CRIV 50 COM 700
CRIV 50 COM 700
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
maandag lundi
25-03-2002 25-03-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de eventuele
aanwerving van visuele gehandicapten bij de
politiediensten" (nr. 6663)
1
Question de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "le recrutement éventuel de
handicapés visuels par les services de police"
(n° 6663)
1
Sprekers: Bert Schoofs, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Bert Schoofs, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "het dispuut met de
Hoge Raad over de vorming van de magistraten"
(nr. 6773)
2
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur "le conflit avec le Conseil supérieur
concernant la formation des magistrats" (n° 6773)
2
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Bart Laeremans, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Justitie over "het niet-functioneren
van de 13de kamer van eerste aanleg te Brussel
door de afwezigheid van het parket" (nr. 6813)
7
Question de M. Servais Verherstraeten au ministre
de la Justice sur "la paralysie de la 13ième
chambre du tribunal de première instance de
Bruxelles en raison de l'absence du parquet"
(n° 6813)
7
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Justitie over "de mogelijke verdwijning van het
handelsregister op de griffie van de rechtbank van
koophandel" (nr. 6824)
9
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la
Justice sur "la possible suppression du registre de
commerce auprès du greffe du tribunal de
commerce" (n° 6824)
9
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "geruchten over nakende
afvloeiingen bij de magistraten en het
griffiepersoneel" (nr. 6827)
11
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "les rumeurs concernant des
réductions d'effectifs parmi les magistrats et les
membres du personnel du greffe" (n° 6827)
11
Sprekers:
Tony Van Parys, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
MAANDAG
25
MAART
2002
14:15 uur
______
du
LUNDI
25
MARS
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.32 uur door de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.32 heures par M. Fred Erdman, président.
01 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de eventuele
aanwerving van visuele gehandicapten bij de politiediensten" (nr. 6663)
01 Question de M. Bert Schoofs au ministre de l'Intérieur sur "le recrutement éventuel de handicapés
visuels par les services de police" (n° 6663)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Justitie.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la Justice.)
01.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb laatst de resultaten gekregen van een
Nederlands onderzoek dat zich toespitste op het feit dat er nu al een
tijdje visueel gehandicapte personen in dienst zijn bij de Nederlandse
landelijke politie.
Uit de resultaten van dat onderzoek blijkt dat dergelijke mensen zeer
geschikt zijn voor het uitvoeren van telefoontap. Mensen die een
visuele handicap hebben, volledig blind zijn of mensen van wie het
gezichtsvermogen zeer sterk beperkt is, hebben met andere woorden
een zeer fijnzinnig ontwikkeld gehoor. In Nederland heeft men
precies van die specifieke capaciteit gebruik gemaakt om de
telefoontap toe te passen. In het onderzoek wordt bijvoorbeeld
gesteld dat iemand die visueel gehandicapt is veel vlugger kan
vaststellen wie de meester en wie het slaafje is in een netwerk van
georganiseerde misdaad, netwerken waarop het onderzoek via
telefoontaps zich doorgaans toespitst.
Mijnheer de minister, is men bij Justitie op de hoogte is van deze
Nederlandse resultaten? Klopt het dat men ook in ons land
overweegt om mensen met een visuele handicap in dienst te nemen
bij de politiediensten en dit niet alleen omwille van de eigen sociale
integratie van de personen met een visuele handicap, maar ook in
het kader van de extra bijdrage die deze mensen kunnen leveren? Ik
moet u eerlijk zeggen dat ik niet heb nagegaan of de wetgeving op dit
vlak al dan niet moet worden gewijzigd of dat er via koninklijke
besluiten noodzakelijke aanpassingen kunnen gebeuren.
01.01 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Aux Pays-Bas, la police
nationale recrute des handicapés
de la vue chargés d'écouter les
conversations téléphoniques. En
effet, ces personnes ont le sens
de l'ouïe tellement développé
qu'elles sont plus aptes que les
voyants à exécuter des missions
d'écoutes téléphoniques. Selon
une étude néerlandaise, ces
handicapés de la vue possèdent,
en outre, des capacités qui leur
permettent de jouer un rôle dans
la lutte contre la criminalité
organisée.
Le ministre a-t-il connaissance du
recrutement de handicapés de la
vue pour effectuer des écoutes
téléphoniques aux Pays-Bas?
S'inspirera-t-il de l'exemple
néerlandais dans notre pays?
Mais peut-être faudrait-il
préalablement adapter la loi.
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Schoofs, we moeten opletten dat we niet in een verhaal
terechtkomen waarbij het gras van de buurman altijd groener lijkt dan
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'herbe paraît-elle toujours plus
verte ailleurs? Le service du corps
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/03/2002
CRIV 50
COM 700
2
dat van de eigen tuin. Het is correct dat het Korps Landelijke
Politiediensten in Nederland mensen met een visuele handicap
aanwerft onder specifieke voorwaarden. Die personen worden naar
vermogen ingezet bij de verwerking van interceptie van
telecommunicatie.
Ik moet u echter meteen zeggen dat ik niet in het bezit ben van de
aanwervingsvoorwaarden en de inzetmodaliteiten zoals die
vastgelegd zijn door de Nederlandse autoriteiten. Men heeft mij
beloofd de informatie daaromtrent zo spoedig mogelijk te bezorgen.
Het is naar aanleiding van het eerste contact dat ik begrepen heb dat
er toch enige omzichtigheid geboden is. We moeten de berichtgeving
over dit onderwerp met andere woorden relativeren.
Wat de Belgische situatie betreft kan, volgens het Wetboek van
Strafvordering, de onderzoeksrechter enkel officieren van
gerechtelijke politie aanwijzen voor de tenuitvoerlegging van zijn
beschikking. Die officieren van gerechtelijke politie kunnen bijgestaan
worden door agenten van de gerechtelijke politie. De namen van
deze agenten moeten echter op voorhand aan de onderzoeksrechter
worden overgemaakt. Dit is een toepassing van artikel 90 quater
paragraaf 3 van het Wetboek van Strafvordering. Het is dus niet
mogelijk om burgers in te zetten voor de verwerking van
interceptiemaatregelen.
Kijken we even naar de rekruteringsvoorwaarden om toe te treden tot
de federale of lokale politiediensten, dan stellen we vast dat het
volgens de huidige wetgeving niet mogelijk is voor personen met een
ernstige visuele handicap om tot de politiediensten toe te treden.
De enige mogelijkheid die de onderzoeksrechter rest is die waarbij de
onderzoeksrechter personen met een visuele handicap als expert
vordert om mee te werken aan de verwerking van de
interceptiemaatregelen. Op dat vlak wordt er overleg gepleegd met
de procureur-generaal van Antwerpen.
de police nationale néerlandais
recrute parfois des handicapés de
la vue qui sont chargés de traiter
les bandes réalisées à partir
d'écoutes téléphoniques. Je n'ai
pas encore connaissance des
conditions d'embauche en vigueur
aux Pays-Bas ni des modalités de
mise en oeuvre. Ces informations
me seront communiquées au
début de la semaine prochaine.
En Belgique, un juge d'instruction
peut uniquement désigner des
officiers de la police judiciaire.
Ceux-ci peuvent demander
l'assistance d'agents de la police
judiciaire dont les noms ont été
préalablement communiqués au
juge d'instruction. Il est donc
impossible de recruter du
personnel civil ou du personnel du
Calog pour traiter les données
provenant des écoutes
téléphoniques. Les conditions de
recrutement des polices locale et
fédérale belges ne permettent pas
d'embaucher des personnes
affectées d'un handicap visuel
important. Le juge d'instruction
peut éventuellement nommer un
handicapé de la vue en qualité
d'expert. Nous avons organisé
une concertation avec le
procureur général d'Anvers à ce
sujet.
01.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik vind
het een originele denkpiste om personen met een visuele handicap
als expert aan te stellen. Blijkbaar is dat niet onmogelijk. Ik denk dat
de visueel gehandicapten en de blinden die suggestie van u wel
zullen zien zitten. Ik hoop dan ook dat in de toekomst dergelijke
aanstellingen kunnen gebeuren. Misschien kunt u de
onderzoeksrechters daartoe aanzetten. Uiteraard zijn visueel
gehandicapte experts niet dik gezaaid. Niet alle visueel
gehandicapten zullen in aanmerking komen. Maar zelfs als het voor
één enkeling kan, is het opzet voor mij al geslaagd.
01.03 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Apparemment, il existe
également des possibilités en
Belgique. Il convient, le cas
échéant, d'inciter les juges
d'instruction à apporter, eux aussi,
leur pierre à l'édifice. Si cela
pouvait permettre, ne serait-ce
qu'à un seul handicapé visuel,
d'être mieux intégré socialement,
ce serait à mon sens déjà un
succès.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "het dispuut met de Hoge
Raad over de vorming van de magistraten" (nr. 6773)
02 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "le conflit avec le Conseil supérieur
concernant la formation des magistrats" (n° 6773)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
3
02.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, u
kijkt heel verbaasd maar ik moet u dankbaar zijn. U hebt immers aan
alle leden van deze commissie de documentatie bezorgd over het
conflict met de Hoge Raad voor de Justitie. Dank u wel.
De voorzitter: U weet dat ik de transparantie een warm hart toedraag. Waar ik kan, tenminste.
02.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, wij
hebben inderdaad heel wat informatie gekregen. Wij hebben echter
vastgesteld, aan de hand van de brieven van de diensten van de
minister of van de minister zelf met de Hoge Raad voor de
Justitie, dat er een diep conflict is ontstaan tussen de beide
instellingen die elkaar de bevoegdheid over opleiding en permanente
vorming betwisten. Wij hadden daarvoor gewaarschuwd en het is
uitgekomen. De Hoge Raad voor de Justitie die jammer genoeg
paritair is samengesteld, is aan het uitgroeien tot een unitair Belgisch
bastion dat geen enkele bevoegdheid inzake deze materie bij de
gemeenschappen ziet zitten en dat alles op het Belgische niveau, op
het federale niveau, wil realiseren.
Uit de briefwisseling is bovendien gebleken dat de Hoge Raad voor
de Justitie zelfs geen enkele bevoegdheid wil voorbehouden aan het
departement Justitie maar alles bij zichzelf willen centraliseren. Als
we kijken in welke bewoordingen de nota's geschreven zijn, zien we
dat het gaat om zeer scherpe bewoordingen. Het conflict zit blijkbaar
heel diep. De Hoge Raad doet voorstellen die inhouden dat alles wat
permanente vorming betreft, daar wordt gecentraliseerd, en niets
meer bij Justitie. De minister zou terzake zelfs geen enkele
speelruimte over hebben.
Mijnheer de minister, tot op zekere hoogte kan ik uw benadering
volgen. Het kan absoluut niet dat de Hoge Raad ook deze materie
naar zich toe gaat trekken. Wij achtten het voldoende dat de Hoge
Raad voor de Justitie de controle op de gerechtelijke macht zou
uitvoeren. De benoemingen vonden wij er echter al te veel aan. Als
de Hoge Raad nu ook nog eens de opleidingen en de permanente
vorming naar zich toe trekt, maakt dat van de Hoge Raad een staat in
de staat.
Dit alles belet niet dat ik terzake een aantal concrete vragen wil
stellen. De nota is zeer interessant.
Hoe reageert de minister op de diverse klachten, bijvoorbeeld over de
gebrekkige samenwerking tussen de opleidingsdienst van het
ministerie en de Hoge Raad voor de Justitie, de laattijdige
bekrachtigingen, de toekenning van opleidingen aan instituten die
daar geen ervaring mee zouden hebben, de willekeur omtrent de
verslaggeving, de aanduiding van de coördinatoren, de
overlappingen, het gebrek aan informatie over cursussen in het
buitenland, enzovoort? Het is ook niet duidelijk waarom de Hoge
Raad niet kan instemmen met het ontwerp van koninklijk besluit dat
de samenwerking tussen uw beide diensten moet regelen.
Over de allerbelangrijkste vraag heb ik u al eens ondervraagd op 23
oktober 2001. Hoe ziet u in dit hele verhaal de rol van de
gemeenschappen? Wanneer zullen zij met hun magistratenscholen
kunnen beginnen, en hoe ver staat men met de voorbereiding? U
02.02 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Le ministre et le Conseil
supérieur de la Justice se sont
querellés à propos des
compétences en matière de
formation et de formation
permanente des magistrats. Déjà,
le Conseil supérieur refusait de
laisser la moindre compétence
aux Communautés mais, à
présent, il souhaite de surcroît que
le département de la Justice
n'exerce plus non plus de
compétence en ce domaine. Une
telle attitude nous paraît
excessive.
Comment le ministre réagit-il aux
plaintes du Conseil supérieur
concernant le fait que la
collaboration avec le service du
ministère chargé de la formation
laisse à désirer? Pourquoi le
Conseil supérieur ne peut-il
approuver le projet d'arrêté royal
élaboré en la matière? Quel rôle
devraient jouer les Communautés,
selon le ministre? Quand
pourront-elles commencer à
mettre en place leur école de la
magistrature? Le 23 octobre, le
ministre m'a reproché de divaguer.
Mais nous savons aujourd'hui que
le Conseil supérieur veut vraiment
accaparer tous les pouvoirs.
Qu'en pense le ministre? Faut-il
changer la loi pour résoudre les
conflits de compétences?
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/03/2002
CRIV 50
COM 700
4
hebt me destijds gezegd dat er kort voordien al gesprekken waren
geweest, met name op 11 september. U hebt toen nadrukkelijk
gezegd dat ik spoken zag, dat er niks van aan was. Ik citeer u: "De tot
op heden gevoerde besprekingen wijzen er niet op dat de Hoge Raad
voor de Justitie de facto het geheel naar zich toe zou willen trekken.
Integendeel, de Hoge Raad voor de Justitie ziet heel goed in dat zij
slechts een functionele taak zal kunnen waarnemen." U voegde
eraan toe dat de magistratenscholen weliswaar geen deel uitmaakten
van de Octopusakkoorden, maar dat mocht volgens u geen afbreuk
doen aan de wil om dit tot een goed einde te brengen.
Ondertussen zijn we een aantal maanden verder en heel wat
ervaringen rijker. Uit gesprekken met mensen van de Hoge Raad is
gebleken dat zij wel degelijk alle bevoegdheden willen centraliseren
en de gemeenschappen er zo min mogelijk bij willen betrekken. Die
eenvoudige francofone visie is louter op de wetgeving zelf gebaseerd
en op de formele voorbereidende werken. Bovendien wijkt ze af van
de Octopusakkoorden, want ze zegt eigenlijk dat de
Octopusakkoorden van geen tel zijn. Die visie gaat in elk geval
lijnrecht in tegen wat u destijds op 23 oktober hebt gezegd. Er
bestaat helemaal geen goede wil bij de Hoge Raad om te
aanvaarden dat de gemeenschappen een rol in deze problematiek
zouden spelen.
Hoe staat u nu, vijf maanden na 23 oktober, tegenover deze
problematiek? Bent u van mening veranderd of denkt u nog steeds
dat de gemeenschappen een rol moeten spelen? Zijn er volgens u
wetswijzigingen nodig om de bevoegdheid van de gemeenschappen
te doen respecteren en het bevoegdheidsconflict met de Hoge Raad
op te lossen?
02.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Laeremans, wanneer een nieuwe instantie in het leven wordt
geroepen en de Hoge Raad voor de Justitie is een nieuwe instelling
met een bevoegdheid sui generis ontstaat er als vanzelf een aantal
spanningsvelden met betrekking tot de bepaling en de praktische
verdeling van de bevoegdheden. Er bestaat een verschil tussen,
enerzijds, de leden die worden gekozen in die Hoge Raad voor de
Justitie, en, anderzijds, de wetgevers en dat is misschien een
pluspunt voor de minister van Justitie die de ontstaansgeschiedenis
van de Octopuswet van nabij kennen en die ook de
onderhandelingen hebben meegemaakt tussen de politieke partijen
die deel hebben aan dit akkoord. Dat is een groot verschil, wat het
conflict, zoals u het noemt, verklaart. Er is in ieder geval een
meningsverschil, laat dit duidelijk zijn. Deze kent zijn oorsprong in het
feit dat de Hoge Raad zich op het vlak van de opleidingen van de
magistraten alle bevoegdheden wil toe-eigenen. De Hoge Raad
baseert zich daarbij op een eigen interpretatie van de grondwet en de
terzake geldende bepalingen van het gerechtelijk wetboek.
In mijn brief van 5 maart, waarvan ik trouwens een kopie heb
overgezonden aan de voorzitter van de commissie voor de Justitie
van de Kamer, heb ik mijn standpunt aan de Hoge Raad bevestigd. Ik
heb er meer bepaald de aandacht op gevestigd dat de Hoge Raad op
het vlak van de opleiding van de magistraten, uitsluitend over een
adviserende bevoegdheid beschikt.
Ik baseer mij op de bepalingen van de voorbereidende
02.03 Marc Verwilghen, ministre:
Lors de la mise sur pied d'une
nouvelle instance sui generis,
l'apparition de tensions est
normale dans un premier temps.
Dans ce cas concret, il est
question d'un différend opposant,
d'une part, les membres élus du
Conseil supérieur et, d'autre part,
les hommes politiques qui ont
conclu les accords octopartites.
Le conflit évoqué par M.
Laeremans s'explique par le fait
que le Conseil supérieur veut
s'approprier l'intégralité des
compétences en matière de
formation des magistrats en se
fondant sur une interprétation de
la Constitution et des dispositions
du Code judiciaire qui lui est
propre.
J'ai exposé mon point de vue au
Conseil supérieur dans un courrier
daté du 5 mars, soulignant qu'en
ce qui concerne la formation des
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
5
werkzaamheden van artikel 151 van de Grondwet en ook van artikel
259 bis 9, paragrafen 2 en 3 van het Gerechtelijk Wetboek. Daarbij
blijkt overduidelijk dat de verenigde benoemingscommissie voor de
richtlijnen en de programma's voor de vorming van de magistraten
zorgt, evenals voor de gerechtelijke stage en de bevoegde diensten
bij het ministerie van Justitie. De uitvoering ervan geschiedt in
samenwerking met de verenigde beroepscommissies na de
bekrachtiging door de minister van Justitie.
De Hoge Raad wil aan de wettelijke bepalingen een andere inhoud
geven die hem een beslissingsbevoegdheid verleent die erop
neerkomt dat hij de inhoud van die programma's dicteert en ze laat
uitvoeren volgens zijn instructies. Dat betekent dat hij zeggenschap
zou hebben over het beheer van de budgetten die daarvoor op de
begroting van het departement zijn ingeschreven. Hierin ben ik altijd
heel formeel en duidelijk geweest ten aanzien van de Hoge Raad
voor de Justitie. De Hoge Raad voor de Justitie kan niet
geïnterpelleerd worden over een budget, de minister van Justitie wel.
Als men mij dus gelden toeschuift waarover ik verantwoording moet
afleggen, dan zal ik ook beslissen wat daar verder mee moet
gebeuren.
U zal ook begrijpen dat het mijn plicht is om de wil van de
grondwetgever en de wetgever te doen eerbiedigen. Daarom ook heb
ik de dialoog met de Hoge Raad voor de Justitie geopend, meer
bepaald door hen, in uitvoering van artikel 259 bis 9, paragaaf 2 van
het Gerechtelijk Wetboek een sneuveltekst van het koninklijk besluit
toe te zenden met het oog op een discussie daarover tijdens een
vergadering van 9 november 2001, waar dit punt op de agenda
stond. Op verzoek van de Hoge Raad voor de Justitie is die
vergadering echter afgeblazen omdat de leden niet klaar waren en
omdat zij hierover een discussie met de administratie wensten aan te
gaan. In een schrijven van 20 december 2001 liet de Hoge Raad
weten dat de sneuveltekst totaal onaanvaardbaar was, omdat hij de
bevoegdheid van de Hoge Raad inzake de vorming zou uithollen.
Dat verwijt is volkomen onterecht. Uit mijn contacten met de Hoge
Raad moet ik besluiten dat de Hoge Raad, veeleer dan samen te
werken met de minister, er op uit is inzake de opleiding de
bevoegdheden van de departementen te ontnemen. Dat is de
discussie die momenteel wordt gevoerd.
Uw tweede vraag had betrekking op de rol van de gemeenschappen
en de magistratenschool. Overeenkomstig artikel 151, § 3, 4° van de
Grondwet, oefent de Hoge Raad voor de Justitie zijn bevoegdheden
uit in de materies betreffende de vorming van de rechters en de
ambtenaren van het openbaar ministerie.
In het Octopusakkoord is overeengekomen dat er per gemeenschap
een magistratenschool zal worden opgericht in de vorm van een
interuniversitair centrum dat ook een functionele band met de Hoge
Raad zal hebben. De Hoge Raad verwijst naar de Grondwet om de
exclusieve bevoegdheid inzake de vorming van de magistraten op te
eisen en is van oordeel dat waar enige bevoegdheid aan de Koning
wordt toegekend de wet ongrondwettelijk is.
Uit de gesprekken met de Hoge Raad is gebleken dat deze laatste
een samenwerkingsakkoord met betrekking tot de magistratenschool
slechts zal aanvaarden wanneer hem onmiddellijk de ruimste
magistrats, le Conseil supérieur
ne possède qu'une compétence
d'avis. Je me fonde en l'espèce
sur l'article 151 de la Constitution
et sur l'article 259 bis-9, §§ 2 et 3
du Code judiciaire.
Concrètement, cela signifie donc
que les commissions de
nomination réunies préparent les
directives et les programmes de la
formation des magistrats, ainsi
que les stages judiciaires. Le
ministère de la Justice, après
confirmation du ministre, se
charge de leur mise en oeuvre, en
collaboration avec les
commissions de nomination
réunies.
Le Conseil supérieur entend
modifier la teneur des dispositions
légales, qui lui conféreraient une
compétence décisionnelle. Selon
cette interprétation, le Conseil
supérieur déterminerait le contenu
des programmes et veillerait à ce
qu'ils soient mise en oeuvre selon
ses instructions. Le Conseil
supérieur contrôlerait, dès lors, la
gestion des budgets alloués à la
formation.
J'avais souhaité entamer un
dialogue avec le Conseil supérieur
et j'avais convoqué une réunion
pour le 9 novembre 2001. Cette
réunion a été annulée, à la
demande du Conseil supérieur.
Le 20 décembre 2001, le Conseil
supérieur a fait savoir que le texte
martyr était inacceptable parce
qu'à son avis, il vidait de sa
substance la compétence du
Conseil en matière de formation.
Or, cette critique est sans
fondement.
Lors de la signature des accords
octopartites, il a été convenu que
chaque Communauté créerait une
école de la magistrature, un
centre inter-universitaire uni par
un lien fonctionnel au Conseil
supérieur. Celui-ci se réfère à la
Constitution pour revendiquer une
compétence exclusive en matière
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/03/2002
CRIV 50
COM 700
6
bevoegdheden worden toegekend om in een latere fase het beheer
op te nemen van een instituut dat niet alleen magistraten, maar op de
koop toe notarissen en gerechtsdeurwaarders zal opleiden en
bijscholen. Dat is bijgevolg een verschil in aanpak.
U vroeg zich in uw derde vraag af wat er nodig is om die toestand te
verhelpen en of daarvoor een wetswijziging tot stand moet komen.
Om uit die situatie te geraken moet mijns inziens een wettelijke
bevoegdheidsafbakening plaatsgrijpen, vermits er klaarblijkelijk een
verschil in interpretatie bestaat. Een geringe wettelijke precisering
zou een einde kunnen maken aan de discussie die momenteel wordt
gevoerd tussen het departement en de Hoge Raad omtrent de
uitvoering van de vormingsprogramma's. Op dat vlak zal dan ook
enig initiatief worden genomen. Het is dan de verantwoordelijkheid
van de wetgever om een definitieve wending aan het dossier te
geven.
Ik herhaal dat ik me tot op heden steeds heb laten leiden door de
kennis die ik heb verworven in een vorig leven, toen de
Octopusakkoorden tot stand zijn gekomen, zowel bij de
grondwettelijke bespreking artikel 151 als bij de bespreking tot
wijzing van het Gerechtelijk Wetboek.
de formation des magistrats. Il
n'est disposé à accepter de
conclure un accord de coopération
sur les écoles de la magistrature
que si on lui octroie
immédiatement les compétences
les plus larges pour qu'il puisse
assumer ultérieurement la gestion
d'un "institut" appelé à assurer
également la formation et le
recyclage des notaires et des
huissiers de justice.
Il conviendra de régler la
délimitation des compétences par
la loi, de manière à pouvoir
trancher le conflit opposant le
département et le Conseil
supérieur à propos de la formation
des magistrats.
02.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, u
hebt alleen de grote contouren geschetst van een conflict dat we
reeds kennen. Ik had liever meer zicht gekregen op de remediëring
om uit de problemen te raken. Ik heb een concrete vraag gesteld over
de laattijdige toekenning van opleiding aan instituten die geen
ervaring hebben. De nota van 26 februari slingert u een resem
verwijten naar het hoofd. U hebt terzake geen antwoord gegeven.
Wat de gemeenschappen betreft, hebt u de standpunten uiteengezet.
U hebt echter geen perspectief. Op 23 oktober hebt u meegedeeld
dat op 11 september 2001 gesprekken werden gevoerd met de
universiteiten. Wat is op dit ogenblik de stand van zaken? Zijn de
magistratenscholen op zijn minst conceptueel aanwezig? Ik heb
helemaal geen perspectief. U zegt wel dat er een initiatief zal komen.
Ondertussen blijft het conflict bestaan. Meer nog, het blijft aanslepen
en schept een ongezonde sfeer. De teksten van de Hoge Raad en
uw eerste brief van februari maken duidelijk dat er dit semester geen
volledig opleidingsprogramma gerealiseerd kan worden. Als we
moeten wachten op een wettelijk initiatief dat voor advies aan de
Raad van State moet worden gezonden en moet worden behandeld
in de Kamer en de Senaat, kan dit ten vroegste eind volgend jaar. Op
die manier zal er volgend semester opnieuw geen behoorlijke
opleiding georganiseerd kunnen worden.
Moet dit echt met een wettelijk initiatief gebeuren? Kunt u niet
duidelijker bepalen hoe het verder moet tot er een wettelijk initiatief is
tot stand gekomen? Op dit ogenblik zitten we in een impasse en kan
er geen werk worden gemaakt van een ernstige opleiding, noch van
een uitbouw van de magistratenschool. Het hele dossier zit, mijns
inziens, in een sukkelstraatje. We hebben weinig perspectief
gekregen.
02.04 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): J'aurais préféré que, plutôt
que de décrire le conflit, le
ministre nous explique comment il
compte le résoudre. A propos des
Communautés, il nous a
communiqué son point de vue
ainsi que celui du Conseil
supérieur mais il n'offre aucune
perspective.
Une initiative législative est-elle
nécessaire avant de pouvoir
intervenir? La formation ne peut
débuter et l'école des magistrats
ne peut ouvrir ses portes.
02.05 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik kan wel
aannemen dat de heer Laeremans zegt dat hij omtrent de
transparantie niet voldoende is ingelicht. U hebt niet alleen de brieven
02.05 Marc Verwilghen, ministre:
M. Laeremans dispose de la
correspondance et connaît le
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
7
overgezonden die u hebt verkregen. U hebt ook de brieven
overgezonden die ik als antwoord heb geschreven. Daaruit blijkt toch
wel duidelijk wat het probleem is. Was het voordien werkelijk zo
schitterend voorbereid? Ik wil u eraan herinneren dat een ander lid
van de commissie mij heeft geïnterpelleerd omdat men in de
opleiding van de gerechtelijke stages zelfs het strafrecht uit het oog
had verloren. Ik wil er u maar op wijzen dat de werkzaamheden die
daar plaatsvinden niet altijd perfect zijn. Ik ben ervan uitgegaan dat
ons standpunt voldoende duidelijk was. De voorbereidende
werkzaamheden laten daarover geen twijfel bestaan, maar als men in
de impasse blijft zitten, moet men desgevallend een stap verder
zetten om de noodzakelijke verduidelijkingen te verwezenlijken.
Ik heb van de beide gemeenschappen de virtuele toestemming
gehad om de organisatie te doen, maar dat gaat niet als ik de inhoud
van de programma's niet kan bepalen in de context die nu moet
worden neergeschreven, met alle gevolgen van dien. Wij moeten
natuurlijk het hoger belang van de op te leiden magistraten in
ogenschouw nemen. Ik dacht dat de eindstelling die zowel de
minister van Justitie als de Hoge Raad voor de Justitie dienen te
bereiken, dezelfde was. Dat is ogenschijnlijk niet het geval.
dossier. Si personne ne fait de
concessions, nous devrons
franchir une étape supplémentaire
pour éclaircir cette affaire. J'ai
obtenu l'assentiment des deux
Communautés pour l'organisation
de la formation mais le
programme doit être connu.
02.06 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Blijkbaar blijft de
loopgravenoorlog nog een tijdje duren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. 6793 van de heer Richard Fournaux wordt naar een latere datum verschoven.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "het niet-functioneren
van de 13
de
kamer van eerste aanleg te Brussel door de afwezigheid van het parket" (nr. 6813)
03 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "la paralysie de la 13
ième
chambre du tribunal de première instance de Bruxelles en raison de l'absence du parquet" (n° 6813)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, men kan zelfs niet beweren dat de 13
de
Kamer
gesloten is, want ze is nog niet eens open geweest. Voor de
rechtsonderhorige kan dat tot schrijnende toestanden leiden, niet
alleen in zaken van jeugdcriminaliteit maar ook voor impostsituaties
en zelfs gezinsconflicten, waarvoor het toch aangeraden is om op
korte termijn en erg alert te reageren.
Daarom heb ik de volgende vragen voor u, mijnheer de minister.
Ten eerste, is er voor de beslissing over de bijkomende 13
de
Kamer
voor jeugdzaken van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel
voorafgaandelijk overleg gepleegd met de parketten? Welk was het
advies van de procureur-generaal over die oprichting?
Ten tweede, hoe zit het op korte termijn met een oplossing van dat
probleem? Wij lazen dat u een rapport zou opvragen. Sinds wanneer
hebt u dat rapport opgevraagd? Hebt u het al? Op welke termijn
meent u terzake maatregelen te kunnen nemen, opdat die 13
de
Kamer recht zou kunnen spreken?
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Depuis le 1
er
janvier
2002, les affaires civiles
néerlandophones ne peuvent plus
être traitées par la treizième
chambre du tribunal de la
jeunesse de Bruxelles, compte
tenu de l'absence du parquet lors
des audiences. Par cette absence,
le parquet entend protester contre
l'augmentation de la charge de
travail, devenue insupportable
depuis l'institution de cette
chambre. La création de cette
treizième chambre de la jeunesse
a-t-elle fait l'objet d'une
concertation préalable avec le
parquet? Quel était l'avis du
procureur général? Comment le
ministre compte-t-il résoudre ce
problème?
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/03/2002
CRIV 50
COM 700
8
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Verherstraeten, het probleem van dat dossier moet eigenlijk
teruggebracht worden naar de toename van het aantal dossiers van
de zogenaamde aangelegenheden van gezin en jeugd. Voornamelijk
gaat het om burgerlijke aangelegenheden. Dat is niet alleen een
gevolg van de toenemende complexiteit van de maatschappij, maar
heeft ook veel te maken met de prioriteiten die voor een aantal
materies zijn gesteld. Daarbij denk ik aan de materies van onder
andere de verdwijning van kinderen, stadscriminaliteit door jongeren
waaronder jongerenbenden, interfamiliaal geweld en seksueel
misbruik van de minderjarigen. Voor Brussel zou ik daaraan nog
enkele materies kunnen toevoegen, zoals de ontvoeringen van
minderjarige kinderen.
Dat heeft met zich gebracht dat er een zeer grote bevraging was van
het jeugdcompartiment binnen de rechtbank. Door de rechtbank van
Eerste Aanleg te Brussel is dan ook een verzoek ingediend om het
aantal jeugdrechters uit te breiden. Dat kan natuurlijk alleen als het
gebeurt op gelijklopend advies van alle instanties. Dat advies werd
ook verkregen en dat is de reden waarom het aantal jeugdrechters op
een bepaald ogenblik tot 13 werd opgetrokken. Het gaat om 10
Franstaligen en 3 Nederlandstaligen.
Wat de Nederlandstalige jeugdrechters betreft, zij kregen met ingang
van 1 januari van dit jaar versterking met één eenheid. Ik heb die
beslissing genomen op uitdrukkelijk verzoek van de rechterlijke
macht zelf. Die versterking is op zich toe te juichen, ware het niet dat
het openbaar ministerie hierdoor letterlijk in een lastig parket is
terechtgekomen. De parketafdeling Brussel heeft namelijk slechts
twee Nederlandstalige parketmagistraten die in die jeugdzaken
werken. Dat laatste maakt deel uit van het veel bredere probleem van
de taal- en benoemingsproblematiek voor magistraten in het
gerechtelijk arrondissement Brussel. Daar hebben we het al dikwijls
over gehad. U weet dat we daarvoor op termijn tot een oplossing
moeten komen.
Om tijdelijk het hoofd te kunnen bieden aan de problematiek heb ik
een rapport gevraagd waaraan momenteel gewerkt wordt door de
parketdiensten van Brussel. Men heeft daarin een tussentijdse
werkbare oplossing voorgesteld, namelijk het aanduiden van
plaatsvervangende rechters om op te treden als openbaar ministerie
bij de terechtzittingen van de jeugdrechter. Zij zouden in overtal
worden aangeduid. Deze optie zal moeten worden afgewogen tegen
het huidige inzetten van plaatsvervangende rechters, in die zin dat
goed moet worden overwogen of de verschuiving geen negatieve
effecten zou teweegbrengen ten aanzien van andere taken die door
deze plaatsvervangende rechters worden waargenomen, onder meer
de politierechtbanken die zij een uiterst waardevolle ondersteuning
bieden. Ik hoop één en ander in de kortst mogelijke tijd te kunnen
rechtzetten. Dit toont nogmaals aan hoe men soms in het Brusselse
werkt. Er wordt gesmeekt om een uitbreiding en alle adviezen
strekken er gelijklopend toe om die toe te staan. De minister van
Justitie gaat er op in en plots blokkeert het parket. Men denkt dus niet
altijd na over alle effecten van een uitbreiding die wordt voorgesteld.
Men komt dan plots tot het besef dat er nog iets anders nodig is. Ik
kan alleen hopen dat we onmiddellijk na de paasvakantie, als we de
wetsontwerpen van de regering met betrekking tot de toegevoegde
rechters behandelen, tot een oplossing zullen kunnen komen. Ik hoop
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'année dernière, le tribunal de
première instance de Bruxelles
avait décidé de renforcer le
tribunal de la jeunesse et de
porter le nombre de juges de la
jeunesse à 13, dont dix
francophones et trois
néerlandophones. Du côté
néerlandophone, un juge de la
jeunesse a donc été adjoint au
cadre depuis le 1
er
janvier. Ce
renfort, expressément demandé
par le tribunal de Bruxelles, était
justifié par le nombre croissant
d'affaires en matière de jeunesse
ou de famille. Nous sommes donc
confrontés à un problème de
déséquilibre temporaire et des
solutions provisoires, telles que la
désignation de juges suppléants
pouvant faire office de
représentant du ministère public,
sont recherchées. Reste à évaluer
si cette solution n'aura pas
d'incidence négative sur les
tâches actuelles des juges
suppléants, notamment auprès
des tribunaux de police.
Bruxelles m'a supplié d'accorder
ce renforcement. J'ai marqué mon
accord et ce n'est que par la suite
que l'on s'est rendu compte des
conséquences de cette requête.
Nous serons en tout état de cause
amenés à discuter de la fonction
des juges de complément et des
juges suppléants au sein du
ministère public.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
9
dat op korte termijn de plaatsvervangende rechters in overtal soelaas
zullen kunnen bieden voor de jeugdrechtbank. Die
plaatsvervangende rechters zullen dan wel optreden als openbaar
ministerie.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik meen dat de uitbreiding, gelet op de
Brusselse situatie, terecht was in het licht van de positieve adviezen
waarnaar u verwees, onder meer van het parket. Ik meen dat men dit
niet kan of mag blokkeren en dat de situatie geen drie maanden kan
of mag aanslepen. In die zin zou ik u willen verzoeken om niet te
wachten tot er rapporten geschreven zijn om op te treden. De
problematiek van de dertiende kamer moet worden opgelost, los van
de algemene problematiek bij het parket van Brussel en de andere
parketten.
03.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Selon l'avis positif émis
par le parquet général, une
extension s'imposait. Il est
inacceptable que l'on bloque la
situation et que l'on laisse les
choses en l'état pendant trois
mois. J'insiste pour que le ministre
intervienne lui-même pour régler
cette situation au plus vite.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Ik meen dat ik u er geen tekening
bij hoef te maken. De minister van Justitie kan niet tussenbeide
komen met betrekking tot de plaatsvervangende rechters. Ze kunnen
wel benoemd worden, maar de aanwending en de sturing hiervan
vallen onder de bevoegdheid van andere autoriteiten. Ik kan wel
honderd keer de onafhankelijke rechterlijke macht, in de persoon van
de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, wijzen
op het feit dat hij de taak heeft om als manager van zijn korps de
goede werking van het gerecht te waarborgen. Momenteel is er
echter niet meer dan dat mogelijk.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
En tant que ministre, je ne puis
intervenir dans le recrutement. La
seule chose que je puisse faire,
c'est insister sur une bonne
gestion.
03.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, het zal
wel duidelijk zijn dat het niet mijn bedoeling is om de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te breken. Uw
mogelijkheden zijn weliswaar beperkt, maar u hebt toch bepaalde
mogelijkheden met betrekking tot de organisatie.
03.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Vous disposez à cet effet
de plusieurs possibilités, sans
devoir pour autant porter atteinte à
l'indépendance du pouvoir
judiciaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Justitie over "de mogelijke verdwijning van
het handelsregister op de griffie van de rechtbank van koophandel" (nr. 6824)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de la Justice sur "la possible suppression du registre
de commerce auprès du greffe du tribunal de commerce" (n° 6824)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de toekomst van het handelsregister is een dossier dat,
alleszins voor de leden van oppositie, af en toe als een monster van
Loch Ness opduikt. Er zijn geruchten dat men het handelsregister zou
verplaatsen en dat men de taken op de griffies van de rechtbanken
van koophandel zou wegnemen. Ik stel vast dat het gerucht
hardnekkig is.
Mijnheer de minister, heeft de regering inderdaad de intentie om het
handelsregister weg te nemen op de griffies van de rechtbanken van
koophandel? Hardnekkige geruchten in de Wetstraat hebben meestal
een grond van waarheid. Hoe zult u de handelsonderzoeken en de
stages dan wel organiseren wanneer men die lijnrechte verbinding
niet heeft? Wat met de dienst Vennootschappen? Wat is de toekomst
van het personeel op de griffies die met die taken zijn belast? De
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Il
me revient que le ministre
Verwilghen s'apprêterait à
déposer à la Chambre un projet
de loi stipulant que les greffes des
tribunaux de commerce ne
seraient plus responsables du
registre de commerce. Confirmez-
vous cette information?
Qu'adviendra-t-il du service des
Sociétés? Dans quelle mesure le
tribunal de commerce pourra-t-il
encore faire appel au registre de
commerce lors de l'ouverture d'un
dossier
par une chambre
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/03/2002
CRIV 50
COM 700
10
mensen worden ongerust. De kaders van de griffies zijn immers
opgesteld rekening houdend met de opvatting dat die taak door de
griffies zou worden waargenomen.
d'enquête commerciale?
Qu'adviendra-t-il du personnel des
greffes responsable du registre de
commerce?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Vandeurzen, of de bronnen van de Wetstraat zo betrouwbaar zijn,
laat ik in het midden. Sommigen klagen daarover en reageren
daartegen, soms terecht.
Wat zijn de plannen voor het handelsregister? Het handelsregister
heeft heden een dubbele functie. Enerzijds, regelt het samen met het
register voor de ambachten en de neringen de toegang tot de
uitoefening van een handelsactiviteit voor de toekenning van een
handelsregisternummer en anderzijds, is het een repertorium van
documenten dat kan worden geconsulteerd door derden, vooral door
overheidsdiensten. Het hangende wetsontwerp beoogt een
hervorming van het handelsregister inzake beide aspecten. Vooral
inzake de toegang tot een handelsactiviteit schaft het wetsontwerp de
registers voor ambachten en neringen af en in de plaats daarvan
zullen privaatrechterlijke loketten worden opgericht die alle
formaliteiten voor de toegang tot een beroep verzorgen. Dat valt
onder de bevoegdheid van de minister van Middenstand.
Daarnaast wordt een kruispuntbank Ondernemingen opgericht. Die
kruispuntbank heeft tot doel op een elektronische manier gegevens
over ondernemingen uit te wisselen tussen federale
overheidsdiensten. Bepaalde overheidsdiensten fungeren hierbij als
een authentieke bron voor bepaalde informatie. Het ministerie van
Justitie zal zo'n authentieke bron worden voor alle informatie met
betrekking tot de rechtspersonen. Dat is ook de enige taak die
overblijft voor het hervormd handelsregister. De kruispuntbank
Ondernemingen die onder de minister van Economische Zaken
ressorteert, neemt ook de verantwoordelijkheid op zich voor het
aanmaken van een uniek identificatienummer voor elke onderneming.
Voorts is het belangrijk om te wijzen op de ruime definitie die in het
wetsontwerp wordt gegeven aan het begrip onderneming. Dat omvat
alle rechtspersonen, alsook alle natuurlijke personen die een
handelsactiviteit uitvoeren.
Voor het personeel zal een passende oplossing worden gevonden,
zowel voor de statutaire personeelsleden als voor de contractuelen.
Tot slot voorziet het wetsontwerp in een gewaarborgde toegang voor
de rechtelijke macht tot de gegevens van de kruispuntbank
Ondernemingen, zodat het handelsonderzoek efficiënter zal kunnen
worden georganiseerd. Wij zitten dus reeds in een verder stadium
dan uw vraag laat vermoeden.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le registre de commerce règle,
d'une part, l'accès à l'exercice
d'une activité commerciale par
l'octroi d'un numéro de registre de
commerce et établit, d'autre part,
un répertoire de documents qui
peuvent être consultés par
d'autres services publics. Le
nouveau projet de loi a pour but
de réformer ces deux aspects: les
registres des métiers et négoces
seront supprimés et remplacés
par des guichets de droit privé qui
règleront toutes les formalités
d'accès à une profession donnée.
C'est le ministre des Classes
moyennes qui est compétent en la
matière. Deuxièmement, il va être
procédé à la création d'une
banque carrefour des entreprises,
où les instances publiques
s'échangeront les données
électroniques relatives aux
entreprises. Pour toute information
au sujet des personnes morales,
le ministère de la Justice sera la
référence originale. C'est la seule
tâche qui lui incombera encore, au
terme de la réforme du registre de
commerce. La banque carrefour
des entreprises, qui relèvera du
ministre de l'Economie, décernera
un numéro d'identification unique
à chaque entreprise. Le projet de
loi donne à l'appellation
"entreprise" une acception
relativement large: il s'agit de
toutes les personnes morales et
toutes les personnes physiques
qui exercent une activité
commerciale. Il conviendra de
trouver une solution pour le
personnel statutaire et contractuel.
Le projet de loi prévoit aussi de
garantir l'accès du pouvoir
judiciaire à la banque carrefour
des entreprises, afin que les
enquêtes commerciales puissent
être organisées avec un maximum
d'efficacité.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de 04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Le
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
11
minister voor zijn antwoord.
Ik begrijp uit het antwoord dat het zal verdwijnen op de griffies. Ik
maak mij daarover enige zorgen. Uit het wetsontwerp zal moeten
blijken in welke mate dat unieke instrument, dat ervoor moet zorgen
dat de rechtbank zijn rol kan vervullen, daardoor zal verdwijnen. Het
louter passief kunnen consulteren is toch nog anders dan het bijna
materieel bijhouden en kunnen zien wat er al dan niet gebeurt.
Mijnheer de minister, u zegt dat terzake een wetsontwerp bestaat.
Mag ik weten in welke fase het ontwerp zich bevindt? Werd het
advies van de Raad van State reeds gevraagd?
registre de commerce disparaîtra
donc des greffes. Mes inquiétudes
quant aux conséquences pour le
personnel concerné ne se sont
pas dissipées. Il semble que l'on
créera un service dont le rôle ne
sera que consultatif. Où en est le
projet de loi relatif au registre de
commerce?
04.04 Minister Marc Verwilghen: Dat wetsontwerp is vertrokken naar
de Raad van State.
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
Il a déjà été transmis pour avis au
Conseil d'Etat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de minister van Justitie over "geruchten over nakende
afvloeiingen bij de magistraten en het griffiepersoneel" (nr. 6827)
05 Question de M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur "les rumeurs concernant des
réductions d'effectifs parmi les magistrats et les membres du personnel du greffe" (n° 6827)
05.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorig jaar kregen de federale ambtenaren de toezegging van
een weddenverhoging met 1% en een substantiële verhoging van het
vakantiegeld. Hierover werd onderhandeld, zoals dat hoort, in het
comité-A. Zal het personeel van hoven en rechtbanken ook
federale ambtenaren en de magistraten deze verhoging van wedde
en vakantiegeld eveneens krijgen? Ik vernam dat het de bedoeling
was om het personeel van hoven en rechtbanken, de mensen op de
griffies dus, hiervan uit te sluiten. Bij vergissing zou men hen toch
hebben uitbetaald; men was blijkbaar vergeten dat het de bedoeling
van de regering was deze mensen hiervan uit te sluiten. De vraag is
wat er nu zal gebeuren. Komt er nu een beslissing van de regering
om dit terug in te trekken? Zal de weddenverhoging en de verhoging
van het vakantiegeld toch worden toegestaan en uitgevoerd, maar
dan op voorwaarde van compensatie binnen het budget van Justitie?
Is de hypothese juist volgens dewelke de vergoeding die op
kruissnelheid 800 miljoen zal kosten, zou kunnen worden
gefinancierd door 300 beambten en 220 magistraten te laten
afvloeien, met andere woorden, door de kaders niet in te vullen?
Daarbij legt men zich dan definitief neer bij het gegeven dat kaders
niet kunnen worden ingevuld en dat men zo met minder mensen hier
en daar iets meer zou verdienen. Indien dit zo is, zou dat bijzonder
jammer zijn. Ik ga even in op de actualiteit.
In een krant las ik deze morgen dat de toezeggingen die men de
magistraten heeft gedaan naar aanleiding van de besprekingen rond
de budgetcontrole, zullen kunnen worden gehonoreerd. Dat is een
positieve boodschap waarover wij ons alleen maar kunnen
verheugen. Is het echter juist dat dit zal moeten worden gerealiseerd
door opnieuw de kaders van de magistraten niet in te vullen,
waardoor de boodschap weer wat vergiftigd zou zijn? De boodschap
05.01 Tony Van Parys (CD&V):
Conformément aux accords
passés entre les syndicats et le
gouvernement au sein du Comité
A, le personnel des greffes et des
tribunaux bénéficiera en 2002,
comme tous les autres
fonctionnaires fédéraux, d'une
augmentation barémique de ses
traitements de 1 % et d'une
majoration de son pécule de
vacances. Les membres de l'ordre
judiciaire bénéficieront eux aussi
de ces adaptations. En réalité, il
ne s'agit là que d'une
augmentation salariale normale,
surtout si on considère la situation
dans le secteur privé. Cependant,
cette mesure ne fait pas
l'unanimité au sein du
gouvernement. Il me revient que le
ministre de la Justice aurait été
"forcé" par certains de ses
collègues de compenser cette
mesure par une réduction de
personnel. Je voudrais poursuivre
en évoquant l'actualité du jour.
Est-il exact que les concessions
faites aux magistrats seront
effectivement concrétisées? Cela
aurait été décidé lors du contrôle
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25/03/2002
CRIV 50
COM 700
12
aan de magistratuur zou dan zijn dat men hier en daar een beetje
meer zou kunnen verdienen, maar dat men het wel met heel wat
minder mensen zou moeten doen. Tot daar mijn vragen.
budgétaire du week-end dernier.
Le communiqué de presse
indiquant que ces concessions
devront être compensées par une
occupation incomplète du cadre
du personnel est-il conforme à la
vérité?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik ben ervan
overtuigd dat de heer Van Parys zich in deze zaak niet liet inspireren
door de geruchten die hem bereikten en slechts duidelijkheid
nastreefde.
Gisteren werd naar aanleiding van de begrotingscontrole beslist dat
ik, in mijn hoedanigheid van minister van Justitie, de aangekondigde
loonsverhoging voor de magistraten van de eerste lijn zowel de
parketmagistraten van de eerste lijn als de rechters van de
rechtbanken van Eerste Aanleg zal uitvoeren. De middelen hiervoor
zullen worden vrijgemaakt.
Voor het overige heeft dit geen uitstaans met de problematiek die in
deze zaak ter sprake komt. Deze problematiek is eigenlijk het gevolg
van de Copernicus-hervorming. Voor het personeel van de federale
besturen van de niveaus 4 tot en met 2+ werden afspraken gemaakt
in het Comité B, met betrekking tot het tijdsschema voor de invoering
van hetgeen door het Comité A werd onderhandeld.
Voor het niveau 1, de magistraten, zijn deze regelingen nog niet
uitgewerkt in het Comité B. Voor het personeel van de griffies en de
parketten die worden gelijkgesteld met de niveaus 4 tot en met 2+
wordt een tijdsschema uitgewerkt voor de invoering van de
maatregelen die in het Comité A werden overeengekomen. Voor de
magistraten en gelijkgestelden van niveau 1 is dit, gezien de situatie
van het niveau 1, in het Comité B nog niet aan de orde.
Er kan geen sprake zijn van een personeelsvermindering om de
realisatie van die maatregelen te compenseren. Dat zou ik niet
aanvaarden, laat dat duidelijk zijn.
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le contrôle budgétaire d'hier a
permis de constater que
l'augmentation de traitement pour
les magistrats de première ligne,
tant du parquet que des tribunaux
de première instance, pouvait être
réalisée. Les budgets nécessaires
ont été dégagés. Mais cette
question concerne tout autre
chose. Ce problème découle,en
effet, de la réforme Copernic.
Pour le personnel des
administrations fédérales des
niveaux 4 à 2+, des accords ont
été conclus au sein du Comité B
concernant l'échéancier de mise
en oeuvre des accords conclus au
sein du Comité A. Un calendrier a
également été fixé pour le
personnel des niveaux 4 à 2+
assimilés des greffes et des
parquets mais pas encore pour les
magistrats et le personnel de
niveau 1. Les mesures ne peuvent
pas être compensées par des
réductions de personnel.
05.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, u zei dat de
aanpassing van het statuut en dit is inderdaad nog wat anders dan
de verhoging met 1% en de vakantietoelagen zal worden
doorgevoerd voor de magistraten van de eerste lijn en dat hiervoor
de nodige middelen werden vrijgemaakt. Dat verheugt mij.
De vraag is evenwel of hiervoor bijkomende middelen zullen worden
aangewend zoals bepaald tijdens de onderhandelingen naar
aanleiding van de begrotingscontrole, of zal deze statuutwijziging
worden doorgevoerd met financiële middelen die ter beschikking
zouden moeten komen door van het feit dat een aantal kaders niet
zullen worden ingevuld?
05.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je me réjouis de constater que le
ministre libère les moyens
nécessaires pour améliorer le
statut des magistrats de première
ligne. Ces mesures seront-elles
financées par des moyens
supplémentaires dégagés lors du
contrôle budgétaire ou le seront-
elles par le biais d'économies
réalisées en ne complétant pas
certains cadres?
05.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Van Parys, om terzake de
nodige middelen bijeen te krijgen zullen beide pistes worden
bewandeld voor het jaar 2002.
05.04 Marc Verwilghen, ministre:
Il sera recouru aux deux
méthodes susmentionnées pour
l'année 2002.
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
COM 700
25/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
05.05 Tony Van Parys (CD&V): Een statuutverbetering voor de
magistraten van de eerste lijn is uiteraard geen initiatief dat zich
beperkt tot een jaar. Daarover kan geen discussie bestaan. Ik vrees
dus dat, indien deze financiering minstens gedeeltelijk wordt
doorgevoerd en voortgezet ten koste van het volledig invullen van de
kaders, dit een bijzonder giftig geschenk is voor de magistraten.
Inderdaad, zij zullen beter worden betaald en hogere vergoedingen
krijgen, maar jammer genoeg zullen zij het ook met minder
kaderpersoneel moeten doen. Is dat niet een soort vestzak-
broekzakoperatie die de goede rechtsbedeling belemmert?
05.05 Tony Van Parys (CD&V):
L'amélioration du statut prendra
plus qu'une année. Je crains que
ne pas compléter les cadres
revienne à offrir un cadeau
empoisonné aux magistrats.
05.06 Minister Marc Verwilghen: Er wordt duidelijk geen afbreuk
gedaan aan het bestaan van de wettelijke kaders. Met andere
woorden, indien een wettelijk kader volzet is, dan nog moet die
oefening worden gemaakt en zal de betaling worden doorgevoerd.
05.06 Marc Verwilghen, ministre:
Cette situation ne porte pas
atteinte aux cadres légaux. Le
paiement aura également lieu si
les cadres sont complétés.
05.07 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, wij zullen
elkaar waarschijnlijk niet kunnen overtuigen. Het is evident dat de
wettelijke kaders niet kleiner zullen worden. Maar wanneer men die
kaders systematisch niet opvult, betekent dat feitelijk dat er een
kleiner aantal effectieve personeelsleden beschikbaar is om de dienst
te verzorgen. Daar zit volgens mij nog een fundamenteel probleem.
05.07 Tony Van Parys (CD&V):
Si on omet systématiquement de
compléter les cadres, les effectifs
en personnel sont évidemment
moins nombreux.
05.08 Minister Marc Verwilghen: Collega Van Parys, kunt u me een
voorbeeld geven waar ik me zou hebben verzet tegen het opvullen
van het kader? Telkens ik de kans had om een kader vol te maken,
heb ik dat gedaan. Ik noem als voorbeeld Charleroi, waar het kader
op 2 mensen na vol is. Daar heb ik trouwens een excedent gedaan.
IK heb namelijk 17 bijkomende personen benoemd, die ofwel als
gerechtelijk stagiair ofwel als parketjurist aan de slag konden. Ik
aarzel nooit om het kader vol te maken. Nu blijkt dat de
arrondissementen met een volzet kader er ook werkelijk in slagen de
gerechtelijke achterstand tot een minimum te herleiden. Ik zal niet in
mijn eigen vel snijden door een beslissing die zou leiden tot het
hanteren van die verwerpelijke techniek enerzijds een loonsverhoging
te geven maar anderzijds de kaders niet op te vullen.
Voor mij zijn die zaken hoegenaamd niet aan elkaar gelinkt. Dat
hebben wij dus ook niet beslist. Maar ik begrijp uw vraag terzake.
05.08 Marc Verwilghen, ministre:
Pouvez-vous me citer un exemple
de cadre incomplet? A Charleroi,
l'on a procédé à 17 engagements
supplémentaires et les cadres
sont complets à deux personnes
près, ce qui permettra de résorber
rapidement l'arriéré judiciaire. Je
n'ai pas l'intention de réaliser des
économies à mes propres dépens.
05.09 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de minister, Mons en
Charleroi zijn precies voorbeelden van arrondissementen waar het
kader wel vol geraakt is. Ik vrees echter dat zij niet representatief zijn
voor de andere ressorten.
05.09 Tony Van Parys (CD&V):
Certes, Mons et Charleroi
disposent d'un cadre complet mais
ces villes ne sont pas
représentatives de la situation des
autres arrondissements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.10 heures.