KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 872
CRIV 50 COM 872
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag
mardi
12-11-2002
12-11-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 872
12/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
maatregelen ter bevordering van generische
producten" (nr. A242)
1
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
mesures destinées à promouvoir les
médicaments génériques" (n° A242)
1
Sprekers:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Luc Goutry, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het beleid
van preventie en behandeling van diabetici"
(nr. A287)
4
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
traitement des diabétiques et la politique de
prévention en la matière" (n° A287)
4
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRIV 50
COM 872
12/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
12
NOVEMBER
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
12
NOVEMBRE
2002
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.00 uur door de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.00 heures par M. Joos Wauters, président.
01 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
maatregelen ter bevordering van generische producten" (nr. A242)
01 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les mesures
destinées à promouvoir les médicaments génériques" (n° A242)
01.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheeer de
minister, uiteraard zal dit onderwerp inzake geneesmiddelen nog wel
opnieuw ter sprake komen bij de bespreking van de begroting. Ik had
toch de volgende vraag nu reeds willen stellen. Ze ligt een beetje in
het verlengde van de vragen van de vorige week over onder meer
het apothekersprotest.

Ik kan bondig zijn. We kennen uiteraard de hele situatie. In het
verleden heeft de minister verschillende keren initiatieven genomen
om de generische producten effectief goedkoper te maken. Dit was
met onze volle instemming en goedkeuring. Dit kan slechts door een
prijsverschil op te leggen ten opzichte van de zogenaamde
specialiteitenprijs, de referentieprijs genoemd. Tot daar is er geen
probleem. We hebben in het verleden wel gewaarschuwd dat de
patiënt nooit het slachtoffer hiervan zou kunnen of mogen zijn, in die
zin dat de patiënt integendeel de bevoordeelde zou moeten zijn. Hij
dreigde op een moment wel het slachtoffer te worden omdat het zou
kunnen dat de dokter toch de specialiteit voorschrijft en niet de
generiek. Hierdoor wordt de betrokkene dan minder terugbetaald. Dit
in acht genomen hopen we ook dat de informatiecampagnes
daarrond zullen worden voortgezet en een effect zullen hebben.

Nu duikt er ­ denk ik ­ toch een belangrijk nieuw probleem op,
mijnheer de minister. Dit is een van de zaken die ook in het protest
vooraan stonden. Het gaat om het feit dat ­ dit lezen wij althans in de
beleidsbrief die we zaterdagochtend hebben gekregen en ik denk dat
dit een goed idee is ­ u opnieuw zou proberen een verlaging te doen
ten opzichte van de specialiteitenprijs. U gaat de referentieprijs 16%,
20% ­ u spreekt nu van 26% - lager leggen dan het merkproduct. Ik
denk dat er tot daar niet echt een probleem is. Ik herhaal evenwel dat
wij moeten opletten dat de patiënt hiervan geen slachtoffer wordt en
dat de informatie nog meer dan vroeger ­ want het verschil wordt
uiteraard nog groter ­ een effect zal hebben. Er treedt toch wel een
probleem op voor de apothekers, in die zin dat hun winstmarge - die
gebruikelijk rond 30% ligt - voor generische producten vroeger verder
werd gelinkt aan de specialiteit. Deze winstmarge zou nu gewoon
01.01 Luc Goutry (CD&V): Le
ministre a déjà pris une série de
mesures pour promouvoir la
consommation de médicaments
génériques. Mais il faudrait faire
en sorte que tout le monde y
gagne.

Nous avons appris qu'en 2003,
seraient réalisées des mesures
d'économie consistant notamment
à réduire la marge de profit des
pharmaciens sur les produits
génériques. Cette marge réalisée
sur les génériques serait fixée à
31 % du remboursement de
référence. Conséquence : les
pharmaciens n'auront aucun
intérêt à délivrer des
médicaments génériques. Les
médecins rechignent déjà à en
prescrire et si, de surcroît, les
pharmaciens perdent encore des
clients, je me demande si l'action
ministérielle en faveur des
génériques pourra encore être
menée longtemps.

Le ministre ne craint-il pas de
perdre le soutien des
pharmaciens? Si la part de
marché des génériques continue
de baisser, son action ne sera-t-
elle pas un coup d'épée dans
l'eau?
12/11/2002
CRIV 50
COM 872
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
komen op het bedrag van het generisch product. Dit betekent dus dat
ze in de toekomst 26% lager zal zijn dan voor het merkproduct.

Als ik het goed begrijp dan neemt u als het ware de win-winsituatie
weg want nu was de win-winsituatie dat voor de ziekteverzekering
generische producten goedkoper zijn dan specialiteiten zodat wij daar
dan ook alles voor veil hadden om deze mee te helpen promoten in
zoverre er een therapeutische gelijkwaardigheid is. Waarom niet,
maar het goedkoopste product kan ook het beste zijn. Maar als
natuurlijk nu ook de winstmarge wordt afgekalfd, dan vallen alle
prikkels weg voor apothekers om een inspanning te doen voor die
generische producten. Integendeel, eigenlijk zouden apothekers er
meer mee gebaat zijn om in de toekomst de specialiteit te verkopen
want dan zal verhoudingsgewijs uiteraard hun winstmarge overeind
blijven.

Als we samenvatten: voor de patiënt is het moeilijk want hij moet
goed geïnformeerd worden, de dokter doet er soms weinig moeite
voor, kent het niet of heeft niet echt de incentive om het te doen en
de apotheker verliest als raadgever, als consultant nu zelfs een stuk
van zijn winstmarge.

Als dit zo is, zijn mijn vragen de volgende. Vreest u niet dat u op die
manier ook nog een van uw laatste bondgenoten ­ de apothekers ­
zult verliezen in uw promotieactie van generieken? Is het ook niet zo
dat de generieken terug aan marktaandeel zullen verliezen? Op die
manier is de hele actie voor niets geweest. Ik bedoel, als dit niet
doorzet en we kunnen de generische producten zoals in Nederland
en andere landen niet structureel laten gebruiken dan hebben we
natuurlijk niet veel bereikt.
01.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, de
heer Goutry snijdt een belangrijk punt aan. Ik zou mijn antwoord
willen opsplitsen in een precies antwoord op het probleem van de
winstmarge op de generieken en een meer algemeen antwoord met
betrekking tot de algemene winstmarge op alle producten die
terugbetaald worden van de apothekers.

Wat de winstmarge op de generieken betreft, vind ik dat hier een
verkeerde argumentatie wordt ontwikkeld door de heer Goutry maar
het is misschien niet echt zijn eigen argument, het is het argument
dat natuurlijk door de apothekers naar voren wordt gebracht.

In deze argumentatie doet men alsof het de apothekers zelf zijn die
de geneesmiddelen voorschrijven en wij de apothekers gaan
ontmoedigen van generieken voor te schrijven. Dat is natuurlijk niet
zo. Medicamenten worden voorgeschreven door artsen en
apothekers moeten afleveren wat artsen op hun voorschrift zetten.
Het argument dat we hier bezig zouden zijn om het voorschrijven van
de generieken te ontmoedigen, is een heel raar argument, want het
voorschrijven van generieken gebeurt niet door de apotheker, maar
het gebeurt door de arts. Het zijn de arts en de patiënt die we moeten
aanmoedigen om het goedkoopste geneesmiddel te nemen als een
goedkoper geneesmiddel even efficiënt is als een duur
geneesmiddel. Wat wel belangrijk is, vind ik, is dat de apotheker
geen verschil voelt in zijn marge tussen het origineel dat
"generiekabel" is en het generieke alternatief dat eventueel
goedkoper is. Die winstmarge moet identiek zijn, of men nu te maken
01.02 Frank Vandenbroucke ,
ministre: En ce qui concerne la
marge bénéficiaire sur les
médicaments génériques,
l'argumentation de M. Goutry - qui
lui a sans aucun doute été
suggérée par les pharmaciens -
n'est pas tout à fait correcte. On
semble considérer que ce sont les
pharmaciens eux-mêmes qui
prescrivent les médicaments et
qu'une intervention politique leur
porte préjudice. Ce sont toutefois
toujours les médecins qui
prescrivent les médicaments, et
ce, dans l'intérêt du patient qu'ils
traitent.

La marge dont bénéficie le
pharmacien ne peut se ressentir
du choix entre un médicament
original «générisable», d'une part,
et un médicament générique bon
marché, d'autre part. Le
pharmacien n'est ainsi
absolument pas pénalisé lorsque
le médecin prescrit un
CRIV 50
COM 872
12/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
heeft met een origineel dat duur is maar "generiekabel", of een
generiek alternatief. Dat is een belangrijk principe, om twee redenen.

Ten eerste, op die manier heeft de apotheker er geen nadeel van dat
de arts in plaats van het originele, "generiekabele" medicament dat
duur is, het goedkopere generiek voorschrijft, want die winstmarge is
hetzelfde. Ten tweede, is dat een belangrijk principe met het oog op
het voorschrijven op stofnaam dat ik als experiment wil lanceren,
waarbij de apotheker wel een actieve rol speelt en inderdaad geen
financieel nadeel mag lijden als hij, op basis van een voorschrift op
stofnaam, een goedkoop generiek aan de patiënt voorstelt. Dus, het
is essentieel dat de apotheker niet benadeeld is in de keuze voor een
generiek.

Dat er een medicament wordt voorgeschreven, is wel de keuze van
de dokter, niet van de apotheker die zelf zou voorschrijven. In dit
verhaal geeft men de indruk dat de apothekers voorschrijven. Nee!

Nu, aan dat fundamentele principe wordt niet geraakt. Dus, de
winstmarge is identiek, of men een goedkoop generisch middel of
een relatief wat duurder generisch middel aflevert of het originele
product dat generisch gemaakt kan worden. De winstmarge blijft
hetzelfde. Dus, daar verandert niks. De vraag is wel: hoe hoog moet
die winstmarge zijn? Daar ontstaat volgens mij stilaan een aberratie
die, denk ik, terecht wordt aangeklaagd door de producenten van de
meest goedkope generische middelen. De aberratie bestaat er
precies in dat men op de duur een marge krijgt die zeer zwaar begint
te wegen op de eindprijs van het product. Men moet die marge dus
wel doen dalen als die producten allemaal goedkoper worden. Nu
leggen wij die marge vast in verhouding tot de prijs van het
oorspronkelijke merkproduct. Wat wij nu zeggen is: wij leggen die
marge vast in verhouding tot de referentieprijs, die inderdaad lager
is. Dat is wat er gebeurt. Ik denk dat dit perfect verdedigbaar is. Het
is absoluut niet juist dat op die manier de apotheker als het ware
ontmoedigd wordt om een generisch product af te leveren. Nee, of hij
een generisch product aflevert of niet, hij zal daar nog steeds net als
vroeger geen nadeel van hebben. Maar hij zal in het geheel minder
hebben.

Dat brengt mij op het algemene punt. Ik heb vandaag een goed
overleg, vind ik persoonlijk, met de apothekersbond, die de belangen
van de apothekers verdedigt, wat legitiem is. En ik ben bereid ­ als
de apothekersbond instemt met mijn voorstellen ­ om een garantie te
geven dat de winstmarge die de apothekers realiseren op
terugbetaalde medicamenten in 2003 niet lager zal liggen dan in
2002. Daarbij wil ik zelfs geen rekening houden met het feit dat
intussen voor een vol jaar de apothekers de restorno's kunnen
inhouden.

Ik wil de restorno's dan zelfs buiten schot laten. Ik ben bereid om te
garanderen aan de apothekersbond dat in verhouding tot het cijfer
dat zij aan mij hebben voorgelegd over hun winstmarge 2002, er
geen inlevering zal zijn, maar dan moet de apothekersbond het wel
eens zijn daarmee. Als de apothekersbond het daar niet mee eens is,
blijf ik bij mijn oorspronkelijk voorstel.
médicament bon marché. Je
considère cet aspect comme un
point essentiel.

Il est en effet essentiel de veiller à
ce que le choix de médicaments
génériques par les patients ne
lèse pas les pharmaciens. Leur
marge bénéficiaire doit rester
identique.

Quelle doit être cette marge
bénéficiaire ? Sur ce point, je
relève une aberration. Aujourd'hui,
cette marge est si importante
qu'elle doit nécessairement
baisser. Nous la fixons maintenant
par rapport au prix de référence.
Les pharmaciens n'en subiront
aucun inconvénient.

Je veux garantir à l'association
des pharmaciens que leur marge
bénéficiaire de 2002 sera
identique à celle de 2001. Les
pharmaciens ne devront pas
fournir de nouveaux efforts. Mais
cela présuppose que leur
association soit d'accord avec moi
car, dans le cas contraire, je
camperai sur les positions que j'ai
adoptées précédemment.
01.03 Luc Goutry (CD&V): Ik heb het antwoord van de minister
beluisterd. Ik ga het uiteraard nog even goed herlezen. Het is ook
01.03 Luc Goutry (CD&V): Loin
de moi l'intention de m'immiscer
12/11/2002
CRIV 50
COM 872
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
niet zo dat ik mij wil mengen in overleg tussen u en de apothekers.
Dat is helemaal niet mijn taak, dat zal wel gebeuren op de forums
waar dat moet gebeuren.

Mijnheer de voorzitter, sta mij toe nog een rechtzetting te doen. Ik
heb het woord "voorschrijven" niet in de mond genomen vandaag. Ik
heb niet gezegd dat een apotheker voorschrijft. Natuurlijk schrijft een
apotheker niet voor. Maar iedereen weet dat de apotheker toch meer
is dan een winkelier, dat die toch ook iemand is die met de artsen
overleg pleegt. De apotheker is toch ook iemand die in de toekomst
op die eerste lijn mee in die overlegorganen zou moeten zitten. Dat
is toch ook iemand die voor de patiënt een belangrijke
informatieopdracht heeft. Hij is dus toch meer dan diegene aan wie
de dokter iets zegt volgens het principe: u vraagt, wij draaien. Het
gaat niet over voorschrijven, het gaat erover dat er toch een
mentaliteit moet zijn waarbij een win-winsituatie wordt gecreëerd.
dans la concertation. Je n'ai
d'ailleurs pas utilisé le mot
"prescrire", mais il n'empêche
qu'un pharmacien n'est pas un
commerçant comme un autre. Il
faut que tout le monde soit
gagnant au bout du compte.
01.04 Minister Frank Vandenbroucke: Een verschuiving van een
origineel naar een generiek mag de apotheker niet benadelen. Dat
principe blijft perfect overeind.
01.04 Minister Frank
Vandenbroucke: Le pharmacien
ne peut être désavantagé. Ce
principe est maintenu.
01.05 Luc Goutry (CD&V): Ik denk dat dit het belangrijkste is. Heb
ik dus goed begrepen dat daar waar het gaat over het voorschrijven
op stofnaam, de marge gelinkt zou blijven aan de specialiteit?
01.06 Minister Frank Vandenbroucke: Nee, aan de
referentieterugbetalingsprijs, dus aan de lagere prijs die geldt als de
maximale prijs voor een generiek. Stel dat het origineel 100 is. Wij
zeggen dat een generiek maximaal 100 min 26% mag zijn. De marge
wordt dan berekend op een prijs van 100 min 26%, zijnde 74, en niet
meer op 100. De reden daarvan is dat er ook producten zijn die maar
30 kosten in die categorie van gelijkaardige generieken. Gaat u dan
op een product dat maar 30 kost een marge zetten, berekend op een
prijs van 100? Dat is wat we vandaag doen. Dat heeft toch geen zin.
Dat is bijzonder ontmoedigend voor de producent om zijn prijs te
doen dalen.

Natuurlijk is dat vervelend voor de apotheker, daarom luidt het
tweede deel van mijn antwoord als volgt. Grosso modo, met dat
effect in rekening genomen, wil ik zeggen dat als u met mij een
akkoord vindt, is een onderdeel van dat akkoord dat uw winstmarge
in 2003 niet daalt beneden uw winstmarge 2002, samengenomen
voor alle terugbetaalde medicamenten. Dat wil ik u garanderen, wel
op voorwaarde dat u aan tafel zit.
01.06 Frank Vandenbroucke ,
ministre: La marge est liée au prix
de remboursement de référence.
Je vous donne un exemple
concret. La marge sur les
médicaments génériques sera au
maximum de 100 - le prix
hypothétique - moins 26 pour
cent. Dans cette configuration, le
prix sera donc calculé sur une
base de 74 pour cent, et il faut
savoir que certains produits ne
coûtent actuellement que 30.

La marge bénéficiaire de 2003 ne
peut être inférieure à celle de
2002. Je suis prêt à donner cette
garantie, à condition que les
pharmaciens acceptent de
participer aux négociations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het beleid van preventie en behandeling van diabetici"
(nr. A287)
02 Question de Mme Annemie Van de Casteele au ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur "le traitement des diabétiques et la politique de
prévention en la matière" (n° A287)
CRIV 50
COM 872
12/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Sociale Zaken en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par le ministre des Affaires sociales et des Pensions.)
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze week vindt de internationale dag van de
diabetespatiënt plaats, vandaar dat ik graag met u zou overlopen wat
er de voorbije jaren gebeurd is voor deze patiëntenpopulatie, en wat
u op korte termijn nog zult realiseren. Wij weten allemaal dat
diabetes een ernstige ziekte is, ongeveer 4% van onze bevolking lijdt
eraan. Er is geen geneesmiddel voor, maar er zijn wel voldoende
middelen beschikbaar om die mensen optimaal te behandelen, zodat
zij zo weinig mogelijk complicaties hebben. Het zijn vooral de
complicaties van diabetes die de gemeenschap en de
ziekteverzekering veel geld kosten door werkonbekwaamheid,
diabetesvoet, blindheid, enzovoort. Het probleem is ook dat in België
nog altijd heel veel mensen lijden aan diabetes zonder dat ze het zelf
weten, en dat ze het meestal pas ontdekken als het te laat is en dat
de bijwerkingen zo groot zijn geworden dat er nog weinig te
verhelpen valt. Door de vergrijzing van de bevolking en ook door de
levensstijl van de mensen, waardoor er steeds meer obesitas is, ook
bij jonge kinderen, wordt de neiging om de ziekte te ontwikkelen ­
zeker diabetes type 2 ­ steeds groter. We zijn daarmee trouwens niet
alleen, ook in andere landen is diezelfde trend waar te nemen.

We hebben vroeger al met u daarover van gedachten gewisseld. Ik
heb een nota over diabetes en toegang tot de zorg, alsook over de
discriminatie van diabetici. Ik heb de vraag aan u en aan minister
Tavernier gesteld omdat het niet alleen een probleem is van de
ziekteverzekering. Er zijn ook een aantal vragen over
patiëntenverenigingen en dergelijke. Ik hoop dat u met uw collega
hebt overlegd om een gezamenlijk antwoord te geven.

Ten eerste, wat is van de nota van toen, waarbij een aantal
maatregelen door een werkgroep diabetes werden vooruitgeschoven,
al gerealiseerd en wat moet daarvan nog worden gerealiseerd? Wat
is eventueel de oorzaak van een aantal vertragingen? Wat betreft de
organisatie van sensibiliseringscampagnes zijn er, voor zover ik
daarvan op de hoogte ben, een aantal initiatieven geweest. Onder
andere de apothekers en de mutualiteiten hebben een campagne
gevoerd om vroegtijdige opsporing en diagnose te kunnen doen en
mensen te kunnen screenen. Ik zou graag weten of er nog dergelijke
campagnes komen. Heeft men een onderzoek gedaan naar de
resultaten van die campagnes?

Ten tweede, een van de punten die u hebt naar voren geschoven is
het feit dat diabetes nog te weinig onderkend wordt, ook door
huisartsen. Vandaar dat de vraag werd gesteld naar richtlijnen en om
in een praktische opleiding te voorzien voor huisartsen om die
diabeteszorg beter te kunnen aanpakken.

Ten derde, er was gesproken over het invoeren van een globaal
preventief diabetespakket, waarbij onder andere ook voedingsadvies
zou worden gegeven en waarbij ook preventief en curatief in
voetzorg zou worden voorzien. U weet allemaal dat een van de grote
problemen van diabetici etterende wonden en voetproblemen zijn. U
kunt het zich bijna niet voorstellen dat dit vandaag nog gebeurt, maar
soms leiden die - ik ken zelfs een aantal gevallen persoonlijk - tot
amputatie omdat te laat diabetes werd vastgesteld en omdat de
02.01 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Dans le cadre de la
Journée internationale du Diabète,
je souhaite passer en revue une
série de propositions du groupe de
travail Diabète.

Quels ont été les résultats des
campagnes de diagnostic
précoce, de prévention et de
dépistage des patients à risques?
D'autres campagnes mises sur
pied par les pouvoirs publics sont-
elles prévues? Des directives et
des formations pratiques
concernant les soins diabétiques à
l'attention des généralistes sont-
elles déjà prévues?

Qu'en est-il en ce qui concerne
une approche globale en matière
de prévention du diabète?

Qu'en est-il des mesures visant à
augmenter la disponibilité des
hypolipidémiants? Qu'a déjà
entrepris le ministre pour
améliorer le remboursement des
statines? Quand la procédure de
remboursement pour les
diabétiques sera-t-elle simplifiée?

Quels progrès ont-ils été réalisés
en matière d'éducation des
diabétiques?

Le ministre a-t-il tenu compte,
dans son budget, de la forte
croissance du nombre de
diabétiques?

Pour combien de patients l'INAMI
prévoit-il une convention de
revalidation?

Quelles mesures le ministre
prend-il en ce qui concerne le
diabète chez l'enfant?

Des efforts sont-ils consentis pour
soutenir la recherche scientifique
en matière de diabète?

Le groupe de travail
interministériel chargé d'examiner
12/11/2002
CRIV 50
COM 872
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
voortschrijdende necrose niet meer kan worden tegengegaan.

Ten vierde, we hebben het over geneesmiddelen, maar dat is
eigenlijk niet helemaal terecht omdat diabetes op dit moment nog
altijd niet genezen kan worden. Maar de middelen die gebruikt
worden om diabetici te behandelen, onder andere de
beschikbaarheid van hypolipemiërende farmaca, zijn aan een aantal
spelregels onderworpen om te kunnen worden terugbetaald. Dit geldt
ook voor de statines.

De diabetici zijn dus zeker vragende partij om de procedure voor de
beschikbaarheid van die geneesmiddelen te vereenvoudigen. Ze
willen ook sneller toegang tot die geneesmiddelen krijgen.

Hoever staat het met de beschikbaarheid van een educatie voor de
diabetespatiënt zelf in de eerste lijn? Ook dat was een punt dat in de
nota terug te vinden was.

Er was ook de vraag hoe in de begroting die stijgende evolutie van
het aantal diabetespatiënten is opgenomen. Houdt men er in de
begroting rekening mee dat het aantal patiënten de komende jaren
nog zal stijgen? Hoeveel bedragen de middelen waarin het RIZIV
voorziet voor revalidatieovereenkomsten? Hoeveel mensen kunnen
van zo'n revalidatieovereenkomst gebruikmaken? Zijn er specifieke
maatregelen genomen voor diabetes bij kinderen? Worden er
inspanningen geleverd om het wetenschappelijk onderzoek naar
diabetes verder te ondersteunen? Worden de activiteiten voortgezet
van de werkgroep die indertijd is samengekomen om die
aanbevelingen te doen? Wordt dat verder gevolgd?

Ten slotte, mijnheer de minister, wij weten allemaal dat de
patiëntenverenigingen, zeker bij zo'n belangrijke groep, een
belangrijke rol kunnen spelen bij de preventie. Zij zijn soms degenen
die samen met de mutualiteiten campagnes hebben opgezet. De
vraag is in hoeverre die verenigingen kunnen worden erkend en
ondersteund door de overheid.
le problème de la discrimination
sociale des diabétiques poursuit-il
son travail? Quel rôle les
organisations de patients peuvent-
elles jouer? Sont-elles reconnues
dans ce cadre et soutenues?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, dit is
een uitgebreide reeks van vragen. Dit siert de vraagstelster. Zij is
immers goed gedocumenteerd over wat wij terzake al in het
vooruitzicht hebben gesteld. Ik ga die vragen snel en punctueel
proberen te beantwoorden.

Op uw eerste vraag moet ik toch zeggen dat er, in tegenstelling tot
wat u suggereert ­ namelijk dat er een campagne zou zijn gevoerd ­,
eigenlijk geen campagne is gevoerd in het kader van het
zorgvernieuwingsproject Diabetes. Ik zal hier dadelijk wat over
zeggen.

Wij hebben geen campagne gevoerd naar het grote publiek. Ik
spreek niet over anderen. Ik beschik echter niet over inlichtingen met
betrekking tot resultaten van recent gevoerde informatiecampagnes
door anderen. Ik kan u daarop dus niet antwoorden.

Uw tweede vraag ging over richtlijnen voor huisartsen. Wat betreft
richtlijnen en praktische opleidingen voor huisartsen, wil ik verwijzen
naar de inspanningen die de wetenschappelijke huisartsverenigingen
leveren in samenwerking met de diabetesverenigingen. Er wordt aan
02.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Nous n'avons pas
organisé de campagne dans le
cadre du projet de renouveau des
soins en matière de diabète et je
n'ai pas connaissance de
campagnes qui auraient été mises
sur pied par d'autres institutions.

Les associations scientifiques des
médecins généralistes travaillent
activement en collaboration avec
les associations de lutte contre le
diabète. Je ne décrirai pas ces
travaux ici. Pour plus
d'informations, l'on peut s'adresser
à ces associations.

Nous cherchons en effet à
élaborer un ensemble de mesures
préventives. L'avis rendu dans le
CRIV 50
COM 872
12/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gewerkt. Ik zou graag daarnaar verwijzen, zonder er nu inhoudelijk
op in te gaan.

Uw derde vraag leidt u in door te verwijzen naar een globaal
preventief diabetespakket. Ik denk dat dit inderdaad een goede
omschrijving is van wat wij willen. Laat mij misschien bij wijze van
inleiding daarop het volgende zeggen. Op 11 juni van dit jaar heeft
het Comité voor advies inzake zorgverlening ten aanzien van
chronische ziekten en specifieke aandoeningen zijn advies
uitgebracht met betrekking tot een zorgvernieuwingsproject inzake
diabetes. Het verzekeringscomité van het RIZIV heeft in juli 2002 dit
advies principieel aanvaard. Het heeft aan de dienst opdracht
gegeven om de uitvoering voor te bereiden. Zonder meer diende er
een wettelijke basis te worden gecreëerd om podologen en diëtisten
als zorgverstrekkers in te schakelen in de zorgverlening met een
verzekeringstegemoetkoming. Dat is gebeurd. Ik meen dat dit hier is
goedgekeurd, mede door u.

Voor de verdere uitwerking werd ervoor gekozen om het College van
geneesheren en directeurs de conventiemaatregelen te laten
uitwerken. De precieze stand van zaken is als volgt. Wat betreft het
globaal preventief diabetespakket, is het ontwerp van koninklijk
besluit goedgekeurd door het College van geneesheren en
directeurs. Het kreeg vorige woensdag een gunstig advies van de
commissie voor Begrotingscontrole. Op donderdag
21 november 2002 wordt het voorgelegd aan de Raad voor advies
inzake revalidatie. Hierna vertrekt het onmiddellijk naar het
verzekeringscomité.

Tot zover het hoofdstuk tertiaire preventie diëtiek, podologie en
diabetespas. Diabetespas is zoals u weet het concrete instrument
waarmee we dat pakket willen organiseren. Voor de
Diabetesvoetkliniek werd er geopteerd voor een uitbreiding van de
Typerevalidatieovereenkomst diabetesautoregulatie die afloopt in
februari aanstaande. Met andere woorden, deze
revalidatieovereenkomst moet eerst worden verlengd.

Ik weet niet of ik duidelijk ben want ik lees gewoon een nota af.

Uw vierde vraag over de hypolipemiërende farmaca. Ik heb een
verzoek tot herziening van de criteria voor terugbetaling van statines
gericht aan de CTG in de loop van oktober van 2002. Inmiddels is er
reeds een werkgroep gestart met de besprekingen wat, denk ik, toch
een belangrijk onderwerp is.

Uw vijfde vraag betreft de adequate educatie. De educatie van de
diabetespatiënten in diabetescentra gebeurt in de regel adequaat, als
men tenminste voortgaat op de grootscheepse enquête van de
Dienst voor geneeskundige controle, die ze alle 136 heeft
gecontroleerd, 945 patiënten in de conventie heeft bezocht en ze
terzake zorgvuldig heeft uitgevraagd. De educatie in de eerste lijn
moet voorlopig nog door de huisarts gebeuren. Deze laten bijstaan
door de diabeteseducatoren is gepland, onder meer in een
experimentele setting en via thuisverpleegkundigen. De uitwerking
van deze plannen vraagt tijd en overleg. Het wordt dus op zijn
vroegst iets voor volgend jaar.

Ik kom tot uw zesde vraag over de begroting. In de middelen voor
cadre du projet de renouveau des
soins en matière de diabète a été
accepté par le comité d'assurance
de l'INAMI et le feu vert a été
donné pour les travaux de
préparation. Le Collège des
médecins-directeurs a été chargé
d'élaborer les mesures de la
convention. Le projet d'arrêté
royal a été approuvé par ce
Collège et a reçu un avis
favorable de la Commission du
contrôle budgétaire.

En ce qui concerne la
Diabetesvoetkliniek, l'on a opté
pour l'élargissement de l'accord
de revalidation type pour les
patients nécessitant des soins
d'autorégulation. Cet accord étant
arrivé à échéance en février, il
faudra donc le prolonger.

Au sujet des médicaments
hypolipidémiants, j'ai transmis, en
octobre 2002, une demande de
révision des critères de
remboursement des statines à la
Commission de Remboursement
des Médicaments (CRM). Entre-
temps, un groupe de travail a
entamé les discussions en la
matière.

En règle générale, les centres du
diabète assurent l'éducation des
diabétiques de manière adéquate.
Actuellement, l'éducation de
première ligne doit encore être
prise en charge par le médecin de
famille. L'accompagnement des
diabétiques par les éducateurs ne
sera mis en place que l'an
prochain. Le budget prévoit 180
millions de francs pour un projet
de modernisation des soins en
matière de diabète. J'attends les
résultats de l'enquête menée par
le Service du contrôle médical
avant de prévoir une nouvelle
augmentation. Il se peut que le
rôle du médecin généraliste soit
renforcé. D'autre part, je suis
également disposé à dégager un
budget supplémentaire en faveur
des diabétiques afin de
compenser l'augmentation des
frais.
12/11/2002
CRIV 50
COM 872
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
het project zorgvernieuwing diabetes is voorzien. Ze bedragen 180
miljoen frank. Voor het ogenblik zijn er een kleine 50.000 patiënten in
een revalidatieovereenkomst van het type 1 of 2, ik verwar de twee
steeds met elkaar. Dit budget steeg met de helft in 2001 tegenover
2000. Van het budget voor die revalidatieovereenkomst zeggen
sommigen dat het explodeert. Ik wens het dan ook zorgvuldig te
evalueren. Ik wacht de resultaten af van de enquête van de Dienst
voor geneeskundige controle omdat in de eerste plaats eventuele
misbruiken of "afrondingen" moeten worden weggewerkt voordat in
nieuwe financiële middelen wordt voorzien. Ik wens bij die evaluatie
toch de aandacht te vestigen op de mogelijke rol van de huisarts.
Volgens mij kan die worden versterkt. Terecht zeggen de huisartsen
nu dat ze moeten toekijken op de ontwikkelingen en dat ze daarin
geen centrale rol spelen. Men zou de rol van de huisarts in deze
kunnen versterken, wat misschien nog nuttig kan zijn voor de
kostenbeheersing. Daarnaast wil ik ten aanzien van de
diabetespatiënten duidelijk zeggen dat ik bereid ben om gestegen
kosten in mijn budget op te nemen. Ik ga ervan uit dat diabetes
inderdaad een om zich heen grijpende ziekte is. Ik zeg niet dat ik het
budget van de revalidatieovereenkomsten niet wil laten toenemen. Ik
zeg wel dat ik de reden van de enorme stijging wil laten onderzoeken
en dat ik het wil evalueren. Een van de elementen in de toekomst is
een grotere rol van de huisarts in deze.

Uw zevende vraag betreft diabetes bij kinderen. Voor kinderen
bestaat er in de ziekteverzekering reeds lang een
revalidatieovereenkomst op maat, in die zin dat er zelfs in huis- en
schoolbezoeken wordt voorzien.

Uw negende vraag handelt over de interministeriële werkgroep
sociale discriminatie inzake diabetes. Dit dossier sociale discriminatie
inzake diabetes wordt vanuit het departement Volksgezondheid nog
steeds gevolgd. De werking op interdepartementaal niveau wordt
voortgezet.

Uw tiende vraag houdt verband met de rol van de
patiëntenverenigingen. Om te beginnen wil ik hulde brengen aan de
feitelijke rol die de twee patiëntenverenigingen spelen. Zij zijn ook dé
gesprekspartners van alle instanties die zich in ons land met
diabeteszorg bezighouden en ze doen dat zeer goed alhoewel die rol
als gesprekspartner vandaag deels informeel is. Op voorstel van de
Wetenschappelijke Raad voor chronische ziekten wilde ik eigenlijk
verder gaan, maar blijkbaar zijn de geesten nog niet rijp voor een
officiële inschrijving als adviseurs in het RIZIV van die verenigingen.

Ik zou dat eigenlijk wel willen doen. Hoewel ik begrijp dat dit uit
hoofde van de representativiteit misschien niet zo evident is, blijf ik
minstens voor een hoorplicht door de ZIV-organen van deze
patiëntenverenigingen pleiten. Overigens ziet het ernaar uit dat de
mutualiteiten, samen of afzonderlijk, op deze patiëntenverenigingen
beroep gaan moeten doen voor de diabetespas. Dat vind ik zeer
goed. Tot daar een punctueel antwoord op uw vragen.

Pour les enfants, il existe depuis
longtemps, dans le cadre de
l'assurance maladie, une
convention de revalidation « sur
mesure », qui prévoit même les
visites à domicile et à l'école.

Le département de la Santé
publique assure le suivi du dossier
du groupe de travail sur la
discrimination sociale des
diabétiques.

Jusqu'à présent, les deux
associations de patients étaient
les deux interlocuteurs privilégiés
de toutes les instances
concernées par les soins
diabétiques. Elles ne sont pas
encore considérées comme des
conseillers AMI officiels, bien que
je sois favorable à une telle
évolution. Entre-temps, je
continue à oeuvrer en faveur de
l'instauration pour les instances de
l'assurance maladie-invalidité de
l'obligation d'entendre ces
associations. Il semble par ailleurs
que les organismes assureurs,
collectivement ou
individuellement, ont l'intention de
faire appel aux associations de
patients en ce qui concerne la
carte de diabétique.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Er zaten zeer veel
verschillende aspecten in deze vragen en een vraag heeft u niet
beantwoord, namelijk de vraag over de inspanningen naar
wetenschappelijk onderzoek. Als ik zeg dat diabetes een ziekte is die
men momenteel nog niet kan worden genezen, dan denk ik dat het
02.03 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Le ministre n'a pas
soufflé mot des efforts à fournir en
matière de recherche scientifique.
CRIV 50
COM 872
12/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
toch belangrijk is dat men het wetenschappelijk onderzoek voortzet.
J'espère que les initiatives
mentionnées seront concrétisées
très prochainement.
02.04 Minister Frank Vandenbroucke: Ik had niet meteen een
antwoord klaar op die vraag.
02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik zou nog twee
opmerkingen willen maken. Ten eerste hoop ik dat men in de
komende maanden werk maakt van de diabetespas, zichtbaar en
tastbaar.
02.06 Minister Frank Vandenbroucke: Ik hoop het ook. Het is
vervelend dat de praktische uitwerking op zich laat wachten, maar ik
hoop dat de diabetespas begin volgend jaar realiteit wordt.
02.06 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je l'espère autant que
vous.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ook de
patiëntenverenigingen dringen daarop aan. Ten tweede zegt u
terecht dat zij een heel belangrijke rol spelen. Toch wil ik het hier nog
even hebben over de revalidatieovereenkomsten. Ik moet eerlijk
zeggen dat de trend om met de revalidatieovereenkomsten te
werken voor specifieke patiëntengroepen voordelen en nadelen
heeft.

U weet dat ik een pleitbezorger ben van het zo veel mogelijk
inschakelen van de eerste lijn en zeker voor dergelijke, zo frequent
voorkomende ziekten. Voor deze zieken zou de drempel zo laag
mogelijk moeten zijn. Het is voor patiënten soms veel gemakkelijker
om hun ondersteuning bij hun huisarts te krijgen, eventueel met de
hulp van een speciaal opgeleide verpleegkundige, dan naar een
revalidatiecentrum te moeten gaan. Dat wegtrekken naar instellingen
is volgens mij een verkeerde trend. Men zou een getrapte
gezondheidszorg moeten realiseren, waar deze zorg op een zo laag
mogelijk niveau moet gebeuren. Maar ik weet dat er sterk gelobbyd
wordt. Als men de huisartsen inschakelt, zijn de andere artsen
natuurlijk een deel van hun werk kwijt.
02.07 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): La tendance consistant à
travailler avec des conventions de
rééducation présente des
avantages et des inconvénients.
Je suis partisane des soins de
première ligne. Il faut abaisser au
maximum le seuil d'accessibilité
des soins pour les patients,
lesquels doivent avoir la
possibilité de s'adresser à leur
généraliste au lieu de devoir
immédiatement se tourner vers
les centres de rééducation.
02.08 Minister Frank Vandenbroucke: Ik ijver voor een akkoord
tussen diabetologen, dendocrinologen en huisartsen. Ik denk
inderdaad dat een stuk van het antwoord op de gebeurtenissen in de
Diabetesconventie is dat de huisartsen een belangrijkere rol gaan
spelen.
02.08 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je prône un modus
vivendi
entre, d'une part, les
généralistes et, d'autre part, les
endocrinologues et autres experts
du diabète. Je le répète: je pense
que les généralistes ont un rôle
important à jouer dans l'approche
et la prévention du diabète.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De vraag A244 van mijnheer Vandeurzen vervalt, aangezien ik niets van hem vernomen
heb.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.45 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.45 heures.