KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 948
CRIV 50 COM 948
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
maandag
lundi
20-01-2003
20-01-2003
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 948
20/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de
minister van Justitie over "de tegenstrijdigheid
tussen de nieuwe VZW-wet en de PWA-wet"
(nr. A760)
1
Question de Mme Fauzaya Talhaoui au ministre
de la Justice sur "la contradiction entre la
nouvelle loi sur les asbl et la loi sur les ALE"
(n° A760)
1
Sprekers:
Fauzaya Talhaoui, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Fauzaya Talhaoui, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Fred Erdman aan de minister
van Justitie over "de onderzoeksopdracht inzake
internationaal strafrecht" (nr. A729)
3
Question de M. Fred Erdman au ministre de la
Justice sur "une mission d'étude concernant le
droit pénal international" (n° A729)
3
Sprekers: Fred Erdman, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Fred Erdman, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
CRIV 50
COM 948
20/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
MAANDAG
20
JANUARI
2003
14:15 uur
______
du
LUNDI
20
JANVIER
2003
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.23 heures par M. Fred Erdman, président.
01 Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de minister van Justitie over "de tegenstrijdigheid
tussen de nieuwe VZW-wet en de PWA-wet" (nr. A760)
01 Question de Mme Fauzaya Talhaoui au ministre de la Justice sur "la contradiction entre la
nouvelle loi sur les asbl et la loi sur les ALE" (n° A760)
01.01 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb een vraag in verband met de
nieuwe VZW-wetgeving. Ik weet dat daar al ontelbare vragen over
gesteld zijn, maar ik wil het meer bepaald hebben over de mogelijke
tegenstrijdigheid tussen de nieuwe VZW-wetgeving en de PWA-
wetgeving. In de wet op de PWA's staat dat zij VZW's zijn en dat de
paritaire samenstelling van de algemene vergadering en de raad van
bestuur moet nagestreefd worden, een paritaire vertegenwoordiging
vanuit de gemeenteraad en vanuit de Nationale Arbeidsraad.

Men zegt er ook bij: "Elke organisatie die zetelt in de NAR, heeft
recht op minstens één mandaat. De VZW telt minstens 12 en
hoogstens 24 leden". Dat betekent dat zowel de algemene
vergadering als de raad van bestuur tussen 12 en 24 leden moet
tellen. In de praktijk komt het erop neer dat het aantal leden enkel 12,
16, 20 of 24 kan zijn ingevolge de pariteit. De nieuwe VZW-
wetgeving bepaalt in artikel 13: "De raad van bestuur bestaat uit
minstens 3 personen en het aantal bestuurders moet in elk geval
altijd lager zijn dan het aantal personen dat lid is van de vereniging".
Het probleem dat rijst, is het volgende: alle PWA's die een gelijk
aantal leden hebben in de algemene vergadering en de raad van
bestuur, moeten zich nu aanpassen aan de nieuwe VZW-wetgeving.

Op een parlementaire vraag heeft de minister van Arbeid en
Tewerkstelling geantwoord dat haar administratie van plan was een
onderzoek in te stellen om te kijken of er op de nieuwe VZW-
wetgeving geen uitzondering kan gemaakt worden voor de PWA's,
omdat het aantal leden van algemene vergadering en raad van
bestuur gelijk moet blijven.

Mijnheer de minister van Justitie, ik wil u daarover een aantal vragen
stellen. Ten eerste, was u op de hoogte van de moeilijkheid waarmee
bepaalde PWA's geconfronteerd zullen worden, zeker indien zij
slechts het minimale aantal van 12 leden hebben?
01.01 Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): La nouvelle
loi sur les ASBL contient des
dispositions contraires à l'actuelle
loi sur les ALE. Celle-ci prévoit
que les ALE ont le statut d'ASBL
et que l'assemblée générale et le
conseil d'administration doivent
être composés paritairement de
représentants du conseil
communal et des organisations
qui siègent au Conseil national du
Travail. L'ASBL compte en outre
12 membres au minimum et
24 membres au maximum, ce qui
implique que l'assemblée
générale comme le conseil
d'administration comptent entre 12
et 24 membres. La nouvelle loi
sur les ASBL dispose que le
conseil d'administration doit être
composé d'au moins trois
personnes. Le nombre
d'administrateurs doit en tout cas
être inférieur à celui des membres
de l'association. La ministre de
l'Emploi déclare que son
administration étudie le problème
et voudrait demander une
exception à la loi sur les ASBL
pour ne pas contraindre les ALE à
modifier leurs organes de gestion.

Le ministre a-t-il connaissance
20/01/2003
CRIV 50
COM 948
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

Ten tweede, hebt u daarover overleg gepleegd met uw collega van
Werkgelegenheid of gaat u met haar nog overleg plegen?

Ten derde, bent u het met mij eens dat een afwijking op de nieuwe
VZW-wetgeving niet kan ­ zo voel ik het toch aan ­ en dat de PWA-
wetgeving moet worden aangepast?
des problèmes que peuvent
rencontrer les ALE et s'est-il
concerté à ce sujet avec la
ministre de l'Emploi? Le ministre
confirme-t-il qu'une dérogation à
la nouvelle loi sur les ASBL n'est
pas possible et que la loi sur les
ALE doit être adaptée?
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Talhaoui, op die drie vragen heb ik drie antwoorden.

Ten eerste, ik vind het goed dat u mijn aandacht vestigt op het punt
in kwestie maar de VZW-wetgeving strekt ertoe het volledige
verenigingsleven te regelen, ongeacht de bijzondere activiteiten van
de sector. Derhalve kan de generieke wet geen afwijkingen bevatten
voor ongeveer 100.000 rechtspersonen. Ik kan u meedelen dat die
bepaling door de parlementsleden zelf werd aangebracht. Dat is
gebeurd om zelfcontrole te voorkomen. Die bepaling is dan ook in de
meeste gevallen nuttig. Ze stond niet vermeld in het oorspronkelijke
ontwerp. Zij is tijdens de vorige legislatuur in de Kamer ingediend
door een van uw toenmalige politieke collega's,
volksvertegenwoordiger Viseur van Ecolo. Bovendien kan ik u
meedelen dat een ander senator van Ecolo nog strikter wilde zijn. Ik
verwijs naar amendement 132 in stuk 283/16 met betrekking tot het
evenwicht tussen de raad van bestuur en de algemene vergadering.
Tot zover wat de algemene vergadering betreft.

Ten tweede, tijdens deze legislatuur ben ik nooit op de hoogte
gebracht van eventuele moeilijkheden. Ik heb dan ook geen overleg
gehad met mijn collega, mevrouw Onkelinx dienaangaande.

Ten derde, wij delen dezelfde bekommernis: het is niet de algemene
VZW-wetgeving die moet worden aangepast maar de bijzondere
PWA-wetgeving, om zo voor het probleem een afdoende oplossing
te bieden. Die oplossing is mijns inziens technisch relatief
gemakkelijk te realiseren.
01.02
Marc Verwilghen,
ministre: La loi sur les asbl vise à
régir le monde associatif,
indépendamment du secteur
d'activités. Il est dès lors
impossible d'y inclure des
dérogations pour 100.000
personnes morales. Ces
dispositions ont été déposées par
des députés pour
prévenir
l'autocontrôle. Elles ne figuraient
pas dans le projet initial. Certains
ont décidé d'aller encore plus loin
en ce qui concerne l'équilibre
entre le conseil d'administration et
l'assemblée générale. Au cours de
la présente législature, je n'ai pas
eu connaissance de difficultés
éventuelles et, par conséquent, je
n'ai pas mené de concertation
avec ma collègue de l'Emploi. Le
mieux serait d'adapter la loi sur
les ALE.
01.03 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister,
ik dank u voor uw antwoord. Ik denk inderdaad dat er zich problemen
op het terrein zullen voordoen en dat overleg tussen u en de minister
van de Werkgelegenheid wel degelijk noodzakelijk is.
01.03 Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): Je suppose
que c'est nécessaire pour
résoudre le problème.
01.04 Minister Marc Verwilghen: Dat is een ander paar mouwen.
Het probleem is nu geschetst, dus het overleg zal in elk geval
plaatsvinden.
01.05 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Ik vind dat de
algemene vergadering de raad van bestuur moet kunnen controleren.
Indien zij beide paritair worden samengesteld, wie is dan rechter en
wie partij?
01.05 Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): J'estime que
l'assemblée générale doit pouvoir
contrôler le conseil
d'administration.
De voorzitter: Wanneer de minister de problematiek van de inwerkingtreding van de VZW's zal regelen
met zijn collega's, zullen wij misschien een stap verder staan. U kunt er misschien een
interkabinettenwerkgroep van maken, mijnheer de minister?
CRIV 50
COM 948
20/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
01.06 Minister Marc Verwilghen: Misschien kunnen enkele van mijn
collega's die hint van u gebruiken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Fred Erdman aan de minister van Justitie over "de onderzoeksopdracht
inzake internationaal strafrecht" (nr. A729)
02 Question de M. Fred Erdman au ministre de la Justice sur "une mission d'étude concernant le
droit pénal international" (n° A729)
02.01 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de minister, mijn vraag
handelt over een onderzoeksopdracht. Uit het voorontwerp van
Wetboek van Strafprocesrecht opgesteld door de commissie-
Franchimont stellen we vast dat inzake het internationaal strafrecht
een ander onderzoekscontract bij de Federale Overheidsdienst
Justitie lopende is.

Mijnheer de minister, wie werd met dit onderzoek belast? Wat is de
stand van zaken van het onderzoek? Last but not least, in welke
mate is het resultaat van dit onderzoek belangrijk voor de
beoordeling van de op dit ogenblik in de Senaat hangende
wetsvoorstellen zoals het voorstel tot interpretatie van artikel 7,
eerste lid van de wet 16 juni 1993 - document Senaat 1255 - en het
wetsvoorstel tot wijziging van de wet yan 16 juni 1993 - document
Senaat 1256?
02.01 Fred Erdman (SP.A): En
ce qui concerne le droit pénal
international, j'ai noté que l'avant-
projet de Code de procédure
pénale faisait mention d'un contrat
conclu avec le Service public
fédéral Justice. Quelle est
l'incidence du résultat de cette
enquête sur l'appréciation des
propositions de lois examinées au
Sénat actuellement et sur la
proposition de loi modifiant la loi
du 16 juin 1993?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, er zijn drie
onderdelen in uw vraag.

Wat het eerste onderdeel betreft, in casu wie belast is met het
onderzoek met betrekking tot een nieuwe Belgische wetgeving
inzake internationale rechtspleging in strafzaken, kan ik u meedelen
dat de Federale Overheidsdienst Justitie een interuniversitaire
opdracht heeft uitgeschreven. Het onderzoek is toevertrouwd
geweest aan de universiteit van Gent, aan professor Vermeulen en
professor Vanderbeken en aan de universiteit van Antwerpen aan
professor Van den Wyngaert en professor Stessens en aan de
Université de Liège aan de professoren Masset en Meunier.

Ik kom tot uw tweede vraag. Het interuniversitair onderzoek is in
december 2001 afgerond. Het is inmiddels uitgegeven onder de titel
"Een nieuwe Belgische wetgeving inzake internationale hulp in
strafzaken" bij Maklu. Het voorstel van wetsontwerp betreffende een
nieuwe Belgische wetgeving inzake de internationale rechtshulp in
strafzaken roept een drietal vragen op die echter principekwesties
betreffen. Daarom is het niet wenselijk de tekst in zijn huidige
toestand als een wetsontwerp in te dienen alvorens over de drie
punten grondig te zijn ingelicht. De eerste vraag heeft betrekking op
de rol van de minister. De tweede vraag heeft betrekking op de rol
van de gerechtelijke autoriteiten en de derde op de noodzaak om
rekening te houden met wederzijdse erkenning.

Ik begin met de rol van de minister. In verschillende procedures
wordt aan de minister van Justitie na advies van het parket een
beslissingsbevoegdheid gegeven. Het betreft hier een belangrijke
politieke keuze, namelijk dat de gerechtelijke samenwerking op de
02.02
Marc Verwilghen,
ministre: Le SPF Justice a chargé
les professeurs Vermeulen et
Vanderbeken de l'Université de
Gand, les professeurs
Vandewijngaert et Stessens de
l'UIA et les professeurs Masset et
Meunier de l'Université de Liège
de l'enquête sur l'instauration
d'une nouvelle législation relative
à l'entraide judiciaire
internationale en matière pénale.

Cette enquête a été clôturée en
décembre 2001 et publiée ensuite
aux éditions Maklu sous le titre
Een nieuwe Belgische wetgeving
inzake internationale rechtshulp in
strafzaken
. Il n'est pas souhaitable
de déposer la proposition de projet
de loi dans sa forme actuelle car
trois questions de principe doivent
encore être tranchées: le rôle du
ministre, le rôle des autorités
judiciaires et la nécessité de tenir
compte de la reconnaissance
mutuelle.

La coopération judiciaire peut être
envisagée comme une matière
20/01/2003
CRIV 50
COM 948
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
eerste plaats een interstatelijke samenwerking betreft en daarom
onder het internationaal publiek en administratief recht valt. Deze
gerechtelijke samenwerking zou echter ook gekwalificeerd kunnen
worden als een gerechtelijke procedure. De keuze die in het voorstel
van wetsontwerp wordt gemaakt is zeer betwistbaar omdat het de
huidige tendens is om inzake gerechtelijke samenwerking de rol van
de uitvoerende macht te beperken tot de aspecten van het
internationaal publiek recht en om aan de gerechtelijke autoriteiten
zelf de beslissingsbevoegdheid in de procedure toe te bedelen. Deze
logica werd gevolgd in de wet van 1997 voor de uitvoering van de
buitenlandse verbeurdverklaring. De hele tendens in de Europese
Unie van wederzijdse erkenning van gerechtelijke beslissingen is
gericht op een vergroting van de rol van de rechter in de
gerechtelijke samenwerking in strafzaken.

Ten tweede, wat is de rol van de gerechtelijke autoriteiten? Over het
geheel van de tekst is er geen logische samenhang tussen
respectievelijk de rol van de federale procureurs, van de procureur
des Konings en die van de onderzoeksrechter. Zo regelt het artikel
25 aangaande de gemeenschappelijke onderzoeksteams niets met
betrekking tot de onderzoeksrechter en wordt evenmin ingegaan op
de verhouding tussen de federale procureur en de procureur des
Konings.

Een ander voorbeeld is dat het voorstel van wetsontwerp, wat de
afschaffing van het specialiteitbeginsel inzake de uitlevering betreft,
de verantwoordelijkheid aan de federale procureur, aan de
onderzoeksrechter of aan de raadkamer geeft, terwijl het huidige
systeem die verantwoordelijkheid aan de procureur des Konings
toebedeelt. Dat is dus een tweede belangrijke afwijking.

Ten derde, zal ik antwoorden over de noodzaak om rekening te
houden met wederzijdse erkenning. De gerechtelijke betrekkingen
tussen de lidstaten van de Europese Unie vormen momenteel min of
meer 80% van de omvang van alle gerechtelijke samenwerking in
strafzaken. De tenuitvoerlegging van het principe van de wederzijdse
erkenning zal het rechtsstelsel in de lidstaten van de Europese Unie
in de komende jaren drastisch veranderen, maar met het geheel van
die veranderingen wordt in het voorstel van wetsontwerp in het
geheel geen rekening gehouden. Dat wordt dus wel een heel
moeilijke klus.

Dan kom ik tot uw laatste vraag, naar het verband tussen het
onderzoek naar een nieuwe Belgische wetgeving inzake
internationale rechtshulp in strafzaken en de op dit ogenblik in de
Senaat besproken voorstellen van wet die men ook wel eens onder
de term "genocidewet" catalogeert. In dat verband kan ik u meedelen
dat het resultaat van het onderzoek betreffende de internationale
rechtshulp en strafzaken geen bepaling vooropstelt die van belang is
voor de beoordeling van de twee bovengenoemde wetsvoorstellen.
Wel zal binnenkort een ander wetsontwerp door de regering worden
goedgekeurd betreffende de samenwerking met het Hof, waarop de
resultaten van het onderzoek naar een Belgische wetgeving inzake
internationale rechtshulp in strafzaken wel direct betrekking zullen
hebben en ook in aanmerking zullen worden genomen.

Kortom, de essentie van uw vraag, namelijk te weten of daar
misschien een sleutel gevonden kan worden om ons dienstig te zijn
internationale, ce qui implique
qu'elle soit plutôt gouvernée par le
droit national, mais également
comme une matière relevant de la
procédure judiciaire. Le choix
opéré dans cette proposition de
projet de loi est très contestable,
car la tendance actuelle limite le
rôle du pouvoir exécutif à cet
égard et attribue les compétences
décisionnelles aux autorités
judiciaires.

Une cohérence logique entre le
rôle du procureur fédéral, celui du
procureur du Roi et celui du juge
d'instruction n'a pas encore été
assurée.

Quatre-vingts pour cent de la
coopération judiciaire en matière
pénale consiste en une
collaboration entre Etats membres
de l'UE. La mise en oeuvre de la
reconnaissance mutuelle subira
des modifications draconiennes
au sein de l'UE, ce dont n'a pas
tenu compte la proposition.

L'étude ne comporte aucune
disposition ayant une importance
pour les propositions de loi
relatives au génocide, examinées
par le Sénat. On ne peut trouver
ici aucune clé utile pour la loi sur
le génocide.
CRIV 50
COM 948
20/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
bij de benadering van de genocidewet, is het antwoord negatief. Dat
is dus niet het geval.
02.03 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de minister, vragen is altijd
nuttig als men antwoorden krijgt. Ik dank u dus voor uw antwoord.

Ik hoop in ieder geval dat de opmerkingen die u gemaakt hebt
eventueel op de een of andere manier naar die onderzoekers
teruggaat, hetzij met een bijkomende opdracht, hetzij eventueel met
een concertatie. Als ik u namelijk aanhoor ­ en ik zal met
belangstelling het schriftelijk antwoord nog eens herlezen ­ dan zijn
er toch ernstige problemen waaraan oplossingen gegeven moeten
worden in een sfeer van, inderdaad, meer en meer coöperatie op
internationaal vlak tussen de staten ten aanzien van internationale
gerechtshoven en de implicaties op strafprocesrechtelijk gebied, die
natuurlijk essentiële waarden in het gedrang kunnen brengen.
02.03 Fred Erdman (SP.A):
J'espère que le ministre
transmettra ces informations aux
experts. Il s'agit en définitive de
problèmes graves exigeant une
solution dans le domaine de la
coopération internationale et ayant
des implications sur la procédure
pénale, ce qui risque de
compromettre certaines valeurs
essentielles.
02.04 Minister Marc Verwilghen: Als men het geheel van de
werkzaamheden bekijkt, mijnheer de voorzitter, meen ik dat men te
zeer van een theoretisch model is vertrokken en te weinig rekening
heeft gehouden met een aantal bestaande praktijken. Het is mijn
bedoeling om de kritische analyse van de teksten aan de professoren
over te maken. Het zal een beetje afhangen van onze conclusie om
te zien op welke wijze we daar dan mee verder gaan: hetzij een
bijkomende opdracht geven, hetzij een studie laten uitvoeren. Op het
kabinet is men daar momenteel volop mee bezig.
02.04
Marc Verwilghen,
ministre: J'estime que l'on s'est
par trop fondé sur un modèle
théorique. J'ai l'intention de faire
parvenir une analyse critique aux
professeurs. La décision de les
charger soit d'une mission
supplémentaire, soit de
l'élaboration d'une étude n'a pas
encore été prise.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De heer Maingain had gezegd dat hij later zou komen maar we gaan niet eindeloos
wachten. Ik had u trouwens beloofd dat we het zeer kort zouden houden deze namiddag.
02.05 Minister Marc Verwilghen: Dat is ook de reden waarom ik kon
komen, want ik moet nog het herstelrechtproject van België
toelichten in het Europees Parlement.
De voorzitter: Laten we het dan ook hierbij houden en de vraag A728 van de heer Olivier Maingain
uitstellen.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.36 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14.36 heures.