KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 833
CRIV 50 COM 833
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
01-10-2002
01-10-2002
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het opnieuw
ter beschikking stellen van ambulances"
(nr. 7895)
1
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la nouvelle
mise à disposition d'ambulances" (n° 7895)
1
Sprekers: Jo Vandeurzen, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
vergunning tot opname in de programmatie van
de functie mobiele urgentiegroep" (nr. 7977)
3
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'autorisation
d'intégrer la fonction de groupe d'urgence mobile
dans la programmation" (n° 7977)
3
Sprekers: Jo Vandeurzen, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het verbod op sommige
fluorproducten" (nr. 7875)
5
- M. Daniel Bacquelaine au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'interdiction
de certains produits fluorés" (n° 7875)
5
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het fluoride-verbod gebruik in
tandpasta" (nr. 7886)
5
- Mme Trees Pieters au ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'interdiction du fluorure
dans les dentifrices" (n° 7886)
5
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Trees Pieters, Jef Valkeniers,
Jef Tavernier
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Trees Pieters, Jef Valkeniers,
Jef Tavernier
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "gevaarlijk speelgoed" (nr. 7901)
13
Question de Mme Trees Pieters au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "des
jouets dangereux" (n° 7901)
13
Sprekers: Trees Pieters, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Trees Pieters, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde vragen van
15
Questions jointes de
15
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de toegang tot het beroep van
kinesist" (nr. 7998)
15
- M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'accès à la profession de
kinésithérapeute" (n° 7998)
15
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de toegang tot het beroep van
tandarts" (nr. 7999)
15
- M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'accès à la profession de
dentiste" (n° 7999)
15
Sprekers: Jef Valkeniers, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jef Valkeniers, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het onderscheid tussen
Nederlandstalige en Franstalige huisartsen wat
19
Question de M. Jef Valkeniers au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la distinction
entre les médecins généralistes néerlandophones
19
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
betreft het mogen openen van een GMD"
(nr. 8543)
et francophones concernant l'autorisation d'établir
un DMG" (n° 8543)
Sprekers: Jef Valkeniers, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jef Valkeniers, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de subsidiëring van de
huisartsenkringen" (nr. 8539)
20
Question de M. Jef Valkeniers au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
subventions allouées aux cercles de médecins
généralistes" (n° 8539)
20
Sprekers: Jef Valkeniers, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jef Valkeniers, Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jef Vallkeniers aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de communicatie omtrent drugs"
(nr. 8541)
21
Question de M. Jef Valkeniers au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
communication relative aux drogues" (n° 8541)
21
Sprekers: , Jef Tavernier, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: , Jef Tavernier, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
1
OKTOBER
2002
14:30 uur
______
du
MARDI
1
OCTOBRE
2002
14:30 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.36 uur door mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.36 heures par Mme Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "het opnieuw ter beschikking stellen van ambulances" (nr. 7895)
01 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la nouvelle mise à disposition d'ambulances" (n° 7895)
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's het is voor mij opnieuw een grote eer om een
vraag te mogen stellen aan de nieuwe minister van Volksgezondheid.
Deze vraag heeft wel betrekking op beslissingen die uw voorganger
heeft genomen, maar dit mag uiteraard geen beletsel zijn om de
informatie te verkrijgen.

Tijdens het reces hebben wij via de media mogen vernemen dat het
ministerie van Volksgezondheid opnieuw een aantal ambulances ter
beschikking heeft gesteld van brandweerkorpsen en ziekenhuizen.
Het gaat hier om ambulances waar er vroeger reeds veel om te doen
is geweest, dit omwille van het type van de wagen. Ik ben vooral
benieuwd te weten hoe de besluitvorming over de toewijzing tot
stand is gekomen. Ik geef graag toe dat deze vraag ook is ingegeven
door een provincialistische reflex. Ik heb over deze toewijzing een
aantal praktische vragen.

Ten eerste, aan wie heeft men advies gevraagd over de toewijzing
van de ambulances?

Ten tweede, graag vernam ik de inhoud van het positief advies dat
de provincie Limburg betreffende de locaties heeft gegeven. Welke
beslissingen heeft de minister uiteindelijk genomen voor de provincie
Limburg? Aan welke korpsen en instellingen zijn die ambulances ter
beschikking gesteld en hoe is deze beslissing gemotiveerd?
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Le ministère de la Santé publique
met un certain nombre
d'ambulances à la disposition de
services d'incendie et d'hôpitaux.

Comment ces ambulances ont-
elle été concrètement réparties
sur l'ensemble du territoire belge?
Quelles instances ont été
consultées? Quelle est la teneur
de l'avis rendu à propos de la
province du Limbourg? Comment
ces ambulances seront-elles
finalement réparties au Limbourg
et comment le ministre justifie-t-il
cette répartition?
01.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Vandeurzen, ik ben u zeer dankbaar voor die vraag omdat ze mij de
gelegenheid gaf mij te informeren over een gelijkaardige vraag die
men mij bij een bezoek aan de lokale dienst 100 gesteld had. Daar
vroeg men namelijk waarom er hier en daar ambulances geleverd
worden, hoewel er naar verluidt een stop was op het leveren van
01.02 Jef Tavernier, ministre: Le
service 100 ne dispose pas d'un
poste budgétaire pour l'acquisition
d'ambulances destinées aux
diverses sections opérant dans le
cadre de l'aide médicale urgente.
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
ambulances.

Op het budget van de dienst Geneeskundige hulp aan de bevolking,
de zogenaamde 100-dienst, bestaat er op dit ogenblik geen post voor
de aankoop van ziekenwagens voor de verschillende diensten die
werken in het kader van de wet op de dringende geneeskundige
hulpverlening. Onder een vorige minister, de heer Colla, werd beslist
om de tarieven voor het dringend ziekenvervoer te verhogen. De
bedoeling was om via hogere tarieven die diensten selfsupporting te
maken, zodanig dat zij geen beroep moesten doen op subsidies voor
de aankoop van nieuw materiaal.

Blijkbaar werd er uitzonderlijk ­ en daarvoor ben ik niet
verantwoordelijk ­ op de begroting van het jaar 2000 toch een
bedrag uitgetrokken voor de aankoop van een twintigtal voertuigen.
Op 17 januari 2002 werd door het waarnemend diensthoofd aan alle
provinciale rijksgezondheidsinspecteurs en aan de verpleegkundigen
die verantwoordelijk zijn voor onder meer het toezicht op de
ziekenwagens, advies gevraagd met het oog op het opstellen van
criteria voor de verdeling van de door het ministerie van
Volksgezondheid geplande aankopen. De criteria die zij hebben
doorgegeven zijn onder andere: de interventiezone van de
ziekenwagendienst, het aantal bediende inwoners, het aantal ritten,
het personeelsbestand, kwaliteitscriteria met betrekking tot een 24-
urige permanentie, het uitvoeren van secundaire ritten, de
geografische verdeling, enzovoort. Op basis van die criteria werd een
aantal ziekenwagens gekocht en als volgt verdeeld: 3 voor
Luxemburg, 3 voor Henegouwen, 3 voor Limburg, 2 voor West-
Vlaanderen en 1 voor Vlaams-Brabant. Ik stel vast dat bijvoorbeeld
mijn eigen provincie, Oost-Vlaanderen, niet op die lijst voorkomt.
Hiervoor werd het advies ingewonnen van de respectieve provinciale
rijksgezondheidsinspecties. Deze stelden een lijst op met de
ziekenwagendiensten die in aanmerking kwamen voor een wagen.
Bovendien werd voorrang gegeven aan provincies en
ziekenwagendiensten die in het recente verleden ­ men is daarvoor
5 jaar terug gegaan ­ geen nieuwe ziekenwagens kregen. Concreet
werden er dus voor de provincie Limburg 3 diensten gekozen op
basis van de daarnet vermelde criteria. Op het moment van de
beslissing voor de toekenning van de 3 ziekenwagens werd het
advies, wat Limburg betreft, nog geactualiseerd. Dit gebeurde door
het telefonisch inwinnen van een advies van de verpleegkundige van
de provincie Limburg die de rijksgezondheidsinspecteur adviseert.

Op die manier werd een beslissing genomen ­ men spreekt hier over
consensus ­ in verband met de uiteindelijke keuze. Voor Limburg
was dat Hasselt, Lommel en Sint-Truiden.

Ik kan u de lijst geven met de geografische verdeling van de ter
beschikking gestelde ziekenwagens en ook de lijst van de
toekenningen van de voorbije jaren, wat even belangrijk is als men
rekening houdt met de criteria. Men heeft gepoogd om een en ander
zo objectief mogelijk te verdelen, uiteraard rekening houdend met de
beperkte budgettaire middelen, die bovendien een uitzonderlijk
karakter hebben. Ze worden namelijk voor één jaar toegekend.
Eigenlijk wordt hiermee uitvoering gegeven aan een engagement
binnen de budgettaire mogelijkheden van 2000.
L'un de mes prédécesseurs,
Monsieur Colla, avait décidé
d'augmenter les tarifs du transport
urgent des malades pour
permettre aux services
d'ambulances d'effectuer les
investissements nécessaires et
d'entretenir leur parc automobile
grâce aux recettes ainsi générées.

Un montant avait finalement été
inscrit au budget de l'année 2000
pour l'achat d'une vingtaine de
véhicules. Le 17 janvier 2002,
tous les inspecteurs de l'hygiène
et tous les infirmiers responsables
de la surveillance des véhicules
au niveau provincial ont été
consultés en vue de l'élaboration
des critères finaux de distribution.
Ces critères comprennent
notamment la zone d'intervention
du service d'ambulances, le
nombre d'habitants à secourir, le
nombre annuel de trajets et la
répartition géographique.

À ce jour, les nouvelles
ambulances ont été réparties
comme suit : trois en province de
Luxembourg, trois dans le
Hainaut, trois dans le Limbourg,
deux en Flandre occidentale et
une en Brabant flamand. La
priorité a été accordée aux
provinces et aux services
d'ambulances qui n'avaient reçu
aucune nouvelle ambulance au
cours des cinq dernières années.

Au moment de prendre la décision
concernant le Limbourg, l'avis
rendu par l'inspecteur de l'hygiène
provincial a encore été renforcé
par l'avis téléphonique de
l'infirmier chargé de le conseiller.
Dans la province de Limbourg, le
choix s'est finalement porté sur
les villes de Hasselt, Lommel et
Saint-Trond.
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de 01.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
minister voor het antwoord.

De kern van het probleem zit in de sibillijnse woorden dat er nog een
telefonisch advies is ingewonnen. Het zou mij zeer benieuwen wat
het advies was van de rijksgezondheidsinspecteur van de provincie
Limburg. Ik verheel u natuurlijk niet dat het advies heel expliciet was
over de suggesties waar de ziekenwagens terecht moesten komen
en dat het merkwaardig genoeg niet helemaal overeenstemt met de
beslissing van uw voorganger. Iedereen zoekt hierbij naar het
raakpunt tussen Hasselt, Lommel en Sint-Truiden, waardoor die
werden uitverkoren.

Hoe luidde dan het advies van de gezondheidsinspecteur?
Quelle était la teneur de l'avis de
l'inspecteur d'hygiène national
pour le Limbourg et de celui de
l'infirmier-conseil? Ces avis
étaient-ils concordants?
Personnellement, je ne
comprends pas la logique de
l'attribution finale.
01.04 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Vandeurzen, had u mij die
vraag zo concreet geformuleerd, dan had ik u daar een antwoord op
kunnen geven.
01.05 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijn vraag was: hoe luidde het
advies, meer bepaald wat de ambulances betreft die ter beschikking
worden gesteld van de provincie Limburg?
01.06 Minister Jef Tavernier: Tijdens het lezen van het antwoord
heb ik niet onmiddellijk een bedenking gemaakt bij de uitverkoren
gemeenten. Nu u er mijn aandacht op vestigt, kan ik daar ook
bepaalde bedenkingen bij formuleren, maar die zal ik voor mij
houden.
01.07 Jo Vandeurzen (CD&V): Hoe dan ook, ik vind het interessant
te vernemen wat de rijksgezondheidsinspecteur voor de provincie
Limburg als advies heeft gegeven. Aan welke korpsen heeft hij
gesuggereerd ziekenwagens ter beschikking te stellen?
01.08 Minister Jef Tavernier: Ik zal dat als bijkomende vraag
noteren en u een antwoord bezorgen.
01.08 Jef Tavernier ministre: Je
transmettrai la réponse à cette
question supplémentaire le plus
rapidement possible à M.
Vandeurzen.
De voorzitter: Mijnheer de minister, als u het goed vindt, zullen we die lijst met de verdeling van de
ambulances laten kopiëren en aan de leden bezorgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "de vergunning tot opname in de programmatie van de functie mobiele
urgentiegroep" (nr. 7977)
02 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'autorisation d'intégrer la fonction de groupe d'urgence
mobile dans la programmation" (n° 7977)
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb gemerkt dat het debat over de mobiele
urgentiegroepen vrij snel uw aandacht heeft gekregen. Ik kan mij
voorstellen dat u ondertussen een volledig expert bent in de
dringende medische hulpverlening en de mobiele urgentiegroepen.
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Dans une réaction
particulièrement prompte et
ferme, Mme Vogels a autorisé les
hôpitaux flamands à incorporer la
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4

Een tijdje nadat u het bestaan van het wijzigend programmatiebesluit
aankondigde, besluit dat op dat ogenblik bij de Raad van State was,
ontvingen de ziekenhuizen van uw partijgenote, minister Vogels, een
brief met de mededeling dat zij er geen gras wilde over laten groeien
en zij de ziekenhuizen een vergunning zou geven tot opname in de
programmatie van de functie mobiele urgentiegroep.

Ere wie ere toekomt: ik vind het van de minister en van haar
administratie knap dat zij het engagement heeft aangegaan om een
aantal reeds lang gevraagde zaken te versnellen. Wat ik echter
bijzonder vond in de brief was de motivering waarom zo'n
ongebruikelijke procedure werd gevolgd voor de voorlopige opname
in een programmatie. De minister schreef: "Ik heb contact gehad met
de federale instanties en die lieten mij weten dat de vergoeding voor
de MUG-functie in het budget van de ziekenhuizen met ingang vanaf
1 januari 2003 slechts mogelijk is op voorwaarde dat de
kennisgevingen inzake erkenningen ten laatste op 1 oktober worden
meegedeeld aan de dienst boekhouding." Verder in de tekst staat dat
zulks betekent dat het koninklijk besluit uiterlijk op
15 september 2002 zou moeten verschijnen. Minister Vogels schrijft
in haar brief dat aangezien de federale administratie 15 september
als deadline voor het verschijnen van het koninklijk besluit heeft
gegeven, de erkenningen moeten worden gesignaleerd vóór oktober
zodat de ziekenhuizen vanaf januari kunnen worden gefinancierd.

U zult begrijpen dat ik het Belgisch Staatsblad met spanning heb
gelezen om te zien of de intentie van een minister die een bijzondere
inspanning doet bewaarheid wordt. Ik heb natuurlijk ook gezien dat
het niet het geval was, maar dat ook enkele dagen geleden het
koninklijk besluit is verschenen.

Kunt u de sector verzekeren dat men effectief zal betalen vanaf
1 januari 2003? Men kan natuurlijk betalen op het einde van het jaar
met inhaalbedragen, maar ik denk dat de hamvraag toch is of men
nu effectief vanaf 1 januari 2003 het bestaan en de exploitatie van
een erkende functie mobiele urgentiegroep betaalt.
fonction SMUR dans leur
programmation, dans le but
d'intégrer l'indemnité pour la
fonction SMUR dans le budget
dès le 1
er
janvier 2003. Ce projet
pourra-t-il se réaliser, même si
l'arrêté royal n'a été publié que le
26 septembre?
02.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, naar aanleiding
van het incident en de vragen die gesteld zijn in de Kamer, heb ik
met mijn collega, minister Vogels overlegd. Wij hebben afgesproken
om die zaak zo snel mogelijk te regelen. Het probleem was dat het
betrokken koninklijk besluit voor advies bij de Raad van State lag en
dat dit enige tijd in beslag nam. Enkele dagen na de vraagstelling in
de Kamer heb ik het ter ondertekening gekregen. Ik heb dat
onmiddellijk gedaan. Ondertussen is het koninklijk besluit op 26
september gepubliceerd. Ik denk eerlijk gezegd niet dat dit een
probleem zal zijn voor de erkenning en zeker niet voor de
financiering.

Het blijft de bedoeling, en daarvoor zal ik nogmaals contact opnemen
met minister Vogels, dat de financiering ingaat op 1 januari 2003
voor de personen die de aanvraag doen. Als dit toch, wegens
laattijdigheid, niet mogelijk zou blijken, wordt dit eventueel juli 2003,
waarbij men rekening zal houden met de datum van indiensttreding.
Dan is het geen kwestie van geen financiering, maar alleen van het
tijdstip van die financiering. Voor alle duidelijkheid, het is de
bedoeling dat de financiering ingaat op 1 januari 2003. Ik zal
02.02 Jef Tavernier: Je ne pense
pas que le report de la date de
publication de l'arrêté royal posera
problème mais je ferai tout ce qui
est en mon pouvoir pour que le
financement prenne cours à partir
du 1
er
janvier 2003.
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
daarvoor de nodige contacten leggen, want het kan aan niemand
verweten worden dat hij geen aanvraag heeft ingediend vooraleer het
koninklijk besluit werd gepubliceerd.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister opnieuw voor het antwoord. Ik durf toch verhopen dat er
effectief betaling gebeurt vanaf 1 januari 2003.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
J'espère pour nos hôpitaux que
vous y parviendrez. Les arriérés
sont en effet beaucoup trop
nombreux dans le secteur.
02.04 Minister Jef Tavernier: We gaan dat proberen.
02.05 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik ga morgen uw collega van
Sociale Zaken de vraag stellen hoe het komt dat de inhaalbedragen
voor de exploitatie van de ziekenhuizen voor 1992 zal gebeuren in
2005. Ik denk dat het signaal van zo snel mogelijk betalen als het
kan in de sector zal worden geapprecieerd.
02.06 Minister Jef Tavernier: Ik denk dat de administratieve
behandeling iets gemakkelijker is en dat we ook met een kleinere
dienst te doen hebben. Vandaar dat het misschien vlugger kan gaan.
02.06 Jef Tavernier: Je compte
sur un règlement rapide de ce
dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Questions jointes de
- M. Daniel Bacquelaine au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et
de l'Environnement sur "l'interdiction de certains produits fluorés" (n° 7875)
- Mme Trees Pieters au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'interdiction du fluorure dans les dentifrices" (n° 7886)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het verbod op sommige fluorproducten" (nr. 7875)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "het fluoride-verbod gebruik in tandpasta" (nr. 7886)
03.01 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la présidente, monsieur
le ministre, chers collègues, l'arrêté royal du 8 juillet 2002, signé par
Mme Aelvoet, exclut le fluor des nutriments commercialisables.
Cette disposition aboutit à l'interdiction de la vente libre des
comprimés, gouttes et autres formes médicamenteuses.

En réalité, il s'agit d'une remise en cause de la nécessité du fluor, ce
qui à mon sens est une aberration sur le plan scientifique. Ceci est
confirmé par la majorité du corps médico-dentaire qui considère que
le fluor reste un élément indispensable à chacun. Si nous n'en avions
pas, nous serions réellement en danger. Dans notre pays, la
fluoration des eaux minérales, hormis l'eau de Chaudfontaine, est
très faible. Seule l'eau de Chaudfontaine comporte la ration
suffisante à la fluoration naturelle, indépendamment de la prise de
comprimés ou de gouttes. Je tenais à le préciser.

Voorzitter: Michèle Gilkinet.
Présidente: Michèle Gilkinet.

Un autre reproche à formuler est le manque de concertation avec le
monde médico-dentaire. C'est sans doute ce qui a provoqué
03.01 Daniel Bacquelaine (MR):
Het koninklijk besluit van 8 juli
2002, ondertekend door minister
Aelvoet, schrapt fluor van de lijst
van nutriënten die in de handel
kunnen worden gebracht. Met die
beslissing stelt ze het nut van fluor
in vraag en dat is absurd. Fluor is
immers onontbeerlijk. Onze
voeding bevat zeer weinig fluor en
het water in ons land is zeer
beperkt gefluorideerd, behalve dat
van Chaudfontaine. De artsen en
tandartsen waren verbaasd over
het gebrek aan overleg: ze zijn het
niet alleen oneens met die
beslissing, maar ze vrezen ook
dat deze zal leiden tot een
'fluorofobie' die noodlottige
gevolgen zou kunnen hebben op
het vlak van de volksgezondheid,
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
l'étonnement de la communauté scientifique médico-dentaire qui
n'est pas entièrement d'accord avec l'argumentation émise par le
ministre de la Santé. En outre, celle-ci craint le déclenchement d'une
campagne de fluorophobie, entraînant une méfiance de la population
vis-à-vis des suppléments de fluor. Il est évident qu'il ne faut pas
s'intoxiquer au fluor ­ il faudrait d'ailleurs avaler des doses massives
qui ne correspondent pas aux produits commercialisés à l'heure
actuelle -, mais la suppression des suppléments de fluor aurait des
effets désastreux en termes de santé publique. Je pense notamment
à la protection contre les caries dentaires.
meer bepaald wat tandbederf
betreft. Kan in overleg met artsen
en tandartsen een strategie
worden uitgewerkt om de
consument op passende wijze te
informeren, veeleer dan zich te
laten meeslepen door
waandenkbeelden?
On pourrait envisager une réglementation en ce qui concerne la
prescription du fluor. En tout cas, il faudrait rétablir une campagne
d'information plus objective sur le sujet. Il faut préciser que le fluor,
notamment dans les dentifrices, est très utile. Il en va de même de la
fluoration de l'eau minérale qui est d'ailleurs réalisée, à doses plus
importantes, dans plusieurs pays. En effet, l'alimentation naturelle ne
comporte que peu de fluor. Seul le thé et certains poissons de mer
en contiennent naturellement. Dès lors, une personne qui ne boit pas
de thé ou ne mange jamais de poisson ne consomme que très peu
de fluor. Un supplément de fluor, notamment chez le jeune enfant,
est donc très utile en termes de santé publique.

Par conséquent, monsieur le ministre, ne pensez-vous pas que l'on
pourrait rétablir une concertation avec le corps médico-dentaire pour
mettre au point une stratégie en matière de consommation de fluor?
Le monde politique raconte beaucoup de choses au sujet des
matières scientifiques, mais en général elles tiennent plus du
fantasme que de l'analyse sérieuse. Il serait donc utile de rétablir une
concertation et d'envisager la façon d'informer la population de
manière rigoureuse et objective sur la consommation du fluor.
03.02 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is wellicht ontstaan in dezelfde periode, met
name tijdens het zomerreces. Ze dateert van 21 augustus.
Aangezien de communicatie van minister Aelvoet rond het
fluoridegebruik toen nogal onduidelijk was heb ik deze vraag
geformuleerd.

De minister wou het gebruik van fluoride aan banden leggen.
Deskundigen daarentegen beweren dat fluoride reeds 40 jaar
doeltreffend gebruik wordt bij de behandeling van botontkalking en
als bescherming tegen tandbederf. De communicatie was bijzonder
gebrekkig. Zij stelde voor het gebruik van fluoride in tandpasta te
verbieden. Zowel consumenten als deskundigen, tandartsen en
geneesheren, raakten daarbij het noorden kwijt.

In de pers werd onmiddellijk gereageerd door Test Aankoop en de
vereniging van de wetenschappers. Zij hebben onderstreept dat het
wetenschappelijk bewezen is dat de fluoridedosissen aangeraden
door de tandartsen uiterst veilig zijn. Toch is er weer commotie
ontstaan.

Op dat ogenblik konden wij niet weten dat mevrouw Aelvoet door
allerlei omstandigheden het veld zou ruimen en dat u, mijnheer
Tavernier, haar plaats zou innemen. Ondertussen hebben we
daarover niets meer gehoord. Ik zou het nuttig vinden indien de
minister van Volksgezondheid ons duidelijkheid zou verschaffen
03.02 Trees Pieters (CD&V):
Durant les vacances, la ministre
Aelvoet a lancé l'idée d'interdire
l'usage du fluor dans le dentifrice.
Cette idée a immédiatement
soulevé des réactions négatives
de la part des spécialistes.

Quelle était l'intention précise de
la ministre? A-t-elle évalué
l'impact de cette décision avec
des spécialistes?
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
omtrent de boodschap van mevrouw Aelvoet.

Mijn tweede vraag heeft betrekking op de mogelijke contacten die de
minister of het kabinet gehad heeft met de deskundigen, namelijk de
tandartsen en de geneesheren, om de effecten van het
fluoridebesluit in te schatten.
03.03 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik heb in het
verleden reeds herhaaldelijk aangeklaagd dat men te veel
mondelinge vragen toelaat en dat er zelfs mondelinge vragen worden
gesteld over thema's die reeds schriftelijk zijn beantwoord.

Ik wil er de aandacht van mevrouw Pieters op vestigen dat ik de
bevoegde minister daarover reeds een vraag heb gesteld. Vóór mij
heeft ook mevrouw Van de Casteele dat gedaan. Mevrouw Aelvoet
heeft geantwoord op de vraag van mevrouw Van de Casteele en de
huidige minister heeft naar dit antwoord verwezen. Het heeft dus
geen zin dat men nog mondelinge vragen stelt over thema's die
reeds schriftelijk beantwoord zijn. Zo kunnen we bezig blijven.

Deze middag heb ik de kamervoorzitter in een vergadering er reeds
op gewezen dat er te veel mondelinge vragen worden gesteld. De
eerste twee jaar werden er relatief weinig wetsontwerpen besproken.
Toen heeft men zich een beetje beziggehouden met mondelinge
vragen. Het wordt nu echter hoog tijd dat orde op zaken wordt
gesteld. De voorzitter van de commissie heeft het recht om na te
gaan of de vragen al niet schriftelijk werden gesteld en beantwoord.
Over de problematiek die thans wordt besproken, werd aan mevrouw
Van de Casteele al een schriftelijk antwoord verstuurd door de
minister. Het werd zelfs reeds in het Bulletin van vragen en
antwoorden gepubliceerd. Ik heb het antwoord opgevraagd. Ik zal
hier de volgende legislatuur niet meer zijn, maar ik denk dat we
elkaar het leven niet onmogelijk moeten maken, ongeacht of men nu
lid is van de meerderheid of van de minderheid.
03.03 Jef Valkeniers (VLD): Je
tiens d'abord à faire observer que
de plus en plus de questions
orales sont inscrites à l'ordre du
jour alors qu'elles ont déjà été
posées et ont reçu une réponse
précédemment. En l'espèce, il
existe même une réponse écrite.
Le président a le droit de refuser
de mettre ces questions à l'ordre
du jour.
La présidente: Je vous remercie pour votre intervention, monsieur
Valkeniers. Nous avons bien compris votre préoccupation de pouvoir
avancer dans notre travail sur les projets de loi. Il se fait que nous
avions décidé de consacrer l'après-midi d'aujourd'hui aux questions
parlementaires et d'en venir demain à l'examen du projet de loi. Cela
ne devrait pas perturber l'ordre de nos travaux cette semaine.

Nous répercuterons auprès de Mme Avontroodt, présidente en titre
de la commission, votre demande d'une limitation du nombre des
questions parlementaires. Il n'en reste pas moins que c'est un droit
parlementaire de poser des questions aux ministres.

Je propose que nous entendions à présent la réponse du ministre.
De voorzitster: Er wordt een
namiddagvergadering
uitgetrokken voor de vragen, en
de agenda van deze week wordt
niet overhoop gehaald. Wij vragen
dat de vragen worden gecheckt,
maar vragen stellen blijft een
parlementair recht.
03.04 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, ik sluit mij
grotendeels aan bij de opmerking van de heer Valkeniers. Het is mijn
bedoeling om het parlementair werk echt te waarderen en te
herwaarderen, maar er moeten een aantal afspraken worden
gemaakt over vraagstellingen en agendering.

Mag ik een suggestie doen? Een mondelinge vraag kan één keer
worden uitgesteld, maar geen twee keer, omdat een mondelinge
03.04 Jef Tavernier , ministre: Il
est vrai que la question a déjà été
posée par écrit. Je plaiderais dès
lors pour une application un peu
plus rigoureuse du système.
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
vraag een zeker urgent karakter moet hebben. Anders is het een
schriftelijke vraag.

Dat gezegd zijnde, ik wil best antwoorden op de vraag wat er
eigenlijk in het besluit staat.
03.05 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la présidente, je ne suis
pas tout à fait d'accord avec ces propos. J'ai posé la question orale le
lendemain de la publication de l'arrêté royal. Que l'on ne raconte pas
de bêtises! J'ai posé ma question orale avant que l'on ne pose des
questions écrites!

La présidente: Certains décident de poser des questions écrites et
d'autres des questions orales.
03.05 Daniel Bacquelaine (MR):
Ik heb mijn mondelinge vraag lang
voor de schriftelijke vragen
ingediend.
03.06 Daniel Bacquelaine (MR): Je n'en peux rien si la question est
seulement abordée aujourd'hui!
La présidente: Monsieur Bacquelaine, effectivement tout cela n'est
pas sain!

Monsieur le ministre, je pense que le plus important maintenant, c'est
que vous répondiez à la question.
De voorzitster: Wat telt, is dat de
minister antwoordt.

03.07 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, het heeft de
vraag enigszins doorkruist. Vandaar dat ik ook graag antwoord.
03.08 Jef Valkeniers (VLD): Er worden hier mondelinge vragen
gesteld en tienmaal dezelfde vragen. Ik zetel hier 30 jaar en ik zeg
dat de kwaliteit van het parlementaire werk achteruitgaat.
03.08 Jef Valkeniers (VLD):
C'est une question de principe.
Cette façon de procéder nuit à la
qualité du travail parlementaire.
Nous devons travailler avec
efficacité et ce n'est pas en posant
plusieurs fois la même question
que nous y parviendrons. La
réponse à la question écrite est
disponible, à quoi bon perdre son
temps inutilement?
03.09 Jef Tavernier, ministre: Madame la présidente, cela dit, je
veux bien donner quelques éclaircissements à propos du contenu. Le
document initial, à savoir l'arrêté dit du fluor du 8 juillet 2002,
supprime l'élément fluor de la liste positive des minéraux et oligo-
éléments dressée dans l'arrêté royal du 3 mars 1992 concernant la
mise dans le commerce des nutriments et des denrées alimentaires
auxquelles des nutriments ont été ajoutés.

Le fluor ne peut donc plus être ajouté aux compléments alimentaires.
Cet arrêté ne s'applique ni aux dentifrices ni aux autres produits
analogues d'hygiène buccale ou de soins buccaux ni aux
médicaments. Dès lors, le fluor peut toujours être utilisé comme
élément actif dans des dentifrices, médicaments et autres dispositifs
médicaux. C'est très important. Cela figure dans l'arrêté royal et si
d'autres interprétations il y a eu, la responsabilité n'en incombe
certainement ni à Mme Aelvoet ni à son cabinet. En tout cas, il y a
lieu de se référer aux éléments de base, c'est-à-dire, dans le cas qui
nous préoccupe, à l'arrêté royal.
03.09 Jef Tavernier: Ik wil wel
toelichting geven omtrent de
vragen die werden gesteld. Hierbij
moet verwezen worden naar het
zogenaamde fluorbesluit van 8 juli
2002. Bij dat koninklijk besluit
wordt fluor geschrapt van de
positieve lijst van mineralen en
oligo-elementen uit het koninklijk
besluit van 3 maart 1992. Fluor
mag voortaan niet meer aan
voedingssupplementen en
gebruikelijke voedingsmiddelen
worden toegevoegd, maar mag
nog wel worden gebruikt in
tandpasta's, geneesmiddelen en
andere medische hulpmiddelen.
Als het fluorbesluit op een andere
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
manier werd geïnterpreteerd, dan
is dat niet de schuld van minister
Aelvoet of van haar kabinet.
Voor de uitvaardiging van het koninklijk besluit van maart 1992
waren de voorgedoseerde fluorpreparaten alleen als geneesmiddel
verkrijgbaar. Ik herinner me producten als Zymafluor. Het gebruik
was alleen onder medisch toezicht mogelijk en was doelgericht.
Ingevolge het koninklijk besluit van 1992 werden fluorpreparaten ook
als voedingssupplementen toegelaten. Een aantal farmaceutische
bedrijven kwam tot het besef dat hun geneesmiddelen op basis van
fluor onder de samenstellingsnormen vielen van deze
reglementering. Gevolg was dat deze fluorgeneesmiddelen vanaf
1992 ook als fluorvoedingssupplementen in de handel werden
gebracht. Vanaf dat ogenblik werd veel reclame gemaakt en
gebeurde de verspreiding niet alleen via de apotheken ­ iedereen
weet dat een apotheker de taak heeft zo nodig bijkomend advies te
geven ­ maar ook via de grootdistributie waardoor deze producten
op grote schaal en op een ongecontroleerde manier werden gebruikt
door kinderen en volwassenen. Verontrust door het stijgend aantal
gevallen van fluorvergiftiging en/of osteoporose die bij de bevolking
werden vastgesteld, evenals door de vermenigvuldiging van
fluorpreparaten die sinds de invoering van het koninklijk besluit van
1992 vrij ter beschikking stonden, heeft de Hoge Gezondheidsraad
een wetenschappelijk advies uitgebracht waarin het aanbeveelt
fluorpreparaten alleen nog als geneesmiddel toe te laten. Kort
samengevat: er is de toestand van vóór 1992, die van na 1992 en
het advies van de Hoge Gezondsheidsraad en uiteindelijk het huidige
koninklijk besluit.

Wat de acute vergiftigingen betreft, meldt het Antigifcentrum 98
kinderen in 2001. Het gaat vooral over kinderen tussen 1 en 4 jaar
die accidenteel een te groot aantal tabletjes hebben geslikt. In 13%
van de gevallen waren symptomen aanwezig zoals nausea, braken
en buikpijn. Naar aanleiding van deze elementen heeft men beslist
het koninklijk besluit uit te vaardigen. Het advies van de Hoge
Gezondheidsraad werd verscheidene malen bevestigd. Voor alle
duidelijkheid onderstreep ik dat het koninklijk besluit geen betrekking
heeft op fluor in tandpasta.
Avant 1992, les préparations
fluorées figuraient dans la
catégorie des médicaments.
Après 1992, ces préparations ont
été transférées dans la catégorie
des compléments alimentaires en
vente libre. Par le biais de la
publicité, les produits fluorés ont
également abouti dans les rayons
de la grande distribution et ont été
massivement ingérés tant par des
adultes que par des enfants.
Inquiet du nombre croissant
d'empoissonnements au fluor et
d'ostéoporoses, le Conseil
supérieur d'Hygiène a
recommandé de réintégrer les
préparations fluorées dans la
catégorie des médicaments. En
interdisant les compléments
fluorés, la ministre Aelvoet n'a fait
que traduire dans les faits un avis
important rendu par le Conseil
supérieur d'Hygiène. A aucun
moment, elle n'a parlé du fluor
contenu dans les dentifrices.
Au plan européen, il existe une directive du Parlement et du Conseil
européens du 10 juin 2002 relative au rapprochement des
législations des Etats membres concernant les compléments
alimentaires, publiée le 12 juillet 2002. Cette directive doit être
transposée avant le 31 juillet 2003. Il s'agit d'une directive-cadre qui
est applicable aux compléments alimentaires, qui fixe un nombre
limité de normes spécifiques ­ étiquetage, identification, etc. ­ et
arrête une série de principes en vue de l'harmonisation de plusieurs
normes concrètes: les critères de pureté et de teneurs minimales et
maximales pour les vitamines et les minéraux. Cette directive ne fixe
donc pas de norme concrète pour les teneurs minimales et
maximales en nutriments. Seuls les principes de base pour la
détermination de ces teneurs minimales et maximales pour les
vitamines et les minéraux sont arrêtés. Les normes concrètes de
composition seront fixées via une procédure de "comitologie" sur
proposition de la Commission. Aussi longtemps que des normes
n'auront pas été arrêtées par le biais de cette procédure, il n'y aura
pas de teneur minimale ou maximale communautaire et les
De Europese kaderrichtlijn van 10
juni 2002 betreffende de
aanpassing van de wetgevingen
van de lidstaten inzake
voedingssupplementen moet voor
31 juli 2003 zijn omgezet. Deze
kaderrichtlijn legt bepaalde
specifieke normen vast voor deze
supplementen en bepaalt een
aantal principes om concrete
normen in overeenstemming te
brengen, maar legt geen concrete
normen op voor de minimum of
maximumgehalten aan
voedingsstoffen. Zolang deze
normen niet vaststaan en er geen
uitvoeringsmaatregelen voor de
richtlijn zijn genomen, wat enige
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
dispositions nationales resteront d'application en l'absence de
décision communautaire portant exécution de la directive précitée.
En attendant ces mesures d'exécution de l'Union européenne, la
Belgique reste compétente pour prendre des mesures nationales, ce
que prévoit d'ailleurs la directive.

Comme il est apparu lors de la discussion de ladite directive que la
fixation des principes régissant les teneurs maxima constituait la
principale pierre d'achoppement, nous craignons que les débats
concernant l'harmonisation des teneurs minimales et maximales de
nutriments en tant que tels ne prennent pas mal de temps avant
d'aboutir à un accord. Etant donné l'avis du Conseil supérieur de
l'hygiène et la durée probable de la procédure devant aboutir à des
normes communautaires, nous ne pouvons pas nous permettre
d'attendre plus longtemps pour adapter notre législation aux
dernières données scientifiques connues en vue de la protection de
la santé publique.

Lors des discussions visant l'harmonisation des teneurs minimales et
maximales de nutriments, nous ne manquerons pas d'attirer, comme
il convient, l'attention sur la problématique des suppléments en fluor.
Nous tenterons, en avançant nos arguments scientifiquement fondés,
de convaincre la Commission et les autres Etats membres des effets
négatifs possibles des suppléments en fluor sur la santé publique.

Présidente: Yolande Avontroodt.
tijd in beslag dreigt te nemen,
blijven de nationale bepalingen
van kracht.

We mogen niet langer talmen met
de aanpassing van onze
wetgeving aan de recentste
wetenschappelijke bevindingen
met het oog op de bescherming
van de volksgezondheid.

Tijdens de besprekingen op
Europees niveau zullen wij
proberen de Europese Commissie
en de lidstaten aan de hand van
onze gefundeerde
wetenschappelijke argumenten
ervan te overtuigen dat
fluorsupplementen schadelijke
gevolgen kunnen hebben.
Voorzitter: Yolande Avontroodt.
Het is duidelijk dat er in wetenschappelijke kringen van pediaters en
tandheelkundigen de laatste jaren meer en meer werd afgestapt van
de orale toediening van voedingssupplementen. Toch leidt het
gebruik op het terrein nog een hardnekkig bestaan. De Hoge
Gezondheidsraad en zijn deskundigen, zowel nutritionisten,
toxicologen, technologen als artsen, heeft in 1995 aanbevolen om de
fluortoevoeging in de voeding te verbieden. Vooraleer de Hoge
Gezondheidsraad zijn advies heeft uitgebracht, zijn er verschillende
contacten geweest en is er overleg gepleegd met het Verbond der
Vlaamse Tandartsen. Daarbij heeft zelfs het Verbond der Vlaamse
Tandartsen het maximumgehalte aan fluor in het koninklijk besluit
van 1992 in vraag gesteld. Bij de bevestiging van het advies in 2000
is tussen de Hoge Gezondheidsraad en het Verbond der Vlaamse
Tandartsen geen nieuw overleg geweest.

Ik denk niet dat er veel artsen of tandartsen geweest zijn die
bezwaren hebben geuit tegen de beperking van de fluortoediening
als medisch gebruik op advies van arts of tandarts. Uiteraard heeft
de arts of de tandarts de therapeutische vrijheid om fluor al dan niet
voor te schrijven. Nogmaals, minister Aelvoet heeft nooit een verbod
op fluorhoudende tandpasta's afgekondigd. Het enige wat eventueel
gevraagd is om na te gaan, is of specifiek voor de kindertandpasta's
een maximumgehalte opgegeven zou moeten worden. Daarover is
echter geen beslissing genomen. De genomen beslissingen zijn dus
gesteund op toch wel weinig gecontesteerde wetenschappelijke
adviezen. Ze gaan wel in tegen een praktijk die de laatste jaren
gegroeid was, sinds 1992, toen er een koninklijk besluit uitgevaardigd
werd.

Ik denk dat dit een duidelijk antwoord is dat handelt over de inhoud
Les médecins et les dentistes ont
de plus en plus abandonné
l'administration orale de
compléments fluorés au cours de
ces dernières années. En 1995, le
Conseil supérieur de la santé avait
recommandé l'interdiction du fluor
dans l'alimentation. Cet avis
s'était notamment fondé sur une
concertation avec le Verbond der
Vlaamse tandartsen
qui avait
également remis en cause la dose
maximale de fluor contenue dans
les dentifrices, fixée par arrêté
royal. La ministre Aelvoet a fondé
sa décision sur cet avis. Les
dentistes et les médecins n'ont
exprimé aucune objection contre
cette décision, car ils peuvent
continuer à prescrire du fluor. Le
seul élément qui fait encore l'objet
de débats actuellement est la
fixation éventuelle d'une dose
maximale de fluor dans les
dentifrices destinés aux tout-
petits. Je vais recueillir l'avis du
Conseil de l'art dentaire et
envisager le dossier d'un point de
vue européen.
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
en de voorbereiding van de zaak. Daarbij wil ik het niet hebben over
een bijkomende consultatie of informatieronde in laatste instantie
met tandartsen, artsen of apothekers.
03.10 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la présidente, la réponse
du ministre m'inquiète quelque peu. Je m'élève contre le message
qui est en train de passer et que vous confirmez, monsieur le
ministre, selon lequel cet arrêté se base sur l'avis de la communauté
scientifique qui serait d'accord à ce sujet. Ce n'est pas vrai. D'après
les professeurs de différentes facultés de médecine et de médecine
dentaire de ce pays que j'ai entendus, c'était une mauvaise mesure.
Rien n'est jamais tout à fait blanc ou tout à fait noir. Il faut toujours
peser les effets positifs et les effets négatifs d'une mesure. Un effet
positif éventuel est d'éviter les possibles intoxications dont vous avez
parlé. Je vous fais remarquer que le fait que ce soit sur prescription
médicale n'y changera rien. Les intoxications sont des accidents. Un
enfant trouve une boîte ­ prescrite ou non, cela ne change rien ­ et
avale les comprimés. Cela n'évitera donc pas les intoxications
accidentelles.

Par contre, on est en train de créer ce que j'appelle une
"fluorophobie". C'est catastrophique en termes de santé publique et
de santé dentaire de lancer dans la population l'idée que le fluor est
toxique. Tout est toxique à fortes doses. Je vous fais remarquer que,
dans l'annexe 1, figure le potassium, produit qui a tué par arythmie
cardiaque des tas de gens qui en ont trop consommé. Va-t-on alors
interdire les sels de potassium? Dans ce cas, on peut tout interdire!
Je ne parle même pas de la vente libre des boissons alcoolisées... Si
on s'engage dans cette voie, je me demande où l'on va s'arrêter.
Quand on voit la mortalité cardiovasculaire due aux atteintes
coronariennes par cholestérol, on peut alors aussi interdire le beurre,
le chocolat, la charcuterie, les oeufs, etc.

Ce qui est surtout important, c'est le message que l'on délivre. Je
plaide donc pour une concertation avec le monde médico-dentaire et
pour que le ministre de la Santé publique et la communauté
scientifique médico-dentaire établissent ensemble un message clair,
notamment vis-à-vis des milieux scolaires, médicaux, dentaires, des
centres ONE, de telle sorte que l'information soit clairement rétablie
et que l'on sorte enfin de la polémique.

Tant que l'on se cantonnera dans cette polémique, on fera fausse
route en termes de santé publique. Il faut donc que le message soit
très clair et que l'on tienne compte de l'avis des autorités les moins
contestables ­ toute autorité est en effet contestable ­ en matière de
santé dentaire dans ce pays. Or toutes ont émis de très graves
réserves quant à la façon dont le message a été transmis.
03.10 Daniel Bacquelaine (MR):
Uw antwoord verontrust mij want
het laat uitschijnen dat het
koninklijk besluit gebaseerd is op
kennis waarover men het in
wetenschappelijke kringen eens
is, wat niet waar is. De artsen en
tandartsen die ik heb ontmoet,
delen uw mening niet. Zelfs de
positieve gevolgen van het
schrappen van fluor, waardoor er
zich volgens u geen vergiftigingen
meer voordoen, moeten worden
gerelativeerd, want die
vergiftigingen komen weinig voor.
De negatieve gevolgen van het
besluit zijn overduidelijk, want het
zal aanleiding geven tot een
irrationele fluorvrees met
catastrofale gevolgen voor de
volksgezondheid en meer bepaald
voor de gezondheid van de
tanden. Alles kan immers giftig
zijn, maar moeten we daarom ook
bijvoorbeeld kalium, boter of
eieren verbieden?
03.11 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
de toelichting. U hebt het ontstaan van het fluoridenbesluit in de
brede context geschetst. Het zal dus wel zo zijn dat het een aantal
bestaansredenen heeft. Als ik het antwoord beluister van de heer
Bacquelaine, een arts, dan doet dat mij opnieuw twijfelen. Eén zaak
is duidelijk, namelijk dat de communicatie hierover heel wat
verwarring heeft gecreëerd. Ik wil u dan ook vragen om samen met
de tandartsen en eventueel de geneesheren opnieuw om de tafel te
gaan zitten. U kunt dan zoals de heer Bacquelaine vraagt een heikel
probleem de wereld uit helpen.
03.11 Trees Pieters (CD&V): Le
ministre a situé la question de
l'arrêté relatif au fluor dans un
contexte plus large. La réplique de
M. Bacquelaine, médecin, me
plonge toutefois à nouveau dans
le doute. Je propose d'organiser
une réunion avec les médecins et
les dentistes afin d'adresser au
monde un message sans
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
ambiguïté.
03.12 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de voorzitter, excuseert u
mij, maar u was hier zonet niet. Ik heb daarover reeds een
schriftelijke parlementaire vraag gesteld. Ook mevrouw Van de
Casteele heeft dat gedaan. Wij hebben een zeer uitgebreid antwoord
gekregen van mevrouw Aelvoet en van de huidige minister.
03.12 Jef Valkeniers (VLD):
Mevrouw Van de Casteele en ik
hebben deze vraag enige tijd
geleden al schriftelijk gesteld en
we kregen al uitgebreid antwoord
van respectievelijk ex-minister
Aelvoet en minister Tavernier.
De voorzitter: Mijnheer Valkeniers, daar wou ik net op anticiperen. Ik
meen dat ik hier het incident kan sluiten. Hierover zijn inderdaad
schriftelijke vragen gesteld en de antwoorden zijn al binnen. Ik heb
zojuist gevraagd om een brief te schrijven en dit feit aan te kaarten.
We moeten meedelen dat er schriftelijke vragen waren waarop een
antwoord werd gegeven en de Conferentie van voorzitters vragen op
welke wijze men met dergelijke procedures wenst om te gaan. Ik zal
dit als agendapunt voorleggen aan de Conferentie van voorzitters.

La présidente: Des questions
écrites ont en effet déjà été
posées à ce sujet et elles ont
trouvé réponse. Je soumettrai
cette question à la Conférence
des présidents.
03.13 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de voorzitter, de heer
Bacquelaine beweerde dat zijn mondelinge vraag reeds gesteld was
voor de schriftelijke vragen werden ingediend. Ik heb net iemand
gevraagd om mijn schriftelijke vraag te gaan halen. Ik zal kijken
wanneer ze werd ingediend. (...)

Ik wens hieraan toe te voegen dat mevrouw Aelvoet zich blijkbaar
heeft laten leiden door (...)
03.13 Jef Valkeniers (VLD): M.
Bacquelaine prétend avoir posé
sa question orale avant même
que je ne dépose ma question
écrite. Je vérifierai cette
affirmation.

Quoi qu'il en soit, je pense qu'à
l'époque, l'ex-ministre Aelvoet
s'était laissée guider par l'avis du
Conseil supérieur d'hygiène.
03.14 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, de heer
Valkeniers heeft het woord niet gekregen.
03.15 Jef Valkeniers (VLD): Het is duidelijk dat het antwoord in het
Bulletin van Vragen en Antwoorden moet komen. Persoonlijk vind ik
ook dat de beste oplossing zou zijn eens om de tafel te gaan zitten
met de Gezondheidsraad en met mensen van de Europese
Commissie om te kijken wat men uiteindelijk gaat beslissen. De
verwarring blijft immers bestaan.
03.15 Jef Valkeniers (VLD): Il
serait préférable de se réunir
autour de la table avec des
représentants de ce Conseil et de
la Commission européenne car,
actuellement, la confusion règne
toujours.
De voorzitter: Mijnheer de minister, collega's, ik wens het incident te
sluiten. Ik meen dat het antwoord duidelijk was. Het antwoord werd
gegeven en men heeft gerepliceerd. We hebben allemaal de
opdracht gekregen om de vragen in de commissies in de hand te
houden. Mijnheer Valkeniers, ik wil u vragen om het Reglement
terzake te respecteren. Ik zal hierover een brief richten aan de
Conferentie van voorzitters. De inflatie van vragen mag inderdaad
niet toenemen en dit moet op een efficiënte manier kunnen verlopen.
Indien het schriftelijke of het mondelinge antwoord niet zou voldoen,
staat niets het indienen van een nieuwe vraag in de weg. Die moet
dan wel nieuwe elementen bevatten. Het wordt echt tijd dat de
Conferentie van voorzitters zich daarover uitspreekt.

La
présidente: Toutes les
commissions ont été priées de
maîtriser le nombre de questions.
Même M. Valkeniers est tenu de
respecter le Règlement. Le flux de
questions ne peut augmenter.
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
03.16 Jef Valkeniers (VLD): ...
03.17 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer Valkeniers, u loopt van
commissie naar commissie om zonder vragen te stellen overal
tussenbeide te komen. Dat is nog veel vervelender. Als u geen vraag
hebt gesteld, krijgt u het woord niet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "gevaarlijk speelgoed" (nr. 7901)
04 Question de Mme Trees Pieters au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "des jouets dangereux" (n° 7901)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu.)
(La réponse sera donnée par le ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, misschien werd
over dit onderwerp reeds een schriftelijke vraag gesteld. Tijdens de
vakantiemaanden krijgen wij geen verslagen van de schriftelijke
vragen en ik heb dan ook geen zin om alles door te nemen en na te
gaan welke schriftelijke vragen er werden gesteld.
Ik ben trouwens van mening dat een mondelinge vraag rijker is dan
een schriftelijke vraag omdat er naar aanleiding daarvan een
discussie kan plaatsvinden.
04.01 Trees Pieters (CD&V): Il
est possible que cette matière ait
fait l'objet d'une question écrite.
Toutefois, pendant les vacances
parlementaires, nous recevons
moins d'informations et je n'ai
d'ailleurs pas envie de vérifier si
c'est le cas. De plus, les questions
orales sont beaucoup plus
fouillées.
04.02 Minister Jef Tavernier: Dit geldt vooral voor het antwoord.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Ik moet eerlijk zeggen dat de repliek
van de heer Bacquelaine mij zeer interessant leek.

Ik wil het nu hebben over het gevaarlijke speelgoed. Er komt kritiek
op speelgoed dat vrij te verkrijgen is op onder meer kermissen. Het
zou gaan om zwarte pistolen waarmee kleine, gele bolletjes kunnen
worden afgeschoten die zware kwetsuren kunnen veroorzaken.

Hebt u weet van het bestaan van dergelijk speelgoed? Kan dergelijk
speelgoed zomaar worden verkocht? Kunt u dit speelgoed uit de
handel laten nemen? Wat zijn de criteria om speelgoed toe te laten?
04.03 Trees Pieters (CD&V):
C'est notamment sur les foires
que l'on trouve aisément des
pistolets noirs tirant des boules
jaunes. Or, ils peuvent provoquer
de sérieuses blessures.

Le ministre est-il au courant de
l'existence de ces jouets
dangereux? Veillera-t-il à les
retirer du commerce? Selon quels
critères ces jouets sont-ils
autorisés?
04.04 Minister Jef Tavernier: Mevrouw Pieters, uw vraag sluit aan
bij de problematiek die daarstraks werd besproken. Ik ben reeds
langer op de hoogte van het probleem. Op nagenoeg dezelfde vraag
van mevrouw Taelman heeft mijn voorgangster geantwoord in de
Senaat.

U kunt niet alles controleren. Ik zal mijn medewerkers vragen om
parlementsleden op de hoogte te brengen als een gelijkaardige vraag
04.04 Jef Tavernier , ministre:
Votre question est effectivement
pratiquement identique à une
question de Mme Taelman à
laquelle mon prédécesseur avait
déjà répondu au Sénat. Je peux
comprendre que les membres ne
puissent pas tout contrôler. Je
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
al eens is gesteld. Op dat moment kunt u zelf oordelen of u over
bijkomende elementen beschikt zodat u alsnog een vraag kunt
stellen. Als het werkelijk gaat om dezelfde vraag dan lijkt het mij
weinig zinvol.
propose que mes services vous
informent lorsqu'une question a
déjà été posée précédemment de
sorte que l'auteur de la question
puisse décider s'il la maintient ou
non en raison d'éléments
nouveaux.
De voorzitter: Mijnheer de minister, wij moeten dit volgens mij
overlaten aan het oordeel van de Conferentie van voorzitters. Ik kan
alleen zeggen dat in het Vlaams Parlement een dergelijke
reglementering reeds bestaat. Een vraag die reeds werd gesteld mag
niet meer op de agenda worden geplaatst. Een dergelijke bepaling
werd in hun reglement opgenomen.
La présidente: C'est à la
Conférence des Présidents qu'il
incombe de trancher ces
questions.
04.05 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, het ging om
een vraag die in de Senaat werd gesteld en dat is ook de reden
waarom ik graag een antwoord zou geven.

Wij zijn reeds lang op de hoogte van het feit dat dergelijke producten
op de markt zijn. Het gaat echter niet over speelgoed volgens de
definitie van het koninklijk besluit van 2002, dat een omzetting is van
een Europese richtlijn, maar over sport- en soms zelfs
verweerwapens die eigenlijk vallen onder de wapenwetgeving. De
verkoop van dergelijke wapens is geregeld. De verkoper moet erkend
zijn als wapenhandelaar en mag die wapens niet verkopen aan
minderjarigen.

Het probleem is evenwel dat sommige speelgoedwinkels een
vergunning hebben om dergelijke wapens te verkopen. Deze
vergunningen worden afgeleverd door de provinciegouverneur. Door
de verkoop van dergelijke wapens in speelgoedwinkels toe te laten,
wekt men bij de consument de indruk dat het hier gaat om speelgoed
dat beantwoordt aan de eisen van de speelgoedreglementering.

In het kader van de Europese eenheidsmarkt kunnen wij de grens
niet sluiten voor deze producten. De wapens uit de handel nemen,
kan niet. We kunnen wel de verkoop regelen. Reeds in 1998 werd
door mijn diensten voorgesteld een verbod in te voeren om sport- en
andere wapens te verkopen in dezelfde winkels als speelgoed. Bij de
herziening van de wapenwet, die op dit moment in de Senaat wordt
besproken, werd rekening gehouden met die vraag. In artikel 14bis
van deze wet wordt een punt 9 ingevoegd waarin staat, ik citeer: "Het
is verboden wapens, daarin begrepen namaakwapens, en speelgoed
te verkopen in één en dezelfde handelszaak".

De problematiek is gekend. Op dit moment worden voorstellen
besproken om de wapenwet te wijzigen.

Als het wordt goedgekeurd, zal het voor de consument nog
duidelijker zijn dan vroeger dat het hier gaat over echte wapens en
niet over speelgoedwapens. Daardoor zal de verspreiding van die
zogenaamde speelgoedwapens wel worden beperkt.

Op uw tweede vraag moet ik negatief antwoorden. Die dingen
worden niet uit de handel genomen, maar de verkoop wordt
gereglementeerd. Volgens de Europese regelgeving kunnen zij niet
uit de handel worden genomen.
04.05 Jef Tavernier , ministre:
Dans ce cas-ci, la question a déjà
été posée au Sénat. Mais je suis
disposé à y répondre de nouveau.

Je suis informé depuis longtemps
du fait que ces produits sont
commercialisés. Toutefois, il ne
s'agit pas de jouets mais d'armes
de sport ou même de défense qui
relèvent du champ d'application
de la législation sur les armes. Par
conséquent, leur vente est
réglementée.

Le problème est que de nombreux
magasins de jouets disposent
d'une autorisation de vente, ce qui
donne l'impression au
consommateur qu'il pourrait s'agir
d'un jouet satisfaisant aux
exigences strictes de la
réglementation sur les jouets.

Compte tenu du marché unique
européen, nous ne pouvons pas
retirer ces armes du commerce.
Mais nous pouvons en
réglementer la vente. Dans le
cadre de l'actuelle réforme de la
loi sur les armes, il a été proposé
d'insérer à l'article 14bis
l'interdiction pour un même
commerce de vendre des armes -
y compris des armes factices - et
des jouets.

Les véritables armes-jouets sont
soumises à des normes
particulièrement strictes qui, selon
le service Sécurité des produits,
sont bien respectées.
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15

Uw derde vraag betrof de criteria. Wat speelgoedwapens betreft, zijn
er strenge normen. De dienst voor Veiligheid van Producten heeft in
dit licht verscheidene controlecampagnes gevoerd en heeft
vastgesteld dat de normen normaal gesproken goed worden
gerespecteerd. De producten die door u worden genoemd, voldoen
niet aan deze normen en moeten dat ook niet: het gaat daar immers
niet om speelgoedwapens, maar om sportwapens of verweerwapens.
Ingevolge de wapenwet is de minister van Justitie daarvoor bevoegd.

Ik hoop dat het probleem dat u terecht aanhaalt, binnenkort zal
geregeld zijn, dit dan na het goedkeuren van de zogenaamde
wapenwet. Ik bedoel dan de wetgeving voor wapens in België en niet
die voor de wapenexport.
J'espère que ce problème pourra
être résolu après l'adoption de la
loi sur les armes et que les choses
seront plus claires pour le
consommateur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw Annemie Van de Casteele laat zich verontschuldigen.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de toegang tot het beroep van kinesist" (nr. 7998)
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de toegang tot het beroep van tandarts" (nr. 7999)
05 Questions jointes de
- M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'accès à la profession de kinésithérapeute" (n° 7998)
- M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'accès à la profession de dentiste" (n° 7999)

De voorzitter: Mijnheer Vallkeniers, u hebt het woord voor vijf vragen.
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de voorzitter, hadden mijn
vragen als eerste punt aan de agenda gestaan, dan had ik
voorgesteld om al onze vragen in schriftelijke vragen om te zetten. Ik
heb dit thema eerder reeds aangekaart. In ieder geval, mijnheer de
minister, ga ik akkoord met uw bedoelingen.
05.02 Minister Jef Tavernier: Ik dank u.
05.03 Jef Valkeniers (VLD): Ik weet dat u op dit terrein niet thuis
bent.
De voorzitter: Vergis u niet, mijnheer Valkeniers.
05.04 Jef Valkeniers (VLD): Wij verheugen ons er alleen over dat
er nog iemand is die zich voor deze materie interesseert. Proficiat en
succes!
05.05 Minister Jef Tavernier: Ik dank u.
05.06 Jef Valkeniers (VLD): Deze week heeft een van de
medewerkers mij gebeld en erop gewezen dat over het onderwerp
van een vraag, reeds een vraag was gesteld en dat op die vraag ook
een antwoord was verstrekt. Ik heb toen geantwoord dat ik mijn vraag
zou intrekken. Dat is een goede manier van werken. Ik sta daar
05.06 Jef Valkeniers (VLD): Je
souscris à la manière de procéder
du ministre Tavernier. La semaine
dernière, j'ai été contacté par sa
collaboratrice parce qu'il avait
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
volledig achter.

Ik zal nu maar beginnen met mijn vragen.

Mijn eerste en mijn tweede vraag handelen enigszins over hetzelfde
onderwerp, met name over de toegang tot het beroep van tandarts
en kinesist.

De krant meldde dat de Vlaamse regering had beslist het
toelatingsexamen voor tandartsen en kinesisten af te schaffen. Ik
denk dat er een fout is geslopen in dat bericht want volgens mij
bestond het examen voor kinesisten nog niet.

Het komt eigenlijk op het volgende neer. Men laat ongebreideld toe
dat personen een vak studeren. Wanneer ze echter afgestudeerd
zijn, dan zegt men: "U hebt nu uw diploma behaald. Proficiat. Maar
jammer genoeg kunt u geen nummer krijgen van het RIZIV, zodat u
uw beroep in zekere zin niet als vrij beroep kan uitoefenen". Het is
immers nagenoeg onmogelijk om zich als tandarts of kinesist te
vestigen als men geen terugbetalingsbewijzen voor de ziekenfondsen
kan afgeven. Er zijn misschien wel enkele kinesisten die bij een of
andere rijke voetbalploeg in dienstverband terechtkunnen en enkele
geneesheren die bij de administratie, in de verzekeringssector of als
adviseur aan de bak geraken, alhoewel daar meestal enige ervaring
voor vereist is.

De controverse blijft bestaan (...) en nadien hun beroep niet kunnen
uitoefenen door een beperking van het aantal RIZIV-nummers. Daar
komt het eigenlijk op neer.
déjà été répondu précédemment à
une question que j'avais déposée.
Dès lors, j'ai retiré cette question.

Le 30 août 2002, le Conseil des
ministres a approuvé un avant-
projet de loi qui ne limite plus
l'accès aux professions de
dentiste et de kinésithérapeute
mais bien l'accès à l'INAMI, et ce,
jusqu'en 2010.

Est-il vraiment correct de laisser à
quelqu'un la possibilité d'obtenir
un diplôme de dentiste ou de
kinésithérapeute et ensuite de lui
interdire l'accès à la profession en
limitant les numéros INAMI?
05.07 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Valkeniers, ik zal u een
globaal antwoord verstrekken.

U kent de problematiek beter dan ik. Enerzijds is er het feit dat
personen een bepaalde studie aanvatten en anderzijds is er de
beperking van de toegang tot het beroep, vooral op het moment dat
de beroepsactiviteit voor een deel wordt betaald door een overheid.
Door een te groot zorgaanbod is er kans op een soort van
overconsumptie met de bekende budgettaire nadelige gevolgen.
Daaraan gekoppeld is er de alsmaar verminderende kwaliteit van de
geneeskunde, zoals u reeds jarenlang verkondigt in het Parlement,
mijnheer Valkeniers. Wil men daartegen ingaan, dan heeft men
eigenlijk twee grote mogelijkheden met alle mogelijke
tussenvarianten: ofwel wordt de toegang tot de studies op een of
andere manier gereglementeerd, ofwel reglementeert men de
toegang tot het beroep. Uiteraard kunnen in de periode daartussenin
ook nog maatregelen worden genomen.

Elk systeem heeft zijn voor- en nadelen. De doelstelling en de
moeilijkheden zijn bekend. Het probleem voor de federale overheid
blijft hoe dan ook dat enkel de toegang tot het beroep federaal kan
worden geregeld. De toegang tot de studies wordt geregeld door de
gemeenschappen. Voor de tandartsen heeft men beslist om te
werken met een toegangsexamen tot de studie, hetzelfde overigens
voor kandidaat-geneesheren. Dat kan ook bepaalde problemen met
zich brengen. Voor de kinesisten daarentegen heeft men geen
toegangsexamen tot de studie ingericht en nu is er een teveel aan
kinesisten.
05.07 Jef Tavernier, ministre: Un
nombre trop élevé de prestataires
de soins entraîne une
surconsommation et une perte
qualitative pour la médecine.
Deux possibilités s'offrent à nous
afin de prévenir ce problème:
réglementer l'accès aux études
et/ou à la profession. Toutes deux
s'assortissent d'avantages et
d'inconvénients. Les autorités
fédérales ne peuvent toutefois
réglementer que l'accès à la
profession. En effet, l'accès aux
études ressortit à la compétence
des Communautés.

Le fait de ne pas avoir instauré
d'examens d'admission pour les
kinésithérapeutes a entraîné un
afflux trop important de
kinésithérapeutes sur le marché.
C'est pourquoi une distinction est
faite dans le projet de loi entre la
reconnaissance du diplôme et la
reconnaissance par l'INAMI.

La nuance que nous souhaitons
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

Wat is er nu eigenlijk beslist? Het gaat overigens om een van de
eerste ontwerpen van wet die ik in de Ministerraad heb verdedigd.
Los van de problematiek van toegangsexamens, wat een
bevoegdheid is van de Gemeenschappen, zal wat de erkenning
betreft, met andere woorden de toekenning van het RIZIV-nummer,
een opsplitsing worden gemaakt tussen enerzijds de erkenning van
het diploma en anderzijds de erkenning door het RIZIV voor de
terugbetalingen.

Wat de tandartsen betreft, rijst er geen enkel probleem omdat het
aantal tandartsen vrij gering is. Er is veeleer sprake van een tekort
dan van een teveel.

Voor de kinesisten is de problematiek anders. Twee aspecten zijn
belangrijk als men ze vergelijkt met de situatie bij de tandartsen.
Enerzijds, kregen ze een diploma dat door een andere instantie dan
de school werd erkend, met name door een provinciale commissie.
Op dat vlak hebben we ondertussen een hervorming doorgevoerd.
Anderzijds, werd aan de erkenning van dat diploma onmiddellijk het
RIZIV-nummer gekoppeld. We stelden vast dat heel wat scholen een
aantal buitenlandse studenten hadden die hier kwamen voor de
kwaliteit van de studies, maar helemaal niet de bedoeling hadden
hier een RIZIV-nummer aan te vragen. Zij kregen dan wel een niet
erkend diploma. Voor hen bestond de oplossing erin hun een
erkenning van het diploma te geven zonder erkenning door de
ziekenfondsen omdat ze toch hun praktijk in het buitenland zouden
hebben.

Een tweede element is dat er, in tegenstelling tot de tandartsen, een
groot aantal kinesisten is dat eigenlijk niet die activiteiten uitoefent
die door het RIZIV terugbetaald worden. U hebt gesproken over
kinesisten bij een voetbalploeg, maar dat kunnen ook trainers in
sportcentra, fitnesscentra en dergelijke meer zijn. Dit is voor een
groter percentage het geval bij de kinesisten dan bij de tandartsen.

Ik denk dat we een stap vooruit gezet hebben, dat we een gedeelte
van de problematiek hebben opgelost door na afloop van de studies
een erkenning van het diploma te verlenen. Het toekennen van het
RIZIV-nummer is een tweede stap. We gaan daar dus een soort
schot tussen bouwen. Het is niet de bedoeling ­ want die vraag stelt
men soms ook ­ om daar een loterij van te maken. Dat zal gebeuren
op objectieve wijze. Ik weet dat het te grote aantal studenten iets is
dat u na aan het hart ligt, maar door een reeks maatregelen, ook op
het vlak van de ziekteverzekering, is het aantal eerstejaarsstudenten
kinesitherapie eindelijk spectaculair gedaald zodat we later op de
arbeidsmarkt een beter evenwicht zullen hebben. Ik denk dat de
situatie nu duidelijker en beter is dan vroeger.
apporter est que les
kinésithérapeutes qui obtiennent
leur diplôme peuvent réellement
exercer leur profession. De
nombreux étudiants étrangers
sont venus étudier en Belgique
pour obtenir le diplôme, non pas
la reconnaissance par l'INAMI. Ils
peuvent à présent pratiquer dans
leur propre pays. Par ailleurs, de
nombreux kinésithérapeutes
travaillent auprès d'un club sportif
ou comme délégué médical par
exemple, des professions qui
n'exigent pas de numéro INAMI.
Les solutions de ce type sont
moins nombreuses pour les
dentistes. Pour la première fois
depuis des années, le nombre
d'étudiants en première année de
kinésithérapie a diminué car la
situation est désormais plus claire.
05.08 Jef Valkeniers (VLD): Hoe gaat u die schifting doen? Gaat u
diegenen nemen die het beste gekwalificeerd uitkomen? Hoe gaat u
de verdeling doen tussen kinesisten die een graduaat hebben en
kinesisten die een licentiediploma hebben? U weet dat er twee
soorten kinesisten zijn. Ik kan u misschien een suggestie doen. Er
zijn heel wat kinesisten die zelfstandig beginnen en na een, twee of
drie jaar uit de boot vallen. Ze hebben ergens een vaste job
gevonden of ze slagen er niet in hun boterham te verdienen en ze
zijn overgeschakeld naar medisch reiziger of een ander beroep. Die
05.08 Jef Valkeniers (VLD):
Comment la sélection s'opère-t-
elle? Qui peut prétendre à un
numéro de l'INAMI et qui n'y a pas
droit? Les licenciés auront-ils la
priorité sur les gradués ou prévoit-
on une répartition proportionnelle
calculée sur la base du nombre de
diplômés dans les deux
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
nummers vallen dan weg. Dat zou een oplossing zijn om anderen die
op een wachtlijst staan toch toegang tot het beroep te verlenen. Er
blijven daar dus toch nog een aantal onduidelijkheden.

Mijn vraag is ook hoe u de verdeling graduaat/licentiaat doet. Krijgen
de licentiaten voorrang op de graduaten of gaat u dat evenwichtig
verdelen op basis van het aantal afgestudeerden in beide richtingen?

Ten derde, ik vraag mij af of het niet goed zou zijn om voor degenen
die geen werk vinden een wachtlijst op te stellen zodat diegenen die
willen werken snel een plaats kunnen vinden bij een eventuele
vacature. Een kinesist moet enerzijds beschikken over een
intellectuele kennis en anderzijds over een zekere handigheid. Er zijn
misschien mensen die schitterende kinesisten zouden zijn, maar op
intellectueel vlak wat meer moeilijkheden hebben en dus minder
goede uitslagen halen. Zullen die dan uit de boot vallen?
orientations? Une liste d'attente
sera-t-elle constituée pour les
diplômés qui n'obtiennent pas de
numéro? En effet, il y a toujours
des kinésithérapeutes qui
abandonnent leur carrière et qui
renoncent à leur numéro de
l'INAMI.
05.09 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Valkeniers, ik denk niet dat
door dit wetsontwerp de zaak volledig is opgelost. Ik denk dat we een
belangrijke stap hebben gezet door het diploma en de RIZIV-
erkenning van elkaar los te koppelen. Er blijven zich natuurlijk een
aantal problemen voordoen.

U hebt gelijk een onderscheid te maken tussen de verschillende
soorten kinesisten. Dat zal nogal wat discussie opleveren, maar we
moeten deze problemen natuurlijk niet vandaag en zelfs niet in het
komende jaar oplossen. We zullen dat doen in overleg met de
gemeenschappen, het RIZIV en de verschillende
beroepsverenigingen. U weet dat er verschillende
beroepsverenigingen bestaan en dat die niet altijd even goed
overeenkomen. Binnen dat kader zullen we in overleg beslissingen
moeten nemen.

Het is alleszins duidelijk dat de selectie niet via loterij zal gebeuren.
Er zullen objectievere systemen gehanteerd worden en bovendien
zullen we er ook voor moeten zorgen dat we geen nummers
toekennen die niet gebruikt worden. Ook hier moet een systeem
opgesteld worden dat een voldoende aanbod garandeert.
05.09 Jef Tavernier , ministre : Il
est un fait que le projet ne résout
pas tous les problèmes mais la
distinction entre le diplôme et la
reconnaissance ne constitue
qu'une étape. Nous organisons
une concertation avec les
Communautés, l'INAMI et les
associations professionnelles sur
le mode de répartition des
numéros de l'INAMI. En aucun cas
cette sélection ne s'apparentera
donc à un tirage au sort. En outre,
il convient d'instaurer un système
permettant de repérer les
numéros de l'INAMI inutilisés.
05.10 Jef Valkeniers (VLD): (...) (microfoon niet ingeschakeld,
onverstaanbaar)
05.11 Minister Jef Tavernier: Ik denk dat uit de cijfers zal blijken of
het al of niet gebruikt wordt. Dat zijn problemen die blijven opduiken
en waarvoor een oplossing zal worden gezocht.
05.12 Jef Valkeniers (VLD): Dat zal niet gemakkelijk zijn.
Licentiaten zijn beter geschoold en zullen altijd voorrang krijgen.
05.12 Jef Valkeniers (VLD): Les
licenciés et les gradués ne
parviendront jamais à s'entendre
sur ce point.

Il y a donc une concertation, mais
c'est à ce niveau que les
problèmes se situent précisément.
05.13 Minister Jef Tavernier: We zullen precies op het terrein
vaststellen dat er verschillende meningen daaromtrent zijn.
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19

De voorzitter: Volstaat dat als antwoord op uw vraag?
05.14 Minister Jef Tavernier: Ik hoor dat het eigenlijk een algemene
maatregel betreft die nog verder moet worden uitgewerkt.
De voorzitter: Ook uw vraag betreffende de tandartsen is daarmee beantwoord.
05.15 Minister Jef Tavernier: Voor tandartsen is er geen probleem
want daar moeten we zelfs geen selectie doen.
05.16 Jef Valkeniers (VLD): Het aantal personen die in het beroep
intreden is kleiner dan het aantal personen die uittreden.
05.17 Minister Jef Tavernier: Dat is zoals bij de Kerk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Aangezien mevrouw Els Van Weert niet aanwezig is, vervalt haar vraag nr. 7935.
06 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het onderscheid tussen Nederlandstalige en Franstalige huisartsen wat betreft
het mogen openen van een GMD" (nr. 8543)
06 Question de M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la distinction entre les médecins généralistes
néerlandophones et francophones concernant l'autorisation d'établir un DMG" (n° 8543)
06.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de minister, de huisartsen
met een RIZIV-code 001 en 002 zouden natuurlijk ook graag een
GMD openen.

De Franstalige erkenningscommissie leverde een positief advies af.
Nu heb ik intussen vernomen dat de Nederlandstalige commissie,
ondanks haar voorzitter Jan De Smedt ­ die voorstander was van
een negatief advies ­ ook een positief advies heeft gegeven. Ik volg
de zaak van nabij op. De vraag is gesteld, er komt verandering en ik
heb dat intussen reeds opgemerkt.

Waar moet ik naartoe? Er is een onderscheid tussen
Nederlandstaligen en Franstaligen.

(...)

Dat is een dilemma, vermits zij allebei een positief advies hebben
gegeven.
06.01 Jef Valkeniers (VLD): Les
généralistes qui disposent d'un
code 001 et 002 à l'INAMI
souhaiteraient pouvoir établir un
dossier médical global (DMG). La
chambre francophone de la
commission d'agrément a rendu
un avis positif à cet égard. Le
président de la chambre
francophone avait tout d'abord
annoncé un avis négatif, mais la
commission a finalement rendu un
avis positif. Le risque d'une
distinction entre les généralistes
néerlandophones et francophones
a donc disparu.
06.02 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, ik zou het
volgende punt duidelijk willen maken. De beide afdelingen hebben
een positief advies gegeven. Dat betekent dat de algemeen
geneeskundigen in opleiding toegang moeten hebben tot de
nomenclatuur van het globaal medisch dossier. Ik wil dit hier voor het
verslag duidelijk maken, want daarover bestaat bij een beperkte
groep toch nog wat onduidelijkheid.
06.02 Jef Tavernier, ministre:
Les deux chambres ont en effet
rendu un avis positif. Tous les
médecins généralistes en
formation doivent donc avoir
accès au DMG.
06.03 Jef Valkeniers (VLD): (...)
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
De voorzitter: Dat zijn de lage nummers. Dat is 001 en 002.
06.04 Minister Jef Tavernier: Zij moeten in opleiding gaan.
06.05 Jef Valkeniers (VLD): Daar blijft de discussie bestaan. Niets
is boven 001 en 002.
06.06 Minister Jef Tavernier: Ik leer bij.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de subsidiëring van de huisartsenkringen" (nr. 8539)
07 Question de M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les subventions allouées aux cercles de médecins
généralistes" (n° 8539)
07.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de minister, de
huisartsenkringen wachten nog steeds op de uitvoeringsbesluiten die
de subsidiëring van die kringen mogelijk moet maken. Wanneer
mogen ze die subsidiëring verwachten, die reeds door uw
voorgangster was beloofd?
07.01 Jef Valkeniers (VLD): Les
cercles de médecins généralistes
attendent avec impatience les
arrêtés d'exécution permettant de
subventionner leurs activités.
Quand ces arrêtés seront-ils
publiés?
07.02 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Valkeniers, de koninklijke
besluiten inzake de erkenningsnormen en het ministerieel besluit
betreffende de erkenningsvoorwaarden zullen eerstdaags in het
Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd. Er moet nog een
ministerieel besluit inzake de procedures verschijnen. Eens dat
geregeld is, kan men overgaan tot subsidiëring.

In de beginfase zal de financiering uitsluitend door het RIZIV worden
gedragen. Over het ontwerp van financieringsbesluit werd advies
gevraagd aan de commissie voor de geneesheren-ziekenfondsen.
Vanaf 2003 zou een aparte financiering uitgewerkt moeten zijn.
Daarover is echter nog geen beslissing genomen. We zitten in een
"moeilijke week" van begrotingsbeslissingen. Ik verheug me op elke
steun om niet alleen de erkenning te regelen maar ook een minimale
financiering van de huisartsenkringen. Er worden eisen gesteld. Het
is, mijns inziens, niet meer dan normaal dat de overheid daar iets
tegenover plaatst.
07.02 Jef Tavernier, ministre:
L'arrêté royal contenant les
normes d'agrément et l'arrêté
ministériel contenant les
conditions d'agrément seront
publiés sous peu au Moniteur
belge
. Un arrêté ministériel relatif
aux procédures sera ensuite
publié et les subventions pourront
être accordées. Dans une
première phase, l'INAMI assurera
seul le financement. C'est la
raison pour laquelle l'avis de la
commission médico-mutualiste a
été recueilli. A partir de 2003, il
devrait y avoir un système de
financement distinct. Cette
question sera abordée lors de
l'examen du budget.
07.03 Jef Valkeniers (VLD): Dat is een belofte.
07.03 Jef Valkeniers (VLD): Un
engagement est un engagement.
J'espère que ce dossier ne va pas,
une fois encore, être renvoyé aux
calendes grecques.
07.04 Minister Jef Tavernier: Inderdaad.
07.05 Jef Valkeniers (VLD): Ik kan me niet van de indruk ontdoen
dat u het naar de Calendae Graecas wil verschuiven.
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
07.06 Minister Jef Tavernier: Wat mij betreft, is dat niet het geval,
mijnheer Valkeniers. Calendae Graecas betekent voor mij van nu tot
8 oktober, dag van de regeringsverklaring.
07.06 Jef Tavernier , ministre:
En ce qui me concerne, il n'en est
pas question.
07.07 Jef Valkeniers (VLD): De voorwaarden om subsidies te
kunnen ontvangen, moeten nog worden opgesteld.
07.08 Minister Jef Tavernier: De teksten terzake liggen klaar. Ze
moeten nog alleen in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd.
07.09 Jef Valkeniers (VLD): De teksten zijn klaar?
07.10 Minister Jef Tavernier: Inderdaad.
07.11 Jef Valkeniers (VLD): Ze moeten nog gepubliceerd worden.
Laten we daarmee beginnen.
De voorzitter: De teksten zijn klaar, mijnheer Valkeniers.
07.12 Jef Valkeniers (VLD): Maar ze moeten nog gepubliceerd
worden.
07.13 Minister Jef Tavernier: Dat is een feit.
07.14 Jef Valkeniers (VLD): Dat de teksten reeds klaar zijn, zal ­ zo
vermoed ik ­ een deel van het ongenoegen doen wegebben. Tweede
punt is de publicatie van de teksten. (...) Een derde punt en
belangrijkste punt is de financiering. U kunt niets waarmaken als u
niet over een budget beschikt. Daarvoor zult u vechten bij de
opmaak van de begroting?
07.14 Jef Valkeniers (VLD): La
publication des textes apaisera
sans aucun doute les principales
inquiétudes. Je suppose que le
ministre mettra tout en oeuvre
pour réunir le budget nécessaire
lors des discussions relatives au
budget.
07.15 Minister Jef Tavernier: Inderdaad, vechten zal ik. Elke steun
is welkom.
07.16 Jef Valkeniers (VLD): Dat is goed. Op die manier voldoet uw
antwoord mij.
07.17 Minister Jef Tavernier: U wordt op uw wenken bediend,
mijnheer Valkeniers.
07.17 Jef Tavernier, ministre:
Certainement. Cette semaine sera
donc cruciale. Je vous fixe
rendez-vous la semaine
prochaine, pour la déclaration de
gouvernement.
De voorzitter: Mijnheer de minister, eerst zal de financiering worden gedragen door het RIZIV, achteraf
zal dat Volksgezondheid zijn. Dat begrijp ik niet goed.
07.18 Minister Jef Tavernier: De financiering zal door
Volksgezondheid gebeuren. U weet dat bij begrotingsbesprekingen...
07.19 Jef Valkeniers (VLD): Bestaat hierover een consensus binnen
de regering?
07.19 Jef Valkeniers (VLD):
L'octroi d'avances par l'INAMI fait-
elle l'objet d'un consensus?
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
07.20 Minister Jef Tavernier: Mijnheer Valkeniers, ik heb gezegd dat
we in een cruciale week zitten. Een punt is de betaling, een ander de
bron van de financiering.
07.20 Jef Tavernier, ministre: Je
le répète, certaines questions
devront être tranchées cette
semaine.
07.21 Jef Valkeniers (VLD): Wij wachten met ongeduld af.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jef Vallkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de communicatie omtrent drugs" (nr. 8541)
08 Question de M. Jef Valkeniers au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la communication relative aux drogues" (n° 8541)
08.01 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de voorzitter, het is goed dat
ik die vraag stel aan een minister die behoort tot Agalev, tot de
groene beweging. (...)
(Microfoon niet ingeschakeld,
onverstaanbaar).

Mijnheer de minister, wij weten allemaal dat het vertrek van uw
voorgangster eigenlijk grotendeels overeenkomt met een nota van
ex-minister (...), die een grote meerderheid achter zich kreeg, niet
alleen in de speciale drugcommissie, waarvan u zelf twee jaar deel
uitmaakte. Als ik mij niet vergis, bent u ook af en toe naar die
vergaderingen gegaan.
08.01 Jef Valkeniers (VLD): La
note sur la drogue de l'ancienne
ministre, Mme Aelvoet,
correspond dans les grandes
lignes à la note antérieure de
l'ancien ministre de la Justice, M.
Van Parys, qui avait été soutenue
par une large majorité
parlementaire.
08.02 Minister Jef Tavernier: Af en toe, dat klopt, als het moeilijk
werd.
08.03 Jef Valkeniers (VLD): (...) In de openbare vergadering werd
die nota unaniem goedgekeurd, al waren er, zoals u weet, twee
dissonanten. Ten eerste wenste de groene beweging of de groene
partij namelijk dat wij verder zouden gaan en zeker zouden overgaan
tot de legalisatie van de softdrugs. Ten tweede stelde het Vlaams
Blok natuurlijk een veel repressievere houding voor. Maar goed, over
het algemeen bestond er toch een consensus tussen de overgrote
meerderheid van de partijen.

De communicatie met de bevolking verliep echter niet zoals het
moest. De nota werd geïnterpreteerd als een onduidelijk
gedoogbeleid en in strijd met de internationale regels, alhoewel dat
voordien niet zo was. (...) is dat zo veel minder naar voren gekomen.

Ik vrees ten zeerste ­ en ik spreek u nu niet alleen als minister, maar
ook als behorend tot Agalev ­ dat de manier waarop er
gecommuniceerd werd, niet helemaal was zoals het moest.

Wat stellen wij vast? (...) (microfoon niet ingeschakeld,
onverstaanbaar)


Ik moet u zeggen, enkele weken geleden had ik zelf bij mij thuis een
discussie met de kinderen en de kleinkinderen. De oudste
kleinkinderen zijn nu 18, 17 en 16 jaar oud. In reactie op mijn vraag
hoe zij tegenover drugs staan, antwoordt die jeugd: "Dat kan geen
kwaad, opa. U ziet in de Wetstraat toch ook dat je dat mag roken."
08.03 Jef Valkeniers (VLD):
Cependant, la note Aelvoet est
mal perçue par l'opinion publique :
de manière générale, elle est plus
ou moins identifiée à une politique
de tolérance contraire aux traités
internationaux en vigueur. Il y a
donc un problème de
communication.

La note sur la drogue que votre
commission examinera sous peu
essuie depuis longtemps des
critiques qui émanent notamment
de la justice et des services de
police. Les jeunes en âge de
scolarité sont de plus en plus
convaincus que l'usage du
cannabis et de l'extasy sera toléré
et qu'il n'est donc plus punissable.
Il s'agit là d'un changement de
mentalité particulièrement
dangereux!

Comment le ministre Tavernier
pense-t-il remédier aux problèmes
de communication? Comment
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
(...) Dat zijn verkeerde signalen tegenover de kinderen. Dat is door
de regering niet opgevangen. (...) en toen was er een consensus.

Nu zie ik in ieder geval dat wij over dezelfde nota met dezelfde
inhoud beschoten worden, onder meer door de CD&V, die zegt dat
(...)

Mijn vraag is dan ook, vooral aan u ­ want wij zijn, zoals wij weten,
rustige diplomaten ­, hoe u van plan bent om de geleden
communicatieschade recht te trekken, vooral om het toenemend
gebruik onder scholieren in te perken. Dat is een belangrijke vraag. Ik
denk dat wij terzake op dezelfde golflengte staan, maar ik vrees dat
door leden uit uw partij, zowel aan Franstalige als aan
Nederlandstalige kant, verkeerde signalen werden gegeven. Spijtig
genoeg werden juist die signalen opgevangen.
compte-t-il réduire l'usage de ces
drogues chez les jeunes
fréquentant l'école?
08.04 Minister Jef Tavernier: Mevrouw de voorzitter, collega, ik zal
niet op alle aspecten van uw vraag, vooral niet van uw inleiding,
antwoorden omdat er een aantal interpretatieproblemen zijn vooral in
verband met de interpretatie die u geeft. Bovendien zal het globale
drugsdebat in deze commissie over enkele weken plaatsvinden.

Ik probeer evenmin hier heel mijn persoonlijke mening te geven,
maar toch wil ik zeggen dat mijn tweede werkbezoek, toen ik nog
geen twee weken minister was, een bezoek was aan De Kiem, een
therapeutische gemeenschap voor personen die drugsproblemen
hebben. Ik zeg u dit om aan te tonen dat het hier om een belangrijke
problematiek gaat, waaraan effectief iets moet worden gedaan.

Sprekende over communicatie ­ ik wil het niet over het verleden
hebben ­ denk ik zoals bij één van de voorgaande vragen, namelijk
die over fluor, dat we in de eerste plaats moeten nagaan wat er in de
teksten staat. De vraag moet worden gesteld of we in een situatie
terechtkomen ­ en dat is de voorbije maanden gebeurd ­ waarin
men op een bepaald moment teksten aangrijpt om een beeld te
scheppen dat in feite een karikatuur is van wat in de teksten is vervat
en dan gaat men vervolgens die karikatuur bevechten.

Ik wens niet in die situatie terecht te komen en ik nodig eenieder uit
om bij de parlementaire bespreking zich in de eerste plaats te
concentreren op de teksten. Als wij het zullen hebben over de teksten
die aan het Parlement zullen worden voorgelegd, zal het zeer
duidelijk zijn dat voor de regering en voor mij, de kern van de
boodschap ­ en dus van onze communicatie ­ op de eerste plaats
moet zijn dat er een drugsprobleem is, maar dat het eerst en vooral
een probleem is van volksgezondheid, dat het op een objectieve
manier moet worden benaderd. Dit betekent dat het niet mag worden
geminimaliseerd maar het moet ook niet worden gedramatiseerd.
Immers, wanneer men een discussie heeft met z'n kinderen of z'n
kleinkinderen, dan denk ik dat men ondervindt dat men hen niets
moet wijsmaken. Als men probeert de zaken te dramatiseren, zit men
fout; als men minimaliseert is dat eveneens het geval. Als men als
een verstandige jongere vragen stelt, dan vraagt men op de eerste
plaats ernstige, degelijke, zo objectief mogelijke informatie.

Op het moment waarop zich een probleem voordoet, moet men
komen tot een globale en geïntegreerde benadering. Men moet de
nadruk leggen op preventie en hulpverlening. Als er toch repressie
08.04 Jef Tavernier: Une bonne
communication suppose avant
tout une solide connaissance de la
réglementation. J'ai le sentiment
que de nombreuses critiques
formulées ces derniers mois
trouvent leur origine dans une
compréhension imparfaite et
imprécise des décisions concrètes
du gouvernement.

Pour appréhender correctement le
problème de la drogue, il faut
d'abord être convaincu qu'il s'agit
en premier lieu d'une question de
santé publique qui doit être traitée
en toute objectivité, sans la
minimiser ni l'amplifier
inutilement.

Il faut lutter contre la
consommation de drogues par la
prévention et l'aide. Il ne faut
certes pas perdre de vue l'aspect
répressif mais, dans ce domaine
aussi, il importe de dissiper tous
les malentendus par la mise sur
pied d'une campagne
d'information aussi efficace que
possible. La loi pénale n'a
nullement été modifiée pour ce
qui est des sanctions dont sont
passibles les jeunes qui
consomment du cannabis.
01/10/2002
CRIV 50
COM 833
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
aan te pas komt, moet er correcte informatie zijn over de nieuwe
strafwet. Wat is daarin belangrijk? Er moet een onderscheid worden
gemaakt tussen cannabis en andere illegale drugs met betrekking tot
de strafbaarheid van gebruik en het in bezit hebben. Dat is enorm
belangrijk. We moeten de communicatie vanuit dat oogpunt bekijken.
Er is reeds een aantal initiatieven genomen. Ik denk bijvoorbeeld aan
het erkennen van een aantal nieuwe conventies voor behandeling
van hoofdzakelijk jongeren door het RIZIV. De probleemgevallen zijn
meestal niet jonger dan achttien, meestal gaat het om
jongvolwassenen. Sommigen zijn weliswaar op jongere leeftijd
begonnen. Er is dus reeds een aantal initiatieven genomen.
Bovendien is er momenteel een bijkomend wetsontwerp bij de Raad
van State. In mijn hoedanigheid als minister van Volksgezondheid
word ik daarin aangeduid als coördinator van het hele drugsbeleid.
Dat is niet omdat ik ­ zoals een krant schreef ­ niet meer zou weten
hoe het in elkaar zit, maar wel omdat het probleem van drugsgebruik
zodanig veel aspecten en invalshoeken kent, zowel qua preventie als
qua opvang, dat het niet uitsluitend onder de bevoegdheid van de
minister van Volksgezondheid, Justitie of Onderwijs kan vallen. Er is
een gedeelde bevoegdheid en het is belangrijk dat men het probleem
vanuit eenzelfde benadering onderkent.

Wat de strafwet betreft, moet het ook heel duidelijk zijn dat er voor
jongeren niets verandert met betrekking tot cannabis. Als er al iets
verandert aan de strafwet is het dat men dingen die vroeger voor een
groot deel in een circulaire stonden en die verschillend werden
toegepast nu probeert te vatten in een wettelijke omschrijving. Qua
strafwet is er voor jongeren, niet-volwassenen, eigenlijk niets
veranderd.
08.05 Jef Valkeniers (VLD): In de politiek zegt men vaak dat het
niet voldoende is om gelijk te hebben, men moet ook gelijk krijgen.
(...)

De beste preventie is er niet mee in aanraking te komen. Er is geen
enkele verslaafde aan harddrugs die niet is begonnen met softdrugs.

Ik heb enkele jaren geleden contact gehad met een Amerikaanse
politieman die aan het hoofd stond van de bestrijding van
drugsmisbruik. Die man had heel veel ervaring. (...)

Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat er in uw partij ongetwijfeld
een aantal mensen zijn die daar niet op die manier over denken. Zij
menen dat het gaat om een genotsmiddel dat men af en toe mag
gebruiken. (...)
08.05 Jef Valkeniers (VLD): Il ne
suffit pas d'avoir raison. Encore
faut-il qu'on vous donne raison.
Ce ne sera pas facile car il s'agit
pour l'opinion publique d'un
dossier sensible qui ne concerne
bien entendu pas seulement la
Santé publique mais également
d'autres départements.

Je reste convaincu que la
meilleure des préventions consiste
à dissuader les jeunes de
consommer de la drogue, de
quelque nature que ce soit. Tous
les toxicomanes qui consomment
des drogues dures ont commencé
par les drogues douces. Il suffit
d'interroger les policiers
américains qui travaillent sur le
terrain. Mais le parti du ministre
ne partage donc pas cet avis et
certains de ses membres
envisagent même la légalisation
des drogues dures. En tant que
médecin, j'y suis résolument
opposé
CRIV 50
COM 833
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
De voorzitter: We zullen daar nog uitgebreid kunnen op terugkomen.
08.06 Jef Valkeniers (VLD): (...) Als u ook vindt dat er van deze
gelegenheid moet worden geprofiteerd om de schade te herstellen
dan ben ik het met u eens.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.05 heures.