KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 927
CRIV 50 COM 927
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag
mardi
17-12-2002
17-12-2002
13:30 uur
13:30 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
omstandigheden waarin de RVP-bureaus van
Hasselt en Turnhout moeten werken" (nr. A468)
1
Question de M. Hubert Brouns au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
conditions dans lesquelles doivent travailler les
bureaux de l'ONP de Hasselt et Turnhout"
(n° A468)
1
Sprekers:
Hubert Brouns, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Hubert Brouns, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de plastische chirurgie bij Nederlanders in
België" (nr. A496)
3
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
chirurgie plastique réalisée en Belgique sur des
personnes de nationalité néerlandaise" (n° A496)
3
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de terugbetaling van IVF" (nr. A474)
5
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le
remboursement de la FIV." (n° A474)
5
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Bernard Baille aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de sectoren van de onderaannemings- en
de uitzendarbeid in de bedrijfswereld" (nr. A336)
6
Question de M. Bernard Baille à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "les secteurs
de la sous-traitance et de l'intérim dans le monde
des entreprises" (n° A336)
6
Sprekers:
Bernard Baille, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Bernard Baille, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de voorgestelde verdeling
van de inkomsten van lokale PWA's" (nr. A428)
9
Question de M. Peter Vanvelthoven à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
proposition relative à la répartition des recettes
des ALE locales" (n° A428)
9
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de beslissing van het
'comité van de klacht van 30 miljard' om naar de
arbeidsrechtrechtbank te stappen uit onvrede in
verband met het niet respecteren van het Sociaal
Plan door de overheid" (nr. A459)
11
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
décision du 'comité de la plainte des 30 milliards'
d'engager une action devant le tribunal du travail
pour non-respect du plan social par les autorités"
(n° A459)
11
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
17
DECEMBER
2002
13:30 uur
______
du
MARDI
17
DÉCEMBRE
2002
13:30 heures
______

De vergadering wordt geopend om 13.36 uur door de heer Jean-Marc Délizée, voorzitter.
La séance est ouverte à 13.36 heures par M. Jean-Marc Délizée, président.
01 Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
omstandigheden waarin de RVP-bureaus van Hasselt en Turnhout moeten werken" (nr. A468)
01 Question de M. Hubert Brouns au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les
conditions dans lesquelles doivent travailler les bureaux de l'ONP de Hasselt et Turnhout"
(n° A468)
01.01 Hubert Brouns (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het gaat over de omstandigheden waarin de RVP-bureaus
van Hasselt en Turnhout zouden werken. Ik heb mij daarover laten
informeren door het personeel. Zij verklaren dat de bureaus zowel
wat personeel als wat materieel betreft onderbezet zijn. Dat doet zich
zowel voor in Hasselt als in Turnhout. Daarmee geven zij ook
meteen aan waar de oorzaken liggen van het feit dat bepaalde
pensioendossiers niet binnen een bepaald tijdsbestek zijn
afgehandeld. Zij beklagen zich ook over het feit dat zij daardoor geen
goede service kunnen verlenen aan degenen die daarom vragen. Het
verschil tussen deze twee bureaus en de andere ligt waarschijnlijk in
het feit dat precies in die twee bureaus een heel groot aantal
pensioendossiers van grensarbeiders moet worden behandeld. U
weet wel dat dit vaak zeer ingewikkelde dossiers zijn. Die mensen
moeten daarom vaak heel lang wachten vooraleer het dossier is
samengesteld en kan worden afgehandeld. Onlangs zijn er toch wat
verbeteringen aangebracht, maar die zouden nog onvoldoende zijn.
Ik kan dat moeilijk inschatten, omdat ik niet deskundig ben om te
kunnen beoordelen hoeveel dossiers er precies moeten worden
afgewerkt binnen welke termijn. Ik baseer mij dus alleen op hetgeen
men mij heeft verteld. De vraag is bij mij opgedoken nadat ik
vaststelde dat een aantal dossiers bleven aanslepen alvorens te
worden behandeld.

Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze problemen? Hebt
u reeds klachten ontvangen van burgers, meer bepaald van
grensarbeiders, die te lang moeten wachten op de afhandeling van
hun pensioendossier? Zo ja, bent u van plan op korte termijn
maatregelen te nemen? Zou men er niet goed aan doen in dergelijke
bureaus over mensen te beschikken die gespecialiseerd zijn in de
problematiek van grensarbeiders. Ik stel vast dat er binnen het
personeelsbestand niet zoveel mensen zijn die zich echt
gespecialiseerd hebben of hebben kunnen specialiseren in de
samenstelling van dossiers van grensarbeiders. Het moet, mijns
inziens, mogelijk zijn hiervan werk te maken.
01.01 Hubert Brouns (CD&V):
Le personnel des bureaux de
l'ONP de Hasselt et de Turnhout
est mécontent : en l'absence de
moyens humains - le cadre est
incomplet - et matériels suffisants,
il n'est pas en mesure d'assurer
un service de qualité, et ce, en
particulier en raison du grand
nombre de dossiers, souvent
complexes, de travailleurs
frontaliers qu'il est amené à
examiner. Les améliorations
apportées récemment se
révéleraient insuffisantes.

Le ministre est-il au courant des
problèmes? Prendra-t-il des
mesures? Ne serait-ce pas une
bonne solution d'occuper dans ces
bureaux des personnes
spécialisées dans la
problématique liée aux travailleurs
transfrontaliers?
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega Brouns, het aantal dossiers waarvoor onderzoeken in
Nederland moeten worden opgestart, bedraagt in de gewestelijke
kantoren te Hasselt en Turnhout gemiddeld 35 à 40%. De
onderzoeksprocedure voor de tewerkstelling als grenswerknemer
wordt geregeld door de EG-verordening 1408/78 en is bijzonder
tijdrovend en arbeidsintensief. Gezien de Nederlandse
pensioenwetgeving een volksverzekering is, worden de
verzekeringstijdvakken in beginsel opgebouwd op grond van de
woonst in Nederland. Voor de grenswerknemers met woonplaats in
België werd weinig tot niets geregistreerd. De bewijsvoering moet
derhalve dikwijls gebeuren op basis van door de
pensioengerechtigde aangebrachte getuigschriften.

Reorganisaties van de Nederlandse pensioeninstellingen in het jaar
2000 hebben bijgedragen tot aanzienlijke vertragingen in de
afwikkeling van de dossiers. De Nederlandse Sociale
Verzekeringsbank te Utrecht, voordien gecentraliseerd te
Amsterdam, moet immers via het Bureau voor Belgische Zaken te
Breda worden bevraagd. Die dienst gaf dit jaar onder meer te kennen
dat zij geen gevolg meer zou geven aan herinneringsbrieven, gezien
de opvolging van de dossiers volgens een terzake vastgelegd
informaticaprogramma automatisch zou worden opgevolgd.

Vanaf 1 januari aanstaande verandert de Nederlandse
administratieve procedure andermaal en zullen de Belgische
diensten naargelang het geval rechtstreeks moeten handelen met de
SVB te Utrecht of te Amstelveen. Gehoopt wordt dat die
rechtstreekse contacten tot een versnelling van de procedure zullen
leiden.

Van Belgische zijde werd inmiddels voorgesteld om met de
Nederlandse pensioeninstellingen grensoverschrijdende zitdagen te
houden waarop de grenswerknemers maandelijks terechtkunnen met
hun vragen over de Nederlandse pensioenverzekering. Van die
bilaterale contacten zal tevens gebruik worden gemaakt om
probleemdossiers te bespreken en verbeteringen in de samenwerking
tussen de instellingen tot stand te brengen. Onderhandelingen
terzake worden vanaf januari aangevat in het raam van de reeds
bestaande bilaterale ontmoetingen.

Tot slot kan ik het geachte lid nog meedelen dat de personeelskaders
van de beide gewestelijke bureaus substantieel zullen worden
uitgebreid. Zo zal de personeelssterkte van het bureau te Hasselt
met 15% en dat van het bureau te Turnhout met 20% worden
verhoogd. Bovendien werd voor het gewestelijk bureau te Hasselt
een nieuw gebouw aangeschaft dat veel beter aan de noden van een
cliëntvriendelijk onthaal zal zijn aangepast.
01.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Dans les bureaux de
Hasselt et de Turnhout, une
enquête doit être ouverte aux
Pays-Bas pour 35 à 40 pour cent
des dossiers, conformément au
règlement CEE 1408/78. Cela
nécessite beaucoup de temps car,
pour les travailleurs
transfrontaliers qui habitent en
Belgique, pratiquement aucun
renseignement n'a été enregistré.
Le demandeur doit bien souvent
prouver ses droits à l'aide
d'attestations.

Ce retard est dû, en partie, à une
réorganisation intervenue aux
Pays-Bas en 2000. A partir du 1
er
janvier 2003, la procédure
administrative sera modifiée aux
Pays-Bas et il faudra prendre
directement contact avec la
Sociale Verzekeringsbank
d'Utrecht ou d'Amstelveen, ce qui
devrait accélérer la procédure.

La Belgique a proposé de tenir,
avec les organismes néerlandais
de pensions, des permanences où
les gens pourront venir poser des
questions tous les mois. Lors de
ces contacts bilatéraux, on pourra
évoquer les dossiers qui posent
problème et les améliorations
possibles.

Par ailleurs, le cadre du personnel
sera augmenté de 15 pour cent à
Hasselt et de 20 pour cent à
Turnhout. Les bureaux d'Hasselt
seront abrités dans un nouvel
immeuble plus accueillant.
01.03 Hubert Brouns (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister uiteraard voor zijn antwoord. Ik stel samen met de minister
vast ­ hij heeft dat ook heel duidelijk omschreven ­ dat de
samenstelling van zo'n pensioendossier inderdaad tijdrovend is.

Daar zal hopelijk, door de nieuwe aanpak vanaf 1 januari,
verbetering in komen. Het verheugt mij vast te stellen dat er gedacht
wordt aan een zitdag, een dag waarop de grensarbeider voor zijn
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
dossier specifiek terecht kan bij gespecialiseerde ambtenaren, naar
ik aanneem.

Ten slotte, de uitbreiding van het personeel zal ertoe bijdragen dat de
werklast en de werkdruk afnemen, waardoor de service kan
verbeteren en waardoor de dossiers op kortere termijn afgehandeld
zullen kunnen worden.

Ik dank de minister voor de initiatieven die hij neemt, zodanig dat de
tijdige afhandeling van de pensioendossiers toch in het vooruitzicht
gesteld kan worden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de plastische chirurgie bij Nederlanders in België" (nr. A496)
02 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la
chirurgie plastique réalisée en Belgique sur des personnes de nationalité néerlandaise" (n° A496)
02.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, het blijkt dat vooral Nederlandse vrouwen massaal de
grens oversteken om in België plastische ingrepen te laten uitvoeren.
Volgens berichtgeving van de betrokken chirurgen zou het
ondertussen al om 40% van hun patiënten gaan. De reden voor die
oversteek naar België is niet alleen typisch Nederlands. Ze is ook
typisch menselijk. Het is in België blijkbaar de helft goedkoper. Over
het algemeen is dat nog geen probleem. De kosten voor die
esthetische ingrepen zijn immers niet of zelden terugbetaalbaar. De
patiënt draait normaal gezien op voor de kosten van de ingreep.

De meeste van die plastische chirurgen werken in gewone, reguliere
ziekenhuizen. De patiënten ontvangen, naast een factuur met het
honorarium van die plastische chirurg, ook nog een factuur voor de
ziekenhuiskosten. Nu blijkt er in het wereldje van de plastische
chirurgen hierover wat onenigheid te bestaan. Een deel van de
chirurgen beweert immers dat de reguliere ziekenhuizen niet de
correcte prijs zouden aanrekenen voor het verblijf in hun Belgische
ziekenhuis ten gevolge van de ingreep. Die prijs omvat de kosten
voor de operatiezaal, het personeel dat ter beschikking wordt gesteld,
eventuele overnachtingen, enzovoort.

Mijnheer de minister, bijgevolg vraag ik u om verduidelijking.

Ten eerste, moeten die reguliere ziekenhuizen hun reële kosten
factureren in dergelijke gevallen?

Ten tweede, gebeurt dit ook inderdaad? Op welke wijze doet men
dat?

Ten derde, is er vanwege de Belgische overheid controle op die
facturatie?
02.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Bon nombre de femmes
néerlandaises franchissent la
frontière pour venir subir une
intervention de chirurgie
esthétique dans notre pays où le
coût d'une telle opération est deux
fois moins élevé qu'aux Pays-Bas.
En soi, cette situation ne constitue
pas un problème, dans la mesure
où ces interventions ne sont par
remboursées par l'organisme
assureur. Toutefois, la majorité
des chirurgiens esthétiques
opèrent dans un hôpital ordinaire,
de sorte que le patient ne
s'acquitte pas uniquement des
honoraires du médecin mais
également de la facture de
l'hôpital. Et c'est à ce propos que
les avis divergent : certains
chirurgiens prétendent, en effet,
que les hôpitaux belges
n'établissent pas correctement la
facture qui est présentée aux
patients navetteurs néerlandais.

Les hôpitaux doivent-ils facturer le
coût réel pour l'utilisation de la
salle d'opération, la chambre et le
personnel? Est-ce ainsi qu'ils
procèdent? Les factures font-elles
l'objet d'un contrôle?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik kan
aan de heer Vanvelthoven zeggen dat, gelet op artikel 104ter van de
ziekenhuiswet, de ziekenhuizen aan dit soort patiënten enkel de
02.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Aux termes de l'article
104ter de la loi sur les hôpitaux,
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
toegestane verpleegdagprijs mogen factureren. In dit geval mogen
supplementen in rekening worden gebracht, bijvoorbeeld in het geval
van een verblijf in een eenpersoonskamer.

Deze ziekenhuizen mogen dus wel geen lagere prijs factureren dan
de officiële prijs. Ik herinner eraan dat deze dagprijs onder andere
door Delcost het verplegend en verzorgend personeel, de kosten van
de operatiezalen, enzovoort, dekt. Ik heb geen specifieke controle op
het verblijf van Nederlandse patiënten in Belgische ziekenhuizen. De
wet is terzake echter duidelijk.
ces derniers sont uniquement
autorisés, en ce qui concerne ce
type de patients, à facturer le prix
de la journée d'hospitalisation
autorisé, majoré le cas échéant
d'un supplément pour chambre
d'une personne.

Le prix de la journée couvre
notamment aussi les
rémunérations du personnel et
l'utilisation de la salle d'opération.
Les hôpitaux ne peuvent pas
descendre en deçà du prix officiel.
La loi est donc claire. Le séjour
des patients néerlandais dans les
hôpitaux belges ne fait pas l'objet
d'un contrôle spécifique.
02.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, het artikel
104ter waarnaar u verwijst, maakt melding van een toegestane prijs.
Mijn vraag is natuurlijk of die toegestane prijs ook overeenkomt met
de reële prijs. Als ik me niet vergis, is het immers zo dat
ziekenhuizen boven hetgeen ze aanrekenen aan de patiënten ook
nog toelagen vanwege de overheid ontvangen. Hierdoor dekken ze
voor een stuk hun kosten. Als de ziekenhuisprijzen hier een stuk
lager liggen dan in Nederland, dan is het natuurlijk logisch dat men
de grens oversteekt.
02.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Le prix autorisé visé à
l'article 104ter correspond-il au
prix réel? Les patients ne sont pas
les seules sources de financement
des hôpitaux : ceux-ci reçoivent
aussi des moyens des pouvoirs
publics, ce qui leur permet de
pratiquer des tarifs bas et d'inciter
ainsi les Néerlandais à passer la
frontière.
02.04 Minister Frank Vandenbroucke: Wij gaan er toch vanuit dat
dit de reële prijs is. Wij financieren de ziekenhuizen met één globaal
budget. Dat wordt verdeeld over de ziekenhuizen volgens wat wij de
verpleegdagprijs noemen. Wij gaan er inderdaad vanuit dat dit de
kosten dekt. Het is dus niet een onnatuurlijk lage prijs. Het is een
kostendekkende prijs waarvan u als Belgische patiënt weinig voelt. U
voelt er weinig van omdat er een derdebetalersysteem is. Uw
mutualiteit betaalt dus in principe een zeer groot stuk onmiddellijk
zelf. Dit is echter een discussie die in deze slechts in de marge
belangrijk is, zou ik zeggen.
02.04 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je considère que le prix
de la journée d'hospitalisation
figurant dans la loi sur les
hôpitaux, qui est en effet
partiellement couvert par les
pouvoirs publics, correspond au
coût réel et n'est donc pas
anormalement bas. Le système du
tiers-payant fait que le patient
belge ne se rend pas
véritablement compte de ce que
représente ce prix.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Dank u, mijnheer de minister.

Collega's, de toestand is de volgende: de vragen A523 en A457 van mevrouw Magda De Meyer en A526
en A527 van de heer Olivier Chastel worden naar een latere datum verschoven. Er blijven twee vragen
over van collega's die niet aanwezig zijn. Ik stel voor dat we de vragen aan minister Vandenbroucke
afwerken. Mevrouw Onkelinx komt om twee uur. Ik stel voor dat we twee minuten schorsen indien de
collega's niet hier zijn om hun vragen te stellen. Ik merk dat de heer Vandeurzen aankomt.
02.05 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, mag
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ik u mededelen dat ik een schotel heerlijk warm eten heb laten staan
­ ik heb al achtenveertig uur lang broodjes gegeten ­ om hier om
halftwee te zijn. Ik heb die voor mijn neus moeten laten staan.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
terugbetaling van IVF" (nr. A474)
03 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "le
remboursement de la FIV." (n° A474)
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dank voor het wachten. Ik zal heel kort zijn met mijn vraag.
We hebben allemaal uw aankondiging gelezen over de terugbetaling
van de laboratoriumtechnieken die gebruikt worden bij in vitro
fertilisatie. U hebt daar in het kader van het begrotingsdebat denk ik
ook al één en ander over gezegd. Ik heb dus maar zeer technische
vragen eigenlijk. Hoe gaat u dat technisch doen? Vanaf wanneer zal
dat gebeuren? Op welke wijze wordt er technisch voor gezorgd dat
de terugbetaling van die laboratoriumtechnieken gebeurt wanneer die
technieken gebruikt worden in een door de overheid erkend centrum?
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Le ministre veut réduire le coût de
la fécondation in vitro pour
quiconque recourt à ce procédé.
Comment et quand compte-t-il
concrétiser cette mesure? Les
prestations techniques de
laboratoire ne seront-elles
remboursées que si elles sont
effectuées par un centre agréé?
Comment cela sera-t-il contrôlé?
03.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter,
collega Vandeurzen, ik kan daar het volgende op antwoorden:
vermits de terugbetaling de specifieke kosten van de
laboratoriumactiviteiten rond IVF moet dekken wordt dat geregeld via
het budget aan financiële middelen van het ziekenhuis. Zo ontstaat
een structurele financiering berekend op basis van de geregistreerde
IVF-activiteiten. Het is onze bedoeling om, rekening houdend met de
te volgen procedures, deze terugbetaling te kunnen laten ingaan
vanaf juli 2003. Ik heb gisteren een overleg gehad met de federaties
van de ziekenhuizen over de ziekenhuisfinanciering. Dat is daar ook
even aan de orde gekomen. Ik ben niet helemaal zeker, dus ik zou
mij nu kunnen vergissen, maar ik meen dat daar vandaag of morgen
ook nog een advies over gevraagd wordt. Dat maakt alleszins deel
uit van een globaal debat over de ziekenhuisfinanciering in de
Nationale Raad voor Ziekenhuisfinancieringen, sectie Financiën.
Door de terugbetalingsprocedure via het ziekenhuisbudget te laten
verlopen hebben we de garantie dat deze terugbetaling zich beperkt
tot de voor het zorgprogramma productieve geneeskunde B erkende
centra.
03.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Le remboursement des
prestations des laboratoires en
matière de FIV sera pris en
charge par le biais des ressources
financières des hôpitaux. Ce
système permettra de mettre en
place un financement structurel
sur la base des prestations
enregistrées en matière de FIV.
Nous comptons instaurer le
remboursement dès juillet 2003.

J'ai procédé, hier, à une
concertation avec les fédérations
d'hôpitaux sur le financement des
hôpitaux dans son ensemble et
nous avons également abordé
cette question spécifique. Le
Conseil national des
Etablissements hospitaliers mène
également un débat sur la
question.

Cette forme de financement
garantit que le remboursement
reste limité aux prestations des
centres agréés appartenant au
programme de soins «Médecine
de la Reproduction» B.
Nous visons le remboursement de
1.250 euros par cycle par le biais
du budget hospitalier. Cette
disposition figurera dans l'arrêté
royal sur le financement des
hôpitaux.
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Het zijn technieken in het lab, maar de
terugbetaling gebeurt via het budget ziekenhuizen.
03.04 Minister Frank Vandenbroucke: Ja. We zullen 1.250 euro per
cyclus betalen maar via het budget van de ziekenhuizen. Dat komt in
het koninklijk besluit inzake ziekenhuisfinanciering.
03.05 Jo Vandeurzen (CD&V): Dank u, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: Les questions A302 de Mme Karine Lalieux et A486 de M. Dirk Pieters sont reportées à une
date ultérieure.
04 Question de M. Bernard Baille à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
secteurs de la sous-traitance et de l'intérim dans le monde des entreprises" (n° A336)
04 Vraag van de heer Bernard Baille aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de sectoren van de onderaannemings- en de uitzendarbeid in de bedrijfswereld" (nr. A336)
04.01 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la ministre, je vous remercie de m'accorder toute votre
attention, c'est vraiment une joie pour moi de partager les travaux de
cette commission avec vous. Ma question précède l'examen d'un
projet de loi concernant les accidents de travail. Peut-être allons-
nous ainsi anticiper le débat mais permettez-moi quand même, suite
aux événements d'il y a deux mois à Cockerill à Liège, de revenir sur
le travail intérimaire et sur l'ensemble des accidents de travail. En
effet, la question du travail intérimaire et de la sous-traitance est
revenue dramatiquement en première ligne il y a deux mois. Afin de
dépasser la douleur et l'émotion légitimes, je voudrais, au travers de
mon intervention, revenir sur quelques éléments et permettre d'y voir
plus clair, de mieux analyser la situation, et pouvoir ensuite
envisager des perspectives politiques.

Madame la ministre, dans les statistiques concernant les accidents
de travail, les intérimaires sont repris globalement. A votre
connaissance, existe-t-il des études établissant un lien de causalité
entre le travail intérimaire et les accidents de travail? Par ailleurs,
existe-t-il des études établissant un tel lien entre la sous-traitance et
les accidents de travail? Il faut quand même noter que, dans le
monde des entreprises, toute une procédure visant à ce que les
entreprises puissent survivre a été mise en place; elle consiste à
sortir de l'entreprise toute une série de sous-secteurs.

Dans les matières qui nous occupent, il faut également répondre aux
conditions de sécurité sur les lieux de travail. Je pense qu'il est de
notre devoir de réfléchir à cette problématique et de voir les
réponses que nous pouvons apporter directement, dans l'exercice de
nos compétences, dans l'établissement des lois qui s'appliquent sur
notre territoire.

Dans la loi sur le bien-être au travail du 4 août 1996, un chapitre
concerne les entreprises qui travaillent sur un même site et qui n'ont
pas de lien entre elles. Un autre chapitre concerne la sous-traitance.
04.01 Bernard Baille (ECOLO-
AGALEV): Als gevolg van
tragische ongevallen is het
probleem van de uitzendarbeid en
de onderaanneming opnieuw aan
de orde.

Bestaan er studies over het
oorzakelijk verband tussen de
uitzendarbeid en onderaanneming
enerzijds en de arbeidsongevallen
anderzijds?

De wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de
werknemers bij de uitvoering van
hun werk is bedoeld voor de
ondernemingen die bedrijvig zijn
op eenzelfde arbeidsplaats zonder
onderlinge band evenals voor de
onderaanneming.

De desbetreffende
uitvoeringsbesluiten zouden nog
steeds niet zijn genomen. Onlangs
werd aan de Hoge Raad voor
Preventie advies gevraagd inzake
de uitvoering voor ondernemingen
die bedrijvig zijn op eenzelfde
arbeidsplaats. Het zou nuttig zijn
als de Raad ook zijn advies geeft
betreffende de onderaannemers.

Bij een koninklijk besluit van 14
oktober 1981 werden zonecomités
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Il semble que les arrêtés d'application de cette loi n'aient jamais été
pris.

Récemment, un avis a été demandé au Conseil supérieur de la
prévention sur la manière d'appliquer la loi aux entreprises qui
travaillent sur un même site. Je trouve opportun de vous y rendre
attentive pour que le Conseil supérieur de la prévention soit
également saisi des entreprises sous-traitantes.

Par ailleurs, un arrêté royal du 14 octobre 1981 mettait en place des
comités de zone pour les entreprises de type Seveso qui, nous
l'avons vu à plusieurs reprises par le biais de l'actualité, sont des
entreprises qui présentent toute une série de hauts risques. Ces
comités de zone consistaient en un comité commun pour l'ensemble
des entreprises d'un périmètre donné pour évaluer les risques liés à
l'activité industrielle et prendre les mesures pour éviter les
catastrophes en cascade. La proximité du premier anniversaire de la
catastrophe de Toulouse nous montre l'acuité de la décision de
l'époque. Ces comités de zones devaient être lancés au départ d'une
initiative pilote sur les régions de Feluy et de Tessenderlo. Il semble
qu'elles n'ont jamais eu lieu. Ne pourrions-nous pas réfléchir à
relancer aussi cette initiative?

Plus fondamentalement, les logiques dans lesquelles sont enfermées
les entreprises les poussent, comme je l'ai dit tout à l'heure, à
diminuer les coûts; ceci a un impact important sur les travailleurs.

Il semblerait effectivement que l'on voudrait raboter la sécurité des
travailleurs pour une plus grande performance financière ou
économique, soit par la sous-traitance dans le cadre de travaux
occasionnels et souvent très durs, soit par l'intérim comme nouvelle
gestion des ressources humaines avec tous les aléas que cela
représente, soit encore en sous-traitant la sous-traitance, ce qui nous
semble constituer un problème significatif en matière de qualité de
travail et de sécurité.

Dans certaines entreprises, l'information ou la formation des
travailleurs, quand elles ont lieu, ne peut valablement prévenir tous
les risques. Il est temps, me semble-t-il, d'envisager des secteurs
dans lesquels l'emploi intérimaire serait interdit et des secteurs
qualifiés "à risques". Je pense notamment aux secteurs de la chimie,
de la sidérurgie ou le nucléaire. Seriez-vous favorable à ce genre
d'initiative, madame la ministre?

Il me semble essentiel que toutes ces questions soient débattues afin
de pouvoir apporter les réponses les plus pertinentes et les plus
rapides. Dans cette perspective, notre commission ne pourrait-elle
pas, monsieur le président, auditionner certains acteurs concernés?

Je vous remercie, madame la ministre, de m'avoir accordé toute
votre attention.
voor SEVESO-ondernemingen
opgericht, met als taak de risico's
te onderzoeken en maatregelen te
ontwikkelen om te voorkomen dat
er bij rampen een domino-effect
ontstaat. Het proefproject dat voor
de streken van Feluy en
Tessenderlo was gepland, is nooit
doorgegaan. Zou het alsnog
kunnen worden opgestart?

Bovendien zou het gepast zijn om
uitzendarbeid in bepaalde
risicosectoren te verbieden. Staat
u achter een dergelijk initiatief?

Zou onze commissie de
verschillende betrokken partijen
kunnen horen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Baille, la situation des travailleurs dans le domaine du bien-être au
travail, et en particulier les risques d'accidents du travail, est
préoccupante. Je partage donc votre émoi. Vous savez, monsieur
Baille, que je suis attentive à cette problématique, notamment à la
suite de l'émotion suscitée après l'accident Cockerill.
04.02
Minister Laurette
Onkelinx: Ik heb zeker aandacht
gehad voor het welzijn op het
werk en inzonderheid voor het
gevaar op ongevallen, afgezien
van de emotie die het ongeval in
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8

Vous devez savoir également que, dès le mois de mai dernier, j'ai
saisi le Conseil des ministres d'une proposition visant à éviter la
répétition d'accidents graves du travail, comportant des mesures
particulières pour l'intérim et la sous-traitance.

Le 4 octobre dernier, j'ai également invité le Conseil supérieur pour
la prévention et la protection au travail à examiner des mesures
d'exécution à prendre pour activer la loi du 4 août 1996 dans le cadre
d'employeurs multiples sur un même lieu de travail. J'ai aussi
demandé à mon administration d'examiner les moyens de mettre en
oeuvre les comités de zone pour la prévention et la protection au
travail.

Suite à vos questions, je voudrais apporter quelques précisions.

1. Le dernier rapport publié par le service central de prévention du
secteur de l'intérim "Prévention et intérim", montre pour l'année 2000
que le taux de fréquence des accidents du travail, qui est de 38,
toutes catégories de travailleurs confondues, passe à 57 chez les
travailleurs avec moins d'un an d'ancienneté et à 79 pour les
travailleurs intérimaires âgés de 30 ans et plus. Chez les jeunes de
15 à 19 ans, ces taux de fréquence sont respectivement de 116, 174
et 190. Ces chiffres montrent clairement l'influence du jeune âge, de
l'inexpérience et du contact récent avec le milieu de travail dont les
effets se cumulent dans l'intérim.

Les études applicables à la sous-traitance font actuellement défaut
car les données existantes n'ont pas encore été exploitées par le
Fonds des accidents du travail. J'ai d'ailleurs invité mon
administration à examiner avec ce dernier la possibilité d'introduire
ce paramètre dans les prochains rapports annuels.

2. J'ai invité le Conseil supérieur pour la prévention au travail, le 4
octobre 2002, à me faire une proposition acceptée unanimement par
les partenaires sociaux en vue de mettre en oeuvre le chapitre 3 de
la loi du 4 août 1996 relatif au travail sur un même lieu de travail,
dont l'article 7 vise la coopération et la coordination entre plusieurs
employeurs oeuvrant au même endroit.

Le Conseil supérieur a spontanément étendu sa saisine au chapitre 4
concernant les travaux d'entreprises extérieures et notamment les
intérimaires et les indépendants. Je veillerai évidemment à réserver
la suite la plus rapide aux travaux du Conseil. Je rappelle également
que la coordination de la sécurité sur les chantiers temporaires
mobiles est obligatoire depuis le 1
er
mai 2001 et vise également des
objectifs comparables sur ces chantiers spécifiques.

3. La mise en oeuvre de l'arrêté royal du 14 octobre 1981, relatif aux
comités de zone, est donc à l'étude depuis le 4 octobre dans mon
administration. J'attends des propositions.

4. Les conditions économiques qui favorisent le recours à la sous-
traitance et à l'intérim constituent une réalité qui ne saurait être
méconnue et qui a d'ailleurs déjà donné lieu à des mesures
d'encadrement, notamment dans la construction, ou d'interdiction
dans le secteur des déménagements.
Cockerill heeft veroorzaakt.

In mei jongstleden heb ik de
Ministerraad voorstellen gedaan
die een herhaling van zware
werkongevallen moeten
voorkomen en die in specifieke
maatregelen voor uitzendwerk en
toeleveringsbedrijven voorzien.

Het laatste rapport gepubliceerd
door de centrale preventiedienst
voor de sector van de
uitzendarbeid wijst voor het jaar
2000 op een duidelijke stijging van
het gevaar op werkongevallen in
de categorieën werknemers met
minder dan één jaar anciënniteit,
uitzendkrachten en jongeren. De
studies betreffende de
toeleveringsbedrijven zijn nog niet
beschikbaar.

Op 4 oktober jongstleden heb ik
de Hoge Raad voor preventie en
bescherming op het werk
uitgenodigd na te gaan welke
uitvoeringsmaatregelen er moeten
worden genomen om de wet van 4
augustus 1996, wanneer
verscheidene werkgevers op
dezelfde werkplaats werkzaam
zijn, daadwerkelijk toe te passen.
De Raad heeft zijn onderzoek
spontaan uitgebreid tot
werkzaamheden van externe
ondernemingen, een categorie die
zich vooral richt tot
uitzendkrachten en zelfstandigen.
Ik zal er natuurlijk op toezien dat
aan zijn werkzaamheden snel een
gevolg wordt gegeven.

Sinds 4 oktober jongstleden
onderzoekt mijn administratie de
tenuitvoerlegging van het
koninklijk besluit betreffende de
zonecomités.

Veeleer dan weinig op de
behoeften van ondernemingen
afgestemde maatregelen op te
leggen waarbij uitzendarbeid
wordt verboden, heb ik ervoor
gekozen maatregelen te treffen
die de algemene preventie inzake
arbeidsongevallen verbeteren.
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Si la maintenance journalière des installations paraît pouvoir être
généralement assurée par les travailleurs de l'entreprise, il ne saurait
que rarement en être de même pour des travaux périodiques
spécifiques, souvent organisés par campagnes, accompagnés
d'arrêts ou de mise en veilleuse des installations et de l'intervention
de nombreux spécialistes dont la présence dans l'entreprise serait
sans objet en dehors de ces périodes. Les dépannages et autres
interventions inopinées présentent les mêmes contraintes.

C'est pourquoi, plutôt que des mesures d'interdiction qui ne semblent
plus appropriées aux réalités de l'entreprise, j'ai choisi de prendre
des mesures destinées à améliorer les conditions générales de
prévention des accidents du travail, spécialement des accidents
graves.

Autre mesure générale d'expertise de ces accidents en vue d'en
prévenir la répétition lors des concours de circonstances
comparables: un projet de loi approuvé par le gouvernement étend
l'arsenal de l'Inspection du travail en cas d'infraction, actuellement
limité à la prise de mesures matérielles, à des injonctions
organisationnelles visant, par exemple, la formation des travailleurs
ou la coordination des intervenants multiples.

De plus, un projet d'arrêté royal est actuellement déposé en vue
d'interdire à une société d'intérim de mettre ses travailleurs à
disposition d'un utilisateur qui négligerait cette voie en matière de
sécurité et, inversement, un employeur utilisateur doit recourir à des
intérimaires d'une société qui remplit ses obligations en la matière,
comme vous l'avez dit. Ces arrêtés royaux sont préparés dans la
foulée du projet de loi qui va vous être proposé tout à l'heure.
Afgezien van een algemene
maatregel met betrekking tot een
deskundigenonderzoek
betreffende die ongevallen om te
voorkomen dat zij zich opnieuw
zouden voordoen, breidt een
ontwerp het arsenaal van
maatregelen waarover de
arbeidsinspectie in geval van een
inbreuk beschikt uit tot
organisationele injuncties.

Tevens werd een ontwerp-
koninklijk besluit ingediend dat
ertoe strekt een uitzendkantoor te
verbieden zijn werknemers ter
beschikking te stellen van een
gebruiker die zijn verplichtingen
op het stuk van de veiligheid niet
zou nakomen, en vice versa.
04.03 Bernard Baille (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, je
ferai quelques réflexions. Madame la ministre, vous avez souligné
dans votre réponse le pourcentage élevé des personnes victimes
d'accidents de travail. Je me demandais s'il ne serait pas intéressant
de recommander à vos collègues des gouvernements
communautaires, aux ministres qui ont l'éducation en charge, d'être
sensibles à tous les problèmes de la protection du travail, notamment
dans les classes de formation technique ou professionnelle. C'est un
aspect qui assure toute la dignité au travailleur lorsqu'il se sent
encadré par un environnement qui se préoccupe de sa sensibilité, de
sa santé, où tout son être est respecté.
04.03 Bernard Baille (ECOLO-
AGALEV): U heeft erop gewezen
dat vrij veel mensen het
slachtoffer zijn van een
arbeidsongeval. Kan men dat
probleem niet aankaarten bij de
Gemeenschapsministers die
bevoegd zijn voor onderwijs zodat
de leerlingen uit het technisch en
beroepsonderwijs daarop attent
worden gemaakt?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de voorgestelde verdeling van de inkomsten van lokale PWA's" (nr. A428)
05 Question de M. Peter Vanvelthoven à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
proposition relative à la répartition des recettes des ALE locales" (n° A428)
05.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, de inkomsten van de PWA's, de plaatselijke
werkgelegenheidsagentschappen, moeten volgens het koninklijk
besluit worden gebruikt voor het dekken van de administratiekosten,
de terugbetaling van verplaatsingskosten en het financieren van
plaatselijke werkgelegenheids- of opleidingsinitiatieven.
05.01 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Conformément à l'arrêté
royal, les revenus des agences
locales
pour
l'emploi (ALE)
doivent être utilisés pour la
couverture des frais administratifs
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10

In uw nieuw voorstel omtrent deze reglementering zou u echter
uitdrukkelijk stellen dat tenminste 25% moet worden besteed aan
opleiding van werklozen. Een aantal PWA's maken zich hierover
zorgen omdat zij in het verleden vooral de nadruk hebben gelegd op
lokale tewerkstellingsinitiatieven en dus niet op opleidingsinitiatieven.
Precies in die lokale tewerkstellingsinitiatieven werd in het verleden
geïnvesteerd. Er zijn voorbeelden genoeg van dergelijke initiatieven:
tewerkstellingsambtenaren, tewerkstellingsfondsen, tewerkstelling in
een kringloopcentrum, tewerkstelling in de bejaardenzorg, enzovoort.
Wanneer die PWA's zullen worden verplicht 25% van hun
opbrengsten te spenderen aan opleiding, dreigen een aantal van
deze toch wel waardevolle projecten op de helling komen te staan.

Mevrouw de minister, voorziet u in de mogelijkheid om in de
vooropgestelde 25%-regel naast opleiding ook te voorzien in
tewerkstellingsinitiatieven?
et de déplacement et pour le
financement des initiatives locales
en matière d'emploi et de
formation. A présent, la ministre a
élaboré une nouvelle
réglementation visant à consacrer
au moins 25 pour cent de ces
revenus à la formation de
chômeurs. Les ALE qui, par le
passé, ont particulièrement mis
l'accent sur l'emploi dans les
centres de récupération, les soins
aux personnes âgées, etc. et donc
pas sur la formation, se font dès
lors du souci. Elles craignent que
leurs précieuses initiatives ne
soient remises en question.

La ministre est-elle disposée à
étendre la portée de la disposition
en appliquant également
l'obligation des 25 pour cent à la
formation et à l'emploi?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
van de aanschafprijs van de PWA-cheques worden 3,72 euro aan de
PWA-werknemer betaald en 0,116 euro aan de uitbetalingsinstelling
om haar administratiekosten te dekken. Van het resterende bedrag
wordt 80% betaald aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, na
aftrek van het bedrag tot dekking van de administratiekosten van de
uitgever van de PWA-cheques met inbegrip van de
verzendingskosten. Twintig procent wordt gestort aan het PWA dat
bevoegd is voor de gemeente waar de activiteit werd uitgeoefend.

Het PWA wendt deze middelen aan voor het dekken van zijn
administratiekosten, de terugbetaling van de verplaatsingskosten van
de PWA-werknemers en het financieren van plaatselijke
werkgelegenheidsinitiatieven en opleidingen ten behoeve van de
PWA-werknemers. Het koninklijk besluit van 25 juni 1997 tot
wijziging van artikel 79, § 4, 5 en 9 van het koninklijk besluit van
25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering heeft
reeds met ingang van 1 juli 1997 ­ het is niet mijn koninklijk besluit ­
aan de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen de verplichting
opgelegd tenminste één vierde van hun voornoemde middelen te
besteden aan het financieren van opleidingen ten behoeve van hun
PWA-werknemers. Deze verplichting is dus niet nieuw. Het koninklijk
besluit van 5 juni 2002 tot wijziging van artikel 79 van het genoemde
koninklijk besluit van 25 november 1991 bepaalt dat deze
opleidingen moeten bestaan uit vormings- of inschakelingsacties die
worden georganiseerd of erkend zijn door de VDAB, de FOREM, de
BGBA, het IBFFP of het Arbeidsamt der deutschsprachigen
Gemeinschaft. Deze verplichting geldt vanaf 28 juni 2002. Met het
koninklijk besluit van 5 juni 2002 heb ik het initiatief genomen de
opleidingsinspanning te verruimen tot vormings- en
inschakelingsacties om de kwaliteit ervan te verzekeren. Deze
vormings- en inschakelingsacties moeten dus worden georganiseerd
of erkend zijn door de voornoemde instanties die bevoegd zijn voor
de opleiding van werkzoekenden. Indien de VDAB bepaalde
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Par chèque ALE, 3,72
euros reviennent au travailleur et
0,116 euro à l'organisme de
paiement pour les frais
administratifs. 80 pour cent du
montant restant vont à l'ONEM et
les autres 20 pour cent à l'agence
qui est compétente pour la
commune où l'activité a été
exercée.

L'ALE affecte ces moyens pour
couvrir les frais d'administration et
de déplacement, ainsi que les
initiatives locales pour l'emploi et
la formation. En 1997 déjà, un
arrêté royal avait déterminé qu'un
quart de ces moyens devrait être
consacré à la formation des
travailleurs des ALE.

Mon arrêté royal du 5 juin 2002
indique qu'il doit s'agir plus
particulièrement d'actions de
formation et d'insertion organisées
par les services de placement des
Communautés. Cette obligation a
été instaurée le 28 juin dernier.
Mon arrêté royal tend donc à
étendre le domaine de l'arrêté
initial. Si le VDAB reconnaît les
projets que vous mentionnez
comme des actions d'insertion de
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
initiatieven die u vermeldt, erkent als inschakelingsactie, is het
probleem grotendeels opgelost.

Ik wil overigens blijven erover waken dat de opleidingen ten gunste
van de PWA-werknemers kwaliteitsvolle vormings- of
inschakelingsacties zijn die hun doorstroming naar de reguliere
arbeidsmarkt effectief bevorderen.
qualité comportant de réelles
possibilités de transition vers le
marché du travail ordinaire, il ne
se pose donc aucun problème.
05.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw verhelderend antwoord. De toelichting die u gaf, zal enige
ongerustheid die er terzake bestaat, wegnemen. Men zal zich
inderdaad tot de VDAB moeten richten om een aantal bestaande
initiatieven erkend te krijgen als inschakelingsactie.
05.03 Peter Vanvelthoven
(SP.A): Ces éclaircissements
permettront d'apaiser les
inquiétudes. Il faut donc
s'adresser au VDAB pour faire
agréer des initiatives.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de beslissing van het 'comité van de klacht van 30 miljard' om naar de
arbeidsrechtrechtbank te stappen uit onvrede in verband met het niet respecteren van het Sociaal
Plan door de overheid" (nr. A459)
06 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
décision du 'comité de la plainte des 30 milliards' d'engager une action devant le tribunal du
travail pour non-respect du plan social par les autorités" (n° A459)
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, u kent beter dan wie ook de desastreuze
sociale gevolgen van het faillissement van Sabena dat nu bijna een
jaar de aandacht gaande houdt van een parlementaire
onderzoekscommissie. U hebt naar aanleiding daarvan ­ het ging
over meer dan 7.000 mensen die rechtstreeks hun job verloren en
daarnaast waren er nog duizenden die onrechtstreeks hun job zijn
kwijtgeraakt ­ een sociaal plan uitgewerkt. Mevrouw de minister,
naar aanleiding van het parlementair onderzoek heb ik ook
vastgesteld dat u pro-actief was en reeds vóór het faillissement
daarmee bezig was. Dit siert u.

Er is sprake van de vervroegde brugpensionering, de
activeringspremies, de compensatiepremies en de
hertewerkstellingsprojecten. Nu zijn blijkbaar diverse werknemers,
meer bepaald het comité van de klacht van 30 miljard, niet tevreden
en zij hebben de Belgische Staat, het Vlaams en Brussels Gewest,
het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen, de VDAB gedagvaard.
De zaak werd tijdens de inleidende zitting uitgesteld. De eisende
partijen klagen aan dat dit sociale plan onvoldoende zou worden
uitgevoerd, dat niet alle bruggepensioneerden aanspraak zouden
kunnen maken op dit beloofde vervroegde brugpensioen en dat
compensatiepremies deels of helemaal niet werden uitgekeerd. Er
zou ook onvoldoende werk zijn gemaakt van outplacement.

Mevrouw de minister, mijn vragen zijn de volgende. Ik neem aan dat
u de procedure en de afhandeling van de procedure niet zal
afwachten. Kunt u al dan niet de actuele stand van zaken op dit
ogenblik mededelen en gedeeltelijk de eis van het comité
ontkrachten? Welke is de reden van de vertraging? Wat zijn uw
ambities om eventuele achterstand in te lopen? Indien er geen
06.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La ministre Onkelinx a
élaboré un plan social en vue de
faire face aux conséquences
désastreuses de la faillite de la
Sabena. Les travaux de la
commission d'enquête
parlementaire ont mis en
évidence que la ministre s'était
déjà attelée à cette tâche avant
même la faillite, ce qui l'honore.
Le Comité de la plainte des 30
milliards a lancé une citation à
l'encontre de l'Etat Belge, des
Régions flamande et de Bruxelles-
Capitale, du Fonds de fermeture
d'entreprises et du VDAB. Les
parties demanderesses dénoncent
la mise en oeuvre insuffisante du
plan social, le fait que l'ensemble
des prépensionnés ne peuvent
prétendre à la prépension
anticipée promise et que les
primes de compensation ne sont
que partiellement ou pas du tout
versées. De même, on ne se
préoccuperait pas suffisamment
de l'outplacement.

Ces plaintes sont-elles fondées?
Comment la ministre résorbera-t-
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
achterstand is, wat is uw timing voor de verdere realisatie van uw
sociaal plan?
elle un éventuel arriéré? Quelles
sont les prochaines étapes du
calendrier de la mise en oeuvre du
plan social?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
in het algemeen kan worden gesteld dat de uitvoering van het sociaal
plan Sabena tot op heden vrij vlot verlopen is. In totaal werd reeds
48,8 miljoen euro uitbetaald. Het gaat vooral om de
activeringspremie die uit twee delen bestaat: een basisbedrag van
150.000 frank voor een voltijdse werknemer, uitbetaald onmiddellijk
na het faillissement en meestal in de maanden december 2001 of
januari 2002, en een maandelijkse toeslag die gedurende maximaal
15 maanden wordt uitbetaald. In totaal ontvingen 7.785 werknemers
het basisbedrag van deze activeringspremie, samen goed voor 28,3
miljoen euro. Van de maandelijkse toeslag genoten 4.933
werknemers, tot eind oktober goed voor 21,6 miljoen euro.

Voor de twee specifieke situaties waarnaar verwezen wordt in de
vraag zijn er wel complicaties in de uitvoering. Ik zal deze kort
uitleggen.

Wat het brugpensioen betreft, moeten drie situaties worden
onderscheiden. Ten eerste, de situatie van werknemers die op de
datum van het ontslag, zijnde meestal 7 november 2001, minstens
52 jaar oud waren of die op datum van 7 november 2001 reeds op
brugpensioen waren. Voor hen is er geen enkel probleem. Ze vallen
onder toepassing van de CAO brugpensioen, geldend van de vorige
herstructurering, Blue Sky. In totaal gaat het om 1.408 werknemers.
In de periode november 2001­oktober 2002 werd hen 4,35 miljoen
euro aan aanvullende vergoedingen uitbetaald door het Fonds voor
Sluiting van Ondernemingen. Dit behoort niet tot het sociaal plan in
de strikte zin. Het gaat om de normale wettelijke taken van het FSO.

Ten tweede, de situatie voor werknemers die op datum van het
ontslag minstens 50 jaar waren, maar geen 52. Voor hen is de CAO
brugpensioen door het beheerscomité van het FSO niet
tegenstelbaar verklaard aan het FSO. Dit betekent dus geen recht op
tussenkomst vanwege het FSO. Dit probleem werd opgelost door de
overname van de kosten van CAO in het sociaal plan. In totaal gaat
het om 121 betrokken werknemers. In de periode november 2001­
oktober 2002 werd hen 171.000 euro aan aanvullende vergoedingen
uitbetaald. Ook hier is er dus geen probleem meer.

Ten derde, de situatie van de werknemers die op het ogenblik van
ontslag nog geen 50 jaar waren, maar die dit werden tijdens de
geldigheidsduur van de CAO, zijnde eind 2002 dan. Voor hen ­ dit is
de probleemgroep ­ is er helaas geen recht op brugpensioen. Om
recht te hebben op brugpensioen moet men de vereiste leeftijd
bereikt hebben op het ogenblik van ontslag. De enige mogelijkheid
voor deze groep om in het brugpensioen te treden was dus in dienst
blijven of opnieuw in dienst zijn op het ogenblik van het bereiken van
de leeftijd. De regering vroeg aan de curatoren om deze werknemers
opnieuw in dienst te nemen en te ontslaan op de datum van het
bereiken van de leeftijd van het brugpensioen. Dit voorstel werd
evenwel geweigerd door de curatoren. De regering stelde zelfs voor
de loonkosten voor de periode van wederindienstname ten laste te
leggen van het sociaal plan, zodat het faillissement niet verzwaard
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La mise en oeuvre du
plan social pour la Sabena s'est
déroulée correctement. 48,8
millions d'euros ont déjà été
versés. 7.785 travailleurs ont déjà
perçu le montant de base de la
prime d'activation pour un
montant total de 28,3 millions
d'euros. Jusqu'à fin octobre, 4.933
travailleurs ont bénéficié du
supplément mensuel, à
concurrence d'un montant total de
21,6 millions d'euros.

La prépension pose en effet
quelques problèmes. Les 1.408
travailleurs âgés de moins de 52
ans à la date de leur départ ou
déjà prépensionnés à cet âge
n'ont rencontré aucune difficulté.
Ils bénéficient de l'application de
la CCT Blue Sky relative aux
prépensions datant de la
restructuration précédente.

Les 121 travailleurs âgés de
moins de 50 ans à la date de leur
prépension ont bénéficié
d'indemnisations complémentaires
pour un montant de 171.000 euros
jusqu'à la fin du mois d'octobre
2002. Il ne se pose donc aucun
problème à cet égard.

Le groupe à problèmes est
composé de travailleurs âgés de
moins de 50 ans à la date de la
prépension, mais ayant atteint
cette limite d'âge durant la période
de validité de la CCT, qui est
d'application jusqu'à la fin 2002.
Ils n'ont droit à la prépension que
s'ils sont restés en service ou
sont à nouveau entrés en service
au moment où ils ont atteint l'âge
de 50 ans.

Le gouvernement a demandé aux
curateurs de reprendre ces
travailleurs et de les licencier à
l'âge requis pour la prépension
mais s'est vu opposer un refus,
CRIV 50
COM 927
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
werd door deze loonkosten van wederindienstname. Maar zelfs dit
voorstel werd afgewezen door de curatoren. Om aan die groep toch
een goede regeling aan te bieden, besliste de regering dan om aan
die werknemers het recht te geven te opteren voor de specifieke
regeling van activeringspremie sociaal plan, die oorspronkelijk enkel
bedoeld was voor de achtenveertigjarigen. Maar ik geef toe, dit is
slechts the second best oplossing.

De beste oplossing werd echter onmogelijk gemaakt door de houding
van de curatoren. In totaal bevinden 182 werknemers zich in die
situatie. In de periode november 2001-oktober 2002 werd hen
740.000 euro uitbetaald aan specifieke activeringspremies.
bien qu'il ait proposé d'imputer les
charges salariales au plan social.
Dans le souci de néanmoins régler
ce dossier dans l'intérêt des
travailleurs, le gouvernement a
décidé de leur donner droit à la
prime d'activation. Il s'agissait de
182 travailleurs, qui ont bénéficié
de primes d'activation pour un
montant de 740.000 euros.
La deuxième prime du plan social qui pose encore des problèmes,
c'est la prime de compensation. Cette prime est prévue pour tous les
travailleurs qui ont une ancienneté élevée et un salaire brut élevé. Il
est prévu, dans le plan social, que cette prime est payée au même
moment en plus du paiement des indemnités contractuelles par le
Fonds de fermeture des entreprises. Vu que la prime de
compensation n'est payée qu'au moment où les primes légales sont
payées par le Fonds de fermeture des entreprises, par exemple des
indemnités de préavis, il n'y a pas encore de primes de
compensation qui ont été payées. Pour pouvoir payer ces primes
légales, le Fonds de fermeture doit d'abord recevoir des curateurs les
informations nécessaires quant à la créance de chaque travailleur
vis-à-vis de la faillite. Et les curateurs viennent seulement de
commencer à transmettre ces créances.

Au mois d'octobre, le Fonds de fermeture a reçu les 925 premiers
dossiers. Au mois de novembre, il s'agissait de 688 dossiers. Pour
décembre, il y en a 569, donc cela fait 2182 dossiers. Ce sont les
chiffres de ce matin. On pourra donc bientôt, du moins pour ces
travailleurs-là, procéder au paiement, y compris la prime de
compensation. Nous venons de commencer ce travail de versement
des primes de compensation. 564 personnes viennent de la recevoir,
pour un total de 1,8 million d'euros. Maintenant, le rythme de
croisière va prendre son envol. Pour les autres travailleurs, il faut
encore attendre les créances qui doivent être rendues par les
curateurs. Nous sommes vraiment dépendants du travail des
curateurs.

Enfin, en ce qui concerne l'outplacement, j'attire votre attention sur le
fait que cette matière, vous le savez, est de compétence régionale.
D'après les informations communiquées par les Régions, je me fais
leur porte-parole, il ressort qu'en Flandre, 2240 personnes se sont
inscrites pour un outplacement dont 1651 ont aujourd'hui un emploi.
En Wallonie, il s'agit respectivement de 1704 inscrits et de 990
emplois. A Bruxelles, 323 inscrits et 95 emplois. D'après les
informations reçues, tous les travailleurs ont reçu au minimum une
offre de la part des Régions. Bien entendu, le travailleur individuel
est libre d'y donner suite ou non.

J'ai été un peu longue pour une question orale mais je pense que ce
dossier mérite qu'on soit extrêmement précis sur les questions qui se
posent encore.
Ook de compensatiepremie vormt
een probleem. Alle werknemers
met veel anciënniteit en met een
hoog brutoloon hebben er recht
op. Volgens het sociaal plan wordt
die premie betaald op het ogenblik
waarop het Fonds voor de sluiting
van ondernemingen de
contractuele vergoeding uitbetaalt.

In oktober heeft het Sluitingsfonds
925 dossiers ontvangen, in
november 688 en in december
569, in totaal dus 2182 dossiers.
Wij zijn begonnen met de
uitbetaling van de
compensatiepremies: 564 mensen
hebben ze al gekregen, voor een
totaal bedrag van 1,8 miljoen
euro. Voor de andere werknemers
moeten we nog het juiste bedrag
van de schuldvordering van elke
werknemer afwachten, dat wordt
vastgesteld door de curatoren.

Outplacement is een gewestelijke
bevoegdheid. In Vlaanderen
hebben 2240 mensen zich
ingeschreven voor outplacement,
van wie er vandaag 1651 een
betrekking hebben. In Wallonië
gaat het om 990 jobs voor 1704
ingeschrevenen en in Brussel om
95 jobs voor 323 ingeschrevenen.
Alle werknemers hebben een
werkaanbieding gekregen van de
Gewesten. Het staat de
werknemers vrij daar al dan niet
op in te gaan.
De voorzitter: Dank u voor dit uitvoerig antwoord, mevrouw de minister.
17/12/2002
CRIV 50
COM 927
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
treed de commissievoorzitter bij en ik dank u voor uw uitvoerig
antwoord in deze complexe en belangrijke sociale materie. Samen
met u betreur ik eigenlijk de houding van de curatoren,
niettegenstaande het zeer genereuze voorstel vanwege de regering
om voor die problematische gevallen, wat de brugpensionering
betreft, eigenlijk nog met een cheque boven de tafel te komen. Ik
betreur dit en ik betreur evenzeer dat sommige dingen nog niet
uitbetaald kunnen worden omdat bepaalde administratieve
bescheiden van de curatoren nog steeds niet in jullie handen zijn en
het feit dat we als overheid gedeeltelijk in een negatief daglicht
komen door deze burgerlijke procedure. Let wel, ik heb alle begrip
voor het ongeduld van deze mensen. Ze hebben fenomenale dingen
ondergaan en ik begrijp hun ongeduld en vind dan ook dat het
allemaal zo snel mogelijk zou moeten gebeuren.

Ik zou ervoor pleiten, mevrouw de minister, dat van de regering uit
nog eens een ingebrekestelling gaat naar de curator opdat zij binnen
de kortst mogelijke tijden deze stukken bezorgen, bij gebreke
waaraan ze anders gedagvaard zullen moeten worden in de
hangende procedure voor de schade die zou geleden zijn ­ waarvoor
zij ook verantwoordelijk zijn ­ en die we als overheid zouden dienen
te betalen. Ook zij hebben hun professionele aansprakelijkheid. Ik
dank de minister voor haar correct antwoord. Ik zal dat trouwens ook
bekendmaken, mits haar goedvinden, aan de betrokken
parlementaire onderzoekscommissie om deel uit te maken van het
dossier.
06.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je regrette l'attitude des
curateurs ainsi que le fait que
certains documents administratifs
des curateurs n'ont pas encore été
remis aux autorités, de sorte que
certains paiements n'ont pas
encore pu être effectués. Je puis
comprendre l'impatience des
travailleurs licenciés de la
Sabena.

Le gouvernement pourrait-il
instamment demander aux
curateurs de transmettre les
documents requis? Ils ont en
l'espèce une responsabilité
professionnelle. Je
communiquerai également la
réponse du ministre à la
commission parlementaire
d'enquête.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.41 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14.41 heures.