KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 747
CRIV 50 COM 747
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
15-05-2002 15-05-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de sluiting van de kroonkurkafdeling van
Crown Cork in Deurne en de aangevraagde
herstructurering met brugpensioen vanaf 52 jaar"
(nr. 7082)
1
Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
fermeture de la division capsules de l'usine Crown
Cork à Deurne et la demande de restructuration
avec la préretraite à partir de 52 ans" (n° 7082)
1
Sprekers: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het immigratiebeleid" (nr. 7184)
2
Question de Mme Trees Pieters à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "la politique
d'immigration" (n° 7184)
2
Sprekers: Trees Pieters, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Trees Pieters, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de uitoefening van
mantelzorg in het kader van de
werklooosheidsverzekering" (nr. 7211)
5
Question de Mme Magda De Meyer à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
mise en oeuvre des soins de proximité dans le
cadre de l'assurance-chômage" (n° 7211)
5
Sprekers: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het verhogen van de activiteitsgraad bij +50
jarigen" (nr. 7214)
7
Quesiton de Mme Greta D'hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'augmentation du taux d'activité chez les plus de
50 ans" (n° 7214)
7
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Luc Goutry aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de reorganisatie van de diensten arbeidsinspectie
en sociale inspectie" (nr. 7223)
11
Question de M. Luc Goutry à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "la
réorganisation des services de l'Inspection du
travail et de l'Inspection sociale" (n° 7223)
11
Sprekers: Luc Goutry, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Luc Goutry, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
15
MEI
2002
14:15 uur
______
du
MERCREDI
15
MAI
2002
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.21 uur door de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.21 heures par M. Joos Wauters, président.
01 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de sluiting van de kroonkurkafdeling van Crown Cork in Deurne en de aangevraagde
herstructurering met brugpensioen vanaf 52 jaar" (nr. 7082)
01 Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
fermeture de la division capsules de l'usine Crown Cork à Deurne et la demande de restructuration
avec la préretraite à partir de 52 ans" (n° 7082)
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, op vrijdag 26 april jongstleden lieten de
arbeiders van de kroonkurkafdeling van het bedrijf Crown Cork in
Deurne, bij Antwerpen, de laatste doos kroonkurken van de band
rollen. Het probleem is dat op het ogenblik van de sluiting van die
kroonkurkafdeling de federale overheid nog steeds niet geantwoord
had op de prangende vraag of Crown Cork een herstructurering met
brugpensioen vanaf 52 jaar mocht doorvoeren. Indien brugpensioen
vanaf 52 jaar werd goedgekeurd, konden 28 van de 73 werknemers
van de gesloten kroonkurkafdeling van die maatregel gebruik maken.
Mijn vraag luidt dan ook: wat is de laatste stand van zaken inzake de
gevraagde herstructurering? Zal er brugpensioen vanaf 52 worden
toegekend? En onder welke voorwaarden zal dat gebeuren? Ik dank
u bij voorbaat voor uw antwoord.
01.01 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le 26
avril
2002, la division capsules de la
firme Crown Cork de Deurne a
définitivement fermé ses portes et
une demande de restructuration
prévoyant un régime de
prépension à partir de 52 ans a
été introduite. Cette formule
offrirait une solution à 28 des 73
travailleurs de la division fermée.
Le pouvoir fédéral n'a toujours pas
répondu à la demande de mise à
la prépension à partir de 52 ans.
La restructuration demandée sera-
t-elle réalisée? La prépension
sera-t-elle accordée? Dans
l'affirmative, à quelles conditions?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
het bedrijf Crown Cork heeft inderdaad een verzoek tot erkenning als
bedrijf in herstructurering ingediend om een stelsel van brugpensioen
vanaf 52 jaar te kunnen genieten in het kader van haar afdeling
kroonkurken. De administratie van werkgelegenheid heeft evenwel
met een schrijven van 18 maart 2002 aan de directie van dit bedrijf
gemeld dat haar verzoek niet voldeed aan de vereiste reglementaire
criteria die terzake van toepassing zijn, namelijk artikel 9 paragraaf
2.1 van het koninklijk besluit van 7 december 1992. Deze bepaling
legt inderdaad op dat een dergelijke afwijking slechts kan worden
toegestaan aan een bedrijf dat een collectief ontslag uitvoert van ten
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'entreprise a en effet
introduit une demande de
restructuration prévoyant un
régime de prépension à partir de
52 ans. L'administration de
l'Emploi a déjà fait savoir, le 18
mars 2002, que la demande ne
respecte pas les conditions
requises, énoncées à l'article 9, §
2.1, de l'arrêté royal du 7
15/05/2002
CRIV 50
COM 747
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
minste 20% van zijn personeel, meer bepaald 20% van het
gemiddeld aantal werknemers dat in dienst is gedurende het jaar dat
aan het collectief ontslag voorafgaat. Nu, zelfs indien het hier gaat
om de sluiting van een afdeling van de onderneming, moet het
collectief ontslag in aanmerking genomen worden op het niveau van
de technische bedrijfseenheid. Blijkbaar slaat het collectief ontslag
dat aan de RVA werd meegedeeld op 73 werknemers. Wanneer men
deze 73 mensen beschouwt in verhouding tot de 425 werknemers die
in dienst zijn van het bedrijf, technische bedrijfseenheid, bereikt het
percentage van de afdankingen 17%. Bijgevolg is de drempel van
20% niet bereikt en kan een brugpensioenstelsel vanaf 52 jaar niet
worden toegestaan.

In tegenstelling tot de inlichtingen waarover u beschikt en zoals ik
reeds eerder zei, werd al deze informatie reeds aan de onderneming
meegedeeld via een schrijven van de administratie tewerkstelling dat
dateert van 18 maart 2002.
décembre 1992. Des dérogations
au régime de la prépension
existant ne sont accordées qu'en
cas de licenciement collectif d'au
moins 20 % des effectifs totaux de
l'entreprise au cours de l'année
précédant la demande de
restructuration. C'est l'unité
technique que constitue
l'entreprise qui sert de cadre de
référence. Dans le cas de Crown
Cork, il s'agit d'un licenciement de
73 personnes sur les 425
travailleurs que compte l'unité
technique de l'entreprise. Le
pourcentage des licenciements
est donc de 17%, ce qui ne justifie
pas une mesure d'exception.
L'administration de l'Emploi en a
informé l'entreprise par un courrier
envoyé par le 18 mars 2002.
01.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Mij lijkt het een beetje vreemd, maar dat
blijkt nu eenmaal de wetgeving te zijn, dat men 20% van het totale
aantal werknemers moet halen om in aanmerking te komen voor het
brugpensioen op de leeftijd van 52 jaar. Dan zou men een beetje
pervers redenerend kunnen doordenken en stellen dat het bedrijf dan
nog meer werknemers op straat moet zetten om die drempel van
20% te halen en dan zouden die oudere werknemers wel in
aanmerking gekomen zijn voor brugpensioen vanaf 52 jaar. Zo ervaar
ik dat.
01.03 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Cette mesure
me paraît étrange et quelque peu
perverse puisqu'elle incite
manifestement l'entreprise à
licencier davantage de
travailleurs.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je ferai
encore une petite remarque. C'est évidemment le problème des
pourcentages, mais si l'on n'en prévoit pas, cela signifie qu'il y a
d'office un droit individuel à la prépension dès qu'une personne est
licenciée. Cela aurait donc d'autres effets pervers.
01.04 Minister Laurette Onkelinx:
Zonder percentage krijgen we te
kampen met andere perverse
gevolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het immigratiebeleid" (nr. 7184)
02 Question de Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la politique
d'immigration" (n°
7184)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik wil een vraag stellen in verband met het immigratiebeleid
omdat er een vrij omstandig advies van de sociale partners binnen de
NAR werd gepubliceerd eind april 2002. Deze hebben advies
uitgebracht over het beleid inzake economische immigratie dat in
België moet worden gevoerd. Het is een advies dat lange tijd en ruim
werd bestudeerd en dat rekening houdt met economische, sociale en
humanitaire overwegingen. Het benadrukt de problematiek zowel in
het licht van de evolutie van de nationale arbeidsmarkt alsook wordt
het probleem bekeken in Europees perspectief. Hoewel in de
02.01 Trees Pieters (CD&V): Fin
avril, le CNT a émis un avis sur
l'immigration économique en
Belgique. Il a tenu compte des
aspects sociaux, économiques et
humanitaires du problème, à
l'échelon tant national
qu'européen. L'avis reconnaît à la
fois le besoin économique de
main-d'oeuvre sur le marché de
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
economische behoeften moet worden voorzien, is het van essentieel
belang om tegelijk een ernstig beleid te voeren inzake integratie van
geïmmigreerde werknemers op de arbeidsmarkt en ook in de
maatschappij in het algemeen.

Het advies stelt een wijziging van de regelgeving voor met als doel
rekening te houden met de schaarste aan bepaalde kwalificaties op
de arbeidsmarkt. Zo wordt heel concreet voorgesteld om meer
automatisme te verlenen in de toekenning van arbeidsschaarsten aan
geschoolde werknemers uit derdewereldlanden voor wie immigratie
thans feitelijk onmogelijk blijkt. De vaststelling van de schaarste zou
worden bekrachtigd door de sociale paritaire comités in nauwe
samenwerking met de gewestelijke instellingen voor
arbeidsvoorziening. Deze versoepeling zou afhankelijk worden
gesteld van concrete acties van de betrokken sectoren ter
bevordering van de integratie van geïmmigreerde werknemers en
opleidingen in het algemeen.

Vanmorgen hoorde ik toevallig op de radio dat de Brusselse minister
Robert Delathouwer een voorstel lanceert om binnen de ambtenarij
ook vreemdelingen van buiten de Europese Unie gemakkelijk toe te
laten in zijn administratie. Behelst dit dezelfde problematiek en wat
zal het gevolg daarvan zijn op het verlenen van arbeidsvergunningen
terzake.

Mevrouw de minister, ik meen ook een reactie te hebben gehoord
van minister Van Grembergen die daar afstand van zou nemen. Ik
had graag geweten wat de stand van zaken is in het concrete
dossier.
l'emploi et la nécessité d'une
intégration sociale.

L'avis propose d'adapter à cette
fin certains points de la
réglementation. C'est ainsi qu'il
est préconisé d'accorder de
manière plus automatique des
permis de travail à des travailleurs
qualifiés. Les commissions
paritaires sociales seraient
consultées à propos de la rareté
de la main-d'oeuvre. A cela
s'ajoute la déclaration faite, ce
matin, par le secrétaire d'Etat
bruxellois Delathouwer à propos
de l'admission de non-Belges
dans l'administration bruxelloise.
Quel est l'état d'avancement de
tout le dossier?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Il s'agit de deux problèmes très
différents: d'un côté, il est question de l'accueil des travailleurs venant
de l'étranger et de l'autre, de l'intégration des étrangers habitant la
Belgique.
02.02 Minister Laurette Onkelinx:
Dat zijn totaal verschillende
problemen. Enerzijds gaat het om
werknemers uit het buitenland en
anderzijds om de integratie van
mensen die in België wonen.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Ik haal het er alleen maar bij voor
Brussel en Vlaanderen omdat het vandaag opnieuw brandend
actueel is en omdat het toch ergens past in dit kader. Wat het eerste
luik betreft, had ik graag een stand van zaken gekregen in dat
dossier.
02.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, tout d'abord, il me semble que la volonté témoignée par
certains ministres, de quelque région qu'ils soient, d'intégrer plus
d'allochtones dans le marché de l'emploi est une bonne chose. Selon
moi, il existe énormément de discriminations à l'embauche. Dès lors,
si la fonction publique peut montrer l'exemple, cela permettrait de
résoudre bon nombre de problèmes.

Votre autre question a trait à l'accueil en Belgique de travailleurs
provenant d'un pays tiers.
02.04 Minister Laurette Onkelinx:
Het is goed dat er naar een betere
integratie van allochtonen op de
arbeidsmarkt wordt gestreefd. Er
heerst immers nog een te grote
discriminatie bij de
indienstnemingen in de openbare
sector.
De reglementering betreffende de tewerkstelling van buitenlandse
werknemers, zijnde de wet van 30 april 1999 en haar
uitvoeringsbesluit van 9 juni 1999, voorziet nu reeds in bijzondere
La loi du 30 avril 1999 et son
arrêté d'exécution prévoient déjà
des dispositons spécifiques pour
15/05/2002
CRIV 50
COM 747
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
bepalingen voor de toekenning van arbeidsvergunningen en
arbeidskaarten aan hooggeschoolde werknemers. Het gaat meer
bepaald om artikel 9, 6
de
lid van het koninklijk besluit van 9 juni 1999.
Krachtens die bepaling worden, voor zover de jaarlijkse bruto
bezoldiging van de betrokken werknemer voor 2002 ten minste
30.301 euro bedraagt, de arbeidsvergunning en arbeidskaart zonder
onderzoek van de arbeidsmarkt toegekend. Dit houdt in dat niet moet
worden bewezen dat er geen werkzoekenden te vinden zijn die de
betrokken arbeidsplaats kunnen bekleden. Voor zover voldaan is aan
de voormelde voorwaarde van bezoldiging kan worden gesteld dat de
toekenning van de arbeidsvergunning automatisch gebeurt.
l'octroi des permis de travail et
d'autorisations d'occupation aux
immigrés hautement qualifiés.
L'article 9, § 6, de l'arrêté royal du
6 juin 1999 pemet la délivrance de
permis de travail et d'autorisations
d'occupation, sans étude de la
situation du marché de l'emploi, à
des travailleurs dont la
rémunération brute est d'au moins
30.301 euros par an.
D'autre part, en vertu de l'article 11 du même arrêté, ces travailleurs
hautement qualifiés ne doivent pas être ressortissants d'un pays
ayant conclu avec la Belgique un accord en matière de main
d'oeuvre.

Par conséquent, toutes les nationalités peuvent obtenir leur permis
de travail. Le montant de 30.301 euros dont j'ai parlé est finalement
relativement peu élevé. C'est pour cette raison que la limite maximum
d'occupation a été fixée à 4 ans pour un hautement qualifié.

Cette limitation pose toutefois problème pour des fonctions
extrêmement spécialisées comme par exemple dans le secteur de
l'informatique. Un projet de modification de l'arrêté royal est pour
l'instant à l'examen autant au sein du gouvernement qu'au sein du
conseil d'avis compétent en la matière. Dans ce conseil, les
partenaires sociaux sont présents; toutefois, la suppression de la
limite des 4 ans devrait normalement coïncider avec un relèvement
du minimum salarial requis. Le montant de 30.301 euros par an, qui
représente un salaire brut mensuel d'environ 94.000 francs belges
par mois, n'est pas tout à fait le salaire que l'on peut attendre pour du
personnel hautement qualifié et difficile à trouver.

L'avis récent n° 1.400 du Conseil national du travail traite en effet de
la nécessité d'encourager l'immigration de travailleurs qualifiés. Mes
services sont encore en train d'analyser cet avis et ce sujet a été
abordé en conseil d'avis des travailleurs étrangers ce matin.

Le projet revient à dire que pour les professions pour lesquelles il y a
pénurie, celles-ci étant définies par secteurs par les comités
paritaires, les régions délivreraient un permis de travail quasi
automatiquement.

Sans vouloir anticiper sur une analyse plus approfondie de cet avis,
je pense qu'il faut souligner que les partenaires sociaux, cela est
important, lient toutes une série de conditions à la réalisation d'une
telle proposition.

J'en retiens deux qui me paraissent particulièrement significatives.
D'abord, les secteurs doivent rédiger des contrats et des projets en
matière de politique d'accueil pour l'intégration des immigrants.

La deuxième me paraît aussi significative: les secteurs doivent
disposer d'un plan pour la prévention et l'élimination des pénuries de
travailleurs. Ce qui veut dire, notamment, un investissement au
niveau de la formation.
Krachtens artikel 11 van datzelfde
besluit krijgen die werknemers
een arbeidsvergunning, ongeacht
het land waar ze vandaan komen.

Het jaarlijkse bedrag van 30.301
euro is niet zo hoog. Er werd dan
ook een beperking ingesteld van
vier jaar voor hooggeschoold
personeel. Dat zorgt evenwel voor
problemen bij beroepen waarvoor
bijzondere kwalificaties vereist
zijn.

Er is een ontwerp van koninklijk
besluit in de maak waarbij die
beperking van vier jaar zou
worden opgeheven. Dat zou dan
moeten samengaan met een
revalorisatie van de lonen.

In het advies nr. 1.400 van de
Nationale Arbeidsraad wordt
onderstreept dat de immigratie
van hooggeschoolde werknemers
moet worden aangemoedigd. Wie
een knelpuntberoep uitoefent, zou
nagenoeg automatisch een
arbeidsvergunning krijgen van de
Gewesten. De sociale partners
stellen wel een aantal
voorwaarden, en vragen meer
bepaald dat er op sectoraal niveau
contracten en banenplannen
worden opgesteld, alsook een
plan om tekorten aan
arbeidskrachten weg te werken.
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Bovendien blijft ook de voorwaarde aangehouden dat de individuele
werkgever het bewijs levert dat hij het nodige heeft gedaan ­ maar
zonder succes ­ om de vacature in te vullen met werknemers binnen
de Europese economische ruimte.

Ik zou voor deze moeilijke problematiek willen herhalen hoe
belangrijk een geïntegreerde aanpak is. Er moet onder andere
rekening worden gehouden met de belangen van het land van
herkomst, met de weerslag op het arbeidsmarktbeleid hier, met het
opdrijven van vormingsinspanningen die de integratie van werklozen
moet vergemakkelijken en met de noodzakelijke inspanningen om de
reeds aanwezige inactieve allochtonen te integreren. Iedereen, en
niet enkel de overheid, heeft terzake een opdracht. Zo is onder meer
een aanpassing van het rekruterings- en selectiegedrag van de
werkgevers nodig.
Chaque employeur doit également
apporter la preuve du fait qu'il a
mis tout en oeuvre pour pourvoir
aux vacances d'emploi en faisant
appel à des travailleurs de
l'Espace économique européen.
D'autres facteurs doivent
cependant aussi être pris en
compte dans le cadre de la
politique. Il y a les intérêts du pays
d'origine, l'incidence sur la
politique locale de l'emploi, les
efforts consentis en matière de
formation et l'intégration des
étrangers domiciliés dans notre
pays et qui sont inactifs. La
politique de l'emploi est l'affaire de
tous, y compris des employeurs.
02.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar uitgebreide antwoord dat heel wat elementen
bevat die een vooruitgang betekenen ingevolge het advies van de
NAR.

Mevrouw de minister, u sprak over een "projet de modification". Is dit
reeds klaar? Werd dit reeds besproken op de Ministerraad? Hoever
staat het daarmee?
02.05 Trees Pieters (CD&V): La
réponse de la ministre représente
sur de nombreux points une
amélioration par rapport à l'avis du
CNT. J'aurais toutefois également
voulu savoir ce qu'il en est du
projet de modification évoqué par
la ministre.
02.06 Laurette Onkelinx, ministre: Il est prêt. Il est en discussion,
notamment avec les partenaires sociaux. Evidemment, cette
discussion se fait aussi avec les régions.
02.06 Minister Laurette Onkelinx:
Het is klaar en wordt momenteel
met de sociale partners en de
Gewesten besproken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de uitoefening van mantelzorg in het kader van de werklooosheidsverzekering" (nr. 7211)
03 Question de Mme Magda De Meyer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la mise
en oeuvre des soins de proximité dans le cadre de l'assurance-chômage" (n° 7211)
03.01 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het gaat inderdaad over mensen die vrijwillig zorgen voor
zwaarzorgbehoevende personen. Uiteraard bevinden deze mensen
zich in een vrij precaire situatie, hoewel ze maatschappelijk zeer
nuttig werk doen, dat alle erkenning verdient. Zorgen voor elkaar is
immers een medicijn tegen verschraling, verkilling en vereenzaming.

Wat is nu het probleem? Als een mantelzorger een
werkloosheidsuitkering ontvangt, mag hij uiteraard geen enkele
werkzaamheid meer uitvoeren, zo niet wordt hij niet langer meer als
werkloos beschouwd. De wet omschrijft arbeid onder andere als, ik
citeer: "...de activiteit verricht voor een derde, waardoor de
werknemer enig loon of materieel voordeel ontvangt dat tot zijn
levensonderhoud of dat van zijn gezin kan bijdragen". Aldus artikel 45
van het koninklijk besluit van 25 november 1991. Een werkloze
mantelzorger zal bijgevolg zijn werkloosheidsuitkering verliezen als
03.01 Magda De Meyer (SP.A):
Les personnes qui dispensent des
soins de proximité sont très utiles
à la société mais leur situation est
particulièrement précaire. Ainsi,
elles sont tenues, s'il s'agit de
chômeurs, de déclarer les soins
de proximité et de prouver au
directeur régional de leur bureau
de chômage qu'elles ne sont pas
rétribuées. Celui qui ne déclare
rien ou perçoit un avantage
matériel quelconque perd son
droit à l'allocation.

Quel est le statut des
15/05/2002
CRIV 50
COM 747
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
hij uit de mantelzorgactiviteiten materieel voordeel haalt. Door de
invoering van de Vlaamse zorgverzekering wordt nu voorzien in een
tegemoetkoming voor mantelzorg. Voor alle duidelijkheid, die wordt
ter beschikking gesteld aan de zorgbehoevende persoon en niet
rechtstreeks aan de mantelzorger. Daarnaast kan de mantelzorger
ook aanspraak maken op allerlei premies die door verschillende
bevoegdheidsniveaus worden verleend als gemeenten, OCMW's,
ziekenfondsen en dergelijke. Tot bewijs van het tegendeel wordt
trouwens verondersteld dat elke arbeid verloond wordt, aldus nog
artikel 45 van het geciteerde koninklijk besluit. Dat tegenbewijs moet
worden geleverd door een aangifte en een akkoord van de
gewestelijke directeur van het werkloosheidsbureau. Indien er dus
geen aangifte van mantelzorg wordt gedaan, kan een automatische
schorsing van de uitkeringen worden uitgesproken volgens artikel 18
van het ministerieel besluit van 26 november 1991.

Mevrouw de minister, van welk statuut geniet een mantelzorger ten
opzichte van de werkloosheidsverzekering? Is hier geen sprake van
een juridisch vacuüm?

Is het in het licht van de opgesomde vergoedingen waarop
mantelzorgers aanspraak kunnen maken, niet opportuun om
mantelzorg gelijk te stellen met toegelaten arbeid?

Is het niet aangewezen om uitdrukkelijk in de wetgeving op te nemen
dat het gebrek aan aangifte van de mantelzorg niet leidt tot verlies
van het recht op uitkering?
dispensateurs de soins de
proximité au regard de
l'assurance-chômage? Ne serait-il
pas souhaitable d'aligner les
primes afférentes aux soins de
proximité sur les indemnités pour
travail autorisé? Ne s'indique-t-il
pas de préciser dans la loi que
l'absence de déclaration des soins
de proximité n'entraîne pas
automatiquement la perte du droit
aux allocations?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
De Meyer, de mantelzorger kan worden gedefinieerd als de
natuurlijke persoon die niet beroepsmatig niet-medische hulp en
dienstverlening verstrekt ten huize van zorgbehoevende personen.
Het gaat om een specifieke vorm van vrijwilligerswerk. Een decreet
van de Vlaamse Gemeenschap voorziet in de mogelijkheid dat aan
de mantelzorger een belastingvrije vergoeding van 75 euro per
maand wordt toegekend.

Voor de toepassing van de werkloosheidsreglementering wordt
mantelzorg beschouwd als een activiteit die behoort tot de private
levenssfeer. De persoon die deze activiteit verricht, moet er geen
aangifte van doen aan de RVA. De mantelzorger moet voor de
uitoefening van die activiteit dus geen toestemming van de RVA
bekomen. Dat geldt voor de volledig werkloze, de tijdelijk werkloze en
de deeltijdse werknemer met een inkomensgarantie-uitkering. Het
geldt ook voor de burggepensioneerde en voor de werknemer die in
het kader van een loopbaanonderbreking of een tijdskrediet een
onderbrekingsvergoeding geniet. Hij moet dan ook geen aangifte
doen van zijn registratie, van zijn activiteit of van de belastingvrije
vergoeding die hij eventueel ontvangt.

Het voormelde doet geen afbreuk aan het feit dat werklozen, tenzij zij
hiervan om een andere reden zijn vrijgesteld, als werkzoekende
moeten ingeschreven zijn en blijven en voor de arbeidsmarkt
beschikbaar moeten zijn. De mantelzorg is dus geen argument om
niet op een passende dienstbetrekking in te gaan.

Deze regels werden in november 2001 door het hoofdbestuur van de
RVA aan de dertig verschillende werkloosheidsbureaus meegedeeld.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le dispensateur de soins
de proximité est la personne
physique qui dispense des soins
non professionnels et non
médicaux au domicile de la
personne tributaire de soins. Il
s'agit d'une forme de bénévolat.
En application d'un décret
flamand, le dispensateur de soins
de proximité a droit à une
indemnité non imposable de 75
euros par mois.

En ce qui concerne le chômage,
cette activité est considérée
comme afférente à la vie privée et
aucune déclaration ni autorisation
n'est donc requise. Le chômeur
doit toutefois rester inscrit comme
demandeur d'emploi et demeurer
disponible sur le marché du
travail. En novembre 2001,
l'administration centrale a informé
les 30 bureaux de chômage de
ces règles.
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
03.03 Magda De Meyer (SP.A): Mijnheer de voorzitter, het antwoord
van de minister is heel duidelijk. Het kan ertoe bijdragen dat er meer
gerustheid komt onder mantelzorgers, want er bestond grote
ongerustheid.
03.03 Magda De Meyer (SP.A):
La réponse de la ministre est
claire et rassurera les personnes
s'occupant de soins de proximité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het verhogen van de activiteitsgraad bij +50 jarigen" (nr. 7214)
04 Quesiton de Mme Greta D'hondt à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'augmentation du taux d'activité chez les plus de 50 ans" (n° 7214)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ten eerste, ik heb in de voorbije maanden en jaren
herhaaldelijk gezegd dat om de activiteitsgraad bij oudere
werknemers te verhogen prioritair alle maatregelen moeten worden
genomen om de afdanking van oudere werknemers te vermijden. Dat
betekent dat niet alleen maatregelen moeten worden genomen die de
loonlast van die werknemers verlagen. Op zichzelf kunnen dat goede
maatregelen zijn. Er moeten echter ook werkelijk maatregelen
worden genomen die de afdanking van oudere werknemers ontraden
en bemoeilijken.

Ten tweede, men zal in een economische context nooit kunnen
vermijden, al was het alleen maar omwille van de sluiting van
ondernemingen of zware reorganisaties, dat oudere werknemers toch
nog werkloos worden. Bij de vraagstelling wil ik wel heel sterk
benadrukken dat de eerste piste wellicht de belangrijkste en minst
ontgonnen is.

Enige tijd geleden werd een ontwerp van koninklijk besluit
aangekondigd dat de vijftigplussers opnieuw zou verplichten zich in te
schrijven als werkzoekende. Dit ontwerp van koninklijk besluit werd al
in juni 2001 door de Ministerraad goedgekeurd. Het is trouwens ook
in deze commissie bij diverse gelegenheden ter sprake gekomen. Het
ontwerp van koninklijk besluit bepaalt dat elke vijftigplusser die vanaf
1 juni 2002, binnen goed veertien dagen, werkloos wordt zich
opnieuw als werkzoekende moet inschrijven. Tot nu toe werd het
koninklijk besluit niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Wanneer wij navraag doen naar het uitblijven van de publicatie, dan
luidt de uitleg dat men moet wachten op het advies van de Raad van
State.

Vermits het ontwerp van koninklijk besluit in juni 2001 door de
Ministerraad werd goedgekeurd, zou dat betekenen dat men bijna
een jaar wacht op het advies van de Raad van State. Als men een
jaar op dat advies moet wachten, zou dat de Raad van State enorm
in mijn achting doen dalen. Als men verder navraag doet en zegt dat
dit niet kan, dan zegt men dat dit niet alleen aan de Raad van State
ligt. Het zou ook aan de sociale partners liggen. De sociale partners
worden stilaan de boeman van het hele verhaal, als het niet bij de
spoorwegen is, dan is het wel bij andere gelegenheden. Dit begint
toch stilaan wat teveel te worden.

Mevrouw de minister, ik heb dan ook een aantal vragen. Ten eerste,
04.01 Greta D'hondt (CD&V):
Afin de relever le taux d'activité
des travailleurs âgés, il faut éviter
leur licenciement et prendre par
ailleurs des mesures incitatives. Il
ne suffit pas, en effet, de réduire
les charges salariales.

Quelles mesures ont-elles été
prises pour empêcher le
licenciement de travailleurs âgés?
Quand a été transmis pour avis au
Conseil d'Etat le projet d'arrêté
royal qui prévoit que chaque
travailleur de plus de 50 ans qui
est licencié à partir du 1
er
juin
2002 sera inscrit comme
demandeur d'emploi? L'avis a-t-il
été demandé dans un délai
déterminé? Pourquoi cet arrêté
royal se fait-il attendre? Ces
dispositions entreront-elles en
vigueur au 1
er
juin 2002, comme
annoncé?
15/05/2002
CRIV 50
COM 747
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
is het in elk geval voor mij prioritair om te weten welke maatregelen
de regering al genomen heeft om afdanking van oudere werknemers
te ontraden of te bemoeilijken. Ik doel dan op andere maatregelen
dan het verlagen van de loonlasten. Hoe heeft men de afdankingen
werkelijk ontraden? Ten tweede heb ik enkele vragen over het
ontwerp van koninklijk besluit. Ik zou graag vernemen wanneer het
voor advies overgemaakt werd aan de Raad van State. Heeft men de
Raad van State gevraagd het binnen een zekere termijn af te
leveren? Zullen de bepalingen van het ontwerp van koninklijk besluit,
waardoor elke vijftigplusser die werkloos wordt opnieuw werkzoekend
moet worden, effectief vanaf 1 juni 2002 van kracht worden? Ik vrees
dat men dan toch een tandje zal moeten bijsteken want dit is al
binnen veertien dagen.
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'hondt, het eerste luik van de vraag betreft de maatregelen die
reeds werden genomen om het ontslag van oudere werknemers te
ontraden of te bemoeilijken. Terzake kan ik verwijzen naar de
beslissing van de Ministerraad van twee weken geleden. Er werd
beslist om met ingang van 1 april 2002 een extra lastenverlaging van
200 euro per kwartaal en per werknemer toe te kennen voor elke
werknemer die 58 jaar is of ouder. Deze maatregel richt zich dus op
alle reeds in dienst zijnde werknemers en verlaagt voor deze groep
de loonkost.

Een tweede maatregel is het voorzien in een recht op outplacement
voor de ontslagen werknemers van 45 jaar of meer. Het principe
werd ingeschreven in de wet van augustus 2001 tot verhoging van de
werkgelegenheidsgraad. De concrete uitwerking dient te gebeuren bij
een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in de Nationale
Arbeidsraad. Uit recente informatie die mij vanuit de Nationale
Arbeidsraad bereikte blijkt dat de werkzaamheden zo goed als
afgerond zijn.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il y a deux semaines, le
Conseil des ministres a décidé
une réduction supplémentaire des
coûts du travail de l'ordre de 200
euros par trimestre et par
travailleur âgé de 58 ans ou plus.
La loi prévoit également le droit à
l'outplacement pour les
travailleurs licenciés de 45 ans ou
plus. Les négociations au sein du
CNT en vue de la conclusion
d'une CCT se trouvent dans la
phase finale.
La deuxième partie de votre question concerne la réglementation
spécifique en matière de disponibilité des chômeurs âgés. Je précise
qu'il y a une autre mesure dissuasive concernant ce qu'on appelle les
"canady dry" dont le ministre Vandenbroucke s'occupe actuellement.
En ce qui concerne la réglementation spécifique "disponibilité des
chômeurs âgés", je pense que quelqu'un au Conseil d'Etat s'est
inquiété de l'interpellation de Mme D'Hondt. J'ai reçu hier, le 14 mai
2002, l'avis du Conseil d'Etat. Je vais expliquer ce qui s'est passé
depuis la décision de principe prise par le Conseil des ministres en
juin 2001.

D'abord, il y a eu une décision de principe. Ensuite, dans les mois et
les semaines qui ont suivi, le projet d'arrêté royal et le projet d'arrêté
ministériel ont été parachevés. Le premier octobre 2001, ces projets
ont été soumis pour avis au comité de gestion de l'Office national de
l'emploi. A la suite de diverses séances, ce comité de gestion a émis
un avis fin novembre 2001. Cet avis m'a été communiqué par courrier
de l'administrateur général le 4 décembre 2001. Le 17 décembre, j'ai
demandé l'avis de l'inspecteur des finances. Celui-ci m'est parvenu le
10 janvier 2002. Le jour même, j'ai également obtenu l'accord du
ministre du Budget. Afin de demander l'avis du Conseil d'Etat dans le
délai d'un mois, le dossier a été soumis au Conseil des ministres
avant la fin janvier. Après la décision du Conseil des ministres, le
dossier a été transmis au Conseil d'Etat le 18 février pour avis
Er zijn ook de zogenaamde
"Canada Dry"-maatregelen, maar
hiervoor is de minister van Sociale
Zaken bevoegd.

Op 14 mei heb ik het advies van
de Raad van State ontvangen. Ik
herinner u eraan dat de regering
de principiële beslissing al in juni
2001 heeft genomen, dat de
ontwerpen van koninklijk en
ministerieel besluit in oktober aan
het Beheerscomité van de
Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening werden
voorgelegd, dat ik in december
2001 het akkoord heb gekregen
van de Algemene Inspectie van
Financiën en van de minister van
Begroting en dat de ontwerpen in
februari jongstleden voor advies
naar de Raad van State zijn
gestuurd. Kortom, de teksten
zouden vanaf 1 juni van kracht
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
endéans le mois. J'ai reçu hier, le 14 mai 2002, cet avis du Conseil
d`Etat. Après adaptation de l'arrêté aux observations sur les textes,
l'arrêté royal pourra être soumis à la signature royale. La date
d'entrée en vigueur pourrait être le 1er juin. Toutefois, je pense que
ce sera le 1er juillet. En effet, il faut que le VDAB, le FOREM,
l'ORBEM puissent adapter leurs pratiques à la nouvelle législation.
kunnen worden, maar ze zullen
waarschijnlijk pas vanaf 1 juli
ingang vinden, omdat we de RVA,
de BGDA, de VDAB enz. de tijd
moeten geven hun werkwijze aan
te passen.

04.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik begin met
het laatste punt. Het zou mij verwonderen dat er eens iets op tijd
verschijnt van al wat aangekondigd is. Als de schade tot één maand
kan worden beperkt, zou het nog meevallen. Wij zullen afwachten of
de datum van 1 juli effectief gerespecteerd wordt.

Mevrouw de minister, mijn eerste vraag had betrekking op de
maatregelen die genomen zijn of nog zullen worden genomen om de
afdanking van oudere werknemers te ontraden of te bemoeilijken. U
komt terug op de belastingverlaging voor de indienstneming van
werknemers ouder dan 58 jaar, maar mijn vraag ging niet over die
bepaalde categorie. U hebt het over het recht op outplacement, maar
dan is men toch al afgedankt. Ik maak mij zorgen omdat tijdens de
voorbije twee jaar 10.000 oudere werklozen bijgekomen zijn. Het zou
eens goed zijn te onderzoeken hoeveel personen daarvan werkloos
geworden zijn als gevolg van sluitingen van ondernemingen of
reorganisaties, want dat zijn zaken waar u geen vat op hebt. Het zou
even interessant zijn te weten hoeveel van die personen afgedankt
zijn om bijna onmiddellijk door jongere werknemers vervangen te
worden, want dat kan niet.

Nadien geeft men dan kortingen om diezelfde mensen weer aan het
werk te zetten. Dat is natuurlijk een goede zaak, maar het heeft toch
iets weg van water naar de zee dragen. We moeten dus kunnen
beschikken over instrumenten die niet alleen op een positieve wijze,
daar gaat mijn voorkeur naar uit, de tewerkstelling van oudere
werknemers stimuleren. Dat heeft te maken met loonlast, met
blijvend leren, enzovoort. We moeten bovendien instrumenten
ontwikkelen die, zonder dat ze het vrij ondernemen bemoeilijken, toch
duidelijk wijzen op de verantwoordelijkheid van iedereen om te
voorkomen dat oudere werknemers voortijdig aan de deur worden
gezet. Lastenverlagingen voor de tewerkstelling van personen boven
de 58 jaar, of zelfs outplacement zijn daarvoor niet voldoende.
04.03 Greta D'hondt (CD&V):
Nous verrons si la date butoir du
1
er
juillet sera respectée.

Ma question ne portait du reste
pas uniquement sur la réduction
des charges salariales. La
ministre évoque aussi le
reclassement professionnel mais
celui-ci ne s'applique forcément
qu'aux personnes déjà licenciées.
Dix mille chômeurs âgés sont
venus accroître les statistiques
ces deux dernières années. Il
serait intéressant de savoir
combien d'entre eux ont été
remplacés dans les entreprises. Il
faut donc prévoir des mesures
pour faire en sorte que les
chômeurs âgés retrouvent un
emploi, par exemple dans le cadre
de la formation continuée, et de
rendre plus difficile leur
licenciement.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, nous
sommes d'accord sur le constat mais, soyons clairs, il est vrai que
dans notre pays, nous avons un problème avec le taux d'emploi des
plus de cinquante ans et celui-ci est en même temps un problème qui
découle de notre histoire sociale, de notre histoire économique et
finalement à travers cela d'une culture qui s'est installée dans le
pays. Un changement culturel est difficile et prend du temps.

Nous avons effectivement travaillé avec la carotte et le bâton, je
l'exprime de la sorte pour simplifier mon propos. Les mesures dont
nous avons parlé, la disponibilité obligatoire pour les chômeurs de
plus de 50 ans, participent plus d'une politique, disons, de contrainte.
Il y a aussi une politique de contrainte vis-à-vis de l'employeur, il
s'agit d'une mesure qui ne vaut pas uniquement pour ceux qui sont
déjà licenciés mais aussi d'une mesure de dissuasion pour le
licenciement qui, outre les indemnités de préavis, doit inciter
04.04 Minister Laurette Onkelinx:
Over die vaststelling zijn we het
eens. Het probleem is een
voortvloeisel van ons sociaal en
economisch verleden, en ook van
een zekere cultuur. De geopperde
maatregelen kaderen in een op
dwang gestoeld beleid, ook
tegenover de werkgevers.

We hebben hier te maken met een
heuse clash van principes, al zijn
alle doelstellingen even
lovenswaardig.

Als de sociale partners niet tot een
15/05/2002
CRIV 50
COM 747
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
l'employeur à travailler pour le reclassement de ces travailleurs-là.

Maintenant, pour aller plus loin dans la contrainte, pour empêcher les
travailleurs de se faire licencier, j'aurais presque envie de faire le pari
avec vous de trouver, déjà au sein de votre parti, un accord pour
interdire à l'employeur de licencier quand la place reste vacante. On
pourra alors envisager plus favorablement les choses.

Cela est difficile car ce sont des principes qui se heurtent: la liberté
de l'employeur vis-à-vis de l'engagement de travailleurs et d'autre
part la volonté politique, en tout cas celle que j'ai, de protéger les
travailleurs plus âgés. C'est la difficulté de rencontre entre ces deux
objectifs qui sont tous les deux respectables qui fait que les solutions,
elles, ne sont jamais simplistes.

De ce fait, comme je vous l'ai dit, on intervient dans le domaine de la
contrainte, de l'outplacement.

On m'a dit que l'accord des partenaires sociaux sera normalement
pour fin mai. S'ils y arrivent, "chapeau" mais s'ils n'y arrivent pas,
comme vous le savez, je l'ai dit et je le ferai, je proposerai un arrêté
royal en application de la loi que nous avons votée avec une mesure,
outre les indemnités de préavis, pour le reclassement des travailleurs
plus âgés.

Mais à côté de cela, nous avons développé, reconnaissez-le, dans le
cadre de la loi qui vous a été présentée, des mesures incitatives pour
les travailleurs, par exemple des mesures spécifiques
d'aménagement du temps de travail, et cela fonctionne.

Savez-vous, et nous aurons peut-être l'occasion d'en parler lors
d'une autre interpellation, que pour les mesures d'interruption de
carrière et particulièrement par exemple pour les plus de 50 ans, c'est
un succès total?

Mois après mois, on voit que les travailleurs de 50 ans demandent le
bénéfice de ce type d'interruption de carrière qui leur permet
finalement d'envisager différemment leur fin de carrière, d'une
manière plus douce donc, et cela produit des résultats; tant mieux.
Par conséquent, droit au mi-temps, interruption de carrière avec des
primes augmentées pour les plus de 50 ans, cela marche. On a aussi
le compagnonnage que l'on a mis au point avec la possibilité, vous le
savez, de cumuler un salaire à mi-temps, une prime d'interruption de
carrière à mi-temps et une prime de formation qui serait cumulable
avec les primes d'interruption de carrière.

Donc, on met au point différents mécanismes mais je crois que c'est
une politique qui doit s'inscrire dans le temps. La politique, c'est pour
cela que je l'ai rappelé, d'incitant par une diminution de la charge
salariale doit être amplifiée. On vient de le faire pour les 58 ans, cela
est lié à des raisons budgétaires mais 58 ans est déjà trop tard, je le
vois dans les chiffres.

Donc, je suis tout à fait favorable, et je l'ai dit, notamment dans le
cadre du grand plan de simplification, du plan de réduction de
cotisations sociales, à commencer dès 55 ans, ce qui serait déjà une
étape beaucoup plus intéressante.
akkoord komen, zal ik een
ontwerp van koninklijk besluit
indienen betreffende de oudere
werknemers. Tevens werden er
als aansporing bedoelde
maatregelen uitgewerkt tot
regeling van het loopbaaneinde.
Die maatregelen hebben veel
succes. Een dergelijk beleid vergt
echter de nodige tijd. Er werden
onlangs nog andere incentives
uitgewerkt, via een vermindering
van de loonkosten voor 58-
plussers. Mij dunkt dat dat te laat
is. Die maatregelen zouden al
vanaf de leeftijd van 50 jaar
moeten gelden.
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Voilà, monsieur le président, quelques précisions.
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, wanneer de
meerderheid een akkoord zou hebben om de afdankingen van
oudere werknemers te ontraden of bemoeilijken, en als u daarvoor in
de Kamer ook het akkoord van CD&V nodig hebt, dan zullen wij
daarvoor zorgen. Maar u moet er eerst voor zorgen dat daarover een
akkoord bestaat binnen de meerderheid. Als het van CD&V afhangt,
zult u een akkoord hebben.

Ik heb ook niet gevraagd om het afdankingverbod. Ik heb gezegd dat
ik het vrij ondernemen en de rechten in dit land niet wil ondermijnen.
Zoals ook voor andere categorieën hogere drempels bestaan
vooraleer mensen te kunnen afdanken, heb ik gevraagd om die
drempels ook voor de oudere werknemers zouden gelden. Dat is wat
anders dan het afdankingverbod. Ik kijk met spanning uit naar de
andere initiatieven.

Wij hebben er geen cijfers over, maar ik vrees dat meer dan de helft
van de ongeveer 10.000 oudere werklozen zal worden vervangen
door nieuwe aanwervingen in die onderneming. Dat is niet correct.
04.05 Greta D'hondt (CD&V):
Notre groupe est disposé à
soutenir la majorité si l'on aboutit à
un accord pour lutter contre le
phénomène du licenciement des
travailleurs âgés. Un tel accord
constitue toutefois une condition
préalable. Par ailleurs, je n'ai pas
plaidé pour une interdiction des
licenciements, mais pour un
renforcement des dispositions en
la matière. Nous respectons
également la liberté de
l'employeur mais nous sommes
aussi d'avis que tout ne s'est pas
toujours bien passé en ce qui
concerne les 10.000 licenciements
de travailleurs plus âgés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Luc Goutry aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid over
"de reorganisatie van de diensten arbeidsinspectie en sociale inspectie" (nr. 7223)
05 Question de M. Luc Goutry à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
réorganisation des services de l'Inspection du travail et de l'Inspection sociale" (n° 7223)
05.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, op het ogenblik zijn er minstens drie soorten
inspecteurs, die eigenlijk toch enigszins gelijkenissen vertonen. Er
zijn sociale inspecteurs, die het zwartwerk en de sociale bijdragen
moeten controleren. Er zijn arbeidsinspecteurs, die de werkplaatsen
en alles wat met arbeid en tewerkstelling te maken heeft, moeten
inspecteren. Er zijn ook inspecteurs die toegevoegd zijn aan de
dienst Bedrijfsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken.
Die mensen bezoeken bedrijven en gaan na of de informatie die
werkgevers aan ondernemingsraden en syndicale organisaties
moeten verstrekken, aan de eisen voldoet. Het betreft economisch-
financiële informatie, die bedrijven aan de werknemers verplicht
moeten doorspelen.

Op 7 februari 2002 is een koninklijk besluit houdende oprichting van
de federale overheidsdienst `Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg' verschenen, waarin in artikel 2, § 1 staat: "Ten eerste heeft
het als opdracht de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering
van het beleid inzake collectieve arbeidsbetrekkingen, de begeleiding
van het sociaal overleg, de preventie en de verzoening bij sociale
conflicten." Ik interpreteer die bepaling als een korf van verschillende
opdrachten, die vroeger verspreid waren over verschillende
departementen. Nu worden die in één groot instituut onder uw
bevoegdheid, Werkgelegenheid en Arbeid, samengebracht.

In artikel 2, § 2 lees ik onder andere dat die dienst tot taak heeft de
ondernemingsraden, de Europese ondernemingscomités en de
05.01 Luc Goutry (CD&V):
L'arrêté royal du 7 février 2002
prévoit la création du Service
public fédéral de l'Emploi, du
Travail et de la Concertation
sociale. Ce nouveau service
regrouperait les services
d'inspection existants des
ministères des Affaires
économiques, de l'Emploi et du
Travail et de la Prévoyance
sociale.

Dois-je comprendre que la
mission des inspecteurs du
ministère des Affaires
économiques relèvera également
de la compétence du ministre de
l'Emploi au sein de ce nouveau
service public fédéral?
La mission actuelle du service
d'inspection des Affaires
économiques consiste à contrôler
le fonctionnement des conseils
d'entreprises et de veiller à ce que
l'obligation d'informer les
travailleurs soit respectée.
15/05/2002
CRIV 50
COM 747
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
sociale balansen te begeleiden en bijstand te leveren.

Tot hiertoe heb ik geen enkel probleem. Het lijkt me zeer goed
verdedigbaar te vereenvoudigen door ze onder de bevoegdheid van
één ministerie samen te brengen. Natuurlijk moet er gewaarborgd
worden dat alle specifieke opdrachten, die vroeger werden uitgevoerd
door de verschillende diensten van de verschillende departementen,
behouden blijven. Meer specifiek zouden de inspecteurs van de
dienst Bedrijfsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken
hun werk moeten kunnen voortzetten met dezelfde intensiteit en
faciliteiten als nu. Daarover gaat mijn vraag. Er zit toch geen
verborgen agenda achter? Dergelijke structurele reorganisatie zal
toch niet leiden tot een andere taakverdeling? Hoever is de invulling
van het koninklijk besluit gevorderd? Is die dienst inmiddels volledig
opgericht? Werkt die dienst al? Gaat het louter om een fusie van de
verschillende diensten? Kunnen de huidige taken onverkort verder
worden uitgevoerd? Is er reeds meer duidelijkheid over de
taakinvulling van de inspecteurs of blijft die dezelfde?

Ik heb mijn vraag voldoende toegelicht. Mevrouw de minister, ik kijk
belangstellend uit naar uw antwoord.

L'idée de regrouper les différents
services d'inspection est
défendable, à condition que les
précédentes missions soient
maintenues. Où en est la
concrétisation du service créé par
l'arrêté royal du 7 février 2002?
S'agit-il d'une fusion des services
existants? Les missions actuelles
des différents services
d'inspection sont-elles
maintenues? Sait-on déjà
précisément en quoi consistera la
mission des inspecteurs qui
étaient précédemment actifs au
sein du Service Organisation
professionnelle du ministère des
Affaires économiques?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je veux
vraiment rassurer M. Goutry sur les intentions du gouvernement et
sur la volonté de préserver les missions essentielles des inspections
dont il a parlé. Comme il l'a dit, c'est dans le cadre de la réforme
Copernic qu'on a décidé de regrouper au sein du Service public
fédéral compétent pour la concertation sociale la surveillance du
respect des dispositions relatives aux conventions collectives du
travail. Ces dispositions portent à la fois sur les obligations des
employeurs en matière d'informations économiques et financières à
transmettre au conseil d'entreprise et sur le respect des mesures de
prévention dans les entreprises et de consultation des comités de
prévention et de protection des travailleurs.

Comme il l'a dit, c'est une logique qu'on peut évidemment
comprendre et que vous ne remettez d'ailleurs pas en cause. C'est
une logique d'intégration de la surveillance des obligations des
employeurs liées aux relations individuelles de travail, c'est
l'inspection des lois sociales, et aux relations collectives de travail,
inspection médicale et technique, délégué-ouvrier à l'inspection des
mines, carrières et sidérurgies, service de l'inspection des affaires
économiques, qui a donc conduit à la rédaction de l'article 2, §2 d'un
arrêté royal qui a déjà été pris, celui du 3 février 2002. Le personnel
des services d'inspection du service économie, PME, classes
moyennes et énergie et les budgets correspondants seront repris par
le service fédéral emploi, travail et concertation sociale en
conservant, je vous le répète, toutes les missions de ces services.
Les agents transférés continueront à effectuer les mêmes contrôles
qu'auparavant. Il n'y aura pas de changement en la matière. La
qualité des services offerts sera en tous points préservée. En outre,
par des économies d'échelle que permettra l'intégration des
inspections chargées de la surveillance des relations de travail dans
un même service fédéral, je crois qu'il sera possible d'améliorer les
services offerts au bénéfice de la qualité du dialogue social.

L'exécution de l'arrêté royal du 3 février 2002 sera complétée par la
publication de l'arrêté royal de nomination du président du comité de
05.02
Minister Laurette
Onkelinx: Ik wil de heer Goutry
overtuigen van onze bedoeling om
de fundamentele taak van de
inspectie te vrijwaren. In het kader
van de Copernicus-hervorming
hebben wij besloten alle betrokken
bepalingen over te hevelen naar
de federale overheidsdienst
Overleg.

Het betreft een systeem om het
toezicht te integreren, bepaald
door artikel 2 §2 van het koninklijk
besluit van 3 februari 2002.

Het inspectiepersoneel van het
departement
Economie/KMO/Middenstand/Ene
rgie zal in de federale
overheidsdienst Werkgelegenheid
worden opgenomen. Aldus
worden alle taken overgenomen.
Het budget en het personeel
zullen worden overgeheveld, maar
het personeel blijft hetzelfde werk
doen. Dankzij de integratie in een
en dezelfde federale
overheidsdienst kunnen we op
een eenvoudige manier aan
economische schaalvergroting
doen.
CRIV 50
COM 747
15/05/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
direction et par la mise en oeuvre d'un arrêté ministériel de reprise
des services du MET par le nouveau service fédéral.

Il n'y a donc aucune crainte à avoir. On déplace mais on conserve.
05.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan alleen maar
besluiten dat de minister met 100 procent zekerheid de term
"rassurer" heeft gebruikt, waardoor wij ons geen zorgen moeten
maken. Alle opdrachten die nu door al die verschillende inspecteurs
worden uitgevoerd, met name vooral door de mensen van
Economische Zaken die deze bedrijfsorganisaties begeleiden, zullen
onverkort worden voortgezet, weliswaar in een nieuwe Copernicus-
structuur. Rond de taakuitoefening zelf kan dus geen enkele
onduidelijkheid bestaan.
05.03 Luc Goutry (CD&V): La
ministre nous garantit donc que
toutes les missions seront
poursuivies, dans le nouveau
contexte de la réforme Copernic.
Voilà qui nous rassure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.08 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.08 heures.