KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 831
CRIV 50
COM 831
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
01-10-2002
01-10-2002
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "het rookverbod in
justitiepaleizen" (nr. 7969)
1
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "l'interdiction de fumer dans les
palais de justice" (n° 7969)
1
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
verkeersovertredingen door buitenlandse
voertuigen" (nr. 7978)
2
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "les infractions au Code de la
route commises par des personnes au volant de
véhicules immatriculés à l'étranger" (n° 7978)
2
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "het onderzoek naar de
bende van Nijvel" (nr. 8516)
5
Question de M. Karel van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "l'enquête sur les tueurs du
Brabant" (n° 8516)
5
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Justitie over "het ter beschikking
stellen van een rapport over de problemen in
verband met de toepassing van de snel-Belg-wet"
(nr. 7896)
6
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Justice sur "la mise à disposition d'un rapport
concernant les difficultés d'application de la loi
d'acquisition rapide de la nationalité belge"
(n° 7896)
6
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Justitie over "de Franse
drugtoeristen die zich in Antwerpen bevoorraden"
(nr. 7954)
7
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Justice sur "les touristes français de la drogue
s'approvisionnant à Anvers" (n° 7954)
7
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Justitie over "het dossier van de
'kleine Mustapha' en de vrijlating door de
onderzoeksrechter" (nr. 7878)
9
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Justice sur "le dossier du 'petit
Mustapha' et la libération de ce dernier par le juge
d'instruction" (n° 7878)
9
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony van Parys aan de
minister van Justitie over "de aanpak van het
terrorisme" (nr. 7945)
11
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "la lutte contre le terrorisme" (n° 7945)
11
Sprekers:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Justitie over "de inplanting van een
opsporingschip bij kinderen" (nr. 7946)
18
Question de Mme Els Van Weert au ministre de
la Justice sur "l'implantation d'une puce de
détection chez les enfants" (n° 7946)
18
Sprekers: Els Van Weert, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Els Van Weert, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Fred Erdman aan de minister
van Justitie over "de rondzendbrief van de heer
Van Lijsebeth, procureur des Konings te
Antwerpen, inzake wegblokkades" (nr. 7947)
19
Question de M. Fred Erdman au ministre de la
Justice sur "la circulaire de M. Van Lijsebeth,
procureur du Roi d'Anvers, concernant les
blocages routiers" (n° 7947)
19
Sprekers: Fred Erdman, Marc Verwilghen
,
Orateurs: Fred Erdman, Marc Verwilghen
,
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Justitie
ministre de la Justice
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Justitie over "het overleg met de Antwerpse
procureur-generaal in verband met de eventuele
aanwerving van visueel gehandicapten bij de
politiediensten" (nr. 7950)
23
Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Justice sur "la concertation avec le procureur
général d'Anvers à propos du recrutement
éventuel de malvoyants au sein des services de
police" (n° 7950)
23
Sprekers: Bert Schoofs, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Bert Schoofs, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Justitie over "de ontdekking van
pornografische foto's van kinderen in de
gevangenis van Sint-Gillis" (nr. 7987)
24
Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Justice sur "la découverte de photographies
pornographiques d'enfants à la prison de Saint-
Gilles" (n° 7987)
24
Sprekers: Bert Schoofs, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Bert Schoofs, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "de voetbalwedstrijden
voor gevangenen" (nr. 7979)
26
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur "les matchs de football pour les
détenus" (n° 7979)
26
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Justitie over "het tekort aan magistraten in de
rechtbank van eerste aanleg te Ieper" (nr. 7984)
29
Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Justice sur "la pénurie de magistrats au tribunal
de première instance d'Ypres" (n° 7984)
29
Sprekers: Yves Leterme
, voorzitter van de
CD&V-fractie
, Marc Verwilghen
, minister van
Justitie
Orateurs: Yves Leterme
, président du groupe
CD&V
, Marc Verwilghen
, ministre de la
Justice
Interpellatie van de heer Servais Verherstraeten
tot de minister van Justitie over "de schrijnende
toestand van de geïnterneerden in de Belgische
gevangenissen" (nr. 1402)
33
Interpellation de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Justice sur "la situation alarmante
des personnes internées dans les prisons belges"
(n° 1402)
33
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
1
OKTOBER
2002
10:15 uur
______
du
MARDI
1
OCTOBRE
2002
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.16 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.16 heures par M. Fred Erdman, président.
Vraag nr. 7919 van de heer Peter Vanvelthoven wordt naar een latere datum verschoven.
01 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Justitie over "het rookverbod in
justitiepaleizen" (nr. 7969)
01 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la Justice sur "l'interdiction de fumer dans
01.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, blijkens artikel 2, §1 van het koninklijk besluit
van 15 mei 1990 is het verboden te roken in gesloten plaatsen die
toegankelijk zijn voor het publiek en die deel uitmaken van
inrichtingen of gebouwen waar aan het publiek diensten worden
verstrekt. Ik neem aan dat de gerechtsgebouwen, zoals de
vredegerechten en de justitiehuizen, daar ook onder vallen. In het
justitiepaleis te Brussel evenals in het bijgebouw de lokalen waar
de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en het Arbeidshof zetelen
blijkt dit rookverbod niet te worden nageleefd noch door de
politieambtenaren, noch door de zetelende magistraten, noch door
parketmagistraten, noch door de personen die zich in die gebouwen
begeven.
Welke instructies zijn er gegeven om het rookverbod te laten
naleven?
Zijn er instructies gegeven die eventuele overtredingen hierop
sanctioneren?
01.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Il semblerait que l'on
fume toujours à l'intérieur des
palais de justice. L'arrêté royal du
15 mai 1989 interdit pourtant de
fumer dans des lieux fermés
accessibles au public et situés
dans des bâtiments abritant des
services publics. Cette disposition
est notamment transgressée au
palais de justice de Bruxelles.
Des instructions seront-elles
données afin de faire respecter
l'interdiction de fumer dans les
palais de justice et de sanctionner
les infractions en la matière?
01.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Hoorebeke, deze dag is vrij symbolisch gekozen aangezien vandaag
het rookverbod voor heel Europa zijn ingang vindt. Ik kan begrijpen
dat deze vraag nu terug aan de orde is.
Het door u genoemde koninklijk besluit betreffende het rookverbod in
gesloten plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek is algemeen
gekend en dient door elk verantwoordelijk diensthoofd te worden
toegepast. Mijn voorganger heeft dienaangaande trouwens een
aantal initiatieven genomen zoals bijvoorbeeld het wegnemen van
asbakken om het roken te ontmoedigen. Het uitvaardigen van
instructies daaromtrent zou de diensthoofden ontlasten van hun
verantwoordelijkheid. Ik denk ook niet dat het een garantie biedt op
01.02
Marc Verwilghen
,
ministre: La réglementation
européenne sur l'interdiction de
fumer entre en vigueur
aujourd'hui. L'arrêté que vous
mentionnez doit être appliqué par
chaque chef de service. Mon
prédécesseur a demandé que l'on
supprime toutes les commodités
pour les fumeurs.
Les instructions qui sont données
ne peuvent garantir le respect de
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
een naleving van het rookverbod. Het basisoverlegcomité is het
geëigend orgaan waar overtredingen tegen bepalingen van het
koninklijk besluit dienen te worden besproken. Het lokale diensthoofd
is inderdaad verantwoordelijk voor de toepassing van het koninklijk
besluit.
Het basisoverlegcomité is het juiste orgaan om de overtredingen te
bespreken omdat daar de problemen omtrent veiligheid en
gezondheid op het werk behandeld worden. Daar kunnen ook
oplossingen worden voorgesteld.
Ten tweede, er zijn geen algemene instructies gegeven om
overtredingen te sanctioneren en dat is ook niet wenselijk omdat ze
de genoemde lokale verantwoordelijkheid andermaal verminderen en
dat is niet waartoe we wensen te komen. De toepassing van het
koninklijk besluit is niet altijd even gemakkelijk, dat moet toegegeven
worden. De kantoren in de nieuwe gerechtsgebouwen kan men zo
inrichten dat rokers alleen zitten of gegroepeerd in een afzonderlijk
lokaal. De meeste van de oude gerechtsgebouwen zijn echter te klein
en de organisatie van de lokalen met dragende muren laat niet altijd
toe in een aparte ruimte te voorzien. Hier zijn we dus werkelijk
afgestemd op het optreden van de diensthoofden. Ik ben bereid om
hen nog eens te wijzen op hun verplichtingen dienaangaande, maar
meer dan dat kan er momenteel niet worden gedaan. Het zou een
averechts effect hebben. Dat is door sommigen gewild, maar wordt
door velen bestreden.
l'interdiction de fumer. Les
infractions à l'arrêté royal doivent
être discutées au sein du Comité
de concertation de base. Celui-ci
peut avancer des solutions mais le
chef de service local reste
responsable de l'application de
l'arrêté royal. Il n'est pas
souhaitable d'édicter des
instructions générales pour
sanctionner les infractions car
elles porteraient atteinte à la
responsabilité des chefs de
service en la matière.
L'application pratique de l'arrêté
royal n'est pas toujours aisée
compte tenu de la configuration
de certains bâtiments.
01.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik begrijp dat het geen gemakkelijke situatie is
en dat er geen pasklare oplossing is. Misschien is het toch wenselijk
de korpsoversten nog eens te wijzen op de verplichting om in de
mate van het mogelijke dit verbod te doen naleven.
01.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): La situation est en effet
loin d'être simple. Mais il serait
toutefois utile de rappeler aux
chefs de services leurs
responsabilités en ce qui concerne
le respect de l'interdiction de
fumer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
verkeersovertredingen door buitenlandse voertuigen" (nr. 7978)
02 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "les infractions au Code de la
route commises par des personnes au volant de véhicules immatriculés à l'étranger" (n° 7978)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Justitie.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la Justice.)
02.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, dit onderwerp is een tijd geleden in de media
ter sprake gekomen. Het probleem zal u ongetwijfeld niet onbekend
zijn. Het betreft de identiteit van de houders van buitenlandse
nummerplaten uit wiens hoofde er een overtreding wordt vastgesteld.
Men moet in het land van oorsprong aan de hand van de
nummerplaat de identiteit van de betrokken bestuurder of auto-
eigenaar trachten te achterhalen, maar niet alle landen lijken geneigd
02.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Lorsque les services de
police constatent des infractions
commises par des conducteurs de
véhicules munis d'une plaque
minéralogique étrangère, ils
doivent demander leur identité au
pays d'origine.
hieraan hun medewerking te verlenen. De politiediensten van Toutefois, tous les pays ne se
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Nederland en Duitsland bezorgen wel de identiteit van de houders
van de nummerplaten; de politiediensten in Frankrijk, Luxemburg en
Oostenrijk bezorgen deze gegevens niet. Indien de politiediensten de
identiteitsgegevens niet krijgen in het buitenland, dan worden deze
overtredingen zelfs niet aan het parket overgezonden. Sommige
politieambtenaren zouden reeds geen proces-verbaal meer opmaken
voor bepaalde overtredingen begaan door houders van
nummerplaten uit landen waarvan zij weten dat de gegevens toch
niet kunnen worden bezorgd. Dat betekent, mijnheer de minister, dat
we hier staan voor een bestrijding met twee snelheden. Enerzijds,
overtredingen door houders van een Belgische nummerplaat of van
een land dat zijn medewerking verleent om de identiteit kenbaar te
maken en, anderzijds, overtredingen door chauffeurs uit landen die
dat niet doen en die men blijkbaar niet meer verbaliseert. Daarom
stel ik u volgende vragen.
Ten eerste, hebt u er kennis van welke landen geen medewerking
verlenen aan de politiediensten om de identiteit kenbaar te maken
van hun landgenoten die in het gerechtelijke arrondissement Brussel
of wellicht ook in andere arrondissementen overtredingen begaan?
Ten tweede, zullen hierover besprekingen volgen met deze landen
teneinde dergelijke overtredingen niet langer straffeloos te laten?
Ten derde, kunt u ons cijfergegevens bezorgen inzake het aantal
overtredingen door houders van een buitenlandse nummerplaat dat
werd beboet en het aantal dat niet werden bestraft?
montrent pas coopératifs. Si le
contrevenant ne peut pas être
identifié, les procès-verbaux pour
infractions ne sont pas transmis
au parquet. Pire: des
fonctionnaires de police ne
dresseraient même plus de PV
pour certaines infractions lorsque
les véhicules sont immatriculés
dans des pays qui refusent de
communiquer les renseignements
requis, comme la France et
l'Autriche.
Quels pays refusent de collaborer
avec les services de police? Le
ministre engagera-t-il des
négociations avec eux afin que
ces infractions ne restent pas
impunies? Pourrait-il nous fournir
des données chiffrées concernant
les amendes appliquées en cas
d'infractions commises par les
titulaires d'une plaque
minéralogique étrangère?
02.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, om een
antwoord te kunnen geven aan de heer Van Hoorebeke, heb ik
inlichtingen ingewonnen bij en verkregen van de procureur-generaal
te Brussel, omdat het ook het centrale punt is waar de gegevens
worden verzameld.
Wat de eerste vraag betreft, er wordt mij door de parketten gemeld
dat de medewerking met andere landen wel eens verschilt. Men
heeft vastgesteld dat aangrenzende landen zoals Nederland,
Duitsland en Luxemburg, de gegevens zeer vlot uitwisselen en de
dossiers normaal worden afgehandeld. Dat gaat al heel wat
moeilijker met Frankrijk en er is geen medewerking vanwege onder
meer Italië, Engeland en de Oost-Europese landen.
Op de tweede vraag of dat probleem op het politieke vlak wordt
verholpen, is het antwoord dat daarover geregeld in de Raad van
Justitie en Binnenlandse Zaken wordt gesproken, omdat meer
bepaald op voorstel van Engeland toevallig is dat een van de
landen die niet echt met ons meewerken de inning van de boeten
in feite voortdurend op de agenda wordt geplaatst om een eenvormig
justitieel beleid tot stand te brengen. Dat betekent dat ministers van
zowel Binnenlandse Zaken als van Justitie binnen de Europese Unie
bij unanimiteit een akkoord bereiken. Ik meen dat de unanimiteit
deels het vinden van een oplossing verhindert. Vandaar dat een en
ander meestal bilateraal moet worden geregeld. In mijn contacten
met onder meer mijn Franse collega heb ik hem gewezen op een
gebrek aan samenwerking van Franse zijde op dat vlak. Ook
Binnenlandse Zaken ervaart dat.
Als er ten minste met de buurlanden een regeling kan worden
02.02
Marc Verwilghen
,
ministre: La collecte de données
d'identité dans le cadre de
poursuites judiciaires est soumise
aux principes de l'assistance
juridique internationale. Il n'est
pas question de rétention
d'informations, mais la recherche
d'informations peut parfois
prendre énormément de temps.
Pour les Pays-Bas, il existe une
procédure accélérée, mais ce
n'est pas le cas pour la France et
la coopération est alors plus
difficile.
Ce problème a déjà été
régulièrement évoqué au sein du
conseil international de la justice.
Toute décision doit être prise à
l'unanimité par les ministres
européens et cela entraîne
certaines difficultés.
En 2000, 62 pour cent des procès
ont été classés sans suite. Ce
chiffre a été ramené à 26 pour
cent en 2001 et à 13 pour cent en
2002. Le nombre de citations
augmente, bien qu'il soit très
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
uitgewerkt, dan is dat een stap voorwaarts, omdat ons land een
doorgangsland is. Het is niet bijzonder groot en het zijn ook onze
buren die al gemakkelijk over ons grondgebied rijden.
Ten derde, in 2002 ontving het politieparket te Brussel tot nu toe
volgende processen-verbaal: van Frankrijk 2 391, van Duitsland 740,
van Nederland 678 en van Luxemburg 420. Voor ongeveer 10% van
het totale aantal werd de vooropgestelde minnelijke schikking
betaald.
Het is in ieder geval gebleken dat het voor een politieparket bijna
onmogelijk is om de niet-betalers te dagvaarden voor de rechtbank.
Vandaar dat er in 2000 62% "processen zonder verbaal" werd
gerangschikt; in 2001 was dat 26% en in 2002 13%. Dat betekent
toch een daling. Het aantal dagvaardingen neemt ook toe. Dat
bedroeg in 2000 4,82%.
In 2001 steeg dit tot 6,49% en in 2002 tot 11,41%. Uitgedrukt in
aantal vonnissen is het aantal gestegen van 11.435 over 15.938 tot
16.563. Overtredingen gepleegd in de periode van maart 2002
moeten worden gedagvaard op een zitting in april 2003. Op iedere
zitting worden 60 dossiers vastgesteld, waaronder 10
verkeersongevallen. Teneinde de strafvordering in dergelijke aard
van dossiers te bespoedigen zou het volgens de procureur-generaal
wenselijk zijn een bijkomende kamer op te richten. Men is daarvan
overtuigd en het management van de rechtbank wil daaraan
tegemoetkomen. Er zullen bijkomende inspanningen moeten worden
geleverd. Naar aanleiding van de raad Justitie-Binnenlandse Zaken
zal hetgeen Engeland gevraagd heeft maar in de praktijk niet wordt
toegepast door de Europese lidstaten wellicht aanvaard worden.
difficile d'assigner les mauvais
payeurs étrangers devant le
tribunal.
Le procureur général préconise la
création d'une chambre
supplémentaire afin d'accélérer le
traitement de ces dossiers.
L'administration du tribunal
souhaite donner suite à cette
proposition. En tout cas, des
efforts supplémentaires
s'imposent.
02.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, als de
bestrijding van de verkeersonveiligheid een prioriteit is van deze
regering is het evident dat de nodige maatregelen worden genomen
om de sanctionering optimaal te maken. Ik neem aan dat u deze
problematiek zult blijven volgen zodat de buitenlanders beseffen dat
ze hier niet straffeloos overtredingen kunnen begaan en dat Justitie
en Binnenlandse Zaken op dit vlak inspanningen blijven doen.
02.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): La lutte contre
l'insécurité routière constitue une
priorité pour ce gouvernement. Il
est donc impératif de s'assurer
que la poursuite des infractions se
déroule de manière optimale. Le
ministre doit continuer à suivre ce
dossier de près; il n'est pas
question que des ressortissants
étrangers puissent commettre
impunément des infractions.
02.04 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, ik wil eraan
toevoegen dat de commissie voor de Infrastructuur op dit ogenblik
het wetsontwerp tot aanpassing van de wet van 1968 bespreekt. Die
aanpassing zou de onmiddellijke inning ten opzichte van iedereen
mogelijk maken, ook ten opzichte vreemdelingen die door België
rijden en een verkeersovertreding begaan, met zelfs de mogelijkheid
om het voertuig te immobiliseren tot op het ogenblik dat de betaling
is geschied.
02.04
Marc Verwilghen
,
ministre: La commission de
l'Infrastructure examine
actuellement un projet de loi
modifiant la loi de 1968. Il est
question dans ce cadre de la
perception immédiate des
amendes pour tous.
02.05
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, ik geef
een voorbeeld uit eigen ervaring. Oostenrijk verleent geen
medewerking, maar voert de onmiddellijke inning daadwerkelijk uit.
Ik heb het aan de lijve ondervonden. Het was betalen of blijven
02.05
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): En Autriche, les
amendes sont perçues
immédiatement. Or, c'est
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
staan.
précisément ce pays qui refuse de
coopérer avec les autres pays.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Karel van Hoorebeke aan de minister van Justitie over "het onderzoek naar
de bende van Nijvel" (nr. 8516)
03 Question de M. Karel van Hoorebeke au ministre de la Justice sur "l'enquête sur les tueurs du
03.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het onderzoek naar de Bende van Nijvel blijft
een niet-eindigend verhaal. Af en toe duiken er bepaalde berichten
op, zoals onlangs een bericht in La Libre Belgique waarin stond dat
het onderzoek in het dossier naar de Bende van Nijvel een nieuwe,
nu blijkbaar beslissende wending zou krijgen. Er waren twee Franse
specialisten op het dossier gezet. Zij zouden nu hebben uitgemaakt
dat de piste van een seriedoder met drie handlangers gevolgd zou
moeten worden.
Mijnheer de minister, ik ben ook lid geweest van de
onderzoekscommissie-bis van de Bende van Nijvel, waarvan ook de
voorzitter hier aanwezig is. Hij zal zich herinneren dat
onderzoeksrechter Lacroix toen zei dat binnen het jaar alles opgelost
zou worden. Vandaag staan wij, net als de slachtoffers en de
nabestaanden, nogal sceptisch tegenover dergelijke onthullingen en
nieuwe pistes. Daarom heb ik de volgende vragen.
Wat is de stand van zaken in dat onderzoek?
Zijn dergelijke pistes al dan niet ernstig? Wij moeten daarin toch ook
ernstig blijven. Het heeft geen zin dat de onderzoekscel-Jumet aan
een soort bezigheidstherapie blijft doen en blijft onderzoeken wat
Franse of andere specialisten aanbrengen. Op die manier blijft het
onderzoek aanmodderen. Ik denk dat wij daarin ook correct moeten
zijn. Als er werkelijk geen enkele ernstige piste meer gevolgd kan
worden, moet het onderzoek definitief worden afgesloten.
Dit is een ernstige boodschap die moet worden uitgedragen naar de
nabestaanden en de slachtoffers. Zij mogen niet langer in
onzekerheid blijven. Vandaar mijn vragen.
Mijnheer de minister, wat is nu de stand van zaken in het dossier?
Zijn dergelijke onderzoeksdaden al dan niet nog als ernstig te
beschouwen?
03.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): L'enquête sur les tueurs
du Brabant n'est toujours pas
clôturée. Toutefois, selon le
quotidien La Libre Belgique, cette
enquête prendrait à présent une
tournure décisive. Deux
spécialistes français orientent les
recherches sur la piste d'un tueur
en série qui aurait agi avec trois
complices.
S'agit-il d'une piste sérieuse ou
s'agit-il seulement d'une thérapie
occupationnelle pour la cellule de
Jumet? Quel est l'état
d'avancement du dossier? S'il ne
s'agit pas d'une piste valable, ne
vaudrait-il pas mieux clôturer le
dossier après avoir procédé à une
évaluation approfondie?
03.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Hoorebeke, u kent mijn standpunt inzake dit gerechtelijk onderzoek.
Toen ik ooit een bezoek bracht aan Charleroi, heb ik duidelijk te
kennen gegeven dat niemand beter dan degenen die het gerechtelijk
onderzoek leiden, in staat moeten zijn om te zeggen of er nog enige
kans is om in dit onderzoek voortgang te boeken. Het is een
gerechtelijk onderzoek en dat heeft een einddoel, namelijk na te
gaan of er strafbare feiten werden gepleegd, door wie, wat, waar,
wanneer, waarom, hoe en in welke omstandigheden dat is gebeurd.
Elke onderzoeksopdracht, ook deze waarbij werd samengewerkt met
03.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Ceux qui mènent
l'enquête sont les mieux à même
pour décider quels devoirs
pourraient encore être utiles. Tout
acte d'instruction vise à découvrir
la vérité et il n'est donc
certainement pas question de
thérapie occupationnelle.
L'appareil judiciaire ne peut
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Franse profilers, heeft tot doel te proberen de waarheid aan het licht
te brengen. Dit is dus hoegenaamd geen bezigheidstherapie. Ik heb
ook altijd gezegd dat men zich ervoor moet hoeden valse hoop te
wekken. Dat is in dit dossier al eens gebeurd, met alle navrante
gevolgen vandien. Dat is niet voor herhaling vatbaar.
Het momenteel gevoerde onderzoek loopt via een piste die wellicht
een van de laatste is die nog kan worden gevolgd. Men probeert een
aantal elementen uit te zoeken. Onderstreept moet worden dat het
doelgericht is, het is dus niet bedoeld om mensen te sussen. Zal dit
oplossingen bieden? Laten wij ons ervoor hoeden voorbarig te zijn. In
dit dossier heeft reeds voorbarigheid gespeeld en dat is niet voor
herhaling vatbaar, laat dat duidelijk zijn. Ik reken erop dat de
onderzoekers zullen pogen om aan de hand van de beschikbare
inlichtingen het onderzoek nog een oriëntatie te geven. Als ook dat
niets opbrengt, denk ik dat daaruit conclusies moeten worden
getrokken.
U weet ook dat wij in deze materie de termijnen voor verjaring
hebben aangepast in de hoop dat sommige elementen hun weg naar
de oppervlakte alsnog vinden. Er was ook nog een andere piste die
kon worden behandeld maar die heeft tot op heden nog steeds geen
wettelijke basis. Voor het overige moeten we afwachten wat dit zal
opleveren. Aan de hand van de huidige stand van zaken is het fout te
zeggen dat er al elementen zijn die een nieuwe doorbraak
aankondigen.
négliger aucune piste. C'est dans
cette optique qu'il faut percevoir la
collaboration avec les spécialistes
français. Il ne faut toutefois pas se
réjouir trop vite. Si cette nouvelle
piste n'aboutit pas, il faudra tirer
les conclusions qui s'imposent.
Actuellement, l'on ne dispose
toujours d'aucun élément qui
pourrait s'avérer décisif dans ce
dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Justitie over "het ter beschikking stellen
van een rapport over de problemen in verband met de toepassing van de snel-Belg-wet" (nr. 7896)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Justice sur "la mise à disposition d'un rapport
concernant les difficultés d'application de la loi d'acquisition rapide de la nationalité belge"
(n° 7896)
04.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens het debat over de evaluatie van de snel-Belg-wet
heeft u letterlijk verklaard dat u recent in het bezit werd gesteld van
een rapport waarin de parketten problemen signaleren in verband
met de toepassing van de snel-Belg-wet. Dit rapport was voor u de
aanleiding om te erkennen dat in sommige omstandigheden toch
langere adviestermijnen noodzakelijk zijn.
U heeft toen letterlijk verklaard dat u bereid was om het rapport ter
beschikking te stellen van de Kamer.
Diezelfde belofte heeft u later herhaald in een vergadering van de
commissie voor de Justitie, toen ik naar het rapport vroeg.
Later heb ik u opnieuw schriftelijk herinnerd aan dat rapport, maar tot
op heden mocht de Kamer het nog niet ontvangen.
Mijnheer de minister, wanneer zullen de Kamerleden dat rapport ter
beschikking krijgen?
04.01
Jo Vandeurzen
(CD&V):
Lors du débat sur l'évaluation de
la loi d'acquisition rapide de la
nationalité belge, le ministre a
déclaré être en possession d'un
rapport dans lequel les parquets
signalent des problèmes au sujet
de l'application de cette loi. Ce
rapport a par ailleurs donné lieu
au prolongement des délais d'avis
légaux. Le ministre s'était engagé
à mettre ce rapport à la
disposition de la Chambre mais
nous n'en avons toujours pas vu la
couleur. J'ai pris contact avec le
président de la commission, qui
devait transmettre ma demande
écrite au ministre. Quand
recevrons-nous ce rapport?
04.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer Vandeurzen, in een brief 04.02
Marc Verwilghen
,
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
van mei 2002 heb ik in een reactie op uw schriftelijk verzoek de
voorzitter van de commissie voor de Justitie meegedeeld dat ik,
voordat ik het rapport of de nota publiek zou maken, contact had
opgenomen met de auteur ervan. Hij heeft er mij toen op gewezen
dat de procureur-generaal van Bergen op dat ogenblik een dringende
rondvraag had georganiseerd bij alle parketten om na te gaan in
welke mate een breder draagvlak kon worden gegeven aan de
opmerkingen opgenomen in de nota die het gemeenschappelijk
standpunt bevat van de parketten die hebben deelgenomen aan het
onderzoek op de nationaliteitswet en aan de daaropvolgende
coördinatievergadering van 8 januari 2002, te weten de parketten
van Antwerpen, Veurne, Bergen, Hasselt, Marche-en-Famenne,
Brussel, Gent, Dendermonde, Kortrijk, Oudenaarde, Ieper en Brugge.
Gelet op het initiatief van de procureur-generaal werd het toen niet
nuttig geacht de nota op dat ogenblik rond te delen.
Aangezien de rondvraag door de procureur-generaal van Bergen nog
niet is afgerond en het niet duidelijk is wanneer dat wel zal gebeuren,
is het niet langer nuttig om dat initiatief af te wachten en zal ik het
document onverwijld aan het Parlement bezorgen.
ministre: J'ai déjà réagi à votre
demande le 31 mai 2002. J'ai fait
savoir au président de la
commission que je souhaitais
contacter l'auteur de la note avant
de rendre celle-ci publique. Cette
note rend compte de la position
commune des parquets qui ont
participé à l'enquête sur la loi
relative à la nationalité et à la
réunion de coordination consacrée
à ce thème le 8 février 2002.
Selon l'auteur, le procureur
général de Mons a organisé à ce
moment-là une enquête auprès de
tous les parquets pour déterminer
dans quelle mesure une plate-
forme plus large pourrait être mise
en place pour répondre aux
observations qui ont été
formulées. C'est la raison pour
laquelle je n'ai pas estimé
opportun de remettre cette note
dès ce moment-là. Mais puisque
le résultat de cette enquête ne
sera pas connu dans un avenir
proche, je vais remettre ce
document sans délai à la
Chambre.
04.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): (...)
Uw antwoord is hoopvol, mijnheer de minister.
04.03
Jo Vandeurzen
(CD&V):
Cette réponse est positive.
Toutefois, je n'ai pas souvenir que
le ministre ait répondu à ma lettre.
De
voorzitter
: U weet, mijnheer Vandeurzen, dat alles wat u vraagt, gewoonlijk in onze commissie wordt
gerealiseerd. Ik ben er vast van overtuigd dat ik de kopie van de brief die ik heb gekregen, ook aan u heb
toegezonden. Ik weet goed dat er instructies in die zin zijn verstrekt. Laten we het document afwachten.
Onverwijld heeft betrekking op een zeer korte periode, mijnheer de minister.
04.04 Minister
Marc Verwilghen
: Ik zal het toch proberen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Justitie over "de Franse drugtoeristen
die zich in Antwerpen bevoorraden" (nr. 7954)
05 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Justice sur "les touristes français de la drogue
05.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de Belgische overheid gaat bij de Franse regering erop
aandringen dat Franse drugstoeristen die zich in Antwerpen komen
bevoorraden, in Frankrijk daadwerkelijk zouden worden vervolgd.
Blijkbaar verschuift het drugstoerisme van Nederland naar België.
05.01
Jo Vandeurzen
(CD&V):
De plus en plus de touristes de la
drogue français viennent
s'approvisionner à Anvers. Il
semblerait que l'on assiste à un
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Dit roept de volgende vragen op.
Ten eerste, wat is de juiste omvang van het Antwerpse fenomeen? Is
het correct dat de distributie van allerlei soorten drugs zich van
Nederland verplaatst naar België? Wat is de oorzaak hiervan?
Ten tweede, is het feit dat de paarsgroene meerderheid een
gedoogbeleid aankondigde niet van die aard om de distributie en
kleinhandel van allerlei soorten illegale drugs te stimuleren?
Ten derde, beschikt de federale politie in Antwerpen over voldoende
personeel om de grote uitdagingen aan te kunnen?
déplacement du narcotourisme
des Pays-Bas vers la Belgique.
Les Pays-Bas assurent la
production et le commerce de
gros, Anvers répond du commerce
de détail. Ce trafic concerne tant
les drogues dures de toutes
natures que le cannabis. Quelle
est l'étendue du problème? La
distribution se déplace-t-elle
effectivement vers la Belgique?
Quelle en est la cause? Dans
quelle mesure la politique de
tolérance annoncée par la
coalition arc-en-ciel stimule-t-elle
la distribution et le commerce de
détail de drogues illégales de tous
types? La police fédérale d'Anvers
dispose-t-elle d'un personnel
suffisant?
05.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Vandeurzen, de actie in Antwerpen heeft in tegenstelling tot wat
soms wordt beweerd niets te maken met het feit dat België en
Nederland met elkaar afspraken wensen te maken. Deze bereidheid
is gegroeid na een contact tussen de premiers van beide landen,
premier Verhofstadt en premier Balkenende, over de strijd tegen
drugs in het algemeen en het feit dat Nederland bereid zou zijn om
zijn houding ten aanzien van drugs te wijzigen. Ik heb daar echter
nog niets van gemerkt op de Top in Kopenhagen.
Ten eerste, de omvang van het fenomeen in Antwerpen is niet exact
gekend bij de centrale dienst Drugs van de federale politie. Wel is
het zo dat de lokale politie 11 organisaties heeft ontmanteld. De
aanpak van de drugsoverlast is ook vooral een verantwoordelijkheid
van de lokale overheden. Het is dus binnen die bevoegdheid dat
wordt opgetreden. Zo houdt de lokale recherche sectie Drugs van de
politie Antwerpen zich bezig met de ontmanteling van het pand en de
interceptie van de toeristen. De gerechtelijke dienst van het
arrondissement Antwerpen van de federale politie is ook sedert
verleden week maandag gestart met het onderzoek naar de wellicht
supranationale organisaties inzake dit drugsfenomeen en dit op
uitdrukkelijk verzoek van het parket van Antwerpen.
Een van de oorzaken van het fenomeen is wellicht de permanente
aanwezigheid van een Nederlands politieteam op de Nederlandse
autosnelwegen. Daar wordt veel meer gecontroleerd dan in het
verleden het geval was.
Dit team waaraan ook Franse douaniers en politiemensen
meewerken viseert de Nederlandse drugrunners en vooral de Franse
en Belgische toeristen die de drugrunners gaan opzoeken. Ze
wisselen eveneens politionele informatie uit met de Belgische politie.
Het is mogelijk maar het is nog niet zeker dat het fenomeen zich
naar de regio Antwerpen verplaatst. De impact van de Nederlandse
acties wordt nog eens versterkt door controles van de federale politie
op de internationale treinen. Kortom, elk mogelijk aanvoerpunt wordt
05.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Le premier ministre
Verhofstadt et son homologue
néerlandais, M. Balkenende, se
sont déjà entretenus à ce sujet.
L'étendue exacte du phénomène
reste inconnue. Il est vrai que la
police anversoise a démantelé
onze organisations. Du reste, la
lutte contre les nuisances liées
aux stupéfiants ressortit à la
compétence des pouvoirs locaux.
La section
stupéfiants
locale de la
police d'Anvers prend en charge
l'interception des touristes de la
drogue et le démantèlement du
repère des trafiquants. A la
demande du parquet d'Anvers, le
service judiciaire de la police
fédérale de l'arrondissement
d'Anvers enquête à propos des
organisations supranationales.
Ce glissement vers notre pays
pourrait être dû, entre autres, aux
contrôles opérés en permanence
par la police des Pays-Bas sur les
autoroutes néerlandaises. Ces
contrôles, effectués en
collaboration avec des policiers et
des douaniers français, visent plus
particulièrement les rabatteurs
néerlandais et les touristes
français et belges. La police
fédérale procède aussi à des
contrôles dans les trains
internationaux. Il est donc
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
gecontroleerd. De drugkoeriers zitten in een onhoudbare situatie als
ze het aantal drugtoeristen willen bevoorraden.
Voor de meerderheid is de verspreiding van de drugs en de
bestrijding van de drughandel een prioriteit. De federale politie heeft
geen commentaar gegeven op de vraag of zij voldoende personeel
heeft. De politie zegt in staat te zijn mensen te mobiliseren voor de
strijd tegen dit fenomeen.
possible, mais ce n'est pas
certain, que le phénomène se
déplace. Quoi qu'il en soit, le
gouvernement est déterminé à
combattre la diffusion des drogues
et le trafic des stupéfiants sous
toutes ses formes.
05.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, (...)
We weten dat dit fenomenen zijn die resulteren uit dit soort beleid.
De commissie en het Parlement moeten hiervoor aandacht hebben.
Het fenomeen van drugstoerisme is niet zo onschuldig. Dat steeds
meer ecstasy-labo's in combinatie met plantages ontstaan is, mijns
inziens, niet onschuldig. Men moet de zaak objectief benaderen en
niet op intuïtie verdergaan. Ik herhaal dat dit een vrij ernstig
fenomeen is.
Voor mij is het duidelijk dat een aantal prangende vragen moeten
worden gesteld over een verband tussen het wetsontwerp van de
regering en de opduikende fenomenen. Als er een causaal verband
wordt vastgesteld zoals een aantal deskundigen beweert, moet het
Parlement zich hierover buigen ook inzake de veiligheid. Dit dossier
moet verder worden opgevolgd.
05.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): Il
m'étonne que ce problème
considérable ne puisse être
appréhendé dans toute son
ampleur. Il s'installe une certaine
tolérance qui confère un nouveau
dynamisme au tourisme de la
drogue. Ce dossier mérite
assurément d'être suivi.
05.04 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Vandeurzen, ik sluit niet uit dat er een band kan bestaan. Daarover
wordt onderzoek gevoerd. Laten wij de resultaten afwachten zodat
we zekerheid hebben of er een link bestaat. De wijziging van de
drugwet zal ook in deze commissie aan bod komen. Op dat ogenblik
komt dit soort vragen zeker aan bod.
05.04
Marc Verwilghen
,
ministre: Une enquête permettra
de démontrer s'il existe
effectivement un tel lien de
causalité, comme vous le
suggérez.
05.05
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik apprecieer
de openheid van de minister. We kunnen, mijns inziens, beter eerst
onderzoek uitvoeren in plaats van een wet te maken die het
gedoogbeleid juridisch betonneert. Als er een verband wordt
vastgesteld, vraagt de voorzichtigheid dat men niet legifereert
vooraleer men de effecten kent. Dat is een reden te meer om te
investeren in het onderzoek en zeer waakzaam te zijn met betrekking
tot het wetsontwerp dat de regering koste wat het kost door het
Parlement wil jagen.
05.05
Jo Vandeurzen
(CD&V): Il
serait plus prudent de commencer
par mener une enquête et ensuite
seulement, si aucun lien n'est mis
en évidence, de mettre en place
une politique de tolérance.
De
voorzitter
: Antwerpen had de illusie dat al de toeristen voor het nieuwe Modemuseum kwamen. Dat
schijnt niet het geval te zijn.
05.06
Jo Vandeurzen
(CD&V): Er zijn wel meer fronten waarop
Antwerpen zich wil profileren als een stad met imago.
De
voorzitter
: Slechte geesten zouden beweren dat de Nederlanders ons een geschenk hebben gegeven
ter compensatie van de IJzeren Rijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "het dossier van de
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
'kleine Mustapha' en de vrijlating door de onderzoeksrechter" (nr. 7878)
06 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "le dossier du 'petit
Mustapha' et la libération de ce dernier par le juge d'instruction" (n° 7878)
06.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik baseer mij voor mijn vraag op een artikel in
de Gazet van Antwerpen. (...)
Wat de wederrechtelijke gedragingen betreft: hij pleegde reeds
zedenfeiten op zijn negende, kwam in een gesloten instelling terecht
op zijn twaalfde, werd uit handen gegeven op zijn zestiende, heeft op
dit ogenblik een palmares aan veroordelingen voor meer dan tien
jaar gevangenisstraf en is aan burgerlijke partijen blijkbaar ook al
miljoenen oude Belgische franken verschuldigd.
Nu blijkt dat die gevaarlijke delinquent tijdelijk vrijgelaten is in de
vakantieperiode. Van die tijdelijke vrijlating heeft hij gebruik kunnen
maken om nog diefstallen te plegen en onder meer ook een deuk in
een politiewagen te rijden wanneer de politie trachtte hem opnieuw in
te rekenen. Nadat ze hem opnieuw gevat hebben, heeft de
onderzoeksrechter hem blijkbaar toch opnieuw vrijgelaten. Daarover
heb ik de volgende vragen.
Ten eerste, hoe is het mogelijk dat de betrokkene, die blijkbaar ook
over een palmares aan ontsnappingen beschikt wij lazen dat het
om 80 ontsnappingen ging, waarvan 26 uit gesloten instellingen ,
tijdelijk vrijgelaten is, niettegenstaande zijn fenomenale
gevangenisstraf, zijn gevaarlijk verleden en zijn gevaar voor
ontsnappingen? Hoe is het mogelijk dat hij andermaal door de
onderzoeksrechter werd vrijgelaten?
Ten tweede, wat is de huidige status quaestiones met betrekking tot
die delinquent?
Ten derde, kom ik tot de grondreden van mijn vraag. De reden
waarom ik deze vraag stel, is dat ik gecontacteerd werd door een van
zijn slachtoffers. Hij verklaarde dat destijds de garantie werd
gegeven dat als die man zou vrijkomen, onder welke voorwaarde of
onder welke juridische modaliteiten dan ook, de betrokken
slachtoffers zouden worden ingelicht. Dat slachtoffer heeft zeer
traumatische ervaringen gehad na een zeer gewelddadig misdrijf,
maar heeft dat bericht in de krant moeten lezen. Hoe zit het met de
informatiestroom naar slachtoffers van onder meer deze delinquent
en in het algemeen?
06.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Pendant les vacances, la
presse a consacré divers articles à
un jeune allochtone, dénommé "le
petit Mustapha". Ce dernier est
toujours en liberté malgré un
passé chargé. Il a commis ses
premiers faits de moeurs à l'âge
de neuf ans et a, depuis,
accumulé les peines
d'emprisonnement pour un total
de dix ans; ses dettes envers les
parties civiles s'élèvent à
plusieurs millions de nos anciens
francs.
Libre depuis les vacances, ce
dangereux délinquant est
temporairement libre et a commis
de nouveaux vols. Il a été libéré
par le juge d'instruction après son
arrestation. Pour quelle raison?
Quelles mesures le ministre
compte-t-il prendre?
Une victime, que l'on avait promis
d'aviser de la libération de ce
délinquant, n'en a été informée
que par la presse. Qu'en est-il de
la communication des
informations aux victimes dans ce
dossier ainsi que dans les autres
dossiers de ce type?
06.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Verherstraeten, het probleem met de vraag die u stelt, is dat het om
een individueel dossier gaat. Het is dus bijzonder moeilijk om
daarover inlichtingen te geven.
Ik kan alleen zeggen dat de zogenaamde "kleine Moustafa"
ondertussen een meerderjarige man van 22 jaar geworden is. Zijn
verleden hebt u al aangeraakt.
In elk geval is het iemand die door de diensten van het parket wordt
aanzien als een multirecidivist. Dat betekent dat het iemand van
jongere leeftijd is, ook al is hij meerderjarig, die veelal in een
06.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Il m'est difficile de me
prononcer sur un dossier
individuel.
Entre-temps, l'intéressé a atteint
l'âge de 22 ans et est considéré
par le parquet comme un
multirécidiviste. Ce phénomène
requiert une attention particulière,
et pas seulement à Bruxelles. Une
politique uniforme en matière de
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
grootstedelijk kader een reeks van frequente vergrijpen pleegt die
daarom niet altijd kleine criminaliteit of stadscriminaliteit te noemen
zijn, want dat kan het ook overstijgen. In elk geval is het iets waar
bijzondere aandacht aan besteed moet worden, niet alleen in
Brussel, want er zijn nog steden die met een dergelijk fenomeen te
kampen hebben. U weet dat het College van procureurs-generaal
zich, op mijn verzoek trouwens, over dit probleem buigt en samen
met acht parketten van eerste aanleg probeert een lijn te krijgen in
de strijd tegen de stadscriminaliteit. Daarmee bedoel ik dat er een
eenvormig strafrechtelijk beleid terzake wordt gevoerd.
Het weze gezegd, in dat concrete dossier moet ik twee zaken
vaststellen. Ten eerste, bij aanhoudingen moet de vrijheid van de
rechter natuurlijk worden gerespecteerd op het moment dat hij een
beslissing neemt, maar er moet ook volle aandacht worden besteed
aan het strafrechtelijk verleden.
Ik heb de indruk dat men soms al te gemakkelijk over een
strafrechtelijk verleden heenstapt. Ik heb het parket dan ook
gevraagd om als algemene regel, zeker bij dat soort
multirecidivisme, specifiek de antecedenten na te gaan. Die
antecedenten kunnen meespelen bij de beoordeling van de zaak.
Ten tweede weet ik niet of er engagementen zijn aangegaan en
binnen welk kader dat gebeurt op het ogenblik dat men de dader in
vrijheid stelt. Indien dat gebeurd is naar aanleiding van een
maatregel van de jeugdrechter, is er een gebrek aan wettelijke basis.
Die was wel voorzien in de ontwerptekst die opgesteld werd om
antwoorden te bieden op delinquent gedrag van minderjarigen. Indien
het binnen het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling
gebeurde, was er in elk geval de verplichting om de slachtoffers in te
lichten. Hier moet dus worden nagegaan of men in een dergelijk
geval verkeerde. Op basis van de elementen waarover ik tot op
heden beschik, denk ik dat zulks niet het geval is.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat de eerste maatregel strikt moet
worden opgevolgd. Dat wil zeggen dat bij dat soort multirecidivisme
in elk geval naar de antecedenten moet worden gekeken. Men moet
ook nagaan of de straffen volledig zijn ondergaan. Daar besteden de
parketten onvoldoende aandacht aan.
criminalité urbaine est préparée
avec les parquets.
J'ai demandé aux parquets de
prêter une attention particulière
aux antécédents judiciaires,
particulièrement lorsqu'il s'agit de
multirécidivistes, et de vérifier si
toutes les peines ont bien été
purgées.
Dans le cadre de la libération
conditionnelle de l'auteur des faits,
les victimes devront en tout état
de cause être informées. Je ne
crois pas qu'il s'agisse en l'espèce
d'une libération conditionnelle.
06.03
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de minister, u zult
gemerkt hebben dat ik vaag ben gebleven in de terminologie met
betrekking tot de vrijlating omdat ik de gronden ervan niet kende. Ik
heb nog één vraag als u die kunt beantwoorden. Is de betrokkene
opnieuw aangehouden en waar verblijft hij intussen?
06.03
Servais Verherstraeten
(CD&V): J'ignore quel est le
fondement judiciaire de la
libération. L'intéressé est-il
actuellement incarcéré?
06.04 Minister
Marc Verwilghen
: Hij wordt opgespoord.
06.04
Marc Verwilghen
,
ministre: Il est recherché.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Tony van Parys aan de minister van Justitie over "de aanpak van het
terrorisme" (nr. 7945)
07 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "la lutte contre le terrorisme"
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
07.01
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de aanpak van het terrorisme is een niet onbelangrijk
element in het justitiebeleid. Tijdens de vakantiemaanden zijn een
aantal opvallende uitspraken in de pers verschenen. Zo was er onder
meer de toenmalige onderzoeksrechter De Valckeneer die toch wel
kennis heeft van de materie en met een aantal dossiers heel direct
betrokken is in de strijd tegen het terrorisme. Hij verklaart dat de
federale politie ook na 11 september veel te weinig middelen heeft
vrijgemaakt voor de strijd tegen het terrorisme. Alsof dit niet volstond
kwam gerechtelijk directeur Glenn Audenaert op de proppen met de
verklaring dat hij niet over de middelen beschikt om het
moslimterrorisme te bestrijden.
We kenden reeds de problematiek van de Staatsveiligheid. Ik zal
mijn vraag daarover aan de actuele toestand aanpassen omdat er
ondertussen in dit dossiers een aantal initiatieven genomen zijn. We
vernemen ondertussen ook dat de Ministerraad groen licht zou
hebben gegeven aan de militaire inlichtingendiensten om in het
buitenland af te luisteren, ook zonder militair karakter, maar in de
beslissing van de Ministerraad lazen we niet dat men tezelfdertijd
aan de Staatsveiligheid toestemming zou verlenen of de wettelijke
basis zou leggen om de Staatsveiligheid toe te laten
telefoongesprekken af te luisteren daar waar dit nochtans, onder
meer in het rapport van het Vast Comité van Toezicht op de
inlichtingendiensten een noodzaak was. U zult begrijpen, mijnheer de
minister, dat er daaromtrent een aantal vragen te stellen zijn.
Ten eerste, kunt u de uitspraken bevestigen van onderzoeksrechter
De Valckeneer en de gerechtelijk directeur Audenaert die
onomwonden zeggen dat er geen of te weinig middelen zijn in de
strijd tegen het terrorisme in het algemeen en het moslimterrorisme
in het bijzonder? Meer specifiek, is het juist wat Glenn Audenaert
zegt, namelijk dat de federale recherche in Brussel 50 vacatures
heeft voor speurders, wat niet onaanzienlijk is? Klopt het, wat de
heer Audenaert heeft beweerd, dat deze recherche over slechts één
inspecteur beschikt die Arabisch spreekt? Is het juist dat Brussel een
plek is waar leden van Al-Qaeda elkaar ontmoeten en overleg plegen
en dit nog altijd doen, dixit de gerechtelijk directeur Audenaert? Wist
de federale recherche in Brussel dat er in de aanloop naar 11
september iets zou beraamd worden? Ook dit werd door de
gerechtelijk directeur in Brussel aan de pers meegedeeld.
Een tweede reeks vragen hebben betrekking op de Staatsveiligheid.
Ik moet u zeggen, mijnheer de minister van Justitie, dat u mij
stimuleert om vragen te stellen en om u te interpelleren, want op het
ogenblik dat mijn vraag over het uitblijven van de benoeming van de
adjunct-directeur van de Staatsveiligheid moest worden beantwoord,
heb ik geacteerd dat er inmiddels een adjunct-directeur was
benoemd. Ik stel vast dat een paar dagen nadat de vraag was
ingediend om na te gaan hoe het komt dat de benoeming van een
chef van de Staatsveiligheid uitblijft, de benoeming gebeurt. Ik zal u
dus des te meer vragen stellen en interpelleren omdat het blijkbaar
resultaten oplevert en omdat men klaarblijkelijk toch gevoelig is voor
een aantal vragen die worden gesteld.
Wij hebben dus ondertussen kennis genomen van de benoeming van
een nieuwe chef van de Staatsveiligheid.
07.01
Tony Van Parys
(CD&V):
L'approche du terrorisme dans
notre pays soulève des questions.
Selon des déclarations du juge
d'instruction De Valkeneer et du
directeur judiciaire Glenn
Audenaert qui ont été publiées
dans la presse, des moyens
insuffisants sont dégagés. Le
service de renseignements
militaire a reçu le feu vert du
conseil des ministres pour
procéder à des écoutes
téléphoniques à l'étranger, mais il
n'est pas soufflé mot de la Sûreté
de l'Etat.
Est-il exact que cinquante emplois
sont actuellement vacants au
service d'enquête fédéral de
Bruxelles? Ce service ne compte-
t-il en effet qu'un seul enquêteur
arabophone? Est-il vrai qu'il existe
à Bruxelles un lieu où se
réunissent des membres d'Al-
Qaïda? Le service d'enquête
fédéral savait-il que quelque
chose se tramait avant le 11
septembre 2001?
La nomination du nouveau chef
de la Sûreté de l'Etat s'est-elle
déroulée en toute légalité? Selon
l'arrêté royal, l'administrateur
général et son adjoint doivent
appartenir à un rôle linguistique
différent. Quand l'administrateur
général adjoint a-t-il dès lors
démissionné?
La nomination de M. Dassen, sans
examen ou évaluation préalables,
aurait autrefois été qualifiée de
politique. Aujourd'hui, on en parle
comme d'une "juste récompense".
Il ferait d'ailleurs mieux de refuser
ce cadeau empoisonné tant
qu'aucune suite n'aura été donnée
aux conclusions de l'audit réalisé
auprès de la Sûreté de l'Etat par
le Comité permanent de contrôle
des services de renseignements.
Ces directives seront-elles
suivies?
Tous les candidats à la succession
disposent-ils d'attestations en
matière de sécurité? Quel sort a-t-
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Mijnheer de minister, u zult het me niet kwalijk nemen dat ik mijn
vraag enigszins aanpas, want ik kan u nu moeilijk vragen waarom de
benoeming uitbleef aangezien het blijkbaar zo ver is. Hoewel er
eindelijk een beslissing genomen is, moet ik helaas opnieuw een
aantal vragen stellen.
Ten eerste heb ik een aantal vragen in verband met de wettelijkheid
van de benoeming van de administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid. U weet dat het koninklijke besluit bepaalt dat, als de
adjunct-administrateur-generaal van de Nederlandse taalrol is, de
administrateur-generaal van de Staatsveiligheid van de Franstalige
taalrol moet zijn. Heeft de adjunct-administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid bijgevolg ontslag genomen? Als dat niet het geval is,
is de benoeming van de nieuwe chef niet wettelijk, omdat het
desbetreffende koninklijk besluit een verschillende taalrol oplegt aan
de adjunct-administrateur-generaal en de administrateur-generaal. Ik
vraag u dus wanneer de adjunct-administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid ontslag genomen heeft en wanneer dan de
benoeming van de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid is
gebeurd? Ik heb het Staatsblad erop nagelezen, maar ik heb er nog
maar weinig in gevonden over de benoemingen. Ik begrijp dat het nu
op een andere manier gebeurt. Benoemingen worden
gecommuniceerd en ontslagen worden ook gepubliceerd. Het
Staatsblad is dan een informatieblad voor wie een en ander achteraf
nog eens zou willen consulteren.
Hoe dan ook, we moeten toch wel zien dat alles wettelijk verloopt. Ik
herhaal mijn vraag: heeft de adjunct-administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid ontslag genomen en zo ja, wanneer is dat gebeurd?
Dan wil ik nog ingaan op de benoeming zelf van de heer Dassen.
Mijnheer de minister, ik moet zeggen dat de media gelukkig veel
druk hebben uitgeoefend om de vice-eerste minister Michel ervan te
overtuigen af te zien van zijn steun aan de kandidatuur van de heer
Leys. Dat zou pas een catastrofe geweest zijn. Ik verheug mij over
de rol die door de media in het dossier is gespeeld.
Zo beland ik dan bij de tweede keuze, de heer Dassen. Hiervan zou
vroeger beweerd zijn dat het om een politieke benoeming ging.
Mocht destijds een kabinetschef benoemd zijn geweest tot
administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, zou men gezegd
hebben dat het een politieke benoeming betrof, aangezien er geen
assessments zouden zijn geweest noch examens uitgeschreven. Nu
zegt men dat niet meer. Nu zegt men dat de benoeming een terechte
beloning is voor de man in kwestie. Dat is nu zo en we nemen daar
akte van.
Men spreekt dan wel van een terechte beloning, maar, mijnheer de
minister, ik vrees dat het een vergiftigd geschenk is voor de lieve
man die Koen Dassen ongetwijfeld is. Het is een vergiftigd geschenk
en de heer Dassen heeft, naar mijn aanvoelen, er alle belang bij om
het niet te aanvaarden. Immers, ik denk dat men die benoeming pas
aanvaardt zodra men alle garanties heeft om inderdaad als
administrateur-generaal van de Staatsveiligheid te kunnen
functioneren. De vraag is of de regering de voorwaarden heeft
gecreëerd om de Staatsveiligheid inderdaad op het goede spoor te
zetten. Is zij wel tegemoetgekomen aan de doorlichting van het Vast
Comité van Toezicht op de Inlichtingendiensten ten einde de nieuwe
il été réservé à l'administrateur
général adjoint qui n'était nommé
que depuis un an et détenait un
mandat de cinq ans? A-t-il droit à
une rémunération pour les quatre
années restantes? Le 23 mai
2002, le Conseil des ministres
avait annoncé une note sur
l'avenir de la Sûreté de l'Etat.
Qu'en est-il? Pourquoi les
services de renseignements
militaires à l'inverse des services
de renseignements civils ont-ils le
droit de mettre des lignes
téléphoniques sur écoute?
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
chef van de Staatsveiligheid toe te laten effectief chef van de
Staatsveiligheid te zijn?
Is het kader nu volzet? Werd het kader uitgebreid? Is er een einde
gemaakt aan de leegloop van de Staatsveiligheid? Is er
tegemoetgekomen aan de verschillende opmerkingen, aan de
analyse en de audit van het Vast Comité van Toezicht op de
Inlichtingendiensten? Zolang er voorafgaandelijk aan de benoeming
niet aan die opmerkingen is voldaan, zal de heer Dassen zonder
twijfel hetzelfde lot ondergaan als mevrouw Timmermans. Zij is
moeten vertrekken omdat de Staatsveiligheid structureel niet kon
functioneren.
Ik wil terloops trouwens ook eens informeren naar de wijze waarop de
procedure is verlopen in verband met de veiligheidsattesten van de
verschillende kandidaten. Hoe is die procedure verlopen? Kan de
minister bevestigen dat de verschillende kandidaten over een
veiligheidsattest beschikken?
Ik wil een bijkomende vraag stellen in verband met de adjunct-
administrateur-generaal naast de vraag in verband met zijn ontslag.
Wat zal het lot zijn van de adjunct-administrateur-generaal? Naar
mijn informatie is hij nog maar een jaar benoemd en heeft hij een
mandaat voor vijf jaar. De vraag die dan rijst, is of de adjunct-
administrateur-generaal, wanneer hij ontslag heeft genomen,
gedurende de resterende vier jaar voort wordt betaald? Ik vrees dat
we bij de Staatsveiligheid in een situatie zijn terechtgekomen waarbij
men één benoemt en twee betaalt. Dat geldt zowel ten aanzien van
mevrouw Timmermans als ten aanzien van de adjunct-
administrateur-generaal die naar mijn aanvoelen, ondanks dat hij
eventueel ontslag neemt, recht heeft op een vergoeding gedurende
zijn mandaat. Ik wijs er overigens op dat de top van de
Staatsveiligheid gedurende deze legislatuur van drie jaar en enkele
maanden in het algemeen slechts gedurende 12 maanden volzet
was. Ofwel was er geen administrateur-generaal, ofwel was er geen
adjunct-administrateur-generaal. En dan maar vragen stellen over de
wijze waarop dat belangrijk orgaan van de overheid zou moeten
kunnen functioneren!
Hoever staat het met de nota over de toekomst van de
Staatsveiligheid? Op de Ministerraad van 23 mei 2002 werd het
volgende genotuleerd: "De eerste minister en de minister van Justitie
zullen over enkele weken een globale nota voorleggen aan de Raad
over de toekomst van de Staatsveiligheid". Ik veronderstel dat we nu
niet enkele weken, maar enkele maanden later meer kunnen
vernemen over de toekomst van de Staatsveiligheid. Het volstaat
natuurlijk niet om de heer Dassen in de chaos van de
Staatsveiligheid te storten. We weten allemaal dat hij een bijzonder
sterke persoonlijkheid heeft, maar ondanks al die kwaliteiten vrees ik
dat hij niet in staat zal zijn om orde te scheppen in de chaos die daar
op het ogenblik bestaat. Wat is er aan van de nota over de toekomst
van de Staatsveiligheid?
Ten slotte, waarom mogen de militairen afluisteren en waarom mag
de burgerlijke inlichtingendienst dat niet? Wanneer overweegt de
regering de beslissing te nemen waarover de minister het zelf ook
heeft gehad, en zal ze de toestemming geven om
telefoongesprekken af te luisteren? Waarom is dat niet gebeurd op
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
het ogenblik dat zij de militaire inlichtingendienst klaarblijkelijk heeft
toegelaten om telefoongesprekken wel af te luisteren?
Tot daar enkele vragen in verband met de aanpak van het terrorisme
in ons land. Verontschuldig mij dat ik de goed-nieuws-show even
verstoor. Ik veronderstel dat het antwoord van de minister
onmiddellijk het hele land zal geruststellen.
De
voorzitter
: (...)
07.02
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is wel zo.
Wij leren leven met alle soorten toestanden. Wij leren leven met het
gegeven dat het antwoord op onze vragen de dag voordien wordt
gegeven aan de pers, zodat men de dag zelf niet meer aanwezig
moet zijn. Wij leren met alles leven. Het is boeiend om in deze
nieuwe situatie te leven, te functioneren en oppositie te voeren. Het
is een uitdaging uit duizenden.
07.03 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat
u het Reglement niet exact toepast, want dan zou ik immers niets
meer mogen zeggen en is de tijd om te antwoorden uitgeput. Daar
zou men ook nog gebruik van kunnen maken, maar dat zal ik niet
doen.
Twee opmerkingen. Ik herinner mij dat het stellen van een vraag
dikwijls iets kan uitlokken. Zo was er ooit een vraag van de heer
Coveliers aan toenmalig eerste minister Dehaene over het lot van de
heer Delcroix. Nog voor er een antwoord kon worden gegeven, was
het ontslag van de heer Delcroix al binnen. Om maar te zeggen dat
een dergelijk effect altijd mogelijk is. Mijnheer Van Parys, u hebt
gezegd dat de antwoorden al waren meegedeeld de dag voordien. Ik
weet niet of u het had over deze commissie of een andere, maar bij
mijn weten is het antwoord dat u nu zult krijgen nog niet meegedeeld.
Uw vraag behelst twee aspecten, met als eerste het gerechtelijk
onderzoek, de tussenkomst van de heer De Valckeneer en de
verklaring van de heer Audenaert. Wij moeten terugkeren naar de
principes in deze materie; ik moet ze u niet leren kennen. Het is de
gerechtelijke directeur die zijn gedeconcentreerde gerechtelijke
dienst leidt en organiseert en de uitvoering van de gerechtelijke
opdrachten door leden van zijn dienst moet coördineren.
Geconfronteerd met een plotse gebeurtenis, beschikt hij over de
volle autonomie om binnen zijn directe medewerkers een aantal
mensen aan te duiden die het fenomeen moeten aanpakken. Bij
chronisch personeelsgebrek kan hij ook tijdelijke versterking sturen
naar de aanvragende diensten. Dat is een uitzonderlijke maatregel
die gebaseerd moet zijn op uitzonderlijke omstandigheden en op een
duidelijke onderzoeksopdracht. In het dossier van het terrorisme is
dat ongetwijfeld het geval. Trouwens, die uitzonderlijke maatregel
werd toegepast op de cel van de GDA-Brussel die zich bezighoudt
met terrorismebestrijding en waarvan een vijftal personeelsleden
werd afgedeeld na 11 september 2001. Er kan steeds discussie zijn
over het al dan niet inzetten van voldoende personen en middelen,
maar elke uitspraak die wordt gedaan, hetzij door de
onderzoeksrechter, hetzij door de verantwoordelijke, moet binnen de
juiste en ruimere context worden geplaatst. Ik stel vast dat men in dit
gerechtelijk onderzoek klaarblijkelijk wel beschikte over de nodige
07.03
Marc Verwilghen,
ministre: Le directeur judiciaire
dirige et coordonne de façon
autonome son service. En cas de
pénurie chronique de personnel, le
directeur général peut toutefois
veiller à un renforcement
provisoire sur la base d'un projet
d'enquête précis, tel que la lutte
contre le terrorisme. C'est ainsi
que cinq personnes
supplémentaires travaillent pour le
service judiciaire de
l'arrondissement (SJA) de
Bruxelles qui est chargé de la lutte
contre le terrorisme.
Sur un total de 462 enquêteurs, 5
postes n'ont pas été pourvus.
Quelques dizaines de personnes
sont absentes pour d'autres
raisons telles qu'une maladie ou
un détachement. La priorité est
donnée à la déclaration de
vacance d'emploi pour les
fonctions pour lesquelles il existe
un besoin pressant. La direction
générale de la police judiciaire
(DGJ) réalise actuellement une
étude de capacité dont les
résultats sont attendus pour la fin
décembre 2002.
Au SJA de Bruxelles, une seule
personne maîtrise la langue
arabe. Il a reçu le renfort de trois
collègues d'origine étrangère, dont
deux connaissent la langue arabe.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
middelen, anders had men niet de resultaten kunnen boeken die
werden geboekt.
Op een totaal van 462 operationele onderzoekers ontbreken vijf
personen. Het zijn er dus geen vijftig, maar vijf. Juist is dat enkele
tientallen langdurig onbeschikbaar zijn om allerhande redenen als
ziekte, detachering naar een andere dienst en dies meer. Met die
handicap worstelen alle GDA's. Er wordt prioriteit gegeven aan het
vacant verklaren van de functies waaraan een dringende behoefte
bestaat. Dat is ook voor Brussel het geval. Verder werkt de DGJ aan
een capaciteitsstudie waarvan de resultaten einde december 2002
worden verwacht. Aanvankelijk was dat voor later, maar wij hebben
aangedrongen om dit zo snel mogelijk te laten gebeuren.
Het klopt dat er bij de GDA-Brussel slechts één persoon Arabisch
spreekt, maar die is aangevuld met drie collega's van allochtone
afkomst waarvan er twee eveneens Arabisch kennen. In bepaalde
onderzoeken werd vastgesteld dat handboeken van Afghaanse
oorsprong circuleerden met daarin militaire, terroristische en
subversieve technieken voor een mogelijke aanslag.
Het is echter niet correct te zeggen dat Brussel als enige uitvalsbasis
voor het radicaal islamisme of voor Al Qaeda fungeert en het is
eveneens onjuist dat de federale politie beschikte over elementen die
bevestigden dat een dergelijke actie zich zeker zou voordoen in de
Verenigde-Staten. Zoals ik voorheen reeds antwoordde, hadden de
inlichtingen waarover men beschikte, betrekking op een ambassade
in een Europese hoofdstad, met name Parijs. Dat was de enige
informatie met duidelijke aanwijzingen, waarover men beschikte.
De procedure tot aanstelling van de nieuwe administrateur-generaal
is inmiddels doorlopen. Alle kandidaten beschikten over een
veiligheidsattest. Misschien is het ook belangrijk om weten dat een
van de kandidaten die daarnet werd genoemd, zijn kandidatuur heeft
ingetrokken. Hij heeft niet geïnsisteerd om zijn kandidaatstelling in
overweging te nemen en er is dus ook geen reden om de vacature te
heropenen, aangezien de benoeming inmiddels heeft
plaatsgevonden.
Ik wil ook even terugkomen op de vraag waarom er een verschil in
de benadering bestaat tussen de militaire en de burgerlijke
inlichtingen. Met betrekking tot de militaire inlichtingen werd effectief
reeds een standpunt ingenomen, maar dat ligt niet in dezelfde lijn als
het project omtrent de afluistermogelijkheden voor de Veiligheid van
de Staat. U weet dat ik aan de diensten van de Veiligheid van de
Staat uitdrukkelijk heb gevraagd om een wetsontwerp
dienaangaande voor te bereiden. Dat wetsontwerp werd inmiddels
besproken tijdens een aantal vergaderingen in IKW en binnenkort
zullen de werkzaamheden worden afgerond door een beslissing van
de regering, waarna het wetsontwerp zal worden overgezonden aan
de Raad van State. Dat wetsontwerp zal de burgerlijke
inlichtingendiensten in bepaalde omstandigheden
afluistermogelijkheden geven, conform wat andere Europese
veiligheidsdiensten hebben.
Ik kom ook even terug op de Ministerraad, niet van 23 mei 2002,
waarnaar de heer Van Parys verwees, maar naar de vergadering van
19 juli 2002, waarvan hij blijkbaar nog geen notificatiebericht ontving.
Une enquête a révélé que des
manuels afghans contenant des
instructions visant à perpétrer un
attentat aux Etats-Unis circulaient
en effet. Bruxelles n'est toutefois
pas l'unique base d'opérations des
islamistes radicaux ou d'Al-Qaïda.
La police fédérale n'avait pas
connaissance d'informations
concernant un projet d'attentat
aux Etats-Unis.
La procédure de recrutement pour
un nouvel administrateur général
s'est déroulée normalement et ne
sera pas recommencée.
Il y a une grande différence entre
les services de renseignements
militaires et civils. Un projet de loi
est actuellement en phase de
préparation pour permettre à la
Sûreté de l'Etat de procéder à des
écoutes dans des conditions bien
définies. Le gouvernement
prendra une décision à ce sujet
sous peu.
Lors du Conseil des ministres du
19 juillet 2002, le premier ministre
et moi-même avons présenté une
note globale sur la Sûreté de
l'Etat, basée sur les constatations
faites par le comité R et la
commission compétente du
Sénat. Le gouvernement
n'élaborera des propositions
qu'après concertation avec le
Parlement. Il a été décidé que je
suivrais de près la réorganisation
et que je ferai rapport à ce sujet
au Conseil des ministres.
Quarante collaborateurs seront
recrutés afin de compléter le
cadre du personnel des services
extérieurs. La procédure de
recrutement sera simplifiée. Ce
n'est que lorsque l'effectif prévu
sera effectivement atteint que l'on
pourra envisager une extension
du cadre du personnel.
Il est exact que l'administrateur
général adjoint n'a pas encore
démissionné. Le gouvernement
est au courant de cette difficulté et
cherche une solution.
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
De eerste minister en ikzelf hebben een globale nota over de
diensten van de Veiligheid van de Staat voorgelegd, waarin onder
meer de bevindingen van het comité I, naar aanleiding van de
afronding van de tweede fase van de audit omtrent de Veiligheid van
de Staat, zijn opgenomen, alsook de aanbevelingen van de
bevoegde senaatscommissie omtrent de werking van de diensten
van de Veiligheid van de Staat.
De Ministerraad engageerde zich onmiddellijk ertoe dat de regering
pas na consultatie van het Parlement concrete voorstellen zou
formuleren. Er werd tevens beslist dat de minister van Justitie voort
zal toezien op het gunstig verloop van de reorganisatie en dat hij
hierover geregeld aan de Ministerraad verslag zal uitbrengen, ook
nadat de persoon die de dienst zal leiden, aangesteld zal zijn, omdat
zulks in nauwe samenwerking moet kunnen geschieden.
De kaders van de buitendiensten werden uitgebreid met veertig
eenheden bij beslissing van de Ministerraad van 23 mei. Die zullen
de dienst Protectie versterken. Voor de buitendiensten ligt ook een
wetsontwerp voor ter vereenvoudiging van de rekruteringsprocedure
en tevens voor de studiediensten wordt de rekruteringsprocedure
vereenvoudigd op basis van de door de Veiligheid van de Staat
gezochte kwaliteitsprofielen.
Pas als de kaders feitelijk volzet zijn, kan, in overleg met de nieuwe
administrateur-generaal voort worden gesleuteld aan een eventuele
kaderuitbreiding.
De adjunct-administrateur-generaal heeft momenteel nog geen
ontslag genomen. Wat betreft de wettigheid loopt thans de periode
die al dan niet toelaat om de wettigheid van de benoeming ter
discussie te stellen. De regering neemt hoe dan ook kennis van dat
probleem en dienaangaande wordt met de adjunct-administrateur-
generaal naar een oplossing gezocht.
07.04
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik moet
vaststellen dat de benoeming van de administrateur-generaal van de
Veiligheid van de Staat onwettig is. De minister was zeer duidelijk in
zijn antwoord. De nieuwe administrateur-generaal van de Veiligheid
van de Staat is benoemd en de adjunct-administrateur-generaal van
de Veiligheid van de Staat heeft nog geen ontslag genomen. Het
koninklijk besluit is zeer duidelijk. Men kan slechts een nieuwe
administrateur-generaal benoemen wanneer hij van een andere
taalrol is dan de adjunct. Dat betekent dus onomstotelijk dat men bij
de benoeming van de administrateur-generaal van de Veiligheid van
de Staat het enorme risico heeft genomen een onwettige benoeming
te verrichten. Dat is de manier waarop de regering omgaat met
dergelijke dossiers. Men neemt willens en wetens het risico een
onwettige benoeming te doen. Het koninklijk besluit is nochtans
volkomen duidelijk. Men zegt nu dat men zal afwachten of één of
andere kandidaat zich tegen deze benoeming zal verzetten. Als dat
de manier is waarop men voor rechtszekerheid zorgt en waarop men
een chef van de Veiligheid van de Staat de autoriteit en het gezag
geeft om de leiding te nemen over een chaotische dienst, dan is dat
werkelijk onvoorstelbaar, onverantwoord en onverantwoordelijk. Als
deze dienst in de internationale context contact moet opnemen met
buitenlandse inlichtingendiensten terwijl de benoeming van de
administrateur-generaal in vraag kan worden gesteld en pertinent in
07.04
Tony Van Parys
(CD&V):
La désignation de l'administrateur
général est illégale, dans la
mesure où l'administrateur
général adjoint n'a pas
démissionné et que, en vertu de
l'arrêté royal, les deux
fonctionnaires dirigeants doivent
être de rôles linguistiques
différents. La façon de procéder
du gouvernement est scandaleuse
et irresponsable. L'image
internationale de la Sûreté de
l'Etat s'en trouve ternie.
Aux dires de M. Audenaert, il
manque 50 enquêteurs dans les
services judiciaires bruxellois. Le
gouvernement a sa propre vision
des faits: seuls 5 enquêteurs
manquent et quelques dizaines
sont indisponibles pour une
longue durée. Ce nombre est jugé
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
tegenstelling is met het betrokken koninklijk besluit, dan zal men het
probleem van de Veiligheid van de Staat alleen maar hebben
verzwaard in plaats van het op te lossen. Ik vind dit bijzonder
betreurenswaardig en ik geloof dat we deze anomalie in het beleid
niet genoeg in de verf kunnen zetten.
Het volgende is eigenlijk plezierig. De heer Audenaert zegt dat er 50
speurders tekort zijn bij de gerechtelijk dienst in Brussel. Dat is de
boodschap vanuit de realiteit. Ik kijk even in de richting van de
communicatiespecialist. In de goed-nieuws-show zegt men dat
anders. Er ontbreken er vijf maar dat is geen probleem want dit zal
wel aangevuld worden. Verder zijn er enkele tientallen die langdurig
onbeschikbaar zijn. Dat is echter bij alle gerechtelijke directies zo. Zo
zegt men dat in het goed-nieuws-klimaat. Er zijn er geen 50 te
weinig, er zijn er alleen enkele tientallen langdurig onbeschikbaar.
Dat is het verschil. Zo communiceert men. Het probleem bestaat
natuurlijk wel degelijk. Die mensen zijn er immers niet, niet omdat ze
er niet zijn maar omdat ze onbeschikbaar zijn. Ik probeer de nuance
te begrijpen. De heer Audenaert heeft die 50 mensen echter niet. De
redenering is nu dat dit niet onze zaak is omdat er autonomie is. Men
heeft dat ook gezegd over het Brusselse jeugdparket. Dat was een
probleem van het parket. Nu zegt men dat de autonomie van de heer
Audenaert speelt. Hij moet daarvoor zorgen en hij heeft dat niet
gedaan. Ik hoop dat de heer Audenaert deze boodschap goed
begrepen heeft. Dat is de realiteit van vandaag. Het kan niet dat men
nog enige verantwoordelijkheid neemt voor het onbehoorlijk
aanpakken van een belangrijk fenomeen van criminaliteit in dit land.
Mijnheer de minister, dat is het grote probleem. Op de vraag of
Brussel een uitvalsbasis is voor het Al Qaida-netwerk antwoordt de
heer Audenaert dat het niet de enige is. Er zijn er ook elders. Ze
komen dus wel eens in Brussel samen maar ze doen dat ook elders.
normal pour un service public.
Pour le gouvernement, M.
Audenaert est responsable du
fonctionnement de son service.
En somme, personne ne veut
prendre ses responsabilités. La
position adoptée par le
gouvernement est tout
simplement burlesque.
Dans le même style, nous
apprenons que s'il est vrai que
Bruxelles est une base
d'opérations d'Al-Qaida, elle n'est
pas la seule. Comme si cela
réduisait la gravité de la situation!
07.05 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer Van Parys, ik stel alleen
vast dat er in dit onderzoek vervolging komt en dat er een verwijzing
komt door de correctionele raadkamer en de kamer van
inbeschuldigingstelling. De quoi se plaint-on?
(...)
07.05
Marc Verwilghen
,
ministre: J'ai dit que cette affaire
allait donner lieu à des poursuites.
07.06
Tony Van Parys
(CD&V): (...) niet zo lang. Intussen is er veel
gebeurd. Het zijn deze mensen die zeggen dat de resultaten die we
hebben geboekt slechts het topje van de ijsberg aangeven. Nu
zouden we over de middelen moeten beschikken om dit dossier ten
gronde uit te spitten, tot op het bot. Dat zouden we kunnen
verwachten aangezien het gaat om een fenomeen dat toch niet min
is. De gebeurtenissen van 11 september hebben ver van hier
plaatsgevonden. Die mensen komen echter in Brussel samen. Dat is
de realiteit. Wat doet men dan?
Men negeert het probleem en men neemt zelfs voor een dienst die
cruciaal is voor het verzamelen van informatie, het risico een
onwettige benoeming te verrichten. Moet er nog zand zijn, zouden
we zeggen?
07.06
Tony Van Parys
(CD&V):
Il n'empêche que le juge
d'instruction exprime son
mécontentement.
En ce qui concerne le dossier Al
Qaïda, jusqu'à présent la justice
n'a découvert que le sommet de
l'iceberg. Une enquête
approfondie s'impose d'urgence,
mais les moyens nécessaires
manquent. Une fois de plus, le
gouvernement ignore les
problèmes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
08 Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de minister van Justitie over "de inplanting van een
opsporingschip bij kinderen" (nr. 7946)
08 Question de Mme Els Van Weert au ministre de la Justice sur "l'implantation d'une puce de
08.01
Els Van Weert
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ongeveer een maand geleden werden wij geconfronteerd
met gruwelijke feiten in Engeland, namelijk de moord op twee jonge
meisjes. Het gevolg daarvan was dat men op zoek is gegaan naar
nieuwe methodes om dergelijke misdaden te voorkomen. Men kwam
terecht bij een systeem waarbij een bepaald ouderpaar in het lichaam
van de elfjarige dochter een chip liet inplanten zodat het kind steeds
kan worden opgespoord.
Naar aanleiding van de discussie in Engeland rezen ook hier
stemmen om dit bij ons mogelijk te maken. Hierop kwamen heel wat
reacties van onder meer kinderpsychologen, hoogleraars medische
ethiek, Child Focus en het Vlaams Kinderrechtencommissariaat. Heel
wat gezaghebbende instellingen en personen hebben hun twijfels
geuit bij de opportuniteit en de wettelijkheid van een dergelijk
systeem.
Mijnheer de minister, in verschillende media hebben wij nochtans
kunnen lezen dat u zelf niet per definitie gekant bent tegen dit
systeem ter bescherming van de kinderen. Ik heb dan ook een
tweetal vragen voor u. Klopt het dat u het gebruik van dergelijke
systemen in ons land zou toestaan? Bent u niet van oordeel dat dit
strijdig is met de wetgeving? Hebt u al eens nagekeken wat de
precieze toestand is? Bestaat er terzake sluitende wetgeving die
dergelijke praktijken al dan niet toelaat? Indien dit niet het geval is,
bent u van plan om terzake een aantal wettelijke initiatieven te
nemen zodat er wel een sluitend wettelijk kader wordt gecreëerd dat
dergelijke toepassingen al dan niet toelaat? Ik had terzake graag wat
meer duidelijkheid gekregen?
08.01
Els Van Weert
(VU&ID):
Depuis peu, des parents
britanniques font implanter une
puce électronique chez leurs
enfants afin de pouvoir les
retrouver rapidement en cas
d'enlèvement.
Dans notre pays, des voix
s'élèvent pour que cette pratique
soit également autorisée.
Pourtant, nombre de personnalités
et d'instances faisant autorité
s'accordent à dire qu'aucun
argument rationnel ne justifie une
telle mesure. L'efficacité du
système est douteuse et qui plus
est, on porte ainsi atteinte à
l'intégrité physique de l'individu.
Le ministre Verwilghen ne semble
toutefois pas rejeter cette idée.
L'implantation d'une telle puce
est-elle conforme à la législation
belge? S'il n'existe aucune
législation à cet égard, cette
lacune sera-t-elle comblée? Cette
question fera-t-elle l'objet d'un
débat parlementaire?
08.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
heb ook de titel in een krant gelezen waarin men mij toedichtte dat ik
gewonnen was voor een chip. Ik heb dit nooit meegedeeld. Ik heb
wel meegedeeld dat er op zijn minst een maatschappelijk debat moet
kunnen worden gehouden indien men meent van dit middel gebruik
te moeten maken. Op die manier kan men nagaan welke de sterkte
en de zwakte is van een dergelijke beslissing. Ik kan aannemen dat
dit voor ouders, die vrezen dat hun kind zou verdwijnen, een
oplossing kan lijken maar ik kan mij net zo goed inbeelden dat
daarmee het einde van een vrij en jong bestaan is aangebroken. Ik
meen dat hierover moet kunnen worden gedebatteerd.
Ik heb ondertussen laten nagaan of de inplanting van een dergelijke
chip volgens onze wetgeving kan worden toegelaten. De
administratie doet terzake de nodige opzoekingen en van zodra ik
deze gegevens heb, zal ik ze ook meedelen.
Mevrouw Van Weert, met uw laatste vraag hebt u zelf aangegeven
dat het debat over deze problematiek van groot belang is. Ik zal de
gegevens overmaken aan de leden van deze commissie van zodra ik
erover beschik. Indien zij het vervolgens noodzakelijk achten om
hierover een debat te houden, zal dit in elk geval mogelijk zijn.
08.02
Marc Verwilghen,
ministre: Contrairement à ce qui a
pu être écrit dans certains
journaux, je n'ai jamais dit que
j'étais partisan de l'implantation
d'une telle puce. Cela dit, j'estime
que cette question mérite de faire
l'objet d'un débat de société. Mes
services examinent actuellement
la légalité de l'implantation d'une
puce. Il ressort de la dernière
question de Mme Van Weert
qu'elle aussi est consciente de
l'importance d'un débat public sur
cette question.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
08.03
Els Van Weert
(VU&ID): Mijnheer de minister, ik meen dat dit
antwoord volstaat. Ik hoop dat hiervan werk wordt gemaakt. Als ik al
moet vaststellen dat er nu reeds op verschillende plaatsen wordt
gekloond, kan ik mij perfect voorstellen dat dit ook reeds gebeurt
zonder dat daarover een degelijk debat werd gevoerd. Ik kijk uit naar
het resultaat van de opzoekingen en het debat.
08.03
Els Van Weert
(VU&ID):
J'espère en effet que le statut
légal d'une telle intervention sera
mûrement étudié.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Fred Erdman aan de minister van Justitie over "de rondzendbrief van de heer
Van Lijsebeth, procureur des Konings te Antwerpen, inzake wegblokkades" (nr. 7947)
09 Question de M. Fred Erdman au ministre de la Justice sur "la circulaire de M. Van Lijsebeth,
procureur du Roi d'Anvers, concernant les blocages routiers" (n° 7947)
09.01
Fred Erdman
(SP.A): Mijnheer de minister, ik heb een vraag
over een initiatief van de procureur des Konings in Antwerpen. Toen
ik in de kranten las: "Antwerps gerecht verbiedt wegblokkades",
"Vitale wegen blokkeren mag niet meer", begon ik te twijfelen aan
mijn beperkte kennis van het strafrecht, denkende aan wat men nu
weer had uitgevonden. Volgens mij bevat het Strafwetboek al langer
dergelijke bepalingen, weliswaar onder wat men noemt de
overtredingen klasse 1, klasse 2, klasse 3. In de artikelen 551 en 552
wordt het leggen van gevaarlijke voorwerpen op de wegen waardoor
een hindernis wordt opgebouwd, inderdaad als overtreding
beschouwd. Toen ik verder las, vernam ik dat de heer procureur des
konings Van Lijsebeth in Antwerpen een omzendbrief zou hebben
gestuurd om die wegblokkades absoluut te verbieden en om
daartegen ook op te treden.
Volgens de krantenartikelen zou de instructie in de eerste plaats een
gevolg zijn geweest van een overleg tussen het parket, de politie, de
provincie en het stadsbestuur van Antwerpen. Ik dacht dat zulks op
het vijfhoeksoverleg was vastgelegd. Volgens bepaalde bronnen
bleek daar echter totaal geen spoor van te zijn. Men had daar wel
eens over gepraat, maar er was geen formele beslissing van het
vijfhoeksoverleg. Het doel zou zijn geweest om de vitale wegen in
ieder geval te vrijwaren bij vakbondsacties en andere acties. Het ging
er in de eerste plaats immers om de economische belangen te
vrijwaren. In de tweede plaats ging het om eventuele overtreders te
identificeren om die dan persoonlijk verantwoordelijk te stellen voor
eventuele schade die men zou invorderen.
Ik ben wat gaan grasduinen en daaruit blijkt dat de omzendbrief het
gevolg is van bepaalde acties in juni van dit jaar toen zowel de
werkgevers als de vakbonden in havenkringen ongerust werden over
de liberalisering die op Europees vlak werd doorgevoerd en waarbij
de wet-Major vernietigd zou worden en geen uitwerking meer zou
hebben. Gelukkig hebben die acties in Antwerpen geleid tot het
zogenaamde herenakkoord, een akkoord tussen de werkgevers en
de vakbonden. Daarbij was men het in alle Antwerpse kringen van
hoog tot laag eens dat de wet-Major in stand moest worden
gehouden. Daarover is er hier trouwens herhaaldelijk geïnterpelleerd.
Gelukkig is de regering er op Europees vlak in geslaagd om
mevrouw de Palacio haar liberaliseringsdrang in te tomen, zodat wij
het recht hebben om de principes van de wet-Major te blijven
09.01
Fred Erdman
(SP.A):
Nous avons appris par les médias
que le procureur du Roi d'Anvers
a pris une circulaire sur les
barrages routiers. Cette circulaire
constitue le fruit d'une
concertation organisée entre le
parquet, la police et
l'administration provinciale et
communale d'Anvers et vise à
préserver l'accès aux axes vitaux
lors d'actions syndicales destinées
à barrer les routes. Les intérêts
économiques sont ainsi protéges
et les contrevenants doivent être
recherchés et jugés responsables
de dégâts éventuels.
Cette circulaire a été prise à la
suite des barrages érigés dans le
port pour témoigner de
l'inquiétude née de la suppression
de la loi Major. Par le passé, ce
type d'actions n'avait pourtant
posé aucun problème en ce sens
et il est donc étrange qu'une telle
initiative ait à présent été prise.
Le ministre a-t-il connaissance de
cette circulaire? La juge-t-il
acceptable? Quels incidents ont
été cités comme référence? Qui a
demandé qu'une telle initiative
soit prise et comment peut-on
concilier cette mesure avec le
droit de grève? Cette circulaire
sera-t-elle généralisée? Cela ne
me semble guère être une idée
judicieuse.
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
eerbiedigen.
Mijnheer de minister, er zijn nooit problemen geweest, ook niet met
de manifestaties in juni 2002. Zowel de politiediensten als de
vakbondsleiding hebben steeds gewaakt over de veiligheid en ervoor
gezorgd dat incidenten werden vermeden. Het lijkt me dus toch
eigenaardig dat de procureur des Konings plots in dat verband een
omzendbrief opstelt.
Mijnheer de minister, hebt u kennis van die omzendbrief? Ik heb
natuurlijk de tekst ervan niet. Is de informatie zoals ze is
weergegeven, juist?
Vindt u de strekking van die brief aanvaardbaar? Welke incidenten
worden daarbij als referentie gebruikt? Indien de procureur iets
verbiedt, dan moet er toch een aanleiding zijn die als referentie wordt
gebruikt.
Wie heeft dat initiatief gevraagd? Ik zie de procureur des Konings
moeilijk die aangelegenheid als een topprioriteit van het beleid van
de bestrijding van de criminaliteit in Antwerpen naar voren brengen.
Ten vierde, er is natuurlijk het stakingsrecht. Hoe koppelt men nu het
a priori duidelijk maken dat men daartegen zeer streng zal optreden
met die verhouding inzake het stakingsrecht?
Met mijn laatste vraag verwoord ik een ongerustheid die nu meer en
meer voorkomt. Gaat dat veralgemeend worden? We hebben nu al
de situatie gekend van de eenzijdige verzoekschriften in kortgeding
waarbij bepaalde beslissingen worden genomen die nadien ter
plaatse worden betekend, met alle gevolgen van dien. Blijkbaar is er
daar nu modus vivendi. Als deze maatregelen, zoals voorzien door
de heer Van Lijsebeth, worden veralgemeend, lijkt het mij niet
gunstig om de partners naar een akkoord te leiden. We staan aan de
vooravond van interprofessionele onderhandelingen om te leiden tot
een akkoord. We kunnen ons rond de tafel dan ook verwachten aan
enige reactie rond deze initiatieven. Graag kreeg ik uw antwoord
hierop.
09.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, ik heb
ondertussen kennis genomen van die omzendbrief van 14 augustus.
Ondertussen verspreidde de procureur des Konings inzake deze
materie een volgende omzendbrief waarin hij verwijst naar de
omzendbrief van 14 augustus 2002, dezelfde datum van zijn
oorspronkelijke omzendbrief, maar dan een uitgaande van de
minister van Binnenlandse Zaken betreffende gebeurtenissen op
autowegen en waarin verder een tweetal tekstuele aanpassingen aan
de eerste omzendbrief worden doorgevoerd.
Na de langdurige nationale wegblokkades door wegbestuurders in
september 2000 nam de Antwerpse procureur des Konings het
initiatief om een omzendbrief voor te bereiden. Dergelijk initiatief is
niet uniek. Ook de Hasseltse procureur heeft naar aanleiding van een
concreet incident een gelijkaardige actie ondernomen. Het initiatief
van de Antwerpse procureur raakte in een stroomversnelling na
acties in de haven op 7 juni jongstleden, waarbij in de omzendbrief
wordt verwezen naar een politiebesluit. Dit is een politiebesluit van
de Antwerpse gouverneur. In dit politiebesluit maakt de gouverneur
09.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Le procureur du Roi
d'Anvers a pris cette initiative
après les longs blocages routiers
organisés par des chauffeurs de
camions en septembre 2000. Le
procureur de Hasselt a mené une
action analogue. Le processus
s'est accéléré après des actions
dans le port le 7 juin 2002. La
circulaire vise principalement les
situations qui présentent un
danger particulier pour la sécurité.
Une concertation a eu lieu avec le
directeur général de l'entreprise
portuaire communale, le
gouverneur et la bourgmestre
d'Anvers. Dans le texte de cette
circulaire, il est demandé que les
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
melding van het opwerpen van vaste obstakels, het in het gedrang
brengen van de openbare hulpverlening en het aanwenden door
manifestanten van brandverwekkende producten, waarmee meteen
een belangrijke invalshoek van de uiteindelijke omzendbrief is
aangegeven.
De omzendbrief viseert dus in hoofdorde de situaties die het
gebeuren in een normale manifestatie overstijgen en daardoor een
bijzonder gevaar opleveren voor de veiligheid. De omzendbrief werd
opgesteld na overleg met de Antwerpse gouverneur, de
burgemeester van Antwerpen en, gelet op de specifieke Antwerpse
situatie, de directeur-generaal van het stedelijk havenbedrijf. Een
ontwerp ervan werd eveneens vooraf meegedeeld aan de andere
burgemeesters van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen,
evenals aan alle korpschefs van de betrokken politiediensten. De
uiteindelijke tekst voorziet in eenvormigheid inzake het optreden tot
vaststellen van misdrijven en het opsporen van daders rond de
problematiek van het ontruimen van de wegblokkades, het
aanduiden van de verantwoordelijken inzake het optreden op
gerechtelijk en bestuurlijk vlak en de maatregelen van coördinatie in
geval van optreden.
Wat in de media weinig of geen aandacht heeft gekregen is het feit
dat in de omzendbrief steeds wordt vertrokken van het voeren van
onderhandelingen met de actievoerders en, in de mate dat zulks
mogelijk is, het voorafgaandelijk overleg inzake geplande acties met
de representatieve personen of organisaties. Het recht op staken
wordt door de omzendbrief in geen geval in vraag gesteld, maar wel
worden de grenzen van wat op veiligheidsgebied toelaatbaar is,
afgebakend. We mogen daarbij niet uit het oog verliezen dat de
wegblokkades, zeker in het Antwerpse havengebied, een ernstige
bedreiging vormen voor de werkgelegenheid en dus ook het recht op
werk en dat zich in het recente verleden, naar aanleiding van
wegblokkades, ernstige verkeersongevallen, zelfs met dodelijke
afloop, hebben voorgedaan.
In de mate van wat ik zonet heb toegelicht, is deze omzendbrief wat
mij betreft een terecht strafrechtelijke benadering van een
veiligheidsproblematiek. Wat betreft een eventuele veralgemening
ervan, is het zo dat de Antwerpse procureur een kopie heeft
gezonden naar de andere procureurs des Konings. Gelet op de
specifieke Antwerpse situatie lijkt het mij niet evident dat dergelijke
richtlijnen elders automatisch navolging zouden krijgen. Moest er
voor deze problematiek toch een veralgemeende belangstelling aan
de dag worden gelegd, dan is het uiteraard logisch dat een algemene
rondzendbrief van de minister van Justitie zich opdringt. Daaraan
dient dan alleszins een breed overleg aan vooraf te gaan. Ik denk
echter dat daar momenteel nog geen nood toe bestaat.
interventions en cas de blocages
routiers soient menées de
manière uniforme.
On commence toujours par
négocier avec ceux qui mènent
l'action. Le droit de grève n'est
nullement remis en question mais
on trace les limites de ce qui est
admissible en matière de sécurité.
Ces blocages représentent
d'ailleurs une menace sérieuse
pour l'emploi et ont récemment
provoqué des accidents de la
route mortels.
Selon moi, cette circulaire
constitue une approche pénale
justifiée d'un problème de
sécurité. Une généralisation ne
me paraît pas aller de soi compte
tenu de la spécificité de la
situation anversoise.
09.03
Fred Erdman
(SP.A): Mijnheer de minister, ik kan niet
zeggen dat uw antwoord mij geruststelt. Ik wil wel noteren dat u er de
nadruk op legt dit is in de berichtgeving niet doorgestroomd dat
met betrekking tot vakbondsacties de procureur des Konings
uitdrukkelijk vermeldt dat hij voorafgaand met de
vakbondsafgevaardigden overleg zal plegen en alle maatregelen zal
bespreken om de veiligheid op de wegen te waarborgen. Ik heb u
trouwens gezegd dat er geen probleem is met betrekking tot de
veiligheid op de autowegen waarvoor uw collega van Binnenlandse
09.03
Fred Erdman
(SP.A): La
réponse du ministre ne me
rassure pas. Je retiens que le
procureur procédera à une
concertation préalable avec les
représentants syndicaux afin de
garantir la sécurité routière. Les
barrages installés sur les routes
locales et régionales sont
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Zaken bevoegd is. Wanneer het evenwel gaat om gewestwegen of
lokale wegen dan moet dit als een overtreding worden beschouwd.
Het lijkt mij dan ook een vrij "opgeblazen" benadering van een
probleem dat veel meer de economische belangen dient dan wel de
veiligheid. Op dit vlak dient zich een fundamenteel probleem aan. In
welke mate is het de opdracht van de procureur des Konings om
private, economische belangen te waarborgen of te vrijwaren? Of
moet de procureur veeleer acht hebben voor het vervolgen van
daadwerkelijke overtredingen?
Ik heb nog een tweede opmerking. Ik zou er bij u willen op
aandringen om de Antwerpse procureur des Konings het
herenakkoord in herinnering te brengen. Alle partijen zijn het er
namelijk over eens dat de wet-Major in stand moet worden
gehouden. Het vertroebelen van de sfeer tussen patronaat en
vakbonden kan mogelijkerwijs gevolgen hebben.
Ten derde, ik betwijfel ten sterkste dat dit in overleg gebeurde. Uit
mijn bronnen blijkt dat dit maar even is aangesneden, maar nooit op
formele wijze is geconcretiseerd in een overleg. Integendeel, op
bepaalde niveaus wachtte men op het mededelen van de inzichten.
Last but not least. Indien de Antwerpse procureur des Konings zich in
dergelijke mate bekommert om de veiligheid in het havenbedrijf dan
zou ik hem ook willen aanraden om wat beter toe te zien op de
naleving van het algemeen reglement op de havenarbeid.
Recentelijk hebben we nog een havenarbeider moeten begraven die
blijkbaar het slachtoffer is geworden van het feit dat er geen gevolg
is gegeven aan de nochtans strenge en met strafmaatregelen
bekrachtigde regels van het algemeen reglement inzake de
arbeidsveiligheid. In die omstandigheden zou de houding van het
openbaar ministerie het evenwicht misschien kunnen herstellen.
considérés comme des
infractions; j'estime que cela est
exagéré. Je me demande dans
quelle mesure le procureur est
chargé de sauvegarder les intérêts
économiques. Je crains que cette
initiative ne trouble la relation
entre employeurs et syndicats.
Je me permets toutefois de douter
qu'une concertation formelle ait
réellement eu lieu. Et si le
procureur d'Anvers se préoccupe
tant de la sécurité dans le port, il
ferait mieux de surveiller plus
étroitement le respect du
règlement général relatif à la
sécurité du travail portuaire.
Récemment, le manque
de
sérieux avec lequel on considère
ce règlement strict et nécessaire a
encore fait une victime.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "het overleg met de
Antwerpse procureur-generaal in verband met de eventuele aanwerving van visueel gehandicapten
bij de politiediensten" (nr. 7950)
10 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la Justice sur "la concertation avec le procureur
général d'Anvers à propos du recrutement éventuel de malvoyants au sein des services de police"
(n° 7950)
10.01
Bert Schoofs
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik zal
kort zijn. Ik heb de heer minister een half jaar geleden al
ondervraagd naar aanleiding van een onderzoek in Nederland dat
aantoonde dat er vrij frappante en positieve resultaten werden
geboekt bij de inschakeling van visueel gehandicapten bij
onderzoeken inzake telefoontap. Ik heb aan de minister gevraagd
hoe het stond met een dergelijke piste in ons politiewezen. De
minister wees toen terecht op de praktische en de wettelijke
moeilijkheden die zich voordoen bij het massaal in dienst nemen van
visueel gehandicapten en bij het toetreden van visueel
gehandicapten tot het ambt van politieagent. Toch heeft de minister
destijds een zeer interessante piste aangehaald. De procureur-
generaal van het Hof van Beroep van Antwerpen, mevrouw Deckers,
was toen reeds bezig met een dossier betreffende de aanstelling van
10.01
Bert Schoofs
(VLAAMS
BLOK): Ma question est inspirée
par une étude néerlandaise
relative au recours éventuel à des
malvoyants pour procéder à des
écoutes téléphoniques. A Anvers,
le procureur général, Mme
Dekkers, est en charge du dossier
concernant le recours à des
malvoyants à la cour d'appel et il
semblerait possible qu'un juge
d'instruction désigne un
malvoyant.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
een visueel gehandicapte. De minister zei ook dat een
onderzoeksrechter een visueel gehandicapte kan inschakelen als
expert in een lopend onderzoek.
Ik wou weten of dat idee inmiddels een stille dood gestorven is, of
dat er integendeel in Antwerpen wel degelijk is overgegaan tot de
inschakeling van een persoon met een visuele handicap in een
gerechtelijk onderzoek of in verschillende onderzoeken inzake
telefoontap. Indien dat gebeurd zou zijn, zou ik ook willen weten wat
de bevindingen hieromtrent zijn.
Actuellement, des malvoyants
sont-ils impliqués dans des
enquêtes judiciaires dans le cadre
d'écoutes téléphoniques?
10.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, ik kan over
deze problematiek niets anders zeggen dan wat ik eerder al
geantwoord heb aan de heer Schoofs. Ik begrijp dat de heer Schoofs
wil weten of er nu al of niet gevolg is gegeven aan deze mogelijke
piste binnen het Antwerpse parket-generaal.
De situatie is nu eenmaal zo dat het Wetboek van strafvordering
duidelijk bepaalt wie de onderzoeksrechter kan aanduiden als officier
van gerechtelijke politie en aan welke rekruteringsvoorwaarden
voldaan moet zijn. Hieruit blijkt duidelijk dat het niet mogelijk is om
personen met een visuele handicap in te schakelen. Ik heb ook
nagegaan of de GDA's ooit geconfronteerd zijn geweest met
dergelijke problematiek, of een persoon met een visuele handicap
daar ooit tewerkgesteld is geweest en of daaruit dan een expertise is
gebleken. Het antwoord is negatief.
Vervolgens is er overleg gepleegd tussen een van mijn
kabinetsmedewerkers, bevoegd inzake interceptie en
telecommunicatie, en een vertegenwoordiger van de procureur-
generaal. De procureur-generaal heeft hieraan geen positief gevolg
gegeven. Het antwoord op uw rechtstreekse vraag is dus dat men er
niet op ingegaan is en dat het volgens de procureur-generaal erg
problematisch is.
10.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Le Code d'instruction
criminelle stipule que le juge
d'instruction peut uniquement
désigner des officiers de la police
judiciaire pour exécuter son
ordonnance. Ceux-ci peuvent
toutefois s'adjoindre les services
d'agents de la police judiciaire
mais les critères de recrutement
de la police locale et fédérale ne
permettent pas d'engager des
malvoyants. Les SJA m'ont fait
savoir qu'un malvoyant n'a encore
jamais été recruté en tant
qu'expert pour effectuer des
écoutes téléphoniques. Au sein du
groupe de travail Interception des
télécommunications, une
concertation a été organisée entre
un représentant du procureur
général et un de mes
collaborateurs de cabinet mais
aucune suite n'y a été donnée.
10.03
Bert Schoofs
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik zal
kort reageren. Hopelijk kan men in België overgaan tot dezelfde
regeling als in Nederland. In Nederland zijn er nu eenmaal positieve
resultaten geboekt. Ik veronderstel dat zulks niet uitsluitend uw
bevoegdheid is, mijnheer de minister, maar veeleer die van het
ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik zal dan ook een vraag richten
aan minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne om deze
aangelegenheid te bestuderen met het oog op het in dienst nemen
van mensen met een visuele handicap bij de politiediensten. Ik
veronderstel dat dit gerealiseerd kan worden indien de voorwaarden
worden aangepast.
10.03
Bert Schoofs
(VLAAMS
BLOK): Je demanderai également
au ministre de l'Intérieur de faire
étudier la possibilité d'engager des
personnes malvoyantes au sein
des services de police.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de ontdekking van
pornografische foto's van kinderen in de gevangenis van Sint-Gillis" (nr. 7987)
11 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la Justice sur "la découverte de photographies
pornographiques d'enfants à la prison de Saint-Gilles" (n° 7987)
11.01
Bert Schoofs
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, 11.01
Bert Schoofs
(VLAAMS
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
mijnheer de minister, ik ben erg geïnteresseerd in de gebeurtenissen
in de gevangenis van Sint-Gillis. Recentelijk is aan het licht gekomen
dat in de briefwisseling van een gedetineerde pornografische foto's
van kinderen werden aangetroffen. Het is frappant dat ook de ouders
van de kinderen zouden hebben gereageerd op een advertentie die
in een contactblad was verschenen. Dat heeft de mogelijkheid
gecreëerd om die foto's aan de gedetineerde te leveren, die ze
blijkbaar ook nog heeft doorverkocht aan medegedetineerden.
Ik heb daarover een aantal vragen, mijnheer de minister. Om het
geheim van het onderzoek te respecteren, zult u daar in de mate van
het mogelijke op antwoorden. Ik kan begrijpen dat u niet tot in detail
kunt gaan omdat er hopelijk zoniet een gerechtelijk onderzoek,
dan toch een opsporingsonderzoek is geopend. Ik veronderstel dat er
huiszoekingen zijn gebeurd of zullen moeten gebeuren bij de ouders
van die kinderen.
Ik heb toch een aantal vragen waarop u mij wellicht in zekere zin een
antwoord kunt geven.
Ten eerste, hoe werd dat materiaal in de gevangenis ontdekt? Was
dat via een systematische controle? Bestaat er een systeem of
gebeurde dat bij toeval? Als het bij toeval was, hoe is het dan exact
vastgesteld? Wat was de strekking van het contactblad? Was het
van pornografische of andere aard? Ik veronderstel dat het niet van
kinderpornografische aard was. Heeft men de diensten misleid door
een contactadvertentie te plaatsen in een blad dat niet zo
aangebrand was? Voor welke feiten bevindt de gedetineerde zich in
de gevangenis? Is hij in het verleden reeds veroordeeld en verdacht
geweest van zedenfeiten, voornamelijk met kinderen? Bij hoeveel
gedetineerden heeft men pornografisch materiaal kunnen aantreffen,
of was het alleen bij die ene persoon? Als het alleen bij die ene
gedetineerde was, hoe weet men dan dat er een handeltje was
opgezet? Voor welke feiten bevinden die verdachten zich in de
gevangenis? Het interesseert mij ook hoeveel dat handeltje van de
gedetineerde heeft opgebracht. Wat is er met de opbrengst gebeurd?
Hoe heeft hij dat kunnen betalen? Is dat met geld gebeurd dat
bijvoorbeeld voor kantinerantsoenen of lunchboxen was bestemd?
Komt het geld van zijn opbrengst die hij in de gevangenis heeft
kunnen verkrijgen?
Mijnheer de minister, ik kom tot het politieke angeltje aan de zaak. Is
er voldoende mogelijkheid in de gevangenis en bestaat er een
voldoende gesloten systeem vooralsnog blijkbaar niet om
gedetineerden systematisch te controleren op hun lectuur en
briefwisseling, zonder uiteraard het recht op privacy niet te zeer te
schenden? Welke stappen hebt u inmiddels ondernomen om na te
gaan of in andere gevangenissen iets dergelijks ook aan de gang zou
kunnen zijn of om daarop in de toekomst te anticiperen zodat het
zich niet meer kan voordoen?
BLOK): Des photographies
pornographiques d'enfants ont
récemment été découvertes dans
la correspondance d'un détenu de
la prison de Saint-Gilles. Les
parents des enfants auraient réagi
à une annonce publiée dans un
bulletin d'informations et auraient
fourni les photographies, que
l'intéressé aurait ensuite
revendues à des codétenus. Je
suppose qu'une enquête
préliminaire est en cours sur les
parents et au sein de la prison.
Ces photographies
pornographiques ont-elles été
découvertes par hasard ou grâce
à un contrôle systématique? De
quel type de bulletin
d'informations s'agit-il? Pour quels
faits l'intéressé est-il détenu?
Combien de détenus ont-ils
acheté ces photographies et pour
quelle raison sont-ils en prison?
Quelles sommes ce trafic a-t-il
rapportées? Qu'advenait-il de la
recette? Le ministre compte-t-il
rendre obligatoire le contrôle
systématique de la
correspondance des détenus?
Comment peut-on prévenir de tels
incidents?
11.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Schoofs heeft zelf in zijn vraagstelling aangevoeld hoe delicaat deze
aangelegenheid is. Voor zover het individueel dossier moet worden
benaderd, zal het in algemene termen geschieden.
Er is pornografisch materiaal aangetroffen naar aanleiding van een
systematische controle. De bevoegde dienst en de directie hebben
11.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Il s'agit là d'une question
délicate. Les photographies ont
été découvertes grâce à un
contrôle systématique. Le bulletin
en question avait un caractère
pornographique. Je ne peux vous
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
daarop onmiddellijk gereageerd. De feiten waarvoor de betrokken
persoon een gevangenisstraf uitzit, hebben niets van doen met
seksuele misdrijven. De vraag hoeveel gedetineerden met dit
materiaal in aanraking zijn gekomen, kan momenteel niet worden
beantwoord omdat het opsporingsonderzoek aan de gang is. Men spit
dat in elk geval uit.
Het algemeen reglement laat ons toe om zeer systematische
controles uit te voeren en die worden ook uitgevoerd. Het is trouwens
naar aanleiding daarvan dat de feiten zijn ontdekt. Ik meen dat die
systematisch uitgevoerde controles wel degelijk resultaten kunnen
opleveren. Het beste bewijs is naar aanleiding van deze feiten
geleverd.
communiquer le motif pour lequel
l'intéressé est détenu car il s'agit
d'un dossier individuel. L'enquête
relative aux clients et à la recette
de ce trafic n'est pas encore
terminée. La correspondance des
détenus peut être contrôlée, mais
ce contrôle ne revêt qu'un
caractère pénitentiaire et vise
uniquement le maintien de l'ordre
et de la sécurité. Ce contrôle est
effectué systématiquement dans
toutes les prisons belges et il
semble suffisant comme le
démontre cet incident.
11.03
Bert Schoofs
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik dank
u omdat u ook erkent dat ik geen tegenstander ben van het recht op
privacy. Ik wil ieder diertje zijn pleziertje en ieder mensje zijn wensje
gunnen, maar in de gevangenis komen wij sneller in de conflictzone
tussen de openbare orde en veiligheid, enerzijds en de privacy,
anderzijds. Het moet worden vermeden dat in de gevangenis zich
criminele en zwaar criminele feiten afspelen. Als iets dergelijks
gebeurt, stemt dat tot nadenken. Ik roep alle collega's op om bij de
bespreking van het wetsvoorstel inzake de rechtspositie van
gedetineerden het begrip detentieschade niet al te ruim op te vatten
wanneer men lectuur en brieven van gedetineerden aan een discrete,
gerichte en grondige controle zal onderwerpen.
Mijnheer de minister, ik hoop dat dergelijke feiten in de toekomst niet
meer frequent zullen voorkomen. Dat zou het beleid in vraag kunnen
stellen.
11.03
Bert Schoofs
(VLAAMS
BLOK): Il faudra veiller à ce que
des faits criminels comme celui-ci
ne puissent être commis dans les
établissements pénitentiaires. Le
contrôle de la correspondance est
un des éléments à prendre en
compte lors de l'examen de la
proposition de loi relative à la
condition juridique du détenu. De
tels faits ne peuvent pas se
reproduire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "de voetbalwedstrijden
voor gevangenen" (nr. 7979)
12 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "les matchs de football pour les
12.01
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
begin september bent u op opmerkelijke wijze in het nieuws geweest.
De camera's draaiden toen u de aftrap gaf van de voetbalmatch
tussen gedetineerden uit Hoogstraten en gedetineerden uit een
andere open Waalse gevangenis. Op zichzelf kan daar weinig tegen
ingebracht worden. Wat Hoogstraten betreft, was dat weinig nieuws.
De commissie voor de Justitie heeft de gelegenheid gehad die
gevangenis te bezoeken. We weten allemaal dat het een open
gevangenis is waar volop gevoetbald wordt, ook tegen ploegen uit
dezelfde regio. Veel erger en volkomen fout, ons inziens, is dat er
een soort voetbaluitwisseling opgestart wordt tussen ten minste 15
gevangenissen waarvan heel wat gesloten instellingen zijn. Dat zijn
instellingen van een heel ander kaliber. Ook hier zal men hele
groepen gevangenen uithalen om te gaan voetballen. Dat roept heel
wat vragen op, niet alleen inzake kostprijs. Het personeel protesteert.
In een mededeling stelt het CCOD, ik citeer: "Ik heb sterke twijfels
12.01
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Début septembre, le
ministre a donné le coup d'envoi
d'un match de football organisé
entre deux établissements
pénitentiaires ouverts. Il me
revient que l'on souhaite à présent
que les établissements fermés
s'affrontent également dans le
cadre d'un véritable tournoi de
football, même si les prétentions
ont dû être revues à la baisse.
L'organisation d'un tel événement
coûte cher et nécessite la
mobilisation d'effectifs importants,
ce qui a déjà suscité les
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
over de haalbaarheid. Het betekent extra werk voor het personeel,
terwijl er tot voor kort nog een groot personeelstekort was in de
gevangenissen. Ik denk niet dat we daar veel volk voor kunnen
vrijmaken". Meteen wordt een belangrijk praktisch probleem naar
voren geschoven, mijnheer de minister.
Er is echter ook een principiële kwestie. Binnen gesloten
gevangenissen zijn sportactiviteiten nuttig en nodig. Die bestaan ook.
Daarmee is er geen enkel probleem. Daarbuiten lijken dergelijke
activiteiten mij onaanvaardbaar. Bovendien geeft men het verkeerd
signaal dat de gevangenisstraf niet al te ernstig moet worden
genomen, dat het slechts een regeling van komen en gaan is en dat
voor de rest het gevangenisleven zo veel als mogelijk op het gewone
leven moet gelijken. We hebben dat debat reeds gevoerd naar
aanleiding van de ontwerpen van professor Dupont. Die filosofie is,
ons inziens, niet alleen volkomen verkeerd, maar vindt bovendien
geen enkele steun bij de bevolking. Als men de mensen hierover
aanspreekt, spert men de ogen wijd open. Men gelooft het niet. Met
de mediacampagne rond de voetbalwedstrijden krijg ik de te
verwachten reacties van de publieke opinie. Mensen nemen dat niet!
Mensen vinden dat gevangenen thuishoren in gevangenissen en
moeten zeker niet collectief het veld op, met alle risico's eraan
verbonden.
U hebt meegedeeld dat alleen de lichtgestraften in aanmerking zullen
komen. Ondertussen hebt u echter de pech gehad dat bij een van de
voetbalwedstrijden waar de open gevangenis van Ruislede bij
betrokken was, een gedetineerde de benen heeft genomen.
protestations de la CCSP.
Mais la critique fondamentale que
je souhaiterais formuler est la
suivante: je ne m'oppose en rien
aux activités organisées
à
l'intérieur
de l'établissement
pénitentiaire mais je ne vois pas
pourquoi la vie carcérale devrait
être rendue agréable par
l'organisation d'activités à
l'extérieur. Un signal erroné est
envoyé et cette initiative ne peut
certainement pas compter sur le
soutien de la population.
En outre, un risque se pose sur le
plan de la sécurité. A Ruiselede,
un détenu condamné à une peine
légère s'est déjà évadé d'un
centre ouvert de cette façon.
12.02 Minister
Marc Verwilghen
: Hij werd weer opgepakt.
12.03
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Goed, maar...
12.04 Minister
Marc Verwilghen
: Hij werd overgeplaatst naar een
gesloten afdeling.
12.04
Marc Verwilghen
,
ministre: Il a ensuite été arrêté et
transféré vers un établissement
fermé.
12.05
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Des te beter. Het was een
lichtgestrafte, mijnheer de minister. Als de andere lichtgestraften uit
gesloten gevangenissen ook de kans krijgen te gaan voetballen,
vrees ik dat incidenten schering en inslag zullen zijn. Zoiets moeten
we zeker niet uitlokken. Zelfs als de straf die nog moet worden
uitgezeten, kort is, is een aantal mensen er zeker happig op om hun
straf zelf in te korten. Op het ogenblik dat gedetineerden uit gesloten
instellingen ontsnappen bij zo'n wedstrijd, zult u de boter hebben
gegeten! Voor mij is het duidelijk dat het project beter onmiddellijk
kan worden afgeblazen, zeker voor de gesloten instellingen.
Mijnheer de minister, ik wens een aantal concrete vragen te stellen.
Kunt u uitleg geven bij het project? Op welke basis zullen de
gevangenen geselecteerd worden? Op welke basis werden de 15
deelnemende penitentiaire instellingen geselecteerd? Ik dacht dat er
meer instellingen waren. Waarom werden sommige instellingen wel
en andere niet geselecteerd?
12.05
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): J'aurais néanmoins
souhaité obtenir des informations
concernant ce projet. Comment le
ministre réfute-t-il mes objections
fondamentales? Comment
sélectionne-t-il les établissements
et les détenus eux-mêmes? Qui
endosse la responsabilité d'une
éventuelle tentative d'évasion d'un
détenu participant au tournoi?
Quel sera le coût de ce projet?
Comment financera-t-on les
entraîneurs et le transport? Quel
moyen de transport sera utilisé?
Le ministre assume une lourde
responsabilité.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Wie is verantwoordelijk als sommige "spelers" de natuur in trekken
en het aftrappen in plaats van tegen de bal te trappen om samen met
"supporters" het hazenpad te kiezen die de auto achter de struik
parkeren, zoals in Ruislede is gebeurd?
Is de kritiek van de christelijke vakbond correct dat er veel te weinig
cipiers zijn voor de bijkomende taken?
Is het een soort competitie zoals uw woordvoerder in een
enthousiaste bui in het radioprogramma "Voor de dag" verklaarde? U
hebt dat later afgezwakt. Hoe moeten we de wedstrijden opvatten?
Hoeveel matchen zullen er worden gespeeld?
Wat is de kostprijs van heel het project, globaal en per gevangenis?
Hoeveel zal er voor de trainers betaald worden?
Ik kan mij ook indenken dat die gevangenen niet met overvalwagens
zullen worden vervoerd. Zal dat vervoer dan plaatsvinden met
gewone bussen, waarin in- en uitgestapt kan worden, die op het juiste
moment opengemaakt kunnen worden met het hamertje dat erin
hangt en waarna de bus kan worden verlaten? Hoe zal dat concreet
worden opgevat? Er bestaan genoeg films over gevangenen die uit
bussen ontsnappen. De gelegenheid schept de dief, zoals nogal eens
wordt gezegd. Ik denk dat wij op die manier heel snel voor
ontsnappingen zullen staan, die u dan eigenlijk helemaal onder uw
eigen verantwoordelijkheid kunt plaatsen.
Graag vernam ik uw antwoord.
De
voorzitter
: Mijnheer Laeremans, als u iets van voetbal kent, dan weet u dat als de bal buiten het
terrein ligt, er altijd iemand buiten het terrein moet gaan.
12.06 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, het kan zijn
dat de heer Laeremans getraumatiseerd is door de films die hij heeft
gezien waarin gevangenen ontsnappen uit bussen.
Ik kan één zaak zeggen. Er heeft uitzonderlijk een voetbalmatch
plaatsgevonden, want er is geen sprake van een competitie. Op het
einde was er een boutade. Er werd gezegd dat de uitslag 11-11 was,
waarmee men wilde aantonen dat niemand was gaan lopen.
Alle gekheid op een stokje. Het geheel startte in 1995, toen koningin
Paola een bezoek bracht aan de Koninklijke Belgische Voetbalbond.
Zij vroeg toen of de Belgische voetbalbond enige actie kon
ondernemen om voetbal in penitentiaire instellingen mogelijk te
maken. U weet dat de sport geacht wordt de zeden te verzachten.
Wij waren dus van oordeel dat op dat vlak enig experiment mogelijk
was. Dat experiment is trouwens opgestart en heeft gedurende één
jaar gelopen, waarna het is opgedroogd bij gebrek aan middelen. Nu
heeft de koninklijke Belgische voetbalbond opnieuw een aanbod
gedaan, maar wel voor drie voetbalseizoenen lang, waarbij zij vijftien
trainers ter beschikking stelt van de penitentiaire instellingen.
Ik weet wel dat de nadruk op de competitie werd gelegd, want dat
was klaarblijkelijk belangrijk. In werkelijkheid is de competitie
hoegenaamd niet belangrijk en zelfs volledig bijkomstig. De
competitie is trouwens erg sterk beperkt.
12.06
Marc Verwilghen
,
ministre: A la demande de la reine
Paola, une initiative de courte
durée avait déjà été prise en 1995
par l'Union belge de football
(URBSFA). Récemment,
l'URBSFA a proposé de relancer
pendant au moins trois saisons de
football le projet "Football dans les
établissements pénitentiaires".
Depuis le début de ce mois, treize
entraîneurs de l'URBSFA
entraînent des détenus provenant
de quinze prisons. L'ensemble du
projet est financé par l'URBSFA.
Dans la presse, l'accent a été mis
sur des compétitions entre
détenus. Mais en réalité, ce qui
compte avant tout, ce sont les
entraînements et les compétitions
ne se déroulent
qu'occasionnellement et, qui plus
est, uniquement entre
établissements qui connaissent un
système de détention ouvert.
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Dat betekent niet dat die trainingen in vijftien instellingen niet
gegeven kunnen worden. Die zijn trouwens volledig ten laste van de
Belgische voetbalbond. Er is geen enkele bijdrage vanuit het
ministerie van Justitie. Als er dan al eens een competitie kan
plaatsvinden, dan zal dat altijd een competitie zijn tussen instellingen
die een systeem van open bewaring kennen, zoals er een aantal in
België bestaan.
Mijnheer Laeremans, het is best mogelijk dat u de instelling van
Hoogstraten bezocht hebt, maar er bestaan zo ook nog andere
instellingen.
Aan het incident in Ruislede zou ik niet al te zeer tillen. De man in
kwestie had kansen te over voordien als hij uit de instelling in
Ruislede had willen vertrekken. Hij werd trouwens terug opgepakt en
in een andere instelling ondergebracht. Vermits het competitief
aspect er slechts occasioneel bijkomt, zal dat natuurlijk niet van aard
zijn om organisaties te doen ontstaan om de ontsnappingen, die u in
de films hebt mogen bekijken, ook in real life tot stand te brengen.
Die risico's worden heus niet genomen. Volgens mij heb ik de zaak
daarmee ook in zijn juiste context geplaatst.
In elk geval kan ik wel zeggen dat het mij bijzonder is opgevallen hoe
de verschillende gevangenisdirecteurs, inbegrepen de heer Van
Oers, toch niet de eerste de beste in dat soort zaken, hun lof hebben
uitgedrukt voor het heilzaam effect dat die voetbaltrainingen op die
mensen heeft. Ik denk dat, als de juiste boodschap daarover
gegeven wordt, daarvoor wel begrip kan worden opgebracht. Wellicht
frequenteert u andere kringen dan de mijne, want de reacties die ik
heb gehad, waren soms gematigd dat zal ik niet ontkennen maar
hielden daarentegen wel ook rekening met de realiteit.
Je pense personnellement qu'il ne
faut pas trop s'attarder sur
l'incident de Ruiselede: l'intéressé
avait déjà la possibilité de
s'évader auparavant, s'il l'avait
voulu, et de surcroît il a été
intercepté.
Les directeurs de prison et M. Van
Oers soulignent l'effet positif des
entraînements de football.
M. Laeremans fréquente peut-être
d'autres milieux que moi mais
mon expérience personnelle m'a
appris que la population, à
condition d'être bien informée,
peut faire preuve d'une certaine
compréhension à l'égard de ces
entraînements de football destinés
à des détenus.
12.07
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
houd eigenlijk meer vragen over dan er werden beantwoord. U bent
zeer vaag. U zegt dat er geen sprake is van competitie, of toch
misschien wel, maar dan beperkt tot de open instellingen. U legt ook
de nadruk op die open instellingen. Maar, nogmaals, daar bestaat het
probleem niet. In het totaal gaat het om vijftien instellingen, veel
meer dan dat er open instellingen zijn. Daarop hebt u niet
geantwoord. U haalt mensen weg uit gevangenissen die gesloten
zijn.
12.07
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Le ministre a, certes,
répondu à plusieurs questions,
mais il y en a plus encore qui
restent sans réponse. Quinze
établissements, c'est beaucoup
plus que le nombre de centres
ouverts dans notre pays. Le
ministre permet à des détenus de
quitter la prison pour ...
12.08 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer Laeremans, u gaat er nog
altijd van uit dat er vijftien competities zijn. Dat is niet het geval: in
vijftien instellingen wordt voetbaltraining gegeven. Dat is alles.
12.08
Marc Verwilghen
,
ministre: Pas du tout. Des
entraînements sont organisés pour
les détenus dans quinze
établissements.
12.09
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Wanneer u de
mogelijkheid geeft aan gedetineerden uit gesloten instellingen om
extern, buiten de gevangenis, voetbal te gaan spelen, dan bent u
verkeerd bezig en dan geeft u een volkomen verkeerd signaal. Ik stel
dus vast dat u op uw schreden terugkeert. Nu u stelt dat dit niet zou
gebeuren, dan is dat tenminste opgelost en dan is er terzake toch iets
meer duidelijkheid geschapen.
12.09
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Soit. S'il s'agit d'une
affaire purement interne, il n'y a
aucun problème. Le ministre
revient sur ses pas.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Justitie over "het tekort aan magistraten in
de rechtbank van eerste aanleg te Ieper" (nr. 7984)
13 Question de M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur "la pénurie de magistrats au tribunal
13.01
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het probleem dat ik vandaag naar voren wil schuiven is dat
van de onderbezetting van de rechtbank van eerste aanleg te Ieper
en het tekort aan magistraten om de werklast op een juiste en
correcte manier af te handelen. De rechtsbedeling blijkt in gevaar te
komen, onder meer omwille van het feit dat het bestaande kader niet
bij machte is om naast het belangrijke dossier Lernout en Hauspie de
courante dossiers af te handelen. Dat is ook logisch. Het recht op een
vlotte rechtsbedeling is een basisrecht en ik vind dan ook dat de
minister van Justitie hier enige aandacht aan mag besteden. Ik zeg
niet dat dit nu niet gebeurt. Dat is echter zeker aan de orde nu de
minister van Justitie na zijn verwijdering uit Oost-Vlaanderen ook
Ieper tot zijn toekomstige kieskring mag gaan rekenen. Het kader
van de rechtbank van eerste aanleg te Ieper bestaat uit zeven leden,
een voorzitter, een ondervoorzitter, twee onderzoeksrechters, een
jeugdrechter en twee rechters. Eén van de twee rechters is echter
sedert vorig jaar aangeduid als bijzonder onderzoeksrechter in de
zaak Lernout en Hauspie. Er is wel een toegevoegde rechter
toegewezen die totnogtoe voltijds te Ieper werkt. Het ziet er echter
naar uit dat deze rechter vanaf 1 januari 2003 in het kader van de
werkverdeling met de rechtbank van eerste aanleg in Veurne voltijds
te Veurne actief zal zijn tot daar een rechter benoemd zal zijn. Ik heb
wat gegrasduind...
Mijnheer de voorzitter, doet u rustig verder. Als u stil spreekt, kan
iedereen dat wat hier momenteel aan de agenda staat nog volgen.
Als het te luid wordt, zal ik u vragen om uzelf tot de orde te roepen.
Ik ben wat gaan grasduinen in de parlementaire werkzaamheden met
betrekking tot de uitbreiding van het kader. Samen met een aantal
collega's heb ik een wetsvoorstel ingediend om extra magistraten te
voorzien te Ieper. Daar is echter verder geen gevolg aan gegeven. In
de verslaggeving van de commissie voor Justitie heb ik ook gezien
dat op 16 januari 2002 onze onvolprezen collega Van Parys die
zojuist de vinger op de wonde legde met betrekking tot de Veiligheid
van de Staat een interpellatie hield over de ongelijke behandeling
met betrekking tot de vacante plaatsen voor toegevoegde rechters
van het rechtsgebied Gent. In het antwoord van de minister op deze
interpellatie werd gesuggereerd dat hij de bedoeling had om een
toegevoegd rechter te laten benoemen voor Ieper en Veurne. Uit wat
de minister toen zei bleek dat hij de argumentatie dat er nood was
aan een bijkomende rechter erkende en dat hij de bedoeling had om
via een toegevoegde rechter een oplossing te verschaffen. Blijkens
de verklaring van de minister was er echter een probleem bij de
inspectie van Financiën. Er werd toen aangekondigd dat er een
nieuw advies zou worden gevraagd. Is dat advies intussen binnen? Is
het gunstig? Kan daar nog enig soelaas van worden verwacht?
Mijn eerste vraag is retorisch, namelijk of de minister op de hoogte is
13.01
Yves Leterme
(CD&V): La
presse a fait état d'une grave
pénurie de magistrats au tribunal
de première instance d'Ypres, ce
qui se traduit par la force des
choses par des ajournements.
L'examen de l'affaire
Lernout &
Hauspie
est également
compromis.
Le cadre du tribunal de première
instance se compose de sept
membres, dont deux juges. L'un
des deux a été désigné comme
juge d'instruction dans l'affaire
Lernout & Hauspie
. Il y a certes un
juge de complément mais il sera
occupé à temps plein à Furnes
pendant quelque temps. Dans sa
réponse à une interpellation
développée par M. Van Parys, le
16 janvier 2002, le ministre a
laissé entendre qu'il ferait nommer
un juge de complément pour
Ypres et Furnes. Qu'en est-il?
Le ministre a-t-il connaissance de
la situation à Ypres? A quoi est
due cette pénurie de magistrats?
Combien d'affaires ont-elles dû
être reportées? Quelles mesures
le ministre propose-t-il pour
remédier à la pénurie de
magistrats à Ypres? Quelles
mesures spécifiques propose-t-il
concernant l'affaire
Lernout &
Hauspie?
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
van het probleem in Ieper. Wat is volgens u de oorzaak? Hoe staat
het met het aantal zaken dat hierdoor moet worden uitgesteld? De
belangrijkste vraag is uiteraard welke maatregelen u zult nemen om
het gebrek aan magistraten te Ieper op te vangen. Neemt u specifiek
maatregelen in het kader van de afhandeling van het dossier Lernout
en Hauspie?
13.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, ik kan de
heer Leterme geruststellen. Er kan geen sprake zijn van verwijdering
uit mijn geboortestad in Oost-Vlaanderen als men samen de
beslissing neemt om terug te keren naar de geboortestad van zijn
alter ego in het gezin. Ik stel u dus gerust. Van een verwijdering
manu militari die uit de ondertoon van uw vraag zou kunnen blijken is
dus geen sprake. Dit doet mij denken aan het welkom van een
andere eminent lid van de CD&V-fractie toen een minister in zijn stad
kwam wonen.
13.02
Marc Verwilghen
,
ministre: L'on s'attendrait à ce que
je sois mis au courant par les
corps mais j'ai moi aussi pris
connaissance du problème par la
presse.
13.03
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de minister, ik meen het. Wij
hadden het ons erger kunnen voorstellen. U bent van harte welkom
in de kieskring West-Vlaanderen.
13.04 Minister
Marc Verwilghen
: Waarvan akte bij deze.
Mijnheer Leterme, u zegt dat uw eerste vraag retorisch is bedoeld. Ik
vind ze iets minder retorisch want de normale gang van zaken wil dat
men zoiets verneemt via de korpschef. Ik heb ook via de pers
vernomen dat er een probleem zou bestaan in het verwerken van de
stroom van dossiers in het gerechtelijke arrondissement Ieper door
een tekort aan magistraten.
Het effectieve kader voor het arrondissement Ieper, dat wettelijk is
bepaald, is vol. Op dit ogenblik bestaat de wettelijke mogelijkheid tot
aanwerving van 24 toegevoegde rechters voor het rechtsgebied van
het hof van beroep in Gent. Ik heb reeds eerder in een antwoord op
een vraag van de heer Van Parys gezegd dat er 14 rechters werden
aangeworven. Een van die 14 magistraten is geaffecteerd naar Ieper
en Veurne. Deze persoon wordt geacht zijn prestaties gelijk te
verdelen tussen Ieper en Veurne.
De eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent kan beslissen
dat de persoon in kwestie voor 100% moet worden toegewezen aan
Ieper. Er is ook een bijkomende toegevoegde rechter die zou kunnen
worden aangeworven. Ook op dit vlak moet het initiatief worden
genomen. Omwille van het doorlopen van de advies- en
aanwervingsprocedure, wat al gauw 7 à 8 maanden in beslag neemt,
kan dit niet voor een onmiddellijke oplossing zorgen.
Er werden drie magistraten een van de rechtbank van eerste
aanleg in Brugge en twee van Kortrijk gelijktijdig benoemd bij de
rechtbank van eerste aanleg te Ieper op basis van artikel 100 van het
Gerechtelijk Wetboek. Deze magistraten zijn evenwel voor 100%
tewerkgesteld in de rechtbanken van eerste aanleg van hun kader,
namelijk in Brugge en Kortrijk. Ook wat dit betreft, kan de eerste
voorzitter een wijziging doorvoeren wat op zeer korte termijn tot een
oplossing kan leiden.
Indien er werkelijk problemen zijn, lijkt het mij wenselijk dat de
13.04 Minister
Marc Verwilghen
:
Le cadre du tribunal d'Ypres est
complet. Légalement, vingt-quatre
juges de complément peuvent
être recrutés pour le ressort de la
cour d'appel de Gand. Jusqu'à
présent, quatorze seulement ont
été effectivement engagés. L'un
d'entre eux est affecté à Ypres et
à Furnes et travaille à mi-temps
dans chacune de ces deux villes.
Le premier président de la cour
d'appel de Gand peut le faire
travailler à temps plein à Ypres.
Un juge de complément
supplémentaire pourrait
également être recruté à Ypres,
au terme de la procédure
habituelle qui peut prendre huit
mois.
Trois magistrats ont été nommés
au tribunal d'Ypres en vertu de
l'article 100 du Code judiciaire. A
l'heure actuelle, ils sont occupés à
temps plein à Bruges et à
Courtrai. Le premier président
peut également agir à ce niveau.
De même, les chefs de corps
peuvent mener une concertation
rapide. Je me conforme
généralement à ces avis.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
korpsoversten de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in
Ieper en de eerste voorzitter van het hof van beroep in Gent snel
tot een concertatie komen. De adviezen die zij mij voorleggen,
worden doorgaans door mij gevolgd. Op die manier kan worden
geremedieerd aan het probleem dat ik net zoals u via de pers heb
vernomen.
13.05
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil meteen
ingaan op de laatste opmerking van de minister.
Als de korpschef van de rechtbank van eerste aanleg in Ieper in de
loop van de maand mei de eerste voorzitter op de hoogte heeft
gebracht van het probleem, voorstellen gedaan en gevraagd om het
kader te versterken, lijkt het mij vooral te wijten aan een gebrekkige
communicatie tussen de eerste voorzitter van het hof van beroep te
Gent en uw diensten als u dit alles in de media moet vernemen. Ik
meen dat de korpschef in Ieper terzake niets ten kwade kan duiden.
De toegevoegde rechter waarover u het had, moet zijn tijd gelijk
verdelen tussen Ieper en Veurne. De facto heeft hij vooral in Ieper
gewerkt. Vanaf 1 januari van volgend jaar zal hij in het kader van een
onderlinge afspraak de facto vrijwel voltijds in Veurne werken. De
andere 3 rechters van Brugge en Kortrijk waarnaar u hebt verwezen,
werken zoals u zelf hebt gezegd voor 100% in Brugge en Kortrijk.
Ik kom dan ook tot de vaststelling dat er op dit ogenblik geen
oplossing voor handen is, tenzij een oplossing die ten nadele gaat
van andere rechtbanken van eerste aanleg in West-Vlaanderen en
dit kan toch ook niet de bedoeling zijn. Het dossier-Lernout &
Hauspie zorgt voor een bijkomende werklast omdat het in heel wat
dimensies het rechtsgebied van de rechtbank van eerste aanleg in
Ieper overschrijdt. Ik meen dat dit de aanleiding kan vormen voor het
tijdig treffen van de nodige maatregelen. U verschuilt zich enigszins
achter de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de eerste
voorzitter van het hof van beroep te Gent en de korpschefs ter
plekke. In het belang van de rechtsonderhorigen zou ik u willen
vragen dat in onderling overleg een oplossing wordt gezocht. Mensen
hebben weinig boodschap aan wie nu eigenlijk het initiatief moet
nemen.
Ik vind het jammer dat ik geen antwoord krijg op een bepaalde vraag
die weliswaar niet in de schriftelijke versie van mijn vraag was
opgenomen.
Ik heb naar de onvolprezen collega Van Parys ik heb deze term
ook gebruikt toen de heer Van Parys niet aanwezig was verwezen,
die op 16 januari 2002 interpelleerde over de problematiek van het
tekort in en de benadeling van het rechtsgebied Gent. U hebt toen
gezegd dat wij van een bepaalde mogelijkheid geen gebruik konden
maken omdat er een negatief advies was van de inspectie van
Financiën, dat u een nieuw gunstig advies zou vragen en dat u
hoopte dat, wanneer dat gunstig advies er zal zijn, wij ook
maatregelen zullen kunnen nemen.
Graag zou ik vernemen wat er inmiddels mee gebeurd is. Mocht het
nu niet kunnen wegens een gebrek aan concrete informatie, dan ben
ik uiteraard bereid er schriftelijk kennis van te nemen.
13.05
Yves Leterme
(CD&V): Le
chef de corps du tribunal de
première instance d'Ypres a
informé le premier président du
problème par la procédure
d'usage dès le mois de mai. Seul
un défaut de communication entre
vos services et le premier
président peut donc expliquer
pourquoi il a fallu que vous soyez
informé par l'entremise de la
presse. La faute ne peut être
imputée au chef de corps du
tribunal de première instance.
Un seul juge de complément
travaille à Ypres, à temps partiel
de surcroît. Les trois autres juges
travaillent à Bruges et à Courtrai.
C'est donc l'impasse, à moins de
défavoriser les autres tribunaux
de Flandre occidentale, ce dont il
n'est pas question.
Etant donné la surcharge actuelle
due au dossier
Lernout & Hauspie,
il me paraît que des mesures
appropriées s'imposent.
A-t-on constaté une progression
dans le dossier au sujet duquel M.
Van Parys a interpellé le 16
janvier 2002?
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
13.06 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer Leterme, ten eerste, ik
verschuil me achter niets. We gaan ervan uit dat korpsoversten hun
korps managen en dat geldt zowel voor de voorzitter van de
rechtbank van Eerste Aanleg als voor de eerste voorzitter van het
Hof. Mocht er een probleem van doorstroming van informatie
bestaan, dan kan men mij daarvan altijd in kennis stellen. Ik ben
zeker bereid om mee naar oplossingen te helpen zoeken. Ik wens
dus het bericht als zou ik me al te gemakkelijk achter een
uitzondering verschuilen, te ontkrachten.
Ten tweede, ik herinner me nog levendig de interpellatie van collega
Van Parys. Ze ging voornamelijk over de situatie van Dendermonde
en de desbetreffende problematiek. U weet dat er op dat vlak ook al
een aantal maatregelen werden genomen. U hebt een zaak
aangekaart die bijzonder belangrijk is en een internationale dimensie
heeft, met alle daaraan verbonden overstijgingen die kunnen
rechtvaardigen dat op een bepaald ogenblik misschien ook
maatregelen worden getroffen ten aanzien van de rechtbank van
Eerste Aanleg in Ieper. Doorgaans stel ik immers vast dat, wanneer
het wettelijke kader volledig is, men ook in staat is de gerechtelijke
achterstand te bestrijden, tenzij men in uitzonderlijke gevallen te
maken heeft met zaken van uitzonderlijke dimensie.
13.06
Marc Verwilghen
,
ministre: Qu'il soit clair que je n'ai
pas l'intention de me retrancher
derrière quoi que ce soit. Je suis
toujours prêt à chercher des
solutions. L'interpellation de
monsieur Van Parys concernait
d'ailleurs la situation à Termonde
et il y a été remédié entre-temps.
Un tribunal doit normalement être
en mesure de résorber un arriéré
si son cadre légal est complet.
Dans des circonstances
exceptionnelles, des mesures
s'imposent.
13.07
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de minister, wat het woord
"verschuilen" betreft dat ik daarstraks heb gebruikt, wens ik te
verwijzen naar uw inleiding van daarstraks. U zei dat u het via de
pers hebt moeten vernemen.
Ik herhaal dat de korpschef in Ieper zijn werk heeft gedaan. Ik
herhaal dat in mei 2001 de eerste voorzitter van het Hof van Beroep
is gevat. Er hebben ook nog andere contacten plaatsgehad.
Mijnheer de minister, u weet nu in elk geval dat er zich in Ieper een
probleem van werklast voordoet. Het kader is er immers niet
voldoende uitgerust. Ook de toegevoegde rechter, die 50/50 moest
werken, is vooral in Ieper actief geweest. Hij zal vanaf 1 januari 2003
voltijds in Veurne tewerkgesteld zijn. Deze situatie zal leiden tot een
vermindering van de beschikbare man- en vrouwkracht.
Via deze mondelinge vraag heb ik het probleem eens te meer onder
uw aandacht gebracht. De burgers zoals uw partij ze noemt
vragen vooral dat oplossingen worden geboden en dat men hun niets
wijsmaakt inzake procedures, in casu dat men ervoor zorgt dat de
rechtsbedeling normaal verloopt, ook in de rechtbank van Eerste
Aanleg van Ieper.
13.07
Yves Leterme
(CD&V):
Les citoyens demandent que la
justice puisse fonctionner
normalement. Dès le premier
janvier 2003, le juge de
complément travaillera à temps
plein à Furnes, ce qui ne sera pas
une bonne chose pour l'arriéré à
Ypres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Interpellatie van de heer Servais Verherstraeten tot de minister van Justitie over "de
schrijnende toestand van de geïnterneerden in de Belgische gevangenissen" (nr. 1402)
14 Interpellation de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "la situation alarmante
des personnes internées dans les prisons belges" (n° 1402)
14.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, met betrekking tot de problematiek van
geïnterneerden hebben wij elkaar reeds gesproken naar aanleiding
14.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Les délinquants atteints
de troubles mentaux détenus dans
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
van een mondelinge vraag van mij nog voor het reces. Ik moet er
niet op wijzen dat de problematiek van geesteszieke misdadigers een
schrijnende zaak is die reeds jaren aansleept. Recent werd die
problematiek nog eens op de televisie aangekaart. Veel
psychiatrische misdadigers worden aan hun lot overgelaten, kunnen
amper een beroep doen op een aangepaste behandeling en komen
wat in een vergeetput terecht in onze gevangenissen. Inzake
afdelingen voor sociaal verweer kan aan de nodige kwaliteitsnormen
immers niet worden voldaan.
Men is hiermee reeds jaren bezig. Er was de bespreking in de
commissie die werd opgericht tijdens de vorige legislatuur. Er kwam
een voorontwerp tot stand dat aan de pers werd toegelicht. Dat
voorontwerp dateert van april 2001. Het is van de hand van emeritus
advocaat-generaal Vandemeulebroucke. Naar aanleiding van mijn
vraagstelling van voor het reces hebt u gezegd dat de
voorbereidende werkzaamheden hieromtrent waren afgerond, dat er
een interkabinettenvergadering had plaatsgevonden en dat u nog
wachtte op een verslag van de inspectie van Financiën. U
suggereerde dat u wellicht nog op de laatste kabinetsraad het
voorontwerp zou kunnen voorleggen. Mijn vragen betreffen de
huidige stand van zaken.
Wat was het advies van de inspecteur van Financiën? Welk
kostenplaatje werd op het voorontwerp geplakt? Wat gaat dit
hervormingsproject, eenmaal goedgekeurd, kosten?
Heeft dit reeds het voorwerp van bespreking uitgemaakt op een
kabinetsraad? Welk standpunt werd hierover ingenomen? Wat zullen
wij hiervan zien bij de begroting 2003?
les prisons belges ne peuvent
bénéficier d'un traitement
approprié. L'avant-projet de loi
d'avril 2001 réformant la
législation relative à l'internement
vise à remédier à cette situation.
Avant les vacances
parlementaires, le ministre avait
déclaré qu'il attendait le rapport de
l'Inspection des Finances. A-t-il
déjà reçu ce rapport? Dans
l'affirmative, le Conseil des
ministres a-t-il déjà examiné ce
document? Quel impact cela aura-
t-il sur le budget 2003?
14.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Verherstraeten, ik denk dat men niet uit het oog mag verliezen dat de
psychiatrische patiënten in kwestie niet zonder reden in hechtenis
zijn genomen. Aan de basis van een gerechtelijke beslissing tot
internering ligt dikwijls, zo niet altijd, een ernstige
maatschappijbedreigende delinquentie. Anders komt men niet in die
omstandigheden terecht.
Ten tweede, u wekt met uw vraag de indruk dat alle geïnterneerden
voor behandeling in aanmerking kunnen komen. Bepaalde
geestesstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen zijn echter
onomkeerbaar. De laatste dagen was er heel wat te doen omtrent de
opvang van een mentaal gehandicapte geïnterneerde. Ik heb
begrepen dat minister Vogels wel degelijk stappen zet om deze
problematiek te verhelpen. Zij heeft van mij alle nuttige gegevens
gekregen over de mentaal gehandicapte geïnterneerden die in de
psychiatrische annexen verblijven. Ik hoop dat zij erin zal slagen om
voor zoveel mogelijk van deze mensen een aangepaste plaatsing
mogelijk te maken.
Ten derde, sommigen verwijzen graag naar prestigieuze klinieken in
het buitenland om aan te tonen dat België een achterstand zou
kennen die men soms als middeleeuws omschrijft. Men zegt daar
echter niet bij dat in ons land het overgrote deel van de
geïnterneerden buiten de gevangenis en dus in een aangepaste
omgeving verblijft.
14.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Ces patients
psychiatriques sont incarcérés
dans le but de protéger la société.
Du reste, toutes les personnes
internées n'entrent pas en
considération pour un traitement.
Certains troubles sont en effet
irréversibles. J'ai transmis à la
ministre Vogels les données
concernant toutes les personnes
internées affectées d'un trouble
mental. J'espère qu'elle trouvera
une place adaptée pour un
maximum d'entre elles. A cet
égard, la Belgique afficherait un
retard important mais je tiens
toutefois à faire observer que sur
les 3.000 personnes internées,
700 seulement séjournent dans un
établissement pénitentiaire, parmi
lesquelles 167 sont détenues à
l'établissement de défense social
de Paifve.
En tout état de cause, si le secteur
de l'internement ne fait pas l'objet
CRIV 50
COM 831
01/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Van de 3.000 geïnterneerden in België verblijven er immers slechts
een 700-tal in penitentiaire instellingen. Het overgrote deel werd
geplaatst in een gespecialiseerde instelling van Bergen, Doornik of
de gewone psychiatrische klinieken of werd door de commissie op
proef vrijgesteld, in enkele gevallen onder de voorwaarde van
opname.
Van de 600 geïnterneerden in penitentiaire instellingen verblijven er
167 in de instelling voor Sociaal Verweer van Paifve.
Alvorens al de inspanningen op te sommen die werden geleverd voor
de restgroep in detentie, wens ik te beklemtonen dat als de sector
internering al verwaarloosd is, ik dat op rekening moet schrijven van
wat ooit in het verleden is gebeurd. Het beleid terzake werd vrij traag
op gang gebracht. Ik herinner mij dat naar aanleiding van gesprekken
met verschillende personen in 1999 op die feiten werd gedrukt en
tegelijk het ongenoegen vernam over de laksheid die toen aan de
beleidsvoerders werd verweten.
Ik zal niet beweren dat de jarenlange verwaarlozing op enkele jaren
tijd zal worden weggewerkt, maar ik probeer in elk geval degenen die
in de uitzichtloze situatie van de internering zitten, een beter leven te
kunnen geven. Daarom verwijs ik even naar de realisatie sedertdien.
Vanuit de penitentiaire instelling is er nu een permanente
overlegstructuur geïnstalleerd met betrekking tot de psychiatrische
zorg. Dat bestond vroeger niet. Het zou mij te ver leiden om een
inventaris te geven van alle inspanningen die hiervoor werden
geleverd, maar toch wens ik de volgende maatregelen te vermelden.
Ten eerste, de sluiting van de psychiatrische afdeling van Namen en
Lantin en tegelijk de constructie en de opening van de nieuwe
afdeling te Paifve, met 41 bijkomende plaatsen; de optimalisering
van de therapeutische omkadering te Paifve, waarbij het aantal uren
psychiatrische dienst werd verhoogd van 12 uur in februari van dit
jaar tot 68 momenteel en een verdubbeling van het aantal
verpleegkundigen van 4 naar 8; de aanstelling van twee
coördinatoren belast met de kwaliteitsbewaking op de diverse
afdelingen.
Ten tweede, ik ga uit van de principiële stelling dat alleen high
riskpatiënten thuishoren in penitentiaire psychiatrische afdeling. Een
100-tal patiënten zijn veeleer medium risk, maar worden niet
aanvaard door de gewone klinieken omdat er onvoldoende
veiligheidsgaranties kunnen worden geboden. Teneinde hieraan een
oplossing te bieden werden 94 bedden gesubsidieerd in de klinieken
te Zelzate, Bierbeek en Rekkem. In dezelfde lijn kende de minister
van Volksgezondheid subsidies toe aan klinieken met een
forensische psychiatrische populatie.
Ten derde, het voorontwerp van wet omtrent de internering van
delinquenten met geestesstoornis werd behandeld en goedgekeurd
door de Ministerraad van 19 juli 2002 en het is thans voor advies
overgezonden aan de Raad van State. Dit was een bijzondere
inspanning. Inderdaad, eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen
dat daaraan een prijskaartje is verbonden, in die zin dat de
budgettaire impact hieraan verbonden kan worden geraamd op 15
miljoen euro. Een werkgroep met de minister van Volksgezondheid
de l'attention requise, la
responsabilité en est imputable
aux anciens ministres de la
Justice. Le gouvernement actuel a
pris des décisions fondamentales
pour sortir l'internement de
l'impasse. Je songe à la
concertation permanente menée
au sein de l'administration
pénitentiaire au sujet des soins
psychiatriques en prison, à la
fermeture des sections
psychiatriques de Namur et de
Lantin, à l'ouverture d'une
nouvelle section, à l'optimisation
de l'encadrement thérapeutique à
Paifve et à la désignation de deux
collaborateurs responsables du
contrôle qualitatif dans les
différentes sections.
Tous les patients qui représentent
un danger grave pour la société
doivent séjourner dans des
sections pénitentiaires
psychiatriques. Quelque 100
patients ne sont pas acceptés
dans les cliniques ordinaires, faute
de garanties suffisantes en
matière de sécurité. J'ai
subventionné 94 lits à leur
attention. Le ministre de la Santé
publique a octroyé des
subventions aux hôpitaux
proposant un service de
psychiatrie légale.
Le 19 juillet, le Conseil des
ministres a adopté la loi relative à
l'internement de délinquants
présentant des troubles
psychiques. Il ne reste plus qu'à
attendre l'avis du Conseil d'Etat.
L'incidence budgétaire de cette
opération est estimée à 15
millions d'euros. Une nouvelle loi
sur l'internement est sans objet si
les sections psychiatriques ne
peuvent investir dans du
personnel spécialisé. Le coût de la
mesure est évalué à 9,5 millions
d'euros. Le dossier du contrôle
administratif et budgétaire est en
préparation. L'avis de l'Inspection
des Finances reste d'ailleurs
inchangé.
01/10/2002
CRIV 50
COM 831
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
en Sociale Zaken moet daarvoor een implementatieplan in de tijd en
binnen de budgettaire marges uitwerken.
Een nieuwe interneringswet heeft geen zin indien tegelijk niet meer
wordt geïnvesteerd in deskundig personeel voor de psychiatrische
afdelingen in de gevangenissen. De kostprijs van de upgrading werd
geraamd op 9,5 miljoen euro. Het dossier voor de administratieve en
budgettaire controle is in voorbereiding met het oog op bijkomende
aanwervingen in de loop van het jaar 2003. In de mate van deze
opwaardering zullen ook de samenwerkingsverbanden met naburige
klinieken overbodig worden. Daaraan zal gedeeltelijk kunnen worden
tegemoetgekomen. In dat verband zal wel een beslissing moeten
vallen, desgevallend tegen het advies in van de inspecteur van
Financiën die bij zijn negatief advies blijft.
14.03
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de minister,
geesteszieke delinquenten hebben uiteraard een verleden, maar de
veiligheid van onze maatschappij primeert.
Ik denk dat in de wet betreffende de bescherming van de
maatschappij minder aandacht wordt besteed aan het belang van
een mogelijk genezingsproces van de betrokkene. Daaruit zijn dan
de huidige maatschappelijke en vervolgens ook politieke
benaderingen voortgevloeid met de initiatieven die in de vorige en de
huidige legislatuur werden genomen.
Het lijkt me in elk geval relevant dat uw voorontwerp, aangekondigd
en in de pers toegelicht in het voorjaar 2001 en dus meer dan een
jaar later, uiteindelijk werd goedgekeurd. Het interesseert mij,
mijnheer de minister, of de commissie een kopie van het verslag van
de Inspecteur van Financiën met de becijfering van de mogelijke
kostprijs kan krijgen?
Ik hoop alvast dat de tekst zo spoedig mogelijk van de Raad van
State terugkomt, zodanig dat we die na goedkeuring door de
Ministerraad hier zo vlug mogelijk kunnen bespreken. We
verwachten dan natuurlijk ook dat we in de begroting voor 2003
daarover cijfermatige gegevens kunnen terugvinden, die we dan
als zulks mogelijk is kunnen toetsen aan het advies van de
inspecteur van Financiën.
14.03
Servais Verherstraeten
(CD&V): La sécurité de la société
prévaut bien entendu mais le
processus de guérison des
délinquants mérite également
notre attention. Pourrons-nous
consulter le rapport de l'Inspection
des Finances afin de pouvoir
utiliser ce document lors des
discussions budgétaires?
14.04 Minister
Marc Verwilghen
: (...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.28 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.28 heures.