KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 895
CRIV 50 COM 895
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
dinsdag
mardi
26-11-2002
26-11-2002
11:00 uur
11:00 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de spoorweginvesteringen in de regio
Charleroi lijn 132 Charleroi - Couvin,
multimodaal platform van Châtelet en
vormingsstation Charleroi-Rail" (nr. A304)
1
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
investissements ferroviaires dans la région de
Charleroi ligne 132 Charleroi - Couvin,
plateforme multimodale de Châtelet et gare de
formation de Charleroi Rail" (n° A304)
1
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de spoorweginvesteringen in de regio
Charleroi lijn 124 Charleroi-Brussel-GEN en
station Charleroi-Sud" (nr. A305)
1
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
investissements ferroviaires dans la région de
Charleroi ligne 124 Charleroi-Bruxelles-RER et
gare de Charleroi Sud" (n° A305)
1
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de spoorweginvesteringen in de regio
Charleroi - de nieuwe HST-lijn, het station van
Gosselies, de Thalys en lijn 130 Charleroi-
Namen" (nr. A306)
1
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
investissements ferroviaires dans la région de
Charleroi - nouvelle dorsale L.G.V. et gare de
Gosselies, Thalys et ligne 130 Charleroi -
Namur" (n° A306)
1
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de opdracht van openbare dienst van de
NMBS en in het bijzonder de uitbreiding van het
grensoverschrijdend reizigersvervoer in
Henegouwen" (nr. A406)
1
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
missions de service public de la SNCB et le
développement du transport transfrontalier de
voyageurs en Hainaut" (n° A406)
1
Sprekers: Olivier Chastel, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Olivier Chastel, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de herstelling van de Chenois-brug
(Charleroi-Monceau) die gezamenlijk door de
NMBS en het MET wordt beheerd" (nr. A339)
7
Question de M. Olivier Chastel à la vice-première
minis tre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la réparation du pont du Chenois
(Charleroi-Monceau) en gestion partagée SNCB-
MET" (n° A339)
7
Sprekers: Olivier Chastel, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Olivier Chastel, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de kosten van het
pendelabonnement voor scholieren die 18 jaar
zijn of ouder, en voor studenten hoger onderwijs"
(nr. A388)
9
Question de M. Roel Deseyn à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le coût de la carte train scolaire
pour les élèves âgés de 18 ans ou plus et pour
les étudiants de l'enseignement supérieur"
(n° A388)
9
Sprekers: Roel Deseyn, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Roel Deseyn, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de bijscholing die voorzien is in het
wetsontwerp over de verkeersveiligheid"
(nr. A389)
12
Question de M. Roel Deseyn à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le recyclage prévu dans le projet
de loi sur la sécurité routière" (n° A389)
12
Sprekers: Roel Deseyn, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Roel Deseyn, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het probleem van de capaciteit van
de perrons in Brussel-Noord, Brussel-Centraal
en Brussel-Zuid na inzet van de
13
Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le problème de la capacité des
quais de Bruxelles-Nord, Bruxelles-Central et
Bruxelles-Midi à la suite de la mise en circulation
14
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
dubbeldektreinen" (nr. A396)
des trains à double étage" (n° A396)
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de mogelijke 'dode hoek'-situatie in
enkelrichtingsstraten met fietsersverkeer in twee
richtingen" (nr. A397)
16
Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les dangers liés à l'angle de
mort dans les rues à sens unique où les
cyclistes peuvent circuler dans les deux sens"
(n° A397)
16
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de overlast die rond het Gentse
Sint-Pietersstation veroorzaakt wordt door de
talrijke aanwezigheid van geparkeerde fietsen"
(nr. A401)
18
Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les nuisances provoquées
par les nombreux vélos stationnés aux abords
de la gare de Gand-Saint-Pierre" (n° A401)
18
Sprekers: Francis Van den Eynde, Isabelle
Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Francis Van den Eynde, Isabelle
Durant, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan
de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de IJzeren Rijn" (nr. A419)
20
Question de M. Ludo Van Campenhout à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le Rhin de fer" (n° A419)
20
Sprekers: Ludo Van Campenhout, Isabelle
Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Ludo Van Campenhout, Isabelle
Durant, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
DINSDAG
26
NOVEMBER
2002
11:00 uur
______
du
MARDI
26
NOVEMBRE
2002
11:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 11.01 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 11.01 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Questions jointes de
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
investissements ferroviaires dans la région de Charleroi ligne 132 Charleroi - Couvin, plateforme
multimodale de Châtelet et gare de formation de Charleroi Rail" (n° A304)
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
investissements ferroviaires dans la région de Charleroi ligne 124 Charleroi-Bruxelles-RER et gare
de Charleroi Sud" (n° A305)
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
investissements ferroviaires dans la région de Charleroi - nouvelle dorsale L.G.V. et gare de
Gosselies, Thalys et ligne 130 Charleroi - Namur" (n° A306)
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "les
missions de service public de la SNCB et le développement du transport transfrontalier de
voyageurs en Hainaut" (n° A406)
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
spoorweginvesteringen in de regio Charleroi lijn 132 Charleroi - Couvin, multimodaal platform
van Châtelet en vormingsstation Charleroi-Rail" (nr. A304)
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
spoorweginvesteringen in de regio Charleroi lijn 124 Charleroi-Brussel-GEN en station Charleroi-
Sud" (nr. A305)
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
spoorweginvesteringen in de regio Charleroi - de nieuwe HST-lijn, het station van Gosselies, de
Thalys en lijn 130 Charleroi-Namen" (nr. A306)
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
opdracht van openbare dienst van de NMBS en in het bijzonder de uitbreiding van het
grensoverschrijdend reizigersvervoer in Henegouwen" (nr. A406)
01.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, permettez-moi tout
d'abord d'excuser les autres membres de la commission. En effet, nos
travaux se sont prolongés tard dans la nuit.
Je voudrais revenir sur le nombre de mes questions. J'ai effectivement
trois questions jointes concernant les investissements ferroviaires dans
la région de Charleroi. Je pense qu'une quatrième question a été
ajoutée concernant les investissements transfrontaliers et le point 2 de
l'ordre du jour traite du problème tout à fait ponctuel d'un pont de la
SNCB. Aussi, ce que je propose, monsieur le président, c'est de poser
mes trois premières questions qui figurent à l'ordre du jour, parce
qu'elles sont liées. D'ailleurs, je les avais déposées en une seule
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
question.
Le président: J'allais vous le proposer. Je sais pourquoi vous les avez....
01.02 Olivier Chastel (MR): Oui, le président de la Chambre m'a
refusé une question qui comprenait neuf points. J'ai donc reformulé trois
questions reprenant chacune trois points.
Le président: Si vous posez vos trois questions dans le temps imparti, cela arrangera tout le monde.
01.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je ferai en sorte
que le temps nécessaire y soit consacré et pas davantage. Je les
remets simplement dans le bon ordre afin d'éviter toute confusion.
Madame la ministre, mes trois questions visent les investissements
ferroviaires dans la région de Charleroi. Les enjeux de la mobilité sont
importants partout en Belgique. Ainsi, chaque région du pays, de
même que chaque sous-région, doit y trouver son compte tant en
matière d'investissements consentis que de délai d'études à réaliser au
sein de la SNCB que de réalisations. Le plan d'investissement 2001-
2012 de la SNCB nous ne cessons de le répéter est ambitieux,
mais pour qu'il soit efficace, les concrétisations doivent voir le jour
partout en Belgique et dans des délais raisonnables.
Ma première question visait trois sujets: la ligne 132 (Charleroi-Couvin),
la plate-forme multimodale de Châtelet ainsi que la gare de formation
Charleroi Rail.
En ce qui concerne la ligne 132 Charleroi-Couvin, au-delà de la révision
prévue pour décembre 2002 des horaires de semaine, la SNCB
compte-t-elle modifier ceux pour les week-ends afin de desservir
correctement les petites communes du sud de Charleroi? Des
nouveaux autorails de type 41 sont-ils prévus sur cette ligne? La SNCB
prévoit-elle une adaptation de la signalisation entre Walcourt et
Philippeville, tronçon qui est en voie unique, afin de créer plusieurs
sections de blocs qui permettraient une meilleure compatibilité avec le
trafic marchandises?
Concernant la plate-forme multimodale de Châtelet, j'aurais voulu savoir
dans quels délais la SNCB compte réaliser les investissements utiles à
l'exploitation efficace de la plate-forme, en l'occurrence une troisième
voie, un allongement de 100 mètres du cul-de-sac de la gare de
Châtelet et l'électrification de la signalisation et des aiguillages.
Enfin, concernant la gare de formation de Charleroi-rail, dans quels les
délais la SNCB compte-t-elle renouveler les freins de voie? C'est peut-
être anecdotique mais c'est capital pour la survie de cet
investissement. L'étude et la définition des principes tardent en tout cas
à sortir des conclusions.
Cela concernait la première des trois questions.
En ce qui concerne la seconde, elle est consacrée à la ligne 124
Charleroi-Bruxelles et son corollaire, le RER, ainsi qu'à la gare de
Charleroi Sud. A ce sujet, j'aurais voulu que vous nous rafraîchissiez la
mémoire, notamment quant aux délais prévus pour la réalisation du
RER jusque Nivelles. J'aurais voulu savoir si la gare de Nivelles serait
l'accès terminus de cette ligne RER et si les fréquences et les horaires
des trains Charleroi-Bruxelles seraient modifiés. J'aurais également
voulu savoir quels sont les travaux prévus et dans quels délais pour
améliorer le temps de parcours entre Charleroi et Bruxelles car si un
01.03 Olivier Chastel (MR): Mijn
eerste vraag betreft vooreerst de lijn
Charlerloi-Couvin. Ligt het in de
bedoeling van de NMBS om de
dienstregeling aan te passen, zeker
in het weekend, om te zorgen voor
een goede verbinding met de kleine
gemeenten ten zuiden van
Charleroi? Komen er nieuwe
dieseltreinen op die lijn? Wordt de
signalisatie aangepast op het enkel
spoor tussen Walcourt en
Philippeville?
Tegen wanneer denkt de NMBS de
investeringen die nodig zijn voor de
uitbating van het multimodaal
platform van Châtelet door te
voeren? Komt er mogelijk een
derde spoor? Binnen welke termijn
tot slot wordt de railrem een
uitrusting die onontbeerlijk is met
het oog op de veiligheid in het
station Charleroi Rail, waar de
treinen worden samengesteld,
vernieuwd?
Mijn tweede vraag heeft betrekking
op de lijn 124 Charleroi-Brussel-
GEN. Tegen wanneer is de
verlenging van het GEN tot in Nijvel
gepland? Wordt het station Nijvel
het eindstation van de GEN-lijn?
Komen er meer treinen tussen
Charleroi en Brussel en wordt de
dienstregeling verbeterd? Welke
werken zijn er gepland, en binnen
welke termijn, om de bestaande
ongemakken uit de wereld te
helpen?
Zullen de twee nieuwe sporen van
het GEN doodlopen in Nijvel, zodat
ze niet kunnen worden
doorgetrokken naar Charleroi, waar
er nochtans uitstekende
werkplaatsen zijn voor het
onderhoud van het materiaal?
Tegen wanneer ten slotte moeten
de gebouwen van het station
Charleroi-Zuid heringericht zijn?
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
RER, c'est bien, des lignes directes rapides entre grandes métropoles,
c'est bien aussi.
Enfin, les deux nouvelles voies RER, qui se termineraient en cul-de-sac
à Nivelles, empêcheraient, selon moi, un éventuel prolongement de ce
dédoublement de voies, ainsi que l'entretien du matériel RER à l'atelier
de Charleroi.
En ce qui concerne la gare de Charleroi Sud, j'aurais voulu savoir quels
sont les délais prévus pour la réalisation du réaménagement des
bâtiments puisque ceux-ci sont programmés.
J'en arrive à ma troisième question relative à la nouvelle dorsale LGV, à
la Gare de Gosselies, au Thalys et à la ligne 130 Charleroi-Namur.
Madame la ministre, quels sont les délais prévus pour la réalisation du
nouveau tronçon LGV Gosselies-Rhines?. Quelles sont les fonctions de
la nouvelle gare de Gosselies appelée à être provisoirement, en tout
cas, le terminus de cette nouvelle ligne LGV? Sera-t-elle intégrée à
l'aéroport de Charleroi, le BSCA? Sera-t-elle reliée à Charleroi via la
ligne 140 Charleroi-Ottignies? Sera-t-elle reliée à la ligne 124 Charleroi-
Bruxelles afin de rejoindre directement Bruxelles-Midi? Enfin, sera-t-elle
reliée à Ottignies via la ligne 140 Charleroi-Ottignies?
En ce qui concerne le Thalys et les relations internationales, au-delà de
l'ouverture de la toute nouvelle ligne LGV Bruxelles-Liège, la SNCB
compte-t-elle maintenir le passage d'au moins un Thalys quotidien vers
la France qui passe aujourd'hui par Charleroi? Le Thalys est à l'heure
actuelle le seul moyen pour rejoindre la France au départ de Charleroi
et de Namur étant donné la suppression de toute autre relation
classique internationale. La SNCB peut-elle entrevoir l'établissement de
correspondances entre Charleroi et Maubeuge, ville très correctement
reliée à Paris? Dans cette optique, quels sont les délais prévus pour
terminer le renouvellement des ponts il y en a douze ou quatorze, si
j'ai bonne mémoire de la ligne 130 A Charleroi-Erquelinnes?
Enfin, mon dernier volet de questions concerne la ligne Charleroi-
Namur. Quels sont les travaux prévus et avec quels délais de
réalisation pour améliorer le temps de parcours entre Charleroi et
Namur? A ce sujet, l'amélioration de l'entrée de la garde de Charleroi
Sud, celle de la courbe à la sortie de la gare de Châtelet, la rectification
des tracés à Tamines et une troisième voie entre Auvelais et Ronet
sont-elles toujours des priorités pour la SNCB?
En conclusion, madame, vous aurez vu que j'ai brossé un tableau
significatif des revendications des forces vives de la région de Charleroi
qui se sont réunies récemment avec des responsables de la SNCB
pour être éclairées sur ces revendications et voir si elles étaient saines,
logiques et raisonnables. J'aimerais maintenant vous entendre sur le
sujet.
Mijn derde vraag betreft de nieuwe
HST-lijn en het station van
Gosselies, de Thalys en de lijn 130
Charleroi-Namen. Wanneer zal het
nieuwe hogesnelheidsbaanvak
Gosselies-Rhisnes voltooid zijn?
Welke functies zal het nieuwe
station van Gosselies vervullen? Zal
het in het Brussels South Charleroi
Airport worden geïntegreerd en via
de lijn 140 met Charleroi en
Ottignies en via de lijn 124 met
Brussel worden verbonden? Is de
NMBS zinnens er dagelijks nog ten
minste één Thalys naar Frankrijk te
laten langskomen? In bijkomende
orde, behoren verbindingen tussen
Charleroi en Maubeuge, waar
aansluiting naar Parijs mogelijk is,
tot de mogelijkheden? Welke
werkzaamheden zijn op de lijn 130
Charleroi-Namen gepland en wat is
de timing?
Ik sluit mijn uiteenzetting over deze
drie eerste vragen af met de
opmerking dat hiermee een
duidelijk beeld wordt geschetst van
de eisen die uitgaan van de
productieve bevolking van de streek
rond Charleroi inzake
spoorweginvesteringen.
01.04 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chastel, je suis désolée mais j'ai un petit problème en ce sens que les
réponses que l'on me propose ne répondent pas à toutes les questions
que vous me posez, en l'occurrence essentiellement en ce qui
concerne la question du transfrontalier voyageurs en Hainaut c'est
une autre question, si je ne m'abuse et le pont du Chenois. J'ai pris
note de l'ensemble des questions sur la gare de Charleroi Sud, la ligne
124, Nivelles et les liens avec le RER à propos desquelles on ne me
fournit pas de réponse pour le moment.
Ma demande est donc la suivante: puis-je fournir ces réponses en fin
01.04 Minister Isabelle Durant: Ik
beschik niet over alle antwoorden
op uw vragen. Ik stel voor dat ik u
ze later op de dag bezorg.
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
de matinée?
01.05 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, je ferais même une suggestion: je préfère attendre quelques
jours de plus afin de recevoir, tant de vous-même que de la SNCB, des
réponses précises à mes questions détaillées. Pourquoi même ne pas
me fournir ces réponses par écrit au lieu de presser vos services et
ceux de la SNCB s'il y a eu un problème administratif? Je souhaite
transmettre à Charleroi des réponses précises car mes questions le
sont. Ne cherchons donc pas à répondre aux questions précisément
aujourd'hui et voyons sur base des questions les réponses que la
SNCB voudra bien vous fournir!
01.05 Olivier Chastel (MR): Ik
wacht liever op een duidelijk,
eventueel schriftelijk, antwoord.
01.06 Isabelle Durant, ministre: Monsieur Chastel, je vous remercie
d'autant plus que j'ai moi-même été aussi fort sollicitée et c'est
normal par les gens de la plate-forme de Charleroi. Je préférerais
effectivement donner une réponse complète et assez franche, et non
pas en langage déguisé sur ce qui un effet d'annonce ou une
promesse, mais sur un état des lieux de la situation. Dès lors, je vous
remercie de me permettre de le faire par écrit. Je le ferai avec la plus
grande diligence.
01.06 Minister Isabelle Durant: Ik
geef u ook liever een volledig en
duidelijk antwoord. Ik zal u dus zo
snel mogelijk een schriftelijk
antwoord bezorgen. De
betrokkenen uit Charleroi hebben
me ook herhaaldelijk
gecontacteerd. U kan wel raden
waarom.
Le président: Monsieur Chastel, j'ai un petit problème. Nous étions
d'accord sur le fait que vous posiez vos trois questions en même temps
et cela me semble toujours logique. Mais vous avez fait état d'autres
questions.
De voorzitter: Mijnheer Chastel,
heeft u nog meer vragen?
01.07 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, la secrétaire de la
commission m'a dit hier qu'elle avait joint à ces trois questions, une
question que j'avais déposée plus tard et qui concerne le
développement du transport transfrontalier de voyageurs en Hainaut. Je
trouve cependant que les sujets sont différents et je la poserai
seulement tout à l'heure.
Madame la ministre, avez-vous une réponse à me donner sur ce
problème transfrontalier hennuyer?
01.07 Olivier Chastel (MR): Ik
moet nog twee vragen stellen, en
daar kom ik zo meteen toe. Ik wil
evenwel onder de aandacht brengen
dat ik voor de grote vakantie al een
schriftelijke vraag over lijn 132 had
gesteld.
01.08 Isabelle Durant, ministre: Oui.
01.09 Olivier Chastel (MR): Alors, je vais poser ma question.
Le président: Madame la vice-première ministre doit encore répondre aux autres questions.
01.10 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, j'accepte des
réponses écrites car j'avoue humblement que mes neuf questions sont
très techniques et très précises. Il est donc inutile d'alourdir le débat.
Une réponse écrite détaillée dans les prochains jours me conviendra
parfaitement.
01.10 Olivier Chastel (MR): Daar
heb ik nog steeds geen antwoord
op gekregen! Dat is dus een van de
redenen waarom we ons genoopt
voelen mondelinge vragen te stellen
...
01.11 Isabelle Durant, ministre: Je vais demander qu'on les prépare et
je veillerai à ce qu'elles soient complètes et précises car elles sont
effectivement assez techniques. Elles vous parviendront peut-être
encore aujourd'hui, sinon ce sera dans les prochains jours.
01.11 Minister Isabelle Durant:
Wij zijn bereid om de schriftelijke
vragen sneller te beantwoorden, die
evenwel in vele gevallen veel werk
vergen.
01.12 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, sans vouloir créer
de polémique, je voudrais vous expliquer pourquoi j'ai posé ces
questions techniques en commission, sous forme de questions orales.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Notamment, un des points vise la ligne 132 Charleroi-Couvin. J'avais
posé une question écrite à Mme la ministre en juin ou juillet de cette
année et je n'ai toujours pas reçu de réponse. Mme la ministre n'est
pas spécifiquement concernée par le problème mais, trop souvent, les
questions écrites mettent un temps fou à trouver une réponse. Cela
vaut d'ailleurs pour bon nombre de départements. Quand je veux régler
un problème régional, je ne vois pas d'autre solution que de poser une
question orale en commission afin d'obtenir une réponse rapide.
Le président: Monsieur Chastel, je comprends parfaitement votre
raisonnement et je le partage, je vais d'ailleurs poser tout à l'heure une
question qui a trait également à un problème régional et qui appelle
également une réponse rapide.
De voorzitter: Ik deel de mening
van de heer Chastel daarover en
verheug mij over het antwoord van
de minister. U heeft het woord voor
uw vierde vraag, die dus werd
toegevoegd aan de eerste drie.
01.13 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, ainsi que je viens
de vous le dire, ma quatrième question est consacrée aux missions de
service public de la SNCB, en particulier au développement du transport
transfrontalier de voyageurs. Ma question est spécifique au Hainaut,
puisque toute la frontière hennuyère est commune avec la France. Par
conséquent, cette problématique de transfert transfrontalier de
voyageurs en Hainaut avait été évoquée au sein même de cette
commission de l'Infrastructure en septembre 2001. J'y avais posé une
question à Mme Durant.
Déjà à l'époque, j'évoquais un avant-projet de loi, qui s'est par la suite
transformé en loi du 22 mars 2002 et qui traduisait notamment une des
options stratégiques de l'accord du 30 mars 2001. L'article 3 de cette
loi du 22 mars 2002, qui modifiait la loi du 21 mars 1991 portant elle-
même réforme de certaines entreprises publiques économiques,
élargissait les missions de service public de la SNCB au transport
transfrontalier de voyageurs afin je cite "de pouvoir faire bénéficier
les voyageurs transfrontaliers d'un tarif comparable à ceux pratiqués sur
le réseau intérieur".
Le commentaire de l'article précisait qu'il convenait de définir le
transport transfrontalier comme transport au-delà des frontières
jusqu'au premier point d'arrêt situé sur le réseau ferroviaire. Cette
extension de missions de service public est importante et force est de
constater que l'offre présentée par la SNCB est loin d'attirer le public
cible des lignes transfrontalières.
En septembre 2001, lors de ma question précédente, Mme la ministre
avait explicité l'état de l'utilisation des lignes Charleroi-Jeumont-
Maubeuge, Mons-Maubeuge et Valenciennes-Mons. Pour chacune de
ces lignes, la situation a-t-elle évolué? Qu'envisage-t-on concrètement
pour développer, de manière attractive, l'offre en matière de transport
frontalier des voyageurs en Hainaut?
Mme la ministre nous signalait, par ailleurs, qu'un groupe de travail
étudiait la possibilité de rouvrir la relation Valenciennes-Mons et qu'une
étude potentielle de déplacement allait être réalisée et permettrait à la
SNCB de déterminer l'offre future en tenant compte des besoins réels.
Qu'en est-il aujourd'hui? Je crois également savoir que le cabinet de
Mme la ministre a été en contact avec différents syndicats, tant
français que belges, pour essayer d'avancer dans cette problématique
transfrontalière?
01.13 Olivier Chastel (MR): Ja,
mijnheer de voorzitter. Bij artikel 3
van de wet van 22 maart 2002
worden de opdrachten in het kader
van de openbare dienstverlening van
de NMBS uitgebreid tot het
grensoverschrijdend
reizigersvervoer. Is er een evolutie
wat de situatie op de lijnen
Charleroi-Jeumont-Maubeuge,
Bergen-Maubeuge en
Valenciennes-Bergen betreft? Hoe
zit het met de mogelijke
herinvoering van de spoorverbinding
Valenciennes-Bergen? U moet het
met me eens zijn dat het huidige
treinaanbod jammer genoeg
allesbehalve aantrekkelijk is voor de
klanten.
01.14 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chastel vous rappeliez effectivement que, le 22 mars dernier, nous
01.14 Minister Isabelle Durant: In
maart jongstleden hebben we
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
avons modifié la loi de 1991 de façon à prendre en compte le transport
frontalier ferroviaire au titre des missions de service public. C'est
évidemment un principe. Ce principe, inscrit dans la loi et dès lors
d'application, doit, bien entendu, faire l'objet de mesures plus
opérationnelles pour répondre aux problèmes subsistants.
Tout d'abord, je voudrais, en ce qui concerne la région transfrontalière
du Hainaut, que le tableau ne soit pas trop noirci, parce que certaines
relations ne sont pas satisfaisantes. Mais il en existe d'autres, par
exemple les liaisons à grande fréquence entre Tournai et Lille et entre
Mouscron, Tourcoing et Lille qui sont satisfaisantes.
Pour le reste, il n'empêche que certains problèmes subsistent et le cas
de Maubeuge est évidemment flagrant. Celui de Valenciennes aussi, du
moins sur papier, mais il convient de remarquer que la ligne
Valenciennes est démantelée du côté français et que des
investissements sont nécessaires Outre-Quiévrain pour faire quoi que
ce soit. Aussi longtemps que les Français ne remettent pas la ligne en
état, nous ne pourrons pas avancer. A cet égard les études sont
effectivement en cours. Le principe, à tout le moins, été admis dans le
contrat de plan entre l'Etat et la SNCF. Je vous signale d'ailleurs que je
me suis entretenue très longuement avec mon nouveau collègue des
transports français sur ces différents dossiers. Nous avons eu une
séance de plusieurs heures de travail portant, entre autres, sur ces
aspects transfrontaliers, indépendamment d'autres dossiers à caractère
plutôt européen.
Etant donné que l'entreprise est assez considérable s'il s'agit de refaire
entièrement cette ligne et même si les choses évoluent dans le bon
sens j'ai moi-même commencé à exercer une pression directe sur
mon collègue français et ses services pour faire bouger un peu les
choses , il est certain qu'elles n'évolueront pas à très court terme,
soyons réalistes. Donc, à ce sujet, le travail est en cours en bilatéral
ministériel, doublé de bilatéral SNCF/SNCB et administrations de part
et d'autre.
En ce qui concerne Maubeuge, c'est avant tout une question
d'exploitation. D'ailleurs, d'un point de vue technique, les trains circulant
entre Charleroi-Sud et Erquelinnes peuvent être prolongés jusqu'à
Jeumont, sans coût supplémentaire en personnel et en matériel et en
fonction des horaires actuels mais la SNCB doit payer, en cas de
dépassement de la frontière par ses trains, la redevance de circulation
à la SNCF. Je signale également que Jeumont n'étant pas une
destination pour les usagers, il faudra soit des trains directs circulant
au-delà, soit de bonnes correspondances à Jeumont.
A ce sujet, il faut également rappeler que l'organisation des services
transfrontaliers dépend évidemment des deux parties du côté de la
frontière et je dois reconnaître que jusqu'à présent c'est d'ailleurs un
autre point qui a été discuté avec la délégation française , les
Français ne se sont pas montrés très réceptifs sur le sujet. Ce point
est donc aussi à l'ordre du jour de nos rencontres bilatérales pour
relancer les travaux concrets et précis et surtout pour mobiliser les
Français sur une attente pour laquelle la SNCB et moi-même sommes
demandeurs mais où, jusqu'à présent, nous n'avons pas eu un écho
extrêmement favorable.
En tout cas, je peux vous dire que j'ai remis la pression sur ces trois
dossiers puisqu'ils sont intimement liés à la réaction de la France.
Nous avons remis en place un dispositif avec les Français pour les
pousser même si, par exemple pour ce qui est de Valenciennes, les
principes sont admis mais le problème c'est que les travaux ne
beslist het grensoverschrijdend
treinvervoer tot de openbare
dienstverlening te rekenen. Dat
principe werd inmiddels in
wetteksten gegoten.
We moeten de situatie van de lijnen
met een druk treinverkeer in de
regio Henegouwen nu ook niet
zwarter voorstellen dan ze is. Ik
denk dan aan reizigers die vanuit
Doornik of Moeskroen naar Rijsel,
Roubaix of Tourcoing willen sporen.
De spoorlijn naar Valenciennes is
op Frans grondgebied buiten bedrijf
gesteld. Een en ander is in studie,
en het principe van een heropening
van de lijn is inmiddels
goedgekeurd. Er is een ontmoeting
gepland met mijn Franse collega,
de heer de Robien, teneinde onze
reeds uitstekende bilaterale
samenwerking in een
stroomversnelling te brengen. Wij
willen niets aan het toeval
overlaten.
Het probleem met Maubeuge heeft
alles te maken met de exploitatie,
en moet dus uit technisch oogpunt
worden aangepakt. Het is
geenszins uitgesloten dat de lijn
opnieuw in gebruik genomen en
zelfs doorgetrokken wordt tot in
Jeumont, maar in dat geval wil
Frankrijk dat de NMBS de SNCF
een retributie betaalt. De
organisatie van het
grensoverschrijdend treinvervoer is
een zaak van beide diensten, en wij
moeten vaststellen dat de Fransen,
althans tot nu toe, niet echt oren
hebben naar deze plannen ... De
kwestie staat op de agenda van
onze bilaterale gesprekken.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
suivent pas et pour reprendre le travail avec le nouveau ministre et
ses services.
01.15 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je réagirai
brièvement. Je remercie Mme la ministre pour sa réponse et, en tout
cas, sa volonté de mettre en place concrètement sur le terrain les
dispositions prises par l'article 3 de la loi du 22 mars 2002. Je
comprends effectivement la problématique technique tant du côté de la
SNCB que du côté de la SNCF, je demande simplement que le cabinet
de Mme la ministre garde cette pression sur les deux institutions et sur
son collègue français pour essayer d'avancer dans le domaine.
01.15 Olivier Chastel (MR): Ik
besef dat het een technische
problematiek betreft. Ik vraag alleen
dat uw kabinet een voldoende druk
blijft uitoefenen om vooruitgang te
kunnen boeken in een dossier dat
ons na aan het hart ligt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "la réparation du pont du Chenois (Charleroi-Monceau) en gestion partagée SNCB-
MET" (n° A339)
02 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de herstelling van de Chenois-brug (Charleroi-Monceau) die gezamenlijk door de
NMBS en het MET wordt beheerd" (nr. A339)
02.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, ma dernière question a trait à la réparation d'un pont. Cela a
l'air anodin, mais quand il s'agit d'un pont enjambant une route
importante, cela peut poser un certain nombre de problèmes. La route
latérale (N580), qui est une route nationale située à l'est de Charleroi,
est coupée à la circulation depuis six mois. Cette situation risque bien
de durer alors que cette route constitue la voie d'accès la plus directe
au centre ville de Charleroi pour plusieurs communes de cette entité.
C'est donc une voie d'accès importante. Le fait que cette route soit
coupée à la circulation depuis six mois est assez dommageable. Cette
situation est due à des travaux nécessaires à la réparation du pont en
question qui surplombe les lignes de chemin de fer Charleroi-Bruxelles
ainsi que certaines lignes de marchandises de la gare de Monceau
Formation.
Ce pont appartient à la SNCB mais se trouve en gestion partagée
SNCB-MET suivant une convention qui semble mettre à charge du MET
un tiers du coût d'éventuelles réparations et, en l'occurrence, le
revêtement.
Lors de la démolition du revêtement du pont par le MET au cours des
travaux d'entretien, les services se sont rendu compte que le pont était
en très mauvais état: construit en béton, dans les années 50, il a fait
l'objet d'attaques acides importantes dues à la présence de l'industrie
sidérurgique toute proche.
Le MET ne veut donc pas remplacer le revêtement avant que le pont,
qu'il considère comme potentiellement dangereux, ne soit réparé afin
d'éviter de devoir recommencer ce travail dans les mois à venir tant les
travaux de réparation à mener par la SNCB lui semblent urgents et
indispensables.
Face à cette situation et à la demande du MET, la SNCB a, de son
côté, entamé une mission d'inspection afin de déterminer si le tablier
du pont devait être démoli ou reconstruit ou s'il était encore possible de
le réparer.
Cette "collaboration" entre ces deux niveaux de pouvoir risque de
prolonger le caractère inutilisable de cette voirie pendant encore de
02.01 Olivier Chastel (MR): De
zijweg (N580) is al zes maand
gesloten voor het verkeer! Die
nadelige toestand is te wijten aan
herstellingswerken aan de brug van
Chenois. Die is een halve eeuw oud
en heeft erg te lijden gehad onder
de zuurheidsgraad veroorzaakt door
de naburige staalindustrie. De brug
is eigendom van de NMBS, maar
een derde van de
onderhoudskosten wordt gedragen
door het MET, dat ook instaat voor
de bekleding. Het MET wil de
bekleding niet vervangen voor de
brug is hersteld. De NMBS is
gestart met de inspectie van het
brugdek. Wanneer gaat die weg
eindelijk weer open?
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
longs mois, voire des années.
J'aurais voulu savoir quelles sont les dispositions prises par la SNCB
pour accélérer la mise en oeuvre de ses responsabilités dans ce
dossier?
02.02 Isabelle Durant, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chastel, je confirme vos propos relatifs aux problèmes de corrosion et
le renouvellement routier de cet ouvrage.
Les travaux ont effectivement été suspendus pour cette raison. Des
inspections ont eu lieu pour voir la nature et l'importance des travaux de
réhabilitation nécessaires. A l'heure actuelle, je ne peux vous donner de
délais précis mais je puis vous dire qu'une étude portant sur la
réhabilitation ou le renouvellement est en cours. Il y aura, ensuite, une
mise en adjudication pour les travaux. Ces derniers sont financés à
concurrence d'un tiers (34,375%) par le MET. A ce stade, c'est la seule
réponse précise que la SNCB m'ait donnée. La durée nécessaire
jusqu'à la remise en service de l'ouvrage est estimée à deux ans à
l'heure actuelle. Ce n'est évidemment pas une bonne nouvelle.
Voilà, monsieur Chastel, les éléments qui m'ont été fournis. Il faut
maintenant voir s'il est possible de raccourcir ces délais et d'accélérer
un peu l'issue de l'étude sur la nature des travaux, l'adjudication et la
réalisation des travaux eux-mêmes. Je répète que l'estimation est
actuellement de deux ans.
02.02 Minister Isabelle Durant:
Wat u zegt over het roesten en over
de bekleding van de brug klopt. De
werken zijn opgeschort.
Er vonden inspecties plaats en er
loopt een studie met het oog op de
herstelling of de vernieuwing van de
brug. Het MET draagt voor 34% bij
aan de financiering.
Op dit ogenblik wordt ervan
uitgegaan dat de brug binnen twee
jaar opnieuw in gebruik kan worden
genomen.
02.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je tiens à
remercier Mme la ministre pour sa réponse qui, si elle ne me réjouit
pas, a le mérite d'être claire.
02.03 Olivier Chastel (MR): Dit is
niet echt een bemoedigend
antwoord, maar het is ten minste
duidelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de kosten van het pendelabonnement voor scholieren die 18 jaar zijn of ouder, en
voor studenten hoger onderwijs" (nr. A388)
03 Question de M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le coût de la carte train scolaire pour les élèves âgés de 18 ans ou plus et pour les
étudiants de l'enseignement supérieur" (n° A388)
03.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ook vandaag wens ik te interveniëren omtrent het thema
jongerenmobiliteit, dat mij na aan het hart ligt.
Mijn vraag betreft een vorm van discriminatie die al een tijdje aan de
gang is.
In het pendelabonnement voor scholieren tot 18 jaar wordt bepaald dat
de bijdrage voor de scholieren is beperkt tot het gedeelte dat equivalent
is aan de tussenkomst van de werkgever. Het gedeelte dat scholieren
tot 18 jaar moeten betalen is bijgevolg gelijk aan het gedeelte dat de
werknemers later betalen voor hun woon-werkabonnement.
Een groot aantal scholieren van het secundair onderwijs zijn 18 jaar of
ouder en de studenten van het hoger onderwijs behoren eveneens tot
die hogere leeftijdscategorie. Velen onder hen pendelen dagelijks naar
hun onderwijsinstelling of school. Wij stellen evenwel vast dat er geen
gelijkschakeling is met de werknemers wat de financiële tussenkomst
betreft. In de praktijk leidt zulks ertoe dat zij heel wat meer betalen.
03.01 Roel Deseyn (CD&V): Les
écoliers de moins de 18 ans et les
travailleurs salariés ont droit à une
réduction sur le tarif de leur
abonnement SNCB. Au-delà de 18
ans, les écoliers et étudiants ne
bénéficient plus de cette mesure et
doivent payer nettement plus cher.
Dans le budget de l'année
prochaine, le montant réservé aux
tarifs préférentiels est identique à
celui de l'année dernière. Cette
situation inacceptable va-t-elle être
maintenue? Il est à tout le moins
illogique qu'un travailleur puisse
voyager à un tarif plus intéressant
qu'un étudiant! Une attention
particulière sera-t-elle accordée à
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Naar aanleiding van de begrotingsdebatten neem ik de gelegenheid te
baat om deze kwestie opnieuw aan te kaarten. In de begroting van
volgend jaar is het bedrag dat werd ingeschreven voor gunsttarieven voor
het openbaar vervoer identiek hetzelfde als het bedrag dat hiervoor vorig
jaar werd uitgetrokken. Daaruit zou ik kunnen afleiden dat de
discriminatie waarover ik het daarnet had, niet meteen wordt
weggewerkt.
Sta mij toe dit te illustreren aan de hand van het volgende concrete
voorbeeld, waarbij ik vertrek van een gewoon woon-werkabonnement,
een pendelabonnement dus, van 100 euro. Voor een pendelabonnement
van 100 euro betalen scholieren jonger dan 18 jaar 45 euro aangezien
de NMBS een korting geeft van 25 euro en de Staat tussenkomt ten
bedrage van 30 euro. Voor de werknemer daarentegen komt de
werkgever tussen ten bedrage van 55 euro voor een sociaal
abonnement, zodanig dat de werknemer evenveel betaalt als de
scholier onder de 18 jaar, te weten 45 euro. Voor de scholieren ouder
dan 18 jaar die aan een hogeschool of een universiteit studeren,
bedraagt de bijdrage van de pendelaar 75 euro; van de prijs van 100
euro wordt er aldus slechts 25 euro bijgelegd door de NMBS.
Bij het doorlopen van de verschillende leeftijdscategorieën stellen wij
vast dat het precies de categorie van de universiteits- of
hogeschoolstudenten is, dus ouder dan 18 jaar, die uit de boot valt.
Later, zodra men werknemer is, wordt men geconfronteerd met
voordeligere tarieven dan de studenten en dat is niet logisch als men
een mentaliteitswijziging wenst door te voeren. Nog later, zodra men de
pensioenleeftijd heeft bereikt, kan men genieten van gratis
abonnementen.
Mijn vraag is van waar de discriminatie komt ten aanzien van de
studenten ouder dan 18 jaar.
Mevrouw de minister, wij pleiten ervoor dat in het nieuwe
beheerscontract dat binnenkort moet worden gesloten met de NMBS,
de gelijkschakeling van de verschillende categorieën wordt opgenomen,
in die zin dat het netto eindbedrag te betalen door de pendelaar
equivalent wordt.
Mocht u deze gedachtegang volgen, dan is de vraag hoe het budgettair
zal worden geregeld, want dat kan ik geenszins meteen afleiden uit de
huidige begrotingscijfers.
ce problème dans le cadre du
nouveau contrat de gestion avec la
SNCB? Une solution pourra-t-elle
être trouvée malgré l'étroitesse de
la marge budgétaire?
03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, ik ben het eens
met de heer Deseyn, bijvoorbeeld wat betreft het verschil in prijs tussen
de abonnementen voor de 65-plussers en de scholieren ouder dan 18
jaar en ik ga eveneens met hem akkoord als hij zegt dat de situatie
voor gepensioneerden niet dezelfde is, zelfs al weten wij dat er onder
hen velen een bijzonder laag inkomen hebben. Dat is evenwel ook het
geval voor scholieren ouder dan 18 jaar.
03.02 Isabelle Durant, ministre:
M. Deseyn a raison en ce qui
concerne la différence entre le coût
des titres de transports pour les
usagers de plus de 65 ans et le
prix de l'abonnement pour les
jeunes de plus de 18 ans. Les deux
catégories peuvent comprendre des
personnes bénéficiant de très
faibles revenus.
En ce qui concerne les navetteurs, vous avez fait vous-même le calcul,
il est vrai qu'ils utilisent des cartes de train dont le prix est, selon la
distance, moitié moindre que celui des billets ordinaires. En plus,
comme de nombreux employeurs remboursent 50%, parfois jusqu'à 88
voire 100% en ce qui concerne, par exemple, l'Etat fédéral et la
Communauté flamande, ceux-là sont déjà extrêmement bien
De pendelaars rijden inderdaad met
treinkaarten die twee keer
goedkoper zijn dan een gewoon
biljet. Bovendien betalen sommige
werkgevers, zowel in
overheidsdienst als in de
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
dédommagés.
Il est vrai aussi que nous avons diminué le prix des cartes scolaires
pour les moins de 18 ans et c'est une bonne chose dans le cadre de
l'avenant au contrat de gestion précédent.
Il est sans doute un peu exagéré de dire que la situation est
inacceptable, mais elle pose problème et elle est discriminatoire entre
ceux qui ont 18 ans et ceux qui passent 18 ans, qu'ils soient dans le
"secundair onderwijs of in de hogeschool".
particuliere sector, 50, 88 en soms
zelfs 100% van het nog resterende
bedrag terug. Voor de reizigers
jonger dan achttien jaar is de prijs
van het schoolabonnement
gedaald, maar de toestand van de
reizigers die ouder dan achttien zijn
en nog naar school gaan blijft
betwistbaar. Zij bevinden zich in de
categorie van reizigers ouder dan
achttien voor wie deze voordelen
niet bestaan.
Vaak zitten mensen van 18 nog in het secundair onderwijs, en volgen
zij een bepaald traject. In het kader van de huidige discussie over het
derde beheerscontract wordt maar weinig rekening gehouden met de
financiële situatie van de NMBS, en die is niet gemakkelijk, wij weten
dat.
Bijgevolg proberen we toch iets te doen, maar ik moet rekening houden
met deze financiële situatie, die nu een echte situatie is, en niet meer
verbogen is zoals in het verleden. We moeten ook rekening houden met
het ondernemingsplan dat in de NMBS zelf wordt voorbereid, om na te
gaan wat te doen.
Onze filosofie omtrent de NMBS is rekening te houden met de moeilijke
situatie, en voordeel te geven aan de regelmatige gebruikers. Als een
arbitrage noodzakelijk is, is dit misschien tegen "les utilisateurs
occasionnels". Ik denk dus dat dit een redelijke aanpak is. We zullen,
als het nodig is, deze discriminatie wegwerken. Ik ben het met u eens,
maar de financiële middelen die beschikbaar zijn in het kader van het
deficit van exploitatie en het investeringsplan zijn zeer beperkt. We
zullen daar deze namiddag nog op terugkomen. Ik ga akkoord met het
principe, maar wel in de filosofie van meer voordeel voor de regelmatige
gebruikers en minder voordeel voor de occasionele gebruikers
La discussion est actuellement en
cours dans le cadre du troisième
contrat de gestion. Nous devons
tenir compte de la situation
financière réelle et du plan
d'entreprise de la SNCB. Nous
aspirons à offrir plus d'avantages
aux utilisateurs réguliers. Nous
allons donc essayer de mettre fin à
la discrimination mais nous ne
disposons que de moyens
financiers réduits.
03.03 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister, uw antwoord heeft
mij toch enigszins ontgoocheld. Inderdaad, ik wil het niet hebben over
onaanvaardbare prijzen die gehanteerd worden, maar ik doel vooral op
die discriminatie. U zegt dat er een gebrek is en ik zal dat niet
ontkennen aan financiële middelen, maar dat wil dan nog niet zeggen
dat we niet moeten pleiten voor het opheffen van een zekere
discriminatie. Er zou meer solidariteit moeten spelen. Als het dan zo
slecht gesteld is en als men absoluut moet beknotten, dan moet
precies de mentaliteit worden gepropageerd om de regelmatige
gebruikers van het openbaar vervoer nog meer te stimuleren. Men zou
moeten nagaan of wat men doet voor andere categorieën wel
verantwoord is en of het niet ten nadele gaat van de categorie van 18+,
waarvan ik de problematiek net kom te schetsen.
U sprak ook van de regelmatige gebruikers, maar precies die
pendelaars, die scholieren van 18+, die dagelijks naar school,
hogeschool of universiteit moeten, zijn precies regelmatige gebruikers.
Ik begrijp dan ook niet de logica waarmee u uw verdediging opbouwt.
Dit zijn de elementen die ik wil onderstrepen: de solidariteit en het
wegwerken van discriminatie en daar moeten wij voluit voor gaan.
03.03 Roel Deseyn (CD&V): Cette
réponse est assez décevante. Les
navetteurs de dix-huit ans sont, eux
aussi, des utilisateurs réguliers.
Nous devons tendre vers plus de
solidarité et vers l'élimination de
toute discrimination.
03.04 Minister Isabelle Durant: In haar onderhandelingen met de
regering over het tariferingsbeleid in het algemeen en het principe van
die tariefherziening of van het huidige systeem, volgt de NMBS de
03.04 Isabelle Durant, ministre:
En collaboration avec le
gouvernement, la SNCB définit une
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
filosofie voor de pendelaars of de regelmatige gebruikers en minder voor
de anderen.
Een totale herziening van het tarifaire aanbod is niet een werk dat in
enkele weken kan worden verwezenlijkt en moet rekening houden met
de financiële situatie. Dat gaat in uw richting en ik ga akkoord met u
over het principe. Ik denk ook dat voor de categorie 18-jarigen en de
meer dan 18-jarigen er een probleem is en de vraag rijst hoe, in het
kader van deze filosofie en de herziening van de oude tarifaire
problematiek, dit probleem kan worden opgelost.
nouvelle politique tarifaire offrant
plus d'avantages aux utilisateurs
réguliers. Je suis disposée à tenir
compte de votre question mais il
faudra beaucoup de temps pour
procéder à une révision complète
des tarifs.
03.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wilde er nog de
aandacht van de minister op vestigen dat wij dit graag budgettair
vertaald zouden zien. Het zou van een zekere intentie getuigen indien
daarrond ook transparantie zou zijn en indien het ook zo in de begroting
zou zijn ingeschreven.
03.05 Roel Deseyn (CD&V): Cette
intention doit se traduire dans le
budget.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de bijscholing die voorzien is in het wetsontwerp over de verkeersveiligheid"
(nr. A389)
04 Question de M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le recyclage prévu dans le projet de loi sur la sécurité routière" (n° A389)
04.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als alles goed
gaat, als het door de wettelijke molen wordt gemalen en tot uitvoering
komt, worden enkele centra in het leven geroepen om de bijscholing,
waarin het wetsontwerp verkeersveiligheid voorziet, hard te maken in de
praktijk. Vanuit de bezorgdheid voor de jongeren, vanuit de bezorgdheid
voor een vlotte mobiliteit als basisrecht voor jongeren, heb ik in dit
verband enkele vragen. Mijns inziens is die verplichte bijscholing nogal
vaag gedefinieerd in het wetsontwerp. Het is mij niet helemaal duidelijk
of het alleen naar jonge bestuurders gericht is, na het behalen van hun
rijbewijs. Zal het ook opgelegd worden aan meer ervaren bestuurders?
Hoe zal dat geëvalueerd worden? Hoe zal bepaald worden wie wat zal
moeten volgen? Voor het verdere parlementaire werk had ik daar graag
wat toelichting bij gekregen. Ik anticipeer ook even op het wettelijk
werk. Wat zal de inhoud zijn van de uitvoeringsbesluiten die de minister
wil nemen?
Ik heb ook nog een aantal meer concrete vragen. Hoeveel uren zal die
verplichte bijscholing bedragen? Hoe zal het allemaal georganiseerd
worden? Zullen daartoe speciale, door de overheid erkende, centra
worden opgericht of kan hier gedeeltelijk de vrije begeleiding spelen
zoals dit het geval is voor het behalen van het rijbewijs? Om het
allemaal democratisch en toegankelijk te maken, moeten we daarover
toch even van gedachten wisselen. Welke voorwaarden zullen opgelegd
worden voor de erkenning van zo'n centrum? Als we het uit de
overheidssfeer of commerciële sfeer kunnen halen en ook hier het
middenveld en de sociaal-culturele organisaties een rol laten spelen,
zouden we dit zeker moeten doen om de kosten te drukken en het wat
socialer te maken, maar ook omdat er dikwijls expertise aanwezig is bij
dergelijke VZW's. Het lijkt mij een waardevol idee, omdat deze
organisaties ook aansluiting vinden bij de jongeren. Daarom heb ik nog
een bijkomende vraag. Welke initiatieven zal de minister in dit verband
nemen en hoe zullen de onkosten voor deze scholing gedrukt worden?
04.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
projet de loi sur la sécurité routière
prévoit pour les conducteurs
l'organisation de recyclages
obligatoires dans des centres qui
seront spécialement conçus à cet
effet. Le projet ne précise pas si ce
recyclage est uniquement destiné
aux nouveaux conducteurs qui
viennent d'obtenir leur permis de
conduire ou s'il sera également
imposé aux conducteurs
expérimentés.
Quelle sera la teneur des arrêtés
d'exécution? Combien d'heures ce
recyclage obligatoire comportera-t-
il? Quels centres pourront-ils
organiser ce recyclage? A quels
critères d'agrément ces centres
devront-ils satisfaire? Des
organisations socioculturelles
pourront-elles éventuellement
contribuer à cette formation?
Quelles initiatives la ministre
compte-t-elle prendre pour contenir
les coûts de ce projet?
04.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, het
wetsontwerp verkeersveiligheid begint met het principe van een rijbewijs
04.02 Isabelle Durant, ministre:
Le projet de loi sur la sécurité
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
met stappen voor de nieuwe bestuurders. Dit betekent dat alle nieuwe
bestuurders, niet alleen de jongeren maar ook de anderen, progressief
ervaring kunnen opdoen. Dit zou het rijgedrag moeten verbeteren
gedurende de twee eerste jaren na het behalen van het rijbewijs. Hierbij
zijn zowel theoretische als praktische elementen noodzakelijk. Deze
opleiding zal gegeven worden door erkende centra, dat is evident. Ik wil
ook uw aandacht vestigen op het defensief en preventief rijgedrag. Ik
heb een voorkeur voor preventief rijgedrag, defensief betekent dat er al
agressie is. Dit is dus alleen maar een principe dat in de wet staat.
Wat nu de modaliteiten betreft, hebben we nog geen beslissing
genomen. Ik weet dat in andere landen, bijvoorbeeld Luxemburg, één
volledige dag wordt gegeven met theoretische en praktische elementen,
twee jaar na het behalen van het eerste rijbewijs, dat een voorlopig
rijbewijs is. Wat de kostprijs betreft, moet de kostenregeling van de
huidige opleiding niet veranderen.
routière repose sur le principe d'un
permis par étapes pour tous les
nouveaux conducteurs, qu'ils soient
jeunes ou âgés. Nous voulons ainsi
que ces nouveaux conducteurs
acquièrent de l'expérience au cours
des deux premières années suivant
l'obtention du permis de conduire
provisoire. La formation sera tant
pratique que théorique. Il ne s'agit
encore que d'un principe légal et
rien n'a encore été décidé
concernant les modalités. Quant
aux coûts de ce projet, ils sont
raisonnables.
Nous discutons pour le moment de la réduction du taux de TVA de
21% à 6% que j'avais demandé au ministre des Finances de soumettre
au Conseil Ecofin, ce qu'il a fait d'ailleurs. Il est clair qu'il faudra du
temps avant qu'une décision ne soit prise à l'unanimité au sein de ce
conseil car il s'agit de choses qui ne se font pas rapidement.
Pour en revenir aux ASBL, je suis d'accord avec vous. Il est prévu, dans
le cadre de la loi, de pouvoir donner à certaines ASBL la possibilité
d'octroyer la formation à la conduite dans le cadre de publics-cibles;
nous pensons, en particulier, aux personnes minimexées. Certes, il
faudra avoir des critères précis mais nous avons préservé
heureusement cette possibilité d'agréer des ASBL pour donner des
formations de type à la fois post-permis mais aussi je l'espère, dans
l'avenir des formations de type permis pour des publics très
particuliers.
Il est vrai que nous travaillons par étapes: la première, c'était prévoir la
base légale. Comme nous en avons déjà parlé et en reparlerons encore
dans le cadre du projet de loi, l'étape suivante sera de définir le contenu
de cette phase probatoire, la modalité de l'examen ou de la validation et
les limitations pendant la période probatoire.
Pour un tel sujet qui pose des questions démocratiques, d'accès
surtout pour les jeunes, de sécurité routière au sens de la formation et
de la qualité de la formation, je veux prendre le temps de mener une
bonne discussion; il est important de ne pas prendre des décisions à la
légère à propos de cette formation ou validation post-permis qui doit
être à la fois de bonne qualité et non dissuasive financièrement pour les
usagers. Je répète qu'il faudra donc avancer étape par étape. Nous
créons la base légale dans le projet de loi et, par la suite, il faudra
travailler sur les modalités suivantes.
Ik heb aan de minister van
Financiën gevraagd wat hij op de
Ecofin-Raad heeft gedaan om de
BTW van 25% naar 6% terug te
brengen, maar de Europese
besluitvorming verloopt langzaam.
Voor de vzw's bepaalt de wet de
toekenning van een rijopleiding aan
een doelpubliek, bijvoorbeeld de
mensen die van het
bestaansminimum leven. Dit maakt
rijbijscholing mogelijk. Ik hoop dat
dit in de toekomst ook voor het
rijbewijs zal gelden.
Wij gaan stapsgewijs te werk: eerst
moeten we de wettelijke basis
bepalen en vervolgens de inhoud
van de oefentijd en die van het
examen. Om een dergelijke vraag,
die de toegang van jongeren en de
verkeersveiligheid betreft, te
beantwoorden wil ik de nodige
bedenktijd om een dienst van hoge
kwaliteit tegen een betaalbare prijs
tot stand te kunnen brengen.
04.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan mij zeker
achter de principes scharen zoals door de minister geponeerd. Maar ik
hoop dat zij ook wat oog zou hebben, in het proces dat daarop volgt, op
de uitwerking voor de zaken die ik in mijn vraag schetste. Natuurlijk,
voor toegankelijkheid moeten wij heel waakzaam zijn. Ik meen echter
ook dat de school als leefgemeenschap u weet dat onze politieke
fractie daaraan nogal belang hecht een rol kan spelen naast die
VZW's. Maar ook de gedachte van de VZW moet spelen op dat terrein.
Wij kijken dan ook uit naar een goede uitwerking.
U sprak van bepaalde doelgroepen. Ik hoop dan ook dat die voldoende
ruim gedefinieerd worden, zodat de verschillende soorten VZW's daarin
04.03 Roel Deseyn (CD&V): Je
soutiens les principes du projet.
L'accessibilité aux centres de
formation revêt une grande
importance pour la réussite de ce
projet. Les écoles et les autres
groupes cibles doivent pouvoir jouer
un rôle par l'entremise de différents
types d'asbl.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
een rol te spelen hebben en een stuk verantwoordelijkheid kunnen
opnemen in dat dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "het probleem van de capaciteit van de perrons in Brussel-Noord, Brussel-Centraal en Brussel-
Zuid na inzet van de dubbeldektreinen" (nr. A396)
05 Question de M. Jos Ansoms à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le problème de la capacité des quais de Bruxelles-Nord, Bruxelles-Central et
Bruxelles-Midi à la suite de la mise en circulation des trains à double étage" (n° A396)
05.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u weet dat ik het openbaar vervoer een heel warm hart
toedraag. Ik weet dat u dat ook zou willen maar dat u niet de financiële
middelen krijgt van de regering om dat in daden om te zetten. Daar
zullen we straks naar aanleiding van de begroting nog eens uitgebreid
over discussiëren. Feit is dat u de intentie hebt het openbaar vervoer
verder uit te bouwen.
We zijn samen heel gelukkig dat de eerste dubbeldektreinen die de
vorige regering besteld had, geleverd worden. We zijn daar heel
gelukkig mee.
05.01 Jos Ansoms (CD&V): La
ministre Durant a fort
heureusement l'intention de
continuer à développer les
transports publics. Nous nous
réjouissons de la mise en service
des trains à double étage qui
accroissent la capacité de
transport de passagers de la
SNCB. Toutefois, il ne faut pas
perdre de vue la sécurité.
05.02 Minister Isabelle Durant: (...) Mijn eerste handtekening als
minister in juli 1999 was de ondertekening van dit contract.
05.03 Jos Ansoms (CD&V): De bestelling werd door de vorige regering
geplaatst.
Mevrouw de minister, ik herhaal dat we zeer blij zijn dat deze
dubbeldektreinen geleverd worden waardoor de capaciteit op bepaalde
lijnen verdubbeld kan worden. Een dubbeldektrein kan dubbel zoveel
passagiers vervoeren.
Volgens aanwijzingen van de veiligheidsdiensten van de NMBS is het
nodig dat we ons afvragen wat de consequenties zijn van de toevloed
van pendelaars in de spits tweemaal zoveel op sommige lijnen
vooral voor Brussel-Centraal, Brussel-Noord en Brussel-Zuid. Zijn er
studies en cijfermateriaal beschikbaar over de huidige capaciteit van de
perrons? Hoeveel pendelaars kunnen op een veilige manier in- of
uitstappen tijdens de ochtend-en avondspits? Beschikt u terzake over
cijfers? Zo ja iets wat ik vermoed en hoop wat zijn dan de
consequenties bij een verdubbeling van het aantal pendelaars op
bepaalde ogenblikken? Kunnen zij op een veilige manier uitstappen en
het station verlaten? Zijn de perrons daarop berekend? Wie reeds de
trein heeft genomen tijdens de spits weet dat het op het randje is en
dat het dringen de veiligheid op het spel zet. Met de dubbeldektreinen
zal dat dringen verdubbelen. Mevrouw de minister, hebt u aan dit
veiligheidsaspect gedacht?
05.03 Jos Ansoms (CD&V): Quels
effets produit sur les gares
bruxelloises l'afflux de voyageurs
pendant les heures de pointe?
Combien de navetteurs peuvent
monter dans les trains et en
descendre en toute sécurité?
Existe-t-il des statistiques à ce
sujet? Les quais de gare sont-ils
prévus pour supporter un
doublement du nombre de
navetteurs utilisant les trains à
double étage? La ministre prend-
elle en considération ce critère de
sécurité?
05.04 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
herhaal dat de dubbeldektreinen een van mijn eerste beslissingen was.
Mijn eerste ondertekening als minister was de ondertekening van de
bestelling van de vorige regering.
05.05 Jos Ansoms (CD&V): Dank u.
05.06 Minister Isabelle Durant: Dat is altijd het geval bij de
spoorwegen. Beslissingen van deze regering zullen officieel slechts
05.06 Minister Isabelle Durant:
C'est le gouvernement précédent
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
binnen 4 tot 5 jaar uitgevoerd worden. Dat is de realiteit inzake
spoorweginvesteringen of -bestellingen.
Mijnheer Ansoms, het probleem van de perrons is een echt probleem.
Een geluk zou ik zeggen dat al de dubbeldekstellen niet op hetzelfde
moment in dienst worden genomen maar progressief.
Wat Brussel-Zuid en Brussel-Centraal betreft, hebben de perrons, los
van de liften, van deze twee grote stations 2 toegangen in elke richting.
Brussel-Noord heeft 3 toegangen. De verhoogde capaciteit van de
treinen brengt met zich dat er in de toekomst bijkomende toegangen
zullen worden gemaakt. In Brussel-Zuid en Brussel-Centraal zijn
terzake op korte termijn werken gepland of reeds aangevat. Het
inzetten van langere treinen en dubbeldekstellen is een van de
maatregelen die erop gericht zijn tegelijk comfort en het aantal plaatsen
te bieden die noodzakelijk zijn om de doelstelling van 50% meer
reizigers in 2010 te halen. 1450 zitplaatsen meer komt overeen met
40% meer dan een trein van 12 rijtuigen die bestaat uit 4 klassieke
driewielige motorstellen.
De veiligheidsaspecten bij het instappen en uitstappen van de reizigers
werden door de NMBS speciaal bestudeerd voor het materieel dat
momenteel geleverd wordt, en blijven voor het toekomstige
dubbeldeksmateriaal, in het bijzonder dat voor het GEN, de grootste
aandacht wegdragen. Dat is bestudeerd in de NMBS en daar is
rekening mee gehouden in de plannen, denken we maar aan de
toegangen tot de drie grote stations in Brussel.
De verbinding Schuman-Josaphat kan ook beschouwd worden als een
vierde koker van de noord-zuid-verbinding en is onmisbaar om het
aantal treinen te verhogen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
bedient. Dat is een van de manieren om de problemen op de noord-
zuid-verbinding te verminderen. Daarnaast zal de rechtstreekse
bediening van het oosten van Brussel vanuit een groter aantal Belgische
steden nog verbeterd worden met tijdwinst tot gevolg en zullen de
verkeersstromen door Brussel beter gespreid zijn.
qui a commandé ces trains à
double étage. C'est au bas du
document portant exécution de
cette décision que j'ai apposée ma
toute première signature en tant
que ministre. Il est habituel que les
investissements ferroviaires soient
étalés sur plusieurs législatures et
c'est également le cas pour le
dossier qui nous occupe
aujourd'hui. Les quais posent un
réel problème. Heureusement, les
trains à deux étages sont mis en
service progressivement et les
gares peuvent y être préparées,
notamment par l'aménagement de
nouvelles voies d'accès. Les gares
de Bruxelles-Midi et de Bruxelles-
Central doivent être équipées
d'accès supplémentaires et les
travaux ont déjà été entamés.
Bruxelles-Nord dispose déjà de
trois accès. La SNCB souhaite
augmenter le nombre de voyageurs
de 50% d'ici à 2010. Cela signifie
que 40% de voyageurs
supplémentaires utiliseront les
nouveaux trains. En passant
commande des nouveaux trains, la
SNCB a tenu compte des facteurs
de sécurité. L'aménagement d'un
nouveau tunnel entre Schumann et
Josaphat devra permettre de réduire
les problèmes rencontrés sur la
liaison Nord-Midi. Il faut améliorer
l'accès des trains en provenance
de l'Est du pays et mieux répartir le
flux de voyageurs.
De ce fait, via cette déviation, l'augmentation du trafic attendue dans la
jonction nord-midi sera donc moindre que l'accroissement total du
nombre de voyageurs accueillis dans la région de Bruxelles.
Daardoor zal de toename van het
treinverkeer op de Noord-
Zuidverbinding geen gelijke tred
houden met de verwachte stijging
van het totale aantal reizigers in de
regio Brussel. Bovendien zal de
westelijke ringlijn in de toekomst
ook een rol kunnen gaan spelen.
Dankzij het verhogen van sommige perrons, vooral in Brussel-Schuman,
zal de veiligheid van de reizigers worden verbeterd en wordt het
gemakkelijker om in- en uit te stappen.
Dernier élément: la ceinture ouest pourra, elle aussi, jouer un rôle dans
l'avenir.
Dat is in voorbereiding in het kader van de invoering van de nieuwe
treinstellen. Dat zal enkele jaren in beslag nemen volgens de
bestellingen. Terzelfder tijd moeten de toegang tot de treinen en de
perrons verbeterd worden, progressief en proportioneel naar gelang van
de inzet van de nieuwe treinstellen.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
05.07 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister
voor haar antwoord. Ik noteer en ik ben blij dat de minister ook met dat
aspect rekening houdt. Naargelang er meer dubbeldekstreinen in de
richting van Brussel zullen rijden in de spits, zullen de perrons worden
aangepast om de toevloed aan passagiers op een veilige manier te
verwerken.
05.07 Jos Ansoms (CD&V): Je me
félicite que l'on tienne compte de
l'adaptation nécessaire des quais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "de mogelijke 'dode hoek'-situatie in enkelrichtingsstraten met fietsersverkeer in twee
richtingen" (nr. A397)
06 Question de M. Jos Ansoms à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les dangers liés à l'angle de mort dans les rues à sens unique où les cyclistes
peuvent circuler dans les deux sens" (n° A397)
06.01 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij hebben
vernomen dat het de bedoeling is van de minister om het
verkeersreglement fietsvriendelijker te maken. Wij staan erachter dat
het fietsen aangemoedigd wordt en dat de verkeersreglementering
daarin een element is. Een van de voorstellen die de minister in
voorbereiding heeft, is dat alle eenrichtingsstraten in de twee richtingen
ingereden kunnen worden door fietsers. Uiteraard begrijp ik dit voorstel,
vermits dit het fietsen aanmoedigt. De fietser wordt zo niet verplicht om
de omweg van de automobilist te maken en kan de kortste afstand
afleggen.
Er doet zich echter wel een veiligheidsprobleem in dergelijke straten
voor. In dergelijke straten wordt immers meestal het parkeren in één
bepaalde richting aan twee kanten van de straat toegelaten voor auto's.
Dit is logisch. Er bestaat dan echter het probleem dat fietsers in de
andere richting rijden. De auto's staan in dezelfde richting geparkeerd,
zowel links als rechts, en de fietser rijdt rechts tegen de richting in. Als
de automobilist dan het parkeervak verlaat, treedt het fenomeen van de
dode hoek op als de fietser aankomt. Er staat bijvoorbeeld een auto of
een bestelwagen geparkeerd. De automobilist rijdt de straat in de
tegenovergestelde richting van de fietser in. De fietser kan dit niet zien
en de automobilist kan de fietser niet zien komen. Het is een groot
probleem in dergelijke straten dat door een goedbedoelde
reglementswijziging eigenlijk de problematiek van de dodehoekspiegel
die we kennen van het zware goederentransport wordt gecreëerd ten
aanzien van de fietsers.
Ik heb daarover nagedacht en ik heb het ook uitgetekend. (De heer
Ansoms legt de problematiek uit aan de hand van een tekening)
Men heeft dus een eenrichtingsstraat. De auto's staan in deze richting
geparkeerd, de fietser rijdt in de andere richting, een auto rijdt de
parking uit en er is dus een dode hoek, met alle gevolgen van dien.
Heeft men hierover nagedacht? Hoe gaat men dit opvangen?
06.01 Jos Ansoms
(CD&V):
L'usage de la bicyclette est
encouragé et le Code de la route
sera adapté en conséquence. En
principe, la proposition qui consiste
à autoriser la circulation des
cyclistes dans les deux sens dans
toutes les voies à sens unique est
positive mais présente des
inconvénients sur le plan de la
sécurité. Si, dans une rue à sens
unique, les voitures peuvent se
garer dans le même sens des deux
côtés de la chaussée et qu'un
automobiliste stationné sur la
gauche souhaite s'engager sur la
chaussée, le cycliste qui vient vers
lui en sens inverse se trouve dans
l'angle mort du conducteur. Le
danger est surtout présent
lorsqu'une voiture stationnée limite
encore davantage la visibilité de
l'automobiliste en question.
Comment ce problème peut-il être
réglé dans le Code de la route?
06.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Ansoms, wat de door u aangehaalde problematiek betreft herinnert u
zich wellicht dat verscheidene mensen uit verschillende partijen
vragende partij waren om in straten met eenrichtingsverkeer fietsverkeer
in beide richtingen toe te laten. Het was denk ik ook een voorstel
van de heer Dehaene. Wij weten dat sommige gemeentebesturen te
veel aarzelen bij de toepassing van beperkt eenrichtingsverkeer. Het
werd dus niet al te vaak uitgevoerd omdat de gemeenten aarzelden. Wij
hebben dit nieuwe besluit dus gekoppeld aan drie voorwaarden: ten
06.02 Isabelle Durant, ministre:
D'aucuns étaient enclins à autoriser
la circulation des vélos dans les
deux sens dans les rues à sens
unique. Néanmoins, certaines
communes hésitent à instaurer
cette nouvelle mesure.
L'arrêté en chantier impose trois
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
eerste, de toegestane snelheid mag niet meer dan vijftig kilometer per
uur bedragen; ten tweede, de beschikbare rijbaanbreedte moet
minstens drie meter bedragen en ten derde, de veiligheidsoverheden
mogen zich hiertegen niet verzetten.
Het specifieke probleem van de dode hoek kan zich inderdaad
voordoen. Daarom is ook de laatste voorwaarde dat de
veiligheidsoverheden zich er niet mogen tegen verzetten. Ik ben het
ermee eens dat de bestuurder die links van de rijrichting geparkeerd
staat in vele gevallen geen zicht heeft op fietsers die rechts in de
andere richting rijden. Dat zicht wordt immers vaak belemmerd door het
voertuig dat geparkeerd staat voor het voertuig dat de parkeerplaats wil
verlaten. Artikel 12 punt 5 van het verkeersreglement bepaalt dat de
bestuurder die voorrang moet verlenen en dit is het geval bij het
verlaten van de parkeerplaats pas verder mag rijden indien hij dit kan
doen zonder gevaar voor ongevallen.
Om de fietsers te kunnen waarnemen, zal hij de parkeerplaats
gedeeltelijk moeten verlaten. Dat moet dus zeer behoedzaam
gebeuren. De fietser ziet het manoeuvre doorgaans tijdig aanvangen en
heeft de keuze om uit te wijken of te vertragen en zo nodig te stoppen
tot het voertuig vertrokken is. De praktijk leert dat ongevallen vermeden
worden als beide partijen de nodige voorzichtigheid in acht nemen. In
smalle straten met druk autoverkeer waar men links van de rijrichting
mag parkeren en waar veel parkeerbewegingen worden uitgevoerd, ligt
de invoering van beperkt eenrichtingsverkeer niet voor de hand.
Misschien kan men aan de gemeenten schrijven om aandacht te vragen
voor de smalle straten met veel parkeerbewegingen. Ik denk dat het niet
mogelijk is om tot een dergelijk systeem te besluiten.
Het voorstel van koninklijk besluit en het voorstel van ministerieel
besluit die voorzien in de verplichte invoering van beperkt
eenrichtingsverkeer zullen binnenkort worden ondertekend. De
wegbeheerders zullen voldoende tijd krijgen, namelijk anderhalf jaar, om
de maatregel te implementeren en de nodige veiligheidsvoorzorgen te
nemen. In het licht hiervan werk ik met het BIVV aan een actualisering
van het rondschrijven van 1998. Ook voor dat specifieke punt zullen we
aandacht hebben want het kan heel gevaarlijk zijn.
conditions à l'instauration de la
circulation à double sens pour les
cyclistes dans les voies à sens
unique: la vitesse doit être limitée à
50 km/h maximum, la chaussée
doit être large de 3 mètres
minimum et les autorités
compétentes en matière de
sécurité ne doivent pas s'opposer à
l'instauration de la mesure.
Il découle de l'article 12, 5, du
Code de la route qu'on ne peut
quitter une place de stationnement
que si l'on ne fait courir aucun
risque aux autres usagers de la
route. Dans la situation à laquelle
M. Ansoms fait allusion, le cycliste
voit généralement qu'une
manoeuvre va être effectuée. Il peut
alors s'écarter ou attendre. Si les
deux parties font preuve de la
prudence nécessaire, il n'y a
généralement aucun problème.
Toutefois, aux endroits où le trafic
est dense et où il y a des rues à
sens unique étroites, l'instauration
du double sens pour les cyclistes
ne va pas de soi.
La proposition d'arrêté royal et
d'arrêté ministériel sera signée
prochainement et prévoit un délai
d'un an et demi pour permettre aux
gestionnaires de la voirie
d'appliquer la nouvelle règle et de
prendre les mesures de précaution
qui s'imposent en matière de
sécurité. L'IBSR nous aide à
actualiser la circulaire de 1998.
06.03 Jos Ansoms (CD&V): Mijnheer de voorzitter, een zeer korte
reactie.
Dit is eigenlijk het verschil tussen de desbetreffende maatregel en die
van de heer Dehaene. Oorspronkelijk was de maatregel van de heer
Dehaene een uitzonderingsmaatregel. Na rijp beraad en na het in
beschouwing nemen van alle voor- en nadelen kon men een dergelijke
ingreep doen. Dat is nu veranderd door het feit dat u er een algemene
regel van maakt, mevrouw de minister. Dat brengt consequenties mee,
waarvan ik er hier één aangehaald heb. Vandaar dat ik naar aanleiding
van de vraag met veel aandrang zou willen suggereren, mevrouw de
minister, dat u zeker in de communicatie met de gemeentebesturen
hen hier attent op maakt en meedeelt dat het mogelijk is dat in
bepaalde straten het tweerichtingsverkeer voor fietsers niet wordt
toegelaten. Nu komt de boodschap zo over dat de fietsers te allen tijde
in de twee richtingen mogen rijden, omdat het de algemene regel is. De
consequenties, zelfs voor de fietsers zelf, kunnen heel negatief en
gevaarlijk zijn. Ik hoop dat men daar in de voorbereidende documenten
voldoende aandacht aan zal besteden. Het is perfect mogelijk dat er in
bepaalde straten geen tweerichtingsverkeer voor fietsers is.
06.03 Jos Ansoms (CD&V): La
mesure que le ministre Dehaene
avait introduite en son temps avait
trait à une situation exceptionnelle.
En revanche, la réglementation
actuelle est une règle générale qui
amène les cyclistes à considérer à
tort qu'ils peuvent circuler dans les
deux sens dans toutes les rues à
sens unique. La ministre se doit
d'attirer l'attention des communes
sur ce problème. En effet, certaines
rues sont trop dangereuses pour y
autoriser la circulation des
cyclistes dans les deux sens.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
06.04 Minister Isabelle Durant: (...)
06.04 Isabelle Durant, ministre:
Je souscris à cette réflexion de M.
Ansoms.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Ansoms, ik had u al gevraagd mij te vervangen maar ondertussen is onze
ondervoorzitter binnengekomen, mevrouw Coenen, en ik zou haar willen vragen mij te vervangen voor de tijd
dat ik mijn vraag stel.
Présidente: Marie-Thérèse Coenen.
Voorzitter: Marie-Thérèse Coenen.
07 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de overlast die rond het Gentse Sint-Pietersstation veroorzaakt wordt door de
talrijke aanwezigheid van geparkeerde fietsen" (nr. A401)
07 Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les nuisances provoquées par les nombreux vélos stationnés aux abords de la
gare de Gand-Saint-Pierre" (n° A401)
07.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, ik weet dat heel wat
mensen, ongetwijfeld u ook en zelfs ik gedeeltelijk, nogal wat heil
verwachten van de fiets om de verkeersproblemen in onze steden op te
lossen. Ik moet u waarschuwen. Uit de ervaring die opgedaan werd in
Gent, blijkt dat het toch een stuk minder eenvoudig ligt dan sommigen
het voorstellen.
Gent is een stad van fietsers. Het is een stad die voor een groot deel
ingericht is voor fietsers en het is een studentenstad. Er zal eerlijk
gezegd wel een verbinding zijn tussen die twee vaststellingen, maar het
zijn niet alleen studenten die in Gent fietsen, verre van zelfs. Dat lijkt
allemaal mooi, zacht, teder en weinig agressief, maar wie de trein
neemt uw dienaar doet dat dagelijks in het Sint-Pietersstation kan
niet anders dan vaststellen dat het belangrijkste station van Gent op dit
ogenblik en in het bijzonder de omgeving ervan als het ware
overrompeld is door geparkeerde fietsen.
De kranten schrijven hier geregeld lange en grote artikels over, de
buurtbewoners klagen en de zaak kwam al meer dan eens in de
gemeenteraad van de Arteveldestad ter sprake. De voorbije keer
gebeurde dat bij monde van een van mijn fractiegenoten en ik wil u het
antwoord van de betrokken schepen, de schepen voor Mobiliteit, niet
onthouden, omdat zij in feite de NMBS zeer duidelijk in de zaak
betrekt. Zij zegt letterlijk: "U weet natuurlijk wel dat de hele
fietsenstallingenproblematiek een problematiek is van de NMBS en dat
we daar de eerste oplossing verwachten. Niettemin doen we met de
stad een aantal zaken om dit probleem op te lossen. Concreet gaat het
over het volgende: in de Prinses Clementinalaan wil de NMBS de
bestaande stalling van de stad herinrichten en de modules type-Gent
worden er vervangen door de modules type-NMBS die naar verluidt
meer stallingen opleveren. Verder zou de intentie bestaan om tussen
de Lijnwinkel en de ingang van de tramtunnel bij het station de
bestaande modules ook te vervangen door NMBS-modules. Op de Sint-
Denijslaan voorziet de NMBS bovendien twee nieuwe stallingen en
centraal op de parkeerplaats achter het station worden 13
autoparkeerplaatsen vervangen door fietsenstallingen. Dat brengt in
totaal 168 extra stallingen mee".
07.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Gand étant une
ville universitaire, on y croise de
nombreux cyclistes, ce qui pose
parfois problème. Ainsi, le nombre
élevé de vélos stationnés à
proximité immédiate de la gare de
Gand Saint-Pierre engendre
d'importantes nuisances. En raison
de la pénurie d'emplacements, les
vélos sont fréquemment garés pêle-
mêle sur le trottoir, ce qui entraîne
des conséquences désagréables
pour les riverains.
Lorsque le conseil communal de
Gand a abordé cette question,
l'échevin de la Mobilité a déclaré
qu'il incombait en premier lieu à la
SNCB de régler le problème. La
société des chemins de fer aurait
l'intention d'installer des nouveaux
emplacements à vélos et même de
construire un parking à vélos sous-
terrain. Quel est en l'occurrence
l'échéancier?
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Verder zou de NMBS allang beloofd hebben want dit is allemaal
onvoldoende dat er bijkomende fietsstallingen komen in de huidige
goederenloods die zich rechts van het hoofdgebouw van het station
bevindt als men vanuit de stad naar dat station kijkt. En dan is het nog
wachten op de ondergrondse fietsparking, bedoeld voor 5.000 fietsen,
die er naar verluidt ook nog over enkele jaren zal komen.
Nu, Rome is niet in een dag gebouwd en ik kan ook begrijpen dat de
NMBS niet al die fietsstallingen zo maar, in een, twee, drie, daar kan
neerpoten, maar het is zo ik herhaal het dat de omgeving zwaar lijdt
onder die overlast. Dringende maatregelen zijn dan ook nodig, maar
volgens het stadsbestuur ligt de bal in het kamp van de NMBS. Dus
kom ik u vragen: wat is er concreet gepland? Wat kunnen de
Gentenaars eerlang op dat vlak verwachten?
07.02 Minister Isabelle Durant: Ik ben de mening toegedaan dat het
fietsgebruik in Gent moet blijven en misschien zelfs moet worden
verhoogd. Het probleem van het parkeren is natuurlijk heel belangrijk,
zelfs al is het minder problematisch dan de problematiek van de
autoparkings. Een auto en een fiets, wat betreft ruimte, dat is een groot
verschil.
De NMBS is ervan overtuigd dat er een grote nood is aan fietsenrekken
aan het station Gent-Sint-Pieters. Dat is het geval voor iedereen. Ik was
nog in Gent, niet lang geleden. Dat is evident voor iedereen die van het
station komt. Daarom heeft de stad Gent een concreet voorstel
overgemaakt om de verschillende fietsstallingen in de onmiddellijke
omgeving van het station te mogen uitbreiden.
De stad Gent vraagt om het gebouw aan de linkse kant van het station
zo vlug mogelijk te kunnen gebruiken. Ik heb dat ook bezocht met de
mensen van Gent. Rechtstreeks heb ik gevraagd aan de NMBS of dit
mogelijk is. De discussie is bezig tussen de twee verschillende
diensten in de NMBS. Ik zal druk uitoefenen om een antwoord te
kunnen krijgen over de mogelijkheid om zo vlug mogelijk totaal of
gedeeltelijk dit gebouw te kunnen gebruiken als fietsparking.
Naar aanleiding van het hierop ontvangen advies van de stad Gent,
zullen bepaalde stallingen uitgebreid worden. De stedenbouwkundige
aanvraag werd eind september ingediend. Dat is een ander deel van de
problematiek. Deze uitbreidingen zullen echter ontoereikend zijn om het
capaciteitsprobleem op te lossen en daarom diende de NMBS in de
maand juni bij de stad een bijkomend voorstel in om fietsenrekken te
plaatsen tussen de bomen van het Maria-Hendrikaplein. Hierop heeft de
stad nog geen antwoord gegeven.
Er zijn dus een aantal projecten om dit probleem op te lossen, wat
betreft uitbreiding en ook wat betreft gebruik van een gebouw van de
NMBS. Op dit punt wil ik zo vlug mogelijk een antwoord krijgen van de
NMBS, over de mogelijkheid om dat te gebruiken. Wij zullen niet
wachten tot het eind van de renovatie van het station Gent-Sint-Pieters.
Dat zal toch een beetje tijd nemen en de situatie moet niet totaal
opgelost worden, maar kan verbeterd worden, dat is evident.
07.02 Isabelle Durant, ministre:
Je me réjouis bien entendu que les
habitants de Gand se déplacent
autant à vélo. Il est toutefois inutile
de promouvoir l'usage du vélo si l'on
ne peut prévoir suffisamment de
parkings pour ces vélos. La SNCB
est consciente du problème qui se
pose aux abords de la gare de
Gand-Saint-Pierre et a adressé à
l'administration communale une
demande concrète d'augmentation
du nombre de parkings pour vélos
aux alentours de ladite gare. Ainsi,
la SNCB a proposé d'aménager un
parking pour vélos dans une partie
du bâtiment situé à gauche de la
gare. Elle attend à présent la
réaction de la ville de Gand. En
septembre, elle avait introduit une
demande d'urbanisme dans le
cadre de ce projet. J'insisterai pour
que ce dossier soit traité le plus
rapidement possible.
En juin, une seconde requête a été
adressée à l'administration
communale tendant à l'installation
de parkings supplémentaires pour
vélos entre les arbres de la Maria-
Hendrikaplein.
07.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de vice-
eerste minister, ik heb daarstraks gezegd dat wij niet alle heil moeten
verwachten van de fiets. U zegt mij dat geparkeerde auto's veel meer
plaats in beslag nemen. Dat is juist. Er is wel een verschil: auto's
worden minder vaak op de stoep achtergelaten. Dat is een van de grote
problemen. De mensen kunnen doodgewoon niet meer uit hun huis
omwille van het aantal fietsen die daar staan. Dat is, laat ons zeggen,
07.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): J'espère que la
ministre pourra communiquer dans
les meilleurs délais une date
concrète concernant l'affectation du
bâtiment situé à côté de la gare
comme parking pour vélo.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
eventjes terloops gesignaleerd.
U zegt dat u aandringt om het gebouw dat zich volgens u links u hebt
gelijk, links als men het station verlaat, ik had het rechts gesitueerd als
men van het stadscentrum naar het station gaat, maar het is hetzelfde
...
07.04 Minister Isabelle Durant: Voor mij is het altijd links.
07.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): U hebt gelijk. Ik zou
ook de voorrang van links invoeren, waarom niet? Dit gezegd zijnde, u
zegt dat u aandringt en niet zal wachten. Het zou wel interessant zijn
daaromtrent zo vlug mogelijk een concrete datum te krijgen.
Ik heb nog een laatste opmerking. U zegt dat het de bedoeling is ook
op het Koningin Maria-Hendrikaplein fietsstallingen te plaatsen. Ik wil
daarover twee zaken zeggen. Ten eerste, het plein is nog maar pas
gerenoveerd. Er staat een fontein en men heeft een parkje aangelegd
waar tijdens de piekuren, als de scholen uit zijn en de leerlingen elkaar
terugvinden aan het station, nogal wat koppeltjes kunnen plaatsnemen.
Dat is toch ook een soort comfort dat een stad moet kunnen
aanbieden. Ik weet niet of het plein geschikt is om een fietsenstalling te
plaatsen. Ten tweede, ik stel vast dat in het antwoord eind oktober van
de schepen van Mobiliteit van de stad Gent helemaal geen sprake is
van het Koningin Maria-Hendrikaplein. Het zou kunnen dat er op dat
vlak een misverstand bestaat tussen de NMBS en het stadsbestuur. Ik
wil enkel uw aandacht daarop vestigen.
07.05 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): La Maria-
Hendrikaplein vient d'être rénovée:
on y a installé une fontaine et
aménagé un petit jardin public.
Serait-ce vraiment une bonne idée
d'y autoriser le stationnement de
vélos? Je ne pense pas que
l'administration communale ait déjà
connaissance de ces projets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. A413 van de heer Leterme werd naar een latere datum verschoven.
08 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer over "de IJzeren Rijn" (nr. A419)
08 Question de M. Ludo Van Campenhout à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le Rhin de fer" (n° A419)
08.01 Ludo Van Campenhout (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, dit is inderdaad, zoals de heer Ansoms zei, de zoveelste
vraag in de rij betreffende de IJzeren Rijn.
In tegenstelling tot de vorige regering, mijnheer Ansoms, die moest
worden overtuigd ik weet waarover ik spreek van het belang van de
IJzeren Rijn, twijfelt deze regering niet. Ik twijfel niet aan de goede wil
die aanwezig is noch aan de inspanningen van mevrouw de minister.
Waaraan ik wel twijfel en die twijfel wordt thans bevestigd is de
goede wil van de Nederlanders. Het is duidelijk dat zij absoluut geen
goede wil aan de dag leggen en de manier waarop zij omspringen met
de internationale verdragsrechten is beneden alle peil. Immers, het is
nu zeer duidelijk dat het vragen van tunnels onder het Meinweggebied
eigenlijk een drogreden was om de IJzeren Rijn vanuit concurrentiele
overwegingen niet opnieuw te activeren.
Het blijkt inderdaad dat de Nederlandse Raad van State het licht op
groen zette voor de aanleg van nieuwe infrastructuur, in plaats van
gebruik te maken van oude infrastructuur zoals de IJzeren Rijn. In dat
verband denk ik nota bene aan de aanleg van een autoweg, de A73,
door het Meinweggebied. De Nederlandse regering stond daar trouwens
achter. Bepaalde milieubewegingen stapten evenwel naar de Raad van
08.01 Ludo Van Campenhout
(VLD): Le dossier du Rhin de Fer
traîne en longueur, bien que l'actuel
gouvernement, contrairement à son
prédécesseur, ne doute pas de son
grand intérêt. Les Néerlandais font
preuve d'une indéniable mauvaise
volonté. L'inscription à l'ordre du
jour des négociations, par le
gouvernement néerlandais, du
creusement de tranchées et de
tunnels dans la zone du "Meinweg"
n'est rien d'autre qu'un alibi pour
enterrer définitivement le Rhin de
Fer. Le Conseil d'Etat néerlandais a
récemment donné son feu vert à la
construction d'une autoroute
traversant le "Meinweg". De toute
évidence, nos voisins du nord
acceptent la traversée d'une zone
de quiétude par une autoroute
polluante et bruyante mais pas la
remise en service d'une
26/11/2002
CRIV 50
COM 895
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
State, maar die meende dat de milieubelangen hierdoor niet werden
geschaad.
In Nederland kan dus nieuwe infrastructuur worden aangelegd in een
stiltegebied, maar de heringebruikname van veel milieuvriendelijkere
infrastructuur, met name het spoor, dat kan niet.
Een ander feit is dat de Europese milieucommissaris Walström haar
standpunt bevestigde dat de heringebruikname van de IJzeren Rijn
absoluut niet in strijd is met de vogel- en habitatrichtlijn. In dat verband
citeer ik de commissaris: "Op het moment dat het stiltegebied werd
ingesteld was de spoorverbinding al meer dan honderd jaar in bedrijf.
Het is daarom onwaarschijnlijk dat een hervatting van het treinverkeer
de natuurwaarde van het gebied ernstig zal aantasten". De
commissaris voegt eraan toe dat zij dat dossier als gesloten
beschouwt. Voor haar is het dus zonneklaar dat de IJzeren Rijn zonder
de milieubelangen te schaden in gebruik kan worden genomen.
In die zin kunnen wij er ook van uitgaan dat dit evengoed geldt voor de
Weerter- en Budelerbergen die nog veel recenter tot stiltegebieden
werden uitgeroepen.
Mevrouw de minister, gezien het standpunt van de Nederlandse Raad
van State en de visie van de Europese commissaris voor Milieu, is de
vraag van Nederland voor tunnels en sleuven onder het Meinweggebied
duidelijk grotesk en louter vanuit protectionistische overwegingen
gesteld.
De vraag is welke hinderpalen er dan nog zijn, buiten de
protectionistische, om de uitvoering van het memorandum of
understanding af te dwingen en de IJzeren Rijn in gebruik te nemen en
in hoeverre het niet werkelijk tijd wordt dat de regering internationaal-
juridische stappen overweegt tegen een regering die te kwadertrouw
handelt.
infrastructure existante et plus
favorable à l'environnement!
La commissaire européenne
compétente a récemment confirmé
que la remise en service du Rhin de
Fer n'était pas contraire à la
directive Habitat et à la directive sur
les oiseaux. La discussion relative
au creusement de tranchées et de
tunnels dans la zone "De Meinweg"
n'en devient-elle pas complètement
superflue? Quels obstacles
empêchent-ils encore la remise en
service du Rhin de Fer?
08.02 Minister Isabelle Durant: Mevrouw de voorzitter, de
Nederlandse Raad van State heeft inderdaad het licht op groen gezet
voor de aanleg van een autoweg A73 tussen Venlo en Maastricht.
In de pers verschenen recent berichten als zou die autoweg door het
Meinweggebied lopen. Ingevolge de inlichtingen die wij hieromtrent
hebben opgevraagd kan ik u echter meedelen dat deze snelweg een
heel eind ten westen van het Meinweggebied zal worden aangelegd.
In haar brief aan de Stichting milieufederatie Limburg schrijft
commissaris Walström inderdaad dat, en ik citeer: "significante
gevolgen van het project voor de beschermde gebieden als weinig
waarschijnlijk moeten worden beschouwd".
De inhoud van deze brief ligt in dezelfde lijn als deze van een
functionaris van de Europese Commissie, van september 2001.
Daarover hebben wij het reeds gehad. Die brief werd u trouwens
bekendgemaakt in 2001.
Deze laatste brief hebben wij tijdens de onderhandelingen met
Nederland, als een belangrijk argument aangehaald. U kent het
resultaat van deze onderhandelingen.
Nederland heeft zich gehouden aan de Nederlandse wetgeving, die
blijkbaar strenger is, en ze heeft de bekende in onze ogen overdreven
dure, beschermende maatregelen geëist. Dat alles neemt niet weg dat
08.02 Isabelle Durant, ministre:
Le Conseil d'Etat néerlandais a
effectivement donné son feu vert à
la construction d'une autoroute
reliant Venlo
à Maastricht.
Contrairement à ce que certaines
dépêches ont laissé entendre,
cette voie passe bien loin à l'ouest
du "Meinweg". La commissaire
Wallström écrit qu'il est peu
probable que la construction aura
des effets significatifs sur les zones
protégées.
Je ne laisse en tout cas pas
tomber le dossier. Je suis favorable
à une approche trilatérale et je
pourrais associer la Commission à
la discussion. Nous voulons mettre
en oeuvre notre Memorandum of
Understanding sans bourse délier.
CRIV 50
COM 895
26/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
ik het dossier niet op zijn beloop laat. De brief van de commissaris zal
onderdeel uitmaken van de komende stappen die wij zullen doen. De
zaken worden niet vergemakkelijkt doordat de Nederlandse regering
demissionair is. Ik wil de brief gebruiken, onder andere in de volgende
stappen, om een trilaterale aanpak te stimuleren en de druk van de
Commissie te verhogen. Dat is een goed argument voor ons. In het
kader van de volgende discussie wil ik ook die argumenten misschien
in aanwezigheid van de Commissie laten spelen om meer kansen te
geven aan de uitvoering van ons memorandum of understanding, zonder
daarvoor te moeten betalen, wat natuurlijk niet onze taak is.
08.03 Ludo Van Campenhout (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, over de verschillende mogelijkheden om juridische stappen
te ondernemen, hebben wij al een aantal keren van gedachten
gewisseld. U kunt de Commissie ook inschakelen, mijns inziens zelfs
met een afdwingbaar karakter, om de IJzeren Rijn in gebruik te nemen.
Het is duidelijk dat de Europese Commissie weinig hinderpalen ziet om
de IJzeren Rijn in gebruik te nemen. Vanuit een concurrentieel
standpunt wordt dat door Nederland niet toegelaten.
Ik zou de Commissie inderdaad als instrument inschakelen, zowel
vanuit het standpunt inzake leefmilieu waar duidelijk geen bezwaren
zijn als vanuit concurrentieel standpunt. Er bestaat een procedure,
wanneer een staat meent dat haar concurrentiële belangen worden
geschonden, om de Europese Commissie in te schakelen om bij een
andere lidstaat af te dwingen van die concurrentiële beperkingen af te
zien.
Het tracé zullen wij nog eens bekijken. Wij meenden dat er
verschillende mogelijkheden waren, terwijl het tracé dat uiteindelijk werd
gekozen, door het Meinweggebied zou lopen. Wij zullen dat opnieuw
bekijken.
08.03 Ludo Van Campenhout
(VLD): La ministre pourrait
s'adresser à la Commission pour
réactiver le Rhin de fer. Il n'y a pas
d'incidence négative pour
l'environnement et les États
membres qui estiment que leur
position concurrentielle est
menacée par un autre Etat membre
peuvent s'adresser à la
Commission européenne qui est en
droit d'imposer des mesures.
Nous allons réétudier les détails du
tracé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.20 heures.