KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 780
CRIV 50 COM 780
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
11-06-2002 11-06-2002
10:30 uur
10:30 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de verzekering
tegen natuurrampen" (nr. 7370)
1
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, charge de la
Politique des grandes villes, sur "l'assurance
contre les catastrophes naturelles" (n° 7370)
1
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de verzekering
tegen schade tengevolge van natuurrampen"
(nr. 7405)
1
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "l'assurance
contre les dégâts survenus à la suite de
catastrophes naturelles" (n° 7405)
1
Sprekers: Simonne Creyf, Frieda Brepoels,
voorzitter van de VU&ID-fractie, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Simonne Creyf, Frieda Brepoels,
présidente du groupe VU&ID, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de
soldenregeling" (nr. 7372)
5
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "la
réglementation des soldes" (n° 7372)
5
Sprekers: Trees Pieters, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Trees Pieters, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 7404)
7
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "les institutions
scientifiques fédérales" (n° 7404)
7
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "het Witboek
inzake wetenschappelijke instellingen" (nr. 7429)
7
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "le Livre blanc des
institutions scientifiques fédérales" (n° 7429)
7
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "zijn voornemen
om de dotaties toegekend aan de grote federale
wetenschappelijke en culturele instellingen te
verdubbelen" (nr. 7476)
7
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "sa volonté de
doubler les dotations des grandes institutions
scientifiques et culturelles fédérales" (n° 7476)
7
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Simonne Creyf, Muriel
Gerkens, voorzitter van de ECOLO-AGALEV-
fractie, Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Simonne Creyf, Muriel
Gerkens, présidente du groupe ECOLO-
AGALEV, Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de steun van het Waalse gewest aan de
Ierse luchtvaartmaatschappij Ryanair" (nr. 7381)
14
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les
aides de la Région wallonne à la compagnie
aérienne irlandaise Ryanair" (n° 7381)
14
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Samengevoegde interpellaties van
16
Interpellations jointes de
16
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- de heer Hagen Goyvaerts tot de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de Nederlandse
vertaling van normen" (nr. 1303)
- M. Hagen Goyvaerts au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "la traduction
néerlandaise des normes" (n° 1303)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de vertaling in
het Nederlands van de Europese normen"
(nr. 1309)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "la traduction
néerlandaise des normes européennes" (n° 1309)
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Frieda
Brepoels, voorzitter van de VU&ID-fractie,
Charles Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Frieda
Brepoels, présidente du groupe VU&ID,
Charles Picqué, ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes
Moties
21
Motions
21
Vraag van de heer André Frédéric aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over
"agressieve reclame" (nr. 7446)
22
Question de M. André Frédéric au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "la publicité
agressive" (n° 7446)
22
Sprekers: André Frédéric, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: André Frédéric, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "ongevraagde reclame" (nr. 7448)
24
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "les
publicités non sollicitées" (n° 7448)
24
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de
horecasector `de minimis'-bekendmaking"
(nr. 7457)
26
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "le secteur
horeca communication de minimis" (n° 7457)
26
Sprekers: Trees Pieters, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Trees Pieters, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
11
JUNI
2002
10:30 uur
______
du
MARDI
11
JUIN
2002
10:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.41 uur door de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.41 heures par M. Jos Ansoms, président.
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met
het Grootstedenbeleid, over "de verzekering tegen natuurrampen" (nr. 7370)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de verzekering tegen schade tengevolge van natuurrampen"
(nr. 7405)
01 Questions jointes de
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, charge de la
Politique des grandes villes, sur "l'assurance contre les catastrophes naturelles" (n° 7370)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "l'assurance contre les dégâts survenus à la suite de catastrophes
naturelles" (n° 7405)
01.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is heel kort. De bespreking van het wetsontwerp
inzake verzekering tegen natuurrampen ligt reeds meer dan zes
maanden stil. U zou het advies van de gewesten inwinnen inzake de
afbakening van de risicozones. Zoals gezegd is dat nu reeds meer
dan zes maanden geleden.
Wat is de stand van zaken in dit dossier? Komt er nog een
opvolging? Zullen we in de nabije toekomst nog een bespreking
wijden aan dit ontwerp of moeten we ervan uitgaan dat het ontwerp
definitief is afgevoerd?
01.01 Simonne Creyf (CD&V):
Mon intervention sera très brève:
cela fait six mois déjà que les
discussions concernant
l'instauration d'une assurance
obligatoire contre les catastrophes
naturelles sont au point mort. Le
ministre devait demander l'avis
des Régions.
Quel est l'état d'avancement de ce
dossier? Une solution est-elle en
vue? Les discussions reprendront-
elles? Ou l'idée sera-t-elle
définitivement abandonnée?
01.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 01.02 Frieda Brepoels (VU&ID):
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
minister, collega's, ik sluit me graag aan bij de vraag van mevrouw
Creyf. Ik stel eveneens vast dat deze commissie de bespreking van
het ontwerp had aangevat. Binnen de regering lijkt een consensus
onmogelijk over de verplichte invoering van natuurrampen in
brandpolissen van particuliere woningen. De vele gevallen van
wateroverlast in woningen die de voorbije jaren voorkwamen hebben,
mijns inziens, aangetoond dat een alternatief nodig is dat meer
rechtszekerheid biedt dan de huidige regeling waarbij men terugvalt
op het rampenfonds. Er werden hoorzittingen georganiseerd. Er
waren bijkomende hoorzittingen gepland.
Mijnheer de minister, waar knelt nu eigenlijk het schoentje? Waarom
boekt men geen vooruitgang? Welke hindernissen moeten nog
worden genomen vooraleer de bespreking in de commissie kan
worden hervat?
Hebt u reeds overleg met de gewesten gepleegd over de mogelijke
afbakening van risicozones? Mocht u daarvoor kiezen, hoe denkt u
dan het systeem te kunnen financieren en door wie zal dat dan
gebeuren? Denkt u dat de extra premie die moet worden betaald,
door iedereen moet worden gedragen, of enkel door de gezinnen
wier woning een reëel risico van overstroming loopt?
Je partage l'avis de Madame
Creyf. Nous avons entamé les
discussions mais aucune solution
n'a encore été trouvée pour
remplacer la réglementation
actuelle. Les auditions
supplémentaires qui étaient
prévues n'ont finalement pas eu
lieu.
Quels obstacles se sont dressés?
Une concertation a-t-elle été
organisée avec les Régions en ce
qui concerne la délimitation des
zones à risques? Si ce système
voit le jour, comment le ministre
compte-t-il le financer? Qui payera
les primes supplémentaires?
01.03 Minister Charles Picqué: Mevrouw Brepoels, u weet dat de
raadpleging van de gewesten onder andere betrekking heeft op de
problematiek van de risicogebieden. Tot op heden heb ik van de drie
ondervraagde gewesten nog geen enkel officieel antwoord
ontvangen. Wel zijn er informele contacten geweest tussen mijn
medewerkers en het Waals Gewest. Er schijnen twee grote punten
van kritiek te zijn op het wetsontwerp. Enerzijds wenst het Waals
Gewest een grotere samenhang tussen het wetsontwerp en de
decreten inzake ruimtelijke ordening. Ik veronderstel dat het
standpunt van het Waals Gewest gerechtvaardigd is. Immers, de
toekenning van een bouwvergunning kan afhangen van het feit of het
gebouw al dan niet is gedekt door ons verzekeringsstelsel.
Anderzijds vraagt het gewest zich af of een samenwerkingsakkoord
noodzakelijk is om de risicogebieden af te bakenen. Ik heb al gezegd
dat ik dit onontbeerlijk vind, maar er bestaan uiteenlopende meningen
over de opportuniteit van een dergelijk samenwerkingsakkoord. Van
het Vlaams en het Brussels Gewest heb ik geen informatie. Men kan
zich evenwel voorstellen dat de kritiek identiek zal zijn. Wij blijven in
contact met deze twee gewesten.
Het probleem van het afbakenen van de risicogebieden is natuurlijk
een belangrijk gegeven. De voorziene financiering gebeurt
hoofdzakelijk door een privé-verzekering. Al wie tegen brand is
verzekerd, zal een aanvullende premie betalen en niet alleen voor
overstromingen, maar ook voor andere natuurrampen. Ik denk daarbij
onder meer aan aardbevingen en stormen, maar ook aan aanslagen.
Er werd voorzien in een complementaire financiering ten laste van de
Staat. Het Rampenfonds komt tussenbeide voor het deel van de
ramp dat de 5 miljoen euro overschrijdt. In een zuivere
verzekeringslogica zou men alleen voor de gebouwen die aan het
overstromingsrisico zijn blootgesteld de premie moeten betalen.
Die premie zou wel eens heel hoog kunnen oplopen. Daarom is een
01.03 Charles Picqué, ministre:
Je n'ai reçu à ce jour aucune
réponse officielle des Régions.
Nous savons toutefois par des
contacts informels que la Région
wallonne a deux critiques à
formuler. Elle souhaite une
meilleure cohésion entre le projet
de loi et les décrets en matière
d'aménagement du territoire et
demande la conclusion d'un
accord de coopération pour
délimiter les zones à risque. Je
suppose que la Région flamande
et la Région bruxelloise ont les
mêmes critiques à formuler.
Le financement passerait par une
assurance privée. Les personnes
qui contractent une assurance-
incendie devront payer une prime
supplémentaire pour les
catastrophes naturelles et les
attentats. Le Fonds des calamités
pourra intervenir lorsque le
dommage dépasse 5 millions
d'euros.
Etant donné la difficulté à instaurer
une solidarité mutuelle entre les
assurés qui présentent un risque
élevé et les autres, l'Etat prendra
en charge une partie des risques.
Aussi le projet de loi a-t-il prévu un
office de tarification.
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
zekere solidariteit wenselijk. In een context van tariefvrijheid is het
evenwel moeilijk deze vorm van solidariteit tot stand te brengen. Zie,
bijvoorbeeld, naar wat in de automobielverzekering gebeurt. Daarom
worden de risico's gedeeld door de verzekeraars en de Staat. Dat is
tevens de reden waarom het wetsvoorstel in een tariferingsbureau
voorziet.
Wij zijn niet in staat verder te gaan, als wij niet over een cartografie
betreffende de risicogebieden beschikken. Ik zal nog eens proberen
de gewesten ervan te overtuigen dat zij de risicozones zo vlug
mogelijk moeten afbakenen. Ik veronderstel dat het niet noodzakelijk
is dat ik hier uitleg waarom dat zo belangrijk is. Als wij een grote
oppervlakte in overweging nemen, spreekt het voor zich dat de
premies worden verhoogd in een verhouding die, volgens mij,
onaanvaardbaar zou zijn.
Ik zou eraan willen toevoegen, mijnheer de voorzitter, hoe spijtig het
is dat wij niet in staat zijn een hoorzitting met de gewesten te
organiseren. Ik vraag mij af of het op een informele manier wel
mogelijk zou zijn. Ik weet het niet, mijnheer de voorzitter.
Ik weet dat wij de gewesten niet op formele wijze kunnen horen, maar
als de gewesten bereid zouden zijn op uw uitnodiging in te gaan, zou
het misschien mogelijk zijn informele hoorzittingen te organiseren.
Het is immers jammer dat we geblokkeerd en belemmerd zijn in onze
werkzaamheden. Mijns inziens zou het niet verstandig zijn een wet
goed te keuren zonder rekening te houden met de draagwijdte van
die wet en de gevolgen voor de consumenten in termen van
premieverhoging.
Je vais tenter de convaincre les
Régions de dresser une carte des
zones à risque. Dans les grandes
zones, la prime devra être relevée
dans une mesure acceptable.
Je me demande si nous ne
pourrions pas organiser une
séance informelle avec les
Régions.
01.04 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is precies wat ik vreesde. De zaak wordt op de lange
baan geschoven en ik geloof niet dat er tijdens deze legislatuur nog
werk zal gemaakt worden van de verzekering tegen natuurrampen.
De gewesten nemen een afwachtende houding aan door deze
aangelegenheid te koppelen aan ruimtelijke ordening en dergelijke.
Inmiddels doet u toch niets opdat de zaak zou vorderen.
Ik heb nog niet zolang geleden een studiedag meegemaakt, waar het
Vlaamse Gewest wél zijn cartografie heeft gepresenteerd.
Vlaanderen beschikt over kaarten met watergebieden en
risicogebieden. Ik weet niet, althans wat Vlaanderen betref, waarom
er op dat vlak nog wordt gewacht. Het is echter zó terzake hebt u
gelijk en dat is wat u vreest dat de afbakening van risicozones
inderdaad gevolgen zal hebben voor de huizen, de panden, de
gronden die gelegen zijn in de risicozone. Daarvoor zal men moeilijk
een verzekering vinden.
Er kunnen problemen optreden voor gemeenten die
bouwvergunningen moeten uitreiken. Zullen de gemeenten dat doen
of niet doen? Kunnen ze dat tegenhouden? Dat zal heel wat
problemen veroorzaken. Ik denk dat u past voor de problemen en de
gevolgen van de afbakening van de risicozones.
Wat gebeurt er echter intussen op de markt? Drie grote
verzekeringsmaatschappijen bieden reeds een verzekering tegen
overstromingen aan. Aardbevingenverzekeringen zijn reeds op de
01.04 Simonne Creyf (CD&V): Le
dossier est manifestement sur une
voie de garage. Les Régions ont
adopté une attitude passive et le
ministre ne fait rien pour y
remédier. Je sais toutefois que la
Région flamande dispose
actuellement des cartes des
zones à risque; il n'y a donc
aucune raison d'encore
tergiverser. Je conçois bien que la
délimitation des zones à risque
influe sur la valeur des maisons et
la délivrance des permis de bâtir,
mais seule une réglementation
légale pourra permettre à tous de
bénéficier d'une assurance fiable
et abordable. Il est vraiment
regrettable que ce projet de loi ne
puisse plus entrer en vigueur sous
l'actuelle législature.
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
markt en dit tegen een redelijke prijs. Wat is het gevolg? Die
maatschappijen zullen hun risico's opnieuw selecteren. De kleine
risico's zullen een verzekering vinden, de grote niet. Er zal een
nieuwe verregaande segmentering optreden.
Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat alleen een wettelijke
regeling die enerzijds gebaseerd is op verantwoordelijkheid en,
anderzijds op solidariteit, de enige mogelijkheid is om iedereen tegen
een redelijke prijs een verzekering te geven tegen overstroming. Alles
wat in het dossier gebeurt, sterkt mijn overtuiging dat het
wetsontwerp in deze legislatuur zeker geen wet zal worden Ik betreur
dat ten zeerste.
01.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, de minister
zet de problemen inzake de raadpleging van de gewesten op een
rijtje. Blijkbaar is behoorlijk geïnformeerd naar de punten van kritiek
van het Waals Gewest maar minder naar die van het Vlaams en het
Brussels Gewest.
U veronderstelt namelijk dat de kritiek identiek zal zijn. Dat doet mij in
die zin verder redeneren dat u als minister bevoegd voor Economie
op het federaal niveau in feite te weinig inspanningen doet om de drie
gewesten daarover ten minste samen rond de tafel te krijgen,
waardoor u toch al een duidelijk inzicht zou krijgen in de gestelde
problemen. Problemen zullen er inderdaad zijn. Ze zullen
onoverzienbaar zijn omdat ook Vlaanderen een beleid op vlak van
ruimtelijke ordening voerde dat weinig of geen rekening hield met
dergelijke problemen.
Ik vind het ook jammer dat die hoorzittingen blijkbaar niet kunnen.
Mijnheer de voorzitter, ondanks dat alles wil ik even verwijzen naar
informele contacten die in de Senaat plaatsvonden naar aanleiding
van een wetsvoorstel over het verplichten van de dodehoekspiegel.
Daarbij zijn de gewesten wel in de betrokken commissie hun mening
komen toelichten over die problematiek. Ik weet wel dat de
draagwijdte van een en ander verschillend ligt. Toch wil ik aandringen
op een bespreking in het Parlement, al dan niet informeel of officieel,
met de gewesten om op zijn minst toch terug schot in de zaak te
krijgen. Ik steun namelijk de vaststelling van mevrouw Creyf dat alles
weer op de lange baan geschoven zal worden en dat in deze
legislatuur er zeker geen oplossing meer zal komen. Wie is daarvan
de dupe? Uiteraard degene die in de toekomst mogelijk weer het
slachtoffer is van natuurrampen die er hoe dan ook weer zullen
komen, dit jaar, volgend jaar of misschien het jaar daarna.
Die mensen wachten het ogenblik van een nieuwe ramp angstig af.
Zij stellen vast dat de overheid niets doet.
01.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Lorsque le ministre énumère les
problèmes rencontrés avec
Régions, on observe qu'il connaît
fort bien les critiques de la Région
wallonne mais qu'il ne prend
guère d'initiatives pour réunir
toutes les parties concernées. De
même, je regrette qu'on ne puisse
organiser d'auditions avec les
Régions, alors qu'on l'avait fait à
propos du problème du rétroviseur
anti-angle mort. Je crains que la
question soit renvoyée aux
calendes grecques et qu'à
l'avenir, les victimes de
catastrophes naturelles soient les
dindons de la farce.
01.06 Minister Charles Picqué: U moet beseffen dat ik geen
wetsontwerp zou hebben ingediend als ik niet vastberaden was het
project tot een goed einde te brengen. Wij moeten de omvang van de
werken van de gewesten niet onderschatten. Het is een zeer
belangrijk werk. Het zou nuttig zijn om een informele bespreking te
organiseren en een gedachtewisseling te hebben over de stand van
zaken inzake het uitwerken van de cartografie. Ik sta in de mate van
het mogelijke tot uw beschikking. Wij moeten met de gewesten
contact opnemen om dit te organiseren. Wij kunnen echter niet langer
01.06 Charles Picqué, ministre:
Je n'aurais pas déposé de projet
de loi si je n'avais pas eu
l'intention de le finaliser avant la
fin de la législature. Il ne faut
cependant pas sous-estimer le
travail des Régions. Bien sûr, il
serait utile de trouver une formule
pour encadrer des pourparlers
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
talmen als wij het project willen afronden voor het einde van deze
legislatuur.
informels sur la cartographie.
De voorzitter: Ik wil als voorzitter van deze commissie wel een
poging ondernemen om een hoorzitting te organiseren. Wij hebben
dat destijds bij de bespreking van het wetsvoorstel over de
bedrijfsvervoerplannen ook gedaan.
Toen zijn er wel vertegenwoordigers van de gewesten naar onze
commissie gekomen. We kunnen hen echter niet dwingen. Gelet op
het delicate en de moeilijkheidsgraad van ontwerp en gezien de wens
van alle fracties om hier werk van te maken, zullen wij proberen nog
vóór het reces een initiatief te nemen om een hoorzitting te
organiseren met de gewesten.
Gaat iedereen daarmee akkoord? (Instemming)
Le président: J'essaierai d'encore
organiser de telles discussions
avant les vacances
parlementaires mais nous ne
pouvons bien évidemment pas
contraindre les Régions à
accepter notre proposition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de soldenregeling" (nr. 7372)
02 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "la réglementation des soldes" (n° 7372)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik kom nog even
terug op de soldenregeling. Sta mij toe nog even het verhaal te
schetsen. Wij hebben vanuit Europa een aantal signalen gekregen
die aangeven dat men met de idee speelt om het wettelijk verbod op
het verkopen met verlies op te heffen. Het is commissaris Bolkestein
die dat een tijdje geleden, naar ik vermoed ergens in het najaar van
vorig jaar, gelanceerd heeft. Naar aanleiding van de soldenverkoop
van januari, die veertien dagen later plaatsvond wegens de invoering
van de euro heeft UNIZO een enquête gehouden bij de handelaars
om de impact van deze maatregel, het verschuiven van de
soldenperiode, op de verkoop en de omzet te meten.
Naar aanleiding van mijn vraag in april hebt u gezegd dat het voorstel
tot liberalisering ter bespreking ligt bij een groep van deskundigen in
de Europese Raad. Tevens hebt u gesteld dat dit een doorgedreven
herziening is van de wet op de handelspraktijken van 1991.
Dienaangaande hebt u heel duidelijk gezegd dat het verbod op
verkoop met verlies voor u dient te worden behouden zoals het is
ingeschreven in de wet van 1991 omdat het evident is dat anders
kleine en middelgrote ondernemingen bijzonder zwaar onder druk
zouden komen te staan. Bovendien is u van mening dat de verkoop
met verlies eventueel strijdig kan zijn met de mededingingsregels.
Verder hebt u meegedeeld dat de Ministerraad van 21 mei een
specifieke Raad zou worden waarbij ons land een gemeenschappelijk
standpunt dienaangaande zou innemen. Mijn vraag betreft dan ook
dit punt.
Wat is er op 21 mei beslist? Ik kan eraan toevoegen dat dit onlangs in
de commissie voor de Consumentenbescherming van het Europees
Parlement grondig werd besproken. Het voorstel van de Europese
Commissie werd heel sterk geamendeerd. Een meerderheid van de
parlementariërs heeft duidelijk gekozen voor een economisch
02.01 Trees Pieters (CD&V): A la
suite de ma précédente question
sur la réglementation relative aux
soldes, le ministre avait clairement
indiqué qu'il fallait maintenir
l'interdiction de vente à perte,
conformément à la loi de 1991.
Dans l'intervalle, le projet de loi
relatif à cette matière a été
examiné au Conseil des ministres
du 21 mai. Quelles décisions
concrètes ont-elles été prises à
cette occasion?
Permettez-moi également de faire
référence à des discussions
analogues menées au sein de la
commission de la Protection des
consommateurs du Parlement
européen. Le texte initial y a été
sensiblement amendé et la
majorité a soutenu l'idée d'un
marché économique corrigé
accordant une attention
particulière à l'être humain. Ces
discussions menées au niveau
européen influencent-elles les
décisions prises dans notre pays?
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gecorrigeerde markt met aandacht voor de mens, voor en achter de
toonbank van de onderneming. Het voorstel werd door Europees
commissielid Marianne Thyssen sterk geamendeerd. Op de liberalen
na hebben alle partijen zich eensgezind achter de geamendeerde
tekst geschaard. Aan de Europese Commissie zou de vraag worden
gesteld om het voorstel van Bolkestein in te trekken. Na ruim overleg
met alle betrokkenen werd een evenwichtig voorstel geformuleerd.
Dit zijn twee belangrijke elementen die het Bolkestein-verhaal op de
helling plaatsen.
Gelet op de gebeurtenissen in het Europees Parlement en wat er op
21 mei in de Belgische Ministerraad is gebeurd, vraag ik me af of er
een beweging valt te constateren in dit verhaal.
02.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, deze vraag
geeft mij de gelegenheid een korte samenvatting te geven van de
laatste Europese Raad inzake consumenten. De Raad van 21 mei
heeft het voorstel van Europese verordening en van de Raad
betreffende de verkooppromoties in de interne markt besproken. De
bespreking had betrekking op een reeks elementen, zoals onder
andere het probleem van de verkooppromoties.
Ik deel u de essentiële elementen van het standpunt dat ik voor de
Raad heb verdedigd mede. Ik meen dat een open markt zoals de
Europese niet naar behoren kan functioneren als de reglementering
van de handelspraktijken en in het bijzonder van de stimulering van
de verkoop diepgaande verschillen tussen de lidstaten inhoudt. De
harmonisatie is niet alleen nuttig maar zelfs onontbeerlijk voor een
goede werking van de markt.
Ik vestigde de aandacht van de Raad op een paar moeilijkheden die
deze tekst bevat. Ten eerste, wat de grond van het voorstel betreft,
vormt de eerbiediging van het principe van het "hoge niveau van
bescherming van de consumenten" zoals bepaald in het Europees
Verdrag voor ons een fundamenteel principe waaraan men geen
afbreuk kan doen. In dat opzicht is de tekst gebrekkig.
Ten tweede, het principe dat in het ontwerp van verordening wordt
voorgestaan in de vorm van "een verbod om te verbieden" betekent
een minimalistische benadering die ons niet van aard lijkt om een
evenwichtige distributiemarkt te bestendigen.
Wij zijn ervan overtuigd dat de echte concurrentie door de overheid
moet worden georganiseerd en dat zij niet aan de willekeur van de
markt mag worden overgelaten. In dat opzicht lijkt het ongepast om
een onbeperkte verkoop met verlies toe te laten. Wij zijn voor het
behoud van het verbod op de verkoop met verlies. In vele landen,
zowel van de Europese Unie als daarbuiten, is dat principe een
fundamenteel element van eerlijke handel. Wij wensen dat een
Europese harmonisatie van de voorwaarden en modaliteiten van de
verkoop met verlies tot stand zou komen.
Ten derde, de toepassing van het principe van wederzijdse erkenning
waarop het voorstel zich baseert, behoort beperkt te zijn wat het
toepassingsveld ervan betreft, onder meer omwille van de
bescherming van de gezondheid, des te meer omdat de voorgestelde
harmonisatie minimaal is.
02.02 Charles Picqué, ministre:
Le dernier Conseil européen de la
Consommation a examiné la
proposition de règlement
européen ainsi que la proposition
du Conseil relative aux promotions
au sein du marché intérieur. La
position que j'y ai défendue est
qu'un marché européen ouvert ne
peut fonctionner efficacement si la
réglementation sur les pratiques
commerciales n'est pas identique
dans tous les Etats membres. Ce
raisonnement vaut en particulier
pour les promotions.
J'ai par ailleurs mis en lumière une
série de points qui font obstacle.
Le haut niveau de protection du
consommateur est pour nous un
principe fondamental qui doit être
préservé. Nous estimons
également que l'adage "interdit
d'interdire" est minimaliste et
insuffisant pour garantir un
marché de la distribution équilibré.
A notre estime, la véritable
concurrence doit être organisée
par l'Etat et elle ne peut être
abandonnée aux hasards du
marché. Nous sommes dès lors
en faveur du maintien de
l'interdiction de la vente à perte,
un fondement essentiel du
commerce équitable. Il convient
donc de fixer de nouvelles limites
à la reconnaissance mutuelle,
essentiellement dans l'intérêt de la
santé. Le règlement ne constitue
pas, à nos yeux, un instrument
adéquat pour harmoniser les
propositions en matière de
commerce. Ce type de document
manque en effet de flexibilité pour
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Ten vierde, het instrument dat door de Commissie wordt gekozen om
de handelsvoorstellen te harmoniseren, te weten de verordening, lijkt
ons weinig aangepast om aan de noodzakelijke flexibiliteit van de
communautaire benadering in vergelijking met de nationale
handelspraktijken, tegemoet te komen. Het past eveneens te
onderstrepen dat, rekening gehouden met een gebrek aan definitie
van veel begrippen in de tekst, zulks het sein op groen zou zetten
voor grote juridische onzekerheid door aan de nationale besturen en
rechters de zorg over te laten om dezelfde begrippen te interpreteren.
Om al die redenen mogen wij besluiten dat een richtlijn beter dan een
verordening op het nagestreefde doel zou afgestemd zijn. Met
betrekking tot de tekst hebben de meeste lidstaten talrijke reserves te
kennen gegeven. Commissaris Bolkestein heeft niettemin duidelijk
laten merken dat hij voort wil gaan in de door de Commissie
voorgestelde richting. Wat de Raad betreft, ligt de bal in het kamp van
het Deense voorzitterschap. Onze houding is overduidelijk en wij
worden door de meeste landen gevolgd. Ik was verbaasd dat de
grote meerderheid van de landen zich gelukkig achter onze houding
schaarde. Ik ben ervan overtuigd dat een richtlijn om juridische
redenen beter zou zijn dan een verordening. Verkoop met verlies
maakt deel uit van het geheel van het voorstel van verordening.
pouvoir servir tant à l'approche
communautaire qu'aux pratiques
commerciales nationales. De
surcroît, le texte renferme une
somme de concepts imprécis que
les administrations nationales et
les juges pourront interpréter
librement. En définitive, une
directive est, en l'espèce, bien
plus appropriée qu'un règlement.
Bien que la plupart des Etats aient
partagé nos observations, le
commissaire Bolkenstein a
réaffirmé son intention de
poursuivre dans cette direction.
Pour le Conseil, la balle est dans
le camp de la présidence danoise.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben zeer tevreden met de uitleg over wat er op 21 mei
2002 is gebeurd. Samen met de door het Europees Parlement
geboekte vooruitgang zal dat mogelijk een van de elementen zijn om
de heer Bolkestein van idee te doen veranderen. Laten wij het hopen.
Mijnheer de minister, u stelde vorige keer in uw antwoord dat
voorafgaandelijk aan de Ministerraad van 21 mei 2002 nog overleg
moest worden gepleegd met ministers Aelvoet en Daems. Zit u
alledrie op dezelfde golflengte? Steunt de hele regering u daarin?
02.03 Trees Pieters (CD&V): Les
informations fournies à propos de
la réunion du 21 mai me satisfont.
Peut-être l'attitude du commissaire
Bolkestein pourrait-elle encore
être corrigée. Les ministres
Aelvoet et Daems se rallient-ils au
point de vue du ministre Picqué?
02.04 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, zoals eerder meegedeeld is er voorafgaandelijk een overleg
geweest met genoemde ministers.
Dit overleg gaf aanleiding tot een brief gericht aan de Europese
commissarissen die met het dossier zijn belast. Dat betreft inderdaad
de heer Bolkestein, maar ook David Byrne. Ze zijn allebei betrokken
bij die kwestie. Ik hou deze brief te uwer beschikking.
02.04 Charles Picqué, ministre:
Certainement. La concertation a
donné lieu à l'envoi d'un courrier
aux commissaires Byrne et
Bolkestein. Ce dernier est à votre
disposition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de federale wetenschappelijke instellingen" (nr. 7404)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met
het Grootstedenbeleid, over "het Witboek inzake wetenschappelijke instellingen" (nr. 7429)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met
het Grootstedenbeleid, over "zijn voornemen om de dotaties toegekend aan de grote federale
wetenschappelijke en culturele instellingen te verdubbelen" (nr. 7476)
03 Questions jointes de
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "les institutions scientifiques fédérales" (n° 7404)
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "le Livre blanc des institutions scientifiques fédérales" (n° 7429)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "sa volonté de doubler les dotations des grandes institutions
scientifiques et culturelles fédérales" (n° 7476)
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, enkele
dagen geleden vernamen we dat minister Picqué samen met zijn
regeringscommissaris Ylieff het Witboek over de Federale
Wetenschappelijke Instellingen, dat is afgerond en waarover hier
reeds sprake was in het kader van de beleidsnota, voorstelde aan de
pers. Natuurlijk betreuren wij het dat dit Witboek niet eerst inhoudelijk
in deze commissie werd voorgesteld, want zover ik kon begrijpen uit
de persartikels moest u nog met het volledige plan naar de regering.
Het is op dat vlak natuurlijk een typisch dossier geworden van deze
regering. Men kondigt veel aan en men belooft veel, men schept veel
mogelijkheden die men allemaal wel wil realiseren, maar waar dan
jammer genoeg achteraf nooit de middelen voor gevonden worden, of
waarvoor tenminste vanwege de regering niet de eerste prioriteit
geldt.
Mijnheer de minister, ik stel vast, als ik uw plannen mag geloven, dat
voor de broodnodige modernisering van de instellingen over een
periode van tien jaar niet minder dan 1 miljard euro zou vereist zijn.
Dat zou gaan over heel veel dingen inzake de modernisering van de
infrastructuur, van het patrimonium, maar ook van informatisering,
veiligheidswerken, en tevens het stimuleren van het onderzoek.
Daarnaast hebt u gesproken over de wijze waarop de instellingen in
de toekomst beheerd zullen moeten worden als een uitvloeisel van
de Copernicus-hervorming, over de beheersfuncties die
gemoderniseerd worden, de autonomie die vergroot wordt en de
samenwerking met gewesten en gemeenschappen. Kortom, een
modernisering in het algemeen van de Federale Wetenschappelijke
Instellingen voor de volgende jaren.
Ik zou graag een kopie van dat voorstel willen krijgen en ook
toegelicht zien voor de commissie. Ik zou ook willen vernemen hoe u
de realisatie van dat Witboek concreet plant dus niet alleen in
ideeën en gedachten en met welke partners u dit wenst uit te
voeren. Ik zou ook graag vernemen wat de Ministerraad daarover
vorige week, bij uw voorstelling van het Witboek, heeft gezegd.
Welke engagementen heeft de regering reeds genomen? Welke
maatregelen kunt u nemen in het vooruitzicht van de eerstvolgende
begroting?
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
J'ai appris par la presse que le
ministre a mis la dernière main au
Livre blanc sur les institutions
scientifiques fédérales. Nous
déplorons que la primeur n'en ait
pas été réservée à la commission.
Selon ce Livre blanc, le coût de
l'indispensable modernisation des
institutions représenterait environ
1 milliard d'euros en dix ans.
J'aimerais recevoir une copie du
Livre blanc
et obtenir quelques
éclaircissements du ministre.
Comment le ministre compte-t-il
traduire le contenu du Livre blanc?
Quels engagements le
gouvernement a-t-il pris?
03.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dat Witboek is inderdaad al geruime tijd beloofd. Ik herinner
mij ook nog dat tijdens de begrotingsbesprekingen vorig jaar
regeringscommissaris Ylieff reeds aankondigde dat hij met een
Witboek bezig was. In La Libre Belgique van 31 mei konden we lezen
dat dit Witboek er is. We konden er ook al de essentie in lezen van
wat in het Witboek zal staan. Een aantal dagen later konden we ook
in De Morgen lezen dat er zal worden geïnformatiseerd en
gemoderniseerd; dat de veiligheid zal worden verhoogd, dat het
beheer zal verbeterd worden, enzovoort. Het zijn zaken die wij al
jaren vragen aan de opeenvolgende bevoegde PS-ministers. Ik ben
in 1991 in de Senaat gekomen en op dat ogenblik was PS-minister
Dehousse bevoegd voor de Federale Wetenschappelijke Instellingen.
03.02 Simonne Creyf (CD&V):
Lors des dernières discussions
budgétaires, le commissaire du
gouvernement, M. Ylieff, a
annoncé la publication d'un Livre
blanc sur les institutions
scientifiques fédérales. Il est prévu
d'informatiser, de moderniser,
d'améliorer la sécurité, de mieux
gérer, etc. Depuis que je suis
arrivée au Sénat, en 1991, nous
n'avons cessé de réclamer ces
mesures. Les institutions
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Sindsdien is er telkenmale een PS-minister bevoegd geweest voor de
federale wetenschappelijke instellingen. Als men nu vaststelt dat die
instellingen verwaarloosd werden, dan is dat een late bekentenis. Ik
ben blij dat ze er eindelijk komt, maar ik wil in de kwestie wel
verwijzen naar de bevoegdheid die de PS-ministers al jaren dragen
ten aanzien van de federale wetenschappelijke en culturele
instellingen.
Ik ben blij dat het Witboek er uiteindelijk komt, omdat die instellingen
het werkelijk verdienen. Ik ben ook blij dat regeringscommissaris
Ylieff nu spreekt over de internationale uitstraling, het belang van die
instellingen enzovoort.
Ik kom tot mijn concrete vragen.
Ik ben heel blij dat het Witboek er eindelijk is, maar ik sluit mij aan bij
de opmerking van Frieda Brepoels. U hebt eerst de pers ingelicht,
maar wij hopen dat het Witboek ook in het Parlement wordt
voorgesteld. Ik hoop dat wij een exemplaar zullen krijgen en dat we
de kans zullen krijgen hierover een uitvoerig debat te voeren. Het
ontwerp zou vrijdag op de Ministerraad zijn voorgelegd. Is het daar
inderdaad besproken? Wat is er afgesproken? Is er in een timing
voor de implementatie voorzien? Is er in de regering een akkoord
over de financiering? Waarom komt het Witboek er nu pas, één jaar
vóór de verkiezingen, terwijl regeringscommissaris Ylieff de
problemen toch veel langer moet kennen? Zoals collega Brepoels,
vraag ik mij af of er iets van in huis zal komen. Zal het meer zijn dan
een voorstel? Welke garanties hebt u dat er inderdaad iets zal
veranderen voor de federale wetenschappelijke en culturele
instellingen?
scientifiques fédérales étaient
alors du ressort du ministre PS
Dehousse; tous les ministres qui
lui ont succédé étaient PS comme
lui. Si ces institutions semblent
aujourd'hui abandonnées, les
ministres PS en sont partiellement
responsables.
Nous avons été informés par la
presse de la teneur du Livre blanc;
quand le ministre informera-t-il le
Parlement? Pourrait-il nous
transmettre un exemplaire?
Existe-t-il au sein du
gouvernement un accord sur le
plan et sur son financement?
Pourquoi ce Livre blanc n'est-il
publié qu'un an avant les
élections?
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, si je me suis jointe aux présentes questions
c'est, notamment parce que je tenais à exprimer mon intérêt pour ce
Livre blanc dont je souhaite, en outre, pouvoir découvrir le contenu.
De plus, tous les écologistes portent un intérêt particulier à toutes ces
institutions scientifiques qui représentent une part importante du
patrimoine et de l'esprit scientifique et innovant nécessaires au
développement de notre société. C'est donc avec un grand intérêt et
un grand plaisir que j'ai appris l'existence de ces projets résultant du
Livre blanc.
Nous sommes actuellement en période d'élaboration budgétaire et un
travail à long terme est prévu. Il n'est d'ailleurs pas possible de faire
autrement. Je voudrais savoir dans quelle mesure le gouvernement
se sent impliqué par cette problématique. En effet, si la Belgique
consacre de plus en plus de moyens à la recherche scientifique, ces
derniers restent particulièrement maigres puisque le budget en
recherche et développement représente 1,36% et que l'industrie
finance 67% de la recherche scientifique. Je m'interroge donc quant
au rôle que l'Etat peut avoir dans ce secteur.
Comme mes collègues, je souhaiterais profiter de cette occasion
pour envisager l'organisation d'un débat avec les différentes
personnes concernées par ces dossiers. Cela nous permettrait de
travailler ensemble sur un plan et d'examiner l'intérêt du maintien de
ces institutions au niveau fédéral dans le souci de la sauvegarde de
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO-
AGALEV): Ik heb me bij mijn
collega's aangesloten omdat ook
wij veel belang hechten aan dat
Witboek en aan de
wetenschappelijke en culturele
instellingen. Hun werk is
onontbeerlijk en we moeten
denken aan hun beheer op lange
termijn.
Te meer daar tegelijkertijd al een
aantal inspanningen werden
gedaan, maar toch blijft het deel
van de begroting dat bestemd is
voor wetenschappelijk onderzoek
erg pover. Wij zijn van oordeel dat
het moet worden opgetrokken en
dat die instellingen federaal
moeten blijven om hun niveau en
hun onafhankelijkheid te vrijwaren.
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
leur intégrité.
03.04 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, dit Witboek is
een ambitieus project dat de tenuitvoerlegging van actieprogramma's
voorstelt met de bedoeling deze instellingen een gemoderniseerde
infrastructuur te bieden met meer veiligheid voor het publiek, het
personeel en de collecties en hen in te schakelen in de Europese
onderzoeksruimte, die ook in een ander verslag is geïnteresseerd.
Il est également évoqué dans un autre rapport auquel vous faites
allusion et dans lequel on étudie notamment les différentes sources
de financement.
Het Witboek houdt eveneens een grondige modernisering in van
deze instellingen. Zonder in detail te treden kan ik zeggen dat het
Witboek voorstelt om elke instelling om te vormen tot een zelfstandig
agentschap, gebonden aan een doelstellingencontract. Het
personeelsbeheer zal volledig worden gedecentraliseerd, de leidende
functies worden gebonden aan een mandaat en de controle op het
beheer wordt versterkt.
Ik herinner eraan dat verschillende maatregelen reeds genomen zijn.
Sommige maatregelen hebben tot doel een aantrekkelijker
werkomgeving te creëren, zoals de opleiding van de wachters of de
premie voor de boekhouders. Andere maatregelen leiden tot een
betere wetenschappelijke werking, zoals bijvoorbeeld de
hergroepering van de onderzoekskredieten in een enveloppe waarbij
wij zorgen voor een samenwerking tussen de instellingen en de
externe partners. Nog andere maatregelen schenken aandacht aan
de verbetering van het imago van dergelijke instellingen, zoals de
uitgave en de verspreiding op grote schaal van informatiebrochures,
de organisatie van opendeurdagen enzovoort.
De uitvoering van de nodige investeringen zal over enkele jaren
worden verspreid waarbij in eerste instantie de voorkeur wordt
gegeven aan de meest dringende aspecten, zoals de veiligheid van
het publiek en de veiligheid van de collecties. Om de modernisering
van deze instellingen tot een goed einde te brengen stelt het Witboek
acht actieprogramma's voor. Voor elk actieprogramma afzonderlijk
stelt het Witboek een stand van zaken op en stippelt het de te
ondernemen acties uit. Ook de budgettaire maatregelen ter uitvoering
van de modernisering worden erin uitgewerkt.
Het lijkt mij nogal voorbarig om gedetailleerd te antwoorden op uw
vragen betreffende de timing en het financieringsplan. De heer Ylieff
en ikzelf zullen binnenkort in de Ministerraad een nota indienen voor
de uitvoering van de eerste fase van het Witboek, waarvoor financiële
steun nodig zal zijn. Het is de eerste keer dat wij een dergelijk
Witboek opstellen, rekening houdend met de verzuchtingen en
behoeften van de verantwoordelijken van de instellingen. Vergeet ook
niet dat het Witboek samen met hen is opgesteld.
Wat heeft de regering gedaan? Ik zal zeker niet zegevieren.
Je ne vais pas triompher ici en prétendant que le gouvernement a
accepté tout ce qui se trouve dans le Livre blanc et que l'on
dépensera des centaines de millions d'euros au cours des années
qui viennent. En tout cas, on ne fera certainement pas de dépenses
03.04 Charles Picqué, ministre:
Ce Livre blanc est un projet
ambitieux. Les institutions se
verront dotées d'une infrastructure
modernisée, plus sûre pour le
public, le personnel et les
collections; elles seront intégrées
dans l'Espace européen de
Recherche. Par ailleurs, le Livre
blanc introduit les principes de la
réforme Copernic. Le Livre blanc
veut faire de chaque institution
une agence autonome soumise à
un contrat impliquant des
objectifs.
Des mesures ont déjà été prises
en vue de créer un environnement
de travail plus attractif, de garantir
un meilleur travail scientifique et
de rehausser l'image des
institutions scientifiques fédérales.
Les investissements nécessaires
seront répartis sur plusieurs
années, la priorité allant aux
phases les plus urgentes, comme
par exemple la sécurité.
Afin de mener à bonne fin la
modernisation, le Livre blanc
présente huit programmes
d'action. Vos questions sur le
calendrier et le plan de
financement me semblent
prématurées, mais Yvan Ylieff et
moi-même soumettrons
prochainement au Conseil des
ministres une note en vue de
l'exécution d'une première phase
nécessitant neuf millions d'euros.
Le Livre blanc a été rédigé en
collaboration avec les
responsables des institutions.
Ik triomfeer niet: ik heb nooit
gezegd dat de regering beloofd
heeft de geldkraan onbeperkt
open te draaien. Die woorden mag
u mij niet in de mond leggen. Maar
ik hoop dat daar al meteen bij het
begin van de
begrotingsbesprekingen in
september over gepraat zal
worden.
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
durant l'année à venir. Que l'on ne me fasse pas dire que le
gouvernement a accepté d'ouvrir le portefeuille sans limite.
Cependant, j'ai souhaité que nous en discutions lors de l'élaboration
du budget en septembre prochain.
Nous nous trouvons dans un tournant de l'histoire de ces institutions.
We moeten de uitdaging van de nummering aangaan. We moeten de
bewaking en de bescherming van de collecties absoluut verbeteren.
Ik meen dat de Staat een belangrijke inspanning moet leveren om de
modernisering te realiseren; we kunnen ook rekening houden met
andere financiële mogelijkheden. Ik denk, bijvoorbeeld, aan middelen
van de Koning Boudewijnstichting, wat in het Witboek is vermeld, de
Nationale Loterij enzovoort.
De toute manière, nous ne pourrons faire l'économie d'un débat
sérieux concernant l'avenir de ces institutions. Bien entendu, vous
pouvez recevoir un exemplaire de ce Livre blanc. Si je le dépose
aujourd'hui, c'est parce que je crois que nous sommes à un moment
clé de l'histoire de ces institutions. Quand je compare avec d'autres
pays, je me rends compte que nous devons faire un effort. Les
énergies sont intactes, les motivations sont grandes dans les
institutions. Compte tenu de la sortie de fonction d'un certain nombre
de responsables, nous devons partir sur une base nouvelle avec un
plan pour les nouveaux responsables des institutions.
Pour répondre à Mme Gerkens, je dirai que, dans le même temps,
nous avons publié un rapport sur l'état de la recherche scientifique en
Belgique. Je serai bref à ce sujet. Si vous souhaitez m'interroger plus
en détail sur ce rapport une autre fois, je me ferai un plaisir de vous
répondre.
Que remarquons-nous? Il est vrai que nous sommes, en termes de
crédit public, en dessous de la moyenne européenne. Nous sommes
cependant en train de rattraper ce retard parce qu'il y a visiblement
plus d'efforts consentis ces dernières années, en pourcentage, en
Belgique que dans d'autres pays. Je ne me satisfais pas d'une
analyse consistant à dire qu'on n'investit pas assez dans la recherche
scientifique en Belgique. On peut évidemment toujours investir plus!
Mais, dans certains grands pays, on comptabilise dans la recherche
scientifique à concurrence de 30 à 40% les recherches en
matière militaire, ce que nous faisons peu chez nous pour des
raisons que je ne dois pas vous décrire. Il est évident que dans ces
pays, on confond un peu des pommes et des fraises!
Par ailleurs, dans le secteur privé, la moyenne est bonne. Au niveau
du rayonnement de nos chercheurs, les résultats sont bons. Il existe
des paramètres pour pouvoir identifier la reconnaissance scientifique
des chercheurs belges à l'étranger. Il y a donc des éléments positifs.
Il y a le Livre blanc sur les institutions scientifiques et il y a le rapport.
Je propose que nous ayons un débat sur ce rapport.
De regering nam akte van het Witboek. Dat betekent voor mij dat de
doelstellingen en de bedoeling van het Witboek niet worden betwist.
Uiteraard moet er thans een begrotingsbespreking plaatsvinden om
de financiële inspanningen van de Staat te evalueren.
Ik heb de indruk dat niemand in de huidige omstandigheden de
Ik geloof dat we ons op een
keerpunt bevinden in de
geschiedenis van de betrokken
instellingen.
Nous devons relever le défi et
mieux protéger les collections.
L'Etat doit consentir de
substantiels efforts mais il ne faut
pas perdre de vue d'autres
sources telles que la Fondation
Roi Baudouin et la Loterie
Nationale.
Wij moeten een ernstig debat over
de toekomst van die instellingen
voeren. Daar kunnen we niet
omheen. We moeten kijken wat
onze buurlanden doen, en
inzonderheid meer gaan
investeren in wetenschappelijk
onderzoek.
Ik wil er wel op wijzen dat
allerhande onderzoekswerk van
militaire aard in sommige landen
simpelweg als wetenschappelijk
onderzoek geclassificeerd wordt.
Dat gebeurt bij ons zelden!
De mensen die voor die
instellingen werken, zijn erg
gemotiveerd. Daar moeten we
rekening mee houden, en we
moeten ook meer aandacht
hebben voor het aandeel van de
Belgen die in het buitenland
wetenschappelijk onderzoek
verrichten.
Les efforts consentis par l'Etat
devront être évalués dans le cadre
d'une discussion budgétaire. Dans
les circonstances actuelles, nul ne
peut néanmoins nier les
fondements de cette étude.
Het is duidelijk dat die instellingen
moeten worden geherfinancierd.
Wij beschikken thans over een
strategisch plan, wat een groot
voordeel is.
Les reproches portaient sur
l'absence de stratégie globale.
Die intenties zijn bekend. Nu
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
grondslag van de studie kan negeren of ontkennen.
Il est clair que ces institutions ont, aujourd'hui besoin d'être
refinancées. Une discussion à ce sujet aura lieu lors de l'élaboration
du budget et, comme c'est toujours le cas, ce ne sera pas facile.
Toutefois, nous disposons aujourd'hui d'un plan stratégique.
Het verwijt was dat een globale strategie ontbrak en dat de
begrotingsbespreking moest worden gebaseerd op concrete
bedoelingen. Die bedoelingen zijn thans bekend.
Ces intentions sont connues. Il faut maintenant opérer des choix.
Selon moi, le premier choix budgétaire à faire doit avoir trait à la
protection du patrimoine de ces institutions. En effet, la perte ou le vol
d'une pièce est très néfaste pour l'image de ces dernières.
La numérisation doit être un autre objectif.
Vient, ensuite, la discussion avec la Régie des Bâtiments concernant
un planning relatif à la modernisation des infrastructures.
moeten er keuzes worden
gemaakt, in de eerste plaats op
begrotingsvlak.
03.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik wil daar
kort op reageren. Ik stel vast dat de minister antwoordt zoals ik
verwacht had. Hij heeft een heel mooi plaatje opgehangen van alles
wat nodig is voor onze federale wetenschappelijke instellingen,
noden die wij al decennia kennen. De regering heeft akte van
genomen van het Witboek, zegt de minister. De doelstellingen ervan
worden niet betwist maar ook niet bevestigd en de financiële
consequenties worden niet onder ogen gezien.
Mijnheer de minister, u zegt dat u nu al weet dat de
begrotingsbesprekingen moeilijk zullen worden en dat u geen
honderden miljoenen zult kunnen investeren, zeker niet de volgende
jaren. Ik vraag me af welk beeld u eigenlijk wil ophangen wanneer
men behoeften naar voren brengt ter waarde van 1 miljard euro
terwijl u al zegt dat u uit de volgende begrotingsronde zelfs geen
honderden miljoenen zult kunnen halen. Ik vraag me af met welke
slakkengang u de opties van dat Witboek dan wil realiseren?
Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat wij een kopie zouden krijgen
van het Witboek. Ik wil u vragen wanneer dat Witboek gedeponeerd
wordt op het secretariaat. U hebt ook een debat terzake toegezegd.
Zal dat plaatsvinden ter gelegenheid van de begrotingsbesprekingen
of wanneer wordt het gepland?
03.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le ministre a, une fois de plus,
énuméré les différents besoins
mais ils sont connus depuis belle
lurette. Il n'est toutefois pas tenu
compte des répercussions
financières. Le ministre s'attend
déjà à une discussion du budget
difficile alors les besoins ne
représentent qu'un milliard
d'euros.
Quand le ministre transmettra-t-il
une copie du Livre blanc au
secrétariat? Quand pourrons-nous
en débattre?
03.06 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil herhalen
dat ik het een bijzonder goede zaak vind dat het Witboek besteld
werd. Inderdaad, de problemen van onze wetenschappelijke
instellingen zijn groot. Zo is er onlangs een onderzoek geweest naar
de veiligheidssituatie in alle federale wetenschappelijke instellingen.
Ook de wervingsprocedure voor het aanvullen van de
personeelsformatie is een probleem. Ik heb daar al eerder op
gewezen. Dat is een eindeloze procedure. Het zou veel beter zijn op
dat vlak een grotere autonomie te geven aan de instellingen zelf. Er
zijn personeelsproblemen, alsook problemen met de infrastructuur.
Kortom, de problemen zijn veelvuldig en gekend.
03.06 Simonne Creyf (CD&V): Il
faut se féliciter de la publication du
Livre blanc. Les problèmes sont
nombreux et ils ont été identifiés. Il
existe désormais un plan mais, à
défaut de financement, il ne
débouchera sur rien. Il faut opérer
des choix. Faut-il confier la
gestion des institutions
scientifiques fédérales à des
scientifiques ou à des managers?
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
U hebt gelijk wanneer u zegt dat het grote voordeel is dat er nu een
plan is. Dat is inderdaad zo. Een plan zonder financiering is natuurlijk
geen volledig plan. Ik volg u wanneer u zegt dat men misschien in
fases kan werken aan dat plan. Maar dan moet er toch een zekere
consequentie en een zekere continuïteit zijn. Anders gaat het om de
zoveelste diagnose die niet naar een oplossing leidt.
Ik wil ook onderstrepen dat in dat plan keuzes gemaakt moeten
worden. Ik geef een voorbeeld. Een van de punten waarover ik een
debat zou willen houden, betreft de beheerders van wie u zegt dat ze
naast hun wetenschappelijke kwaliteiten ook managerkwaliteiten
zullen moeten hebben. Daar moet over gediscussieerd worden. Wat
moet de beheerder van zo'n wetenschappelijke instelling nu zijn?
Moet die inderdaad een manager zijn? Of moet die een
wetenschapper zijn? Dat soort keuzes zal moeten worden gemaakt.
Het zou interessant zijn daarover met zijn allen eens na te denken.
Wij zouden ook mensen uit die wetenschappelijke instellingen
kunnen horen en er dan een debat over houden.
Mijnheer de voorzitter, ik wil er dus op aandringen misschien naar
aanleiding van de begroting maar liever nog op een ander moment
omdat we dan meer ruimte hebben dat we een debat zouden
houden over een aantal opties die uit het Witboek naar voren komen.
Il me paraît utile de consacrer un
débat distinct à cette question à
l'issue de l'examen du budget.
03.07 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, il est effectivement important qu'un plan
s'étalant sur dix ans soit élaboré pour remettre enfin ces institutions à
flot. Il est réaliste de découper ce plan en phases successives pour
pouvoir le concrétiser. Vous prévoyez des priorités: sécurité des
connections, évolution des technologies numériques, etc.
J'insisterai toutefois aussi sur la dynamique du personnel car ces
institutions ont besoin d'une gestion plus autonome. Pour moi, la
nomination de directeurs type manager ou type scientifique est
secondaire. Il faut plutôt s'interroger sur l'avenir de ces institutions. La
question est de choisir des personnes qui veulent entretenir et
développer le dynamisme de ces institutions et leur créativité.
Vous dites que vous allez bientôt présenter la première phase du
plan au conseil des ministres. Une date est-elle déjà prévue ou bien
ces discussions au sein du gouvernement n'auront-elles lieu qu'en
septembre, lors de l'élaboration du budget?
03.07 Muriel Gerkens (ECOLO-
AGALEV): Het is inderdaad
belangrijk dat men over een
tienjarenplan beschikt. Het ware
realistisch om dat in fasen op te
delen.
Ik leg de nadruk op het belang van
de inzet van de personeelsleden
van die instellingen, die nood
hebben aan een meer autonome,
dynamische en creatieve werking.
Werd al een datum afgesproken
voor de begrotingsbesprekingen
binnen de regering?
03.08 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, ik zal ervoor
zorgen dat de commissie zo vlug mogelijk een exemplaar van het
Witboek ontvangt.
Ik meen dat heel wat problemen, zoals het probleem van de
aanwervingen, opgelost zullen worden wanneer het principe van de
autonomie dat in het Witboek naar voren wordt gebracht, volledig kan
spelen. We hebben effectief een moeilijk debat gevoerd in verband
met de bekwaamheden van degenen die de leidende functies op zich
zullen nemen, dus in verband met de beheerders. De vraagt rijst op
welke grond een keuze dient te worden gemaakt: op grond van de
wetenschappelijke bekwaamheden dan wel op grond van de
managementbekwaamheden.
Ik heb een voorstel dat gedeeltelijk de logica van de Copernicus-
03.08 Charles Picqué, ministre:
Je transmettrai un exemplaire du
Livre blanc dans les meilleurs
délais.
Le débat sur les compétences des
gestionnaires fut difficile. Les
compétences scientifiques doivent
primer mais une mission d'appui
sur le plan administratif et du
personnel est indispensable.
In september zullen wij een
akkoord sluiten over de eerste
schijf van financiële middelen. Er
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
hervorming volgt, omdat ik ervan overtuigd ben dat het beheer van de
wetenschappelijke instellingen gekenmerkt wordt door specificiteit.
We zijn van het principe uitgegaan dat de wetenschappelijke
bekwaamheden dominant moeten zijn bij degenen die zich
bezighouden met de organisatie en het beheer. Naast de directeur
met wetenschappelijke bekwaamheden, is het onontbeerlijk dat een
persoon de steuntaak op het gebied van de administratie en het
personeelsbeleid op zich neemt. Bijgevolg is er een organigram
opgesteld, rekening houdend met die beschouwingen.
Comment allons-nous travailler? Comme je l'ai dit tout à l'heure, je
pense que c'est en septembre que nous devons nous mettre d'accord
sur une première tranche de moyens financiers, s'orientant vers une
priorité et en tenant compte du fait que le plan que nous avons
imaginé doit, en termes financiers, s'échelonner sur une petite
dizaine d'années. Il ne faut pas rêver. Je veux bien faire des
promesses ici et dire que nous allons tout régler dans les deux ans à
venir, mais c'est budgétairement difficile. Nous devons donc établir
un timing et cette proposition de timing existe.
bestaat een voorstel over de
timing van de verschillende stadia.
Le Livre blanc offre un éventail de
propositions, mais il est
impossible de toutes les
concrétiser dans un délai de deux
ans.
Dit alles zal niet in twee of drie
jaar tijd kunnen worden
verwezenlijkt. In de eerste fase
staat de bespreking van de
begroting op het programma.
Ik herhaal, het Witboek biedt al
genoeg stof tot nadenken over de
toekomst.
Als antwoord op de opmerkingen van mevrouw Brepoels kan ik het
volgende zeggen. Het Witboek vertegenwoordigt inderdaad een
waaier van voorstellen. Dat is de kwaliteit van het Witboek. Het bevat
een reeks doelstellingen die beantwoorden aan de verschillende
hedendaagse uitdagingen van de instellingen. Er is echter geen
sprake van een verwezenlijking van alle in het Witboek voorgestelde
doelstellingen in de loop van de komende twee jaren.
Il est certain que l'on ne pourra pas réaliser tout cela en deux ou trois
ans. Une série de propositions ont été faites. Elles seront
évidemment échelonnées dans le temps.
La prochaine étape sera la discussion budgétaire. Lisez le Livre
blanc. Il constitue un outil de réflexion sur l'avenir de ces institutions.
Auparavant, il n'en existait pas. Ceci explique qu'à tort ou à raison,
certains étaient persuadés que l'on ne pouvait pas décider une
augmentation des budgets sans connaître la stratégie globale
adoptée pour l'avenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "de steun van het Waalse gewest aan de Ierse
luchtvaartmaatschappij Ryanair" (nr. 7381)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les aides de la Région wallonne à la compagnie
aérienne irlandaise Ryanair" (n° 7381)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer de minister, ik kan
kort zijn. Ik heb u over de materie immers reeds ondervraagd op 14
november 2001. U hebt zelf gesteld dat ik op de problematiek later
wellicht nog zou terugkomen.
U kent de problematiek. In november 2001 heb ik mijn standpunt
terzake uiteengezet. Ik heb geen probleem met het beginsel van de
vrije markt en met de vrije concurrentie op voorwaarde dat de
04.01 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Je souhaite revenir sur
une question du 14 novembre
2001 concernant l'aide accordée
par la Région wallonne et la ville
de Charleroi à Ryanair. Je ne suis
nullement opposé au marché libre
ni à la libre concurrence, pour peu
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
concurrentie op een faire manier gebeurt. In het verleden waren er
signalen dat Ryanair met de luchthaven van Charleroi als thuisbasis,
onrechtstreeks wordt gesubsidieerd door de stad Charleroi en door
het Waals Gewest. U hebt terzake een brief geschreven naar de
Europese commissaris. Er zou een onderzoek zijn ingesteld door
mevrouw de Palacio. In november 2001 had u nog geen concrete
informatie over dat onderzoek. We staan nu 6 maanden verder.
Alhoewel het een materie is die zich op het Europees niveau afspeelt,
zijn de nationale parlementen, mijns inziens, bevoegd om te volgen
wat er binnen de nationale omschrijving gebeurt en wat de Europese
commissaris terzake uitricht.
Mijnheer de minister, is het resultaat van het onderzoek, ingesteld
door Europees commissaris Loyola de Palacio, reeds bekend? Zo ja,
blijkt uit het onderzoek dat er sprake kan zijn van
concurrentievervalsing? Wat is de huidige stand van zaken? Beschikt
u over aanwijzingen dat de stad Charleroi en het Waals Gewest
doorgaan met hun zogenaamde ondersteunende maatregelen die als
concurrentievervalsing kunnen worden beschouwd?
que cette concurrence soit loyale.
Il y a six mois déjà, la commissaire
européenne, Mme Loyola de
Palacio, avait demandé une
enquête au sujet de l'aide
provenant de la Région wallonne
et de la ville de Charleroi.
Les résultats de cette enquête
sont-ils connus? Dans
l'affirmative, ces résultats
prouvent-ils l'existence d'une
distorsion de la concurrence? La
ville de Charleroi et la Région
wallonne continuent-elles à
prendre des mesures devant être
considérées comme une
distorsion de la concurrence?
04.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, tot heden heb
ik nog geen kennis gekregen van de resultaten van het onderzoek
dat door de Europese Commissie wordt gevoerd.
Ik herinner eraan dat het dossier uitsluitend onder de bevoegdheid
van het Waals Gewest valt. Elke inmenging van de federale overheid
in het beheer van een gewestelijke materie is in strijd met de federale
loyauteit. Ik kan me inbeelden wat er zou gebeuren als ik me zou
inmengen in een Vlaamse luchthaven. De vragen zouden losbarsten.
Mijnheer Van Hoorebeke, u zult begrijpen dat het mij niet toekomt om
te oordelen over beslissingen door een gewestelijke overheid. De
hamvraag is of er sprake is van concurrentievervalsing of niet. Ik ben
niet in staat mij hierover uit te spreken. Het is de Europese
Commissie die daarover moet oordelen. Ik weet niet wanneer het
advies van de Europese Commissie beschikbaar zal zijn. Ik wacht af.
Ik ben hiervoor niet bevoegd.
04.02 Charles Picqué, ministre:
Je n'ai pas encore reçu les
résultats de l'enquête de la
Commission européenne.
Ce dossier ressortit intégralement
à la compétence de la Région
wallonne. Dès lors, vous
comprendrez que je ne puis porter
de jugement en cette matière.
Par ailleurs, c'est à la Commission
européenne qu'il appartient de
déterminer si, en l'espèce, il est
question ou non de distorsion de
la concurrence.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik wil reageren op het korte,
nietszeggende en bovendien niet aanvaardbare antwoord van de
minister.
Het lijkt me te gemakkelijk om te argumenteren dat het hier gaat om
een uitsluitend Waalse aangelegenheid en dat u als federaal minister
geen enkele bevoegdheid terzake hebt. Daar hebt u inderdaad gelijk
in, maar u hebt wel de bevoegdheid, mijnheer de minister, om de
Europese commissaris te verzoeken om een snelle afhandeling van
het onderzoek en eveneens om de resultaten van het onderzoek zo
snel mogelijk te verkrijgen. Dat was het antwoord dat ik graag van u
had vernomen en niet uw nietszeggende antwoord van daarnet.
Ik heb het nu even niet over het Vlaamse of Waalse Gewest,
mijnheer de minister, maar concurrentievervalsing op Europees vlak
heeft rechtstreekse gevolgen voor de economie van een bepaalde
regio of land. Als federaal minister bevoegd voor de economie kunt u
zulks niet dulden. Hoewel u dus geen rechtstreekse
inmengingbevoegdheid hebt, wat te aanvaarden is, is het wel uw
plicht om bij de Europese commissaris aan te dringen om uitsluitsel
04.03 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Voilà qui me paraît un
peu trop facile. Vous ne pouvez
pas intervenir, c'est vrai, mais
vous devriez au moins demander
à la Commission qu'elle fournisse
des informations sur l'enquête.
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
te geven aangaande een klacht die daaromtrent is ingediend.
Ik stel vandaag dus vast dat u 6 maanden na het ogenblik van mijn
eerste vraag schromelijk in gebreke blijft om duidelijkheid te geven
omtrent het al of niet bestaan van de klacht en de al of niet
aanwezige concurrentievervalsing. Ik zou u willen vragen om te
informeren bij de bevoegde Europese commissaris en om
daaromtrent zo spoedig mogelijk een antwoord te geven.
04.04 Minister Charles Picqué: Ik heb enkele maanden geleden
reeds een brief aan de heer Kubla in de Europese Commissie
gestuurd, waarop hij ook heeft gereageerd. Ik heb zulks gedaan om
de gemoederen te bedaren omdat ik voelde dat een spanningsveld
ontstond. Meer kan ik echter niet doen.
04.04 Charles Picqué, ministre:
Je puis vous dire que j'ai envoyé
une lettre au sujet de cette affaire
au ministre Kubla il y a quelques
mois, histoire de faire tomber un
peu la tension dans ce dossier.
04.05 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): U kunt misschien nog eens
aandringen. U kunt nog eens een brief schrijven naar of telefoneren
met de Europese commissaris om uitsluitsel te vragen. Het gaat hier
immers om geruchten die blijven zweven. Het is niet goed dat, zelfs
indien het onjuist is te beweren dat er concurrentievervalsing is, die
sfeer blijft bestaan. Ofwel is er concurrentievervalsing, ofwel niet,
maar dat moet zo spoedig mogelijk worden uitgeklaard.
Als federaal minister behoort het volgens mij tot uw bevoegdheid om
bij de Europese commissaris aan te dringen teneinde daarover snel
duidelijkheid te krijgen.
04.05 Karel Van Hoorebeke
(VU&ID): Ne pourriez-vous vous
adresser à la Commission
européenne, par téléphone ou par
courrier? L'atmosphère négative
subsiste.
04.06 Minister Charles Picqué: Mijn bevoegdheid is beperkt in dat
geval. Ik kan niet meer doen.
04.07 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik heb u ook niet gevraagd
om bij het Waalse Gewest tussenbeide te komen.
04.08 Minister Charles Picqué: Ik kan erop aandringen dat men echt
onderzoek verricht, maar dat is alles.
04.09 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Dat waren ook mijn vragen,
mijnheer de minister. Ik heb niks anders gevraagd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Hagen Goyvaerts tot de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met
het Grootstedenbeleid, over "de Nederlandse vertaling van normen" (nr. 1303)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met
het Grootstedenbeleid, over "de vertaling in het Nederlands van de Europese normen" (nr. 1309)
05 Interpellations jointes de
- M. Hagen Goyvaerts au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "la traduction néerlandaise des normes" (n° 1303)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "la traduction néerlandaise des normes européennes" (n° 1309)
05.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
heb dit initiatief genomen om u over de problematiek van de
beschikbaarheid van Nederlandstalige vertalingen van NBN- en
05.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): De plus en plus
de compétences en matière de
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
vooral van EU-normen te ondervragen. Ik ben immers van oordeel
dat de toestand bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN)
ernstig genoemd kan worden. Ik wijs vooral op de correspondentie
die terzake gevoerd is door de directeur-generaal van het BIN, de
heer Voorhof, onder meer ter attentie van de Kamer. U bent
ongetwijfeld van die briefwisseling op de hoogte. Ik kom daar straks
nog op terug.
Ik schets even de context. Doordat Europa steeds meer de
bevoegdheden inzake normalisatie naar zich toe trekt en ik kan nog
begrijpen dat men dat doet in het kader van de harmonisatie op
technisch vlak worden op Europees vlak nog bijna uitsluitend in het
Engels gestelde normen aangenomen en goedgekeurd. Teneinde
aan de twee belangrijkste machtsblokken in Europa Frankrijk en
Duitsland tegemoet te komen, heeft men onder het mom van
transparantie bij wijze van spreken een gunst verleend aan de
Fransen en de Duitsers, omdat de Fransen via hun AFNOR-instituut
en de Duitsers via hun DIN-instituut erin geslaagd zijn de Europese
autoriteiten te overtuigen een Duitse en een Franse vertaling ter
beschikking te stellen. Wat de andere landen betreft, ook België, is
de Europese Unie blijkbaar minder enthousiast om voor hen in een
vertaling te voorzien, en dat niettegenstaande het Nederlandse
taalgebied nagenoeg 20 miljoen mensen telt.
Het enthousiasme van de Europese Unie zal de volgende jaren
blijkbaar niet vergroten, integendeel. Vanaf 2003 zullen er geen
financiële middelen meer ter beschikking gesteld worden voor
zogenaamde niet-officiële vertalingen. Bijgevolg verschuift dat
initiatief naar het lokale niveau, in dit geval naar België en Nederland.
Juist daar wringt blijkbaar het schoentje, in die zin dat de directeur-
generaal nogal boude uitspraken heeft gedaan in zijn briefwisseling.
Ik wil een aantal elementen uit die briefwisseling gebruiken om de
ernst van de zaak in het daglicht te stellen.
Ik citeer directeur-generaal Voorhof: "Het BIN is zich ten zeerste
bewust van het feit dat niet alle NBN-normen verkrijgbaar zijn in het
Nederlands, en betreurt dit. Spijtig genoeg is het niet mogelijk,
althans niet tot op heden, om steeds te kunnen voorzien in
Nederlandstalige versies van de in België gepubliceerde normen". Ik
denk dat deze kritiek al voldoende krachtig is. Wanneer we kijken
naar de hoeveelheid normen die Europa op jaarbasis produceert,
zien we dat het over duizenden gaat. Het behoort blijkbaar tot de taak
van de afzonderlijke lidstaten die Europese normen te bekrachtigen,
wat men in de terminologie homologeren noemt. Dat gebeurt door
middel van een koninklijk besluit. Voor 2001 zijn er echter slechts
twee koninklijke besluiten uitgevaardigd, waarin slechts 17 normen
bekrachtigd werden. Doordat een deel van de bevoegdheden naar
Europa wordt overgeheveld, zijn we natuurlijk ook verplicht een
aantal normen op te heffen omdat die intussen vervangen zijn door
Europese. Zo zijn er in 2001 52 normen opgeheven. Wanneer ik de
17 bekrachtigde normen vergelijk met de productie van normen op
Europees niveau, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat daar een
serieuze achterstand wordt opgebouwd.
Bijkomend en dat heeft te maken met de registratie van Europese
normen moeten die normen omgezet worden in Belgische normen
en dat binnen een termijn van zes maanden, waarbij een geldboete
de mogelijke sanctie is. Ik stel vast dat, wat de registratie betreft voor
normalisation ressortissant à
l'Union européenne, les normes
rédigées en anglais sont
quasiment les seules à être
adoptées à ce niveau. Au nom de
la transparence, La France et
l'Allemagne en reçoivent une
traduction. Apparemment, les
autres groupes linguistiques sont
considérés comme moins
importants et on espère que, pour
ces derniers, les traductions
officielles seront effectuées au
niveau local. Par ailleurs, à partir
de 2003, la Commission
européenne cessera de financer
les traductions.
Le directeur général de l'Institut
belge de normalisation (l'IBN) a
adressé à la Chambre un courrier
dans lequel il actionne la sonnette
d'alarme à propos de
l'impossibilité de fait de traduire
toutes les normes européennes
en néerlandais.
La Belgique doit homologuer les
normes par le biais d'un arrêté
royal mais, jusqu'à présent, cette
procédure s'est appliquée à 17
normes seulement, ce qui
constitue un arriéré manifeste. Sur
le plan de l'enregistrement des
normes européennes, la situation
est plus dramatique encore: en
2001, 1.771 normes ont dû être
traduites, soit un volume de
27.000 à 77.000 pages. Voilà qui
constitue une mission impossible
pour l'IBN, dans la mesure où
celui-ci ne dispose que d'un seul
traducteur! Et ce, alors que les
chefs d'entreprises de notre pays
qui, comme chacun sait, dirigent
pour la plupart des PME
flamandes sont, quant à eux,
censés appliquer ces normes.
Le ministre est-il disposé à
modifier la politique qu'il met en
oeuvre en cette matière?
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
2001, zeven lijsten gepubliceerd zijn met in totaal 1.777 normen.
Wanneer men uitgaat van een gemiddeld aantal pagina's per norm
de cijfers variëren nogal: de ene spreekt over 40, de andere over 15
pagina's zitten we toch met een pakket van te vertalen documenten
van 27.000 tot 77.000 pagina's. Dat is toch haast een onmogelijke
opdracht met de huidige personeelsbezetting van het Belgisch
Instituut voor Normalisatie?
Zo zijn wij stilaan beland in een toestand waarbij de bedrijfsleiders,
voornamelijk in het Vlaamstalig landsgedeelte en dat is economisch
gezien de overgrote meerderheid, waaronder een groot aantal
KMO's, maar ook heel wat instituten, die verondersteld worden die
normen te kennen en toe te passen wanneer men vertrekt van een
ontwikkeling gaande naar een productie van de meest uiteenlopende
zaken van elektronica naar mechanica. Het is een zeer breed palet.
Die mensen worden verondersteld die normen toe te passen, maar zij
kunnen niet beschikken over een Nederlandstalige versie van die
normen. Dat lijkt me toch een serieuze taalkundige tekortkoming te
zijn, om niet het woord discriminatie te moeten gebruiken.
De directeur-generaal gaat nog verder in zijn betoog door in zijn
briefwisseling te stellen dat het vertalen van die hoeveelheid
bladzijden, tussen de 27.000 en 77 000, een haast onmogelijke
opdracht is voor het instituut, aangezien het slecht over 45
personeelsleden beschikt. In realiteit zijn dat 41 voltijdse
personeelsleden, waaronder slechts 1 vertaler die dan nog de functie
heeft van vertaler-revisor. Financiële middelen om het vertaalwerk
dan uit te besteden zijn evenmin voorhanden. Dat is een tweede
element vanuit het BIN, dat toch een zeker ongenoegen uit.
Ik rond deze interpellatie hiermee af. Wat die zorgwekkende toestand
binnen het BIN betreft, zowel inzake vertalers als inzake de financiële
middelen, met daaraan gekoppeld de onrechtvaardige toestand van
de Nederlandstalige gebruikers van die normen, evenals het feit dat
de directeur-generaal toch een aantal verzuchtingen heeft die niet
minimaal zijn, zou ik graag van u het volgende willen weten. In welke
mate bent u bereid om uw beleid aan te passen en om een aantal
maatregelen te nemen op korte termijn ten einde aan deze niet
rooskleurige toestand iets te doen?
05.02 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zou mij
graag aansluiten bij de uiteenzetting die collega Goyvaerts in verband
met deze problematiek naar voren heeft gebracht. Reeds meer dan
tien jaar worden in het Parlement vragen gesteld over deze
problematiek. Zo antwoordde u ook een jaar geleden op een vraag
van collega Bourgeois dat de Europese Commissie vaak financiële
middelen ter beschikking stelt van het Belgisch Instituut voor
Normalisatie van de verschillende lidstaten om vertalingen te maken
van Europese geharmoniseerde normen die inderdaad vereist zijn
om technische uitvoering te geven aan een aantal richtlijnen.
Op het ogenblik dat u subsidies krijgt van Europa, zult u het
vertaalwerk uitbesteden. U hebt gesteld dat het Belgisch Instituut
samenwerkt, wat logisch is voor de Nederlandse vertaling, met het
Nederlands Normalisatie-instituut omdat het Belgisch Instituut in feite
zelf geen of te weinig budgetten vastgelegd heeft voor het uitvoeren
van vertalingen en omdat er in het personeelskader maar in één
vertaler-revisor is voorzien. Collega Goyvaerts verwijst naar een brief
05.02 Frieda Brepoels (VU&ID):
Je me joins à l'interpellation de M.
Hagen Goyvaerts concernant la
traduction des normes en
néerlandais.
Il y a un an, le ministre répondait à
une question de mon collègue, M.
Bourgeois, que la Commission
européenne met souvent des
moyens financiers à disposition
pour la traduction de normes.
L'Institut belge de normalisation
collabore également avec l'institut
néerlandais de normalisation
parce que l'institut belge ne
dispose pas du budget nécessaire
pour les traductions vers le
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
van de directeur-generaal. Intussen is er ook heel wat briefwisseling
geweest met de voorzitter van de Kamer die aan u gericht was. Hij
heeft vaak moeten aandringen om een antwoord te krijgen, maar op
hetzelfde ogenblik dat hij u een herinnering wou sturen, gaf u
dezelfde dag een antwoord.
In uw antwoord geeft u aan dat het normatief proces zich nogal eens
naar het Europees niveau verplaatst, zodanig zelfs dat thans
nagenoeg geen enkele Belgische nationale norm meer wordt
gepubliceerd. De werktaal is Engels, maar de Europese autoriteiten
hebben ook gevraagd om over een Franse en Duitse versie te
kunnen beschikken, maar niet over een Nederlandstalige versie. Het
is in dat verband zorgwekkend dat men ook de subsidies niet alleen
wil inkrimpen maar zelfs afschaffen, vooral in het licht van de
nakende uitbreiding van de Europese Unie.
In het koninklijk besluit van 10 oktober 2000, uitgevaardigd onder uw
bevoegdheid, waarin de personeelsformatie van het Belgisch Instituut
voor Normalisatie is vastgesteld, is er maar in één vertaler-revisor
voorzien en die betrekking kan pas worden ingevuld als de betrekking
van vertaler-revisor of vertaler-directeur uit het eerste lid wordt
afgeschaft.
Kunt u mij meer toelichting geven over de specifieke draagwijdte
daarvan?
Welke maatregelen zult u nemen in verband met dat Belgische
instituut, zodat het in staat zal zijn om de normen ook in het
Nederlands te vertalen voor iedereen in Vlaanderen die daaraan
behoefte zal hebben, ook in de toekomst?
néerlandais et parce que le cadre
du personnel ne compte qu'un
seul traducteur-réviseur.
Dans une lettre récente adressée
au président de la Chambre, le
ministre affirme toutefois que
pratiquement toutes les normes
sont fixées au niveau européen et
que l'on ne publie pratiquement
plus de normes nationales belges.
La langue de travail est donc
l'anglais et les autorités
européennes ne demandent plus
que des traductions en français et
en allemand. En outre, les
subventions pour les traductions
sont sans cesse réduites voire
même littéralement supprimées.
Quelles mesures le ministre a-t-il
l'intention de prendre en matière
de budget et de cadre du
personnel afin de permettre à
l'IBN de continuer à traduire les
normes en néerlandais?
05.03 Minister Charles Picqué: Mevrouw Brepoels, ik deel uw
bezorgdheid over de beschikbaarheid van de normen in het
Nederlands. Het Belgisch Instituut voor Normalisatie heeft inderdaad
niet het nodige personeel om de Europese normen, die als Belgische
normen geregistreerd moeten worden, in het Nederlands te vertalen,
noch heeft het instituut de financiële middelen om het vertaalwerk
door derden te laten verrichten.
In sommige gevallen nemen de ministeries die van dergelijke normen
gebruikmaken in hun reglementering, het initiatief en zorgen ze zelf
voor de vertaling naar het Nederlands. Die initiatieven zijn terecht,
maar worden niet systematisch genoeg genomen om de behoeften te
kunnen lenigen.
In sommige gevallen worden initiatieven genomen door de privé-
sector wanneer die daarin een duidelijk belang ziet, zoals
bijvoorbeeld in geval van certificatie van producten met normen.
Een meer fundamentele aanpak van dat probleem moet echter
geschieden in het kader van de nieuwe wetgeving over de
organisatie van de normalisatie in België. Een wetsontwerp over de
normalisatie bevindt zich momenteel in een eindstadium. Het biedt de
mogelijkheid van meer structurele oplossingen voor de vertaling van
normen, via onder andere de opgelegde jaarlijkse programmering
voor de opstelling van de nieuwe normen.
Gealarmeerd door de intentie van de Europese Commissie om een
05.03 Charles Picqué, ministre: Il
est exact que l'IBN ne dispose pas
de personnel et de moyens
financiers suffisants pour traduire
les normes européennes en
néerlandais. Dans certains cas,
les ministères prennent eux-
mêmes l'initiative de les faire
traduire en néerlandais, mais ce
n'est pas systématique. Dans
d'autres cas, c'est le secteur privé
qui prend des initiatives. La
nouvelle législation en matière
d'organisation de la normalisation
en Belgique apportera une
solution de fond à ce problème. Le
projet de loi, qui se trouve au
stade final de son élaboration,
prévoit une programmation
annuelle imposée pour
l'élaboration de nouvelles normes.
Actuellement, les membres du
Comité européen de
normalisation, dont fait partie
l'IBN, se concertent avec la
Commission européenne pour la
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
einde te maken aan de toelage voor de vertaling van sommige
normen in de Europese minderheidstalen, plegen momenteel de
betrokken instituten voor normalisatie, dus de leden van het
Europees normalisatiecomité, waaronder het Belgisch Instituut voor
Normalisatie, overleg met het doel de Commissie ertoe te bewegen
die voorgenomen maatregel niet van kracht te laten worden.
Er zijn redenen om aan te nemen dat de commissie tot discussie
terzake bereid is. Het is toch nog mogelijk dat de financiering door de
commissie niet helemaal zal verdwijnen. Wij kunnen overwegen dat
de normen zijn vertaald in overleg met de betrokken privé-actoren,
zowel van de overheid als van de privé-sector en dit in het kader van
de nieuwe wetgeving. Een denkpiste bestaat erin om in overleg met
het Nederlands instituut voor normalisatie de vertalingen van het
Nederlands instituut te kopen. Wij moeten ook rekening houden met
de mogelijkheid dat de Europese Commissie toch nog bereid zal zijn
haar vroegere beleid inzake subsidiëring verder te zetten.
Ik denk dat in de toekomst een bevredigende oplossing zal kunnen
worden geboden om de reële behoeften van de markt in te vullen. Ik
denk dat wij met de nieuwe wetgeving een oplossing voor dit
probleem zullen vinden. Het zou ook nuttig zijn ook overleg te plegen
met het Nederlands Instituut voor Normalisatie om tot een
samenwerkingsakkoord te komen. Door de nieuwe wetgeving zullen
wij een oplossing kunnen uitdenken. Daarnaast moeten wij de
onderhandelingen met het Nederlands instituut verderzetten om tot
een akkoord te komen.
convaincre de ne pas suspendre
les subsides pour la traduction de
normes dans les langues
européennes minoritaires. La
Commission européenne est
disposée à débattre dans ce
dossier et il est possible que cette
mesure n'entre pas en vigueur.
A l'avenir, j'espère qu'on
apportera une solution
satisfaisante en choisissant
soigneusement les normes à
traduire en concertation avec les
pouvoirs publics, le secteur privé
et l'Institut néerlandais de
normalisation, et cela en tenant
compte du rapport entre les coûts
de la traduction et sa nécessité
sociale, et de la possibilité réelle
que la Commission européenne
poursuive malgré tout sa politique
actuelle en matière de subsides.
05.04 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw kort en bondig antwoord. Ik moet vaststellen dat er
weinig nieuwe zaken gezegd zijn.
U hebt het over de denkpiste om samen met het Nederlandse
Instituut voor Normalisatie over een regeling na te denken en samen
te werken. Ik stel voor om bij gebrek aan middelen in eigen land voor
de Nederlandstalige taalgroep die contacten te intensifiëren teneinde
tot een overeenkomst te komen.
Het is merkwaardig. U verwees daarstraks naar Ryanair en het
Waalse Gewest. Stel dat het probleem zich in het andere
landsgedeelte zou manifesteren. Het zou geen tien jaar hebben
geduurd om dat probleem op te lossen.
Wat de geldelijke middelen betreft, zitten wij momenteel in de
bespreking van de begrotingsaanpassing 2002. Ook de regering
dient terzake nog wekelijks een amendement in. Het gaat wel over
andere thema's zoals politiehervorming en justitieaangelegenheden.
Er is voor u toch geen enkele belemmering om een aanpassing door
te voeren van de middelen voor 2002 teneinde daar nog een
inspanning te leveren om ten minste in meer vertalers of
desgevallend in meer middelen te voorzien om het vertaalwerk uit te
besteden en een inhaaloperatie te doen. U kunt natuurlijk ook niets
doen of de meerderheidspartijen kunnen ook ons amendement
steunen om in 50% meer middelen te voorzien voor 2002, dus het
optrekken van het bedrag van 1,2 miljoen euro naar 1,8 miljoen euro.
Tot slot nog iets over de bevoegdheden. Mijnheer de minister, als ik
uw antwoord aanhoor, krijg ik niet de indruk dat er inzake het BIN op
05.04 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Je remercie le
ministre pour sa réponse
succincte et précise qui ne m'a
toutefois pas appris grand-chose
de neuf. Je souhaite uniquement
insister pour que soient intensifiés
les contacts avec l'Institut de
normalisation néerlandais
évoqués précédemment. Je note,
par ailleurs, que le problème
aurait pas ainsi traîné en longueur
s'il s'était présenté dans la partie
wallonne du pays. Pour le surplus,
je souhaite demander avec
insistance au ministre de prévoir
maintenant alors que les
discussions budgétaires sont en
cours les aménagements
nécessaires en matière de budget
et de cadre du personnel. Je vous
demande de soutenir notre
amendement, qui tend à
augmenter les moyens de
fonctionnement de 50 pour cent;
je demande également que la
compétence en matière de
normalisation soit transférée aux
Régions. Je dépose à ce propos
une motion de recommandation.
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
korte termijn veel verandering zal komen, toch niet op het Belgisch
niveau.
Bijgevolg zullen die Nederlandstalige vertalingen op zich laten
wachten. Ik ben van oordeel dat er op dat ogenblik een politieke
conclusie moet worden getrokken. Ik zou ervoor willen pleiten om de
bevoegdheid inzake normalisatie van het federaal niveau over te
brengen naar het gewestelijk niveau. Het Vlaamse Gewest zou
daarbij natuurlijk verantwoordelijk zijn voor Vlaanderen en Brussel
Hoofdstad en het Waals Gewest voor Wallonië. Dat zou wel een
versnelling teweegbrengen van de contacten tussen Vlaanderen en
Nederland. Die twee laatste elementen zal ik dan ook in een motie
van aanbeveling indienen. Het gaat daarbij dus om de budgettaire
optrekking en het verzoek aan de minister om een aantal
voorbereidingen te treffen teneinde het geheel van het BIN te
federaliseren.
05.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de minister, ten eerste, ik
ben het met u eens dat het in eerste instantie een opdracht van
Europa blijft om vertalingen in alle talen ter beschikking te stellen van
de landen die hierbij betrokken zijn binnen de EU. Dat lijkt mij logisch
te zijn. Ten tweede, als Europa zou beslissen om dat niet meer te
doen, dan is het uw verantwoordelijkheid als federaal minister
bevoegd voor Economie om in de nodige middelen en het nodige
personeel te voorzien voor het Belgische instituut. Ten derde, als u
zegt dat eraan gedacht wordt om vertalingen aan te kopen bij het
Nederlandse instituut, dan heb ik daar geen moeite mee. Wel stel ik
vast dat Nederland er wel een prioriteit van maakt en vertalingen in
het Nederlands voorziet en dat u als federaal minister op dat vlak te
weinig aandacht besteedt aan de talen in ons land. Bij deze beveel ik
dan ook aan om in voldoende personeel en middelen te voorzien
voor het eigen instituut. Dat is de strekking van mijn motie van
aanbeveling.
05.05 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le ministre a raison lorsqu'il dit
qu'il appartient à l'Europe de
fournir le texte des règles dans
toutes les langues. Si la
Commission européenne cesse
d'octroyer des subsides à cet
effet, le ministre devra trouver lui-
même les moyens et le personnel
nécessaires. La piste de réflexion
impliquant une collaboration avec
l'Institut néerlandais de
normalisation est intéressante. Il
convient néanmoins que nous
investissions suffisamment dans
notre propre institut en moyens
financiers et en personnel. Je
déposerai une motion de
recommandation.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Roger Bouteca, Hagen Goyvaerts en
Jaak Van Den Broeck en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Hagen Goyvaerts en mevrouw Frieda Brepoels
en het antwoord van de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid,
vraagt de regering
1. de middelen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) met 50% te verhogen teneinde nog in
2002 bijkomende vertalers aan te werven zodat de achterstand in de vertaling naar het Nederlands kan
weggewerkt worden en de tijdige vertaling van nieuwe normen naar het Nederlands kan gebeuren,
2. op korte termijn de nodige initiatieven uit te werken en voorbereidingen te treffen om de overheveling
van de bevoegdheid inzake normering naar het Vlaams en Waals Gewest te organiseren."
Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Roger Bouteca, Hagen Goyvaerts et
Jaak Van Den Broeck et est libellée comme suit:
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Hagen Goyvaerts et Mme Frieda Brepoels
et la réponse du ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes,
demande au gouvernement
1. d'augmenter de 50% les moyens financiers de l'Institut Belge de Normalisation (IBN) afin de recruter, en
2002 encore, des traducteurs supplémentaires de sorte à résorber le retard dans la traduction vers le
néerlandais et à permettre la traduction de nouvelles normes en néerlandais dans les délais,
2. à court terme, de prendre les initiatives et de faire les préparatifs nécessaires afin d'organiser le
transfert des compétences en matière de normalisation vers les Régions flamande et wallonne."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Frieda Brepoels en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Hagen Goyvaerts en mevrouw Frieda Brepoels
en het antwoord van de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid,
vraagt de regering
voldoende personeel en middelen te voorzien in het Belgisch Instituut voor Normalisatie zodat de
Europese normen die als Belgische normen geregistreerd worden steeds in het Nederlands kunnen
vertaald worden."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Frieda Brepoels et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Hagen Goyvaerts et Mme Frieda Brepoels
et la réponse du ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes,
demande au gouvernement
de doter l'Institut Belge de Normalisation de moyens humains et matériels suffisants afin que les normes
européennes enregistrées comme normes belges puissent toujours être traduites en néerlandais."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Léon Campstein en Georges Lenssen en mevrouw
Muriel Gerkens.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Léon Campstein et Georges Lenssen et Mme Muriel
Gerkens.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
06 Question de M. André Frédéric au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "la publicité agressive" (n° 7446)
06 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "agressieve reclame" (nr. 7446)
06.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la revue Test-Achats du mois de mai 2002 a retenu tout
particulièrement mon attention. Il y était mentionné que la revue
négociait des avantages financiers avec diverses firmes
commerciales pour ses affiliés. La revue propose ainsi une carte
permettant à l'affilié des remises substantielles dans les magasins
affiliés à son réseau. L'abonné est néanmoins averti que le magazine
n'en garde pas moins ce qui est assez paradoxal son
indépendance et préserve sa mission d'effectuer des tests
comparatifs objectifs. Il est, par exemple, indiqué qu'un courtier
immobilier a conclu avec Test-Achats un accord pour ses affiliés qui
est, selon le magazine, le tarif le plus intéressant du moment. En
06.01 André Frédéric (PS): In
Test-Aankoop van mei 2002 meldt
het blad dat het met verscheidene
commerciële bedrijven over
voordelen voor zijn abonnees
onderhandelt. Om de mensen
ertoe aan te zetten zich te
abonneren verstuurt Test-
Aankoop bovendien op verkoop
gerichte mailings die veel weg
hebben van agressieve reclame.
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
outre, il apparaît que Test-Achats envoie des courriers promotionnels
pour inciter les gens à souscrire à leurs abonnements, qui
s'apparentent à de la publicité agressive. Certaines offres font, en
effet, l'objet de plusieurs rappels en indiquant des formules telles que
"urgent", "dernier envoi" ou encore "dernière chance".
Cet exemple où l'on voit une société faire pression pour faire vendre
son abonnement et utilise même de la publicité agressive m'amène à
vous poser les questions suivantes:
Ce genre d'annonce est-t-il conciliable avec les objectifs de neutralité
et d'indépendance affichés par la revue en question? Ne pensez-
vous pas qu'il s'agit de publicité agressive et que la réglementation
en ce domaine pourrait être améliorée? Enfin, existe-t-il un cadre
juridique concernant la problématique des sociétés qui utilisent des
méthodes de pression pour les souscriptions à leurs abonnements?
Is dit soort van reclame
verenigbaar met de doelstellingen
van neutraliteit en
onafhankelijkheid waar het blad
prat op gaat?
Is dit geen vorm van agressieve
reclame? Kan de regelgeving op
dit vlak niet worden verbeterd?
Bestaat er een juridisch kader met
betrekking tot de
drukkingsmiddelen die worden
gebruikt om tot het intekenen op
abonnementen aan te zetten?
06.02 Charles Picqué, ministre: Monsieur le président, Test-Achats
est évidemment une société privée qui tire essentiellement ses
ressources de la vente de ses revues, des services qu'elle propose à
ses membres. Comme toute société commerciale, il va de soi qu'elle
doit prospecter le marché par la publicité, personne ne le contestera.
Je comprends qu'on puisse s'interroger sur des méthodes que l'on
peut qualifier d'agressives. Et c'est sans doute paradoxal, dans le
chef d'une organisation qui a pour vocation la protection du
consommateur!
Cela étant, il y existe bien entendu un cadre légal constitué par la loi
sur les pratiques du commerce, et tout spécialement la rubrique
consacrée à la publicité et à la vente à distance. Je n'ai pas pour le
moment connaissance d'une plainte ou d'une infraction qu'aurait
commise cette société contre la législation. Depuis quelques années,
Test-Achats a développé des accords avec des entreprises afin de
faire bénéficier ses membres d'avantages de la part de ces
entreprises.
Cette pratique est-elle compatible avec les objectifs de neutralité et
d'indépendance qu'affiche Test-Achats? A mon avis, c'est aux
consommateurs et aux membres de Test-Achats qu'il appartient de
juger si cela nuit à l'indépendance de la société. Je suppose que,
comme dans tout produit, le consommateur sanctionnera le vendeur
des services, en l'occurrence ici Test-Achats.
Cette question intéresse aussi les pouvoirs publics, notamment dans
la détermination des qualités et des rôles attribués à une organisation
de consommateurs pour devenir un partenaire institutionnel comme
nous savons que c'est le cas, et par exemple siéger dans certaines
instances comme le Conseil de la consommation.
Votre question renvoie au débat sur les critères qualifiant ainsi les
organisations de consommateurs, notamment pour faire partie de ces
institutions consultatives.
Comme vous le savez, au conseil de la consommation siègent des
organisations qui sont nommées par le ministre. Depuis longtemps,
on évoque le caractère arbitraire de ces désignations. On essaie
donc de trouver des critères à cet effet. En janvier dernier, j'ai
demandé au conseil de la consommation de réfléchir à des critères
06.02 Minister Charles Picqué:
Zoals elke commerciële
onderneming moet Test-Aankoop
klanten proberen te werven door
middel van reclame. Ik begrijp dat
men vragen stelt over de
methodes van een onderneming
die het respect voor de consument
hoog in het vaandel draagt.
Het wettelijk kader wordt gevormd
door de wet op de
handelspraktijken. Ik ben niet op
de hoogte van een inbreuk.
Test-Aankoop sluit al enkele jaren
overeenkomsten met
ondernemingen om zijn abonnees
verscheidene voordelen te bieden.
De abonnees moeten oordelen of
deze overeenkomsten de
onafhankelijkheid van het blad
schaden en als dat zo is, zullen zij
het blad hiervoor ook wel
afstraffen.
Deze kwestie gaat ook de
overheid ter harte, meer bepaald
inzake de beoordeling van de
consumentenverenigingen die als
institutionele partner worden
erkend. Momenteel zijn er geen
criteria en er moet dan ook een
einde worden gemaakt aan de
willekeur. Daarom heb ik in januari
aan de Raad voor het Verbruik
gevraagd na te denken over de
representativiteitscriteria voor die
verenigingen. De
onafhankelijkheid zal hierbij een
van de hoofdcriteria zijn. Op basis
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
de représentativité des organisations.
Pour revenir à votre question, je pense que l'un des critères sur
lequel il faudra mettre l'accent est l'indépendance des organisations
en question.
Sur la base des réflexions menées par le conseil de la
consommation, on pourra imaginer ces critères qui clarifieront la
situation, eu égard au fait que pour rendre crédibles les avis liés à la
consommation, il faut absolument obtenir toutes les garanties
d'indépendance.
van deze denkoefening zal ik
criteria bepalen zodat de situatie
duidelijk wordt.
06.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre de sa réponse qui me satisfait amplement. Je vous
demanderai, monsieur le ministre, de rester très attentif à ce dossier
car je sais que le conseil de la consommation met parfois beaucoup
de temps avant de remettre des propositions concrètes. Je souhaite
donc que vous restiez vigilant afin que ces critères objectifs soient
précisés. Il faut veiller à ce que les organisations qui siègent au
conseil de la consommation soient les plus neutres possible à l'égard
des consommateurs.
06.03 André Frédéric (PS): Ik
verzoek de minister er zeer
nauwlettend op toe te zien dat er
objectieve criteria worden
gedefinieerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "ongevraagde reclame" (nr. 7448)
07 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les publicités non sollicitées" (n° 7448)
07.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, dit is een
heel korte vraag omdat de minister de problematiek heel goed kent.
Een vijftal maanden geleden werd in deze commissie een eerste
bespreking gehouden over het wetsvoorstel nr. 1369 van mijzelf en
Geert Bourgeois in verband met de problematiek van ongevraagde
reclame. Wij stellen in dit wetsvoorstel voor om te kiezen voor het
opt-in-systeem. De minister heeft tijdens de bespreking zijn steun
betuigd aan dit initiatief. Een gelijkaardig wetsontwerp werd voor
advies naar de Raad van State gestuurd. Ons werd dan ook
gevraagd of wij de behandeling van ons wetsvoorstel wilden
koppelen aan dit wetsontwerp.
Ik stel momenteel vast dat er na vijf maanden nog altijd geen
wetsontwerp is. Ondertussen werd in het Europees Parlement een
wijziging, in de zin zoals wij het voorstellen, goedgekeurd. Ik heb
terzake twee persartikels gelezen. In een eerste artikel stond te lezen
dat een wijziging in de richtlijn reeds werd goedgekeurd, waardoor de
keuze tussen een opt-in- en een opt-out-systeem niet langer mogelijk
zou zijn. Een ander persbericht in De Financieel Economische Tijd is
iets minder duidelijk en heeft het over het Europees Parlement dat
kiest voor een verzachte vorm van opt-in. Hoe dan ook gaan alle
berichten in de richting zoals wij die hier hebben voorgesteld.
Ik verneem uit de pers dat de Ministerraad volgende week de
uitspraak van het Europees Parlement zal bepreken. Ik meende nu
reeds aan de minister te moeten vragen wanneer hij van plan is het
07.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Le 22 janvier 2002, la commission
de l'Economie a débattu de la
proposition de loi n° 1369 de Mme
Frieda Brepoels et M. Geert
Bourgeois modifiant la loi du 14
juillet 1991 à propos de la publicité
non sollicitée. Les auteurs y
proposent l'introduction d'un
système opt-in pour apporter une
solution au problème de la
publicité non sollicitée par
système d'appel automatisé,
mobilophonie, télécopie ou
courrier électronique. Le ministre
a annoncé que le gouvernement
soutenait cette proposition et qu'il
l'a reprise dans un projet de loi
transmis pour avis au Conseil
d'Etat. Entre-temps, le Parlement
européen a adopté une directive
contraignant les Etats-membres à
appliquer le système opt-in.
Quand le projet de loi sera-t-il
soumis au Parlement? Le
gouvernement optera-t-il pour une
forme assouplie de ce système?
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
wetsontwerp in te dienen. Zo niet, mijnheer de voorzitter, zou ik u
willen vragen om de bespreking van het wetsvoorstel te hervatten.
Het gaat hier immers om een problematiek die duidelijk is, waarmee
heel veel mensen worden geconfronteerd en waarvan men veel
hinder ondervindt. Ik zou graag hebben dat wij zo snel mogelijk in ons
land tot die keuze kunnen overgaan.
07.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de voorzitter, ik wacht nog
steeds op het advies van de Raad van State over het wetsontwerp. Ik
herinner u eraan dat deze wet de omzetting is van de richtlijn over de
elektronische handel.
De Raad van State heeft mij laten weten dat het ontwerp van advies
op dit moment wordt vertaald. Het zal deze week worden
overgezonden. Zodra ik over dit advies beschik, zal ik de teksten
laten aanpassen en indienen bij het Parlement. Wij zullen er dan een
bespreking kunnen aan wijden.
Het is waar dat in dit ontwerp een keuze werd gemaakt ten voordele
van het principe van de opt-in. Intussen heb ik vernomen dat in het
Europees Parlement een debat heeft plaatsgevonden. Ik meen dat
het Europees Parlement heeft gekozen voor de opt-in, weliswaar met
een aantal aanpassingen en voorwaarden. Ik weet niet of deze
voorwaarden in strijd zijn met ons project.
Wij moeten dit nakijken. Ik denk dat wij inderdaad de houding van de
Europese Commissie moeten verduidelijken. Ik vrees dat wij een opt-
in-formule kiezen, die echter leeggemaakt is. U begrijpt wel wat ik
bedoel. Ik bedoel een opt-in die de doeltreffendheid van de
oorspronkelijke formule zou aantasten. We zullen zien. In ieder geval
zullen wij de komende weken de gelegenheid hebben om over dit
ontwerp te spreken.
07.02 Charles Picqué, ministre:
J'attends toujours l'avis du Conseil
d`Etat sur le projet de loi. Cette loi
transpose la directive du 8 juin
2000, communément appelée
«
directive sur le commerce
électronique ». L'avis du Conseil
d'Etat est actuellement en cours
de traduction et me sera transmis
cette semaine. Le texte adapté
sera donc sous peu déposé au
Parlement. Si mes informations
sont exactes, le Parlement a
privilégié le système opt-in, mais
avec certains aménagements. On
peut évidemment en débattre, à
condition que l'objectif initial ne
soit pas remis en cause.
07.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dank u voor dit antwoord. Ik weet dat de adviezen van de
Raad van State de laatste tijd nogal eens op zich laten wachten. Ik
hoop dus dat de Raad van State zich houdt aan de met u gemaakte
afspraak, zodat het advies nog deze week ter beschikking van de
regering kan zijn. Iets anders is of u op dat ogenblik, wat de keuze
van het principe betreft, al dan niet een aanpassing zult doorvoeren
aan het ontwerp. U blijft dus bij de keuze voor opt-in?
07.04 Minister Charles Picqué: Ja, in zijn oorspronkelijke formule.
07.05 Frieda Brepoels (VU&ID): Ja.
07.06 Minister Charles Picqué: Ik wantrouw een aanpassing van de
opt-in, die misschien de uitholling van onze bedoelingen zou
betekenen.
07.07 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de minister, daarnet zei u
dat er nog contact moet worden opgenomen met de Europese
Commissie omdat oorspronkelijk in de richtlijn de keuze wordt
gelaten laat tussen opt-in en opt-out.
Ik kan mij echter niet voorstellen dat men nu evolueert in de richting
van een verzachte vorm van opt-in. Ik begrijp dat men ervan uitgaat
07.07 Frieda Brepoels (VU&ID):
Il peut arriver que les avis du
Conseil d'Etat se fassent attendre.
Selon des informations parues
dans la presse, les instances
européennes envisageraient
d'opter en faveur d'une formule
11/06/2002
CRIV 50
COM 780
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
dat als er al een bestaande klantenrelatie is tussen een consument
en een bedrijf, dit laatste ongevraagd een e-mail mag versturen,
waarop de klant onmiddellijk mag reageren en weigeren die berichten
nog verder te ontvangen. In het geval van niet bestaande
klantenrelaties zou het opt-in-systeem worden toegepast.
Het verheugt mij dat u bevestigde dat u bij de keuze van het opt-in-
systeem tout court blijft. Inderdaad, indien hieraan wordt geknabbeld,
dan riskeert het zeer onduidelijk te worden.
Mocht deze aangelegenheid binnen enkele weken nog niet zijn
uitgeklaard, dan zal ik u eraan herinneren, zodat de bespreking van
het wetsvoorstel kan worden verdergezet.
plus souple autorisant l'envoi de
messages publicitaires non
sollicités dans le cadre de
relations commerciales existantes.
Je me réjouis que le ministre s'en
tienne au système initial.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de horecasector `de minimis'-bekendmaking" (nr. 7457)
08 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "le secteur horeca communication de minimis" (n° 7457)
08.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb hierover
vroeger al een vraag gesteld, te weten op 17 oktober 2001 toen ik u
vroeg naar de richtlijnen en de maatregelen die de Europese
Commissie bekend zou maken in verband met de `de minimis'-
regeling, de exclusieve contracten of de afnameverplichting voor de
horecasector. U hebt toen meegedeeld dat u de definitieve versie van
de Europese `de minimis'-regeling nog niet ontvangen had, noch het
rapport over het effect op de internationale markt. Ik wil even checken
of u die intussen al ontvangen hebt. Heeft Europa u al iets laten
weten, zowel wat de `de minimis'-regeling betreft als wat de handel
tussen de staten betreft?
08.01 Trees Pieters (CD&V): Le
17 octobre de l'an dernier, le
ministre nous disait qu'il n'avait
pas encore reçu la version
définitive de la publication `de
minimis' pour le secteur horeca. A
cette même date, il n'était pas
davantage en possession des
conclusions de la Commission
européenne relatives aux effets de
cette dernière sur le marché
international. Le ministre dispose-
t-il de ces informations
aujourd'hui? Quelles en seront les
conséquences au niveau fédéral?
08.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw Pieters, u bent ervan op de
hoogte dat ik een brief aan de Europese Commissie heb gestuurd
naar aanleiding van een aantal kritische reacties vanwege de
Belgische biersector inzake de toepassing van de nieuwe Europese
verordening. In zijn antwoord van 22 maart formuleerde commissaris
Monti volgende bedenkingen. Ten eerste, de nieuwe Europese
regelgeving schept geen nieuwe situatie voor de kleine marktspelers,
aangezien die kleine bedrijven altijd al verder hebben kunnen gaan
dan wat de oude groepsvrijstellingsverordening toeliet aan de grotere
bedrijven op de markt. Ten tweede, de kleine marktspelers hebben in
het verleden hun contracten meestal aangepast aan de modaliteiten
van de contracten van de grote spelers. Ten derde, het is zeer
twijfelachtig dat de kleine marktspelers het zich commercieel zullen
kunnen veroorloven de caféhouders sterker aan zich te binden dan
de marktleider. Ten vierde, er moet worden gestreefd naar zoveel
mogelijk uniformiteit bij de toepassing van concurrentienormen
binnen de Gemeenschap.
Ik onderschrijf het standpunt van de Europese Commissie, met name
08.02 Charles Picqué, ministre:
Le 22 mars 2002, le commissaire
Monti a formulé quelques
réflexions dans sa réponse à ma
lettre. Il a souligné que la nouvelle
réglementation ne crée pas de
nouvelle situation pour les petites
entreprises étant donné que
celles-ci ont toujours pu aller plus
loin que ce que l'ancien règlement
sur les exemptions par catégories
permettait aux grandes
entreprises. Il a en outre souligné
que par le passé, les petites
entreprises ont, le plus souvent,
adapté leurs contrats en fonction
des modalités de ceux des
principaux acteurs du marché, que
les petites entreprises ne pourront
CRIV 50
COM 780
11/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
van commissaris Monti. Derhalve ben ik de mening toegedaan dat er
in België geen strengere reglementering moet worden opgesteld.
Niettemin moet men de evolutie en de eventuele restrictieve
praktijken vanwege de concurrentie controleren. Daarom heb ik de
Raad voor de Mededinging opdracht gegeven na te gaan of de
brouwerijcontracten beantwoorden aan de voorwaarden die door de
Europese verordening gesteld worden en de evolutie van de markt te
volgen, in het bijzonder de verticale integratie in de distributie. De
Raad voor de Mededinging zal ook een discussieforum oprichten om
de verschillende actoren ik denk daarbij aan de brouwers en de
producenten bijeen te brengen en de sector te informeren.
Via dat initiatief zal de Raad rechtstreeks geïnformeerd kunnen
worden over de verschillende praktijken die mogelijk
anticoncurrentieel zijn en de Raad zal in dat opzicht op een nuttige
manier een beroep kunnen doen op de analyse van het Interbrew-
contract. Die analyse gebeurt door de Europese Commissie en is nog
altijd bezig.
Ik denk hiermee een volledig antwoord te hebben gegeven.
sans doute pas se permettre
financièrement de s'attacher les
tenanciers de café davantage que
le leader du marché et que les
normes régissant la concurrence à
l'intérieur de la Communauté
doivent s'appliquer de manière
aussi uniforme que possible.
Je me rallie à la position de la
Commission européenne et du
commissaire Monti. Il n'est pas
nécessaire d'instaurer une
réglementation plus sévère en
Belgique. J'ai cependant chargé le
Service de la concurrence de
suivre l'évolution du marché et de
vérifier si les contrats des
brasseurs répondent à la norme
européenne. Le Service de la
concurrence organisera aussi un
forum de discussion réunissant
tous les acteurs concernés.
08.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik had geen
kennis van die brief. Is het mogelijk mij daarvan een kopie te
bezorgen?
08.04 Minister Charles Picqué: Een kopie van het antwoord? Ik heb
daarmee helemaal geen probleem.
08.05 Trees Pieters (CD&V): U zult hier de richtlijn van Europa
volgen en u bent niet van plan om strenger op te treden. U bent
echter wel van plan om de contracten van de caféhouders te
onderzoeken teneinde na te gaan of zij beantwoorden aan die
regels?
08.05 Trees Pieters (CD&V): Je
souhaiterais obtenir une copie de
la réponse du commissaire Monti.
Je reviendrai éventuellement sur
ce sujet.
08.06 Minister Charles Picqué: Ja.
08.07 Trees Pieters (CD&V): Dat antwoord zal misschien aanleiding
geven tot een nieuwe vraag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.33 heures.