KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 762
CRIV 50 COM 762
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
28-05-2002 28-05-2002
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, en aan de
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand, over "de vaste boekenprijs"
(nr. 7293)
1
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, et au ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "le prix unique du livre" (n° 7293)
1
- mevrouw Leen Laenens aan de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, en aan de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "de
vaste boekenprijs" (nr. 7345)
1
- Mme Leen Laenens au ministre de l'Economie et
de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, et au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "le prix unique du livre" (n° 7345)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Leen
Laenens, Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Servais Verherstraeten, Leen
Laenens, Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes
Vraag van de heer Léon Campstein aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "het arrest van het Arbitragehof van
28 maart 2002 en de bescherming van de borgen"
(nr. 7227)
4
Question de M. Léon Campstein au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "l'arrêt de la
Cour d'arbitrage du 28 mars 2002 et la protection
des cautions" (n° 7227)
4
Sprekers: Léon Campstein, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Léon Campstein, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de wetenschappelijke return van de
deelname van de heer Frank De Winne aan een
ruimtevaartmissie in oktober eerstkomend"
(nr. 7240)
6
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "les
retombées scientifiques de la participation de M.
Frank De Winne à une mission spatiale en octobre
prochain" (n° 7240)
7
Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de
eerste minister en tot de minister van Economie
en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "de malaise in de
Belgische chemie" (nr. 1283)
9
Interpellation de Mme Trees Pieters au premier
ministre et au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes, sur "le malaise dans l'industrie
chimique belge" (n° 1283)
9
Sprekers: Trees Pieters, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Trees Pieters, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Moties
14
Motions
14
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie en wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de ziekenhuisverzekeringen" (nr. 7294)
15
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "les
assurances hospitalisation" (n° 7294)
15
Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de overheidssteun aan bedrijven" (nr. 7310)
18
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "l'aide
publique accordée aux entreprises" (n° 7310)
18
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
28
MEI
2002
14:00 uur
______
du
MARDI
28
MAI
2002
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.35 uur door mevrouw Muriel Gerkens, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.35 heures par Mme Muriel Gerkens, présidente.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, en aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven
en Participaties, belast met Middenstand, over "de vaste boekenprijs" (nr. 7293)
- mevrouw Leen Laenens aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met
het Grootstedenbeleid, en aan de minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "de vaste boekenprijs" (nr. 7345)
01 Questions jointes de
- M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, et au ministre des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "le prix unique du livre" (n° 7293)
- Mme Leen Laenens au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes, et au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations
publiques, chargé des Classes moyennes, sur "le prix unique du livre" (n° 7345)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid.)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes.)
01.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, de vaste boekenprijs is reeds geruime tijd, zelfs
tijdens de vorige legislaturen, onderwerp van discussie in diverse
parlementen in België. De vaste boekenprijs dient de culturele
diversiteit te bevorderen en de kleinschalige boekhandels te
ondersteunen.
De kleinschalige boekhandels staan onder druk omdat ze moeten
concurreren met de grote maatschappijen en de grootwarenhuizen
die hun boeken verkopen aan dumpprijzen. U hebt terzake een
01.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le controversé prix fixe
du livre vise à protéger les petites
librairies et leur offre spécifique.
Quelle est la situation actuelle?
Suivez-vous l'exemple de la
France et de la Grande-Bretagne?
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
ontwerp aangekondigd waarin u het goede voorbeeld van diverse
landen in de Europese Unie zoals Frankrijk en Groot-Brittanië volgt.
Wat is de stand van zaken aangaande uw wetsontwerp?
01.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij de vraag van de heer
Verherstraeten.
Zopas werd in het Europees Parlement gestemd over het rapport-
Rothley. Het rapport bevat aanbevelingen aan de Commissie om een
vaste boekenprijs in te stellen en het herbevestigt de stelling dat elke
lidstaat vrij kan overgaan tot een methode om een vaste boekenprijs
in te stellen, bijvoorbeeld via een wettelijke uitwerking. De stemming
daarrond maakt me toch enigszins ongerust. Het wetsontwerp ligt nu
reeds meer dan een jaar ter discussie en daarom leek het me
belangrijk om na te gaan hoever men daarin stond.
De resoluties in het Europees Parlement zijn niet eenparig
goedgekeurd. Sommige Europese parlementsleden verklaarden dat
een vaste boekenprijs strijdig zou zijn met vrije mededinging.
Sommige leden daarvan stelden in het rapport dat een vaste
boekenprijs strijdig zou zijn met het principe van de vrije
mededinging. De liberale strekking is van mening dat ook cultuur de
wetten van de vrije markt zou moeten volgen. Wij en velen met ons
zijn er echter van overtuigd dat men, zoals collega Verherstraeten
aanhaalt, de culturele diversiteit maximaal moet bevorderen en dat
daartoe de hele keten van auteur tot lezer actief moet worden
ondersteund, ook de kleine zelfstandige boekhandel. Reeds 10 jaar
ijveren wij hiervoor en ik hoop dat wij van de minister een positief
antwoord zullen verkrijgen.
01.02 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Le projet de loi relatif au
prix fixe du livre est sur la table du
gouvernement depuis plus d'un an
déjà. Peut-on encore en espérer
quelque chose? A l'occasion de la
discussion du rapport Rothley, au
Parlement européen, certains
ultra-libéraux ont estimé que le
prix fixe des livres est contraire au
principe de la libre concurrence et
que la culture doit, elle aussi,
s'adapter aux lois du marché. De
telles considérations sont
inquiétantes.
01.03 Minister Charles Picqué: Mevrouw de voorzitter, collega's,
ook ik ben mij bewust van de dringende noodzaak om de
boekenmarkt in ons land opnieuw in evenwicht te brengen. Zoals u in
de pers kon lezen stond het voorontwerp van wet tot reglementering
van de boekenprijs op de agenda van de Ministerraad van maart, één
week na de laatste rondetafelconferentie tijdens dewelke ik het aan
de pers heb voorgesteld. Door tijdsgebrek evenwel kon dit
agendapunt niet worden besproken en werd er overeengekomen om
dit punt op de agenda van een volgende kernvergadering te plaatsen.
Uw vraag komt als geroepen, zou ik zeggen, vermits de bespreking
van de tekst op de agenda van de kernvergadering van volgende
week staat. Dat betekent natuurlijk niet dat iedereen het met mijn
voorstel eens zal zijn. Ik kan niet verdoezelen dat er uiteenlopende
meningen bestaan.
Over de manier waarop wij het probleem zullen oplossen, kan ik het
volgende zeggen. Uw vrees in verband met het Rothley-verslag
begrijp ik niet goed. Dat verslag werd op 16 mei door het Europees
Parlement goedgekeurd. Het roept de commissie ertoe op een
richtlijn goed te keuren die voor de bestaande of nog op te richten
nationale stelsels van vaste boekenprijs een economisch en juridisch
kader invoert zonder aan de lidstaten, die daarover niet beschikken,
een verplichting op te leggen. De goedkeuring van dat verslag is dus
een erg bemoedigend element, hoewel het niet zeer waarschijnlijk
01.03 Charles Picqué, ministre:
L'avant-projet de loi figurait à
l'ordre du jour du Conseil des
ministres du 14 mars mais il n'a
pas été examiné, faute de temps.
Espérons qu'il pourra l'être lors de
la réunion de demain du cabinet
restreint. Je ne m'attends pas à ce
que tout le monde approuve mon
texte.
Le rapport Rothley préconise une
directive créant un cadre juridique
pour le prix fixe du livre, sans
imposer d' obligation aux Etats
membres où le système du prix
fixe du livre n'existe pas.
L'adoption de cette directive est
encouragée mais il est peu
vraisemblable que la Commission
la mette en oeuvre. En effet, il
existe des divergences de vue
internes sur l'approche à
privilégier dans cette affaire.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
lijkt dat is nog iets anders dat de commissie de aanbevelingen
ervan zal volgen. Ik ben mij er namelijk van bewust dat er een
oppositie binnen de commissie bestaat tegenover een dergelijke
regelgeving. Er zijn interne twisten over de manier waarop wij dat
probleem moeten aanpakken. Dat gezegd zijnde, denk ik dat de
evolutie bemoedigend is.
Ik meen dat u misschien op een dwaalspoor werd gebracht door een
artikel dat op 17 mei in De Gazet van Antwerpen is verschenen en
waarin staat dat de zaak van de Duitse ondernemingen Libro die bij
de Europese Commissie klacht indienden tegen de vaste
prijsafspraken die er tussen de Duitse en Oostenrijkse boekhandels
bestaan en waarbij Libro niet betrokken was in het Europees
parlement de aanleiding tot het Rothley-verslag is. De Europese
Commissie oordeelde dat deze prijsafspraken strijdig zijn met de
Europese concurrentieregels en de vrije mededinging. Dat betekent
nog niet dat de Commissie zich verzet tegen nationale stelsels om de
boekenprijzen vast te stellen. Wel betekent het dat zij
grensoverschrijdende prijsakkoorden verbiedt tussen de
economische actoren die actief zijn in wat men de homogene
taalgebieden noemt. Het probleem betreft in feite de
grensoverschrijdende akkoorden tussen twee landen. Dat betekent
niet dat de Commissie gekant is tegen de formule. Ik moet zoals
gezegd erkennen dat commissaris Bolkenstein niet enthousiast is
over de formule. Ik veronderstel dat de Commissie zich niet verzet
tegen de maatregel. Wij zullen dat in de komende dagen en weken
zien.
U kunt rekenen op mijn vastberadenheid om tot een akkoord te
komen. Als er terzake geen akkoord bestaat binnen de regering, zal
ik u daarvan natuurlijk op de hoogte brengen. In elk geval zal ik mijn
voorstel blijven verdedigen.
La Commission a récemment
condamné les accords de prix
fixes conclus entre les librairies
allemandes et autrichiennes. Je
présume que c'est là l'origine de
l'inquiétude de Mme Laenens.
Cette condamnation ne concerne
cependant que les accords de prix
internationaux dans des régions
linguistiquement homogènes. Il n'y
a donc pas de quoi s'inquiéter.
01.04 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. U wijst op uw vastberadenheid. Wij zullen die
vastberadenheid na donderdag aanstaande natuurlijk kunnen
toetsen. Ik kan alvast zeggen dat u de steun van onze fractie hebt. Ik
doe een beroep op u opdat u uw vastberadenheid in daden zou
omzetten en niet alleen in woorden zou veruitwendigen.
Mijnheer de minister, ik wil u een suggestie doen. Het gaat hier over
vrije meningsuiting, over culturele diversiteit en over leesbevordering.
In ons land wordt veel te weinig gelezen. De waarden die ik opsomde
overstijgen ruimschoots de wetten van de absoluut vrije markt. Ik
denk dat u meer dan lang genoeg geduld geoefend hebt en dat men
uw vastberadenheid reeds lang op de proef gesteld heeft. Indien men
binnen de regering ook na donderdag uw vastberadenheid op de
proef wil stellen, doe ik u een suggestie. Breng uw tekst naar de
Kamer en u zult steun krijgen van de oppositie. Indien u dat niet doet,
vrees ik dat ik mevrouw Laenens zal moeten oproepen samen uw
tekst in de vorm van een wetsvoorstel in te dienen, en daarvoor de
urgente behandeling te vragen. Deze legislatuur is immers al
vergevorderd. Liever zou ik uiteraard de eer die u toekomt aan u
laten. Ik hoop dat u dit gerealiseerd kunt krijgen.
01.04 Servais Verherstraeten
(CD&V): La diversité culturelle et
la promotion de la lecture sont des
valeurs qui doivent primer le
marché libre. Nous nous félicitons
de l'obstination du ministre Picqué
dont le gouvernement a largement
éprouvé la patience. Le ministre
peut compter sur le soutien de
l'opposition s'il dépose ce projet à
la Chambre. Le cas échéant, nous
en ferons une proposition de loi
pour laquelle nous demanderons
l'urgence.
01.05 Minister Charles Picqué: Vooraleer ik een wisselmeerderheid
zoek, zal ik natuurlijk proberen de regering te overtuigen van mijn
standpunt. Ik dank u alvast voor de steun die u mij verleent, mijnheer
01.05 Charles Picqué, ministre:
Je m'efforcerai d'abord de
convaincre le gouvernement.
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Verherstraeten.
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, de
groene fractie en ik delen alvast uw vastberadenheid. Aan onze steun
hoeft u niet te twijfelen. Ik herinner eraan ik knoop aan bij wat
collega Verherstraeten zegt , dat zowel de commissie voor de
Cultuur, Jeugd en Opvoeding als de commissie voor de Sport en de
Media een positief advies hebben uitgebracht over de resolutie
inzake de cultuur- en leesbevordering. Wat dat betreft kan er geen
discussie meer zijn.
Wanneer ik zei dat de stemming mij zorgen baarde, dan was het
omdat degenen die tegen gestemd hebben, weliswaar niet de
liberalen, maar toch de ultraliberalen waren als ik goed geïnformeerd
ben. Anderzijds maak ik mij geen zorgen over de houding van onze
regering, omdat ik onze regeringspartner als een liberale en niet als
een ultraliberale coalitiepartner ken. Hij zal u ongetwijfeld volgen in
de overtuiging dat het boek in eerste instantie als een cultuurproduct
moet worden gezien.
(...)
Ik bedoelde op de tegenstemmers in het Europees Parlement.
(...)
Dat zullen we volgende week weten na de bespreking in de
Ministerraad.
(...)
01.06 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Nous soutenons votre
détermination. Les avis sur la
promotion de la lecture sont
globalement positifs. Ceux qui ont
voté contre sont des ultra-libéraux,
ce que notre gouvernement n'est
heureusement pas.
La présidente: Nous vous souhaitons une bonne lutte au prochain
kern.
(...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de M. Léon Campstein au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "l'arrêt de la Cour d'arbitrage du 28 mars 2002 et la protection
des cautions" (n° 7227)
02 Vraag van de heer Léon Campstein aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "het arrest van het Arbitragehof van 28 maart 2002
en de bescherming van de borgen" (nr. 7227)
02.01 Léon Campstein (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, le problème du cautionnement est un des facteurs non
négligeables du surendettement. En matière de cautionnement, la
Cour d'arbitrage a rendu, fin mars dernier, un arrêt relativement
étonnant et bien sûr non dénué d'intérêt.
Cet arrêt concernait une procédure de faillite. Dans le cadre de cette
procédure, le failli est déclaré excusable, c'est-à-dire que ses dettes
lui sont remises. Mais la femme du failli, qui s'était portée caution
pour son mari, peut encore faire l'objet de poursuites par les
créanciers. La Cour d'arbitrage a estimé que cette situation était
02.01 Léon Campstein (PS):
Voor het eerst heeft het
Arbitragehof het principe ter
discussie gesteld dat zegt dat de
verschoonbaarverklaring van een
gefailleerde wat wil zeggen dat
zijn schulden worden
kwijtgescholden voor de rechter
geen grond is om te oordelen of
de borg geen vrijstelling moet
krijgen.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
injuste. Elle remettait ainsi en question, pour la première fois, une
notion qui a toujours prévalu et qui veut que les personnes qui se
portent caution sont poursuivies.
La Cour d'arbitrage a notamment dit: "Il n'est pas justifié de ne
permettre en aucune manière qu'un juge puisse apprécier s'il n'a pas
lieu de décharger la caution, en particulier eu égard au caractère
désintéressé de son engagement."
Le cautionnement, pour rappel, est un facteur non négligeable de
surendettement. Il aboutit dans de nombreux cas à des situations
dramatiques pour nombre de familles. Je pense que la loi sur le
règlement collectif des dettes est, pour le cautionnement, semblable
à la loi sur les faillites.
Cet arrêt pourrait-il s'appliquer aux cautions dans le cadre d'une
procédure de règlement collectif de dettes?
Indépendamment de votre réponse, ne pensez-vous pas qu'il
conviendrait de s'emparer de la problématique des cautions pour
tenter d'en améliorer le sort?
Wat de borgstelling betreft, zijn de
bepalingen van de wet betreffende
de collectieve regeling van
schulden vergelijkbaar met die
van de faillissementswet.
Is het arrest van het Arbitragehof
toepasselijk op borgen in het
kader van een procedure van
collectieve schuldenregeling?
Moet de situatie van de borgen
niet verbeterd worden?
02.02 Charles Picqué, ministre: Madame la présidente, il convient
de situer cet arrêt dans son contexte. Il s'agit effectivement d'un arrêt
important puisqu'il infléchit un principe jamais remis en cause depuis
l'adoption du Code civil, à savoir qu'une remise de dette accordée au
débiteur ne profite pas à la caution. Ce principe a une logique. La
fonction d'une garantie est d'être utilisée en cas d'insolvabilité du
débiteur principal.
Que dit la Cour d'arbitrage? Après avoir rappelé que la loi sur les
faillites ne permet pas de décharger la caution en cas d'excusabilité
du failli, la Cour estime que, je cite, "il n'est pas justifié de ne
permettre en aucune manière qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a
pas lieu de décharger la caution, en particulier en ayant égard au
caractère désintéressé de son engagement. (...) En permettant au
tribunal d'excuser le failli sans prévoir aucune possibilité de
décharger de leur obligation le conjoint ou la caution du failli déclaré
excusable, le législateur a pris une mesure qui n'est pas
raisonnablement proportionnée par rapport à son objectif, qui est de
tenir compte de manière équilibrée des intérêts en présence lorsqu'il
y a faillite et d'assurer un règlement humain qui prenne en
considération la situation de toutes les parties intéressées".
Quid des conséquences sur le règlement collectif des dettes? La loi
sur le règlement collectif des dettes contient les mêmes principes que
la loi sur les faillites. La remise des dettes du débiteur ne profite pas
à la caution.
Une caution pourrait-elle, sur la base de cet arrêt, obtenir une remise
de ces dettes? Il faut préciser que cet arrêt est une réponse à une
question préjudicielle et non un recours en annulation.
Dès lors, cet arrêt n'annule pas une disposition légale. Il ne
s'applique que dans le cas d'espèce soumis au tribunal qui a posé la
question à la Cour d'arbitrage. Mais on estime que dans de telles
situations, l'arrêt aura l'autorité d'un précédent.
02.02 Minister Charles Picqué: In
het geciteerde arrest herinnert het
Arbitragehof eraan dat de
verschoonbaarheid van de
gefailleerde geen decharge
inhoudt voor de borg, en verklaart
het dat het ongerechtvaardigd is
dat de rechter niet mag oordelen
of de borg al dan niet moet
worden ontlast, rekening houdend,
bijvoorbeeld, met de
belangeloosheid van diens
verbintenis.
Net als de faillissementswet
bepaalt de wet betreffende de
collectieve regeling van schulden
dat de borg geen voordeel heeft
van de kwijtschelding van de
schulden van de schuldenaar.
Het bovengenoemde arrest is
slechts van toepassing in een
specifiek geval. Het zal niettemin
als "gezaghebbend precedent"
gelden in soortgelijke situaties. De
rechtbanken bij wie eventueel een
zaak wordt aanhangig gemaakt,
moeten oordelen of het arrest
mutatis mutandis op de collectieve
schuldenregeling van toepassing
is, of kunnen een prejudiciële
vraag voorleggen aan het
Arbitragehof.
In overleg met mijn collega van
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Peut-on l'appliquer par analogie au règlement collectif de dettes? Il
appartiendra aux cours et tribunaux saisis d'en juger. Néanmoins,
une question préjudicielle pourrait être posée à la Cour d'arbitrage
sur l'application au règlement collectif de dettes des principes posés
par la cour en matière de faillite.
Ne doit-on pas mieux protéger les cautions? Oui. Trop
d'engagements de cautions motivés par la proximité familiale ou
même affective dans certains cas, on ne peut rien refuser
conduisent à des situations dramatiques. Vous avez eu raison de le
faire remarquer.
A la suite d'une étude que j'avais demandée sur le sujet, j'ai eu une
concertation positive avec mon collègue de la Justice sur les
principes d'une réforme du Code civil dans ce domaine. L'objectif est
de mieux protéger et informer la caution tout en maintenant l'efficacité
de cette garantie.
Le cautionnement est une voie d'accès au crédit et il est important
qu'il le reste. Sans cautionnement, il n'y a, en effet, parfois pas de
crédit.
La réforme est en chantier. Il s'agit d'une modification du Code civil
dont j'ai déjà dit qu'il ne fallait pas la mener dans la précipitation. Une
meilleure information et protection de la caution constituent un
principe qui devrait nous guider dans la réforme des lois particulières.
Ainsi, pour le crédit à la consommation, le projet dont on entame
aujourd'hui l'examen comporte certaines améliorations en ce qui
concerne l'information de la caution.
Justitie wordt aan een hervorming
terzake gewerkt. De bedoeling
ervan is de borg beter te
informeren en te beschermen.
02.03 Léon Campstein (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Elle contient un certain nombre d'éléments qui
me réjouissent puisque vous travaillez actuellement à la mise au
point d'un projet qui va dans le sens que je souhaite. A ce sujet, je
vais moi-même encore effectuer quelques recherches. En tout cas, il
m'intéresserait que votre cabinet me tienne au courant de l'évolution
des travaux.
02.03 Léon Campstein (PS): Ik
hoop dat we over de
werkzaamheden ingelicht zullen
worden.
02.04 Charles Picqué, ministre: Je confirme que l'avant-projet de loi
sur le règlement collectif de dettes que nous sommes en train de
préparer contiendra une disposition qui permettra au juge de
décharger la caution si l'exécution de son obligation est de nature à
lui rendre la vie impossible et à mettre sa personne en danger.
02.04 Minister Charles Picqué:
Het voorontwerp van wet dat ik
uitwerk, bevat een bepaling die
het de rechter mogelijk maakt om
de borg te ontlasten als het risico
bestaat dat zijn
levensomstandigheden erg
zouden verslechteren.
La présidente: Monsieur le ministre, le projet de loi sur l'excusabilité
du failli que nous avons voté il y a quelques mois contient un article
qui prévoit que les personnes qui se sont portées caution, qui ont
prêté de l'argent sans que ce ne soit dans le cadre d'une activité
économique ou rentable, ont la possibilité de bénéficier de
l'excusabilité si le remboursement des sommes les place dans une
situation de vie qui n'a plus la dignité nécessaire. Je pense que l'on
peut transposer cette disposition.
De voorzitter: Het ontwerp over
de verschoonbaarheid van de
gefailleerde voorziet in de
verschoonbaarheid voor de
personen die geld hebben
geleend buiten het kader van een
economische activiteit. Een
omzetting is denkbaar.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Het incident is gesloten.
03 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "de wetenschappelijke return van de deelname
van de heer Frank De Winne aan een ruimtevaartmissie in oktober eerstkomend" (nr. 7240)
03 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "les retombées scientifiques de la participation de M. Frank De
Winne à une mission spatiale en octobre prochain" (n° 7240)
03.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het was mijn bedoeling om u hierover op 8 mei 2002 tijdens
de openbare vergadering een vraag te stellen. Door uw afwezigheid
kreeg ik een antwoord van minister Daems. Ik bleef hierdoor
enigszins in de kou staan omdat het antwoord van de minister me
onnauwkeurig leek.
Graag had ik van u een iets nauwkeuriger antwoord gekregen op mijn
vragen.
De ruimtemissie van Frank De Winne is natuurlijk een heuglijke
gebeurtenis, maar ze moet toch meer inhouden dan een
mediagebeurtenis, daarvoor betalen we te veel. Het is een unieke
kans voor de wetenschappelijke wereld om experimenten te
organiseren met een grote toegevoegde waarde voor de
wetenschappelijke instellingen en universiteiten. Frank De Winne zou
17 experimenten moeten uitvoeren voor België.
Wat is de waarde van de wetenschappelijke experimenten die in het
kader van de ruimtereis worden opgezet? Hoe werden de
experimenten geselecteerd? Door wie gebeurde de selectie van de
Belgische experimenten? Wordt bij deze een verdeelsleutel
Nederlandstalig-Franstalig gehanteerd? Wat is de verhouding tussen
Nederlandstalige en Franstalige bedrijven, universiteiten en
wetenschappelijke instellingen die kunnen participeren aan deze
experimenteren? Kunt u een precies overzicht geven van de 17
Belgische experimenten en van de deelnemende personen?
België betaalde 15,5 miljoen euro voor deze kans van astronaut De
Winne. Ik heb echter gehoord dat zulks niet volstaat. Er bestaan nog
kosten voor de overheid, onder meer een persoonsgebonden
verzekering van 40 miljoen frank. Kunt u een overzicht geven van alle
kosten, verbonden aan deze ruimtemissie?
03.01 Simonne Creyf (CD&V): Le
8 mai, le ministre Daems a fourni
au nom du ministre Picqué une
réponse plutôt incomplète à mes
questions concernant la mission
aérospatiale de Frank De Winne.
Cette mission doit être davantage
qu'un événement médiatique car
elle est trop coûteuse pour n'être
que cela.
Quelle valeur revêtent les dix-sept
expériences scientifiques
belges
et qui y participe? Le
ministre peut-il nous éclairer sur
ces deux points? Comment ces
expériences ont-elles été
sélectionnées, et par qui? Quelle
est la proportion d'entreprises et
d'universités néerlandophones et
francophones qui peuvent y
prendre part? Le ministre peut-il
nous donner un aperçu des coûts
liés à cette mission spatiale?
03.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw Creyf, ik herinner er u aan
dat de zending van de heer De Winne past in het kader van de
Europese ruimtevaartorganisatie, de ESA, en van de bijdrage van de
ESA aan het internationaal ruimtestation.
Binnen de internationale context is het begrip "taalevenwicht" of
"gewestevenwicht" onbestaande als interne verdeelsleutel voor een
staat die aan het project meewerkt.
Ik herinner er overigens aan dat de bevoegdheid inzake ruimtevaart
uitsluitend tot het federale beleidsniveau behoort. Dat volgt uit artikel
6 van de bijzondere wet betreffende de institutionele hervormingen.
In die context, waarin het niet gemakkelijk is om de compensaties
tussen onze verschillende gewesten te verdelen, wil ik de volgende
03.02 Charles Picqué, ministre:
Une organisation internationale
comme l'Agence spatiale
européenne (ESA) ignore les
notions d équilibres linguistiques
ou d`équilibre régional. Les deux
seules entreprises concernées
sont flamandes; la répartition est
plus égale pour les universités.
Les expériences qui seront
réalisées à bord ont été
sélectionnées par des peers, des
comités d'experts de très haut
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
preciseringen aanbrengen.
Ten eerste, wat de industrieën betreft, geniet uitsluitend het Vlaams
Gewest gunstige compensaties. Immers, er zijn twee Belgische
bedrijven bij betrokken, met name Verhaert Design & Development
uit Antwerpen en Pedeo Techniek uit Oudenaarde.
Wat de medewerking van de universiteiten betreft, bereikt men een
evenwichtig geheel, met een Nederlandstalige deelname die
enigszins groter is dan de Franstalige.
De experimenten die men voor de zending van de heer De Winne op
de taxi flight naar het internationale ruimtestation heeft
voorbehouden, werden geselecteerd naar aanleiding van de
uitnodiging van de partners van het ruimtestation om voorstellen in te
dienen met het oog op het wetenschappelijk gebruik van het station.
Die selectie werd uitgevoerd door een comité van wetenschappelijke
deskundigen van zeer hoog niveau.
De experimenten die op een vluchtmogelijkheid wachten, maakten
het voorwerp uit van technische haalbaarheidsstudie. Zij zijn vooral
gesitueerd op het vlak van de fysica, de studie van nieuwe materialen
gevormd door verbrandingssynthese, kristallisatie van proteïnen,
diffusiecoëfficiënten van aardolie en dergelijke, en op het vlak van de
biologische wetenschappen, met name de biologie en de fysiologie
van de mens.
De uitrustingen die na de Andromede-zending van de Fransen aan
boord van het internationaal ruimtestation zijn gebleven, met name
de uitrustingen voor cardio- en cognitiewetenschap, worden voor
fysiologiewetenschappen gebruikt. Het gebruik van die uitrustingen
door België, maakt het voorwerp uit van een samenwerking met het
Centre national d'études spatiales.
De experimenten van de Belgische zending worden voorbereid door
wetenschappelijke onderzoeksteams, waaronder Europese,
Russische en Amerikaanse onderzoekers.
De principal investigators van de experimenten van de zending zijn
echter Belgisch, op enkele uitzonderingen na. Dat biedt ons
wetenschappelijk onderzoek de gelegenheid om zich op
internationaal vlak te positioneren en meer in het bijzonder om het
leadership op het vlak van spitstechnologisch onderzoek op te
nemen. Daarbij denk ik onder meer aan het onderzoek naar
osteoporose, de ziekte van Alzheimer en de metaalcomposieten. Dat
vindt plaats in de Europese wetenschappelijke polen die na de
zending zullen blijven bestaan.
Op Belgisch niveau zijn verschillende universiteiten bij eenzelfde
experiment betrokken. Het aantal Nederlandstalige principal
investigators is groter dan het aantal Franstalige. Al die
experimenten, hun wetenschappelijke inhoud en de eraan
meewerkende universiteiten, zal ik nu niet uitvoerig uit de doeken
doen, maar de lijst met de reeks experimenten die uitgevoerd zal
worden, houd ik ter uwer beschikking. Ik geef ze u als bijlage bij mijn
antwoord.
Het Prodex-programma van de ESA, waaraan België meewerkt,
niveau, et doivent encore faire
l'objet d'une étude de faisabilité
technique. Elles se situent dans le
domaine de la physique et des
sciences biologiques.
L'équipement qui est encore
présent dans la station spatiale
ISS, et qui sera utilisé par la
Belgique, y a été laissé après la
mission française Andromède. Les
équipes de chercheurs qui
préparent les expériences belges
sont de différentes nationalités ;
les principal investigators des
expériences sont essentiellement
des Belges. Notre pays a ainsi
l'occasion de se repositionner
dans la recherche scientifique de
haute technologie. Je vous
remettrai volontiers la liste des
expériences.
Le programme PRODEX de
l'Agence spatiale européenne
auquel la Belgique participe,
finance la préparation et la
réalisation des expériences belges
à concurrence de 4,6
millions
d'euros.
En tant qu'astronaute de l'ESA,
M. De Winne bénéficie bien sûr
d'une assurance sur la vie de
l'ESA ainsi que d'une assurance-
annulation.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
financiert de ontwikkeling van de experimenten in de industrie en de
voorbereiding en de uitvoering van de experimenten door de
Belgische wetenschappers.
Het totaalbedrag van die financiering bedraagt 4,6 miljoen euro en
wordt gedekt door de medewerking van België aan het Prodex-
programma. Er is ook een levensverzekering. Vermits De Winne een
ESA-astronaut is, wordt dat aspect gedekt in het kader van de
liquiditeitsbegroting van de ESA-astronauten. Om volledig te zijn, wil
ik daaraan toevoegen dat wij ook een annulatieverzekering hebben
afgesloten. Dat lijkt mij onontbeerlijk ingeval de heer De Winne
onbeschikbaar zou zijn voor de vlucht, die in principe voor 22 oktober
2002 gepland is.
03.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
de informatie. Mijn vraag was vooral ingegeven door
nieuwsgierigheid en niet door achterdocht. Ik ben blij dat u mij de
informatie wil geven.
Het is interessant om zeker rond die gebeurtenis meer informatie te
geven dan alleen dat er een tweede Belg de ruimte ingaat. Het is
interessant om te weten welk soort wetenschappelijke missies
daaraan verbonden zijn. Ik neem aan dat uw kabinet dat begeleidt en
dat er te gepasten tijde ruchtbaarheid aan zal worden gegeven. Het
gaat er niet alleen om de ruimtereis in de kijker te plaatsen maar ook
datgene dat daar op wetenschappelijk vlak uit kan resulteren.
03.03 Simonne Creyf (CD&V):
Ma question m'a avant tout été
inspirée par la curiosité. Nous
apprécierions qu'à l'avenir, le
cabinet nous fournisse davantage
d'informations sur les détails
scientifiques de la mission
spatiale.
03.04 Minister Charles Picqué: Ik kan u ook de details van de
begroting bezorgen.
03.04 Charles Picqué, ministre:
Je puis aussi vous fournir le détail
du budget.
03.05 Simonne Creyf (CD&V): Dat is prima. Ik dank u voor de
informatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Interpellatie van mevrouw Trees Pieters tot de eerste minister en tot de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "de malaise in de Belgische
chemie" (nr. 1283)
04 Interpellation de Mme Trees Pieters au premier ministre et au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes, sur "le malaise dans l'industrie
chimique belge" (n° 1283)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid.)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes.)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de aankondiging van ontslagen bij Tessenderlo Chemie was
nog aan het nazinderen toen Fedichem op 16 mei aankondigde dat
er op twee jaar tijd, met name tussen 1 januari 2000 en 31 december
2001, meer dan 4000 banen in de sector sneuvelden. In de
chemiesector, een van de belangrijkste sectoren in ons land zeker
in Vlaanderen, maar ook in Wallonië staan alle knipperlichten op
rood. Om dit aan te duiden had ik heel graag kort even een
04.01 Trees Pieters (CD&V):
Selon Fedichem, 4000 emplois
ont été supprimés en 2000 et
2001. Le secteur de la chimie tire
dès lors la sonnette d'alarme.
Le secteur chimique belge est en
fait un réseau constitué de PME. Il
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
situatieschets gegeven van de chemische industrie in België.
De chemische industrie in België kenmerkt zich door de omvang van
een netwerk van voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen.
Meer dan zeventig % ervan zijn gevestigd in het Vlaams Gewest en
in het Waals Gewest zijn er eenheden van minder dan 100 personen.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stijgt het percentage tot 85%.
In de chemische industrie werkten in 2001 100.738 medewerkers.
Die chemische industrie in Vlaanderen is voornamelijk gesitueerd in
Antwerpen als belangrijk chemiecentrum en loopt van de haven van
Antwerpen langs het Albertkanaal tot in Tessenderlo. Het tweede
belangrijkste centrum is de haven van Gent.
Daarnaast zijn er nog een belangrijk aantal parachemische bedrijven,
onder andere in de geneesmiddelen- en de kunststofverwerkende
sector. Wanneer ik zeg dat die knipperlichten op rood staan, baseer
ik mij op een aantal parameters. In eerste instantie is dat de omzet
die niet sterk meer stijgt. Wanneer die omzet stijgt, is dit uitsluitend te
danken aan de geneesmiddelenindustrie. Deze sector exporteert veel
en die is met 34% gegroeid.
De productie van de totale chemie-industrie in 2001 is met 2,9%
gedaald. Niettegenstaande deze negatieve productiecijfers is er toch
nog een klein positief saldo op de handelsbalans. De chemische
industrie heeft nog voor een beperkt bedrag nieuwe investeringen
aangetrokken en de uitgaven in onderzoek en ontwikkeling, wat voor
deze sector van cruciaal belang is, zijn gestegen met 5% ten opzichte
van het vorige jaar.
Concluderend kunnen we zeggen dat de gunstige resultaten van de
farmaceutische industrie in 2000 en 2001 niet te danken zijn aan de
interne markt, maar veeleer aan de exportmarkt. Vandaaruit kan men
een aantal resultaten verklaren onder meer de stijgende groei in de
geneesmiddelenindustrie. Maar wat 2002 betreft, moet men nog
afwachten. In het begin van het jaar viel er een vrij sterke groei te
noteren, maar die vertraagde vanaf het tweede trimester. De vraag is
wat het resultaat op het einde van het jaar zal zijn.
Als we de fundamentele problemen van de sector bekijken, dan is het
duidelijk dat we met een voor de sector zeer belangrijke
loonkostenhandicap zitten opgezadeld. De loonkosten zijn in België
ten aanzien van de drie ons omringende landen is gestegen van
12,1% tot 16,3% gedurende de laatste vijf jaar.
Een belangrijk element in de loonkostenhandicap is de
werkgeversbijdrage. Deze is in deze regeerperiode vanaf 2002 fors
gedaald, een trend die de sector met lede ogen aanzag. Een tweede
zwaarwegend element op de sector is de terugbetaling van de
Maribel-bis-en-ter-operatie. De sector beweert zelfs dat zij, omwille
van het niet meer verkrijgen van de loonlastverlaging en omwille van
de verplichte zware terugbetaling van de Maribel-operatie, de
loonkostenhandicap niet op een aanvaardbaar niveau hebben
kunnen houden.
Een tweede belangrijke handicap is de energiekost die blijft stijgen.
Dit jaar nog met 25%. Deze ligt hoger dan de ons omrigende landen.
In derde instantie zien zij helemaal geen resultaat van de
emploie 100.738 travailleurs, avec
de fortes concentrations à Anvers
et à Tessenderlo. Par ailleurs, le
secteur pharmaceutique et le
secteur de la transformation du
plastique comprennent également
de nombreuses activités
parachimiques.
La légère hausse du chiffre
d'affaires réalisé par le secteur
s'explique principalement par la
croissance rapide du secteur
pharmaceutique. La production
totale du secteur chimique a
baissé de 2,9 pour cent en 2001
et la balance commerciale est
légèrement positive. Le budget du
développement a également
légèrement augmenté par rapport
à l'année passée.
Ces dernières données positives
sont dues exclusivement à
l'augmentation du volume des
exportations. Les acteurs du
secteur sont dès lors très
sceptiques quant à l'évolution de
la situation en 2002. Les coûts
salariaux sont relativement élevés
dans notre pays et le
remboursement des aides
Maribel-bis et ter a de lourdes
conséquences. Le coût de
l'énergie augmente, de même que
les primes d'assurance. Les taxes
communales et provinciales ont
également été majorées.
Le secteur de la chimie voit son
avenir avec pessimisme. Le
gouvernement et les syndicats
devraient tenter de renforcer
ensemble le tissu économique. Le
secteur n'a que faire des belles
promesses. Il attend des initiatives
concrètes. Quelle réponse le
ministre compte-t-il apporter à ce
cri de détresse?
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
administratieve lastenvermindering: mooie woorden, geen daden. De
verzekeringspremies zijn gestegen met een factor 2 of 3, al kan dit
worden toegeschreven aan de gevolgen van 11 september. Niettemin
is Fedichem verontrust door de totale uitsluiting van bepaalde risco's
en door het niet verhogen van de fiscale aftrekbaarheid van
verzekeringspremies voor deze bedrijven gedurende deze
regeerperiode.
In laatste instantie hebben ze ook hun bedenkingen bij het onderzoek
en de ontwikkeling. Ze stellen vast dat de investeringen in O&O het
laatste jaar te laag waren om een positieve return ten aanzien van de
sector te creëren.
Tenslotte worden ook deze bedrijven geconfronteerd met een grotere
gemeentelijke en provinciale belasting.
Fedichem maakt zich grote zorgen over de toekomst van de
chemiesector in ons land. Het is dan ook de hoogste tijd dat zowel de
regering als de verantwoordelijke patronale en vakbondsorganisaties
samen gaan zitten om het economische weefsel te versterken.
Fedichem is het beu, zoals ze zelf zeggen, om te leven van mooie
woorden en beloften en daarom vragen ze naar concrete daden.
De sector slaakt een noodkreet omdat ze met het huidig beleid geen
multinationaal bedrijf meer bereid vinden om in ons land te
investeren. Zij klagen de verwaarlozing van de sector aan en vinden
dit een onduldbaar gegeven.
Mijnheer de minister, hoe kunt u, als vertegenwoordiger van deze
regering, aan dit probleem het hoofd bieden?
04.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw de voorzitter, ik zal
proberen een globaal beeld van de toestand in de sector te schetsen.
Eerst de aangekondigde ontslagen bij Tessenderlo Chemie.
Tessenderlo Chemie heeft geen ontslagen aangekondigd, maar wel
meegedeeld dat er in de drie Belgische vestigingen van de
onderneming 300 arbeidsplaatsen op de helling staan. Dat gaat dus
niet over ontslagen; men vreest voor 300 arbeidsplaatsen. Bij
Tessenderlo Chemie werken wereldwijd 8.500 mensen, van wie
2.500 in België. Dat komt neer op zowat 1.700 in de
chemievestigingen en ongeveer 800 in het hoofdkwartier. Van de
1.700 arbeidsplaatsen in de Belgische chemiefabrieken zijn er 300
die grondstoffen maken voor PVC. In de fabriek in Ham, waar vooral
fosfaten worden gemaakt, werken 600 mensen. Ten slotte zijn er nog
800 arbeidsplaatsen in de vestiging in Tessenderlo voor de
vervaardiging van sulfaten, elektrolyse, enzovoort. Het probleem van
de Belgische activiteiten zou vooral bij de minerale chemie liggen
de fosfaten waar producten worden gemaakt voor verwerking in
meststoffen en veevoeders. Volgens de bedrijfsleiding is deze
activiteit de jongste jaren niet meer uit de rode cijfers gekomen. De
almaar groeiende concurrentie van nieuwe spelers uit groeilanden,
de zwakke vraag en de lage prijzen zouden in deze branche voor
structurele verliezen hebben gezorgd, nog steeds volgens
Tessenderlo Chemie.
Dan is er de chemische sector in het algemeen. Ik heb gegevens
daarover bijeengebracht. Het beeld van de chemische sector in
België is genuanceerder dan u weergeeft. De achteruitgang waarvan
04.02 Charles Picqué, ministre:
Tessenderlo Chemie n'a pas
annoncé de licenciements mais a
indiqué que 300 emplois sont
menacés dans trois sites belges.
Le principal problème serait celui
de la chimie minérale dont la
direction indique que les chiffres
sont dans le rouge depuis
plusieurs années.
L'image du secteur de la chimie
est globalement plus nuancée que
le tableau qu'en brosse Mme
Pieters. Il ressort des chiffres de
Fedichem que la production de
l'industrie chimique a certes
baissé de 2,9% en 2001 - après
une augmentation de 11% en
2000 - mais que le secteur a
bénéficié d'une augmentation du
chiffre d'affaires, du nombre
d'emplois et des exportations des
produits chimiques. La baisse du
niveau de production masque des
tendances divergentes: la
production a augmenté de 20,1%
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
u gewag maakt, wordt niet helemaal bevestigd door de cijfers die
recent werden gepubliceerd door de beroepsfederatie Fedichem.
Weliswaar daalde de productie van de chemische industrie met 2,9%
in 2001, maar met een toename van bijna 11% in 2000. Dat laatste
mogen wij niet vergeten. Daarentegen kende de sector een toename
van de omzet, de tewerkstelling en de uitvoer van chemische
producten. De totale rechtstreekse tewerkstelling bij de bedrijven die
zijn aangesloten bij de beroepsfederatie Fedichem, bedroeg 100.738
werknemers in juni 2001 of een toename met 0,6% tegenover 2000.
Een ander element is de BTW-aangifte. Volgens de BTW-aangiften
groeide de omzet van de chemische industrie in België in 2001 met
5,8% tot 41,9 miljard euro. Dat is 24,4% van de omzet van de
geheelverwerkende nijverheid in België. Volgens Fedichem zelf steeg
de uitvoer van chemische producten in 2001 met 7,3% naar 50,5
miljard euro en was de Belgische handelsbalans inzake chemische
producten positief voor een bedrag van 8,9 miljard euro. De productie
in de chemische sector daalde in 2001 dus met 2,9%. Zoals ik al zei,
verbergt dat cijfer erg uiteenlopende tendensen binnen de diverse
deelsectoren van de chemische industrie. Binnen de deelsector van
de geneesmiddelenindustrie steeg de productie met 20,1% terwijl aan
het andere uiterste de productie van de rubberverwerkende sector
daalde met 22,6%. De achteruitgang zou zich vooral hebben
afgespeeld tijdens de tweede helft van 2001 onder invloed van de
zwakke internationale conjunctuur en andere internationale factoren
waarop de Belgische overheid natuurlijk weinig greep heeft, met
name de gespannen internationale toestand en de schommelingen in
de wereldprijs van petroleum.
In Europees perspectief nam de Europese commissie op 13 februari
2001 haar witboek aan voor haar toekomstig beleid voor chemische
stoffen. Op basis van dat witboek, dat ik bij me heb, zal in juli 2002
een voorstel van wetgeving worden geformuleerd. De toekomstige
regelgeving dient een einde te maken aan een aantal bestaande
problemen, zoals de trage en dure risicobeoordelingen, de
belemmeringen voor de innovatie en de omslachtige testprocedures.
België heeft zich daarom binnen de Europese raad voor Industrie en
Milieu voorstander getoond van de oprichting van expertsgroepen,
bestaande uit vertegenwoordigers van milieu en industrie die in het
voorbije jaar gewerkt hebben aan een zo efficiënt mogelijke overgang
van het witboek naar concrete wetgeving.
Het ministerie van Economische Zaken voert een permanente
dialoog met de chemiesector om uiteindelijk tot een standpunt te
komen dat een optimale bescherming van consument en milieu
koppelt aan een concurrentiekrachtige chemische industrie.
Het klopt dat wij ook waakzaam moeten zijn tegenover het
investeringsklimaat in België. Ondanks de negatieve punten die u in
uw vraag opnoemt en waaraan volgens mij door de regering wordt
gewerkt, wijzen de cijfers erop dat België erg aantrekkelijk blijft voor
buitenlandse investeerders.
Dit blijkt eens te meer uit een zeer recente studie van Agoria. Ons
land heeft zodanig veel troeven in huis dat buitenlandse groepen
graag actief zijn in België. Agoria verwijst naar de taalkennis van de
Belgen, de uitstraling van Brussel als centrum van Europa en onze
uitstekende reputatie op het vlak van technologische knowhow,
dans l'industrie pharmaceutique
alors qu'à l'autre extrême,
l'industrie du caoutchouc a baissé
de 22,6%. Le recul a été
principalement enregistré au
deuxième semestre de l'année
2001, sous l'influence de facteurs
internationaux.
Au mois de juillet 2002, une
proposition de législation sera
formulée sur la base du Livre
blanc de la Commission
européenne qui expose la future
politique communautaire
concernant les substances
chimiques. Un groupe d'experts
s'est penché sur la question au
cours de l'année écoulée.
En dépit des points négatifs
énumérés par Mme Pieters, et
auxquels le gouvernement tente
de remédier, les chiffres montrent
que la Belgique reste
particulièrement attirante pour les
investisseurs étrangers. C'est
également ce qui ressort d'une
récente étude menée par Agoria
et publiée dans L'Echo du 23 mai
2002. Pour diverses raisons, les
groupes étrangers privilégient
notre pays pour y implanter leurs
activités, notamment en raison du
climat d'investissements qui
règne. L'impôt des sociétés baisse
et le gouvernement s'efforce de
combler le fossé entre les salaires
brut et net en abaissant les
charges sociales et en réformant
l'impôt des personnes physiques.
Les Régions prennent des
mesures en matière de formation
des travailleurs.
La situation n'est donc pas aussi
préoccupante que celle décrite par
Mme Pieters mais nous
continuons d'en suivre l'évolution.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
levenskwaliteit en last but not least productiviteit. Ik zou nog enkele
elementen betreffende het investeringsklimaat willen toevoegen. Het
nominaal tarief van de vennootschapsbelasting zal dalen van 40,17%
tot 33,99%. Deze daling heeft voor de buitenwereld een grote
symboolwaarde. Vertegenwoordigers van belangengroepen van
buitenlandse bedrijven verwachten bijgevolg positieve effecten van
deze daling. De regering is zich ten volle bewust van de kloof tussen
bruto- en nettoloon en probeert enerzijds via verlaging van de
loonlasten en anderzijds via de hervorming van de personenbelasting
deze kloof te verkleinen. Dat is bekend. Omdat deze bevoegdheid
enigszins versnipperd is, nemen de gewesten ook maatregelen,
onder andere inzake de opleiding van de werknemers. Dat is mijn
advies over die toestand die niet zo zorgwekkend is als u zegt. Dat
belet natuurlijk niet dat wij voorzichtig moeten blijven tegenover deze
evolutie van de sector.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, we hebben
vandaag vernomen, via de radio maar nog niet via de kranten, dat
Tessenderlo Chemie een aantal ontslagen heeft meegedeeld in de
orde van grootte van driehonderd. Dat is echter bijkomend. Ik wilde
hier stellen dat er in 2001-2002 in de totaliteit van de sector 4.000
banen zijn teloorgegaan.
04.04 Minister Charles Picqué: Ik beperkte mij natuurlijk tot de
cijfers van 2001. We hebben slechts aanwijzingen voor de tendens
van 2002. Ik blijf dus behoedzaam ten aanzien van uw cijfers.
04.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, u beschikt
waarschijnlijk ook over dezelfde cijfers die wij hebben. Het gaat om
de cijfers die door Fedichem zelf zijn gepubliceerd. Daar spreekt men
van 4.000 banen verlies. Voor de rest hebben wij ons gebaseerd op
dezelfde nota, onder meer een overzicht van de neerwaartse trend in
de chemiesector te duiden. Er zijn een aantal uitschieters die ik heb
aangehaald. De omzetstijging is te wijten aan de
geneesmiddelensector. Er blijft met betrekking tot de uitvoer een
positieve handelsbalans bestaan van 7,3%. Er blijft een stijging van
5% in onderzoek en research. Dat zijn allemaal gegevens die wij
waarschijnlijk van dezelfde website gehaald hebben. De sector zegt
dat 2002 het scharnierjaar zal zijn. Daarvoor halen zij vijf elementen
aan, namelijk de loonkostenhandicap, de energiekosten, de
administratieve lasten, de stijging van de verzekeringspremies en het
feit dat de investeringen in onderzoek te klein zijn om de sector te
activeren. Verder zijn de gemeentelijke en provinciale belastingen
zeer hoog.
U interpreteert de cijfers vanuit het jaar 2000-2001 op een
optimistische manier terwijl ik ze veeleer bekijk met het oog op de
toekomst. Ik beweer dat er zich problemen zullen voordoen.
U zegt dat er in februari van 2001 een witboek werd opgesteld door
de Europese Commissie dat moet worden omgezet in een nationale
reglementering. U hebt daarvoor een groep van experts opgericht. Ik
zou u dan ook willen vragen of er reeds concrete wetgeving werd
opgesteld. Zo neen, wanneer mogen we die verwachten?
Het is u gegund dat u de vennootschapsbelastingdaling als troef van
deze regering naar voren schuift. U weet net zo goed als ik dat als
04.05 Trees Pieters (CD&V): Je
souhaiterais simplement rappeler
qu'en 2001-2002, 4.000 emplois
ont été supprimés dans le secteur.
Ces chiffres proviennent de
Fedichem. Le ministre dispose
des mêmes chiffres que moi mais
il les a interprétés de façon
optimiste pour ce qui est de la
période 2001-2002 alors que pour
ma part je vois des problèmes
pour l'avenir.
Les experts sont-ils déjà parvenus
à arrêter une réglementation?
Je comprends que le ministre
présente l'abaissement de l'impôt
des sociétés comme un atout
mais il doit prendre conscience
que les multinationales
considèrent les choses
globalement et qu'elles aboutiront
à la conclusion qu'il s'agit d'une
opération neutre.
L'impôt des personnes physiques
sera en effet réduit en 2004 mais
je ne sais pas si cela relancera le
secteur chimique. Nous devons
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
een multinational in België investeert, deze niet alleen kijkt naar de
belastingtarieven maar wel het totale pakket bekijkt. Men weet ook
dat het een neutrale operatie is. Die bedrijven zijn zo slim om de
totaliteit te bekijken veeleer dan de pure tarieven. U haalt als
argument aan dat de personenbelasting zal dalen in 2004. In
hoeverre dit zal meespelen om de chemiesector te stimuleren, weet
ik niet.
Als laatste argument haalt u aan dat we zeer voorzichtig moeten zijn
met deze sector. U moet contact onderhouden met de sector. De
problematiek moet op de voet worden gevolgd. De sector stelt nog
altijd heel wat mensen meer dan 100.000 in heel België en 8.000
alleen al in Tessenderlo te werk in dit land. Het gaat hier om een
pak mensen dat moet worden verzorgd.
Ik wou enkel meer uitleg hebben over de werkgroep van experts en
de concrete wetgeving die reeds werd goedgekeurd of die op stapel
staat.
être très prudents et suivre de
près l'évolution de ce secteur qui
compte plus de 100.000
travailleurs.
Je souhaiterais obtenir plus
d'informations sur les résultats du
groupe de travail composé
d'experts.
04.06 Minister Charles Picqué: Mevrouw de voorzitter, dit is een
nauwgezette vraag van mevrouw Pieters over de rol en de opdracht
van de experts en het resultaat van de werkzaamheden van de
experts. Ik vermoed dat de werkzaamheden van de experts op
verschillende vlakken tot wetgevende initiatieven zullen leiden. Ik
denk bijvoorbeeld aan de belemmeringen voor de innovatie. Wat
kunnen wij doen om die belemmeringen weg te werken? Ik denk
onder meer aan de testprocedures. Mijn antwoord is klaar en
duidelijk. Die experts zijn belast met het onderzoek van wetgevende
mogelijkheden die kunnen worden toegepast in alle landen.
De stijging van de omzet is inderdaad te danken aan de groei van de
geneesmiddelensector. Men moet daarmee dus rekening houden. De
groei van die sector kan natuurlijk de lacunes verschuilen die in
andere sectoren kunnen bestaan.
Misschien klink ik optimistisch, maar we mogen niet uit het oog
verliezen dat wij in 2002 wellicht de weerslag zullen voelen van de
daling van de olieprijzen en van de herneming van de groei. U
beschouwt mijn analyse misschien als optimistisch maar er zijn toch
elementen die de sector in 2002 zullen ondersteunen. Ik zal in elk
geval de evolutie van de sector volgen. Dit gezegd zijnde, blijf ik voor
samenwerking en overleg met de gewesten. Daar blijft ons
institutioneel stelsel in gebreke: er is nog altijd een gebrek aan
overleg tussen de verschillende instellingen.
We mogen echter niet vergeten dat staatssteun verboden is door de
Europese Unie. Wij moeten dus van verbeeldingskracht getuigen als
wij een gunstige omgeving willen scheppen voor de sector. Wij
moeten daarvoor verschillende hefbomen aanwenden: niet alleen de
vennootschapsbelastingen maar ook de gemeentebelastingen, de
provinciale belastingen, enzovoort.
Kortom, ik pleit voor overleg met de gewesten op het moment dat wij
de indruk hebben dat de sector een slechte periode doormaakt.
04.06 Charles Picqué, ministre:
Je suppose que les activités de ce
groupe de travail déboucheront
sur des textes légaux, par
exemple en vue de lever les
obstacles à l'innovation.
L'augmentation du chiffre
d'affaires est due à la croissance
du secteur pharmaceutique qui
peut en effet masquer les moins
bonnes performances d'autres
secteurs.
Les prix du pétrole ont baissé en
2002 et l'économie va sans doute
reprendre.
L'un des défauts de notre
structure étatique est qu'elle ne
prévoit pas toujours une
collaboration suffisante avec les
autres autorités. Je préconise par
conséquent une concertation plus
étroite avec les Régions en ce qui
concerne les mesures à prendre
pour stimuler le secteur chimique.
L'Europe proscrit l'aide publique.
C'est la raison pour laquelle nous
devons développer des solutions
créatives. L'on pourrait par
exemple envisager de réduire
l'impôt des sociétés et les taxes
locales.
04.07 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik concludeer uit
uw antwoord dat de groep van experts, waarbij het kabinet wellicht
opgenomen is, nog niet tot concreet werkgevend werk gekomen is?
04.07 Trees Pieters (CD&V): J'en
conclus que le groupe de travail
n'a pas encore formulé de
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
propositions
concrètes.
04.08 Minister Charles Picqué: Dat klopt.
04.09 Trees Pieters (CD&V): Ik zal terzake dan ook een motie van
aanbeveling indienen.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid,
vraagt de regering
teneinde de werkgelegenheid in ons land te behouden en te ondersteunen;
teneinde de economische ontwikkeling en de welvaart te ondersteunen;
om
- het concurrentievermogen van onze economie en onze industrie te herstellen;
- de energiemarkten vrij te maken;
- een realistisch productbeleid te voeren;
- onderzoek en ontwikkeling te ondersteunen;
- de administratieve rompslomp eindelijk aan te pakken."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Trees Pieters
et la réponse du ministre de l'Economie et de la Recherche Scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes,
demande au gouvernement
afin, d'une part, de maintenir et, d'autre part, de promouvoir le développement économique et la
prospérité;
- de rétablir la compétitivité de notre économie et de notre industrie;
- de libéraliser les marchés de l'énergie;
- de mener une politique de production réaliste;
- d'aider la recherche et le développement;
- et de remédier enfin au problème des pesanteurs administratives."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Léon Campstein, Maurice Dehu en Serge Van
Overtveldt en mevrouw Leen Laenens.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Léon Campstein, Maurice Dehu et Serge Van
Overtveldt et Mme Leen Laenens.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
05 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie en wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "de ziekenhuisverzekeringen" (nr. 7294)
05 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "les assurances hospitalisation" (n° 7294)
05.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de 05.01
Simonne Creyf
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
minister, de consumentenorganisatie Test-Aankoop verklaarde vorige
week dat zij naar de rechter zou stappen omdat de
ziekenhuisverzekeringen van alle belangrijke verzekeraars
ontoelaatbare bedingingen zouden bevatten. Test-Aankoop dagvaart
zeven verzekeringsmaatschappijen die in deze sector de markt
grotendeels beheren, waaronder Fortis AG, AGF, Axa, KBC, ING,
DKV en OMOB. De bedoeling hiervan is deze maatschappijen te
dwingen de inhoud van hun contracten bij te sturen.
Vooraleer contracten worden afgesloten, zouden immers heel wat
verregaande vragen gesteld worden over de gezondheidstoestand
van de verzekeringsnemer. Het is onduidelijk of de wet ter
bescherming van de privé-levenssfeer hierbij niet wordt geschonden.
De contracten zelf zouden de draak steken met het medisch geheim
en dingen bevatten waarmee de verzekeraar zich in geval van ziekte
aan zijn verplichtingen kan onttrekken. De contracten zouden
onrechtmatige- en zelfs onwettige bedingingen bevatten.
Mijnheer de minister, de consumentenorganisatie beweert deze
problemen te hebben aangekaart in de commissie voor de
Verzekeringen. Bent u op de hoogte van deze problemen en zo ja,
sedert wanneer? Volgens Test-Aankoop werd deze problematiek
behandeld binnen de commissie voor de Verzekeringen. Wanneer
stond dit punt op de agenda en welke conclusies hebt u uit de
besprekingen getrokken? Welke initiatieven werden er door de
controledienst van de verzekeringen genomen? Welke maatregelen
hebt u genomen om de consument hiertegen optimaal te
beschermen?
(CD&V):Test-Achats assigne les
plus grandes compagnies
d'assurance en justice parce que
leurs assurances hospitalisation
comportent des clauses
inadmissibles. Il est en effet
possible que le questionnaire
détaillé auquel doit répondre le
souscripteur soit en contradiction
avec la législation relative à la vie
privée. Les contrats eux-mêmes
violeraient le secret médical et
permettraient à l'assureur de se
soustraire à ses obligations. Ces
problèmes auraient été évoqués
en Commission des assurances.
Le ministre Picqué est-il au
courant de la situation? Quelles
mesures ont-elles été prises pour
protéger le consommateur? Qu'a
donné la concertation en
Commission des assurances?
05.02 Minister Charles Picqué: Mevrouw de voorzitter, collega's,
terzake zijn er vaak twee problemen, met name de waarde van de
vragenlijsten betreffende de gezondheidstoestand van de verzekerde
en de uitsluiting van ziektes die voor de afsluiting van het contract
werden opgelopen. Deze verzekering is evenwel niet verplicht.
05.03 Simonne Creyf (CD&V): Het gaat hier inderdaad om een vrije
verzekering.
05.04 Minister Charles Picqué: Wij hebben hier te maken met het
fenomeen waarbij enkel de mensen die een groot risico lopen om in
het ziekenhuis te worden opgenomen, de neiging hebben zich te
verzekeren. Dit risico wordt nog verhoogd door het feit dat het bijna
altijd om langdurige contracten gaat.
De verzekeraar moet de gezondheidstoestand van de verzekerde
kennen want zonder deze kennis zijn de premies ofwel zeer hoog
ofwel nutteloos. Deze kennis wordt verkregen door vragenlijsten en
medische getuigschriften. De verzekerde is immers het best geplaatst
om zijn eigen risico in te schatten.
De ziekenhuisverzekering onderscheidt zich niet van de andere
verzekeringen.
Zo moet een bestuurder zeggen welke wagen hij wil verzekeren en
de verzekeraar op de hoogte brengen van schadegevallen. Op het
gebied van principes is ons verzekeringsrecht toereikend. Ik haal
enkele voorbeelden aan: het principe van de nauwkeurigheid en de
05.04 Charles Picqué, ministre:
Les points névralgiques sont le
questionnaire sur l'état de santé
du preneur d'assurance et
l'exclusion de maladies
contractées avant la conclusion du
contrat.
L'assurance soins de santé n'est
pas obligatoire. Elle est dès lors
surtout populaire auprès des
personnes les plus susceptibles
de se retrouver à l'hôpital. C'est
pourquoi la compagnie
d'assurance doit être un tant soit
peu au courant de la situation du
preneur d'assurance, faute de
quoi, les primes deviendront
impayables.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
duidelijkheid van de contractuele clausules, het principe van de
gelijkwaardigheid van de rechten en plichten van elke partij. De
moeilijkheden zitten meestal in de manier waarop een clausule in een
specifiek contract is opgesteld.
Een werkgroep van de commissie Verzekeringen heeft zich in 1998
gebogen over de onrechtmatige bedingen. Het verslag van die groep
was ten minste over één punt unaniem, namelijk de noodzaak om
een afdeling Onrechtmatige Bedingen op te richten binnen de
commissie. Er werd een afdeling Verzekeringspraktijken en Kwaliteit
opgericht, die zou toekijken op de clausules van de
verzekeringscontracten. De afdeling wilde eveneens deelnemen aan
de zelfregulering van de sector en de derde doelstelling was de
voorbereiding van het wetgevende werk. De afdeling beperkte haar
activiteiten niet tot de gezondheidszorgverzekering.
De eerste vergadering had plaats op 23 maart 2000. Gedurende bijna
2 jaar heeft de afdeling meerdere hospitalisatiecontracten
onderzocht. Er bestaat nog geen verslag over de werkzaamheden
van de commissie. Ik heb geruchten opgevangen dat de delegaties
van de verzekeraars en de consumenten niet akkoord gaan met
enkele punten, wat natuurlijk niet verbazingwekkend is, met name
inzake de taak van de afdeling en de inhoud en de vorm van het
verslag. Een van de knelpunten lijkt de vraag of de afdeling
aanbevelingen doet aan de verzekeraars, dan wel of ze type
clausules oplegt aan de verzekeraars.
Bij gebrek aan een verslag kan ik momenteel geen conclusies
trekken uit de werkzaamheden van de afdeling gedurende die 2 jaar.
De vereniging Test-Aankoop lijkt het geduld te hebben verloren. Ze
wil enkele verzekeraars dagvaarden met de bedoeling de clausules
recht te zetten die Test-Aankoop misleidend vindt. Als de zaak
effectief voor de rechtbank komt, zou dat ongetwijfeld het einde zijn
van de werkzaamheden van de afdeling. Het zou tevens de
minnelijke schikking van individuele gevallen, meer bepaald door de
controledienst voor de verzekeringen en de ombudsman van de
verzekeraars, bemoeilijken. Die organen treden immers niet op
tijdens processen.
Ten slotte zou elk wetgevend of regelgevend initiatief ondergeschikt
zijn aan vonnissen. De controlediensten voor verzekeringen had
onder de vorige legislatuur een ontwerp van besluit voorbereid tot
regeling van de ziekenhuisverzekering. Dat ontwerp werd tot
tweemaal toe verworpen door de Raad van State, die van mening
was dat het geen wettelijke basis had. Dat is zeer verwonderlijk,
omdat zoveel andere verzekeringsbranches gereglementeerd werden
aan de hand van die techniek.
Het is zeer verwonderlijk dat ook andere verzekeringsmaatschappijen
werden gereglementeerd aan de hand van deze techniek. De dienst
zoekt intussen wel verder naar minnelijke schikkingen als oplossing
voor de problemen van de verzekerden.
Na lang getalm heeft de commissie voor de Bescherming van de
Privé-levenssfeer de diensten de toestemming gegeven om kennis te
nemen van de medische dossiers. De dienst moet wel eerst het
schriftelijke akkoord van de verzekerde vragen. Persoonlijk heb ik
mijn hoop gevestigd op de gespecialiseerde afdeling van de
Les principes généraux du droit à
l'assurance sont respectés.
Certaines clauses sont cependant
sujettes à interprétation. La
Commission des assurances a
créé une section spéciale chargée
de contrôler les dispositions des
contrats d'assurance. Cette
section devait inciter le secteur à
l'autorégulation et préparer le
travail législatif.
Pendant près de deux ans, la
section a examiné plusieurs
contrats de soins de santé. La
commission n'a pas encore fait
rapport de ses travaux et je ne
suis dès lors pas en mesure de
formuler des conclusions.
Test-Achats semble avoir perdu
patience et souhaite engager une
action judiciaire à l'encontre de
plusieurs assureurs. Une affaire
en justice sonnerait le glas des
travaux de la section et entraverait
la conclusion d'un accord à
l'amiable.
Le projet du service de contrôle
des assurances a été rejeté à
deux reprises par le Conseil
d'Etat. Dans l'intervalle, le service
continue d'oeuvrer en faveur de la
conclusion d'accords à l'amiable
pour les assurés. La section
spécialisée de la Commission des
assurances a fait en sorte que les
mesures législatives ou
réglementaires se limitent aux
problèmes les plus généraux et
les plus graves.
J'insiste pour que la Commission
rédige dans les meilleurs délais un
rapport de ses travaux et que la
section reprenne ses activités et
procède à l'examen des
principaux problèmes.
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
commissie voor de Verzekeringen. Deze techniek maakt een soepele
oplossing van concrete en praktische gevallen mogelijk en zorgde er
tevens voor dat de wetgevende of regelgevende tussenkomsten
beperkt bleven tot de meest algemene en meest ernstige problemen.
De mislukking van de werkzaamheden van de afdeling zou er
paradoxaal genoeg voor zorgen dat er veel tijd verloren gaat bij de
bescherming van de consumenten. Het is dan ook mijn bedoeling om
er bij de commissie voor de Verzekeringen op aan te dringen om zo
snel mogelijk een verslag te verkrijgen van de werkzaamheden van
de afdeling en om er tevens op aan te dringen dat de afdeling haar
activiteiten weer opneemt, eventueel met een herdefiniëring van de
doelstellingen en met een andere samenstelling.
Het is ook mijn bedoeling om de belangrijkste problemen te
onderzoeken, zelfs als daarvoor een regeringsinitiatief nodig is.
05.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ten eerste, ik
krijg het gevoel dat u het probleem relativeert, wat mij enigszins
verrast.
Ten tweede, het probleem is gekend sinds 1998. In 2000 heeft de
commissie voor de Verzekeringen de problematiek aangevat.
Gedurende twee jaar reeds is er een observatiegroep aan de gang.
Uiteindelijk komt er een blokkage waardoor consumenten en
verzekeraars tegenover elkaar komen te staan. Tijdens de hele
ontwikkeling doet u niets om de zaak te deblokkeren.
Ik krijg toch de indruk dat u zich mooi op de vlakte hebt gehouden.
De consumentenrechten worden hier toch serieus bedreigd en dus is
het uw opdracht om in deze problematiek tussenbeide te komen. Het
spijt me te moeten vaststellen dat u zulks niet hebt gedaan. U hebt de
zaak gewoon op zijn beloop gelaten. Dan begrijp ik inderdaad dat
Test-Aankoop zijn geduld verliest en besluit om naar de rechter te
stappen.
05.05 Simonne Creyf (CD&V): Je
m'étonne du fait que le ministre
relativise le problème. Depuis
1998, nous savons que quelque
chose ne va pas. Un groupe
d'observation est actif depuis deux
ans déjà mais quand un blocage
survient, le ministre n'agit pas. Le
ministre doit intervenir lorsque les
droits des consommateurs sont
gravement menacés.
05.06 Minister Charles Picqué: U mag ook niet vergeten dat de
commissie autonoom is. Onze vertegenwoordigers binnen de
commissie hebben geprobeerd de zaken te deblokkeren maar ik kan
hen niets opleggen.
05.06 Charles Picqué, ministre:
Cette commission est un organe
autonome.
05.07 Simonne Creyf (CD&V): De Commissie voor de
Verzekeringen heeft zijn opdracht. U hebt toch ook uw ministeriële
opdracht inzake de bescherming van de consument.
05.07 Simonne Creyf (CD&V): La
protection du consommateur est
une attribution ministérielle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "de overheidssteun aan bedrijven" (nr. 7310)
06 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "l'aide publique accordée aux entreprises" (n° 7310)
06.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag handelt inderdaad over de
overheidssteun aan bedrijven. Volgens wat men kan noemen het
scorebord van de Staatshulp
-
een jaarlijkse oefening die de
Europese Commissie maakt - blijkt dat België de koploper is wat de
06.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Les données de
la Commission européenne
montrent que la Belgique est le
premier pays en termes d'aide
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
overheidssteun aan bedrijven betreft, met uitzondering van Finland
dat zowat 73% van zijn staatsteun aan Landbouw geeft. België is dus
van alle landen in de Europese Unie het meest vrijgevig met
overheidssubsidies aan de economie. Ik kan daar ook een cijfer op
kleven. In 2000 gaven de Belgische overheden voor 1,34% van het
bruto nationaal product steun aan de bedrijven, wat neerkomt op
ongeveer 3,3 miljard euro of 133 miljard Belgische frank.
Merkwaardig genoeg zitten wij met die 1,34% boven het Europees
gemiddelde, dat zowat 0,99% bedraagt.
Als wij even naar de verdeling van die staatssteun kijken, dan stellen
wij vast dat nagenoeg tweederde of 64% van die subsidies naar de
transportsector gaan. Ongetwijfeld zit de massale steun aan de
NMBS daartussen. Tot 18% gaat naar de verwerkende nijverheid en
slechts 12% naar landbouw en visserij.
De Europese commissie stelde vast dat de steun van de EU-lidstaten
aan bedrijven sinds 1996 gestadig daalt. Desondanks vindt de
commissaris voor Concurrentiebeleid, de heer Mario Monti, dat de
Europese landen, waaronder dus ook België, verder moeten gaan
met de afbouw van die staatssteun. Tevens is hij van oordeel dat die
staatssubsidies een element van verstoring van de interne macht zijn.
Mijnheer de minister, over die materie wil ik graag een aantal
concrete vragen stellen, die ik volledigheidshalve even met u
overloop.
Ten eerste, kunt u de cijfers bevestigen die door de Europese
commissie vermeld worden?
Ten tweede, wat is de mogelijk historische oorzaak van die
verhoogde staatssteun, hoger dan het Europees gemiddelde?
Ten derde, deelt u de mening van de Europese commissaris om die
overheidssteun in de komende jaren nog verder af te bouwen? Zo ja,
welke concrete initiatieven en beleidsmaatregelen zult u op korte of
lange termijn nemen om die staatssteun af te bouwen? Welke
initiatieven en maatregelen zult u op korte termijn nemen om het
bedrijfsleven desgevallend op een andere manier dan door
staatssteun te ondersteunen? In mijn schriftelijke vraag merkte ik iets
op over onder meer de opleidingen, staatssteun voor onderzoek en
ontwikkeling en de stimulering van risicokapitaal.
publique aux entreprises, après la
Finlande. En 2000, les autorités
belges ont consacré 1,34 % du
PNB à l'aide aux entreprises. Les
aides accordées par les états
membres de l'Union européenne
évoluent à la baisse depuis 1996,
et le commissaire Monti veut
accélérer ce processus.
Le ministre confirme-t-il les
chiffres de la Commission
européenne? Comment peut-on
expliquer le niveau élevé des
aides publiques? Le ministre est-il
également d'avis qu'il y a lieu de
réduire ces aides? Si oui, quelles
initiatives propose-t-il? Quelle
autre moyen entrevoit-il pour
soutenir les entreprises?
06.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer Goyvaerts, ik kan de cijfers
van de Europese Commissie bevestigen. De cijfers waarop de
Europese Commissie zich baseert, zijn die welke jaarlijks door de
Belgische overheid worden meegedeeld. Het zijn onze cijfers. Mijn
departement staat in voor het verzamelen van de statistische
gegevens in verband met overheidssteun aan de verwerkende
nijverheid en voor het doorsturen ervan naar de diensten van de
Europese Unie. Wij spreken dus over dezelfde cijfers. Daar bestaat
geen dubbelzinnigheid over.
Wat de andere sectoren van de economie betreft, zoals de
spoorwegen of de landbouw, staan natuurlijk andere ministeries in
voor het doorsturen van de informatie naar de Europese Unie.
Wat het eerste punt van uw vraag betreft, wijs ik u erop dat de korte
06.02 Charles Picqué, ministre:
L'Union européenne se fonde sur
les chiffres communiqués
annuellement par les autorités
belges. Mon service n'a pas
disposé du temps nécessaire pour
contrôler le détail de ces chiffres.
L'aide est en grande partie fournie
par les Régions. Les autorités
fédérales ne sont plus
compétentes que pour certains
incitants fiscaux.
En réponse à votre question sur
28/05/2002
CRIV 50
COM 762
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
tijdsspanne waarover mijn diensten beschikten, niet toeliet de cijfers
in detail na te trekken. Bovendien kan mijn departement slechts dat
gedeelte van de steun controleren dat aan de verwerkende nijverheid
werd toegekend. Die steun wordt zoals u weet grotendeels door de
gewesten verstrekt: de regionale steun, de horizontale steun, de
steun aan KMO's enzovoort. De federale overheid is nog enkel
bevoegd voor bepaalde fiscale stimuli. Ik denk bijvoorbeeld aan de
aftrekbaarheid van investeringen.
Ik verzoek u, in het bijzonder wat vragen 4 en 5 betreft, u te wenden
tot mijn collega's van respectievelijk Tewerkstelling en van Economie,
die met die materies belast zijn. Excuseer me, maar ik beschik niet
over de gevraagde cijfers inzake tewerkstelling en gewestelijke
economie.
Wat is de historische verklaring voor de verhoogde staatssteun? Ik
moet u erop wijzen dat in termen van bruto binnenlands product
(BBP) de steun afneemt. Wanneer ik de cijfers bekijk, stel ik vast dat
in de periode 1995-1997 het gemiddelde 1,55% bedroeg. Een
vergelijking met de andere Europese landen is hier natuurlijk
noodzakelijk. Dat gemiddelde voor de Europese Unie bedroeg toen
1,43%. In de periode 1997-1999 bedroeg het Belgische gemiddelde
1,41% en het Europese 1,18%. In het jaar 2000 liep het Belgische
cijfer terug tot 1,34% en dat van de Europese Unie 0,99%. Een
vergelijking van die cijfers over een langere periode laat mij toe te
bevestigen dat er een neerwaartse tendens is. Wanneer in België
een groter deel van de overheidssteun naar de spoorwegen gaat,
mag men niet vergeten dat zulks gebeurt ter compensatie van de
kosten die gemaakt worden in het kader van hun diensten van
algemeen belang.
Persoonlijk zal ik niet de rol zelf noch het belang van die rol
betwisten, want het is een rol van algemeen belang. Het is volgens
mij moeilijk een dergelijke sector met andere sectoren te vergelijken,
omdat de spoorwegen een algemeen nut hebben. Indien men voor
België de cijfers bekijkt voor steun aan de bedrijven in de
verwerkende sector, stelt men vast dat wij op dat vlak niet slecht
scoren. Voor de periode 1995-1997 bedroeg in België de
overheidssteun berekend in percentages van toegevoegde waarde
2,1% en het Europees gemiddelde bedroeg 2,6%. Voor de periode
1997-1998 bedroegen de cijfers 1,7% voor België en 1,9% voor de
Europese Unie. Voor 2000 zijn de cijfers respectievelijk 1,5% voor
België en 1,6% voor de Europese Unie. We stellen dus een dalende
trend vast. België blijft bovendien onder het Europees gemiddelde.
Ten derde, deel ik de mening van de commissaris om de
overheidssteun in de komende jaren verder af te bouwen? Ik herinner
u eraan dat in december 2001 België in het kader van het
voorzitterschap door de industrieraad van december 2001 conclusies
heeft laten aannemen die ertoe moeten leiden dat de overheidssteun
in de volledige Europese Unie verder beperkt wordt en dat de meest
marktverstorende steunvormen worden afgeschaft. Ook moet de
steun geheroriënteerd worden naar horizontale doelstellingen en
doorzichtiger worden door een betere communicatie van de
statistische gegevens. Ik denk dat het onontbeerlijk is meer
doorzichtigheid te geven aan de publicatie van die cijfers en ook aan
de manier waarop die cijfers verzameld worden. Ik denk dat België in
het algemeen een goede plaats heeft in het Europese kader.
les causes historiques du montant
élevé de ces subventions, je dois
vous dire que ces aides diminuent
en termes de PIB.
Pour la période 1995-1997, notre
moyenne s'élevait à 1,55 %,
contre 1,43% pour la moyenne
européenne. Pour la période
1997-1999, notre moyenne
s'élevait à 1,41 %, contre 1,18
pour la moyenne européenne. En
2000, notre moyenne a reculé à
1,34 %, et la moyenne
européenne s'est effondrée à 0,99
%. La tendance est donc
nettement à la baisse.
De plus, il est difficile de comparer
le secteur des chemins de fer
avec les autres secteurs, parce
que les subventions de l'état
servent à compenser les frais
supportés dans le cadre de
services d'intérêt général.
Dans le secteur manufacturier, la
Belgique se trouve en bonne
position. Pour la période 1995-
1997, les subventions s'élevaient
à 2,1 %, alors que la moyenne
européenne atteignait 2,6 %. Pour
la période 1997-1998, notre
pourcentage était de 1,7 %, alors
que la moyenne européenne était
de 1,9 %. En 2000, les
pourcentages étaient
respectivement de 1,5 et 1,6 %.
La tendance à la baisse est là
encore manifeste et la Belgique
reste donc dans la moyenne
européenne.
Les aides de l'état doivent-elles
encore être réduites? En
décembre 2001 déjà, la Belgique
a fait approuver par le Conseil de
l'industrie des conclusions qui
doivent limiter les subventions
publiques dans toute l'Union et qui
visent à supprimer les aides
inappropriées. Les subventions
doivent également être
réorientées vers des objectifs
horizontaux et tendre vers une
plus grande transparence grâce à
une meilleure communication des
données statistiques.
CRIV 50
COM 762
28/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
06.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik
moet u danken voor uw uitgebreid antwoord. Ik wou er alleen nog iets
aan toevoegen. U hebt natuurlijk het overzicht gegeven voor de
periode 1995-2002. Als ik die zo bekijk stel ik toch vast dat het
Europees gemiddelde over die periode met 0,44% gedaald is en dat
dat voor dit land slechts 0,21% is. We zitten daar toch blijkbaar met
een daling die niet zo uitgesproken is ten opzichte van het
gemiddelde van de Europese Unie. Wat de verwerkende industrie
betreft, zitten we wel goed. U hebt zelf de opmerking gemaakt dat dit
niet alleen uw bevoegdheid is, maar ook een gewestbevoegdheid.
Wat dat betreft zal ik zien dat ik via die kanalen daar desgevallend
bijkomende informatie opvraag.
06.03 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): L'examen des
chiffres montre pourtant que la
baisse du taux des aides
publiques est moins importante en
Belgique que dans le reste de
l'Europe. J'admets que les chiffres
belges sont positifs dans le
secteur manufacturier. Vu la
répartition des compétences en la
matière, je vais demander des
informations aux Régions.
06.04 Minister Charles Picqué: Het is waar dat het Europees
gemiddelde sneller vermindert dan ons gemiddelde. We zullen
uiteraard de cijfers bekijken op het einde van 2002. Ik denk dat er
een tendens is in de richting van een betere snelheid van een
Europees gemiddelde. Maar ik denk dat wij voorzichtig moeten
blijven en de cijfers later in het jaar moeten onderzoeken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.06 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.06 heures.