KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 781
CRIV 50 COM 781
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
dinsdag mardi
11-06-2002 11-06-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Luc Paque aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de wijzigingen van de regelgeving
betreffende de tenlasteneming door de federale
overheid van de aan asielzoekers toegekende
maatschappelijke dienstverlening" (nr. 7346)
1
Question de M. Luc Pacque au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "les
modifications de la réglementation relative à la
prise en charge par l'Etat fédéral de l'aide sociale
accordée aux demandeurs d'asile" (n° 7346)
1
Sprekers: Luc Paque, Johan Vande Lanotte,
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie
Orateurs: Luc Paque, Johan Vande Lanotte,
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l' Économie sociale
Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de niet-toepassing van het
voorzorgsprincipe ten aanzien van de baby-
voeding van Vitagermine" (nr. 7430)
3
Question de M. Hubert Brouns à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la non-
application du principe de précaution à l'égard des
aliments pour nourrisson Vitagermine" (n° 7430)
3
Sprekers: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "reclame en
volksgezondheid" (nr. 7441)
5
Question de Mme Michèle Gilkinet à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la publicité et
la santé publique" (n° 7441)
5
Sprekers: Michèle Gilkinet, voorzitter van de
ECOLO-AGALEV-fractie, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Michèle Gilkinet, présidente du
groupe ECOLO-AGALEV, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Hubert Brouns aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het voedselschandaal in de
Duitse bio-landbouw" (nr. 7473)
8
- M. Hubert Brouns à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le scandale des produits
alimentaires de l'agriculture biologique allemande"
(n° 7473)
8
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de nitrofen-besmetting van Duitse
bio-landbouwproducten" (nr. 7458)
8
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la contamination par le
nitrofen de produits de l'agriculture biologique
allemande" (n° 7458)
8
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de recente schandalen rond
biovoeding" (nr. 7477)
8
- Mme Magda De Meyer à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les scandales
récents concernant l'alimentation biologique"
(n° 7477)
8
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken, Volksgezond-
heid en Leefmilieu over "residu's van nitrofen in
voedingsmiddelen" (nr. 7471)
8
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "des résidus
de nitrofen dans des denrées alimentaires"
(n° 7471)
8
Sprekers: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu, Koen Bultinck,
Magda De Meyer, Annemie Van de Casteele
Orateurs: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement,
Koen Bultinck, Magda De Meyer, Annemie
Van de Casteele
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
11
JUNI
2002
14:15 uur
______
du
MARDI
11
JUIN
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.30 heures par Mme Yolande Avontroodt, présidente.
01 Question de M. Luc Pacque au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration sociale
et de l'Economie sociale sur "les modifications de la réglementation relative à la prise en charge par
l'Etat fédéral de l'aide sociale accordée aux demandeurs d'asile" (n° 7346)
01 Vraag van de heer Luc Paque aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "de wijzigingen van de regelgeving betreffende
de tenlasteneming door de federale overheid van de aan asielzoekers toegekende maatschappelijke
dienstverlening" (nr. 7346)
01.01 Luc Paque (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre,
le gouvernement nous a annoncé, fin du mois de mai, son intention
de modifier par amendement à la loi-programme, comme je l'ai lu
dans la presse et à ce jour, je n'ai pas encore vu d'amendement à
la loi-programme concernant ce point la réglementation relative à la
prise en charge par l'Etat de l'aide sociale accordée aux demandeurs
d'asile en vue de faire appliquer réellement ce qu'il appelle le plan de
répartition et donc de lutter aussi contre la concentration dans les
grandes villes.
Si les demandeurs d'asile ne résident pas sur le territoire de la
commune désignée comme lieu d'inscription obligatoire, la prise en
charge par l'Etat fédéral serait de 0% de l'aide sociale. Néanmoins,
selon certaines conditions à déterminer par le ministre, cette prise en
charge pourrait être de 50%. Par ailleurs, si le CPAS désigné
propose un logement au demandeur d'asile et que ce dernier refuse
cette offre, le CPAS pourrait déduire la valeur locative du logement à
concurrence de 20% du montant de l'aide sociale.
Je souhaiterais connaître les raisons qui ont poussé le gouvernement
à prendre cette décision.
Pouvez-vous nous préciser à quelles conditions le remboursement de
l'aide sociale serait de 50% au cas où le demandeur ne réside pas
sur le territoire de la commune désignée?
01.01 Luc Paque (cdH): Waarom
heeft de regering, door een
amendement op de
programmawaet, beslist
wijzigingen aan te brengen aan de
tenlasteneming door de Staat van
de maatschappelijke
dienstverlening voor asielzoekers?
Onder welke voorwaarden wordt
de terugbetaling van die steun van
50 percent naar 0 percent
teruggebracht wanneer de
asielzoeker niet verblijft in de
gemeente die hem werd
toegewezen?
Indien een asielzoeker de woning
die het OCMW hem voorstelt
weigert, hoeveel bedraagt dan de
tenlasteneming door de overheid
van de toegekende steun die
desgevallend kan worden
verminderd met het bedrag van de
huurwaarde, ten belope van 20
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Pourriez-vous également préciser, dans l'hypothèse où un logement
est effectivement offert par le CPAS et refusé par le demandeur,
quelle serait la prise en charge par l'Etat fédéral du montant de l'aide
sociale réduit éventuellement du coût de cette valeur locative, donc
les 20% dont je viens de parler?
Pouvez-vous me dire quelle sera la date d'entrée en vigueur des
mesures annoncées?
J'ai cru entendre tout à l'heure que le gouvernement aurait retiré sa
proposition. Si tel est le cas, pour quelle raison avez-vous retiré votre
proposition dès lors que celle-ci avait été prise en conseil des
ministres et annoncée dans la presse?
percent van het totale bedrag?.
Wanneer zouden die maatregelen
van kracht worden?
De regering zou haar voorstel
hebben ingetrokken. Waarom?
01.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, la
réponse est simple en ce sens que le Conseil d'Etat a prononcé un
avis très négatif et sans appel. Le Conseil d'Etat a considéré que la
mesure proposée ne respectait pas le principe d'égalité. Cela signifie
que pour remédier à la situation, nous devrons employer d'autres
moyens dont notamment l'application plus stricte de la loi actuelle. Je
le répète, l'avis du Conseil d'Etat étant très clair, nous avons
considéré comme inutile l'introduction d'un recours.
01.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Wij waren van oordeel
dat het zinloos was in beroep te
gaan tegen het zeer negatieve
advies van de Raad van State. We
zullen andere wegen moeten
bewandelen, zoals de zeer strikte
toepassing van de bestaande wet.
01.03 Luc Paque (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre,
je vous remercie pour votre réponse. Je me réjouis de ce que, pour
une fois, le gouvernement respecte l'avis du Conseil d'Etat quand ce
dernier n'est pas d'accord avec ses propositions!
Je pense que le Conseil d'Etat a pris la bonne décision en la matière.
Je ne vais pas revenir longuement sur le sujet; on a suffisamment pu
lire dans la presse et entendre ailleurs les réactions des différentes
associations qui s'occupent des demandeurs d'asile mais également
des pouvoirs locaux. En effet, le pouvoir fédéral reportait finalement
sur ces derniers une charge pour laquelle ils n'avaient rien demandé
dès lors que le plan de répartition répartit les demandeurs d'asile
dans les différentes communes. Ni les communes n'ont demandé la
présence de ces demandeurs d'asile, ni les demandeurs d'asile n'ont
demandé à se retrouver dans telle commune. Vous savez comme
moi qu'il n'est vraiment pas évident dans nombre de communes et
plus particulièrement dans les communes des zones rurales de
trouver des logements pour les demandeurs. De plus, on peut
comprendre que ces personnes ne souhaitent pas non plus résider
dans des zones rurales ou parfois, tout simplement pour aller acheter
un pain, il faut faire plusieurs kilomètres. Je comprends que cela crée
d'énormes difficultés pour des personnes qui ne disposent pas de
beaucoup de revenus.
Par ailleurs, ces personnes sont déjà dans une situation difficile que
ce soit d'un point de vue matériel ou psychologique. Il faut également
savoir qu'il est parfois important pour elles de pouvoir se retrouver
dans de plus grands centres en présence de compatriotes. En effet, il
existe entre ces gens une solidarité qu'il faut respecter.
De plus, même si une partie de l'intervention est supprimée lorsque le
demandeur d'asile marque sa volonté de ne pas rester sur le territoire
de la commune à laquelle il a été affecté, cela n'empêchera pas
01.03 Luc Paque (cdH): De
beslissing van de Raad van State
was terecht. De gemeenten
vragen immers niet dat er
asielzoekers op hun grondgebied
aanwezig zijn en de asielzoekers
vragen ook niet om naar een
welbepaalde gemeent gestuurd te
worden, zeker niet in landelijke
gebieden waar mobiliteit en
isolement een probleem vormen.
In het licht van die problemen zal
het schrappen van een deel van
de steun dan ook niet volstaan om
sommige asielzoekers ervan te
weerhouden naar grotere centra
te trekken, waar ze in
onaangepaste en zelfs ongezonde
woningen dreigen terecht te
komen.
Ik vraag me af hoe de regering
verder zal inspelen op het
ontbreken van maatregelen, maar
ik vind dat ze dit keer een goede
beslissing heeft genomen.
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
certains demandeurs d'asile de se rendre dans un plus grand centre,
ce pour les raisons que je viens d'évoquer. Leurs revenus seront
alors encore diminués et le risque sera encore plus grand pour eux
de se retrouver dans un logement indécent voire insalubre.
En conclusion, le problème est loin d'être réglé.
J'attends maintenant de voir comment le gouvernement va réagir par
rapport à cette absence de mesure. Mais j'estime que, cette fois, le
gouvernement a bien réagi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de niet-toepassing van het voorzorgsprincipe ten aanzien van de baby-voeding van
Vitagermine" (nr. 7430)
02 Question de M. Hubert Brouns à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la non-application du principe de précaution à l'égard des
aliments pour nourrisson Vitagermine" (n° 7430)
02.01 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik zal niet het hele verhaal van de biologische babyvoeding
herhalen. Wat mij in dit verhaal het meeste opvalt, is dat het Federaal
Agentschap op 23 mei meedeelt dat er op dat moment geen
aanwijzingen zijn voor gelijkaardige problemen bij andere loten van
hetzelfde product.
Op 30 mei stuurde hetzelfde Agentschap een heel ander bericht de
wereld in. Op dat moment verklaarde men dat ook in andere loten de
norm werd overschreden. Dit was de reden waarom wederom
bepaalde producten uit de handel moesten worden genomen. Door
op die manier te communiceren over zo'n delicaat probleem geeft het
Federaal Agentschap toch wel een zeer ongeloofwaardige indruk.
De vraag is dan ook waarom men op 23 mei dit bericht de wereld
heeft ingestuurd. Waren er op dat moment al dan niet resultaten
bekend van de andere loten? Lag het niet voor de hand dat ook die
andere loten besmet waren? De vraag dringt zich op in welke mate
men hier het voorzorgsprincipe bij de aanpak van dergelijke crisissen
heeft toegepast. Ik had van de minister graag gehoord in welke mate
deze communicatie overeenstemt met het al dan niet toepassen van
het voorzorgsprincipe. Is er niet dringend nood aan meer controle op
de controlesystemen die de biolandbouw gebruikt opdat men er zeker
van kan zijn dat men ook daar over sluitende controlesystemen
beschikt? Volgens mij kan deze vraag binnenkort ook worden gesteld
naar aanleiding van een ander dossier. Naar mijn aanvoelen blijkt
ook uit dit dossier dat wij een beter zicht moeten krijgen op de
controlesystemen in de biolandbouw. Op die manier kan men met
zekerheid zeggen dat aan de consument sluitende berichten worden
gegeven.
02.01 Hubert Brouns (CD&V): Le
23 mai, l'Agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire
(AFSCA) a diffusé un premier
communiqué faisant état d'un
dépassement de la dose de
chloreméquat dans des aliments
biologiques pour nourrissons. Le
lot incriminé a aussitôt été retiré
du commerce. Le même
communiqué précisait que rien
n'indiquait que d'autres lots du
même produit étaient concernés.
Le 30 mai, il s'est cependant
avéré que la norme était
dépassée pour d'autres lots et que
des produits avaient à nouveau
été retirés du marché. On était
donc en présence de deux
informations contradictoires. La
mauvaise communication sape la
crédibilité de l'AFSCA. Sur quoi
l'AFSCA se fonde-t-elle pour
conclure à l'absence de
contamination d'autres lots? Les
résultats des tests pratiqués sur
d'autres lots étaient-ils déjà
connus à ce moment? Le principe
de précaution n'a-t-il pas été
transgressé? L'AFSCA a-t-elle fait
contrôler d'autres lots? Les
systèmes de contrôle de
l'agriculture biologique ne doivent-
ils pas être évalués de toute
urgence?
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, ik zou eerst
en vooral duidelijk willen maken dat het Federaal Agentschap een
identieke houding aanneemt ten aanzien van de verschillende
productiesoorten. Het is niet zo dat wij bepaalde sectoren controleren
en andere sectoren niet. Dit voorval is via het normale
monitoringsysteem aan het licht gekomen.
Ten tweede, als wij in een analyse vaststellen dat een product
ongeacht de sector waaruit het komt uit een bepaald lot een
besmetting vertoont dan delen wij dit onmiddellijk mee. Aangezien
het probleem aan het licht is gekomen door het monitoringsysteem
hadden wij op dat ogenblik geen andere resultaten. Om die reden
heeft men in de eerste mededeling zeer uitdrukkelijk gewezen op een
besmetting in dat bepaalde lot. Er is toen onmiddellijk verder gezocht
en naar aanleiding van andere analyses zijn ook andere problemen
aan het licht gekomen. In termen van communicatie meen ik dat wij
onmiddellijk de besmetting hebben meegedeeld. Men kan deze
mededeling niet veralgemenen als men daarvoor niet over de nodige
informatie beschikt. Eens men op de hoogte is van een probleem en
er een serie van testen wordt uitgevoerd, kan men uitspraken doen
over verschillende loten.
Wat dat betreft zijn de zaken volgens mij correct verlopen. De dag dat
het resultaat ons had bereikt, is de partij met andere loten
bemonsterd door onze inspecteur. Zo hebben we kunnen ontdekken
dat er niet alleen problemen waren bij de productie Peer, maar ook bij
peer-kers. De trage verkoop heeft ervoor gezorgd dat het
terugroepen van het product gemakkelijk verliep. Ik bedoel hiermee
dat van de 360 potjes van de eerste partij die in juli 2001 vanuit
Frankrijk werd ingevoerd, op 23 mei 2002 nog steeds een deel in de
winkelrekken en bij de invoerder stond. De gezondheidsproblemen
die kunnen worden veroorzaakt door chloormequat, zijn te
omschrijven als ziekteverwekkend waarbij overdreven
speekselafscheiding en diarree als twee voornaamste symptomen
gelden. Dankzij de actie van het Federaal Agentschap heeft het
producerende Franse bedrijf de besmette potjes ook in Frankrijk en in
Spanje uit de rekken gehaald. Nadien is gebleken dat de peren van
de Franse producent eigenlijk Spaanse peren waren die in Frankrijk
zijn ingevoerd en verwerkt en van daaruit verzonden.
Ondertussen hebben de Nederlandse collega's het Federaal
Agentschap geïnformeerd over het feit dat ons alarmbericht ertoe
heeft geleid dat een hoog chloormequatgehalte is gevonden in nog
een andere partij Babybio-Peer. Bijgevolg hebben onze controles op
heel wat plaatsen tot ingrijpen gezorgd. De Franse overheid heeft
reeds een aantal gegevens doorgespeeld over de distributie naar
andere lidstaten. In België hebben we een enkele invoerder van het
product opgespoord, maar analyseresultaten over de inhoud van de
Franse productie hebben we van de Franse overheid tot vandaag
nog steeds niet mogen ontvangen. Geruststellend is wel dat er in
België slechts één distributieketen is die het product verdeeld, wat
heeft gezorgd voor een eenvoudige terugname uit de rekken.
De spelregels met betrekking tot het intracommunautair
handelsverkeer willen dat de lidstaat van oorsprong toezicht houdt op
de productie en hierover de andere lidstaten en de Europese
Commissie informeert. Bijgevolg is het de taak van de Franse
overheid om uit te zoeken waar de contaminatie precies vandaan
02.02 Magda Aelvoet, ministre:
L'AFSCA adopte la même
démarche pour les différents types
de produits. Tous les secteurs font
donc l'objet du même contrôle.
C'est le système belge de
détection qui a permis de
découvrir le problème.
L'information fournie le 23 mai par
l'AFSCA était correcte. A ce
moment-là, rien n'indiquait en effet
que des problèmes similaires se
poseraient pour d'autres lots du
même produit. Aucune analyse
n'avait encore été effectuée sur
d'autres lots de Babybio-poire. Le
même jour, des anomalies ont été
découvertes dans la variante
poire-cerise. Au vu de la rapidité
avec laquelle il a été procédé aux
analyses et du retrait des produits
du marché, on peut affirmer que le
principe de précaution a bien été
respecté. Le chloreméquat génère
une hypersalivation et provoque
de la diarrhée mais ne met pas la
vie en danger.
Grâce à notre intervention, des
produits ont également été retirés
des rayons en France et en
Espagne. Les poires utilisées en
France auraient été importées
d'Espagne. L'AFSCA a été
informée du fait que des
problèmes se poseraient
également aux Pays-Bas. Les
autorités françaises ont, dans
l'intervalle, fourni des indications
sur la distribution et les
exportations. En Belgique, cela ne
concerne qu'un seul importateur.
On ne sait encore rien sur les
produits qui se trouvent toujours
en France.
Les règles du jeu européennes
requièrent que le pays d'origine,
en l'occurrence la France, contrôle
la production et informe les autres
Etats membres et la Commission
européenne. Les autorités
françaises doivent donc vérifier
quelle est l'origine de la
contamination et en informer les
autres Etats membres. J'insiste
auprès de la Commission
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
komt en hoever ze zich heeft verspreid en tevens om de andere
lidstaten te informeren over hun onderzoeksbevindingen. Ik zal er bij
de Europese Commissie dan ook op aandringen dat de Franse
overheid zo snel mogelijk de nodige verduidelijking geeft over de
mogelijke oorzaak.
européenne pour que la France
clarifie rapidement la situation.
02.03 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
het zeer omstandige antwoord. Mijn vraag was eerder gericht op de
vaststelling van de eerste berichtgeving. Zo'n vaststelling is cruciaal.
Dat hebben we bij alle soortgelijke crisissen ervaren. Het is belangrijk
te weten hoe en wat er moet worden gecommuniceerd. Wanneer op
23 mei wordt gecommuniceerd dat er op dat moment nog geen
aanwijzingen zijn van gelijkaardige problemen bij andere loten, dan
moet men daarover ook zekerheid hebben. Heeft men dat niet, dan
zwijgt men erover. In dat stadium kan men nog niet zeggen of er
eventuele problemen zijn bij andere loten bij gebrek aan
analyseresultaten. Men kon enkel zeggen dat er bij dat specifiek lot
problemen zijn vastgesteld. Naar mijn aanvoelen mocht men over de
andere loten niet spreken, aangezien zulks de indruk wekt dat er
geen probleem meer is. 6 dagen later moet dan worden toegegeven
dat er wel nog een probleem is met andere loten met eenzelfde
hoeveelheid normoverschrijding.
Mijn vraag had de bedoeling te wijzen op het probleem van onze
communicatie. Geven we in deze weer niet te snel de indruk dat de
zaak zich ten gunste heeft gekeerd en dat we gerust kunnen
aannemen dat er geen normoverschrijdingen meer zijn. 6 dagen na
de positieve berichtgeving wordt het tegendeel bewezen en moeten
we het publiek ervan op de hoogte brengen dat er wel degelijk
andere loten besmet zijn.
02.03 Hubert Brouns (CD&V):
Ma question portait principalement
sur le premier communiqué. Le
contenu des informations fournies
par l'AFSCA ainsi que la manière
dont ces informations sont
communiquées revêtent une
importance capitale. Si l'on n'avait
pas de certitude au sujet de tous
les lots, il valait mieux ne pas faire
de déclaration. On a donné la
fausse impression que les autres
lots ne posaient pas problème
alors que six jours plus tard, on a
dû faire marche arrière.
02.04 Minister Magda Aelvoet: Daar kan men natuurlijk oneindig
over doorgaan. Men zit hier met twee groepen. Men heeft de
consumenten, die men onmiddellijk inlicht als men een probleem
vaststelt. Anderzijds, als men een probleem vaststelt, moet men het
ook afbakenen, zoals het zich op dat ogenblik manifesteert, anders,
zegt de producent, wordt de indruk gewekt dat de hele productie niet
veilig is. Dat kan men op dat ogenblik ook niet doen. Wat zegt men?
Wat zegt men: "Op het ogenblik hebben we bepaalde vaststellingen
gedaan en we hebben nu nog geen andere indicaties". Zodra we
andere indicaties hadden, hebben we ze ook meegedeeld.
02.04 Magda Aelvoet, ministre:
Les intérêts des consommateurs
et des producteurs sont ici en
contradiction. Les premiers
doivent être immédiatement
avertis mais il faut que le
problème soit cerné avec
précision. Sinon, on donne
l'impression que toute la
production est suspecte, ce que
les producteurs n'apprécient
évidemment pas.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Michèle Gilkinet à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la publicité et la santé publique" (n° 7441)
03 Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "reclame en volksgezondheid" (nr. 7441)
03.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Madame la présidente,
madame la ministre, un arrêt rendu par la Cour de cassation, le 2 mai
2002, confirmerait que la publicité est, désormais, autorisée pour les
médecins. Il y a quelque temps, un arrêt allant dans le même sens a
été rendu pour une affaire concernant un pharmacien.
03.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-
AGALEV): Een arrest van het Hof
van Cassatie van 2 mei 2002
bevestigt dat artsen voortaan
publiciteit mogen voeren. Voor
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Tout ceci semblerait indiquer que, dorénavant, la publicité serait
autorisée aux professionnels de la santé dans notre pays. En effet, il
y a fort à parier que ce qui est permis aujourd'hui aux médecins et
pharmaciens ne pourrait être interdit aux autres praticiens comme les
infirmiers ou les kinésithérapeutes, par exemple.
Ces arrêts sont importants dans la mesure où nous pensions,
jusqu'ici, que les lois de notre pays, accompagnées des règles de
déontologie, notamment celles de l'Ordre des médecins ou des
pharmaciens, nous protégeaient du développement d'une publicité
contraire aux intérêts du patient et de la santé publique.
Etant donné ces arrêts, nous serions-nous trompés à un tel point? La
publicité serait-elle autorisée dans notre pays aux professionnels de
la santé sans que plus rien ne puisse la limiter ou l'interdire? Le droit
à la libre concurrence deviendrait-il un tel principe de droit que les
autres devraient s'y soumettre? Avouez que si c'était le cas, il y aurait
de quoi s'inquiéter, parce que si la libre concurrence venait à primer
sur la santé publique ou sur l'intérêt du patient, à quelle dérive ne
risquerait-on pas d'aboutir?
Par ailleurs, lors de l'examen du projet de loi relatif à la publicité
comparative, aux clauses abusives et aux contrats à distance en ce
qui concerne les professions libérales, à savoir le projet de loi 1469,
que nous venons de voter ce projet de loi, je le rappelle, visait à
inscrire les directives européennes dans le droit belge , un large
consensus s'est dégagé lors de l'examen à la Chambre pour
accepter l'amendement que nous proposions. Cet amendement
permet au Roi d'interdire ou de restreindre la publicité comparative
pour préserver la santé publique.
Donc, nous sommes heureux que les principes que nous défendions
aient été adoptés par la Chambre. Mais devons-nous considérer que
n'avons pas été assez attentifs à d'autres moments et que ce qui est
permis au Roi en matière de publicité comparative, ne peut l'être en
matière de publicité tout court? Je voudrais entendre votre analyse
sur cette question, plus particulièrement vos réponses aux trois
questions suivantes.
Partagez-vous l'analyse de la Cour de cassation, qui affirme que les
lois sur la concurrence sont d'application pour les médecins et les
pharmaciens et que dès lors, la publicité leur est permise? Si oui, de
quel arsenal légistique disposez-vous pour limiter les dérives d'une
telle autorisation? Cet arsenal est-il suffisant? Les possibilités
reprises dans l'arrêté royal 79 constituent-elles une opportunité à
étudier?
Au-delà ou à côté, n'y aurait-il pas lieu d'introduire dans les textes
relatifs à la libre concurrence la possibilité que cette publicité puisse
être limitée ou interdite pour des raisons de santé publique, comme
nous l'avons fait pour la publicité comparative?
En ce qui concerne la publicité comparative, le parlement a offert au
Roi la possibilité de limiter ou d'interdire celle-ci pour des raisons de
santé publique. Cette possibilité ne sera effective que si le Roi s'en
empare et lui donne évidemment un contenu. Allez-vous vous en
saisir? Avez-vous pris des dispositions avec le ministre de la Justice
kort was er ook een arrest over
een apotheker in die zin. Dat
schijnt erop te wijzen dat, los van
de deontologische regels, de
beroepsmensen in de sector
gezondheidszorg voortaan
publiciteit mogen voeren. Aan
welke uitwassen staan we bloot
als de vrije concurrentie het
voortaan haalt op de
volksgezondheid? Tijdens de
behandeling van het wetsontwerp
inzake vergelijkende reclame,
kwam er in de Kamer een brede
consensus tot stand over ons
amendement, dat de Koning de
mogelijkheid biedt om
vergelijkende reclame te beperken
of te verbieden. Ik verneem dus
graag of u het standpunt van het
Hof van Cassatie deelt. Over welk
wettelijk arsenaal beschikt u om
eventuele uitwassen in te dijken?
Zal u gebruik maken van de
mogelijkheid waarover de Koning
beschikt om vergelijkende reclame
te beperken of te verbieden?
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
pour étudier cette question? Qu'avez-vous prévu à ce propos?
03.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la présidente, chers
collègues, tout d'abord, je voudrais attirer l'attention de Mme Gilkinet
sur un attendu repris dans l'arrêt rendu par la Cour. En effet, cet
attendu situe assez bien l'approche faite par la Cour de cassation.
Cet attendu a été exprimé en néerlandais et précise ce qui suit:
03.02 Minister Magda Aelvoet:
Voor ik antwoord op uw vraag, wil
ik graag even ingaan op een van
consideransen van het arrest van
het Hof van Cassatie van 2 mei
2002.
"Overwegende dat de raad van Beroep de tuchtstraf die aan de eiser
wordt opgelegd grondt op een algemeen verbod van reclame zonder
in concreto na te gaan of zijn beslissing verzoenbaar is met de eisen
van de mededingingswet en met de eisen van de volksgezondheid".
On pourrait provisoirement
traduire cet important attendu de
la façon suivante: "Attendu que le
Conseil d'appel fonde la sanction
imposée au demandeur sur une
interdiction générale de la
publicité, sans vérifier in concreto
si sa décision est conciliable avec
les exigences de la loi sur la
concurrence et avec celles de la
santé publique."
Sept attendus précèdent l'arrêt. Cet important extrait peut être traduit
comme suit, sans préjudice d'une traduction parfaite: "Attendu que le
conseil d'appel fonde la sanction imposée au demandeur sur une
interdiction générale de la publicité, sans vérifier in concreto si sa
décision est conciliable avec les exigences de la loi sur la
concurrence et avec celles de la Santé publique". Notre cour
suprême entend donc opérer une distinction entre, d'une part, la
publicité qui serait justifiable au regard des impératifs de la
concurrence et de la Santé publique et, d'autre part, celle qui ne le
serait pas.
Il me semble qu'il faille avant tout clarifier les choses en informant
précisément les praticiens de l'art médical sur le type de publicité
permis et celui qui ne l'est pas. Pour opérer une telle clarification,
deux voies semblent possibles. La première est l'adoption d'un arrêté
royal déterminant les cas dans lesquels la publicité serait permise et
les cas dans lesquels elle ne le serait pas, compte tenu des
impératifs de ladite concurrence et de la Santé publique. Un tel arrêté
pourrait être adopté sur base de l'article 28 de la loi du 14 juillet sur
les pratiques du commerce, aux termes duquel "sans préjudice des
pouvoirs qui lui sont confiés en vertu d'une autre disposition légale, le
Roi peut, par arrêté délibéré en conseil des ministres, ...". La
deuxième voie est de laisser l'Ordre des Médecins déterminer lui-
même cette distinction selon les mêmes critères.
A ce niveau-ci, il est important de rappeler que l'Ordre des Médecins
a toujours adopté une attitude très stricte vis-à-vis de la publicité, de
la propagande, etc. Personnellement, je pense que, compte tenu du
rôle positif que l'Ordre a toujours joué dans ce contexte, il serait
préférable de laisser agir celui-ci. Une interprétation interne à l'Ordre
serait, selon moi, susceptible de susciter des résistances.
En ce qui concerne la troisième partie de votre question, je puis me
référer aux éléments déjà exposés. En effet, le champ d'application
de la disposition légale couvre aussi bien la publicité en général que
le cas particulier de la publicité comparative. Le projet de loi auquel
vous faites allusion permettra, grâce à l'amendement introduit,
De zaak kan op twee manieren
worden uitgeklaard. Ofwel keurt
men een koninklijk besluit goed
dat op grond van artikel 28, § 1, 1°
van de wet van 14 juli 1991 op de
handelspraktijken wordt
opgesteld, waarbij de gevallen
worden bepaald waarin reclame al
of niet zou worden toegestaan.
Dat valt echter niet onder mijn
bevoegdheid. Ofwel laat men de
Orde van geneesheren dat
onderscheid bepalen. Aangezien
de Orde van geneesheren altijd
een zeer strikte houding heeft
aangenomen, denk ik dat het
verkieslijk is dat zij terzake
optreedt. Wat uw derde vraag
betreft, kan ik stellen dat het
toepassingsgebied van
voornoemde wetsbepaling zowel
de reclame in het algemeen als de
vergelijkende reclame omvat.
Dank zij het wetsontwerp zal ik
sneller maatregelen kunnen
treffen, aangezien een koninklijk
besluit zonder voorafgaand
overleg aan de Ministerraad zal
kunnen worden voorgelegd.
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
d'accélérer la prise de mesures, un arrêté royal pouvant être proposé
à la seule initiative du ministre de la Santé publique, sans délibération
au conseil des ministres.
03.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Madame la présidente,
madame la ministre, tout ceci démontre clairement que ce secteur
évolue fortement et très vite. De plus, notre Etat s'inscrit dans un
dispositif européen et certaines directives qui touchent d'autres
matières concernent également les praticiens de la santé.
Il apparaît aujourd'hui que l'arsenal dont nous disposons n'est pas
suffisant. Il faudra effectivement que les ordres s'investissent de cette
mission, sans oublier la ministre de la Santé. Nous devrons être
attentifs à l'évolution de cette problématique. A cet effet, il serait peut-
être intéressant d'interroger les ordres eux-mêmes sur la manière
dont ils vont se saisir de cette nouvelle responsabilité, pour modifier
leur code de déontologie en tenant compte des lois sur la libre-
concurrence.
03.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-
AGALEV): Uit mijn vraag blijkt dat
het hier een sterke sector betreft.
Het huidige arsenaal is
ontoereikend. De Orden zullen
daar werk moeten van maken,
maar ook de minister van
Volksgezondheid, zodat de
Deontologische Code met
betrekking tot de wetten van de
vrije concurrentie kan worden
gewijzigd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Hubert Brouns aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "het voedselschandaal in de Duitse bio-landbouw" (nr. 7473)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
"de nitrofen-besmetting van Duitse bio-landbouwproducten" (nr. 7458)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de recente schandalen rond biovoeding" (nr. 7477)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "residu's van nitrofen in voedingsmiddelen" (nr. 7471)
04 Questions jointes de
- M. Hubert Brouns à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le scandale des produits alimentaires de l'agriculture biologique allemande"
(n° 7473)
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la contamination par le nitrofen de produits de l'agriculture biologique
allemande" (n° 7458)
- Mme Magda De Meyer à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les scandales récents concernant l'alimentation biologique" (n° 7477)
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "des résidus de nitrofen dans des denrées alimentaires" (n° 7471)
04.01 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, de Duitse biologische landbouw en veeteelt kent sinds twee
weken een schandaal. De boosdoener in dat schandaal is het
kankerverwekkend nitrofen, een product dat men jaren geleden
blijkbaar als onkruidverdelger gebruikte. Men weet van nitrofen dat
het kankerverwekkend is en dat het ook gevaarlijk is voor zwangere
vrouwen. Het zou tot misvorming van het embryo kunnen leiden.
Voorts zijn er nog een aantal andere gevolgen als men met nitrofen in
aanraking komt, zoals irritaties van de huid of aantasting van de
ademhalingswegen en de ogen.
Het product is in de Europese Unie al meer dan 10 jaar verboden.
Toch duikt het product plots op en dan nog wel in biologisch geteelde
tarwe. Het incident heeft zich blijkbaar al een aantal maanden
04.01 Hubert Brouns (CD&V):
L'agriculture biologique allemande
est impliquée dans un scandale
depuis qu'il est apparu qu'il y cinq
mois déjà, des échantillons de blé
contaminés au nitrofène avaient
été découverts. Le nitrofène est
un herbicide cancérigène interdit
depuis 10 ans déjà. Entre-temps,
le secteur de la distribution a
massivement retiré des rayons,
bloqué ou détruit des produits
issus de l'agriculture biologique.
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
geleden voorgedaan. Op 28 mei exact twee weken geleden
kwam de kwestie in de openbaarheid. Het blijkt dat de Duitse
biolandbouw de zaak minstens vijf maanden lang in de doofpot heeft
gestopt, want tussen november 2001 en half mei 2002 heeft men 31
verdachte tarwestalen ontdekt. In vleeswaren en eieren van
biologische landbouwbedrijven zat 18 keer meer nitrofen dan goed is
voor de mens. In voeder werd op 12 maart een concentratie gemeten
van 5,96 milligram per kilogram. In Duitsland hanteert men een norm
van 1/100
ste
van een milligram per kilogram. De norm is dus met een
factor van 600 overschreden.
Ondertussen heeft de Duitse distributiesector massaal biokippen,
biokalkoenen, bio-eieren, bioworsten en andere bereide
biovleeswaren uit de rekken gehaald. Honderdduizenden dieren zijn,
in afwachting van het verdere onderzoek, in biologische fokkerijen
geblokkeerd. Er zijn al 800.000 kippen afgeslacht en er zou ook een
ontelbaar aantal eieren zijn vernietigd.
Ik maak even een zijsprongetje om één van de hypothesen over de
oorzaak van de besmetting wat nader te bekijken. Het zou op de
volgende wijze kunnen gebeurd zijn. Een magazijn dat indertijd zou
hebben gediend om nitrofen op te slaan, wordt thans gebruikt om
granen op te slaan. Het is in die opslagplaats dat men nog recentelijk,
bij het schoonmaken, in het aanwezige stof een concentratie vond
van 2 gram nitrofen per kilogram. Dat is niet onaanzienlijk. Het is wel
opvallend dat de opslagplaats, die in augustus 2001 in dienst is
genomen, is geïnspecteerd door de Duitse organisatie die het groene
label toekent. De verantwoordelijken beweren nu dat zij niet wisten
dat het magazijn ooit dienst had gedaan als opslagplaats voor
chemicaliën.
Ik begrijp dat niet goed. Wij weten dat in de voedselketen
tegenwoordig alles om hygiëne draait. Blijkbaar is men te
onvoorzichtig geweest. Men heeft het niet nodig geacht na te gaan
wat er voorheen in dit magazijn was opgeslagen en men heeft het
ook niet nodig geacht het magazijn schoon te maken alvorens er
graan in op te slaan. Dat is een belangrijke vaststelling, te meer daar
daardoor de betrouwbaarheid van de instantie die het biolabel
aflevert, een flinke deuk heeft gekregen. Ik meen dat de biosector
een tweede incident van gelijke aard niet zou overleven. Wij hechten
als consumenten immers heel veel waarde aan dat biolabel. Wij
betalen er trouwens ook meer voor omdat het uiteindelijk meer geld
kost om bioproducten te produceren. In dat opzicht is het
onaanvaardbaar wat daar is gebeurd.
Wat was daarvan de weerslag voor België? Begin vorige week
beweerde het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen dat er geen aanduiding bestond omtrent de
aanwezigheid van besmet Duits voedsel in ons land. Via het RAS zou
tot begin van vorige week nog niets zijn gemeld, maar en dat is de
eerste vastgestelde tegenspraak dit wordt formeel tegengesproken
door de Duitse autoriteiten die zeggen dat zij op 24 mei een RAS-
bericht verstuurden.
De vraag is wat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen met dit RAS-bericht heeft gedaan, althans als het is
toegekomen.
On suppose que c'est dans
l'entrepôt que le blé a été
contaminé. Le dépôt dans lequel
le blé était stocké avait été utilisé
dix ans auparavant pour
entreposer du nitrofène. Il est
étonnant de constater que les
responsables de l'inspection
n'étaient pas au courant de cet
état de choses et qu'ils n'ont pas
jugé nécessaire de faire des
vérifications en ce sens. En dépit
de l'importance primordiale de
l'hygiène dans le secteur de
l'alimentation, nul n'a jugé utile de
nettoyer l'entrepôt.
Notre Agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire
(AFSCA) affirme que rien ne
permet de penser que de la
nourriture contaminée a pu aboutir
dans notre pays. L'agence
allemande RASFF (Rapid Alert
System for Foot and Feed) n'a pas
donné davantage de détails. Un
avis allemand a toutefois été
diffusé le 24 mai.
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de voorzitter, dat RAS-
bericht handelde helemaal niet over de export van kalkoen naar
België. Het bevatte algemene gegevens over het graan uit Malchin.
Dat bericht vermeldde niets over export naar België. Dat wou ik wel
meteen duidelijk maken.
04.02 Magda Aelvoet, ministre: Il
s'agissait d'informations générales
sur les céréales. A cet instant
précis, rien n'a été mentionné à
propos d'éventuelles exportations
vers la Belgique.
04.03 Hubert Brouns (CD&V): Inmiddels blijkt dat de informatie-
uitwisseling tussen Duitsland en België niet optimaal verliep.
Mevrouw de minister, hoe verliep de voorbije dagen het contact
precies tussen u en de Duitse regering? Hoe beoordeelt u de houding
van de Europese Commissie terzake? Ik weet niet of u de recente
ontwikkelingen van de Europese Commissie kent. In de loop van
deze namiddag verschenen er berichten hieromtrent en ik meen dat
wij hierbij even mogen stilstaan. Merkwaardig genoeg pleit de
Europese Commissie Duitsland blijkbaar vrij van het nemen van
enige maatregelen in deze zaak.
Voorts lijkt het mij belangrijk om informatie te krijgen over het feit of
moet worden gesproken over een of meerdere bronnen van
contaminatie. Zijn er nog andere contaminanten inzake biograan?
Volgens een recent Duits rapport dat werd gebruikt ter staving van de
activiteiten die in Duitsland werden ondernomen om de bron te
kunnen bepalen, werden er andere contaminanten aangetroffen, met
name DDT; dat zou al geweten zijn op 10 april.
In welke mate werd u hierover geïnformeerd, mevrouw de minister?
Over de getroffen maatregelen kan heel wat worden gezegd. Landen
zoals Tsjechië en Slowakije sloten snel hun grenzen zodat er geen
Duits gevogelte kon binnenkomen. Het voorbije weekend volgde
België het voorbeeld van die landen. Datzelfde weekend twijfelde de
eerste minister nog, maar plots werd de grens dan toch gesloten voor
deze producten.
(...)
Neen, ik bedoelde niet dat de eerste minister twijfelde; ik bedoelde
dat de minister eerst nog wat twijfelde alvorens maatregelen te
nemen om de Belgische consument te beschermen. De vraag is
waarom precies op zaterdag werd beslist om maatregelen te nemen.
Bestond er voorheen geen gevaar voor de Belgische consument en
moest de grens toen nog niet worden gesloten?
Vandaag weten wij meer. Blijkbaar moet Duitsland van de Europese
Commissie geen maatregelen nemen. Betekent zulks dat de grens
alweer zal worden opengesteld en dat aan de consument kan worden
gezegd dat hij helemaal geen gevaar meer loopt? Het is belangrijk
dat hierover duidelijk wordt gecommuniceerd.
Ik verwijs overigens nog naar de besprekingen die werden gevoerd in
de dioxinecommissie, waar heel wat aandacht werd besteed aan de
wijze waarop de consument moest worden geïnformeerd. Wij waren
het erover eens dat het veel beter zou zijn om de consument
onmiddellijk en degelijk te informeren bij gelijk welke crisis.
In dat verband heb ik een aantal vragen, mevrouw de minister.
04.03 Hubert Brouns (CD&V):
Comment la communication entre
l'Allemagne et la Belgique s'est-
elle déroulée?
Entre-temps, la Commission
européenne ne contraint pas
l'Allemagne à prendre des
mesures. Comment la ministre
évalue-t-elle cette décision?
La ministre sait-elle exactement
combien il y a de sources de
contamination? Selon un récent
rapport, plusieurs agents
contaminants seraient incriminés.
La Tchéquie et la Slovaquie ont
immédiatement fermé leurs
frontières aux produits
alimentaires d'origine allemande.
Après avoir hésité, la Belgique a
fait de même le samedi. Pourquoi
avoir attendu aussi longtemps?
Les consommateurs belges
n'étaient-ils pas exposés avant
cela? La frontière sera-t-elle
rouverte à la suite de la décision
européenne? La commission
Dioxine avait clairement indiqué
que les consommateurs devaient
être informés sur-le-champ.
Quelles informations doivent-elles
être transmises aux
consommateurs? Entre-temps,
quelles démarches ont-elles déjà
été entreprises dans ce sens?
Des producteurs d'aliments pour
bétail importent-ils leurs céréales
d'Allemagne? Va-t-on désormais
rechercher la présence de
nitrofène? Pourquoi le système
Consum n'a-t-il pas permis de
déceler la contamination?
Cherche-t-on véritablement à
déceler des traces de nitrofène?
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Welke informatie moeten wij in verband met deze crisis aan de
consument geven en welke initiatieven zijn in dit verband al door de
minister genomen?
Zijn er Belgische veevoederproducenten die Oost-Europees biograan
hebben ingevoerd? Is ook aan het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen de opdracht gegeven voortaan
nitrofen op te sporen?
Tevens zou ik graag vernemen waarom de besmetting niet aan het
licht is gekomen via ons Consum-systeem? Wordt er door Consum
nog naar nitrofen gezocht? Dient dat systeem dan niet om juist
dergelijke contaminaties aan het licht te brengen? Was het een
product dat niet meer kon voorkomen? Had men het uitgesloten? Dat
blijkt zo te zijn. Het is immers belangrijk te weten in welke mate men
er rekening mee houdt dat dit soort producten nog kunnen opduiken.
04.04 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, Duitsland kent op dit moment inderdaad een
voedselschandaal. U zult misschien in het licht van de mini-pcb -crisis
die we zelf hebben doorstaan, even opgelucht ademgehaald hebben.
U zult gevoeld hebben dat u niet alleen met een probleem wordt
geconfronteerd; een groene collega kampt met een zelfde probleem.
De essentie van de zaak is dat het gaat om een probleem inzake de
onkruidverdelger nitrofen, die blijkbaar toch in de voedselketen
terechtgekomen zou zijn. We moeten nuchter vaststellen dat de
berichtgeving vrij verwarrend blijft over deze zaak. Vandaar dat wij
het nuttig achten om in het Parlement dienaangaande enkele vragen
te stellen.
Allicht is het niet nuttig terug te komen op de chronologie die collega
Brouns zo-even zeer exact heeft geschetst, maar we kunnen niet om
een aantal feitelijke vaststellingen heen. De feitelijke vaststelling in
eerste orde we hebben post factum de kennis van de feiten is dat
het Federaal Agentschap toch enkele tegenstrijdige berichten,
althans gezien in het licht van de feitelijke chronologie, heeft
verspreid. Ook is er blijkbaar met het Europese meldingssysteem
het beruchte RAS een probleem. en heeft Duitsland niet
onmiddellijk de mededeling gedaan die men zou mogen verwachten.
Bovendien moeten we politiek de vaststelling doen dat er toch wel
een reeks vragen kunnen worden gesteld over de manier waarop
Duitsland dit voedselprobleem aanpakt. Ik heb er zo-even ietwat
cynisch op gewezen dat het voor u enigszins pijnlijk moet zijn dat het
gaat om een groene collega die u blijkbaar niet onmiddellijk correct
heeft geïnformeerd.
Vaststelling is ook andermaal een politiek cynische vaststelling
dat het dezer dagen nogal modieus is om bioproducten te
consumeren en dat deze producten dus goed in de markt liggen.
Blijkbaar moeten wij nu toch, vanuit het standpunt van
voedselveiligheid, de vaststelling doen dat er ook in deze sector meer
dan nood is aan een strenge, zelfs betere controle dan op dit
ogenblik gebruikelijk is. Het louter bezitten van een biolabel biedt dus
geen voldoende garantie op voedselveiligheid.
04.04 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Les informations relatives
au scandale alimentaire qui a
récemment éclaté en Allemagne
restent confuses. Et force m'est
de constater que l'information
diffusée par l'AFSCA n'est pas
claire. Le système de signalement
européen n'est pas non plus
infaillible. Quant à la façon dont
l'Allemagne a pris le problème en
charge, elle appelle également
des questions. Il est en outre
apparu que même le secteur de
l'agriculture biologique doit être
sévèrement contrôlé. Enfin, la
Commission européenne ne
semble pas disposée à prendre
des mesures.
Dans quelle mesure des produits
bio contaminés se sont-ils
retrouvés sur le marché belge? Le
gouvernement a-t-il décidé de
fermer la frontière belge à certains
produits allemands? Envisage-t-il
d'autres mesures? Le nitrofène
sera-t-il inclus dans notre système
de contrôle? La ministre s'est
montrée plutôt acerbe en ce qui
concerne la manière dont l'Europe
a traité le dossier du scandale
alimentaire allemand. A quel
résultat ont abouti ses démarches
vis-à-vis du commissaire
européen à la consommation?
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Mevrouw de minister, een vaststelling is dat we deze namiddag akte
kunnen nemen van het feit dat Europa blijkbaar niet van plan is
maatregelen te treffen ten aanzien van Duitsland. Politiek moeten we
daar akte van nemen. Ik kan gewezen regeringscommissaris Freddy
Willockx begrijpen als hij op dat vlak vrij scherp uithaalt naar Europa.
Hij zegt immers in een eerste reactie dat Europa in dit dossier met
twee maten en twee gewichten werkt.
Volgend feit is dat men blijkbaar op Europees niveau zeer duidelijk
stelt dat Duitsland een klaar en bevredigend antwoord geeft in dit
dossier. Wat de Europese instellingen betreft, is er blijkbaar op dit
moment geen probleem en zal Duitsland niet worden geconfronteerd
met Europese maatregelen.
Mevrouw de minister, het zou goed zijn mochten wij van uwentwege
de bevestiging krijgen in welke mate de met nitrofen besmette
producten wel degelijk in de Belgische voedselketen zijn
terechtgekomen. Aan de hand van bepaalde Belga-berichten van
deze namiddag, leek het op een bepaald ogenblik dat België zou
overwegen om een aanpassing door te voeren van de eventueel
genomen maatregelen.
Volgens Belga-berichten van vanmiddag zou België een aanpassing
van genomen maatregelen overwegen. Ik vermoed dat men allusie
maakt op uw maatregel om de grens met Duitsland te sluiten. Is er
een nieuwe ontwikkeling daarin? Hebt u terzake reeds een beslissing
genomen? In welke mate blijven een aantal voorzorgmaatregelen van
kracht?
Ons monitoringsysteem doet geen onderzoek naar de aanwezigheid
van nitrofen. Zal dat product in de toekomst wel worden opgenomen
in de lijst van te onderzoeken producten of zal men zich,
steekproefgewijs, beperken tot een aantal maatregelen naar
aanleiding van crisissen?
De vierde vraag in mijn schriftelijke voorbereiding is zonder voorwerp
geworden. Ik stelde vast dat u in de pers sterk had uitgehaald naar
Duitsland en de manier waarop het de problemen had aangepakt en
naar de Europese commissaris verantwoordelijk voor
Consumentenzaken. We moeten vaststellen dat Europa Duitsland
veeleer met rust laat. Wat is uw politieke reactie terzake?
04.05 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, eind mei werd de Belgische consument
opgeschrikt door het verhaal van nitrofen in biologische eieren en
pluimvee uit Duitsland. Nitrofen is een verboden product. De
besmetting zou te wijten zijn aan de verwerking van besmette tarwe,
opgeslagen in een loods waar restanten van het
onkruidbestrijdingsmiddel zouden zijn gevonden. Ondertussen
stapelen de berichten over andere besmettingshaarden zich op. De
communicatie terzake is zeer onduidelijk. Ook wij stellen vragen over
de werking van het Europese Rapid Alert System. Kunt u terzake
enige verduidelijking geven?
Mevrouw de minister, u hebt gezegd dat de berichten niet duidelijk
waren en dat ze handelden over besmette tarwe maar niet over
import en export naar ons land. Kunt u dat verduidelijken? Het Rapid
Alert System speelt immers een cruciale rol bij het tot actie overgaan
04.05 Magda De Meyer (SP.A):
Fin mai, les consommateurs
belges ont été surpris d'apprendre
qu'un herbicide interdit appelé
nitrofène avait été décelé dans
des oeufs et de la viande de poulet
biologiques. Il me revient que
début juin, ce problème n'avait
pas encore été signalé à l'AFSCA
via le Rapid Alert System For
Food européen (RASFF). La
ministre pourrait-elle nous donner
des éclaircissements à ce sujet?
Le nitrofène est utilisé à des fins
de recherche scientifique sur les
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
inzake voedselveiligheid binnen Europa.
Op de problematiek van nitrofen hoef ik niet dieper in te gaan.
Iedereen weet hoe schadelijk dat product is. Het wordt gebruikt in
wetenschappelijk onderzoek rond aangeboren afwijkingen. Het wordt
toegediend aan proefdieren om aangeboren afwijkingen op te
wekken.
Mevrouw de minister, de SP.A is zeer misnoegd over de gebrekkige
communicatie met de consument van het Agentschap voor de
Voedselveiligheid en van BLIK, het controleorganisme van de
Belgische biolandbouw dat zelf stalen heeft genomen bij een aantal
biovoederproducenten in Vlaanderen. Er is, mijns inziens, te weinig
communicatie over de resultaten van de onderzochte stalen. Een
meer open beleid terzake zou geen luxe zijn. Eind vorige week heb ik
de leidinggevende persoon van BLIK aan de lijn gehad. Hij stelde dat
alle communicatie via de website moest gebeuren. Op de website
was echter niets te vinden. Dergelijke toestanden zijn bijzonder
frustrerend voor een bezorgde consument die op zoek is naar
informatie. Men kon evenmin terecht bij de website van het federaal
agentschap, omdat hij eens te meer te kampen had met
informaticaproblemen. Wellicht is dat een samenloop van
omstandigheden. Op dergelijke cruciale momenten waarop de
consumenten op zoek zijn naar informatie, kan men
informaticaproblemen missen als kiespijn.
Het Duitsland-schandaal staat niet alleen. Wij hadden het ook
moeilijk met de chloormequatbesmetting in de babybiovoeding. We
kregen een slecht rapport van Europa met betrekking tot de
aanwezigheid van pesticiden in onze voeding. 7,2% van groenten,
fruit en granen bleek pesticidenresiduen te bevatten. Er is duidelijk
een probleem inzake pesticidenresiduen, ook in ons land. Iedereen
weet hoe schadelijk die producten kunnen zijn, die een effect hebben
op onze hormonenhuishouding en kunnen leiden tot verminderde
vruchtbaarheid, afwijkingen aan voortplantingsorganen en kanker.
Vanzelfsprekend zijn baby's en peuters daarvoor extra gevoelig. Ik
meende dat het koninklijk besluit van 13 maart 2000 duidelijk zegt dat
pesticidenresidu's absoluut niet toegestaan zijn in voedingsmiddelen
voor zuigelingen en peuters tot 3 jaar. Het is mooi om dat te zeggen,
maar hoe wordt dat gecontroleerd?
Het is eigenlijk bijzonder jammer dat dit allemaal precies gebeurt
tijdens de week van de biologische landbouw. Wij proberen net met
zijn allen om die sector wat te ondersteunen en leven in te blazen.
Dat is een verschrikkelijke klap voor die sector.
Het is ook logisch. Ik begrijp dat dingen binnen de biosector precies
omwille van intensieve controles sneller naar buiten komen dan in de
reguliere sector. Dat ligt wat voor de hand. Toch is dat probleem zeer
ernstig. Met alle mogelijke middelen moeten wij het vertrouwen in de
biosector opnieuw proberen te herstellen. Volgens mij zijn daarvoor
bijkomende maatregelen nodig.
Naar aanleiding van de huidige gebeurtenissen hebben wij zeven
concrete vragen.
Ten eerste, dit is een vraag naar feiten. Hoeveel wordt er
malformations congénitales et il
est extrêmement nocif pour la
santé. Blik, l'organisme de
contrôle belge, a prélevé des
échantillons chez quatre
producteurs flamands de produits
biologiques qui ont acheté des
matières premières allemandes
depuis la fin de l'année dernière. Il
y a eu peu de communication au
sujet de ce problème puisque
même sur le site internet de
l'AFSCA, on n'en trouve pas trace.
Le scandale allemand n'est pas
isolé: des pesticides ont de
nouveau été découverts dans des
aliments biologiques pour bébés
et, selon un rapport européen, 7,2
pour cent de nos fruits et légumes
contiennent des pesticides.
Quelle est la fréquence des
contrôles effectués sur les
aliments classiques et biologiques
pour bébés quant à la présence
de résidus de pesticides? Quelles
sont les sanctions prises à l'égard
des producteurs et des
importateurs? Leur demande-t-on
de nouvelles garanties? La norme
belge en matière d'aliments pour
bébés est plus stricte que la
norme européenne. Quelle est la
norme en ce qui concerne les
produits importés?
Qu'en est-il de l'information au
consommateur? De quelle
manière la ministre souhaite-t-elle
protéger les véritables
producteurs biologiques contre les
diverses pratiques malhonnêtes?
A l'heure actuelle, le terme "bio"
est trop souvent utilisé
abusivement.
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
gecontroleerd op pesticidenresidu's in babyvoeding, zowel in
biologische als gewone voeding, op jaarbasis? Kan u daarover enige
indicatie geven?
Ten tweede, welke sancties worden genomen ten opzichte van de
producenten of invoerders naast het uit de handel nemen van de
goederen? Zonet hoorden wij het voorbeeld van de loten
babyvoeding besmet met chloormequat. Die babyvoeding wordt
natuurlijk uit de handel genomen.
Ten derde, worden er geen bijkomende sancties genomen tegenover
die producenten of invoerders? Als duidelijk wordt geconstateerd dat
de producenten of invoerders in de fout gegaan zijn, moeten zij dan
niet zorgen voor een of ander bijkomend certificaat om opnieuw
koosjer verklaard te worden? Wij denken dat er van producenten en
invoerders in zo'n geval nieuwe garanties geëist moeten worden.
Ten vierde, onze norm voor babyvoeding is, voor zover ik kon
nagaan, strenger dan de Europese norm. Wat betekent dat voor de
import? Hanteren wij voor de import de strenge, Belgische norm of de
slappe, Europese norm? Het lijkt ons belangrijk dat importproducten
aan dezelfde norm worden onderworpen als onze eigen Belgische
producten.
Ten vijfde, wij zijn vragende partij voor veel meer open communicatie
met de consument. Ook op de website van het federaal
voedselagentschap kan veel meer informatie staan. Nu staat daarop
de persmededeling van 6 juni 2002 van de minister te lezen. Verder
staat er een zin "Veelgestelde vragen over pesticiden", waarop niet
geklikt kan worden. Dat is natuurlijk wat vervelend. Zulke zaken
kunnen volgens ons echt niet. Dat is onverantwoord. Bij de invoering
van het federaal agentschap hadden ook wij heel sterk gehamerd op
de voorlichting van de consument en op de interactiviteit. De mensen
moeten op dat meldpunt terechtkunnen. Die communicatie moet
volgens ons dus echt nog wat verbeteren.
Ten zesde, kan de minister maatregelen nemen om de erg
geplaagde biosector, zeker in de week van de biologische landbouw,
wat meer te ondersteunen? Hoe kunnen wij die sector beschermen
tegen dergelijke malafide praktijken? Uiteraard is een minister ook
god niet en kan een minister geen onvoorziene omstandigheden
voorzien. Wel kunnen wij er met zijn allen misschien over nadenken
hoe wij de sector beter kunnen beschermen.
Ten zevende, deze vraag gaat over het biolabel in de supermarkten.
Het biogarantielabel bestaat, het is een duidelijk beschermd label met
een duidelijk lastenboek en duidelijke controle. Daarnaast duiken er
in de supermarktketens echter duizenden bioproducten op, alle met
een of ander biolabel, hetzij van de supermarkt zelf of van ergens
anders. De consument ziet door het bos de bomen niet meer. De
consument gaat ervan uit dat alles biologisch is wat een groen label
met de naam "bio" draagt. Voor dat biologisch product betaalt de
consument veel meer geld. De consumentenorganisaties hebben
echter het gevoel dat de vlag de lading niet meer dekt.
Ik heb de indruk dat er sprake is van een wildgroei in de biolabels.
Aan het misbruik van biolabels moet absoluut paal en perk worden
gesteld als wij ervoor willen zorgen dat de consument nog vertrouwen
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
in die producten heeft. Ik wil dat hij daarin vertrouwen heeft. Ik wil die
producten promoten, maar ik wil dan keiharde garanties dat het
biolabel staat voor wat het zou moeten staan, namelijk een heel goed
en degelijk gecontroleerd product.
04.06 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister,
alle vragen werden eigenlijk reeds gesteld.
Ik wou vooral een parallel trekken tussen onze dioxinecrisis van
enkele jaren geleden en het voedselschandaal in Duitsland. Wij
hebben immers reeds enige ervaring opgedaan. Ik krijg ook de indruk
dat met twee maten en twee gewichten wordt gemeten. Niet alleen in
Europa, maar ook bij ons liggen de consumenten veel minder wakker
van het risico in het Duits voedselschandaal dan van het risico bij de
dioxinecrisis. Ik lees vandaag in de krant dat de consument voort zijn
bioproducten koopt en dat hij zelfs kalkoen koopt zonder zich daarbij
vragen te stellen. Misschien wordt men immuun voor alle
voedselproblemen. Dat is een gevaarlijke evolutie. Op die manier
kunnen echt potentieel gevaarlijke toestanden aan de aandacht en de
zorg ontsnappen en dat is het laatste wat wij willen.
Een parallellisme de heer Brouns verwees er reeds naar kan men
ook vinden in het feit dat de sector zelf heeft vastgesteld dat er een
probleem was. Men heeft maanden gewacht en men heeft eerst zelf
getracht uit te zoeken waar de nitrofen in het kalkoenenvlees
vandaan kwam. Men wist ten minste al dat het om nitrofen ging; dat is
een verschil. Blijkbaar bestaan over de herkomst nog altijd vragen.
Men heeft de overheid daarvan pas na enkele maanden ingelicht,
zodat die dan pas in actie kon komen.
Het gaat hier niet over pesticiden. Men mag de zaken niet verwarren.
Het gaat over een herbicide en dat is niet hetzelfde. Pesticiden
mogen in bepaalde gevallen worden gebruikt, maar er moeten
wachttijden worden gerespecteerd alvorens tot consumptie over te
gaan. Ik meen dat het hier over een herbicide ging dat in Europa
verboden is, maar dat naar Oost-Europese landen bleek te zijn
uitgevoerd waar men het toch nog zou gebruiken. Mevrouw de
minister, weet u in welke landen het wel nog wordt gebruikt en welke
maatregelen men terzake wil nemen?
Het probleem is, net zoals bij ons in de dioxinecrisis, uitgedeind. Dat
heeft ons en de minister parten gespeeld. De informatie uit Europa en
Duitsland die aan de bevolking moest worden verstrekt, moest van de
ene op de andere dag worden bijgesteld, omdat het probleem toch
erger bleek dan wat eerder was gedacht. Kunt u een recente stand
van zaken geven? Wat weet u nu? Hoeveel besmette producten zijn
er in ons land terechtgekomen? Wat is daarmee gebeurd? Werden
ze geconsumeerd? Zijn er nog producten geblokkeerd? Waar kwam
de besmetting bij ons voor? Het gaat immers niet alleen over eieren,
kippenvlees en kalkoenenvlees, maar ook over brood, dat wordt
immers ook met graan gemaakt, dat eventueel zou zijn besmet. Wat
is de situatie bij ons? Wat zijn precies de risico's geweest?
Men heeft de risico's van nitrofen met de risico's van dioxine
vergeleken. Hoe moeten de mensen dat begrijpen? Is het gevaar van
een nitrofenbesmetting groter dan van een dioxinebesmetting? Dat
spreekt misschien meer tot de verbeelding van de mensen dan
theoretische discussies. Het is inderdaad zo dat het om een
04.06 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Les effets du scandale
alimentaire allemand ne sont en
rien comparables à ceux de la
crise de la dioxine. Il faut
s'inquiéter de ce que ce type
d'incidents ne préoccupe plus
outre mesure les consommateurs.
En Allemagne, comme en
Belgique à l'époque, le secteur a
d'abord cherché à identifier
l'origine du nitrofène. Les autorités
n'ont été averties que plusieurs
mois plus tard. L'origine du produit
n'a toujours pas été localisée avec
certitude. Il se peut que l'herbicide
provienne d'Europe de l'Est, où il
serait encore utilisé. Sait-on
exactement à présent dans quels
pays ce produit est encore est
encore utilisé?
Le problème majeur me semble
être la mauvaise communication
entre l'Europe et l'Allemagne. Les
informations ont dû être rectifiées
quotidiennement car la situation
semblait plus grave encore qu'on
ne l'avait cru. Quel est l'état actuel
de la situation? De quels produits
s'agit-il exactement? Quels
risques fait courir le nitrofène?
Ces risques sont-ils plus ou moins
importants que ceux liés à la
dioxine?
La ministre s'attend-elle à une
réaction laxiste de l'Europe?
L'Europe a-t-elle tiré les leçons de
notre crise de la dioxine? La
communication s'est-elle déroulée
efficacement? La Belgique
importe-t-elle des céréales
d'Europe de l'Est? L'alimentation
ou les aliments pour bétail sont-ils
menacés? A quels contrôles le
gouvernement va-t-il procéder?
L'Allemagne a-t-elle commis de
graves erreurs et le ministre
écologiste allemand de la Santé
publique doit-il démissionner?
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
mutageen product gaat dat zeer schadelijk is, zelfs al in een kleine
dosis voor zwangere ratten, zwangere muizen, zwangere honden,
maar zeker ook voor zwangere vrouwen.
Ik meen dat dit toch belangrijk om weten is. Over Europa is hier ook
al gesproken. Blijkbaar zou Europa toch zeer laks optreden. Mevrouw
de minister, vindt u nu dat Europa met twee maten en twee gewichten
meet? Hoe kunt u verklaren dat men blijkbaar wel genoegen neemt
met de informatie die men van Duitsland krijgt als we dat vergelijken
met de houding die men tegenover België heeft aangenomen? Waar
zitten de verschillen? Heeft men lessen getrokken uit de
dioxinecrisis? Het is mogelijk dat men de communicatie iets beter
heeft laten verlopen als men lessen heeft getrokken uit wat er
indertijd bij ons is gebeurd. Ook op de communicatie is al door
verschillende collega's gewezen. Is er efficiënt gecommuniceerd? Ik
denk dat het beter kon, zowel in Duitsland als in Europa en bij ons. Ik
ben wel de eerste om toe te geven dat u zelf gebrekkige informatie
had en dat het wellicht niet gemakkelijk was om adequaat in te
spelen op die zaken. Verder zou ik graag weten of we zelf ook
granen invoeren uit Oost-Europa. Zijn er andere risico's, naast de
weg langs Duitsland, met granen die wij zelf zouden invoeren uit
Oost-Europa en die in onze voeding of in onze veevoeders zouden
worden gebruikt? Welke controles gebeuren daarop? Als wij zeggen
dat men in Duitsland de zaken verkeerd heeft aangepakt en dat men
daar dezelfde fouten heeft gemaakt als bij ons tijdens de
dioxinecrisis, vindt u dan dat uw groene collega in Duitsland moet
aftreden? Is er een reden waarom dat niet moet? Moeten wij
misschien onze houding ten opzichte van wat bij ons gebeurd is
bijstellen en vaststellen dat de ministers die toen ontslag moesten
nemen dat eigenlijk deels onterecht hebben gedaan omdat het de
sector was die verantwoordelijk was voor de gemaakte fouten?
De voorzitter: Mevrouw Van de Casteele, ik weet niet of u een nevenafdeling van Spirit in Duitsland hebt.
Anders zou u dat aan hen kunnen doorgeven.
04.07 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, collega's, in
de eerst plaats wil ik ten aanzien van de communicatie van het
agentschap zeggen dat het agentschap onmiddellijk de informatie die
het had, uiteraard uit officiële bron, heeft doorgegeven. In
tegenstelling tot een krant die het zich kan veroorloven te zeggen
welke geruchten er circuleren, kan het agentschap zich dat niet
permitteren. Het agentschap heeft bijkomende vragen gesteld,
vragen overgemaakt aan de Commissie en aan Duitsland en gewacht
op een officieel antwoord dat dan vaak nog gedeeltelijk was. Wij zijn
daar minuut per minuut mee bezig geweest. Men kan slechts
meedelen wat men met een bepaalde graad van zekerheid weet. Dat
is wat er gebeurd is. Ik kan u in alle eerlijkheid meegeven dat ik van
oordeel ben dat het agentschap in deze geen blaam treft. Men kan
immers niet meer meedelen dan wat men weet. Zoals ik in mijn
eerste reactie reeds aan de heer Brouns heb gezegd, stond in het
eerste RAS-bericht dat we gekregen hebben letterlijk niets waarmee
België iets kon doen. Er stond überhaupt niets in over export. Ik heb
de faxen die we hebben gekregen van onze landbouwattaché in
Bonn bij me. Ik kan u laten zien dat daaruit blijkt dat 81 ton
kalkoenvlees naar Nederland werd geëxporteerd iets waarover wij
zekerheid hebben via onze landbouwraad in Bonn zonder dat dit
ooit via een RAS-bericht werd meegedeeld in deze aangelegenheid.
Verder werd in januari van dit jaar 6,5 ton bakmeel uitgevoerd naar
04.07 Magda Aelvoet, ministre:
La communication a toujours été
organisée en fonction des
informations dont disposait
l'Agence. La situation a été suivie
en permanence, et nous avons
constamment pressé le
gouvernement allemand de
questions. L'Agence n'a rien à se
reprocher. Elle ne pouvait
communiquer que les informations
dont elle disposait. Le premier
avis du système d'alerte rapide
RASFF ne contenait aucune
information utile pour la Belgique.
Des données concernant les
exportations n'étaient tout
simplement pas disponibles dans
un premier temps. Cela soulève
en effet des questions concernant
la communication de la part des
différentes autorités européennes
par rapport au point de contact
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Frankrijk. Vandaag heb ik de melding ontvangen dat dit nooit via een
RAS-bericht werd gemeld.
Wat dat betreft, moeten er inderdaad vragen worden gesteld over de
meldingsplicht van overheden richting RAS dat het algemene
communicatiesysteem is. Blijkbaar zijn er wel bilaterale contacten
geweest met de betrokken landen, maar op het RAS is het niet
verschenen.
européen.
04.08 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de minister, moeten wij dan
ook niet reageren op het feit dat RAS-berichten niets inhouden en
daarom ook niet als een bericht kunnen worden beschouwd? De
evaluatie in de Europese Commissie zal wellicht aantonen dat men in
dit geval tevreden was over het feit dat het RAS in gang werd gezet
maar u ervaart dit als boodschappen die niets betekenen. Ik blijf dan
ook bij mijn stelling dat communiceren op die manier wel erg zwak en
onvolledig is. Als u zelf zegt dat u niets kon aanvangen met de
inhoud van dat eerste RAS-bericht, dan is dat voor mij ook geen
noemenswaardig bericht en kunnen we het schrappen van de lijst
van berichten.
04.08 Hubert Brouns (CD&V): La
communication de la RASFF
s'avère inutilisable dans la
pratique. La communication est
faible et insuffisante. Ces
manquements doivent être
dénoncés auprès de l'Europe.
04.09 Minister Magda Aelvoet: Als ik niet over dit RAS-bericht had
gesproken, had men mij dit later waarschijnlijk kwalijk genomen.
04.10 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de minister, we moeten dit
bij Europa aanklagen en erop wijzen dat dit RAS-bericht niets inhield
zodat wij er als buurstaat niets mee konden aanvangen.
04.11 Minister Magda Aelvoet: Dat hebben we ook gedaan. België
was het enige land dat zo vlug naar de Europese Commissie heeft
geschreven en getelefoneerd om erop te wijzen dat wij van oordeel
waren dat de informatie die ons bereikte volstrekt onvoldoende was
zodat wij niet adequaat konden handelen.
Ik zal nu trachten systematisch te antwoorden op de verschillende
vragen.
Wij moeten ons beperken tot de formele bronnen, zijnde de Duitse
overheid, de Europese Commissie en het Rapid Alert System. Dit
betekent uiteraard niet dat wij ons ondertussen afsluiten van de
berichten of verklaringen die ons via de media bereiken. Ik wil de
nadruk leggen op het feit dat onze houding in de zaak van
contaminatie met nitrofen in veevoeders en sommige producten van
dierlijke oorsprong natuurlijk werd bepaald door de officiële
informatie. Ik heb moeten vaststellen dat die informatie ruimschoots
onvoldoende was om de Belgische consument de nodige waarborgen
te verschaffen.
04.11 Minister Magda Aelvoet:
La Belgique est le seul pays à
avoir immédiatement dénoncé le
manque flagrant d'information
auprès de l'Europe. Les autorités
ne peuvent communiquer que les
informations qu'elles ont reçues
de source officielle, et dans le cas
présent, ces informations étaient
particulièrement limitées. Ceci ne
signifie naturellement pas que je
ne me sois pas intéressée à
d'autres sources, telles que les
déclarations des représentants
allemands au Parlement et les
médias.
(Het geluid van een GSM weerklinkt)
(Une sonnerie de GSM retentit)
Naar gelang van de formele bron konden er ook verschillen in de
communicatie worden vastgesteld.
Daarnaast hebben wij gedurende de voorgaande dagen permanent
een dubbele controle uitgevoerd van de informatie via onze
landbouwattaché, de heer Lekeu. Hij heeft vandaag trouwens twee
faxen gestuurd in verband met export naar Frankrijk en Nederland
Notre attitude dans cette affaire
de contamination a été
déterminée par les informations
officielles, qui étaient tout à fait
insuffisantes pour nous permettre
de fournir des garanties aux
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
die we niet hebben kunnen vinden op het RAS.
Op een bepaald ogenblik heeft men in het Duitse Parlement officieel
toegegeven dat men geen zekerheid meer had over de bron van
contaminatie. Het ging over besmet veevoeder waarvan op het einde
van de eerste fase dankzij herhaaldelijk aandringen duidelijk werd dat
de granen niet werden geëxporteerd naar ons land. Eind vorige week
heeft mevrouw Kunast in het Duitse Parlement gezegd dat zij niet
langer kon uitsluiten dat er ook andere bronnen van contaminatie
waren.
Op dat ogenblik vonden wij dat er een nieuwe situatie was. Dat heeft
ertoe geleid dat wij op donderdag 6 juni 2002 veel vlugger kon niet
het besluit hebben gepubliceerd dat er vanaf 10 juni 2002 alleen
nog producten binnen mochten met certificaat nitrofenvrij. Ik wijs er
nog op dat het ministerieel besluit door mij werd ondertekend op 6
juni 2002 's avonds. De dag daarna is het naar het Staatsblad
gegaan. Ik heb het in werking laten treden vanaf maandag,
aangezien men mocht aannemen dat de import gedurende het
weekend minimaal was. U herinnert zich de terechte vraag van de
sectoren die bij dergelijke crisissen betrokken zijn, om snel te worden
geïnformeerd, zodat zij zich mee in de acties kunnen inschakelen en
een en ander met hen kan worden besproken.
Ik beklemtoon ook dat mijn kabinet en de
communicatieverantwoordelijke van het FAVV V zowel vrijdag als
tijdens het weekend permanent contact hebben gehouden met de
sectorverantwoordelijken. Voor bijvoorbeeld de grensoverschrijdende
melkophalingen hebben zij een passende oplossing gezocht. Om een
wetenschappelijke risico-inschatting te kunnen uitvoeren met
betrekking tot bepaalde productgroepen, werd door de gedelegeerd
bestuurder ad interim op maandagochtend nog een
dienstvergadering georganiseerd, waarop de acties tegenover de
verschillende producten zouden worden gespecificeerd. Honing en
vis vallen bijvoorbeeld niet onder dierlijke producten. Er werden dus
goede specificaties gegeven.
Tijdens het weekend ontvingen wij van Duitsland bijkomende
informatie via een RAS-bericht van 7 juni 2002. Dat bemoeilijkte een
grondige evaluatie ernstig. Bovendien werd snel duidelijk dat het
permanent comité voor de voeding zeg maar de permanente
comités van vroeger evenmin genoegen nam met de uitleg die door
Duitsland werd verstrekt en bijkomende vragen opwierp. Gisteren
werd er dus bijna de hele dag vergaderd. Er werd absoluut geen
groen licht gegeven, maar wel werden een aantal bijkomende vragen
gesteld vanuit de verschillende lidstaten. Wij waren daarbij wel het
actiefst. Daarom werd beslist een dringende bijkomende vergadering
te beleggen, vandaag 11 juni 2002. Om die reden heeft de
gedelegeerd bestuurder in overleg met mijn medewerkers het niet
zinvol gevonden om maandag al een lijst met productgroepen vrij te
geven. Wij wilden het verloop in het permanent comité voor voeding
afwachten. Het zou geen goed signaal zijn geweest het
toepassingsgebied op al te korte termijn te veranderen. Uiteraard
wordt via het ministerieel besluit een algemene testverplichting
opgelegd voor voedergranen, veevoeders op basis van granen en
sommige dierlijke producten, geflankeerd door een versterkte
controle van wat vanuit Duitsland op de Belgische markt is
geïmporteerd.
consommateurs belges. Par
ailleurs, les informations reçues
ne concordaient pas toujours.
Nous avons toujours tenté de faire
vérifier l'information par
l'intermédiaire de notre attaché à
l'agriculture. Ce n'est que lorsque
l'Allemagne a admis officiellement
qu'elle ignorait l'ampleur de la
contamination que la Belgique a
été en mesure d'exiger un
certificat garantissant que les
produits ne contenaient pas de
nitrofène. Cette mesure est entrée
en application le 10 juin.
L'exportation est en effet limitée
durant le week-end, et le secteur
a eu la possibilité de se préparer.
Vendredi et durant tout le week-
end, mon cabinet ainsi que les
responsables de la
communication de l'AFSCA, sont
restés en contact permanent avec
les responsables du secteur et ont
tenté de trouver des solutions
adéquates. Afin de pouvoir
évaluer le risque de contamination
pour certains groupes de produits,
l'administrateur délégué ad interim
de l'AFSCA a organisé une
réunion de service lundi matin.
Des informations
complémentaires provenant
d'Allemagne et le constat que
ces informations étaient
insuffisantes ont donné lieu à
une réunion supplémentaire ce
mardi 11 juin. C'est la raison pour
laquelle aucune liste de produits
n'a encore été rendue publique. Il
est en effet logique que la
Commission européenne impose
rapidement des mesures. L'arrêté
ministériel qui impose un test pour
les céréales fourragères,
l'alimentation pour bétail à base
des céréales et certaines produits
d'origine animale sera assorti d'un
contrôle renforcé des produits en
provenance d'Allemagne.
La Commission semble en tout
cas partager l'inquiétude de la
Belgique. Il ressort d'un briefing
que l'on m'a fait oralement de la
réunion de ce matin que
l'Allemagne a fourni une réponse
à toutes les questions posées de
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Uit de reactie die ik gisteren uit de Commissie mocht ontvangen, kan
ik afleiden dat de Commissie bij de huidige stand van zaken te weinig
wist. Zij heeft er mee op aangedrongen dat Duitsland een heel reeks
vragen bijkomend zou beantwoorden. Wat de vergadering van
vanochtend betreft heb ik een mondelinge debriefing gehad van de
heer Swartenbroux die daar voor het FAVV V aanwezig was. Hij heeft
mij gezegd dat Duitsland op alle gestelde vragen een antwoord heeft
gegeven en dat de Commissie dat antwoord als voldoende
beoordeelde. De Commissie heeft met de stelling dat voldoende
antwoord was gegeven op de vragen, als het ware de vergadering
geopend. Vervolgens heeft zij de lidstaten gevraagd of zij die mening
deelden. Dat heeft geleid tot een situatie waarin alle lidstaten, op
België na, hebben verklaard dat zij van oordeel waren dat die
antwoorden voldoende waren.
Het feit dat België een andere houding heeft aangenomen had niets
te maken met een algemene verwerping van alle antwoorden die
gegeven waren, maar wel met de vaststelling zo denkt onze
vertegenwoordiger er toch over dat er toch een aantal kwesties
onvoldoende duidelijk beantwoord waren. Dat was de reden waarom
hij neen gezegd heeft op de vraag die de commissie stelde.
Wat is de het normale verloop van de situatie? Als er een zeer
duidelijke meerderheid is en die was er met 14 op 15, veel beter
kan al niet dan neemt Europa normaal gezien geen maatregelen.
Het is aan de lidstaten toegestaan om, in afwachting dat het
Permanent Comité een uitspraak doet, uit voorzorg een aantal
maatregelen te nemen. Eenmaal de uitspraak er is met de voldoende
meerderheid, dan kan men die maatregelen alleen niet in stand
houden, omdat dat gewoon de spelregels zijn. Bovendien stelt men
zich dan bloot aan mogelijke retortie vanuit het land in kwestie. U
weet allemaal dat wij zeer intense relaties hebben met een buurland.
Ik weet het niet gedetailleerd voor Duitsland, maar ik weet dat 85%
van onze buitenlandse handel met onze 3 buurlanden loopt: Frankrijk,
Duitsland en Nederland. Het betekent dat als we alleen zouden
doorgaan, wij, ten eerste, de Europese spelregels niet zouden
respecteren, wat niet onze gewoonte is en, ten tweede, ons aan
tegenmaatregelen zouden blootstellen.
Wat wij in ieder geval wel zullen doen, en dat is juist omwille van het
feit dat wij bij bepaalde antwoorden nog vragen hebben, is de
monitoring, die wij nu hebben ingesteld, in stand houden. Dat
betekent niet dat met een certificaat niets mag worden ingevoerd. Dat
kunnen we niet meer afdwingen. Maar wij gaan zelf de monitoring
doen van precies die sectoren waarvan wij dat certificaat eerst
hadden geëist. Op die manier kunnen wij de bevolking verslag
uitbrengen, gezien de reticentie die wij behouden hebben over de
realiteit van de kwaliteit van wat terzake binnenkomt.
Dat is in algemene termen de grote lijnen die werden ontwikkeld. Nu
komen er meer details in verband met wat er allemaal via het RASFF
is gekomen. Het eerste bericht dat bij ons is binnengekomen dateert
van 24 mei en is uiterst summier. Het vermeldt de aanwezigheid van
nitrofen met een gehalte van 5,96 milligram per kilogram, wat veel is,
in een veevoeder dat bestemd is voor de biologische productie. Het
betrof een staalname van 12 maart. De naam van het bedrijf werd
ook meegedeeld. Verdere gegevens over distributie, eventueel naar
sorte que tous les pays, à
l'exception de la Belgique, ont
obtenu satisfaction. Nous
estimons qu'un certain nombre de
problèmes n'ont pas encore été
suffisamment clarifiés. Lorsqu'une
majorité d'Etats membres se
disent satisfaits des réponses,
aucune mesure particulière n'est
adoptée. Dans l'attente d'une
décision définitive du Comité
vétérinaire permanent, les Etats
membres peuvent, à titre
individuel, prendre des mesures.
Mais dès que le Comité se sera
prononcé, seules les mesures
qu'il aura prises seront
d'application. La Belgique
maintient pour l'instant son
système de monitoring, plus
particulièrement dans les secteurs
pour lesquels il est désormais
impossible de demander un
certificat.
Le premier communiqué de
l'organisme RASFF date du 24
mai et est très succinct: il révèle la
présence de 5,96mg/kg de
nitrofène dans un échantillon
d'aliments destinés à la production
biologique du 12 mars. Mon
cabinet a été contacté par des
représentants inquiets du secteur
dans notre pays. Initialement, il
régnait une certaine
incompréhension dans la mesure
où l'utilisation du nitrofène est
interdite depuis 15 ans déjà dans
tous les Etats membres de l'Union
européenne et étant donné que
les Pays-Bas est le seul pays à
encore appliquer un monitoring
pour ce produit. Jusqu'à présent,
nous ignorons toujours pourquoi
l'Allemagne s'est subitement mise
à rechercher des traces de ce
produit spécifique. Peut-être cela
a-t-il un rapport avec une
éventuelle importation du produit
en provenance d'Europe de l'Est
où il est encore utilisé dans
l'agriculture.
De nouvelles informations
provenant du RASFF ont indiqué
qu'aucun produit contaminé
n'avait été importé en Belgique,
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
het buitenland, ontbraken. Er was dus geen enkele informatie of
hiervan iets naar het buitenland werd geëxporteerd. Aangezien er op
dat ogenblik al heel wat beroering was in de Duitse media, werden wij
dezelfde dagen natuurlijk gecontacteerd door verontruste
sectorverantwoordelijken. Daarom werden door mijn kabinet de
nodige vragen gesteld aan alle betrokken diensten waarvan wij
hoopten antwoorden te kunnen krijgen, zeker wat graan- en
veevoeders op basis van graan betreft. Mijn diensten hebben zich
zeer verbaasd getoond over het feit dat het gebruik van nitrofen aan
de orde zou zijn, aangezien dat al 15 jaar verboden is. Natuurlijk zit
zoiets dan niet in de residu- en contaminatie-controle, aangezien het
in de 15 landen van Europese Unie al zoveel jaar verboden is. Wat is
er gebeurd? Bepaalde resten van de productieperiode voordien
werden in Oost-Duitsland opgeslagen, maar voor de unificatie, voor
Oost-Duitsland geïntegreerd werd in West-Duitsland.
Mijn diensten beschikten evenmin over de indicatie dat het product
ook in een of andere toepassing zou worden gebruikt. Voorts werd
bevestigd dat met uitzondering van Nederland geen enkele lidstaat
nog een monitoring op dit product toepaste. Blijkbaar gebeurde dat in
Nederland nog wel en men vroeg zich trouwens af waarom
Nederland die analyses nog uitvoerde, aangezien zij nooit positieve
resultaten in monitoring hadden aangetroffen. Men vroeg zich ten
slotte ook af waarom men in Duitsland naar de aanwezigheid van dit
product was gaan zoeken, een vraag die op dat ogenblik overigens
onbeantwoord is gebleven. De mogelijkheid bestaat inderdaad dat de
oorzaak ligt bij mogelijke import uit Oost-Europese landen, waar dit
product in de landbouw nog gangbaar en toegelaten is, maar dat kan
tot de dag van vandaag nog niet worden bevestigd. De daarop
volgende RASFF-berichten geven aan dat er geen gecontamineerde
producten in België waren terechtgekomen, terwijl in Duitsland
verschillende bedrijven en producten, voornamelijk in de biologische
sector, maar ook daarbuiten, werden geblokkeerd.
Op 31 mei wordt door de Europese Commissie een nieuwe RASFF
verspreid, vergezeld van een omstandige verklaring van de Duitse
autoriteiten, daterend van 30 mei. Daarin wordt ingegaan op een
aantal vragen met betrekking tot de voorgeschiedenis. De meest
opvallende gegevens zijn de volgende. Sedert november 2001 had
het beruchte agrarische bedrijf 31 positieve stalen genomen, waarbij
een gehalte werd vastgesteld van 5,96 milligram tot 6,2 milligram
tritical, eveneens van organische oorsprong. Het RASFF voegt er
laconiek aan toe dat het bedrijf desondanks de overheden niet op de
hoogte heeft gebracht. Het zou gaan om driehonderd ton tarwe en
200 ton tritical, afkomstig van drie verschillende producenten.
Op 19 maart wordt nieuwe informatie vrijgegeven. Er werden stalen
genomen van vlees van gevogelte. De resultaten werden bekomen
op 27 maart en varieerden van 0,07 tot 0,8 milligram per kilogram. Op
21 mei zou de Duitse overheid nu spreken wij op Bundesebene
de eerste telefonische vage informatie hebben gekregen. Mevrouw
Van de Casteele, ik wil dadelijk op uw opmerking ingaan: mevrouw
Kunast en haar kabinet werden op 21 mei vagelijk telefonisch
gecontacteerd. De situatie in ons land was van een heel andere orde:
de kabinetten beschikten einde april reeds over de
onderzoeksresultaten en de informatie werd pas einde mei
vrijgegeven. Dat is heel wat anders, niet waar?
cependant qu'en Allemagne,
plusieurs entreprises et produits,
principalement dans le secteur
biologique, avaient fait l'objet de
mesures de blocage.
Le 31 mai, la Commission
européenne a diffusé un nouveau
communiqué du RASFF,
accompagné d'un exposé
circonstancié des autorités
allemandes, décrivant l'incident
d'une manière très détaillée. Il
ressort de ces documents que les
premiers échantillons positifs
avaient été prélevés dès
novembre 2001, bien que, pour
des raisons inconnues, le
gouvernement n'en ait pas été
informé à l'époque. Il fallut
attendre le 21 mai pour que les
autorités allemandes reçoivent,
par téléphone, les premières
bribes d'informations. Le 23 mai,
l'enquête du ministère fédéral a
permis de mettre en évidence
suffisamment d'éléments pour
informer le land de Basse-Saxe
de l'existence effective de
problèmes dans les entreprises
GS Agri et Wiesengold. Le 28
mai, la Basse-Saxe confirmait que
230 tonnes de viande de dinde
avaient été saisies dans les
locaux de la firme Grüne Wiesen.
Le communiqué du RASFF du 31
mai ne faisait nullement mention
d'exportations vers d'autres Etats
membres; la possibilité de
l'existence de telles exportations a
toutefois été évoquée dans les
médias.
Le 6 juin, notre attaché à
l'agriculture a confirmé qu'aucun
produit issu de la filière biologique
n'avait été expédié vers notre
pays, et ce, alors que, le même
jour, la radio de la VRT citait un
ministre du gouvernement fédéré
de la Basse-Saxe qui nommait
explicitement la Belgique parmi
les destinations d'exportation
possibles. L'attaché à l'agriculture
confirma peu après que, le 1
er
avril, un chargement de 51 kilos
de dinde avait été livré à une
entreprise de Saint-Nicolas. C'est
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Op 28 mei bevestigt Nedersaksen dat er 230 ton kalkoenvlees in
beslag genomen werd bij Grünewiese de naam begint bekend in de
oren te klinken. Hoewel sommige media op dat ogenblik al melding
maken van mogelijke export naar andere lidstaten en gesproken
wordt over drie lidstaten Denemarken, Nederland en Oostenrijk
maakt het bericht hiervan geen gewag. Een volgende RASFF stelt
expliciet "export onbekend". Ten slotte, nog diezelfde dag, maakt een
ander RASFF gewag van een onderzoek bij eieren en kippen. De
stroom aan RASFF-berichten is eigenlijk nooit opgehouden. U zou er
de tel bij kwijtraken. Op dit ogenblik tellen wij er zestien of zeventien.
Op 6 juni krijgen wij van onze landbouwattaché een bevestiging dat
er geen producten uit de vermoedelijke biologische filière naar België
werden verstuurd, hoewel wij diezelfde ochtend via de VRT-radio
konden vernemen dat de verantwoordelijke minister van
Nedersaksen expliciet België als één van de bestemmingen noemde.
Nauwelijks enkele uren later bevestigde onze landbouwattaché dat
het federale ministerie, in tegenstelling tot eerdere berichten, nu toch
kon bevestigen dat een lading van 51 kilogram kalkoenvlees op 1
april naar een bedrijf in Sint-Niklaas was gestuurd. Op dat ogenblik
heb ik in overleg met de gedelegeerd bestuurder beslist de eerder
vermelde maatregelen te nemen. Daags nadien, vrijdag 7 juni 2002,
bevestigt de heer Lekeu dat er een verzending zou zijn geweest van
diverse partijen kalkoenvlees naar een West-Vlaams bedrijf tussen 28
december 2001 en 31 april 2002 voor een totaal van 23.828 kilogram.
Hij voegt eraan toe dat het Belgisch bedrijf 3 ton zou hebben
geblokkeerd in afwachting van de analyseresultaten. Bij onderzoek in
het Belgisch bedrijf zelf stelde men vast dat er drie stalen werden
genomen, waarvan 1 analyseresultaat op 7 juni 2002 reeds bekend
was en negatief was. Voorts bleek dat een deel van de verzendingen
naar Duitsland was teruggezonden, dat een ander deel de
consumptiemarkt had bereikt en dat een derde deel mogelijk naar
andere lidstaten was verzonden. De nog aanwezige voorraden
werden uiteraard onmiddellijk onder beslag geplaatst door het FAVV
V in afwachting van de analyseresultaten. De nieuwe vaststellingen
bevestigen zonder meer dat mijn beslissing van daags voordien
gewettigd was. De verkregen informatie liet ons niet meer toe om een
correcte inschatting van de situatie te maken.
Eveneens op vrijdag 7 juni 2002 om 17.31 uur bereikte ons een RAS-
bericht met een zeer uitgebreid relaas waaruit tal van nieuwe feiten
naar voren kwamen. Toen heeft het FAVV V beslist om een
intensieve monitoring in te stellen in de Belgische biosector, niet
exclusief beperkt tot die sector omdat er sprake was van een
mogelijke overloop naar de conventionele sector. De uiteenlopende
verklaringen van Duitse gezagdragers konden niet garanderen dat
het incident beperkt bleef tot de biosector. Er werd afgesproken met
de organisaties BLIK en Ecocert, die instaan voor de certificatie in de
biosector, dat het FAVV V toegang zou hebben tot de informatie die
bij hen ter beschikking kwam. Zelf hebben zij trouwens ook een
aantal stalen genomen. Ik wens te benadrukken dat alle tot nu toe
bekende stalen in België gunstig uitvallen. Zulks betekent dat er geen
contaminatie is vastgesteld.
à ce moment que j'ai décidé de
prendre des mesures. Le 7 juin,
on nous a signalé l'exportation de
plusieurs lots de viande de dinde
vers une entreprise de Flandre
occidentale. Une partie de ces
marchandises a été réexpédiée
en Allemagne, une autre s'est
retrouvée sur le marché de la
consommation et une autre
encore a sans doute été envoyée
vers d'autres Etats membres. Les
stocks restants ont été saisis par
l'AFSCA dans l'attente d'analyses
ultérieures.
Le 7 juin, un nouveau
communiqué du RASFF
fournissait une relation plus
détaillée des faits ainsi que de
nouveaux détails. L'AFSCA a opté
pour une surveillance très étroite
du secteur biologique sur le
marché belge. La surveillance ne
s'est toutefois pas limitée à ce
secteur. Des accords passés avec
les organisations Blik et Ecocert,
qui garantissent la certification
dans le secteur biologique,
permettent à l'AFSCA d'accéder à
leurs données. Depuis, les deux
organisations ont déjà elles-
mêmes fait procéder au
prélèvement d'échantillons.
04.12 Magda De Meyer (SP.A): De stalen van BLIK en Ecocert
waren dus ook negatief?
04.12 Magda De Meyer (SP.A):
Les résultats sont-ils déjà connus?
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
04.13 Minister Magda Aelvoet: Alle tot nu toe behaalde resultaten
waren negatief, in de betekenis van niet besmet.
Ik zal nu ingaan op enkele detailvragen van de commissieleden.
De heer Brouns vraagt of er iets in doofpot is gestopt. Of de sector
discreet is omgegaan met zijn onderzoeksresultaten, weet ik op het
ogenblik niet met zekerheid. Praten we over de Duitse situatie, dan
zien we dat er enkele maanden geleden zoveel bekend was geraakt,
maar ik deel het gevoel met mevrouw De Meyer dat de biosector
ik stel dat met spijt vast hier heeft gereageerd als een sector. Hij
heeft geprobeerd de zaak zelf aan te pakken en op te lossen zonder
er al te veel ruchtbaarheid aan te geven om de goede naam niet in
het gedrang te brengen. En dat is altijd een hopeloze zaak.
Ik benadruk dat wij geen onderscheid maken in onze onderzoeken.
Het betrokken bedrijf heeft er uiteraard bijzonder lang over gedaan
om een en ander te melden aan de bevoegde autoriteiten. Men mag
niet uit het oog verliezen daar heeft men ook de aandacht op
gevestigd dat het bedrijf Agri slechts 10% van zijn omzet realiseert
in de biosector en 90% in de gangbare landbouw. Dat neemt een
zelfde houding aan voor beide productielijnen.
Het RASFF doet de overvloed aan informatie vlot doorstromen naar
de lidstaten, maar het probleem was dat er verontrustende informatie
circuleerde die helemaal niet van het RASFF kwam. Het grote
verschil tussen vaak officiële mededelingen heeft mij tot het nemen
van dit besluit genoodzaakt. Ik heb tevens de Duitse minister
alsmede de Europese commissaris telefonisch op de hoogte
gebracht.
De beschermende maatregelen liggen vast in het ministerieel besluit
en houden bijzondere voorwaarden in voor het intracommunautair
handelsverkeer voor bepaalde producten uit Duitsland. Dit is vooral
belangrijk omdat het desbetreffende bedrijf niet uitsluitend actief is in
de biosector maar ook daarbuiten.
In plaats van kritiek te uiten op een bepaalde productiesector, heb ik
ernstige vragen bij de toepassing van de autocontrole. Ik ben
alleszins niet bereid om wat er in Duitsland en bij ons gebeurd is met
babyvoeding, goed te praten. Wel stel ik vast dat dergelijke praktijken
in iedere sector voorkomen, wat ik ten zeerste betreur.
Net als destijds bij de dioxinecrisis moeten wij ook hier dezelfde
opmerkingen maken. Wat was de grote klacht van de
landbouwbedrijven? Hoe konden wij weten dat het veevoeder niet in
orde was? Voor de bedrijven die het besmette biograan hebben
gekregen, is dit net hetzelfde. Zij hebben dit ook niet geweten en de
hoofdverantwoordelijkheid ligt hier uiteraard ook weer bij het
veevoederbedrijf dat vaststellingen had gedaan en niets had
meegedeeld.
Wat mij echter bij de jongste incidenten opvalt, is dat de sector met
de meeste en de langste ervaring met extern gecertificeerde
autocontrole en die op dat vlak ook het best gereglementeerd is, er
blijkbaar niet in slaagt om dit soort zaken te vermijden. Voor mij is dit
kwetsend maar de situatie is wel zo.
04.13 Magda Aelvoet, ministre:
Tous les résultats publiés jusqu'à
présent dans notre pays sont
positifs, abstraction faite des
doutes qu'on fait naître hier les
échantillons prélevés auprès de la
firme Volys Star.
Je souhaite également répondre à
Monsieur Brouns que, pour
l'instant, je ne suis pas en mesure
de dire si l'on a tenté d'étouffer
l'affaire et si le secteur s'est
montré trop discret quant aux
résultats de l'enquête. Il convient
également de souligner que
l'entreprise GS Agri ne réalise que
10 pour cent de son chiffre
d'affaires dans le secteur
biologique et 90 pour cent dans le
secteur agricole traditionnel.
Le Système d'alerte rapide pour
les denrées alimentaires (RASFF)
assure une circulation rapide des
informations vers les Etats
membres mais les différences
constatées entre les messages
transmis nous ont contraints à
prendre cet arrêté. J'en ai informé
le ministre allemand et le
commissaire européen par
téléphone. Les mesures
conservatoires figurant dans notre
arrêté imposent des conditions
particulières au trafic commercial
en provenance d'Allemagne et ne
s'appliquent donc pas
exclusivement aux produits
biologiques.
Je m'interroge sérieusement sur
l'application de l'autocontrôle. Il
est frappant qu'un secteur
disposant, d'une part, de
l'expérience la plus longue en
matière d'autocontrôle certifié par
un organisme externe et, d'autre
part, de la meilleure
réglementation, n'ait pu garantir
une qualité de base. Les cahiers
des charges ne prévoient par
exemple pas un dépistage
systématique des pesticides dans
la mesure où l'utilisation de ces
produits est proscrite. Je
m'interroge sur le délai requis pour
développer un système
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
De zogenaamde lastenboeken voorzien ook niet in de systematische
opsporing van pesticiden, juist omdat het gebruik ervan
eenvoudigweg verboden is. Indien er op het vlak van de autocontrole
niet de nodige garanties kunnen gegeven worden inzake
voedselveiligheid, dan moeten wij vragen stellen over de tijd die
nodig is om een sluitend autocontrolesysteem op te bouwen.
In antwoord op de vragen van collega Bultinck kan ik zeggen dat er
volgens de RASFF-berichten geen producten in België toegekomen
zijn. Ondertussen weten wij echter wel beter. Wij vonden wel degelijk
producten van het desbetreffend bedrijf maar die waren tot op heden
negatief. Ook voor het graan hebben wij geen indicaties van enige
besmetting.
Wat het opnemen van nitrofen in de monitoring betreft, kan ik zeggen
dat dankzij de Belgische beslissingen de Europese Commissie het
Permanent Comité voor Voeding en Dierengezondheid in
spoedzitting laten bijeenkomen. Deze bijkomende zitting loopt ook
vandaag nog door maar daar heb ik u reeds over geïnformeerd.
Mevrouw De Meyer vroeg mij specifiek naar de controle op pesticiden
in babyvoeding. Ieder jaar neemt men zo'n 55 stalen die expliciet op
babyvoeding gericht zijn. Uiteraard controleert men op pesticiden
waarvan het gebruik bekend is. Op deze manier heeft men trouwens
het Franse probleem ontdekt. Wat echter niet klopt in uw uitspraak is
dat onze wetgeving inzake pesticiden in babyvoeding strenger zou
zijn. Dit is niet zo. De Europese reglementering voorzag in een lange
overgangsperiode en waar wij hebben gekozen voor de kortste
periode. Inmiddels is de controle voor iedereen in Europa verplicht.
Bovendien kan men voor Europese producten niet afdwingen dat ze
aan de Belgische normen zouden beantwoorden. Men kan enkel
afdwingen dat ze aan de Europese normen beantwoorden. Dit is
momenteel in elk geval in orde.
Vervolgens wil ik u nog zeggen dat de labels niet langer de
verantwoordelijkheid zijn van het ministerie van Landbouw en
Voeding van de federale overheid. Sedert 1 januari van dit jaar
werden de biolabels geregionaliseerd en zijn deze dus een duidelijke
bevoegdheid van de gewesten.
Bij de vaststelling van het niet-naleven van de normen wordt er wel
degelijk opgetreden. Het is echter het land waarin de producent zich
bevindt, dat hierbij moet optreden. Men kan dus niet vanuit het
buitenland optreden tegen een producent in een ander land.
Ik hoop hiermee de meeste vragen te hebben beantwoord.
Ik wil nog even stilstaan bij een laatste algemene politieke vraag. Ben
ik van oordeel dat de Europese Commissie en Europa altijd op
dezelfde manier optreden? Ik heb mijn appreciatie al een aantal keer
publiekelijk bekendgemaakt. Ik herhaal dat standpunt hier in de
commissie. Ten aanzien van bepaalde landen wordt er sneller
opgetreden. Het feit dat de Commissie in Brussel is gevestigd, speelt
natuurlijk mee. Alle kreten die hier worden geslaakt, vangt de
Commissie meteen op. Daarnaast heb ik ook de indruk dat men met
bepaalde machtige landen voorzichtiger omgaat. Ik betreur dat. Ik
kan alleen maar vaststellen dat wij de Europese molen in gang
hebben gezet om vergaderingen te organiseren en vragen te stellen
d'autocontrôle acceptable.
Je souhaite préciser à l'attention
de Monsieur Bultinck que, d'après
le RASFF, aucun produit
contaminé ne s'est retrouvé en
Belgique. D'autres sources
affirment toutefois le contraire et
c'est la raison pour laquelle j'ai
pris ces mesures.
Le Comité permanent de la chaîne
alimentaire et de la santé animale
se réunit aujourd'hui en urgence
au sujet de l'inclusion du nitrofène
dans le système de monitoring. La
Belgique exige la clarté en matière
de traçabilité mais également une
explication à propos de
l'apparition, dans la
communication, d'autres
pesticides interdits. Une
évaluation des risques doit
prouver la nécessité ou non d'un
monitoring systématique.
Je répondrai à Madame De Meyer
qu'un contrôle annuel est réalisé
pour détecter la présence de
pesticides dans l'alimentation.
Dans le cadre de ce contrôle, des
échantillons sont spécifiquement
prélevés dans les aliments pour
bébés. Notre norme n'est pas plus
stricte. La Belgique a simplement
transposé ladite directive
immédiatement et intégralement.
Dans l'intervalle, les autres Etats
membres nous ont emboîté le
pas. Depuis le 1
er
janvier, les
labels biologiques relèvent de la
compétence des Régions. Il faut
bien entendu combattre les abus.
Enfin, concernant la question de
savoir si la Commission
européenne adopte la même
attitude à l'égard de tous les pays,
j'ai l'impression qu'elle intervient
plus rapidement pour certains
Etats membres que pour d'autres.
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
waarop een aantal bevredigende antwoorden zijn gekomen, maar
niet op alle punten. In het RASFF-bericht van zondag dat van de
Duitse overheid zelf uitgaat wordt naast nitrofen ook een zekere
aanwezigheid van DDT genoemd, wat ook al heel lang verboden is.
België heeft daarover een vraag gesteld. Nu ontkent men dat, maar
wij zijn niet helemaal overtuigd. Wij blijven op de bal spelen voor het
in stand houden van een bepaalde monitoring. Mochten uit de
monitoring problemen opduiken, dan zal ik geen ogenblik aarzelen
om dit aan de bevolking en de Europese autoriteiten te signaleren.
04.14 Hubert Brouns (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zal beknopt
zijn. Ik zou een belofte die ik aan de heer Denis heb gedaan, nog
moeten nakomen. De heer Denis kon hier vandaag niet aanwezig
zijn. Hij moest naar de gemeente waarin hij verantwoordelijkheid
draagt. Hij heeft mij gevraagd op zijn opzoekwerk te wijzen, waaruit
wetenschappelijk zou aan te tonen zijn dat nitrofen wel terug te
vinden is in het vlees, maar niet in de melk die dat vee produceert
en in afgeleide producten. Dat moest ik u melden van hem.
04.14 Hubert Brouns (CD&V):
Avant toute chose, je tiens à
souligner que l'on retrouve du
nitrofène dans la viande mais pas
dans le lait et les produits dérivés.
04.15 Minister Magda Aelvoet: Ik heb u ook gezegd dat voor de
melkophaling een aparte regeling van kracht is.
04.15 Magda Aelvoet, ministre:
En effet, l'enlèvement du lait est
régi par une autre réglementation.
04.16 Hubert Brouns (CD&V): Er blijven een paar fundamentele
vragen over, ondanks het feit dat u zeer uitvoerig hebt geantwoord.
Een eerste cruciale vraag kunt u misschien zelf ook niet
beantwoorden, maar dat zal later blijken als men de kwestie verder
onderzoekt. Waarom is men 5 tot 6 maanden geleden expliciet naar
nitrofen gaan zoeken? Het product wordt ook in Duitsland al vele
jaren niet meer gebruikt, maar toch is er op een bepaald moment een
aanleiding geweest om nitrofen op te sporen. Het is belangrijk dat
men dat verder nagaat.
U hebt zelf de mogelijke andere contaminatie, met DDT al
aangegeven. Hoe is dat spoor naar boven gekomen? Is dat plots
weer verdwenen? Men vermeldt het wel in het verslag, dat men ook
aan Europa heeft voorgelegd. Men zou het al in april hebben ontdekt,
maar er wordt geen gevolg meer aan gegeven.
Ik heb nog een derde fundamentele vraag. De heer Swartenbroux
heeft in het comité zijn bezwaren geuit tegen het eventueel niet
nemen van maatregelen tegen Duitsland. U hebt in algemene termen
gezegd dat hij dat vooral heeft gedaan omdat de antwoorden op
bepaalde vragen onvoldoende waren. Beschikt u al over meer details
om te weten wat hij precies negatief heeft beoordeeld? Dat zou te
maken kunnen hebben met de RASFF-berichtgeving, die meer was
dan de ooit vastgestelde verwarring. U zegt dat u over 17 RASFF-
berichten beschikt, die u achtereenvolgens met vermelding van een
aantal details hebt geciteerd.
Ik kan me dan best voorstellen dat de buurtstaten er wild van worden
en niet weten wet ermee aan te vangen. Ofwel heeft men een
dergelijk systeem en werkt het goed en kan men er wat mee doen,
ofwel past men het helemaal niet toe, want dan zal men niet onnodig
communiceren met de consument of zal men niet onnodig
maatregelen treffen die nadien moeten worden ingetrokken.
04.16 Hubert Brouns (CD&V): Je
me demande pourquoi les
recherches se sont portées sur le
nitrofène. Quelle en est la raison?
Qu'en est-il cette découverte, en
avril déjà, de traces de DDT à
laquelle aucune suite n'a été
réservée? Quel était le contenu
exact de l'appréciation négative de
M. Swartenbroeckx? Les
informations diffusées par le
RASFF (Rapid Alert System For
Foodstuffs) étaient pour le moins
déconcertantes. La
communication dans ce secteur
constitue manifestement un point
délicat qui doit faire l'objet
d'améliorations.
Il apparaît clairement que la
ministre n'a pas retiré sa
confiance au système de l'octroi
de labels biologique. Pour ma
part, je m'interroge toutefois quant
à son efficacité.
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Bijgevolg blijft de communicatie een zeer zwak en heikel punt. Ik
meen dat daaraan veel aandacht moet worden geschonken. Ik sluit
me dan ook aan bij de stelling van mevrouw De Meyer, namelijk dat
communiceren meer is dan alleen maar zeggen dat er blijkbaar nog
geen besmette loten het land zijn binnengekomen, maar het is ook
tegelijk zeggen waarover het gaat. Het is zeggen wat die nitrofen
betekent, wat voor een product het is, wat voor mogelijke gevolgen
het kan hebben. Dat soort informatie is erg belangrijk.
Ten slotte, zegt u dat u heel veel vertrouwen hebt in de wijze waarop
biolabels worden toegekend. Ik hoop dat het vertrouwen mag worden
behouden, maar ik meen toch dat men minstens de vraag moet
stellen of ook de wijze waarop deze labeling gebeurt een sluitende
methode is. De vraag rijst of er geen hiaten zijn, zeker als ik verneem
dat het bedrijf slechts een heel klein segment van de activiteiten
binnen de biosfeer organiseert en het overige binnen de klassieke
sfeer gebeurt. Het zou dus goed zijn na te gaan op welke wijze men
die biolabels toekent.
Ziedaar mijn bedenkingen bij de door ons gestelde vragen en de
antwoorden daarop.
04.17 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter, ik
hecht eraan mevrouw de minister te danken voor het zeer uitgebreide
en ad rem antwoord. Het was de hoogste tijd dat wij dit als leden van
de commissie voor de Volksgezondheid hebben gekregen. Dit is
nuttig in het kader van de communicatie die van hieruit aan de
bevolking is gericht.
Een eerste bondige vaststelling is dat wij niet anders kunnen dan uit
uw antwoord afleiden dat er zich wel degelijk op het niveau van het
Europees meldingssysteem, het beruchte RAS, een ernstig probleem
voordoet en dat zeer ernstig werk zal moeten worden geleverd om
dat systeem, tenminste als we voedselveiligheid op Europees niveau
enige geloofwaardigheid wensen te geven, werkelijk op punt te
stellen.
Een tweede vaststelling is dat zeer duidelijk blijkt dat, ondanks het feit
dat het modieus is om bioproducten te consumeren, wel degelijk
moet worden vastgesteld dat een bedrijf dat bioproducten
produceerde, zich zonder enige hinder ook gedraagt als een klassiek
bedrijf en inderdaad poogt problemen weg te moffelen. Net zoals
collega Brouns de vraag stelde, meen ik dat wij met het zeer concrete
probleem worden geconfronteerd van strengere controle van
biolabels, zodanig dat er enige geloofwaardigheid kan worden
behouden.
Ik neem met een zekere tevredenheid nota van het feit dat u toch wat
gezonde kritiek uit ten aanzien van de Europese aanpak, waarbij we
toch gerechtigd zijn hier een reeks vragen te stellen. We weten
immers dat we als Belgische leerling trachten een zeer vlijtige leerling
in Europa te zijn. Ik neem tevens akte van het feit dat u niet anders
kan dan het ministerieel besluit dat u genomen hebt wel degelijk aan
te passen om een vlijtige leerling binnen Europa te kunnen blijven.
Men moet echter ook in Europa beseffen dat men maar
geloofwaardig kan zijn op dat niveau als men ernstig werkt en niet
twee maten en twee gewichten hanteert.
04.17 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Il est clair que la
communication relative à la
sécurité alimentaire en Europe
pose un grave problème. Il est
frappant que même dans le
secteur de l'agriculture biologique,
qui est très à la mode, une
entreprise essaie de camoufler les
problèmes et se rend coupable de
fraude. Ce dossier démontre en
tout cas que les labels bio doivent
être soumis à un contrôle
beaucoup plus sévère. Je note
toutefois que la ministre adopte
une attitude sainement critique à
l'égard de la gestion de ce dossier
par les instances européennes.
11/06/2002
CRIV 50
COM 781
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
04.18 Magda De Meyer (SP.A): Mevrouw de minister, ik blijf
enigszins in de kou staan wat de communicatie via het Federaal
Agentschap betreft. Ik begrijp uw redenering dat men alleen maar
kan voortgaan op officiële informatie. Dat is deels juist, maar ik ben
van mening dat men deels nog een andere weg kan bewandelen,
zoals collega Brouns het stelde. Er zijn immers een aantal voor de
hand liggende vragen, zoals dat het geval is voor de
dollekoeienziekte. Op de website van het FAVV V staan de meeste
gestelde vragen over de dolle koeienziekte. Dat kan ook in verband
met nitrofen. Op die manier kan de bewuste consument zijn honger
naar informatie stillen. Het is veel belangrijker dat ze gegeven wordt
door een agentschap zoals het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen, veeleer dan dat de consument zich
her en der in de media moet informeren. Volgens mij is het belangrijk
dat het FAVV V die rol zou kunnen spelen. Het zou interessant zijn dit
item op te nemen met de consumentenorganisaties in het
begeleidingscomité van het FAVV, teneinde na te gaan in hoeverre
op dat vlak ietwat korter op de bal kan worden gespeeld.
04.18 Magda De Meyer (SP.A):
La réponse de la ministre me
déçoit quelque peu. Si je puis
comprendre que vous ne désirez
vous baser que sur des
informations officielles, il doit
malgré tout être possible
d'apporter une réponse à un
certain nombre de questions, en
particulier lorsqu'il s'agit d'une
matière délicate et qu'il est
préférable que les gens n'aient
pas à se baser uniquement sur les
informations publiées par la
presse.
04.19 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Mevrouw de minister,
mijns inziens moet, ten eerste, de Duitse zaak op de voet worden
gevolgd. Niets zegt dat er morgen of overmorgen geen nieuwe
berichten toekomen.
Ten tweede, ik heb geen duidelijkheid over wat het voor de
consumenten heeft betekend. U hebt gezegd dat er 28.000 kg vlees
in een Belgisch bedrijf werd verwerkt. Daar is een deel van
geconsumeerd. Heeft men kunnen achterhalen en via welk kanaal, of
het bij voorbeeld in één supermarkt is terechtgekomen? Is het dan
niet nuttig de consumenten daarvan te verwittigen? Moet daarop
worden toegezien? Of, is het niet van aard om er ongerust over te
zijn? Bij voorbeeld, moet niet worden nagegaan of er gevolgen zijn
indien er zwangere vrouwen van gegeten hebben?
04.19 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Nous devrons en tout
cas continuer à suivre ce dossier,
et ce, également dans l'intérêt de
la santé publique en Belgique.
04.20 Minister Magda Aelvoet: In de producten waarop we beslag
hebben kunnen leggen, werden geen schadelijke stoffen
teruggevonden. Bovendien, we spreken over een periode van
december tot midden april. Het is een onbegonnen zaak de
producten te traceren.
04.20 Magda Aelvoet, ministre: Il
est impossible de tout tracer, nous
parlons ici de lots datant de la
période décembre-avril.
04.21 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ten derde, ik sluit mij
aan bij de mening van de collega's dat op Europees niveau toch
conclusies getrokken moeten worden uit de verschillende ervaringen
van de jongste jaren naar het operationele van het RASS-systeem.
Ten vierde, de biologische sector geeft voor een stuk ook een vals
veilig gevoel aan de consumenten. Dat moet voorkomen worden.
Mensen betalen namelijk vaak meer voor biologische voeding. Ik
herinner mij mijn vraag aan u over bio-eieren waarover de sector zelf
in een van haar publicaties zei dat die meer dioxines bevatten dan
eieren van legbatterijen. De consument moet dat weten, maar die
weet dat niet. Verder in die publicatie staat dat de biologische sector
u niet alleen garandeert dat u gezonder eet, maar dat het een totale
bijdrage is van onder meer een gezonder milieu en gezondere
kweekmethodes. Daarover moet er volgens mij toch wel meer
duidelijkheid zijn.
04.21 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je partage votre analyse
qu'il faudra tirer des événements
des années précédentes des
enseignements par rapport au
fonctionnement du RASFF.
Ensuite on doit oser dire au
consommateur que le sentiment
de sécurité qu'évoque le secteur
bio est parfois trompeur. Enfin, je
suis comme vous d'avis que votre
collègue allemand a mal évalué
certains aspects du dossier. Mais
en fin de compte, c'est bien le
ministre, que ce soit en Allemagne
ou ici, qui est responsable du
CRIV 50
COM 781
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Tenslotte, over uw Duitse collega ben ik het eens dat zij een aantal
dingen niet kon inschatten of voorzien. U legt zelf echter wel de
vinger op de wonde van de slechte communicatie en slechte
doorstroming van informatie. Volgens mij is die minister dan toch wel
verantwoordelijk, net zoals bij ons de bevoegde ministers zwaar de
verantwoordelijkheid hebben gekregen voor het feit dat de
communicatie en informatie slecht verliep of doorstroomde, ook al
heeft de sector te laat verwittigd.
manque de communication ou
d'information.
04.22 Minister Magda Aelvoet: Zodra mevrouw Künast op de hoogte
was, heeft ze gecommuniceerd. Zij heeft geen maand gewacht, zoals
de Belgische verantwoordelijken destijds.
04.22 Magda Aelvoet, ministre:
L'adéquation de la réaction des
autorités allemandes, d'une part,
et belges, d'autre part, n'est en
rien comparable.
04.23 Annemie Van de Casteele (VU&ID): (...)
De voorzitter: Mevrouw Van de Casteele, wij beëindigen dit debat nu.
04.24 Minister Magda Aelvoet: De federale structuur (...)
De voorzitter: Mevrouw de minister, alstublieft.
04.25 Minister Magda Aelvoet: Gelukkig is het Federale Agentschap
een federaal bureau en geen gewestelijk agentschap. Dat is namelijk
een stuk van het probleem.
04.25 Minister Magda Aelvoet:
Notre Agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire
constitue heureusement un
bureau fédéral et non une agence
régionale.
04.26 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik zal dat eens
bestuderen.
04.26 Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je vais examiner cette
question.
De voorzitter: Mevrouw de minister, ik zal in de toekomst ook uw spreektijd eens bijhouden. Hoelang bent
u te lang al aan het woord geweest? 33 minuten! De heer Brouns sprak 13 minuten te lang. De heer
Bultinck scoort het best met 4 minuten overschrijding van de spreektijd. Mevrouw De Meyer sprak 7
minuten te lang en mevrouw Van de Casteele 16 minuten te lang. Dat valt toch nog mee.
04.27 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de voorzitter, als u al die
tijden optelt en met vier sprekers vermenigvuldigt, dan zit ik daar ver
onder.
04.28 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Maar zo werkt dat niet!
De voorzitter: Mevrouw de minister, zo werkt het natuurlijk niet!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: La question n° 7475 de Mme Martine Dardenne est reportée à une date ultérieure.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 19.19 uur.
La réunion publique de commission est levée à 19.19 heures.