KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 821
CRIV 50
COM 821
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag
mardi
16-07-2002
16-07-2002
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de zaak-Rouvroy en de zaak-Lebbe"
(nr. 6941)
1
Question de M. Gerolf Annemans au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'affaire Rouvroy et l'affaire Lebbe" (n° 6941)
1
Sprekers: Gerolf Annemans
, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie
, Louis Michel
,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Gerolf Annemans
, président du
groupe VLAAMS BLOK
, Louis Michel
, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de ontmanteling van Russische
atoomwapens" (nr. 7278)
2
Question de M. Peter Vanhoutte au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le démantèlement des armes nucléaires russes"
(n° 7278)
2
Sprekers: Peter Vanhoutte, Louis Michel
,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanhoutte, Louis Michel
,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de dreiging van de staatssecretaris
van Ontwikkelingssamenwerking om de transfers
naar het Zilverfonds te blokkeren" (nr. 7843)
5
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la menace du secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement de bloquer les transferts vers
le fonds de vieillissement" (n° 7843)
5
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de dreiging van de staatssecretaris van
Ontwikkelingssamenwerking om de transfers
naar het Zilverfonds te blokkeren" (nr. 7844)
5
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "la menace
du secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement de bloquer les transferts vers le
fonds de vieillissement" (n° 7844)
5
Sprekers: Francis Van den Eynde, Louis
Michel
, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Francis Van den Eynde, Louis
Michel
, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères
Vraag van de heer Jacques Lefevre aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de gevolgen van de top van
Monterrey en de schuldvermindering van de arme
landen" (nr. 7445)
7
Question de M. Jacques Lefevre au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les suites du sommet de Monterrey et la
réduction de la dette des pays pauvres" (n° 7445)
7
Sprekers: Jacques Lefevre, Louis Michel
,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Jacques Lefevre, Louis Michel
,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde vragen van
11
Questions jointes de
11
- de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het bezoek aan de Islamitische republiek Iran"
(nr. 7454)
11
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la visite à la
République islamique d'Iran" (n° 7454)
11
- mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste
minister en de minister van Buitenlandse Zaken
over "de mensenrechten in Iran" (nr. 7852)
11
- Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les droits de
l'homme en Iran" (n° 7852)
11
- de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het uitvoeren van de doodstraf door steniging in
Iran" (nr. 7862)
11
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'exécution
de la peine de mort par lapidation en Iran"
(n° 7862)
11
Sprekers: Ferdy Willems, Leen Laenens,
Louis Michel
, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken
, Jef Valkeniers,
Jacques Lefevre
Orateurs: Ferdy Willems, Leen Laenens,
Louis Michel
, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
, Jef
Valkeniers, Jacques Lefevre
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van mevrouw Mirella Minne aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de voorbereiding van een eventuele
vredesconferentie over het Midden-Oosten en de
rol van België daarbij" (nr. 7494)
21
Question de Mme Mirella Minne au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la préparation d'une éventuelle Conférence de
Paix sur le Moyen Orient et le rôle joué par la
Belgique à cette Conférence" (n° 7494)
21
Sprekers: Mirella Minne, Louis Michel
, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Mirella Minne, Louis Michel
, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Mirella Minne aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het voornemen van de Verenigde
Staten om een regelgeving tot stand te brengen
over preventieve militaire acties" (nr. 7495)
23
Question de Mme Mirella Minne au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'intention des Etats-Unis d'Amérique de codifier
des actions militaires préventives" (n° 7495)
23
Sprekers: Mirella Minne, Louis Michel
, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Mirella Minne, Louis Michel
, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het betrekken van vrouwen in
buitenlandse vredesprocessen" (nr. 7667)
27
Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la participation des femmes aux
processus de paix à l'étranger" (n° 7667)
27
Sprekers:
Magda De Meyer, Eddy
Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs:
Magda De Meyer, Eddy
Boutmans
, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het beroepsverbod voor blanke
boeren in Zimbabwe en de hongersnood die
hierdoor veroorzaakt wordt" (nr. 7738)
31
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'interdiction professionnelle pour
les fermiers blancs au Zimbabwe et la famine qui
s'ensuit" (n° 7738)
32
Sprekers: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de besteding van de post preventieve
diplomatie" (nr. 7846)
34
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'affectation du poste relatif à la diplomatie
préventive" (n° 7846)
34
Sprekers: Leen Laenens, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Leen Laenens, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de oprichting van de Afrikaanse
Unie" (nr. 7863)
38
Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la création de l'Union africaine" (n° 7863)
38
Sprekers: Jef Valkeniers, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
, Ferdy Willems
Orateurs: Jef Valkeniers, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
, Ferdy Willems
Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister voor Buitenlandse Zaken, over "gender
budgeting" (nr. 7282)
43
Question de Mme Claudine Drion au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"le gender budgeting" (n° 7282)
43
Sprekers: Claudine Drion, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Claudine Drion, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
staatssecretaris voor
45
Question de Mme Leen Laenens au sécretaire
d'Etat à la Coopération au développement,
45
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken, over "de
resultaten van de voedseltop te Rome" (nr. 7637)
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"les résultats du Sommet mondial de
l'alimentation à Rome" (n° 7637)
Sprekers: Leen Laenens, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
, Jacques
Lefevre
Orateurs: Leen Laenens, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
, Jacques Lefevre
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken, over "de
dreiging van de staatssecretaris om de transfers
naar het Zilverfonds te blokkeren" (nr. 7842)
49
Question de M. Francis Van den Eynde au
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement, adjoint au ministre des Affaires
étrangères, sur "la menace du secrétaire d'Etat
de bloquer les transferts vers le fonds de
vieillissement" (n° 7842)
49
Sprekers: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement
Vraag van mevrouw Leen Laenens
aan de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken, over "de
uitvoering van het beleid duurzame ontwikkeling
in voorbereiding van Rio+10" (nr. 7853)
52
Question de Mme Leen Laenens au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"la mise en oeuvre de la politique de
développement durable dans la perspective de
Rio +10" (n° 7853)
52
Sprekers: Leen Laenens, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Leen Laenens, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
16
JULI
2002
14:30 uur
______
du
MARDI
16
JUILLET
2002
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.36 uur door de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.36 heures par M. Pierre Chevalier, président.
Le
président
: Vu l'importance de l'agenda, certains collègues ont proposé de transformer leurs questions
en questions écrites. Il s'agit de MM. Dirk Van der Maelen (n° 7377), Peter Vanhoutte (n
°s
7469 et 7470),
Ferdy Willems (n° 7649) et Jacques Lefevre (n° 7832).
01 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de zaak-Rouvroy en de zaak-Lebbe" (nr. 6941)
01 Question de M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
sur "l'affaire Rouvroy et l'affaire Lebbe" (n° 6941)
01.01
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik had u reeds in april gevraagd naar een stand
van zaken en enkele beschouwingen in verband met de zaken
Rouvroy en Lebbe. Het gaat hier in het algemeen over zaken in
verband met visa- en paspoortfraude. Ik heb ondertussen begrepen
dat deze zaken enigszins zijn geëvolueerd want recent vonden in de
zaak-Lebbe dan toch een aantal ondervragingen plaats. Ik meen dat
u en eenieder op Buitenlandse Zaken mijn zorg deelt in verband
met de stopzetting van de verkankering van het visafenomeen in ons
land. De juiste verantwoordelijken moeten voor hun
verantwoordelijkheid worden geplaatst. Dit lijkt mij langzaam op gang
te komen in de zaak-Lebbe. Hoewel de onderzoeksrechter gestart is
met een aantal ondervragingen heb ik nog steeds de indruk dat de
oversten en de verantwoordelijken op het ministerie, die
verantwoordelijk zijn voor de gedragingen van de heer Lebbe, nog
steeds niet werden verhoord en dat zij ook niet zullen worden
verontrust. U kunt dit hier en vandaag misschien tegenspreken.
In de zaak-Rouvroy is er volgens mij wel een probleem. De man is
door mevrouw Coen aangeduid als de verantwoordelijke voor de
gebeurtenissen in Sofia. Eerst heeft men geprobeerd om mevrouw
Coen tot psychiatrische patiënte te laten verklaren. Men heeft haar
overgeplaatst en gedegradeerd. Via de rechtbank is zij opnieuw in
staat geweest om de dienst te vervoegen. Zij zit nu in Oslo en zij
schijnt die beslissing te betwisten.
Ik heb vernomen dat die zaak intussen aan de zesde
onderzoeksrechter toe is. Dit laat niet erg veel verhopen over het
01.01
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Dans l'affaire
Rouvroy, un cas de fraude avec
des visas à l'ambassade belge de
Sofia, comme dans l'affaire Lebbe
qui concerne des cas de fraude
avec des papiers d'identité à
l'ambassade belge de Moscou,
aucun suspect n'a encore dû
répondre de ses agissements
devant la justice. Mme Coen,
ancienne première secrétaire de
l'ambassadeur Rouvroy et
désignée par lui comme
responsable des événements de
Sofia, a été licenciée alors que les
suspects ont obtenu une
promotion puisqu'ils ont été
envoyés en poste dans des
contrées exotiques.
Quel est l'état d'avancement de
ces deux dossiers? L'affaire
Rouvroy sera-t-elle traitée par le
parquet belge ou le parquet
européen, comme M. Leman l'a
proposé? L'Etat s'est-il déjà
constitué partie civile?
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
resultaat.
In verband met de verantwoordelijkheid van de heer van Rouvroy,
die op dit moment ambassadeur is in Zuid-Korea, had ik willen
vragen wat zijn politieke verantwoordelijkheid en uw
verantwoordelijkheid betreft en of u weet hebt van het feit dat de
heer Rouvroy zal worden teruggeroepen of reeds teruggeroepen is in
verband met deze zaak? Daarenboven had ik graag kennis gehad
van de gerechtelijke stand van deze zaak op dit moment.
01.02 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik heb
de eer volgende antwoorden te formuleren op de vragen gesteld in
verband met de zaken-Rouvroy en Lebbe. Op 16 juli 2001 heb ik een
schrijven gericht naar de minister van Justitie om toegang tot deze
dossiers te verkrijgen.
De procureur-generaal van Gent antwoordde dat de vraag,
aangaande het dossier Lebbe te vroeg kwam, omdat het onderzoek
nog steeds aan de gang was. In verband met het dossier Rouvroy
heeft de procureur-generaal van Brussel laten weten dat het op dit
ogenblik enkel gaat om verdenkingen, dat het onderzoek nog steeds
lopende is en dat het geheim van het onderzoek gerespecteerd
moest worden. In de huidige stand van het onderzoek heeft een
burgerlijke partijstelling geen enkel nut.
Mijn departement behoudt evenwel het recht voor zich om op een
later ogenblik zich burgerlijke partij te stellen. Dergelijke burgerlijke
partijstelling kan alleen maar plaatsvinden zolang de
onderzoeksrechter het dossier niet heeft afgerond en zolang geen
uitspraak wordt gedaan over de regeling van de procedures door het
gerecht dat het onderzoek voert.
Ik wil ook doen opmerken dat mevrouw Coen nooit werd ontslagen,
zoals in de vraag wordt gesteld.
01.02
Louis Michel
, ministre: Le
16 juillet 2001, j'ai écrit une lettre
au ministre de la Justice pour
demander l'accès aux dossiers.
Le procureur général de Gand a
répondu que l'enquête dans
l'affaire Lebbe était en cours et
que ma requête était prématurée.
Le procureur général de Bruxelles
a fait savoir que l'instruction dans
le dossier Rouvroy n'était pas
encore clôturée et que le secret
de l'instruction devait être
respecté.
Il n'est pas encore opportun de se
porter partie civile mais mon
département s'en réserve le droit:
il pourra le faire tant que la
question du règlement de la
procédure n'aura pas fait l'objet
d'une décision. Quant à Mme
Coen, elle n'a n'a jamais été
licenciée.
01.03
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
word een beetje gerustgesteld. Voor zover ik goed ben ingelicht
werden in juni nog ondervragingen verricht en heeft de
onderzoeksrechter een plaatsbezoek aan het departement gehouden.
Dit versterkt het vermoeden dat het stellen van een parlementaire
vraag nooit nutteloos is. Ik wil de minister bij deze aanmoedigen om
de belangen van de overheid, hetzij door een burgerlijke
partijstelling, hetzij door verklaringen te vrijwaren. Ik ben van mening
dat u geen twijfel mag laten bestaan over uw intenties om in de zaak
zo streng mogelijk op te treden. Dit is nodig voor het imago van het
land en zeker voor de kwaliteit van het Belgisch paspoort.
01.03
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Cette réponse
me rassure quelque peu. Pour
garantir la qualité des passeports
belges, il est essentiel d'agir avec
fermeté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de ontmanteling van Russische atoomwapens" (nr. 7278)
02 Question de M. Peter Vanhoutte au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le démantèlement des armes nucléaires russes" (n° 7278)
02.01
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, 02.01
Peter Vanhoutte
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
mijnheer de minister, het ontwapeningsprogramma van de Russische
kernwapens heeft enige vertraging opgelopen omdat de Amerikanen
hun bijdragen hebben teruggeschroefd. Dit houdt in dat zij vooral van
Europa zullen afhangen om het programma voort te zetten. Europa
speelt daarin een bepalende rol.
Ik had in dat verband graag van u vernomen wat de stand van zaken
is op Europees niveau in verband met een eventuele financiering.
Werden er afspraken gemaakt?
Hoe hoog zou een eventuele bijdrage kunnen zijn en onder welke
vorm zou die bijdrage plaatsvinden? Werden daarbij voorwaarden
gesteld in verband met het mogelijke denkspoor? Wenst men het
wapenplutonium te immobiliseren of te verwerken tot Mox?
Wat is het standpunt dat België op Europees niveau zal verdedigen?
Ik zou ook iets willen weten over het bilateraal overleg met Rusland.
Is België op enigerlei wijze betrokken partij? Wat is de stand van
zaken aangaande het ontwerp van memorandum tussen België en
Rusland inzake het vreedzaam gebruik van nucleaire toepassingen?
Bent u van plan om met de nieuwe allocatie voor 2002 voor
operaties in het kader van de politiek van billaterale
actieprogramma's, projecten in uitvoering van dat memorandum te
financieren? Zo ja, om welke partners gaat het? Is er enige analogie
met de Belgische deelname aan de intergouvernementele
overeenkomst van 2 juli 1998 tussen Rusland, Duitsland en Frankrijk
over de samenwerking op het gebied van de aanwending voor
burgerdoeleinden van plutonium dat vrijkomt bij de ontmanteling van
Russische kernwapens?
(AGALEV-ECOLO): Le
démantèlement des armes
nucléaires russes accuse un
retard qui résulte du manque de
moyens financiers et de l'absence
d'un accord global avec la Russie.
A présent que les Etats-Unis ont
décidé de réduire leur aide,
l'attention se porte sur une
collaboration avec l'Union
européenne. La contribution
européenne sera déterminante
lorsqu'il s'agira d'opter pour le
recyclage par la production de
combustible MOX ou pour
l'immobilisation, ou encore pour
une combinaison de ces deux
solutions.
Quel est l'état d'avancement de ce
dossier sur le plan européen?
Quelle position la Belgique
défend-elle en la matière? A
combien s'élèvera le financement
de l'Union européenne? Dans
quelle mesure la Belgique a-t-elle
déjà été associée à des
concertations bilatérales avec la
Russie? Qu'en est-il du projet de
mémorandum entre les deux pays
sur l'utilisation des applications
nucléaires à des fins pacifiques?
A-t-il été tenu compte de la mise
en oeuvre de ce projet lors de
l'élaboration du budget 2002?
Quel montant y a-t-on affecté? De
quels projets s'agit-il et avec quels
partenaires la Belgique
collaborera-t-elle pour les
réaliser?
02.02 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, collega's, in
september 1998 hebben de Verenigde Staten en de Russische
Federatie een akkoord gesloten om zich elk van 34 ton overtollig
militair plutonium te ontdoen. In september 2000 hebben zij een
timing vastgelegd voor het ontwerpen en bouwen van installaties om
dit plutonium om te vormen tot mixed oxyd fuel of Mox. De
Amerikaanse dispositieprogramma's zullen in totaal meer dan 4
miljard dollar kosten en worden volledig door de Verenigde Staten
zelf betaald. De Russische programma's worden geschat op 2,1
miljard dollar, die door de internationale gemeenschap zullen worden
betaald.
Een internationaal consortium van donorlanden is bezig deze
fondsen te verzamelen. De Verenigde Staten hebben reeds 400
miljoen dollar beloofd. Andere landen van de G7, waaronder het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Japan, hebben lagere bedragen
toegezegd.
02.02
Louis Michel
, ministre: En
septembre 1998, les Etats-Unis et
la Fédération de Russie ont
conclu un accord aux termes
duquel ils s'engageaient à se
défaire chacun de 34 tonnes de
plutonium militaire excédentaire.
En septembre 2000, ils ont arrêté
un échéancier pour la conception
et la construction d'installations de
transformation du plutonium en
MOX (
Mixed Oxid Fuel
)
.
Les
programmes américains
d'élimination des déchets
nucléaires coûteront plus de
quatre milliards et seront
intégralement pris en charge par
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Het gaat hier om een enorme opdracht die alleen tot een goed einde
kan worden gebracht door een brede internationale financiering, een
realistisch tijdsschema en een duidelijk engagement van de
Russische Federatie zelf om zich aan de gemaakte afspraken te
houden. Zowel de Verenigde Staten als de Russische Federatie
hebben recentelijk hun overeenkomst herbevestigd. Elk zullen zij 34
ton militair plutonium tot Mox omvormen, waardoor de
onomkeerbaarheid van de nucleaire ontwapening het best wordt
gegarandeerd.
Tijdens de vergadering van de G8-landen werd een omvangrijk
programma tot vernietiging van massavernietigingswapens uit de
voormalige Sovjetunie overeengekomen. Duitsland en de Verenigde
Staten hebben al concrete financieringsbeloften gedaan.
De Europese Unie heeft in haar gemeenschappelijke actie ter
ondersteuning van non-proliferatie en ontwapening in de Russische
Federatie in een bedrag van 5 miljoen euro voorzien voor de periode
1999-2001 voor het specifieke onderzoek naar de haalbaarheid van
de Mox-optie voor het omvormen van militair plutonium.
Er is nog geen beslissing genomen over de bijdragen voor 2002.
Deze beslissing dient te worden genomen in de algemene context
van een debat over de aanwending van het budget voor het
gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de
Europese Unie, waarbij een keuze moet worden gemaakt tussen
talrijke voorgelegde dossiers en prioriteiten. De non-
proliferatiewerkgroep van de Raad van de Europese Unie bereidt dit
voor. Onder het Belgische EU-voorzitterschap werd daar
herhaaldelijk gewezen op de noodzaak om voldoende middelen opzij
te zetten voor de hierboven vermelde gemeenschappelijke actie. De
beslissing dient echter bij consensus genomen te worden.
Op nationaal vlak heeft België in 2001 een bedrag van 300.000 euro
ingeschreven op het budget preventieve diplomatie voor de
financiering van de Belgische deelname in hoedanigheid van
waarnemer aan de activiteiten van de trilaterale overeenkomst
tussen de Russische Federatie, Frankrijk en Duitsland over het civiel
gebruik van plutonium dat vrijkomt bij de ontmanteling van
Russische kernwapens. Deze deelname maakt het voor de betrokken
Belgische experts mogelijk een beter inzicht te verwerven in de
bindende trilateraal onderzochte opties en de concrete
mogelijkheden voor Belgische deelname aan eventuele op te starten
Mox-projecten.
België heeft zich sinds vorig jaar officieel kandidaat gesteld om toe te
treden tot de trilaterale overeenkomst en werd daarin ook door Italië
gevolgd.
De beide kandidaturen worden gelijktijdig behandeld door de
trilaterale groep. Een definitieve beslissing hierover hangt natuurlijk
samen met de beslissing die de huidige leden van de trilaterale
overeenkomst zullen nemen over de voortzetting van deze
overeenkomst na 2002.
les Etats-Unis eux-mêmes. Les
programmes russes sont estimés
à 2,1 milliards de dollars et seront
financés par la Communauté
internationale. Un consortium
international de pays donateurs se
charge de recueillir les fonds
nécessaires. Les Etats-Unis se
sont engagés à verser 400
millions de dollars. Le Royaume-
Uni, la France et le Japon
apporteront également leur
contribution.
Les Etats-Unis et la Fédération de
Russie viennent de reconduire
leur accord. Les participants aux
réunions du G8 sont convenus
d'un vaste programme
d'éradication des armes de
destruction massive de l'ex-
URSS. L'Allemagne et les Etats-
Unis ont déjà fait des promesses
de financement concrètes. L'UE a
mis à disposition 5 millions
d'euros pour le désarmement de
la Fédération de Russie pour la
période 1999-2001. Ce budget a
servi à l'étude de l'option MOX.
Aucune contribution n'a encore
été fixée pour 2002. Le groupe de
travail du Conseil de l'UE qui
s'occupe de la non-prolifération
prépare ce dossier. La présidence
belge a indiqué à plusieurs
reprises que des moyens
suffisants devaient être dégagés
pour financer ce projet. Toutefois,
la décision ne peut être prise que
par consensus.
En 2001, la Belgique a consacré
un budget de 300.000 euros au
financement de son rôle
d'observateur de la convention
trilatérale entre la Fédération de
Russie, la France et l'Allemagne,
relative à l'utilisation civile du
plutonium libéré par le
démantèlement des armes
nucléaires russes. La qualité
d'observateur des experts belges
leur permet de se faire une
meilleure idée des options
étudiées et d'évaluer l'opportunité
d'une participation au projet MOX.
L'an dernier, la Belgique s'est
portée candidate pour adhérer à la
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Trilatérale, suivie en cela par
l'Italie. La décision relative à ces
candidatures est, bien entendu,
liée aux projets de la Trilatérale.
02.03
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, wij
zullen uw antwoord toevoegen aan de andere elementen waarover
wij beschikken.
Ik heb een kleine opmerking over de verdragen. Bij mijn weten is
alleen het verdrag van 1 september 2000 relevant voor de eventuele
verwerking van dit wapenplutonium. Eerder zijn er wel een aantal
informele, maar geen verdragsrechterlijke afspraken over gemaakt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de dreiging van de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking om de transfers naar
het Zilverfonds te blokkeren" (nr. 7843)
- de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "de dreiging van de staatssecretaris van
Ontwikkelingssamenwerking om de transfers naar het Zilverfonds te blokkeren" (nr. 7844)
03 Questions jointes de
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
menace du secrétaire d'Etat à la Coopération au développement de bloquer les transferts vers le
fonds de vieillissement" (n° 7843)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale
et de l'Economie sociale sur "la menace du secrétaire d'Etat à la Coopération au développement
de bloquer les transferts vers le fonds de vieillissement" (n° 7844)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères.)
(...)
: (...)
03.01
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijn vraag is ook
gericht aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken.
De
voorzitter
: Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Buitenlandse Zaken.
03.02
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, deze vraag is niet alleen gericht tot de beide partijen
betrokken bij het conflict dat zich heeft voorgedaan in de regering en
waarvan wij gisteren via de media kennis van kregen. Zij is ook
gericht tot de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken omdat de secretaris voor Ontwikkelingssamenwerking aan
hem is toegevoegd en omdat ik bijgevolg ook zijn standpunt terzake
wilde kennen. Hij zal dus antwoorden namens de regering de
regering vormt één college en dus ook namens de heer Vande
Lanotte.
Mijnheer de voorzitter, waarover gaat het? Gisteren hadden we
minstens de indruk dat er zich een ernstige kortsluiting had
voorgedaan in de regering, want de vonken vlogen in alle richtingen
03.02
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): La presse de ce
jour rapporte que le secrétaire
d'Etat à la coopération au
développement entend s'opposer
farouchement aux mesures
d'économies supplémentaires que
le ministre Vande Lanotte se
propose de réaliser à charge de
son budget. Le secrétaire d'Etat
menace même de bloquer les
transferts vers le Fonds de
vieillissement qui résulteront de
ces économies.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
tegelijkertijd. In verschillende kranten beklaagde de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking zich erover dat de minister van
Begroting, de heer Vande Lanotte, zijn geld voor
Ontwikkelingssamenwerking gedeeltelijk wou gebruiken voor
besparingen. De staatssecretaris zette zich schrap. Dat heeft hij
stilaan geleerd in de loop van deze legislatuur. Ik herinner me nog
dat hij zich in het begin moest schrap zetten tegenover minister
Michel. Nu is het tegenover de minister van Begroting. In feite kwam
het erop neer dat hij deze keer zei: "Over mijn lijk". Hij zei dat
weliswaar in cijfers en dreigde ermee transfers naar het Zilverfonds
te blokkeren indien men aan zijn begroting zou raken.
Nu komt mij dat niet zo antipathiek over. Ik wil daarin eerlijk zijn. Ik
heb er geen problemen mee dat men het Zilverfonds subsidieert met
een gedeelte van het budget van Ontwikkelingssamenwerking. Daar
gaat mijn vraag echter niet over. Wel wil ik weten wat er aan de hand
is. Werd het conflict bijgelegd? Heeft minister Vande Lanotte, zoals
de kranten het ons vertellen, de duimen gelegd?
Is er een soort misverstand gerezen, dat te maken heeft met het feit
dat het budget voor Ontwikkelingssamenwerking nooit opgeraakt? Ik
moet zeggen, mijnheer de voorzitter, dat hierin iets me telkens weer
verbaast. Immers, in de partijprogramma's van alle traditionele
partijen ik bedoel daarmee de partijen die van zichzelf zeggen dat
ze democratisch zijn kunnen we lezen dat er meer moet worden
uitgegeven aan Ontwikkelingssamenwerking. Als het er echter op
aan komt, dan geeft men zelfs niet het budget uit dat men ter
beschikking heeft en gebruikt men het om een besparing te
maskeren.
Mijn laatste vraag terzake is dus ook bestemd voor de minister van
Buitenlandse Zaken, die toch een overzicht heeft, zowel in die
hoedanigheid als in de hoedanigheid van vice-eerste minister.
Kunnen we hier spreken van een structureel systeem om telkens
naar buiten de indruk te wekken dat men het budget voor
Ontwikkelingssamenwerking verhoogt terwijl men er ondertussen op
beknibbelt? Zo ja, is dat nog wel ernstig te noemen? Ik dank de
minister bij voorbaat voor zijn antwoord.
Est-il exact que le budget de la
Coopération au développement
n'est jamais totalement épuisé?
La méthode qui consiste à d'abord
augmenter ce budget avant de le
restreindre répond-elle à une
tactique délibérée? Le secrétaire
d'Etat est adjoint au ministre des
Affaires étrangères. Le ministre
connaissait-il la position du
secrétaire d'Etat?
De
voorzitter
: U hebt dezelfde vraag gesteld aan de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking. Die komt straks aan bod. U houdt
die vraag aan?
Le
président
: Poserez-vous
également cette question au
secrétaire d'Etat?
03.03
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik had graag ook zijn standpunt gehoord. Dat begrijpt u
wel.
De
voorzitter
: Zeker, ik noteer ook dat u spreekt over partijen die zich democratisch noemen. Dus neem
ik aan dat uw partij zich niet democratisch noemt.
03.04
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Neen, mijn partij
(...)
03.05 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, ik ben vooraf
niet ingelicht over de verklaringen die de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking voor de pers heeft afgelegd. Deze
verklaringen wekken de indruk dat de begroting van
03.05
Louis Michel
, ministre: Je
n'avais pas connaissance des
déclarations que le secrétaire
d'Etat à la coopération au
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Ontwikkelingssamenwerking wordt bedreigd door de bijdragen aan
het Zilverfonds.
Het verband dat hier werd gelegd is niet rechtvaardig, nu er
onderhandelingen aan de gang zijn met het ministerie van Begroting
om voor 2002 het percentage van de werkelijk aan te wenden
middelen van de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking te
verhogen.
Bovendien werd er tot op heden nog geen enkele beslissing
genomen over een eventuele nieuwe overdracht van de begroting
van Ontwikkelingssamenwerking naar het Zilverfonds.
développement allait faire à la
presse. Ces déclarations donnent
l'impression que le budget de la
coopération au développement est
menacé par les cotisations au
Fonds de vieillissement. Jusqu'à
présent, aucun nouveau transfert
du budget de la Coopération au
développement vers le Fonds de
vieillissement n'est prévu. Des
négociations sont en cours avec le
ministère du Budget afin
d'augmenter pour 2002 le
pourcentage des moyens du
budget de la Coopération au
développement qui doivent
effectivement être affectés. Dans
ce contexte, les déclarations
publiées dans la presse sont
malheureuses.
03.06
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn kort antwoord.
Toch heb ik nog een vraag in verband met de eerste zin die hij
uitgesproken heeft. Hij laat me weten dat hij niet op voorhand op de
hoogte gebracht is. Hij zal het mij niet ten kwade duiden dat ik dat
interpreteer als een zij het lichte terechtwijzing. Men had mogen
verwachten van de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, die hem toegevoegd is in zijn
hoedanigheid van minister van Buitenlandse Zaken, dat hij in deze
zaak eerst eventjes met de vice-eerste minister zou hebben
gesproken. Mijn vraag is of ik dit als `lichte terechtwijzing' juist
interpreteer.
Qui ne dit mot consent!
03.06
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je crois
pourtant déceler dans la réponse
du ministre une légère réprimande
à l'adresse du secrétaire d'Etat. Le
secrétaire d'Etat aurait au moins
dû informer le ministre.
De
voorzitter
: Dat is een interpretatie.
03.07
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Neen, dat is een
traditionele Franse wijsheid.
Le
président
: Certains silences sont circonstanciés!
03.08
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Eloquents!
03.09 Minister
Louis Michel
: Ik denk toch te mogen zeggen dat het
budget van Ontwikkelingssamenwerking niet in gevaar is.
03.09
Louis Michel
, ministre: Le
budget de la Coopération au
développement n'est pas menacé.
C'est le principal.
03.10
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Neen, dat heb ik
ook niet gesuggereerd. Il y a des silences éloquents.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
04 Question de M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les suites du sommet de Monterrey et la réduction de la dette des pays pauvres" (n° 7445)
04 Vraag van de heer Jacques Lefevre aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de gevolgen van de top van Monterrey en de schuldvermindering van de arme
landen" (nr. 7445)
04.01
Jacques Lefevre
(cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dois-je rappeler que la Conférence de Monterrey s'est tenue
du 18 au 22 mars. J'aurais voulu poser ma question début juin, mais
les circonstances ont voulu que je ne puisse vous interroger
qu'aujourd'hui. Cependant, le sujet est toujours d'actualité. En effet,
je constate que, lors de toutes les grandes conférences des Nations
Unies, il est toujours fait référence au "consensus de Monterrey" et à
la "conférence de Doha" comme si, à Doha, il n'avait pas fallu
trouver aussi un consensus. Mais il est vrai que les médias jouent ici
sur les mots.
Ainsi, au sommet pour l'alimentation de la FAO, qui s'est tenu à
Rome, au début du mois juin, il a encore été fait référence au
consensus de Monterrey.
Ce consensus sert également de base au texte que l'on est en train
de rédiger avec beaucoup de difficultés, semble-t-il, dans le cadre de
la conférence de Johannesburg sur le développement durable..
Je me rappelle qu'avant la conférence de Monterrey, un échange de
vues avait eu lieu en commissions jointes. A cette occasion, le
premier ministre avait exprimé son mécontentement par rapport au
texte préparatoire. C'est malheureusement ce texte qui a été
approuvé à Monterrey sans avoir pratiquement fait l'objet de
modifications. Or il ne mentionne pas les "objectifs du millénaire en
matière de développement" tels qu'ils avaient été définis par les
Nations Unies et qui sont les suivants:
- la diminution de moitié de la pauvreté mondiale d'ici 2015;
- l'éducation primaire universelle;
- la promotion de l'égalité des sexes;
- l'amélioration de la santé des mères de famille;
- la réduction de la mortalité infantile;
- la lutte contre le virus du SIDA.
Le texte du "consensus de Monterrey" n'aborde pas non plus la
question des dangers que comporte la dérégulation des marchés
financiers. L'opportunité de mettre en place une taxe sur les
transactions financières y est éludée.
Il décrit les fameux investissements directs étrangers comme une
panacée, mais omet ostensiblement d'associer le développement
économique au respect des normes sociales et environnementales.
La question du genre est traitée de manière marginale.
Aucun engagement n'a été pris pour contraindre les Etats à
consacrer leur richesse nationale prioritairement aux populations les
plus vulnérables par la mise en place de systèmes de sécurité
sociale adéquats.
Une invitation est lancée aux pays riches pour qu'ils consacrent 0,7%
04.01
Jacques Lefevre
(cdH):
Vandaag zou ik de resultaten
willen bespreken van de
conferentie van Monterrey die van
18 tot 22 maart werd gehouden.
Uit de gedachtewisseling die aan
de conferentie voorafging, bleek
al dat de eerste minister niet
tevreden was met de
voorbereidende tekst. Het is zo
dat de tekst van de 'Consensus
van Monterrey' niets zegt over de
'millenniumdoelstellingen' voor het
ontwikkelingsbeleid, zoals ze door
de Verenigde Naties werden
gedefinieerd. De tekst gaat niet in
op het gevaar dat de deregulering
van de financiële markten inhoudt.
Hij vergeet de economische
ontwikkeling te koppelen aan het
respect voor de maatschappelijke
en ecologische normen. Er werd
geen enkele dwingende bepaling
opgesteld betreffende de instelling
van adequate sociale
zekerheidssystemen of het
bijdragen tot de financiering van
ontwikkelingssamenwerking.
Ook voor het probleem van de
schuldenlast werd geen afdoende
oplossing gevonden. Vooral op dit
laatste punt had België
vooruitgang willen boeken en
daarom legde ons land het PAIR-
voorstel op tafel, waarvoor
overigens veel belangstelling was.
Hebt u sindsdien geprobeerd om
die belangstelling in andere
instanties terug te winnen of te
optimaliseren? Welke initiatieven
heeft ons land genomen?
Promoot België in het IMF
initiatieven inzake kwijtschelding
van de schuld die verder gaan
dan het initiatief voor de armste
landen met hoge schulden? IJvert
ons land voor het loskoppelen van
het kwijtschelden van de schulden
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
de leur PIB à financer la coopération au développement, mais aucun
calendrier contraignant n'accompagne cet appel alors que, lors de
précédentes conférences, on essayait de fixer un calendrier.
Enfin, concernant, le problème de la dette, aucune initiative n'a été
enregistrée qui vise à aller au-delà des actuelles mesures
d'allégement décidées dans le cadre de l'initiative envers les pays
pauvres très endettés (PPTE).
J'ai lu dans la presse que le premier ministre était relativement
mécontent de ce qui s'était passé à Monterrey.
La Belgique a-t-elle pris des initiatives, après le sommet de
Monterrey, allant dans le sens de l'échange de vues que nous avions
eu ici.
La Belgique il faut s'en féliciter a voulu aller plus loin. Elle a mis
sur la table une proposition d'annulation progressive de la dette (la
proposition PAIR) qui consiste à créer un fonds destiné à racheter les
dettes aux créanciers des pays pauvres, pour ensuite examiner la
situation de chacun des pays et éliminer d'un seul coup le niveau de
la dette qui n'est pas soutenable en termes de développement
humain.
Cette proposition, même si elle n'a pas été adoptée, a suscité un
certain intérêt auprès de plusieurs pays.
Ma question, monsieur le vice-premier ministre, est la suivante:
avez-vous, depuis lors, essayé de récupérer ou d'optimiser cet intérêt
dans d'autres instances? En d'autres mots, quelles initiatives notre
pays a-t-il prises, après Monterrey, pour favoriser l'allègement de la
dette du tiers-monde? Particulièrement:
1. Au sein du FMI, la Belgique promeut-elle des initiatives
d'annulation de la dette qui vont au-delà de "l'initiative PPTE"? La
Belgique milite-t-elle en faveur du découplage entre les annulations
de dettes et les conditionnalités imposées dans le cadre des
programmes d'ajustement?
2. Au niveau européen, quelles actions la Belgique mène-t-elle afin
d'obtenir la révision des dispositions du Pacte de stabilité qui
imposent aux Etats créanciers de comptabiliser les annulations de
dettes comme dépenses budgétaires? Avez-vous défendu auprès de
nos partenaires européens l'idée d'une révision de cet aspect du
Pacte de stabilité qui, compte tenu de l'obligation de respect des
critères de convergence, dissuade les gouvernements de procéder
aux annulations de dettes?
3. Enfin, au niveau national, pouvez-vous nous dire où en sont les
annulations de dettes consenties aux PPTE dont nous sommes les
créanciers? En particulier, pouvez-vous nous donner depuis 1999
car c'est en septembre 1999 que la Belgique a décidé de suivre les
engagements pris par les pays du G7 à Cologne d'annuler 90% de la
dette bilatérale des 42 pays membres du groupe PPTE année par
année et pays par pays, le montant des annulations de dettes
consenties par la Belgique aux PPTE dont elle est créancière?
van de voorwaarden die aan die
landen worden opgelegd in het
kader van de
aanpassingsprogramma's? Wat
doet België op Europees niveau
om de herziening te verkrijgen
van de bepalingen van het
stabiliteitspact die de
schuldeisende landen verplichten
schuldkwijtscheldingen als
begrotingsuitgaven te boeken?
Hebt u een herziening van dat
aspect van het stabiliteitspact
verdedigd?
Hoe ver staat het ten slotte op
nationaal vlak met de
schuldkwijtscheldingen aan de
HIPC-landen waarvan wij
schuldeiser zijn?
04.02
Louis Michel
, ministre: Monsieur le président, la Belgique a 04.02
Minister
Louis Michel
:
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
défendu un certain nombre de propositions ambitieuses en matière
de réduction de la dette. A cet égard, je vous renvoie à la position
belge préparée dans le cadre du Sommet de Barcelone et de la
Conférence de Monterrey.
Il y a été dit qu'au niveau belge, la Belgique continuera à plaider pour
le déliement de l'aide dans le cadre d'une recherche d'efficacité
optimale de la coopération. En effet, selon des études réalisées par
la Banque Mondiale, le déliement de l'aide serait en mesure de faire
augmenter de 25% l'impact sur la lutte contre la pauvreté.
L'allègement de la dette des pays pauvres et lourdement endettés est
un préalable indispensable pour une lutte efficace contre la pauvreté
et l'utilisation productive des ressources financières locales.
Dans cette optique, la Belgique privilégie: une mise en oeuvre rapide,
efficace et complète des accords de la facilité HIPC2, décidés
antérieurement par le conseil des ministres; des initiatives dans une
approche internationale pour faciliter l'accès des PMA aux
mécanismes HIPC; des mécanismes complémentaires de
conversions de la dette en programmes sociaux et de renforcement
des capacités institutionnelles et humaines locales. Tout ceci doit
être réalisé dans les limites des possibilités budgétaires et en veillant
à la bonne gestion et à la construction de la paix après les conflits.
En ce qui concerne les conditionnalités, elles font partie intégrante de
HIPC ou PPTE. A mes yeux, il n'est pas raisonnable d'accorder des
annulations de dette sans le respect du minimum de bonne
gouvernance agréé dans le cadre de la position belge pour
Monterrey.
Enfin, soulignons que l'initiative HIPC2 n'est actuellement pas
financée, à long, voire à moyen terme. Cette insuffisance ne relève
pas de la responsabilité des européens.
Dès lors, défendre des positions plus ambitieuses, en sachant que
nous éprouvons des difficultés à financer ce qui existe à l'heure
actuelle, pourrait au mieux être pris pour des "wishfull thinking", au
pire comme une volonté de saboter HIPC.
Par ailleurs, dans sa séance du 11 mai 2001, le Conseil des ministres
a marqué son accord sur une remise des dettes bilatérales aux pays
bénéficiant de l'initiative en faveur des pays les plus pauvres, très
endettés. Je vous renvoie à ce titre à la décision du Conseil des
ministres.
Le pacte de stabilité de l'Union européenne concerne les objectifs de
stabilité budgétaire pour les Etats membres de l'Union européenne.
La comptabilisation des annulations de dette comme dépenses
budgétaires se fait selon les règles du système européen des
comptes 95, (SEC 95). Celui-ci impose aux Etats membres de
comptabiliser le coût des annulations de dette en une fois, l'année où
les annulations sont consenties.
Il est clair que l'application du SEC 95 a des effets sur le respect du
pacte de stabilité. Faut-il pour autant demander la renégociation de
ce pacte et considérer que l'équilibre budgétaire ne doit plus être
respecté?
België heeft een aantal
verregaande voorstellen tot
schuldvermindering verdedigd,
waaronder het initiatief PAIR.
België pleit voor ontbonden hulp.
De schuldverlichting van de arme
landen met zware schuldenlast is
een noodzakelijke voorwaarde
voor een efficiënte strijd tegen de
armoede en voor het productief
aanwenden van de plaatselijke
financieringsmiddelen. Wij staan
dus achter een snelle, efficiënte
en volledige toepassing van de
HIPC II-akkoorden rond
schuldvermindering, achter
initiatieven, in een internationale
context, om de minst ontwikkelde
landen gemakkelijker toegang te
geven tot het HIPC-mechanisme
en achter bijkomende initiatieven
tot omzetting van de schuld in
sociale programma's.
De opgelegde voorwaarden
maken deel uit van de HIPC-
akkoorden; ik denk trouwens dat
het niet verstandig zou zijn over te
gaan tot schuldkwijtschelding
zonder een minimum waarborg
van goed bestuur. Op dit ogenblik
is er voor het initiatief HIPC II
geen financiering op lange en
zelfs niet op middellange termijn;
dat tekort is niet aan de
Europeanen te wijten. Nog
verregaander standpunten
verdedigen zou dus als wishful
thinking kunnen worden
beschouwd of, in het slechtste
geval, al een poging om HIPC
stokken in de wielen te steken.
Wij hebben daarenboven beslist
een aantal gevolgtrekkingen te
maken op het vlak van de
bilaterale schuldkwijtschelding
voor de arme landen met zware
schuldenlast. Het stabiliteitspact
van de Europese Unie gaat over
doelstellingen inzake budgettaire
stabiliteit voor de EU-lidstaten.
Wat het boeken van de
schuldkwijtschelding als uitgaven
in de begroting betreft: dat heeft
eerder te maken met het ESR 95
(Europees systeem van
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Deuxième élément, seule la Bolivie, en mai 2002, a fait l'objet d'une
annulation de dette au titre de HIPC2, de 17.04 millions d'euros.
C'est le seul pays qui ait atteint le point d'achèvement. Les 17.04
millions d'euros se composent, pour le Ducroire, le compte de l'Etat,
3,27 millions d'euros, pour le compte de l'Office, 2,77 millions
d'euros. Total des crédits commerciaux, 6, 04 millions d'euros et les
prêts d'Etat 11 millions d'euros.
D'autres pays sont concernés. La procédure d'annulation est en
cours. Tant que les accords bilatéraux ne sont pas conclus,
l'annulation n'est pas effective.
rekeningen), dat vraagt dat de
lidstaten de kostprijs van die
schuldkwijtscheldingen in één
maal boeken, in het jaar waarin de
schuldkwijtschelding wordt
toegekend. De toepassing van het
ESR 95 heeft een weerslag op het
naleven van het stabiliteitspact,
maar moet er daarom opnieuw
over worden onderhandeld?
Ten slotte, enkel Bolivië heeft een
schuldkwijtschelding gekregen als
arm land met zware schuldenlast;
nog andere landen komen in
aanmerking, maar de
kwijtschelding is nog niet
doorgevoerd.
04.03
Jacques Lefevre
(cdH): Monsieur le ministre, l'initiative
lancée par la Belgique à Monterrey a été, selon "Derde Dimensie",
soumise par le premier ministre à une réunion interministérielle des
pays de l'OCDE. Connaissez-vous l'accueil qu'elle a reçu?
Pour la petite histoire, j'ai la version francophone et la version
néerlandophone. Le fait que cela a été soumis à une réunion de
l'OCDE n'apparaît que dans la version néerlandophone. Cela
n'apparaît pas dans la version francophone du journal officiel. Je lis
les deux et j'essaie de voir s'il y a des différences dans les textes et il
y en a effectivement une à cette occasion-là. C'est probablement une
erreur de l'imprimeur.
04.03
Jacques Lefevre
(cdH):
Het PAIR-initiatief, dat te
Monterrey werd voorgesteld, werd
aan de OESO-landen voorgelegd.
Hoe hebben zij daarop
gereageerd?
04.04
Louis Michel
, ministre: Cela a été bien reçu par certains pays,
moins bien par d'autres. C'est toujours la même chose. Disons que
cela a été reçu d'une façon mitigée.
04.04
Minister
Louis Michel
:
Sommige landen hebben dat goed
onthaald en andere minder goed.
De gevoelens waren dus
gemengd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Ferdy Willems aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het
bezoek aan de Islamitische republiek Iran" (nr. 7454)
- mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken over
"de mensenrechten in Iran" (nr. 7852)
- de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "het
uitvoeren van de doodstraf door steniging in Iran" (nr. 7862)
05 Questions jointes de
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la visite à la
République islamique d'Iran" (n° 7454)
- Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "les droits de
l'homme en Iran" (n° 7852)
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'exécution de
la peine de mort par lapidation en Iran" (n° 7862)
05.01
Ferdy Willems
(VU-ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 05.01
Ferdy Willems
(VU-ID):
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
minister, het is duidelijk dat Iran belangrijk is voor ons land. Het is
immers één van de belangrijkste olieleveranciers en omgekeerd is
Europa goed voor 30 tot 40% van de inkomsten van het land.
Daartegenover staat dat Iran zich op dit ogenblik zwaar bedreigd
voelt, enerzijds door de VS die Iran samen met Noord-Korea en
andere landen de `as van het kwaad' noemen en anderzijds door de
binnenlandse situatie. Er is een enorme werkloosheid, corruptie, er
zijn 3 miljoen Afghaanse vluchtelingen en er een probleem met drugs
en prostitutie. Die laatste twee elementen zijn een gruwel in de ogen
van een islamitisch land.
Dit alles brengt met zich mee dat Iran buitenlandse steun zoekt om
het eigen regime recht te houden. Dat is een niet onbelangrijk
aspect. Ik verwijt niet het feit dat Belgische politici naar Iran gaan. Ik
heb zelf ook contacten, én met de ambassade, én met de Iraanse
oppositie. Ze weten dat van elkaar. Hoe wordt tegengegaan dat dit
verzoek aan u misbruikt wordt door doeleinden die u niet
onderschrijft?
Ten derde, hoe evalueert u de beschuldigingen van terrorisme,
uitgebracht door de VS? Ik wil herhalen dat Iran zelf herhaaldelijk de
aanslagen van 11 september heeft veroordeeld. Het brengt zelf een
nuance aan, het steunt bijvoorbeeld de Hezbollah. Zij zeggen dat het
een negatief verzet is tegen de bezetting van ons land. Iran
veroordeelt het terrorisme, maar brengt een nuance aan, die een
ander licht op de zaak werpt.
Ik verwijs ook naar de verklaringen van de heer Zarif, vice-premier
van Buitenlandse Zaken van Iran, die op 28 maart in Genève gezegd
heeft dat ze geen nucleaire wapens hebben en ze die ook niet
verspreiden. Diezelfde heer Zarif is op 19 juni in ons Belgisch
parlement komen zeggen dat de beschuldigingen van de VS aan het
adres van Iran bestemd zijn voor de eigen binnenlandse markt in de
VS. Met deze uitspraak wil Bush vooral goed staan bij zijn
conservatief kiespubliek. Bovendien wordt duidelijk dat Iran minder
geviseerd wordt dan wij denken.
Graag had ik daarover uw appreciatie gehad. Hebt u een
bemiddelende rol willen en kunnen spelen? Van dat willen, ben ik
eigenlijk vrij zeker. Maar of het gelukt is, weet ik niet. Ik verwijs naar
uitlatingen in de pers, waarbij de Amerikanen stellen dat die toelating
van Europa tot Iran helemaal niet aangenaam zou zijn voor hen. Ook
Groot-Brittannië, Nederland en Duitsland appreciëren de stappen
naar Iran, in het spoor van de VS, niet zo echt. Ik verwijs eveneens
naar uw eigen verklaringen waarin u zegt dat wij de VS niet zijn. Daar
kan ik u in volgen. Verder zegt u dat wij naar Iran gaan en dat wij de
VS niet zullen provoceren, maar wel steun zullen bieden aan de
progressieven in het regime van Iran. Hoe evalueert u dat? Hoe ziet
u dat? Hoe kunnen we daar een bemiddelende rol spelen, zonder
doelstellingen na te streven die we zelf niet willen?
Ten vierde, wat de fameuze mensenrechtenschendingen in dat land
betreft, Iran is al een vijftigtal keer veroordeeld geweest door de VN.
Dat is niet niets. Ik verwijs nog maar eens naar de onderdrukking van
de vrouw. Ik kan wel begrijpen dat Iraanse autoriteiten stellen dat
vrouwenemancipatie moet kunnen binnen het kader van de Islam, en
niet onder druk van het Westen. Dat kan ik begrijpen. Wat ik
helemaal niet meer kan begrijpen, is de politiek van executies die
L'Iran devient un partenaire de
plus en plus important. Non
seulement il notre principal
fournisseur de pétrole mais un
tiers de ses importations vient
d'Europe. Ce pays se sent mis
sous pression par les Etats-Unis et
menacé par des tensions internes.
Il est donc logique que Téhéran
cherche un soutien international
pour son régime. La liste des
visites récentes et futures entre
l'Iran et la Belgique est longue.
Qu'a-t-il été exactement convenu
au Conseil de l'Europe?
Comment le gouvernement belge
évitera-t-il que ses visites soient
interprétées dans la presse
iranienne comme des
manifestations de soutien au
régime? Les gouvernements
luxembourgeois, allemand et
italien ont déjà annulé ou écourté
des visites pour ces motifs.
Les Etats-Unis accusent l'Iran de
soutenir le terrorisme
international. Qu'en pense le
ministre? L'Iran a du reste
condamné les attentats du 11
septembre, fût-ce de manière
quelque peu nuancée. Selon le
vice-premier Sharif, les
accusations américaines ne sont
destinées qu'à l'usage interne des
Etats-Unis. Les Etats-Unis et
quelques pays européens
n'apprécient pas notre
rapprochement vis-à-vis de l'Iran.
Le ministre Michel peut-il ou
voudrait-il faire office de
médiateur?
Les Nations Unies ont déjà
condamné plusieurs fois l'Iran
pour cause de violations des
droits de l'homme. Il n'est que de
songer à la situation de la femme
ou aux 214 exécutions auxquelles
il a été procédé au cours de la
première moitié de cette année.
Le vice-premier ministre Sharif a
affirmé à la Chambre que la
drogue était le motif de 90 % de
ces exécutions. Aucun opposant
politique n'aurait été exécuté mais
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
gevolgd wordt. Ik heb hier een lijst van vijf bladzijden bij mij die zal
ik u bezorgen na deze uiteenzetting met enkel, officieel door het
regime gecontroleerde opsommingen uit de Iraanse pers zelf. Telt
men dit op, dan komt men uit op 214 executies, alleen al in de eerste
helft van dit jaar. Hierbij gaat het ook om zwangere vrouwen en
jongeren van bijvoorbeeld 17 jaar die terechtgesteld worden. Dat is
dus niet niets.
Toen vice-premier Zarif in de Belgische Kamer op bezoek kwam, heb
ik daar ontstellende dingen gehoord. De heer Lefevre was erbij, dus
hij kan dit ook bevestigen. Die man heeft daar verkondigd dat aan
die executies niet te zwaar getild moet worden, omdat het in 80 à 90
% van de gevallen gaat over executies wegens drugs. Dat werpt
misschien een ander licht op de zaak, maar dat keurt ze nog altijd
niet goed.
Zarif zei ook dat er geen enkele politieke opposant terechtgesteld
werd, wat een enorme leugen is. Wanneer men de officiële
berichtgeving nagaat in de Iraanse pers, dan is dit gewoon onjuist.
Bij het volgend feit kon ik mijn oren helemaal niet meer geloven. Hij
zei namelijk dat steniging tegengegaan wordt en zeldzaam is.
Bovendien is de voorwaarde vooraleer tot een steniging kan worden
overgegaan dat de beschuldigde kan ontsnappen. Hij gaf als bewijs
dat iemand die men dreigde te stenigen tot tweemaal toe aan de
steniging kon ontsnappen. Begijpe wie begrijpen kan.
Ik sluit hier ook aan bij een vraag van de heer Valkeniers, die
waarschijnlijk bij een volgende gelegenheid aan bod zal komen. Hij
heeft een zeer terechte vraag over het stenigen van vrouwen, dat
nog altijd doorgaat. Wat ik u wil vragen, mijnheer de vice-eerste
minister, is of het juist is dat, zoals de pers schrijft, u in Iran of China
op een muur van "beleefd aanhoren" en "beleefd onbegrip" stuit: ze
luisteren wel naar u, maar als puntje bij paaltje komt vegen ze er hun
voeten aan. Mijn vraag blijft dus de volgende. Hoewel ik "ja" zeg
tegen economische hulp, vraag ik me af in welke mate we aan die
economische hulp en economische relaties mensenrechten kunnen
koppelen. Ik denk dat dat noodzakelijk is.
cette affirmation est mensongère.
Concernant la lapidation, il dit
qu'elle était rarissime et offre en
outre à l'accusée une chance de
s'échapper.
Je me joins également à une
question de M. Valkeniers sur la
lapidation des femmes, une
pratique qui est toujours en
vigueur en Iran. Pouvons-nous
subordonner nos relations
économiques avec l'Iran au
respect des droits de l'homme?
En dépit de toutes les
dénégations, les minorités sont
toujours persécutées en Iran.
Dans le cas des Bahai, le régime
ne s'en cache même pas et se
défend en arguant qu'ils ont
collaboré avec le shah. Qu'en
pense le ministre?
Ik heb ook nog een vijfde vraag over de minderheden. Ik heb die
vraag ook gesteld in het Egmontpaleis op een colloquium dat
georganiseerd werd door de Iraanse ambassade. Ik kreeg er toen
geen antwoord op; misschien krijg ik er vandaag wel een. Men blijft
er de Koerden en de Azeri's vervolgen. Ze ontkennen het wel, maar
de feiten, zoals onder meer bekendgemaakt door de Koerden zelf,
bevestigen dat die groepen wél worden vervolgd. In het geval van de
Bahaï gaat zelfs het regime in Teheran akkoord met de vervolging,
want het waren collaborateurs met de Sjah, zeggen ze. Ook over de
vraag hoe men het onderdrukken van de eigen bevolkingsgroepen,
minderheidsgroepen, kan hardmaken en tegelijk ook steun kan
vragen in Europa had ik graag uw mening gehoord. Wat dat betreft,
meen ik dat de vraag van mevrouw Laenens in dezelfde richting zal
gaan.
05.02
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik kan kort zijn omdat ik aansluit bij de vraag
van collega Willems. Meer specifiek had ik graag het rapport van de
speciale vertegenwoordiger van de commissie inzake de situatie van
05.02
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Je voudrais attirer
l'attention sur le rapport du
représentant spécial de la
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
de mensenrechten in Iran, de heer Maurice Copithorne, onder de
aandacht gebracht.
Dit rapport werd, naast vele andere, voorgesteld op de 58
ste
zitting
van de Mensenrechtencommissie van de VN in april jongstleden in
Genève. Het rapport stelt duidelijk dat er het afgelopen jaar zo goed
als geen vooruitgang werd geboekt inzake het statuut van de vrouw,
het statuut van minderheden, religieuze minderheden, Azeri's en
Koerden. Als belangrijke reden geven zij aan dat de discriminatie
verankerd is in wetten en reglementen. Een belangrijk feit is toch wel
dat de speciale gezant nooit toelating heeft gekregen om de situatie
ter plaatse te gaan evalueren. Zijn mandaat werd dan ook met een
jaar verlengd en er werd gevraagd de situatie op de volgende zitting
van de Mensenrechtencommissie opnieuw ter sprake te brengen.
Ik denk dat het gefundeerd is om een stap verder te gaan, zodat op
de Algemene Vergadering in het najaar een resolutie zou kunnen
voorliggen die de problematiek van de schendingen van de
mensenrechten in Iran zou aanklagen. We weten allemaal dat de
Europese Unie in de VN gezamenlijk optreedt, maar iemand moet in
de Europese Unie het initiatief nemen en we weten dat u in het
verleden al meermaals initiatief hebt genomen in verband met de
verdediging van de mensenrechten. Mijn concrete vraag is dus of
België in de Europese Unie een initiatief wil nemen om ervoor te
zorgen dat dit op de agenda van de Algemene Vergadering komt.
Het sluit misschien ook aan bij de vraag van collega Willems naar
het standpunt dat de Europese Raad terzake heeft ingenomen.
commission, M. Maurice
Copithorne, sur la situation des
droits de l'homme en Iran. Selon
ce rapport, aucun progrès n'a été
réalisé sur le plan du statut de la
femme et des minorités au cours
de l'année écoulée. En outre, M.
Copithorne n'a jamais eu
l'occasion d'évaluer la situation
sur place.
Le gouvernement a-t-il l'intention
de prendre, au nom de l'Union
européenne, l'initiative d'inscrire
une résolution à l'ordre du jour de
la prochaine assemblée générale
des Nations Unies?
05.03 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kan
inderdaad bevestigen dat er op de Raad Algemene Zaken van 13
mei geen akkoord totstandkwam, maar dat het wel lukte op de zitting
van 17 juli. Een meerderheid, waaronder België, meende in
navolging van de Commissie dat er moest worden gestreefd naar
een beleid dat niet alleen evenwichtig, maar ook snel uitvoerbaar
moest zijn. Dat behelsde een commercieel akkoord, dat volledig
binnen de bevoegdheden van de Europese Unie zou liggen, met
daarnaast politieke instrumenten die de politieke gevoeligheden van
de relatie tot uiting zouden laten komen, bijvoorbeeld inzake
mensenrechten, bestrijding van het terrorisme en
massavernietigingswapens.
Het bleek duidelijk de meest efficiënte weg te zijn om de
betrekkingen op het juiste spoor te plaatsen. Enkele lidstaten waren
tegen. Zij waren de mening toegedaan dat met Iran een gemengd
akkoord zou moeten worden afgesloten. Dat is één enkel
geconsolideerd instrument, met implicatie van bevoegdheden van
zowel de Europese Unie als van de lidstaten, waarin naast
handelsbepalingen ook politieke clausules zouden worden
ingeschreven. Het nadeel van deze laatste benadering was dat de
verwezenlijking van een akkoord van dat type, omdat het door de 15
lidstaten moet worden geratificeerd, vele jaren gemiddeld 4 tot 7
jaar in beslag zou nemen. Het zou neerkomen op het heden
beslissen van een beleid dat pas na 4, 5, 6 of 7 jaar een eerste
uitwerking kan krijgen. Op 17 juni aanvaardden alle lidstaten dat
zulks zinloos zou zijn. Ik heb dat trouwens ook verdedigd.
Op 11 en 12 juni heb ik inderdaad een bezoek gebracht aan Iran. Het
was het eerste officiële bezoek van een Belgische minister van
05.03
Louis Michel
, ministre: Le
Conseil "Affaires générales" a
conclu un accord non pas le 15
mai mais bien le 17 juin. La
majorité s'efforce de mettre en
oeuvre une politique qui soit non
seulement équilibrée mais qui
puisse aussi être mise en oeuvre
rapidement. Un accord
commercial assorti d'instruments
politiques devait être conclu avec
l'Iran. Cette méthode semblait la
plus efficace. Quelques Etats
membres souhaitaient au
préalable conclure un accord
commun avec l'Iran mais cette
formule présentait le désavantage
que l'accord aurait dû être ratifié
par tous les Etats membres, ce
qui pourrait prendre de quatre à
sept ans.
Je me suis rendu en Iran les 11 et
12 juin. Cette visite s'inscrivait
dans le cadre général du dialogue
entre les Etats membres de
l'Union européenne et l'Iran. La
situation interne est relativement
complexe. Une lutte permanente
pour le pouvoir est engagée entre
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Buitenlandse Zaken aan Iran sedert meer dan 10 jaar. Het past in de
ruime dialoog die de lidstaten van de Europese Unie met Iran
aangaan en die in de laatste 12 maanden niet minder dan 6
Europese ministers van Buitenlandse Zaken naar Teheran heeft
gebracht. De interne politieke situatie in Iran is vrij complex en wordt
gekenmerkt door een permanente machtsstrijd tussen meer
conservatieve elementen, meestal uit religieuze kringen, en
progressieve krachten die bij de laatste verkiezingen van het Iraanse
volk een zeer ruime steun kregen.
België volgt met belangstelling de politieke ontwikkelingen in het
land, die duidelijk in de richting van politieke hervormingen,
economische vooruitgang en meer openheid naar de wereld toe,
gaan. De bedoeling van mijn reis was in essentie de Iraanse leiders
aan te moedigen om deze nodige hervormingen resoluut voort te
zetten. Ik had zowel gesprekken met zogenaamde reformisten als
met conservatieven. Mijns inziens hebben ook deze laatsten
begrepen dat hervormingen, voornamelijk onder publieke druk,
onafwendbaar zijn. Tijdens mijn bezoek in Teheran is duidelijk
gebleken dat Europese aarzelingen om dialoog en samenwerking
aan te halen, het kamp van de conservatieven in Iran zouden dienen,
want het zal reformisten die de toenaderingspogingen tot Europa
steunen, in verlegenheid brengen.
Vanzelfsprekend stonden de politieke thema's vooraan op mijn
agenda. Het thema van het terrorisme werd in ondubbelzinnige
bewoordingen aangesneden. Iran verzekerde mij van zijn bereidheid
om actief mee te werken aan de strijd tegen het terrorisme. Het
herinnerde aan het feit dat het zelf slachtoffer is van terroristische
groeperingen, zoals de Mujahedin-e Khalq Organization, gekend als
MKO. Het stelde tevens met ontegensprekelijke pertinentie dat het
de eerste was om de strijd aan te binden met het Taliban-regime in
Afghanistan en dat het nu actief en positief wil meewerken aan het
herstel van de stabiliteit in het buurland Afghanistan.
Beschuldigingen als zou Iran het internationaal terrorisme in één of
andere zin steunen, werden heftig van de hand gewezen.
Wat de vierde en de vijfde vraag van de heer Willems betreft, heb ik
ook duidelijk gewezen op het belang dat ik hecht aan de toestand
van de mensenrechten in Iran. Daarbij heb ik onderstreept dat de
discriminatie van religieuze en andere minderheden, de inperking
van het recht op meningsuiting en de uitvoering van de doodstraf en
andere onmenselijke straffen voor ons onaanvaardbaar blijven. Ik
ben tussenbeide gekomen in concrete gevallen zoals die van
journalist Urzan en schrijver Gadzi alsmede over de toestand van de
Baya. De gesprekken hierover met mijn Iraanse partners waren
doorgaans zeer open. Zijn aanvaardden een gedeelte van de kritiek
doch benadrukten dat er de laatste jaren duidelijk vooruitgang was
geboekt en stelden dat Iran de vergelijking met buurlanden uit de
regio in menig opzicht kon doorstaan. Iran toonde zich bereid om de
dialoog over de mensenrechten te verdiepten. Het toonde zich zelfs
bereid om zijn gerechtelijk systeem, dat bekend staat als zeer
conservatief, open te stellen voor internationale uitwisselingen en
samenwerking. De vice-minister van Buitenlandse Zaken van Iran
bevoegd voor Mensenrechten is trouwens sindsdien met betrekking
tot dit thema opnieuw op bezoek geweest in Brussel om onder meer
gesprekken te voeren met de Europese Commissie.
les forces conservatrices et les
progressistes. Le voyage visait à
encourager les dirigeants iraniens
à poursuivre sur la voie des
réformes. Les conservateurs aussi
ont compris que les réformes
étaient inéluctables. Toute
hésitation manifestée par l'Europe
dans le développement des
relations avec l'Iran servirait le
camp des conservateurs dès lors
où elle embarrasserait les
progressistes.
Le gouvernement iranien m'a
assuré qu'il était prêt à prendre
une part active à la lutte contre le
terrorisme. L'Iran est lui-même
victime des groupements
terroristes. Il affirme avoir été le
premier à s'engager dans la lutte
contre les Talibans et souhaite
contribuer au rétablissement de la
paix en Afghanistan. Il dément
tout soutien au terrorisme.
J'ai souligné l'importance que
revêt le respect des droits de
l'homme. J'ai ensuite évoqué la
discrimination des minorités, la
limitation de la liberté d'expression
et la peine capitale. J'ai
également abordé des cas
concrets. Les débats se sont
déroulés dans une ambiance
caractérisée par l'ouverture
d'esprit. Mes interlocuteurs ont
admis certaines critiques tout en
mettant en évidence les avancées
réalisées au cours des dernières
années. Ils sont dits disposés à
approfondir le dialogue sur les
droits de l'homme et à ouvrir leur
système législatif au dialogue et à
la collaboration.
Comme le sait Mme Laenens,
l'UE a été perdante lors du vote à
propos de l'Iran au cours de la
dernière séance de la commission
des Droits de l'homme. Le mandat
du représentant spécial n'a pas
non plus été reconduit. Aucune
décision n'est encore intervenue
concernant le dépôt d'une
nouvelle résolution à l'assemblée
générale des Nations Unies.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Zoals u weet heeft de Europese Unie tijdens de laatste zitting van de
commissie Mensenrechten de stemming over de resolutie inzake de
situatie van de mensenrechten in Iran verloren. Aangezien deze
resolutie niet werd aangenomen werd het mandaat van de speciale
vertegenwoordiger niet vernieuwd. Dit is voor de Europese Unie een
teleurstelling. Tijdens de evaluatie van de zitting werd bijzondere
aandacht besteed aan dit onderwerp, met name de toekomst van
deze resolutie. In dit stadium werd nog geen enkele beslissing
genomen over het indienen van een nieuwe resolutie over Iran bij de
algemene vergadering. Hierover wordt overleg gepleegd binnen de
vijftien. Ik kan u momenteel geen definitief antwoord geven.
Aan de andere kant onderzoekt de EU de opportuniteit om een
mensenrechtendialoog met Iran aan te gaan en dit op vraag van Iran.
Tijdens mijn laatste bezoek aan Teheran heb ik lang met mijn
Iraanse gesprekspartners over deze zaak gesproken. Ik ben
voorstander van elk mechanisme dat de mensenrechtendialoog met
dit land weer op gang brengt. Deze dialoog zal onder andere toelaten
de inzet van Iran voor de mensenrechten na te gaan alsook hun wil
om een daadwerkelijke discussie over dit onderwerp te voeren. Het is
noodzakelijk dat deze dialoog vooruitgang boekt aangaande de
mensenrechten op het terrein. Ik kan u in ieder geval verzekeren dat
zowel voor België als voor de Europese Unie de situatie van de
mensenrechten in Iran een zorg blijft. Dit zal mijn aandacht
weerhouden en deel uitmaken van onderzoek binnen de diverse
internationale fora zoals deze van de politieke dialoog.
L'UE examine l'opportunité d'un
dialogue sur les droits de l'homme
avec l'Iran, ce que je préconise.
Ce dialogue permettrait de mettre
à l'épreuve la bonne volonté et
l'engagement de l'Iran. Il doit
déboucher sur des avancées.
Pour la Belgique comme pour
l'UE, la situation des droits de
l'homme en Iran reste
préoccupante.
05.04
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de minister, de adviseur van
president Khatami inzake vrouwenzaken, mevrouw Zahra Shojaii,
verdedigt de onmenselijke straf van steniging en noemt ze zelfs
noodzakelijk voor de verdediging van de familiewaardigheid. Zij
antwoordde dit op een kritiek van uw collega, mevrouw Onkelinx,
over deze praktijken in de krant Ressalat Daily van 6 juli jongstleden.
Alhoewel Khatami zogezegd doorgaat voor gematigd zien we dat de
fanatiek religieuze mullahs nog steeds een discriminatoire toon
zetten tegenover de vrouwen. In de vijf jaar waarin de heer Khatami
nu aan het bewind is werden drieëntwintig doodstraffen door
steniging uitgevoerd. Zestien daarvan waren vrouwen. Op dit
ogenblik wachten nog vier vrouwen op de uitvoering van de tegen
hen uitgesproken doodstraf door steniging. Onlangs kon een
gelijkaardig vonnis in Nigeria worden vermeden door een protest van
de Westerse wereld.
Bent u bereid om ook in Iran te protesteren tegen deze barbaarse
manier van optreden?
05.04
Jef Valkeniers
(VLD): La
conseillère du président Khatami
pour les questions relatives aux
femmes, Mme Zahra Shojaii,
défend le principe de la lapidation
en tant que sanction.
Bien que M. Khatami passe pour
un président modéré, les mollahs
fanatiques continuent de
préconiser la ségrégation des
femmes. Depuis l'arrivée au
pouvoir de M. Khatami, 23
condamnations à mort par
lapidation ont déjà été exécutées.
Dans 17 cas, il s'agissait de
femmes. 4 femmes attendent
encore d'être exécutées.
Le ministre est-il disposé à
intervenir contre ces actes
barbares?
05.05 Minister
Louis Michel
: Mijnheer Valkeniers, natuurlijk zal ik
protesteren tegen zulke praktijken. Ik heb zo-even gezegd dat wij
over deze problematiek zeer diepgaand hebben gediscussieerd met
Khatami zelf. Wat wordt Khatami verweten? Khatami is nog steeds
zeer populair maar hij heeft veel van zijn populariteit verloren, omdat
een groot deel van de bevolking geloofde dat hij voor diepgaande
hervormingen kon zorgen. Men verwijt hem eigenlijk een tekort aan
05.05
Louis Michel,
ministre: Je
suis bien entendu prêt à protester
contre l'exécution de la peine de
mort par lapidation en Iran.
M. Khatami a perdu une partie de
sa popularité parce que la
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
moed. Hij heeft door zijn populariteit immers steun gekregen die hem
toeliet om het probleem echt aan te pakken. Het verwijt dat ik veel
gehoord heb is dat Khatami het moest en kon doen maar dat hij het
nog niet gedaan heeft. Dat is een verwijt dat algemeen gehoord
wordt. Het probleem is eigenlijk de Iraanse grondwet. Het parlement
keurt met een comfortabele meerderheid hervormingswetten en
moderniserende wetten goed. De raad van religieuzen heeft echter
steunend op de grondwet het recht om die te vernietigen.
Au moment où j'étais là-bas, on a voté une loi interdisant l'utilisation
de la torture en matière de justice. Cette loi a été votée au parlement
iranien à une majorité confortable mais le conseil dont j'ai oublié le
nom je crois que c'est le conseil d'évaluation et qui est composé
essentiellement de religieux, a estimé que cette loi était contraire à la
sécurité iranienne et a donc supprimé la loi.
Ik heb de gelegenheid gehad om daarover te spreken met
intellectuelen, artiesten en journalisten. Zij hebben mij gezegd dat zij
menen dat de dingen maar kunnen veranderen door een revolutie,
want de grondwet maakt hervormingen onmogelijk. Het probleem is
dus gekend.
Meer in het algemeen ben ik nog steeds overtuigd van het feit dat wij
op economisch vlak zo vlug mogelijk een band moeten creëren
tussen Iran en de Europese Unie. Daarnaast moet een politieke
dialoog plaatsvinden over alle mogelijke onderwerpen met inbegrip
van de mensenrechten. Wij hebben dit lang kunnen bespreken met
Khatami en de minister van Buitenlandse Zaken, Karazi. Beiden zijn
eigenlijk reformisten maar zij hebben het natuurlijk niet gemakkelijk.
Zij pleiten ervoor dat wij hen zouden helpen om een opening tot
stand te brengen zodat politieke hervormingen makkelijker tot stand
kunnen komen. Sta me toe een voorbeeld te geven. Op enkele
maanden tijd heb ik een groot verschil gevoeld. Toen ik tijdens het
Belgische voorzitterschap van de EU in Teheran was, konden de
journalisten niemand interviewen omdat mensen op straat niet wilden
antwoorden. De laatste keer dat ik daar was, liepen de burgers zelf
naar de journalisten om hun verhaal te kunnen doen.
population lui reproche de
manquer de courage. Le problème
réside toutefois dans la
Constitution qui autorise le
Conseil religieux à déclarer
caduques les lois approuvées par
le Parlement.
In het Parlement werd met een
ruime meerderheid een wet
aangenomen die martelpraktijken
verbiedt, maar de religieuze raad
was de mening toegedaan dat die
wet in strijd was met de Iraanse
veiligheid en heeft ze afgeschaft.
Des journalistes et des
intellectuels m'ont dit que la
Constitution empêche à un tel
point les réformes qu'une
révolution est presque nécessaire
pour y changer quelque chose.
Nous devons créer le plus vite
possible un lien économique entre
l'Iran et l'UE et entamer ensuite
un dialogue politique.
En l'espace de quelques mois,
une grande différence est
apparue. Lors de notre précédente
visite, les journalistes n'avaient
pas la possibilité d'interviewer des
gens, alors que, cette fois, les
citoyens venaient eux-mêmes à
notre rencontre pour se plaindre
de divers problèmes.
05.06
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zal zeer
kort repliceren.
Mijnheer de minister, ik ben tevreden met wat u op Europees vlak
hebt bereikt. Ik zou erop willen blijven aandringen dat men ook
aandacht besteedt aan wat ik de "nazorg" controle en eventueel
economische sancties zou durven noemen. De koppeling van onze
hulp aan politieke voorwaarden lees mensenrechten kan geen
dode letter blijven. We moeten blijven controleren of er op het terrein
iets verandert, anders blijft dit gewoon een vodje papier.
Ik onderschrijf uw analyse voor 100% als zouden verkiezingen in Iran
niet veel betekenen. De echte machthebbers zijn de conservatieven.
Dit blijft een dilemma in heel onze relatie met Iran.
Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag op welke manier
België heeft geprobeerd om de foutieve indruk, die de Iraanse pers
wekt waarvoor Luxemburg, Duitsland en Italië trouwens hebben
gewaarschuwd om bezoeken als het uwe anders te duiden, te
05.06
Ferdy Willems
(VU&ID):
Nous devons subordonner notre
soutien à quelques conditions
sociales et politiques et nous
devons continuer de contrôler la
situation dans le pays. En réalité,
les élections dans ce pays ne
signifieront pas grand-chose. C'est
le même groupe traditionnel de
dirigeants qui détient le pouvoir
depuis des années. Les visites
des Belges sont aussi interprétées
différemment dans la presse.
Elles sont utilisées pour servir la
propagande nationale. En ce qui
concerne le terrorisme, notre
collègue Valkeniers est cité dans
un journal de l'opposition
iranienne où il déclare que le vrai
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
weerleggen.
Ik onderschrijf uw analyse dat het afbouwen of niet verlenen van
Europese, economische contracten met Iran in de eerste plaats de
conservatieven ten goede komt. We kampen zoals steeds met
hetzelfde dilemma. Als we niets doen, is het verkeerd en als we wel
iets doen, wordt het verkeerd uitgelegd. Dit is geen gemakkelijke
situatie.
Op het vlak van het terrorisme zit ik toch met een tegenstrijdigheid.
De heer Valkeniers wordt geciteerd in een blad van de Iraanse
oppositie. Hij zou gezegd hebben dat het in de lijst van terroristische
organisaties opnemen van de Iraanse oppositie een vergissing is. Hij
zou daarbij ook de vraag hebben gesteld of de Iraanse staat dan de
echte terrorist is.
Er is ook sprake van een gebrek aan logica als de Iraanse regering
zegt dat zij de Hezbollah steunen omdat deze organisatie zich verzet
tegen een dictatoriaal regime, in casu Israël.
Zij aanvaardt dezelfde logica niet voor de oppositie in Iran zelf: die
mag zich niet verzetten, want die heeft geen legitieme aanspraken.
Ik ben heel tevreden dat u uw woorden concreet hebt omgezet in
daden wat de mensenrechten betreft. Het is dikwijls boeiender en
belangrijker om enkele concrete dossiers aan te pakken dan het bij
verklaringen te laten. Dat hebt u dus blijkbaar gedaan. A fortiori
verheug ik mij er over dat u dat inderdaad hebt gedaan tegenover de
Bahaï, de meest bedreigde minderheid, meer nog dan de Koerden. In
West-Europa is het weinig geweten, maar meer nog dan de Koerden
of de Azeri is die groep onderhevig aan vervolging. Mijn dank omdat
u het voor hen hebt opgenomen.
De vrouwenrechten dan. Ik wil toch ook iets zeggen dat wij in dit huis
en zelfs in deze zaal, toen de Arabische Wereldliga hier op bezoek
was, al gehoord hebben. Ik heb het ook in Marokko gehoord, u hebt
het ook in Iran gehoord en het werd hier ook reeds in de Senaat
gezegd door minister Zayev. Als wij vrouwenrechten opleggen als
een Westers axioma, bereiken wij in de islamitische wereld enkel het
tegenovergestelde effect. Als men de Koran kent, is er de
mogelijkheid om van daaruit en vanuit de islamitische filosofie zelf te
komen tot emancipatie van de vrouw. Dat is een belangrijk aspect
waarin ik de islamieten wel kan volgen. Als zij dat moeten ondergaan
als een dictaat uit het Westen, wordt dat contraproductief. Tot daar
enkele bedenkingen bij uw boeiend antwoord.
terroriste, c'est l'Etat iranien.
Le ministre a abordé sur place des
dossiers concrets relatifs aux
droits de l'homme. C'est ainsi que
le ministre a pris fait et cause pour
les Bahai, une ethnie qui est peu
connue ici mais qui est menacée
là-bas, plus encore que les Kurdes
en Irak. En ce qui concerne les
droits de la femme, il ne serait
selon moi pas admissible
d'imposer notre conception
occidentale de ces droits. Cela
n'aurait qu'un effet inverse parmi
la communauté islamique locale.
Par conséquent, il vaut mieux
oeuvrer à l'émancipation des
femmes à partir de la tradition
coranique.
05.07
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, u
hebt gezegd dat u teleurgesteld was en ik ben dat met u. Als wij de
tekst van de resolutie lezen, was een verlenging van het mandaat
meer dan noodzakelijk. Ik hoop dan ook dat er in de algemene
vergadering een stap vooruit gezet kan worden. Ik verwijs
bijvoorbeeld naar de relaties tussen de EU en andere landen als
Turkije. Daar zijn toch minstens de criteria van Kopenhagen in het
spel, waarnaar wij steeds kunnen verwijzen. Een resolutie zou het
voordeel hebben dat daardoor iets vaststaat en door een
meerderheid hopelijk wordt goedgekeurd, zodat het steeds opnieuw
kan worden vooropgesteld. Ik zit een beetje met dezelfde vraag als
de heer Willems. Wat u ginder in de politieke dialoog naar voren
05.07
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Je me réfère à la
relation entre l'UE et la Turquie
dans le cadre de laquelle nous
nous basons sur la Convention de
Copenhague. Le dialogue que
nous entretenons avec les gens a
été mis en avant d'une façon
déformée sur place.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
schuift, wordt blijkbaar niet zo weergegeven naar buiten toe. Het lijkt
mij belangrijk dat er in de toekomst ook kan worden op
aangedrongen dat verklaringen die worden afgelegd, op de een of
andere manier in de openbaarheid kunnen komen. Zo kunnen
niemands woorden worden verdraaid en naar voren gebracht alsof u
alles steunt wat officieel wordt verklaard.
05.08 Minister
Louis Michel
: Ik ben het daarmee niet eens. Mijn
woorden werden niet geïnterpreteerd en ik ben zeer duidelijk
geweest, ook publiek en met de pers. De Belgische pers was
trouwens aanwezig. Ik had niet de indruk dat de Iraanse pers mijn
woorden heeft verdraaid. Dat is niet waar. De reformisten waren zeer
tevreden dat wij daar waren, dat is zo. Zij beweren dat onze
aanwezigheid daar en de dialoog met hen, hen helpt. De voorzitter
van de commissie Buitenlandse Zaken is een journalist die een krant
heeft. Hij werd veroordeeld en zou normaal in de gevangenis
gezeten hebben, maar dat was niet zo: hij was in het Parlement. Wij
hebben die man daar ontmoet. Eigenlijk is hij een oppositieleider. Wij
hebben hem gevraagd of onze aanwezigheid en onze gesprekken
daar zijn strijd dienden. Hij heeft geantwoord dat dit natuurlijk zo was,
dat wij zo veel mogelijk en zo dikwijls mogelijk moesten komen en
dat wij absoluut economische banden moesten aanknopen om tot
een mentaliteitswijziging te komen en hen te helpen.
Je ne suis pas d'accord du tout, mais je ne peux me rendre sur place
en étant certain que la presse ne s'adonnera pas à des
interprétations.
En tout cas, je peux vous dire que j'ai rencontré la presse, que j'ai lu
les journaux, que j'ai fait traduire les articles de presse et je peux
vous assurer qu'elle n'a pas utilisé les propos que j'ai tenus là-bas. Je
suis désolé de vous dire que vous affirmez des choses qui ne sont
pas justes. La presse n'a pas eu le sentiment que je venais apporter
"un coup de main" aux conservateurs. D'ailleurs, l'Ayatollah, que j'ai
rencontré, a un vrai pedigree de conservateur. Je me suis "accroché"
de façon assez brutale avec lui au point qu'il a bien pensé, tout
comme ma délégation, que j'allais m'en aller. J'ai cependant décidé
de rester, ce qui nous a permis de discuter cela devrait intéresser
le philosophe que vous êtes, monsieur Lefèvre longuement de leur
concept de la démocratie religieuse. Vous comprendrez que c'est
pour moi un concept assez curieux qui ne correspond pas à notre
conception de l'Etat impartial. J'ai donc eu un dialogue philosophique
avec l'Ayatollah sur ce qu'était pour nous l'"Etat impartial". Je ne l'ai
manifestement pas convaincu. Toutefois ce dialogue a été assez
long et assez complexe. Mais je n'ai pas le sentiment que mes
propos aient été utilisés.
Vous savez, vous trouverez toujours des gens qui considéreront
qu'en nous rendant dans ce pays, nous cautionnons son régime. En
réalité, on cautionne le régime en ne posant pas les questions qu'il
faut poser ou si nous ne leur disons pas que les condamnations à
mort et les exécutions sont pour nous inadmissibles. Nous
cautionnons le régime si, par exemple, nous ne leur faisons pas
savoir qu'il est pour nous inacceptable qu'un conseil religieux puisse
supprimer une loi votée à l'unanimité ou à la majorité dans un
parlement. Nous avons dit tout cela de façon très brutale d'ailleurs. Il
ne faut pas oublier qu'il existe des gens comme Khatami, Karadzy ou
comme l'ancien ministre de la culture que j'espère pouvoir vous
05.08
Louis Michel,
ministre: Je
ne partage pas votre avis. La
presse iranienne ne déforme pas
nos propos. Les réformistes se
félicitaient de notre présence.
Nous avons demandé au
président de la délégation, un chef
de l'opposition, si notre présence
servait sa cause. Il a répondu que
c'était certainement le cas et que
nous devions continuer à nous
rendre sur place et à tisser des
liens.
Ik ben het absoluut niet met u
eens. Ik kan daar niet naartoe
gaan en er zeker van zijn dat de
pers mijn woorden niet verkeerd
zal interpreteren. In dit precieze
geval heeft de pers mijn woorden
wel verdraaid. Ik heb ginds een
echte Ayatollah, een conservatief,
ontmoet. Wij hebben een vrij
brutale aanvaring gehad maar ik
ben niettemin gebleven.
Wij hebben een vrij lange en vrij
ingewikkelde discussie gehad over
hun concept van "religieuze
democratie", dat volledig verschilt
van onze opvattingen over de
onpartijdige Staat.
Men steunt een regime enkel
wanneer men de juiste vragen niet
stelt, wanneer men bijvoorbeeld
niet zegt dat het onaanvaardbaar
is dat een religieuze raad een
democratisch goedgekeurde wet
kan afschaffen, dat men gekant is
tegen de doodstraf...
Ik heb in Iran ook een
buitengewone man ontmoet: de
oud-minister van Cultuur, die
journalisten heeft verdedigd en die
een repliek op de
Satanische
verzen
van Salman Rushdie heeft
geschreven. Momenteel werkt hij
aan een boek met de titel
Andere
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
présenter car c'est un homme remarquable, qui dirige des
civilisations, qui est très proche de Koffi Annan et qui est pourtant un
religieux. Je pense vous avoir déjà dit qu'il a écrit un livre en réponse
au "Versets sataniques" de Rushdie. C'est un homme d'une très
haute culture. Il vient d'écrire un livre dont je dois bientôt recevoir la
traduction et qui s'intitule "Lectures différentes de textes secrets".
Quel est le concept de ce livre? Il cherche dans toutes les religions le
fond commun compatible avec l'Etat impartial. Il cherche aussi à
isoler toutes les divergences au travers des religions qui posent
problème avec l'Etat impartial mais pour lesquelles on peut trouver
des solutions. Il essaie également de relever, dans les différentes
religions, tous les éléments de divergence totalement incompatibles
avec l'Etat impartial. Pour le problème de l'homosexualité, par
exemple, il cherche comment supprimer cet élément de ce qui figure
comme incompatible et inacceptable dans tous ces textes, y compris
dans la religion islamique. C'est donc un homme d'une très grande
ouverture de vue et très positif. Il m'a dit qu'il n'avait pas encore
trouvé la rhétorique religieuse qui lui permettrait de dire qu'ils avaient
"tout faux".
C'est un débat qui était très intéressant. J'ai passé toute une soirée
avec cette personne. C'est probablement le successeur de Khatami.
Pour le moment, c'est l'homme le plus populaire en Iran. Il a été
ministre de la Culture. Il a protégé très fortement les journalistes, au
point qu'il a dû donner sa démission. J'ai donc eu des discussions
très intéressantes avec lui. Il ne s'agissait pas de discussions
complaisantes. C'étaient des discussions très sérieuses où il n'y avait
aucune place pour la complaisance.
Evidemment, on peut toujours décider que tant que ces pays-là ne
sont pas démocratiques, on n'y va pas, qu'on n'a pas de dialogue
avec eux, qu'on ne commerce pas avec eux, etc. Si tel est le cas, les
conservateurs seront encore au pouvoir pendant un siècle. C'est
aussi simple que cela.
Mon problème à moi, c'est ce dilemme. Il n'y en a pas d'autre. Il est
évident que si on y allait en ne faisant que de la pure diplomatie, en
agissant selon le "politiquement correct", on n'aiderait pas les
réformistes. Mais ce n'est pas ce qu'on a fait. Mme Onkelinx a fait
des déclarations extrêmement fortes lors des contacts qu'elle a eus.
Mais bien sûr, ce n'était pas facile.
interpretaties van heilige teksten
.
Het boek zoekt in alle
godsdiensten een
gemeenschappelijk raakpunt met
de onpartijdige Staat, probeert alle
elementen te onderscheiden die in
strijd zijn met de onpartijdige
Staat, maar waarvoor een
oplossing kan worden gevonden
en spoort in de verschillende
godsdiensten alle elementen op
die volledig onverenigbaar zijn
met de onpartijdige Staat. Hij
vindt geen enkele godsdienstige
leer waarvan hij kan zeggen dat
ze het helemaal verkeerd voor
heeft.
We hebben wel degelijk onze
stem laten horen. We kunnen ook
beslissen dat zolang deze Staten
niet democratisch zijn, we er niet
naartoe zullen gaan en we geen
handel met hen zullen drijven...
Dat lijkt me geen oplossing. Als
we er naartoe gaan en alleen
maar aan correct politieke doen,
helpen we de progressieve
krachten ook niet vooruit en zullen
de conservatieve krachten over
honderd jaar nog altijd aan de
macht zijn.
05.09
Jef Valkeniers
(VLD): We hebben gezien in Nigeria dat een
wereldwijd protest succes heeft gekend.
Denkt u dat het aangewezen is om ook in deze een soort van protest
te organiseren langs voorstellen van resoluties of moties in de
parlementen. Bent u bereid dat onze ambassadeur zijn ongenoegen
ter plaatse uit omtrent het verder uitvoeren van doodstraffen door
steniging?
05.09
Jef Valkeniers
(VLD): Ne
faudrait-il pas, par l'adoption de
résolutions et de motions dans
nos parlements, organiser une
protestation contre la peine de
mort par lapidation? La Belgique
devrait en prendre l'initiative.
05.10 Minister
Louis Michel
: Ik ben tot alles bereid. Op het ogenblik
bekleedt België een aparte positie in zijn betrekkingen met Iran.
Persoonlijk denk ik dat we goed geplaatst zijn om de zaken in de
goede richting te krijgen. Het is natuurlijk de vraag of wij de kar willen
trekken van een internationaal protest en zo onze positie dreigen te
verliezen. Zulks moet men weten. Ik volg u in uw visie. Ik zal het
vertalen en ik zal het steunen als u mij dat vraagt. Ik ben op het
05.10
Louis Michel,
ministre:
Peut-être pas. La Belgique se
trouve dans une position
particulière. Je souhaite bien sûr
soutenir de telles actions, mais je
ne suis pas sûr qu'elles porteront
des fruits. Cet accord économique
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
ogenblik niet zeker dat men geen kans moet geven aan het
economisch akkoord op Europees vlak. Men mag niet vergeten dat
men tezelfdertijd een politieke dialoog opent. Zulks valt samen en is
niet gebonden aan een verder akkoord. Het komt wel samen voor.
va assurément nous valoir un
capital sympathie sur le plan
politique.
05.11
Jef Valkeniers
(VLD): Meer goodwill dan afdreigingen.
05.12
Jacques Lefevre
(cdH): Monsieur le ministre, je voudrais
simplement dire que je suis en faveur d'initiatives comme celles que
le ministre a prises. Le contact est nécessaire si on veut faire évoluer
les droits de l'homme. Je pense donc que la finalité doit non
seulement être d'ordre économique mais également humain.
Il y a quelques semaines, nous avons reçu le vice-ministre des
Affaires étrangères et ministre des droits de l'homme. Ce monsieur
possède un curriculum vitae impressionnant. Il a effectué toutes ses
études aux Etats-Unis. Il est porteur d'un MBA, d'un doctorat, etc.
des universités américaines, mais il est quand même venu défendre
la lapidation. Son principal argument était que celle-ci permettait
d'échapper à la mort. Par la pendaison, on n'y échappe pas, mais
grâce à la lapidation, deux personnes ont, l'an dernier, échappé à la
mort.
Voilà donc un monsieur qui a été éduqué aux Etats-Unis, qui y a
effectué dix années d'études et lorsqu'il retombe dans cette culture, il
en redevient prisonnier. Nous, Européens, avons intérêt à leur
expliquer que ce n'est pas ainsi que nous considérons les choses.
Qui plus est, ce monsieur était un progressiste.
05.12
Jacques Lefevre
(cdH): Ik
ben het in grote lijnen eens met
de Eerste Minister. De zendingen
zijn zowel humanitair als
economisch. Ik heb daar een
adviseur ontmoet die tien jaar in
de VS heeft gestudeerd en die de
steniging verdedigde omdat het
slachtoffer daardoor aan de dood
kon ontsnappen.
05.13
Louis Michel
, ministre: S'il était venu étudier en Europe, il
serait différent!
05.13
Minister
Louis Michel
: Als
hij in Europa had gestudeerd had
hij misschien een andere
opvatting gehad!
De
voorzitter
: Ik heb in elk geval een brief ontvangen van de
ambassadeur van Iran die ons uitnodigt om een parlementaire
delegatie naar Iran te sturen. Ik raadpleeg de commissie maar ik
veronderstel dat men daar toch positief tegenover staat. Ik heb nog
niet geantwoord. Ik wil u dat voorleggen.
Le
président
: L'ambassadeur
d'Iran nous a invité à envoyer une
délégation parlementaire dans son
pays.
05.14 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, er was ook een
vraag van de voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse
Zaken. Hij drong ook aan op een bezoek.
De
voorzitter
: Ik zal in die zin antwoorden. We kunnen dan te gepasten tijde zien hoe we dat zullen doen.
Ik deel de mening van de minister en van anderen in deze commissie dat het goed zou zijn dat we dat
soort zaken in plaats van ons afstandelijk te houden, multipliëren.
05.15
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
ben het ermee eens. Ik denk echter dat het ook belangrijk is dat wij
toch in de mate van het mogelijke het programma vooraf krijgen
teneinde te vermijden dat zij ons een programma opdringen.
05.15
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Dans ce cas, nous
devrons établir notre propre
programme et ne pas nous en
laisser dicter un autre en Iran.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
06 Question de Mme Mirella Minne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la préparation d'une éventuelle Conférence de Paix sur le Moyen Orient et le rôle joué par la
Belgique à cette Conférence" (n° 7494)
06 Vraag van mevrouw Mirella Minne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de voorbereiding van een eventuele vredesconferentie over het Midden-Oosten en de
rol van België daarbij" (nr. 7494)
06.01
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, la situation au Moyen-Orient est redevenue très
tendue malgré les efforts de la diplomatie européenne et les
différents plans de paix, le dernier étant du président Hosni
Moubarak. Le quartier-général du président Arafat a été à nouveau
encerclé, de nombreuses incursions militaires israéliennes ont eu lieu
en Cisjordanie, pendant que le premier ministre Sharon visitait les
Etats-Unis pour un sommet avec le président Bush. Celui-ci a
prononcé récemment un discours dans lequel il parlait du soutien
qu'il accorde à la création d'un Etat palestinien à condition que
Yasser Arafat ne soit plus le président de l'autorité palestinienne. Cet
acte a provoqué la réaction négative de la part des chefs des
diplomaties européennes qui considèrent ce conditionnement comme
une ingérence. Le leader palestinien avait annoncé des réformes
dans son pays et l'hypothèse des élections législatives et
présidentielles en début d'année prochaine a été mise en discussion.
Je voudrais souligner les accusations récentes du premier ministre
Sharon qui affirme que l'argent versé par l'Union européenne à
l'autorité palestinienne continue à financer le terrorisme.
Je souhaite vous demander si l'organisation d'une conférence de
paix sur la situation au Moyen-Orient qui est officiellement
envisagée n'est pas d'autant plus importante pour clarifier ce type
de situation et la situation dans son ensemble? Dans ces
circonstances, pouvez-vous nous dire quel est l'état d'avancement de
la préparation de cette conférence et quel est le rôle que la Belgique
envisage d'y jouer pour essayer de normaliser la situation en cette
région et permettre aux Palestiniens d'élire démocratiquement leur
président?
06.01
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): De situatie in het
Midden-Oosten is opnieuw zeer
gespannen, ondanks de
inspanningen van de Europese
diplomatie en de diverse
vredesplannen. Op internationaal
vlak wordt de organisatie van een
vredesconferentie officieel
overwogen, maar dat project zou
naar verluidt niet meer
opschieten. Hoe zit het met de
onlangs door minister Sharon
geuite beschuldigingen dat het
geld dat de Europese Unie aan de
Palestijnse Autoriteit stort, dient
om het terrorisme te financieren?
Hoe ver is de voorbereiding van
die conferentie opgeschoten en
welke rol is België daar zinnens te
spelen?
06.02
Louis Michel
, ministre: Monsieur le président, depuis
plusieurs mois, la situation au Proche-Orient et les relations israélo-
palestiniennes n'ont, comme vous le savez, cessé de se dégrader de
manière dramatique alors que la communauté internationale
s'efforce de réamorcer un dialogue de paix entre les parties. Depuis
longtemps nous préconisons la convocation d'une conférence de paix
pour résoudre l'impasse au Proche-Orient et pour reprendre les
chemins du processus de paix et du dialogue. Les Quinze, soutenant
officiellement ce projet, ont travaillé activement à développer une
position commune pour définir les formats, les modalités et les
objectifs de pareille rencontre ainsi que les paramètres
fondamentaux d'une solution d'avenir. Cette conférence ne constitue
guère un but en soi mais essentiellement un instrument de relance
du dialogue et de négociations politiques entre les autorités
israéliennes et palestiniennes, ceci par un effort international dès lors
que les parties laissées à elles-mêmes se sont montrées incapables
de surmonter leurs différends et leurs antagonismes pour s'entendre
directement sur une reprise d'un processus politique indispensable à
tout progrès en vue d'un règlement durable.
06.02
Minister
Louis Michel
: De
Israëlisch-Palestijnse betrekkingen
verslechteren voortdurend. Ik pleit
voor het bijeenroepen van een
vredesconferentie. De vijftien
steunen dat plan, dat het mogelijk
moet maken de parameters voor
een toekomstige oplossing uit te
werken. Die conferentie is een
instrument om de dialoog opnieuw
op gang te brengen, maar de
jongste ontwikkelingen in het
Midden-Oosten bemoeilijken in
grote mate het Europese optreden
terzake.
Zolang er realistische
vooruitzichten zijn voor het
welslagen van die conferentie,
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Les derniers développements au Proche-Orient compliquent
singulièrement la réussite des efforts diplomatiques internationaux.
Faute de changement fondamental sur le terrain ainsi que dans les
dispositions des parties, il faut craindre que cette conférence
internationale soit reportée car cette rencontre doit être
soigneusement préparée. On ne peut en effet risquer un échec.
Tant qu'il existera des perspectives réalistes pour un succès de cette
conférence, la Belgique et les Quinze poursuivront leurs efforts en
vue de sa convocation le plus rapidement possible. Si, dans son
discours du 24 juin développant la vision américaine d'une solution à
long terme pour le Proche-Orient, le président Bush n'a pas
mentionné explicitement ce projet de conférence, j'ose espérer qu'il
n'en a pas pour autant abandonné l'idée. Il est en effet inconcevable
que cette rencontre internationale puisse se tenir sans la participation
active des Etats-Unis puisque ceux-ci sont appelés à jouer un rôle-
clé dans toute solution du volet israélo-palestinien du processus de
paix. Je continue à croire qu'au travers des activités du quartet, le
travail d'harmonisation des positions de l'Union européenne et des
Etats-Unis pourra se poursuivre afin d'optimaliser les points de
convergence et de réduire les divergences d'approche.
Je ne vous cacherai pas petite considération supplémentaire en
dehors du texte qu'autant j'ai cru et autant je veux croire encore
que la présence de l'Union européenne dans le quartet est un
élément qui peut conduire positivement à une reprise du dialogue et
est donc un élément intéressant, autant il ne faudrait pas que ce
quartet soit immobile trop longtemps. S'il est immobile trop
longtemps, l'Union européenne, dans le quartet, finira par être la
caution pour la stratégie unilatérale américaine.
J'ignore si vous comprenez bien le sens de mes propos. Je ne
prends pas une attitude contre les Etats-Unis, mais il est évident que
si c'est pour faire partie du quartet sans pouvoir jouer un rôle
dynamique dans le processus, on risque, à un moment donné pour
autant que ce quartet ne soit pas un prétexte pour dire que l'Union
européenne est dans le coup d'interpréter la position de l'Union
européenne comme une caution pour la stratégie unilatérale
américaine. A un moment donné, je me réserve le droit de poser
cette question au niveau du Conseil européen.
En effet, je voudrais que l'on commence à réfléchir à cette situation.
Nous avons voulu le quartet. Nous avons voulu en faire partie. Et
nous voulons que l'Union européenne soit un acteur global, un
partenaire dans le processus de paix, dans la reprise du dialogue.
Mais si c'est pour être dans le quartet et, par notre présence,
cautionner les non-initiatives des Etats-Unis, ou dans une certaine
mesure, une stratégie unilatérale de la part de ces derniers, la
situation va devenir gênante pour l'Union européenne aussi.
Par conséquent, je me réserve le droit d'interpeller en Conseil des
Affaires générales pour savoir exactement comment justifier une
certaine forme d'immobilisme. Ce qui me dérange davantage, c'est
que, alors que nous sommes partenaires dans le quartet, cela n'a pas
empêché le président Bush de prendre une attitude, dont il savait
pertinemment qu'elle était contraire à la conviction européenne et
donc contraire à la position adoptée au Sommet de Laeken, où nous
zullen wij het project steunen.
In zijn toespraak van 24 juni heeft
president Bush dat plan om een
conferentie te organiseren niet
vermeld, maar het is absoluut
noodzakelijk dat de Verenigde
Staten daar actief aan deelnemen.
Ik blijf geloven dat het mogelijk
moet zijn om de standpunten van
de Europese Unie en de
Verenigde Staten met elkaar te
verzoenen. Ik zou hier nog een
terloopse opmerking willen aan
toevoegen: zo sterk ik geloofd heb
dat de aanwezigheid van de Unie
binnen het Kwartet de dialoog kon
bevorderen, zo sterk geloof ik nu
dat haar immobilisme tot een
eenzijdige Amerikaanse strategie
zal leiden.
Heeft het gebrek aan dynamisme
uiteindelijk niet veel weg van een
instemming? Ik behoud mij het
recht voor die vraag tijdens de
volgende ontmoeting te stellen:
hoe rechtvaardigt men het
immobilisme?
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
avons réaffirmé la légitimité d'Arafat.
Pour l'instant, nous pouvons encore plaider le bénéfice du doute,
mais il arrivera un moment où, si le quartet n'est pas plus initiant,
cela n'ira pas sans poser un problème pour l'Union européenne. A
présent qu'elle est dans le bateau, elle aimerait le faire avancer
aussi. Dans le cas contraire, ce serait gênant.
C'était là une digression libre de ma part, en dehors du texte préparé
par mes gentils diplomates.
06.03
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le ministre, je
vous remercie pour votre réponse. J'espère, comme vous le dites,
que vous veillerez à jouer un rôle dynamique dans ce processus.
Nous restons en tout cas attentifs à vos décisions.
06.03
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): Ik hoop dat u
waakzaam zal blijven om de
dynamiek in dat proces in stand te
houden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Mirella Minne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'intention des Etats-Unis d'Amérique de codifier des actions militaires préventives" (n° 7495)
07 Vraag van mevrouw Mirella Minne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het voornemen van de Verenigde Staten om een regelgeving tot stand te brengen
over preventieve militaire acties" (nr. 7495)
07.01
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, le 1
er
juin dernier le président américain Bush a
évoqué devant l'Académie du West Point la nécessité d'actions
militaires préventives dans le cadre de la lutte contre le terrorisme
international. Selon la presse internationale, les Etats-Unis vont
codifier une nouvelle doctrine militaire incluant le droit à la première
frappe contre les Etats dotés d'armes de destruction massive. Cette
doctrine devrait être établie prochainement par le conseil de sécurité
national de la Maison Blanche et rendue publique cet automne. Elle
change ainsi la stratégie militaire américaine traditionnelle basée
jusqu'à présent sur la méthode de convaincre l'adversaire qu'il sera
détruit s'il attaque les Etats-Unis.
Sans faire référence directement à Saddam Hussein, le président
Bush a parlé de dictateurs qui développent des armes biologiques et
chimiques et qui, à son avis, les vendent aux terroristes. Si cette
nouvelle doctrine est appliquée par les Etats-Unis comme acte de sa
politique étrangère, les probabilités de conflits internationaux
augmenteront probablement et considérablement chaque fois qu'ils
le jugeront nécessaire.
Dans cette situation, pourriez-vous, Monsieur le ministre, nous dire
quelle sera l'attitude de la Belgique par rapport aux actions militaires
préventives quand une première attaque de la part d'un autre Etat ou
organisation n'existe pas ou si elle n'a pas été prouvée et quelles
actions diplomatiques envisageriez-vous dans ces circonstances?
Merci.
07.01
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): Volgens de
internationale pers willen de VS
een nieuwe militaire doctrine
uitwerken die hun het recht geeft
als eerste toe te slaan tegen
landen die massale
vernietigingswapens bezitten.
Vergroot zulks het risico op
internationale conflicten niet
aanzienlijk? Welke houding zal
België aannemen en welke
diplomatieke stappen denkt u in
die omstandigheden te
ondernemen?
07.02
Louis Michel
, ministre: Madame Minne, tout d'abord, je
voudrais vous renvoyer à l'exposé que je peux vous procurer
relativement long et, je crois, assez fouillé que j'ai fait sur la sécurité
07.02
Minister
Louis Michel
: Ik
verwijs naar mijn vrij lange
uiteenzetting over de veiligheid na
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
après le 11 septembre, où j'ai abordé la philosophie de toutes ces
questions. Ce serait un beau débat de philosophie militaire, si ce
n'était pas aussi grave. Je vous ferai parvenir cette note qui est
assez circonstanciée.
Comme vous le rappelez, le concept des frappes préventives a été
développé par le président Bush notamment dans son discours
devant l'Académie militaire de West Point. Voici ses mots: "nous
devons porter le combat au devant de l'ennemi, neutraliser ses plans
et faire face à la menace avant qu'elle ne s'affirme".
Le premier argument invoqué à l'appui de cette doctrine est, que
depuis le 11 septembre, la nature de la menace contre la sécurité
internationale a fondamentalement changé. La menace terroriste
provient de groupes qui ne se laissent pas effrayer par la réplique
possible et ne procèdent pas en fonction d'un calcul rationnel entre
risques et gains. En réalité, ils sont prêts à se dérober voire à se
sacrifier lorsque le coup a porté sur la cible choisie. Ces groupes
évitent la confrontation armée dont ils savent qu'ils ne peuvent pas
l'emporter.
A une époque où le terrorisme peut frapper aveuglément, y compris
au moyen d'armes de destruction massive, l'utilité de notions
classiques telle que la dissuasion est devenue pour le moins
discutable. L'argument subsidiaire est celui de la valeur du
précédent. Pour éliminer la menace provenant du groupement d'Al
Qaïda et du régime des talibans, une coalition internationale s'est
constituée et s'est déployée en Afghanistan. Pour Washington, il
s'agit d'une opération de légitime défense du type de celles qui sont
autorisées par l'article 51 de la Charte des Nations Unies. Vu de
Washington aussi, les alliés de l'OTAN se sont associés à cette façon
de voir puisqu'ils ont voté la solidarité avec les Etats-Unis en
confirmant l'entrée en vigueur de l'article 5 du Traité de Washington.
Je dois dire que c'est une interprétation tout à fait laxiste, un peu
simplificatrice de l'article 5 et en tout cas du contexte dans lequel
l'article 5 a été décidé.
Ces arguments ne manquent pas tous, bien entendu, de pertinence.
Il reste toutefois que la notion de frappes préventives peut, sous les
apparences d'une action de défense, produire les effets d'une
attaque pure et simple. La distinction entre ce qui est défensif et ce
qui est par contre agression peut devenir très difficile à opérer. Le
concept même de légitime défense tel que prévu par la Charte des
Nations Unies pourrait à son tour devenir empreint d'une ambiguïté
insurmontable. Le monde serait alors précipité dans l'anarchie.
Je ne crois pas prudent de m'appesantir sur quelle serait l'attitude de
la Belgique pour un hypothétique cas d'application.
Nous sommes inévitablement tributaires des circonstances
spécifiques et réelles. Par exemple, le cas de l'Afghanistan donne
matière à penser. Cependant, je ne peux que vous livrer mes
réflexions quant au fond, comme je l'ai fait devant cette commission
le 26 juin 2002. La vérité est que la notion de recours aux actions
militaires préventives ouvre un débat fondamental.
Ainsi, la notion d'action préventive, par exemple, ne devrait-elle pas
dépasser le seul cadre militaire? Avant d'entreprendre une action
11 september.
Het concept "preventieve aanval"
werd door President Bush in West
Point aangekaart. Het eerste
argument ter ondersteuning van
die doctrine is dat de aard van de
dreiging sinds 11 september
grondig is veranderd: aangezien
terroristische groeperingen de
gewapende confrontatie uit de
weg gaan, staat het wapen van de
afschrikking ter discussie. Het
subsidiair argument is dat van het
precedent. Het betreft het concept
van de "wettige zelfverdediging"
waardoor de NAVO-bondgenoten
zich in Afghanistan solidair
hebben opgesteld. Volgens de
Verenigde Staten werd artikel 51
van het Handvest van de
Verenigde Naties toegepast en
werd artikel 5 van het verdrag van
Washington op zijn minst laks
geïnterpreteerd. Deze argumenten
zijn niet irrelevant. Het concept
preventieve aanval dat raakt aan
het concept wettige
zelfverdediging zaait verwarring
tussen wat defensief en agressief
is.
Over de houding van België kan ik
mij nog niet uitlaten, maar het is
duidelijk dat terzake een
fundamenteel debat is geopend.
Een militaire actie moet toch het
laatste toevluchtsmiddel blijven.
We moeten eerst alle mogelijke
andere
bij voorbeeld
diplomatieke
middelen
aanwenden. Ik stel vast dat dit in
sommige gevallen niet is gebeurd.
Zouden we het concept
preventieve aanval niet beter in
internationale rechtsregels gieten
om de uitoefening van het ver
reikende recht op wettige
zelfverdediging af te bakenen en
oncontroleerbare toestanden te
vermijden?
Het gaat hier uiteraard maar om
een begin van een antwoord. Ik
blijf evenwel bereid met u samen
te werken om onze reflectie te
verdiepen.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
militaire qui devrait rester un instrument de dernier ressort , ne
faudrait-il pas épuiser tous les autres moyens politiques,
diplomatiques,
judiciaires, policiers (saisies, détentions,
perquisitions,...) et financiers, y compris ceux qu'offrent les
institutions et la coopération internationale?
Par exemple, lorsque j'ai demandé à mes collègues du Conseil
Affaires générales d'entreprendre une démarche au nom de l'Union
européenne auprès des autorités irakiennes, pour leur rappeler notre
exigence de respecter les résolutions des Nations unies et pour leur
demander d'accueillir les inspecteurs des Nations unies, pourquoi ne
l'a-t-on pas fait? J'ai fait cette démarche pour épuiser le maximum de
l'arsenal diplomatique avant d'avoir une frappe. Or, j'observe, non
sans inquiétude, que cela n'a pas été accepté.
Par ailleurs, à Barcelone, lorsque le premier ministre belge est
revenu sur la question, on a purement et simplement refusé d'en
débattre.
Or, il s'agit typiquement d'un cas où une action diplomatique
s'imposerait. Manifestement, on la refuse.
Ensuite, faudrait-il pour autant écarter par principe une action
militaire préventive qui, de toute évidence, suscite la plus grande
réserve? Je ne pense pas. N'importe quel Etat disposant
d'informations sur une attaque terroriste imminente aurait, me
semble-t-il, une obligation à entreprendre tout ce qui est en son
pouvoir afin d'éviter que cette attaque ne se produise. Il ne s'agirait
que d'une extension du processus légal en vertu duquel les forces de
l'ordre interviennent par anticipation pour protéger les vies humaines
contre une criminalité en marge. N'y a-t-il pas là une responsabilité
fondamentale de l'Etat vis-à-vis de ses citoyens?
La crainte que j'évoque ne peut servir de règle générale. Il est clair
que dans des cas particuliers, la frappe préventive peut moralement
se justifier et être exigée. Mais a contrario, on ne peut pas en faire
une règle absolue. Il faut voir cela au cas par cas. Dès lors, se pose
la question de savoir s'il ne faut pas parler d'encadrement du concept
des frappes préventives par des règles du droit international. Ne
conviendrait-il pas de développer des notions de proportionnalité, de
motivation, de preuve d'attaque imminente ou en préparation afin
d'encadrer l'exercice de ce droit étendu de légitime défense? De
façon complémentaire, des procédures collectives ne devraient-elles
pas être envisagées permettant de soupeser de manière plurilatérale
ou multilatérale l'ampleur de la menace et l'opportunité d'y réagir par
des frappes préventives? La difficulté dans ce cas serait de mettre
en balance le risque de paralysie ou de lenteur dans l'action et la
nécessité d'une appréciation collective.
Je suis conscient qu'il ne s'agit ici que d'un début de réponse.
Cependant, je demeure disposé à travailler avec vous afin de
développer davantage et en commun notre réflexion en la matière.
C'est un beau sujet pour une commission parlementaire. J'ai proposé
qu'on essaye d'approfondir cette question. Par exemple, on pourrait
tracer les contours d'un code avec proportionnalité, motivation... Je
pense que c'est une question fondamentale parce qu'il est évident
qu'on risque de se retrouver à un moment donné, sur la base du
prétexte préventif, avec une frappe aveugle fondée en partie sur
Ik heb voorgesteld dat men deze
fundamentele kwestie zou
uitdiepen want het gevaar bestaat
dat op grond van een politieke
willekeur blinde aanvallen worden
uitgevoerd alleen maar omdat wij
met artikel 5 hebben ingestemd.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
l'arbitraire politique. Ceci est inacceptable. Nous pourrions être
entraînés dans un tel processus à notre corps défendant pour avoir
accepté l'article 5.
07.03
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Jusqu'où ira notre
solidarité?
07.03
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): Hoever reikt onze
solidariteit?
07.04
Minister
Louis Michel
: Madame Minne, ne me demandez pas
de réagir à ce sujet. Vous n'imaginez pas que je puisse vous
répondre! Je ne vais pas par avance parler d'un cas que je ne
connais pas. J'ai déjà annoncé la couleur!
Dans l'état actuel de nos informations j'insiste sur le fait que ces
affirmations n'ont toujours pas été prouvées , s'il y avait des frappes
sur l'Irak, notre responsabilité politique serait extrêmement délicate.
Nous serions confrontés à un véritable problème de conscience
parce qu'accepter que cela se fasse uniquement sous le couvert de
l'article 5 représenterait tout de même un problème moral
considérable. Je ne peux pas vous dire comment on réagirait, mais
ce serait un réel problème.
C'est précisément parce qu'il me semble que cela est un vrai
problème que j'ai pris l'initiative d'écrire à mes collègues du Conseil
Affaires générales pour leur demander d'épuiser la voie
diplomatique. Or, l'Europe ne l'a toujours pas épuisée. On subit des
critiques implicites et parfois même très claires parce qu'on accepte
simplement de rencontrer le ministre des Affaires étrangères irakien
qui vient en Belgique cette semaine-ci. C'est tout de même étonnant
que ce geste soit considéré comme une rupture de solidarité. Ce
n'est absolument pas le cas. Je ferai part à ce ministre de ce que
nous attendons d'eux, à savoir qu'ils respectent les résolutions des
Nations unies et qu'ils acceptent des inspecteurs. Je lui répéterai ce
que la Belgique attend d'eux. Je ne lui dirai pas autre chose. Mais
même cela est critiqué. Cela me gêne parce que cela signifie qu'il est
mal vu d'épuiser la voie diplomatique. Cela suscite tout de même
des interrogations.
07.04
Minister
Louis Michel
: Als
er luchtaanvallen komen op Irak
zal onze politieke
verantwoordelijkheid zeer delicaat
worden. Instemmen met die
aanvallen op grond van artikel 5
doet een zeer groot moreel
probleem rijzen.
Dat is de reden waarom we het
initiatief hebben genomen onze
Europese collega's ertoe aan te
sporen terzake alle mogelijke
diplomatieke middelen te
benutten.
Tijdens het bezoek van de Iraakse
minister van Buitenlandse Zaken
hebben wij hem eenvoudigweg
gevraagd de resoluties van de
Verenigde Naties na te leven en in
te stemmen met een bezoek van
de UNO-inspecteurs op Iraakse
bodem. Het is toch paradoxaal dat
we met een scheef oog worden
bekeken omdatw e alle mogelijke
diplomatieke middelen willen
aanwenden. Zoiets roept vragen
op.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le
président
: La question n° 7824 de M. Jacques Simonet est reportée à une date ultérieure.
Les questions n
°s
7711 de Mme Leen Laenens et 7856 de M. Dirk Van der Maelen sont transformées en
questions écrites.
08 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het betrekken van vrouwen in buitenlandse vredesprocessen" (nr. 7667)
08 Question de Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
sur "la participation des femmes aux processus de paix à l'étranger" (n° 7667)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint au ministre
des Affaires étrangères.)
08.01
Magda De Meyer
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 08.01
Magda De Meyer
(SP.A):
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
staatssecretaris, op 31 oktober 2000 keurde de Veiligheidsraad
resolutie 1325 betreffende vrouwen, vrede en veiligheid goed. De
resolutie stipuleert een betere bescherming van vrouwen en meisjes
in conflictgebieden, de inschakeling van het maatschappelijk
middenveld, in het bijzonder van vrouwen, in vredesprocessen en de
uitvoering van vredesakkoorden. In welke mate brengt het Belgisch
buitenlands beleid resolutie 1325 zelf in de praktijk?
Ten eerste, wat is het aandeel van vrouwen in de Belgische
instellingen en mechanismen met betrekking tot conflictpreventie, -
hantering en -oplossing?
Ten tweede, wat is het aandeel van vrouwen in Belgische
vredesmissies, als militaire waarnemers, als politieagentes, als
mensenrechtenwaarnemers en als humanitair personeel?
Ten derde, hoe wordt het genderperspectief geïntegreerd in de
opleidingen inzake conflictpreventie, -hantering en -oplossing van het
Belgische diplomatiek personeel en van deelnemers aan Belgische
vredesmissies?
Ten vierde, hoe consulteert en betrekt het Belgisch buitenlands
beleid lokale vrouwengroepen bij conflictpreventie, -hantering en -
oplossing en bij de uitvoering van vredesakkoorden?
Ten vijfde, hoe ondersteunt het Belgisch buitenlands beleid lokale
vrouwenvredesinitiatieven in conflict- en postconflictgebieden?
Ten zesde, hoe integreert het Belgisch buitenlands beleid in de
vredesprocessen waarbij het betrokken is, systematisch de aandacht
voor de specifieke noden van vrouwen en meisjes, een bescherming
tegen seksueel geweld en de integratie van hun rechten in de
opbouw van de postconflictsamenleving?
Ten zevende, op welke manier spoort het Belgisch buitenlands beleid
partnerlanden in conflictpreventie en vredesopbouw aan om vrouwen
te betrekken op elk beslissingsniveau en om rekening te houden met
hun specifieke noden en rechten?
Le 31 octobre 2000, le Conseil de
sécurité a approuvé la résolution
1325 sur les Femmes, la Paix et
la Sécurité. La résolution exige
une meilleure protection des
femmes et des fillettes dans les
territoires où les conflits font rage
et la participation de la société
civile, et en particulier des
femmes, aux processus de paix et
à l'exécution des accords de paix.
Dans quelle mesure la Belgique
applique-t-elle la résolution 1325
dans le cadre de sa politique de
relations extérieures?
Quel est le rôle des femmes dans
les institutions et les mécanismes
de prévention, de gestion et de
règlement des conflits mis en
place par la Belgique? Quel est
leur rôle dans les missions de paix
organisées par la Belgique? Dans
quelle mesure la dimension de
genre est-elle intégrée dans les
formations sur la prévention, la
gestion et le règlement des
conflits dispensées au personnel
diplomatique belge et aux
membres des missions de paix
belges? Comment les autorités
responsables de la politique
étrangère de la Belgique
consultent-elles les groupements
féminins? Comment la politique
étrangère belge soutient-elle les
initiatives
féminines locales?
Quelle attention la politique
étrangère belge accorde-t-elle aux
besoins spécifiques des femmes
et des fillettes, à la protection
contre la violence sexuelle, à
l'intégration des droits de la
femme dans la société après un
conflit? Comment la politique
étrangère belge encourage-t-elle
les pays partenaires à impliquer
les femmes à tous les niveaux
décisionnels et à tenir compte de
leurs besoins et de leurs droits
spécifiques?
08.02 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw De Meyer, ik zal de lijn volgen van het antwoord dat
minister Michel heeft voorbereid, hier en daar aangevuld met een
paar gegevens omdat ook Ontwikkelingssamenwerking met deze
problematiek te maken heeft.
08.02
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: Aux termes de la
loi du 25 mai 1999 relative à la
coopération internationale belge,
la dimension de genre est l'un des
aspects sur lesquels se concentre
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Ten eerste, in de wet op de internationale samenwerking van 25 mei
1999 wordt de genderproblematiek die daar nog niet zo wordt
genoemd als een van de dwarsthema's genoemd. Op dit ogenblik
wordt trouwens de laatste hand gelegd aan de strategienota die in de
wet van 1999 in het vooruitzicht wordt gesteld. Ik denk dat die wet in
het najaar in het Parlement zal worden ingediend, samen met een
aantal andere strategienota's.
Aangezien Ontwikkelingssamenwerking ook veel in conflictgebieden
aanwezig is, legt de wet ons op om aandacht te hebben voor de
genderproblematiek. Ik voeg eraan toe en dat staat los van het
voorgaande dat er op het ministerie van Buitenlandse Zaken
diplomaten zijn, waaronder 12% vrouwen, die in de uitoefening van
hun beroep direct of indirect betrokken zijn bij de problematiek van
conflicthantering en -oplossing.
Ten tweede, vrouwen nemen ook effectief deel aan vredesmissies in
het buitenland. In 2001 namen 4.321 Belgische militairen deel aan
operaties in het buitenland, waarvan 139 vrouwen of 3,22%. De
vertegenwoordiging van vrouwen in het Belgisch leger is verschillend
per onderdeel. Op 1 januari 2002 was de situatie als volgt: 7%
vrouwen bij de landmacht, 9% vrouwen bij de luchtmacht, 12%
vrouwen bij de marine en 20% vrouwen bij de medische component.
De vrouwen zijn het best vertegenwoordigd bij de beroepscategorie
van niveau 3 van de vrijwilligers en niveau 2 van de onderofficieren.
Ten derde, het personeel dat aan operaties in het buitenland
deelneemt, ontvangt dezelfde opleiding. Specifieke cursussen,
waaronder onderhandelingstechniek en conflictbeheersing, maken
ook deel uit van de cursussen die worden verstrekt in het kader van
de voortgezette vorming van het personeel, en dus uiteraard ook van
het vrouwelijk personeel.
Ten vierde, het buitenlandse beleid moedigt zoveel mogelijk
plaatselijke vredesinitiatieven aan, omdat die de meeste kans op
duurzaamheid geven. Die initiatieven gaan immers uit van de kennis
van de plaatselijke situatie. Vrouwen kunnen op lokaal vlak een
belangrijke brugfunctie vervullen tussen groepen in conflict. Zowel
met het oog op het verkrijgen van informatie over een bepaald
conflict en de oplossingen daarvan, als met het oog op het
doorspelen van deze informatie voor het gebruik door de
internationale gemeenschap, hebben de diplomatieke posten
veelvuldig contact met de lokale actoren, waaronder ook
vrouwenorganisaties.
Zowel via de budgetlijn preventieve diplomatie op begroting 14 van
het ministerie van Buitenlandse Zaken, als via het budget van
internationale samenwerking 15 worden elk jaar een toenemend
aantal projecten in verband met vrouwen in het kader van deze
problematiek gefinancierd.
In 2001 werden via de budgetlijn preventieve diplomatie twee
projecten gefinancierd, elk ter waarde van 125.000 euro. Het eerste
was bestemd voor vrouwen uit het Midden-Oosten, waarbij
Israëlische, Palestijnse en Europese vrouwen aangemoedigd werden
om een nieuwe denkweg uit te werken naar vrede. Dit project heeft
eveneens de promotie van vrouwelijke actoren in de politiek op het
oog. Het tweede project heeft betrekking op Afghaanse
la coopération au développement
belge. La dimension de genre
dans les situations conflictuelles
constitue l'une des priorités de la
loi stratégique dont la préparation
s'achève actuellement
Les femmes prennent part à des
missions de paix à l'étranger. En
2001, 139 femmes y ont participé,
représentant 3,22 pour cent du
nombre total des participants. La
représentation des femmes dans
l'armée belge varie de 7 pour cent
à force aérienne à 20 pour cent
dans les unités médicales. Les
femmes sont le mieux
représentées dans les catégories
de personnel 3 (volontaires) et 2
(sous-officiers).
Dans les formations destinées au
personnel qui participe aux
missions étrangères, il est
porté attention aux techniques de
négociation et à la maîtrise des
conflits.
La politique étrangère encourage
au maximum les initiatives locales
de paix et les groupes de femmes
peuvent y jouer un rôle important
de passerelle. Les postes
diplomatiques ont de nombreux
contacts avec les acteurs locaux
comme les organisations de
femmes.
Chaque année, la Belgique
finance plus de projets axés sur
les femmes. En 2001, il s'est agi
de deux projets de 125.000 euros
chacun: un projet axé sur les
femmes du Moyen-Orient et un
projet pour les réfugiées
afghanes. Pour 2002, il y a déjà
huit projets présentant un aspect
lié au genre pour un montant total
de 700.000 euros.
La Coopération au développement
belge soutient directement, dans
sept pays partenaires, des
organisations locales qui sont
actives dans le domaine des droits
de l'homme, de la construction de
la paix et de la lutte contre la
pauvreté.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
vluchtelingenvrouwen. Voor 2002 werden reeds acht projecten met
genderaspect goedgekeurd voor een totaalbedrag van 700.000 euro.
Dit is op kosten van de budgetlijn van het ministerie van
Buitenlandse Zaken.
Wat ontwikkelingssamenwerking betreft, kan in een aantal
partnerlanden voorlopig zeven landen rechtstreeks aan
plaatselijke organisaties die actief zijn op het vlak van
mensenrechten, vredesopbouw en armoedebestrijding, steun worden
verleend. Dit is de min of meer experimentele budgetlijn, met lokale,
niet-gouvernementele organisaties, die nog maar pas is opgezet.
In Rwanda worden lokale vrouwen- en mensenrechtenorganisaties,
die zich inzetten voor getraumatiseerde kinderen, gesteund. Tevens
steunen wij de betrokkenheid van onder meer vrouwen bij Gacaca's,
het proces van de behandeling van de genocidenproblematiek via
volkstribunalen, een soort alternatieve rechtspraak. Wij ondersteunen
ook de rol van vrouwen ter bevordering van vrouwenrechten in het
algemeen. U weet wellicht dat Unifem, de gespecialiseerde
organisatie van de UNO voor het behartigen en bevorderen van de
positie van de vrouw, een organisatie is die behoort tot de
tweeëntwintig organisaties die de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking structureel steunt. In het bijzonder
steunen wij daarvan enkele acties die betrekking hebben op
conflictlanden, met name Afghanistan.
België heeft een aantal strategische doelstellingen vastgelegd in
verband met vrouwen in gewapende conflicten. België wil de
deelname van vrouwen op het beslissingsniveau bij regeling van
conflicten vergroten en wil vrouwen die in gewapende
conflictsituaties leven, beschermen. Bovendien willen we ernaar
streven dat buitensporige militaire uitgaven worden verminderd en
dat controle wordt uitgeoefend door de beschikbaarheid van wapens.
Recent was er nog een UNO-conferentie over de beperking van de
beschikbaarheid van lichte wapens en over de bevordering van een
niet-gewelddadige vorm van conflictregeling en de vermindering van
de schending van fundamentele rechten in conflictsituaties.
België steunt ten volle de resolutie nummer 1325 van oktober 2000
van de Veiligheidsraad. Dat is die waarvan u melding hebt gemaakt
en die vooral over vrede en veiligheid handelt. Een nieuwe resolutie
van 31 oktober 2001 bevestigt het belang van de deelname van
vrouwen aan acties met het oog op het behoud en de bevordering
van de vrede. Deze nieuwe resolutie herhaalt het belang van de rol
van de vrouw bij beslissingen inzake conflictpreventie en oplossing.
Vrouwen zouden betrokken moeten worden bij onderhandelingen en
toepassingen van vredesakkoorden en maatregelen dienen genomen
te worden om lokale vrouwengroepen te steunen. België steunt deze
resolutie, die voortgaat op de aanbevelingen van de speciale zitting
van de Algemene Vergadering van de VN, die gewijd was aan de
follow-up Peking+5.
In de regio van de Grote Meren voeren wij een integraal beleid met
aandacht voor vredesopbouw en humanitaire en
ontwikkelingsdimensies. Specifieke noden van vrouwen en meisjes
lopen als een rode draad door dat beleid. Er wordt gestreefd naar
specifieke aandacht voor de positie van vrouwen en meisjes bij het
opstellen van programma's voor wederopbouw en
La Belgique a fixé une série
d'objectifs stratégiques liés aux
femmes dans les conflits armés:
la participation des femmes au
processus de paix doit être promu.
Les dépenses militaires
excessives doivent être évitées.
Les négociations non violentes
doivent être promues et les
violations des droits
fondamentaux dans les situations
conflictuelles doivent être
réduites.
La Belgique soutient sans réserve
la résolution 1325 du Conseil de
sécurité des Nations unies. Une
nouvelle résolution du 31 octobre
2001 confirme l'intérêt de la
participation des femmes aux
actions en faveur de la paix. La
Belgique soutient cette résolution
qui s'inscrit dans le cadre des
recommandations de la session
spéciale de l'assemblée générale
des Nations unies consacrée à
Pékin + 5.
Dans la région des Grands Lacs,
la Belgique mène une politique
intégrant un maximum d'aspects
en portant intérêt à la construction
de la paix et aux dimensions
humanitaires et de
développement. Les besoins
spécifiques des femmes et des
filles sont un fil rouge de notre
politique. Une attention spécifique
sera consacrée au statut des
femmes et des filles dans
l'élaboration de programmes pour
la reconstruction et les
interventions post-conflictuelles.
En septembre ou en octobre se
tiendra une conférence sur la
position des filles et des femmes
dans les situations conflictuelles.
Des thèmes spécifiques seront les
enfants soldats et les esclaves
sexuellespour soldats. Dans
nombre de nos projets au Congo
et au Rwanda, nous portons un
très grand intérêt au statut des
femmes et des filles.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
postconflictinterventies. Zoals u wellicht weet, ben ik vorige week
naar Congo geweest. Ik heb daar kunnen vaststellen dat vele van
onze interventies rechtstreeks vrouwen aangaan en vrouwen
betrekken bij wat er gebeurt.
Het ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieprogramma van de
Wereldbank voor de Grote Meren wordt ook door België
ondersteund. Aangezien er nog geen echte ontwapening of
demobilisatie is, bevindt het zich in feite nog in embryonale vorm.
Daarin wordt ook specifieke aandacht besteed aan gedemobiliseerde
kindsoldaten wij hechten trouwens veel belang aan de problematiek
van de kindsoldaten en aan de opvang en maatschappelijke
integratie van getraumatiseerde groepen zoals mishandelde meisjes
en vrouwen.
Ook voor de vluchtelingenkampen in oorlogssituaties steunt België
de humanitaire organisaties die in hun programma specifieke
aandacht schenken aan het aspect van de bewustmaking van
vrouwen- en kinderrechten en van de reïntegratie van
getraumatiseerde groepen. Voor Congo en het gebied van de Grote
Meren steunen wij met name Unicef en het ICRC het Internationale
Rode Kruis in hun bescherming en in hun detectie van het
schenden en het toebrengen van leed aan vooral vrouwen, kinderen
en bijzonder kwetsbare personen in het algemeen. Het gaat om vrij
structurele steun, maar ik ken het juiste bedrag niet uit het hoofd. U
weet dat in de Oost-Congolese regio recent zeer veel gevallen van
systematische verkrachting of van verkrachting als oorlogswapen zijn
gesignaleerd. Via die programma's van Unicef en vooral van het
ICRC proberen wij ertoe bij te dragen dat, als het enigszins kan,
dergelijke zaken worden voorkomen en dat de slachtoffers daarvan
aandacht krijgen, opgevangen worden, geholpen worden en dat hun
getuigenissen worden gehoord.
Samen met de commissie voor Vrouwen en Ontwikkeling
organiseren wij in het najaar in september of oktober een
conferentie over de positie van kinderen, en meer bepaald van
meisjes en jonge vrouwen, in de hele problematiek van misbruik in
oorlogssituaties. Over het gebruik van jonge vrouwen en kinderen
hetzij als soldaten, hetzij als seksslaven voor soldaten en dergelijke,
organiseren wij binnenkort een conferentie met internationale
deelname.
Daarmee heb ik de voornaamste elementen van het antwoord
verstrekt.
Ik herhaal dat ik u door mijn recente bezoek aan Congo maar ook
in een totaal andere context aan Rwanda kan bevestigen dat er
heel veel aandacht wordt besteed aan de rol van de vrouw in veel
van de programma's die wij steunen, of ze nu niet-gouvernementeel,
multilateraal of ondersteunend zijn aan lokale organisaties.
Bijvoorbeeld is de opzet van de hele Gachacha-
programmaondersteuning in Rwanda mijns inziens een essentieel
onderdeel van een verzoeningsproces in dat land en misschien wel
de laatste kans voor Rwanda om zich nog min of meer in een
positieve dynamiek te ontwikkelen. Het is natuurlijk niet verstandig
om te spreken over `de laatste kans' dus laten wij het hebben over
een zeer belangrijke kans. Ik heb het er ook uitvoerig over gehad met
de Ruandese minister van Justitie. Daarin wordt er ook zeer veel
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
aandacht besteed aan de positie van de vrouw als slachtoffer of in
bepaalde gevallen als verdachte en in ieder geval als partij bij het
proces. Een van de belangrijke elementen uit het handboek voor de
Gachacha-rechters is de aandacht voor de positie van de vrouw. In
een cultuur waar praten over seksualiteit, laat staan over seksueel
misbruik, niet vanzelfsprekend is, is het zeker niet evident dat
vrouwen daarover in het publiek bij processen en dergelijke het
woord voeren. Daar is in het handboek aandacht aan geschonken.
Bovendien heeft de Ruandese wetgeving bepaald dat verkrachting in
de context van de genocide bij categorie 1 van de misdaden de
allerergste misdaden thuishoort en dus rechtstreeks door de
gewone wetgeving, eventueel met verwijzing naar het Hof in Arusha,
wordt veroordeeld.
08.03
Magda De Meyer
(SP.A): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb,
enerzijds, de indruk dat er op het terrein heel veel gebeurt en zeker
op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking. Er zijn heel veel
goede en interessante projecten waarbij absoluut aandacht aan de
vrouwen wordt besteed. Anderzijds noteer ik op het vlak van
buitenlands beleid in verband met de cijfers die u in het begin van
het antwoord citeerde dat er van de 12% van het diplomatiek
personeel 129 vrouwen dus 3 % in buitenlandse vredesmissies
aanwezig zijn en dat we vrouwen veel meer bij het vrijwilligerskorps
en de onderofficieren zien. Ik denk dat er op dat vlak toch nog wel
wat werk aan de winkel is.
08.03
Magda De Meyer
(SP.A):
Les choses bougent donc déjà
énormément sur le terrain
politique de la coopération au
développement mais, pour ce qui
est des Affaires étrangères, il
reste encore beaucoup à faire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "het beroepsverbod voor blanke boeren in Zimbabwe en de
hongersnood die hierdoor veroorzaakt wordt" (nr. 7738)
09 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'interdiction professionnelle pour les fermiers blancs au Zimbabwe et la famine
qui s'ensuit" (n° 7738)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint au ministre
des Affaires étrangères.)
09.01
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het is niet de eerste keer dat
ik deze materie hier aankaart. Ik vrees wel dat het de laatste keer zal
zijn, omdat de tragedie zich op dit ogenblik aan het voltrekken is. Ik
weet dat wat ik nu ga zeggen politiek niet correct is en waarschijnlijk
sommige weldenkenden zal choqueren. We mogen wel degelijk
zeggen dat er zich in Zimbabwe etnische zuiveringen voltrekken,
gepleegd op raciale basis. Alleen zijn de slachtoffers blank en dan
past het niet om over racisme te spreken, volgens het politiek
correcte denken.
Dat verandert evenwel niets aan de situatie. Mugabe probeert al een
tijdje zijn politieke problemen op te lossen en de trouw van zijn
partijmilitanten af te kopen door de gronden van wat men
eufemistisch "de commerciële boeren" noemt, te verdelen tussen die
militanten. Ik noem het een eufemisme, mijnheer de staatssecretaris,
09.01
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Ce n'est pas la
première fois que j'évoque au sein
de cette commission la situation
au Zimbabwe, mais au vu des
récentes évolutions, cela pourrait,
je le crains, être la dernière. Ce
que je vais dire n'est
probablement pas politiquement
correct, mais les habitants blancs
du Zimbabwe sont actuellement la
victime d'une purification ethnique
sur une base raciale. Le président
Mugabe tente d'acheter la fidélité
des militants de son parti en leur
offrant les terres de ceux que l'on
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
want laten we eerlijk zijn, die commerciële boeren, dat zijn de blanke
boeren, een uitzondering niet te na gesproken.
Er zijn echter een paar moeilijkheden. Ten eerste, wordt deze
expropriatie doorgevoerd op een extreem brutale manier. Dat is niet
nieuw. Dat gebeurde al voor de verkiezingen. Het gebeurt met
moord. Het gebeurt met bedreiging. Het is na de jongste
verkiezingen echter veel erger geworden. Nu zal tegen 8 augustus al
de grote meerderheid van die mensen hun boerderij moeten hebben
verlaten.
Het is heel toevallig dat ik zondagvoormiddag luisterde naar de BBC
World Service. Ik hoorde daar het getuigenis, opgenomen door een
undercoverjournalist van de BBC, van een jonge blanke vrouw. Haar
naam was Christine, ik zal het niet vergeten. Zij werd uit haar
boerderij gezet, samen met haar baby, nadat ze zeven keer was
verkracht. Ik hoorde daarnet spreken over verkrachting als politiek
wapen. Het wordt daar ook gebruikt, maar dat wordt hier niet
aangeklaagd, want het is niet politiek correct. Ik dacht dat toch
iemand dit in laatste instantie moest aanklagen, want 8 augustus is
niet meer veraf. Dan is het verhaal achter de rug. Als ik bovendien
mag geloven wat ik gisteravond op de Nederlandse televisie vernam,
zijn de meeste van die mensen zich nu aan het klaarmaken, zij het
zonder geld en bagage, om het land te verlaten.
Dat is maar een aspect van de tragedie. Het andere aspect betreft de
bevolking van Zimbabwe in het algemeen. Ook dit zal wel niet
politiek correct klinken, mijnheer de staatssecretaris, maar dat land
droeg ooit de naam Rhodesië. Wat men ook moge denken over de
toenmalige regering van dat land, er was tenminste geen
hongersnood. Men exporteerde heel wat voeding. Op dit ogenblik
heerst er hongersnood. Iedereen weet dat zodra de boerderijen
worden overgenomen, niet door veteranen van de bevrijdingsoorlog,
want dat is de officiële waarheid, maar door de aanhangers van de
partij van Mugabe, de werkzaamheden daar stilvallen. Binnen een
paar maanden zal men hier dan inzamelingen komen doen, om onze
brave zielen ervan te overtuigen centjes te stoppen in
voedingsprogramma's voor Zimbabwe.
Het choqueert mij niet dat men die mensen dan zou gaan helpen.
Alleen zal de schuld wel ergens anders liggen dan waar zij meestal
gezocht wordt. Ik zou dat toch even willen aankaarten. Hoewel ik
weinig illusies koester over wat men kan of wil doen, vraag ik of de
regering van de situatie op de hoogte is en of zij tenminste iets durft
te doen.
Men heeft destijds geantwoord met "de intelligente reacties". Dat was
toch de officiële benaming? Zij hebben echter niets uitgehaald.
Ondertussen blijft het regime van Zimbabwe doorgaan voor een
democratisch regime dat zich zonder problemen kan vertonen op het
wereldforum. Ik wil u eraan herinneren dat twee weken geleden
tijdens de conferentie in Durban niemand Mugabe en zijn regering
een strobreed in weg heeft gelegd. Niemand heeft hem iets
verweten, ook geen enkel Afrikaans land. De Zimbabwaanse
delegatie is uit Durban vertrokken met een gerust geweten en in de
overtuiging dat het hele continent achter haar stond. Ik vraag dus of
men iets kan doen, misschien zelfs louter symbolisch. Ik denk dat het
zomaar toekijken, misschien met een pruilmond en een betuttelend
appelle les fermiers commerciaux,
des blancs pour la plupart.
Les terrains sont expropriés avec
une brutalité extrême. Ainsi, tous
les fermiers commerciaux doivent
quitter leur exploitation avant le 8
août. Une jeune femme blanche a
témoigné récemment sur
BBC
World
de la manière dont, au
Zimbabwe, le viol est utilisé
comme arme politique. Selon la
télévision néerlandaise, la plupart
des fermiers s'apprêtent à quitter
leur exploitation.
Nous ne devons pas sous-estimer
les conséquences pour la
population locale. Le Zimbabwe
s'appelait autrefois la Rhodésie.
Quoi que l'on pense du
gouvernement de la Rhodésie, le
pays ne connaissait pas la famine
sous l'ancien régime. Aujourd'hui,
la production alimentaire est au
point mort et dans quelque mois,
on nous demandera d'investir
dans des programmes
alimentaires.
Le gouvernement belge est-il au
courant de cette situation? Est-il
disposé à prendre une initiative?
Les sanctions prétendument
intelligentes n'ont encore donné
aucun résultat. Allons-nous
assister sans broncher au suicide
d'un pays?
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
vingertje dat doet men wel -, op een land dat enthousiast politieke
en economische zelfmoord aan het plegen is, niet kan, al was het
maar voor de zwarte bevolking die daar honger lijdt.
09.02 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik denk eerlijk gezegd dat er weinig landen bestaan waarop
de kritiek zo unaniem is, maar ik lees verder een antwoord van
minister Michel voor.
De landen van de Europese Unie spannen zich in om de politiek van
president Mugabe, die onder meer een voedselschaarste in de hand
werkt, een andere wending te geven. Meer bepaald gebeurt dat in het
kader van de politieke dialoog die krachtens een artikel van het EU-
ACP-verdrag van Cotonu is gestart. Het sanctiebeleid, dat in de
maand februari in het kader van die politieke dialoog van start is
gegaan, moet nauwlettend worden gevolgd. Ik weet niet wat de
officiële term is, maar de meest gebruikte term in officiële kringen is
`slimme sancties'.
Toevallig was ik enkele maanden geleden in het Europees
Parlement. Vanuit het Parlement werd een vraag aan de regeringen
en aan de commissie gesteld. Men vroeg om sancties die niet de
bevolking treffen, maar wel het regime. Dat is makkelijker gezegd
dan gedaan. Dat is alvast wat men probeert te doen.
België pleit bij de Europese instellingen voor een dubbele aanpak.
Enerzijds, zouden de huidige sancties, die mogelijk kunnen worden
uitgebreid, strikter moeten worden toegepast. De Europese Unie zou
een engere interpretatie moeten nastreven van de uitzonderingen op
het reisverbod. Eén van de sancties is een reisverbod, met name
voor Zimbabwaanse regeringsfunctionarissen. Ik leid hieruit af dat
dat niet erg strikt wordt toegepast.
Anderzijds, zou de Europese Unie nauwer moeten samenwerken met
de landen van de SADC, de zuidelijk Afrikaanse
ontwikkelingsorganisatie, om een grotere druk te kunnen uitoefenen
op Harare. Verscheidene stappen in die zin werden reeds gezet in de
hoofdsteden van de SADC.
Bovendien heeft de Europese Unie ook een cruciale rol te spelen ten
aanzien van de zware voedselcrisis waarmee de landen van de
SADC geconfronteerd worden. Het gaat dus niet alleen om
Zimbabwe. Zoals steeds zijn er verschillende factoren. Ik denk dat
niemand ontkent dat het landbouwbeleid van de Zimbabwaanse
regering een belangrijke rol speelt in het voedseltekort in Zimbabwe.
Er zijn natuurlijk ook klimatologische omstandigheden, zoals de
droogte, die eveneens een rol spelen. De Europese Unie en de
SADC moeten samenwerken om deze crisis te boven te komen. Het
is net door de landen van de SADC op dit vlak te ondersteunen dat
de Europese Unie de nodige goede wil bij die landen kan losweken
om hen ertoe te bewegen een grotere druk uit te oefenen op het
regime van president Mugabe.
Ik betreur samen met u de noodzaak van zo'n maatregel. Ik heb hier
een paar weken geleden een uiteenzetting gegeven over de landen
waaraan België dit jaar prioriteit geeft in zijn voedselhulp. Daar zijn,
afgezien van Centraal-Afrika, vooral landen uit zuidelijk Afrika bij,
09.02
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: Sur la base de
l'Accord de Cotonou, les Etats
membres de l'Union européenne
se sont efforcés de conférer
ensemble une autre orientation à
la politique du président Mugabe.
Les effets des sanctions
intelligentes sont suivis avec
grande attention. La Belgique veut
renforcer l'application des
sanctions existantes. Elle
préconise aussi une interdiction de
voyager pour tous les
fonctionnaires du gouvernement.
Par ailleurs, la Belgique veut faire
pression, avec les pays de la
Sadec, sur le régime en place à
Harare. Le Zimbabwe perçoit
encore malheureusement une
aide alimentaire de la Belgique.
Ce pays fait même partie des
priorités. Nous ne pouvons tout de
même pas laisser la population
mourir de faim.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
met inbegrip van Zimbabwe, een land dat zoiets niet nodig zou
mogen hebben. Het is zoals altijd. Men kan de bevolking moeilijk
laten verhongeren omdat het regime bijdraagt tot die honger. Het
was een vraag van mijnheer Willems, als ik me niet vergis. Dat is
een gruwelijk dilemma.
09.03
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord. Ik
apprecieer het dat hij probeert iets te doen. Laten we echter een kat
een kat noemen, mijnheer de staatssecretaris, daar blijft het bij. Ik
weet het wel, niemand kan tegenspreken dat men de bevolking niet
mag straffen omwille van zijn leiders. Toch wil ik de aandacht
vestigen op het volgende. Wanneer de onafhankelijke NGO's
proberen voedsel uit te delen in Zimbabwe dat gebeurt onder meer
door katholieke organisaties dan wordt dat voedsel tegengehouden.
Het is de partij die het voedsel in beslag neemt en het dan verdeelt
onder mensen die op dat ogenblik met een partijlidkaart kunnen
zwaaien. Met andere woorden, zelfs die pogingen hebben weinig zin
en ik blijf erbij dat het godgeklaagd is dat een land, dat niet alleen
zichzelf in leven zou kunnen houden maar ook gans zuidelijk Afrika
bij wijze van spreken van voedsel zou kunnen voorzien ik geef toe
dat ik hier licht overdrijf , letterlijk naar de haaien wordt geholpen
door een regime, dat dit bovendien doet op racistische basis.
09.03
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Par ailleurs, la
population ne doit pas être la
victime de la politique du
président Mugabe. Mais,
lorsqu'une ONG indépendante
tente de distribuer de la nourriture
au Zimbabwe, les aliments sont
confisqués par le parti de M.
Mugabe qui les redistribue entre
ses membres. Le Zimbabwe, qui a
la capacité de fournir de la
nourriture à tout le sud du
continent africain, est mené à sa
perte par son président.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de besteding van de post preventieve diplomatie" (nr. 7846)
10 Question de Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'affectation du poste relatif à la diplomatie préventive" (n° 7846)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint au ministre
des Affaires étrangères.)
10.01
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, in deze is het antwoord zoals steeds
belangrijker dan de vraag. Ik zal dan ook kort zijn. Ik had graag
inzicht gekregen in de manier waarop de basisallocatie 53-41-3522,
onder de naam "de preventieve diplomatie" waarvoor voor 2002 een
budget van 9246000 euro werd voorzien, totnogtoe is besteed.
Daarnaast wist ik graag op welke manier de projecten worden
gekozen en weerhouden. Welke criteria liggen aan de basis, hoe
wordt beoordeeld en geëvalueerd en op vraag van wie? Ik heb
namelijk begrepen dat het niet enkel de minister van Buitenlandse
Zaken is. Hebt u zicht op de besteding van het overgebleven
budget? Heeft de minister de intentie om een verhoging van het
budget aan te vragen?
De vraag is gesteld, maar misschien is er intussen duidelijkheid over
het geld dat wordt gereserveerd voor het fonds Patrice Lumumba.
Minister Michel had namelijk bij de instelling van dit fonds gesteld dat
het zou worden gefinancierd uit dezelfde post. Ik kijk met
belangstelling uit naar het antwoord van de minister.
10.01
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Le budget 2002 prévoit
un montant de 9.246 KEUR pour
la diplomatie préventive. Quels
projets ont-ils été financés à ce
jour? Quelles demandes doivent-
elles encore être évaluées? Sur la
base de quels critères les
demandes sont-elles évaluées? A
quelle fin l'excédent sera-t-il
utilisé? Ce budget sera-t-il
augmenté l'année prochaine?
Qu'en est-il du budget pour le
fonds Patrice Lumumba?
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
10.02 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik heb een zeer uitvoerig antwoord met hele lijsten van
projecten. Ik denk dat het niet verstandig zou zijn alles hier voor te
lezen. Al heb ik het antwoord niet kunnen voorbereiden, toch zal ik
proberen een zo goed mogelijke samenvatting te geven en ik verwijs
naar de lijst voor de details.
De besteding van de preventieve diplomatie in 2002 valt uiteen in
drie categorieën: preventieve diplomatie, steun aan slachtoffers van
gewapende conflicten en bevordering van de rechtsstaat en
mensenrechten. Onder "preventieve diplomatie" ressorteren negen
projecten. Acht hebben betrekking op ondersteuning van
vredesonderhandelingen voor een totaal van 2 300 000 euro; één
omvat de strijd tegen het terrorisme voor 2000 euro.
Voor de steun aan slachtoffers van gewapende conflicten is er een
ontmijningsproject ten belope van 38 000 euro. De bevordering van
de rechtsstaat en de mensenrechten omvat 23 projecten voor een
totaal van 2,5 miljoen euro.Voor het overige verwijs ik naar de lijst
met projecten. 12 projecten hebben betrekking op Centraal-Afrika
voor bijna 3 miljoen euro; er zijn 5 projecten in de andere Afrikaanse
landen voor ruim 500 000 euro; drie gaan over Centraal- en Oost-
Europa voor 52000 euro; twee in Azië voor 320 000 euro; vier in het
Midden Oosten voor bijna 400 000 euro; één in Zuid Europa voor
125 000 euro en zeven internationale projecten voor bijna een half
miljoen euro.
Voor de nog te behandelen aanvragen bij de betrokken diensten is er
een lijst met 16 aanvragen. Ik zal die schriftelijk bezorgen. Inzake de
besteding van het overblijvende budget valt te vermelden dat
volgende bedragen voorlopig werden gereserveerd: op 19 juli worden
de drie volgende bedragen ten belope van 20240 euro aan de
Ministerraad voorgelegd: voor de bevordering van mensenrechten
steun aan de onafhankelijke organisatie "Vormen", voor de vertaling
van een handboek van de Raad van Europa inzake
mensenrechteneducatie.
Bevordering van de mensenrechten, steun aan een zomercursus
mensenrechten die door de KUL georganiseerd wordt voor een
dertigtal deelnemers uit noord en zuid om hen inzicht te verschaffen
in de recente juridische en politieke ontwikkelingen op het vlak van
mensenrechten. De Liga voor de Mensenrechten organiseert een
reflectiedag over het thema veiligheid vanuit alle invalshoeken van
het leven in een maatschappij. Tot slot is er ook nog de stichting
Lumumba voor 1.250.000 euro. Dat zal ter goedkeuring worden
voorgelegd. Ik lees meteen ook het laatste stuk over het fonds-
Lumumba. Mijn diensten bestuderen thans de juridische en
operationele aspecten van de oprichting van het Lumumba-fonds. Ik
kan u daarom nog geen definitieve en precieze toelichtingen geven.
Dan zijn er de criteria waaraan de projecten moeten beantwoorden.
De basisallocatie waarover het hier gaat wordt aangewend ter
financiering van optredens en initiatieven die een ondersteuning en
valorisering zijn van de diplomatieke acties van België in de
prioritaire domeinen van het buitenlands beleid en die behoren tot
het werkingsgebied van de basisallocatie, namelijk preventieve
diplomatie en ondersteuning van vredesinitiatieven en
10.02
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: Je n'ai
évidemment pu préparer ma
réponse et je répondrai donc dans
les grandes lignes.
Pour commencer, je vous livre un
aperçu des projets de diplomatie
préventive financés en 2002.
Ceux-ci se répartissent en trois
catégories: la diplomatie
préventive pour un total de
2.340.849 euros, le soutien aux
victimes des conflits armés pour
un montant total de 38.071 euros
et, enfin, la partie destinée à la
promotion de l'Etat de droit et des
droits de l'homme pour 2.509.192
euros. Du budget total, 61 pour
cent ont été à ce jour engagés par
le Conseil des ministres.
Je fournirai par écrit l'aperçu de
tous les projets individuels qui ont
été approuvés par le Conseil des
ministres. Je vous donne
également un exemple des
demandes qui doivent encore être
examinées et qui sont à l'étude
dans les services géographiques
concernés: le projet d'Avocats
sans Frontières pour la protection
des victimes et des accusés à la
Cour pénale internationale. Les
autres projets seront également
communiqués par écrit.
En ce qui concerne l'affectation du
budget restant, il est à noter que
les montants suivants ont été
provisoirement réservés:
1.250.000 euros pour la fondation
Lumumba et 20.240 euros pour
trois projets en faveur de la
promotion des droits de l'homme.
Pour être pris en compte, les
projets doivent concerner les
domaines suivants: la diplomatie
préventive et le soutien à des
initiatives et à des négociations de
paix, l'assistance aux populations
victimes de conflits, le respect des
droits de l'homme et le
renforcement de l'Etat de droit.
Les actions visent prioritairement
les pays qui ne font pas partie des
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
vredesonderhandelingen. Hierbij kan het gaan om preventie van
gewelddadige conflicten door het nemen van politieke of
diplomatieke initiatieven, bijvoorbeeld steun aan de inter-Congolese
dialoog en women building dialogue in Cyprus en het Midden-
Oosten. De tweede categorie is hulp aan bevolkingen die het
slachtoffer zijn van conflicten, bijvoorbeeld door
ontmijningsprojecten. Men zou dat natuurlijk ook preventief kunnen
noemen. Ten derde, naleving van de rechten van de mens,
bijvoorbeeld strijd tegen racisme, foltering en doodstraf en strijd voor
gelijkheid van mannen en vrouwen en het verdedigen van
kinderrechten evenals bestrijding van mensenhandel. Tot slot is er de
versteviging van de rechtsstaat, bijvoorbeeld missies voor
verkiezingswaarneming, colloquium over straffeloosheid en een
cursus internationaal recht. Tevens zijn er acties die zich prioritair
richten op landen die niet tot de concentratielanden van DGIS
behoren. Op die manier wordt vermeden dat overlappingen ontstaan
met wat DGIS doet. Misschien kan ik hier tussen haakjes even
zeggen dat de strategienota over ontwikkelingssamenwerking,
conflict en vrede samen met een aantal andere punten in het najaar
aan het Parlement zal worden voorgelegd. Het staat u uiteraard vrij
om daarover een debat te organiseren. Ik zou dat zelfs zeer sterk
aanmoedigen.Ik sluit de haakjes. Op die manier wordt vermeden dat
overlappingen ontstaan met wat DGIS doet. Dat geldt uiteraard niet
voor de regio van de Grote Meren, meer in het bijzonder Congo,
Rwanda en Burundi waar België een beleid voert inzake
vredeshandhaving en steun aan het democratiseringsproces dat een
groot aantal acties impliceert waarvoor beide budgetten worden
ingezet.
Een volgend punt is de aanvraag tot verhoging van het budget
tijdens de begrotingsbesprekingen voor 2003. Tijdens de
begrotingsbesprekingen voor 2003 werd een verhoging van de
basisallocatie aangevraagd van 7.980.000 euro naar 12.400.000
euro. Zoals alles in verband met de begroting voor 2003 is dat
uiteraard nog in bespreking. De motivering is dat de preventieve
diplomatie een objectief is op wereldniveau. Conflictpreventie is de
belangrijkste missie van de Verenigde Naties. Het handhaven van de
vrede en de internationale veiligheid vereist op de eerste plaats dat
er collectieve maatregelen worden genomen teneinde de
bedreigingen van de vrede te voorkomen en uit de weg te ruimen.
De nieuwe internationale context van de jaren '90 en de tragedies
van de genocide in Rwanda in '94 en het bloedbad in Srebrenica
hebben de politieke leiders ertoe aangezet meer dan vroeger de
nadruk te leggen op conflictpreventie. In juni 2002 heeft de
secretaris-generaal van de Verenigde Naties daarover een rapport en
aanbevelingen uitgebracht op vraag van de Veiligheidsraad. Hij stelt
voor om van conflictpreventie de hoeksteen te maken van het stelsel
van de collectieve veiligheid van de Verenigde Naties voor de
eenentwintigste eeuw. Het is een belangrijke doelstelling op
Europees niveau.
In juni 2001 heeft de Europese raad van Göteborg het Europees
programma voor preventie van gewelddadige conflicten opgezet. Dat
programma onderstreept de politieke wil van de Europese Unie om
van conflictpreventie één van de belangrijkste doelstellingen te
maken van het buitenlands beleid van de Unie.
Het is een belangrijke doelstelling op Belgisch niveau. De
pays de concentration de la DGCI.
Ainsi nous éviterons qu'ils fassent
double emploi avec les missions
de cette dernière. Cela ne vaut
évidemment pas pour la région
des Grands Lacs, où la Belgique
mène une politique de maintien de
la paix et d'appui au processus de
démocratisation, politique qui peut
être financée tant par le budget de
la DPG que par celui de la DGCI.
Lors des discussions budgétaires
pour l'exercice 2003, une
augmentation de l'allocation de
base a été demandée, la
diplomatie préventive étant un
objectif mondial.
La prévention des conflits est en
effet la principale mission de
l'ONU. Son secrétaire général a
publié un rapport et formulé des
recommandations à la demande
du Conseil de sécurité et propose
de faire de la prévention des
conflits la pierre angulaire du
système de sécurité collective de
l'ONU. Pour ce qui est de
l'Europe, le Conseil européen de
Göteborg a mis en place un
programme de prévention des
conflits armés.
Enfin, la Belgique entend
participer de manière visible à la
prévention des conflits armés
dans les pays quielle juge
prioritaires pour sa politique
étrangère. En outre, il convient de
consacrer davantage de moyens à
la lutte contre le terrorisme, qui
requiert une approche globale
depuis le 11 septembre. Dans ce
cadre, je prépare une conférence
internationale, qui se tiendra à
Bruxelles, en mars 2003, pour
promouvoir le dialogue entre les
civilisations, les religions et les
cultures. En conclusion, je vous
informe que mes services étudient
les aspects juridiques liés à la
création d'un Fonds Lumumba.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
basisallocatie past in deze twee doelstellingen. De doelstelling van
België is deel te nemen op een zichtbare manier aan de preventie
van gewelddadige conflicten in landen die zij prioritair acht voor haar
buitenlands beleid.
Naast het feit dat conflictpreventie en preventieve diplomatie een
steeds grotere plaats innemen in de internationale politiek, moet men
ook middelen vrijmaken voor de strijd tegen terrorisme die sinds 11
september 2001 eveneens een wereldwijde aanpak vereist. In dat
kader bereid ik in Brussel in maart 2003 een internationale
conferentie voor om de dialoog tussen de verschillende
beschavingen, culturen en godsdiensten aan te moedigen. De
hoogste autoriteiten in deze materie zullen deelnemen aan deze
gedachtewisseling opdat de gebeurtenissen van 11 september en de
voortzetting van het geweld in het Midden-Oosten het wantrouwen en
de vijandigheid tussen de gemeenschappen niet zou doen oplaaien.
Tot zover het antwoord van de minister van Buitenlandse
Betrekkingen.
Ik zou willen vragen om een kopie van de tabellen te laten
ronddelen.
10.03
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, het neemt effectief een steeds grotere
plaats in in het internationale beleid op alle niveaus. Ik had misschien
beter een interpellatie ingediend want dit had ons de gelegenheid
gegeven om dieper op de problematiek in te gaan.
Ik zal de lijst zeker eens grondig bestuderen. Ik meen dat ik uit deze
lijst iets meer zal kunnen afleiden. Ik mis in uw antwoord de echte
criteria die aan de basis liggen van de selectie. Ik meen dat dit een
bevestiging is van wat ik opvang vanuit de administratie, namelijk dat
er behoefte is aan de oprichting van een cel Conflictpreventie. U bent
het beste geplaatst om hierover te oordelen. Op internationaal vlak
wordt er steeds meer kennis opgebouwd over conflictpreventie. Als ik
hoor dat de betrokken geografische diensten de projecten moeten
beoordelen, dan kan ik mij voorstellen dat die personen niet altijd
over die kennis beschikken. Om die reden zou ik willen pleiten voor
die cel Conflictpreventie.
Ik heb uw vraag tussen haakjes ook goed begrepen. Ik wil de
voorzitter suggereren om te bekijken hoe we in het najaar onze
werkzaamheden kunnen hervatten. We kunnen dan de
strategienota's bespreken die dan ter beschikking zullen zijn. Ik heb
het onder meer over de nota in verband met conflictpreventie en
ontwikkelingssamenwerking.
Ik had graag de minister geconfronteerd met een concrete toewijzing.
Onlangs werden een aantal boeken ter beschikking gesteld van een
bibliotheek in Kinshasa. Als tijdens de evaluatie, die recentelijk
plaatsvond, blijkt dat het gebouw niet van die aard is om boeken in te
bewaren, dan meen ik dat dit een bevestiging is van het feit dat er
meer criteria nodig zijn zodat het budget op een goede manier kan
worden besteed.
10.03
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): J'aurais peut-être mieux
fait de développer une
interpellation, nous aurions pu
alors traiter ce problème de
manière plus approfondie. Je vais
en tout cas étudier la liste très
attentivement. Selon moi, nous
avons besoin d'une « cellule de
prévention des conflits ». Après
cette commission, nous
reprendrons ce thème à l'automne
avec un courage renouvelé. Je
plaide aussi en faveur d'un plus
grand nombre de critères pour
allouer certains budgets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
11 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de oprichting van de Afrikaanse Unie" (nr. 7863)
11 Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint au ministre
des Affaires étrangères.)
11.01
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, collega's, van 8 tot 10 juli laatstleden werd in
Durban de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid opgedoekt en
vervangen door de Afrikaanse Unie, naar analogie van de Europese
Unie. De OAE ging ten onder, ten eerste, aan het feit dat de
Afrikaanse leiders praktisch allen een dictatoriaal beleid voerden
waarbij zij zichzelf en hun entourage verrijkten terwijl de bevolking in
de grootste armoede bleef leven; ten tweede, aan het gebrek aan
enige toekomstvisie bij de meerderheid van hun leden en, ten derde,
aan het feit dat degenen die aan de macht kwamen, zich tot elke prijs
en ten koste van alles aan deze macht bleven en blijven
vastklampen.
De Conferentie werd geopend door niemand minder dan president
Kadhafi en onder meer bijgewoond door president Robert Mugabe
van Zimbabwe en Daniel Arap Moi van Kenia, zeker geen
voorbeelden van democratie. Dan zwijgen we nog over andere sterk
betwiste staatshoofden als Eduardo dos Santos van Angola, Paul
Kagame van Rwanda, Museveni van Oeganda, Dennis Sassou-
Nguesso van Congo-Brazzaville en Charles Taylor van Liberia. Het
paradepaardje van de Afrikaanse Unie is het New Partnership for
African Development of Nepad. Dat mikt op extra Westerse
investeringen in ruil voor goed beheer, rechtszekerheid, minder
corruptie en meer democratie met respect voor de mensenrechten.
De OAE werkte niet. Afrika blijft een werelddeel met politiek geweld,
onlusten, oorlogen, corruptie, hoge schuldenlasten en een zich
verder uitbreidende HIV-epidemie. Op een paar uitzonderingen na,
mijnheer de staatssecretaris, hebben wij de heersende staatshoofden
nog nooit moedig en consequent weten optreden tegenover collega's
die zich niet aan de afspraken hielden, zoals een Mugabe, een
Kagame en nog vele anderen.
Ik volg alle dagen het nieuws in Zuid-Afrika. Het valt mij op hoe men
ginder veel kritischer is tegenover de situatie in Zuid-Afrika en
zuidelijk Afrika dan hier. Het is of men hier precies de situatie niet wil
zien zoals ze is. Over de echte problemen werd in Durban niet
gepraat: noch over de politieke en economische crisis in Zimbabwe,
noch over de HIV-AIDS-epidemie die alle geledingen van de
maatschappij aantast en bezig is met de destabilisering van het
ganse continent. Dit werd terecht door onze landgenoot, dokter Peter
Piot, in Barcelona aangehaald. De situatie in Barcelona was typisch:
de heer Mandela legt grote verklaringen af, zijn echtgenote, de
weduwe van de vroegere president van Mozambique, legt grote
verklaringen af, en in Zuid-Afrika zien wij dat president Mbeki nog
altijd aarzelt. De minister voor Gezondheid, Tshabalala-Msimang,
wordt nog deze week in de pers zeer zwaar aangevallen omdat zij
11.01
Jef Valkeniers
(VLD): Lors
du sommet de Durban, qui s'est
déroulé du 8 au 10 juillet,
l'Organisation de l'unité africaine a
été supprimée et a été remplacée
par l'Union africaine.
La politique dictatoriale des
dirigeants africains, qui leur a
permis, ainsi qu'à leur entourage,
de s'enrichir, l'absence de
prospective témoignée par la
majorité des membres et la
volonté des dirigeants à vouloir se
maintenir coûte que coûte au
pouvoir ont causé la perte de
l'OUA.
Le président Khadafi a ouvert la
conférence à laquelle ont assisté
les présidents Mugabe et Arap
Moi du Kenya, qui ne sont
certainement pas des parangons
de démocratie. L'UA s'enorgueillit
du Nouveau Partenariat pour le
Développement de l'Afrique qui
vise à obtenir une augmentation
des investissements occidentaux
en échange d'une bonne
administration, de la sécurité
juridique, de la diminution de la
corruption et de la
démocratisation assortie du
respect des droits de l'homme.
L'OUA ne fonctionnait guère.
L'Afrique reste un continent miné
par la violence politique, le
mécontentement, les guerres, la
corruption et le virus du SIDA, qui
ne cesse de gagner du terrain. A
quelques exceptions près, les
chefs d'Etat en fonction n'ont
jamais eu véritablement le
courage ni la logique de critiquer
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
nog altijd onzin verkoopt. Zij zegt onder meer dat het gerecht haar
heeft gedwongen om Nevirapine toe te dienen aan zwangere of
verkrachte vrouwen. Zij zegt dat men haar verplicht om
geneesmiddelen aan haar mensen toe te dienen die zo toxisch zijn
dat ze hen dood maken. Zij blijven in dat spoor van verwarring en
daar kan ik het nog lang over hebben, maar dat zal ik niet doen. Ook
over de dreigende hongersnood in zuidelijk Afrika wordt niet
gesproken, wel over de noodzaak zich te verenigen en zoveel
mogelijk geld van het Westen te krijgen.
Wat daartegenover moet worden geplaatst, is iets anders. Ik heb
gezien hoe de Democratische Alliantie in de Kaapprovincie uit elkaar
ging en hoe aan de Nieuwe Nationale Partij twee nationale ministers
werden beloofd, twee staatssecretarissen, vier ambassadeurs en een
minister in elke provincie waar men niet mee aan de macht is. Dat is
een jaar geleden en er gebeurt juist niets. Wat de beloften betreft
van de politici daar, ik heb daar grote vragen bij. Ik kan het weten. U
weet dat ik goed genoeg geplaatst ben om te weten waarover ik
spreek.
Wij zien ook dat in Rome bij de FAO Mugabe zich komt vertonen om
geld te vragen voor een hongersnood die hij eigenlijk zelf heeft
gecreëerd. Tot voor enkele jaren en zelfs na het verdwijnen van Ian
Smith was Zimbabwe een land dat voedsel uitvoerde. De eerste
jaren toen Mugabe het had overgenomen, ging het er nog tamelijk
goed. Wij zien dat Mugabe zich daar vertoont. De EU verbiedt dat
een aantal staatshoofden zich nog in Europa vertonen en geeft hen
paspoorten noch visa. Toch zien wij dat Mugabe in Rome is geweest
en niemand is daartegen opgetreden. Hij heeft een tussenlanding
moeten maken in Madrid.
Ik heb in een Zuid-Afrikaanse krant gelezen dat hij in Madrid is
geweest, maar niemand is opgetreden. Het is jammer dat minister
Michel weg is, want ik vraag mij af wat er overblijft van heel dat
scenario reisbeperkingen voor Mugabe en zijn familie dat men
ons opdist.
Mugabe vertoont zich daar en op dat moment deelt in Genève de
Wereldgezondheidsorganisatie mee dat in de komende maanden
300.000 mensen gaan verhongeren in zuidelijk Afrika. Zoals de
staatssecretaris heeft gezegd, zal dat niet alleen in Zimbabwe, maar
ook in een aantal andere landen van zuidelijk Afrika het geval zijn.
Ik meen dat mijn vragen zeer pertinent zijn.
Ten eerste, welke nieuwe elementen zijn er op dit ogenblik
voorhanden die er ons van kunnen overtuigen dat de Afrikaanse Unie
of Nepad ooit een succes zullen worden als we zien wat de OAE is
geweest?
Ten tweede, heeft het enige zin dat Europa financieel bijdraagt aan
Nepad als er vooraf geen orde op zaken wordt gesteld en het
continent geen tekens van beterschap vertoont? Ik verwijs naar de
stille diplomatie van Mbeki bij Mugabe. Dat was een circus dat niets
heeft opgeleverd. U hebt natuurlijk niet de portefeuille van
Buitenlandse Zaken, maar als men wil weten wat er in zuidelijk Afrika
gebeurt, zouden de kabinetsleden best alle dagen op internet de
kranten van ginder lezen. Daar is men kritischer tegenover de
leurs homologues qui n'ont pas
respecté les accords conclus,
comme les présidents Mugabe ou
Kagame. En outre, les véritables
problèmes tels que la crise
politique et économique au
Zimbabwe ainsi que l'épidémie de
SIDA, qui touche toutes les
couches de la population et
déstabilise le continent tout entier,
n'ont même pas été évoqués.
La nouvelle Union africaine n'a
pas non plus abordé le problème
de la famine en Afrique australe,
qui menace 300.000 personnes.
Même le Zimbabwe, qui exportait
autrefois des produits
alimentaires, est aujourd'hui
ravagé par la famine. Le président
Mugabe en porte la responsabilité.
Personne ne s'est opposé à lui ou
à sa famille, en dépit des
restrictions en matière de voyages
annoncées à leur encontre.
Quels éléments pourraient nous
convaincre que tant l'UA que le
NPDA seront un jour synonymes
de succès? Est-ce bien utile que
l'Europe accorde une contribution
financière au Nouveau Partenariat
pour le Développement de
l'Afrique si les choses ne sont pas
d'abord remises en ordre? Lisez la
presse d'Afrique australe. Les
critiques qu'elle formule à
l'encontre des régimes en place
sont bien plus acerbes qu'en
Europe.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
regimes dan hier. Ik vind dat wij veel te toegeeflijk zijn en altijd
denken dat het wel zal gaan.
Ik heb mijn vragen gesteld en ik zou daar graag een antwoord op
krijgen.
11.02 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer de voorzitter, ik
lees het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken voor.
Zelfs indien het overzicht van de pijnpunten die Afrika ondergaat
zeer verontrustend is en dat al gedurende meerdere jaren wil ik
opmerken dat het onverantwoord is om de bereidheid van de
initiatiefnemers van het Nepad om principes van democratisering en
goed bestuur in het functioneren van de nieuwe Afrikaanse Unie in te
voegen, a priori te discrediteren. Wij hebben hen trouwens altijd in de
richting van deze principes gewezen.
De werking van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid heeft sinds
de oprichting ervan inderdaad vaak ontgoocheld, wat door Afrikanen
zelf werd erkend. Het is juist om daaraan een oplossing te bieden,
dat er is beslist om een beter functionerende Afrikaanse Unie op te
richten die is gebaseerd op nieuwe principes met de Europese Unie
min of meer als model.
Gezien de constructie in Europa zelf al bijna 50 jaar aan de gang is,
lijkt het mij onrealistisch om nu al te zoeken naar resultaten om de
kansen op succes van de Afrikaanse Unie en het Nepad te
evalueren. Het is nochtans de overtuiging van de Belgische regering
dat de enige mogelijke weg voor een verbetering van de situatie in
Afrika via engagementen zal verlopen die de Afrikanen zelf nemen,
bijvoorbeeld in Nepad.
De invoering van een wederzijds mechanisme van toezicht het
zogenaamd peer review mechanism toont het belang aan dat de
Afrikaanse leiders hechten aan goed bestuur en mensenrechten als
voorafgaande voorwaarden voor het herstel van hun continent.
Afhankelijk van de eerste concrete stappen van uitvoering van deze
verbintenissen, kan een substantiële bijdrage in de financiering van
het Nepad worden beoogd.
11.02
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat, au nom du
ministre Louis Michel: La situation
en Afrique est préoccupante
depuis plusieurs années déjà. Les
fondateurs du NPDA souhaitent
instaurer les principes de
démocratisation et de bonne
administration au sein de l'UA.
Nous ne pouvons pas discréditer a
priori cette démarche. Il est vrai
que le fonctionnement de l'OUA
était régulièrement décevant.
C'est précisément la raison pour
laquelle une UA performante,
fondée sur de nouveaux principes
et calquée sur l'UE, est mise sur
pied. Le gouvernement est
convaincu que les engagements
pris par les Africains eux-mêmes
dans le cadre du NPDA
déboucheront sur l'amélioration de
la situation en Afrique.
L'instauration d'un mécanisme de
contrôle réciproque prouve
l'importance accordée par les
dirigeants africains à la bonne
administration et aux droits de
l'homme en tant que conditions
préalables au redressement du
continent. Une contribution
financière en faveur du NPDA
pourrait être envisagée à
condition que les engagements
pris se concrétisent.
11.03
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de staatssecretaris, zoals u
weet, heeft men het plan om het Nepad-project te laten begeleiden
door een begeleidingscommissie. Aanvankelijk sprak men over een
vijftal mensen per streek, daarna had men het over 20 leden en nu
zouden het 25 leden zijn. In de Afrikaanse kranten heb ik gisteravond
nog gelezen dat het praktisch onmogelijk zal zijn om Kadhafi en Arap
Moi daaruit weg te houden. Wij zijn nu al zeker dat zij erbij zullen
zijn. Ik zie niet goed in hoe zij aan het project kunnen bijdragen.
Ten tweede, ik vraag nog geen resultaten van NEPAD. NEPAD kan
nog geen resultaten hebben, want het moet eigenlijk nog starten. De
bewindvoerders moeten resultaten geven, waaruit blijkt dat zij bereid
zijn zich te houden aan geen corruptie, respect voor de
mensenrechten, democratie. Dat vragen wij. Als wij aanvaarden dat
echte dictators als Kadhafi die alle gebreken die ik net opsomde
vertonen, deel uitmaken van de commissie, dan lacht men met ons.
11.03
Jef Valkeniers
(VLD): Le
plan prévoit que le NPDA sera
dirigé par 25 membres d'un
"comité directeur". Il me revient
qu'il est impossible d'exclure le
président Khadafi de ce comité. Il
est urgent que les dirigeants
africains respectent un certain
nombre de règles: pas de
corruption, démocratie et respect
des droits de l'homme. L'Europe
ne peut tolérer qu'une personne
telle que le président Khadafi
siège au sein de ce comité. Lisez
la presse africaine dont les
critiques sont bien plus virulentes
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
In Afrika zal men met ons lachen als wij dat aanvaarden. U moet de
Afrikaanse kranten maar eens lezen. Dan zult u zien dat zij veel
kritischer zijn dan wij. Wij zijn in deze zaak belachelijk naïef.
que les nôtres. La naïveté dont
l'Europe fait preuve frise le
ridicule.
De voorzitter
: Mijnheer Valkeniers, vanuit mijn persoonlijke ervaring
zou ik er een element willen aan toevoegen. Ik vind dat u a priori
nogal pessimistisch bent. De Belgisch-Luxemburgse Kamer van
Koophandel heeft mij gevraagd om hen te vertegenwoordigen op de
conferentie in Dakar. Ik had ook een persoonlijke uitnodiging van de
president van Senegal. Ik heb dus deelgenomen aan die conferentie,
waar meer dan 185 bedrijven en organisaties vertegenwoordigd
waren. Van meer dan 100 van die bedrijven hadden de
vertegenwoordigers nog nooit een voet op het Afrikaanse continent
gezet.
Er waren zeer veel Amerikaanse bedrijven. Ook het Franse
bedrijfsleven was zeer goed vertegenwoordigd, onder andere door de
gewezen minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Hij
vertegenwoordigde de Franse groep Boloré. Zoals iedereen weet, is
de groep zeer goed vertegenwoordigd in de Democratische
Republiek Congo, waar ze op dit ogenblik alle grote
infrastructuurprojecten toegewezen krijgt.
Op deze vergadering heb ik toch kunnen vaststellen dat men mag
op voorhand pessimistisch zijn
er een grondige
mentaliteitswijziging aanwezig is bij de Afrikaanse leiders. Iedereen
in het Westen zou daaruit zijn lessen moeten trekken. Die
mentaliteitswijziging bestaat er niet alleen in dat men naar een
partnership zoekt met de privé-sector, wat nodig is voor het
continent, maar men wil tegelijk ook zijn verantwoordelijkheid
opnemen.
Die conferentie was niet zomaar een conferentie waar ex cathedra
werd gesproken; er was ook een kleine werkgroep en er waren 14
staatshoofden. Uw vriend Kadhafi was er overigens niet, evenmin als
Thabo Mbeki. 14 staatshoofden en kleine werkgroepen hadden er de
mogelijkheid om te discussiëren met mensen uit de praktijk. Ik kan u
verzekeren dat zij aan zeer scherpe kritiek werden onderworpen uit
de privé-sector zelf. Het ging over het niet respecteren van
engagementen, over corruptie, over slecht beheer. Sommige NGO's
zouden zich dat niet durven permitteren ten opzichte van
staatshoofden. Waarom? De privé-sector is dikwijls veel minder
afhankelijk en komt er voor het eerst. Ik zal u een voorbeeld geven.
De kritiek die men gaf was dat men een conferentie had gepland om
9.00 uur maar dat men pas om 11.30 toekwam. Men zegde dat men
in dergelijke omstandigheden niet wenste te werken. Men gaf niet
alleen detailkritiek, maar ook kritiek ten gronde over het gebrek aan
rechtszekerheid, over het gebrek aan economische ondersteuning,
enzovoort.
Zeer belangrijk is dat voor het eerst de regeringsleiders en
staatshoofden niet meer verwezen naar het koloniaal verleden van
40 of 50 jaar geleden. Zij wilden ook hun verantwoordelijkheid
opnemen. Zij wezen erop dat wat was gebeurd, soms ook de schuld
van de Afrikanen zelf was. Bepaalde mensen, ook hier in West-
Europa, zouden eens moeten beseffen dat ze van hun slecht
neokolonialistisch of postkoloniaal geweten af moeten. In West-
Europa hebben wij soms de neiging te zeggen dat alles onze schuld
Le
président
: M. Valkeniers
adopte
a priori
une attitude très
négative. A la demande de la
Chambre de Commerce belgo-
néerlandaise, j'ai assisté à une
conférence à Dakar. Outre les
représentants de 185 sociétés et
organisations des Etats-Unis et
d'Europe, quatorze chefs d'Etat
africains y étaient présents. Des
groupes de travail y ont
longuement débattu du partenariat
mais aussi du déficit en matière
de sécurité juridique, du non-
respect d'accords conclus, du
manque de soutien économique et
de la responsabilité spécifique de
l'Afrique. Les mentalités évoluent
donc. Les Africains ne réfèrent
plus à leur passé colonial, mais
soulignent leur propre
responsabilité.
L'Afrique souhaite être traitée
comme un partenaire à part
entière. Des initiatives doivent
émaner du secteur privé et pas
seulement des pouvoirs publics.
J'ai proposé la création, sur le
modèle du Benelux, d'un tribunal
dont le niveau ou l'importance
dépasserait le cadre d'un seul
pays. Les entreprises jouiront ainsi
d'une plus grande sécurité
juridique.
Je ne me prononce donc pas
négativement sur le NEPAD, mais
j'admets qu'une saine méfiance à
l'égard des dirigeants africains se
justifie. Même la presse belge et
les responsabiles politiques sont
manipulés par les réseaux
africains. Nous devons en être
conscients.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
is, dat we hebben gekoloniseerd en dat het sindsdien nooit meer
goed gekomen is. De Afrikanen beginnen nu zelf te beseffen dat zij
zelf een groot deel van de verantwoordelijkheid dragen. Daarom
zeggen ze dat ze als partners behandeld willen worden.
Ik hoef u niet te herinneren aan de geschiedenis van onze gewezen
kolonie, mijnheer Valkeniers. De grote fout die wij als Belgen hebben
begaan was dat wij Congo onvoorbereid hebben achtergelaten. Dat is
onze fout. Nu is er een klasse academici die best in staat is het land
zelf te beheren. We moeten die mensen beschouwen als partners op
alle gebieden. Persoonlijk geloof ik dat naast de overheidsinitiatieven
ook de privé-sector initiatieven zal moeten nemen. Dat besef dringt
ook door in Afrika. Overheidshulp alleen volstaat niet. Mijnheer
Valkeniers, ik meen dat er een grondige mentaliteitswijziging op gang
is gekomen. Ik heb zelf voorgesteld om bijvoorbeeld naar het
Benelux-model een soort gerechtshof op te richten dat het niveau
van één land overstijgt. Daardoor krijgt een bedrijf meer
rechtszekerheid.
11.04
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, u verwijst naar
de zakenwereld die geld moet investeren. Op dit ogenblik is in Zuid-
Afrika Mbeki betrokken bij een onderzoek omdat een internationaal
gezochte gangster regelmatig bij hem over de vloer kwam en
fondsen heeft gegeven. De partij van Tony Lean is betrokken bij een
schandaal omdat artsen contacten hebben gehad met een Duitse
maffioso die met miljarden naar Zuid-Afrika is getrokken en zich er
reeds jarenlang handhaaft en een andere partij geld heeft gegeven.
Als zij gevoeliger zijn voor de kritiek van de zakenman is dat omdat
de zakenwereld bereid is geld te investeren. De NGO's doen dat niet.
Integendeel, zij vragen geld. Het spijt me dat ik dit zo cru moet
stellen.
Ik sta niet negatief tegenover Afrika. Ik doe wat ik kan. Ik moet eerlijk
toegeven dat de leiders mij in vele opzichten sterk teleurstellen. Als
we de politiek van Mbeki en zijn dwaze uitspraken inzake HIV-
besmetting vergelijken met die van Mugabe ben ik veeleer
pessimistisch gestemd. Praat maar eens met de zakenlui in Zuid-
Afrika, dan zult u weten dat het allemaal niet zo rooskleurig is dan
Mbeki probeert voor te stellen.
De
voorzitter
: Mijnheer Valkeniers, wat de opmerking over een gezond wantrouwen tegenover de leiders
betreft, hebt u gelijk. Sinds de tijd van de apartheid zijn de Zuid-Afrikaanse geheime diensten en de
inlichtingendiensten gereputeerd. Ik stel vast dat de media in België tot op heden gemanipuleerd worden.
11.05
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, u stelt dat de
privé-sector kritiek heeft op de Afrikaanse leiders. Dat is nogal
evident omdat het in het belang is van die privé-sector.
De
voorzitter
: Dat is correct.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Question de Mme Claudine Drion au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur "le gender budgeting" (n° 7282)
12 Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister voor Buitenlandse Zaken, over "gender budgeting" (nr. 7282)
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
12.01
Claudine Drion
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'Etat, j'ai été très heureuse de voir, à
l'automne 2001, pendant la présidence belge, que la Belgique avait
organisé en collaboration, notamment avec l'UNIFEM, une
conférence de haut niveau sur le "gender budgeting". L'objectif était
de mettre au point une vision globale et d'obtenir, de la part des pays
du monde entier, des engagements relatifs à l'intégration de l'analyse
selon le genre dans le processus budgétaire national d'ici 2015. Vous
allez sans doute me dire que nous disposons d'encore un peu de
temps pour ce faire. Mais je pense que la Belgique sait se montrer
pionnière, notamment dans ces matières.
Le budget est une déclaration politique qui reflète les priorités
sociales et économiques d'un gouvernement. Une analyse
budgétaire selon le genre permettrait d'évaluer la responsabilité
qu'un gouvernement assume face à ses engagements en matière
d'égalité entre les sexes et de droits des femmes en examinant
concrètement la création, l'usage et la répartition des ressources
publiques.
Je pense savoir que notre gouvernement est en train de prendre des
initiatives à ce niveau. Je voudrais que vous me donniez des
informations concernant les initiatives que votre propre département
compte prendre. Mais je voudrais également savoir si d'autres
départements comptent s'engager dans une démarche de "gender
budgeting". Comment cela se prépare-t-il? Quels sont les résultats
qui peuvent être espérés avant 2015?
12.01
Claudine Drion
(ECOLO-
AGALEV): Vorige herfst werd in
Brussel een conferentie over
gender budgeting
gehouden. Deze
conferentie werd onder andere
door de regering en het VN-
ontwikkelingsfonds voor de vrouw
georganiseerd. Het was de
bedoeling een algemene visie te
formuleren en om alle landen ter
wereld te laten beloven om tegen
2015 in het nationale
begrotingswerk rekening te
houden met
gender
. Als er in een
begroting met gender rekening
wordt gehouden, kunnen we
nagaan welke inspanningen
werden geleverd voor de
gelijkheid van
gender
en voor de
rechten van de vrouw.
In alle onderdelen van de
begroting kunnen er specifieke
initiatieven worden genomen met
betrekking tot gender. Deze
initiatieven kunnen betrekking
hebben op de begroting in haar
geheel of op specifieke posten.
Welke initiatieven neemt de
regering op dit vlak? Hoeveel
middelen zijn uitgetrokken voor
welke actoren? Welke resultaten
worden verwacht en volgens welk
schema?
12.02
Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
madame la député, vous avez raison d'attirer notre attention sur le
concept d'égalité entre les hommes et les femmes dans la politique
des Etats, basé plus spécifiquement sur l'introduction de dispositions
dans des techniques budgétaires.
On m'a préparé une réponse concernant toute une série de mesures
prises dans le cadre de notre politique de coopération. Mais elle ne
répond pas directement à votre question.
Vous savez, madame, que, selon la loi sur la coopération
internationale, le genre est un thème transversal auquel nous prêtons
beaucoup d'attention. Une journée a d'ailleurs été organisée avec
"Femmes et Développement". Je crois que l'on peut dire que l'aspect
« genre » fait l'objet d'une attention importante du politique dans
notre pays. Et si on ne peut pas prétendre qu'elle soit satisfaisante,
elle est en tout cas non négligeable.
Je passe donc sur toute une série d'actions spécifiques et je
répondrai plus spécifiquement à votre question.
12.02
Staatssecretaris
Eddy
Boutmans
: U hebt gelijk dat u
onze aandacht op het
gender
-
probleem vestigt. De staten
hebben dit probleem in hun beleid
opgenomen en verwerkt in de
begrotingstechnieken. Dit is voor
ons een zaak die diverse
domeinen bestrijkt en waaraan we
veel aandacht besteden.
Wij benaderen het
gender
-
probleem macro-economisch: wij
steunen het
Strengthening
economic governance
programma
van het VN-ontwikkelingsfonds
voor de vrouw, met name
applied
gender analysis to government
budgets
. Wij hebben vastgesteld
dat vele ontwikkelingslanden voor
zijn op de Westerse landen. In
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Vous savez que, par le biais de l'UNICEM l'organisme spécialisé
des Nations unies sur la position, le rôle et la promotion du rôle de la
femme , nous avons approuvé un programme "strengthening
economic governance applied general analysis to government
budget". Avec sa collaboration, nous avons organisé, en octobre
2001 à Bruxelles, une conférence internationale sur le sujet. Je crois
pouvoir dire qu'elle a soulevé beaucoup d'intérêt et qu'elle était
novatrice, certainement chez nous. Nous avons aussi constaté que
dans un certain nombre de pays en développement et sans vouloir
généraliser, on était déjà plus avancé dans cette approche que dans
beaucoup de pays occidentaux.
La DGCI ayant adopté une approche de "mainstreaming" budgétaire,
elle ne dispose pas d'une ligne budgétaire spécifique en appui à
l'égalité entre hommes et femmes, à l'exception de la contribution
allouée annuellement à la commissions "Femmes et
Développement". Cela ne veut pas dire mais je ne m'étendrai pas
sur le sujet qu'il n'existe pas de programmes spécifiques sur
l'aspect "genres". J'ajoute que la DGCI peut faire appel à des lignes
budgétaires existantes notamment pour des activités de formation ou
l'engagement de consultants.
Le Conseil des ministres a approuvé le 8 mars dernier la poursuite
des travaux de la cellule "General mainstreaming" et notamment la
mise en place d'un groupe de travail comprenant des représentants
des cabinets et départements fédéraux consacrés au "general
sensitive budgeting". Cet exercice devra aboutir, en fin d'année, à
une série de recommandations concrètes pour l'application de cette
approche très prometteuse au sein de la DGCI.
En ce qui concerne les ressources humaines, la cellule "genres" de la
DGCI a été renforcée par l'affectation d'un conseiller adjoint en stage
cette année-ci. La cellule "genres" comporte maintenant trois
personnes.
Enfin, comme je l'ai déjà dit à propos d'une autre question,
conformément à la loi sur la coopération internationale de 1992, un
projet de note stratégique sur le genre comprenant aussi un plan
d'action est en voie de finalisation. Cette note sera soumise au
parlement dans le courant de l'automne.
Bien sûr, conformément à la loi, elle servira de cadre de référence
pour les prochaines années, quatre ans en principe.
verband met dit thema hebben wij
een bijzonder vernieuwende
conferentie gehouden in Brussel
in 2001.
Vermits ze een
mainstreaming
beleid voert heeft de DGIS geen
specifiek budget voor het gelijke
kansen beleid voor mannen en
vrouwen, behalve voor het budget
dat aan de commissie Vrouwen en
ontwikkeling toegekend wordt.
Maar deze commissie kan een
beroep doen op bestaande
begrotingslijnen, namelijk voor de
opleiding of werving van
consulenten.
Op 8 maart jongsleden keurde de
Ministerraad het voortzetten van
de werkzaamheden van de cel
"
gender mainstreaming
" en het
opstellen van een interministeriële
werkgroep die zich met de
gender
sensitive budgeting
bezig houdt,
goed. Hij moet zijn aanbevelingen
voor het einde van het jaar
indienen.
Wat de
human resources
betreft,
werd de cel "
gender
" van de DGIS
versterkt met een adjunct-
adviseur die stage loopt en
waardoor het aantal
personeelsleden op drie wordt
gebracht. Overeenkomstig de wet
over internationale samenwerking
van 1999 zijn we een nota aan het
voorbereiden die de te volgen
strategie ontremt de
gender
en
een actieprogramma dat vier jaar
als referentiekader zal gelden,
uitzet. Deze nota zal in de loop
van de herfst aan het Parlement
worden voorgelegd.
12.03
Claudine Drion
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, je
remercie le secrétaire d'Etat de sa réponse. Nous examinerons avec
intérêt la note stratégique sur le genre que vous nous annoncez. Il
faudrait aussi prévoir je ne pense pas que cela puisse être fait dans
le cadre du contrat de gestion que cette question soit intégrée dans
le budget de la CTB puisque finalement, des responsabilités existent
aussi au niveau de l'exécution. D'après mes informations, la CTB
aurait diminué les ressources humaines allouées au genre. Il faudra
donc rester vigilant à ce propos.
En ce qui concerne la cellule interministérielle qui est mise en place,
12.03
Claudine Drion
(ECOLO-
AGALEV): We zullen dat met
belangstelling bekijken. De BTC,
die haar begroting terzake
verminderd heeft, zou die
"gender" dimensie moeten
opnemen.
Wat de werkzaamheden van de
interministeriële werkgroep
betreft, zullen we samen met
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
je contacterai Mme Onkelinx puisque c'est elle qui coordonne le
projet. Je l'interrogerai sur l'avancement des travaux. Il est vrai qu'il y
a encore six mois avant la fin de l'année, mais il est très important
pour nous d'aboutir à des recommandations concrètes. En tant que
parlementaires, nous voulons vérifier la bonne progression des
travaux.
mevrouw Onkelinx de stand van
zaken ervan nagaan. Als
vrouwelijke
volksvertegenwoordigers willen wij
immers, voor het einde van dit
jaar, nagaan of er concrete
voorstellen zullen worden gedaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de resultaten van de voedseltop te
Rome" (nr. 7637)
13 Question de Mme Leen Laenens au sécretaire d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur "les résultats du Sommet mondial de l'alimentation
à Rome" (n° 7637)
13.01
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, gisteren lazen we nog in De Standaard
dat een van de ergste hongersnoden van de voorbije decennia zich
momenteel voordoet en, vreest de journalist, dit gebeurt blijkbaar in
totale onverschilligheid. De wereldleiders keurden meer dan 5 jaar
geleden een actieplan goed. Het had de ambitieuze intentie om het
aantal mensen dat aan ondervoeding lijdt te halveren tegen 2015
met de uiteindelijke bedoeling de honger uit de wereld te helpen. Het
leek niet zo ambitieus, maar ik moet nu wel het adjectief gebruiken
als ik de resultaten van de Voedseltop bekijk. Die waren echt niet
hoopgevend. Een van de strijdpunten was het promoten van het
concept Voedselsoevereiniteit met daaronder specifiek de
gedragscode die ervoor moet zorgen dat voedsel een recht wordt en
is. Het recht op voeding is trouwens een onderdeel van de
mensenrechten. We weten dat die code specificeert hoe staten,
internationale organisaties en privé-bedrijven het recht op voedsel
moeten respecteren, beschermen en bevorderen. We weten ook dat
België dit in zijn officiële standpunt actief mee heeft verdedigd. Ook
in het verleden heb ik hieromtrent in het Parlement enkele vragen
gesteld. NGO's zoals Vredeseilanden, Oxfam, Solidariteit hebben er
samen met FIAN en de betrokken administratie voor gezorgd dat het
in België door de Ministerraad werd behandeld en dat België zulks
alvast in zijn beleid heeft opgenomen. Hoe is de eindverklaring
geëvalueerd?
Een ander belangrijk punt in het kader van de voedselsoevereiniteit
is het feit dat we het voorzorgsprincipe niet terugvinden in de
eindtekst. Het voorzorgsprincipe is belangrijk om te kijken op welke
manier biotechnologie in de voedselproductie wordt gebruikt.
Vandaar mijn vraag naar de evaluatie van de eindtekst.
Hoe kan de link worden gelegd van deze eindverklaring en de
resultaten van de Voedseltop naar de Top van Johannesburg? Ik stel
de vraag omdat er een schijntegenstelling is ik noem het zo omdat
het iets is waartegen wij als ecologisten in eigen land maar ook
internationaal al jaren tegen strijden tussen de problemen in
verband met de landbouw en de problemen met het milieu. U bent de
eerste om zulks te bevestigen. Als we willen dat duurzame
13.01
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): L'Afrique est en proie à
une famine d'une extrême gravité,
alors qu'il y a un peu plus de cinq
ans, les dirigeants mondiaux
approuvaient un plan d'action
visant à réduire de moitié le
nombre de personnes sous-
alimentées d'ici à 2015. Les
résultats du Sommet mondial de
l'alimentation de Rome ne sont
guère réjouissants. Un des points
litigieux est le concept de
souveraineté alimentaire, qui fait
du droit à l'alimentation un droit de
l'homme à part entière. Sur
l'insistance d'ONG telles que les
Iles de paix et Oxfam, la Belgique
a inscrit cet objectif dans sa
politique.
Un point essentiel qui n'apparaît
pas dans le texte final est le
maintien du principe de précaution
en matière d'application des
biotechnologies dans la production
alimentaire.
Comment le secrétaire d'Etat
évalue-t-il la déclaration finale?
Dans quelle mesure un lien
essentiel sera-t-il créé entre le
sommet de l'alimentation et le
sommet de Johannesburg? Trop
souvent, on prétend que
l'agriculture et l'environnement
constituent des matières
contradictoires, alors que, lors du
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
ontwikkeling wordt gerealiseerd, als voedselrecht wordt gerealiseerd
dan moeten we ervoor zorgen dat er op de Top van Johannesburg
net zo goed over het voedselprobleem kan worden gesproken.
Vandaar het belang van de link tussen de Voedseltop en de Top
Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg.
sommet de Johannesburg, les
débats devraient précisément
porter sur le développement
durable et le droit à l'alimentation.
13.02 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mevrouw Laenens, u weet
dat er bij veel westelijke landen en ook bij de Europese Unie nogal
wat twijfel was over het nut van een follow-upconferentie over de
Voedseltop van 1996. Het kwam te snel. Bovendien was deze
Voedseltop in het bestel van de internationale conferenties
oorspronkelijk in november vorig jaar geplaatst. Ze was verschoven
omwille van de gebeurtenissen van 11 september. Dat heeft geleid
tot een ongelukkige positie van de FAO-top tussen Monterrey en
Johannesburg. Hierdoor lag haar relevantie ietwat moeilijker. Ook de
bijwoning door grote groepen wereldleiders lag moeilijk.
Hoe dan ook, ik denk dat iedereen het erover eens is dat de
resultaten niet spectaculair zijn en niet zo veel hebben toegevoegd
aan vroegere verklaringen of conferenties. U weet dat de verklaring
International Alliance against Hunger uit de bus is gekomen.
Ik heb hier een Franse versie, maar u kunt de tekst in verscheidene
talen krijgen. Ik neem aan dat u erover beschikt. Ik vermeld enkele
belangrijke punten. Men hernieuwt nogmaals de engagementen van
de Verklaring van Rome uit 1996. Men bevestigt opnieuw dat men
tegen 2015 het aantal mensen dat bedreigd wordt met ondervoeding,
wil halveren. Men kondigt de versnelling aan van het actieplan van
de wereldvoedseltop van 1996. Men beklemtoont opnieuw dat
eenieder recht heeft op een gezonde en voldoende voeding. Men
doet een oproep om een voldoende deel van de middelen van de
publieke ontwikkelingshulp aan landbouw te besteden. Wij weten dat
er in de voorbije jaren een aanzienlijke terugloop van middelen voor
landbouw of voedselzekerheid te merken was.
De Belgische delegatie heeft een aantal punten verdedigd waarvan
wij in de eindverklaring weinig of in ieder geval onvoldoende
terugvinden. Wat het recht op voeding betreft, hebben wij een sterke
strekking die pleitte voor een gedragscode inzake het recht op
voeding, gesteund. U weet dat het recht op voeding niet in die vorm
werd aanvaard. Niettemin staat in de verklaring toch een vrij duidelijk
engagement om een intergouvernementele werkgroep binnen de
FAO de opdracht te geven om, weliswaar op vrijwilligheid
gebaseerde, richtlijnen op te stellen. Ik denk toch dat dat geen
onbelangrijke stap in de goede richting is. Zo werd het door de
deelnemers en de niet-gouvernementele wereld toch ervaren. Het is
misschien niet helemaal wat wij gehoopt hadden, maar het is toch
een zekere vooruitgang.
Over de biotechnologie waren er allerlei voorstellen, vooral van
Amerikaanse zijde, om de hele oplossing van het
wereldvoedselprobleem uitsluitend als een technologische uitdaging
te zien. Uiteindelijk staat in de verklaring toch iets heel anders. De
verklaring plaatst het wereldvoedselprobleem in een hele andere
context, met name in een context van duurzame ontwikkeling.
Weliswaar wordt geen melding gemaakt van het voorzorgsprincipe
als dusdanig. In Europese kringen en ook in België werd dat
nochtans verdedigd. Er is geen uitdrukkelijke verwijzing naar het
13.02
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: L'opportunité
d'organiser une conférence de
suivi du sommet de l'alimentation
de 1996 à une date si rapprochée
ne faisait pas l'unanimité. A la
suite du 11 septembre, le sommet
de novembre a été reporté à un
moment situé entre les sommets
de Monterrey et de Johannesburg,
ce qui explique certaines
absences.
Les résultats ne sont pas
spectaculaires, en effet. Les
déclarations précédentes ne se
sont guère enrichies.
A l'occasion de
l'International
Alliance against Hunger
, les
participants ont réaffirmé
l'engagement de réduire de moitié
le nombre de personnes sous-
alimentées dans le monde pour
2015, qui avait été pris dans le
cadre de la Déclaration de Rome
du Sommet mondial de
l'alimentation de 1996,. Ils ont
également convenu d'accélérer la
mise en oeuvre du plan d'action
élaboré au cours du Sommet
mondial de l'alimentation de 1996
et ont reconnu le droit de chacun
à une alimentation saine et
suffisante. Ils ont enfin demandé
qu'une part suffisante de l'aide
publique au développement soit
consacrée à l'agriculture.
Nous ne retrouvons guère dans la
déclaration finale de points
défendus par la délégation belge.
La proposition relative à un code
de conduite en matière de droit à
une alimentation suffisante n'a
pas été acceptée mais
l'engagement a toutefois été pris
de constituer un groupe de travail
au sein de la FAO.
En ce qui concerne la
biotechnologie, les Américains ont
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
bioveiligheidsprotocol van Cartagena. In de Verklaring van Rome
wordt bij mijn weten nauwelijks of niet gesproken over
biotechnologie. Nu wordt daar zeer uitdrukkelijk en in positieve zin
melding van gemaakt. Ik denk niet dat dat ten onrechte is. Men wijst
echter toch ook uitdrukkelijk op een verantwoord gebruik van
biotechnologie na grondig onderzoek om aan de behoeften van de
ontwikkelingslanden tegemoet te komen.
Wij hadden zeker liever het voorzorgsbeginsel, naast een aantal
andere aspecten van een visie op voedselsoevereiniteit, duidelijker
in de tekst willen zien. Men kan echter ook niet zeggen dat het blinde
geloof in technologie als oplossing voor alle problemen, zonder
rekening te houden met de sociale context, de tradities, de risico's, in
de tekst is overgenomen.
Hoe wordt dit ingepast in "de gang naar Johannesburg"? Dat is nog
niet helemaal duidelijk. Uiteraard houdt de tekst die in Bali werd
besproken die nadien is gekomen geen rekening met de
Wereldvoedseltop en daardoor is het ook zo'n moeilijk proces
geworden. Voedselkwesties staan niet centraal in het actieplan van
Johannesburg, maar nemen toch een belangrijke plaats in. De
belangrijkste aspecten van de Millenniumverklaring, met name het
terugdringen van de voedselonzekerheid of ondervoeding worden
herhaaldelijk hernomen.
Bovendien staan in de tekst van het actieplan van Johannesburg, dat
momenteel in onderhandeling is en waarover niets definitiefs kan
worden gezegd, een hele reeks stukken die betrekking hebben op de
problematiek waarover het hier gaat en over het duurzaam beheer
van natuurlijke hulpbronnen. Het gaat met name uitvoerig over
bodem, zoetwatersystemen, kustsystemen en marinesystemen.
Nogmaals, over het eindresultaat kan ik weinig kwijt. Toch pleit men
duidelijk voor een geïntegreerd beheer van bodem en water.
Er wordt ook aandacht besteed aan het betrekken van de inheemse
bevolking bij de te voeren politiek. Men schenkt aandacht aan de
positie van de vrouw en haar aandeel in de voedselzekerheid.
Daarnaast zijn er de andere stakeholders in de planning van de
duurzame ontwikkeling. Ook de toegang tot grond en grondrechten
vormen een belangrijk onderdeel van duurzame ontwikkeling,
volgens de verklaring, evenals duurzame vormen van het beheer
van bodemvruchtbaarheid en het bestrijden van landbouwplagen.
Een correctie op de focus op technologie vormt de aandacht voor
traditionele en inheemse landbouwsystemen en publieke financiering
binnenlandse en externe van landbouw. Een aantal punten staat
tussen vierkante haken: het betreft de tere punten in de
einddiscussie. Ik verwijs onder meer naar het voorzorgsbeginsel en
de ecosysteembenadering als kader voor strategieën voor beheer
van natuurlijke hulpbronnen.
U weet dat Europa een aantal belangrijke stappen heeft ondernomen
of aangekondigd over het terugdringen van trade distorting subsidies,
concurrentieverstorende subsidies. De Belgische positie
dienaangaande is dat zij geleidelijk moeten worden afgebouwd.
Europa heeft aanvaard hierover de dialoog aan te gaan en dit thema
staat in de documenten van Johannesburg tussen haken. Ik denk dat
men er niet zal uitgeraken en zich tot de Wereldhandelsorganisatie
formulé des propositions pour
considérer la solution au problème
de l'alimentation dans le monde
comme un défi technologique. Le
texte final est toutefois bien plus
nuancé. Il ne comporte aucune
référence au Protocole de
Carthagène sur la biodiversité. S'il
fait encore mention de la
biotechnologie, c'est de manière
plus enrobée et dans son
contexte. Il aurait dû énoncer plus
clairement le principe de
précaution.
La manière dont le thème sera
abordé à Johannesburg n'a pas
encore été définitivement arrêtée.
Les programmes alimentaires ne
sont pas au centre des
préoccupations à Johannesburg,
mais des thèmes comme le recul
de la sous-alimentation et la
gestion à long terme des
ressources naturelles seront très
certainement abordés. Par
ailleurs, un plaidoyer sera tenu en
faveur de l'utilisation intégrée du
sol et de l'eau, de l'implication des
peuples indigènes, du rôle de la
femme, de l'accès aux droits
fondamentaux, de la fertilité des
sols, de la réduction des fléaux
agricoles, de l'attention pour les
systèmes agricoles traditionnels et
indigènes et du financement
public de l'agriculture.
D'autres thèmes, plus délicats, ont
été laissés de côté. On peut citer
la question des écosystèmes et
les initiatives que doit prendre
l'Europe en vue de la suppression
progressive des subsides qui
faussent les échanges. Ces
thèmes seront sans doute
renvoyés à l'Organisation
Mondiale du Commerce. J'ai
demandé aux ministres de
l'Agriculture régionaux de ne pas
perdre de vue les intérêts du tiers-
monde.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
zal moeten wenden.
Anderzijds moet er een betere onderlinge integratie en coherentie
worden bereikt tussen al die internationale afspraken, zoals die van
de UNO, de Bretton-Woodsinstellingen en de
Wereldhandelsorganisatie. Dat is in ieder geval een pleidooi dat wij
zullen steunen.
Ik maak overigens van de gelegenheid gebruik om te melden dat ik
de gewestelijke Landbouwministers heb gevraagd om bij hun
discussies in Europees verband over de hervorming van de
Europese landbouwpolitiek, voldoende aandacht te besteden aan de
belangen van de Derde Wereld.
De eindverklaring zal er waarschijnlijk wel komen maar daar is nog
absoluut niets over bekend, dus kan ik er ook niets over zeggen.
13.03
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de
staatssecretaris, het laatste wat u hebt gezegd was ook voor mij
belangrijk. Ten eerste, moet er inderdaad een betere integratie
komen van de algemene verklaringen en actieplannen die op de
verschillende VN-fora worden afgesproken. Als we op Europees
niveau hebben bereikt dat de voedselcode van het recht op voedsel
een bedongen recht maakt, zoals andere sociale, culturele en
politieke rechten, dan moeten we er zeker ook voor ijveren dat
ontwikkelingssamenwerking als dusdanig zijn plaats kan behouden
binnen het Europese beleid. U hebt zelf al aangegeven dat de
discussie over de exportsubsidies daarin fundamenteel is. Het heeft
weinig zin dat er een code wordt afgesproken, als die alleen binnen
het beleid van Ontwikkelingssamenwerking geldt. Dan kunnen we
nog lang bezig blijven. Het belangrijkste is dat u er ook bij de
ministers van Landbouw op hebt aangedrongen om met dat element
rekening te houden.
13.03
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Les différents plans
d'action et accords à l'échelle
européenne doivent en effet être
mieux coordonnés. Le droit à une
alimentation doit faire partie des
droits fondamentaux. La
Coopération au développement
doit continuer de fonctionner à
plein régime. Les ministres
régionaux doivent en effet être
impliqués. Il faut établir un code
de l'alimentation.
13.04
Jacques Lefevre
(cdH): Je rappelle qu'en 1996, il y avait 800
millions de personnes qui souffraient de malnutrition. C'est encore le
même chiffre maintenant. On avait promis de réduire cela à la
moitié.
Actuellement, on dit qu'il faut atteindre les 400 millions de personnes
souffrant de malnutrition en 2015. Pour cela, il faudrait qu'on diminue
de 22 millions par an le nombre de personnes souffrant de
malnutrition. Dans les faits, on diminue réellement de 6 millions.
Je trouve que dans la déclaration qui a été votée, parmi les aspects
importants qu'a soulignés le ministre, il y en a un qui est la création
de ce groupe de travail chargé d'élaborer dans un délai de deux ans
une série de directives volontaires visant à appuyer les efforts faits
par les Etats membres pour concrétiser progressivement le droit à
une alimentation suffisante dans le cadre de la sécurité alimentaire
nationale. Je propose que les partis démocratiques s'associent à une
résolution et réfléchissent sur ce qu'on pourrait prendre comme
mesures concrètes.
Mary Robinson, qui assistait à la journée parlementaire au sommet
de la FAO, a dit que pour elle c'était le point le plus important. Mais il
s'agit de trouver des mesures concrètes et volontaires comme l'a dit
le ministre.
13.04
Jacques Lefevre
(cdH): De
staatssecretaris en ik waren
aanwezig op de FAO-bijeenkomst
in Rome. Er werd eraan herinnerd
dat er in 1996 800 miljoen
ondervoede mensen waren. Onze
doelstelling is dit cijfer tegen 2015
te halveren, d.w.z. 22 miljoen
mensen per jaar. In werkelijkheid
kan dit cijfer maar met 6 miljoen
per jaar gereduceerd worden. Ik
vind het interessant dat een
verklaring goedgekeurd werd
waarin de oprichting van een
werkgroep belast met het
ontwikkelen van voluntaristische
initiatieven wordt voorgestaan.
Ik stel voor dat de democratische
partijen samen concrete en
volledige maatregelen uitwerken
om tegen ondervoeding te strijden
en de gezondheid- en
voedingsveiligheid te waarborgen.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
Deuxièmement, il y a aussi la création d'un fonds fiduciaire de la
FAO pour la sécurité alimentaire et la sécurité sanitaire des aliments
et autres instruments volontaires. Que va-t-on faire de ce fonds?
Cela me semble important d'y réfléchir ensemble. Je trouve que cela
mériterait simplement qu'entre nous nous continuions une réflexion
sur ce point, tous partis confondus.
Le
président
: Monsieur Lefevre, rien ne vous empêche de nous faire
un rapport sur ce que vous avez fait là-bas.
De
voorzitter
: Ik stel voor dat u
hiervan een verslag maakt.
13.05
Jacques Lefevre
(cdH): J'ai l'intention, pendant les vacances,
d'essayer d'écrire cette résolution, de la soumettre à la signature de
tous les collègues et d'en discuter avec M. Boutmans.
13.05
Jacques Lefevre
(cdH):
Dat was mijn bedoeling. Ik zal
hieraan tijdens de vakantie
werken en ik zal de commissie
mijn verslag voorleggen na het
reces.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de
dreiging van de staatssecretaris om de transfers naar het Zilverfonds te blokkeren" (nr. 7842)
14 Question de M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur "la menace du secrétaire d'Etat de bloquer les
transferts vers le fonds de vieillissement" (n° 7842)
14.01
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, sinds u de
verantwoordelijkheid draagt voor het departement
Ontwikkelingssamenwerking, hebt u af en toe uw tanden moeten
tonen met betrekking tot het beheer van de fondsen. Ik herinner mij
dat ik u een jaar of twee geleden een paar keer heb geïnterpelleerd
over uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken, onder meer
in New York. Ik geef toe dat ik het toen een beetje heb
gekarikaturiseerd door te zeggen dat hij zou hebben gezegd:
"Boutmans in the pocket". Toen eiste hij immers de fondsen die
onder uw verantwoordelijkheid vallen, min of meer op voor de
buitenlandse politiek.
Deze keer komt de aanval vanuit een andere hoek. De minister van
Begroting, de heer Vande Lanotte, zou een begerige blik werpen op
de fondsen voor Ontwikkelingssamenwerking. U zou gisteren zelfs in
de pers hebben gereageerd: "Als men wil besparen op
Ontwikkelingssamenwerking, zal ik de transfers naar het Zilverfonds
blokkeren".
Dat is hoofdstuk één van het verhaal. Hoofdstuk twee was heel rap
geschreven. Minister Vande Lanotte heeft gisteren al meegedeeld
dat het allemaal een misverstand zou zijn. Hij wilde helemaal niet
besparen op Ontwikkelingssamenwerking, maar het budget raakte
toch niet op en het overschot zou best kunnen worden gebruikt in zijn
bezuinigingsplan. Hij legde uit dat er meestal zo'n 10% overblijft van
de bedragen die u door de begroting zijn toegekend en dat men
daarvan wel 5% zou kunnen afnemen, zodat iedereen eraan zou
verdienen. U zou 5% meer uitgeven en hij zou 5% kunnen gebruiken
14.01
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Depuis qu'il est
en charge de la gestion des fonds
destinés à la coopération au
développement, le secrétaire
d'Etat Boutmans a déjà été amené
plusieurs fois à montrer les dents.
Ce matin, on pouvait lire dans la
presse qu'il dénonçait les projets
d'économies supplémentaires à
charge de son budget, imaginés
par le ministre Vande Lanotte. Le
secrétaire d'Etat menace, en
retour, de bloquer les transferts
vers le Fonds de vieillissement
que générerait cette économie.
Le ministre du Budget a entre-
temps déclaré qu'il s'agissait d'un
malentendu. Loin de lui l'idée
d'une immixtion dans le budget de
la Coopération au développement.
Il aurait tout juste suggéré que
l'excédent budgétaire du
département soit partiellement
transféré au fonds de
vieillissement.
S'agissait-il réellement d'un
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
voor zijn besparing. Daarover kunnen toch een paar vragen worden
gesteld.
Ten eerste, is het incident inderdaad bijgelegd? Met andere woorden,
was het een misverstand? Het zou interessant zijn de betrokken
partijen dat te horen bevestigen.
Ten tweede, mij komt het verhaal van een overschot in
Ontwikkelingssamenwerking een beetje vreemd over. Men kondigt
aan dat het budget wordt verhoogd om uw politieke tendens
enigszins tevreden te stellen dan kunt u tevreden naar huis.
Daarnaast zorgt men ervoor dat het begrote bedrag niet volledig
wordt uitgegeven en dat er een stuk terugvloeit voor de besparing
en dan kan weer iemand anders tevreden naar huis. Ik geef toe dat
het misschien een perverse vraag is, maar graag kreeg ik daarover
wat meer uitleg.
Wat mij betreft, mag men besparen op Ontwikkelingssamenwerking
ten voordele van het Zilverfonds. Daarmee heb ik op zichzelf geen
probleem. Ik zie echter graag de kaarten op tafel liggen zoals het
hoort. Wanneer men dat niet doet, is het ook goed voor mij. Maar
zelfs dan zou zuivere koffie schenken misschien het beste zijn.
Een laatste vraag. Ik heb zo-even dezelfde zaak te berde gebracht
bij de minister van Buitenlandse Zaken. Hij antwoordde in zijn
hoedanigheid, maar ook namens de heer Vande Lanotte. Bij het
begin van zijn antwoord heeft hij gezegd dat hij niet wist dat de heer
Boutmans deze uitspraken zou doen en dat hij niet geconsulteerd
werd. Ik heb hem toen gevraagd of hij van mening was dat dit had
moeten gebeuren. Hij heeft daar niet op geantwoord. Daarop heb ik
hem in het Frans gezegd: "Certains silences disent beaucoup de
choses". Ik had ook daaromtrent graag uw mening gehoord. Ik dank u
bij voorbaat voor uw antwoord.
malentendu? Le différend a-t-il
entre-temps été aplani? Le budget
de la Coopération au
développement a-t-il été majoré?
Le montant budgétisé n'a-t-il en
effet pas été totalement épuisé?
Personnellement, je ne suis pas
opposé à ce que des économies
soient réalisées dans le budget la
Coopération au développement au
profit du fonds de vieillissement
mais pourquoi ne pas jouer franc
jeu? Le ministre des Affaires
étrangères a déclaré ne pas avoir
eu connaissance du point de vue
et de la réaction du secrétaire
d'Etat. Lorsqu'un journaliste lui a
demandé si le secrétaire d'Etat
aurait dû l'informer, le ministre n'a
pas répondu et j'y vois une
accusation implicite.
De
voorzitter
: Voor de volledigheid van de informatie wil ik eraan
toevoegen dat de minister heeft gezegd: "Dat is uw interpretatie".
Mijnheer Van den Eynde, u moet volledig zijn.
Le
président:
J'ajoute, pour être
complet, qu'il s'agissait, selon le
ministre, de l'interprétation de M.
Van den Eynde.
14.02
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik zou de woorden van de minister niet durven te
verdraaien.
De
voorzitter
: Ik zou het u ook niet aanraden.
14.03
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Ik ben niet van de
regering.
14.04 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer de voorzitter, ik
wil beklemtonen dat ik zowel binnen als buiten de regering zowel
ambtshalve als uit overtuiging een fervent verdediger ben van het
zeer aanzienlijk optrekken van onze inspanningen voor internationale
solidariteit en ontwikkelingssamenwerking, wat daarvan een
veruitwendiging is. Wij hebben en dat staat ook in de
regeringsverklaring op dat gebied zeer belangrijke inspanningen
gedaan. In Europees verband, toen wij het voorzitterschap
waarnamen, hebben wij zeer zwaar getrokken aan de Europese kar
14.04
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: J'ai toujours
exhorté l'Europe à se mobiliser en
faveur de la Coopération au
développement. J'ai
invariablement préconisé que l'on
établisse un calendrier pour
déterminer quand chaque Etat
membre devrait avoir atteint
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
om Europa in het kader van de voorbereiding van de conferentie van
Monterrey een actieve rol te doen spelen en concrete engagementen
te doen aangaan. Het is in het kader van die door ons zelf in gang
gezette Europese procedure om bij alle lidstaten een tijdsschema
voor 0,7% van het bruto nationaal product aan te kaarten dat België
gezegd heeft dat wij een verbintenis aangaan die in grote lijnen
becijferd is. Ik zeg in grote lijnen omdat de prognose op economisch
gebied voor een aantal jaren altijd moeilijk ligt. Wij hebben het
engagement aangegaan om uiterlijk in 2010 de 0,7% waarover al
meer dan dertig jaar wordt gesproken in feiten om te zetten. Ik ben
niet verantwoordelijk voor andere dingen dan wat ik zelf zeg. U kunt
in "De Morgen" nagaan wat ik letterlijk gezegd heb.
Ik bevestig u dat er discussies aan de gang zijn over wat ik noem het
volhouden en in daden omzetten van de woorden die wij met z'n
allen hebben goedgekeurd en die concrete engagementen zijn. Zoals
men u trouwens al heeft geantwoord zijn die discussies nog volop
aan de gang. Ik denk dat het zeer belangrijk is dat we dat bewaken
en dat we ervoor zorgen dat België zijn vrijwillig aangegane maar wel
internationaal aangekondigde en op groot applaus onthaalde
engagementen naleeft. Het is in die context dat ik binnen en buiten
de regering daarover mijn mondje roer. Ik zal dat ook blijven doen.
l'objectif de 0,7 pour cent du
produit national brut. Au bout de
trente ans, l'Europe a fini par
s'engager: chaque Etat membre
devra consacrer 0,7 pour cent de
son PNB à la coopération au
développement d'ici 2010 au plus
tard.
Mes déclarations au
Morgen
ont
été correctement reproduites. J'en
assume la responsabilité mais pas
celle de l'interprétation qui en a
été donnée par des tiers. Les
discussions sur le maintien ou non
de nos engagements battent leur
plein. A mon estime, la Belgique
doit respecter ses engagements.
C'est pour cela que je ne me prive
pas de faire des commentaires et
je continuerai à le faire.
14.05
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Ik zal de
staatssecretaris zeker niet verwijten dat hij zijn mondje roert en zijn
standpunt verdedigt, integendeel. Mijnheer de voorzitter, het zal
wellicht mijn conclusie zijn, maar voor de rest meen ik uit het
antwoord van de staatssecretaris te mogen begrijpen dat, in
tegenstelling tot wat ons werd verteld, het incident niet echt gesloten
is.
14.05
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Le secrétaire
d'état a raison de défendre son
point de vue, mais la réponse me
donne toutefois à penser que
l'incident n'est pas encore
réellement clos.
De
voorzitter
: Dat weet ik niet. Mijnheer de staatssecretaris, ik weet
alleen dat u op de steun van alle regeringsfracties in het Parlement
kunnen rekenen en zeker van mijn fractie om uw inspanningen voort
te zetten. De discussie over het verhogen van de middelen voor
internationale samenwerking is één zaak en het Zilverfonds is een
andere zaak. Men mag die twee discussies niet met elkaar
verwarren.
Le
président:
Le secrétaire d'Etat
a le soutien du gouvernement. Le
Fonds de vieillissement et la
Coopération au développement
sont deux dossiers bien distincts.
Il est donc inutile de chercher à
les lier artificiellement. La presse
ne nous fournit que deux
informations fiables: la date et le
prix. Le fait est là.
14.06
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Ik had het over de
staatssecretaris.
De
voorzitter
: U moet de twee discussies niet met elkaar verwarren.
14.07
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Een deel van de
regering doet dit blijkbaar wel.
De
voorzitter
: Het is uw taak om te proberen verwarring te zaaien, mijnheer Van den Eynde.
14.08 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: (...)
De
voorzitter
: Mijnheer Van den Eynde, u zou al langer dan vandaag moeten weten dat in een krant
meestal 2 zaken juist zijn, namelijk de datum en de prijs.
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
14.09 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Ik ben niet ontevreden over
de formulering van het interview. Daarvoor ben ik verantwoordelijk
en niet voor iets anders.
De
voorzitter
: Uiteraard.
14.10 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer Van den Eynde,
inmiddels zijn wij reeds een heel eind gevorderd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de uitvoering van het beleid duurzame
ontwikkeling in voorbereiding van Rio+10" (nr. 7853)
15 Question de Mme Leen Laenens au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur "la mise en oeuvre de la politique de
développement durable dans la perspective de Rio +10" (n° 7853)
15.01
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ik denk dat dit de laatste vraag is voor
de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen voor dit
parlementair jaar. Ik denk dat we daarmee ook mooi de overgang
maken naar de concrete voorbereiding van Rio+10, waarover we
daarnet al gelegenheid hadden om van gedachten te wisselen. We
kunnen wel veel grote verklaringen afleggen, maar het is des te
belangrijker om te zien wat ze zelf realiseren. Vandaar mijn vraag
om te kijken op welke resultaten u kunt bogen wat duurzame
ontwikkeling betreft. Zowel door de regering als door het Parlement
werd het plan Duurzame Ontwikkeling goedgekeurd. Het geeft op
een zeer overzichtelijke wijze weer wat de essentiële taken zijn voor
de verschillende beleidsdomeinen.
Vandaar dat ik graag van u had vernomen wat op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking is gebeurd. Gezien het gevorderde uur
en de beperkte aanwezigheid van de leden, is het voor mij ook goed
dat u een synthese geeft, en dat we in het verslag het volledige
overzicht opnemen. Naast het overzicht is het voor mij ook belangrijk
te weten op welke manier die resultaten kunnen worden geëvalueerd
in het kader van duurzame ontwikkeling, want als duurzame
ontwikkeling moeizaam van de grond komt, heeft het daarmee te
maken. Er zijn nogal wat mensen die zeggen dat alles te maken
heeft met duurzame ontwikkeling, dus alle projecten vallen onder die
noemer. Daarom is het zo belangrijk. Misschien zijn er een aantal
instrumenten die nog ontbreken om die resultaten goed te kunnen
evalueren.
Ik heb u de vragen in detail overgemaakt, verwijzend naar de
verschillende punten in het actieplan Duurzame Ontwikkeling. Ik ga
ze hier niet herhalen, u hebt ze voor u. Ik dank u alvast voor het
omstandig antwoord.
15.01
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Quels résultats le
ministre peut-il mettre en avant
dans le domaine du
développement durable?
Comment a-t-il tenté de les
atteindre au département de la
Coopération au développement?
Compte tenu de l'heure avancée,
une synthèse suffira. De quelle
manière les résultats sont-ils
évalués? J'ai transmis mes
questions détaillées au secrétaire
d'Etat, je ne les répéterai donc pas
toutes.
15.02 Staatssecretaris
Eddy Boutmans
: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Laenens, wij hebben op vraag van staatssecretaris Deleuze
voor Duurzame Ontwikkeling, zoals verschillende andere
departementen uiteraard, onze bijdrage aan zijn totaal rapport
ingeleverd en dat is nogal uitvoerig. Ik zal op een aantal punten,
15.02
Eddy Boutmans,
secrétaire
d'Etat: Notre contribution au
rapport global a été transmise au
secrétaire d'Etat Deleuze. Il s'agit
d'un rapport circonstancié que je
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
zoals u zelf gesuggereerd hebt, kort ingaan. Ik wil u zeer graag het
volledige rapport, dat naar ik aanneem ook gepubliceerd zal worden
samen met die van de andere departementen, bezorgen. Op dit
ogenblik heb ik daarvan een Franse tekst. De Nederlandse tekst is
nog niet helemaal rond.
Ik denk dat we kunnen zeggen dat, dankzij de wet van 1999, het hele
Belgische beleid van ontwikkelingssamenwerking past in dat begrip
"duurzame ontwikkeling". Dat is een opdracht die de wetgever, u dus,
ons gegeven heeft. Het is een opdracht waaraan wij zullen proberen
tegemoet te komen.
U hebt melding gemaakt van een aantal beleidsdomeinen van
ontwikkelingssamenwerking die in het Federaal Plan voor Duurzame
Ontwikkeling staan vermeld. In de eerste plaats is er de hele
hervormingsprocedure, met de hervorming van internationale
samenwerking. U weet dat dit plan in volle uitvoering is. Het is niet
altijd gemakkelijk en het is zeker niet altijd dankbaar, maar ik heb u
al een paar keer vermeld dat u in de loop van de herfst één van de
belangrijke instrumenten van die hervorming ter discussie zult
krijgen. Het is ook een kwaliteitsinstrument. Uit de strategienota's,
zowel de thematische, de sectorale als de landennota's, zal blijken
dat de concentratiepolitiek die door de wetgever is gewild, op een
aantal punten geleidelijk zal worden ingevoerd.
We proberen de economische, de sociale en de milieudimensie in al
onze programma's zoveel mogelijk samen te houden en dan ook nog
rekening te houden met het genderperspectief. Over het streven naar
0,7% heb ik daarnet vrij uitvoerig geantwoord. Ik zou daarnaar willen
verwijzen.
De kwalitatieve verbetering zou in feite het belangrijkste doel moeten
zijn van alle hervormingen. Ik zeg inderdaad van alle hervormingen,
zowel die welke nu in uitvoering zijn, als eventueel de toekomstige
die men in het hoofd zou kunnen hebben. Er moeten voortdurend
reflectieprocessen en strategische processen zijn. We moeten tevens
zoeken naar kwaliteitsindicatoren.
Misschien kan ik nu een kleine zijsprong maken, omdat u in uw vraag
suggereert dat de evaluatie een belangrijk instrument is dat de
wetgever gewild heeft. Evaluatie is een belangrijk instrument
waarover we hier enkele maanden geleden uitvoerig hebben
gediscussieerd. We zijn volop bezig met het uitwerken van een
nieuw statuut voor de evaluatie. Er hebben een aantal
interkabinettenwerkgroepen hoewel ik die term niet meer mag
gebruiken plaatsgevonden. We zullen waarschijnlijk toch pas na
het reces daar definitief in kunnen trancheren en dan hopelijk de
nodige mensen aantrekken voor het invullen daarvan. We zijn daar
dus volop mee bezig. Het wordt niet uit het oog verloren.
Versterking van onze eigen administratie, institutionele versterking
en versterking van capaciteiten en instellingen in onze partnerlanden
is één van de belangrijke strategieën die we volgen om
duurzaamheid aan de politiek te geven. U weet dat we ook over een
aantal nieuwe instrumenten beschikken, zoals de steun aan de privé-
sector via de "BIO", een instrument dat met een hier goedgekeurd
wetsontwerp in het leven werd geroepen. We beginnen daarmee
geleidelijk want het is een instrument dat op zich veel risico's
tiens à transmettre dans son
intégralité à Mme Laenens.
Aujourd'hui, je me bornerai à
aborder quelques détails.
Aux termes de la loi de 1999, le
législateur confie au
gouvernement la politique belge
en matière de coopération au
développement. Nous tentons de
nous acquitter de cette tâche.
L'objectif de la réforme qui est
actuellement en chantier est
d'améliorer la qualité de la
coopération au développement.
En automne, nous présenterons
une série d'instruments visant à
garantir cette amélioration
qualitative: des notes de stratégie,
des notes sectorielles et des notes
par pays. Les dimensions sociale,
économique et environnementale
de chaque dossier seront
considérées conjointement.
En ce qui concerne les 0,7 pour
cent du PNB que tout Etat
membre de l'Union européenne
devrait consacrer à la Coopération
au développement, je renvoie à
ma réponse à la question
précédente.
Le souci de la qualité devrait être
à la base de toute transformation.
L'évaluation est un instrument
important pour vérifier si cet
objectif est effectivement atteint.
Le Parlement a longuement
débattu de la réforme de la
Coopération au développement.
Après les vacances, nous
pourrons prendre une décision
définitive et donner corps à la
réforme. Le renforcement de ma
propre administration doit
contribuer à mettre en place une
politique durable. Un principe
fondamental est que l'aide sera
désormais accordée sur une base
sélective, de préférence aux
organisations locales et non pas
gouvernementales.
Au cours du second semestre de
cette année, le VLIR va lancer
une étude consacrée à la dette
économique. En ce qui concerne
CRIV 50
COM 821
16/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
inhoudt steun te verlenen op een heel selectieve manier aan
lokale, niet-gouvernementele organisaties. We hebben een
programma uitgewerkt met onze vakbonden, voor steun aan de
vakbonden in het Zuiden. We hebben een politiek uitgewerkt voor
samenwerking tussen gemeenten, waarbij we ook het
duurzaamheidaspect, juist door institutionele versterking van
gemeenten in de partnerlanden, versterken. We voeren ook een
politiek van versterking van culturele organisaties, omdat we denken
dat het belangrijk is voor het versterken van de samenleving in de
partnerlanden.
Wat doen we met de ecologische schuld? We hebben daarvoor een
studieopdracht uitgeschreven aan de VLIR, die in het tweede
semester van dit jaar waarschijnlijk in het nieuwe academiejaar
van start zal gaan.
Wat de ontbinding van de hulp betreft, hebben we op internationaal
vlak een belangrijke stap voorwaarts gezet in het kader van de
OESO. Eindelijk heeft men in principe een akkoord bereikt over de
ontbinding van alle hulp ten aanzien van de minst ontwikkelde
landen. Op Europees en Belgisch vlak zullen we terzake nog iets
verder gaan door het openstellen van alle belangrijke openbare
overheidscontracten inzake ontwikkelingssamenwerking voor
internationale inschrijvingen. In het beheerscontract van de BTC
staat uitdrukkelijk dat lokale partners voorrang genieten. Dit is
misschien een enigszins onderschat element in heel de discussie
over de ontbinding van de hulp. Als men daaronder verstaat een
volledig beroep op de internationale concurrentie zonder enige
voorrang voor lokale uit de ontwikkelingslanden afkomstige
ondernemingen dan zou dit wel eens een stap achteruit kunnen
betekenen. Dit is met name het geval in het kader van de Europese
Unie. In de ACP-overeenkomst staat uitdrukkelijk een dergelijke
voorrangsclausule die wij ook toepassen. Ik vind dat we die clausule
absoluut moeten behouden. We moeten grote multinationals nu geen
voorrang geven op lokale uitvoerders.
Wat de schuldkwijtschelding betreft, kan ik meedelen dat België het
HIPC-initiatief, Highly Indebted Poorest Countries. Daarvoor is dit
jaar op de begroting in een bedrag voorzien van 23,8 miljoen euro.
Het is niet evident dat we dit bedrag ook daadwerkelijk op die manier
zullen kunnen besteden omdat het HIPC-programma een grote
vertraging heeft opgelopen. We zoeken evenwel naar een oplossing.
We hebben ook bijkomende budgetten vrijgemaakt voor het
ondersteunen van HIPC via multilaterale instellingen.
Wij hebben onze bijdragen aan internationale milieuverdragen en
internationale milieu-instellingen aanzienlijk verhoogd. In 2002 zal dit
ongeveer 13 miljoen euro bedragen. Unep is op dit vlak een
belangrijke partner. De GEF, Global Environmental Facility, is
eveneens een belangrijke partner. Ook via de Unesco worden een
aantal diversiteitsbeschermingsprogramma's ondersteund.
Wat politieke zaken, duurzame productie en consumptie betreft,
kunnen wij de oprichting van BIO aanhalen dat daar zeker oog voor
heeft. Wij kunnen ook vermelden dat zowel de BTC als mijn kabinet
zich hebben geëngageerd voor het naleven van een milieuvriendelijk
beheersysteem of environmental management system. Ten slotte
lezen wij in de regeringsverklaring ook dat de fair trade zal worden
le déliement de l'aiede, nous
allons certainement aller plus loin,
pour les pays les moins
développés, que les
recommandations de l'OCDE, en
lançant d'importantes
adjudications. Le contrat de
gestion conclu avec la CTB stipule
somme toute que la priorité doit
être réservée aux exécutants
locaux.
La Belgique octroie 23,8 millions
d'euros aux initiatives HIPIC en
matière d'annulation de la dette. Il
n'est pas évident d'utiliser
effectivement ce budget? mais
nous recherchons des solutions.
Nous fournissons également de
l'aide par le biais d'institutions
multinationales.
Les contributions que nous
accordons à des institutions
internationales en matière
d'environnement ont également
été majorées. En l'occurrence, le
PNUE, le FEM et l'UNESCO sont
nos principaux partenaires. En
matière de production et de
consommation durables, la CTB
et le cabinet ont consenti à
respecter un système de gestion
écologique. L'accord de
gouvernement stipule, en outre,
que le commerce équitable doit
être encouragé. Nous avons déjà
adapté la loi sur la CTB en ce
sens.
Le maintien de la biodiversité est
l'un des six thèmes de la stratégie
de l'environnement. Le Parlement
examinera sous peu une note à ce
sujet. Nous soutenons également
une série d'instituts internationaux
de recherche dans le domaine de
l'agriculture. Une commission
d'accompagnement contrôle
toutefois étroitement le soutien
accordé.
Quarante pour cent de l'aide
allouée au GEF sont consacrés à
la lutte contre les changements
climatiques. Trois à quatre pour
cent servent à limiter la
dégradation de la couche d'ozone.
16/07/2002
CRIV 50
COM 821
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
bevorderd. Wij leggen op dit ogenblik de laatste hand daaraan. U
hebt vorig jaar de programmawet goedgekeurd en daarin de wet op
de BTC gewijzigd om hen een specifieke fair trade-bevoegdheid te
geven. In het beheerscontract met de BTC en een afzonderlijke
overeenkomst zijn wij nu bezig het fair trade-garantiefonds op poten
te zetten.
Het behoud van biodiversiteit is een van de zes prioritaire thema's
inzake milieustrategie. Binnenkort zult u de milieustrategienota
kunnen bespreken. Belangrijke punten zijn daarin het partnerschap
voor het clearing house-systeem inzake biodiversiteit, het Unesco
African Biodiversity Information Center in Tervuren, verschillende
programma's van Unep als de bescherming van het mariene milieu
en het in stand houden van de olifanten, of het monitoren van het
illegaal doden van olifanten. Wij steunen ook zeer uitvoerig de
internationale instituten voor landbouwonderzoek. Wij hebben een
begeleidingscommissie opgericht om te waken over de
duurzaamheidaspecten daarvan en daarover een soort van peer
review te organiseren. Dat lijken mij de belangrijkste punten. Onze
bijdrage aan de GEF is in belangrijke mate op die biodiversiteit
geënt. Ongeveer 40% van de interventies van de Global
Environmental Facility gaan over de strijd tegen klimaatverandering
en ongeveer 3% tot 4% van de financieringen heeft betrekking op het
beperken van de schade aan de ozonlaag.
Ten slotte is er nog het door ons gesteunde multilateraal fonds voor
het Montréal-protocol om daarmee de inspanningen van de
ontwikkelingslanden te steunen.
Ik moet misschien nog melden dat wij eveneens het Clean Air
Initiative van de Wereldbank steunen. Wij hebben daarvoor 400.000
euro per jaar uitgetrokken.
Dat zijn de belangrijkste gegevens. Ik zal met plezier de bijdragen
van ons departement aan de totaalnota toevoegen.
Nous soutenons également un
fonds multilatéral dans le cadre
des accords de Montréal.
L'initiative
Clean Air
de la Banque
mondiale bénéficie, chaque
année, de 400.000 euros.
15.03
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
heb daar weinig aan toe te voegen. Ik meen dat wij, wat dat betreft,
alleszins een mooi rapport in Johannesburg zullen kunnen
voorleggen. Ik hoop dat vele landen hun rapport daarnaast kunnen
leggen.
15.03
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): La Belgique pourra donc
présenter un excellent rapport à
Johannesburg. J'espère que de
nombreux pays nous emboîteront
le pas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.07 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.07 heures.