KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 850
CRIV 50 COM 850
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
maandag
lundi
21-10-2002
21-10-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Justitie over "het verdwijnen van de
papieren versie van het Belgisch Staatsblad"
(nr. A110)
1
Question de Mme Colette Burgeon au ministre
de la Justice sur "la disparition du 'Moniteur'
papier" (n° A110)
1
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Colette Burgeon, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de
minister van Justitie over "het rapport van het
Comité ter Preventie van Foltering en
mensonwaardige behandeling (CPT)
overgemaakt aan de Belgische overheid"
(nr. A120)
2
Question de Mme Fauzaya Talhaoui au ministre
de la Justice sur "le rapport du Comité européen
pour la prévention de la torture qui a été transmis
aux autorités belges" (n° A120)
2
Sprekers:
Fauzaya Talhaoui, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Fauzaya Talhaoui, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "het niet in
overeenstemming zijn van de vennootschappen
met het wettelijk minimum kapitaal" (nr. 8558)
5
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "la non-conformité des sociétés
concernant le capital minimum légal" (n° 8558)
5
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "het rapport van de
'onderzoekscommissie' omtrent Congo"
(nr. A005)
7
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "le rapport de la commission
d'enquête relative au Congo" (n° A005)
7
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "de behandeling der
geïnterneerde gedetineerden" (nr. A015)
8
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "le traitement des détenus
internés" (n° A015)
8
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Samengevoegde vragen van
11
Questions jointes de
11
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Justitie over "de vervolging van
milieudelicten" (nr. A083
11
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre de
la Justice sur "la poursuite des délits
environnementaux" (n° A083)
11
- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van
Justitie over "de nationale criminaliteitscijfers
2001 inzake milieu en natuurbehoud" (nr. A107)
11
- Mme Dalila Douifi au ministre de la Justice sur
"les statistiques nationales en matière de
criminalité pour 2001 dans le domaine de la
protection de l'environnement et de la nature"
(n° A107)
11
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Dalila
Douifi, Marc Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Dalila
Douifi, Marc Verwilghen, ministre de la
Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de werking van de
nieuwe Federale Overheidsdienst Justitie"
(nr. A112)
16
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le fonctionnement du nouveau
service public fédéral Justice" (n° A112)
16
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Els Haegeman aan de
minister van Justitie over "de rol van de griffies
van vredegerechten inzake rechtsbijstand"
(nr. A122)
19
Question de Mme Els Haegeman au ministre de
la Justice sur "le rôle des greffes des justices de
paix en matière d'assistance judiciaire" (n° A122)
19
Sprekers: Els Haegeman, Marc Verwilghen,
Orateurs: Els Haegeman, Marc Verwilghen,
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Justitie
ministre de la Justice
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
MAANDAG
21
OKTOBER
2002
14:15 uur
______
du
LUNDI
21
OCTOBRE
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.18 heures par M. Fred Erdman, président.
01 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de la Justice sur "la disparition du 'Moniteur'
01 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Justitie over "het verdwijnen van de
papieren versie van het Belgisch Staatsblad" (nr. A110)
01.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le cadre du budget 2003, le gouvernement a décidé
qu'on ne pourrait plus consulter le Moniteur belge que par voie
électronique. Cela engendrera une économie de 2 millions d'euros. Il n'y
a sans doute pas lieu de critiquer le bien fondé de cette économie qui
correspond à la perte que l'Etat enregistrait chaque année sur les
10.000 abonnements consentis à prix coûtant; en outre, le grand public
ne s'y intéresse pas. La plupart des abonnements sont pris par des
bibliothèques. A court terme, les réseaux informatiques des
bibliothèques devraient donc permettre au grand public d'avoir accès
aux publications officielles du Moniteur. Le problème, c'est que toutes
les bibliothèques ne sont pas nécessairement équipées de postes
Internet publics et gratuits.
Aussi, vais-je me permettre de vous poser les questions suivantes:
Confirmez-vous ces informations que j'ai découvertes dans la presse?
Si oui, quelles sont les modalités d'application de cette mesure et quel
est le timing envisagé? Quid des bibliothèques qui n'ont pas de postes
Internet? Les communes devront-elles supporter seules les dépenses
consécutives à cette mesure? Quelles mesures avez-vous prises pour
empêcher tout piratage informatique de cette publication sur le site
Internet du Moniteur?
01.01 Colette Burgeon (PS): In
de begroting 2003 wordt bepaald
dat het
Belgisch Staatsblad
voortaan alleen langs elektronische
weg zal kunnen worden
geraadpleegd, wat een besparing
van 2 miljoen euro opbrengt. Het
informaticanetwerk van de
bibliotheken zou die toegang tot het
Staatsblad mogelijk moeten
maken, maar niet alle bibliotheken
beschikken over publieke en
kosteloos te gebruiken
internetposten. Bevestigt u die
informatie? Wat zijn de
toepassingsmodaliteiten van die
maatregelen? Wat met de
bibliotheken die niet over een
internetverbinding beschikken?
Zullen de gemeenten alleen voor de
kosten moeten opdraaien? Wat
overweegt u te doen om
computercriminaliteit te
voorkomen?
01.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Burgeon, je peux vous confirmer que le gouvernement a pris la décision
de ne plus envoyer l'édition papier du Moniteur belge aux intéressés.
En concertation avec la direction du Moniteur belge, il a été décidé,
pour différentes raisons d'ordre pratique, que cette mesure prendra effet
le 1
er
janvier 2003, immédiatement dès le début de l'année prochaine. A
partir de ce moment, le Moniteur belge sera uniquement disponible en
ligne.
Cependant, je dois souligner que la version internet du Moniteur belge
existe déjà depuis 1997. Le site reçoit un nombre croissant de visites
alors que le nombre d'abonnés de la version papier est en diminution
constante, connaissant l'effet contraire. La version en ligne n'est donc
01.02 Minister Marc Verwilghen:
De regering heeft beslist vanaf 1
januari 2003 de belanghebbenden
niet langer het papieren Staatsblad
te bezorgen. Het Staatsblad staat
al sinds 1997 op internet en de
betrokken site wordt steeds meer
geraadpleegd. De zowat 10.000
abonnees zijn hoofdzakelijk
overheidsdiensten, waaronder
bibliotheken. Er werd echter
vastgesteld dat de officiële papieren
versie van het Staatsblad over het
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
pas une nouveauté. Seule la voie de distribution parallèle, version
électronique et version papier, disparaîtra.
En ce qui concerne les quelque dix mille abonnés, il s'agit
essentiellement de services publics parmi lesquels un certain nombre
de bibliothèques. Une rapide enquête réalisée par la direction du
Moniteur a toutefois démontré que les publications officielles éditées
par le Moniteur n'étaient plus disponibles systématiquement dans
toutes les bibliothèques. Cela résulte principalement du volume
beaucoup trop important environ 50.000 pages par an qui complique
la consultation et l'archivage, et de la demande limitée. Par
conséquent, il appartient aux bibliothèques et aux communes de
décider s'il faut investir ou non dans des connexions internet pour la
consultation du Moniteur belge.
Quant à la protection de la version en ligne, je peux vous communiquer
qu'un dispositif matériel et logiciel assure la sécurité du SPF Justice et
que ce réseau est sécurisé pour de nombreuses autres raisons.
Toutefois, un éventuel piratage du dispositif de sécurité n'est jamais à
exclure mais un acte de la sorte constitue un fait punissable et vous
savez que nous avons une loi pour nous y opposer. Par ailleurs, il est
également relativement simple de falsifier une version "papier" du
Moniteur à l'heure actuelle; j'en ai d'ailleurs vu quelques-unes en guise
de farce. Voilà la réponse que je voulais vous donner.
algemeen niet meer in extenso
beschikbaar is in de bibliotheken.
Het zijn de gemeenten en de
bibliotheken die moeten beslissen
of ze investeren in
informaticaposten. Er werd gezorgd
voor de nodige beveiliging van de
on-lineversie voor wat het
departement justitie betreft. Wij
kunnen natuurlijk niet uitsluiten dat
het systeem wordt gekraakt, maar
het gaat dan wel om strafbare
feiten.
01.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Je constate que ce sont les communes qui vont devoir décider si, oui
ou non, elles investissent dans cette solution informatique. C'est
encore une fois un coût supplémentaire pour les communes; c'est de
plus en plus difficile à supporter parce que si c'est un petit coût par ci,
un petit coût par là, les communes vont devenir exsangues. C'est cela
la difficulté qu'elles risquent de rencontrer. C'est peut-être cela qui est
le plus dommageable.
01.03 Colette Burgeon (PS):
Voor de gemeenten vormt een
dergelijke investering een zoveelste
bijkomende kost. Die
opeenstapeling van steeds nieuwe
uitgaven allerhande dreigt hen de
das om te doen.
01.04 Marc Verwilghen, ministre: Je partage votre opinion quand
vous dites que ce sont les communes qui vont devoir décider si, oui ou
non, il faut investir mais, pratiquement toutes les bibliothèques que je
connais, si elles veulent être à l'heure de l'évolution actuelle, ont de
telles connexions.
01.04 Minister Marc Verwilghen:
Bijna alle bibliotheken die ik ken
hebben internetverbindingen.
01.05 Colette Burgeon (PS): Dans les grandes villes mais je ne suis
pas convaincue que les bibliothèques dans les petites communes ont
maintenant de telles connexions.
01.05 Colette Burgeon (PS): Dat
is misschien zo in de grote steden,
maar zeker niet in de kleine.
01.06 Marc Verwilghen, ministre: On va vérifier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de minister van Justitie over "het rapport van het
Comité ter Preventie van Foltering en mensonwaardige behandeling (CPT) overgemaakt aan de
Belgische overheid" (nr. A120)
02 Question de Mme Fauzaya Talhaoui au ministre de la Justice sur "le rapport du Comité
européen pour la prévention de la torture qui a été transmis aux autorités belges" (n° A120)
02.01 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
ik wou eerst beginnen met mijn verontschuldigingen aan te bieden aan
de minister van Justitie voor het feit dat ik vorige week buiten mijn wil
om eigenlijk niet tijdig heb kunnen waarschuwen.
02.01
Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): Le Comité
européen pour la prévention de la
torture et des peines ou traitements
inhumains ou dégradants a
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Mijnheer de minister, ik had u graag willen ondervragen over het rapport
dat door het comité ter preventie van foltering en andere onmenselijke
handelingen naar aanleiding van het bezoek dat het comité vorig jaar
aan ons land en inzonderheid onze strafinrichtingen en andere detentie-
instellingen heeft gebracht. Dat comité heeft een rapport opgesteld dat
ondertussen ook blijkbaar is vrijgegeven. Daarnaast heb ik toch wel wat
vragen naar aanleiding van dat rapport.
Ten eerste zegt het rapport dat er toch een positieve en gunstige
evolutie is sinds hun vorige bezoeken aan onze Belgische instellingen.
Tot mijn grote verbazing waren ze - als ik de Gazet van Antwerpen mag
geloven - eigenlijk heel content over de situatie in onze Antwerpse
gevangenis. Het rapport heeft het over gunstige evoluties met
betrekking tot de manier waarop het personeel omgaat met
gevangenen. Er zijn bijvoorbeeld ondertussen voldoende maatregelen
genomen om rellen te voorkomen en de wandelingmomenten voor de
gevangenen werden uitgebreid. Ik denk dat dat heel gezond is en helpt
spanningen en verveling tegen te gaan. Er is nu eenmaal niet voor
iedereen werk noch voldoende sportfaciliteiten in onze inrichtingen.
Meer specifiek verwijst het comité ook naar het multidisciplinair
ontwenningsprogramma voor drugverslaafden. Ik vind dat ook zelf een
zeer positieve evolutie.
Daarnaast heeft het comité enkele punten van bezorgdheid naar voren
gebracht en kritiek uitgeoefend op ons detentiebeleid.
Onder andere was het comité enorm negatief op ons politieoptreden
naar aanleiding van ondervragingen en kruisverhoren. Het comité schrijft
dat men soms overgaat tot vuistslagen, stampen, het gebruik van de
matrak en zelfs het gebruik van traangasspray. Als ik de vorige
rapporten heb bekeken, stel ik vast dat het een steeds wederkerend feit
is dat onze politiemensen blijkbaar nog niet hebben geleerd om de
rechten en vooral de fysieke integriteit van ondervraagden te
respecteren. Het comité zegt dan ook dat men van de politiehervorming
moet profiteren om aan dat kwalijke politieoptreden tijdens
ondervragingen iets te doen.
Ten tweede, zegt het comité ook dat er iets mis is met het comfort in
de gevangenis en in de gevangeniscel. Het comité heeft het over
gevangenen die nog altijd op de grond moeten slapen. Het comité zegt
dat elke gevangene op zijn minst over een bed, een stoel en een tafel
moet kunnen beschikken. Er zijn blijkbaar ook geen richtlijnen voor het
boeien van gevangenen in een cel. Het comité vraagt uitdrukkelijk dat
daarvoor richtlijnen zouden worden uitgevaardigd om willekeur tegen te
gaan. Specifiek verwijst het comité ook naar de situatie in Lantin waar
blijkbaar de cellen veel te klein zijn en er helemaal geen comfort is.
Men heeft hier ook wel te maken met mensen die toch een hele dag in
hun cel moeten verblijven. Het comité vraagt dan ook ofwel dat men die
cellen sluit, ofwel dat men de cellen probeert te vergroten.
Ten derde, heeft het comité het ook over de schrijnende situatie van
geïnterneerden in de gevangenissen. Wij hebben het daar vorige keer
ook nog eens over gehad. Vooral de psychiatrische afdelingen laten wat
dat betreft te wensen over. Er moeten meer psychiaters, meer
verplegers en meer ander medisch personeel naar onze gevangenissen.
Ik hoop in die zin dat het wetsontwerp, dat de minister samen met de
minister van Volksgezondheid - dacht ik - aan het maken is, zo vlug
mogelijk naar onze commissie voor de Justitie komt.
Ten laatste - misschien een heel delicaat punt - verwijst het comité ook
naar de rechten van de verdediging, in die zin dat het comité van
mening is dat advocaten direct, vanaf de aanhouding, hun cliënt zouden
transmis au gouvernement un
rapport sur sa visite dans les
institutions pénitentiaires et les
institutions fermées.
Le rapport fait état d'une évolution
positive par rapport aux visites
précédentes du Comité. Le Comité
se déclare notamment satisfait de
la prison d'Anvers. Les rapports du
personnel avec les détenus se sont
améliorés et les possibilités de
promenade des détenus à l'intérieur
de la prison sont meilleures. Plus
particulièrement, le rapport est
positif à propos du programme de
désintoxication multidisciplinaire
destiné aux toxicomanes.
Un aspect négatif concerne
l'intervention de la police pendant
les auditions et les interrogatoires
croisés qui, en effet, ne sont pas
toujours exempts de violence
physique. Le non-respect par nos
policiers de l'intégrité physique des
personnes interrogées constitue
manifestement un problème
récurrent.
Le rapport montre également que le
niveau de confort dans les prisons
laisse souvent à désirer. Certains
détenus sont, par exemple,
contraints de dormir sur le sol. En
outre, il n'existe pas de directives
relatives à l'usage des menottes à
l'intérieur des cellules. Les cellules
de la prison de Lantin, en
particulier, sont très exiguës et
inconfortables, alors que les
détenus doivent y passer toute la
journée. Le rapport propose
d'élargir ou de fermer ces cellules.
Les conditions de vie des détenus
sont jugées alarmantes, en
particulier dans les annexes
psychiatriques. Il faut augmenter le
nombre de psychiatres et
d'infirmiers. J'espère que le projet
de loi que le ministre prépare
actuellement en collaboration avec
son collègue de la Santé publique
sera présenté à cette commission
sous peu.
Selon le comité, les avocats
devraient pouvoir s'entretenir avec
leur client dès son arrestation et un
médecin devrait également être
présent dès ce moment.
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
moeten kunnen zien en spreken en dat er eigenlijk ook bij een
aanhouding een dokter aanwezig moet zijn, omdat er soms, bij
hardhandig politieoptreden, blijkbaar toch eens iets moet geconstateerd
worden.
Mijnheer de minister, ik weet dat u binnen zes maanden antwoord moet
geven aan het comité over al die opmerkingen en kritieken die in het
rapport zijn geuit, maar we gaan hopelijk geen zes maanden wachten
om aan alle actoren hier in België en alle mensen die zich daarmee
bezig houden, een antwoord te geven. Vooral verwijs ik naar het
politieoptreden dat blijkbaar zo kwalijk wordt genomen in het rapport. Ik
hoop dat u in die zin ook een antwoord aan mij kunt verschaffen.
Le ministre devra répondre aux
critiques du comité dans six mois.
J'espère qu'en Belgique, les
acteurs concernés ne devront pas
attendre aussi longtemps.
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Talhaoui, mijn antwoord zal relatief kort zijn. Ik denk dat de vragen die u
nu stelt, de gedeeltelijke antwoorden die u ook voor een stuk hebt
gegeven, heel duidelijk wijzen op het feit dat we de juiste beslissing
hebben genomen met de Belgische regering, namelijk dat dit rapport
niet verborgen en vertrouwelijk zou gehouden worden, maar dat we het
openbaar hebben gemaakt. We hebben het juist openbaar gemaakt om
toe te laten dat de discussie kan gevoerd worden met alle actoren van
het terrein die verantwoordelijkheid dragen. Wij willen ons daar dus niet
aan onttrekken.
Voor een aantal zaken die u hebt opgesomd, weet u dat er maatregelen
in voorbereiding zijn, dus wat dat betreft zal het perfect mogelijk zijn om
niet alleen een antwoord, maar ook een evolutie te kunnen geven
binnen de periode van zes maand. Ik kom dan tot de problematiek van
politiegeweld dat eventueel nog gebruikt wordt naar aanleiding van
aanhoudingen.
U kunt zich wel inbeelden dat voorlopige hechtenissen, zoals wij die
kennen, geen stappen zijn die worden ondernomen in alle blijheid en
vriendschap. Er is soms een deel geweld nodig om die te kunnen
uitvoeren. Dat moet natuurlijk volledig aan de regel van de evenredigheid
kunnen beantwoorden en het moet aan een aantal strenge voorwaarden
onderworpen worden. Ik zal in elk geval de minister van Binnenlandse
Zaken, die dienaangaande verantwoordelijkheid draagt voor de
politiediensten, ook specifiek wijzen op dit aandachtspunt, waarbij
mijns inziens effectief bijzondere zorg moet worden besteed aan de
wijze waarop wordt tussengekomen. Andere aanbevelingen die wij nu
hebben gekregen zijn veel verstrekkender, want zij zouden met zich
brengen dat de wet op de voorlopige hechtenis aan wijziging toe is. U
weet uit ervaring dat dit een bijzonder gevoelige materie is die wanneer
zij aanleiding geeft tot een wijziging in min en in meer, altijd een aantal
problemen met zich brengt. Ik denk onder meer aan de wijze waarop
een arrestatie moet plaatsgrijpen en de termijnen die moeten in acht
genomen worden om al of niet in aanhouding te kunnen voorzien. Dat
zijn discussies die onafwendbaar zijn telkens men de wet op de
voorlopige hechtenis ter discussie brengt. Maar dat mag geen
afschrikwekkend of verlammend effect hebben. Ik denk dat men op dat
vlak inspanningen moet leveren. Het is juist de bedoeling dat door het
vrijgeven van het resultaat die discussies kunnen op gang worden
gebracht.
02.02
Marc Verwilghen,
ministre: Il ressort de vos questions
et des réponses partielles que vous
y apportez vous-même, que le
gouvernement a délibérément rendu
public ce rapport, précisément pour
permettre une discussion à ce
sujet avec l'ensemble des acteurs
sur le terrain. Les mesures
nécessaires sont en préparation.
Il arrive qu'une détention provisoire
s'accompagne d'une certaine
violence. Il faut donc prévoir des
conditions strictes. Je ne
manquerai pas d'attirer l'attention
du ministre de l'Intérieur sur ce
point.
D'autres recommandations
requièrent une modification de la loi
sur la détention provisoire. Il
conviendra de faire des efforts dans
ce domaine. La publication du
rapport ouvre la porte à la
discussion.
02.03 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Wat het politiegeweld betreft, meen ik dat het
Comité niet doelde op een slag om de oren of een tik tegen het hoofd.
Ik denk dat het Comité wel degelijk bedoelde dat er onevenredig geweld
werd gebruikt tijdens de ondervragingen.
02.03
Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): Le Comité
visait l'usage excessif de violence
lors d'interrogatoires. Les ministres
de la Justice et de l'Intérieur
devraient y consacrer une attention
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Ik vraag met aandrang dat u daar samen met minister Duquesne werk
van maakt. Er zijn in het medisch dossier blijkbaar ook sporen van een
hardhandig optreden van onze politiemensen terug te vinden.
Zo kom ik tot de wet op de voorlopige hechtenis. Ik vind dat we hier de
discussie daarover moeten aangaan en dat we die wet moeten
evalueren en misschien ook aan een wijziging moeten onderwerpen. In
het buitenland bestaat het systeem reeds dat de advocaat zijn cliënt
direct kan zien. Waarom zouden wij daarover hier niet kunnen
nadenken zodat de rechten van de verdediging misschien van in het
begin kunnen worden gewaarborgd?
particulière. Entre-temps, il y a
également lieu d'examiner la loi
relative à la détention provisoire, de
même que la possibilité d'un
contact immédiat avec un avocat.
02.04 Minister Marc Verwilghen: Het is een van de voordelen van de
snel-Belg-wet maar ik heb gezien dat men dit voorrecht ondertussen
minder heeft kunnen appreciëren.
02.05 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Misschien moeten we
daarover ook eens in discussie gaan?
De voorzitter: Diegenen die de praktijk van nabij volgen, mevrouw Talhaoui, die weten dat in de plaatsen waar
er wordt ondervraagd er o zo ongelukkig veel deuren zijn waar de betrokkene telkens tegen loopt. Dat laat ook
sporen.
02.06 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Figuurlijk dan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Justitie over "het niet in
overeenstemming zijn van de vennootschappen met het wettelijk minimum kapitaal" (nr. 8558)
03 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la Justice sur "la non-conformité des
sociétés concernant le capital minimum légal" (n° 8558)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, uit een krantenbericht van de Financieel
Economische Tijd van 30 augustus 2002 blijkt dat ongeveer 8.000
naamloze vennootschappen in België nog steeds niet over het wettelijk
minimumkapitaal van 61.500 euro beschikken. Nochtans hebben die
NV's 5 jaar de tijd gehad om het kapitaal te verhogen. Ik zou
daaromtrent dan ook de volgende vragen willen stellen:
Welke maatregel zult u nemen of zijn er genomen om de niet-
reglementaire NV's op te sporen en aan te manen zich in regel te
stellen met het wettelijk minimumkapitaal?
Welke maatregelen zult u nemen om de andere verplichtingen die de
vennootschappen hebben voor het beschermen van aandeelhouders,
schuldeisers en andere derden te controleren, zoals onder meer het
opmaken van de jaarrekening? Blijkbaar leggen heel wat
vennootschappen hun jaarrekeningen niet of niet tijdig voor en dat is
toch een belangrijk element van controle die derden, aandeelhouders en
schuldeisers, kunnen uitoefenen op de vennootschap.
Hebt u voldoende middelen ter beschikking gesteld of zult u voldoende
middelen ter beschikking stellen van de rechtbanken van koophandel en
de parketten opdat deze controles op correcte en efficiënte wijze
kunnen worden uitgeoefend?
03.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): De nombreuses sociétés
ne respectent pas leurs obligations
en ce qui concerne le capital
minimum légal. En Belgique,
environ 8000 sociétés anonymes
ne disposent pas du capital
minimum légal de 61.500 euros.
Elles disposaient pourtant d'un
délai de cinq ans pour augmenter le
capital. Quelles initiatives le
ministre prendra-t-il pour répertorier
les sociétés concernées et pour les
sommer de se mettre en ordre? Par
le biais de quelles mesures le
ministre contraindra-t-il les sociétés
anonymes à respecter leurs
obligations, afin de protéger les
actionnaires, les créanciers et
d'autres tiers? Comment
organisera-t-il les contrôles en ce
qui concerne le dépôt des comptes
annuels? Le ministre mettra-t-il
suffisamment de moyens à la
disposition des tribunaux de
commerce et des parquets, de
manière à ce qu'ils puissent
exercer ces contrôles
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
correctement?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Hoorebeke, met betrekking tot de problematiek zijn er twee
mogelijkheden.
De eerste mogelijkheid vindt men in artikel 111 van de wet van 13 april
1995. Daarin is bepaald dat de bestuurders aansprakelijk zijn indien het
kapitaal van een naamloze vennootschap niet is aangepast aan het
minimumbedrag van 2,5 miljoen Belgische frank of 61.500 euro.
De tweede mogelijkheid is artikel 182 van het wetboek van
vennootschappen waar de ontbinding kan worden ingeroepen van een
vennootschap die gedurende 3 opeenvolgende boekjaren niet heeft
voldaan aan de verplichting om een jaarrekening op te maken.
Hoe dan ook, het is noodzakelijk om hierover overleg te hebben met het
College van de procureurs-generaal. Ik heb het dan ook gevraagd om
mij een overzicht te bezorgen van de actuele toestand, zodat er, zodra
de problematiek in kaart is gebracht op het niveau van de verschillende
arrondissementen, een eenvormig beleid op kan worden uitgestippeld.
Dat is ook de bedoeling van de richtlijnen van het College van de
procureurs-generaal.
In deze komt er dus vrij snel een reactie, aangezien ik voor uw vraag de
vraag al had gesteld aan het College van de procureurs-generaal.
03.02
Marc Verwilghen,
ministre: L'article 111 de la loi du
13 avril 1995 dispose que les
administrateurs eux-mêmes sont
responsables si le capital d'une
société anonyme ne s'élève pas à
au moins 2,5 millions de francs.
Par ailleurs, l'article 182 du Code
des Sociétés règle la question de
la dissolution des sociétés qui ne
respectent pas, pendant trois ans,
l'obligation de déposer des
comptes annuels.
J'ai demandé au Collège des
procureurs généraux de faire un
état des lieux du problème par
arrondissement, après quoi je
définirai une politique adéquate.
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord. Het is inderdaad juist dat de
vennootschapswetgeving in bepaalde sanctiemogelijkheden voorziet
wanneer men niet voldoet aan de wettelijke verplichtingen die er ten
aanzien van de vennootschappen gelden. Anderzijds is er ook in een
mogelijkheid van externe controle voorzien. Ik denk dat het de opdracht
is van de parketten en de rechtbanken van koophandel om daar het
nodige toezicht op uit te oefenen.
Ik neem alvast nota van zijn antwoord dat aan het probleem wordt
gewerkt en dat de passende instructies op korte termijn zullen worden
gegeven.
03.03 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): La législation relative aux
sociétés prévoit des sanctions. Par
ailleurs, les parquets et les
tribunaux de commerce peuvent et
doivent effectuer un contrôle
externe en la matière. Je prends
note du fait qu'ils recevront les
instructions nécessaires à ce
propos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Justitie over "het rapport van de
'onderzoekscommissie' omtrent Congo" (nr. A005)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la Justice sur "le rapport de la commission
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in het voorjaar is naar buiten gekomen dat er een
rapport van een onderzoekscommissie omtrent de gebeurtenissen in
Congo in 1960 zou bestaan. Dat rapport bestaat inderdaad, maar het
werd op dat ogenblik niet vrijgegeven. Naar aanleiding van een aantal
interpellaties in de commissie van 29 januari 2002 hebt u geantwoord
dat u in overleg met uw collega van Buitenlandse Zaken de commissie
voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, aangevuld met
een aantal professoren die over een grote kennis van de materies media
en derde wereld beschikken, advies zou vragen over de vrijgave van het
desbetreffende rapport.
Mijnheer de minister, heeft het overleg met uw collega van Buitenlandse
04.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Le 29 janvier 2002, le
ministre a déclaré qu'il
demanderait, en concertation avec
le ministre des Affaires étrangères,
un avis sur le rapport de la
commission d'enquête Congo à la
commission de la Protection de la
vie privée, assistée de professeurs
experts en la matière.
Le ministre s'est-t-il déjà entretenu
à ce sujet avec le ministre des
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Zaken reeds plaatsgehad? Wat is het resultaat hiervan? Is de
commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer
aangevuld met een aantal professoren, reeds aan het werk? Wat is de
precieze opdracht die de commissie werd of zal worden gegeven?
Affaires étrangères? La
commission de la Vie privée a-t-elle
déjà entamé ses travaux? Quelle
mission lui a-t-elle été assignée?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Hoorebeke, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken werd
beslist om advies omtrent de eventuele vrijgave van het rapport te
vragen aan de commissie voor de Toegang tot Bestuursdocumenten, de
CTB. Die wordt voor deze bijzondere opdracht bijgestaan door experts
van de commissie tot Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer en
experts van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Aangezien de CTB
ressorteert onder Binnenlandse Zaken, werd door mijn ambtgenoot
Duquesne op 28 maart 2002 schriftelijk gevraagd de commissie te
willen gelasten in deze aangelegenheid om op korte termijn advies te
verkrijgen. In haar eindverslag, dat dateert van 31 juli 2002 dat na
tekstcorrectie pas op 16 september werd afgerond, concludeert de
commissie voor de Toegang tot Bestuursdocumenten van oordeel te
zijn dat - ik citeer -: "het rapport voor openbaarmaking in de zin van
artikel 4 en 5 van de wet van 11 april 1994 in aanmerking komt" - dat is
een belangrijke positie -: "rekening houdend evenwel met gemaakte
opmerkingen betreffende de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer van de in het rapport genoemde of identificeerbare
personen".
In haar eindverslag zegt zij voorts dat het goed is dat de regering eind
september een beslissing neemt dat is intussen gebeurd - waarbij
een werkgroep bestaande uit 2 of 4 historici, 2 of 4 journalisten en
vertegenwoordigers van de drie destijds betrokken ministeries Justitie,
Landsverdediging en Afrikaanse Zaken wordt gelast met het schetsen
van het historisch kader van het rapport met het oog op een publiek te
maken versie ervan. Dat is om de bescherming van een aantal
personen te garanderen.
De minister van Buitenlandse Zaken zal op korte termijn het nodige
doen inzake het samenstellen en het opstarten van de werkgroep. Eens
die werkgroep is opgericht en een en ander opnieuw gekaderd is
rekening gehouden met de waarborgen die de CTB gevraagd heeft, zal
men kunnen overgaan tot het vrijgeven van het rapport wat de grote
krachtlijnen betreft zonder dat de individuele namen van de personen
die in het rapport zijn opgesomd, worden vermeld.
Eerlijkheidshalve voeg ik eraan toe dat, nu dieper op het dossier is
ingegaan, blijkt dat er voor een aantal personen met kinderen die die
zwarte bladzijde van de koloniale geschiedenis hebben meegemaakt,
problemen van privacy blijven bestaan. Ik denk dat we de nodige
garanties terzake hard moeten kunnen maken.
04.02
Marc Verwilghen,
ministre: Un avis a été demandé à
la commission d'Accès aux
documents administratifs (CADA)
en ce qui concerne la publication
éventuelle du rapport sur le Congo.
Nous avons demandé par écrit au
ministre Duquesne, le 28 mars
2002, de charger la commission de
ce dossier.
La CADA estime que le rapport
peut être rendu public. Elle a
toutefois formulé des observations
relatives à la protection de la vie
privée de personnes nommées
dans le rapport ou identifiables.
Fin septembre, le gouvernement a
décidé de charger un groupe de
travail de définir le cadre historique
du rapport, afin d'en établir une
version publiable. Ce groupe de
travail sera composé d'historiens,
de journalistes et de représentants
des ministères de la Justice, de la
Défense et des Affaires étrangères.
Le rapport pourra ainsi être publié
et ne mentionnera pas le nom de
personnes encore en vie ou de
leurs descendants.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor het antwoord. Ik ben verheugd over de evolutie die het
dossier doormaakt.
Alhoewel ik er alle begrip voor heb dat er moet gewaakt worden over de
bescherming van personen en gegevens die schadelijk of kwetsend
kunnen zijn voor degenen die nog in leven zijn of voor hun
nabestaanden, is het historisch belangrijk dat het rapport publiek
gemaakt wordt. Daarom is het goed dat de werkgroep, die op het
ogenblik ressorteert onder de minister van Buitenlandse Zaken, aan het
werk kan en een historische versie kan opmaken die gepubliceerd kan
worden.
04.03 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je me félicite de
l'évolution de ce dossier La
protection de la vie privée des
personnes encore en vie et de leurs
descendants doit tout d'abord être
garantie. D'autre part, la publication
du rapport revêt une importance
historique.
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Justitie over "de behandeling der
geïnterneerde gedetineerden" (nr. A015)
05 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la Justice sur "le traitement des détenus
05.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, bij deze problematiek wil ik even blijven stilstaan,
omdat het gaat om een groep van gedetineerden die nogal eens
gemakkelijk vergeten wordt. In de Juristenkrant van 5 juni 2002 wordt
daaraan trouwens een groot artikel gewijd naar aanleiding van een
uitspraak in kort geding van Luik van 3 mei 2002 op verzoek van de
Ordre des barreaux francophones et germanophones, waarbij de
Belgische Staat veroordeeld werd wegens het niet verstrekken van de
nodige psychiatrische zorg aan de geïnterneerden in de inrichting voor
sociaal verweer.
Omtrent de situatie van de geesteszieken en de geestesgestoorde
delinquenten die om die reden geïnterneerd worden en die tijdens hun
internering in gevangenissen vertoeven en daar geen adequate
behandeling krijgen, is reeds heel wat te doen geweest, ook vroeger. Zo
zouden er in de rijksgevangenis te Gent, waar er slechts plaats is voor
een zeventiental geïnterneerde gedetineerden, thans honderd en tien
vertoeven. Terwijl voor de voorziene zeventien plaatsen een regime geldt
dat nauwelijks verschillend is van het gewoon detentieregime, krijgt het
overgrote deel van de geïnterneerde gedetineerden geen enkele
speciale zorg noch voorziening en vertoeven zij gewoon onder de
andere gedetineerden. Daarop is reeds herhaalde malen kritiek geuit.
België heeft nochtans op 19 december 1966 het internationaal verdrag
inzake burgerrechten en politieke rechten te New York onderschreven.
Het heeft dan ongeveer vijftien jaar geduurd om dat verdrag te
ratificeren, wat gebeurde bij wet van 15 mei 1981. De publicatie in het
Belgisch Staatsblad gebeurt twee jaar na de ratificatie, met name op 6
juli 1983.
Het verdrag van 1966 legt aan de ondertekenende staten de verplichting
op om zich te conformeren aan de gedragsbepalingen en, zo nodig,
zich aan te passen. Zo bepaalt artikel 10, lid 3 van het verdrag: "Het
gevangenisstelsel dient te voorzien in de behandeling van de
gevangenen die in de eerste plaats is gericht op heropvoeding en
reclassering. Jeugdige overtreders dienen gescheiden te worden
gehouden van volwassenen en gescheiden behandeld te worden in
overeenstemming met hun leeftijd en rechtspositie".
Daaromtrent zou ik dan ook de volgende vragen willen stellen.
Waarom werd er 36 jaar na de ondertekening van het internationaal
verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en ruim 19 jaar na de
ratificatie ervan, tot op heden nog niets of minstens onvoldoende
ondernomen, zoals tot de wettelijke verplichting van de overheid
behoort, om te voorzien in "een behandeling gericht op de heropvoeding
en reclassering van de gevangenen", wat impliceert dat de
geïnterneerde gedetineerden een bijzondere, doorgedreven en
intensieve behandeling moeten krijgen?
Ten tweede, zullen gevangenen die in strijd met die gedragsbepalingen
niet de voornoemde behandeling hebben gekregen, geen vordering tot
schadevergoeding kunnen instellen wegens verzuim van de overheid?
05.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): De nombreux détenus
souffrant de maladies mentales
sont soumis au régime pénitentiaire
normal et ne bénéficient pas d'un
traitement adéquat. La Belgique a
pourtant souscrit au Pacte
international relatif aux droits civils
et politiques en 1966; elle l'a ratifié
en 1981.
Comment se peut-il que 36 ans
plus tard, pratiquement rien n'ait
encore été entrepris dans ce
domaine? Les détenus qui ne
peuvent bénéficier d'un traitement
adéquat devront-ils introduire une
demande de dommages et
intérêts? Comment et quand le
pacte sera-t-il appliqué à tous les
détenus internés?
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Ten derde, op welke wijze en wanneer zal het verdrag een effectieve
uitvoering op alle gedetineerden en in het bijzonder op de
geïnterneerden hebben?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Van Hoorebeke, een van uw
vragen heeft betrekking op een lopende procedure. Hoewel het erg
verleidelijk is om daarop een juridisch antwoord te geven, zal ik mij
daarvan momenteel nog onthouden, vermits de procedure momenteel
nog niet is uitgeput.
Ik moet daar wel volledigheidshalve aan toevoegen dat de vraag niet
alleen boeiend is, maar dat ze mij ook de mogelijkheid biedt om toch
de puntjes op de i te zetten, want laten uitschijnen, zoals in het artikel,
dat er voor de geïnterneerden niets of niet genoeg is gebeurd, lijkt mij
toch manifest verkeerd.
Allereerst wil ik u eraan herinneren dat in België de meeste
gedetineerden buiten de gevangenissen worden verzorgd en behandeld.
Wij hebben 3.000 geïnterneerden en daarvan zijn er slechts een 700-tal
in een penitentiaire inrichting opgenomen. Ook die personen worden
niet aan hun lot overgelaten, al weet ik en al blijf ik ook herhalen dat op
dat vlak toch nog bijkomende inspanningen moeten gebeuren.
Ik herinner u toch aan een reeks van essentiële stappen die
ondertussen werden genomen.
Ten eerste, ik heb in de penitentiaire administratie een permanente
overlegstructuur geïnstalleerd met betrekking tot de psychiatrische zorg
in gevangenissen. Dat overleg heeft geresulteerd in onder andere de
sluiting van de onderneming psychiatrische afdeling te Namur en te
Lantin, want die waren volkomen onderkomen. Voorts is er de
constructie en de oprichting van een nieuwe afdeling in Paifve met 41
plaatsen. Ten derde is er de optimalisering van de therapeutische
omkadering te Paifve: daar wordt het aantal uren psychiatrische dienst
opgetrokken van 12 uur in februari naar 68 vandaag en wordt het aantal
verpleegkundigen van 4 naar 8 verdubbeld.
Er is ook de aanstelling van twee coördinatoren die belast zijn met de
kwaliteitsbewaking op de diverse afdelingen. Dat is een eerste
maatregel.
Ten tweede, ik ga van de stelling uit dat alleen high riskpatiënten op
penitentiaire psychiatrische afdelingen moeten verblijven. Een
honderdtal patiënten vertoont die kenmerken niet, maar wordt ook niet
in gewone klinieken aanvaard, omdat er meestal onvoldoende
veiligheidsgarantie kan worden geboden. Om toch een oplossing tot
stand te brengen, zijn er akkoorden met drie klinieken gesloten. Daarin
worden momenteel 94 bedden gesubsidieerd.
Ten derde, het voorontwerp van wet betreffende de internering van
delinquenten met een geestesstoornis wacht op het advies van de Raad
van State. Het ontwerp zal zo snel mogelijk in de Kamer worden
ingediend. Ik hoop dan ook dat de aandacht voor de problematiek van
de geïnterneerden dat bij menig lid in de commissie aanwezig is zal
bijdragen tot een engagement om dat ontwerp door een snel en
constructief debat af te handelen.
Tot slot, ik heb een dossier voorbereid om de gratis zorg in de
gevangenissen op een hoger peil te brengen. De kostprijs voor deze
upgrading moet op 9,5 miljoen euro worden geraamd. Dat is een enorm
bedrag. Het dossier voor de administratieve en budgettaire controle is in
05.02
Marc Verwilghen,
ministre: Votre question suggère
que rien n'a été entrepris en faveur
des internés et que rien n'est prévu.
Cela est évidemment faux! La
plupart des internés en Belgique
séjournent en dehors des prisons
et donc dans un environnement
adapté. Sur les 3000 personnes
internées, seules 700 environ sont
détenues dans un établissement
pénitentiaire; et ces 700 personnes
ne sont absolument pas
abandonnées à leur sort.
La concertation relative aux soins
psychiatriques a déjà conduit à la
fermeture des sections
psychiatriques obsolètes de Namur
et de Lantin, à la construction
d'une nouvelle section à Paifve et à
l'optimisation de l'encadrement
thérapeutique qui y est proposé.
Seuls les patients présentant un
comportement à haut risque
séjournent dans les sections
psychiatriques des établissements
pénitentiaires. Une centaine de
patients ne présentent qu'un risque
moyen, mais ne sont pas admis
dans les cliniques ordinaires. Je
subventionne 94 lits dans trois
cliniques pour néanmoins permettre
leur admission.
J'attends l'avis du Conseil d'Etat sur
mon avant-projet de loi. J'espère
que l'inquiétude exprimée par de
nombreux membres de la
commission se traduira par un
débat constructif au sein de notre
assemblée.
J'ai préparé un dossier afin
d'améliorer les soins psychiatriques
dans les établissements
pénitentiaires. Le coût de cette
mesure s'élève à 9,5 millions
d'euros. Le dossier pour le contrôle
administratif et budgétaire est en
préparation.
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
voorbereiding en dit met het oog op de bijkomende aanwervingen die in
de loop van 2003 moeten plaatsvinden. Het dossier is dus volop in
beweging. Ik zou wel willen reageren tegen de indruk die zou kunnen
ontstaan alsof ik terzake niets doe.
05.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de minister, dit was
inderdaad een goede gelegenheid om aan te geven wat er tot op heden
allemaal al is gebeurd. Ik denk dat het ook de maatschappelijke
opdracht is van de leden van de commissie en de parlementsleden om
hieraan aandacht te blijven besteden. De geïnterneerden vormen een
groep die wordt verwaarloosd in de maatschappij. Zij krijgen immers
niet dezelfde rechten van bijstand als de gewone gevangenen.
05.03 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Les membres de la
commission doivent continuer à
s'intéresser de près à ce dossier.
Dans la pratique, cette catégorie de
détenus ne bénéficie en effet pas
des mêmes droits ni de la même
assistance que les autres
prisonniers. Il convient de trouver
une solution à ce problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. A057 van mevrouw Yolande Avontroodt wordt naar een latere datum verschoven.
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Justitie over "de vervolging van
milieudelicten" (nr. A083
- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Justitie over "de nationale criminaliteitscijfers 2001
inzake milieu en natuurbehoud" (nr. A107)
06 Questions jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre de la Justice sur "la poursuite des délits
environnementaux" (n° A083)
- Mme Dalila Douifi au ministre de la Justice sur "les statistiques nationales en matière de
criminalité pour 2001 dans le domaine de la protection de l'environnement et de la nature"
(n° A107)
06.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb u in juni ondervraagd over het feit dat
mevrouw Dua haar beklag had gedaan, omdat er geen gevolg werd
gegeven aan processen-verbaal die door de Vlaamse Milieu-inspectie
waren opgesteld. Het ging concreet om pcb-dossiers.
Verwijderingplannen werden onder meer niet gevolgd. Het probleem
bleek ook ruimer te zijn. Alle milieumisdrijven waar Ovam een proces-
verbaal voor opstelt worden door de parketten met heel trage en lange
tanden verwerkt.
U hebt mij toen geantwoord dat, om dat probleem te voorkomen, een
commissie voor het Vervolgingsbeleid is opgericht die het
handhavingsbeleid van het leefmilieu bespreekt. Ook de problemen
inzake de gerechtelijke afhandeling van dergelijke dossiers zouden daar
moeten worden besproken. U hebt dus eigenlijk de bal teruggekaatst
door te zeggen dat de minister haar vertegenwoordiger in die
commissie had, dat men u nooit heeft laten weten dat er problemen
waren en dat het dus in eerste instantie in de commissie aan bod
moest komen. U hebt toen ook een nieuwe vergadering van die
commissie in het vooruitzicht gesteld en gezegd dat u die problematiek
zou agenderen.
Ondertussen heeft senator Malcorps wereldkundig gemaakt dat hij van
u een aantal statistieken heeft gekregen inzake milieucriminaliteit van
het jaar 2000. De parketten zijn er pas in oktober van dit jaar in
geslaagd om die statistieken bijeen te sprokkelen. Ze geven eigenlijk
een zelfde beeld. De helft van de milieumisdrijven zou worden
geseponeerd en voor de andere helft zouden nog geen vonnissen zijn
06.01 Annemie Van de
Casteele (VU&ID): A ma question
du 25 juin sur l'absence de suite
donnée aux PV dressés par
l'Inspection de l'environnement de la
Région flamande, le ministre avait
répondu qu'il porterait ce point à
l'ordre du jour de la commission
chargée de la politique en matière
de poursuites.Depuis lors, le
sénateur M. Malcorps a tiré la
sonnette d'alarme sur la base des
statistiques concernant les délits
environnementaux en 2000.
Cette commission s'est-elle réunie
entre-temps? Quels résultats ont-
ils été enregistrés? Est-il normal
que les chiffres ne soient
disponibles qu'aussi tardivement?
Comment le ministre fera-t-il en
sorte que la criminalité
environnementale soit réprimée?
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
uitgesproken.
Daarom heb ik de volgende vragen, mijnheer de minister.
Heeft de vergadering die u in het vooruitzicht had gesteld waar de
problematiek van de milieumisdrijven en de afhandeling geagendeerd
zou worden, plaatsgevonden? Is het normaal dat men zo laat over
cijfers van het jaar 2000 kan beschikken? Hoe kan men efficiënt
bijsturen wanneer men die cijfers pas zo laat krijgt? Hoe gaat u er
uiteindelijk voor zorgen dat de milieucriminaliteit, die ons reeds in veel
dossiers zwaar parten heeft gespeeld, ernstig wordt aangepakt?
06.02 Dalila Douifi (SP.A): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat over
hetzelfde onderwerp en meer bepaald over de criminaliteitscijfers die
door de eerste minister bekend werden gemaakt tijdens de
begrotingsbesprekingen. Daaruit bleek een ernstige daling van de
criminaliteit. Dat is een hoopvolle tendens.
Toch rijst een aantal vragen over het justitieel beleid inzake milieu- en
natuurbehoud. Ik heb daarover reeds een aantal vragen gesteld. Wij
stellen immers vast dat op basis van de door de eerste minister
verstrekte gegevens het aantal criminele feiten inzake milieu in
vergelijking met 2000 in 2001 van 12.470 naar 10.849 is gedaald of een
daling van 13%, terwijl inzake natuurbehoud het aantal van 420 naar
279 is gedaald. Dat is een daling van 33%.
Die opmerkelijke daling kan wijzen op een reële daling van het aantal
misdrijven in de dossiers die voor ons belangrijk zijn. Dat zou een zeer
hoopvolle tendens zijn. Er kan volgens ons evenwel een andere
verklaring voor deze gegevens worden gegeven, namelijk de bereidheid
om dergelijke misdrijven milieuovertredingen en overtredingen inzake
het natuurbehoud aan te pakken kan ook aanzienlijk zijn gedaald,
misschien evenredig met de door de eerste minister verstrekte cijfers.
Want zoals collega Van de Casteele het komt te zeggen, uit cijfers die
u onlangs heeft overgemaakt blijkt immers dat op de totaliteit van de
milieumisdrijven in 2000 vastgesteld, ongeveer een 13.000, er in 2002
nauwelijks een vonnis, laat staan dus een veroordeling volgt. In
Antwerpen is dat 4%, in Brussel en Tongeren 0,4%, in Gent 0,8%, in
Ieper 0,6% en in Veurne en Leuven is dat zero procent. Dat zijn volgens
ons toch verontrustende cijfers, mijnheer de minister, die ook
demotiverend werken voor de diensten die de overtredingen terzake
vaststellen. Daarenboven kunnen wij ons toch niet ontdoen van een
vermoeden dat deze misdrijven laks opgevolgd worden door het
gerechtelijk apparaat.
Mijnheer de minister, in aansluiting op vorige tussenkomsten terzake
wil ik ook nog eens mijn bezorgdheid uitdrukken omtrent het
opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende milieuovertredingen en
delicten op het natuurbehoud. Samen met u zijn wij in de commissie
reeds tot de conclusie gekomen dat dit een absolute prioriteit moet zijn
binnen een aantal afspraken die er zijn tussen de parketten, het
federale niveau en het Vlaamse niveau en dat wie milieuovertredingen
begaat niet ongestraft kan blijven. Vandaar, mijnheer de minister, twee
vragen. Wat is uw mening of de reden voor deze toch wel opmerkelijke
daling van de vastgestelde criminele feiten inzake milieu en
natuurbehoud? Ten tweede, welke acties overweegt u om de toch wel
volgens ons geringe en volgens ons duidelijk sterk onevenwichtige
aanpak van deze misdrijven door de rechterlijke macht aan te pakken?
06.02 Dalila Douifi (SP.A): Les
chiffres du premier ministre en
matière de criminalité indiquent une
forte diminution du nombre des
délits. Il subsiste toutefois des
questions concernant la politique
judiciaire en matière
d'environnement et de protection de
la nature. Si l'on se fonde sur les
données du premier ministre, la
baisse serait de 13 pour cent en
matière d'environnement et même
de 33 pour cent en matière de
protection de la nature. Nous
craignons toutefois que cette
baisse s'explique plutôt par un
manque de volonté de constater les
abus. Il ressort, par ailleurs, de
chiffres fournis par le ministre
Verwilghen qu'un délit
environnemental débouche
rarement sur un jugement, sans
même parler de condamnation.
Quelle est, aux yeux du ministre, la
raison de cette diminution
sensible? Quelles actions le
ministre envisage-t-il pour contrer
l'approche laxiste et déséquilibrée
de ces problèmes?
06.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega's Van 06.03
Marc Verwilghen,
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
de Casteele en Douifi, ik zal eerst antwoorden op de drie vragen van
mevrouw Van de Casteele. Ten eerste, de vergadering van de
commissie voor het Vervolgingsbeleid, zal worden gehouden op
donderdag 24 oktober. Dat is een eigen agenda die zij hebben en die zij
bepalen.
Ten tweede, in beginsel, wat het cijfermateriaal betreft, mag dit soort
van inbreuken wegens hun meestal technische aard en de bijzondere
misdrijfcodering die eraan gegeven wordt voor de parketten geen
probleem geven om cijfermatige gegevens op korte termijn te kunnen
overmaken. Er is mij trouwens geen bijzondere problematiek gekend
om inzake dergelijke misdrijven cijfers te bekomen. Inzake een
eventueel meer efficiënte verwerking van de gegevens is alleszins een
rol weggelegd voor de referentiemagistraat inzake milieu die bij het
parket-generaal te Brussel werkt en die daar eigenlijk voor het college
deze problematiek opvolgt. Ook door de dienst Strafrechtelijk Beleid
worden nagekeken op welke wijze de gegevens thans worden verwerkt,
inclusief het bekijken of zich wijzigingen en/of verbeteringen opdringen.
Ten derde, ik merk op dat in de cijfers ook processen-verbaal ten laste
van onbekend gebleven daders worden opgenomen. Dat geeft uiteraard
een vertekend beeld want iedereen weet dat in dergelijke dossiers, als
u de dader niet kunt vinden, dit maar één richting kan krijgen, namelijk
die van de voorlopige seponering door het parket van de zaak in
afwachting dat een nieuw element duidelijkheid in de zaak brengt. Voor
de zaken met gekende daders rijst niet noodzakelijk een probleem.
Zoals ik ook al naar aanleiding van de vorige vraag heb gezegd zijn die
zaken door hun technische aard veelal complex en is er dus ook een
langere periode vereist voor de definitieve afhandeling. Anderzijds weet
ik dat daaromtrent discussie bestaat. De vraag rijst of
milieudelictendossiers en vooral als het gaat om kleinere vergrijpen
zich lenen tot een overleg met het oog op het bekomen van een
geregulariseerde toestand eerder dan tot het onmiddellijk vervolgen, wat
uiteraard zijn weerslag heeft op de uiteindelijke seponeringscijfers. De
conclusie dat milieucriminaliteit niet of niet ernstig genoeg wordt
aangepakt, lijkt mij toch in het huidig stadium te voorbarig.
Zo kom ik tot de eerste vraag van mevrouw Douifi. Voor een belangrijk
aantal van de misdrijfvormen leveren de cijfergegevens een dalende
tendens op. Waarom zou terzake in de milieu-inbreuken niet de meest
plezierige, de meest positieve oplossing gelden, namelijk dat er een
reële daling is. Of moet voor alle misdrijven met dalende cijfers beweerd
worden dat die daling enkel is gestoeld op het feit dat er minder
vaststellingen zijn of dat men minder prioritair of minder ernstig deze
zaken zou vervolgen? Daarbij speelt een heel belangrijk argument een
rol: het zijn niet de parketten die de vaststellingen verrichten. Dat moet
u dus heel goed weten. Gebrek aan opvolging kan misschien aan
justitiële instanties verweten worden maar niet de daling van het aantal
vaststellingen op het terrein want daarvoor staan andere instanties in.
Dus dat moeten we toch ook als gegeven voor ogen blijven houden.
Wat betreft het geringe aantal vonnissen of arresten - waarbij ik inzake
het geringe aantal veroordelingen terloops opmerk dat de rechterlijke
macht uiteraard in volle onafhankelijkheid iedere zaak beoordeelt, dus
inclusief de mogelijkheid tot vrijspraak - blijf ik herhalen wat ik naar
aanleiding van de andere vragen ook al dikwijls heb gezegd:
"Milieudossiers, en zeker deze die ernstige inbreuken vormen, zijn
complex en vergen een langere tijdsperiode tot afhandeling van
onderzoek en berechting door de bodemrechter." Talrijke kleinere
dossiers, zeker en vast deze met betrekking tot de lichtere inbreuken,
gelden voor de regularisatie net zoals ik aan mevrouw Van de Casteele
heb gezegd.
ministre: Je répondrai d'abord à
Mme Van de Casteele. Le 24
octobre 2002 se tiendra la réunion
de la commission chargée de la
politique des poursuites.
En principe, obtenir à brève
échéance des chiffres relatifs à ce
type de délits ne devrait pas poser
de problèmes.
Dans les chiffres, nous avons
également inclus les procès-
verbaux relatifs à des auteurs qui
n'ont jamais été identifiés. Les
statistiques s'en trouvent
évidemment dénaturées.
Les affaires où sont impliqués des
suspects connus sont,
techniquement, souvent complexes
si bien que leur traitement définitif
prend plus longtemps. En outre,
dans les dossiers
environnementaux, une
concertation a souvent lieu afin de
régulariser la situation au lieu
d'engager des
poursuites
immédiatement. Dès lors, il est
prématuré de conclure que la
criminalité environnementale n'est
pas sanctionnée ou l'est
insuffisamment.
Je voudrais dire à Mme Douifi que
les chiffres ayant trait à de
nombreux délits ont tendance à
baisser. Il en va de même pour les
délits environnementaux. Au
demeurant, ce ne sont pas les
parquets qui font les constatations
sur le terrain. Celles-ci incombent à
d'autres instances spécialisées.
Le pouvoir judiciaire juge chaque
affaire en toute indépendance. Les
délits environnementaux graves
sont complexes et requièrent d'être
examinés longuement et d'être
jugés par le juge du fond. Nombre
de petits dossiers relatifs à des
infractions légères entrent en
considération pour être régularisés,
ce qui entraîne leur classement
sans suite.
Trois magistrats spécialisés
prennent part aux réunions de la
commission de la Communauté
flamande chargée de la politique
des poursuites. Le magistrat du
parquet général de Bruxelles est le
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Ten tweede, aan de bijeenkomsten van de commissie voor het
Vervolgingsbeleid van de Vlaamse Gemeenschap wordt deelgenomen
door drie gespecialiseerde magistraten van de parketten-generaal van
Brussel, Antwerpen en Gent, waarbij de magistraat van het parket-
generaal van Brussel fungeert als referentiemagistraat. Hun inbreng
garandeert dat de geagendeerde problematiek daar daadwerkelijk wordt
behandeld. Ik moet u niet zeggen dat het niet de routinematige
aangelegenheden zijn die daar behandeld worden. Daar zijn het
meestal de probleemkwesties die aan bod komen en waar men een
passend gevolg aan wil geven. Overigens lijkt mij een volkomen
evenwicht te bestaan tussen de aanpak in de diverse gerechtelijke
arrondissementen, alhoewel dat niet altijd op dezelfde manier kan
gebeuren. Ieder rechtsgebied heeft zijn specifieke problematiek, niet
alleen inzake het milieu maar in bijna alle misdrijfvormen zodat
eenvormigheid in de benadering altijd weer wordt doorkruist door een
aantal lokale prioriteiten die soms met zich meebrengen dat de
milieuproblematiek die er aangesneden wordt - als die belangrijk is
wordt die zeker en vast aangesneden maar bij de kleinere zaken -
soms een beetje lijdt onder de toevloed van andere zaken die prioritair
moeten behandeld worden.
magistrat de référence en matière
d'environnement. Ces magistrats
ont pour mission de veiller au suivi
de tous les problèmes qui sont à
l'ordre du jour.
Chaque ressort est aux prises avec
des difficultés spécifiques qui n'ont
pas seulement trait à
l'environnement de sorte que
l'uniformité d'approche est
systématiquement contrecarrée par
des priorités locales.
06.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mijnheer de minister, die
laatste uitspraak wijst inderdaad wel op het feit dat het om prioriteiten
moet gaan. Titels als "Milieuovertreders bijna nooit gestraft" gaan dan
op de duur self-fulfilling werken. Daar vrees ik dus voor.
Als u zegt dat er donderdag een vergadering is van de commissie, dan
zou het misschien toch nuttig zijn dat die zich eens over de cijfers buigt
die hier geciteerd werden, zowel de cijfers die u aan mijnheer Malcorps
heeft gegeven als de zogenaamde cijfers over de dalende trend waar ik
niet zo optimistisch over ben als onze collega. Dat men naziet of daar
al dan niet een probleem is. En dan is het misschien aan de
referentiemagistraat om ons via u erover te berichten of men al dan niet
problemen heeft kunnen detecteren waar men al dan niet aan kan
remediëren. Ik ben het met u eens dat een aantal milieumisdrijven
complex kunnen zijn. Denk maar aan al die PCB-histories. Toch denk
ik dat dit niet algemeen geldend is voor de milieudelicten die in de
cijfers van mijnheer Malcorps voorkomen. Dus blijf ik er toch wel bij dat
dit de indruk geeft dat er een zekere straffeloosheid is op dat terrein en
dat die niet altijd ongewild is.
06.04 Annemie Van de
Casteele (VU&ID): Votre dernière
déclaration indique que c'est une
question de priorités. Vous dites
que la commission chargée de la
politique des poursuites se réunira
jeudi. Il serait utile que cette
commission se penche un jour sur
tous les chiffres afin de voir s'il y a
des problèmes et où ces
problèmes se posent. C'est alors
au magistrat de référence qu'il
incombe d'en informer le ministre. Il
est évidemment très difficile
d'effectuer certaines détections
mais il n'en est pas ainsi pour de
nombreux autres délits figurant sur
la liste du sénateur Malcorps. Dès
lors, une sorte d'impunité subsiste
en matière de délits
environnementaux. Et lorsque cette
affirmation est répétée un certain
nombre de fois dans la presse,
cette impression devient vite un fait.
06.05 Dalila Douifi (SP.A): Mijnheer de minister, bedankt voor uw
antwoord. Trouwens ook bedankt voor de nazorg die u verleent aan de
vorige vragen. Wanneer u belooft om cijfers of nota's te bezorgen, dan
doet u dat ook en dat laat ons toe ook dergelijke dossiers
gemakkelijker te volgen.
Nu, het is uiteraard zo, en ik denk dat ik dat ook mag concluderen uit
hetgeen u hebt gezegd, dat de cijfers over de effectieve uitspraken van
de rechtbanken niet alles zeggen, gezien de seponeringen en de
minnelijke schikkingen. In die zin zou het inderdaad interessant zijn om
eens te detecteren wanneer of over welke overtredingen het precies
gaat wanneer men overgaat tot seponeringen en minnelijke
schikkingen. Ik wou toch graag even samen met u de overweging
maken of dit eigenlijk wel een goeie tendens is, of het eigenlijk wel een
06.05 Dalila Douifi (SP.A): Les
chiffres relatifs aux jugements
rendus par les tribunaux ne disent
pas tout. Il serait intéressant de voir
quels dossiers font l'objet d'un
classement sans suite ou d'une
transaction. Cette tendance n'est-
elle pas contreproductive?
L'approche trop laxiste des excès
de vitesse a créé un état d'esprit
qui oblige aujourd'hui le
gouvernement à adopter une
attitude rigoureuse et à appliquer
des sanctions plus lourdes. Ne
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
goeie mentaliteit is dat er veel geseponeerd wordt en veel minnelijke
schikkingen getroffen worden. Natuurlijk moeten we daar zien over
welke overtredingen het gaat, maar ik zou het voorbeeld willen geven
van de snelheidsovertredingen in het verkeer, waar we in het verleden
toch ook wel, ik meen te mogen zeggen: een lakse opsporing, een
lakse vervolging hebben gehad, die een mentaliteit geïmplementeerd
heeft waarbij ongeveer iedereen veel te snel rijdt en waardoor de
regering nu gedwongen geweest is om harde straffen uit te spreken.
Wel, zijn we niet bezig - als het gerecht daar wat het handhavingsbeleid
betreft niet streng genoeg optreedt en degene die delicten begaat, niet
gestraft wordt met daar, in vergelijking met het voorbeeld van de
snelheidsovertreding, een zelfde normvervaging te installeren? Die
overweging wilde ik toch nog eens opwerpen.
Ik heb nog een laatste vraag waarop ik een reactie van u verwacht. Ik
hoor dat er op het niveau van de interkabinettenwerkgroepen een
wetsontwerp ter bespreking ligt met betrekking tot overtredingen die
dan door de gemeenten zouden kunnen worden aangepakt. Zitten
milieumisdrijven daar ook in?
attitude rigoureuse et à appliquer
des sanctions plus lourdes. Ne
risque-t-on pas d'en arriver au
même estompage des normes en
matière de délits
environnementaux? Un groupe de
travail intercabinets se penche
actuellement sur un projet de loi
permettant aux communes de
sanctionner certaines infractions.
Cela vaudra-t-il également pour les
délits environnementaux?
06.06 Minister Marc Verwilghen: Wat het laatste betreft, kan ik u
zeggen dat die daar niet inzitten. Dat is een.
Ik ben het eens met u beiden waarin u zegt: "Ja, eigenlijk uw
strafrechtelijk beleid terzake, dat vertaalt zich in een opsporingsbeleid
dat er is op afgestemd en een vervolgingsbeleid dat er is op afgestemd".
Dat lijkt mij zodanig evident dat ik bereid ben aan de commissie,
wanneer ze op 24 oktober zal vergaderen, specifiek de vragen te stellen
die ook vandaag aan de orde waren. Ik stel voor dat, zodra ze mij
verslag daarover uitbrengen, ik u dit verslag nastuur, zodat u ten minste
ziet op welke basis de discussie is gevoerd geweest en welke de
blokkeringpunten zouden geweest zijn, of de problemen die men zou
vastgesteld hebben. Ik denk niet dat we dat moeten verborgen houden,
integendeel: ik denk dat we er alle belang bij hebben van desgevallend
op dat vlak bij te sturen. Alleen blijf ik herhalen: we zitten met een
reeks gespecialiseerde diensten in deze materie. Het zijn deze
diensten die de vaststellingen maken en van daaruit vertrekt dan
natuurlijk uw vervolgingsbeleid en uw opsporingsbeleid, vermits de
essentiële start is dat men natuurlijk weet wat verkeerd gelopen is, en
dat kan alleen maar aan de hand van een opstartend proces-verbaal.
06.06
Marc Verwilghen,
ministre: Non. Il est évident que la
politique pénale doit résulter en une
politique de poursuites et de
condamnations adéquates. Le cas
échéant il sera procédé à des
corrections. Je me ferai un plaisir
de vous présenter les résultats de
la commission 'Politique des
poursuites'. Je répète que ce sont
des services spécialisés qui
procèdent aux constatations dans
ces dossiers généralement très
complexes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik weet niet of de VLD geen vragen meer wil stellen, maar de heer Guy
Hove verzoekt ook om zijn vraag nr. A103 uit te stellen.
(...)
Ik noteer hoe dan ook uw reactie.
06.07 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, misschien
meent men mij daarmee te pesten?
De voorzitter: Dat is mogelijk.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de werking van de nieuwe
Federale Overheidsdienst Justitie" (nr. A112)
07 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "le fonctionnement du nouveau
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 15 juli 2002 werd de nieuwe Federale Overheidsdienst
Justitie geïnstalleerd en nam deze dienst de bevoegdheden over van het
ministerie van Justitie dat op dat ogenblik ophield te bestaan. Het was
een historisch moment.
Inmiddels, drie maanden later, blijkt dat er een aantal problemen rijzen
die ik u zou willen voorleggen, mijnheer de minister.
Ten eerste, van de vier managementfuncties van niveau 1 werden er tot
op heden twee nog steeds niet benoemd. Het gaat namelijk om degene
die de directie moet voeren over de voorbereiding en het beheer van de
wetgeving u zult begrijpen dat dit voor deze commissie niet
onbelangrijk is en om de directeur die zich bezighoudt met de
rechterlijke organisatie en die onder meer moet instaan voor de
ondersteuning en de begeleiding van het gerechtelijk apparaat en de
ondersteuning en de begeleiding van de justitiehuizen. Dit zijn precies
twee sectoren waar dezer dagen nogal wat onrust heerst.
Hoe komt het dat momenteel twee van de vier directeurs nog steeds
niet werden benoemd en de desbetreffende directies voorlopig, tijdens
de overgangsperiode naar de benoeming, worden geleid door de vorige
directeurs-generaal van het ministerie van Justitie.
Een tweede probleem is de leegloop bij de Federale Overheidsdienst
Justitie, vooral van het meest gekwalificeerde personeel. In dat verband
verwijs ik naar twee brandbrieven die door twee directeurs-generaal
werden overgemaakt aan de voorzitter van de Federale Overheidsdienst
Justitie, waarin op een bijzonder scherpe wijze wordt gewezen op het
probleem. Het is zo dat de directeur-generaal bevoegd inzake
wetgeving, aan de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie,
de heer Bourlet, laat weten dat sinds 1 januari 2000, 25% van het totale
kader van niveau 1 de betreffende directie heeft verlaten. Ik citeer de
conclusie uit de brief van de directeur-generaal aan de heer Bourlet,
opgesteld in het Frans en bijzonder duidelijk en scherp: "Au 30
septembre prochain, toutes choses restant égales et tous statuts
confondus, ma direction générale sera privée de 8,5 de niveau 1 par
rapport à la situation du 1er janvier 2000, soit une perte de plus de 25%
de son effectif total en deux ans et demi. Cette situation est intenable,
a fortiori lorsqu'à la rentrée de septembre prochain, il sera réclamé un
maximum d'efforts pour la dernière session parlementaire précédant les
élections".
En dan eindigt de directeur generaal: "Je souhaiterais qu'à bref délai, ce
grave déficit d'effectifs de niveau 1 fasse l'objet d'un examen me
permettant d'assurer l'essentiel des missions imparties à ma direction
générale."
De directeur-generaal wijst er dus op dat de situatie onhoudbaar is
wanneer een vierde van het totale kader van niveau 1 onbeschikbaar is.
In dezelfde lijn is er een alarmbrief van de directeur-generaal
Rechterlijke Organisatie, die zich eveneens wendt tot de nieuwe
voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie. Hij spreekt daarin
niet alleen over de leegloop aan personeel van niveau 1. Hij zegt daar
bovendien bij dat dit tot gevolg heeft dat verscheidene diensten niet
meer zullen kunnen functioneren.
Ik citeer uit de brief: "Je crois utile d'attirer votre attention", schrijft de
directeur-generaal aan de heer Bourlet, "sur le fait qu'en raison de
nombreux départs d'agents de niveau 1, certains services ne sont plus
07.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le 15 juillet 2002, le Service public
fédéral Justice a repris la
compétence du ministère de la
Justice. Des problèmes se posent
toutefois encore au sein du
nouveau service public fédéral.
Deux des quatre fonctions de
direction ne sont toujours pas
occupées. Ce sont les anciens
directeurs généraux du ministère
de la Justice qui les occupent
provisoirement. Pourquoi les deux
autres directeurs n'ont-ils pas
encore été nommés?
On constate également un
dépeuplement du personnel qualifié
au sein du Service public fédéral
Justice. Selon le directeur général,
compétent en matière de travail
législatif, 25 pour cent du cadre de
niveau 1 a quitté la direction, ce qui
entraîne une situation intenable.
C'est pourquoi d'autres services ne
peuvent pas non plus fonctionner
convenablement.
Le fonctionnement du service
chargé de droit familial et des
changements de noms, qui prépare
la législation sur l'adoption et la
descendance et les mineurs non
accompagnés, du service de la
législation en matière de nationalité
et bioéthique et du service qui
s'occupe des enlèvements
internationaux de mineurs n'est pas
assuré. Ces services ne
fonctionnent plus. De tous les
services énumérés par le directeur
général, un seul - celui qui
s'occupe du droit commercial -
atteint un niveau normal.
Comment expliquer un tel
dépeuplement au sein du personnel
de niveau 1 au Service public
fédéral Justice? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il pour y
remédier? Comment fera-t-il en
sorte que les deux fonctions de
direction soient prochainement
occupées?
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
en mesure de remplir correctement leurs tâches".
Dan wordt een overzicht gegeven van de verschillende diensten. Daaruit
blijkt bij voorbeeld dat op de dienst die zich bezighoudt met het
familierecht en de naamsverandering, verschillende cellen niet meer
kunnen functioneren. Dat is, bij voorbeeld, het geval met de cellule de
Droits de la Famille, waar de directeur-generaal het volgende zegt.
Ik citeer: "Il ne sera plus possible d'assurer un service correct."
Mijnheer de voorzitter, deze dienst is niet onbelangrijk omdat op deze
dienst onder andere de wetgeving op de adoptie, de afstamming en de
niet-begeleide minderjarigen wordt voorbereid. Ik meen dat dit
belangrijke thema's zijn.
Ook de werkzaamheden van le service de Nationalités et de Bioéthique
zijn niet meer verzekerd. Ik citeer de directeur-generaal van de dienst
die zich bezighoudt met de nationaliteitswetgeving en de bio-ethische
problemen:
"Il ne sera plus possible d'assurer un service correct". Binnen deze
dienst zou zelfs geen enkele Nederlandstalige ambtenaar van niveau 1
functioneren.
Een andere dienst, die eveneens niet meer kan functioneren bij gebrek
aan personeel, is le Service d'entraide judiciaire internationale en
matières civiles. Dat is dienst die zich, onder andere, bezighoudt met
de internationale ontvoeringen van minderjarigen.
Men geeft dan een overzicht van alle andere diensten en er is eigenlijk
maar één dienst die op een normaal niveau kan functioneren. Dat is de
dienst die zich met het handelsrecht bezighoudt.
Mijnheer de minister, daarom zou ik u de volgende vraag willen stellen.
Hoe komt het dat er een leegloop is van personeel van niveau 1 bij de
Federale Overheidsdienst Justitie? Wat zult u daaraan doen? Wat zult
u doen om de benoeming van de twee ontbrekende leidinggevende
ambtenaren binnen de Federale Overheidsdienst Justitie zo vlug
mogelijk te realiseren?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, in eerste instantie zou ik willen onderstrepen dat een aantal
belangrijke directiefuncties van de Federale Overheidsdienst Justitie zijn
ingevuld. De voorzitter van het Directiecomité is aangesteld, de
directeur Uitvoering van straffen en maatregelen is in dienst, de
adviseurgeneraal bij de dienst Strafrechtelijk Beleid is operationeel, de
administrateur-generaal voor de Veiligheid van de Staat is benoemd.
Momenteel loopt de selectieprocedure in het kader van de Copernicus-
hervorming bij Selor nog voor de volgende functies: die voor directeur
Gerechtelijke organisatie en die voor stafmedewerkers Human
resources, Begroting en Informatie- en Communicatietechnologie. De
werving en het door Selor gevolgd tijdspad staat los van de werking van
de Federale Overheidsdienst Justitie. Alle federale overheidsdiensten en
niet alleen Justitie zijn terzake gebonden door de werkwijze van Selor.
Voor het overige heeft u een aantal diensten opgesomd. Ik moet
zeggen dat in de meeste van die diensten recentelijk een behoorlijke
vooruitgang van de werkzaamheden is vastgesteld. Ik deel dus niet de
mening die door u op dit vlak wordt vooropgesteld. Dit neemt niet weg
dat men voor de posten die nog niet zijn ingevuld zo snel mogelijk moet
overgaan tot invulling van deze posten. Dat lijkt mij in het belang van
07.02
Marc Verwilghen,
ministre: Il a été procédé à la
désignation du président du Comité
de direction. Le directeur du service
Exécution des peines et mesures
est déjà entré en service. Le
conseiller général à la politique
criminelle est opérationnel.
L'administrateur général de la
Sûreté de l'Etat a été nommé.
Entre-temps, le Selor procède à la
sélection du directeur de
l'Organisation judiciaire, des
collaborateurs pour le service des
ressources humaines, du budget et
des technologies de l'information et
de la communication. Le
recrutement se déroule en dehors
du fonctionnement du SPF Justice.
Celui-ci ne souffre par ailleurs pas
d'une pénurie de personnel qualifié.
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
deze diensten vanzelfsprekend.
Je ne partage donc pas le
pessimisme de Monsieur Van
Parys, qui estime que ces services
ne fonctionnent pas ou pas d'une
manière satisfaisante. Les postes
vacants devront toutefois être
pourvus aussi rapidement que
possible.
07.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, ik geloof dat de
klachten over het leeglopen binnen diverse diensten van de Federale
Overheidsdienst Justitie niet van mezelf komen maar dat het klachten
zijn die door de twee respectievelijke verantwoordelijken van de
diensten werden geuit. In de mate dat deze mensen een brandbrief
schrijven aan de voorzitter van de Federale Overheidsdienst waarin ze
zeggen dat verschillende diensten niet meer kunnen functioneren: `Il ne
sera plus possible d'assurer un service correct'. Men kan de dienst dus
niet meer verzekeren. Ik vrees dat er wel een probleem is en dat u dat
probleem moet oplossen. In die zin geeft u helemaal geen antwoord op
de vragen die ik u heb gesteld.
Dit heeft tot gevolg dat, ten eerste, het mij geen voldoening schenkt en
ten tweede, dat op deze wijze de Federale Overheidsdienst Justitie niet
kan functioneren in zijn twee belangrijke pijlers, met name de dienst die
de wetgeving moet voorbereiden en de diensten die zijn belast met de
gerechtelijke organisatie. Ik vrees dat we hier voor een bijzonder ernstig
probleem staan wanneer de minister enerzijds zegt dat hij van oordeel
is dat deze diensten wel functioneren terwijl de respectievelijke hoofden
van de directies uitdrukkelijk alarm slaan door te zeggen dat het niet
meer gaat en dat ze die situatie niet meer aankunnen. 25% van onze
topmensen zijn ondertussen verdwenen. Volgens mij zit hier een
structureel probleem achter, met name dat het in de huidige
omstandigheden bijzonder moeilijk wordt om nog topmensen aan te
werven.
Daarnaast blijft natuurlijk het probleem dit ligt waarschijnlijk een
beetje in dezelfde lijn van het ontbreken van diegenen die de leiding
van deze diensten moeten nemen en die er nog altijd niet zijn, noch de
directeur-generaal of de directeur Gerechtelijke Organisatie noch de
directeur van de Wetgeving waarvan ik had begrepen dat u het daar niet
over had, tenzij ik mij heb vergist. U zei dat de selectieprocedure nog
bezig was. Ik vrees dat wij hier binnen Justitie voor een nieuw probleem
staan. Na de vastgestelde problemen bij de magistratuur, bij het
personeel van de hoven en rechtbanken en bij de Staatsveiligheid zien
we nu ook dat deze problemen zich binnen de administratie voordoen.
Ik had gehoopt dat deze alarmkreet bij u gehoor zou hebben gevonden
en dat u het probleem onmiddellijk zou hebben aangepakt door de
nodige initiatieven te nemen. Dit gebeurt niet, integendeel, men ontkent
het probleem. Ik moet u zeggen dat zulks bijzonder negatieve gevolgen
dreigt te hebben inzake belangrijke wetgeving die in dit parlement zal
moeten worden behandeld of reeds is behandeld en zou moeten worden
uitgevoerd door de Federale Overheidsdienst Justitie.
Ik zou aan de voorzitter willen suggereren om zeer binnenkort een
gesprek te organiseren met de nieuwe voorzitter van de Federale
Overheidsdienst voor de Justitie, omdat het, naar mijn aanvoelen,
belangrijk is dat onze commissie voor de Justitie kennis kan maken
met de nieuwe voorzitter en dat we hem kunnen confronteren met de
problemen zoals ze zich klaarblijkelijk voordoen en die dermate
belangrijk zijn dat het Parlement de gelegenheid moet krijgen om die te
toetsen.
07.03 Tony Van Parys (CD&V):
En ce qui concerne la pénurie de
personnel, les plaintes proviennent
directement des deux
responsables. Le fait qu'ils aient
rédigé une lettre incendiaire et
affirment que les services ne sont
plus en mesure de fonctionner
indique un problème sérieux. Le
ministre estime toutefois que ces
services fonctionnent bien et ne
recherche donc aucune solution.
Les services responsables de la
préparation de la législation et de
l'organisation judiciaire sont
incapables de fonctionner. Étant
donné ce véritable dépeuplement, il
s'avérera également difficile de
procéder au recrutement du
personnel. Ces services ne
disposent en outre pas encore
d'une direction. Par ailleurs, le
ministre n'a pas parlé du poste de
directeur du service législatif. Le
travail législatif est sérieusement
compromis.
Je demande au président
d'organiser un entretien avec le
président du Comité de direction du
Service public fédéral afin de nous
permettre de faire sa connaissance
et de lui demander d'exposer sa
vision des problèmes.
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
De voorzitter: Mijnheer de minister, u krijgt het woord.
07.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik heb het
antwoord al gegeven.
07.05 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou daarop
toch nog even willen ingaan. Ik stel vast dat de minister de problemen
ontkent en doet alsof er geen problemen zijn. Ik heb de vraag gesteld.
07.06 Minister Marc Verwilghen: U houdt een mondelinge vraag van
10 minuten!
De voorzitter: Collega Van Parys, over uw vraag om ambtenaren uit te nodigen, weet u dat die vraag via de
ministers loopt.
07.07 Tony Van Parys (CD&V): Daarom stel ik die vraag ook...
De voorzitter: De minister heeft uw vraag gehoord en zal mij wel iets laten weten als hij meent dat de
voorzitter van die overheidsdienst hier iets nuttigs kan komen zeggen. Misschien kunnen wij dat koppelen aan
de begrotingsbesprekingen.
07.08 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik wacht nog
op het volgende. Binnenkort is de procedure voor de rechterlijke orde
afgerond. In dat geval kunt u niet alleen de voorzitter zien, maar meteen
ook de personen die hem zullen bijstaan.
07.08 Minister Marc Verwilghen:
La procédure organisée par le Selor
sera bientôt terminée. Le président
mais aussi tous ceux qui
l'assisteront pourront alors être
entendus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Els Haegeman aan de minister van Justitie over "de rol van de griffies van
vredegerechten inzake rechtsbijstand" (nr. A122)
08 Question de Mme Els Haegeman au ministre de la Justice sur "le rôle des greffes des justices de
paix en matière d'assistance judiciaire" (n° A122)
08.01 Els Haegeman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in juni 2002 publiceerde Test Aankoop de bevindingen van een
enquête die door hen werd uitgevoerd en die de werking van het gerecht
betrof.
Uit deze enquête bleek duidelijk dat de rechtzoekende die op zoek is
naar informatie eerder zijn weg vindt naar het vredegerecht dan naar het
justitiehuis. De mensen komen bij het vredegerecht terecht voor tal van
procedures maar meestal voor procedures waarvoor de vrederechter ook
effectief bevoegd is.
Globaal kan evenwel worden gesteld dat de griffiers nogal de gewoonte
hebben om veelal te verwijzen naar artikel 297 van het Gerechtelijk
Wetboek waarbij ze de vraag om informatie eigenlijk afwimpelen. Zij
stellen hierbij dat zij, conform het Gerechtelijk Wetboek, en dat is juist,
geen consult mogen geven in een specifieke zaak. Ik weet dat mevrouw
Barzin u voor het reces reeds een vraag heeft gesteld betreffende deze
enquête, vraag en antwoord waarvan ik kennis nam.
Mijn vraag betreft echter niet de enquête in zijn geheel, hoewel ik denk
dat deze enquête heel belangrijk was omdat ze een aantal pijnpunten
blootlegt, maar een onderdeel in het bijzonder waar ik geen voldoende
antwoord over kreeg in het antwoord op de vraag van mevrouw Barzin.
08.01 Els Haegeman (SP.A):
Bon nombre de justiciables trouvent
plus facilement le chemin des
greffes du juge de paix que ceux
des maisons de justice. Selon une
enquête réalisée en juin 2002 par
Test-Achats, les greffiers invoquent
en général l'article 297 du Code
judiciaire lorsque des justiciables
demandent des informations. Cet
article interdit aux membres des
tribunaux et des greffes de donner
des consultations.
Le ministre a déjà répondu à des
questions de Mme Barzin à ce
sujet. Cependant, de nombreuses
questions subsistent. La délivrance
d'une pétition en blanc relève-t-elle
de la "consultation"? Les greffiers
ne peuvent-ils pas dispenser
d'informations sur le déroulement
d'une procédure? Le ministre
entend-il ouvrir
des guichets
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Meer bepaald heb ik een eerste vraag inzake het ter beschikking
stellen van een blanco verzoekschrift, dus een verzoekschrift waar een
aantal gegevens zoals naam en identiteit nog moeten worden ingevuld
door de verzoeker onder de noemer consult. Iedereen weet dat
dergelijke standaardmodellen ter beschikking staan van de advocaten
en van de griffies van de vredegerechten.
De vraag dient dan ook te worden gesteld waarom een kopie van een
dergelijk model niet kan meegegeven worden aan de rechtzoekende,
eventueel met een standaard handleiding die erbij gevoegd wordt.
Eventueel zouden die modellen kunnen verspreid worden via het
ministerie van Justitie. Ze zouden vooraf kunnen worden voorzien van
die kleine handleiding die eigenlijk een basis vormt en informatie zou
kunnen meegeven.
Mijnheer de minister, hoe kijkt u aan tegen een dergelijk initiatief? Wat
is uw reactie daarop?
Ten tweede, is het zo dat de griffies verwijzen naar artikel 297 van het
Gerechtelijk Wetboek? Is het inderdaad verboden om op basis van dat
artikel 297 informatie te geven over de procedure, niet specifiek over de
zaak zelf maar eigenlijk het verloop van de procedure, de wijze van
inleiding en de duur? Niemand verwacht dat de griffier heel concrete
informatie zou geven omtrent de zaak zelf, maar er zou toch een
basisinformatie kunnen worden verstrekt.
Ten derde, welke gevolgen trekt u uit de resultaten van de bevraging?
Kunnen er heel concreet onthaalbalies komen op de griffies van de
vredegerechten die dan eigenlijk bovengenoemde informatie zouden
kunnen geven, dus eventueel de blanco verzoekschriften en de beperkte
handleiding voor het inleiden van een procedure, zo ja binnen welke
tijdspanne en zo neen, waarom niet?
Tot slot wil ik nog vragen welke concrete maatregel u van plan bent te
nemen teneinde de rechtzoekende die blijkbaar gemakkelijker de weg
vindt naar het vredegerecht dan naar het justitiehuis te begeleiden om
misschien meer een beroep te doen op het justitiehuis waar dan
eerstelijnsadvies kan worden gegeven.
d'information au sein des greffes
des juges de paix? Quand le fera-t-
il? Pourquoi ne le ferait-il pas?
Quelles initiatives compte prendre
le ministre pour faciliter l'accès des
justiciables aux maisons de
justice?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Haegeman, het ter beschikking stellen van een blanco verzoekschrift
door de griffier van een vredegerecht valt niet onder de noemer consult
zoals wij in het artikel 297 van het Gerechtelijk Wetboek terugvinden.
Het is een louter vormelijke aangelegenheid op verzoek van de
rechtzoekende en het kan in elk geval worden aangemoedigd.
In het kader van de sensibilisering van alle actoren van het gerecht waar
onder meer voor de justitieassistenten slachtofferonthaal een
belangrijke rol is weggelegd is het niet verboden, integendeel, het mag
zelfs worden aangemoedigd om de rechtzoekende die zich aanbiedt
praktische informatie te geven over de specifieke procedure waarover hij
inlichtingen vraagt. Dit betekent dat er informatie mag worden verstrekt
zowel met betrekking tot het verloop, de wijze van inleiding, de duur als
de kostprijs.
De resultaten van de bevraging noem ik eerder positief. Zoals reeds
gesteld is de sensibilisering een project dat zich uitstrekt op
middellange termijn en zal steeds een bijkomende inspanning vergen.
Het is een neverending story.
In de gerechtshoven waar ook vredegerechten gevestigd zijn is een
08.02
Marc Verwilghen,
ministre: La délivrance d'une
pétition en blanc ne relève pas de
l'interdiction relative aux
consultations de l'article 297 du
Code judiciaire.
Il faut encourager les initiatives
visant à fournir des informations
pratiques aux justiciables à propos
des procédures spécifiques. Cet
objectif est compatible avec la
sensibilisation de tous les acteurs
de la justice. Les résultats d'une
enquête à ce sujet sont plutôt
positifs. Dans les cours de justice
qui comprennent un juge de paix,
un guichet d'accueil est prévu. Les
justices de paix rurales n'en sont
pas pourvues mais les greffiers
sont en mesure d'informer les
justiciables.
21/10/2002
CRIV 50
COM 850
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
onthaalbalie aanwezig en kan die dienst ook via die onthaalbalie worden
gepresteerd. In de meer landelijke vredegerechten is dat niet het geval,
maar daar verzekert men mij dat er eigenlijk geen specifieke problemen
bestaan en dat de griffies wel degelijk in staat zijn om ook de
rechtzoekende de informatie te verlenen waaromtrent hij vraagt.
De bedoeling van de werking van de justitiehuizen is laagdrempelig. Op
die manier kunnen de burgers gemakkelijk de stap zetten naar de
justitiehuizen.
Voorts heeft de Federale Overheidsdienst voor de Justitie een groot
aantal brochures en dat is nieuw over diverse materies uitgegeven
die in alle gerechtsgebouwen, ook in de vredegerechten, te verkrijgen
zijn. Bovendien kan elke burger die brochures aanvragen bij het centraal
bestuur.
Artikels zoals het artikel dat in Test Aankoop is verschenen, dragen
ook bij tot de verdere bekendmaking van de werking van zowel de
griffies als van de justitiehuizen.
Ik denk dus dat, indien op die manier voortgewerkt kan worden, wellicht
de voorlichting en de informatie van de rechtszoekende nog beter op
punt gesteld kan worden.
Les maisons de justice sont
expressément à la portée de tous.
Pour le surplus, le SPF Justice
distribue diverses brochures qui
peuvent être demandées par tout
citoyen auprès de l'administration
centrale mais qui sont également
disponibles dans tous les palais de
justice. Les articles tels que ceux
de
Test-Achats participent
également à la publicité des greffes
et des maisons de justice.
08.03 Els Haegeman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Mijnheer de minister, als ik het goed begrepen heb, moedigt u dus het
afgeven van blanco verzoekschriften aan. Bent u ook van plan om dat
via het ministerie te verspreiden, of denkt u dat er geen noodzaak is om
een en ander te uniformiseren en aan de vredegerechten concreet de
opdracht te geven die informatie mee te geven aan de rechtszoekende?
Ik denk dat het misschien toch wel goed zou zijn, mocht dat op een
uniforme manier gebeuren. Nu is het, zoals blijkt uit de enquête, nogal
afhankelijk van vredegerecht tot vredegerecht welke informatie de
rechtszoekende krijgt.
Ten tweede, ik denk dat de onthaalbalies tegenwoordig een andere
functie vervullen dan het geven van concrete informatie over een
procedure. Ik denk dat het meer gaat om de rechtszoekende wegwijs
maken in de rechtbank, wat uiteraard inderdaad heel belangrijk is, want
ook dat is soms een doolhof. Zijn er concrete mogelijkheden, zodat
onthaalbalies ook inhoudelijke informatie ter beschikking kunnen
stellen?
08.03 Els Haegeman (SP.A): Le
ministre encourage donc la
diffusion de requêtes vierges. Des
formulaires de requête vierges
uniformes sont-ils mis à la
disposition des greffes, à l'intention
des justiciables?
Les barreaux d'accueil peuvent-ils
également donner des avis quant
au fond?
08.04 Minister Marc Verwilghen: Sta me toe nog twee opmerkingen
te maken.
Ten eerste, ik ben bereid om voldoende van dergelijke modellen van
blanco formulieren of verzoekschriften naar de griffies door te sturen,
zodat die aan de rechtszoekende bezorgd kunnen worden.
Ten tweede, over de onthaalbalies moet ik u wel zeggen dat in eerste
instantie de opzet ervan was de rechtszoekende wegwijs te maken
binnen een gerechtsgebouw. Ik moet evenwel vaststellen dat er hoe
langer hoe meer om inlichtingen wordt gevraagd. Trouwens, die balies
u zult de medewerkers al wel ontmoet hebben wanneer u de
gerechtsgebouwen bezoekt zijn vrij goed uitgerust met brochures die
ook ter beschikking worden gesteld. Bovendien wordt de aandacht van
de medewerkers specifiek gevestigd op een reeks van inlichtingen die
zij kunnen verschaffen. Ik moet zeggen dat het toch wel goede
08.04
Marc Verwilghen,
ministre: Des formulaires vierges
seront fournis aux greffes à
l'intention des justiciables. Je
publierai une directive à cet effet. A
l'origine, les barreaux d'accueil
avaient pour mission d'aider les
gens à trouver leur chemin dans les
bâtiments du palais de justice. Le
public demande toutefois de plus
en plus de renseignements divers,
et il s'agit de répondre le mieux
possible aux questions posées.
CRIV 50
COM 850
21/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
resultaten oplevert. Waar mogelijk, zullen wij dat ook proberen aan te
moedigen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, daarmee zijn wij aan het einde van het lijstje agendapunten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.30 heures.