KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 722
CRIV 50
COM 722
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
maandag
lundi
22-04-2002
22-04-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
PSC
Parti social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de
minister van Justitie over "de activiteiten van de
Staatsveiligheid en het optreden van het
Antwerpse parket met betrekking tot de
Antwerpse 'intifada' in het bijzonder en het
daadwerkelijk volgen van radicale
moslimverenigingen in het algemeen" (nr. 1217)
1
Interpellation de M. Gerolf Annemans au ministre
de la Justice sur "les activités de la Sûreté de
l'Etat et l'action du parquet d'Anvers concernant
l''intifada' anversoise, en particulier, et la
surveillance effective des organisations
islamiques radicales" (n° 1217)
1
Sprekers: Gerolf Annemans
, voorzitter van de
VLAAMS BLOK-fractie
, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
, Hugo Coveliers
,
voorzitter van de VLD-fractie
, Jo Vandeurzen
Orateurs: Gerolf Annemans
, président du
groupe VLAAMS BLOK
, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
, Hugo Coveliers
,
président du groupe VLD
, Jo Vandeurzen
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
10
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Justitie over "de voordrachten voor het federaal
parket" (nr. 6924)
9
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"la présentation de candidats à une fonction au
sein du parquet fédéral" (n° 6924)
10
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "de installatie van het federaal parket
en de hervormingen van het openbaar
ministerie" (nr. 7000)
9
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"l'installation du parquet fédéral et la réforme du
ministère public" (n° 7000)
10
Sprekers: Bart Laeremans, Tony Van Parys,
Marc Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Bart Laeremans, Tony Van Parys,
Marc Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Justitie over "de verkiezingen van de
leden van de adviesraad van de magistratuur"
(nr. 6976)
15
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Justice sur "les élections des membres du
Conseil consultatif de la magistrature" (n° 6976)
15
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Justitie over "de hervorming van de
justitiehuizen in het kader van het
Copernicusplan" (nr. 6977)
16
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Justice sur "la réforme des maisons de justice
dans le cadre du Plan Copernic" (n° 6977)
16
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de machtsstrijd tussen
het kabinet van de minister van Justitie en de
Hoge Raad voor de Justitie" (nr. 7001)
18
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "la rivalité entre le cabinet du ministre
de la Justice et le Conseil supérieur de la
Justice" (n° 7001)
19
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de weigering aan de
VRT om een eucharistieviering uit te zenden
vanuit een gevangenis" (nr. 7002)
21
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le refus, signifié à la VRT, de diffuser
une eucharistie célébrée à l'intérieur d'une
prison" (n° 7002)
21
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen
,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen
,
ministre de la Justice
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
MAANDAG
22
APRIL
2002
14:15 uur
______
du
LUNDI
22
AVRIL
2002
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Fred Erdman, président.

De
voorzitter
: De vraag nr. 6926 van de heer Gerolf Annemans werd ingetrokken.
01 Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de minister van Justitie over "de activiteiten van
de Staatsveiligheid en het optreden van het Antwerpse parket met betrekking tot de Antwerpse
'intifada' in het bijzonder en het daadwerkelijk volgen van radicale moslimverenigingen in het
algemeen" (nr. 1217)
01 Interpellation de M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice sur "les activités de la Sûreté de
l'Etat et l'action du parquet d'Anvers concernant l''intifada' anversoise, en particulier, et la
surveillance effective des organisations islamiques radicales" (n° 1217)
01.01
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
had graag van de minister vernomen of de verrassende wending van de
betoging van 3 april bij de overheidsdiensten voldoende bekend was en
meer specifiek of de achtergrond van de Arabisch-Europese Liga
voldoende bekend was bij de ordediensten. Op het eerste zicht is dat
natuurlijk niet het geval. Blijkbaar stond men met een veel te kleine
gemobiliseerde politiemacht voor een betoging die veel groter was dan
men vermoedde. Na die betoging heeft het Vlaams Blok zijn huiswerk
gemaakt. Met zeer elementaire middelen hebben wij in enkele dagen
de achtergrond van die AEL kunnen onthullen. Wij hebben dat ook
tijdens een persconferentie naar buiten gebracht. Het gaat hierbij onder
meer om een voortzetting van Al Rabita. Deze organisatie heet De Liga
in het Arabisch en is door de CIA op de zwarte lijst van gevaarlijke
islamitische organisaties geplaatst. Het is de Belgische poot van een
internationaal netwerk dat eveneens Al Rabita heet en dat volgens
sommigen in de laatste jaren a rato van ten minste een miljard dollar
per jaar gesubsidieerd zou zijn vanuit Saudi-Arabië. Ook over de
voorzitter van het comité, die gelet op de persconferentie die hij gisteren
op de Grote Markt heeft kunnen geven intussen bijna een bekende
Vlaming is geworden, de heer Abou Jahjah, hebben wij met vrij
eenvoudige middelen heel wat informatie kunnen vergaren. Over zijn
activiteiten en zijn achtergrond is dit weekend ook een artikel
verschenen in een krant die allesbehalve van Vlaams Blok-strekking is,
namelijk De Morgen. Net als wij hebben zij de moeite genomen om die
websites te bezoeken. Mijnheer de minister, ik raad u aan om zelf ook
de verschillende websites en de links erop te bezoeken als u eens tien
minuten de tijd hebt. Ik laat het artikel van De Morgen voor wat het is,
met name de verwijzing naar die spectaculaire scouts en de VMO-
achtige Ardennenkampen die zij inrichten.

Meer in het algemeen heb ik het over de websitegeschiedenis, die zich
richt op België en Frankrijk, die zich in verschillende van onze
01.01
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): J'aimerais que le
ministre me dise comment la
manifestation du 3 avril de la Ligue
arabo-européenne a pu prendre une
tournure aussi surprenante. Dans
quelle mesure la LAE était-elle
connue des services de police?

Le Vlaams Blok a pu révéler ce qui
se cache derrière la LAE. Il s'agit
de la branche belge d'une
organisation terroriste
internationale, Al Rabita, ce qui
signifie "la ligue", laquelle est
dirigée en Belgique par Abou
Jahjah. Le quotidien
De Morgen
a,
lui aussi, parcouru les divers sites
internet et a découvert des films de
propagande en faveur de Ben
Laden.

En l'espace d'une semaine, la LAE
est parvenue à mobiliser deux mille
personnes dans les rues d'Anvers.
Cela suppose une solide
organisation. Il était naïf de
supposer que la manifestation ne
rassemblerait que quelques
centaines de participants et que
quelques dizaines d'agents
suffiraient à les canaliser. L'autorité
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
landstalen ook richt tot de Arabische bevolking in Europa en hen op
een bijzondere manier bedient, inclusief de propagandafilms van Bin
Laden.

Dat zijn verontrustende wendingen en de meest verontrustende wending
is, ik herhaal het nog eens, de betoging van 3 april geweest, die door
de ordediensten en ipso facto naar mijn oordeel ook door de Veiligheid
van de Staat volledig is onderschat. Ieder van ons, alle politici hier
aanwezig, weten hoeveel energie het vergt om 200, 300, 400 mensen
bijeen te brengen, het Vlaams Blok weet dat zelfs voor 4.000 mensen.
Om in een week tijd 2.000 mensen in de Antwerpse straten te krijgen,
daarvoor is meer nodig dan deze overheid beseft of beseft heeft, denk
ik.

Daar stond nu een klein peloton van 30 man, met alle gevechtswagens
in de kazernes, die dachten dat ze dat in de hand konden houden
omdat door informatie min of meer was gebleken dat het zou gaan om
een 200- tot 300-tal manifestanten, terwijl daar plots 2.000 mensen
stonden. Het is duidelijk dat men de netwerking van deze
bevolkingsgroep of van deze organisatie duidelijk heeft onderschat en
dat men dus niet weet wat er in die moskeeën gepredikt wordt.

Als het gaat over betogingen die snel bijeen moeten worden gebracht,
weet men niet welke organisaties achter dat soort betogingen zitten en
hoe die werken. Men verstaat de taal niet, men begrijpt niet hoe met
allerlei communicatiekanalen in een korte tijd een dergelijke grote
manifestatie bijeen is geroepen. De gevolgen waren duidelijk: zij hebben
gezien en gevoeld dat de overheid in dit land verstek liet gaan op die
fameuze middag in Antwerpen en zij hebben van die manifestatie
datgene gemaakt wat de heer Jahjah in een aantal verklaringen zelf
naar buiten heeft gebracht.

Ik bedoel dat het Midden-Oostenconflict naar de straten van West-
Europa moet worden geëxporteerd. Hij heeft geprobeerd dat te
relativeren in De Morgen van zaterdag laatstleden, maar de kern blijft
overeind: de Europese publieke opinie moet onder druk worden gezet
door haar Arabische minderheid. Dit moet omwille van het Palestijnse
conflict, maar ik voeg daaraan toe dat dit wellicht ook moet gebeuren
om te kunnen zien wat het effect is van de Arabische minderheid op de
politieke besluitvorming in Europa. Zeer specifiek geldt dat dan ook voor
Antwerpen.

Naar mijn oordeel en gelet op de onthullingen van het voorbije weekend
door De Morgen over de heer Jahjah, is het geen toeval dat de heer
Jahjah zo actief opereert in Antwerpen op dit ogenblik. De organisaties
waarvoor hij werkt beschouwen Antwerpen immers als een uiterst
geschikte speerpunt wegens de belangrijke joodse aanwezigheid in de
stad. Wij in Antwerpen wensen niet dat dergelijke incidenten zich nog
voordoen. Ik heb de voorzitter laten weten dat wegens het verbod op
betogen van gisteren en de min of meer efficiënte manier waarop een
embryo van een manifestatie werd beëindigd, wij relatief tevreden zijn
over wat er gisteren is gebeurd. Wij zijn echter bijzonder ontevreden en
ongerust over wat er voordien is gebeurd.

Heeft de Veiligheid van de Staat een goed zicht op de heer Abou
Jahjah, op de AEL en op Arabische radicale organisaties in het
algemeen? Zo ja, wat is er dan misgegaan op 3 april 2002 in
Antwerpen? Ofwel het een, ofwel het ander. Ofwel zegt u daar een goed
zicht op te hebben en alles te hebben doorgegeven zonder dat
Antwerpen er iets mee heeft gedaan. Ofwel zegt u dat u zich wat hebt
vergist. Dan is mijn vraag wat u daaraan gaat doen. Zult u medewerkers
rekruteren die Arabisch verstaan en die weten wat er in de moskeeën
publique a prouvé qu'elles ignore
tout de l'essence de la LAE, de ce
que l'on prêche dans les mosquées
et des liens avec d'autres
organisations terroristes.

Les autorités n'ont pas été à la
hauteur lorsque le conflit du Moyen-
Orient s'est exporté, avec succès,
vers les États européens. Anvers
semble constituer un site approprié
à cet effet.

Fort heureusement, la réaction a
été meilleure hier. Mais comment
se peut-il que tout ait mal tourné le
3 avril? Comment évi tera-t-on la
répétition de tels faits? Le ministre
ne dispose-t-il pas de
collaborateurs qui maîtrisent l'arabe
et puissent lui dire ce qui se passe
dans les mosquées?

CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van Antwerpen en omstreken wordt gepreekt? Daar houd ik het
voorlopig bij.
01.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Annemans, uw interpellatie is opgebouwd rond 2 punten. Een eerste
punt handelt over wat u de intifada aan de Schelde hebt genoemd. Het
tweede punt heeft betrekking op de AEL. Ik zal op de 2 punten
antwoorden.

Ik begin met het probleem "intifada". Wat de openbare orde betreft,
deelt de Veiligheid van de Staat informatie mee aan de bevoegde
instanties. Zij doet telkens wanneer zij in het kader van haar
onderzoeken of opzoekingen kennis krijgt van belangwekkende
gegevens. Dat is niet anders geschied in Antwerpen. Dinsdagmorgen 2
april ­ voor de gebeurtenissen van 3 april ­ heeft de plaatselijke sectie
contact opgenomen met de Antwerpse politie met de melding dat de
niet-aangevraagde betoging van de volgende dag problemen zou kunnen
veroorzaken. Men heeft wel degelijk aangevoeld wat het probleem was
en men heeft het meegedeeld. Men heeft die alertheid getoond en heeft
tijdig verwittigd, aangezien op 2 april de politiediensten werden
gecontacteerd. Daarbij moet worden opgemerkt dat het niet tot de
bevoegdheden van de Veiligheid van de Staat behoort om
dreigingsanalyses of risicoevaluaties op te stellen. Dat is een
beslissing die moet worden genomen door de politieke, gerechtelijke en
politionele autoriteiten.

In totaal werden naar aanleiding van de feiten 16 personen gerechtelijk
aangehouden waaronder 3 minderjarigen. Voor 12 van de 13
meerderjarigen werd een gerechtelijk onderzoek gevorderd, inclusief het
afleveren van een aanhoudingsmandaat door de onderzoeksrechter.
Uiteindelijk heeft de onderzoeksrechter 6 personen onder gerechtelijk
aanhoudingsmandaat geplaatst. De anderen werden door de
onderzoeksrechter in vrijheid gesteld. Wat hen betreft, was er geen
aanleiding om toepassing te maken van de wet op de voorlopige
hechtenis. Er was niet voldaan aan artikel 16. U kent de criteria zoals
gevaar voor recidive onttrekking, het zich verstaan met derden of het
doen verdwijnen van bewijzen.

Er zal in het kader van het verdere onderzoek in eerste instantie worden
gebruikgemaakt van alle beschikbare video-opnames en foto's. Naast
een strafdossier tegen de 16 geïdentificeerde verdachten is er ook een
onderzoek ten laste van onbekenden geopend voor de feiten van 3 april.
Van de geïdentificeerde én "weerhouden" minderjarigen gebeurde dit
voor slechts 3 personen op gerechtelijk vlak. De overige werden
administratief van hun vrijheid beroofd. Deze drie minderjarigen waarvoor
dan wel gerechtelijke maatregelen zijn opgelegd, worden in concreto
verdacht van het stukgooien van autoruiten. De jeugdsectie van het
Antwerpse parket heeft een vordering ingediend bij de jeugdrechter die
hen een voorlopige maatregel heeft opgelegd.

De Antwerpse procureur des Konings heeft ook richtlijnen gegeven met
het oog op de strafrechtelijke vervolging van elk strafbaar feit dat is
gepleegd en dat geïnspireerd zou kunnen zijn op de actuele situatie in
Israël en de Palestijnse gebieden, inclusief het onmiddellijk vorderen
van een aanhoudingsmandaat wanneer de wet het toelaat, met dien
verstande dat de aanhouding en de verdere strafvervolging
vanzelfsprekend slechts kunnen plaatsvinden wanneer de ten laste van
de verdachte gelegde feiten door voldoende bewijsmateriaal worden
ondersteund.

Het overgrote deel van de beveiligingsproblematiek is gesitueerd ­ maar
01.02
Marc Verwilghen
, ministre:
Le matin du 2 avril, la Sûreté de
l'État a informé la police anversoise
que la manifestation, pour laquelle
aucune autorisation n'a été
sollicitée, pourrait susciter des
problèmes. Le service n'est pas
tenu de procéder à des évaluations
de risques.

Seize personnes ont fait l'objet
d'une arrestation judiciaire. Six
mandats d'arrêt ont été délivrés.
Les autres personnes ont été
remises en liberté par le juge
d'instruction. L'application de la loi
sur la détention provisoire n'était
pas nécessaire.

Dans la suite de l'enquête, on
utilisera les enregistrements vidéo
et les photos. Une instruction à
charge d'inconnus a été ouverte.

Le juge de la jeunesse a imposé
une mesure provisoire à trois
mineurs. Le procureur du Roi
d'Anvers a donné des directives en
matière de poursuites judiciaires
pour tout acte répréhensible inspiré
par la situation en Israël et dans les
territoires palestiniens. L'attitude du
procureur me paraît correcte. Le
problème de la sécurité relève en
majeure partie du ministère de
l'Intérieur.

La Sûreté de l'État doit faire preuve
de la plus grande vigilance pour
découvrir à temps toute évolution et
la suivre.
La Sûreté de l'Etat communique
d'office et immédiatement aux
autorités politiques et
administratives et aux services
d'ordre tous les renseignements
utiles, lorsque la loi le lui permet et
que des évolutions urgentes se
dessinent. De même, elle informe
en permanence les autorités
compétentes des répercussions
éventuelles du conflit israélo-
palestinien pour notre pays.

Quant à vos questions relatives au
contenu des informations fournies
par la Sûreté de l'Etat le 2 avril, je
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
dat weet u al lang ­ op het gebied van binnenlandse zaken. Justitie kan
hierop doorgaan, en er slechts achteraf, reactief in een repressieve
aanpak op aansluiten. Wat dat betreft lijkt de houding van de
Antwerpse procureur des Konings ­ met name een streng optreden ten
opzichte van eenieder die in essentie het strijdtoneel van het Midden-
Oosten naar onze Belgische staten zou wensen te verplaatsen ­
correct en elders desgevallend ook na te volgen.

Daarnaast is bij de diensten van de Veiligheid van de Staat de grootste
alertheid geboden opdat elke tendens en evolutie tijdig kan worden
ontdekt en opgevolgd, wat uiteraard op huidig ogenblik ten zeerste het
geval is. Met andere woorden, ik wil daarbij toch onderstrepen dat de
diensten van de Veiligheid van de Staat niet alleen het dossier
nauwkeurig in het oog houden. Zij beschikken ook over voldoende
informatie, die zij waar mogelijk en nodig overmaken.

Het tweede deel van uw vraag ging over de AEL en de radicale
moslimorganisaties en het toespitsen van de activiteiten van de
Veiligheid van de Staat, onder meer ook in verband met de verboden
betoging van 21 april 2002 te Antwerpen. Wij hebben gezien dat de
nodige maatregelen en schikkingen werden getroffen. De Veiligheid van
de Staat deelt ambtshalve en onmiddellijk alle door haar verzamelde
inlichtingen mee, evenals de analyses die zij op basis daarvan meent te
moeten maken. Die informatie wordt aan de bevoegde autoriteiten
overgemaakt, zodat ieder van hen binnen zijn bevoegdheidsdomein de
nodige maatregelen kan treffen. Dat gebeurt voor alle materies waarvoor
de Veiligheid van de Staat wettelijk bevoegd is en in het bijzonder
wanneer er zich dringende en actuele ontwikkelingen voordoen. De
dossiers die wij kennen over de problematiek die u aankaartte, is
volgens mij een van die dringende en actuele ontwikkelingen die de
absolute aandacht van de Veiligheid van de Staat moeten bezighouden.

Ook in het geval van de Palestijns-Israëlische problematiek en de
mogelijke repercussies daarvan in ons land, inzonderheid de
verschillende manifestaties of potentiële manifestaties, dus ook die in
Antwerpen, worden door de Veiligheid van de Staat voortdurend
opgevolgd. Zo snel als enigszins mogelijk geeft de Veiligheid van de
Staat alle inlichtingen. U moet wel begrijpen dat ik om reden van de
vertrouwelijkheid onmogelijk kan ingaan op de inhoud van de verstrekte
inlichtingen. Aan de hand van die inlichtingen heb ik echter kunnen
vaststellen dat de ernst van een en ander op voorhand wel degelijk werd
ingecalculeerd en overgemaakt. Op een bepaald ogenblik zijn dus ofwel
de inlichtingen onvoldoende naar waarde geschat ofwel de gevolgen die
aan de inlichtingen verbonden moesten worden, te licht ingeschat.

Over de activiteiten ontwikkeld rond die aangelegenheid, heeft de
Veiligheid van de Staat geen melding gemaakt van enig
personeelsprobleem, zodat ik aanneem dat het aantal ingezette
personeelsleden momenteel volstaat. Ik voeg er wel aan toe dat de
problematiek in kwestie de nodige alertheid opwekt en dat alle
schikkingen zullen worden getroffen om de nodige antwoorden in de
toekomst naar best vermogen te kunnen blijven geven voor zulke
activiteiten.
ne puis y répondre. Sans doute les
données transmises, et leurs
conséquences éventuelles, n'ont-
elles pas été évaluées à leur juste
mesure.

Le nombre des membres du
personnel chargés de cette mission
d'information suffit.
01.03
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord. Vooralsnog volstaat dat voor mij.

Het had ons verontrust dat gewone medewerkers van het Vlaams Blok
met een telefoon- en internetverbinding na twee dagen beter waren
geïnformeerd dan de Veiligheid van de Staat structureel geïnformeerd
was. Dat leiden wij af uit het feit dat wij deze informatie hadden
01.03
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): En l'état actuel
de la situation, la réponse du
ministre me satisfait. Nous
craignions que les pouvoirs publics
ne sous-estiment la situation.
Apparemment, la Sûreté de l'Etat
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
verzameld, terwijl de ordediensten de AEL blijkbaar sterk hadden
onderschat. De minister verzekert ons nu dat zulks niet zo is en dat de
fout die hoe dan ook is gebeurd ­ het stadsbestuur zal daarvoor de
verantwoordelijkheid moeten dragen ­ aan de communicatie te wijten
is. De Veiligheid van de Staat is dus wel degelijk van alles op de hoogte
en heeft de lokale diensten op de hoogte gebracht. De politiediensten
en de politieke overheden in Antwerpen hebben de feiten onderschat.
Dat is de oorzaak van de feiten en niet dat de Veiligheid van de Staat
niet op de hoogte zou zijn van wat er met de organisatie gaande is.

Als ik de woorden van de minister begrijp, zullen wij te gelegener tijd op
de juiste niveaus de verantwoordelijkheden nog iets scherper kunnen
vaststellen. Onze ongerustheid bestond uit het feit dat mogelijks
niemand in dit land zo goed op de hoogte was als het Vlaams Blok over
het reilen en zeilen van die organisatie. Ik neem er akte van dat dit niet
zo is. Dat maakte ons wel ongerust. Wij hopen dan ook dat wij dit soort
vragen nooit meer moeten stellen.
est parfaitement informée. La
responsabilité des erreurs qui ont
été commises incombe à la ville
d'Anvers qui n'a pas évalué et
utilisé correctement l'information
qui lui avait été fournie. Nous
espérons que nous devrons plus
poser ce type de questions à
l'avenir.

01.04
Hugo Coveliers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
aandacht vestigen op de omvang van het probleem. Het probleem rijst
wanneer groepen die intern de vrijheid van meningsuiting en de
gelijkheid tussen de mensen niet eerbiedigen, toch op een aangepaste,
zij het ogenschijnlijke manier voor zichzelf vrijheid van meningsuiting
opeisen met het verholen dreigement dat er wel eens herrie van zou
kunnen komen.

Volgens mij losten de Antwerpse diensten dit vorige zondag goed op. Ik
stelde zelfs vast dat men zo ver ging om Abou Jahjah een verklaring te
laten afleggen en hem pas nadien weg te leiden. Dat verliep op een
correcte wijze. Bij het oppakken van onrustmakers werd bovendien
geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen, wat pleit voor
de genderstudie die de Antwerpse politie maakte.

Uiteraard rijst de vraag omtrent de fundamentele rechten en de
eerbiediging van de democratie. Ik maakte die opmerking enkele
maanden geleden al, toen dezelfde persoon een verklaring aflegde
waarbij hij zei dat de Arabische jongeren het gezag van de Antwerpse
politie niet meer mogen aanvaarden. Het is trouwens toen dat het
Comité P interesse begon te tonen voor dergelijke opmerkingen.
Gelukkig werden zowel op 3 april als op 21 april enquêteurs ter plaatse
gestuurd, zodat nadien niet kan worden beweerd dat de politie niet
correct is opgetreden. Er zijn thans getuigen van hoe alles in zijn werk
ging.

Ten tweede, mijnheer de minister ­ en dat bevestigt wat u in uw
antwoord zei ­ blijkt uit het verslag van het Comité I, de begeleiding van
de inlichtingendiensten, dat pas werd vrijgegeven en waarover ik kan
praten, dat de diensten van de Veiligheid van de Staat wel degelijk en
terecht interesse betonen voor de activiteiten van een aantal
fundamentalistische Arabische organisaties. Ik wijs erop dat de
vertegenwoordiger van de witwaspraktijken, de heer Spreutels, recent
bevestigde dat er vierendertig onderzoeken lopende zijn met betrekking
tot de financiering van het extreem islamitisch fundamentalisme in
België. Wij mogen de kop niet in het zand steken, noch het probleem
ontkennen of het weigeren op de agenda te plaatsen. Het gaat om een
reëel probleem waaraan de betrokken diensten terecht aandacht
besteden. Op dat vlak werd trouwens al heel wat informatie verzameld,
veel meer dan door de medewerker van de heer Annemans gedurende
twee dagen kon worden bijeengesprokkeld, daarvan ben ik overtuigd.

Mijnheer de minister, dat neemt niet weg dat ik mij vragen stel wanneer
01.04
Hugo Coveliers
(VLD): Les
groupes qui ne respectent pas la
liberté d'expression sur le plan
interne exigent donc cette même
liberté d'expression pour l'AEL.

Dimanche dernier, la ville d'Anvers
a bien géré le problème. M. Abou
Jahjah a été autorisé à faire une
déclaration avant d'être invité à
quitter les lieux sous bonne
escorte. Par ailleurs, à Anvers, les
hommes et les femmes ont été
traités sur un pied d'égalité

Les déclarations d'un dirigeant
selon lesquelles les jeunes arabes
de Belgique ne doivent plus
accepter l'autorité de nos services
de police donne à réfléchir.

Il ressort également d'un rapport
des services de renseignements
que l'intérêt témoigné par ces
services à l'égard des organisations
intégristes arabes est fondé. La
cellule "blanchiment d'argent" a par
ailleurs fait état de 34 enquêtes
relatives au financement
d'organisations musulmanes
internationales présentes en
Belgique. Nous devons donc nous
garder de sous-estimer ce
problème, comme le montrent
clairement les événements qui se
sont déroulés à Anvers les 3 et 21
avril derniers.

Je m'interroge à propos du
curriculum vitae de M. Abou Jahjah
qui est venu en Belgique en tant
qu'étudiant, y a ensuite épousé une
Flamande dont il divorçait peu
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
ik het curriculum van de heer Abou Jahjah zie. Ik stel vast dat hij als
student naar België is gekomen. Als ik de redenering van de
commissie voor Naturalisaties mag volgen, betekent het dat hij geen
anciënniteit opbouwde om hier te kunnen blijven. De periode als student
wordt immers niet meegerekend. Nadien is hij een huwelijk aangegaan
met een Vlaamse juffrouw. Dat huwelijk heeft in zeer korte tijd tot een
echtscheiding geleid. Men kan zich dus afvragen in hoeverre dat
huwelijk niet louter en alleen gediend heeft om de Belgische
nationaliteit te verkrijgen ­ zoals in een krant werd gesuggereerd ­ en
niet terug te hoeven te keren naar het land waar men nochtans zo
lovend over spreekt en waar de vrijheid van meningsuiting en de
gelijkheid tussen man en vrouw waarschijnlijk veel beter geregeld zijn,
namelijk Libanon.
après. Ne s'agissait-il pas là d'un
mariage blanc, destiné à permettre
à l'intéressé d'obtenir la nationalité
belge? Notre législation sur la
nationalité, et éventuellement le
retrait de cette dernière, doivent
être examinés. Dans ce domaine,
nous devons intervenir avec
détermination contre les abus.

Ik meen dat wij uit de situatie lessen moeten trekken. Wij moeten
duidelijker stellen dat dergelijke "misbruiken" beter moeten worden
opgespoord. Wij moeten ook werk maken van bepalingen, waar wij
allang op aandringen, namelijk ofwel de toepassing van artikel 23 van
de nationaliteitswet, ofwel het creëren van de mogelijkheid om de
nationaliteit te ontnemen. Hier is er een schoolvoorbeeld van een
persoon die een aantal voordelen die hem werden geboden ­ niet om
hier een liga te komen oprichten, maar wel om hem kennis te
verschaffen die hij kon gebruiken om het kennisniveau in zijn thuisland
te verhogen ­ heeft misbruikt. Vermits ook de kranten dat gepubliceerd
hebben, neem ik aan dat de feiten gemeengoed zijn. In de toekomst
zullen wij ervoor waken dat zulks nog gebeurt.

Er was reeds een aantal kleine pesterijen van leden van de joodse
gemeenschap in Antwerpen. Zij werden lastiggevallen door groepjes.
Men moet daar kordaat tegen optreden. Anders weet men waar men
begint maar niet waar men eindigt.
01.05
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb hier
eigenlijk niet veel recht van spreken omdat ik te laat ben aangekomen,
maar het laatste wat ik hoorde van collega Coveliers is misschien wel
een doorbraak in het debat over de snel-Belg-wet. Volgende week
zullen wij naar het schijnt in de plenaire vergadering de aanbevelingen
van de commissie bespreken met betrekking tot de aanpassing van
deze wet.
01.06
Hugo Coveliers
(VLD): (...)
01.07
Jo Vandeurzen
(CD&V): Wat zegt u?
01.08
Hugo Coveliers
(VLD): Dat heeft Guy Hove toch gezegd bij de
bespreking? Kijk maar na in het verslag.
01.09
Jo Vandeurzen
(CD&V): Ja maar, het was toch meer in de stijl
van "hou mij vast of ik doe hier een ongeluk". Het is willen en niet
kunnen natuurlijk, want de motie die door uw fractie is ondertekend en
gesteund zegt dat we alles laten zoals het is. Indien er vandaag eens te
meer kritiek is op dat punt van de snel-Belg-wet, hoop ik dat, wanneer
we volgende week finaal op de knop duwen om de aanbevelingen goed
te keuren, collega Coveliers...
01.09
Jo Vandeurzen
(CD&V): La
semaine prochaine, nous allons
débattre en séance plénière de
l'adaptation de la loi sur
l'acquisition rapide de la nationalité
belge. Dans ce contexte, les
déclarations de M. Coveliers sont
surprenantes. J'avais en effet
l'impression que les
recommandations seraient
adoptées sans difficulté. Nous
verrons si M. Coveliers joindra le
geste à la parole la semaine
prochaine.
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
01.10
Hugo Coveliers
(VLD): (...)
01.11
Jo Vandeurzen
(CD&V): Artikel 23 is het toch?
01.12
Hugo Coveliers
(VLD): Artikel 23 van de nationaliteitswetgeving,
maar die mijnheer Abou Jahjah is niet door die wet genaturaliseerd.
01.13
Jo Vandeurzen
(CD&V): Nee, maar het is een van de
aanbevelingen om artikel 23 aan te passen.
01.14
Hugo Coveliers
(VLD) (...)
01.15
Jo Vandeurzen
(CD&V): Ik ben dus zeer benieuwd om te weten
of daden zullen volgen op de woorden wanneer we die aanbevelingen
volgende week zullen bespreken.
De
voorzitter
: Mijnheer de minister, sta me toe enkele beschouwingen
te maken. Ik denk dat het probleem veel breder ligt dan incidenten en
rellen ­ die natuurlijk niet mogen gebeuren ­ ter gelegenheid van
manifestaties, zeker wanneer ze niet aangevraagd waren zoals de
eerste en nog minder wanneer ze geweigerd werden zoals de tweede.
Antwerpen is een stad waar gemeenschappen naast elkaar leven en tot
hier toe zonder enig probleem met elkaar konden leven. Ik denk aan de
wijken waar deze en gene gemeenschap winkels naast elkaar hebben
en ze uitbaten met een ander cliënteel zonder dat er, in welke mate
ook, enige wrijving is. Het is natuurlijk in het kader van de internationale
context in bepaalde mate te begrijpen dat in deze of gene
gemeenschap heethoofden op een bepaald ogenblik menen het conflict
te moeten exporteren.

Ten eerste, het is belangrijker ­ en dit is minder op het vlak van
binnenlandse zaken dan wel op het vlak van justitie ­ na te gaan op
welke manier de Veiligheid van de Staat bepaalde verenigingen volgt. Ik
wens hier niet de geheimen van hun technieken te kennen, maar: wordt
dit geregeld gedaan, is dit eventueel maar sporadisch, is dit punctueel,
is dit op aangifte, is dit eventueel een soort van techniek die
daadwerkelijk aan een regelmatige observatie kan beantwoorden?
Sommigen zullen misschien hieraan de bedenking koppelen dat
regelmatige observatie soms tot verveling leidt en in feite minder
aandacht tot gevolg heeft.

Ten tweede, ik ben geen groot voorstander van het verbieden van
verenigingen, zelfs niet wanneer men weet dat ze gevaarlijk zijn, want
op die manier onstaan onderduiksystemen. Die verenigingen blijven
immers wel voortleven, maar niet meer in de openbaarheid, waardoor
men ze nog veel minder kan volgen. Ik verneem in de vraagstelling dat
deze vereniging onder meer via de website bepaalde opruiende taal
verspreidt. Ik ken de moeilijkheden die men telkens opnieuw aanhaalt
met betrekking tot de controle wat berichten op websites betreft. Er is
in ieder geval toch een server? Er is toch iemand die dit toelaat, zelfs
indien die website door deze of gene wordt georganiseerd? Het kan
zelfs zijn dat het een buitenlandse server is en dan wordt het natuurlijk
des te ingewikkelder. Op welke manier denkt u desbetreffende te
kunnen optreden?

Een laatste detailvraag: u hebt in uw antwoord gezegd dat de Veiligheid
van de Staat met betrekking tot de rellen van 6 april voorafgaande
inlichtingen zou hebben overgezonden aan, als ik goed geluisterd heb,
de bevoegde overheden. De vraag is: aan wie? Ik zie dit liever concreet
benoemd dan dat u enkel spreekt over "de overheden", want er is
Le président
: Nous devons prêter
attention au climat qui s'est installé
dans une ville où, jusqu'ici,
plusieurs communautés ont
cohabité pacifiquement. Quelle
approche la Sûreté de l'Etat
privilégie-t-elle face à cette
menace? Adopte-t-elle pour cela
des dispositions systématiques?

Je ne suis pas partisan d'interdire
ces organisations réputées
dangereuses car, si je le faisais,
elles entreraient dans la
clandestinité et seraient
difficilement contrôlables. Quelles
mesures le ministre prendra-t-il
pour neutraliser le serveur? Quelles
autorités ont reçu des informations
provenant de la Sûreté de l'Etat?

22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
natuurlijk een enorm verschil tussen het overzenden van gegevens aan
de politie of aan de overheden, wat in bepaalde gevallen het
stadsbestuur kan zijn. Graag had ik desbetreffend wat bijkomende
toelichting.
01.16 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, u moet dus
wel weten dat de Veiligheid van de Staat met dat dossier bezig is in
algemene termen en in bijzondere tegelijkertijd. Algemeen wegens de
fenomenen die bekend zijn en die gelieerd zijn aan deze vorm van
extremisme, in het bijzonder telkens wanneer zij meent daarover een
dossier te moeten openen, hetzij via open bron, hetzij via informatie die
ze bekomt op aangifte of zelfs uit onderzoek. Dat dit een werk is dat
men niet in één dag opbouwt is nogal evident. Als men in de Trabelsi-
zaak onmiddellijk na 11 september belangrijke successen in dit land
heeft kunnen boeken, successen die mede aanleiding hebben gegeven
tot de ontmanteling van andere netwerken op internationaal niveau, dan
is dat omdat de Veiligheid van de Staat daar daadwerkelijk mee bezig
is.

Ik heb alleen de instructie gegeven dat men het fenomeen zeer goed in
het oog moet houden omdat én de escalatie van het probleem én het
feit dat sommigen er eigenlijk voorstander van zijn om het probleem
buiten de probleemzone te exporteren naar andere en bij voorkeur
Europese steden of hoofdsteden, fenomenen zijn die tot dubbele
waakzaamheid aanleiding moet geven.

In de informatie die verschijnt via de moderne communicatiemethoden
moet men bovendien vaststellen dat er werkelijk een vorm van
propaganda wordt gevoerd, propaganda die zich spijtig genoeg niet
beperkt tot de Belgische internetprovider, want die is natuurlijk
gemakkelijk aanspreekbaar. De heer Annemans raadt mij een bepaalde
oefening aan, maar ik heb ze al gedaan. Ik heb natuurlijk ook gezien
hoe men van de ene internetsite naar de andere overspringt en hoe snel
men bijvoorbeeld van België over Frankrijk in Canada terechtkomt. Dat
maakt natuurlijk de beheersbaarheid van het fenomeen moeilijker, maar
het wijst tegelijkertijd op het internationaal karakter en de wijde
vertakking ervan, wat dus tot nog meer voorzichtigheid zou moeten
nopen.

Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik duidelijk ben geweest in mijn
antwoord. Het is juist dat de Veiligheid van de Staat de autoriteiten
inlicht, maar ieder natuurlijk binnen zijn bevoegdheidsdomein. Specifiek
wat dinsdagochtend 2 april betreft ­ dus voorafgaand aan 3 april ­ zijn
de inlichtingen bezorgd aan de Antwerpse politie met de melding dat er
zich problemen zouden kunnen voordoen op die manifestatie. Men was
wel degelijk ingelicht dat die modaliteit bestond. Neem van mij aan dat
de Veiligheid van de Staat er zich niet mee bezighoudt om dat zo
gewoonweg bij wijze van standaardbericht of mededeling aan de
autoriteiten bekend te maken.
01.16
Marc Verwilghen
, ministre:
La sécurité de l'Etat s'occupe
effectivement de ces phénomènes
d'extrémisme. Une telle banque de
données ne se crée cependant pas
en un jour. Nous devons être
vigilants devant les tentatives d'
exportation des conflits en Europe
occidentale. La propagande via
internet est difficilement
maîtrisable. De telles organisations
ont apparemment des ramifications
dans bon nombre de pays.

En ce qui concerne la
manifestation du 3 avril, la police
anversoise avait été informée par la
Sûreté de l'Etat. Je ne puis
m'imaginer que cela se soit fait par
le biais d'une brève formule type.

01.17
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, als conclusie kan ik vaststellen dat er
waakzaamheid is, maar ook dat deze niet groot genoeg kan zijn. U
haalt zelf de internetproblematiek aan.

De voorbije jaren is er inzake de islam een soort mythe ontstaan als
zou de islam niet vergelijkbaar zijn met de katholieke kerk, niet
gecentraliseerd zijn maar bestaan uit losse moskeeën die weinig met
elkaar te maken hebben. De Hoge Islamraad heeft dat zelf
beklemtoond. U bent tussenbeide gekomen om een aantal
vertegenwoordigers op advies van de Veiligheid van de Staat niet tot die
01.17
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): On ne saurait
être trop vigilant. La prétendue
désorganisation de l'islam est un
mythe. Ce que recherchent
précisément AEL, Al Rabita et
d'autres organisations, c'est de
coordonner ce qui ne l'est pas
encore et, par la biais d'internet,
d'établir et de renforcer des
contacts à l'échelle mondiale. Dans
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
raad toe te laten. Ik herhaal dat de mythe leeft dat het allemaal losse
organisaties zijn die veel ruzie maken onder elkaar. De bedoeling van
organisaties zoals de AEL, meestal vanuit Saudi-Arabië gesubsidieerd,
is te unificeren wat nog niet geünificeerd is, samen te brengen wat nog
niet is samengebracht, te coördineren wat schijnbaar niet
gecoördineerd is en linken te leggen ­ internet gebruikt niet voor niets
die term ­ en netwerken te maken waar er nog geen zijn. Ik beklemtoon
­ de zaak Massoed heeft dat aangetoond ­ dat België een zeer slechte
reputatie heeft inzake islam en wat hier allemaal kan. Ik zal de snel-
Belg-wet niet ter sprake brengen. Dat is reeds door anderen gebeurd.
België heeft terzake een zeer slechte reputatie. Als we deze reputatie
willen kwijtraken hebben we er alle belang bij dit soort organisaties veel
strenger aan te pakken dan de afgelopen weken is gebeurd.
ce domaine, la Belgique a, du
reste, une bien mauvaise
réputation.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "de voordrachten voor het federaal
parket" (nr. 6924)
- de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de installatie van het federaal parket
en de hervormingen van het openbaar ministerie" (nr. 7000)
02 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "la présentation de candidats à une fonction au
sein du parquet fédéral" (n° 6924)
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "l'installation du parquet fédéral et la réforme du
ministère public" (n° 7000)
02.01
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, tot nu toe heeft de Hoge Raad slechts een tiental
magistraten voorgedragen voor een functie bij het federaal parket. Zeer
toevallig waren dat 5 Nederlandstaligen en 5 Franstaligen. Ik heb het
Belgisch Staatsblad van 20 april voor mij liggen waarin de namen van
de 10 magistraten en de federaal procureur zijn opgenomen. Blijkbaar
zijn deze aanstellingen al op 6 februari bij koninklijk besluit gebeurd en
worden zij nu ­ op 20 april ­ gepubliceerd.

Kunt u mij meedelen waarom de selectie tot nu toe tot 10 personen is
beperkt? Het gerucht gaat dat er, vooral aan Franstalige kant, veel te
weinig tweetalige kandidaten waren. Daarom heeft men, vooral omwille
van het evenwicht, ook een aantal Nederlandstalige kandidaten niet
voorgedragen. Het federaal parket zou vanuit een paritaire situatie
moeten van start gaan. Als dat niet het geval is, kunt u dan meedelen
om welke andere criteria de kandidaten werden afgewezen?

Ik heb ook andere geruchten gehoord. Als we het lijstje nagaan, blijken
heel wat kandidaten van Brussel te zijn aangenomen. Men kon zich
niet veroorloven om nog meer mensen uit het Brussels parket aan te
werven, want dat zou aldaar een hele leegloop teweegbrengen. Dat
verhaal kan objectief gezien wel kloppen, maar dat doet niets af aan het
recht van elke parketmagistraat om zich kandidaat te stellen. Als hij
over de nodige vereisten beschikt, moet hij worden benoemd. Als u of
de Hoge Raad louter lokale criteria hanteren, ontstaat er een probleem.

Bij de bekendmaking vond ik nog een ander punt merkwaardig. Op 13
februari heb ik in La Libre Belgique niet alleen de namen van de
voorgedragen personen gelezen, maar ook hun politieke aanhorigheid,
die daar zonder blikken of blozen duidelijk wordt gemaakt. Bij de
Franstaligen circuleren vooral figuren uit de PSC en de PRL, maar ook
iemand van de PS. Aan Vlaamse kant gaat het om één CD&V'er ­
"consideré comme" ­ en vier personen met een VLD-etiket. Ik vind dat
02.01
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Jusqu'à présent, le Conseil
supérieur de la Justice n'a proposé
pour le parquet fédéral que 10
magistrats, comme par hasard
équitablement répartis entre les
deux rôles linguistiques. Bloquerait-
on les candidats néerlandophones
par manque de candidats
francophones bilingues? Ou existe-
t-il une autre raison à ce refus? Des
critères politiques interviennent-ils?
Comment les deux commissions
de nomination ont-elles voté? De
quelle manière les 8 postes
restants seront-ils pourvus? Par
l'intermédiaire d'une nouvelle
procédure de sélection?

Quand le parquet fédéral pourra-t-il
se mettre au travail?
L'hébergement, la préparation et le
soutien administratif sont-ils
réglés? Est-il exact que le
procureur fédéral a déjà été nommé
sur proposition du Conseil
supérieur?

22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
heel merkwaardig, want ik had juist gedacht dat dankzij de Hoge Raad
voor de Justitie dit soort verhalen definitief tot het verleden zouden
behoren. Blijkbaar speelt het aspect op een of andere wijze toch nog
altijd mee. Heeft dit ertoe geleid dat een aantal mensen niet werden
voorgedragen, al was het maar om geen vijfde of zesde persoon met
VLD-sympathieën aan te wijzen? Werd er terzake anders gestemd door
de Nederlandstalige benoemingscommissie dan door de Franstalige
benoemingscommissie?

Hoe zullen de 8 overblijvende plaatsen worden opgevuld? Ik heb horen
zeggen dat u een besluit zult nemen om nieuwe kandidaturen uit te
lokken. Is dat ondertussen gebeurd? Wanneer zal het hele kader van
het federaal parket ten vroegste kunnen worden opgevuld?

Hoe staat het met de voorbereiding van het federaal parket? Hebt u
reeds voor de nodige administratieve ondersteuning gezorgd, of moeten
­ zoals bij de totstandkoming van de Hoge Raad ­ de aanwervingen en
dergelijke nog beginnen als de federale parketmagistraten zijn
aangesteld? Is er al iets voorbereid of niet? Waar zal het federaal parket
worden gehuisvest? Wanneer zal het parket daadwerkelijk operationeel
kunnen worden?

Mijn laatste vraag is eigenlijk al beantwoord. De naam van de federaal
procureur stond immers eergisteren in het Belgisch Staatsblad.
02.02
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de CD&V-fractie verheugt zich over de benoeming van de
federale procureur en tien magistraten van het federaal parket. Wij
hebben in de verschillende onderzoekscommissies herhaaldelijk
vastgesteld dat er nood was aan een orgaan dat de
grensoverschrijdende criminaliteit kon aanpakken. Met
grensoverschrijdend bedoel ik hier de arrondissementsgrenzen en de
nationale grenzen. In veel dossiers hadden we vastgesteld dat er nood
was aan een dergelijk federaal parket. Ik geloof dat het een goede zaak
is dat het federaal parket binnenkort van start zal kunnen gaan.

Mijnheer de minister, er zijn slechts 10 van de 18 magistraten
benoemd. Dat betekent dat nog 8 magistraten moeten worden
benoemd en dat de hele procedure moet worden doorlopen. Het is
jammer dat dit niet allemaal ineens kon. Men zal immers pas voltallig
zijn na verloop van de hele procedure. De eerste vraag is dus wanneer
het federaal parket voltallig zal zijn.

We zullen kunnen beschikken over een federaal parket voor de
zogenaamde belangrijke of grensoverschrijdende dossiers, de dossiers
met betrekking tot georganiseerde criminaliteit en de internationale
dossiers. Hoe staat het met de andere hervormingen van het openbaar
ministerie? Het lijkt daar heel stil rond te zijn. Nochtans gaat het hier
om een hervorming die op zijn minst even belangrijk is als de
hervorming van het federaal parket. Het gaat immers om criminaliteit die
de mensen direct aanbelangt, de bestrijding van de criminaliteit die
enorm veel impact heeft op de slachtoffers ervan. Het gaat hierbij onder
meer om de reorganisatie van de parketten van eerste aanleg, de
reorganisatie van de eerstelijnsmagistratuur, de magistraten die op het
terrein bezig zijn met de directe strijd tegen de criminaliteit. Er bestond
een wetsvoorstel van de meerderheidspartijen waarin een bepaalde
oplossing wordt gegeven aan die reorganisatie. Wij stellen echter vast
dat dit wetsvoorstel niet meer op de agenda van de commissie voor de
Justitie staat. De agenda van de commissie voor de Justitie zoals die
vandaag voorligt gaat nochtans heel ver in de tijd. Onder meer het
wetsontwerp inzake de bijzondere opsporingsmethoden is
02.02
Tony Van Parys
(CD&V):
En effet, le parquet Fédéral n'est
pas encore complet, même si nous
nous félicitons de la nomination du
procureur et des 10 magistrats.
Pourquoi 10 magistrats seulement
ont-ils été sélectionnés? Comment
et quand les 8 autres candidats
seront-ils sélectionnés? Ce parquet
revêt pour nous une importance
capitale dans la répression de la
criminalité transfrontalière.

Les autres réformes du ministère
public ne se réalisent pas sans
mal. Elles sont toutefois
primordiales pour permettre d'offrir
des perspectives à des personnes
motivées. En l'absence d'un
ministère public bien rôdé, la lutte
contre le crime et l'insécurité est
une entreprise désespérée. Nous
avons pu en mesurer les
conséquences hier, en France.
Cette réforme, et notamment
l'intégration verticale, sera-t-elle
encore opérée sous l'actuelle
législature?

CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
geagendeerd. Als we nadien nog de hervorming van de openbaar
ministerie zullen moeten behandelen, dan vrees ik dat we die
hervorming niet meer zullen kunnen doorvoeren tijdens deze legislatuur.
In de wandelgangen verneemt men dan weer dat die hervorming op een
laag pitje zou zijn gezet wegens onenigheid op diverse niveaus die
daarbij betrokken zijn.

Zal de hervorming van het openbaar ministerie nog tijdens deze
legislatuur gerealiseerd worden? Niet alleen wij, maar ook de burgers
hebben behoefte aan een openbaar ministerie dat snel en direct kan
reageren op een aantal fenomenen van criminaliteit. Wat gisteren in
Frankrijk is gebeurd, heeft dat nogmaals aangetoond. Dit zijn de
problemen waar mensen mee bezig zijn en waarop men via de politiek
antwoorden verwacht. Komt er in deze legislatuur nog een hervorming
van het deel van het openbaar ministerie dat met deze problematiek
bezig is? We weten immers dat er op het terrein, bij de magistraten van
eerste aanleg en bij de magistraten van het parket-generaal, heel wat
onzekerheid bestaat die wordt omgezet in demotivatie. Deze mensen
wensen duidelijkheid en zij willen perspectieven. Op die wijze moet de
onduidelijkheid worden weggenomen.

Of men de hervormingen ziet zoals bepaald in het wetsvoorstel of op
een andere wijze, de belangrijkste vragen die thans aan de orde zijn
luiden als volgt. Wat is het standpunt van de minister van Justitie ten
opzichte van de hervormingen van het openbaar ministerie en zullen
deze hervormingen nog worden doorgevoerd tijdens deze legislatuur?
02.03 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, voor het
federaal parket meldden zich inititieel dertig kandidaten, waaronder
negentien Franstaligen en elf Nederlandstaligen. Er waren aldus
voldoende kandidaten met betrekking tot de te begeven plaatsen.

Van de Franstalige kandidaten konden er zes het getuigschrift van de
kennis van de tweede taal voorleggen en van de Nederlandstalige
kandidaten waren er vijf die beantwoordden aan die voorwaarde.

De aanwijzingsdossiers werden begin januari van dit jaar aan de
Verenigde Benoemings- en Aanwijzigingscommissie van de Hoge Raad
overgemaakt, waarna deze commissie op 12 februari, buiten voor de
functie van federale procureur, ook tien kandidaten voordroeg.

Teneinde tot dergelijke voordracht te komen, peilt de commissie
uiteraard naar de capaciteiten in globo van elke kandidaat voor deze
nieuwe en bijzondere functie. De taalvaardigheid is een van de vele
onderdelen die worden getoetst. In dit onderdeel rezen inderdaad
kennelijk problemen inzake de anderstaligheid van een aantal
Franstalige kandidaten, maar dat aspect had blijkbaar geen
overheersende invloed op het uiteindelijk aantal voordrachten.

De acht overblijvende mandaten werden bekendgemaakt in het
Belgische Staatsblad van 20 april, samen met de aanwijzing van de
federale procureur, de heer Brammert, en de tien voorgedragen
kandidaten. Ik herhaal dat de aanwijzingen gelden voor een termijn van
vijf jaar en ingaan op 21 mei aanstaande.

De selectieprocedure dient voor voornoemde acht kandidaten uiteraard
opnieuw te worden doorlopen. De uiteindelijke aanwijzingen zullen zo
spoedig mogelijk gebeuren. Normaal zou dit moeten geschieden voor
het einde van het jaar.

Het federaal parket zal operationeel zijn vanaf 21 mei. In antwoord op
02.03
Marc Verwilghen
, ministre:
Dix-neuf francophones et onze
néerlandophones ont posé leur
candidature à un poste au sein du
parquet fédéral. Dans le premier
groupe, six candidats étaient
titulaires d'une attestation de
connaissance de la deuxième
langue nationale, pour cinq dans le
deuxième groupe. Le 12 février, la
Commission réunie de nomination
et de désignation du Conseil
supérieur de la Justice a présenté
dix candidats. La connaissance de
l'autre langue constitue l'une des
capacités requises. Les problèmes
relatifs au bilinguisme de plusieurs
candidats francophones n'ont pas
influencé de manière déterminante
le nombre final de candidats
présentés.

Les huit mandats encore à pourvoir
ont été publiés au Moniteur belge
du 20 avril dernier. Ces mandats
seront pourvus au plus tard d'ici à
la fin de cette année.

Le parquet fédéral sera opérationnel
à partir du 21 mai 2002. Les locaux
qu'il occupera au 19 de la rue des
Quatre-Bras seront prêts d'ici là.
Du point de vue de l'appui
administratif, il disposera d'un
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
de specifieke vragen van de heer Laeremans voeg ik eraan toe dat het
zal gehuisvest zijn op het adres Quatre-Brasstraat 19; dat gebouw
behoort tot de Koninklijke Schenking en wordt trouwens gehuurd door
de Regie der Gebouwen. Momenteel zijn daar installatie- en
renovatiewerken aan de gang, inclusief de nodige beveiligingswerken.
Verdere logistieke ondersteuning zoals meubilair, drukwerk, computers
en dergelijke, is besteld en het zal alleszins voor de startdatum
gebruiksklaar zijn.

Qua administratieve ondersteuning werd voorzien in een kader van
zevenenveertig personen, gaande van een hoofdsecretaris tot zestien
beambten en daarnaast een aantal secretarissen, adjunct-
secretarissen, vertalers en opstellers. Van deze plaatsen zijn er
momenteel negenendertig opgevuld.

Op de specifieke vraag van de heer Van Parys kan ik antwoorden dat er
nog verdere maatregelen worden genomen met betrekking tot de
hervorming van het openbaar ministerie. Er werd ook reeds een
wetgeving tot stand gebracht met betrekking tot de weekend- en de
nachtprestaties van de parketmagistraten. Voorts werd eveneens
ingegaan op een substantiële uitbreiding van het aantal parketjuristen
die deze magistraten zullen ondersteunen. Momenteel wordt, in het
kader van het actieplan, ook gewerkt aan de hervorming van het
openbaar ministerie, door de weddeaanpassingen te doen die door
deze magistraten van de eerste lijn van het parket worden gevraagd,
alsmede door ondersteuning. Wat dit laatste betreft schieten de
besprekingen met de informele raad van de procureurs des Konings
goed op, wat zal leiden tot de duidelijke aftekening van pilootprojecten
die zullen worden gestart.

Blijft nog de zogenaamde verticalisering van het openbaar ministerie. In
het regeerakkoord wordt bepaald dat het Octopus-akkoord verder wordt
uitgevoerd. Welnu, dat is een onderdeel van het Octopus-akkoord. In
dat verband bestaat er een wetsvoorstel, maar u weet wellicht dat naar
aanleiding hiervan ook een aantal adviezen toekwamen, die momenteel
worden besproken met de informele raad van de Procureur des Konings
en met het college van de procureurs-Generaal, teneinde oplossingen
uit te werken. De woorden van Jean-Jacques Rousseau indachtig ­ als
men wil dat een wet wordt aanvaard, zie dan dat het een wet is die kan
worden ondersteund door al degenen die ze in de praktijk moeten
uitvoeren ­is dat een belangrijk basisgegeven dat ook terzake van
toepassing is. Vandaar dat de adviezen uitvoerig worden besproken met
de raad van de Procureurs des Konings en met het college van de
Procureurs-Generaal. Daarom moeten die adviezen worden besproken
met de procureurs des Konings en het college van procureurs-generaal
om er zeker van te zijn dat de gemaakte keuzes op het terrein worden
uitgevoerd en ondersteund. Anders loopt men het risico met een
doodgeboren vrucht achter te blijven.

Deze regering heeft er zich toe verbonden om het Octopus-akkoord
verder uit te voeren. De operationalisering van het openbaar ministerie is
daarvan een onderdeel.
cadre de 47 personnes dont 39 ont
dès à présent été recrutées. Pour
13 personnes, la date d'entrée en
service a été temporairement
reportée.

Outre la mise en place du parquet
fédéral, nous avons réalisé un
travail législatif important dans
d'autres domaines également. Des
dispositions ont ainsi été prises en
ce qui concerne les prestations le
week-end et la nuit des magistrats
de parquet et l'augmentation du
nombre de juristes appuyant ces
magistrats. Citons également le
plan d'action pour le ministère
public. Quant à la verticalisation du
ministère public, elle constitue un
volet des accords octopartites.
Cette matière fait l'objet d'une
proposition de loi. Les avis relatifs à
cette dernière sont actuellement
examinés en concertation
notamment avec le collège des
procureurs généraux.
02.04
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor dit vrij uitvoerig antwoord.

Wat de concrete operationalisering van het federaal parket betreft, heb
ik voldoende antwoord gekregen. Ik blijf iets meer op mijn honger
inzake de criteria op basis waarvan de selectie is doorgevoerd. Het blijft
toevallig dat net 5 Nederlandstaligen en 5 Franstaligen werden
voorgedragen. Ik hoop maar dat niemand louter op basis van de
02.04
Bart Laeremans
(VLAAMS
BLOK): Je remercie le ministre
pour sa réponse circonstanciée, du
moins en ce qui concerne le
parquet fédéral. Les critères de
sélection continuent de m'étonner.
C'est donc sur la base de critères
purement objectifs que l'on a
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
taalaanhorigheid ­ dus louter op basis van een evenwichtsstreven ­ is
geweerd. Ik hoop dat in elke situatie louter objectieve criteria hebben
gespeeld en dat politieke criteria of de taalaanhorigheid niet hebben
geleid tot een weigering om iemand voor te dragen. Wij zullen in elk
geval heel waakzaam blijven.
sélectionné autant de candidats
néerlandophones que
francophones. L'on dément une fois
de plus avoir recouru à des critères
subjectifs ou politiques.
02.05
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hopen dat het federaal parket vanaf 21 mei operationeel zal
zijn en dat het kader tegen het jaareinde zal zijn opgevuld.

Ik maak mij evenwel meer zorgen over de hervorming van het openbaar
ministerie. Mijnheer de minister, u weet dat wij daarmee bezig zijn
sinds de werkzaamheden van verschillende parlementaire
onderzoekscommissies. Onder druk van de dossiers waarmee wij
werden geconfronteerd ­ die de publieke opinie in 1998 bijzonder
hebben beroerd ­ hebben wij besloten om zowel inzake de politie als
inzake het openbaar ministerie fundamentele hervormingen door te
voeren. Die hervormingen zijn grondig overlegd, ook met het openbaar
ministerie. Wij hebben daaraan vele dagen, weekends en avondlijke
vergaderingen gewijd. Ik heb er geen probleem mee dat men de
verschillende actoren nog eens samenbrengt, dat men de informele
raad van de procureurs informeert en dat men het college raadpleegt. Ik
ben ervan overtuigd dat de actoren zich in een bepaalde wetgeving
moeten herkennen.

Als wij daar van 1998 tot vandaag mee bezig zijn, denk ik dat het hoog
tijd wordt om in dit Parlement tot conclusies te komen. Het is mijn
aanvoelen ­ op basis van de huidige agenda ­ dat wij in deze
legislatuur niet meer zullen rond geraken. Dan zal een enorm probleem
ontstaan. Ten aanzien van het engagement dat wij naar aanleiding van,
onder andere, de Witte Mars hadden genomen, hebben wij het contract
niet gehonoreerd. Wij hebben geen openbaar ministerie dat aansluit bij
de politiehervorming. Het openbaar ministerie is niet in staat snel en
onmiddellijk te reageren en de magistraten leven in de grootst mogelijke
onzekerheid.

Als het federaal parket op 21 mei daadwerkelijk bestaat, is dat op basis
van een aantal uitgangspunten die in het Octopus-akkoord zijn terug te
vinden. Wij spreken eigenlijk over de uitgangspunten van de
verticalisering. Als het federaal parket op een bepaald ogenblik een
dossier naar zich toe wil trekken, moet zij overleg plegen met de
procureur des Konings en niet met de procureur-generaal. Men gaat er
immers vanuit dat de procureur des Konings het centrale punt in de
strafuitvoering is, waarbij de procureur-generaal geen enkele rol meer
speelt.

Als we dat federaal parket laten bestaan vanaf 21 mei in de teksten
zoals ze nu voorliggen, dan rijst daar het probleem dat de procureur-
generaal nog altijd bevoegd blijft voor de uitoefening van de
strafvordering in het ressort en dan zal men daar tot problemen komen
wanneer er overleg moet ontstaan tussen het federale en lokale parket.
Dat is dus een ander element van het probleem. Men gaat dus tot een
tekening komen waar opnieuw tegenstrijdigheden dreigen te ontstaan.
Ik heb het probleem van het dossier van de Bende van Nijvel heel goed
voor ogen ­ Hugo Coveliers zal mij niet tegenspreken ­ waar precies
het feit dat verschillende instanties moesten tussenkomen,
verschillende procureurs-generaal ervoor gezorgd hebben dat de
discussie ontstond tussen de arrondissementen en tussen de
ressorten. In dit geval komt men in een tekening van het federaal parket
waar men uitgaat van een overleg tussen de federale en de lokale
procureur, maar waar men geen rekening heeft gehouden met de
02.05
Tony Van Parys
(CD&V):
Nous espérons que le parquet
fédéral sera opérationnel le 21 mai
et qu'il sera au complet pour la fin
de l'année. Cependant, la réforme
du ministère public m'inquiète. Les
acteurs doivent se retrouver dans la
réforme et c'est à juste titre que
leur avis est sollicité, mais la
réforme se laisse attendre depuis
1998.

Le nouveau ministère public doit
être le corollaire de la réforme des
polices. Ce n'est toujours pas
chose faite. Après le 21 mai, cette
situation entraînera des problèmes.

Au-delà de cette date, le procureur
général reste compétent pour
l'exécution de la peine dans son
ressort, alors que cette
responsabilité devrait incomber au
procureur du Roi. Cette situation
génère une contradiction qui minera
complètement l'efficacité du
ministère public.

Au demeurant, je crains que la
réforme du ministère public ne soit
pas réalisée sous cette législature.


22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
procureur-generaal. Maar die zal dus ten volle bevoegd zijn, zal daar
zeggenschap in opeisen en zal ook de juridische autoriteit hebben om
dit te doen.

We zitten dus met een dubbel probleem. Als er geen hervorming komt
heeft men niet wat men zou moeten hebben en wat de burgers van ons
verlangen, met name een efficiënt openbaar ministerie, en dan is er
onzekerheid en onduidelijkheid bij de magistraten op het terrein, zij die
het werk moeten doen. Er is dan ook een tegenstrijdigheid met het
federaal parket. Ik neem aan dat een nieuwe organisatie gedragen moet
zijn, maar ik heb toch de indruk dat er voldoende tijd is geweest voor
overleg. We zijn sinds 1998 met deze dossiers bezig, reeds langer
zelfs sinds de vaststelling van de problemen. Het is mijn overtuiging op
dit ogenblik, en u moet me tegenspreken als ik onjuist ben, dat op
basis van deze agenda die we eind vorige week gekregen hebben, de
hervorming van het openbaar ministerie er in deze legislatuur niet komt.
En dit is iets waar men uitleg zal moeten over geven, wanneer men
daarover verantwoording zal moeten afleggen.
02.06 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer Van Parys, ik kan daar
alleen het volgende op zeggen: de agenda die nu voorligt is een agenda
die overeengekomen is voor de maanden mei en juni van onze
werkzaamheden. We zijn absoluut nog niet aan het eind van ons Latijn.
Er is nog de maand juli waarin veel werk moet gebeuren, om dan nog
niet te spreken over het hervatten van onze werkzaamheden
onmiddellijk na het reces. Maar ik blijf dit voor ogen houden. Wij
moeten ook op dit vlak een antwoord geven.
02.06
Marc Verwilghen
, ministre:
Le calendrier des mois de mai et
juin est très chargé. Nos travaux
sont loin d'être terminés. Nous
pourrons abattre beaucoup de
travail après les vacances.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président:
Mmes Pelzer-Salandra et Lalieux demandent le report de leurs questions n° 6958 et 6985.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Justitie over "de verkiezingen van de
leden van de adviesraad van de magistratuur" (nr. 6976)
03 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Justice sur "les élections des membres du
Conseil consultatif de la magistrature" (n° 6976)

03.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, dit is een korte vraag die al herhaaldelijk gesteld is.
Ik heb begrepen dat het advies van de Raad van State, afdeling
wetgeving, met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot
wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 binnen is. Dat
betekent dus dat er een stap in de besluitvorming gezet is. De minister
heeft daar trouwens in vorige antwoorden naar verwezen. Mijn vraag is
dus of er nu een timing is voor de verkiezing van de leden van de
adviesraad van de magistratuur. Kan die procedure nu definitief worden
aangevat?
03.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Le
Conseil d'Etat a rendu son avis sur
l'arrêté royal modifiant l'arrêté royal
du 13 juin 1999 relatif à la
procédure d'élection des membres
du Conseil consultatif de la
magistrature et des représentants
des juges et des juges suppléants.
Le ministre va-t-il relancer la
procédure d'élection? Quel est le
calendrier?
03.02 Minister
Marc Verwilghen
: Op 22 maart 2002 tekende het
Staatshoofd het koninklijk besluit waardoor het koninklijk besluit van 13
juni 1999 in werking kan treden. Dat besluit wordt op 24 april 2002
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De verkiezingen zullen dan
onmiddellijk na het gerechtelijk verlof worden opgestart. De procedure
nu opstarten is niet opportuun omdat de verkiezingen dan midden in het
gerechtelijk verlof zouden vallen. Dat is de agenda waar we voor staan.
03.02
Marc Verwilghen
, ministre:
Le 22 mars 2002, le Roi a signé
l'arrêté royal modifiant l'arrêté royal
du 13 juin 1999. Le nouvel arrêté
sera publié au
Moniteur belge
le 24
avril 2002. Les élections auront lieu
après les vacances judiciaires.
02.0603.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u 02.060
Jo Vandeurzen
(CD&V):
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
voor het duidelijke antwoord. Eindelijk zal de adviesraad het levenslicht
zien.
Le Conseil consultatif verra donc
enfin le jour.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Justitie over "de hervorming van de
justitiehuizen in het kader van het Copernicusplan" (nr. 6977)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Justice sur "la réforme des maisons de justice
dans le cadre du Plan Copernic" (n° 6977)

De
voorzitter
: Mijnheer Vandeurzen, u had aavankelijk nog een tweede vraag ­ nr. 6978 ­ ingediend over de
werking van de justitiehuizen, maar u hebt die vraag ingetrokken.
04.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister
heeft opgemerkt dat die vraag een vrij uitvoerig antwoord zou vereisen
en dat hij dit niet zag zitten in het kader van een mondelinge vraag. Ik
heb daar alle begrip voor, in de mate waarin de vraag hiermee is
omgezet in een schriftelijke vraag. Dan hoef ik ze niet opnieuw te
stellen. Ik heb trouwens ook gemerkt dat er alle enige versnelling is
gekomen in het antwoorden op vragen. Ik mag hopen dat hier snel een
antwoord op kan komen. Ik zal de vraag dan nu niet stellen en ik zal
het houden bij de eerste vraag. Ik zie de minister instemmend knikken.
Ik zal mij vandaag dus beperken tot mijn vraag over de hervorming van
de justitiehuizen in het kader van het Copernicusplan.

Mijnheer de voorzitter, ik heb gemerkt dat er in de justitiehuizen heel
wat onrust bestaat en dat er malaise dreigt. Er zijn in het verleden al
heel wat vragen gesteld over de werkdruk in de justitiehuizen en de
achterstanden bij het uitvoeren van bijvoorbeeld enquêtes in burgerlijke
zaken. Blijkbaar is ook het Copernicus-plan niet voorbijgegaan aan de
justitiehuizen. Ik had graag een aantal verduidelijkingen verkregen van
de minister. Mijnheer de minister, blijkbaar is het de bedoeling om alles
wat strafuitvoering betreft opnieuw te laten ressorteren onder het
directoraat-generaal Strafinrichtingen terwijl het slachtofferonthaal en de
eerstelijnsfuncties uit de justitiehuizen onder het directoraat-generaal
Rechterlijke Organisatie zouden blijven vallen. Over de bemiddeling in
strafzaken was er blijkbaar nog geen duidelijkheid. Dat is natuurlijk een
verandering van een concept dat nog niet zo lang geleden in het leven is
geroepen. Ik had in de vorige legislatuur begrepen dat het de bedoeling
was om het parajustitiële in één dienst, namelijk de dienst
justitiehuizen, te groeperen. Daarvoor was een structuur opgezet en er
kon een zekere flexibiliteit totstandkomen zodat justitieassistenten een
aantal dingen flexibel konden invullen vanuit de sturing van één
laagdrempelig geheel. Nu gaat men de dienst wat de aansturing betreft
blijkbaar opnieuw uiteenhalen. De strafuitvoering komt aan de ene kant
en het slachtofferonthaal en de eerstelijnsfuncties komen aan de
andere kant. Hiermee komt men terug op een belangrijk argument om
de justitiehuizen tot stand te brengen en alle diensten er samen te
brengen. Vandaar mijn vragen. Hoe zal men de eenheid van opzet en
het multidisciplinair karakter van die flexibele aanpak in het justitiehuis
met de verschillende taken die men daar had geconcentreerd kunnen
volhouden als men weet dat er verschillende hiërarchische structuren
zullen zijn? Gaat men de functies van directeur van het justitiehuis en
van regionaal directeur handhaven? Onder wie zullen die mensen dan
ressorteren? Het was immers de bedoeling dat zij vanuit één
administratie gestuurd of minstens ondersteund werden. Dat zouden er
nu opnieuw twee worden. Gaat men mensen opnieuw overhevelen? Wat
gaat men doen met de bemiddeling in strafzaken? Tot slot vormen de
werkdruk en het kader een oud zeer. Ik meen dat dit er de laatste tijd
niet op verbeterd is. Er is aangekondigd dat men 28 justitieassistenten
04.01
Jo Vandeurzen
(CD&V): Je
fais de ma deuxième question une
question écrite.

Les maisons de justice sont en
proie à un véritable malaise. Elles
devaient également être
concernées par le plan Copernic.
L'exécution des peines sera de la
compétence de la Direction
générale des Etablissements
pénitentiaires; l'accueil des
victimes et l'aide de première ligne
resteraient du ressort de la
Direction générale de l'Organisation
judiciaire.

Comment réaliser l'unité et la
multidisciplinarité si deux
structures hiérarchiques différentes
coexistent? Les fonctions de
directeur général de la maison de
justice et de directeur régional
sont-elles maintenues? Dans
l'affirmative, de qui dépendront-ils?
Du personnel sera-t-il transféré vers
l'ordre judiciaire? Qu'adviendra-t-il
de la médiation dans les affaires
pénales? Et de l'adjonction promise
de 28 assistants de justice et de
deux conseillers adjoints pour
l'accomplissement de nouvelles
tâches?
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
en twee adjunct-adviseurs zou aanwerven voor nieuwe taken, namelijk
de bijstand van de vrederechters in het kader van adoptie, voogdij en de
niet-begeleide minderjarigen en de bijstand in verband met het de facto
totstandgekomen drugsbeleid van de regering. Wat is er gebeurd met
die 28 justitieassistenten? Zijn die voor deze taken geëngageerd of
zullen zij geëngageerd worden? Wordt daarmee enigszins
tegemoetgekomen aan de werkdruk?
04.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer Vandeurzen, ik zal op de
eerste vier vragen een globaal antwoord geven. De vijfde is een
specifieke vraag die niet onmiddellijk iets met de eerste te zien heeft.
Op 1 december 2000 keurde de Ministerraad de nieuwe
organogrammen van de federale administratie goed. Het definitief
eindrapport van november 2000 inzake het nieuwe organogram voor het
ministerie van Justitie met als titel "Conceptuele uitwerking van een
nieuw organogram voor de FOD Justitie" is opgesteld door de minister
van Ambtenarenzaken en Modernisering van Openbare Besturen ­ hij
heeft intussen ook al een andere naam gekregen ­ in samenwerking
met mijn secretaris-generaal en het consortium Andersen Consulting,
PriceWaterhouseCoopers en KPMG.

De structuur van de federale overheidsdienst Justitie zal, naast de
autonome entiteiten Veiligheid van de Staat en Strafrechtelijk beleid,
drie grote functionele beleidsdomeinen bevatten, namelijk de
rechterlijke organisatie, de wetgeving op de fundamentele rechten en
vrijheden en de uitvoering van straffen en maatregelen.

De concrete uitwerking van deze beleidsopties zal worden toevertrouwd
aan de voorzitter van het directiecomité, in samenwerking met de
hoofden ervan en dit in het algemeen kader dat in de Ministerraad onder
andere voor Justitie beslist is geweest. In dit algemene kader worden
de justitiehuizen dubbel gepositioneerd. Ik vind het een vrij logische
positionering: de logistiek, de slachtofferhulp en de eerstelijnsfunctie
ressorteren onder de nieuwe directie Rechterlijke Organisatie; de
daderhulp wordt organisatorisch ondergebracht in de nieuwe directie
Uitvoering van Straffen en Maatregelen vermits het er in wezen
rechtstreeks mee verbonden is.

Inzake de bemiddeling in strafzaken is geen wijziging in het vooruitzicht
gesteld. De selectieprocedure van de voorzitter van het directiecomité
en de hoofden van de drie beleidsdomeinen is momenteel lopende. De
antwoorden op de concrete vragen zullen u pas na uitwerking en
goedkeuring van het management en het operationeel plan van de
houders van de managementfuncties N en N ­1 kunnen worden
verstrekt. Daarin zullen vanzelfsprekend ook de justitiehuizen hun
plaats vinden. Ook de toewijzing van het personeel voor de diverse
opdrachten die vandaag aan de justitiehuizen zijn toegewezen zal
daaruit kunnen worden afgeleid.

Het contingent van 28 justitieassistenten en 2 adjunct-adviseurs is
bedoeld voor het personeelskader van de justitiehuizen en het zal
eveneens het voorwerp uitmaken van de toewijzing waarover ik reeds
heb gesproken, maar waarvoor de procedure nog moet worden uitgeput.
04.02
Marc Verwilghen
, ministre:
Le 1
er
décembre 2000, le Conseil
des ministres a approuvé le nouvel
organigramme. Le nouvel
organigramme de la Justice a été
élaboré par le ministre de la
Fonction publique en collaboration
avec mon secrétaire général et
avec Andersen Consulting, Price
Waterhouse Coopers et KPMG.
Outre le service public fédéral de la
Justice (SPF Justice), on distingue
trois domaines de gestion:
l'organisation judiciaire, la
législation et l'exécution des peines
et des mesures.

Les maisons de justice sont
doublement gérées: la logistique,
l'aide aux victimes et l'aide de
première ligne relèvent de
l'organisation judiciaire, l'aide aux
auteurs de l'exécution. La
médiation dans les affaires pénales
reste inchangée.
La procédure de sélection du
président du comité de direction et
des chefs des trois domaines de
gestion est en cours. Nous devons
attendre l'approbation de leur plan
de management pour pouvoir
répondre aux questions concrètes
sur l'attribution des tâches et sur le
personnel des maisons de justice.

04.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor dit
antwoord.

Ik ben absoluut niet de specialist van het Copernicus-plan, maar als ik
het goed begrijp zegt u dat er een dubbele aansturing komt voor de
justitiehuizen, een vanuit de strafuitvoering en een vanuit de
gerechtelijke organisatie. Over de functies van directeur en regionaal
04.03
Jo Vandeurzen
(CD&V): Je
ne suis pas un spécialiste de la
réforme Copernic mais je
comprends que les maisons de
justice seront soumises à une
double impulsion. La situation reste
toutefois confuse en ce qui
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
directeur bestaat er momenteel nog geen klaarheid. Dat is natuurlijk
een toestand die in verband met een beginnend initiatief ­ want ik
veronderstel dat nog niet alle justitiehuizen daadwerkelijk geopend zijn
­ tot een malaise leidt bij de betrokkenen. Eerst wordt alles
gecentraliseerd, wordt de nodige infrastructuur daarvoor in orde
gebracht, en daarna wordt aangekondigd dat er een nieuwe
reorganisatie op til is.

Het gaat over een zeer belangrijke opdracht: het toezicht op allerlei
maatregelen, zoals de voorwaardelijke invrijheidsstelling, de probatie,
enzovoort. Bovendien wordt door de burgerlijke rechters een aantal
sociale enquêtes opgedragen, waarvan men zegt dat de achterstanden
terzake aanzienlijk beginnen te worden. Ik hoop dat de malaise zo kort
mogelijk duurt en dat duidelijkheid wordt geschapen. Persoonlijk vind ik
het multidisciplinaire concept van het justitiehuis met een flexibele
inzetbaarheid van alles wat parajustitieel is een belangrijke vooruitgang.
Ik hoop dat het concept met deze hervorming niet op de helling wordt
gezet. Dit zou ik betreuren.
concerne la désignation des
directeurs. Cette imprécision n'est
pas une bonne chose pour ces
jeunes institutions. En opérant
continuellement de nouvelles
réformes, on suscite la
démotivation.

04.04 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega, ik
denk dat er heel weinig zal veranderen, behalve wat de aansturing
betreft. De aansturing is thans ook gedifferentieerd. Een aantal taken
moet binnen de rechterlijke orde worden volbracht en de uitvoering van
de straffen en de daaraan verbonden opdrachten, die niet van dezelfde
aard zijn ondanks het feit dat ze door dezelfde diensten worden
uitgevoerd, zal ook in de toekomst ongewijzigd gebeuren.

Ik zou het geen malaise noemen, mijnheer Vandeurzen. Ik noem het
veeleer een proces van volwassenwording, waaruit een aantal
moeilijkheden zijn gerezen. Het heeft geen zin dit te ontkennen.
Daaraan konden evenwel antwoorden worden gegeven, waardoor de
justitiehuizen alsmaar performanter de hen opgedragen taken kunnen
volbrengen. Op dat vlak zal er heel weinig veranderen. Ik kan alleen
maar hopen dat de FOD-Justitie zo spoedig mogelijk het daglicht ziet.
Daarvoor moeten natuurlijk de noodzakelijke selectieprocedures worden
afgerond.
04.04
Marc Verwilghen
, ministre:
Sur le terrain, on n'observera pas
grand-chose de la réforme
Copernic. Les maisons de justice
pourront en revanche mieux
s'acquitter de leurs tâches. C'est
pourquoi il faut d'abord clôturer les
procédures de sélection. Il n'est
certainement pas question de
malaise.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de machtsstrijd tussen het
kabinet van de minister van Justitie en de Hoge Raad voor de Justitie" (nr. 7001)
05 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "la rivalité entre le cabinet du
ministre de la Justice et le Conseil supérieur de la Justice" (n° 7001)
05.01
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, een aantal
weken geleden verscheen in de pers een bericht over de machtsstrijd
tussen het kabinet van de minister van Justitie en de Hoge Raad voor
de Justitie. We hebben hier al een debat gevoerd naar aanleiding van
een vraag van een van de collega's over het probleem van de vorming en
de opleiding. Volgens het persbericht zou zich in de marge van de
totstandkoming van het federaal parket een aantal incidenten hebben
voorgedaan.

Aanvankelijk zou het kabinet van de minister van Justitie een aantal
benoemingsvoordrachten van de Hoge Raad voor de Justitie hebben
geweigerd. Het persbericht meldt dat de eerste minister of iemand uit
zijn omgeving moest tussenkomen om de zaak te deblokkeren en het
kabinet tot andere gevoelens te brengen om tijdig tot de benoeming van
het federaal parket te kunnen overgaan en dit op 21 mei van start te
kunnen laten gaan. Van de weeromstuit zou het kabinet opnieuw elf
05.01
Tony Van Parys
(CD&V):
Des incidents se seraient produits
en marge de la mise en place du
parquet fédéral. Le cabinet du
ministère de la Justice aurait refusé
des présentations faites par le
Conseil supérieur de la Justice. Le
premier ministre lui-même a dû
intervenir pour ramener le cabinet à
de meilleurs sentiments. Le cabinet
aurait ultérieurement refusé onze
autres propositions de nomination
du même Conseil supérieur.

Pourquoi cette lutte de pouvoir
entre le cabinet et le Conseil
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
benoemingsvoordrachten van de Hoge Raad voor de Justitie hebben
geweigerd.

Dit is de inhoud van het persbericht dat werd gepubliceerd. Het leek mij
de moeite waard om er een aantal vragen over te stellen.

Ten eerste, wat is nu eigenlijk de oorzaak van dat spanningsveld, van
die machtsstrijd tussen het kabinet van de minister van Justitie en de
Hoge Raad voor de Justitie, uiteraard voor zover dit artikel de waarheid
verkondigt? Dit lijkt mij niet echt een goede situatie. Wij hebben de
Hoge Raad immers net opgericht om tot een betere organisatie en
objectivering van de benoemingen te komen.

Ten tweede, waarom weigerde het kabinet aanvankelijk de voordrachten
van de Hoge Raad, zoals in het artikel werd medegedeeld? Was er een
externe tussenkomst nodig om het kabinet te overtuigen de
voordrachten van de Hoge Raad niet langer te weigeren? Waarom
worden opnieuw elf nieuwe voordrachten geweigerd? Hoe zal de
minister de spanningen tussen zijn kabinet en de Hoge Raad
wegnemen?
supérieur? Pourquoi le cabinet a-t-il
rejeté les propositions? Est-il exact
que le premier ministre a dû
intervenir? Comment le ministre
compte-t-il mettre fin à la tension
entre son cabinet et le Conseil
supérieur?



05.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, mijnheer van
Parys, u bent voorzichtiger dan uw vraag aanvankelijk liet uitschijnen,
maar u gaat blijkbaar zonder meer uit van een machtsstrijd tussen de
minister van de Justitie en de Hoge Raad voor de Justitie. Ik heb het
artikel waarnaar u verwijst ook gelezen. Eerlijkheidshalve doet het
artikel mij twijfelen aan de ernst van de steller ervan.

Laat het voor eens en voor altijd duidelijk zijn dat het mij niet te doen is
om de macht, maar uitsluitend om de naleving van de rechtspraak van
de Raad van State. Als ik dat moet doen, dan moet de
benoemingscommissie dat ook doen. Ik stel vast dat vooral de
Nederlandstalige benoemingscommissie daar de grootste moeite mee
heeft.

Voordrachten worden enkel in twee omstandigheden geweigerd: ten
eerste wanneer de benoemingscommissie niet voldoet aan de
motiveringsplicht ­ dat is een van de gevolgen die men uit de arresten
van de Raad van State kan trekken ­ en ten tweede, wanneer de
kandidaten niet aan de voorwaarden voldoen om te worden benoemd.
Dat is was onder meer het geval voor stagiairs die hun stageperiode
nog niet hebben beëindigd. Men kan mij onmogelijk vragen om iemand
te benoemen die zijn stageperiode nog niet heeft beëindigd, aangezien
hij niet aan de wettelijke voorwaarden voldoet.

De voordracht voor het federaal parket is niet geweigerd. Integendeel,
na de eerste voordracht is zij voor benoeming aan de Koning
overgemaakt. Er was geen sprake van een weigering. Het gaat om een
beslissing die ik heb genomen als minister van Justitie. Niemand heeft
mijn hand moeten vasthouden.

Van de weeromstuit zouden er dan nog eens elf nieuwe voordrachten
zijn geweigerd. Waarschijnlijk zal men aldus hebben gerekend: 10
leden van het federaal parket plus de federale procureur, dat maakt elf.
Men moet zijn gram dus ergens anders halen. Ik kan u alleen zeggen
dat die weigeringen zijn gebaseerd op de twee gronden die ik daarnet
ook heb vermeld. Dat wil zeggen, ofwel heeft men de
benoemingsvoorwaarden niet gerespecteerd, ofwel heeft men niet
voldaan aan de motiveringsplicht. Er ware geen enkel probleem mocht
de benoemingscommissie zich houden aan de rechtspraak van de
Raad van State, zoals ik me daar ook aan moet houden. Men kan niet
05.02
Marc Verwilghen
, ministre:
Mon but n'est pas le pouvoir mais
le respect de la jurisprudence du
Conseil d'Etat. Cela semble
susciter des problèmes à la
commission de nomination
néerlandophone. Les propositions
ne sont refusées que lorsqu'il n'a
pas été satisfait à l'obligation de
motivation par la commission de
nomination ou lorsque les
candidats ne remplissent pas les
conditions légales en matière de
nomination, tels les stagiaires.

Les présentations pour le parquet
fédéral n'ont pas été refusées mais
auraient été transmises au Roi dès
après une première présentation. Il
s'agit donc bien d'une décision qui
m'appartient en tant que ministre
de la Justice.

Il n'y aurait donc aucun problème si
la commission de nomination s'en
tenait à la jurisprudence du Conseil
d'Etat. Il est dès lors faux et
excessif de parler d'une lutte de
pouvoir.

Nous n'avons pas la même opinion
en ce qui concerne la formation des
magistrats.
CRIV 50
COM 722
22/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
van mij verwachten dat ik dit, bij miskenning daarvan, zondermeer zou
aanvaarden. Het is wel de zorg geweest, zowel van de eerste minister
als van mezelf, dat het federaal parket in werking zou kunnen treden
tegen 21 mei. Dat is trouwens niet één keer maar honderd keren
gezegd en het is ook vaak herhaald. Waarschijnlijk heeft die herhaling
anderen ertoe aangezet om het op een andere manier te moeten
interpreteren.
05.03
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik noteer dus
dat de minister van oordeel is dat er geen spanningsveld bestaat.
05.04 Minister
Marc Verwilghen
: Nee, er is wel degelijk een probleem
tussen de Hoge Raad voor de Justitie en mijzelf met betrekking tot de
vorming. We houden er verschillende opvattingen op na over wie voor
die vorming moet instaan. We zijn wel "on speaking terms" om dat te
proberen op te lossen.
05.05
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat,
behoudens de vorming, er geen spanningsveld bestaat tussen de
minister of zijn kabinet en de Hoge Raad voor de Justitie. Ik kan me
daar alleen maar over verheugen. Als beide organen samen in een
positieve verhouding streven naar de verbetering van de kwaliteit van de
magistraten en degenen die worden benoemd en bevorderd, dan
moeten we ons daarover verheugen.

Ik stel ook vast dat de minister van oordeel is dat de Nederlandstalige
benoemingscommissie zich niet altijd houdt aan de vereisten van
voldoende motivering of aan de voorwaarden waaraan de kandidaten
moeten voldoen. Ik neem daar akte van. Ik zal deze materie graag
blijven volgen in de toekomst. Voor het overige hou ik me op de hoogte
aan de hand van de mededelingen die daaromtrent in de pers worden
gepubliceerd, steeds interessante bronnen van informatie die ook de
moeite waard zijn om er af en toe even op in te gaan.
05.05
Tony Van Parys
(CD&V):
Mis à part la formation, il n'y a donc
pas de tension entre le cabinet et
le Conseil supérieur. Je m'en
réjouis. Il semble que la
commission néerlandophone des
nominations ne respecte pas
toujours le critère de la motivation.
Je continuerai à suivre
attentivement cette affaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "de weigering aan de VRT
om een eucharistieviering uit te zenden vanuit een gevangenis" (nr. 7002)
06 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "le refus, signifié à la VRT, de
diffuser une eucharistie célébrée à l'intérieur d'une prison" (n° 7002)
06.01
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is een oude gewoonte dat TV1 om de veertien dagen op
zondag een eucharistieviering uitzendt. Ik heb vernomen dat aan uw
departement de vraag werd gesteld of een eucharistieviering vanuit de
gevangenis van Turnhout kon worden uitgezonden. Deze viering zal
plaatshebben op 28 augustus 2002. Uw kabinet heeft de VRT laten
weten dat op die vraag niet kan worden ingegaan. Dit lijkt mij
verwonderlijk omdat de RTBF regelmatig eucharistievieringen uitzendt
vanuit de gevangenis. Het uitzenden van vieringen vanuit de gevangenis
moet, mijns inziens, sporadisch kunnen. Dit kan bijdragen tot de
integratie van gedetineerden die zich op die manier vanuit hun inspiratie
willen verdienen. Bovendien kan op deze manier aan de buitenwereld
getoond worden dat terzake inspanningen worden geleverd.

Mijnheer de minister, waarom kan dit niet? Zult u in de toekomst
dergelijke televisie-uitzendingen wel mogelijk maken?
06.01
Tony Van Parys
(CD&V): Il
semble que le cabinet de la Justice
ait refusé à la VRT de retransmettre
une Eucharistie qui devait se
dérouler à la prison de Turnhout.
Comment le cabinet justifie-t-il
cette décision? Cela pourra-t-il se
faire à l'avenir?
06.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, het is correct dat ik van de VRT een dergelijk verzoek heb
06.02
Marc Verwilghen
, ministre:
J'ai rejeté la demande de la VRT
22/04/2002
CRIV 50
COM 722
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
gekregen. Mijn weigering is gebaseerd op drie redenen. Ten eerste,
hoewel ik voor bepaalde aspecten van de problematiek begrip kan
opbrengen behoort de organisatie van een eucharistieviering, mijns
inziens, niet tot de kerntaken van een gevangenis. Ten tweede, een
gevangenis moet ten aanzien van de gevangenen neutraal zijn en
blijven. Binnen de gevangenismuren worden verschillende godsdiensten
of ideologische overtuigingen beleden. Het toestaan van de uitzending
van een eucharistieviering zal, mijns inziens, onvermijdelijk leiden tot
aanvragen van andere geloofs- of filosofische overtuigingen. Dit kan
problemen veroorzaken. Ten derde, de organisatie van zo'n activiteit
brengt extra werk mee voor de cipiers, iets wat in de huidige
omstandigheden niet aangewezen is.
parce que l'organisation
d'Eucharisties ne fait pas partie des
missions principales des prisons.
Une prison doit en effet rester
philosophiquement neutre. Par
ailleurs, de tels événements
représenteraient pour les gardiens
un surcroît de travail, ce qui n'est
pas souhaitable dans les
circonstances actuelles.
06.03
Tony Van Parys
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik betreur de
houding van de minister van Justitie. Het argument van de ongemakken
die een eucharistieviering zou veroorzaken houdt geen steek.
Regelmatig vinden culturele manifestaties plaats in gevangenissen. Ik
denk aan een zeer interessant initiatief rond Brugge 2002. Het is
correct dat een eucharistieviering niet tot de kerntaken van het
gevangeniswezen behoort. Eenmalige of zeer sporadische initiatieven
terzake die ook aan de buitenwereld moeten worden bekendgemaakt
passen, mijns inziens, perfect in de opdracht die de openbare televisie
heeft inzake informatieverstrekking. Een dergelijke uitzending kan
bijzonder interessant en nuttig zijn voor de informatie aan de
buitenwereld. Ik heb er geenszins bezwaar tegen dat andere
levensovertuigingen eveneens een verzoek zouden indienen. Dit is,
mijns inziens, een belangrijk element in de integratie van gedetineerden
en de informatie van de buitenwereld. Ik geef toe dat men er geen
gewoonte moet van maken. Een specifiek initiatief met goedkeuring van
de hoofdaalmoezenier dat past in een aantal projecten die
maatschappelijk relevant en belangrijk zijn, moet, mijns inziens,
kunnen. Ik herhaal dat ik ten zeerste uw principiële houding betreur. In
het licht van een pluralistische samenleving die respect heeft voor de
verschillende levensovertuigingen moet het kunnen dat een
eucharistieviering vanuit de gevangenis wordt uitgezonden. Dit is
duidelijk een stap terug!
06.03
Tony Van Parys
(CD&V):Je
déplore la position de principe du
ministre. Les désagréments
causés par une telle retransmission
ne suffisent pas à justifier un refus.
Les prisons organisent en effet
souvent des activités culturelles. Il
doit être permis à une chaîne
publique d'organiser
sporadiquement des Eucharisties
au sein d'une prison. L'attitude du
ministre constitue un recul. Sa
position de principe n'a pas de
sens dans une société pluraliste.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.40 heures.