KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 794
CRIV 50
COM 794
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
dinsdag
mardi
25-06-2002
25-06-2002
09:00 uur
09:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de verklaring van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu met betrekking tot heroïne-
experimenten" (nr. 1329)
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la déclaration de la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement en ce qui
concerne les expériences en matière de
distribution d'héroïne" (n° 1329)
- de heer Jacques Germeaux tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voorstel van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu om op een gecontroleerde manier
heroïne te verstrekken" (nr. 1335)
- M. Jacques Germeaux à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la proposition
de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement de distribuer de l'héroïne sous
contrôle" (n° 1335)
Sprekers:
Koen Bultinck, Jacques
Germeaux, Magda Aelvoet
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
, Magda De Meyer
Orateurs:
Koen Bultinck, Jacques
Germeaux, Magda Aelvoet
, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
, Magda De
Meyer
Moties
8
Motions
8
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
9
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "de aanstelling van de
gedelegeerd bestuurder van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 7593)
8
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
désignation de l'administrateur délégué de
l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire" (n° 7593)
9
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de aanstelling van de nieuwe
gedelegeerd bestuurder voor het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 7600)
8
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la désignation du nouvel
administrateur délégué de l'Agence fédérale pour
la Sécurité de la Chaîne alimentaire" (n° 7600)
9
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de aanstelling van de
gedelegeerd bestuurder van het FAVV" (nr. 7609)
9
- Mme Frieda Brepoels à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
désignation de l'administrateur délégué de
l'AFSCA" (n° 7609)
9
Sprekers: Koen Bultinck, Frieda Brepoels
,
voorzitter van de VU&ID-fractie
, Annemie
Van de Casteele, Magda Aelvoet
, minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
, Hubert Brouns
Orateurs: Koen Bultinck, Frieda Brepoels
,
président du groupe VU&ID
, Annemie Van de
Casteele, Magda Aelvoet
, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
, Hubert
Brouns
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
samenwerking van een farmaceutisch bedrijf met
de gemeenten voor onderzoek naar osteoporose"
(nr. 7599)
15
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
collaboration entre une entreprise
pharmaceutique et les communes à propos d'une
étude sur l'ostéoporose" (n° 7599)
15
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het aantal toegelaten studenten
tot de geneeskunde en de tandheelkunde"
(nr. 7602)
18
Question de M. Jef Valkeniers à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le nombre
d'étudiants admis en médecine et en dentisterie"
(n° 7602)
18
Sprekers: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
25
JUNI
2002
09:00 uur
______
du
MARDI
25
JUIN
2002
09:00 heures
______

La séance est ouverte à 09.32 heures par Mme Michèle Gilkinet, présidente.
De vergadering wordt geopend om 09.32 uur door mevrouw Michèle Gilkinet, voorzitter.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de verklaring van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu met
betrekking tot heroïne-experimenten" (nr. 1329)
- de heer Jacques Germeaux tot de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voorstel van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu om op een gecontroleerde manier heroïne te verstrekken" (nr. 1335)
01 Interpellations jointes de
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la déclaration de la ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement en ce qui concerne les expériences en matière de
distribution d'héroïne" (n° 1329)
- M. Jacques Germeaux à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et
de l'Environnement sur "la proposition de la ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement de distribuer de l'héroïne sous contrôle" (n° 1335)
01.01
Koen Bultinck
(VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter, als u
het mij toestaat zou ik toch even mijn ergernis willen uiten. Als wij
een afspraak maken om in de commissie om negen uur te beginnen,
dan zou ik het toch collegiaal vinden dat alle collega's, zowel van de
meerderheid als van de oppositie, een poging doen om op tijd
aanwezig te zijn, zowel uit respect voor de diensten als voor ieder
van ons, voor wie tijd kostbaar is.

Tegen eerdere afspraken in, zal ik dan toch mijn interpellatie
ontwikkelen. Mevrouw de minister, enige tijd geleden deed u een
aantal uitspraken met betrekking tot de gecontroleerde toediening
van heroïne. Deze uitspraken zorgden op zijn zachtst gezegd voor
een stroom van reacties. Ik zal u er slechts een geven uit uw eigen
meerderheid. Ik verwijs naar de reactie van collega Coveliers,
fractieleider van de VLD in deze Kamer. Zijn reactie sprak
boekdelen. Om ze toch nog eens in herinnering te brengen, zal ik ze
maar letterlijk citeren: "Ik vind dat er veel te weinig betrouwbare
wetenschappelijke studies zijn die het gecontroleerd ter beschikking
stellen van heroïne rechtvaardigen. Gaat men die verslaafden hele
01.01
Koen Bultinck
(VLAAMS
BLOK): Voici quelques temps, la
ministre a fait des déclarations
remarquées à propos de la
distribution contrôlée d'héroïne.
Ces propos ont suscité de
nombreuses réactions,
notamment de M. Coveliers,
lequel estime que cette approche
est étayée par trop peu d'études.

La note fédérale sur les drogues
précise certes que des
expériences similaires sont
réalisées à l'étranger mais aussi
que le gouvernement
n'entreprendra jamais lui-même
de telles expériences.
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
dagen in instellingen houden om te controleren of ze hun gerief ook
niet elders halen? Ik vind het toch ook heel dubbelzinnig. Enerzijds
zit je met heroïne in de illegaliteit, anderzijds gaat de overheid zich
heroïne aanschaffen om er drugsverslaafden mee overeind te
houden. Ik sta daar erg kritisch tegenover". Einde citaat.

Een deel van de discussie hebben we inderdaad vorige week reeds
in de commissie voor de Volksgezondheid kunnen voeren naar
aanleiding van de bespreking van het wetsontwerp dat in de
wettelijke basis moet voorzien voor de substitutie met methadon. Wij
moeten daar even een bijkomende kanttekening bij maken.

Ik moet u de federale drugsnota ­ die het Vlaams Blok niet
onderschrijft omdat ze veel te toegeeflijk is inzake het gebruik van
cannabis en dergelijke producten ­ in herinnering brengen, mevrouw
de minister, want uw uitspraken komen niet overeen met de tekst van
de federale drugsnota. Ik citeer de drugsnota op pagina 54: "In het
buitenland, onder andere Nederland en Zwitserland, lopen en liepen
wetenschappelijke experimenten rond gecontroleerde
heroïneverstrekking. De federale regering zal de resultaten van deze
experimenten evalueren. Er lijkt, onder andere, een gunstige invloed
te zijn op een aantal nieuwe HIV- en hepatitisbesmettingen." Dan
komt de cruciale zinsnede, mevrouw de minister: "De federale
regering zal geen experimenten opzetten of betalen rond
gecontroleerde heroïneverstrekking" Dat zijn de twee cruciale
paragraafjes in de federale drugsnota.

Het derde element in de discussie, mevrouw de minister, is uiteraard
de uitspraak van uw Vlaamse collega en partijgenoot Mieke Vogels.
In antwoord op een vraag van mijn collega Marijke Dillen in het
Vlaams Parlement nam mevrouw Vogels zeer duidelijk afstand. Zij
verklaarde dat het niet opportuun is om in Vlaanderen dergelijke
heroïne-experimenten op te starten. Zij zei duidelijk dat u hebt
ingespeeld op een initiatief dat in de stad Luik wordt geconcretiseerd.
Blijkbaar krijgt dat initiatief in Luik de unanieme steun van de
gemeenteraad, maar Mieke Vogels acht dergelijke experimenten in
Vlaanderen niet aangewezen. Zij wijst daarbij op een resolutie die het
Vlaams Parlement inzake ontrading van druggebruik heeft
aangenomen. Ik verwijs ook naar een motie van aanbeveling en een
gedrukt stuk van het Vlaams Parlement waarin duidelijk wordt
gezegd dat vanuit hun visie een ontradingsbeleid ten aanzien van
alle drugs moet worden gevoerd door middel van aangepaste
communicatietechnieken en methoden.
Voorzitter: Yolande Avontroodt
Présidente: Yolande Avontroodt
Au Parlement flamand, la ministre
Vogels a clairement pris ses
distances par rapport à cette
initiative et a déclaré que celle-ci
n'avait pas sa place en Flandre.
Le Parlement flamand a d'ailleurs
adopté une résolution pour
déconseiller l'usage de drogues.

La proposition de la ministre
Alvoet pose des problèmes.
Même la distribution de
méthadone est dépourvue de
toute base légale. De telles
déclarations ne sont donc pas
réalistes. La ministre de la Santé
publique recommande des
pratiques illégales. Une tolérance
plus grande encore est
inadmissible. On ne peut tout de
même pas faire jouer le rôle de
dealer aux pouvoirs publics.

Quel sens faut-il donner aux
déclarations de la ministre?

La ministre a-t-elle connaissance
des expériences qui se déroulent
à l'étranger? Comment celles-ci
ont-elles été évaluées?

Comment la ministre pense-t-elle
pouvoir résoudre le problème de
l'absence de base légale?


Quel est le point de vue du
gouvernement en la matière?

Des projets pilotes seront-ils
lancés dans quelques villes
belges?


Mevrouw de minister, globaal genomen meen ik dat wij wel degelijk
een probleem hebben met uw uitspraken. Voor de substitutie met
methadon is er nog geen wettelijke basis ­ wij verrichten daar
momenteel wetgevend werk voor ­ laat staan dat er een wettelijke
basis zou bestaan voor experimenten met heroïne. Ik heb u
herinnerd aan een aantal uitspraken van de heer Coveliers op
federaal niveau en verwezen naar de uitspraken van uw Vlaamse
collega Mieke Vogels. Mevrouw de minister, ik meen dat wij met een
aantal problemen zitten en dat u, wegens de uitspraken die u op dat
vlak hebt gedaan, in de problemen zit. Het kan toch niet de bedoeling
zijn dat een minister van Volksgezondheid een aantal zaken steunt
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
die zich in de illegale sfeer bevinden. Heroïnegebruik is immers
duidelijk een illegale daad. De overheid kan geen stap zetten naar
nog verdergaande toegeeflijkheid. Mevrouw de minister, karikaturaal
gesteld kan het toch niet de bedoeling zijn dat de overheid dealer zou
worden van drugs?

Ik heb een aantal concrete vragen. Ten eerste, ik zou van u graag
duidelijk en in de juiste context horen wat u exact hebt bedoeld met
uw uitspraken. Ten tweede, hebt u al dan niet kennis van dergelijke
experimenten met het toedienen van heroïne in beperkte,
gecontroleerde mate in binnen- en buitenland? Mijn derde vraag
volgt hier logisch op. Wat is de evaluatie van dergelijke
experimenten? Ten vierde, wat denkt u als minister te doen om het
probleem op te lossen? Wij weten heel goed, u als minister en ik als
parlementslid, dat er op dit moment geen wettelijke basis bestaat
voor dergelijke experimenten.

Ten vijfde, heeft de regering over deze problematiek reeds van
gedachten gewisseld? Na de uitlatingen van de heer Coveliers te
hebben gehoord ga ik ervan uit dat de regering over het onderwerp
reeds de koppen bijeengestoken heeft. Wat is het standpunt van de
regering dat ­ zo vermoed ik ­ wel enige nuancering zal zijn van de
allerindividueelste expressie van een minister. Op het colloquium,
waar u deze uitspraken hebt gedaan, hebt u eveneens aangekondigd
dat er proefprojecten zouden komen in Luik, Brussel en Antwerpen.
Is dat correct, of heeft de pers dit eens te meer in een verkeerd
daglicht gesteld? Mevrouw de minister, graag kreeg ik concrete
antwoorden op deze concrete vragen.
01.02
Jacques Germeaux
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, ik kan kort zijn. Ik wil alleen een paar verduidelijkingen.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat men enkele uitspraken wil
gebruiken om heel de drugsnota op de helling te zetten.

Mevrouw de minister, na uw verduidelijkingen van vorige week maar
vooral na contacten met het veld wens ik een aantal bijkomende
vragen te stellen om de bemerkingen die op het colloquium werden
gemaakt beter te kunnen vatten.

Mevrouw de minister, is het de bedoeling de maandzorg
heroïnebedeling te organiseren zoals dat in Zwitserland het geval is,
of kiest men veeleer voor het Hollandse model? Denkt men
eventueel ­ als het ooit zo ver zou komen ­ aan een begeleiding,
gestuurd door de regering, of denkt men aan een zuiver medisch
experiment? Deze verduidelijking is, mijns inziens, heel belangrijk.

Hoe ziet u de concrete uitwerking van dat voorstel? Wil de overheid
de heroïne zelf verstrekken of langs welke kanalen moet dat
gebeuren? Uw antwoord zal duidelijkheid verschaffen, ook aan de
collega die daarnet die vragen stelde. Welke groepen verslaafden
komen eventueel in aanmerking? In verband met het
grootstedenbeleid wordt men vaak geconfronteerd met clochards,
drugsclochards, die meestal onderhevig zijn aan allerlei infecties.
Hoe k kijkt men daar tegenaan?

Denken de personen die op het colloquium het voorstel
gesuggereerd hebben echt dat heroïnebedeling op het terrein een
meerwaarde biedt? Ik vraag mij ook af in welke mate het ministerie
01.02
Jacques Germeaux
(VLD):
Je passe directement aux
questions. Qui va fournir l'héroïne
et de quelle façon? Quelles
catégories de toxicomanes sont
concernées par cette expérience?
L'objectif est-il de suivre l'exemple
néerlandais ou suisse en matière
d'expériences concernant la
distribution d'héroïne? S'agit-il de
soins sur mesure ou d'une
expérience médicale? Quel est le
lien avec les projets de traitement
à la méthadone? Y a-t-il eu
concertation avec le ministre de la
Justice? Cette proposition est-elle
compatible avec la note de
politique en matière de
drogues?Quels pourraient être les
avantages de la distribution
d'héroïne?

Qu'est-ce qui peut bien pousser
un médecin à vouloir se prêter à
de telles expériences? Nous,
médecins
de campagne,
n'éprouvons pas ce besoin de
dispenser de l'héroïne. Bien sûr, la
situation est différente en milieu
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
van Justitie betrokken is bij het voorstel? Wat zal de houding van de
beide ministeries zijn ten opzichte van een eventueel experiment?

Mijn laatste vraag werd mij ingegeven door het terrein. Wat drijft
artsen om op dit ogenblik al te vragen naar experimenten met
heroïnebedeling? Die vraag is ook persoonlijk, in die zin dat ik vanuit
ervaringen in Limburg kan getuigen ­ en het is jammer dat de heer
Vandeurzen hier niet is omdat die dat ook kan getuigen ­ dat op het
terrein niet onmiddellijk de behoefte bestaat nu al tot heroïnebedeling
over te gaan. Wat de problematiek van de grote steden betreft, kan
ik daarentegen de gedachtegang volgen dat men daar ­ naar
analogie van bijvoorbeeld Zürich en Amsterdam ­ in concrete
gevallen geen andere uitweg ziet.

Wettelijk gezien komen methadon en andere producten alleen als
substitutiemiddelen in aanmerking. Wat de registratie betreft, staan
we nog in de kinderschoenen. Eind de jaren `80, begin van de jaren
'90, zijn op het terrein jammer genoeg zonder wetenschappelijke
basis experimenten gedaan met de verdeling van methadon. Dit
heeft tot zeer veel positieve resultaten geleid, maar jammer genoeg
ontbraken een registratie en een juiste evaluatie.

Mevrouw de minister, zoals u het vorige week hebt gezegd, moeten
we in eerste instantie de wetgeving, die we vorige week hebben
goedgekeurd, op het terrein implementeren en evalueren. Nadien
kan aan andere experimenten worden gedacht. Ik had begrepen dat
dit ook u dit spoor wou volgen. Het verraste me dan ook in de media
te moeten lezen dat de minister blijkbaar aan andere experimenten
denkt. Deze interpellatie is dan ook bedoeld om een duidelijk
antwoord krijgen. Iedereen moet weten waar het op staat, zodat niet
van de gelegenheid gebruik kan worden gemaakt om weer eens een
beleidsnota inzake drugs, die door de mensen in de praktijk wordt
gesteund en die voor heel Europa een voorbeeld zal zijn, in de
vuilnisbak te gooien.

Het zou niet eerlijk zijn door enkele regeltjes of door de interpretaties
van enkele personen te niet te doen waarop zoveel mensen op het
terrein zitten te wachten.
urbain.

Malheureusement, le nombre de
produits de substitution
enregistrés est toujours
insuffisant, en dépit des projets-
pilotes prometteurs menés dans
les années 80. Je propose que
l'on utilise le savoir-faire acquis et
qu'on crée un cadre légal pour la
substituts de stupéfiants avant de
se lancer dans d'autres actions.
D'après ce que j'avais cru
comprendre lors de la discussion
sur la distribution de méthadone la
semaine dernière, c'est aussi
l'intention de la ministre. Je
demande donc que tout soit bien
clair dans ce dossier. Les acteurs
sur le terrain le méritent.

01.03 Minister
Magda Aelvoet:
Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Germeaux, ten eerste wil ik in alle duidelijkheid zeggen dat ik
volledig achter mijn uitspraken van vorige week blijf staan. Dat is
namelijk het reële kader waarin de dingen zich hebben afgespeeld en
het is ook de realiteit van wat ik gezegd heb.

De stand van zaken met betrekking tot de experimenten is de
volgende. Momenteel lopen er bij mijn weten in het buitenland, met
name in Zwitserland, Nederland en Duitsland, drie experimenten in
zeer welomschreven omstandigheden. Aan mijn administratie heb ik
de opdracht gegeven om contact op te nemen met de uitvoerders
van de verschillende experimenten om de meest recente gegevens
op te vragen.

Voor Nederland kan ik mijn uitspraken van vorige week in alle
duidelijkheid herhalen. Een evaluatie van het Nederlandse
experiment werd gemaakt in maart 2002.

Wat het Zwitserse experiment betreft, was iemand uit de Zwitserse
01.03
Magda Aelvoet
, ministre:
Je maintiens mes déclarations de
la semaine passée.

A l'étranger, des expériences en
matière de distribution d'héroïne
sont menées en Suisse, aux Pays-
Bas et en Allemagne. Mon
administration en examine les
résultats les plus récents.

Lors du colloque organisé à Liège,
il y avait parmi les orateurs un
participant au projet suisse. Il a
souligné que l'expérimentation
avait été lancée sur la base
d'expériences avec des
toxicomanes graves. Certaines
catégories d'entre eux optent pour
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
hulpverlening aanwezig op het symposium dat in Luik werd
georganiseerd. Hij was als gastspreker uitgenodigd en heeft zeer
uitvoerig toelichting gegeven bij het experiment zoals het ginder liep.

Wat de exacte invulling van het experiment in Zwitserland aanging,
hebben zij zeer duidelijk gesteld dat de ervaring die zij hadden
opgedaan er een was die effectief was gestoeld op een zeer grondig
opvolgen van de groep van toxicomanen, meer bepaald
heroïneafhankelijken. Bovendien had hun ervaring erop gewezen dat
een zeer grote groep van die mensen effectief kon worden
behandeld met methadon of effectief zo kon worden behandeld dat
dit tot zelfs tot volledige ontwenning van het vervangingsmiddel kon
leiden. Er was dus een groep die tot een totale
ontwenningsbehandeling overging en een groep die via substitutie
van methadon de mogelijkheid kreeg om een relatief normaal leven
te leiden. Hun ervaring wees uit dat er dan nog een restgroep
overbleef waar geen enkele behandelingswijze nog iets opleverde.
Zij hebben zeer expliciet herhaald dat het er niet om ging dat al wie
wilde vrij kon kiezen voor heroïne als behandelingsmiddel. Het ging
wel om de medisch wetenschappelijke vaststelling dat een bepaalde
restgroep niet meer positief kon reageren. Voor die bepaalde
restgroep was er een programma met heroïnebehandeling, maar met
een zeer strikte omkadering. Het ging dus over een zeer beperkt
publiek.

Ik heb niet gezegd dat ik voorstander ben van het lanceren van
proefprojecten in het wilde weg.

Ik heb gezegd dat ik bereid was om de zaak verder te analyseren en
dat wij een evaluatie zouden maken van buitenlandse experimenten.
Ik heb niet gezegd dat wij met experimenten zouden beginnen.
Burgemeesters, Frank Beke van Gent bijvoorbeeld, waren daarbij
aanwezig. Indien u mij niet gelooft, kunt u in elk geval nog eens bij
hen navraag doen. Dat discours heb ik gehouden. Ik heb gezegd dat
ik bereid was om op basis van die experimenten de vraag naar een
proefproject te onderzoeken. Dat betekent dus dat er een vraag moet
zijn.

Dit is de werkelijke situatie: de gemeenteraad van Luik is unaniem
van oordeel dat er, ondanks de jarenlange pogingen, een
restpopulatie overblijft. Mevrouw Avontroodt, die zondag deelnam
aan een televisiedebat op de RTL, zal dat kunnen bevestigen. In
datzelfde debat zei de procureur-generaal van Luik dat zij dat ook
steunde. Tevens heeft een vertegenwoordiger van de minister van
Justitie, Alain Lescrenier, daar publiekelijk gezegd achter de
aanvraag van Luik te staan.

Ik behandel vervolgens de vraag rond de legaliteit. Het gaat niet om
de vrije verdeling van heroïne. Dat wil ik wel even benadrukken. De
vraag van de heer De Man is om van te kotsen. Zijn enige bedoeling
is het valse signaal te geven dat men weer bezig is. Men is niet weer
bezig. Men is op een ernstige manier een ernstige vraag aan het
onderzoeken.

In verband met de legaliteit van de zaak kan er geen sprake zijn van
een overgang op korte termijn naar wat dan ook. Ik heb zulks
trouwens ook gezegd. Indien men alle voorwaarden die zowel in
Zwitserland als in Nederland in experimenten ­ weliswaar op een
la désintoxication tandis que
d'autres ont besoin de méthadone
pour subsister. Enfin, il existe un
petit groupe qui ne peut tout
simplement vivre sans héroïne.
C'est pour cette dernière catégorie
qu'a été développé un programme
de distribution d'héroïne sous
contrôle.
Je n'ai jamais dit être en faveur de
projets pilotes irréfléchis mais bien
que j'étais prête à examiner, dans
le cadre d'une approche
analytique et étayée et sur la base
d'expériences, la demande de
projets pilotes.Les points de vue
exprimés dans les milieux
communaux de Liège montrent à
suffisance que cette demande est
bien réelle.

Ce projet ne consiste nullement
en une simple distribution. Cette
suggestion du Vlaams Blok est
choquante. Il n'est absolument
pas question de légalisation.

Je tiens à être claire: nous ne
nous engageons pas à la légère.
L'
International Narcotic Board
doit
donner son feu vert à l'ébauche
d'une base légale. C'est ainsi que
les choses se sont passées au
Pays bas et c'est également ce
que nous voulons: nous n'irons de
l'avant qu'après avoir reçu une
réponse de l'
International Narcotic
Board
.

Si une demande émane de Liège,
le gouvernement procèdera à une
évaluation des expériences
menées à l'étranger et examinera
s'il est possible de mettre en
oeuvre un projet médico-
scientifique.
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
andere manier ­ werden geïmplementeerd, op een ernstige manier
wil toepassen dan is zulks niet voor de eerstkomende maanden. Zo
heb ik het daar ook gezegd.

Tevens is er geen sprake van om die zaken te regelen in het kader
van een of andere Belgische wet. Het wettelijk kader ziet er als volgt
uit: aan het International Narcotics Board wordt een dossier
overgemaakt, waarna kan worden bevestigd dat het om een ernstig,
medisch, wetenschappelijk experiment gaat, waarvoor het licht op
groen wordt gezet. Dat is de wettelijke basis die wordt gecreëerd.

Ik zal mijn woorden dus nogmaals herhalen, op die manier zal het
misschien eens doordringen, als men tenminste wil dat ze
doordringen. In Nederland heeft men het experiment op die manier
ook aangevraagd. Er werd een dossier opgemaakt en overgemaakt
aan het International Narcotics Board. Zodra er een positief antwoord
volgt op de vraag van de aanvragers ontstaat een legale basis voor
het doorvoeren van medisch-wetenschappelijke projecten. Daar gaat
het over. Laten we hierover duidelijk zijn. Indien er een aanvraag
vanuit Luik komt, dan zal de regering de lopende projecten in
Zwitserland, Nederland en Duitsland evalueren. Aanvaardt de
regering op de aanvraag in te gaan, dan is zij bereid om op basis
daarvan een dossier over te maken zodat in de streek van waaruit de
vraag werd gesteld een medisch-wetenschappelijk project kan
doorgaan. Dat is de stand van zaken, niet meer en niet minder.
01.04
Koen Bultinck
(VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, tot
mijn verwondering merk ik uw vrij zenuwachtig gedrag op dat thema.
U vergist zich zelfs tussen de heer De Man en mezelf.
01.05 Minister
Magda Aelvoet:
Ik weet zeer goed wie u bent en ik
weet zeer goed wie mijnheer De Man is. U weet eveneens dat de
heer De Man vorige donderdag nog eens een nummertje opvoerde
door het te hebben over de vrije bedeling van heroïne. Vandaag gaat
het over een ander onderwerp. Ik ben hierover trouwens helemaal
niet zenuwachtig, ik beweer enkel met klem dat sommige groepen in
deze bewust leugens in de mond nemen. Daar gaat het over,
mijnheer Bultinck.
01.06
Koen Bultinck
(VLAAMS BLOK): Ik wil hierop reageren, wat u
niet zozeer zal verwonderen.

Als minister moet u toch eens leren niet teveel slordige uitspraken te
doen. Via de pers geeft zulks aanleiding tot een verkeerde
interpretatie of een verkeerde weergave. U kan het ons als
parlementsleden niet kwalijk nemen dat wij ons controlerecht
uitoefenen waarbij wij menen dat onze minister van Volksgezondheid
er in dit dossier beter aan doet om zich voortaan anders uit te
drukken dan wat wij tot nu toe hebben gehoord. Laten wij elkaar ook
geen blaasjes wijsmaken, mevrouw de minister. U weet zeer goed
dat drugsverslaafden ook in de ogen van het Vlaams Blok zieke
mensen zijn die moeten worden geholpen. Het is echter de manier
waarop waarover wij struikelen. Wij geloven niet dat het probleem
wordt verholpen door een lossere sfeer te creëren of door bepaalde
zaken toe te laten. Dit is voor ons een verkeerd signaal. Wij geloven
dat dergelijke drugsverslaafden beter worden geholpen in een
opvangcentrum met strikte begeleiding en strikte spelregels.
01.06
Koen Bultinck
(VLAAMS
BLOK): La ministre tient des
propos confus pour prétexter
ensuite une interprétation
prétendument erronée par la
presse et affirmer que l'opposition
aurait manipulé l'opinion publique.

Elle pense également, à tort bien
entendu, qu'une plus grande
permissivité peut aider les
malades.

Enfin, la ministre cherche toujours
à agir en solo au sein du
gouvernement et de la majorité.
Je suis persuadé que son point de
vue est à cent lieues de celui de
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7

Mevrouw de minister, ik wil erop wijzen dat het ook een misvatting is
om klassiek terug te grijpen naar de ideeën van mei '68 alsof men
door het geven van een aantal middelen plots zou bijdragen aan het
verminderen van de criminaliteit. Ik verwijs naar een verslag van het
Zweeds nationaal instituut voor de volksgezondheid, waaruit zeer
duidelijk bleek dat het gedrag van mensen die dergelijke
vervangmiddelen kregen uiteindelijk even crimineel bleef. Het is dus
een zoveelste Ersatzoplossing.

Een derde vaststelling is dat u uitdrukkelijke pogingen doet om uw
uitspraken te nuanceren en in een juistere context te plaatsen dan de
vorige keer. Ik heb doelbewust verwezen naar de uitspraken van de
heer Coveliers dienaangaande. Ik zou anderzijds ook minister
Verwilghen moeten interpelleren om ook zijn mening eens te vragen.
U weet zeer goed dat uw collega Marc Verwilghen, de gewezen witte
ridder, al niet zo enthousiast was om de federale drugsnota uit te
voeren. Ik kan mij moeilijk inbeelden dat hij erg happy was met uw
uitspraken met betrekking tot heroïne.

Mevrouw de voorzitter, ik sluit af. Wij zullen een motie indienen
waarin wij zeer duidelijk vragen, op basis van de vaststelling dat er
geen wettelijke basis is voor dergelijke experimenten, dat er geen
dergelijke experimenten geconcretiseerd worden en dat de overheid
werk maakt van een stringent drugsbeleid.
MM. Coveliers et Verwilghen.

Je dépose en tout cas une motion
de recommandation.


01.07
Jacques Germeaux
(VLD): Mevrouw de minister, ik had het
vorige week dus inderdaad goed gehoord. Mijnheer Bultinck, ik vraag
mij af in welke partij ik zit, want u haalt daar namen aan van mensen
waarmee u blijkbaar dweept en die u blijkbaar woorden in de mond
legt die ik zelf niet gehoord heb. Ik zal waarschijnlijk meer naar de
eigen fractie moeten gaan, maar ik zit daar al elke dag. Ik ben
verrast te horen wie u daar aanhaalt en ik vraag mij af waar u dat
gelezen hebt. Ik heb bovendien ook contact gehad met de heer
Lecrenier die ten andere op het kabinet van de minister en op de
bewuste zaterdag in Luik aanwezig was. Ik kan alleen bevestigen wat
de minister hier gezegd heeft. Mijnheer Bultinck, als ik hoor wat u
allemaal suggereert, vraag ik mij toch af wat uw bron is.

Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik had u vorige
week goed begrepen. Misschien kan ik vanop het terrein toch één
suggestie doen, die echter wat geld zal kosten. Eén van de
problemen die men creëert bij het volgen van verslaafden aan
harddrugs is namelijk dat de methadonbedeling in het weekend niet
doorgaat. Veel problemen doen zich net in het weekend voor, op
vrijdagavond als de weekenddosis wordt meegegeven. Daar wordt
nogal eens mee gesold. Dit geeft dikwijls aanleiding tot extra gebruik
of bijgebruik. Ik vraag mij af of in dit in de grootsteden niet mede
aanleiding geeft tot het onderhoud van het probleem. Dat is echter
een inhoudelijke vraag die hier niet onmiddellijk terzake doet.
01.07
Jacques Germeaux
(VLD):
M. Bultinck prête à mes collègues
du VLD des propos dont je n'ai
pas connaissance.

La réponse de la ministre Aelvoet
me donne satisfaction. Je
souhaite encore émettre une
suggestion. Le week-end, il n'y a
pas de distribution de méthadone.
Les doses du week-end sont
distribuées le vendredi, avec
moins de rigueur. A mon estime,
cette situation peut être source de
problèmes.
01.08
Magda De Meyer
(SP.A): Mevrouw de voorzitter, ik wil toch
even reageren op de collega van het Vlaams Blok. Hij schermt met
het controlerecht van het parlementslid ten opzichte van bepaalde
uitspraken van een minister. Dit heeft echter mijns inziens niets meer
te maken met controlerecht, dit is pure stemmingmakerij en het
creëren van een anti-politieke hetze waar ik mij absoluut tegen
verzet. Als men iedereen die volgens het Vlaams Blok niet helemaal
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
past in onze maatschappij in een gesloten instelling zou moeten
steken...
01.09
Koen Bultinck
(VLAAMS BLOK): (...)
01.10
Magda De Meyer
(SP.A): Er is één partij die een karikatuur
maakt van een bepaald probleem en dat is het Vlaams Blok. Als men
iedereen in een gesloten instelling zou plaatsen die volgens het
Vlaams Blok niet aangepast is aan deze maatschappij, dan zouden
er niet veel mensen meer vrij rondlopen. Dat kan verwacht worden
van een partij als het Vlaams Blok en van een mantelorganisatie van
het Vlaams Blok, zoals "Ouders tegen drugs", geleid door de
secretaresse van Filip Dewinter. Ik vind dit heel erg. Het heeft niets
te maken met parlementair werk, politiek of ernstige controle door de
parlementair. Ik vind het heel erg dat het Vlaams Blok zoiets doet en
ik vind het nog veel erger dat CD&V ­ het is jammer dat de heer
Vandeurzen afwezig is ­ zich laat meeslepen door dergelijke
praktijken.
01.10
Magda De Meyer
(SP.A): Il
ne fait aucun doute que
l'invocation du droit de contrôle
parlementaire constitue en
l'espèce une manipulation de
l'opinion par le Vlaams Blok qui
souhaiterait voir enfermer dans
des institutions fermées toutes les
personnes qui ne sont pas
totalement adaptées à la société.
Cette attitude n'a rien à voir
commun avec un travail
parlementaire constructif. Je
regrette que le CD&V se laisse
entraîner par ce parti.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Guy D'haeseleer en Koen Bultinck en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Koen Bultinck en Jacques Germeaux
en het antwoord van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
vraagt de regering
1) geen experimenten met betrekking tot gecontroleerde toediening van heroïne op te starten;
2) een stringent drugbeleid met betrekking tot soft- en harddrugs te voeren."

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Guy D'haeseleer et Koen Bultinck et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Koen Bultinck en Jacques Germeaux
et la réponse de la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande au gouvernement
1) de ne pas mettre en oeuvre d'expériences en matière de distribution d'héroïne sous contrôle;
2) de mener une politique contraignante en matière de drogues, qu'elles soient douces ou dures."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jean Depreter en Yvan Mayeur en de dames Magda
De Meyer, Michèle Gilkinet en Kristien Grauwels.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jean Depreter et Yvan Mayeur et Mmes Magda De
Meyer, Michèle Gilkinet et Kristien Grauwels.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

De vraag nr. 7575 van de heer Peter Vanvelthoven wordt naar een latere datum verschoven.
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de aanstelling van de gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor
de Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 7593)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de aanstelling van de nieuwe gedelegeerd bestuurder voor het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 7600)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de aanstelling van de gedelegeerd bestuurder van het FAVV" (nr. 7609)
02 Questions jointes de
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la désignation de l'administrateur délégué de l'Agence
fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire" (n° 7593)
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la désignation du nouvel administrateur délégué de l'Agence fédérale pour la
Sécurité de la Chaîne alimentaire" (n° 7600)
- Mme Frieda Brepoels à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et
de l'Environnement sur "la désignation de l'administrateur délégué de l'AFSCA" (n° 7609)
02.01
Koen Bultinck
(VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, ik wil even terugkomen op de benoeming van
de nieuwe gedelegeerde bestuurder van het Federaal Agentschap
voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Ik denk dat het
goed is dat wij als oppositie onmiddellijk en duidelijk zeggen dat er
waarschijnlijk over alle partijgrenzen heen unanimiteit over bestaat
dat de capaciteiten en de kwaliteiten van de heer Vantemsche op
zich geen probleem vormen. Dat neemt niet weg dat wij, zoals onze
goede gewoonte is, ons parlementair controlerecht willen uitoefenen
en even op de kwestie willen terugkomen.

Mevrouw de minister, graag krijg ik van u beknopt enige
verduidelijking bij de gebruikte selectieprocedure en bij de resultaten
ervan. Ik heb ook een vraag met een iets meer politieke inhoud. Wij
kunnen uiteraard niet om de vaststelling heen dat de heer
Vantemsche een van de hoofdrolspelers was van de dioxinecrisis
van 1999. Eind 1999 heeft hij met nogal wat poeha ­ ik herinner mij
levendig de gebeurtenissen toen in de dioxinecommissie ­ ontslag
genomen als adviseur-generaal bij het ministerie van Landbouw
wegens de unfaire behandeling van de ambtenaren. In de politiek
kan men niemand verwijten dat hij van mening verandert. Dat moet
af en toe kunnen. Men moet af en toe wat bijsturen. Men moet een
zekere flexibiliteit hebben, maar het verwondert mij toch sterk te zien
welke flexibiliteit Agalev nu op de meerderheidsbanken aan de dag
legt. Ik bedoel daarmee dat uitgerekend vanuit groene hoek met zeer
grof geschut werd geschoten op mensen van het kaliber van de heer
Vantemsche, als kon de hele voedselcrisis van 1999 precies
uitdeinen omdat die mensen met hun achtergrond bij Landbouw de
economische belangen van de landbouwsector lieten voorgaan op de
volksgezondheid en de voedselveiligheid. Het is dus, zacht
uitgedrukt, op zijn minst merkwaardig te noemen dat u nu
uitgerekend voor de heer Vantemsche hebt gekozen.

Mevrouw de minister, een bijkomend element dat ik even ter
discussie wil brengen, is dat de twee vorige topbenoemingen bij het
FAVV ­ de heer Houins en de heer Dirickx ­ ook van het ministerie
van Landbouw kwamen. De vraag ligt voor de hand. Vreest u niet ­
net zoals dat vroeger werd gevreesd, ook door Agalev ­ dat er in het
02.01
Koen Bultinck
(VLAAMS
BLOK): Les qualités de M.
Vantemsche, nouvel
administrateur délégué de
l'Agence fédérale pour la sécurité
de la chaîne alimentaire (AFSCA),
ne font aucun doute. Néanmoins,
je souhaiterais obtenir quelques
informations supplémentaires au
sujet de la procédure de sélection
qui a précédé sa nomination.

Il est plutôt surprenant qu'une
ministre écologiste de la Santé et
de l'Environnement choisisse M.
Vantemsche. Il a notamment joué
un rôle prépondérant dans la crise
de la dioxine de 1999 et a
présenté sa démission comme
conseiller général au ministère de
l'Agriculture parce qu'il estimait
que les fonctionnaires y étaient
traités injustement. Agalev l'a
même accusé d'accorder plus
d'importance aux intérêts
économiques qu'à la santé
publique.

Deux autres personnages
occupant des postes-clés à
l'AFSCA sont d'anciens membres
du personnel du ministère de
l'Agriculture. Ne risquent-ils pas
d'accorder plus d'importance à la
situation économique dans
l'agriculture qu'à la qualité de
l'alimentation?
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
FAVV een overwicht zal zijn van mensen uit de landbouwsector en
dat dit repercussies zal hebben op de benadering van de
voedselveiligheid en de voedselkwaliteit?
02.02
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, in de loop van de vrij lange procedure heb ik de minister
al verschillende vragen gesteld over de stand van zaken in verband
met deze benoeming. Ik wil even in herinnering brengen wat de
minister op een aantal eerdere vragen heeft geantwoord. Zo zei ze
dat de heer Vantemsche was gekozen uit een groep van 124
kandidaten, van wie 29 Nederlandstalige en 9 Franstalige waren
geselecteerd voor de assessmentprocedure.

Mevrouw de minister, wat mij niet duidelijk is, is hoe die
assessmentprocedure verliep. Ik heb begrepen dat de procedure die
voorzien was voor de benoeming van de heer Beernaert ­ de
procedure die beschreven is in het koninklijk besluit van 29 maart
2002 ­ ook voor deze benoeming werd gebruikt. Die procedure
bepaalt dat een selectiebureau wordt aangesteld om de kandidaturen
te ontvangen. Het is mij echter niet duidelijk welke andere
opdrachten het selectiebureau nog had wat de assessmentprocedure
betreft.

Welke precieze opdracht had de door u aangeduide
selectiecommissie in dat assessment? Ten slotte hebt u zelf nog een
persoonlijk gesprek met de betrokkene gevoerd, zoals in de
procedure bepaald.

Mevrouw de minister, ik had graag van u het volgende vernomen:
ten eerste, welke garantie denkt u te hebben na het volgen van
dezelfde procedure, zoals voor de heer Beernaert? Welke garantie
hebt u dat de keuze nu wel beantwoordt aan het gevraagde profiel?
U zegt immers in de pers dat door het feit dat een voordracht
unaniem gebeurd is door de zes leden van de commissie u niet
twijfelt aan de bekwaamheid. Ik twijfel ook niet aan de bekwaamheid
van de betrokkenen. Iets anders is natuurlijk welke argumenten
doorgewogen hebben bij de uiteindelijke keuze. Met welke motivatie
hebt u de keuze van de selectiecommissie bevestigd, vooral wat de
aandacht in dit federaal voedselagentschap betreft voor de
volksgezondheid, de aandacht die de consument natuurlijk altijd
vraagt?

Ten tweede, wat het selectiebureau betreft, heb ik al naar de
opdracht gevraagd. Misschien kunt u ook even zeggen wat de
kostprijs is.

Ten derde, wat de selectiecommissie betreft, had ik graag nog het
volgende geweten. U hebt vorige keer gezegd dat u die commissie
drie keer hebt moeten aanpassen ten gevolge van een aantal
praktische problemen van de betrokkenen. Is het de
selectiecommissie die u op 8 mei hebt aangesteld, die uiteindelijk de
volledige selectie heeft uitgevoerd? Mag ik dat veronderstellen of
kunt u dat even bevestigen? Mag ik ook even weten hoeveel
kandidaten door de commissie als meest geschikt aan u werden
voorgedragen? Hebt u met hen allemaal een gesprek gevoerd, of
alleen met de heer Vantemsche? Op welk ogenblik hebt u het
eindverslag van de selectiecommissie ontvangen? Ik zou ook graag
willen weten of de contractuele voorwaarden en het geldelijk statuut
02.02
Frieda Brepoels
(VU&ID):
M. Vantemsche a été choisi parmi
124 candidats dont 38 avaient été
sélectionnés pour une évaluation
par un bureau spécialisé.
Conformément à l'arrêté royal en
vigueur en la matière, le bureau
de sélection ne peut s'occuper que
de la réception des candidatures.
Quelles autres tâches ont-elles été
effectuées par ce bureau? Quel a
été le rôle joué par la commission
de sélection constituée par la
ministre?
Quelles garanties avons-nous que
le candidat le plus adéquat a bien
été désigné? La ministre Aelvoet
a déclaré devant la presse qu'elle
ne doutait pas des compétences
des candidats sélectionnés. Sur
quels critères s'est fondée leur
sélection? Comment leur
désignation est-elle motivée?

A la suite de problèmes pratiques,
la composition de la commission
de sélection a dû être modifiée à
trois reprises. Quelle était la
composition de cette commission
lorsque le choix définitif a été
opéré? Était-ce celle du 8 mai?
Combien de candidats la
commission a-t-elle sélectionnés?
La ministre a-t-elle eu un entretien
avec tous les candidats? Ces
désignations sont-elles soumises
aux conditions de l'arrêté royal du
20 juillet 2000?
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
zoals het bepaald werd in het koninklijk besluit van 20 juli 2000, ook
voor de heer Beernaert geldig waren?
02.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, er zijn natuurlijk al heel wat vragen gesteld. Ik
had mijn vraag ingediend toen ik had gehoord dat de Ministerraad de
benoeming van de heer Vantemsche had goedgekeurd.

Waar ik mij vooral zorgen over maak zijn de signalen die men
daardoor aan de buitenwereld geeft. Voor de publieke opinie, die de
hele heisa rond de dioxinecrisis heeft meegemaakt, was het duidelijk
dat in de vorige legislatuur een aantal dingen fout gelopen waren. En
waarom waren een aantal dingen fout gelopen? Omdat in de hele
beoordeling van de dioxinecrisis een aantal prioriteiten werden
gesteld vanuit de invalshoek Landbouw en Economische Zaken,
waarin een aantal mensen van DG4 en van het kabinet van de
minister van Landbouw een cruciale rol hebben gespeeld. Ik heb er
ook nog eens de ondervragingen en de conclusies van de
dioxinecommissie op na gelezen. Welnu, een aantal vaststellingen
werden gedaan die in de schoenen werden geschoven van het
kabinet van Landbouw en waarvoor de heer Vantemsche, die toen
kabinetschef was, ook de volle verantwoordelijkheid op zich heeft
genomen. Hij heeft zowel voor de ondergeschikte ambtenaren,
waarvoor hij vanuit het departement verantwoordelijkheid droeg, als
voor de minister, waarvan hij kabinetschef was, voor een aantal
"fouten" die toen in de afhandeling van de dioxinecrisis werden
gemaakt, de volle verantwoordelijkheid opgenomen. Wij weten ook
dat hij door de aanpak van de dioxinecommissie zodanig geschokt
was dat hij op dat moment ontslag heeft genomen.

Die kat komt weer, heb ik toen gedacht. Hij heeft uiteraard een zeer
sterke persoonlijkheid. Wij weten allemaal dat hij geïnteresseerd was
en bleef in het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen, waarvan toen al duidelijk was dat het op poten zou
worden gezet.

De heer Vantemsche is zeker een kandidaat met de juiste papieren.
Of hij de juiste partijkaart had, laat ik aan u over, mijnheer Brouns. Ik
ben ervan overtuigd dat hij bij een examen, een evaluatie of een
selectie zeker als één van de sterksten naar voren is gekomen.
Blijkbaar hebben drie mensen een A van de selectiecommissie
gekregen. Naast die selectie op basis van de capaciteiten en de
kennis van het dossier, is het voor mij vooral belangrijk om weten
met welke ingesteldheid iemand zo'n belangrijke taak op zich neemt.
Wij hebben allemaal de interviews gelezen die nadien van de heer
Vantemsche zijn afgenomen. Hij heeft ook wel signalen gegeven. Hij
wijst erop dat er intussen veel is gebeurd en dat we allemaal lessen
uit de dioxinecrisis hebben getrokken. Hij beweert de job aan te
kunnen en hij verklaart de juiste mentaliteit te hebben om de
veiligheid van de consument ­ de uiteindelijke doelstelling van het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen ­ als
eerste prioriteit te verdedigen.

De commentaren waren niet eenduidig, mevrouw de minister. Er
waren verhalen over stropers en boswachters, waaruit toch heel wat
kritiek bleek. Kan het wel dat iemand die toen voor een deel de
verantwoordelijkheid droeg in het scheeflopen van het dossier deze
functie opneemt? Ik noem met name de communicatie naar de
02.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): La crise de la dioxine a
clairement démontré qu'il y a eu
des dysfonctionnements sous la
législature précédente.
L'agriculture était envisagée d'un
point de vue par trop économique.
La commission Dioxine avait
désigné le cabinet de l'Agriculture
comme responsable de certaines
choses, et le chef de cabinet de
l'époque, Monsieur Vantemsche,
avait donné sa démission car il
avait été choqué par le cours des
événements.
Nous savions tous que M.
Vantemsche était intéressé par
une fonction importante au sein
de l'AFSCA. Il est
incontestablement un candidat
hors pair. Trois personnes
auraient reçu la mention A de la
commission de sélection. A mon
estime, si la connaissance des
dossiers, l'expérience et les
capacités à diriger sont des
éléments essentiels, la mentalité
adéquate n'en est pas moins un
critère important. Lors des
entretiens, M. Vantemsche a
démontré qu'il a tiré les leçons de
la crise de la dioxine. La sécurité
du consommateur serait
désormais une priorité pour lui.

Lors de la crise de la dioxine, il y
a eu d'importants problèmes de
communication tant vis-à-vis des
consommateurs qu'entre les
départements. M. Vantemsche
était également responsable de la
stratégie en matière de traçage et
de blocage afin de limiter les
dommages pour l'agriculture et les
exploitations. À l'issue de la crise
de la dioxine, M. Vantemsche a
créé une entreprise privée et
entretenait de bons contacts avec
les autorités et le monde des
entreprises. Les fonctionnaires de
l'AFSCA doivent être tout à fait
neutres et objectifs. Monsieur
Vantemsche satisfait-il à cette
condition?
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
consumenten. In de dioxinecrisis is duidelijk gebleken dat men in de
eerste communicatieronde was vergeten te vermelden dat er ook
kippenvlees besmet was. Er was de communicatiestoornis tussen de
verschillende departementen. Die verantwoordelijkheid is ook naar
voren geschoven. Ik verwijs ook naar de hele strategie van traceren
en pas nadien blokkeren. Deze strategie was vooral vanuit Landbouw
ingegeven omdat die methode de minste schade aan de landbouwers
en de verschillende bedrijven berokkende. Wij weten allemaal dat de
heer Vantemsche nadien een privé-bedrijf heeft opgestart. Hij is veel
voor de overheid blijven werken en hij heeft die contacten zeker niet
verloren, maar hij heeft ook de contacten met de bedrijfswereld niet
verloren. Bij het opstarten van het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen hebben wij allemaal gezegd dat alle
ambtenaren objectief en neutraal moeten zijn. In hoeverre zal dat
voor de heer Vantemsche gelden?

Mevrouw de minister, ik heb de volgende concrete vragen. Hoe was
de selectiecommissie samengesteld die uiteindelijk de selectie heeft
gedaan? Op welke manier is de selectie gebeurd? Is alleen de kennis
van de theorie getest? Werd in dat assessment nagegaan hoe de
instelling van de verschillende kandidaten was ten opzichte van de
problematiek van de voedselveiligheid? Hebt u zelf een onderhoud
met de heer Vantemsche gehad? Kunt u ons geruststellen dat hij niet
alleen de juiste kennis, ervaring en het figuur van leiderschap heeft,
maar dat hij vooral de doelstellingen van het voedselagentschap zal
verzekeren?

Comment était composée la
commission de sélection qui a
opéré le choix définitif et sur quels
critères s'est-elle fondée? La
mentalité des candidats était-elle
examinée au même titre que les
connaissances théoriques? La
ministre Aelvoet a-t-elle eu un
entretien avec Monsieur
Vantemsche? Avons-nous
la
garantie qu'il poursuivra les
objectifs de l'AFSCA?

02.04 Minister
Magda Aelvoet:
Mevrouw de voorzitter, collega's, in
de eerste plaats wil ik dieper ingaan op de praktische gegevens en
de feiten. Het is correct dat 124 mensen zich kandidaat hebben
gesteld. Selor heeft de assessments georganiseerd zoals de
Copernicus-hervorming voorschrijft. Wij hebben geen selectiebureau
aangesproken. Op basis van de curricula vitae heeft Selor slechts 38
kandidaten toegelaten deel te nemen aan het assessment. De
kandidaten hebben de weg afgelegd die altijd gevolgd wordt in de
Copernicus-procedure. Concreet betekent dit dat eerst gepeild wordt
naar de managementcapaciteiten as such om vervolgens de kennis
van het terrein en de manier waarop men tegen problemen aankijkt
te beoordelen. Wat de managementcapaciteiten betreft, hebben 3
kandidaten een A, zeer geschikt, gekregen. Daarna heeft de
selectiecommissie een concrete analyse gemaakt van de
terreinkennis van de kandidaten. De jury die al de kandidaten die
voor de tweede fase in aanmerking kwamen heeft gehoord bestond
uit professor Burny van de Université de Gembloux, professor
Decalonne van de UCL, professor Delcour van de KU Leuven,
professor Huygebaert van de RU Gent en ­ niet onbelangrijk in deze
context omdat hij let op de aandachtspunten die de kandidaten naar
voren schuiven ­ voorzitter is van het wetenschappelijk comité van
het federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen, de
heer Van Laethem ere-directeur sociale relaties van de Fortisbank en
mevrouw De Cuyper van Selor. Deze commissie heeft al de
kandidaten gehoord die het assessment met succes hadden
afgelegd.

Het koninklijk besluit over de aanstelling van de gedelegeerd
bestuurder bepaalt dat het selectiebureau, in casu de
selectiecommissie, de beste kandidaat aanduidt. Op dit punt verschilt
deze procedure met de Copernicus-procedure as such die werkt met
02.04
Magda Aelvoet
, ministre:
Sur les 124 candidatures reçues,
Selor a sélectionné, en vue de
l'évaluation, 38 personnes sur la
base de leur curriculum vitae.
Comme l'impose Copernic, on a
d'abord évalué les qualités de
management des candidats et
trois d'entre eux ont reçu une
mention A. La commission de
sélection a ensuite examiné la
connaissance de terrain des
candidats. Le jury de cette
seconde phase se composait du
professeur Burny de l'Université
de Gembloux, du professeur
Decalonne de l'UCL, du
professeur Delcour de la
KULeuven, de M. Van Laethem,
directeur honoraire des relations
sociales à la Fortis Banque, de
Mme De Cuyper du Selor et du
professuer Huygebaert de la
RUGent. Remarquons que ce
dernier préside le comité
scientifique de l'Agence fédérale
pour la sécurité de la chaîne
alimentaire. Cette commission a
entendu les candidats du
deuxième tour.
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
een short list met kandidaten die A en B hebben gehaald. In dit geval
krijgt men niet alleen een uitspraak over wie in de categorie A zit na
het assessment en de terreinkennis te hebben getest maar ook wie
de beste kandidaat is. Op maandag 17 juni 2002 heeft de
selectiecommissie ons het verslag bezorgd dat de 3 A-kandidaten
bevatte en waaruit zeer expliciet bleek dat de heer Vantemsche de
meest geschikte van de 3 A-kandidaten was. Er werd zowel gewezen
op zijn managementkwaliteiten, op zijn kennis van het domein van
de voedselveiligheid en zijn kennis van de verschillende partners
waarmee het agentschap moet samenwerken. Het was een zeer
globale beoordeling met als eindconclusie dat de heer Vantemsche
er met kop en schouders boven uitstak.

Mijn kabinet heeft met de drie A-kandidaten gesproken, dus niet
alleen met de heer Vantemsche. We hebben de gesprekken met
grote openheid aangevat; we kenden de analyse en de visie van de
selectiecommissie, maar we hebben met de drie kandidaten een
gesprek gehad over alle zaken die ons belangrijk leken. Die
gesprekken duurden alledrie even lang. Het eindresultaat was dat we
tot de conclusie kwamen dat de heer Vantemsche de meeste
capaciteiten bezat om het agentschap op een goede manier te
leiden. Uiteraard zijn we uitvoerig blijven stilstaan bij de problemen
die destijds zijn gerezen en de conclusies die toen zijn getrokken.
Iedereen heeft de heer Vantemsche horen toegeven dat er fouten
zijn gemaakt die in de toekomst moeten worden vermeden.

Inmiddels hebben we het wetenschappelijk comité, het adviescomité
en het globale businessplan. Er zijn dus duidelijke krijtlijnen en
spelregels met betrekking tot de opdrachten en de prioriteiten van het
agentschap.

Over de contractuele voorwaarden wordt deze week nog
onderhandeld, maar er zal weinig verschil zijn met het contract dat
we hadden gesloten met de heer Beernaert. Ik kan momenteel geen
nauwkeurig kostenplaatje voorleggen. Zodra ik over die gegevens
beschik, zal ik die aan de commissie overhandigen.
Conformément à l'arrêté royal
relatif à la désignation d'un
administrateur délégué, la
commission de sélection a décidé,
le lundi 17 juin, que M.
Vantemsche était
incontestablement le meilleur
candidat.
Mon cabinet a néanmoins eu un
entretien sans préjugés avec les
trois derniers candidats en lice.
Nous sommes également arrivés
à la conclusion que M.
Vantemsche était l'homme qu'il
nous fallait. Chacun l'a entendu
reconnaître qu'ont été commises
par le passé des erreurs qu'il
faudra éviter à l'avenir. Entre-
temps, le comité scientifique, le
comité d'avis et le businessplan
global sont des réalités. Des
accords clairs ont été conclus à
propos des missions et des
priorités de la commission.

Le contrat sera encore négocié
cette semaine mais il ne différera
guère de celui de M. Beernaert. Je
ne puis fournir de précisions pour
l'instant mais je remettrai toutes
les données à la commission dès
qu'elles seront en ma possession.
02.05
Koen Bultinck
(VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
dank u beleefdheidshalve voor uw antwoord, dat enige
verduidelijking brengt in verband met de aanstelling van de heer
Vantemsche. Ik had echter nog iets meer duidelijkheid verwacht. In
mijn vraag heb ik er uitdrukkelijk op gewezen dat heel wat topfuncties
in het federaal agentschap zullen worden ingevuld door ambtenaren
die van het ministerie van Landbouw komen. Vreest u niet dat, gelet
op de antecedenten, dit ministerie net als vroeger zijn belangen zal
laten doorwegen op de belangen van volksgezondheid en
voedselveiligheid? Ik heb via de pers vernomen dat eerste minister
Verhofstadt zelf na het ontslag van de heer Beernaert van mening
was dat het niet opportuun was om de heer Vantemsche direct aan te
stellen. Toen reeds deed het gerucht de ronde dat u de heer
Vantemsche wou aanstellen, maar uiteindelijk heeft de heer De
Cuyper het roer enkele maanden mogen overnemen. Blijkbaar
verwachtte de eerste minister ook dat er een probleem zou kunnen
rijzen wat de beeldvorming betreft, omdat een aantal gekende
namen in verband met de dioxinecrisis opnieuw zouden opduiken.
02.05
Koen Bultinck
(VLAAMS
BLOK): Il faudrait plus de clarté.

La ministre ne craint-elle pas que
les anciens fonctionnaires de
l'Agriculture réservent à leur
ancien ministère un traitement
particulier? Selon la presse, c'est
précisément cette crainte qui a
retenu le premier ministre de
désigner M. Vantemsche après le
départ de M. Beernaert.
02.06
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mevrouw de minister, ik dank u
voor de verduidelijkingen. Ik heb reeds gezegd dat er volgens mij
02.06
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Nous sommes satisfaits du cours
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
niemand twijfelt aan de bekwaamheid van de heer Vantemsche. Ik
ben blij dat u daar bijzondere aandacht aan heeft besteed in een
persoonlijk gesprek over de ingesteldheid van de betrokkene inzake
de invulling van zijn opdracht. Afgelopen zondag heeft hij in een
interview in De Zevende Dag ook meegegeven dat hij vindt dat de
bevolking in de toekomst onmiddellijk van eventuele problemen op
de hoogte moet worden gebracht. Wij zullen dat nauwlettend in het
oog houden en hem daar ook op beoordelen.

Mij is wel onduidelijk hoe de samenstelling van de selectiecommissie
is. U hebt de samenstelling meegedeeld zoals die in een besluit werd
goedgekeurd op 8 mei 2002. Waarom werd dit laatste pas
gepubliceerd afgelopen dinsdag, 18 juni 2002? Meer nog. In het
besluit staat dat dit pas in werking treedt op de dag van publicatie in
het Staatsblad. Met andere woorden, de samenstelling van de
selectiecommissie zou pas effectief ingaan op 18 juni 2002, terwijl u
op 17 juni 2002 het eindrapport van de commissie hebt ontvangen. Ik
zou daar toch enige verduidelijking over willen krijgen. Volgens mij
klopt dit niet.
des événements. Nous faisons
confiance à M. Vantemsche.

Dans l'émission télévisée
De
Zevende Dag
de dimanche
dernier, M. Vantemsche a déclaré
qu'il lui importait d'informer sans
délai la population en cas de
problèmes. Nous lui rappelons sa
parole.

La composition de la commission
de sélection n'a été publiée que le
18 juin 2002 au
Moniteur belge
,
dans un arrêté daté du 8 mai
2002. En application de cet arrêté,
la composition n'était valable
qu'après la publication. Or, vous
avez reçu le rapport final le 17
juin déjà. Il y a donc quelque
chose qui ne va pas.
02.07
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Dat is inderdaad een
zeer terechte opmerking. Ik heb hetzelfde opgemerkt. Blijkbaar werd
dit met anderhalve maand vertraging in het Staatsblad gepubliceerd.
Mijn vraag is dan ook of dit nog wel klopt. Heeft de
selectiecommissie die daarin werd vastgesteld dan vroeger gewerkt
aan en geoordeeld over een toch niet onbelangrijk dossier? Het lijkt
mij de moeite dit na te kijken om te vermijden dat eventuele
vormfouten u nog parten zouden kunnen spelen.

De rest van het verhaal dan. Ik vind dat het lang genoeg heeft
geduurd. Wij moeten allemaal lessen trekken uit de
dioxinecommissie, inclusief de heer Vantemsche. Er is al te veel tijd
verloren gegaan. Men kan alleen maar hopen dat hij de zelf
uitgevoerde analyse van de gemaakte fouten gestand blijft en met de
juiste mentaliteit de leiding van het Voedselagentschap op zich
neemt. Hopelijk stapt hij ook af van de "ons kent ons"-mentaliteit. Dat
gevaar zou mee in dit verhaal kunnen sluipen, want de heer
Vantemsche is niet de enige. Ook de heer Houins krijgt een
belangrijke verantwoordelijkheid bij het nieuwe Voedselagentschap,
evenals de vennoot van Vantemsche, de heer Dirickx. Dat vergt toch
waakzaamheid van minister en Parlement. Wij zullen moeten volgen
wat de heer Vantemsche met die verantwoordelijkheid doet.

Ik heb nog wel een vraag. De heer Beernaert heeft een businessplan
opgesteld en daar toch wel wat tijd ingestoken. Hij heeft de
verschillende departementen daarover gehoord. Gaat dit nu volledig
naar de prullenmand of zal de heer Vantemsche daar nu verder mee
werken?
02.07
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je me rallie à ces
propos.
La commission de
sélection a-t-elle pris une décision
prématurée? Il me semble que
cela vaut la peine de vérifier
quelles erreurs auraient pu être
commises.

Pour le reste, je trouve que cette
saga a assez duré. On a perdu
beaucoup de temps. Espérons
que M. Vantemsche tiendra parole
et ne fera pas preuve d'esprit de
clan. Le fait que tant M. Houins
que M. Diricks seront investis de
responsabilités importantes au
sein de la nouvelle agence, doit
inciter le Parlement et la ministre
à la vigilance.

Le nouvel administrateur délégué
et la ministre mettront-ils le
business plan
de M. Beernaert à
la poubelle?
02.08
Hubert Brouns
(CD&V): Ik heb er het volste vertrouwen in dat
men nu aan de heer Vantemsche deze verantwoordelijkheid geeft.
Wij weten wat de man kan. Hij heeft in het verleden bewezen tot veel
in staat te zijn. Ons vertrouwen wordt nog versterkt door het feit dat
hij gedeeltelijk mee het vaderschap op zich kan nemen van het
Federaal Agentschap. Voordat hiervan sprake was in het Parlement,
02.08
Hubert Brouns
(CD&V): M.
Vantemsche a notre confiance. Il
a fait ses preuves. C'est aussi une
bonne chose qu'il assume la
paternité - partagée - de l'Agence,
une idée qu'il avait d'ailleurs
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
heeft hij dat idee al vaker gelanceerd via publicaties en toespraken
op symposia. Ik denk dat hij goed weet waaraan hij begint en dat hij
in het verleden heeft bewezen verantwoordelijkheid te kunnen en
durven opnemen. Ik heb daar het volste vertrouwen in.
lancée avant même qu'il en soit
question au Parlement.

02.09 Minister
Magda Aelvoet:
Het eerste punt is dat van het
overwicht van Landbouw. Als u mij vraagt wat ik als de ideale
formule zou hebben beschouwd, dan had ik, de huidige topfuncties in
ogenschouw nemend, uiteraard ook wel gehoopt op een mix. Ik denk
dat ik vroeger reeds duidelijk heb gezegd dat de vaststelling jammer
genoeg is dat kandidaten die zich vanuit andere sectoren hadden
aangemeld, helemaal geen goede klassering hadden: zij haalden nog
zelfs de B-categorie niet. Ik kan op mijn kop gaan staan, maar dat
zijn de feiten en daar moeten wij ons aan houden.

Het tweede punt is dat van het Staatsblad. Ik begrijp dat niet en zal
dat onderzoeken. In ieder geval is de realiteit zoals vroeger reeds
gezegd dat wij voortdurend werden geconfronteerd met problemen
om die commissie tijdig samen te krijgen. Zo bijvoorbeeld zaten die
proffen in de examenperiode. Tot drie keer toe heb ik een wijziging
moeten aanbrengen. Wij hebben alles onmiddellijk overgemaakt aan
het Staatsblad zodra wij de effectieve toezeggingen hadden. Ik laat
onderzoeken of het daar is blijven liggen. Meer kan ik daar niet over
zeggen. Dat is gebeurd in volledige transparantie. Zodra de
commissie voltallig was, hebben wij groen licht gegeven zodat zij het
kon doen. Ik zat er heel sterk achter dat dit vooruit zou gaan.

Dan is er nog het businessplan. Ik heb daarjuist geantwoord dat dit
een van de verworvenheden is. Dat wil niet zeggen dat er geen punt
of komma aan kan veranderen, maar inzake geest en oriëntatie is dit
zeer duidelijk de basis om in de toekomst op verder te bouwen.
02.09
Magda Aelvoet,
ministre: Il
est exact que plusieurs hautes
fonctions sont exercées par
d'anciens collaborateurs du
ministère de l'Agriculture. J'aurais
également préféré une plus
grande diversité mais les autres
candidats étaient nettement moins
bons.

Je ne comprends pas la question
de la publication au
Moniteur
belge
et je ferai étudier ce
problème. Certains problèmes
pratiques, comme les périodes
d'examens, ont entravé les
réunions de la commission de
sélection et la composition de la
commission a dès lors dû être
modifiée. Nous avons néanmoins
toujours communiqué
immédiatement tous les
documents au
Moniteur belge
. On
ne touchera pas à l'esprit du
businessplan
. C'est sur cette base
que nous devons poursuivre.
02.10
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mevrouw de minister, ik begrijp dat
u op dit ogenblik niet kunt antwoorden inzake de vormvereisten. U
begrijpt dat dit niet onbelangrijk is, vermits het ministerieel besluit op
8 mei 2002 werd uitgevaardigd. Ik zie dat de andere samenstellingen
na enkele weken werden gepubliceerd. Hier gaat het over ongeveer
zes weken en dan nog de dag nadat de procedure volledig werd
afgesloten. Ik wil er toch even op wijzen dat er toch een probleem zal
zijn bij het doorsturen, want ik kan mij niet voorstellen dat men bij het
Staatsblad een dergelijk besluit zes weken laat liggen vooraleer het
te publiceren.
02.10
Frieda Brepoels
(VU&ID):
En ce qui concerne les exigences
formelles, il a dû se produire une
anomalie. La composition de la
commission a été publiée au
Moniteur belge
après la clôture de
la procédure. Il ne s'agit pas d'un
détail insignifiant.
02.11
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
mijn vraag is tot u gericht. Destijds hebben wij de heer Beernaert
gehoord over het businessplan. Hij heeft dat hier uitgelegd en daar
met ons een gesprek over gehad. Het lijkt mij zinvol en nuttig om de
heer Vantemsche na zijn inrijperiode en eventuele bijsturingen op
basis van het businessplan heeft kunnen doorvoeren, hier te horen.
Dan kunnen wij een gesprek met hem voeren en ons vergewissen
van de ideeën die hij heeft over de taak die hij zal opnemen in het
agentschap.
02.11
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Il me semble utile que
notre commission entende
M. Vanthemsche lorsque celui-ci
aura travaillé pendant quelques
mois. Il pourra nous faire part de
ses idées et de sa vision d'avenir.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken,
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de samenwerking van een farmaceutisch bedrijf met de
gemeenten voor onderzoek naar osteoporose" (nr. 7599)
03 Question de Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur "la collaboration entre une entreprise
pharmaceutique et les communes à propos d'une étude sur l'ostéoporose" (n° 7599)
03.01
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, dit is eigenlijk een vrij korte vraag omdat wij al
verschillende keren discussies hebben gehad over het verschil
tussen informatie verstrekken aan patiënten en artsen door de
farmaceutische bedrijven en het puur commercieel aspect van een
aantal acties, dus publiciteit. Onze aandacht werd gevestigd op het
feit dat een aantal gemeenten door een farmaceutisch bedrijf zijn
aangeschreven om een actie te doen gericht op de vrouwelijke
bevolking vanaf een bepaalde leeftijd voor onderzoek om
osteoporose op te sporen en om die mensen er meteen ook van te
overtuigen dat er een middel bestaat dat osteoporose kan verbeteren
en botontkalking kan tegengaan, namelijk Fosamax.

Ik heb er niets op tegen dat patiëntengroepen gescreend zouden
worden in het algemeen belang. Ik meen echter dat dit een
verregaande vorm is van vermenging van informatie en publiciteit,
vooral als die publiciteit gericht is op een bevolkingsgroep die men
bij wijze van spreken wat angst aanjaagt voor de mogelijke gevolgen
van een fenomeen dat elke vrouw vanaf de menopauze zal kennen,
met name het feit dat de stevigheid van het bot deels wordt
aangetast. Hier kan echter heel veel aan worden gedaan door onder
andere de voeding aan te passen en voldoende te bewegen. Er is
wel een aantal risicopatiënten dat best via de arts kan worden
opgespoord. Zij kunnen met behulp van middelen zoals Fosamax
geholpen worden om te vermijden dat zij spontaan of gemakkelijke
breuken zouden oplopen.

Ik denk evenwel dat men hier inspanningen doet om een markt te
creëren en dat men eigenlijk via de gemeentelijke overheid de indruk
wekt dat dit door de overheid wordt aangeboden. Blijkbaar zijn er
heel wat gemeenten bereid om hieraan mee te werken omdat het
hen de kans geeft om voor de bevolking zogezegd een
gezondheidsactie op poten te zetten die helemaal niets kost. Ik zou
graag het standpunt van de minister kennen.

Kent u het dossier? Is hierover met u contact opgenomen? Welke
houding neemt de regering terzake aan?
03.01
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Certaines communes
ont été invitées par une firme
pharmaceutique à lancer une
action ciblée sur les femmes plus
âgées. L'objectif est d'amener ces
femmes à subir un contrôle
d'ostéoporose et de les
convaincre ensuite de l'existence
d'un médicament permettant de
soigner la maladie, à savoir le
Fosamax.

Il est effectivement important que
certains groupes de la population
soient contrôlés. J'estime toutefois
que, dans ce cas, il est question
d'une forme poussée de confusion
entre l'information et la publicité. Il
semble même que l'on veuille
effrayer quelque peu ces femmes
en ce qui concerne l'ostéoporose,
problème auquel toute femme
peut être confrontée dès la
ménopause. Une alimentation
appropriée et une activité
physique suffisante peuvent
contribuer à résoudre ce
problème. Il est préférable que les
patientes à risque soient
identifiées par un médecin. Un
médicament comme le Fosamax
peut éventuellement venir en aide
à ces patientes. L'entreprise tente
de créer un marché chez nous
tout en donnant l'impression que
ce sont les autorités communales
qui proposent un examen. Il
semblerait que plusieurs
communes soient disposées à
collaborer à cette action gratuite.

La ministre a-t-elle connaissance
de cette affaire? A-t-elle été
contactée à ce sujet? Quel point
de vue adopte-t-elle à cet égard?
03.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mevrouw de voorzitter, collega's, het
is effectief juist dat een aantal Vlaamse gemeenten met zo'n
opsporing begonnen is. Het gaat om een toestel dat met
ultrageluiden een evaluatie maakt van de minerale beenderdensiteit,
03.02
Magda Aelvoet
, ministre: Il
est exact que certaines
communes flamandes ont lancé
une telle action. L'examen de
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
uiteraard alleen van de voet in dit bepaalde geval. Vaak is dat niet
significant voor het al dan niet aanwezig zijn van de problematiek op
een andere plaats.

De apparaten zijn door de firma Merck, Sharp & Dohme die in deze
uiteraard niet belangeloos optreedt ter beschikking gesteld. Zij
brengen het geneesmiddel immers op de markt. Het blijkt niet juist te
zijn dat aan de onderzochte patiënten een aanvraag voor het
voorschrijven van Fosamax werd meegegeven. Dat blijkt niet te
kloppen. In dat geval zou men gesteld kunnen hebben dat er
samenwerking was van de gemeenten met een bedrijf wat effectief
tot het aankopen van een bepaald geneesmiddel zou kunnen hebben
geleid.

Toch ben ik bekommerd om de evolutie in de marketingstrategieën
van de farmaceutische industrie die in toenemende mate de burger
rechtstreeks viseert door het aanwakkeren van angst voor bepaalde
problemen. Hierdoor wordt het geneesmiddelengebruik in zekere zin
opgedreven. Wij hebben dat fenomeen ook al vastgesteld naar
aanleiding van het pousseren van bepaalde vaccins waarbij het heel
duidelijk was dat mensen en volksvertegenwoordigers rechtstreeks
door de farmaceutische industrie gemobiliseerd werden.

Het is natuurlijk evident dat de preventie van pathologie waar nodig
de volle aandacht verdient. Dergelijke preventie is echter niet
beperkt tot het louter voorschrijven van medicatie en moet worden
georganiseerd binnen een globale, onafhankelijke en
wetenschappelijke aanpak, die wordt ondersteund door het medische
korps en die wordt uitgewerkt door de instellingen van het ministerie
van Volksgezondheid.

In ons land moeten de gemeenschappen omwille van hun
preventieopdracht in deze materie de leiding nemen. Ik ben van
mening dat de organiserende gemeenten en hun toezichthoudende
overheden zich zouden moeten beraden over de manier waarop zij
hierin werden betrokken. Die dingen verlopen immers soms "en
stoumelings". Het wordt voorgesteld alsof de mensen er enkel
voordeel uit kunnen halen. Men trapt er dan gewoon in.
contrôle est réalisé à l'aide d'un
appareil qui évalue, au moyen
d'ultrasons, la densité osseuse
minérale du pied. L'état du pied
n'est pas toujours significatif pour
détecter la présence
d'ostéoporose dans d'autres
parties du corps. L'appareillage
appartient à la firme Merck, Sharp
& Dohme, laquelle ne le met bien
sûr pas à disposition de manière
désintéressée. Cette firme
commercialise également le
médicament Fosamax.

Il n'est pas exact qu'une demande
de prescription de Fosamax ait
été remise aux patientes
examinées. Cela supposerait
d'ailleurs une collaboration directe
entre les communes et la société.
Je suis néanmoins inquiète de
l'évolution des stratégies de
marketing appliquées par
l'industrie pharmaceutique pour
influencer certains groupes de la
population. Certaines craintes sont
en effet parfois avivées et la
consommation de médicaments
est ainsi stimulée. Ce phénomène
s'est également produit pour les
vaccins.
La prévention revêt une
importance capitale mais elle
implique plus que la prescription
de médicaments et doit s'inscrire
dans une approche globale,
autonome et scientifique qui soit
soutenue par le corps médical et
élaborée par le ministère de la
Santé publique. Dans notre pays,
cette mission de prévention
incombe aux Communautés qui
doivent donc prendre l'initiative
dans ce domaine. Les communes
organisatrices et leurs autorités de
tutelle doivent réfléchir à la
manière dont elles sont
impliquées dans cette action. De
telles sociétés présentent bien
souvent les choses comme si ces
actions n'offraient que des
avantages et les communes
s'engagent alors aveuglément.
03.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mevrouw de minister, ik
stel vast dat wij dezelfde zorg delen. Toezicht op de gemeenten en
03.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je constate que la
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
preventie behoren inderdaad tot de bevoegdheden van de
gemeenschappen. Wij zullen ook op dat beleidsniveau de vraag
stellen. In de door mij gekende gevallen gaat het om Vlaamse
gemeenten. Wij zullen uw Vlaamse collega vragen om eventueel
contact op te nemen met de gemeenten om na te gaan of er
richtlijnen kunnen worden gegeven over wat kan en wat niet kan.
Preventiecampagnes ­ ik laat in het midden of ze zinvol zijn ­
worden immers beter gestuurd vanuit de organen die daarvoor in
aanmerking komen.

Met u moeten wij vooral debatteren over de vraag hoe ver de tactiek
van de farmaceutische industrie mag reiken. U hebt zelf gezegd dat
de patiënten tegenwoordig meer en meer benaderd worden om druk
uit te oefenen via de media, zelfhulpgroepen en andere kanalen, die
vooral tot bedoeling hebben de markt zo veel mogelijk uit te breiden.
Ik denk dat wij daarin een strikt onderscheid moeten maken. De
media gaan naar mijn mening al te vaak in op de berichtgeving en
schrijven, zonder het zelf altijd te beseffen, onder het mom van
wetenschappelijke artikels in een bepaalde mate commerciële
artikels. Men moet daarvoor beducht zijn. Men moet in eerste
instantie het aspect gezondheid voor ogen houden.
ministre partage notre inquiétude.
Le contrôle des communes et la
prévention sont en effet des
tâches propres aux
Communautés. C'est pourquoi
nous réitérerons notre question à
ce niveau de pouvoir. Des
directives devront peut-être être
données à ce niveau sur ce qui
est autorisé et ce qui ne l'est pas.
Les campagnes de prévention
doivent être supervisées par les
organes compétents en la
matière.

Nous devons surtout débattre,
avec la ministre fédérale, de la
question de savoir jusqu'où peut
aller la tactique de l'industrie
pharmaceutique. Les médias eux
aussi sont souvent sollicités pour
influencer la population sous le
couvert d'articles scientifiques et
pour élargir le marché. Nous
devons nous méfier de telles
situations. La santé doit toujours
primer.
De
voorzitter
: Mevrouw Van de Casteele, één van de Vlaamse
doelstellingen, de reductie van het aantal ongevallen, kan een kader
bieden om osteoporose te behandelen. Het is mogelijk dat de
gemeenten rond die doelstelling samenwerken.
Le
président
: L'objectif flamand
visant à réduire le nombre
d'accidents, ménagers
notamment, pourrait servir dans le
cadre du traitement de
l'ostéoporose. Il doit être possible
que les communes collaborent
dans le cadre de cet objectif.
03.04
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Daarover gaat het
precies. Men doorkruist dat door nu via een ander kanaal de
gemeenten tot actie aan te zetten.
03.04
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Cet objectif est
actuellement compromis par le
fait que les communes sont
entraînées sur une autre voie, une
voie commerciale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het aantal toegelaten studenten tot de geneeskunde en de tandheelkunde"
(nr. 7602)
04 Question de M. Jef Valkeniers à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le nombre d'étudiants admis en médecine et en dentisterie"
(n° 7602)
04.01
Jef Valkeniers
(VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, Vlaamse huisartsen die een vennoot zoeken of die hun
praktijk willen overlaten, komen sinds ongeveer drie jaar tot de
04.01
Jef Valkeniers
(VLD): Les
médecins généralistes flamands
désireux de trouver un associé ou
CRIV 50
COM 794
25/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
vaststelling dat er nog moeilijk kandidaten te vinden zijn. De
Artsenkrant van 11 juni jongstleden bevat tientallen advertenties met
werkaanbiedingen, vervangingen en praktijkovernames. De
meerderheid van de vandaag afgestudeerde artsen is vrouw; velen
van hen stoppen hun praktijk binnen vijf jaar na het einde van hun
studie en opteren voor een deeltijdse of een eerder administratieve
taak. De vraag rijst dan ook of in het licht van deze feiten de
toelatingsquota voor de studies geneeskunde en tandheelkunde niet
dringend moeten worden herzien. Ook de universitaire ziekenhuizen
maken zich grote zorgen over het nakend tekort aan assistenten,
waardoor ongetwijfeld het niveau van onze universitaire
geneeskunde in het gedrang dreigt te komen.
Voorzitter: Philippe Seghin.
Président: Philippe Seghin.

Mevrouw de minister, hebt u reeds over deze moeilijke situatie
nagedacht? Moet niet dringend worden overlegd met de
universiteiten en de gemeenschapsministers, bevoegd voor
Onderwijs?
de remettre leur cabinet éprouvent
des difficultés à trouver des
candidats. Le
Journal du Médecin
du 11 juin contient des dizaines
d'offres d'emploi pour des
médecins. La majorité des jeunes
médecins diplômés sont des
femmes, qui après une période de
5 ans environ passent à un emploi
à temps partiel ou de nature plus
administrative. N'est-il pas
impératif de revoir d'urgence les
quotas d'admission pour les
études de médecine et de
dentisterie? Les hôpitaux
universitaires s'inquiètent aussi de
la pénurie imminente d'assistants.
04.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, collega's, de
toepassing van een numerus clausus in de studie geneeskunde zal
slechts gevolgen hebben vanaf 2004. Bovendien werden in het
koninklijk besluit van 30 mei jongstleden de quota verhoogd die
oorspronkelijk voor 2005 en 2006 werden vastgelegd. Het
vastgelegde aantal huisartsen komt dus overeen met het behoud van
het bestaande aantal huisartsen. Het nakend tekort aan Vlaamse
huisartsen heeft eerder te maken met een gebrekkige
aantrekkelijkheid van het beroep, dan wel met de numerus clausus.
Wij stellen immers vast dat van alle afgestudeerden 30% binnen de
eerste vijf jaar afhaakt. Dat is een groot probleem. Professor De
Maesenaer heeft inderdaad te kennen gegeven dat hij vreest voor
een overloop van de kandidaat-geneesheren
van de
huisartsengeneeskunde naar de specialisatiegeneeskunde. Het
vastgelegde quotum aan huisartsen zal waarschijnlijk niet kunnen
worden opgevuld.

De jongste jaren is inderdaad een sterke vervrouwelijking in de
studies geneeskunde en tandheelkunde vastgesteld. De
prognostische modellen houden rekening met verschillende factoren,
waaronder de factor vervrouwelijking. Zo werd voor de vrouwelijke
artsen, die in het model zijn opgenomen, uitgegaan van een
werkkracht die ongeveer één vierde lager ligt dan die van mannelijke
collega's. Daarnaast spelen ook vergrijzing, sterfte en de afname van
de activiteit, die eigen zijn aan elke discipline, een rol.

Anderhalve week geleden was ik aanwezig op een zeer boeiende
vergadering met meer dan honderd vrouwelijke huisartsen. Uit de
gesprekken bleek dat vrouwelijke artsen als eerste de problemen
inzake werktijden en beschikbaarheid aankaarten, maar dat die
problemen door een groot deel van hun mannelijke collega's onder
een bepaalde leeftijdsgrens worden gedeeld.

Wij hebben hier te maken met het fenomeen dat mensen op een
andere manier hun werk- en levensuren anders willen invullen. Zelfs
ondanks de beperking van het medisch aanbod zal de werkkracht
blijven toenemen met 2,9% voor de huisartsen en 2,6% voor de
04.02
Magda Aelvoet
, ministre:
L'application du numerus clausus
pour les études de médecine
n'aura une répercussion sur le
nombre de diplômés qu'à partir de
l'an 2004. L'arrêté royal du 30 mai
2002 augmente les quotas prévus
pour les années 2005 et 2006.

L'imminente pénurie de
généralistes est plutôt due à la
faible attractivité de la profession.
Trente pour cent des jeunes
diplômés abandonnent la
profession dans un délai de 5 ans.
Le professeur De Maesenaer
craint que les candidats
généralistes passent à la
médecine spécialisée.

Nous avons tenu compte de la
féminisation croissante en ce qui
concerne les études de médecine
et de dentisterie. Pour les femmes
médecin nous nous sommes
basés sur une capacité de travail
qui est environ un quart inférieure
à celle de leurs collègues
masculins. De plus, le
vieillissement et la mortalité
jouent aussi un rôle important.

Ils ressort de discussions avec des
médecins généralistes féminins
que les horaires et l'importante
disponibilité constituent des
problèmes. Par ailleurs, les
25/06/2002
CRIV 50
COM 794
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
geneesheren-specialisten. Ik zal de heer Valkeniers de tabel
overhandigen. In de planningscommissie, die de quota vastlegt, zijn
de gemeenschappen duidelijk vertegenwoordigd.
Voorzitter: Yolande Avontroodt.
Présidente: Yolande Avontroodt.
généralistes masculins en
dessous d'un certain âge
partagent cette opinion. Les gens
veulent en fait organiser
autrement leur vie professionnelle
et privée.

04.03
Jef Valkeniers
(VLD): Mevrouw de voorzitter, ik merk dat de
minister met dit probleem is begaan en dat alle betrokkenen beseffen
dat de situatie moet worden herzien.
04.03
Jef Valkeniers
(VLD): Je
constate que la ministre se soucie
du problème et que toutes les
parties concernées se rendent
compte du fait qu'il y a lieu de
reconsidérer la situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.55 heures.