KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 829
CRIV 50
COM 829
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
25-09-2002
25-09-2002
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het
taalhoffelijkheidssakkoord" (nr. 7882)
1
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "l'accord de courtoisie linguistique"
(n° 7882)
1
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het nieuwe
taalhoffelijkheidsakkoord in Brussel" (nr. 8008)
1
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"le nouvel accord de courtoisie linguistique à
Bruxelles" (n° 8008)
1
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Bart
Laeremans, Antoine Duquesne
, minister
van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Bart
Laeremans, Antoine Duquesne
, ministre de
l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 7881)
6
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la réforme des polices"
(n° 7881)
6
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
11
Questions jointes de
11
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de mogelijke
tegemoetkoming van het rampenfonds na de
hevige regenval in Gent" (nr. 7885)
11
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "l'éventuelle intervention du fonds
des calamités à la suite des violentes intempéries
qui se sont abbatues sur Gand" (n° 7885)
11
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de erkenning van
overstromingen als ramp" (nr. 7956)
11
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Intérieur
sur "la reconnaissance des inondations en tant
que catastrophes" (n° 7956)
11
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de beslissing van de
Ministerraad om diverse gemeenten tot
rampgebied uit te roepen naar aanleiding van de
overstromingen in augustus 2002" (nr. 7986)
11
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la décision du Conseil des ministres de déclarer
différentes communes zone sinistrée à la suite
des inondations du mois d'août 2002" (n° 7986)
11
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Frieda
Brepoels
, voorzitter van de VU&ID-fractie
,
Bart Laeremans, Antoine Duquesne
,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Frieda
Brepoels
, présidente du groupe VU&ID
, Bart
Laeremans, Antoine Duquesne
, ministre de
l'Intérieur
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
afleveren van verblijfsvergunningen in het kader
van gezinshereniging of gezinsvorming"
(nr. 7891)
18
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "la délivrance de permis de séjour
dans le cadre du regroupement familial ou de la
reconstitution familiale" (n° 7891)
18
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
repatriëren van uitgeprocedeerde asielzoekers en
illegalen" (nr. 7892)
22
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "le rapatriement des demandeurs
d'asile déboutés et de personnes en situation
illégale" (n° 7892)
22
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het sturen van een
bijzondere commissaris naar politiezones die het
eenheidsstatuut niet toepassen" (nr. 7912)
24
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Intérieur sur "l'envoi d'un commissaire spécial
dans les zones de police qui n'appliquent pas le
statut unique" (n° 7912)
25
Sprekers: Willy Cortois, Antoine Duquesne
,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Willy Cortois, Antoine Duquesne
,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Luc Paque aan de minister 26
Question de M. Luc Paque au ministre de 26
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid van
de Belgische kerncentrales in geval van
terroristische aanval" (nr. 7918)
l'Intérieur sur "la sécurité des centrales nucléaires
belges en cas d'attaque terroriste" (n° 7918)
Sprekers: Luc Paque, Antoine Duquesne
,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Luc Paque, Antoine Duquesne
,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
openbaarheid van bestuur" (nr. 7927)
27
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Intérieur sur "la publicité de l'administration"
(n° 7927)
27
Sprekers: Frieda Brepoels
, voorzitter van de
VU&ID-fractie
, Antoine Duquesne
, minister
van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Frieda Brepoels
, présidente du
groupe VU&ID
, Antoine Duquesne
, ministre
de l'Intérieur
Samengevoegde interpellaties en vragen van
30
Interpellations et questions jointes de
30
- mevrouw Els Van Weert tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de brief met vraag tot
bespoediging procedure van een partijvoorzitter
aan de Raad van State" (nr. 1387)
30
- Mme Els Van Weert au ministre de l'Intérieur
sur "la lettre qu'un président de parti aurait
adressée au Conseil d'Etat pour lui demander
d'accélérer la procédure" (n° 1387)
30
- de heer Servais Verherstraeten tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de tussenkomst
van een partijvoorzitter in een voor de Raad van
State hangende procedure" (nr. 1393)
30
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Intérieur sur "l'intervention d'un président de
parti dans une procédure engagée devant le
Conseil d'Etat" (n° 1393)
30
- de heer Ferdy Willems aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "een politieke
interventie bij de Raad van State in verband met
de lopende procedure bij de Raad van State over
de omzendbrief Peeters" (nr. 7994)
30
- M. Ferdy Willems au ministre de l'Intérieur sur
"une intervention politique auprès du Conseil
d'Etat concernant la procédure en cours devant le
Conseil d'Etat relative à la circulaire Peeters"
(n° 7994)
30
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de brief van een
partijvoorzitter aan de Raad van State" (nr. 8005)
30
- de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la lettre d'un président de parti au
Conseil d'Etat" (n° 8005)
30
- de heer Bart Laeremans tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "een brief van een
partijvoorzitter aan de eerste voorzitter van de
Raad van State met het verzoek om een snelle
uitspraak over de Vlaamse omzendbrief-Peeters
te bekomen" (nr. 1401)
30
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la lettre qu'un président de parti a adressée au
premier président du Conseil d'Etat, dans laquelle
il lui demande de faire en sorte que le Conseil se
prononce rapidement sur la circulaire Peeters"
(n° 1401)
30
Sprekers:
Els Van Weert, Servais
Verherstraeten, Ferdy Willems, Karel Van
Hoorebeke, Bart Laeremans, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Els Van Weert, Servais
Verherstraeten, Ferdy Willems, Karel Van
Hoorebeke, Bart Laeremans, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Moties
40
Motions
40
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenwerking tussen de politiezones" (nr. 7938)
41
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Intérieur sur "la coopération entre les zones de
police" (n° 7938)
41
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Arnold Van Aperen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
genereren van financiële middelen voor de
politiezones van het boetefonds en het
veiligheidsfonds" (nr. 7949)
43
Question de M. Arnold Van Aperen au ministre de
l'Intérieur sur "les moyens financiers pour les
zones de police générés par le fonds des
amendes et le fonds de sécurité" (n° 7949)
43
Sprekers: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
gemeenschappelijke patrouilles van de Belgische
en Franse politiediensten in het grensgebied"
(nr. 7968)
45
Question de M. Yves Leterme au ministre de
l'Intérieur sur "les patrouilles mixtes des services
de police belges et français en région frontalière"
(n° 7968)
46
Sprekers: Yves Leterme
, voorzitter van de
CD&V-fractie
, Antoine Duquesne
, minister
Orateurs: Yves Leterme
, président du groupe
CD&V
, Antoine Duquesne
, ministre de
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
van Binnenlandse Zaken
l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
tweetaligheidsvergoedingen voor
politieambtenaren" (nr. 7970)
49
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "l'octroi de primes de bilinguisme
aux fonctionnaires de police" (n° 7970)
49
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "rookvrije
ruimten voor politieambtenaren" (nr. 7971)
51
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "des espaces non-fumeurs pour
les fonctionnaires de police" (n° 7971)
51
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het niet
repatriëren van minderjarige criminele
vreemdelingen" (nr. 7988)
52
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "le non-rapatriement de jeunes
délinquants étrangers" (n° 7988)
52
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
verkeerspolitie" (nr. 7991)
53
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "la police de la circulation"
(n° 7991)
53
Sprekers: Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitspraken van de Antwerpse OCMW-voorzitster
met betrekking tot het beleid inzake illegalen"
(nr. 7997)
55
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "les propos de la présidente du
CPAS d'Anvers relatifs à la politique en matière
d'illégaux" (n° 7997)
55
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
25
SEPTEMBER
2002
10:15 uur
______
du
MERCREDI
25
SEPTEMBRE
2002
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.33 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.33 heures par M. Paul Tant, président.
Vraag nr. 7917 van de heer Servais Verherstraeten wordt naar een latere datum verschoven.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het
taalhoffelijkheidssakkoord" (nr. 7882)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het nieuwe
taalhoffelijkheidsakkoord in Brussel" (nr. 8008)
01 Questions jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "l'accord de courtoisie linguistique"
(n° 7882)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur "le nouvel accord de courtoisie linguistique à
Bruxelles" (n° 8008)
01.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, op 19 juli 2002 heeft minister de
Donnéa een rondzendbrief verspreid in verband met de wijze waarop
personeel in Brussel kan worden aangeworven en de mate waarin zij
Nederlands zullen moeten kennen binnen een bepaalde periode.
Mijnheer de minister, naar mijn gevoel en volgens velen anderen
bevat deze rondzendbrief een duidelijke omzeiling van de
taalwetgeving. Het betreft hier eens temeer een duidelijk geval van
uitholling van de tweetaligheid zoals wij die gedurende decennia
hebben gekend in Brussel.
Na de nefaste Lambermont-akkoorden, de toegevoegde eentalige
rechters en de versoepeling van de taalexamens voor magistraten en
ambtenaren hebben wij nu ook de uitholling van de tweetaligheid
voor politieagenten en dit via het hernieuwde
taalhoffelijkheidsakkoord. Het akkoord op zich is grotesk. De mazen
in het net zijn zo groot dat de taalwetgeving moeiteloos zal kunnen
worden omzeild. Daarnaast slepen de Franstaligen nog maar eens
een versoepeling van het taalexamen in de wacht. Zoals gezegd
betreft het hier dus een manifeste schending van de taalwetgeving.
Men zou nochtans wijzer moeten zijn want het eerste
taalhoffelijkheidsakkoord van 1996 is in de praktijk steeds dode letter
01.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Le nouvel accord de
courtoisie linguistique à Bruxelles
constitue une violation manifeste
de la législation linguistique.
L'accord précédent, conclu en
1996, est toujours resté lettre
morte: des francophones
unilingues ont continuellement été
recrutés dans l'administration et
l'annulation de recrutements
illégaux de personnes ne parlant
pas le néerlandais ne s'est jamais
faite.
Le nouvel accord est même
encore plus souple que le
précédent: les membres du
personnel qui ne connaissent
toujours pas le néerlandais après
quatre ans se voient offrir un
nouveau contrat pour deux ans.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
gebleven. De massale aanwerving van eentalig Franstaligen ging
onverstoord verder. Van de vernietiging van onwettige aanwervingen
van Nederlandsonkundige ambtenaren waarin werd voorzien in het
toenmalige taalhoffelijkheidsakkoord is niets in huis gekomen. Na
jarenlange sabotage beloven de Franstaligen bij monde van de heer
de Donnéa nog maar eens dat ze een versoepeld
taalhoffelijkheidsakkoord zullen naleven. Personeelsleden die na vier
jaar nog steeds geen Nederlands kennen krijgen opnieuw een
contract van twee jaar aangeboden. Ze moeten wel een taalopleiding
volgen en binnen twee jaar, dus na in totaal zes jaar dienst, zouden
zij moeten slagen voor het taalexamen, anders zouden zij worden
ontslagen, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen.
Tegelijk wordt de deur opengezet voor de massale aanwerving van
nieuwe eentaligen. Zij moeten binnen de twee jaar een taalopleiding
volgen of 40% halen voor het taalexamen. Pas na vier jaar moeten
zij slagen. Mijnheer de minister, als die principes worden
gehandhaafd staan we hier voor een zoveelste ondergraving van de
tweetaligheid in Brussel. Conform de Grondwet is de federale
wetgever nog steeds bevoegd voor de taalwetgeving in Brussel. Als
bevoegde minister bent u gehouden te waken over de correcte
naleving van de taalwetgeving. Vandaar mijn concrete vraag in
welke mate u de circulaire van minister de Donnéa van 19 juli 2002
al dan niet als een omzeiling van de taalwetgeving beschouwt. Als u
dit als een omzeiling beschouwt, welke maatregelen zult u dan
nemen om dit te verhelpen?
Entre-temps, ils doivent suivre
une formation linguistique et, au
terme de ces deux années
supplémentaires, présenter un
examen linguistique. Ce n'est que
lorsqu'ils échouent qu'ils sont
licenciés, excepté dans des "cas
tout à fait exceptionnels". En
même temps, de nouvelles
personnes unilingues peuvent être
engagées. Celles-ci doivent soit
suivre une formation linguistique
avant la fin de la période de deux
ans, soit obtenir 40 pour cent à
l'examen.
Le ministre fédéral de l'Intérieur
doit veiller au respect de la
législation linguistique. Quel est
son avis sur cet accord de
courtoisie linguistique?
01.02
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een tijdje geleden is een boekje verschenen
met de titel "In Brussel mag alles", uitgegeven door EPO, een
verdachte uitgeverij die volgens mij tot de strekking van de Partij van
de Arbeid behoort. Het was in ieder geval een zeer leerrijk boekje
over hoe er in Brussel met de ruimtelijke ordening wordt
omgesprongen en hoe de wetgeving onderuit wordt gehaald.
Met de taalwetgeving gebeurt dat op zijn minst op een net zo
flagrante manier. Wij hebben daarvoor reeds in 1988 gewaarschuwd
toen de voormalige partij van de vorige spreker de drieledigheid
heeft helpen invoeren en Brussel tot een derde gewest werd
uitgeroepen. De Vlamingen kwamen daardoor in een
minderheidspositie terecht, waardoor zij het heel moeilijk kregen om
hun taalrechten te handhaven.
Wij hebben gelijk gekregen. De taalwetgeving wordt steeds verder
uitgehold. De Vlamingen worden op allerlei manieren de keel
dichtgeschroefd. Onder de huidige regering is er een tendens
ontstaan om de taalwetgeving verder onderuit te halen. We hebben
debatten gevoerd over het openbaar ambt. Er was het debat over de
tweetaligheid van de rechters, de eentalige toegevoegde rechters, de
politieagenten en nu het groteske verhaal van het
taalhoffelijkheidsakkoord van juli 2002.
Mijnheer de minister, dat alles zorgt natuurlijk voor het omgekeerde
van hetgeen men beweert te willen, want de demotivatie om de
andere landstaal te leren wordt hierdoor sterk in de hand gewerkt. Als
men weet hoe slecht het Nederlands wordt onderwezen in het
Franstalig onderwijs in Brussel, dan zal de systematische uitholling
van de taalwetgeving een omgekeerd signaal geven en de mensen
01.02
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Le nouvel accord de
courtoisie linguistique instauré par
la circulaire du 19 juillet 2002 de
la Région de Bruxelles-Capitale
est plus souple que la version
précédente de 1996. Dorénavant,
les contractuels n'ayant jamais
prouvé leur connaissance de la
deuxième langue nationale
pourront non seulement être
engagés mais leur contrat pourra
même être prolongé de deux ans
sans qu'ils aient dû pour cela
réussir un examen linguistique.
Exceptionnellement, une
prolongation du contrat sera
même possible après un échec à
un tel examen.
Le nouvel accord vide une fois de
plus la législation linguistique de
sa substance. M. Duquesne doit
veiller au respect de cette
législation. Qu'envisage-t-il de
faire contre cette violation
manifeste de la loi?
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
nog meer demotiveren om het Nederlands aan te leren.
Het taalhoffelijkheidsakkoord werd in feite nooit echt uitgevoerd. Men
heeft de wet steeds verder ondergraven. De tactiek die daarbij door
de Franstaligen wordt toegepast, is eigenlijk heel doorzichtig. Men
past de wet gewoon niet toe. Men stelt heel wat contractuelen
wederrechterlijk aan en na twee jaar worden die aanstellingen
gewoon bevestigd in plaats van ze te vernietigen. Men belooft de
zaak op te lossen, maar dan moet de wet wel verder worden
uitgehold via een nieuw taalhoffelijkheidsakkoord.
Dat is wat hier is gebeurd. Iedere keer opnieuw chanteert men de
Vlamingen door de wet of de akkoorden niet toe te passen, zodat een
nieuw nog nefaster akkoord moet worden gesloten. Die tactiek van
de Franstaligen wordt soms ook door kinderen gehanteerd: men krijgt
een vinger maar uiteindelijk neemt men maar genoegen met heel de
arm.
In de eerste fase neemt men mensen aan zonder enig bewijs van
taalkennis. Na twee jaar moet men enkel les hebben gevolgd, maar
niet het bewijs van geslaagd te zijn voor een examen voorleggen. In
de andere hypothese moet men ook geen les hebben gevolgd, maar
slechts 40% halen voor een examen dat nog heel gemakkelijk wordt
gemaakt. Ook na vier jaar zou men herbevestigd kunnen worden,
omdat een reuzengrote achterpoort wordt opengelaten voor de
zogenaamde uitzonderlijke gevallen. Wanneer men hier spreekt over
omzeilen, is dat een eufemisme. Dit is het onderuit halen van de
taalwetgeving.
Mijnheer de minister, ik heb u hierover reeds enkele keren
ondervraagd. Ik ben blij dat ik nu navolging krijg van de heer Van
Hoorebeke. Onder meer op 17 mei 2000 en 22 november 2000 hebt
u duidelijk gezegd dat de taalexamens moeten worden afgelegd, of
dat men anders zal moeten schorsen. Ik ga u uit tijdsnood niet
letterlijk citeren, maar u zegt heel uitdrukkelijk dat men moet slagen
voor die examens, dat 40% zeker geen slagen betekent en dat
uitzonderlijke gevallen ook geen reden zijn om mensen, zelfs na vier
jaar, in dienst te houden.
Mijnheer de minister, wat hebt u al gedaan om deze nieuwe, groteske
uitholling van de taalwetgeving ongedaan te maken? Wat zult u
ondernemen? Zult u die zaak aankaarten op het Overlegcomité? Zult
u er via de Raad van State voor zorgen dat deze maatregel
ongedaan wordt gemaakt? Zult u toestaan dat uw collega, de
minister van het Openbaar Ambt, via Selor attesten aflevert van 40%
op basis waarvan men dan in dienst kan worden gehouden? Dit is
misbruik van een instelling als Selor. 40% kan nooit voldoende zijn
om mensen vier jaar lang in dienst te houden. U weet dat heel veel
mensen maar enkele jaren in een bepaalde administratie werken en
dan overstappen naar het Franstalig onderwijs, of de Franse
Gemeenschap, of het federale niveau bijvoorbeeld. Die eerste jaren
dat zij in Brussel werken moeten zij de taal niet kennen en na hun
overstap naar een eentalige dienst zullen zij nooit de andere taal
hebben gekend. Men gaat zo honderden mensen in dienst hebben
die de andere taal niet kennen, contra legem. U als handhaver van
de wet moet daar paal en perk aan stellen. Ik kijk uit naar uw
antwoord.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
01.03
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président,
monsieur Laeremans, je voudrais tout d'abord m'associer à vos
souhaits concernant cette dernière session de législature et, comme
vous, je souhaite que règnent un bon esprit "en een goede sfeer".
Me croirez-vous si je vous dis que, durant les vacances, vous avez
fini par me manquer?
Les deux intervenants sont des orfèvres en matière de législation
linguistique. Je ne dois donc pas leur rappeler quels sont les
mécanismes qui interviennent à Bruxelles, le rôle du vice-
gouverneur, du gouvernement de la Région bruxelloise, de la
Commission de contrôle linguistique, les recours possibles, etc.
Vous dites que je suis le gardien de la législation, ce dont je suis
flatté. Il est bien entendu qu'en tant que ministre de l'Intérieur, je
souhaite que toutes les législations soient exécutées et respectées.
Je ne peux donc qu'approuver tous les efforts faits en ce sens,
notamment sur un plan pragmatique pour permettre d'atteindre
l'objectif fixé par la loi.
La tutelle sur l'application de la législation linguistique est une tutelle
administrative ordinaire et relève dès lors de la compétence du
gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, sans préjudice de
la compétence du commissaire du gouvernement de
l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale, vice-
gouverneur, qui est chargé de veiller à l'application des lois et
règlements relatifs à l'emploi des langues en matière administrative
dans les communes de l'arrondissement administratif de Bruxelles-
Capitale (article 65 des lois coordonnées sur l'emploi des langues en
matière administrative).
Le vice-gouverneur peut, en effet, par arrêté motivé suspendre
l'exécution de l'acte par lequel l'autorité communale d'une des
communes de l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale ou
un centre public d'aide sociale d'une de ces communes viole les lois
et règlements sur l'emploi des langues en matière administrative. La
compétence d'annulation appartient toutefois au gouvernement de la
Région de Bruxelles-Capitale.
A ma connaissance - car, bien entendu, je n'en suis pas partie -
l'accord de courtoisie linguistique conclu en 1997/1998 a permis au
gouvernement bruxellois de sortir de l'impasse par une application
pragmatique des lois linguistiques aux contractuels. Cet accord avait
rencontré l'assentiment des représentants des deux communautés.
A la connaissance du gouvernement fédéral, c'est la Région
bruxelloise qui a négocié le nouvel accord en vue de moderniser et
de rendre plus fonctionnelle l'application des lois linguistiques sur le
territoire de la Région de Bruxelles-Capitale. Le Selor et des
représentants des deux communautés linguistiques ont été associés
à ces négociations.
Selon mes informations, le nouvel accord prévoit un contrat de deux
ans pour les contractuels. Si endéans ces deux ans, le contractuel
obtient son brevet, ce contrat se transformera en contrat à durée
indéterminée. S'il n'obtient pas ce brevet endéans les deux ans, mais
qu'il suit une formation dans les institutions bruxelloises et obtient
01.03
Minister
Antoine
Duquesne
: Beide sprekers
kennen de taalwetgeving van
haver tot gort, en ik hoef hun de
rol van de gouverneur van het
Brusselse Gewest en van de
commissie voor taaltoezicht, de
mogelijkheden inzake hoger
beroep, enz. dan ook niet in
herinnering te brengen.
Natuurlijk wil ik dat alle wetten
worden nageleefd.
Het toezicht over de toepassing
van de taalwetgeving is een
gewoon administratief toezicht,
waarvoor derhalve de Brusselse
gewestregering bevoegd is. Bij
een met redenen omkleed arrest
kan de vice-gouverneur de
uitvoering van een akte van een
gemeente of een OCMW
opschorten, indien die akte in
strijd zou zijn met de wetten en
reglementen betreffende het
taalgebruik in bestuurszaken. De
bevoegdheid inzake
nietigverklaring komt evenwel de
gewestregering toe.
Dankzij het in 1997-1998 gesloten
taalhoffelijkheidsakkoord kon de
Brusselse regering de taalwetten
op pragmatische wijze toepassen
op contractuele medewerkers.
Beide gemeenschappen stemden
daar ook mee in.
Het Brusselse Gewest heeft over
een nieuw akkoord onderhandeld
teneinde de taalwetten op zijn
grondgebied op een modernere
manier toe te passen. Selor en
beide taalgemeenschappen zaten
mee aan de onderhandelingstafel.
Het nieuwe akkoord voorziet in
een contract met een duurtijd van
twee jaar voor de contractuelen.
Als de betrokken contractuele
medewerker binnen die periode
van twee jaar zijn getuigschrift
behaalt, krijgt hij een contract voor
onbepaalde duur, zoniet wordt zijn
contract met twee jaar verlengd,
althans mits hij een opleiding volgt
in de Brusselse instellingen en op
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
40% à l'examen linguistique, son contrat est prorogé pour un
nouveau terme de deux ans.
Il s'agit d'une circulaire, non pas interprétative, mais explicative de la
manière dont le gouvernement bruxellois entend exercer son pouvoir
de tutelle en cette matière. Il ne s'agit en aucune façon d'une remise
en cause des lois linguistiques mais d'un moyen pragmatique pour
atteindre l'objectif poursuivi par la loi. Grâce à cette volonté
manifestée par les deux communautés, je crois que l'on progresse
dans la bonne voie.
het taalexamen 40% van de
punten behaalt.
Het betreft een verklarende
circulaire. De taalwetten zelf staan
geenszins ter discussie.
01.04
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik heb
geen zin om in discussie te treden met de minister die er zich van
afmaakt met te zeggen dat hij terzake geen enkele bevoegdheid
heeft en te verwijzen naar alle wettelijke proceduremogelijkheden om
overtredingen te betwisten en te bestrijden.
Mijnheer de minister, wij bevinden ons in een negatieve neerwaartse
spiraal waarbij de tweetaligheid die gedurende decennia werd
toegepast of althans moest worden toegepast, nu ook op formele
wijze wordt uitgehold. Gezien wat het vroegere
taalhoffelijkheidsakkoord heeft teweeggebracht is er geen enkele
garantie dat er in de toekomst verbeteringen zullen worden
aangebracht. Wij zullen moeten nagaan in welke mate het
taalhoffelijkheidsakkoord zal worden nageleefd.
Is het evenwel niet mogelijk, mijnheer de voorzitter, de nieuwe
directeur-generaal van Selor te horen in de commissie, teneinde van
hem te kunnen vernemen in welke mate Selor op objectieve wijze
wordt betrokken bij de taalexamens en op welke manier deze
examens zullen worden georganiseerd in de toekomst. Daarvoor is
de Kamer, het federale niveau, wel bevoegd. Het ware wenselijk
hiervoor een namiddagvergadering te plannen, teneinde de nieuwe
baas van Selor te verhoren.
01.04
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je n'admets pas que le
ministre se déclare incompétent
en la matière mais je ne souhaite
pas, pour l'instant, entamer de
discussions à ce sujet.
Le bilinguisme en Belgique se
trouve manifestement dans une
spirale descendante et que
chaque nouvel accord vide un peu
plus de sa substance la législation
linguistique.
Peut-être serait-il opportun
d'entendre le nouveau directeur
du Selor au sein de la commission
pour l'interroger sur les
procédures d'examen actuelles et
à venir.
01.05 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, namens
mijn collega, minister Van den Bossche, kan ik nog het volgende
zeggen omtrent Selor.
01.05
Antoine Duquesne
,
ministre: Je peux tenter de
répondre au nom du ministre Van
den Bossche
Sans préjuger de la demande que vous formulez, je puis vous
assurer que tout candidat qui s'inscrit à un examen linguistique est
avisé des résultats qu'il a obtenus. Le courrier qui les lui notifie
indique toujours clairement si le candidat a ou non réussi et
l'intéressé est également avisé de son résultat final. Ce courrier ne
peut, en aucune façon, être assimilé à une attestation ou un
certificat. Il n'a, en effet, qu'une valeur informative. Ce n'est que
dans le cas où il a réussi l'examen que le candidat se voit délivrer
une attestation officielle du Selor.
Personnellement, je ne veux pas non plus polémiquer avec M. Van
Hoorebeke. Lorsque je dis qu'il faut veiller à l'application de la loi, il
s'agit, bien entendu, de toutes les lois - cela vaut pour tout un
chacun, M. Van Hoorebeke y compris - et quels que soient les
sentiments que nous pouvons éprouver, les uns et les autres,
notamment en ce qui concerne les voies de recours qui sont
ouvertes contre certaines décisions.
Elke kandidaat die aan een
examen heeft deelgenomen wordt
via een louter informatief
schrijven op de hoogte gebracht
van zijn resultaten. Als hij voor de
hele proef is geslaagd, ontvangt
hij een officieel attest van Selor.
Alle wetten moeten worden
toegepast, ook die betreffende de
mogelijkheden tot beroep tegen
bepaalde beslissingen.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
De
voorzitter
: Mijnheer Van Hoorebeke, het is verkieslijk omtrent uw voorstel tot het organiseren van een
hoorzitting met het hoofd van Selor overleg te plegen met de minister van Ambtenarenzaken. De kans dat
dit gebeurt is zeer reëel, vermits er nog vragen open blijven die door hem moeten worden beantwoord. Bij
de eerstvolgende vergadering van de commissie, als de commissieleden ook ietwat beter
vertegenwoordigd zijn, kunnen wij dat voorstel aankaarten. Ik vraag u dit op het gepaste ogenblik in
herinnering te brengen.
01.06
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
wens, nu we het over het taalexamen hebben, eerst en vooral te
doen opmerken dat de praktijk hier en ook de lessen die de minister
in de afgelopen jaren heeft gevolgd, na drie jaar ministerschap
zouden moeten hebben geleid tot de kennis van het Nederlands. Dit
blijkt vandaag eens te meer niet het geval te zijn. In verband met een
gevoelig onderwerp als de taalwetgeving in Brussel krijgen wij van de
minister een Franstalig antwoord. Ik betreur het dat dit na drie jaar
ministerschap nog gebeurt. Dit is eigenlijk ongewoon. De minister
heeft taallessen gevolgd en de twee voorbije jaren ook vaak een
antwoord in het Nederlands gegeven. Nu gebeurt het weer in het
Frans.
Mijnheer de minister, het is misschien het gevolg van uw vakantie,
maar ik vind dat dit alleszins niet van hoffelijkheid getuigt.
01.06
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Je déplore que le ministre
ait répondu en français à cette
question délicate, d'autant que ça
ne lui ressemble pas. Après avoir
rempli pendant trois ans la
fonction de ministre, il devrait
maîtriser le néerlandais.
01.07
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, c'est ce
matin que j'ai appris que je devais fournir la réponse à cette question
très précise sur le plan juridique. Donc, j'ai disposé d'un aide-
mémoire en français.
01.07
Minister
Antoine
Duquesne
: Ik heb in de plaats
van minister Van den Bossche op
deze specifieke juridische vraag
geantwoord. Hij heeft alleen maar
een geheugensteuntje in het
Frans voor mij op papier gezet.
Als het mogelijk is, antwoord ik in het Nederlands. U weet dat!
01.08
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Ik begreep niet waarom u
in het laatste jaar van de legislatuur opnieuw overschakelde naar het
Frans om te antwoorden. Met deze hebt u een verklaring gegeven.
Wat de inhoud van uw antwoord betreft, hebt u zich beperkt tot het
uitleggen van de wettelijke situatie, de voogdij, de vice-gouverneur.
Deze punten waren echter niet aan de orde. Wat de concrete
rondzendbrief betreft, was u heel beknopt. U zegt dat het geen
interpretatie van de wet is maar een toepassing. Ik wijs erop dat de
Vaste Commissie voor Taaltoezicht die voor de helft uit Franstaligen
is samengesteld de vorige taalhoffelijkheidsakkoorden reeds
afgeschoten heeft en gewezen heeft op de onwettelijkheid ervan. Het
is onwettelijk. U kunt daar geen verhaal tegen inbrengen. Als
beschermheer van de wet faalt u volledig. U laat toe dat de
taalwetgeving waarvoor u bevoegd bent wordt verkracht. Op dit
ogenblik moeten ze nog 40% halen. Ik vrees dat dit in de volgende
onderhandelingsfase zal dalen tot 30% en nog later tot 20%. Dankzij
een situatie waarbij de Vlamingen genoegen nemen met een
Franstalig minister van Binnenlandse Zaken gaan we er in Brussel
telkens op achteruit.
Mijnheer de voorzitter, zolang België bestaat en zolang we er niet in
geslaagd zijn dit land op te doeken, moeten we eisen dat de minister
van Binnenlandse Zaken een Vlaming is.
01.08
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Le ministre échoue
manifestement dans son rôle de
garant de la loi. Tant que la
Belgique existera, nous devrions
en fait exiger que le ministre de
l'Intérieur soit flamand.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 7881)
02 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "la réforme des polices"
02.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in de Financieel Economische Tijd van 13
augustus 2002 verscheen een uitgebreid artikel onder de hoofding
"Burger betaalt zich blauw aan politiehervorming. Verwachte
verbetering door komst geïntegreerde politie blijft uit.".
In dit artikel wordt vermeld dat in het kader van de politiehervorming
inzake het politiestatuut een regeling werd uitgewerkt die een
negatieve invloed heeft op de politiewerking en de politieorganisatie.
Door middel van persconferenties proberen gerechtelijke directeurs
van politiezones aan te tonen dat zij succesrijke acties hebben
ondernomen. Dit heeft echter ook een keerzijde. De politiechefs
beschikken immers over onvoldoende budgettaire ruimte om veel
overuren te betalen. Hoe meer politiemensen werken, hoe minder
politiemensen zichtbaar zijn op het terrein. Zo waarschuwde de
Brusselse gerechtelijke directeur reeds dat hij enkele gevaarlijke
bendes door een gebrek aan middelen niet kan inrekenen. Ook een
advocaat-generaal uit Luik heeft een gelijkaardige waarschuwing
geuit. Volgens de advocaat-generaal en de persberichten zou de
verminderde beschikbaarheid van politiemensen niet alleen te
maken hebben met de vergoedingen tijdens overuren en
weekenddiensten maar ook het gevolg zijn van de uitbouw van een
secretariaat voor de politiechef in de zones waarbij sommigen het
zelfs noodzakelijk vinden om zich door een chauffeur te laten
rondrijden. Bovendien zou de federale politie zelfs niet in staat zijn
om twee grote ordehandhavingen tezelfdertijd te verzekeren. Een
topmatch tussen Anderlecht en Club Brugge zou worden uitgesteld
omdat de match dreigt samen te vallen met een Europese Top en de
politiediensten hiervoor niet voldoende manschappen kunnen
leveren.
Daarnaast is er het mediagenieke optreden in Knokke waarbij de
gemeente een privé-bewakingsfirma inhuurde om het strand te
bewaken. Het feit dat gemeenten thans privé-bewakingsfirma's
inhuren wijst op het falen van de politiehervorming. Deze hervorming
bracht reeds extra kosten mee en nu blijkt ook dat het hervormde
korps noch op federaal noch op lokaal vlak haar taken behoorlijk kan
vervullen.
Mijnheer de minister, ik kreeg dan ook graag een antwoord op de
volgende vragen.
Ten eerste, hebt u kennis van het feit dat lokale en federale
politiechefs een secretariaat uitbouwen en het soms zelfs nodig
vinden om zich bij verplaatsingen door een chauffeur te laten voeren
waardoor nutteloze kosten worden gemaakt?
02.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Il ressort de plusieurs
informations parues dans la
presse que, malgré les coûts
élevés, l'amélioration attendue du
fonctionnement de la police se fait
attendre, voire même que le
fonctionnement de ses services
pâtit de la réforme.
Le ministre est-il en mesure de
confirmer que les chefs de police
locaux et fédéraux exposent des
frais inutiles en faisant appel à du
personnel de secrétariat et à des
chauffeurs personnels?
Est-il exact que certaines missions
de la police seront confiées à des
sociétés privées? Le cas échéant,
de quelles tâches s'agit-il? Est-il
exact que la police locale n'est
plus à même de s'acquitter de
certaines missions? Lesquelles?
Pouvons-nous interpréter cela
comme un signe de l'échec de la
réforme des polices?
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Ten tweede, volgens het eerder vermelde persbericht zou u
eveneens voorstander zijn van de overheveling van een aantal
politietaken naar privé-bewakingsfirma's. Kunt u dat bevestigen?
Welke politietaken wenst u dan uit te besteden?
Ten derde, kunt u verklaren waarom de hervormde politie zowel op
lokaal als federaal vlak haar taak niet meer kan vervullen waardoor
gemeenten overgaan tot het overhevelen van politietaken naar privé-
bewakingsfirma's?
Ten vierde, geeft u door de overheveling van politietaken naar de
privé-sector aan de bevolking niet het signaal dat de
politiehervorming is mislukt?
02.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, collega's,
wij hebben meer dan 38.000 politiemensen in België. Dat is volgens
mij genoeg. Na de politiehervorming zijn er in de lokale zones nog
meer politiemensen aanwezig.
02.02
Antoine Duquesne
,
ministre: Nous disposons en
Belgique de plus de 38.000
policiers, et c'est largement
suffisant.
Ce personnel est d'ailleurs plus disponible puisque les 8000 hommes
environ qui faisaient partie hier des brigades locales de gendarmerie
sont maintenant purement et simplement à la disposition des zones
de police. Je suis parfois très surpris d'entendre un certain nombre
d'affirmations. Le problème qui peut se poser à certains endroits n'est
pas nécessairement lié à l'effectif mais aussi à la manière dont on
organise, dont on structure un corps de police. Il est vrai que certains
réussissent mieux que d'autres dans la lutte contre la criminalité,
avec des résultats spectaculaires, mais aussi dans des problèmes de
maintien de l'ordre.
Je suis allé visiter le SJA de Bruxelles, dans le cadre de la lutte
antiterroriste. M. Audenaerde qui est un policier très dynamique m'a
dit que le problème était plutôt qualitatif que quantitatif, c'est-à-dire
de pouvoir disposer du personnel avec le profil correspondant aux
missions de la police judiciaire fédérale. Ce n'est pas de ma
compétence, mais il faut savoir que, pour la police judiciaire
fédérale, nous disposons maintenant d'un effectif de près de 4000
hommes. Il n'y a jamais eu autant d'hommes disponibles pour des
missions qui sont plus limitées puisqu'ils ne s'occupent plus en
principe que de la grande criminalité. Toutes les grandes opérations
de maintien de l'ordre, l'Euro-foot, la présidence belge,
l'accompagnement des fourgons pendant l'Euro fiducaire, notre
présence pendant les matches de football à risque - où on a d'ailleurs
vu diminuer la délinquance, de manière insuffisante, certes -, ou
encore les résultats obtenus dans certains domaines, que ce soit à
Anvers ou à Charleroi, prouvent que certains propos sont excessifs.
Un match est parfois reporté pour des raisons totalement étrangères
à la disponibilité des services de police. Le match d'Anderlecht, par
exemple, a été retardé d'un jour parce que les voitures ne pouvaient
pas circuler à Bruxelles.
Dès lors, j'estime que ce propos est excessif et injuste. Je suis
incapable de dire si certains chefs de corps abusent de facilités en ce
qui concerne l'utilisation de véhicules, mais cela ne m'étonnerait pas.
J'ai constaté que, dans les contrats de sécurité destinés à diminuer
l'insécurité, on donnait parfois des fonctions de chauffeur à du
personnel recruté. Je ne crois pas que cela contribue à la lutte contre
Wat het personeel betreft, werden
8000 van de lokale brigades
afkomstige manschappen ter
beschikking van de politiezones
gesteld. Uw verklaringen
verbazen mij. Ik blijf erbij dat het
probleem geen verband houdt met
het personeelsbestand maar wel
met de manier waarop het
politiekorps is gestructureerd.
Tijdens mijn bezoek aan de
Gerechtelijke Arrondissementele
Dienst van Brussel in het kader
van de terrorismebestrijding werd
mij bevestigd dat het veeleer een
kwalitatief dan een kwantitatief
probleem betreft.
De gerechtelijke politie beschikt
thans over 4000 manschappen,
wat meer is dan in het verleden.
Tijdens grote
ordehandhavingsoperaties werd
een vermindering van de
criminaliteit vastgesteld. Ik vind
dan ook dat u overdrijft. Ik weet
niet of sommige korpschefs
misbruik maken van faciliteiten,
maar wat de nieuwe contracten
betreft, heb ik orde op zaken
gesteld.
Het Parlement heeft zich ten
gunste van een geïntegreerde
politie, bestaande uit twee
niveaus, uitgesproken. De interne
organisatie van een lokaal
politiekorps is
een lokale
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
l'insécurité. J'y ai d'ailleurs mis de l'ordre lors de l'approbation des
nouveaux contrats. Je suis aussi très surpris de constater que les
magistrats sollicitent beaucoup actuellement, dans certains endroits,
les forces de police pour leurs transports. Je ne dis pas que pour un
juge d'instruction, par exemple, des problèmes ne se posent pas
mais il est coûteux et inutile d'utiliser un policier comme chauffeur.
Le département de la Justice doit se pencher sur cette
problématique.
On me dit aussi, outre le fait que la réforme a pour conséquence que
nous avons des corps d'officiers trop importants, ce qui était
inévitable, qu'à certains endroits on reconstitue de véritables états-
majors plutôt que de mettre les hommes sur le terrain.
Cela n'a évidemment pas mon approbation.
Le parlement s'est exprimé en faveur d'une police intégrée à deux
niveaux en partant du principe que les autorités locales étaient les
mieux placées pour organiser leur corps, pour déterminer leurs
priorités et leurs objectifs. Je peux faire un certain nombre de
recommandations, ce que j'ai déjà fait notamment par le biais de ma
circulaire PLP10 relatives aux normes d'organisation et de
fonctionnement ou encore avec ma circulaire ZPZ12.
Mais je ne peux le leur imposer.
Nous en sommes, bien entendu, aux premiers balbutiements de la
réforme mais grâce à la conviction nous allons obtenir de meilleurs
résultats.
Enfin, j'ai déjà eu l'occasion de dire à M. Bourgeois que j'étais
partisan du recours à des services privés et ce non pas parce que
nous pensons à un échec de la réforme des polices mais parce que
nous voulons permettre aux services de police de se recentrer sur
leur mission essentielle.
Pour que les choses soient claires, la rue relève de la responsabilité
des forces de police. Mais un certain nombre de missions contribuant
notamment au sentiment de sécurité, peuvent être exécutées par des
sociétés de gardiennage. Le parlement a, par le biais du vote d'un
amendement par exemple, permis aux Chemins de fer de laisser
intervenir leur service de gardiennage dans les gares qui sont
pourtant des lieux publics. Ce service contribue ainsi
incontestablement à un sentiment de sécurité. C'est dans cet esprit
que je déposerai très prochainement un projet de loi au parlement.
D'ailleurs de nombreux parlementaires ici présents avaient déposé
des propositions allant dans ce sens. L'idée reste la même:
décharger les services de police de missions accessoires pour leur
permettre de se recentrer sur l'essentiel.
Un autre projet relatif à la sécurité routière est actuellement en
discussion. Plutôt que de demander à des policiers de dresser des
procès-verbaux pour non-respect des règles en ce qui concerne le
stationnement payant, il est préférable de les utiliser à de véritables
missions de sécurité routière.
Des propos sont donc tenus de façon répétitive mais ils sont
infondés. Ainsi, quand on a lancé la réforme de polices, certains
aangelegenheid en de autoriteiten
moeten op een oordeelkundig
gebruik van de middelen toezien.
Ik kan aanbevelingen formuleren
zoals ik dat via de circulaires PLP
10 en ZPZ 12 heb gedaan. Zoals
ik uw collega Bourgeois al heb
gezegd, heb ik voorstellen
ingediend om de politiediensten
van een aantal bijkomstige taken
te ontlasten. Sommige taken
kunnen immers aan
bewakingsondernemingen worden
toevertrouwd. Men zegt hier altijd
hetzelfde, maar dat berust
nergens op. De
verantwoordelijkheid van de
plaatselijke gezagsdragers terzake
kan niet worden ontkend.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
craignaient que "tout s'arrête" quand la police fédérale serait
installée. Ainsi, le 1
er
janvier à 0 heure, les criminels risquaient à
nouveau de courir dans les rues car leurs dossiers seraient
abandonnés. A l'époque, j'avais souri et, "Dieu soit loué", ce n'est pas
cela qui s'est passé.
Aujourd'hui, un discours "de bonne" ou "de mauvaise" société est
utilisé. Toutefois, les choses progressent même s'il y a beaucoup à
faire en la matière. De plus, une grande responsabilité doit être
assumée au plan local.
02.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, ik ga
akkoord met uw stelling dat meer dan 38.000 politiemensen in ons
land inderdaad voldoende is voor een bevolking van rond de 10
miljoen. Ik ben het er ook mee eens dat er meer politiemensen
toegewezen zijn aan de lokale zones. Waarmee ik niet akkoord kan
gaan, is dat die meer beschikbaar zouden moeten zijn dan vroeger
het geval was. Voor een belangrijk deel hebt u de problematiek
onderkend. Alle signalen die mij bereiken, wijzen erop dat de
hiërarchische top veel te zwaar uitgebouwd is en dat het
tussenniveau zichzelf in stand houdt met omzendbrieven,
directieven, rapportages enzovoort. Die politiemensen kunnen niet
op het terrein worden ingezet. Het probleem doet zich voor zowel bij
de lokale politie als bij de federale politie. Ik denk dat u, nu het
systeem enkele maanden in werking is, snel tot een evaluatie moet
overgaan en onderzoeken hoe het probleem opgevangen kan
worden.
Een tweede probleem dat ik wil signaleren en dat u niet onmiddellijk
aangeraakt hebt we moeten het debat daarover misschien op een
ander moment voeren , is dat van de overuren. U legde in de
budgettaire richtlijnen op dat politiemensen, om de zaak budgettair in
de hand te houden, per jaar maar een bepaald aantal overuren en
weekenddiensten mogen hebben. Dat betekent dat een politieman
die met een crimineel dossier bezig is, maar een beperkt aantal
overuren mag presteren en dus moet ophouden wanneer hij aan die
grens zit. Het is misschien een beetje banaal voorgesteld, maar dat
is de realiteit. Doordat u een maximumaantal overuren hebt
opgelegd in uw instructies, beperkt u eigenlijk de politiemensen in de
concrete uitvoering van de dienstverlening. Ik denk dat het dus hoog
tijd is dat u voor bepaalde cruciale punten overgaat tot een evaluatie.
Zo zult u uiteindelijk kunnen verwezenlijken wat de bedoeling van
ons allemaal was, met name meer politiemensen op het terrein die
minder bezig moeten zijn met louter administratieve taken.
02.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Nous disposons en effet
d'effectifs de police suffisants pour
les dix millions d'habitants du
pays. Il est exact que le nombre
d'agents disponibles au niveau
local a augmenté mais je ne suis
pas d'accord avec le ministre
lorsqu'il déclare que l'effectif
réellement mobilisable est
également plus important. La
critique qui veut que le sommet de
la hiérarchie est trop étoffé et que
le cadre moyen s'occupe surtout
de tâches administratives est en
effet largement répandue.
En outre, la limitation des heures
supplémentaires continue à poser
un problème. Le système est
néfaste pour la qualité du service
offert. Une évaluation est
nécessaire.
02.04 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer Van Hoorebeke, wat de
federale politie betreft hebt u gelijk. Zij moet teveel administratieve
taken uitvoeren. Dat was al het geval voor de rijkswacht. Ik heb hen
daarover trouwens al een vraag gesteld en ben er zeker van dat we
daarvoor oplossingen moeten vinden.
02.04 Minister
Antoine
Duquesne
: Il est vrai que la
police fédérale est surchargée de
tâches administratives. Il faudra y
remédier.
J'ai fait cet effort, qui m'a déjà permis de récupérer près de 200
hommes sur le plan opérationnel, sans demander de moyens
supplémentaires. Je crois que le même effort doit être fait au niveau
des polices locales. Et en ce qui concerne les heures
supplémentaires, je ne dis pas que le chiffre qui a été retenu est
idéal. Celui-ci était très important, surtout pour les polices locales,
Ik heb al meer dan tweehonderd
manschappen gerecupereerd. De
lokale politie moet een zelfde
inspanning leveren. Dat cijfer is
gebaseerd op de ervaring van de
vorige jaren. De korpschef moet
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
pour déterminer le montant de la dotation. Il est fondé sur
l'expérience des années précédentes et pourra être corrigé à la
lumière de la pratique. Mais on a voulu éviter que l'on opte pour la
solution de facilité qui voudrait que, plutôt que d'utiliser son corps de
manière optimale, on fasse faire des heures supplémentaires. Voilà
l'objectif poursuivi.
En outre, si l'on devait vraiment pratiquer comme dans l'exemple que
vous citez, ce serait absurde. J'irai même plus loin en disant que ce
serait sot. Il appartient aux chefs des services de police d'interpréter
intelligemment les instructions qui sont données. L'objectif poursuivi
en rédigeant des circulaires d'ordre général, c'est contenir les
évolutions dans des limites raisonnables. Peut-être peut-on faire
moins d'heures supplémentaires là où c'est moins justifié, pour
pouvoir faire plus de prestations là où c'est nécessaire. Mais je
reconnais que cela représente un plus gros effort que de décider
simplement d'appliquer "bêtement" la circulaire.
de circulaires op een intelligente
manier interpreteren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de mogelijke
tegemoetkoming van het rampenfonds na de hevige regenval in Gent" (nr. 7885)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de erkenning van
overstromingen als ramp" (nr. 7956)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de beslissing van de
Ministerraad om diverse gemeenten tot rampgebied uit te roepen naar aanleiding van de
overstromingen in augustus 2002" (nr. 7986)
03 Questions jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "l'éventuelle intervention du fonds des
calamités à la suite des violentes intempéries qui se sont abbatues sur Gand" (n° 7885)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Intérieur sur "la reconnaissance des inondations en tant
que catastrophes" (n° 7956)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur "la décision du Conseil des ministres de déclarer
différentes communes zone sinistrée à la suite des inondations du mois d'août 2002" (n° 7986)
03.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal kort zijn omdat mevrouw Brepoels
uitvoeriger op de problematiek zal ingaan. Mijnheer de minister, ik
heb vastgesteld dat de Ministerraad van vorige week de
overstromingen van 26 tot 28 augustus 2002 heeft erkend. Het
betreft vooral de overstromingen die zich hebben voorgedaan in
Wallonië, Brussel hoofdstad, Henegouwen, de provincie Luxemburg
en Vlaams-Brabant. In de periode van 18 tot 24 augustus 2002 heeft
er zich ook in Vlaanderen heel wat zware regenval voorgedaan.
Onder meer de streek van Gent en omstreken werd zwaar getroffen
in de periode van 18 en 19 augustus en een tweede maal in de
periode van 23 en 24 augustus 2002, derwijze dat volgens de
burgemeester van Gent de weersgebeurtenissen als ramp dienden te
worden erkend.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken daaromtrent? Is er
een onderzoek naar de zware regenval die zich heeft voorgedaan in
die periode in Gent en omstreken? Wat is de verdere procedure die
daaromtrent zal worden gevolgd?
03.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Entre le 18 et le 24 août,
plusieurs régions flamandes ont
été ravagées par des pluies
diluviennes. Des voix s'élèvent
pour demander que ces
précipitations soient reconnues
comme catastrophe, ce qui
permettrait une intervention du
Fonds des calamités. Le ministre
peut-il vérifier si les faits peuvent
être définis comme catastrophe, à
Gand comme dans d'autres
régions? Recueillera-t-il l'avis de
l'IRM? En cas d'avis positif, le
ministre lancera-t-il la procédure
de reconnaissance. Si l'avis est
négatif cherchera-t-il une solution
de rechange?
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
03.02
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, zoals de
heer Van Hoorebeke heeft gezegd zal ik inderdaad iets ruimer op de
problematiek van de erkenning van overstromingen als ramp willen
ingaan. Ik heb vastgesteld dat ook in de loop van de vorige jaren
telkens problemen rezen op het ogenblik dat er zich een ramp
voordeed. De gegevens van het KMI moesten ter beschikking zijn
vooraleer de Ministerraad en zelfs de bevoegde minister een
beslissing namen. Intussen zijn er rondzendbrieven verschenen. In
dat verband heeft de Ministerraad op 13 september 2002 een deel
van de overstromingen van eind augustus 2002 erkend, maar voor
de overstromingen van juli en september 2001 gebeurde dat ook pas
na één jaar. Nog merkwaardiger is dat naast die erkenningen van
vorig jaar ook de erkende zones van een aantal overstromingen en
stormen uit het jaar 2000 geografisch werden uitgebreid. Nochtans
zou men na twee jaar toch wel de juiste gegevens ter beschikking
moeten hebben.
Mijnheer de minister, ik heb hierover dan ook een aantal heel
concrete vragen. Ten eerste, op basis van welke gegevens werden
de overstromingen van 26 tot 28 augustus 2002 erkend als ramp?
Waarom erkent men uitsluitend de laatste overstromingen en niet de
overvloedige regenval van 30 en 31 juli, van 3 tot 9 augustus en de
overstromingen van 18 tot 24 augustus waarover de heer Van
Hoorebeke het had en waarbij vooral de provincies Oost-Vlaanderen
en Limburg werden getroffen? Waarom erkent men deze
overstromingen niet in een zekere chronologie van de feiten?
Ten tweede, waarom worden de overstromingen van juli en
september 2001 nu pas na één jaar erkend als ramp?
Ten derde, vernam ik graag welke motivatie, want als minister hebt u
een motiveringsplicht, u ten de grondslag hebt gelegd van de
uitbreiding van de geografische zones van verschillende rampen in
2000, met name die van 2 tot 8 juli, van 24 tot 31 juli, van 30 oktober
en van 10 december? Wanneer zullen die erkenningen uiteindelijk
worden gepubliceerd in het Staatsblad? Ik heb begrepen dat de
eerste erkenning de dag zelf gepubliceerd zou zijn. Ik heb het
jammer genoeg niet gevonden maar het is mogelijk dat ik erover heb
gekeken. De andere heb ik zeker nog niet gezien. Het is pas van het
ogenblik van publicatie dat voor het rampenfonds de procedure
begint te lopen.
Vervolgens had ik graag van de minister vernomen of hij vindt dat
het meetnet in ons land voldoende werd uitgebouwd of dat er
bijkomende radarsystemen of bijkomende meetpunten moeten
worden ontwikkeld?
Ik heb in de zomer vastgesteld dat naar aanleiding van een
plaatselijke zware regenval op het officiële meetpunt soms geen
overschrijding werd gemeten, terwijl de nabijgelegen gemeente met
een enorme ravage geconfronteerd werd.
Voorts zou ik van de minister ook willen vernemen of de criteria die
geformuleerd worden in de omzendbrief van 30 november 2001 zeer
strikt of eerder soepel geïnterpreteerd worden. Vindt de minister dat
die criteria moeten worden bijgesteld en zo ja, op welke wijze. Kan
de minister ook al een idee geven van het bedrag voor de volledige
schadevergoeding waarover we hier spreken? Graag had ik ook
03.02
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Ma question concerne
principalement les critères retenus
pour déterminer si un événement
constitue une catastrophe ou pas.
Sur quels critères se fonde-t-on
pour reconnaître les inondations
de la fin août et pas celles de
juillet, d'août et de septembre?
Comment se fait-il que les
inondations de l'an dernier
viennent à peine d'être reconnues
en tant que catastrophe? Pourquoi
la délimitation géographique de
catastrophes reconnues
antérieurement a-t-elle été
adaptée? Quand toutes les
reconnaissances paraîtront-elles
au
Moniteur belge
? Le réseau de
mesures est-il suffisamment
développé? Ne faut-il pas
réajuster les critères de
reconnaissance? A combien
s'élève le montant total des
indemnisations? Quel est le
budget actuel du Fonds des
calamités? Faut-il le revoir à la
hausse? Quelle est la part
financée par la Loterie nationale?
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
geweten hoeveel het huidige budget van het rampenfonds bedraagt
en hoeveel de nationale loterij hierin inbrengt voor 2002. Vindt de
minister niet dat het bedrag verhoogd moet worden, indien het
rampenfonds op het ogenblik budgettair beperkt is?
03.03
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag betreft ook de beslissing van de
Ministerraad van 13 september, waarbij een hele reeks gemeenten
als rampgebied werden erkend ten gevolge de zware
overstromingen. Sommige overstromingen dateerden van 2000,
relatief lang geleden dus, andere vonden plaats op 26 en 28
augustus. De overstromingen in de periode daartussenin werden
aanvankelijk niet vermeld. Het betreft de recente overstromingen
onder meer tussen 18 en 24 augustus in Vlaams-Brabant: Beersel en
Grimbergen. Ik hoor vandaag van een collega dat de gemeente
Grimbergen ondertussen wel als rampgebied erkend zou zijn. Daar
had ik graag duidelijkheid over gehad.
Ook de zware overstromingen in de Gentse regio en in de voor-
Kempen, Brecht, Malle, Schoten, Brasschaat, Ekeren werden tot nu
toe niet vermeld. Verdere uitleg is nodig, want de indruk bestaat dat
men vooral de Waalse gemeenten via een snelle erkenning wil
helpen, aangezien er maar 30 Vlaamse gemeenten opgenomen zijn
in een lijst van 110 gemeenten.
Voorts zou er ook duidelijkheid moeten komen over de criteria die
hierbij worden gehanteerd, want wij hebben vastgesteld dat die
stortbuien soms heel plaatselijk waren en zich niet voordeden in
gemeenten met een meldpunt, maar in gemeenten in de buurt. In
Grimbergen is bijvoorbeeld geen meldpunt en toch was daar een
zeer hevige regenval in tegenstelling tot de buurgemeenten. Zal de
minister het aantal meetpunten uitbreiden? Op basis van welke
criteria wordt beslist om gemeenten te erkennen als er geen
meetpunt voorhanden is?
Vervolgens vraag ik me af hoe u de afwezigheid van beslissing
verklaart inzake de wateroverlast in Vlaams-Brabant op 24 augustus.
Wanneer zal hieromtrent een beslissing vallen? Ik hoor zopas dat er
voor sommige gemeenten reeds een beslissing is genomen.
Wanneer wordt beslist over de overstromingen in de Gentse regio en
in de Antwerpse voor-Kempen?
De behandeling door de Ministerraad van de dossiers betreffende de
wateroverlast in 2000 en 2001 heeft heel lang op zich laten wachten.
De dossiers in verband met de overstromingen van 26 tot 28
augustus daarentegen konden zeer snel behandeld worden. Kan de
minister dat verklaren? Heeft dat te maken met het feit dat het toen
vooral om Waalse dossiers ging?
Ik heb ook vernomen dat in mei 2003 zou bekend zijn welke
bedragen aan de getroffen personen zullen worden toegekend. Als
men dan weet dat de verkiezingen in juni 2003 plaatsvinden, lijkt me
dat allemaal heel toevallig. Is die vervroegde beslissing genomen
met het oog op de verkiezingen? Ik vind het in elk geval een
eigenaardige datum.
Ten slotte wil ik nog weten wanneer de schadevergoedingen worden
uitbetaald.
03.03
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Le 13 septembre 2002, le
Conseil des ministres a reconnu
plusieurs communes en tant que
zone sinistrée à la suite des
graves inondations. Certaines de
ces inondations datent de l'année
2000 cependant que d'autres se
sont produites du 26 au 28 août
2002. Il n'a cependant pas été fait
mention de celles qui ont touché
le Brabant flamand, la région
gantoise et la campine anversoise
du 24 au 28 août 2002. Les
communes qui ont été reconnues
rapidement sont principalement
wallonnes.
Les critères de reconnaissance
doivent être clairement précisés.
Sur la base de quels critères a-t-il
été décidé de reconnaître des
communes où il n'existe pas de
point de contact? Quand la
décision sera-t-elle prise pour les
communes flamandes? Comment
expliquez-vous que le Conseil des
ministres ait examiné aussi
tardivement les dossiers de 2000
et 2001? Comment se fait-il
qu'une décision ait pu être prise
aussi rapidement pour les
inondations du 26 au 28 août 2002
qui ont principalement touché des
communes wallonnes? Cette
rapidité doit-elle être mise en
corrélation avec les prochaines
élections? Quand les indemnités
seront-elles versées?
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
De
voorzitter
: Mijnheer de minister, kunt u kort antwoorden?
03.04 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, ik zal
proberen. Er zijn echter vele technische vragen.
Zoals in alle andere dossiers met betrekking tot de toepassing van de
wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade aan
private goederen die werd veroorzaakt door natuurrampen, werd de
beslissing om de hevige regenval van 26 tot 28 augustus 2002 als
algemene ramp te erkennen, genomen op basis van het feit dat het
betrokken natuurverschijnsel daadwerkelijk beantwoordt aan de twee
voorwaarden uit artikel 2, paragraaf 1, 1° van voornoemde wet. Ten
eerste, moet het natuurverschijnsel een uitzonderlijk karakter
vertonen en ten tweede, moet het belangrijke schade veroorzaakt
hebben.
De criteria die het mogelijk maken het bestaan van deze twee
voorwaarden te bepalen, zijn opgenomen in de ministeriële
rondzendbrief "Nieuwe normen voor erkenning als natuurramp" van
30 november 2001 betreffende de toepassing van de wet van 12 juli
1976. Deze rondzendbrief werd destijds door de Ministerraad
goedgekeurd.
Het advies van het KMI stelt dat de atmosferische neerslag van 26
tot 28 augustus 2002 wel degelijk een uitzonderlijk karakter heeft.
Plaatselijk werden de drempels van 60 l/m² in 24 uur en van 30 l/m²
in 1 uur overschreden. Bovendien vermelden de verslagen van de
betrokken provinciale overheden dat de regenval belangrijke schade
heeft veroorzaakt. De totale door deze regenval veroorzaakte schade
wordt op meer dan 1.250.000 euro geraamd. De gemiddelde schade
per gezinsdossiers wordt op meer dan 5.000 euro geraamd.
03.04
Antoine Duquesne
,
ministre: Les violentes
intempéries qui se sont produites
du 26 au 28 août 2002 ont été
reconnues comme calamités
publiques en vertu des critères
définis dans la loi du 12 juillet
1976. Le phénomène naturel doit
présenter un caractère
exceptionnel et causer
d'importants dommages. Les
critères de reconnaissance
figurent dans la circulaire
ministérielle du 20 novembre
2001, adoptée à l'époque par le
Conseil des ministres.
L'IRM confirme le caractère
exceptionnel des intempéries qui
se sont abattues du 26 au 28 août
2002: à certains endroits, ces
pluies ont dépassé les seuils de
60l/m2 en 24 heures et de 30l/m2
par heure. Dans leurs rapports, les
provinces ont fait état d'importants
dégâts : le montant total des
dommages s'élève à plus
d'1.250.000 euros et les dégâts
moyens par famille touchée
dépasse les 5000 euros.
En l'occurrence, ce sont des périodes et non des régions qui sont
prises en considération et ce, pour toute la Belgique. Les pluies ont
été abondantes et l'appréciation du dommage se fait sur l'ensemble
du territoire.
Je souhaite évidemment que l'Institut royal météorologique (IRM)
travaille vite; il l'a d'ailleurs fait pour les récentes inondations mais en
raison de leur ampleur, personne n'aurait compris qu'il n'en eût pas
été ainsi. J'ajoute que, bien souvent, comme ce fut le cas pour des
dossiers antérieurs, il faut prendre des renseignements
complémentaires notamment auprès des communes et demander
une interprétation de la règle. De plus, les gouverneurs doivent
parfois aussi revoir l'évaluation faite.
De schade zal in heel het gebied
en gedurende een bepaalde
periode worden geschat.
Ik wil natuurlijk dat het KMI
voortmaakt, maar voor vroegere
dossiers is soms nog bijkomende
informatie van de gemeenten of
provincies nodig.
Wat de andere overstromingen van deze zomer betreft, heeft de
Ministerraad van vrijdag 20 september de overvloedige regenval van
30 en 31 juli 2002, de overvloedige regenval van 3 tot 8 augustus
2002 en de overvloedige regenval van 23 en 24 juli 2002 als
algemene rampen erkend. Ik zal de Ministerraad deze week het
laatste dossier betreffende de overstromingen van deze zomer
voorstellen, namelijk dat met betrekking tot de overvloedige regenval
van 18 tot 21 augustus 2002, evenals het dossier met betrekking tot
de overstromingen die diverse streken in ons land tussen 25 januari
en 28 februari 2002 hebben getroffen.
Le Conseil des ministres du 20
septembre 2002 a reconnu
comme catastrophe les
abondantes précipitations des 30
et 31 juillet 2002, du 3 au 8 août
2002 et des 23 et 24 août 2002
ainsi que les inondations qui se
sont produites entre le 25 janvier
et le 28 février 2002.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
De evolutie en het resultaat van de dossiers betreffende de
erkenning van een gebeurtenis als algemene ramp zijn afhankelijk
van het verloop van talrijke fasen waarop ik niet altijd vat heb. Het
gaat bijvoorbeeld om het uitbrengen van het advies door het KMI, het
opstellen van de verslagen door de provinciegouverneurs en de
administratieve en budgettaire controle. Daarom duurt het voor
bepaalde dossiers langer dan voor andere om een beslissing te
nemen.
Het gebeurt regelmatig dat gemeenten die betrokken zijn bij een
erkende algemene ramp niet vermeld worden in het koninklijk besluit
terzake. De meest voorkomende reden voor deze situatie is dat
bepaalde burgemeesters nalaten de provinciegouverneur te
informeren bij het onderzoek van het dossier tot erkenning van de
betrokken gebeurtenis. Deze situatie heeft zich voorgedaan in de
gevallen die u vermeldt. Bij de bekendmaking van de koninklijke
besluiten tot erkenning van de overstromingen van 2 tot 8 en van 24
tot 31 juli 2000 en van de stormen van 30 oktober en 10 december
2001 in het Belgisch Staatsblad hebben de burgemeesters van
bepaalde gemeenten vastgesteld dat men vergeten was te
vermelden dat hun gemeente door deze gebeurtenissen getroffen
werd. Ze hebben daarna de gouverneur van hun provincie op de
hoogte gebracht van deze vergetelheid. De betrokken
provinciegouverneurs hebben deze informatie doorgegeven aan mijn
administratie die na onderzoek van de dossiers de ontwerpen van
koninklijk besluit tot uitbreiding van de geografische uitgestrektheid
van de voormelde rampen tot de betrokken gemeenten heeft
opgesteld.
Chaque dossier doit franchir
diverses étapes et requiert l'avis
de l'IRM, le rapport du gouverneur
de province ainsi qu'un contrôle
administratif et budgétaire. Aussi,
la décision tarde-t-elle parfois à
intervenir.
Il arrive également de manière
assez fréquente que les
bourgmestres oublient de fournir
des informations aux gouverneurs
lors de l'examen du dossier. Après
la publication des arrêtés royaux
portant reconnaissance en tant
que catastrophe des inondations
qui se sont produites entre le 2 et
le 8 ainsi qu'entre le 24 et le 31
juillet 2000 et des tempêtes du 30
octobre et du 10 décembre 2001,
il fallait donc procéder
ultérieurement à une extension
géographique.
Le Moniteur belge du samedi 14 septembre 2002 a publié les sept
arrêtés royaux officialisant les décisions du conseil des ministres du
13 septembre 2002 en matière de reconnaissance de calamité
publique et d'élargissement de la zone géographique d'une calamité
publique déjà reconnue. Les pluies intenses du 26 au 28 août 2002
(reconnaissance), les inondations du 17 au 20 septembre 2001
(reconnaissance), les pluies abondantes des 22 et 23 juillet 2001
(reconnaissance), les inondations du 2 au 8 et du 24 au 31 juillet
2000 (extension géographique), les tempêtes du 30 octobre et 10
décembre 2001 (extension géographique).
De zeven koninklijke besluiten die
de beslissingen van de
Ministerraad van 13 september
inzake de erkenning van een
ramp en de uitbreiding van het
geografisch rampgebied
bekrachtigen, zijn verschenen in
het Belgisch Staatsblad van 14
september.
Intussen heeft de Ministerraad van 20 september 2002 ook de
overstromingen van 30 en 31 juli, van 3 tot 8 augustus en van 22 tot
24 augustus 2002 als algemene rampen erkend. De besluiten zullen
eerlang in het Belgisch Staatsblad verschijnen. Aangezien het
toezicht op het KMI niet tot mijn bevoegdheden behoort, laat ik het
antwoord op deze vraag over aan mijn collega bevoegd voor
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek.
Le Conseil des ministres a donc
reconnu, le 20 septembre 2002,
les très abondantes précipitations
des 30 et 31 juillet 2002, des 3 au
8 août 2002 et des 23 et 24 août
2002 comme calamité publique.
Les conclusions seront publiées
incessamment au
Moniteur belge
.
Les questions au sujet de l'IRM ne
relèvent pas de ma compétence.
Depuis deux ans, le gouvernement envisage d'adopter un projet
permettant d'assurer ces risques, en tout cas dans les zones
reconnues à risques acceptables. La difficulté réside dans la
détermination de ces zones. Une réunion très positive du comité de
concertation a eu lieu et elle devrait permettre de débloquer ce
dossier très rapidement.
Dankzij een constructief advies
van het overlegcomité zullen de
moeilijkheden in verband met de
afbakening van de risicozones in
het kader van het wetsontwerp
betreffende de schadeloosstelling
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Ceci est très important pour les citoyens. Il s'agit là d'un mécanisme
global de solidarité. Pour les citoyens, cela constituera la
reconnaissance de leurs dommages puisque ceux-ci seront assurés.
Le Fonds des calamités subsistera de manière subsidiaire mais pour
que celui-ci intervienne, il faut d'abord reconnaître la calamité et, en
outre, la réparation n'est jamais que forfaitaire.
Les critères énoncés dans la circulaire du 30 novembre 2001 ont été
approuvés par le conseil des ministres qui, aux termes de l'article 2,
§ 2, 2° de la loi du 12 juillet 1976, est seul souverain pour prendre
une décision en matière de reconnaissance d'une calamité publique.
Ce n'est donc que lorsqu'un événement répond effectivement à ces
critères que je propose sa reconnaissance en tant que calamité
publique.
Le montant de 79,8 millions d'euros concerne les premières
estimations des dommages pour les calamités susmentionnées telles
qu'elles ont été communiquées par les administrations communales
aux gouverneurs de province en vue de la reconnaissance en tant
que calamités publiques. Pour les inondations du 18 au 21 août et de
janvier/février, les dégâts ne sont pas encore connus. Nous
attendons donc qu'ils le soient avant de prendre une décision.
J'espère qu'elle sera prise vendredi matin.
Il faut s'attendre à devoir payer une indemnité totale de réparation de
plus ou moins 30,3 millions d'euros pour les catastrophes qui
viennent d'être reconnues. Cette estimation se fonde sur les données
statistiques de catastrophes analogues survenues ces dernières
années.
voor die risico's, dat de regering al
twee jaar in de pijplijn heeft zitten,
uit de weg geruimd kunnen
worden.
Pas wanneer een gebeurtenis aan
de criteria van de door de
ministerraad goedgekeurde
circulaire van 30 november 2001
beantwoordt, stel ik voor ze te
erkennen als openbare ramp.
Het bedrag van 79,8 miljoen euro
betreft de eerste schattingen met
betrekking tot voornoemde
rampen. De omvang van de
schade van de overstromingen
van 18 tot 21 augustus en van
januari-februari is nog niet
bekend. Vermoedelijk zal een
herstelvergoeding van 30,3
miljoen EUR betaald moeten
worden voor de onlangs erkende
rampen.
Volgens de meest recente informatie waarover ik beschik, beschikt
het Rampenfonds over ongeveer 10 miljoen euro voor de vergoeding
van de slachtoffers.
Voor de manier waarop dit fonds wordt gevoed, verwijs ik naar mijn
collega, de minister van Financiën. Het fonds wordt immers beheerd
door de Nationale Kas voor Rampenschade die ressorteert onder de
bevoegdheid van de minister van Financiën.
Met betrekking tot de vraag van het geachte lid naar de inbreng van
de Nationale Loterij en een eventuele verhoging van dit bedrag moet
ik erop wijzen dat dit behoort tot de bevoegdheid van mijn collega
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties.
Tenslotte, wanneer een natuurramp niet als algemene ramp wordt
erkend, komt de federale overheid niet tussen.
D'après les données les plus
récentes, le Fonds des calamités
dispose de quelque dix millions
d'euros. Sa gestion est assurée
par la Caisse nationale des
calamités, qui ressortit à la
compétence du ministre des
Finances. Le ministre des
Télécommunications et des
Entreprises et Participations
publiques est compétent pour
l'apport de la Loterie nationale. Le
gouvernement fédéral n'intervient
pas lorsqu'une catastrophe
naturelle n'est pas reconnue en
tant que calamité publique.
03.05
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord dat ik grondig zal bestuderen.
03.06
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik had graag
een drietal opmerkingen gemaakt.
Mijnheer de minister, als u antwoordt dat de goedkeuring of
erkenning als ramp van de ramp van 26 tot 28 augustus te maken
heeft met het feit dat direct duidelijk was dat die ramp voldeed aan
de twee criteria zoals ze in de wet worden bepaald, dan wil ik u toch
03.06
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Le ministre admet n'avoir
demandé d'informations à
l'autorité provinciale qu'après le
premier Conseil des ministres et
donc pas en vue de celui-ci.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
wijzen op het feit dat ik heb vastgesteld dat u, wat betreft de
overstromingen in Limburg van half augustus, pas na de eerste
Ministerraad aan de provinciale overheid hebt gevraagd om de
nodige inlichtingen te verschaffen via fax. U stelde deze vraag
tijdens het weekend, na de Ministerraad van 13 september, en men
moest u de documenten reeds woensdag bezorgen zodat u de
belofte die de eerste minister had gedaan, kon waarmaken.
Als u geen informatie vraagt aan de provinciale overheid kunt u maar
moeilijk overgaan tot de erkenning. Dit lijkt mij vrij logisch. U hebt
waarschijnlijk betere contacten...
03.07 Minister
Antoine Duquesne:
(...).
03.08
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de minister, u geeft toe
dat u het hebt gevraagd na de eerste Ministerraad en dus niet ter
voorbereiding van die eerste Ministerraad.
Ten tweede, als ik u hoor zeggen dat de uitbreiding van de rampen
van 2000 te maken heeft met het feit dat sommige burgemeesters
waren vergeten bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan te
geven dat zij getroffen waren door een ramp, dan stel ik mij daar
toch heel veel vragen bij. Ik stel mij daar vooral vragen bij als ik
merk dat het hier onder meer gaat over de gemeente Geldenaken
waarvan uw collega, minister Michel, nog altijd de burgemeester is.
Hij heeft uiteraard heel wat andere beslommeringen aan het hoofd
maar het is voor de bewoners toch interessant om weten dat hun
burgemeester was vergeten de ramp over te maken aan het
Ministerie.
Ten derde, wat het overlegcomité betreft, zegt u dat de regering een
ontwerp van wet heeft goedgekeurd. Dit wetsontwerp werd bijna twee
jaar geleden ingediend bij het Parlement. Uw collega, minister
Picqué, slaagt er niet in om met de Gewesten tot afspraken te
komen. Pas nadat de feiten zich hebben voorgedaan en de
overstromingen hebben plaatsgehad, heeft de regering het initiatief
genomen om na zowat twee jaar een overlegcomité in het leven te
roepen. Ik heb terzake ook een vraag aan minister Picqué ingediend.
Ik zal hem hiermee zeker confronteren.
Ten slotte, als ik de bevoegdheidsverdeling hoor, heb ik kunnen
vaststellen dat men op 1 augustus een besluit heeft genomen om
een wijziging van de bevoegdheden door te voeren zodat mevrouw
Durant niet meer verantwoordelijk is voor de afbakening van de zone
maar dat u als minister van Binnenlandse Zaken bevoegd bent voor
zowel de erkenning als de afbakening. Voorts is collega Reynders
bevoegd voor de uitbetaling. Ik stel bovendien vast dat minister
Picqué verantwoordelijk is voor de KMI-historie en tenslotte is
minister Daems bevoegd voor de financiering. Ik meen dat de
regering terzake orde op zaken zou moeten stellen zodat in de
toekomst de miserie kan worden vermeden die we deze zomer
opnieuw hebben meegemaakt. Dit getuigt volgens mij zeker niet van
goed bestuur.
03.08
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Si l'extension de la liste des
calamités reconnues pour 2000
est due effectivement à une
négligence des bourgmestres, les
habitants de Jodoigne, dont le
ministre Michel se dit le maïeur,
se féliciteront de ce qu'il a oublié
d'informer le ministre de la
catastrophe.
Le projet de loi a été déposé au
Parlement il y a deux ans déjà. Le
ministre Picqué ne parvient pas à
convenir d'un règlement avec les
Régions. Je le lui rappellerai.
Il appartient donc au ministre
Duquesne de répondre de la
délimitation des zones et de la
reconnaissance. Le ministre
Reynders tient les cordons de la
bourse, le ministre Picqué
s'occupe de l'IRM et le ministre
Daems complète le financement.
Cet éparpillement des
compétences n'est pas un
exemple de bonne administration.
03.09
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister natuurlijk ook voor zijn antwoord.
03.09
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): La réaction très rapide
aux pluies diluviennes de la fin
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Natuurlijk blijft er een wanverhouding bestaan tussen enerzijds de
traagheid waarmee werd beslist in de dossiers van 2000 en 2001 en
anderzijds de ongelooflijke snelheid waarmee werd beslist in de
zaken van 26 en 28 augustus 2002. Men moet zich toch ook eens
even in de plaats durven stellen van mensen die voordien ik denk
aan 1 augustus en 24 augustus 2002 met zeer zware
overstromingen werden geconfronteerd. Daarbij was ook duidelijk dat
dit zeer uitzonderlijk was en qua omvang buiten alle proporties. Het
zou veel praktischer zijn geweest had men alles van 2002 gebundeld
en er een sterk dossier van gemaakt. De indruk blijft dat men bewust
voor een aantal gemeenten snel een beslissing wilde uitlokken,
omdat dit politiek beter uitkwam.
De vraag blijft wat men zal doen om ervoor te zorgen dat er in alle
gemeenten tijdig kan worden gemeten en snel resultaten kunnen
worden doorgegeven aan de bevoegde instanties. U noemt dit niet
uw bevoegdheid en stelt dat een andere minister hierop zal
antwoorden, maar ik weet niet hoe. Dit zijn mondelinge vragen.
Zullen wij automatisch, zoals bij schriftelijke vragen, nu een
mondeling antwoord krijgen van uw collega? Of zullen wij een
schriftelijk antwoord krijgen over de wijze waarop die meetpunten
uitgebouwd zullen worden? Dat is voor mij onduidelijk.
Er werden ook concrete vragen gesteld over de Gentse regio, de
Voorkempen in Antwerpen en de streek van Beersel. Ik heb van u
enkel data gehoord, maar geen namen van gemeenten. Beschikt u
over een lijst van gemeenten die zijn erkend? De mensen willen zo
snel mogelijk uitsluitsel, omdat hun schade soms zeer omvangrijk
was. Die liep voor sommigen in de miljoenen oude Belgische
franken. Op welke wijze kunnen wij die lijst bekomen? Staat die op
het internet? Hoe geraken wij daaraan?
août contraste singulièrement
avec l'attitude adoptée
antérieurement cette année par le
gouvernement dans des
circonstances analogues.
Tactiquement, il aurait été
préférable de réunir tous les cas
de 2002 dans un même dossier.
Que comptez-vous faire pour qu'il
puisse être procédé en temps
opportun à des mesures dans
toutes les communes? Comment
va-t-on améliorer la transmission
des informations?
Recevrons-nous une liste des
communes reconnues?
03.10 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, de
regering heeft veel beslissingen genomen. Ik ben er zeer tevreden
over en dat geldt ook voor de burgers, zeker voor hen die problemen
hebben. Ik ben er echter niet zeker van dat iedereen blij is met deze
beslissingen.
03.10
Antoine Duquesne,
ministre
:
De periode sinds 2000
werd geregulariseerd. Bepaalde
periodes moeten nu vrijdag in de
Ministerraad nog worden
onderzocht.
La période depuis 2000 a été régularisée. Certaines périodes doivent
être examinées ce vendredi en conseil des ministres. J'ai répondu de
manière précise aux questions qui m'ont été posées. Bien entendu, la
liste de ces communes est évidemment disponible. Vous constaterez
que le pays est concerné du nord au sud et que cette liste concerne
des communes de toutes les couleurs politiques, car le malheur des
gens n'a pas de couleur politique!
Par ailleurs, la réforme Copernic apportera davantage d'ordre dans
ce système. En effet, j'interviens non seulement pour la
reconnaissance et la délimitation des zones mais je suis également
appelé à intervenir pour ce qui concerne l'indemnisation des
intéressés. Bien entendu, comme les communes le savent, nous
avons déjà diffusé des informations relatives à la procédure à suivre.
Par conséquent, cette matière qui relevait, hier, de la compétence de
Mme Durant relève à présent de celle du ministre de l'Intérieur.
En ce qui concerne le financement, madame Brepoels, c'est
traditionnellement le ministre des Finances qui est compétent en la
matière tandis que la Loterie, plus spécifiquement, relève de la
De lijst van de gemeenten is
beschikbaar. Uit die lijst blijkt dat
het zowel gemeenten uit het
noorden, het zuiden als het
centrum van het land betreft en
dat de politieke kleur van het
gemeentebestuur daarbij geen
enkele rol speelt. Dank zij de
Copernicus-hervorming zal daarin
orde op zaken kunnen worden
gesteld. De bevoegdheid van
mevrouw Durant terzake wordt
overgeheveld naar het ministerie
van Binnenlandse Zaken. De
financiering ressorteert onder de
bevoegdheid van de minister van
Financiën, terwijl de Loterij onder
minister Daems ressorteert. Dat is
niet nieuw.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
compétence du ministre Daems. Cela n'a rien de particulier!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het
afleveren van verblijfsvergunningen in het kader van gezinshereniging of gezinsvorming"
(nr. 7891)
04 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur sur "la délivrance de permis de
séjour dans le cadre du regroupement familial ou de la reconstitution familiale" (n° 7891)
04.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het onderwerp dat ik thans zal aansnijden is
van zo'n groot maatschappelijk belang dat het eigenlijk een
interpellatie vergt, maar ik zal proberen deze aangelegenheid kort en
bondig in de vorm van een mondelinge vraag te berde te brengen,
waarna ik zal oordelen of het antwoord van de minister mij voldoet.
Mijnheer de minister, momenteel wordt de Dienst
Vreemdelingenzaken overstelpt met aanvragen in het kader van
gezinshereniging of gezinsvorming door niet-EU-onderdanen. Dat is
onder meer het geval op het lokale vlak. In dat verband wijs ik erop
dat bijvoorbeeld de Dienst Vreemdelingenzaken van de stad
Antwerpen dagelijks zeshonderd personen die zich willen laten
registreren over de vloer krijgt. Het is werkelijk een massale
overrompeling.
Destijds, toen de snel-Belg-wet werd ingevoerd en de regularisaties
werden doorgevoerd, hebben wij hiervoor gewaarschuwd. Wij
hebben gewezen op de effecten van gezinshereniging en
gezinsvorming. In Nederland werd berekend dat de zogenaamde
volgmigratie drie keer groter is dan de eigenlijke migratie. Na verloop
van tijd moet de eigenlijke migratie dus met factor drie worden
vermenigvuldigd. Dat betekent dat als er twintigduizend migranten
België binnenkomen, dat cijfer na enige tijd oploopt tot
tachtigduizend migranten. Die tachtigduizend personen zijn dan
opnieuw in staat om te huwen met buitenlandse partners, om
gezinshereniging door te voeren, waardoor er een sneeuwbaleffect
ontstaat en waardoor het demografisch en etnisch uitzicht van de
maatschappij totaal verandert in de loop van een paar generaties. Dit
is thans aan de gang en over twintig jaar zal men zich afvragen
welke rampen deze paars-groene regering over ons land heeft
uitgestort.
Ik wijs erop dat ingevolge de gezinshereniging en de snel-Belg-wet er
de voorbije twee jaar 125.000 Belgen zijn bijgekomen. Welnu, deze
personen kunnen hun echtgenoot of echtgenote en hun
bloedverwanten in dalende lijn en jonger dan 21 jaar, alsmede hun
bloedverwanten in stijgende lijn die ten hunne laste zijn en bovendien
de echtgenoot of echtgenote van deze ten laste zijnde personen,
laten overkomen. Men beseft niet tot wat een sneeuwbaleffect die
kan leiden.
Zij die hier aanwezig zijn met een verblijfsvergunning hebben het
recht om hun kinderen jonger dan 21 jaar naar België te laten
overkomen en dat geldt eveneens voor de tienduizenden personen
die momenteel worden geregulariseerd.
04.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): L'Office des
étrangers est submergé de
demandes dans le cadre du
regroupement familial ou de la
constitution de famille introduites
par des non-ressortissants de
l'UE. La ville d'Anvers à elle seule
est dépassée par les six cent
demandes qu'elle reçoit par jour.
Nous avons toujours mis en garde
contre les conséquences de la
procédure accélérée d'octroi de la
nationalité belge. Les mariages
d'immigrants créent un réel effet
boule de neige. Au cours des deux
dernières années, la population
belge a augmenté de 125.000
personnes. Tous ces nouveaux
Belges peuvent faire venir leur
épouse ou leur époux, de même
que les parents, ascendants ou
descendants, dont ils ont la
charge. Une personne en
possession d'un permis de séjour
peut, elle aussi, faire venir ses
enfants, pour autant qu'ils aient
moins de 21 ans. Des pays
comme les Pays-Bas ou le
Danemark commencent à prendre
conscience de la catastrophe et
tentent d'y parer par des mesures
draconiennes.
Après avoir ouvert bien grand les
vannes pendant trois ans, le VLD
a perdu toute crédibilité à présent
que d'autres sons de cloches se
font entendre dans ses rangs.
Quelle est l'origine de
l'augmentation du nombre de
demandes introduites auprès de
l'Office des étrangers? Combien
de demandes de regroupement
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Hiertegen hebben wij gewaarschuwd, mijnheer de minister van
Binnenlandse Zaken. In de ons omringende landen zoals Nederland
en Denemarken wordt de ramp thans ingezien en worden er
draconische maatregelen genomen. In Nederland en Denemarken
moet men bijvoorbeeld 25 jaar zijn alvorens men kan huwen met een
buitenlandse partner. Ook aan de buitenlandse partners worden zeer
strikte beperkingen opgelegd. In Nederland ging men zelfs zo ver om
te beslissen dat wie een buitenlandse partner laat overkomen,
minstens 130% van het bestaansminimum moet verdienen. Er zijn
nog tal van andere voorbeelden van maatregelen. Terwijl onze
buurlanden draconische maatregelen nemen zetten wij de deuren
wagenwijd open en worden er geen maatregelen getroffen.
Vorige week gaf de VLD-fractie van de Kamer een persconferentie
waarbij, onder meer, werd aangedrongen om de mogelijkheden van
gezinshereniging en gezinsvorming sterk terug te schroeven, maar
zij werd teruggefloten door haar partijbestuur. De VLD-fractie komt
hiermee evenwel op de proppen drie jaar nadat zij de sluizen
wagenwijd heeft opengezet. Dat is totaal ongeloofwaardig.
Mijnheer de minister, vandaar mijn vragen. Ten eerste, welke zijn
volgens u de oorzaken van deze sterk toegenomen aanvragen bij de
dienst Vreemdelingenzaken?
Ten tweede, hoeveel aanvragen krijgt de dienst Vreemdelingenzaken
momenteel maandelijks te verwerken inzake gezinshereniging?
Welke is de toptien van de nationaliteiten, graag telkens met het
aantal aanvragen
Ten derde, hoeveel aanvragen krijgt de dienst Vreemdelingenzaken
momenteel maandelijks te verwerken in het kader van de
gezinsvorming? Dat zijn de huwelijken met een buitenlandse partner.
Welke is de top van de nationaliteiten met telkens ook graag het
aantal aanvragen.
Ten vierde, welke maatregelen hebt u genomen of zijn in
voorbereiding naar het voorbeeld van de maatregelen die momenteel
onze buurlanden nemen om een halt toe te roepen aan deze
toestroom van vreemdelingen in het kader van gezinshereniging en
gezinsvorming en om dit aantal te doen afnemen?
familial et de constitution de
famille ce service examine-t-il
chaque mois? Etes-vous en
mesure de ventiler les chiffres par
nationalité? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il?
04.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, de
aanvragen tot verblijf, ingediend door vreemdelingen in het kader
van de gezinshereniging - of het nu gaat om visumaanvragen in het
buitenland of om aanvragen tot verblijf in België - zijn effectief
toegenomen. Ik beschik evenwel niet over precieze gegevens die mij
toelaten het fenomeen duidelijk te omschrijven. Daartoe dienen
teveel parameters in aanmerking te worden genomen.
De oorzaken van de toevloed zijn moeilijk met zekerheid te bepalen,
maar er gaat ongetwijfeld een zekere invloed uit van de
regularisatiecampagne die een recht op gezinshereniging heeft doen
ontstaan in hoofde van zowat 25.000 geregulariseerde
vreemdelingen.
Verder heeft het nieuwe Wetboek van de Belgische nationaliteit, die
de procedures om de Belgische nationaliteit te verwerven heeft
04.02
Antoine Duquesne
,
ministre: Le nombre de demandes
a effectivement augmenté. Les
causes sont incertaines. La
campagne de régularisation qui a
débouché sur 25.000
régularisations et la nouvelle
législation sur la nationalité n'y
sont peut-être pas étrangères.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
versoepeld, wel een belangrijke invloed op het aantal aanvragen in
het kader van de gezinshereniging. Het is namelijk zo dat het
toepassingsgebied van de gezinshereniging ten opzichte van een
Belg ruimer is dan dit van de gezinshereniging ten opzichte van een
vreemdeling.
Ik beschik enkel over betrouwbare maandelijkse statistische
gegevens van het aantal ontvangen visumaanvragen ingediend door
visumplichtige vreemdelingen vanuit hun land van oorsprong.
Le service des visas de l'Office des étrangers reçoit actuellement, en
moyenne, quelque 650 demandes par mois, par rapport à quelque
400 demandes par mois en 2001. Les demandes de visa pour
regroupement familial viennent d'abord du Maroc et de la Turquie,
ensuite arrivent, bien plus loin, des pays comme le Ghana, l'ex-
Yougoslavie, la Chine, l'Algérie, l'Inde, la Russie, la République
Démocratique du Congo et le Congo-Brazzaville. De façon purement
statistique, 410 demandes ont été introduites par le Maroc, 170 par la
Turquie, 44 par le Ghana, 33 par la Chine et 17 par l'ex-Yougoslavie
au cours des huit premiers mois de 2002.
En ce qui concerne plus généralement les demandes de séjour des
étrangers dans le cadre d'un regroupement familial, je puis informer
à titre indicatif qu'au jour du 6 septembre 2002, les époux et épouses
de 10.551 étrangers, tant des ressortissants de l'Union européenne
que des ressortissants non-Union européenne ont obtenu pour la
première fois un titre de séjour au cours de l'année.
Je ne peux pas répondre à votre demande de statistique dans le
cadre de la formation familiale "de gezinsvorming" car je ne sais
pas vraiment ce que vous entendez par là.
Voor personen voor wie een
visumplicht geldt in hun land van
herkomst, ontvangt de dienst Visa
van de dienst
Vreemdelingenzaken momenteel
zo'n 650 aanvragen per maand,
tegen ongeveer 400 in 2001.
Visumaanvragen voor
gezinshereniging komen in de
eerste plaats uit Marokko en
Turkije, met respectievelijk 410 en
170 aanvragen in de eerste acht
maanden van 2002. Die twee
landen worden op een grote
afstand gevolgd door Ghana,
China en ex-Joegoslavië. Voorts
kregen de echtgenoten van
10.551 vreemdelingen uit EU- en
niet-EU-lidstaten voor het eerst
een verblijfsvergunning in de loop
van het jaar. Ik weet niet wat u
onder "gezinsvorming" verstaat.
De beperking van het aantal aanvragen voor gezinshereniging is
geen doel op zichzelf. De gezinshereniging is een recht dat wordt
gewaarborgd door internationale verdragen zoals artikel 8 van het
EVRM. Op nationaal vlak is het recht op hereniging gewaarborgd in
de artikelen 10 en 40 van de Vreemdelingenwet van 15 december
1980. Elke vreemdeling die aan de wettelijke voorwaarden inzake
gezinshereniging voldoet is vrij zijn verblijfsrecht te doen gelden via
een aanvraag tot gezinshereniging in het rijk of in het buitenland. Het
ligt niet in mijn bedoeling de zaak vanuit een kwantitatief oogpunt te
bekijken. Ik verkies veeleer een kwalitatieve benadering die inhoudt
dat een einde wordt gemaakt aan allerhande mogelijke misbruiken
en praktijken zoals schijnhuwelijken en netwerken. Ik heb reeds
initiatieven genomen om de betrokken instanties zoals de officiers
van de burgerlijke stand en de parketten voor deze problematiek te
sensibiliseren.
Le regroupement familial
constitue un droit garanti par des
traités internationaux et par la loi
sur les étrangers. Mon objectif
n'est pas de procéder à une
limitation strictement quantitative
du nombre de demandes. Je
préconise une approche
qualitative: des abus tels que les
mariages blancs et les réseaux
doivent être éradiqués. Mes
services s'emploient à sensibiliser
les instances concernées.
Il faut noter à cet effet qu'au niveau européen, la Commission
européenne a rédigé un projet de directive en matière de
regroupement familial.
Le champ d'application de la directive concrètement, les personnes
qui peuvent faire appel à une demande de regroupement familial -
fait l'objet d'une discussion particulièrement difficile. Je suis partisan
d'une harmonisation de la question au niveau européen, afin de
limiter les abus et les mouvements migratoires secondaires, mais
De Europese Commissie heeft
een ontwerp-richtlijn betreffende
de gezinshereniging opgesteld,
waarin omschreven wordt wie een
aanvraag kan indienen, maar de
discussie verloopt moeizaam en
men is er nog niet uit.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
certains ont un autre point de vue. C'est la raison pour laquelle nous
n'avons pas encore abouti à une décision.
04.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, onder "gezinsvorming" versta ik huwelijken van
Belgen of personen die in ons land verblijven met buitenlandse
huwelijkspartners. Personen die hier verblijven en leden van hun
gezin, hun kinderen of ouders uit het buitenland laten overkomen is
gezinshereniging. Zo wordt dit ook in Nederland begrepen.
04.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Par
reconstitution familiale, j'entends
les mariages entre Belges ou
ressortissants étrangers résidant
en Belgique avec des partenaires
étrangers. Il s'agit d'une notion
bien connue aux Pays-Bas.
04.04 Minister
Antoine Duquesne:
Dat staat echter zo niet in de
wet.
04.04
Antoine Duquesne
,
ministre: Cette notion n'est pas
inscrite dans la loi belge.
04.05
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Dat is correct.
Misschien is er sprake van misverstand.
Mijnheer de minister, ik zal uw antwoorden nauwkeurig bestuderen.
Zo nodig, zal ik later meer precieze vragen stellen. Dat deze
problematiek voor u geen kwantitatieve maar een kwalitatieve
aangelegenheid is, stelt me echter teleur. Het is wél een
kwantitatieve aangelegenheid. Door de effecten van de snel-Belg-wet
en van de regularisaties u hebt dit zelf bevestigd - is het aantal
aanvragen sterk toegenomen. Daaraan zal moeten worden
geremedieerd. Ik heb gewezen op de soms drastische maatregelen
die in een aantal van onze buurlanden reeds zijn genomen. U zegt
dat het probleem op Europees niveau moet worden geregeld. De
praktijk leert ons dat als we op Europa moet wachten, we jaren
kunnen wachten. Niets belet de Belgische regering om maatregelen
te nemen zoals Nederland heeft gedaan. Als al onze buurlanden hun
wetgeving verstrengen en België niets doet, wordt België het putje
van Europa waar alles naartoe vloeit. Dat wil het Vlaams Blok
voorkomen.
04.05
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): C'est possible.
Il est regrettable que l'émigration
secondaire ne fasse pas l'objet
d'une approche quantitative.
L'aspect quantitatif est en effet
devenu beaucoup plus important
avec l'entrée en vigueur de la loi
sur la naturalisation rapide et avec
la campagne de régularisation. Il
convient de prendre des mesures
drastiques. Nous ne pouvons pas
nous permettre d'attendre une
initiative européenne. La Belgique
ne peut pas être le seul pays à ne
pas renforcer la législation, car
dans ce cas tous les étrangers
viendront chez nous.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het
repatriëren van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen" (nr. 7892)
05 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur sur "le rapatriement des
demandeurs d'asile déboutés et de personnes en situation illégale" (n° 7892)
05.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, volgens de regering en ook volgens uzelf wordt
er beter werk gemaakt van het aantal repatriëringen van
uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen.
Ik heb mijn vraag op 27 augustus 2002 ingediend. Toeval of niet, op
28 augustus 2002 verspreidt uw kabinet een enigszins
triomfalistische persmededeling waarin u verklaart dat het aantal
repatriëringen gevoelig is toegenomen. U staaft die stelling ook met
cijfers: in 1999 zouden in totaal 9.234 personen het grondgebied
hebben verlaten, in 2000 waren dat er 12.265 en in 2001 waren het
er 14.997. Voor het eerste semester van 2002 zouden het er 8.102
zijn. Op een schriftelijke vraag die ik in dit verband had gesteld, heb
05.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le
gouvernement affirme s'occuper
activement du rapatriement des
demandeurs d'asile déboutés et
des personnes en situation
illégale. Le nombre de
refoulements et d'expulsions
aurait sensiblement augmenté et
s'élèverait à 8.102 cas pour le
premier semestre 2002.
Le ministre pourrait-il ventiler ce
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
ik ondertussen al antwoord gekregen wat het jaar 2001 betreft. Daar
hebt u de groep van 14.997 personen reeds in de diverse
categorieën opgedeeld.
Dat is nu precies een van mijn vragen, mijnheer de minister. Kunt u
de cijfers uit uw persmededeling per categorie van illegalen
preciseren: gaat het om uitgeprocedeerde asielzoekers of om
illegalen?
Hoeveel personen werden op welke wijze van het grondgebied
verwijderd? Ging het om terugdrijvingen, terugleidingen naar de
grens, vrijwillige terugkeer of gedwongen uitzetting?
Een bijkomende vraag hierbij is hoe men de personen controleert die
zogezegd vrijwillig terugkeren? Hoe controleert men bijvoorbeeld in
het kader van het IOM de Internationale Organisatie voor Migratie
of die personen ook daadwerkelijk zijn teruggekeerd?
Tot slot, mijnheer de minister, welke maatregelen hebt u reeds
genomen om het aantal repatriëringen van uitgeprocedeerden en
illegalen op te drijven? Welke maatregelen hebt u eventueel nog in
voorbereiding? Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het opvoeren van het
aantal gesloten centra. Uit een schriftelijke vraag die u mij onlangs
bezorgde blijkt dat er in de gesloten centra in heel België slechts een
vijfhonderdtal plaatsen voorhanden zijn. Dit is natuurlijk veel te
weinig wanneer men een daadwerkelijk en krachtig repatriëringbeleid
wil voeren.
chiffre par catégorie de séjour
illégal et mode d'expulsion?
Comment le gouvernement
s'assure-t-il que les personnes qui
affirment qu'elles rentreront
volontairement dans leur pays
s'exécutent réellement?
De
voorzitter
: Voor wie ongeduldig begint te worden wil ik voor alle duidelijkheid zeggen dat deze vraag
net binnen de toegestane tijd is gesteld. Dat geldt niet voor alle daaraan voorafgegane vragen.
Mijnheer de minister, u hebt het woord.
05.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, collega's,
de geregistreerde terugkeringen en verwijderingen stijgen regelmatig
en aanzienlijk sinds 1999. In 1999 waren het er 9.000, in 2000 waren
het er 12.000 en in 2001 waren dat er al 15.000. De toename heeft te
maken met een belangrijke inspanning vanwege mijn diensten om
die dossiers sneller te behandelen, met de resultaten van de
ondernomen stappen om de heropname van de illegalen in hun land
van herkomst sneller te bewerkstelligen, met de verhoging van de
capaciteit van de gesloten centra, met het politiepersoneel dat belast
is met de begeleiding en met een verscherpte aanmoediging tot
vrijwillige terugkeer.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de volgende
categorieën: de vrijwillige terugkeer, de terugdrijving aan de grens en
de repatriëring die zich richt op de vreemdelingen die illegaal op het
grondgebied verblijven, zoals onder andere de uitgeprocedeerde
asielzoekers.
Die verwijderingen gebeuren bijna altijd per vliegtuig. Hierbij moet
men ook nog de niet-gemelde vertrekken rekenen. Het aantal is
waarschijnlijk toegenomen sinds de versnelling van de procedure,
want de betrokken personen hebben noch de tijd, noch de
mogelijkheid gehad om op een duurzaam verblijf in België te kunnen
hopen. De stijging van het aantal verwijderingen, en dus van het
risico om onderschept te worden en indien nodig onder dwang te
05.02
Antoine Duquesne
,
ministre: Le nombre de retours et
d'expulsions enregistrés
augmente. En 1999, ce chiffre
s'élevait à 9.000, en 2001, à
15.000. Les dossiers sont traités
plus rapidement, la prise en
charge dans le pays d'origine se
déroule plus aisément, le
gouvernement a accru la capacité
des centres fermés, la police est
plus disponible pour
l'accompagnement et le retour
volontaire est fortement
encouragé. On distingue les
catégories suivantes: retour
volontaire, refoulement à la
frontière et rapatriement des
étrangers séjournant illégalement
sur notre territoire. Il convient
d'ajouter à cela les départs
spontanés qui n'ont pas été
signalés et qui ont augmenté
depuis que la probabilité
d'expulsion forcée est plus grande
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
worden verwijderd, kan ook aanzetten tot een spontaan vertrek. Dat
spontane vertrek wordt over het algemeen niet gemeld.
et que la procédure d'asile a été
accélérée. Les expulsions
s'effectuent la plupart du temps
par avion.
Ce sont en particulier les rapatriements des demandeurs d'asile
déboutés et d'illégaux qui augmentent le plus: 2.000 en 1999, 3.000
en 2000, 5.700 en 2001 et 4.000 pour le premier semestre 2002. On
peut donc parler d'augmentation substantielle.
Le nombre de refoulements est resté stable: 5.295 en 1999, 6.081 en
2.000, 5.622 en 2001 et 2.500 pour le premier semestre 2002. La
faillite de la Sabena et le renforcement des contrôles de certaines
compagnies aériennes au départ du pays d'origine expliquent que le
nombre de personnes à refouler n'ait pas augmenté ou diminue
légèrement.
Les retours volontaires effectifs ont augmenté: 2.068 en 1999, 3.183
en 2000, 3.633 en 2001 et 2.000 pour le premier semestre 2002.
La répartition demandeurs d'asile/non-demandeurs d'asile depuis 4
ans pour chacune des trois catégories de retour et d'éloignement
contribuerait à une énumération fastidieuse dans le cadre d'une
question orale. Je me limiterai à préciser que pour 2002, on a
compté, parmi les étrangers rapatriés, 20% de demandeurs d'asile
déboutés et 80% de non-demandeurs d'asile. Pour les personnes
refoulées à la frontière, la répartition est de 10%/90%. Pour les
retours volontaires, la répartition est de 80%/20%.
Het zijn de repatriëringen van
asielzoekers wier aanvraag werd
afgewezen en van illegalen die
het meest toenemen: 2000 in
1999 en 4000 voor het eerste
semester van 2002. Het aantal
personen dat over de grens werd
gezet is stabiel gebleven, namelijk
2500 voor het eerste semester
van 2002. Tevens zijn meer
mensen effectief vrijwillig naar
hun land van
herkomst
teruggekeerd, namelijk 2000 in
het eerste semester van 2002. In
2002 waren er bij de
gerepatrieerden 20% asielzoekers
wier aanvraag werd afgewezen en
80% personen die geen asiel
hebben aangevraagd. Voor de
personen die over de grens
werden gezet bedraagt die
verhouding 10%-90% en voor de
personen die vrijwillig naar hun
land zijn teruggekeerd 80%-20%.
Daarbij moeten nog de uitgeprocedeerde asielzoekers worden
gevoegd die het land hebben verlaten zonder dat aan te geven. Dit
beleid wordt voortgezet. De verhoging van de capaciteit van de
gesloten centra die u vermeldt is niet de enige oplossing. Men
vergeet al te vaak dat de belangrijkste moeilijkheid de volgende is:
het identificeren van de te verwijderen vreemdelingen en zijn snelle
heropname door het land van herkomst. Er dient dus nog gewerkt te
worden aan de versnelling van de termijnen van heropname door de
landen van herkomst en aan het oplossen van de problemen die met
sommige landen kunnen ontstaan. Daardoor kan men tegelijk sneller
plaats vrijmaken in de gesloten centra en de duur van de opsluiting
van de te verwijderen vreemdeling beperken.
Il faut ajouter à cela les
demandeurs d'asile déboutés qui
ont quitté le pays sans prévenir
les instances compétentes. L'une
des difficultés majeures de la
politique d'asile est l'identification
du demandeur d'asile devant être
expulsé ainsi que le rapatriement
rapide de ce dernier dans son
pays d'origine. Lorsque des
accords convenables sont conclus
avec les pays d'origine, on pourra
libérer plus rapidement des places
dans les centres fermés et limiter
la durée d'enfermement des
demandeurs d'asile en voie
d'expulsion.
A l'occasion de la réunion informelle du JAI qui s'est tenue à
Copenhague la semaine dernière, nous avons abordé cette question.
Nous y avons souhaité que l'Europe dispose d'une capacité politique
plus grande, que chacun des pays isolément fasse des démarches
dans les pays d'origine, non seulement pour multiplier le nombre
d'accords de réadmission mais, en attendant, pour obtenir plus de
laissez-passer.
Die kwestie werd tijdens een
informele vergadering te
Kopenhagen aangesneden. Daar
heeft men de wens uitgesproken
dat Europa over een grotere
politieke slagkracht zou
beschikken en dat de akkoorden
met de landen van herkomst
verder zouden
worden
uitgebouwd.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
05.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de minister voor de cijfers. Wij zullen ze nauwkeurig
bestuderen.
Mijnheer de minister, wat de te nemen maatregelen betreft, hebt u
gelijk wanneer u wijst op bilaterale afspraken met andere landen
inzake terugname, afspraken op Europees vlak, uitwisseling van
data, van gegevens en dergelijke. Dat is allemaal heel belangrijk,
maar wat ook essentieel is, en ik blijf erop drukken, is dat het aantal
gesloten centra zou worden opgedreven. Iets meer dan 500 plaatsen
voor heel België is absoluut te weinig. Bovendien moet ik erop wijzen
dat, als het systeem van open federale centra, waar de asielzoekers
verblijven tot ze van het Commissariaat-Generaal het bericht hebben
gekregen dat ze het grondgebied dienen te verlaten, nog altijd blijft
bestaan, er duizenden uitgeprocedeerden zomaar kunnen verdwijnen
zonder dat de overheid weet waar ze naartoe zijn. Aan dat systeem
moet paal en perk worden gesteld. Wij blijven ervoor pleiten dat
asielzoekers vanaf hun aankomst in het land tot en met het
beëindigen van hun procedure zouden worden ondergebracht in
gesloten centra vanwaar ze dan heel gemakkelijk kunnen
gerepatrieerd worden. Het feit dat men dit niet doet leidt ertoe dat al
het andere, wat de Duitsers noemen "kurieren am Symptom" is.
05.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): De tels accords
avec les pays d'origine sont certes
importants mais, pour le Vlaams
Blok, il est plus important encore
d'accroître le nombre de places
disponibles dans les centres
fermés. Il est évident que 500
places sont de loin insuffisantes.
Les centres ouverts pour
demandeurs d'asile sont en effet
absolument inefficaces: ils
donnent à des demandeurs d'asile
la possibilité de disparaître sans
laisser de trace. Le Vlaams Blok
estime que les demandeurs d'asile
doivent séjourner dans des
centres fermés dès leur arrivée en
Belgique et jusqu'à la fin de la
procédure d'asile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het sturen van
een bijzondere commissaris naar politiezones die het eenheidsstatuut niet toepassen" (nr. 7912)
06 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur "l'envoi d'un commissaire spécial
dans les zones de police qui n'appliquent pas le statut unique" (n° 7912)
06.01
Willy Cortois
(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort
houden.
Mijnheer de minister, tijdens mijn vakantie aan de kust werd ik even
opgeschrikt door een aantal persberichten waarin u ermee dreigde
een bijzondere commissaris te sturen naar de gemeente Verviers,
omdat de lokale overheid het nieuwe eenheidsstatuut van de politie
kennelijk niet wilde toepassen. Ik ben het met u eens dat u op dat
vlak een krachtig signaal moest geven.
Ik meen dat u ernaar streeft dat het nieuwe eenheidsstatuut vanaf 15
september in alle politiezones wordt toegepast, want anders dreigen
er waarschijnlijk problemen met de vertegenwoordigers van de
politie. Volgens mijn informatie zouden begin september naast
Verviers zes andere zones niet in orde zijn: 3 in Vlaanderen, 2 in
Wallonië en 1 in Brussel. Kunt u meedelen in welke gemeenten er
nog problemen zijn?
Uit politieke en intellectuele nieuwsgierigheid zou ik toch willen
vernemen hoe de situatie in Verviers nu is. Ik meen in ieder geval
dat u er goed aan doet streng op te treden tegen degenen die de
politiehervorming op de een of de andere manier saboteren. Eigenlijk
is die term te zwaar. De bevolking vraagt alleszins dat de hervorming
op het terrein wordt uitgevoerd.
06.01
Willy Cortois
(VLD): Fin
juillet, le ministre Duquesne a
clairement fait savoir aux zones
de police qu'elles devaient payer
le personnel du corps de police
locale conformément aux
dispositions du statut unique. Si
elles ne le font pas, elles seront
placées sous la contrainte du
département de l'Intérieur. La
zone de Verviers serait à présent
la première à recevoir la visite
d'un commissaire spécial.
Dans combien de zones de police,
les paiements ne sont-ils pas
effectués conformément au statut
unique? S'agit-il d'un problème de
mauvaise volonté ou y aurait-il
des obstacles financiers ou
autres? L'utilisation de la
contrainte n'est-elle pas contraire
au principe de l'autonomie
communale?
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
06.02 Minister
Antoine Duquesne:
Mijnheer de voorzitter, ik kan
hier zeer kort op antwoorden.
06.02 Minister
Antoine
Duquesne
: Sinds februari heb ik
de politiezones herhaaldelijk laten
Depuis le mois de février, je suis intervenu plusieurs fois auprès de
toutes les zones de police pour leur dire que les moyens nécessaires
pour payer les policiers étaient disponibles, et ce sur la base du statut
en vigueur depuis le 1
er
avril 2001. Je leur ai adressé de nombreux
rappels. Malgré cela, les organisations syndicales ont déposé un
préavis de grève au motif que dans un certain nombre de zones, le
nécessaire n'était pas fait. J'ai convenu avec elles que j'avais utilisé
toutes les armes pour les convaincre. Il ne m'en restait qu'une: celle
de l'envoi d'un commissaire spécial.
J'ai interrogé toutes les zones pour savoir ce qu'il en était. La zone
de Verviers m'a répondu au moyen de considérations générales et en
tout cas de manière ambiguë. J'ai donc notifié au président du
collège de police que si je ne recevais pas une réponse claire de sa
part, j'enverrais un commissaire spécial dans cette zone.
Apparemment, cela a eu un effet radical car quelques semaines plus
tard, je recevais la confirmation que le nécessaire était fait pour
assurer le paiement correct des policiers.
Avec les organisations syndicales, nous avons alors passé en revue
ce qui se passait dans chacune des zones. Nous avons constaté que
dans huit zones et non pas six, comme vous l'avez dit des
difficultés relatives existaient et que, pour quelques policiers, des
erreurs étaient commises au niveau de leur insertion dans les
échelles barémiques. Il ne s'agit donc pas d'un phénomène général
de mauvaise volonté. Ces huit zones sont celles de Bonheiden,
Bruxelles-Ixelles, Tubize, Beerlaar-Nijlen, Beloeil, Malmédy,
Erquelinnes et Jette.
On me dit que sous réserve de l'un ou l'autre cas individuel un peu
plus compliqué qui justifie un examen plus précis d'ordre technique,
les zones font incontestablement le nécessaire pour régulariser les
dernières situations qui posent problème. J'ai promis de faire
prochainement le point avec les organisations syndicales.
weten dat de middelen om de
politieagenten te betalen er waren.
Toch hebben de vakbonden een
stakingsaanzegging ingediend,
vandaar dat een speciale
commissaris uitgezonden werd.
De acht zones werden
ondervraagd en doorgelicht. We
hebben enkele politieagenten
ontdekt die niet juist ingeschaald
waren. Het weze duidelijk dat de
nodige maatregelen getroffen
werden om die situaties recht te
trekken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Luc Paque au ministre de l'Intérieur sur "la sécurité des centrales nucléaires
belges en cas d'attaque terroriste" (n° 7918)
07 Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de veiligheid van
de Belgische kerncentrales in geval van terroristische aanval" (nr. 7918)
07.01
Luc Paque
(cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous vous rappellerez certainement qu'en novembre
dernier, je vous avais interpellé, avec d'autres collègues, sur les
risques que pourraient encourir nos centrales nucléaires en cas
d'attaque terroriste par voie aérienne. A l'époque, parmi les
différentes réponses que vous m'aviez données, il y en avait une qui
concernait une étude commandée à l'agence fédérale de contrôle
nucléaire au sujet de la résistance de nos centrales. Et j'ai lu dans la
presse, au début de ce mois, que le rapport vous aurait été remis, à
la fin du mois de mai dernier, et transmis aux services du premier
ministre.
07.01
Luc Paque
(cdH): Ik
verneem uit de pers dat de
resultaten van de door het FANC
bestelde studie over de veiligheid
van onze kerncentrales al sinds
mei bekend zouden zijn. Welke
maatregelen zouden er getroffen
worden als er een vliegtuig op een
kerncentrale zou neerstorten,
waardoor er radioactiviteit zou
weglekken? Wat omvat het
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Même si ce document n'a pas l'air d'être public, la presse en a quand
même fait état. Je souhaiterais donc obtenir quelques précisions sur
cette étude, non pas pour créer l'inquiétude parmi les citoyens, mais
plutôt pour pouvoir les rassurer. La presse laisse en effet entendre
que le crash d'un avion sur une centrale nucléaire pourrait avoir des
conséquences en termes de fuites radioactives, qui seraient, selon
certains médias, parfaitement contrôlables.
Mes questions sont donc les suivantes. Les conclusions de cette
étude ont-elles bien été déposées? En ressort-il effectivement qu'en
cas d'attaque intentionnelle sur le coeur d'une centrale nucléaire, des
fuites radioactives pourraient se produire et dans quelle proportion?
Dans un tel cas, des mesures sont-elles déjà prises ou sont-elles
envisagées? Si oui, lesquelles?
Toujours selon la presse, à côté de la fuite radioactive, une
hypothèse apparaît plus vraisemblable, à savoir des incendies de
grande ampleur. L'étude qui a été réalisée prend en considération
des avions actuels, tels les Boeing 707 ou 747, c'est-à-dire des gros
transporteurs. Et il semblerait que vos experts soient en train
d'élaborer un plan de lutte incendie à mettre en oeuvre dans de telles
hypothèses. Cette affirmation est-elle exacte? Quel est l'état
d'avancement de ce plan de lutte? Quand pourrait-il entrer en
vigueur? Et quand les différents services de secours des zones
concernées pourront-ils être totalement efficaces à ce niveau-là?
Enfin, monsieur le ministre, si mes informations sont exactes, le
dossier serait sur la table du premier ministre. Et je lis dans la presse
qu'il devrait être mis à la disposition des parlementaires. Est-ce
exact? Et quand pourrons-nous disposer de ce rapport?
nieuwe brandbestrijdingsplan, en
wanneer treedt het in werking?
Het dossier ligt ter tafel bij de
eerste minister. Waarom kunnen
de parlementsleden er nog niet
over beschikken?
07.02
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, les
conclusions définitives de l'agence fédérale de contrôle nucléaire
suite à l'étude relative à la résistance des centrales nucléaires aux
impacts d'avions, confirment l'avis provisoire de l'agence dont je
vous avais fait part. Si, dans le pire des cas, il devait y avoir un rejet
radiologique, celui-ci serait gérable dans le cadre du plan d'urgence.
A propos de la lutte contre l'incendie que pourrait déclencher l'impact
d'un avion, il est vrai que l'agence fédérale et l'organisme agréé sont
convenus avec l'exploitant des centrales d'un plan d'action qui est en
cours d'exécution et sera achevé fin 2002.
J'ai effectivement transmis l'avis de l'agence fédérale dès réception,
fin mai dernier, au premier ministre afin qu'il sollicite l'avis du comité
ministériel du renseignement et de la sécurité. J'estime en effet que
nous devons également disposer de cet avis, qui devrait être rendu
d'après ce que l'on m'a dit le 4 octobre prochain.
07.02 Minister
Antoine
Duquesne
: De definitieve
conclusies van het FANC
bevestigen het voorlopige advies
dat ik u had meegedeeld.
Radiologische lozingen zouden
onder controle gebracht kunnen
worden in het kader van het
rampenplan. Er zit een actieplan
voor brandbestrijding in de pijplijn.
Het zal eind 2002 klaar zijn. Het
Ministerieel Comité voor inlichting
en veiligheid werd om advies
gevraagd. Het Comité zal zijn
advies op 4 oktober eerstkomend
bekendmaken.
07.03
Luc Paque
(cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse, qui se veut rassurante. On ne peut
évidemment s'en référer qu'à l'avis de ces experts. Et il me semble
qu'à ce niveau-là, une mise au point était nécessaire. Néanmoins,
j'attendrai avec impatience de pouvoir consulter les résultats de
l'étude, que vous nous annoncez pour dans un peu plus d'une
semaine, afin de vous poser, le cas échéant, l'une ou l'autre
question.
07.03
Luc Paque
(cdH): Ik ben
benieuwd naar de resultaten van
de studie. Als het plan eind 2002
wordt afgewerkt, is dat voor de
omwoners van de kerncentrales
een garantie meer voor hun
veiligheid.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
J'espère également que le plan pourra bien être concrétisé d'ici la fin
de cette année, car je pense que c'est aussi un gage de sécurité
supplémentaire pour les riverains des centrales nucléaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
openbaarheid van bestuur" (nr. 7927)
08 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Intérieur sur "la publicité de l'administration"
08.01
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zou de
minister graag enkele vragen over de openbaarheid van bestuur
stellen, omdat dat principe volgens mij in ons land op een
stiefmoederlijke manier wordt behandeld. De wet van 11 april 1994
over de openbaarheid van bestuur geeft nochtans aan elke burger
het recht op inzage van overheidsdocumenten die het algemeen
belang dienen. Daar bestaan uiteraard uitzonderingen op. In de
Grondwet staat dat het een fundamenteel recht is om dergelijke
documenten te raadplegen.
U weet dat men bij problemen in verband met de inzage een verzoek
kan richten tot de commissie die zich bezighoudt met de toegang tot
bestuursdocumenten. Uit mijn studiewerk leer ik dat die commissie
zeer goed werk levert, maar dat zij onvoldoende slagkracht krijgt om
de openbaarheid van bestuur daadwerkelijk als grondrecht te laten
gelden.
Ik wilde in dat verband aan de minister enkele vragen stellen. Welke
initiatieven heeft hij tot op heden genomen om de commissie bij het
grote publiek een grotere bekendheid te geven? Erg weinig mensen
kennen de procedure van de wet. Nog minder mensen zijn van het
bestaan van de commissie op de hoogte. Vindt de minister het niet
zinvol dat de commissie haar jaarverslag komt toelichten in onze
commissie? Die werkwijze hanteren wij al voor de federale
ombudsmannen. Naar aanleiding van de vragen van burgers komen
wij in dat verband tot bijzonder interessante conclusies.
Uit het koninklijk besluit van 27 juni 1994 blijkt dat de commissie
bestaat uit leden van de Raad van State en ambtenaren van een
aantal diensten. Het lijkt mij aanbevelenswaardig leden te benoemen
die geen andere, voltijdse beroepsbezigheid hebben. Vooral om die
reden gebeurt het nu dat de commissie slechts eenmaal per maand
vergadert. De in de wet voorziene termijn bedraagt slechts 30 dagen.
Telkens stelt men vast dat geen uitspraak kan worden gedaan binnen
de in de wet voorziene termijn. Denkt de minister aan een
personeelsuitbreiding om de commissie te ondersteunen?
De commissie zou ook meer slagkracht krijgen wanneer in meer
kredieten voor de omkadering werden voorzien.
Is het niet raadzaam om de commissie, in het kader van het
strategische plan van het ministerie van Binnenlandse Zaken, het
statuut van autonoom orgaan te geven? De commissie moet immers
advies geven over alle federale overheidsorganen en kan of mag dus
08.01
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Le droit à la publicité de
l'administration est un droit
fondamental en vertu duquel tout
citoyen peut consulter des
documents administratifs et en
demander des copies. La
Commission d'accès aux
documents administratifs
intervient en cas de problèmes.
Cette commission fournit un
excellent travail mais doit faire
face à un certain nombre de
problèmes d'ordre pratique.
Quelles initiatives sont-elles prises
pour mieux faire connaître la
commission du grand public? Ne
serait-il pas préférable qu'y
siègent des membres n'exerçant
pas d'autre activité
professionnelle? Envisage-t-on
d'en étendre l'effectif? Des crédits
supplémentaires peuvent-ils être
libérés pour l'encadrement de la
commission? Cette commission
pourrait-elle éventuellement être
dotée du statut d'organe
autonome?
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
niet afhankelijk gemaakt worden van het ministerie van Binnenlandse
Zaken. Ik heb begrepen dat er een wijziging komt. Het Vlaamse
Gewest zal een decreet goedkeuren waarin een eigen orgaan wordt
opgericht om de verzoeken te behandelen. Er verdwijnt bijgevolg op
het vlak van de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke
aangelegenheden werk. Op het federale niveau moet evenwel een
tandje worden bijgestoken, zodat de openbaarheid van bestuur,
waarmee de huidige regering graag uitpakt, ernstig kan worden
genomen.
Voorzitter: Denis D'hondt.
Président: Denis D'hondt.
08.02
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, au
moment de l'élaboration de la loi du 11 avril 1994 relatif à la publicité
de l'administration, le ministre de l'Intérieur de l'époque avait réalisé
une brochure d'information visant à faire connaître le contenu de la
loi et le fonctionnement de la commission au grand public.
Entre-temps, le paysage législatif en matière de publicité de
l'administration a fortement changé et de nouvelles modifications
interviendront très prochainement, suite notamment à la
régionalisation de la législation organique sur les pouvoirs locaux
mais aussi à la ratification prochaine du Traité Aarhus par la
Belgique. Il y a une nouvelle directive sur le droit d'accès à des
informations en matière d'environnement, de sorte qu'une campagne
similaire à celle qui avait été organisée en son temps n'est pas
vraiment utile à l'heure actuelle. Dans les limites des possibilités
budgétaires de mon département, il est désormais envisagé de
développer pour la commission d'accès aux documents administratifs
un website qui permettra de donner une plus grande notoriété aux
activités de cette commission. Une campagne d 'information plus
vaste pourra être menée après une certaine consolidation de la
législation relative à la publicité de l'administration.
L'article 8 § 4v de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de
l'administration et l'article 9 § 3v de la loi du 12 novembre 1997
relative à la publicité de l'administration dans les provinces et les
communes disposent que "la commission peut d'initiative émettre
des avis sur l'application générale de la loi relative à la publicité de
l'administration. Elle peut soumettre au pouvoir législatif des
propositions relatives à son application et à sa révision éventuelle".
Le dialogue entre le parlement et la commission pourrait avoir lieu de
manière directe de façon que la commission puisse également
préciser ses observations à la commission de l'Intérieur de la
Chambre. L'initiative doit, toutefois, émaner de la commission de la
Chambre même.
Un problème se pose effectivement en ce qui concerne le fait que la
composition actuelle de la commission d'accès aux documents
administratifs par des personnes qui exercent déjà une autre activité
professionnelle à temps plein empêche dans certains cas un
traitement rapide des dossiers.
Je tiens, toutefois, à souligner que la responsabilité n'en incombe
nullement aux membres actuels de la commission et à son
secrétariat. Le mode actuel de composition de la commission a, en
effet, permis de garantir des avis d'une qualité irréprochable à un
08.02
Minister
Antoine
Duquesne
: Gezien de wetgeving
ter zake sedertdien grondig is
gewijzigd en het niet nuttig lijkt
een campagne op te zetten zoals
degene die in 1994 tijdens de
uitwerking van de wet op de
openbaarheid van administratieve
documenten werd georganiseerd,
zal een Internet-site worden
ontwikkeld om een grotere
bekendheid te geven aan de
Commissie voor de toegang tot
bestuursdocumenten. Zodra de
wetgeving ter zake steviger is
verankerd, zal een uitgebreidere
campagne worden gevoerd.
De wet bepaalt dat de Commissie
voor de toegang het initiatief mag
nemen om advies uit te brengen
over de algemene toepassing van
de wetgeving en voorstellen mag
indienen bij de wetgevende
macht. Tussen de Commissie
voor de toegang en de Kamer zou
een directe dialoog tot stand
kunnen komen waaruit dit initiatief
dan moet ontluiken.
Het feit dat bepaalde leden van de
Commissie voor de toegang een
voltijdse betrekking hebben staat
een snelle behandeling van de
dossiers in de weg, zonder dat de
commissie als dusdanig of haar
secretariaat echter
verantwoordelijk is voor de
omstandigheden. Een werkgroep
van mijn kabinet is belast met het
onderzoek van de wetsherziening
over de federale openbaarheid
evenals met de hervorming van
de administratieve mogelijkheden
tot beroep.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
moment où les personnes familiarisées avec cette matière étaient
peu nombreuses. Un groupe de travail chargé d'examiner la révision
de la législation sur la publicité fédérale a été créé au sein de mon
cabinet. Des possibilités de réforme des voies de recours
administratif y sont également formulées. Elles devraient permettre
au citoyen d'utiliser de manière plus efficace le droit qui lui est
reconnu par la Constitution.
Les crédits inscrits actuellement au budget du ministère de l'Intérieur
sont suffisants pour couvrir l'ensemble des frais de fonctionnement
engendrés par la commission pour l'accès aux documents
administratifs. Il est, toutefois, évident que si du personnel
supplémentaire devait rejoindre la commission, les crédits de
fonctionnement pourraient également être adaptés en tenant compte
des marges budgétaires disponibles.
La commission d'accès aux documents administratifs est un organe
consultatif indépendant conformément au souhait du législateur.
L'appui en matériel et en personnel de la commission est, cependant,
fourni par le ministère de l'Intérieur. Il est également logique que le
secrétariat de la commission dispose de la neutralité et de
l'indépendance nécessaires à l'égard de l'administration pour les
tâches qu'il effectue à la demande de la commission d'accès aux
documents administratifs, ce qui renforce la crédibilité de la
commission à l'égard des citoyens et à l'égard d'autres services
publics fédéraux à qui s'adressent d'ailleurs les avis de la
commission. Dans le cadre de la réforme de mon administration, on
s'emploie à garantir encore mieux cette neutralité et cette
indépendance, ce de manière optimale.
De huidige begrotingskredieten
volstaan voor alle werkingskosten
van de Commissie voor de
toegang. Als het nodig zou zijn,
kunnen ze echter altijd worden
aangepast binnen de beperkingen
van de beschikbare middelen.
Het Ministerie van Binnenlandse
Zaken levert het materiaal en het
personeel voor de Commissie
voor de toegang. Het is wenselijk
dat het secretariaat alle vereiste
garanties op onafhankelijkheid
krijgt. Dat zal ook haar
geloofwaardigheid ten goede
komen. Deze onafhankelijkheid
zal optimaal worden gewaarborgd
in het kader van de hervorming
van mijn departement.
08.03
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Ik bevestig ook uitdrukkelijk dat het werkt. Wat de commissie tot nu
toe heeft gedaan, is zeer uitzonderlijk en zeer goed.
De vragen over de problemen die ik heb aangehaald, werden
grotendeels beantwoord. Mijnheer de minister, wel wilde ik nog
vernemen of de commissie ook betrokken is bij de werkgroep die op
uw kabinet aan een mogelijke wetswijziging werkt. Op welke termijn
denkt u een wetsontwerp voor te kunnen leggen aan het Parlement?
Hopelijk kan dat nog voor de parlementsverkiezingen, omdat ik meen
dat de procedure zoals ze nu voorzien is, zeer weinig efficiëntie biedt
aan de burger die inzage wenst in bepaalde documenten.
Tot slot zal ik onze commissie graag voorstellen om het rechtstreeks
contact tussen de bevoegde commissie en het Parlement in de
toekomst te bevorderen.
08.03
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Je tiens à réaffirmer que la
commission fournit du bon travail
et que le ministre semble bien
faire face aux problèmes.
Le ministre compte-t-il encore
déposer avant les élections un
projet de loi concernant le
fonctionnement de la
commission?
08.04
Antoine Duquesne
, ministre: Le groupe de travail travaille en
bonne harmonie avec la Commission pour déterminer clairement les
problèmes. J'espère que nous disposerons rapidement des
conclusions. Je souhaite évidemment pouvoir déposer un projet
avant la fin de la législature, mais votre commission a encore plus
d'une dizaine de projets à examiner, monsieur le président. De toute
manière, la vie ne s'arrêtera pas après les prochaines élections! Un
dossier sérieux sera en tout cas disponible.
08.04
Minister
Antoine
Duquesne
: De werkgroep werkt
samen met de commissie voor de
toegang tot bestuursdocumenten.
Mocht het niet mogelijk zijn vóór
de verkiezingen een wetsontwerp
in te dienen, dan zal er niettemin
een goed onderbouwd dossier
beschikbaar zijn.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
beschikbaar zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De interpellatie nr. 1389 van de heer Gerolf Annemans wordt vervangen door de interpellatie nr. 1401 van
de heer Bart Laeremans en de interpellatie nr. 1390 van de heer Paul Tant wordt ingetrokken.
09 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- mevrouw Els Van Weert tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de brief met vraag tot
bespoediging procedure van een partijvoorzitter aan de Raad van State" (nr. 1387)
- de heer Servais Verherstraeten tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de tussenkomst
van een partijvoorzitter in een voor de Raad van State hangende procedure" (nr. 1393)
- de heer Ferdy Willems aan de minister van Binnenlandse Zaken over "een politieke interventie bij
de Raad van State in verband met de lopende procedure bij de Raad van State over de
omzendbrief Peeters" (nr. 7994)
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de brief van een
partijvoorzitter aan de Raad van State" (nr. 8005)
- de heer Bart Laeremans tot de minister van Binnenlandse Zaken over "een brief van een
partijvoorzitter aan de eerste voorzitter van de Raad van State met het verzoek om een snelle
uitspraak over de Vlaamse omzendbrief-Peeters te bekomen" (nr. 1401)
09 Interpellations et questions jointes de
- Mme Els Van Weert au ministre de l'Intérieur sur "la lettre qu'un président de parti aurait
adressée au Conseil d'Etat pour lui demander d'accélérer la procédure" (n° 1387)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Intérieur sur "l'intervention d'un président de parti
dans une procédure engagée devant le Conseil d'Etat" (n° 1393)
- M. Ferdy Willems au ministre de l'Intérieur sur "une intervention politique auprès du Conseil
d'Etat concernant la procédure en cours devant le Conseil d'Etat relative à la circulaire Peeters"
(n° 7994)
- de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "la lettre d'un président de parti au
Conseil d'Etat" (n° 8005)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur "la lettre qu'un président de parti a adressée au
premier président du Conseil d'Etat, dans laquelle il lui demande de faire en sorte que le Conseil
se prononce rapidement sur la circulaire Peeters" (n° 1401)
09.01
Els Van Weert
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, enkele weken geleden konden wij in de pers vernemen dat
op het PS-congres in Charleroi de heer Di Rupo heeft
bekendgemaakt dat hij een brief heeft geschreven aan de eerste
voorzitter van de Raad van State om aan te dringen op spoed voor
het arrest inzake de Vlaamse omzendbrief-Peeters. Iedereen is het
volgens mij erover eens dat dit een duidelijke schending is van het
principe van de scheiding der machten. Het gaat hier duidelijk om
een ongeoorloofde tussenkomst. Ik zou van u vooral duidelijkheid
willen vragen over de ware toedracht van de feiten.
Ten eerste, gaat het hier om een stoere verklaring die op zijn minst
bevreemdend en ongeoorloofd kan worden genoemd? Of gaat het
werkelijk over een tussenkomst van een partijvoorzitter in een
procedure bij de Raad van State? Mijnheer de minister, werd er
effectief een brief gestuurd naar de eerste voorzitter van de Raad
van State? Zo ja, wat was de exacte inhoud van deze brief?
Ten tweede, gebeurt het wel vaker ik mag hopen van niet - dat
politici of politieke partijen zich moeien met de normale rechtsgang?
Ten derde, als er inderdaad zo'n brief werd verstuurd, welk gevolg
09.01
Els Van Weert
(VU&ID):
Le président du PS, M. Di Rupo, a
indiqué qu'il avait demandé par
courrier au Conseil d'Etat de se
prononcer rapidement en ce qui
concerne l'arrêt sur la circulaire
Peeters.
Cette lettre a-t-elle effectivement
été transmise au Conseil d'Etat et
quelle en était la teneur? S'agit-il
d'un incident isolé ou le fait s'est-il
déjà produit? Quelle suite le
Conseil d'Etat a-t-il réservée
donnée à ce courrier et le
calendrier de la procédure en a-t-il
été modifié? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il pour mettre
un terme à de telles interventions
illégitimes? Comment le ministre
compte-t-il rétablir la confiance
dans le Conseil d'Etat?
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
gaf de Raad van State aan deze brief? Wat was het antwoord van de
eerste voorzitter aan de heer Di Rupo? Zal deze brief op enigerlei
wijze de timing van de procedure beïnvloeden?
Ten slotte, welke maatregelen hebt u genomen of zult u nemen om
paal en perk te stellen aan dergelijke ongeoorloofde inmenging?
Mijnheer de minister, u kunt toch niet ontkennen dat op deze manier
de reputatie van de Raad van State is geschaad en dat er op zijn
minst een zweem van verdachtmaking ontstaat op een moment dat
men de indruk wekt dat de Raad van State effectief beïnvloedbaar is
zoals de heer Di Rupo heeft gedaan. Wat zult u doen om het imago
van en het vertrouwen in de Raad van State te herstellen?
09.02
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op een partijcongres worden nogal eens
gevleugelde woorden gesproken die we uiteindelijk met een korrel
zout dienen te nemen. Partijvoorzitters laten graag hun forsballen
rollen. Wat de partijvoorzitter van de PS heeft geavontuurd, tart toch
wel elke verbeelding. Hij heeft zelf erkend dat hij schriftelijk bij de
Raad van State is tussengekomen om een procedure te bespoedigen
en de omzendbrief van toenmalig Vlaams minister Peeters te laten
vernietigen.
Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat u als jurist hard hebt
gebloed toen u dit in de pers hebt vernomen. Voor mij is er eigenlijk
niets nieuws onder de zon en dit zeg ik dan niet alleen aan uw adres
maar wel aan de paars-groene meerderheid. Deze paars-groene
meerderheid is niet aan haar proefstuk toe als het gaat over
interventies naar rechterlijke overheden. Ik herinner eraan dat eerste
minister Verhofstadt vóór de samenstelling van zijn regering naar
procureur Dejemeppe belde om te vragen of de heer Frank
Vandenbroucke, die hij graag minister wou maken, toch niet zou
worden vervolgd. Recent belde diezelfde eerste minister naar het
Brusselse parket met de vraag om een aantal personen in de nor te
steken.
Dit gebeurt dan nadat hij en zijn regering en zijn minister van Justitie
het dossier van het jeugdsanctierecht al jaren laten verrotten.
Eigenlijk treden zij een stukje in de illegaliteit door die wet van
vandaag te omzeilen en niet te respecteren.
Dan is er Di Rupo met zijn initiatief naar de Raad van State toe. U
kent de scheiding der machten. U weet dat deze niet expliciet en
expressis verbis in de Grondwet is opgenomen, maar dat zij via
evoluerende interpretaties in ons rechtsbestel is opgenomen. Mijn
vraag aan u als jurist, als advocaat, als minister van Binnenlandse
Zaken die moet waken over de onafhankelijkheid van een dergelijk
belangrijk orgaan als de Raad van State, luidt: hoe reageert u op
dergelijke mededeling? Hoe reageert u op dergelijke schriftelijke
tussenkomst? Meent u dat die in evenwicht is met de trias politica?
Mijnheer de minister, welke stappen zult u zetten naar aanleiding van
dergelijke ontoelaatbare tussenkomst? Gaat het hier om een
geïsoleerd initiatief, of gebeurt zoiets nog meer door andere
eminenties uit de paars-groene meerderheid? Op welke manier zult u
publiek reageren? Wenst u dat de Raad van State ook schriftelijk
reageert op deze schriftelijke interventie?
09.02
Servais Verherstraeten
(CD&V): Lors du congrès du parti
socialiste qui s'est tenu le week-
end dernier, M. Elio Di Rupo,
président du parti, a indiqué qu'il
avait, par courrier, sommé le
Conseil d'Etat de se prononcer
rapidement sur la circulaire
Peeters. Voilà qui dépasse
l'entendement ! Qu'en pense le
ministre? Compte-t-il intervenir?
Ces révélations éhontées
n'entament-elles pas la crédibilité
du Conseil d'Etat?
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
09.03
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik vraag u het eventuele bestaan van deze brief te
bevestigen. Kan die brief dan aan het Parlement worden
overhandigd? Kan de inhoud publiek worden gemaakt? De steller
van de brief, de heer Di Rupo, heeft het stuk zelf publiek gemaakt.
Het zit dus in het politieke circuit en heeft een openbaar karakter
gekregen, wat hij er op 8 september 2002 zelf aan heeft gegeven.
Heeft de heer Di Rupo, als hij dergelijke brief heeft geschreven, enig
belang ingeroepen bij de Raad van State? Zonder genoemd belang
kan men daar juridisch immers niks gaan doen. Is dat gebeurd? Ik
zou dan graag willen weten welk belang, want ik zie er geen voor een
gemeenteraadslid dat ook nog partijvoorzitter is. Ik zie dat niet, maar
in dit land weet men nooit. Wat met de Grondwet? Dit kan gewoon
niet. Hoe evalueert u de opmerking dat het hier gaat om
machtsmisbruik? Het kan toch niet dat een partijvoorzitter zijn functie
gebruikt om in een juridische procedure brutaal in te grijpen. Dit is
machtsmisbruik, ik heb daar geen ander woord voor. Welk gevolg
werd daaraan gegeven? Dat kan de papiermand zijn, wat ik hoop.
Het kan ook een beleefd bericht van ontvangst zijn. Ik vrees echter
dat het ook een inhoudelijk gevolg kan zijn, en dat is erger. Werd
deze brief in het dossier opgenomen? Zit dit stuk in het dossier van
de Raad van State? Zo ja, dan kan dit worden gebruikt als
rechtsmiddel door een van de betrokken partijen bij het geding. Dan
moeten wij als Vlaming de heer Di Rupo misschien bedanken, omdat
hij contraproductief is geweest. Een van de betrokken partijen kan
dan immers aanvoeren dat er politieke beïnvloeding is geweest, wat
voor een dossier niet zo gunstig is. Wenst u enig initiatief te nemen
inzake de heer Di Rupo? Zult u hem een brief schrijven of hebt u dat
al gedaan? Of vindt u dat niet nodig? Zult u maatregelen nemen om
dit soort van onnozelheden ik kan het niet anders noemen in de
toekomst te voorkomen? Hoe evalueert u het feit dat wij hier als
Vlaming dan wel als Belg in onze gerechtelijke als in onze politieke
instellingen belachelijk worden gemaakt? Ik wil uitdrukkelijk niet
ingaan op de inhoud van de rondzendbrief-Peeters zelf. Ik wil alleen
kwijt dat dit weer zo'n geval is waarin de Franstaligen zich aandienen
als slachtoffers van een groot onrecht: zij zijn persécutés. Het enige
wat er is gebeurd is dat zij in een rijke villawijk zijn komen wonen,
daar vaststellen dat er al achthonderd jaar Nederlands wordt
gesproken in de gemeente en dan nog een brief in het Nederlands
krijgen. Dat is het verschrikkelijke onrecht - ik kan er alleen maar
cynisch over doen dat de Franstaligen hier aanvechten, tot en met
hun hoogste politieke instanties. Om je dood te lachen of om je dood
te schamen: u mag zelf kiezen.
09.03
Ferdy Willems
(VU&ID):
Je souhaite me joindre aux
questions de M. Verherstraeten.
Le ministre confirme-t-il
l'existence de la lettre? Existe-t-il
une copie de ce document? M. Di
Rupo a-t-il invoqué un quelconque
intérêt? Ne s'agit-il pas en
l'espèce d'une violation de la
constitution? M. Di Rupo n'abuse-
t-il pas du pouvoir qu'il détient en
qualité de président de parti?
Quelle suite sera-t-elle réservée à
cette démarche? Dans un procès,
le document pourrait s'avérer
contre-productif pour le PS. Il
s'agit en effet d'une pression
politique.
C'est une énième illustration de la
contrariété des francophones qui
s'estiment injustement traités. Ils
devraient se sentir honteux.
09.04
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, alle
vragen zijn gesteld. Ik ben benieuwd naar uw antwoord, zeker op de
vraag hoe de Raad van State reageert op een dergelijke demarche.
Wat de heer Di Rupo betreft, dat is politiek en men kan dat in alle
dimensies kwalificeren, bijvoorbeeld als machtsmisbruik. Ik heb daar
mijn eigen beoordeling van maar dat is niet essentieel. Wel
essentieel is de manier waarop de Raad van State daarop reageert.
In die zin wens ik te vernemen wat de eerste voorzitter heeft gedaan
met de brief van die partijvoorzitter.
09.04
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Quelle attitude le
Conseil d'Etat adopte-t-il face à
cette démarche? Il s'agit d'un
abus de pouvoir manifeste mais la
réaction du premier président
revêt davantage d'importance.
09.05
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
oorspronkelijk had Gerolf Annemans hier moeten spreken maar hij
09.05
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Je me rallie aux propos
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
moest naar Straatsburg gaan. Mijnheer de minister, veel is inderdaad
al gezegd. Ik wil toch nog even benadrukken dat een individu
uiteraard het recht heeft om een brief te schrijven, ook al is hij niet bij
een procedure betrokken. Hier gaat het echter om iets heel anders,
namelijk om de partijvoorzitter van de belangrijkste Waalse partij die
in het verleden rechtstreeks te maken heeft gehad met de
benoeming van magistraten bij de Raad van State. Dat werpt
natuurlijk een heel ander licht op die brief. De heer Verherstraeten
heeft zojuist al een paar parallellen getrokken met Verhofstadt en
procureur Dejemeppe. Er is ook eens een fameuze brief geweest van
Stefaan De Clerck aan een magistraat om te oordelen in een bepaald
dossier. Hij werd toen terecht zwaar berispt door premier Dehaene.
Wat hier gebeurt, is in één bepaald opzicht minder erg. Het gaat hier
namelijk niet om de bevoegde minister. Mocht de minister van
Binnenlandse Zaken dat zelf doen, dan is er een kwalitatief verschil.
Anderzijds is dit echter erger omdat het openlijk op een congres
gebeurt waardoor de indruk wordt gewekt dat de voorzitter van de
Parti Socialiste de macht heeft om procedures naar aanleiding van
individuele beslissingen van een minister zomaar te beïnvloeden.
Dat is zeer schadelijk voor de reputatie van de Raad van State die
door dit soort publieke uitspraken en straffe verklaringen niet langer
als neutraal wordt gezien. Ik had graag opheldering gekregen van de
minister. Wat was de inhoud van de brief? Kan dat publiek worden
gemaakt? Wat was uw reactie? Veroordeelt u deze demarche
publiek? Hoe zult u voorkomen dat dit soort zaken nog gebeuren?
Wat was de reactie van de Raad van State zelf?
des orateurs précédents. Le plus
dérangeant, c'est que le président
du PS a fait cette déclaration
ouvertement lors d'un congrès.
Comme si un président de parti
avait le pouvoir d'influer sur une
telle décision! C'est une atteinte à
la réputation du Conseil d'Etat.
Le ministre condamne-t-il cette
démarche? Comment compte-t-il
en éviter la répétition? Comment
le Conseil d'Etat a-t-il réagi?
09.06
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, le
ministre de l'Intérieur n'est jamais intervenu dans une affaire
contentieuse et il ne le fera jamais, ni directement, ni indirectement.
Quand j'étais à votre place, je ne l'ai jamais fait. Et si, demain, je me
retrouve parmi vous, je ne le ferai pas.
09.06
Minister
Antoine
Duquesne
: De minister van
Binnenlandse Zaken is nooit in
een geschil tussenbeide gekomen
en zal dat ook nooit doen. Toen ik
nog parlementslid was heb ik dat
nooit gedaan en mocht ik in de
toekomst opnieuw parlementslid
worden, zal ik dat evenmin doen.
Zoals u weet, is de Raad van State het hoogste administratieve
rechtscollege in ons land. Dat werd in onze fundamentele wet
bekrachtigd door een wijziging van de Grondwet van 18 juni 1993 die
in het Belgisch Staatsblad van 29 juni van dat jaar gepubliceerd
werd. De werkingskosten van de Raad van State komen ten laste
van de begroting van mijn departement. Het spreekt echter vanzelf
dat de Raad zoals elk rechtscollege volstrekte zelfstandigheid geniet
bij het uitspreken van arresten.
Le Conseil d'Etat est la plus haute
juridiction administrative de notre
pays et jouit, à l'instar de toute
juridiction, d'une autonomie totale
dans le prononcé de ses arrêts.
Les membres d'une juridiction
sont indépendants et bénéficient
de l'immunité juridique. Ils n'ont
bien évidemment aucune
injonction à recevoir concernant
telle ou telle décision.
L'indice fondamental de toute juridiction et même de toute autorité
qui se voit conférer par la loi des attributions juridictionnelles est
l'indépendance de droit et l'irresponsabilité juridique.
Lorsque l'on énonce que les membres d'une juridiction, fût-elle
administrative, sont indépendants en droit, on entend par là signifier
que nulle injonction ne peut leur être faite au sujet de l'élaboration de
leurs décisions. Nulle sanction, nulle critique, nul reproche ne
pourraient leur être faits au sujet de la décision prise.
Wij leven in een rechtsstaat en ik
wacht dus sereen de uitspraak
van de Raad van State af
alvorens een standpunt in dat
dossier in te nemen. Het komt
vaak voor dat burgers die geen
partij zijn bij een voor een
rechtscollege hangend geschil
zich tot dat rechtscollege wenden
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
En outre, les membres des juridictions sont irresponsables en ce
sens qu'ils ne doivent pas rendre compte de leurs décisions
juridictionnelles devant une autorité supérieure quelconque. Sans
doute, une juridiction d'appel peut-elle modifier une décision de
première instance mais les juges d'instance ne sont pas appelés à
justifier et à défendre leur décision devant la juridiction supérieure.
D'une certaine manière, il peut être affirmé que l'indépendance de la
fonction de juger et l'irresponsabilité des juges sont mieux assurées
au Conseil d'Etat que dans les juridictions de l'ordre judiciaire. Ainsi,
à propos de la mission des membres de l'auditorat, le premier
président Paul Tapie rappelait-il en 1996 ce qui suit: " (...)
précisément parce qu'aucune injonction, d'où qu'elle vienne, ne peut
vous être donnée quant au fond du recours en section
d'administration et quant aux objections que vous paraît appeler un
projet en section de législation, vous jouissez d'une indépendance
que n'ont pas les membres des parquets (cf. Paul Tapie, premier
président du Conseil d'Etat, administration publique, 1996, p. 84).
L'exigence d'indépendance de la fonction de juger et d'impartialité
des juges, notamment à l'égard de l'exécutif et des parties, a été
confirmée par la jurisprudence tant de la Cour d'arbitrage (arrêt 67/98
du 10 juin 1998) que de la Cour européenne des droits de l'homme
(arrêt Campbell et Fell du 3 mai 1984; arrêt Sramek du 24 septembre
1984; arrêt Procola du 31 août 1995). Il ressort clairement de ces
arrêts que cette exigence s'impose à toute juridiction, qu'elle soit de
l'ordre judiciaire ou administratif.
J'ai déjà été interpellé à plusieurs reprises au sujet de la circulaire
Peeters et ma réponse à ces interpellations n'a jamais varié: nous
vivons dans un Etat de droit et j'attendrai donc sereinement que le
Conseil d'Etat se prononce avant de prendre attitude sur ce dossier.
Je crois, en l'occurrence, que c'est la meilleure manière d'agir.
Dans toutes les affaires soumises aux différentes juridictions, qu'il
s'agisse de la défense d'intérêts privés ou publics ou encore de
dossiers politiquement chargés, ceux qui attendent le prononcé d'une
décision témoignent souvent d'une grande impatience. Il me paraît à
cet égard que c'est aux requérants qui ont introduit la procédure qu'il
appartient de diligenter celle-ci.
Il arrive fréquemment que des citoyens n'étant pas parties à un litige
pendant devant une juridiction, s'adressent à celle-ci, et notamment
au Conseil d'Etat, pour s'enquérir de l'état d'avancement de la
procédure à laquelle ils portent un intérêt particulier.
Lorsqu'ils sont saisis d'une telle demande, les chefs de corps
sollicités y donnent la suite qu'ils estiment devoir réserver à ce type
de démarche, selon qu'ils la jugent fondée ou non.
Ainsi que je l'ai toujours déclaré de manière constante, je ne souhaite
en aucune manière influencer le Conseil d'Etat en cette affaire,
comme dans d'autres d'ailleurs, et je m'abstiendrai dès lors de
l'interroger car lui seul est à même de dire le droit et de préserver,
dans les réponses qu'il donne, son indépendance. J'ai une totale
confiance dans les autorités du Conseil d'Etat et je suis tout à fait
convaincu qu'elles veilleront au respect scrupuleux de
om naar de voortgang van de
procedure te informeren. De
betrokken korpschefs geven
daaraan het gevolg dat zij gepast
achten. Ik wens de Raad van
State in die zaak geenszins te
beïnvloeden en zal die instelling
dan ook niet ondervragen.
Mevrouw Van Weert en de heer
Laeremans zeg ik dat ik niet weet
of de eerste voorzitter van de
Raad van State die brief heeft
ontvangen. Mocht dat het geval
zijn, kan ik u de inhoud ervan niet
meedelen omdat ik weiger de
Raad van State terzake te
ondervragen.
Ik weet niet of het om een
alleenstaand incident gaat, dan
wel of dit vaak voorkomt. Politici
of politieke partijen die bij de
Raad van State navraag doen
over de voortgang van de
rechtspleging, zullen mij dat niet
komen vertellen, ze kijken wel uit!
Ik ben ervan overtuigd dat de
eerste voorzitter van de Raad van
State zal waken over de
onafhankelijkheid en de
neutraliteit van zijn rechtscollege.
Ik zou niet weten welke
maatregelen ik zou kunnen nemen
om dergelijke praktijken te
verhinderen.
Het principe van de scheiding der
machten werd mij dunkt niet met
voeten getreden. De
grondwetswijziging van 18 juni
1993 hield een bijzondere
erkenning van de Raad van State
in, via de invoeging van een apart
hoofdstuk in de grondwet.
Mijn departement gaat weliswaar
over de organisatie en de werking
van de Raad van State, maar als
rechtsprekend orgaan staat de
Raad niet onder mijn gezag.
Aangezien de partijvoorzitters
noch tot de wetgevende noch tot
de uitvoerende noch tot de
rechterlijke macht behoren, is hun
demarche geen schending van het
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
l'indépendance de leur juridiction.
J'en viens à présent aux questions plus ponctuelles qui me sont
posées
A Mme Els Van Weert, et à M. Annemans, je puis communiquer que
j'ignore si le premier président du Conseil d'Etat a reçu ce courrier.
Je n'interviendrais pas s'il s'agissait d'un particulier, il en sera de
même dans ce cas.
Si tel était le cas, je ne suis pas en mesure de vous révéler son
contenu puisque, comme je l'ai déjà déclaré, il n'appartient pas au
ministre de l'Intérieur, par son intervention, d'accorder une
importance politique particulière à ces lettres et de peser d'une
manière indirecte sur ce qui relève uniquement et intégralement du
Conseil d'Etat en tant que juridiction.
Je ne suis donc pas davantage en mesure de vous dire quelle suite
le premier président a réservée audit courrier, à supposer qu'il lui soit
parvenu.
Par ailleurs, j'ignore s'il s'agit d'un incident isolé ou s'il arrive
fréquemment que des hommes ou des partis politiques sollicitent
auprès du Conseil d'Etat des informations sur l'état d'avancement
d'une procédure contentieuse devant ce haut Collège. En tout cas, le
Conseil d'Etat n'a jamais attiré mon attention sur des problèmes de
telle nature.
Ceux qui prennent l'initiative d'adresser de telles demandes
d'information au Conseil d'Etat se gardent évidemment bien de m'en
aviser préalablement.
J'ai confiance en la sagesse du Conseil d'Etat et je suis convaincu
que le premier président veillera à préserver l'indépendance et la
neutralité de la juridiction dont il a la charge. C'est sa responsabilité.
Je ne vois pas quelle mesure concrète je pourrais prendre pour
empêcher de telles pratiques à l'avenir car je ne pourrais jamais
éviter qu'un homme politique prenne l'initiative de s'informer auprès
du Conseil d'Etat sur le déroulement d'une procédure contentieuse
retenant son attention.
Quant au principe de la séparation des pouvoirs, il ne me paraît pas
être mis en cause en l'occurrence.
Comme je l'ai déjà indiqué, le Conseil d'Etat a reçu une
reconnaissance constitutionnelle par la modification de notre loi
fondamentale du 18 juin 1993.
La disposition qui lui est réservée (article 160) prend place sous le
chapitre VII du titre III consacré aux pouvoirs, intitulé "Du Conseil
d'Etat et des juridictions administratives". Il s'agit d'un chapitre
distinct de ceux qui traitent des pouvoirs législatif, exécutif et
judiciaire ainsi que des Communautés et des Régions, de la Cour
d'arbitrage et des institutions provinciales et communales.
L'organisation et le fonctionnement du Conseil d'Etat relèvent en
réalité des attributions du pouvoir exécutif et, en l'occurrence, de
principe van de scheiding der
machten. Wel vraag ik me af of
politici er niet toe aangezet
zouden moeten worden om er
nauwlettend op toe te zien dat niet
getornd wordt aan de
onafhankelijkheid van de
rechtscolleges, kwestie van niet
de indruk te wekken dat ze de
rechtsgang zouden willen
beïnvloeden.
Het lijkt me echter uitgesloten dat
de brief van de PS-voorzitter aan
de eerste voorzitter gelijkgesteld
zou kunnen worden met een
officieel stuk van het dossier, of
dat een van de partijen de in de
brief uiteengezette overwegingen
zou kunnen aanvoeren als
rechtsgrond.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
mon département. Cette haute juridiction n'est pas soumise au
pouvoir hiérarchique des autorités judiciaires, pas plus d'ailleurs que
la Cour d'arbitrage. Comme je viens de l'indiquer, elle n'est pas
davantage soumise à mon autorité dans sa fonction de juger.
Je crois aussi devoir observer que les présidents de partis politiques
ne font pas partie d'un des trois pouvoirs en tant que tels, si bien que
des interventions du type de celle que vous évoquez ne portent
nullement atteinte au principe de la séparation des pouvoirs.
Enfin, et je livre cette réflexion à votre sagacité, je me demande s'il
ne conviendrait pas d'encourager les hommes politiques, et plus
particulièrement les responsables des partis politiques, à veiller
scrupuleusement au respect de l'indépendance des juridictions. Les
hommes politique doivent donner le bon exemple pour ce qui
concerne le respect de l'indépendance des juridictions et, même
lorsqu'ils poursuivent des objectifs honorables, doivent éviter de
donner l'impression, quand bien même cela ne serait pas le cas, de
vouloir influer sur le cours des choses.
Quant aux dernières questions de M. Willems, si le courrier du
président du PS est effectivement parvenu au premier président du
Conseil d'Etat, il me paraît exclu qu'il puisse être versé au rang des
pièces officielles du dossier. Il me paraît tout aussi exclu que l'une
des parties au litige puisse invoquer les considérations qui y sont
émises comme moyen de droit, si du moins je me réfère à ce qu'en
ont rapporté les médias.
09.07
Els Van Weert
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben geen jurist en misschien sla ik de bal wel eens mis
maar, met alle respect en voor alle duidelijkheid, wens ik het
volgende op te merken.
U slaagde erin, mijnheer de minister, vrijwel een half wetboek voor te
lezen en een aantal krijtlijnen aan te duiden die inderdaad wettelijk
zijn vastgelegd, maar u slaagde eveneens erin om te omzeilen dat u
wel degelijk verantwoordelijk bent voor de onafhankelijke werking
van de Raad van State.
Ik meen dat deze aangelegenheid wel degelijk tot uw bevoegdheid
behoort hoewel u allerlei argumenten aanhaalde om ons ervan te
overtuigen dat u terzake geenszins kan interveniëren. Wij vragen u
trouwens niet om tussenbeide te komen op het vlak van de
procedure, maar wij verzoeken u uitdrukkelijk ervoor te zorgen dat er
geen enkele zweem kan zijn van het feit dat de Raad van State niet
onafhankelijk zou kunnen oordelen. Vanuit die optiek hebt u wel
degelijk het recht om te laten onderzoeken of er een brief werd
verzonden en welke de precieze inhoud ervan was. U zei immers zelf
en tot verschillende keren toe, dat er een brief werd opgesteld met
informatie omtrent het verloop van de procedure. Eigenlijk kunt u dat
niet weten, aangezien u in uw antwoord zei dat u er niet naar
gevraagd hebt en dat u niet weet wat de inhoud ervan is.
U kon mij niet overtuigen van het feit dat er niets aan de hand is.
Integendeel, ik krijg steeds meer het gevoel dat er wel degelijk iets
moet worden toegedekt. Wellicht houdt u er een bepaalde mening op
na wat betreft de grond van de zaak, maar bent u niet bereid tot op
het bot na te gaan wat er precies is gebeurd en welke de mogelijke
09.07
Els Van Weert
(VU&ID):
Le ministre a pratiquement lu la
moitié d'un mais il ne continue pas
moins à noyer le poisson en ce
qui concerne sa responsabilité
ministérielle à l'égard du Conseil
d'Etat. Nous ne lui demandons
pas d'intervenir dans la procédure
mais de faire en sorte que le
Conseil d'Etat puisse se prononcer
en toute indépendance. La lettre
de M. Di Rupo existe-t-elle? Que
s'est-il passé exactement? Quelle
influence cette lettre a-t-elle eue?
Voilà précisément le point que le
ministre doit examiner. Il doit
lever le moindre doute à ce sujet.
Moi-même, je ne suis pas
entièrement convaincu qu'il n'y a
rien eu et c'est pourquoi je
déposerai une motion de
recommandation.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
invloed is van die brief.
Hiermee bedoel ik geenszins dat ik twijfel aan de onafhankelijkheid
van de Raad van State, maar dat het behoort tot uw taak als minister
om elke zweem, elke mogelijke twijfel weg te werken door dit dossier
in alle openheid te behandelen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, terzake zal ik een motie
van aanbeveling indienen.
09.08
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wens het volgende te citeren uit de
Manifesten van de eerste minister, waar hij het had over de
onafhankelijkheid van onze rechtscolleges:
"Wanneer men niet kan garanderen dat beïnvloeding uitgesloten is,
met name politieke beïnvloeding" zoals terzake het geval was
"verliest de rechtzoekende volkomen zijn geloof in het rechtstelsel.
Recht wordt dan niet alleen een rekbaar, maar vooral een koopbaar
begrip dat geen enkele band meer bezit met rechtvaardigheid, meer
nog, recht wordt dan een synoniem van invloed en macht".
Mijnheer de minister, uw antwoord heeft mij niet verrast, maar
ontgoocheld. Uiteraard betwist ik uw terechte theoretische
beschouwingen niet en evenmin dat u zich van zulke perversiteiten
zou onthouden. U als minister van Binnenlandse Zaken - en niet
alleen de Raad van State zoals u terecht hebt opgemerkt hebt ook
als opdracht de onafhankelijkheid en de zelfstandigheid van dit
hoogstaande administratieve rechtscollege in bescherming te nemen.
Ik had van u meer verwacht dan een grote publieke reprimande ten
aanzien van een persoon die inderdaad niet tot de trias politica
behoort, maar die de facto een van de machtigste personen van het
land is. U had het in uw antwoord over een honorabele reden, maar
geen enkele interventie terzake kan een honorabele reden hebben. Ik
meen dat niet alleen u, maar ook de regering, deze interventie
publiek moet afkeuren.
Bovendien is het wenselijk deze aangelegenheid te laten
onderzoeken, alleen al om ten opzichte van de Raad van State de
publieke boodschap te geven dat u een dergelijk gedrag als laakbaar
beschouwt en dat u staat op de zelfstandigheid van de Raad van
State en dat u die zelfstandigheid beschermt.
09.08
Servais Verherstraeten
(CD&V): Je souhaite revenir un
instant sur des propos tenus par le
premier ministre Verhofstadt qui
estimait à juste titre que toute
influence politique exercée sur
une juridiction est intolérable
parce que le droit devient alors
synonyme d'influence et de
pouvoir.
La réponse du ministre Duquesne
est décevante. En tant que
ministre responsable, il aurait dû
défendre l'indépendance et
l'autonomie du Conseil d'Etat. Je
m'attendais dès lors à une
remontrance plus sévère à
l'encontre de M. Di Rupo. Le
ministre aurait dû indiquer
clairement qu'il ne tolère pas une
telle intervention indécente.
09.09
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ook
wij zijn ontgoocheld. U maakt er zich gemakkelijk van af door te
zeggen dat u er niets mee te maken hebt. Minstens zou u uit heel dit
incident de conclusie kunnen en moeten trekken dat er een richtlijn
moet komen voor de voorzitters, een duidelijke brief aan de Raad
van State waarin wordt gezegd dat men dit soort brieven in de
toekomst als van nul en generlei waarde moet beschouwen en ze
bijgevolg onmiddellijk in de papiermand moet gooien.
U hebt een subtiele reprimande uitgesproken aan het adres van de
heer Di Rupo en dat is natuurlijk beter dan niets, maar u bent alles bij
elkaar toch wel heel erg diplomatisch, braaf en voorzichtig geweest.
Dit illustreert hoe ongenaakbaar en onaantastbaar die meneer Di
Rupo wel is. Ik hoop dat u in de toekomst op elke publieke plaats en
09.09
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Je partage ce point de
vue. Le ministre aurait au moins
dû en conclure que le Conseil
d'Etat doit procéder sur-le-champ
au classement vertical de ce type
de lettres. La réprimande a
l'adresse de M. Di Rupo était bien
trop modérée. Voilà qui illustre
bien le pouvoir dont dispose M. Di
Rupo. Le ministre devra
condamner beaucoup plus
sévèrement ce type
d'interventions à l'avenir.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
telkens u de kans krijgt dit soort initiatieven nog scherper zult
veroordelen, dat u niet zo terughoudend en bang zult zijn om te
zeggen dat dergelijke praktijken niet kunnen en dat u heerschappen
als de heer Di Rupo duidelijk zal veroordelen. Het ontgoochelt me
dat u zo braaf geantwoord hebt.
09.10
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de minister, uw persoonlijk
standpunt is me duidelijk.
Ten eerste, het was impliciet een afwijzing van de handelwijze van
de heer Di Rupo; anders kan ik dat niet interpreteren.
Ten tweede, u hebt het gehad over de onschendbaarheid en de
onafhankelijkheid van de Raad van State. U geeft een heuse
juridische uitleg.
Mijnheer de minister, wat hier is gebeurd geeft voedsel aan
insinuaties, aan geruchten van partijdigheid, aan beïnvloedbaarheid
van de Raad van State. Het kwaad is geschied. U dient daar tegen
op te treden.
Ik kan u niet volgen als u zegt dat gelijk welke burger, ook al is hij
geen burgerlijke partij, bij de Raad van State inlichtingen kan vragen.
Mijnheer de minister, ik heb dat vóór de verkiezingen van 1999, als
eenvoudige burger, een paar keer gedaan. Bent u daar al eens
geweest? Daar krijgt men geen document te zien, laat staan dat men
er een kopie van zou krijgen. Onmogelijk. Hier gebeurt dus iets wat
niet kan. Deze man veroorlooft zich zaken die niet kunnen.
Ik heb ook moeite met de juridische truc. U zegt: ik weiger de Raad
van State te ondervragen en daarom doe ik niets. Mijnheer de
minister, in feite is de Raad van State reeds aangezocht door een
partijvoorzitter, door een politiek zwaargewicht in dit land, om iets te
doen. Het kwaad is opnieuw reeds geschied.
U zegt dat u niet goed weet welke maatregelen u zou moeten nemen
en dat u dat nog niet hebt onderzocht. Mijnheer de minister, vermits
dergelijke incidenten zich dreigen te herhalen, wordt het de hoogste
tijd dat u, als politiek verantwoordelijke voor de Raad van State, dit
inderdaad onderzoekt. U zegt dat u moet waken over de eerbiediging
van de onafhankelijkheid van de Raad van State, maar precies het
tegendeel is terzake gebeurd.
U antwoordt me enigszins dubbelzinnig dat u geen weet hebt van een
officieel stuk en dus ook niet weet wat zich in het dossier bevindt.
Hoe kunt u dat verklaren, vermits u de Raad van State geen enkele
vraag hebt gesteld? Ik blijf dus met mijn vraag zitten: zit dit stuk in
het dossier? Is het eventueel een rechtsmiddel?
Ten slotte richt ik me tot u als politicus. U bent minister van
Buitenlandse Zaken...
09.10
Ferdy Willems
(VU&ID):
Le ministre a beau condamner
l'attitude de M. Di Rupo, le mal est
fait: des rumeurs circulent à
propos de la partialité du Conseil
d'Etat.
A l'inverse de M. Di Rupo, le
ministre refuse d'interroger le
Conseil d'Etat. La responsabilité
politique du ministre est engagée
et il doit faire examiner cet
incident.
La réponse du ministre est
équivoque: il ignore si la pièce a
été versée au dossier et si elle
constitue un moyen de droit.
Comment pourrait-il le savoir dès
lors qu'il n'a pas interrogé le
Conseil d'Etat?
09.11
Servais Verherstraeten
(CD&V): (...)
09.12
Ferdy Willems
(VU&ID): Excuseer, dit was een lapsus. Wat
kunnen christen-democraten giftig zijn! Dat siert u niet, mijnheer
Verherstraeten. In dit huis moet zoiets schijnbaar kunnen, maar ik
09.12
Ferdy Willems
(VU&ID): Il
faut resituer ce dossier dans son
contexte précis: il s'agit d'une
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
kan daar niet mee leven.
Mijnheer de minister, als minister van Binnenlandse Zaken bent u
minister voor iedereen. Ook uw regering is een regering voor alle
burgers van dit land. Sta me toe dit dossier in zijn context te situeren.
Het is een zoveelste dossier van provocatie, waarbij een aantal
mensen Vlaanderen afschilderen als een hatelijk en onverdraagzaam
land, waar wij die Franstalige sukkelaars verdrukken. Ik geef toe dat
ook Vlamingen foute clichés de wereld durven insturen. Ik herinner
me Leuven, maar de slogan "Walen buiten", heb ik nooit over de
lippen gekregen, want dat is even nefast als het voorstellen van
Walen als beroepsluiaards. Dat zijn nonsens die moeten ophouden.
Het creëren van clichés en hatelijkheden over mekaar moet
ophouden. De toekomst van Vlamingen en Franstaligen ligt in een
heel ander klimaat, een van samenwerken om een plaats te krijgen
in Europa. Dat is onze toekomst. Hatelijkheden zoals heel het gedoe
over de rondzendbrief-Peeters is nonsens. Dat is hatelijke praat
verkopen die een regering onwaardig is. Daarover moeten we waken.
Dit is immers de politieke achtergrond van heel het gedoe.
provocation politique. On cherche
à exacerber la haine entre
Flamands et francophones. Voilà
l'objectif politique poursuivi et il
faut s'y opposer.
09.13
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, in grote
lijnen kan ik akkoord gaan met de juridische beschouwingen die u
hebt gegeven inzake de onafhankelijkheid van de Raad van State. U
hebt de principes van het administratief rechtscollege in herinnering
gebracht.
De vraag of u als minister die onafhankelijkheid zo ver moet drijven
dat u niet tussenbeide kunt komen, zelfs niet om te informeren of er
brieven zijn toegekomen, durf ik op dit ogenblik positief noch negatief
beantwoorden. Feit is dat een probleem is gerezen en dat we
hierover moeten nadenken. We kunnen de heer Di Rupo moeilijk
beschouwen als een gewone burger die een brief heeft geschreven
om voor een particulier dossier aan te dringen op een spoediger
rechtsafhandeling. U interpreteert de onafhankelijkheid van het
administratief rechtscollege zeer extreem en vindt dat u niet kan
informeren. Ik vind echter dat we ons wel over deze vraag moeten
buigen. Uit het voorlaatste deel van uw antwoord heb ik duidelijk
kunnen afleiden dat u het optreden van de heer Di Rupo afkeurt. Uw
afkeuring had gerust wat scherper mogen zijn. Op die manier zou de
heer Di Rupo misschien beseffen dat er een essentieel verschil is
tussen onze rechtsstaat en de PS-staat die hij zeker in Wallonië
wenst uit te bouwen. Ik vermoed dat u daar niet gelukkig mee kunt
zijn. Ik hoop dat u in uw eigen gebied een halt zult kunnen toeroepen
aan de PS-staat. Mensen zoals de heer Di Rupo creëren immers te
grote verwarring tussen hun partijwensen en de rechtsstaat met
onafhankelijke organen zoals de Raad van State zoals u terecht en
uitgebreid hebt benadrukt. Sommige mensen, ook politici, schijnen
dit te vergeten. Ik herhaal dat uw afkeuring voor de handelwijze van
de heer Di Rupo scherper had mogen zijn.
09.13
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Le ministre a justement
souligné l'indépendance dont jouit
le Conseil d'Etat en tant que
juridiction administrative mais je
ne suis pas convaincu que cela lui
interdise pour autant de faire une
demande purement informative.
La réponse du ministre indique
qu'il réprouve l'attitude de M. Di
Rupo mais on ne peut pas
véritablement parler d'un blâme.
M.Di Rupo devrait pourtant
comprendre la différence entre
l'Etat de droit et l'Etat PS.
09.14
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, je
remercie M. Van Hoorebeke de m'avoir écouté attentivement. La
réponse que j'ai faite n'est pas ambiguë. Le signal donné au Conseil
d'Etat par le ministre, qui n'a d'autre tâche que de mettre à sa
disposition les conditions nécessaires à son fonctionnement, est très
clair. Le ministre indique clairement qu'il n'interviendra jamais. Il lui
exprime sa totale confiance et il l'incite à faire preuve d'une totale
09.14
Minister
Antoine
Duquesne
: Mijn antwoord is niet
dubbelzinnig. De minister
bevestigt zijn vertrouwen in de
Raad van State en spoort die
instelling aan zich onafhankelijk
en neutraal op te stellen.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
indépendance et d'une totale neutralité. On ne peut donc pas
prétendre que les choses sont équivoques et ambiguës.
Par contre, après avoir entendu certaines réflexions, je constate que
certains, parfois prompts à demander des interventions, sont peut-
être bien intentionnés mais ils n'appliquent pas à eux-mêmes ce
qu'ils demandent à d'autres d'appliquer.
en neutraal op te stellen.
Sommige welmenende lieden
vinden blijkbaar dat wat zij van
anderen verlangen niet voor
henzelf hoeft te gelden.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Els Van Weert en de heren Karel Van
Hoorebeke, Servais Verherstraeten en Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Els Van Weert en van de heren Servais Verherstraeten en Bart
Laeremans
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken,
beveelt de regering aan te waken over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Raad van State,
door de tussenkomst van de heer Di Rupo officieel en publiekelijk te laken en onderzoek te doen naar
diens briefwisseling aan de Raad van State."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Els Van Weert et MM. Karel Van Hoorebeke,
Servais Verherstraeten et Ferdy Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Els Van Weert et de MM. Servais Verherstraeten et Bart
Laeremans
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement de veiller à l'indépendance et à l'impartialité du Conseil d'Etat en
dénonçant officiellement et publiquement l'intervention de M. Di Rupo et en faisant examiner sa
correspondance avec le Conseil d'Etat."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren André Frédéric, Denis D'hondt, Bernard Baille en
Arnold Van Aperen.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. André Frédéric, Denis D'hondt, Bernard Baille et Arnold
Van Aperen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
10 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur "la coopération entre les zones
10 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenwerking tussen de politiezones" (nr. 7938)
10.01
Karine Lalieux
(PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, comme le prévoit la réforme de police, et plus
particulièrement la circulaire ministérielle MF0-2, chaque zone de
police peut être sollicitée hors de sa zone pour renforcer la sécurité
lors d'événements exceptionnels. Un quota d'heures est déterminé
par zone et ces heures sont remboursées par une dotation fédérale.
Les heures ainsi prestées à l'extérieur devraient donc constituer une
opération neutre pour les zones de police.
10.01
Karine Lalieux
(PS):
Conform de ministeriële
omzendbrief NF02 kan elke
politiezone om versterking
verzocht worden om de veiligheid
te verhogen bij uitzonderlijke
evenementen. De omzendbrief
voorziet niet in een specificatie
van de aard van de gewerkte
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Or, monsieur le ministre, ce qui n'est pas prévu par la circulaire est la
nature des heures prestées. En effet, comme vous le savez, les
événements exceptionnels sont souvent organisés soit le week-end
soit le soir. Les heures prestées sont donc des heures dominicales ou
nocturnes. Se pose alors la question de l'application de l'arrêté
mammouth et de la récupération des heures supplémentaires ou des
prestations de week-end, avec pour conséquence une gestion du
personnel impossible pour les chefs de corps et, une fois de plus,
une police de proximité qui n'a plus l'occasion d'être sur le terrain
pour cause de récupération.
Plusieurs questions se posent. A-t-on calculé le coût réel de la
capacité hypothéquée, tant du point de vue financier pour les zones
de police que du point de vue organisationnel?
En ce qui concerne plus particulièrement les zones de police de la
Région de Bruxelles-Capitale, les policiers sont bilingues et peuvent,
de ce fait, être sollicités tant en Flandre qu'en Wallonie. Pouvez-
vous, dès lors, me fournir, pour l'ensemble du pays, les statistiques
concernant les diverses zones de police? En effet, certains disent
on pourra peut-être couper court à la rumeur que les policiers
bruxellois sont beaucoup plus sollicités à cause de leur bilinguisme.
uren. Werden de reële kosten van
de gehypothekeerde capaciteit
berekend, zowel uit financieel als
uit organisatorisch oogpunt? Kan
u mij landelijke statistieken
bezorgen over de onderscheiden
politiezones waarop een beroep
werd gedaan?
10.02
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, le
système de la capacité hypothéquée a été développé afin de mettre
en place un système réaliste et pragmatique de solidarité
supralocale, par lequel on évite de devoir faire appel à une
réquisition de la police locale. Lors des travaux préparatoires,
réalisés par différents services de mon département dont des
représentants de la police locale et de la police fédérale, il avait été
convenu que les normes que l'on allait utiliser devaient être adaptées
aux besoins réels, exprimés dans des circonstances "normales". Lors
de la détermination de ces normes, on a, entre autres, tenu compte
de la charge moyenne des anciennes unités de marche de la police
fédérale, du temps nécessaire pour la formation et l'entraînement, de
l'application de l'arrêté royal du 30 mars 2001 dit arrêté "mammouth",
de la capacité de départ des différentes zones, etc.
Néanmoins, l'engagement de la capacité hypothéquée se fait, par
définition, sur la base des demandes émises par les zones qui
sollicitent un renfort dans le cadre de la gestion de différents
événements. Ces événements sont planifiables dans une certaine
mesure à long terme, mais bon nombre ne sont connus qu'à très
court terme. D'autres sont, par ailleurs, imprévisibles. Il est donc très
difficile de pouvoir évaluer, au centime près, le coût global,
prestations de week-end et de nuit incluses, de la capacité
hypothéquée fournie par chaque zone.
A ce propos, je tiens à nuancer quelque peu l'affirmation que vous
émettez dans votre question, à savoir que "un quota d'heures est
déterminé par zone et ces heures sont remboursées par une dotation
fédérale". Il est exact que la dotation fédérale tient compte, comme
le prévoit l'article 41 de la loi, "des missions fédérales, générales ou
spécifiques assurées au sein de la zone concernée". Cette même
disposition poursuit en précisant que "le Roi fixe, par arrêté délibéré
en conseil des ministres, les critères et les modalités pour la fixation
et le versement de la dotation fédérale, en ce compris les règles
relatives à la détermination des coûts à intégrer dans ladite
10.02
Minister
Antoine
Duquesne
: Het systeem van de
gehypothekeerde capaciteit werd
uitgewerkt met het oog op een
realistische en pragmatische
bovenlokale solidariteit. Er werden
normen vastgelegd, rekening
houdend onder meer met de
gemiddelde belasting van de
vroegere eenheden, de
opleidingsduur en de toepassing
van het koninklijk besluit van 30
maart 2001. De gehypothekeerde
capaciteit wordt gemobiliseerd op
basis van de aanvragen van de
zones. Omdat de evenementen
onvoorspelbaar zijn of pas op het
laatste moment bekend zijn, is het
erg moeilijk om de totale kosten
van de gehypothekeerde
capaciteit in te schatten.
Prestaties in het kader van de
gehypothekeerde capaciteit
worden wel degelijk meegeteld
voor de bepaling van de federale
dotatie, maar de nadere regels
daarvan moeten nog worden
vastgesteld door de Koning. We
moeten de nodige tijd uittrekken
om een aantal ijkpunten vast te
stellen op grond van de prestaties
in verband met het in goede
banen leiden van de meest
recente evenementen. Uiteraard
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
subvention pour les missions fédérales, générales ou spécifiques qui
sont accomplies par le niveau local de la police intégrée". Les
prestations liées à la capacité hypothéquée entrent donc bel et bien
en ligne de compte pour la détermination de la dotation fédérale,
mais les modalités doivent encore en être définies par le Roi.
C'est logique, somme toute, compte tenu que le système de la
capacité hypothéquée, concrétisé par la directive contraignante
MFO-2, est encore dans sa première année d'existence. Il faut donc
prendre le temps de se fixer des repères sur la base des prestations
liées à la gestion des événements les plus récents. Les prestations
de nuit et de week-end y seront, bien entendu, intégrées.
Vous abordez, dans la deuxième partie de votre question, le
problème des zones de police bruxelloises. Rappelons que, s'il est
vrai qu'un certain niveau de bilinguisme est demandé aux policiers
de Bruxelles, il reste préférable que ces derniers soient envoyés en
mission dans la partie du pays dont ils maîtrisent le mieux la langue.
Il ne serait donc pas correct de croire que les policiers des zones
bruxelloises sont envoyés indistinctement dans toutes les parties du
pays.
Les zones de police de l'arrondissement de Bruxelles ont presté, du
1
er
janvier 2002 au 31 juillet 2002, un total de 21.558 heures en
capacité hypothéquée. Ces heures se répartissent comme suit:
- 17.653 heures (soit 82%) en renfort mutuel aux autres zones de
l'arrondissement de Bruxelles;
- 448 heures (soit 2%) prestées en Wallonie (arrondissements de
Liège, Nivelles et Charleroi);
- 3.457 heures (soit 16%) prestées en Flandre (arrondissements de
Asse, Brugge, Dendermonde, Leuven et Mechelen).
Exprimés en nombre de renforts fournis, le même arrondissement a
livré:
- 22 fois un renfort aux autres zones de l'arrondissement de
Bruxelles;
- 3 fois un renfort en Wallonie;
- 15 fois un renfort en Flandre.
Exprimés en pourcentage du crédit de capacité hypothéquée à livrer,
la répartition par zone est la suivante:
- zone 1 (Uccle, Boitsfort, Auderghem): 24,20% de ce qui peut lui
être demandé;
- zone 2 (Anderlecht, Saint-Gilles, Forest): 24,92%;
- zone 3 (Molenbeek, Ganshoren, Jette): 32,81%;
- zone 4 (Bruxelles, Ixelles): 10,36%;
- zone 5 (Schaerbeek, Saint-Josse, Evere): 10,87%;
- zone 6 (Etterbeek, Woluwé-St-Pierre, Woluwé-St-Lambert):
48,21%.
Si l'on globalise ces pourcentages pour l'ensemble des zones de
l'arrondissement de Bruxelles, elles ont donc livré ensemble 19,76%
(21.588 heures sur un crédit de 109.238 heures, dont 5.095 heures
de nuit et 5.220 heures de week-end) de leur capacité hypothéquée.
Tout cela est peu de chose et ce n'est certainement pas exagéré,
compte tenu de l'effort global fourni par l'ensemble des zones de
police.
wordt daarbij rekening gehouden
met nacht- en weekendwerk. Om
op uw tweede vraag te
antwoorden, deel ik u mee dat de
politiezones van het
arrondissement Brussel van 1
januari tot 31 juli 2002 in totaal
21.558 uren gewerkt hebben in
het kader van de
gehypothekeerde capaciteit,
waarbij 22 keer versterking
verleend werd aan de andere
zones van het arrondissement
Brussel, 3 keer in Wallonië en 15
keer in Vlaanderen. De zones van
het arrondissement Brussel
hebben samen 19,76% van hun
gehypothekeerde waarde
geleverd. De meeste
evenementen vinden in Brussel
plaats. De Brusselse zones zijn
dus niet alleen gehypothekeerde
capaciteit verschuldigd, ze kunnen
er ook aanspraak op maken.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Enfin, pour être complet, je me dois d'ajouter que la capacité
hypothéquée est essentiellement engagée pour la gestion
d'événements d'envergure. La plupart de ces derniers se déroulent
dans des agglomérations, et particulièrement dans celle de
Bruxelles. Cela implique que de nombreuses zones de police de
province, de taille parfois très modeste, doivent très régulièrement
fournir des renforts aux zones bruxelloises. Dans l'appréciation
globale du problème de la capacité hypothéquée, il faut donc tenir
compte de cet aspect bilatéral. Les zones de Bruxelles sont donc non
seulement débitrices, mais aussi créancières des capacités
hypothéquées.
10.03
Karine Lalieux
(PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse très précise.
J'ai bien entendu qu'il y aurait une évaluation et que les modalités de
paiement n'étaient pas encore définies; je ne manquerai pas de
répercuter l'information. Il s'agit essentiellement de prestations de
week-end et de nuit et vous devez savoir qu'il est difficile de faire un
budget dans nos zones de police lorsqu'on ne connaît pas toute la
capacité hypothéquée.
Mais je vous répète que nous sommes inquiets. Des milliers de
manifestations se déroulent à Bruxelles, notamment dans la zone de
Bruxelles Ixelles. Or, il manque 300 policiers dans notre zone. Et le
fait de venir en renfort dans les autres zones a pour conséquence
qu'à certains moments, les services ne sont plus garantis à la
population bruxelloise. Je vous demande d'en tenir compte
également.
10.03
Karine Lalieux
(PS): Ik zal
die informatie doorgeven. Voor de
rest wil ik alleen nog opmerken
dat het tekort aan politieagenten
in Brussel bij evenementen in
andere zones tot gevolg heeft dat
bepaalde diensten op dat moment
niet meer aan de bevolking
verstrekt kunnen worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Arnold Van Aperen aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het
genereren van financiële middelen voor de politiezones van het boetefonds en het
veiligheidsfonds" (nr. 7949)
11 Question de M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur sur "les moyens financiers pour
les zones de police générés par le fonds des amendes et le fonds de sécurité" (n° 7949)
11.01
Arnold Van Aperen
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, de hervorming van de politiediensten is zo
goed als voltooid, het is een feit. Ondertussen is het landschap
drastisch veranderd. De hervormingen op het terrein in sommige
politiezones hebben echter nog te kampen met een aantal
hindernissen, zoals de noodzaak aan nieuwe investeringen, een
beduidende stijging van de uitgaven en de toename van een aantal
verplichte federale opdrachten. Ondanks het feit dat de regering
reeds aanzienlijke inspanningen heeft geleverd om de aanvaardbare
meerkosten te vergoeden zijn er in de politiezones toch nog steeds
heel wat financiële problemen. Verder zijn er ook tekorten, dikwijls in
landelijke meergemeentezones, ondanks het feit dat van die
landelijke gemeentezones er in het verleden ook vrij intens hebben
geïnvesteerd.
Veiligheid is zeer terecht een prioriteit van de regering en de
gemeenten en de zones moeten hieraan meewerken. Toch zouden
bijkomende middelen, bijvoorbeeld via het Boetefonds en het
11.01
Arnold Van Aperen
(VLD): La réforme des polices est
quasiment achevée. Toutefois,
certaines zones sont encore
confrontées à des difficultés
financières. Les dépenses ont
augmenté, de nouveaux
investissements sont nécessaires
et le nombre de missions a
également été revu à la hausse.
Ce sont principalement un certain
nombre de zones
pluricommunales rurales qui se
trouvent en difficulté bien que, par
le passé, elles aient investi
suffisamment dans le domaine de
la sécurité.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Veiligheidsfonds, tegemoet kunnen komen aan de budgettaire
problemen in sommige zones, zoals dat vroeger het geval was. Ik
weet ook dat die bedragen miniem waren, maar het was toch iets.
Dan volgen nu mijn vragen.
Naar verluidt kunnen in de toekomst eventueel opnieuw middelen
verkregen worden uit het Boetefonds. Wat met het Veiligheidsfonds?
Wordt er aan een nieuwe regeling gewerkt? Kan deze regeling reeds
gelden voor 2002? Wordt er rekening gehouden met zones die extra
inspanningen leveren op het vlak van verkeershandhavingsbeleid,
zoals de aankoop van onbemande camera's, een
Gatsometer/Multinova. Hoe staat de regering tegenover een systeem
van onmiddellijke inning door de verbaliserende overheid, iets wat nu
al gebeurt met buitenlanders. Kan de gemeente of politiezone een
eigen reglement uitvaardigen om een retributie te vragen indien
bijvoorbeeld een verkeersovertreding wordt vastgesteld? Graag
kreeg ik een antwoord op deze vragen.
Ne pourrait-on pas envisager une
intervention financée par le fonds
de sécurité et des amendes? Une
telle réglementation pourrait-elle
encore entrer en vigueur en 2002?
La perception immédiate des
amendes par la police communale
peut-elle être envisagée?
11.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, collega's,
het wetsontwerp met nummer 1915/001 werd door de regering bij de
Kamer ingediend op 9 juli 2002 om verschillende bepalingen van de
wet van 16 maart 1968 over de verkeerspolitie te wijzigen. Dit
ontwerp voorziet in artikel 42 in de oprichting van een mechanisme
van overeenkomsten tussen de politiezones teneinde specifieke
informatie-, preventie- en controleacties inzake wegverkeer te
financieren. Een deel van de opbrengsten van de penale geldboetes
inzake verkeer wordt toegewezen aan de financiering van die
overeenkomsten die met de minister van Binnenlandse Zaken en de
minister van Mobiliteit en Vervoer zullen worden afgesloten. Die
overeenkomsten moeten passen in de zonale veiligheidsplannen die
elk jaar door de politiezones worden voorbereid. Mocht het
wetsontwerp inzake wegverkeer snel afgerond zijn, kunnen die
overeenkomsten vanaf 2003 worden voorbereid.
De praktische modaliteiten, met name de verdeelsleutel tussen de
politiezones, moeten het voorwerp vormen van een in Ministerraad
beraadslaagd koninklijk besluit dat nog in voorbereiding is.
Bovendien voorziet het bovenvermelde wetsontwerp in de
wijzigingen van de procedures van onmiddellijke inning van boetes
door het parket. Het is een bevestiging en uitbreiding van het
principe van de parkeerheffingen die de gemeenten kunnen
opleggen op basis van de wet van 22 februari 1965. De vaststelling
van het niet eerbiedigen van de regels van het betalend parkeren zal
echter niet meer tot de bevoegdheid van de politiediensten behoren.
11.02
Antoine Duquesne
,
ministre: Le projet de loi du 9
juillet 2002 prévoit une adaptation
du Code de la route pour financer
certaines actions en matière de
sécurité routière par le biais
d'accords spéciaux conclus entre
les zones de police et le
gouvernement. Une partie des
recettes des amendes de
circulation y sera consacrée. La
clé de répartition concrète entre
les différentes zones de police
sera fixée par arrêté royal.
Le projet de loi du 9 juillet 2002
prévoit la modification de la
procédure de perception
immédiate des amendes par le
parquet. Le principe de la
perception des redevances de
stationnement par les communes
est étendu. La constatation du
non-respect des règles en matière
de stationnement payant ne
ressortira plus à la compétence
des services de police.
11.03
Arnold Van Aperen
(VLD): Mijnheer de minister, betreffende
het wetsontwerp 1915/001 vind ik het verontrustend dat wij moeten
wachten tot volgend jaar om enig resultaat te zien. Op het moment is
het zo dat de politiezones voor de federale Staat werken, terwijl de
gemeentes moeten betalen. Om tegemoet te komen aan een aantal
financiële problemen en om financiële middelen te genereren
zodoende het eigen personeel en materialen te betalen heb ik op 13
mei 2002 een wetsvoorstel ingediend waarbij minstens de helft van
de opbrengsten van boetes en processen-verbaal in de politiezones
naar de gemeenten zou gaan.
Ik wil aan de voorzitter vragen of mijn wetsvoorstel en het
11.03
Arnold Van Aperen
(VLD): Le 13 mai, j'ai déposé une
proposition de loi qui vise à verser
la moitié des recettes des
amendes de circulation aux
communes. J'insiste pour que
cette proposition soit traitée
rapidement, de même que le
projet de loi 1915/001 sur la police
de la circulation routière. Les
communes devraient être
informées le plus rapidement
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
wetsontwerp 1915/001 van juli hier zo snel als mogelijk kunnen
worden behandeld, zodat er alsnog iets wordt voorzien voor 2002 en
we niet hoeven te wachten tot 2003. We zouden op het einde van
2002 minstens al kennis moeten kunnen nemen van het bedrag dat
er in de begroting van 2003 aan inkomsten uit boetes zal worden
ingeschreven. Ik hoor ook dat er met de minister nog
overeenkomsten moeten worden gesloten om een en ander te
verkrijgen. Er zijn nochtans al voldoende politiezones die Gatso-
meters en onbemande camera's hebben gekocht en waarschijnlijk
nog maar eens uit de boot zullen vallen ondanks hun goede
bedoelingen.
Ik vraag aan de voorzitter om het wetsvoorstel 1803/001 en het
wetsontwerp 1915/001 zo snel mogelijk in onze commissie te
behandelen, zodat ze nog dit jaar in de plenaire vergadering kunnen
worden goedgekeurd.
possible de la part des recettes
des amendes de circulation qui
devrait leur revenir.
De
voorzitter
: Mijnheer Van Aperen, ik heb reeds een aantal analoge
vragen van collega's mogen aanhoren. Ik wil dan ook meteen een
praktische afspraak maken. Tijdens de eerstvolgende vergadering
van de commissie zal worden ingegaan op de vraag van de heer Van
Hoorebeke om de baas van Selor al dan niet te horen, en van
mevrouw Grauwels. Als u dat wenst, mijnheer Van Aperen, dan
zullen we ook over uw vraag beraadslagen op de eerstvolgende
nuttige vergadering, waartoe ik u uitnodig.
Le
président
: Lors de la
prochaine réunion de cette
commission, nous fixerons un
calendrier à ce sujet.
11.04
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, je vous
demande de ne pas oublier les projets de loi du gouvernement,
notamment ceux pour lesquels le bénéfice de l'urgence a été
demandé. Je tiens encore à dire à M. Van Aperen qu'en ce qui
concerne les amendes, dont une partie était affectée, dans le passé,
à la subsidiation d'un certain nombre d'investissements dans les
polices locales, ces montants ont déjà été intégrés dans la dotation
fédérale qui est ristournée aux zones de police locale.
11.04
Minister
Antoine
Duquesne:
Laten wij evenmin de
door de regering ingediende
wetsontwerpen, voor sommige
waarvan de urgentie werd
gevraagd, vergeten. De boetes
waarvan de opbrengst diende om
de investeringen van de
politiezones te subsidiëren,
werden al in de federale dotatie
verrekend.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeenschappelijke patrouilles van de Belgische en Franse politiediensten in het grensgebied"
(nr. 7968)
12 Question de M. Yves Leterme au ministre de l'Intérieur sur "les patrouilles mixtes des services
de police belges et français en région frontalière" (n° 7968)
De
voorzitter
: Mijnheer Leterme, ik veronderstel dat u het grensgebied in uw streek bedoelt?
12.01
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had
inderdaad mijn vraag moeten specificeren en het hebben over de
Frans-Belgische grensstreek.
Mijnheer de minister, u hebt er alles aan gedaan opdat het beeld in
onze geheugens gebrand zou staan van de minister van
Binnenlandse Zaken die, met een reëel gevoel van fierheid hij
waagt het zelfs om zich in de grensstreek met een moto te
12.01
Yves Leterme
(CD&V):
Contrairement à ce qu'affirme
constamment le gouvernement, il
n'est pour ainsi dire encore
pratiquement pas question de
véritables patrouilles de police
mixtes opérant dans la région
frontalière entre la Belgique et la
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
verplaatsen de start van de gemengde Frans-Belgische
grenspolitiepatrouilles kracht kwam bijzetten door zijn doorluchtige
aanwezigheid ter plaatse. U speelt op die manier uiteraard bijzonder
goed mee in, laat ons zeggen, het concept van de virtuele politiek.
Onder leiding van paars-groen is het op de duur vooral belangrijk om
het beeld veeleer dan de realiteit te dienen. Het probleem is
natuurlijk dat op het terrein na verloop van tijd sommigen vragen
beginnen te stellen.
Sinds mei 2002 zijn er een aantal maanden voorbijgegaan. Men
heeft de minister sindsdien niet zoveel meer gezien. Ik heb echter
gehoord dat hij binnenkort terugkomt.
France. Il n'a dès lors pas été mis
un terme à la vague d'attaques
dans cette région frontalière.
12.02
Antoine Duquesne
, ministre: ... mais vous n'y étiez pas.
12.03
Yves Leterme
(CD&V): U hebt mij nooit uitgenodigd,
mijnheer de minister. Bij mijn mensen op het terrein heb ik
daarentegen wel gehoord dat na de opgevoerde vertoning in mei
2002 er nauwelijks nog sprake zou zijn van gemengde
grenspatrouilles. Ik spreek op de voorwaardelijke wijze want ik wil de
realiteit volgens u straks met uw geëerde woorden vernemen. Ik
hoop natuurlijk op de realiteit. Ik heb ondertussen enkele
opzoekingen gedaan waardoor ik mijn feiten die ik ter plekke heb
opgedaan, zal kunnen toetsen aan wat u ons straks zult zeggen en
aan wat hopelijk de waarheid is.
In elk geval, ter plekke worden een aantal vragen gesteld. Men
vraagt zich af waar de gemengde grenspatrouilles naartoe zijn. De
overvallen blijven gewoon duren. Zo is er het voorbeeld van een
winkel die tot driemaal toe is overvallen en waarbij de
grenspatrouilles niet in staat bleken actie te ondernemen, behoudens
de eerste maal en dat was dan nog onrechtstreeks. Vandaar wil ik
deze vraag vandaag zeer nadrukkelijk stellen.
We zien een minister die de streek komt geruststellen door te zeggen
dat alles perfect verloopt; we maken de opening van een
grenscommissariaat mee en we zijn getuige van blijkbaar allerlei
efficiënte afspraken in een bureau in Brussel tussen onze eerste
minister en premier Raffarin. Net zoals in andere dossiers stellen we
op het terrein echter vast dat er heel weinig aankondigingen in de
praktijk worden omgezet.
Ten eerste, hoeveel gemeenschappelijke politiepatrouilles vonden er
plaats sinds 10 juni 2002 enerzijds op Belgisch en anderzijds op
Frans grondgebied?
Ten tweede, kunt u bevestigen of ontkennen dat in de politiezone
arrondissement Ieper nog geen enkele gemengde grenspatrouille
heeft plaatsgevonden?
Ten derde, klopt de mij vertelde bewering dat er nog geen
wapenvergunningen werden afgeleverd? Waarom is dat zo?
Ten vierde, waarom heeft men ik zal hierover niet verder uitweiden
aan de politiezone arrondissement Ieper tot driemaal toe nieuwe
namenlijsten van politiemensen gevraagd?
Ten vijfde en eerder retorisch, ik heb de toestand van op het terrein
12.03
Yves Leterme
(CD&V):
Combien de patrouilles mixtes
belgo-françaises ont-elles
effectivement été organisées
depuis le 10 juin 2002? Pourquoi
de telles patrouilles ne sont-elles
pas organisées au niveau de la
zone de police d'Ypres? Quand
cela sera-t-il le cas?
Le problème de la reconnaissance
transfrontalière des permis de port
d'armes est-il déjà réglé?
Pourquoi a-t-on réclamé jusqu'à
trois reprises dans la zone de
police d'Ypres une liste des
personnes pouvant disposer d'un
tel permis?
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
zelf in kaart gebracht. Ik zal zo dadelijk aan de hand van uw cijfers
toetsen wat er in de zone Westkust, de zone Ieper en de Vlaszone is
gebeurd. Wanneer zullen ook in de zone arrondissement Ieper
gemeenschappelijke grenspatrouilles kunnen opereren?
12.04
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président,
monsieur Leterme, je suis très sollicité pour conduire les engins et
animaux de la police fédérale. Je me suis déjà retrouvé sur une
moto. J'ai essayé la voiture-tonneau, ce qui m'a enlevé toute envie
d'un jour encore monter dans une voiture sans attacher ma ceinture
et je me suis même hissé sur un cheval de la police fédérale qui,
d'habitude, est conduit par une charmante cavalière. Je dois vous
avouer que le cheval semblait content de voir revenir son cavalier
habituel ...et moi aussi pour être tout à fait franc!
L'échange de lettres du 10 juin 2002 par les ministres de l'Intérieur
belge et français vise une interprétation commune de l'article 14 en
matière de patrouilles mixtes, repris dans l'accord bilatéral du 5 mars
2002 concernant la nature de ces missions et les circonstances dans
lesquelles celles-ci doivent être effectuées. Cet échange de lettres
complète l'accord bilatéral et est soumis à la même procédure de
ratification que celui-ci.
Les mesures d'exécution nécessaires au niveau national des
dispositions prévues par l'échange de lettres relativement au port
d'armes pour les fonctionnaires de police exécutant des patrouilles
mixtes ont été effectuées par la prise de l'arrêté royal du 26 juin
2002, qui réglera la question, également avec les pays voisins, pour
autant que les accords bilatéraux auxquels ils se réfèrent aient été
ratifiés.
Une solution transitoire a donc dû être appliquée par la délivrance
des permis de port d'armes individuels, avec les inconvénients
qu'une telle procédure peut comporter dans l'obtention, la gestion et
la répartition des permis en question.
Il est essentiel de préciser également que l'organisation de patrouilles
mixtes est laissée à l'initiative des zones de police locale avec appui,
si besoin, du niveau fédéral.
En pratique, dans un tout premier temps, les zones de Menen et
Mouscron ont été les premières à avoir démarré le système des
patrouilles mixtes. Très vite par la suite, de nouvelles demandes
d'obtention de port d'armes pour les fonctionnaires de police de toute
la zone frontalière ont été adressées aux autorités françaises. Ainsi,
après une première patrouille mixte organisée sur la zone d'Ypres le
21 mai, les demandes de permis de port d'armes concernant cette
zone ont été adressées aux autorités françaises le 14 juin. En
l'absence de réponse, la même demande a été réintroduite, le 22
août. Il nous a été confirmé que la première demande s'est égarée
dans les méandres de l'organisation centrale parisienne.
A ce stade, des erreurs dans les détails sur les armes mentionnées
ont été constatées par les autorités françaises qui ont retourné les
demandes en question pour vérification. Ainsi, la même demande,
élargie entre-temps vu la nécessité des besoins, est repartie une
troisième fois, le 17 septembre, vers le servie compétent en la
matière: la direction des Libertés publiques et Affaires juridiques à
12.04
Minister
Antoine
Duquesne
: Men vraagt mij
dikwijls om op en in alle
mogelijke tuigen en dieren van de
federale politie plaats te nemen:
motoren, tolwagens, ja zelfs een
paard, dat normaal bereden wordt
door een bevallige amazone en
dat overigens maar al te blij was
dat zij daarna weer in het zadel
klom. Ik trouwens ook.
De maatregelen voor de
uitvoering van de bepalingen
betreffende de wapendracht, die
vervat staan in de briefwisseling
van 10 juni 2002 tussen de
Belgische en de Franse minister
van Binnenlandse Zaken, en die
het bilateraal akkoord van 5 maart
2002 vervolledigen, worden
geregeld bij het koninklijk besluit
van 26 juni 2002.
Intussen dienden er individuele
wapenvergunningen te worden
uitgereikt.
Na Moeskroen en Menen werden
er in de praktijk voor het hele
grensgebied wapenvergunningen
aangevraagd bij de Franse
autoriteiten.
Een eerste aanvraag d.d. 14 juni
voor de zone Ieper is zoek geraakt
in de Franse ambtelijke molens.
Op 22 augustus werd een tweede
aanvraag verstuurd. Die werd
teruggestuurd met het verzoek
nasporingen te doen met
betrekking tot het type wapen in
de aanvraag. Op 17 september
werd de verder aangevulde
aanvraag opnieuw verstuurd naar
de bevoegde Franse dienst. De
regularisering zal nu niet lang
meer op zich laten wachten.
In de zones Lermes (Estinnes,
Lobbes, Erquelinnes, Merbes),
Menen, Moeskroen, de regio
Doornik, de laars van
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
Paris.
En attendant la régularisation de la situation pour la zone d'Ypres, à
présent imminente, les patrouilles mixtes suivantes ont été
organisées:
- zone de Menin: 24 patrouilles du 18 mai au 28 août (173 heures)
- zone de Mouscron: 15 patrouilles du 18 mai au 28 août (90 heures,
82 heures du côté français)
- postes frontières de La Panne, Rekkem, Lamain, Hensies: 25
patrouilles du 12 juin au 7 septembre (50 heures)
- zone Lermes (Lobbes, Erquelinnes, Merbes, Estinnes): 2 patrouilles
les 28 et 30 mai (8 heures)
- zone du Tournaisis: 4 patrouilles du 7 au 12 juin, (10 heures)
- zone de la Botte du Hainaut (Beaumont/Momignies): 14 patrouilles
du 8 juin au 29 août (56 heures).
Ainsi, chaque fois que l'on demande, au plan local, d'organiser de
telles patrouilles, c'est de là que doivent venir les initiatives, elles
sont organisées après concertation avec les autorités françaises car il
faut, bien entendu, un accord bilatéral.
Henegouwen, en de grensposten
De Panne, Rekkem, Lamain en
Hensies werd al gepatrouilleerd.
Het initiatief voor gemengde
patrouilles wordt overgelaten aan
de lokale zones, indien nodig met
federale steun.
12.05
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat
de minister op de vragen is ingegaan. Dit is niet altijd het geval.
Mijnheer de minister, een belangrijke vaststelling is dat u vandaag
bevestigt en moet toegeven dat geen enkel grenspatrouille
plaatsvindt in de zone Ieper, die aan Vlaamse kant de helft van het
grensgebied omvat, onder meer de bijzonder moeilijke gebieden
rond Wervik, waar heel wat criminaliteit wordt vastgesteld en waar de
lokale besturen inspanningen willen leveren. Bijna vijf maand na uw
vertoning met een moto het was geen paard die keer - moet u
toegeven dat in tegenspraak tot wat u hebt aangekondigd en wat
regelmatig ook door de eerste minister wordt gezegd, er geen enkele
grenspatrouille plaatsvindt.
Mijnheer de minister, de reden waarom er tot op heden, vijf maand
na uw triomfantelijke verschijning in het grensgebied, ondanks de
criminaliteitsfenomenen, ondanks de overvallen op kledingszaken,
geen gemengde grenspatrouilles zijn in het Ieperse, hebt u zeer snel
en tussen de plooien, maar toch uitdrukkelijk vermeld. De lijsten voor
aanvragen voor een wapenvergunning door de diensten waarvoor u
de politieke verantwoordelijkheid draagt waren blijkbaar niet conform
de afspraken opgemaakt. Trouwens om die lijsten samen te stellen is
er twee-, driemaal over en weer gefaxt, ook naar de politiezone
Ieper. U erkent zelf dat pas vorige week op 17 september een nieuwe
poging is ondernomen om wapenvergunningen te krijgen.
Samengevat: ten eerste, er zijn geen gemengde grenspatrouilles in
heel het gebied. Voor het overige zijn er een aantal zeer beperkt.
Ten tweede, het feit dat er geen zijn is niet de schuld van de Franse
maar wel van de Belgische autoriteiten die niet in staat zijn gebleken
om de aanvraaglijsten conform de afspraken en conform wat
normaal door de Franse autoriteiten wordt gevraagd tijdig op te
stellen.
12.05
Yves Leterme
(CD&V): Je
me réjouis que le ministre apporte
cette fois quelques réponses. Il
doit admettre que la zone de
police d'Ypres, qui englobe la
moitié de la zone frontalière
touchée, ne dispose toujours
d'aucune patrouille mixte
opérationnelle, et ce, après cinq
mois. La raison en est que les
listes pour les demandes de
permis de port d'armes n'ont pas
été rédigées conformément aux
accords passés avec les autorités
françaises. Les autorités belges
sont totalement responsables de
cette situation honteuse.
12.06
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, je suis
déçu de la réplique politicienne de M. Leterme, probablement à
défaut d'arguments. Il nous a habitués à mieux.
12.06
Minister
Antoine
Duquesne
: De politiek gekleurde
repliek van de heer Leterme, die
duidelijk verlegen zit
om
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
Monsieur Leterme, vous semblez regretter que ce qui était attendu
depuis si longtemps soit en place: le commissariat commun
fonctionne. Vous omettez de signaler qu'un certain nombre de
patrouilles circulent le long de la frontière. Je ne représente pas
l'autorité française et en attendant la ratification les procédures
sont longues -, il faut utiliser des systèmes plus compliqués mais, en
réalité, les difficultés ne concernent que la zone d'Ypres.
Je comprends fort bien que vous regrettiez la généralisation de ces
patrouilles sur le terrain, et il y en aura d'ailleurs de plus en plus.
Mais je ne peux que vous inviter à être meilleur joueur. D'ailleurs, si
vous vous préoccupez de la sécurité de vos concitoyens, vous
devriez vous réjouir des progrès réalisés ces derniers temps.
duidelijk verlegen zit
om
argumenten, ontgoochelt mij. U
lijkt te betreuren dat de
langverwachte regeling er nu
eindelijk is. Er wordt nu overal
gepatrouilleerd. Enkel in de zone
Ieper zijn er moeilijkheden.
12.07
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel opnieuw
vast dat de minister alleen maar kan bevestigen dat er in de grote
politiezone Ieper geen enkele gemengde grenspatrouille is. Hij
probeert opnieuw de schuld door te schuiven naar de Franse
autoriteiten. Daarstraks heeft hij iets sportiever erkend dat de lijsten
niet volledig overeenstemden met de verwachtingen en de
voorwaarden die door de Fransen werden gesteld.
Mijnheer de minister, ik zal de komende weken gefaseerd op alle
andere zones ingaan. Ik zal beginnen aan de noordkant. We zullen
systematisch de Westkust, Ieper, Menen, enzovoort, bekijken.
Daaruit zal blijken dat de mensen het in dit dossier, zoals in zovele
andere, moeten stellen met een virtuele realiteit, met ministers die
grote woorden gebruiken op televisie, die verschijningen doen - geen
evangelische of spirituele verschijningen, maar politieke -, terwijl op
het terrein zelf de evolutie er niet is en de zaken niet worden
aangepakt. Mijnheer de minister, indien ze zouden worden
aangepakt, zou ik de eerste zijn om dat toe geven, dat weet u
bijzonder goed. Vandaag gebeurt er niets in de zone Ieper en is het
elders gebrekkig en staat het ver af van hetgeen aan de mensen is
beloofd.
12.07
Yves Leterme
(CD&V):
Une fois de plus, le ministre
admet implicitement qu'aucune
patrouille mixte n'est en service
dans la zone de police d'Ypres.
Je souhaite mettre en garde le
ministre contre le fait que, dans
les prochaines semaines, je
m'enquerrai, par mes questions,
de la situation dans chaque zone
de police. Il apparaîtra alors que
les discours du ministre, qui joue
les anges salvateurs auprès du
grand public, ne correspondent
aucunement à la situation réelle
sur le terrain.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
tweetaligheidsvergoedingen voor politieambtenaren" (nr. 7970)
13 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "l'octroi de primes de
bilinguisme aux fonctionnaires de police" (n° 7970)
13.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ingevolge de nieuwe rechtspositieregeling van
het personeel van de politiediensten is de toekenning van de
tweetaligheidspremie voor politieambtenaren afhankelijk van
enerzijds de aanwijzing voor een tweetalige eenheid of voor een
eenheid waarvoor de kennis van de tweede taal als nuttig wordt
beschouwd en anderzijds het bewijs van een bepaald niveau van de
kennis van die taal. Voor de huidige politiehervorming bleek dat in
grootsteden zoals Antwerpen eveneens tweetaligheidsvergoedingen
werden uitgekeerd. De kennis van een tweede taal kan immers nuttig
zijn tijdens politieoperaties waar anderstaligen betrokken partijen zijn.
Sinds de politiehervorming beslist de korpschef of de burgemeester
van een korps dat niet op de lijst staat van tweetalige gebieden of de
13.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Les fonctionnaires de
police peuvent prétendre à une
prime s'ils maîtrisent une
deuxième langue. Dans les
grandes villes, la connaissance de
plusieurs langues s'avère en effet
très utile.
Depuis la réforme des polices, ce
sont les autorités policières
locales qui décident si la
connaissance d'une deuxième
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
kennis van een taal als nuttig kan worden beschouwd.
In Antwerpen blijkt nu dat de korpschef noch de burgemeester het
nuttig vinden dat politieambtenaren een tweede taal zouden kennen
en bijgevolg recht zouden hebben op een tweetaligheidsvergoeding.
Men lijkt ervan uit te gaan dat de politieambtenaren zelf de moeite
zullen doen om andere talen te gebruiken zodat men geen
tweetaligheidsvergoeding moet uitbetalen.
Daaromtrent wil ik de volgende vragen stellen. Ten eerste, heeft de
minister er kennis van dat er in Antwerpen geen
tweetaligheidsvergoedingen worden uitbetaald terwijl vele
politieambtenaren dagelijks in contact komen met anderstaligen in
die grote havenstad?
Ten tweede, bent u van oordeel dat de kennis van een tweede taal
als nuttig kan worden beschouwd in steden zoals Antwerpen?
Ten derde, zou het opportuun kunnen zijn dat u zelf bepaalt in welke
politiezones de kennis van andere talen nuttig zou kunnen zijn en
bijgevolg tweetaligheidpremies moeten worden toegekend in plaats
van de beslissing te laten afhangen van willekeur en plaatselijke
begrotingen? Tot hier mijn vragen aan de minister.
langue peut s'avérer utile pour la
zone concernée. A Anvers, qui est
pourtant une grande ville, il a été
décidé que ce n'est pas le cas.
Le ministre sait-il qu'à Anvers, la
connaissance d'une deuxième
langue ne donne pas droit à une
prime? Le ministre n'est-il pas
d'avis qu'une prime serait utile à
Anvers? Selon le ministre, est-ce
justifié de faire ressortir la
décision relative à la prime
linguistique aux autorités locales?
13.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, collega's,
overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 maart 2001 genoemd
Mammoet - behoort het tot de bevoegdheid van de burgemeester of
het politiecollege om te bepalen of een andere landstaal of een taal
bedoeld in bijlage 14 van het ministerieel besluit van 28 december
2001 genoemd Dino - een werkelijke waarde heeft voor de dienst.
Indien aldus wordt beslist hebben de betrokken personeelsleden van
het operationele kader die hun kennis van de betrokken taal kunnen
aantonen via een brevet van Selor recht op een tweetaligheidtoelage
of ten voorlopige titel een gelijkwaardig brevet als dit afgeleverd door
de ex-rijkswacht. De burgemeester van Antwerpen heeft thans nog
geen beslissing in die zin genomen. Vermits het in casu een
aanvraag betreft die tot de bevoegdheid behoort van de
burgemeester van Antwerpen komt het mij niet toe om hierop te
antwoorden. Ik raad de heer Van Hoorebeke dan ook aan om zich
hiervoor rechtstreeks te wenden tot de bevoegde overheid. Ik
overweeg momenteel niet om de vigerende regelgeving inzake de
toekenning van tweetaligheidtoelagen, zoals vastgesteld in de
Mammoet en de Dino, te wijzigen. Ik herhaal dat het een
bevoegdheid van de lokale overheden betreft. Zij kunnen daarover
immers, gelet op de specificiteit van hun politiezone, beter dan wie
ook met volledige kennis van zaken beslissen. Het is derhalve niet
wenselijk om daaromtrent thans een beslissing te nemen voor het
geheel van het land.
13.02
Antoine Duquesne
,
ministr: Conformément à l'arrêté
royal mammouth, il appartient aux
autorités de police locales de
décider si la connaissance d'une
deuxième langue présente une
valeur ajoutée pour le service. A
Anvers, le bourgmestre n'a pas
encore pris de décision en ce
sens. Il ne m'appartient pas de
décider s'il devrait en être ainsi
pour Anvers. Je conseille à M.
Van Hoorebeke de s'adresser au
bourgmestre d'Anvers.
Je suis convaincu du fait que les
autorités locales sont le mieux à
même de juger si la connaissance
d'une deuxième langue peut être
utile et je n'ai dès lors pas
l'intention de modifier la
réglementation en la matière.
De
voorzitter
: Mijnheer Van Hoorebeke, ik verzoek u om het zeer kort te houden. De voorzitter van de
Kamer moet om 14 uur genodigden ontvangen in deze zaal en men heeft toch een tiental minuten nodig
om de zaak klaar te maken. Als iedereen de discipline kan opbrengen om zijn vraag in twee woorden te
stellen en de minister antwoordt even kort, dan kunnen we er nog door raken.
13.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de minister, dit is
inderdaad een lokale bevoegdheid. Het is echter goed als de lokale
overheden weten dat niet alleen het begrotingsaspect een rol mag
13.03
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je reconnais qu'il s'agit
d'une compétence locale mais
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
spelen maar dat men ook moet kijken naar de goede werking van de
politiemensen op het terrein. Dat moet het criterium zijn dat
gehanteerd wordt, niet uitsluitend het begrotingscriterium.
j'insiste néanmoins sur le fait que
la décision doit avant tout être
prise dans l'optique du bon
fonctionnement des services. Les
considérations budgétaires ne
viennent qu'en second lieu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"rookvrije ruimten voor politieambtenaren" (nr. 7971)
14 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Intérieur sur "des espaces non-fumeurs
14.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, er is onlangs een rechtszaak aanhangig
gemaakt die thans in beroep hangende is in verband met politiezone
4, Brussel-Elsene. In het kader van het rechtsgeding werd er
gevorderd dat in de politiecommissariaten een afgesloten lokaal zou
worden voorzien om de werkzaamheden uit te kunnen oefenen in
een rookvrije ruimte. De gevolgen van actief roken zijn voldoende
bewezen maar ook passief roken heeft effecten op lange termijn.
Blijkens artikel 2, §1 van het koninklijk besluit van 15 mei 1990 is het
verboden te roken in gesloten plaatsen die toegankelijk zijn voor het
publiek en die deel uitmaken van inrichtingen of gebouwen waar aan
het publiek diensten worden verstrekt. Bovendien bepaalt het
koninklijk besluit dat in deze inrichtingen en gebouwen begrensde
ruimten voor rokers kunnen worden gereserveerd. Blijkbaar is dat
thans niet het geval in vele inrichtingen of gebouwen die door de
politie worden gebruikt.
Ik heb dan ook een aantal vragen. Bent u van oordeel dat
politiecommissariaten vallen onder het koninklijk besluit van 15 mei
1990 waarbij het verboden is om te roken in bepaalde openbare
plaatsen? Welke richtlijnen worden er gegeven om in gebouwen van
de politie gescheiden ruimten voor te behouden aan rokers en niet-
rokers? Welke richtlijnen worden er gegeven inzake rookverbod in
politievoertuigen?
14.01
Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Dans la zone de police
Bruxelles-Ixelles, une action en
justice a récemment été intentée
afin de déterminer si un bureau de
police est un espace non-fumeur.
La législation actuelle prévoit
l'interdiction de fumer dans les
bâtiments publics.
Le ministre estime-t-il que cette
interdiction s'applique également
aux bureaux de police? Quelles
sont les directives du ministre en
ce qui concerne l'interdiction ou
non de fumer dans les bureaux et
les véhicules de police?
14.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, ik kan
bevestigen dat het koninklijk besluit van 15 mei 1990 tot het
verbieden van het roken in bepaalde openbare plaatsen van
toepassing is op politiecommissariaten. Op grond van dit koninklijk
besluit is het dan ook verboden om te roken in de gesloten plaatsen
van de politiecommissariaten die toegankelijk zijn voor het publiek.
Het is evenwel toegelaten te roken in de plaatsen van de
politiecommissariaten die niet toegankelijk zijn voor het publiek. In
het licht van voormeld koninklijk besluit en de terzake toepasselijke
bepalingen van het Algemeen Reglement voor de
Arbeidsbescherming staat het de federale politie of de korpsen van
de lokale politie als werkgever evenwel vrij om bijkomend bij de
reglementaire voorschriften interne richtlijnen uit te vaardigen. Bij de
federale politie werden aldus via een interne nota van 30 mei 2002
inzake het rookbeleid bijkomende richtlijnen verstrekt, onder andere
betreffende de verplichte rookvrije ruimte en het rookverbod in
dienstvoertuigen.
14.02
Antoine Duquesne
,
ministre: L'arrêté royal du 15 mai
1990 impose une interdiction de
fumer dans les endroits des
commissariats de police
accessibles au public. Dans les
autres endroits, il est permis de
fumer. Les corps de la police
fédérale ou locale peuvent
toutefois promulguer des
directives internes
supplémentaires. Une note interne
de la police fédérale interdit ainsi
au personnel de fumer dans les
véhicules de police.
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag nr. 7983 van de heer Richard Fournaux wordt naar een latere datum verschoven.
15 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het niet
repatriëren van minderjarige criminele vreemdelingen" (nr. 7988)
15 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur sur "le non-rapatriement de jeunes
15.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik zal kort zijn. We hebben onlangs allemaal de vaudeville rond de
gesloten jeugdinstelling van Everberg meegemaakt. Naar aanleiding
daarvan verscheen op 20 september in De Standaard een interview
met de substituut van het Brusselse parket die belast is met
jeugdcriminaliteit. Hij beweert hierin dat de dienst
Vreemdelingenzaken er blijkbaar niet in slaagt om minderjarige
criminele vreemdelingen uit het Brusselse, meestal van Afrikaanse
afkomst, te repatriëren, hoewel zij bij herhaling werden aangehouden
voor het plegen van overvallen, verkrachtingen enzovoorts. In het
licht van het recente gegeven dat de Franse Gemeenschap weigert
in voldoende plaatsen voor minderjarige criminelen te voorzien, is
dat toch een bijzonder pijnlijke vaststelling. Net voor de vakantie is in
Antwerpen gebleken dat het wel mogelijk is om minderjarige
buitenlandse criminelen te repatriëren. Dat is gebeurd met een aantal
Roemeense jongeren.
Nu heb ik vernomen, mijnheer de minister, nadat ik mijn vraag had
ingediend, dat er een soort scenario of handleiding gemaakt zou zijn
door diverse diensten van Justitie, Binnenlandse Zaken,
Vreemdelingenzaken en de parketten, aldus de adviseur van eerste
minister Verhofstadt, Brice De Ruyver. Het zou de bedoeling zijn om
jonge minderjarige buitenlandse criminelen sneller te repatriëren.
Mijnheer de minister, kunt u daarbij enige toelichting geven?
Mijnheer de voorzitter, is het mogelijk dat die zogenaamde
handleiding waarin het scenario van de repatriëring van minderjarige
criminelen beschreven wordt, aan de Commissie van Binnenlandse
Zaken ter beschikking wordt gesteld?
15.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): A la suite du
vaudeville d'Everberg, le substitut
bruxellois chargé de la
délinquance juvénile a déclaré au
journal
De Standaard
qu'il est
pratiquement impossible de
rapatrier des jeunes délinquants
en situation illégale. Compte tenu
de la récente débâcle de la
ministre de la Communauté
française, il est évidemment
extrêmement pénible d'entendre
cela. A Anvers, le rapatriement
semble par ailleurs ne pas poser
ce genre de problème. Ce n'est
qu'après avoir déposé ma
question que j'ai appris que tous
les services concernés ont
élaboré, à l'instigation du
conseiller en sécurité du premier
ministre, un scénario visant à
permettre un rapatriement plus
rapide. Le ministre est-il en
mesure de fournir de plus amples
informations à ce sujet? Le
président pourrait-il remettre le
scénario aux membres de la
commission?
De
voorzitter
: Ik kan dat document alleen ter beschikking stellen wanneer het ons is bezorgd en dat is op
het ogenblik, voor zover ik weet, niet het geval. Het is aan de minister om dat al of niet te doen en wij
moeten het nadien distribueren.
15.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, dit
behoort niet tot mijn bevoegdheid. De beslissing om de minderjarige
delinquenten in hun oorspronkelijk milieu terug te plaatsen, met
name hun land van herkomst, is genomen door de Jeugdrechtbank.
Het is dus aan Justitie om die beslissing te doen uitvoeren. Het
behoort niet tot mijn bevoegdheid om charters te organiseren voor
minderjarige delinquenten.
15.02
Antoine Duquesne
,
ministre: Je le répète, cette
matière ne ressortit pas à mes
compétences mais bien à celles
du juge de la jeunesse. Je ne
peux pas affréter d'avions pour les
criminels mineurs.
Ce qui s'est passé en fait, c'est qu'on nous a posé des questions pour
savoir comment nous procédions pour prendre des billets, etc.. Il est
vrai que l'Office des étrangers a une certaine expertise en la matière.
Mais ceci relève tout à fait de la compétence du ministre de la
Men heeft ons gevraagd hoe wij
tewerk gaan om tickets te
reserveren omdat de dienst
Vreemdelingenzaken over enige
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
Justice.
knowhow terzake beschikt. Het is
echter het ministerie van Justitie
dat terzake bevoegd is.
15.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik wil toch kort reageren. Wat de minister hier beweert, is niet
helemaal correct. De dienst Vreemdelingenzaken valt wel degelijk
onder zijn bevoegdheid en uit de verklaringen van de heer Brice De
Ruyver, criminaliteitsadviseur van de eerste minister en dus toch niet
de eerste de beste, blijkt dat het ministerie van Binnenlandse Zaken
en de dienst Vreemdelingenzaken meewerken aan dat scenario en
dus betrokken partij zijn.
Mijnheer de minister, u bent bevoegde minister van de dienst
Vreemdelingenzaken en nu doet u het probleem af met te zeggen dat
u daar niets mee te maken hebt en dat het uw bevoegdheid niet is.
Dat is niet correct.
Ten slotte herinner ik de voorzitter aan mijn vraag in verband met de
handleiding.
15.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je réfute les
affirmations du ministre. Cette
matière ressortit bel et bien à ses
compétences.
De
voorzitter
: Ik kan ze pas ronddelen als ik ze ter beschikking heb en ik heb ze niet. Non possumus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
verkeerspolitie" (nr. 7991)
16 Question de Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur sur "la police de la circulation"
16.01
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, u kondigde tijdens de weliswaar
korte vakantie allerlei maatregelen aan die moesten leiden tot de
bevordering van de verkeersveiligheid. U sprak onder meer over het
aanwerven van 70 extra personeelsleden die bij de provinciale
verkeerseenheden zouden worden ingezet. Op het eerste gezicht is
dat heel goed nieuws. Die extra inzet moet er namelijk voor zorgen
dat de verkeerspolitie zich meer dan vandaag kan inzetten voor
acties die leiden tot meer verkeersveiligheid.
Ik heb wel enkele vragen. Ten eerste, worden die 70 bijkomende
personeelsleden toegevoegd aan het bestaande kader? Of gaat het
veeleer om het invullen van het voorziene kader? Het is mij immers
bekend dat in Brabant bijvoorbeeld een 40-tal mensen van het
huidige kader ontbreekt. Gaat het om politiemensen van de DAR?
Dat werd immers een hele tijd geleden in een hoorzitting
aangekondigd.
Ten tweede, hoe zullen de bijkomende krachten over de provinciale
eenheden worden verdeeld? Niet elke provinciale eenheid wordt met
dezelfde problemen geconfronteerd. Misschien kan bij de verdeling
van de krachten rekening worden gehouden met de behoeften van
elke individuele eenheid.
Ten derde, waaruit zal de concrete taak van het bijkomende
personeel bestaan? Zullen zij een deel van de administratieve en
16.01
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Récemment,
le ministre a annoncé tout un train
de mesures visant à accroître la
sécurité routière. A cet effet, 70
personnes devraient venir
renforcer les unités provinciales
de circulation.
Ces septante personnes
viendront-elles s'ajouter au cadre
existant ou combleront-elles le
manque d'effectifs au sein du
cadre actuel? Comment ces
personnes seront-elles réparties
entre les différentes unités
provinciales? A quelles missions
concrètes ce personnel
supplémentaire sera-t-il affecté?
S'agira-t-il de missions de police
ou de travail administratif et
judiciaire en vue de décharger les
autres membres du personnel
d'une partie de leur travail?
Quand ces effectifs
supplémentaires entreront-ils en
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
gerechtelijke taken voor hun rekening nemen? De verkeerspolitie
besteedt daar vandaag toch veel tijd aan. Of zullen zij ook
deelnemen aan acties op de weg, bijvoorbeeld op het vlak van de
verkeersveiligheid?
service? Ont-ils déjà reçu une
formation appropriée? La marge
de manoeuvre ainsi créée servira-
t-elle à renforcer la sécurité
routière?
De
voorzitter
: Kun u alstublieft afronden?
16.02
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Jazeker, ik lees enkel
de vragen zoals ze op papier staan. Als de minister telkens ja
antwoordt, gaat het veel sneller.
Ten vierde, binnen welke termijn zullen de nieuwe mensen
daadwerkelijk worden ingezet? Hebben zij inmiddels reeds een extra
opleiding doorlopen zodat zij op de weg kunnen worden
ingeschakeld?
Ten vijfde, is de minister er zeker van dat extra personeel kan leiden
tot meer beleidsvrije ruimte, die dan aan verkeersveiligheid kan
worden besteed? Dat is een belangrijk punt.
Ten zesde, kan de plaatselijke commandant van de verkeerseenheid
het bijkomende personeel inzetten volgens de eigenheid van de
situatie en dan vooral met het oog op acties op het vlak van de
verkeersveiligheid?
16.02
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Les
commandants locaux pourront-ils
utiliser ces effectifs
supplémentaires en fonction des
besoins du service afin de mener
à bien un maximum de missions
dans le cadre de la sécurité
routière?
16.03 Minister
Antoine Duquesne
: Mevrouw Grauwels, ik kan niet
op alles ja antwoorden.
De 70 extra personeelsleden die afkomstig zijn uit de algemene
reserve van de federale politie worden aan het bestaande kader
toegevoegd. Het gaat absoluut niet over een invulling van het
huidige kader.
16.03
Antoine Duquesne
,
ministre: Les septante membres
du personnel supplémentaires
sont ajoutés au cadre actuel. Il ne
servent donc absolument pas à
remplir le cadre existant.
Les membres du personnel des unités provinciales de circulation ont
exprimé le souhait d'être déchargés des tâches judiciaires et
administratives non liées à la sécurité routière. C'est précisément
pour rencontrer cette demande que les membres supplémentaires du
personnel seront uniquement chargés de ces missions. Les 70
membres supplémentaires du personnel seront répartis sur cinq
unités provinciales de circulation, c'est-à-dire Brabant, Anvers,
Flandre orientale, Liège et Hainaut. Ces cinq unités provinciales de
circulation recevront donc un renfort de 14 membres. L'intention est
de pouvoir faire appel en permanence, vingt-quatre heures sur vingt-
quatre, à ces membres supplémentaires. Une plus grande répartition
sur l'ensemble des unités de circulation entraînerait une disponibilité
moins grande. La mise en place de ce personnel peut être réalisée à
court terme. Vu leurs tâches, ces membres de personnel ne doivent
en effet pas suivre une formation spécialisée. Cette option doit
mener à une plus grande liberté d'action, en sorte qu'une plus grande
attention puisse être concentrée sur la sécurité routière.
Hun opdracht bestaat uitsluitend
uit gerechtelijke en
administratieve taken die niets
met de verkeersveiligheid te
maken hebben. Ze zullen worden
verdeeld in vijf provinciale
verkeerseenheden niet meer en
niet minder om permanent
beschikbaar te kunnen zijn. Ze
kunnen op korte termijn worden
opgericht en er is geen bijzondere
opleiding voor nodig. Deze
oplossing moet tot meer aandacht
voor de verkeersveiligheid leiden.
16.04
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de
voorzitter, ik had wel graag geweten of de minister met "a court
terme" daadwerkelijk een heel korte termijn bedoelt. Zoals u weet,
werd in de hoorzitting beloofd dat het voor het einde van het jaar in
de praktijk zou worden gerealiseerd.
16.04
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Tout comme
le ministre, j'espère que le
personnel supplémentaire pourra
entrer en service à court terme.
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
En l'occurrence, je lui rappelle la
promesse qu'il avait faite de
mener à bien, d'ici à la fin de
l'année, un certain nombre
d'initiatives radicales en matière
de sécurité routière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitspraken van de Antwerpse OCMW-voorzitster met betrekking tot het beleid inzake illegalen"
(nr. 7997)
17 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur sur "les propos de la présidente du
CPAS d'Anvers relatifs à la politique en matière d'illégaux" (n° 7997)
17.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik heb toch nog altijd recht op de reglementaire spreektijd?
17.02
De voorzitter:
Ik tracht iedereen aan bod te laten komen.
17.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
we hebben nog 10 minuten.
17.04
De voorzitter:
Neen. Men moet de zaal klaar kunnen maken
en men zegt mij dat men daarvoor normaal 20 minuten nodig heeft.
17.05
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op 12 september heb ik in de plenaire
vergadering een aantal vragen gesteld over de houding van de
Antwerpse OCMW-voorzitster met betrekking tot het illegalenbeleid.
U was toen niet aanwezig en de heer Reynders heeft toen een
nietszeggend antwoord gegeven.
U weet dat het de bedoeling was van het departement Binnenlandse
Zaken om het OCMW van Antwerpen ertoe aan te zetten illegalen uit
te nodigen om vrijwillig het land te verlaten. Indien zij dit niet wilden,
zouden de gegevens van deze illegalen worden doorgespeeld aan
het departement Binnenlandse Zaken, meer bepaald de dienst
Vreemdelingenzaken. Dit was het opzet maar de OCMW-voorzitster
van Antwerpen weigert pertinent daaraan mee te werken. Zij zal niet
uit eigen beweging illegalen aansporen om te vertrekken en voor
haar is het totaal uitgesloten dat zij gegevens van illegalen aan
andere instanties zou doorspelen.
Uw kabinetschef, Koen Dassen, heeft zich daarover heel druk
gemaakt. Hij zei onder meer, ik citeer: "Antwerpen moet eindelijk
maar eens beslissen wat het wil. Je kan niet én zeuren dat er te veel
illegalen zijn, én er niets willen aan doen." Op 6 september voegde
hij hieraan toe in De Morgen dat hij voet bij stuk zou houden en dat
hij nog een onderhoud zou hebben met OCMW-voorzitster, Monica
de Coninck. Hij hield vol dat er wel degelijk afspraken waren
gemaakt.
U hebt in de plenaire vergadering laten verklaren dat u geen
vragende partij was en dat het slechts om een experiment ging. U
zou een verslag vragen.
17.05
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je souhaiterais
réinterroger le ministre au sujet de
la politique actuelle qui pousse les
CPAS à encourager les personnes
en situation illégale à quitter le
pays, et plus particulièrement au
sujet du refus de la présidente du
CPAS d'Anvers d'y collaborer. Les
ministres Reynders et Duquesne
se sont contredits à ce sujet.
Quel rapport le ministre a-t-il
demandé et quelle en est la
teneur? S'il s'agit d'une
expérience, quelle en est la
finalité? Est-il exact que les CPAS
doivent encourager les personnes
en situation illégale à quitter le
pays? M. Dassen s'est-il déjà
entretenu avec la présidente du
CPAS d'Anvers et quel a été le
fruit de cet entretien? Les agents
de l'Etat ne sont-ils pas tenus de
dénoncer les infractions à la loi et
l'insubordination de la présidente
du CPAS ne constitue-t-elle pas
une infraction à la loi? Quelles
mesures le ministre compte-t-il
prendre pour contraindre les
CRIV 50
COM 829
25/09/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
Ten eerste, welk verslag heeft de minister aan het OCMW van
Antwerpen gevraagd? Wat is daarvan de inhoud?
Ten tweede, klopt het dat het slechts om een experiment ging? Wat
was het opzet van dit experiment? Op welke manier zouden de
OCMW's worden ingeschakeld bij het helpen repatriëren van
illegalen? Is het juist dat de OCMW's eerst de illegalen ertoe moeten
aanzetten vrijwillig te vertrekken? Pas als dit niet lukt, moeten zij hun
gegevens doorspelen. Wat was terzake het plan van de heer
Dassen?
Ten derde, heeft de heer Dassen ondertussen een gesprek gehad
met de Antwerpse OCMW-voorzitster zoals hij aankondigde? Wat is
daarvan het resultaat?
Ten vierde, is niet elke burger en zeker elke ambtenaar verplicht om
wetsovertredingen te melden? Ik verwijs daarbij naar artikel 29 van
het wetboek van strafvordering dat bepaalt dat elke ambtenaar,
wanneer hij kennis heeft van een wanbedrijf, dit moet melden. Het
illegaal verblijf is nog altijd een misdrijf. Maakt de Antwerpse
OCMW-voorzitster zich bijgevolg niet schuldig aan samenspannen
van ambtenaren? Terzake verwijs ik naar artikel 233 van het
strafwetboek.
Ten vijfde, welke maatregelen zal de minister nemen om de
voorzitters en het personeel van de OCMW's te verplichten het
overtreden van onze immigratiewetten door illegalen te melden bij de
daartoe geëigende instanties?
Ten zesde, zijn er reeds maatregelen getroffen of voorbereid om de
OCMW-voorzitster van Antwerpen te verplichten mee te werken aan
de maatregelen van het departement Binnenlandse Zaken?
Ten zevende, welke maatregelen heeft de minister in het verschiet
om actief over te gaan tot de repatriëring van illegalen in onze grote
steden? Welke afspraken werden daarover gemaakt tussen de
diverse diensten?
Ten slotte, hebt u alle maatregelen voorbereid om eindelijk iets te
doen aan het enorme probleem waardoor geen huiszoekingen
kunnen plaatsvinden in panden waarin zich illegalen bevinden? Ik
geef daarvoor drie denksporen. U zou de strafmaat op het illegaal
verblijf kunnen optrekken zodat het voor een onderzoeksrechter wel
mogelijk wordt een huiszoekingsbevel af te leveren. U zou de
bevoegdheid voor het afleveren van huiszoekingsbevelen in geval
van illegaal verblijf kunnen onderbrengen bij politierechters zodat de
hele procedure veel eenvoudiger wordt. U zou kunnen doen wat men
nu in Nederland heeft gedaan, namelijk het huiszoekingsbevel voor
het opsporen van illegalen gewoon afschaffen en politie-inspecteurs
het recht geven om panden binnen te gaan waarvan er een sterk
vermoeden bestaat dat zich daar illegalen bevinden.
Dit punt moet eindelijk maar eens worden opgelost. Mijnheer de
minister. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
CPAS à appliquer la politique qui
leur est imposée? Que compte-t-il
faire rapatrier effectivement à
l'avenir les personnes en situation
illégale? Quelles solutions
entrevoit-il pour résoudre le
problème pressant des
perquisitions opérées dans les
immeubles où séjournent des
personnes en situation illégale,
une action indispensable mais
juridiquement impossible à l'heure
actuelle?
17.06 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, collega
Tastenhoye, ik denk dat mijn antwoord zoals gegeven door minister
17.06
Antoine Duquesne
,
ministre: La réponse du ministre
25/09/2002
CRIV 50
COM 829
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
Reynders, meer dan duidelijk genoeg was. Voor een goed begrip wil
ik nogmaals herhalen dat dit een zaak is van Antwerpen zelf, in die
zin dat vanuit de stad in het voorjaar bekend werd gemaakt dat een
stijging van het aantal illegalen werd vermoed. Op initiatief van mijn
administratie is er inmiddels een evaluatievergadering geweest over
de geleverde inspanningen op 16 september 2002. Daarbij waren de
betrokken diensten van de stad Antwerpen aanwezig. Het verslag
hiervan werd eveneens overgezonden aan de verschillende
beleidsinstanties te Antwerpen. Een vergadering met mijn kabinet op
basis van dit verslag, zal eerstdaags plaatsvinden. Gezien uw
verwijzing naar de krant van 6 september 2002, wil ik ook wijzen op
de passage waarin mijn kabinetschef zegt dat hierover geen
polemiek moet worden gevoerd. De bedoeling blijft een voor
iedereen werkbare oplossing te vinden. Zodra ik over het verslag van
de vergadering met de beleidsverantwoordelijken van Antwerpen
beschik, zal ik nagaan of dit overeenstemt met mijn inzichten.
Reynders était limpide mais je
souhaiterais rappeler que,
fondamentalement, cette affaire
ne concerne que la ville d'Anvers.
Le 16 septembre, les services
anversois concernés ont organisé
une réunion d'évaluation dont le
rapport a été transmis aux
services politiques d'Anvers. Ce
rapport fera prochainement l'objet
d'une discussion avec mon
cabinet. Alors seulement, je serai
en mesure de vous dire si ce
rapport coïncide avec mon point
de vue.
17.07
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, u
moet niet denken dat ik deze zaak loslaat. Ik blijf hierop hameren.
Weer heb ik geen antwoord gekregen op mijn vraag of OCMW-
ambtenaren en zeker een OCMW-voorzitster de wet niet moeten
naleven en bij kennis van misdrijven, deze moeten melden. Eens te
meer krijg ik geen antwoord. U verwijst weer naar een verslag en een
nieuwe vergadering, maar u kunt er zeker van zijn dat ik hier
volgende keer nog eens op terugkom.
17.07
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le ministre se
réfère une fois de plus à toute une
série de rapports et de réunions,
sans pour autant répondre à mes
questions. Je n'abandonnerai pas
et je reviendrai à la charge jusqu'à
ce que j'obtienne des réponses.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De
voorzitter
: Ik hoop dat iedereen begrip heeft voor het feit dat onze spreektijd wat krap bemeten was.
Het is juist dat deze zaal voor 14 uur moest worden vrijgemaakt. Ik meen dat het beter was nu even door
te werken in plaats van na de plenaire vergadering.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.59 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.59 heures.