IC933_FIN.doc

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Front National

Mouvement réformateur

Parti socialiste

cdH

centre démocrate Humaniste

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over "de kosten van de
schrapping van de mijnenvegers uit het PIDV"
(nr. A418)

- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense
sur "les frais entraînés par la disparition des
dragueurs de mines du PIDS" (n° A418)

- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "het project KMV"
(nr. A455)

- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
sur "le projet KMV" (n° A455)

Sprekers: Pieter De Crem, Luc Sevenhans,
André Flahaut, minister van
Landsverdediging

Orateurs: Pieter De Crem, Luc Sevenhans,
André Flahaut, ministre de la Défense

Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Landsverdediging over "de
oorlogsvrijwilligers" (nr. A193)

Question de M. Richard Fournaux au ministre de
la Défense sur "les volontaires de guerre"
(n° A193)

Sprekers:

Richard Fournaux, André

Flahaut, minister van Landsverdediging

Orateurs:

Richard Fournaux, André

Flahaut, ministre de la Défense

Interpellatie van de heer Richard Fournaux tot de
minister van Landsverdediging over "de
toepassing van het sectoraal akkoord van
19 april 2001 bij Defensie" (nr. 1502)

Interpellation de M. Richard Fournaux au ministre
de la Défense sur "la mise en application de
l'accord sectoriel du 19 avril 2001 au sein de la
Défense" (n° 1502)

Sprekers:

Richard Fournaux, André

Flahaut, minister van Landsverdediging

Orateurs:

Richard Fournaux, André

Flahaut, ministre de la Défense

Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Landsverdediging over "de sluiting
van de NIOOO-rusthuizen te Dilbeek, Seny en
Ukkel" (nr. A578)

Question de M. Richard Fournaux au ministre de
la Défense sur "la fermeture des homes de l'INIG
à Dilbeek, Seny et Uccle" (n° A578)

Sprekers:

Richard Fournaux,

André

Flahaut, minister van Landsverdediging

Orateurs:

Richard Fournaux, André

Flahaut, ministre de la Défense

Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Landsverdediging over "de
modaliteiten van werking van DOVO" (nr. A612)

Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
la Défense sur "les modalités de fonctionnement
du SEDEE" (n° A612)

Sprekers: Marcel Hendrickx, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Orateurs: Marcel Hendrickx, André Flahaut,
ministre de la Défense

Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Landsverdediging over "de nucleaire
taken van de basis van Kleine Brogel" (nr. A372)

Question de Mme Els Van Weert au ministre de
la Défense sur "les missions de la base de Kleine
Brogel dans le domaine nucléaire" (n° A372)

Sprekers: Els Van Weert, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Orateurs: Els Van Weert, André Flahaut,
ministre de la Défense

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

LANDSVERDEDIGING

COMMISSION DE LA DEFENSE

NATIONALE

van

DINSDAG

JANUARI

2003

10:00 uur

______

MARDI

JANVIER

2003

10:00 heures

______

La séance est ouverte à 12.56 heures par M. Robert Denis, président.
De vergadering wordt geopend om 12.56 uur door de heer Robert Denis, voorzitter.

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Pieter De Crem aan de minister van Landsverdediging over "de kosten van de schrapping
van de mijnenvegers uit het PIDV" (nr. A418)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het project KMV" (nr. A455)

01 Questions jointes de

- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur "les frais entraînés par la disparition des
dragueurs de mines du PIDS" (n° A418)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le projet KMV" (n° A455)

01.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik zal zeer bondig zijn, gezien het gevorderde uur.

Het Rekenhof heeft de beslissing om het programma voor de
ontwikkeling en de bouw van de kustmijnenvegers geen doorgang te
laten vinden, opgenomen in het fameuze blunderboek.

In dat verband had ik graag het volgende geweten.

Ten eerste, kan een overzicht worden gegeven van de kosten ten
laste van het ministerie van Landsverdediging, verbonden aan de
schrapping van het programma voor de ontwikkeling en de bouw van
kustmijnenvegers?

Ten tweede, twee jaar geleden, mijnheer de minister, kondigde u een
studie aan naar de mogelijkheid om het vliegtuig te gebruiken op de
mijnenjagers. Het resultaat van deze studie werd ons tot op heden
evenwel onthouden, maar nu had ik ze graag gekend, alsook welke
gevolgen hieraan moeten worden gegeven.

01.01 Pieter De Crem (CD&V):
La décision de mettre fin au
programme de développement et
de construction de dragueurs de
mines côtiers est évoquée dans le
dernier cahier d'observations de la
Cour des comptes.

Quels frais l'arrêt du programme
occasionnera-t-il pour la Défense
nationale? Quels sont les résultats
de l'étude relative à l'utilisation
éventuelle de dispositifs de
dragage sur les chasseurs de
mines? Quelles suites ont-elles
été données à cette étude?

01.02 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, mijn vraag gaat in dezelfde richting.

Ik volg dat dossier al jaren, zelfs al ten tijde van de vorige legislatuur.
Ik heb dat programma steeds een warm hart toegedragen, maar op
het laatste moment werd het gekelderd, een beetje buiten uw wil,
mijnheer de minister, en dat heb ik er steeds aan toegevoegd.

In dit dossier werd een nieuwe wending aangenomen. De
constructeur die terzake zou worden aangewezen diende een klacht
in tegen de Belgische Staat. De kans is zeer reëel dat aan deze
blijkbaar ondoordachte beslissing een serieus prijskaartje is

01.02 Luc Sevenhans (VLAAMS

BLOK): Il y a un élément nouveau
dans cette affaire: le constructeur
à qui le marché devait être
attribué a déposé plainte contre
l'Etat. Ne serait-il pas préférable
de rechercher d'autres
possibilités? Nous avons toujours
besoin de dragueurs de mines.
Les chasseurs de mines doivent
être dotés de capacités de
dragage. Une solution réaliste sur

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

verbonden.

Als wij dan toch de reële kans lopen om te worden veroordeeld, is het
dan niet wenselijk om andere mogelijkheden te onderzoeken? De
behoefte aan mijnenvegers is nog steeds actueel. U gaf trouwens toe
dat dit nog steeds noodzakelijk is, mijnheer de minister, en dat zulks
de reden is waarom wij onze jagers op termijn zullen moeten
ombouwen, waaraan ook een serieus prijskaartje zal verbonden zijn.

Kan er terzake geen financieel haalbare oplossing worden
gevonden?

le plan financier est-elle
envisageable?

01.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, het

Rekenhof vermeldt in het 159

ste

boek dat uitgaven werden gedaan

voor studies en ontwikkeling met betrekking tot de eerste fase van
het programma kunstmijnenvegers.

Het Rekenhof vermeldt eveneens dat een aanvraag tot
schadevergoeding werd ingediend door de firma SKB. Het gerecht
heeft zich nog niet uitgesproken over deze aanvraag.

Het stopzetten van het programma KMV heeft tot op heden geen
kosten gegenereerd.

01.03 André Flahaut, ministre:

Dans son 159

Cahier, la Cour des

comptes s'est fondée sur la phase
1, étude et développement, du
programme des dragueurs de
mines côtiers. Il est fait mention
de l'importance de la demande en
dommages et intérêts déposée
par la firme SKB. La justice ne
s'est pas encore prononcée. A ce
jour, l'arrêt du programme n'a pas
occasionné de frais.

Je voudrais faire remarquer qu'il est assez étonnant que la Cour des
comptes énonce le risque d'un coût qui dépend de l'issue d'une
plainte déposée et non encore traitée par la justice. Cette façon de
travailler est assez nouvelle. Des plaintes, il y en a tout le temps.
Celle-ci est analysée, une étude est en cours et elle livrera ses
conclusions sur la façon de combattre les mines le plus efficacement
possible. Je regrette que la presse se soit saisie de cette éventualité
d'une dépense supplémentaire en cas d'arrêt de ce programme.

Ensuite, il convient de mener une réflexion plus globale en termes de
flexibilité. Certaines choses sont mises en oeuvre à une époque et il
faut du temps pour mener des études, le développement et toute la
réflexion qui convient. A un certain moment, je trouve normal de
décider si c'est "stop ou encore". Il faut décider si c'est "stop" quand il
est encore temps. Si on prolonge, on se retrouvera avec du matériel
qui ne répond plus aux besoins exprimés car un délai trop long se
sera écoulé entre la période où les besoins ont été constatés et le
moment où le matériel a été livré. C'est tout le problème de la
longueur des marchés publics et du manque de flexibilité dans la
législation. Pour les pouvoirs publics, lorsqu'il s'agit d'acheter des
équipements, il faudrait presque poursuivre la procédure de manière
irrémédiable, quitte à se doter d'équipements totalement obsolètes
lorsqu'ils sont mis sur le marché.

Après les événements du 11 septembre, on a dû aussi revoir
certaines priorités, par exemple concernant la protection nucléaire,
bactériologique et chimique.

Cela veut dire qu'il faut peut-être arrêter d'autres choses en cours et
on aura sans doute encore des plaintes.

Si, après le 11 septembre, on ne s'équipait pas de matériel suffisant
pour la protection nucléaire, bactériologique et chimique, on nous

Het is verbazingwekkend dat het
Rekenhof zich buigt over
mogelijke kosten die voortvloeien
uit een nog niet door het gerecht
behandelde klacht. Er wordt
momenteel een studie uitgevoerd
naar de beste manier om mijnen
te vegen.

Wij zouden ons tevens meer in
het algemeen moeten bezinnen
over de te lang aanslepende en te
weinig soepele procedures in het
kader van de
overheidsopdrachten : de
overheid is immers bijna verplicht
de ingestelde procedures voort te
zetten en verouderd materiaal aan
te kopen.

Wellicht komen er nieuwe
klachten ingevolge de noodzaak
na 11 september nieuwe
prioriteiten te stellen op nucleair,
bacteriologisch en chemisch vlak.

Het beleid moet de mogelijkheid
behouden te beslissen ermee op
te houden of door te gaan en te
stoppen wanneer dat nog kan.

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

dirait que nous sommes complètement fous!

Je veux bien qu'un tel programme soit prolongé mais il faut aussi
laisser l'opportunité au pouvoir politique de décider si c'est "stop ou
encore" et d'arrêter quand il est encore temps.

Quant à la plainte, nous verrons comment elle aboutit.

01.04 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik

zou toch een reactie op die opmerking willen geven.

Ten eerste, ik betwist ten zeerste dat er geen noodzaak zou bestaan
aan mijnenvegen. Dat was een specialiteit van de Belgische marine.
In de Europese defensie was zeker nog noodzaak aan mijnenvegen.
Dat had iets kunnen zijn voor de Belgische marine. Dat het contract
is gestopt, is een politieke beslissing geweest, mijnheer de minister.
Dat hebt u zelf verscheidene keren in deze commissie verklaard. Het
was niet omdat er geen behoefte meer was. Het was een politieke
beslissing. U weet ook goed genoeg dat het dossier volgens de heer
Verhofstadt een te hoog CVP-gehalte had. Daarom is het gesneuveld
en om geen enkele andere reden. Het contract is niet met andere
contracten te vergelijken, omdat men hier ongeveer halverwege een
contract is gestopt. Het is dus duidelijk dat het Rekenhof dit niet bij
toeval in zijn blunderboek heeft geplaatst. U doet dat nu af als een
toeval. Het is een blunder geweest die u wellicht en hopelijk veel
geld zal kosten. Ik hoop dat echt. Als men op zo'n manier met de
industrie kan omgaan, is het hek van de dam en gaat u nog meer
wantrouwen bij de industrie creëren. Ik protesteer ten zeerste tegen
uw opmerkingen daaromtrent. Dit was een zeer goed voorbereid
dossier dat beantwoordde aan een behoefte.

01.04 Luc Sevenhans (VLAAMS

BLOK): Je conteste l'affirmation
selon laquelle il ne serait pas
nécessaire de procéder au
dragage de mines. Il s'agissait
d'une spécialité de la marine
belge.

Il a été mis fin au contrat par une
décision politique. La comparaison
avec d'autres contrats n'est pas
possible: en l'occurrence, le
contrat a été dénoncé à mi-
chemin. J'espère que cette
décision coûtera beaucoup
d'argent car on ne traite pas
l'industrie de cette manière. Je
proteste contre les observations
du ministre. Il s'agissait d'un
dossier dûment préparé qui
répondait à des besoins.

01.05 André Flahaut, ministre: C'est aussi le droit de quelqu'un

d'arrêter une procédure. Une disposition contractuelle prévoit qu'on
peut arrêter une procédure après chaque phase.

01.05 Minister André Flahaut:

Een contractuele bepaling biedt
de mogelijkheid de procedure stop
te zetten na elke fase.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Wij komen thans bij de vraag nr. A622 van de heer Pieter De Crem.

01.06 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor

mijn vraag om te zetten in een interpellatie die ik dan over veertien
dagen zal ontwikkelen.

De vraag gaat immers over een bijzonder belangrijk gegeven in
verband met de politietaken.

De voorzitter: Ik heb dat genoteerd.

De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.

De vergadering wordt geschorst om 13.05 uur.
La séance est suspendue à 13.05 heures.

La séance est reprise à 15.12heures.

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De vergadering wordt hervat om 15.12 uur.

02 Question de M. Richard Fournaux au ministre de la Défense sur "les volontaires de guerre"

(n° A193)

02 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de minister van Landsverdediging over "de

oorlogsvrijwilligers" (nr. A193)

02.01 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, ma question vise à connaître votre opinion, et au-delà celle
du gouvernement, sur la problématique de certains volontaires de
guerre qui n'ont jamais été reconnus dans les faits. Il s'agit des
brigades d'infanterie qui ont suivi un entraînement en vue du conflit.
Cet entraînement spécial a été effectué en Grande-Bretagne avec
une préparation médicale adéquate, etc. La capitulation de
l'Allemagne survenue le 8 mai 1945 n'a en rien modifié le fait qu'une
série de personnes avaient été préparées pour agir très
concrètement, ce en dehors de toute capitulation.

Dès lors, certains considèrent que le gouvernement belge a mis
unilatéralement fin à des engagements qu'il aurait pris vis-à-vis des
volontaires de guerre en arrêtant le 8 mai 1945 leur service de
guerre. Or, la Belgique était également en guerre avec d'autres pays
et ce ne fut que le 2 septembre 1945 que la guerre prit définitivement
fin pour tous. Les volontaires de guerre n'ont d'ailleurs été libérés ni
le 8 mai ni le 2 septembre 1945 à la demande de l'état-major allié.
D'aucuns estiment que ce sont les seuls patriotes dont les services
de guerre ne sont pas entièrement reconnus, étant donné que la date
des obligations de l'Etat belge envers eux a été arrêtée, de manière
unilatérale, au 8 mai 1945.

Monsieur le ministre, certes, vous avez déjà été sollicité, à
différentes reprises, mais est-il envisageable de modifier la date à
partir de laquelle on pourrait reconnaître la réelle démobilisation de
certains et par là même la reconnaissance de ces personnes en
qualité de volontaires de guerre avec les droits y afférents?

02.01 Richard Fournaux (cdH):

Sommige oorlogsvrijwilligers
vinden dat ze nooit erkenning
gekregen hebben voor de
diensten die ze tijdens de oorlog
hebben geleverd. Het gaat meer
bepaald om infanteriebrigades die
in Groot-Brittannië waren voor
opleiding en medische
voorbereiding toen Duitsland op 8
mei 1945 capituleerde. Sommigen
menen dat de regering hun
krijgsdienst in oorlogstijd eenzijdig
heeft beëindigd op 8 mei 1945,
terwijl de oorlog pas echt
afgelopen was op 2 september
1945, althans voor ons land. Men
heeft u daarover al vragen
gesteld. Kan de datum van de
werkelijke demobilisatie van
bepaalde oorlogsvrijwilligers
alsnog gewijzigd worden?

02.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, il est vrai que

j'ai été interpellé à plusieurs reprises sur cette question. La volonté
du législateur en matière d'octroi du bénéfice d'un statut de
reconnaissance nationale afférent à la guerre 1940-1945 a été de ne
prendre en compte que les seuls services de guerre effectivement
accomplis. C'est donc la date de cessation réelle des hostilités qui
détermine la clôture de cette reconnaissance. Sur le théâtre
européen d'opérations, c'est la date de la capitulation inconditionnelle
des forces armées allemandes, le 7 mai 1945, qui marque la fin des
hostilités.

A la connaissance des services compétents de mon administration,
aucune unité constituée des Forces belges reconstituées en Grande-
Bretagne après le 28 mai 1940 n'a été transférée dans le Pacifique,
où la guerre se poursuivait. Dès lors, il n'y a pas lieu de considérer
que les hostilités ont continué après le 8 mai 1945.

Bien entendu, cela n'enlève rien au civisme des volontaires qui ont
rejoint l'armée après le 8 mai 1945, mais cela ne justifie pas qu'ils
soient assimilés à des anciens combattants. Pour mémoire, je
rappellerai que l'armée est restée sur le pied de guerre jusqu'en

02.02 Minister André Flahaut :

Inzake de toekenning van een
statuut van nationale
erkentelijkheid met betrekking tot
de Tweede Wereldoorlog, wordt
enkel de op de datum van de
werkelijke stopzetting van de
vijandelijkheden vervulde
krijgsdienst in oorlogstijd in
aanmerking genomen. Voor
Europa is die datum 7 mei 1945.

Uit burgerzin hebben vrijwilligers
dienst genomen in het leger na 8
mei 1945, maar dat rechtvaardigt
niet dat zij met oud-strijders
zouden worden gelijkgesteld.

De datum van 8 mei 1945 werd op
Europees niveau vastgesteld en
wij kunnen die moeilijk eenzijdig

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

1947, alors même que les hostilités étaient terminées sur tous les
théâtres d'opérations.

Et je crois que la date du 8 mai 1945 a été arrêtée au niveau
européen et il me paraît difficile de modifier unilatéralement la
législation sur cette question, même si les personnes peuvent
considérer qu'elles sont victimes d'une injustice, mais c'est toujours
le problème de la fixation d'une date.

wijzigen, ook al vinden sommigen
dat hen onrecht wordt aangedaan.

02.03 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le ministre, sans vouloir

remettre en cause la date ni même le principe, le fait d'avoir été
préparé pour un conflit, avant même d'aller sur un terrain de combat,
si je puis m'exprimer ainsi, ne veut-il pas dire que ces gens étaient
réellement des volontaires de guerre?

Concrètement, la formation, l'entraînement dont ils ont bénéficié
même sans aller au combat ne peut-il être assimilé au fait qu'ils ont
réellement presté pour le compte de l'État belge?

02.03 Richard Fournaux (cdH):

Houdt de door hen gevolgde
opleiding niet in dat zij werkelijk
oorlogsvrijwilligers waren, ook al
hebben zij niet aan de gevechten
deelgenomen?

02.04 André Flahaut, ministre: Cela me paraît introduire dans les

législations existantes une série d'interprétations. En introduisant des
périodes d'assimilation, on va ouvrir à nouveau la totalité des
dossiers. Vous savez comme moi que nous avons procédé une fois à
la réouverture de tous les dossiers pour permettre notamment aux
réfractaires d'introduire leur demande quand ils ne l'avaient pas fait à
l'époque de la fin de la guerre et qu'on termine à peine maintenant,
après neuf ans, tout le travail d'assimilation. Il faut être très prudent
avec ce genre de choses et je ne plaide pas pour la réouverture des
dossiers.

02.04 Minister André Flahaut:

Als we periodes van gelijkstelling
invoeren, moeten alle dossiers
worden heropend. Dat hebben we
al gedaan opdat de
werkweigeraars nog een aanvraag
konden indienen als ze dat op het
einde van de oorlog niet hadden
gedaan. Na negen jaar was dit
werk rond. Uit voorzorg sta ik niet
achter de heropening van de
dossiers.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Interpellation de M. Richard Fournaux au ministre de la Défense sur "la mise en application de

l'accord sectoriel du 19 avril 2001 au sein de la Défense" (n° 1502)

03 Interpellatie van de heer Richard Fournaux tot de minister van Landsverdediging over "de

toepassing van het sectoraal akkoord van 19 april 2001 bij Defensie" (nr. 1502)

03.01 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, selon mes informations, il semblerait que soit intervenu en
2001, plus exactement le 19 avril, un accord sectoriel au sein du
ministère de la Défense nationale, et ce afin de revaloriser le statut
des militaires de carrière. L'objectif était notamment de gommer les
écarts entre les salaires des militaires et leurs équivalents de la
fonction publique fédérale.

Toujours selon mes informations, il semblerait que fin décembre
2002 peut-être cela a-t-il changé depuis, ma question datant du 16
décembre 2002 , certains éléments de l'accord sectoriel n'étaient
toujours pas concrétisés. Si cette information s'avère exacte, force
est de constater que cela induirait un climat de méfiance entre les
représentants des militaires, les militaires eux-mêmes et l'autorité
fédérale, représentée par M. le ministre de la Défense.

Je souhaiterais, monsieur le ministre, que vous puissiez préciser les

03.01 Richard Fournaux (cdH):

Naar verluidt zou er op 19 april
2001 een sectoraal akkoord
gesloten zijn binnen het ministerie
van Defensie teneinde de
loonverschillen tussen militairen
en federale ambtenaren met
gelijkwaardige functies af te
vlakken.

Eind december 2002 waren
sommige bepalingen van dat
akkoord nog steeds niet in praktijk
gebracht.

Over welke bepalingen gaat het?
Binnen welke termijn zullen ze

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

éléments qui pourraient ne pas être appliqués aujourd'hui et, si tel
devait être le cas, dans quel délai le seraient-ils? Selon mes
informations, cela concerne aussi bien l'adaptation des traitements
des sous-officiers et officiers aux équivalents de la fonction publique
fédérale, repris dans les niveaux C, B et A, que le régime des
allocations et indemnités relatives notamment aux prestations de
week-end, jours fériés, heures supplémentaires, etc.

Je voudrais également soulever un autre problème, celui des
dispositions spécifiques relatives au travail de nuit occasionnel
acceptées aussi, semble-t-il, en négociations sectorielles. C'est assez
comique car au moment où j'introduisais ma question, j'ignorais
évidemment totalement vos intentions, qui ressortent des
déclarations que vous avez faites sur les ondes de la télévision belge
dimanche. Je trouve toutefois très sensé de tenter d'harmoniser les
statuts et les traitements des uns et des autres.

Ma question est donc soudain d'une grande actualité.

alsnog worden uitgevoerd?

Volgens mijn informatie betreft het
de aanpassing van de bezoldiging
van de onderofficieren en
officieren aan die van
gelijkwaardige federale
ambtenaren van niveau C, B en
A, en de regeling inzake toelagen
en vergoedingen voor
weekendwerk, werk op
feestdagen, overuren, enz.

Voorts zou ik het probleem willen
opwerpen van de specifieke
bepalingen betreffende het
occasionele nachtwerk, die naar
het schijnt ook bij de sectorale
onderhandelingen aanvaard
zouden zijn.

03.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, monsieur

Fournaux, ainsi que stipulé dans l'accord sectoriel du 19 avril 2001
je rappelle que c'était la première fois dans l'histoire de ce
département qu'un accord sectoriel était conclu -, il a toujours été
envisagé de rémunérer le personnel militaire au même niveau que
leurs collègues de la fonction publique. En conséquence, les
barèmes de traitement des volontaires sont alignés sur ceux des
agents publics de niveau D depuis novembre 2001.

Nous avons également l'intention d'aligner les autres catégories sur
leurs équivalents à la Fonction publique. Cet objectif demeure
inchangé à ce jour. La raison du retard dont vous faites mention
réside dans le fait que les études portant sur ces adaptations ont dû
être revues à la suite de la réforme Copernic.

De plus, l'accord sectoriel du 19 avril 2001 a été modifié le 10 juin
2002. Actuellement, le contenu de ce nouvel accord est soumis à
négociation avec les organisations syndicales qui devrait commencer
dans les prochains jours. Au préalable, je devais avoir un contact
avec mon collègue du Budget. Ce contact a eu lieu quelques jours
avant la trêve qui, je le constate, fait des dégâts dans beaucoup de
services. Les négociations vont maintenant pouvoir reprendre et être
assez rapidement finalisées, je l'espère.

Les mesures linéaires de Copernic sont suivies par le département
de la Défense. Ces mesures comprennent le paiement d'une prime
de restructuration par analogie avec la prime Copernic qui porte le
pécule de vacances au même niveau que celui de la Fonction
publique. En 2003, il sera équivalent à 92% d'un salaire mensuel brut
pour les volontaires et sous-officiers et à 80% pour les officiers. Ces
derniers verront, dès 2005, leur pécule de vacances porté également
à 92% d'un salaire brut, conformément aux dispositions qui seront en
vigueur à la Fonction publique.

L'augmentation de 1% a été réalisée en décembre 2002 pour les
sous-officiers de niveau 2 et les volontaires. Les sous-officiers de
niveau 2+ et les officiers l'ont perçue le 1

janvier 2003.

03.02 Minister André Flahaut:

Zoals het sectoraal akkoord van
19 april 2001 bepaalt, was het
steeds de bedoeling dat de wedde
van het militair personeel gelijk
zou lopen met die van het
personeel van het openbaar ambt.
De loonschalen van de
vrijwilligers worden sinds
november 2001 dan ook
afgestemd op die van de
overheidsambtenaren van niveau
D.

Voor de andere categorieën geldt
dezelfde doelstelling, maar er
werd enige achterstand opgelopen
omdat de studies over die
aanpassingen ingevolge de
Copernicushervorming moesten
worden aangepast.

Bovendien werd het sectoraal
akkoord van 19 april 2001 op 10
juni 2002 gewijzigd en dient over
het nieuwe akkoord te worden
onderhandeld met de
vakbondsorganisaties. De
onderhandelingen starten nu en
zouden snel moeten worden
afgerond.

Het departement
Landsverdediging volgt de lineaire
maatregelen van de
Copernicushervorming. Daar hoort
ook een herstructureringspremie

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

L'adaptation de barème du traitement des sous-officiers et des
officiers est à l'heure actuelle un sujet de négociation syndicale, initié
par l'avenant à l'accord sectoriel. Il est prévu d'aligner les traitements
des sous-officiers de niveau 2 et 2+ respectivement sur ceux des
agents publics de niveau C et B. Les traitements des officiers doivent
être alignés sur ceux de leurs collègues fédéraux de niveau A.

En plus de l'alignement de traitement, les négociations comprennent
un volet indemnités et allocations. C'est dans ce volet que sont
reprises, entre autres, les prestations telles que celles de week-end,
heures supplémentaires et prestations de nuit occasionnelles.

Etant donné que ces négociations sont toujours en cours, il me
semble prématuré d'en donner les détails dès à présent.

En ce qui concerne les propositions formulées ce week-end, j'ai eu
ce matin une première réunion de travail avec M. Duquesne, au
cours de laquelle nous avons déjà identifié toutes les coopérations
qui existaient entre nos deux départements. Nous avons listé une
série de choses qui pourraient être faites de façon ponctuelle par
l'armée en support d'activités de la police, pour permettre aux
policiers de faire leur métier, à savoir assurer la sécurité des biens et
des personnes dans les villes et communes. Il n'est donc
aucunement question que les militaires fassent le boulot des
policiers.

Il faut maintenant déterminer des modalités de coopération sur des
missions qu'il faut également identifier. Le travail technique est en
cours pour aboutir à la rédaction d'un nouveau protocole entre les
départements de la Défense et de l'Intérieur, de manière à pouvoir
concrétiser rapidement sur le terrain certaines choses qui découlent
de l'idée émise ce week-end.

Par correction à l'égard de M. De Crem qui, ce matin, avait aussi une
question sur ce thème et qui a décidé de la transformer en
interpellation dans une quinzaine de jours, je préférerais que vous
vous joignez éventuellement à lui pour cet aspect-là de votre
question.

bij, die het bedrag van het
vakantiegeld in overeenstemming
brengt met dat van het openbaar
ambt.

De onderhandelingen omvatten
tevens een hoofdstuk over de
vergoedingen en toelagen, waarin
ook het weekendwerk, de
overuren en het occasionele
nachtwerk geregeld worden.

De onderhandelingen daarover
zijn nog steeds aan de gang.

Vanochtend heb ik een eerste
werkvergadering gehad met
minister Duquesne. Daarop zijn
we nagegaan welke
samenwerkingsverbanden er
momenteel al bestaan tussen
onze departementen en hebben
we een lijst opgesteld van
specifieke taken die het leger zou
kunnen uitvoeren om de politie bij
te staan. Het is geenszins de
bedoeling dat de militairen het
werk van de politieagenten
overnemen. Wel kan er zo meer
tijd vrijgemaakt worden voor taken
op het stuk van de openbare
veiligheid.

Nu is het zaak de
samenwerkingsmodaliteiten uit te
werken voor bepaalde, nader te
omschrijven opdrachten. Daarna
kan een en ander snel zijn beslag
krijgen via een nieuw protocol
tussen Defensie en Binnenlandse
Zaken.

Zou u uw vraag, uit beleefdheid
jegens de heer De Crem, die
hierover over veertien dagen wil
interpelleren, niet aan zijn
interpellatie willen toevoegen? Bij
die gelegenheid zal ik u nadere
informatie verstrekken.

03.03 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le ministre, je n'ai pas

très bien compris: vous semblez dire qu'une série d'éléments de ma
question concernant l'accord sectoriel sont toujours en négociation
aujourd'hui?

03.03 Richard Fournaux (cdH):

Als ik het goed begrijp, wordt er
op dit moment nog steeds
onderhandeld over bepaalde
onderdelen van het sectoraal
akkoord waarvan sprake in mijn
vraag? Er is sprake van de
uitvoering van een op 19 april

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2001 gesloten sectoraal akkoord.
U gewaagt echter van lopende
onderhandelingen.

03.04 André Flahaut, ministre: Oui.

03.05 Richard Fournaux (cdH): C'est bizarre. On me parle de la

mise en application d'un accord sectoriel intervenu le 19 avril 2001.
Or, vous parlez de négociations toujours en cours.

03.06 André Flahaut, ministre: Il y a eu la négociation sectorielle du

19 avril 2001. Suite à la "manifestation des gamelles", une
négociation complémentaire s'est avérée nécessaire dans la mesure
où, depuis le moment où la première négociation était intervenue
entre la Défense et les militaires, d'autres négociations avaient vu le
jour dans d'autres départements, notamment les gardiens de prison,
qui plaçaient de nouveau en retard les militaires par rapport à
certaines catégories de la Fonction publique.

On a donc actualisé l'accord sectoriel du 19 avril 2001 par l'accord
sectoriel du 10 juin 2002 en y incluant d'autres choses, notamment
tout le problème des indemnités, des allocations encore en
discussion et l'ensemble de la révision des barèmes, sur base des
principes que je vous ai énoncés. Cet accord doit être finalisé
prochainement.

Il faut alors distinguer deux choses: d'abord l'accord sectoriel
proprement dit qui est un acte politico-syndical ou syndicalo-politique
et ensuite les arrêtés d'exécution de l'accord sectoriel qui doivent
aussi être négociés. C'est cela, notre pays.

03.06 Minister André Flahaut:

Op 19 april 2001 hebben er
inderdaad sectorale
onderhandelingen
plaatsgevonden. Daarna diende
echter nog verder onderhandeld te
worden, omdat inmiddels elders
weer andere onderhandelingen
gevoerd waren (meer bepaald bij
de gevangenbewaarders),
waardoor de militairen opnieuw
achtergesteld bleken bij andere
categorieën van ambtenaren.

Het sectorale akkoord van 19 april
2001 werd dus geactualiseerd
door dat van 10 juni 2002. Daarbij
werden het hele vraagstuk van de
vergoedingen en toelagen,
waarover nog besprekingen
worden gevoerd, en de hele
herziening van de loonschalen,
waarover eerdaags een akkoord
moeten worden bereikt, mee in
overweging genomen.

Eigenlijk moet er een onderscheid
worden gemaakt tussen het
sectoraal akkoord, dat het werk is
van de politiek en de vakbonden,
en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Daarover moet ook nog worden
onderhandeld. Zo wil het de
traditie in ons land.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Richard Fournaux au ministre de la Défense sur "la fermeture des homes de

l'INIG à Dilbeek, Seny et Uccle" (n° A578)

04 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de minister van Landsverdediging over "de sluiting

van de NIOOO-rusthuizen te Dilbeek, Seny en Ukkel" (nr. A578)

04.01 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, ma question datant du 17 décembre dernier, vous avez
peut-être déjà été interrogé sur le sujet.

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

04.02 André Flahaut, ministre: Non, pas encore.

04.03 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le ministre, la presse

s'est fait l'écho de la fermeture éventuelle ou en tout cas de la vente
par l'Etat belge à des groupes privés, de maisons de repos gérées
par l'INIG à Dilbeek, Seny et Uccle. Peut-être est-ce l'occasion de
nous livrer votre point de vue? Néanmoins, même s'il s'agit d'une
coïncidence, les journaux francophones abordent de nouveau ce
dossier, en posant plus précisément la question de savoir si l'Etat
belge a le droit de vendre. Les titres de la presse laissent entendre
que l'Etat belge en arriverait à vendre un bien qu'il ne pourrait pas
vendre parce qu'il n'en est pas réellement propriétaire. Peut-on
vendre un bien qui vous a été légué avec une option d'occupation
bien précise?

04.03 Richard Fournaux (cdH):

De pers heeft het nieuws van de
verkoop door de Belgische staat
van door het NIOOO beheerde
rusthuizen in Dilbeek, Seny en
Ukkel verspreid. Heeft de
Belgische staat het recht
rusthuizen waarvan zij niet de
werkelijke eigenaar is en die door
de sponsors met een welbepaalde
uitbatingsoptie werden nagelaten
te verkopen?

04.04 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,

une série de revendications non satisfaites de l'ensemble des
victimes de guerre ont été rencontrées sous la législature 1995-1999,
tant sur le plan financier que sur le plan moral.

Sous cette législature-ci, une deuxième liste de revendications a été
préparée par l'ensemble des associations des victimes de guerre,
pour revoir certaines indemnisations, pour élargir les indemnisations
à d'autres catégories ou encore passer de la simple reconnaissance
morale à la reconnaissance budgétaire financière. C'est le cas, par
exemple, pour l'ensemble de la communauté juive et les tziganes.
L'ensemble de ces mesures ont été adoptées par le gouvernement,
moyennant un coût de 360 millions d'anciens francs par an.

Dans le même ordre d'idées, l'Institut national des invalides de
guerre qui a, dans ses attributions, la gestion de ces trois homes,
affichait effectivement un certain nombre de difficultés budgétaires à
l'endroit de ces trois homes, dont la gestion est déficitaire. J'ai moi-
même demandé, à plusieurs reprises, des plans de redressement.
Cependant, j'ai dû constater que ces plans ne venaient pas, sauf à
me dire qu'il fallait injecter dans la gestion des trois homes 300
millions pour les travaux de mise en conformité pour la sécurité.

Vous comprendrez aisément que, entre la mise à la disposition de
trois homes pour 230 ressortissants, à concurrence de 300 millions,
et les 380 millions dont j'avais besoin pour satisfaire les 45.000
victimes de guerre, il fallait faire un choix, ce que j'ai fait en essayant
de satisfaire le plus grand nombre des ressortissants de ces
différents statuts. Toutefois, si aujourd'hui, la décision de céder les
homes est prise, les négociations ne sont entamées avec personne,
ni avec le CPAS d'Uccle, ni avec l'intercommunale de Seny ou de
Dilbeek.

Il est clair que le CPAS d'Uccle, l'intercommunale en question dans
la région de Huy et depuis aujourd'hui, l'intercommunale de Dilbeek
manifestent un intérêt pour la reprise de ces institutions. Cela signifie
que les institutions ne seront pas fermées en tant que telles, elles
seront maintenues. Par ailleurs, dans une négociation avec des
repreneurs éventuels, vous comprendrez aisément que je ne me suis
pas battu autant de temps pour les victimes de guerre sans prendre
les garanties nécessaires et suffisantes pour que ceux qui y sont
puissent y rester et pour que ceux qui voudraient y résider à l'avenir

04.04 Minister André Flahaut:

Tijdens de huidige zittingsperiode
werden al heel veel verzoeken
van oorlogsslachtoffers ingewilligd
en werd een tweede lijst opgesteld
om de voorstellen te herzien en
uit te breiden en om in een
financiële tegemoetkoming te
voorzien. Aan de maatregelen die
de regering heeft genomen hangt
een prijskaartje van 380 miljoen
frank per jaar.

De drie rusthuizen waarover het
hier gaat, beheerd door het
Nationaal Instituut voor
Oorlogsinvaliden, Oud-Strijders en
Oorlogsslachtoffers, kampen met
ernstige budgettaire
moeilijkheden. Het NIOOO kan de
300 miljoen frank die voor de
vereiste werkzaamheden nodig
zijn niet betalen. Tussen de 230
bewoners en de tienduizenden
oorlogsslachtoffers heb ik
gekozen voor de oplossing waar
het grootste aantal mensen iets
aan heeft.

De onderhandelingen met het
OCMW van Ukkel en met de
intercommunales die bereid zijn
de twee andere rusthuizen over te
nemen zijn nog niet begonnen.
Het spreekt vanzelf dat de
instellingen worden behouden en
dat de nodige maatregelen zullen
worden genomen om ervoor te
zorgen dat de bewoners er kunnen
blijven, dat toekomstige
rechthebbenden kunnen worden
opgenomen en dat het personeel

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

aient une priorité d'accès. Il en va de même pour la garantie d'emploi
du personnel en place.

Je puis vous dire que ce sont les conditions qui seront mises dans les
négociations qui vont s'ouvrir. On a vu cela avec Sainte-Ode à une
époque. Quand il y a eu la reprise de Sainte-Ode par une
intercommunale hospitalière du Luxembourg, les mêmes garanties
ont été réclamées par M. Nachez, à l'époque, qui a voulu que l'on y
maintienne la garantie d'accès, la priorité d'accès et le personnel. Ce
qui s'est fait à un certain moment pour un home qui n'appartenait pas
à l'Institut National des Invalides de Guerre mais bien à la Fédération
des Anciens Combattants à l'époque, peut se faire aussi pour nous.
Nous pourrons ainsi, à la fois, rencontrer les revendications qui
n'avaient pas été satisfaites jusqu'à présent, tout en assurant une
pérennité pour ces homes qui ne seront plus la propriété de l'INIG
mais seront simplement propriété d'autres organismes, certainement
des organismes publics, avec les garanties que je viens d'indiquer, et
sans doute aussi une représentation des anciens combattants dans le
conseil d'administration. Pourquoi pas? Tout cela peut faire l'objet de
négociations.

Je voudrais dire également que la vente des homes de l'Institut
National des Invalides de Guerre est un acte de tutelle pure sur
l'Institut National des Invalides de Guerre, comme vient de le dire le
Conseil d'Etat qui a été amené à examiner le projet. On peut donc le
faire. Mais on ne va pas le faire n'importe comment et je tiens à
rassurer cette communauté des victimes de guerre. Je suis un peu
malheureux de constater qu'on ne retient que la vente ou la cession
des homes en oubliant tout le reste mais c'est sans doute la vie!
et qu'il y a toute une agitation autour de ce problème, agitation qui
n'a rien à voir avec la défense des victimes de guerre ni avec la
politique en faveur de ces victimes de guerre mais qui provient tout
simplement de préoccupations d'ordre personnel pour d'aucuns.

aan de slag kan blijven. Die
rusthuizen blijven zeker bestaan.
Zij blijven in handen van openbare
instellingen. Er kan worden
gedacht aan een
vertegenwoordiging van de oud-
strijders in de raden van bestuur
en een toezicht op het Nationaal
Instituut voor Oorlogsinvaliden is
mogelijk.

De heisa die sommigen uit
eigenbelang hebben veroorzaakt
staat hier los van.

04.05 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le président, je remercie

le ministre pour sa réponse et pour sa franchise habituelle.

Monsieur le ministre, pourquoi ne proposez-vous pas un bail
emphytéotique?

04.05 Richard Fournaux (cdH):

Waarom werd niet gekozen voor
erfpacht, toch een constructiever
oplossing?

04.06 André Flahaut, ministre: C'est effectivement une des

formules que l'on peut proposer.

04.06 Minister André Flahaut:

Die mogelijkheid werd zeker niet
terzijde geschoven.

Le président: Je reconnais là le municipaliste!

04.07 Richard Fournaux (cdH): Monsieur le ministre, c'est ce qu'on

appelle l'opposition constructive!

04.08 André Flahaut, ministre: Désormais, je vais lire que sur

proposition de Richard Fournaux, je vais vendre sous forme de bail
emphytéotique! (Rires)

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de minister van Landsverdediging over "de

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

modaliteiten van werking van DOVO" (nr. A612)

05 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de la Défense sur "les modalités de

fonctionnement du SEDEE" (n° A612)

05.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, ik wil nog eens terugkomen op de eindejaarsfeesten en
op het vuurwerk, dat daarmee te maken heeft. In de Belgisch-
Nederlandse grensstreek is dat toch wel een serieus probleem. Er is
ook gebleken dat de wetgeving in verband met de verkoop van
vuurwerk totaal achterhaald is, maar ik weet dat ik daarvoor bij een
andere minister moet zijn. Ik zal dat ook doen. Hier wil ik het hebben
over de modaliteiten waarbij men een beroep kan doen op DOVO, de
ontmijningsdienst van het leger.

Wij moeten er toch vanuit gaan dat politiemensen moeilijk het
onderscheid kunnen maken tussen echt feestvuurwerk en gevaarlijk
vuurwerk. Het is niet altijd zo duidelijk. De codenummers die op
vuurwerk staan, zijn hoegenaamd niet duidelijk. Ook het opslaan van
vuurwerk in politiegebouwen is gevaarlijk. Die gebouwen zijn daartoe
niet uitgerust, hebben geen bunker en zijn heel vaak gelegen binnen
bewoonde gebieden.

Een heel concreet voorbeeld dat zich de voorbije dagen in Turnhout
heeft voorgedaan, heeft aangetoond dat het toch niet zo duidelijk is
onder welke voorwaarden en hoe de politiediensten een beroep
moeten doen op DOVO. Bovendien bleek, tenminste volgens de
verklaring van de verantwoordelijke, dat er noch in Zutendaal, noch
in Oud-Heverlee met oudejaarsdag nog enige opslagcapaciteit voor
vuurwerk was.

Ik moet u persoonlijk bedanken, mijnheer de minister, omdat het na
een optreden bij uw kabinet toch is gelukt om de drie ton vuurwerk
die was opgeslagen in het politiekantoor van Turnhout, te
verwijderen. Dat ging echter nog gepaard met heel wat moeilijkheden
nadien, want dan bleek DOVO geen transport te hebben en dan
moest de provinciecommandantuur nog voor het transport zorgen.
Uiteindelijk is het met oudejaarsjaardag weggehaald.

Terloops verneem ik vandaag dat in Hoogstraten op het ogenblik nog
steeds een massa vuurwerk, die nog niet opgehaald is, in het
politiegebouw is opgeslagen. Dat doet mij een aantal vragen stellen.
De politie moet van het parket vuurwerk in beslag nemen wanneer
het illegaal verkocht wordt, of wanneer de winkels meer voorraden
hebben dan de hoeveelheid waarvoor zij een vergunning hebben. Is
DOVO dan effectief de bevoegde dienst om dat op te halen, te
stockeren en desgevallend ook te vernietigen?

Waarom is er een dergelijk omslachtige procedure die bepaalt dat u,
als minister, uiteindelijk moet handtekenen voor het feit dat DOVO al
dan niet vuurwerk mag komen ophalen? Ik verwijs hiervoor naar het
probleem van oudejaarsdag.

Hoe denkt u, mijnheer de minister, om een duidelijkere en
gemakkelijkere regeling te maken?

05.01 Marcel Hendrickx

(CD&V): Pendant la période de fin
d'année, il est apparu une fois de
plus que la législation belge
relative aux feux d'artifice était
totalement obsolète. Un incident
survenu dans la zone frontalière
belgo-néerlandaise a montré que
les services de police locale
n'avaient pas connaissance des
conditions auxquelles ils peuvent
faire appel au Service
d'enlèvement et de
démantèlement des explosifs, le
service de déminage de l'armée.
Nous nous trouvons dans une
situation dangereuse car la police
est appelée à saisir les feux
d'artifices illégaux alors qu'elle
n'est pas en mesure de distinguer
les feux d'artifice festifs des
produits dangereux. Les bâtiments
des services de police sont en
outre tout à fait inadaptés pour
l'entreposage de grosses quantités
de feux d'artifices.

Je remercie le ministre pour la
solution qu'il a apportée à
l'incident de Turnhout, mais celle-
ci ne résoudra pas les problèmes
à venir. Le Service d'enlèvement
et de démantèlement des
explosifs est-il compétent pour
l'enlèvement, le stockage et la
destruction des feux d'artifice
illégaux? Pourquoi la procédure
est-elle si longue et complexe? Le
ministre va-t-il définir plus
précisément la coopération avec
le Service d'enlèvement et de
démantèlement des explosifs?

05.02 Minister André Flahaut: Mijnheer Hendrickx, DOVO staat niet

in voor het transport, de stockage of de vernietiging van vuurwerk. In

05.02 André Flahaut, ministre:

Le transport, l'entreposage et la

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

eerste instantie dient het ministerie van Justitie, de procureur des
Konings of de onderzoeksrechter op te treden. Op diens aanvraag
zal nadien het ministerie van Economische Zaken, dienst
Springstoffen, de inventarisatie verzorgen, alsook alle maatregelen
voor opslag en vernietiging nemen. Ik refereer hiervoor aan het
koninklijk besluit houdende het algemene reglement betreffende het
fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en
gebruiken van springstoffen van 23 september 1958, artikelen 296 en
297.

DOVO beschikt, sedert de ingebruikname van de nieuwe loods te
Meerdaal sinds half 2002 niet meer over opslagcapaciteit voor
vuurwerk. De eenheid mag, om milieutechnische redenen, geen
industriële vernietiging van vuurwerk meer uitvoeren.

Het ministerie van Economische Zaken legt de laatste hand aan een
procedure van ophaling, stockage en vernietiging van vuurwerk.

destruction des feux d'artifice ne
ressortissent pas à la compétence
du Service d'enlèvement et de
démantèlement des explosifs.
Seuls les ministres de la Justice et
de l'Intérieur sont compétents en
cette matière. De surcroît, le
Service d'enlèvement et de
démantèlement des explosifs ne
dispose plus d'une capacité de
stockage pour les feux d'artifice et
ne peut plus procéder à leur
destruction pour des raisons
écologiques. Le ministère des
Affaires économiques oeuvre
actuellement à l'élaboration d'une
nouvelle procédure relative à
l'enlèvement, à l'entreposage et à
la destruction des feux d'artifice.

Je ne suis pas informé de la situation à Hoogstraten. Entre Noël et
Nouvel An, vous avez vu que des responsables du département de
la Défense et de la commune de Turnhout ont réagi rapidement. En
ce qui concerne la procédure, c'est normalement au département de
la Justice de régler ce problème. Mais là aussi, quand il faut
effectuer un dépannage, on peut avoir recours à l'armée comme à
chaque fois que des situations un peu catastrophiques se présentent.
Cela peut se faire via le commandant de province, cela se fait
également avec un retour en quelque sorte à l'état-major qui doit être
informé. En effet, ce n'est pas notre métier: on sort de nos missions.
Il faut une autorisation pour ce faire et seul le ministre ou son
représentant peut prendre cette décision.

De la même façon, nous ne sommes pas équipés pour procéder à la
destruction des munitions. Nous avons eu un accident assez grave
avant 1999, à Meerdaal précisément. Il existe des firmes
spécialisées dans la destruction des artifices. Je sais qu'une
procédure d'appel d'offres est en cours au niveau du département de
la Justice afin de détruire les stocks importants de munitions qui se
trouvent pour l'instant à Zutendaal.

Ik ben niet op de hoogte van de
situatie in Hoogstraten. Die
procedure ressorteert onder het
departement Justitie. Als het leger
moet inspringen, moet dat
aangevraagd worden bij de
provinciale commandant of moet
de nodige feedback aan de staf
worden gegeven. Er moet een
toelating worden verleend voor
taken die niet tot onze opdracht
behoren. Wij zijn evenmin
bevoegd voor het vernietigen van
munitievoorraden.

05.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Mijnheer de minister, ik moet

vaststellen dat er op dit ogenblik dus eigenlijk geen sluitende
procedure is. U zegt namelijk dat de minister van Economische
Zaken op dit ogenblik bezig is met de uitwerking van een procedure.
Doch, de contacten die wij in de dagen vóór nieuwjaar met
Economische Zaken gehad hebben, wezen duidelijk uit dat men daar
niet wist wat met dat probleem aan te vangen.

Ik moet vaststellen dat de lokale politiediensten op dit ogenblik
eigenlijk de pineut in het verhaal zijn, want zij zijn degenen die dat
tijdelijk moeten opslaan. "Tijdelijk" kan in sommige omstandigheden,
zoals het geval Hoogstraten, dan toch wel erg lang duren.

Als de gemeente of de provincie een vergunning moet afleveren
voor de verkoop van 2 kg vuurwerk, dan wijst het er toch wel op dat
dit een gevaarlijk iets is. Als er dan 3 ton vuurwerk moet worden
opgeslagen in een politiegebouw dat midden in een bewoonde wijk

05.03 Marcel Hendrickx

(CD&V): Il n'existe donc pas de
procédure précise. Une telle
procédure serait encore en cours
d'élaboration. Cela n'a toutefois
pas été confirmé dans le cadre
des contacts que nous avons eus
avec le département de l'Intérieur.
Les services de police locaux
seront donc encore obligés à
l'avenir d'entreposer des tonnes
de feux d'artifice dans leurs
propres bâtiments, au milieu des
quartiers habités. Cette situation
est injustifiable et une solution doit
intervenir d'urgence.

CRIV 50

COM 933

07/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

ligt, dan is dat onverantwoord.

Mijnheer de minister, ik zou er toch voor willen pleiten dat u samen
met uw collega's zou zoeken naar een oplossing. Misschien, behalve
nog enkele restanten van de voorbije periode, is het probleem niet zo
acuut, maar volgend jaar komt diezelfde problematiek met oudejaar
terug.

05.04 André Flahaut, ministre: C'est la raison pour laquelle

j'interpellerai à nouveau mes collègues de la Justice et des Affaires
économiques au sujet de cette problématique. En effet, la situation
que vous décrivez me paraissait suffisamment dangereuse pour
nous amener à réagir aussi rapidement que possible dans des
circonstances un peu difficiles car, avec les inondations, nous ne
disposions pas de tout le personnel voulu à ce moment-là.

Je pense qu'il faut faire passer le message de notre disponibilité
permanente pour venir en aide aux communes. C'est d'ailleurs le
sens des propositions que j'ai faites ce week-end.

05.04 Minister André Flahaut:

Over deze kwestie zal ik mijn
collega van Justitie opnieuw
interpelleren. Wij zijn te allen tijde
beschikbaar om de gemeenten te
helpen. De beschreven situatie is
zo gevaarlijk dat zij onze
onmiddellijke reactie
rechtvaardigt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de minister van Landsverdediging over "de nucleaire

taken van de basis van Kleine Brogel" (nr. A372)

06 Question de Mme Els Van Weert au ministre de la Défense sur "les missions de la base de

Kleine Brogel dans le domaine nucléaire" (n° A372)

06.01 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik

verontschuldig mij omdat die vraag op dit ogenblik iets minder
actueel is door tal van omstandigheden, waaraan ik zelf ook wel
schuld heb, maar het is toch een thema dat belangrijk genoeg is om
als mondelinge vraag in de commissie aan bod te laten komen,
meen ik.

Commandant Van Caelenberghe zegt in Het Belang van Limburg
van 5 oktober naar aanleiding van de "bomstoppingsacties" destijds
en in De Morgen van 7 oktober, dat het geen geheim is dat de
luchtmachtbasis van Kleine Brogel nucleaire taken heeft en dat de
piloten daarvoor trainen. Hij kan, enkel om veiligheidsredenen, niet
zeggen of er nu al dan niet kernwapens aanwezig zijn op de basis
van Kleine Brogel. Dat is nochtans openhartiger en duidelijker dan
wat ooit tevoren over dat thema gezegd is door de minister van
Landsverdediging. Wij vragen ons nu af of de minister de
verklaringen van de basiscommandant kan bevestigen.

Bovendien, in die periode verkeerde de legerbasissen van Kleine
Brogel en Glons in alarmfase BRAVO. Volgens het kabinet van
Defensie gebeurde het instellen van de alarmtoestand BRAVO
gelijktijdig in alle andere NAVO-basissen in Europa. Ook hier bestaat
geen concrete informatie over een terroristische aanslag van Al
Qaeda, klinkt het op het kabinet.

Graag had ik van de minister een antwoord op de volgende vragen.

Ten eerste, heeft de tiende Tactische Wing, gelegerd op de
luchtmachtbasis van Kleine Brogel, nucleaire taken? Zo ja, aan

06.01 Els Van Weert (VU&ID):

Pour des raisons de sécurité, le
commandant van Caelenberghe
ne peut nous dire si la base
aérienne de Kleine Brogel abrite
des armes nucléaires. Dans une
interview accordée à un journal, il
a cependant admis que la base
accomplissait des tâches
nucléaires. A l'instar de toutes les
bases militaires de l'OTAN, celles
de Kleine Brogel et de Glons sont
passées en phase d'alerte Bravo.

Les membres du 10

ème

Wing

tactique de Kleine Brogel et/ou les
militaires américains présents
accomplissent-ils réellement des
tâches nucléaires? Dans
l'affirmative, en quoi consistent-
elles? Quand des exercices
TACEVAL auront-ils lieu? La base
aérienne de Kleine Brogel
dispose-t-elle des infrastructures
requises pour abriter des armes
nucléaires?

07/01/2003

CRIV 50

COM 933

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

welke eskadrons zijn die toegewezen?

Ten tweede, trainen de piloten van het tiende Tactische Wing op de
uitvoering van nucleaire opdrachten?

Ten derde, wanneer vinden in de toekomst TACEVAL-oefeningen
plaats? Welke daarvan hebben betrekking op nucleaire taken?

Ten vierde, heeft de luchtmachtbasis van Kleine Brogel
opslagmogelijkheden voor kernwapens?

Ten vijfde, zijn er op de luchtmachtbasis WS3-bunkers aanwezig?

Ten zesde, hebben de aanwezige Amerikaanse militairen van het
MUNSS nucleaire opdrachten? Wat houden die nucleaire opdrachten
dan in?

Ten zevende, welke soort aanvalsmissies zijn voorzien met
kernwapens en voor welke doelwitten zijn aanvalsscenario's
opgesteld?

Mijnheer de minister, ik ben zo vrij om u, naar aanleiding van de
uitlatingen van de basiscommandant, daarover verdere
verduidelijking te vragen.

06.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, collega's, in

het kader van het Atlantisch Verbond heeft België aanvaard om deel
te nemen aan de nucleaire ontrading. In die context werd de basis
van Kleine Brogel uitgerust met de nodige infrastructuur ter
ondersteuning van die zending en zijn een aantal van de
bemanningen in die rol gekwalificeerd.

Alle zendingen toegewezen aan de smaldelen van de NAVO worden
met regelmatige tussenpozen onderworpen aan een evaluatie.

De Amerikanen op de basis van Kleine Brogel hebben een
coördinerende taak.

Ten slotte wens ik nog aan te stippen dat alle besluiten tot militaire
actie in NAVO-verband onderworpen zijn aan de instemming van de
NAVO-raad en dat na consultatie en debat op het politieke niveau.

06.02 André Flahaut, ministre:

La Belgique participe à la force de
dissuasion nucléaire dans le cadre
de l'OTAN. La base de Kleine
Brogel dispose à cet effet de
l'infrastructure nécessaire et une
partie des effectifs est également
entraînée dans cette optique.
Toutes les missions confiées à
l'escadrille de l'OTAN font
régulièrement l'objet
d'évaluations. Les Américains
présents sur la base assurent une
mission de coordination. Toutes
les actions militaires liées à
l'OTAN sont soumises à l'accord
du Conseil de l'OTAN.

Les niveaux d'alerte Bravo, Alpha, Charlie sont déterminés par
l'OTAN en ce qui concerne les bases de Kleine Brogel et de
Florennes. Autrement dit, lorsque l'OTAN décide de passer à Bravo
pour des raisons qui lui sont propres, Florennes et Kleine Brogel
passent à ce niveau d'alerte, ainsi que Glons.

Zowel voor de basis van Kleine
Brogel als voor die van Florennes
worden de alarmfasen door de
NAVO bepaald.

06.03 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de minister, ik dank u voor

het antwoord, maar ik stel vast dat we ook deze keer niet verder
geraken.

06.03 Els Van Weert (VU&ID):

Cette réponse ne nous avance
guère.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De volgende vragen worden uitgesteld wegens afwezigheid van de indiener: A573 van de