l'arrêté royal du 28 septembre 1999,
lequel a été modifié par la loi-programme du 2 août 2002, qui
concerne le droit de contrôle dû par les établissements autres que
des abattoirs, ainsi que d'autres éléments comme les visites
demandées par l'exploitant. Cet arrêté royal est complété par la
circulaire de votre prédécesseur, M. Tavernier, circulaire du 30
septembre 2002 qui pose problème.
Bien entendu, la sécurité alimentaire doit être garantie. On en a
beaucoup débattu dans cette maison. Ce sont les exploitants qui la
financent. Je ne mets nullement ce principe en cause mais plutôt
celui de la proportionnalité de contribution pour des petits
producteurs artisanaux. En fait, l'exploitant paie un droit de contrôle,
06.01 Jean-Marc Delizée (PS):
Volgens de omzendbrief van 30
september 2002 van minister
Tavernier betreffende het
koninklijk besluit van 28
september 1999, zoals gewijzigd
door de programmawet van 2
augustus 2002, zullen de
bedrijven zelf de kosten van het
veterinair toezicht moeten dragen,
met uitzondering van
slachthuizen. Deze regel draagt
mijn goedkeuring weg.
In het eerste jaar moet een
onderneming dus een voorlopig
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
un forfait pour frais généraux ainsi que l'exécution des visites qu'il
demande et les missions spéciales. Pour un établissement agréé
pour la première fois, un droit de contrôle provisoire est établi. Pour
le petit exploitant, ce coût est prohibitif. La circulaire de M. Tavernier
établit six catégories en fonction de la production.
La première catégorie de production, la plus basse, va de 1 à
160.000 kg de production annuelle. Il y a ensuite différentes
catégories, jusqu'à atteindre 12 millions de kg produits par an. Le
droit de contrôle provisoire établit que l'exploitant va payer le
maximum de la catégorie la plus basse, c'est-à-dire comme s'il
produisait 160.000 kg. S'il s'agit d'une petite production artisanale qui
se situe, pour une première année, à moins de 1.000 kg, il paiera la
même chose qu'une société qui produit 160.000 kg. C'est là selon
moi qu'il y a un problème. Quand on regarde ce que va payer cette
petite entreprise pour une première année, on constate qu'il s'agit de
2.500 euros par an, ce qui est une somme énorme par rapport au
chiffre d'affaires d'un indépendant ou d'une petite activité qui
démarre. Cela s'accompagne de contraintes énormes pour les délais
de paiement, les majorations et intérêts de retard lorsque ledit
exploitant qui commence son activité éprouve des difficultés à payer
les factures trimestrielles.
La deuxième année, on établit le décompte sur la base des
déclarations de la première année; il faut une référence, bien
entendu. La circulaire, qui n'est pas très claire, indique que le droit de
contrôle définitif sera déterminé en tenant compte de la catégorie, du
montant fixe et du droit par kilo. Après vérification entre le droit de
contrôle provisoire et le définitif, l'établissement devra soit payer un
surplus, soit être remboursé. Après deux ans, l'indépendant - ou la
petite société - qui est dans ce cas de figure se verra éventuellement
remboursé s'il a pu suivre dans les paiements des factures
trimestrielles. Cela entraîne de réelles difficultés pour les petits
indépendants et en particulier pour les productions artisanales. Il
faudrait revoir la circulaire sur cette question de proportionnalité,
introduire un élément de proportionnalité et voir s'il est possible, pour
les dossiers en cours, d'établir des plans d'apurement, d'assouplir les
échéances de paiement ou de mettre sur pied un échelonnement
jusqu'au moment où le décompte définitif sera établi. La contribution
des exploitants n'est nullement remise en cause mais il faudrait
revoir les modalités pour les petits exploitants.
controlerecht betalen ten bedrage
van het maximum van de laagste
klasse zoals bepaald in het
koninklijk besluit. Deze klasse
omvat de bedrijven met een
productievolume van 1 tot
160.000 kilo. In het
daaropvolgende jaar wordt het
bedrag voor het controlerecht
vastgesteld op basis van het
productievolume van het eerste
jaar. Op het einde van het tweede
jaar wordt het bedrag van het
controlerecht aangepast aan het
werkelijke productievolume.
Het forfaitaire bedrag dat het
eerste jaar moet worden betaald is
een zware financiële dobber voor
een kleine ondernemer met
bijvoorbeeld een productievolume
van minder dan een ton.
Bovendien loopt de ondernemer
bij betalingsachterstand het
gevaar boetes en verwijlinteresten
te moeten betalen die het
voortbestaan van zijn
onderneming kunnen bedreigen.
Is het niet mogelijk het forfaitaire
bedrag van het eerste jaar te
herzien in functie van de
proportionaliteit en voor de
bestaande dossiers een
afbetalingsplan in te voeren tot
aan de eindafrekening op het
einde van het tweede jaar of tot
aan de eindafrekening van de
afbetalingsplannen?
06.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le droit de contrôle perçu à charge d'établissements autres
que les abattoirs est calculé sur la base du volume de viande ou de
poisson entré dans l'établissement durant l'année précédente.
Conformément au texte initial relatif au financement de l'Institut
d'expertise vétérinaire, un établissement payait déjà, durant la
première année de son activité, un droit de contrôle égal au
maximum de la catégorie la plus basse, sans tenir compte du volume
de viande ou de poisson entré dans le nouvel établissement durant la
première année. La perception de ce droit de contrôle forfaitaire
égale au maximum de la catégorie la plus basse est justifiée
puisque, d'une part, durant la première année d'exploitation, le
volume réel de production n'est pas encore connu dans un tel
établissement et que, d'autre part, un financement des contrôles
vétérinaires dans un tel établissement durant la première année doit
être prévu. En effet, ces contrôles sont uniquement financés par des
06.02 Minister Rudy Demotte:
De in de circulaire vervatte
maatregelen zijn gerechtvaardigd
omdat in de financiering van de
diergeneeskundige controle moet
worden voorzien, enerzijds, en het
productievolume voor een eerste
exploitatiejaar niet bekend is,
anderzijds.
Aangezien er op het einde van het
tweede jaar een afrekening komt
en een aanpassing aan het reële
productievolume en er bij het
begin van dat tweede jaar
rekening wordt gehouden met het
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
droits perçus auprès des établissements concernés et, afin de faire
concorder le droit de contrôle perçu au volume réel de la production,
la loi du 8 août 2002 a prévu un système de décompte à la fin de la
deuxième année. Puisque lors de ce décompte, il est tenu compte du
volume réel de production de l'établissement concerné, le système
de financement a été considérablement amélioré pour les petites
entreprises. Durant la première année de production, l'exploitant paie
un droit de contrôle forfaitaire au ratio du maximum du droit de
contrôle de la catégorie la plus basse.
Durant la deuxième année, l'exploitant paie un droit de contrôle
provisoire sur base du volume de viande ou de poisson entré dans
l'établissement durant la période à partir de l'agrément jusqu'à la fin
de la première année, et à partir de la deuxième année, on tient déjà
compte du volume réel d'exploitation de l'établissement.
A la fin de la deuxième année, un décompte est établi. Pour la
période s'étalant à partir de l'agrément jusqu'à la fin de la deuxième
année, selon le cas, l'établissement devra payer un surplus ou sera
remboursé. A la suite de la modification de la législation,
l'établissement paie un droit de contrôle qui concorde parfaitement
au chiffre d'affaires réalisé. Dès lors, j'estime que le but envisagé par
l'honorable membre est intégralement réalisé. Dès lors, un correctif
ne se justifie pas.
werkelijke productievolume, acht
ik het niet nodig de huidige
berekeningswijze van het
controlerecht aan te passen.
06.03 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je remercie
le ministre qui a rappelé le contenu de la circulaire Tavernier, dont je
mets néanmoins en cause l'élément de proportionnalité. A mon avis,
le problème est que cette catégorie la plus basse évolue à partir
d'une production très basse, moins d'une tonne. Ainsi, un petit
producteur qui produit 900 kilos paie la même contribution que celui
qui produit 160.000 kilos. Il y a là une très grande marge. C'est tout à
fait prohibitif et c'est éventuellement de nature à entraîner des
majorations, intérêts de retard, voire la suppression de l'agrément, ce
qui n'est pas le but non plus. Il ne faut pas que la législation tue
l'activité. Qu'il y ait financement du contrôle de la sécurité
alimentaire, je n'y vois aucun problème. Je mets néanmoins en
cause cet élément de proportionnalité. Je dis qu'il tue certaines
activités.
La deuxième année est fondée sur le volume réel, sur les quantités
que vous avez évoquées. Néanmoins, si la production de la
deuxième année est de 2.000 kilos, nous restons, par rapport à
160.000 kilos, dans une disproportion au niveau de la production.
Pour moi, il faut soit diminuer le forfait de la première année, soit
créer une nouvelle catégorie pour des productions très basses, moins
de 5.000 kilos par exemple, pour laisser un peu de temps aux petits
indépendants qui lancent un produit artisanal. C'est cet élément
spécifique que je vise. Je prends l'exemple d'un produit artisanal
comme l'escavèche - je ne sais si ce produit est connu dans tout le
pays -, mais j'espère que vous pourrez soit assouplir le forfait, soit
créer une catégorie ou encore permettre éventuellement des
modulations de paiement jusqu'à la révision à la fin de la deuxième
année, pour éviter que l'affaire tourne au vinaigre.
06.03 Jean-Marc Delizée (PS):
De marge tussen 1 en 160 ton in
de laagste categorie is toch zeer
groot. Het feit dat er bij de
berekening van het controlerecht
geen evenredigheid is ingebouwd,
zal ertoe leiden dat bepaalde
activiteiten zullen verdwijnen.
Het ware wenselijk het forfait voor
het eerste jaar te verlagen of een
categorie gaande van 1 tot 5 ton
in het leven te roepen en de
betalingen tot het derde jaar te
moduleren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
29/07/2003
CRIV 51
COM 003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
07 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de medische aansprakelijkheid" (nr. 35)
07 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
07.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een van de dossiers die u ongetwijfeld erft van
uw voorgangers op Volksgezondheid, mevrouw Aelvoet en de heer
Tavernier, is uiteraard de hele problematiek van de medische
aansprakelijkheid. U zal zich ongetwijfeld levendig herinneren dat
hier in de vorige legislatuur de wet op de patiëntenrechten werd
goedgekeurd. Met het medische korps heeft altijd echter de afspraak
bestaan dat het dossier van de medische aansprakelijkheid daarmee
strikt verbonden was. Wij moeten echter vaststellen dat, ondanks de
beloften van uw voorgangers op Volksgezondheid, inzake het dossier
van de medische aansprakelijkheid nooit een wetsontwerp in het
Parlement werd ingediend.
Als ik de regeringsverklaring van de nieuwe regering bekijk, lees ik
een zeer vaag zinnetje waarin de regering aankondigt dat zij een
regeling zal invoeren voor de dekking van uitzonderlijke
schadegevallen in de gezondheidszorg.
Vandaar, ook al weet ik dat u relatief nieuw bent op uw departement,
wil ik toch reeds een aantal zeer korte vragen stellen.
Welke concrete stappen hebt u reeds ondernomen om dat dossier,
dat toch al zeer lang aansleept, minimaal vlot te trekken?
Krijg ik al dan niet de bevestiging van u of de ontwerpteksten van de
werkgroep van experts, waarmee uw voorgangers steeds zwaaiden
als zij daarover door collega's geïnterpelleerd werden, reeds klaar
zijn?
Is er eventueel reeds overleg geweest tussen u en andere collega's
die in dat dossier bevoegd zijn?
07.01 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Le nouveau
gouvernement compte-t-il mener
à bien le dossier de la
responsabilité médicale, qui avait
été lié, sous l'ancienne législature,
à la loi relative aux droits du
patient ?
Le ministre a-t-il déjà entrepris
des démarches concrètes ? Les
projets de texte du groupe de
travail d'experts sont-ils déjà
disponibles ? Une concertation a-
t-elle déjà été organisée avec les
autres ministres compétents ?
07.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Bultinck, ik heb vier
antwoorden.
Ten eerste, het is mijn bedoeling om het dossier van de medische
aansprakelijkheid er in deze legislatuur door te drukken, zoals de
vorige regering zich daartoe verbonden had. Het actueel
regeerakkoord herneemt trouwens als doelstelling de invoering van
de regeling voor de dekking van uitzonderlijke schadegevallen in de
gezondheidszorg. Ik vind dat een goed idee. Ik heb daaraan al
gedacht toen ik minister van Economie was.
Ten tweede, momenteel raadpleeg ik de verschillende partners van
de betrokken sector om de knelpunten te beklemtonen.
Ten derde, de ontwerptekst van de werkgroep van experts was bijna
afgerond. Ik zal, op basis van dat werk, het wetsontwerp beëindigen.
Ten vierde, de medische aansprakelijkheid is een van de prioritaire
thema's die ik, in overleg met mijn collega Laurette Onkelinx,
minister van Justitie, in de komende weken zal aanpakken.
07.02 Rudy Demotte, ministre:
Nous avons très clairement
l'intention de mener le dossier
relatif à la responsabilité médicale
à terme au cours de cette
législature. L'accord de
gouvernement prévoit du reste un
règlement pour la couverture des
dommages anormaux résultant
des soins de santé.
Une concertation est prévue avec
le secteur concerné dans le but de
rester dûment informé des
problèmes. Les projets de texte
des experts, sur lesquels seront
fondés les projets de loi, sont
pratiquement finalisés. La
responsabilité médicale fera partie
des thèmes prioritaires de la
CRIV 51
COM 003
29/07/2003
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
concertation qui se tiendra avec la
ministre Onkelinx dans les
prochaines semaines.
07.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
zal mij beperken tot het bedanken van de minister voor zijn keurig
antwoord.
Mijnheer de minister, wij zullen dat dossier uiteraard verder volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.57 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.57 heures.