KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 793
CRIV 50
COM 793
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTERIEURES
maandag
lundi
24-06-2002
24-06-2002
15:00 uur
15:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamen-
werking, toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, over "het project verplichte
verzekering in Marokko" (nr. 7439)
1
Question de M. Ferdy Willems au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"le projet d'assurance obligatoire au Maroc"
(n° 7439)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamen-
werking
Orateurs: Ferdy Willems, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
5
- de heer Ferdy Willems aan de staatssecretaris
van Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de
situatie in Centraal-Afrika" (nr. 7459)
4
- M. Ferdy Willems au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "la situation
en Afrique centrale" (n° 7459)
5
- mevrouw Mirella Minne aan de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de
zeer ernstige voedselcrisis in Angola" (nr. 7584)
4
- Mme Mirella Minne au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "la situation
alimentaire catastrophique en Angola" (n° 7584)
5
Sprekers: Ferdy Willems, Mirella Minne,
Eddy Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Ferdy Willems, Mirella Minne,
Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
MAANDAG
24
JUNI
2002
15:00 uur
______
du
LUNDI
24
JUIN
2002
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.05 uur door de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.05 heures par M. Pierre Chevalier, président.
01 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "het project verplichte verzekering in
Marokko" (nr. 7439)
01 Question de M. Ferdy Willems au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint
au ministre des Affaires étrangères, sur "le projet d'assurance obligatoire au Maroc" (n° 7439)
01.01
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, collega het meervoud kan ik momenteel niet
gebruiken , van 25 tot 31 mei was ik als enige man in het
gezelschap van zes charmante dames van het Parlement in
Marokko. We hebben daar een aantal zaken gezien. Laat mij
beginnen met te zeggen dat u daar schitterend werk doet. Ik zeg
graag dat onze mensen daar prachtig werk verrichten. Als iets goed
is, mag dat ook gezegd worden. Samen met Congo is Marokko een
land waar ik fier kon zijn dat ik uit dit land kom. Er zijn echter nog
steeds een massa problemen. De parlementsleden hebben u aan het
einde van hun reis een nota gestuurd. Voorts verwijs ik naar de
verslagen van de vergaderingen van 12 en 17 juni, waarop mensen
van uw kabinet aanwezig waren.
Vandaag wil ik het heel concreet hebben over de nota van Jean-Marc
Close uit Luik. Die nota dateert van 19 mei en het gaat daarin om de
basisgezondheidszorg en meer bepaald om de verplichte
ziekteverzekering. Naar mijn gevoel is dat een conditio sine qua non.
Wat baten allerlei hulp en prachtige infrastructuur als dit de mensen
niet bereikt? Op het vlak van het bereiken van de mensen zijn er in
Marokko geweldige problemen. Eén probleem dat ik vanuit mijn
politieke achtergrond volg is dat van de berbers. Mijnheer de
staatssecretaris, ik heb vastgesteld dat de Marokkaanse dokters die
deze mensen moeten behandelen hun taal niet spreken. Dat doet mij
denken aan toestanden hier in Brussel waar ik niet verder op in zal
gaan. Het is echter een belangrijk feit.
In ieder geval wordt slechts een gedeelte van de bevolking bereikt,
ook al is daarin nu toch enige kentering gekomen. De vorige
Marokkaanse regeringen hebben pogingen gedaan om de
ziekteverzekering te hervormen. De nieuwe koning Mohammed VI
01.01
Ferdy Willems
(VU&ID):
Fin mai, je me suis rendu au
Maroc en qualité de membre
d'une délégation parlementaire
belge. Nous y avons examiné la
contribution de notre pays sur le
plan de la collaboration au
développement et, à l'issue du
séjour, la délégation était
absolument unanime: la Belgique
fait de l'excellent travail au Maroc.
Le secrétaire d'Etat l'aura sans
aucun doute déjà lu dans la note
sur cette visite rédigée par la
délégation.
Au cours de la visite, l'on m'a
transmis, à l'ambassade belge,
une note évoquant la question des
soins de santé au Maroc et la
contribution positive que pourrait
apporter notre pays dans ce
domaine. Cette note, rédigée par
M. Close, consiste en une analyse
de la situation précaire des soins
de santé au Maroc. Le problème
majeur semble avant tout lié à
l'accessibilité, et non à
l'infrastructure. Par exemple, la
population Berbère n'est, dans la
plupart des cas, pas accueillie
24/06/2002
CRIV 50
COM 793
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
zegt dat de hervorming van de gezondheidszorg belangrijk is. De
regering El Youssoufi zegt dat het een van haar prioriteiten is. De
minister van Volksgezondheid, die we urenlang hebben kunnen
spreken, noemt het de eerste prioriteit van het land. Hetzelfde
verhaal kregen we te horen van kamerleden en senatoren. Er bestaat
dus wel degelijk belangstelling voor deze hervorming.
Ik heb in Marokko elke dag de Franstalige kranten gelezen. Ik heb
daarin ellenlange artikels zien staan over gezondheidszorg die
evenwel vol stonden met tegenspraak. Ik moest na lectuur steeds tot
de conclusie komen dat ze wel weten waar de lamp brandt maar toch
snappen ze het niet. Ze komen niet tot concrete oplossingen en
spreken elkaar in het Parlement tegen.
Zij denken aan het volgende project: een verplichte verzekering voor
zij die ze kunnen betalen, een gratis verzekering voor de grote
meerderheid die geen inkomen heeft met tussen beide een soort
passerelle. Op papier is dit schitterend, maar op het terrein blijven de
problemen bestaan: geen geld, het probleem van bereikbaarheid,
taalproblemen en vooral ook geen ervaring. Op dit laatste punt
komen wij als Belgen tussenbeide want wij hebben wel ervaring met
de ziekteverzekering.
In de nota van de ambassade staan drie rubrieken. Ten eerste, op
het vlak van het wetgevende werk kunnen wij juridische, technische
bijstand leveren in de totstandkoming van de teksten. De diensten
van de minister van Volksgezondheid beschikken terzake niet over
de nodige kennis en ervaring. In de nota lees ik trouwens dat die
juridisch-sociale manier van denken totaal onbestaande is in de
huidige Marokkaanse wetgeving.
Wij hebben daar iets te bieden. Wij beschikken over de knowhow die
Marokko kan gebruiken.
Ten tweede, stelt men voor om een internationaal seminarie in
Marokko te organiseren met Marokkanen en Belgen, waarbij de rol
van België ondersteunend kan zijn. België kan ook experts sturen en
financiële ondersteuning geven. België kan de zaak ook op zodanige
wijze voorbereiden dat wij geen improvisatiedebat krijgen, maar een
geleid, gestuurd debat met gerichte vragen vanuit de ervaring uit de
praktijk. Het is dus niet de bedoeling om de mensen zonder meer
samen te zetten en te zien wat eruit komt. Dat kan mooi worden,
maar dat kan ook de mist ingaan. De duur van het seminarie die in
de nota wordt voorgesteld is drie dagen, de plaats: Rabat, de datum:
half juni. Die datum is ondertussen natuurlijk reeds voorbijgestreefd.
Ten derde, vraagt men na het seminarie in Rabat een studietoer in
België te organiseren zodat Marokko de facto en de iure kan zien
dus het systeem in de theorie en in de praktijk hoe onze
gezondheidszorg werkt en hoe dit een voorbeeld voor Marokko kan
zijn. Opnieuw vragen zij de discussie terzake te sturen, dus geen
improvisatie. Ik moet u van het nut hiervan niet overtuigen. Dit is
zeer concreet. Dit is geen lucht. Wij kunnen hier daadwerkelijk iets
doen. Het is efficiënt. Het bereikt de zwaksten in de samenleving.
Hier hebben wij iets te bieden. Dit lijkt mij zinvolle
ontwikkelingssamenwerking. Dit project hoeft mijns inziens
bovendien niet eens zo duur te zijn.
dans sa langue maternelle, ce qui
génère de nombreux
malentendus.
Les autorités marocaines se
rendent compte que les
problèmes sont nombreux et elles
ont décidé de procéder à une
réorganisation en profondeur des
soins de santé. La réflexion porte
sur un système de soins de santé
payant pour qui a les moyens et
gratuit pour les plus précarisés.
Entre ces deux extrêmes seraient
conçues des solutions
intermédiaires.
Toutefois, le Maroc a très peu
d'expérience en matière
d'organisation d'un système
national de soins de santé. Notre
pays pourrait apporter sa
contribution dans ce domaine.
Dans la note, l'aide belge
éventuelle est résumée en trois
points. Nous pourrions d'abord
mettre à profit notre expérience
du domaine législatif. Il serait
ensuit utile d'organiser au Maroc
un séminaire international dont la
Belgique définirait les lignes
directrices. Enfin, une délégation
marocaine serait invitée en
Belgique pour y étudier la
situation.
Je suis convaincu qu'il s'agit d'un
excellent projet et que notre pays,
qui possède une riche expérience
sur le terrain, pourrait fournir du
travail particulièrement utile au
profit du Maroc.
Que pense le secrétaire d'Etat
Boutmans de cette note et du rôle
éventuel que notre pays pourrait
jouer dans le cadre de ce projet?
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Mijnheer de staatssecretaris, ik doe wat men mij in Rabat heeft
gevraagd, namelijk dit in alle toonaarden aanbevelen.
De
voorzitter
: Mijnheer Willems, namens wie spreekt de heer Close?
01.02
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zal man en
paard noemen. Ik heb in de Belgische ambassade te Marokko een
nota gekregen van de heer Vinck. Hij heeft mij de nota van de heer
Close overhandigd. Ik ken die heer Close echter niet. Er staat alleen
op "Luik, 19 mei".
De
voorzitter
: Dat stel ik ook vast. Daarom stel ik precies de vraag.
01.03
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik hoef de
man eigenlijk niet te kennen. De nota lijkt mij zinvol.
01.04 Staatssecretaris
Eddy Boutmans:
Mijnheer de voorzitter,
collega Willems, in onze bilaterale samenwerking met haast alle
landen en dus ook met Marokko hebben we een zogenaamd
studiefonds. Dat studiefonds is dus een door België gevoed fonds
waaruit in overleg tussen de Marokkaanse overheid en onze
vertegenwoordiger ter plaatse specifieke studies kunnen worden
betaald. In dit geval was er het verzoek van het partnerland en ook
de dienst heeft gevraagd om te onderzoeken wat de mogelijkheden
waren om een soort ziekenfonds of systeem van sociale zekerheid in
te voeren. Op die vraag werd ingegaan. De studie is op die manier
tot stand gekomen. Op dat ogenblik wordt er iemand gezocht die de
studie kan uitvoeren. Hoe dat nu precies in detail tot stand is
gekomen weet ik niet omdat dit rechtstreeks ter plaatse wordt
geregeld. Een kabinetsmedewerker van minister Vandenbroucke
werd aangezocht als deskundige door het gezamenlijk beheer van
het studiefonds. Hij heeft dus helemaal niet als kabinetsmedewerker
gefungeerd. Daarmee is ook een deel van de vraag wat België voor
zoiets kan doen beantwoord.
Bilaterale samenwerking is per definitie iets wat we samen afspreken.
Ik dank u voor de positieve waardering die u uit over datgene dat
België samen met Marokko doet. Ik wil ook zeggen dat ik van
verschillende andere leden van de parlementaire groep dezelfde
informatie heb gekregen. Dit verheugt mij uiteraard. Toen ik
ongeveer twee jaar geleden in Marokko ben geweest, hebben we een
aantal nieuwe afspraken gemaakt over ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast hebben we ook een aantal nieuwe accenten gelegd,
bijvoorbeeld steun aan het ministerie dat zich bezighoudt met de
bevordering van de positie van de vrouw in zeer moeilijke
omstandigheden.
Wij hebben door deze studie te financieren al een belangrijke
bijdrage geleverd. Alle volgende bijdragen die wij eventueel zullen
leveren, zullen in dezelfde sfeer zitten. Dit betekent dat, als er een
officieel verzoek komt van de Marokkaanse regering, wij zullen
onderzoeken of wij daaraan gevolg kunnen geven. Ik noteer dat u
dergelijke belangstelling te horen hebt gekregen. Dat is natuurlijk nog
iets anders dan een officieel verzoek via de overlegorganen. Wij
hebben afspraken gemaakt over ontwikkelingsprogramma's en op
dat ogenblik zowat 2 jaar geleden is er over dit onderwerp geen
01.04
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: Je tiens d'abord
à faire une observation
préliminaire: M. Close est ou
était un collaborateur du cabinet
du ministre Vandenbroucke.
La conclusion d'accords de
collaboration bilatéraux
s'accompagne toujours de la
création d'un fonds d'étude,
financé par la Belgique, dans
lequel on peut puiser pour
effectuer diverses études à la
demande du pays avec lequel
l'accord a été conclu. Dans le cas
qui nous occupe, le Maroc a
demandé de réaliser une étude
sur son système national de soins
de santé et de formuler des
suggestions en vue de le
réformer.
La Belgique a apporté une large
contribution en finançant l'étude.
A l'avenir, nous pourrons
examiner les requêtes que
pourrait nous adresser le Maroc.
L'expertise en matière de travail
législatif est du domaine du
possible; du reste, la Belgique se
livre d'ores et déjà à ce type de
collaboration avec le Laos. Pour le
surplus, la Belgique finance en
grande partie un programme de
l'Organisation internationale du
travail.
24/06/2002
CRIV 50
COM 793
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
vraag gesteld zodat wij er uiteraard ook niet konden op ingaan.
België kan in bepaalde gevallen expertise leveren inzake wetgevend
werk. In Laos bijvoorbeeld werken wij op verzoek van dat land samen
met de lokale instanties aan een systeem, een wetgeving, een
structuur die een soort van sociale zekerheid natuurlijk iets
bescheidener dan bij ons zou moeten tot stand brengen.
Ten slotte, België financiert ook in belangrijke mate het
stepprogramma van de Internationale Arbeidsorganisatie. Dat
stepprogramma is precies gericht op het tot stand brengen in
verschillende, in hoofdzaak Afrikaanse landen, van een regeling van
de sociale zekerheid. Daarbij heeft men twee mogelijkheden. Ofwel
past men het model toe dat ook bij ons van toepassing is, namelijk
gebaseerd op loonsafdracht. In een land waar het merendeel van de
economie buiten de formele sector ligt, is dat natuurlijk moeilijk. Een
tweede mogelijkheid zijn vormen van ziekenfondsen die de mensen
vrijwillig, via een bijdrage, stijven.
Wij zijn de grootste donor van het stepprogramma van de
Internationale Arbeidsorganisatie. Ik heb wel eens aan
gesprekspartners uit Afrikaanse landen die mij daarover
ondervroegen gezegd dat dit de meest voor de hand liggende
mogelijkheid is omdat de expertise daar gecentraliseerd is. Als wij
bijkomende vragen krijgen, zullen wij onderzoeken ik zou zelfs
zeggen met een positief vooroordeel of wij daarop kunnen ingaan.
01.05
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer Boutmans, wij waren, zoals
ik reeds zei, zeer erg teleurgesteld na onze ontmoeting met de
minister van Volksgezondheid van Marokko, behalve hierover. Hij
noemde dit een priorité absolue. Sterker kan men zich niet
uitdrukken. Het verbaast mij dan ook dat er nog steeds geen directe
vraag van hem is. De Marokkaanse ambassade heeft mij gevraagd
uw positief antwoord naar hem door te sturen. Ik zal dat ook doen. Zij
zullen dan het nodige doen.
01.05
Ferdy Willems
(VU&ID): Je
m'étonne d'apprendre que le
Maroc n'a pas formulé de
demande directe. Je transmettrai
cette réponse à l'ambassade du
Maroc.
01.06 Staatssecretaris
Eddy Boutmans:
Het overleg met Marokko
gebeurt natuurlijk niet alleen met de minister van Volksgezondheid.
Wij overleggen in Marokko met het ministerie van Buitenlandse
Zaken. Dat is voor elk land anders. In sommige landen is er een
ministerie dat het overleg met donorlanden centraliseert en regelt. De
verschillende prioriteiten van de verschillende departementen
moeten daar worden samengevoegd en met dat prioriteitenpakket
moet men naar de donoren gaat. Hier is ook een binnenlandse
prioriteitenstrijd mee gemoeid die wij niet bepalen. Het zou kunnen
dat dit een topprioriteit van de minister van Volksgezondheid is, maar
niet van iedereen.
01.06
Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat: Nous ne nous
concertons pas uniquement avec
la ministre de la Santé. Nous ne
pouvons nous immiscer dans les
priorités du Maroc.
01.07
Ferdy Willems
(VU&ID): Ik moet dat opnieuw tegenspreken
want ze hebben de teksten van hun eigen Koning voorgelezen. El
Youssoufi heeft dat gezegd. Ik heb het in de pers gelezen.
01.07
Ferdy Willems
(VU&ID): Je
suis contraint de vous contredire
sur ce point, dans la mesure où il
a été donné lecture d'un texte du
Roi. Il est vraiment possible de
faire quelque chose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Ferdy Willems aan de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan
de minister van Buitenlandse Zaken, over "de situatie in Centraal-Afrika" (nr. 7459)
- mevrouw Mirella Minne aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken, over "de zeer ernstige voedselcrisis in Angola" (nr. 7584)
02 Questions jointes de
- M. Ferdy Willems au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint au ministre des
Affaires étrangères, sur "la situation en Afrique centrale" (n° 7459)
- Mme Mirella Minne au secrétaire d'Etat à la Coopération au développement, adjoint au ministre
des Affaires étrangères, sur "la situation alimentaire catastrophique en Angola" (n° 7584)
02.01
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de staatssecretaris, ik zal
het ook hierover niet te lang hebben. U weet uiteraard dat ik samen
met heel wat andere collega's al over dit thema gesproken heb.
Afrika bloedt dood door oorlog en burgeroorlog.
De
voorzitter
: Mijnheer Willems, mag ik u even onderbreken? Kan de vraag van mevrouw Minne aan de
uwe worden toegevoegd?
02.02
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, beide vragen
zitten in dezelfde sfeer.
Mijnheer de staatssecretaris, vorige week zijn we nog te weten
gekomen dat niet minder dan 3 miljoen mensen de jongste jaren zijn
omgekomen. Dat is genocide. Plundering is vaak de enige reden
voor de oorlog. Er is corruptie in het eigen land. Angola kreeg in
2000 3,5 miljoen dollar inkomsten uit petroleum en 1,5 miljoen dollar
kwam op de bankrekeningen van de nomenklatoera van het land.
Dat is niet weinig. Er zijn ook nog natuurrampen en ziekten zoals
aids. U kent die rapporten ook wel. Ik zal niet met naam verwijzen
naar alle rapporten die ik heb van diverse regeringen en
wereldorganisaties zoals de UNO, de UNESCO en de UNCTAD. Het
laatste rapport van de UNCTAD dateert van 18 juni van dit jaar.
Verder zijn er nog verslagen van NGO's, direct betrokken partijen.
Alleen wil ik nog vermelden dat Artsen zonder Grenzen zeer
uitgebreid in de media is gekomen met stevige argumenten en
dossiers, die u ook kent. Ik weet dat België inzake Afrika
inspanningen doet. Ik verwijs naar een ontmoeting met onze minister
van Buitenlandse Zaken waarbij één zaak mij opviel. Hij zei dat, als
België niet begaan is met Centraal-Afrika, het gebied van de Grote
Meren, niemand er echt iets aan doet. Dat als inleiding.
Toch blijven er enorme onheilstijdingen komen alarmkreten en
echte wanhoop, ik zou zelfs durven spreken van paniek. Ik kan u
overdonderen met een massa cijfers en gegevens, maar ik zal er
slechts twee aanhalen. Ten eerste, heb ik van Artsen zonder
Grenzen vernomen dat er in Angola hele streken zijn waar er geen
kinderen meer zijn tussen 0 en 5 jaar. Dat is hallucinant. Nog
cynischer is dat de overheid in Angola belet hulp te bieden in de
gebieden van de vroegere tegenstanders. Cynischer kan het niet.
Artsen zonder Grenzen vindt bovendien nog steeds nieuwe
hongerzones. We zijn dus nog niet aan het einde van deze miserie
gekomen. Mijn eerste vraag heeft dan ook betrekking op directe hulp.
U kunt zeggen dat we al veel gedaan hebben en dat dit
miserabilisme, sentiment en emotie is. Dat is allemaal mogelijk,
maar de hulporganisatie Artsen zonder Grenzen ziet het zo niet. Ik
02.02
Ferdy Willems
(VU&ID):
Diverses instances ont publié
maints rapports à propos de la
situation désastreuse en Afrique
centrale. La Belgique fournit déjà
des efforts importants dans la
région des Grands Lacs.
Cependant, les informations qui
nous proviennent de cette région
restent alarmantes. Il y règne
même une véritable panique.
Je demande tout d'abord une aide
directe. Si aucune aide n'est
apportée, 13 millions de
personnes mourront en Afrique
australe. L'aide directe est
possible car la Belgique libère
actuellement 250.000 euros au
profit des victimes du
tremblement de terre en Iran.
Vient ensuite la prévention. Ne
fût-ce que dans l'intérêt du monde
occidental, il faut lutter contre
l'injustice qui règne à l'échelle
planétaire. Il faut pour cela une
dose considérable de volonté
politique. Notre population ne se
soucie toutefois pas, ou très peu,
de la misère de notre monde et la
classe politique ne s'y intéresse
par conséquent pas davantage.
À l'issue de la rencontre de Rome,
la frustration et la déception des
pays du tiers-monde sont plus
24/06/2002
CRIV 50
COM 793
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
zie het ook zo niet en zij die verhongeren zien het ook zo niet. Het
gaat om 13 miljoen mensen meer dan er Belgen zijn die zonder
onmiddellijke noodhulp van honger zullen omkomen. Ik vraag dus
aanvullende hulp, meer dan er nu is.
Er is een rapport dat in zuidelijk Afrika 13 miljoen mensen...
(...)
Het gaat inderdaad om zuidelijk Afrika, niet alleen Angola. Vandaag
hoorde ik over de radio dat België voor de slachtoffers van de
aardbeving in Iran een kwart miljoen euro veil heeft. Ik vraag u om
iets gelijkaardigs te doen, iets extra naast de hulp die wij reeds
bieden.
Mijn tweede vraag is eigenlijk nog belangrijker. Ze gaat namelijk over
preventie. Wat brengt de toekomst? Ik heb zelf reeds herhaaldelijk
gezegd, onder meer op 13 september 2001, dat deze
onrechtvaardige wereldsituatie tweederde van de wereldbevolking
die in de miserie zit moet worden opgelost, niet alleen op grond
van rechtvaardigheid, maar ook uit puur Westers eigenbelang. Zo
niet zal die miserie immers op ons hoofd terechtkomen. Hiervoor zal
een enorme politieke wil nodig zijn. Is dit sentiment? Is dit naïef? Zijn
dat slogans? Ik weet het niet, maar ik sta met deze mening niet
alleen. Vandaag staat in La Libre Belgique, ik citeer: "C'est évident,
notre égoïsme est en cause". Dit is het hele discours. Ik voeg daar
iets triestigs aan toe. Eigenlijk interesseert dit onze bevolking niet of
nauwelijks. Getuige daarvan is de studie die is verschenen over de
themata bij de verkiezingen in de Verenigde Staten. Het thema
"miserie in de wereld", het thema "buitenland" in het algemeen
interesseert ons eigenlijk niet. En wat de burgers niet interesseert,
interesseert de verkozenen of de kandidaat-verkozenen niet, zodat er
terzake ook geen politieke acties worden ondernomen. De cirkel is
rond.
Het enige lichtpunt is het anti- of anders-globalisme dat die themata
toch op de internationale agenda brengt. Mijn optreden in dit Huis is
daardoor geïnspireerd en zal dit in de toekomst ook blijven. Dit is
mijn drijfveer om in dit Huis iets te doen.
Veel belangrijker dan mijn vragen zijn uw antwoorden. U hebt in de
pers reeds voor een groot stuk geantwoord. Ik zal niet herhalen dat
na de topvergadering van Rome er opnieuw frustratie is ontstaan bij
de derdewereldbewegingen en in de derde wereld zelf. Ik keur
terrorisme langs geen kanten goed, maar ik zeg u: dit voedt
terrorisme. Dit is een voedingsbodem voor terrorisme als men dit
hooghartig blijft negeren. Als ik zie dat er geen geld is voor de
millenniumdoelstellingen dan wijst dit volgens mij op een gebrek aan
politieke wil. Het zijn uw woorden die ik volledig onderschrijf. De
groten dezer aarde waren niet in Rome. Ik heb daar geen Bush, Blair,
Schröder of Aznar gezien. Het siert u dat u daar wel was.
Wat de 0,7%-norm voor ontwikkelingssamenwerking betreft, stel ik
vast dat we vooruitgaan maar we zijn er nog niet. Wij halen 0,36%; in
de VS haalt men slechts 0,1% en daarin zit dan nog alle hulp aan
Israël. Voor een wereldmacht is dit een hallucinant cijfer. Ik verwijs
nogmaals naar de onmacht van hun eigen elites. Ik heb het
voorbeeld van Angola gegeven. Ik zou daaraan Mugabe kunnen
grandes encore. Ces sentiments
nourrissent le terrorisme. L'argent
manque et les objectifs du
nouveau millénaire ne peuvent
être réalisés par manque de
volonté politique. La situation s'est
même aggravée: les Etats-Unis et
l'Union européenne ont décidé de
consacrer des fonds
supplémentaires à leur agriculture.
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
toevoegen en nog een paar anderen die het niet waard zijn hun land
te leiden.
Ik kom dan terecht bij de landbouw. Wij blijven hier een puur liberale
economie handhaven waarbij we de markten van het zuiden
inpalmen aan de ene kant en onze eigen markten afschermen aan de
andere kant. Ik heb al geïnterpelleerd over chocolade, cacao,
bananen, vlees, zuivel. Dit blijft duren. De eerste minister geeft mij
dan wel gelijk, maar in wezen verandert er op het terrein niets.
Integendeel, de toestand verslechtert nog. De Verenigde Staten
geven 175 miljard dollar extra aan hun eigen landbouw. Europa doet
het niet veel beter met 42 miljard extra. De tendens verbetert niet
maar verslechtert nog.
Het recht op ontwikkeling wordt erkend, maar het is niet afdwingbaar.
Het blijft dus een dode mus.
Ik blijf dus met mijn grote frustraties zitten, uit
rechtvaardigheidsgevoel, zelfs uit eigen belang. Wat doen we hier in
godsnaam aan? Dit kan zo niet meer verder. Dit zal vroeg of laat niet
op onze hoofden maar op die van onze kinderen vallen. Dit is het
probleem van de 21
ste
eeuw.
Mijnheer de staatssecretaris, ik kijk met belangstelling uit naar uw
antwoord.
02.03
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'Etat, vous avez récemment participé à
Rome au "Sommet mondial de l'Alimentation cinq ans après", où
vous avez parlé de la prise de conscience belge en ce qui concerne
la mise en oeuvre des politiques visant à promouvoir le financement
du développement. Vous vous êtes félicité de la volonté politique qui
existe en la matière. Comme vous le savez, la pauvreté et la famine
font des ravages dans le monde entier, surtout en Afrique.
Selon les informations provenant de l'Association "Médecins sans
frontières", des milliers d'Angolais meurent de faim et des centaines
de milliers d'autres souffrent de maladies graves ou de malnutrition.
Les agences des Nations unies estiment que la situation humanitaire
de l'Angola est l'une des pires au monde. Elles indiquent que, dans
les mois à venir, trois millions de personnes, menacées par la famine
et les maladies, auront besoin d'une aide urgente.
Le président de "Médecins sans frontières" a prévenu que si les
autorités angolaises, les agences des Nations unies, spécialement le
PAM le programme alimentaire mondial , les pays bailleurs de
fonds et les instances diplomatiques ne se rassemblent pas pour
accroître les programmes d'aide, des centaines de milliers de
personnes courent le risque de mourir de faim ou de maladie.
Le rythme d'action des Nations unies s'avère assez lent face à une
situation aussi dramatique, pour une population exclue de toute aide
humanitaire depuis plus de trois ans à cause de la guerre. Il
semblerait que les Nations unies n'aient pas mesuré la gravité de la
crise. Dans les zones contrôlées par l'Unita, cette aide constitue un
problème encore plus épineux.
02.03
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): U heeft onlangs in
Rome aan de "Wereldtop inzake
voeding
vijf jaar later"
deelgenomen. U sprak uw
tevredenheid uit over de
Belgische politieke wil inzake de
financiering van
ontwikkelingssamenwerking.
Volgens Artsen Zonder Grenzen
sterven duizenden Angolezen de
hongerdood en lijden
honderdduizenden anderen aan
ernstige ziekten en ondervoeding.
De reactie van de Verenigde
Naties komt maar traag op gang.
Wat kan ons land ondernemen om
die ernstige voedselcrisis in
Angola dringend een halt toe te
roepen?
24/06/2002
CRIV 50
COM 793
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Dans ces circonstances, monsieur le secrétaire d'Etat, pouvez-nous
nous dire ce que la Belgique pays qui se rend compte de
l'importance de l'aide à accorder à la population civile qui ne doit pas
payer un double prix pour un conflit militaire peut faire pour mettre
d'urgence fin à la crise alimentaire grave qui fait des milliers de
victimes en Angola?
02.04 Staatssecretaris
Eddy Boutmans:
Mijnheer de voorzitter,
deze samengevoegde vragen vereisen een uitvoerig en
gestructureerd antwoord en eigenlijk ook een debat.
Mijnheer Willems, ik ga grotendeels akkoord met uw analyse. Ik
herinner u aan het standpunt van de Belgische regering in Monterrey.
Wij hebben daar in Europees verband getracht aan de kar te trekken
en zijn er toch in geslaagd enige vooruitgang te boeken. De
Belgische regering is zich bewust van het feit dat in Monterrey niet
voldoende vooruitgang is geboekt om de milleniumdoelstellingen, die
in september 2000 zijn overeengekomen, tegen 2015 te realiseren. Ik
vind dat verschrikkelijk. Er is nu sprake van de consensus en het
succes van Monterrey. Ik vind dat men dat succes zeer sterk moet
relativeren. Het is echter in die zin een succes dat men een stap
voorwaarts heeft gezet en dat men niet is blijven stilstaan.
De FAO-top in Rome, die eigenlijk voor november was gepland,
maar die werd uitgesteld omdat men het niet opportuun vond die
bijeenkomst zo kort na 11 september 2001 te houden, kwam nu
tussen de twee grote conferenties van Monterrey en Johannesburg te
liggen. Wij konden daar door de herindeling van het tijdsschema
weinig nieuws verwachten. Daar hebben wij echter het standpunt
verdedigd dat, om het voedselprobleem in de wereld op te lossen,
het vanzelfsprekend is dat de engagementen van Monterrey
minimaal moeten worden uitgevoerd en dat men liefst verder moet
gaan. Echt veel verder zijn we tot mijn wanhoop niet geraakt,
maar de Belgische regering doet haar best.
Iedereen weet dat voedselhulp op lange termijn geen oplossing en
soms zelfs contraproductief is. Wij moeten de landen zo veel
mogelijk helpen om voor de eigen of regionale voedselvoorziening in
te staan. Wat is de oorzaak van het huidige voedselprobleem? Dat
heeft in Angola te maken met de oorlogssituatie die daar al jaren
heerst. Men ziet ook aankomen het is verschrikkelijk om het te
moeten zeggen dat, als er geen zeer snelle verbetering optreedt,
men in Congo hoewel er nu nog geen grootschalig voedseltekort
heerst binnen anderhalf of twee jaar, zelfs als op dat ogenblik de
vrede volledig is gevestigd en men belangrijke stappen voorwaarts
heeft gedaan naar een institutioneel en representatief regime, de
prijs zal betalen voor alle jaren dat het geleidelijk verkeerd is
gelopen.
Ik zie ook wat in Burundi gebeurt. Daarom is het zo belangrijk dat
men tot vrede en stabilisatie kan komen. Men ziet immers dat de
mensen aan het einde van hun krachten zijn. Als het weer nog maar
tegenvalt, zijn alle menselijke reserves en voedselreserves op en
zullen zich daar zeer grote problemen voordoen, zoals een jaar
geleden toen ik in de streek van Karusi was.
Dit is verschrikkelijk. In de eerste plaats dient echter te worden
gezocht naar een oplossing voor het conflict.
02.04
Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat: Je partage en
grande partie l'analyse de
Monsieur Willems. Je me permets
de lui rappeler le point de vue que
nous avons adopté à Monterrey et
à Rome. Monterrey a constitué un
petit pas en avant, en ce sens que
la paralysie totale du processus a
pu être évitée. Nous sommes bien
conscients de ce que les objectifs
du nouveau millénaire fixés en
2000 ne pourront être atteints en
2015. Les engagements pris à
Monterrey doivent être respectés
pour résoudre le problème de la
faim.
Il est désespérant de ne pas
obtenir de meilleurs résultats.
Quoi qu'il en soit, le
gouvernement belge fait tout ce
qu'il peut.
Chacun sait que l'aide alimentaire
n'offre pas de solution
fondamentale et qu'elle peut, à
terme, avoir des effets contre-
productifs. Nous devons aider les
pays confrontés à une pénurie
alimentaire à subvenir
structurellement à leurs besoins.
La cause majeure du problème en
Angola est avant tout la guerre
civile. Je crains que le Congo ne
paie, dans un délai de 18 à 24
mois, le prix de l'instabilité à
laquelle il est en proie
actuellement, même si un accord
de paix devait être conclu
prochainement. Il en va de même
pour le Burundi. La population
n'en peut plus et a épuisé toutes
ses réserves. Même une période
d'intempérie pourrait avoir des
conséquences dramatiques. La
résolution des conflits militaires et
politiques constitue donc la
priorité absolue dans ces pays.
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
De quelle manière intervenons-nous directement? Je ne parle même
pas de nos grandes théories et des grands regrets que nous pouvons
éprouver. Tout d'abord, nous collaborons avec le Fonds de survie
belge, un instrument créé par le parlement pour contribuer à certains
programmes pour la sécurité alimentaire à long terme, lequel est
suivi de près par une commission, un groupe de travail mis en place
au sein de votre parlement. Il y a quelques mois, nous avons
effectué une visite en Tanzanie pour y constater l'excellent travail
que nous y prestons. J'espère que cette contribution aidera la
Tanzanie à ne pas se retrouver, dans quelques années, dans une
situation semblable à celle dans laquelle se trouve actuellement le
Malawi, par exemple, où il n'y a cependant pas de guerre civile.
Deuxièmement, nous avons signé un traité international nous
obligeant à contribuer pour un équivalent de 30.000 tonnes de blé
par an à l'aide alimentaire aux régions directement ou
structurellement menacées. Nous ne livrons pas un gramme de blé.
Nous livrons toutes ces obligations en effectifs, en argent, avec
l'intention, là où c'est possible, de soutenir les économies régionales
en achetant sur le marché régional et en aidant les grandes
organisations, tel le PAM, à approvisionner leur stock alimentaire de
sécurité.
L'année passée, nous avons dépensé un peu plus de 10 millions
d'euros sur cette ligne budgétaire. Pour cette année-ci, les prévisions
budgétaires s'élèvent à 9 millions d'euros, mais probablement
dépenserons-nous en fin de compte davantage sur cette ligne-là.
Cela dépend entre autres des possibilités budgétaires ainsi que du
prix du blé, etc.
Troisièmement, pour ce qui est maintenant du cas très concret de
l'Angola, je viens d'accéder, il y a quelques semaines, à une
demande de "Médecins sans frontières" qui a, en effet, tiré la
sonnette d'alarme pour un montant de 400.000 euros. Ce montant
est destiné à couvrir les besoins en aliments thérapeutiques, biscuits
spécifiques, lait, etc., aliments qui sont directement adaptés pour
sauver immédiatement des vies en péril, surtout d'enfants.
Ik wil hier nog even iets aan toevoegen. Artsen zonder Grenzen heeft
de verdienste aan de alarmbel te trekken over Angola. De cijfers die
ik nu heb gekregen van het Wereldvoedselprogramma, de UNO-
instantie die zich specifiek en zeer goed bezighoudt met het
monitoren van het voedselprobleem op wereldschaal, tonen aan dat
er in Angola ongeveer 70.000 personen echt bedreigd zijn, 40.000 in
regeringsgebied, 28.000 in UNITA-gebied. Het zou kunnen dat de
cijfers stijgen nu sommige gebieden gemakkelijker toegankelijk
worden. Dat zijn de cijfers die men geeft, een kleine 70.000 personen
voor Angola. In Malawi gaat het om 255.000 personen, in
Mozambique om 172.000 mensen en in Zimbabwe om 558.000
personen. Als ik zie voor welke landen wij dit jaar voedselhulp
plannen, de andere budgetlijn in verband met de besteding van
30.000 ton, dan zijn dat vooral landen in Centraal-Afrika. Congo is
erbij evenals Ruanda, Burundi, Malawi, Mozambique en Zimbabwe.
Een paar maanden geleden, toen we de lijst hebben opgesteld,
waren dit de grote alarmlanden. Ik heb ook een bijkomend
noodprogramma goedgekeurd voor Angola op vraag van Artsen
zonder Grenzen. We doen dus wat we kunnen. We mogen echter
Vooreerst dragen wij met het
Belgisch Overlevingsfonds bij tot
programma's voor
voedselvoorziening, met name in
Tanzania. Een commissie van het
Parlement zorgt voor de follow-up
van dat programma. Ten tweede
houden wij ons aan onze
verbintenis jaarlijks 30.000 ton
graan te leveren om de bedreigde
gebieden te helpen en verstrekken
wij die hulp in geld om in de mate
van het mogelijke de plaatselijke
economieën te steunen; in 2001
hebben wij daar 10 miljoen euro
aan besteed en dit jaar wordt daar
in de begroting 9 miljoen euro
voor uitgetrokken. Het derde
aspect behelst het inspelen op
zeer concrete verzoeken: zo zijn
wij ingegaan op een verzoek van
Artsen Zonder Grenzen in Angola
om 400.000 euro ter beschikking
te stellen. Met dat geld konden
immers levens worden gered die
rechtstreeks waren bedreigd.
Médecins sans frontières tire le
signal d'alarme à propos de la
situation en Angola. Selon les
chiffres du Programme
alimentaire mondial, une
organisation des Nations Unies,
environ 70.000 vies sont en
danger dans ce pays, ainsi que
255.000 au Malawi, 172.000 au
Mozambique et 558.000 au
Zimbabwe.
L'aide alimentaire belge profite
essentiellement aux pays
d'Afrique centrale, parmi lesquels
le Malawi, le Congo et le
Zimbabwe. La Belgique a
approuvé un programme
d'urgence supplémentaire pour
l'Angola. Encore une fois, je
rappelle que nous ne devons pas
perdre de vue l'absolue nécessité
d'une aide structurelle.
24/06/2002
CRIV 50
COM 793
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
vooral een structurele oplossing voor de problematiek niet uit het oog
verliezen.
02.05
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb
ook u het woord wanhoop horen gebruiken. We zitten dus op
dezelfde lijn. Ik kan het bijtreden dat voedsel geven niet helpt. U kent
het Chinese spreekwoord: "Als uw arme vriend honger heeft, geef
hem geen vis maar leer hem vissen". Wat Congo betreft, hebt u
gelijk. Het zou wel eens kunnen dat we daar het drama krijgen dat we
nu nog altijd niet kennen.
U hebt vervolgens de gegevens over het overlevingsfonds gegeven
en de 300.000 ton graan die we geven via financiële middelen. Dat
zijn natuurlijk middelen die we vroeger al gaven. Ik had extra hulp
gevraagd en ik verneem tot mijn vreugde dat u die inderdaad
gegeven hebt naar aanleiding van dit concrete geval en zelfs meer
dan voor Iran hoewel ik het Iran overigens niet misgun. Daar ging
het om 250.000 euro en hier om 400.000 euro via Artsen zonder
Grenzen. Dat verheugt mij uiteraard. Men kan beweren dat dit
dweilen met de open kraan is, of dat het druppels op een hete plaat
zijn. Ik weet dat dus ook. Intussen zullen die druppels op een hete
plaat heel concreet mensenlevens redden. Ik denk dat dit alle andere
filosofieën overbodig maakt. Ik verbaas mij wel over de cijfers die u
krijgt omdat ze zo laag liggen. Ik heb alleen gegevens die ik in de
kranten en de gespecialiseerde pers lees en daarbij gaat het over 13
miljoen met de hongerdood bedreigde mensen.
Als ik hier de optelling maak, dan kom ik lang niet tot dat cijfer. Ik
weet niet waar het verschil zit maar ik stel vast dat er een verschil is.
Of het nu over 1 miljoen of over 13 miljoen mensen gaat die
verhongeren maakt eigenlijk niks uit. Het blijft fundamenteel. Het kan
worden vergeleken met de discussie na de Tweede Wereldoorlog.
Werden er nu 6 miljoen of 4 miljoen joden omgebracht? Dat is toch
niet het punt. 1 miljoen mensen op zich is op zichzelf al meer dan
voldoende om 400.000 euro extra via Artsen zonder Grenzen over te
zenden. Ik dank u daarvoor.
02.05
Ferdy Willems
(VU&ID): Le
secrétaire d'Etat, M. Boutmans,
utilise le terme "désespoir" à bon
escient. Il a raison d'affirmer que
l'aide alimentaire seule ne suffit
pas. Je partage également
l'analyse du secrétaire d'Etat à
propos de la situation au Congo.
Je me félicite des 400.000 euros
d'aide alimentaire supplémentaire
accordés à l'Angola. Il s'agit certes
d'une goutte d'eau dans l'océan
mais cet argent permettra
néanmoins de sauver des vies
humaines.
Les chiffres cités par le secrétaire
d'Etat sont largement en-deçà de
ceux qui paraissent dans la presse
spécialisée. Evidemment, peu
importe que ce soit un million ou
treize millions de personnes qui
sont menacées par la famine.
Dans les deux cas, notre devoir
est d'intervenir.
02.06 Staatssecretaris
Eddy Boutmans:
De cijfers die ik heb
gegeven waren ook niet bedoeld om u tegen te spreken maar om het
probleem Angola in de context te plaatsen. Zelfs nu zijn er acute
situaties die meer mensen aangaan dan in Angola. Dat zal natuurlijk
dat stervend kind in Angola een zorg zijn.
Ik denk dat uw cijfer ook wel op reële gegevens zal berusten. Heel
mathematisch weten we dat ook niet.
02.06
Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat: J'ai cité les
chiffres du programme mondial de
l'alimentation pour illustrer la
pénurie de vivres en Angola et
non pas pour mettre en doute les
chiffres avancés par M. Willems.
Il est très difficile de traduire de
telles données en chiffres.
02.07
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, je
remercie le secrétaire d'Etat de sa réponse.
Monsieur le secrétaire d'Etat, vous dites que l'aide alimentaire n'est
pas la panacée. Tout le monde le sait. Mais des aides
gouvernementales sont-elles prévues en Angola pour permettre aux
gens de sortir de cette situation?
02.07
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): Volgens u is
voedselhulp geen wondermiddel,
maar is het de bedoeling de
bevolkingsgroepen daar te helpen
om zichzelf te leren behelpen?
02.08
Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat: Madame, comme vous le
savez, il n'existe pas de coopération bilatérale avec l'Angola. Nous
02.08
Staatssecretaris
Eddy
Boutmans
: Er werd met Angola
CRIV 50
COM 793
24/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
avons dû faire des choix et nous avons essayé de le faire
judicieusement. Cela entraîne évidemment des conséquences, à
savoir qu'il n'y a pas d'accord avec le gouvernement angolais.
Il y a quelques années, nous avons établi un programme d'aide qui
est toujours d'application. Il a trait à la maladie du sommeil. Par ce
biais, nous sauvons déjà quelques vies humaines en Angola. Mais
aucun nouveau programme alimentaire bilatéral n'est prévu avec ce
pays.
Il n'en demeure pas moins que nous participerons à l'effort
international qui, je n'en doute pas, s'organisera au cours des mois à
venir, non seulement en Angola mais aussi dans toute la région
menacée une fois de plus par la famine.
geen bilateraal akkoord
ondertekend met het oog op het
opzetten van een nieuw
voedselprogramma, maar we
zetten wel het programma rond
slaapziekte voort. Overigens
nemen we ook deel aan de
internationale inspanning ten
voordele van de hele getroffen
streek; ik hoop dat deze in de loop
van de komende maanden haar
vruchten zal afwerpen.
02.09
Ferdy Willems
(VU&ID): Mijnheer de staatssecretaris, ik wou
u nog iets "off the record" vragen. Er zijn 25 landen die wij met onze
hulp bestrijken. Ik neem aan dat andere Europese landen ook een
aantal prioriteiten hebben. Is er terzake sprake van enige
coördinatie?
Dit is uiteraard volledig onvoorbereid.
02.10 Staatssecretaris
Eddy Boutmans:
Mijnheer de voorzitter, er
bestaat geen coördinatie inzake prioritaire landen. Ik ben nog
vergeten te zeggen dit is misschien een belangrijk onderdeel van
het antwoord op de vorige vragen dat de Europese Unie over meer
mogelijkheden beschikt en gericht een rol kan spelen in grootschalige
operaties. We moeten de komende jaren afstappen van ons
nationalisme. Dit geldt trouwens niet alleen voor ons maar voor
iedereen. Ontwikkelingshulp betekent niet een nationale vlag gaan
planten in een land. Er kan wel sprake zijn van specifieke expertise
ter beschikking te stellen aan een bepaald land. Er zal in de toekomst
dit is trouwens een van de weinig concrete dingen die in de
consensus van Monterrey staan meer naar internationaal overleg
moeten worden gestreefd over de vormen van hulp, door wie en aan
wie. Ik wil niet zeggen dat de rol van de bilaterale hulp daarmee
overbodig zal worden want dit blijft belangrijk voor het draagvlak in
eigen land en voor het te gelde maken van de eigen expertise. In de
keuze van prioritaire landen zou men tot afspraken moeten komen.
De
voorzitter
: Mijnheer de staatssecretaris, kunt u zich inbeelden dat terzake een consensus kan worden
bereikt?
02.11 Staatssecretaris
Eddy Boutmans:
Dat is natuurlijk het
probleem. Zowat iedereen is het erover eens dat er meer coördinatie
moet komen maar die coördinatie zelf is nog iets anders. Wij hebben
deze impuls gegeven tijdens het Belgische voorzitterschap want wij
hadden op dat moment de leiding van de Europese delegaties. Ik
heb aan al onze attachés gevraagd om initiatieven te nemen voor
beter overleg en coördinatie tussen de Europese donoren. Bij mijn
recent bezoek aan Rwanda heb ik een vergadering voorgezeten van
alle donoren in verband met de Rwandese genocide-problematiek en
mogelijke oplossingen daarvoor. We leveren terzake heel wat
inspanningen. Ik stel vast dat de techniek van de PRSP's en het
principe dat ieder land een planning opstelt waarin staat hoe op een
structurele manier de armoede kan worden bestreden en hoe de
24/06/2002
CRIV 50
COM 793
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
donoren daarbij kunnen helpen, het mogelijk maakt dat, onder de
leiding van het betrokken land, de donoren veel beter samenwerken
om dat land te helpen. Dat kan de vorm aannemen van
basketfunding, zoals we vorig jaar in Mozambique bijvoorbeeld voor
het eerst met de Belgische ontwikkelingssamenwerking hebben
gedaan. Dat kan in sommige landen waar dat verantwoord is een
directe budgetsteun zijn. Dat kan allerlei andere vormen aannemen.
Ik denk echter dat we daar niet naast kunnen als we de
engagementen van Monterrey, die kwantitatief al zo mager zijn maar
die toch stappen vooruit zijn, willen nakomen. Als we die efficiënt
willen gebruiken, en iedereen wil toch dat ontwikkelingshulp
efficiënter is, welnu dan zal het beter gecoördineerd zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.47 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.47 heures.