KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 714
CRIV 50 COM 714
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag
mardi
16-04-2002
16-04-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
PSC
Parti social -chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Financiën over "de oprichting van
het tabakspreventiefonds" (nr. 6693)
1
Question de Mme Els Van Weert au ministre des
Finances sur "la création du Fonds de prévention
du tabagisme" (n° 6693)
1
Sprekers: Els Van Weert, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Els Van Weert, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Josy Arens aan de minister
van Financiën over "het met het Groothertogdom
Luxemburg gesloten akkoord met betrekking tot
de compensaties voor grensgemeenten waar
grensarbeiders wonen die onder de bepalingen
van de Belgisch-Luxemburgse overeenkomst tot
voorkoming van dubbele belasting vallen"
(nr. 6894)
4
Question de M. Josy Arens au ministre des
Finances sur "l'accord signé avec le Grand-
Duché de Luxembourg relatif aux compensations
pour les communes frontalières dans lesquelles
résident des travailleurs frontaliers concernés
par la convention belgo-luxembourgeoise
préventive à la double imposition" (n° 6894)
4
Sprekers: Josy Arens, Didier Reynders,
minister va n Financiën
Orateurs: Josy Arens, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de ambtenaren met een
contract van bepaalde duur" (nr. 6877)
7
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les fonctionnaires disposant d'un
contrat à durée déterminée" (n° 6877)
7
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
betaling van de onroerende voorheffing aan de
gemeenten" (nr. 6883)
8
Question de M. Richard Fournaux au ministre de
l'Intérieur sur "le paiement du précompte
immobilier aux communes" (n° 6883)
8
Sprekers:
Richard Fournaux, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Richard Fournaux, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Financiën over "de algemene
aanbeveling van het College van de federale
ombudsmannen houdende uitbreiding van het
toepassingsgebied van artikel 143, 2° van het
WIB92" (nr. 6866)
11
Question de M. Olivier Chastel au ministre des
Finances sur "la recommandation générale du
Collège des médiateurs fédéraux visant à
l'extension du champ d'application de l'article
143, 2° du CIR92" (n° 6866)
11
Sprekers: Olivier Chastel, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Olivier Chastel, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "het belastingkrediet
voor gehandicapte kinderen ten laste" (nr. 6796)
13
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "le crédit d'impôt pour les
enfants handicapés à charge" (n° 6796)
13
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "het gebruik van
landbouwvoertuigen bij vrijwilligerswerk op de
openbare weg" (nr. 6821)
14
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "l'utilisation de véhicules
agricoles dans le cadre d'activités de bénévolat
sur la voie publique" (n° 6821)
14
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "de inning van de
registratierechten bij niet verlijden van de
authentieke akte" (nr. 6822)
15
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "la perception des droits
d'enregistrement en cas de non-passation de
l'acte authentique" (n° 6822)
15
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Financiën over "de bezwaartermijn
17
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "le délai de réclamation à la
17
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
naar aanleiding van arresten van het
Arbitragehof" (nr. 6823)
suite d'arrêts prononcés par la Cour d'arbitrage"
(n° 6823)
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
16
APRIL
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
16
AVRIL
2002
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.13 uur door de heer Jef Tavernier, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.13 heures par M. Jef Tavernier, président.
01 Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de minister van Financiën over "de oprichting van het
tabakspreventiefonds" (nr. 6693)
01 Question de Mme Els Van Weert au ministre des Finances sur "la création du Fonds de
prévention du tabagisme" (n° 6693)
01.01 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tabakspreventie is misschien niet helemaal uw bevoegdheid.
Ik veroorloof het me dus u eerst een korte inleiding te geven over de
problematiek van het roken en over de noodzaak van preventie. Hoewel
er tussen 1983 en 1992 een ernstige daling van het aantal rokers was,
van 40% naar 25%, blijkt dat sinds 1993 het aantal dagelijkse rokers
niet verder daalt maar blijft hangen op 25% tot 30%. Het aantal zou
zelfs opnieuw een stijgende lijn vertonen. Vooral bij jongeren zou het
roken opnieuw in opmars zijn.

Dat roken een probleem is, hoef ik u waarschijnlijk niet aan te tonen.
Toch wil ik vermelden dat in ons land 13 maal meer mensen sterven ten
gevolge van het roken dan bijvoorbeeld in het verkeer. Het gaat hier om
20.000 mensen per jaar. Studies wijzen ook uit dat België een hoog
mortaliteitscijfer heeft ten gevolge van het roken, zowel in absolute als
in relatieve cijfers, in vergelijking met onze buurlanden. Naar mijn gevoel
is er dus voldoende reden om te werken aan een beter preventiebeleid.

Het preventiebeleid is in eerste instantie een bevoegdheid van de
gemeenschappen. In heel wat landen wordt echter de techniek
gehanteerd van een tabakspreventiefonds dat gefinancierd wordt met de
fiscale opbrengsten van de verkoop van tabak. Volgens mij is dat een
goede techniek. Ik sta met die visie niet alleen. Ze wordt ook bevestigd
door de federale minister van Volksgezondheid, mevrouw Aelvoet, die
vorig jaar als antwoord op een vraag van collega Valkeniers naar
aanleiding van de anti-tabakdag zei dat zij het ermee eens was dat de
preventie moest worden opgevoerd en dat daarvoor federale
inspanningen moesten worden geleverd in de vorm van het oprichten
van een tabakspreventiefonds.

Ik citeer even uit het antwoord dat mevrouw Aelvoet op 31 mei 2001,
ongeveer een jaar geleden, gaf aan de heer Valkeniers: "Ik heb
vandaag, 31 mei, met collega Reynders overleg gepleegd. Wij hebben
een gemeenschappelijk voorstel uitgewerkt voor de oprichting van een
fonds voor de bestrijding van het tabaksmisbruik. Wij zullen dit voorstel
binnenkort op de Ministerraad indienen. In ons voorstel voorzien wij in
verschillende financiële voedingsbronnen. Zo wordt onder andere
01.01 Els Van Weert (VU&ID):
Depuis 1993, le nombre de fumeurs
quotidiens reste stable. Il est
compris entre 25% et 30%. Selon
une enquête du CRIOC, six
fumeurs sur dix sont prêts à payer
deux francs de plus par paquet
pour aider les jeunes à ne pas
commencer ou à arrêter de fumer.
Le taux de la mortalité due au
tabac est plus élevé en Belgique
que chez nos voisins. Nous avons
besoin de campagnes de
prévention qui déconseillent de
commencer à fumer et qui
poussent à arrêter de fumer. Cette
stratégie doit être suivie à tous les
niveaux. La création d'un Fonds
pour la prévention du tabagisme et
la conclusion d'accords entre l'Etat
fédéral et les Communautés
constituent un moyen d'y parvenir.
Lever des impôts est effectivement
du ressort de l'État fédéral, alors
que la prévention du tabagisme
relève des compétences des
Communautés.

L'industrie du tabac ne peut pas
participer au financement du Fonds
pour la prévention du tabagisme car
ses motivations ne sont pas
honnêtes. La seule manière
efficace et acceptable de financer
ce fonds consiste à augmenter de
façon unique et brutale de 25% les
taxes sur les produits du tabac.
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
gedacht aan de mogelijkheid van een kleine bijdrage op elk pakje
sigaretten en een vrijwillige bijdrage van de betrokken sector. Er hebben
terzake reeds informele contacten plaatsgevonden en de sector blijkt
bereid te zijn een dergelijke bijdrage te leveren. Wij zullen in elk geval
nog dit jaar overgaan tot de oprichting van een dergelijk fonds." Ik weet
niet hoe ik dit moet interpreteren. Ofwel slaat dit op de tijdsperiode van
een jaar, ofwel op het jaar 2001. Ik wil dat nog breed interpreteren, dus
in de tijdspanne van een jaar. Verder zegt ze ook nog: "Aangezien het
gros van het preventiewerk in de scholen gebeurt, is hierover overleg
met de ministers van Welzijn van de gemeenschappen nodig. De eerste
contacten werden daarover reeds gelegd." Men zou er inderdaad
moeten toe komen dat op basis van een tabakspreventiefonds en het
beleid op het niveau van de gemeenschappen over deze materie een
samenwerkingsakkoord zou kunnen worden gesloten.

Mijnheer de minister, hoever staat het nu met de oprichting van dat
tabakspreventiefonds? Is daarover nog verder overleg geweest tussen
uzelf en collega Aelvoet? In welke fase zit men nu? Is er ook al overleg
geweest met de gemeenschappen over de verdere aanpak van deze
problematiek? Welke timing voorziet u voor de oprichting van het fonds?

Mijn bijkomende vraag is van een andere orde. Tal van wetenschappers
op de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België stellen dat
een eenmalige vrij forse verhoging van de accijnzen of van de
aankoopprijs van sigaretten een ernstige positieve invloed zou kunnen
hebben op het niet beginnen met roken. Dat is dan vooral voor jonge
potentiële rokers van groot belang. Hebt u al iets gedaan met die
aanbeveling of bent u van plan iets te doen met die aanbeveling van de
Koninklijke Academie voor Geneeskunde? Zult u eventueel ingaan op
de suggestie om een eenmalige maar toch wel forse verhoging van de
prijs van sigaretten door te voeren?
L'Académie royale de Médecine a
souscrit aux effets positifs de cette
mesure.

La ministre flamande du Bien-Etre
est convaincue de la nécessité de
la prévention. La ministre Aelvoet a
déclaré l'année dernière qu'elle
comptait affecter une partie des
revenus des accises au Fonds pour
la prévention du tabagisme et
qu'elle s'était concertée à ce sujet
avec le ministre des Finances.

Quel est l'état d'avancement de la
concertation entre le ministre et sa
collègue, Mme Aelvoet? Une
initiative formelle a-t-elle déjà été
prise vis -à-vis des Communautés?
Quel calendrier le ministre
envisage-t-il pour la création du
Fonds? Quelles seront les
modalités de financement? Dans
quelle mesure le ministre tient-il
compte de l'avis de l'Académie
royale de Médecine?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, blijf ik bij mijn standpunt dat meer werk moet worden gemaakt
van preventie. Hiervoor moet in de begroting een budget worden
vrijgemaakt, eerst op federaal niveau en later ook op het niveau van de
gemeenschappen. Ik heb een jaar geleden met de tabaksindustrie een
akkoord gesloten dat ook zij haar steentje zal bijdragen. Een ontwerp
van samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid, de
gemeenschappen en de verschillende overheden belast met een
preventietaak kwam tot stand. Het geld komt echter uit de
rijksmiddelenbegroting; er is dus geen verband tussen de fiscale
ontvangsten uit tabak en de middelen voor preventie.

Ik herhaal, mevrouw Aelvoet heeft een ontwerp van
samenwerkingsakkoord voorbereid tussen de federale overheid en de
bevoegde overheden in de deelstaten en ze heeft dit aan mij bezorgd.
De verschillende departementen moesten vóór 22 maart hun antwoord
daarop indienen. Er liggen miljoen verschillende voorstellen op tafel voor
de verdeling van de middelen. In 2001 ging het om 75 miljoen Belgische
frank, in 2002 ongeveer 1.859.000 euro, afkomstig van de rijksmiddelen.

Het zijn dus geen middelen, geput uit de fiscale ontvangsten. Er is
geen band tussen de fiscale omvang wat tabak betreft, en de preventie.
Er is alleen een bedrag uit de begroting en ik heb een akkoord voor
eenzelfde bedrag van de tabaksindustrie, maar tot nu toe heb ik nog
geen akkoord gezien van de gem eenschappen en de federale overheid
om één fonds op te richten.

We moeten, enerzijds, werken met een preventiefonds, georganiseerd
door de publieke overheid, dus in een samenwerkingsakkoord, en
01.02 Didier Reynders, ministre:
Il faut davantage de mesures de
prévention. A cet égard, la
participation de l'industrie du tabac
est requise. Depuis plus d'un an,
un accord existe en la matière.

Un montant a, à présent, été
dégagé du budget. Ce montant ne
tient pas compte des recettes
fiscales de la vente du tabac.

Mes services devaient transmettre
à la ministre de la Santé publique
leurs observations à propos du
projet d'accord entre les autorités
fédérales, les Communautés et les
Régions sur la création et la
gestion du Fonds de prévention du
tabagisme ainsi que sur la
coordination en la matière. Les
délais ont été respectés.

Le fonds disposera d'un montant de
1,8592 millions d'euros provenant
du budget des Voies et Moyens.
L'industrie du tabac apporte un
montant identique qui est mis à la
disposition de l'association Rodin,
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
anderzijds is er eenzelfde bedrag, ingebracht door de tabaksindustrie,
maar ter beschikking van de vereniging Rodin, geleid door professor
Pelck.

Dus we moeten nu werken met twee verschillende instellingen. Ik heb
liever een samenwerking tussen alle betrokkenen, maar tot nu toe is er,
enerzijds, een samenwerkingsakkoord met alleen een bedrag van de
rijksmiddelenbegroting en, anderzijds, een specifiek bedrag van de
tabaksindustrie voor de vereniging Rodin, de vereniging van professor
Pelck.

Ten slotte, wat uw laatste vraag betreft over de eenmalige en drastische
verhoging van de verkoopsprijs van sigaretten die voorgesteld wordt door
de Belgische Koninklijke Academie voor Geneeskunde, moet ik eraan
herinneren dat we deel uitmaken van een Europa zonder grenzen, waar
iedereen zich vrij in andere landen kan bevoorraden.

40% van de Belgen woont immers op minder dan 25 km van een grens.
De prijs van een pakje bedraagt bijvoorbeeld in Luxemburg momenteel
2,80 euro, terwijl datzelfde pakje in België 3,70 euro kost. Moeten wij
onze landgenoten de schatkisten van Luxemburg of van andere
buurlanden laten vullen of de preventie daar laten betalen? Ik weet het
niet, maar tot nu toe werk ik met erg hoge prijzen en met verhogingen
van prijzen, bijna twee keer per jaar. Zo'n drastische en eenmalige
prijsverhoging alleen in België heeft volgens mij echter geen zin. Dat
antwoord is klaar en duidelijk. Ofwel moeten wij verdergaan met de
verschillende prijsverhogingen tweemaal of driemaal per jaar, dus
langzaam, ofwel moeten wij zorgen voor een algemeen stelsel voor heel
Europa, wat ook een oplossing zou kunnen zijn. Er zijn echter veel
besprekingen over de accijnzen, de belasting over de toegevoegde
waarde en andere zaken voor indirecte belastingen op Europees vlak,
waardoor het niet zo gemakkelijk is een akkoord te bereiken. Ik ben
echter bereid om met Luxemburg en andere landen te onderhandelen
over een akkoord voor een eenmalige en drastische prijsverhoging. Tot
nu toe heb ik in dat verband echter nog geen positief antwoord
gekregen.
dirigée par le professeur Pelck.

En ce qui concerne l'augmentation
drastique et à caractère unique du
prix des cigarettes, je souhaiterais
souligner que 40% des Belges
habitent à moins de 25 kilomètres
d'une frontière. Vont-ils devoir
remplir les caisses du trésor public
des pays voisins? Ou bien la
Belgique poursuit sa politique
d'augmentation progressive des
prix, ou bien des augmentations
sensibles doivent être appliquées
au niveau européen.
01.03 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, Ik dank de
minister voor het antwoord. Er lijkt dan toch een klein beetje schot in de
zaak te komen, hoewel ik het vreemd vind dat hij erg sterk benadrukt
dat erg geen verband bestaat tussen de fiscale inkomsten van
tabaksproducten enerzijds en het preventiefonds anderzijds. Het bedrag
voor het preventiefonds onttrekt of voorziet u gewoon op de begroting.

In heel wat van de ons omringende landen bestaat wel degelijk het
systeem waarbij er een band is tussen de fiscale inkomsten, enerzijds,
en het tabakpreventiefonds, anderzijds. Nog een argument is dat uit
een enquête bij rokers de bereidheid blijkt te bestaan om twee frank per
pakje meer te betalen om aan preventie te besteden. Ik begrijp dan niet
goed waarom u afziet van het idee om een extra verhoging in te voeren
voor het preventiefonds zodat de middelen voor de preventie kunnen
worden opgevoerd.

De koninklijke academie zegt ook dat er jaarlijks een minimum van 500
miljoen frank nodig is om de preventie op een degelijke manier te
organiseren. U hebt het over een bedrag van 75 miljoen frank. Dat is
een groot verschil. De gemeenschappen zullen daar wellicht ook iets
tegenover stellen. Enerzijds, begreep ik dat de sector bereid is om een
gelijkaardige inspanning te doen op voorwaarde dat het bedrag aan één
bepaalde instelling kan of mag worden toegewezen. Ik ken de instelling
te weinig om hierover te oordelen, maar het lijkt mij eigenaardig dat zij
01.03 Els Van Weert (VU&ID): Ce
dossier progresse donc enfin. Je
m'étonne toutefois du fait que le
ministre ne fasse aucun lien entre
les recettes fiscales des produits
du tabac et le fonds de prévention.
Les fumeurs eux -mêmes sont prêts
à apporter leur contribution. Le
montant cité par le ministre, 75
millions de francs, ne sera
certainement pas suffisant. Le
secteur veut également apporter sa
contribution, mais il faut toujours
rester sur ses gardes vis-à-vis de
certaines intentions qui pourraient
être équivoques. Il est cependant
réjouissant de constater qu'un
accord avec les Communautés
devrait bientôt voir le jour.
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
deze voorwaarde verbinden aan hun inspanning, vooral omdat ik in de
goede bedoelingen van de sector wil geloven. Anderzijds, hebben zij er
geen belang bij dat het tabaksverbruik drastisch zal dalen aangezien
dat voor hen economisch een slechte zaak zou zijn.

Het zou goed zijn dat de overheid iets meer vrijheid hanteert om de
middelen op de meest efficiënte wijze te besteden. Het verheugt mij in
ieder geval dat er stappen vooruit worden gezet en dat een ontwerp van
samenwerkingsakkoord voorligt. Ik zal deze zaak met veel aandacht
volgen.
01.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even
wat meer klaarheid brengen. Preventie is een gemeenschappelijke
bevoegdheid. De bedragen in de vraag waren in Belgische frank gesteld
en ik zal dan ook in Belgische frank antwoorden. Het ging om 150
miljoen frank vanwege de federale overheid. Enerzijds, is er een bedrag
uit de begroting en, anderzijds, een bedrag gestort door de
tabaksindustrie. Dat is dus een goede inspanning van de federale
overheid. Ik meen dat het ook mogelijk is dat de gemeenschappen een
zelfde bedrag in een fonds storten.

Waarom is er geen aanwending van fiscale ontvangsten? Het is een
algemeen principe bij de begrotingsaanpak om geen affectatie toe te
passen. U vroeg waarom het om 75 miljoen frank of om meer dan 1,8
miljoen euro ging. Dat is een politieke keuze. Er zijn nog andere
prioriteiten en dus werken wij momenteel met 75 miljoen frank. Bij de
begrotingscontrole en bij het voorbereiden van een begroting komen er
ook vragen voor andere initiatieven. Ik meen echter dat het om een zeer
belangrijke inspanning gaat. Voor de eerste keer leggen wij bijna 4
miljoen euro op tafel. Ik hoop dat het voor de gemeenschappen mogelijk
zal zijn om terzake ook een inspanning te doen.
01.04 Didier Reynders, ministre:
La prévention constitue une
compétence communautaire. Le
gouvernement fédéral apporte 150
millions de francs, avec l'industrie
du tabac. Les Communautés
peuvent également apporter leur
contribution.

Le principe général veut que nous
ne recourions pas aux affectations.

Le montant relève d'une décision
politique: d'autres secteurs aussi
réclament des moyens. Il y a trop
de priorités pour pouvoir satisfaire
tout le monde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de M. Josy Arens au ministre des Finances sur "l'accord signé avec le Grand-Duché de
Luxembourg relatif aux compensations pour les communes frontalières dans lesquelles résident
des travailleurs frontaliers concernés par la convention belgo-luxembourgeoise préventive à la
double imposition" (n° 6894)
02 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Financiën over "het met het Groothertogdom
Luxemburg gesloten akkoord met betrekking tot de compensaties voor grensgemeenten waar
grensarbeiders wonen die onder de bepalingen van de Belgisch-Luxemburgse overeenkomst tot
voorkoming van dubbele belasting vallen" (nr. 6894)
02.01 Josy Arens (PSC): Monsieur le président, monsieur le ministre,
ce dossier, nous le connaissons très bien. Comme vous l'avez
annoncé, un accord a été signé le 14 décembre dernier en vue de régler
différents problèmes, dont celui du manque à gagner des communes
dans lesquelles résident ces travailleurs frontaliers belgo-
luxembourgeois, qui paient leurs impôts, en ce compris les centimes
additionnels à l'IPP, au Grand-Duché de Luxembourg, en vertu de la
convention belgo-luxembourgeoise préventive de la double imposition de
1970.

Plusieurs questions sont régulièrement soulevées depuis l'annonce de
cette information. Selon certaines sources, l'accord conclu ne porterait
que sur une période de trois ans. Qu'en est-il? Quel est le montant
destiné aux communes? Selon quels critères le montant sera-t-il réparti
entre ces communes? Tiendra-t-on compte du revenu des frontaliers
résidant dans la commune? Ou s'oriente-t-on vers un forfait? Le
montant destiné aux communes sera-t-il constant ou dégressif? A
02.01 Joseph Arens (PSC): Op 14
december 2001 werd in het
Groothertogdom Luxemburg een
akkoord ondertekend dat een
aantal problemen regelt, waaronder
dat van de inkomstenderving van de
gemeenten waar Belgisch-
Luxemburgse grensarbeiders
wonen die belastingen in het
Groothertogdom betalen (met
inbegrip van de opcentiemen voor
de personenbelasting). Is het waar
dat dit akkoord maar drie jaar
geldig is? Welk bedrag is bestemd
voor de gemeenten? Volgens welke
criteria zal het onder de gemeenten
worden verdeeld? Zal het inkomen
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
partir de quelle année pourrons-nous inscrire un montant au budget de
ces communes? Le budget initial est-il indexé ou non?

Voilà différentes questions, monsieur le ministre, concernant cet
accord belgo-luxembourgeois.
van de grensarbeiders die in de
gemeente wonen hierbij een rol
spelen of wordt het een forfaitair
bedrag? Zal het bedrag dat voor de
gem eenten is bestemd constant of
degressief zijn? Vanaf welk jaar
kan een bedrag op de begroting van
die gemeenten worden
ingeschreven? Wordt het
oorspronkelijke bedrag
geïndexeerd?
02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, à nouveau, je
rassurerai M. Arens. Depuis de nombreuses années, on attendait qu'un
tel accord puisse enfin intervenir. Voilà qui est fait. Il ne faut pas créer
de nouvelles inquiétudes pour le plaisir.

Je puis donc vous confirmer que le nouvel accord belgo-
luxembourgeois, signé à Bruxelles le 14 décembre dernier, n'est pas
limité dans le temps. Les informations selon lesquelles il ne porterait
que sur une période de trois ans sont donc totalement erronées. Le
montant destiné aux communes correspond aux recettes fiscales que
les communes perdent actuellement du fait qu'un nombre important de
leurs résidents sont imposables au Grand-Duché.

Concrètement, le mécanisme suivant sera appliqué. L'administration
belge déterminera fictivement, sur la base des déclarations annuelles à
l`IPP, le montant des additionnels communaux que les communes
belges auraient pu percevoir si les revenus professionnels d'origine
luxembourgeoise avaient été imposables en Belgique. Ce montant fictif
d'additionnels communaux sera alors prélevé sur la compensation
attribuée par le Grand-Duché et versé aux communes concernées.

Ce nouveau mécanisme sera pour la première fois appliqué aux revenus
de l'année 2002, c'est-à-dire de cette année. Petit rappel pour les
municipalistes: lorsque l'on parle de l'exercice d'imposition, par
exemple 2003, il s'agit bien des revenus 2002. J'en profite pour le
rappeler, monsieur le président. J'ai constaté qu'un certain nombre de
bourgmestres qui ont décidé d'augmenter les impôts dans leur
commune ­ c'est un choix malheureux que je regrette, mais c'est une
compétence dépendant de l'autonomie communale ­ ont
manifestement eu un petit problème d'interprétation en faisant savoir à
l'administration fiscale que pour l'exercice 2001, ces impôts
augmentaient. Il s'agit donc des revenus 2000. C'est ce qui est en train
de se passer. J'ai même constaté qu'un bourgmestre envoyait à tous
ses administrés un document leur demandant d'introduire des recours
contre l'application de la décision qu'il avait lui-même prise d'augmenter
les impôts, en se trompant peut-être dans l'analyse de ce qu'est un
exercice fiscal. Cela peut arriver au meilleur d'entre nous puisque nous
avons même connu ce réflexe malheureux au sommet de certaines de
nos assemblées.

Le deuxième réflexe, plus heureux, a été de demander à
l'administration fiscale de rectifier dans les temps, c'est-à-dire avant le
démarrage des procédures de l'exercice fiscal 2001, les revenus de
l'année 2000, soit au milieu de l'année. Evidemment, la situation s'en
trouve compliquée lorsqu'en 2002, au moment de l'envoi des
avertissements-extraits de rôle, on vient regretter d'avoir mal
communiqué une décision l'année précédente.

Je profite de l'occasion pour vous signaler qu'il s'agit d'un débat
02.02 Minister Didier Reynders:
Dit lang verwachte akkoord is niet
beperkt in de tijd. Het heeft geen
zin de bevolking nodeloos te
verontrusten.

Het voor de gemeenten bestemde
bedrag stemt overeen met de
fiscale ontvangsten die de
gemeenten op dit ogenblik verliezen
omdat een groot aantal van hun
inwoners belastingplichtig is in het
Groothertogdom. Op basis van de
jaarlijkse aangiften in de
personenbelasting zal de Belgische
administratie fictief het bedrag van
de gemeentelijke opcentiemen
bepalen die de gemeenten zouden
ontvangen als de
beroepsinkomsten vanuit
Luxemburg in België zouden
worden. Dat fictieve bedrag van
gemeentelijke opcentiemen zal dan
worden afgehouden van de
compensatie die door het
Groothertogdom wordt betaald en
zal aan de betrokken gemeenten
worden toegekend.Dit nieuwe
mechanisme zal voor het eerst
worden toegepast op de inkomsten
van 2002 (aanslagjaar 2003).

Er is uiteraard een verschuiving van
een jaar waarop ik de aandacht van
de verdedigers van de
gemeentebelangen wil vestigen.
Een burgemeester is zelfs zo ver
gegaan dat hij aan zijn inwoners
heeft gevraagd protest aan te
tekenen tegen zijn eigen beslissing
om de opcentiemen te verhogen!

Het aandeel dat aan elke gemeente
toekomt kan dus worden gestort
vanaf het tweede semester van
2004. De forfaitaire compensatie
van Luxemburg wordt vanaf 2005
geïndexeerd, maar dat zal geen
invloed hebben op het bedrag dat
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
municipal. Et il existe une solution très simple: il suffit que pour l'année
prochaine, ces mêmes communes diminuent l'impôt. On restituera dès
lors aux contribuables le montant pratiquement équivalent à celui de
l'année précédente. Et ensuite elles pourront décider, si elles le
veulent, de réaugmenter cet impôt. Mais dans l'intervalle, elles auront
eu une période de réflexion, pendant laquelle elles auront vu la réaction
de leurs concitoyens apprenant qu'il y avait une diminution d'impôts.
Puis, le choix d'autonomie interviendra: est-il préférable d'augmenter ou
de diminuer l'impôt? Je crois que la question pourrait se poser par
consultation. Je sais que dans les communes, on peut organiser une
consultation populaire, sans que celle-ci ait une valeur décisionnelle.

Donc, il s'agit bien de l'exercice d'imposition 2003, revenus 2002.
Tenant compte du délai normal d'imposition, qui expire le 30 juin de
l'année qui suit l'exercice d'imposition, la quote-part revenant à chaque
commune pourra donc être versée aux communes dès le second
semestre 2004.

La compensation forfaitaire versée par le Luxembourg sera indexée à
partir de l'année 2005. Cette indexation n'aura évidemment pas
d'influence sur le montant individuel d'une commune, puisqu`il est
calculé ­ je l'ai dit ­ en fonction des déclarations à l'IPP, mais elle
permettra de correspondre davantage à l'ensemble des demandes des
communes.

Monsieur le président, je me suis réjouis que l'on ait pu aboutir à cet
accord dans le cadre des négociations d'ensemble avec nos collègues
grand-ducaux, car il va effectivement permettre de régler un problème
pendant depuis très longtemps, sans limitation dans le temps et avec
une capacité d'opérer les premiers versements dès l'exercice
budgétaire 2004, correspondant à l'exercice fiscal 2003, et donc aux
revenus 2002.

En d'autres termes, les communes bénéficieront déjà d'une part de
l'imposition sur les revenus que proméritent leurs habitants depuis le
début de cette année.
aan de gemeenten wordt gestort.
Dit wordt jaarlijks bepaald op basis
van de aangiften van de
personenbelasting.
02.03 Josy Arens (PSC): Monsieur le président, je remercie le ministre
pour ces précisions, dont certaines me semblent très importantes.

Concrètement, dans ces communes, on peut donc s'attendre au
document en provenance du ministère des Finances concernant la
formation des budgets communaux, document qui reprendra, pour
l'exercice 2004, cette partie de l'impôt.

Je vous remercie infiniment pour tout ce que vous avez obtenu dans
cette négociation car il est vrai que cela fait un certain temps que l'on
se bat pour aboutir. Voilà qui est fait.

Et ainsi que je l'ai déjà signalé, je crois que je peux m'engager plus
avant dans l'acquisition des pierres pour la statue.
02.03 Joseph Arens (PSC): We
kunnen het document dus
verwachten in 2004. Dat is goed
nieuws.
02.04 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je confirme,
comme je l'ai fait à l'intention d'autres membres de la Chambre, que je
suis disponible pour l'inauguration de cette statue.
02.05 Josy Arens (PSC): Toute plaisanterie mise à part, lorsqu'on sait
que dans certaines communes, 60% des habitants travaillent au Grand-
Duché de Luxembourg, la situation devient totalement ingérable.
02.05 Josy Arens (PSC): Ik wijs er
op dat het in sommige
grensgemeenten 60 procent van de
bevolking betreft.
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de ambtenaren met een
contract van bepaalde duur" (nr. 6877)
03 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "les fonctionnaires disposant d'un
contrat à durée déterminée" (n° 6877)
03.01 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 19 februari 2002 heb ik hier een mondelinge vraag gesteld
omtrent de hachelijke positie van de ambtenaren met een contract van
bepaalde duur. Naar verluidt gaat het over een achthonderdtal mensen.
U hebt toen een antwoord gegeven dat mij bevrediging schonk en dat ik
even letterlijk citeer: "Wegens het chronische personeelstekort binnen
het ministerie van Financiën om over voldoende personeel te
beschikken heb ik dan ook gevraagd om een alternatieve oplossing te
vinden, met name het behouden van de contractuele ambtenaren. Als
het mogelijk is behouden wij de huidige situatie, maar ik wacht nog wel
op het advies van de inspecteur van Financiën om dit standpunt officieel
te maken. Ik zal u zeker op de hoogte houden van de vorderingen in het
dossier. Ik hoop dat er in de loop van de volgende dagen of weken een
klaar en duidelijk antwoord kan worden gegeven. Ik probeer om met de
huidige contractuele ambtenaren te kunnen verder werken."

Ik vond dit dus een heel goed antwoord en wij waren nieuwsgierig naar
het vervolg. Is er ondertussen al een vervolg gekend dat klaar en
duidelijk is?
03.01 Dirk Pieters (CD&V) Près
de 800 fonctionnaires des Finances
se trouvent dans une situation
précaire, avec un contrat à durée
déterminée. Lorsque j'ai questionné
le ministre à ce propos en février, il
m'a répondu que ces contractuels
sont indispensables à l'heure
actuelle, eu égard à la pénurie de
personnel. Il attendait encore un
avis de l'inspecteur des Finances.

Cet avis a-t-il déjà été rendu? Le
ministre peut-il apporter des
précisions aux contractuels?
Pourront-ils continuer à travailler?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik kan de heer
Pieters meedelen dat de contractuelen die bij het ministerie van
Financiën voorzien in de vervanging van personeelsleden in
loopbaanonderbreking in dienst kunnen blijven. Naar aanleiding van de
begrotingscontrole 2002 hebben de inspecteur van Financiën en mijn
collega van Begroting ingestemd met mijn verzoek om deze ongeveer
800 contractuelen in dienst te houden, gezien de functionele noodzaak
ervan. Enkel de vrijwillige ontslagen zullen niet kunnen worden
vervangen.

Wij kunnen dus blijven werken met alle contractuelen, maar als tot
vrijwillige ontslagen moet worden overgegaan, is het onmogelijk om een
vervanging te doen. Maar het was zeer nuttig om dat te preciseren. Het
was in feite een vraag van de heer Pieters, maar gedurende de
begrotingscontrole was het mogelijk een akkoord te krijgen van de
inspectie van Financiën en mijn collega van Begroting om dat te doen.
03.02 Didier Reynders, ministre:
Les contractuels qui remplacent au
ministère des Finances des agents
en interruption de carrière peuvent
rester en service. L'Inspection des
Finances et le ministre du Budget
ont donné le feu vert concernant
ces fonctionnaires indispensables.
Seuls les départs volontaires ne
pourront donner lieu à un
remplacement.
03.03 Dirk Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord, alsook voor de inspanningen die u hebt geleverd om dit
dossier effectief tot een goed einde te brengen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de M. Richard Fournaux au ministre de l'Intérieur sur "le paiement du précompte
immobilier aux communes" (n° 6883)
04 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de betaling
van de onroerende voorheffing aan de gemeenten" (nr. 6883)
04.01 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le président, monsieur le
ministre, on aborde à nouveau un problème municipal rencontré entre
autres par une commune qui diminue ses impôts! Si d'aventure votre
réponse devait être positive, on pourrait imaginer de vous ériger une
04.01 Richard Fournaux (PSC):
Veel gemeenten zijn bezorgd over
de vertraging waarmee de
personenbelasting en met name de
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
statue dans un quartier connu de la ville, pas au bord de l'eau mais au
pied d'un rocher!

Monsieur le ministre, vous vous souviendrez qu'il y a quelque temps
déjà, je m'étais permis de vous poser une question relativement à la
rétrocession par le ministère des Finances de l'impôt additionnel aux
personnes physiques. A l'époque, vous m'aviez rassuré. Aujourd'hui, je
me permets de soulever la même problématique mais concernant le
précompte immobilier.

Le sujet est délicat car il faut le mettre en parallèle avec les directives
qu'un autre niveau de pouvoir prend, à savoir les régions, vis-à-vis de la
manière avec laquelle les communes doivent préparer leur budget. Il y a
quelques années, on avait essayé de faire en sorte que la préparation
des budgets communaux colle plus à la réalité des perceptions à
l'impôt des personnes physiques ou au précompte immobilier; en ce
sens, on avait «corrigé» la ligne du 173X.

Depuis lors, tout cela a été modifié, notamment dans les directives de
la tutelle. En l'occurrence, je parle pour la Région wallonne car je ne
sais pas ce qui se passe au niveau de la Région bruxelloise et de la
Région flamande. En Région wallonne, le ministre de tutelle a admis un
peu de souplesse dans la manière avec laquelle il fallait interpréter
l'inscription ou le montant prévu à la ligne du 173X en matière de
recettes au précompte immobilier pour les communes.

Outre le fait de cette interprétation qui a un peu changé au niveau de la
Région wallonne, notamment pour permettre aux communes de faire
face à certaines difficultés liées à des augmentations de charges qui
leur sont imputées par d'autres niveaux de pouvoir comme le pouvoir
fédéral, ce qui me fait réagir, c'est que dans ma commune et dans
d'autres communes de ma province et de mon environnement
immédiat, les bourgmestres et surtout les échevins des Finances se
plaignent du retard apporté au return vers les communes en matière de
perception du précompte immobilier.

Au début de cette année est paru dans un journal bien connu, un article
intitulé: «Les communes sur la paille». Il s'agissait des communes
bruxelloises. Différents bourgmestres étaient interrogés. Le premier
d'entre eux, c'était celui d'Anderlecht, un homme que vous connaissez
bien. Il déclarait: «Nous n'avons toujours pas reçu le précompte
immobilier de 2001 (16 millions d'euros). Il paraît que nous détenons le
record historique du retard.»

En conclusion, je voudrais vous poser la question de savoir ce qu'il en
est en termes statistiques? Quelles mesures comptez -vous prendre ou
avez-vous prises pour tenter de rencontrer cette difficulté?

Si d'aventure mes informations n'étaient pas correctes, à tout le moins,
une clarification s'impose.
onroerende voorheffing wordt
doorgestort, wat de gemeenten in
moeilijkheden extra benadeelt.
Volgens u moest al het mogelijke
worden gedaan om dit te verhelpen,
maar dat is niet het geval.

Sommige Brusselse
burgemeesters van gemeenten in
moeilijkheden klagen over de
vertraging die in één geval zelfs een
record heeft bereikt.
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je
souhaiterais faire deux remarques préalables. La première, c'est que
l'usage du mot « retard » dans cette matière ne peut réellement
intervenir que lorsque l'on dépasse le 30 juin de l'année suivant
l'exercice fiscal. Je sais que l'on ne cesse de parler de retard parce
qu'il y aurait un décalage par rapport à la pratique d'une année
antérieure. Nous sommes toujours, encore aujourd'hui, largement en
avance sur le délai légal fixé qui est le 30 juin suivant l'exercice fiscal.

La deuxième remarque, c'est qu'en ce qui concerne la situation des
04.02 Minister Didier Reynders:
In de eerste plaats moet ik
verduidelijken dat het woord
'vertraging' alleen mag worden
gebruikt na 30 juni van het volgende
belastingjaar. We zijn dus nog ruim
op tijd. Bovendien krijgen de
gemeenten voorschotten.

Sinds 20 november 2001 zijn alle
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
communes, le problème des enrôlements à l'impôt des personnes
physiques s'est posé également en parallèle. Je rappelle, pour ne pas
qu'il y ait de doute dans les prochaines semaines, que nous travaillons
cette année comme l'année dernière avec des avances versées aux
communes.

Il n'y a donc aucun retard dans le cadre des versements aux
communes; au contraire, juridiquement nous sommes toujours en
avance sur les délais ultimes qui sont ceux du 30 juin. De plus, en
trésorerie, nous versons des avances et nous ne les récupérons au
bénéfice de l'Etat qu'a posteriori. De ce point de vue, je crois que les
choses devaient être précisées.

Cela étant, depuis le 20 novembre 2001, toutes les impositions
relatives à des biens immobiliers sis sur le territoire des communes de
la Région wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale ont été
établies.

Les perceptions effectuées au profit des communes de la Région
wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale au cours de l'année
budgétaire 2001 par l'administration du recouvrement en matière de
centimes additionnels au précompte immobilier s'élevaient à
851.512.764,73 euros contre 850.688.004,95 euros au cours de l'année
budgétaire 2000. On peut constater que fin février 2002, la situation
s'était encore nettement améliorée. En effet, les perceptions effectuées
au profit des communes de la Région wallonne et de la Région de
Bruxelles-Capitale au cours des mois de janvier 2002 (liquidation en
février 2002) et de février 2002 (liquidation en mars 2002) s'élevaient
respectivement à 249.580.446,15 euros et 38.921.997,83 euros.

Par conséquent, je ne peux que me réjouir des résultats obtenus par
les administrations fiscales vu que toutes les impositions relatives à
des biens immobiliers sis sur le territoire des communes de la Région
wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale ont pu être établies plus
de sept mois avant l'expiration du délai ordinaire d'imposition fixé à
l'article 359 du Code des impôts sur les revenus 1992, ceci grâce à un
suivi ponctuel des différentes étapes à parcourir en la matière et une
plus grande conscience de chacun des intervenants.

En ce qui concerne l'exercice d'imposition 2002, je peux vous garantir
que les services concernés mettent déjà tout en oeuvre afin que les
diverses opérations relatives à l'établissement du précompte immobilier
se déroulent le plus normalement possible, ceci malgré le passage à
l'euro qui a nécessité l'adaptation de nombreux fichiers.

Plus particulièrement pour votre commune, à savoir Dinant, j'ai le plaisir
de constater que depuis le 5 novembre 2001, tous les travaux
d'enrôlement relatifs à l'exercice d'imposition 2001 sont terminés. Les
premières impositions ont pu être établies dès le 18 juin 2001 et les
premières recettes relatives à l'exercice d'imposition 2001 ont déjà pu
être enregistrées dès le mois d'août 2001. Nous sommes donc dans
des délais raisonnables.

Je termine en disant que le débat reste ouvert: comment stabiliser le
mieux possible les flux financiers entre les différents niveaux de
pouvoir? De l'Etat vers les communes? A travers les paiements que les
régions doivent effectuer? Je vous rappelle que nous avons créé une
nouvelle section du Conseil supérieur des Finances qui est chargée
d'examiner ce type de relation entre les différents niveaux de pouvoir.
J'espère qu'il sera possible de garantir dans l'avenir, une alimentation
financière stable des communes.
aanslagen met betrekking tot
onroerend goed gelegen op het
grondgebied van de gemeenten van
het Waals Gewest en van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
gevestigd.

Voor het begrotingsjaar 2001
bedroegen de heffingen inzake
onroerende voorheffing ten bate van
de gemeenten van het Waals
Gewest en van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest 851,5
miljoen euro tegenover 850,6
miljoen euro in 2000.

Eind februari 2002 was de toestand
nog beter: voor de maanden januari
en februari 2002 werd
respectievelijk 249,5 miljoen euro
en 38,9 miljoen euro geïnd.

Alle aanslagen met betrekking tot
onroerende goederen die zich in het
Waalse of het Brusselse Gewest
bevinden, werden meer dan 7
maanden voor het einde van de
aanslagtermijn gevestigd. Voor het
aanslagjaar 2002 zetten de
diensten alles in het werk zodat de
onroerende voorheffing op de meest
normale manier wordt gevestigd, en
dit ondanks de overgang naar de
euro. Wat Dinant betreft, is de
inkohiering voor het aanslagjaar
2001 afgesloten sedert 5 november
2001. De eerste aanslagen werden
al vanaf 18 juni 2001 gevestigd en
de eerste ontvangsten werden vanaf
augustus 2001 geboekt. De vraag
is echter hoe de geldstromen
tussen de verschillende
bevoegdheidsniveau's maximaal
kunnen worden gestabiliseerd. Wij
storten enkel aan de gemeenten
wat door de belastingplichtigen
werd betaald. Er kan niet eindeloos
met voorschotten worden gewerkt
aangezien wettelijke termijnen in
acht moeten worden genomen. De
overheid behoudt die middelen niet
vermits zij de volgende maand aan
de gemeenten worden doorgestort.
Het is dus een organisatorische
kwestie.
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Mais, dans un cas comme celui-ci, je ne veux pas de confusion: nous
ne versons aux communes que des montants qui ont été payés par les
contribuables. Dans un certain nombre de cas, on nous demande de
faire payer encore beaucoup plus vite les contribuables. Il existe des
délais légaux. Cela ne me préoccupe pas que l'on fasse en sorte de
payer le plus tard possible mais il ne faudrait pas non plus exiger
systématiquement des paiements de plus en plus anticipés. En
d'autres termes, l'Etat ne conserve pas les moyens financiers dus aux
communes. L'Etat perçoit ces précomptes immobiliers et les reverse
en général le mois suivant vers les communes. C'est une question
d'organisation du travail de perception puis de liquidation vers les
communes. Si vous avez pu avoir une inquiétude au début du mois de
janvier, je pense que la plupart des échevins des finances savent
maintenant que les versements sont intervenus essentiellement en
février et en mars et que nous sommes à jour en la matière. On tentera
de maîtriser encore mieux la situation pour l'exercice 2002.
04.03 Richard Fournaux (PSC): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous remercie pour votre réponse.

Monsieur le ministre, je ne voudrais pas que l'on instaure ici un débat
opposant les communes et le «méchant» Etat fédéral qui refuse
d'apporter son aide aux communes. La question n'est pas là.

Toutefois, je pense fondamentalement qu'un certain nombre de
communes et les niveaux de pouvoir qui leur sont les plus proches, à
savoir la Région wallonne, notamment pour les matières financières, et
le Centre régional d'aide aux communes (le CRAC) en charge des
plans d'assainissement, ont des divergences d'opinion quant à la
manière dont il faut prévoir les recettes. Ainsi, par exemple, avec la
ligne du 173X, pour boucler leur budget, certaines communes
augmentaient les prévisions en matière de recettes et puis
culpabilisaient l'Etat fédéral en dénonçant des retards de paiement.
Pour mettre fin à ce système, on s'était mis d'accord, sous la
précédente législature, sur une manière de «lisser» la façon dont on
interprétait les données en prévoyant, notamment des dates limites
pour l'inscription des montants réellement à prévoir en recettes. Il ne
s'agissait donc plus de montants estimatifs. Or, je remarque que
depuis 2 ou 3 ans, à cause des difficultés qu'elles rencontrent, les
communes ont tendance à anticiper et donc à retomber dans l'ancien
système. Vous le savez mieux que moi. Pour ma part, je sors d'une
réunion sur la réforme des polices qui se tenait au cabinet du premier
ministre et je peux vous dire que l'on en parle toujours. A terme, cela
serait tout à fait regrettable pour la gestion de l'assainissement des
finances communales qui ont, on le sait, un impact au niveau
européen. Toute cette problématique doit être prise au sérieux et ne
peut être laissée pour compte ou sous la seule responsabilité des
communes.

Mon discours vise donc à plaider, monsieur le ministre, pour que soient
à nouveau réunis autour d'une table les Régions et éventuellement
certains représentants des communes pour voir comment remettre en
place un système cohérent ne laissant pas de place à l'interprétation.
04.03 Richard Fournaux (PSC):
Ik wil geen polemiek voeren, maar
ik ben ervan overtuigd dat sommige
gemeenten een problematische
relatie hebben met de toeziende
overheid en het Gewestelijk
Centrum voor hulp aan de
gemeenten, wat te maken heeft
met de manier waarop de
ontvangsten worden ingeschat. In
het verleden schatten sommige
gemeenten hun verwachte
ontvangsten te hoog in, waardoor
zij in een uiterst moeilijke situatie
terechtkwamen.

Sommige gemeenten kampen
momenteel met moeilijkheden en
trachten nog altijd dergelijke
praktijken toe te passen, wat de
sanering van de gemeentelijke
financiën zeker niet ten goede
komt.

Ik pleit er dan ook voor dat de
minister het initiatief zou nemen om
overleg tussen de gemeenten en
Gewesten tot stand te brengen
zodat verkeerde interpretaties
kunnen worden voorkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Olivier Chastel au ministre des Finances sur "la recommandation générale du
Collège des médiateurs fédéraux visant à l'extension du champ d'application de l'article 143, 2° du
CIR92" (n° 6866)
05 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister van Financiën over "de algemene
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
aanbeveling van het College van de federale ombudsmannen houdende uitbreiding van het
toepassingsgebied van artikel 143, 2° van het WIB92" (nr. 6866)
05.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les interventions financières à charge du Trésor public
destinées aux personnes handicapées ne sont pas prises en
considération pour la détermination du montant net des moyens
d'existence, ces personnes pouvant être déclarées fiscalement à
charge d'autres contribuables.

Lorsqu'elles atteignent l'âge légal de la pension, les personnes
handicapées sont susceptibles de percevoir une garantie de revenu aux
personnes âgées, la GRAPA, en lieu et place de leurs allocations pour
personnes handicapées. Cette garantie de revenu, au contraire des
autres allocations, n'étant pas prise à l'article 143, §2 du CIRE qui
énumère les revenus n'intervenant pas dans la déclaration des moyens
d'existence, est dès lors considérée comme un revenu imposable et
ce, alors que la situation familiale et les frais médicaux des intéressés
n'ont nullement changé à l'âge précis de la pension. L'octroi de la
GRAPA peut ainsi entraîner une diminution conséquente des revenus
nets disponibles. Pour remédier à cette situation, le Collège des
médiateurs fédéraux recommande, dans son rapport 2001, d'étendre
les dispositions de l'article en question à la garantie de revenu aux
personnes âgées octroyée aux personnes handicapées.

Quel est l'avis de l'administration et celui du minis tre sur la
recommandation du Collège des médiateurs fédéraux?
05.01 Olivier Chastel (MR):
Financiële tegemoetkomingen die
door de Schatkist aan
gehandicapten worden toegekend,
worden niet meegerekend bij de
vaststelling van het nettobedrag van
de bestaansmiddelen. Deze
gehandicapte personen kunnen
fiscaal ten laste zijn van andere
belastingplichtigen. Wanneer ze de
pensioengerechtigde leeftijd
bereiken, komen deze
gehandicapten in aanmerking voor
een inkomensgarantie voor ouderen
(IGO). De IGO vervangt dan de
tegemoetkoming voor
gehandicapten. In tegenstelling tot
de andere uitkeringen werd de
inkomensgarantie voor ouderen niet
opgenomen in artikel 143, 2° van
het WIB 92, waarin de
geldmiddelen opgesomd worden die
niet meegerekend hoeven te
worden in de aangifte van de
bestaansmiddelen, en wordt ze als
een belastbaar inkomen
aangemerkt. Een en ander kan
leiden tot een reële daling van het
beschikbare netto inkomen. Om
hier wat aan te doen formuleert het
College van de federale
ombudsmannen de aanbeveling om
de inkomensgarantie voor
gehandicapte ouderen op te nemen
in artikel 143, 2°, WIB 92.Wat is
uw standpunt hierover?
05.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je comprends
cette préoccupation à partir de la remarque du Collège des médiateurs
fédéraux. Mais un premier examen réalisé par mon administration
démontre qu'une adaptation de la législation fiscale dans le sens
préconisé, notamment par ce collège, risque d'entraîner des
discriminations à l'égard, d'une part, des bénéficiaires non handicapés
de la GRAPA et, d'autre part, des bénéficiaires d'une pension de
retraite.

Dans ce contexte, je ne pense pas qu'il soit utile de suivre l'avis du
Collège des médiateurs fédéraux concernant une adaptation réservée à
une catégorie de bénéficiaires de la GRAPA. En outre, compte tenu de
ce qu'une modification de l'article 143, 2° du Code des impôts sur les
revenus 1992 n'entraînant aucune discrimination génèrerait des
conséquences budgétaires importantes, il m'apparaît prématuré
d'exclure la GRAPA, octroyée aux personnes handicapées ou de façon
générale, du montant net des ressources.

A ce jour, il y a deux réponses très simples. La proposition formulée
par le Collège des médiateurs se heurte à une objection de
discrimination entre catégories de personnes se trouvant dans des
05.02 Minister Didier Reynders:
Een aanpassing van de
belastingwetgeving in de zin van de
aanbeveling van het College van de
federale ombudsmannen zou tot
discriminaties van niet-
gehandicapte gerechtigden van de
IGO enerzijds en van de
gerechtigden op een rustpensioen
anderzijds kunnen leiden.

Aangezien een wijziging van het
artikel 143, 2° van het WIB 92
bovendien budgetaire implicaties
zou hebben die momenteel
onhaalbaar zijn, lijkt het mij
voorbarig de IGO die gehandicapten
ontvangen niet mee te rekenen bij
de vaststelling van de netto-
inkomsten.
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
situations très proches. La deuxième réponse a une raison budgétaire.
Il s'agit de voir dans quelle mesure un montant important peut être
exclu de l'ensemble des ressources et donc du prélèvement fiscal.
Pour l'instant, il n'y a pas d'orientation en ce sens au sein du
gouvernement.
05.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, j'adhère aux
objections tant de principe que budgétaires. En ce qui concerne les
objections de principe, la discrimination envers les autres bénéficiaires
de la GRAPA est claire et le fait de faire des adaptations réservées à
une catégorie n'est pas sain dans un système tel que celui-là. Mais
l'administration fiscale ne peut-elle pas réfléchir à une autre formule?
Doit-on pour autant obliger les personnes qui atteignent cette pension à
l'âge requis pour bénéficier de la GRAPA, à souffrir de cette diminution
d'un revenu net? L'administration fiscale ne peut­elle imaginer un
service qui n'engendrerait pas de discrimination envers tous ceux qui
bénéficient de cette allocation de survie?
05.03 Olivier Chastel (MR): Ik heb
begrip voor uw principiële en
budgettaire bezwaren.

Kan de belastingadministratie geen
andere oplossing overwegen om
discriminatie en inkom ensdaling te
voorkomen?
05.04 Didier Reynders, ministre: C'est un sujet qui mériterait un
débat plus large, puisqu'il concerne un certain nombre de mesures
fiscales. Je voudrais faire une simple remarque: je comprends le
raisonnement, mais il faut aussi pouvoir l'expliquer à ceux qui
bénéficient d'une pension et qui ne bénéficieraient pas des mêmes
dispositions.
05.05 Olivier Chastel (MR): Oui, mais qui n'ont pas bénéficié durant
leur vie d'allocations leur permettant de vivre sereinement avec un
handicap. Vous devez tout de même admettre que l'explication est
logique.
05.06 Didier Reynders, ministre: Mais on peut se poser la question
de savoir si, lorsqu'on arrive à peu près au même niveau de prestation,
l'on doit nécessairement favoriser fiscalement les montants perçus
sans paiement de cotisations par rapport aux montants perçus après
paiement de cotisations pendant une carrière professionnelle. Je suis
pour le moins réservé quant à cette question.

Je pense toutefois que des débats interviendront prochainement,
notamment à propos des pensions les plus faibles dans le secteur des
indépendants. Car lorsqu'on compare les situations, il faut être très
prudents avant d'imaginer un avantage fiscal dont ne profiteraient pas
l'ensemble des personnes se trouvant dans le même type de situation,
qu'ils bénéficient de la même allocation ou d'un autre système ­ je
pense aux pensions de retraite ­, en y ajoutant cette considération que
dans un cas, le paiement est lié à des cotisations antérieurement
perçues et dans l'autre, pas. Renforcer le déséquilibre à travers un
avantage fiscal est une technique pour le moins délicate.

Cela dit, l'harmonisation des statuts qui est en préparation et qui
interviendra tant entre ouvriers et employés qu'entre salariés et
indépendants, veillera à ce que petit à petit la démarche soit suivie
d'effets.
05.06 Didier Reynders, ministre:
We zouden dit moeten kunnen
uitleggen aan hen die geen toeslag
ontvingen. Kunnen wij de sommen
waarop geen bijdrage werd geheven
fiscaal bevoordelen ten opzichte
van de sommen waarop vooraf een
bijdrage werd ingehouden? Ik meen
van niet. In het kader van de
harmonisering van de statuten
zullen wij hierop terugkomen in
verband met de pensioenen in die
sectoren waar de zelfstandigen het
het moeilijkst hebben
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "het belastingkrediet
voor gehandicapte kinderen ten laste" (nr. 6796)
06 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "le crédit d'impôt pour les
enfants handicapés à charge" (n° 6796)
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
06.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag
is eenvoudig, maar de oplossing kan niet onmiddellijk in de wet worden
teruggevonden.

Vorig jaar werd hier in het Parlement de hervorming van de
personenbelasting goedgekeurd, die onder meer bepaalt dat met ingang
van dit jaar gezinnen die geen of te weinig belasting betalen om de
belasting voor kinderen ten laste te kunnen uitputten het saldo
uitbetaald krijgen via het zogenaamde belastingkrediet, althans voor
zover het een bedrag van 250 euro niet overschrijdt.

Voor de berekening van de belastingvrije toeslagen bepaalt artikel 132
van het WIB dat een gehandicapt kind voor twee kinderen telt. Vraag is
of ouders van gehandicapte kinderen recht zullen hebben op een
belastingkrediet dat het dubbele van het wettelijke maximum bedraagt,
dus tweemaal 250 euro maximum, dan wel maar 250 euro. Wij hebben
de indruk dat het naar het dubbele gaat ­ naar het maximum van 500
euro ­ maar de wet is terzake niet duidelijk. Vandaar mijn vraag.
06.01
Peter Vanvelthoven
(SP.A): A partir de cette année, le
solde de la réduction d'impôts pour
enfants à charge que ne peuvent
épuiser les ménages qui ne paient
pas d'impôts ou pas assez pour
cela sera remboursé à ces
derniers, pour autant qu'il ne
dépasse pas les 250 euros.

Les parents d'enfants handicapés
auront-ils donc également droit à
un crédit d'impôt équivalent au
double du maximum légal?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Vanvelthoven, heel wat
kinderrijke gezinnen kunnen de toeslag op de belastingvrije som voor
kinderen ten laste niet ten volle genieten omdat hun inkomsten te laag
zijn. Om dit euvel te verhelpen is door de wet van 10 augustus 2001
houdende de hervorming van de personenbelasting, vanaf aanslagjaar
2003, inkomsten van het jaar 2002, een nieuwe regeling ingevoerd
waarbij het deel van de belastingvrije som dat op de kinderlast
betrekking heeft en dat niet kan worden aangerekend wegens de
ontoereikendheid van de inkomsten, wordt omgezet in een
terugbetaalbaar belastingkrediet met een maximum van 250 euro. Dit is
het bedrag vóór indexering, maar er is nu een herindexering voor
kinderen ten laste. Aangezien de heer Leterme niet aanwezig is, is het
niet noodzakelijk dit te herhalen.

Wat de toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste
betreft, bepaalt het tweede lid van artikel 132 van het WIB 1992 dat
kinderen die als gehandicapt worden aangemerkt voor twee kinderen
worden gerekend. Rekening houdend met de bedoeling van de wetgever
zal worden aangenomen dat de als gehandicapt aangemerkte kinderen
voor de eventuele beperking van het terugbetaalbaar belastingkrediet
eveneens voor twee mogen worden gerekend. Het is klaar en duidelijk
dat mijn administratie naar dergelijke interpretatie gaat in de toepassing
van de nieuwe wet van augustus 2001.
06.02 Didier Reynders, ministre:
La loi du 10 août 2001 portant
réforme de l'impôt des personnes
physiques instaure, à partir de
l'exercice fiscal 2003, une nouvelle
réglementation. La quotité du
revenu exemptée d'impôts qui
concerne la charge d'enfants et qui
n'est pas imputable, en raison du
niveau trop élevé des revenus, est
transposée en un crédit d'impôt
remboursable d'un maximum de
250 euros (avant indexation) par
enfant à charge.

Les enfants handicapés comptent
double, même pour la limite du
crédit d'impôt remboursable.
06.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, dat is een
voldoeninggevend antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "het gebruik van
landbouwvoertuigen bij vrijwilligerswerk op de openbare weg" (nr. 6821)
07 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "l'utilisation de véhicules
agricoles dans le cadre d'activités de bénévolat sur la voie publique" (n° 6821)
07.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, het is geen
groot probleem maar wel een stok achter de deur waarmee een aantal
verenigingen, niet alleen carnavalsverenigingen, te maken krijgen. Het
gebeurt regelmatig dat landbouwers op vraag van bijvoorbeeld
voetbalverenigingen en carnavalsverenigingen bijspringen om hun tractor
ter beschikking te stellen. Dat gebeurt niet alleen voor
carnavalsoptochten. In Limburg had een voetbalvereniging onlangs een
07.01
Peter Vanvelthoven
(SP.A): Un véhicule agricole peut
rouler au gasoil de chauffage pour
les besoins de travaux agricoles.
Qu'en est-il toutefois des tracteurs
utilisés dans les cortèges
carnavalesques ou lors de récoltes
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
jeugdtoernooi waarvoor een wc -wagen vervoerd moest worden. Men had
een landbouwer gevraagd om dit met zijn tractor te doen. Hij kreeg
onderweg controle en liep een bekeuring op omdat hij met zogenaamde
rode diesel heeft gereden. Het is duidelijk dat landbouwers alleen rode
diesel mogen gebruiken voor het landbouwbedrijf. In de uitzonderlijke
gevallen waarin men zich ter beschikking stelt om verenigingen die op
vrijwillige basis iets organiseren bij te springen, weet ik niet of het nu
direct de bedoeling moet zijn om hard op te treden. Vandaar mijn vraag
aan u om enige duidelijkheid te scheppen. Is het nodig of nuttig om
landbouwers die voertuigen met rode diesel gebruiken op de openbare
weg ­ niet voor hun bedrijf maar wel voor verenigingen die
vrijwilligerswerk doen ­ een boete te geven?
de papier? L'agriculteur qui
participe à ces activités à titre
bénévole, est malgré tout passible
d'une amende infligée par
l'administration des Douanes et
Accises.

Le ministre a-t-il cons cience de ce
problème et contribuera-t-il à la
recherche d'une solution?
Qu'envisage-t-il?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Vanvelthoven, de situatie
waarnaar u verwijst valt binnen het toepassingsgebied van artikel 16 §2
e) van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de
accijnstarieven inzake minerale olie. Dit verleent een vrijstelling van
accijns voor minerale olie die onder andere uitsluitend wordt gebruikt
voor landbouwwerkzaamheden. Deze bepaling, aangevuld met die van
een ministerieel besluit en met een administratieve commentaar, die
werd opgesteld in samenwerking met de vertegenwoordigers van de
landbouwsector, verleent vrijstelling van accijns voor brandstof die
bestemd is voor landbouwtractors die occasioneel worden gebruikt voor
het trekken van wagens tijdens optochten en manifestaties van
algemeen belang. In die context lijkt mij dat aan uw bezorgdheid is
tegemoetgekomen. Misschien zal het mogelijk zijn om met een kopie
van het ministerieel besluit en de administratieve commentaar een klaar
en duidelijk antwoord te verschaffen. Ik meen dat we tot een algemene
toepassing van het ministerieel besluit en de administratieve
commentaar moeten komen voor de hele administratie.
07.02 Didier Reynders, ministre:
L'article 16, §2, e de la loi du 22
octobre 1997 prévoit une
exonération des droits d'accise en
cas d'utilisation d'huiles minérales
exclusivement pour des travaux
agricoles. Cette loi est complétée
par un arrêté ministériel et un
commentaire administratif, lesquels
prévoient également cette
exonération pour les véhicules
agricoles tractant
occasionnellement des voitures lors
de manifestations. Il n'y a donc pas
lieu de s'inquiéter.
07.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Wij zouden graag de omzendbrief ter
beschikking krijgen.
De voorzitter: Een zucht van verlichting.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "de inning van de
registratierechten bij niet verlijden van de authentieke akte" (nr. 6822)
08 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "la perception des droits
d'enregistrement en cas de non-passation de l'acte authentique" (n° 6822)
08.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, een onderhands compromis betreffende de verkoop van een
onroerend goed wordt over het algemeen gevolgd door het verlijden van
de authentieke akte bij de notaris. Op het ogenblik van het verlijden van
de authentieke akte wordt de eigendomsoverdracht ook tegenstelbaar
aan derden.

Tussen beide acties verlopen meestal een aantal maanden. Als ik me
niet vergis, bepaalt de wet dat het verlijden van de authentieke uiterlijk
binnen de vier maanden moet plaatsvinden. In de tussenperiode kan het
gebeuren dat zowel de koper als de verkoper, soms ook beiden, het
compromis niet meer willen honoreren en dat er niet wordt overgegaan
tot het verlijden van de authentieke akte. Tegenover derden stelt zich
geen probleem, want er is nooit een eigendomsoverdracht van het
onroerend goed geweest tenzij in uitzonderlijke omstandigheden.
08.01
Peter Vanvelthoven
(SP.A): La plupart du temps, lors
de la vente d'un bien immobilier,
plusieurs mois s'écoulent entre la
conclusion du compromis et la
passation de l'acte authentique. A
défaut d'un tel acte authentique, la
vente est réputée n'avoir pas eu lieu
pour les tiers. L'administration
fiscale peut malgré tout exiger le
paiement des droits
d'enregistrement.

La vente sous seing privé d'un bien
immobilier rend-elle les droits
d'enregistrement exigibles, même
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Desondanks kan de administratie op grond van de wet de
registratierechten eisen op basis van de onderhandse akte. Op dat
ogenblik neemt men aan dat er inderdaad een eigendomsoverdracht
heeft plaatsgevonden en dat er registratierechten verschuldigd zijn. De
administratie kan de betaling van de registratierechten niet alleen eisen
van de "onderhandse" koper, maar ook van de verkoper indien blijkt dat
de koper bijvoorbeeld insolvabel is. Dit kan leiden tot vervelende
situaties want het is mogelijk dat de verkoop niet kon doorgaan wegens
die insolvabiliteit van de koper.

Mijnheer de minister, ik had u dan ook een aantal vragen willen stellen.
Ten eerste, maakt de onderhandse verkoop van een onroerend goed de
registratierechten altijd opeisbaar, zelfs als er nooit een authentieke
akte is verleden? Ten tweede, kan de administratie de betaling eisen
van de verkoper zelfs indien de verkoop wordt ontbonden wegens
insolvabiliteit van de koper of indien de verkoopprijs wel wordt betaald
maar de koper financieel niet in staat is om na het betalen van de
verkoopprijs ook nog eens de registratierechten te betalen? Ten derde,
als dit inderdaad klopt, is het dan niet aangewezen om erover na te
denken of de verkoper moet worden opgezadeld met zware
registratierechten in die uitzonderlijke gevallen waarbij de verkoper
totaal geen schuld heeft aan het niet doorgaan van de verkoop of het
niet betalen van de registratierechten door de koper?
si l'acte authentique n'a jamais été
passé? Le cas échéant,
l'administration peut-elle en exiger
le paiement de l'acquéreur en cas
de dissolution de la vente en raison
de l'insolvabilité de l'acheteur ou
lorsque le prix de vente est payé
mais que l'acquéreur n'est plus en
mesure de payer les droits
d'enregistrement? Dans
l'affirmative, le ministre est-il
disposé à modifier la législation?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de belasting
bij verkoop van in België gelegen woningen ontstaat en kan worden
verhaald als de akte verleden is.

De verkoop kan echter ook worden afgesloten door wilsovereenkomst,
zonder enig schriftelijk bewijs: de regel van de autonomie van de
partijen bij contracten. Een geschreven document dient enkel als
bewijs.

De rechten zijn dan ook verschuldigd binnen de vier maanden na de
verkoop, op grond van de onderhandse akte als die aan de registratie
wordt voorgelegd, wat zelden gebeurt.

Voor het verstrijken van de termijn wordt de authentieke akte immers
meestal aan de registratie voorgelegd en er wordt dus uitsluitend geïnd
op de akte. De overeenkomst wordt door de administratie niet
opgevraagd.

Bovendien is het niet mogelijk rekening te houden met elementen van
onvermogen die na het sluiten van de verkoop opduiken.

De rechten zullen worden verhaald op de partijen van de verkoop die
samen en onverdeelbaar de schuld moeten vereffenen.

Het wetboek bepaalt echter dat de rechten zullen worden terugbetaald
aan wie ze heeft betaald als een vraag tot gerechtelijke ontbinding
wordt ingediend binnen het jaar volgend op de verkoop.

Ten slotte, elke wetswijziging op dit gebied valt sinds 1 januari 2002
onder de bevoegdheid van de gewesten die sinds de wet van 13 juli
2001 alle wetsbevoegdheid in verband met registratierechten op de
overdracht van onroerende goederen hebben overgenomen.
08.02 Didier Reynders, ministre:
Les droits sur la vente d'habitations
situées en Belgique sont dus et
sont exigibles si l'acte est passé.
Toutefois, la vente peut aussi être
conclue par convention de volonté,
sans preuve écrite. Les droits sont
également dus, dans les quatre
mois de la vente, si l'acte sous
seing privé est soumis à
l'administration. Généralement
toutefois, l'acte authentique est
présenté dans les délais.

Il n'est pas possible de tenir
compte des cas d'insolvabilité qui
se produisent après la conclusion
de la vente. Les droits seront
réclamés aux deux parties. Ils
seront toutefois remboursés si une
demande de dissolution judiciaire
est introduite dans l'année qui suit
la vente.

Depuis le 1er janvier 2002, les
Régions sont compétentes pour
modifier la loi sur les droits
d'enregistrement.
08.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
16/04/2002
CRIV 50
COM 714
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën over "de bezwaartermijn
naar aanleiding van arresten van het Arbitragehof" (nr. 6823)
09 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances sur "le délai de réclamation à la
suite d'arrêts prononcés par la Cour d'arbitrage" (n° 6823)
09.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik verwijs naar een vraag die ik u reeds enkele maanden
geleden heb gesteld. Het gaat over de beroepsmogelijkheden in het
geval dat het Arbitragehof op een prejudiciële vraag antwoordt in het
voordeel van de belastingplichtige. De concrete aanleiding was het niet
belastbaar zijn van vergoedingen wegens beroepsziekten en
arbeidsongevallen. U herinnert zich dat wel. De betrokken arresten
worden door uw administratie beschouwd als een nieuw bewijskrachtig
feit op basis waarvan de belastingplichtige een ontheffing van
ambtswege kan vragen. Uw administratie interpreteert dat nieuwe feit
echter nogal streng. Indien de gewone bezwaartermijn nog niet
verstreken was op de datum waarop het arrest gepubliceerd werd in het
Belgisch Staatsblad, is er volgens uw administratie geen sprake van
een nieuw feit.

Wij vinden dit vergaand formalisme. In het concrete geval waarover ik
het zonet had, betekent dit dat de belastingplichtigen op een bepaald
ogenblik ­ als ik me niet vergis ­ nog 11 dagen de tijd hadden na de
publicatie in het Belgisch Staatsblad van het arrest van het Arbitragehof
om een aangetekend schrijven te richten aan de belastingadministratie
om een ontheffing van ambtswege aan te vragen. Na die 11 dagen
verliep de gewone bezwaartermijn.

Mijnheer de minister, de vorige keer antwoordde u mij dat u bereid was
de problematiek te onderzoeken. U ging nakijken of in de betrokken
gevallen de bezwaartermijn verlengd kon worden. U sloot een wijziging
niet uit. U zei ook dat u wat de toepassing van het arrest van het
Arbitragehof betrof een definitieve nota zou opvragen bij uw
administratie en die aan deze commissie overleggen. Daarom herhaal
ik vandaag mijn vragen. Ten eerste, hebt u intussen een definitief
standpunt ingenomen inzake het eventueel verlengen van de
bezwaartermijn wanneer aan een arrest van het Arbitragehof als
antwoord op een prejudiciële vraag een voordeel voor de
belastingplichtige gekoppeld is? Ten tweede, is de nota die u aan uw
administratie zou vragen intussen ter beschikking?
09.01
Peter Vanvelthoven
(SP.A): L'administration des
Finances considère un arrêt de la
Cour d'arbitrage répondant à une
question préjudicielle en faveur du
contribuable comme un fait
nouveau ayant valeur de preuve, sur
la base duquel le contribuable peut
demander une exonération d'office.
L'administration interprète
cependant le concept de "fait
nouveau" de manière très
restrictive. Si le délai normal de
réclamation n'a pas encore expiré à
la date de la publication de l'arrêt
au Moniteur belge, il ne peut s'agir,
pour l'administration, d'un fait
nouveau. Ne s'agit-il pas là d'un
excès de formalisme? Le ministre
s'est déclaré prêt à éventuellement
prolonger le délai de réclamation. Il
a, en outre, accepté de demander à
son administration de diffuser dans
tous les services concernés une
note définitive relative à l'application
concrète des arrêts de la Cour
d'arbitrage. Quand ces promesses
deviendront-elles réalité? Les délais
de réclamation seront-ils réellement
prolongés? Quand notre
commission pourra-t-elle consulter
la note de l'administration?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Vanvelthoven, zoals ik u ter
gelegenheid van uw vorige interpellatie heb meegedeeld, ben ik bereid
eventuele wetsvoorstellen te bespreken inzake het verlengen van de
termijn waarin beroep kan worden aangetekend, in het bijzonder
wanneer het beroep wordt aangetekend naar aanleiding van een arrest
van het Arbitragehof. Een verlenging van die termijn is volgens mij geen
probleem, behalve dan dat ze een wetgeving die pas sinds kort van
kracht is, opnieuw in vraag stelt. Kortom, ik ben bereid een
wetsvoorstel terzake in de commissie te bespreken.

De nota van mijn administratie waarnaar u verwijst, werd uitgebreid tot
de gevolgen van uitspraken door andere rechtbanken dan het
Arbitragehof, te weten het Hof van Cassatie, de Raad van State, het
Europese Hof van Justitie en het Europese Hof voor de rechten van de
mens. De betrokken nota herinnert aan de gevolgen van de arresten van
die verschillende gerechtelijke instellingen. Bij wijze van voorbeeld
worden bepaalde administratieve reacties ingevolge die arresten
opgesomd. De nota schrijft de betrokken administraties een
09.02 Didier Reynders, ministre:
Je suis toujours disposé à discuter
d'éventuelles propositions de loi
visant à prolonger le délai
permettant de faire appel, en
particulier en ce qui concerne les
arrêts de la Cour d'arbitrage. Cette
prolongation ne devrait pas
constituer un problème, à moins
qu'elle ne remette en cause la
législation récente.

La note que prépare l'administration
a été élargie aux arrêts d'autres
juridictions que la Cour d'arbitrage,
à savoir la Cour de Cassation, le
Conseil d'E tat, la Cour de Justice
européenne et la Cour européenne
CRIV 50
COM 714
16/04/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGS PERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
werkprocedure voor. Aan de nota moeten wel nog kleine aanpassingen
gebeuren. Ik hoop ze een van de volgende weken aan de commissie te
kunnen voorleggen. Ik zal mijn administratie vragen nog wat vlugger te
werken, zodat de commissie een van de volgende weken een kopie kan
krijgen. Op dit moment beschik ik nog niet over een definitieve nota.

Ik herhaal, wat de verlenging van de bezwaartermijn betreft, ben ik
bereid een wetsvoorstel te bespreken, ook al betreft het een wijziging
aan wetgeving die zeer recent is.
des Droits de l'Homme. Cette note
traite des conséquences
administratives des arrêts et prévoit
une procédure concrète pour les
administrations concernées. Cette
note doit encore être affinée. Je la
soumettrai prochainement à la
commission des Finances.

09.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik verwacht de nota van uw administratie over een
paar weken.

Wat de bezwaartermijnen betreft, is een mogelijke oplossing dat uw
administratie een minder rigide interpretatie zou hanteren. Dan is er niet
onmiddellijk een wetgevend initiatief nodig. Anders zal ik nakijken hoe
we een dergelijk wetsvoorstel kunnen indienen.
09.03
Peter Vanvelthoven
(SP.A): Il serait possible de
résoudre ce problème en
permettant à l'administration
d'appliquer plus souplement la
législation en vigueur. Dans ce cas,
il ne serait même pas nécessaire
de modifier la loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Collega's, ik stel vast dat mevrouw Magda De Meyer en de heer Dirk Van der Maelen niet
aanwezig zijn en zich ook niet hebben laten verontschuldigen. Hun vragen nrs. 9630 en 6936 vervallen dus.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.15 heures.