KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 823
CRIV 50
COM 823
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
woensdag
mercredi
17-07-2002
17-07-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "het strategisch
transportschip" (nr. 7717)
1
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur
"le navire de transport stratégique" (n° 7717)
1
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "het strategisch
transportschip" (nr. 7826)
1
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
sur "le navire de transport stratégique" (n° 7826)
1
Sprekers: Martial Lahaye, Luc Sevenhans,
André Flahaut
, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, Luc Sevenhans,
André Flahaut
, ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de
reservemilitairen" (nr. 7718)
9
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les militaires de réserve" (n° 7718)
10
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer José Canon aan de minister
van Landsverdediging over "de verlenging van de
militaire loopbaan van de officieren" (nr. 7730)
11
Question de M. José Canon au ministre de la
Défense sur "la prolongation de la carrière
militaire des officiers" (n° 7730)
11
Sprekers: José Canon, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: José Canon, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "het
Koninklijk Gesticht van Mesen" (nr. 7719)
12
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "l'Institution Royale de Messines"
(n° 7719)
12
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van
Landsverdediging over "de
zwemvesten" (nr. 7720)
13
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les gilets de sauvetage" (n° 7720)
13
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "het militair
patrimonium" (nr. 7721)
14
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "le patrimoine militaire" (n° 7721)
14
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "de
rekruteringscampagnes" (nr. 7716)
16
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur
"les campagnes de recrutement" (n° 7716)
16
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Landsverdediging over "het personeels-,
rekruterings- en omscholingsbeleid" (nr. 7874)
16
- Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense
sur "la politique du personnel, recrutement et
reconversion" (n° 7874)
16
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over "het voorstel
vreemdelingen toe te laten in het Belgisch leger"
(nr. 7823)
16
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense
sur "la proposition d'admettre des étrangers dans
l'armée belge" (n° 7823)
16
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de rekrutering van
werklozen" (nr. 7825)
16
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
sur "le recrutement de chômeurs" (n° 7825)
16
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "het wetsontwerp
betreffende het toelaten van niet-Belgen en -26
16
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "le
projet de loi relatif à l'admission de non-Belges et
de chômeurs de moins de 26 ans dans les Forces
16
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
jarige werklozen tot de Belgische Krijgsmacht"
(nr. 7830)
armées belges" (n° 7830)
Sprekers: Martial Lahaye, Josée Lejeune,
Pieter De Crem, André Flahaut
, minister van
Landsverdediging
, Luc Sevenhans, Stef
Goris
Orateurs: Martial Lahaye, Josée Lejeune,
Pieter De Crem, André Flahaut
, ministre de
la Défense
, Luc Sevenhans, Stef Goris
Vraag van de heer José Canon aan de minister
van Landsverdediging over "de geplande
loopbaanevolutie in het Belgisch leger" (nr. 7731)
33
Question de M. José Canon au ministre de la
Défense sur "le projet d'une évolution de carrière
au sein des forces armées belges" (n° 7731)
33
Sprekers: José Canon, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
, Martial
Lahaye
Orateurs: José Canon, André Flahaut
,
ministre de la Défense
, Martial Lahaye
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over "het
schrappen in het budget van de CDSCA van het
project voor de bouw van 24 huizen" (nr. 7743)
34
Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
la Défense sur "la suppression du projet de
construction de 24 maisons inscrit au budget de
l'OCASC" (n° 7743)
34
Sprekers: Josée Lejeune, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Josée Lejeune, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de brand in
de Ieperse kazerne" (nr. 7748)
36
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "l'incendie à la caserne d'Ypres"
(n° 7748)
36
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Jan Eeman aan de minister
van Landsverdediging over "de burger-militaire
samenwerking in de Koninklijke School voor de
Medische dienst" (nr. 7760)
37
Question de M. Jan Eeman au ministre de la
Défense sur "la collaboration entre civils et
militaires au sein de l'Ecole royale du service
médical" (n° 7760)
37
Sprekers: Jan Eeman, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Jan Eeman, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de
luchtverkeersleiding" (nr. 7761)
38
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "le contrôle aérien" (n° 7761)
38
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "vacatures bij
de gespecialiseerde eenheden van het Belgisch
Leger" (nr. 7816)
41
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les emplois vacants au sein des
unités spécialisées de l'Armée belge" (n° 7816)
41
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de
lamentabele fysieke conditie van de jeugd"
(nr. 7817)
42
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "la condition physique lamentable
des jeunes" (n° 7817)
42
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de veiligheid
van het militair luchtverkeer" (nr. 7827)
43
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "la sécurité du trafic aérien militaire"
(n° 7827)
43
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de air-show
van Koksijde" (nr. 7831)
45
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "le meeting aérien de Coxyde"
(n° 7831)
45
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "het gebruik
van een nieuwe 'sonar'" (nr. 7834)
47
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
Défense sur "la mise en service d'un nouveau
sonar" (n° 7834)
47
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "het
aankoopprogramma RECCE 2001" (nr. 7840)
48
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "le programme d'acquisitions
RECCE 2001" (n° 7840)
48
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de wedstrijd
'LOGO 2002'" (nr. 7841)
49
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "le concours 'LOGO 2002'" (n° 7841)
49
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "het budget"
(nr. 7854)
52
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "le budget" (n° 7854)
52
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de hogere
stafcursus" (nr. 7855)
53
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "le cours supérieur d'Etat-Major"
(n° 7855)
53
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut
,
ministre de la Défense
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
WOENSDAG
17
JULI
2002
10:00 uur
______
du
MERCREDI
17
JUILLET
2002
10:00 heures
______

La séance est ouverte à 10.04 heures par Mme Josée Lejeune, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.04 uur door mevrouw Josée Lejeune, voorzitter.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "het strategisch
transportschip" (nr. 7717)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het strategisch
transportschip" (nr. 7826)
01 Questions jointes de
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "le navire de transport stratégique" (n° 7717)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le navire de transport stratégique" (n° 7826)
01.01
Martial Lahaye
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het voorziene budget voor de aankoop van het strategisch
transportschip werd zeer ruim overschreden. Geruchten deden de
ronde als zou Luxemburg ­ die in de aankoop van het schip wou
participeren ­ op basis van die serieuze budgetoverschrijding van
haar deelname hebben afgezien. Is dit correct?

In de Ministerraad van vrijdag jongstleden werd het project niet
goedgekeurd. De reden: veel te duur. U kreeg de opdracht
alternatieven uit te werken. Wat zijn uw ideeën terzake?

Werden er voor het afgeblazen project reeds engagementen
aangegaan? Indien ja, op welke grond engageerde u zich? Als er
engagementen zijn, wat zal de kostprijs zijn om ervan af te geraken?
Wie zal hiervoor opdraaien?

Persoonlijk vind ik de aankoop van een transportschip voor onze
marine nog steeds een goede keuze. De core business van het leger
is niet het transport te verzorgen maar wel om te interveniëren in
kritieke situaties. Ook bij humanitaire missies moeten pure militaire
taken naar behoren kunnen worden vervuld. Het beveiligen van
havens en vloten, ontmijningsoperaties en dergelijke kunnen niet
door de burgersector worden uitgevoerd. Het troepentransport kan
wel worden uitbesteed. Misschien zal de huur van de
transportcapaciteit op het moment zelf veel kosten, maar niet zo veel
als het voortdurend in de vaart houden van een eigen transportschip.
Mijnheer de minister, hoe zal het voorziene budget nu worden
01.01
Martial Lahaye
(VLD): Le
budget prévu pour l'achat du
navire stratégique de transport
serait très largement dépassé. Le
Luxembourg aurait renoncé à sa
participation pour cette raison.
Est-ce exact?

Le Conseil des ministres n'a pas
approuvé l'achat du navire en
raison de son coût trop élevé. Le
ministre a été invité à chercher
d'autres solutions. Le ministre les
a-t-il déjà trouvées?

Quel est l'état d'avancement de ce
dossier? Des engagements ont-ils
déjà été pris? A combien se
chiffre le coût de l'abandon du
projet d'achat? De quelle manière
le budget ainsi libéré va-t-il être
réinvesti?

17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
geherinvesteerd? Welke opties worden in overweging genomen? Zal
Luxemburg opnieuw bij de investering worden betrokken? In welk
tijdskader mogen wij de evoluties terzake plaatsen?

Ik had mijn vraag iets of wat aangepast. Gelet op de evolutie van dit
dossier en gelet op de beslissing van vrijdag jongstleden heb ik
gemeend er goed aan te doen om mijn vraag te herzien.
01.02
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, zoals u weet, kreeg mijn vraag gisteren reeds
een voorlopig antwoord. Ik weet niet of ik u moet feliciteren met uw
aankoop, maar ik denk van wel. Blijkbaar is het gelukt. Ik weet niet of
het reeds vooraf was geregeld, maar ik heb vernomen dat het schip
zal worden aangekocht.

Ik weet dat mijn mening haaks staat op die van u, maar van in het
begin heb ik mij verzet tegen de aankoop van dat schip omdat het
niet tot de core-business van ons leger behoort om voor
transportfirma te spelen. Maar goed, ik begrijp dat het een keuze is
van de regering. Ik kan dat alleen maar betreuren, maar als het
zover is, moeten we erop toezien dat we het beste kopen. In die
optiek heb ik mij in de commissie voor de Legeraankopen ook niet
verzet tegen een verdere evolutie in dit dossier. Ik heb wel vernomen
dat de manier waarop wij ons op de markt hebben begeven een
ernstig probleem vormt.

Vorige vrijdag hebt u in de Ministerraad een budget gevraagd dat
voor enige speelruimte moest zorgen om tot de aankoop te kunnen
overgaan. Ik heb ook begrepen dat u van de regering slechts een
tijdelijk uitstel hebt gekregen en dat er ook geen echte oppositie was
tegen de aankoop van een transportschip.

Over dat transportschip hebben al heel wat wilde indianenverhalen
de ronde gedaan: het zou gaan om een minivliegdekschip en het zou
veel te gesofisticeerd zijn voor een transportschip. Wanneer ik de
details overloop, denk ik dat we inderdaad niet echt van een
transportschip kunnen spreken maar veeleer van een gecombineerd
commandotransportschip of een strategisch schip ­ weet ik veel. Als
het wordt gekocht, moet het echter een goed schip zijn.

Uit oude uiteenzettingen over de aankoop van fregatten, van voor
mijn tijd, herinner ik me dat we ook een van de beste types fregatten
hadden. Wegens een zekere besparing moest daarop worden
beknibbeld en zaten we met een soort minifregat. Daarom zou ik dus
nooit willen pleiten voor een minitransportschip. Als er een wordt
gekocht, moet het een goed schip zijn.

Daar bestaan inderdaad een aantal technische verklaringen voor,
maar een raming van een budgetoverschrijding met 55% is toch
opmerkelijk. Er is geen mogelijkheid om de aankoop uit te stellen en
uit vorige dossiers heb ik begrepen dat de Raad van State gebrek
aan budget geen argument vindt om een aankoop stil te leggen, want
een regering beschikt altijd over een budget: in dergelijk geval dient
de regering de prioriteiten te herschikken. Als wij dit schip aankopen
­ en wij zullen het aankopen -, dan zullen een aantal herschikkingen
moeten gebeuren.

Mijnheer de minister, waar zullen die bijkomende financiële middelen
01.02
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Selon les informations
dont je dispose, le navire sera
acheté. J'en félicite le ministre.
Bien qu'à mon estime le transport
ne constitue pas une de nos
missions essentielles, il convient à
présent d'en tirer le meilleur parti.

Vendredi dernier, au Conseil des
ministres, le ministre a demandé
un budget qui lui laisserait
quelque latitude afin de pouvoir
procéder à l'acquisition, mais il a
uniquement obtenu un délai.

Il est question d'un dépassement
budgétaire significatif de 55 %,
mais il n'est à présent plus
possible d'arrêter la procédure
d'acquisition. Où le ministre ira-t-il
chercher les moyens
supplémentaires? Par le biais de
quel réajustement?

Le ministre doit soumettre une
nouvelle proposition au Conseil
des ministres. Que va-t-il
proposer? Comment l'achat sera-
t-il justifié?

CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
vandaan komen? Dit is toch een belangrijk gegeven. Ik heb ook
begrepen dat Luxemburg bij de deal betrokken zou zijn. Hierover was
de laatste weken in de pers nogal wat commotie want de
Luxemburgers zouden niet meedoen. Dit is in tegenspraak met het
interview in Vox ­ ik ben een trouw lezer van Vox ­ van luitenant-
kolonel Nürnberg, die duidelijk stelde dat Luxemburg in geval van
budgetoverschrijding, zouden meedoen. De Luxemburgse regering
heeft dat bevestigd enkele dagen na de Ministerraad van vrijdag en
ik vind deze samenwerking met Luxemburg positief nieuws.

Mijnheer de minister, ik zou eens in uw glazen bol willen kijken. Ik
heb begrepen dat u met een nieuw voorstel naar de Ministerraad
moet. U kunt ons, die niet in de Ministerraad zitten, wellicht
verduidelijken wat men van u verlangt, want ik heb begrepen dat wij
die aankoop aan ons broek hebben. Hoe krijgt u dat verkocht in de
Ministerraad en waar gaat u de bijkomende financiële middelen
vinden?
01.03
André Flahaut
, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, tout d'abord, je vous présente mes excuses pour hier
matin mais à l'impossible nul n'est tenu. J'étais en commission du
Sénat pour les articles de la loi-programme. Cette réunion a duré
plus de deux heures et demie. Il m'était donc impossible de vous
rejoindre.

Etant donné que le règlement nous a été rappelé, je m'efforcerai de
limiter mes temps de réponse afin de ne pas trop allonger la réunion.
Nous avons effectivement reçu une lettre nous reprochant de trop
parler. Cependant, vu la complexité de ce sujet, j'essaierai de
répondre à toutes les questions qui ont été posées. Mais beaucoup
d'informations ont déjà été fournies hier au cours de la réunion sur
les achats militaires puisqu'on me dit que la réponse a duré une
heure et quart. Un travail sérieux a donc déjà été fait.

Je rappellerai d'où nous venons au sujet de ce navire de transport
stratégique. L'intitulé est important. Il s'agit effectivement d'un navire
de transport stratégique et non pas uniquement d'un navire de
transport. En effet, s'il s'agit d'acheter un navire uniquement de
transport, autant continuer comme nous le faisons aujourd'hui. Ce
navire n'aurait rien de militaire et je partagerais alors votre avis.

Dans le plan stratégique qui a été adopté par le gouvernement en
mai 2000, il a été décidé de passer à l'acquisition d'un navire de
transport stratégique. Une première approche a été de considérer
qu'il était peut-être possible de se joindre à un programme en cours
dans un des pays européens.

On m'avait soupçonné, à cette époque, de vouloir à tout prix joindre
le programme belge au programme français. Je me suis rendu sur
place pour essayer de trouver la meilleure formule. Je n'avais pas d'a
priori sur ce que faisaient les Français.

Le gouvernement a décidé d'introduire un appel d'offres général
portant sur un cahier des charges dans lequel nous exprimerions nos
besoins "joints", c'est-à-dire l'ensemble des composantes belges.

Le Luxembourg a alors décidé de se joindre à notre démarche. Ce
serait la première fois dans l'histoire de la défense européenne et
01.03
Minister
André Flahaut
: Ik
wil me eerst verontschuldigen
voor mijn afwezigheid van
gisteren; ik was echter verhinderd
door de bespreking van de
programmawet in de Senaat.

Ik herinner eraan dat de beslissing
in het dossier over het strategisch
transportschip werd genomen bij
de goedkeuring van het
strategisch plan in mei 2000.

In eerste instantie dachten we
eraan ons aan te sluiten bij een
programma dat al aan de gang
was in een ander Europees
land.De regering heeft nadien
beslist een algemene
offerteaanvraag te doen inzake
een bestek met onze desiderata.
Op dat ogenblik heeft het
Groothertogdom Luxemburg
beslist zich bij onze werkwijze aan
te sluiten. Ik stel u ook meteen
gerust dat onze buur zijn
medewerking gisteren nog heeft
bevestigd.

Eens het specifieke bestek is
uitgebracht, kunnen de offertes
worden ingediend. Op dit ogenblik
beschik ik nog niet over een
offerte; ik weet enkel welke
werven in aanmerking komen
voor onze vraag.

Wanneer alle aanbiedingen de
ramingen overtreffen, rijst er een
politiek probleem. Ik heb besloten
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
dans l'histoire de l'OTAN que l'on passe à l'acquisition en commun en
copropriété d'un navire. Le Luxembourg confirme son souhait de
poursuivre la collaboration avec la Belgique.

Hier, un collègue m'a informé, par téléphone, qu'à partir du moment
où nous nous engageons dans cette voie, un cahier des charges est
rédigé. Les composantes et le Luxembourg y font part de leurs
besoins. Nous arrivons ainsi à un cahier des charges spécifique
énoncé de façon générale, recueillant des réponses et des offres. Au
moment où je vous parle, je n'ai pas connaissance des offres
remises par les firmes. Je connais les entrepreneurs qui ont remis
offre mais j'ignore le contenu de leurs offres.

Si toutes les offres dépassent les estimations, un problème politique
­ et non technique ­ se pose, selon moi.

Or en politique la prudence fait aussi partie de l'action. Donc, j'ai
décidé non pas de demander au gouvernement un crédit
supplémentaire mais tout simplement de lui exposer le problème
devant lequel nous nous trouvions.

Le gouvernement n'a pas remis en cause la phrase du plan
stratégique selon laquelle il fallait un navire de transport pour la
Belgique. Pourquoi? D'abord, cette acquisition permet à la Belgique
de se doter d'un instrument qui lui sera utile dans les différentes
opérations ­ je rappelle que nous payons 250 millions par an pour
assurer le transport de nos hommes qui se trouvent au Kosovo; cela
ce sont nos besoins propres. En outre, si nous avions un navire
correspondant à ce que nous avions imaginé avec les
Luxembourgeois, c'est-à-dire un navire comportant un hôpital, étant
capable d'embarquer des hélicoptères, d'assurer un appui logistique
à partir de la mer face à une côte, permettant d'assurer le logement
des personnes transportées mais aussi le logement de réfugiés en
attendant l'installation de camps pour 650 personnes pendant 72
heures, il est clair que ce bâtiment serait utilisé pratiquement en
permanence dans toutes les opérations, qu'il s'agisse de la Côte
d'Ivoire, du Sierra Leone, de l'Afghanistan ou d'autres opérations
africaines ­ opérations permanentes ­ et qu'il constituerait
incontestablement une bonne vitrine pour la défense belge et
luxembourgeoise. Cela permettrait aussi de nous positionner dans le
transport. En effet, aujourd'hui à l'OTAN comme à l'Europe, on parle
de plus en plus de la spécialisation. Je sais que nous avons une
expérience en matière de déminage ­ aussi bien le déminage en mer
que terrestre ­, nous avons aussi une expérience en matière de
transport aérien et une orientation constituant un choix politique qui
était ce transport maritime.

Donc, le gouvernement confirme cela. Il ne remet pas en cause la
nécessité d'un tel outil pour la Défense. Mais le gouvernement
constate ­ et d'abord, sur le plan budgétaire, le ministre du Budget ­
que je dispose d'une enveloppe, que des choix devront être faits
dans celle-ci et que les moyens sont disponibles pour ce navire. Mais
la question qui se pose sur le plan politique est la suivante: sur un
des programmes de la Défense, peut-on accepter une augmentation
de 50% qui porte sur un budget de 8 milliards, même si ces 8
milliards ne sont supportés qu'à 75% par la Belgique? C'est la
question qui est posée.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Le gouvernement charge donc un groupe de travail de rechercher
une solution pour voir comment poursuivre la procédure. A côté de la
confirmation de l'objectif politique, du besoin, du fait que ce navire
constituerait pour nous un apport au niveau de l'Otan et de l'Europe
dans le comblement des lacunes qui ont été identifiées, notamment
au Kosovo, il y a aussi la complexité juridique. Donc, il faut
aujourd'hui rechercher des solutions et mesurer avec le plus de
précision possible l'impact que telle ou telle décision dans ce dossier
pourrait avoir sur le plan juridique. C'est ce travail qui a été fait dans
les jours qui viennent de s'écouler et qui continue à se faire. C'est à
faire de façon très sérieuse.

Parce que nous n'en sommes pas justement au stade de l'attribution.
Nous sommes dans une phase, certes originale, d'une demande
d'accord préalable complémentaire que j'ai voulu faire par prudence
politique. Donc, à ce niveau-là, le gouvernement a discuté ­ c'est
son droit ­, de cette opportunité, non pas celle de l'achat du navire,
mais celle d'un dépassement de prix de 50% dans un programme de
la Défense.

Nos partenaires luxembourgeois, effectivement, confirment, dans le
chef du ministre de la Défense, leur souhait de participer à ce
programme binational. Eux aussi réfléchissent avec nous à la façon
de poursuivre dans cette voie.

Je voudrais également préciser que l'on ne supprime pas dans le
PIDS (Plan d'Investissement de Défense et de Sécurité) des
investissements ou des programmes. Cela implique sans doute des
réétalements de certains programmes de défense et de sécurité.
Mais des décisions ont déjà été prises et communiquées à cette
commission, à savoir qu'après les événements du 11 septembre, il
importe, de toute évidence, de revoir, à nouveau, ce plan
d'investissement de défense et de sécurité, car des achats ne se
justifient peut-être plus, tandis que d'autres devraient être accélérés.
C'est toute la philosophie d'un plan qu'il convient de pouvoir adapter
en fonction de l'évolution de la situation.

Je voudrais rappeler que de nombreux parlementaires ainsi que de
nombreux spécialistes ont estimé que la procédure telle qu'elle avait
été menée, à la fois sur le plan administratif, sur le plan budgétaire et
sur le plan technique l'avait très bien été et que ce cahier des
charges, par ailleurs très bien pensé, reflète l'expression des besoins
formulés par les différentes composantes et le Luxembourg.

Cependant, les constructeurs ont constaté que, compte tenu des
besoins tels qu'exprimés, il n'existait sur le marché aucun véhicule,
sur lequel on aurait pu greffer les équipements complémentaires
pour rencontrer ces besoins. Peut-être avons-nous été trop
exigeants, trop précis ou trop idéalistes en voulant mettre sur le
marché un navire permettant également le transport du
commandement stratégique humanitaire.

Là aussi, nous avons peut-être été les précurseurs dans la réflexion.
Car aujourd'hui, certains partenaires européens et de l'OTAN
considèrent que ce concept de navire de transport stratégique avec
une connotation humanitaire peut effectivement constituer un
créneau, compte tenu des spécialisations et des besoins rencontrés
dans les récentes opérations.
verstrekken en vluchtelingen te
herbergen, niet ter discussie heeft
gesteld, omdat zij van mening is
dat zo'n schip nuttig kan zijn in
alle gebieden waar humanitaire
operaties plaatsvinden en dat het
goed is voor het imago van België
in een context van groeiende
specialisatie binnen de NAVO.

Kan men echter instemmen met
een verhoging van 50 procentvan
een programma van
Landsverdediging dat goed is voor
bijna 8 miljard Belgische frank en
waarvan België 75 procent voor
zijn rekening neemt? Een
werkgroep zoekt momenteel een
oplossing die het voortzetten van
de procedure mogelijk zou maken.
De juridische gevolgen van elke in
dit dossier genomen beslissing
zullen moeten worden ingeschat.
De Luxemburgse partner heeft
zijn belangstelling voor het
programma bevestigd en denkt
zelf over de problematiek na.

Heel wat parlementsleden, maar
ook veel deskundigen zijn van
mening dat de administratieve,
budgettaire en technische
procedure prima was. Maar de
fabrikanten moesten vaststellen
dat er geen schip bestaat waarop
de bedoelde extra uitrusting kan
worden gemonteerd.

Misschien hebben wij te hoog
gegrepen, maar wij vervullen dan
ook een voortrekkersrol, want dit
concept wordt door de NAVO
meer en meer beschouwd als een
groeimarkt.

17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

Madame la présidente, voilà l'état de la question aujourd'hui. Ceci
complète sans doute l'ensemble des réponses techniques qui ont été
formulées hier pendant la commission.
01.04
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, u dient zich niet
te verontschuldigen voor wat gisteren gebeurde. Wij weten dat u een
druk bezette agenda hebt en wij hebben daar begrip voor. Daarom
hebben wij vandaag de commissie bijeengeroepen. Ik zou u willen
danken omdat u de vragen, die vandaag worden gesteld,
onmiddellijk op uw agenda hebt gezet. Met de instelling van een
limiet voor de spreektijd, voor zowel vragen als antwoorden, heb ik
toch problemen. Zou het in de toekomst niet mogelijk zijn om de
commissie voor de Landsverdediging vaker bijeen te roepen? Ik
verontschuldig mij op mijn beurt voor het feit dat ik vandaag zoveel
vragen stel. Dit is echter te wijten aan het feit dat wij zo weinig
samenkomen. Daarom zou ik nogmaals willen vragen om in de
toekomst meer te vergaderen.
01.04
Martial Lahaye
(VLD): Le
manque de temps de parole me
pose problème. Par conséquent,
après les vacances, je voudrais
me réunir plus souvent avec la
commission de la Défense
nationale de telle sorte que je ne
doive pas poser chaque fois
autant de questions.

01.05
André Flahaut
, ministre: Il y a une réunion par semaine
01.06
Martial Lahaye
(VLD): Mais nous n'avons pas toujours la
possibilité de prévoir des questions.
01.07
André Flahaut
, ministre: La commission est maîtresse de ses
travaux.
La
présidente
: En ce qui concerne le temps de parole, monsieur
Lahaye, nous avons sous les yeux un courrier du président de la
Chambre rappelant l'application des articles 89 et 87bis du
Règlement qui fixe le temps de parole. Il faut bien reconnaître qu'au
niveau de la commission de la Défense nationale, on ne limite pas le
temps de parole pour les questions. Il faut donc faire preuve de
bonne volonté afin d'avancer dans nos travaux.
De
voorzitter
: De voorzitter van
de Kamer heeft bij brief herinnerd
aan de spreektijd voor de vragen
en antwoorden. Wij zijn in onze
commissie terzake tamelijk laks
alhoewel de werkzaamheden
moeten opschieten.
01.08
Martial Lahaye
(VLD): Om meer vragen te kunnen stellen en
antwoorden te formuleren, dienen wij in de toekomst meer samen te
komen. Dat is mijn probleem, maar de drukke agenda van de
minister moet dit natuurlijk toelaten.

Ik maak geen deel uit van de commissie voor de Legeraankopen. Ik
was bijgevolg gisteren spijtig genoeg niet aanwezig op de
vergadering om de informatie van u te vernemen. Met zeer veel
aandacht heb ik echter geluisterd naar uw toelichting.

Het stemt mij gelukkig dat Luxemburg zijn deelname aan het project
bevestigt, indien het project wordt voortgezet.

U zegt in verband met de offertes over weinig of geen informatie te
beschikken. Daarover rijzen toch een aantal vragen. Ik heb
vernomen dat, indien bepaalde afspraken niet nagekomen worden,
wij zware boetes zouden worden opgelegd. Ik begrijp het niet.
Waarschijnlijk is er een verkeerde of moeilijke communicatie. De
toekomst zal dat uitwijzen.

Mijnheer de minister, ik volg dat dossier op de voet. Ik hoop dat er de
nodige aandacht aan zal worden besteed en dat specialisten hun
01.08
Martial Lahaye
(VLD): Si
c'est possible, je poserai moins de
questions. Je ne suis pas membre
de la commission des Achats
militaires et par conséquent, je
n'étais pas là hier. Je me réjouis
que le Luxembourg ait confirmé
sa participation à ce projet. Le fait
que le ministre ne sache encore
rien de certaines offres me gêne.
Il sait que le fait de donner
tardivement suite à ces offres
peut aboutir à des amendes.
Aussi, j'espère qu'il chargera les
experts requis de s'occuper de ce
dossier et que nous pourrons
suivre bientôt la suite de
l'évolution de ce projet.

CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
werk zullen kunnen doen zodat wij op zo kort mogelijke termijn
correcter kunnen worden geïnformeerd en wij er verder over kunnen
debatteren. Het dossier is toch van het grootste belang. Beslissingen
kunnen toch niet zomaar worden genomen. Wij moeten daarover
waarschijnlijk nog vaak vergaderen.

La
présidente
: Avant de donner la parole à M. Sevenhans, je
voudrais m'adresser un instant à M. Lahaye.

Monsieur Lahaye, vous avez déposé 15 questions qui figurent à
notre ordre du jour d'aujourd'hui. Comme certaines ne sont pas
d'actualité, je vous propose de les déposer par écrit, ce qui
permettrait d'alléger nos travaux.
De
voorzitter
: De heer Lahaye
heeft vandaag een vijftiental
vragen ingediend die niet allemaal
aan de actualiteit zijn gebonden;
ik stel hem voor er schriftelijke
vragen van te maken.
01.09
Martial Lahaye
(VLD): Madame la présidente, je n'en suis
pas responsable. Si je n'ai pas pu poser mes questions plus tôt, c'est
parce que notre commission ne s'est pas réunie.

La
présidente
: Je ne le pense pas, monsieur Lahaye. Notre
commission se réunit approximativement une fois par semaine et
nous parvenons généralement à examiner tous les points prévus à
l'ordre du jour. Aujourd'hui, exceptionnellement, nous sommes
confrontés à un petit problème d'agenda. Je sais que vous êtes un
parlementaire dynamique.
01.10
Martial Lahaye
(VLD): Cela n'a rien à voir avec le
dynamisme. Comme M. le ministre le dit toujours: "Moi, je fais mon
métier et vous le vôtre". Chacun essaie, en effet, de faire de son
mieux.

La
présidente
: Monsieur Lahaye, puis-je vous suggérer de déposer
une partie de ces questions par écrit?
01.11
Martial Lahaye
(VLD): On verra, madame la présidente.

La
présidente
: Je vous remercie d'avance, monsieur Lahaye.
01.11
Martial Lahaye
(VLD): We
zullen zien.
01.12
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter, ik
kan de heer Lahaye bijtreden. De laatste tijd werd de commissie
maar een keer per maand meer samengeroepen. Daarom moet die
uitdrukking `een keer per week' worden genuanceerd en kan ik de
vraag van mijn collega begrijpen.

Laten we het nu weer over het schip hebben. Ik probeer te
resumeren wat u vandaag hebt gezegd, mijnheer de minister. Ik stel
vast dat we het voortaan hebben over een militair schip, hoewel we
het oorspronkelijk een transportschip noemden. Het is me ooit nog
verweten dat ik het over een militair schip had in plaats van over een
transportschip. Dat probleem is nu van de baan. We kopen vandaag
een militair, strategisch transportschip. Vandaar ook de hoge prijs
van het schip, die u gisteren in de commissie uitvoerig hebt laten
toelichten. Ik heb begrepen dat het om een marktconforme prijs gaat.

Het probleem is dat we het schip nu wel moeten aankopen. Uw
medewerkers hebben ons gisteren voorzichtig duidelijk gemaakt dat
er geen weg terug is. Ik blijf er dan ook voor pleiten dat we dan best
een schip kopen waar we iets aan hebben. We kopen dus beter geen
01.12
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK) : Je constate que nous
parlons ici d'un navire militaire, et
non d'un navire de transport. Voilà
pourquoi le prix est tellement
élevé ; il est par ailleurs tout à fait
conforme au marché. Nous avons
à présent atteint un stade où nous
devons nécessairement procéder
à l'achat, nous ne pouvons plus
reculer. J'estime donc qu'il est
positif de faire l'acquisition d'un
navire dont nous pourrons faire
quelque chose. De la sorte, nous
pourrons également respecter nos
obligations envers nos partenaires
de l'OTAN.

Il y a évidemment le problème du
prix. Il s'agit apparemment plus
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
veredeld transportschip. Dan zijn we helemaal verkeerd bezig. Het
wordt dus een militair strategisch schip, maar dan wel een waarmee
we niet uit de toon vallen bij onze NAVO-partners. Het is toch niet de
bedoeling dat we achteraan aan een kabel moeten worden
meegesleept door de andere schepen. Blijkbaar zullen we dit keer
een schip hebben dat de anderen nog niet hebben. Dat is goed. Zo
kunnen we ook eens ons imago oppoetsen.

Het prijskaartje is natuurlijk wel belangrijk. Ik heb begrepen dat dit
vooral een politiek en geen budgettair probleem is. U hebt wellicht
voldoende argumenten in huis voor een herschikking van uw budget.
U hoeft alleen nog uit te maken op welk punt er dan besnoeid zal
moeten worden, naargelang de nieuwe ontwikkelingen op wereldvlak.
U hebt me daarnet terechtgewezen. U bent inderdaad niet naar de
Ministerraad gestapt om meer geld te vragen maar wel om uw
collega's duidelijk te maken hoeveel belang u aan dat schip hecht en
dat u bereid bent die meerprijs daarvoor te betalen. Daar heb ik geen
problemen mee. Wel wil ik weten op welke manier uw budget dan zal
worden herschikt. Misschien kunt u vandaag nog niet antwoorden op
die vraag. Ik heb immers wel begrepen dat het transportschip
oorspronkelijk de keuze was van het kabinet en dat die keuze niet
werd gedragen door de marine zelf.

Ik heb wel begrepen dat het transportschip oorspronkelijk de keuze
was van het kabinet en dat die keuze niet werd gedragen door de
marine zelf, of het marinecomponent. Dat heb ik vorige week nog
duidelijk vernomen. Wellicht is er niemand echt tegen het schip,
maar het is een keuze die niet vanuit de basis kwam. Ik leg mij er
evenwel bij neer. We hebben dus een schip.

Mijn tweede vraag is waar we het gaan halen. Dat is uiteraard ook
heel belangrijk. Er zijn een aantal offertes binnengekomen. Iedereen
kent ze. Ik besef wel dat u daarop vandaag niet kunt antwoorden,
maar ik zal wel op de voet volgen wat u daarmee van plan bent,
mijnheer de minister. Belangrijk is waar wij het gaan kopen. Ik ken
uw voorkeur, u kent de mijne. Ik heb mijn argumenten, u hebt de
uwe. Het is mijn taak om een goed volksvertegenwoordiger te zijn; u
probeert een goed minister te zijn. Ik waarschuw er toch voor dat ik
me niet zomaar zal neerleggen bij uw Franse voorkeur. Ik denk dat
er voldoende argumenten zijn om in te gaan op het goedkoopste
bod. U kunt zich daarover echter niet uitspreken, ik wel. Dat is dus
mijn grootste probleem.
d'un problème politique que d'un
problème budgétaire. Je présume
que le ministre réaménagera son
budget. Comment va-t-il le faire
concrètement ? Où fera-t-on des
économies ? Le ministre a
défendu avec ardeur l'achat de ce
coûteux navire devant le Conseil
des ministres. Cela montre que la
rumeur est justifiée, à savoir qu'il
s'agit surtout d'un choix du cabinet
du ministre et non de la Marine
elle-même.

Autre question: où le navire sera-
t-il acheté? La Défense aurait déjà
reçu une série d'offres. Je ne
m'inclinerai pas si facilement
devant la préférence française du
ministre. Les arguments en faveur
de l'offre la moins chère sont plus
que suffisants.
01.13
André Flahaut
, ministre: C'est l'évidence même.
01.13
Minister
André Flahaut
:
Dat spreekt vanzelf!
01.14
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, u
heb duidelijk gesproken over een bedrag van 12 miljard, hoewel het
goedkoopste bod 10,5 miljard is. Deze boot heeft een
voorgeschiedenis en die houdt mij nogal erg bezig. U weet dat. Ik
ben daarin open en eerlijk. Voor u ligt dat vandaag wellicht anders. Ik
stel dus vast dat we eigenaar zijn van een schip.
01.14
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): L'offre la plus intéressante
est de 10,5 milliards. Le ministre
parlait à l'instant de 12 milliards!

01.15
André Flahaut
, ministre: Nous ne sommes pas propriétaires
d'un bateau! On pourrait en discuter jusque tard dans la nuit. On a
toujours dit que ce n'était pas uniquement un navire de transport
mais un navire de transport stratégique, construit selon des normes
01.15
Minister
André Flahaut
:
Het advies werd geformuleerd
vanuit het oogpunt van strategisch
transport. Wij hebben het hier
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
civiles, dans un chantier civil, acheté par le militaire pour des
opérations militaires et humanitaires multifonctionnelles, et avec le
Luxembourg.

On a également dit que les besoins ont été exprimés par les
composantes, par le Luxembourg et pas par le cabinet. Je vous ai
répété en commençant qu'il y avait plusieurs formules possibles.
Quant à se joindre à un programme existant, la piste n'a même pas
été abordée au niveau du gouvernement puisque nous avons décidé
de lancer cet appel d'offres général sur la base des cahiers des
charges. Des offres ont été introduites, je n'en connais pas les
montants. L'offre qui sera retenue le sera sur la base du cahier des
charges, comportant des critères techniques et des critères de prix.
Je me soumettrai aux recommandations des techniciens. Même si je
suis un matelot à l'origine, je n'ai pas la prétention de dire que je
connais mieux que les techniciens militaires les besoins des
militaires pour des opérations humanitaires. C'est leur travail. Il ne
m'appartient pas de faire le choix technique d'un navire.
over niet-militaire normen van een
niet-militair vaartuig dat door
militairen werd aangekocht voor
humanitaire operaties, samen met
Luxemburg. Het is Luxemburg dat
een aantal voorwaarden
formuleerde, niet mijn kabinet.

Als gunningsmethode koos de
regering voor een algemene
offerteaanvraag op basis van een
bestek. Er werden offertes
ingediend. Zij zullen worden
geëvalueerd op basis van de
technische en de prijscriteria in
het bestek. Het komt mij niet toe
een keuze te maken. Ik zal de
aanbevelingen van de technici
volgen.
La
présidente
: Il s'agit d'une question et non d'une interpellation.
Puis-je vous demander d'être concis?
01.16
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Ik zal dat compenseren
met mijn volgende vraag. Overigens, ik heb nog altijd het recht van
het laatste woord, mevrouw de voorzitter.

Mijnheer de minister, het is ongetwijfeld juist dat het een goed schip
is, maar men is van bij het begin vergeten wat het prijskaartje
daarvan was. We hebben nu een algemene offertevraag gelanceerd.
We hebben een bod dat vijf procent boven de raming gaat. Kennelijk
bent u verplicht daarop in te gaan, omdat men onzorgvuldig te werk
is gegaan. Dat is een andere kwestie. U kunt nu wel beweren dat we
een goed schip hebben en ik ben daarmee eens. Het is zelfs het
beste schip dat er op de markt is, maar de prijs zal ook navenant zijn.
01.16
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Nous constatons qu'il y a
une offre qui dépasse l'estimation
de 5 %. Nous sommes
apparemment obligés d'acheter
parce qu'une négligence a été
commise quelque part. Le ministre
prétend que nous disposerons
d'un bon navire de transport. J'en
suis également convaincu mais la
facture sera à l'avenant !

01.17
André Flahaut
, ministre: Nous avons fait les choses comme il
fallait. On a respecté les procédures. Et vous ne m'attraperez pas à
m'écarter des procédures. En décidant d'un appel d'offres général, on
a respecté les procédures.
01.17
Minister
André Flahaut
:
Met de beslissing tot een
algemene offerteaanvraag over te
gaan, werden de procedures
nageleefd.
01.18
Martial Lahaye
(VLD): (...) Als Luxemburg afhaakt, wat dan?
Kunt u mij daar nu al op antwoorden, mijnheer de minister?
01.18
Martial Lahaye
(VLD):
Mais quid si le Luxembourg laisse
tomber ?
01.19
André Flahaut
, ministre: Je ne me pose pas de questions
lorsqu'il n'y a pas de problèmes.
01.19
Minister
André Flahaut
:
Dat is niet het probleem !
01.20
Martial Lahaye
(VLD): Pour le moment, il n'y a pas de
problèmes. Mais si jamais il se posait, cela pourrait être très
important.
01.21
André Flahaut
, ministre: Et si demain les Etats-Unis
attaquent l'Irak, on se reverra pour avoir des budgets
supplémentaires!
01.21
Minister
André Flahaut
:
Als de Verenigde Staten morgen
beslissen Irak aan te vallen, zou
men de zaken moeten herzien.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Dat ligt voor de hand.
01.22
Martial Lahaye
(VLD): Cela laisse augurer de longues
discussions.
01.23
André Flahaut
, ministre: Absolument! Au coin du feu!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de
reservemilitairen" (nr. 7718)
02 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "les militaires de réserve" (n° 7718)
02.01
Martial Lahaye
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, op 19 april 2001 keurde de Kamer van
Volksvertegenwoordigers het wetsvoorstel over het statuut van de
reservemilitairen goed. De algemene directie Human Resources
voegt de verschillende beheerscentra voor reservisten samen. Dat
werd gemeld in een artikel in het tijdschrift Direct van mei 2002. De
bedoeling is om de administratie te centraliseren en de
dotatietabellen voor reservisten te concretiseren. Tevens wordt er
gesleuteld aan het sociaal statuut en de ontwikkeling van een
strategie in de relatie met de werkgevers.

Graag had ik van u enkele antwoorden gekregen. Wat is het precieze
tijdschema dat bij de opbouw van een nieuwe reserve wordt
gevolgd? Welke verbeteringen van de bestaande wetgeving
overweegt het departement Defensie met het oog op de relatie
tussen de werkgever en de werknemer? Wanneer zal hiervan werk
worden gemaakt? Wanneer zal het Belgische leger op een
volwaardige reserve kunnen rekenen, zoals die werd uitgetekend in
het goedgekeurde wetsontwerp?
02.01
Martial Lahaye
(VLD): Le
19 avril 2001, la Chambre a
adopté la proposition de loi sur le
statut des officiers de réserve. Les
différents centres de gestion des
réservistes sont désormais réunis
au sein de la Direction générale
des ressources humaines.
L'objectif est notamment la
centralisation de l'administration
et l'adaptation du statut social des
militaires de réserve.

Quel calendrier est-il suivi lors de
la constitution d'une nouvelle
réserve?
Quelles adaptations seront-elles
apportées à la législation en
vigueur en matière de relations
entre le travailleur et l'employeur?
Quand une réserve à part entière
sera-t-elle créée?
02.02 Minister
André Flahaut
: Mevrouw de voorzitter, collega's, de
wet van 16 mei 2001 over het statuut van de militairen van het
reservekader, waarin het concept van de nieuwe reserve wordt
uitgetekend, moet in een uitvoeringsbesluit en een algemene
instructie worden omgezet die de formuleringen van de wet in
administratieve procedures vertalen. Het ontwerp van koninklijk
besluit is in een fase van voorafgaand advies aanbeland. Het
ontwerp van algemene instructie zal mij voor het einde van het jaar
voorgelegd worden zodat het definitief kan worden goedgekeurd in
de loop van het eerste kwartaal van 2003.

De maatregelen die het ministerie van Defensie voorstelt, voorzien in
een optimale bescherming van de reservisten en in zekere mate in
de bescherming van de werkgever, onder andere op het vlak van de
beroepsloopbaan, de sociale zekerheid en het dekken van risico's die
eigen zijn aan militaire prestaties. Over die maatregelen werd reeds
onderhandeld met de andere betrokken ministeriële departementen.
De onderhandelingen zullen worden voortgezet na het afwerken van
de hoger vermelde besluiten.
02.02
André Flahaut
, ministre:
La loi du 16 mai 2001 sur le statut
des militaires du cadre de réserve
doit être mise en pratique par le
biais d'arrêtés d'exécution et d'une
instruction générale que la loi
traduit en procédures
administratives concrètes. Le
projet d'arrêté royal est
actuellement en phase d'avis
préalable et le projet d'instruction
générale doit encore m'être
soumis avant la fin de l'année,
pour que l'instruction puisse être
définitivement approuvée au
premier trimestre 2003.

Les mesures proposées par la
Défense garantissent la meilleure
protection tant du réserviste que
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Dat wetgevende werk gaat gepaard met concrete acties, waarbij de
werkgever geïnformeerd en gesensibiliseerd zal worden in verband
met de positieve invloed van de reservist op de onderneming. De
nieuwe reserve zal door de aanwerving van nieuwe reservisten vanaf
september 2003 vorm krijgen. De rekrutering van jonge kandidaten
zal dan progressief het reservekader kunnen verjongen.
de l'employeur, notamment sur le
plan de la carrière professionnelle,
de la sécurité sociale et de la
couverture des risques lors de
prestations militaires. Ce projet a
déjà fait l'objet de longues
négociations avec les autres
ministères concernés. Dans
l'intervalle, des actions de
sensibilisation ont été mises sur
pied pour convaincre l'employeur
des avantages que représente
pour lui la présence d'un
réserviste dans son cadre du
personnel.

La nouvelle réserve prendra
forme par le recrutement de
nouveaux réservistes à partir de
septembre 2003. Le recrutement
de jeunes candidats rajeunira
alors progressivement les cadres
de réserve.
02.03
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, in de voorbije
maanden waren er ongetwijfeld geïnteresseerden die kandideerden
voor een opleiding als reservist. Ik hoop dat die mensen aan bod
zullen komen en dat het dossier positief evolueert.
02.03
Martial Lahaye
(VLD):
J'espère que les réservistes qui
bénéficieront de ce nouveau statut
y trouveront leur avantage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de M. José Canon au ministre de la Défense sur "la prolongation de la carrière
militaire des officiers" (n° 7730)
03 Vraag van de heer José Canon aan de minister van Landsverdediging over "de verlenging van
de militaire loopbaan van de officieren" (nr. 7730)
03.01
José Canon
(PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, vous préconisez de prolonger sur base volontaire, la
carrière militaire des officiers au-delà de 51 ans. Si un officier opte
pour cette prolongation, y aura-t-il un avantage pécuniaire au niveau
de cette rémunération ainsi qu'un impact financier favorable sur sa
pension? Avez-vous déjà estimé le coût qu'une telle possibilité
générera? Nonobstant, cette proposition recueille mon entière
approbation.
03.01
José Canon
(PS): Indien
een militair gebruik zou maken
van de nieuwe mogelijkheid waar
u voorstander van bent en zijn
loopbaan zou voortzetten na de
opgelegde leeftijd van 51, doet hij
daar dan financieel voordeel bij
wat wedde en pensioen betreft?

Welke kosten zal die mogelijkheid
met zich brengen?
03.02
André Flahaut
, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, c'est lors des négociations avec les organisations
syndicales que j'ai fait cette proposition. Il s'agit de la possibilité de
prolonger, sur base volontaire, la carrière militaire des officiers au-
delà de 55 ans requis. Cela concerne plus particulièrement les
officiers dans le grade de capitaine-commandant, mais sur une base
volontaire, d'autres carrières pourraient être visées, par exemple
celle des pilotes. Je considère, en effet, qu'à l'heure actuelle, ce
03.02
Minister
André Flahaut
:
Tijdens de onderhandelingen met
de vakbonden is een mogelijke
verlenging van de militaire
loopbaan na de leeftijd van 50
jaar aan bod gekomen. Die
mogelijkheid betreft echter enkel
de officieren met de graad van
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
départ prématuré de la carrière militaire constitue un gaspillage non
seulement pour l'armée mais aussi pour la société tout entière. Je
préfère qu'ils restent dans l'armée plutôt que de poursuivre leur
carrière dans le secteur privé en y faisant du lobbying à propos de
certains dossiers.

L'avantage pour les personnes éventuellement concernées consiste
dans le fait qu'elles reçoivent un traitement (100%) plutôt qu'une
pension (à concurrence de 75% du traitement). Pour la plupart
d'entre eux, la prolongation de la carrière militaire permettrait
d'obtenir une carrière complète en ce qui concerne le calcul de la
pension, ce qui serait avantageux. Mais aujourd'hui, le dossier est
toujours en phase d'étude et momentanément, je ne peux vous
donner une estimation concrète du coût généré par une telle
possibilité.

Quoi qu'il en soit, cette mesure répond à une demande tant des
autorités militaires que des intéressés ainsi qu'aux recommandations
formulées par les instances internationales quant à la nécessité
d'allonger le temps de travail. Cette mesure permettrait d'éviter des
prestations volontaires d'encadrement qui sont en fait un
prolongement de carrière.
kapitein of commandant. Ook de
piloten zouden in aanmerking
kunnen komen. Het voordeel is
dat men een volledige wedde
krijgt en dat men, voor de
pensioenberekening, een
volledige loopbaan kan doen
gelden. Aan die hervorming hangt
een prijskaartje vast, waarvan we
het precieze bedrag nog niet
kennen, maar ze beantwoordt aan
een bestaande vraag. Die
maatregel voorkomt voorts dat
kaderfuncties op vrijwillige basis
worden ingevuld, wat ook een
verlenging van de loopbaan
meebrengt.

03.03
José Canon
(PS): Monsieur le ministre, l'influence sur la
pension est-elle appréciable?
03.03
José Canon
(PS): Heeft
de hervorming een positieve
weerslag op de pensioenen?
03.04
André Flahaut
, ministre: Certainement, puisque leur carrière
sera plus longue. Pendant ce temps, ils continueront à cotiser.
L'avantage réside dans le fait que la masse des cotisants
augmentera par rapport à la masse de ceux qui deviendront inactifs.
Cette décision abonde tout à fait dans le sens des recommandations
formulées par les institutions internationales.
03.04
Minister
André Flahaut
:
Aangezien de loopbaan langer
wordt, komen er meer mensen die
bijdragen betalen en minder
inactieven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "het Koninklijk
Gesticht van Mesen" (nr. 7719)
04 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "l'Institution Royale de Messines"
(n° 7719)
04.01
Martial Lahaye
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het Koninklijk Gesticht van Mesen verleent bij beslissing
van de commissie tot beheer steun aan de familie, weduwen en
wezen van minder gegoede militairen die in dienst stierven of
invalide of ziek werden.

Tot de steunverlening behoren onder andere studietoelagen en
financiële hulp bij het oplossen van materiële problemen. De
instelling bestaat reeds 226 jaar en overleefde als enig nog bestaand
organisme van de Franse revolutie.

In verband met de werkzaamheden van deze instelling had ik graag
enkele vragen gesteld. Hoeveel families konden in 1999, 2000 en
2001 een beroep doen op de stichting? In welke relatie staan de
hulpbehoevenden qua taalgebied? In welke vorm werd hulp
04.01
Martial Lahaye
(VLD) :
L'Institution royale de Messines
accorde depuis 226 ans des aides
financières et des bourses
d'études aux veuves et aux
orphelins de militaires
défavorisés, décédés ou victimes
d'invalidité ou de maladie alors
qu'ils étaient en service.

Combien de familles ont-elles fait
appel à l'Institution en 1999, 2000
et 2001 ? À quelle région
linguistique appartenaient ces
personnes ? Sous quelle forme
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
verleend? Hoe worden de leden van de raad van bestuur aangeduid?

Tot slot had ik graag nog vernomen welke plannen er bij
Landsverdediging bestaan met betrekking tot de toekomst van deze
instelling.
l'aide a-t-elle été accordée ?
Comment les membres du conseil
d'administration sont-ils
désignés ? Quels sont les projets
du département de la Défense à
propos de cette institution ?
04.02
André Flahaut
, ministre: Madame la présidente, c'est en
quelque sorte une question d'actualité puisque j'ai appris à
l'université que l'institution de médecine est la plus vieille institution
parapublique de Belgique. Je dispose ici d'une série de statistiques
que je peux vous communiquer. Si vous êtes d'accord, je vous les
remets directement en guise de réponse.
04.02
Minister
André Flahaut
:
Het Koninklijk Gesticht van
Mesen is het oudste van België.
Mijn antwoord bestaat uit talloze
statistieken. Als u het goed
vindt, bezorg ik u mijn
geschreven tekst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de zwemvesten"
(nr. 7720)
05 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "les gilets de sauvetage" (n° 7720)
05.01
Martial Lahaye
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens het manoeuvre "Strong Resolve" in de lente van dit
jaar verongelukten in de Baltische Zee matrozen bij de oversteek
tussen een Duits en een Engels fregatschip. De Engelse matrozen
overleefden volgens sommigen bronnen mede door de prima
kwaliteit van hun neopren zwemvesten. De Duitse marine had
slachtoffers te betreuren. In de pers werd verklaard dat dit te wijten
zou zijn aan de twijfelachtige kwaliteit van deze zwemvesten. Er
bestaan op het vlak van de zwemvesten serieuze verschillen
naargelang van het gebruikte materiaal, de grootte, de
temperatuurbestendigheid en het al dan niet beschikken over een
vizier bij erge golfslag.

Graag had ik van u op enkele vragen een antwoord gekregen.
Gebruikt de Belgische marine neopren zwemvesten? Welk materiaal
wordt door de marinecomponent gebruikt? Welke watertemperatuur
kunnen de dragers van deze zwemvesten trotseren? Welke
tijdslimieten bestaan in de meest extreme omstandigheden? Wordt
op alle marineschepen het dragen van deze vesten in realistische
omstandigheden op geregelde tijdstippen getest? Welke conclusies
kunnen hieruit worden getrokken?
05.01
Martial Lahaye
(VLD): Au
cours d'une manoeuvre en mer
Baltique, au printemps, un
accident a coûté la vie à plusieurs
marins allemands, alors que tous
les marins anglais ont survécu, en
partie grâce à l'excellente qualité
de leur gilet de sauvetage en
néoprène.

La marine belge utilise-t-elle aussi
des gilets de sauvetage en
néoprène? Quelles températures
ces gilets permettent-ils de
supporter et pendant combien de
temps? La qualité des gilets de
sauvetage dont sont équipés les
navires de la marine belge est-elle
régulièrement testée en conditions
réelles?
05.02
André Flahaut
, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, afin de pouvoir garantir les chances de survie des
naufragés dans des circonstances diverses et en particulier lors de
basses températures d'eau, plusieurs équipements sont en usage au
sein de la composante marine. Tout d'abord, le gilet de sauvetage
gonflable, Sécumar 150 newton, gilet de sauvetage qui répond aux
normes européennes pour la haute mer et assure qu'un naufragé
reste flottant dans une position sécurisée en toutes circonstances.
Dans l'eau très froide, les naufragés doivent également être protégés
contre l'hypothermie. C'est pourquoi jusqu'à présent des tenues à
flottabilité positive sont prévues à bord des navires en mission dans
des eaux froides. Ces tenues sont portées lors d'exercices et lors
d'actions spécifiques à haut risque. Elles sont fabriquées en nylon
05.02
Minister
André Flahaut
:
De zeemacht gebruikt
verschillende
veiligheidsuitrustingen: de
SECUMAR 150 Newton zwemvest
en pakken met positief
drijfvermogen die beschermen
tegen hypothermie in extreem
koud water. In 2001 heeft de
zeemacht besloten dat dergelijke
pakken permanent aan boord van
alle schepen aanwezig moeten
zijn. Er worden regelmatig
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
imperméable et pourvues d'une doublure spécialement isolante avec
de bonnes capacités de flottabilité. En 2001, la marine a décidé de
prévoir de telles tenues en permanence à bord des navires. Les
achats nécessaires ont été réalisés et la distribution à bord aura lieu
très prochainement.

Les tenues nouvellement achetées garantissent au moins une heure
de protection dans l'eau de moins de 5°C, au moins une heure et
demie lors d'une température d'eau entre 5 et 10 degrés et au moins
deux heures lors de températures de 10 à 15 degrés. Ces laps de
temps suffisent pour entreprendre les actions de sauvetage
nécessaires.

L'emploi de moyens de sauvetage individuels est assuré
périodiquement à bord de tous les navires lors d'exercices d'abandon
de navire. Le port du gilet de sauvetage est prescrit d'une façon
standard pour tous travaux et exercices sur les ponts extérieurs.
Cela, c'est vrai, je l'ai vu à chacune de mes visites. En circonstances
froides, les tenues de protection précitées sont employées. Elles ont
été utilisées à maintes reprises entre autres dans les eaux
norvégiennes et en mer Baltique et donnaient satisfaction.
oefeningen gehouden met
individueel reddingsmateriaal en
dat blijkt goed te werken.

05.03
Martial Lahaye
(VLD): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor dit zeer gedetailleerd technisch antwoord.
05.04 Minister
André Flahaut
: Het was ook voor mij zeer technisch!
05.05
Martial Lahaye
(VLD): Het was dan ook een technische
vraag.
05.06 Minister
André Flahaut
: Ik weet dat de vesten zeker maar 150
Newton zijn. Dat is goedgekeurd door een kapitein van de fregatten.
05.07
Martial Lahaye
(VLD): Monsieur le ministre, il y a un dicton
français qui dit que si chacun fait son métier, les vaches seront bien
gardées.
Ik denk dat wij dat alle twee doen, mijnheer de minister.
05.08
André Flahaut
, ministre: Evidemment, il est difficile d'amener
des vaches sur les navires!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "het militair
patrimonium" (nr. 7721)
06 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "le patrimoine militaire" (n° 7721)
06.01
Martial Lahaye
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, refererend aan de commissievergadering van
Landsverdediging met betrekking tot de voormalige militaire
hospitalen te Oostende en Antwerpen waarin ik reeds heb gepleit
voor de verkoop van deze immobiliën, wens ik nogmaals dit thema
aan te snijden.

Uit de militaire gemeenschap vang ik nog heel wat signalen op dat
06.01
Martial Lahaye
(VLD) :
Les ministres de la Défense et des
Finances partagent la
responsabilité de la vente des
bâtiments et de terrains militaires
non utilisés. Les procédures de
vente sont fréquemment longues
et complexes.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
vele gebouwen en terreinen niet meer worden gebruikt door
Landsverdediging en lange en omslachtige verkoopsprocedures
bezig zijn met het oog op het veruitwendigen. Het is duidelijk dat de
verkoop van gebouwen en terreinen een gemeenschappelijke
opdracht is voor Landsverdediging en Financiën. Beide ministeries
moeten op dit vlak samenwerken. In dit verband heb ik nog enkele
vragen.

Mijnheer de minister, welke terreinen en gebouwen staan momenteel
te koop in de verschillende provincies? Welke terreinen en
gebouwen komen in de loop van dit jaar en in de loop van volgend
jaar vrij? Kunnen hiervoor reeds aankoopprocedures worden gestart?
Welke opties bestaan er nog om de verkoop te bespoedigen? Kan
professionele hulp uit de immobiliënsector de verkoop versnellen?

Landsverdediging kan inkomsten uit de verkoop van overtollig
onroerend goed meer dan goed gebruiken, met het oog op de
verbetering van het investeringsniveau. Een degelijke en spoedige
verkoop kan hiertoe bijdragen. U hoeft mij op de eerste vraag niet nu
te antwoorden, u kunt mij het antwoord bezorgen. Op de andere
vragen kreeg ik graag een antwoord. De opsomming op de eerste
vraag kan ik zo wel krijgen van u, dat hoeft u niet af te lezen.

Quels terrains et bâtiments sont
actuellement mis en vente dans
les différentes provinces ?

Quels terrains et bâtiments seront-
ils disponibles cette année et
l'année prochaine ?

Les procédures de vente peuvent-
elles déjà être entamées ?

Une aide professionnelle venant
du secteur immobilier pourrait-elle
contribuer à accélérer les ventes ?
06.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur Lahaye, je dois dire qu'on
a la chance de ne plus se trouver dans le contexte de la guerre
froide. En effet, si cela était le cas, nos ennemis potentiels n'auraient
plus qu'à lire les annales des réunions parlementaires pour connaître
nos propriétés, pour avoir des informations sur nos équipements et
nos implantations. Ils pourraient même savoir quels sont les biens
que nous comptons vendre. Je vais donc vous remettre la liste de
tous les domaines qu'il conviendra de ne plus bombarder puisque ce
ne sont plus des domaines militaires.
06.02
Minister
André Flahaut
:
De Koude oorlog behoort tot het
verleden ! Ik zou u de lijst kunnen
meedelen van de domeinen die
niet meer gebombardeerd moeten
worden omdat zij niet langer
militaire domein zijn.

06.03
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, u begrijpt toch
mijn bezorgdheid? Ik heb ook begrip voor u.
06.04
André Flahaut
, ministre: Je signale simplement qu'on est en
train de dépasser certaines limites dans le cadre des questions qui
me sont posées. Finalement, il ne sera plus nécessaire d'ouvrir les
casernes pour montrer ce qui s'y passe. Bientôt, il y aura un
reportage de Télévox.

J'accepte de vous répondre car je suis pour l'ouverture et la
transparence. Je me rends, cet après-midi encore, avec la presse à
Semmerzake. Je vais envisager de faire la même chose pour
Poelkapelle et Kleine Brogel. etc. Comme cela, M. Vanhoutte sera
content.

J'en viens aux dossiers techniques.

Je voudrais simplement rappeler que les biens immeubles de l'Etat
relèvent de la compétence du ministre des Finances conformément à
l'arrêté royal du 17 juillet 1991 qui porte coordination des lois sur la
comptabilité de l'Etat en ses articles 87 et 89. Cela signifie que ce
sont les comités d'acquisition d'immeubles qui sont compétents pour
procéder aux négociations préalables à la vente et pour conclure les
actes.
06.04
Minister
André Flahaut
:
Het loopt soms echt de spuigaten
uit in de vragen die men mij stelt !
De verkoop van onroerende
goederen is een bevoegdheid die
overeenkomstig het koninklijk
besluit van 17 juli 1991 tot de
bevoegdheid van de minister van
Financiën behoort. In het Vlaams
Gewest moet het decreet over de
bodemsanering worden nageleefd.
Wat de militaire domeinen
opgenomen in het gewestplan
betreft, moet met de bevoegde
Gewesten over een wijziging van
bestemming worden
onderhandeld.

Ik ben voorstander van een
pragmatische procedure waarbij
een proactieve houding van
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16

Je dois reconnaître que cela pose problème car quand il s'agit de
biens militaires ou même de biens publics, les comités d'acquisition
d'immeubles ne sont pas très "willing". De plus, on constate que
lorsque des prix sont fixés par les comités d'acquisition d'immeubles
et que cela concerne la Défense, ils sont très souvent très bas. Ce
serait à la limite un scandale de vendre des immeubles aux prix
fixés.

Il convient également de respecter en Flandre la procédure relative
au décret concernant l'assainissement des sols avant de mettre en
vente le bien immobilier. De plus, l'affectation urbanistique du bien
doit permettre son utilisation par le futur propriétaire. Les domaines
militaires étant le plus souvent repris comme tel aux plans de
secteur, il faut aussi négocier un changement d'affectation avec les
régions compétentes en cette matière. Je ne vous dis pas si cela
facilite la vie de celui qui souhaite vendre un terrain ou un immeuble!

Quelle est la procédure pragmatique que je développe actuellement?

Depuis que j'ai pris mes fonctions, la Défense a adopté une attitude
beaucoup plus proactive en prenant directement contact avec les
pouvoirs locaux, provinciaux, voire régionaux susceptibles d'être
intéressés par les domaines militaires mis en vente. Prenons le cas
de Ypres, que vous devez connaître. Je m'y trouvais encore la
semaine dernière pour assister à une cérémonie en présence du
premier ministre australien. Quand je rencontre les responsables
locaux, ils se disent intéressés par des négociations directes pour
éventuellement transformer en logement une partie du quartier qui
ne serait plus utilisé dans le cadre de la restructuration.

Je pense que ce serait plus utile de favoriser une négociation directe
de ce type-là plutôt que de perdre des années pour avoir les
autorisations que nécessite une transformation. Je privilégie donc le
pragmatisme.

Les contacts se font en concertation avec les communes et le
ministre des Finances. Je lui ai demandé d'accélérer les procédures
concernant la vente de domaines militaires.
contacten met de lokale,
gewestelijke en provinciale
besturen wordt aangenomen. De
contacten met de gemeenten
gebeuren in overleg met het
ministerie van Financiën en
hebben het mogelijk gemaakt de
verkoopprocedure te
bespoedigen.
06.05
Martial Lahaye
(VLD): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de
minister.

(...)
06.05
Martial Lahaye
(VLD):
Une fois encore, je demande
instamment qu'il soit procédé une
vente honnête et rapide au
meilleur prix. La Défense a bien
besoin de ces recettes.
06.06 Minister
André Flahaut
: De lijst is daar.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: André Schellens.
Président: André Schellens.

De
voorzitter
: Collega's, ik stel nu voor ­ als u de agenda voor u hebt ­ om een soort van
actualiteitsdebat te maken van de agendapunten 1 en 17.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

De vraag nr. 7833 van de heer Robert Denis wordt ingetrokken en wordt vervangen door vraag nr. 7874
van mevrouw Josée Lejeune.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de rekruteringscampagnes"
(nr. 7716)
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "het personeels-,
rekruterings- en omscholingsbeleid" (nr. 7874)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van Landsverdediging over "het voorstel vreemdelingen
toe te laten in het Belgisch leger" (nr. 7823)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de rekrutering van
werklozen" (nr. 7825)
- de heer Stef Goris aan de minister van Landsverdediging over "het wetsontwerp betreffende het
toelaten van niet-Belgen en -26 jarige werklozen tot de Belgische Krijgsmacht" (nr. 7830)
07 Questions jointes de
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "les campagnes de recrutement" (n° 7716)
- Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "la politique du personnel, recrutement et
reconversion" (n° 7874)
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur "la proposition d'admettre des étrangers dans
l'armée belge" (n° 7823)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le recrutement de chômeurs" (n° 7825)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "le projet de loi relatif à l'admission de non-Belges et
de chômeurs de moins de 26 ans dans les Forces armées belges" (n° 7830)
07.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, nu het schooljaar teneinde is, is ook een van de
belangrijkste rekruteringscampagnes van dit jaar achter de rug.

Ik had graag op enkele vragen een antwoord gekregen.

Welke campagnes zijn er precies gevoerd? Op welke doelgroepen
zijn zij gericht? Welke prijskaartjes hangen eraan vast? In hoeverre
waren de gevoerde campagnes succesvol? Kunnen wij regionale
resultaten over deze campagnes krijgen? Wat is er voor dit jaar
gepland? Wat is de geraamde kostprijs van de geplande acties?

In de pers werd opnieuw gespeculeerd over het al dan niet toelaten
van buitenlanders in de Belgische krijgsmacht. Wellicht was de
rekruteringscampagne niet zo succesvol als verhoopt. Ik vraag mij af
of wel tot het uiterste wordt gegaan om Belgische jongeren te winnen
voor een carrière in het leger. Het leger zoekt ongeveer 650
onderofficieren. Vakbonden uiten het vermoeden dat het leger
slechts een tweehonderdtal valabele kandidaten zal kunnen
aantrekken. Binnenkort start het nieuwe schooljaar voor de
onderofficieren. Het is dan ook evident dat u nu reeds weet hoeveel
kandidaten aan de opleiding beginnen.

Ik had graag een antwoord op die verschillende vragen gekregen.
07.01
Martial Lahaye
(VLD):
J'imagine que la campagne de
recrutement organisée à la fin de
l'année scolaire revêt une grande
importance pour l'armée. En quoi
ont consisté ces campagnes, quel
en a été le prix, quels groupes-
cibles ont-ils été visés et quels ont
été les résultats? Il me revient que
l'armée a besoin de 600 nouveaux
sous-officiers et que 200
candidats valables seulement sont
disponibles. Combien de
nouvelles recrues vont-elles
entamer une formation militaire?
J'ai l'e sentiment que l'armée ne
déploie pas suffisamment d'efforts
pour attirer des jeunes dans ses
rangs.

07.02
Josée Lejeune
(MR): Monsieur le président, je relaye ici la
question de mon collègue Robert Denis concernant la politique du
personnel, de recrutement et de reconversion.

Monsieur le ministre, de façon récurrente depuis le début de cette
année, mon collègue Robert Denis demande l'organisation d'un
débat au sein de la commission pour que l'on puisse présenter les
07.02
Josée Lejeune
(MR):
Namens de heer Robert Denis, die
vanochtend niet aanwezig kan
zijn, zou ik u volgende vragen
willen stellen over
personeelsbeleid, aanwerving en
omscholing.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
différents volets de la politique en matière de ressources humaines.
Nous avons des éléments parcellaires, au gré des différentes
questions qui ont été posées en commission, questions qui jusqu'à
présent n'ont pas pu donner un tableau d'ensemble sur l'attractivité
de la carrière au sein de l'armée et sur les difficultés à recruter des
candidats de qualité. Pouvez-vous faire le point sur les carences de
personnel spécialisé auxquelles vous êtes confronté?

Vous n'avez, par exemple, pas encore pu vous exprimer sur la
question de la reconversion et des résultats que vous obtenez. Or, la
professionnalisation est assortie de carrières plus courtes, impliquant
un service de reconversion qui favorisera des recrutements de
qualité. C'est pourquoi M. Denis voudrait obtenir des précisions sur la
politique et les passerelles que l'armée a mises en place avec la
fonction publique. Il pense particulièrement à la police intégrée à
deux niveaux et à l'accès aux entreprises privées. Quels sont les
chiffres que vous pouvez communiquer?

Par ailleurs, M. Denis regrette que la presse se fasse le premier écho
de tous vos projets sur cette matière, tant sur le plan de
l'engagement des étrangers, communautaires ou non ­ point sur
lequel nous émettons de très vives réserves ­ que sur l'engagement
de jeunes chômeurs pour 6 ou 12 mois. Devons-nous attendre 7 ans
pour connaître les bases de la politique à travers des indiscrétions
parcellaires et erronées? Et pouvons-nous connaître dès à présent la
philosophie de votre projet?

Enfin, M. Denis réédite la proposition de mettre en place un service
national qui permettrait à de jeunes volontaires d'entrer au service de
l'Etat, non seulement dans le domaine militaire, mais aussi dans le
secteur culturel, environnemental, ainsi que dans le service social.

Sinds begin dit jaar vragen we dat
in deze commissie een debat zou
worden georganiseerd waarbij de
minister zijn human resources
beleid uiteen zou zetten. U had
evenwel niet de gelegenheid ons
een algemeen overzicht te
schetsen van de aantrekkelijkheid
van de militaire loopbaan, de
oorzaken van het geringe aantal
rekruten en de problemen om
goede kandidaten aan te trekken.
Kan u een stand van zaken geven
van het tekort aan gespecialiseerd
personeel waarmee u kampt?

Wij zouden in het bijzonder meer
informatie willen over de
omscholing en de resultaten
daarvan. De overschakeling naar
een beroepsleger gaat gepaard
met kortere loopbanen, zodat
moet worden gezorgd voor
omscholing, wat de aanwerving
van goede kandidaten in de hand
zal werken. Wij zouden dus meer
duidelijkheid willen bij uw beleid
en bij de overstapmogelijkheden
die het leger tot stand heeft
gebracht naar het openbaar ambt
(bijvoorbeeld de geïntegreerde
politie), alsook naar de particuliere
sector. Kan u ons cijfermateriaal
bezorgen?

Wij betreuren dat we uw plannen
in dat verband uit de pers moeten
vernemen, zowel wat de
aanwerving van vreemdelingen
van binnen en buiten de EU
betreft (daarbij maken we het
grootste voorbehoud) als wat de
aanwerving voor zes of acht
maanden van jonge werklozen
betreft. Kan u ons vandaag de
krachtlijnen van uw beleid en de
filosofie achter uw plan
meedelen?

Ik herhaal tot slot mijn voorstel om
voor jonge vrijwilligers een
nationale dienst aan de Staat in
het leven te roepen in de
culturele, de sociale en de
milieusector en niet alleen in de
militaire.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
07.03
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag ingediend naar aanleiding van een
aankondiging die de minister heeft gemaakt bij de laatste
voorbereidingen voor het défilé in de bijzonder mooie setting van het
Warandepark.
07.04
André Flahaut
, ministre: J'espère que vous serez présent au
défilé!
07.05
Pieter De Crem
(CD&V): Non, je serai à Gand.
07.06 Minister
André Flahaut
: Het défilé is in de namiddag,
mijnheer De Crem.
C'est une obligation pour les membres de la commission de la
Défense d'être présent lors du défilé.
07.07
Pieter De Crem
(CD&V): Je constate que le service
protocolaire de la Chambre a réinventé le Te Deum alors que celui
du 15 novembre, rendez-vous avec l'histoire, fut supprimé. Plus de
Te Deum! Et maintenant le Te Deum a, à nouveau, lieu en grande
pompe à la Collégiale Saint-Michel le 21 juillet! J'espère que vous
serez là, au moins!
07.08
André Flahaut
, ministre: J'assiste toujours aux Te Deum!
07.09
Pieter De Crem
(CD&V): Moi, j'assisterai à celui qui aura lieu
à Gand en présence du Prince Philippe et la Princesse Mathilde. Je
serai là à 10.40 heures!
07.10
André Flahaut
, ministre: J'ai toujours assisté aux Te Deum
officiels du 21 juillet, même avant d'être ministre de la Défense.
07.11
Pieter De Crem
(CD&V): Je voulais montrer à mes enfants la
Place royale mais le défilé a été déplacé vers le Cinquantenaire.
07.12
André Flahaut
, ministre: Il est préférable d'aller voir la Place
royale sans les tribunes branlantes qui s'y trouvent ...
07.13
Pieter De Crem
(CD&V): C'est à cause des chars ....
De
voorzitter
: Mag ik u erop wijzen dat uw vraag maar twee minuten mag duren?
07.14
Pieter De Crem
(CD&V): Je propose donc que tout le monde
aille au Te Deum et puis ensuite au défilé.

U hebt een mooie aankondiging gedaan. Dat is niet de eerste keer.
De laatste keer gebeurde dat toen u vanuit de pampa's in Zuid-
Amerika voor enige opschudding zorgde, omdat u meldde ­ u zegde
dat u het niet alleen overwoog "parce que c'est la politique qui en
décide" ­ dat u niet-Europeanen in het Belgisch leger ging
aanwerven om het personeelstekort op te vangen. Dat was blijkbaar
een soort van bad dream, een beetje een nachtmerrie. Het was
vooral een nachtmerrie voor een aantal mensen. Ik heb hier enkele
citaten, die naar aanleiding van uw vorige aankondiging in november
2000 de wereld zijn ingestuurd. We zijn daar om een aantal evidente
redenen tegen. Er is eerst het constitutionele bezwaar en vervolgens
07.14
Pieter De Crem
(CD&V) :
Le ministre Flahaut avait émis
jadis l'idée d'intégrer dans l'armée
des ressortissants non européens,
afin de pallier la pénurie
d'effectifs. Il a suscité nombre de
réactions négatives: des
objections d'ordre constitutionnel
et pratique ont été avancées. En
définitive, la majorité elle-même a
battu en brèche le projet. M. Stef
Goris, entre autres, a préconisé
une armée de métier aux effectifs
réduits mais mieux organisée.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
het praktische bezwaar, met name de taalverhoudingen. Ook binnen
de meerderheid was er grote weerstand, om niet te zeggen dat men
het plan met de bazooka aan diggelen heeft geschoten.

Ik wil eventjes collega Goris citeren op dat moment. Hij zegt:
"Vreemdelingen in het Belgische leger de gaten laten opvullen, zie ik
echt niet zitten. We moeten wel naar een kleiner en beter
beroepsleger gaan, met een aantrekkelijker statuut voor de tijdelijke
vrijwilligers."

Vorige week, de laatste voorbereidingen getroffen zijnde voor het
nieuwe Te Deum en het defilé, kondigde u aan dat u op de
kabinetsraad een plan zult voorleggen. U zegt dat u op de
kabinetsraad een voorstel zult voorleggen, waarbij u de inhoud en de
teneur van het voorstel van november 2000 herneemt. U gaat dat
doen in de vorm van een wetsontwerp, dat op de vergadering van de
kabinetsraad zal worden ingediend. Het moet toelaten om niet-
Belgen in de Belgische krijgsmacht te integreren en bijdragen tot een
harmonieuze integratie van de vreemdelingen in de Belgische
maatschappij. Dat zijn bijzonder belangwekkende vaststellingen.

Daar is nog een bijzonder belangwekkende vaststelling aan
gekoppeld, namelijk dat u ook werklozen in het leger zou
positioneren om het aloude probleem van het personeelstekort op te
vangen. Wat blijkt? Het met grote "pompe" aangekondigde
wetsontwerp dat ter zitting van de kabinetsraad zou worden
ingediend werd: ten eerste, niet ingediend en ten tweede, met
evenveel branie door een aantal meerderheidspartijen naar het rijk
der fabelen verwezen. Om de schijn te redden werd gesproken van
een soort discussietekst, waarin een aantal krijtlijnen zou moeten
worden uitgezet om te komen tot de eventueel te overwegen
mogelijkheid om niet-Europese vreemdelingen in het Belgisch leger
aan te werven.

Aangezien het om een vraag gaat en niet om een interpellatie,
vernam ik graag van de minister wat zijn plan nu is om niet-Europese
vreemdelingen in het leger in dienst te nemen. Ten tweede ­
enigszins tussen haakjes ­, had ik ook graag geweten wat er
uiteindelijk is gekomen van zijn intentie om werklozen in het
Belgische leger te integreren.

Vragen die daarbij onmiddellijk aansluiten zijn:

Ten eerste, er is het belangrijke gegeven dat deze regering snel en
efficiënt wil werken. De snelheid en de efficiëntie daarvan hebben we
kunnen vaststellen in het najaar van 1999, toen men een wet bij
koninklijk besluit wilde wijzigen. Nu gaat het echter niet alleen over
een wet, maar over de Grondwet. Ik weet wel dat de Belgische
Grondwet door de jonge democratieën in de 19
de
en in de 20
ste
eeuw
werd beschouwd als een van de meest liberale, als een van de
meest verregaande en als een van de gemakkelijkst veranderende.

Men kan, mijns inziens, het grondwetsartikel niet zo maar wijzigen,
zeker niet met het kwestieus doel vreemdelingen in het Belgisch
leger te kunnen opnemen.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik kom tot de praktische
bezwaren. Voor de CD&V is dit een principekwestie omdat het

Cette curieuse proposition
réapparaît aujourd'hui sous la
forme d'un projet de loi relatif à
l'accès des non-Belges aux forces
armées belges. Le ministre a en
outre proposé le recrutement de
chômeurs.

Le projet de loi n'a toutefois fait
l'objet d'aucune discussion en
Conseil des ministres et la
majorité ne l'a jamais pris au
sérieux. Tout au plus un texte
martyr aurait-il circulé, d'après
mes informations.

Qu'en est-il exactement? Si les
projets du ministre Flahaut sont
bien réels, une modification de la
Constitution sera nécessaire, ce
qui ne va pas de soi.

En principe, le CD&V est contre.
L'armée belge participe à de
nombreuses missions de maintien
de la paix à l'étranger. Il serait
inacceptable que des personnes
originaires d'un pays donné
participent à une action militaire
sur le territoire de celui-ci.
L'exemple de la Macédoine est
éloquent.

Quel est le point de vue du
gouvernement?

CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
onhaalbaar is, zeker inzake de opdrachten die België in het
buitenland heeft zoals peace keeping, peace inforcement en peace
restoring. Het is, mijns inziens, onmogelijk opdrachten uit te voeren
in landen waarvan we ondertussen mensen met die nationaliteit in
ons leger hebben. Ik zie niet in hoe deze mensen zouden kunnen
bemiddelen in een lokaal conflict. Het is, mijns inziens, onmogelijk
dat gewezen Macedoniërs in het Belgisch leger deel zouden
uitmaken van een opdracht om in hun land orde peis en vrede
moeten herstellen. Dat lijkt me bijzonder moeilijk. Bovendien is het
niet wenselijk.

Mijnheer de minister, wat is het standpunt van de regering terzake?
Met veel omhaal wordt een wetsontwerp aangekondigd. Doch, dat
ontwerp blijkt niet ingediend te zijn. Het is government by
announcement. U zit met een gigantisch probleem. Ik wil dat
uitgeklaard zien.
07.15
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
deze problematiek keert met de regelmaat van de klok terug. Twee
jaar geleden ontstond hierover een grote rel in deze commissie. De
minister had aangekondigd door te gaan met zijn plan. Hij heeft
woord gehouden. Naar verluidt ligt het wetsontwerp klaar. Mijnheer
de minister, ik wil dit ontwerp wel eens lezen. Het is mogelijk dat u
lovenswaardige motieven hebt. De argumenten van twee jaar
geleden blijven, mijns inziens, echter geldig. Ik begrijp niet waarmee
u bezig bent. Intussen werden de lonen wat verhoogd en is de druk
een beetje minder. Dat zal zich moeten manifesteren in een betere
wervingscampagne. U kunt de beroepsvrijwilligers een beetje beter
betalen. Hopelijk wordt het probleem daardoor minder nijpend.
Uitgerekend op dat ogenblik komt u opnieuw met de vreemdelingen
in het leger op de proppen.

Mijnheer de minister, ik sluit me aan bij de praktische problemen die
de heer De Crem heeft geschetst. Wat gebeurt er als er Afrikanen
van verschillende nationaliteit in ons leger zijn opgenomen en we
een vredesmissie in Afrika moeten uitvoeren? Moeten we dan al
naargelang onze bestemming de mensen uitkiezen? Dit geldt
eveneens voor de Balkan. U kent die regio beter dan wie ook en weet
hoe gevoelig het er ligt. Het leger wordt meer en meer een orgaan
dat moet opereren buiten de eigen grenzen. Binnen onze eigen
grenzen zou een oplossing nog mogelijk zijn. We hebben echter veel
internationale verplichtingen. Oplossingen hiervoor liggen niet voor
de hand. Mijnheer de minister, toch blijft u met het plan van een
huurlingenleger doorgaan. Het is hoogtijd dat u dat plan begraaft. Ik
neem aan dat ook de andere collega's u daar eveneens op zullen
wijzen.

Een aspect van het wetsontwerp kan ik wel volgen. U overweegt ook
werklozen aan te werven. Vraag is echter wat u deze mensen
aanbiedt en onder welke voorwaarden u ze naar het leger haalt. Het
kan een oplossing zijn. Of het een goede oplossing is, is een andere
vraag. Als u mensen wilt aantrekken voor de krijgsmacht moeten dat
in de eerste plaats gemotiveerde mensen zijn. Mocht u kiezen voor
een soort jobstudenten die een paar maanden bijklussen in het leger,
gaat het helemaal de verkeerde kant op.

Ik denk dat we dan namelijk helemaal de foute weg opgaan. Ik blijf
mijn enige oplossing naar voren schuiven: betaal hen beter, en uw
07.15
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Un projet de loi
concernant l'ouverture de l'armée
aux non-Belges serait prêt. Les
arguments invoqués
précédemment à l'encontre de
cette ouverture restent valables.
M. De Crem a d'ores et déjà
énoncé à ce propos quelques
objections pratiques et
fondamentales.
Les récentes mesures salariales
rendent plus attrayante que
précédemment une carrière à
l'armée. Espérons qu'elles
permettront de pallier, dans une
certaine mesure, la pénurie de
personnel.

Le projet de mise sur pied d'une
armée de mercenaires est devenu
une sorte de monstre du Loch
Ness. Il est temps de régler cette
question une fois pour toutes.

L'engagement de chômeurs
constituerait une solution plus
acceptable. Je me demande
toutefois dans quel cadre de
travail et à quelles conditions
salariales ces recrues
travailleraient. A mon estime,
l'Armée belge a avant tout besoin
de soldats motivés. Une meilleure
rémunération constitue le seul
moyen d'attirer de tels candidats

17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
probleem is opgelost.
07.16
Stef Goris
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik denk dat het probleem van de rekrutering steeds zal
terugkeren. Dat probleem staat vandaag niet toevallig op de agenda
en het zal ook niet de laatste keer zijn. Dat probleem zal ons in de
toekomst nog bezighouden en zal in de komende maanden en jaren
ongetwijfeld nog terugkeren. Ik meen dan ook dat het nuttig is om het
voorstel dat de minister lanceert, in een breder kader te plaatsen. Ik
plaats dat in het kader van de pogingen die hij onderneemt om op
een inventieve en creatieve manier te zorgen dat aan de
rekruteringsbehoefte wordt voldaan.

Het eerste probleem is de toelating van niet-Belgen tot de Belgische
krijgsmacht.

Ik verwijs naar artikel 10 van de Grondwet, dat letterlijk luidt: "De
Belgen zijn gelijk voor de wet. Zij alleen zijn tot de burgerlijke en
militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die
voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld".
Daarover heb ik enkele gesprekken gevoerd met een aantal
grondwetspecialisten. Zij zeiden mij dat het natuurlijk niet kan dat die
bijzondere gevallen als "iedereen" zouden worden omschreven. Die
bijzondere gevallen moeten gespecificeerd worden in welbepaalde
categorieën. Via een gewone wet kan dus moeilijk worden bepaald
dat iedereen onder de bijzondere gevallen valt.

Bovendien beklemtoon ik onze visie dat EU-burgers in aanmerking
kunnen komen voor een job bij onze krijgsmacht, weliswaar zelfs dan
onder bepaalde voorwaarden. Voor niet-EU-burgers is het debat
vandaag echter niet aan de orde. Wij verkiezen zelfs om het debat
daarover op dit ogenblik niet aan te gaan.

Mijnheer de minister, wat de EU-burgers betreft, is het volgens mij
nuttig om na te gaan of er een wederkerigheid bestaat. Anders
gezegd, als wij functies bij de krijgsmacht openstellen voor
bijvoorbeeld Spanjaarden, Italianen en Fransen, kunnen de Belgen
dan ook deel uitmaken van de krijgsmacht van de genoemde
landen? Volgens mij moeten wij die wederkerigheid toch nagaan,
want dat lijkt mij een belangrijk gegeven.

Wij moeten via het parket-generaal ook de achtergronden van die
kandidaten nagaan. Uiteindelijk zullen die mensen met wapens
moeten omgaan en voor het behoud van veiligheid moeten instaan.
Een bijkomend nazicht door het parket-generaal, vooral op
strafrechtelijk gebied, lijkt mij daarom nuttig.

Mijnheer de minister, het gaat om een voorontwerp en ik neem aan
dat u daarmee binnenkort naar buiten zult komen. Het voorontwerp
omvat drie verschillende luiken, naar ik meen. Het eerste luik gaat
over de rekrutering. U bent daarmee dus ernstig bezig, en dat vind ik
een goede zaak.

Om op de vreemdelingen terug te komen, vraag ik mij af hoe de
problemen in verband met taal en commando opgelost zullen
worden. Hoe zal de commandovoering gebeuren voor eentalige
Spanjaarden of Grieken? Hoe zullen die mensen zich integreren in
een gevechtsbataljon? Hoe zullen zij in een peloton, een sectie of
07.16
Stef Goris
(VLD): Le
problème de recrutement à
l'armée se posera encore et la
proposition du ministre mérite
notre attention.

Il ressort des entretiens que j'ai
eus avec quelques spécialistes du
droit constitutionnel que
l'incorporation de non-Belges dans
nos forces armées ne peut revêtir
qu'un caractère exceptionnel et ne
peut être structurelle.

Par ailleurs, quasiment s'accorde
pour dire qu'il est totalement exclu
de faire appel à des non-
européens.

En ce qui concerne les citoyens
européens, il est utile de vérifier si
la réciprocité existe, par exemple
si des Belges peuvent servir dans
l'armée espagnole. Il est en outre
important de s'informer des
antécédents des candidats.

Comment le ministre résoudra-t-il
le problème linguistique que
poseront les soldats originaires de
l'UE parlant une autre langue?
Seront-ils éparpillés ou
constitueront-ils au contraire un
groupe spécifique? Que pensent
les partenaires de l'OTAN de ce
projet ?

Il se recommande d'engager des
jeunes chômeurs dans le cadre
d'une sorte de service militaire sur
une base volontaire. Les réactions
enregistrées par le passé à des
projets de cette nature ont montré
que de nombreux jeunes belges
souhaiteraient notamment partir
en mission à l'étranger avec
l'armée. Les propositions
antérieures n'ont jamais vraiment
été sérieusement envisagées.
J'espère que l'idée qui est
avancée aujourd'hui pourra
aboutir un jour.

Le problème de recrutement se
pose principalement en Flandre.
Je pense qu'une campagne de
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
een operatie optreden? Hoe zullen wij hen kunnen bevelen? Zullen
zij die bevelen begrijpen? Of is het de bedoeling om de
vreemdelingen te groeperen in aparte eenheden, in een soort
minivreemdelingenlegioen? Hoe ziet u dat precies verlopen? Het lijkt
mij nuttig om dat te weten.

Het lijkt mij eveneens nuttig te weten wat onze bondgenoten van de
NAVO en de EU erover denken dat wij die stap zouden zetten. In
verband met veiligheidsaspecten lijkt het mij interessant te weten wat
zij daarover denken.

Dat is een eerste reeks van vragen over niet-Belgen van Europese
en niet-Europese oorsprong.

Mijn tweede punt betreft de werklozen. Ik wil beklemtonen dat ik al in
1988 een wetsvoorstel indiende dat ertoe strekt om jonge mensen
die schoolverlater zijn, die niet meteen op de arbeidsmarkt
terechtkunnen en die een bepaalde wachttijd moeten doorlopen
vooraleer zij stempelgeld kunnen ontvangen, de kans te geven om
die tijd nuttig door te brengen bij het leger gedurende 6 maanden, 9
maanden of een jaar in een soort van vrijwillige legerdienst. Het is de
bedoeling om hen, uiteraard op strikt vrijwillige basis, de kans te
bieden om dat jaar in het leger door te maken. Tevens wil ik hun de
mogelijkheid bieden om eventueel naar een buitenlandse operatie te
gaan.

Ik kan mij inbeelden dat heel wat jonge Belgen ­ en heel wat jonge
Vlamingen ­ er wat voor voelen om dat een aantal maanden te doen.
Het geeft hen tevens de kans om naar de Balkan te gaan en zoiets
mee te maken. Dat plan is best mogelijk.

Toen wij in 1998 het wetsvoorstel indienden hebben wij bij de
diensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en de VDAB, de
Vlaamse dienst, nagegaan over hoeveel mensen het precies ging en
hoeveel mensen we zouden kunnen rekruteren. Het zou gaan om
een duizendtal mensen op jaarbasis. Wanneer wij onze
bataljoncommandanten vandaag of morgen de boodschap kunnen
geven dat er op jaarbasis duizend jonge mensen klaarstaan die over
de bataljons kunnen worden verdeeld, zullen zij volgens mij zeer
tevreden zijn. Het zijn precies die jonge mensen die nodig zijn om de
gaten op te vullen, uiteraard op vrijwillige basis. Zij zouden dan een
vergoeding krijgen bovenop hun werkloosheidsuitkering. Het is de
bedoeling dat Landsverdediging maar een klein deel bijdraagt om het
voor deze jongeren aantrekkelijker te maken om die dienst te
vervullen. Daarnaast is het ook nuttig te weten dat die mensen
nadien in de reserve kunnen worden opgenomen. Het is ook een
pluspunt dat de reserve kan worden versterkt.

Ik heb het artikel in Le Soir van enkele dagen geleden met veel
aandacht gelezen, waarin de minister die richting uitgaat. Het lijkt
heel sterk op het voorstel dat ik enkele jaren geleden heb ingediend.
Helaas is het voorstel in 2000 in de lade verdwenen omdat het toen
samenviel met het nieuwe ontwerp op de reserve. Verschillende
elementen doorkruisten elkaar en daarom kwam mijn voorstel toen
niet aan de orde. Ik hoop dat het nu opnieuw boven water komt en
dat het als basis kan dienen om jongeren de kans te geven om zo op
jonge leeftijd 6 maanden tot een jaar in het leger te functioneren.
promotion de grande envergure
pourrait y remédier.

17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Dit past natuurlijk allemaal in de rekrutering. Ik herhaal dat het
probleem zich vooral voordoet bij de Vlamingen. Ik weet dat
sommige mensen er sceptisch tegenover staan maar ik geloof er
sterk in dat wij via een doorgedreven advertising en een betere
publiciteit over de Krijgsmacht overal te lande, op de verschillende
plaatsen in ons land, in de verschillende steden en gemeenten en
eventueel via een logistieke inschakeling van enkele prive-
ondernemingen het leger nog kenbaarder kunnen maken bij de
jongeren die deze kantoren afschuimen op zoek naar werk. Indien
daar achter vitrines affiches hangen in de zin van "Waarom niet een
job bij het leger!" zal ook via die weg een groot aantal jongeren
kunnen worden gerekruteerd. Met u en met alle collega's moeten wij
nadenken over alle mogelijke pistes. Wij moeten creatief en
innovatief zijn. Via een doorgedreven marketing en advertising
kunnen wij de mensen warmer maken voor de Krijgsmacht. Dat lijkt
mij doeltreffender dan zich te moeten aanmelden bij dat ene
provinciehuis per provincie zoals dat vandaag gebeurt. Volgens mij
moeten wij echt de boer opgaan en de mensen warm maken voor
onze Krijgsmacht.
07.17
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le problème du recrutement n'est effectivement pas un
problème récent au sein de la Défense et je voudrais dire que nous
développons énormément d'actions, de communications qui n'ont
rien à envier à ce que font certaines firmes privées pour leur
recrutement.

Nous avons installé dans chaque province une maison de la
Défense. J'entends M. Goris qui dit que ce n'est peut-être pas
suffisant, je veux bien, mais il n'y a pas que cela non plus. Il y a des
opérations, du personnel et il y a aussi un coût à ces opérations, à
ces maisons de la Défense. Nous avons un bus, nous allons en avoir
un deuxième pour essayer de démultiplier nos présences. Nous
sommes présents dans énormément de manifestations mais nous ne
savons pas être présents à toutes les manifestations. Hier, au Sénat,
quelqu'un me disait que "c'est quand même scandaleux que l'armée
n'était pas présente ce week-end à Werchter". Moi, je veux bien,
mais je ne sais pas être présent à Zeebrugge et à Werchter en
même temps.
07.17
Minister
André Flahaut
:
Het rekruteringprobleem is niet
nieuw en we voeren een
communicatiebeleid dat niet voor
dat van sommige privé-bedrijven
moet onderdoen. Zo bestaat er in
elke provincie een Defensiehuis
dat een groot aantal acties op
touw zet; we beschikken
bovendien over een bus ­ en
binnenkort over een tweede ­ die
het ons mogelijk maakt bij meer
manifestaties aanwezig te zijn.
We voeren dus een echt
aanwezigheids-, openheids- en
communicatiebeleid met onze
eigen middelen.
07.18
Pieter De Crem
(CD&V): Par la Dyle cela peut se faire, il y a
l'Escaut, on commence par Malines puis la Dyle...
07.19
André Flahaut
, ministre: Cela étant dit, il y a une politique de
présence, une politique d'ouverture, de communication qui est faite.
On a dû adapter certaines choses parce qu'auparavant on faisait une
grande campagne qui coûtait des millions pour avoir un spot dans les
salles de cinéma. Quand j'allais dans les salles de cinéma avec mes
enfants, j'entendais les gens qui sifflaient le spot donc l'impact est
nul. Il vaut mieux utiliser cet argent de façon à multiplier les
présences sur le terrain et à faire des opérations d'ouverture et des
opérations de visibilité avec nos gens qui préfèrent cela plutôt que de
faire des spots qui ne font jamais qu'enrichir des firmes privées qui
font leur spot et puis le publient, etc... Je préfère utiliser notre propre
force pour le faire. Il y a aussi les recherches, les conférences, les
sites Internet, vous connaissez le site Internet de la Défense, c'est un
site de qualité et il y a certainement des relais que l'on peut faire à ce
07.19
Minister
André Flahaut
:
Wat de rekrutering betreft
bereiden we een ontwerp voor dat
uitgaat van de besprekingen die in
de commissie werden gevoerd,
met name met de heer Denis, en
van vorige wetsontwerpen. Er
wordt dus voortdurend gezocht
naar nieuwe middelen om
jongeren voor het leger te doen
kiezen, wetende dat de Vlaamse
jongeren blijkbaar weinig
geïnteresseerd zijn. Maar het is
zeker niet mijn bedoeling de ratio
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
niveau.

Sur l'ensemble de ces problèmes de recrutement, ce n'est pas la
première fois que l'on en parle, il y a effectivement ­ et cela est
encore mon droit ­ un projet de loi qui est en préparation. Ce projet
de loi, je n'ai pas peur de le dire, en ce qui concerne le recrutement,
s'inspire d'échanges que nous avons eus dans cette commission
mais également de propositions de loi qui ont été déposées à une
époque et que nous avons estimé pouvoir reprendre partiellement
pour rencontrer la philosophie.

Cela s'inspire également de discussions qui ont eu lieu, notamment
avec M. Denis et je regrette qu'il soit vexé d'avoir appris cela par la
presse. En tout cas, il aura l'occasion de se rendre compte à la
lecture de l'exposé des motifs que j'ai l'habitude de rendre à César ce
qui est à César et que je tiens à ce que la propriété intellectuelle de
ceux qui ont de bonnes idées soit respectée.

Nous sommes en recherche permanente de moyens nouveaux pour
amener des jeunes à l'armée et si possible des jeunes Flamands. J'ai
peut-être sur ce point besoin de l'aide des parlementaires parce que
les jeunes Flamands ne sont pas très réceptifs.

J'ai répété que je ne toucherais pas au 60/40. Cependant, un
problème se pose: les jeunes flamands ne viennent pas à l'armée.
On me répond d'augmenter leur salaire. Je ne suis pas certain que
cela portera ses fruits. En effet, les autres catégories de personnel
reçoivent également des augmentations salariales; donc la réaction
demeure: "federale politie is beter".

Par ailleurs, la situation économique étant meilleure, ils préfèrent
travailler ailleurs qu'à l'armée. Telle est la réalité économique
aujourd'hui, même si cela peut changer du jour au lendemain.

Le problème se posant, il est primordial de trouver un moyen d'attirer
les candidats. Les campagnes de recrutement, les augmentations de
rémunérations, etc., ne suffisent pas. Nous cherchons des pistes. Ma
réaction est la suivante: Pour les chômeurs, les jeunes et les
minimexés désirant avoir une occupation et être utiles, l'armée, est,
me semble-t-il, une occasion de leur offrir cette possibilité d'être
utiles pour la collectivité et d'avoir un service d'utilité collective. Il ne
s'agit pas de travail obligatoire, ceci se faisant sur base volontaire.

Les gens au chômage, les jeunes avec des indemnités d'attente, les
gens minimexés ont ainsi l'occasion de trouver une requalification,
voire même, après les 6 mois ou les 9 mois passés à l'intérieur de la
défense, la possibilité d'y rester.

Il s'agira de prévoir une entrée avec un sas et ne pas imposer les
tests physiques à ces jeunes chômeurs, jeunes minimexés ou jeunes
étudiants. Durant les 6 mois où ils seront là, nous leur donnerons la
possibilité de faire du sport, d'améliorer leurs conditions physiques
afin de réussir les tests nécessaires s'ils décident de rester à
l'intérieur de la Défense. Ils auront donc été mieux préparés pour
entrer dans l'armée.

Avec cette formule, il est possible d'aller chercher des jeunes
flamands, des jeunes germanophones, des jeunes bruxellois et des
60/40 te wijzigen.

We zoeken dus naar nieuwe
mogelijkheden voor de jongeren,
de werklozen en de
bestaansminimumtrekkers voor
wie het leger een opportuniteit
biedt om zich nuttig te maken en
om op vrijwillige basis een
bepaalde kwalificatie te
verwerven.

We moeten dus in een
toegangsmogelijkheid tot het leger
voorzien met een "sluis" zonder
de lichamelijke tests die de
andere kandidaten worden
opgelegd. Die nieuwe kandidaten
krijgen echter ook een ­ met
name sportieve ­ opleiding zodat
zij later eventueel in het leger
kunnen blijven.

Ik weet dat er grondwettelijke
bezwaren zijn tegen de rekrutering
van buitenlanders maar niets belet
de politici om zich in een
langetermijnperspectief in te
schrijven. Dat is eigenlijk hun
reden van bestaan !

Voor de niet-Europese
buitenlanders gaat het om een
visie op langere termijn maar voor
de Europeanen kunnen wij al een
positief signaal geven, te meer
daar wij een Europese defensie
willen. Laten wij het voorbeeld
geven ! Er is trouwens in een
wederkerigheid voorzien.

Ik wil geen revolutie doorvoeren,
toch niet elke dag. Ik heb liever
hervormingen die echt gebeuren
dan mirakels die nooit gebeuren.

De structuur voor het
personeelsbeheer die wij hebben
gewild, werpt vruchten af maar er
is nog te veel afval. Men denkt al
te vaak dat iemand die zich
aanmeldt, verplicht is naar het
leger te gaan terwijl het een
vrijwilliger is en hij wordt
afgewezen wegens een detail. De
selectiecriteria moeten worden
aangepast.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
jeunes wallons pour entrer à l'armée. En effet, nous n'aurons pas ce
guichet brutal où les candidats arrivent, passent un test, le
réussissent mais s'avèrent ne pas convenir par la suite. En revanche,
par là nous aurons l'opportunité de rencontrer ces gens qui ont
besoin de cette reconnaissance sociale. Ils vont entrer dans la
structure, ils vont se préparer progressivement et peut-être y rester.
En outre, ils rendront des services à la collectivité. Ce sont des
objectifs tout à fait louables, me semble-t-il. Ceci figure dans le texte
qui est en discussion avec les premiers interlocuteurs concernés,
notre pays ayant une tradition de concertation sociale. Par ailleurs, je
suis très respectueux du dialogue social. Je vais donc discuter cet
avant-projet avec les organisations syndicales.

En plus, engager ces personnes mettra du sang neuf dans la
Défense et provoquera également un rajeunissement, ce qui est
l'objectif poursuivi. Pour les étrangers, je sais bien qu'il y a des
objections constitutionnelles. Finalement, ce n'est pas sous ce
gouvernement ni peut-être sous le suivant qu'on passera avec une
déclaration comme celle-là, avec la possibilité d'engager de jeunes
étrangers. Mais ce n'est pas parce qu'on n'est pas sûr de passer à un
certain moment qu'on ne peut pas réfléchir à la chose et s'inscrire
dans une perspective à long terme. Autrement, on ne fait plus de
politique. Si les politiques ne sont pas inventifs, ils n'ont plus besoin
d'exister. On est là pour inventer les choses, pour faire des lois,
transformer les lois et pour transformer l'État.

Il faut distinguer deux éléments de façon très claire dans le projet de
loi tel qu'il est présenté. Il y a les non-Européens mais cela c'est une
réflexion à plus long terme et il y a les Européens. Je crois que pour
les Européens, nous pouvons donner un signal positif. Nous voulons
une défense européenne et nous voulons nous y inscrire, nous avons
été moteurs au moment de notre présidence européenne. Et
maintenant, on dirait: «Un Européen, un Italien, un Espagnol, pas
chez nous. Les Italiens vont voler, les Espagnols sont fainéants.» Si
on veut vraiment avoir une défense européenne, qu'on s'inscrive
dans cette défense européenne et qu'on montre l'exemple, et au plan
symbolique, qu'on offre la possibilité à des Européens de s'engager
dans l'armée. La réciprocité est prévue et elle sera possible, parce
que mes collègues sont aussi confrontés au même problème.

Que les choses soient claires. Ce qui m'intéresse, ce n'est pas de
faire la révolution, parfois oui mais pas tous les jours. Ce qui
m'intéresse, ce sont les réformes qu'on peut apporter. Vous savez,
monsieur De Crem, je préfère une réforme qui se produit à un
miracle qui ne se produit jamais. C'est mon pragmatisme qui dicte
mon action. Je vois bien que si on a envie que les choses avancent,
il faut y aller par étapes.

Je voudrais rappeler au sujet de ce qui a été fait que, dans la
structure de la défense telle qu'on l'a voulue aujourd'hui, avec un
seul service du personnel, les choses se mettent en route. Les
mutations, la plus grande flexibilité, la plus grande rapidité, le service
`'un jour, une semaine, un mois'' pour le recrutement produisent leurs
effets. Il y a aujourd'hui moins de `'déchet'', moins de rejets.

Je peux vous dire également que, dans ce projet de loi Défense qui
est proposé, il y a aussi toute une série de révisions de critères bêtes
et appliqués bêtement aujourd'hui parce que basés sur le fait qu'une
Inzake de reconversie van de
Belgische strijdkrachten in
Duitsland is een hoge graad van
tevredenheid bereikt. De laatste
gevallen worden nu afgehandeld.

Op de vraag van de heer Denis
antwoord ik het volgende :
tewerkstelling was het
voornaamste onderwerp van het
strategisch plan 2000-2001. De
aantrekkelijkheid verhogen vereist
soepelheid want ze schommelt
naargelang van de gebeurtenissen
(open dagen, défilé op 21 juli, ...).
Het is moeilijk een en ander in
een plan op lange termijn vast te
stellen.

Wat de campagnes betreft,
werden zij zonder meerkost door
mijn departement georganiseerd.
De kosten waren de volgende :
15.600 euro voor de normale
rekrutering voor alle categorieën,
45.000 euro voor de rekrutering
van onderofficieren, 17.613 en
6.064 euro respectievelijk voor de
bijzondere rekrutering van
Nederlandstalige en Franstalige
officieren. De regionale verdeling
werd nog niet berekend.

Wat de in 2002 geplande
campagnes betreft, werd meer
aandacht besteed aan het imago.

CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
grande masse de gens se présente à l'armée alors que ceux qui se
présentent actuellement sont volontaires. Ils viennent pour un
emploi, ils ne sont pas obligés d'y venir. Rejeter quelquefois pour un
détail quelqu'un qui est très motivé, c'est un peu idiot. C'est
malheureux pour la Défense, c'est malheureux pour cette personne,
c'est malheureux pour tout le monde et on gaspille. Il faut donc
transformer ces critères de sélection et assouplir cette procédure de
sélection et de recrutement. Voici qui répond aux objections
formulées notamment par M. Denis.

Dans le cadre de la reconversion, notre première priorité a été le
retour des forces belges d'Allemagne. On a veillé à tenir compte au
maximum des desiderata exprimés par les gens. Le taux de
satisfaction est important. Les derniers cas seront réglés. On essaie
également de trouver des solutions de reconversion pour le
personnel civil. Cette expérience FBA servira à d'autres occasions
puisqu'il a été question d'"out-sourcing".

Je crois ainsi avoir répondu à l'ensemble des questions, sauf à celle
qui a été formulée par M. Denis. Il a dit que l'on n'avait pas parlé de
l'emploi. Pourtant, lorsque nous avons discuté du plan stratégique,
l'emploi fut un thème central.

En ce qui concerne l'attractivité, l'accord sectoriel et son avenant
constituent des réponses pour rendre la fonction plus attractive.
J'espère qu'il aura les effets positifs escomptés. Bien sûr, l'attractivité
fluctue aussi en fonction de plusieurs paramètres. J'en ai cité
quelques-uns: la politique internationale, nos journées "portes
ouvertes", le défilé du 21 juillet. Venez-y donc avec vos enfants,
monsieur De Crem; ils sont encore jeunes mais il faut préparer
l'avenir!

Il faut aussi rester souple dans notre façon d'agir. Figer le
recrutement dans un plan à long terme est difficile. Je prends
l'exemple des pilotes: il y a quelques années, on était confronté à
une hémorragie de pilotes. Il a fallu prendre des mesures de
protection pour les empêcher de partir. Mais aujourd'hui, des gens
essaient de rentrer au sein de l'armée. Vu ces fluctuations dans les
évolutions, il faut rester souple dans l'application des mesures.

M. Lahaye m'a posé des questions sur les campagnes de
recrutement. Le recrutement normal de toutes les catégories de
personnel, pour les deux régimes linguistiques, représentait 15.600
euros. Le recrutement des officiers et des sous-officiers, pour les
deux régimes linguistiques, représentait 45.000 euros. Le
recrutement spécial d'officiers représentait 17.613 euros pour les
néerlandophones et 6.064 euros pour les francophones. Des
campagnes ont également été menées directement par le
département, cette fois sans surcoûts. Mais ceci valait pour le passé
puisqu'on change à présent notre façon de travailler.

Pour le recrutement d'officiers, le nombre des candidats a augmenté
de 13%. Pour les sous-officiers, le nombre des candidats a baissé de
5% et pour les volontaires, le nombre a augmenté de 6%. Les
résultats de la campagne ne sont donc pas négatifs.

Aujourd'hui, la répartition régionale n'a pas encore pu être faite. Pour
2002, vous savez que nous avons un peu modifié notre approche
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
pour améliorer l'image et le côté "
public relation
".

Voilà, monsieur le président, j'ai ainsi répondu de manière complète
aux questions qui m'étaient posées.
07.20
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, ik heb met veel
aandacht naar uw antwoord geluisterd. Ik heb toch nog enkele
vragen over de Europese defensie. We moeten zeer voorzichtig
omgaan met de rekrutering van buitenlanders. Immers, vertrekken
naar het buitenland zonder een degelijke opleiding, zonder ervaring
en zonder taalkennis wordt volgens mij een probleem voor het leger.
Bovendien is een aanwerving voor een periode van minder dan één
jaar totale onzin: dan is het rendement veel te klein en zijn de kosten
veel te groot. Waarom zouden Europese burgers in het Belgisch
leger dienst nemen als zij in eigen land in het leger meer kunnen
verdienen dan bij ons? Daarom denk ik dat wij ons in de eerste plaats
moeten focussen op onze landgenoten en pas daarna verder moeten
denken.
07.20
Martial Lahaye
(VLD): Je
serais prudent en ce qui concerne
le recrutement d'étrangers. Ce
sont des gens sans expérience,
sans connaissance linguistique et
présentant une différence
culturelle. Les contrats de moins
d'un an ont un rendement
insuffisant, et trop de formalités
administratives et de frais de
formation y sont liés. Nous ferions
mieux de nous concentrer d'abord
sur nos propres gens plutôt que
d'aller recruter à l'étranger.
07.21 Minister
André Flahaut
: Mijnheer Lahaye, u hebt diverse
argumenten van de vakbonden aangehaald. Er is echter een verschil
tussen de regering en de vakbond.
07.21
André Flahaut
ministre:
Les arguments que vous citez ici
sont ceux des syndicats.
De
voorzitter
: Mijnheer Lahaye, hebt u geen vragen meer?
07.22
Martial Lahaye
(VLD): Op het moment niet, mijnheer de
voorzitter, maar misschien straks nog.
07.23
Josée Lejeune
(MR): Monsieur le président, ainsi que je l'ai
dit précédemment, la problématique du recrutement n'est pas
spécifique à la Belgique. Les pays voisins rencontrent les mêmes
difficultés.

J'ai écouté M. le ministre, qui a fait allusion tout à l'heure aux
services d'utilité collective pour les jeunes chômeurs et les
minimexés. Si je ne m'abuse, à l'heure actuelle, un jeune chômeur a
déjà la possibilité d'être recruté à l'armée. Il existe donc déjà des
possibilités à ce niveau.
07.23
Josée Lejeune
(MR): Wat
de dienstverlening aan de
gemeenschap voor jonge
werklozen en voor
bestaansminimumtrekkers betreft,
wil ik opmerken dat een jonge
werkloze nu al de mogelijkheid
heeft om bij het leger te gaan.

07.24
André Flahaut
, ministre: C'est vrai. Mais, selon ma
proposition, on prévoirait de lui accorder une prime qui viendrait
s'ajouter à son allocation de chômage. Voilà la différence.
07.25
Josée Lejeune
(MR): Je ne comprends pas bien votre
position; peut-être ai-je une oreille sélective. Le jeune qui entre
actuellement dans l'armée bénéficie d'un traitement, comme tous les
militaires.
07.25
Josée Lejeune
(MR):
Aangezien hij zoals iedereen een
wedde krijgt, zie ik niet in waarom
daar nog een premie bovenop
moet komen.
07.26
André Flahaut
, ministre: Je prévois simplement une prime
complémentaire.
07.27
Josée Lejeune
(MR): Et au niveau de la législation sur le
travail, le jeune qui est en stage d'attente aura-t-il la possibilité de
rentrer au sein du département? S'il peut le faire pendant la durée de
son stage d'attente ­ les fameux 9 mois ­, lorsqu'il quittera l'armée, il
07.27
Josée Lejeune
(MR):
Indien een jongere tijdens zijn
wachtperiode bij het leger gaat,
dan krijgt hij problemen op het
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
connaîtra des difficultés au niveau de ce stage d'attente.
ogenblik dat hij het leger verlaat.
07.28
André Flahaut
, ministre: Non, justement, on cherche une
solution pour éviter ces problèmes. Mais, monsieur le président, je
crois que nous anticipons ici la discussion du projet.
07.28
Minister
André Flahaut
:
Wij lopen hier vooruit op de
bespreking van het wetsontwerp.
07.29
Josée Lejeune
(MR): Mais je vous interroge sur ce que je
comprends pas.
07.30
André Flahaut
, ministre: Sachez qu'on enregistre les
questions et que nous vous apporterons les réponses en temps
opportun.
07.31
Josée Lejeune
(MR): Et pour en revenir aux questions de
Robert Denis, il avait demandé des précisions sur la politique et les
passerelles que l'armée a mises en place avec la Fonction publique.
Je n'ai pas entendu votre réponse à cet égard.
07.31
Josée Lejeune
(MR): Ik
kreeg geen antwoord op de vraag
van de heer Denis in verband met
de overstapmogelijkheden naar
het openbaar ambt.
07.32
André Flahaut
, ministre: Les passerelles existaient dans le
passé, mais ce n'est plus vraiment le cas maintenant. Il y a eu, sous
la précédente législature, trois cas de militaires qui sont allés
travailler au bureau fédéral d'achats. Mais ce bureau n'existe plus
aujourd'hui, ni par voie de conséquence, cette passerelle.

Je crois que les passerelles sont toujours possibles dans le cadre de
la mobilité. Il existe également des projets, comme le corps de
transfèrement pour les détenus. Les discussions sont en cours. Je ne
vois aucun problème à ce que des militaires aillent dans le corps de
transfèrement. Mais ils cessent alors d'être militaires. Et les militaires
ne verront sans doute aucun problème à rejoindre ce corps, à la
condition de connaître le statut sous lequel ils seront engagés et
quelles seront leurs conditions de travail. Il ne faut pas confondre
passerelles et techniques de navette. Dans mon département, une
fois qu'on le quitte, c'est définitif.
07.32
Minister
André Flahaut
:
Er zijn er niet veel meer, maar er
is nog altijd de mobiliteit. Mobiliteit
is bij voorbeeld mogelijk naar het
korps dat instaat voor het
gevangenenvervoer. Op dat
ogenblik is men natuurlijk niet
langer militair.
Overstapmogelijkheden dienen
niet om heen en weer te lopen!

07.33
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is een
belangrijk statement: wij hebben gehoord dat de minister geen
revolutionair is.
07.34 Minister
André Flahaut
: Vandaag, mijnheer De Crem.
07.35
Pieter De Crem
(CD&V): Dat is een grote geruststelling. Wij
zullen het dan houden bij "de l'imagination au pouvoir" ofwel
"l'imagination de l'imagination au pouvoir!"
07.36
André Flahaut
, ministre: C'était en 1968!
07.37
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de minister, ik zou de
problematiek van het grondwettelijke bezwaar willen aansnijden.
Collega Goris, ik weet niet met welke grondwetspecialisten u hierover
hebt gepraat, maar ik denk dat het een communicatiespecialist was,
misschien de heer Slangen.

Inzake het grondwetsartikel wil ik opmerken dat het geen artikel 60 of
70 betreft, maar wel artikel 10. Dit artikel behoorde reeds tot de
oorspronkelijke grondwetsartikels. Het artikel is niet tot stand
ste
07.37
Pieter De Crem
(CD&V) :
Le problème constitutionnel que je
viens de décrire n'a rien à voir
avec l'article 60 ou l'article 70,
mais plutôt avec l'article 10, qui
figurait déjà dans la version
initiale de la Constitution. Celui-ci
devait permettre à des parents
allemands de notre souverain, de
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
gekomen om in de 21
ste
eeuw buitenlanders te kunnen rekruteren in
het Belgisch leger, maar wel om bij de oprichting van de jonge Staat
België in de mogelijkheid te voorzien om de aan het hof Saksen-
Coburg verwante Duitsers de kans te geven belangrijke militaire
functies uit te oefenen. Vermits België een bufferstaat was konden in
geval van een internationaal conflict Engelsen en Fransen ­ denk
maar aan het huwelijk van de eerste koning met de dochter van de
Franse koning ­ belangrijke bevelfuncties uitoefenen in het Belgisch
leger. Dat was de oorsprong van het artikel 10.

De minister vermeldt de 60/40-verdeling. Welnu, wij blijven bij onze
principes, want in dit land is er één ongeschreven grondwetsartikel,
namelijk de 60/40-verhouding. Het is misschien een blanco pagina
die nog moet worden ingevuld, maar voor ons is dat een "no
pasaran"-gegeven. De facto zal het aantrekken van niet-Europeanen
een verfransing van het leger in de hand werken. Ik probeer terzake
nuchter te zijn. Ik denk niet dat de niet-Europeanen spontaan
Nederlands gaan leren, tenzij Noord-Amerikanen, Angelsaksers,
Scandinaven of Duitsers spontaan gaan dienst nemen in het Belgisch
leger en voor de Nederlandse taalrol kiezen. In combinatie met niet-
Europese vreemdelingen en werklozen doorbreekt men hiermee de
facto de 60/40-verhouding.

Wat de werklozen betreft, wil ik nog een statement maken. Als het de
bedoeling is om daarmee meer Vlamingen in het leger te krijgen en
men tevens met oog op het genderevenwicht meer mannen in het
leger wil inlijven, vrees ik dat het voor Vlaanderen een dode mus zal
blijken. De jongerenwerkloosheid is in die doelgroep nagenoeg
onbestaande. Ik veronderstel niet dat men zal overgaan tot de
rekrutering van werkloze 55-plussers, maar dat het integendeel
mensen moeten zijn "jong van lijf en leden". Om het met een
boutade te zeggen: behoudens wat conjuncturele werklozen, moeten
wij de resterende werklozen jammer genoeg in de categorie van de
werkonbekwamen rangschikken. Ik denk niet dat dit voor het leger
een goede zaak zou zijn. De schaarste aan arbeidskrachten in de
Vlaamse industrie en in de verzorgingssector zorgt ervoor dat het
leger in Vlaanderen niet bovenaan staat als geprefereerde
werkgever.

Ten derde. Ik heb er een fundamenteel bezwaar tegen dat het leger
een instrument van migratie wordt als die maatregel er komt, net
zoals de snel-Belg-wet en de regularisatie instrumenten van migratie
zijn geworden. Men heeft het strikt juridische kader van bepaalde
wetgevende initiatieven losgekoppeld van de maatschappelijke
implicatie ervan. Wat het fenomeen van de migratie betreft, heeft
men a posteriori een aantal wettelijke initiatieven genomen om, waar
de migratie ontspoord was en is, te pogen ze opnieuw binnen de
paden te brengen. De maatregel die u voorstelt, is dus een
instrument van migratie en is, wat dat betreft, absoluut te verwerpen.
Er is in deze voor ons maar één mogelijk en duidelijk standpunt.

Ik stel een minachting gecombineerd met een bagatellisering vast
van het dossier niet-Europese vreemdelingen in het leger door de
SP.A en de VLD. Mijnheer de minister, ik geef toe dat we uw
maatregelen in verband met de terugtrekking van de BSD uit wat we
eerst onze 9
e
en daarna onze 10
e
en 11 provincie noemden, hebben
gesteund en dat de uitvoering ervan goed verlopen is. U hebt daartoe
de nodige inspanningen geleverd. Nu vragen sommigen zich echter
la famille de Saxe-Cobourg, de
commander l'armée de la toute
jeune Belgique, et permettre
également à des Anglais ou à des
Français de prendre le
commandement de l'armée de
l'Etat-tampon qu'était la Belgique
neutre en cas de conflit.

Dans ce pays, la fameuse
répartition 60/40 est ancrée aussi
profondément que si elle était
inscrite dans un article de la
Constitution. Je suppose que cet
équilibre linguistique serait
menacé si l'on procédait au
recrutement de chômeurs et
d'étrangers non-européens. Je ne
pense pas que la plupart des
candidats étrangers opteront
spontanément pour le rôle
linguistique néerlandais. Il en va
de même pour les chômeurs : je
ne pense pas que cette mesure
intéressera les nombreux jeunes
Flamands sans emploi, tout
simplement parce qu'il n'y en a
pratiquement plus.

La mesure du ministre est en
réalité un moyen dissimulé
d'encourager les migrations,
comparable à la procédure de
naturalisation accélérée et à la
campagne de régularisation. Le
CD&V est résolument opposé à
cette manière de favoriser les
migrations.

L'attitude du SP.A se traduit tout à
la fois par une banalisation et un
mépris affiché pour l'opinion
publique, particulièrement en la
personne du chef de groupe à la
chambre, Monsieur Van der
Maelen, qui juge la mesure
positive au point de vue de la
relation avec la population locale
dans les pays où des actions
militaires seront organisées. Allez
donc expliquer cela aux familles
des paras assassinés au Rwanda !

Le président du VLD, Monsieur De
Gucht, réagit à la mesure du
ministre avec cynisme, comme à
l'accoutumée. Il estime que la
Sûreté de l'État doit passer au
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
af waarom het met de BSD over and out is, terwijl de regering zal
overgaan tot de rekrutering van vreemdelingen in ons leger.

De heer Van der Maelen maakt wel een bijzonder interessant
statement, dat sommigen ongetwijfeld de haren te berge doet rijzen.
Hij zegt namelijk dat het eigenlijk wel goed zou zijn dat er niet-
Europese vreemdelingen in het Belgisch leger worden gerekruteerd,
omdat er dan betere contacten met de lokale bevolking mogelijk
zouden zijn. Ik heb nog maar zelden een redenering van een
dergelijk bedenkelijk, laag en simplistisch allooi naar voren horen
brengen in deze legislatuur. Onze para's zullen dat bijzonder graag
horen, net zoals de familieleden van de para's die in Rwanda
omgekomen zijn. Als dat de reden is, dan stel ik voor dat we zo vlug
mogelijk een contingent vastleggen van inwoners van de landen
waar we buitenlandse missies heen sturen. Dan kunnen we het
bodybagsyndroom vermijden waarmee paars-groen de vorige coalitie
heeft achtervolgd.

VLD-voorzitter De Gucht gooit het, zoals altijd, over een meer
cynische boeg. Hij zegt dat rekrutering van buitenlanders voor hem
kan, nadat de Veiligheid van de Staat haar werk heeft gedaan. We
zouden de Veiligheid van de Staat dan kunnen vergelijken met de
bol van madame Soleil die men in een tent op de zuiderkermis vindt.
Voorzitter De Gucht onderstreept dat we eerst de Staatsveiligheid
haar werk zullen laten doen ­ mevrouw Timmermans is intussen ook
al niet meer in functie ­, waarna we wel zullen zien. Decoderen we
wat de heer De Gucht zegt, dan betekent zijn uitspraak dat er een
gigantisch veiligheidsprobleem is als niet-Europese vreemdelingen
dienst nemen bij ons leger. De ondertoon van de verklaring van de
heer De Gucht is eigenlijk: laten we Flahaut maar aanmodderen; van
de rekrutering van vreemdelingen in ons leger komt er toch nooit
wat; hij mag dan wel al een mooi idee hebben gelanceerd, maar wat
mij betreft kan het dus niet.

Er moet ook een belangrijke psychologische kaap worden genomen.
De minister maakte een typologie op van de Duitsers, de Italianen en
de Spanjaarden. Waren het nu de Spanjaarden die hij als fainéants
bestempelde?
crible candidats étrangers à un
emploi à l'armée. Il reconnaît ainsi
implicitement qu'il se pose un
énorme problème de sécurité et
que la mesure ne sera peut-être
jamais adoptée. Quoi qu'il en soit,
j'ignore toujours en définitive si le
VLD, en tant que parti, est pour ou
contre la mesure proposée par le
ministre.

07.38
André Flahaut
, ministre: Non, je n'ai rien dit.
07.39
Pieter De Crem
(CD&V): Stel u voor dat bijvoorbeeld Duitsers
als niet-Belgische ingezetenen in Bastenaken opnieuw van piket zijn?
Dat lijkt mij om een aantal historische redenen toch vrij moeilijk.
07.40
André Flahaut
, ministre: Mme Lizin pense d'ailleurs
demander aux Allemands de venir enlever la terre à la forteresse de
Huy.
07.41
Pieter De Crem
(CD&V): Oui, elle me l'a dit! Elle a d'ailleurs
voulu rencontrer MM. Scharping et Fischer, mais ils étaient absents.
07.42
André Flahaut
, ministre: Dans un musée à Ypres, on peut
lire: Les Américains, les Français, les Allemands, les Belges font ceci
ou cela, mais tous aiment les femmes! Voilà ce que j'aurais dû dire:
tous aiment les femmes!
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32

De
voorzitter
: Mag ik erop aandringen om u aan de spreektijd te houden?
07.43
Pieter De Crem
(CD&V): U verwijst naar het Europese
gegeven, wellicht onder het spaarzame oog van Willem I, die onze
contreien gedurende 15 jaar mee heeft bestierd. Uiteindelijk zijn dat
alleen maar boutades. Immers, de motor van de Europese defensie
sputtert en hij wordt maar met weinig Belgische olie gesmeerd.

Ten slotte wil ik aan de collega's van de belangrijkste
meerderheidspartij vragen of de VLD daar nu voorstander of
tegenstander van is. Is de VLD voor niet-Europese vreemdelingen in
het Belgisch leger? Dat is de hamvraag.
07.44
André Flahaut
, ministre: La question n'est pas à l'ordre du
jour.
07.45
Pieter De Crem
(CD&V): De minister kan zijn plan alleen
doorvoeren als hij de steun heeft van de belangrijkste
regeringspartner. Daarmee wou ik afsluiten.
07.46
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, de
hele vraagstelling valt uiteraard uiteen in twee belangrijke punten:
vreemdelingen en werklozen. Wat de werklozenproblematiek betreft,
kan ik de minister volgen. De heer De Crem heeft overigens mijn
bedenking daaromtrent mooi verwoord: de kans dat we die in
Vlaanderen gaan vinden is vrij klein. Goed, alle beetjes helpen
wellicht.
07.46
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): J'estime comme le
ministre que la recherche de
jeunes chômeurs flamands
susceptibles d'intégrer l'armée
risque de s'avérer infructueuse.
07.47
Pieter De Crem
(CD&V): ... zei de mug en ze plaste in de
zee.
07.48
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Iedereen doet zijn werk,
dus doet u daar maar mee verder. Over de vreemdelingen zijn mijn
argumenten nog altijd dezelfde als twee jaar geleden. Ook die van de
heer De Crem zijn niet veranderd. Alleen die van de heer Goris zijn
heel wat genuanceerder geworden. Hij moet daarin de meerderheid
natuurlijk een beetje volgen. Men maakt daar ook al eens een bocht.
Ik zal dat argument met genoegen gebruiken in mijn kiescampagne.
Over dat punt heerst grote onduidelijkheid. De visie van de minister
is bekend. Die is de laatste twee jaar niet veranderd. Ik sluit mijn
opmerkingen af met dezelfde vraag als de heer De Crem. Wat gaat
de VLD hiermee doen?
07.48
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): En ce qui concerne
l'attrait éventuel d'étrangers non
européens pour notre armée, je
maintiens l'argumentation que
j'avais défendue il y a deux ans,
au moment où le ministre avait
lancé cette piste de réflexion. Nul
doute que le ministre n'a pas
changé d'avis, lui non plus, mais
la vision de M. Goris se veut plus
nuancée. Faut-il y voir une
amorce de revirement dans
l'attitude de son parti?
07.49
Stef Goris
(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik kom even terug
op de niet-Belgen. Het moet duidelijk zijn dat we leven een Europese
Unie waar er vrij verkeer is van personen en goederen. In dat
perspectief is het voor ons logisch dat het binnen de EU mogelijk
moet zijn, als de voorwaarde van de wederkerigheid is vervuld, dat
Europese onderdanen kunnen solliciteren voor een baan bij onze
krijgsmacht. Ze moeten natuurlijk aan de voorwaarden voldoen,
waaronder het beheersen van de taal. Immers, ze moeten bevel
voeren of krijgen in een taal die beide partijen begrijpen. Dat heeft
vooral belang voor de Franstalige rol. We weten immers heel goed
07.49
Stef Goris
(VLD): Dans le
cadre des traités européens en
matière de libre circulation des
personnes au sein de l'Union, il
est logique que les citoyens
européens puissent gagner les
rangs de nos forces armées. Moi
aussi, j'estime que cette mesure
risque d'entraîner une perturbation
des équilibres linguistiques
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
dat, indien Europeanen zich kandidaat stellen, het vooral mensen uit
het zuiden van Europa zullen zijn die hoofdzakelijk het Frans machtig
zijn en heel waarschijnlijk zelden of nooit het Nederlands.

Dat signaal, de Europese gedachte meer vorm geven, mag best
worden gegeven. We leggen er evenwel even sterk de nadruk op dat
dit voor niet-Europese onderdanen niet het geval is. Laat dat duidelijk
zijn. Dat heb ik enkele maanden geleden al gezegd en daar blijf ik
bij.

Wat de nood betreft van mijn partijvoorzitter wanneer hij het heeft
over de Veiligheid van de Staat, vragen we dat het parket-generaal
de achtergronden van de kandidaten in de verschillende lidstaten
natrekt. Er moet met andere woorden een bijzonder advies worden
gegeven door het parket en dat advies moet uiteraard positief zijn.

De historiek die u geeft aangaande artikel 10 van de Grondwet,
mijnheer De Crem, is correct. Als het echter alleen gaat over
Europese onderdanen zal, naar mijn aanvoelen, de Grondwet niet
moeten worden gewijzigd. Als we ook niet-Europese kandidaten
toelaten, dan moet er wel een grondwetswijziging komen. We
steunen in elk geval de mogelijkheid dat het leger toegankelijk wordt
voor Europese onderdanen.

Dan heb ik het over de werklozen. Ik dank de heer De Crem voor het
compliment dat hij de regering maakt door te zeggen dat er vandaag
in ons land te weinig jonge werklozen zijn. Dat is een belangrijk
statement. Ik verwijs verder graag naar het document 484, terug te
vinden op de website van de Kamer, dat het wetsontwerp bevat en
precies inhoudt wat de minister hier vandaag heeft uiteengezet.

Het is geen nieuwe piste. Vier jaar geleden werd dit reeds door mij
geëvoceerd. Hopelijk wordt deze tekst opnieuw opgediept. Wat is de
bedoeling van mijn voorstel? Wij willen jongeren die dat wensen de
kans geven om gedurende maximum 1 jaar in het leger te dienen.
Laten we de context en de periode waarin ik het voorstel heb
ingediend. De afschaffing van de legerdienst door de voorganger van
minister Flahaut, de heer Delcroix genoot de goedkeuring van de
VLD omdat wij tegen de verplichte legerdienst zijn, onder meer
omwille van een te grote discriminatie. Ik ga hierop niet dieper in. De
afschaffing ging echter niet gepaard met begeleidende maatregelen.
Men liet de beroepsmilitairen over aan hun lot en viel terug op een
kader dat onvoldoende was opgevuld. Op dit ogenblik voelen we nog
steeds de gevolgen hiervan. Er zijn jonge mensen die bereid zijn een
periode van 6 maanden of een jaar te dienen in het leger. Zij krijgen
een basisopleiding. Daarna kunnen ze beginnen en eventueel
deelnemen aan een operatie in het buitenland. We moeten de
jongeren die dat wensen die kans bieden. Op die manier kan de
rekruteringsgraad verhoogd worden. Als zij zich goed voelen in het
leger, kunnen zij blijven en later opgenomen worden in de reserve.
Dit is een goede piste die de VLD steunt.

Mijnheer de minister, als ik spreek over logistieke steun van de privé-
sector inzake de rekrutering heb ik het in geen geval over dure spots
en campagnes waar alleen de privé-sector van beter wordt. Dat is
geenszins mijn bedoeling. Met logisitieke steun bedoel ik dat het
personeelsmanagement van de Belgische krijgsmacht gebruik kan
maken van de logistieke aanwezigheid van de privé-sector in alle
belges. D'autres règles doivent
prévaloir pour les ressortissants
non européens.

M. De Gucht a en effet suggéré
que des candidats éventuels
devraient recevoir l'aval du
parquet général.

De manière générale, nous
soutenons l'idée que le
recrutement dans l'armée belge
de ressortissants européens doit
être possible.

Concernant les jeunes chômeurs,
je vous renvoie au document 484,
c'est-à-dire au texte de la
proposition de loi. L'objectif initial
de cette proposition de loi était en
effet de donner la possibilité aux
jeunes qui le souhaitaient de
travailler pendant une période
déterminée au service de l'armée.
En effet, lorsque le service
militaire a été supprimé, certains
jeunes se vus privés de la
possibilité d'entrer à l'armée.

En ce qui concerne mon plaidoyer
en faveur d'un soutien logistique
du secteur privé, je voudrais
préciser que je ne veux pas parler
de spots ni de campagnes ou de
bureaux de communication
coûteux. Je pense seulement que
les initiatives actuelles sont trop
locales et trop limitées. L'armée
doit être active à beaucoup plus
grande échelle et être présente
dans les rues pour recruter.

17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
straten en pleinen in Vlaanderen ­ hier gaat het over ­ om op de
meest goedkope en efficiënte manier meer zichtbaar in het
straatbeeld aanwezig te zijn om actief te kunnen werven. Ik kan me
niet van de indruk ontdoen dat de wervingspolitiek van de
krijgsmacht op dit ogenblik te weinig actief wordt gevoerd. Het is
correct dat inspanningen werden geleverd en dat ze opgevoerd
worden. Dat is een goede manier van werken. Uiteindelijk blijven het
echter te beperkte initiatieven. Dit moet op grote schaal worden
aangepakt, betaalbaar zijn en er moet gebruik gemaakt worden van
de privé-sector in het straatbeeld. Ik wens geenszins dure spots en
dure campagnes, geen adviseurs en communicatiebureaus. Dat is
absoluut niet nodig. Ik ben daar een even groot tegenstander van als
u, mijnheer de minister.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. José Canon au ministre de la Défense sur "le projet d'une évolution de carrière
au sein des forces armées belges" (n° 7731)
08 Vraag van de heer José Canon aan de minister van Landsverdediging over "de geplande
loopbaanevolutie in het Belgisch leger" (nr. 7731)
08.01
José Canon
(PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le cadre de la réforme des Forces armées belges,
vous avez parlé de la mise en place d'une évolution de carrière plus
rapide pour les militaires. Si celle-ci peut effectivement favoriser un
rapprochement des possibilités d'évolution de carrière de celles
pratiquées dans le cadre de l'activité privée ou encore apporter un
attrait supplémentaire pour les carrières dans les Forces armées, elle
générera évidemment un coût. Avez-vous déjà procédé à une
estimation du coût futur d'une telle proposition à laquelle j'adhère par
ailleurs totalement?
08.01
José Canon
(PS):
Gebeurde in het kader van de
nieuwe hervorming al een
schatting van de toekomstige
kosten die de invoering van een
versnelde militaire loopbaan zal
meebrengen?

08.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, la carrière
accélérée a été reprise dans la loi du 22 mars 2001 modifiant
certaines dispositions relatives au statut du personnel militaire.

La loi prévoit pour les sous-officiers que les grades de premier
sergent-major et d'adjudant peuvent être octroyés un ou deux ans
avant d'atteindre l'ancienneté minimum prévue dans le grade
immédiatement inférieur à la suite d'une appréciation des mérites
des candidats.

Pour les volontaires, les mêmes dispositions sont prévues pour la
carrière accélérée dans les grades de caporal-chef et de premier
caporal-chef. La loi ne prévoit pas de carrière accélérée pour les
officiers. La matière, certes complexe, fait l'objet d'une étude. Pour
l'instant, il m'est impossible de vous donner une estimation du coût
généré par une telle proposition.
08.02
Minister
André Flahaut
:
De wet van 22 maart 2001 bepaalt
dat de graden van sergeant-
majoor en van adjudant kunnen
worden toegekend een of twee
jaar voor men de minimum
anciënniteit bezit. Die bepalingen
gelden ook voor vrijwilligers met
de graad van korporaal-chef en
eerste korporaal-chef. De wet
voorziet niet in een versnelde
loopbaan voor de officieren. Op
dit ogenblik is het niet mogelijk
een schatting te geven van de
kostprijs van die maatregel.
De
voorzitter
: Collega's, ik pas het Reglement toe. Na het zomerreces krijgen we nog de kans om
daaraan een debat te wijden.
08.03
Martial Lahaye
(VLD): (...)
De
voorzitter
: Neen.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
(...)
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De
voorzitter
: De vragen nrs. 7740 en 7745 van de heren Jan Peeters en Ludwig Vandenhove worden
omgezet in schriftelijke vragen.
09 Question de Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "la suppression du projet de
construction de 24 maisons inscrit au budget de l'OCASC" (n° 7743)
09 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "het schrappen
in het budget van de CDSCA van het project voor de bouw van 24 huizen" (nr. 7743)
09.01
Josée Lejeune
(MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, nous avons appris que lors de l'approbation du budget 2002
de l'OCASC, vous aviez pris la décision de supprimer le projet de
construction de 24 maisons. Or il semble que les fonds attribués en
2001 n'avaient déjà pas pour objectif la construction de nouvelles
habitations, mais la rénovation de bâtiments existants.

Pourriez-vous nous expliquer, monsieur le ministre, quelle est votre
politique concernant ce dossier et surtout en ce qui concerne
l'évaluation des besoins.

D'autre part, vous escomptez des avantages fonctionnels et
d'importantes économies budgétaires du déménagement du site
central de l'OCASC de Neder-Over-Hembeek. Pouvez-vous nous
donner quelques précisions supplémentaires concernant ces
économies et les postes sur lesquels vous allez les réaffecter?
09.01
Josée Lejeune
(MR): Wat
is uw beleid met betrekking tot het
dossier van de goedkeuring van
de begroting 2002 van de
CDSCA? Kan u ons wat de
verhuizing van de centrale site
van de CDSCA te Neder-Over-
Heembeek betreft meer
toelichtingen geven over de
verwachte besparingen en over de
bestemming van die vrijgekomen
middelen?

09.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, l'OCASC dispose actuellement d'un parc de 3.228
maisons et appartements répartis sur le territoire belge en 58 sites.
Le taux d'occupation général de ces logements dépasse les 90%. Le
loyer est de 80% de ce qui est d'application dans le privé. Le loyer
varie de 205 euros à 425 euros, sauf à Neder-Over-Hembeek où il
est de 511 euros. Le comité de gestion a lui-même décidé de vendre
les logements situés dans les endroits où la demande est faible ou
inexistante.

Au projet de budget 2002 de l'OCASC était inscrit un projet de
construction de vingt-quatre maisons, dont douze à construire à
Marche et douze à Bourg Léopold, dans le cadre du retour des
troupes belges d'Allemagne. Par rapport à la demande, ce projet
n'aurait eu qu'une valeur symbolique, tout en aggravant la situation
financière de l'OCASC. J'ai donc décidé de ne pas autoriser le projet
de construction, tout en maintenant le budget inscrit au même poste
pour la rénovation des logements (900.000 euros).

En outre, j'ai insisté pour que l'effort pour répertorier et vendre les
maisons et terrains sans utilité soit poursuivi et accéléré. Le produit
de ces ventes aidera à financer le gros entretien et les travaux de
rénovation au parc de logements. Il est inutile de construire des
logements neufs si les personnes occupant les logements actuels se
plaignent de problèmes relatifs au gaz, à l'électricité, à l'isolation,...

En ce qui concerne la problématique du logement des familles qui
09.02
Minister
André Flahaut
:
CDSCA bezit momenteel 3228
huizen en appartementen, op 58
plaatsen verspreid over het
Belgisch grondgebied. De
bezettingsgraad van die woningen
ligt boven 90 percent. De huurprijs
bedraagt 80 percent van de
prijzen in de private sector.
Het project voor de bouw van 24
huizen, waarvan 12 in Marche en
12 in Leopoldsburg, in het kader
van de terugkeer van de
Belgische troepen uit Duitsland,
zou een louter symbolische
waarde hebben gehad. Wanneer
we de middelen op dezelfde post
behouden voor woningrenovatie,
dan zullen we die werken kunnen
financieren. De informatie is zeer
belangrijk. Van de 96 aanvragers
in 2002 zijn er 48 die al een
woning betrekken en een
veertigtal kregen een aanbod. De
verhuizing biedt de mogelijkheid
al het personeel dat instaat voor
het welzijn van het personeel van
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
reviennent d'Allemagne et du logement des militaires faisant
mutation en Belgique, l'aspect information est primordial. Ainsi, sur la
partie OCASC du site web des forces armées, il est possible de
consulter de façon interactive la liste des logements disponibles de
l'OCASC en fonction de plusieurs critères. A la date du 18 juin 2002,
219 familles de militaires des FBA s'étaient inscrites pour un
logement OCASC, dont 96 pour 2002, 122 pour 2003 et 1 pour 2004.
Des 96 demandeurs pour 2002, 48 occupent déjà un logement et une
quarantaine ont reçu une offre.

Au niveau du centre d'information de Spich, sont disponibles: toutes
les données et brochures des différentes sociétés régionales de
logements sociaux; les informations rassemblées par les bureaux
régionaux de l'OCASC en matière d'adresses utiles et de disponibilité
sur le marché civil.

Le déménagement vers Neder-Over-Hembeek et la vente du site
central actuel de l'OCASC, sur lequel le comité de gestion a
récemment marqué son accord, a plusieurs avantages.

Premièrement, ce déménagement permettra de regrouper sur la
plate-forme de Neder-Over-Hembeek tous les services prenant en
charge le bien-être du personnel de la Défense. Cela permettra
d'optimaliser cette fonction.

La relocalisation à Neder-Over-Hembeek permettra également des
économies de fonctionnement, par exemple, dans les domaines du
support informatique et de télécommunication, restauration, entretien
du bâtiment, nettoyage, etc.

Les économies réalisées et le résultat de la vente du site central
aideront l'OCASC à franchir la période difficile qui s'annonce suite à
la fermeture progressive de ses magasins en Allemagne qui
constituaient la base principale de ses revenus.

Hier, j'ai rencontré les membres du groupe de travail qui se penchent
sur la redéfinition du travail de l'OCASC compte tenu d'un article, se
trouvant dans la loi-programme, qui prévoit que l'OCASC serait aussi
compétent pour les services des civils et des militaires de la
Défense. J'ai demandé à ce groupe de travail de remettre sur le
chantier un projet des lettres de mission qui comportera les missions
spécifiques de l'OCASC. J'ai également demandé à l'OCASC de
recentrer ses missions et de ne pas vouloir imiter ce que d'autres font
en essayant de faire cela mieux. Aujourd'hui, nous sommes en train
de redessiner l'ensemble des missions de l'OCASC dans le cadre de
la nouvelle Défense.
Landsverdediging bijeen te
brengen in Neder-over-
Heembeek, waardoor die opdracht
in de best mogelijke
omstandigheden zal kunnen
verlopen en besparingen mogelijk
zullen zijn. Met de leden van de
werkgroep hertekenen we de
opdrachten van CDSCA in het
kader van de nieuwe hervorming.

09.03
Josée Lejeune
(MR): Monsieur le ministre, serait-il possible
de recevoir les conclusions de ce groupe de travail?
09.03
Josée Lejeune
(MR):
Kunnen de documenten van die
werkgroep ons worden bezorgd?
09.04
André Flahaut
, ministre: Oui, mais quand cela sera traduit
dans la lettre des missions. En effet, les conclusions ont été
présentées hier, mais j'ai demandé qu'on les retravaille car j'ai
estimé qu'on était en train de réécrire l'histoire.
09.04
Minister
André Flahaut
:
Uiteraard.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
10 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de brand in de
Ieperse kazerne" (nr. 7748)
10 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "l'incendie à la caserne d'Ypres"
(n° 7748)
10.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de Ieperse kazerne werd getroffen door een zware brand.
Een loods met afgedankt en deels reeds verkocht legermateriaal ging
volledig in de vlammen op. Zijn de gebouwen van de Belgische
krijgsmacht verzekerd tegen het risico van brand en andere schade?

Indien negatief, hoe groot is de geleden schade? Moet het gebouw
opnieuw worden opgetrokken? Zal bij de heropbouw rekening worden
gehouden met de uitbreiding van de activiteiten in de Ieperse
kazerne? Wordt van deze gelegenheid gebruikgemaakt om de
opslagruimte uit te breiden? Beschikt de kazerne over een eigen
brandweerploeg of moet men een beroep doen op de brandweer van
de stad Ieper?

Indien nog geen brandweerploeg aanwezig is, wordt dan naar
aanleiding van de uitbreiding van de activiteiten te Ieper gedacht aan
de oprichting van deze dienst? Hoe zit het met de brandpreventie?
Welke lessen werden uit dit incident getrokken? Graag een antwoord,
mijnheer de minister.
10.01
Martial Lahaye
(VLD): La
caserne d'Ypres a été touchée par
un incendie important. Un
entrepôt avec du matériel militaire
usagé et en partie déjà vendu a
été réduit en cendres.

Les bâtiments de l'armée belge
sont-ils assurés contre l'incendie
et autres dégâts ? Dans la
négative, quelle est l'ampleur des
dégâts subis ? Sera-t-il tenu
compte, en cas de reconstruction
éventuelle, de l'extension des
activités dans la caserne
d'Ypres ? La caserne dispose-t-
elle d'une équipe d'incendie qui lui
est propre ? Dans la négative,
songe-t-on à créer un propre
service ? Où en est la prévention
des incendies ? Quelles leçons
ont été tirées de cet incident ?
10.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, monsieur
Lahaye, comme c'est le cas pour les autres bâtiments de l'Etat, les
bâtiments des Forces armées belges ne sont pas assurés contre les
risques d'incendie et autres dommages. L'Etat belge est donc son
propre assureur.

Les dégâts sont estimés à 270.000 euros. 4 compartiments du
hangar, qui en comporte 10, ont été détruits et ne seront pas
reconstruits. Cela représente 1.000 m2 d'espace de stockage.
Cependant, la construction d'un nouveau hangar de 4.000 m2 est
prévue dans le cadre de la restructuration.

La caserne dispose d'une propre équipe anti-incendie de 15 hommes
formés au centre anti-incendie de Ryckevelde et d'un véhicule de
type UNIMOG.

Vu que l'incendie s'est déclaré avant les heures de service et que la
majorité du personnel n'était pas encore présente dans la caserne, il
a été fait appel aux pompiers d'Ypres. Cependant, une première
intervention a été effectuée avec le personnel présent. Un nouveau
dossier incendie venait d'entrer en application et en usage. Un
exercice d'incendie a lieu tous les mois. Ce nouveau dossier sera
examiné en concertation avec les pompiers d'Ypres afin d'apporter
des corrections.
10.02
Minister
André Flahaut
:
Zoals u weet is de Belgische staat
zijn eigen verzekeraar. De schade
is op 270.000 euro geraamd. In
het kader van de herstructurering
is een loods van 4000 m2
gepland. De kazerne heeft een
eigen brandweerploeg en een
UNIMOG-voertuig. Omdat de
brand voor de diensturen is
uitgebroken, werd een beroep op
de brandweer van Ieper gedaan.

Er was net een nieuw brandplan
ingegaan. Het zal binnenkort
worden beoordeeld en indien
nodig aangepast.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38

De
voorzitter
: Collega Lahaye, kunnen wij de agendapunten 14 en 18 niet bundelen? Het gaat over de
veiligheid van het militaire luchtverkeer en over de luchtverkeersleiding.
10.03
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
ander voorstel. Ik zou vraag 14 nu stellen en mijn volgende vragen
eventueel laten opnemen in het verslag met de antwoorden van de
minister. Heb ik geen voldoening, dan kan ik na het reces nog
bijkomende schriftelijke vragen stellen. Gaat u daarmee akkoord? Ik
ben bereid mijn volgende vragen nu niet te stellen, indien zij met het
antwoord in het verslag worden opgenomen. Kan dat?
10.03
Martial Lahaye
(VLD):
J'aimerais que mes questions
figurent dans le rapport. Je
souhaiterais dès lors les poser
aujourd'hui.

De
voorzitter
: Ik kan dat niet toestaan. Er zijn maar twee mogelijkheden: ofwel trekt u nu uw vragen in,
ofwel zet u ze om in schriftelijke vragen. Dan moet u mevrouw De Prins verwittigen dat zij zijn omgezet in
schriftelijke vragen. Ik kan de vragen niet in het verslag laten opnemen als ze niet zijn gesteld.
10.04
Martial Lahaye
(VLD): Dan zal ik ze afzonderlijk stellen, te
beginnen met vraag 14.
De
voorzitter
: Dan geef ik wel eerst het woord aan de heer Jan Eeman.
11 Vraag van de heer Jan Eeman aan de minister van Landsverdediging over "de burger-militaire
samenwerking in de Koninklijke School voor de Medische dienst" (nr. 7760)
11 Question de M. Jan Eeman au ministre de la Défense sur "la collaboration entre civils et
militaires au sein de l'Ecole royale du service médical" (n° 7760)
11.01
Jan Eeman
(VLD): Mijnheer de voorzitter, het zal een korte
vraag zijn met vermoedelijk ook een kort antwoord. Het is echter wel
belangrijk.

Mijnheer de minister, in de Gentse Leopoldskazerne worden in de
praktijklabo's een aantal vaardigheden aangeleerd aan het medisch
personeel van de krijgsmacht. Het gaat meer bepaald onder meer
om slachtofferhulp, het gebruik van medische apparatuur en het
aanleren van medische attitudes. Naast militairen kunnen ook
burgers en burgerlijke instellingen gebruik maken van deze
faciliteiten. Precies in dat verband wil ik een aantal vragen stellen.

Ten eerste, hoeveel burgers of instellingen konden hier gebruik van
maken in de voorbije jaren, bijvoorbeeld in 1999, 2000 en 2001?

Ten tweede, dient hiervoor apart betaald te worden, bijvoorbeeld
voor het gebruik van de infrastructuur?

Ten derde, is het eventueel mogelijk om dit toch wel lovenswaardig
initiatief nog uit te breiden, hetzij ter plaatse, hetzij in andere
omgevingen?
11.01
Jan Eeman
(VLD): A
l'Ecole royale du service médical
établie dans la Caserne Léopold à
Gand, il est possible pour les civils
de suivre des cours pratiques et
didactiques en matière d'aide aux
victimes, d'utilisation du matériel
médical et de gestion des
situations de crise.

Combien de civils ont-ils suivi ces
cours en 1999, en 2000 et en
2001 ? Ces cours étaient-ils
payants ? A quel niveau peut-on
envisager une autre forme de
synergie avec le secteur civil ?

11.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, je voudrais
remercier M. Eeman pour sa question. En effet, la réponse, qui m'a
été fournie, va m'amener à poser des questions complémentaires
aux services concernés.

Le nombre de tiers qui ont utilisé les laboratoires, en 1999, n'est plus
connu, ce qui est anormal. Je vais donc tenter d'obtenir plus
d'informations à ce sujet.
11.02
Minister
André Flahaut
:
In antwoord op uw vraag kan ik
volgende verduidelijkingen geven:
het aantal derden dat in 1999 een
beroep heeft gedaan op de
skill
labs
is op dit ogenblik niet meer
gekend, wat niet normaal is. Ik zal
proberen die informatie op te
sporen. Voor 2000 gaat het om
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
Le nombre de tiers qui ont utilisé les laboratoires, en 2000, s'élève à
1.287.

Le nombre de tiers qui ont utilisé les laboratoires, en 2.001, s'élève à
2.010.

Suivant la réponse qui m'a été fournie, il ne serait déontologiquement
pas correct de faire payer les services fournis, vu la collaboration
entre les civils concernés et les militaires en différents domaines. Je
vais quand même faire examiner ce que représente le service que
nous offrons ainsi que son coût réel. En effet, quand je fais un
cadeau, j'aime que la personne qui le reçoit soit consciente de sa
valeur.

L'an prochain, à ma demande, un cours de "premiers soins" sera
dispensé au personnel civil des Forces belges en Allemagne qui
quitte le département suite à la restructuration. De plus, il y a des
initiatives diverses en collaboration avec certaines universités et
institutions civiles.

Toutefois, monsieur Eeman, je vous invite à me reposer votre
question à la rentrée. En effet, j'ai le sentiment que ceux qui ont
rédigé ma réponse se sont quelque peu moqués de moi.
1287 en voor 2001 om 2010
gevallen.

In het licht van de samenwerking
tussen de betrokken burgerlijke
diensten en de militairen zou het
niet passend zijn te doen betalen
voor die diensten. Toch zal ik
laten nagaan waaruit die
dienstverlening precies bestaat en
wat er de reële kostprijs van is.

Op mijn vraag wordt volgend jaar
een cursus EHBO georganiseerd
voor het burgerpersoneel van de
Belgische Strijdkrachten in
Duitsland, dat het departement
verlaat ingevolge de
herstructurering.

Daarnaast zijn er tal van
uiteenlopende initiatieven in
samenwerking met bepaalde
universiteiten en niet-militaire
instellingen.

Mijnheer Eeman, ik verzoek u uw
vraag in september opnieuw te
stellen, want ik heb de indruk dat
degenen die dit antwoord hebben
opgesteld een loopje met me
hebben willen nemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de
luchtverkeersleiding" (nr. 7761)
12 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "le contrôle aérien" (n° 7761)
12.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik stel mijn vraag naar aanleiding van de botsing van een
passagiersvliegtuig met een transportvliegtuig in het luchtruim boven
Duitsland. In België worden de luchtverkeersleiding en het luchtruim
verdeeld tussen burgers en militairen. Ik had graag vernomen of
daardoor de kans op een botsing in België niet groter is. Er is ook
sprake van een fusie op het vlak van luchtverkeersleiding. Kunt u
ons hierover de stand van zaken meedelen?

Met betrekking tot de militaire luchtverkeersleiding zou ik graag van
u vernemen of de systemen waarover de militairen beschikken in de
verschillende basissen voldoende up-to-date zijn en of ze van die
aard zijn dat alle mogelijke incidenten, waarbij verschillende
vliegtuigen van diverse aard ook betrokken zijn, kunnen vermeden
worden? Graag uw antwoord, mijnheer de minister.
12.01
Martial Lahaye
(VLD) :
L'espace aérien belge est divisé
en une zone militaire et une zone
civile. Cela accroît-il le risque
d'accident comme en Allemagne,
où un avion ayant à son bord des
passagers et un avion de transport
se sont récemment heurtés en
plein vol ? Où en est-on sur le
plan de la fusion programmée des
contrôles aériens civils et
militaires ? Le contrôle aérien
militaire est-il adapté aux
exigences actuelles ?
12.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers 12.02
Minister
André Flahaut
:
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
collègues, les espaces aériens civil et militaire en Belgique sont
scindés afin de minimaliser les risques. Un avion militaire qui se
trouve dans l'espace aérien civil soit est contrôlé par un contrôleur
aérien civil, soit il utilise des corridors spéciaux, publiés sous la
direction d'un contrôleur militaire, en contact permanent avec le
contrôle aérien civil.

Je vous garantis que la collaboration entre le contrôle aérien civil et
le contrôle aérien militaire est un exemple. Cette coordination avec
les civils est une nécessité. Elle est documentée sous forme de
"letters of agreement" entre les deux parties. Les points de
croisement, niveaux de vols et corridors sont donc établis de
commun accord.

En ce qui concerne des synergies plus importantes entre le contrôle
militaire et le contrôle civil, des discussions techniques sont encore
en cours avec l'administration aéronautique et Belgo-control.

Dans le domaine de l'équipement, le nouveau système SEROS II
sera opérationnel à la fin de l'année 2002, à condition que les tests
d'acceptation soient positifs. Ces tests sont en cours pour l'instant.

Les autres problèmes techniques dans les domaines des
communications et de couverture radars sont continuellement suivis
par nos services techniques qui implémentent les améliorations
possibles. En ce qui concerne les communications radio en
particulier, une prospection du marché est en cours pour la renforcer.

Je remercie M. Lahaye pour sa question. En même temps,
j'apporterai certaines précisions à la commission. Je le ferai
également pour la presse cet après-midi. Tout à l'heure, je visiterai
Semmerzake. C'est la troisième fois que je m'y rends. Ce n'est donc
pas pour moi que l'on organise cette visite. En fait, j'en envie de
montrer à l'extérieur que les informations qui sont parues la semaine
dernière dans la presse à la suite d'une question posée par
Mme Dardenne, ne sont pas correctes. Je regrette qu'on tente, par
des interprétations dans la presse, de faire paniquer les gens. Je
n'accepte pas cela. Je me rends donc sur place pour montrer à la
presse, qui sera présente, les installations dans lesquelles nous
travaillons à Semmerzake.

Pour l'instant, le cadre général du contrôle se trouve dans une
période intermédiaire entre l'ancien système SEROS I ­
Semmerzake radar operating system ­ et le système SEROS II qui,
comme je viens de vous le dire, sera opérationnel en décembre de
cette année, pour autant que les tests d'acceptation soient positifs.

Aujourd'hui, il y a encore des imperfections techniques dans le
système intérimaire mais ces imperfections ont été identifiées et des
restrictions opérationnelles ont été imposées aux utilisateurs de
l'espace aérien militaire.

Dans cet article, il a également été déclaré que notre radar tombe
parfois en panne. En tout cas, il ne peut s'agir du radar de
Semmerzake, qui est le S723. Il s'agit d'un radar très fiable. De plus,
Semmerzake reçoit et intègre l'image de huit radars différents, civils
et militaires. Donc, la panne temporaire de l'un de ces radars ne
pourrait pas détériorer l'image globale, au point de mettre la sécurité
Om de risico's zo veel mogelijk te
beperken is het militaire luchtruim
boven België gescheiden van het
burgerlijke luchtruim. Een militair
vliegtuig dat in het burgerlijke
luchtruim vliegt, wordt door een
burgerlijke luchtverkeersleider
gecontroleerd, óf gebruikt de
speciale bekendgemaakte
luchtcorridors, onder toezicht van
een militaire verkeersleider die
permanent in verbinding staat met
de burgerlijke
luchtverkeersleiding. Ik kan u
verzekeren dat de burgerlijke en
de militaire luchtverkeersleiding in
België voorbeeldig samenwerken.
Inzake het bewerkstelligen van
een nog grotere synergie van de
militaire en burgerlijke
verkeersleiding zijn er technische
besprekingen aan de gang met
het Bestuur van de Luchtvaart en
Belgocontrol.

Wat de uitrusting betreft, kunnen
wij u meedelen dat het nieuwe
SEROS II-systeem (Semmerzake
Operating System) eind 2002
operationeel zal zijn, mits de
resultaten van de thans aan de
gang zijnde opleveringstests
positief zijn.

De overige technische problemen
op het stuk van communicatie en
radarbereik worden door onze
technische diensten, die de
systemen waar mogelijk
verbeteren, nauwlettend gevolgd.
Wat meer bepaald het
radioverkeer betreft, kan ik u
zeggen dat de markt momenteel
wordt afgetast met het oog op een
versterking van de radiosystemen.

Ik dank de heer Lahaye voor zijn
vraag en ik wil de commissie
daarnaast ook een aantal
verduidelijkingen geven. Deze
namiddag bezoek ik met een
afvaardiging van journalisten de
site van Semmerzake, om de
buitenwereld te tonen dat het
commentaar dat door de pers de
wereld werd ingestuurd, na een
vraag van mevrouw Dardenne,
niet strookt met de realiteit.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
aérienne en péril.

Certains disent qu'il existe des problèmes de radio. Ces problèmes
ont été identifiés et le remplacement des radios est prévu. Une
prospection technique et militaire est en cours. Des initiatives ont été
prises pour améliorer la situation: sélection automatique d'un
récepteur, transmission simultanée sur deux transmetteurs, mise à
disposition de fréquences alternatives.

J'ai eu, un dimanche matin, chez moi, la visite de délégués
syndicaux, de représentants. Je me suis engagé à suivre de près les
équipements des contrôleurs aériens et je compte encore demander
qu'il y ait des solutions pour septembre 2002 à la direction générale
`'material resources''. Certains disent que les câblages sont
obsolètes. Les câbles de transmission de l'ATCC ont été remplacés il
y a deux ans. Ils demandent un tiers du cadre. Pour répondre au
manque d'effectifs en contrôleurs aériens, le niveau de service de
contrôle et la charge de travail ont été adaptées au nombre
disponible de contrôleurs et chaque contrôleur ne supervise que deux
entités par langue, deux avions ou formations d'avions. Pour
référence, un contrôleur dans le civil a parfois 25 avions en même
temps. Je vous ai déjà parlé de la coordination avec le civil.

Un briefing sera donné cet après-midi. Je propose qu'il y ait un
déplacement de la commission sur les lieux lors de l'arrivée des
nouvelles installations à Semmerzake. Si on me pose la question cet
après-midi, si le bourgmestre de Semmerzake continue à faire des
difficultés avec le radar qu'on a installé, ce sera très simple, on
quittera Semmerzake et on ira à Glon. On ne peut pas à la fois me
demander d'avoir des équipements performants et m'ennuyer, pour
être poli, avec des préoccupations qui n'ont finalement rien à voir
avec la sécurité. Je dirai très calmement mais avec détermination
que si on fait tant de difficultés à Semmerzake, on ira à Glon. Je sais
que Semmerzake a été maintenu parce que M. Delcroix l'a voulu.
Mais si c'est pour avoir tous les emmerdements possibles, on s'en
va. Il n'y a pas que Janssens-Pharmaceutica qui peut quitter Anvers,
l'armée peut aussi quitter Semmerzake.

Wij zitten in een tussenfase
tussen SEROS I en SEROS II;
SEROS II zal eind 2002
operationeel zijn, tenminste als de
tests afdoend zijn. Het tussentijds
systeem kampt immers nog met
een aantal technische
moeilijkheden.

Het klopt dat een radar defect kan
zijn, maar een tijdelijk defect van
één radar op acht kan het
totaalbeeld niet vervalsen. In het
geval van de S723 is dat niet
mogelijk.

De vervanging van de radio's is
eveneens gepland; daarbij zullen
alternatieve middelen ter
beschikking worden gesteld.

Het feit dat er luchtverkeersleiders
ontbreken houdt evenmin een
gevaar in, want zij controleren
veel minder vluchten dan een
verkeersleider in de
burgerluchtvaart.

Ik stel voor dat de commissie zich
ter plekke begeeft eens de nieuwe
installaties operationeel zullen
zijn, om met eigen ogen vast te
stellen dat alles in orde is. Indien
de burgemeester van
Semmerzake op dat moment nog
steeds niet akkoord gaat, dan
gaan we elders. Wij willen niet
verveeld zitten met andere dan
veiligheidsproblemen
12.03
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw zeer gedetailleerde antwoord en uw grote bezorgdheid inzake het
onderwerp van mijn vraag.

Wat de briefing van deze namiddag betreft, wil ik zeggen dat dit
nogmaals bewijst dat u het probleem ter harte neemt en dat u op het
terrein de zaken van zeer dichtbij wilt volgen. Ik betreur dat ik dit niet
wist. Had ik het geweten dan had ik graag samen met u deze briefing
gevolgd.
12.03
Martial Lahaye
(VLD): Le
briefing de cet après-midi indique
que le ministre Flahaut prend
cette affaire à coeur.
12.04
André Flahaut
, ministre: Vous pouvez toujours me rejoindre.
C'est à 13 heures.
12.05
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, ik heb jammer
genoeg al andere afspraken gemaakt. Ik reken erop dat u de
eventuele problemen op de voet volgt.
12.05
Martial Lahaye
(VLD):
J'insiste pour que l'armée mette
tout en oeuvre afin de rendre le
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42

Wat betreft het systeem Seros II, dat op het einde van dit jaar in
gebruik zal worden genomen maar waarvoor nog enkele testen
moeten worden uitgevoerd, zou ik durven aandringen op een zo vlug
mogelijke afhandeling zodat het systeem zo vlug mogelijk in gebruik
kan worden genomen.

Wat de onvolmaaktheden van bepaalde apparatuur betreft, zou ik u
willen vragen dit zo vlug mogelijk te volgen zodat er niets gebeurt en
alles vlot kan verlopen.
Semmerzake Radar Operating
System 2 opérationnel le plus
rapidement possible et pour que
l'on surveille de manière attentive
les manquements aux autres
appareils.
De
voorzitter
: Wij zullen na het reces een afspraak maken om een bezoek te brengen aan Semmerzake.
12.06
André Flahaut
, ministre: Il y aura deux visites à faire, si vous
me permettez, monsieur le président, l'une à Semmerzake et l'autre
à Poelkappelle parce que le dédoublement des installations de
Poelkappelle sera opérationnel aux environs d'octobre ou de
novembre. Comme annoncé en début de législature, le
dédoublement de l'identification sera prêt.
12.06
Minister
André Flahaut
:
Er zullen twee sites moeten
worden bezocht, Semmerzake en
Poelkapelle, waar de systemen
tegen eind september
operationeel moeten zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "vacatures bij de
gespecialiseerde eenheden van het Belgisch Leger" (nr. 7816)
13 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "les emplois vacants au sein des
unités spécialisées de l'Armée belge" (n° 7816)
13.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de speciale politie-eenheden en het speciaal interventie-
eskadron van het peloton Protectie, Observatie, Steun en Arrestatie
kampen met een tekort aan personeel. Eén van de oorzaken die mee
aan de basis van dit tekort liggen is de mindere fysieke conditie van
de kandidaten, onder meer te wijten aan de veranderde
levensgewoonten waarbij sport en beweging minder aan bod komen.
Een andere oorzaak is het feit dat voor velen de permanente
beschikbaarheid niet te combineren valt met de wens om privé ook
een comfortabel leven te kunnen leiden. Graag had ik van u een
antwoord gekregen op enkele vragen.

Hoe staat het met de rekrutering en het invullen van de vacatures bij
de gespecialiseerde eenheden van het Belgisch leger, de
paracommando's, rescue en special forces? Worden de fysieke tests
aangepast aan hetgeen de markt biedt of blijven de eisen even
hoog? Hoe wordt binnen het leger omgegaan met permanente
beschikbaarheid? Waren er reeds contacten met Binnenlandse
Zaken met het oog op een samenwerking tussen voormelde speciale
politie-eenheden en de elite-eenheden van het Belgisch leger? Zou
in het kader van de militair-civiele samenwerking een dergelijke
samenwerking overwogen kunnen worden? Misschien biedt dit de
betrokken militairen de kans om ervaring op te doen op het vlak van
politietechnieken en ordehandhaving, zaken die hoogst waarschijnlijk
wel van pas kunnen komen bij het inzetten van Belgische eenheden
voor vredesmissies.
13.01
Martial Lahaye
(VLD):
Plusieurs unités spéciales
manquent de personnel. Cette
situation s'explique notamment
par le manque de temps réservé
aux activités sportives et au
mouvement dans notre mode de
vie contemporain et par la
combinaison difficile entre une
disponibilité permanente pour son
emploi, d'une part, et la vie
privée, d'autre part.

Comment le ministre compte-t-il
remédier à la pénurie de
personnel ? Va-t-il assouplir les
critères relatifs à la condition
physique et à la disponibilité
permanente? Envisage-t-il une
collaboration avec l'armée en vue
d'un échange de personnel
spécialisé ?

13.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, on constate aujourd'hui le plus grand déficit de candidats
13.02
Minister
André Flahaut
:
De proeven inzake de fysieke
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
volontaires. Ce déficit ne se trouve pas nécessairement pour des
fonctions où les critères physiques sont les plus exigeants. Le choix
personnel du candidat joue plutôt un rôle lors de la sollicitation pour
une fonction spécifique. Pour les forces spéciales, le recrutement ne
se fait pas à la base, mais à d'autres moments.

Les épreuves concernant la condition physique sont réglées au sein
du département de la Défense par un arrêté royal de novembre
1991. Depuis cette date, les normes n'ont plus été adaptées, mais
elles le seront prochainement.

La "disponibilité permanente" en soi n'est pas un terme militaire
statutaire. La loi du 20 mai 1994 relative à la mise en oeuvre des
forces armées, à la mise en condition ainsi qu'aux périodes dans
lesquelles le militaire peut se trouver prévoit, dans son article 3, § 2,
la mise en condition et la mise en oeuvre des forces armées en
période de paix. L'article reprend, dans le troisième point, la mise sur
préavis des militaires qui entrent en ligne de compte pour sa mise en
oeuvre en vue d'atteindre, dans les délais exigés, le niveau voulu de
préparation aux opérations.

Il n'existe pas de coordination structurée entre le département de la
Défense et le ministère de l'Intérieur concernant une collaboration
entre la police et les unités spéciales de la Défense.

Dans le cadre des opérations extérieures, les militaires ne sont pas
impliqués dans les missions de police. Par conséquent, la
collaboration sur le plan des techniques de police et de maintien de
l'ordre n'est actuellement pas envisagée.
conditie worden geregeld bij het
koninklijk besluit van 13
november 1991. Sinds die datum
werden de normen niet meer
aangepast.

"Permanente beschikbaarheid" is
geen statutaire militaire
uitdrukking. De wet van 20 mei
1994 voorziet in de paraatstelling
en de aanwending van de
krijgsmacht in vredestijd, en in het
op preadvies stellen van de
militairen die voor aanwending in
aanmerking komen, teneinde
binnen de vereiste termijnen het
gewenste niveau van
voorbereiding op de operaties te
bereiken

Er is geen gestructureerde
coördinatie tussen de
departementen van
Landsverdediging en
Binnenlandse Zaken voor
samenwerking tussen de politie en
de speciale eenheden van
Landsverdediging. In het kader
van externe opdrachten worden
militairen niet betrokken bij
politietaken. Samenwerking op het
stuk van politietechnieken en
ordehandhaving is momenteel
dan ook niet aan de orde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de lamentabele
fysieke conditie van de jeugd" (nr. 7817)
14 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "la condition physique lamentable
des jeunes" (n° 7817)
14.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op het vlak van rekrutering wordt heel vaak geklaagd over
de lamentabele fysieke conditie van de jeugd. Sport en beweging
verschuiven in de huidige samenleving steeds meer naar het
achterplan terwijl men voor het invullen van de vacatures bij politie
en leger fitte en fysiek sterke mensen nodig heeft. Er rijzen hierdoor
niet alleen problemen voor de rekrutering, maar heel waarschijnlijk
ook voor bevorderingsproeven en toelatingsproeven tot opleidingen
die tot bevordering kunnen leiden.

Graag had ik van u vernomen of de proeven in het kader van
gewone of sociale promotie in het Belgisch leger ook moeilijkheden
met zich brengen. Heel specifiek zou ik van u graag vernemen of de
officieren die kandideren voor deelname aan een tweede cyclus of
14.01
Martial Lahaye
(VLD) : La
condition physique déplorable des
jeunes constitue un véritable
problème pour le recrutement à
l'armée. Le même problème
affecte-t-il le recrutement des
cadres ?

Les officiers qui se portent
candidats pour le deuxième cycle
ou pour la formation d'état-major
subissent-ils également des tests
physiques ? En quoi consistent-
ils ? Comment les résultats ont-ils
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
een hogere stafopleiding ook fysieke testen moeten afleggen. Wat
houden die testen precies in? Wat is de evolutie in de resultaten van
die testen tijdens de voorbije vijf jaar? Mochten de kandidaten niet in
de fysieke proeven slagen, wordt hun kandidatuur dan aangehouden
of worden zij geweigerd?
évolué ces cinq dernières
années ? Les candidats qui
échouent à ces tests sont-ils
malgré tout pris en considération ?
14.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la condition physique générale est un des facteurs
d'appréciation lors des propositions d'avancement. Lors de la
promotion sociale, la réussite des tests physiques est une condition
nécessaire. Seulement un dixième des candidats ne les réussit pas.
Cela veut dire que 90% réussissent.

Les candidats pour les cours de formation officier supérieur ne
doivent pas passer de tests physiques pour être admis. Un avis
motivé est émis par les autorités hiérarchiques en ce qui concerne la
valeur professionnelle du candidat; ceci tient compte de sa condition
physique générale.

Lors de la désignation des candidats pour les cours supérieurs d'état-
major, il est tenu compte de la condition physique générale à côté
d'un nombre d'autres facteurs; une candidature n'est pas refusée sur
la seule base de la condition physique.
14.02
Minister
André Flahaut
:
De algemene fysieke conditie is
één van de beoordelingsfactoren
bij de voorstellen tot bevordering.
In het kader van de sociale
promotie is het slagen voor de
fysieke tests een noodzakelijke
voorwaarde. Slechts een tiende
van de kandidaten slaagt daar niet
in.
De kandidaten voor de
Opleidingscursus voor hoge
officieren moeten geen fysieke
test afleggen om toegelaten te
worden. De hiërarchische
overheid brengt een gemotiveerd
advies uit over de professionele
kwaliteiten van de kandidaat, dat
rekening houdt met de algemene
fysieke conditie.
Ten slotte, bij de aanstelling van
de kandidaten voor de Hogere
Stafcursus, wordt rekening
gehouden met de algemene
fysieke conditie naast tal van
andere factoren. Een kandidatuur
wordt niet geweigerd alleen op
grond van de fysieke conditie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de veiligheid van
het militair luchtverkeer" (nr. 7827)
15 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "la sécurité du trafic aérien
militaire" (n° 7827)
15.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op woensdag 10 juli 2002 maakte een Belgisch F16-toestel,
dat van op de basis van Kleine Brogel opgestegen was, een
noodlanding op de luchthaven van Oostende. De piloot bemerkte
tijdens de trainingsvlucht rookontwikkeling in de cockpit. Tijdens de
noodlanding kreeg de piloot blijkbaar ook bijstand van twee Seaking-
helikopters van het 40
ste
smaldeel van Koksijde. Graag kreeg ik een
antwoord op de volgende vragen.

Wat was uiteindelijk de oorzaak van dat incident?

Gebeurde dat al verschillende keren? Zo ja, hoe vaak al?

Is de basis van dat probleem gekend en kunnen er maatregelen
15.01
Martial Lahaye
(VLD) : Le
10 juillet dernier, un F-16 a dû
effectuer un atterrissage
d'urgence à l'aéroport d'Ostende.

Quelle était la cause de cet
incident ? Quels investissements
doivent-ils être consentis pour
éviter ce type de situation ? Quel
sera le montant de ces
investissements ? De tels
problèmes sont-ils fréquents ?

Le pilote a-t-il suivi une procédure
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
worden genomen om dergelijke voorvallen in de toekomst te
voorkomen?

Worden, om dergelijke voorvallen te vermijden, specifiek technische
voorzorgsmaatregelen genomen? Zo ja, welke investeringen moeten
er gebeuren? Welk prijskaartje zou aan zulke operatie verbonden
zijn?

Toen de piloot de problemen bemerkte, werd heel waarschijnlijk een
noodprocedure ingezet. Wat houdt zo'n procedure in? Wie is daarbij
betrokken? Worden alle betrokkenen daarin getraind?

Tussen het opmerken van de problemen en de noodlanding verliep
ongetwijfeld een bepaalde tijd, aangezien er zelfs twee Seaking-
helikopters werden ingezet. Waar bevond het toestel zich toen de
piloot de problemen opmerkte? Welke afstand moest het toestel
afleggen vooraleer het kon landen in Oostende? Welk gebied werd er
overvlogen? Bestond er op enig ogenblik gevaar voor onze
bevolking?

Ten slotte, waarom landde dat toestel op de luchthaven van
Oostende en niet op de militaire basis van Koksijde, die daar vlakbij
ligt?
d'urgence ? Laquelle ? Qui
implique-t-elle ? Fait-elle l'objet
d'un entraînement ?

Il s'est apparemment écoulé un
certain temps entre la constatation
des problèmes et l'atterrissage ;
deux hélicoptères Seaking ont en
effet été mobilisés. Où se trouvait
l'appareil lorsque le problème est
survenu ? À quelle distance
d'Ostende se trouvait-il ? La
population a-t-elle été exposée à
un danger ? Pourquoi l'appareil a-
t-il atterri à cet endroit et non à la
base aérienne de Coxyde ?

15.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, actuellement, nous ne sommes pas en mesure de
déterminer avec certitude les causes de l'incident. Il s'agit
probablement d'une collision aviaire. Celle-ci peut provoquer de la
fumée et une odeur spécifique dans le cockpit.

Dans un cas pareil, la procédure de secours prévoit d'exécuter dans
les meilleurs délais possibles un atterrissage de précaution. Tenant
compte de l'endroit de l'incident, environ 24 kilomètres à l'Est
d'Ostende, il a été décidé de commun accord avec le contrôle aérien
d'atterrir à Ostende. Il n'y avait pas d'augmentation de danger pour la
population puisqu'il s'agissait d'une mesure de précaution.

Chaque mois, une escadrille est désignée pour la simulation d'une
procédure d'urgence, suivie par une diversion vers un aéroport
arbitraire mais adapté et ce, afin d'entraîner les différentes parties.

Au moment des faits, deux Seakings de la base de Coxyde faisaient
un vol d'entraînement dans les environs. Ceux-ci se sont rendus à
titre préventif vers la zone d'Ostende.
15.02
Minister
André Flahaut
:
Op dit ogenblik is het niet mogelijk
met zekerheid de oorzaken van
het incident vast te stellen.
Waarschijnlijk gaat het om een
botsing met vogels. Zo'n botsing
kan rook veroorzaken en in de
cockpit voor een specifieke geur
zorgen.

De noodprocedure schrijft voor
dat men in zo'n geval zo snel
mogelijk landt bij wijze van
voorzorgsmaatregel. Rekening
houdend met de plaats waar het
incident zich voordeed, werd met
de luchtcontrole beslist in
Oostende te landen. Er was geen
gevaar voor de bevolking,
aangezien het om een
voorzorgsmaatregel ging.

Op het ogenblik van de feiten
maakten twee Seakings van de
basis van Koksijde een
oefenvlucht in de buurt en zij zijn
bij wijze van voorzorgsmaatregel
richting Oostende gevlogen.
15.03
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, dat is het
zoveelste bewijs van het belang van onze Seaking helikopters.

Toch kreeg ik graag een antwoord op mijn laatste vraag. Waarom
landde de F-16 in Oostende en niet in Koksijde? Daarop hebt u niet
15.03
Martial Lahaye
(VLD):
Ceci démontre une fois de plus
toute l'importance que revêtent
nos hélicoptères Seaking.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
geantwoord.
La dernière question est la seule à
laquelle il n'a pas été repondu:
pourquoi l'appareil a-t-il atteri à
Ostende et non pas à Coxyde?
15.04
André Flahaut
, ministre: Je n'ai pas donné de réponse car je
ne me trouvais pas dans l'avion à ce moment-là.
15.05
Martial Lahaye
(VLD): Je ne comprends pas pourquoi une
base civile est nécessaire lorsqu'on dispose d'une base militaire si
rapprochée.
15.06
André Flahaut
, ministre: Monsieur Lahaye, un exercice est
prévu chaque fois et l'atterrissage ne se fait pas toujours sur des
bases militaires, les accidents se produisant lorsqu'on se trouve
éloigné d'une base militaire. Pour illustrer cela, je prends l'exemple
des enfants qui sont toujours malades le vendredi soir, lorsque les
médecins sont de garde.
15.06
Minister
André Flahaut
:
Er wordt niet altijd op militaire
basissen geland.

15.07
Martial Lahaye
(VLD): Monsieur le ministre, vous dites que
les civils n'avaient rien à craindre mais que les pilotes devaient
prendre le temps pour atterrir. S'il n'y avait pas de problème, ces
quelques secondes de plus pour Coxyde n'auraient pas (...)
15.07
Martial Lahaye
(VLD):
Koksijde was niet ver.

15.08
André Flahaut
, ministre: Monsieur Lahaye, cette décision
revient au contrôle aérien. Je ne suis pas un spécialiste en matière
de défense. Dès lors, je n'ai pas la prétention d'indiquer ce que les
pilotes de F-16 doivent faire ou ne pas faire. A chacun son métier. Si
je leur pose la question, ils vont me répondre qu'ils ont suivi les
instructions du contrôle aérien qui leur a dit de se poser à Ostende. Il
y a des rôles qui sont bien déterminés.
15.08
Minister
André Flahaut
:
De luchtverkeersleiding beslist.

15.09
Martial Lahaye
(VLD): Monsieur le ministre, comme vous, je
ne suis pas un spécialiste mais je m'intéresse fort à tous les
problèmes militaires.
15.10 Minister
André Flahaut
: U vraagt me waarom de bananen
krom zijn. Ik ken het antwoord niet.
De
voorzitter
: Daarover hebben we het niet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister van Landsverdediging over "de air-show van
Koksijde" (nr. 7831)
16 Question de M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur "le meeting aérien de Coxyde"
(n° 7831)
16.01
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag is actueel en daarom zal ik ze ook stellen. Naar
oude gewoonte organiseert de luchtmachtbasis van Koksijde jaarlijks
een open dag. Veel bewoners van de Westhoek en talrijke
vakantiegangers aan de Belgische kust bezoeken op die dagen de
vliegbasis Adjt Vl Allaeys. Het programma biedt naast een
strategische show ook een aantal demonstratievluchten die door de
toeschouwers worden geapprecieerd. Om de organisatorische kosten
16.01
Martial Lahaye
(VLD): La
base de la force aérienne vient
d'organiser ses journées portes
ouvertes annuelles avec des
démonstrations de vol. Pour
couvrir les coûts, les visiteurs
paient l'entrée et le programme.
Quel solde ont présenté les
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
te dekken, wordt aan de bezoekers een toegangsprijs gevraagd.
Tevens wordt voor het programmaboekje een bijdrage gevraagd. Ik
heb enkele vragen over deze airshow.

Welk saldo werd vorig jaar bereikt bij de afsluiting van de rekeningen
en hoe werden deze middelen besteed? Ik heb u die vraag al gesteld
in het verleden en u had mij beloofd erop te antwoorden, zeker een
jaar of twee geleden. Misschien hebt u het uit het oog verloren.

Ik kom tot mijn laatste vraag. Hoeveel kosten werden dit jaar bij de
inrichting van de airshow gemaakt? Welke eerste raming kunt u
reeds meedelen voor dit jaar?
comptes de l'année dernière ?
Comment les moyens ont-ils été
alloués ? J'ai déjà posé cette
question mais je n'ai pas obtenu la
réponse que vous m'aviez
promise.

Combien a coûté le show aérien
cette année ? Comment le bilan
devrait-il se présenter cette
année ?

16.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, je voudrais
dire tout d'abord que cette année, je ne fais pas partie du comité
organisateur. Je ne peux donc donner une réponse précise. Quand je
serai en possession des chiffres, je vous les ferais parvenir,
monsieur Lahaye.

Pour 2001, les bénéfices s'élèvent à 2.139.766 francs belges. Ils ont
été répartis de la manière suivante:
- FONAVIBEL 1: 1.100.000 FB.
- Fonds Enfant et Justice (GDA Veurne): 330.000 FB.
- Le restant de la somme a été réparti comme suit:

1. Amélioration des conditions de vie personnel, notamment pour les
pilotes de Seaking.
2. Amélioration et expansion des facilités de sport pour les personnes
quand elles sont de garde.
3. Achat de matériel didactique et aménagement du centre éducatif.
4. Cotisation à différents fonds de soutien.
5. Frais pour l'organisation de manifestations pour des bonnes
oeuvres (malades, handicapés, enfants abandonnés).
6. Frais pour l'organisation d'activités sociales (Saint-Nicolas,
réception de Nouvel-An, social calls).
7. Achat d'abonnements culturels pour le personnel B KOKS.
8. Achat d'articles FONAVIBEL pour des buts de "public relations".

Voilà ce que je peux vous dire pour l'année 2001. J'avais
effectivement oublié de répondre à cette question. Le mal est ainsi
réparé.

Je ne peux encore vous donner les résultats pour 2002.
16.02
Minister
André Flahaut
:
De "Open Door 2001" heeft
2.139.766 BEF opgeleverd. Die
winst werd als volgt verdeeld :
1.100.000 BEF gaat naar
Fonavibel, 330.000 BEF naar het
Kinderfonds en justitie (GDA
Veurne), en de rest van het geld
werd besteed aan een verbetering
van de werkomstandigheden van
de piloten, meer en betere
sportaccomodatie voor het
personeel met wachtdienst, de
aankoop van didactisch materiaal
en de inrichting van het educatief
centrum, bijdragen voor diverse
steunfondsen, de betaling van
kosten voor de organisatie van
liefdadigheidswerk en sociale
activiteiten, de aankoop van
culturele abonnementen voor het
personeel van de basis van
Koksijde en de aankoop van
Fonavibel-artikelen voor PR-
doelstellingen.

Aangezien alle facturen nog niet
afgesloten zijn, kan ik u voorlopig
geen antwoord geven aangaande
de kosten en opbrengst van de
Open Door 2002
.
16.03
Martial Lahaye
(VLD): Mijnheer de minister, met het
antwoord dat ik nu heb gekregen is het u volledig vergeven. U was er
zondag, ik was er zaterdag. Het was een prachtige show. Ik wens
hierbij de basis van Koksijde met deze organisatie te feliciteren.

Tot slot, ik ben gelukkig dat het nieuwe logement voor de piloten is
gerealiseerd en dat u verder uitkijkt om voor de controletoren de
komende maanden een oplossing te vinden. Ik heb me ter plaatse
bevraagd en heb ook antwoorden gekregen.

Ik heb nog een laatste kleine vraag in verband met de eerste vraag
die ik vanmorgen stelde. Indien u alternatieven zoekt voor het
16.03
Martial Lahaye
(VLD): Je
me réjouis du nouveau logement
des pilotes et de l'attention portée
à la tour de contrôle.

Je tiens à profiter de l'occasion
pour faire l'éloge des hélicoptères
Seaking. Ils accomplissent un
travail remarquable, mais il n'en
demeure pas moins qu'ils ont déjà
vingt-cinq ans. Ne serait-il pas
temps d'en renouveler quelques-
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
transportschip, denk dan alstublieft eens aan mijn nieuwe Seaking-
helikopters. Vergeet dat niet. Onze toestellen zijn 25 jaar oud en
hebben in die periode fantastisch humanitair werk verricht. Ze
worden iedere dag ingezet. U kunt dagelijks in de kranten vaststellen
dat het betreffend personeel prachtig en belangrijk werk leveren. De
toestellen zijn zeer oud. Ze worden goed onderhouden maar ze zijn
dringend aan vervanging toe. Ik meen dat dit voorrang moet
genieten. Al zijn het maar enkele helikopters. Alstublieft, mijnheer de
minister, ik bid u erom.
uns ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de minister van Landsverdediging over "het gebruik
van een nieuwe 'sonar'" (nr. 7834)
17 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense sur "la mise en service d'un nouveau
sonar" (n° 7834)
17.01
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag handelt over een nieuwe,
laagfrequente sonar, de zogenaamde LFES. Ik schets eerst even de
context. In de jaren tachtig werd vastgesteld dat aan Russische zijde
werk werd gemaakt van de ontwikkeling van een zeer stille
onderzeeër. Om die gemakkelijk te kunnen opsporen hebben de
Amerikanen een sonar ontwikkeld die op basis van laagfrequente
golven werkt. Intussen zou die sonar ook door de NAVO worden
gebruikt, maar hij zou schadelijk zijn voor een aantal dieren in het
mariene milieu, met name de walvissen en de dolfijnen. De sonar
stoot namelijk een geluidsgolf van maximum 240 decibel uit en
wetenschappers gaan ervan uit dat er schade ontstaat vanaf 120
decibel. Volgens eigen studies van de NAVO zou er schade optreden
vanaf 160 decibel. Er is ook onderzoek uitgevoerd in de
Middellandse Zee omdat men op een bepaald moment vaststelde dat
aan de Griekse kust walvissen aanspoelden na een test met dit soort
sonar.

Mijnheer de minister, wordt dit soort sonar ook in ons land gebruikt?
Hebt u er, als minister van Defensie, weet van dat NAVO-partners
testen hebben uitgevoerd of nog uitvoeren in de Middellandse Zee?
Zijn de studies openbaar gemaakt waarin de NAVO stelt dat er een
grens acceptabel is van 160 decibel voor dit type sonar? Zijn die
studies openbaar gemaakt? Wat zijn de bevindingen van de NAVO
in verband met het aanspoelen van walvissen op de Griekse kust en
het gebruik van deze sonar? Wat is de houding van de Belgische
regering in verband met het gebruik van dit systeem? Is de Belgische
regering bereid een bijkomend onderzoek te steunen naar de
milieueffecten van dit sonarsysteem? Is de Belgische regering ook
bereid om een eventueel moratorium te steunen zolang niet is
bewezen dat de nieuwe sonar onschadelijk is voor het mariene
milieu?
17.01
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): L'OTAN
utiliserait actuellement un système
de sonar de la Navy américaine
(LFAS). Plusieurs éléments
indiquent que ce système serait
nuisible pour les baleines et les
dauphins: après des essais,
plusieurs de ces mammifères se
sont échoués sur le rivage.

Notre pays utilise-t-il le LFAS?
Savez-vous si les partenaires de
l'OTAN ont procédé à des tests en
Méditerranée? Existe-t-il des
études à ce sujet? Quelles sont
les conclusions de l'OTAN à
propos de la mort de baleines
après suite à l'utilisation du LFAS?
Quelle est l'attitude de la Belgique
à cet égard? Le gouvernement va-
t-il réclamer des études
d'incidence sur l'environnement
supplémentaires? Le
gouvernement est-il prêt à exiger
des membres de l'OTAN un
moratoire jusqu'à ce que la
lumière soit faite sur les effets
néfastes du LFAS sur la faune
marine?
17.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la marine belge ne dispose pas de sonars actifs basse
fréquence et n'envisage pas dans un futur proche l'acquisition d'un
tel système de détection sous-marine. Des études sont menées par
le centre de recherches sous-marines de l'OTAN en ce qui concerne
les effets de sons basse fréquence sur les mammifères marins. Ces
17.02
Minister
André Flahaut
:
De Belgische marine beschikt niet
over zo'n sonar en overweegt niet
om er één te kopen in een nabije
toekomst.
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
études sont réalisées en collaboration avec des centres de recherche
scientifique civils et portent principalement sur deux domaines. D'une
part, on tente de déterminer les facteurs qui permettent de prévoir la
présence ou l'absence de mammifères marins dans la mer. La
connaissance de ces facteurs est d'une grande importance en vue de
la planification d'exercices. D'autre part, on tente d'étudier l'impact
des sons basse fréquence sur le comportement des mammifères. À
cette fin, il faut tout d'abord développer une méthode pour observer
le comportement naturel des cachalots dans les grandes
profondeurs. Maintenant que cette méthode existe, on peut
poursuivre en mettant en présence de manière contrôlée des
cachalots et des sources sonores basse fréquence.

Les résultats intermédiaires d'exercices durant lesquels les cachalots
étaient soumis à des sons basse fréquence ne laissent paraître pour
les animaux aucune gêne particulière. Des observations scientifiques
complémentaires sont prévues en 2003 et 2004. Les résultats de ces
études appartiennent au domaine public. A titre de précaution pour le
milieu marin dans l'attente de résultats définitifs, lors de la
planification d'exercices militaires, les zones connues de migration
des cachalots sont prises en compte. Par ailleurs, il apparaît que par
le passé, lors d'un exercice naval, la présomption de la présence de
cachalots était insuffisante pour les déplacer vers des zones libres de
mammifères marins. Il est aujourd'hui encore trop tôt pour prendre
une position qui pourrait conduire à un moratoire en la matière.
De tussentijdse resultaten van het
onderzoek naar de aanwezigheid
van zeezoogdieren en naar de
invloed van lage frequenties op
die zoogdieren, dat door de NAVO
in samenwerking met burgerlijke
onderzoekscentra wordt gevoerd,
tonen aan dat de potvissen die
aan klanken van lage frequentie
worden onderworpen, geen
bijzondere hinder ondervinden.

De resultaten van dat onderzoek
zijn openbaar.

Als voorzorg wordt met de
bekende migratiezones van de
potvissen rekening gehouden bij
de planning van militaire
oefeningen.

Het is dus nog te vroeg om over
een moratorium een standpunt in
te nemen.

17.03
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister,
aangezien de studies tot het openbaar domein behoren, zouden wij
er graag over beschikken. Wij zouden ook graag weten waar zij zich
bevinden. Voor het overige dank ik u voor uw omstandig antwoord.
17.03
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): J'aimerais
disposer de ces études.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het
aankoopprogramma RECCE 2001" (nr. 7840)
18 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le programme d'acquisitions
RECCE 2001" (n° 7840)
18.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, RECCE 2001 is een aankoopdossier dat
niemand hier ooit heeft betwist. Het kent wel al een erg lange
lijdensweg. Bij de inschrijvingen waren er drie kandidaten, waarvan
er twee werden geselecteerd. Ik denk dat dat algemeen bekend is.
Het ging om Alvis en Kraus-Mafei. Het dossier werd door de minister
geblokkeerd omdat door een van de indieners klacht was neergelegd.
De klacht was gebaseerd op een document dat aan een van de
inschrijvers zou zijn overhandigd.

Momenteel is reeds bekend dat het document geen invloed kon
hebben op de offertes. Ik kreeg die informatie van de mensen die het
zouden moeten weten, namelijk de militairen. Het ging dus misschien
wel om een lek, maar het was een lek van weinig belang. Nochtans
hebt u op die basis een drietal maanden geleden aan de commissie
laten weten dat u de beslissing `niet gunning' zou nemen. Tot op
heden zijn er nog geen verdere stappen in het dossier gezet. Hoe
moet het nu verder? Ik heb begrepen dat men op die voertuigen
18.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Ce dossier d'achat a déjà
accompli un long et difficile
cheminement. Un candidat a
déposé plainte, après quoi le
ministre a bloqué le dossier.
Entre-temps, on s'est aperçu que
la plainte était injustifiée.

Pourquoi le ministre hésite-t-il
encore ? L'armée a un besoin
urgent de ces véhicules. Au
cabinet du ministre, on a annoncé
que le marché ne serait pas
adjugé mais rien n'a encore été
fait en ce sens. Pourquoi ?

Les offres valables étant au
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
wacht. Aangezien verscheidene inschrijvingen aan de voorwaarden
beantwoordden, kunt u niet zomaar overgaan tot onderhandse
aankoop. Ik zou graag weten wat er precies zal gebeuren. Moet alles
volledig worden overgedaan? Misschien zijn wij dan weer voor één of
twee jaar onderweg. Of kunt u op basis van de nieuwe evolutie in het
dossier toch overgaan tot aankoop bij de beste inschrijver?
nombre de deux, on ne peut
procéder à un achat de gré à gré.
Faudra-t-il recommencer toute la
procédure ? Ou peut-on
simplement tout acheter chez le
meilleur ?
18.02 Minister
André Flahaut
: Mijnheer de voorzitter, collega
Sevenhans, in antwoord op uw vraag herinner ik u in de eerste plaats
aan wat ik betreffende dit dossier heb bevestigd in juni jongstleden
tijdens de vergadering van de commissie voor de Legeraankopen,
namelijk dat het dossier over de aankoop van RECCE-voertuigen
voor de Belgische krijgsmacht aan een prioritaire behoefte blijft
beantwoorden.
18.02
André Flahaut
, ministre:
Je vous rappelle ce que j'ai
déclaré en janvier à propos de ce
dossier en réunion de la
commission des Achats militaires,
à savoir que l'acquisition des
véhicules RECCE était un besoin
prioritaire pour les forces armées
belges.
Vous avez évoqué certaines difficultés. On peut craindre une rupture
d'égalité des soumissionnaires. Les services juridiques du
département sont en train d'organiser cette question pour préparer la
suite à réserver à ce dossier.

Il y aura ensuite concertation afin de fixer la voie à prendre et pour
rencontrer au mieux et au plus vite le besoin exprimé.
Een verbreking van de gelijkheid
is dus te vrezen, en de juridische
diensten van mijn departement
onderzoeken het mogelijke
vervolg dat aan dit dossier dient te
worden gegeven.

Vervolgens zal een overleg
plaatsvinden om aan de
behoeften zo goed mogelijk
tegemoet te komen.
18.03
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
had mij aan een dergelijk antwoord verwacht. De tijd loopt en de tijd
dringt. Wij zijn aan de laatste elf maanden begonnen. Als u nog een
paar dossiers tot een goed einde wilt brengen, moet u toch wel u
besluiten gaan nemen. Het is gemakkelijk u achter allerlei
procedures te verschuilen, maar dit is een van die gevallen waarmee
u niemand een dienst bewijst door het op de lange baan te schuiven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de wedstrijd
'LOGO 2002'" (nr. 7841)
19 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le concours 'LOGO 2002'"
(n° 7841)
19.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een terrein waarop u actief bent, is het imago
van uw kabinet, uw imago en het imago van Defensie. Voor mij is dat
allemaal een beetje gelijklopend. Op 14 januari 2002 lanceerde u een
wedstrijd, met als onderwerp het creëren van een nieuw logo voor
Defensie. De bedoeling was dat het nieuwe logo de nieuwe
bedrijfscultuur ­ de zogenaamde eenheidsstructuur ­ zou
ondersteunen. Tot zover zijn er geen problemen.

Deze oproep werd ruim verspreid onder scholen en kende een groot
succes. Naar verluidt zouden er ruim 200 inschrijvingen zijn geweest.
Men had zelfs al drie laureaten en een dertigtal genomineerden. Er
19.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK) : En janvier, le ministre a
lancé un concours en vue de la
conception d'un nouveau logo
pour la Défense. Ce nouveau logo
devrait renforcer la structure
unitaire de l'armée.

Parmi les deux cents intéressés
qui ont répondu à l'appel, trente
ont été retenus. Trois lauréats ont
ensuite été désignés. Le
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
was dus blijkbaar een goede oogst.

Dit dossier is mij reeds bekend van begin januari. Ik heb toen
namelijk door een goede wind het volledige dossier gekregen, met
het wedstrijdreglement erbij. Het was mij opgevallen dat er vrij
duidelijk vermeld stond dat het moederlogo in het Frans moest zijn.
`La Défense' moest er dus instaan. Ik neem aan dat u dat ook weet.
Ik heb het wedstrijdreglement naast mij liggen.

Net als de land- en zeemachtcomponent zou ook Defensie een
Franstalig logo moeten krijgen. Er bleef wel iets over voor de
Vlamingen, namelijk de medische en de luchtcomponent. Dit alles
zou zijn ontknoping moeten kennen tegen 21 juli.

Tot ieders verbazing werd enkele weken geleden zonder overleg
beslist het project stop te zetten. Het werd afgeblazen. Dat geeft
uiteraard wrevel bij de mensen die de moeite hebben gedaan om aan
uw verzoek tegemoet te komen en hun kandidatuur te stellen voor de
creatie van het nieuwe logo. Ik heb er geen probleem mee dat u een
nieuw logo wenst te ontwerpen. U hebt nochtans een vrij mooi logo
op uw briefwisseling staan. Dit zal dus waarschijnlijk het officiële logo
worden, want momenteel hebben we geen ander.

Mijnheer de minister, in hoeverre vond u het opportuun eentalige
logo's te laten fabriceren? Ik denk toch dat het voldoende belangrijk
is, of bij iedereen voldoende doorgedrongen is dat het leger zich niet
mag wagen aan zulke spielerei. Ik zou willen weten wat er nu zo plots
misgelopen is. Waarom bent u van gedachte veranderd?
règlement du concours prévoyait
que le texte du logo principal
devait être rédigé en français pour
les forces terrestres et navales, le
néerlandais étant réservé à la
force aérienne et aux unités
médicales. La procédure devait
être clôturée pour le 21 juillet.

À la grande colère des candidats,
le ministre a décidé, sans aucune
concertation préalable, de
renoncer au projet. Un jury en
mesure d'agir de manière
autonome avait pourtant été
constitué. Il était donc inopportun
de tout arrêter à ce stade et cette
décision est l'indice d'une
mauvaise méthode de travail. Je
souhaiterais que le ministre nous
dise quel problème s'est posé ce
qui a posé problème et nous
explique la raison d'être de logos
unilingues.

19.02
André Flahaut
, ministre: Parce qu'il n'y a que les imbéciles
qui ne changent pas d'avis! Pourquoi ai-je changé d'avis? Il est de
mon droit d'arrêter un concours! Si ce qui est produit ne correspond
pas à ce qui est demandé, il est légitime de vouloir arrêter la
procédure!

Le logo tel qu'il a été présenté sur la base des résultats du concours
ne reprenait pas une des demandes essentielles formulées, à savoir
la dimension européenne et OTAN. De plus, certains travaux étaient
très proches ­ pour ne pas dire autre chose ­ de logos existants pour
des firmes privées, ce qui aurait de toute façon posé des problèmes.
Il y avait aussi un problème de traduction du logo en noir et blanc
dans les logos nominés par le jury.

En ce qui concerne le logo actuel, je vous signale qu'il n'est pas si
mal que cela! Il y a la dimension européenne et la dimension OTAN.
Si on regarde le papier à lettre du ministre, on constate qu'il est
indiqué MD (pour ministre de la Défense), MOD (pour "minister of
Defense" et dans le souci d'une harmonisation européenne) et MLV
(pour "minister van Landsverdediging").

Aucun projet n'existe visant à rendre unilingue le logo de l'Armée,
pour autant qu'on puisse le faire. Si c'est la version française qui a
été choisie, c'est pour sa plus grande complexité graphique; en effet,
il y a deux mots et un espace qui sont plus difficiles à placer dans un
logo qu'un seul mot. Toutefois, l'objectif est d'arriver à indiquer les
mots "Défense" et "Defensie". Je préfère le terme "Defensie" au
terme "Landsverdediging" car tous les départements en Europe
parlent aujourd'hui de Defensie, comme aux Pays-Bas par exemple.
19.02
Minister
André Flahaut
:
Halsstarrig bij zijn idee blijven
getuigt niet van grote intelligentie.

De voorgestelde logo's voldeden
niet aan de door de NAVO en
door Europa gevraagde
afmetingen; ze leunden heel dicht
aan bij bestaande commerciële
logo's; ze konden ook niet
omgezet worden naar een zwart-
wit-uitvoering.

Het is helemaal niet de bedoeling
het logo van het leger eentalig te
maken; de Franstalige versie werd
om technische redenen gekozen.
Het is mogelijk er de begrippen
'La Défense' en 'Defensie' in op te
nemen, term die het Europese
niveau verkiest boven
'Landsverdediging'.

Ik zal laten nagaan of mijn
diensten een logo kunnen
produceren.

17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
Le terme "Landsverdiging" donne une dimension plus restrictive des
missions que nous accomplissons.

En résumé, l'objectif poursuivi est bien d'avoir un logo bilingue avec
"Défense" et "Defensie" mais ce qui était présenté, suite au concours
organisé, ne correspondait pas aux critères fixés, à savoir la
dimension européenne et la dimension OTAN (qui permet de faire
transparaître cette solidarité). C'est la raison pour laquelle j'ai décidé
de mettre un terme à ce concours ­ comme c'est mon droit le plus
strict ­ et de conserver le logo actuel. On verra bien si, dans un futur
proche, nos propres services pourraient imaginer un logo qui pourrait
répondre à ces objections.
19.03
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, u
zegt dat u toch het recht hebt een wedstrijd te doen stoppen. U had
echter een jury samengesteld en ik neem aan dat die jury toch wel
voldoende autonoom kon optreden. Als het dan werkelijk zo was, had
die jury geen laureaten mogen aanduiden. Het had in een vroeger
stadium moeten stoppen. U zei dat er een aantal waardevolle
kandidaten bij waren, maar geen enkele die aan de vereisten
voldeed. Nu waren er drie. Dan is het niet ernstig om op dit moment
te stoppen. Dit is een bewijs van slechte afspraken maken, slechte
vrienden maken. Ik vind dat geen manier van werken. U hebt een
aantal mensen bezighouden. Dat was eigenlijk de bedoeling. U kunt
het misschien persoonlijk ­ dat is momenteel dikwijls het geval op uw
kabinet ­ niet mooi vinden, maar daar dient een jury voor. U
beoordeelt toch niet zelf, het is de jury die beoordeelt.
19.03
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Je m'attendais à cette
réponse. Le temps presse. Vous
devez prendre une décision pour
finaliser une série de dossiers.
Mais ce qui intéresse le ministre
par-dessus tout, c'est de soigner
son image de marque et celle de
son cabinet.
19.04
André Flahaut
, ministre: Celui qui prend la décision et qui
paie, c'est moi!
19.04
Minister
André Flahaut
:
Ik
beslis en ik betaal!
19.05
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Toch niet voor een logo?
Die discussie geldt op alle vlakken. Zelfs op gemeentelijk vlak
bepaalt men of men het zelf doet of niet. Als u het zelf wilt doen,
akkoord, maar u stelt een jury aan, dus moet u zich ook bij die jury
kunnen neerleggen. Wanneer het niet naar uw zin is, gaat het niet
door. Dat is niet ernstig.
19.05
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): C'est une question de
politésse élémentaire!
19.06
André Flahaut
, ministre: Ce n'est pas vrai! Je suis désolé! Je
délègue à un jury mes propositions mais je suis encore libre de ne
pas suivre l'avis du jury, ou alors cela ne sert à rien d'avoir des
ministres! Si ce n'est pas pour décider!

Donner le pouvoir à des jurys ou à des consultants privés comme
cela se fait dans d'autres départements, ce n'est pas ma politique!
19.06
Minister
André Flahaut
:
Onjuist. Ik heb een jury gevraagd
een voorstel te doen maar ik ben
niet verplicht het te volgen. Ik
delegeer niet aan privé-
consultants.

19.07
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): U gaat het uitleggen aan
die 200 inschrijvers, ja toch? Dat neem ik tenminste aan. U schrijft
die brief?
19.08
André Flahaut
, ministre: On remerciera les participants pour
leur bel exercice! Il n'y a pas de raison qu'il n'y ait que les politiques
qui ne fassent des exercices inutiles!
19.08
Minister
André Flahaut
:
Men zal de leden van de jury die
goed gewerkt hebben en die
daarvoor niet werden betaald,
bedanken.
19.09
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Het is dus gewoon een
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
kwestie van beleefdheid. Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het budget"
(nr. 7854)
20 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le budget" (n° 7854)
20.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, tijdens de commissievergadering van 25 juni
2002 werd ook gesproken over het budget. Telkens zegt u geen
budgettair probleem te hebben. Toch schreef u begin juni aan de
CHOD ­ de chief of defense ­, admiraal Herteleer, dat er eens
ernstig moest worden nagedacht over de slaagkansen van het PIDV
van 2003 tot 2005. Ik heb geen kopie van die brief, want die was
vertrouwelijk, heb ik begrepen. Wel heb ik kunnen horen dat uw
enige hoop was dat er wat ruimte zou komen door de
eenheidsstructuur. Uiteraard ken ik dat trucje ook, mijnheer de
minister. Zet een stempel met "vertrouwelijk" op een brief en dan
bent u zeker dat die wordt gelezen. Dat is gelukt, iedereen heeft hem
gelezen. Het is echter wel wat in tegenspraak met wat u hier steeds
komt vertellen. U hebt dat in het verleden ook reeds gedaan. Ik
herinner mij dat u in de commissie verklaarde dat er geen probleem
was, terwijl u op hetzelfde ogenblik een brief stuurde aan minister
Vande Lanotte om te zeggen dat er wel een probleem was. Dat is nu
weer zo. Als er een probleem is, leg dat dan toch eens voor aan de
commissie! Wij staan niet vijandig tegenover u. Ik denk dat wij
geregeld dezelfde belangen hebben: zorgen dat Defensie zijn werk
kan doen. Dat kan maar als daar een budget tegenover staat. Ik denk
dat u weinig aanvallen krijgt over het budget, integendeel: u krijgt
meestal steunbetuigingen als het gaat over een verhoging van het
budget. U bent dus eigenlijk een gelukkig minister op dat punt.
Waarom altijd die twee sporen? Maar goed, wat is nu de meest
realistische visie: die welke u aan ons hebt verteld, of die die u hebt
meegedeeld aan de CHOD?
20.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Lors de la réunion de
commission du 25 juin et en
commission "Achats militaires", le
ministre a déclaré que tout
pouvait être concrétisé
conformément au budget. Or, le
ministre avait indiqué début juin à
l'amiral Herteleer qu'il fallait
s'interroger sérieusement sur les
chances de réussite du PIDS
2003/2005. Le ministre espère
que la nouvelle structure unique
permettra de dégager la marge
financière nécessaire à cet effet.
Apparemment, le ministre défend
donc deux visions : l'une au sein
de son département et l'autre
devant les commissions de la
Défense et des Achats militaires.
Laquelle de ces visions est la plus
réaliste ?

20.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,
je m'étonne que la lettre soit encore confidentielle parce que j'ai
constaté qu'au département de la Défense, plus grand-chose n'était
confidentiel. Je m'en réjouis. Même dans certains marchés, certaines
choses ne restent pas confidentielles et cela pose des problèmes à
l'exécution de ces marchés. En ce qui concerne l'évolution du plan
d'investissement et de défense, ma vision n'a pas changé depuis le
12 juin dernier. Les tranches retenues pour le plan correspondent aux
instructions qui ont été données à l'état-major de défense et, comme
je l'ai également annoncé, les tranches 2003 à 2005 seront revues
dans le courant 2002 pour tenir compte des réalités budgétaires aussi
bien externes qu'internes. Sur le plan externe, vous conviendrez qu'il
faut tenir compte de l'évolution de la situation économique. Il y a un
effet direct sur le plan de convergence dont le respect reste
primordial pour le gouvernement. Sur le plan interne, la pression sur
le volet `'personnel'' du budget ne peut pas être niée.

Mais il y a également l'environnement stratégique. Le 11 septembre,
des choses se sont produites. Il y a également l'élargissement de
l'OTAN et de l'Union européenne, la naissance d'une défense
20.02
Minister
André Flahaut
: Ik
heb maar een enkel
toekomstbeeld aangaande de
ontwikkeling van het PIDV en ik
herhaal wat ik reeds heb gezegd
over de betreffende
begrotingsschijven. Die van 2003-
2005 worden in de loop van 2002
herzien. Hierbij zal rekening
worden gehouden met de interne
en externe financiële reële situatie
evenals met de evolutie van de
geostrategische omgeving
(gevolgen van 11 september,
uitbreiding van de NAVO enz.).

Aangaande de verwerving van
middelen denken we op Europees
niveau en voor de NAVO meer en
meer aan de instelling van een
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
européenne, le rapprochement de la Russie avec l'OTAN. Cela
modifie profondément l'environnement général. À cet effet, nous
avons cru nécessaire de revoir ce plan d'investissement, de défense
et de sécurité. Cette révision est en cours et je me ferai un plaisir de
la proposer et de la présenter lorsqu'elle sera terminée. En ce qui
concerne l'acquisition de moyens au niveau de l'OTAN et de
l'Europe, on pense de plus en plus et heureusement à la mise en
pools de capacités, à la spécialisation, à la répartition des tâches et à
du financement alternatif, et là, nous jouons un rôle moteur.

Si toutes les capacités-clés et de support stratégique définies au plan
stratégique 2000-2015 restent probablement valables, on peut à
raison se demander si la probabilité de certains scenarii tels
qu'envisagés lors de l'élaboration du plan n'ont pas changé et si par
conséquent les types de matériel, les quantités, les priorités
réciproques et dans le temps ne doivent pas être revus. Faut-il
acheter autant de camions, autant de motos? Il est clair que tout cela
a aussi un effet en termes budgétaires. C'est la révision globale.
Vous serez d'accord pour dire avec moi que les besoins d'aujourd'hui
ne sont plus nécessairement ceux de 1999.

À titre d'exemple, j'ai cité quelques points de réflexion: l'importance
croissante de la capacité de renseignement, ce qui se traduit par une
réorientation de l'engagement de personnel pour le renseignement et
la sécurité, qui est une priorité; l'importance croissante des
communications sécurisées, et il est clair qu'on renforce, notamment
au cours des déménagements, la sécurisation des communications;
le besoin accru en transports stratégiques ­ on revient maintenant au
début de la réunion ­; le besoin en troupes aéromobiles, puisqu'il y a
la dissolution de la division multinationales Sand; le besoin en
matériel de support, générateurs, cuisines, remorques, pour les
scénarii les plus probables, ceux auxquels on est confronté
aujourd'hui. Qui aurait dit il y a trois ans que l'achat de conteneurs
deviendrait une priorité pour la Défense pour faire en sorte que nos
militaires envoyés au Kosovo ou ailleurs soient logés dans de bonnes
conditions? C'étaient des conteneurs avec des conditionnements
d'air, il ne faut pas l'oublier. La capacité anti-chars dans les scénarii
les plus probables doit sans doute être revue. Il y a l'importance
accrue des armes de précision, la capacité de défense contre les
armes chimiques et bactériologiques.

Cela impose de réorienter et sans doute de changer leur ordre
d'insertion dans les lignes du plan d'investissement et de défense,
tout en disant à notre service material resort de s'apprêter pour
l'ensemble des dossiers. Mais à un moment donné, il conviendra de
choisir ceux commandités par l'urgence.
capaciteitenpool, aan
specialisering, taakverdeling en
alternatieve financiering.

Als de capaciteiten die in het
Strategisch Plan 2000-2015
werden bepaald standhouden, is
het mogelijk dat we - afhankelijk
van de nieuwe scenario's - de
behoeften aan materieel en de
prioriteiten van 1999 zullen
herzien, want die zouden wel eens
niet meer dezelfde kunnen zijn als
die van vandaag. Toen wisten we
bij voorbeeld niet dat we een
container met airconditioning voor
onze troepen in Kosovo nodig
zouden hebben.

We moeten met alle dossiers
klaar zijn, maar we moeten de
belangrijkste kiezen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de hogere
stafcursus" (nr. 7855)
21 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le cours supérieur d'Etat-Major"
(n° 7855)
21.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
tijdens de vergadering van 25 juni werd een gelijkaardige vraag
21.01
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): A une question analogue
CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
gesteld door collega Lahaye. Ik heb het antwoord daarop aandachtig
gelezen. De minister ontweek op zijn gekende, sublieme wijze de
vraag met een antwoord over het feit hoe de procedure nu eigenlijk
zou moeten verlopen. Dat antwoord is juist en stak goed in mekaar.

Collega Lahaye behoort echter tot de meerderheid en is dus ook wat
genoodzaakt om wat op de vlakte te blijven. Nochtans had hij wel
gelijk met zijn vraagstelling. Ik heb mij ook geïnformeerd en de
namen zijn mij bekend. Ik zou ze kunnen opnoemen, maar het is niet
gepast dat hier te doen. Ik ken ze echter wel. Momenteel gaat het om
twee personen. Aan een derde wordt nog gewerkt. Er zouden er
misschien nog meer kunnen komen, want ik weet niet of de lijst
ondertussen al afgerond is.

Mijnheer de minister, ik weet dat u durft te interveniëren. Misschien
zult u zeggen dat u daartoe het recht hebt. Ik weet dat niet. Ik zou
graag van u vernemen of u het recht hebt om mensen van die post
af te halen en er andere mensen, van uw kabinet, voor in de plaats te
zetten. Ik vind dat toch een vrij gevaarlijke werkwijze, want u schept
heel wat wrevel. U bent wel bezig met het imago, maar uw eigen
imago wordt door die werkwijze ook beschadigd. Op welke wijze past
deze interventie ­ uw populariteit daalt, dat is ook belangrijk om
weten ­ in de procedure zoals u die probeert te verkopen aan collega
Lahaye?
posée le 25 juin par M. Lahaye, le
ministre avait fourni, avec la
sublime habilité que nous lui
connaissons, une réponse évasive
concernant la procédure. La
question posée par M. Lahaye
était pourtant parfaitement
justifiée. Je me suis informé et,
dans l'intervalle, je suis, moi
aussi, entré en possession des
noms des intéressés.

Le ministre a-t-il le droit de
destituer des personnes de leur
poste et de les remplacer par
d'autres, issues de son cabinet ?
Comment cette intervention
s'inscrit-elle dans le cadre de la
procédure exposée par le ministre
à M. Lahaye ?

Il me revient que le cabinet du
ministre serait intervenu dans la
constitution de la liste des
candidats appelés à suivre le
cours d'Etat major. J'ai eu
connaissance des noms de deux
officiers qui ont déjà été
remplacés et le cabinet
s'occuperait actuellement d'un
troisième nom. Cette intervention
du cabinet - et donc du ministre -
est totalement inconvenante. Elle
est contraire à la procédure
communiquée par le ministre et
porte atteinte à sa réputation.
Quelle est la réaction du ministre
vis-à-vis de ces constatations?
21.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, la procédure
est respectée. Les délais d'appel sont respectés. Ne possédant pas le
dossier, je suis étonné que vous l'ayez, ce qui en soi constitue déjà
une motivation à la non-prise de décision. De plus, je suis étonné
que vous ayez des noms, parce que n'étant pas en possession de ce
dossier, je n'ai pas encore statué à son sujet.

Cela pose le problème de ce que des personnes désirant se rendre
intéressantes font circuler des documents de la Défense. Le risque
est majeur que des cours de troisième cycle ne soient pas dispensés
cette année-ci. Cela aussi c'est mon droit de le décider!
21.02
Minister
André Flahaut
:
De procedure en de termijnen
voor de offerteaanvraag werden
nageleefd.

Ik ben erg verwonderd dat dit
dossier, waarin namen
voorkomen, in uw en niet in mijn
bezit is. Mensen van de dienst die
zover gaan dossiers naar buiten te
brengen zouden er wel eens de
oorzaak kunnen van zijn dat de
cursus van de derde cyclus van
dit jaar wordt geschrapt, om een
vermoeden van vriendjespolitiek
tegen te gaan.
21.03
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, het
is misschien een oplossing, maar ik denk dat u zelf de oorzaak bent.
17/07/2002
CRIV 50
COM 823
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
21.04
André Flahaut
, ministre: Expliquez-moi comment vous êtes
en possession d'un document qui, normalement, est un document
interne, alors que vous m'expliquez ici, en commission, que
finalement je vais prendre une décision sur un document que je n'ai
pas encore avec des noms qui ne s'y trouvent pas et d'autres qui s'y
trouvent. Expliquez-moi cela. Qui est le ministre? Vous ­ j'espère
bien que non ­ ou moi?
21.04
André Flahaut
, ministre:
Leg me eens uit hoe u in het bezit
bent gekomen van dit dossier en
hoe ik een beslissing zou kunnen
nemen hebben in verband met
namen die ik niet eens ken!
21.05
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): U bent de minister.
21.06
André Flahaut
, ministre: Il est exact qu'en cas de
propositions, certaines personnes du service interne sont favorisées
par rapport à d'autres qui sont victimes.
21.07
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
volgens mijn informatie ligt u aan de basis.
21.08
André Flahaut
, ministre: Et donc par malheur, je suis sans
doute un ministre mieux informé que les autres. Parce que je
m'informe moi-même et que je ne prends pas pour argent comptant
ce que les différents niveaux de la hiérarchie militaire m'expliquent
comme étant la vérité.
21.09
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, de
tijd dat de militairen u slaafs volgden is voorbij.
21.09
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): Le temps où les militaires
défilaient servilement derrière le
ministre est révolu!
21.10
André Flahaut
, ministre: Expliquez-moi comment vous êtes
entré en possession du document. Pour ma part, je n'en ai pas
connaissance. Je ne suis même pas en mesure de prendre une
décision puisque les appels sont faits auprès des autorités militaires.

Vous faites ici référence à un document qui concerne une procédure
d'appel interne à l'armée. C'est la même chose que pour les dossiers
d'achats. Cela peut constituer un problème de procédure. Les
personnes non retenues pourraient donc évoquer un vice de forme.

Dans ces conditions, peut-être serait-il plus prudent d'arrêter le
troisième cycle pour cette année? Mais si c'est le cas, ce n'est pas de
ma faute mais de celle de gens qui ont remis les documents à des
représentants parlementaires. Les organisations syndicales n'auront
qu'à s'en prendre à qui de droit.

Faut-il pénaliser pour autant les gens qui méritaient de figurer sur la
liste?

La question qui se pose est de savoir comment ces documents ont
été communiqués. Je m'interroge de plus en plus à ce sujet. J'ai
d'ailleurs fait prendre des dispositions pour sécuriser certains
quartiers militaires. J'ai également pris des dispositions pour
sécuriser et piéger certains documents. J'arriverai bien un jour à
savoir qui sont les personnes qui rendent publics les documents.
Mais je peux vous dire que, ce jour-là, elles seront renvoyées
physiquement et statutairement du quartier militaire.
21.10
Minister
André Flahaut
:
De offerteaanvragen worden niet
door mijn kabinet behandeld.
Bovendien komt u met dat
document naar buiten terwijl de
procedure nog aan de gang is. Dat
kan een vormfout zijn waarop de
niet geselecteerde kandidaten
zich zouden kunnen beroepen. En
mocht men als gevolg daarvan dit
jaar de derde cyclus schrappen,
dan zullen de personen die op de
lijst stonden daarvan het
slachtoffer zijn.

Ik heb al veiligheidsmaatregelen
met betrekking tot sommige
militaire kwartieren genomen en
ook maatregelen om bepaalde
documenten onleesbaar te
maken.

Ooit zal ik een van de schuldigen
bij de lurven vatten en dan zal ik
hem fysiek en statutair uit mijn
departement laten verwijderen.

CRIV 50
COM 823
17/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
21.11
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, dat
is allemaal heel goed. U doet uw werk en ik doe het mijne. U speelt
nu evenwel de vermoorde onschuld. Dat is toch al te gemakkelijk. U
weet zogezegd van niets. Als ik dat weet, weet u het ook.
21.11
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): C'est le ministre lui-même
qui par sa volonté d'intervention
est à l'origine des problèmes. Le
ministre joue ici - et ce n'est pas
du tout à juste titre - l'innocence
meurtrie. Si j'ai pu, en tant que
député, consulter le document
avec la liste des noms, le ministre
peut difficilement prétendre qu'il
n'existe encore aucun document.
21.12
André Flahaut
, ministre: Ce n'est pas vrai. On dit souvent
que le dossier se trouve sur le bureau du ministre! Je vous affirme
que ce dossier n'est pas sur mon bureau. Pour l'instant, il est en
phase d'appel. Aucun document n'a été signé et vous dites que j'ai
pris une décision!
21.12
Minister
André Flahaut
:
Dat is niet waar! Dat dossier zit in
een beroepsprocedure en er werd
geen enkel document
ondertekend.
Er is nog geen beslissing op dit punt.
De
voorzitter
: Dat is een klaar en duidelijk antwoord. Ik wil iedereen bedanken. In het bijzonder dank ik
het personeel van de Kamer. Ik dank u, collega's, en vooral ook de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.15 heures.