IC906_FIN.doc

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Front National

Mouvement réformateur

Parti socialiste

cdH

centre démocrate Humaniste

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de brugpensioenregeling voor het
rijdend personeel van de NMBS" (nr. A467)

Question de Mme Karine Lalieux à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le système de pré-pension pour
le personnel roulant de la SNCB" (n° A467)

Sprekers: Karine Lalieux, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer

Orateurs: Karine Lalieux, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports

Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de transit van goederen door
België" (nr. A425)

Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le transit de marchandises par la
Belgique" (n° A425)

Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports

Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de trafiek van goederentreinen op
een aantal NMBS-lijnen" (nr. A426)

Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la circulation de trains
marchandises sur certaines lignes de la SNCB"
(n° A426)

Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports

Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het 3de beheerscontract van de
NMBS met de Staat" (nr. A404)

Question de M. Jacques Chabot à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le 3ème contrat de gestion Etat-
SNCB" (n° A404)

Sprekers: Jacques Chabot, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer

Orateurs: Jacques Chabot, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
toekomstige evolutie van het vormings- en
rangeerstation van Stockem" (nr. A434)

- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'évolution de l'avenir de la gare de formation et
de triage de Stockem" (n° A434)

- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
uitbreiding van de NMBS-parking aan het station
van Aarlen" (nr. A435)

- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'agrandissement du parking SNCB autour de la
gare d'Arlon" (n° A435)

- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
evolutie van de werkgelegenheid na de
ingebruikneming van de geëlektrificeerde lijn
Athus-Meuse" (nr. A436)

- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'évolution de l'emploi suite à la mise en service
de la ligne électrifiée Athus-Meuse" (n° A436)

Sprekers: Josy Arens, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer

Orateurs: Josy Arens, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports

Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de uitbreiding van de NMBS-parking aan
het station van Aarlen" (nr. A435)

Question de M. Josy Arens à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur « l'agrandissement du parking
SNCB autour de la gare d'Arlon » (n° A435)

Sprekers: Josy Arens, Isabelle Durant, vice-

Orateurs: Josy Arens, Isabelle Durant, vice-

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

INFRASTRUCTUUR, HET

VERKEER EN DE

OVERHEIDSBEDRIJVEN

COMMISSION DE

L'INFRASTRUCTURE, DES

COMMUNICATIONS ET DES

ENTREPRISES PUBLIQUES

van

DINSDAG

DECEMBER

2002

10:00 uur

______

MARDI

DECEMBRE

2002

10:00 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10.16 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.16 heures par M. Francis Van den Eynde, président.

01 Question de Mme Karine Lalieux à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des

Transports sur "le système de pré-pension pour le personnel roulant de la SNCB" (n° A467)

01 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en

Vervoer over "de brugpensioenregeling voor het rijdend personeel van de NMBS" (nr. A467)

01.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la

ministre, ce vendredi, le conseil des ministres a décidé de prolonger
pour un an seulement le droit à la pension anticipée du personnel
roulant, alors que la prolongation est généralement prévue pour une
période de trois ans. Quatre dérogations de trois ans ont déjà été
accordées depuis 1991. Le personnel roulant voit évidemment d'un
très mauvais oeil cette décision. D'ailleurs, qui pourrait les en
blâmer? En effet, ce droit à la pension anticipée volontaire à 55 ans
est l'un des seuls avantages de leur métier, que l'on peut qualifier
sans hésitation de pénible, d'éprouvant et de dangereux et qui
réclame la vigilance de tous les instants de la part du travailleur.
Vous savez que ce sont les conducteurs qui sont les garants de la
sécurité des usagers.

Vu cette décision, le personnel (plus de 7.000 travailleurs) a de fortes
craintes, qui me paraissent d'ailleurs fort légitimes, de voir supprimer
très prochainement ce droit de quitter volontairement l'entreprise à
55 ans. Les syndicats, en réaction, prévoient d'une part des
mouvements de grèves spontanés dès aujourd'hui c'est ce qu'a
annoncé la presse ce matin et d'autre part, un risque d'absentéisme
et de jours de maladie supplémentaires, ce qui aurait évidemment
des répercussions négatives sur tout le personnel et sur les usagers.

Madame la ministre, alors que M. Karel Vinck, l'administrateur
délégué, avait donné son accord pour justement éviter tout remous
social avant une période difficile pour l'entreprise, comme chacun le
sait il y a un plan stratégique et peut-être un plan de restructuration
je crois que le gouvernement a donné une fois de plus un très
mauvais signal à l'ensemble des travailleurs.

Pouvez-vous me donner l'ensemble des raisons pour lesquelles cette

01.01 Karine Lalieux (PS):

Vorige vrijdag heeft de
Ministerraad beslist het recht op
vervroegd pensioen voor het
rijdend personeel met slechts één
jaar te verlengen, terwijl de
verlenging doorgaans voor een
periode van drie jaar geschiedt.

Het rijdend personeel is niet te
spreken over die beslissing,
temeer daar dat recht op
vervroegd pensioen een van de
enige voordelen van het beroep is
dat als moeilijk, afmattend en
gevaarlijk kan worden
bestempeld.

Het personeel is er sterk beducht
voor dat het recht op een vrijwillig
vertrek uit het bedrijf op 55 jaar
zou worden afgeschaft. De
vakbonden voorzien
stakingsacties, en waarschuwen
voor meer absenteïsme en een
groter aantal dagen ziekteverlof
bij het personeel.

De regering geeft daarmee een
zeer slecht signaal aan de
werknemers, en dat terwijl de heer

03/12/2002

CRIV 50

COM 906

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

dérogation n'a été donnée que pour un an?

Vinck iedere vorm van sociale
onrust wilde vermijden omdat de
NMBS vlak voor een moeilijke
periode staat. Waarom geldt die
afwijking maar voor één jaar?

01.02 Isabelle Durant, ministre: En effet, je ne reprendrai pas les

éléments liés à la dérogation possible déjà donnée à plusieurs
reprises et qui concerne effectivement une catégorie du personnel, le
personnel roulant, qui par définition, comme vous le disiez, est
soumis à des facteurs de risque, à un stress, à des horaires
irréguliers et à ce qu'on peut désigner par le vocable de `'pénibilité''
du travail. C'est d'ailleurs une des raisons de l'octroi de cette
dérogation au système général qui est chaque fois donnée pour une
période de trois ans, ce qui a été le cas en début de législature où la
dérogation avait été accordée et se terminait à la fin de cette année-
ci. C'est en ce sens que j'ai dressé avec M. Vandenbroucke un
dossier qui concerne la prolongation de trois ans de ce système de
manière à pouvoir répondre à cette inquiétude et permettre que le
système perdure, quoi qu'il en soit de la suite, dans un climat qui
n'est pas facile même s'il ne présage pas de l'avenir.

Lors de la discussion au gouvernement, partant du principe que, dès
l'année prochaine probablement, une discussion plus générale, un
dialogue social devra être entamé, d'autres arguments furent
évoqués pour accorder cette dérogation pour une année au lieu de
trois: la pénurie de conducteurs, l'insuffisance de recrutement mais
aussi le nombre de jours de congé non récupérés par le personnel.
J'ai défendu très clairement une position visant à octroyer cette
dérogation pour les trois années comme prévu. Mais la décision a
été de l'accorder pour une année en faveur des quelque 90
personnes concernées. C'est en effet un droit que cette dérogation
accorde à l'ensemble du personnel roulant. Dans ce cas-ci, elle
concerne, d'après la SNCB, à peu près 90 personnes. Dès lors, je
pense qu'il fallait garantir ce droit pour un an minimum; c'était le
minimum minimorum.

J'espère surtout que l'on pourra prendre valablement en compte la
situation de ce personnel roulant dans le cadre des discussions
sociales qui seront entamées et qui devraient amener à pouvoir
prolonger ce système ou un système analogue qui répond à des
conditions très particulières pour ce personnel roulant. Je répète que,
pour ma part, je plaiderai pour que l'on puisse maintenir ce système
ou à tout le moins que l'on puisse réserver à ce personnel le
traitement particulier qui convient en raison des conditions
particulières dans lesquelles il effectue ses tâches.

01.02 Minister Isabelle Durant: Ik

heb samen met minister
Vandenbroucke bij de regering
een dossier ingediend om die
regeling met drie jaar te
verlengen. Tijdens de bespreking
werden andere argumenten naar
voren gebracht, zoals het op gang
brengen van een sociale dialoog
en het feit dat er een tekort is aan
rijdend personeel en

onvoldoende mensen in dienst
worden genomen.

Ik heb gepleit voor een verlenging
met drie jaar, maar er werd tot
een verlenging met één jaar
beslist. Die beslissing heeft
betrekking op circa 90 personen.

Ik hoop dat wij in de toekomst
rekening zullen kunnen houden
met de situatie van het rijdend
personeel en dat die afwijking kan
worden verlengd. Gelet op de
bijzondere omstandigheden
waarin die personeelsleden
moeten werken, zal ik voor een
behoud van die regeling pleiten.

01.03 Karine Lalieux (PS): Madame la ministre, je crois

qu'aujourd'hui l'effet psychologique qu'a eu cette décision sur le
personnel qui est fragilisé et qu'on le veuille ou non, les chiffres qui
sortent et dont nous discuterons dans quelques mois fragilisent toute
l'entreprise et le personnel en particulier est négatif. Je pense que
cela ne mangeait pas de pain de renouveler pour trois ans cette
situation.

En même temps, la pénurie de personnel roulant est un argument qui
va encore alourdir la volonté de ce personnel de faire grève. Non

01.03 Karine Lalieux (PS): U

moet toch toegeven dat die
beslissing een negatieve invloed
heeft gehad op dat personeel, dat
het al moeilijk heeft. De trend om
te gaan staken wordt trouwens
nog in de hand gewerkt door het
reële personeelstekort.

De regering had die beslissing

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

seulement il y a une pénurie, il n'y a pas d'engagement, il ne
récupère pas ses jours de congé mais on le punit une fois de plus en
ne procédant pas au renouvellement de trois ans.

Je pense donc que ces signes ne sont vraiment pas positifs. Le
gouvernement dans son ensemble avec vous comme ministre de
tutelle n'aurait jamais dû prendre ce type de décision même si elle ne
concerne que 90 personnes. Si des grèves ont lieu jusqu'à Noël, je
crois que l'effet ne sera pas celui escompté et que ce seront encore
une fois les usagers qui supporteront les conséquences de cette
décision.

nooit mogen nemen, ook al geldt
ze slechts voor 90 personen.

Als uiteindelijk wordt beslist tot
staking over te gaan, in de
kerstperiode bovendien, zullen de
reizigers het eerste slachtoffer
zijn.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en

Vervoer over "de transit van goederen door België" (nr. A425)

02 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des

Transports sur "le transit de marchandises par la Belgique" (n° A425)

02.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik wens de

minister inderdaad twee vragen te stellen, die ik reeds enige tijd
geleden als schriftelijke vraag had ingediend omdat ze wel wat
cijfergegevens met zich brengen. Aangezien al meer dan het
dubbele van de termijn verstreken was, heb ik mij conform het
Reglement gepermitteerd de vragen mondeling in te dienen.

Ik beschikte graag over een aantal gegevens en cijfers in verband
met de transit van goederen door ons land omdat wij vaak met de
problematiek geconfronteerd worden en omdat men op de
verschillende beleidsniveaus zowel op het federale als op het
gewestelijke vlak permanent op zoek is naar mogelijkheden om het
goederenvervoer van de weg te halen en naar het spoor en de
waterwegen te versassen. België speelt daarin natuurlijk een
belangrijke rol omwille van zijn centrale ligging. Precies om de
leefbaarheid te garanderen, denk ik dat het belangrijk is dat wij
hieraan werken en inzake vervoersmodus de juiste keuze maken.

In dat verband heb ik twee vragen aan de minister. Kan zij mij via de
NMBS en ook via andere kanalen inlichtingen geven over de totale
trafiek van goederen die vanuit Nederland richting Frankrijk vervoerd
worden met bestemming kanaaltunnel? Hoe gebeurt de verdeling
over de verschillende vervoersmodi op dit ogenblik? Ik heb een
gelijkaardige vraag in verband met de goederentrafiek vanuit
Duitsland richting Frankrijk met als bestemming kanaaltunnel?
Telkens moet deze trafiek België passeren via de weg, het spoor of
het water.

02.01 Frieda Brepoels (VU&ID):

Dans un premier temps, j'avais
posé deux questions par écrit
mais je n'ai pas reçu de réponse
dans un délai raisonnable.

On cherche sans relâche à
déplacer le transport de
marchandises de la route vers le
rail et l'eau. Il est capital pour un
pays de transit comme la
Belgique, s'il veut conserver des
conditions de vie acceptable,
d'opter pour le mode de transport
approprié.

Que représente, globalement, le
trafic de marchandises en
provenance respectivement des
Pays-Bas et d'Allemagne et
acheminées en France à
destination du tunnel sous la
Manche?

02.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, in

2001 was het spoorvervoer van Nederland via België met
bestemming Kanaaltunnel miniem en te verwaarlozen volgens de
NMBS. Het spoorvervoer Duitsland tot het Verenigd Koninkrijk via
België bedroeg ongeveer 430 kiloton. De verdeling over de
verschillende vervoersmodi is moeilijk te berekenen en wel omwille
van verschillende redenen. Het vergt inderdaad een verwerking van
internationale statistieken, maar ook een kennis van het aandeel van
de internationale bewegingen die relevant zijn voor een transit of een

02.02 Isabelle Durant, ministre:

Le transport de marchandises en
provenance des Pays-Bas et
empruntant le rail belge a été
négligeable en 2001. Le trafic en
provenance d'Allemagne a
représenté quelque
430 kilotonnes.

03/12/2002

CRIV 50

COM 906

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

eventuele transit door België. Wat nochtans belangrijk is, is het feit
dat het marktaandeel van het spoor miniem is en het moet dus, zoals
uzelf en iedereen hier zeggen, stijgen. Om te stijgen moet een
betrouwbare dienstverlening worden aangeboden. Dat is, wat
Becargo betreft, natuurlijk de grote uitdaging voor de NMBS. De
elementen zijn dus niet heel precies en de NMBS heeft niet meer
precisie en heeft niet de mogelijkheden om te antwoorden op uw
tweede vraag.

La ventilation des chiffres entre
les différents modes de transport
est malaisée. Il faut pour cela
disposer de statistiques
internationales et connaître les
mouvements internationaux
importants

Un constat important est que la
part de marché du rail est minime
et doit augmenter. Pour cela, nous
devrons offrir un service fiable.

02.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de minister, ik apprecieer

het natuurlijk dat ik cijfers vanwege de NMBS krijg, maar vermits u
toch een federale bevoegdheid hebt voor mobiliteit in het algemeen
en u ook in de beleidsnota cijfers vooropstelt omtrent groei en een
verdeling over de verschillende vervoersmodi, vind ik het vreemd dat
u niet via andere kanalen aan de juiste verdeling bent kunnen
geraken.

Het is toch ondenkbaar een beleid uit te bouwen als men niet over de
juiste cijfers beschikt.

02.03 Frieda Brepoels (VU&ID):

Je suis satisfaite d'avoir obtenu
les chiffres de la SNCB mais il
m'étonne que la ministre, qui est
pourtant en charge de la mobilité
en général à l'échelon fédéral,
présente dans sa note de politique
générale une répartition entre les
différents modes alors qu'elle ne
dispose apparemment pas de
chiffres exacts.

02.04 Minister Isabelle Durant: De federale diensten hadden in het

verleden geen echte statistische en prospectieve diensten om de
evolutie voor de verschillende modi te volgen. Dat is een van de
redenen waarom er in het kader van de Copernicus-hervormingen
een dienst Mobiliteit en Verkeersveiligheid werd opgericht. Die dienst
is geen aparte of verticale dienst. Het is een horizontale dienst die
alle statistieken moet verzamelen op Europees en natuurlijk ook op
federaal vlak, in coördinatie met de Gewesten, om echt te kunnen
beschikken over een statistisch instrument om de volgende
beleidsdaden, maatregelen of beslissingen te kunnen beïnvloeden.

Ik ben het dus helemaal met u eens. De diensten hadden geen echte
statistische diensten om elementen op federaal vlak te verdedigen en
ze moesten de inlichtingen, bijvoorbeeld in het kader van de
Channeltrafiek of in andere gevallen, halen bij verschillende andere
diensten. Die gegevensinzameling en specialisatie om een echte
statistisch instrument te hebben, bestond niet in het verleden maar
moet er in de toekomst komen door deze specifieke dienst die werkt
aan de prospectieven en natuurlijk ook op Europees vlak. In dit geval
heeft het immers geen zin alleen op federaal niveau te werken,
aangezien daar alleen een transit bestaat. We moeten dus weten
welke de stromen zijn voor de toekomst in het kader van het
Europees netwerk.

02.04 Isabelle Durant, ministre:

Les services fédéraux ne
disposent pas de véritable service
statistique et prospectif.

Le service Mobilité et

Sécurité routière, un service
horizontal rassemblant toutes les
statistiques européennes et
nationales, n'existe que depuis la
réforme Copernic. Nous
disposerons donc à l'avenir d'un
véritable instrument politique.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en

Vervoer over "de trafiek van goederentreinen op een aantal NMBS-lijnen" (nr. A426)

03 Question de Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des

Transports sur "la circulation de trains marchandises sur certaines lignes de la SNCB" (n° A426)

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

03.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

minister, deze vraag gaat iets meer gedetailleerd in op het
spoorwegvervoer, meer bepaald het goederenvervoer.

Mijn vraag is welke capaciteit op een aantal spoorlijnen nog
beschikbaar is. Er werd vaak gediscussieerd over de vooropgestelde
percentages met betrekking tot de groei van het goederenvervoer.
Op bepaalde lijnen zou er weinig of geen capaciteit meer ter
beschikking zijn.

In de schriftelijke vraag die ik oorspronkelijk had ingediend vroeg ik
naar het aantal goederentreinen dat per etmaal en per richting rijdt
over een vijftiental spoorlijnen die ik heb opgesomd. Ik vroeg
eveneens naar het aantal vrije rijpaden op die spoorlijnen, die
beschikbaar zijn voor goederentreinen.

Mevrouw de minister, mocht u mij hierover iets kunnen vertellen, dan
neem ik aan dat zulks schriftelijk zal gebeuren, want indien u die
gegevens mondeling moet verstrekken, per lijn, dan zou dat wellicht
veel tijd in beslag nemen. Ik zal aldus genoegen nemen met een
schriftelijk antwoord op deze concrete vragen.

03.01 Frieda Brepoels (VU&ID):

Il faut d'urgence intensifier le
transport de marchandises par rail
mais, pour ce faire, il est
indispensable de connaître la
capacité encore disponible sur les
différentes lignes.

Combien de trains de
marchandises empruntent-ils
chaque jour et dans chaque
direction les lignes ferroviaires
recensées sur le tableau que j'ai
fourni à la ministre? Combien de
sillons sont-ils encore libres pour
des trains de marchandises sur
ces lignes? Je ne demande pas à
la ministre une énumération
exhaustive, qui nous ferait perdre
du temps: une réponse écrite
suffira.

03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, ik zal aan

mevrouw Brepoels een tabel bezorgen die ik uiteraard niet zal
voorlezen met betrekking tot de verschillende rijpaden.

In deze tabel wordt, in verband met de aangegeven lijnen of
lijnsecties, per richting en per dag het aantal reizigers- en
goederentreinen vermeld, alsook het aantal losse ritten.

Vermits het aantal treinen op de opgegeven lijnsecties varieert
naargelang het baanvak op deze lijnsectie, werd telkens een
representatief referentiebaanvak gekozen. De vermeldde aantallen
zijn geldig op dit referentiebaanvak.

Volgens internationale normen wordt aangenomen dat voor beide
richtingen samen het aantal beschikbare rijpaden op een dubbele
spoorlijn ongeveer 220 bedraagt.

Het aantal beschikbare rijpaden op een enkele spoorlijn bedraagt
ongeveer 60 tot 70. Deze cijfers zijn bepaald voor een gemiddelde
heterogene trafiek, ze houden rekening met het vrijhouden van
tijdspannes voor onderhoud en met de nodige spelingen voor het
behoud van een goede regelmaat van het verkeer. Er moet ook
worden rekening gehouden met het feit dat een rijpad niet eenduidig
is gedefinieerd. In het goederenverkeer bestaan er grote
vervoersassen tussen de Belgische havens, enerzijds en de
Belgische staalbekkens en belangrijke Europese economische zones,
anderzijds.

Ik kom tot het tweede element. De rijpaden op deze vervoersassen
lopen over een aantal lijnen met elk een restcapaciteit. Het aantal
vrije rijpaden over de gehele vervoersas hangt onder meer af van het
aantal vrije rijpaden op de lijn met het grootste aantal geplande
rijpaden. Het investeringsplan moet zorgen voor een oplossing aan
de bottlenecks.

Ik kom tot het derde element. Op een lijn met gemengd verkeer van

03.02 Isabelle Durant, ministre:

Le tableau que je vous remets
mentionne le nombre de trains de
voyageurs et de marchandises
circulant dans chaque direction et
par jour ouvrable sur les lignes
concernées, ainsi que le nombres
de trajets effectués par du
matériel roulant vide ou du
matériel de traction (trajets à
vide). Les chiffres mentionnés
s'appliquent à un tronçon de
référence représentatif pour
chaque ligne.

Selon les normes internationales,
le nombre de sillons disponibles
est d'environ 220 sur une ligne
double et de 60 à 70 sur une ligne
simple.

Il n'existe pas de définition
univoque du terme "sillon". Dans
le domaine du transport de
marchandises, par exemple,
d'importants axes relient les ports
belges aux bassins sidérurgiques
belges et aux principales zones
économiques européennes. Les
capacités résiduaires inégales sur
ces lignes engendrent des goulets
d'étranglement. Par ailleurs, sur
les lignes mixtes, la capacité est
plus limitée encore et d'autres
éléments interviennent, tels que la
vitesse, le tonnage et les périodes

03/12/2002

CRIV 50

COM 906

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

reizigers en goederen wordt de capaciteit beperkter naargelang de
heterogeniteit in rijpaden groter is.

Ik kom tot het vierde element. Bij het bepalen van de vrije rijpaden
moet onder meer worden rekening gehouden met de snelheid van de
trein, de tonnage van de trein, de aard van het tractiemateriaal en de
vrije tijdspannes die moeten worden bewaard voor onderhoud aan de
sporen. Dat is een element waarover we geen precieze cijfers
kunnen geven.

Er zijn a priori geen vrije rijpaden, specifiek voor het
goederenvervoer, want de andere gebruikers moeten ook hun plaats
vinden op het net.

Men moet een grote voorzichtigheid in acht nemen bij de
interpretatie van het aantal vrije rijpaden om deze vrije rijpaden te
definiëren.

d'inactivité réservées à l'entretien.
Il n'existe pas de sillons libres
spécifiques pour le transport de
marchandise, de sorte qu'il est
difficile d'en préciser le nombre.

03.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

minister voor haar gedetailleerd antwoord. Ik ben blij dat wij de
tabellen krijgen, zodat ik die eens kan inkijken. Ik denk dat daarin de
nodige informatie beschikbaar zal zijn, zoals ik die had gevraagd.

03.03 Frieda Brepoels (VU&ID):

Je vais examiner le tableau et je
reviendrai ultérieurement sur ce
dossier.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Question de M. Jacques Chabot à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des

Transports sur "le 3ème contrat de gestion Etat-SNCB" (n° A404)

04 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en

Vervoer over "het 3de beheerscontract van de NMBS met de Staat" (nr. A404)

04.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, madame la

ministre, le projet de nouveau contrat de gestion Etat-SNCB suscite
de nombreuses interrogations et notamment en ce qui concerne
l'adaptation de la dotation financière aux résultats dans les missions
de service public.

Si je souscris pleinement à l'objectif de l'Etat d'augmenter la part du
rail de manière substantielle, à savoir passer de 7.5% de parts de
marché des transports des usagers à 15%, le principe de fixer ou
d'indexer des montants déterminés en fonction du nombre de
passagers et de trains mis en service présente des risques pour les
travailleurs.

Certains aspects indépendants des travailleurs ont été à mon sens
sous-évalués. Par exemple, la conjoncture extérieure et d'éventuels
mauvais choix de gestion pourraient influencer défavorablement les
résultats et donc la dotation.

En effet, la dotation ne bénéficierait d'un supplément que si certains
indices pivots étaient dépassés. Cela est dû au fait que les indices de
référence augmenteront systématiquement tous les ans d'1%, que la
conjoncture soit favorable ou non, alors que les dotations, elles, ne
seraient pas acquises de la même manière.

Autre point d'achoppement: cet effet cliquet n'augmenterait donc, si
la SNCB s'y tient, que de 11% en dix ans. Dès lors, quel est l'intérêt

04.01 Jacques Chabot (PS): De

ontwerp-beheersovereenkomst
tussen de Staat en de NMBS doet
heel wat vragen rijzen, meer
bepaald wat de afstemming van
de financiële dotatie op de
resultaten van de openbare
dienstverlening betreft.

Ik sta achter de doelstelling van
de overheid om het marktaandeel
van het reizigersvervoer per spoor
op te trekken van 7,5% naar 15%,
maar ben van oordeel dat het
voor de werknemers een gevaar
kan inhouden bepaalde bedragen
vast te stellen op basis van of aan
te passen aan het reizigersaantal
en het aantal ingezette treinen.

Er werd onvoldoende rekening
gehouden met een aantal
elementen waar de werknemers
geen vat op hebben. Zo kunnen
de economische conjunctuur of
foute beheersbeslissingen de

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

pour les dirigeants d'essayer d'augmenter l'offre en voyageurs?

Enfin, les travailleurs subiraient presque systématiquement le contre-
coup de l'incapacité à atteindre l'indice, malgré le fait qu'ils n'aient
pas démérité. Donc, ma crainte réside dans le fait que la SNCB ne
pourrait affecter ce manque de dotation que sur les missions de
service public et, par conséquent, les salaires et autres avantages
seraient concernés.

Je remercie Mme la ministre de m'informer sur ces différents
éléments qui me préoccupent.

resultaten en dus de dotatie
negatief beïnvloeden. Ik denk bij
voorbeeld aan de spilindex. De
referentie-indexen zullen
systematisch elk jaar met 1%
stijgen, onafhankelijk van de
conjunctuur, en de dotaties
zouden niet dezelfde evolutie
volgen. Het klikeffect indien de
NMBS dit naleeft zal over een
periode van 10 jaar slechts een
verhoging van 11% meebrengen.
Wij kunnen ons dan ook afvragen
welk belang de bestuurders er bij
hebben om het reizigersaanbod te
verhogen.

De werknemers zijn niet te kort
geschoten en toch zouden zij bijna
stelselmatig de nadelige gevolgen
ondergaan omdat de index niet
kan worden gehaald. Ik vrees dus
dat de NMBS geen andere keuze
zal hebben dan de openbare
dienstverlening terug te schroeven
omdat de dotatie niet volstaat en
dat de lonen en andere voordelen
daaronder zullen lijden.

04.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, nous

sommes tous largement d'accord sur le fait que la part de marché du
rail doit augmenter et que, dès lors, il faut des moyens pour nous
permettre d'y arriver. Cela implique d'un côté un minimum d'efforts
de la part de la SNCB et, d'un autre côté, un effort de la part des
autorités publiques et de l'Etat fédéral en particulier, pour ce qui
concerne la dotation et les moyens financiers.

Déjà par le passé, la SNCB avait elle-même admis que certains
efforts devaient être fournis, comme dans le cadre par exemple du
plan Objectif 2005 où elle avait choisi d'effectuer un certain nombre
d'efforts figurant dans son contrat de gestion. Ces engagements n'ont
pas été respectés, ce qui rend la situation actuelle encore un peu
plus difficile.

Pour ce qui concerne l'objectif de captage de parts de marché, il faut
savoir que la conjoncture extérieure, par définition, aide. Si on se
réfère aux perspectives d'augmentation de la mobilité, les dix
prochaines années verront une augmentation de 30% au niveau
européen en matière de déplacement. Cela signifie que nous
connaîtrons bien sûr une augmentation de déplacement supérieure à
1%. Dès lors, comme la SNCB fait souvent plus que ce qui lui est
demandé, je pense au contraire que cette clef peut être intéressante
pour elle, de manière presque à bétonner l'augmentation de la
dotation à laquelle elle pourrait prétendre. Par ce biais, la SNCB
pourrait obliger les autorités publiques à la financer à hauteur des
services fournis.

De toute façon, ce mécanisme d'intéressement doit être discuté avec

04.02 Minister Isabelle Durant:

Het staat buiten kijf dat het
marktaandeel van het spoor de
hoogte in moet en dat we moeten
zorgen voor de nodige middelen
om die doelstelling te bereiken.
Zowel de NMBS als de Staat
moeten daartoe bijdragen. In het
bekende plan "Doelstelling 2005"
had de NMBS al toegegeven dat
die inspanningen noodzakelijk
zijn, maar het bedrijf is zijn
beloften ter zake niet nagekomen.

Bij het veroveren van markten
moet rekening worden gehouden
met de voortdurende toename
van de mobiliteit op het Europese
vlak, los van de conjunctuur.
Indien de NMBS meer doet dan
het nodige, zal ze meer kunnen
krijgen dan wat verschuldigd was.
Daarover moet worden
onderhandeld.

De overeenkomst heeft dus
nadelen, maar ook voordelen -
onder meer wat de uitbreiding van
de dienstverlening betreft

03/12/2002

CRIV 50

COM 906

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

la SNCB. Nous ne pourrons pas l'imposer et telle n'est pas mon
intention. Par définition, ce sont en effet des choses qui se négocient.
Mais je pense qu'il faut être attentif aux aspects positifs d'un tel
dispositif. Quand on fournit plus en termes de services et cela a
souvent été le cas en nombre de tonnes/kilomètres ou de
voyageurs/kilomètre dans les années précédentes , cela permet
automatiquement de bénéficier d'une augmentation. Ce système doit
être discuté avec la SNCB, nous n'allons certainement pas le lui
imposer. Par définition, tout ce qui est contrat de gestion se négocie
et fait l'objet ensuite d'un arrêté royal sur base d'un accord des deux
parties. Je n'ai pas l'intention de l'imposer et je n'en aurais d'ailleurs
pas les moyens.

Par contre, je veux rendre attentif à certains inconvénients que vous
pointez mais aussi à certains avantages, qui sont tout simplement
liés au fait que la conjoncture est telle que, même si
économiquement elle n'est pas extraordinaire, le nombre de
déplacements ira croissant. Dès lors, certains avantages pourraient
dorénavant garantir à la SNCB de disposer de moyens sur la base
des services proposés tant en termes de nombre de kilomètres
parcourus que d'accroissement du service.

La discussion est ouverte avec la SNCB. Le mécanisme, comme tout
mécanisme, n'offre pas que des avantages. Par définition, il n'y en a
aucun. En présence de certains avantages qui sont assez
intéressants, je ne doute pas que la SNCB sera attentive à ne pas
s'engager, surtout dans la situation financière actuelle pour le moins
difficile, dans des opérations qu'elle ne pourrait pas honorer ou, en
tout cas, qui la mettraient en difficulté, voire qui mettraient en
difficulté ceux qui effectuent le service au quotidien, en l'occurrence
les travailleurs. Mais, je pense que la proposition a tout intérêt à être
discutée et évaluée pour sa pertinence et les avantages qu'elle peut
fournir tout comme les inconvénients que, par ailleurs, toute
proposition contient.

waarop we de nadruk moeten
leggen.

De toestand van de NMBS blijft
dus ingewikkeld, maar dat
betekent niet dat we meteen ook
maar de mobiliteit moeten
opgeven.

04.03 Jacques Chabot (PS): Madame la ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Je ne doute pas que vous tiendrez le parlement
informé de l'état d'avancement de ces négociations avec la SNCB.

04.03 Jacques Chabot (PS): Ik

dank u voor uw antwoord en ben
ervan overtuigd dat u ons op de
hoogte zal houden van het
vorderen van de
onderhandelingen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: De vraag nr. A413 van de heer Yves Leterme wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

05 Questions jointes de

- M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'évolution de l'avenir de la gare de formation et de triage de Stockem" (n° A434)
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'agrandissement du parking SNCB autour de la gare d'Arlon" (n° A435)
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur
"l'évolution de l'emploi suite à la mise en service de la ligne électrifiée Athus-Meuse" (n° A436)

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
toekomstige evolutie van het vormings- en rangeerstation van Stockem" (nr. A434)

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
uitbreiding van de NMBS-parking aan het station van Aarlen" (nr. A435)
- de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
evolutie van de werkgelegenheid na de ingebruikneming van de geëlektrificeerde lijn Athus-
Meuse" (nr. A436)

05.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,

d'après nos informations, la mise en service de la ligne Athus-Meuse
électrifiée ne sera pas sans conséquences sur l'organisation des
activités de la gare de formation et de triage de Stockem. Située de
manière à organiser le transport ferroviaire de marchandises sur la
ligne 162, l'activité de triage et d'entretien qui est actuellement
effectuée à Stockem sera réduite à court terme de 60%. D'où,
toujours d'après nos informations, l'inquiétude qui règne au niveau du
personnel.

Dans la province de Luxembourg, après avoir perdu les ateliers de
Bertrix et les ateliers de La Tour, l'entretien des wagons à Stockem,
nous ne pouvons accepter la perte de l'entièreté de l'atelier de
Stockem. J'insiste vraiment là-dessus. J'aimerais savoir où s'en vont
ces activités puisqu'elles seront sûrement exécutées ailleurs. Dans
quel atelier seront-elles exécutées si elles quittent Stockem?
Pouvez-vous surtout me rassurer sur l'avenir de cet atelier de
Stockem car il y a réellement une grande inquiétude chez les agents
de cet atelier.

05.01 Jozef Arens (cdH): De

ingebruikneming van de lijn
Athus-Maas dreigt op korte termijn
het rangeer- en onderhoudswerk
dat momenteel in Stockem wordt
uitgevoerd met 60% te
verminderen. Het personeel
maakt zich zorgen.

Dit is voor de provincie
Luxemburg onaanvaardbaar.

Naar waar zullen de activiteiten
van de werkplaats Stockem
worden overgeheveld?

Kunt u de werknemers van deze
werkplaats geruststellen?

05.02 Isabelle Durant, ministre: Tout d'abord, l'activité de l'atelier de

Stockem n'est en rien influencée par la mise en service de la traction
électrique sur l'axe Athus-Meuse. Aucune décision ni perspective
n'est tracée, d'aucune manière que ce soit, pour l'atelier de Stockem
et dès lors, au-delà de discussions futures au sein de l'entreprise, il
n'y a pas de décisions affectant la mise en service de la traction
électrique sur la ligne Athus-Meuse.

Quant à la gare de Stockem, elle conservera après le 15 décembre
la desserte marchandises de son hinterland. En ce qui concerne le
statut du personnel, vous savez que tout membre du personnel est
un agent statutaire. Rendu disponible, il conserve néanmoins son
emploi. La réutilisation du personnel disponible est régie par les
dispositions réglementaires générales applicables à chaque agent de
la SNCB. Donc, en ce qui concerne plus particulièrement la mise en
service de l'Athus-Meuse et les fameux 62 postes de travail qui
seront supprimés au 15 décembre prochain, ce qui entraînera la mise
en disponibilité de 33 personnes, des possibilités ont déjà été
envisagées et négociées pour 15 d'entre elles.

Pour les 18 autres, conformément à ce que l'administrateur délégué
lui-même s'est engagé à faire avant la fin de l'année, les discussions
sont en cours au sein du comité paritaire régional pour rechercher les
solutions de réaffectation de ces 18 autres agents qui par ailleurs
bénéficient bien entendu d'un statut et d'une protection que personne
n'entend remettre en question. Je compte bien que cet engagement
ferme qui a été pris solennellement par l'administrateur délégué
devant les représentants des travailleurs soit retenu, d'autant qu'une
réunion du comité régional paritaire a été prévue pour tenter de
chercher une affectation pour ces 18 autres personnes.

Même si la mise en service de la ligne Athus-Meuse a éveillé

05.02 Minister Isabelle Durant:

De activiteiten van de werkplaats
Stockem worden niet beïnvloed
door de modernisering van de lijn
Athus-Maas. Het station van
Stockem blijft in gebruik voor
goederen naar het hinterland.

Er zullen tweeëndertig personen
op non-actief worden gesteld.
Vijftien mensen hebben al een
andere functie gekregen. Voor de
achttien anderen zijn de
besprekingen in het gewestelijk
paritair comité nog volop aan de
gang. Van het statuut kan
uiteraard niet worden afgeweken.

03/12/2002

CRIV 50

COM 906

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

quelques craintes, il faut les éteindre du point de vue de la
réaffectation du personnel parce qu'il sera réaffecté. Pour le reste,
cela ne modifie en rien la problématique de l'atelier ou de la gare de
Stockem.

05.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie madame

la ministre de cette réponse qui me surprend agréablement puisque
chez les travailleurs, on me garantit toujours que rien qu'au niveau
de la gare de formation, une vingtaine d'emplois sont menacés et
ceci sans compter les emplois qui ont disparu sur la ligne elle-même
suite à son électrification et à sa modernisation. Si j'ai bien compris
votre réponse, il n'y a aucune crainte pour la gare de Stockem ou
l'atelier.

05.03 Jozef Arens (cdH): De

werknemers beweren nochtans
dat twintig betrekkingen in het
station op de helling staan.

05.04 Isabelle Durant, ministre: Je ne siège pas dans les

commissions paritaires et je ne suis pas en charge du dialogue
social. Ce que je sais en tout cas aujourd'hui, c'est qu'aucune
décision n'a été prise ou ne m'a été formellement transmise en ce
qui concerne la gare de Stockem et l'atelier de traction de Stockem.
Que des discussions préparatoires aient lieu, c'est possible. C'est
dans les prérogatives entre la direction et les comités régionaux
paritaires.

05.04 Minister Isabelle Durant:

Tot op vandaag werd mij nog
geen enkele formele beslissing
bezorgd, noch aangaande het
station, noch betreffende de
werkplaats voor locomotieven van
Stockem.

05.05 Josy Arens (cdH): Mon message est très clair: nous

n'accepterons en aucun cas la suppression de l'atelier de Stockem
puisque c'est le dernier qui nous reste dans la province de
Luxembourg. Vous avez également, madame la ministre, répondu à
ma troisième question, puisqu'elle concernait les emplois sur la ligne
électrifiée elle-même.

05.05 Jozef Arens (cdH): Wij

aanvaarden in geen geval dat de
werkplaats van Stockem wordt
opgedoekt. Dat is de enige die
Luxemburg nog rest! Wat de
nieuwe functies betreft, hoop ik
dat de betrokkenen in de buurt en
niet naar Brussel

worden

overgeplaatst!

05.06 Isabelle Durant, ministre: Je sais que la question est sensible

dans la région. C'est évidement la raison pour laquelle, lors de
l'inauguration, l'administrateur délégué a pris des engagements
extrêmement clairs. La discussion était d'ailleurs déjà engagée pour
ces 18 personnes et j'espère -mais il s'agit d'une négociation interne
que les réaffectations vaudront pour l'ensemble du personnel. Mais
cette question fera partie de la discussion qui doit avoir lieu au sein
de ce comité régional.

06 Question de M. Josy Arens à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des

Transports sur « l'agrandissement du parking SNCB autour de la gare d'Arlon » (n° A435)

06 Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

over "de uitbreiding van de NMBS-parking aan het station van Aarlen" (nr. A435)

06.01 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, permettez-moi

d'attirer votre attention sur l'importance des distances qui séparent
cette région des autres régions du pays. Je ne voudrais donc pas que
ce personnel soit, par exemple, affecté à Bruxelles, ce qui l'obligerait
à effectuer de grands déplacements.

Ma deuxième question, madame la ministre, concerne
l'agrandissement du parking SNCB autour de la gare d'Arlon. Vous
avez dit tout l'heure que tout devait être mis en oeuvre pour que les
voyageurs utilisent davantage le train. A cette fin, il faut des parkings

06.01 Jozef Arens (cdH): In 2003

zouden rond het station van
Aarlen ingrijpende werken moeten
plaatsvinden teneinde het aantal
parkeerplaatsen uit te breiden.

Ingevolge een overheveling van
de budgetten naar andere
gebieden werden die werken
uitgesteld.

CRIV 50

COM 906

03/12/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

autour des gares. Or, durant l'année 2003, des travaux importants
devaient être réalisés autour de la gare d'Arlon et ce en vue
d'accroître le nombre de places de parkings. Vous devez savoir que
chaque jour, à partir de 8 heures du matin, il est impossible de
trouver un emplacement de parking proche de cette gare.

Je viens d'apprendre que ces travaux ont été reportés à la suite de
transferts budgétaires vers d'autres zones du pays. Pourriez-vous,
madame la ministre, me faire connaître la situation de ce dossier?
Est-il exact que ces travaux sont reportés d'au moins un an? Dans
l'affirmative, pourquoi ce report?

Klopt dat? Hoe verklaart u dat
uitstel?

06.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur Arens, des travaux

d'extension du parking d'Arlon ont fait effectivement l'objet d'une
étude prévoyant notamment la création de 190 places de parking et
le transfert de la cour à marchandises vers Stockem ainsi que le
prolongement du couloir sous voies.

Dans l'état actuel des choses, je ne peux vous fournir un calendrier
précis pour la réalisation des ces travaux. En effet, vous n'êtes pas
sans savoir que la problématique générale du financement des
investissements n'est pas simple. Dès lors, il y a eu un premier report
à propos duquel je répète que je ne peux, aujourd'hui, vous donner
de calendrier précis. Cependant, je suis tout à fait disposée à
interroger une nouvelle fois les autorités compétentes afin de pouvoir
vous fournir plus d'informations.

06.02 Minister Isabelle Durant:

Er werd een studie verricht in
verband met de uitbreiding van
het aantal parkeerplaatsen, maar
er werd geen precies tijdschema
vooropgesteld. Het
investeringsprogramma is
complex. Zodra ik over meer
inlichtingen beschik, zal ik u die
meedelen.

06.03 Josy Arens (cdH): Madame la ministre, permettez-moi

d'insister sur ce point car je me rends compte qu'exception faite de
l'électrification de la ligne Athus-Meuse, les investissements de la
SNCB, dans la province de Luxembourg, sont très faibles. Et plus on
avance et plus je constate que le Luxembourg n'est même plus
considéré comme une province belge. En effet, une fois en dessous
de Namur, il ne se passe plus grand chose. Quand on considère
l'évolution de la ligne 162, on se rend compte que la situation devient
inacceptable.

Par conséquent, le report de cet agrandissement du parking est
inacceptable, madame la ministre, pour les Luxembourgeois. Vous
savez comme moi que nous avons le flux des frontaliers qui se
rendent vers Luxembourg, les Ardennais tous les Arlonnais, tous les
Sud-Luxembourgeois qui doivent monter vers Namur et Bruxelles.
Ne plus trouver de place de parking après 8 heures est intolérable.
Je vous demande donc d'agir auprès de la SNCB pour maintenir ces
travaux en 2003, comme prévu initialement. En effet, ces travaux
étaient effectivement prévus pour 2003 et je ne comprends pas ce
report. Je sais d'autres ministres vantent les cités administratives-
qu'"on y va joyeusement" avec le Luxembourg pour le moment. C'est
clair. Je suis parlementaire, mais j'ai manifesté, la semaine dernière,
en brandissant un calicot sur lequel il était écrit: "Le Luxembourg
n'est pas à vendre". Je vais d'ailleurs amener ce panneau en séance
plénière jeudi. Je répète que le Luxembourg n'est pas à vendre. Je
vous demande vraiment d'être attentive au niveau de ce
gouvernement. Des politiques ultralibérales, comme celles que nous
connaissons actuellement, ne peuvent que marginaliser les zones
rurales à faible densité de population. Permettez-moi de vous dire
que j'en ai "ras-le-bol" de ces politiques ultralibérales que nous
connaissons de plus en plus.

06.03 Jozef Arens (cdH): De

NMBS investeert weinig in de
provincie Luxemburg. Men zou
gaan geloven dat Luxemburg niet
langer als een Belgische provincie
wordt beschouwd!

Dat uitstel is onaanvaardbaar,
vooral als men rekening houdt
met het almaar toenemend aantal
bewoners uit de grensstreek die in
het groothertogdom Luxemburg,
Namen en Brussel werken.

Ik vraag u erop aan te dringen dat
die werken in 2003 gehandhaafd
zouden blijven. De huidige
honderd parkeerplaatsen zijn
ontoereikend.

De provincie Luxemburg is niet te
koop en ik ben dat ultraliberaal
beleid waarbij landelijke gebieden
worden benadeeld, meer dan beu!