IC899_FIN.doc

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Front National

Mouvement réformateur

Parti socialiste

cdH

centre démocrate Humaniste

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000

Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 50

COM 899

27/11/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van de heer Jo Van Eetvelt aan de minister
van Financiën over "de informatisering van de
douanekantoren eventuele gevolgen voor het
aantal kantoren" (nr. A329)

Question de M. Jo Van Eetvelt au ministre des
Finances sur "l'informatisation des bureaux de
douane et les répercussions éventuelles sur le
nombre de bureaux" (n° A329)

Sprekers:

Jozef Van Eetvelt, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Jozef Van Eetvelt, Didier Reynders,
ministre des Finances

Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Financiën over "het heffen van BTW
op een belasting" (nr. A402)

Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des
Finances sur "le prélèvement de la TVA sur une
taxe" (n° A402)

Sprekers:

Hagen Goyvaerts, Didier

Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Hagen Goyvaerts, Didier Reynders,
ministre des Finances

Vraag van de heer Eric van Weddingen aan de
minister van Financiën over "de aanpassing van
de fiscaliteit aan de evolutie van de
maatschappij" (nr. A407)

Question de M. Eric van Weddingen au ministre
des Finances sur "l'adaptation de la fiscalité à
l'évolution de la société" (n° A407)

Sprekers: Eric van Weddingen, Didier
Reynders, minister van Financiën

Orateurs: Eric van Weddingen, Didier
Reynders, ministre des Finances

CRIV 50

COM 899

27/11/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

FINANCIËN EN DE BEGROTING

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

van

WOENSDAG

NOVEMBER

2002

10:00 uur

______

MERCREDI

NOVEMBRE

2002

10:00 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10.15 uur door de heer Eric van Weddingen, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.15 heures par M. Eric van Weddingen, président.

01 Vraag van de heer Jo Van Eetvelt aan de minister van Financiën over "de informatisering van

de douanekantoren eventuele gevolgen voor het aantal kantoren" (nr. A329)

01 Question de M. Jo Van Eetvelt au ministre des Finances sur "l'informatisation des bureaux de

douane et les répercussions éventuelles sur le nombre de bureaux" (n° A329)

01.01 Jozef Van Eetvelt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, op

1 januari 2003 zou een nieuw papierloos T-documentensysteem voor
communautair douanevervoer in werking treden. Alle douanekantoren in
de Europese Gemeenschap dienen te worden voorzien van een nieuwe
computer om zo met elkaar te worden verbonden.

Zal deze investering voor alle douanekantoren in het land gebeuren? Zal
de aankoop- en installatieprocedure tijdig zijn afgerond opdat het
papierloos systeem in België op de afgesproken datum kan
functioneren?

Kan de minister het gerucht ontkennen dat bijvoorbeeld in mijn regio
met grote industrieterreinen het douanekantoor Bornem zou worden
gesloten?

Het is ook een zeer groot probleem in het kader van de mobiliteit want
de verbinding tussen de regio en Mechelen is geen gemakkelijke
verbinding. Ik zou bijna durven zeggen dat het een zeer moeilijke
verbinding is. Ik zou zeer graag de ongerustheid van de bedrijfswereld
samen met u kunnen oplossen zodat we kunnen zeggen dat er terzake
geen probleem is en dat het douanekantoor dat ooit is geïnstalleerd
door uw voorganger, de heer Eyskens, zal blijven bestaan. Ik denk dat
u en de regering daar goed mee zullen scoren. Tot daar mijn vraag.

01.01 Jozef Van Eetvelt (CD&V):

Plus de 500 entreprises sont
établies dans la région du "triangle
d'or" entre Anvers, Gand et
Bruxelles. Elles se font du souci
parce qu'une réforme au sein de la
douane pourrait avoir pour effet que
le bureau de douane de Bornem
soit absorbé par celui de Malines.

Les entreprises devraient alors se
rendre à Malines pour remplir leurs
obligations en matière de douane,
ce qui générerait une perte de
temps importante en raison des
problèmes de mobilité qui se
posent dans la région. Le ministre
peut-il dissiper l'inquiétude des
entreprises?

01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van

Eetvelt, om klaar te zijn, het is onmogelijk vandaag een precies
antwoord te geven in dat verband wat de implementatie van
verschillende diensten betreft met betrekking tot een specifieke plaats
zoals Bornem. In de eerste plaats moet een duidelijk onderscheid
worden gemaakt tussen de gevolgen van de informatisering rond
Coperfin enerzijds en het New Computerised Transit System of NCTS,
gevolgen die evenwel niet volledig los van elkaar staan. Eén van de
grote vernieuwingen van Coperfin voor de FOD Financiën en dus ook
voor de douane is de overgang van een documentdienst naar een
elektronische dienst. Dat is al het geval voor enkele zaken. De plannen
daarvoor zijn uitgewerkt en de budgetten voor 2003 werden

01.02 Didier Reynders, ministre:

Le sort du bureau de Bornem n'est
pas encore scellé. Toutes les
études doivent d'abord être
clôturées.

L'une des grandes innovations au
sein de la douane est
l'informatisation et plus
particulièrement le passage d'un
service de documents à un service
électronique. Cette réforme se

27/11/2002

CRIV 50

COM 899

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

goedgekeurd. We moeten de begroting voor 2003 nog bespreken in de
commissie.

In het kort betekent dit voor de douane dat alle transacties met een
elektronisch formulier via het net zullen kunnen worden ingegeven of
voor grote volumes rechtstreeks uit de computer van de operator zullen
kunnen aangeleverd worden aan de douanecomputer.

De volledige verwerking van alle elektronische aangiften in backoffice
zal eveneens papierloos gebeuren. Eind december zal de opdracht
worden toegekend om een lastenboek op te stellen voor de
implementatie van een papierloze douane. Het is de bedoeling om
medio 2003 de markt aan te schrijven voor de verwezenlijking van het
lastenboek zodat vanaf 2004 met de implementatie kan worden
begonnen met uitwerking in 2005. Dit is de planning van de informatica-
investeringen en een beslissing voor de implementatie in de
verschillende diensten.

Ondertussen wordt de douane geconfronteerd met het Europees NCTS-
project. Dit project vormt reeds tegen 1 juli 2003 een eerste stap in de
richting van een e-douane. Het NCTS-systeem zal binnen de Europese
Unie de douanevervoersdocumenten vervangen door een elektronische
gegevensuitwisseling tussen de operatoren en de douane en tussen de
douanekantoren onderling.

Wat de uitrusting en inzonderheid de pc's betreft, heeft het
departement een zeer grote inspanning geleverd waardoor meer dan
15.000 pc's binnen een termijn van anderhalf jaar werden vervangen. In
een verdere aankoop van pc's wordt voorzien voor welbepaalde
projecten die door de administraties worden ingediend.
Vanzelfsprekend zullen aanvragen van de douane tegelijkertijd in het
kader van Coperfin, enerzijds, en van NCTS, anderzijds, naar behoefte
worden onderzocht.

Wat het kantoor Bornem betreft, kan nog geen uitspraak worden
gedaan vooraleer de aan de gang zijnde studies zijn afgewerkt,
tegelijkertijd met betrekking tot het NCTS en de douane paperless
Coperfin. Om klaar en duidelijk te zijn. Er zijn veel vragen in verband
met verschillende implementaties, niet alleen voor de douane maar ook
voor andere diensten.

We moeten overgaan tot de benoeming van de verschillende niveaus in
onze directie. Dat is nog altijd het antwoord van de voorzitter van het
directiecomité. We moeten verdergaan met drie nieuwe N-1 in enkele
weken. Het is dan mogelijk om verder te gaan met de N-2, hoop ik, in
het eerste kwartaal van 2003. Maar we moeten nog verder gaan met de
N-3, misschien in de loop van 2003, maar ik denk niet meer voor 15 juni
als ik die referentie mag hanteren. Dus, wat de implantaties van
verschillende diensten betreft, is het te vroeg om een klaar en duidelijk
antwoord te geven, zeker en vast ook voor de douane, spijtig genoeg. Ik
ga liever naar een integrale toepassing van de BPR's en de
herstructurering van alle diensten, dan naar enkele kleine beslissingen
dienst per dienst. Het is niet mogelijk om dat te doen, denk ik, voor de
tweede helft van 2003.

traduira par le fait que la douane
fonctionnera, désormais, sans
employer de papier. En 2003, le
cahier des charges pour ce projet
sera rédigé. En 2004, la mise en
oeuvre du projet pourra débuter. Et,
en 2005, son exécution pourra
commencer.

Le projet européen NCTS - new
computerised transit system - est
une autre innovation. Il représente
la première étape sur la voie de l'e-
douane car, dès le 1

juillet 2003,

les documents de transport
douaniers seront remplacés par
des formulaires électroniques. En
ce qui concerne le hardware, le
département a fourni un effort très
important, 15.000 PC ayant déjà
été remplacés.

01.03 Jozef Van Eetvelt (CD&V): Voorzitter, als ik een boodschap

mag geven aan de ondernemerswereld, dan moet ik zeggen: er is nog
geen beslissing genomen, maar de mogelijkheid bestaat, want
uiteindelijk wil men met die douanekantoren rationaliseren ook. Dan
gaan bepaalde kantoren sowieso dienen te verdwijnen.

01.03 Jozef Van Eetvelt (CD&V):

Des bureaux seront-ils supprimés?

CRIV 50

COM 899

27/11/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

01.04 Minister Didier Reynders: Dat is altijd zo met een evolutie die

de informatica betreft, maar ook met enkele prioriteiten. Wij moeten
dus prioriteit hebben in de haven en in de luchthaven, dat is zeer klaar
en duidelijk. Ik heb nog geen beslissing genomen voor de implantaties.
Het is dus te vroeg om een antwoord te geven, ook, spijtig genoeg, voor
Bornem. Maar niet alleen voor Bornem.

01.04 Didier Reynders, ministre:

Cela dépendra de la définition des
priorités. Il serait prématuré de
donner une réponse concrète dans
l'état actuel des choses.

01.05 Jozef Van Eetvelt (CD&V): De onzekerheid blijft en dat is het

moeilijke in het dossier.

01.05 Jozef Van Eetvelt (CD&V):

L'incertitude persiste donc.

01.06 Minister Didier Reynders: Ik heb gisteren een vraag gekregen

van een burgemeester van een zeer belangrijke stad van Vlaams-
Brabant om de BBI te hebben in Vlaams-Brabant. Dat is een zeer goeie
zaak. Wij zullen een onderzoek doen.

01.07 Jozef Van Eetvelt (CD&V): Ik vraag niet naar de BBI, ik heb het

alleen over dat douanekantoor. Voor de regio, niet voor Bornem.

01.08 Minister Didier Reynders: Niet voor Bornem, dat is te vroeg.

Voor de regio.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Financiën over "het heffen van BTW

op een belasting" (nr. A402)

02 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des Finances sur "le prélèvement de la TVA sur

une taxe" (n° A402)

02.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, collega's, als wij de cijfers bekijken die
consumentenorganisaties bijeensprokkelen, stellen wij vast dat steeds
meer mensen goederen kopen op krediet. Dat blijkt ook het geval te
zijn voor de aankoop van personenwagens waar steeds meer mensen
kiezen voor het rentingcontract. In het rentingcontract wordt bepaald dat
naast het huurbedrag voor de wagen ook de verkeersbelasting
maandelijks in rekening wordt gebracht. Die mensen onderschrijven een
contract waarin twee elementen staan: het huurbedrag, veelal
vastgesteld zonder BTW, en de verkeersbelasting die als een aparte
vermelding, als een aparte rubriek in het contract staat.

Als na de eerste maand de factuur in de brievenbus valt, stellen we vast
dat op die maandelijkse factuur de maandelijkse huur en 1/12 van de
verkeersbelasting worden samengeteld. Op dat ene bedrag wordt dan
de BTW berekend. Normaliter zou men verwachten dat de bedragen
waarop BTW dient te worden betaald apart worden vermeld, naast de
verkeersbelasting.

Ik heb daarover bijgevolg een drietal vragen.

Mijnheer de minister, is het normaal dat rentingfirma's en misschien
ook andere firma's BTW heffen op een belasting? Wat is daarvoor de
wettelijke grondslag? Hoe wordt gecontroleerd of die BTW wel degelijk
wordt doorgestort, niettegenstaande het feit dat er mijns inziens voor
die heffing geen grondslag bestaat?

02.01

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Dans le cadre
de contrats de leasing automobile,
la TVA est non seulement perçue
sur le loyer mensuel, mais aussi
sur le montant de la taxe de
circulation payée mensuellement.

Est-il normal que des sociétés de
leasing perçoivent de la TVA sur
une taxe?

Quel est le fondement légal d'une
telle pratique?

Comment vérifie-t-on si cette TVA
est réellement reversée?

02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, wanneer een

geleasd voertuig wordt ingeschreven op naam van de leasingnemer, dan
is die de schuldenaar van de verkeersbelasting, die rechtstreeks van
hem wordt gevorderd.

02.02 Didier Reynders, ministre:

Lorsque le véhicule pris en leasing
est immatriculé au nom du preneur
de leasing, la taxe de circulation lui

27/11/2002

CRIV 50

COM 899

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Indien het voertuig evenwel is ingeschreven op naam van de
leasinggever, dan is die de schuldenaar van voornoemde belasting.
Overeenkomstig artikel 26, 3

lid van het BTW -wetboek behoort die

belasting, zelfs al wordt zij afzonderlijk en voor het juiste bedrag
doorgerekend, tot de maatstaf van heffing voor de berekening van de
verschuldigde BTW op de leasingverrichting.

Hieruit volgt dat, indien het geleasde voertuig op naam van de
leasinggever wordt ingeschreven, de heffing van de BTW, op grond van
artikel 26 van het BTW -wetboek, terecht op de leasingvergoeding,
inclusief de verkeersbelasting, geschiedt.

Overeenkomstig de algemene regel van het BTW -wetboek moet de
leasinggever de door hem aangerekende BTW opnemen in zijn
periodieke BTW -aangifte en doorstorten aan de schatkist. Zoals elke
belastingplichtige worden leasingmaatschappijen ook regelmatig
gecontroleerd door de administratie.

Hiermee meen ik de twee verschillende toestanden klaar en duidelijk te
hebben uitgelegd. Misschien kan een kopie van mijn antwoord worden
rondgedeeld.

est directement réclamée.

Mais, s'il est immatriculé au nom
du donneur en leasing, l'article 26
du Code sur la TVA prévoit que la
TVA est prélevée sur l'ensemble de
l'indemnité de leasing, taxe de
circulation comprise.

Le donneur en leasing doit
reprendre la TVA perçue dans ses
déclarations et la reverser. Comme
tout contribuable, il est contrôlé par
l'administration.

02.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik

dank u voor uw duidelijk en volledig antwoord enerzijds, maar anderzijds
is het toch te begrijpen dat de burger zich verbaast over het feit dat een
belasting wordt betaald, waarop nadien nog een belasting wordt
geheven. Dat is nu eenmaal de perceptie. Ik vind het alvast eigenaardig.
Hoe dan ook, ik zal betrokkenen trachten tevreden te stellen met uw
antwoord, mijnheer de minister.

02.03

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): On peut
comprendre que la décision de
taxer une taxe interloque quelque
peu le citoyen.

02.04 Minister Didier Reynders: De perceptie is inderdaad niet goed,

maar de inning is correct.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Président: Dirk Pieters.
Voorzitter: Dirk Pieters.

03 Question de M. Eric van Weddingen au ministre des Finances sur "l'adaptation de la fiscalité à

l'évolution de la société" (n° A407)

03 Vraag van de heer Eric van Weddingen aan de minister van Financiën over "de aanpassing van

de fiscaliteit aan de evolutie van de maatschappij" (nr. A407)

03.01 Eric van Weddingen (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, l'adaptation de tous les montants qui figurent dans nos codes
au coût de la vie est un principe de base qui ne devrait souffrir aucune
exception. Je me souviens que la défunte commission royale à la
réforme de la fiscalité l'avait posé en principe monumental: il fallait que
tous les montants, sans exception, aient toujours le bénéfice de
l'indexation, c'est-à-dire de suivre simplement l'évolution du coût de la
vie. Cela paraît évident car, dans le cas contraire, c'est exactement
comme si, chaque année, le parlement décidait une aggravation de la
fiscalité.

Un travail assez important je veux bien le reconnaître a été fait
depuis le début de cette législature, que ce soit la réindexation et
M. Leterme est d'accord avec moi des barèmes fiscaux du Code des
Impôts sur les revenus mais aussi l'adaptation d'une série d'autres
montants, notamment à l'occasion de la réforme fiscale que nous avons

03.01 Eric van Weddingen (MR):

De aanpassing aan de kosten van
het levensonderhoud is een
grondbeginsel dat voor alle
bedragen in onze
belastingwetboeken moet gelden.

Het aanpassingsprincipe werd voor
veel bedragen opnieuw ingevoerd.
Maar er zijn nog heel wat bedragen
die nooit werden aangepast, noch
aan de prijsstijgingen, noch aan de
economische praktijken: de luttele
500 BEF (12,5 euro) die al van in
1970 van toepassing zijn, voor een
commercieel geschenk wat de

CRIV 50

COM 899

27/11/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

adoptée l'année dernière.

Ceci dit, quand on est un peu curieux, on constate qu'il y a encore des
montants oubliés car cela ne peut être qu'un oubli, monsieur le
ministre. Je pense à des montants qui sont devenus dérisoires, par
exemple 500 francs belges, 12,50 euros, montant qui a été fixé en
1970, il y a 32 ans! Il s'agit d'un montant qui sert à qualifier la faible
valeur d'un cadeau commercial au regard du Code de la TVA.

Voilà déjà un bel exemple: 32 ans sans indexation. A l'époque, cela
représentait un certain montant, aujourd'hui c'est dérisoire.

Mais il y a encore d'autres montants, notamment en ce qui concerne
les avantages sociaux. Dans cette catégorie, les chèques-culture, les
chèques-cadeaux, les chèques-surprise nous sommes tout près de
la Saint-Nicolas, donc cela me paraissait être le moment d'en parler
ne peuvent dépasser soit 25 euros, soit 75 euros. Par exemple, pour
les cadeaux que l'on fait au moment où quelqu'un prend sa retraite
dans une entreprise, le montant maximum est de 75 euros et, de plus,
il n'est pas adapté au nombre d'années que l'on a passé dans la
société. Si l'intéressé prend sa retraite après 10 ans ou 35 ans, c'est
toujours le même montant. Peut-être que, là aussi, on pourrait imaginer
des adaptations sociales, plus adéquates. Monsieur le ministre, ne
pensez-vous pas que, dans un souci de justice, et de simplicité, il y
aurait peut-être lieu d'actualiser ces montants? Il en existe peut-être
encore d'autres, je ne les ai certainement pas tous trouvés. Il y aurait
peut-être aussi lieu d'uniformiser ces montants qui sont très variables
et de les étendre à des situations comparables actuellement non
rencontrées.

C'est relativement vaste. Je ne demande pas nécessairement au
ministre de trouver la réponse à tout maintenant mais peut-être au
moins de se prononcer au niveau du principe de l'indexation pour les
montants que j'ai cités.

BTW betreft, de cultuur-, geschenk-
en verrassingscheques die de
waarde van 25 of 75 euro niet
mogen overschrijden.

Die 75 euro is trouwens een vast
bedrag voor iedereen die de
pensioenleeftijd heeft bereikt.
Volgens mij zou dat bedrag aan het
aantal jaren dienst in de
onderneming moeten worden
aangepast.

Vindt u niet dat deze bedragen
moeten worden geactualiseerd,
geüniformeerd en tot soortgelijke
situaties moeten worden uitgebreid.

03.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, la question posée par M. van Weddingen soulève plusieurs
types de problèmes. On a déjà évoqué certains de ces aspects lors de
questions précédentes.

Comme vous l'avez rappelé, on constate, parfois depuis fort longtemps,
la non-adaptation de certains montants déterminés par l'administration
ou fixés par le ministre. Etant donné que l'on a rétabli l'indexation des
barèmes fiscaux, il me paraît assez logique de corriger cet état de
chose.

Deuxième type de problème: le manque d'harmonisation entre l'impôt
sur le revenu et la TVA. Cela vaut surtout pour les cadeaux des
entreprises à leurs clients et membres du personnel. Les montants
devraient pourtant se rapprocher puisqu'il s'agit de notions très
comparables.

Le troisième problème, qui a déjà donné lieu à beaucoup de questions
au cours de cette législature, est la limitation en matière d'avantages
sociaux à certaines formes de chèques et pas à d'autres. Ceci peut
être compréhensible de la part de l'émetteur mais ne se justifie pas sur
le plan fiscal. Je cite un exemple: on a vu apparaître des chèques
"culture" ou "lecture" mais aussi des chèques "sports". En tant que
ministre des Finances, je ne peux pas encourager la lecture ou la
culture par rapport au sport, ou inversement. En tout cas, on ne peut
pas lire en pratiquant le sport sinon on pourrait tomber de vélo ou être

03.02 Minister Didier Reynders:

Er hebben al aanpassingen
plaatsgevonden, onder meer via de
herindexering van de
belastingschalen. Het is echter
juist dat er nog inspanningen
moeten worden geleverd om tot een
grotere harmonisatie te komen. Als
minister van Financiën kan ik
cultuur niet voortrekken boven sport
en het lijkt mij niet logisch de
sociale voordelen te beperken tot
bepaalde soorten cheques en ze
niet voor andere te laten gelden.

Zowel op dat gebied als in het
kader van de vaste bedragen voor
geschenken die ter gelegenheid van
de pensionering worden gegeven,
kan voor een progressieve en
gemoduleerde aanpak worden
gekozen. De rechtspraak heeft
daartoe al de richting aangegeven.

Voor geschenken van geringe
waarde die bedrijven aan hun

27/11/2002

CRIV 50

COM 899

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

victime d'autres accidents!

On constate aussi un manque de cohérence ou d'équité puisqu'on
limite à un montant fixe le cadeau qui est remis lors de la mise à la
pension, sans tenir compte du nombre d'années prestées au sein de la
même entreprise.

Au sujet de ces différents points, on peut tenter de progresser, sachant
que ce sont des orientations qui sont données en application de la
législation fiscale et que la jurisprudence a déjà posé un certain nombre
de jalons en la matière. Des décisions de jurisprudence vont beaucoup
plus loin que ce qui a été évoqué au parlement ces dernières années.

En ce qui concerne, tout d'abord, les cadeaux faits par les entreprises
à leurs clients et aux membres de leur personnel, lors d'évènements à
caractère collectif comme la Saint-Nicolas et les fêtes de fin d'année,
on doit pouvoir faire évoluer les montants en tenant compte, comme
vous l'avez rappelé, du fait que, depuis trois décennies, aucune
adaptation n'est intervenue. Par conséquent, si on prend l'indice des
prix depuis le 1

janvier 1971, les 500 francs que vous évoquez seraient

devenus un peu plus de 2028 francs 75 centimes ou 50 euros 29
centimes. Je considère, dès lors, qu'en la matière, nous pouvons
retenir comme montant de référence 50 euros hors TVA, ce qui
correspond à la réalité qui est d'ailleurs parfois déjà appliquée dans un
certain nombre de contrôles. Cela permettrait d'avoir une uniformité
complète en la matière.

Si l'on considère que la valeur déterminée pour qu'une TVA ne doive
pas être prélevée (l'obligation de l'article 12, §1

alinéa 1

, 2° du Code

TVA) se situe à 50 euros, c'est l'occasion d'indiquer, dans un souci
d'harmonisation et de sécurité juridique, que ce nouveau montant de
référence peut servir pour la notion de cadeaux de faible valeur
applicable en matière d'impôt sur les revenus, conformément à
l'article 38 alinéa 1

, 11° du Code des Impôts sur les revenus 1992 qui

concerne les avantages sociaux. Le public visé est donc celui des
travailleurs salariés et appointés du secteur privé, mais il en va de
même pour les cadeaux entre entreprises comme les cadeaux
commerciaux destinés à une clientèle ou à des fournisseurs. Mais en
général, c'est plutôt aux clients que cela s'adresse. Cette façon de
procéder permet donc d'avoir une uniformité. Il s'agit donc de porter le
montant à 50 euros et d'appliquer la même référence en matière de
TVA et d'impôt sur les revenus.

Pour les avantages sociaux consistant en chèques-cadeaux de toute
nature, je ne rappellerai pas la situation actuelle et l'évolution qui a été
très longue notamment au travers des questions et réponses au
parlement, mais aussi à travers la jurisprudence. Que peut-on faire
aujourd'hui? Il y a trois corrections qui nous permettent de simplifier et
d'harmoniser la situation.

La première consiste à travailler sur la base d'une indexation des
montants. Même si les montants sont plus récents puisqu'ils datent de
début 1987, le montant ayant été fixé en novembre 1986. A l'époque,
on évoquait un montant de 1000 francs et si on l'indexait, aujourd'hui, il
passerait à 1399,74 francs ou 34 euros 70 centimes. Je considère, dès
lors, que l'on peut retenir comme base 35 euros. Vous savez que deux
montants étaient retenus en passant du simple au triple (1000 et 3000
francs). Pour garder la même proportion, nous pourrions travailler avec
35 et 105 euros. On conserve ainsi la proportion de 1 à 3. Voilà pour le
premier volet qui a trait à l'adaptation pour les avantages sociaux du
montant. En résumé, je répète que l'on augmente la référence en
tenant compte de l'évolution des prix.

klanten geven, zou men, ter wille
van de harmonisatie, het bedrag
van 50 euro exclusief BTW dat her
en der al van toepassing is, in
aanmerking kunnen nemen.
Hetzelfde zou dan ook kunnen
gelden voor de BTW en de
inkomstenbelasting, die ook geldt
voor werknemers uit de privésector.

Wat de geschenkcheques betreft,
moeten drie correcties worden
aangebracht.

Ten eerste moeten op grond van de
indexering van de in 1986
vastgestelde bedragen twee
bedragen in aanmerking worden
genomen: 35 euro en 105 euro.

De tweede correctie bestaat uit de
wegwerking van het onderscheid
tussen de verschillende soorten
cheques, zodat voor
boekencheques, aankoopcheques
en dergelijke hetzelfde systeem
geldt als voor de cultuur-,
geschenk- en verrassingcheques.

De 35 en 105 euro zijn niet
belastbaar voor wie ze ontvangt,
maar wel aftrekbaar voor wie ze
geeft.

Tertio, meer bepaald betreffende de
geschenken die worden gegeven
wanneer iemand op pensioen gaat,
is het logisch en billijk dat rekening
wordt gehouden met het aantal
dienstjaren in de onderneming om
het bedrag van het geschenk in die
zin aan te passen. Ik stel 35 euro
per dienstjaar voor, wat
overeenstemt met een maximum
van 875 euro voor 25 dienstjaren,
eveneens aftrekbaar voor de
werkgever.

We moeten de tekst van november
1986 evenals de bedragen die in
het Belgisch Staatsblad werden
gepubliceerd aanpassen.

CRIV 50

COM 899

27/11/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

La deuxième correction consiste à supprimer la discrimination
instaurée à l'égard des chèques autres que ce que l'on appelait les
chèques-culture, cadeaux et surprises alors qu'il n'y a pas de raison
objective sur le plan fiscal de se limiter à ce type de chèques. Par
conséquent, les autres formes de chèques comme les chèques-forme,
les chèques-sport, les chèques-vacances, les chèques-voyages, les
chèques-vêtements, les chèques-livres, les bons d'achat etc. doivent
être intégrés dans la même démarche. Ils doivent donc être considérés
comme des avantages sociaux lorsque la valeur ne dépasse pas les
nouveaux montants que je viens d'indiquer (35 et 105 euros) et qu'ils
sont attribués par une entreprise aux membres du personnel dans un
but social évident et non comme une rémunération proprement dite
pour prestations fournies.

Dans ce cas, ils ne sont pas imposables dans le chef des
bénéficiaires. Ils sont malgré tout déductibles dans le chef de
l'employeur puisqu'il faudra alors simplement adapter la liste qui a été
publiée au Moniteur en la matière. Je l'avais déjà dit à propos des
chèques-livres; nous allons maintenant prendre les dispositions pour
que cette mesure soit applicable à l'égard de l'ensemble des chèques
de même nature. En résumé, les montants passent à 35 et 105 euros,
il y a extension à l'ensemble des autres chèques dans les mêmes
conditions et adaptation de la liste au Moniteur.

La troisième correction concerne le cadeau offert lors d'une mise à la
retraite. Vous avez évoqué ce sujet à propos duquel j'attire l'attention de
la Questure de la Chambre car si cela s'applique surtout aux
entreprises, on pourrait se demander pourquoi pas ailleurs.

A l'occasion de la mise à la retraite, on peut considérer qu'il serait
assez logique de tenir compte du nombre d'années passées au sein de
l'entreprise lorsque l'on doit calculer l'impact fiscal d'un cadeau remis
lors de cette mise à la retraite. Il n'est pas normal que le plafond soit
identique selon que l'on a passé 3 ans ou 30 ans dans l'entreprise. Il
est donc proposé de fixer un plafond de 105 euros pour les remises de
distinctions honorifiques quand une personne travaille depuis très peu
de temps dans l'entreprise (moins de 3 ans) et de moduler la valeur du
cadeau en fonction d'une limite par année.

J'ai retenu comme appréciation l'idée de partir de 35 euros par an ce
qui permet de dire que pour une personne ayant travaillé moins de 3
ans dans une entreprise, les 105 euros sont suffisants; par contre, à
titre d'exemple, pour une personne ayant travaillé 25 ans dans la même
entreprise, le montant va jusqu'à 875 euros. A ce propos, je signale
qu'il existe des décisions de jurisprudence qui ont déjà permis même
d'aller au-delà. Je pense que le montant minimal égal pour tous n'a pas
de sens de même que l'effet des condamnations à intervenir en justice
pour des montants plus importants. Par contre, la référence proposée
me paraît assez réaliste. Concrètement, cela signifie un montant de 35
euros par année d'ancienneté dans une entreprise, ce montant étant
déductible également dans le chef de l'employeur. Cela signifie aussi
une autre adaptation à faire de la liste publiée au Moniteur en novembre
1986.

Il est possible que d'autres éléments doivent encore être examinés en
la matière. Je voudrais simplement dire qu'en diffusant maintenant ces
chiffres et ces données et nous allons le faire auprès de
l'administration tout en modifiant la liste au Moniteur , nous allons
enfin permettre une application uniforme puisqu'il y avait des variations
selon les contrôles; j'ai d'ailleurs reçu un certain nombre de remarques
à ce sujet.

27/11/2002

CRIV 50

COM 899

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Nous allons tenir compte bien entendu de l'évolution des prix et nous
indexerons ces éléments comme cela se fait dans d'autres domaines
pour en arriver, chacun peut en juger, à des montants qui paraissent
assez raisonnables: 50 euros pour un cadeau à l'occasion d'une fête
particulière collective dans une entreprise ou pour des cadeaux
d'entreprise, cela ne me paraît pas un montant exagéré, applicable tant
en TVA qu'à l'impôt sur les revenus. Dans tout ce fatras de chèques de
toutes natures, nous en arriverons à une situation où les montants sont
aussi revalorisés (35 et 105 euros) et applicables à l'ensemble des
chèques, des avantages sociaux et surtout, au-delà de ces avantages,
avec cette distinction lors de la mise à la retraite. Avoir un montant de
35 euros par an permet de différencier; de plus, aller jusqu'à une
possibilité de cadeau de 875 euros pour 25 ans d'ancienneté dans une
entreprise ne me paraît quand même pas démesuré. J'ajoute que cela
ne doit pas être considéré comme une rémunération et je répète ce
qui intéressera M. le président que la jurisprudence et notamment la
Cour d'appel de Bruxelles s'est déjà prononcée sur des montants plus
importants. Il est quelque peu absurde de poursuivre une taxation sur
un cadeau remis à un collaborateur de longue date d'une entreprise tant
que ce cadeau reste évidemment raisonnable, ce qui me paraît être le
cas avec ce montant de 35 euros par année d'ancienneté. Nous allons
modifier les listes publiées au Moniteur en ce sens et les instructions
seront données à l'administration pour que l'application soit uniforme
dans l'ensemble du pays, certains des éléments que je viens de citer
étant déjà appliqués à certains endroits.

Président: Olivier Maingain.
Voorzitter: Olivier Maingain.

03.03 Eric van Weddingen (MR): Monsieur le président, je remercie

le ministre pour sa réponse qui va au-delà de mes espérances. Je suis
ravi de votre ouverture sur le sujet, monsieur le ministre.

En dehors des questions d'harmonisation qui devront intervenir à l'avenir
au cas par cas, en fonction de l'apparition de nouvelles données, il
faudrait peut-être réfléchir au problème de l'indexation elle-même car
nous n'aurons pas toujours des ministres des Finances aussi éclairés
que vous. Il faudrait peut-être envisager la possibilité d'introduire dans
les codes à l'avenir une disposition générale prévoyant l'indexation
automatique d'une série de montants fixés en exécution d'articles du
Code. En effet, le code ne prévoit pas nécessairement tout. Ce sont
parfois des arrêtés d'exécution qui définissent certaines règles. C'est
d'ailleurs le cas de plusieurs exemples cités ici. On peut parfaitement
préciser dans la loi que seront adaptés annuellement les montants qui
sont déterminés sur la base d'un article. En d'autres termes, un article
peut prévoir de façon globale et générale une possibilité qui, elle, est
définie ensuite par des arrêtés. Je ne sais pas si je me fais bien
comprendre? Je suis prêt à préparer une proposition en ce sens. Cela
donnerait une sérieuse garantie pour l'avenir de ne pas être obligé
d'attendre qu'un député se rende tout à coup compte qu'un montant n'a
plus été adapté depuis trente ans. Il y a peut-être une réflexion à mener
en ce sens, pour rendre la procédure automatique, même pour des
montants qui ne figurent pas au code mais qui ont peut-être été arrêtés
en fonction d'une disposition du code. C'est en entendant votre réponse
que j'y pense. Je n'ai pas la recette maintenant.

03.03 Eric van Weddingen (MR):

Dat is een onverhoopt antwoord!
Kan in de wetboeken geen bepaling
worden opgenomen waardoor
bepaalde bedragen, die in
specifieke artikelen worden
aangeduid, automatisch worden
geïndexeerd?

Dat zou meer zekerheid bieden
voor de toekomst.

Ik ben bereid daartoe een tekst voor
te bereiden.

03.04 Didier Reynders, ministre: Il est tout à fait possible d'aller dans

cette voie parce que nous avons prévu une indexation d'un certain
nombre d'éléments dans le système fiscal, mais bien entendu pas de
tout. On pourrait examiner la possibilité d'étendre l'indexation. Même si

03.04 Minister Didier Reynders:

Wij zouden die weg kunnen volgen.
Het Belgisch recht is overwegend
geschreven, maar op het vlak van

CRIV 50

COM 899

27/11/2002

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

nous sommes dans une tradition de droit écrit, en matière fiscale, il
peut arriver que la tradition soit aussi orale. C'est à l'occasion de
questions orales que, de temps en temps, dans le passé, des
montants ont été indiqués. Pourquoi? Ils ne sont pas
systématiquement adaptés; le Code fait référence à une appréciation,
par exemple, un cadeau de faible valeur. Qu'est-ce que la faible valeur?
On a donc tenté d'uniformiser en donnant une indication. J'ai cité tout à
l'heure les deux montants de 1000 et de 3000 francs pour les
avantages sociaux, par exemple. Je prends l'exemple des chèques.
Lors de réponses à des questions antérieures sous des précédentes
législatures, on avait imaginé un chèque de 1000 francs que l'on donne
à un membre du personnel à l'occasion de la Saint-Nicolas, de la Noël
ou du Nouvel An on a d'ailleurs étendu cette possibilité à d'autres
fêtes liées à des activités particulières dans certaines professions, la
St-Eloi ou la Ste-Barbe par exemple et de 3000 francs lorsqu'il s'agit
d'une distinction honorifique ou de la mise à la retraite. Mais c'est une
indication. On peut donc imaginer de traduire le principe de l'indexation
dans des textes, on doit de toute façon aussi donner des indications à
l'administration lorsqu'il s'agit simplement d'apprécier une référence
beaucoup plus générale qui se trouve dans le Code, comme par
exemple la faible valeur. C'est pourquoi il est proposé de porter à 35 et
105 euros ces deux montants de 1000 et 3000 francs de l'époque.
C'est la référence donnée. Au-delà, la référence par année d'ancienneté
est aussi un élément, mais cela ne nous empêcherait pas de tenter
d'inscrire dans la législation fiscale un principe d'indexation qui va au-
delà de ce qui existe aujourd'hui.

de belastingen, bestaat er
daarnaast een mondelinge traditie.

De bedragen worden niet
stelselmatig aangepast. In het
wetboek wordt verwezen naar
bepaalde beoordelingscriteria: wat
is een geschenk met geringe
waarde nu precies?

Het beginsel van de indexering kan
in de teksten worden opgenomen,
maar het zal hoe dan ook
noodzakelijk blijven om de
administratie een aantal richtlijnen
te geven, aangezien het wetboek
slechts een beoordeling geeft.

03.05 Eric van Weddingen (MR): Je vous remercie pour votre

réponse, monsieur le ministre.

03.05 Eric van Weddingen (MR):

Het belangrijkste is dat de
opeenvolgende ministers zich in de
toekomst verplicht voelen die
indexaanpassingen door te voeren.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 10.46 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.46 uur.