KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 735
CRIV 50
COM 735
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
dinsdag
mardi
30-04-2002
30-04-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
PSC
Parti social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van mevrouw Annemie Van de
Casteele tot de minister van Consumenten-
zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
gevoerd beleid in verband met bloed en
bloedprodukten" (nr. 1221)
1
Interpellation de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la politique menée en ce
qui concerne le sang et les produits sanguins"
(n° 1221)
1
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
9
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de honorariumaanpassing van
de dierenartsen met opdracht" (nr. 6992)
9
- M. Jef Valkeniers à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'adaptation des honoraires
des vétérinaires chargés de mission" (n° 6992)
9
- de heer Robert Hondermarcq aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de bezoldiging van de
dierenartsen met opdracht" (nr. 7047)
9
- M. Robert Hondermarcq à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
honoraires des vétérinaires chargés de mission"
(n° 7047)
9
Sprekers:
Robert Hondermarcq, Jef
Valkeniers, Magda Aelvoet
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs:
Robert Hondermarcq, Jef
Valkeniers, Magda Aelvoet
, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de oprichting van een meldpunt van
de taalproblemen in de zorginstellingen in
Brussel en in de Brusselse rand" (nr. 6947)
12
Question de M. Jef Valkeniers à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Intérieur sur "la création d'un point de contact
enregistrant les problèmes linguistiques
signalés dans les établissements de soins de
Bruxelles et de la périphérie bruxelloise"
(n° 6947)
12
Sprekers: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de exclusieve economische
zone en het herstel van de natuurwaarden"
(nr. 7058)
13
Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la zone
économique exclusive et le rétablissement de la
nature" (n° 7058)
13
Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu en aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "het
gebrek aan overheidssteun voor klinisch
onderzoekstoepassingen" (nr. 7004)
16
Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement et au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "l'absence de subventions accordées aux
applications dans le domaine de la recherche
clinique" (n° 7004)
16
Sprekers: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de alternatieve inplantingsplaats
van een windenergiepark op de 'Thorntonbank'"
(nr. 7080)
17
Question M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "un lieu
d'implantation alternatif pour un parc éolien sur
le 'Thorntonbank'" (n° 7080)
18
Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu en aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
sterftecijfers in de arrondissementen
Dendermonde, Sint-Niklaas en Aalst" (nr. 7092)
22
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
chiffres de mortalité dans les arrondissements
de Termonde, Saint-Nicolas et Alost" (n° 7092)
22
Sprekers: Greta D'hondt, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Greta D'hondt, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het aanvraagdossier
'betoelaging regionaal coördinatiepunt drugs'"
(nr. 7079)
25
Question de M. Yves Leterme à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la demande
de subventionnement des Groupes locaux de
coordination Drogue" (n° 7079)
25
Sprekers: Yves Leterme
, voorzitter van de
CD&V-fractie
, Magda Aelvoet
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme
, président du groupe
CD&V
, Magda Aelvoet
, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het FAVV"
(nr. 6957)
28
Question de Mme Trees Pieters à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'AFSCA"
(n° 6957)
28
Sprekers: Trees Pieters, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Trees Pieters, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de inning in het
slachthuis" (nr. 7073)
29
Question de Mme Trees Pieters à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "une
contribution perçue à l'abattoir" (n° 7073)
29
Sprekers: Trees Pieters, Magda Aelvoet
,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Trees Pieters, Magda Aelvoet
,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
30
APRIL
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
30
AVRIL
2002
10:00 heures
______

La séance est ouverte à 11.12 heures par M. Philippe Seghin, président.
De vergadering wordt geopend om 11.12 uur door de heer Philippe Seghin, voorzitter.
01 Interpellatie van mevrouw Annemie Van de Casteele tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het gevoerd beleid in verband met bloed en bloedprodukten"
(nr. 1221)
01 Interpellation de Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de l'Environnement sur "la politique menée en ce qui
concerne le sang et les produits sanguins" (n° 1221)
01.01
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik
vrees dat mijn interpellatie iets meer tijd in beslag zal nemen omdat ik
een aantal vragen over het beleid inzake bloed en bloedproducten heb
gebundeld in dit interpellatieverzoek.

Ieder van ons kan vroeg of laat worden geconfronteerd met de nood aan
het toedienen van bloed of bloedproducten. Ieder van ons is er dan ook
bij gebaat dat de maximale veiligheid en kwaliteit van dat bloed en die
bloedproducten worden gegarandeerd. In deze commissie wordt
hierover heel weinig van gedachten gewisseld. Bij de bespreking van
een beleidsbrief of de begroting komt het beleid inzake bloed ter
sprake.

Mevrouw de minister, op het einde van vorig jaar werd u een aantal
keren ondervraagd naar aanleiding van een probleem met hepatitis C
dat in het begin van de jaren 90 zou zijn veroorzaakt door het te
laattijdig verplichten van een test. Ik ben dit allemaal eens gaan nalezen
met in het achterhoofd het beleid dat in Europa op stapel staat. Ik heb
dan ook een aantal vragen over het beleid dat in België wordt gevoerd.

Ons land staat vooraan in de lijst van veilige landen als het gaat om de
veiligheid van bloed. Dit neemt echter niet weg dat er hoe dan ook een
aantal uitdagingen en onzekerheden blijven bestaan die zelfs met de
huidige stand van de wetenschap nog niet kunnen worden weggewerkt
omdat er in bepaalde gevallen nu eenmaal een bepaalde periode
verloopt tussen de besmetting en de opspoorbaarheid ervan. Met een
aantal tot de verbeelding sprekende ziektes en de drama's die
bijvoorbeeld in Frankrijk met aids-besmetting zijn gebeurd in het
achterhoofd, meen ik dat wij er alle belang bij hebben om eens na te
gaan of het beleid in ons land niet kan worden verbeterd.
01.01
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): La politique belge en
matière de don de sang n'est pas
souvent abordée par cette
commission. Il est évident qu'une
sécurité maximale doit être
garantie lors du don de sang. Notre
pays est connu comme l'un des
pays les plus sûrs pour le don de
sang mais il est bien évidemment
possible que certaines
contaminations ne puissent tout
simplement pas être décelées.
Nous avons tout intérêt à examiner
les possibilités d'améliorer la
politique en la matière.

En novembre, une directive fixant
les normes de qualité et de
sécurité pour la collecte, le
contrôle, la transformation, le
stockage et la distribution de sang
humain et de composants sanguins
était inscrite à l'ordre du jour du
Parlement européen. L'objectif était
d'accroître la sécurité et la fiabilité
dans les Etats membres et donc
aussi en ce qui concerne le sang et
les produits sanguins importés et
exportés.
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Ik wil in eerste instantie verwijzen naar het Belgisch voorzitterschap van
de Europese Unie. In november stond op de agenda een richtlijn van het
Europees Parlement tot vaststelling van kwaliteits- en
veiligheidsnormen voor de inzameling, het testen, de bewerking, de
opslag en de distributie van bloed en bloedbestanddelen van menselijke
oorsprong en tot wijziging van de richtlijn van 1989 terzake. Het was de
bedoeling van het Europees Parlement de veiligheid en de
betrouwbaarheid van bloed en bloedproducten te verhogen zodat geen
vragen hoeven te worden gesteld over de kwaliteitsvereisten die in
andere Europese landen worden opgelegd bij de export en import.

Mevrouw de minister, ik vertrek voor mijn interpellatie bij een aantal
vaststellingen over het beleid in België inzake bloed en bloedproducten.
Volgens mij valt daarover toch het een en ander te zeggen.
1) De wetgeving is vrij complex en verward.
2) Terecht wordt er veel belang gehecht aan het ethische principe dat
bloed kosteloos en vrijwillig moet worden afgestaan om op die manier
een sociale of financiële druk te vermijden waardoor mensen risico's
kunnen lopen met bloed. De vraag is echter of er voldoende budgettaire
middelen worden uitgetrokken om die veiligheid en kwaliteit voor de
patiënten te garanderen.
3) De nieuwe tests voor HIV en hepatitis C hebben immers een hoge
kostprijs en zijn niet altijd even efficiënt. Ondertussen staat het
onderzoek niet stil. Een nieuwe generatie tests is in aantocht.
4) Het beheer van sommige transfusiecentra vertoont een gebrek aan
transparantie. U hebt dit trouwens reeds impliciet toegegeven in
antwoord op een aantal vragen van onder andere collega Denis. U hebt
erop gewezen dat er soms onverantwoord dure producten worden
gebruikt daar waar dit eigenlijk niet nodig is.
5) Uit uw antwoord aan collega Denis heb ik ook kunnen afleiden dat er
verschillen zijn tussen beide gemeenschappen. U hebt gezegd dat er
langs Vlaamse kant geen probleem is met de transfusiecentra die
zelfbedruipend zijn. Langs Franstalige kant zijn er onder meer omwille
van de concurrentie, een aantal transfusiecentra die het financieel
moeilijk hebben.
6) Ondanks de lessen uit het verleden wordt te weinig geanticipeerd en
er te weinig risicobeheer en risico-evaluatie.
7) Het feit dat de Nationale Raad voor het Bloed werd afgeschaft
vooraleer serieus te hebben kunnen werken.
8) Het feit dat er ook in deze sector overleg moet zijn tussen
Volksgezondheid, RIZIV, het Rode Kruis en patiëntenverenigingen ­ wat
niet altijd even vlot verloopt.
9) Het feit dat de ethische principes waarnaar ik verwees niet altijd
coherent worden toegepast. 10) De ondoorzichtigheid van de bedragen
die worden toegekend door de overheid en van de bijkomende middelen
die de minister in haar beleidsnota heeft opgenomen, de bijdrage die al
sinds 1974 wordt geïnd op de autoverzekeringen, die toekomt aan het
Rode Kruis en het gebrek aan transparantie van wat daarmee gebeurt.
11) De weigering tot verhoging van de bloedprijs of de indexering
daarvan.
12) Het gebrek aan transparantie over de volumes bloed en
bloedproducten die geëxporteerd of geïmporteerd worden.

Mevrouw de minister, welke vooruitgang kent dit dossier binnen de
Europese instellingen? Het was geagendeerd op 15 november 2001.
Wat is de houding van België daarin geweest? Hoe luidden de
conclusies van de Europese Ministerraad? Welk gevolg gaf uw
administratie aan dat dossier? Als die richtlijn wordt goedgekeurd, wat
veronderstelt dat dan aan wetgevende, reglementaire en administratieve
bepalingen die moeten worden gewijzigd? Bestaat er coördinatie tussen
de Europese Commissie, de Wereldgezondheidsorganisatie en de
Raad van Europa, die allemaal met de problematiek te maken hebben?
La législation belge est complexe.
On se fonde à juste titre sur le
principe éthique du caractère
gratuit et bénévole du don de sang
mais on peut se demander si les
moyens budgétaires dégagés pour
garantir la sécurité et la qualité du
sang sont suffisants. Les nouveaux
tests pour le virus HIV et
l'hépatite C sont coûteux et pas
toujours efficaces. Mais les
recherches se poursuivent.

En outre, la gestion de certains
centres de transfusion manque de
transparence. Parfois, on utilise
inutilement des produits trop
coûteux. Les centres flamands de
transfusion se suffiraient à eux-
mêmes alors que certains centres
wallons seraient confrontés à
d'énormes difficultés.

On a trop peu anticipé. La gestion
et l'évaluation des risques sont
insuffisants. La concertation entre
la Santé publique, l'INAMI, la Croix
Rouge et les associations de
patients n'est pas toujours très
facile. Les principes éthiques ne
sont pas appliqués de manière
cohérente. Les montants alloués
par les pouvoirs publics ne sont
pas transparents. On refuse
d'augmenter le prix du sang.
L'exportation et l'importation de
sang manquent de transparence.

Quel point de vue la Belgique a-t-
elle exprimé dans ce dossier lors
du Conseil de ministres européen
du 15 novembre 2001? À quelles
conclusions a abouti le Conseil?
Quelles dispositions législatives,
réglementaires et administratives
faudra-t-il modifier si la directive est
adoptée? Existe-t-il une
coordination entre la Commission
européenne, l'OMS et le Conseil de
l'Europe?

Dans notre pays, les dons de sang
sont volontaires et ne peuvent être
rétribués. Un arrêt de la Cour
européenne de Justice interdirait
d'en faire une obligation. Est-ce
exact? Quelles suites a-t-on
réservées à cet arrêt? Qu'en
pensent les autres États
membres?

Certains composants sanguins
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Denkt u dat de omzetting van de richtlijn, eenmaal goedgekeurd, voor
problemen zou zorgen in ons land?

Ik sta even stil bij de ethische aspecten. U hebt er al verscheidene
malen op gewezen: in ons land moeten bloedgiften vrijwillig zijn en
kunnen donoren niet worden vergoed. Ik heb u reeds gezegd dat ik de
zin daarvan begrijp. Het is niet de bedoeling dat mensen omwille van
financiële aspecten bloed gaan geven of de in te vullen vragenlijsten
gaan vervalsen. Blijkbaar is er ooit wel een veroordeling geweest door
het Europees Hof van Justitie omdat dit geen verplichting mag zijn,
maar enkel zou kunnen worden aangemoedigd. Ik zou graag weten of
dat klopt en welk gevolg eventueel aan deze veroordeling werd gegeven.
Wat is de filosofie op Europees niveau inzake deze principes? Hoe
doen de andere lidstaten dat?

Wij weten allemaal dat er twee filières zijn voor bloed en
bloedproducten. Er zijn de labiele bloedbestanddelen en er ziijn de
stabiele bloedproducten die door fractionering uit plasma worden
bekomen. Het verschil is dat u als minister van Volksgezondheid
verantwoordelijk bent voor de labiele bloedproducten, zowel voor de
vaststelling van de prijs als voor de kwaliteit en de veiligheid. De
stabiele bloedproducten daarentegen vallen onder de normale wetgeving
inzake farmaceutische producten en de prijsbepaling gebeurt daar dus
door Economische Zaken. De prijs van het plasma dat hiervoor wordt
gebruikt, wordt echter wel vastgesteld door de minister van
Volksgezondheid. De fractionering en de commerciële activiteit
gebeuren dan weer door het fractioneringscentrum van Neder-over-
Heembeek, een privaatrechtelijke vennootschap. Ik heb zo nog weinig
zicht op de grens tussen vrijwilligers- en commercieel aspect. Hoe zit
het met de verhouding tussen de twee, vooral als men vaststelt dat het
fractioneringscentrum een immobiliënproject aan het ontwikkelen is op
de site van het Militair Hospitaal? Blijkbaar gaat het het centrum voor
de wind, terwijl anderzijds het Rode Kruis klaagt over een te lage prijs
voor het plasma, iets waarop men blijkbaar geen vat heeft om dit te
verhogen. De onderlinge relatie is mij niet helemaal duidelijk. Is dit niet
strijdig met het ethisch principe van vrijwilligheid? Waarom krijgt het
Rode Kruis voor het plasma een prijs die lager ligt dan de marktprijs?
Als mensen in de administratie een dag verlof krijgen wegens het geven
van bloed, strookt dat dan nog wel met dat ethische principe? Ik heb u
ooit een vraag gesteld over mensen die aan een bepaalde ziekte lijden
en omwille van een teveel aan ijzer bloed moeten afstaan voor hun
eigen gezondheid. Dat bloed wordt weggegooid en kan niet worden
gebruikt, omdat het niet vrijwillig wordt afgestaan.

Dit leidt tot wanverhoudingen. Graag vernam ik uw visie terzake,
mevrouw de minister. Kan die dag recuperatie niet worden beschouwd
als een soort vergoeding die het benevole karakter gedeeltelijk
ondermijnt? Moet het eerste ethische principe van het beleid niet
neerkomen op een maximale garantie van veiligheid en kwaliteit?

Ik stelde vast dat in de beleidsnota in een bedrag van 8 miljoen euro
werd voorzien voor het gebruik van genoomtests en om het
epidemiologisch venster, dus de risicoperiode, te verkleinen en de
veiligheid te verhogen. Zal dat bedrag jaarlijks worden uitgetrokken en is
het momenteel reeds beschikbaar? In dat verband zei u op een gegeven
ogenblik dat er werd gewerkt aan een koninklijk besluit; welnu, is dat
reeds klaar? Hoe zullen die middelen worden verdeeld over de
verschillende transfusiecentra en over beide gemeenschappen? Welke
criteria zullen terzake gelden? Hoe zal men garanderen dat de
middelen die daarvoor worden ingezet, wel degelijk worden aangewend
voor die tests en niet om bijvoorbeeld de financiële problemen van
noodlijdende transfusiecentra op te lossen? Met andere woorden, zullen
sont stables, les autres pas. La
ministre de la Santé publique est
responsable de la qualité, de la
sécurité et des prix des produits
sanguins instables; le ministre de
l'Économie est responsable des
produits stables. Le plasma est
traité par le centre de
fractionnement de Neder-over-
Heembeek. Qu'a à voir la ministre
avec cette activité?

L'attribution d'un jour de congés
aux personnes qui, dans
l'administration, donnent leur sang
est-elle conforme aux principes
éthiques? Certaines personnes
doivent donner du sang à cause
d'une quantité trop importante de
fer. Ce sang est jeté parce que le
don n'est pas volontaire. Ne peut-
on pas remédier à cette situation?

Cela conduit à des déséquilibres.
Dans la note de politique, huit
millions ont été dégagés pour
l'utilisation de tests sur le génome
et la réduction de la période à
risque. Ce montant est-il
disponible? Sera-t-il réservé chaque
année? L'arrêté royal annoncé est-il
prêt? Comment et suivant quels
critères les moyens financiers
seront-ils répartis entre les centres
de transfusion et les
Communautés? Comment
contrôlera-t-on si les moyens
supplémentaires sont bien alloués
pour ces tests? Ceux-ci seront-ils
légalement obligatoires? Quels
tests sont aujourd'hui utilisés pour
détecter le VIH et l'hépatite C?
Quel est le prix des tests actuels
et des nouveaux tests par unité de
sang?

Compte tenu de l'évolution
constante des nouvelles
technologies permettant de
diagnostiquer et d'inactiver les
virus, les bactéries et les parasites
sur la base de leur génome, il est
indiqué de prévoir une approche
globale pour le sang et tous les
produits qui y sont liés, au lieu
d'imposer un test pour chaque
problème distinct.

La ministre a annoncé dans sa
note de politique qu'une
augmentation du prix unique pour le
sang était inévitable. En réponse à
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
die middelen apart worden gehouden en zal hierop toezicht gebeuren?
Zal er een wettelijke regeling komen die de nieuwe tests verplicht
maakt? Welke tests gebruiken de transfusiecentra momenteel voor de
opsporing van HIV en hepatitis C en wat is de kostprijs hiervan per
eenheid bloed? Wat zal de kostprijs zijn met de nieuwe tests? Is het de
bedoeling om de bestaande tests aan te vullen met de nieuwe of zullen
zij volledig worden vervangen? Werd er onderhandeld over de kostprijs
van de tests of houdt u zich daarmee niet bezig?

De mogelijkheden die de nieuwe technologieën bieden om virussen,
bacteriën en parasieten op basis van hun genoom te diagnosticeren in
plaats van op antilichamen, en ze ook te inactiveren, evolueren zeer
snel. Wordt die evolutie op de voet gevolgd en zal daarop worden
ingespeeld? Ware het niet aangewezen in een globale aanpak te
voorzien, in plaats van voor elk probleem afzonderlijk een test op te
leggen? Moeten wij niet evolueren naar een maximale garantie voor
bloed en alle risico's die eraan verbonden zijn?

Voorts wil ik het nog even hebben over de bloedprijs omdat in dezelfde
beleidsnota wordt gestipuleerd dat de verhoging van de eenheidsprijs
voor bloed budgettair wordt onderzocht. U zei toe dat een verhoging
onvermijdelijk was aangezien het aantal giften vermindert. Enkele
maanden later evenwel antwoordde u op een vraag van de heer Denis
dat die verhoging onmogelijk is binnen het huidig budgettair kader
omwille van de te hoge kostprijs van de maatregelen. Hieruit leid ik af
dat het RIZIV die het toegediende bloed moet betalen, terzake
problemen maakte, waardoor de zaken niet evolueerden zoals u het zelf
wou.

U beloofde om na te gaan of er bijkomende middelen konden worden
uitgetrokken voor de veiligheid. U voegde eraan toe dat die
extramiddelen het eigenlijke probleem van de transfusiecentra niet
zouden oplossen, maar dat u wel naar oplossingen zou zoeken. De
vraag is welke de kostprijs zou zijn van een prijsverhoging van bloed? Is
dat budgettair inderdaad onoverkomelijk? Wie maakt de ramingen
terzake? Is dat het RIZIV? Is het een realistische raming? Waarom is
de prijs van bloed niet geïndexeerd? Zou het niet normaal zijn de prijs
ervan de koppelen aan de index, zoals trouwens met zoveel andere
producten gebeurt? Is het niet zo dat door een gebrek aan een
duidelijke visie op het bloedbeleid, men geen voldoende marge kan
vrijmaken; dat men dat eigenlijk over het hoofd heeft gezien?

Quid met de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië? U zei dat de
begroting voor de Vlaamse centra in evenwicht is, maar dat zulks aan
Franstalige kant niet het geval is. Kunt u ons in dat verband
cijfermateriaal geven? U zei ook dat er blijkbaar mogelijkheden
bestonden om te besparen in de transfusiecentra. Welke besparingen
hebt u voor ogen?

Ik las dat u in elk ziekenhuis een transfusiecomité zou aanstellen, dat
moet waken over het verantwoord gebruik van bloedproducten. Hieruit
leid ik af dat het huidig gebruik niet altijd verantwoord is en dat er soms
te dure producten worden gebruikt, voorgeschreven of toegediend.

Voorts kreeg ik graag wat meer informatie over voormeld comité, meer
bepaald omtrent de samenstelling ervan en de precieze opdracht die
eraan werd toegekend. Welke besparingen zult u realiseren via dat
comité? Zal dat comité over de veiligheid terzake waken?

Tenslotte, ik kom nog even terug op het Europese luik. Kan de minister
zich niet laten inspireren door een onafhankelijke structuur zoals in
Frankrijk of Nederland die de veiligheid en de kwaliteit van het bloed
une question de M. Denis, elle a
déclaré quelques mois plus tard
que cette augmentation était
budgétairement impossible. Est-
elle vraiment impraticable sur le
plan budgétaire? Est-ce l'INAMI qui
effectue les estimations en la
matière? Pourquoi le prix du sang
n'a-t-il pas été indexé?

Selon la ministre, le budget prévu
pour les centres de transfusion est
en équilibre mais ce n'est pas le
cas du côté francophone. Pourrait-
elle nous fournir des données
chiffrées? Quand elle parle
d'économies dans les centres de
transfusion, à quels centres pense-
t-elle?

La ministre désignera dans chaque
hôpital un comité de transfusion
dans le but de contrôler l'utilisation
à bon escient de produits sanguins.
Ce n'est donc pas le cas
aujourd'hui? Comment ce comité
sera-t-il constitué? Quelle sera
exactement sa mission? Sera-t-il
chargé de veiller à la sécurité?
Quelles économies la ministre
réalisera-t-elle ainsi?

Que pense la ministre d'une
structure indépendante, comme il
en existe en France et aux Pays-
Bas, chargée de veiller à la sécurité
et à la qualité du sang? Peut-on
s'employer à élaborer un statut
pour les centres de transfusion et à
les doter des moyens financiers
nécessaires?
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
garandeert? Kan er werk worden gemaakt van een statuut voor de
transfusiecentra en een budgettaire enveloppe die rekening houdt met
hun opdrachten en reële uitdagingen?
01.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, het hele lijstje
van vragen is een klein boek. Het is totaal onmogelijk om op alle details
in te gaan. Ik zal echter met veel plezier ingaan op de hoofdthema's van
de interpellatie van mevrouw Van de Casteele.

Ik wil eerst en vooral iets zeggen over de werkzaamheden van het
Belgische voorzitterschap in verband met de Europese richtlijn. Zoals u
zei, mevrouw Van de Casteele, werd een voorstel van richtlijn
besproken op de vergadering van de ministers van Volksgezondheid van
15 november die ik zelf heb voorgezeten. Als Belgisch voorzitter hebben
wij zeer zware inspanningen geleverd om een akkoord te bereiken en
dit was bijzonder moeilijk.

Als u er het Europese verdrag op naleest, kunt u vaststellen dat alles
wat met bloed, weefsels enzovoort te maken heeft expliciet wordt
omschreven als behorende tot de nationale competentie. Dit was het
eerste fundamentele probleem waarmee we af te rekenen hadden.
Volgens de bepalingen van het verdrag heeft Europa terzake geen
bevoegdheden. Uiteraard zijn we relatief vlug op dat probleem gebotst
op het ogenblik dat wij het voorzitterschap waarnamen. Wij hebben
onder andere gepoogd om in het kader van de Verklaring van Laken de
problematiek van de te beperkte bevoegdheden op het vlak van
volksgezondheid op Europees niveau te weerhouden om dit probleem in
de toekomst beter te kunnen regelen. Dit is ons evenwel niet gelukt.
Wij hebben onze vertegenwoordigers wel de opdracht gegeven om dit
punt in de Conventie op te volgen en daarvoor te blijven ijveren. Ik kan u
meedelen dat de UK vragende partij was voor een overeenkomst om
patiënten naar België te kunnen sturen omdat zij kampen met te lange
wachtlijsten. Wij hebben deze vraag gebruikt om hun steun te vragen
voor het uitbreiden van de Europese bevoegdheden op het vlak van de
volksgezondheid.

Wat de kern van de zaak betreft, was er een grote spanning tussen de
lidstaten. Enerzijds was er België dat kosteloosheid en volledige
vrijwilligheid als uitgangspositie wil behouden en anderzijds waren er de
UK en Duitsland. Het probleem in de UK is dat de Britse regering, door
de problematiek van de BSE, op dit ogenblik een beleid voert dat eruit
bestaat bloed te importeren omwille van het feit dat er bij hen veel te
weinig mensen zijn die nog in aanmerking komen om bloed te kunnen
geven.

Het tweede land dat voor moeilijkheden zorgde was Duitsland. Zij
hebben op nationaal vlak een systeem uitgewerkt waarbij bepaalde
onderdelen zich situeren tussen een schadeloosstelling en het begin
van een vergoeding. Zij zitten wat dat betreft met een onduidelijke
situatie. De inwoners van Luik kunnen erop wijzen dat in de metro van
Luik bordjes hangen waarop wordt gevraagd om tegen betaling bloed te
geven in Aken.

Dat is aanwezig op ons eigen territorium, zo werd mij gesignaleerd. Er
moet dus iets worden gevonden in de zeer labiele situatie waarin men
eigenlijk geen bevoegdheid heeft op Europees vlak. Met veel kunst- en
vliegwerk zijn wij er wel uitgeraakt. De principes van vrijwilligheid worden
daarbij sterk beklemtoond, maar tegelijk wordt daarbij gezegd dat het
Europees niet kan worden afgedwongen, gezien de staat van het
Europees verdrag. Vandaar dat de gevolgen voor België nul zijn: onze
wetgeving is strikter, maar zal wel toegelaten blijven. Dat was ook een
01.02
Magda Aelvoet
, ministre:
Sous la présidence belge, les
ministres de la Santé se sont
réunis, le 15 novembre, pour
discuter de la proposition de
directive européenne. Il a été très
difficile de parvenir à un accord.
L'Europe n'est en effet pas
compétente pour tout ce qui a trait
au sang, aux tissus, etc. Il s'est
avéré impossible de modifier ce
point dans le cadre du Traité de
Laeken. Nous avons invité nos
représentants à la Convention à
continuer à suivre ce dossier.
Quant au noeud du problème, il
existait un grand antagonisme
entre la Belgique, qui est favorable
à la gratuité et au caractère
volontaire, d'une part, et le
Royaume-Uni et l'Allemagne,
d'autre part. En raison du problème
de l'ESB, ce premier pays est
confronté à un pénurie de donneurs
appropriés et opte pour
l'importation. L'Allemagne connaît
une situation imprécise, avec un
système se situant entre
l'indemnisation et la rémunération.
Cet élément est présent sur le
territoire belge mais la Belgique
n'est pas compétente au niveau
européen. Il fallait dès lors apporter
une solution créative à ce
problème, ce qui a été fait: les
conséquences sont nulles pour la
Belgique; notre législation est plus
stricte mais restera autorisée.

Quant à la future directive, elle fait
l'objet d'une concertation entre
l'Europe, les Etats membres et
l'Organisation mondiale de la
Santé. Cette institution soutient
elle aussi les principes du
bénévolat et de la gratuité mais ne
peut imposer aucune règle
contraignante en la matière.

Le plasma obtenu à partir d'un don
de sang est soumis aux principes
du bénévolat et de la gratuité. Il est
donc permis de rembourser les
frais mais pas d'accorder une
véritable rétribution, ni un jour de
congé.
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
deel van de inzet van de strijd ten opzichte van de richtlijn die zal
volgen. In deze is er overleg tussen Europa, de individuele lidstaten en
de Wereldgezondheidsorganisatie. Ook die laatste huldigt de principes
van vrijwilligheid en kosteloosheid, maar weet ook dat zij geen
afdwingbare regels hieromtrent kan opleggen.

De principes worden in België relatief strikt toegepast, zeker voor bloed.
Voor plasma ligt de situatie anders. Het probleem is dat plasma dat
afkomstig is van bloeddonatie, aan dezelfde regels als bloeddonatie is
onderworpen. Dat betekent vrijwilligheid en kosteloosheid. Daarnaast
bestaat echter ook plasmaferese. In een aantal landen zijn bijkomende
tests vereist vooraleer plasma op de markt kan worden gebracht.
Bijgevolg is de prijs van het plasma afhankelijk van verschillende
factoren en kan de prijs die in ons land wordt betaald voor
plasmaproducten moeilijk worden vergeleken met die uit de ons
omringende landen. Wat de plasmadonatie betreft, gelden bij ons
dezelfde principes als voor bloeddonatie: hooguit reële
kostenvereffening. Men zou dit een vorm van schadeloosstelling kunnen
noemen. Een vergoeding daarentegen is een bedrag in geld ter
compensatie van bewezen diensten. Een verlof zou kunnen worden
geïnterpreteerd als een vergoeding indien er geen enkel verband bestaat
tussen de donatie en het feit dat men hiervoor verlof moet nemen. Het
grootste probleem is dat wij worden geconfronteerd met drie instituten:
het Rode Kruis, de autonome transfusiecentra en het
fractioneringscentrum dat een Nederlands privé-bedrijf is. Wel heeft het
Rode Kruis een derde van de aandelen van dat Nederlands privé-bedrijf
in handen. Omdat die situatie het moeilijk maakt een juiste prijs voor
het bloed vast te stellen, heb ik de inspecteur van Financiën die de
staat vertegenwoordigt in de administratieve raad van het Rode Kruis
gevraagd mij een overzicht te bezorgen van de bestaande
financieringsstromen en voorstellen te doen om tot meer transparantie
te komen. Ik heb die op dit ogenblik nog niet ontvangen.

Er is ook de kwestie van hepatitis C en de HIV-screening. Wij mogen
zeggen dat wij hier kort op de bal hebben gespeeld als zich innovaties
aandienden. Voor hepatitis C hebben wij op de begrotingsronde 2001
voor het vaststellen van de begroting 2002 effectief acht miljoen euro of
323 miljoen Belgische frank kunnen inschrijven, precies om de laatste
technisch ontwikkelde kits te kunnen gebruiken. Uiteraard gaat het hier
om een recurrente uitgave en niet om een eenmalige uitgave. Het zou
geen zin hebben dat één keer te doen en er dan mee op te houden.

Dit budget zou de centra moeten toelaten zich derwijze aan te passen
dat de tests worden uitgevoerd, maar dat ook het personeel hiertoe
wordt opgeleid. Dat wordt alleen toegekend aan de erkende centra op
basis van 80% van hun totaal budget, vermenigvuldigd met het
respectievelijke aandeel van elke instelling. De vooropgestelde verdeling
ziet er als volgt uit: het Rode Kruis: 64,1%, La Croix-Rouge de
Belgique: 29,85%, la Transfusion du sang: 5,6% en het AZ Sint-Jan-
Brugge 0,5%.

De instellingen die geen plasmagegevens hebben doorgegeven voor
stabiele bloedproducten worden niet erkend. Er werd hen wel gevraagd
om een akkoord te sluiten met een van voormelde instellingen voor de
financiering van de tests. Het definitief bedrag van de toegekende
subsidie zal worden berekend en gefactureerd pro rata het aantal
geslaagde afnamen die effectief werden gerealiseerd en die met de
NAT-test werden getest.

De prijs van het bloed en de labiele bloedproducten wordt vastgesteld
bij ministerieel besluit. Op basis daarvan registreerde het RIZIV 2,385
miljard als uitgave voor bloed- en labiele producten in 2001, terwijl in

Le plasma obtenu par
plasmaphérèse pose un problème
par comparaison avec l'étranger car
le plasma doit subir des tests
supplémentaires avant d'être mis
sur le marché, ce qui a une
incidence sur le prix.

En Belgique, trois instances sont
concernées: la Croix-Rouge, les
centres autonomes de transfusion
et une firme privée néerlandaise. Un
inspecteur des Finances travaillant
au sein de la Croix-Rouge me
fournira un aperçu des flux
financiers et formulera des
propositions en vue d'une plus
grande transparence.

Quant à l'hépatite C et les tests
relatifs au virus HIV, nous avons
inscrit un montant de huit millions
d'euros au budget de 2002 pour
permettre d' utiliser les derniers
kits mis au point. Il s'agit d'une
dépense récurrente et non pas
unique.

Ce budget doit permettre aux
centres agréés d'effectuer les tests
et de former le personnel à cet
effet. La répartition a été fixée
comme suit: 64,1% à la
Rode
Kruis
, 29,85% à la Croix-Rouge de
Belgique, 5,6% à la Transfusion du
sang et 0,5% à l'AZ Sint-Jan-
Brugge. Pour le financement des
tests, les établissements non
agréés doivent conclure un accord
avec un des centres
susmentionnés. Le montant définitif
est calculé au pro rata du nombre
de prélèvements satisfaisant au
test NAT.

Le prix du sang et des produits
sanguins est fixé par arrêté
ministériel. En 2001, 2,385
milliards de francs ont été
dépensés. En 2000, ce montant
s'élevait à 2,229 milliards de francs.
Les dépenses ont dès lors
augmenté de 7%. Le budget n'a
pas été indexé parce que le prix
fixe prend en considération les
coûts futurs et supplémentaires et
que le nombre de transfusions est
en diminution.

Il n'a pas été consenti à la
demande d'augmenter le prix du
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
2000 2,229 miljard werd uitgegeven. Men zou ook kunnen zeggen dat
de uitgaven tussen december 2000 en december 2001 zijn gestegen
met 7%. Het budget is niet geïndexeerd omdat de vastgestelde prijs in
bijkomende, toekomstige kosten voorziet en omdat het aantal
transfusies afneemt.

Het is effectief zo ­ en wellicht herinnert u zich dat nog goed ­ dat op
het ogenblik dat wij de begroting afrondden, wij een moeilijke evolutie
meemaakten, in de zin van een dalende economische groei,
onduidelijkheid omtrent de groeiperspectieven van het jaar 2002, met
bovendien, in het kader van de RIZIV-begroting, voor miljarden
besparingen die moesten worden doorgevoerd. In die context werd niet
ingegaan op de vraag om de bloedprijs te verhogen. Dat is de realiteit.

Wel bestaat er een verschil ­ en het is nuttig om dat verder op te volgen
­ tussen het jaarlijks budget van het Vlaamse en het Franstalige Rode
Kruis. Het is precies op het niveau van de responsabilisering via de
transfusiecomités die in elk ziekenhuis worden geïnstalleerd dat een
groot deel van de deficits zouden kunnen worden opgelost. De wijze
waarop wij de zaken aanpakken gebeurt in akkoord met alle betrokken
partijen, dus met inbegrip van het Franstalige Rode Kruis.

De drie koninklijke besluiten met betrekking tot de transfusiecomités,
werden opgesteld door minister Vandenbroucke. Zij werden midden
april aan de Koning ter ondertekening overgemaakt.

Een besparing die bijvoorbeeld kan worden gerealiseerd is de verhoging
van het volume afgenomen bloed. Dat is thans vastgelegd op ongeveer
300 milligram, maar er bestaat geen enkele medische tegenindicatie
om het volume wat te verhogen. Indien men een hoger volume afneemt
krijgt men onmiddellijk een reductie in de uitgaven. Dat zou op korte
termijn toelaten om de prijs van het bloed te verlagen.

Wij mikken op de doelstellingen in het licht van de krapte waarmee wij
werden geconfronteerd. Alvorens bepaalde zaken op te trekken, moet
men nagaan wat er moet gebeuren op het vlak van de effectieve
besparingen. Vervolgens moet men nagaan wat de mogelijkheden zijn
in de toekomst.
sang car, lors des négociations
budgétaires, il a fallu faire des
économies de plusieurs milliards
de francs dans un contexte
économique incertain.

Il doit être remédié aux différences
entre le budget annuel de la Croix
Rouge flamande et francophone par
le biais des comités de transfusion
qui seront installés au sein de
chaque hôpital. Le ministre
Vandenbroucke a rédigé trois
arrêtés royaux relatifs à ces
comités de transfusion et les a
soumis à la sanction royale à la mi-
avril.

Une économie possible consisterait
à augmenter la quantité de sang
prélevée. Il n'y a aucune contre-
indication médicale à
l'augmentation du volume de 300
milligrammes actuellement prélevé.
A court terme, cela permettrait de
faire baisser le prix du sang. Mais
nos objectifs sont limités par les
économies à réaliser.

01.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, de
minister heeft een aantal bijkomende inlichtingen gegeven. Ik zal die
rustig bekijken en misschien op een aantal vragen nog eens schriftelijk
terugkomen omdat u niet op alle vragen gedetailleerd hebt geantwoord.

Ik betreur uiteraard dat men op Europees niveau conservatief is inzake
de bevoegdheden. Ik begrijp het langs ene kant, maar uiteindelijk gaat
het om vrij verkeer van bloed en bloedproducten enerzijds en van
patiënten anderzijds. Wij hebben allemaal belang bij spelregels die
zoveel mogelijk zijn geharmoniseerd en overal de maximale garanties
op kwaliteit en veiligheid kunnen bieden.
01.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Je vais examiner les
informations complémentaires de la
ministre à tête reposée. Je déplore
la réaction conservatrice de
l'Europe. L'harmonisation des
règles qui garantissent la qualité et
la sécurité serait profitable à tous.

01.04 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, in dat verband
heb ik een belangrijke opmerking. Landen behouden het recht om elke
import van bloed uit te sluiten. Dat was ook onderdeel van het
compromis. Dat is de compensatie. Ik vind het belangrijk dat u dat
weet.
01.04
Magda Aelvoet
, ministre:
Les Etats conservent toutefois le
droit d'exclure toute importation de
sang.

01.05
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Men mag zich dus
beschermen?

Wat het plasmaferesecentrum betreft, blijf ik met vragen zitten over dat
01.05
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Quoi qu'il en soit, mes
questions relatives à l'entreprise
privée néerlandaise restent toujours
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Nederlands privé-bedrijf. Ik zal erop terugkomen als u het opgevraagde
voorstel hebt gekregen om met meer kennis van zaken een meer
transparante discussie te kunnen voeren.

Ik kan alleen maar toejuichen dat u de laatste testkits gebruikt. Ik had
uiteraard gehoopt dat het bedrag recurrent is. Het is alleen de vraag of
dat in de toekomst zal volstaan. De tests evolueren zo snel. U zult die
evolutie op de voet moeten volgen en de nieuwe tests, die het venster
alsmaar meer moeten verkleinen, zullen helaas niet goedkoper worden.
Dat zult u in het oog moeten houden.

U hebt de verdeling over de verschillende instellingen gegeven. Ik zal
dat bekijken. Welke garanties hebt u dat men dat geld voor die tests
zal gebruiken? Gaat daarop een controle gebeuren? U zegt dat het pro
rata van het aantal afnamen zal gebeuren, maar u hebt er vanuit
Brussel heel weinig zicht op of men in het transfusiecentrum ­
bijvoorbeeld Sint-Jan ­ de meest performante tests al dan niet heeft
gebruikt. Daarop zou op een of andere manier een controle mogelijk
moeten zijn.

Mevrouw de minister, u zegt dat de prijs van bloed niet wordt
geïndexeerd omdat het aantal transfusies afneemt. Dat begrijp ik niet.
Ik zou juist de omgekeerde redenering maken. Omdat het aantal
transfusies afneemt, kan het ­ omwille van de kosten ­ worden
geïndexeerd. De logica van dat verhaal ontsnapt me.

De transfusiecomités gaan in elk ziekenhuis afzonderlijk kijken of het
gevoerde beleid het meest verantwoorde is. Welke controle hebt u
daarop? Welke garanties hebben wij dat als een comité interne
controles doet, de verschillen die tussen de verschillende
transfusiecentra voorkomen, zullen worden weggewerkt? Zij zullen
worden geresponsabiliseerd, maar het is mij niet helemaal duidelijk op
welke manier dat zal gebeuren. Zal men, bijvoorbeeld, het bedrag boven
een bepaald budget moeten terugvorderen? Dat is het systeem dat
collega Vandenbroucke op een aantal terreinen volgt. Is het in die zin
dat we de responabilisering moeten beschouwen?

Ik heb nog een laatste opmerking. Het is inderdaad een mogelijke
besparing om bij elke bloedafname meer bloed af te nemen. De
inspanningen en de tests zijn uiteraard dezelfde, maar ik dacht dat de
besparingen ook kunnen worden gerealiseerd door de meest
aangewezen bloedproducten te gebruiken en niet altijd de duurste. Op
dat vlak kan allicht ook een besparing worden gerealiseerd.

Misschien moet men daarop toch wat meer toezien. Ik dacht dat de
transfusiecomités dat ook als opdracht hadden.

Tenslotte, ik heb u al eens een vraag gesteld over de
hematochromatoze patiënten die bloed moeten afstaan, waarvan het
bloed perfect bruikbaar is. Dat zou ook een besparing kunnen zijn. Daar
kan men afstappen van het principe van vrijwilligheid. Het is niet omdat
die patiënten hun bloed moeten laten aftappen omdat het voor hun
eigen gezondheid goed is, dat het bloed niet bruikbaar zou zijn. Men
kan daarop dezelfde tests uitvoeren. Het is niet omdat er veel ijzer in
zit, dat het niet bruikbaar zou zijn voor de bestemming van andere
bloedproducten.
sans réponse.

Je ne peux qu'applaudir à
l'utilisation des derniers kits de
tests. J'aurais bien entendu espéré
qu'il s'agissait de montants
récurrents: les tests évoluent vite.

La ministre a évoqué la répartition
des moyens entre les différentes
institutions. Comment va-t-on
vérifier que les fonds sont
véritablement consacrés à des
tests?

Le prix du sang ne serait pas
indexé dans la mesure où le
nombre de transfusions baisse.
J'avoue ne pas comprendre.

Les comités de transfusion
contrôlent dans chaque hôpital
distinctement si la politique mise
en oeuvre se justifie. Comment la
ministre le vérifie-t-elle? Peut-on
exiger le remboursement de fonds
alloués?

On pourrait en effet prélever plus de
sang lors de chaque don. Mais ne
pourrait-on pas également réaliser
des économies en utilisant les
produits les plus indiqués, qui ne
sont pour autant pas toujours les
plus coûteux?

Des patients subissent des prises
de sang pour des raisons de santé
mais ce sang n'est pas utilisé.
L'utiliser pourrait également
constituer une économie car sa
teneur excessive en fer n'empêche
pas de l'utiliser pour en tirer
d'autres produits sanguins.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
- de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
over "de honorariumaanpassing van de dierenartsen met opdracht" (nr. 6992)
- de heer Robert Hondermarcq aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de bezoldiging van de dierenartsen met opdracht" (nr. 7047)
02 Questions jointes de
- M. Jef Valkeniers à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'adaptation des honoraires des vétérinaires chargés de mission" (n° 6992)
- M. Robert Hondermarcq à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique
et de l'Environnement sur "les honoraires des vétérinaires chargés de mission" (n° 7047)
02.01
Robert Hondermarcq
(MR): Monsieur le président, madame la
ministre, vous n'êtes pas sans savoir que les honoraires des
vétérinaires chargés de missions à l'IEV n'ont plus évolué depuis
septembre 1998. Pour mémoire, je rappelle que depuis la création de
l'institut jusqu'en septembre 1992, ceux-ci s'élevaient à 1.000
francs/heure. A cette époque, une petite revalorisation est intervenue à
concurrence de 1.150 francs jusqu'en 1998 et depuis lors, ils s'élèvent
à 1.230 francs, avec une petite modulation au passage de l'euro au 1
er
janvier. La rémunération horaire s'élève donc depuis cette date à 30,49
euros.

Madame la ministre, la mission de vétérinaire chargé d'une mission
particulière dans cet institut ne demande-t-elle pas flexibilité et
disponibilité? Certaines prestations peuvent s'étaler de 4 heures
jusqu'à, parfois, 20 heures et au-delà. Vous connaissez également les
conditions d'insécurité qu'amènent ce genre de prestations. En outre, il
y a absence totale de garantie sociale, puisqu'il s'agit de prestations à
titre d'indépendant.

Personnellement, je qualifierais cette situation d'incorrecte. En effet, le
terme "honoraires" tient son origine du latin "honoraria", c'est-à-dire
honneur. Ainsi, la faiblesse des honoraires actuellement attribués aux
vétérinaires chargés de missions ne respecte pas l'honneur de la
profession. Si toutes les associations vétérinaires n'insistent peut-être
pas actuellement pour faire évoluer cette situation, il y a lieu de prendre
en compte les revendications de la section "hygiénistes" de l'UPV ainsi
que les nombreuses autres émises par les médecins vétérinaires qui
n'adhèrent pas à un mouvement professionnel.

Je voudrais donc savoir, madame la ministre, si vous êtes disposée à
entamer, immédiatement ou dans les meilleurs délais, une discussion
avec les vétérinaires chargés de missions en vue de déterminer un tarif
horaire décent, en rapport avec le statut universitaire des médecins
vétérinaires concernés?
02.01
Robert Hondermarcq
(MR):
De erelonen van de dierenartsen
met opdracht zijn sinds december
1998 ongewijzigd gebleven. Vanaf
de oprichting van het IVK tot in
september 1992 was het ereloon
vastgesteld op 1000 frank per uur.
Tot in 1998 werden zij lichtjes
opgewaardeerd tot 1150 frank.
Sindsdien bedragen zij 1230 frank.
Wegens de overgang op de euro op
1 januari ondergingen de erelonen
een lichte wijziging zodat ze nu
30,49 euro per uur bedragen. De
functie van dierenarts met opdracht
bij het IVK vereist flexibiliteit en
beschikbaarheid. Dit soort
prestaties wordt in onveilige
omstandigheden en zonder enige
sociale waarborg verricht.

Die situatie is in mijn ogen niet
correct: de schamele erelonen die
de dierenartsen met opdracht nu
ontvangen, getuigen niet van veel
eerbied voor het beroep. Er dient
rekening te worden gehouden met
de eisen van de afdeling
hygiënisten van de UPV en met de
vele andere eisen van de
dierenartsen die niet bij een
beroepsvereniging zijn aangesloten.
Bent u bereid onmiddellijk of zo
snel mogelijk besprekingen aan te
knopen met de dierenartsen met
opdracht om een behoorlijk uurloon
vast te stellen, dat rekening houdt
met hun universitaire statuut?
02.02
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, volgens mij is het
belangrijkste gezegd. Daarom zal mijn vraag zeer kort zijn.

Mevrouw de minister, op dinsdag 26 maart hebt u reeds op een vraag
van collega Van Campenhout een antwoord gegeven omtrent de
problematiek van de schijnzelfstandigheid van de dierenartsen met
opdracht. De schijnzelfstandigheid is niet het enige probleem waarmee
de dierenartsen met opdracht momenteel te kampen hebben. Ook de
honorariumaanpassingen om gelijke tred te houden met de
koopkrachtevolutie, worden niet toegepast.

De aanpassingen zouden om de twee jaar plaatsvinden en waren
02.02
Jef Valkeniers
(VLD):
L'apparence d'indépendance n'est
pas le seul problème auquel les
vétérinaires chargés de mission
sont actuellement confrontés. Les
adaptations d'honoraires,
nécessaires pour répondre à
l'évolution du pouvoir d'achat, ne
sont pas appliquées. Ces
adaptation bisannuelles ont été
approuvées en décembre 1998,
mais n'ont jamais été suivies
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
opgenomen in een protocol dat in december 1998 tussen het IVK, de
toenmalige minister van Volksgezondheid en de beroepsorganisaties
werd afgesloten. De laatste aanpassing dateert van september 1998.

Mijn vraag is bijgevolg zeer duidelijk: hebt u nu, vier jaar later, reeds een
besluit klaar om het honorarium van de dierenartsen met opdracht aan
de koopkrachtevolutie aan te passen?
d'effet.

Quatre ans plus tard, la ministre a-
t-elle préparé un arrêté pour adapter
à l'évolution du pouvoir d'achat les
honoraires des vétérinaires chargés
de mission?
02.03
Magda Aelvoet,
ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en ce qui concerne tout d'abord le statut d'indépendant réel
ou faux, j'ai déjà dit par le passé qu'il s'agit d'une question traitée par
les tribunaux. Je ne reviendrai donc pas sur ce point. Comme je l'ai
déjà dit, le tribunal saisi de ce dossier prendra un arrêt au mois de mai.

En ce qui concerne le niveau des honoraires, un protocole a
effectivement été signé fin 1998. Force est également de constater que
le financement de l'IEV dans son ensemble posait quelques problèmes
quant à la question du maintien d'un équilibre entre les dépenses et les
revenus. C'est la raison pour laquelle il n'y a pas eu, ces dernières
années, contrairement à ce qui se passe actuellement, de demandes
réellement musclées pour adapter les honoraires. Cette question sera
traitée par l'administrateur général de l'Agence car c'est cette dernière
qui devra fixer l'ensemble des statuts pécuniaires. Je comprends bien
entendu la demande qui est formulée même si elle n'est pas générale
et je suis persuadée que dans les mois à venir, une décision sera prise
dans le cadre des négociations avec les organisations professionnelles.
02.03
Minister
Magda Aelvoet
: Ik
herinner u eraan dat de rechtbank
moet uitmaken of het om echte of
valse zelfstandigen gaat. De
rechtbank waarbij dit dossier
aanhangig werd gemaakt, zal zich
in mei uitspreken.

Eind 1998 werd een protocol
betreffende het niveau van de
erelonen ondertekend. De
algemene financiering van het IVK
deed enkele problemen rijzen wat
het behoud van het evenwicht
tussen inkomsten en uitgaven
betreft. Bijgevolg werd, in
tegenstelling tot nu, niet met klem
op een aanpassing van de erelonen
aangedrongen. Deze kwestie zal
worden behandeld door de
algemeen bestuurder van het
Agentschap, dat bevoegd is voor de
geldzaken.

Ik begrijp het verzoek en ben ervan
overtuigd dat in het kader van de
onderhandelingen met de
beroepsorganisaties in de komende
maanden een beslissing zal worden
genomen.
02.04
Jef Valkeniers
(VLD): U zegt dat er besprekingen zullen volgen.
Voorziet u alleen in een indexaanpassing of een verhoging van de
honoraria? Hoe ver denkt u te kunnen gaan?
02.04
Jef Valkeniers
(VLD): Ne
prévoyez-vous qu'une adaptation de
l'index ou également un
augmentation des honoraires?
02.05 Minister
Magda Aelvoet:
Daar kan ik op dit ogenblik geen
uitspraak over doen. Omdat er overal andere statuten bestaan, is de
discussie over het pecuniair statuut volop aan de gang, zowel bij de
dierenartsen met opdracht in het IVK als bij de andere constituerende
delen van het agentschap. Ik kan daar echt op dit ogenblik niet op
vooruitlopen.
02.05
Magda Aelvoet
, ministre:
Le débat bat son plein, je ne peux
me prononcer à ce sujet pour
l'instant.

02.06
Jef Valkeniers
(VLD): Ik moet toch een kleine opmerking
maken. U zegt natuurlijk dat het budget in evenwicht moet blijven, maar
ik moet wel zeggen dat er in het verleden heel wat jaren geweest zijn
dat er heel wat overschot was, die zelfs naar de algemene begroting
werd overgeheveld. Het zou wel erg zijn dat u nu zegt dat er een tekort
is en dat we geen opslag kunnen krijgen omdat anders het budget uit
evenwicht zal geraken.
02.06
Jef Valkeniers
(VLD): Par
le passé, on a enregistré certaines
années un tel excédent qu'on le
transférait même au budget
général. Ne pas pouvoir allouer
d'augmentation aujourd'hui sans
risquer de rompre l'équilibre
budgétaire serait un comble.
02.07 Minister
Magda Aelvoet:
Het probleem is wel geweest dat, in 02.07
Magda Aelvoet
, ministre:
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
het kader van de dioxinecrisis, een aantal bedragen waar het IVK recht
op had, niet konden worden geïnd omwille van de moeilijkheden waarin
bedrijven zijn terechtgekomen. Als u de laatste budgetten van de
jongste jaren bekijkt volgens de officiële documenten die aan het
Parlement zijn overgemaakt, dan ziet u dat de winsten van het verleden
al lang weg zijn.
Ces dernières années l'IEV n'a pu
percevoir certains montants en
raison des difficultés vécues par les
entreprises à la suite de la crise de
la dioxine. Les bénéfices du passé
n'existent plus depuis belle lurette.
02.08
Jef Valkeniers
(VLD): Natuurlijk, ze werden onmiddellijk
uitgegeven.
02.08
Jef Valkeniers
(VLD): Ils
ont même été dépensés sur-le-
champ.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de oprichting van een meldpunt van
de taalproblemen in de zorginstellingen in Brussel en in de Brusselse rand" (nr. 6947)
03 Question de M. Jef Valkeniers à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de l'Intérieur sur "la création d'un point de contact
enregistrant les problèmes linguistiques signalés dans les établissements de soins de Bruxelles et
de la périphérie bruxelloise" (n° 6947)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
03.01
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op de interministeriële conferentie van Volksgezondheid van
30 mei 2001 hebt u samen met uw collega's van de deelregering beslist
een meldpunt op te richten voor de taalproblemen in de zorginstellingen
in Brussel en de Brusselse rand. Er werd eveneens beslist taalnormen
op te leggen aan de MUG's en de urgentieteams. U ging uit van het
standpunt dat het personeel de taal moet kennen van het gebied waarin
het optreedt. De vooropgestelde deadline was eind 2001. Ingevolge de
afspraken op de interministeriële conferentie werd op 12 juli 2001 een
ontwerp van koninklijk besluit voor advies naar de Raad van State
gezonden. Het koninklijk besluit regelt dat minstens één lid van de
mobiele urgentiegroep en de ambulancediensten de taal moet spreken
van de plaats waar de interventie moet worden uitgevoerd. In het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit de taal van het slachtoffer of de
zieke. Er werd eveneens een werkgroep opgericht die een regeling
moet uitwerken inzake het op te richten meldpunt. Men zou met de
vertegenwoordigers van de gemeenschappen onderhandelen over de
plaats van het meldpunt en de concrete taakomschrijving ervan.

Uit het antwoord op een mondelinge vraag van een collega in februari
2002 van de minister van Binnenlandse Zaken die het koninklijk besluit
mee moest ondertekenen, blijkt dat hij het ontwerp van koninklijk
besluit niet genegen is en dat hij u daarvan reeds op de hoogte heeft
gebracht.

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken in dit dossier dat reeds
meer dan 30 jaar aansleept? Is het advies van de Raad van State met
betrekking tot het koninklijk besluit reeds gekend? Zullen beide
ministers het koninklijk besluit ondertekenen? Zo neen, welke
initiatieven zullen worden genomen om tegemoet te komen aan de
problematiek. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de
oprichting van het meldpunt?
03.01
Jef Valkeniers
(VLD): Lors
de la conférence interministérielle
de la Santé publique du 30 mai
2001, il a été décidé de créer un
point de contact pour les
problèmes linguistiques dans les
établissements de soins de
Bruxelles et de sa périphérie et
d'imposer des normes linguistiques
aux SMUR et aux équipes
d'intervention urgente. A la suite de
ces accords, un projet d'arrêté
royal a été envoyé pour avis au
Conseil d'Etat et un groupe de
travail chargé d'élaborer une
réglementation pour ce point de
contact a été mis sur pied.

Quel est l'état d'avancement de ce
dossier? La ministre a-t-elle reçu
l'avis du Conseil d'Etat? Le ministre
de l'Intérieur est-il disposé a signer
l'arrêté royal? Dans la négative,
quelle initiative envisagez-vous de
prendre? Où en est la mise sur
pied du point de contact précité?
03.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
het meldpunt betreft, kan ik meedelen dat de concrete uitwerking en
03.02
Magda Aelvoet
, ministre:
L'élaboration et l'organisation du
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
vormgeving langer op zich heeft laten wachten dan verwacht omdat
nieuwe problemen opdoken. Op 16 april 2002 werd in de
interkabinettenwerkgroep een tekst aangepast die aan de ministeriële
conferentie van mei zal worden voorgelegd. De oprichting van het
meldpunt en de manier waarop dit zal gebeuren, zal wellicht op de
volgende interministeriële conferentie afgehandeld zijn. Het meldpunt
zal alle types van klachten inzake het onthaal behandelen, met inbegrip
van communicatie- en taalklachten.

Wat de MUG's en de ziekenwagens betreft, is het correct dat we reeds
maanden wachten op het advies van de Raad van State. Positief punt is
dat de zaak behandeld werd op 5 maart 2002. Meestal duurt het daarna
niet meer lang vooraleer het advies volgt. Als het advies gunstig is ­
hetgeen ik nog steeds hoop ­ vermoed ik dat er geen problemen zullen
zijn met Binnenlandse Zaken. Als het advies negatief is, zullen we de
zaken moeten herbekijken.

Intussen is collega Duquesne nog steeds bereid om, in afwachting van
het advies, zijn voorstel te handhaven. Het gaat hier om vrijwillige
medewerking van het personeel van de hulpdiensten, meer bepaald
door het aanbieden van onder meer opleidingen. Ik hoop nu echt,
aangezien het behandeld is geweest op 5 maart, dat het niet lang meer
zal duren.
point de contact ont pris du retard.
Quant à la manière dont ce point
de contact sera mis sur pied, une
décision sera sans doute prise lors
de la prochaine conférence
interministérielle. Ce point de
contact examinera tous les types
de plaintes relatives à l'accueil, en
ce compris les plaintes concernant
la communication et l'utilisation des
langues.

En ce qui concerne les SMUR et
les ambulances, l'avis du Conseil
d'Etat se fait attendre depuis des
mois. Ce point a été examiné le 5
mars 2002 et l'avis sera sans doute
rendu prochainement. Je suppose
qu'il n'y aura pas de problèmes au
niveau du ministre de l'Intérieur en
cas d'avis favorable. Dans
l'intervalle, celui-ci est disposé à
maintenir sa proposition relative à
la collaboration, sur une base
volontaire, du personnel des
services de secours.
03.03
Jef Valkeniers
(VLD): Kunnen we iets doen opdat het vlugger
zou gaan?
03.04 Minister
Magda Aelvoet:
Mocht u mij die remedies kunnen
geven, dan zou ik bijzonder gelukkig zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de exclusieve economische zone en het herstel van de natuurwaarden" (nr. 7058)
04 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la zone économique exclusive et le rétablissement de la
nature" (n° 7058)
04.01
Luc Goutry
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn vraag houdt verband met mijn vraag over de geplande
windmolens op de Thorntonbank. Graag kreeg ik voldoende informatie
over een omstreden kwestie, te weten het gevolg voor de visserij van de
inplanting van een en ander in de zeebodem. Ik wil het specifiek hebben
over de gasleiding die zes jaar geleden werd gelegd tussen Zeebrugge
en Groot-Brittannië via een interconnectorafleiding. Tijdens de werken
werd tijdelijk, toen de bodem helemaal omgewoeld werd om de
gasleiding te kunnen leggen, een compensatie toegekend aan de
vissers omdat zij al die tijd niet de mogelijkheid hadden te vissen in de
buurt van de werf. Die tijdelijke compensatie werd gestopt zodra de
werken voltooid waren. Men ging ervan uit dat het visbestand zich
opnieuw zou herstellen. Zes jaar later blijkt uit contacten met vissers
dat precies op die site een visarm gebied ontstaan is. Kortom, er is
daar een verstoring van de visgronden die zes jaar later nog niet
hersteld is. Bij inplantingen in de zeebodem gaat het niet zoals
wanneer men iets in de grond stopt langs de kant van de weg. Daar
gooit men de put dicht, er groeit weer gras op, en de zaak is van de
baan.
04.01
Luc Goutry
(CD&V): Ma
question concerne l'implantation
d'éoliennes sur le
Thorntonbank
et
ses conséquences pour la pêche.
Voici six ans, une canalisation de
gaz a été installée entre Zeebrugge
et la Grande-Bretagne. Durant les
travaux, les pêcheurs ont reçu une
compensation pour les pertes
enregistrées dans le cadre de leur
activité. Ensuite, cette
compensation n'a plus été versée.
Mais, six ans plus tard, la pénurie
de poisson subsiste dans la région.
Les stocks de poisson ne se sont
donc pas reconstitués.

Il circule actuellement une rumeur
selon laquelle naîtraient autour des
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13

Mevrouw de minister, men gebruikt dikwijls het argument dat door de
inplanting van de sokkels voor de windturbines na enige tijd ter plaatse
een zeer interessante cultuur zou ontstaan, want micro-organismen en
zeedieren zouden zich op die betonnen platen hechten. Mossels, die
helemaal niet van trillingen houden, zullen dus zeker niet rond de
windturbines kunnen worden gekweekt. Werd zowel voor als na de
uitvoering der werken van het gasleidingsproject wetenschappelijk
onderzoek verricht? Zo ja, in welke mate heeft dat onderzoek
aangetoond dat er een invloed was op het visbestand, zoals beweerd
wordt door de visserijsector, en op de natuur in het algemeen?

Indien uit het wetenschappelijk onderzoek duidelijk zou blijken dat er
geen invloed was ­ en het zou goed zijn dat te weten ­ konden wij het
probleem op een andere manier benaderen. Indien echter mocht blijken
dat u terzake helemaal geen informatie hebt, overweegt u dan een
studie te laten verrichten? Het is belangrijk te beschikken over
empirische gegevens waaruit men kan afleiden of toekomstige
projecten al dan niet gevolgen zullen hebben.
socles des turbines à vent
d'intéressantes cultures marines.
A-t-on fait procéder à l'époque à
une étude scientifique de l'influence
du projet de gazoduc sur les
stocks de poissons, sur la pêche
et sur la nature en général? Si
cette étude démontre l'absence de
toute influence, la ministre peut-elle
l'attester? Et si aucune information
n'est disponible en la matière, la
ministre peut-elle encore demander
une étude?

04.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Goutry, mijn antwoord kan
kort zijn. Die gasleiding werd nabij de kust ingegraven, en dat vanaf de
vaargeulen, en bedekt met grind. Onder de vaargeul Scheur werd de
gasleiding zelfs op twee meter diepte ingegraven. In open zee werd de
gasleiding op de zeebodem gelegd. Aangezien de leiding uit beton
bestaat is ze door haar gewicht in de bodem gezakt en werd ze
waarschijnlijk door natuurlijke sedimentatie bedekt. Tijdens het leggen
van de gasleiding moesten de vissers een afstand bewaren. Daarom
werd ook een bepaalde compensatie verleend. Daarna werd de zone
volledig vrijgegeven en sindsdien is er geen enkel verbod om rond of in
het gebied te vissen.

Voor de aanleg tussen Bacton en Zeebrugge werd een
milieueffectrapport ingediend. Dat MER bevat naast andere onderdelen
ook een luik over het visbestand. Gezien de sterke hydrodynamiek van
onze mariene zone is het wetenschappelijk onmogelijk een verschil te
maken tussen die smalle strook en het gebied errond. De routine-
monitoring van het gebied heeft evenwel geen enkele aanduiding
gegeven dat er een verschil was voor de ecologie voor en na de aanleg
van de gasleiding. Voor de visserij hebben we geen specifieke
monitoring verricht, omdat dit aspect onder de bevoegdheid van de
minister van Landbouw valt. Ik heb terzake nu dus geen gegevens. De
eventuele studie naar de verdere evolutie van het visbestand ressorteert
onder de bevoegdheid van Vlaams minister Dua sinds de visserij
gedefederaliseerd is en tot de Vlaamse bevoegdheid behoort.

Wel kan ik zeggen dat het gesignaleerde hoofdprobleem in verband met
het visbestand het volgende is. Als we de doorsnee lengte van de
vissen van 25 jaar geleden met nu vergelijken, is de vis viermaal kleiner
geworden. Dat heeft alleen met de problematiek van de overbevissing te
maken. Het verbaast mij ten zeerste dat daarover nooit eens gesproken
wordt. Een van de grote moeilijkheden is van terzake voldoende
beschermend op te treden, want anders vissen wij alles gewoon leeg,
wat op bepaalde plaatsen al is gebeurd. De maatregel die Vlaams
minister Dua voorbereidt om de driemijlszone voor te behouden voor de
kustvissers, heeft precies de bedoeling om daardoor de grote
stofzuigers, die door bepaalde Europotters en andere gebruikt worden,
buitenspel te zetten. Dat zal veel efficiënter zijn voor het visbestand en
voor de belangen van de Belgische kustvissers.
04.02
Magda Aelvoet
, ministre:
Le gazoduc a été enfoui près de la
côte et recouvert de gravier. En
pleine mer, il a été déposé sur le
fond mais s'est enfoncé et a été
recouvert par la sédimentation.
Durant les travaux, les pêcheurs
ont dû observer une certaine
distance et ont donc obtenu une
compensation. Après les travaux,
l'accès à la zone a été totalement
libéré.

Pour la pose entre Bacton et
Zeebrugge, un rapport d'incidence
sur l'environnement, comprenant
notamment un volet relatif aux
effets sur les populations de
poissons, a été produit. Sur le plan
écologique, aucune différence
notable n'a été enregistrée entre la
période qui précédait les travaux et
celle qui leur faisait suite. Une
éventuelle étude sur l'évolution
ultérieure des stocks de poisson
est de la compétence de la
ministre flamande Vera Dua.

C'est la pêche excédentaire qui
constitue le problème principal pour
les réserves de pêche.

La ministre flamande Vera Dua a
pris à ce propos une mesure
réservant une zone de trois milles
aux pêcheurs côtiers. Cette
mesure permettra de mieux
protéger les réserves de pêche et
les intérêts des pêcheurs côtiers
belges.
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
04.03
Luc Goutry
(CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord, dat toch een aantal interessante elementen bevat.

U zegt dat het voor de natuurwaarden wel onderzocht werd, maar er
blijken geen negatieve effecten te zijn. Als dusdanig is het echter niet
onderzocht voor het visbestand zelf.
04.03
Luc Goutry
(CD&V): La
ministre affirme donc que les effets
en matière d'environnement
n'étaient pas négatifs mais n'ont
pas fait l'objet d'une étude
spécifique en ce qui concerne les
réserves de pêche.
04.04 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Goutry, mijn diensten
hebben dat niet onderzocht aangezien dat niet hun bevoegdheid is. (...)
04.04
Magda Aelvoet
, ministre:
Mes services n'ont pas examiné
cet aspect parce que cela ne
ressortit pas à leurs compétences.
04.05
Luc Goutry
(CD&V): Ik zou dat dus aan minister Dua moeten
vragen.
04.05
Luc Goutry
(CD&V): Je dois
donc m'adresser à la ministre Dua.
04.06 Minister
Magda Aelvoet:
Ik kan dat natuurlijk ook verder
opzoeken. (...)
04.06
Magda Aelvoet
, ministre:
Je pourrais également faire vérifier
ce qu'il en est.
04.07
Luc Goutry
(CD&V): Ik zou dus te ver gaan als ik zou zeggen
dat naar de visrijkdom geen onderzoek gebeurde.
04.07
Luc Goutry
(CD&V): Je vais
donc trop loin en disant qu'il n'y a
pas eu d'étude en ce qui concerne
les réserves de pêche?
04.08 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Goutry, dat durf ik niet te
zeggen. Als daar particuliere problemen vastgesteld zouden zijn, dan
vermoed ik dat die gesignaleerd zijn. Ik moet dat echter navragen. Ik
kan daarop nu niet antwoorden.
04.08
Magda Aelvoet
, ministre:
S'il y avait des problèmes, ils
m'auraient été signalés. Mais je
ferai vérifier ce qu'il en est.
04.09
Luc Goutry
(CD&V): Mevrouw de minister, wij zullen uiteraard
het nodige doen om minister Dua daarover te ondervragen. Ik ga daarop
toch even door omdat het als idee interessant is. In de plaats van
haalbaarheidsstudies en effectenrapporten voor de toekomst te maken,
kan naar het verleden kijken ook eens nuttig zijn om na te gaan wat er
toen gebeurde en wat daarvan de effecten zijn. Meestal leert men al
doende. Het lijkt mij dus bijzonder interessant om het verleden toch
even te bekijken.

Het idee van de driemijlszone vind ik nuttig, maar de commerciële
visvangst gebeurt niet binnen die zone. De driemijlszone omvat alleen
de kustvisserij op kleine schaal. Dat is niet het inkomen of het bruto
nationaal product voor de visserij, dat uiteraard verder in de zee ligt, in
de zogenaamde overbezette gebieden.

Ik vind het terecht dat u de overbevissing aanhaalt. U zegt ook terecht
dat dit onvoldoende onderzocht is. Wij moeten daarmee echter
opletten: het ene kan ook met het andere te maken hebben. Naarmate
wij de territoriale wateren en de mariene gebieden altijd maar meer met
allerlei zaken belasten, zullen de visgebieden natuurlijk inkrimpen. Dat
is het grote probleem. De inkrimping van de visgebieden veroorzaakt
een grotere druk op de overbevissing. Dat is vergelijkbaar met tien
landbouwers die 10 ha bewerken, maar op den duur met hun tienen 5
ha moeten bewerken. Zij zullen de bieten dus wat dichter tegen elkaar
moeten zetten. Dezelfde productie moet bewaard kunnen blijven. Dat is
precies de hele ondergrond van het probleem, nu ook met de
windmolens. Wij hebben al allerlei zaken in de zee gezet, zoals
bijvoorbeeld gasleidingen. Als wij nu nog windmolens in visrijke
gebieden zouden plaatsen, dan zal het kleine restant inderdaad
leeggevist worden. Daarna zullen wij geen visserij meer hebben.
Volgens mij is dat de ware ondergrond van het probleem. Wij zullen
04.09
Luc Goutry
(CD&V): Nous
ne manquerons d'interroger la
ministre Dua. Le passé est toujours
riche en enseignements. L'idée de
la délimitation d'une zone de trois
milles est intéressante mais ne
concerne que la pêche côtière à
petite échelle. La ministre évoque à
juste titre la pêche excédentaire.
Celle-ci est notamment due à la
réduction des zones de pêche. Les
pêcheries subsistantes seront en
effet épuisées. Voilà qui signifiera
la fin de la pêche. Nous
demanderons à nos collègues
flamands de poser une question à
ce sujet au Parlement flamand.

CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
onze collega's daarover een vraag laten stellen in het Vlaams
Parlement.
04.10 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Goutry, ik ben het daarmee
uiteraard niet eens. Het gecreëerde probleem van de laatste 25 jaar
heeft niets te maken met de aanwezigheid van kabels of iets anders in
de zee. Als er een ecologische verstoring was geweest, had dat een
impact kunnen hebben. Er is echter geenszins een ecologische
verstoring vastgesteld.

Er is wel de volgende dominante vaststelling. Daarover werd nooit alarm
geblazen en dat verbaast mij zeer. De vis is op 25 jaar tijd viermaal
kleiner geworden. Dat is het hoofdprobleem.
04.10
Magda Aelvoet
, ministre:
Ce problème, qui se pose depuis
25 ans, n'a rien à voir avec la
présence de câbles ou de tout
autre dispositif en mer. Les
réserves de poissons ne
représentent plus qu'un quart de ce
qu'elles représentaient. Voilà le
problème essentiel auquel nous
sommes confrontés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "het
gebrek aan overheidssteun voor klinisch onderzoekstoepassingen" (nr. 7004)
05 Question de M. Servais Verherstraeten à la ministre de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement et au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur
"l'absence de subventions accordées aux applications dans le domaine de la recherche clinique"
(n° 7004)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
05.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in ons land doen verschillende universiteiten zeer
veel baanbrekend werk inzake oncologie. Het probleem is dat die
baanbrekende onderzoeken later geen klinische omzetting krijgen,
bijvoorbeeld via het ontwikkelen van een of ander vaccin, dit in
tegenstelling tot de situatie in sommige andere landen. In Duitsland is
er bijvoorbeeld een fonds voor trial-procedures om nieuwe therapieën
eventueel te implementeren. Het is merkwaardig dat men in Duitsland
soms nieuwe therapieën tracht te implementeren die voortspruiten uit
wetenschappelijk onderzoek dat heeft plaatsgevonden in ons land. Dat
is al deels aan de orde gebracht door onder meer professor Van
Oosterom die verschillende malen heeft gepleit voor de oprichting van
een fonds voor klinisch onderzoek. Hij heeft gewezen op het feit dat er
onvoldoende linken zijn tussen research en therapie.

Mevrouw de minister, hebt u de intentie om eventueel een fonds op te
richten? Welke concrete initiatieven plant u terzake? Is er echt geen
terugbetaling van experimentele therapieën mogelijk gedurende
bijvoorbeeld een bepaalde proefperiode? Als een arts ons zegt dat een
experimentele therapie verbeteringen zou teweegbrengen bij de
betrokken patiënt, kan hij zulks dan wel weigeren?
05.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Plusieurs universités
belges réalisent dans le domaine
de l'oncologie un travail de pionnier
dont les résultats ne connaissent
pas ultérieurement d'application
clinique. Fort de ce constat, le
professeur Van Oosterom a
préconisé, à plusieurs reprises
déjà, la création d'un fonds pour la
recherche clinique. La ministre
envisage-t-elle la création d'un tel
fonds? Les thérapies
expérimentales peuvent-elles être
remboursées au cours d'une
période d'essai?

05.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Verherstraeten, uw vraag
komt op een goed moment. Dat zal uiteraard wel samenhangen met
het feit dat u op de hoogte bent van de contacten die er op dit ogenblik
zijn tussen mijn diensten en een aantal mensen dat bezig is met dit
type onderzoek. Wij hebben enkele weken geleden zeer diepgaand
contact gehad met de European Organisation for Research and
Treatment of Cancer waarvan het datacentrum in Brussel gelokaliseerd
is. We wilden onderzoeken hoe we de zaken in de toekomst maximaal
kunnen verbeteren. Er zijn zes Belgische centra die meewerken aan
deze studies, namelijk Leuven, Bordet, St.-Luc, Middelheim, Edegem
05.02
Magda Aelvoet
, ministre: Il
y a quelques semaines, mes
services ont eu un contact très
poussé avec la
European
Organisation for Research and
Treatment of Cancer
, dans le but
d'étudier les possibilités d'améliorer
la situation actuelle. Six centres
belges participent à cette étude.
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
en Gent. Bij het onderhoud dat werd aangevraagd heeft men ons
gevraagd of wij geen extra aandacht zouden kunnen besteden aan
artikel 19 van de richtlijn. Daarin is voorzien dat de geneesmiddelen
voor onderzoek en in voorkomend geval ook de hulpmiddelen gratis ter
beschikking zouden kunnen worden gesteld tenzij de lidstaten precieze
voorwaarden hebben vastgelegd voor uitzonderingsgevallen. Wat België
betreft, is het wel degelijk zo dat de medicatie ten laste wordt genomen
door de overheid voor die klinische studies die niet gefinancierd worden
door de farmaceutische industrie en waarvan de indicatie al aanvaard is.
In dat specifieke geval is er voor de geregistreerde medicatie geen
probleem inzake financiering aangezien de gebruikte medicatie via de
terugbetalingstarieven afgeleverd wordt. Wat de oprichting van een
specifiek fonds betreft, is mijn eerste appreciatie dat dit een interessant
denkspoor is. Ik zal niet nalaten om terzake contact op te nemen met
mijn collega bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek, de heer
Picqué, om na te gaan of fondsen die momenteel naar fundamenteel
onderzoek gaan ­ zoals het onderzoek dat plaatsvindt via het Fonds
voor Wetenschappelijk Onderzoek ­ ten dele georiënteerd zouden
kunnen worden in de richting van klinisch toegepast wetenschappelijk
onderzoek. Ik wil dit denkspoor samen met hem laten onderzoeken.
Wel wil ik beklemtonen dat het wetenschapsbeleid momenteel een
gedeelde bevoegdheid is waarin ook de gemeenschapsoverheden een
belangrijke rol te vervullen hebben.
Au cours de l'entretien, il nous a
été suggéré d'examiner plus
attentivement l'article 19 d'une
directive européenne en la matière.
Cet article permet de fournir
gratuitement au patient les
médicaments destinés à la
recherche ainsi que le matériel
éventuel. En Belgique, l'Etat prend
en charge la médication
administrée dans le cadre des
études cliniques qui ne sont pas
financées par l'industrie
pharmaceutique et pour leaquelle
l'indication a déjà été acceptée.

L'idée de créer un fonds pour la
recherche clinique me paraît très
intéressante et je ne manquerai
pas d'en aviser le ministre Picqué.
Je tiens à rappeler que les
Communautés jouent également un
rôle prépondérant dans la politique
scientifique.
05.03
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mevrouw de minister, ik hoop
dat uw positieve appreciatie van een fonds op een of andere wijze in de
begroting voor 2003 zal worden weerspiegeld. De bevoegdheid voor
wetenschapsbeleid is inderdaad gedeeld maar dit kan perfect worden
opgelost via een samenwerkingsakkoord. Op die manier zou men
middelen en krachten kunnen bundelen om op korte termijn resultaten
te behalen en de achterstand ten opzichte van de ons omringde landen
deels in te lopen. We hebben immers een achterstand inzake de
toepassing maar eigenlijk niet inzake het onderzoek.
05.03
Servais Verherstraeten
(CD&V): J'espère trouver dans le
budget 2003 un écho de
l'appréciation positive de la
ministre. La politique scientifique
est en effet une compétence
partagée mais c'est précisément la
raison d'être des accords de
coopération.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De
voorzitter
: De vraag nr. 7095 van de heer Pieter De Crem wordt ingetrokken.
06 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de alternatieve inplantingsplaats van een windenergiepark op de 'Thorntonbank'"
(nr. 7080)
06 Question M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique
et de l'Environnement sur "un lieu d'implantation alternatif pour un parc éolien sur le
'Thorntonbank'" (n° 7080)
06.01
Luc Goutry
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, voorlopig blijven de windmolens in het centrum van de politieke
belangstelling, zeker ook in onze regio. Wij hebben ons in het verleden
reeds politiek ingezet voor de stedenbouwkundige of ruimtelijke
ordening inzake aspecten met een beperkte visuele hinder. In mijn regio
geldt bijvoorbeeld de bepaling dat een schotelantenne niet zichtbaar
mag zijn. Met hetzelfde gemak voeren wij nu een debat over
indrukwekkende mastodonten, windturbines die nu in zee zouden
oprijzen. Dit doet bij veel mensen de wenkbrauwen fronsen. Ik ervaar in
de contacten met mensen uit mijn streek dat dit vooral aan een gebrek
aan informatie te wijten is. De mensen weten niet waarover het gaat. Zij
vangen hier en daar iets op, het debat is warrig, iedereen zegt iets
anders. Mensen hebben daarover hun eigen idee. Er bestaat ook enige
06.01
Luc Goutry
(CD&V):
L'interdiction par la Région de
placer des antennes paraboliques
visibles alors même qu'on érigerait
en mer d'impressionnants ouvrages
tels les éoliennes suscite des
questions chez de nombreuses
personnes. Privés d'informations,
les citoyens ne savent pas
clairement à quoi ils doivent
s'attendre et le débat est confus.
Comme nous, les citoyens
devraient peut-être pouvoir
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
angst voor wat komen gaat. Daarom sluit ik mij bij het standpunt van de
heer Leterme aan. Hij zei twee of drie weken geleden dat de mensen
niet zo goed geïnformeerd zijn als de politici denken. Het is voor de
mensen echter niet duidelijk wat er zal gebeuren. Er wordt van alles
verteld. U hebt daarop hard gereageerd.

Ondertussen hebben wij het rapport van een mathematisch model van
de Noordzee ontvangen, maar de bevolking kreeg dit niet. Misschien
moeten zij dit toch ook kunnen inzien. Daarin worden een aantal dingen
duidelijk en kan men een aantal zaken in een andere context plaatsen
zodat men terzake een verfijnder standpunt kan innemen.

Mevrouw de minister, mijn vraag gaat over een perscommuniqué over
een standpunt van de SP.A. Daarin zegt minister Vande Lanotte dat de
SP.A korte metten met de discussie wil maken. Men is het er dus mee
eens dat de windmolens te dicht bij de kustlijn zullen komen, dat dit
voor de visserij schadelijk zal zijn, dat het maatschappelijk niet wordt
gedragen en dat er veel discussie over is. Waarom dus deze discussie
voeren als er betere alternatieve oplossingen zijn, aldus minister Vande
Lanotte. De Vlakte van De Raan en de Wenduinebank komen voor
minister Vande Lanotte dus niet meer in aanmerking. Hij kiest voor de
Thorntonbank die 27 kilometer in zee ligt. Deze zandbaak staat in het
rapport als de vierde keuze aangeduid. Het is dus niet onhaalbaar. Het
wordt als een alternatief voorgesteld voor de Vlakte van De Raan en de
Wenduinebank, die weliswaar dichter bij de kust liggen en dus ook
goedkoper zijn voor de installatie. 12 kilometer tegenover 27 kilometer,
dat maakt enig verschil in het transport en dus ook de kostprijs van de
goederen. Dat is echter niet aan de orde. Dat zou ons niet bij onze
beslissing mogen beïnvloeden. Minister Vande Lanotte stelt dus voor
om alle problemen uit de weg te gaan. Hij is een eminent lid van de
regering. Wij kunnen dit dus niet als een regionaal perscommuniqué
beschouwen. Het werd door de nationale media overgenomen. Na
lezing van het rapport van het mathematisch model komt ons dit niet
onlogisch over, integendeel. Ik lees in het mathematisch model immers
dat de Thorntonbank een mogelijke geschikte locatie is voor
toekomstige projecten. Het is ver buiten de kustlijn en alle
maatschappelijke bezwaren verdwijnen erdoor.

Mevrouw de minister, wij willen geen polemiek starten. Wij willen naar
de kern van de zaak gaan. Dit is te belangrijk. De mensen van de kust
liggen hiervan wakker. Daarom willen wij u daarover een aantal vragen
stellen.

Mevrouw de minister, hoe staat u tegenover het alternatief voorstel van
de heer Vande Lanotte om de Thorntonbank te gebruiken voor de
windmolens? De studie laat daarover trouwens niets aan onduidelijkheid
te wensen over. Het is alleszins mogelijk. De burgemeesters zijn de
democratische vertegenwoordigers van hun gemeente. Elke dag
opnieuw formuleren zij hun bezwaren. De mensen spreken hen niet
tegen.

Dat heeft voor ons toch iets te betekenen in een democratie. Nu blijkt
dat de mensen daar juridische stappen zullen ondernemen. Ook de
visserijsector heeft trouwens een klacht ingediend bij de Raad van
State. U voelt dus al wat er zal moeten gebeuren. Er zal wellicht een
keuze moeten worden gemaakt. We kunnen enerzijds de weg opgaan
van de grote discussies, het maatschappelijk ongenoegen, de
onhaalbaarheid en de juridische procedures. Dan staan er binnen tien
jaar misschien nog geen windmolens. Anderzijds kunnen we ook
kiezen voor een doordacht beleid. Ik heb dat vroeger al vijf keer gezegd
tegen de heer Deleuze. U zult dat in de verslaggeving kunnen
terugvinden. Ik heb de staatssecretaris gezegd dat ik vind dat hij geen
consulter le rapport d'un modèle
mathématique de la Mer du Nord.

M. Vande Lanotte a annoncé dans
un communiqué de presse que le
SP.A entend abréger la discussion.
Comme alternative aux projets
actuels, qui prévoient une
implantation sur les bancs
De
Vlakte van De Raan
et
Wenduinebank
, il propose le
Thorntonbank
, à 27 kilomètres au
large mais toujours sur le plateau
continental belge. Les projets
actuels se heurtent à la résistance
des secteurs touristique et de la
pêche. Le Thorntonbank est moins
important pour la pêche, est
éloigné des voies maritimes et est
moins important pour les
oiseaux marins. Son choix
entraînerait beaucoup moins de
nuisances pour l'environnement.
Que pense le ministre de cette
solution?

Nous devons opter en faveur d'un
politique mûrement réfléchie. Je l'ai
déjà dit à plusieurs reprises à M.
Deleuze, qui n'a jamais présenté un
projet politique clair au Parlement.
Nous ignorons quels seront nos
besoins à terme. Si l'on veut mettre
hors service l'ensemble des
centrales nucléaires, les énergies
de substitution devront représenter
plus de trois pour cent de la
production totale d'énergie. Nous
devons donc réfléchir à la manière
dont ces nouvelles énergies devront
être mises en place. La Flandre se
caractérise par une grande densité
de l'habitat et ces deux turbines,
qui ne constituent que des projets
pilotes, ne pourront fournir du
courant qu'à quelque centaines de
milliers de personnes tout au plus.
La mer peut offrir une alternative
intéressante mais nos initiatives à
cet égard doivent être mûrement
réfléchies.

Quel plan global souhaitez-vous
mettre en oeuvre à long terme?
Nous craignons également que ces
turbines aient uniquement pour
vocation de permettre à la Belgique
de faire bonne figure dans le cadre
des accords de Kyoto et nous nous
insurgeons contre une telle
politique. Nous souhaitons adopter
à l'égard de la mer une attitude
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
plan heeft. Hij laat projecten komen en maatschappijen inschrijven
waarna de publicatie in het Belgisch Staatsblad volgt. Hij is echter nog
nooit naar het Parlement gekomen met een duidelijke visie, een
tekening van de zee en van wat we nodig hebben. We weten niet wat
we op termijn nodig hebben. Het gaat niet alleen om 3%. Als men als
belangrijkste programmapunt al de kerncentrales wil uitschakelen, dan
zal men toch voor meer dan 3% alternatieven moeten hebben.

De vraag is dus hoe wij dit ten gronde zullen aanpakken zoals de
Scandinavische landen dat gedaan hebben. Waar gaan we al die
turbines zetten? Dit is immers slechts een begin. Deze twee projecten
zijn pilootprojecten, ze zijn nauwelijks in staat om paar honderdduizend
mensen van elektriciteit te voorzien. In het geheel van het wegwerken
van de kernenergie zijn ze dus totaal onbeduidend. Ik zie niet in waar
men in het dicht bebouwde Vlaanderen nog veel windturbines kan
bouwen. De zee zou een alternatief kunnen vormen maar dan moet dit
goed en doordacht gebeuren. Men kan niet werken met hier en daar
een beetje op een kleine zandbank en als het niet te veel stoort op een
derde plaats ook nog wat. Waar is het totale plan, ook op langere
termijn? Hoe zal dit ten gronde worden aangepakt? Hoe gaan we de
kruideniersmentaliteit overstijgen in dit belangrijke dossier dat anders
nooit een maatschappelijk draagvlak zal vinden? Wij zullen het
trouwens ook bestrijden omdat wij vinden dat dit vliegwerk is dat er
alleen toe moet dienen aan te tonen dat we iets hebben gedaan en dat
we misschien aan de akkoorden van Kyoto zullen kunnen voldoen. Het
is niet ernstig, men moet de zaken anders aanpakken. Ook op
ruimtelijke vlak heeft men het trouwens anders willen doen, niet in het
minst vanuit de groene partij. Wij wensen dus dezelfde houding
tegenover de zee.

Mevrouw de minister, tot zover de vragen die ik wenste te stellen. Ik
ben ten zeerste benieuwd uw standpunt terzake te kunnen vernemen.
analogue à celle qui est la nôtre en
matière d'aménagement du
territoire sur la terre ferme. Si nous
voulons une large adhésion de la
population aux initiatives qui
devront être prises dans ce
domaine, il nous faudra dépasser la
mentalité d'épicier qui est parfois la
nôtre.
06.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Goutry, ik wens heel
duidelijk te stellen dat er op dit ogenblik enkele aanvragen voorliggen.
De twee aanvragen waarvoor een concessie werd goedgekeurd hebben
een maandenlang proces van milieueffectenrapportering ondergaan. Ik
heb één van die milieueffectenrapporten gekregen volgens een strikt
wettelijke procedure. Het is dus totaal onmogelijk om los van deze
procedure plots te beslissen dat men dit midden in het proces zal
afbreken. Men verwacht dan dat er eventueel een vraag zal komen om
iets op een andere plaats te gaan doen. Wat dat laatste betreft, wil ik u
de tekst voorlezen van het milieueffectenrapport. Die luidt anders dan
wat u zegt: "Volgens de resultaten van de milieueffectbeoordeling is
volgens het bestuur binnen de territoriale zee de meest geschikte
locatie de Vlakte van De Raan". Wat verder zegt men: "Buiten de 12
mijl-zone komt onder andere de Thorntonbank in aanmerking voor een
mogelijke toekomstige inplanting". Dat wordt dus helemaal niet
voorgesteld als een alternatief voor de huidige aanvragen. Het gaat om
een mogelijke toekomstige inplanting, onder voorbehoud van
bijkomende studies die anders argumenteren omdat zij uiteraard nog
geen details hebben omdat dit nooit bestudeerd werd in een
milieueffectenrapport, uitgezonderd voor grind- en zandwinning. Dat is
echter iets totaal anders.

Hier doen alsof dit in de BMM wordt aangereikt als het alternatief, klopt
niet. Zo staat het er niet.

Uiteraard denk ik er niet aan om afstand te nemen van de wettelijke
procedure die nu loopt en een soort onderhands akkoord te sluiten.
Trouwens, een voorstel van inplanting van windmolens op de
06.02
Magda Aelvoet
, ministre:
Les deux demandes pour
lesquelles une concession a été
octroyée ont fait l'objet d'un
processus d'étude d'incidence sur
l'environnement qui s'est étalé sur
plusieurs mois, dans le respect le
plus strict des procédures légales
en vigueur en la matière. Il est
impossible de décider soudain,
indépendamment de ces
procédures, que le processus en
cours doit être interrompu.

Selon les études d'incidence sur
l'environnement, le Raan constitue
le lieu le plus approprié enmer
territoriale, alors que le
Thorntornbank pourrait constituer
un emplacement futur en dehors de
la zone de 12 milles, sous réserve
d'études complémentaires.
Il est erroné de ne présenter le
Thorntonbank que comme une
solution de rechange.

Je n'ai pas l'intention de renoncer à
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Thorntonbank is slechts bespreekbaar op basis van een
milieueffectenrapport en het nodige werk dat door de administratie moet
worden uitgevoerd in toepassing van de geldende wettelijke
voorzieningen. In een dergelijke beoordelingsprocedure wordt rekening
gehouden met de opmerkingen van de kustgemeenten, de
visserijsector, enzovoort.

Het is dan ook volstrekt voorbarig om nu reeds een uitspraak te doen in
verband met de Thorntonbank want er is geen enkele aanvraag
ingediend om daar iets te ondernemen. Als een dergelijke aanvraag er
komt, zal ik uiteraard niet nalaten om die te laten onderzoeken, precies
zoals de andere aanvragen, zoals wettelijk vastgelegd, werden
onderzocht.
la procédure légale qui est
actuellement en cours; et il est
prématuré de se prononcer dès
aujourd'hui au sujet du
Thorntonbank pour lequel aucune
demande n'a été introduite. Si ce
devait être le cas, il va de soi que je
la ferais examiner comme les
autres.

06.03
Luc Goutry
(CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor het
duidelijke standpunt. Dit zorgt niet direct voor een oplossing maar het is
wel helder. U zegt eigenlijk dat de woorden van de heer Vande Lanotte
op niets gebaseerd zijn. Hij haalt dit blijkbaar ergens uit het rapport en
lanceert het zomaar als lid van de regering. Hij neemt als collega-
minister en vice-eerste minister het initiatief in handen en stuurt het
debat in een bepaalde richting. Dit laat niets aan onduidelijkheid over. U
zegt dat zijn standpunt geen alternatief vormt en geen oplossing biedt.
Ik kan enkel nota nemen van uw zienswijze. Dit is klaarblijkelijk een
discussiepunt in de meerderheid waarin ik mij niet wil mengen. Ik wil de
zaken zeker niet moeilijker maken dan ze al zijn.

Ik wil toch op een ander punt ingaan waarover de groene ministers, ook
niet minister Deleuze, zich nooit willen uitspreken. Mevrouw de
minister, u heeft nog de moed om het zwaarste stuk op uw frêle
schouders te nemen, maar mijnheer Deleuze draait veel meer rond de
hete brij. Hij antwoordt nooit op mijn vragen. Ik vind het erg dat een
staatssecretaris voor Energie niet eens een totaalplan voor ogen heeft
tenzij u zegt dat de vlakte van De Raan heel geschikt is en u er
bovendien binnen de 12-mijlszone nog eens 65 km² kunt bijnemen
zoals de firma De Nul en Tractebel Engineering hebben verklaard. Dat
is immers de uitbreidingscapaciteit die men voorziet.

Draai dan ook niet langer rond de pot. Eigenlijk komt het daarop neer.
06.03
Luc Goutry
(CD&V): La
réponse de la ministre n'apporte
pas de solution, mais elle a le
mérite d'être claire. En réalité, la
ministre dit que les propos du
ministre, M.Vande Lanotte, ne
reposent sur rien. Il a sans doute
trouvé cette piste de réflexion dans
le rapport et en parle ouvertement,
simplement en tant que membre du
gouvernement. De cette manière, il
oriente le débat dans une certaine
direction. Je n'ai pas l'intention de
me mêler de ce point de discussion
interne au gouvernement, cela
rendrait l'affaire encore plus
compliquée qu'à l'heure actuelle.

Je considère comme grave le fait
que le commissaire d'Etat
M.Deleuze n'envisage pas un plan
global. Le ministre considère-il que
le lieu est adéquat et qu'une
extension de 65 Km
2
est encore
envisageable dans la zone des 12
milles, comme l'ont déclaré les
sociétés De Nul et Tractebel?
06.04 Minister
Magda Aelvoet:
Wat dat laatste betreft, moet ik u in
alle duidelijkheid zeggen dat het milieueffectenrapport betrekking heeft
op 50 windmolens. Als er ooit sprake zou zijn van meer, dan is er een
nieuw milieueffectenrapport nodig. Ik heb alleen een
milieueffectenrapport over 50 molens en niet meer. Dit houdt dus
impliciet in dat een verdere uitbreiding een nieuwe procedure nodig
maakt.
06.04
Magda Aelvoet
, ministre:
Le rapport d'incidence sur
l'environnement concerne cinquante
éoliennes et 8,5 km
2
, rien de plus.
Une extension supplémentaire
nécessite une nouvelle procédure.
06.05
Luc Goutry
(CD&V): Mevrouw de minister, ik heb het over 65
km². U hebt het over 50 windturbines?
06.06 Minister
Magda Aelvoet:
Ik heb het over 50 windmolens en over
8,5 km².
06.07
Luc Goutry
(CD&V): Mevrouw de minister, ik kan enkel lezen
wat ik lees. Het gaat hier over officiële rapporten met daarin een
mathematisch model dat bepaalt, ik citeer: "De site bevindt zich op
meer dan 12 kilometer uit de kust. Die kan uitgebreid worden met 65
km² eventueel geschikt gebied." Ik weet niet of men zich goed
06.07
Luc Goutry
(CD&V):
Toutefois, le rapport officiel, qui
inclut un modèle mathématique,
indique que le site peut être étendu
de 65 Km
2
de territoire adéquat
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
realiseert wat dit betekent.
éventuel. Que faut-il entendre
exactement par là?
06.08 Minister
Magda Aelvoet:
Er wordt geen vergunning gegeven
voor 65 bijkomende vierkante kilometer.
06.08
Magda Aelvoet
, ministre:
Aucune autorisation n'a été délivrée
pour 65 kilomètres carré
supplémentaires.
06.09
Luc Goutry
(CD&V): Dat is precies mijn vraag, ook aan de heer
Deleuze. Mevrouw de minister, u beweert dat het probleem van de
alternatieve energie zal opgelost zijn met de twee sites met de 50
turbines. U schudt neen. Dit betekent dat er veel meer zal moeten
worden gedaan. Er zullen grote parken moeten worden uitgebouwd om
op termijn voldoende alternatieve energie te kunnen ontwikkelen. Langs
de autosnelwegen zal dat niet kunnen. Die staan reeds vol met
verlichtingspalen en een metertje verder liggen de tuintjes van Jan, Piet
en Paul. Dat gaat niet. Mocht u de windmolenparken op het land willen
installeren, zult u staan kijken van de maatschappelijke druk. Logisch,
mijns inziens, als men weet dat mensen de rijkswacht aan de deur
krijgen als ze een vlag buiten hangen.

Mevrouw de minister, u kunt de zaak niet hard maken. Mensen vrezen
niet zozeer die 50 turbines. Zij kunnen een attractie zijn. Mensen
vrezen dat dit het begin is van een nieuwe vorm van alternatieve energie
die niet meer te stuiten zal zijn. Later zal men naar u verwijzen en
stellen dat u een "slechte" beslissing hebt genomen die niet meer
ongedaan kan worden gemaakt. Waar men met de bouw begonnen is
moet men voortdoen. Dat is altijd het argument van ruimtelijke ordening
geweest. Ooit is men met lintbebouwing begonnen. Nu moet dat voort
kunnen gaan.

De reden waarom wij zoveel heibel maken rond dit dossier is dat het zo
belangrijk is en niet snel-snel kan geregeld worden maar ten gronde
moet bestudeerd worden. Dat meen ik ook te hebben begrepen uit de
reactie van minister Vande Lanotte.

Mevrouw de minister, voor alle duidelijkheid herhaal ik dat u stelt dat de
uitspraak van minister Vande Lanotte geen deel uitmaakt van uw
dossier maar een hoogst persoonlijk standpunt is dat uw houding
helemaal niet beïnvloedt. Ik voeg eraan toe dat zijn uitlatingen bedoeld
zijn om de vissers aan de kust een beetje te sussen. Die boodschap
zullen wij hen brengen.
06.09
Luc Goutry
(CD&V): La
question n'est pas là! Il faudra
beaucoup plus pour résoudre le
problème de l'énergie de
remplacement! La Flandre est déjà
totalement bâtie. Il n'y plus de
place nulle part. La ministre ne
manquera pas d'être surprise par la
pression sociale qui s'exercera
lorsqu'elle voudra installer des
parcs à éoliennes sur la terre
ferme. Il n'y a pas lieu de s'en
étonner puisque les gens qui se
risquent à suspendre un drapeau
dehors reçoivent la visite de la
gendarmerie.

Les gens ne craignent pas vraiment
ces cinquante turbines. Ils ont peur
que cette décision ne se traduise
par une nouvelle vague d'énergie
alternative ­ ce qui n'est pas à
exclure ­ et qu' une fois prise,
cette décision ne puisse plus être
annulée. Nous faisons grand cas
de ce dossier parce qu'il est
important qu'il ne soit pas réglé à la
hâte mais qu'il fasse l'objet d'un
examen détaillé.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu en aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de sterftecijfers in de
arrondissementen Dendermonde, Sint-Niklaas en Aalst" (nr. 7092)
07 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "les chiffres
de mortalité dans les arrondissements de Termonde, Saint-Nicolas et Alost" (n° 7092)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
07.01
Greta D'hondt
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het zal u maar overkomen dat u in dat arrondissement woont.

Mijn vraag is wel ernstiger dan dat. Ik heb dat een aantal jaren geleden
07.01
Greta D'hondt
(CD&V): Il y
a quelques années déjà, certains
indicateurs montraient que dans les
arrondissements d'Alost, de Saint-
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
reeds gevraagd, toen de eerste indicatoren erop wezen dat de
arrondissementen Aalst, Sint-Niklaas en Dendermonde veel zwaarder
werden getroffen door voortijdige sterfte. Dat kon zelfs gelokaliseerd
worden volgens een aantal risicofactoren. Toen waren dat eerste cijfers
en men wist niet of het iets structureels zou zijn. Volgens de laatst
gepubliceerde indicatoren blijkt dit inderdaad structureel te zijn, spijtig
genoeg. In de laatste tien jaar zijn er negen jaar waarin deze
arrondissementen zeer zwaar boven het gemiddelde van het Vlaams
Gewest uitstijgen. In mijn vraag heb ik de cijfers gegeven die op de
SMR zijn gebaseerd. Daaruit blijkt dat voor de mannen in Dendermonde
en Aalst vooral inzake longkanker zeer slecht wordt gescoord. Ook
stoflong zou daar een zeer zware oorzaak zijn van voortijdige sterfte.
Voor mannen en vrouwen uit Sint-Niklaas zijn het dan weer kankers van
nier- en urinewegen die doorwegen. Voor vrouwen en mannen uit
Dendermonde en Aalst zou het dan weer gaan om levercirrose.

Toen ik mijn vraag van een aantal jaren geleden stelde, had men
voorlopige aanwijzingen dat de industriële activiteiten in genoemde
regio's mee verantwoordelijk zouden zijn voor die voortijdige sterfte,
kankers en longaandoeningen. Ook het gebruik van geneesmiddelen,
de in die tijd geroemde poeders van diverse merken, zou
nieraandoeningen teweegbrengen. Ik ken mijn leef- en woonomgeving
en haar industriële en economische achtergrond. Die heeft zwaar te
maken met haarsnijderij en textiel, vooral dan de vervuilende; denk
maar aan jute.

In de negentiger jaren ging het dus om negen jaar op de tien. Is dit een
generatie waar wij door moeten en dienen zich andere perspectieven
aan? Is dit tijdelijk? Als dit de enige of de hoofdoorzaak zou zijn,
moeten wij dan van de mensen die deze industriële activiteiten hebben
uitgeoefend aanvaarden dat dit een generatie is die nog voorbij moet
gaan? Of zijn er indicatoren die aanwijzen dat dit ook bij de jongere
generaties zo is en dat het dus niet alleen economisch is? Worden er
dan preventieve maatregelen genomen om te voorkomen dat die
structurele tendens zich verder zou zetten? In onze streek dragen wij
de gevolgen. Werd onderzocht welke gevolgen dit heeft voor het
verzorgingsaanbod dat de streek nodig heeft, zodat mensen die
frequent met een aandoening te maken hebben niet naar een andere
kant van het land moeten voor de nodige verzorging? Dan zwijg ik nog
over de kosten die daaraan zijn verbonden. Dat zal ik een andere
minister wel vragen. Wat gebeurt er preventief en curatief inzake deze
voor de streek dramatische situatie?
Nicolas et de Termonde, il y avait
beaucoup plus de cas de mort
précoce que dans le reste de la
Région flamande. Selon les
données du RMS, il s'agirait d'un
problème structurel. L'activité
industrielle dans ces régions serait
le facteur responsable de ces
morts précoces, des cancers et
des affections pulmonaires.

S'agit-il d'un problème temporaire
pour une seule génération?
Dispose-t-on d'indications selon
lesquelles les jeunes générations
sont aussi touchées et que les
causes ne seraient donc pas
uniquement économiques? Dans
l'affirmative, quelles mesures
préventives sont prises? L'incidence
sur l'offre de soins dans cette
région a-t-elle été étudiée? Quelles
mesures préventives et curatives
sont-elles prises pour remédier à
cette situation dramatique pour la
région?

07.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, collega's, een
nadere analyse van de cijfers toont dat de oorzaken van de oversterfte
duidelijk verschillend zijn voor mannen en vrouwen.

Bij mannen gaat het voornamelijk over longkanker en chronisch
obstructief longlijden, met name ook uiteraard asbestose, terwijl het bij
vrouwen hart- en vaataandoeningen en ischemische hartaandoeningen
een belangrijke doodsoorzaak zijn.

Deze bevindingen zijn na te gaan in de gezondheidsindicatoren van de
Vlaamse Gemeenschap. Overigens werd hieraan een uitgebreid artikel
gewijd in het Tijdschrift voor Geneeskunde.Terzake moeten evenwel
volgende bedenkingen worden gemaakt. Op de eerste plaats moet men
voor ogen houden dat sterfte uiteindelijk een verschijnsel is dat optreedt
na jarenlange blootstelling aan asbest of tabak. Het is moeilijk harde
bewijzen te genereren uit het verleden om precies te bepalen welk
percentage het gevolg is van normale blootstelling en welk percentage
het gevolg is van andere factoren. Het zou trouwens bijzonder duur zijn
07.02
Magda Aelvoet
, ministre:
Les causes de cette mortalité plus
élevée sont différentes chez les
hommes et chez les femmes. Chez
les hommes, il s'agit
essentiellement du cancer du
poumon et de maladies
pulmonaires chroniques
obstructives. Chez les femmes, il
s'agit surtout d'affections
cardiovasculaires. Le décès
intervient après des années
d'exposition à l'amiante ou au
tabac. Il est difficile de déterminer
quel pourcentage résulte d'une
exposition normale et quel
pourcentage découle d'autres
facteurs. Il n'y a désormais plus
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
om dat gedetailleerd te bestuderen.

Het spreekt voor zich dat blootstellingen aan asbestose de wereld uit is
op het niveau van het productieproces, aangezien alle installaties
terzake gesloten zijn. Ik herinner mij trouwens nog een van mijn
parlementaire activiteiten in dat verband, in 1986, waarbij ik aan
minister Delizée een vraag stelde over dit onderwerp; toen bestonden er
nog asbestpijpen voor waterleidingen.

Het is bekend dat Dendermonde heel wat arbeiders leverde voor
activiteiten waarbij veel asbest werd gebruikt, zoals op de
scheepswerven en bij Eternit. Gelukkig is dat probleem thans opgelost.

Bij het vaststellen van oversterfte gaf de Vlaamse regering ­ die
dienaangaande de grootste verantwoordelijkheid draagt, ook op het vlak
van preventie ­ aanleiding tot het bepalen van een van de vijf
gezondheidsdoelen, met name tabaksgebruik. Dat blijkt immers een
belangrijke factor te zijn in de regio.

Op federaal vlak ondernam ik ook een aantal acties op dat gebied.
Gebruikmakend van de serene atmosfeer van deze vergadering, wijs ik
erop dat men in Ierland bijvoorbeeld, naar aanleiding van dezelfde
Engelse studie ­ waarover een senator mij trouwens ook een vraag
stelde ­ vaststelde dat het verbruik van chocoladesigaretten verpakt in
verpakkingen voor de sigaretten voor volwassenen, effectief leidde tot
een meergebruik. Er deden zich belangrijke verschillen voor bij jongeren
die veel van dergelijk snoepgoed hadden gekregen. Dat is de reden
waarom ik in dat verband geen wetgevend werk zou verrichten, maar
wel de chocoladefabrikanten en anderen zou verzoeken om af te zien
van bepaalde vormen van verpakking. Dat voorstel werd op de door u
welbekende manier belachelijk gemaakt, maar inmiddels werd deze
aangelegenheid in Ierland, waar men die studie er ook op nahield, bij
wet geregeld. Ik wens dat gegeven niet publiek te maken aangezien dit
slechts aanleiding geeft tot opmerkingen in de aard van: is zij daar
alweer? Het is jammer hoe gemakkelijk bepaalde vaststellingen via de
media uit de wereld worden geholpen.

Rond tabak moet verder werk worden geleverd. Op het vlak van
preventie meen ik dat wij over twee wettelijke instrumenten beschikken:
ten eerste, het blijvend actualiseren van de arbeidswetgeving voor al wat
schadelijk kan zijn voor de gezondheid van werknemers ­ in het geval
dat ons thans bezighoudt is het duidelijk dat asbest een negatieve
factor was voor degenen die ermee werden geconfronteerd ­ en ten
tweede, de milieuwetgeving.

Als men het professionele aandeel eruit weglaat en alleen de
blootstelling aan het milieu overhoudt, stuit men op het probleem van
het enorme verschil tussen mannen en vrouwen. Medici concluderen
hieruit dat het parallellisme tussen mannen en vrouwen groter zou zijn
als het aandeel inzake milieublootstelling groter is. Dit betekent dat nog
andere factoren een rol spelen.
d'expositions à l'amiante au cours
du processus de production.

Le gouvernement flamand, qui
assume la plus grande part des
responsabilités, a fait du tabagisme
un des cinq objectifs en matière de
santé. Il apparaît en effet qu'il
constitue un facteur important dans
la région.

Quant à la prévention, nous
disposons de deux instruments
légaux: l'actualisation permanente
de la législation du travail pour tout
ce qui peut être nocif à la santé
des travailleurs et nous pouvons
nous servir de la législation
environnementale. Des médecins
ont découvert que le parallélisme
entre les hommes et les femmes
est plus important lorsque la part
de l'exposition environnementale
est plus grande. Cela signifie que
d'autres facteurs jouent aussi un
rôle.

07.03
Greta D'hondt
(CD&V): Mevrouw de minister, ik zal er bij de
collega's in het Vlaams Parlement op aandringen deze zaak in het oog
te houden omdat het vooral een Vlaamse aangelegenheid is. Ik heb u
over deze problematiek ondervraagd omdat heel wat factoren met uw
beleid te maken hebben. Het verontrust mij dat de metingen waarover
we beschikken aantonen dat in vergelijking met begin de jaren '90 het
fenomeen eind de jaren '90 in onze regio niet is afgenomen. Men zou
kunnen stellen dat het fenomeen daalt naarmate de oudsten wegvallen.
Niets is minder waar. Blijkbaar neemt het aantal toe. Vraag is tot welke
07.03
Greta D'hondt
(CD&V): Il
s'agit surtout d'un dossier qui
concerne la Flandre. De nombreux
facteurs interviennent toutefois
dans votre politique. Il est
inquiétant de constater que
l'ampleur du phénomène n'a pas
diminué à la fin des années
nonante. Quelles générations
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
leeftijd we moeten gaan. Moeten we rekening houden met de 30-
jarigen, de 40-jarigen of de 50-jarigen? Hoelang zal het in die streek nog
duren vooraleer we de gevolgen van de industrie kwijt zijn. Ik weet dat
asbest een van de problemen is geweest. Asbest is echter niet de
enige boosdoener. Asbest kan geen verklaring zijn voor het fenomeen
van Sint-Niklaas en bepaalde gemeenten in onze regio die nooit
asbestverwerkende industrie hebben gekend. Ik herhaal dat ik mijn
Vlaamse collega's zal oproepen de problematiek op te volgen.

Mevrouw de minister, kunt u me meedelen of er onderzoek wordt
gevoerd naar de andere oorzaken als men het professioneel aandeel
buiten beschouwing laat?
seront touchées? Combien de
temps faudra-t-il avant que les
conséquences des activités
industrielles ne s'estompent?

L'amiante n'est pas seule
responsable. Je demanderai à mes
collègues flamands de suivre le
dossier de près. Des études sont-
elles menées sur les causes autres
que celles liées à l'activité
professionnelle?
07.04 Minister
Magda Aelvoet:
Ik beschik terzake niet over
gedetailleerde gegevens. Ik zal dat laten natrekken.
07.04
Magda Aelvoet
, ministre:
Je ferai vérifier cela.
07.05
Greta D'hondt
(CD&V): Ik zou dat bijzonder appreciëren,
mevrouw de minister. Het gaat over leven en dood.
07.05
Greta D'hondt
(CD&V):
J'apprécierais au plus haut point.
Des vies humaines sont en jeu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het aanvraagdossier 'betoelaging regionaal coördinatiepunt drugs'" (nr. 7079)
08 Question de M. Yves Leterme à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la demande de subventionnement des Groupes locaux de
coordination Drogue" (n° 7079)
08.01
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, in de communicatie over het federaal drugsbeleid, is
van uw kant sterk de nadruk gelegd op de noodzakelijke versterking van
het preventief beleid. Wij steunen dat ten volle. Er zijn toen ook
inspanningen aangekondigd die zelfs budgettair werden becijferd.

In mijn streek is onder impuls van Kompas ­ een organisatie die op dat
vlak bijzonder verdienstelijk werk levert op een professionele,
structurele, georganiseerde wijze ­ in de laatste jaren stilaan een
preventienetwerk gegroeid. Wij zijn daarmee ook nog hard bezig. Dit
initiatief wordt ook gesteund vanuit de gemeentebesturen, waar we op
een zeer ruime consensus kunnen rekenen over het feit dat
inspanningen moeten worden geleverd. In de beleidsnota van mijn stad
heb ik het initiatief genomen om een belangrijke beleidsprioriteit te
geven aan de ondersteuning van dit werk, ook financieel, ondanks het
wegvallen van de financiering van de preventiecontracten. Ook de
gemeenten Wervik en Poperinge dragen hun steentje bij.

Een van de elementen die nu aan de orde zijn, is ervoor te zorgen dat
de effectiviteit van de werking van preventiewerk in onze streek, ook
doorsijpelt tot het landelijk gebied waar gemeentebesturen noch de
schaalgrootte, noch de professionele of financiële uitrusting hebben om
dit op eenzelfde brede manier te doen als andere gemeentebesturen.
Vandaar dat het idee is gerijpt ­ vanuit het preventiewerk, de
politiediensten, de gerechtelijke diensten, de gemeentemandatarissen
en de regionale verantwoordelijken ­ om te zorgen voor een RCD, een
Regionaal Coördinatiepunt Drugs. Van daaruit kan men het
preventiewerk coördineren, de afstemming doen en in een
ontmoetingsplaats voorzien voor iedereen die met deze bijzonder
belangrijke maatschappelijke kwaal bezig is. Van daaruit kan ook de
betrokkenheid van de OCMW's worden georganiseerd. Het dossier
08.01
Yves Leterme
(CD&V): La
communication relative à la
politique fédérale en matière de
drogue met clairement l'accent sur
le nécessaire renforcement de la
politique préventive. Le CD&V
soutient totalement cette option.

Dans ma région, un réseau de
prévention a été mis en place sous
l'impulsion de l'organisation
Kompas, initiative qui est largement
soutenue par les autorités
communales concernées. L'idée de
créer un Point régional de
coordination en matière de
drogues, capable de coordonner le
travail de prévention à plus grande
échelle, a depuis lors mûri. Le
projet proposé émane de la Plate-
forme régionale de concertation
Alcool et Drogues.

Voici une dizaine de jours, une
réunion de travail y a été
consacrée. La déception des
personnes concernées a été
grande lorsqu'il est apparu qu'un
dossier introduit voici déjà un an
reste toujours sans réponse.
Quelques contacts auraient certes
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
moet u normaal bekend zijn.

Dit projectvoorstel gaat uit van het Regionaal Overlegplatform Alcohol
en Drugs, dat een 35-tal diensten uit het brede welzijnsveld overkoepelt.
Een tiental dagen geleden, op de werkvergadering met de
preventiewerkers en de verantwoordelijken, bleken de beroepsmensen
nogal ontgoocheld te zijn wegens het uitblijven van een afdoend
antwoord op een dossier dat ongeveer een jaar geleden ­ in de periode
waarin de federale regering over het drugbeleid heeft gecommuniceerd ­
bij uw diensten is ingeleid. Toen is effectief aangekondigd dat men veel
meer middelen voor preventie zou inzetten. Het Regionaal
Overlegplatform Alcohol en Drugs heeft toen, vanuit de Welzijnsraad
van het arrondissement Ieper, een dossier bij uw diensten ingeleid. Er
zijn wat contacten geweest. Als ik mij niet vergis, is er zelfs overleg
geweest met een kabinetsmedewerker met een politiek klinkende
naam. Ik zie u uw wenkbrauwen fronsen, maar ik spreek over Bob
Cools, mevrouw de minister. Ik meld het u bij wijze van anekdote. Er
zijn dus wat contacten geweest. Die contacten zijn alsmaar minder
intensief geworden en uiteindelijk heeft men de indruk opgedaan ­ vijf
tot zes maanden geleden ­ dat het kabinet het initiatief wellicht niet zal
steunen. Die mensen zijn toch wel wat ontgoocheld. Men vraagt zich af
wat ervan aan is. Moeten zij hun project wat aanpassen? Kunnen zij
hun initiatief toch tot een goed einde brengen?

Ik wil de tolk zijn van onze bijeenkomst en van eenieder in onze streek
die met deze problematiek is begaan. Ik probeer de politieke interesse
voor het preventiewerk, vanuit mijn invalshoek, op gang te houden.
Daarom wou ik u hier concreet vragen welke houding uw diensten
innemen ten aanzien van het dossier dat het Regionaal Overlegplatform
Alcohol en Drugs heeft ingeleid. Kunnen wij financieringssteun van u
verwachten? Dit lijkt mij een belangrijk, waardevol initiatief, dat wordt
ingeleid door mensen die reeds hebben bewezen dat zij van
preventiewerk iets afweten. Ik spreek over een regio met 125.000
inwoners. Dat is een goede schaalgrootte. Ik pleit heel sterk voor
ondersteuning van dit project. Ik wou u vragen of u het met me eens
bent. Welke initiatieven wilt u nemen om dit project kansen op slagen
te geven, ten voordele van het preventiewerk en, meer in het bijzonder,
van de mensen uit mijn streek?
été établis à ce sujet, même avec
Bob Cools, si je ne m'abuse. Le
cabinet a donné l'impression de ne
pas vouloir soutenir l'initiative.

Quelle est l'attitude des services de
la ministre dans le dossier introduit
par la Plate-forme régionale de
concertation? J'insiste pour que ce
projet préventif soit soutenu.
08.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil
kort twee dingen zeggen. Ten eerste, een van de belangrijke onderdelen
van de Drugsnota was dat de verschillende overheden ­ en niet alleen
op het vlak van gezondheid maar ook op het vlak van justitie, onderwijs,
enzovoort ­ samen aan tafel moesten gaan zitten om een algemene cel
rond drugsbeleid op te richten. Ik ben blij dat ik u mag aankondigen dat
wij midden april een akkoord hebben bereikt over een tekst, na een
overleg waaraan 37 bevoegde ministers hebben deelgenomen. Het
betreffende samenwerkingsakkoord dat moet worden ondertekend, kan
nog deze week ter goedkeuring aan de Ministerraad worden voorgelegd.
Daarna gaat het naar de verschillende deelregeringen voor verdere
afhandeling.

Wat de Lokale Coördinatiegroepen Drugs (LCD's) betreft, gaan het
overleg en de coördinatie veel verder dan het aspect van de
zorgverlening. Ook de preventie door de scholen, door een globaal
gemeentelijk plancontract en door veiligheidscontracten en dergelijke
maken er deel van uit.

De zorgverleners maken zelf deel uit van de Lokale Coördinatiegroepen
Drugs, maar ze vallen er niet mee samen. In het budget van 500 miljoen
frank, waarvan ik alle details al bezorgd heb aan de commissie voor de
08.02
Magda Aelvoet
, ministre:
La note en matière de drogues
prévoit que les différentes autorités
doivent se réunir pour discuter de la
création d'une cellule générale
chargée de la politique en matière
de drogues. Un consensus s'est
dégagé à ce sujet à la mi-avril.
L'accord de coopération sera
soumis au Conseil des ministres
cette semaine.

Les Groupes locaux de
coordination en matière de drogues
sont actifs dans bien plus de
domaines que les soins. Les
dispensateurs de soins font bien
partie des groupes locaux de
coordination mais ne constituent
pas à eux seuls ces groupes. Un
montant d'un demi-million d'euros a
été dégagé pour la coordination des
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Volksgezondheid, is voorzien in een bedrag van afgerond een half
miljoen euro voor de coördinatie van de zorgverlening. Dat geldt niet
voor de LCD's als dusdanig. Mijn medewerker met de beroemde naam
naar wie u verwees, heeft met de groep uit Ieper contact gehad. Hij
heeft aangekondigd dat in mei 2002 een omzendbrief zal gestuurd
worden aan de overlegplatforms voor geestelijke gezondheidszorg over
de pilootprojecten inzake de zorgcoördinatie. Let wel, alleen dat aspect
zorgcoördinatie zit in het federale plan.
soins. En mai 2002, une circulaire
relative aux projets pilotes de
coordination des soins sera
envoyée à toutes les plates-formes
de soins de santé mentale. Le
pouvoir fédéral ne s'occupe que de
l'aspect de la coordination des
soins.
08.03
Yves Leterme
(CD&V): Mevrouw de minister, ik veronderstel dat
onder de noemer zorgcoördinatie ook de coördinatie van het
preventiewerk, het creëren van een overlegplatform en het sturen, het
aanmoedigen, het initiëren van preventie-initiatieven vallen? Ik heb
uiteraard geen kennis van de omzendbrief waarin wellicht de specifieke
criteria staan. Indien dat niet zo is, wil ik opmerken dat terzake in mijn
streek een maatschappelijke vraag bestaat, vanwege mensen die met
beide voeten in de realiteit staan. Tussen de lijnen hoor ik u zeggen dat
zorgcoördinatie in het totaal slechts iets meer dan 10 miljoen frank
vertegenwoordigt. Waar kunnen we dan met dit soort vragen terecht?

De gemeentebesturen doen nu al een zware inspanning. De kredieten
uit de preventiecontracten zijn bovendien weggevallen. Maar het werk
moet toch gebeuren. Op het terrein bestaat het probleem nog altijd. U
hebt zelf gezegd bij de aankondiging van de federale Drugsnota dat het
preventiewerk een belangrijke prioriteit was. Wat moeten de betrokken
mensen nu begrijpen uit wat afgesproken is tijdens dat overleg met 37
bevoegde ministers? Wat moeten zij begrijpen uit de aangekondigde
omzendbrief?
08.03
Yves Leterme
(CD&V): La
coordination du travail de prévention
et la création d'une plate-forme de
concertation relèvent-elles de la
`coordination des soins'? Dans la
négative, à qui puis-je adresser
mes questions? Les
administrations communales
fournissent déjà de gros efforts
actuellement, les crédits provenant
des contrats de prévention s'étant
taris. Je pensais que le travail de
prévention constituait une priorité
importante.

08.04 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer Leterme, tijdens de
behandeling van dit dossier in het Parlement heb ik altijd gezegd dat
preventie slechts voor een beperkt deel een federale bevoegdheid is.
Preventie slaat op alles wat te maken heeft met afhankelijkheid van
medicamenten en alles wat samenhangt met het vlak van de
verkeersveiligheid. Voor de rest is preventie duidelijk een
gemeenschapsbevoegdheid. Wij hebben wel gezegd dat bepaalde
aspecten, vooral van zorg en zorgverlening, rechtstreeks ten laste
zouden komen van het extra budget dat daarvoor uitgetrokken werd.
Mijn medewerker zegt dat hij dat ook op die manier aan de groep in
Ieper heeft meegedeeld.

Wat zorgcoördinatie als dusdanig betreft, zal een aantal pilootprojecten
kunnen worden gesubsidieerd met continuïteit, aangezien de 500
miljoen ook een investering is die jaar na jaar terugkomt. Maar, dat
anders en ruimer invullen, is nooit gebeurd.
08.04
Magda Aelvoet
, ministre:
La prévention ne relève que
partiellement de la compétence
fédérale. Nous nous occupons de
la dépendance aux médicaments et
de tout ce qui a trait à la sécurité
routière. Le reste est une
compétence des communautés.
Certains aspects des soins peuvent
certes être inscrits directement à
charge du budget supplémentaire
dégagé.

On n'a jamais tenté de régler ce
problème autrement, d'une manière
plus générale.
08.05
Yves Leterme
(CD&V): Mevrouw de minister, die pilootprojecten
inzake zorgcoördinatie betreffen een totaal bedrag van 20 miljoen
Belgische frank voor geheel het land, zo veronderstel ik althans.

Vervolgens zegt u in feite aan die mensen dat ze bij u niet
terechtkunnen, dat ze van u geen steun kunnen verkrijgen voor het werk
dat ze in hun project voorstellen.
08.05
Yves Leterme
(CD&V): Les
gens ne doivent donc pas
s'adresser à vous s'ils souhaitent
obtenir une aide pour leurs projets?

08.06 Minister
Magda Aelvoet:
Daarover heeft nooit onduidelijkheid
bestaan. We hebben nooit geïnsinueerd dat het wel kon.
08.06
Magda Aelvoet
, ministre:
Nous n'avons jamais laissé
entendre qu'il en serait autrement.
08.07
Yves Leterme
(CD&V): Dan zullen we op een andere wijze
moeten pogen ergens een overheid ­ de Vlaamse ­ te vinden die dit
soort waardevol werk wel wil ondersteunen. Daarnaast kan ik slechts
08.07
Yves Leterme
(CD&V):
Espérons que les autorités
flamandes soient disposées à
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
de tolk zijn van de ontgoocheling van de indieners van het project, met
name de instanties, de mandatarissen en de mensen die met veel
bezieling daaraan hun medewerking hebben verleend. Zij krijgen immers
na één jaar de boodschap dat dit dossier niet bij u moest worden
ingediend en dat ze bijgevolg van u niets konden verwachten.
soutenir ce travail précieux. Je
rends uniquement compte de la
déception de l'ensemble des
intéressés qui, après un an,
apprennent qu'ils ne doivent pas
s'adresser à vous.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het FAVV" (nr. 6957)
09 Question de Mme Trees Pieters à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'AFSCA" (n° 6957)
09.01
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, in het kader van de bespreking rond de lopende dioxinecrisis
had ik een vraag aan de agenda gezet. Ik vind het jammer dat ik met
mijn vraag niet heb kunnen deelnemen aan het debat. Mijn vraag is voor
deze week geboekt, ik zal ze dus moeten stellen buiten het debat dat
vorige week is gevoerd.

Als de dioxinecrisis ons één ding heeft geleerd, dan is het dat iedere
burger van dit land enorm veel waarde hecht ­ en dit terecht ­ aan
gezond voedsel. De negatieve gevolgen van diverse voedselcrisissen
waren enorm, er was het geschokte consumentenvertrouwen en het
tanend imago van België in het buitenland. Dit heeft geleid tot verlies
van exportmarkten en tot zware economische schade.

Om dergelijke catastrofe te vermijden, moet dan ook maximale
aandacht besteed worden aan het veilig maken van ons voedsel. Het
FAVV zou hierin een belangrijke taak vervullen en had over de nodige
middelen moeten kunnen beschikken om dit naar behoren te doen.

Inmiddels zijn wij 3 jaar verder en hebt u met het FAVV een aantal
problemen gekend. Als gevolg hiervan werd enerzijds de heer Beernaert
ontslagen en werd anderzijds publiek gemaakt dat de beschikbare
middelen onvoldoende waren. Welke middelen acht u nodig om het
FAVV degelijk te laten functioneren? Wat is hiervoor voorzien in de
begrotingscontrole?
09.01
Trees Pieters
(CD&V): La
crise de la dioxine a ébranlé la
confiance du consommateur et a
nui à l'image de la Belgique à
l'étranger, avec pour conséquences
la perte de marchés à l'exportation
et de lourdes pertes économiques.
L'AFSCA doit contribuer fortement
à rendre notre alimentation plus
sûre.

Quels sont les moyens
nécessaires au bon fonctionnement
de l'AFSCA? Quel montant a été
prévu dans le cadre du contrôle
budgétaire?
09.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, collega's,
tijdens de Ministerraad van 8 maart werd beslist dat er bijkomende
middelen moesten komen voor het Federaal Voedselagentschap. Voor
het jaar 2002 zou dit 780.000 euro bedragen, voor een volledig werkjaar
1.204.000 euro. Tevens ging de volledige Ministerraad akkoord met de
onmiddellijke aanwerving van contractuele personeelsleden in DG4,
DG5, de Eetwareninspectie en Coda zodat het aantal effectieven terug
op het tewerkstellingsniveau zou komen van januari 2001. Zoals u weet,
werden er in 2001 voor alle departementen lineaire maatregelen
genomen, met inbegrip van het toenmalig departement Landbouw en dit
met de gekende gevolgen.

Met uitzondering van Coda zullen deze aanwervingen gebeuren op het
niveau van het Federaal Voedselagentschap. Op de begrotingscontrole
is de herbevestiging van de beslissing van 8 maart aan bod gekomen en
werd bovendien beslist dat bijkomende werkingskredieten moesten
worden uitgetrokken voor DG4 en DG5. Bij deze laatste directies was
er namelijk een probleem gerezen omwille van de regionalisering.
Rekening houdend met het totaalpakket dat per departement moest
worden gerealiseerd, had men in een eerste fase het totaalbedrag van
09.02
Magda Aelvoet
, ministre:
Le Conseil des ministres du 8 mars
a décidé que les moyens
complémentaires destinés à
l'AFSCA s'élèveraient à 780.000
euros pour 2002 ou 1.204.000
euros pour une année entière de
fonctionnement. Nous avons en
outre décidé de procéder au
recrutement immédiat de personnel
contractuel dans les DG4, DG5, à
l'Inspection des denrées
alimentaires et au CERVA afin de
revenir au niveau d'emploi de janvier
2001. Le contrôle budgétaire a
prévu des crédits de recrutement
supplémentaires pour la DG4 et la
DG5.
Les Régions ont obtenu tout ce à
CRIV 50
COM 735
30/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
de besparing die federaal bleef, afgetrokken.

Ik zal onmiddellijk beginnen met het laatste punt. De gewesten hebben
alles gekregen waarop zij recht hadden. Het probleem was echter dat
de afgesproken besparing voor 2002 eenzijdig op een te hoog
percentage afgetrokken was van wat op het vlak van vroegere
landbouwbevoegdheden federaal bleef. Men heeft dus het totaalpakket
genomen in plaats van enkel het pakket te nemen dat nog federaal
bleef, precies omdat op dit deel nog kon worden bespaard zoals er op
de rest voor de werkingsmiddelen kon worden bespaard. Door een
begrotingsfout heeft men het percentage dat op de totaliteit berekend
was eenzijdig afgetrokken van alleen het federale gedeelte. Er is dus
geen probleem voor de regio's, enkel voor het federaal niveau maar dit
werd rechtgezet bij de begrotingscontrole.

Op uw vraag of dit alles aan de behoeften beantwoordt, kan ik u zeggen
dat men volop bezig is met de reële integratie van de vier basissectoren
waaruit het Federaal Voedselagentschap wordt opgebouwd. Daaruit
mag een effect van synergie verwacht worden want als men met
meerdere mensen bepaalde dingen doet, kunnen controles uitgespaard
worden. Momenteel stuurt men individueel iemand vanuit het IVK of
vanuit de Eetwareninspectie en dikwijls nog naar dezelfde bedrijven.
Door het beter benutten van het beschikbare personeel is hier winst
mogelijk.

Op het einde van dit jaar zal trouwens worden nagegaan of met de
verhoging van de beschikbare middelen en de gerealiseerde integratie
voldoende wordt ingegaan op de bestaande behoefte. Ik zal daar
nauwkeurig op toezien.
quoi elles avaient droit. Aucun
problème ne se pose au niveau
régional, c'est uniquement au
niveau fédéral que le bât blesse,
mais la situation a été rétablie lors
du contrôle budgétaire.

L'intégration effective des quatre
secteurs de base sur lesquels se
fonde l'AFSCA est en cours. Cette
opération va se traduire par une
plus grande synergie. Une
meilleure utilisation du personnel
disponible permettra d'augmenter la
rentabilité. A la fin de l'année, nous
contrôlerons l'adéquation de toutes
ces structures aux besoins réels.
J'y veillerai de près.
09.03
Trees Pieters
(CD&V): Dank u, mevrouw de minister. Daar
zullen wij ook nauwkeurig op toezien. Wat die regionalisatie betreft, heb
ik interessante informatie gekregen.Volgende week houd ik, met het
oog op de komende begroting,een belangrijke interpellatie over deze
overdrachten.
09.04 Minister
Magda Aelvoet:
Ik heb niet gezegd dat er aan de
gewesten werd geraakt. Ik hoop dat dit duidelijk is.
09.05
Trees Pieters
(CD&V): Voor mij is dit duidelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de inning in het slachthuis" (nr. 7073)
10 Question de Mme Trees Pieters à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "une contribution perçue à l'abattoir" (n° 7073)
10.01
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb alleen een vraag naar een actualisering over iets dat
vroeger al werd besproken. Op 25 maart 2002 werd een ontwerp van
koninklijk besluit voorgelegd aan de Ministerraad, waarbij wordt
voorgesteld in het slachthuis een inning door te voeren als alternatief
voor de financiering van de BSE-test. Aanvankelijk werd vooropgesteld
dat koninklijk besluit in werking te laten treden op 1 januari 2002. Wij
hebben daarover in de plenaire vergadering ook al vragen gesteld. Die
datum werd verlaat om de privé-sector de mogelijkheid te geven een
ander en meer definitief systeem uit te denken en op te zetten.
Ondertussen werd de datum van 1 april 2002 naar voren geschoven.
10.01
Trees Pieters
(CD&V): Le
25 mars 2002, un projet d'arrêté
royal a été soumis au conseil des
ministres. Il porte sur la perception
d'un certain montant dans les
abattoirs en vue du financement du
test ESB. Cet arrêté royal devait
initialement entrer en vigueur le 1
er
janvier 2002. Ensuite, on a parlé du
1
er
avril 2002. Où en est ce
dossier?
30/04/2002
CRIV 50
COM 735
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Kunt u de huidige stand van dat dossier geven?

Wanneer wordt dat koninklijk besluit van toepassing?
10.02 Minister
Magda Aelvoet:
Mijnheer de voorzitter, collega Pieters,
wij hebben een eerste beslissing genomen in december 2001. Toen
werd voorgesteld dat binnen de sector zelf naar een consensus gezocht
zou worden. Ondanks de zeer vele vergaderingen binnen de totale
sector, kwam er geen akkoord uit de bus waarmee iedereen van de
sector kon instemmen. Met name in de fameuze bedrijfskolom "vlees"
werd vele maanden gezocht naar een consensus.

Als stok achter de deur had men erin voorzien dat een bepaald
koninklijk besluit, dat wij in 2001 al hadden gemaakt, op 1 april 2002 of
ten laatste op 30 juni 2002 in werking kon treden. Het was eerst de
bedoeling om dat koninklijk besluit kort na Pasen al in werking te laten
treden. Toen bleek echter dat vanuit bepaalde hoeken toch de vrees
bestond dat de inning van die bijdrage op het niveau van het slachthuis
zich zou vertalen in een prijsdaling van het vlees voor de boer. De
regering had echter als politieke beslissing genomen dat de last van die
testen in geen geval op de boer afgewenteld mocht worden. Vandaar
dat momenteel in het ministerie van Financiën een meer gedetailleerd
onderzoek gevoerd wordt om na te gaan welk beter systeem er uit de
bus zou kunnen komen. Momenteel is dat dossier niet afgerond.
10.02
Magda Aelvoet
, ministre:
En décembre 2001, nous avons
proposé que le secteur cherche lui-
même un consensus. L'arrêté royal
qui devait entrer en vigueur le 1
er
avril 2002 ou, au plus tard, le 30
juin 2002, constituait un moyen de
pousser le secteur à agir. Certains
craignent cependant que la
perception d'une telle cotisation se
traduise, pour les éleveurs, une
diminution du prix de la viande,
alors qu'il existe un consensus
politique pour éviter cette baisse
des prix. Le ministère des
Finances recherche pour l'instant le
système le plus approprié. Le
dossier n'est pas encore bouclé.

10.03
Trees Pieters
(CD&V): Mevrouw de minister, dat betekent dat
die hele zaak in het departement van Financiën herzien wordt. Die
inning zal niet op het niveau van het slachthuis gebeuren omdat u
vreest dat ze op de boer verhaald zou kunnen worden. Dat wilt u niet en
ik sta daarachter. Oorspronkelijk was het de bedoeling om die inning
naar de consument door te rekenen. Is dat nog niet verworven?
10.03
Trees Pieters
(CD&V):
L'objectif n'était-il pas de faire
payer cette somme par le
consommateur?

10.04 Minister
Magda Aelvoet:
Mevrouw Pieters, het principe is wel
verworven, maar men werkt nog aan de concrete organisatie ervan.
10.04
Magda Aelvoet
, ministre:
Oui, ce principe est acquis. Mais le
département des Finances
s'occupe pour l'instant de
l'organisation concrète.
10.05
Trees Pieters
(CD&V): Goed, maar wat gebeurt er dan in de
overgangsperiode?
10.05
Trees Pieters
(CD&V): Que
se passera-t-il durant la période de
transition?
10.06 Minister
Magda Aelvoet:
In de overgangsperiode loopt het
systeem zoals het tot nu al liep, door de prefinanciering van het BIRB.
10.06
Magda Aelvoet
, ministre:
Le système actuel reste
d'application.

10.07
Trees Pieters
(CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.17 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.17 heures.