KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 864
CRIV 50
COM 864
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
05-11-2002
05-11-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer André Frédéric aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "praktijken als piercing, tatoeage,
scarificatie en onderhuidse implanting"
(nr. A169)
1
- M. André Frédéric au ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les pratiques de piercing,
de tatouage, de scarification et d'implant"
(n° A169)
1
- mevrouw Simonne Leen aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de kwaliteitslabel voor piercers
en tatoeëerders" (nr. A224)
1
- Mme Simonne Leen au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "un label de
qualité pour les pierceurs et les tatoueurs"
(n° A224)
1
Sprekers: André Frédéric, Simonne Leen,
Jef Tavernier
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: André Frédéric, Simonne Leen, Jef
Tavernier
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over
"namaakwapens" (nr. A176)
8
Question de Mme Trees Pieters au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les armes
factices" (n° A176)
8
Sprekers: Trees Pieters, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Trees Pieters, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Robert Hondermarcq aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
beroepscommissie inzake de overbrenging en
de fusie van apotheken" (nr. A181)
10
Question de M. Robert Hondermarcq au ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
commission d'appel en matière de transfert et de
fusion d'officines pharmaceutiques" (n° A181)
10
Sprekers:
Robert Hondermarcq, Jef
Tavernier
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs:
Robert Hondermarcq, Jef
Tavernier
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
voorschrijven van methadon als
substitutiebehandeling" (nr. A184)
12
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
prescription de méthadone comme traitement de
substitution" (n° A184)
12
Sprekers: Jo Vandeurzen, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
, Annemie
Van de Casteele
Orateurs: Jo Vandeurzen, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
, Annemie Van de Casteele
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "nieuwe
PCB-vervuiling" (nr. A166)
15
Question de Mme Annemie Van de Casteele au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "une
nouvelle pollution au PCB" (n° A166)
15
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Jef
Tavernier
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Jef
Tavernier
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de MUG-helikopter in West-
Vlaanderen" (nr. A185)
17
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'hélicoptère
du SMUR en Flandre occidentale" (n° A185)
17
Sprekers: Roel Deseyn, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
, Jef
Valkeniers
Orateurs: Roel Deseyn, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
, Jef Valkeniers
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister 21
Question de M. Yves Leterme au ministre de la 21
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de vergoeding voor runderen die
uit voorzorg uit de voedselketen worden
gehouden" (nr. A187)
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
indémnités versées aux agriculteurs pour les
bovins retirés de la chaîne alimentaire par
mesure de précaution" (n° A187)
Sprekers: Yves Leterme
, voorzitter van de
CD&V-fractie
, Jef Tavernier
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme
, président du groupe
CD&V
, Jef Tavernier
, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de waarschuwingen voor
bepaalde voedingssupplementen" (nr. A212)
26
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
avertissements relatifs à certains suppléments
alimentaires" (n° A212)
26
Sprekers: Roel Deseyn, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Roel Deseyn, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voorkomen van risico's van
GSM-gebruik" (nr. A213)
30
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la prévention
des risques liés à l'utilisation d'un GSM"
(n° A213)
30
Sprekers: Roel Deseyn, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Roel Deseyn, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
5
NOVEMBER
2002
14:15 uur
______
du
MARDI
5
NOVEMBRE
2002
14:15 heures
______
La séance est ouverte à 14.27 heures par M. Robert Hondermarcq, président.
De vergadering wordt geopend om 14.27 uur door de heer Robert Hondermarcq, voorzitter.
01 Questions jointes de
- M. André Frédéric au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les pratiques de piercing, de tatouage, de scarification et d'implant" (n° A169)
- Mme Simonne Leen au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "un label de qualité pour les pierceurs et les tatoueurs" (n° A224)
01 Samengevoegde vragen van
- de heer André Frédéric aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "praktijken als piercing, tatoeage, scarificatie en onderhuidse implanting" (nr. A169)
- mevrouw Simonne Leen aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de kwaliteitslabel voor piercers en tatoeëerders" (nr. A224)
01.01
André Frédéric
(PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, sans vouloir être trop pointu sur le sujet car je sais que vous
le connaissez en tout cas vous m'en avez donné l'impression lors de
vos déclarations de la semaine dernière dans la presse , je rappelle
que les pratiques de piercing, de tatouage, de scarification et d'implant
de corps étrangers connaissent, on le sait, un développement sans
précédent en Belgique comme partout en Europe d'ailleurs. Des
boutiques de tatouage deviennent de plus en plus nombreuses dans
notre pays. Les jeunes sont particulièrement attirés par de telles
pratiques qui agissent pour eux comme des marqueurs identitaires.
C'est en tout cas ce qu'ils déclarent quand on les interroge sur le sujet.
En Belgique, pour autant que ce soit possible puisque certains
tatouages sont assez discrets, on estime le nombre de personnes
tatouées entre 10 et 15% de la population totale. C'est dire qu'il y a un
engouement certain de notre population à l'égard de ces pratiques.
Comme je le dis depuis déjà plusieurs mois, voire plusieurs années, et
je continuerai à le dire, il n'existe à l'heure actuelle, aussi surprenant
que cela puisse paraître, aucune réglementation stricte en matière
d'hygiène, de stérilisation, d'asepsie et aucun contrôle n'est effectué.
Parmi ceux qui réalisent des actes, on note une grande hétérogénéité
des statuts, des techniques et des niveaux de réflexion sur la sécurité
des clients. Il est clair qu'il existe de vrais professionnels en la matière.
Vous en avez d'ailleurs rencontré, notamment la fédération wallonne
des tatoueurs et perceurs. Des gens exercent sérieusement leur
métier. Mais à côté de cela, malheureusement dans la majorité des
cas, le piercing sauvage se taille une part importante du marché dans
des conditions d'hygiène et de sécurité qui peuvent être préoccupantes.
01.01
André Frédéric
(PS): Men
stelt in ons land een significante
opmars vast van praktijken als
piercing, tatoeage, scarificatie en
onderhuidse inplanting van
lichaamsvreemde objecten.
Dergelijke praktijken zijn vooral
populair bij een jong publiek, dat
goed is voor 10 à 15% van de
Belgische bevolking.
Er bestaat op dit moment geen
reglementering noch controle op
het stuk van de hygiëne. De
statuten en gebruikte technieken
lopen sterk uiteen bij de personen
die tattoo's, piercings, etc.
aanbrengen, en niet iedereen heeft
evenveel aandacht voor de veiligheid
van de klanten. Er zijn geen
vestigingseisen; alleen de
inschrijving bij het handelsregister
is verplicht.
Sinds 1996 onderschrijven de leden
van de Association des tatoueurs
et pierceurs de Wallonie, de
Waalse vereniging van tatoeëerders
en piercers, drie handvesten : een
over hygiëne bij het tatoeëren, een
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Pour ouvrir aujourd'hui un studio de tatouage et de piercing dans notre
pays, il suffit d'un registre de commerce. Il n'y a pas d'accès à la
profession. Les connaissances en anatomie, en physique et en chimie
des matériaux sont d'origine autodidacte. Il existe même des perceurs
ambulants qui pratiquent dans les discothèques ou au cours de "rave
parties".
Depuis 1996, - j'y ai fait allusion - l'association des tatoueurs et
perceurs de Wallonie regroupe une quinzaine de studios en Belgique
francophone, ce qui n'est pas énorme par rapport au nombre de
praticiens. Les membres de cette association adhèrent à trois chartes:
une d'hygiène sur le tatouage, une sur le piercing et une de
déontologie.
Comme l'attestent un certain nombre de représentants du monde
médical, ces pratiques non réglementées peuvent comporter des
dangers, dans la mesure où elles se caractérisent par l'incision ou la
perforation de la barrière naturelle cutanée ou muqueuse. Elles
représentent donc un risque important de transmission d'infections
bactériennes ou virales comme l'hépatite, le sida ou le tétanos, tant
pour le client que pour le tatoueur ou le perceur.
Face à cette situation et à ce que je pourrais qualifier, sans être
agressif ou déplaisant, d'immobilisme et d'hésitations de la part du
gouvernement en la matière, j'ai déposé une proposition de loi, il y a
quinze mois. Je souligne qu'elle a fait préalablement l'objet d'une
concertation avec la fédération wallonne des tatoueurs et des perceurs.
Ceux-ci avaient marqué leur accord à son sujet car cette proposition de
loi rencontrait leurs préoccupations et leurs pratiques déontologiques.
Je n'ai pas pris de position sur l'aspect moral de cette pratique car les
gens sont libres de se faire tatouer ou "piercer". Mais je me suis
préoccupé des conditions sanitaires dans lesquelles les actes sont
posés. Le ministère fédéral de la Santé publique qui, à mes yeux, est
compétent en la matière doit pouvoir exercer un contrôle sur ces
pratiques. Si la Communauté française est compétente en matière de
prévention, je suis convaincu que le ministre fédéral de la Santé
publique reste compétent pour fixer le cadre légal dans lequel de telles
opérations peuvent être pratiquées.
En mai 2000, j'avais déjà interrogé Mme Aelvoet à ce sujet. Elle m'a
alors informé qu'un groupe de travail allait être constitué en vue d'étudier
la réglementation du secteur. Mais on s'est rendu compte par la suite
que ce groupe de travail n'avait donné que très peu de résultats. La
dernière confrontation à laquelle j'ai eu l'honneur et le plaisir de
participer a eu lieu au cours de l'émission "Lieu public" diffusée par la
RTBF en direct de Bruxelles. Après diverses discussions, Mme Aelvoet
avait déclaré publiquement qu'elle souhaitait réellement engager un
débat parlementaire dès la rentrée de septembre, ce qu'elle m'avait
d'ailleurs confirmé juste avant de nous quitter.
Dernièrement, l'association wallonne des perceurs et tatoueurs a porté
plainte contre l'Etat belge pour non-assistance à personne en danger.
Même si l'on sait que cette action n'a qu'une portée symbolique, elle
démontre la volonté du secteur d'obtenir une réglementation stricte de
la pratique du tatouage et du "piercing".
Dernier événement en date: dans la presse du 14 octobre, vous avez
déclaré être parvenu à un accord avec cette même fédération ou en tout
cas que cet accord était en bonne voie, de façon à créer un label pour
les professionnels. A cet égard, je reste très sceptique, monsieur le
ministre. C'est ce qui justifie mes questions. C'est déjà un pas en
over piercing en een derde over de
deontologie.
Uit de aard van de zaak houden
praktijken waarbij in de huid gekerfd
of geprikt wordt, vele risico's in op
overbrenging van bacteriële of virale
infecties.
Ik heb mijn wetsvoorstel opgesteld
in overleg met de verschillende
verenigingen van tatoeëerders en
piercers. Het is bedoeld om de
sector te reglementeren.
In mei 2000 deelde mevrouw
Aelvoet mij mee dat er op haar
kabinet een werkgroep bestond.
Helaas heeft die demarche tot niets
geleid.
Tijdens de uitzending "Lieux
publics" van 7 mei 2002 verklaarde
mevrouw Aelvoet openlijk dat zij
voorstander van een parlementair
debat was.
Onlangs heeft de voornoemde
vereniging een klacht ingediend
tegen de Belgische staat wegens
het niet leveren van bijstand aan
een persoon in gevaar, om te
beklemtonen dat zij wel degelijk
wenst dat de sector wordt
gereglementeerd.
In de pers hebt u de instelling van
een label voor professionele
piercers en tatoeëerders ter sprake
gebracht.
Ik zou graag meer weten over dit
label. Wie zal het toekennen? Wat
zal de wettelijke draagwijdte ervan
zijn? Welke sancties zullen er
worden genomen als de normen
niet worden nageleefd? Welke
beoordelingsmethode zal worden
toegepast?
Ik blijf sceptisch tegenover dit
systeem van zelfregulering. Hebt u
de mogelijkheid van een dwingende
wet betreffende deze sector
ovewogen?
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
avant, on prend en compte la problématique posée et je m'en réjouis
puisqu'elle concerne énormément de jeunes dans ce pays, en
particulier des jeunes qui sont, me semble-t-il, plus fragiles et qui sont
les victimes de ce genre d'opérations.
Qui accordera ce label? Est-ce le secteur qui va s'autoréguler?
Permettez-moi de vous dire que j'émets toujours des doutes, parce que
je me suis intéressé, dans un tout autre registre, à l'autorégulation du
marché de la grande distribution par rapport aux fêtes enfantines et il
m'a été répondu qu'un cadre légal fixe n'était pas nécessaire mais qu'il
fallait se limiter à l'autorégulation du système par lui-même. Mais on
s'est rendu compte qu'il suffisait qu'un seul enfreigne le code de bonne
conduite pour que tout le monde s'y mette et que, dès lors, on ne
réglemente plus rien.
Qui accordera le label? Quelle sera la portée légale de ce label? Aura-t-
il une base légale? Le cas échéant, la pratique en l'absence de ce label
engendrera-t-elle des sanctions? Qui vérifiera le non-respect de ces
normes? Une évaluation du dispositif est-elle prévue? En cas
d'évaluation négative, seriez-vous disposé à envisager d'examiner la
proposition de loi que j'ai déposée? Je pense qu'un pas a été fait mais il
reste encore pas mal de chemin à parcourir pour, en tout cas, donner
un maximum de garanties à la population de l'Etat belge afin que les
enfants d'une famille qui se font "piercer" ou tatouer ne reviennent pas
avec des maladies graves et irréversibles, sans contrôle et sans
l'intervention de l'autorité parentale ou au moins du ministre compétent
en la matière.
01.02
Simonne Leen
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in de krant verscheen een bericht over het
organiseren van een kwaliteitslabel voor pearcers en tatoueerders. De
organisatie van dergelijk label gebeurt volgens een vrij nieuwe
werkmethode, geen nieuwe wetten, maar co-regulering. Samen met de
consumentenorganisaties en met de overheid zou de sector dergelijk
label ontwikkelen. Het is de bedoeling de sector te organiseren om een
aantal misbruiken te voorkomen. Dat label zou worden georganiseerd
op basis van principes van co-regulering, autocontrole en
autofinanciering.
Graag kreeg ik van de minister een antwoord op volgende vragen: Hoe
gaat dergelijk label in z'n werk? Welke criteria zullen aan het behalen
van zo'n label gekoppeld worden? Zal er controle worden georganiseerd
en zo ja, door wie? Wat zijn de sancties indien uit de controles blijkt
dat men niet langer aan de kwaliteitscriteria voldoet?
01.02
Simonne Leen
(AGALEV-
ECOLO): L'Etat va mettre au point
un label de qualité que seront tenus
de respecter les pierceurs et
tatoueurs. Il me revient qu'il
s'attellerait à cette tâche en
collaboration avec le secteur et sur
la base de l'autorégulation et de
l'autocontrôle.
Comment les choses vont-elles
exactement se passer? A quels
critères se référera-t-on? Qui
organisera les contrôles et qui les
effectuera? Quelles pourraient être
les sanctions en cas de non-
observation de ces critères?
01.03
Jef Tavernier,
ministre: Monsieur le président, chers
collègues, il est exact que c'est une chose qui suscite bon nombre
d'émotions et de discussions. Si ce ne sont pas des émotions, ce sont
quand même des discussions. Avant de répondre sur le fond des
questions, j'aimerais rectifier certains points de l'argumentation.
Il est inexact d'affirmer qu'il n'existe, à l'heure actuelle, aucune
réglementation en la matière. Nous disposons, en effet, d'un cadre légal
général pour la protection du consommateur. Ainsi, la loi de 1994
relative à la protection des consommateurs stipule que le
consommateur ne peut être mis en danger et que des produits
dangereux ne peuvent être utilisés. Les tatoueurs, de même que les
"pierceurs", doivent se conformer à cette réglementation. D'autres lois
telles que celle relative aux normes des produits viennent compléter le
cadre réglementaire. Quiconque ne se conforme pas à ces dispositions
01.03
Minister
Jef Tavernier
:
Het klopt niet dat er ter zake geen
reglementering bestaat. Er bestaat
een wettelijk kader ter bescherming
van de consument. De tatoeëerders
en de piercers moeten meer
bepaald de wet van 1994
betreffende de bescherming van de
consument en de wet op de
productnormen naleven.
De overheid heeft ook niet
stilgezeten. Mevrouw Aelvoet heeft
het advies van de Hoge
Gezondheidsraad gevraagd, die van
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
est, aujourd'hui déjà, passible d'une peine. Naturellement, il s'agit du
cadre tout à fait général.
Vous avancez également que les pouvoirs publics n'ont rien entrepris
ou ne font rien dans ce domaine. C'est inexact. Mon prédécesseur,
Mme Aelvoet, a sollicité l'avis du Conseil supérieur d'hygiène sur la
question. L'avis rendu est énoncé en termes clairs et peut-être consulté
sur le site web du Conseil supérieur d'hygiène. D'après cet avis, il n'est
pas indiqué de médicaliser ou d'agréer la profession, et encore moins
les contrôles exercés par les pouvoirs publics. Cela signifie que des
moyens énormes devraient être libérés en vue d'éviter un nombre limité
d'infections. Information, prévention et collaboration sont, en revanche,
les meilleurs mots-clés.
Le même avis comporte quelques prescriptions claires en matière
d'hygiène que les tatoueurs et les pierceurs doivent observer pour éviter
les infections. Les organisations professionnelles ont transposé ces
prescriptions dans des chartes qui doivent être respectées par leurs
membres. Je tiens également à indiquer que l'on procède de la même
manière à l'étranger. Aux Pays-Bas, on considère aussi que les
contrôles organisés par les pouvoirs publics ne sont pas l'instrument
adéquat.
Par ailleurs, nous souhaitons une meilleure organisation du secteur en
matière de label. C'est la raison pour laquelle nous lui avons demandé
de se réunir avec les organisations des consommateurs en vue de
développer un label de qualité. En effet, le consommateur est encore
facilement mis à l'écart.
Le label sera élaboré suivant les principes de co-réglementation,
d'autofinancement et d'autocontrôle. Outre la réglementation légale
actuelle et les prescriptions en matière d'hygiène énoncées par le
Conseil supérieur d'hygiène, d'autres critères peuvent être imposés
pour l'octroi du label, par exemple temps de réflexion post-cure, etc.
Cela se cadre non pas dans une nouvelle philosophie mais plutôt dans
une nouvelle approche où l'on voit trois niveaux de réglementation.
oordeel is dat het niet aangewezen
is het beroep, laat staan de
controles, in een medisch keurslijf
te stoppen of aan erkenning te
onderwerpen. Informatie, preventie
en samenwerking, zie daar de
sleutelwoorden. Het advies omvat
een aantal voorschriften om
besmettingen te voorkomen, die de
beroepsorganisaties hebben
overgenomen in het charter dat hun
leden moeten onderschrijven. In het
buitenland gaat men op dezelfde
manier te werk.
We hebben de sector gevraagd om
met de consumentenverenigingen
rond de tafel te gaan zitten om een
kwaliteitslabel uit te werken volgens
de beginselen van co-
reglementering, zelffinanciering en
zelfcontrole.
Naast de bestaande regelgeving en
de voorschriften van de Hoge
Gezondheidsraad kunnen nog
andere voorwaarden worden
opgelegd voor de toekenning van
dat label.
Er bestaat dus reglementering op
drie niveaus.
Het hoogste niveau in de reglementering is de wettelijke
reglementering, regelgeving via wetten en koninklijke besluiten opgelegd
door de overheid. Daarbij is uiteraard iedereen verplicht die te
volgen. De overheid controleert of iedereen zich inderdaad aan de
wetgeving houdt. De wet van 1994 op de consumentenbescherming is
een kaderwet die verdere organisatie van de sector toelaat. Naast de
wettelijke regeling is er het niveau van autoregulering. Dan is het de
sector of een deel van de sector, bijvoorbeeld een beroepsorganisatie,
die voor zichzelf bepaalt welke de regels en de criteria zijn die moeten
worden gevolgd. Dan is het de sector zelf die controleert of hieraan
voldaan wordt. We willen komen tot een ander niveau, een niveau dat
tussen de wettelijke regeling en de autoregulering valt. Wij noemen dit
de co-regulering. In dat geval is er een code van goede praktijk
opgesteld door een commissie. Die commissie bestaat uit
vertegenwoordigers van de sector, de consumentenorganisaties en de
overheid. Belangrijk daarbij is dat we streven naar een code van goede
praktijk voor heel België. De drie partners, de drie betrokkenen de
sector zelf, de consumentenorganisaties en de overheid moeten
akkoord gaan met die code. Om duidelijk te maken dat iemand aan al
die voorwaarden bepaald in de code voldoet, wordt een kwaliteitslabel
toegekend. Aan dat kwaliteitslabel kan een bepaalde promotie worden
gekoppeld.
Het is duidelijk dat naast de wettelijke regelgeving en de
Il existe trois niveaux possibles de
réglementation, le niveau supérieur
étant la loi cadre sur la protection
des consommateurs et
l'autorégulation étant le niveau
inférieur. Nous souhaitons instaurer
un niveau intermédiaire, à savoir la
co-régulation. Une commission
mixte réunissant des représentants
du secteur, des associations de
consommateurs et des autorités,
oeuvre à la rédaction d'un code de
« bonne pratique ». Un tatoueur qui
satisfait aux conditions imposées
par ce code reçoit ainsi le label et
peut s'en servir à des fins
publicitaires.
La commission devra définir la
procédure à suivre en cas de non-
respect des conditions, par
exemple en cas de manque
d'hygiène. La sanction imposée
consistera en la non-obtention du
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
hygiënevoorschriften van de Hoge Gezondheidsraad andere criteria
kunnen dienen als voorwaarde voor het toekennen van het label. Een
voorbeeld is een bedenktijd die men vraagt om in acht te nemen,
eventuele nazorg. Deze elementen hebben strikt genomen niets te
maken met de hygiënische voorschriften zelf. Er zijn andere aspecten
die meespelen. Het is de bedoeling dat die labelcommissie procedures
uitwerkt voor het toekennen van het label, voor de controles, de
sancties bij het eventueel niet naleven van de code.
Voorzitter: Yolande Avontroodt.
Présidente: Yolande Avontroodt.
label, mais des suites sur le plan
juridique ne devraient pas être
exclues.
De sanctie die eventueel uitgesproken wordt is het niet halen van het
label, met eventuele juridische gevolgen. Wie het label haalt, is dan
duidelijk een tatoeëerder of een piercer die zich aan alle regelgeving, de
hygiënevoorschriften en ook de eventuele bijkomende voorwaarden
houdt. Deze mensen kunnen dan het label gebruiken in hun zaak en
het opvoeren in publicaties en er uiteraard ook promotie mee maken. Zij
die het label niet halen of kwijtspelen, kunnen dit uiteraard niet. We
denken dat het op die manier duidelijk kan zijn voor de consument
welke tatoeëerder of piercer op een serieuze manier werkt en
gecontroleerd wordt en welke niet. Elke piercer of tatoeëerder is vrij om
zich bij zo'n label aan te sluiten. Van het ogenblik dat hij zich aansluit,
onderwerpt hij zich uiteraard aan alle controles die aan zo'n label
vasthangen. Hoe die controles georganiseerd worden is dan weer een
zaak van de labelcommissie. Bij deze controles wordt nagekeken of
aan de voorwaarden van een goede praktijk is voldaan. Dit noemt men
dan autocontrole. De controles worden georganiseerd door de
labelcommissie en niet door de overheid. De labelcommissie zal dus
procedures moeten uitwerken voor de toekenning van het label, de
controles en de sancties bij het niet naleven van de code. Op die
manier is het voor de consument duidelijk wie volgens die regelgeving,
volgens die codes werkt.
Naast de autocontrole blijft er ook altijd een overheidscontrole mogelijk,
maar dan op basis van klachten conform de wet op de
consumentenbescherming. Op basis van klachten kan altijd de
Economische Inspectie optreden, met alle mogelijke juridische
gevolgen van dien. Dit kan uiteraard ook gebeuren op individuele basis,
op basis van steekproeven en dergelijke. Dat is het kader waarin wij
ons willen plaatsen. Dus co-regulering voor de sector, gezien dat er
andere aspecten zijn dan alleen hygiënische aspecten. Wij hebben
daarover contact gehad met de sector. We hebben een vergadering
gehad met beroepsorganisaties en consumentenorganisaties.
Probleem is en dat weet u, mijnheer Frédéric, mevrouw Leen dat
die sector weinig georganiseerd is.
Dus, wij vragen ook aan de sector om zich beter te organiseren en
samen te werken, maar nu men vaststelt dat ook vanuit de overheid,
vanuit mijn diensten, daar serieus werk van gemaakt wordt, heb ik de
indruk dat men die stap zet en dat men zegt: "Goed, wij willen
samenwerken en wij willen komen tot zo'n vorm van code om
uiteindelijk te komen tot die co-regulering". Ik geloof dat we op dat vlak
vorige week een zeer grote stap vooruit gezet hebben.
Er is natuurlijk wel een klein probleempje: zo'n label is niet gratis.
Naast de gewone werkingskosten zullen er ook kosten zijn voor het
organiseren van de controles en ook voor wat publiciteit, of beter
informatie rond die zaak. Ook daaromtrent zeggen we: geen
bijkomende lasten voor de overheid. Er is daar autofinanciering. We
weten wel dat zulks wordt doorgerekend, maar goed, het is de kostprijs
van het product, de kostprijs van de dienst die geleverd wordt.
Chaque pierceur ou tatoueur sera
libre d'adhérer ou non au nouveau
système mais s'il y adhère, il devra
se soumettre aux contrôles qui
seront organisés par la commission
du label et seront par conséquent
des autocontrôles. Ces contrôles
seront combinés à des contrôles
auxquels procéderont les pouvoirs
publics: à la suite du dépôt d'une
plainte, l'Inspection économique
pourra en effet effectuer des
contrôles sur la base de la loi
relative à la protection des
consommateurs. Les contrôles de
l'autorité publique pourront revêtir
un caractère individuel ou s'inscrire
dans une campagne plus vaste.
Initialement, le secteur donnait
l'impression d'être peu organisé
mais aujourd'hui que l'instauration
d'un label est en préparation, les
choses prennent indéniablement
une tournure positive.
Le label n'est pas gratuit. Le
secteur doit en supporter les frais
et ce coût finira évidemment par
être répercuté sur le
consommateur. La concertation
organisée avec le secteur et les
organisations de consommateurs a
mis en lumière la volonté d'élaborer
un label de ce type. J'espère que le
secteur poursuivra le plus
rapidement possible ses efforts
d'organisation.
Een bijkomende wettelijke regeling
is niet nodig.
Wij kunnen momenteel terugvallen
op de algemene wetten betreffende
de consumentenbescherming, en
we kunnen rekenen op de
bereidheid van de sector om samen
te werken met de
consumentenorganisaties en de
regering om een gedragscode uit te
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Ik denk op dit moment dat er echt een wil is van de verschillende
partijen om verder te gaan, om inderdaad naar die co-regulering te
gaan.
werken. Een en ander kan dan
uitmonden in een regeling in het
kader van coregulering.
Je crois que cette manière de procéder sera évaluée à l'avenir.
Selon nous, il n'est pas nécessaire, pour l'instant, d'élaborer une
réglementation légale supplémentaire. Autrement dit, nous disposons
aujourd'hui d'une réglementation, de lois plus globales relatives à la
protection du consommateur. De plus, le secteur a marqué sa volonté
de collaborer, tant avec les organisations des consommateurs qu'avec
le gouvernement, pour aboutir à un code de bonne conduite. Selon moi,
on peut parvenir à fixer une réglementation de co-régulation. Si
d'aventure, il apparaissait que le label de qualité n'a pas l'effet
escompté, d'autres mesures seraient à envisager. Toutefois, nous
espérons que les mesures prises suffiront et que nous pourrons
avancer suffisamment, pour autant bien entendu que le secteur
s'organise et collabore réellement, mais je crois que la volonté existe.
Als het kwaliteitslabel niet het
verhoopte effect zou hebben,
kunnen er andere maatregelen in
overweging genomen worden, maar
ik geloof niet dat dat nodig zal zijn,
mits de sector zich organiseert.
01.04
André Frédéric
(PS): Madame la présidente, j'essaie de suivre
le raisonnement du ministre et de faire preuve de beaucoup de bonne
volonté mais ses propos ne m'ont pas persuadé.
Monsieur le ministre, je voudrais réagir rapidement à un certain nombre
de choses que vous avez exprimées.
1. Il existe une loi de 1994 pour la protection des consommateurs, je
suis d'accord, je la connais comme vous. Mais je regarde les textes et
la réalité. La réalité, c'est que manifestement cette loi, en tout cas
dans le cadre de la pratique du piercing et du tatouage, n'a jamais été
appliquée. Je serais d'ailleurs curieux de connaître le nombre de peines
qui ont été prononcées à l'égard de cette pratique. En effet, un certain
nombre si pas beaucoup de pratiques de cette nature se font
quasiment dans l'anonymat ou en tout cas très discrètement et pas
toujours avec pignon sur rue.
2. Je sais que le ministre qui vous a précédé, Mme Aelvoet, a demandé
l'avis du Conseil supérieur de l'hygiène qui a indiqué qu'il ne fallait pas
agréer, ce qui n'engage à rien. Mais on a aussi souvent dit et mis en
évidence que cela nécessiterait un certain nombre de moyens
financiers supplémentaires. Vous avez d'ailleurs dit vous-même que
cela exigeait finalement beaucoup de moyens pour peu de cas, ce sont
vos mots. En tant que parlementaire, j'estime que cela vaut la peine
même si cela représente peu de cas. Le "peu" est d'ailleurs très relatif.
Je n'ai pas compté combien de personnes ont pu être infectées par un
virus ou un autre à cause d'une pratique réalisée dans des conditions
d'hygiène déplorables.
Je rappelle et vous y êtes revenu, monsieur le ministre que le
secteur a dit à plusieurs reprises qu'il était tout à fait capable
d'autofinancement pour autant, en tout cas, que les contrôles soient
effectués par le ministère de la Santé publique, que l'on en calcule les
coûts et que les praticiens puissent, à la limite, payer leur agrément.
Le scénario serait le suivant: le praticien demande à être agréé et
sollicite auprès du ministre de la Santé publique le passage de
l'inspecteur de la Santé publique qui répond par l'affirmative, lui donne
l'agrément, lui fait part du coût de cet agrément, le tatoueur payant le
montant dû. Le secteur s'était engagé à pouvoir pratiquer de la sorte.
En fait, ce qui m'effraie, c'est une question de logique. Vous dites que
01.04
André Frédéric
(PS): Uw
redenering heeft mij niet overtuigd.
Er is inderdaad de wet van 1994
betreffende de bescherming van de
consument, maar die wet werd in
de praktijk nooit toegepast op
piercing en tatoeage, twee
activiteiten die niet altijd te goeder
naam en faam bekendstaan.
U heeft het over veel geld voor iets
wat weinig belang heeft. Weinig
belang ? Dat is maar relatief in
deze specifieke context van
achterkamertjespraktijken in
groezelige omstandigheden.
U beweert dat de sector zich ertoe
verbonden heeft zich aan de
controle van het ministerie van
Volksgezondheid te onderwerpen
en bereid is te betalen voor de
erkenning.
Ik twijfel niet aan uw goede
bedoelingen, maar u zegt zelf dat
de sector niet georganiseerd is, en
toch wil u dat hij zorgt voor
zelfregulering, zelffinanciering en
zelfcontrole...Indien de overheid
nalaat de nodige maatregelen te
nemen om de wet te doen naleven,
kan die niet georganiseerde sector
voortgaan met medische en zelfs
chirurgische ingrepen, die een
weerslag kunnen hebben op de
volksgezondheid.
Een klacht zou moeten uitmonden
in een straf. Doorgaans gaat het
echter om meerderjarige klanten,
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
l'on va coréguler avec un secteur qui est peu organisé, que l'on va
définir non pas un cadre légal mais un cadre de bonne conduite, de
bonne convenance, avec un secteur non organisé, que l'on va faire
preuve de bonne volonté, ce dont je ne doute pas, soyons bien clairs!
Mais, à côté de cela, j'entends beaucoup parler d'autorégulés,
d'autofinancés et d'autocontrôlés. Cela signifie donc que l'on va
demander à un secteur, que vous dites non organisé, de définir des
règles, d'accorder des labels, de vérifier si les labels sont mérités ou
non et si on va les retirer à un moment donné!
Même si vous prenez vos responsabilités dans le cadre de la
conception du cadre de bonne conduite, je constate que, dans la mise
en application sur le terrain, on va laisser à ce secteur dont vous
dites vous-même qu'il n'est pas organisé la faculté d'agréer, de ne
pas agréer, de considérer que x, y et z peuvent pratiquer et poser des
actes qui ont, à mes yeux, un caractère médical, un caractère
chirurgical à la limite avec une importante incidence sur la santé
publique.
Vous dites qu'effectivement il pourrait y avoir sanction sur base de
plaintes. Il faut savoir que, dans la réalité, soit on a affaire à des
majeurs qui décident librement d'aller subir un piercing ou un tatouage,
soit on a affaire à de nombreux clients qui sont mineurs. En général,
les mineurs ne vont pas porter plainte de façon autonome et ils sont
souvent en situation conflictuelle avec les parents. Qu'un adulte prenne
le choix délibéré de se rendre chez tel ou tel praticien, c'est son droit,
c'est sa liberté s'il veut mettre sa santé en danger bien qu'il faille quand
même avoir un oeil bienveillant à cet égard. En ce qui concerne les
mineurs, à mon avis, le système risque de ne pas fonctionner.
Vous dites que vous allez évaluer. J'aimerais savoir dans quel délai on
va le faire. Vous comprenez que ce sujet est mon obsession et le sera
encore pendant quelque temps, non parce que j'ai déposé une
proposition de loi sur le sujet mais parce que j'estime qu'il y a urgence
en la matière et que c'est faire preuve d'irresponsabilité de ne pas
légiférer, de ne pas donner un cadre légal. Je connais d'autres
exemples d'autorégulation du système par lui-même, où l'on se rend
compte que cela devrait fonctionner mais que ce n'est
malheureusement pas le cas.
Madame la présidente, je termine en vous priant d'excuser la longueur
de mon intervention.
die doen en laten wat ze willen. Ze
dienen dan ook geen klacht in. Ook
vanwege minderjarigen, die vaak in
een conflictsituatie leven met hun
ouders, moeten we geen klachten
verwachten. De kans is dan ook
groot dat het systeem niet werkt.
Het is onverantwoord niet te zorgen
voor een wettelijk kader voor dat
soort praktijken. De tijd dringt.
01.05
Simonne Leen
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, ik
dank voor uw antwoord. Ik denk dat het toch een goed idee is dat er
een commissie bestaat waarin zowel de sector als de
consumentenorganisatie, als de overheid vergaderen. Ik denk dat er een
poging moet gedaan worden tot een zeer grote verbetering van de
organisatie van de sector.
Ik meen dat, als er een label op de markt komt, er ook een beloning
zou moeten zijn voor de sector die dit label verdient om de goede
hygiënische voorschriften te bevorderen.
01.05
Simonne Leen
(AGALEV-
ECOLO): La concertation ainsi que
l'amélioration de l'organisation du
secteur sont des initiatives
prometteuses. J'insiste pour que
ceux qui obtiennent le label soient
également récompensés en
conséquence.
01.06 Minister
Jef Tavernier:
Mevrouw de voorzitter, ik wil nog een
klein woordje zeggen, om toch een misverstand uit de wereld te helpen.
01.06
Jef Tavernier
, ministre: Je
me dois de dissiper un malentendu.
Lorsque l'on parle de co-régulation, il y a trois partenaires: le secteur, le
gouvernement et les organisations de consommateurs. Dès lors que le
secteur n'est pas bien organisé, les deux autres partenaires ont
Bij coregulering zijn drie
partners betrokken: de sector, de
regering en de
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
automatiquement beaucoup plus de poids dans l'établissement du
code. Cela joue, selon moi, en faveur des consommateurs. Voilà qui
constitue tout de même un élément important.
consumentenverenigingen. Als de
sector niet georganiseerd is,
hebben de twee andere partners
meer invloed bij de uitwerking van
een gedragscode, wat niets dan
voordelen heeft voor de verbruikers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "namaakwapens" (nr. A176)
02 Question de Mme Trees Pieters au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les armes factices" (n° A176)
02.01
Trees Pieters
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, u herinnert zich wellicht dat begin oktober een vraag werd
gesteld in verband met de zogezegde speelgoedwapens die op de
kermissen worden verkocht, maar die toch verwondingen konden
veroorzaken.
Het antwoord dat u destijds verstrekte riep bij de pers vragen op, die
zowel aan u als aan mij werden gericht, omtrent de gebruikte term, 't is
te zeggen om namaakwapens, sportwapens en verweerwapens te
definiëren.
Inderdaad, in uw antwoord zei u enkele keren dat hetgeen op de
kermissen wordt verkocht geen speelgoed is, maar dat het
verweerwapens zijn die ressorteren onder de wapenwetgeving binnen
dewelke het uitdrukkelijk zal worden bepaald dat het verboden is
namaakwapens te verkopen in speelgoedzaken. Wat verder had u het
over sportwapens en daarna alweer over verweerwapens.
Het zou goed zijn voor iedereen, mijnheer de minister, om die begrippen
nader te omschrijven.
02.01
Trees Pieters
(CD&V): Le
1
er
octobre, le ministre a pour la
première fois répondu à ma
question sur les armes-jouets mais
cette réponse a, à son tour,
soulevé de nouvelles questions. Le
ministre pourrait-il mieux définir les
concepts d'arme factice, d'arme de
sport, d'arme de défense et d'arme-
jouet?
02.02 Minister
Jef Tavernier:
Mevrouw Pieters, het zijn niet de echte
speelgoedwapens die een probleem vormen. Speelgoedwapens zijn
voorwerpen waarvan omzeggens iedereen de visu ziet dat zij dienen om
mee te spelen, zoals waterpistooltjes en dergelijke. Daarmee is er geen
enkel probleem.
Het probleem is echter dat wij vaststelden dat bepaalde dingen ik zal
de term "dingen" gebruiken werden verkocht in speelgoedwinkels die
eigenlijk onder de wapenwet vallen en die de uitbater van
speelgoedwinkels pas mogen verkopen mits in het bezit te zijn van de
nodige vergunning hiervoor.
Het voorliggende wetsontwerp, dat momenteel in de Senaat wordt
besproken als ik mij niet vergis, heeft tot doel duidelijk te stipuleren dat
het niet kan dat op een plaats waar speelgoed en dus ook echte
speelgoedwapens worden verkocht, tevens dingen te koop worden
gesteld die niet meer vallen onder die categorie, maar die eigenlijk op
de een of andere manier een wapen zijn.
Wij moeten ons duidelijk bewust zijn van het onderscheid dat bestaat
tussen die twee voorwerpen. In een aantal gevallen verkoopt of geeft
men, zonder vergunning, een soort wapen dat eigenlijk onder de
wapenwet valt.
Ik kom thans tot de definities van de gehanteerde termen. Ten eerste,
02.02
Jef Tavernier
, ministre: Le
problème est le suivant: certains
objets vendus dans les magasins
de jouets devraient en fait être
vendus dans une armurerie et
nécessiter une autorisation. C'est
la raison pour laquelle il convient
d'établir une distinction claire.
Selon l'arrêté royal du 30 mars
1995, une arme factice ressemble
à une arme véritable mais ne peut
tirer de projectiles. Elle ne
représente aucun danger pour le
consommateur mais il peut arriver
qu'elle soit utilisée à des fins
criminelles dans la mesure où ni la
police, ni la victime ne peut à
première vue déterminer s'il s'agit
ou non d'une arme véritable.
On distingue trois catégories
d'armes. La première comporte les
armes factices, imitations d'armes
à feu qui ne permettent pas de tirer
des projectiles. La deuxième
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
het namaakwapen. Het namaakwapen is een product dat er uitziet als
een echt wapen. In dat verband heeft men het over het uitzicht. Het
gaat dus om een imitatie of een getrouwe kopie waarmee evenwel geen
projectielen kunnen worden afgevuurd. Hier gaat het er dus om hoe het
voorwerp eruitziet. Op het vlak van de veiligheid voor de consument stelt
er zich geen probleem, maar wij stellen wel vast dat dergelijke
voorwerpen in de praktijk soms worden aangewend voor criminele
doeleinden. Wordt er een wapen op u gericht, een namaakwapen of een
echt wapen, dan zult u niet eerst vragen om uit te testen of dat een
echt of een namaakwapen is. De wet bepaalt bijgevolg dat een
namaakwapen een voorwerp is dat er duidelijk uitziet als een echt
wapen.
Een speelgoedwapen is een voorwerp waarmee al dan niet projectielen
kunnen worden afgeschoten, maar waarvan de kinetische energie zo
laag is dat er geen verwondingen kunnen worden veroorzaakt.
Afhankelijk van het soort projectielen moet die energie lager zijn dan
een halve joule voor zachte projectielen en zelfs lager dan 0,08 joule
voor harde projectielen. Dat betekent dat er een verschil is naargelang
het gaat om een waterpistooltje of om een speelgoedwapen waaruit
kogeltjes of rubberen balletjes vliegen.
Verweerwapens zijn voorwerpen die projectielen kunnen afschieten,
waarvan de lengte van de loop 30 cm of minder bedraagt en waarvan de
totale lengt niet meer dan 60 cm bedraagt.
Lange halfautomatische vuurwapens en lange vuurwapens met
randontsteking, dat heeft niets te maken met 800 kogels per minuut of
800 projectielen per minuut.
Daarnaast heb je dan nog sportwapens. Dat zijn alle wapens die geen
verweerwapen, wapen voor wapenrekken, verboden wapens, of
oorlogswapens of speelgoedwapens zijn. Dat is de definitie. Er zijn dus
eigenlijk namaakwapens, speelgoedwapens en dan de echte wapens,
of dat nu verweer- of sportwapens zijn, het zijn die waarmee men kan
verwonden.
catégorie regroupe les jouets
imitant des armes, capables
d'envoyer des projectiles, fût-ce
avec une énergie cinétique très
faible, et donc sans pouvoir de
blesser. Enfin, il y a les armes
réelles, qui peuvent lancer des
projectiles pour blesser ou tuer.
02.03
Trees Pieters
(CD&V): Dank u, mijnheer de minister, voor deze
summiere uitleg. Het geeft dan toch wel wat meer duidelijkheid over
begrippen die door u bij die mondelinge vraag werden gehanteerd.
Ik heb nog één probleem: wanneer u een wapen hebt dat er uitziet als
een echt pistool, dat wel projectielen afvuurt, de kinetische invloeden
zoveel joule zijn er niet, maar het lawaai is er wel, het is een soort
van afschrikwapen: waaronder catalogeer je dat dan?
02.03
Trees Pieters
(CD&V):
Dans quelle catégorie faut-il classer
une arme d'aspect réaliste, qui
produit du bruit mais qui ne génère
qu'une énergie cinétique très faible?
02.04 Minister
Jef Tavernier:
Dan moet u zich baseren op het
uitzicht.
02.05
Trees Pieters
(CD&V): Het ziet er uit als een pistool, het is
geen pistool.
02.06 Minister
Jef Tavernier:
Op dat moment is het een
namaakwapen.
02.06
Jef Tavernier
, ministre:
Dans la catégorie des armes
factices.
02.07
Trees Pieters
(CD&V): In orde. Dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
03 Question de M. Robert Hondermarcq au ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "la commission d'appel en matière de transfert et de
fusion d'officines pharmaceutiques" (n° A181)
03 Vraag van de heer Robert Hondermarcq aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de beroepscommissie inzake de overbrenging en de fusie
van apotheken" (nr. A181)
03.01
Robert Hondermarcq
(MR): Madame la présidente, monsieur
le ministre, l'arrêté royal n° 78 relatif à l'exercice de l'art de guérir, de
l'art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions
médicales règle, en son article 3, paragraphe 3, l'ouverture, le transfert
ou la fusion d'officines pharmaceutiques. Il appartient au ministre de la
Santé publique de décider de l'octroi de l'autorisation, sur avis motivé
d'une commission d'implantation. Cet avis est susceptible d'un recours
auprès d'une commission d'appel dont l'avis doit également être motivé.
Il me revient que cette commission d'appel présente certains
dysfonctionnements, notamment lorsque cette même commission n'est
pas à même de rendre un avis dans un laps de temps raisonnable. En
effet, il semblerait que deux ans après avoir reçu un recours, la
commission d'appel ne semble pas toujours disposée à rendre un avis
motivé.
Monsieur le ministre, il me revient que vous êtes issu d'une famille de
pharmaciens, vous connaissez donc bien le problème. Pouvez-vous me
donner un avis quant à ce dysfonctionnement? Quelles seraient,
d'après vous, les solutions envisageables afin de mettre un terme au
problème soulevé?
03.01
Robert Hondermarcq
(MR): De minister kent de
vergunningen toe inzake opening,
overbrenging of fusie van
apotheken, op gemotiveerd advies
van een vestigingscommissie. Twee
jaar nadat beroep werd ingediend
tegen een advies, is de
beroepscommissie nog steeds niet
in staat een advies te formuleren.
Wat is uw mening over die
disfunctie? Wat zijn de mogelijke
oplossingen?
03.02
Jef Tavernier,
ministre: Madame la présidente, chers
collègues, je suis parfaitement conscient des retards existants dans le
traitement par la commission d'appel des demandes d'implantation
d'une officine. Ces retards sont connus mais sont surtout à imputer à
un manque de magistrats siégeant dans cette commission, au grand
nombre de demandes d'implantation d'une officine, ainsi qu'à la
complexité des dossiers et des recours.
Pour remédier à cet état de choses, les modifications suivantes ont été
apportées récemment à la loi et à la réglementation quant à la
composition et à l'organisation de cette commission. On a créé deux
chambres auprès de la commission d'appel, chaque chambre siégeant
avec trois magistrats. Ainsi, avec deux commissions, on peut avancer
plus vite. Dans cette commission, peuvent siéger non plus seulement
des magistrats mais également des magistrats honoraires, des
magistrats suppléants et des anciens magistrats d'une Cour d'appel ou
d'une Cour du travail.
En raison du manque de magistrats disponibles pour siéger dans la
commission précitée, des requêtes ont été adressées à mon collègue,
le ministre de la Justice, afin que des magistrats complémentaires,
appartenant à une Cour d'appel ou du travail soient présentés dans le
but, bien sûr, de disposer d'un plus grand nombre de membres dans la
commission. A ce jour, je n'ai pas reçu de réponse à mes requêtes. Je
le regrette mais la demande que j'ai introduite auprès de mon collègue
était claire. Aussitôt que je serai en possession des propositions de
magistrats disposés à siéger dans cette commission, je ne manquerai
pas de prendre les mesures nécessaires dans les plus brefs délais,
afin d'augmenter le nombre de membres dans la commission
susmentionnée, de telle sorte que davantage de séances puissent être
tenues et qu'un traitement plus rapide soit réservé aux demandes
d'implantation d'une officine.
03.02
Minister
Jef Tavernier
:
Om de vertraging, die het gevolg is
van een tekort aan magistraten
binnen de commissie, van het
aantal aanvragen en van de
complexiteit van de dossiers, te
verhelpen, werden bij de
beroepscommissie twee kamers
van drie magistraten ingesteld,
waarin eremagistraten,
plaatsvervangend magistraten en
oud-magistraten van hoven van
beroep en van arbeidshoven zitting
kunnen hebben.
De verzoeken met het oog op de
voordracht van extra magistraten
die ingevolge het tekort aan
beschikbare magistraten aan de
minister van Justitie werden gericht,
bleven tot op heden onbeantwoord.
Zodra ik over de nodige voorstellen
beschik, zal ik de maatregelen
nemen die geboden zijn.
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Bref, je suis conscient de la problématique. J'ai fait des propositions. Il
y a déjà des modifications et des améliorations en cours mais j'attends
encore quelques nouvelles possibilités et je pense qu'on pourra avancer
plus vite grâce aux mesures prises et aux propositions avancées.
03.03
Robert Hondermarcq
(MR): Madame la présidente, je tiens à
remercier le ministre pour les mesures qu'il a mises en place.
Toutefois, je voudrais lui demander si nous pouvons espérer, compte
tenu du fait que la réponse ne lui appartient pas tout à fait, que les
dossiers vieux de deux ans soient traités en urgence ou en extrême
urgence. Reconnaissez, qu'une période de deux ans, c'est plus que
raisonnable!
03.03
Robert Hondermarcq
(MR): Ik dring er op aan dat de
dossiers die al twee jaar aanslepen
snel zouden worden behandeld.
03.04
Jef Tavernier,
ministre: Je vais insister sur ce point!
03.05
Robert Hondermarcq
(MR): Je vous remercie, monsieur le
ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "het voorschrijven van methadon als substitutiebehandeling" (nr. A184)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la prescription de méthadone comme traitement de
substitution" (n° A184)
04.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag is geïnspireerd op de krantenberichten in
verband met het overlijden van een baby tengevolge van de inname van
methadon. In de kranten verschijnen een aantal berichten dat de
beschikbaarheid van dat product groter is dan sommigen vermoedden.
Ik kan geen conclusies trekken uit het dramatisch gebeuren. Dat zou
niet correct zijn zonder de juiste kennis van de feiten.
Naar aanleiding van de bespreking van de wet die de
substitutiebehandeling moet regelen is gesproken over het probleem
van de distributie en de richtlijnen en voorschriften met betrekking tot de
inname van die substitutieproducten. Op dat ogenblik heb ik mijn
ongerustheid uitgedrukt omdat we goed weten dat in ons land op het
terrein de facto heel wat gebeurd is de voorbije jaren. Men kan dat
onder ogen willen zien of niet. Ik denk dat er een groot verschil bestaat
tussen de landsgedeelten in gevoeligheid met betrekking tot de
noodzaak van registratie, het individualiseren van porties, het
beschikken over ganse bussen methadon in bepaalde centra terwijl
men daar in andere streken veel secuurder mee omgaat of op een
andere manier mee omgaat. Aan een van uw voorgangers, minister
Colla, heb ik een schriftelijke vraag gesteld over de farmaceutische
inspectie op dit soort zaken. Hij heeft schriftelijk moeten toegeven dat
daar heel wat over te zeggen viel.
In de discussie heeft mevrouw Aelvoet gezegd een ontwerp van
koninklijk besluit klaar te hebben dat in toepassing van de wet onder
meer de registratie moet regelen, de methode van toediening en een
aantal voorwaarden die in de wet zijn opgesomd en die betrekking
hebben op methadon, dat het meest bekende voorbeeld is. Ik heb op
dat ogenblik mijn scepticisme geuit en wilde weten of de minister de
moed en de mogelijkheid zou hebben om na consultatie van de sector
een koninklijk besluit uit te vaardigen waarin een vijftal thema's verplicht
behandeld moeten worden en dat de registratie, de link met een
04.01
Jo Vandeurzen
(CD&V):
Récemment, nous avons à nouveau
dû déplorer un certain nombre
d'incidents impliquant des enfants
qui avaient ingéré, par accident, la
méthadone destinée à l'un de leurs
parents.
De tels incidents sont la
conséquence de la grande libérté
qui caractérise la mise à
disposition de ce produit dans le
cadre d'un traitement de
substitution. J'avais déjà signifié
mon inquiétude à ce sujet aux
prédécesseurs du ministre, M.
Colla et Mme Aelvoet. Pourtant,
aujourd'hui encore, on ne prend
toujours pas suffisamment de
précautions en ce qui concerne la
méthadone, comme le prouvent les
incidents récents.
L'arrêté royal d'exécution de la
récente loi sur les traitements de
substitution doit réduire autant que
possible le risque d'incidents de ce
type.
Un avant-projet d'arrêté royal a été
communiqué au Parlement lors de
la discussion de cette loi. Ce projet
sera-t-il approuvé tel quel par le
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
multidisciplinair centrum, het aantal patiënten dat men mag
behandelen, de registratiemethode en de methode van toediening voor
methadontoediening imperatief zouden geregeld worden.
Dit dramatisch incident is voor mij opnieuw de aanleiding om die vraag
nog eens zeer uitdrukkelijk te stellen. Ik ben zeer ongerust over de
manier waarop in sommige plaatsen omgesprongen wordt met de
verspreiding en de distributie van dat product.
Ten eerste, is het koninklijk besluit waarvan we het voorontwerp hebben
gezien in de definitieve rechte lijn naar de regering en de Raad van
State? Ten tweede, zijn op dit ogenblik reeds wijzigingen aangebracht
onder meer op de 5 voorwaarden die het koninklijk besluit regelt? In de
discussie van de wet heb ik altijd volgehouden dat de libellering van de
wet mogelijk maakte dat de minister nog wel heel wat richtingen uitkon,
iets wat op dat ogenblik in ieder geval niet de goedkeuring van onze
fractie kon wegdragen. Vandaar mijn vragen. Dat ontwerp, staat dat nog
steeds? Als u na zo een lange consultatieperiode zou antwoorden dat
men er nog mee bezig is, verberg ik u niet dat ik dit uitleg als dat het
niet meer staat. Ten tweede, als men wijzigt, op welke punten worden
wijzigingen aan die voorwaarden inhoudelijk in overweging genomen?
gouvernement? Dans la négative,
quelles modifications y seront-elles
apportées?
04.02 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer Vandeurzen, het is heel
duidelijk dat, zelfs als men in een bepaald proces van de uitvoering van
een wet zit en als zich op dat moment bepaalde incidenten voordoen,
men moet bereid zijn om die reglementering in vraag te stellen, quid
wat het gevolg is dat men eraan geeft. Men moet voldoende openheid
van geest hebben om daarover na te denken.
De wetswijziging die de wettelijke basis schept voor de
substitutiebehandeling, werd door de Koning getekend op 22 augustus
van dit jaar en gepubliceerd op 1oktober, dus een goeie maand
geleden. De ontwerptekst voor het uitvoeringsbesluit, die bij de
bespreking van het wetsontwerp werd toegelicht, was het resultaat van
een interkabinettenoverleg dat reeds in april van dit jaar werd
georganiseerd. Op vraag van dit interkabinettenoverleg werd
ondertussen het advies gevraagd over dit ontwerpbesluit aan
verschillende relevante actoren zoals huisartsen, apothekers,
organisaties gespecialiseerd in drughulpverlening en andere groepen.
De modaliteiten die in het uitvoeringsbesluit worden aangegeven zijn in
grote mate gebaseerd op de consensustekst van 1994, geactualiseerd
in 1999. Nu, dat betekent niet dat er nu een vaststaande tekst is. Er is
dus een tekst, er zijn adviezen gevraagd en het is de bedoeling om die
adviezen te integreren, het koninklijk besluit dan opnieuw te bespreken
in de interkabinetten en dan voor te leggen aan de ministerraad. Het is
nogal duidelijk dat ook gezien de recente gebeurtenissen en
incidenten we speciaal oog zullen hebben voor het risico voor
kinderen. Zo zullen we hoe dan ook in het uitvoeringsbesluit laten
opnemen dat dosissen van het substitutieproduct in verpakkingen
moeten geleverd worden die niet door kinderen kunnen geopend
worden. Dat is uiteraard maar één element, maar het is wel een
element dat nu onmiddellijk inspeelt op de incidenten van de laatste
weken en uiteraard moet men op basis van gebeurtenissen ook kijken
wat het beleid is dat moet gevoerd worden en of er niet een bepaalde
verstrenging of andere afspraken moeten komen op het moment dat
men dosissen geeft voor meer dan één dag. Het is natuurlijk op het
moment dat je die ter plaatse hebt, dat het risico bestaat dat de
verpakking door kinderen geopend wordt.
Hoe dan ook, zelfs los van het uitvoeringsbesluit kan ik als minister
reeds bepaalde zaken en initiatieven nemen in verband met het niet
04.02
Jef Tavernier
, ministre: S'il
se produit des incidents au cours
de la période durant laquelle un
projet de loi est transposé en
arrêtés royaux, il en est
naturellement tenu compte. La
modification de la loi relative aux
traitements de substitution a été
publiée le 1
er
octobre. L'arrêté
d'exécution est fondé sur une
concertation intercabinets et sur
l'avis de tous les acteurs
concernés. Les modalités de
l'arrêté sont basées, en grande
partie, sur le texte consensuel de
1994, tel qu'il a été actualisé en
1999.
En réaction aux incidents récents,
l'arrêté d'exécution précise que la
méthadone doit être délivrée dans
des emballages qui ne peuvent être
ouverts par des enfants. Après la
prise en compte des avis, l'arrêté
royal fera à nouveau l'objet d'une
concertation entre les différents
cabinets, pour être ensuite soumis
au Conseil des ministres.
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
toegankelijk maken of niet laten gebruiken door kinderen. Dat is één
element. Het andere element is meer dosissen te geven. Maar dus
alles wordt geïntegreerd, de adviezen zijn gevraagd, het koninklijk
besluit wordt opnieuw bekeken en uiteraard zullen de recente
incidenten mee opgenomen worden in de uiteindelijke bespreking en in
de definitieve tekst van de uitvoeringsbesluiten, uitvoeringsbesluiten die
ik dan ook gerust kan bezorgen op het moment dat ze iets verder
gevorderd zijn en iets definitiever zijn dan nu.
04.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord en ik neem ook akte van het aanbod om het
besluit op het moment dat het definitievere vorm krijgt aan ons te
bezorgen. Ik ben natuurlijk en de minister zal dat wel begrijpen als ik
zijn antwoord beluister nog meer gesteund in mijn argwaan dan ik
ervoor al had. Ik heb het koninklijk besluit natuurlijk gezien. Het is
destijds in de commissie besproken. Ik weet ik probeer mij ook te
verplaatsen naar de situaties en plaatsen waar de methadondistributie
op dit moment is georganiseerd dat daarover zeer grote
meningsverschillen bestaan in de verschillende landsgedeelten.
Ik was eerlijk gezegd meer gerustgesteld geweest als de minister had
gezegd dat er inderdaad een zeker toezicht op de toediening zou
moeten zijn, dat er een registratie zou zijn, dat men het aantal
personen in behandeling bij een arts toch zou moeten kunnen limiteren,
dat men de link van de arts met een centrum toch ook zou moeten
kunnen garanderen, omdat dat natuurlijk allemaal elementen zijn die in
hun geheel ervoor moeten zorgen dat er geen handel kan ontstaan in dit
soort producten, dat er geen shopping mogelijk is, dat men gewoon
controle houdt over de distributie van dat product. Het is best mogelijk
dat u dat gaat doen. In het oorspronkelijk koninklijk besluit waar
mevrouw Aelvoet zich nogal sterk in gemaakt heeft, was dat in
belangrijke mate geregeld, maar de wet liet en laat uitdrukkelijk toe om
dat niet te doen, om dat niet te regelen op die manier. Hoe meer dat
dat koninklijk besluit opnieuw in vraag komt, hoe meer ik beducht blijf
voor het feit dat we inderdaad geen sluitend systeem hebben. Als men
met substitutieproducten werkt we zijn er ook mee akkoord gegaan:
de consensusconferentie hebben wij trouwens politiek onderschreven
dan moet men daar de goede, degelijke randvoorwaarden voor creëren.
Als men dat niet doet helaas is dat al lange tijd niet zo; ik ben mij
bewust van het feit dat er ook een historische situatie is gegroeid dan
doet men er beter aan die zaken niet ten volle door te zetten in het
beleid. Ik ben nog altijd vragende partij om eens te zien hoe die
registratie nu wordt georganiseerd. Of gaat u dat doen? Gaat u het
aantal patiënten limiteren? Gaat u de link met dat multidisciplinair
centrum verplicht maken? Gaat u het toezicht op de toediening
organiseren? Dat zijn de vragen die moeten opgelost worden. Zo lang
we daar geen klaarheid in hebben, ben ik zeer beducht, onder meer
voor de uitvoering van dat luik van uw federale drugnota. Want dat stond
er ook allemaal in. Het feit dat dit weer allemaal zo lang aansleept,
terwijl het koninklijk besluit toch al geruime tijd circuleert, wekt mijn
wantrouwen. Maar u hebt uiteraard het voordeel van de twijfel. Ik zou
heel dankbaar zijn mochten wij dat koninklijk besluit in zijn versie die u
na al dat advieswerk hebt gekregen, eens konden zien om te zien of de
ambities die toen door de minister werden geformuleerd, nog altijd
overeind blijven.
04.03
Jo Vandeurzen
(CD&V):
La réponse du ministre avive encore
ma méfiance. Les deux parties du
pays ont des opinions très
différentes en ce qui concerne la
distribution de méthadone. Je
serais plus rassuré si le ministre
me disait que la fourniture elle-
même fera l'objet d'un contrôle
renforcé. Il faut éviter l'apparition
d'un commerce de ce type de
produits. L'arrêté royal initial de la
ministre Aelvoet prévoyait plus ou
moins ce type de contrôle, mais la
loi ne l'autorisait pas. Plus on vide
de sa substance ce premier arrêté
royal qui était assez strict, plus je
me tiens sur mes gardes. Cette
affaire traîne également depuis trop
longtemps. Je souhaiterais avoir
connaissance de la version actuelle
de l'arrêté royal.
04.04 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer Vandeurzen, ik wens erop te
wijzen dat de wet is gepubliceerd op 1 oktober. Wij hebben binnenkort,
denk ik, in deze commissie een discussie ten gronde over een aantal
aspecten van het drugbeleid. Ik wil graag op dat moment ook op een
aantal van uw vragen ingaan. Ik hoop u dan ook een tekst te kunnen
04.04
Jef Tavernier
, ministre: La
loi a été publiée le 1
er
octobre.
Une discussion approfondie
concernant plusieurs aspects de la
politique en matière de drogues
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
bezorgen.
sera prochainement menée au sein
de cette commission. J'espère
pouvoir disposer des textes d'ici-là.
De
voorzitter
: Wij wachten op het advies van de commissie voor de Justitie, mijnheer de minister.
04.05 Minister
Jef Tavernier:
Vandaar dat ik ook nog veertien dagen
tijd heb.
De
voorzitter
: Veertien dagen, ja?
04.06 Minister
Jef Tavernier:
Volgende week, ja.
04.07
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
nog twee zinnen. Ten eerste, ik denk ook dat er een sluitend
registratiesysteem moet zijn, maar dat bespreken we bij de drugnota,
en dat gefractioneerde aflevering de regel zou moeten zijn, zij het dat er
uitzonderingen mogelijk moeten zijn. Ik wil er echter wel op wijzen dat
er op dit moment een bevraging loopt, georganiseerd door de
apothekersbond waar men de aflevering van substitutiemiddelen via de
apotheker volledig probeert in kaart te brengen en dat men daar toch
ook een aantal dingen uit zou kunnen leren. Ten tweede, voor
gefractioneerde aflevering bestaat er geen ereloon. Dat is uw probleem
niet, maar dat kunt u misschien signaleren aan uw collega van Sociale
Zaken, wat toch ook een vraag is als men in die richting zou gaan. Ten
derde, ik ben geen voorstander van een ongevallenbeleid. Het is niet
omdat er zich nu een probleem heeft voorgedaan met de aflevering van
methadon dat een dergelijk probleem niet zou kunnen bestaan bij de
aflevering van een ander geneesmiddel. Er moeten algemene regels
getroffen worden om de veiligheid van kinderen te verzekeren ten
opzichte van geneesmiddelen. Maar u gaat toch niet in de
methadonwet iets gaan inschrijven om de veiligheid van kinderen te
verzekeren.
04.07
Annemie Van de
Casteele
(VU&ID): Je plaide
également en faveur d'un système
d'enregistrement efficace et du
principe de la délivrance fractionnée
sans perception d'honoraires à cet
effet; le ministre pourrait peut-être
signaler cela à son collègue des
Affaires sociales. L'Association
belge des pharmaciens a réalisé
sur la délivrance de méthadone et
d'autres produits de substitution
une enquête qui pourrait se révéler
intéressante.
Du reste, je m'oppose à ce que cet
arrêté d'exécution contienne une
règle spécifique concernant la
sécurité des enfants face aux
médicaments. Cette matière doit
être traitée dans le cadre d'une
réglementation générale.
04.08 Minister
Jef Tavernier:
Dat kan buiten de wet, maar u kunt het
daar zonder wetgeving wel echt ook voorzien. U hebt gelijk. Ik ben
enkele weken geleden op de Pharmabeurs geweest en men heeft mij
toen op de stand onder andere van de APB attent gemaakt op het
formulier en op de medewerking van de apotheker in verband juist met
de aspecten van substitutieproducten en het afleveren van
substitutieproducten. Ik denk dat dat een goeie samenwerking is of dat
het ook noodzakelijke gegevens zijn voor die problematiek.
04.08
Jef Tavernier
, ministre: Je
suis au courant de l'enquête
réalisée par les pharmaciens
concernant certains aspects des
produits de substitution et je
compte sur une collaboration
efficace.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "nieuwe PCB-vervuiling" (nr. A166)
05 Question de Mme Annemie Van de Casteele au ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur "une nouvelle pollution au PCB" (n° A166)
05.01
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal bijzonder bondig zijn.
Eigenlijk twijfelde ik eraan om mijn vraag in te trekken. Inderdaad,
sedert mijn vraag van 23 oktober kwam er terzake heel wat informatie
vrij via de pers en ik ben van mening dat het optreden van het
agentschap met betrekking tot de PCB-vervuiling zeer efficiënt was.
05.01
Annemie Van de
Casteele
(VU&ID): On a
récemment recensé un nouveau
cas de pollution aux PCB. La
presse a diffusé de nombreuses
informations dès le 23 octobre.
L'Agence pour la sécurité
alimentaire a combattu ce nouveau
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Bovendien is gebleken dat het probleem niet zo omvangrijk was en dat
er bijgevolg geen reden was om bedrijven verder te blokkeren. Er was
op geen enkel ogenblik een probleem voor de veiligheid van de
consumenten.
Het enige wat mij terzake echter blijft dwarszitten is te weten van waar
de vervuiling komt.
Omtrent de vorige vervuiling die in hetzelfde bedrijf werd vastgesteld,
doen een aantal stellingen de ronde. Het zou bijvoorbeeld gaan om een
lekkende elektriciteitspyloon in een landbouwveld, of om een vervuilde
pletinstallatie.
Mijnheer de minister, het enige wat ik van u wil vernemen is of er verder
onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke oorzaak van de vervuiling en
zo ja of dit reeds leidde tot enig resultaat.
05.02 Minister
Jef Tavernier:
Mevrouw Van de Casteele, ik kan u een
uitgebreid antwoord bezorgen over alle data terzake. Ik zal het u later
overhandigen.
De vraag is waar wij thans staan en of wij de oorzaak kennen van de
vervuiling. Welnu, momenteel kennen wij de oorzaak van de vervuiling
niet. De vervuiling werd op een bepaald ogenblik vastgesteld, maar
daarna niet meer. Vandaar trouwens dat de bedrijven werden
gedeblokkeerd. Op basis van de beschikbare resultaten gaat men ervan
uit dat de oorzaak van de contaminatie te vinden is in het veevoeder
bedrijf zelf, maar zonder te weten waar.
Het is niet de eerste keer dat dit gebeurde in hetzelfde bedrijf. Dat
betekent dat er zich een probleem voordoet. Vandaar dat wij hebben
beslist om de zoektocht voort te zetten en om een doorgedreven
controle uit te oefenen van elk lot veevoeder dat het bedrijf verlaat, op
kosten van de onderneming. Wij kunnen het ons immers niet
permitteren van om de zoveel tijd een hele lijst landbouwbedrijven te
moeten blokkeren omdat er zich een probleem voordoet in een
veevoederbedrijf, waarvan wij tot op heden de oorzaak niet kennen.
Wij konden slechts vaststellen dat er vervuiling was. De verdienste van
het Agentschap bestaat erin dat de vaststelling wordt gedaan en dat er
snel wordt gereageerd, in alle openheid, door bijvoorbeeld de nodige
bedrijven te blokkeren. Dergelijke situaties mogen zich evenwel niet
voordoen.
Momenteel zit men een beetje vast, maar de onderzoeken worden
voortgezet. Bovendien is er een doorgedreven controle van het bedrijf en
van elk lot veevoeder dat het bedrijf verlaat, op kosten van het bedrijf.
05.02
Jef Tavernier
, ministre: Je
vous transmettrai une réponse
détaillée, mentionnant toutes les
informations pertinentes par écrit.
Nous ne connaissons pas les
causes de cette pollution. Elle
provient directement de l'entreprise
de production d'aliments pour
animaux, mais nous ne savons pas
à quel niveau le problème s'est
posé. Il est, en tout cas, procédé à
une enquête plus avant. Nous
effectuons un contrôle approfondi
de chaque lot d'aliments qui quitte
l'entreprise, et ce, aux frais de
cette dernière.
L'AFSCA a le mérite d'avoir réagi
rapidement et en toute
transparence.
05.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mijnheer de minister, ik
ben het met u eens dat er te veel andere slachtoffers vallen.
Jammer genoeg moesten wij vroeger vaststellen dat er in de sector
waarvan sprake minder bonafide zaken gebeuren. Vandaar dat de
waakzaamheid groot moet zijn.
Ik meen te hebben begrepen dat er een verhoogd toezicht is, maar
hoelang zal dat duren? Is er bovendien medewerking vanwege het
bedrijf? Het is immers erg toevallig dat in hetzelfde bedrijf twee of drie
keren problemen worden vastgesteld. Er zou volgens mij een procedure
moeten bestaan om dergelijke bedrijven op een bepaald ogenblik zelf
hun verantwoordelijkheid te doen opnemen. Ik weet ook niet precies
05.03
Annemie Van de
Casteele
(VU&ID): Il semble en
effet indiqué d'accroître la vigilance.
Combien de temps cette
surveillance renforcée sera-t-elle
appliquée? L'entreprise y collabore-
t-elle? N'est-il pas possible
d'imposer à une telle entreprise, où
l'on a déjà constaté un cas de
pollution, de prouver elle-même
qu'elle mène ses activités de
manière propre et régulière?
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
hoe dat zou moeten gebeuren,. Een verhoogd toezicht kan men
uiteraard niet eeuwig volhouden.Op een gegeven ogenblik zal het bedrijf
zelf moeten bewijzen dat het clean is.
05.04 Minister
Jef Tavernier:
Laat het wel duidelijk zijn dat het
verhoogde toezicht op hun kosten plaatsvindt. Dat zal duren ofwel tot
de oorzaak van de vervuiling is gevonden, ofwel omdat de periode
zonder problemen al zo lang aanhoudt dat men ervan uitgaat dat het
verhoogde toezicht niet meer nodig is. Ik wens mij thans evenwel niet
uit te spreken over de lengte van die periode.
05.04
Jef Tavernier
, ministre:
Cette surveillance renforcée est
toujours effectuée aux frais de
l'entreprise et sera maintenue
jusqu'à ce que l'origine de la
pollution soit découverte ou jusqu'à
la fin d'une période sans problèmes
suffisamment longue, permettant
de déduire qu'il est inutile de
continuer les contrôles.
05.05
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Werkt het bedrijf ook
mee, mijnheer de minister?
05.06 Minister
Jef Tavernier:
Het bedrijf werkt inderdaad mee. Zij
kunnen trouwens niet anders. Niet meewerken betekent dat zij andere
sancties oplopen. Wij kunnen ons geen ongelukken veroorloven.
05.06 Minister
Jef Tavernier:
Je
ne désire pas me prononcer sur la
longueur de cette période. Il est
évident que l'entreprise collabore à
la surveillance. Par ailleurs, dans le
cas contraire, elle s'exposerait à
des sanctions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de MUG-helikopter in West-Vlaanderen" (nr. A185)
06 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'hélicoptère du SMUR en Flandre occidentale" (n° A185)
06.01
Roel Deseyn
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil het met u even hebben over de MUG-helikopter in West-
Vlaanderen en de penibele situatie waarin die zich bevindt.
Deze dienst, die toch wel belangrijk is bij dringende medische
hulpverlening, staat zwaar onder druk. Ik wil dan ook enkele feiten
preciseren teneinde het probleem enigszins te duiden.
De MUG-helikopter is in West-Vlaanderen, in een deel van Oost-
Vlaanderen en van Zeeland aangezien dit de straal rond Brugge
betreft operationeel in een straal van 50 km. Dit komt overeen met
ongeveer 2 miljoen inwoners. Ik reken daarbij niet de honderdduizenden
zomertoeristen die niet alleen tijdens de vakanties maar ook in de
weekends naar de kust trekken. De helikopter wordt gemiddeld
tweemaal per dag ingezet, dus ook steeds meer buiten de
zomerperiode om gespecialiseerde medische hulp te bieden in
noodtoestanden. Daarnaast wordt de helikopter ook gebruikt voor het
transport van bijvoorbeeld organen. Dit valt ook onder de noemer van
dringende interventies.
Als er een ongeval op meer dan 10 km van het ziekenhuis gebeurt,
wordt in deze regio heli-hulp verkozen. Dit is nogal evident omdat er een
grotere snelheid is. Ik meen dat we in Vlaanderen snelle medische hulp
binnen de 15 minuten moeten kunnen garanderen. Met de auto
haalt men op onze wegen amper 60 km per uur, met de helikopter
wordt dit al vlug 220 km per uur.
Vanuit de medische spoeddiensten stijgt dan ook de vraag om de
06.01
Roel Deseyn
(CD&V):
L'hélicoptère du SMUR est
opérationnel dans un rayon de
cinquante kilomètres environ en
Flandre occidentale, dans une
partie de la Flandre orientale et
dans la province néerlandaise de
Zélande, ce qui équivaut à deux
millions d'habitants, auxquels il
convient d'ajouter les nombreux
touristes pendant la haute saison.
L'hélicoptère est utilisé non
seulement pour administrer l'aide
médicale urgente lorsqu'un
accident se produit à plus de 10
kilomètres d'un hôpital mais
également pour le transport
d'organes.
L'utilisation de l'hélicoptère du
SMUR est à présent remise en
question dans la mesure où, à la fin
de cette année, le sponsor privé,
l'entreprise DVV, cessera son
parrainage. Le budget dont a
besoin l'asbl
Instituut voor
dringende medische hulpverlening
,
qui assure les vols par hélicoptère,
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
inzetbaarheid van de helikopter als medische urgentiegroep te
vergroten. Het gaat dan over comfortabele interventies die natuurlijk het
slachtoffer ten goede komen.
De VZW Instituut voor dringende medische hulpverlening kampt
momenteel evenwel met financiële problemen. De reden daarvoor is
eenvoudig. Haar sponsor, DVD De Volksverzekering, die vroeger
trouwens altijd sponsor was, heeft voor dit project afgehaakt.
Concreet betekent dit dat, indien er niets wijzigt in de financiering, eind
dit jaar vanuit het Brugse AZ Sint-Jan geen MUG-helikopters meer
zullen opstijgen voor dringende noodoproepen.
Voor de leasing van de helikopter, de betaling van twee piloten en
technisch personeel heeft de VZW een budget nodig van ongeveer
420.000 euro wat neerkomt op 17 miljoen oude franken. De
patiëntenfacturen kunnen amper 20 procent van de kosten dekken.
Uiteraard kan men die facturen niet mateloos opdrijven. De kosten zijn
reeds hoog gezien de efficiëntie van een dergelijke helikopter.
Bijgevolg krijgt de VZW een toelage van de provincie en betalen 45 van
de 64 West-Vlaamse gemeenten 25 eurocent per inwoner. Men kan
dus eigenlijk al spreken van een grote solidariteit van de bevolking.
Voorlopig werd er nog geen nieuwe sponsor gevonden en hoewel het
zeer lovenswaardig is dat de provincie en de gemeenten dit initiatief
steunen, ik wil daar zeker niet de minste afbreuk aan doen, lijkt het mij
toch niet meteen hun bevoegdheid om tussen te komen in de
uitbatingskosten van een MUG-helikopter. Dit is veeleer een taak van
de federale overheid. We stellen echter vast dat een en ander weer
wordt doorgeschoven, zoals in andere dossiers. Ook hier, voor de
MUG-helikopter, moeten de ondergeschikte besturen de portefeuille
bovenhalen en bijspringen ten bate van hun inwoners. Het is eigenlijk
een heel verregaande solidariteit; het gaat immers niet alleen over
slachtoffers in de gemeenten uit West-Vlaanderen. Er zijn ook
interventies in Oost-Vlaanderen waar geen bijdrage wordt gevraagd.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen. Ten eerste, wordt er nu al
op de een of andere manier tussengekomen door de federale overheid
of op een andere manier bijgedragen tot een goede werking van deze
MUG-heli? Ik heb daar immer geen kennis van.
Ten tweede, indien niet, ziet u dan een mogelijkheid om via een
overheidstussenkomst de MUG-heli te laten voortbestaan? Ik denk dat
dit nogal wenselijk is. U kunt misschien zeggen dat het een atypische
situatie is maar wij hebben dat nodig in West-Vlaanderen gezien de
specifieke toeristische recreatie aldaar.
Ten derde, ziet de minister andere oplossingen om de MUG-helikopter
in de toekomst verder te kunnen blijven inzetten in het belang van heel
wat landgenoten? Kan er dan een uitbreiding zijn naar de andere
provincies aangezien het hier toch om een effectieve vorm van
hulpverlening gaat die de patiënt en de volksgezondheid ten goede
komen?
s'élève à 420.000 euros. Les
factures des patients ne couvrent
que 20% du coût total. L'asbl est
également subventionnée par la
province et par 45 des 64
communes de Flandre occidentale.
La recherche d'un nouveau sponsor
n'a jusqu'à présent rien donné. A
l'heure actuelle, les pouvoirs
publics fédéraux interviennent-ils
déjà, sous l'une ou l'autre forme,
dans les frais de fonctionnement de
l'hélicoptère du SMUR? Les
autorités fédérales peuvent-elles
garantir que cet hélicoptère pourra
continuer à voler sans le parrainage
d'un sponsor privé?
06.02 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer de voorzitter, collega Deseyn,
de MUG-problematiek is een problematiek die me sterk aanspreekt, al
was het maar omdat het het eerste dossier was waarmee ik
geconfronteerd werd begin september. Daarbovenop kwam de hele
specifieke vraag inzake de MUG-helikopters waarbij sommigen de
MUG-helikopters zien als de nec plus ultra, het van het. Dat moet een
06.02
Jef Tavernier
, ministre: Le
système des SMUR a récemment
fait l'objet d'une programmation qui
désigne des équipes SMUR pour
l'ensemble du territoire national. Le
principe de base est qu'un patient,
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
klein beetje gerelativeerd worden en in een bepaald kader worden
geplaatst, ook als het gaat over West-Vlaanderen. Het is duidelijk dat
we daarover spreken en discussiëren.
Eerst en vooral moeten we vaststellen dat inzake het MUG-landschap,
de medische urgentiediensten, een programmatie bestaat zodanig dat
gans België vrij gelijkmatig met wat discussiepunten overdekt wordt
door MUG-equipes. Hierbij werd ervan uitgegaan dat de patiënt wier
toestand dringende medische hulp vereist, binnen de 15 minuten,
idealiter binnen de 10 minuten, hulp moet krijgen van een MUG-equipe.
Door de spreiding van de ziekenhuizen over het Belgisch grondgebied is
het op dit ogenblik niet mogelijk om overal binnen de 15 minuten hulp te
bieden. Het is belangrijk te zien dat niet alleen de MUG zelf werkt, het
voertuig, maar ook een equipe. Dat vergeet men soms. Met een goed
uitgeruste ziekenwagen is men niets als er geen goede equipe is.
Bovendien moet dat gekoppeld zijn aan een daartoe erkend ziekenhuis
zodat alles op hetzelfde niveau staat, zowel inzake uitrusting als inzake
beschikbaarheid. Alleen op de plaatsen waar men niet binnen de 15
minuten geraakt met de interventie van een MUG-wagen is de
tussenkomst van een helikopter een oplossing. Men moet dan wel
rekening houden met het feit dat die helikopter wel degelijk moet
kunnen landen. In een aantal gevallen kan die helikopter niet landen.
Als men het heeft over snelheden moet men er ook rekening mee
houden dat het iets meer tijd vergt om op te stijgen met een helikopter,
om te starten dan dat men met een wagen vertrekt. Enerzijds is er de
aanlooptijd. Anderzijds is er de tijd die men nodig heeft ter plaatse.
Wat West-Vlaanderen betreft, is het duidelijk dat een helikopter reeds
een aantal jaren wordt ingeschakeld. Een zestal jaar geleden werden
de modaliteiten van die inzet afgesproken met het ministerie van
Volksgezondheid. In 1998 werd dit herhaald op een internationaal
symposium specifiek over helikopterhulp te Brugge.
Bij de inzet van de helikopter moet er bovendien ook rekening mee
worden gehouden dat een helikopter niet altijd kan vliegen, bij mist en
`s nachts en dat het vluchtschema aan strikte regels is onderworpen.
Dat is de reden waarom we stellen dat een helikopter een additioneel
middel is en niet ter vervanging van. Vandaar dat we gesteld hebben dat
eerst al de rest geregeld moet zijn vooraleer beslissingen te nemen in
verband met de inzet van een helikopter. Dat betekent dat het vroegere
advies van de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige
Hulpverlening onvoldoende is omdat we met een nieuwe situatie
geconfronteerd worden.
We stellen wel vast dat de MUG-helikopter betaald wordt door de
overheden en voor mij is het ook heel duidelijk dat daar op dit moment
in West-Vlaanderen financiële problemen zijn. We wachten echter op
een nieuw bruikbaar advies van de Nationale Raad voor Dringende
Geneeskundige Hulpverlening. Eens dat advies er is, op basis van de
nieuwe situatie, kunnen we beslissen over bijkomende budgetten,
bijkomende financiering, vanuit de federale overheid.
Op dit moment is er dus niet in voorzien. Dat is heel duidelijk. Maar,
voor de toekomst blijft dat mogelijk in het kader van de Europese
HEMS-regeling, Helicopter Emergency Medical Service. Daarvoor
hebben we dat advies nodig. Er wordt aan een dossier verdergewerkt op
basis van basishulpverlening door goed uitgeruste wagens die gans het
grondgebied overdekken. Op basis van de nieuwe situatie moet er een
nieuwe benadering komen van de helikopterhulp en daaraan moet dan
een eventueel bijkomende financiering gekoppeld worden. Maar, laat
ons niet de kar vóór het paard spannen. Maar ik sluit het niet uit. Ik wil
me wel een beetje afzetten tegen ik heb niet gezegd dat u dat doet
lorsqu'il nécessite une aide
médicale urgente et sophistiquée
sur place, reçoit l'aide d'une équipe
SMUR dans les 15 minutes qui
suivent. Une équipe SMUR doit
toujours intervenir à partir d'un
hôpital agréé à cet effet. La
répartition des hôpitaux dans notre
pays ne permet pas toujours de
respecter ce délai de 15 minutes.
L'hélicoptère peut constituer une
solution pour les régions
concernées, à condition toutefois
que l'appareil puisse se poser à
proximité. Par ailleurs, un
hélicoptère ne peut parfois pas
décoller, comme en cas d'épais
brouillard par exemple, et son plan
de vol est soumis à toute une série
de réglementations. C'est la raison
pour laquelle l'hélicoptère est
considéré comme un moyen
additionnel pour transporter une
équipe SMUR lorsqu'il s'avère qu'il
peut être sur place, en tenant
compte du temps de démarrage de
4 minutes, plus rapidement que la
voiture SMUR.
Un règlement définitif concernant
les hélicoptères SMUR ne pourra
être élaboré que lorsque la
programmation des équipes SMUR
sur la route aura été fixée
définitivement. Un nouvel avis a
entre temps été demandé au
Conseil national de l'aide médicale
urgente.
A l'heure actuelle, l'hélicoptère du
SMUR est subventionné par
plusieurs pouvoirs publics et
financé par des sponsors. Après le
retrait du sponsor privé, un
problème financier se pose en effet
en Flandre occidentale. Le
gouvernement fédéral ne peut
cependant considérer l'hélicoptère
du SMUR de Flandre occidentale
comme un projet spécifique pour
l'octroi d'une aide financière. Un
financement dans le cadre du
programme européen
Helicopter
Emergency Medical Service
n'est
envisageable qu'après le dépôt du
nouvel avis du Conseil national de
l'aide médicale urgente. Je pense
qu'il devrait être tenu compte dans
cet avis de la précieuse expérience
acquise entre-temps avec
l'hélicoptère du SMUR en Flandre
occidentale.
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
het feit dat men de helikopterhulp en de MUG-helikopter ziet als de
ultieme oplossing. Ik denk dat in een aantal omstandigheden wij wel
eens een verkeerde reflex kunnen hebben.
(...)
06.03 Minister
Jef Tavernier:
Vandaar dat hij soms sneller ter plaatse
is, los van de snelheid waarmee hij zich verplaatst.
De
voorzitter
: Er is een toekomst naar de politiek.
06.04
Jef Valkeniers
(VLD): Ik ken ook verschillende huisartsen die
zich zelfs per moto verplaatsen, ik vermoed omdat ze sneller en ook
gemakkelijker kunnen parkeren.
06.05
Roel Deseyn
(CD&V): Mijnheer de minister, u doet de MUG-
helikopterdienst een beetje af als een complementair middel. Dat blijkt
toch uit de gesprekken met de sector. U spreekt over
helikopterequipes. Het is nogal evident dat die moeten verbonden
worden aan bepaalde ziekenhuizen. U zegt: er zijn veel ziekenhuizen.
Het is natuurlijk duidelijk dat dit niet hoeft voor elk ziekenhuis, want die
helikopters hebben een grote actieradius, met gerichte
interventiepunten of ankerpunten; één volstaat zelfs voor onze provincie.
Dus dat kan eigenlijk het probleem niet zijn.
Het provinciebestuur van West-Vlaanderen levert wèl een inspanning.
De meest recente gegevens wijzen erop dat zij nu voor een volgende
begroting daar aanzienlijke middelen voor uittrekken. Wat zien zij na
grondige evaluatie? Dit is zo waardevol dat dit moet gefinancierd
worden. Zij nemen daar wèl hun verantwoordelijkheid op, in
tegenstelling tot wat er hier ook federaal gebeurt. Wat zien we? Dit
biedt minder perspectieven voor de provincie West-Vlaanderen dan voor
andere projecten. Maar ze willen daar zeker hun verantwoordelijkheid
niet ontlopen omdat zij die continuïteit in de dienst zo belangrijk vinden.
U zegt dat er een nieuwe studie komt. We zullen zien of dat al dan niet
hoeft en volgens welke modaliteiten. Toch vind ik het belangrijk dat die
continuïteit bewaard wordt. Want als die studie dan zal uitwijzen dat
het zeker zin heeft en uiterst wenselijk is, dan is het eigenlijk maar
triestig dat we nu niet in die continuïteit zouden kunnen voorzien.
U zegt dat we dat moeten relativeren maar als dat wordt gezegd tegen
patiënten in grote nood of mensen die dringend een transplantatie van
een orgaan nodig hebben op grote afstand, dan klinkt dat nogal
depreciërend ten overstaan van die mensen.
U zegt dat wij het nut van die helikopter moeten relativeren. U kunt ook
de situatie op onze Vlaamse wegen. Ik pleit er dus voor een serieuze
inspanning te leveren op federaal niveau om die hele dienst te bewaken.
06.05
Roel Deseyn
(CD&V):
L'hélicoptère du SMUR n'est, à
mes yeux, pas un instrument
additionnel, mais plutôt un élément
complémentaire de l'aide médicale
urgente.
Vu le vaste rayon d'action de
l'hélicoptère, un seul point
d'ancrage fixe suffit pour couvrir tout
le champ d'action.
La province de Flandre occidentale
consent un effort budgétaire
considérable et est totalement
convaincue de l'utilité d'un tel
hélicoptère. Je regrette que le
gouvernement fédéral ne soit, quant
à lui, pas disposé à délier les
cordons de la bourse dans une
même mesure.
06.06 Minister
Jef Tavernier:
Ik wil er wel op wijzen dat het niet het
terugtreden is van de federale overheid qua financiering dat een
probleem schept, maar wel het feit dat de vroegere sponsor blijkbaar
niet meer wil sponsoren en dat men nu dus een bijkomend beroep doet
of wil doen op de federale overheid.
06.06
Jef Tavernier
, ministre: Le
problème que pose l'hélicoptère du
SMUR de Flandre occidentale n'est
pas que le pouvoir fédéral refuse de
faire un effort, c'est que le sponsor
privé s'est désisté de sorte que l'on
doit demander un effort
supplémentaire aux pouvoirs
publics.
Het incident is gesloten.
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de vergoeding voor runderen die uit voorzorg uit de voedselketen worden
gehouden" (nr. A187)
07 Question de M. Yves Leterme au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les indémnités versées aux agriculteurs pour les bovins retirés
de la chaîne alimentaire par mesure de précaution" (n° A187)
07.01
Yves Leterme
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de Europese reglementering bepaalt dat wanneer de
voorlopige uitslag van een BSE-test positief is in het slachthuis
maatregelen worden genomen. Meer bepaald wordt uiteraard het
betrokken karkas, het betrokken rund onmiddellijk in beslag genomen.
De regel is dat niet alleen het betrokken karkas, maar ook het karkas
of het rund dat onmiddellijk voor het betrokken rund geslacht werd "in
behandeling wordt genomen" en ook de twee runderen die in de
slachtlijn volgen na het positieve karkas in beslag worden genomen. In
totaal worden dus eigenlijk vier karkassen door een maatregel getroffen.
De Europese verordening spreekt zich niet uit over de wijze waarop de
betrokken veekwekers worden vergoed of zouden moeten worden
vergoed. Nu is mij opgevallen, is mij gesignaleerd ook door mensen die
getroffen zijn, die gedupeerd zijn door de betrokken regelgeving, dat de
Belgische interne regelgeving op het vlak van de vergoeding eigenlijk
toch wel een anomalie vertoont, in die zin dat wanneer een bepaald
karkas positief is op de definitieve BSE-test die volgt op de voorlopige
en de eerste BSE-test, de Belgische regelgeving wat normaal is in
een vergoeding voorziet. De betrokken veekweker wordt vergoed voor
het positieve karkas, maar dat is niet het geval voor de drie andere
runderen of karkassen naargelang de toestand waarin ze zich op de
slachtlijn op dat moment al bevonden. Wanneer dan de definitieve BSE-
test negatief zou zijn, zouden de ten onrechte in beslag genomen
karkassen worden vergoed en blijft uiteindelijk het bedrijf zijn dieren
behouden. Dat is het punt niet. Het punt is dat die drie andere dieren,
die uit voorzorg uit de voedselketen worden genomen overeenkomstig
een bepaalde Europese verordening waar men achter kan staan gelet
op de sanitaire oogmerken die worden nagestreefd en de oogmerken
van volksgezondheid, niet worden vergoed. De betrokken veekweker,
die reeds benadeeld wordt, krijgt daarbij te maken met het feit dat heel
vaak die andere karkassen uit voorzorg uit de voedselketen worden
gehouden terwijl ze naderhand niet aangetast blijken te zijn en dus
eigenlijk kerngezond zijn. In elk geval, de boer, de veekweker, is daar
de dupe van.
Ik heb twee vragen. Eén, ik veronderstel dat ik de regelgeving die mij
aangereikt is ik geef dat toe, die mij gesignaleerd is juist heb
nagelezen. Twee, geconfronteerd met die anomalie die uiteraard recent
is, gelet op de recente aard van heel wat maatregelen die met
betrekking tot die BSE-besmetting zijn genomen, wat vindt u daarvan,
mijnheer de minister? Bent u bereid om desgevallend de regelgeving
aan te passen zodat rechtvaardigheid zou kunnen geschieden en de
schade die wordt geleden door een veekweker omdat toevallig zijn
beesten of zijn karkassen ik weet niet in welke toestand ze zich dan
bevinden in de omgeving van een besmet dier hangen, zou kunnen
worden vergoed?
07.01
Yves Leterme
(CD&V): Un
règlement européen exige que
lorsque le résultat provisoire d'un
test ESB est positif, le bovin
concerné soit immédiatement saisi.
Par mesure de précaution, sont
également saisies et détruites la
carcasse précédant la carcasse
positive dans la ligne d'abattage
ainsi que les deux carcasses qui la
suivent.
Ce règlement européen ne
comporte aucune disposition
évoquant l'indemnisation à verser à
l'éleveur. La réglementation belge
prévoit, quant à elle, que si le
résultat du test ESB définitif est
positif, l'éleveur est indemnisé pour
l'animal contrôlé positif et pour le
reste de son cheptel. En cas de
résultat négatif, la carcasse
indûment saisie donne lieu à
indemnisation et l'éleveur peut
conserver son cheptel.
Le problème qui se pose
maintenant est que l'éleveur ne
reçoit pas d'indemnisation pour les
trois bêtes saines se trouvant aux
côtés d'une bête contaminée dans
la ligne d'abattage et qui par
précaution sont retirées de la
chaîne alimentaire. Le ministre est-
il disposé à adapter la
réglementation et à prévoir une
indemnisation dans pareil cas?
07.02 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer Leterme, ik stel vast dat u
zoals ik ook karkassenspecialist begint te worden, eventueel zelfs van
buurtkarkassen. Voor mij is duidelijk dat het belangrijk is van te weten
in welke buurt men zich bevindt.
07.02
Jef Tavernier
, ministre: Le
dépeçage d'une carcasse constitue
une opération au cours de laquelle
le risque de contamination des
carcasses voisines est relativement
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
De vergoeding is geregeld in het kader van de maatregelen ter
bestrijding van de BSE en in het kader van het programma van verhoogd
toezicht door snelle testen in het slachthuis en bij het destructiebedrijf.
Die vergoedingssystemen moeten de goedkeuring krijgen van de
Europese Commissie en u weet dat die nogal streng toekijkt met de
bedoeling om onrechtmatige, concurrentievervalsende
steunmaatregelen aan de landbouw tegen te gaan.
Een groot verschil tussen BSE en de andere tot op heden
gereglementeerde dierenziekten zoals varkenspest en mond- en
klauwzeer, is dat de bevestigende diagnose voor BSE niet kan
bekomen worden op het levende dier. Dat is dus eigenlijk het probleem.
De testen kunnen enkel gebeuren op materiaal dat slechts na doding of
slachting kan verkregen worden. Vandaar dat voor BSE in een
vergoeding is voorzien voor karkassen die positief reageren op een
snelle test. In een normaal slachtproces kan het zijn dat bij bepaalde
handelingen of op bepaalde momenten de karkassen elkaar raken of
dat materiaal van het ene karkas overgaat op het naburige. Een
dergelijk kritiek punt met betrekking tot BSE in een rundveeslachthuis
is het splijten en het zagen u hebt dat misschien ooit gezien van de
karkassen in twee helften. Indien een BSE-test positief is en het
overeenkomstige karkas wordt afgekeurd, dienen ook de
buurtkarkassen om reden van buurtbesmetting afgekeurd en vernietigd
te worden. Dat is duidelijk bepaald in de verordening.
Er zijn echter uitzonderingen. Een uitzondering kan verleend worden
voor die buurtkarkassen indien de verantwoordelijke van de inrichting,
dus de uitbater, voorzieningen heeft getroffen die een contaminatie van
de buurtkarkassen tijdens het slachtproces verhinderen. Contaminatie
is op dat moment niet het gevolg van het productieproces op het
landbouwbedrijf, maar wel van het productieproces van het slachthuis.
Het feit dat men enerzijds zegt dat dit slechts een theorie is, en men
anderzijds weet dat de uitbater van het slachthuis bepaalde
maatregelen kan nemen om buurtbesmettingen te voorkomen, betekent
dat de aansprakelijkheid voor die besmetting op dat moment bij de
slachthuizen ligt. De slachthuizen beschikken over middelen om zich
tegen dit risico in te dekken. Zij kunnen ofwel de nodige maatregelen
nemen, ofwel zich indekken tegen dit risico. De exploitatiemaatregelen
die zij moeten nakomen om de inbeslagneming van naburige karkassen
te voorkomen, zijn vastgelegd in een ministeriële omzendbrief. Dat is
dus bepaald. Standaardoplossingen zijn niet voorhanden, zodanig dat
noch de Europese Commissie noch de Belgische overheid het gepast
achten om met dat doel in regelgeving technische voorwaarden vast te
leggen. De schikkingen die de slachthuizen zouden nemen, worden
geval per geval voorgelegd aan het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen. De maatregelen betreffende de
buurtkarkassen zijn bekendgemaakt bij het in werking treden van het
verhoogd toezicht op BSE op de karkassen in de slachthuizen.
Dus, ik denk dat het duidelijk is. U zit dus met uw besmet karkas of u
zit met de buurtkarkassen. Er zijn bepalingen opgelegd om niet tot
vernietiging te moeten overgaan. Dat is dus de verantwoordelijkheid van
het slachthuis. Nu, de representatieve vereniging van de slachthuizen
heeft op een bepaald moment, op het moment van verhoogd toezicht op
de BSE, zelfs het voorstel gedaan om een met de verzekering voor
gortig vlees vergelijkbare verzekering in te voeren. Zij hebben gezegd:
"Liever dat dan te investeren in structurele of organisatorische
aanpassingen in het slachtproces, om versleping te voorkomen".
Men heeft dat voorstel gedaan en daarbij is het eigenlijk gebleven. Nu is
het zo dat aan de eisen inzake volksgezondheid voldaan worden door
zowel het uit consumptie halen van gecontamineerde buurtkarkassen
élevé. C'est la raison pour laquelle
ces dernières sont également
détruites en cas de véritable
contamination. Cette mesure n'est
pas nécessaire lorsque l'exploitant
de l'abattoir a pris des dispositions
rendant une telle contamination
impossible.
La responsabilité d'une
contamination ressortit aux
abattoirs. Ils peuvent donc se
prémunir contre une saisie.
Ni la Commission européenne, ni
les pouvoirs publics belges n'ont
estimé souhaitable d'instaurer des
conditions techniques générales
pour des solutions de type
standard. L'Agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire
(AFSCA) statue au cas par cas.
Les abattoirs connaissent les
procédures mises en oeuvre. Leurs
associations professionnelles ont
déjà proposé d'instaurer un
système d'assurance au lieu de
devoir investir dans une
infrastructure permettant d'éviter les
contaminations mais, depuis lors,
le dossier n'a plus évolué. Ni le
Fonds sanitaire, ni les autorités ne
peuvent cependant prendre en
charge les pertes économiques.
Par ailleurs, l'AFSCA n'a pas
ménagé ses efforts pour limiter les
pertes engendrées par l'attente du
résultat des tests.
Le phénomène des carcasses
testées positives par erreur, c'est-à-
dire lorsque le premier test n'est
pas confirmé par le second, peut
du reste bel et bien faire l'objet
d'une nouvelle discussion. En
l'espèce, la responsabilité des
pertes encourues n'est pas
intégralement imputable à l'abattoir.
J'ai à nouveau appelé les
associations professionnelles à
mettre au point un système
d'assurance qui couvre la perte des
carcasses voisines. Les
propriétaires concernés restent
toutefois libres de réclamer une
indemnité équitable pour la perte
encourue en raison du manque de
précautions prises par l'abattoir.
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
als door het nemen van de in de ministeriële rondzendbrief bepaalde
structurele of organisatorische aanpassingen aan het slachtproces. Als
de naburige karkassen in beslag worden genomen omdat op een
onderzocht karkas geen snelle test noch een gewone test kon worden
uitgevoerd, kan het slachthuis de aansprakelijkheid van een derde
inroepen. Ongeacht of het gaat om de bestrijding van BSE of van
andere ziekten kunnen noch de overheid noch het Fonds de
economische verliezen dragen die voortvloeien uit de uitvoering van de
door de gezondheidsreglementering opgelegde controles, behalve
wanneer een fout bij de uitvoering van die controles kan worden
aangetoond. Het Agentschap heeft het nodige gedaan om de met de
uitvoering van de snelle en bevestigende test samenhangende
economische verliezen zoveel mogelijk te beperken door, telkens
wanneer de resultaten op zich laten wachten, te voorzien in een
origineel opslagsysteem voor het vlees, dus na uitbenen, versnijden,
enzovoort, en dat onder veterinair toezicht. Gelet op de wetgeving die
geldt met betrekking tot de financiering van de controles kan het
Agentschap deze maatregelen niet bekostigen.
De raad van het Fonds zou een nieuwe discussie kunnen voeren
omtrent de gepastheid van een schadevergoeding voor naburige
karkassen van een vals positief karkas. Dat is iets anders. Als het een
vals positief is, dit wil zeggen een karkas waarvoor de ongunstige snelle
test niet wordt bevestigd door de gewone test, ligt de
verantwoordelijkheid immers voor een deel niet bij het slachthuis. Dit
punt zou kunnen worden onderzocht op verzoek van de
landbouworganisaties.
Daarnaast heb ik nogmaals aangedrongen bij de representatieve
beroepsverenigingen van slachthuizen dat zij een verzekeringssysteem
zouden opzetten dat de risico's dekt die de landbouwers lopen met
betrekking tot naburige karkassen van een bevestigd positief karkas.
Intussen staat het de eigenaars van inbeslaggenomen en vernietigde
naburige karkassen vrij om, eventueel met steun van hun syndicaat,
een eerlijke vergoeding te eisen voor het verlies dat zij hebben geleden
doordat het slachthuis niet alle voorzieningen heeft genomen.
Men heeft dus, enerzijds, de verantwoordelijkheid van de overheid met
bepaalde vergoedingen, en, anderzijds, de verantwoordelijkheid van het
slachthuis met daarin twee mogelijkheden: ofwel zelf vergoeden of via
een verzekering, ofwel de mogelijkheid om de gepaste maatregelen te
nemen opdat er geen buurtcontaminatie meer mogelijk is.
Voor een aantal zaken, waarvoor de overheid verantwoordelijk is, neemt
zij de vergoeding op zich. Er zijn natuurlijk een aantal
appreciatieproblemen die zich aandienen als een geval zich voordoet.
07.03
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de minister, laat mij beginnen
met het positieve. Ik neem akte van het feit dat u bereid bent om met
betrekking tot de valse ongunstige uitslagen van die karkassen een
overleg op te starten teneinde, gelet op de medeverantwoordelijkheid
van de controlerende overheidsinstantie, na te gaan op welke wijze
billijk aan de geleden schade kan worden tegemoet gekomen.
Uw antwoord ontgoochelt mij echter. Het is inhoudelijk zeer goed
gestoffeerd en uitgebreid, maar het ontgoochelt mij omdat u juist op het
punt waar u als overheid niet alleen als Jef Tavernier, maar als
minister van Volksgezondheid uw verantwoordelijkheid zou moeten
opnemen, past.
07.03
Yves Leterme
(CD&V):
Encourager la concertation pour
régler le problème des carcasses
testées positives erronément,
constitue l'élément positif de votre
réponse. Le reste me déçoit : les
personnes qui ne sont pas
responsables d'une contamination
sont quand même pénalisées
financièrement. Les autorités
abandonnent ces personnes à leur
sort et celles-ci doivent tenter
d'obtenir gain de cause devant la
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Wat is het feit? U hebt maatregelen vanuit het oogpunt van de
volksgezondheid, controles ter handhaving van die maatregelen en ter
handhaving van de nagestreefde doelstellingen. Iemand die totaal geen
verantwoordelijkheid draagt voor een element dat een negatieve invloed
heeft op de volksgezondheid, wordt gestraft en lijdt schade. De overheid
die mee aan de basis ligt van het controlesysteem dat rechtstreeks de
oorzaak is van die schade het is bijna een "aquillaanse"
aansprakelijkheid zegt dat men dat moet oplossen met het betrokken
slachthuis, dat het slachthuis zich moet verzekeren, dat het ofwel
maatregelen moet nemen, ofwel een vergoeding moet betalen.
U laat de veekwekers eigenlijk machteloos staan tegenover het
slachthuis. U zou die maatregel kunnen opleggen in het kader van de
exploitatievoorwaarden van de slachthuizen. U zegt de mogelijkheid te
laten openstaan en het sluiten van verzekeringen te suggereren, maar
waarom maakt u de maatregel dan niet afdwingbaar? Indien het wordt
verplicht, dan staat de boer niet machteloos.
Als slotbemerking zegt u dat betrokkenen desnoods, eventueel in
samenspraak met de organisaties, schadevergoeding kunnen eisen.
Dat betekent dus dat zij zich moeten richten tot de rechtbank, terwijl zij
machteloos staan ten opzichte van de slachthuizen. Het ware toch veel
eenvoudiger om niet alleen A de sanitaire controles moeten gebeuren
desgevallend met schade voor de betrokken boeren en veekwekers
maar ook B te zeggen, waarbij ervoor wordt gezorgd niet per se door
de overheid, maar door de slachthuizen of op een andere wijze dat
alles in het werk zal worden gesteld om geen schade meer te lijden en
dat, in geval van schade zonder enige fout maar wel als oorzakelijk
verband van een overheidsmaatregel toegepast door het slachthuis,
deze wordt vergoed.
Het is te gemakkelijk om te verwijzen naar de reglementering of naar
Europa. Op die manier laat u de boeren over aan hun lot.
Ik weet dat het gaat om nieuwe maatregelen en misschien moeten wij
een aantal kinderziektes meemaken, maar het sluitstuk is
rechtvaardigheid ten aanzien van de veekweker die geen enkele schuld
treft voor het feit dat de karkassen van zijn dieren toevallig liggen in de
omgeving van een getroffen karkas. Die boer treft helemaal geen schuld
en u laat hem aan zijn lot over, mijnheer de minister. Dat is frustrerend
en ontgoochelend.
Ik volg dit dossier hoe dan ook op. U moet uw verantwoordelijkheid
terzake nemen en ik hoop dat u bereid bent om ook deze aspecten aan
te kaarten. Voor Europa is er in elk geval geen probleem van
concurrentievervalsing mocht u aan de betrokken boeren een billijke
schadevergoeding bezorgen.
Naast het gesprek dat u openlaat, in verband met de valse en
ongunstige karkassen, hoop ik dat u bereid bent om de problematiek in
zijn geheel te bespreken met de betrokken organisaties, om na te gaan
waar de overheid desgevallend haar verantwoordelijkheid beter kan
opnemen, in het verlengde van initiatieven die werden genomen door
andere landen die ook werden getroffen door dergelijke verplichtingen. Ik
zal u in dat verband trouwens documenten bezorgen.
Justice. Les autorités devraient
prendre leurs responsabilités en la
matière et prévoir une indemnité.
J'ai examiné le dossier : une
indemnité équitable ne rencontrerait
pas d'opposition au niveau
européen. Je conseille au ministre
de se renseigner sur l'attitude des
pays voisins en la matière.
07.04 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer de voorzitter, ik vrees dat de
heer Leterme de zaken te negatief voorstelt.
Ten eerste, het is belangrijk om duidelijk vast te leggen waar de
verantwoordelijkheid ligt. In een aantal gevallen ligt de
07.04
Jef Tavernier
, ministre: Je
répète que, dans un certain nombre
de cas, la responsabilité incombe
aux abattoirs. J'ai clairement
précisé dans ma réponse que j'ai
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
verantwoordelijkheid bij de slachthuizen.
Ik heb duidelijk gezegd dat de slachthuizen een verzekering moeten
sluiten. In de voorlaatste alinea van de tekst die ik u zal bezorgen,
wordt duidelijk bepaald dat ik nogmaals zal aandringen bij de
representatieve beroepsverenigingen van de slachthuizen opdat zij een
verzekeringssysteem zouden creëren dat het risico dekt dat
landbouwers lopen, met betrekking tot naburige karkassen van een
bevestigd positief karkas. Daarover gaat het trouwens.
Mochten wij vaststellen dat er geen verzekering wordt gesloten en dat
er problemen rijzen in verband met vergoedingen voor naburige
karkassen, dan moet er uiteraard verder worden opgetreden. Het is
echter ook mogelijk dat het slachthuis geen verzekering sluit, maar wel
de kosten draagt. Een verzekeringssysteem werkt op die manier dat de
premies de uitgaven dekken. Hoe de slachthuizen tewerk gaan is mij
om het even, op voorwaarde dat zij hun verantwoordelijkheid opnemen
en instaan voor de financiële gevolgen. Op het ogenblik dat in dat
verband klachten zouden blijven komen, moet er verder worden
opgetreden.
Volgens mij is de verantwoordelijkheid duidelijk gedefinieerd en is het
bijgevolg ook duidelijk wie uiteindelijk de schade moet vergoeden.
appelé une nouvelle fois les
associations professionnelles à
prendre une assurance spéciale.
Les abattoirs ne sont pas obligés
de s'assurer, mais ils doivent
prendre en charge les frais.
07.05
Yves Leterme
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, de minister
spreekt over de mogelijkheid dat er problemen zouden blijven. Ik ben
een man van het volk. Ik signaleer u een probleem. Het is geen fictief
probleem. Mensen die schade hebben geleden, hebben het mij
voorgelegd. U zegt te zullen aandringen bij de representatieve
organisatie van slachthuizen. Ik zou u willen vragen dat u effectief
aandringt.
Indien die slachthuizen niet bereid zijn om te voorzien in een
schadevergoeding vanuit een polis die ze sluiten, wens ik zoals u zelf
suggereert dat er maatregelen worden genomen meer dan
aandringen , opdat zou worden vermeden dat de nietsvermoedende
bonafide veehouder het slachtoffer is van een maatregel die wel via de
slachthuizen wordt ingevoerd en eigenlijk de volksgezondheid op het
oog heeft. Indien er op dat vlak wordt gefaald, draagt de betrokken boer
geen enkele schuld.
07.05
Yves Leterme
(CD&V):
J'attire votre attention sur un
problème réel en vous demandant
instamment de prendre des
mesures dans l'hypothèse où les
abattoirs ne s'assureraient pas ni
ne paieraient d'indemnisation aux
éleveurs concernés pour les
carcasses voisines de la carcasse
contaminée. Les éleveurs n'ont, en
effet, rien à se reprocher.
07.06 Minister
Jef Tavernier:
Wij hebben geregeld contact met het
Federaal Agentschap. Binnen het Federaal Agentschap is er het
raadgevend comité, waarin de betrokken sectoren zijn
vertegenwoordigd. Daarnaast hebben wij overleg met
landbouworganisaties, onder andere over die problematiek.
07.06
Jef Tavernier
, ministre:
Au sein de l'AFSCA, le Comité
consultatif se penche sur ce
problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de waarschuwingen voor bepaalde voedingssupplementen" (nr. A212)
08 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les avertissements relatifs à certains suppléments
alimentaires" (n° A212)
08.01
Roel Deseyn
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn volgende vragen zijn vooral geïnspireerd door mijn
bezorgdheid over hetgeen de amateurssporters en topsporters zoal
moeten of kunnen slikken.
08.01
Roel Deseyn
(CD&V):
L'institut Topsport Vlaanderen met
en garde contre la présence de
substances illicites dans certains
suppléments alimentaires.
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Het instituut Topsport Vlaanderen heeft er nochtans iets zinnigs over te
zeggen. Zij pleiten ervoor voorzichtiger om te springen met
voedingssupplementen. Het blijkt immers dat een deel van de
commercieel beschikbare supplementen verboden middelen bevat. Dat
is niet altijd duidelijk, want die middelen worden niet eens op het etiket
vermeld. Uit onderzoek in labo's blijkt dat de voedingssupplementen
vaak stoffen bevatten die op de dopinglijst of op lijsten van verboden
middelen staan. Dat kan ongewild en ongeweten tot positieve
dopingresultaten leiden.
De consumenten zijn in dit geval vooral topsporters en
amateurssporters, maar het gaat ook verder.
Het is bijna een trend misschien een negatieve dat mensen
voedingssupplementen nemen.
De consument kan dus producten kopen die volgens de etiketten veilig
zijn, maar ten gevolge van een onzorgvuldig productie- en/of
verpakkingsproces toch zijn gecontamineerd met een variabele
hoeveelheid van een verboden middel. Na onderzoek blijkt dat de
hoeveelheid van het verboden product zelfs binnen één verpakking per
tablet kan variëren. Dat zegt veel over de eventuele onzorgvuldige
productiewijze. Zeker producten die men via het internet koopt, zijn in
dat opzicht minder te vertrouwen. De oorsprong, de productiewijze en
de precieze ingrediënten zijn dikwijls moeilijk te achterhalen. De in
België verboden producten worden opgestuurd vanuit het buitenland
dat is dikwijls het geval met internethandel en op het etiket wordt niet
vermeld wat er precies inzit. Het is vaak ook niet te achterhalen wie
eigenlijk verantwoordelijk is voor die verkoop, de distributie, de website
enzovoort. Het mechanisme achter de website of de reclame is vaak
niet te achterhalen.
Test Gezondheid ik verwijs naar het nummer van deze zomer heeft
enkele etiketten van dergelijke producten onderzocht en zij geven
enkele voorbeelden. Het is technische informatie, maar het duidt goed
het probleem. Zo worden de exacte bestanddelen van het product Vital
Fuel niet op het etiket weergegeven. Dat is tegen de wet. Voor het
etiket Anabolic Fuel zijn er problemen met de vertaling. Dosissen
variëren tot het dubbel van wat in een andere taal wordt vermeld. Op het
product Vortex Pro wordt het wettelijk verplicht notificatienummer voor
het supplement niet vermeld en daarnaast worden de vitamine- en
mineraalgehaltes niet conform de wet weergegeven.
Ik kom tot de volgende vragen.
Ten eerste, hoe verloopt de procedure van kwaliteitscontrole voor de
voedingssupplementen die in de Belgische winkels en via internet te
koop zijn? Welke maatregelen gaat u nemen om de kwaliteitscontrole
te versterken? Wordt er systematisch gescreend wat er hier arriveert,
hetzij via postorderbedrijven, hetzij via internetbestellingen? Is er al iets
opgezet in dat verband?
Ten tweede, kan men geen registratieprocedure en controlesysteem
analoog aan dat van de geneesmiddelen opleggen? Het zou wel
wenselijk zijn als men ziet wat voor misbruiken hier aan de gang zijn.
Ten derde, zal er een informatiecampagne komen die de consument
waarschuwt voor mogelijk onzuivere producten die men via internet kan
verkrijgen? Het is een minimale eis dat daarover voorlichting wordt
gegeven.
Ten vierde, welke sancties legt men op aan een producent die de
L'absorption de ces suppléments
peut, à l'insu du consommateur,
donner lieu à des résultats positifs
lors de contrôles anti-dopage. A la
suite d'un processus de production
et de conditionnement déficient,
des produits, sûrs à en croire
l'étiquette, peuvent être contaminés
par une substance illicite, et ce à
des degrés variables. La prudence
est surtout de mise pour les
produits vendus sur internet. Il est
souvent difficile de déterminer la
composition exacte de ces produits
ainsi que l'identité des
responsables du site et de la vente
de ces produits.
Comment le contrôle de la qualité
des suppléments alimentaires
commercialisés en Belgique et sur
internet est-il organisé? L'internet
fait-il déjà l'objet de contrôles?
Peut-on envisager une procédure
d'enregistrement et un système de
contrôle obligatoires, comme pour
les médicaments? Procédera-t-on
au moins à une campagne
d'information? A quelles sanctions
un fabricant qui ne respecte pas les
dispositions de l'arrêté royal du 8
janvier 1992 sur l'étiquetage
s'expose-t-il?
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
wettelijke voorschriften inzake etikettering niet naleeft? Ik verwijs naar
het koninklijk besluit van 8 januari 1992, dat dikwijls met voeten wordt
getreden door de aanbieders van dergelijke producten. Hiermee vraag ik
u een duidelijk signaal aan de bevolking te geven. Overtreders moeten
worden gesanctioneerd, mijnheer de minister.
08.02 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer de voorzitter, collega Deseyn,
België beschikt eigenlijk over een vrij uitgebreide kwaliteitscontrole voor
voedingssupplementen. Er is een Belgische
voedingssupplementenreglementering die voorziet in een
notificatieprocedure voor voorgedoseerde producten- of
voedingssupplementen. Deze notificatieprocedure is in feite een
voorafgaandelijke controle van de overheid, binnen de Federale
Overheidsdienst voor Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen
en Leefmilieu. Bij de ontvangstmelding wordt een administratief
notificatienummer aan elk product toegekend. Dus op het moment dat
men zegt dat het een voedingssupplement is dat is geregeld bij een
koninklijk besluit van 3 maart 1992 moet men dit voorafgaandelijk
laten controleren en krijgt men een notificatienummer. De toekenning
van een notificatienummer gebeurt alleen nadat de overheid zowel de
samenstelling als de etikettering aan een grondig onderzoek heeft
onderworpen. Bij deze controle wordt in eerste instantie de
samenstelling bekeken en wordt nagegaan of deze producten geen
gevaarlijke of verboden ingrediënten, zoals toxische planten en stoffen,
bevatten. Tevens wordt het etiket, de bijsluiter en de presentatiewijze
gecontroleerd. Regelmatig worden daar opmerkingen over gemaakt.
Een tweetal gezondheidsinspecteurs behandelen deze dossiers.
Bijgevolg betekent het toekennen van een notificatienummer en daar
gaat het over impliciet dat het product gecontroleerd is.
Als er in de voedingssupplementen verboden stoffen worden
aangetroffen of als zij worden voorgesteld als geneesmiddel, wordt er
geen notificatienummer toegekend en wordt in samenwerking met de
farmaceutische inspectie een onderzoek ingesteld. Na de toekenning
van het notificatienummer doen de gezondheidsinspecteurs van het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen controle
bij de fabricanten en de handelaars om te verifiëren of er met de
opmerkingen rekening werd gehouden.
Belangrijk is dus dat er een notificatieprocedure is voor al hetgeen dat
beschouwd wordt als voedingssupplement. Bij de opstelling van het
nutriëntenbesluit, van maart 1992, was er oorspronkelijk de voorkeur
gegeven aan een registratieplicht. Dit was vergelijkbaar met een
registratieplicht voor geneesmiddelen. Je hebt dus de registratieplicht
voor geneesmiddelen. Men wilde en niet wij, maar voorgangers dit in
1992 ook voor de voedingssupplementen. De Europese Commissie ging
hiermee niet akkoord omdat ze dit beschouwde als
handelsbelemmering. Vandaar heeft de Belgische overheid toen ge-
opteerd voor een notificatieplicht, dus een aanmelding met verplichte
vermelding van een notificatienummer op het etiket. De vermelding van
het toegekende notificatienummer in de etikettering had tot doel om de
controle van de voedingssupplementen in detailhandel op een efficiënte
manier te organiseren.
Bovendien bood dat notificatienummer aan de consument de garantie
dat het product reeds door de overheid was gecontroleerd.
De Europese Commissie was echter van oordeel dat die bijkomende
etiketteringseisen eveneens handelsbelemmeringen veroorzaakten
aangezien die omstreden maatregel extra verpakkingskosten voor de
bedrijven met zich meebracht. U ziet dus dat onze voorgangers wel
08.02
Jef Tavernier
, ministre:
Contrairement aux autres états
membres de l'Union européenne, la
Belgique est dotée d'un système
de contrôle de qualité approfondi
des compléments alimentaires, mis
en place par le biais d'une
procédure de notification. Celle-ci
constitue en réalité un contrôle
préalable par les autorités.
Lorsqu'une contamination est
signalée, un numéro de notification
est attribué à chaque produit. Ce
numéro n'est attribué qu'après
l'examen minutieux de la
composition du produit et de
l'étiquette. Des observations sont
fréquemment formulées à ce
propos à l'adresse des fabricants et
des commerçants.
Si les compléments alimentaires
contiennent des substances
prohibées et/ou s'ils sont présentés
comme des médicaments, ils ne
reçoivent pas de numéro de
notification et une enquête est bien
évidemment ouverte en
collaboration avec l'inspection
pharmaceutique.
Après l'attribution d'un numéro de
notification, les inspecteurs
sanitaires de l'AFSCA procèdent à
un contrôle auprès des
commerçants et des fabricants
pour vérifier s'ils ont tenu compte
des observations.
Lors de l'élaboration de l'arrêté
royal du 3 mars 1992 - l'arrêté
«nutriments» - la Belgique a opté
pour une obligation
d'enregistrement comparable à
celle appliquée aux médicaments.
La Commission européenne avait
exprimé des objections à cet égard
en raison de l'entrave que
représentait cette obligation pour le
commerce. C'est la raison pour
laquelle la Belgique a privilégié
l'obligation de notification avec
mention du numéro de notification
sur l'étiquette pour organiser
efficacement le contrôle dans le
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
verder wilden gaan, maar dat zij in het ongelijk werden gesteld.
Trouwens, het Hof van Luxemburg heeft op 16 november 2000 een
arrest geveld waarbij België in het ongelijk werd gesteld. Het Hof was
van mening dat het notificatienummer aan de consumenten enkel de
garantie biedt dat het dossier bij de bevoegde instantie is aangemeld.
Juridisch gezien zitten wij dus met een uitspraak van het Hof waarbij wij
ons moeten neerleggen. Met andere woorden, de toekenning van een
notificatienummer betekent impliciet dat het product aan een
voorafgaandelijke controle is onderworpen.
Recent zijn er zogenaamde harmonisatiebesprekingen gevoerd rond de
Europese richtlijn 2002/46EG waarbij werd gesteld dat het Belgisch
kwaliteitssysteem, dus de notificatieprocedure, voldoende waarborgen
biedt voor de consumenten, zodanig zelfs dat ons kwaliteitssysteem in
die richtlijn werd opgenomen.
Dat is de stand van zaken op wetgevend gebied.
Gezien de evolutie op de markt zullen wij bekijken of het noodzakelijk
is om een informatiecampagne te organiseren om de consument te
waarschuwen voor de gevaren van de aankoop van onzuivere
voedingssupplementen, wat daar dan ook in zit. Want opgelet, naast de
onzuivere voedingssupplementen bestaan ook nog de echt verboden
supplementen. Dat is natuurlijk een probleem.
De sancties voor de inbreuken op de wettelijke etiketteringvoorschriften
zijn voorzien in de wet van januari 1977 betreffende de bescherming van
de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen
en andere producten. Dergelijke sanctie is een gevangenisstraf van 8
dagen tot 6 maanden en/of een geldboete van 250 euro tot 5.000 euro.
Producten met verboden ingrediënten worden als schadelijk beschouwd
en worden uiteraard uit de handel genomen en vernietigd.
Enerzijds bestaat dus de notificatie, maar anderzijds bestaan er
verboden zaken. Er bestaat een overloop van het een naar het ander.
commerce de détail. Cette
disposition a suscité les mêmes
objections de la Commission, dans
la mesure où elle entraînait des
frais d'emballage supplémentaires
pour les entreprises.
Dans un arrêt du 16 novembre
2000, la Cour de Luxembourg a
donné tort à la Belgique. La Cour
estime que la seule garantie offerte
par le numéro de notification est
qu'un dossier a été déposé auprès
des autorités, alors que le numéro
n'est attribué qu'après un contrôle
minutieux de la composition et de
l'étiquetage du supplément
alimentaire.
Lors des discussions
d'harmonisation sur la directive
européenne 2002/46/EG du 10
juillet 2002, les états membres et
la Commission avaient été
convaincus que notre procédure
offrait des garanties suffisantes au
consommateur; la directive a ainsi
pu intégrer notre système de
contrôle de qualité.
Nous examinerons la nécessité
d'organiser une campagne
d'information sur les compléments
alimentaires non purs.
La loi du 24 janvier 1977 prévoit une
peine de prison ou une amende
pour quiconque enfreint les règles
relatives à l'étiquetage. Les
produits contenant des ingrédients
prohibés sont considérés comme
nocifs et bien évidemment retirés
de la vente et détruits.
08.03
Roel Deseyn
(CD&V): Mijnheer de minister, ik wil u danken
voor uw uitgebreid antwoord en de precisering. Uw antwoord betreft
echter voornamelijk de procedure die gehanteerd wordt in de klassieke,
bijna reguliere handel. Maar de internethandel maakt vooral furore na
die koninklijke besluiten. Dat is een vrij recent fenomeen. Misschien
moet er vanuit uw diensten toch een grondigere screening gebeuren van
wat daarop allemaal wordt aangeboden, in het belang van de
volksgezondheid. Als er via het Internet echt verboden middelen of
zaken niet conform de Belgische wetgeving worden aangeboden, moet
daartegen ook misschien opgetreden worden. Dat kan via een
technische ingreep door via serviceproviders bepaalde sites te sluiten.
Dat lijkt mij toch wel een piste waarop verder doorgegaan kan worden
en waarover u niet veel in uw antwoord hebt gezegd. Toch is dat ook
een grote bezorgdheid. De kern van mijn vraag was eigenlijk wat er
allemaal beschikbaar is via het internet.
08.03
Roel Deseyn
(CD&V):
Votre réponse porte sur la
procédure appliquée au commerce
régulier en Belgique, alors que les
problèmes proviennent
principalement de la vente par
internet depuis l'étranger. Il faut
recenser les produits vendus par
internet et déterminer lesquels
doivent être interdits. Des sites
internet devront éventuellement être
fermés.
08.04 Minister
Jef Tavernier:
Mevrouw de voorzitter, op dat moment 08.04
Jef Tavernier
, ministre: La
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
zitten we natuurlijk met een problematiek die de eigenlijke inhoud wat
overstijgt. Het probleem blijft natuurlijk, en dat is: op welk moment doe
je een fysieke controle van zaken die eventueel fysiek niet aanwezig
zijn, omdat die via het internet bijvoorbeeld vanuit het buitenland worden
aangeboden? Hoe kan je daar een fysieke controle uitvoeren?
Daarnaast heb je de problematiek van de handelswetgeving, waarover ik
mij hier nu niet durf uitspreken. Maar ik denk dat wij ernaar moeten
streven dat zou de algemene regel moeten zijn dat de bepalingen
uit de handelswetgeving en het consumentenrecht die gelden voor
fysiek aanwezige producten en voor de handel via de tot nu toe
gekende kanalen evengoed van toepassing zijn op alle handel, zeker
ten aanzien van de consumenten, ook via het internet. Maar op dat
moment gaat het over de problematiek van de toepassing van de
beperkingen en de reglementering in het kader van de
handelswetgeving. Die kunnen dus duidelijk ook van toepassing zijn op
de verkoop van voedingssupplementen, maar die gaan veel ruimer dan
dat. Hierop kan ik hier nu niet zomaar een antwoord geven. Die vraag
zou u eigenlijk aan mijn collega bevoegd voor economische zaken en
de handelswetgeving moeten stellen. Maar de bezorgdheid is terecht.
question est surtout de savoir
comment nous pouvons exercer un
contrôle physique sur ces produits.
Les dispositions de la législation
commerciale et du droit des
consommateurs s'appliquent
évidemment tout aussi bien aux
produits vendus par le biais
d'internet, mais comment les
appliquer concrètement? Je crois
qu'il faudrait poser la question au
ministre de l'Economie.
08.05
Roel Deseyn
(CD&V): Mijnheer de minister, het is duidelijk dat
wij dit nu niet zullen oplossen. Maar mag ik dan misschien blijvende
aandacht vragen voor die problematiek? Misschien moet dit in een
interkabinettenwerkgroep gebeuren. Het is een inderdaad een complex
probleem en ik heb daar alle begrip voor, maar ik vraag, vanuit uw ambt
en uw ministerie, blijvende aandacht voor deze
departementsoverschrijdende problematiek.
08.05
Roel Deseyn
(CD&V):
Nous devrons donc rester attentifs
à ce problème. Un groupe de travail
intercabinets devrait peut-être se
pencher sur la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voorkomen van risico's van GSM-gebruik" (nr. A213)
09 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la prévention des risques liés à l'utilisation d'un GSM" (n° A213)
09.01
Roel Deseyn
(CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, over de eventuele gezondheidsrisico's ten gevolge van het
gebruik van GSM's is al heel wat gesproken.
Er zijn al tal van studies gevoerd. Ik ben mij daar heel goed van bewust.
Ik volg die zo een beetje. Zolang echter effectieve schade door de
elektromagnetische velden van de zaktelefoon niet door de overgrote
meerderheid van de wetenschappelijke onderzoeken wordt aangetoond,
houdt de industrie er liever geen rekening mee.
Als we stralingsdeskundige Maurice De Ridder van de Rijksuniversiteit
Gent horen, wijst hij steeds meer op het belang van het
voorzorgprincipe. Dit houdt in dat als je niet echt weet of iets schadelijk
is, je er beter van uitgaat dat het schadelijk is.
De meeste Franse verzekeringsmaatschappijen, zo kwam recent in de
pers, verzekeren echter niet meer de risico's die mogelijk verbonden
zijn aan het gebruik van de gsm. Die Franse verzekeringsmarkt laat
zich in afwachting van de bekendmaking van nieuwe
onderzoeksresultaten
onder meer die van de
Wereldgezondheidsorganisatie die echter pas voor 2005 zijn voorzien of
zullen worden uitgevoerd leiden door het voorzichtigheidsbeginsel. Ze
sluit hiermee aan bij de theorie van Maurice De Ridder.
09.01
Roel Deseyn
(CD&V): Bien
que de nombreuses études aient
été menées, on ne sait toujours
pas avec certitude si l'usage du
GSM peut nuire à la santé. Dès
lors que la nocivité n'est pas
démontrée, l'industrie préfère ne
pas en tenir compte. Les assureurs
observent quant à eux le principe
de précaution et assurent le risque
qui pourrait être lié à l'usage d'un
téléphone portable. Mais leur
démarche s'arrête là.
Une récente étude française n'a
pas permis de démontrer la
présence de dégâts perceptibles,
mais elle recommande néanmoins
aux consommateurs de réduire le
plus possible toute exposition au
rayonnement.
Le ministre peut-il commenter les
résultats de cette étude? Envisage-
CRIV 50
COM 864
05/11/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
De recente Franse studie, die her en der wordt geopperd, geeft aan dat
er geen merkbare gevolgen zijn. Ze raadt de consument echter
andermaal aan zich zo weinig mogelijk bloot te stellen aan de straling.
We blijven dus voor een heel ambigu probleem staan, waarover heel
weinig duidelijkheid is. Voorzichtigheid is derhalve geboden.
Mijn vragen luiden dan ook als volgt. Kunt u meer uitleg geven over
deze Franse studie? Deze is voor uw diensten waarschijnlijk heel
belangrijk om ook hier in België verder beleidsmatig te werken. Weet u
wie die studie heeft gevoerd? Wanneer is die gevoerd? Wat zijn daarvan
de exacte resultaten? Kunnen wij die studie inkijken? Worden uit de
onderzoeksresultaten conclusies getrokken, zoals de Franse
verzekeringssector dat doet? Worden er ook maatregelen getroffen?
Hebt u op beleidsmatig vlak bepaalde plannen met die studie?
Het tweede deel van de vraag is of er momenteel in België studies
lopen die zijn georganiseerd door de Staat. Wacht men ook hier de
resultaten van de studie af, waarin is voorzien door de
Wereldgezondheidsorganisatie? Die zijn pas voor 2005.
Ten derde, welke maatregelen werden in ons land reeds getroffen ter
bescherming van de talrijke gsm-gebruikers? Met andere woorden,
welke regels dienen producenten na te leven? Misschien is het
interessant om daarvan wat coördinaten op te geven.
Ten slotte, welke sancties zijn verbonden aan de niet-naleving ervan?
Met deze vraag, die al herhaaldelijk onder verschillende vormen is
behandeld in het Parlement, wil ik aandacht vragen voor de meest
actuele info die in dit debat voorhanden is.
t-il de prendre des mesures basées
sur ces résultats? Existe-t-il des
études belges à ce sujet? Quelles
sont les règles à respecter par les
fabricants? Quelles sont les
pénalités sanctionnant les
infractions aux règles?
09.02 Minister
Jef Tavernier:
Mijnheer Deseyn, het is moeilijk om te
reageren op een mij onbekende studie. Mijn medewerkers hebben op
de verschillende websites wel nogal wat studies teruggevonden, maar
geen studie van een Franse verzekeringsmaatschappij. In ieder geval,
de Franse overheid heeft een heel duidelijk standpunt ingenomen, dat
niet verschilt van het onze.
Mijn voorgangster heeft het reeds verschillende keren gezegd dat de
Belgische reglementering strenger is dan wat de Europese aanbeveling
voorschrijft. België is daarmee een van de weinige landen die zo'n
strenge reglementering heeft. In België hebben we rekening gehouden
met het voorzorgsprincipe door het feit dat we onze reglementering
met alle discussies daaromtrent strenger gemaakt hebben dan
Europa ons heeft opgelegd.
Bovendien hebben we ons ertoe verbonden om, indien internationale
onderzoeken uitwijzen dat er een mogelijk risico is, de regelgeving te
verscherpen. Tot nu toe is er echter geen enkele studie die met
voldoende gegevens aantoont dat de Belgische norm niet streng
genoeg zou zijn.
Op het moment worden er in België geen studies naar de mogelijke
gevolgen van de radiomagnetische straling van overheidswege
gefinancierd. Bij de federale diensten voor wetenschappelijke,
technische en culturele aangelegenheden werden enkele projecten
ingediend die op het moment ter evaluatie voorliggen. Daarover is dus
nog niet beslist.
Wat het internationaal onderzoek betreft, weet men dat er geen
indicaties zijn dat er op korte termijn problemen zouden ontstaan.
Eventueel zijn er problemen op lange termijn, maar goed, daarvoor moet
09.02
Jef Tavernier
, ministre: Si
M. Deseyn ne me communique pas
d'informations supplémentaires, il
me sera impossible de savoir à
quelle étude il fait référence. On
peut en effet trouver sur internet un
nombre presque infini d'études de
ce genre. La position officielle de la
France est exposée sur le site web
du gouvernement français.
La Belgique est l'un des rares pays
européens où a été élaborée une
réglementation plus stricte que la
recommandation européenne. Notre
pays tient compte du principe de
précaution et suit scrupuleusement
les études scientifiques menées en
la matière. Si cela s'avérait
nécessaire, rien ne nous
empêcherait de durcir les règles.
Cependant, rien à ce jour ne porte
à croire que la réglementation belge
est trop souple.
Les pouvoirs publics fédéraux ne
financent plus de nouvelles études
pour l'instant. Un certain nombre de
projets ont toutefois été présentés
et doivent faire l'objet d'une
évaluation. Les résultats d'une
05/11/2002
CRIV 50
COM 864
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
men natuurlijk de lange termijn afwachten. Inzake internationaal
onderzoek voorziet men resultaten tegen 2005. Dat is nu eenmaal een
beetje het probleem van langetermijnstudies. Op dit moment mag
België, wat gsm-toestellen betreft, volgens het Europees Verdrag geen
specifieke voorwaarden opleggen. Die toestellen vallen dan ook onder
de toepassing van de Europese richtlijn die een vrij verkeer van
producten garandeert. Ze moeten wel voldoen aan zeer strenge normen.
Wat de antennes betreft, daar hebben we wel invloed op. Daarvoor is de
Belgische regelgeving vier keer strenger dan de Europese aanbeveling,
omdat het daar niet gaat over het vrije verkeer van producten. Dan is het
installatie op het Belgische grondgebied. Dit koninklijk besluit van 29
april 2001 is een uitvoering van de wet van 12 juni 1985 op de
bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen schadelijke
effecten en de hinder van niet ioniserende stralingen, infrasonen en
ultrasonen. Bij inbreuken op deze Belgische normen zijn dan ook de
strafbepalingen van deze wet van toepassing, dat wil zeggen:
geldboetes en gevangenisstraffen. Dat is het antwoord dat ik u kan
geven, met verwijzing naar het officiële Franse standpunt van 18 januari
2001.
étude internationale à long terme
sont attendus en 2005.
En ce qui concerne les téléphones
mobiles à proprement parler, la
Belgique ne peut pas, selon la
convention européenne, imposer
des conditions supplémentaires
mais les règles européennes sont
déjà très strictes. Quoi qu'il en soit,
en Belgique, les antennes doivent
satisfaire à des règles bien plus
sévères que la recommandation
européenne. Toute infraction à la
norme belge est passible
d'amendes et de peines
d'emprisonnement.
09.03
Roel Deseyn
(CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor al
deze preciseringen.
Blijkbaar delen wij terzake dezelfde bekommernis.
Ter informatie nog dit. Het ware misschien interessant, voor het te
voeren beleid, te informeren naar de exacte studie en naar de
cijfergegevens. Ik kan u alvast vertellen dat de studie werd uitgevoerd
mede in opdracht van AXA en SCOR, de Franse verzekeraars. Daarop
hebben zij zich gebaseerd.
09.03
Roel Deseyn
(CD&V):
L'étude citée est une étude
française réalisée à la demande
des compagnies d'assurances AXA
et SCOR.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.25 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.25 heures.