KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 766
CRIV 50 COM 766
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTERIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GENERALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
29-05-2002 29-05-2002
11:00 uur
11:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de primo-
aangewezenen politiechefs van de lokale politie"
(nr. 7257)
1
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Intérieur sur "les primo-nominations des chefs de
la police locale" (n° 7257)
1
Sprekers: Willy Cortois, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Willy Cortois, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de lokale
verantwoordelijkheden bij uitwijzing van
asielzoekers" (nr. 7076)
4
Question de Mme Magda De Meyer au ministre de
l'Intérieur sur "les responsabilités locales lors de
l'expulsion de demandeurs d'asile" (n° 7076)
4
Sprekers: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Binnenlandse Zaken en aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "de nieuwe
elektronische identiteitskaart" (nr. 7177)
6
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de
l'Intérieur et au ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration sur "la
nouvelle carte d'identité électronique" (n° 7177)
6
Sprekers:
Peter Vanhoutte, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Peter Vanhoutte, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
onbillijke werksituatie van voormalige BOB-ers na
de recente politiehervorming" (nr. 7221)
7
Question de Mme Magda De Meyer au ministre de
l'Intérieur sur "la situation de travail inéquitable
des anciens membres de la BSR depuis la récente
réforme des polices" (n° 7221)
7
Sprekers: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Filip De Man aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de versnelde
aanwerving van politiemensen" (nr. 7275)
10
Question de M. Filip De Man au ministre de
l'Intérieur sur "le recrutement accéléré de
policiers" (n° 7275)
10
Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Filip De Man aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het opstarten van
een Europese grenspolitie" (nr. 7276)
14
Question de M. Filip De Man au ministre de
l'Intérieur sur "la création d'une police frontalière
européenne" (n° 7276)
14
Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
29
MEI
2002
11:00 uur
______
du
MERCREDI
29
MAI
2002
11:00 heures
______

La séance est ouverte à 11.01 heures par M. Denis D'hondt, président.
De vergadering wordt geopend om 11.01 uur door de heer Denis D'hondt, voorzitter.
01 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de primo-
aangewezenen politiechefs van de lokale politie" (nr. 7257)
01 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Intérieur sur "les primo-nominations des chefs de la
police locale" (n° 7257)
01.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorige week reeds stelde ik deze vraag over de rechtspositie
van de primo-aangewezenen onder de lokale politiechefs, maar
ingevolge een misverstand bereikte de tekst van deze vrij technische
vraag de diensten van de minister niet.

Ik meende dat toen werd afgesproken dat de minister vandaag hierop
een antwoord zou verstrekken, waarnaar ik met belangstelling zal
luisteren.
01.01 Willy Cortois (VLD): Je
réitère ma question concernant
l'interprétation de l'arrêté royal du
19 avril 2002 ainsi que l'impact de
ce dernier sur le statut juridique
des chefs de la police locale
primo-nominés et j'espère que le
ministre pourra me répondre
aujourd'hui.
01.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega's,
zoals beloofd heb ik de gedetailleerde toelichting onderzocht die het
geachte lid op 21 mei 2002 in de commissie heeft gegeven.

Eerst en vooral herinner ik aan de totstandkoming van de regelgeving
betreffende de eerste aanwijzingen in de mandaten bij de politie. De
twee koninklijke besluiten in dat verband hebben op empirische wijze
de benoemingsvoorwaarden voor een mandaat vastgesteld. Daarbij
werd ervan uitgegaan dat sommige mandaten ook toegankelijk
moesten zijn voor de niet-hogere officieren.

Bovendien was het intussen duidelijk geworden dat in meer
mandaten moest worden voorzien dan bepaald in artikel 247 van de
wet van 7 december 1998.

Bij de daaropvolgende redactie van het statuut bleef men bezorgd
voor het feit dat een aantal mandaten niet exclusief mochten worden
voorbehouden voor hogere officieren. Bij die gelegenheid werd de
lijst vastgelegd die in meer mandaten voorziet dan aanvankelijk door
de wet werd bepaald.
01.02
Antoine Duquesne,
ministre: Les critères de
nomination pour ce mandat ont
été fixés par deux arrêtés royaux.
A cet égard, ces arrêtés sont
fondés sur le principe que certains
mandats devaient également être
accessibles aux officiers non
supérieurs. Par ailleurs, il s'est
très vite avéré qu'il était
nécessaire de prévoir plus de
mandats que le nombre fixé
initialement. Une liste de ces
mandats supplémentaires a été
établie. Dans le cadre de
l'attribution des mandats, il est
apparu que bon nombre d'officiers
non supérieurs ont obtenu un
mandat destiné aux officiers
supérieurs et que certains officiers
29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

Op het ogenblik dat de mandaten waren toegewezen, werd enerzijds,
vastgesteld dat veel niet-hogere officieren een mandaat hadden
verkregen waarvoor normaliter de graad van hoger officier vereist is
en anderzijds, dat veel hogere officieren een mandaat van categorie
1 of 2 hebben verkregen. We zijn het erover eens dat als eerste een
mandaat in de hervormde politie bekleden niet eenvoudig is. Wie erin
slaagt dit te doen op een wijze die gunstig beoordeeld wordt, toont
aan dat hij beschikt over kwaliteiten die vereist worden van een hoger
officier. Daarom zijn we het erover eens dat een bijzondere blijk van
waardering moet worden gegeven. Die waardering die losstaat van
statutaire voorwaarden neemt de vorm aan van een volwaardige
bevordering tot hoofdcommissaris na 3 jaar op voorwaarde van een
niet-ongunstige evaluatie. Deze regeling is strikt beperkt tot de
zogenaamde primo-genomineerden en is geen automatisme.

Zoals ik in mijn eerste antwoord heb gezegd, is de interpretatie in de
nota waarnaar u verwijst juridisch correct en laten de huidige teksten
niet toe commissarissen in mandaten van categorie 1 of 2 aan te
stellen in de hogere graad van hoofdcommissaris. Daarom ben ik
bereid om eventueel het initiatief te nemen om een specifieke
reglementering daarover uit te werken die deze aanstellingen zal
mogelijk maken. De vraag of aan mandaathouders die in een
mandaat van categorie 1 of 2 zijn aangesteld in de hogere graad van
hoofdcommissaris ook de toelage voor uitoefening van een hoger
ambt kan worden toegekend, moet ik evenwel ontkennend
beantwoorden.

De toelating voor de uitoefening van een hoger ambt zoals die thans
in de reglementering is opgenomen, is niet van toepassing op de
mandaathouders van categorie 1 of 2 omdat zij geen ambt uitoefenen
waarvoor normaal de graad van hoofdcommissaris is vereist. Ik hoop
dat de betrokkenen beseffen dat voor de benoeming na drie jaar
ingrijpend wordt afgeweken van de normale regels voor de
bevordering van een commissaris tot hoofdcommissaris. Ik wil er wel
op wijzen dat de voorwaarden voor bevordering of aanstelling in een
bepaalde graad uitsluitend worden bepaald door het ene statuut. Een
politiezone is op dit punt niet bevoegd. De hele problematiek werd
besproken met de vaste commissie van de lokale politie naar
aanleiding van de bespreking, in het onderafdelingcomité voor het
personeel van de politiediensten, van het ontwerp dat het koninklijk
besluit is geworden betreffende de formatienormen van de lokale
politie.
supérieurs se sont vu attribuer un
mandat de catégorie 1 ou 2. Nous
estimons toutefois qu'une
personne qui occupe un mandat
au sein de la nouvelle police et qui
fait l'objet d'une évaluation positive
dispose des qualités d'un officier
supérieur. En signe d'appréciation,
les personnes appartenant à cette
catégorie peuvent être promues
au titre de commissaire
divisionnaire après trois ans. Cette
réglementation est strictement
limitée aux primo-nominés.

L'interprétation de l'arrêté royal est
bel et bien correcte du point de
vue juridique. Le texte actuel
n'offre pas la possibilité de
nommer des commissaires de
catégorie 1 ou 2 en qualité de
commissaire divisionnaire. Je suis
éventuellement disposé à élaborer
une réglementation afin de
permettre ces nominations. Mais
je ne peux attribuer une prime à
ces mandataires pour l'exercice
d'une fonction supérieure.
J'espère que les intéressés
comprennent que la nomination à
une fonction supérieure après
trois ans constitue déjà une
dérogation importante aux règles
générales en matière de
promotion au grade de
commissaire divisionnaire.
J'insiste sur le fait que les critères
de promotion sont définis
exclusivement par le statut unique.
Du reste, toute cette question a
déjà fait l'objet de discussions
avec la Commission permanente
de la police locale.
01.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn sibillijns antwoord dat ik nog verder zal
onderzoeken. Ik heb toch enkele opmerkingen. Het lijkt mij niet
gezond dat een administratie, door interne nota's waarvan ik mij
afvraag wat de juridische waarde ervan is, een interpretatie geeft aan
wat de wetgever heeft beslist. Dat kan gewoon niet. Ik stel vast dat
uw directie personeel, waarvoor u de eindverantwoordelijkheid
draagt, zich inspant om wat in de commissie duidelijk met uw
instemming was afgesproken, uit te hollen.

Ik kan niet anders dan dat vaststellen. Ik denk dat een van de
achterliggende redenen is dat, hoewel bij de hervorming van de
politie naar twee niveaus een belangrijk deel van de bevoegdheid en
01.03 Willy Cortois (VLD):
J'examinerai en détail la réponse
sibylline du ministre. Mais il n'est
pas correct que, par le biais de
notes internes sans valeur
juridique, une direction du
personnel donne une
interprétation propre des décisions
du législateur, en en détournant le
sens. Pour le reste, cela tient
apparemment au fait que
l'ancienne direction de la
gendarmerie souhaite empêcher
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van het beleid aan de lokale overheden wordt gegeven ­ dat was ook
de uitdrukkelijke wil van het Parlement, van de wetgever ­, de top
van de vroegere rijkswacht zich daar blijkbaar zeer moeilijk in kan
schikken.

Mijnheer de minister, dat zijn mijn persoonlijke opmerkingen. Maar
wat uw departement betreft, kan het toch niet dat wegens de
complexiteit van de wetgeving ­ en ik kan perfect aannemen dat men
niet alles op de voet kan volgen, want het gaat om een enorme
hervorming ­ de wet door middel van interne nota's, door middel van
interpretaties, wordt uitgehold. De administratie denkt kennelijk ­ en
ik kan dat moeilijk aannemen, maar ik zal dat eens zorgvuldig
nakijken ­ dat zij kan veranderen wat wij hier beslist hebben. Ik zeg
u: dat kan niet. Ik zal daar dus volgende week op terugkomen.
que les pouvoirs locaux
acquièrent davantage de
compétences. La législation est
complexe, mais les compétences
attribuées aux pouvoirs locaux ne
peuvent être vidées de leur sens
par des interprétations
administratives.

01.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, il est vrai
qu'une administration ne peut pas changer ce que le parlement
décide. Je suis tout à fait d'accord avec M. Cortois sur ce point.

Cependant, je reconnais que certaines évolutions ne sont pas faciles,
qu'elles interviennent au niveau fédéral ou au niveau local. Chaque
jour, je reçois un nombre important de récriminations. Je ne crois
donc pas qu'il y ait de complot en la matière. Je me souviens fort bien
de l'accord que nous avons conclu en commission. Les intéressés
avaient un travail tout à fait exceptionnel à fournir au moment de
l'installation des zones. Il avait été convenu de vérifier que cet effort a
bien été accompli et qu'après trois ans, ils seraient nommés. Ils
auront donc à la fois le grade et l'avantage pécuniaire lié à ce grade.

A la suite de votre question, j'entreprends un pas supplémentaire en
disant qu'on va maintenir cette mesure. Au moment de l'installation,
les chefs de corps ont organisé des concertations avec d'autres
zones. Afin qu'ils ne se sentent en aucune manière discriminés, je
fais encore un geste en permettant le commissionnement.

Mais je crois que nous avons atteint la limite. Il ne s'agit en effet pas
de pratiquer, au vu des différents problèmes rencontrés, une remise
en cause permanente du statut qui a été négocié.

Monsieur Cortois, en lisant la presse de ce jour, je suis très étonné
de voir qu'un certain nombre de personnes se plaignent du statut
bénéfique qui a été octroyé aux policiers. Je suis très étonné de
l'attitude des syndicats, d'habitude si prompts à se plaindre.

Ces dernières semaines, nous avons été gâtés. Cependant, je
m'étonne de ne pas entendre leurs réactions quant à l'amélioration
de leur situation. Le maximum a été fait. Je suis très compréhensif
mais il faut rester sérieux car la limite est atteinte. Il ne faut pas se
cacher. Dans les polices locales notamment, il y a un trop grand
nombre d'officiers, ce qui est inhérent à la période transitoire. Et si ce
qu'on dit est vrai, à savoir que dans certaines zones, ils estimeraient
que parce qu'ils sont devenus officiers, ils ne doivent plus sortir de
leurs bureaux, j'aime autant dire clairement que c'est inadmissible!
J'espère que les autorités locales réagiront à cela.

Ce métier est dangereux. Il faut pouvoir attirer les meilleurs éléments.
Nous avons fait un effort énorme; le statut a été revalorisé. Nous
attendons maintenant d'eux qu'ils montrent ce dont ils sont capables.
01.04
Minister
Antoine
Duquesne: Een bestuur mag
uiteraard een beslissing van het
Parlement niet ongedaan maken.

Sommige evoluties mogen dan al
moeizaam verlopen, toch denk ik
niet dat er in dit geval sprake is
van een complot. Zoals
afgesproken zullen wij de
betrokkenen na drie jaar
benoemen. Bovendien zullen wij
een vaste aanstelling van die
korpschefs mogelijk maken. Wij
stellen dus geenszins het statuut
ter discussie. Sommigen klagen
over dat statuut, maar het
verbaast mij dat er geen enkele
reactie van de vakbonden is
gekomen. Men moet de zaken
onder ogen durven zien: er zijn
teveel officieren. Als sommigen
nog enkel kantoorwerk willen
doen, dan is dat onaanvaardbaar
en ik hoop dat zij dit antwoord in
het Integraal Verslag zullen lezen.
Men moet kwaliteitsvolle
medewerkers aantrekken die
thans moeten tonen waartoe zij in
staat zijn.

29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
01.05 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, wij zullen daar nog
op terugkomen.

Wel moet ik één opmerking maken. In zijn antwoord verwijst de
minister voortdurend naar de bevordering. Het was de afspraak in het
Parlement dat daar over 3 jaar werk van zou worden gemaakt. De
aanstelling zonder pecuniaire gevolgen is wat anders. Tot wanneer er
laureaten uit eenzelfde assessment met eenzelfde profiel voor alle
functies van politiechef komen, maakt niemand, ook de overheid niet,
onderscheid tussen categorieën 1, 2 en nadien 3, 4 en 5; er is wel
een pecuniair verschil. Dan komt het er niet op aan welke functie ze
uitoefenen of wat ze verdienen. Het gaat om de aanstelling, dus of de
personen in kwestie de graad van politiechef, van hoofdcommissaris
kunnen dragen. Dat kunnen ze ook, na 3 jaar. Als de gemeentelijke
overheid vindt dat de kandidaten goed zijn, dan is het de gemeente
die daar autonoom over zal beslissen en geen ander orgaan.
Overigens, de truc van de gouverneur, er is nooit in het Parlement
gesproken op grond waarvan die intervenieert.

Het antwoord van de minister is vrij sibillijns. Het is mogelijk dat ik te
veel argwaan koester, maar ik krijg ook geen antwoord op mijn
andere vragen. Waarom maakt men de directeurs van de federale
politie zonder enige wettelijke basis hoofdcommissaris? Waarom tikt
de politieke overheid de betrokkenen op zijn minst niet op de vingers
en onderstreept ze niet dat zulks niet kan?

Persoonlijk ben ik van oordeel dat in het algemeen het systeem van
de interne nota's, waarbij politieke beslissingen in feite worden
uitgehold en uitgebreid ­ à la tête du client ­ geen goede oplossing
is. Hoe dan ook, ik zal de tekst voort onderzoeken en, samen met
mijn collega's, nagaan in welke mate uw antwoord ons voldoening
schenkt. Ik heb echter mijn twijfels daaromtrent. Niettemin laat ik u
het voordeel van de twijfel.
01.05 Willy Cortois (VLD): Je ne
manquerai pas revenir sur le sujet.
Peut-être suis-je trop suspicieux
mais je suis sur mes gardes
lorsqu'il s'agit de l'autonomie
communale, en particulier en cas
d'intervention du gouverneur. La
loi ne définit qu'un seul profil pour
toutes les fonctions de chef de
police. Le pouvoir communal doit
décider après trois ans si un
candidat réunit les compétences
requises pour être promu.

Je me demande du reste si les
directeurs de la police fédérale
peuvent également être promus
au rang de commissaire
divisionnaire. Il n'existe aucune
base légale à cet effet. Je répète
qu'il est inadmissible que des
notes internes vident les décisions
politiques de leur substance.
01.06 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, ik ben ook
zeer voorzichtig en ik zal het, wat de directeurs betreft, onderzoeken.
01.06
Antoine Duquesne,
ministre: Je fais preuve d'une
grande prudence en cette matière
et j'examinerai plus avant votre
question concernant les directeurs
de la police fédérale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de lokale
verantwoordelijkheden bij uitwijzing van asielzoekers" (nr. 7076)
02 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Intérieur sur "les responsabilités locales lors
de l'expulsion de demandeurs d'asile" (n° 7076)
02.01 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de verantwoordelijkheid bij de
uitwijzing van asielzoekers. Een aantal OCMW's wordt namelijk
geconfronteerd met onduidelijkheid over die
verantwoordelijkheidskwestie. Momenteel heeft een OCMW twee
mogelijkheden wanneer iemand weigert vrijwillig het land te verlaten.
Bij de eerste mogelijkheid wordt aan de cel Uitwijzingen gevraagd om
02.01 Magda De Meyer (SP.A):
Un CPAS dispose de deux
possibilités lorsqu'une personne
refuse de quitter volontairement le
pays: demander expressément à
la Cellule des expulsions de
procéder à l'expulsion ou ne pas
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
de mensen het land uit te zetten, wat eigenlijk indruist tegen artikel 1
van de OCMW-wet en wat de maatschappelijk werkers en de
raadsleden niet echt zien zitten vanuit de sociale opdracht die hen
werd toegewezen. De tweede mogelijkheid is dat de betrokken
personen en hun gezinnen gewoon met rust worden gelaten, maar
verder worden gesteund door materiële hulpverlening. Als het OCMW
voor die laatste, menselijke mogelijkheid opteert, wordt het daarvoor
echter financieel gestraft, want de hulp die het OCMW aan die
mensen geeft, wordt door het ministerie niet meer terugbetaald. Deze
mensen bezetten dan een plaats binnen het lokaal opvanginitiatief
die anders aan asielzoekers gegeven kan worden, waarvoor er wel
subsidies zouden zijn.

Mijnheer de minister, waarom treedt de cel Uitwijzingen niet
onmiddellijk op wanneer asielzoekers uitgeprocedeerd zijn? De lokale
besturen, met name de OCMW's, krijgen nu het gevoel dat het vuile
werk wat naar hen wordt doorgeschoven. Uitgeprocedeerde
asielzoekers krijgen daardoor ook ruimschoots de tijd om in de
illegaliteit te verdwijnen.

Een bijkomend probleem is het volgende. Als de dienst
Vreemdelingenzaken van een gemeente een bericht krijgt dat een
bepaald gezin is uitgeprocedeerd, dan wordt aan de politie gevraagd
om dat gezin ook effectief op te pakken. Ook daarover bestaat
discussie. Wie moet terzake optreden, de lokale of de federale
politie?

Mijn vraag is geïnspireerd door de lokale OCMW-verantwoordelijken.
inquiéter la personne et continuer
à lui octroyer une aide matérielle
qui ne sera plus subventionnée.
Pourquoi la Cellule des expulsions
n'intervient-elle pas directement,
sans l'intervention du CPAS? Qui,
de la police fédérale ou de la
police locale, doit intervenir?

02.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega's,
het bureau C van de dienst Vreemdelingenzaken gelast met de
uitvoering van verwijderingen treedt niet onmiddellijk op wanneer
asielzoekers uitgeprocedeerd zijn om de eenvoudige reden dat de
bevelen om het grondgebied te verlaten een termijn vermelden
waarbinnen de betrokkene verondersteld wordt en de gelegenheid
gegund wordt om uit eigen beweging gevolg te geven aan de
beslissing. Ditzelfde bureau vraagt naargelang het geval aan de
betrokken burgemeester of zonechef van de lokale politie een
controle uit te oefenen op dit vrijwillig vertrek en desgevallend over te
gaan tot het opbrengen van de uitgeprocedeerden. Vanzelfsprekend
wordt pas na vaststelling van niet-vertrek de procedure tot
gedwongen verwijdering ingezet gezien er voor het verstrijken van de
vergunde termijn nog geen sprake is van illegale aanwezigheid.
02.02
Antoine Duquesne,
ministre: Le bureau C de l'Office
des étrangers n'intervient pas
immédiatement, dans la mesure
où le demandeur d'asile débouté
dispose d'un délai déterminé pour
quitter volontairement le territoire.
Ce n'est que lorsque le
bourgmestre ou le chef de zone
de la police locale a constaté que
ce départ n'a pas eu lieu que la
procédure d'expulsion forcée peut
commencer. Avant cette phase,
on ne peut parler de présence
illégale.
02.03 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de minister, het gaat nu
juist om die laatste fase. Bij de periode van de gedwongen
verwijdering is het de vraag of dit een job is voor de lokale politie.
02.03 Magda De Meyer (SP.A):
C'est principalement la dernière
phase qui me préoccupe.
L'expulsion forcée constitue-t-elle
une compétence de la police
locale?
02.04 Antoine Duquesne, ministre: Tous les services de police
doivent effectuer ce que vous appelez un "sale travail". C'est, en
effet, un travail désagréable, madame, mais qui est effectué en
application de loi. Il s'agit ici d'une question d'Etat de droit et tous les
services de police doivent y contribuer, qu'il s'agisse de la police
02.04
Minister
Antoine
Duquesne: Alle politiediensten,
zowel de lokale als de federale
politie, moeten meewerken aan
wat u bestempelt als een rotjob,
29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
locale ou de la police fédérale. Toutefois, vous devez savoir que c'est
cette dernière qui effectue la plus grande part de ce travail.

Il y a tout d'abord les retours volontaires que nous souhaitons tous. Il
y a, ensuite, les retours forcés relativement faciles où il est question
d'accompagnement, mais il y a aussi des cas beaucoup plus difficiles
à gérer. Dans ce cas, c'est surtout la police fédérale qui intervient.
wat eigenlijk een heel moeilijke
maar noodzakelijke opdracht is in
onze rechtsstaat. En het is de
federale politie die het
leeuwendeel van dat werk voor
haar rekening neemt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan de minister
van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen over "de nieuwe elektronische
identiteitskaart" (nr. 7177)
03 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de l'Intérieur et au ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration sur "la nouvelle carte d'identité électronique" (n° 7177)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minster van Binnenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Intérieur.)
03.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het lastenboek voor de productie van de nieuwe
identiteitskaart bepaalt dat de periode voor de inschrijvingen op 31
mei wordt afgesloten. Het lijkt mij nuttig om in dat verband een aantal
vragen te stellen.

Ik stel vast dat de nieuwe identiteitskaart op een aantal punten, onder
andere inzake het veralgemeend gebruik van de unieke sleutel van
het rijksregisternummer die op de identiteitskaart zal worden
ingebracht, strijdig lijkt te zijn met de vigerende wetgeving. Ik zou dan
ook van u willen weten, mijnheer de minister, hoe het zit met het
advies waarvan u in het verleden hebt gezegd dat het zou worden
gevraagd aan de commissie ter bescherming van de persoonlijke
levenssfeer. Wat is de stand van zaken op dit vlak? Is er al een
advies uitgebracht? Zo ja, wat is de inhoud van dat advies? Zo neen,
wanneer zal dit advies worden uitgebracht? Wat zult u doen met
eventuele aanbevelingen? Stel dat het advies een aantal cruciale
elementen bevat. Zal dit gevolgen hebben voor de lopende
aanbesteding? Ik vind het merkwaardig dat men op dit vlak blijkbaar
achter de feiten aanholt.

Mijnheer de minister, het tweede element in het dossier is de
problematiek van de open standaarden. Wat wij natuurlijk willen
vermijden, is dat de identiteitskaart enkel kan worden gebruikt of
toegankelijk is middels het hanteren van systemen die draaien op
software van één bepaalde fabrikant. Wij menen dat het belangrijk is
dat er voor voldoende openheid wordt gezorgd zodat verschillende
systemen deze identiteitskaart kunnen benutten. Ik zou in dat
verband van u het volgende willen weten. Wat bepaalt het lastenboek
in dat verband? Er is ook een hele testprocedure opgezet van die
software en de werking van de identiteitskaart. Ik ben enigszins
beducht als ik zie dat men die testprocedures toch weer verengt tot
bepaalde software van één bepaalde leverancier. Ik had van u dan
ook willen weten welke garanties er worden geboden dat het systeem
op de kaarten ook de open standaarden zal respecteren. Hoe zal dit
middels testen worden aangetoond?
03.01 Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Le cahier des
charges de la nouvelle carte
d'identité électronique sera clôturé
le 31 mai 2002. La Commission
de la protection de la vie privée a-
t-elle été invitée à rendre un avis?
Dans l'affirmative, cet avis a-t-il
été pris en considération lors de
l'élaboration du cahier des
charges? Quel en est le contenu?

L'utilisation de standards ouverts
dans des environnements
informatiques est très importante.
Cette exigence figure-t-elle dans
le cahier des charges? Une
procédure de test est en cours
mais elle est limitée à un seul
fournisseur. Comment peut-on
garantir que le matériel sera
équipé d'un logiciel pour
standards ouverts?
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
03.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega's,
tijdens de voorbereiding van het wetsontwerp tot invoering van de
elektronische identiteitskaart en bij het opstellen van het lastenboek
zijn er officiële contacten geweest met de commissie voor de
Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.

Met de toen besproken principes en met de gemaakte opmerkingen
werd rekening gehouden bij het schrijven van het wetsontwerp en het
lastenboek. Het wetsontwerp is daarna voor advies aan de
privacycommissie voorgelegd. Dat advies wordt mij eerlang
toegestuurd. Zonodig zullen het wetsontwerp en het lastenboek
eraan aangepast worden.

Uw tweede vraag kan ik bevestigend antwoorden. Het lastenboek
kan overigens worden geraadpleegd op de website van het
Rijksregister.

Wat uw derde vraag betreft, via een testsite moet worden
aangetoond dat de nieuwe identiteitskaarten gebruik kunnen maken
van systemen die uitgerust zijn met open standaard software. Of de
identiteitskaarten ook effectief compatibel zullen zijn met die open
standaarden, moet tijdens de opleveringsprocedure blijken. De
administratie wordt bij die procedure begeleid door
PriceWaterhouseCoopers.
03.02
Antoine Duquesne,
ministre: Lors de l'élaboration du
projet de loi et du cahier des
charges, il a été tenu compte des
observations formulées par la
Commission de protection de la
vie privée. Le cas échéant, le
projet et le cahier des charges
seront adaptés en fonction de
l'avis qui doit prochainement être
rendu par cette commission.

Le cahier des charges prévoit en
effet des standards ouverts et il
peut être consulté sur le site
internet du registre national. Un
site test apportera la preuve de la
compatibilité avec les logiciels
pour standards ouverts. La
procédure de réception, qui sera
encadrée par PriceWaterhouse-
Coopers
, doit en outre démontrer
que les cartes sont réellement
compatibles.
03.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik moet u wel tot mijn grote spijt laten
weten dat ik het niet helemaal eens ben met een aantal delen ervan.
Ik zal ze kort opsommen.

Ten eerste, wat de adviezen van de privacycommissie betreft, stel ik
vast dat er een gigantisch probleem is uit hoofde van de commissie
zelf. Het kan niet dat het hoofd van de dienst die zich bezighoudt met
het ontwerpen van het hele project opeens aan de andere kant gaat
zitten en daar mee het advies van de privacycommissie gaat
schrijven. Dat is een probleem dat buiten uw bevoegdheid valt, maar
ik wens het u toch te signaleren.

Ik kom tot een tweede probleem. Het is onzin om na de feiten,
wanneer er op een aantal belangrijke punten een negatief advies zou
worden gegeven, het lastenboek te gaan herschrijven. Eenmaal het
lastenboek is aanbesteed, wil ik wel eens zien wat u gaat doen met
de firma's die erop hebben ingeschreven, de firma's waaraan het
hele project is toegewezen. Op welke manier gaat u zeggen dat u
zich hebt vergist en dat u het even gaat rechtzetten?

Het laatste element gaat over de testprocedures. Mijnheer de
minister, ik heb het lastenboek uit-en-te-na bestudeerd en erover
advies van een aantal externe experts gevraagd. Ik stel vast dat u wel
de open standaarden aanbeveelt, maar dat het geen verplichting is.
Dat wil zeggen dat u wat de uitvoering van tests betreft geen
waterdichte garanties zult hebben dat het inderdaad op alle courante
standaarden bruikbaar zal zijn.
03.03 Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Je ne partage
pas le point de vue du ministre. Il
est inadmissible que le chef du
service qui a rédigé le projet rende
un avis à son propos dans le
cadre de la Commission de la
protection de la vie privée. Il ne
rime à rien de réécrire le cahier
des charges après les faits.
Comment le ministre justifiera-t-il
cet état de choses à l'égard des
entreprises qui avaient souscrit?

Le ministre recommande des
standards ouverts mais sans les
imposer. Je crains que la carte
d'identité électronique ne soit pas
compatible avec tous les
systèmes.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
04 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de onbillijke
werksituatie van voormalige BOB-ers na de recente politiehervorming" (nr. 7221)
04 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Intérieur sur "la situation de travail inéquitable
des anciens membres de la BSR depuis la récente réforme des polices" (n° 7221)
04.01 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik vraag uw aandacht voor een toestand van
ontevredenheid, gerezen onder leden van de gewezen BOB die
momenteel deel uitmaken van een gerechtelijk dienstarrondissement
van de federale politie. Bij de recente politiehervorming werden de
wachtmeesters en eerste wachtmeesters aangesteld tot
hoofdinspecteur, officier van de gerechtelijke politie of hulp van de
procureur des Konings. Dat is een zogenaamde middenkaderfunctie.
De wetgever had daarvoor als reden om te zorgen voor een
zogenaamde evenwichtige integratie van die personeelsleden, die
zich echter blijven situeren in het basiskader. Dat is een tegenstelling
met de leden van de gerechtelijke politie, waarvan de laagste in
graad werd benoemd tot hoofdinspecteur en uiteraard ook de wedde
van het middenkader geniet.

Toch voeren de ex-BOB'ers volgens hen dezelfde taken en
opdrachten uit en hebben zij dezelfde bevoegdheid. Ze menen dat
hierdoor reeds het gelijkheidsbeginsel, waar de hele
politiehervorming op gebaseerd is, wordt geschonden. De echte
BOB'ers willen zich echter niet deloyaal gedragen tegenover de
politiehervorming. Zij gaan er immers van uit dat zij na verloop van
tijd benoemd zullen worden in een functie ­ een benoeming waar zij
volgens hen recht op hebben ­, rekening houdend met het principe
"gelijk loon voor gelijk werk". Sinds 1 april 2001 voeren zij dan ook
daadwerkelijk de middenkaderfuncties en de daarbij behorende
opdrachten uit.

Op 3 januari 2002 verscheen nummer 1386 van Infonieuws, waarin
een gepland vergelijkend examen was gepubliceerd van aspirant-
hoofdinspecteur. De uiterste datum van inschrijving was 15 februari
2002. In die publicatie stonden de modaliteiten en voorwaarden tot
deelname vermeld, evenals de vermelding van een bepaalde
vrijstelling voor een aantal kandidaten. De ex-BOB'ers die deze
oproep hebben gezien, menen echter dat zij nu opnieuw uit de boot
vallen, vermits zij blijkbaar geen enkele vrijstelling kunnen genieten,
niettegenstaande het feit dat zij al de functie van hoofdinspecteur
uitoefenen sinds 1 april 2001. Volgens de betrokkenen komt het erop
neer dat zij moeten deelnemen aan een vergelijkend examen voor
een functie die zij al bijna een jaar uitoefenen. Daarbij komt nog dat
zij, na eventueel te slagen voor het ingangsexamen, een opleiding
moeten volgen van ongeveer negen maanden, die hen in staat zou
moeten stellen om die functie naar behoren uit te voeren, ondanks
het feit dat zij alle taken gekoppeld aan die functie nu al een jaar
uitvoeren. In feite voerden zij die taken zelfs als uit toen zij nog lid
waren van de BOB.

Na verdere lezing van het artikel in Infonieuws komen zij tot de
volgende vaststelling. Ten eerste, na eventueel te slagen voor het
ingangsexamen is het voor de ex-BOB'ers onmogelijk om terug te
keren naar hun huidige standplaats. Ten tweede, de kans blijkt heel
klein dat zij zelfs een nieuwe plaats krijgen binnen een andere GDA.
Ten derde, dat zal belangrijke financiële, familiale en sociale
04.01 Magda De Meyer (SP.A):
Les anciens membres de la BSR
qui sont à présent intégrés au sein
d'un SJA (Service judiciaire
d'arrondissement) de la police
fédérale se sentent lésés. Les
maréchaux des logis et les
maréchaux des logis chefs ont été
promus au rang de cadre moyen
mais leur salaire reste celui d'un
cadre de base. Cet état de fait
contraste par rapport à la situation
des membres de la PJP qui ont
franchi le pas. Depuis le 1
er
avril
2001, ces maréchaux des logis
chefs exercent pourtant une
fonction de cadre moyen et
s'acquittent des missions
correspondant à ce cadre.

Les anciens membres de la BSR
craignent de rester une fois
encore sur la touche lors d'un
concours d'aspirant-inspecteur
principal qui devrait être organisé
prochainement. Les membres du
personnel concernés sont tenus
de présenter un examen pour une
fonction qu'ils exercent déjà
depuis près d'un an et devraient
suivre ensuite une formation qui
les préparerait à leur fonction.

Les anciens membres de la BSR
vont changer de poste, leurs
compétences ne sont pas
appréciées à leur juste valeur et
leur traitement ne correspond pas
à leur fonction. Renseignements
pris, ils se sont entendu dire qu'ils
allaient probablement être
intégrés au cadre de base. Si
cette information est correcte, ils
ont été dupés.

Comptez-vous réparer cette
injustice? Le concours peut-il être
reporté? Les anciens membres de
la BSR peuvent-ils être
officiellement nommés en qualité
d'inspecteur principal, c'est-à-dire
à la fonction qu'ils exercent depuis
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
gevolgen hebben. Ten vierde, als zij eventueel slagen zouden zij
ingeschreven worden in de loonschaal M 1.1, wat een minimale
loonsverhoging betekent. Ten vijfde, de cursussen die zij in hun
eerdere loopbaan hebben gevolgd, blijken geen enkele waarde te
hebben. Zelfs hun competentie wordt niet naar waarde geschat. Ten
zevende, de leden van de ex-BOB worden duidelijk gediscrimineerd
en volkomen uitgesloten van het verkrijgen van een bevordering in
een functie die zij al jaren uitoefenen.

Toen de betrokken hun ongenoegen daarover uitten bij de directie
Beleid, Beheer en Ontwikkeling, kregen zij te horen dat zij hun
statutaire situatie verkeerd inschatten en dat hun functie in de min of
meer nabije toekomst opnieuw zou worden opgenomen in het
basiskader. De ex-BOB'ers waren door die interpretatie uiteraard
geschokt, vroegen zich af of die correct was en voelden zich verkeerd
voorgelicht van in het begin. Er kan dus duidelijk van een
discriminerende situatie van de voormalige BOB'ers worden
gesproken. Daarom heb ik de volgende drie concrete vragen.

Ten eerste, kunt u, in het kader van het gelijkheidsprincipe binnen de
federale politie, nagaan op welke wijze de wrevel bij de ex-leden van
de BOB door een wetswijziging of een statutenwijziging kan worden
weggewerkt?

Ten tweede, wat gebeurt er met het geplande vergelijkend examen,
nu er duidelijk geen oplossing is voor de betrokken problemen?

Ten derde, bestaat de mogelijkheid de ex-leden van de BOB te
benoemen als hoofdinspecteur, aangezien zij die functie al geruime
tijd in de praktijk uitoefenen?
quelque temps déjà?
04.02 Minister Antoine Duquesne: Mevrouw De Meyer, ik wil u
eraan herinneren dat de betrokken personeelsleden behoorden tot de
basisformatie van de voormalige rijkswacht en dat zij volkomen
logisch werden ingeschaald in de basisformatie van de geïntegreerde
politie die in twee niveaus gestructureerd werd. Elk personeelslid
wordt ingeschaald op hetzelfde niveau waartoe het voordien
behoorde. Precies omwille van de specifieke verplichtingen van deze
personeelsleden, die voortkomen uit een al dan niet terechte
vergelijking met hun collega's van de voormalige gerechtelijke politie
bij de parketten, werd hen de hoedanigheid van officier van
gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings,
toegekend. Dat lost het functionele probleem op.

Het statuut bepaalt zeer duidelijk dat de aanstelling in de graad en de
hoedanigheden van het middenkader geen enkel andere statutair
voordeel oplevert. De toekenning van die specifieke hoedanigheid
heeft dus geen statutaire gevolgen op het geldelijke vlak. Er werd
echter in het overgangsrecht een specifieke aanvullende toelage
toegekend die de loonspanning tussen hen en de leden van het
middenkader, komend uit de voormalige gerechtelijke politie bij de
parketten, gedeeltelijk moest overbruggen. Dat de leden van de
voormalige gerechtelijke politie bij de parketten, waarmee zij zich
vergelijken, behoren tot het middenkader heeft te maken met
historische verschillen die onder meer voortvloeien uit het vereiste
niveau van voorafgaande opleiding.

Voor een bevordering tot het middenkader via een vergelijkend
04.02 Antoine Duquesne,
ministre: Les membres du
personnel concernés
appartenaient au cadre de base
de l'ancienne gendarmerie et ont
donc été versés dans le cadre de
base de la police intégrée.
Fonctionnellement, toutefois, ils se
sont vu attribuer un grade et une
qualité dans le cadre moyen. Le
statut dispose explicitement que
cette situation n'a aucune
implication pécuniaire. Les
intéressés bénéficient néanmoins
d'une indemnité complémentaire
spécifique destinée à compenser
la différence de traitement par
rapport au cadre moyen de la
police judiciaire. Pour des raisons
historiques qui concernent les
exigences en matière de
diplômes, les membres de la
police judiciaire, à qui ils se
comparent, appartiennent au
cadre moyen.

Pour prétendre à une promotion
29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
examen, gekoppeld aan de mobiliteit, bestaat er geen afwijkende
regeling ten gunste van de ex-BOB'ers. Zij zijn dus onderworpen aan
hetzelfde systeem als alle andere politieambtenaren. Er bestaan
vrijstellingen van opleidingsgedeelten, doch niet enkel voor
personeelsleden die in het verleden reeds bepaalde opleidingen
hebben gevolgd. In geen geval bestaat er een vrijstelling op basis
van een uitgeoefende functie. De modaliteiten van het vergelijkend
examen werden inderdaad weergegeven in het Infoblad nr. 1386 van
3 januari 2002. Het is echter volledig in overeenstemming met de
reeds op 26 februari 2001 verspreide informatie in Infoblad nr. 1098,
waarin zeer duidelijk aan de hand van een becijferd voorbeeld alle
mogelijkheden van het specifieke vergelijkend examen werden
weergegeven.

Ik herinner u er eveneens aan dat de inschaling en alle andere
statutaire bepalingen het resultaat zijn van afwijkingen van soms
tegenstrijdige belangen en van onderhandelingen binnen het
onderhandelingscomité voor de politiediensten. Het eindresultaat is
een delicate evenwichtsoefening waaraan niet kan worden getornd
zonder het evenwicht in gevaar te brengen. Het huidige geplande
vergelijkend examen, geldig voor alle kandidaten ongeacht hun
oorsprong, is de correcte uitvoering van het overeengekomen statuut.
Uitstel zou leiden tot andere concrete problemen op het terrein. Er is
immers nood aan nieuwe personeelsleden in het middenkader. Het
overgaan tot de benoeming van de ex-BOB'ers zonder dat zij met
goed gevolg hebben deelgenomen aan het vergelijkend examen en
de daaropvolgende opleiding, zou flagrant in tegenspraak zijn met het
overeengekomen statuut en dus ten aanzien van alle andere
kandidaten het gelijkheidsbeginsel schenden.
dans le cadre moyen, les anciens
membres de la BSR doivent
participer à un concours, à l'instar
des autres fonctionnaires de
police. Aucune dispense n'est
accordée sur la base de la
fonction exercée. Le personnel a
été informé précisément sur ce
concours. Cette réglementation
résulte de négociations complexes
et il n'y a pas à y déroger. Il serait
inéquitable pour les autres
fonctionnaires de police de
nommer inspecteurs d'anciens
membres de la BSR sans leurs
faire subir d'examen.

04.03 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw uitgebreid antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Filip De Man aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de versnelde
aanwerving van politiemensen" (nr. 7275)
05 Question de M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "le recrutement accéléré de policiers"
(n° 7275)
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de politiehervorming is geen gemakkelijke klus
voor u. Het loopt niet van een leien dakje, mag men wel zeggen.
Voortdurend zijn er problemen. Vandaag is er een staking in Temse.
Gisteren was er een in Halle. Dat gaat zo maar door. Maar goed, u
zegt dat u uw best doet.

Een van de problemen is dat er te weinig politiemensen zijn. De
eerste minister heeft de voorbije weken beloofd om grote
inspanningen te doen om extra politiemensen aan te werven en in te
zetten, vooral in de grote steden. Hij heeft bezoeken afgelegd aan
Charleroi, Gent en Antwerpen, in die volgorde, en hij heeft daar
beloofd om daar inderdaad iets aan te doen. Mij is echter niet
duidelijk waar men die extra inspecteurs en officieren ­ die laatste
groep vormt minder een probleem ­ moet gaan zoeken. Ik wil een
heel duidelijke vraag stellen en hoop er dan ook een duidelijk
05.01 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): A en croire le premier
ministre, des policiers
supplémentaires seront recrutés,
en particulier dans les grandes
villes. Toutefois, les campagnes
de recrutement actuelles suffisent
à peine à compenser les départs
naturels. Combien de nouveaux
membres du personnel entreront
en service à la police cette année-
ci? Combien de membres du
personnel quittent en moyenne le
corps annuellement?

CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
antwoord op te krijgen. Als ik zeg dat de lopende
aanwervingscampagnes en opleidingscycli er nauwelijks toe zullen
bijdragen om de natuurlijke afvloeiing bij de politie op te vangen, is
dat dan correct? Wij hebben in dit land bijna 40.000 politiemensen.
Daarvan gaan er dit jaar wellicht enkelen met pensioen. Sommigen
worden ziek, nemen ontslag of worden ontslagen. Zult u er in slagen
om alleen al de natuurlijke afvloeiing op te vangen? Hoeveel nieuwe
krachten zullen dit jaar de politiediensten vervoegen, zowel federaal
als lokaal? Ik heb het daarbij over alle korpsen. Hoe groot schat u het
aantal mensen in dat jaarlijks het korps verlaat om redenen als
pensioen, ontslag, invaliditeit, ziekte enzovoort?
05.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de voorzitter, collega's,
ten eerste spreekt men hier over problemen, terwijl er geen zijn.

Ainsi, je puis déduire des chiffres dont je dispose qu'à Charleroi, il y a
262 demandes pour 262 emplois vacants; à Liège, il y a 180
demandes pour 49 emplois vacants; à Anvers, 93 demandes ont été
introduites pour 80 emplois vacants et à Gand, 186 demandes sont
rentrées pour 162 emplois vacants.

J'en viens maintenant au mécanisme.

In de periode van 27 december 2000 tot eind 2001 werden 1.044
kandidaten voor het basiskader van de federale politie geselecteerd.
Er waren 40 aspirant-commissarissen. Voor de periode van begin
januari 2002 tot 6 juni 2002 zijn er 426 aspirant-inspecteurs. Voor het
officierskader werden in die periode 40 kandidaten geselecteerd,
waarvan er 27 zijn vrijgesteld van de basisopleiding. Voor het
hulpkader is momenteel in een reserve voorzien die voldoende groot
is om aan de behoeften van de zones te voldoen. Aan officieren is er
zeker geen tekort. Het aantal kandidaten dat jaarlijks moet worden
geselecteerd, wordt aan de hand van de volgende theoretische
normen bepaald. Jaarlijks wordt ervan uitgegaan dat 1,2% van de
leden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie
vervroegd de organisatie verlaat en dat 2,5% van het aantal
personeelsleden moet worden vernieuwd. De samenstelling van deze
cijfers komt uit op 3,7% en moet worden vermenigvuldigd met het
aantal leden van het operationele kader van de geïntegreerde politie.
Zodoende komt men uit op het aantal kandidaten dat moet worden
geselecteerd. Voor de eerste rekrutering, georganiseerd door de
federale politie, werd dit cijfer op 1.383 bepaald. Dit aantal wordt aan
de hand van de 1-3-9-regel over de drie kaders verdeeld. Dit
betekent dat 958 kandidaten naar het basiskader gaan, 319
kandidaten gaan naar het middenkader en 106 kandidaten moeten
voor het officierskader worden geselecteerd. Op korte termijn kan de
bepaling van het aantal kandidaten op basis van de voormelde
berekeningswijze worden gehandhaafd.

Een andere methode om het aantal kandidaten te bepalen is veeleer
praktisch-empirisch van aard. Het aantal te selecteren kandidaten
voor de lokale en federale politie wordt bepaald op grond van de
behoeften aan personeel geformuleerd door de lokale en federale
politie. Dit aantal wordt verhoogd met 20% om het mogelijk te maken
bepaalde politiediensten die nog behoeften zouden hebben, voort te
helpen. Op middellange termijn zou dit systeem het vroegere
systeem kunnen vervangen.
05.02
Antoine Duquesne,
ministre: Monsieur De Man voit
des problèmes là où il n'y en a
pas.

In Charleroi zijn er 262 aanvragen
voor 262 vacante betrekkingen, in
Luik 180 voor 49 betrekkingen, in
Antwerpen 93 voor 90
betrekkingen en in Gent 186 voor
162 betrekkingen.

En 2001, il y a eu 1044 candidats
pour le cadre de base de la police
fédérale et 40 aspirants
commissaires. Durant la première
moitié de 2002, le nombre
d'aspirants inspecteurs était de
426, et 40 candidats ont été
sélectionnés pour le cadre des
officiers. En ce qui concerne le
cadre auxiliaire, nous disposons
de réserves suffisantes. Il n'y a
pas davantage pénurie d'officiers.

La police fédérale tient compte du
départ de 3,75 pour cent du cadre
opérationnel chaque année, ce qui
représente 1383 personnes en
chiffres absolus. Si l'on pratique
une ventilation selon la règle
1/3/9, il convient donc d'engager
958 candidats pour le cadre de
base, 319 autres pour le cadre
moyen et enfin 106 candidats pour
le cadre des officiers.

Une autre méthode de calcul
consiste à partir des besoins
concrets en personnel des
services et à augmenter les
chiffres obtenus de 20 pour cent
pour parer aux besoins imprévus.
A moyen terme, ce système
remplacera la méthode de calcul
classique.
29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
We mogen ook niet uit het oog verliezen dat door de inwerkingtreding
van het nieuw statuut het moeilijker wordt om het aantal
personeelsleden die de organisatie verlaten door pensionering
correct te kunnen inschatten gezien de toename van de variabele
parameters, met name de aanpassing van de pensioenregeling en
het bestaan van het verlof voorafgaand aan de pensionering.

De directies van het beleid, het beheer, de ontwikkeling en de
mobiliteit en het openbaar beheer van de algemene directie van het
personeel van de federale politie zijn zich terdege bewust van het feit
dat voor het voeren van een degelijk en consequent personeelsbeleid
statistische gegevens over de personeelsleden noodzakelijk zijn.
Momenteel zijn zulke gegevens niet voorhanden, maar de betrokken
directies zullen met het oog op een doorbraakpersoneelsbeleid de
nodige gegevens inzamelen, verwerken en benutten.

Wij kunnen dus besluiten dat de nieuwe aanwervingen de vertrekken
zullen compenseren en er zeker geen tekort aan nieuwe kandidaten
is. Om de deficits weg te werken, zal wel meer tijd nodig zijn. Men
mag niet uit het oog verliezen dat een groot aantal korpsen van de
gemeentepolitie reeds voor de politiehervorming met een soms
aanzienlijk tekort aan personeel te kampen hadden. Van de
hervorming zelf mag niet worden verwacht dat wij de problemen van
destijds onmiddellijk zullen oplossen en tegelijkertijd het effectief ter
beschikking zullen stellen. Ook andere maatregelen moeten daartoe
bijdragen, zoals het vervangen van leden van het operationele kader
in kaderfunctie door Calog-personeel.

Ik ben ook in het bezit van de cijfers vanaf 1 april 2001 tot
1
april
2002. Er waren meer dan elfduizend kandidaten, bijna
twaalfduizend.

Ik heb u de cijfergegevens met betrekking tot Charleroi, Luik,
Antwerpen en Gent gegeven en heb daarmee geen enkel probleem.

Compte tenu des régimes de fin
de carrière supplémentaires
prévus par le nouveau statut, il est
devenu plus difficile d'estimer le
nombre de départs annuels. Pour
mener une bonne politique du
personnel, il est absolument
indispensable de disposer de
chiffres fiables. Cet objectif
recevra dès lors une priorité
absolue.

Les nouveaux recrutements
compenseront sans problème les
départs naturels. Nous ne
manquons pas de candidats. Il ne
faut toutefois pas perdre de vue
que pour les réformes, certains
corps de la police communale ont
été confrontés à d'importants
déficits en personnel. Nous ne
devons pas nous attendre à ce
que la police unique vienne
comme par magie combler ces
anciens déficits et soit même à
l'origine d'un excédent.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, met al
mijn sympathie, maar u vergat Brussel.

Volgens niemand minder dan de burgemeester van Brussel, de heer
Thielemans, is de rekrutering in zijn stad dramatisch.
05.04 Antoine Duquesne, ministre: M.
Thielemans est un
méridional, c'est comme les Marseillais en France!
05.05 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Ce n'est pas un méridional,
c'est un Flamand francisé!
05.06 Antoine Duquesne, ministre: Il y a aussi des Flamands du
Sud!
05.07 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, u zegt
dat u voldoende kandidaten hebt, bijna 12.000. Mij gaat het daar
echter niet om, het gaat om de mensen die effectief in dienst zullen
treden. Dan worden uw cijfers interessant. U zegt dat er voor het jaar
2001 1.044 en voor dit jaar 426 kandidaat-inspecteurs zijn. Wij zijn
nog maar half het jaar, dus het aantal kandidaten voor dit jaar
vermenigvuldigd met 2 geeft 850 personen.
05.07 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Le bourgmestre de la ville
de Bruxelles a encore récemment
déclaré que le recrutement de
policiers lui pose d'importants
problèmes et que sa zone devra
prochainement faire face à une
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13

Mijnheer de minister, zowel voor 2001 als ­ en blijkbaar nog erger ­
voor 2002, hebt u een formidabel deficit. U zegt zelf dat u 3,7% van
de politiebeambten moet vervangen. Als ik enigszins kan tellen, is
3,7% wel wat meer dan 1.000 of 850 kandidaat-inspecteurs, vorig
jaar of dit jaar. U komt er bijgevolg niet toe om een natuurlijke
afvloeiing bij de inspecteurs op te vangen. Meer nog de eerste
minister heeft beloofd dat de deficits zouden worden opgevuld. U
geeft zelf toe dat de deficits momenteel niet kunnen worden
weggewerkt. Dat is niet uw persoonlijke fout, maar de eerste minister
van dit land heeft eens te meer een belofte gedaan die hij niet kan
hardmaken.
pénurie d'au moins 100 agents.
En revanche, le ministre
Duquesne affirme avec aplomb
qu'il n'y a aucun problème de
recrutement. Il omet prudemment
d'évoquer la différence entre,
d'une part, le nombre de
candidatures et, d'autre part, le
nombre d'entrées en service
réelles. Ce n'est pas parce que
1000 personnes ont présenté leur
candidature que 1000 agents sont
entrés en service. Si j'analyse les
chiffres de l'an dernier et de
l'année en cours, je ne puis
qu'arriver à la conclusion que
nous serons rapidement
confrontés à une pénurie criante
de personnel de police. Le
ministre a-t-il peut-être oublié qu'il
devait procéder au remplacement
de pas moins de 3,7% des
effectifs? Il est clair que les
départs naturels des membres du
personnel de police ne pourront
jamais être compensés, de sorte
que les déclarations optimistes de
M. Duquesne et du premier
ministre sont trompeuses et
déplacées. La coalition arc-en-ciel
a une nouvelle fois pris un
engagement qu'elle ne sera pas
en mesure de concrétiser.
05.08 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, M. De
Man fait des spéculations. Je ne peux pas le lui reprocher, il n'est pas
ministre de l'Intérieur. Mais moi, des rapports me sont adressés par
mes services, basés sur la réalité.

Par contre, il a raison en ce qui concerne M. Thielemans, qu'il appelle
"le Flamand de Bruxelles". Il y a un déficit dans la zone de Bruxelles-
Ixelles et pour la zone d'Anderlecht, mais pas pour les autres zones
de Bruxelles.
05.09 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, de
gerechtelijke politie van Brussel heeft 100 manschappen te kort. Er
zijn overal tekorten.
05.10 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur De Man, il y a 4.300
hommes dans la police judiciaire. Il n'y en a jamais eu autant!

Un vrai problème se pose pour Bruxelles, Ixelles et Anderlecht. Pour
Bruxelles, il y a des candidats auxiliaires et inspecteurs. Il faut briser
les rigidités administratives. Il faut permettre à ces candidats d'entrer
en formation immédiatement; théoriquement, ils entrent en formation
dans l'ordre de leur inscription.
05.10
Minister
Antoine
Duquesne: U zou uw cijfers
moeten herzien. Ik beschik over
verslagen die op de werkelijkheid
stoelen.

Voorts telt de gerechtelijke politie
momenteel 4330 personeelsleden,
het hoogste aantal ooit. Wat
29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Ensuite, il faut encourager ces services à recruter aussi du personnel
civil pour les décharger des tâches administratives.

Il faut réfléchir également très sérieusement à améliorer le système
d'un point de vue linguistique. Il existe une volonté à Bruxelles d'avoir
des agents bilingues mais il faut trouver un système qui permette de
répondre, de manière fonctionnelle, à cette exigence. Je crois qu'il ne
faut pas être un spécialiste de Gezelle, de Multatuli ou de Vondel
pour répondre aux conditions sur le terrain. Peut-être devra-t-on
réfléchir aussi à des exceptions en matière de mobilité car nécessité
fait loi. On ne peut évidemment pas admettre des hémorragies dans
certains corps de police.

Enfin ­ et je l'ai déjà souvent expliqué en commission ­, quand on
procède à des recrutements et que certains agents sont en attente
d'une affectation, ils sont versés dans l'ADA pour une certaine
période, un certain nombre de mois. Je ne vois aucun inconvénient à
les mettre tout de suite à disposition des zones qui connaissent un
déficit important et ce, moyennant rémunération.
Brussel betreft heeft u gelijk. De
zone Brussel-Elsene en de zone
Anderlecht kampen met een
tekort. Er zijn kandidaten en men
moet hen de kans bieden de
opleiding aan te vatten.

Tevens moet de indienstneming
van burgerpersoneel worden
aangemoedigd, moet het systeem
uit taalkundig oogpunt worden
verbeterd en moet er misschien
worden nagedacht over het
toestaan van uitzonderingen op
het stuk van de mobiliteit.


Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Filip De Man aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het opstarten van
een Europese grenspolitie" (nr. 7276)
06 Question de M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "la création d'une police frontalière
européenne" (n° 7276)
06.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, deze
vraag is bestemd voor de minister van Binnenlandse Zaken omdat
zijn collega's, of althans de regeringsleiders van Spanje en Engeland,
heel recent een belangrijke uitspraak over die zaak hebben gedaan.

U weet dat de heren Blair en Aznar zijn samengekomen en dat zij de
zaak van de grenspolitie volgende maand op de Europese top in
Sevilla willen aankaarten.

Immers, volgens hen zijn er een aantal landen, met name de Zuid-
Europese landen, die bijzonder grote problemen hebben om de
illegale immigratie tegen te houden.

Er is ook een probleem met Oost-Europa. Landen als Oostenrijk en
Duitsland zijn economisch sterker en kunnen meer investeren in die
aangelegenheden. Armere landen zoals Griekenland en Portugal
kunnen dat niet. Men stelt voor om, deels zelfs vanuit de Europese
Unie, die landen financieel te helpen om de grenspolitie uit te bouwen
en beter uit te rusten. Mijnheer de minister, er zou een voorstel van
Italië komen om het thema van die grenspolitie te bespreken. Is dat
voorstel al bij u aangekomen? Hoe staat u tegenover het voorstel?
Op welke manier zal die grenspolitie gefinancierd worden? Wat zal
de grootte en de samenstelling van het korps zijn? Welke
bevoegdheden zal het hebben?
06.01 Filip De Man (VLAAMS
BLOK):: Les Etats du Sud de l'UE
rencontrent de plus en plus de
problèmes face à l'afflux de
migrants clandestins. L'on a
proposé que l'UE procure une
aide financière à ces pays afin
qu'ils surveillent leurs frontières
extérieures. Entre autres
l'Espagne et la Grande-Bretagne
projetteraient de soulever cette
question lors du sommet prochain
de Séville.

J'entends dire que, cette semaine
à l'occasion d'une rencontre à
Rome, les ministres européens de
l'Intérieur examinent, sur la base
d'une proposition élaborée par
l'Italie, la piste d'une police des
frontières européenne à part
entière Le ministre Duquesne a-t-il
déjà pu prendre connaissance de
cette proposition? Quel est son
avis sur une telle police des
frontières européenne? Comment
cette police des frontières peut-
elle être financée? Quelles
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
pourraient être l'ampleur et la
composition d'un corps de ce
type? Quelles en seraient les
compétences?
06.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le président, monsieur
De Man, il s'agit ici d'un problème très important. On ne peut, en
effet, s'empêcher de penser qu'en raison de l'insuffisance des
contrôles aux frontières peuvent pénétrer dans l'Union un nombre
toujours plus important de clandestins souvent accompagnés.
Indépendamment de cette immigration clandestine, il y a aussi tous
les mouvements qui apportent une criminalité organisée grave (trafic
de drogue, etc.). C'est ainsi que des bandes organisées comme celle
des Yougoslaves sévissent dans la région de Menin et de Mouscron.
Il ne s'agit donc pas d'un problème théorique.

Lors de la présidence belge, j'ai fait savoir qu'il fallait que l'on cesse
de parler de ce problème et que l'on prenne des mesures concrètes
en la matière. C'est la raison pour laquelle on a mené à nos futures
frontières extérieures la plus grande opération de police que l'on n'ait
jamais menée (l'opération "high impact') et qui a donné des résultats
intéressants du point de vue de la méthode.

Lors de la présidence belge, nous avons également fait adopter un
certain nombre de règles en matière de fonctionnement du contrôle
aux frontières extérieures.

D'autres propositions sont sur la table. Il y a la proposition de la
Commission, les conclusions du groupe Osen auquel participaient la
Finlande, l'Autriche et la Belgique et dans lesquelles figurent un
certain nombre de propositions concrètes. Il y a enfin l'étude
présentée par les Italiens que je vais aller entendre à Rome, si je ne
rate pas mon avion. Je ne connais pas les détails de cette étude mais
toujours est-il qu'il s'agit là d'une contribution.

Pour être tout à fait franc, j'ai le sentiment qu'il n'existe toujours pas
de proposition à caractère vraiment opérationnel. Le progrès est
incontestable, mais, selon moi, on ne va pas assez vite et assez loin.
Et si les mesures proposées ne sont pas inutiles, elles ne sont pas
suffisamment opérationnelles. Ce sont des propos que je tiendrai tout
à l'heure et demain à Rome. Je crois, en effet, qu'il s'agit vraiment un
problème vital pour la sécurité en Europe.

Compte tenu de ce que je viens de vous dire, vous comprendrez
qu'un certain nombre de questions que vous m'avez posées quant
aux modalités du financement, à la taille et à la composition de cette
police, aux compétences, n'aient malheureusement pas encore été
abordées. Je dis bien malheureusement.

Dans tous les pays européens, on entend des discours sur le thème
de la sécurité. Je crois objectivement que l'on devrait en parler un
peu moins, agir un peu plus et prendre conscience que l'on ne peut
atteindre de résultats significatifs en la matière que par une plus
grande coopération policière entre les Etats européens.

Vous devez savoir que les contestations sont nombreuses, ne serait-
ce qu'en ce qui concerne les bases juridiques. Ainsi, par exemple, en
principe, la coopération policière relève, selon les traités, largement
06.02 Minister Antoine
Duquesne: Het is een belangrijk
probleem. Het gebrek aan
grenscontroles mag mijns inziens
niet worden aangevoerd om een
steeds groter aantal illegalen en
alle duistere praktijken die ermee
gepaard gaan, te aanvaarden. Er
moeten concrete maatregelen
worden genomen zoals de "High
Impact" actie die we hebben
gevoerd.

Tijdens het Belgische
voorzitterschap van de Europese
Unie, werden een aantal regels
inzake de grenscontroles
goedgekeurd. Er bestaan andere
voorstellen waaronder een
Italiaanse studie die in Rome zal
besproken worden. Maar echt
operationele voorstellen liggen
nog niet binnen handbereik. Op
Europees vlak zullen we slechts
concrete resultaten boeken door
een grotere samenwerking.
Vanmiddag en morgen zal ik in
Rome voorstellen in die zin
formuleren.

29/05/2002
CRIV 50
COM 766
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
du premier pilier. Un grand nombre de propositions formulées pour
l'instant sont présentées dans le cadre du troisième pilier, c'est-à-dire
dans le cadre de la coopération intergouvernementale. Cela ne me
pose pas de problème. L'important, c'est que cela se fasse et peu
importe que ce soit dans le cadre du premier ou du troisième pilier.
Cependant, cela est révélateur de certaines réticences qui peuvent
exister.

Lors de ma visite à Rome, je ferai donc savoir que je me réjouis des
efforts qui sont fournis, mais que je souhaiterais que les choses
aillent plus vite et se fassent de manière plus concrète.
06.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
begrijp dat, als de minister niet over het voorstel beschikt, hij moeilijk
veel uitleg kan geven.

Ik zou alleen graag vernemen, mijnheer de minister, of u het principe
steunt waarbij wordt voorgesteld dat de Europese Unie een aantal
landen financieel zou ondersteunen en dat dus bijvoorbeeld België de
Zuid-Europese landen financieel mede zou ondersteunen? Wilt u
daarvan werk maken?
06.03 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Je comprends qu'il est
difficile pour le ministre de fournir
des précisions à propos d'une
proposition dont il ignore le
contenu. Le ministre est-il
personnellement favorable à une
telle police européenne
frontalière?
06.04 Antoine Duquesne, ministre: Pour l'instant, l'Union
européenne réalise un gros effort vis-à-vis de nos futures frontières à
l'Est. J'estime que c'est un bon investissement pour deux raisons:
d'abord parce le renforcement des contrôles dans ces pays ­
Pologne, Hongrie, Estonie, Roumanie, etc. ­ établit un premier filtre
avant nos frontières; et ensuite, parce que nous sommes dans un
processus d'élargissement et que bientôt ces frontières deviendront
les frontières extérieures. Raison pour laquelle on ne doit pas s'en
désintéresser. Il est vrai que de gros efforts doivent encore être
accomplis par ces pays même s'ils en ont déjà fourni. J'ai visité à peu
près toutes ces frontières: la tâche est énorme. Aux points de
passage ou de contact, les difficultés sont moindres. Mais, par
exemple, la "green border" ­ depuis la Finlande jusqu'à la
Méditerranée ­ représente un travail considérable.

Il s'agit d'être très prudent car les passeurs sont performants, tant
pour l'immigration clandestine que pour les trafics en tout genre ­
armes, drogues etc. D'autant que certains pays comme la Russie, qui
connaissent de nombreux problèmes aux frontières orientales, se
désintéressent des frontières occidentales. Raison de plus pour être
très prudent car quantités de trafics proviennent d'Ukraine ou
trouvent une origine encore plus lointaine ­ en Russie, etc. Je suis
partisan du renforcement de la coopération à ce niveau.

Vous avez mentionné le Sud. La menace des pays du Maghreb n'est
pas évidente encore mais malgré tout, il y a là également une
augmentation de la pression. Une coopération avec ces pays
constitue une première protection eu égard à l'Union européenne.
06.04 Minister Antoine
Duquesne: Ik ben langs die
grenzen poolshoogte gaan
nemen. Er is gigantisch veel werk
aan de winkel. De betrokken
landen hebben al een serieuze
inspanning geleverd. Het
uitbreidingsproces is aan de gang,
en er wacht ons een immense
opdracht. Voorzichtigheid is des te
meer geboden daar sommige
landen, zoals Rusland, met grote
problemen kampen aan hun
oostgrens en daardoor de neiging
vertonen hun andere grenzen wat
te verwaarlozen.

Wat het Zuiden betreft, moet er
actief worden samengewerkt met
de Maghreblanden; zij vormen
immers de eerste dam voor de
Europese Unie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.05 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik zie
dat de minister op zijn horloge kijkt. Ik weet dat de minister om 12 uur
moet vertrekken. De inhoud van mijn interpellatie nr. 1285 is niet zo
06.05 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Le ministre est
manifestement pressé par le
CRIV 50
COM 766
29/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
dringend. Het stoort mij dus helemaal niet om mijn interpellatie uit te
stellen.
temps. Mais j'estime que mon
interpellation n°1285 sur les
demandeurs d'asile revêt trop
d'importance pour être traitée
maintenant dare-dare. Par
conséquent, il me paraît opportun
de la reporter.
06.06 Antoine Duquesne, ministre: Ce n'est pas vraiment
d'actualité. C'est un problème de principe, mais qui a son importance.
Je souhaite pouvoir donner des précisions.
La réunion publique de commission est levée à 12.02 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.02 uur.