KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 808
CRIV 50 COM 808
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
maandag lundi
08-07-2002 08-07-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt
Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Hugo Coveliers aan de
minister van Justitie en aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verspreiding van
het islamitisch fundamentalisme via het
onderwijs" (nr. 7728)
1
Question de M. Hugo Coveliers au ministre de la
Justice et au ministre de l'Intérieur sur "la
propagation du fondamentalisme islamique par le
biais de l'enseignement" (n° 7728)
1
Sprekers: Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Justitie
Orateurs: Hugo Coveliers, président du
groupe VLD, Marc Verwilghen, ministre de la
Justice
Vraag van mevrouw Els Haegeman aan de
minister van Justitie over "de toepassing van
artikel 11 van de wet van 13 april 1995 houdende
bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel
en van de kinderpornografie" (nr. 7746)
6
Question de Mme Els Haegeman au ministre de
la Justice sur "l'application de l'article 11 de la loi
du 13 avril 1995 contenant des dispositions en
vue de la répression de la traite des êtres
humains et de la pornographie enfantine"
(n° 7746)
6
Sprekers: Els Haegeman, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Els Haegeman, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de panne aan de
scanner in het onderzoek naar de Bende van
Nijvel" (nr. 7753)
8
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "la panne du scanner utilisé dans le
cadre de l'enquête sur les Tueurs du Brabant"
(n° 7753)
8
Sprekers:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de overbevolking van
de Nederlandstalige penitentiaire instellingen"
(nr. 7754)
9
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "la surpopulation dans
les établissements
pénitentiaires
néerlandophones" (n° 7754)
9
Sprekers: Marc Verwilghen, minister van
Justitie, Tony Van Parys
Orateurs: Marc Verwilghen, ministre de la
Justice, Tony Van Parys
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Justitie over "de aangekondigde
verhuizing van de Hasseltse rechtbank" (nr. 7762)
10
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de
la Justice sur "le futur déménagement du tribunal
d'Hasselt" (n° 7762)
10
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Marc Verwilghen, minister
van Justitie
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Marc Verwilghen, ministre de
la Justice
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Justitie over "het hervormingsproject
betreffende de wetgeving inzake de internering"
(nr. 7759)
12
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Justice sur "le projet de réforme de
la législation en matière d'internement" (n° 7759)
12
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
MAANDAG
8
JULI
2002
14:15 uur
______
du
LUNDI
8
JUILLET
2002
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Fred Erdman, président.
01 Vraag van de heer Hugo Coveliers aan de minister van Justitie en aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verspreiding van het islamitisch fundamentalisme via het onderwijs"
(nr. 7728)
01 Question de M. Hugo Coveliers au ministre de la Justice et au ministre de l'Intérieur sur "la
propagation du fondamentalisme islamique par le biais de l'enseignement" (n° 7728)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Justitie.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la Justice.)
01.01 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wens in deze commissie met een aantal mensen over
een probleem te praten dat toch niet onbelangrijk is.

Men stelt vast dat er in een aantal kringen onrust is ontstaan over
wat men is gaan noemen de inbedding van de islamitische
fundamentalisten en vooral over de pogingen om delen van de
geloofsgemeenschap te radicaliseren.

Mijnheer de minister, ik wens u dan ook te vragen in hoever het hier
gaat om impulsen die uitgaan van de emotionele gevolgen van wat
er in september 2001 is gebeurd of in hoever het gaat om reeds lang
goed voorbereide acties die nu pas tot uiting komen en waarvan er
misschien nog volgende in voorbereiding zijn.

Ik ga niet alle studies daarover citeren. Onlangs nog verscheen er
een rapport van het McKenzie-Institute waarin België en Nederland
vernoemd worden als mogelijke landen waar men toch op logistieke
steun rekent. Uiteraard is er ook het nu toch al fel
becommentarieerde rapport van het comité I. Ik verwijs ook naar de
open brief die de Executieve van de moslims van België daarover
heeft geschreven en ik heb zelfs gezien dat een van de voorzitters
van die Executieve vindt dat er bij de Staatsveiligheid te weinig
mannen zijn. Ik meen dat hij dit in een interview heeft gezegd,
mijnheer de minister, hoewel ik mij afvraag of dit in
overeenstemming is met de wetgeving op de niet-discriminatie die
we deze week nog moeten goedkeuren.

Er is in ons land echter nog een bijkomend element. Wij waren niet
alleen de eersten om de islam als godsdienst te erkennen ­ omdat
01.01 Hugo Coveliers (VLD):
Depuis les attentats du 11
septembre, la présence
d'intégristes musulmans et leurs
velléités de radicalisation de la
communauté religieuse islamique
en Europe occidentale inquiètent.
Dans notre pays, la
reconnaissance de l'islam traverse
en outre une nouvelle phase: des
mosquées sont reconnues et le
subventionnement des traitements
des ministres du culte suivra.

Par ailleurs, la communauté
musulmane prend des initiatives
dans le domaine de
l'enseignement. Ceci amène
aussitôt à se demander si la
création d'écoles propres et d'un
véritable réseau d'enseignement
est de nature à favoriser
l'intégration des jeunes
musulmans dans notre société.
Ces écoles ne risquent-elles pas
d'être un vivier pour les
intégristes? Dans un rapport
récent, le secrétaire d'Etat
néerlandais a formulé des
constatations inquiétantes.
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
wij nog altijd godsdiensten erkennen en ook daarover zou men
vragen kunnen stellen maar dit is nu niet terzake ­ maar bovendien
zitten wij nu in een belangrijke fase in de ontwikkeling daarvan. Er is
een officieel beheersorgaan. Er wordt nu overgegaan tot de
erkenning van moskees. Er komt subsidiëring van de bedienaars van
de erediensten. Tegelijkertijd zien we echter ook discussies ontstaan
­ in de kranten lezen we toch over die discussies ­ in die
gemeenschap over de vraag welke houding nu moet worden
aangenomen en in hoever bepaalde extreme groepen die
gemeenschap al dan niet vertegenwoordigen.

Een belangrijk kenmerk van een religieuze gemeenschap is dat men
zich zeer sterk op het onderwijs richt. Men wil blijkbaar de zekerheid
dat men tijdig de ideeën van kinderen in een bepaalde context kan
gieten. Dat is niet nieuw in de geschiedenis, maar we moeten lessen
trekken uit het verleden.

Ik vraag mij daarom af in welke mate een nieuw schoolnet kan
bijdragen aan de integratie van jongeren, in casu van jongeren van
Arabische en Turkse oorsprong. Dat is immers wat wij allen willen en
daarom moeten wij ons afvragen of een volledig gescheiden
onderwijs niet veeleer tot vervreemding leidt. Als we kijken naar de
voorbeelden uit de geschiedenis, kunnen wij ons afvragen of
extremisme en fundamentalisme niet net in een aantal van die
scholen, vooral in de Arabische landen, wordt gecreëerd. De
dooddoener dat terrorisme een gevolg is van armoede, wordt
daarmee ook totaal weerlegd. Die stelling blijkt immers totaal onjuist
te zijn. Ik verwijs naar een rapport van de voormalige Nederlandse
staatssecretaris van Onderwijs.

Ook verwijs ik naar een instituut dat al enkele malen in de media is
vernoemd en ook de belangstelling van enkele andere diensten
wegdraagt, met name het Institut des sciences islamiques Avicenne,
gelegen in de grensgemeente Hensies. Ik wens daar enkele vragen
over stellen, omdat ik meen dat we moeten onderzoeken in welke
mate die school niet veeleer bijdraagt tot een vervreemding in plaats
van tot integratie.

In die school verblijven naar verluidt minderjarige leerlingen,
afkomstig uit verschillende Europese landen.

Onder welk statuut verblijven deze minderjarige leerlingen in België?
Is er enige externe controle op het verblijf van deze jongeren?

Ten tweede, volgens de berichten die men daarover kon lezen, wordt
het leerprogramma van dit instituut bijna exclusief in beslag
genomen door het godsdienstonderricht en sommige daarmee
verbonden vakken. De opleiding zou drie jaar duren, maar heeft
uiteraard geen wettelijk diploma tot sluitstuk.

Het gaat hier over minderjarigen. In hoeverre wordt hier de
wetgeving op de leerplicht ­ zelfs als zij wettelijk in het land zouden
verblijven ­ nageleefd? In hoeverre draagt deze vorm van onderwijs
bij ­ indien de wetgeving op de leerplicht zou worden nagevolgd, wat
ik betwijfel ­ tot vervreemding van de samenleving?

Ten derde, de lessen worden blijkbaar in het Turks en het Arabisch
gegeven. Onlangs blijkt ook in twee uur Frans te zijn voorzien. Buiten
L'Institut des sciences islamiques
suscite tout particulièrement
l'inquiétude. Dans cette école
séjournent des élèves mineurs
originaires de différents pays
européens. Sous quel statut
résident-ils dans notre pays? Un
contrôle externe de leur séjour
est-il exercé? Cet enseignement
très religieux, qui s'étend sur une
période de trois ans, est-il
conforme à la loi sur la scolarité
obligatoire? Les pouvoirs publics
peuvent-ils agir contre le fait que
ces cours sont donnés
principalement dans les langues
turque et arabe? Quel est le but
de cette éducation, dans le cadre
de laquelle les enfants sont
totalement isolés de l'actualité?
Les autorités belges ne
considèrent-elles pas cette
situation comme dangereuse?
Comment l'école Avicenne, qui
dispose d'un excellent
équipement, est-elle financée?
Des organisations extrémistes
contribuent-elles à ce
financement? Le gouvernement
développera-t-il une politique
permettant de contrôler de telles
initiatives dans le domaine de
l'enseignement?

CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
die twee beperkte uurtjes wordt er geen Nederlands, Duits of Frans
gegeven. Blijkbaar staat het gebruik van het Arabisch ook enigszins
haaks op de ontwikkelingen in Turkije zelf. In het kader van de
ideeën van Atatürk wordt in Turkije niet meer in het Arabisch
gedoceerd omdat men dat een vermenging van kerk en staat vindt.
Dit zou hier wel gebeuren omdat de lessen uit de koran alleen in het
Arabisch zouden mogen worden gegeven.

Wat is nu eigenlijk de opzet? Als ik de teksten en interviews lees,
lijken die leerlingen bijzonder wereldvreemd te worden opgevoed. Zij
schijnen of beweren niet te weten wat het Taliban-regime is. Als hun
wordt gevraagd wat er op 11 september 2001 in New York is
gebeurd, blijken zij dat evenmin te weten. Is het niet erg gevaarlijk
dat ouders en leerkrachten die jonge mensen met een dergelijk
vertekend beeld van de realiteit in de maatschappij willen laten
komen? In die maatschappij zullen zij zich dan nog moeten
verdedigen tegen een aantal terechte, maar vaak ook onterechte
opmerkingen.

De Avicenne-school beschikt blijkbaar over een infrastructuur en
personeel waarop sommige scholen in dit land alleen maar jaloers
kunnen zijn. Ik vraag mij daarbij af of er enige duidelijkheid is over
de financiering van dat project. Volgens mij gebeurt er in ieder geval
geen enkele financiering door de Vlaamse Gemeenschap, bevoegd
voor het Nederlandstalig onderwijs. In hoeverre geldt dat ook voor de
Franse Gemeenschap? In hoeverre komen die gelden uit het
buitenland? Als dat geld uit het buitenland komt, hoe wordt dat dan
gecontroleerd? Is er ook controle op eventuele witwasoperaties? Zijn
daarbij "extremistische organisaties" betrokken?

Mijn laatste vraag is de volgende. Het is geen retorische vraag, want
ik vraag me dat echt ook zelf af. Men kan zich vragen stellen bij het
nut van dergelijke onderwijsinitiatieven. In welke mate dragen zij bij
tot de vorming van een multiculturele maatschappij? Dat zijn zaken
die in dergelijke onderwijsinitiatieven immers niet aan bod komt.
Welke mogelijkheden bestaan er precies om zulke
onderwijsinitiatieven te controleren? Kan men ze afraden of kan men
er in ieder geval voor te zorgen dat ze niet de regel worden in dit
land?
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Coveliers, om een
antwoord te geven op uw diverse vragen moet ik eerst kort het
algemeen kader schetsen waarin een en ander plaatsvindt. Mijn
antwoord berust voornamelijk op de informatie die ons door de
Veiligheid van de Staat werd bezorgd.

Het Institut des sciences islamiques Avicenne dient eigenlijk in een
breder kader te worden gesitueerd. In oorsprong gaat het om een
Milli Görus-initiatief. De Turkse wetgeving verbiedt de organisatie
van partijafdelingen in het buitenland. Dat is de reden waarom de
fundamentalistische leider professor Erbakan, die voorzitter is van
respectievelijk de Refa Partizi en de Fazilet Partizi, in Europa werkt
onder de noemer van de in 1985 opgerichte Islamische
Gemeinschaft Milli Görus. Beide partijen werden intussen in Turkije
door de rechtbank verboden. Milli Görus groeide evenwel uit tot een
massabeweging die honderden moskeeverenigingen overkoepelt.
Milli Görus werd opgericht om in Europa de Turkse godsdienstige
eigenheid ­ met de nadruk op godsdienstige ­ te bewaren en door te
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'Institut des sciences islamiques
Avicenne est une initiative de Milli
Görüs. Milli Görüs a été créée en
1985 dans le but de préserver
l'identité (religieuse) turque en
Europe. Le chef de file
fondamentaliste, le professeur
Necmeddin Erbakan, travaille
sous l'égide de cette organisation
qui s'est muée en un mouvement
de masse. L'association prône une
vision traditionnelle de l'Islam, y
compris sur le plan politique,
conformément au modèle en
vigueur en Arabie saoudite. Les
partisans de ce mouvement
appuient les idées politiques
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
geven aan de volgende generaties.

Ook in België bestaan verschillende Milli Görus-verenigingen die
meestal gestructureerd zijn als vereniging zonder winstoogmerk en
die meestal een moskee en ruimte voor sociaal-culturele activiteiten
omvatten. Met dat netwerk van eigen moskees willen de aanhangers
zich ook onttrekken aan de officiële Turkse controle. De aanhangers
steunen de politieke ideeën van Erbakan en doen dat door
propaganda en geldinzamelingsacties. Bovendien trachten ze door
allerlei bijeenkomsten aanhangers te vinden. Ze streven naar een
traditionele beleving van de islam, ook op staatkundig vlak en dit
volgens het Saudi-Arabische model.

De voornaamste doelgroep vormt de jeugd die ze aanziet als een
bewerkbare, beïnvloedbare bevolkingscategorie. Milli Görus poogt
een religieuze vorming in handen te krijgen. De ideale situatie
bestaat er naar hun mening in dat jongeren naar islamitische scholen
in Saoedi-Arabië moeten worden gestuurd.

Ik kom tot uw zes concrete vragen.

Ten eerste, sedert het einde van de jaren '80 keken de Milli Görus-
verantwoordelijken uit naar een geschikte infrastructuur om een
eigen school op te starten. Deze werd in Hensies gerealiseerd onder
toezicht van de Milli Görus-zetel in Keulen. De Ecole coranique de
Hensies, sedert 1993 het Institut des sciences islamiques Avicenne,
is ondertussen uitgegroeid tot een Europees vormingscentrum waar
onderricht wordt gegeven aan Turkse meisjes die afkomstig zijn uit
meerdere Europese landen.

In de beginjaren werd meermaals, op advies van de Veiligheid van
de Staat, door de dienst Vreemdelingenzaken opgetreden tegen het
langdurig verblijf van minderjarigen op ons grondgebied. Telkens
werden de meisjes teruggewezen naar het land waar ze officieel met
hun ouders verbleven. Momenteel lijken de organisatoren zich meer
te richten op de Belgische regelgeving en blijven de leerlingen
telkens slechts voor een periode van drie maanden, de periode van
de duurtijd van het toeristenvisum. Behalve deze administratieve
controles lijkt er geen controle op het verblijf van deze minderjarigen
mogelijk. In de ruim tien activiteitsjaren zijn intussen duizenden
leerlingen door de school gepasseerd. De verantwoordelijken
spreken van 5.400 leerlingen in de periode 1998-2002. De
echtgenote van de beheerder van de school staat in voor de
contacten met de administratieve overheden. Bovendien zorgt een
kern van vertrouwelingen voor de omkadering van de leerlingen.

Wat de tweede vraag betreft, Milli Görus gaat van de stelling uit dat
noch de Europese regering noch de regeringen van de landen van
herkomst in staat zijn die personen een degelijke godsdienstige
opleiding te geven. De fundamentalistische beweging heeft dan ook
beslist om in het onderwijs te investeren door zelf opleidingen aan te
bieden. Afgezien van de publicatie van didactische werken, korte
vormingswerken gedurende de schoolvakanties en
weekendprogramma's wordt ook les gegeven gedurende het
schooljaar zelf. Het programma van het Institut des sciences
islamiques Avicenne omvat een lessenreeks die hoofdzakelijk gericht
is op godsdienstonderwijs en de daarmee verbonden cultuurvakken.
Ook de meer algemene vakken zijn doordrongen van godsdienstige
d'Erbakan par le biais d'actions de
propagande et de récoltes de
fonds. Le groupe-cible principal
est la jeunesse. Les associations
Milli Görüs présentes en Belgique
organisent essentiellement des
activités socioculturelles et ont
une mosquée. Le réseau ne
ressortit pas au contrôle de
l'autorité officielle turque.

À la fin des années 80, les
responsables du mouvement Milli
Görüs avaient voulu ouvrir une
école. Entre-temps, l'Institut des
sciences islamiques Avicenne est
devenu un centre européen de
formation où les jeunes filles
turques de divers pays d'Europe
suivent des cours. Au début, ces
jeunes filles demeuraient
longtemps sur notre territoire. À la
suite de l'intervention de l'Office
des étrangers, elles ne peuvent
plus rester que trois mois
maximum, c'est-à-dire la durée de
validité d'un visa touristique. En
dehors des contrôles
administratifs, il n'existe aucun
moyen de contrôler le séjour des
milliers d'élèves qui ont déjà suivi
l'enseignement de cet institut.
Milli Görüs considère que ni les
gouvernements européens ni les
gouvernements des pays d'origine
ne sont capables de dispenser
une formation religieuse
convenable. Par conséquent, ce
mouvement organise son
enseignement tout à fait seul. Il
est évident qu'aucun diplôme n'est
délivré au terme de cette
formation fortement religieuse.

Effectivement, on ne sait pas très
bien dans quelle mesure la loi sur
l'obligation scolaire est applicable
à ces élèves. Cet institut a tenté à
plusieurs reprises de se rallier aux
institutions d'enseignement
belges. Jusqu'à présent, elle n'y a
pas réussi parce que les directions
des écoles rejettent le programme
de cet institut. Les élèves belges
sont systématiquement inscrits à
l'Athénée Royal de Quiévrain et y
reçoivent un horaire adapté. Pour
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
aspecten.

De opleiding resulteert uiteraard niet in een wettelijk erkend diploma.
De vraag rijst dan ook in welke mate de minderjarige leerlingen
beantwoorden aan de voorschriften van de leerplicht. In het verleden
werden reeds pogingen ondernomen om aansluiting te vinden bij
Belgische onderwijsinstellingen, maar dat werd geweigerd door de
directies wegens het programma dat door het instituut wordt gevolgd.

Momenteel worden Turkse leerlingen die officieel woonachtig zijn in
de regio van Hensies automatisch ingeschreven in het Athénée royal
de Quiévrain. Zij krijgen dan in het instituut een uurrooster dat
aangepast is aan de uren van het gevolgde dagonderwijs. Uiteraard
is dat geen oplossing voor minderjarige leerlingen die uit het
buitenland komen en in het internaat van het Institut des sciences
islamiques Avicenne verblijven. Het onderwijs sluit dus inderdaad
niet aan bij ons maatschappij, ook al omdat het initiële doel van de
school erin bestaat om meisjes op te leiden tot een soort prediksters
die de islam volgens hun concept zullen uitdragen in hun toekomstig
gezin en hun families.

Ik kom tot de derde vraag. Oorspronkelijk werden de cursussen in het
Turks en het Arabisch gegeven. Het Arabisch werd gehanteerd
wegens ideologische en godsdienstige redenen, met name omdat de
koran enkel in de originele taal mag worden gelezen. Dat druist in
tegen de gang van zaken in Turkije zelf, waar het Arabisch sinds de
vestiging van de lekenstaat in 1920 ­ door Mustafa Kemal Atatürk ­
verdwenen is, precies met het doel alle godsdienstige invloed op
Staat en samenleving te bannen. Daarom werd het Arabisch als
cultuurtaal uitgeschakeld.

Om die reden is ook de school in Hensies intussen afgestapt van het
Arabisch als cursustaal. Men gebruikt nu het Turks. Tevens is het
Frans als vak op het uurrooster geplaatst. Meer lesuren worden
evenwel besteed aan het opnieuw aanleren van het Arabisch. De
vraag kan worden gesteld welke taal zal overwegen in de lesuren die
aan de Koranstudie worden gewijd. Gelet op het privé-karakter van
de onderwijsvorm kunnen de Belgische overheden terzake weinig
doen. Wij kunnen daar moeilijk interveniëren.

Uw vierde vraag ging over het uiteindelijke doel. Dat heb ik in de
inleiding reeds aangestipt: uiteindelijk wil de massabeweging
uitgroeien tot een politieke factor, een partij eigenlijk, in Europa en
zich positioneren als gesprekspartner voor de overheden. Meer
bepaald wil men zeggingskracht over de subsidiëring van de islam
verwerven. Dat werd reeds duidelijk tot uiting gebracht in Duitsland,
waar dat mogelijk is via het systeem van de Kirchensteuer, maar ook
in België neemt het toe.

Uw vijfde vraag ging over de infrastructuur in Hensies. Die is gekocht
met het geld van de zetel in Keulen. Momenteel zou de Europese
zetel te Keulen ­ hoewel nog eigenaar van de infrastructuur ­ geen
toezicht meer uitoefenen over het beheer van de school en zou dat
toezicht berusten bij de Fédération islamique de Belgique, de
Belgische koepel van de Milli Görus-verenigingen. Er wordt geen
huurheld betaald aan de zetel te Keulen. De school zou leven van
schenkingen vanuit België, de bijdragen van de leerlingen en gelden
van de wekelijkse omhalingen in hun lokale moskeevereniging te
les élèves internes étrangers, ce
n'est pas le cas.
L'enseignement ne correspond
pas, en effet, à ce qu'en attend
notre société, aussi et surtout
parce qu'il fait des filles des
prédicateurs en les chargeant de
propager l'islam traditionnel dans
leur futur ménage et dans leur
famille.

L'enseignement est dispensé en
turc et non plus en arabe. Le
français figure également au
programme. Néanmoins, l'école
consacre de nombreuses heures à
l'apprentissage de l'arabe et la
question se pose de savoir quelle
est la langue dominante dans le
cadre de l'étude du Coran qui
représente de nombreuses heures
de cours. Les pouvoirs publics ne
peuvent guère agir dans la
mesure où il s'agit d'une école
privée.

L'objectif de Milli Görüs est de
devenir un parti politique en
Europe et de se positionner
comme un interlocuteur face aux
autorités. Le mouvement souhaite
aussi être associé au
subventionnement de l'islam et le
contrôler.

L'infrastructure de l'institut de
Hensies a été acquise au moyen
de fonds fournis par le siège
principal de Milli Görüs de
Cologne. La gestion en est
assurée par l'organisation faîtière
en Belgique. Aucun loyer n'est
versé au siège principal et l'école
serait financée par des dons, par
les contributions des élèves et par
les collectes effectuées
hebdomadairement au sein de
l'association de la mosquée de
Hensies. L'institut a introduit une
demande de subventionnement
auprès du ministère de la
Communauté française. Le
mouvement ne souhaite pas que
l'école soit reconnue parce que le
programme devrait, dans cette
hypothèse, être trop radicalement
adapté.
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Hensies.

Er werd een subsidieaanvraag ingediend bij het ministerie van de
Franse Gemeenschap. Daarbij inspireerden de verantwoordelijken
zich op islamitische scholen die in Nederland door de staat erkend
zijn en betoelaagd worden.

In België wensen zij geen erkenning van de school als dusdanig te
verkrijgen vermits dat grote wijzigingen in het lessenprogramma zou
noodzaken. In onze stelsels is slechts plaats voor twee uur
godsdienst per week.

Uw zesde vraag is voor de federale regering moeilijk te
beantwoorden. Zal de regering een beleid ontwikkelen om dergelijke
onderwijsinitiatieven te kunnen controleren? Wij hebben het
onderwijs en de controle op het onderwijs aan de gemeenschappen
toevertrouwd en het is dus vanzelfsprekend dat zij hun rol terzake
zullen moeten opnemen.

Le contrôle de telles écoles est du
ressort des Communautés.

01.03 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister bedanken, want zijn antwoord was zeker even uitgebreid als
mijn vraag. Hij heeft bijzonder interessante zaken gezegd.

Ik trek de conclusie dat men toch bijzonder voorzichtig moet zijn.
Men kan er niets op tegen hebben dat iemand onderwijs verstrekt om
kennisoverdracht te verkrijgen, maar het grote risico is dat dit
onderwijs, dat in een maatschappijvisie past die in onze
gemeenschap totaal onaanvaardbaar, de latente tegenstellingen nog
manifester maakt.

Ik denk trouwens dat er nog andere initiatieven worden genomen, die
ogenschijnlijk voor bepaalde doelen dienen, maar eigenlijk deel
zouden kunnen uitmaken van een groter geheel, waarbij men een
aantal zaken voorbereidt ­ indien het juist is wat sommige instituten
zeggen ­ waartegen we beter nu optreden dan later te moeten
vaststellen dat het te laat is. Dat is misschien stof voor volgende
vragen.

Mijns inziens moeten we in ieder geval kunnen optreden als blijkt dat
niet aan de leerplicht wordt voldaan. Iedere minderjarige moet
onderwijs volgen in dit land en er is geen enkele reden waarom
iemand daaraan op basis van een religieuze overtuiging kan
ontsnappen. Ik zal de situatie opvolgen, mijnheer de minister. Ik dank
u voor uw antwoord, dat wel een aantal vragen heeft opgeworpen die
later wellicht terug ter bespreking kunnen worden voorgelegd.
01.03 Hugo Coveliers (VLD): La
réponse abondait d'éléments
intéressants. Il convient d'adopter
une approche très prudente face à
ce problème. On ne saurait être
opposé à l'enseignement en tant
que vecteur du savoir mais les
contrastes entre groupes de
population sont encore renforcés,
ce qui ne s'inscrit en aucun cas
dans les objectifs de
l'enseignement. A mon estime, il y
a lieu d'intervenir lorsque, sous le
couvert de la religion, les
dispositions relatives à l'obligation
scolaire ne sont pas respectées.
Quoi qu'il en soit, je continuerai à
suivre cette question.
01.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Coveliers, ik meen in
mijn antwoord te hebben aangetoond dat de Veiligheid van de Staat
dit dossier van zeer nabij volgt en daarover ook uiterst waardevolle
informatie heeft. Als die gegevens in een onderzoek moeten worden
aangewend, zal dat ook stelselmatig gebeuren.
01.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je tiens à souligner que la Sûreté
de l'Etat suit ce dossier de près et
dispose d'informations précieuses
qui sont du reste communiquées
lorsque les besoins d'une enquête
l'exigent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
02 Vraag van mevrouw Els Haegeman aan de minister van Justitie over "de toepassing van artikel
11 van de wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van
de kinderpornografie" (nr. 7746)
02 Question de Mme Els Haegeman au ministre de la Justice sur "l'application de l'article 11 de la
loi du 13 avril 1995 contenant des dispositions en vue de la répression de la traite des êtres
humains et de la pornographie enfantine" (n° 7746)
02.01 Els Haegeman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de wet van 13 april 1995 houdende de
bepaling tot bestrijding van de mensenhandel en van de
kinderpornografie. Meer bepaald heb ik vragen over de concrete
toepassing van die wet.

De studie over de rechtspraak van die wet, zopas gebundeld door het
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding,
wijst alvast op een onvolkomenheid in artikel 11 van die wet. Het
Centrum en de andere erkende organisaties kunnen namelijk wel in
rechte optreden wanneer het slachtoffer dat wordt meegenomen met
het oog op prostitutie, meerderjarig is, maar ze kunnen dat niet voor
dezelfde feiten wanneer het slachtoffer minderjarig is.

Die ongerijmdheid heeft te maken met de restrictieve interpretatie die
gegeven moet worden aan de strafwet. In artikel 11, §1 van de
genoemde wet wordt immers een omschrijving gegeven van wat
onder mensenhandel verstaan moet worden. Daarbij wordt in het
artikel 11, §1, 2°, verwezen naar artikel 380, §1, 1° en §2 en §3. Er is
echter geen verwijzing opgenomen naar de paragrafen 4 en 5 die
specifiek de situatie van minderjarigen betreffen.

De suggestie om de genoemde paragrafen in te lassen in de
wetsbepaling botst evenwel op het principe dat het slachtoffer zijn
toestemming moet verlenen. Minderjarigen kunnen dat in de huidige
stand van de wetgeving niet.

Mijnheer de minister, onderkent u die specifieke problematiek? Welk
antwoord overweegt u eventueel voor dat probleem?
02.01 Els Haegeman (SP.A): La
loi du 13 avril 1995 contenant des
dispositions en vue de la
répression de la traite des êtres
humains et de la pornographie
enfantine constitue un instrument
très important. L'article 11
comporterait toutefois une
imperfection dont il résulterait que
le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme et d'autres associations
agréées peuvent ester en justice
lorsque la victime enlevée à des
fins de prostitution est majeure
mais pas lorsqu'elle est mineure.
La loi ne fait aucune référence à
la situation des mineurs et,
juridiquement, la solution ne va
pas de soi.

Le ministre confirme-t-il le
problème? Comment compte-t-il y
apporter une solution?

02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega's,
per brief van 4 juni kreeg ik kennis van de perstekst van de cel
Mensenhandel van het Centrum. Op bladzijde 3 van de tekst, die in
essentie handelt over de rechtspraak in de materie van de
mensenhandel, wordt gewezen op een aantal technische problemen
inzake de bestaande wetgeving.

De opmerkingen lijken mij volledig gefundeerd. Om die reden heb ik
al aan de diensten van het directoraat-generaal Strafwetgeving van
mijn departement de opdracht heb gegeven terzake een voorontwerp
van wet tot aanpassing van de bestaande wetgeving op te stellen.

Toen wij de wet van 1995 tot stand brachten, hebben wij eigenlijk ook
een mechanisme willen inbouwen van permanente evaluatie. Dat is
ook noodzakelijk gebleken, omdat de mensenhandel zich
voortdurend verplaatst en andere toegangswegen zoekt. Ik denk dat
het verslag van de cel Mensenhandel van het Centrum daarvoor nu
een uiterst waardevol instrument is. Er wordt dus gewerkt aan de
aanbevelingen die zij heeft geformuleerd.
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
La cellule Traite des êtres
humains du Centre a en effet
relevé une série de problèmes
techniques dans la législation
existante. Ces remarques me
semblent fondées. C'est la raison
pour laquelle j'ai demandé aux
services du Directorat général de
la législation pénale de mon
département de rédiger un avant-
projet de loi modifiant la loi de
1995. Nous avons instauré un
mécanisme d'évaluation
permanente lors de l'élaboration
de cette loi en 1995, et ce
système prouve à présent son
utilité.

08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
02.03 Els Haegeman (SP.A): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord. Wij zullen het voorontwerp van wet, dat u aan het
maken bent, afwachten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de panne aan de scanner
in het onderzoek naar de Bende van Nijvel" (nr. 7753)
03 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "la panne du scanner utilisé dans
le cadre de l'enquête sur les Tueurs du Brabant" (n° 7753)
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kom terug op de vraag die vorige week aan de orde was
in verband met het niet functioneren van de scanner in het
onderzoek naar de Bende van Nijvel omdat er onduidelijkheid
bestaat over de gegevens en de feiten. Tijdens de vergadering van
de commissie voor de Justitie vorige week dinsdag hebt u de brief
geciteerd van de procureur-generaal van Mons die klaarblijkelijk vrij
formeel zei dat de installatie performant was. Ik citeer uit het
Integraal Verslag: "Le matériel informatique dont dispose la cellule
d'enquête est performant". Enkele dagen later las ik in de Franstalige
pers een artikel dat dit formeel tegensprak. Daarin stond: "Le scanner
est en panne depuis un an et personne ne paie. Justice et Intérieur
se renvoient la note".

Ik meen dat het noodzakelijk is dat er duidelijkheid komt. Als er een
probleem is met de scanner moeten wij ervoor zorgen dat het kan
worden verholpen. De scanner is immers een basisinstrument van
het onderzoek in Jumet. Dankzij die scanner kan men aanverwante
dossiers met elkaar vergelijken. De vraag is dan ook of het juist is
dat er sedert een jaar niet meer kan worden gescand. Maakte de
brief van de procureur-generaal geen melding van de problemen met
de scanner? Waarom niet? Hebben de speurders de procureur-
generaal niet op de hoogte gebracht van het probleem met de
scanner? Waarom werd het probleem niet opgelost? Wie moest voor
de herstelling instaan? Wanneer zal het probleem opgelost zijn? Wat
zijn de gemaakte kosten? Wat is de raming van de te maken kosten?
Zijn de kosten ten laste van Justitie dan wel ten laste van het
politiebudget? Wie zal de kosten betalen?
03.01 Tony Van Parys (CD&V):
La clarté s'impose de toute
urgence concernant le caractère
opérationnel du scanner dont
dispose la cellule de Jumet dans
le cadre de l'enquête sur les
Tueurs du Brabant. Selon le
procureur général de Mons, aucun
problème ne se poserait,
contrairement à ce qu'affirme un
article paru récemment dans la
presse francophone.

Est-il exact qu'il n'est plus possible
d'utiliser le scanner depuis un an?
La lettre du procureur général
mentionnait-elle des problèmes
liés au scanner? Dans la négative,
le procureur général n'a-t-il pas
été informé pas les enquêteurs?
Pourquoi le problème n'a-t-il pas
été résolu? Quand les réparations
seront-elles effectuées et par qui?
Quel sera le coût des réparations
et par qui sera-t-il pris en charge?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Van Parys, in uw vraag
dringt u aan op duidelijkheid omtrent de operationaliteit van de
scanner waarover de cel Jumet beschikt in het onderzoek naar de
Bende van Nijvel. Na contacten met het Centrum voor
Informatieverwerking, het informaticadepartement van het ministerie
van Justitie, en met de politie blijkt dat de scanner niet gedurende
een jaar buiten werking is geweest. Wel stelt men vandaag vast dat
het systeem dat oorspronkelijk voor een welbepaalde capaciteit
ingericht was momenteel een uitbreiding behoeft omdat men nog
steeds documenten aan het bestand toevoegt. Bovendien moet het
onderhoudscontract van twintig werkdagen dat voor de voorbije jaren
telkens werd afgesloten nog worden hernieuwd. Beide uitgaven, het
uitbreiden van de capaciteit en het onderhoudscontract, worden
samen op ongeveer 100.000 euro geraamd.
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Contrairement à certaines
informations, le scanner n'a pas
été inutilisé pendant un an. Le
système doit, il est vrai, être
développé car le fichier est sans
cesse alimenté par de nouveaux
documents. Par ailleurs, le contrat
d'entretien de vingt jours
ouvrables doit être renouvelé.
Réunies, les deux opérations
coûteront approximativement
100.000 euros. Il s'agit d'un
dossier judiciaire, les coûts
engendrés par les travaux à
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Over de vraag welk budget deze kosten moet dragen is er de
voorbije weken inderdaad verwarring ontstaan. Ten onrechte heeft
het Centrum voor Informatieverwerking gemeend dat het dossier tot
de gerechtelijk politie behoorde en dat door de opname van de
gerechtelijke politie in de federale politie het scannen voortaan tot de
taken en het budget van de federale politie zou behoren. Omdat het
evenwel een gerechtelijk dossier betreft, zullen de uitgevoerde
werken door de federale openbare dienst Justitie worden gedragen.
Ik benadruk evenwel dat er nog steeds duidelijke afspraken voor de
toekomst dienen te worden gemaakt over de verdeling van
verantwoordelijkheden tussen het gerecht en de politiediensten
betreffende dit dossier. Dat mag echter niet remmend werken op de
taken met betrekking tot het informaticaonderdeel. Vandaar de
positie die werd ingenomen.
effectuer seront dès lors supportés
par le SPF de la Justice. Je tiens
à souligner qu'il convient encore
de s'accorder clairement sur la
répartition des responsabilités
entre la Justice et les services de
police dans le cadre de ce dossier.
Toutefois, cela ne peut en aucun
cas ralentir les travaux
informatiques, ni les paralyser.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, het
belangrijkste is dat de scanner zal kunnen functioneren. Ik hoop dat
naar aanleiding van de vragen duidelijk is dat er iets moet gebeuren
en blijkbaar zal Justitie de kosten hiervan op zich moeten nemen.

Het is betreurenswaardig dat het zolang moest duren vooraleer men
dit initiatief heeft genomen. De mensen die met dit dossier bezig zijn,
verdienen beter. Ik hoop dat zij nu snel over de noodzakelijke
apparatuur kunnen beschikken, zodat de speurders kunnen doen wat
van hen wordt verwacht.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Il
importe surtout que le scanner
puisse fonctionner. Il est
regrettable que ce dossier soit
resté en souffrance aussi
longtemps.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de overbevolking van de
Nederlandstalige penitentiaire instellingen" (nr. 7754)
04 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "la surpopulation dans
les établissements pénitentiaires néerlandophones" (n° 7754)
04.01 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik wil de
heer Van Parys graag de statistische gegevens bezorgen die hij heeft
gevraagd. Dat vraagt echter tijd. Ik wil de heer Van Parys dan ook
vragen om ofwel zijn vraag schriftelijk te stellen ofwel mij toe te laten
hem een schriftelijk antwoord op zijn mondelinge vraag te bezorgen.
04.01 Marc Verwilghen, ministre:
Pour rassembler des données
statistiques en réponse à cette
question, j'ai besoin d'un délai
plus important. Je propose que M.
Van Parys formule sa question par
écrit ou qu'il accepte une réponse
écrite.
04.02 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is
misschien goed dat ik de vraag mondeling situeer zodat ik de
precieze gegevens ontvang waarover ik duidelijkheid wil. Ik heb er
geen probleem mee dat de minister mij het antwoord schriftelijk
bezorgt. Mijnheer de minister, ik hoop dat de gegevens mij dan zo
snel mogelijk zullen worden toegezonden.

Wat is probleem? Het probleem kwam ter sprake tijdens een
hoorzitting met verschillende actoren over hun visie over het
wetsvoorstel-Dupont in de commissie voor de Justitie van vorige
maandagmiddag. Enkele actoren hebben in aanwezigheid van een
aantal parlementsleden laten blijken dat er een aantal problemen
waren.
04.02 Tony Van Parys (CD&V):
J'accepte que le ministre me
réponde par écrit mais je tiens
tout de même à présenter le
problème verbalement.

Une certaine disparité apparaîtrait
entre les institutions pénitentiaires
néerlandophones et francophones
en ce qui concerne l'admission de
détenus originaires d'Europe de
l'Est. En outre, davantage de
francophones séjourneraient dans
des institutions néerlandophones
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Ten eerste zou er een discrepantie zijn tussen de Nederlandstalige
en de Franstalige penitentiaire instellingen inzake de opname van
Oost-Europeanen die zowel voorlopig in hechtenis als veroordeeld
zijn. De klacht bij de Nederlandstalige instellingen is dat het
taalprobleem met de Oost-Europese gedetineerden dermate is dat de
Franstaligen zich daarvan gemakkelijk afmaken en ze overlaten aan
de Nederlandstalige of de Vlaamse penitentiaire instellingen. Kan op
basis van de cijfers inderdaad worden bevestigd dat beduidend meer
Oost-Europeanen in hechtenis zijn in de Nederlandstalige dan in de
Franstalige penitentiaire instellingen?

Ten tweede, er zouden meer Franstaligen in Nederlandstalige
penitentiaire instellingen verblijven dan Nederlandstaligen in
Franstalige penitentiaire instellingen. De basis van het probleem zou
hier ook weer zijn dat men ervan uitgaat dat men in de Vlaamse
penitentiaire instellingen gemakkelijker de Franse taal beheerst en
inspanningen doet, terwijl men in de Franstalige instellingen de
inspanningen niet doet en op die manier van die last vanaf zou zijn.
Ook daar zou ik de precieze verhoudingen willen kennen.

De grond van beide bemerkingen inzake de Oost-Europese
gedetineerden en tegenover Franstaligen en Nederlandstaligen is dat
het probleem van de overbevolking eigenlijk veel meer een probleem
is van de Nederlandstalige instellingen dan van de Franstalige.

Mijnheer de minister, u zegt dat u mij schriftelijk zult antwoorden. Ik
kan daarvoor begrip opbrengen. De gegevens moeten immers
worden verzameld. Ik zou graag de cijfers terzake per penitentiaire
instelling krijgen. Dat zal ons in staat stellen dit probleem objectief te
beoordelen en na te gaan of de klachten die werden geuit
daadwerkelijk bestaan. Ik dring erop aan om zo vlug mogelijk over
deze cijfers te kunnen beschikken.
qu'inversement. Le ministre peut-il
confirmer ces informations?
Quelle est l'origine de ce
déséquilibre? Le ministre peut-il
donner un aperçu des proportions
par institution pénitentiaire?
Quelles sont les différences entre
les institutions francophones et
néerlandophones en termes de
surpopulation?

04.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik zal de
cijfers zo vlug mogelijk aan de heer Van Parys bezorgen. Ik heb de
opdracht al gegeven om de gegevens te verzamelen.
04.03 Marc Verwilghen, ministre:
Je suis disposé à vous fournir les
données demandées dans les
meilleurs délais.
De voorzitter: Misschien kan daarvan ook een afschrift aan de
commissie worden bezorgd. De heer Van Parys verwijst immers naar
de hoorzitting. Deze informatie kan als bijkomende informatie van de
hoorzitting aan de leden worden bezorgd.
Le président: Les chiffres en
question peuvent être utiles à tous
les membres de la commission,
en complément des auditions
relatives à cette matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Justitie over "de aangekondigde
verhuizing van de Hasseltse rechtbank" (nr. 7762)
05 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de la Justice sur "le futur déménagement du
tribunal d'Hasselt" (n° 7762)
05.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben met u al verschillende gesprekken gehad over
de definitieve huisvesting van alle gerechtelijke diensten in Hasselt
of zelfs in de hele provincie Limburg. U hebt gezocht naar
tussenoplossingen wat een aantal diensten in Hasselt betreft, in de
05.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
D'après le Moniteur belge du 3
juillet, le tribunal de première
instance et le parquet de Hasselt
quitteront, le 1
er
septembre
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
vorm van het huren van het oude gasthuis. Ik denk dat het gasthuis
al gehuurd wordt sinds februari 2002. Op 3 juli jongstleden, vorige
week dus, verscheen in het Staatsblad een adreswijziging van de
rechtbank van eerste aanleg en het parket van de procureur: vanaf 1
september 2002 zullen die diensten in het oude gasthuis gehuisvest
worden. Op 4 juli heeft de voorzitter van de rechtbank van eerste
aanleg via de pers zijn ongenoegen daarover geuit, omdat hij zag dat
zulks totaal onhaalbaar is, dat aan het gebouw nog heel wat
verbouwingswerken en aanpassingen moeten gebeuren, dat er geen
meubelen aanwezig zijn en zo meer. Intussen heb ik gehoord dat het
volgens de procureur voor hen ook goed is als de diensten van
Justitie zeggen dat alles in orde is. Het enige wat zij immers aan de
minister gevraagd hebben, is dat hij een duidelijk sein geeft wat het
adres van de oproepen voor september betreft, zodat men daaraan
geen aanpassingen meer moet aanbrengen.

Mijnheer de minister, nu hoor ik weer dat de voorzitter zich toch blijft
verzetten tegen de verhuis. 1 september is natuurlijk niet meer veraf.
Vandaar dat ik de zaak even wil opentrekken. Een maand of acht,
negen geleden bent u in Limburg op bezoek geweest en hebt u
samen met uw collega-minister, de heer Daems, aan de gerechtelijke
diensten aangekondigd dat u hun definitieve huisvesting plande in de
verbouwde oude Herckenrode-kazerne met nieuwbouw. In een
tussenfase zouden de diensten echter verhuizen naar het oude
gasthuis. Ik wil u dus een paar vragen stellen over die tussenfase.

Bevestigt u dat de verhuis haalbaar is tegen 1 september? Zo ja, hoe
zult u in contact treden met de betrokkenen? Het getouwtrek rond het
dossier komt bij de bevolking niet goed over. Als de ene dienst zegt
dat het wel kan, terwijl de andere dienst zegt dat het niet kan, is het
goed dat u vandaag concreet bevestigt hoe die verhuis zal gebeuren.
Graag hoor ik van u hoe u de verdere stappen ziet wat de geplande
verbouwingen en de nieuwbouw van het gerechtsgebouw in Hasselt
betreft, en de huisvesting van de verschillende diensten daarin.
prochain, le Havermarkt pour
emménager à la Oude Gasthuis à
la Thonissenlaan. Le président du
tribunal, M. Palms, a toutefois
immédiatement déclaré par voie
de presse ne rien savoir de ces
projets et qu'un tel
déménagement est pratiquement
irréalisable, étant donné la
situation de la Oude Gasthuis. Le
procureur, quant à lui, ne voit pas
d'inconvénient au projet de
déménagement. Qui faut-il croire?
Le justiciable aspire à la clarté. Le
déménagement aura-t-il lieu et,
dans l'affirmative, quand?

Ce déménagement ne
constituerait qu'une étape
intermédiaire en attendant un
établissement définitif dans un
nouveau palais de justice à
Hasselt. Pour quelle date ce
dernier est-il prévu? Où ce
bâtiment se situera-t-il? Comment
les différents services doivent-ils
se débrouiller en attendant?

De voorzitter: Mevrouw Brepoels, u hebt het niet over de verdiepingen gehad. Die zouden ook al een
twistpunt vormen, naar ik hoor.
05.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Zo goed ben ik niet ingelicht.
05.03 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Brepoels, mijn antwoord
zal uit twee onderdelen bestaan, omdat uw vraag eigenlijk ook uit
twee onderdelen bestond.

Ten eerste, ik kan heel formeel de verhuis bevestigen van de
rechtbank van eerste aanleg en het parket van de procureur des
Konings in Hasselt. Ook de balie verhuist mee.

Ik moet wel eerst zeggen dat ik verbaasd ben over de verklaringen
van de voorzitter van de rechtbank die beweert van niets te weten,
terwijl op 10 juni 2002 tijdens een vergadering in zijn bureau, en in
zijn aanwezigheid, gezegd is dat de verhuis van beide rechtsmachten
vanaf 1 augustus 2002 kan beginnen. Tijdens dezelfde vergadering
werden door de voorzitter nog enkele aanpassingen gevraagd. Die
zullen uiterlijk op 15 augustus 2002 uitgevoerd zijn. De leveringen
van het meubilair zijn voorzien voor juli en augustus 2002. De
sleutels zullen aan de voorzitter overhandigd worden begin augustus.
05.03 Marc Verwilghen, ministre:
Le tribunal de première instance
et le parquet du procureur du Roi
à Hasselt, de même que le
barreau, vont en effet déménager
prochainement. Le 10 juin a
encore eu lieu une réunion sur la
question avec le président du
tribunal qui sait donc
pertinemment que le
déménagement débutera le 1
er
août et que quelques travaux
d'aménagement de la Oude
Gasthuis
devront être terminés
d'ici au 15 août. Les meubles, le
matériel informatique et les lignes
téléphoniques seront installés à
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
De verhuisfirma wordt eerstdaags gekozen. De installatie van de
informatica-infrastructuur en de telefonie gebeurt tijdens de verhuis.

Reeds sedert april 2002 is geweten dat er wordt gewerkt met het oog
op een verhuis in deze verlofperiode. Er was dus tijd genoeg om de
nodige voorbereidingen te nemen. Ik hoor bovendien geen enkele
opmerking over deze verhuis, noch vanwege de procureur des
Konings noch vanwege de balie, die allebei tijdens de genoemde
vergadering bevestigden op 1 augustus hun verhuis te zullen
inzetten.

Ik kom tot het tweede deel van uw vraag. De kredieten voor de bouw
van een nieuw gerechtsgebouw in Hasselt zijn in het voorstel van het
meerjarenplan 2003-2005 voor het jaar 2004 opgenomen. De huidige
planning gaat uit van een bouwtijd van drie jaar. Ondertussen heeft
de Regie der Gebouwen reeds een haalbaarheidsstudie gemaakt en
contacten gelegd met de verschillende adviesverstrekkende en
vergunnende overheden, waarbij de Herkenrodekazerne als beste
bouwplaats werd beschouwd.

De ontwerpen zullen worden gestart na het akkoord van de
Ministerraad voor de toekenning van het budget. Daar zit dus een lijn
in.
temps. Ce déménagement a été
annoncé dès le mois d'avril, pour
que l'on puisse s'y préparer
convenablement. Le procureur et
le barreau ont annoncé qu'ils
commenceraient à déménager le
1
er
août.

Les crédits pour la construction du
nouveau palais de justice
d'Hasselt figurent dans la
proposition du plan pluriannuel
2003-2005. Ils pourront être mis
en oeuvre en 2004. Le chantier
devrait s'étaler sur trois ans.
Entre-temps, la Régie des
bâtiments a réalisé une étude de
faisabilité et a recueilli divers avis.
Au vu de ceux-ci, la caserne
Herkenrode apparaît comme
l'emplacement idéal. Dès que le
Conseil des ministres aura donné
son feu vert au budget, le projet
pourra démarrer.
De voorzitter: Wij moeten toch niet gaan helpen, mevrouw Brepoels?
05.04 Frieda Brepoels (VU&ID): Neen, maar u kunt toch begrijpen
dat het dossier mij erg interesseert, ook vanuit mijn vorig leven. Ik
vind het belangrijk dat de diensten goed zijn gehuisvest. Dat komt de
dienstverlening alleen maar ten goede.

De minister heeft bevestigd wat ik in mijn vraagstelling heb
aangehaald. De procureur en de balie hebben geen enkel probleem
met de verhuis. Het gaat hier vooral om een probleem van de
voorzitter, maar dan nog meen ik dat het een zaak van de minister is
om hem erop te wijzen dat die verhuis in de beste omstandigheden
moet gebeuren opdat men de mensen daar op 1 september op een
deftige manier kan ontvangen, te meer daar de Belgische Staat het
Gasthuis inderdaad al enkele maanden huurt.

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord omtrent de
nieuwbouwplannen. Ik hoop dat de begrotingscontroles van dit jaar
en de volgende jaren het project verder overeind zullen houden
zodat wij in de volgende jaren tot de uitvoering zullen kunnen
overgaan.
05.04 Frieda Brepoels (VU&ID):
La réponse du ministre est
porteuse d'espoir. Le problème
résulte donc moins de difficultés
pratiques que d'une certaine
mauvaise volonté affichée par le
président du tribunal. Il convient
de rappeler ce dernier à l'ordre,
pour que le transfert puisse se
faire dans les meilleures
conditions.

Quoi qu'il en soit, le projet de
transfert définitif vers la nouvelle
construction de Herkenrode doit
être maintenu. Il faudra y être
suffisamment attentif lors des
prochains contrôles budgétaires,
pour que la mise en oeuvre du
projet puisse débuter dans les
délais annoncés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "het
hervormingsproject betreffende de wetgeving inzake de internering" (nr. 7759)
06 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "le projet de réforme de la
législation en matière d'internement" (n° 7759)
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige week werd door een Gentse rechter in
kortgeding de vrijlating bevolen van een pedofiel die door uw
interventie geïnterneerd werd. Bij het doornemen van de
persberichten vernam ik dat u onthutst gereageerd hebt en dat u zich
zelfs wat tegen die vrijlating hebt verzet, waarvoor u alle juridische
mogelijkheden wilt aanwenden. Binnen de schoot van de
paarsgroene meerderheid op Vlaams niveau heeft Vlaams
parlementslid Jan Van Duppen daarover enkele kritische
beschouwingen geuit.

Met betrekking tot de grond van de problematiek wil ik daarover het
volgende vragen.

Ten eerste, wat is de stand van zaken van het project betreffende de
hervorming van de interneringswetgeving, die al enkele jaren in
voorbereiding was en waaromtrent ook aankondigingen zijn gebeurd?
Zijn er voor de financiering van die hervorming ook al
kostenramingen? Wetgeving is namelijk één zaak, maar daarvoor
moeten ook de nodige middelen worden voorzien.

Ten tweede, in het najaar van 2001 zei u dat u in het begin van 2002
met enkele proefprojecten zou starten, waarbij de hulpverlening aan
en de verzorging van geïnterneerden zouden worden toevertrouwd
aan naburige psychiatrische klinieken. Wat is de stand van zaken
van die proefprojecten? U zei dat onder meer de ziekenhuizen van
Zelzate, Bierbeek en Rekem in staat zouden moeten zijn om volledig
gebruikt te worden. U sprak er eveneens over om daar negentig
forensische psychiatrische bedden voor geïnterneerden te
garanderen. Is die bezetting er en is ze volledig?
06.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Récemment, le tribunal
de Gand a ordonné en référé la
libération d'un pédophile dont le
ministre avait demandé
l'internement. Selon la presse, le
ministre aurait interjeté appel.

Dans le journal De Morgen, le
parlementaire flamand Jan Van
Duppen a accusé le ministre
d'inertie parce qu'il négligerait
d'apporter les modifications
nécessaires aux lois existantes.
Où en est la réforme de la loi sur
l'internement? Qu'en coûtera-t-il?
Comment se déroulent les projets
pilotes dans les cliniques
psychiatriques? Les 90 lits
psychiatriques de Zelzate,
Bierbeek et Rekem réservés à la
médecine légale sont-ils déjà tous
occupés?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Verherstraeten, vooreerst wil ik duidelijk maken dat mijn reactie op
de vrijlating van de pedofiel in wezen niets te maken heeft met de
problematiek van de internering op zich.

Het betrof hier een veroordeelde, die op eensluidend advies van de
commissie tot bescherming van de maatschappij op het strafeinde
werd geïnterneerd bij ministeriële beslissing. Dat gebeurde op basis
van artikel 21 van de wet tot bescherming van de maatschappij. Dat
artikel wordt al sinds 1964 toegepast, tot vorige week zonder enig
probleem. Ook het feit dat die internering zich uitstrekt over de duur
van de uitgesproken straf, is wettelijk. Het Hof van Cassatie heeft dat
in een arrest in 1974 namelijk al bevestigd.

Echter, dezelfde commissie tot bescherming van de maatschappij,
die mij unaniem had geadviseerd om de veroordeelde te interneren,
oordeelde enige tijd geleden dat de betrokkene niet geïnterneerd had
mogen worden, ook al beaamde zij dat het om een gevaarlijke
psychopaat en recidiverede pedofiel ging. Psychopathie zou immers
geen geestesziekte zijn. Ik ben geen psychiater, maar ik heb wel
gezond verstand en ik weet dat dergelijke mensen eigenlijk best niet
vrij rondlopen.

Gelukkig oordeelde de hoge commissie tot bescherming van de
maatschappij in beroep dat de betrokkene geïnterneerd moest
blijven. De betrokkene ging daarop in kortgeding. De magistrate van
dienst beval de onmiddellijke vrijlating van die man, ook al erkende
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
La personne concernée avait été
internée à l'issue de la peine
qu'elle avait purgée, en vertu
d'une décision ministérielle rendue
sur avis conforme de la
commission de défense sociale,
sur la base de l'article 21 de la loi
de défense sociale. Cet article est
appliqué sans problème depuis
1964. Selon la Cour de cassation,
l'internement peut en outre
s'étendre au-delà de la durée de
la peine prononcée.

La même commission a
cependant jugé il y a quelque
temps que l'intéressé n'aurait pas
dû être interné, bien qu'il s'agisse
d'un psychopathe dangereux et
d'un pédophile récidiviste. La
psychopathie ne constituerait en
effet pas une maladie mentale. Je
ne suis pas psychiatre mais le bon
sens me dit qu'un individu dans
cet état ne doit pas pouvoir
circuler librement. En appel, la
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
zij opnieuw de gevaarlijkheid van die persoon. De reden was onder
meer dat artikel 21 van de wet onvoldoende garanties zou bieden in
het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Ik ­ en met mij het parket ­ deel die visie niet omdat het geheel van
de procedure voor ogen moet worden gehouden. Wij tekenden dan
ook hoger beroep aan. Tegelijkertijd heb ik aan het parket gevraagd
de procedure op te starten om die man gedwongen te laten opnemen
in een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis conform de
wet op de collocatie van 1990.

Op uw vragen betreffende de internering kan ik het volgende
antwoorden.

Ten eerste, ik kan u meedelen dat de voorbereidende
werkzaamheden over de nieuwe interneringswet zijn afgerond. Ik
herinner u eraan dat aan emeritus advocaat-generaal
Vandemeulbroeke werd gevraagd om de aanbevelingen van de
commissie voor de Internering legislatief te vertalen. Zijn voorstel
van voorontwerp werd vervolgens voorgelegd aan tal van experts en
diensten die bij de forensische psychiatrie zijn betrokken.

Deze aanbevelingen werden ­ indien bruikbaar ­verwerkt in de tekst
waarover het interkabinettenoverleg intussen is afgerond. Zodra ik
het advies van de inspecteur van Financiën heb, ga ik met dit
voorontwerp van wet naar de Ministerraad. Als de agenda van de
raad het toelaat, zal dit nog deze maand gebeuren, wellicht tijdens de
laatste Ministerraad dus.

Ik wil hier nog aan toevoegen dat er lang en veel werd gewerkt aan
de voorbereiding van het ontwerp. Vorige week las ik in De Morgen
dat de heer Van Duppen mij verwijt dat ik niets heb gedaan. Volgens
hem moest ik enkel maar uitvoeren wat mijn voorgangers allemaal al
hadden klaargestoomd. Volgens de heer Van Duppen lag dat gewoon
voor het rapen. Ik weet niet waar hij dat haalt, in de vorige regering
was er absoluut geen akkoord. Minister De Galan is op het einde nog
dwars gaan liggen in deze materie. Er was dus zeker geen wettekst.
Er was wel een uitstekend rapport van de commissie Internering,
maar dat bevatte slechts aanbevelingen. We hebben daar dus verder
aan moeten werken.

Ten tweede kom ik terug op uw vraag over de kosten. De kosten
voortvloeiend uit de nieuwe wet werden becijferd. U zult begrijpen
dat één en ander eerst het voorwerp moet uitmaken van overleg
binnen de Ministerraad. De belangrijkste uitgavenposten zijn de
verbetering van de psychiatrische omkadering in de gevangenissen
en de financiering van de opvang van de medium en low risk-
geïnterneerden in de gewone psychiatrie, weliswaar op bijzondere
afdelingen en mits voldaan is aan zeker voorwaarden.

Ten derde heb ik vorig jaar binnen de penitentiaire administratie een
beleidsveld psychiatrische zorg opgericht. Naast de aanpak van tal
van problemen die de internering betreffen, heeft deze groep ook de
opdracht gegeven om in enkele gevangenissen een
samenwerkingsverband aan te gaan met naburige psychiatrische
klinieken. Het dossier werd eind vorig jaar voorbereid, maar is gestuit
op een negatief advies van de inspectie van Financiën. Ik acht het
ondertussen aangewezen om het debat over de internering in de
haute commission de défense
sociale a heureusement estimé
qu'il convenait d'interner
l'intéressé qui a toutefois saisi le
juge en référé. Celui-ci a ordonné
sa libération immédiate parce que
l'article 21 de la loi porterait
atteinte à la Convention
européenne de sauvegarde des
droits de l'homme. Ni le parquet,
ni moi-même, ne partageons cette
vision des choses. Il faut en effet
garder à l'esprit toute la
procédure. C'est la raison pour
laquelle nous avons interjeté
appel du jugement en référé et
entamé une procédure
d'internement forcé dans la
section fermée d'une clinique
psychiatrique, sur la base de la loi
de collocation de 1990.
Les travaux préparatoires de la
nouvelle loi sur l'internement sont
clôturés. La proposition d'avant-
projet élaborée par l'avocat
général Vandemeulebroeke a été
soumise à de nombreux experts et
aux services de psychiatrie légale
et elle a été adaptée sur la base
de leurs recommandations. La
concertation intercabinets est
terminée. J'attends aujourd'hui
l'avis de l'Inspection des finances,
après quoi je présenterai l'avant-
projet au conseil des ministres. Ce
sera sans doute chose faite lors
du dernier conseil des Ministres
avant les vacances.

Je ne puis pas me rallier aux
déclarations du parlementaire
flamand Van Duppen qui a
déclaré que je n'avais plus qu'à
achever ce qui était presque prêt.
Je souligne qu'au sein du
précédent gouvernement, il n'y
avait ni accord ni projet de loi. La
ministre De Galan n'a cessé de
me mettre des bâtons dans les
roues. Il y avait tout au plus un
rapport de la commission
internement qui ne comportait
toutefois que des
recommandations.

Le Conseil des ministres
examinera évidemment aussi la
CRIV 50
COM 808
08/07/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Ministerraad af te wachten om na te gaan welke nieuwe initiatieven
ter zake kunnen worden genomen.

Tot slot vermeld ik nog dat het project met de drie partnerklinieken
een succes is. De klinieken moesten evenwel 94 bedden ter
beschikking kunnen houden, wat nog iets anders is dan 94 bedden
laten bezetten. De patiënten worden immers zorgvuldig uitgezocht
door een selectiecomité. Intussen zijn er 78 geïnterneerden
geselecteerd waarvan er al 52 in de klinieken te Zelzate, Rekem en
Bierbeek werden opgenomen. De laatste opnames zullen binnen
enkele weken worden gerealiseerd. Dan is uitgevoerd wat
overeengekomen werd.
question des coûts de la nouvelle
loi d'internement. L'encadrement
psychiatrique dans les prisons et
la prise en charge d'internés
« medium et low risk » dans les
services psychiatriques ordinaires
­ fût-ce dans des sections
spéciales et à condition que
certaines conditions soient
remplies - coûte effectivement
très cher.

L'an passé, j'ai créé une cellule
soins psychiatriques pour assurer
le suivi des problèmes en matière
d'internement et pour mettre sur
pied un accord de coopération
entre certaines prisons et des
cliniques psychiatriques
environnantes. L'inspection des
finances a toutefois rendu un avis
négatif. J'attends à présent la
concertation au conseil des
ministres avant de prendre de
nouvelles initiatives.

Le projet mis sur pied avec les
trois cliniques partenaires est
effectivement un succès. Les lits
sont déjà au nombre de 94 et 78
internés ont été sélectionnés, dont
52 ont déjà été admis dans les
cliniques de Zelzate, Rekkem et
Bierbeek. Les prochaines
admissions ne tarderont pas.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor het antwoord. In het licht van de verwijzing naar vorige
legislaturen moet ik zeggen dat er tijdens de vorige legislatuur een
commissie werd opgericht. Men heeft teksten voorbereid en er werd
advies uitgebracht door de commissie. De toenmalige ministers van
Justitie hebben deze wetgeving niet kunnen afwerken. Ik meen
echter dat er ook toen wel wat gebeurd is. De wetgeving kon toen
echter niet worden afgerond in de vorm van een ontwerp. We zullen
nu zien of u daar in de komende weken wel in slaagt. We moeten dat
afwachten.

Mijnheer de minister, als u in het licht van deze rechtspraak die een
gevaarlijke precedentwaarde kan hebben een ontwerp indient, moet
er advies van de Raad van State komen en een bespreking in het
Parlement. Het kan dus nog enige tijd duren. Wij zullen dan met
meer uitspraken van die aard geconfronteerd worden. De vraag is
hoe u dat zult opvangen.

Wat de concrete casus betreft waar we het zo-even over hadden, is
er een beschikking in kortgeding die uitvoerbaar is bij voorraad.
Heeft dat de facto als gevolg dat de betrokkene zal vrijkomen? Is hij
intussen al vrij? Kan men toch bewarende maatregelen nemen,
06.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Aucun projet de loi
n'avait donc pu être rédigé sous la
précédente législature. J'espère
que le ministre y réussira.

La jurisprudence pourrait toutefois
créer en l'espèce un précédent
dangereux. Comment le ministre
s'y prendra-t-il pour résoudre les
problèmes en attendant l'avis du
Conseil d'Etat? La décision du
juge en référé est exécutoire par
provision nonobstant l'appel.
L'intéressé sera-t-il alors
effectivement libéré? Que compte
faire le ministre concrètement
dans ce dossier?
08/07/2002
CRIV 50
COM 808
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
hangende de beroepsprocedure?
06.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik heb nog
twee elementen van antwoord voor de heer Verherstraeten. Als ik
zonet heb gezegd dat er nog niets was, dan bedoelde ik dat de
toenmalige minister De Galan eigenlijk niet de vooruitgang heeft
geboekt die men had willen boeken. De zaak is daar geblokkeerd
gebleven.

Ten tweede, ondertussen is de wetgeving er nog niet en is er wel al
die uitspraak en de precedentwaarde die de rechtspraak kan hebben.
Er is beroep aangetekend, maar er is ook beroep gedaan op de wet
van 1990 op de collocatie. De persoon in kwestie is ondertussen dus
gecolloceerd. Hij is niet in vrijheid gesteld. Het is duidelijk dat wij via
een wet een antwoord op de problematiek zullen moeten bieden. Dat
antwoord staat in het voorontwerp van wet op de internering
06.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je répète que la ministre De
Galan a bloqué ce dossier. La
nouvelle législation devrait en
effet être adoptée le plus vite
possible et tenir compte du risque
de voir naître un précédent.

L'appel que j'ai interjeté est fondé
sur la loi de collocation de 1990.
L'intéressé n'est donc pas libre.

06.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, als de
wet op de collocatie het toelaat in deze concrete zaak, vind ik dat
goed. Als wij echter nog veel van dergelijke zaken zullen krijgen, is
het mogelijk dat de wetgeving op de collocatie wel eens niet de
noodzakelijk helpende hand zal kunnen bieden. Daarom is het
belangrijk dat dit wetgevend initiatief snel het Parlement bereikt.

06.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le danger de voir surgir
des cas analogues et s'instaurer
une nouvelle jurisprudence est
réel. Dès lors, la législation doit
être adaptée dans les meilleurs
délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.05 heures.