KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 702
CRIV 50
COM 702
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag
mardi
26-03-2002
26-03-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
PSC
Parti social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Aimé Desimpel aan de
minister van Financiën over "de problemen bij het
gebruik van de verschillende euromunten"
(nr. 6734)
1
Question de M. Aimé Desimpel au ministre des
Finances sur "les problèmes que pose l'utilisation
des différentes pièces en euro" (n° 6734)
1
Sprekers: Aimé Desimpel, Didier Reynders
,
minister van Financiën
Orateurs: Aimé Desimpel, Didier Reynders
,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de nevenactiviteiten van de
landmeters van het kadaster" (nr. 6748)
3
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les activités complémentaires des
géomètres du cadastre" (n°6748)
3
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders
,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders
,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de problematiek van de
kadasterambtenaren van de Oostkantons"
(nr. 6749)
4
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les fonctionnaires du cadastre
originaires des cantons de l'Est" (n°6749)
4
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders
,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders
,
ministre des Finances
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Financiën over "de autonome
gemeentebedrijven en de
vennootschapsbelasting" (nr. 6754)
7
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
des Finances sur "les régies communales
autonomes et l'impôt des sociétés" (n° 6754)
7
Sprekers:
Magda De Meyer, Didier
Reynders
, minister van Financiën
Orateurs:
Magda De Meyer, Didier
Reynders
, ministre des Finances
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Financiën over "fiscale stimuli voor
de bouwsector" (nr. 6766)
10
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Finances sur "les incitants fiscaux pour le secteur
de la construction" (n° 6766)
10
Sprekers: Trees Pieters, Didier Reynders
,
minister van Financiën
Orateurs: Trees Pieters, Didier Reynders
,
ministre des Finances
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Financiën over "de omzendbrief voor
vrijwilligers" (nr. 6785)
13
Question de Mme Simonne Creyf au ministre des
Finances sur "la circulaire concernant les
bénévoles" (n° 6785)
13
Sprekers: Simonne Creyf, Didier Reynders
,
minister van Financiën
Orateurs: Simonne Creyf, Didier Reynders
,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de aanvullende
gemeentebelastingen" (nr. 6816)
15
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les impôts additionnels
communaux" (n° 6816)
15
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders
,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders
,
ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de stand van zaken in
verband met het voorontwerp houdende diverse
fiscale bepalingen inzake ecotaksen en
ecobonussen" (nr. 6847)
17
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'état d'avancement de l'avant-
projet portant diverses dispositions fiscales
relatives aux écotaxes et aux écobonus"
(n° 6847)
17
Sprekers: Yves Leterme
, voorzitter van de
CD&V-fractie
, Didier Reynders
, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme
, président du groupe
CD&V
, Didier Reynders
, ministre des
Finances
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
26
MAART
2002
10:00 uur
______
du
MARDI
26
MARS
2002
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.18 uur door de heer Dirk Pieters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.18 heures par M. Dirk Pieters, président.

De
voorzitter
: De vraag nr. 6693 van mevrouw Els Van Weert wordt naar een latere datum verschoven.
01 Vraag van de heer Aimé Desimpel aan de minister van Financiën over "de problemen bij het
gebruik van de verschillende euromunten" (nr. 6734)
01 Question de M. Aimé Desimpel au ministre des Finances sur "les problèmes que pose
l'utilisation des différentes pièces en euro" (n° 6734)
01.01
Aimé Desimpel
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de invoering van de euro is een groot succes
geworden. De overgang verliep zonder veel problemen en sinds
vorige maand is de Belgische frank geen betaalmiddel meer. Nog
voor de afschaffing van de frank verliepen al 99% van alle
transacties in euro. Toch is er enige kritiek op de euro. Bij vele
handelaars leeft onvrede over de munten van 1 en 2 cent. Uit een
rondvraag van Unizo, en trouwens ook uit vele reacties die ik heb
gekregen, blijkt dat 7 handelaars op 10 voorstander zijn van de
afschaffing van die munten van 1 en 2 cent.

Ook wat de automaten betreft, zijn er problemen met die muntjes.
Vaak worden ze niet aanvaard. Ook de gewone burger stelt vragen
bij de grote hoeveelheid munten en over het nut van munten die
nauwelijks een halve frank waard zijn. In Finland werd beslist alle
bedragen af te ronden op veelvouden van 5 cent. Ik meen te weten
dat dit ook in Portugal het geval is, maar daar ben ik niet helemaal
zeker van. In Finland zijn de munten van 1 en 2 cent in feite
afgeschaft. In een interview met de Financieel Economische Tijd
heeft Wim Duisenberg, de voorzitter van de ECB, gezegd dat hij
geen probleem heeft met die beslissing van Finland.

Natuurlijk, wanneer men die munten afschaft, moet men een klein
beetje oppassen voor het gevaar van inflatie. Het afronden naar
beneden of naar boven heeft daarop natuurlijk wel een invloed, maar
ik denk dat die kwestie wel kan worden opgelost.

Mijnheer de minister, ik wil u terzake enkele vragen stellen. Ik denk
dat we die munten het beste zouden afschaffen.
01.01
Aimé Desimpel
(VLD): Le
début du mois de mars a marqué
la fin du franc belge en tant
qu'instrument de paiement légal.
L'introduction de l'euro s'est très
bien déroulée.

La grande variété de pièces en
circulation soulève toutefois
certaines interrogations. Selon
Unizo, 7 commerçants sur 10 sont
favorables à la suppression des
pièces de 1 et de 2 eurocents. De
nombreux appareils automatiques
ne les acceptent d'ailleurs pas.

En Finlande, il a été décidé
d'arrondir tous les prix à 5
eurocents. Le président de la
Banque centrale européenne,
Wim Duisenberg, a déclaré ne
voir aucune objection à ce qu'une
telle décision soit prise.

Le ministre est-il disposé à
demander au Commissariat
général à l'euro d'examiner si les
pièces de 1 et de 2 eurocents
pourraient être retirées de la
circulation? Va-t-il aborder cette
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Erkent de minister deze problematiek? Is hij bereid het
commissariaat-generaal te laten onderzoeken of en hoe het mogelijk
is om de munten van een en twee eurocent af te schaffen, eventueel
via een wetsvoorstel? Is de minister bereid deze problematiek aan te
kaarten op Europees niveau zodat er eventueel een Europese
oplossing kan worden uitgedokterd? Het is vanzelfsprekend beter dat
de munten van een en twee eurocent in de gehele eurozone worden
afgeschaft.
question au niveau européen?

01.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Desimpel, eerst en vooral wil ik u bedanken voor uw waardering ­ de
invoering van de euro was inderdaad een groot succes ­, maar u had
ook een aantal opmerkingen.

Laat ik het eerst hebben over de inflatie van de prijzen. Er moet veel
aandacht worden geschonken aan het inflatieprobleem. De indeling
van de euromunten en -biljetten is eerst en vooral vastgesteld in
functie van de indeling van de nationale munten. Heel wat van de
huidige lidstaten van de eurozone, waaronder België, gaven munten
met een kleine waarde uit, zodat een equivalent in euro te
verdedigen is. In België bestonden er bijvoorbeeld munten van vijftig
centiem en van een frank, wat vergelijkbaar is met een en twee
eurocent. Bovendien leidt het bestaan van kleine munten tot een
precieze afronding, wat de inflatoire impact van de overgang naar de
euro nog verder minimaliseerde. Bij de invoering van de euro was
het belangrijk om met alle mogelijke middelen een inflatie te
vermijden, zodat er geen vrees ontstond bij de consument. Dit heeft
belangrijke gevolgen voor de economische groei en de consumptie,
en dus ook voor alle ondernemingen.

Ik moet hierbij aanstippen dat in Finland alleen voor betalingen in
speciën wordt afgerond op 5 eurocent. Elektronische betalingen
gebeuren tot op de cent. Totnogtoe is Finland het enige land dat
hiertoe is overgegaan. Een beslissing over een wijziging in de
samenstelling van de uitgegeven euromunten en -biljetten dient op
Europees niveau te gebeuren. Een snelle wijziging zal waarschijnlijk
niet plaatsvinden. Uiteindelijk zal het de markt zijn die een mogelijke
afschaffing van een of meer munten zal inleiden. Als het
betaalgedrag aantoont dat bepaalde munten totaal nutteloos zijn
zodat ze massaal terugstromen naar het emissie-instituut, dan kan
tot de afschaffing worden overgegaan. Ik heb geen probleem met de
eventuele afschaffing van de verschillende kleine euromunten, zoals
een cent en misschien ook twee cent. Maar het is meer een
probleem voor de markt dan een politiek probleem. Wanneer er geen
geregeld gebruik van de kleine munten is, moeten we op Europees
niveau tot een afschaffing overgaan.

Ik heb in dit verband reeds een eerste gesprek gehad met mijn
collega's in de eurogroep en ik meen dat we dit met de Europese
Centrale Bank en de Europese Commissie in de volgende maanden
moeten volgen om een eindbeslissing te nemen, maar het blijft in de
eerste plaats een beslissing van de markt. Er zijn al verschillende
reacties uit de verenigingen van de ondernemingen zoals Unizo,
maar we moeten er ook op letten of er een zelfde reactie van de
consument komt. Ik heb geen probleem met een dergelijke aanpak
mits voorzichtigheid in acht wordt genomen wat de prijzen betreft.
01.02
Didier Reynders
, ministre:
Le nombre de billets et de pièces
en euros correspond à
l'échelonnement précédent des
anciennes monnaies nationales. Il
existait également en Belgique
une pièce de 50 centimes. Les
pièces d'un et de deux eurocents
ont minimisé l'effet inflationniste
du passage à l'euro, ce qui
revêtait une importance capitale
pour l'économie.

En Finlande, seuls les paiements
en espèces sont arrondis à cinq
eurocents. Les paiements
électroniques se font jusqu'à
l'eurocent.

Une décision de modifier l'offre
des moyens de paiement doit se
prendre au niveau européen. C'est
finalement le marché qui
tranchera: si certaines pièces sont
retournées massivement aux
banques nationales, on pourrait
les supprimer.

Nous continuerons de suivre ce
dossier de près au niveau
européen. Je n'oppose aucune
objection de principe à d'éventuels
aménagements.

01.03
Aimé Desimpel
(VLD): Mijnheer de minister, ik zou willen 01.03
Aimé Desimpel
(VLD): Le
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
suggereren dat het systeem van Finland door ons land en ook door
de andere eurolanden wordt overgenomen.
système finlandais est un exemple
dont peut s'inspirer toute l'Europe.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Aimé Desimpel.
Président: Aimé Desimpel.
02 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de nevenactiviteiten van de
landmeters van het kadaster" (nr. 6748)
02 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "les activités complémentaires des
géomètres du cadastre" (n°6748)
02.01
Dirk Pieters
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag en ook de volgende handelen over een materie
waarover wij reeds vroeger hebben gesproken. Ik meen echter dat ik
er nu op moet terugkomen, teneinde een bijdrage te leveren aan het
verwezenlijken van het behoorlijk bestuur.

Over het eerste probleem dat ik wil aankaarten, hebben wij de
minister al verschillende malen ondervraagd. Op 16 november 1999
dienden wij een schriftelijke vraag in; op 17 juli 2001 hebben we het
probleem opnieuw aangekaart en op 8 januari 2002 nog eens. De
minister van Financiën heeft echter nog steeds niet gedaan wat hij
had beloofd.

Waarover gaat het? De vraag betreft ongeveer 300 ambtenaren van
het kadaster, houders van een diploma van meetkundig schatter. Zij
hebben een aanvraag ingediend om nevenactiviteiten te mogen
uitvoeren, de zogenaamde cumulatie buiten de diensturen.
Aangezien over deze cumulatieaanvragen geen uitspraak werd
gedaan binnen een redelijke termijn, werden de beslissingen gunstig
geacht.

Bij herhaling heb ik gevraagd of de administratie de betrokken
kadasterambtenaren beleefdheidshalve een antwoord op hun
aanvraag kan geven. Dat getuigt van behoorlijk bestuur. Wanneer de
aanvrager geen schriftelijk antwoord bekomt, weet hij immers niet
binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden, opgelegd door
de instanties die de aanvrager beoordelen, de nevenactiviteiten
mogen worden uitgeoefend.

Mijnheer de minister, op 8 januari jongstleden hebt u mij in deze
commissie letterlijk het volgende gezegd: "Ik kan u wel melden dat in
het kader van een gezond administratief beheer ik mijn administratie
zal verzoeken de desbetreffende ambtenaren op de hoogte te
brengen van het positief gevolg, voorbehouden aan een
cumulatiedossier. Ik heb aan de administratie gevraagd om een zeer
concreet antwoord te geven aan de ambtenaren, maar ik moet wel
precieze aanwijzingen hebben" Tevens vroeg u mij naar de namen
van enkele ambtenaren.

Men heeft mij bevestigd dat de betrokken ambtenaren twee jaar na
mijn schriftelijke vraag nog geen antwoord hebben gekregen op hun
vraag over het cumulatiedossier.
02.01
Dirk Pieters
(CD&V): Par
trois fois déjà, j'ai interrogé le
ministre sur les 300 fonctionnaires
du cadastre, détenteurs du
diplôme de géomètre-expert, qui
ont demandé à pouvoir exercer
une activité complémentaire.
Aucune réponse n'ayant été
fournie à ces demandes de cumul,
il a été considéré qu'elle était
favorable.

Le 8 janvier 2002, le ministre avait
promis de demander à son
administration d'apporter une
réponse concrète à ces
fonctionnaires. Plus de deux ans
après ma première question écrite
du 16 novembre 1999 à ce sujet,
aucune réponse n'a encore été
fournie.

Quand les fonctionnaires du
cadastre concernés recevront-ils
une réponse écrite?

26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Als u dat wenst kan ik u een aantal namen schriftelijk bezorgen, maar
die lijst zal zeer onvolledig zijn. Wij zien er niet echt de noodzaak
van in. Het zou onvoorstelbaar zijn als het kadaster de 300
kadasterambtenaren niet kan terugvinden die schriftelijk een
cumulatieaanvraag hebben ingediend.

Mijnheer de minister, ik hoop dat wij op deze zaak nooit meer
moeten terugkomen, maar ik zou toch willen weten of zij nog een
antwoord mogen verwachten. Zo ja, wanneer?
02.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, ik erken dat het een lang verhaal is. Ik heb aan mijn
administratie al enkele instructies gegeven. Ik heb nu een positief
antwoord.

Ik heb de eer u mee te delen dat op 8 maart 2002 de administratie
het nodige heeft gedaan. De betrokken ambtenaren zouden thans
ingelicht moeten zijn over het positief gevolg dat aan hun
cumulatiedossiers werd voorbehouden. Wij kunnen nog enkele
weken of dagen wachten. Het is niet noodzakelijk om een aantal
namen naar mij of naar mijn kabinet over te zenden. Ik denk dat de
kwestie in de volgende dagen of weken in orde zal komen.
02.02
Didier Reynders
, ministre:
L'administration a fait le
nécessaire le 8 mars 2002. Les
fonctionnaires du cadastre
devraient à présent être informés
de la réponse positive qui a été
donnée à leur demande en
matière de cumul.

02.03
Dirk Pieters
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, de aanhouder
wint. Daarmee hebben wij onze bijdrage geleverd om tot een
behoorlijk bestuur te komen.
02.03
Dirk Pieters
(CD&V): La
persévérance vient à bout de tout.
Je me réjouis d'avoir pu apporter
ma contribution à la mise en
oeuvre d'une bonne
administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Olivier Maingain.
Président: Olivier Maingain.
03 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de problematiek van de
kadasterambtenaren van de Oostkantons" (nr. 6749)
03 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "les fonctionnaires du cadastre
originaires des cantons de l'Est" (n°6749)
03.01
Dirk Pieters
(CD&V): In november 2001 hebben we de
aandacht van de minister gevraagd voor de problematiek van de
ambtenaren van het kadaster die afkomstig zijn van de Oostkantons.
Het ging meer bepaald om wat wij als een echt kafkaiaans geval van
een Duitstalige kadasterambtenaar omschrijven. Inmiddels hebben
we het dossier vervolledigd gekregen en het slaat ons met
verstomming. Daarom kom ik nogmaals terug op het incident, dat in
feite niet zoveel parlementaire aandacht zou mogen krijgen. Het gaat
immers over een persoon, maar in het kader van een deugdelijk
bestuur vereist onze taak dat we de minister daarover toch
ondervragen.

De betrokken ambtenaar bezit een diploma van middelbaar onderwijs
in het Frans en een diploma van meetkundig schatter in het Frans.
Hij postuleerde voor een betrekking van directeur bij de
kadasterdirectie in Luik. De administratie weigerde echter zijn
03.01
Dirk Pieters
(CD&V): Le 13
novembre 2001, j'avais attiré
l'attention sur le dossier kafkaïen
d'un fonctionnaire du cadastre
germanophone qui ne pouvait pas
être nommé directeur dans une
région francophone parce qu'il ne
possédait pas de certificat de
connaissance de la langue
française. Depuis lors, il a obtenu
deux diplômes en français et, au
cours de toute sa carrière, il a
reçu les instructions et les
circulaires du cadastre en
français. Il a, en outre, travaillé
pendant plusieurs années à
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
kandidatuur, zogenaamd omdat de betrokken ambtenaar de taal van
de streek, in casu het Frans, niet zou kennen. De betrokken
ambtenaar diende klacht in bij de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht, die tot driemaal toe inlichtingen vroeg aan de
administratie van het kadaster, maar deze weigerde te antwoorden.
De Vaste Commissie besliste vervolgens dat de klacht van de
betrokken ambtenaar gegrond was. De minister weigerde echter deze
uitspraak van de Vaste Commissie te erkennen en beweerde tijdens
de commissievergadering van 13 november 2001 letterlijk "dat,
aangezien de belanghebbende geen certificaat van taalkennis van
het Frans bezit, hij niet in een Franstalige streek kan worden
benoemd".

Thans heb ik bijkomende informatie gekregen over dit voorval en het
lijkt me dermate kras dat ik niet anders kan dan erop terug te komen.
De ambtenaren van de Oostkantons ontvangen alle instructies en
circulaires van het kadaster uitsluitend in het Frans. Zelfs de
computerprocedure Cadnet die ze moeten toepassen voor de
dagelijkse uitvoering van hun opdrachten, is in het Frans gesteld. In
die omstandigheden beweren dat deze ambtenaren geen Frans
kennen is toch grotesk.

De betrokken ambtenaar die volgens het kadaster niet in een
Franstalige streek past, heeft vroeger jarenlang een functie
uitgeoefend als kadaster-ambtenaar in Brussel en in Luik. Op het
ogenblik werkt hij reeds jaren als eerst aanwezend inspecteur
dienstchef in de kadastercontrole Verviers. Hoe is het mogelijk in
Brussel en in Verviers te werken als men geen Frans kent zoals het
kadaster beweert? Heel positief is ­ we waarderen dit ­ dat de
minister een onderzoek heeft laten uitvoeren inzake de problematiek
van de ambtenaren van de Oostkantons en dat hij op grond daarvan
nieuwe maatregelen zal uitwerken voor deze ambtenaren. Dit
onderzoek was nog niet afgerond op 13 november 2001, datum
waarop de commissievergadering plaatsgreep.

Mijnheer de minister, graag krijg ik een precies antwoord op een
aantal vragen. Ten eerste, is het normaal dat uw administratie tot
driemaal toe weigerde te antwoorden op brieven van de Vaste
Commissie voor Taaltoezicht?

Ten tweede, is het onderzoek naar de problematiek van de
ambtenaren van de Oostkantons dat op 13 november 2001 nog niet
was afgerond op dit ogenblik ­ 4 maanden later ­ wel afgerond?
Wanneer zullen de aangekondigde nieuwe maatregelen uitgewerkt
zijn?

Ten derde, kan de computerprocedure Cadnet derwijze worden
aangepast zodat de berichten op het scherm in het Duits zouden
verschijnen mocht het onmogelijk zijn dat de kadasterambtenaren
van de Oostkantons van de belangrijkste instructies en
rondzendbrieven een Duitse vertaling krijgen? Heeft het kadaster
onvoldoende programmeurs of onvoldoende computerkennis in huis
om dit te realiseren?

Ten vierde, is het logisch dat een ambtenaar met een Frans diploma
die steeds zijn instructies en rondzendbrieven uitsluitend in het Frans
ontvangt en bovendien reeds jarenlang een functie heeft uitgeoefend
in Brussel, Luik en Verviers niet mag kandideren voor de betrekking
Bruxelles, à Liège et à Verviers.
Le ministre s'était engagé à
examiner la situation des
fonctionnaires des cantons de
l'Est.

Pourquoi l'administration du
ministre ne répond-elle pas aux
lettres de la Commission
permanente de contrôle
linguistique à ce sujet? L'enquête
est-elle déjà finalisée? Pourquoi
les fonctionnaires du cadastre des
cantons de l'Est ne reçoivent-ils
leurs instructions qu'en français?
Du reste, la direction du cadastre
ne devrait-elle pas maîtriser tant
l'allemand que le français?

26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
van directeur in de kadasterdirectie Luik omdat hij zogezegd geen
Frans kent?

Ten vijfde, zou het niet interessant zijn en blijk geven van goed
administratief beheer mocht er bij de kadasterdirectie Luik, die naast
Franstalige gemeenten ook 9 Duitstalige gemeenten bedient, een
directeur komen die beide talen machtig is of is dit niet nodig?
03.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, u hebt verschillende vragen gesteld die naar verschillende
problemen verwijzen.

Ten eerste is er volgens mij een persoonlijk probleem of een
persoonlijk geval. In tegenstelling met wat u in uw vraag bevestigt,
wil ik aanstippen dat de kandidatuur van een geïnteresseerde in een
betrekking bij de directie kadaster van Luik niet door de administratie
verworpen werd. De betrokkene heeft overigens beroep aangetekend
tegen de benoemingsvoorstellen en heeft zijn argumenten voor de
directieraad van mijn departement verdedigd.

Na onderzoek van de kandidaturen en van dat beroep, stelde de
directieraad vast dat de betrokkene niet gunstig gerangschikt was om
voor de gevraagde verhoging in aanmerking te komen. Hij werd dus
volkomen terecht niet in die betrekking benoemd.

Bovendien moet ik opmerken dat de vaste commissie voor
taaltoezicht op 11 december 2001 een afsluitend schrijven
ontvangen heeft over de verschillende vragen om inlichtingen. Die
nota beschrijft de beweegredenen die de administratie ertoe
aangezet hebben haar standpunt te behouden in het bijzondere geval
dat de heer Pieters uiteenzet. Alles was dus klaar en duidelijk, verliep
volgens een zeer correcte procedure en bood een antwoord op de
vraag van de vaste commissie voor taaltoezicht. Ik kan dus perfect
alle inlichtingen geven over zo'n persoonlijk geval.

Het onderzoek van de problematiek over de administratieve toestand
van de Duitstalige ambtenaar is, gezien de complexiteit ervan,
momenteel nog niet afgerond. Natuurlijk zal dat onderzoek, met
inbegrip van de loopbaanmogelijkheden, uitgevoerd worden,
rekening houdend met de hervormingen vooropgesteld in het
Copernicus-plan.
Het Coperfinplan moet worden ingevoerd, wat ook gevolgen zal
hebben voor de Duitstalige ambtenaren.

Wat de informaticatoepassing Cadnet betreft, begrijp ik maar al te
goed de terechte vraag van het Duitstalig personeel om op in het
Duits gestelde gegevensdragers te kunnen werken. Het dossier voor
aanpassingen ligt ter studie en ik heb de administratie gevraagd het
zo snel af te handelen. Ik volg dezelfde richting als u, mijnheer
Pieters. Ook voor de Duitstalige ambtenaren moet er een correcte
toepassing van Cadnet zijn.

Momenteel is er een project aan de gang om via internet en intranet
ongeveer 600 administratieve formulieren uit te werken. Het
lastenboek hiervan voorziet in de opmaak van die documenten in de
drie nationale talen, om niet enkel de interactiviteit, maar ook de
gelijkheid tussen de burgers en de administratie te waarborgen. Hier
geldt dus dezelfde redenering en moeten er documenten in de drie
03.02
Didier Reynders
, ministre:
Le fonctionnaire auquel a trait la
question n'entrait pas en
considération pour la nomination
parce qu'il n'était pas
suffisamment bien classé. Le 11
décembre, la Commission
permanente de contrôle
linguistique a obtenu une réponse
aux différentes questions qu'elle a
posées. Cette réponse
mentionnait notamment le motif
pour lequel l'intéressé n'avait pas
été nommé.

L'étude sur la situation
administrative des fonctionnaires
germanophones n'est pas encore
terminée.

Je comprends parfaitement la
requête des fonctionnaires du
cadastre originaires des cantons
de l'Est qui souhaitent disposer de
supports informatiques
germanophones. Le dossier relatif
à l'adaptation de ces supports est
traité maintenant. Du reste, un
projet de rédaction de 600
formulaires administratifs dans les
trois langues nationales est
actuellement en cours.

La connaissance de la langue
allemande n'est pas une condition
pour pouvoir être nommé
directeur du cadastre de Liège
mais toutes les dispositions sont
prises pour traiter chaque dossier
dans la langue du citoyen.

Je suis convaincu que si l'on
mène à bien les réformes du plan
Copernic, on progressera dans ce
dossier.
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
landstalen komen.

Wat de betrekking van directeur van het kadaster te Luik betreft, is
het inderdaad juist dat de kennis van het Duits volgens de
bepalingen van de gecoördineerde taalwetten van 18 juli 1966 geen
voorwaarde is voor een benoeming. Ik kan u evenwel verzekeren dat
alles in het werk wordt gesteld opdat elk dossier in de taal van de
betrokken burger wordt behandeld. Ik vraag dus om nog enkele
weken of maanden te wachten, misschien wel tot de eindresultaten
van Coperfinplan.

Ik hoop dat we voor eind juli een plan zullen hebben met
verschillende specifieke maatregelen voor de Duitstalige ambtenaren
en de Duitstalige belastingplichtigen. Ook hoop dat het dus mogelijk
zal zijn om enkele zeer positieve antwoorden te geven betreffende
de documenten, het informaticaproces en andere zaken. Dit geldt
niet alleen voor de Duitstalige ambtenaar, wat nochtans vooral in het
kadaster heel belangrijk is, maar ook voor de Duitse
belastingplichtige.
03.03
Dirk Pieters
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord, maar wil nog eens terugkomen op dat
heel particuliere geval. Blijkbaar heeft men mij niet alle informatie
gegeven, maar evenmin aan u, mijnheer de minister, want in het
gesprek daarover hebt u de vorige keer gezegd dat de
belanghebbende geen certificaat van kennis van de Franse taal bezit
en dat hij daardoor niet in de Franstalige regio kan worden benoemd.
Mag ik uit uw antwoord afleiden dat dit geen relevante problematiek
was en dat de kern van de zaak was dat de betrokkene niet gunstig
gerangschikt was?
03.03
Dirk Pieters
(CD&V): Je
pensais qu'il n'avait pas été
procédé à la nomination parce
que l'intéressé n'était pas en
mesure de produire un certificat
relatif à ses connaissances
linguistiques. Quelle est
finalement la raison réelle de cette
absence de nomination?

03.04 Minister
Didier Reynders:
U kunt hierover beter een brief naar
mij sturen waarop ik u dan een schriftelijk antwoord zal bezorgen.
Het gaat hier om een persoonlijk geval en het is beter dit te
behandelen door het uitwisselen van brieven dan met een
mondelinge vraag.
03.04
Didier Reynders
, ministre:
Je vous donnerai par écrit une
explication à propos de ce cas
individuel.
03.05
Dirk Pieters
(CD&V): Inderdaad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Financiën over "de autonome
gemeentebedrijven en de vennootschapsbelasting" (nr. 6754)
04 Question de Mme Magda De Meyer au ministre des Finances sur "les régies communales
autonomes et l'impôt des sociétés" (n° 6754)
04.01
Magda De Meyer
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, bij wet van 28 maart 1995 werd voor de
gemeenten de mogelijkheid gecreëerd om autonome
gemeentebedrijven op te richten. Ik verwijs naar artikel 251 en
volgende van de gemeentewet. Waar het oorspronkelijke
wetsontwerp alleen sprak over de exploitatie van havens, werd bij
koninklijk besluit van 10 april 1995 een meer uitgebreide lijst van
activiteiten vastgelegd. Zo zijn in een aantal gemeenten reeds
autonome gemeentebedrijven opgericht die zich met andere
activiteiten bezighouden. Ik denk aan gemeentelijk grondbeleid, de
04.01
Magda De Meyer
(SP.A):
La loi du 28 mars 1995 instaure la
possibilité de créer des régies
communales autonomes. Les
bénéfices y afférents doivent être
versés dans les caisses de la
commune. Les régies portuaires
communales d'Anvers, d'Ostende
et de Gand ne sont pas assujetties
à l'impôt des sociétés dans la
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
sanering van oude industriële sites, enzovoort.

Artikel 262 van de gemeentewet verplicht de autonome
gemeentebedrijven de nettowinsten jaarlijks in de gemeentekas te
storten. De havenbedrijven van Antwerpen, Oostende en Gent, die
het statuut hebben van een dergelijk gemeentelijk autonoom bedrijf,
hebben echter via wijzigingen van artikel 180 van het Wetboek van
Inkomstenbelasting van 1992 het statuut van een publieke
onderneming gekregen, die volgens artikel 220, 2° van het Wetboek
van Inkomstenbelasting van 1992, onder toepassing van de
zogenaamde rechtspersonenbelasting valt. Deze drie autonome
gemeentebedrijven worden aldus niet aan de
vennootschapsbelasting onderworpen.

Aangezien alle autonome gemeentebedrijven onder hetzelfde
juridische statuut vallen, vinden wij dat ook de fiscale behandeling
logischerwijze dezelfde zou moeten zijn. Ook uw voorganger, de
heer Maystadt, deelde deze mening. Reeds tijdens de bespreking
van de wet van 22 mei 1997 tot wijziging van artikel 180 van het
Wetboek van Inkomstenbelasting van 1992 verklaarde hij het
volgende. Ik citeer: "Ik stel voor om artikel 180 zo te wijzigen dat
wordt voorzien in algemene criteria aan de hand waarvan kan
worden bepaald of een instelling aan de vennootschapsbelasting dan
wel aan de rechtspersonenbelasting is onderworpen. Veeleer dan
artikel 180 te moeten wijzigen telkens wanneer een nieuw
overheidsbedrijf wordt opgericht ­ dat naar analogie aan de
vennootschapsbelasting kan ontsnappen ­ ware het verkieslijk een
algemene regel uit te werken die bepaalt dat alle instellingen die aan
deze of gene voorwaarde voldoen, uitgesloten worden van de
vennootschapsbelasting, maar onderworpen zijn aan de
rechtspersonenbelasting. Dit voorstel wordt thans onderzocht door de
administratie".

Mijn vraag is dubbel, mijnheer de minister. Ten eerste, wat was de
conclusie van het onderzoek dat in 1996 of 1997 door uw
administratie werd gevoerd? Ten tweede, bent u bereid om
autonome gemeentebedrijven, die zijn opgericht conform de wet van
28 maart 1995, onder toepassing te laten vallen van de
rechtspersonenbelasting? Zo ja, onder welke voorwaarden zal dat
gebeuren?
mesure où elles jouissent du statut
d'entreprise publique qui, elle, est
assujettie à l'impôt des personnes
morales.

Le ministre des Finances de
l'époque, M. Maystadt, avait
déclaré qu'il conviendrait de
confectionner une règle générale
qui déterminerait si un
établissement est assujetti à
l'impôt des sociétés ou à celui des
personnes morales. Son
administration avait été chargée
d'examiner cette question.

A quelles conclusions cette étude
a-t-elle abouti? Le ministre est-il
disposé à faire ressortir les régies
communales autonomes à l'impôt
des personnes morales? Dans
l'affirmative, à quelles conditions?



04.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw
De Meyer, het is een algemeen probleem. Er zijn andere zaken die in
dezelfde richting evolueren. Tijdens de bespreking van de
hervorming van de vennootschapsbelasting hebben wij dezelfde
redenering gevoerd. Het is geen probleem van juridische vorm, maar
van juridische grond. Wij moeten geval per geval een onderzoek ten
gronde voeren om te weten of de vennootschapsbelasting of een
andere belasting van toepassing is.

Mevrouw De Meyer, ik wil er u op wijzen dat de opnamen van de
gemeentelijke autonome havenbedrijven van Antwerpen, Oostende
en Gent in artikel 180, 2° van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 is gerechtvaardigd wegens het specifieke
karakter van openbaar nut van de havenbestuurlijke bevoegdheden
en niet ingevolge de juridische vorm van deze rechtspersoon. Dit is
een probleem ten gronde en niet van de juridische vorm van de
instelling.
04.02
Didier Reynders
, ministre:
Chaque cas doit être examiné
séparément. L'insertion des régies
portuaires communales d'Anvers,
d'Ostende et de Gand à l'article
180 du CIR 1992 se justifie en
raison du caractère spécifique
d'utilité publique et non pas en
raison de leur statut juridique.
L'exonération inconditionnelle de
l'impôt des sociétés doit donc être
réservée au régies communales
autonomes exerçant des
compétences d'administration
portuaire. Chaque cas sera donc
examiné individuellement.
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9

De onvoorwaardelijke vrijstelling van vennootschapsbelasting, zoals
artikel 180 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992
bepaalt, dient dan ook te worden voorbehouden aan autonome
gemeentebedrijven met havenbestuurlijke bevoegdheden alsook aan
de andere rechtspersonen met hetzelfde doel, die eveneens in artikel
180, 2° van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 worden
opgesomd.

Derhalve zal de onderworpenheid van een autonoom
gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid en met andere dan
havenbestuurlijke bevoegdheden, ofwel aan de
vennootschapsbelasting, ofwel aan de rechtspersonenbelasting bij
voorkeur, geval per geval, afzonderlijk worden beoordeeld. Er moet
meer controle komen in dat verband. Dezelfde redenering geldt voor
de VZW's. Is het een echte VZW of moet bijvoorbeeld de
vennootschapsbelasting worden toegepast? De controle gebeurt
steeds geval per geval.

Daarenboven kan worden gesteld dat, gelet op de activiteiten en
inzonderheid ingevolge het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot
bepaling van de activiteit van industriële en commerciële aard,
waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met
rechtspersoonlijkheid kan oprichten, die autonome
gemeentebedrijven met rechtspersoonlijkheid kunnen uitoefenen, zij
rechtstreeks in concurrentie kunnen treden met privé-
ondernemingen.

Vandaar dat dergelijke gemeentebedrijven in de regel aan de
vennootschapsbelastingen zullen worden onderworpen,
overeenkomstig de gebruikelijke criteria inzake belastbaarheid. Zoals
ik het reeds stelde geldt dezelfde redenering als voor de VZW's.

Een dergelijke benadering stemt daarenboven overeen met de
toepassing van artikel 92, lid 1, houdende bepalingen betreffende
belastingen van het EG-Verdrag. Ik meen dat het derhalve niet
aangewezen is om artikel 180 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 te wijzigen, om te voorzien in algemene
criteria aan de hand waarvan zou kunnen worden bepaald of een
instelling aan de vennootschapsbelasting dan wel aan de
rechtspersonenbelasting is onderworpen.

Bijgevolg geldt een onderzoek geval per geval ten gronde, met
enkele vaststellingen in verband met de activiteiten van zo'n
instelling. De juridische vorm is geen echt criterium om naar een
categorie van belasting te gaan in plaats van een andere. Het is
eerder een onderzoek geval per geval en ten gronde.
Etant donné l'éventail d'activités
pour lesquelles un conseil
communal peut décider de créer
une régie communale autonome,
il faut vérifier si ces régies sont
susceptibles d'entrer directement
en concurrence avec des
entreprises du secteur privé. Si tel
est le cas, les régies communales
concernées seront assujetties à
l'impôt des sociétés,
conformément aux critères
habituels d'assujettissement. Une
telle approche est d'ailleurs
conforme à l'article 92, alinéa
premier du traité des
Communautés européennes.

A mon estime, il n'est pas
opportun de modifier l'article 180
du CIR 1992.

04.03
Magda De Meyer
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik denk dat het een correcte benadering is dat de zuivere
juridische vorm geen grondslag kan zijn voor de vestiging van de
belasting. Maar, als ik het goed heb begrepen, hanteert u twee
criteria, ten eerste, duidelijk openbaar nut en ten tweede, geen
concurrentie met de privé-sector. Dat zijn in feite de twee criteria
waaraan volgens u moet worden voldaan als men het geval per
geval wil bestuderen. Komt het daarop neer?
04.03
Magda De Meyer
(SP.A):
La forme juridique ne constitue,
dès lors, pas une base
d'évaluation. Les critères sont
l'intérêt public et l'absence de
concurrence par rapport au
secteur privé. Ces derniers seront
pris en considération pour évaluer
chaque cas individuellement.
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
04.04 Minister
Didier Reynders:
Ja, maar we moeten ook meer en
meer gaan naar een correcte toepassing van de
vennootschapsbelasting. De bespreking in de regering liep sedert
twee jaar in verband de voorbereidende fase van de hervorming van
de vennootschapsbelasting. Bijgevolg zal ik gedurende de
bespreking in de commissie over de hervorming van de
vennootschapsbelasting een aantal preciseringen geven. Het is
echter zeer belangrijk. Het doel is te komen tot een vermindering van
de tarieven inzake vennootschapsbelasting, maar ook tot
een correcte toepassing van de vennootschapsbelasting op alle
ondernemingen, instellingen en andere juridische organisaties met
een commerciële en industriële activiteit. Er zijn echter
uitzonderingen en een specifiek stelsel is mogelijk. Doch, in het
algemeen heeft een onderzoek ten gronde plaats, met effectief
verschillende criteria, maar een zeer correcte toepassing van de
vennootschapsbelasting moet worden bereikt, niet alleen voor de
autonome gemeentebedrijven, maar ook voor de VZW's in sommige
gevallen en voor andere instellingen. Er zijn bij voorbeeld valse
VZW's en er is ook een vals gebruik van verschillende juridische
vormen.
04.04
Didier Reynders
, ministre:
Vous résumez fort bien la
situation. Nous voulons réduire
l'impôt des sociétés mais
également le percevoir plus
correctement, y compris pour les
entreprises publiques autonomes
et les asbl.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Financiën over "fiscale stimuli voor de
bouwsector" (nr. 6766)
05 Question de Mme Trees Pieters au ministre des Finances sur "les incitants fiscaux pour le
secteur de la construction" (n° 6766)
05.01
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kom graag nog eens terug op de bouwsector en de
inspanningen die in het verleden gebeurd zijn om de sector te horen,
maar waarrond het sindsdien dan toch windstil geworden is, op een
aantal vragen na in de commissie en de plenaire vergadering.

Mijnheer de minister, op 8 januari 2002 heb ik u nog ondervraagd
over uw intenties voor die sector. U antwoordde toen dat u
inspanningen zou leveren om het verlaagd tarief voor herstel en voor
renovatie van particuliere woningen die minstens 5 jaar zijn, te
verlengen met één jaar, namelijk tot 31 december 2003.

Er waren ook nog heel wat andere initiatieven die u destijds hebt
aangekondigd of hebt overwogen. Daarbij denk ik in eerste instantie
aan de invoering in de personenbelasting van één forfaitaire korf
voor het bouwsparen. Dat plan hebt u zelf gelanceerd, hield
voordelen in en werd door u dus als een goed initiatief aangekondigd.
Sindsdien hebben wij daarover echter niets meer gehoord.

In tweede instantie denk ik aan de verlaging van de kadastrale
inkomens voor bepaalde delen van steden in het kader van hun
grootstedenbeleid. Dat element is opgenomen in een aantal
wetsvoorstellen, ingediend door kamerleden.

Ten derde denk ik aan de BTW-verlaging voor de particuliere
nieuwbouw en de sociale woningbouw, welk voorstel ook werd
ingediend door diverse parlementsleden.
05.01
Trees Pieters
(CD&V): Le
secteur de la construction est
confronté à de nombreux
problèmes et ne peut escompter
de nouvelles mesures dans le
cadre de la réforme de l'impôt des
sociétés. L'application d'un taux
réduit pour la restauration et la
rénovation d'habitations privées
devrait être prolongée d'un an
mais qu'en est-il de l'introduction
d'un panier forfaitaire pour
l'épargne-logement, de la
diminution des revenus
cadastraux dans les villes, de la
réduction de la TVA pour les
nouvelles constructions privées et
les logements sociaux et de
l'élargissement aux projets de
démolition du taux réduit pour la
restauration et la rénovation?
Concernant ce dernier point,
convient-il de mener des
négociations sur le plan
européen? Sur quoi le ministre se
fonde-t-il pour déterminer le coût
de la diminution de la TVA?
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Ten slotte denk ik aan de uitbreiding van het proefproject voor
herstel en renovatie tot afbraakprojecten.

De bouwsector is vragende partij. In artikels van "Bouwbedrijf" en
andere lees ik naar aanleiding van gesprekken met u of
toelichtingen, onder meer dat u uw best zult doen om de
renovatiepremie op Europees niveau te verlengen. Op Europese
niveau zou ­ zo heb ik vernomen ­ de renovatiepremie wellicht
algemeen verlengd worden voor alle landen die daarop in het kader
van de arbeidsintensiviteit ingetekend hebben, omdat men er van
oordeel is dat een evaluatie na drie jaar bijna niet kan, maar na vier
of vijf jaar zou moeten gebeuren. De vraag komt dus vanuit Europa.

Mijnheer de minister, klopt het dat Europa automatisch voor die
verlenging zal zorgen? Of moet u met Europa onderhandelingen
voeren om die maatregel te verkrijgen?

In het tijdschrift van de Confederatie van de bouw lees ik dat u de
sociale nieuwbouw gunstig gezind bent en zelfs rekening houdt met
mogelijke terugverdieneffecten, maar dat u die maatregel te kostelijk
vindt om zomaar in te voeren.

Bijkomend wil ik u daarom vragen waarop u zich baseert om te
zeggen dat zulks te kostelijk is. Baseert u zich op de studies die
destijds verricht zijn door het Planbureau? Het Planbureau had het
wel over een algemene BTW-verlaging, waarvan het kostenplaatje,
berekend door het Planbureau, veel groter was dan de verlaging naar
12% of 6% die voor het segment van de sociale nieuwbouw bedoeld
was. Eigenlijk heeft het Planbureau toen een verkeerde berekening
gemaakt.

Ten slotte, zult u in deze legislatuur nog werk maken van de
invoering van één forfaitaire korf voor het bouwsparen?


05.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, ik dank
mevrouw Pieters voor haar steun om iets te doen ten voordele van
de bouwsector. Het is nog niet te laat om dat te doen. Na tien jaar
negatieve maatregelen met betrekking tot de personenbelasting,
komen we tot een verlaging van de personenbelasting en nieuwe
initiatieven voor de bouwsector. Ik dank u voor uw steun. Iedereen
mag er een andere mening op nahouden.

U had vier vragen. Ten eerste, zoals u weet voorziet het
regeerakkoord van 7 juli 1999 in het hergroeperen van de
aftrekmogelijkheden voor de personenbelasting in een aantal korven.
Dat principe is hernomen in de federale regeringsverklaring van 14
juli 1999 alsmede in de federale beleidsverklaring van 17 oktober
2000. Die maatregel beoogt een vereenvoudiging van het
belastingstelsel en zal in een latere fase van de hervorming van de
personenbelasting worden uitgevoerd. In dat verband is een verslag
gevraagd aan de Hoge Raad van Financiën. Het is dan ook niet
opportuun om in deze materie in te grijpen alvorens het standpunt
van de Hoge Raad van Financiën gekend is. We hebben meer
fiscale hervormingen. Eerst en vooral was er de hervorming van de
personenbelasting via de wet van 10 augustus 2001. Nu moeten we
komen tot twee andere belangrijke hervormingen, namelijk voor de
ecoboni en de vennootschapsbelastingen. Ik hoop dat het mogelijk
zal zijn om tot andere hervormingen te komen, bijvoorbeeld met de
05.02
Didier Reynders
, ministre:
Ce gouvernement entend, en
effet, simplifier le système fiscal
par un regroupement
dans
différents paniers. Le Conseil
Supérieur des Finances rendra un
avis à ce sujet. Chaque année,
deux réformes de l'impôt
importantes seront mises en
oeuvre.

Je me fonde sur les priorités
socio-économiques définies dans
les notes 2002-2003 pour
déterminer les mesures pouvant
être prises dans le secteur de la
construction. J'espère pour cela
obtenir le soutien de l'Europe.

L'annexe H de la sixième directive
TVA dispose que la livraison, la
construction, la rénovation et la
transformation dans le cadre de
logements sociaux entrent en
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
korven. Ik moet de tijd krijgen om dat te doen, misschien in deze
legislatuur of anders in de volgende. We zullen zien. Met de steun
van de meerderheid zal het mogelijk zijn om dat te doen in 2002,
2003 of 2004. Het moet mogelijk zijn om op zijn minst één of twee
belangrijke fiscale hervormingen per jaar door te voeren. Het is een
heel goede zaak om dat te doen. Ik ben bereid om dat in de
volgende legislatuur te doen met de steun van de meerderheid en
misschien ook van de oppositie.

Voor uw tweede vraag verwijs ik naar de sociaal-economische
prioriteitennota 2002-2003. Hierin wordt gemeld dat zal worden
bekeken in welke mate specifieke maatregelen mogelijk zullen zijn
voor een arbeidsintensieve sector zoals de bouw. De verlenging van
het BTW-tarief van 6% voor de renovatie in de bouw zal worden
onderzocht na een evaluatie die werd voorzien in het kader van het
Europees BTW-beleid inzake arbeidsintensieve sectoren. Dit
onderzoek zal gepaard gaan met de evaluatie van de fiscale
maatregelen tot revitalisering van de grote steden en de benadeelde
buurten in het bijzonder. Ik heb in september 2001 tijdens een
informele Ecofin in Luik al gevraagd om tot een verlenging te komen.
Ik hoop dat het met uw steun mogelijk zal zijn om een verlenging van
minstens één jaar te krijgen. Het gaat niet om een automatische
beslissing van de commissie, het is een vraag van verschillende
landen. Ik hoop dat we het akkoord van de Europese Commissie
kunnen krijgen.

Wat uw derde vraag betreft, de bijlage H van de zesde BTW-richtlijn
die de lijst bevat van de leveringen en diensten waarop verlaagde
BTW-tarieven mogen worden toegepast, vermeldt in punt 9 de
levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het
sociaal beleid verstrekte huisvesting. In dat verband voorziet het
koninklijk besluit nummer 20 in een duidelijke richtlijn. Bovendien
moet rekening worden gehouden met de budgettaire weerslag van
nieuwe maatregelen.

Ik herhaal: ik heb ook aan de Europese Commissie de vraag gesteld
ter gelegenheid van de informele Ecofin van september 2001 of er
een verslag kan worden opgemaakt voor 2002 met een evaluatie van
de verlaagde tarieven. Dat zal ook het geval zijn. Ik heb wel veel
vragen in dat verband, niet alleen wat sociale woningen betreft maar
ook wat schoolgebouwen betreft. Wat afbraakwerken betreft, gelden
de verlaagde tarieven niet. Die moeten dus onderworpen worden aan
het normale BTW-tarief.

Mijnheer de voorzitter, het is natuurlijk altijd mogelijk andere
toepassingen te vinden voor verlaagde tarieven. We moeten echter
ook rekening houden met de begrotingskosten en we moeten meer
aandacht schenken aan de financiële toestand. Die vraag stelt men
toch ook bij alle begrotingsbesprekingen. Ik ben er zeker van dat het
ook het geval zal zijn bij de volgende bespreking van de
begrotingscontrole.

Mevrouw Pieters, ik dank u in elk geval voor uw steun en voor uw wil
iets te doen voor de bouwsector.
ligne de compte pour l'application
d'un taux de TVA réduit. L'arrêté
royal n° 20 du 20 juillet 1970
prévoit également un taux de TVA
réduit dans certains cas. Il est
évident qu'il y a toujours lieu de
tenir compte de l'incidence
budgétaire des nouvelles
mesures. J'ai déjà abondamment
interrogé la Commission
européenne à ce sujet.

Selon la sixième directive de la
TVA, une réduction du taux de
TVA pour des travaux de
démolition n'est pas encore
possible. Ici aussi, il convient de
tenir compte de l'impact
budgétaire des réformes.

05.03
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de minister, mijn steun hebt u
al sinds het begin van deze legislatuur ­ en ik hoop dat u zich daar
goed bewust van bent. Ook tijdens de vorige legislatuur heb ik de
05.03
Trees Pieters
(CD&V):
Depuis le début de cette
législature, le ministre peut
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
bouwsector gesteund. Toen zijn we er in geslaagd om een project te
lanceren met verlaagde BTW-tarieven voor de sociale privé-
woningbouw.

Wat mijn tweede, derde en vierde vraag betreft, beperkt u zich
opnieuw tot het lanceren van beloften die eventueel in het laatste
jaar van deze legislatuur of in de volgende legislatuur zullen worden
ingelost. Wel, als u tijdens de volgende legislatuur met ons in de
regering zit, zal het des te makkelijker gaan.

Mijnheer de minister, u zei dat u een verslag van de Hoge Raad voor
Financiën verwacht. Kunt u me zeggen voor wanneer dat voorzien
wordt? Is dat nog voor deze legislatuur? Of zal dat ook voor de
volgende zijn?
compter sur mon soutien. Le
gouvernement précédent était
parvenu à mettre en oeuvre une
réduction de la TVA pour la
construction de logements
sociaux. Le ministre se limite, une
fois de plus, à des promesses
pour la prochaine législature. Si
nous siégeons à ce moment au
sein d'un même gouvernement, il
trouverait un allié en mon parti.

Quand le ministre pense-t-il
recevoir le rapport du Conseil
supérieur des Finances?
05.04 Minister
Didier Reynders:
Mevrouw Pieters, ik hoop dat dit
verslag er zo vlug mogelijk komt, dus hopelijk nog tijdens deze
legislatuur. Als u ons uw steun wilt geven om in juni 2003 een
meerderheid te vormen, is het misschien mogelijk dat er tegen die
tijd een verslag wordt opgemaakt.

Wat de beloften betreft: er worden veel beloften gemaakt, maar
enkele maanden of jaren later blijken er toch ook veel te worden
ingelost. De hervorming van de personenbelasting was eerst louter
een belofte; nu is die wet geworden. Ook in de vorige legislatuur
werden al beloften gedaan over een verlaagd tarief van 6% voor
renovatiewerken, maar de huidige meerderheid heeft ervoor gezorgd
dat het realiteit werd gedurende drie of vier jaar. Dat zal ook het
geval zijn voor de vennootschapsbelasting, voor de ecoboni en voor
nog andere zaken. Voor een beperkte tijd gaat het dus om een
belofte. Dat is altijd zo. Daarna moeten we echter een tekst opstellen
waarover we een akkoord bereiken binnen de meerderheid en
waarover gestemd kan worden in het Parlement.

Nu maken we, maand na maand, onze beloften tot realiteit. Met uw
steun zal dat misschien nog gemakkelijker gaan. Dus dank ik u
nogmaals voor die steun.
05.04
Didier Reynders
, ministre:
J'espère que le rapport sera en
ma possession le plus vite
possible, probablement avant la
fin de la législature actuelle. J'ai
fait des promesses, en effet, et
après quelques années, des
résultats ont suivi, entre autres en
matière d'impôt des sociétés et
d'écobonis. C'est là le cours
normal des choses

Je remercie Mme Pieters pour son
soutien explicite.

05.05
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de minister, het verslag van
de Hoge Raad voor Financiën was toch verwacht voor december
2001?
05.05
Trees Pieters
(CD&V):
Quand disposerez-vous du rapport
du Conseil supérieur des
Finances?
05.06 Minister
Didier Reynders:
Ik heb gezegd: zo vlug mogelijk.
05.06
Didier Reynders
, ministre:
Dès que possible.
05.07
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de minister, intussen is het al
maart 2002. Engageert u zich voor de Hoge Raad van Financiën?
05.08 Minister
Didier Reynders:
Het is 26 maart 2002 en het is
ongeveer 11 uur. Dat is de realiteit. Ik heb gezegd: zo vlug mogelijk.
05.09
Trees Pieters
(CD&V): Mijnheer de minister, u hoeft de leden
van dit Huis niet belachelijk te maken. Ik weet ook wel dat het 26
maart is. Ik wil u vragen dat u de Hoge Raad voor de Financiën
aanspoort om zo snel mogelijk te antwoorden.
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
05.10 Minister
Didier Reynders:
Dat doe ik ook, maar de Hoge
Raad voor de Financiën heeft ook andere taken en andere missies in
andere problemen. Daarom zeg ik: zo vlug mogelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Financiën over "de omzendbrief voor
vrijwilligers" (nr. 6785)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre des Finances sur "la circulaire concernant les
bénévoles" (n° 6785)
06.01
Simonne Creyf
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil een paar vragen stellen over de zogenaamde
rondzendbrief-Viseur voor vrijwilligers, de circulaire CIRH
241/509/803 van 5 maart 1999. De bedragen in die circulaire werden
aangepast aan de euro en de omrekening van de maximale
bedragen van 1.000 frank per dag en 40.000 frank per jaar gebeurde
op mathematische basis. Dit betekent dat er nu een maximaal
bedrag geldt van 24, 79 euro per dag en 991, 57 euro per jaar.

Deze bedragen zijn een exacte omzetting van frank naar euro, maar
gebruiksvriendelijk zijn ze niet. Het zijn niet echt bedragen die men in
de vrijwilligerssector kan hanteren. Men had het bedrag bijvoorbeeld
kunnen afronden naar 25 of zelfs naar 30 euro. In Trends van 7
maart 2002 schrijft journalist Jan Van Dyck over kafkaiaanse
toestanden in verband met vrijwilligerswerk en waarschuwt hij dat de
sociale en fiscale regelingen van de vergoedingen niet gelijklopend
zijn. Integendeel, ze lopen verder uiteen omdat op sociaal gebied de
bedragen uit de circulaire worden geïndexeerd, terwijl op fiscaal vlak
daar geen sprake van is, of nog geen sprake van is. Ik heb ten
aanzien van de vrijwilligers al verschillende initiatieven genomen om
hen een regeling te geven en een statuut te bezorgen. Zo heb ik in
mijn allereerste wetsvoorstel een poging gedaan om de regeling voor
vrijwilligers onder het artikel 38 van het Wetboek van
Inkomstenbelasting van 1992 te laten vallen, waardoor niet alleen de
rechtszekerheid van de vrijwilligers zou worden vergroot, maar ook
de indexatie zou gebeuren, waardoor de niet ­ indexatie tot het
verleden zou behoren. Dit is het probleem. Ik heb hieromtrent de
volgende vragen.

Kunnen de genoemde maximale bedragen ten behoeve van de
vrijwilligerssector niet gebruiksvriendelijker worden gemaakt?

Wat moet er gebeuren met betrekking tot het feit dat de bedragen
sociaal geïndexeerd worden, maar niet fiscaal? Dit feit leidt immers
tot grote verwarring op het terrein.
06.01
Simonne Creyf
(CD&V): La
conversion en euros, sans que les
chiffres aient été arrondis, des
indemnités autorisées pour les
bénévoles a donné des montants
peu faciles à manier. Je renvoie à
cet égard à la circulaire
241/509.803. Ces montants n'ont
du reste pas fait l'objet d'une
indexation fiscale mais bien d'une
indexation sociale.

Les indemnités seront-elles
arrondies pour des raisons d'ordre
pratique? L'article 38 du CIR 1992
ne peut-il s'appliquer à ces
indemnités?



06.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik kan u meedelen dat de administratie van de ondernemings-
en inkomensfiscaliteit in eerste instantie van plan was om de
bedragen van 1.000 Belgische frank per dag en 40.000 Belgische
frank per jaar, zoals ze werden opgenomen in de administratieve
circulaire met betrekking tot de vrijwilligers, om te zetten in
transparante bedragen. Met het oog op een streven naar
eenvormigheid tussen de sociale en de fiscale wetgeving werden
06.02
Didier Reynders
, ministre:
L'administration des contributions
avait l'intention d'appliquer des
montants plus pratiques mais elle
y a renoncé pour des raisons
d'uniformité entre les législations
sociale et fiscale.
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
echter de bedragen, vastgelegd bij koninklijk besluit van 19
november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28
november 1969, tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969, tot
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in aanmerking genomen,
meer bepaald 24,79 euro en 991,57 euro.

Het is dus altijd kafkaiaans. Ofwel is er een afgerond bedrag, maar
geen correlatie met de sociale zekerheid, ofwel is er geen afgerond
bedrag, maar wel een correlatie met de sociale zekerheid. Ik hoop
dat het mogelijk zal zijn om naar afgeronde bedragen te gaan, maar
ook de correlatie tussen de twee instellingen te bewaren. Dezelfde
journalist mag altijd een of ander probleem in een artikel hernemen.

Het voormeld koninklijk besluit koppelt deze bedragen aan het
indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze indexering zal ook voor
de inkomstenbelasting worden doorgevoerd, maar om praktische
redenen zal ook de toestand op 1 januari van het inkomstenjaar in
aanmerking worden genomen. Richtlijnen in die zin zullen zo spoedig
mogelijk in een administratieve circulaire worden meegedeeld.

Mijnheer de voorzitter, ik moet daaraan iets toevoegen over de
indexering en de euro. Wij moeten meer en meer niet-afgeronde
cijfers hebben. Dat is normaal, maar wij moeten met de euro werken.
Niet alleen in de scholen, maar ook in het Parlement is het zeer
nuttig om met cijfers na de komma te werken. Dezelfde redenering
geldt voor vrijwilligers en andere mensen. Spijtig genoeg moeten wij
leren met cijfers na de komma te werken. Ik wil liever een correlatie
tussen het fiscale en sociale stelsel verwezenlijken, dan ­ voor een
beperkte tijd ­ afgeronde bedragen te hebben zonder correlatie. Zelfs
met een afgerond bedrag bij de eerste correlatie, moeten wij
evolueren naar niet-afgeronde bedragen. Dit is een valse redenering,
maar voor een journalist is dat misschien normaal. In het Parlement
is het niet zo nuttig om dat te doen.
Les montants sont liés à l'indice
des prix à la consommation. Le
montant maximal autorisé sera
également indexé sur le plan
fiscal. Cette mesure fera
prochainement l'objet d'une
circulaire.

Maintenant que l'euro est là, nous
devons apprendre à jongler avec
les décimales. Dans ce dossier,
l'harmonisation entre les règles
sociales et fiscales prime.
06.03
Simonne Creyf
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat
de indexatie er komt. Als er moet worden afgerond, mijnheer de
minister, dan liefst naar boven. Wij moeten vertrekken met
"omhooggetrokken" afgeronde bedragen. Het gaat immers over
vrijwilligers.
06.03
Simonne Creyf
(CD&V): Je
me réjouis de l'indexation
annoncée. Si arrondi il y a,
j'espère que ce sera vers le haut.

06.04 Minister
Didier Reynders:
Als u op 30 euro een indexatie van
1 of 2% doorvoert met een afgerond bedrag naar boven, dan komt u
uit op een indexatie van 3 tot 5%. Dat is onmogelijk.
06.04
Didier Reynders
, ministre:
C'est impossible. L'indexation
serait alors de 4 à 5% .
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De
voorzitter
: De vragen nrs. 6796, 6821, 6822 en 6823 van de heer Peter Vanvelthoven worden naar
een latere datum verschoven.
07 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister van Financiën over "de aanvullende
gemeentebelastingen" (nr. 6816)
07 Question de M. Dirk Pieters au ministre des Finances sur "les impôts additionnels
communaux" (n° 6816)
07.01
Dirk Pieters
(CD&V): Mijnheer de minister, in artikel 231 van 07.01
Dirk Pieters
(CD&V):
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
het KB bij het WIB staat te lezen dat de kohieren voor de
aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting worden
opgemaakt volgen de door de directeur-generaal van de directe
belastingen gestelde regels. Die kohieren zijn verbonden aan het
begrotingsjaar dat loopt op de datum waarop ze uitvoerbaar worden
verklaard. De tarieven worden toegepast in verband met
desbetreffende aanslagjaren.

De lezing van de tweede alinea is niet eenvoudig en geeft aanleiding
tot enige onzekerheid. De vaststelling van het tarief van de
aanvullende gemeentelijke personenbelasting gekoppeld aan de
begroting van 2002 bijvoorbeeld kan immers zowel in het najaar van
2001 als in het voorjaar van 2002 geschieden. Sommige
vaststellingen gebeurden zelfs vrij laat in 2002.

Omdat er wat dat betreft toch enige tegenspraak is, leggen wij u deze
vraag voor, mijnheer de minister, opdat de onduidelijkheid wordt
verholpen. Ten eerste, is een beslissing van de gemeenteraad in
2002 inzake de aanvullende gemeentebelasting voor het
inkomstenjaar 2001, aanslagjaar 2002, verenigbaar met het
grondwettelijk principe van de niet-retroactiviteit van belastingen?
Ten tweede, wat is eigenlijk de uiterste datum voor dergelijke
beslissingen? Is er überhaupt een uiterste datum?
Certaines dispositions du Code
des impôts sur les revenus
relatives aux impôts additionnels
communaux prêtent à confusion.
Quand le tarif communal sera-t-il
fixé? Concrètement, ne risque-t-
on pas d'être confronté à une
rétroactivité si le conseil
communal fixe seulement en 2002
les tarifs pour l'année de revenus
2001? A quelle date ultime de
telles décisions doivent-elles être
prises?



07.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, de taak van de administratie beperkt zich tot het opnemen
van de aanvullende belastingen in de kohieren verbonden aan het
begrotingsjaar dat loopt op de datum waarop ze uitvoerbaar worden
verklaard met toepassing op de tarieven in verband met de
desbetreffende aanslagjaren. Het gaat hier dus over artikel 231 van
het KB/WIB 1992. Die tarieven worden bepaald volgens een
gemeentelijk reglement. De administratie is niet bevoegd om over de
wettelijkheid van dat reglement te oordelen. De controle moet
gebeuren door de voogdijoverheden.

Desalniettemin lijkt de terminologie van artikel 231 KB/WIB 1992 tot
verwarring te kunnen leiden. De administratie neemt zich daarom
voor om aan de gemeenten en hun voogdijoverheden een
verklarende brief te zenden en om de gewestelijke directeurs
duidelijke richtlijnen te verstrekken. Er zal worden herinnerd aan het
feit dat voor de personenbelasting voor bijvoorbeeld het aanslagjaar
2001 de periode van het aanslagjaar tussen 1 januari 2001 en 31
december 2001 ligt. Het gaat dan over de inkomens van 2000, dus
tussen 1 januari 2000 en 31 december 2000. De belasting
verschuldigd voor het aanslagjaar 2001 kan wettelijk tot 30 juni 2002
worden bevestigd. De belasting verschuldigd voor het aanslagjaar
2001 ­ dus op de inkomens van 2000 ­ wordt bepaald op basis van
de inkomsten die de belastingplichtige verkregen heeft gedurende de
belastbare periode, dus de inkomsten van het jaar 2000. Indien de
inkohiering plaatsvindt gedurende het jaar 2001, is de belasting
verbonden aan het begrotingsjaar 2001. Indien zij plaatsvindt
gedurende het jaar 2002, is zij verbonden aan het begrotingsjaar
2002. Dat lijkt mij voor iedereen eenvoudig.

De beslissingen die de gemeenten nemen inzake personenbelasting
voor het aanslagjaar 2001en die door de voogdijoverheid zijn
goedgekeurd, hebben dus betrekking op het inkomstenjaar 2000. Er
moet dus een zeer precieze inlichting worden gestuurd naar de
07.02
Didier Reynders
, ministre:
L'administration porte les taxes
additionnelles dans les rôles
rattachés à l'année budgétaire en
cours à la date à laquelle les
impôts sont déclarés exécutoires,
en appliquant le taux afférent aux
exercices d'imposition respectifs.
L'administration n'est pas
compétente pour juger de la
légalité des règlements
communaux. Dans la mesure où
l'article en question semble prêter
à confusion, l'administration
enverra une lettre explicative aux
communes.

L'impôt dû pour l'exercice
d'imposition 2001 peut être
légalement établi jusqu'au 30 juin
2002 et est déterminé sur la base
des revenus de l'année 2000.
L'impôt est rattaché à l'année
budgétaire pendant laquelle
l'enrôlement a eu lieu.

Il est évident que l'administration
doit, dès le début de l'enrôlement,
disposer des taux exacts
applicables à cet exercice
d'imposition.

Il est possible que des
contradictions soient survenues
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
voogdijoverheid en naar mijn administratie.

Na de verkiezingen en met het aantreden van een nieuw
schepencollege ontstonden er misschien enkele contradicties.
Vermits de aanvullende gemeentebelastingen worden vastgesteld,
moet de administratie bij de aanvang van de
inkohieringswerkzaamheden voor het bepaalde aanslagjaar in het
bezit zijn van de juiste tarieven die voor dat aanslagjaar van
toepassing zijn. Ik heb mijn administratie gevraagd om zeer precieze
inlichtingen te sturen naar de gemeentelijke overheden. Het is zeer
belangrijk dat iedereen dit op dezelfde wijze interpreteert. Het is heel
duidelijk: aanslagjaar 2001 betekent de inkomens van 2000 met
inkohieringen tot en met 30 juni 2002.

Als een gemeente beslist om een hoger tarief voor de
personenbelasting voor het aanslagjaar 2001 in te voeren, is dat een
verhoging van de fiscaliteit op de inkomens van 2000. Dat is klaar en
duidelijk. Het is een correcte toepassing van de beslissing van de
gemeenten door mijn administratie. Ik heb de opdracht gegeven om
duidelijk instructies door te geven.

Ik heb al enkele correcties opgelegd om dat te verwezenlijken. Ik
hoop dat die de informatie kan hebben vóór de toepassing door mijn
administratie. In 2001 was dat voor enkele gemeenten het geval.

Een reactie in maart of april 2002 over de inkohiering van
aanslagjaar 2001 en de inkomsten van 2000 is misschien wel wat
laat.

Uw vraag is weliswaar erg correct. Volgens mij is het erg nuttig om
enkele zaken te preciseren, eerst een vooral voor de gemeentelijke
overheden.
après les dernières élections
communales. Pour une série de
communes, j'ai déjà apporté des
corrections en 2001.


07.03
Dirk Pieters
(CD&V): Er ontstaat inderdaad hier en daar
verwarring. Het is zeer positief dat deze zaak gedetailleerd zal
worden toegelicht in een omzendbrief.
07.03
Dirk Pieters
(CD&V): La
confusion naît ça et là. Je me
réjouis de l'annonce d'explications
détaillées à ce sujet qui seront
communiquées par la voie d'une
circulaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De
voorzitter
: Mevrouw Els Van Weert is afwezig, evenals de heer Peter Vanvelthoven.
08 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Financiën over "de stand van zaken in
verband met het voorontwerp houdende diverse fiscale bepalingen inzake ecotaksen en
ecobonussen" (nr. 6847)
08 Question de M. Yves Leterme au ministre des Finances sur "l'état d'avancement de l'avant-
projet portant diverses dispositions fiscales relatives aux écotaxes et aux écobonus" (n° 6847)
08.01
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag
gaat over de ecotaksen en de ecobonussen.

Mijnheer de minister, uw ministerschap wordt gekenmerkt door de
aandrang waarmee u dat dossier telkens weer met hand en tand
verdedigt. Niemand zal mij daarover tegenspreken. In een zekere
08.01
Yves Leterme
(CD&V): Le
ministre a toujours défendu ce
dossier avec ardeur. Je me
demande si des résultats seront
enfin obtenus. La énième décision
ayant été prise hier dans ce
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
"Sturm und Drang"-stijl probeert u de ecotaksen zo snel mogelijk in te
voeren. 80% van de drankconsumptie van frisdranken en waters
verloopt via one way verpakkingen. Bij elke reeks belangrijke
beslissingen bent u er als de duivel bij om dat dossier telkens
opnieuw op te voeren. Op de duur wordt dat intrigerend. Ik vraag mij
af of het deze keer de goede keer is en of er iets van zal komen. In
ieder geval bewonder ik de aandrang en de hardnekkigheid waarmee
u dat dossier blijft verdedigen, zoals ik gisteren op de televisie al zag.

Vooruitlopend op het debat, dat volgens uw lichaamstaal blijkbaar zo
snel mogelijk in deze commissie kan volgen, had ik naar aanleiding
van de 73
ste
of 74
ste
keer dat er in dit dossier onder uw impuls beslist
werd graag een paar actuele vragen gesteld. Mijnheer de minister,
wat is de ingangsdatum die momenteel in het voorontwerp wordt
voorzien? Ik heb mogen vernemen dat, wellicht in weerwil van uw
inspanningen en van wat u zelf voor wenselijk houdt, de teksten
opnieuw naar de Raad van State en de Europese Commissie
moeten. Wat de Raad van State en de Europese Commissie betreft,
het zal wellicht tegen uw zin zijn maar ik meen dat het voorontwerp
opnieuw voor advies moet worden doorgestuurd. Vraagt u de Raad
van State een advies binnen de drie dagen of legt u geen termijn op?
Ik kan bijna niet geloven dat u de gelegenheid om spoed achter het
dossier te zetten zou laten schieten.

Mijnheer de minister, ik heb een vraag om verduidelijking met
betrekking tot een verschil in communicatie tussen u en mevrouw
Aelvoet. Communicatie is nochtans bijzonder belangrijk voor paars-
groen. Deze keer gaat het niet om fietsen of te voet gaan naar het
werk. Blijkbaar is er een verschil in communicatie met betrekking tot
de ecotaks en de ecoboni, vooral met betrekking tot de belastbare
basis en het tarief per liter of voor het geheel.

Mijnheer de minister, bent u in al uw haast niet vergeten om de
problematiek van de ecobalansen voldoende wetenschappelijk te
laten onderbouwen om na te gaan of gerecycleerd materiaal uit
ecologisch oogpunt wel effectief de best mogelijke oplossing is.
dossier, j'aimerais formuler
quelques questions.

Quelle date préconise-t-on à
présent pour l'entrée en vigueur?
Le projet doit être renvoyé pour
avis au Conseil d'Etat. Le ministre
requerra-t-il un avis dans les trois
jours?

Entre le ministre et sa collègue
Aelvoet, il y a une différence sur
le plan de la communication au
sujet de la base imposable en
matière d'écotaxes et d'écobonis.
Le ministre peut-il apporter des
précisions?

Le ministre a-t-il fondé sa décision
sur l'analyse des écobilans? En
d'autres termes, cette décision
est-elle scientifiquement fondée?

Il n'est pas seulement question
d'emballages réutilisables, mais
aussi d'emballages recyclés et
recyclables. Ces derniers seront-
ils également pris en
considération pour les écoboni?
Quels pourcentages de recyclage
utilisera-t-on? Je constate que le
ministre et Monsieur Tavernier
sont en désaccord à ce sujet.
Quelques éclaircissements
seraient les bienvenus.

08.02 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, in 2003 is
het de tiende verjaardag van de wet van 1993. Het zal een zeer
belangrijk moment zijn voor het Parlement, misschien voor
verschillende meerderheden in dat verband.
08.02
Didier Reynders
, ministre:
En 2003, nous célébrerons le
dixième anniversaire de l'écotaxe.

08.03
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat de
minister zich vergist. Het kind is geboren in 1993. U hebt het op een
bepaald moment, in de winter van 2000, van het leven benomen of
het in een comateuze toestand gebracht. Iets meer dan een jaar later
hebt u het opnieuw tot leven gewekt. De tienjarige periode is dus
onvolledig.
08.03
Yves Leterme
(CD&V):
Cette mesure est née en 1993
mais, en 2000, le ministre l'a
gelée pendant un an.

08.04 Minister
Didier Reynders:
Het is de tiende verjaardag van de
wet. Er zijn verschillende mogelijkheden in dat verband. Dat is een
ander verhaal. In 2003 krijgen we dus een zeer belangrijk moment
voor verschillende meerderheden. Het was de bedoeling om tot de
invoering van de nieuwe maatregel te komen op 1 maart. Die datum
werd in de eerste versie van het voorontwerp vooropgesteld. Eerst
en vooral wil ik u meedelen dat het voorontwerp van wet inzake
verschillende bepalingen over milieutaksen en ecoboni op 30 januari
08.04
Didier Reynders
, ministre:
L'objectif était d'instaurer une
nouvelle taxe environnementale à
compter du 1
er
mars 2002. Fin
janvier, l'avant-projet a été soumis
au Conseil d'Etat, lequel nous a
communiqué son avis le 25 mars.
Nous avons toujours la possibilité
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
2002 voor advies bij de Raad van State werd ingediend, met de
vraag om binnen de dertig dagen te willen antwoorden. Ik heb pas op
25 maart het advies dat op 6 maart 2002 werd uitgebracht
ontvangen. De termijn van de Raad van State was dus correct, iets
langer dan een maand. Het was voorzien om indien nodig naar een
vraag in drie dagen te gaan. We vragen steeds het antwoord binnen
de maand en als dat onmogelijk blijkt te zijn, kan de Ministerraad dit
aanpassen tot een vraag in drie dagen. Met betrekking tot het advies
van de Europese Commissie en de verschillende opmerkingen werd
op 12 maart een vergadering gehouden in de zetel van die instantie
met alle betrokken directies van de commissie en met de
verschillende Belgische instanties. Alle opmerkingen werden
behandeld en er werden oplossingen voorgesteld. Met sommige kon
de commissie instemmen, andere vergden verdere uitleg die door de
daartoe door de regering aangewezen deskundige zal worden
gegeven. Er is dus een bespreking met de Europese Commissie en
we hebben nog nieuwe elementen van antwoord gestuurd.

In afwachting heeft de regering op 25 maart 2002 beslist het
wetsontwerp in die zin aan te passen dat voor alle dranken een
zelfde verpakkingsbijdrage wordt vastgesteld van 11,6262 euro per
hectoliter en dat een bepaling wordt ingevoegd die de Koning
machtigt een vrijstelling te verlenen voor verpakkingen die
gerecycleerde grondstoffen bevatten. Deze maatregelen zullen
naderhand bij wet worden bekrachtigd. Het begrotingsevenwicht
wordt bovendien gewaarborgd met betrekking tot die verschillende
maatregelen, ongeacht het verbruiksgedrag.

We voeren dus een zelfde verpakkingsbijdrage in voor alle
producten. Dit is gemakkelijker en bovendien gaat het om lagere
tarieven. In Belgische frank gaan we van 15 frank naar 4,69 frank.
Dit is een zeer belangrijke vermindering. Ik herhaal dat we ook een
vermindering van de BTW en de accijnzen hebben ingevoerd. Het
gaat om de recyclage van ecotaks naar ecoboni. Dat is een
recyclagebevorderende maatregel.

Ten slotte, wat de neutraliteit betreft, kan ik zeggen dat er in het
begin van het proces inderdaad sprake is van neutraliteit. We
moeten streven naar een budgettaire neutraliteit met vermindering
van de BTW en de accijnzen op verschillende producten met
specifieke verpakkingen. Daarnaast moet er ook een enige
verpakkingsbijdrage komen. Met een correcte evolutie zal dit de
begroting iets kosten. Meer gebruik van producten met een verlaagd
BTW-tarief en accijnzen en minder gebruik van producten met een
verpakkingsbijdrage moet een budgettaire kostprijs opleveren. De
neutraliteit is maar vast te stellen wanneer er een evenwicht is in
vergelijking met het huidige gebruik van verschillende producten.

Om tegemoet te komen aan de wensen van de commissie worden
bovendien de artikelen 370, 379 en 380 van de huidige wet van 16
juli 1993 ingevoegd in het nieuwe, aangepaste wetsontwerp om de
bepalingen van de gemeenschappen inzake notificatie te kunnen
naleven. We moeten het voorontwerp van wet afwerken en
goedkeuren op een volgende Ministerraad. Na deze goedkeuring
moet het ontwerp aan de Europese Commissie worden voorgelegd
om een informeel akkoord te krijgen. Er mag immers geen sprake
zijn van discriminatie van landen of ondernemingen, maar er is ook
een waarborg nodig in verband met begrotingsneutraliteit. Als er
d'obtenir un nouvel avis en trois
jours suivant une procédure
accélérée.

Le 12 mars, la Commission
européenne s'est concertée à ce
sujet avec divers responsables
belges puis elle a émis une série
d'observations. Un expert désigné
par le gouvernement y répondra.

Le 25 mars, le gouvernement
fédéral a décidé de d'ores et déjà
adapter provisoirement l'avant-
projet en ce sens qu'il prévoirait
dorénavant une taxe d'emballage
unique d'un montant de 11,62
euros par hectolitre pour toutes les
boissons. Le Roi pourra accorder
une dispense pour les emballages
contenant un pourcentage
déterminé de matières premières
recyclées.

L'équilibre budgétaire est
sauvegardé, quel que soit le
comportement des
consommateurs.

Au début du processus, nous nous
trouvons en situation de neutralité
par rapport à la consommation
actuelle. Nous devons d'abord
poursuivre notre objectif de
neutralité budgétaire mais, à
moyen terme, la mesure
occasionnera un certain coût.

Les articles 370, 379 et 380 de la
loi du 16 juillet 1993 seront
insérés dans la nouvelle loi afin de
respecter les dispositions
communautaires.

Le texte définitif de l'avant-projet
de loi sera examiné lors du
prochain Conseil des ministres. Il
sera ensuite soumis à l'accord
informel de la Commission
européenne. Deux conditions
doivent être remplies: les autres
entreprises et les autres pays ne
peuvent nullement être
discriminés et la neutralité
budgétaire doit être garantie.

Notre but étant d'encourager au
maximum le recyclage, nous
26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
opmerkingen komen van de Europese Commissie of als er
verschillende problemen worden aangekaart bij het Hof van Justitie
is het nagenoeg onmogelijk om tot een begrotingsneutraliteit te
komen op middellange termijn.

De regering was terecht vragende partij om het voorontwerp af te
werken. We hebben op 25 maart twee belangrijke beslissingen
genomen inzake de verpakkingsbijdrage en een specifiek stelsel van
vrijstellingen voor verpakkingen die gerecycleerde grondstoffen
bevatten.

We moeten echter een eindtekst opstellen en daarover een
eindgesprek houden met de Europese Commissie.

Wat de percentages betreft, moeten we een hoog percentage zien te
bereiken. De bedoeling is toch om een correcte recyclage te
bekomen. De bedoeling is ook een ontwerp te maken voor de
verschillende soorten verpakkingen. Uw laatste vraag over studies
inzake de invloed van deze maatregel op het milieu, is normaal. Ik
heb altijd gezegd dat we meer inlichtingen moeten geven tijdens de
besprekingen in het Parlement. Ik herhaal dat wij hoorzittingen
moeten organiseren, zoals dat voor andere ontwerpen gebeurt. Wij
moeten niet alleen ondernemingen of verenigingen van
ondernemingen horen maar ook andere mensen die belast zijn met
de milieuproblematiek. Ik denk dat het voor alle leden van de
commissie nuttig is niet alleen de mening te horen van de regering,
van de minister van Financiën, of van de andere commissieleden,
maar ook die van andere experts of van gespecialiseerde
consumenten en producenten.

Ik ben bereid aan zo'n hoorzitting deel te nemen maar ik hoop dat het
dan niet bij beloften blijft ­ zoals mevrouw Pieters daarnet zei ­ maar
dat de beloften ook in realiteit kunnen worden omgezet. Dat was zo
voor de personenbelastingen, dat moet het geval zijn voor de
vennootschapsbelastingen en dat zal ook het geval zijn voor de
ecoboni.
placerons la barre des
pourcentages de matériel recyclé
aussi haut que possible.

Quant aux études
environnementales sur lesquelles
cette disposition est fondée, nous
fournirons au Parlement des
informations complémentaires à
leur sujet. Le cas échéant, des
auditions pourront être organisées
pour que la commission puisse
entendre les avis des experts et
du secteur. Cette initiative
contribuera du reste à sensibiliser
un plus large public.

Nous assistons, en fin de compte,
à la concrétisation d'une initiative
annoncée depuis longtemps. Nous
joignons l'acte à la parole, comme
nous l'avons déjà fait en matière
d'impôt des personnes physiques.
08.05
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de minister, wat de
personenbelasting betreft, moeten de mensen nog altijd tevreden zijn
met een mus in de hand terwijl hen een hele vlucht duiven beloofd
werd. Maar dat is uiteraard een ander debat.

Ik heb niet goed begrepen wat u zei over de retroactieve toepassing.
Ik weet dat die u nerveus maakt, maar ik wil mijn vraag toch stellen.
Blijft 1 maart 2002 de datum van inwerkingtreding? Dat lijkt me toch
niet realistisch?
08.05
Yves Leterme
(CD&V): Les
gens ne perçoivent pas grand
chose de toutes ces prétendues
réalisations.

La date d'entrée en vigueur reste-
t-elle fixée au 1
er
mars 2002? La
rétroactivité peut-elle s'appliquer à
ce type de mesures?
08.06 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer Leterme, wat dat betreft,
hebben we al enkele opmerkingen gekregen van de Raad van State.
Ik denk dat we een andere datum moeten gebruiken. De heer
Desimpel heeft een voorstel gedaan en er zijn ook nog andere
voorstellen.
08.06
Didier Reynders
, ministre:
Il faut laisser au secteur de la
distribution le temps de s'adapter.
Je suis certain que la commission
parviendra à fixer une date
d'entrée en vigueur réaliste.

08.07
Yves Leterme
(CD&V): De heer Desimpel heeft een intelligent
voorstel gedaan.
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
08.08 Minister
Didier Reynders:
Wij moeten realistisch zijn. Het
moet mogelijk zijn om tot een correcte toepassing te komen voor de
ondernemingen en voor de distributiesector. We moeten dus een
geschikte invoeringsdatum vinden. Dat is een zeer interessant
probleem voor de commissie dat een zeer realistische aanpak vergt
en ik weet dat er in de commissie alleen wijze mensen zitten. Het lijkt
mij dus nuttig het standpunt van de commissie te horen.
08.09
Yves Leterme
(CD&V): Ik vind dat de wijsheid van de
commissie moet worden aangevuld met externe wijsheid. Wijsheid
kan altijd aangevuld worden.
08.10 Minister
Didier Reynders:
Dat vind ik ook.
08.11
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de minister, ik wil nog twee
of drie punten behandelen. Ten eerste, dus de retroactieve
toepassing. Daarvan zegt u dat u ze uiteraard niet wil. Realistisch
zou zijn: een toepassing vanaf ten vroegste begin volgend jaar, of op
een andere datum in de toekomst. Daar zullen we inderdaad het
debat over voeren in de commissie.

Ten tweede, de groene fractie heeft zeer duidelijk de koppeling met
het voorontwerp van wet inzake de vennootschapsbelasting
gemaakt. Onder meer collega Tavernier heeft terzake zijn bijdrage
aan de politieke geschiedenis van ons land geleverd door verbaal
een aantal spierballen te laten rollen. Voor de zoveelste keer zijn de
groenen er weer in geslaagd dat punt op de agenda te plaatsen,
maar dit keer wordt het gekoppeld aan de vennootschapsbelasting.
Betekent dit ­ in de woorden van de heer Tavernier die ik altijd met
grote ontvankelijkheid drink ­ dat het wetsontwerp aan de
vennootschapsbelasting gekoppeld is? Zo werd het toch door de heer
Tavernier verklaard, dat de goedkeuring van het ene dossier
gekoppeld is aan de goedkeuring van het andere.

Ten derde, vooraleer het voorontwerp van wet, wet geworden is ­
misschien nadat het nog ettelijke keren wordt opgevoerd, en hopelijk
binnen onze levensduur ­ wil ik benadrukken dat ik het impact
betreur van wat nu voorligt op de grenshandel. Collega Desimpel
heeft een paar jaar geleden terecht de aandacht gevraagd voor dat
probleem.

De realiteit leert ons dat de keuze tussen inkopen doen aan deze of
gene kant van de grens in belangrijke mate wordt bepaald door het
voordeel dat men heeft bij de aankoop van frisdranken en water in
Noord-Franse winkels en dat de keuze voor deze of gene
verpakkingsvormen om andere redenen wordt gedaan dan
prijsvoordeel. Dat wordt gedaan om redenen van comfort. Eigenlijk
speelt de concurrentie zich af binnen de verpakkingsvormen. Men
kiest voor frisdranken in licht hanteerbare verpakkingen, de one-way-
verpakkingen, en vervolgens kijkt men waar die het goedkoopst zijn.
Een nieuwe belasting op 80 procent van het verbruik van frisdranken
en waters in one-way-verpakkingen, wat een prijsstijging betekent
van vijf à zes frank, zal in de grensregio, veertig à 70 kilometer van
de grens, de prijs van de frisdranken en water in verpakking van
anderhalve liter met vijf à zes frank doen stijgen. Dit zal leiden tot
een verslechterende concurrentiepositie voor de grenshandel, tot de
08.11
Yves Leterme
(CD&V): Il
n'y aura donc pas d'effet
rétroactif. Nous pouvons
considérer que la mesure entrera
en vigueur dans le courant de
l'année prochaine.

Le groupe Agalev-Ecolo établit un
lien très clair entre ce dossier et
l'avant-projet de loi sur l'impôt des
sociétés. Que cela signifie-t-il
précisément?

Ces mesures auront un impact
important sur le commerce
frontalier. Certains
consommateurs optent pour un
emballage précis en raison du
confort d'utilisation et recherchent
l'endroit où ils pourront se
procurer le produit emballé sous
cette forme au meilleur prix. Les
effets sur le commerce de détail
belge dans les zones frontalières
ne pourront être que néfastes.

26/03/2002
CRIV 50
COM 702
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
afname van de omzet en dus van arbeidsplaatsen. Als bewoner van
de grensstreek en verdediger van de belangen van de detailhandel in
de grensstreek betreur ik ten zeerste dat er daar in regeringskringen
totaal geen aandacht voor is. We zullen in het kader van de debatten
in de commissie de kans krijgen om daar aandacht voor te vragen.
08.12 Minister
Didier Reynders:
Mijnheer de voorzitter, er is geen
retroactiviteit. Het is onmogelijk om dat te doen in de distributiesector
en met de producenten.

Ten tweede, er bestaat geen koppeling tussen de
vennootschapsbelastingen en de ecoboni. Ik ben tegen koppelingen,
want zij zijn zeer nefast. Ik heb nog geen advies van de Raad van
State in verband met de vennootschapsbelasting. Ik wil geen
vertraging voor de ecoboni, in afwachting van een oplossing van de
vennootschapsbelastingen. Dat is toch normaal. Dezelfde redenering
geldt ook voor de vraag van de heer Tavernier. Volgens hem zou ik
drie maand wachten op een advies van de Raad van State over de
vennootschapsbelastingen alvorens de ecoboni en -taksen in te
voeren. Ik moet vlugger werken aan de ecoboni dan aan de andere
zaken. Ik ben tegen de vertraging van de ecoboni door een koppeling
met de vennootschapsbelasting. Dat is niet nuttig.


08.13
Yves Leterme
(CD&V): (...)
08.14 Minister
Didier Reynders:
We zullen zien, maar we moeten
vlugger tewerk gaan. Daarom is er geen koppeling. Ik heb een
andere timing voor de ecoboni, dan voor de
vennootschapsbelastingen.
08.15
Yves Leterme
(CD&V): De heer Tavernier vertelde dus onzin.
08.16 Minister
Didier Reynders:
Het was een appreciatie. De heer
Tavernier vraagt om snel werk te maken van de ecoboni, en ik ook.
Ik zal geen vertraging dulden.

Ten derde, wat de grenshandel betreft wil ik u danken voor uw steun,
maar het was een beslissing van de vorige meerderheid een frank bij
te rekenen voor alle producten. Voor mij was het een moeilijke
beslissing om de toepassing van de wet van 1993 te doen, vanaf 1
januari 2001. ik heb een advies gepubliceerd in het Belgische
staatsblad. Ik heb ook enkele problemen gehad met sommige
verenigingen in dat verband. Met de huidige wet is het mogelijk om
de wet niet toe te passen.

Ik ben bereid om alle argumenten te aanhoren om misschien nog iets
te doen. We zullen wel zien hoe het staat met de grenshandel. Het is
zeer moeilijk om een verschil te hebben tussen verschillende
producten. Misschien kan binnen twee, drie of vier jaar een dergelijke
taxatie worden afgeschaft. Maar dit kan dankzij een nieuwe houding
van de bevolking.
08.16
Didier Reynders
, ministre:
Il n'est aucunement question de
l'existence d'un lien entre ces
deux projets. Je n'ai pas encore
reçu l'avis du Conseil d'Etat à
propos du projet de loi sur l'impôt
des sociétés et je ne tolérerai
aucun retard dans la mise en
oeuvre de cette écotaxe. M.
Tavernier et moi-même
souhaitons tous deux qu'une
réglementation sur les écobonis
soit instaurée le plus rapidement
possible.

La majorité précédente avait
décidé d'instaurer une taxation
réelle de 15 francs pour tous les
produits. Cette décision, qui ne
faisait pas dans la nuance, a
véritablement porté préjudice au
commerce frontalier. En
revanche, notre décision limite le
désavantage encouru par le
commerce frontalier de 15 à
CRIV 50
COM 702
26/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
moins de 5 francs. Depuis trois
ans, nous évoluons dans la bonne
direction.
08.17
Yves Leterme
(CD&V): De realiteit is dat u degene zult zijn
die een taks zult invoeren die de concurrentiepositie van onze
grenshandel zeer zwaar in moeilijkheden zal brengen, zal verergeren
en zal verzwakken. De eerste echo's hierover bereiken ons al. Wij
hebben hier een verschil van mening. U wil doorgaan met de
invoering van uw taks. Dit is een heffing die onze winkels en
bedrijven benadeelt. U zult ons daar op onze weg vinden.

De meerderheid heeft niet willen luisteren naar de verklaringen van
collega Desimpel die ik toejuich. Vandaag staan we dus voor de
invoering van een nieuwe taks die de grenshandel zal benadelen. Wij
betreuren dat bijzonder sterk.
08.17
Yves Leterme
(CD&V): En
réalité, le ministre Reynders
instaurera une taxe qui portera
atteinte au commerce de détail et
au commerce frontalier en
particulier.

Le CD&V s'oppose à cette mesure
et a déjà déposé, en guise
d'alternative, une proposition de
loi ne lésant pas les commerçants.

08.18 Minister
Didier Reynders:
Ik zal meer klaarheid scheppen. Op
wettelijk vlak gaan wij naar een vermindering van de ecotaks. Dit is
zeer duidelijk. Wat de prijzen betreft gebeurt dit hopelijk dankzij een
goede beslissing van de regering in december 2000. Maar op
wettelijk vlak is er nu een heffing van 15 Belgische frank in de wet
voorzien. We moeten dus gaan naar nog een vermindering van de
taxatie in de wet. Maar ik herhaal dat het wat de realiteit in de prijzen
betreft het een ander verhaal is dankzij een zeer goede beslissing
van de regering in december 2000. Het is ook een kwestie van
retoriek. Het is misschien dezelfde evolutie als voor de herindexering
van de fiscale barema's. We kunnen dus starten met een nieuw
verhaal in verband met ecofiscaliteit.
08.18
Didier Reynders
, ministre:
Sur le plan légal, nous nous
orientons vers une diminution des
écotaxes. A l'heure actuelle, on
prélève une taxe de 15 francs. Il
faut diminuer ce montant. A cet
effet, le gouvernement a pris une
très bonne décision.

08.19
Yves Leterme
(CD&V): Nu komt mijn laatste repliek voor
zover de minister zich neerlegt bij de realiteit. Deze gaat namelijk
dwars doorheen de peptalk die hij gebruikt om zich in bochten te
wringen en zich te onttrekken aan het oog van de waarnemende
winkelier vanuit de grensstreek. De realiteit is dat er tot nu toe geen
ecotaks is en dat u die gaat invoeren. Op flessen van anderhalve liter
plat water, zoals met dat in West-Vlaanderen noemt, zal er een
heffing komen van 5 à 6 frank. Daardoor zal de aandrang om zich te
gaan bevoorraden in grootwarenhuizen over de grens zal in
belangrijke mate versterkt worden.

Dat betekent dat er, naast het aankopen van frisdranken en waters,
ook andere aankopen in Auchan zullen gebeuren ten nadele van de
zelfstandige winkeliers in de grensstreek.

Ik herhaal dat dit niet onze oplossing is. Wij willen maatregelen die
de concurrentiekracht van de winkelbedrijven in de grensstreek
bevoordelen, versterken. U voert een ander beleid, een beleid dat
frontaal ingaat tegen de belangen van de winkeliers in de
grensstreek.
08.19
Yves Leterme
(CD&V):
Quoi qu'en dise le ministre,
aucune écotaxe n'est
actuellement appliquée dans la
pratique. Celle qui est mise en
oeuvre aujourd'hui nuira à la
compétitivité du commerce de
détail dans les régions
frontalières. Le ministre des
Finances libéral est responsable
de cette situation et nous ne
manquerons pas de le clamer
haut et fort.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.46 heures.